1
Wat blijft is de liefdeHet levensverhaal van twaalf mensen met dementie
32
Wat blijft is de liefde
We kunnen mensen met dementie pas goed begrijpen als we meer weten van de
mens achter de dementie. Want net zoals iedereen zijn ze heel verschillend in
hun behoeften, mogelijkheden, vaardigheden, wensen en verlangens. Daarom is
het zo belangrijk dat we hun levensverhaal kennen.
In dit boekje staan twaalf levensverhalen, in woord en beeld, van bewoners
van woonzorgcentra van Noorderbreedte. Dankzij het levensverhaal leren
medewerkers de bewoner beter kennen en kunnen ze hem/haar ook beter
begrijpen. Het verhaal geeft immers inzicht in het verleden van een bewoner. Als
we dat weten, kunnen we nog betere zorg leveren. Dat blijft altijd de ambitie van
Noorderbreedte.
2 3
Colofon
Inhoudsopgave
‘Wat blijft is de liefde’ is een uitgave van Noorderbreedte.
Teksten: Ton Groot Haar
Fotografie: Ton Groot Haar en Dineke Kaal
Vormgeving: Noorderbreedte
Drukwerk: Dekker Drukwerken
Leeuwarden, december 2015
4. Een goede en plezierige invulling van de dag
5. De mens achter de dementie
6. Wat blijft is de liefde
8. Nergens bang voor
10. Rust in de kop door te vissen
12. Hoeden maken als droom
14. Het glas is altijd halfvol
16. Als kok op zijn best
18. Drie boeken in de week
20. Water als rode draad
22. Passie voor fotografie
24. Genieten van de natuur
26. Blij van bloemen
28. Altijd bezig, nooit opgeven
30. Noorderbreedte: het beste van de zorg
31. Expositie ‘Het levensverhaal’
4 5
De mens achter dementieEen goede en plezierige invulling van de dag
We kunnen mensen met dementie pas goed begrijpen als we meer weten van de mens
achter de dementie. Want net zoals iedereen zijn ze heel verschillend in hun behoeften,
mogelijkheden, vaardigheden, wensen en verlangens. Daarom is het zo belangrijk dat we
hun levensverhaal kennen.
Dankzij het levensverhaal leren onze medewerkers de bewoner beter kennen en kunnen
ze hem/haar ook beter begrijpen. Het verhaal geeft immers inzicht in het verleden van
een bewoner. Dit kan helpen bij een goede en plezierige invulling van de dag.
Als mensen met dementie bij Noorderbreedte komen wonen, is het belangrijk dat ze
zoveel mogelijk zichzelf kunnen zijn. We kijken samen met hen en de mensen om
hen heen wat belangrijk is en wat ze zelf willen en kunnen. Ook daarbij helpt het
levensverhaal.
Om het werken met levensverhalen te stimuleren, hebben we de Leeuwarder fotografen
Ton Groot Haar en Dineke Kaal gevraagd om verhalen, in beeld en woord, te maken van
twaalf mensen die wonen in de woonzorgcentra van Noorderbreedte. Van de foto’s en
teksten is een mobiele expositie gemaakt. Daarmee gaan we langs alle woonzorgcentra
van Noorderbreedte. Als inspiratie voor iedereen die interesse heeft in het onderwerp, en
voor medewerkers, stagiaires, familieleden en andere betrokkenen om zelf aan de slag te
gaan met het maken van levensverhalen.
Ik wil alle mensen die medewerking hebben verleend aan dit project hartelijk bedanken.
Dat geldt in de eerste plaats voor de bewoners en hun familie. Ook de medewerkers op
de twaalf locaties wil ik bedanken voor hun bijdrage. Met elkaar hebben we prachtige
‘verhalen’ gemaakt. Het is een stimulans om hiermee door te gaan. En om hiermee nog
beter het beste van de zorg te bieden. Want dat blijft altijd onze ambitie.
Jos Bleijenberg, directeur-bestuurder Noorderbreedte
Mensen met dementie zijn bijzondere mensen. We hebben twaalf bewoners van
Noorderbreedte mogen portretteren. Wat ze gemeen hebben, is dat ze allemaal
dementerend zijn. Wij hebben juist gezocht naar de mens achter de dementie. En dan
blijkt dat ze allemaal erg verschillen. Dat ze allemaal hun eigen verhaal hebben.
Om als fotograaf een portret te kunnen maken, moeten we de persoon beter leren
kennen. Daarom hebben we met alle bewoners eerst een gesprek gehad. En daarbij was
altijd een familielid aanwezig, een broer, een zoon, een dochter of een nicht. Door veel
te vragen, is het ons altijd gelukt om samen een verhaal te maken. Dan blijkt dat elke
bewoner met dementie anders is. Nico Idema (85) mag dan wel vergeetachtig zijn, maar
hij kon zijn eigen levensverhaal in geuren en kleuren vertellen. Anders ging het met
Berta van der Wal-Hinrichs (89) uit Harlingen. De herinneringen kwam met vlagen, maar
gingen ook weer snel weg. Maar dankzij haar dochter kregen we een prachtig beeld van
haar bewogen leven.
Het was sowieso mooi om te zien, hoe betrokken familieleden zijn. Dementie is een nare
ziekte, die de persoon kan veranderen. Karaktertrekken worden soms uitvergroot. En
soms herken je je eigen vader of moeder niet meer. Dat is zwaar. Met veel bewondering
hebben we kunnen zien met hoeveel geduld en liefde familieleden met hun zus, vader,
moeder of tante omgaan. Op basis van de gesprekken, hebben we samen met de familie
de locatie van de foto gekozen. We zochten naar plekken of situaties die passen bij hun
levensverhaal. Waar ze goede herinneringen aan hebben. Door op bekende plekken te
komen, kwam bij een aantal bewoners de mooie herinneringen automatisch terug.
