Top Banner
ARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967. Over een parasiet van onze Aardtongen. 13(4):61-64. Aa H.A. van der. 1970. Referaten uit Mycologia 61(1). 14(6):161. Aa H.A. van der. 1973. Over enkele interessante paddestoelen op een dijkje bij Utrecht. 16(1,2):17-20. Aa H.A. van der. 1973, zie Samson R.A. en Aa H.A. van der Aa H.A. van der. 1974. Gallen op houtzwammen. 17(1):1-5. Aa H.A. van der. 1974. Over een afwijking bij Peziza vesiculosa. 17(3):70-72. Aa H.A. van der. 1975. Het zesde Europese mycologische congres. 18(1):10-14. Aa H.A. van der. 1976. Over de roesten van riet, een inleiding tot de Uredinales. 19(1):15-23. Aa H.A. van der. 1977. De roesten van het riet, enkele aanvullingen. 20(1):26-27. Aa H.A. van der. 1978. Agaricus macrosporus. 21(1):13-19. Aa H.A. van der. 1978. Ganoderma resinaceum als parasiet van de beuk. 21(2):30-32. Aa H.A. van der. 1978. Bedenkingen tegen regelmatige consumptie van Agaricus macrosporus. 21(3):67-68. Aa H.A. van der. 1979. Aandacht voor Christiansenia gallen op Collyba dryophila. 22(2):42-45. Aa H.A. van der, Samson R.A. en Stalpers J.A. 1979. 75 jaar Centraalbureau voor Schimmelcultures. 22(4):90- 97. Aa H.A. van der. 1980. Een afwijkende vorm van Leucoagaricus naucinus. 22(4):114-115. Aa H.A. van der. 1982. Over enkele veranderingen in de internationalee botanische nomenclatuurregels. 25(4):101-104. Aa H.A. van der. 1984. Over de clavarioïde vorm van Pleurotus ostreatus. 27(4):85-89. Aa H.A. van der. 1986. Dichotomie en fasciatie bij Phallus impudicus. 29(4):92-96. Aa H.A. van der. 1986. Over een opvallende aantasting van het Sneeuwzwammetje. 29(1):7-9. Aa H.A. van der. 1988. Syzygospora tumefaciens, de oorzaak van gallen op Collybia. 31(3):63-68. Aa H.A. van der. 1991. Peziza arvernensis, een bekerzwam van het beukenbos. 34(4):113-119. Aa H.A. van der. 1992. Over mycofiele honingbijen. 35(3):83-86. Aa H.A. van der. 2003. Uit de tijdschriften. 46(1):37-44. Aa H.A. van der. 1993. International Mycological Association. 36(1): 23-25 Aa H.A. van der. 1995. Brefeldia maxima, een slijmzwam met lantaarntjes. 38(2): 92-93 Aa H.A. van der. 1996. Cenococcums uit het stenen tijdperk. 39(1): 35-36 Aa H.A. van der. 1998. Nectria cosmariospora, een nieuwe pyrenomyceet voor Nederland. 41(3):148-150 Aa H.A. van der. 2000. Over het eten van paddestoelen en een bespreking van twee nieuwe kookboeken. 43(2):105-107 Aa van der-Schuurbier S.P.W.M. 1973. Schnitzels van de Reuzenbovist. 16(1,2):21. Aanen D.K. 2012. Lezen en schrijven met bomen. 55(2):87-94. Aanen, D. K. 1995. Experimentele taxonomie van Hebeloma. 38(4):170 Aanen, D. K. 2001. Soorten en soortvorming in het Hebeloma crustuliniforme-complex. 44(4):197-207 Adema H. 2012. Een vreemde paddenstoel. (Bijzondere waarnemingen en vondsten). 55(2):85. Adema H. 2012. Sowerbyella brevispora Harmaja nieuw voor Nederland. (Bijzondere waarnemingen en vondsten). 55(2):82-84. Adema J.P.H.M. 2003. Nogmaals Amanita inopinata. 46(1):34-35. Adema J.P.H.M., Westra Th. 2014. Een koninklijk geschenk uit de Horsten. 57(1):35-37. Adema J.P.H.M. 1995. Een sterk stinkzwamstaaltje. 38(4):194-195 Adema J.P.H.M. 1996. Een "oude" vondst van Coprinus kimurae. 39(2): 99-100 Adema J.P.H.M. 1998. De Zaltbommelse Iepenbuisjeszwam 'in veiligheid' . 41(4):263 Adema J.P.H.M. 1999. Nogmaals de Cedergrondbekerzwam. 42(3):187 Adema J.P.H.M. 1999. Paddestoelen in Leiden. 42(1):21-31 Adema J.P.H.M. 2001. Paddestoelen in Leiden 2 - Een eerste aanvulling. 44(3):178-181 Alting H. en Boomsluiter M. 2010. Een onbekende mestfranjehoed in Gelderland. 53(1):20-22. Anema-Balke J. 2004. Ganoderma's gemakkelijk? Of toch, soms, lastig? 47(4):212-214 Anema-Balke J. 2009. Pronken met de hoed van een ander. Bijzondere waarnemingen en vondsten. 52(2):113.
43

ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

Jun 27, 2020

Download

Documents

dariahiddleston
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 1

1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1)

ARTIKELENAa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4lAa H.A. van der. 1967. Over een parasiet van onze Aardtongen. 13(4):61-64. Aa H.A. van der. 1970. Referaten uit Mycologia 61(1). 14(6):161. Aa H.A. van der. 1973. Over enkele interessante paddestoelen op een dijkje bij Utrecht. 16(1,2):17-20. Aa H.A. van der. 1973, zie Samson R.A. en Aa H.A. van derAa H.A. van der. 1974. Gallen op houtzwammen. 17(1):1-5. Aa H.A. van der. 1974. Over een afwijking bij Peziza vesiculosa. 17(3):70-72. Aa H.A. van der. 1975. Het zesde Europese mycologische congres. 18(1):10-14. Aa H.A. van der. 1976. Over de roesten van riet, een inleiding tot de Uredinales. 19(1):15-23. Aa H.A. van der. 1977. De roesten van het riet, enkele aanvullingen. 20(1):26-27. Aa H.A. van der. 1978. Agaricus macrosporus. 21(1):13-19. Aa H.A. van der. 1978. Ganoderma resinaceum als parasiet van de beuk. 21(2):30-32. Aa H.A. van der. 1978. Bedenkingen tegen regelmatige consumptie van Agaricus macrosporus. 21(3):67-68. Aa H.A. van der. 1979. Aandacht voor Christiansenia gallen op Collyba dryophila. 22(2):42-45. Aa H.A. van der, Samson R.A. en Stalpers J.A. 1979. 75 jaar Centraalbureau voor Schimmelcultures. 22(4):90-

97. Aa H.A. van der. 1980. Een afwijkende vorm van Leucoagaricus naucinus. 22(4):114-115. Aa H.A. van der. 1982. Over enkele veranderingen in de internationalee botanische nomenclatuurregels.

25(4):101-104. Aa H.A. van der. 1984. Over de clavarioïde vorm van Pleurotus ostreatus. 27(4):85-89.Aa H.A. van der. 1986. Dichotomie en fasciatie bij Phallus impudicus. 29(4):92-96.Aa H.A. van der. 1986. Over een opvallende aantasting van het Sneeuwzwammetje. 29(1):7-9.Aa H.A. van der. 1988. Syzygospora tumefaciens, de oorzaak van gallen op Collybia. 31(3):63-68.Aa H.A. van der. 1991. Peziza arvernensis, een bekerzwam van het beukenbos. 34(4):113-119.Aa H.A. van der. 1992. Over mycofiele honingbijen. 35(3):83-86.Aa H.A. van der. 2003. Uit de tijdschriften. 46(1):37-44.Aa H.A. van der. 1993. International Mycological Association. 36(1): 23-25Aa H.A. van der. 1995. Brefeldia maxima, een slijmzwam met lantaarntjes. 38(2): 92-93Aa H.A. van der. 1996. Cenococcums uit het stenen tijdperk. 39(1): 35-36Aa H.A. van der. 1998. Nectria cosmariospora, een nieuwe pyrenomyceet voor Nederland. 41(3):148-150Aa H.A. van der. 2000. Over het eten van paddestoelen en een bespreking van twee nieuwe kookboeken.

43(2):105-107Aa van der-Schuurbier S.P.W.M. 1973. Schnitzels van de Reuzenbovist. 16(1,2):21. Aanen D.K. 2012. Lezen en schrijven met bomen. 55(2):87-94. Aanen, D. K. 1995. Experimentele taxonomie van Hebeloma. 38(4):170Aanen, D. K. 2001. Soorten en soortvorming in het Hebeloma crustuliniforme-complex. 44(4):197-207Adema H. 2012. Een vreemde paddenstoel. (Bijzondere waarnemingen en vondsten). 55(2):85. Adema H. 2012. Sowerbyella brevispora Harmaja nieuw voor Nederland. (Bijzondere waarnemingen en

vondsten). 55(2):82-84. Adema J.P.H.M. 2003. Nogmaals Amanita inopinata. 46(1):34-35.Adema J.P.H.M., Westra Th. 2014. Een koninklijk geschenk uit de Horsten. 57(1):35-37. Adema J.P.H.M. 1995. Een sterk stinkzwamstaaltje. 38(4):194-195Adema J.P.H.M. 1996. Een "oude" vondst van Coprinus kimurae. 39(2): 99-100Adema J.P.H.M. 1998. De Zaltbommelse Iepenbuisjeszwam 'in veiligheid' . 41(4):263Adema J.P.H.M. 1999. Nogmaals de Cedergrondbekerzwam. 42(3):187Adema J.P.H.M. 1999. Paddestoelen in Leiden. 42(1):21-31Adema J.P.H.M. 2001. Paddestoelen in Leiden 2 - Een eerste aanvulling. 44(3):178-181Alting H. en Boomsluiter M. 2010. Een onbekende mestfranjehoed in Gelderland. 53(1):20-22. Anema-Balke J. 2004. Ganoderma's gemakkelijk? Of toch, soms, lastig? 47(4):212-214Anema-Balke J. 2009. Pronken met de hoed van een ander. Bijzondere waarnemingen en vondsten. 52(2):113.

Page 2: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 2

Anema-Balke J. 2009. Toch nog gevonden. Bijzondere waarnemingen en vondsten. 52(2):114Anema-Balke, J. 2001. Er was eens een gesluierde dame... 44(3):189Anoniem. 1954. Verslag van de excursie naar Nijmegen 25 en 26 september 1954. 1(6):5-8.Anoniem. 1955. Excursieverslagen. 2(6):49-52. Anoniem. 1959. Nogmaals de parasiet op Anthurium. 6(4):28. Anoniem. 1960. Uit de tijdschriften (ref). 7(4):46. Anoniem. 1962. Paddestoelen onder de aardappels. 9(6):70. Anoniem. 1966. Nieuws van het mycorrhizafront. 13(1):16. Anoniem. 1967. De Rijst-stro Volvaria (Uit VAM-Meded. 22(2):2). 13(4):65. Anoniem. 2008. Twijfelzwammen & zwijmelzwammen. Redactie. 51(4):235-238Anoniem. 2008. Twijfelzwammen & zwijmelzwammen. Redactie. 51(2):82-87Anoniem. 2008. Twijfelzwammen & zwijmelzwammen. Redactie. 51(3):150-154Anoniem. 2011. De toekomst van de NMV: een visie. 54(2):53-59 Aptroot A. 2003, zie Rommelaars en Aptroot A.Aptroot A. 2004, zie Rommelaars en Aptroot A.Aptroot A., Haaf C. ten. 2012. Listerella paradoxa, een nieuwe slijmzwam voor Nederland. 55(3):123-125 Aptroot A. 1995. Schorsbewoners, een vergeten groep. 38(4): 171-173Aptroot A. 1998. Een sleutel tot in Nederland aangetroffen soorten van Didymosphaeria en Massarina en

hierop gelijkende geslachten. 41(1): 1-7Aptroot A., Stalpers, J. A. 1998. Een bijzondere korstmos op een muur. 41(3): 176Aptroot A. 2018. Twee ascomyceten op droog hout. 61(3):173-174. Arnolds E.J.M. 1969. Aandacht gevraagd voor Hygrocybe. 14(4):114. Arnolds E.J.M. 1970. Boletus aereus in Nederland. 14(6):145-147. Arnolds E.J.M. 1974. Hygrophorus subgenus Hygrophorus (De "Slijmkoppen:) in Nederland. 17suppl:1-40 en

6p.pl.Arnolds E.J.M. 1975. Notities over Hygrophorus I, Hygrophorus regulosus var phaeophyllus, nieuw voor

Nederland. 18(3):70-75. Arnolds E.J.M. 1977. Notities over Hygrophorus II, De wasplaten van een IJsseldijk. 20(3):61-74. Arnolds E.J.M. 1978. Paddestoelen en het beheer van vegetaties. 21(4):124-136. Arnolds E.J.M. 1978. Discussie. 21(4):137-139. Arnolds E.J.M. 1980. Het meten en beschrijven van basidiosporen: resultaten van de enquête. 23(2):26. Arnolds E.J.M. 1986. Notities over Hygrophorus III Sneeuwzwammetjes. 29(1): 1-7.Arnolds E.J.M. 1986. Notities over Hygrophorus III. Sneeuwzwammetjes. 29(1):1-7.Arnolds E.J.M. en E. van den Dool. 1990. De werkweek 1989 in West-Brabant. 33(3):63-67.Arnolds E.J.M. en B.W.L. de Vries. 1989. Oecologische statistiek van de Nederlandse macrofungi. 32(4):76-86.Arnolds E.J.M. 1990. Bij een voorlopige rode lijst van Nederlandse macrofungi. 33(2):25-31.Arnolds E.J.M., Th.W. Kuyper en B. de Vries,. 1991. In Memoriam Jan Barkman. 34(1): 1.Arnolds E.J.M. 1993. Het Mestnestzwammetje op Schiermonnikoog. 36(2): 64Arnolds E.J.M. en Becker, A. G. 1993. Over Calocybe cerina en enkele verwanten. 36(3): 60-78Arnolds E.J.M. 1996. Een voorlopige sleutel tot het geslacht Panaeolus (Vlekplaat) in Nederland. 39(3):142-147Arnolds E.J.M. 1997. Een nieuwe Rode Lijst van bedreigde en kwetsbare paddestoelen in Nederland. 40(1): 44-

53Arnolds E.J.M. 1998. De hanekam van Gunterstein en andere cantharelligheden. 41(2): 78-87Arnolds E.J.M. 2000. Nieuwe perspectieven voor de paddestoelenkartering. 43(3): 121Arnolds E.J.M., Veerkamp, M. 2000. Opsporing verzocht! de integrale aandachtssoorten in het

paddestoelenmeetnet. 43(2): 58-74Arnolds E.J.M. 2001. Column. 44(3): 188Arnolds E.J.M. 2001. Column. 44(4): 232Arnolds E.J.M. 2001. Hoop voor de Hanekam. 44(1): 48-56Arnolds E.J.M., Berg, A. P. van den. 2001. Trends in de paddestoelenflora op basis van karteringsgegevens.

44(3): 139-152Arnolds E.J.M., Keizer, P. J. 2001. Ode aan de Achterhoek - de werkweek in het Woold, 6-13 oktober 2000.

44(2): 69-91Arnolds E.J.M., Veerkamp, M. 2001. Nieuwsbrief Paddestoelenmeetnet - 2. 44(3): 165-177Arnolds E.J.M. 2003. De aaibaarheidsfactor. Column. 46(2):77-78.Arnolds E.J.M. 2003. De Stekelzwammen en Pruikzwammen van Nederland en Belgi‰. 46(3):S1-S96.Arnolds E.J.M. 2003. Liefdesverklaring. Column. 46(4):197.

Page 3: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 3

Arnolds E.J.M., Veerkamp M., Plate C. 2003. Nieuwsbrief paddestoelenmeetnet - 4. 46(3):103-117.Arnolds E.J.M. 2004, zie Veerkamp & Arnolds E.J.M.Arnolds E.J.M. 2004. De Zeedenmycena in Beilen. 47(3):179.Arnolds E.J.M. 2004. Een verlegen parasolzwam: Lepiota brunneolilacea. 47(2):49-51.Arnolds E.J.M. 2004. Kruip door, sluip door. Column. 47(2):90.Arnolds E.J.M. 2004. Mosklokjes in bloempotten. 47(2):91-92.Arnolds E.J.M. 2004. Veenkoloniale mycologie. Column. 47(4):202.Arnolds E.J.M., Douwes R., Somhorst I. 2004. Mycologische avonturen in jonge sparrenbossen op voormalige

landbouwgrond. 47(2):56-64.Arnolds E.J.M. 2005. Artikel 2. Column. 48(4):214.Arnolds E.J.M. 2005. Het Blauwwordend kaalkopje overgeplant. 48(3):145. Arnolds E.J.M. 2005. Juwelenkistje. Column. 48(2):104.Arnolds E.J.M. 2005. Snippers in de eigen tuin. 48(3):146-147.Arnolds E.J.M. 2006, zie Veerkamp & Arnolds E.J.M.Arnolds E.J.M., Berg A. van den. 2005. De opkomst van snipperpaddestoelen. 48(3):131-148.Arnolds E.J.M., Vries B. de. 2005. Een gedenksteen voor Jan Barkman. 48(2):41-43.Arnolds E.J.M., Veerkamp M. 2005. Nieuwsbrief paddestoelenmeetnet - 6. 48(3):109-122.Arnolds E.J.M. 2006. 2004, een opmerkelijk jaar voor wasplaten in Drenthe. 49(1):4-10.Arnolds E.J.M. 2006. Cussta II. Column. 49(3):162.Arnolds E.J.M. 2006. Cussta. Column. 49(2):99.Arnolds E.J.M. 2006. Een galigaanvergissing. 49(2):80-82.Arnolds E.J.M., Chrispijn R. 2006. De Tolvormige stuifzwam terug in Drenthe. 49(2):100-101.Arnolds E.J.M., Enzlin R. 2006. Over volledigheid en representativiteit van de paddenstoelenkartering in

Drenthe. 49(3):125-134.Arnolds E.J.M. 2007, zie Rommelaars en Arnolds E.J.M.Arnolds E.J.M. 2007. Broedzorg. Column. 50(2):71.Arnolds E.J.M. 2007. Dieven en moordenaars. Column. 50(4):184.Arnolds E.J.M., Enzlin R. 2007. Nooit genoeg geïnventariseerd. 50(2):101-106.Arnolds E.J.M., Veerkamp M. 2007. Nieuwsbrief paddenstoelenmeetnet - 8. 50(3):117-132.Arnolds E.J.M. 2008, zie Veerkamp & Arnolds E.J.M.Arnolds E.J.M. 2008. Schatgraven voor de Rode Lijst. Column. 51(2):76. Arnolds E.J.M., Berg Ad van den, Veerkamp M. 2008. Gegevens gevraagd voor een nieuwe rode lijst. 51(1):39-

40.Arnolds E.J.M. 2009. Passie voor wasplaten. Column. 52(1):30-31.Arnolds E.J.M. 2009. Verboden toegang. Column. 52(3):160. Arnolds E.J.M., Veerkamp M. 2009. Nieuwsbrief paddenstoelenmeetnet - 10. 52(3):125-142. Arnolds E.J.M. 2010, zie Veerkamp, Arnolds E.J.M. & Plate. Arnolds E.J.M. 2010. De kerriekwestie. Column. 53(1):38. Arnolds E.J.M. 2010. De laatste loodjes. Column. 53(2):94. Arnolds E.J.M. 2010. Drents-Friese kaalslag. Column. 53(3):149-150. Arnolds E.J.M. 2011, zie Boomsluiter & Arnolds E.J.M. Arnolds E.J.M. 2011, zie Keizer & Arnolds E.J.M. Arnolds E.J.M. 2011. Crimineel? Column. 54(3):134. Arnolds E.J.M. 2011. De laatste der Mohikanen. Column. 54(4):188. Arnolds E.J.M. 2011. Een twitcher. Column. 54(1):44. Arnolds E.J.M., Boomsluiter M., Plate C. 2011. 2010, een jubeljaar? Nieuwsbrief paddenstoelenmeetnet - 12.

54(4):218-234. Arnolds E.J.M., Bremer P., Chrispijn R. 2011. Paddenstoelen als indicatoren van vermesting en verzuring in

Overijssel. 54(1):16-35. Arnolds E.J.M., Jacobusse Ch. 2011. De binnenlandse werkweek 2010 in Zeeland. 54(3):119-133. Arnolds E.J.M. 2012, zie Boomsluiter, Noordeloos, Arnolds E.J.M. & Plate. Arnolds E.J.M. 2012, zie Chrispijn R. & Arnolds E.J.M.Arnolds E.J.M. 2012. Beukenmoord in Leek. Column. 55(1):20. Arnolds E.J.M. 2012. Meetnet, meetdoel en wetenschappelijke vergezichten. Column. 55(2):99-100. Arnolds E.J.M., Huijser H. 2017. Over paddenstoelenfoto's in Coolia. 60(1):2-13. Arnolds E.J.M. 2017, zie Brouwer E., Chrispijn R. en Arnolds E. 60(3):143-154.Arx J.A. von. 1967. (Indeling van het schimmelrijk). Lezing op Mycologendag. 13(4):73-74.

Page 4: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 4

Arx J.A. von. 1970. In memoriam Mw Dr M.B. Schol-Schwarz. 14(5):115. As B. van en K.J. Eigenhuis. 1986. Stephensia bombycina, de Harige plooitruffel in oud havenslib. 29(1):16-20.Ayer F. 2006, zie Egli, Peter, Buser, Stahel & ---.Baar, J. 1996. Ingrepen in strooisel- en humuslagen en Ectomycorrhizaschimmels in grove-dennenopstanden.

39(2): 89-97Baar, J. 1997. Successie van ectomycorrhizaschimmels in grove-dennenbossen. 40(1): 30-38Baethcke Chr., Berg A. van den. 2012. Bestaat de Compostbekerzwam? Een dwaaltocht op zoek naar de naam

van een gesteelde Peziza. 55(2):95-98. Bakker H. den. 2000. Hoe raak ik thuis in de boleten 3. Het geslacht Leccinum (Berken- of Ringsteelboleten).

43(4):206-219Bakker H. den. 2000. Verenigingsweekend 1999 Schiermonnikoog . 43(3): 166-167Bakker K. 1954. Paddestoel en voedingsbodem. 1(5):5Bakker K. 1959. Parasiet op Anthurium. 6(1):2.Bakker K. 1961. Vliegensterfte door schimmelaantasting. 8(2):18. Bakker K. 1962. Schimmels als asthmaverwekkers. 9(5):50. Bakker K. 1965. Gallen op de Platte tonderzwam. 11(4-6):75. Bakker K. 1966. Paddestoelen en kevers. 12(3-5):70. Bakker L. 1997. Avonturen op een snipperhoop. 40(1): 63Bakker L. 1998. Probeerhet eens met havermout!. 41(2): 99Bakker L. 2005. De Snipperhoop in de Horsten. 48(3):136.Bakker L. 2006. Myxomyceten in de Wassenaarse parken. 49(4):201-203.Balke N.P.W. 1966. Drie gevallen van merkwaardige kleurafwijkingen bij paddestoelen in het Kralingse bos te

Rotterdam. 13(1)11-12. Balke N.P.W. 1966. Mycologische aantekeningen naar aanleiding van vondsten in het Kralingse Bos te

Rotterdam in 1966. 13(2):25-27. Balke N.P.W. 1967. Uit het Kralingse Bos. 13(3):44. Balke N.P.W. 1968. Uit het Kralingse Bos te Rotterdam 1967. 13(6):108-109. Balke N.P.W. 1968. De mycoflora van het Kralingse Bos van voor 1944 vergeleken met nu. 14(1):12-14. Balke N.P.W. 1969. Het Kralingse Bos te Rotterdam in 1968. 14(2):45-47. Balke N.P.W. 1970. Is de Spitsschubbige parasolzwam eetbaar? 14(6):151. Bandini D. en Huijser H. 2017. Vezelkoppen (Inocybe) van Ameland; Inocybe griseotarda Poirier. 60(4):243-247. Bandini D. en Huijser H. 2019. Een nieuwe vezelkop voor Nederland; Inocybe occulta Esteve-Rav, Bandini, B.

oertel & G. Moreno. 62(4):193-198. Barkman J.J. 1964. Paddestoelen in Jeneverbesstruwelen. 11(1-3):4. Met errata pag. 38. Barkman J.J. 1965. Een nieuwe aardster voor Nederland. 11(4-6):54. Barkman J.J. 1969. Het geslacht Galerina in Nederland. 14(3):49-86. Barkman J.J. 1970. Aantekeningen over Galerina. 14(6):139-144.Bas C. 1954. Aanvullende determinaties. 1(4):27. Bas C. 1955. Knolbekerzwammetjes (Sclerotiniaceae). 2(1):1-4. Bas C. 1955. Een wortelgal van de Paddenrus. 2(5):42-43. Bas C. 1956. Over Marasmius (met determinatiesleutel). 3(2):9-16. Bas C. 1956. Hoe vond u dit seizoen? 3(6):43-44. Bas C. 1957. Vogelnestzwammetjes (met determinatiesleutel). 4(2):12-13. Bas C. 1957. Inocybe halophila Heim. 4(5):39. Bas C. 1957. Kleine parade (Hericium erinaceus, Crepidotus applanatus, Tricholoma equestre, Boletus

cyanescens). 4(4):43-44. Bas C. 1958. Variaties op bekende thema's 1. Mycena pura. 5(1):8. Bas C. 1958. Paddestoelen-onderzoekjes 1958. 5(2):13. Bas C. 1958. Variaties op bekende thema's 2. Collybia dryophila. 5(3-5):35. Bas C. 1959. Verdwijnende landschappen en hun fungi. 6(1):7-8. Bas C. 1959. Verslag paddestoelen-onderzoekjes 1958. 6(2-3):11. Bas C. 1959. Mycophilatelie. 6(2-3):19. Bas C. 1959. Peel-paddestoelen. 6(4):25. Bas C. 1960. Twee interessante en ... herkenbare Vezelkoppen. Inocybe squamata en I. aures. 7(2):15-17. Bas C. 1960. Problemen rond de Kleine stinkzwam. 7(2):19. Bas C. 1961. Opsporing en voorgeleiding verzocht van Paxillus filamentosus. 7(5):58. Bas C. 1961. De Sterkopstinkzwam, Lysurus australiensis. 8(2):15.

Page 5: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 5

Bas C. 1961. Paddestoelen en religie. 8(3-5):27-30. Bas C. 1962. Het geslacht Amanita in Nederland I. 9(3-4):40-44. Bas C. 1962. Het geslacht Amanita in Nederland II. 9(5):51-63. Bas C. 1962. Clitocybe houghtonii in Nederland. 9(6):71. Bas C. 1963. Een dag uit het korte leven van een stinkzwam. 10(4-5):51. Bas C. 1965. Een sterk staaltje. 11(4-6):50. Bas C. 1965. De geschiedenis van het Odeurzwammetje en een recent vervolg daarop. 11(4-6):64. Bas C. 1965. Naschrift, over Lactarius semisanguifluus. 12(1-2):7-8. Bas C. 1965. Squamanita odorata II. 12(1-2):14-17. Bas C. 1965. Een bedreiging van onze mycoflora? 12(1-2):27. Bas C. 1966. Squamanita odorata III. 12(3-5):34. Bas C. 1966. Aandacht voor Leccinum. 12(3-5):42. Bas C. 1966. Paddestoelen en vorst. 12(3-5):52. Bas C. 1966. Phaeolepiota aurea - de Goudparasol. 12(3-5):75-77. Bas C. 1966. Kartering van Macromyceten in Europa. 13(2):29-30. Bas C. 1967. Over de mycoflora van kruipwilg-vegetaties. 13(3):50-52. Bas C. 1967. Kartering van Macromyceten in Europa II. 13(3):53-55. Bas C. 1967. Kartering van Macromyceten in Europa III. 13(4):67-69. Bas C. 1967. Psathyrella cotonea. 13(4):72-73. Bas C. 1967. Lentinellus pilatii in Nederland. 13(5):81-82. Bas C. 1968. Interessante vondsten in 1967 (Coprinus spp.). 13(6):123-126. Bas C. 1969. Amanita inaurata, een plaatjeszwam met een fluviatiele verspreiding. 14(2):31-34. Bas C. 1971. Check-list werkgroep. 15(1):16-17. Bas C. 1971. Oudemansiella subgenus Xerula in Nederland. 15(1):19-22. Bas C. 1971. Over halm-bewonende Coprinus-soorten. 15(2):43-48. Bas C. 1972. De zeven levens van Panellus stipticus. 15(5):117. Bas C. 1972. Bij de dood van Dr. M.A. Donk. 15(6):141-143. Bas C. 1973. Geen paddestoelenseizoen zo slecht of het brengt wel iets goeds. 16(1,2):12-16.Bas C. 1973. Redactiewisseling en een jubileum. 16(1,2):2. Bas C. 1974. Het vastleggen van de kleuren van paddestoelen. 17(2):53-55. Bas C. 1975. Mycologische herbaria in Nederland. 18(1):1-9. Bas C. 1976. Russula pumila Rouzeau en Massart, een ook in Nederland ontdekte elzenbegeleider (met

kleurenplaat). 19(4):137-141). Bas C. 1976. Een macro-oecologisch spectrum van Europese macrofungi. 19(3):86-93. Bas C. 1978. Veranderingen in de Nederlandse paddenstoelenflora. 21(4):98-104. Bas C. 1981. Een nieuwe Xylaria voor ons land. 24(1):7-10. Bas C. 1990. Afscheid van Dien Tjallingii. 33(3):57.Bas C. 1991. Commentaar op een paar plaatjeszwammenvondsten. 34(4):108-112.Bas C. 1991. Een tweede Squamanita-soort in Nederland. 34(2):45-47.Bas C. 1998. De presentatie van het inventarisatierapport ""De paddestoelen van Zeeuws-Vlaanderen"" van

Wim Kuijs. 41(3): 179"Bas C. 1990. Afscheid van Dien Tjallingii. 33(3):57.Bas C. 1991. Commentaar op een paar Plaatjeszwammenvondsten. 34(4): 108-112.Bas C. 1991. Een tweede Squamanita- soort in Nederland. 34(2): 45-47.Bas C. en Th.W. Kuyper. 1992. In memoriam Jasper Daams. 35(4):109.Bas C. 1993. Neogyromitra gigas. Terug van 58 jaar weggeweest. 36(2): 52-54Bas C. 1994. Niet te geloven, een derde Squamanita-soort in Nederland. 37(2): 46-49Bas C. 1996. In memoriam Dr. E. Kits van Waveren. 39(1):1-4Bas C. 1998. In Coolia van toen: Mycena pura en verwanten - 40 jaar later. 41(2):88-89Bas C. 1999. Dr. A.F.M. Reijnders, een eeuw oud. 42(4):209Bas C. 2001. Padde(n)stoelen?. 44(3):190-191Becker A. 2003, zie Keizer en Becker A.Becker A.G. 1991. Bijzondere waarnemingen en vondsten. 34(2):56-58.Benjaminsen F. 1961. Mycologie rond Eindhoven in 1961. 8(3-5):38. Benjaminsen F. 1964. Mycofilatelie IV. 11(1-3):35. Benjaminsen F. 1966. Over geuren en ruiken. 13(1):13. Benjaminsen F. 1966. Lactarius azonites Fr. ss. Neuhoff, een recent vervolg. 13(2):22-25.

