Welkom 4
Uw hoortoestellen 5 Type apparaat 5 Vertrouwd raken met uw
hoortoestellen 5 Componenten en namen 6 Bedieningselementen 8
Instellingen 10
Batterijen 12 Batterijformaat en tips voor gebruik 12 Batterijen
vervangen 13 Herlaadbare batterijen herladen 14
Dagelijks gebruik 15 In- en uitschakelen 15 Inbrengen en
verwijderen van de hoorapparaten 17 Het volume aanpassen 20 Het
hoorprogramma wijzigen 21 Bijkomende aanpassingen (optioneel)
22
Speciale luistersituaties 23 De focus instellen (optioneel) 23 Aan
de telefoon 25 Audio-inductielussen 27
3Inhoud
Onderhoud en verzorging 28 Hoorapparaten 28 Oorstukjes 30
Professioneel onderhoud 32
Meer informatie 33 Draadloze functie 33 Accessoires 33 Gebruikte
symbolen in dit document 33 Problemen oplossen 34
Service-informatie 36 Specifieke nationale informatie 37
Welkom4
Bedankt om te kiezen voor onze hoorapparaten om u te helpen in het
dagelijkse leven. Zoals alle nieuwigheden, heeft u natuurlijk even
tijd nodig om hiermee vertrouwd te raken.
Deze gids zal u samen met de ondersteuning van uw audicien helpen
om te leren over de voordelen en de betere levenskwaliteit die uw
hoorapparaten u te bieden hebben.
Om zoveel mogelijk voordeel uit uw hoorapparaten te halen, is het
aanbevolen om ze elke dag een hele dag lang te dragen. Hierdoor zal
u ze snel gewoon worden.
OPGELET Het is belangrijk om deze gebruikersgids en de
veiligheidshandleiding grondig en volledig door te nemen. Volg de
veiligheidsinformatie om schade of letsel te voorkomen.
Welkom
Deze gebruikersgids beschrijft optionele functies waarover uw
hoorapparaten al dan niet beschikken. Vraag uw audicien welke
functies gelden voor uw hoorapparaten.
Type apparaat
U heeft hoorapparaten model RIC (Receiver-in-Canal (Ontvanger in
kanaal)). De ontvanger zit in het oorkanaal en is via een
ontvangerkabel verbonden met het apparaat. De apparaten zijn niet
geschikt voor jonge kinderen of geestelijk gehandicapten.
Vertrouwd raken met uw hoortoestellen
Het is aan te bevelen dat u zich vertrouwd maakt met uw nieuwe
hoortoestellen. Terwijl u de hoortoestellen in uw hand houdt,
probeert u de bedieningselementen te gebruiken en gaat u na waar ze
zich op het instrument bevinden. Op die manier kunt u de
bedieningselementen vlotter terugvinden en bedienen wanneer u de
hoortoestellen draagt.
Als u problemen heeft om de bedieningselementen van uw
hoortoestellen te bedienen terwijl u de toestellen draagt, kunt u
bij uw audicien terecht voor een optionele afstandsbediening.
Uw hoortoestellen
Uw hoortoestellen6
Laadcontacten (optioneel)
Ontvangerverbinding
Click Dome halfopen
Click Dome dubbel
De standaard oorstukjes kunnen gemakkelijk verwisseld worden. Lees
hierover meer in hoofdstuk "Onderhoud en verzorging".
Op maat gemaakte oorstukjes Custom shell
Click Mold™
Uw hoortoestellen8
Bedieningselementen
Met de bedieningselementen kunt u bijvoorbeeld het volume aanpassen
of een ander hoorprogramma kiezen. Uw hoorapparaten beschikken over
een drukknop of tuimelschakelaar – of hebben geen
bedieningselement.
De audicien heeft de gewenste functies geprogrammeerd op de
bedieningselementen.