Hopelijk maken we met deze expositie en dit boekje alle betrokkenen enthousiast om
met levensverhalen aan de slag te gaan. We willen alle bewoners en hun familie hartelijk
danken voor hun medewerking. Voor hen was het een bijzondere ervaring, maar dat geldt
zeker ook voor ons.
Ton Groot Haar en Dineke Kaal
6 7
Wat blijft is de liefde
Volgend jaar zijn Berta van der Wal-Hinrichs (89) en haar man Jitse (89)
zestig jaar getrouwd. En ze zijn nog steeds gek op elkaar. Natuurlijk is het
jammer dat ze al drie jaar niet meer bij elkaar wonen. Maar de liefde blijft.
Jitse is voor Berta de rots in de branding. Ze kan dan wel dementie hebben, maar tot
de dag van vandaag is ze hem nog niet vergeten. Als ze elkaar zien, dan knuffelen ze
graag even. En nog steeds zijn ze beiden het liefst in het huis aan de Oude Trekweg in
Harlingen waar ze bijna zestig jaar geleden zijn komen wonen, toen Berta ging trouwen
met Jitse.
Na de lagere school kreeg ze naailes van de nonnen op het R.K. Sint Anna
meisjespensionaat in Harlingen. Dat vond ze fantastisch. Maar toen ze een jaar of 15 was,
vond haar vader dat ze genoeg had geleerd en moest ze meewerken op de boerderij.
Maar gelukkig bleef ze wel naaien, ook als bijverdienste. Ze maakte van alles, van
mantelpakken tot trouwjurken. Het schort dat ze aanheeft op de foto, en vroeger altijd
aanhad over haar gewone kleding heen, heeft ze ook zelf gemaakt. En natuurlijk haar
eigen trouwjurk. In 1956 trouwde ze met Jitse, die veel geld had verdiend op de grote vaart
waardoor ze een eigen huis konden kopen. Berta kwam niets tekort. Ze kreeg van haar
man een spiksplinternieuwe elektrische naaimachine en een heuse breimachine. Want
hij was gek op haar, zijn mooie, sterke, zelfstandige, actieve en zorgzame vrouw.
Ze ging er vroeger graag op uit, met de fiets of de auto om haar vriendin op te zoeken
of om naar de markt te gaan. Maar echt thuis was ze in haar eigen huis. Waar ze lekker
kon kokkerellen. Ook weckte ze groenten en fruit uit eigen tuin. Ze laat tijdens het
interview enkele weckflessen met peertjes zien. Volgens haar gaan er wel 50 peertjes in
één weckfles. Dat weet ze nog wel. Het zijn de laatste die ze heeft gemaakt, zo’n 20 jaar
geleden. De etiketjes van haar hand zijn nog duidelijk te lezen.
Sinds 2006 begonnen de geheugenproblemen van haar steeds meer op te vallen. Totdat
ze niet meer thuis kon blijven wonen. Een paar jaar geleden werd ze opgenomen
in Nieuw Mellens in Leeuwarden en kort daarna in De Batting in haar woonplaats
Harlingen. Maar ze komt nog zo vaak als ze kan naar huis waar haar man Jitse is blijven
wonen. Of hij bezoekt haar in De Batting. Dochter Marian zorgt er wel voor dat ze elkaar
nog veel zien. Om te knuffelen en een kopje koffie te drinken met een lekker koekje erbij.
Berta van der Wal-Hinrichs
Foto: Dineke Kaal
8 9
Nergens bang voor
Iedereen in Franeker kent haar. Grietje Gall-Weening (92) was tot haar 78-ste
portier/uitsmijter bij de bekende discotheek Don Pedro in Franeker. Als er
wat gebeurde wat niet door de beugel kon, dan ging haar vingertje omhoog. En
iedereen luisterde naar haar en droeg haar op handen. ‘ Oma’, werd ze liefkozend
genoemd.
Grietje woonde in Opeinde toen haar man op jonge leeftijd overleed. Haar dochter
Klaske vroeg haar om naar Franeker te komen. Samen met haar man runde ze daar de
discotheek. Toen de vaste portier ziek werd, zei Grietje dat zij het wel wilde proberen.
Dat was het begin. Ze vond het prachtig aan de deur. Ze vatte haar taak serieus op en
behaalde alle portiers-diploma’s. Uiteindelijk stond ze 35 jaar lang, elke vrijdag, zaterdag
en zondagavond bij de deur van Don Pedro.
Grietje was een goede portier. Ze kon resoluut zijn, was nergens bang voor en gaf veel
aandacht. Iedere jonge meid nam haar in vertrouwen en vertelde over het nieuwe
vriendje. Als de jeugd binnenkwam, kreeg ze van bijna iedereen een zoen. Ook van de
jongens. Iedereen was gek op haar, de jongeren, hun ouders, maar ook de plaatselijke
politie. Want met Grietje viel niet te spotten. Als de Harlingers en de Franekers weer
eens met elkaar op de vuist gingen, dan sprong Grietje er rustig tussen en suste ze de
boel. Zodat het weer gezellig werd. En als een meisje alleen naar huis wilde gaan, dan
zorgde ze ervoor dat een vriendelijke jongen haar veilig escorteerde.
Dat ze op zo’n hoge leeftijd uitsmijter was, trok de aandacht van de regionale en
landelijke media. Ze schoof aan bij Tineke in het programma Koffietijd, zat in een
uitzending met Patty Brard en ook de Leeuwarder Courant en Omrop Fryslân
interviewden haar. Ze hadden allemaal bewondering voor deze kordate vrouw op
leeftijd, die niet over haar heen liet lopen. Grietje genoot enorm van de publiciteit. Het
hoogtepunt was dat ze geridderd werd door burgemeester Sibo Hartkamp. En iedereen
roemde haar hoge leeftijd als portier. Ze was dan wel oud, maar ze voelde zichzelf een
jonge meid van twintig jaar die lol in het leven had.
