Top Banner
Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A 1. Kijk, het geraamte van een dino! 2. Hij is in dit gebied gevonden. 3. In het begin was ik nog verlegen. 4. We begroeten onze juf. 5. Ze vertelde een verhaal. 6. De leeuwen leven in Afrika. 7. De welp is nog in de groei. 8. De beer greep zijn prooi 9. De beer greep zijn prooi. 10. Is deze dierentuin nieuw?
25

Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

May 31, 2020

Download

Documents

dariahiddleston
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A

1. Kijk, het geraamte van een dino!

2. Hij is in dit gebied gevonden.

3. In het begin was ik nog verlegen.

4. We begroeten onze juf.

5. Ze vertelde een verhaal.

6. De leeuwen leven in Afrika.

7. De welp is nog in de groei.

8. De beer greep zijn prooi

9. De beer greep zijn prooi.

10. Is deze dierentuin nieuw?

Page 2: Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

Project Dieren - Dictee week 3 en 4 - niveau A

1. In de wei stonden schapen.

2. Hebben jullie katten?

3. Ik heb vissen gevangen.

4. En ook een kikker.

5. Later heb ik ze vrij gelaten.

6. Heb jij padden gevangen?

7. Zie je hoe z’n poten eruitzien?

8. Zijn padden groter dan kikkers?

9. Stammen mensen van de apen af?

10. Zijn er dieren met krullen in hun haar?

Page 3: Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

Project Dieren - Dictee week 5 en 6 - niveau A

1. De botsing tussen de stieren liep goed af.

2. Is het wel veilig in een wei vol stieren?

3. Nee, ik vind dat gevaarlijk.

4. Ik tel er wel twintig.

5. Vogelbaby’s zijn vaak donzig.

Instructie: Schrijf de volgende woorden in lettergrepen:

6. Hoeveel nes – ten heb jij gezien?

7. Wanneer krijgen jongens baar – den?

8. De vlie – gen vliegen in het spinnenweb.

9. Is de wal – vis het grootste dier op aarde?

10. Heb jij die – ren thuis?

Page 4: Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

Project Dieren - Einddictee - niveau A

1. Blijft het gebit van een paard altijd goed?

2. Moet er nooit een kies vervangen worden?

3. Dat is een mooi bericht!

4. Iedereen verliest wel eens.

5. Ik heb het gedicht gelezen.

6. Heb jij wel eens een haai gezien.

7. Heeft iedere vis kieuwen?

8. Voel je die ruwe huid?

9. Hierdoor zijn de mammoeten uitgestorven.

10. De koeien loeien.

11. In Australië leven giftige spinnen.

12. Zie je de ogen van die spin?

13. Hebben alle spinnen ogen?

14. De kikkers springen het water in.

15. Wat zijn dit voor vreemde vogels?

16. De leeuw is de koning van de dieren.

17. Hoeveel stekels heeft deze egel?

18. Kijk, ze trillen helemaal!

19. Hier liggen de botten van een konijn.

20. De vossen jagen achter de konijnen aan.

21. Ik vind de natuur prachtig.

22. En soms vreselijk.

23. Dan kan ik angstig worden.

24. Er is zoveel mogelijk!

25. Is deze slang giftig?

Page 5: Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

Dieren Dictee week 1 en 2

Dictee week 3

en 4

Dictee week 5 en 6

Einddictee week 1 t/m 7

niveau

A T

ota

al

beg

instu

kken

fopkla

nken:

alle

s

To

taal

kla

nkgro

epen

To

taal

ein

dstu

kken

lett

erg

repe

n

To

taal

beg

instu

kken

fopkla

nken:

alle

s

kla

nkgro

epen

ein

dstu

kken

aantal woorden (max. aantal

fouten)

10 (2)

5 (1)

5 (1)

10 (2)

10 (2)

10 (2)

5 (1)

5 (1)

25 (5)

5 (1)

5 (1)

10 (2)

5 (1)