Page 6: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 6

Benjaminsen F. 1967. Naschrift van de redactie over paddestoelen van loof- en naaldbos. 13(3):47. Benjaminsen F. 1967. Paddestoelen en korstmossen. 13(3):48-49. Benjaminsen F. 1967. Nieuws over een oude bekende (Amanita muscaria). 13(3):53. Benjaminsen F. 1968. Tweede vondst van Lepiota cortinarius in Nederland. 13(6):114. Benjaminsen F. 1973. Fungi en milieuverontreiniging. 16(1,2):11. Benjaminsen F. 1973. Voorlopige naamlijst van de Nederlandse ridderzwammen. 16(3):68-72. Benjaminsen F. 1974. Voorlopige naamlijst van de Nederlandse ridderzwammen. 17(3):57-64. Benjaminsen F. 1989. Verslag van de werkweek in Marienthal, Luxemburg. 32(2):33.Benjaminsen F. 1990. De N.M.V. op stap in 1989. 33(3):69-74.Benjaminsen F. 1996. Voetangels en klemmen. Over Beukeridderzwammen. 39(1): 37-38Benjaminsen F. 2004. Russula helodes Melzer nieuw voor Nederland? 47(1):20-21.Bennink A., Vries, B. de. 2007. Allergie voor Boleten. 50(1):47-48.Berg Ad van den. 1987, zie Swart- Velthuyzen, C.M. en Berg Ad van den. 30(2):31-36.Berg Ad van den. 2003, zie Vries, Gutter en Berg Ad van den.Berg Ad van den. 2004. Paddestoelen zoeken op kleine, onbewoonde eilandjes. Tiengemeten. 47(3):133-134.Berg Ad van den. 2005, zie Arnolds en Berg Ad van den.Berg Ad van den, Dam N. 2006. Een nieuwe vondst van de Kleinsporige gordijnzwam. 49(1):44.Berg Ad van den. 2007, zie Gutter & Berg Ad van den.Berg Ad van den. 2008, zie Arnolds, Berg Ad van den & Veerkamp.Berg Ad van den. 2017. In memoriam Grieta Fransen-Batenburg (1936-2017). 60(3):114-116Berg Atte van den. 1987. zie Swart- Velthuyzen, R. 30(2): 31-36.Berg Atte van den. 1998. Notities uit de IJsselmeerpolders (4) Discina ancilis in Flevoland. 41(3): 174-175Berg Atte van den. 2000. Notities uit de lJsselmeerpolders - 6: Peziza trachycarpa op het Abbertstrand. 43(1):

23-24Berg Atte van den. 2001. Gevolgen van "Opsporing verzocht". 44(3): 192-193"Berg Atte van den. 2001. Het Moerasmosoortje. 44(2): 117-118Berg Atte van den. 2003. De buitenlandse werkweek 2002. 46(2):72.Berg Atte van den. 2003. Verslag meetnetexcursie naar het Nijendal bij Olst op 21 september 2002. Coolia

46(3):108.Berg Atte van den. 2004. Notities uit de IJsselmeerpolders - 7. Discina ancilis in Flevoland. 47(3):177-178.Berg Atte van den. 2005. Notities uit de IJsselmeerpolders - 8. Peziza obtusapiculata Moravec. 48(2):47-49.Berg Atte van den. 2006, zie Groenendaal & Berg Atte van den.Berg Atte van den. 2007. De binnenlandse werkweek 2006. 50(2):97-100.Berg Atte van den. 2008. De buitenlandse werkweek van 2007. 51(2):145-149. Berg Atte van den. 2010, zie Kuyper Th.W. en Berg Atte van den. Berg Atte van den. 2011. Coccomyces tumidus (Fr.) de Not., nieuw voor Nederland. Bijzondere waarnemingen

en vondsten. 54(3):141-142. Berg Atte van den. 2011. Nogmaals Coccomyces tumidus. (Reactie van lezers) 54(4):235. Berg Atte van den. 2012, zie Baethcke Chr. & Berg Atte van den. Berg Atte van den. 2013. Grote harpoenzwam op snipperhopen. 56(3):143-145. Berg Atte van den. 2014. Enkele Ascomyceten tijdens de Buitenlandse Werkweek 2013. 57(3):129-131. Berg Atte van den. 2015. Notities uit de IJsselmeerpolders - 10. De Borstelige aardtong duikt op in Oost-

Flevoland. 58(1):19-20. Berg Atte van den. 2016. Notities uit de IJsselmeerpolders - 11. 59(1):18-20. Berg Atte van den. 2016. Notities uit de IJsselmeerpolders - 12. 59(2):101-103. Berg Atte van den. 2016. In Memoriam Frans Stokman. 59(4):170. Berg Atte van den. 2016, zie Kuyper Th.W. en Berg Atte van den. Berg Atte van den. 2017. Microglossum en Thuemenidium op Vlieland. 60(2):87-90. Berg Atte van den. 2017. Notities uit de IJsselmeerpolders-14: Peziza Boltonii. 60(3):129-130.

(note indexant: in deze reeks is volgnummer 13 overgeslagen). Berg A.P. van den, Arnolds, E. J., Vries, B. W. L. de. 2000. Waarnemingen invoeren met de computer. 43(3):

127-128Berg A.P. van den, Vellinga, E. C. 1998. De Compostchampignonparasol : een gekleurd verhaal over een

kleurrijke paddestoel. 41(1): 35-38Berg A.P. van den. 1999. Paddestoel van het seizoen: de Rode kelkzwam. 42(1): 43-44Berg A.P. van den. 2000. Paddestoelen en electronia, Verslag van de 4e Zuid-Hollandse Zwamdag. 43(3): 173Berg A.P. van den. 2001. Mycena cecidiophila, een nieuwe Mycena op knoppergallen. 44(2): 110-114

Page 7: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 7

Berg-Blok A. van den. 2014. Begin (nog) eens met ... Meeldauw. 57(3):151-159. Bergh E. van den en C. Bloom. 1985. Mycorrhiza's bij linden in Amsterdam. 28(4):101-105.

Bergh F.A. van den. 1967. Een moerasvorm van Galerina hypnorum ss. Ricken. 13(5):83-85. Bergh F.A. van den. 1967. Een Coprinus op rietstengels. 13(5):102-104. Bergh F.A. van den. 1968. Twee zeldzame Volvaria's. 13(6):105-107. Bergh F.A. van den. 1968. Enkele vondsten gedaan tijdens de excursie in de omgeving van Rhijnouwen en Oud-

Amelisweert op 19 augustus 1967. 13(6):126-128. Bergh F.A. van den. 1968. Vondsten van Rhijnouwen II. 14(1):23. Bergh F.A. van den. 1969. Terugblik op Coolia deel 13 nr. 5 van novermber 1967. Galerina hypnorum en

Coprinus kubičkae. 14(2):35. Bergh F.A. van den. 1969. Een Texel's avontuur. 14(4):104-108. Bergh F.A. van den. 1970. Agrocybe putaminum in Alkmaar. 14(5):129-131. Bergh F.A. van den. 1970. Texel's avontuur II. 14(5):135-136. Bergh F.A. van den. 1970. Naucoria langei en N. salicis; tevens een introductie van het "Wilgendal. 14(6):147-

151. Bergh F.A. van den. 1971. Het maken van ijzersulgaatkristallen. 15(1):11. Bergh F.A. van den. 1971. Over Phaeomarasmius erinaceus in het Wilgendal (II). 15(2):40-43. Bergh F.A. van den. 1980. Enkele interessante vondsten uit een klein loofhoutbos in het Heilooerbos. 23(2):52-

59. Bergh F.A. van den. 1980. Korte mededelingen inzake Tyromyces fissilis. 23(3):78. Bergh F.A. van den, Noordeloos, M. E. 1996. Panaeolus speciosus P.D. Orton: nieuw voor Nederland. 39(2): 74-

77Bergh F.A. van den. 1999. Voorjaarspaddestoelen in tuinen. 42(1): 38-41Bergh F.A. van den, Snater H. 2007. Onderzoek stuifzanden aan de kust: Van Limburg Stirumkanaal en Verlaten

Veld. 50(1):24-26.Bergh-van Houten H. van den. 1967. Acanthocystis (Panellus) serotinus. 13(3):49-50. Beuzekom, J. van. 1998. Somber staalsteeltje. 41(1): 34Bijl K. van der. 2006, zie Dam, Bijl K. van der, Grootveld & Dam.Bijlsma R-J. 2011. Naaldbossen en paddenstoelen: op zoek naar ecologische criteria voor waardering. 54(1):9-

15. Billekens P.C.A. 1984. Een nieuwe Helvella voor Nederland: Helvella phlebophora. 27(1):7-9.Billekens P.C.A. 1985. Het Waterwingebied bij Venlo: een nieuw Kluifjeszwammen-paradijs. 28(4):90-95.Billekens P.C.A. 1995. Over Humaria velenovskyi. 38(4): 173-176Bloom C. 1985. zie Bergh, E. van den en Bloom C. 28(4):101-105.Bodegraven, J. van. 2000. De werkweek in Aelderholt. 43(3): 162-165Boere G.C. 1978. Staatsbosbeheer en paddestoelen. 21(4):91-97. Boextel W. van 1962. Clathrus ruber. 9(6):70. Bögemann G., Dam, N. 2008. Ongenode bekerzwammen. 51(1):14-17.Bollen J. 2003. Kroonjuwelen en andere mycologische snuisterijen ? 7: de dijk van het Juliana-kanaal tussen

Geulle en Elsloo. 46(1):25-28.Bolt H. G., Rabe, F. 2000. Vondst van Groene knolamaniet in Deventer. 43(1): 38-39Bonhof L. 1998. Paddestoelen op de Noordwest-Veluwe in 1997. 41(2): 99-100Boomsluiter M.W. 2005. Onbemind maakt onbekend. 48(1):50-53.Boomsluiter M.W. 2007. De Spitse stinkzwam op de Veluwe. 50(2):95.Boomsluiter M.W. 2009, zie N. Dam & Boomsluiter M.W. Boomsluiter M.W. 2009. De relatie tussen truffels en zoogdieren. 52(4):217-220. Boomsluiter M.W. 2009. Exotische paddenstoelen: een bedreiging voor de Nederlandse mycoflora? 52(4):173-

179. Boomsluiter M.W. 2010, zie Alting en Boomsluiter M.W. Boomsluiter M.W. 2011, zie Arnolds, Boomsluiter M.W en Plate. Boomsluiter M.W. 2011. De Traliestinkzwam: toevallige gast of exoot? 54(3):143-146. Boomsluiter M.W, Arnolds E.J.M. 2011. Nieuws van het paddenstoelenmeetnet - 12. 54(3):161. Boomsluiter M.W, Noordeloos M.E., Arnolds E.J.M.J.M., Plate C. 2012. Nieuwsbrief paddenstoelenmeetnet -

13. 55(4):191-203. Boomsluiter M.W. 2013, zie Noordeloos, Boomsluiter en PlateBoomsluiter M.W. 2013. Nieuw voor Nederland: Ophiostoma polyporicola. 56(1): 1-2.

Page 8: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 8

Boomsluiter M.W. 2014, zie Noordeloos, Boomsluiter M.W, Plate en Van Strien. Boomsluiter M.W. 2014. Trendbreuk? 57(2):103. Boomsluiter M.W, Noordeloos, Verweij R. 2014. Paddenstoelen in Nederland nog altijd bedreigd. Nieuwsbrief

paddenstoelenmeetnet - 15. 57(4):165-186. Boomsluiter M.W. 2015, zie Noordeloos, Boomsluiter & Verweij. Boomsluiter M.W., Noordeloos M.E., Verweij R. en Strien A. van. 2016. Nieuwsbrief paddenstoelenmeetnet -

17. Het Paddenstoelenmeetnet breidt uit. 59(4):171-189. Boomsluiter M.W. en Dijkman E.M. 2017. In memoriam Atte van de Berg, 1933-2017. 60(4):190-192. Boomsluiter M.W. 2018, zie Termorshuizen A., Boomsluiter M.W. 62(1):2-4.Boomsluiter M.W. 2018. Een illusie armer en een soort rijker. 62(1):53-54. Boomsluiter N.W., Wessel L. 2019. Wie wat bewaart, heeft wat. 62(2):86. Booy K. 1967. Iets over de biologie van paddestoelen van loof- en naaldbos. 13(3):44-47. Booy K. 1969. Cortinarius saturatus of Cortinarius balaustinus? 14(4):93. Booy K. 1970. Amanita virosa in het veengebied. 14(5):131-132. Booy K. 1974. Coprinus hiascens. 17(4):111-112. Booy K. 1975. Iets over Pleurotellus hypnophillus. 18(3):65-66 Booy K. 1976. Over Cortinarius acutus. 19(1):27-28. Booy K. 1977. Twee Dermocybe-soorten. 20(1):20-23. Booy K. 1977. Over Cortinarius obtusus. 20(3):86-88. Booy K. 1979. Een centraaldiafragma. 22(1):22-23. Booy K. 1979. Over Cortinarius subsertipes. 22(2):55. Booy K. 1980. Over Cortinarius junghuhnii. 23(3):75-77. Booy K. 1981. Over enkele vondsten uit het elzenbroek bij Beilen. 24(4):108-109. Bos L. 1998. Het jaar na de brand bij Kootwijk. 41(1): 8-16Bos L. 2001. Het verdere verloop van de brandplekpaddestoelen in Kootwijk. 44(2): 92-101Bos L. 2001. Oligoporus guttulatus in de bossen van paleispark Het Loo. 44(4): 223-226Boudewijns Th. 2012, zie Lammers H. en Boudewijns. Boudewijns Th. 2015, zie Lammers H., Hooff H. van, Boudewijns Th. en Raaijmakers L. Boudewijns Th. 2016, zie Hooff H. van, Lammers H., Raaijmakers L. en Boudewijns Th.Boudewijns Th. 2016, zie Lammers H., Hooff H. van, Raaijmakers L. en Boudewijns Th.Bremer P. 1989. De werkweek 1988 te Giethmen. 32(3):44-48.Bremer P. 1989. Der werkweeek 1988 te Giethmen. 32(3): 44-48.Bremer P. 1992. De paddestoelflora van enkele proefvakken bij Zwolle. 35(4):124-137.Bremer P. 1992. De paddestoelflora van enkele proefvakken bij Zwolle. 35(4): 124-137.Bremer P. 1992. Entoloma lilacinoroseum gevonden bij Zwolle. 35(1):32.Bremer P. 1992. zie Wasser, J.P. en ---. 35(1): 32-33Bremer P. 1994. De betekenis van greppels voor de paddestoelflora 1. Proefvakken op keileem. 37(1): 9-22Bremer P. 1996. De Populiermelkzwam, Lactarius controversus, in Flevoland. 39(3): 132-137Bremer P. 1996. Scleroderma citrinum en Boletus parasiticus in Flevoland. 39(4): 211-219Bremer P., Zanen, G. C. N. van, Breemen, G. J. van. 2000. Paddestoelen in de bossen van Spijk en Bremerberg:

een toepassing van GIS. 43(1): 25-37Bremer P. 2004. Kinderboeken en paddestoelen. 47(4):181-183.Bremer P. 2005. Nieuwe natuur en paddenstoelen; ontwikkelingen op afgegraven laagveen. 48(2):79-85.Bremer P. 2010. Het nieuwe soortenbeleid en paddenstoelen: de uitwerking in Flevoland. 55(3):6-19. Bremer P. 2011, zie Arnolds, Chrispijn & Bremer P. Bremer P, Chrispijn R. 2013. Nieuws over het paddenstoelenreservaat. 56(1):34. Bremer P. 2014. Paddenstoelen in het Kievitsbloemhooiland. 57(3):109-114. Bremer P. 2017. De Paddenstoelen van het Zalkerbos. 60(2):77-85. Broekema-Bruinsma, M. C., Jansen, D., Bulthuis-Hanenburg, N. R. 1999. Een paddestoelen eldorado in

Eindhoven. 42(3): 189-190Bronckers R. 2019. Het Grijsbruin houtskoolbekertje (Anthracobia subatra): een kalkminnende symbiont?

62(3):122-126. Bronckers R. 2020. Het Oranjerood houtskoolbekertje (Anthracobia macrocystis): synoniemen en de

taxonomische waarde van Jodium. 63(1):17-24. Brouwer E. 1996. De Lenteknotszwam (Clavulinopsis vernalis), fijnproever of veelvraat?. 39(4): 189-193Brouwer E. 1999. Mosschijfjes (Lamprospora en Octospora): voorkomen en verspreiding in Nederland. 42(1): 2-

20

Page 9: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 9

Brouwer E., Ilbrink G.J. 2004. Oude begraafplaatsen aan de zuidoostelijke Veluwerand. 47(1):12-16.Brouwer E., Braat M., van Hoek B., Noteboom, R., Oplaat C., de Peijper R., Smits M., Klok P. 2009. Wad'n

gezwam! De invloed van schelpenpaden op de paddenstoelendiversiteit van Terschelling. 52(1):7-17. Brouwer E., Chrispijn R. en Arnolds E. 2017. Relaties tussen bodemchemie en mycoflora in sparrenbossen in

Drenthe. 60(3):143-154. Brouwer E., Klok P. 2018. Graslandfungi in het bos, een intrigerende puzzel. 61(2):75-78. Brouwer E. 2018, zie Veerkamp M., Brouwer E. en Ozinga W.Bruggeman-Nannenga I. 2011. Drie Hypochnicium-soorten met chlamydosporen. 54(1):37-40. Bruggeman-Nannenga I. 2011. Een opmerkelijke vondst: het Aegeritina-stadium van het Priemharig korstje.

54(2):69-70. Bruggeman-Nannenga I. 2011. Herontdekking van Achroomyces disciformis (Schijftrilkorstje). 54(3):157-160. Bruggeman-Nannenga I. 2012, zie Osieck, Bruggeman-Nannenga I & Veerkamp. Bruggeman-Nannenga I. 2012. Hyphodontiella spec.B. de Vries 6211, Bruggeman-Nannenga 608. 55(2):73-74. Bruggeman-Nannenga I. 2013. Athelia arachnoidea, een veelzijdig korstje. 56(4):183-185. Bruggeman-Nannenga I. 2013. Kleibossoorten, dertig van de algemeenste korst- en trilzwammen uit het

Kromme-Rijngebied. 56(4):189-200. Bruggeman-Nannenga I, Kremer G. 2014. Gallenfeuilleton (2 afleveringen). 57(3):121-124. Bruggeman-Nannenga I. 2015. De Klontjestrilzwam (Exidia nucleata). 58(3):108-110. Bruggeman I. 2015. Sistotremella perpusilla, nieuw voor Nederland. 59(1):38. Bruggeman I. 2017. Een soort die je gemakkelijk over het hoofd ziet: Phlebiella fibrillosa (rafelig wasje).

60(3):183. Bruggeman I. 2018. "Egeltjes" onder de microscoop: Heterocanthella acanthophysa. 61(3):161-162. Bruggeman I. 2018. Oef, oef ... en toen kreeg het korstje toch een naam. 61(4):227-231. Bruggeman I. 2019. Hoe moet de Nederlandse Sirobasidium brefeldianum heten? 62(3):169-170. Bruggeman I. 2019. Aaltjesvangers: zwammen die vlees eten. 62(3):170-171. Brummelen J. van. 1958. Trypaanblauw als celwandkleuring bij fungi. 5(2):14. Brummelen J. van. 1965. Het fotograferen van paddestoelen I. 12(1-2):9-13. Brummelen J. van 1966. Het fotograferen van paddestoelen II. Opnamen in kleuren. 12(3-5):53-63. Brummelen J. van 1976. Afscheid van dr. R.A. Maas Geesteranus. 19(2):29-31. Brummelen J. van 1979. Het honderdvijftigjarig bestaan van het Rijksherbarium met speciale aandacht voor de

mycologische afdeling. 22(3):62-69. Brummelen, J. van,. 1991. In Memoriam Dr. G.L. van Eyndhoven. 34(1): 2.Buiten N. 2004. Gele stekelzwam (Hydnum repandum) terug in de duinstreek. 47(1):27-28.Bulthuis K. (red.). 2011. De buitenlandse werkweek in Siegmundsburg, Thüringerwald, 18-24 september 2010.

54(2):83-91. Buser C. 2006, zie Egli, Peter, ---, Stahel & Ayer.Buijs A. 2019. Sirobasidium brefeldianum, een bijzondere trilzwam in de Steenbergse sterfputten. 62(2):103-

108. Cate R.S. ten en F.K. Ligtenberg. 1990. Paddestoelen zoeken in West-Ierland. 33(3):81-83.Cate R.S. ten en F.K. Ligtenberg. 1991. Een kwart eeuw paddestoelenexcursies in een Wassenaars park.

34(3):76-79.Cate R.S. ten. 1994. Paddestoelen slopen de badkamer. 37(4): 159Cate R.S. ten. 1994. Twee dodelijke gevallen van vergiftiging door Amanita phalloides. 37(2): 49-50Cate R.S. ten. 1995. Hoe zeldzaam is Xylaria carpophila?. 38(2): 86-87Cate R.S. ten. 1995. Paddestoelen op Clare Island. 38(3): 128-131Cate R.S. ten. 1998. Paddestoelenwerkgroep Wassenaarse Parken: De Ganzenhoek,een nieuw excursieterrein

voor de PWWP. 41(3): 177-178Cate R.S. ten. 1998. Weer een Spijkerzwam in onze parken. 41(1): 38-39Chrispijn R. en R.A.F. Sullock Enzlin. 1989. De Asco-dag van 17 december 1988. 32(3):53-55.Chrispijn R. 1990. Agaricus geesterani in de Bijlmer. 33(2):52,53.Chrispijn R. 1990. Hok 22-23 en 22-24. 33(4):108.Chrispijn R. 1991. De excursies van de NMV in 1990. 34(3): 65-75.Chrispijn R. 1991. Van het Agaricus geesterani-front. 34(1):26.Chrispijn R. 1992. Bijzondere waarnemingen en vondsten. 35(3):101.Chrispijn R. 1993. Sterren in Noord-Holland. 36(4): 121Chrispijn R. 1993. Vreemd gaan. 36(3): 98Chrispijn R. en Douwes, R. 1993. De Achterhoek - Binnenlandse werkweek 1992. 36(3): 87-94

Page 10: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 10

Chrispijn R. 1994. Het Mobil veld. 37(2): 42-45Chrispijn R. 1995. De NMV excursies van 1994. 38(2): 72-80Chrispijn R. 1995. In het rietland deel 1 - Jonen. 38(3): 119-125Chrispijn R. 1996. Hilpoltsteinerpilze: pH4-pH12. 39(2): 78-83Chrispijn R. 1998. De paddestoel van het seizoen: de Voorjaarspronkridder. 41(2): 72-73Chrispijn R. 1998. De paddestoel van het seizoen: Tropische beurszwam. 41(3): 172-173Chrispijn R., Keizer, P. J. 1998. Zachte bermen, harde feiten - verslag van de binnenlandse werkweek 1997 in

Salland. 41(4): 197-201Chrispijn R. 1999. In Coolia van toen - Langs de Amsterdamse grachten - na 40 jaar. 42(1): 32-35Chrispijn R. 2000. Paddestoel van het seizoen : Tandringchampignon - Agaricus squamulifer. 43(4): 226-228Chrispijn R. 2000. Paddestoel van het seizoen: Conocybe fuscimarginata. 43(3): 168-170Chrispijn R. 2000. Ter herinnering aan John Reijnders. 43(3): 121Chrispijn R. 2001. Column. 44(2): 106Chrispijn R. 2001. Het Bolarisjaar . 44(1): 38-47Chrispijn R. 2003. Kees. Column. 46(3):137.Chrispijn R. 2003. Record zonder gevolgen. Column. 46(1):33.Chrispijn R. 2004. Invloed. Column. 47(3):152.Chrispijn R. 2004. Paddestoelen zoeken op kleine, onbewoonde eilandjes. Pampus. 47(3):130-131.Chrispijn R., Douwes R. 2004. Van ach en wee tot ah en oh. Verslag buitenlandse werkweek Ave-et-Auffe 13

t/m 19 september 2004. 47(2):65-71.Chrispijn R., Douwes R. 2004. Voor de eeuwigheid. Binnenlandse werkweek Bakkeveen. 47(2):71-78.Chrispijn R. 2005. De natuurindustrie. 48(3):164.Chrispijn R. 2005. Een netje op de heide. 48(1):16-17.Chrispijn R. 2005. Top-5. Column. 48(1):11.Chrispijn R. 2005. Vijftien vragen aan Andr‚ de Meijer. 48(2):92-98.Chrispijn R. 2006, zie Arnolds & Chrispijn R.Chrispijn R. 2006, zie Dam, Bijl, Grootveld & Chrispijn R.Chrispijn R. 2006. Cadeau. Column. 49(1):24.Chrispijn R. 2006. Maïs. Column. 49(4):186.Chrispijn R. 2007. De Edelsteenroute. Verslag van de buitenlandse werkweek 2006 in Idar-Oberstein

samengesteld door Rob Chrispijn. 50(2):61-67.Chrispijn R. 2007. La Chouffe. Column. 50(3):165.Chrispijn R. 2007. Ochroleuca versus solaris. Column. 50(1):44.Chrispijn R. 2007. Vijftien vragen van Rob Chrispijn aan Kees Bas. 50(1):31-38.Chrispijn R. 2008. Eli Heimans, zeer bewogen natuurliefhebber ? Rob Chrispijn in gesprek met Fred Nordheim.

31(4):223-227.Chrispijn R. 2008. Sherlock Holmes. Column. 51(3):122.Chrispijn R. 2008. Vijftien vragen aan Frits Benjaminsen. 51(2):113-119.Chrispijn R. 2008. Zwamstress. Column. 51(1):33.Chrispijn R. 2009. Het S-woord. Column. 52(2):112. Chrispijn R., Enzlin R. 2009. Eens in de honderd jaar. Verslag van het paddenstoelenevenement op Landgoed

Hoekelum, 18 en 19 oktober 2008. 52(2):57-64. Chrispijn R., Putte A. van der. 2010. De binnenlandse werkweek 2009, alles is veel voor wie niet veel verwacht.

53(1):25-37. Chrispijn R. 2011, zie Arnold, Bremer & Chrispijn R. Chrispijn R. 2011. Een opmerkelijk jaar; bijzondere waarnemingen in 2010. 54(1):1-8. Chrispijn R., Arnolds E.J.M.J.M. 2012. Zomer in Siberië. 55(1):27-38. Chrispijn R. 2012. Overweldigend. Column. 55(3): 126. Chrispijn R. 2013, zie Bremer & Chrispijn R. Chrispijn R. 2013. Dijkperikelen. Column. 56(2):58. Chrispijn R. 2013. Mensoloog. Column. 56(1):33. Chrispijn R. 2013. Mijt. Column. 56(4):214. Chrispijn R. 2013. Oostenwind. Column. 56(3):136. Chrispijn R. 2014. Beek. Column. 57(2):102. Chrispijn R. 2014. Galerie. Column. 58(1):36. Chrispijn R. 2014. Giftig! Column. 57(1):38. Chrispijn R. 2014. Lui. Column. 57(4):214.