In 2001 werd Don Pedro verkocht. Op 78-jarige leeftijd stopte Grietje met haar bijzondere
baan. Ze vond het jammer, want ze was nog graag doorgegaan. Maar bekend blijft
ze. Als ze met haar kleindochter Mona door de stad loopt, wordt Grietje nog steeds
aangesproken door Franekers die de discotheek destijds bezochten. Dat wil zeggen:
iedereen uit Franeker boven de 35 jaar. Ze missen haar allemaal. Als ze jarig is, krijgt
ze tientallen kaartjes van oude klanten en honderden felicitaties via Facebook. Ook
komen er regelmatig oude bezoekers van Don Pedro bij haar langs in woonzorgcentrum
Westerpoort in Franeker. Alleen maar even om ‘dag’ te zeggen. En toen een grote Don
Pedro-reünie werd georganiseerd, was ze de ster van de avond. Oma is wereldberoemd in
Franeker. En dat zal altijd zo blijven.
Grietje Gall-Weening
Foto: Ton Groot Haar
10 11
Rust in de kop door te vissen
Als hij onrust in zijn lijf voelde, en dat gebeurde nogal eens, dan pakte Nico
zijn hengel en ging hij vissen. Stil zitten en je concentreren op de dobber.
En als de dobber helemaal, en dus niet een klein stukje, naar onderen
gaat, en dat kon best heel lang duren, de hengel omhoog trekken. Niet eerder en
niet later. Deze spanning vond hij prachtig. En nog steeds.
Nico Idema (85) is geboren in 1930 in de stad Groningen en groeide op in een gezin met
vier broers. Na de lagere school ging hij naar de ambachtsschool om lasser te worden.
Van regeltjes en controle moest hij niets hebben. Toen hij het strenge regime van zijn
vader beu was, sprak hij hem daarop aan. Pa, ik word hier strontmisselijk van, zei hij.
Daarna kreeg hij gelukkig veel meer vrijheid.
Nico heeft veel verschillende banen gehad. Hij heeft in de botenbouw gezeten, bij de
hoogovens in IJmuiden gewerkt en in de machinekamer op de grote vaart. Alle landen
van de wereld heeft hij gezien, behalve China. Tot zijn pensioen heeft hij 12,5 jaar bij
Wicabo in Burdaard gewerkt. Luxe Proficiat-boten maken voor particulieren.
Vroeger kon hij nog wel eens opvliegend zijn. Dan had hij problemen met de buren of met
jongeren. Of hij was sikkeneurig, maar dat kwam vooral doordat hij pijn aan z’n rug had.
Rugklachten kreeg hij door het zware werk in de hoogovens. Verschillende keren is hij
geopereerd. In die tijd was het ook dat z’n dokter zei: ‘Pak een hengel en ga aan het water
zitten. Daar word je rustig van’. Hij geloofde hem eerst niet, maar het werkte wel degelijk.
Vissen werd zijn grootste hobby.
‘Trouw niet voor je veertig bent’, zong het Lowland Trio in 1966. Nico was toen 36 jaar.
Met vrienden maakte hij er een weddenschap van met een kratje bier ertussen. Hij
trouwde na z’n veertigste met een gescheiden vrouw met drie kinderen. Vrienden en
familie raadden hem dit af, maar hij zette toch door en hij heeft er nooit spijt van gehad.
Samen kregen ze daarna nog een dochter, Reina. Dat maakte het geluk compleet. Reina
heeft nooit veel van de onrust van haar vader gemerkt. Nico was een lieve vader die alles
met woorden oploste. Zo kunnen dingen veranderen. Net zoals het roken en drinken.
Na een hartaanval stopte hij er resoluut mee. De knop werd omgezet en hij taalde er niet
meer naar.
Een jaar of wat geleden overleed zijn vrouw. Zij regelde altijd alles voor hem. Dat viel
toen weg, hij verslonsde daardoor en vergat van alles. Hij heeft nu z’n plekje gevonden
in Meckama State in Kollum. Hij heeft een eigen kamer en z’n deur naar buiten staat niet
op slot. Zo kan hij nog steeds zijn eigen gang gaan. Hij houdt van het leven, dat heeft
hij altijd gedaan. Hij verzorgt Piet, z’n kanariepiet, luistert naar accordeonmuziek en als
het uitkomt gaat hij nog wel eens vissen, vlakbij Meckamastate. Maar niet om rustig te
worden, daarvoor heeft hij de hengel niet meer nodig.
Nico Idema
Foto: Dineke Kaal
12 13
Hoeden maken als droom
Jenny de Graaf-Zijlstra (86) was gek op mode en mooie dingen maken. Dat ze bij
hoedenwinkel Dechesne aan de Nieuwestad aan de slag kon, was een droom
voor haar. Ze wilde heel graag het hoedenvak leren. Linten aanbrengen en
elastiekjes aannaaien, daar begon ze mee.
Zo wilde ze het vak langzamerhand onder de knie krijgen. Maar het liep anders. Toen ze
kinderen kreeg, stopte ze met werken. In die tijd was dat heel gewoon. Achteraf vond ze
dat wel jammer. Gelukkig bleef ze thuis mooie dingen maken. Ze breide en naaide veel.
Op een gegeven moment had ze wel 300 sjaals in huis. Vrienden en familie maakte ze
er gelukkig mee. Toen haar twee kinderen wat ouder waren, ging ze ook weer parttime
werken in modezaken. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Bij V&D en bij modezaak
PS Bakker. Ze vond het fijn om onder de mensen te zijn.
