Bodemdaling gaswinning Franeker Reconstructie Ir. Adriaan.P.E.M.Houtenbos juni 2007
Bodemdaling gaswinning Franeker
Reconstructie
Ir. Adriaan.P.E.M.Houtenbos
juni 2007
2
Bodemdaling bij Franeker Integrale 4D analyse bodemdalingsmetingen 1988-2006 NW Friesland
20.5 cm daling door gaswinning nabij Franeker in 2006 tegen 10 cm (± 20%) voorspeld voor 2016 versnellend, nu 2.1 cm/jaar (ineenstortend gesteente?) bij doorzetting van deze versnelling 50 cm daling in 2016
Actie Vermilion onder SodM toezicht Vermilion rapporteert aanvankelijk 13 cm daling laboratorium onderzoek gesteente-eigenschappen:
resultaat verschilt sterk van prognoseaannames,overeenstemmend met 3 of 7 cm daling afhankelijk van hypothese enniet met gemeten 13 cm daling.
Vermilion stelt de 'gemeten daling' bij tot 9 à 10 cm daling. Voorgeschiedenis
Na 2003 meting is SodM erop gewezen, dat de bodemdaling door gaswinning bij Franeker geen 7, maar 13 cm bedroeg en bovendien alarmerend versnelde
SodM kent de problemen met de verouderde afleiding van bodemdaling uit metingen al jaren en negeert de geodetisch verantwoorde integrale 4D afleiding methode
Ook is al jaren bekend dat in het lab gemeten gesteente-eigenschappen het werkelijke gedrag van de bodem alleen met zeer grote onzekerheidsmarges kunnen voorspellen
Conclusies afleiding van 'gemeten bodemdaling' is bij delfstofproducenten/SodM niet in goede handen onzekerheidsmarges zijn veel groter dan voorgesteld door delfstofproducenten en toezichthouders alleen met inachtneming van reële marges is veilige delfstofwinning mogelijk
3
2003 prognose einddaling Verwachte einddaling
tgv gaswinning uit Harlingen veld bij Franeker Bron: presentatie SodM, Leeuwarden 19-09-2003:
'Prognose Total toont dat maximale daling onder 10 cm blijft (figuur 5)'
4
2003 winningsplan Harlingen Voldoet niet aan de wet
Mijnbouwwet art 35hoeveelheden jaarlijks te winnen delfstoffen ontbreekt
Mijnbouwbesluit art 24.mkaart verwachte einddaling ontbreekt: 'maximaal verwachte daling minder dan 10 cm' kaart gemeten daling 2000 toegevoegd
Mijnbouwbesluit art 24.n verloop verwachte daling in tijd ontbreekt:'sinds 1988 is bodemdaling 3 jaarlijks gemeten'
Mijnbouwbesluit art 24.0onzekerheid zwaar onderschat:'20% met minimum 2 cm, onzekerheid is afgenomen met productie'
5
Na meting 2000, 2003
Friesch Dagblad (?) na 2000 meting
Jaarverslag SodM na 2003 meting
6
Gemeten bodemdaling 2006? Hoogteverschilmetingen Oranjewoud Afleiding daling uit metingen
oude methodiek: 13 cm spreekt bestaande model tegen
Onderzoek stugheid gesteente oude model: 2.4 cm max met aquifer compactie: 6.6 cm max passen bij lab tests, niet bij de metingen 'Ekofisk' gesteente instorting
niet categorisch uitgesloten(maar past wel bij metingen)
Lagere verwachting: aanpassing meting verwerp onwelgevallige meetpunten:
gemeten daling 9 á 10 cm
Friesch Dagblad: vrijdag, 11 mei 2007
Bodemdaling door gas 9 à 10 cm Leeuwarden - De bodemdaling door gaswinning bij Franeker bedraagt 9 à 10 centimeter en gaat minder hard dan de voorlopige cijfers onlangs deden vermoeden.
