YOU ARE DOWNLOADING DOCUMENT

Please tick the box to continue:

Transcript
Page 1: Dictee 5.13

Dictee 5.13

Succes

Page 3: Dictee 5.13

Een roofkat met stippels op zijn vel die vlees eet.

• De luipaard

Page 4: Dictee 5.13

Een dier met een gewei dat planten eet.

• Het hert

Page 5: Dictee 5.13

De dieren willen drinken.

• De dorst

                                                 

 

Page 6: Dictee 5.13

De dieren komen bij elkaar om erover te praten wat ze gaan

doen.

• De vergadering

Page 7: Dictee 5.13

De kant van de rivier.

• De oever

Page 8: Dictee 5.13

Een hard geluid maken. Bijvoorbeeld door op en neer

te springen.• Dreunen

Page 9: Dictee 5.13

Een hard geluid maken.

• De dreun

Page 10: Dictee 5.13

Niet goed kunnen wachten; gauw boos worden.

• Ongeduldig

Page 11: Dictee 5.13

Heel lang blijven lachen.

• Hij lachte zich slap

Page 12: Dictee 5.13

Had je ze allemaal goed?

• Ik hoop dat je ze allemaal goed had.

• Als dat niet zo was kan je het nog een keer oefenen.

Oefenen Stoppen

Page 13: Dictee 5.13

Succes bij het dictee !


Related Documents