Een grote hobby van Jenny was dansen. Op zaterdagavond zwierde ze over de dansvloer
van Bellevue in Leeuwarden. Met haar man, maar vooral met haar vriendinnen. Dan
danste ze de Engelse wals of de foxtrot. Ogen dicht en genieten. Jenny lacht als ze
hieraan terugdenkt. Ze hield van feestvieren. In haar pubertijd waren er grote feesten bij
de Grote Wielen. Praten, dansen en verliefd worden. Daar ontmoette ze haar man, een
jonge Zeeuw die bij zijn oom aan het werk was, in viszaak De Graaf aan de Wirdumerdijk.
Van het één kwam het ander. Al op 20-jarige leeftijd ging ze met hem trouwen. Maar dat
weerhield haar er niet van om uit te gaan, ook niet toen ze kinderen kreeg. Oma paste op
en Jenny ging uit dansen. Op de dansvloer was ze gelukkig.
Haar man was een harde werker. Na Koopmans Meelfabriek, kwam hij in de horeca
in Leeuwarden terecht. Via vrienden kreeg hij een baan als bedrijfsleider bij snackbar
Brongers, op het hoekje van de Nieuwestad. Het was de allereerste automatiek in
de Friese hoofdstad. Toen was er ook genoeg geld om een eigen woning te kopen in
Kooistraat in Leeuwarden. Jenny was een zorgzame, lieve moeder voor haar kinderen.
Buurtkinderen waren altijd welkom om te komen spelen. En op zondagmiddag om 14.00
uur gingen ze af en toe naar de film. En daarna een kroketje of een patatje halen bij de
automatiek van pa. De familie ging ook graag op vakantie, met een volkswagenbusje naar
Valkensburg of een paar weken naar een vakantiepark.
Nu geniet ze als haar zoon, dochter of kleindochter op bezoek komen in
woonzorgcentrum Abbingahiem in Leeuwarden. Dansen lukt helaas niet meer, sinds ze
twee jaar geleden haar knieschijf heeft gebroken. Maar de goede herinneringen blijven.
Jenny de Graaf-Zijlstra
Foto: Ton Groot Haar
14 15
Het glas is altijd halfvol
Kleinzoon Max uit Engeland noemde haar pas nog liefdevol ‘my crazy grand-
mother’. Omdat ze gekke, leuke dingen doet. Lous Veltink (91) moet er om
schaterlachen. Ze is een positief ingesteld mens. Het glas is niet halfleeg,
maar altijd halfvol.
Lous is het 8e kind uit een gezin van 10. Waarschijnlijk is dat de reden dat ze een
gezelschapsmens is. Het liefst heeft ze altijd mensen om haar heen. Ze groeide op in het
Achterhoekse dorpje Hummelo, waar haar vader huisarts was. Ze was erg sportief, vooral
paardrijden. Maar ze hockeyde ook graag. Ze was zó snel dat ze met de jongens meedeed.
In Utrecht werd ze opgeleid tot bewegingstherapeut. Tijdens paardrijles ontmoette ze
haar toekomstige man Herman, boerenzoon uit de buurt van Hummelo. Zijn vader had
daar een goed draaiende hengstenhouderij, vee- en fruitteeltbedrijf.
Lous heeft een grote liefde voor dieren. Daardoor voelde ze zich wonderwel op haar plek
op de boerderij. Wat ook meehielp is dat ze geen apen en beren op de weg ziet. En niet
bang is aangelegd. Ze accepteert de situatie zoals die is, en maakt er vervolgens het beste
van. En dat deed ze. Ze hielp mee op het boerenbedrijf, runde haar eigen caesar-praktijk
in bewegingsleer en voedde haar twee kinderen op. Als ze ‘s ochtends op de deel kwam,
begroette ze de koeien steevast met ‘goedemorgen dames, allemaal lekker geslapen?’.
Maar ze kon het ook goed vinden met andere dieren, vooral de paarden en de honden.
Het was een schok dat haar man op 63-jarige leeftijd overleed aan een hartstilstand.
Maar ook toen ging ze niet bij de pakken neerzitten, want het leven gaat verder, hoe
moeilijk dat ook is.
Wat hielp waren de dieren om haar heen. Ze ging graag met hen in gesprek. Met koeien,
paarden en haar honden Gerritjan, Dolar, Patrick, Djok en Winny. ‘Je bent de liefste hond
van de hele wereld’, zegt ze tegen Daisy, de witte, langharige herder van haar dochter
Emilie. Iedere hond op straat komt naar haar toe. Dat heeft ze haar hele leven al gehad.
Lous noemt het zelf een ziekte die ze tegelijk enorm koestert.
Lous houdt van gekke dingen doen. Op visites ging ze liever een potje voetballen
met haar neefjes, dan saaie gesprekken met volwassenen voeren. Tijdens een
verjaardagsfeestje van haar dochter Emilie bedacht ze een spannende puzzel. Ze
kreeg haar man zo ver dat hij op tien van de zeventig koeien de letters van het woord
SPEURTOCHT schilderde. Wie het woord het eerst raadde, won. Ze kan zich dit niet
meer herinneren, maar kan er wel hartelijk om lachen. Tien jaar geleden sprong ze
nog trampoline met haar kleinkinderen. En ze vindt het nog steeds heerlijk om te
schommelen, op haar 91-ste. ‘Ik ben een beetje een gek mens’, zegt Lous. Maar dan wel
een hartelijk, gezellig en leuk gek mens, vinden ook haar kleinkinderen. Ze komen graag
bij haar in de Friesma State in Grou, waar ze sinds 2012 woont. ‘Groopy’ noemen ze haar.