Registratieformulier Spelling - Project Dieren - niveau A

Page 6: Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau B

1. Je hebt geluk gehad!

2. Je was in groot gevaar.

3. Je vader kon je bevrijden.

4. Wat een spannend verhaal!

5. Toch had ik ook verdriet.

6. De leeuwin zorgde voor haar welpen.

7. Een vleermuis vliegt in het donker.

8. Zie je hoe groot het oor van een vleermuis is?

9. De leeuw ging op zoek naar een prooi.

10. Ik heb een nieuwe soort ontdekt!

Page 7: Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

Project Dieren - Dictee week 3 en 4 - niveau B

1. Hoeveel biggen heeft deze zeug?

2. Ben jij tevreden over dit paard?

3. Een ezel is familie van het paard.

4. Ga jij vissen vangen?

5. Heb jij wel eens een boomkikker gezien?

6. Nee, maar wel veel slakken.

7. En ook padden.

8. Is een hagedis een vleeseter?

9. Is een hagedis een vleeseter?

10. Zijn er dieren met krullen?

Page 8: Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

Project Dieren - Dictee week 5 en 6 - niveau B

1. Heb jij een oplossing voor dit probleem?

2. Vogelbaby’s zijn vaak donzig.

3. Het is duidelijk wat ik doen moet.

4. Wat een zielig vogeltje!

5. De wandeling ging door het bos.

Instructie: Schrijf de volgende woorden in lettergrepen:

6. Hebben alle dieren zuur – stof nodig?

7. Ik moet hier con – tant betalen.

8. Wanneer krijgen jongens baar – den?

9. Dit in – sect lijkt op een wesp.

10. Dit is het broer – tje van mijn kat.

Page 9: Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

Project Dieren - Einddictee - niveau B

1. Kijk, het geraamte van een dino!

2. Wanneer vervangen jullie het stro in de stal?

3. Wat een heerlijk bericht!

4. De gifstoffen verlammen de prooi.

5. Je hebt dan geen gevoel meer.

6. De hamerhaai leeft in warme zeeën.

7. Heeft iedere vis kieuwen?

8. De hamerhaai heeft een ruwe huid.

9. Welk dier heeft jouw voorkeur?

10. Een konijn is een prooidier voor een vos.

11. Zijn er in Nederland vogelspinnen?

12. Ademen alle dieren?

13. Wat een massa vissen zitten daar!

14. De kikkers springen het water in.

15. Sprinkhanen zijn insecten.

16. Is het pantoffeldier ook een insect?

17. Die heeft kleine stekeltjes.

18. Wat een hitte bij dat vuur!

19. Ik voelde een trilling.

20. Kunnen we leven zonder jagers?

21. Kleine vogels zoeken bescherming in de bosjes.

22. De kat krijste vreselijk.

23. Hij was angstig.

24. Het was daar erg gevaarlijk.

25. Is deze slang giftig?

Page 10: Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

Dieren Dictee week 1 en 2

Dictee week 3

en 4

Dictee week 5 en 6

Einddictee week 1 t/m 7

niveau

B T

ota

al

beg

instu

kken

fopkla

nken:

alle

s

To

taal

kla

nkgro

epen

To

taal

ein

dstu

kken

lett

erg

repe

n

To

taal

beg

instu

kken

fopkla

nken:

alle

s

kla

nkgro

epen

ein

dstu

kken

aantal woorden (max. aantal

fouten)

10 (2)

5 (1)

5 (1)

10 (2)

10 (2)

10 (2)

5 (1)

5 (1)

25 (5)

5 (1)

5 (1)

10 (2)

5 (1)