Page 11: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 11

Chrispijn R. 2014. Overdaad. Column. 57(3):132. Chrispijn R. 2014. Rijke oogst. Buitenlandse werkweek 2013 in de Pfalz. 57(2):57-68. Chrispijn R. 2015. Maneschijn. Column. 58(2):82. Chrispijn R. 2015. Tapuit. Column. 58(3):152. Chrispijn R. 2015. Burenhulp. Column. 58(4):206. Chrispijn R. 2015. Rugnummers. Column. 59(1):32. Chrispijn R. 2016. Collecties. Column. 59(2):90. Chrispijn R. 2016. Complex. Column. 59(3):144. Chrispijn R. 2016. Geheime plekken. Column. 59(4):190. Chrispijn R. 2017. Arm. Column. 60(1):16. Chrispijn R. 2017. Zweden. Column. 60(2):86. Chrispijn R. 2017. Boekhouding. Column. 60(3):138. Chrispijn R. 2017, zie Brouwer, E, Chrispijn R. en Arnolds E. 60(3):143-154.Chrispijn R. 2018. Andere aanpak. Column. 61(1):18. Chrispijn R. 2018. Paddenstoelenego. Column. 61(2):84. Chrispijn R. 2018. Dubbel diep. Column. 61(3):160. Chrispijn R. 2019. Raarrr. Column. 62(1):34. Chrispijn R. 2019. Roofzwammen. Column. 62(2):102. Chrispijn R. 2019. Bollen. Column. 62(3):172. Chrispijn R. 2019. Kosten / Baten. Column. 62(4):208. Chrispijn R. 2019. Hotspots in Nederland. 62(4):209-213. Chrispijn R. 2020. Gordijnzwammen. Column. 63(2):34. Cock Buning Tj. de. 1967. Een werkgroep "Vezelkoppen" . 13(5):92-94. Cock Buning Tj. de. 1974. Enkele vermeldenswaardige Polyporaceae vondsten. 17(10:12-15. Cock Buning Tj. de. 1974. Ganoderma resinaceum. 17(4):103-104. Cock Buning Tj. de. 1977. Cortinarius romagnesii. 20(4):104-107. Crevel R. van. 1968. Hymenophoor van Trametes gibbosa. 13(6):120. Crevel R. van. 1983. Catharina Cool. 26(4):107-113.Daams J. 1956. Enkele vondsten op Schiermonnikoog. 3(5):35-38. Daams J. en Gremmen J. 1958. Enkele aardige voorjaars-discomyceten. 5(1):3-5. Daams J. 1960. Lepiota's. 6(5-6):42-44. Daams J. 1960. Sclerotinia ficariae. 6(5-6):44. Daams J. 1962. Nog eens Melachroia xanthomela (II). 9(5):50. Daams J. 1965. Russula viscida. 12(1-2):13. Daams J. 1965. Squamanita odorata I. 12(1-2):14. Daams J. 1967. Enkele aardige vondsten. 13(5):88-90. Daams J. 1967. Nog eens de Rijststro-Volvaria. 13(5):90. Daams J. 1967. Kasfungi. 13(5):97-100. Daams J. 1968. Boomgaard-zwammen. 14(1):7-9. Daams J. 1969. Chemische stoffen uit de Vliegenzwam. 14(2):35-39. Daams J. 1970. Conocybe bulbifera. 14(5):122-124. Daams J. 1970. Een knuppel in de hete brij. 14( 5):132-134. Daams J. 1972. De mycoflora in komkommerkassen. 15(6):145-155. Daams J. 1976. Werkgroep Fungiflora IJsselmeerpolders. 19(2):54. Daams J. en Frencken J. 1974. Enige aardige vondsten van onze excursies in 1973. 17(1):17-24. Daams J. en Frencken J. 1975. Excursies van de vereniging in 1974. 18(2):30-37. Daams J. en Frencken J. 1976. Onze excursies in 1975. 19(2):31-37. Daams J. en Frencken J. 1977. Onze excursies in 1976. 20(2):44-49. Daams J. en Frencken J. 1978. Onze excursies in 1977. 21(3):58-65. Daams J. en Frencken J. 1979. Onze excursies in 1978. 22(2):36-42. Daams J. en Frencken J. 1980. Onze excursies in 1979. 23(3):62-68. Daams J. en Frencken J. 1981. Onze werkweken in de Ardennen. 24(1):11-21. Daams J. en Frencken J. 1981. Onze excursies in 1980. 24(3):61-67. Daams J. en Vries G.A. de. 1981. Truffels in de Flevopolders. 24(1):1-7. Daams J. en Frencken J. 1982. Onze excursies in 1981. 25(3):57-61. Daams J. 1983. Een amateurmycoloog in Noord-Amerika. 26(1):14-18.Daams J. en Frencken J. 1983. Onze excursies in 1982. 26(2):21-28.

Page 12: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 12

Daams J. en Frencken J. 1983. Paddestoelenexcursies. 26(4):115-119.Daams J. 1991. Stropharia aurantiaca in opmars. 34(2): 37-44.Dahlberg A. 2008, zie Perini, Dahlberg A. & Fraiture.Dam-Elings M.J. 1988. zie Dam N. en ---. 31(4):86-88.Dam-Elings M.J. 1989. zie Dam N. en ---. 32(2):26-29.Dam-Elings M.J. 1989. zie Vellinga E.C. en --- en N. Dam. 32(2):23-26.Dam-Elings M.J. 1991. zie Dam N. en ---. 34(1):22-26.Dam-Elings M.J. 1991. zie Gorisse R. en ---. 34(1):26.Dam-Elings, M. 1988. zie Dam, N. en ---. 31(4): 86-88.Dam-Elings, M. 1989. zie Dam, N. en ---. 32(2): 26-29.Dam-Elings, M. 1989. zie Vellinga, E.C. en --- en N. Dam. 32(2): 23-26.Dam-Elings, M. 1991. zie Dam, N. en ---. 34(1): 22-26.Dam-Elings, M. J., Dam N. . 2000. De buitenlandse werkweek van 1999 . 43(1): 42-45Dam-Elings, M. J., Dam N. . 2001. Het verenigingsweekend in Schoorl. 44(4): 217-218Dam M. 2003. Een wit bruintje? 46(2):93.Dam M. 2004, zie Dam N. & Dam M.Dam M, Dam N. 2004. Een familiebezoek met een luchtje. 47(4):218.Dam M, Bijl K. van der, Grootveld J., Dam N. 2006. Een jaartje Heumens Heem. 49(2):72-79.Dam M. 2008. Herfstgroenteschotel en Eekhoorntjesbroodrisotto. 51(4):222.Dam M. 2012, zie Dam N. & Dam M. Dam M, Dam N. 2012. "Cyphella" ferruginea. Een verhaal vol mislukkingen. 55(3):151-154. Dam M. 2014, zie Dam N. & Dam M. Dam M. 2015, zie Dam N. & Dam M. Dam M. 2015, zie Dam N. & Dam M. Dam M., Dam N. 2015. Cristella in de heuvels. 58(1):1-9. Dam M., Dam N. 2017. Cristella op de Veluwe. 60(2):55-67. Dam M. 2017, zie Dam N. en Dam M. 60(3):155-179).Dam M. 2018, zie Dam N. en Dam M. 62(1):35-45.Dam M. 2018, zie Dam N. en Dam M. 62(1):49-53. Dam N. en Dam-Elings, M. J. 1996. Berkezwam en Echte tonderzwam; Goede buren of verre vrienden? 39(1):6-

14Dam N. en Dam-Elings, M. J. 1997. Het Slijmrandkaalkopje: nu ook in het binnenland. 40(1): 63-64Dam N., Kuyper, Th. W. 1997. Het geslacht Cortinarius in Nederland - II Subgenus Myxacium. 40(3): 157-167Dam N., Kuyper, Th. W. 1998. Hoe raak ik thuis in Cortinarius? - II. 41(4): 227-242Dam N. en M. Dam-Elings,. 1988. De Determinatiedag van 28 mei j.l. Een verslag. 31(4): 86-88.Dam N. en M. Dam-Elings,. 1989. Merismodes anomalus, makkelijk te herkennen, lastig te determineren.

32(2): 26-29.Dam N. 1990. Een naamloos Knotszwammetje. 33(1):8-11.Dam N. en M. Dam-Elings. 1991. Woldmaria crocea en Episphaeria fraxinicola, klein maar fijn. 34(1): 22-26.Dam N. 1993. Sporenafworp in basidiomyceten: hoe werkt dat?. 36(1): 12-21Dam N. 1995. Het jaar van de grote getallen. De excursies van 1993. 38(1): 1-12Dam N. 2000. Meer Klompvoeten van Huize Voorst. 43(2): 104Dam N., Dam-Elings, M. J. 2000. Een nieuwe Zalmplaat. 43(4): 224Dam N., Jalink, L. M. 2001. Kroonjuwelen en andere mycologische snuisterijen 2. Het Nijmeegse Park Staddijk.

44(1): 24-28Dam N. 2003. De trek naar het oosten. 46(1):35-36.Dam N. 2003. Muffe gordijnzwammen. 46(4):189-196.Dam N, Kuyper Th.W. 2003. Het geslacht Cortinarius in Nederland - V. Groep 23: Telamonia's met bruin velum.

46(2):51-56.Dam N, Dam M. 2004. Begin eens met de Gele trilzwam. 47(1):29-33.Dam N, Kuyper Th.W. 2004. Het geslacht Cortinarius in Nederland - VI: Groep 26: Slanksporige Telamonia's.

47(3):153-167.Dam N. 2004. Paddestoelen zoeken op kleine, onbewoonde eilandjes. Stampersplaat. 47(3):134.Dam N. 2005. Hygrofaan. 48(1):3-10.Dam N, Dam N. 2005. Het geslacht Cortinarius in Nederland - VII: Groep 21: Telamonia's met geel velum.

48(4):178-190.Dam N. 2006, zie Berg, Ad van den & Dam N.

Page 13: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 13

Dam N. 2006, zie Vries, Dam N & Wassink (2x).Dam N. 2006. Betadine? Of toch maar gewoon Melzer?s? 49(3):156.Dam N. 2006. Een netje op de heide (vervolg). 49(2):104-105.Dam N. 2006. Een waasje in de winter. 49(1):41-42.Dam N. 2006. Genoeg geïnventariseerd. 49(4):178-180.Dam N, Kazus J. 2006. Paddenstoelenvergiftigingen? Wat de doen als men je om informatie vraagt? 49(3):165-

166.Dam N. 2007, zie Veerkamp & Dam N.Dam N. 2007. Bijvangst. 50(3):133-140.Dam N. 2007. Het Ongelooflijke superprachttrechtertje tussen tuinafval. 50(2):96.Dam N., Kuyper Th.W. 2007. Het geslacht Cortinarius in Nederland - VIII: Groep 25: Telamonia's met bijna

ronde sporen. 50(2):72-82.Dam N. 2008, zie Bögemann & Dam N.Dam N. 2008, zie de Vries, Dam N & Wassink. Dam N. 2008, zie Stalpers, Dam N & Jalink.Dam N. 2008, zie Wassink & Dam N.Dam N. 2008. Is iedere Dennevlamhoed een Dennevlamhoed? 51(1):2-8.Dam N. 2009, zie Jagers M., Wassink H., Dam N.Dam N. 2009. Gordijnzwammen zoeken bij Winterswijk. 52(4):190-197. Dam N., Boomsluiter M. 2009. Heksenkringen in het mos. 52(2):67-72.Dam N., Kuyper Th.W. 2009. Het geslacht Cortinarius in Nederland - IX: Groep 22 - Telamonia's met rood velum.

52(2): 87-111. Dam N. 2010, zie Oud & Dam N. Dam N., Gotink M. 2010. Twee databanken. 53(4):205-215. Dam N., Kuyper Th.W. 2011. Het geslacht Cortinarius in Nederland - X: een voorlopige sleutel. 54(4):189-208. Dam N. 2012, zie Dam M. & Dam N. Dam N, Dam M. 2012. Een verdwaald meniezwammetje. 55(2):68-70. Dam N. 2012. Over vezelkoppen, zoutzuur en kladpapier. 55(3):127-138. Dam N. 2013, zie Rommelaars & Dam N. Dam N. 2014. Klaver met een vlekje. 57(4):187-192. Dam N., Dam M. 2014. Basidiën als een parelsnoer. 57(2):98-101. Dam N, Dam M. 2014. Een stemvork met één tand. 57(4):215-217. Dam N., Dam M. 2015. Een goed jaar voor Honingzwammen. Verslag van de buitenlandse werkweek in de

Franse Jura, 2014. 58(2):85-99. Dam N., Dam M. 2015. Maanlanders onder de microscoop. 58(1):37-40. Dam N. 2015, zie Dam M en Dam N. Dam N., Enzlin R., Veerkamp M. 2015. Karteringsnieuws 1: Doorstart van de paddenstoelenkartering. 58(2):53-

62. Dam N. 2015. Plooien, een mogelijk mechanisme voor sporenornamentatie. 58(2):100. Dam N., Veerkamp M. 2015. Karteringsnieuws 2: waaroM? 58(4):161-175. Dam N., Veerkamp M. 2016. Karteringsnieuws 3: de C van collectie. 59(2):95-100. Dam N. 2016, zie Veerkamp M., Dam N. Dam N. 2016, zie Noordeloos Ch., Dam N. en Schollardt Chr. Dam N. 2017, zie Dam M. en Dam N. Dam N. en Dam M. (red). 2017. Droogteminnende paddenstoelen van Nederland. Verslag van de binnenlandse

werkweek in 2016. 60(3):155-179). Dam N., Gotink M. en Veerkamp M. 2017. Karteringsnieuws 5: wie schrijft die blijft; nieuwe wegen naar

onsterfelijkheid. 60(3):180-182. Dam N. 2017, zie Veerkamp M. en Dam N. 60(4):237-242. Dam N. 2018. Waaszwammen. 61(1):25-32. Dam N. 2018. Mini-mosknotsjes: Typhula pusilla op levend bladmos. 61(2):79-83. Dam N., Kuyper Th.W. 2018 Basisgids paddenstoelen: fotografen gezocht! 61(3):118. Dam N. en Dam M. 2018. Cristella met een zachte G. 62(1):35-45. Dam N. en Dam M. 2018. Trilzwam incognito. 62(1):49-53. Dam N. 2019, zie Veerkamp M., Dam N., mmv Kuyper Th. 62(4):199-207. Dam N. 2020, zie Somhorst I., Veerkamp M. en Dam N. 2020. Öland in het dorre jaar. Verslag van de

Buitenlandse Werkweek in 2018. 63(1):3-16.

Page 14: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 14

Dekkers, D. 1995. Oecologie van paddestoelen en schimmels 3. Arbusculaire mycorrhiza schimmels. 38(4): 197-204

Dieker J.F.M. 1998. Paddestoelenwerkgroep Arnhem: Bijzondere vondsten in het Deeler Woud. 41(2): 94-95Dieker J.F.M. 1999. Een uitgestorven 'Klompvoet', terug van weggeweest. 42(3): 186-187Dieker J.F.M. 2000. De Stekelzwammen van de Stopsdijk . 43(3): 172Dieker J.F.M. 2003. Vijf bijzondere Slijmkoppen. 46(2):94.Dieker J.F.M. 2007. Suillus pictus, een fraaie en opvallende nieuwe boleet voor Nederland. 50(2):94.Dieker J.F.M. 2010. Olieboltruffels (Hydnotria michaelis s.l.) om van te smullen. 53(3):151-152. Dijk W. van, M.E. van der Stelt en T.W. de Graaf. 1991. Lectinen, Aleuria aurantia en Kankeronderzoek.

34(2):48-49.Dijkman E.M. 2017, zie Boomsluiter en Dijkman. Dijkstal M. 1970. Een interessante Russula. 14(5):124-125. Dijkstal M. 1978. Waarschuwing (tegen ijzersulfaat in de ogen). 21(1):25. Dima B. 2019, zie Noordeloos M.E., Nuytinck J. en Dima B. 62(3):127-140. Dirks P. 2006, zie Tooren, Ploeg & Dirks.Dool E van den. 1990. zie Arnolds, E en Dool E. van den. 33(3): 63-67.Dool E van den. 1994. Voetangels en klemmen. 37(2): 72-73Dool E van den. 1994. Voetangels en klemmen. 37(3): 114-115Dool E van den. 1995. Halmruitertje versus Takjestaailing. 38(1): 41-42Dool E van den. 1995. Het rivierengebied in de herfst van1993. 38(2): 81-85Dool E van den, Veerkamp, M., Keizer, P. J. 1997. Kleibospaddestoelen III. Utrechtse kleiboslanen - 'Bijzondere

soorten, vroeger en nu. 40(2): 73-133Dool E. van den. 2018, zie Keizer P.-J., Dool E. van den en Tolsma B.Douwes G. 1966. De microscopische bouw van Lactarius camphoratus. 12(3-5):63-70. Douwes R, Tweel, M van. 1999. De binnenlandse werkweek 1998 in Dongen. 42(4): 247-251Douwes R, Schmitz, M. 2001. De buitenlandse werkweek 2000 naar de Vogezen. 44(3): 182-187Douwes R. 2003. De binnenlandse werkweek in Twente 2002. 46(2):69-71.Douwes R. 2004, zie Arnolds, Douwes R. en Somhorst.Douwes R. 2004, zie Chrispijn en --- (2x).Douwes R., Raangs, K., Somhorst, I. 2008. Drie bijzondere Gordijnzwammen in noordelijke sparrenbosjes.

51(1):18-23.Douwes R. 2018, zie Enzlin R.A.F., Somhorst I., Douwes R. en Raangs K.Duin W.E. van. 1988. zie Oolbekkink G.T. en ---. 31(1):1-11.Duuren G. van. 2004. Paddestoelen zoeken op kleine, onbewoonde eilandjes. Op een onbewoond eiland en

duinzand in Flevoland: IJsseloog en Hanzeplaat voor het eerst mycologisch onderzocht. 47(3):131-132.Duuren G. van. 2005, zie Duuren, Y. van en Duuren G. van.Duuren G. van, Duuren Y. van. 2009. Hanekam (Cantharellus cibarius), Flevoprimeur in het Voorsterbos.

52(2):115. Duuren G. van. 2009, zie Duuren Y. van, Duuren G. van.Duuren G. van. 2015. in memoriam Ger van Zanen (1020-2015). 58(3):105-107. Duuren Y. van, Duuren, G. van. 2005. Witte Rode kelkzwammen en op excursie met Hans Otto Baral.48(3):169-

170.Duuren Y. van, 2009, zie Duuren G. van en Duuren Y. van. Duuren Y. van, Duuren G. van. 2009. Lentebekerzwam in Biddinghuizen. 52(3):151-152. Ebben N. 2013. De eekhoorn en de boleet. (Bijzondere waarnemingen en vondsten). 56(2):101. Eekelen P. van. 2014. Russula lilacea var. carnicolor. Over een nieuwe Russulavari‰tiet voor Nederland.

57(3):115-118. Egli S., Peter, M., Buser, C., Stahel, W., Ayer, F. 2006. Paddenstoelen plukken vermindert de productie van

vruchtlichamen niet. Resultaten van een lange-termijn onderzoek in Zwitserland. 49(3):146-155 & 49(4):203 (aanvulling).

Eigenhuis K.J. 1986. zie As B. van en ---. 29(1):16-20.Eigenhuis K.J. 1990. Het gewicht van de gesp - "the clamp as a clue". 33(1):17,18.Eijk G.W. van 1973. Over kleurstoffen in paddestoelen. 16(4):100-105. Eijk G.W. van 1974. Kleurstoffen in schimmels. 17(4):99-103. Eijk G.W. van 1975. Biosynthese van schimmelmetabolieten. 18(4):99-102. Eijk G.W. van 1979. Biosyntheses van schimmelmetabolieten. 22(2):45-48. Eilers P. 1977. Discina perlata. 20(4):107-108.

Page 15: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 15

Ende G. van den 1974. Hericium erinaceus bij Nijmegen. 17(2):34-36. (NB: voor Enzlin R.A.F. zie ook Sullock Enzlin R.A.F.) Enzlin R.A.F., 2003, zie Nauta en Enzlin R.A.F.Enzlin R.A.F. 2006, zie Arnolds en Enzlin R.A.F.Enzlin R.A.F. 2007, zie Arnolds en Enzlin R.A.F.Enzlin R.A.F. 2009, zie Chrispijn en Enzlin R.A.F. Enzlin R.A.F., Vries B. de. 2011. In Drents Groningen - Verslag Cristella weekend Noordlaren 16-18 april 2010.

54(2):59-67. Enzlin R.A.F. 2015, zie Dam, Enzlin R.A.F. en Veerkamp. Enzlin R.A.F. 2015, zie Somhorst en Enzlin R.A.F. Enzlin R.A.F., Somhorst I. 2015. Paddenstoelennieuws uit Groningen - V. Eindelijk zwammen! Verslag Cristella-

weekend Ter Apel 31 okt. - 2 nov. 2014. 58(3):115-126. Enzlin R.A.F. 2018. Begin eens met een trilzwam ... 61(1):19-24. Enzlin R.A.F., Somhorst I., Douwes R. en Raangs K. 2018. Paddenstoelennieuws uit Groningen - 7. "Schuif eens

een blaadje opzij" - Verslag binnenlandse werkweek Scheemda 2017. 61(3):131-146. Enzlin R.A.F., zie 2019. Somhorst I. en Enzlin R. 62(3):145-158. Ernst W.H.O. 2013. Moreaua kochiana, een nieuwe soort voor Nederland. 56(3):129-130. Ernste N. 1982. Leucoscypha patavina in de Flevopolders. 25(3):87-88. Eyndhoven G.L. van 1957. Determinatietabel voor de Nederlandse aardsterren. 4(4):27-34. Eyndhoven G.L. van 1962. Indrukken van de Gasteromycetenflora van Tsjecho-Slowakije. 9(3-4):27-37. Eyndhoven G.L. van 1962. De Hygrometrische aardster, Astraeus hygrometricus, in Limburg. 9(3-4):45-46. Floracommissie. 1954. Het fungusjaar 1954. 1(1-3):3-4. Fokkens K. 2012. Stekelzwammen bij centrum Den Haag (Bijzondere waarnemingen en vondsten). 55(1):24. Fraiture A. 2008, zie Perini, Dahlberg & ---.Fransen-Batenburg G. 2000. De werkgroep Oud-Beijerland. 43(3):185Fransen-Batenburg G. 2000. Een zeer zeldzame paddestoel in het Staelduinse Bos. 43(1):38Fransen-Batenburg G., Steketee, J. 2006. Zwammen in de ruimte? 2. 49(3):145.Frencken J. 1966. Wat er ter tafel kwam. 13(1):7-8. Frencken J. 1967. Rudolf Singer, alpinist, wereldreiziger en geleerde. 13(4):66. Frencken J. 1967. Een zeldzame Pholiota in het Gooi (P. tuberculosa). 13(4):71. Frencken J. 1969. Stropharia aurantiaca. 14(4):96-97. Frencken J. 1969. Rhodophyllus incanus. 14(4):97. Frencken J. 1973. Een nieuwe Amaniet voor Nederland. 16(1,2):44-46. Frencken J. 1973. Nog twee aardige vondsten uit 1971. 16(3):53-55. Frencken J. 1974, zie Daams J. en Frencken J.Frencken J. 1975, zie Daams J. en Frencken J.Frencken J. 1976, zie Daams J. en Frencken J.Frencken J. 1977, zie Daams J. en Frencken J.Frencken J. 1978, zie Daams J. en Frencken J.Frencken J. 1979. Nogmaals: Phyllophorus rhodoxanthus. 22(1):29-30. Frencken J. 1980, zie Daams J. en Frencken J.Frencken J. 1981, zie Daams J. en Frencken J.Frencken J. 1981, zie Daams J. en Frencken J.Frencken J. 1982, zie Daams J. en Frencken J.Frencken J. 1982. Mycologische belevenissen in de Alpen. 25(4):89-93. Frencken J. 1983, zie Daams J. en Frencken J. 26(2):21-28.Frencken J. 1983, zie Daams J. en Frencken J. 26(4):115-119.Frencken J. 1985. Discina perlata:tweede vondst voor Nederland. 28(2):1-2.Frencken J. 1985. Twee zeldzame houtzwammen uit de Gooise wouden:Perenniporia fraxinea en Creolophus

cirrhatus. 28(1):9-12.Fritsche G. 1977. Gegevens over de veredeling van Agaricus bitorquis. 20(1):1-12. Gallacher H. 2016. 'Verantwoord' wildplukken heeft verderreikende consequenties. 59(4):199-200. Gams W. 1969. Referaten uit Acta mycologica en Mycologia. 14(4):112-114. Gams W. 1971. Mogelijkheden en betekenis van onderzoek met grondschimmels. Lezing Mycologendag 21 feb

1970. 15(1):14-15. Gams W. 1971. Referaten uit Mycologia 62. 15(1):24. Gams W. 1972. Referaten uit Mycologia 63. 15(4):100.

Page 16: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 16

Gams W. 1973. Verslag over een reis naar India en Ceylon. 16(1,2):42-44. Gams W. 1987. zie Kuyper Th.W. en ---. 30(4):79-83Gams, W. 1987. In memoriam Hermann Jahn. 30(4): 69-70.Gams W. 1989. Mycologische woordenboeken en lexica, een overzicht. 32(4):86-88.Gams-Luinge S.A. 1975. Paddestoelenrecepten. 18(4):112. Geesink J. 1969. Twee Cortinarius-soorten met cystiden. 14(4):94-95. Geesink J. 1970. Over Helvella macropus. 14(5):128. Geesink J. 1971. Over Ascotremella faginea. 15(1):1-4. Geesink J. 1971. Engostilbum cerasi ook in Robbenoord. 15(1):22-24. Geesink J. 1972. Vier jaar mycologische observaties op brandplekken. 15(5):118-132. Geesink J. 1972. Een primeur voor Nederland. 15(6):160-162. Geesink J. 1973. Weer een primeur voor Nederland. 16(3):73-75. Geesink J. 1973. Een verhaal over Spongipellis spumeus en Tyromyces fissilis. 16(4):82-86. Geesink J. 1973. Twee soorten uit de familie der Corticiaceae. 16(4):90-96. Geesink J. 1974. "Pustularia" patavina, een nieuwe soort voor Nederland. 17(3):65-69. Geesink J. 1974. De ware Coprinus phlyctidosporus 17(3):72-76. Geesink J. 1974. Een onbekende Pezizasoort. 17(4):105-108. Geesink J. 1975. Over Tyromyces tephroleucus. 18(1):20-24. Geesink J. 1975. Twee zeldzame Trilzwammen. 18(3):57-65. Geesink J. 1975. Coprinus plagioporus, nieuw voor Nederland. 18(4):90-92. Geesink J. 1975. Squamanita in Drenthe. 18(4):108. Geesink J. 1976. Over Cortinarius sertipes. 19(1):11-14. Geesink J. 1977. De verspreiding van resupinate Phellinus-soorten in Nederland. 20(1):12-17. Geesink J. 1977. Een verhaal over Peziza succosella en Peziza succosa. 20(4):110-114. Geesink J. 1978. Een zelf te maken tekenspiegel. 21(3):81-85. Geesink J. 1980. Ceriporia exelsa, nieuw voo Nederland. 23(3):72-74. Geesink J. 1981. Over Tarmetes versicolor. 24(2):35-36. Geesink J. 1981. Een verhaal over Cortinarius tabularis. 24(4):97-103. Geesink J. 1982. Calocybe chrysenteron, nieuw voor Nederland. 25(2):47-49. Geesink J. 1983. Clitocybe alexandri, lelijk maar zeldzaam. 26(1):11-13. Geesink J. 1983. Over okerkleurige Koraalzwammen met stekelige sporen in Nederland. 26(3):53-59.Geesink J. 1984. Een verhaal naar aanleiding van een vondst op onze Jubileumdag. 27(2):25-30.Geesink J. 1984. Peziza proteana var. sparassoides: nieuw voor Nederland. 27(2):33-35.Geesink J. 1985. Van poroid tot hydnoid en van resupinaat tot pileaat. 28(2):14-26.Geesink J. 1986. Een verhaal over twee resupinate Trilzwammen. 29(4):87-91.Geesink J. 1987. Clavaria-achtige fungi van de werkweek in Zeeland (1986). 30(4):75-78.Geesink J. 1987. Over een niet-beschreven Coprinus-soort. 30(3):63-66.Geesink J. 1987. Rectificatie Lopharia spadicea. 30(2):37-39.Geesink J. 1989. Over een zeldzame Trechispora-soort. 32(1):9-11.Geesink J. 1990. Over Porpomyces mucidus. 33(4):93-95.Geesink J. 1990. Over twee zeldzaamheden in eigen tuin. 33(4):95-100.Geesink J. 1991. Een leuke vondst uit de werkweek 1989 bij Bergen op Zoom. 34(2):50-51.Geesink J. 1992. Een zeldzame Peniophora-soort. 35(1):23-24.Gelderblom J. 1992. Psathyrella globosivelata, een nieuwe soort voor Nederland. 35(4): 121-124.Gelderblom J. 1992. Psathyrella globosivelata, een nieuwe soort voor Nederland. 35(4):121-124.Gelderblom J. 1997. In memoriam Wim Kuijs. 40(3): 145Gelderblom J. 2003. Kleine donkerbruine Telamonia's in Nederland en Vlaanderen. 46(2):78-89.Gorissen, R. en M.J. Dam-Elings, 1991. Even een vlekje wegwerken... 34(1):26.Gotink M. 2010, zie Dam & Gotink M. Gotink M. 2010. Ramaria spinulosa, (al jaren) nieuw voor Nederland. 53(2):97-100. Gotink M., Hooff H. van en Jagers M. 2010. "Te koop" bij de supermarkt, Didymium annulisporum. 53(3):142-

148. Gotink M., Helleman S. 2015. Sarcoleotia platypus, onder een andere naam weer terug van weggeweest.

59(1):15-17. Gotink M. 2017, zie Dam N., Gotink M. en Veerkamp M. 60(3):180-182.Graaf T.W. de, 1991. zie Dijk, W. van, M.E.van der Stelt en ---. 34(2):48-49.Graauwmans H. 1986. Lentinus edodes, de smakelijke weldoener. 29(3):61-63.