Dat zegt eigenlijk alles.
Lous Veltink
Foto: Dineke Kaal
16 17
Als kok op z’n best
Als kok was John de Boer (69) op zijn best. Dat deed hij het liefst: lekker ko-
ken voor zijn gasten en het hen naar de zin maken. Zijn cranberry-taarten
waren zeer geliefd op Terschelling. En met Oud en Nieuw trakteerde hij
alle inwoners van zijn woonplaats Oosterend op een zak met oliebollen.
Op vakantie op Terschelling ontmoette John de Boer (69) zijn toekomstige vrouw Vera.
John kwam hij Edam, Vera uit Oldenzaal. Ze waren toen een jaar of 20. Het begon
allemaal op camping Appelhof. Daar kwamen ze elkaar tegen. Verliefd als ze waren,
besloten ze om samen een nieuw leven op te bouwen op het eiland. Om aan de kost te
komen, gingen ze beiden aan de slag in de horeca, in bars, dancings en restaurants. John
werkte zich op tot kok.
Hij trouwde met Vera en ze kregen drie kinderen, twee zonen en een dochter. Wat waren
ze blij toen ze eindelijk een eigen horecabedrijf hadden, restaurant de Oude Jutter op
Oosterend. John was de baas in de keuken en Vera was gastvrouw. Ze hadden daar een
goede tijd. John was inventief. Zo bereidde hij zijn ijs met nootjes. De vertegenwoordiger
van OLA zag er eerst niks in, maar toen hij zag dat het ijs gretig aftrek vond, ging OLA er
met het idee vandoor. Een Cornetto zonder nootjes is nu ondenkbaar.
John was een geliefd man in Oosterend. Hij was gul en vriendelijk. Maar zakelijk ging het
hem niet altijd voor de wind. Hij kon het uiteindelijk niet bolwerken in zijn restaurant en
moest er afscheid van nemen. Om toch voor brood op de plank te zorgen, ging hij als kok
aan de slag in de offshore en bij horecabedrijven op het vaste land.
Groot was het verdriet toen Vera op 56-jarige leeftijd overleed. Zijn kinderen bleven op
het eiland. Zijn twee zoons zijn nu succesvolle horecaondernemers. John zocht werk
op het vaste land. Uiteindelijk belandde hij in Edam, zijn geboorteplaats waar zijn
vader vroeger een slagerij had. Een paar jaar geleden sloeg opnieuw het noodlot toe:
John kreeg Alzheimer. Zijn kinderen besloten hem terug te halen naar het eiland, naar
woonzorgcentrum De Stilen op West-Terschelling. Ze wilden hem dichterbij hebben. John
is terug van weggeweest. Op Terschelling, waar het allemaal begon.
John de Boer
Foto: Ton Groot Haar
18 19
Drie boeken per week
Ze las als kind zoveel dat haar moeder verzuchtte: ‘je verleest je hersenen nog
eens’. Maar lezen deed ze gewoon het liefst. Veel is er wat dat betreft niet
veranderd. Trijntje van der Graaf-Broers (94) woont in Bennema State in
Hurdegaryp en is regelmatig te vinden in de bibliotheek van het woonzorgcentrum.
Ze leest minimaal drie boeken per week.
Trijntje is geboren in Langezwaag en groeide op in Siegerswoude. Haar moeder las haar
veel voor. Ze leerde al snel om zelf te lezen en las alle boeken die ze maar kon krijgen.
Het liefst las ze boeken vol avontuur, zoals de Jongens van de Kameleon, Alleen op de
wereld en romans van Joop ter Heul. Dat vond Trijntje fijn, dan kon ze lekker wegdromen
in mooie verhalen.
Haar vader was arbeider en ze hadden het arm thuis, het was immers crisistijd. Studeren
zat er voor haar helaas niet in, want er moest geld op de plank komen. Ze ging als 15-jarig
meisje een beetje tegen haar zin aan de slag als dienstmeisje. Want ze had graag willen
doorleren.
Haar vertier zocht ze bij de bioscoop in Gorredijk of bij café Mulder in Lippenhuizen,
waar je kon dansen. Toen ze wat ouder was kreeg ze godsdienstles van de dominee.
Hij zag dat Trijntje een slimme vrouw was en stelde voor dat ze verder ging leren als
godsdienstlerares. Ze dacht er over na, maar vond zichzelf daar toch niet geschikt voor.
Toen ze 29 jaar was, trouwde ze met Gerben de Graaf, een lieve, Friese boer. Ze betrokken
een boerderijtje in Lippenhuizen. Kinderen kregen ze helaas niet. Maar daar stond
tegenover dat haar tien jaar jongere broer Fokke samen met zijn vrouw Greet een gezin
had met zeven kinderen. En die waren kind aan huis bij Trijntje, ze was min of meer hun
tweede moeder. Jappie, één van haar neefjes, hielp veel op de boerderij. Als hij zijn nette
kleren had omgewisseld voor de overall, voelde hij zich helemaal ‘thuis’. Zo zei hij dat
altijd.
Trijntje was vroeger actief in het dorp, bij vrouwenverenigingen en de kankerbestrijding.
Ze reisde ook graag, met de bus naar Limburg, Luxemburg, Duitsland of Zwitserland.
Meestal zonder haar man, die hield niet van reizen. Dan werd hij wagenziek. In
tegenstelling tot haar broer Fokke trad Trijntje nooit op de voorgrond. Ze was bescheiden
en vond het prima om thuis te zijn. Haar familie is belangrijk. Het is altijd één grote
familie geweest, Trijntje, Gerben, Fokke, Greet en zeven kinderen. Gerben is er al een
tijdje niet meer en dan is familie nog belangrijker. Als er iets te vieren is, dan hoort
Trijntje er helemaal bij. Zo was het en zo is het nog steeds. Trijntje krijgt regelmatig
bezoek van haar broer en schoonzus en van haar neven en nichten. Maar ze wil wel
graag tijd overhouden om te lezen, want dat doet ze nog steeds heel graag.