Bedieningselement Links Rechts Drukknop
Uw hoortoestellen 9
Programmawijziging
Programma omhoog/omlaag
Volume omhoog/omlaag
Tinnitusruisniveau omhoog/omlaag
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Het luisterprogramma
wijzigen".
Uw hoortoestellen 11
Kenmerken Dankzij de inschakelvertraging kunt u hoorapparaten
zonder fluitgeluiden inbrengen. Lees hierover meer in hoofdstuk
"In- en uitschakelen". AutoPhone™ schakelt automatisch naar het
telefoonprogramma wanneer de telefoonontvanger dicht bij het oor
wordt gebracht. Lees hierover meer in hoofdstuk "Aan de telefoon".
De tinnitus noiser genereert een zacht geluid om uw af te leiden
van uw tinnitus. Om batterijen van hoorapparaten met laadcontacten
te herladen, plaatst u de apparaten eenvoudigweg in de lader. Na
het laden, ontvochtigt de lader de hoorapparaten. Met de functie
e2e wireless kunt u beide hoorapparaten tegelijk bedienen. Lees
hierover meer in hoofdstuk "Draadloze functie".
Batterijen12
Wanneer de batterij bijna leeg is, wordt het geluid zwakker of
hoort u een waarschuwingssignaal. Wanneer u de batterij moet
vervangen of herladen, is afhankelijk van het type batterij.
Batterijformaat en tips voor gebruik
Vraag uw audicien naar aanbevolen batterijen.
Batterijformaat: 312
Gebruik steeds het juiste batterijformaat voor uw
hoorapparaten.
Verwijder de batterijen als u de hoorapparaten gedurende meerdere
dagen niet zal gebruiken.
Neem altijd reserverbatterijen mee.
Verwijder lege batterijen onmiddellijk en volg de plaatselijke
regelgeving met betrekking tot het verwijdering van
batterijen.
Batterijen
De batterij verwijderen: XX Open de batterijlade.
XX Gebruik de magneetstick om de batterij eruit te trekken. De
magneetstick is als accessoire leverbaar.
Batterijen14
Installeren van de batterij: XX Als de batterij een beschermende
folie heeft, dient u deze pas te verwijderen wanneer u klaar bent
om de batterij te gebruiken.
XX Plaats de batterij met het symbool "+" omhoog (zie
afbeelding).
XX Sluit de batterijlade voorzichtig. Als u een weerstand voelt, is
de batterij niet goed ingebracht.
Probeer de batterijlade niet met geweld te sluiten. Ze zou
beschadigd kunnen raken.
Herlaadbare batterijen herladen
Laad herlaadbare batterijen op vóór het eerste gebruik.
XX Om de batterijen te laden, volgt u de instructies in de
gebruikersgids van de lader.
Na vele herlaadcycli kan de batterij minder lang meegaan. In dit
geval dient u de herlaadbare batterij te vervangen. Daartoe volgt u
de instructies om batterijen te vervangen.
Dagelijks gebruik 15
In- en uitschakelen
U heeft de volgende mogelijkheden om uw hoorapparaten in of uit te
schakelen.
Via batterijlade:
Het standaardvolume en luisterprogramma zijn ingesteld.
XX Uitschakelen: Open de batterijlade naar de eerste stop.
Na laden:
Het standaardvolume en luisterprogramma zijn ingesteld.
Via drukknop of tuimelschakelaar:
XX In- of uitschakelen: Druk op de drukknop of de tuimelschakelaar
en hou deze meerdere seconden ingedrukt. Raadpleeg het hoofdstuk
"Bedieningselementen" voor de instellingen van uw
bedieningselementen.
Na het inschakelen blijven het voordien gebruikte volume en
hoorprogramma ingesteld.
Dagelijks gebruik
Dagelijks gebruik16
Via afstandsbediening:
XX Volg de instructies in de gebruikersgids van de
afstandsbediening.