Registratieformulier Spelling - Project Dieren - niveau B

Page 11: Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau C

1. Het was daar erg gevaarlijk.

2. Is een slang een gewerveld dier?

3. We ontdekken een nieuwe diersoort.

4. Dat is een belangrijk bericht.

5. Met gif vernietigen ze de insecten.

6. De leeuwin beschermde haar welpen.

7. Ze zat in de schaduw van een boom.

8. Heeft jouw hond vlooien?

9. Papegaaien zien er kleurrijk uit.

10. Heb jij nog wat nieuws gezien?

Page 12: Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

Project Dieren - Dictee week 3 en 4 - niveau C

1. In één seconde had hij hem te pakken.

2. Ook dieren onderhouden contacten met elkaar.

3. Ik heb respect voor alles wat leeft.

4. In een honingraat zitten veel cellen.

5. Ik zocht op de computer naar tapirs.

6. De gnoes vertrappen soms de kleintjes.

7. Sommige diersoorten worden nu nog ontdekt.

8. Is dit een gifkikker?

9. Een hagedis houdt van warmte.

10. Nederland is te koud voor schildpadden.

Page 13: Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

Project Dieren - Dictee week 5 en 6 - niveau C

1. Ik heb bewondering voor de natuur.

2. Het heelal is reusachtig groot.

3. Hoe gaat de voortplanting van slakken?

4. Ik heb informatie gevonden.

5. We maken een selectie uit de gevonden info.

Instructie: Schrijf de volgende woorden in lettergrepen:

6. Hier zie je de sa – men – stel – ling van het geraamte.

7. Je darmen zitten boor – de – vol bacteriën.

8. Klop – pen jullie harten nog?

9. Ik heb een op – los – sing voor dit probleem.

10. Ik ga niet zitten kla – gen.

Page 14: Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

Project Dieren - Einddictee - niveau C

1. Is er verandering gekomen in ons klimaat?

2. Wat doe jij aan de bescherming van het milieu?

3. Weet je dat er miljoenen ongewervelde diersoorten zijn?

4. Een spin is een geleedpotige.

5. Wij gaan een uilenbal ontleden.

6. Een hooiwagen is een insect.

7. Er zijn een miljoen soorten insecten.

8. De zwarte weduwe is een spin.

9. Hebben alle vissen kieuwen?

10. De hamerhaai heeft een ruwe huid.

11. Zijn er bij ons vogelspinnen?

12. Nee, maar wel regenwormen.

13. Ze zitten massaal in de grond.

14. Deze ekster gebruikt kunststoffen voor zijn nest.

15. Sprinkhanen zijn insecten.

16. Maar een pantoffeldier niet.

17. Hoeveel stekeltjes heeft dit egeltje?

18. Wat een ellende, met al die wespen hier.

19. Het gif veroorzaakte verlamming.

20. Mimicry is een soort verdediging

21. De muis piepte angstig.

22. Het was vreselijk om te zien.

23. Een mier is een ijverig dier.

24. Een leeuw ziet er koninklijk uit.

25. Deze aap heeft de vaardigheid van het fietsen geleerd.

Page 15: Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

Dieren Dictee week 1 en 2

Dictee week 3 en 4

Dictee week 5 en 6

Einddictee week 1 t/m 7

niveau

C T

ota

al

beg

instu

kken

fopkla

nken:

alle

s

To

taal

moe

ilijk

e w

oord

en m

et c

kla

nkgro

epen

To

taal

ein

dstu

kken

lett

erg

repe

n

To

taal

beg

instu

kken

fopkla

nken:

alle

s

kla

nkgro

epen

ein

dstu

kken

aantal woorden (max. aantal

fouten)

10 (2)

5 (1)

5 (1)

10 (2)

5 (1)

5 (1)

10 (2)

5 (1)

5 (1)

25 (5)

5 (1)

5 (1)

10 (2)

5 (1)