Page 17: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 17

Gremmen J. 1961. Wortelparasieten van naaldbomen. 8(1):2-4. Gremmen J. 1962. Fungi uit de omgeving van Dorst 1. Melachroia xanthomela. 9(1-2):20. Gremmen J. en Jansen P.B. 1962. Over Ciboria acerina en enkele andere disco's. 9(5):63-66. Gremmen J. 1963. Sclerotinia dennisii ook in ons land. 10(3):32. Gremmen J. 1965. Over enige roestschimmels bij naaldbomen. 11(4-6):60. Greydanus S. en I. 1994. Vogelveerzwam op sok en hoef. 37(3): 115-116Greydanus, S. en Greydanus-Klomp, I. 1996. Bepoederde rupsendoder uit rietstengel. 39(2): 99Groenendaal M. 2004. De Hoornderwegberm op Texel. 47(3):169-172.Groenendaal M. 2004. Verslag 7-9 november 2004: verenigingsweekend in Bakkum. 47(2):105.Groenendaal M., Berg, Atte van den. 2006. Clavaria zollingeri in een wegberm in Nederland. 49(4):187-190.Grootveld J. 2006, zie Dam, Bijl, Grootveld J & Dam N.Gutter, A. 1994. Poronia erici in de begraasde duinen van het Zwanenwater. 37(2): 73-74Gutter, A. 1995. Witte Judasoren in Bergen (Noord-Holland). 38(4): 195-196Gutter A. 2003, zie Vries, Gutter A. & van den Berg.Gutter A. 2003. Paddestoelen zoeken door de seizoenen heen. Over de verschillen tussen voorjaar en herfst en

de stimulerende werking van de excursies. 46(3):122-133.Gutter A. 2004. De excursies in 2003: door warmte en droogte geteisterd. 47(3):135-144.Gutter A. 2004. Paddestoelen zoeken op kleine, onbewoonde eilandjes. Nieuwsbrief paddestoelenkartering

2004. 47(3):126-127.Gutter A. 2005, zie Veerkamp & Gutter A.Gutter A. 2005. Bijzondere soorten in 2004: 42 meldingen op www.paddestoelenkartering.nl. 48(3):160-162.Gutter A. en anderen. 2005. De excursies in 2004. 48(3):149-159.Gutter A. 2005. Nieuwsbrief paddestoelenkartering 2005. Een kwart eeuw paddestoelen karteren in Nederland:

het begin van een nieuw tijdperk. 48(3):123-127.Gutter A. 2006, zie Veerkamp & Gutter A.Gutter A., Berg Ad van den. 2007. Werkgroep paddenstoelenkartering Nederland ? jaarverslag 2006. 50(3):166-

167 &50(4):231 (rectificatie).Gutter A. 2009. Nieuws van de paddenstoelenkartering. 52(3):153. Gutter A. 2010. Dertig jaar paddenstoelenkartering. 5(3):159. Gutter A. 2013. De verschillende gedaanten van de Geweizwam - Xylaria hypoxylon (L.) Grev. 56(2):97-100. Gutter A. 2014. Nieuws van de paddenstoelenkartering. 57(2):105. Gutter A. 2016. Wildplukken, hype of ramp? Waar staat de NMV in de onstuitbare werkelijkheid? 59(2):55-61. Gutter A. 2018. Het verenigingsjaar 1918. 61(1):3-17. Haaf C. ten. 2012, zie Aptroot & Haaf C. ten. Häffner J. 1989. Problemen met soortomgrenzing in Helvella. 32(1): 2-5.Haga G. 2013. Het Oudemirdumer klif is de 100 gepasseerd. 56(3):149-157. Ham R. van der. 2012. Een Duinstinkzwam in Delft. (Bijzondere waarnemingen en vondsten). 55(2):80-81. Hanegraaff W. 1977. Gymnopilus flavus en Funalia gallica. 20(1):28-30. Held-Jager C.M. den. 1979. De paddestoelen van houtkaden in de omgeving van Gouda. 22(2):52-54. Held-Jager C.M. den. 1984. Myriosclerotinia dennisii. 27(2):31-33.Held-Jager C.M. den, 1984. Galerina carbonicola Smith in Nederland gevonden. 27(3):56-58.Helleman S. B. R. 1998. Een impressie van enige aparte Ascomyceten (en ' instinkers') in het Brestbosch. 41(2):

101-103Helleman S. B. R. 2001. Nieuwe of vreemde ascomyceten voor Nederland uit de familie der Hyaloscyphaceae.

44(2): 102-105Helleman S. 2003. Microscopie van inoperculate Discomyceten, levend of dood? 46(2):57-65.Helleman S. 2010, zie Rommelaars & Helleman S. Helleman S. 2012. De ware aard van Cistella teucrii (Fuckel) Gremmen. 55(2):71-72. Helleman S. 2012. Het Roze grondschijfje, een oude bekende die nieuw blijkt te zijn. 55(1):25-26. Helleman S. 2015, zie Gotink en Helleman. Heller, A., Keizer, P. J. 1999. Mycologische schets van Rottumeroog en Rottumerplaat. 42(2): 73-85Hendrickx H. 2006, zie Rommelaars en Hendrickx H.Hendrickx R. 2019, zie Jalink L.M., Hendrickx R. en Ryckeboer N. 62(2):81-85. Hendriks R. 2011. Groene knolamaniet massaal bij Reuver. Bijzondere waarnemingen en vondsten. 54(1):41. Hengstmengel J. 2004, zie Rommelaars en Hengstmengel J. Hengstmengel J. 2017. Vrijwilligers gevraagd voor digitaliseringsproject. 60(4):248-249. Heurn W.c. van. 19956. Sporen-verspreiding bij Hymenogaster (?). 3(6):42-43.

Page 18: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 18

Hibbett D.S. 2008. Evolutie van vorm bij paddenstoelen. 51(4):169-180.Hirschler M. 2020. De Overijsselse zwamdag, zaterdag 9 febuari 2019. 63(1):2. Hooff J. P. M. van. 1993. Cercophora arenicola nu ook in Nederland. 36(2): 49-51Hooff J. P. M. van. 1993. Waarnemingen aan Lasiosphaera ovina. 36(4): 105-108Hooff J. P. M. van. 1994. Lasiosphaeria canescens of Lasiosphaeria strigosa?. 37(4): 155-158Hooff J. P. M. van. 1995. Een mooie vondst te Geldrop. 38(3): 126-127Hooff J. P. M. van, Raaijmakers, L.,Lammers, H., Leij, L. van der, Kuik, J. van. 1999. De Weijer -tussentijds verslag

van een mycologisch onderzoek. 42(2): 97-117Hooff J. P. M. van, Haan, M. de. 2000. Nederlandse namenlijst voor Myxomyceten. 43(3): 138-147Hooff H. van. 2005, zie Lammers, Raaijmakers en Van Hooff.Hooff H. van. 2006. Standaardlijst voor de Nederlandse Myxomyceten (Slijmzwammen). 49(4):204-219.Hooff H. van. 2007, zie Lammers, Raaijmakers en Van Hooff.Hooff H. van. 2010, zie Gotink, Van Hooff en Jagers. Hooff H. van. 2013, zie Raaijmakers, Van Hooff en Lammers. Hooff H. van. 2014. Is de Gewone boomwrat Lycogala epidendrum wel altijd de Gewone boomwrat? 57(1):2-6. Hooff H. van. 2015, zie Jagers en Van Hooff. Hooff H. van. 2015, zie Lammers, Van Hooff, Boudewijns & Raaijmakers. Hooff H. van, Jagers M. 2015. Trichioides iridescens, een nieuwe myxomyceet voor de wetenschap. 59(1):11-

14. Hooff H. van, Lammers H., Raaijmakers L. en Boudewijns Th. 2016. Tuinieren in een minituin. 59(2):73-78. Hooff H. van. 2016, zie Lammers, Van Hooff, Raaijmakers & Boudewijns. Hooff H. van. 2018, zie Klunder N., Hooff H. van. 61(2):87-91. Hoog G.S. de. 1968. Enkele zeldzame Polyporaceeën in het Gooi. 14(1):16-18. Hoog G.S. de. 1976. Het maatschappelijke kader van de mycologie. 19(1):7-11. Hoogschagen J. 1996. Inktboleten in de voortuin. 39(2):98Hoogschagen J. 1998. Een Witte bultzwam met een gele sporee. 41(2):101. Horsten J. 2016. Van de voorzitter. 59(3):109-110. Horsten J. 2016. Van de voorzitter. 59(4):169Horsten J. 2017. Van de voorzitter. 60(1):1Horsten J. 2017. Van de voorzitter. 60(2):53-54Horsten J. 2017. Van de voorzitter. 60(3):113Horsten J. 2018. Van de voorzitter. 61(1):1Horsten J. 2018. Van de voorzitter. 61(2):65-66Horsten J. 2018. Van de voorzitter. 61(3):117Houter A. 2004. Over geuren en kleuren. 47(2):83-85.Houter A. met bijdragen Groenendaal M., Putte A. van der, Tolsma B. en Vaessen A. 2016. Binnenlandse

werkweek Salland 23-30 oktober 2015. 59(3):145-150. Hueck H.J. 1960. Coprinus narcoticus. 7(4):40. Huijser H.A. en P.H. Kelderman. 1991. Nieuwe en zeer zeldzame Nederlandse Lepiota-soorten (VI). 34(3):80-87.Huijser H. A., Vellinga, E. C. 1997. Parasolzwammen in geuren en kleuren; hoe raak ik thuis in de

parasolzwammen?. 40(4): 244-260Huijser H. 2007. Cantharellen, soms lekker lastig. 50(2):68-70.Huijser H. 2017, zie Arnolds en Huijser H. Huijser H. 2017, zie Bandini D. en Huijser H. 60(4):243-247. Huijser H. 2019, zie Bandini D. en Huijser H. 62(4):193-198. Huisman M. 2005. Stictis arundinacea Pers.: driemaal is scheepsrecht. 48(4):215-216.Huisman M. 2001. Enkele nieuwelingen voor Nederland. 44(4): 215-216. Huijsman H.S.C. 1954. Over boleten. 1(1-3):5-16. Huijsman H.S.C. 1955. Voorjaarsplaatjeszwammen. 2(2):10-12. Huijsman H.S.C. 1955. Onze gele en bruine Russula's (met determinatiesleutel). 2(4):32-34.Huijsman H.S.C. 1957. Tussen Jura en Vogezen. 4(1):1-7. Huijsman H.S.C. 1971. Over reviviscentie bij Agaricales 15(2):35-40. Huijsman H.S.C. 1979. Ruwsporige Coprini en hun sporen. 22(1):12-21. Ilbrink G.J. 2004, zie Brouwer en Ilbrink G.J. Immerzeel G. 1986. De Mycoflora van Kasteelpark Nijenrode, een kleibos aan de Vecht. 29(4): 77-87.Immerzeel G. 1997. Coprinus strossmayeri: nieuw voor Nederland. 40(1): 39-43. Immerzeel G. 2005, zie Nauta & Immerzeel G.

Page 19: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 19

Jaarsveld A. 1961. Hallucinogene schimmels. 8(3-5):41-43. Jaarsveld A. 1962. In memoriam prof. dr. J. Westerdijk. 9(1-2):3-8. Jacobs A. en W. Kuijs,. 1988. Mycologisch weekend 1987 in Zeeland. 31(3): 62-63.Jacobusse Ch. 2011, zie Arnolds & Jacobusse Ch. Jacobusse Ch. 2011. Naaldbossen onder vuur? 54(2):105-108. Jagers M. 2008. De Gezoneerde kaaszwam in Twente. 51(3):135-138.Jagers M. 2009. Een bergkwartet. 52(1):32-35. Jagers M. 2009. Xenolachne longicornis, een microscopische verrassing. 52(4):187-189. Jagers M., Wassink H., Dam N. 2009. Cristella-weekend op Terschelling 7-9 november 2008. 52(3):143-150. Jagers M. 2010, zie Gotink, van Hooff en Jagers M. Jagers M. 2010. Een verwarrende Tricholoma in Overijssel. 53(2):95-96. Jagers M., Wassink H. 2010. Cristella-weekend te Bornerbroek 30 oktober - 1 november 2009. 53(2):101-108. Jagers M. 2011. Klein, wit en borstelharig: Flagelloscypha niveola (Sacc.) Knudsen. 54(2):92-98. Jagers M. 2012. Maireina afibulata, een cyphelloid "nieuwkomertje" op Struisvaren. 55(3):145-150. Jagers M. 2013. Arcyria riparia: een dubbelganger van Arcyria cinerea. 56(1):30-32. Jagers M. 2013. Cristella Winterswijk, 23-25 maart 2012. 56(2):51-57. Jagers M. 2013. Zoektocht naar Exidiopsis griseobrunnea. 56(3):114-122. Jagers M. 2014. Een kleine groene trilzwam op Brem, Tremella exigua, Zuurbestrilzwam. 57(3):133-138. Jagers M., Hooff H. van. 2015. Tropische slijmzwammen op Hollands hooi. 58(2):71-76. Jagers M. 2015, zie Van Hooff en Jagers. Jagers M. 2017. De eerste Nederlandse vondsten van Ijuhya tetraspora. 60(4):213-218. Jagers M. 2017. "Encoelia fimbriata", een nieuwe schijfzwam in Nederland. 60(3):131-137. Jagers M. 2019. De eerste vondsten van Myrmaecium rubricosum in Nederland. 62(3):141-144. Jagers M. en Nuytinck J. 2020. Suikermycena's op hazelnoten. Hoe houd je ze uit elkaar? 63(1):25-33. Jalink L.M. 1989. Kop-op-schotel (Disciseda) nog niet uitgestorven. 32(3): 55-59.Jalink L.M. 1989. Kop-op-schotel (Disciseda) nog niet uitgestorven. 32(3):55-59.Jalink L.M. 1990. Muurpaddestoelen. 33(2):51,52.Jalink L.M. 1990. Nogmaals over het Microscopische verschil tussen Disciseda's en Bovista ( Plumbea &

Nigrescens ). 33(2): 53.Jalink L.M. 1990. Nogmaals over het microscopische verschil tussen Disciseda's en Bovista ( plumbea &

nigrescens ) 33(2):53.Jalink L.M., zie 1990, Nauta, M.M. en --- 33(4):108.Jalink L.M. 1992. Bijzondere waarnemingen en vondsten. 35(4): 138-139.Jalink L.M. 1992. Nieuws over Disciseda. 35(4):138-139.Jalink L.M. 1992. Poronia erici, een kleine soort Speldeprikzwam in Nederland. 35(3):95-98.Jalink L.M. 1992. Zoek eens naar het Mestnestzwammetje. 35(1):13-14.Jalink L.M., Nauta, M. M. 1997. Psilocybe liniformans en Poronia, samen in de lift?. 40(3): 192Jalink L.M., Nauta, M. M., Sullock Enzlin, R. 1997. Een dag in de duinen in oktober - Lactarius sanguifluus nieuw

voor Nederland, en nog meer leuke dingen. 40(3): 188-190Jalink L.M. en E.C. Vellinga. 1992. Coprinus semitalis verovert Nederland. 35(2): 37-41.Jalink L.M. en Nauta, M. M. 1994. Alweer het Nestzwammetje en Okerknolcollybia op Ruige weerschijnzwam.

37(1): 31-32Jalink L.M. en Nauta, M. M. 1994. Een herfstwandeling in Noord Noorwegen. 37(1): 1-8Jalink L.M. 1995. Poronia erici in de polders. 38(1): 43Jalink L.M., Nauta, M. M. 1997. Psilocybe liniformans en Poronia, samen in de lift?. 40(3): 192Jalink L.M., Nauta, M. M., Sullock Enzlin, R. 1997. Een dag in de duinen in oktober - Lactarius sanguifluus nieuw

voor Nederland, en nog meer leuke dingen. 40(3): 188-190Jalink L.M. 1998. Disciseda, nu ook bij Katwijk. 41(2): 103-104Jalink L.M. 1999. Op zoek naar de mycologische kroonjuwelen van Nederland l. De 200 meest waardevolle

kilometerhokken. 42(3): 143-162Jalink L.M. 2000. Gebogen over de atlas: Pseudoclitocybe obbata en Clitocybe barbularum. 43(3): 160-161Jalink L.M. 2000. Kroonjuwelen en andere mycologische snuisterijen l. het Deelerwoud . 43(2): 99-103Jalink L.M. 2001. Kleine kop-op-schotel (Disciseda candida) bij Zandvoort. 44(1): 31-32Jalink L.M., Keizer, P. J. Brouwer, E., Douwes, R., Immerzeel, G. J. Nauta, M. M., Tolsma, L. P., Tweel, M. van.

2001. Oog voor paddestoelen: tips voor beheersmaatregelen gericht op behoud en herstel. 44(4): 233-249Jalink L.M., Nauta M.M. 2003. Spikkelschijfje op stuifzwam. 46(2):94-95.Jalink L.M. 2008, zie Stalpers, Dam & Jalink L.M.

Page 20: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 20

Jalink L.M., Hendrickx R. en Ryckeboer N. 2019. Geastrum Welwitschii - Een Amerikaanse aardster nieuw voor België. 62(2):81-85.

Jansen A.E. 1976. Onderzoek aan het Rijksherbarium 2. Bewerking van Collybia in Nederland. 19(2):56. Jansen A.E. 1978. De mycoflora van enkele typen eikenbos in Drenthe in 1976 en 1977. 21(3):69-77. Jansen A.E. 1982. Lactarius hysginus en Hebeloma cylindrisporum in Nederland. 25(2):62-67. Jansen A.E., Noordeloos M.E. 1980. Sleutel tot de geslachten van de genera Marasmius, Collybia, Marasmiellus,

Micromphale en Crinipellis in Nederland, aangrenzend België en West-Duitsland. 23(1):2-9. Jansen A.E. 2006. Geastrum floriforme in de winter. 49(2):105-106.Jansen E. 2009. Publieksexcursies 4 oktober 2008. 52(2): 65-66. Jansen A.E. 1983. Uit de geschiedenis van de Nederlandse Mycologische Vereniging. 26(4): 83-92.Jansen A.E. 1989. De eerste bijeenkomst van het Europees comit‚ voor de bescherming van paddestoelen.

32(1): 11-13.Jansen A.E., 1983. Uit de geschiedenis van de Nederlandse Mycologische Vereniging. 26(4):83-92.Jansen A.E., 1989. De eerste bijeenkomst van het Europese comit‚ voor de bescherming van paddestoelen.

32(1):11-13.Jansen A.E. 2017. Van de voorzitter. 60(4):189-190. Jansen A.E. 2018. Van de waarnemend voorzitter. 61(3):117. Jansen A.E. 2018. Van de waarnemend voorzitter. 61(4):177. Jansen A.E. 2018. In memoriam Jacques Horsten 1946-2018. 61(4):178-179. Jansen A.E. 2018. Van de waarnemend voorzitter. 62(1):1. Jansen A.E. 2019. Van de voorzitter. 62(2):61. Jansen A.E. 2019. Van de voorzitter. 62(3):121. Jansen A.E. 2019. Van de voorzitter. 62(4):177. Jansen A.E. 2019. Van de voorzitter. 63(1):1Jansen E. 1977. Orienterend onderzoek naar de oorzaken van de achteruitgang van paddestoelen. 20(3):89-91. Jansen E. 1979. Het melden van groeiplaatsen van de Cantharel in 1979. 22(3):82-84. Jansen E. 1980. Groeiplaatsen van de Cantharel in 1980. 23(3):79-81. Jansen E. 1981. Groeiplaatsen van de Cantharel in 1981. 24(3):82-83. Jansen E. en Wit T. de. 1978. Veranderingen in de verspreiding van de Cantharel in Nederland. 21(4):117-123. Jansen E. ,Th.W. Kuyper en M. Veerkamp,. 1988. De excursies in 1987. 31(4): 77-86.Jansen E. 1985. Verslag van de werkweek in Bakkeveen ( October 1984 ). 28(2): 10-13.Jansen E. 1989. De excursies in 1988. 32(4): 70-76.Jansen E. 1993. Ruim twaalf jaar paddestoelenkarteringsproject: een terugblik. 36(2): 41-48Jansen E. 1996. NMV-weekend op Vlieland 21-23 oktober 1994. 39(3): 130-132Jansen E. 1998. Karteringsgegevens van paddestoelen aanvragen: door wie en waar ?. 41(3): 142-143Jansen E. en C.M. Swart-Velthuyzen, 1984. Onze excursies in 1983. 27(3):45-50.Jansen E. en R. Swart-Velthuyzen,. 1984. Onze excursies in 1983. 27(3): 45-50.Jansen E. en Veerkamp, M. 1993. "Eerst wit dan grijs dan zwart" De excursies van l992. 36(3): 79-86Jansen E., 1985. Verslag van de werkweek in Bakkeveen ( oktober 1984 ). 28(2):10-13.Jansen E., 1989. De excursies in 1988. 32(4):70-76.Jansen E.,Th.W. Kuyper en M. Veerkamp, 1988. De excursies in 1987. 31(4):77-86.Jansen P.B. 1957. Paddestoelen van Dorst en omgeving. 4(3):18. Jansen P.B. 1958. Een merkwaardige vezelkop (Inocybe bucknalli = Rhodophyllus dystales). 5(1):5. Jansen P.B. 1960. Mycologische waarnemingen in 1959 in het natuurreservaat Goudvergven (gemeente Nieuw

Ginneken). 7(1):3. Jansen P.B. 1960. Mycena corticola en M. pseudocorticola. 7(1):10. Jansen P.B. 1960. Het Verkleurzwammetje. 7(1):10. Jansen P.B. 1960. Rhodophllus sphagneti. 7(2):22. Jansen P.B. 1960. Na regen ... 7(3):27. Jansen P.B. 1960. Geopetalum carbonarium. 7(3):33. Jansen P.B. 1961. December: Mycena-tijd. 8(3-5):47. Jansen P.B. 1963. Hoe determineren we vezelkoppen (Inocybe's) (met determinatiesleutel). 10(1-2):14-23. Jansen P.B. 1963. Hoe determineren we vezelkoppen II. 10(3):40-48. Jansen P.B. 1964. De parelhoen-champignon (Agaricus meleagris). 10(4-5):65. Jansen P.B. 1964. In nieuw gewaad. 11(1-3):3. Jansen P.B. 1965. Suillus (Boletus) placidus. 11(4-6):52. Jansen P.B. 1965. Lactarius obscuratus en L. tabidus (sensu Neuhof). 12(1-2):19.

Page 21: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 21

Jansen P.B. 1965. De Shiitake. 12(1-2):28-31. Jansen P.B. 1965. Lactarius rufus en L. sphagneti. 12(1-2):31. Jansen P.B. 1966. Het Groensteeltje, Rhodophyllus incanus. 13(1):8-10. Jansen P.B. 1966. Aderverkalking. 13(2):19. Jansen P.B. 1966. Een mooie champignon van Schouwen. 13(2):36. Jansen P.B. 1967. Naschrift over Pnaellus serotinus. 13(3):50. Jansen P.B. 1967. Nog een champignon van Schouwen. 13(4):64-65. Jansen P.B. 1967. Naschrift over Galerina. 13(5):85-87. Jansen P.B. 1967. Inocybe margaritispora. 13(5):95-96. Jansen P.B. 1967. Boletus rubellus. 13(5):100. Jansen P.B. 1968. Agaricus devoniensis. 13(6):115-117. Jansen P.B. 1968. Mycenella margaritispora. 14(1):18-19. Jansen P.B. 1968. Naschrift bij vondsten van Rhijnouwen II. 14(1):23-24. Jansen P.B. 1969. Mycena oortiana. 14(2):25-26. Jansen P.B. 1969. Populatiebiologie en andere uitgaven van PUDOC. 14(2):39. Jansen P.B. 1969. Psathyrella typhae en Naucoria typhicola 14(2):40-45. Jansen P.B. 1970. Mushroom Science VII. 14(5):138. Jansen P.B. 1972. Paddestoelen in de kou. 15(4):116. Jansen P.B. 1972. Flammula (Hypholoma) myosotis. 15(5):137. Jansen P.B. 1972. Een microscopische belevenis. 15(6):168. Jansen P.B. 1973. Onze Judasoren. 16(1,2):35-36. Jansen P.B. 1974. Coprinus heterothrix in Nederland. 17(2):47-49. Jansen P.B. 1975. Troost voor "Vezelkoppers". 18(3):69. Jansen P.B. 1975. Drie Ganodermasoorten uit Nederland. 18(4):96-98. Jansen P.B. 1976. De familie der Strophariaceae. 19(4):129-136. Jansen P.B. 1977. Over Cortinarius rigidus Fr. 20(1):23-25. Jansen P.B. 1977. Paddestoelen in de kou 2. 20(2):59-60. Jansen P.B. 1977. Galerina salicola, een nieuwe soort voor Nederland. 20(3):80-82. Jansen P.B. 1978. Waar en wanneer op excursie. 21(1):11-13. Jansen P.B. 1978. Phylloporus rhodoxanthus in Nederland. 21(3):65-66. Jansen P.B. 1978. Naucoria praestans. 21(3):87. Jansen P.B. 1979. Over Auriculariopsis ampla. 22(1):28-29. Jansen P.B. 1979. Hebeloma calyptrosporum. 22(1):30-31. Jansen P.B. 1981. De Kopergroenzwam en haar verwanten. 24(1):22-26. Jansen P.B. 1982. Coprinus verrucispermus, een nieuwe inktzwam voor ons land. 25(2):54-56. Jansen P.B. 1983. Notities over Coprinus angulatus, C. boudieri en C. episcopalis. 26(1): 19-20Jansen P.B., 1985. Zure regen en paddestoelen, een verkenning in de Peel. 28(1):13-16.Jansen P.B., 1987. Buikzwammen in het Lauwersmeergebied. 30(3):47-49.Jong, H. de. 1997. De veroorzaker van de tepelgal in Nederland. 40(4): 240-241Jongepier, J.W. 1987. De werkweek 1986 in Veere. 30(4):72-74.Jonker G.H. 1984. Coprinus echinosporus en C. phlyctidosporus : gezamenlijk voorkomen op een houtblok.

27(3):51-55.Jülich W. 1974. Corticium coprophilum, een mestbewonende korstzwam. 17(1):9-12. Kam H. de, et al. 2009. De buitenlandse werkweek 2008 in Tsjechië. 52(3):161-172. Kap J. 2006. Entoloma pleopodium? Citroengele satijnzwam. 49(1):43.Karman J. 1965. Nieuwe vondsten van Myriostoma coliforme en Limacella guttata. 11(4-6):38. Keizer G.J. 1988. Enkele interessante inoperculate Ascomyceten van de werkweek in de Peel 1987. 31(2):33-

38.Keizer G.J. 1988. Enkele interessante inoperculate Ascomyceten van de werkweek in de Peel 1987. 31(2):33-38.Keizer G.J. 1989. De Vogelveerzwam op een ongewoon substraat. 32(2):30.Keizer G.J. 1989. Een waarneming over Entoloma conferendum var. pusillum. 32(2):31Keizer G.J. 1989. Russula op ooghoogte. 32(2):30,31.Keizer G.J. 1990. Twee opvallende zeldzame Ascomyceten:Catinella olivacea en Jafneadelphus amethystinus.

33(3): 58-62.Keizer G.J. 1990. Twee opvallende zeldzame Ascomyceten:Catinella olivacea en Jafneadelphus amethystinus.

33(3):58-62.Keizer G.J. 1993. Agrocybe putaminum. 36(1): 29

Page 22: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 22

Keizer G.J. 1995. De veelkleurige Bundelduinbos "Weidekring"zwam en Nogmaals de Muurbekerzwam. 38(1):42-43.