Na het inschakelen blijven het voordien gebruikte volume en
hoorprogramma ingesteld.
Wanneer u de hoorapparaten draagt, kan een waarschuwingstoon
aangeven wanneer een toestel in- of uitgeschakeld is.
Wanneer de inschakelvertraging geactiveerd is, schakelen de
hoorapparaten met enkele seconden vertraging in. Gedurende die tijd
kunt u de hoorapparaten in uw oren inbrengen zonder een vervelend
fluitgeluid te horen.
De "inschakelvertraging" kan door uw audicien worden
geactiveerd.
Dagelijks gebruik 17
Inbrengen en verwijderen van de hoorapparaten
Uw hoorapparaten zijn perfect afgestemd op uw rechter en linker
oor. Kleurmarkeringen geven de zijde aan:
rode markering = rechter oor
blauwe markering = linker oor
Inbrengen van uw hoorapparaat:
XX Houd de ontvangerkabel vast aan de bocht die zich het dichtst
bij het oorstukje bevindt. XX Duw het oorstukje voorzichtig in de
gehoorgang .
XX Draai het lichtjes tot het goed zit.
Open en sluit uw mond om te voorkomen dat er zich lucht in de
gehoorgang ophoopt.
XX Hef het hoorapparaat op en schuif het over de bovenzijde van uw
oor .
OPGELET Letselrisico!
XX Plaats het oorstukje voorzichtig en niet te diep in het
oor.
Dagelijks gebruik18
Het kan helpen om het rechter hoorapparaat in te brengen met de
rechter hand en het linker hoorapparaat met de linker hand.
Als u problemen heeft met het inbrengen van het oorstukje, gebruikt
u de andere hand om uw oorlel voorzichtig omlaag te trekken.
Hierdoor gaat het oorkanaal open en kan het oorstukje gemakkelijker
worden ingebracht.
Met de optionele vasthouddraad kunt het oorstukje goed vastzetten
in uw oor. Om de vasthouddraad te positioneren: XX Buig de
vasthouddraad en positioneer hem zorgvuldig onder in uw oor (zie
afbeelding).
Dagelijks gebruik 19
Uitnemen van uw hoorapparaat: XX Hef het hoorapparaat op en schuif
het over de bovenzijde van uw oor .
XX Als uw hoorapparaat uitgerust is met een custom shell of een
Click Mold, verwijdert u deze door het kleine verwijdersnoer naar
de achterzijde van uw hoofd te trekken.
XX Voor alle andere oorstukjes: Grijp de ontvanger in de
gehoorgang°vast met twee vingers en trek de ontvanger voorzichtig
uit .
Trek niet aan de ontvangerkabel.
OPGELET Letselrisico!
XX In zeer uitzonderlijke gevallen kan het oorstukje in het oor
blijven zitten wanneer u het hoortoestel verwijdert. In dit geval
dient u het oorstukje te laten verwijderen door een arts.
Reinig en droog uw hoorapparaten na gebruik. Lees hierover meer in
hoofdstuk "Onderhoud en verzorging".
Dagelijks gebruik20
Uw hoortoestellen passen automatisch het volume aan de
luistersituatie aan.
XX Als u een handmatige aanpassing van het volume verkiest, drukt u
kort op de drukknop of tuimelschakelaar of gebruikt u een
afstandsbediening.
Raadpleeg het hoofdstuk "Bedieningselementen" voor de instellingen
van uw bedieningselementen.
Een optioneel signaal kan de volumewijziging aangeven. Van zodra
het maximale of minimale volume bereikt is, hoort u mogelijk een
optionele signaaltoon.
Dagelijks gebruik 21
Het hoorprogramma wijzigen
Afhankelijk van de luistersituatie passen uw hoorapparaten het
geluid automatisch aan.
Uw hoorapparaten beschikken mogelijk ook over verschillende
hoorprogramma's waarmee u het geluid, indien nodig, kunt wijzigen.