7
Gemeten bodemdaling 2006
SodM op de hoogte van zwaktes oude rekenprocedure manipuleerbare invulling van
plaatsen/tijden waarop niet gemeten is onjuiste toedeling aan autonome oorzaken geregisseerd door experts in het maken
van voorspellingen (geomechanici), niet door experts in het verifiëren van die voorspellingen (geodeten)
Integrale 4D rekenprocedure sinds 1999 SodM goedgekeurd o.a. voor
'Hand aan de Kraan' Waddengaswinning resultaten na 2003 meting:
13 cm (SodM: 7 cm) en versnellend!! resultaten na 2006 meting:
20,5 cm in centrum gaswinning bij Franeker (Vermilion: 9 á 10 cm)
verder versneld tot 2.1 cm/jaar!! geen significante autonome daling
FR A
B AS 1/2
B AS 3
575000
576000
577000
578000
579000
580000
581000
582000
583000
158000 159000 160000 161000 162000 163000 164000 165000
Bodem daling NW Friesland 1988-2006door gaswinning nabij Franeker [m m ]
8
Verloop bodemdaling in de tijd
maximum daling sinds 1988 veroorzaakt door gaswinning bij Franeker (blauw)
2006: 21 cm versnellend, 2005: 21 mm/jr
zoutwinning uit BAS1/2 (paars) 2006: 29 cm aflopend
zoutwinning uit BAS3 (geel) 2006: 4 cm oplopend
autonome daling geen significante invloed
mogelijke einddaling door gaswinning bij lineaire voortzetting: 27 cm Ekofisk voortzetting: 50 cm
NWFR: Maximum daling naar oorzaak
-300
-250
-200
-150
-100
-50
0
50
1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006
Bo
dem
bew
egin
g [
mm
]
FRA BAS1/2 BAS3
9
De meetbaarheidmythe Metingen
de daling van een punt kan met mm nauwkeurigheid worden gemeten tov een referentie punt
GPS, InSar zijn wel veel kwetsbaarder voor systematische fouten van enkele cm dan waterpassing
Interpretatie de meting geeft wel uitsluitsel over de relatieve maar
niet over de absolute daling. Als 2 cm relatieve daling gemeten is, kunnen referentie en detail punt evengoed 2 en 4 cm als 0 en 2 cm zijn gezakt
de meting zegt ook niets over de daling in punten die niet zijn aangemeten. De daling van een niet aangemeten punten kan veel groter zijn die van wel de aangemeten punten
de daling van een peilmerk is niet gelijk aan die van de bodem. Door een zwakke fundering kan een peilmerk dieper de bodem in zakken.
de bodem daalt door een veelvoud van oorzaken (gas-, water-, zoutwinning, polderpeilverlaging, tektoniek, isostasie, compactie) De meting zegt niets over welk deel van de daling aan welke oorzaak moet worden toegerekend.
Conclusie Suggestie dat prognose met (moderne satelliet)
metingen tot op de mm gecontroleerd kan worden,is bewust misleidend
Als alle onzekerheden in eigen voordeel worden beslecht, kan de 'gemeten' eigen bodemdaling 50% lager uit pakken dan bij een onpartijdige interpretatie
Compactie
Reservoir
Aquifer
10
Relevante wetsartikelen Mijnbouwwet artikel 35
1. Het winningsplan bevat voor elk voorkomen binnen het vergunningsgebied ten minste een beschrijving van: d. de hoeveelheden jaarlijks te winnen delfstoffen;
Mijnbouwbesluit artikel 24 1. Het winningsplan, bedoeld in artikel 34, eerste lid, van
de wet voor de winning van koolwaterstoffen bevat: m. een kaart met daarop de contouren van de verwachte
uiteindelijke mate van bodemdaling; n. een overzicht met het verloop van de verwachte mate
van bodemdaling in de tijd; o. een opgaaf van de onzekerheid omtrent de verwachte
mate van bodemdaling als bedoeld in de onderdelen m en n;
11
Metingen 1997, 2000, 2003
1997: Daling '88-'97< '97 in hart niet gemeten '88-'97 ± 4 cm
2000: Verschil '97-'00 '88-'00 = 4 + 5 = ± 9 cm
2003: Verschil '00-'03 '88-'03 = 9 + 5 = ± 14 cm
plus NAP referentie verschillen