Keizer G.J. 1995. Oecologie en verspreiding van Pholiota lucifera in Nederland. 38(3): 116-118Keizer G.J. 1995. Tonderzwammen in een Belgisch bos. 38(4): 195Keizer G.J. 2000. De dubbelgangerbundelzwam (Pholiota limonella) en de Fijnschubbige bundelzwam (Pholiota

lucifera) in het Rijnmondgebied. 43(4): 220-222Keizer G.J. 2000. Een rozehype. 43(4): 225Keizer P.-J. 1985. Over Tolzwammen ( Coltricia ) in Nederland. 28(2): 6-10.Keizer P.-J. 1985. Over Tolzwammen ( Coltricia ) in Nederland. 28(2):6-10.Keizer P.-J. 1986. De excursies in 1985. 29(3): 53-60.Keizer P.-J. 1986. De excursies in 1985. 29(3):53-60.Keizer P.-J. 1986. Verslag van de werkweek in Buurse 1985. 29(2): 44-46.Keizer P.-J. 1986. Verslag van de werkweek in Buurse 1985. 29(2):44-46.Keizer P.-J. 1987. Octospora wrightii in Nederland. 30(4): 83-85.Keizer P.-J. 1987. Octospora wrightii in Nederland. 30(4):83-85.Keizer P.-J. 1989. Verslag van de Cortinarius- studiedag. 32(2): 31-32.Keizer P.-J. 1989. Verslag van de Cortinarius- studiedag. 32(2):31-32.Keizer P.-J. 1990. Een bijzonder substraat voor Scutellinia scutellata. 33(1):17.Keizer P.-J. 1990. Enkele opmerkingen over de Russula's van de groep der Griseinae. 33(2): 45-49.Keizer P.-J. 1990. Enkele opmerkingen over de Russula's van de groep der Griseinae. 33(2):45-49.Keizer P.-J. 1992. Rigidoporus ulmarius, nieuw voor Nederland. 35(4): 118-120.Keizer P.-J. 1992. Rigidoporus ulmarius, nieuw voor Nederland. 35(4):118-120.Keizer P.-J. 1993. "Het tooneel der Campernoeliën" door Van Sterbeeck. 36(2): 55-56Keizer P.-J. 1993. Begin eens met...Korstzwammen. 36(4): 114-120Keizer P.-J. 1995. Een nieuwe boleet voor Nederland: De Robijnboleet Chalciporus rubinus. 38(1): 29-32Keizer P.-J. 1995. Ongenode gasten: Zwammen op hout van huizen. 38(4): 191-193Keizer P.-J. Dool, E. van den, Veerkamp, M. T. 1995. Kleibospaddestoelen II. Utrechtse kleiboslanen-

Verspreiding, oecologie en waardering. 38(2): 54-68Keizer P.-J. 1995. Ossicaulis lignatilis. 38(2): 92Keizer P.-J. 1996. Een nieuwe Tolzwam (Coltricia) in aangeplante loofbossen: Coltricia confluens. 39(2): 84-88Keizer P.-J. 1996. Mycelium van Marasmius quercophilus is lichtgevend en Zwavelzwam in de dikke boom van

Verwolde. 39(3): 162Keizer P.-J. Termorshuizen, A. J. 1997. De excursies van 1996. 40(3): 146-153Keizer P.-J. en R.A.F. Sullock Enzlin,. 1988. Het landgoed Vennebroek, een mycologisch juweel. 31(4): 101-109.Keizer P.-J. en R.A.F. Sullock Enzlin, 1988. Het landgoed Vennebroek, een myco-logisch juweel. 31(4):101-109.Keizer P.-J. Heller, A. 1999. Mycologische notities over Borkum en Rottumeroog. 42(2): 73-85Keizer, P.-J. 1999. Pezoloma iodocyanescens (Dennis & Korf) Korf in Nederland. 42(4): 256-257Keizer P.-J. 2000. Cristellaweekend. 43(4): 203-205Keizer P.-J. 2000. Verslag van de bijeenkomst ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van dr. A.F.M.

Reijnders. 43(4): 242-243Keizer P.-J. 2001. Harig kaalkopje in zandgroeve Dikkenberg. 44(1): 37Keizer P.-J. 2001. Microscopiseren: tips voor het gebruik van vloeistoffen en reagentia. 44(1): 19-23Keizer P.-J. 2001. Spannende polyporen uit Zuid-Limburg. 44(4): 227-231Keizer P.-J. 2003. Vijf jaar paddestoelen kijken op de Veluwe. 46(4):156-174.Keizer P.-J., Becker A. 2003. Trametes cervina (Schwein.) Bres. in Nederland. 46(1):6-8.Keizer P.-J. 2004. De Gewone inkttruffel. 47(1):27.Keizer P.-J. 2004. Een fossiele houtzwam. 47(1):17-19.Keizer P.-J. 2004. Een gedenkwaardig paddestoelenseizoen. 47(1):2-7.Keizer P.-J. 2004. Fossiele houtzwammen: vervolg. 47(3):175-177.Keizer P.-J. 2004. Paddestoelen zoeken op kleine, onbewoonde eilandjes. Paddestoelen op kleine

Waddeneilandjes. 47(3):128-130,Keizer P.-J. 2004. Podostroma alutaceum. 47(4):217.Keizer P.-J. 2004. Puntig mosklokje (Galerina triscopa). 47(4):216-217.Keizer P.-J. 2005. Komt Trametes pubescens in Nederland voor? 48(2):54-58.Keizer P.-J. 2005. Lenzites warnieri nieuw voor Nederland. 48(3):165-166.Keizer P.-J. 2006. Kunnen kunstmatig toegediende mycorrhizaschimmels zoutschade bij bomen verminderen?

49(2):57-66.

Page 23: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 23

Keizer P.-J. 2010. Minisymposium "Paddenstoelen en naaldbossen, de beste maatjes". 53(2):75-81. Keizer P.-J., Arnolds E.J.M. 2011. Is loofbos onze enige echte natuur? Reactie op artikel van Rienk-Jan Bijlsma.

54(2):99-102. Keizer P.-J. 2014. Een merkwaardig experiment: een sparrenbosje op rivierklei. 57(1):27-34. Keizer P.-J. 2015. Clavaria amoenoides Corner, K.S. Thind & Anand gevonden in Nederland. 58(3):111-114. Keizer P.-J. 2015. Een bijzondere exoot: Fomitopsis lilacinogilva. 59(1):21-22. Keizer P.-J. 2016. Paddenstoelen en begrazing in bossen. 59(3):117-140. Keizer P.-J. 2017. Buitenlandse werkweek 2016 in Ambleteuse (FR). 60(2):91-100. Keizer P.-J. 2018, zie Millanes A.M., Zamora G.C., Keizer P.-J. en Wedin M. 61(1):33-49. Keizer P.-J., Dool E. van den en Tolsma B. 2018. Soortenbeleid paddenstoelen bij Provincie en Gemeente

Utrecht. 61(3):163-169. Keizer P.-J. 2018. Maak eens kennis met de Essenzwam (Perenniporia fraxinea). 61(4):223-226. Keizer P.-J. 2018. Komt de Larikszwam voor in Nederland? 62(1):30-33. Kelderman P.H. 1988. Nieuwe en zeer zeldzame Nederlandse Lepiota-soorten (I). 31(1):12-17.Kelderman P.H. 1988. Nieuwe en zeer zeldzame Lepiota-soorten (II). 31(2):38-44.Kelderman P.H. 1988. Nieuwe en zeer zeldzame Lepiota-soorten III. 31(4):89-93.Kelderman P.H. 1989. Nieuwe en zeer zeldzame Nederlandse Lepiota- soorten. IV. 32(4):67-70.Kelderman P.H. 1991. Nieuwe en zeer zeldzame Nederlandse Lepiota- soorten (V). 34(2):52-55.Kelderman P.H. 1991. zie Huijser, H.A. en ---. 34(3): 80-87.Kelderman P.H. 1992. Nieuwe en zeer zeldzame Nederlandse Lepiota- soorten (VII). 35(3):76-82.Kits van Waveren E. 1961. Mycologisch dagboek 1. Mycologie in het voorjaar. 8(1):8. Kits van Waveren E. 1969. Determineer-ellende. 14(2):26-30. Kits van Waveren E. 1969. Determineer-ellende II. 14(4):98-102. Kits van Waveren E.1970. Galerina-vreugde. 14(6):153-156. Kits van Waveren E. 1971. De "Stercorariusgroep" van het geslacht Coprinus. 15(1):4-8. Kits van Waveren E. 1972, zie Watling R. en Kits van Waveren E. 15(4):101-110. Kits van Waveren E. 1972. Russula cuprea en de "name game". 15(5):135-137. Kits van Waveren E. 1973. De Floracommissie. 16(1,2):3-4. Kits van Waveren E. 1973. Psathyrella-feuilleton I. P. gracilis versus P. microrrhiza. 16(1,2):38-41. Kits van Waveren E. 1973. Van de Floracommissie. 16(4):110-111. Kits van Waveren E. 1974. Een moeilijk determineerbare Russula. 17(1):5-8. Kits van Waveren E. 1974. Psathyrella-feuilleton II. Prepareertechniek. 17(2):41-43. Kits van Waveren E. 1974. Psathyrella-feuilleton III. De rode lamelsnede bij sommige Psathyrellasoorten.

17(2):49-53. Kits van Waveren E. 1974. Psathyrella-feuilleton IV. Psathyrella prona, de type-soort van de sectie Atomatae

van het genus Psathyrella. 17(3):77-79. Kits van Waveren E. 1974. Psathyrella-feuilleton V. De hoedkleur in het genus Psathyrella. 17(3):79-81. Kits van Waveren E. 1974. Psathyrella-feuilleton VI. Opmerkingen over de niet-coprofiele soorten, die

Romagnesi in de groepen Atomatae en Pronae plaatst. 17(4):96-98. Kits van Waveren E. 1975. Psathyrella-feuilleton VII. Sleutel en checklist van de soorten van de sectie Atomatae.

18(2):45-51. Kits van Waveren E. 1975. Over 7 voor Nederland nieuwe Gordijnzwammen. 18(3):76-85. Kits van Waveren E. 1975. Cortinarius casimiri, to be or not to be. 18(4):93-96. Kits van Waveren E. 1976. Galerina-vreugde II. Galerina farinacea of G. fallax in Nederland? 19(1):23-27. Kits van Waveren E. 1976. Galerina-vreugde III. Galerina ampullaceocystis versus Galerina larigna. 19(4):125-

128. Kits van Waveren E. 1977. Rhodophyllus icterinus versus Rhodophyllus pleopodius. 20(2):54-59. Kits van Waveren E. 1978. Nogmaals de "Stercorarius-groep" van het geslacht coprinus. 21(3):78-81. Kits van Waveren E. 1979. De soorten van het geslacht Paneolus. 22(1):23-26. Kits van Waveren E. 1979. De soorten van het geslacht Paneolus II. Sleutel tot de Europese soorten. 22(2):48-

51. Kits van Waveren E. 1979. De soorten van het geslacht Panaeolus III, P. acuminatus versus P. fimicola. 22(3):76-

82. Kits van Waveren E. 1979. De soorten van het geslacht Panaeolus. 22(4):102-110. Kits van Waveren E., 1987. Een 'Name-Game' in Psathyrella. 30(3):60-62.Klaasen E.J. 1964. Mr. Paxillus. 10(4-5):56. Klaasen E.J. 1964. Waarnemingen bij de Grote stinkzwam. 11(1-3):29.

Page 24: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 24

Klaasen E.J. 1968. Over de oecologie van Volvariella volvacea. 13(6):109-110. Klaasen E.J. 1975. Aanvulling op de "Nederlandse Herbaria" 18(4):107. Klaveren F. van, Veerkamp M. 2011. Holwaya mucida: nieuw voor Nederland. 54(3):113-118. Klaveren F. van. 2011, zie Veerkamp & Klaveren F. van. Klok P. 2005. Wie niet waagt... Digitale microscoopfoto's 'uit het losse handje'. 48(2):100-103.Klok P. 2006. Een zeldzaam kussentje ? Hypocrea argillacea Phill. & Plowr. 49(2):70-71.Klok P. 2006. Mastigosporium album Riess ? Determineren: sommige wegen leiden naar Rome! 49(2):88-90.Klok P. 2006. Twee vliegen in een klap. 49(4):181-183.Klok P. 2018, zie Brouwer E., Klok P. 61(2):75-78. Klunder N. ,Hooff H. van. 2018. Wie zoekt er mee naar Didymium tussilaginis en Didymium vernum op Groot

hoefblad? 61(2):87-91. Knol R. 2019. Leemputten bij Staverden: een mycologisch paradijs. 62(2):87-88. Koelewijn C. 2003. Meerdere vindplaatsen van de Kleverige knolamaniet (Amanita virosa) in de gemeente

Noordenveld (Drenthe). 46(3):144.Koelewijn C. 2006. De meetpunten van IVN-afdeling Roden. 49(3):163-164.Kok R.P.J. de, 1991. Het geslacht Macrolepiota in Nederland. 34(4):97- 101.Koopmans A.N. 1963, zie Veth J.A.C. en Koopmans A.N. 10(1-2):3.Koopmans A.N. 1965, zie Veth J.A.C. en Koopmans A.N. 12(1-2):4-6. Koopmans A.N. 1968, zie Veth J.A.C. en Koopmans A.N. 13(6):110. Koopmans A.N. 1968, zie Veth J.A.C. en Koopmans A.N. 13(6):119. Koopmans A.N. 1968, zie Veth J.A.C. en Koopmans A.N. 13(6):119. Koopmans D. 2015, zie Osieck en Koopmans. Kremer G. 2010. Camarops tubulina, nieuw voor Nederland. 53(2):72-74. Kremer G. 2013, zie Bruggeman en Kremer G. Kremer G. 2016. Bijzondere waarnemingen en vondsten: Grauwe sikkelkoraalzwam (Clavulinopsis umbrinella).

59(2):103. Kuijs W.D.J. 1988. zie Jacobs, A. en ---. 31(3): 62-63.Kuijs W.D.J. 1995. Een nieuwe Mycena voor Nederland. 38(2): 71-72Kuijs W.D.J. 1997. De Okerknolcollybia en haar substraten. 40(3): 191Kuiken H. 2009. Het gebruik van houtbuisjeszwammen in de prehistorie. 52(3):154-159. Kuiper P. 2007. Paddenstoelenvergiftigingen in nader perspectief. 50(1):45-46.Kuiper P. 2016. Jeugdherinneringen aan de paddenstoelenflora van het Hulshorsterzand: augustus 1945.

59(4):197-198. Kuyper Th.W. 1978. Aantekeningen over Clitocybe 1. C. incomycis. 21(2):40-45. Kuyper Th.W. 1981. Aantekeningen over Clitocybe 2. "Lepista" albofragrans. 24(3):68-71. Kuyper Th.W. 1981. Een nieuwe Aardster voor Nederland. 24(4):95-96. Kuyper Th.W. 1982. Aantekeningen over Clitocybe 3. De omgrenzing van Clitocybe en Lepista. 25(2):39-47. Kuyper Th.W. en J. Schreurs. 1983. Een nieuwe Parasolzwam voor Nederland. 26(3):74-77.Kuyper Th.W. en M.E. Noordeloos, 1983. De toekomst van de Nederlandse Mycologische Vereniging. 26(4):131-

135.Kuyper Th.W. en E.C. Vellinga, 1984 De Jubileumwerkweek in Schotland. 27(1):3-6.Kuyper Th.W. 1985. zie Vellinga, E.C. en ---. 28(3):57-63.Kuyper Th.W. 1985. zie Vellinga, E.C. en ---. 28(2):3-5.Kuyper Th.W. 1986. Aantekeningen over Clitocybe. IV. Wat is Clitocybe brumalis ?. 29(2): 32-35.Kuyper Th.W. 1987. Een beschermingsbeleid voor paddestoelen, mossen en korst-mossen. 30(4): 86-88.Kuyper Th.W. 1987. The Mycologist. 30(4): 74.Kuyper Th.W. 1987. Radioactief Cesium in fungi. 30(1):8-12.Kuyper Th.W. 1987. Waarom paddestoelnamen veranderen. 30(2):25-30.Kuyper Th.W. en W. Gams. 1987. Veranderingen in de code voor de botanische nomenclatuur. 30(4):79-83.Kuyper Th.W. 1988. zie Jansen, E en --- en M. Veerkamp. 31(4): 77-86.Kuyper Th.W. 1988. zie Vellinga, E.C. en ---. 31(1): 18-21.Kuyper Th.W. 1990. De rol van ectomycorrhiza-schimmels in de nutriëntenkringloop. 33(2):32-37.Kuyper Th.W. 1990. Het geslacht Cortinarius in Nederland - I. Subgenus Dermocybe. 33(1):1-7.Kuyper Th.W. 1991. Kenmerkenevaluatie in de systematiek van fungi. 34((1):13-21.Kuyper Th.W. 1992. Determinatiesleutels. 35(2):48-54.Kuyper Th.W. 1992. zie Bas, C.en ---. 35(4): 109.

Page 25: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 25

Kuyper Th.W. en Termorshuizen, A. J. . 1995. Oecologie van paddestoelen en schimmels: Een inleiding . Deel 1. 38(1): 35-40

Kuyper Th.W. en Termorshuizen, A. J. . 1995. Oecologie van paddestoelen en schimmels: Een inleiding . Deel 2. 38(2): 87-91

Kuyper Th.W. en Dam N. 1998. Hoe raak ik thuis in Cortinarius? - I. 41(4): 216-226Kuyper Th.W. 1999. Bij de honderdste verjaardag van dr. A.F.M. Reijnders. 42(4): 207-208Kuyper Th.W, Dam N. 2000. Het geslacht Cortinarius in Nederland - III subgenera Cortinarius en Leprocybe -.

43(1): 11-22Kuyper Th.W. 2003. Te veel ectomycorrizapaddestoelen? 46(2):66-68.Kuyper Th.W. 2003. Verspreiding door sporen. De wind waait waarheen hij wil. 46(4):198-200.Kuyper Th.W. 2003, zie Dam, N. & Kuyper Th.W.Kuyper Th.W. 2004, zie Dam, N. & Kuyper Th.W.Kuyper Th.W. 2004. Ecosysteemeffecten van schimmelkwekende termieten. 47(2):52-55.Kuyper Th.W. 2004. Mycorrhizavormende schimmels en orchidee‰n. 47(4):207-210.Kuyper Th.W. 2004. Sex, bastaarden en exoten. 47(1):22-26.Kuyper Th.W. 2005, zie Dam, N. & Kuyper Th.W.Kuyper Th.W. 2005. Begin eens met... Vezelkoppen (Inocybe) - 2: Voorlopige determinatiesleutel tot de

knobbelsporige Vezelkoppen. 49(1):11-17.Kuyper Th.W. 2005. Begin eens met... Vezelkoppen (Inocybe). 48(4):201-208.Kuyper Th.W. 2005. Een eenvoudige (?) doch voedzame maaltijd. 48(1):12-15.Kuyper Th.W. 2006. Paddenstoelen tellen. 49(2):91-94.Kuyper Th.W. 2007. Ectomycorrhizavormende ascomyceten. 50(4):171-176.Kuyper Th.W. 2007. Vliegenzwammen determineren. 50(1):39-41.Kuyper Th.W. 2008. Paddenstoeleneilanden. 51(2):72-75.Kuyper Th.W. 2008. Zuurminnend en zuurmakend. 51(1):24-26.Kuyper Th.W. en Noordeloos M.E. 2008. De Nederlandse Mycologische Vereniging 100 jaar ? Een terugblik op

de toekomst en een blik vooruit. 51(4):158-162.Kuyper Th.W. 2009, zie Dam & Kuyper Th.W. Kuyper Th.W. 2009. Een nieuwe Rode Lijst van paddenstoelen in Nederland. 52(2):116-119. Kuyper Th.W. 2009. Het nut van paardenhaarzwammen. 52(1):24-26. Kuyper Th.W. 2010. De klank van witrot. 53(4):186-189. Kuyper Th.W. 2011, zie Dam & Kuyper Th.W. Kuyper Th.W. 2012, zie Vellinga E. & Kuyper Th.W. Kuyper Th.W. 2012. Wie het eerst komt ... (deel 16 in de serie over ecologie van paddenstoelen). 55(1):1-6. Kuyper Th.W. 2013. Fossiele ectomycorrhiza. 56(1):26-29. Kuyper Th.W. 2015. Nieuwe inzichten in de levenswijze van wasplaten. 58(1):10-18. Kuyper Th.W. 2003. Onverwachte concurrenten. 46(1):3-5.Kuyper Th.W., Vellinga E. 2015. Paddenstoelengeslachten in het moleculair-fylogenetische tijdperk - nieuwe

inzichten of nieuwlichterij? 58(4):207-226. Kuyper Th.W., Nuytinck J., Putte A. van der en Steeman R. 2016. Nederlandse namen van paddenstoelen.

59(2):81-89. Kuyper Th.W. 2017. Het soortbegrip in de mycologie. 60(2):68-76. Kuyper Th.W. en Schreurs J. 2017. In memoriam Walter Gams (1934-2017). 60(3):116-117. Kuyper Th.W. 2017. In memoriam Huub van der Aa (1935-2017). 60(3):118-119. Kuyper Th.W. 2018. Truffelseks: waar zijn de mannen? 61(2):71-74. Kuyper Th.W. 2018. Paddenstoelen zoeken. 61(3):170-172. Kuyper Th.W. 2018. De donkere kant van de gordijnzwam. 61(4):200-204. Kuyper Th.W. 2018. De gevaren van de Bleke franjehoed. 62(1):27-30. Kuyper Th.W. 2019. Hoe scherp is het onderscheid tussen saprotrofe en ectomycorrhizavormende

paddenstoelen? 62(2):89-96. Kuyper Th.W. 2019. Paddenstoelen als regenmakers. 62(3):159-162. Laan H.F. van der. 1970. De verspreiding van Hirneola auricula-judae in Nederland. 14(5):116-10.Laan H.F. van der. 1971. Studie van de versrpeiding van Schizophyllum commune. 15(1):18-19. Laan H.F. van der. 1972. Stereum rameale. 15(5):139-140. Laan H.F. van der. 1972. Is Fomes fomentarius in Nederland minder zeldzaam aan het worden? 15(6):156-158. Laan H.F. van der. 1973. Lentinus adhaerens weer in ons land waargenomen. 16(3):76-77. Laan H.F. van der. 1973. Een morchelloide vorm van Clitocybe nebularis. 16(4):95-99.

Page 26: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 26

Laan H.F. van der. 1974. Peniophora eriksonii in Nederland. 17(2):44-46. Laan H.F. van der. 1975. Poria lindbladii (= P. cinerascens), een resupinate gaatjeszwam met in basen oplosbare

hyphen. 18(4):102-106. Laan H.F. van der. 1977. Schizophora phellinoides in Nederland. 20(2):33-35. Laan H.F. van der. 1978. Komt Stereum subtomentosum in ons land ook buiten de IJsselmeerpolders voor?

21(2):33-35. Lammers H. 1990. Cejpomyces terrigenus, een zeldzame Europeaan. 33(3):75-76.Lammers H. 1990. Een merkwaardige groeiplaats van de Olieboltruffel Hydnotria michaelis. 33(2):51.Lammers H. 1990. Plankenkoorts door Hyphoderma deviatum. 33(1):11-12.Lammers H. 1990. Pseudomerulius aureus in Nederland. 33(4):101-102.Lammers H. 1990. Toevallige ontmoeting met Lachnella alboviolascens en L. villosa. 33(4):103-106.Lammers H. 1992. Een merkwaardige afwijking van Cotylidia undulata. 35(3): 91-94.Lammers H. 1993. Nederlandse mycoflora opnieuw verrijkt met een soort uit de Stiphoutse bossen. 36(1):21-22Lammers H. en Raaijmakers, L. 1994. De Stiphoutse bossen; Het mycologisch onderzoek in kort bestek. 37(3):

104-113,125-135Lammers H. 1995. Nader bezien: Phanerochaete martelliana uit het Helmondse. 38(1): 33-34Lammers H. 1995. Warme zomer brengt subtropische Conocybe. 38(3): 135Lammers H. 1997. Verslag "korstjes"- weekend 30 november/1 december 1997. 40(2): 135-136Lammers H. 2004. Aanvulling (op de ?Uitbreiding namenlijst voor Aphyllophorales en Phragmobasidio-

myceten?). 47(1):35.Lammers H., Raaijmakers L., Hooff H. van 2005. Beekdalmycolfora in het Coovels Bos. 48(4):191-196.Lammers H., Lammers H., Lammers H. 2007. Uitbreiding Nederlandse namenlijst voor ascomyceten. 50(4):192-

227.Lammers H. 2011. Hoe heter hoe beter! 54(2):71-82. Lammers H., Boudewijns Th. 2012. Een vlammende start loopt met een sisser af! Brand op de Strabrechtse

heide van augustus 2010 - deel 2. 55(2):75-79. Lammers H. 2013, zie Raaijmakers, Hooff & Lammers H. Lammers H., Boudewijns Th. 2013. Ontwikkelingsproces nog niet opgebrand! Strabrechtse heide - 3. 56(3):146-

148. Lammers H., Hooff H. van, Boudewijns Th. en Raaijmakers L. 2015. Jeneverbes, een bikkel! 59(1):1-10. Lammers H. 2016, zie Hooff H., Lammers H., Raaijmakers L. en Boudewijns Th. Lammers H., Hooff H. van, Raaijmakers L. en Boudewijns Th. 2016. Onbekend maakt onbemind, maritieme en

stuarine fungi op de (zand)korrel genomen. 59(3):141-143. Langevoord-Dul H.J.W. 1967. Pycnoporus cinnabarinus. 13(5):92. Lelieveld M. 2000. De Kelder . 43(3):148-149Lelieveld R. en Tjallingii F. 1977. Symbolae Mycologicae Gelriae (Mycologische bijdragen uit Gelderland 1975 en

1976). 20(4):93-103. Lelieveld R. en Tjallingii F. 1979. Symbolae Mycologicae Gelriae II. 22(3):70-76. Leusink, L. 1995. De levensduur van paddestoelen. 38(3) 106-114Libbenga K.R. 1957. Kleine parade: nogmaals Agaricus bernardii. 4(1):8. Ligny, W. de. 1998. Wat U moet weten van tekenbeten en van Lyme-ziekte. 41(3):191Ligtenberg F.K. 1990. zie Cate R. ten en---. 33(3):81-83.Ligtenberg F.K. 1991. zie Cate R.S. en ---. 34(3):76-79.Ligterink W.G. 1989. Erinella aeruginascens was de naam. 32(2): 21-23.Ligterink W.G. 1996. Drie interessante vondsten in Twente. 39(1): 15-17Ligterink W.G. 2006. Toverchampignon in een varkensstal. 49(2):104.Linde S. van der, Noordeloos, M.E. 2005. Hoe raak ik thuis in de boleten ? 5: Het Eekhoorntjesbrood en

verwanten (Boletus sectie Boletus). 48(2):59-75.Loerakker, W. 1984. zie Stalpers, J.A. en ---. 27(4): 74-81.Lomas, S. 1999. Verslag verenigingsweekend 6-8 november 1998 Nieuw-Haamstede, Westerschouwen. 42(2):

118-121.Maas Geesteranus R.A. 1954. Van levende boleet tot dood herbarium exemplaar. 1(1-3):17-18. Maas Geesteranus R.A. 1954. Mycologisch nieuws 1-5. 1. Sporekleur afhankelijk van milieu? 2. Coolia odorata

als emigrant. 3. Coprinus atramentarius var. acuminatus. 4. Coprinus ephemerus en verwante soorten. 5. Fomes officinalis. 1(4):22-25.

Maas Geesteranus R.A. 1954. Waar moet ik op letten? 1(4):28. Maas Geesteranus R.A. 1954. Belangrijke kenmerken in het geslacht Agaricus. 1(5):31-33.

Page 27: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 27

Maas Geesteranus R.A. 1955. Sclerotinia-soorten op Cyperaceae en Juncaceae. 2(1):4-5. Maas Geesteranus R.A. 1955. Mycologisch nieuws 6-10. 6. Lactarius deliciosus en verwante soorten. 7.

Marasmius alniphilus, M. rotula, M. wettsteinii. 8. Hypocrea latizonata. 9. Merulius lacrymans, M. tignicola. 10. Inocybe globocystis. 2(1):6-8.

Maas Geesteranus R.A. 1955. Mycologisch nieuws 11-13. 11. Over Morchella-soorten. 12. Selenaspora batava. 13. Taphrina. 2(2):15-16.

Maas Geesteranus R.A. 1955. Onze gesteelde Hydnums. 2(4):27-31. Maas Geesteranus R.A. 1956. Bij de 50e verjaaardag van de Deense Mycologische Vereniging. 3(1):6-7. Maas Geesteranus R.A. 1956. Op zoek naar Cyphella's. 3(3-4):30. Maas Geesteranus R.A. 1957. Mycologisch nieuws 14-15. 14. Stropharia aeruginosa en S. cyanea. 15.