Een optioneel signaal kan de programmawijziging aangeven.
XX Om het hoorprogramma te wijzigen, drukt u op de drukknop of
tuimelschakelaar of gebruikt u een afstandsbediening.
Raadpleeg het hoofdstuk "Bedieningselementen" voor de instelling
van uw bedieningselementen. Raadpleeg het hoofdstuk "Instellingen"
voor een lijst met uw hoorprogramma's.
Als de AutoPhone-functie geactiveerd is, schakelt het hoorprogramma
automatisch naar een telefoonprogramma wanneer de telefoonontvanger
zich dicht bij het oor bevindt. Meer informatie vindt u in het
hoofdstuk "Aan de telefoon".
Dagelijks gebruik22
De bedieningselementen van uw hoorapparaten kunnen bijvoorbeeld ook
worden gebruikt om de geluidsbalans of het tinnitusruisniveau te
wijzigen. Met de geluidsbalans kunt u de hoge en lage tonen aan uw
voorkeur aanpassen.
Raadpleeg het hoofdstuk "Bedieningselementen" voor de instelling
van uw bedieningselementen.
Speciale luistersituaties 23
De focus instellen (optioneel)
Als u rechtstreeks wilt focussen op uw gesprekspartner voor u of
als u naar de bredere omgeving wilt luisteren – de ruimtelijke
configurator zorgt ervoor dat u uw luistervoorkeur kunt
regelen.
U kunt verschillende niveaus kiezen – van "focus naar frontale
positie" (afbeelding links), naar "middelste positie" (afbeelding
in het midden), tot "rondom horen" (afbeelding rechts).
Voorwaarden:
U dient twee hoorapparaten te dragen.
Op een van uw hoorapparaten moet de tuimelschakelaar worden
ingesteld op de ruimtelijke configurator.
Raadpleeg het hoofdstuk "Bedieningselementen" voor de instelling
van de tuimelschakelaar.
Met een geschikte afstandsbediening en smartphone app heb u zelfs
nog meer opties.
Speciale luistersituaties
Speciale luistersituaties24
De focus handmatig instellen:
XX Als u meerdere hoorprogramma's heeft, dient u te wijzigen naar
hoorprogramma 1.
XX Druk op de tuimelschakelaar die voor deze functie is
ingesteld.
Het middelste niveau is standaard actief.
XX Druk op de tuimelschakelaar boven om meer naar voor te richten
of de tuimelschakelaar onder om naar een bredere omgeving te
luisteren.
Deze functie is bedoeld voor unieke en tijdelijke luistersituaties.
De hoorapparaten kregen dus automatisch terug naar de automatische
instelling van programma 1 als de geluidsomgeving aanzienlijk
wijzigt of na ongeveer 45 minuten. U kunt de modus van de
ruimtelijke configurator ook verlaten.
De modus van de ruimtelijke configurator verlaten:
XX Schakel naar het minimale of het maximale niveau.
Een optionele signaaltoon kan het minimale en het maximale niveau
aangeven.
XX Schakel een stap verder.
U hoort dezelfde signaaltoon als voor het wijzigen van het
hoorprogramma en die geeft aan dat u de modus van de ruimtelijke
configurator heeft verlaten.
Speciale luistersituaties 25
Aan de telefoon
Wanneer u telefoneert, houdt u de telefoonontvanger iets boven uw
oor. Het hoortoestel en de telefoonontvanger moeten op elkaar
uitgelijnd zijn. Draai de ontvanger lichtjes, zodat het oor niet
volledig bedekt is.
Telefoonprogramma U heeft graag een bepaald volume wanneer u de
telefoon gebruikt. Vraag aan uw audicien om een telefoonprogramma
te configureren.
XX Schakel naar het telefoonprogramma wanneer u telefoneert of
gebruik de automatische programmaschakelaar.