Registratieformulier Spelling - Project Dieren - niveau C

Page 16: Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau D

1. Koralen vind je in warme zeeën.

2. Salamanders zijn amfibieën.

3. Dit natuurgebied maakt plaats voor industrieën.

4. Jouw darmen zitten vol bacteriën.

5. Australië is het kleinste werelddeel.

6. Konijnen zijn prooidieren voor vossen.

7. Zeekoeien leven ook in warme zeeën.

8. De apen schreeuwen.

9. Zijn apen onze voorouders?

10. Wat er in een slachterij gebeurt, vind ik gruwelijk.

Page 17: Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

Project Dieren - Dictee week 3 en 4 - niveau D

1. Komen jullie op de barbecue?

2. Bij voedselvertering gaat het om ingewikkelde processen.

3. In welke provincie woon jij?

4. Dieren onderhouden onderling ook contacten.

5. Er bestaan een miljoen soorten insecten.

6. Binnen enkele ogenblikken vrat de reiger de vis op.

7. Is deze ziekte besmettelijk

8. Het resultaat valt mij mee.

9. Zo, dus jij bent mijn tegenstander.

10. Wij ontwikkelen een gevoel voor humor.

Page 18: Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

Project Dieren - Dictee week 5 en 6 - niveau D

1. Mijn collega’s hebben hier nog niet aan gewerkt.

2. Apen houden van pinda’s.

3. Deze slangenbezweerders laten cobra’s dansen.

4. Kiwi’s leven in Nieuw-Zeeland.

5. De dodo’s zijn uitgestorven.

Instructie: Schrijf de volgende woorden in lettergrepen:

6. Een mammoet was een ko – los – saal beest.

7. Wij hebben vis – net – ten uitgezet.

8. Wie kan mij in – lich – tin – gen geven?

9. Het was een in – for – ma – tief gesprek.

10. Voor die slang moet je op – pas – sen.

Page 19: Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

Project Dieren - Einddictee - niveau D

1. Wij gaan met z’n tweeën op stap.

2. We maakten fantasieën over wat we zouden gaan beleven.

3. Ik zakte tot m’n knieën in de modder.

4. In mijn huid zitten talloze poriën.

5. Nederlanders varen over alle wereldzeeën.

6. Ik was zenuwachtig voor dat examen.

7. Een buideldier heeft een huidplooi.

8. Dieren waarschuwen elkaar bij gevaar.

9. Als een aap een andere aap doodt, is dat dan moord?

10. Een hamerhaai leeft in warme zeeën.

11. Een olifant weegt duizenden kilo’s.

12. Hier zie je de baby’s.

13. Houd jij van pony’s?

14. Waar zijn de paraplu’s?

15. Poema’s leven in Amerika.

16. Het pantoffeldiertje is een eencellig dier.

17. Dit spinnenwebje glinstert in de zon.

18. De spin heeft zijn draden zelf gesponnen.

19. De spin wacht op zijn slachtoffers.

20. Vind jij een spin een ellendeling?

21. De vruchtbaarheid van konijnen is bekend.

22. Wat is de moeilijkheid in dit probleem?

23. De reactie van de aap was supersnel.

24. Maak jij een selectie uit deze informatie?

25. De leeuw is de majesteit onder de dieren.

Page 20: Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

Dieren Dictee week 1 en

2

Dictee week 3 en

4

Dictee week 5 en

6

Einddictee week 1 t/m 7

niveau

D T

ota

al

trem

a

fopkla

nken:

alle

s

To

taal

moe

ilijk

e w

oord

en m

et c

kla

nkgro

epen

To

taal

apostr

of

lett

erg

repe

n

To

taal

trem

a

fopkla

nken:

alle

s

apostr

of

kla

nkgro

epen

ein

dstu

kken

aantal woorden (max. aantal

fouten)

10 (2)

5 (1)

5 (1)

10 (2)

5 (1)

5 (1)

10 (2)

5 (1)

5 (1)

25 (5)

5 (1)

5 (1)

5 (1)

5 (1)

5 (1)