Sarcodontia crocea (Mycoacia setosa). 4(4):35-36. Maas Geesteranus R.A. 1957. Kleine parade. Fistulina hepatica, Vergiftiging door Lactarius deliciosus, Lactarius

piperatus en zijn dubbelganger. 4(4):35. Maas Geesteranus R.A. 1957. Mycologisch nieuws 16. Xerocomus parasiticus en X. astraeicola. 4(5):44. Maas Geesteranus R.A. 1959. Mycologisch nieuws 17. Pluteus leoninus. 6(1):3. Maas Geesteranus R.A. 1959. Catalogus van de bibiliotheek (tijdschriften). 6(4):30. Maas Geesteranus R.A. 1960. determineren - met welk werk? (determineerliteratuur gerangschikt naar

geslacht). 6(5-6):44. Maas Geesteranus R.A. 1960. Nog eens van Fungus naar Persoonia. 6(5-6):54. Maas Geesteranus R.A. 1960. Mycologisch nieuws 18-19. 18. Blinde darm-fungi. 19. Nogmaals Disciseda

candida. 6(5-6):55-56. Maas Geesteranus R.A. 1960. Een monstruositeit bij Phallus impudicus. 7(3):27. Maas Geesteranus R.A. 1960. Het tweede Europese mycologische congres te Praag. 7(4):38. Maas Geesteranus R.A. 1961. Het geslacht Pustularia in ons land (met tabel). 8(1):4-7. Maas Geesteranus R.A. 1962. Een illusie minder (rectificatie op p. 47). 9(1-2):22-23. Maas Geesteranus R.A. 1962. Bijzondere vondsten. 1. Monilia baccarum. 9(3-4):38. Maas Geesteranus R.A. 1962. Nog eens Melachroia xanthomela. 9(3-4):46. Maas Geesteranus R.A. 1962. Kartering van fungi. 9(5):66. Maas Geesteranus R.A. 1962. Bijzondere vondsten II. Sarcoscypha coccinea. 9(6):77. Maas Geesteranus R.A. 1964. Opsporing en voorgeleiding verzocht van 1. Botryotinia calthae, 2. Botryotinia

ficariarum. 10(4-5):69. Maas Geesteranus R.A. 1965. Paddestoelen en kevers. 12(1-2):20-22. Maas Geesteranus R.A. 1966. Sarcoleotia platypus. 12(3-5):44-47. Maas Geesteranus R.A. 1966. Pezizales opsturen! 12(3-5):62. Maas Geesteranus R.A. 1967. Verspreidingskaartje Amanita. 3(5):87. Maas Geesteranus R.A. 1967. Een parasiet op Russula. 13(5):101-102. Maas Geesteranus R.A. 1968. Een zeldzame Pyrenomyceet, Camarops polysperma. 13(6):121-123. Maas Geesteranus R.A. 1968. Een nieuwe bewoner van de duinen, Bovista limosa. 14(1):6-7. Maas Geesteranus R.A. 1970. Pezizale aanvullingen. 14(5):121-122. Maas Geesteranus R.A. 1970. Helvella macropus met wrattige sporen. 14(6):151-152. Maas Geesteranus R.A. 1970. Wat in het vat is ... 14(6):152. Maas Geesteranus R.A. 1971. Gasteromyceten van Nederland. 15(3):49-92. Maas Geesteranus R.A. 1972. Een kaartindex op Coolia. 15(4):100. Maas Geesteranus R.A. 1972. Een nieuwe Stekelzwam voor ons land, Hydnellum mirabile. 15(6):144-145. Maas Geesteranus R.A. 1973. Coolia onder de loep. 6(1,2):21-27. Meijer A. de 1976. Kartering van paddestoelen in Zeeuws-Vlaanderen. 19(2):54. Mervielde H., Stalpers, J. A. 1998. Aleurodiscus canadensis, nieuw voor Europa. 41(3): 144-147Mervielde H. 2000. Ceriporiopsis subvermispora en Trechispora hymenocystis: nieuw voor Nederland. 43(3):

156-159Mervielde H. 2000. Enige aantekeningen over het geslacht Exobasidium Woronin (Bladgast) in Belgie en

Nederland 1. 43(4): 189-193Mervielde H. 2000. Uit de werkgroepen - een weekend sprokkelen in de Ardennen. 43(1): 40-41Mervielde H. 2001. Enige aantekeningen over het geslacht Exobasidium Woronin (Bladgast) in Belgie en

Nederland 2. 44(1): 1-11Meurs B. (red). 2010. De buitenlandse werkweek 2009 in Bollendorf. 53(3):135-141. Meurs B. (red). 2016. Record-droge buitenlandse werkweek 2015 in de Vogezen. 59(2):62-72).

Page 28: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 28

Millanes A.M., Zamora J.C., Keizer P.-J. en Wedin M. 2018. Nieuwe inzichten in de Tremellomycetes. 61(1):33-49.

Moens J. 1971. Ganoderma applanatum en gallen. 15(2):25-34. Molen M. van. 2008. In het zonnetje: Ger van Zanen, ongebreideld enthousiasme. 51(4):230-234.Moore, D. 1999. Monkeys, whales and mushrooms - Bert Reijnders' guiding light. 42(4): 210-216Morgado L.N. 2015, zie Noordeloos M.E. & ---. Nauta M.M. 1986. De in Nederland voorkomende Leemhoeden ( Agrocybe ). 29(2):36-43.Nauta M.M. 1988. Verslag van de Floradag 1988. 31(3):50-57.Nauta M.M. 1989. Nogmaals Erinella "aeruginascens". 32(4):89-90.Nauta M. M. en E.C. Vellinga,. 1989. Het project 'Voorlopige verspreidingsatlas van Macrofungi in Nederland.'.

32(4): 90-91.Nauta M.M. en E.C. Vellinga, 1989. Het project 'Voorlopige verspreidingsatlas van Macrofungi in Nederland'.

32(4):90-91.Nauta M.M. en L.M. Jalink, 1990. Disciseda bovista:een tweede vindplaats in de duinen van Meyendel.

33(4):108.Nauta M.M. 1992. Begin eens met ... Het Fluweelpootje. 35(1):25-27.Nauta M.M. 1992. zie Vellinga, E.C. en ---. 35(4):112-118.Nauta M. M. 1993. Begin eens met...Het Meniezwammetje. 36(1): 25-29Nauta M. M. 1993. Xylaria oxyacanthae. 36(1): 30Nauta M. M. en Vellinga, E. C. 1993. Paddestoelen verzamelen, teken en lyme-ziekte. 36(3): 95-97Nauta M. M. en Vellinga, E. C. 1994. Zwammen van Arnhem tot Wageningen. 37(1): 23-27Nauta M. M. 1997. Agaricus sectie Arvensis - Een voorlopige sleutel tot de taxa in Nederland en aangrenzende

gebieden. 40(3): 168-171Nauta M. M. 1998. In Coolia van toen: Agaricus vaporarius - na 25 jaar. 41(2): 90-93Nauta M.M. 2003, zie Jalink & Nauta M.M.Nauta M.M., Enzlin R.A.F. 2003. Trochila in de tuin, de putdekselpolka. 46(3):138-141.Nauta M.M. 2004. Mollisia en verwanten in Nederland. 47(1):8-11.Nauta M.M. 2005. Lenzites warnieri, al jaren present. 48(3):171.Nauta M.M., Immerzeel G. 2005. Het verenigingsweekend op Texel, 5-7 november 2004 ? Waar was u?

48(2):44-47.Nilsen K.E. 2010. Paarse dennezwam (Trichaptum abietinum) vaker in combinatie met Grauwroze dennezwam

Skeletocutis carneogrisea). 53(3):153-156. Noordeloos M.E. 1973. Een interessante vondst op Texel. 16(3):55-58. Noordeloos M.E. 1976. Onderzoek aan het Rijksherbarium 1. Een revisie van Rhodophyllus. 19(2):55-56. Noordeloos M.E. 1977. Over voorjaars-Rhodophylli. 20(2):49-54. Noordeloos M.E. 1977. Mycenastrum corium, een nieuwe Gasteromyceet voor Nederland. 20(3):75-79. Noordeloos M.E. 1978. Een mycologisch weekeinde op Mon (Denemarken). 21(1):19-23. Noordeloos M.E. 1978. Rhodophyllus sectie Aprilis in Nederland. 21(2):50-52. Noordeloos M.E. 1980, zie Jansen A.E. en Noordeloos M.E. 23(1):2-9. Noordeloos M.E. 1981. Over de mycoflora van het Zwanewater. 24(2):37-52. Noordeloos M. E. 1983. Marasmius Capillipes, nieuw voor Nederland. 26(1): 8-10.Noordeloos M. E. 1983. Systematiek en verspreiding van Marasmiellus in Nederland. 26(2): 33-45.Noordeloos M. E. 1983. zie Kuyper, Th. W. en---. 26(4): 131-135.Noordeloos M. E. 1984. Over twee bijzondere Satijnzwammen van Terschelling. 27(3):60-63.Noordeloos M. E. 1984. Terugblik op het Jubileumjaar. 27(1):1-3.Noordeloos M. E. 1989. Bijzondere waarnemingen en vondsten. 32(2): 30-31.Noordeloos M.E. 1989. Een interessante inzending op de Plantenziektenkundige Dienst. 32(2):31.Noordeloos M. E. 1990. Bijzondere waarnemingen en vondsten. 33(1):16-18.Noordeloos M. E. 1990. Bijzondere waarnemingen en vondsten. 33(2):51-53.Noordeloos M. E. 1990. Bijzondere waarnemingen en vondsten. 33(4):108.Noordeloos M. E. 1990. Mycologische Verenigingen en hun tijdschriften 1. 33(1):19-20.Noordeloos M. E. 1990. Mycologische Verenigingen en hun tijdschriften 2. 33(2):50.Noordeloos M.E. 1990. Mycologische verenigingen en hun tijdschriften 4. 34(3):87-88.Noordeloos M. E. 1990. Mycologische Verenigingen en hun tijdschriften 3. 33(4):107.Noordeloos M. E. 1990. Satijnzwammen: Een leuk studieobject ?. 33(1):13-16.Noordeloos M. E. 1991. Bijzondere waarnemingen en vondsten. 34(1):26-27.Noordeloos M. E. 1991. Mycologische Verenigingen en hun tijdschriften 4. 34(3):87-88.

Page 29: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 29

Noordeloos M. E. 1992. Begin eens met .. Voorjaarssatijnzwammen. 35(2):54-59.Noordeloos M. E. 1993. Mycologische verenigingen en hun tijdschriften. 36(2):57-59.Noordeloos M. E. 1994. Begin eens met...Het Wieltje. 37(1): 28-31.Noordeloos M. E. 1994. Notities over de Strophariaceae 1: De soorten van Stropharia sectie Mundae in

Nederland. 37(3): 88-96.Noordeloos M. E. 1995. Begin eens met...Een meeldauwschimmel. 38(3): 136-140.Noordeloos M. E. 1996. Notities over de Strophariaceae 2. De indeling in geslachten. 39(1): 21-33.Noordeloos M. E. 1996. Notities over de Strophariaceae 3. De Meststropharia en verwante soorten in

Nederland. 39(3): 148-153.Noordeloos M. E. 1997. De Groenwitte berkeboleet, Leccinum cyaneobasileucum, nieuw voor Nederland.

40(1): 23-29.Noordeloos M. E. 1997. Hoe raak ik thuis in de melkzwammen?. 40(3): 172-187.Noordeloos M. E. 1997. Nogmaals het Slijmrandkaalkopje en de Grote vlekplaat. 40(1): 64.Noordeloos M. E. 1998. In Coolia van toen; Hoe het de ruitertjes verging - 25 jaar later. 41(4): 243-245.Noordeloos M. E. 1999. A.F.M. Reijnders en de NMV. 42(4): 219-221.Noordeloos M. E. 1999. Hoe raak ik thuis in de Ridderzwammen?. 42(3): 163-182.Noordeloos M. E. 2000. Hoe raak ik thuis in de boleten- 1 : kenmerken en indeling. 43(1): 1-10.Noordeloos M. E. 2000. Hoe raak ik thuis in de Boleten- 2. Van Koeienboleet tot Krulzoom. 43(2): 75-98.Noordeloos M. E. 2001. Hoe raak ik thuis in de boleten - 4. Van Peperboleet tot Schubbige boleet: de

'kleinere'geslachten van de Boletaceae en Strobilomycetaceae. 44(1): 12-18.Noordeloos M.E. 2003. Schimmels en hun pseudoniemen: de naamgeving van anamorfe en teleomorfe stadia.

46(1):29-32.Noordeloos M.E. 2004. Notities over Pholiota naar aanleiding van de Europese monografie van Jan Holec.

47(2):99-105.Noordeloos M.E. 2005, zie Linde & Noordeloos M.E.Noordeloos M.E., Wouda H.A. 2005. Een rijke groeiplaats van de Blauwe molenaarsatijnzwam. 48(1):17-18.Noordeloos M.E., Zanen G. van. 2005. De Ruige ridderzwam in de Flevopolder. 48(1):18-19.Noordeloos M.E. 2006. Een nieuwe Fluweelboleet voor Nederland. 49(3):160-161.Noordeloos M.E. 2006. Hoe raak ik thuis in de Boleten - 6: Sleutel tot de geslachten van de Boletales in

Nederland. 49(2):67-69.Noordeloos M.E. 2007. Hoe raak ik thuis in de Boleten - 7: De Fluweelboleten (Xerocomus) van Nederland.

50(1):1-20.Noordeloos M.E. 2008, zie Kuyper & Noordeloos M.E.Noordeloos M.E. 2010. Hoe raak ik thuis in de Boleten - 8: De Roodporieboleten (sectie Luridi). 53(2):53-71. Noordeloos M.E. 2011, zie Verbeken & Noordeloos. Noordeloos M.E. 2012, zie Boomsluiter, Noordeloos , Arnolds & Plate. Noordeloos M.E, Boomsluiter M., Plate C. 2013. Nieuwsbrief paddenstoelenmeetnet - 14. 56(4):161-174. Noordeloos M.E, Boomsluiter M., Plate C. en Strien A. van. 2014. Hokken in de duinen: medewerking gevraagd.

57(3):161-164. Noordeloos M.E. 2014, zie Boomsluiter, Noordeloos en Verweij. Noordeloos M.E. 2015, zie Vaessen, Noordeloos en Snater. Noordeloos M.E., Morgado L.N. 2015. De Blauwe molenaarssatijnzwam in een nieuw daglicht. 58(1):41-47. Noordeloos M.E., Boomsluiter M, Verweij R. 2015. Nieuwsbrief paddenstoelenmeetnet - 16. 58(4): 176-190. Noordeloos M.E., Dam N., Schollaardt Chr. 2016. Wat doen we met de C van Collectie? 59(3):166-167. Noordeloos M.E. 2016, zie Boomsluiter, Noordeloos, Verweij en Van Strien. Noordeloos M.E. 2016, zie Vis E. en Noordeloos. Noordeloos M.E. 2017. Pholiota cerifera, de Wilgenbundelzwam in Nederland. 60(1):41-43. Noordeloos M.E. 2017, zie Vaessen A., Noordeloos M.E., Verweij R. en Strien A. van. 60(3):184-187.Noordeloos M.E. 2017, zie Vaessen A., Noordeloos M.E., Verweij R. en Strien A. van. 60(4):193-212. Noordeloos M.E. 2018. In memoriam Dr. Jo van Brummelen. 61(1):2Noordeloos M.E. 2018. Oproep: Aandacht gevraagd voor voorjaarssatijnzwammen. 61(2):67-70. Noordeloos M.E. 2018. Satijnzwammen onder de moleculaire loep: een nieuwe kijk op de zaken? 61(3):147-

159. Noordeloos M.E. 2018, zie Vaessen A., Noordeloos M.E., Verweij R. en Strien A. van. 61(4):180-190. Noordeloos M.E., Nuytinck J. en Dima B. 2019. Nieuws van het barcoderingsproject - over boleten, krulzomen

en satijnzwammen. 62(3):127-140. Noordeloos M.E. 2019, zie Vaessen A., Noordeloos M.E., Verweij R. en Strien A. van. 62(4):178-192.

Page 30: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 30

Nuytinck J. 2016, zie Kuyper Th. W., Nuytinck J., Putte A. van der en Steeman R.Nuytinck J. 2019. Ectomycorrhizapaddenstoelen en de evolutie van hun gastheerspecificiteit. 62(2):97-101. Nuytinck J. 2019, zie Noordeloos M.E., Nuytinck J. en Dima B. 62(3):127-140. Nuytinck J. 2020, zie Jagers M. en Nuytinck J. 2020. Suikermycena's op hazelnoten. Hoe houd je ze uit elkaar?

63(1):25-33. Oei P. 2008. Het gebruik van paddenstoelen. 51(4):213-221.Oolbekkink G.T. en W.E. van Duin, 1988. De taxonomische betekenis van de hoed-huidtypen in Xerocomus.

31(1):1-11.Oorde K. van. 2014. Verstekeling steekt na bijna 2 jaar de kop(pen) op. Bijzondere waarnemingen en vondsten.

57(3):150. Oort A.J.P. 1967. Ups en downs bij sporenverspreiding. 13(4):77-79. Oort A.J.P. 1971. Lactariussoorten in reincultuur. 15(1):15-16. Oort A.J.P. 1975. Zekerheden en puzzels binnen de lactarius deliciosus groep. 18(3):85-88. Osieck E. 2012. Antrodia carbonica, een nieuwe soort voor Nederland en Europa. 55(4):175-181. Osieck E, Bruggeman-Nannenga I. 2012. Rond Maas en Waal. Verslag Cristella-weekend Dieden, 15-17 april

2011. 55(1):13-19. Osieck E, Bruggeman-Nannenga I, Veerkamp M. 2012. In de Utrechtse kleibossen. Verslag Cristella-weekend

Lage Vuursche, 4-6 november 2011. 55(3):105-116. Osieck E., Putte A. van der. 2014. Cristella Texel, 22-24 november 2013. 57(3):139-149. Osieck E. 2015, zie Van der Putte en Osieck. Osieck E., Koopmans D. 2015. Nieuwe kernzwammen met joekelsporen: Pleomassaria carpini en

Splanchnonema quercicola. 59(1):33-37. Osieck E. 2016. Nieuwe en bijzondere soorten. 59(3):165.Osieck E. 2016. Nieuwe en bijzondere soorten. 59(4):201-202. Osieck E. 2017. Nieuwe en bijzondere soorten. 60(1):44-46. Osieck E. 2017. Meniezwammetjes op pyrenomyceten. 60(2):101-103. Osieck E. 2017. Nieuwe en bijzondere soorten. 60(2):104. Osieck E. 2018, zie Putte A. van der en Osieck E. (red). 61(1):50-59. Osieck E. 2018. Nieuwe en bijzondere soorten. 61(2):109-111. Osieck E. 2018. Twee nieuwe korstkogelzwammen voor Nederland: Eutypa leptoplaca en Eutypa polycocca en

een sleutel voor de West-Europese Eutypa-soorten. 61(4):191-199. Osieck E. 2019. Nieuwe en bijzondere soorten. 62(2):111-113. Osieck E. 2019. Nieuwe en bijzondere soorten. 62(3):173-175. Oud M. 2008. De Molendijk te Oterleek. 51(1):9-13.Oud M. 2009. De paddenstoelen van de dijken om de Vereenigde Harger- en Pettemerpolder. 52(2):77-83. Oud M. 2009. Het voorkomen van de Roodnetboleet (Boletus rhodoxanthus) in Nederland. 52(1):18-23.Oud M. 2010. Het relaas van drie bijzondere paddenstoelenlanen. 53(2):85-93. Oud M., Dam N. 2010. De gordijnzwam van Schier. 53(2):82-84. Oud M. 2011. Een eigenaardige vondst van Agaricus bernardii (Quel.) Sacc. Bijzondere waarnemingen en

vondsten. 54(1):42-43. Oud M. 2012. De zoektocht naar paddenstoelenrijke dijken in Noord-Holland. 55(3):139-144. Oud M. 2013. Een ketting van kroonjuwelen? De stelling van Amsterdam als groeiplaats voor zeldzame

graslandpaddenstoelen. 56(3):123-128. Oud M. 2014. De binnenlandse werkweek in Schoorl 1-8 november 2013. 57(2):83-97. Oud M. 2014. Eilandhoppen in de Eilandspolder. 57(2):69-73. Oud M. 2014. Zo kan het ook! Kweken op hout of delen van planten. Bijzondere waarnemingen en vondsten.

57(4):193-194. Ozinga F. 2006. De Blauwgrijze schorsmycena, een boeiende onbekende. 49(4):173-177.Ozinga W. 1995. Coprinus sclerotiger, nieuw voor Nederland. 38(1): 17-19Ozinga W. 2018, zie Veerkamp M., Brouwer E. en Ozinga W.Ozinga W. 2019. Nieuws van de European Council for the Conservation of Fungi (ECCF). 62(4):233-234. Pegler D.N. 1973. Ontwikkeling en structuur van de basidiospore bij Agaricales. 16(3):49-53. Perini C., Dahlberg A., Fraiture A. 2008. Bescherming en kartering van macrofungi in Europa ? De

ontwikkelingen van de afgelopen 10 jaar. 51(4):181-195.Peter M. 2006, zie Egli, ---, Buser, Stahel & Ayer.Piepenbroek H., zie Piepenbroek-Groters & Piepenbroek H.

Page 31: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 31

Piepenbroek-Groters C., Piepenbroek H. 2008. Windesheim tichelgatengebied. Paddestoelenwaarnemingen in 1997. 51(2):49-71.

Plaats-Niterink A.J. van der. 1970 Voortplanting in het geslacht Pythium. Lezing Mycologendag 21 feb. 1970. 14(6):157-158.

Plate C. 2003, zie Arnolds, Veerkamp & Plate C.Plate C. 2010, zie Veerkamp, Arnolds & Plate C. Plate C. 2011, zie Arnolds, Boomsluiter & Plate C. Plate C. 2012, zie Boomsluiter, Noordeloos, Arnolds & Plate C. Plate C. 2013, zie Noordeloos, Boomsluiter & Plate C. Plate C. 2014, zie Noordeloos, Boomsluiter, Plate C. en Van Strien. Ploeg N. van der. 2006, zie Tooren, --- & Dirks.Poel W.W. van der. 1981. De myxomyceten verzameld op de landgoederen Clingendael en Oosterbeek.

24(2):52-54. Poel W.W. van der. 1981. Prepareernaald en electrostatische lading. 24(4):107-108. Put, K. van der. 1993. Exidiopsis effusa, Myxarium grilletii en M. subhyalinum, drie interessante

vertegenwoordigers van de Tremellaceae. 36(4): 109-111Putte A. van der (red.). 2007. De excursies in 2006. 50(3):152-164.Putte A. van der. 2008. De excursies in 2007. 51(3):123-134.Putte A. van der (red.). 2009. De excursies in 2008. 52(4):198-216. Putte A. van der. 2009, zie Wassink & Putte A. van der. Putte A. van der. 2010, zie Chrispijn & Putte A. van der. Putte A. van der (red.). 2010. De excursies in 2009. 53(4):189-204. Putte A. van der (red.). 2011. De excursies in 2010. 54(4):167-184. Putte A. van der. 2011, zie Chrispijn & Putte A. van der.Putte A van der. 2011. Noord-Hollands duin. Verslag Cristella weekend Bergen aan Zee, 19-21 november 2010.

54(3):147-156. Putte A van der (red.). 2012. Buitenlandse werkweek Kell am See - 1 t/m 7 oktober 2011. 55(4):182-188. Putte A van der (red.). 2012. De excursies in 2011. 55(4):157-170. Putte A van der (red.). 2014. Cristella-weekend in Rijssen 19-21 april 2013. 57(1):39-46. Putte A van der (red.). 2014. De NMV-excursies in 2012. 57(1):7-26. Putte A van der (red.). 2014. De NMV-excursies in 2013. 57(4):197-213. Putte A van der. 2014, zie Osieck & Van der Putte. Putte A van der (red.). 2015. Duinstruweel en Fladderiep. Verslag van de binnenlandse werkweek 2014.

58(3):139-151. Putte A. van der (red.). 2015. De NMV-excursies in 2014. 58(4):191-205. Putte A. van der, Osieck E. 2015. Cristella aan Zee. 59(1):23-31. Putte A. van der. 2015. Viltig judasoor in beeld 2007-2015. 59(1):39-43. Putte A. van der. 2016, zie Kuyper Th. W., Nuytinck J., Putte A. van der en Steeman R.Putte A. van der (red.). 2016. De NMV-excursies in 2015. 59(4):203-222. Putte A. van der (red.). 2017. Cristellaweekend Nagele 13-15 november 2015. 60(1):23-35. Putte A. van der en Remijn H. 2017. Cristellaweekend Zeeland 18-20 november 2016. 60(3):120-128. Putte A. van der (red.). 2017. De NMV-excursies in 2016. 60(4):219-236. Putte A. van der en Osieck E. (red). 2018. Cristella naar de polderbossen 31 maart-2 april 2017. 61(1):50-59. Putte A. van der en Wassink H. 2018. Cristellaweekend 10-12 november 2017 te Barchem. 61(2):95-108. Putte A. van der (red.). 2018. De NMV-excursies in 2017. 62(1):5-26. Putte A. van der (red.). 2019. De NMV-excursies in 2018. 62(4):214-232. Putte A. van der (red.). 2020. Cristella Bakkeveen, 22-24 maart 2019. 63(1):35-45. Raaijmakers, L., Hooff, H. van, Lammers, H., Leij, L. van der, Kuik, J. van. 1997. Een beekdalbos in Brabant - de

eerste indrukken van een onderzoek in het Coovels bos. 40(1): 8-22.Raaijmakers L. 2004. Een nieuwe vindplaats van de Lenteknotszwam (Clavulinopsis vernalis). 47(4):190-193.Raaijmakers L. 2005, zie Lammers H., Raaijmakers L. en Van Hooff.Raaijmakers L. 2007, zie Lammers H., Raaijmakers L. en Van Hooff.Raaijmakers L., Hooff H. van & Lammers H. 2013. "Niet zomaar een bos..!!" Een waardige afsluiting van ruim 17

jaren onderzoek in het Coovels bos te Helmond. 56(1):13-25. Raaijmakers L. 2015, zie Lammers H., Van Hooff, Boudewijns en Raaijmakers. Raaijmakers L. 2016, zie Hooff H. van, Lammers H., Raaijmakers L. en Boudewijns Th. Raaijmakers L. 2016, zie Lammers H., Hooff H. van, Raaijmakers L. en Boudewijns Th.

Page 32: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 32

Raangs K., Somhorst I. 2006. Het oranje van Spitsbergen. 49(2):95-98.Raangs K. 2008, zie Douwes, Raangs K. & Somhorst.Raangs K., Somhorst I. 2012. Paddenstoelennieuws uit Groningen - I. Groningen in vogelvlucht. 55(2):49-54. Raangs K. 2018, zie Enzlin R.A.F., Somhorst I., Douwes R. en Raangs K.Rammeloo J. 1974. Helvella leucopus en Gyromitra esculenta in Zeeuws-Vlaanderen. 17(1):25. Rammeloo, J. 1997. In memoriam Elly Nannenga-Bremekamp. 40(1): 1-2.Redactie Coolia. 2017. Over paddenstoelenfoto's in Coolia: een reactie van de redactie. 60(1):13-15. Reijnders A.F.M. 1954. Ten geleide. 1(1-3):1-2. Reijnders A.F.M. 1955. Enkele opmerkingen over de mycoflora van het Amsterdamse Bos I. 2(5):38. Reijnders A.F.M. 1955. Enkele opmerkingen over de mycoflora van het Amsterdamse Bos II. 2(6):45. Reijnders A.F.M. 1955. Session 1955 Société Mycologique de France. 2(6):49. Reijnders A.F.M. 1956. Enkele opmerkingen over de mycoflora van het Amsterdamse Bos III. 3(1):3. Reijnders A.F.M. 1956. Mycologisch onderzoek "Schovenhorst" Putten. 3(5):38. Reijnders A.F.M. 1958. De paddestoelen van de Amsterdamse bakstenen grachtmuren. 5(6):37. Reijnders A.F.M. 1959. Nogmaals Pluteus leoninus. 6(2-3):9. Reijnders A.F.M. 1965. De paddestoelenflora der Utrechtse rivierkleibossen. 11(4-6):46-50. Reijnders A.F.M.1966. Enkele mycologische notities 1965 (Gyromitra infula, Russula urens, Stropharia

aurantiaca). 12(3-5):36-41. Reijnders A.F.M. 1967. Vondsten in 1966. Xerocomus prosporus, Lactarius ruginosus en verwanten, Russula

pelargonia. 13(3):38-42. Reijnders A.F.M. 1967. Vondsten in 1966 II. Lepista irina. 13(4):58-60. Reijnders A.F.M. 1968. Terugblik op 1967. 13(6):111-114. Reijnders A.F.M. 1968. Een zeldzame en een voor Nederland nieuwe soort, Ramaria fennica en Lycoperdon

mammiforme. 14(1):2-5. Reijnders A.F.M. 1968. Lactarius torminosus en L. pubescens. 14(1):5. Reijnders A.F.M. 1968. Sterbeckia 6, Jubileumnummer. Ref. 14(1):11. Reijnders A.F.M. 1969. Over Leccinum duriusculum in Nederland. 14(4):87-92. Reijnders A.F.M. 1970. Het velum van Agrocybe aegerita. Lezing Mycologendag 21 feb. 1970. 14(6):157. Reijnders A.F.M. 1973. Agaricus variegatus en Melanoleuca luteolosperma 16(3):58-63. Reijnders A.F.M. 1973. Een witte Pleurotus. 16(3):63-68. Reijnders A.F.M. 1973. Naucoria permixta, een kleine Naucoria die onder wilgen groeit. 16(4):86-90. Reijnders A.F.M. 1979. Enige opmerkingen over de studie van de geschiedenis der mycologie. 22(4):111-113. Reijnders A.F.M. 1982. Analyse van enige vondsten van het najaar 1981. 25(3):68-80. Reijnders A.F.M. 1983. Belangrijke Nederlandse Mycologen en hun relatie met de Nederlandse Mycologische

Vereniging. 26(4): 93-106.Reijnders A.F.M. 1983. Vijf soorten Honingzwammen. 26(2): 29-32.Reijnders A.F.M. 1986. Cortinarius crassus sensu J.Lange in Nederland. 29(1): 10-16.Reijnders A.F.M. 1986. Russula rhodopoda in Nederland. 29(2): 49-51.Reijnders A.F.M. 1987. In memoriam Prof. Dr. A.J.G. Oort. 30(3): 46-47.Reijnders A.F.M. 1987. zie Wisman, J. en ---. 30(1): 13-19.Reijnders A.F.M. 1989. Een interessante Gordijnzwam: Cortinarius inamoenus. 32(1): 6-9.Reijnders A.F.M. 1989. Lactarius fluens , correcties en een aanvulling. 32(4): 88-89.Reijnders A.F.M. 1989. Over Lactarius fluens en enige daarop gelijkende soorten. 32(3): 49-53.Reijnders A.F.M. 1990. Over enige Russula's die gemakkelijk onopgemerkt blijven. 33(2): 38-44.Reijnders A.F.M. en E.C. Vellinga, 1992. Phaeomarasmius horizontalis. 35(3):87-90.Reijnders A.F.M. 1993. Mycena purpureofusca. 36(4): 112-113.Reijnders A.F.M. 1993. Russula lepidicolor. 36(2): 38-40.Reijnders A.F.M. 1994. Rectificatie en aanvullingen. 37(3): 86-87.Reijnders A.F.M. 1995. Onder wilgen. 38(1): 12-16.Reijnders A.F.M. 1997. Russula varia. 40(1): 3-7.Reijnders A.F.M. 1999. Lactarius romagnesii Bon (= L. speciosus (Lange) Romagnesi). 42(2): 61-63.Reijnders A.F.M., Wisman, J. 1999. Cortinarius sordescens Henry, een nieuwe gordijnzwam voor Nederland.