In het hoofdstuk "Instellingen" is aangegeven of een
telefoonprogramma of de automatische programmaschakelaar voor uw
hoorapparaten is geconfigureerd.
Speciale luistersituaties26
Automatische programma-omschakeling (AutoPhone) Uw hoorapparaat kan
automatisch het telefoonprogramma selecteren wanneer u de
telefoonhandset dicht bij uw oorapparaat houdt. Wanneer u gedaan
hebt met spreken door de telefoon, legt u de handset weg van het
hoorapparaat en zal de microfoonmodus zichzelf resetten.
Als u deze functie wilt gebruiken, vraagt u aan uw audicien het
volgende te doen:
De AutoPhone-functie activeren.
Het magnetisch veld van de telefoonontvanger controleren.
Voor de automatische programma-omschakeling detecteert uw
hoorapparaat het magnetisch veld van de telefoonontvanger. Niet
alle telefoons genereren een magnetische veld dat sterk genoeg is
om de AutoPhone-functie te activeren. In dit geval gebruikt u de
Siemens AutoPhone-magneet, die als accessoire leverbaar is en die u
op de telefoonontvanger bevestigt.
Zie de handleiding bij de AutoPhone-magneet voor instructies over
het positioneren van de magneet.
OPMERKING Gebruik alleen de goedgekeurde AutoPhone- magneet. Vraag
uw audicien naar dit accessoire.
Speciale luistersituaties 27
Sommige telefoontoestellen en openbare ruimtes zoals theaters
bieden het audiosignaal (muziek en spraak) aan via een
audio-inductielus. Met dit systeem kunnen uw hoorapparaten het
gewenste signaal rechtstreeks ontvangen – zonder storend geluid in
de omgeving.
Audio-inductielussen worden meestal aangegeven met speciale
borden.
Vraag aan uw audicien om een telefoonspoelprogramma te
configureren.
XX Ga naar het telefoonspoelprogramma wanneer u zich in een ruimte
bevindt met een audio-inductielus.
Of een telefoonspoelprogramma geconfigureerd is voor uw
hoorapparaten, is vermeld in het hoofdstuk "Instellingen".
Telefoonspoelprogramma en afstandsbediening OPMERKING Voor
hoortoestellen met draadloze verbinding: wanneer het
luisterprogramma actief is, kan de afstandsbediening een pulserend
geluid produceren.
XX Gebruik de afstandsbediening op een afstand van meer dan 10
cm.
Onderhoud en verzorging28
Om schade te voorkomen is het belangrijk dat u uw hoorapparaten
verzorgt en een paar basisregels volgt die al snel deel zullen
uitmaken van uw dagelijkse routine.
Hoorapparaten
XX Informeer bij uw audicien naar aanbevolen droogproducten.
XX Wanneer u uw hoorapparaten gedurende lange tijd niet zal
gebruiken, bewaart u uw hoorapparaten met open batterijlade en
verwijderde batterijen in een droogsysteem, om te voorkomen dat
vocht ze aantast.
Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging 29
Reinigen Uw hoorapparaten hebben een beschermende lak. Als u ze
echter niet regelmatig reinigt, kan dit schade aan de hoorapparaten
of persoonlijk letsel tot gevolg hebben.
XX Reinig uw hoorapparaten dagelijks met een zachte, droge doek. XX
Gebruik nooit stromend water en dompel de apparaten nooit onder in
water.
XX Oefen nooit druk uit tijdens het reinigen.
XX Informeer bij uw audicien naar aanbevolen reinigingsproducten,
speciale verzorgingssets en bijkomende informatie over hoe u uw
hoorapparaten in een optimale toestand kunt houden.
Onderhoud en verzorging30
Oorstukjes
Reinigen Op de oorstukjes kan zich cerumen (oorsmeer) ophopen.
Hierdoor kan de geluidskwaliteit beïnvloed worden. Reinig de
oorstukjes dagelijks.