Trijntje van der Graaf-Broers
Foto: Ton Groot Haar
20 21
Water als rode draad
Frederika Wouters-Van Dorsten (81) uit Leeuwarden is de dochter van een
binnenvaartschipper. Ze heeft altijd een eigen motorboot gehad en reisde
het liefst naar landen aan zee. En ze was ook nog eens zwemtrainster. Water
loopt als een rode draad door haar leven.
Het schip van haar vader lag in Kampen toen Frederika ter wereld kwam. Ze heeft het
altijd prachtig gevonden aan boord van het schip dat grind en zand vervoerde naar
Duitsland en België. Ze kan zich nog goed herinneren dat ze bij haar vader in de stuurhut
zat, bij het krieken van de dag. Haar vader aan het roer en Riek hield hem gezelschap in
pyjama met haar teddybeer. Zonder te praten, dat was niet nodig. Op dat soort momenten
genoot ze enorm.
Vanwege het uitbreken van de oorlog, gingen ze aan vaste wal wonen, vlakbij de
Emmakade. Het schip werd een overslagschip. Het leven veranderde daardoor.
Frederika ging na de lagere school naar de modevakschool en kreeg werk bij modezaak
Van Kammen. Tijdens het dansen in Zalen Schaaf leerde ze haar man kennen,
magazijnmedewerker bij FRIGAS. Samen kregen ze twee kinderen. Op een één of andere
manier kreeg ze het altijd voor elkaar om in of op het water te zijn. Zo was ze 25 jaar
zwemtrainster bij LZC ’29 in het zwembad aan het Jacob Catsplein. En als vrijwilligster bij
verpleeghuis Parkhove organiseerde ze een bedrijfsuitje in Giethoorn. Samen varen op
een fluisterboot.
Maar ook thuis bleef het water trekken. Met een eigen motorboot trok het gezin er
regelmatig op uit, de Friese wateren op. En later ook naar het Duitsland en België. Reizen
zat Frederika in het bloed. Samen met haar man heeft ze veel van de wereld gezien. Haar
man overleed op 76 jarige leefijd, maar dat weerhield haar niet om alleen of met haar
zoon Marcel te reizen. Ze gingen vaak naar Cran Canaria, daar is ze wel 20 keer geweest.
Ook bezocht ze Curaçao, Griekenland, Zuid-Afrika en bijna alle Europese landen. En
natuurlijk een bootreis over de Moezel, want varen dat doet ze toch het liefst.
In januari 2015 was ze de eerste bewoonster van het nieuwe wooncentrum Erasmus in
Leeuwarden. Haar zoon, van beroep taxichauffeur, komt regelmatig op bezoek. En dan
trekken ze er samen op uit. Met de auto het water opzoeken, naar de zeedijk of bij de
Prinsentuin bootjes tellen. En dan geniet ze.
Frederika Wouters-Van Dorsten
Foto: Dineke Kaal
22 23
Passie voor fotografie
Joop Gutman (83) uit Leeuwarden heeft veel gereisd. En dan nam hij steevast
zijn Hasselblatt mee, één van de beste fototoestellen in die tijd. Het liefst
maakte hij foto’s van mensen. Maar hij legde ook gebouwen en landschappen
vast. Meestal in zwart-wit. Fotografie was zijn passie.
Hij ontwikkelde zijn foto’s in zijn eigen doka op zolder. Urenlang kon hij er doorbrengen.
Het resultaat: heel veel afdrukken en meer dan dertig volle albums. Joop legde alles vast,
maar hij fotografeerde vooral als hij op reis was. Dit reizen begon toen hij samen met zijn
vrouw An op jonge leeftijd emigreerde naar Australië. Met de boot deden ze in zes weken
tijd heel wat landen en steden aan, zoals Italië, Port Saïd, Suez, Jemen en uiteindelijk
Australië. Overal waar ze aan land kwamen, legde Joop zijn indrukken vast. En hij was
er goed in. Met één van zijn foto’s won hij zelfs een fotowedstrijd van de Leeuwarder
Courant. Later exposeerde hij zijn foto’s bij de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden.
Joop komt oorspronkelijk uit Groningen, maar groeide op bij zijn grootouders in
Leeuwarden. Toen hij 12 jaar was trouwde zijn tante Mientje met eigenaar Talamini van
ijssalon La Venezia aan de Nieuweburen in Leeuwarden. Sindsdien was Joop kind aan
huis bij La Venezia. Hij leerde er ijs bereiden en haalde, naast zijn middenstandsdiploma,
ook zijn ijsdiploma. Vier jaar lang runden ze een eigen ijswinkel in de wijk Huizum.
In Australië kwam Joop terecht in een ijsfabriek; daar bleek hij de enige medewerker
te zijn met een ijsdiploma. Maar een eigen zaak trok, en via via kreeg hij zijn eigen
eethuis. Het was daar werken, werken en werken. Maar het was een mooie tijd. Joop
zag kansen en was ook altijd goed gemutst. Zo zit hij nu eenmaal in elkaar. Hij is
makkelijk, vriendelijk en nooit boos. Na 15 jaar vonden ze het tijd om terug te gaan naar
Leeuwarden. Joop kreeg direct werk, bij Eli’s snackbar aan de Voorstreek. Daar werkte hij
tot zijn pensioen.