Registratieformulier Spelling - Project Dieren - niveau D

Page 21: Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau E/F

1. Indonesië is een eilandenrijk.

2. Zullen we dit met z’n tweeën onderzoeken?

3. Salamanders zijn amfibieën.

4. Het natuurgebied moest plaatsmaken voor industrieën.

5. Jouw darmen zitten vol bacteriën.

6. Konijnen zijn prooidieren voor vossen.

7. Sommige dieren worden met uitroeiing bedreigd.

8. De aap slaakte een angstschreeuw.

9. Zijn apen onze voorouders?

10. Wat er in slachterijen gebeurt, vind ik gruwelijk.

Page 22: Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

Project Dieren - Dictee week 3 en 4 - niveau E/F

1. Het verdwijnen van het leefgebied voor ijsberen is een actueel onderwerp.

2. Mijn concentratie is wat minder vandaag.

3. Dieren onderhouden onderling ook contacten

4. Een kameleon kan zich goed camoufleren.

5. Er bestaan wel een miljoen soorten insecten.

6. De reiger vrat de vis ogenblikkelijk op.

7. Wat is de samenstelling van het voedsel van de reiger?

8. De z is een medeklinker.

9. Volgens welke formule gaan wij werken?

10. Ieder individu is uniek.

Page 23: Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

Project Dieren - Dictee week 5 en 6 - niveau EF

1. Ik werk met fijne collega’s.

2. Apen houden van pinda’s.

3. Naar welke programma’s kijken jullie?

4. Deze slangenbezweerder laat cobra’s dansen.

5. De dodo’s zijn uitgestorven.

Instructie: Schrijf de volgende woorden in lettergrepen:

6. Ieder dier leeft in con – cur – ren – tie met andere dieren.

7. Iedere zin begin je con – se – quent met een hoofdletter.

8. Hier heb ik heerlijke her – in – ne – rin – gen aan.

9. Wat is de pro – ble – ma – tiek?

10. Kun je het konijn te – rug – bren – gen in zijn hok?

Page 24: Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

Project Dieren - Einddictee - niveau EF

1. De koningin verrichtte de officiële opening.

2. Vegetariërs hebben principiële opvattingen over wat ze eten.

3. De dinosauriërs leefden vele miljoenen jaren geleden.

4. De materiële wereld omvat alles wat je kunt aanraken.

5. Wij gaan met z’n drieën op stap.

6. Neem je niet teveel risico’s?

7. Zijn dit de baby’s van de nijlpaarden?

8. Houd jij van pony’s?

9. We nemen de paraplu’s mee.

10. Olifanten wegen duizenden kilo’s.

11. Wespen kunnen irritant zijn.

12. Sommige dieren doen aan metamorfose.

13. Dat doen ze heel geraffineerd.

14. Ik heb interesse in een terrarium.

15. Ik heb interesse in een terrarium

16. Dat is een typisch trekje van deze aap.

17. Wat is de voornaamste capaciteit van dit paard?

18. Toen die aap de vrouw aanvloog, was er veel publiciteit.

19. Sommige dieren zijn heel populair bij mensen.

20. Er wordt een expeditie georganiseerd naar de Zuidpool.

21. Deze gedachte is revolutionair!

22. Dat is een historisch feit.

23. Sidderalen verdoven hun prooien met elektriciteit.

24. Overwinnen door selectie altijd de besten?

25. In een razendsnelle reactie roofde een aap mijn banaan.

Page 25: Project Dieren - Dictee week 1 en 2 - niveau A · Dieren Dictee week 1 en 2 Dictee week 3 en 4 Dictee week 5 en 6 Einddictee week 1 t/m 7 niveau D l a es l t c n l of n l a es of

Dieren Dictee week 1 en

2

Dictee week 3 en

4

Dictee week 5 en

6

Einddictee week 1 t/m 7

niveau

EF T

ota

al

trem

a

fopkla

nken:

alle

s

To

taal

moe

ilijk

e w

oord

en m

et c

kla

nkgro

epen

To

taal

apostr

of

lett

erg

repe

n

To

taal

trem

a

apostr

of

kla

nkgro

epen

ein

dstu

kken

aantal woorden (max. aantal

fouten)

10 (2)

5 (1)

5 (1)

10 (2)

5 (1)

5 (1)

10 (2)

5 (1)

5 (1)

25 (5)

5 (1)

5 (1)

5 (1)

10 (2)

Registratieformulier Spelling - Project Dieren - niveau EF