42(4): 224-227.Reijnders J. 1977. Mycena adonis als loofboomepiphyt. 20(4):109-110. Reijnders J. 1979. Over de verschijningsjaren van enkele Clavaroide fungi. 22(1):26-28. Reijnders J. 1982. Stereum subtomentosum ook in West-Nederland. 25(2):54. Reijnders J. 1983. Xylaria oxyacanthae en X. carpophila in het Amsterdamse bos. 26(3): 60-61.

Page 33: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 33

Reijnders J. 1986. Tolzwammen ( Coltricia ) in het Amsterdamse Bos. 29(3): 74-75.Reijnders J. 1992. De werkweek te Ambleteuse, oktober 1991. 35(4): 111-112.Reijnders J. 1995. Muurbekerzwam als kerstzwam. 38(4): 193-194Reijnders J. 1995. Na 13 jaar nog Peperbussen op Elswout. 38(2): 94Reijnders J. 1997. Moederkoren in Amsterdam. 40(4): 242Reijnders J. 2000. 'Parasolmier' op Slanke amaniet . 43(3): 171Reijnders Th. 1998. Verslag van het Mycena-weekend op 5 en 6 oktober 1996. 41(1): 29-33Reijnders Th. 2007. Kolland - Een mycologisch onderschat Utrechts kleibos. 50(2):57-60.Reijnders Th. 2009. Kwintelooijen; een nieuw natuurgebied in de Utrechtse heuvelrug. 52(2):84-86. Reijnders W.J. 1955. Enkele opmerkingen over de mycoflora van het Amsterdamse Bos. 2(5):38-42. Reijnders W.J. 1955. Enkele opmerkingen over de mycoflora van het Amsterdamse Bos II. 2(6):45-47. Reijnders W.J. 1956. Enkele opmerkingen over de mycoflora van het Amsterdamse Bos III. 3(1):3-6. Reinink K. 2011. Een oude grafsteen met een bijzondere paddenstoel. Bijzondere waarnemingen en vondsten.

54(2):68. Remijn H. 1996. Paddestoelen op Amerikaanse vogelkers (Prunos serotina). 39(4): 194-196Remijn H. 1998. Paddestoelenwerkgroep Zeeland: De Buitenplaats Ipenoord. 41(2): 95-96Remijn H. 2001. Viltig judasoor op Walcheren. 44(2): 107-109Remijn H. 2007. Sterrenparadijs. 50(4):177-180.Remijn H. 2017, zie Van der Putte A. en Remijn H. 60(3):120-128.Rijkhoek H. 1955. Lactarius semisanguifluus (een waarneming). 2(2):14-15. Rijkhoek H. 1960. Leuke vondsten. 7(4):39. Rombach M.C. en Samson R.A. 1981. Cordyceps forquignoni, een zeldzame vliegenparasiet. 24(4):91-94. Rommelaars L., Aptroot A. 2003. Mycologisch avontuur in de Kaaistoep ? 1. Twee bijzondere pyrenomyceten.

46(4):175-176.Rommelaars L., Aptroot A. 2004. Camarops lutea, nieuw voor Nederland. Rectificatie op: Mycologisch avontuur

in 'De Kaaistoep' - 1, Coolia 46(4):175-176. 47(1):19.Rommelaars L. 2004. Clavulinopsis vernalis (Lenteknotszwam) en Agrocybe rivulosa (Geaderde leemhoed).

47(4):215-216.Rommelaars L. 2004. Mycologisch avontuur in de Kaaistoep ? 2. Omphalina chlorocyanea, Belonium

incurvatum, Typhula culmigena en Belonopsis excelsior. 47(2):86-89Rommelaars L., Hengstmengel J. 2004. Mycologisch avontuur in de Kaaistoep - 3. Discinella menziesii, het Roze

grondschijfje en Hymenoscyphus bryophilus, het Mosvoetvlieskelkje. 47(4):194-199.Rommelaars L. 2006. Mycologisch avontuur in de Kaaistoep ? 4. Verrassende vondsten in en om pitruspollen.

49(1):18-23.Rommelaars L., Hendrickx H. 2006. Russula melitodes - een nieuwe Russula voor Nederland. 49(3):157-159.Rommelaars L., Arnolds E.J.M. 2007. Mycologie tijdens een hittegolf: Panaeolus antillarum in Nederland.

50(3):145-8.Rommelaars L., Helleman S. 2010. Epichloë baconii, Coronellaria caricinella en Orbilia euonymi, drie nieuwe

soorten en een nieuw genus voor Nederland. 53(4):176-180. Rommelaars L., Dam N. 2013. Een druivenpitje op Maretak. 56(1):35-39. Rommelaars L. 2013. Een mycologische surprise in sinterklaastijd: Galerina similis, nieuw voor Nederland.

56(4):186-188. Rommelaars L. 2013. Mycologisch avontuur in de kaaistoep - 5. Octospora ithacaensis en Orbilia aurantiorubra

na lange tijd weer terug in Nederland. Copromyces bisporus nieuw voor Nederland. 56(3):131-135. Rommelaars L. 2013. Paddenstoelennieuws uit Groningen - II. Eén middag Lauwersmeergebied en vijf nieuwe

paddenstoelen voor Nederland. 56(1):3-10. Rommelaars L. 2014. Een mycologische surprise in sinterklaastijd - 2: Galerina discreta. 57(4):195-196. Rommelaars L. 2014. Tropische verrassing in een orchideeënbloempot: Lactocollybia variicystis D.A. Reid &

Eicker, nieuw voor Nederland. 57(2):79-82. Rommelaars L. 2015. Amanita battarrae (Boud.) Bon, een nieuwe amaniet voor Nederland. 58(2):77-78. Rommelaars L. 2015. Mycologisch avontuur in "De Kaaistoep" - 6. Enkele nieuwe ascomyceten voor Nederland.

58(3):127-134. Roobeek K. 2009. Franjeporiezwam. 52(1):36-38. Roobeek K. 2010. Geoglossum fallax (Fijngeschubde aardtong) en Geoglossum elongatum sporuleren met

kleurloze ongesepteerde sporen. 53(4):167-175. Roobeek K. 2010. Trichoglossum walteri (Berk.) E.J. Durand: nieuw voor Nederland. 53(1):39-42. Roobeek K. 2012. Zwameternieuws. 55(2):65-67.

Page 34: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 34

Roobeek K., Spruijt Th. 2012. De Narcisridderzwam als Stofzaadpartner in de duinen van Kennemerland (Noord-Holland). 55(4):171-174.

Roobeek K. 2013. Heideheksenbezemroest Uredo ericae algemeen in de duinen van Noord-Kennemerland. 56(1):11-12.

Roobeek K. 2013. Het jaar rond ascomyceten op konijnenkeutels. 56(4):175-182. Roobeek K. 2014. Hapalocystis en Splanchnonema platani op zieke plataan. 57(2):74-78. Roobeek K. 2015. Pleophragmia-soorten nieuw voor Nederland. 58(2):79-81. Roobeek K. 2016. Ascomyceten op Bosrank. 59(2):79-80. Roobeek K. 2016. Tulostoma Kotlabae, een nieuwe stuifbal in de duinen. 59(3):112-116. Roobeek K. 2017. Drie varenroesten nieuw voor Nederland. 60(1):20-22. Roobeek K. 2018. Sclerotium Franjeporiezwam (Polyporus tuberaster) 15 jaar. 61(2):85-86. Run L. van. 2015. Algemeen of zeldzaam en de rol van validatie. 58(3):135-138. Ryckeboer N. 2019, zie Jalink L.M., Hendrickx R. en Ryckeboer N. 62(2):81-85.Samson R.A. en Aa H.A. van der. 1973. Het Ascomycetengeslacht Onygena. 16(1,2):30-35. Samson R.A. 1973, zie Stalpers J.A. en Samson R.A. Samson R.A. 1974. Isaria-achtige insectenschimmels. 17(4):88-95. Samson R.A. 1977. Mycologische waarnemingen in Texas. 20(2):38-43. Samson R.A. 1981, zie Rombach M.C. en Samson R.A. Schipper M.A.A. 1970. Een koude-minnende Mucor. Lezing Mycologendag 21 feb. 1970. 14(6):156-157. Schmidt, N. 1997. Caloscypha fulgens (Lentebekerzwam):tweede vondst voor Nederland. 40(3): 195.Schreurs J. 1976. Willinks Weuste bedreigd. 19(2):55. Scheurs J. 1978. De Willinkgs Weuste. 21(2):52-54. Schreurs J. 1982. Leucoagaricus croceovelutinus in Nederland. 25(2):33-38. Schreurs J. 1983, zie Kuyper Th.W. en Schreurs J. 26(3):74-77.Schreurs J. 2017, zie Kuyper Th.W. en Schreurs J. 60(3):116-117Schreurs J. 2018, zie Vaessen A. en Schreurs J. 61(4):205-222. Senn-Irlet, B., 1992. Crepidotus in Nederland. 35(1):1-12.Siebel H. 2011, zie Tooren & Siebel H. Siteur G.H. 1973. Enkele Ascomyceten op koeievla. 16(3):77-79. Slikke, J. van der. 1999. In memoriam Frans Ligtenberg. 42(4): 205-206Snater H. 2007. Vlielandse winterpaddestoelen. 50(2):96.Snater H. 2007, zie F.A. van den Berg en Snater. Snater H. 2015, zie Vaessen, Noordeloos en Snater. Somhorst I., 2003, zie Arnolds, Douwes & Somhorst I.Somhorst I. 2006, zie Raangs & Somhorst I.Somhorst I. 2008, zie Douwes, Raangs & Somhorst I.Somhorst I. 2012, zie Raangs K. & Somhorst I. Somhorst I., Enzlin R., Raangs K. et al. 2013. Paddenstoelennieuws uit Groningen - III "En zo was het!". Verslag

binnenlandse werkweek 2012 te Noordlaren. 56(2):59-96. Somhorst I., Enzlin R. 2015. Paddenstoelennieuws uit Groningen - IV. Methodiek kartering Groningen. 58(1):21-

35. Somhorst I. 2015, zie Enzlin R.A.F. en Somhorst I. Somhorst I. en Veerkamp M. 2017. Paddenstoelennieuws uit Groningen-VI. Twee opvallende

korstkogelzwammen, Hypoxylon subticinense en Hypoxylon Ticinense. 60(3):139-142. Somhorst I. 2018, zie Enzlin R.A.F., Somhorst I., Douwes R. en Raangs K.Somhorst I., Enzlin R. 2019. Paddenstoelennieuws uit Groningen 8 - Cristella Lauwersmeer, 9-11 november

2018. 62(3):145-158. Somhorst I., Veerkamp M. en Dam N. 2020. Öland in het dorre jaar. Verslag van de Buitenlandse Werkweek in

2018. 63(1):3-16. Spier, L., Aptroot, A. 2001. Twee soorten harsbekertjes in Nederland. 44(2): 115-116Spruijt Th. 2012, zie Roobeek & Spruijt Th. Stahel W. 2006, zie Egli, Peter, Buser, Stahel W. 2006 & Ayer.Stalpers J.A. en Samson R.A. 1973. Mykochromie. 16(1,2):36-37. Stalpers J.A. en Vries B.W.L. de. 1974. Pseudotomentella atrocyanea, een zeldzame soort uit de

Jeneverbesstruwelen. 17(4):85-88. Stalpers J.A. 1980. Hypochnella violacea en Lindtneria flava in Nederland. 23(3):69-71. Stalpers J.A. 1982. Het geslacht Jaapia. 25(2):50-53.

Page 35: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 35

Stalpers J.A. en W. Loerakker, 1984. Over Butlerelfia eustacei (Visseoogziekte) en Auriculariopsis ampla. 27(4):74-81.

Stalpers J. Dam, Dam N., Jalink, J. 2008. Heeft de NMV nog toekomst? 51(4):163-167.Stalpers J. 2009. Magische paddenstoelen - een speurtocht naar de goddelijkheid. 52(1):3-6.Steeman, R. 2016, zie Kuyper Th. W., Nuytinck J., Putte A. van der en Steeman R.Steketee J. 2006, zie Fransen & Steketee J.Steketee J. 2006. Zwammen in de ruimte. 49(2):87.Steketee J. 2007. Dia's digitaliseren: scannen of fotograferen? 50(4):181-183.Steketee J. 2010. Fotograferen van microscoopbeelden. 53(4):181-185. Steketee J. 2012. Drie verschillende microscoopcamera's vergeleken. 55(3):117-122. Steketee J. 2013. Fotograferen van kleine objecten met een digitale microscoopcamera. 56(3):137-142. Steketee J. 2016. Het meten van sporen met Piximètre. 59(2):91-94. Stelt, M.E. van der, 1991. zie Dijk, W. van en --- en T.W. de Graaf. 34(2):48-49.Stijve T. 1962. De reuzebovist. 9(1-2):2. Stijve T. 1965. Een chemisch onderzoek van de Grote stinkzwam. 11(4-6):40. Stijve T. 1966. Iets over de geurontwikkeling bij de Grote stinkzwam. 13(2):20-22. Stijve T. 1967. Caesium-137 in paddestoelen. 13(4):70. Stijve T. 1967. Boletus edulis als eetbare paddestoel. 13(4):74-77. Stijve T. 1972. Enige mycologische waarnemingen in de ogeving van Vevey en Montreux, Canton de Vaud

(Wallis), Zwitserland. 15(5):133-135. Stijve T. 1976. Het vergif van de Voorjaarskluifzwam, Gyromitra esculenta. 19(2):46-50. Stijve T. 1980. Enige potentieel giftige elementen in paddestoelen. 23(4):92-108. Stijve T. 1982. Het voorkomen van muscarine en muscimol in verschillende paddestoelen. 25(4):94-100. Stijve T. 1984. Psilocybe semilanceata als hallucinogene paddestoel. 27(2): 36-43.Stijve T. 1985. Een chemische verkenning van het geslacht Panaeolus. 28(4): 81-89.Stijve T. 1994. Avonturen met Clathrus ruber. 37(3): 96-103Stijve T. 1995. Arsenicum in paddestoelen. 38(4): 181-190Stijve T. 1996. Paddestoelen die borium ophopen. 39(2): 101Stijve T. 1996. Stinkzwammen in geuren en kleuren. 39(4): 229-236Stokj A.C. 1967. Thermofiele schimmels. 13(3):50. Strien A. van. 2014, zie Noordeloos, Boomsluiter, Plate en Strien van. Strien A. van. 2016, zie Boomsluiter, Noordeloos, Verweij en Van Strien. Strien A. van. 2017, zie Vaessen A., Noordeloos M.E., Verweij R. en Strien A. van. 60(3):184-187.Strien A. van. 2017, zie Vaessen A., Noordeloos M.E., Verweij R. en Strien A. van. 60(4):193-212. Strien A. van. 2018, zie Vaessen A., Noordeloos M.E., Verweij R. en Strien A. van. 61(4):180-190. Strien A. van. 2019, zie Vaessen A., Noordeloos M.E., Verweij R. en Strien A. van. 62(4):178-192. Strijbosch H. 1972. Mniaecia jungermanniae, een ascomyceet op levende levermossen. 15(4):95-99. (NB voor Sullock Enzlin R.A.F. zie ook Enzlin R.A.F.)Sullock Enzlin R.A.F. 1988. zie Keizer, P.J. en ---. 31(4): 101-109.Sullock Enzlin R.A.F. 1989. zie Chrispijn, R. en ---. 32(3): 53-55.Sullock Enzlin R.A.F. 1991. Bermpje pikken....Verslag van de werkweek 1990 te Vlagtwedde. 34(4): 102-107.Sullock Enzlin R.A.F. 1992. Over de satijnen drempel. 35(1): 15-22.Sullock Enzlin R.A.F. 1995. Over de satijnen drempel 2. 38(3): 131-135Sullock Enzlin R.A.F. 1995. Pas op donkere Elfenschermpjes. 38(2): 68-70Sullock Enzlin R.A.F. 1998. Over de satijnen drempel 3. 41(2): 65-71Sullock Enzlin R.A.F. en Noordeloos, M. E. 1995. Wil het echte Schaapje nu opstaan?. 38(3): 115-116Swart-Velthuyzen, C.M. 1984. zie Jansen, E. en ---. 27(3): 45-50.Swart-Velthuyzen, C.M. en T. A. van den Berg,. 1987. Notities uit de IJsselmeerpolders (3); Heyderia sclerotipes

in Flevoland. 30(2): 31-36.Swart-Velthuyzen, C.M. 1985. Effecten van "zure regen " op de mycoflora. 28(1):1-8.Swart-Velthuyzen, C.M. 1984. Myriosclerotina, zeldzaam of alleen onbekend?. 27(4): 71-73.Taylor A.F.S. 2008. Nieuwe inzichten in de ecologie van schimmels. 51(4):197-212.Termorshuizen A.J. 1984. Honingzwammen gezocht. 27(3):58-59.Termorshuizen A.J. 1985. De Europese Honingzwammen -- Enige aspecten van taxonomie en oecologie.

28(3):64-78.Termorshuizen A.J. 1992. Luchtverontreiniging, schimmels en onderzoek. 35(2): 42-47.Termorshuizen A.J. 1995. Saai grove-dennenbos?. 38(1): 19-28

Page 36: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 36

Termorshuizen A.J. en Bollen, G. J. 1995. Oecologie van paddestoelen en schimmels 2. Inleiding tot de oecologie van de mycorrhizavormende schimmels. 38(3): 141-148

Termorshuizen A.J. en Keizer, P. J. 1996. Oecologie van paddestoelen en schimmels 4. Successie van paddestoelen van Mycorrhizavormende schimmels. 39(3): 157-161

Termorshuizen A.J. 1996. Het twaalfde Europees mycologisch congres. 39(1): 41-42Termorshuizen A.J. 1998. De "Geringde honingzwam". 41(4): 212-215Termorshuizen A.J. en Keizer, P. J. 1999. In memoriam:het Biologisch Station Wijster. 42(2): 64-69Termorshuizen A.J. 2000. Een zware aantasting door Echte tonderzwam. 43(4): 223Termorshuizen A.J. 2003. Een lang cantharellenseizoen. 46(3):142-144.Termorshuizen A.J. 2003. Fraude in mycoland. 46(4):204-205. Termorshuizen A.J. 2003. Gemakkelijk herkenbare plantenparasieten ? I. Phytophthora infestans. 46(3):147-

149.Termorshuizen A.J. 2003. Gemakkelijk herkenbare plantenparasieten. 46(3):145-147.Termorshuizen A.J. 2003. 'Saai grove-dennenbos' opnieuw geïnventariseerd. 46(1):9-24.Termorshuizen A.J. 2004. Gemakkelijk herkenbare plantenparasieten - II. Pycnostysanus azaleae. 47(1):34-35.Termorshuizen A.J. 2004. Gemakkelijk herkenbare plantenparasieten - III. Gymnosporangium fuscum. 47(2):93-

98.Termorshuizen A.J. 2004. Gemakkelijk herkenbare plantenparasieten - IV. Verticillum dahliae. 47(4):200-201.Termorshuizen A.J. 2005. Gemakkelijk herkenbare plantenparasieten - V. Uromyces ficariae, U. dactylidis en

Entoloma ficariae, alsmede enkele verwante soorten op speenkruid. 48(1):21-23.Termorshuizen A.J. 2005. Gemakkelijk herkenbare plantenparasieten - VII. Albugo candida. 48(3):167-168.Termorshuizen A.J. 2005. Gemakkelijk herkenbare plantenparasieten - VIII. Claviceps purpurea. 48(4):211-213.Termorshuizen A.J. 2005. Gemakkelijk herkenbare plantenparasieten - VI. Ochropsora ariae op Bosanemoon.

48(2):105-106.Termorshuizen A.J. 2006. Gemakkelijk herkenbare plantenparasieten - IX. Puccinia allii 49(1):25-26.Termorshuizen A.J. 2006. Gemakkelijk herkenbare plantenparasieten - X. Puccinia malvacearum op Stokroos en

andere kaasjeskruidachtigen. 49(2):102-103.Termorshuizen A.J. 2006. Gemakkelijk herkenbare plantenparasieten - XI. Ustilago maydis op maïs. 49(3): 139-

40.Termorshuizen A.J. 2006. Gemakkelijk herkenbare plantenparasieten - XII. Puccinia komarovi op springzaad.

49(4):184-185.Termorshuizen A.J. 2008. Gemakkelijk herkenbare plantenparasieten - XIII. Pucciniastrum agrimoniae op

Agromonie. 51(2):89-91.Termorshuizen A.J., Boomsluiter M. 2018. Een whatsappgroep voor Jeneverbesroest. 62(1):2-4. Tielenius- van Cleef, A. 2000. Krulhaarkelkzwam (Sarcoscypha austriaca) in Hazerswoude. 43(3): 171-172. Tjallingii-Beukers D. 1972. Paddestoelen van brandplekken. 15(4):111-116. Tjallingii-Beukers D. 1972. Voorzomer excursies 1972. 15(6):162-168. Tjallingii F. en D. 1972. Mycena tintinnabulum in Nederland. 15(4):93-94. Tjallingii F. en Tjallingii-Beukers G. 1974. Werkweek Ambleteuse 1973 (verslag). 17(3):83. Tjallingii F. 1977. Paddenstoelenonderzoek in de IJsselmeerpolders, bericht over 1976. 20(3):82-86. Tjallingii F. 1977, zie Lelieveld R. en Tjallingii F. Tjallingii F. 1978. Invloed van pulkken op mycoflora. 21(4):105-116. Tjallingii F. 1979, zie Lelieveld R. en Tjallingii F. Tjallingii F. en D. Tjallingii-Beukers, 1983. De IJsselmeerpolders, een paddestoelenparadijs. 26(4):121-130.Tjallingii F. 1983. Notities uit de IJsselmeerpolders (2). Polyporus lentus = P. tuberaster of: De Jacht op de Knol.

26(3): 62-73.Tjallingii.F. 1992. Nogmaals Fluweelpootjes. 35(2):60-61.Tjallingii F. en Vellinga, E.C. 1992. Bijzondere waarnemingen en vondsten. 35(2): 60-62.Tjallingii F. 1996. Melanoleuca verrucipes, de Spikkelsteelveldridderzwam, in Nederland in opmars. 39(4): 181-

188Tjallingii F. 1998. Zwammen, paddestoelen en schimmels; naar een duidelijke terminologie of naar toenemende

verwarring?. 41(1): 17-28Tjallingii F. 2001. Een zware aantasting door de Echte tonderzwam. 44(3): 193Tjallingii-Beukers D. 1974, zie Tjallingii F. en Tjallingii-Beukers G. Tjallingii-Beukers D. 1975. Enkele interessante vondsten in 1974. 18(2):37-45. Tjallingii-Beukers D. 1976. Een blauwwordende Psilocybe (Psilocybe cyanescens Wakefield 1946). 19(2):38-43. Tjallingii-Beukers D. 1976. Voorlopige soortenlijst van het geslacht Pholiota (Bundelzwam). 19(4):142-151.

Page 37: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 37

Tjallingii-Beukers D. 1978. Pleurocystiden als determinatiekenmerk bij Pholiota, subgenus Flammula. 21(2):46-49.

Tjallingii-Beukers D. 1980. De Kopergroenzwammen Stropharia aeruginosa en S. cyanea. 23(1):10-14. Tjallingii-Beukers, D. 1981. Paddestoelen in de winter. 24(3):72-75. Tjallingii-Beukers D. 1981. Streeplijsten en valkuilen. 24(4):85-90. Tjallingii-Beukers, D. 1983. Notities uit de IJsselmeerpolders (I). 26(1): 1-7.Tjallingii-Beukers, D. 1983. zie Tjallingii, F. en ---. 26(4): 121-130.Tjallingii-Beukers, D., 1983. Notities uit de IJsselmeerpolders (I). 26(1):1-7.Tjallingii-Beukers, D., 1983. zie Tjallingii, F. en ---. 26(4):121-130.Tolsma, L. P. 1999. Een kwartet bijzonderheden bij Zeist. 42(1): 36-38Tolsma B. 2003. Beheer van de Notenlaan bij Zeist een kroonjuweel bij uitstek. 46(2):90-92.Tolsma B. 2006. Landgoed Neerijnen, een droom van een kroonjuweel. 49(1):31-36.Tolsma B. 2007. Verwacht en nu verschenen: Phyllotopsis nidulans. 50(4):185-186.Tolsma B. 2014. Herfstwandeling op de Blikkenburgerlaan te Zeist. 57(3):125-128. Tolsma B. 2017. De Blikkenburgerlaan in Zeist, genomineerd! 60(4):250-251. Tolsma B. 2018, zie Keizer P.-J., Dool E. van den en Tolsma B.Tooren B. van, Ploeg N. van der, Dirks P. 2006. Paddenstoelen en het beheer van natuurgebieden. 49(1):1-3.Tooren B. van, Siebel H. 2011. Bezinning op naaldbossen. 54(2):103-105. Tweel M. van en Arnolds E.J.M. 1996. Het Geringd mestkaalkopje, Psilocybe moelleri Guzm n, nieuw in

Nederland. 39(4): 197-200Tweel M. van en Arnolds E.J.M. 1996. Veranderingen in de paddestoelenflora van graslanden, heiden en

stuifzandvegetaties in Drenthe. 39(4): 201-210Tweel M. van. 1997. Ecologie en sociologie van knots- en koraalzwammen.l. Methodiek en oproep. 40(4): 261-

266Tweel M. van, Damme-Jongsten, M. van. 2000. Vliegenzwammen gezocht. 43(3): 178-179Tweel M. van, Veerkamp M. 2007. Voetangels en klemmen aflevering 6: algemene gele Russula?s. 50(3):149-

152.Tweel M. van. 2008. Voetangels en klemmen ? 7. De parelamaniet en zijn dubbelgangers. 51(3):109-112.Uljé C.B. 1984. Coprinus amphithallus, weinig bekend en toch zo gemakkelijk. 27(4): 82-84.Uljé C.B. 1984. Twee bijzondere Parasolzwammen: Leucoagaricus tener en Lepiota carinii. 27(1): 10-16.Uljé C.B. 1986. Over de Coprinus hemerobius-groep. 29(2): 25-31.Uljé C.B. 1995. Is mijn paddestoel een Inktzwam?. 38(4): 157-166Uljé C.B. 1996. Over het verzamelen van Inktzwammen. 39(3): 154-156Uljé C.B. 2001. De 'onverwachte' is gekomen. 44(1): 1-29-30Vaessen A., Noordeloos M.E., Snater H. 2015. Paddenstoelenparadijs Witte Duinen. 58(2):63-70. Vaessen A., Noordeloos M.E., Verweij R. en Strien A. van. 2017. Nieuwsbrief paddenstoelenmeetnet-18.

Aanpassingen in het meetnet bospaddenstoelen. 60(3):184-187. Vaessen A., Noordeloos M.E., Verweij R. en Strien A. van. 2017. Nieuwsbrief paddenstoelenmeetnet-19.

60(4):193-2012. Vaessen A., Noordeloos M.E., Verweij R. en Strien A. van. 2018. Nieuwsbrief paddenstoelenmeetnetten-20.

61(4):180-190. Vaessen A. en Schreurs J. 2018. Buitenlandse werkweek 2017, Dourbes, België. 61(4):205-222.Vaessen A., Noordeloos M.E., Verweij R. en Strien A. van. 2019. Nieuwbrief paddenstoelenmeetnetten-21.