Daarna had hij nog meer tijd om te reizen en fotograferen. Om het jaar ging hij samen
met An naar Australië om door het land te reizen en vrienden te ontmoeten. Maar ze
bezochten ook veel andere landen. Toen ze 50 jaar getrouwd waren reisden ze naar
Egypte. En altijd zeulde hij z’n zware camera mee om foto’s te kunnen maken. Want
fotografie was immers zijn leven. Joop woont nu in woonzorgcentrum Nieuw Mellens in
Leeuwarden. Hij fotografeert niet meer, maar een aantal prachtige zwart-wit foto’s van
hem zijn te bewonderen in de gang, vlakbij zijn kamer.
Naschrift: Joop Gutman is 23 november 2015 overleden. Zijn vrouw heeft er mee
ingestemd dat zijn portret wordt gebruikt voor de expositie.
Joop Gutman
Foto: Ton Groot Haar
24 25
Genieten van de natuur
Het liefst is Gepke Stinstra-Rietman (80) uit Harlingen in de natuur. Dan
kan ze zo genieten. Van de bomen, de bloemen, de vogels, de frisse lucht.
Samen met haar man ging ze vaak de hele dag op pad, eerst in Gaaster-
land en later op Terschelling. Heerlijk, heerlijk, verzucht ze.
Ze ontmoette haar man Piet toen ze pas 14 jaar was. Hij was vijf jaar ouder. Ze werkten
allebei bij snoepjesfabriek Frisia in Harlingen. Piet gaf haar stiekem stukjes noga; daar
was ze gek op. Gepke was veel te jong om verkering te hebben, dat wist ze ook wel. Maar
ze wist ook dat hij de ware was. Want Piet was een lieve en oprechte man. Toen ze 19
jaar was, mocht ze eindelijk met hem trouwen. Piet was z’n leven lang ijzervlechter van
beroep. En z’n leven lang was hij gek op Gepke. ‘ Ullichje’ , noemde hij haar. Wat waren
ze blij toen ze naar een jaar of wat hun dochter Janny kregen.
Gepke heeft in een kruidenierswinkel en een ziekenhuis gewerkt en later in een
bloemenkas. Dat was een prachttijd. Maar het liefst was ze op de camping. Vijftien jaar
hadden ze een caravan in het Rijsterbos in Gaasterland. Daar was het ‘ons kent ons’ en
veel gezelligheid met andere gezinnen. Alle weekends en vakanties gingen ze er naar
toe. Wandelen, fietsen, de natuur in. Gepke kende alle vogelnamen uit haar hoofd.
Na Gaasterland kwam camping Cnossen op Terschelling. Ook daar genoot ze met
volle teugen van de rust en de prachtige natuur. Ze heeft vele uren op de Boschplaats
doorgemaakt.
Alles veranderde toen haar man vijf jaar geleden overleed. Ze is er nog steeds heel
verdrietig van. Gepke woont nu in woonzorgcentrum De Spiker in Harlingen. Het
geheugen laat haar soms flink in de steek. Dat vindt ze moeilijk. Gelukkig komt haar
dochter Janny geregeld op bezoek en dan maken ze een ommetje. Samen met haar
geliefde hondje Sjonnie, die Gepke altijd gezelschap houdt. Ze is zo blij met haar
Chiwawa. Zonder hem kan ze niet. Met Sjonnie is het leven weer een stuk aangenamer.
Gepke Stinstra-Rietman
Foto: Dineke Kaal
26 27
Blij van bloemen
Ze is gek op orchideeën. De kamer van Co de Boer-Reker (81) in woonzorgcen-
trum Van Harenshuus in St.-Annaparochie staat er vol mee. Maar ze houdt
ook van andere bloemen. Ze heeft in haar leven veel bloemstukken gemaakt,
vooral voor de kerk. Van bloemen wordt Co blij.
Ze kan zich nog goed het reisje naar de Keukenhof herinneren. Al die prachtige tulpen in
volle bloei. Co vond het schitterend. Zelf heeft ze altijd iets met bloemen gehad. Stekjes
maken en in een vaasje doen. Totdat er wortels aankomen. Dan kunnen ze geplant
worden. Orchideeën zijn toch wel haar lievelingsbloemen. Haar man, die een jaar of
vijf geleden is overleden, hield er ook zo van. Dan zat hij voor het raam te genieten van
de orchideeën die op de vensterbank stonden. De volkstuin van haar schoonvader in
Berlikum stond vroeger vol met bloemen, vooral chrysanten. Zijn kleinkinderen stuurde
hij dan op pad om de bloemen huis-aan-huis aan de man te brengen. Dan kregen ze een
zakcentje. Co kan daar nu nog om lachen.
Co, dochter van een timmerman, komt oorspronkelijk uit Winsum in Groningen. In haar
jeugd hield ze erg van toneelspelen. Ze was er goed in en genoot van de vele hoofdrollen
die ze speelde. Via het toneel leerde ze haar man kennen, een aardappelkeurder uit
Berlikum. Begin jaren zestig trouwde ze, ze verhuisde naar Friesland en leerde al
snel de Friese taal. Sommige woorden, zoals bôle, vond ze maar niks. Dan maar liever
‘brood’. Toneelspelen deed ze toen niet meer, maar ze was wel heel actief op allerlei
fronten. Naast het opvoeden van haar drie kinderen, twee dochters en een zoon, had ze
bestuursfuncties bij onder meer haar zangkoor en de volksdansclub. En ze maakte haar
eigen kleding, breide en naaide. Ze was altijd bezig met creatieve dingen. Ook maakte ze
graag puzzels en las ze veel boeken. Co was altijd een zelfstandige vrouw en zeker geen
type om stil te zitten.
Toen haar kinderen de deur uit waren, maakte ze met haar man veel buitenlandse reizen.