Voor alle soorten oorstukjes: XX Reinig het oorstukje onmiddellijk
nadat u het verwijderd heeft met een zachte, droge doek.
Hierdoor wordt vermeden dat het oorsmeer droog en hard wordt.
Voor Click Domes: XX Knijp op het topje van de dop.
Onderhoud en verzorging 31
Verwisselen Verwissel standaard oorstukjes ongeveer om de drie
maanden. Vervang ze sneller als u scheurtjes of andere
veranderingen opmerkt. De procedure voor het verwisselen van
oorstukjes is afhankelijk van het type oorstukje. In hoofdstuk
"Componenten en namen", heeft uw audicien uw type oorstukje
aangeduid.
Verwisselen Click Domes Als u problemen ondervindt bij het
verwijderen van de oude Click Dome, gebruik dan het
verwijderhulpstuk of volg de instructies op de verpakking van de
Click Domes:
Het verwijderhulpstuk is als accessoire leverbaar. XX Zorg ervoor
dat de nieuwe Click Dome duidelijk op zijn plaats klikt.
Onderhoud en verzorging32
Uw audicien kan uw hoorapparaten grondig reinigen en
onderhouden.
Op maat gemaakte oorstukjes en smeerfilters moeten worden
verwisseld door een deskundige.
Vraag uw audicien naar de individuele aanbevelingen met betrekking
tot onderhoudsintervallen en ondersteuning.
Meer informatie 33
Draadloze functie
Uw hoorapparaten zijn voorzien van een draadloze functie. Hierdoor
kunnen uw twee hoorapparaten gesynchroniseerd worden:
Als u het programma of het volume op één apparaat wijzigt, wordt
het andere automatisch aangepast.
Beide hoorapparaten worden automatisch gelijktijdig aangepast aan
de luistersituatie.
Door de draadloze functie kan een afstandsbediening worden
gebruikt.
Accessoires
Het soort beschikbare accessoires is afhankelijk van het type
apparaat. Voorbeelden zijn: een afstandsbediening, een toestel voor
audiostreaming of een smartphone app voor bediening op
afstand.
Raadpleeg uw audicien voor meer informatie.
Gebruikte symbolen in dit document
Wijst op een situatie die tot ernstige, middelmatige of kleine
letsels kan leiden. Wijst u op mogelijke schade aan
eigendommen.
Advies en tips over hoe u beter met uw toestel kunt omgaan.
Meer informatie
Meer informatie34
Problemen oplossen
Verhoog het volume. Vervang of herlaad de lege batterij
(afhankelijk van het batterijtype). Reinig of verwissel het
oorstukje.
Hoorapparaat brengt fluitgeluiden voort. Breng het oorstukje
opnieuw in tot het perfect zit. Verlaag het volume. Reinig of
verwissel het oorstukje.
Het geluid is vervormd. Verlaag het volume. Vervang of herlaad de
lege batterij
(afhankelijk van het batterijtype). Reinig of verwissel het
oorstukje.
Hoorapparaat brengt signaaltonen voort. Vervang of herlaad de lege
batterij
(afhankelijk van het batterijtype).
Schakel het hoorapparaat in. Sluit de batterijlade voorzichtig
helemaal af. Vervang of herlaad de lege batterij
(afhankelijk van het batterijtype). Zorg ervoor dat de batterij op
de juiste manier
geplaatst is. Inschakelvertraging is actief.
Wacht enkele seconden en controleer opnieuw.
Raadpleeg uw audicien bij verdere problemen.
Meer informatie36
Uw audicien
Datum aankoop:
38
www.bestsound-technology.com
Document No. A91SAT-02374-99T01-8000 VL Order/Item No. 108 264 77 |
Master Rev03, 08.2014 © Siemens AG, 08.2014
Legal Manufacturer Sivantos GmbH Henri-Dunant-Strasse 100 91058
Erlangen Germany Phone +49 9131 308 0