62(4):178-192. Vandeven E. 1976. Anthurus archeri, een indringer in de flora van de Benelux. 19(2):44-46. Vandeven E. 2003. Inventarisatie van macrofungi in België. 46(3):134-136.Veelenturf-v.d. Velde, Th. 1997. 'Te Werve' heeft een eigen herbariumpje. 40(3): 194Veelenturf-v.d. Velde, Th. 1999. Uit de werkgroepen, Paddestoelenwerkgroep Zoetermeer. 42(2): 122-123Veerkamp M. 1987. De excursies in 1986. 30(3):53-59.Veerkamp M. 1988. Verslag van de werkweek in Griendtsveen 1987. 31(3):58-61.Veerkamp M. 1988. zie Jansen, E.,Th.W.Kuyper en ---. 31(4):77-86.Veerkamp M. 1992. zie Wasser J.P., P. Bremer en ---. 35(1): 32-33Veerkamp M. 1992. Drie zeldzaamheden binnen tien meter. 35(1):33Veerkamp M., Keizer P. J. en Dool E. van den. 1994. Kleibospaddestoelen I. geografische verspreiding. 37(4):

136-145Veerkamp M. 1994. Sistotrema confluens teruggevonden of nooit weggeweest. 37(3): 81-85Veerkamp M., Dool, E. van den. 1998. Hoe raak ik thuis in Russula's?. 41(3): 151-171

Page 38: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 38

Veerkamp M., Arnolds E.J.M. 1999. Paddestoelen in het meetnet. 42(3): 183-186Veerkamp M., Arnolds E.J.M. 1999. Paddestoelen in het Netwerk Ecologische Monitoring . 42(2): 70-72Veerkamp M., Arnolds, E. J. Tweel, M. van. 2000. Nieuwsbrief paddestoelenmeetnet 1. 43(3): 150-155Veerkamp M. 2001. Phleogena faginea (Fr.: Fr.) Link en Entoloma testaceum (Bres.) Noordel. nieuw voor

Nederland. 44(2): 118-119Veerkamp M. 2003, zie Arnolds, Veerkamp M. & Plate.Veerkamp M., Arnolds E.J.M. 2004. Nieuwsbrief paddestoelenmeetnet 5. 47(3):113-125.Veerkamp M. 2005, zie Arnolds & Veerkamp M.Veerkamp M., Gutter A. 2005. Paddestoelen zoeken in stuifzanden. Oproep tot inventariseren. 48(3):127-130.Veerkamp M., Gutter A. 2006. Stuifzanden in het vizier. 49(3):135-138.Veerkamp M., Arnolds E.J.M. 2006. Nieuwsbrief paddenstoelenmeetnet ? 7. 49(3) 113-124.Veerkamp M. 2007, zie Arnolds & Veerkamp M.Veerkamp M. 2007, zie Tweel & Veerkamp M.Veerkamp M. 2007. Het Beukenkorrelkopje verovert Nederland. 50(2):91-93.Veerkamp M. 2007. Project 'Soort van de maand' - De Kostgangerboleet 50(3):168.Veerkamp M., Dam N. 2007. Gaat de Violette gordijnzwam vooruit of was 2006 alleen een goed jaar voor deze

soort? 50(1):42-43.Veerkamp M., Arnolds E.J.M. 2008. Nieuwsbrief paddenstoelenmeetnet ? 9. 51(3):97-108.Veerkamp M. 2009, zie Arnolds en Veerkamp M.Veerkamp M., Arnolds E.J.M. en Plate C. 2010. Nieuwsbrief paddenstoelenmeetnet - 11. 53(3):113-134. Veerkamp M. 2011, zie Klaveren en Veerkamp M.Veerkamp M., Klaveren F. van. 2011. Nogmaals Holwaya mucida. (Reactie van lezers). 54(4):235. Veerkamp M. 2012, zie Osieck, Bruggeman-Nannenga & Veerkamp M. Veerkamp M. 2013. Moerasbossen in de kop van Overijssel. 56(4):201-213. Veerkamp M. 2015, zie Dam, Enzlin en Veerkamp. Veerkamp M. 2015, zie Dam en Veerkamp. Veerkamp M. 2016, zie Dam en Veerkamp. Veerkamp M., Dam N. 2016. Karteringsnieuws 4: nieuwe soorten en de F van Foto. Start rubriek "Nieuwe en

bijzondere soorten". 59(3):151-165. Veerkamp M. 2017, zie Somhorst I. en Veerkamp M. 60(3):139-142.Veerkamp M. 2017, zie Dam N., Gotink M. en Veerkamp M. 60(3):180-182.Veerkamp M., Dam N. 2017. Karteringsnieuws 6: nieuwe soorten, verdwenen excursies en lege kaartjes.

60(4):237-242. Veerkamp M., Brouwer E. en Ozinga W. 2018. Heidevegetaties, biotoop van het jaar in 2018 en 2019.

61(3).119-130. Veerkamp M. 2019. Mycenasleutel voor in Nederland voorkomende soorten. 62(2):62-80. Veerkamp M., Dam N, mmv Kuyper Th. 2019. Karteringsnieuws 7: nieuwe soorten, spooksoorten en tropische

verrassingen. 62(4):199-207. Veerkamp M. 2020, zie Somhorst I., Veerkamp M. en Dam N. 2020. Öland in het dorre jaar. Verslag van de

Buitenlandse Werkweek in 2018. 63(1):3-16.Vegte M. van der. 2010. Cantharellus melanoxeros: nieuw in Nederland. 53(1):23-24. Vellinga E.C. 1984. zie Kuyper, Th.W. en ---. 27(1):3-6.Vellinga E.C. 1985. Komt het echte Beukedopvloksteeltje in Nederland voor ?. 28(3): 56-57.Vellinga E.C. en Th.W. Kuyper,. 1985. De excursies in 1984. 28(3):57-63.Vellinga E.C. en Th.W. Kuyper,. 1985. De werkweek in België - 1984. 28(2): 3-5.Vellinga E.C. en B. W. L. de Vries,. 1987. Weinig opvallend en veel voorkomend: Twee makkelijk herkenbare

Ascomyceten. 30(3): 50-52.Vellinga E.C. en B.W.L. de Vries, 1987. Weinig opvallend en veel voorkomend:twee makkelijk herkenbare

Ascomyceten. 30(3):50-52.Vellinga E.C. en Th.W. Kuyper,. 1988. De werkweek in de Eifel, 1987. 31(1): 18-21.Vellinga E.C. 1989. zie Nauta, M. en ---. 32(4): 90-91.Vellinga E.C., M.J. Dam-Elings.en N.J. Dam, 1989. Een bijzondere Hertezwam. 32(2) :23-26.Vellinga E.C. 1990. Bijzondere waarnemingen en vondsten. 33(3): 78-79.Vellinga E.C. 1990. Een tropisch paddestoelenparadijs. 33(3):78-79.Vellinga E.C. 1991. Begin eens met...Gewone champignons en hun sporen. 34(4): 120-123.Vellinga E.C. 1991. Post van ons corresponderend lid. 34(1):27.Vellinga E.C. 1992. Een zeldzame Fluweelboleet. 35(2):61-63.

Page 39: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 39

Vellinga E.C. en M. Nauta,. 1992. Hertezwammen en droge kwel. 35(4): 112-118.Vellinga E.C. 1992. zie Jalink, L.M. en ---. 35(2): 37-41Vellinga E.C. 1992. zie Reijnders, A.F.M. en ---. 35(3): 87-90.Vellinga E.C. en M.M. Nauta, 1992. Hertezwammen en droge kwel. 35(4):112-118.Vellinga E.C. 1992. zie Tjallingii, F. en ---. 35(2): 60-62.Vellinga E.C. 1993. Begin eens met...De Oranje dropzwam. 36(2): 60-63Vellinga E.C. en Lennie, J. 1996. Een uitzonderlijke zwam. 39(1): 34-35Vellinga E.C. en Nauta, M. M. 1996. Uit het bladerdek opgedoken. 39(2): 70-73Vellinga E.C. 1997. Uitwaaien en paddestoelen vangen op Terschelling. 40(3): 154-156Vellinga E.C. 1998. Voetangels en klemmen: hertezwammen ontsnapt!. 41(2): 74-77Vellinga E.C. 2003. Chlorophyllum en Macrolepiota in Nederland. Nieuwe inzichten door moleculair onderzoek.

46(4):177-188.Vellinga E.C. 2008. Het lot van de Ridderzwammenfamilie in het moleculaire tijdperk. 51(2):77-81.Vellinga E.C. 2010. Hoe doen paddenstoelen het eigenlijk? 53(1):1-5. Vellinga E.C. 2012. Het paddenstoelenmeetnet van de toekomst: een pleidooi voor veel meer ecologisch

onderzoek. 55(1):7-12. Vellinga E.C, Kuyper Th.W. 2012. Uitheemse ectomycorrhizapaddenstoelen. 55(2):55-64. Vellinga E.C. 2015, zie Kuyper & Vellinga. Vellinga E.C. 2019. Over paddenstoelensporen. 62(3):163-168. Verbeken A., Noordeloos M.E. 2011. Veldsleutel tot de melkzwammen van Nederland en Belgi?. 54(4):209-217.Verduin, S. en Noordeloos, M. E. 1995. Experimentele taxonomie van Psilocybe (Kaalkopjes). 38(4): 167-169Verhagen, F. J. M. 1996. De natuurlijke produktie van organohalogenen door Basidiomyceten. 39(4): 220-228Verheesen, P. en Vries, B. W. L. de. 1995. Sevenum 1994. 38(4): 177-180Verhoeff K. 1978. 25 jaar Johanna Westerdijkfonds. 21(1):78. Verkley G. J. M. 1998. De ascus en de ascomyceten: wie het kleine niet eert .... 41(4): 202-211Verkley G. J. M. 2000. Internationaal symposium ter ere van prof. Walter Gams. 43(4): 244Verrijdt G. 2005. Een bijzondere paddestoelwaarneming uit Noord-Limburg. 48(1):19.Verweij R. 2014, zie Boomsluiter, Noordeloos en Verweij. Verweij R. 2015, zie Noordeloos, Boomsluiter en Verweij. Verweij R. 2016, zie Boomsluiter, Noordeloos, Verweij en Van Strien. Verweij R. 2017, zie Vaessen A., Noordeloos M.E., Verweij R. en Strien A. van. 60(3):184-187.Verweij R. 2017, zie Vaessen A., Noordeloos M.E., Verweij R. en Strien A. van. 60(4):193-212. Verweij R. 2018, zie Vaessen A., Noordeloos M.E., Verweij R. en Strien A. van. 61(4):180-190. Verweij R. 2019, zie Vaessen A., Noordeloos M.E., Verweij R. en Strien A. van. 62(4):178-192. Veth J.A.C. en Koopmans A.N. 1963. Enige vezelkoppen van de Veluwe. 10(1-2):3.Veth J.A.C. en Koopmans A.N. 1965. Lactarius semisanguifluus. 12(1-2):4-6. Veth J.A.C. en Koopmans A.N. 1968. De Peperboleet, Suillus piperatus. 13(6):110. Veth J.A.C. en Koopmans A.N. 1968. Gyrodon lividus. 13(6):119. Veth J.A.C. en Koopmans A.N. 1968. Lactarius semisanguifluus. 13(6):119. Vis E., Noordeloos M.E. 2016. Zes satijnzwammen (nieuw voor Nederland) in Voornes Duin. 59(4):191-196. Visscher H.R. 1967. Belangstelling gevraagd. 13(3):42-43. Visscher H.R. 1971. Overeenkomsten en verschillen bij het in cultuur brengen van houtbewonende en

mycorrhizavormende basidiomyceten. Lezing Mycologendag. 21 feb. 1970. 15(1):11-12. Visscher H.R. 1980. Iets over de teelt van houtpaddestoelen. 23(1):15-18. Vos P. 2006, zie Vos-Leenaerts & Vos.Vos-Leenaerts J. Vos P. 2006. De Lantaarnzwam in Griendtsven. 49(2):106-107.Vredenbregt J. 2011. Myxomyceten (en bijvangst) in Nimmerdor en Den Treek bij Amersfoort. 54(3):135-140. Vries B. de. 1973. Schimmels op Jeneverbes. 16(4):106-109. Vries B. de. 1974. zie Stalpers J.A. en Vries B. de.Vries B. de. 1978. Kavina albovirens, een algemene soort op Jeneverbesstruwelen. 21(2):36-40. Vries B. de. 1985. Waar begin je aan ...(Verslag van een proeve tot volledigheid). 28(1): 17-22.Vries B. de. 1985. Waar begin je aan ...(Verslag van een proeve tot volledigheid). 28(1):17-22.Vries B. de. 1987. zie Vellinga, E.C. en ---. 30(3): 50-52.Vries B. de. 1987. zie Vellinga, E.C. en ---. 30(3):50-52.Vries B. de. 1988. Aphyllophorales op Douglasspar in Nederland. 31(4): 96-100.Vries B. de. 1988. Aphyllophorales op Douglasspar in Nederland. 31(4):96-100.Vries B. de. 1989. zie Arnolds, E. en ---. 32(4): 76-86.

Page 40: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 40

Vries B. de. 1989. zie Arnolds, E.J.M. en ---. 32(4):76-86.Vries B. de. 1991. zie Arnolds E.J.M. en---. 34(1): 1.Vries B. de. 1993. Begin en eind van bet magere jaar1991. 36(1): 1-11Vries B. de en Arnolds E.J.M. 1994. Veranderingen in de mycoflora van drie jeneverbesstruwelen. 37(2): 51-71Vries B. de. 1996. De wormsporige zakjeskaaszwam, Ascocorticiellum vermisporum. 39(1): 18-20Vries B. de. 1996. Nieuwsbrief Werkgroep Paddestoelenkartering. 39(3): 125-130Vries B. de. 1996. Verslag van de NMV excursies in het jaar 1995. 39(2): 58-69Vries B. de. 1997. Nieuwsbrief Werkgroep Paddestoelenkartering,stand van zaken l997. 40(4): 213-233Vries B. de. 1998. Nieuwsbrief werkgroep paddestoelenkartering. 41(3): 125-142Vries B. de. 1999. 1998 een jaar van extremen . 42(4): 235-246Vries B. de. 1999. Asterostroma in Nederland. 42(4): 252-255Vries B. de. 1999. Nieuwsbrief werkgroep paddestoelenkartering: stand van zaken l999, met 'Uit de districten'.

42(3): 133-142Vries B. de. 2000. De NMV-excursies van 1999 . 43(3): 121Vries B. de. 2000. Nieuwsbrief Paddestoelenkartering Nederland. Stand van zaken. 43(3): 122-125Vries B. de. 2001. De NMV-excursies van 2000. 44(3): 153-162Vries B. de. 2001. Invullen van lijsten en mogelijke fouten bij het verwerken. 44(3): 163-164Vries B. de. 2001. Nieuwsbrief Paddestoelenkartering Nederland.Stand van zaken. 44(3): 133-134Vries B. de. 2001. Resupinate fungi op Jeneverbes, voorlopige balans. 44(4): 208-214Vries B. de, Gutter, A., Berg, A. van den. 2003. Jaarverslag WPN 2002. Nieuwsbrief paddestoelenkartering 2003.

46(3): 118-121. Zie ook rectificatie in 46(4):211.Vries B. de. 2004. Een ander galzwammetje. 47(4):211-212.Vries B. de. 2004. Eichleriella alliciens zoekt asiel in Nederland. 47(3):168.Vries B. de. 2004. Paddestoelen in Oost-Canada; een kijkje op een Nederlands verleden? 47(4):184-189.Vries B. de. 2004. Paddestoelen zoeken op kleine, onbewoonde eilandjes. De ondergang van WAD-LAND-IS.

47(3):127-128.Vries B. de. 2005. Bijna een blunder. 48(2):98-99.Vries B. de, Dam N., Wassink H. 2006. Hoopvolle geluiden uit Europoort. Verslag van het Cristella-weekend van

22 tot 24 april 2005. 49(1):37-40.Vries B. de. 2005. Cristella-weekend 2004. 48(2):86-91.Vries B. de. 2005. Een druppelzwamachtig wasweb-dingetje. 48(4):209-210.Vries B. de, Gutter, A., Berg, A. van den. Op stap met polderjongens. Verslap van Cristella-weekend gehouden

begin mei 2006. 49(4):191-196.Vries B. de. 2007, zie Bennink & Vries B. de.Vries B. de, Wassink H. 2007. Cristella-weekend mei 2007. 50(4):187-191.Vries B. de. 2008, zie Arnolds, Berg & Vries B. de.Vries B. de, Dam N., Wassink H. 2008. Het Cristella-weekend in Buurse. 51(3):139-144.Vries B. de. 2009. Heden en verleden in drie Overijsselse jeneverbesstruwelen. 52(2):73-76. Vries B. de. 2009. Het geslacht Basidiodendron in Nederland. 52(1):39-42.Vries B. de. 2011, zie Enzlin & Vries B. de. Vries B. de. 2012. Dendrothele in Nederland. 55(1):21-23. Vries B. de. 2015. Een zeldzaam Elfendoekje? 58(2):83-84. Vries B. de. 2019. Oud en rot. 62(2):109-110. Vries G.A. de. 1957. Een mycologisch probleem I. 4(2):15. Vries G.A. de. 1957. Een mycologisch probleem II. 4(3):21. Vries G.A. de. 1959. Een tip voor postzegelverzamelaars (met noot van redactie). 6(1):4. Vries G.A. de. 1964. Waarnemingen in de vrije natuur: over de vluchten van Coprinus disseminatus. 10(4-5):63. Vries G.A. de. 1966. De Gordijnparasolzwam, Lepiota cortinarius, een nieuwe aanwinst voor de Nederlandse

mycoflora. 12(3-5):48-52. Vries G.A. de. 1966. Psilocybe mexicana in Europa. 12(3-5):79-80. Vries G.A. de. 1973. Een nadere beschouwing over het plukken van paddestoelen. 16(1,2):5-10. Vries G.A. de. 1974. Enige opmerkingen naar aanleiding van een Siamese stinkzwamtweeling. 17(2):30-33. Vries G.A. de. 1975. Het voorkomen van Hydnotria (Gyrocratera) ploettneriana in Nederland met taxonomisch

commentaar. 18(11):15-19. Vries G.A. de. 1977. De Moerashoningzwam Armillariella (Clitocybe) ectypa. 20(2):35-38. Vries G.A. de. 1979. Bijdrage tot de kennis van de Nederlandse Hypogea. 22(1):2-12. Vries G.A. de. 1981, zie Daams J. en Vries G.A. de.

Page 41: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 41

Vries G.A. de. 1981. Een nieuwe vindplaats in Nederland van de Olieboltruffel, Hydnotria michaelis. 24(2):33-34.

Vries, G.A. de. 1985. Over twee zeldzame Stephensia-soorten. 28(4):96-101.Vries, G.A. de. 1985. Squamanita odorata en Geastrum pectinatum, twee zeldzame fungi in de bossen tussen

Baarn en Hilversum. 28(3):53-55.Vries G.A. de. 1986. Truffelnieuws uit 1985. Stephensia crocea en Octavianina astero-sperma opnieuw in

Nederland gevonden. 29(3): 70-74.Vries G.A. de. 1987. In memoriam Drs. P.J. Bels. 30(4): 70-71.Vries G.A. de. 1988. "Albinisme" bij de Kleine Stinkzwam ( Mutinus caninus) en bij enige Agaricales. 31(1): 21-

22.Vries G.A. de. 1988. "Albinisme" bij de Kleine Stinkzwam, een aanvulling. 31(3): 74-75.Vries G.A.de, 1991. Genea klotzschii, een nieuwe truffel voor Nederland, kritisch vergeleken met G. sphaerica

en G. verrucosa. 34(1):3-12.Vries G.A.de, 1991. Nieuws van het truffelfront: Pachyphloeus citrinus als mogelijke veroorzaker van een br–l‚.

34(4) 126-127.Vries G.A. de en G.C.N. van Zanen. 1991. Bijzondere waarnemingen en vondsten. 34(4) 126-127.Vries G.A. de. 1995. In memoriam Dr. Alida Jaarsveld. 38(2): 53Vries G.A. de. 1997. Vezeltruffels in Nederland, en in het bijzonder de Douglasvezeltruffel. 40(4): 234-239Vries G.A. de. 1999. De Zijdeachtige beurszwam, Volvariella bombycina op een Fijnspar (Picea abies). 42(1): 41-

42Vries G.A. de. 2000. Ecologie van paddestoelen en schimmels 3. Ecologie van truffels. 43(4): 194-200Vries G.A. de. 2004. Elaphomyces asperula Vitt. Een dubbelganger van de Korrelige hertentruffel nieuw voor de

Nederlandse mycoflora. 47(3):172-175.Vuure M. van. 1954. Attentie. 1(1-3):18. Vuure M. van. 1956. Mycologische perikelen. 3(6):41. Vuure M. van. 1956. Lactarius obscuratus op Schiermonnikoog? 3(6):48. Vuure M. van. 1957. Kleine parade: Russula caerulea ss. Cooke. 4(2):16. Vuure M. van. 1957. Kleine parade. Lactarius hysginus. 4(2):16. Vuure M. van. 1957. Russula's gevonden bij Middachten. 4(5):37. Vuure M. van. 1957. Lactarius insulsus. 4(5):42. Vuure M. van. 1958. Enkele Russula's en Lactarii gevonden in de duinen bij Haarlem. 5(6):43. Vuure M. van. 1966. Russula's en Lactarii van dit seizoen. 13(2):27-28. Vuure M. van. 1968. Russula-perikelen. 14(1):20-21. Vuure M. van. 1968. Russula minutula. 14(1):21-22. Vuure M. van. 1981. Russula livescens, een in ons land nog weinig bekende soort. 24(4):104-107. Vuure M. van. 1983. Russula cessans. 26(3): 49-52.Vuure M. van. 1984. Vermeldenswaardige Russula's en Melkzwammen van Schotland. 27(2): 21-24.Vuure M. van. 1986. Russula graveolens Romell. 29(3): 63-69.Vuure M. van. 1987. Een zeldzame Russula dicht bij onze grens. 30(1): 3-8.Vuure M. van. 1988. Russula romellii, een voor ons land nieuwe Russula. 31(2): 29-33.Vuure M. van. 1989. Een hoogtepunt in de werkweek van Luxemburg: Russula aerina. 32(3): 41-43.Vuure M. van. 1990. In memoriam Martha Dijkstal. 33(3): 58.Vuure M. van. 1992. Albert Sieders in memoriam. 35(3): 73.Vuure M. van. 1999. Herinneringen aan een voorbije tijd. 42(4): 222-223Wanningen D. 1989. Paddestoelmuseum in Bad Laasphe. 32(1): 13-14.Wanningen D. 1995. Beginnersgeluk. 38(3): 105-106Wanningen D. 2005. Meidoorndonsvoetjes in een gazonnetje in Almelo. 48(3):170-171.Wasser J. 1990. Eerste vondst van Jahn's bundelzwam in Nederland. 33(1):16,17.Wasser J. 1990. Laricifomes officinalis. 33(1):18.Wasser J. 1992. Fructificatiefrequentie van de Gordelchampion in Deurne in 1991. 35(1):31.Wasser J. P. Bremer en M. Veerkamp. 1992. Bijzondere waarnemingen en vondsten. 35(1): 32-33.Wassink H. 2006, zie Vries, Dam & Wassink H. (2x).Wassink H. 2007, zie Vries & Wassink H.Wassink H. 2007. Begin eens met... de Ziekenhuisboomkorst. 50(1):21-23.Wassink H. 2008, zie de Vries, Dam & Wassink H.Wassink H., Dam N. 2008. Verstekelingen. 51(1):27-32.Wassink H., van der Putte A. 2009. Het Cristella-weekend in Lemele 4-6 april 2008. 52(1):43-46.

Page 42: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 42

Wassink H. 2009, zie Jagers M., Wassink H., Dam N. Wassink H. 2010, zie Jagers M en Wassink H. Wassink H. 2018, zie Putte A. van der en Wassink H. 61(2):95-108. Watling R. en Kits van Waveren E. 1972. Bolbitiaceae. 15(4):101-110. Wedin M. 2018, zie Millanes A.M., Zamora G.C., Keizer P.-J. en Wedin M. 61(1):33-49. Wessel L. 2019, zie Boomsluiter N.W., Wessel L. 62(2):86. Westra Th. 2015. Het Oranje oogbekertje op de Friezewei te Katwijk. (Bijzondere waarnemingen en vondsten).

58(2):84. Westrienen R. van. 2003. Het natuurloket. Makelaar in gegevens over planten en dieren. 46(4):201-203.Wieringen-Groot M. van. 1970. Fungi van het landgoed "De Wielewaal" te Eindhoven. 14(5):125-126. Wildervanck L.S. 1954. Paddestoelententoonstelling gehouden te Groningen. 1(6):1-4. Wildervanck L.S. 1955. De reuk van paddestoelen. (Geur). 2(3):18-22. Wildervanck L.S. 1955. Over de literatuur over Slijmzwammen. 2(5):43-44. Wildervanck L.S. 1955. Waarnemingen. 2(6):47-48. Wildervanck L.S. 1957. Afwijkende vormen van clavaria fistulosa, Leotia lubrica en Cordyceps ophioglossoides.

4(3):20. Wildervanck L.S. 1959. Merulius (Serpula) lacrymans en sociale geneeskunde. 6(1):1. Wildervanck L.S. 1959. Mycophilatelie III. 6(5-6):34. Wildervanck L.S. 1960. Paddestoelennieuws uit Groningen. 7(1):6. Wildervanck L.S. 1961. Waarnemingen uit Groningen. 8(3-5):31. Wildervanck L.S. 1962. Mycophilatelie IV. 9(6):70. Wildervanck L.S. 1962. Vergiftiging door de Groene knolamaniet. 9(6):73. Wildervanck L.S. 1965. Mycophilatelie VI. 12(1-2):2. Wildervanck L.S. 1965. Waarnemingen in het noorden. 12(1-2):17-19. Wildervanck L.S. 1966. Morchella elata in Drenthe. 13(1):1-2. Wildervanck L.S. 1966. Nog eens intoxicatie door Coprinus atramentarius na gebruik van alcohol. 13(1):10-11. Wildervanck L.S. 1968. Reuzevorm van de nevelzwam. 13(6):119. Wildervanck L.S. 1969. Dichotoom vertakte Clavariadelphus junceus. 14(4):110-112. Wildervanck L.S. 1970. Noordelijke vondsten in 1968, speciaal Lepiota rhacodes var. hortensis. 14(5):126-127. Wildervanck L.S. 1970. Zeitschrift fur Pilzkunde 35(1/2). Ref. 14(5):138. Wildervanck L.S. 1970. Clavariadelphus junceus met dichotome vertakking en Suillus hololeucus, de Witte

larixboleet. 14(6):144-145. Wildervanck L.S. 1971. Paddestoelenimpressie uit Zweden. 15(1):8-9. Wildervanck L.S. 1974. Un voyage autour de ma maison. 17(2):36-39. Wildervanck L.S. 1974. Verontrustend gedrag van een zwam in de pan. 17(2):40-41. Wildervanck L.S. 1974. Ter herinnering ... 17(4):109-110. Wildervanck L.S. 1975. Mycophilatelie VI. 19(3):16. Wildervanck L.S. 1979. Het toxicologische probleem "Kale inktzwam - Alcohol". 22(2):56. Wildervanck L.S. 1979. Voor het allerlaatst Coprinus atramentarius en alcohol. 22(3):84. Winden P.A.A. van. 1978. Dag, Rhodophyllus pleopodius!. 21(1):9-10. Winden P.A.A. van. 1980. Enkele notities over sporen. 23(2):49-51. Winkel G. 2009. Op je knieën voor de kleintjes. 52(4):180-186. Wisman J. 1976. Kartering van fungi in Friesland. 19(1):1-6. Wisman J. 1979. De macroscopische kenmerken van Tyromyces fissilis. 22(4):98-101. Wisman J. en A.F.M. Reijnders, 1987. Over twee Gordijnzwammen van de Leusder-heide bij Amersfoort.

30(1):13-19.Wisman J. 1987. In memoriam G. Stobbe ( 1924-1987). 30(3): 45-46.Wisman J. 1997. Nogmaals Caloscypha fulgens. 40(3): 196Wisman J. 2009. Wat zie ik nu vanaf mijn fiets ..!!! 52(1):27-29.Wisman J. 2011. Russula plumbeobrunnea; tot nu toe steeds verward met Russula parazurea. 54(3):109-112. Wisman J. 2017. Geuren, kleuren en verkleuren an Russula's achter de Distelbelt in Diffelen. 60(1):17-19. Wit T. de. 1978, zie Jansen E. en Wit T. de.Wolters, H.J. 1986. Twee zeer zeldzame Aardsterren op een vierkante meter. 29(2):47-49.Wouda H.A. 2005, zie Noordeloos & Wouda H.A.Wouda H.A . 2014. Nogmaals de Blauwe molenaarssatijnzwam (Entoloma bloxamii) bij Staverden. 57(3):119-

120.

Page 43: ARTIKELENARTIKELEN – pagina 1 1954-2019 Jaargang 1-62 + 63(1) ARTIKELEN Aa H.A. van der. 1966. Verrassingen in een oud huis. 13(1):2-4l Aa H.A. van der. 1967.

ARTIKELEN – pagina 43

Wouda H.A. 2015. Het Hulshorsterzand: een stuifzandvlakte met mycologische juwelen in dennenbosjes. 58(3):153-155.

Ypelaar P. 1980. Het Caesium-137 gehalte van verschillende paddestoelsoorten. 23(4):86-91. Zamora J.C. 2018, zie Millanes A.M., Zamora J.C., Keizer P.-J. en Wedin M. 61(1):33-49. Zander N. 2008. Hoe moet ik beginnen? 51(3):120-121.Zanen G.C.N. van. 1969. Tyromyces gloeocystidiatus Kotl. & Pouzar in Nederland. 14(4):102-103. Zanen G.C.N. van. 1974. Heyderia abietis in Robbenoord. 17(3):64-65. Zanen G.C.N. van. 1978. Omphalotus olearius, een mediterrane "dwaalgast". 21(1):4-8. Zanen G.C.N. van. 1988. De Amstelveense en Kleine Poel. 31(3): 69-74.Zanen G.C.N. van. 1988. Sparassis laminosa versus Sparassis crispa. 31(4): 93-95.Zanen G.C.N. van, 1991. Pterula multifida. 34(4):127.Zanen G.C.N. van. 1996. Werkgroep Mycologisch Onderzoek IJsselmeerpolders- bericht over 1995. 39(3): 137-

141Zanen G.C.N. van. 2005, zie Noordeloos & Zanen G. van.Zomeren K. van. 2008. De onmisbare paddenstoel. Column. 51(4):228-229, met naschrift door Rob Chrispijn.