Naar Noorwegen, Zweden, Oostenrijk, Italië, Turkije, Spanje en zelfs zes weken naar
Australië. Een bijzondere reis maakte ze naar Israël. Alle verhalen uit de bijbel kwamen
toen tot leven. Die reis heeft veel indruk op haar gemaakt. Reizen doet ze nu niet meer.
Ze geniet nu van de kleine dingen. Van haar kinderen en kleinkinderen. En als die een
bloemetje voor haar meebrengen, kan haar dag niet meer stuk.
Co de Boer-Reker
Foto: Ton Groot Haar
28 29
Altijd bezig en nooit opgeven
Jan van der Zee (80) uit Leeuwarden is geen type om stil te zitten. Dat is hij
nooit geweest. Er moest altijd wat gebeuren. Hij fietste tien keer de Elfsteden-
tocht, hield er een levendige handel in fietsen en ander boelgoed op na en ging
bij voorkeur op spannende vakanties. Jan wilde het leven ‘pakken’.
Daar kwam bij dat hij een doorzetter is. Hij geeft nooit op. Of het nu om sporten gaat
of om de handel, hij zocht altijd de grenzen op. Op skivakanties oefende hij net zo lang,
totdat hij ook de zwarte pistes aankon. En het opknappen van fietsen, heeft hij zichzelf
aangeleerd door urenlang in de werkplaats te knutselen en repareren. ‘Dode dingen
mogen niet de baas zijn’, was zijn motto. Dankzij zijn doorzettingsvermogen sloeg hij zijn
vrouw Bettie aan de haak. Ze werkten beiden bij de Belastingdienst in Leeuwarden, Jan
was 24 en Bettie 17. Hij bleef haar complimentjes en cadeautjes geven. Totdat ze overstag
ging. Drie jaar later trouwden ze en kregen twee kinderen.
Zijn grootste passie was de handel in tweedehands goederen, vooral fietsen. Het leverde
weinig geld op, maar hij was er altijd mee bezig. Even op de bank tv-kijken was er niet
bij. In zijn eerste eigen huis aan de Tynjedyk in Leeuwarden knapte hij zelfs fietsen in de
woonkamer op. Zijn vrouw vond dat niet leuk, maar liet hem z’n gang gaan. Daar stond
ook veel tegenover: hoewel hij geen prater was, adoreerde hij zijn vrouw en droeg haar op
handen. En dat doet hij nog steeds. Geen kwaad woord over Bettie!
Ze zijn in de loop der jaren veel verhuisd, omdat Jan in de huizenverkoop altijd handel
zag, maar ook om extra werkruimte te creëren voor zijn hobby. Eerst de Curacaostraat,
daarna de Gealanden en het dorpje Cornjum, onder de rook van Leeuwarden. Toen Jan
bij de Domeinen dertig brommers op de kop kon tikken, aarzelde hij niet lang. De tuin in
de Gealanden stond er helemaal vol mee. Maar hij kon ze moeilijk aan de man brengen
en verloor er uiteindelijk 1000 gulden aan. Vervelend, maar de ‘kick’ was belangrijker
dan de winst. Bovendien kwamen er wel weer nieuwe kansen. Met Jan had je nooit een
saai leven. Het is jammer dat hij door z’n dementie niet veel meer kan ondernemen.
Jan woont nu in woonzorgcentrum Ymedam in de wijk Bilgaard. Ondanks alles blijft hij
positief in het leven staan. Altijd doorzetten, nooit opgeven.
Jan van der Zee
Foto: Dineke Kaal
30 31
Noorderbreedte: het beste van de zorg Expositie ‘Het levensverhaal’
U kunt bij Noorderbreedte uzelf zijn, in een periode dat u afhankelijk bent van zorg.
Liefdevolle zorg, die we samen met u, uw familie, vrienden en vrijwilligers vormgeven
op een manier die bij u past. Zo weten u en de mensen om u heen precies waar u aan toe
bent. Wij luisteren naar uw verhaal. Zodat u elke dag bij ons kunt invullen op een manier
die u plezierig vindt. Dat noemen wij: het beste van de zorg.
Noorderbreedte biedt zorg aan vooral ouderen in Fryslân. Soms voor even, soms langer,
soms voor altijd. U kunt terecht in een van onze woonzorgcentra of Centrum voor
Revalidatie. Ook biedt Noorderbreedte thuiszorg, dagbesteding en dagbehandeling.
De expositie ‘Het levensverhaal’ bestaat uit twaalf portretten van bewoners met
dementie, van locaties van Noorderbreedte.
De expositie gaat langs de locaties van Noorderbreedte waar mensen met
dementie wonen.
Friesma State – Grou 16 dec 2015 t/m 5 januari 2016
Meckama State – Kollum 7 januari 2016 t/m 19 januari 2016
De Batting – Harlingen 21 januari 2016 t/m 2 februari 2016
Abbingahiem – Leeuwarden 4 februari 2016 t/m 16 februari 2016
Erasmus – Leeuwarden 18 februari 2016 t/m 1 maart 2016
Nieuw Mellens – Leeuwarden 3 maart 2016 t/m 15 maart 2016
Ymedam – Leeuwarden 17 maart 2016 t/m 29 maart 2016
Van Harenshuus – St.-Annaparochie 31 maart 2016 t/m 12 april 2016
Westerpoort – Franeker 14 april 2016 t/m 26 april 2016
De Spiker – Harlingen 28 april 2016 t/m 10 mei 2016
Bennema State – Hurdegaryp 12 mei 2016 t/m 24 mei 2016
De Stilen – West-Terchelling 26 mei 2016 t/m 8 juni 2016
Er kunnen wijzigingen plaatsvinden in de expositiedata. Voor de actuele data, kijk op
www.noorderbreedte.eu/expositie