PROGRAMMABEGROTING 2017 EN MEERJARENRAMING
2018 - 2020
Waar voor uw geld Ter gelegenheid van het Begrotingsfestival en een Motiemarkt onder het motto:
Het geld van Lelystad met als subtitel Waar voor je geld.
Wáár voor uw geld.
De betekenis van deze woorden
is een ieder wel bekend.
Iets terug krijgen voor je geld,
iets waar je tevreden over bent.
Waarvóór uw geld.
Hier geeft de klemtoon aan
dat we voor het maken van keuzes staan
en het stellen van prioriteiten
in wat wel en niet moet worden gedaan.
Waarvoor úw geld.
Het woord 'waarvoor' wordt
ook wel gelezen als waarom.
En 'uw' wijst op betrokkenheid,
gestoeld op het bekende feit
dat het meeste geld van ons allemaal
uiteindelijk terecht komt bij de overheid,
landelijk, provinciaal en lokaal.
Simpel gesteld is het dus gewoon ons geld.
Met een Begrotingsfestival en een Motiemarkt
wordt ons door het Lelystads Stadhuis verteld,
op het uitgeven van ons geld, her en der bijeen geharkt,
invloed uit te oefenen, teneinde te bereiken
ook eens anders naar het verdelen daarvan te kijken.
Dus kom met ideeën, reik gedachten en wensen aan.
Geef beleidsmakers te verstaan dat voor andere zaken,
of meerdere wellicht, die mensen ook raken,
aandacht moet zijn of zelfs moet worden gezwicht.
Praat, praat, praat, met elkaar maar vooral met wethouders
en niet te vergeten, leden van de gemeenteraad.
Trek aan die stoute schoen en zorg dat ieder van hen verstaat
dat het uiteindelijk gaat om wat ze doen met onze poen.
© Gerard Beense,
Stadsdichter van Lelystad
Lelystad, 29 september 2016
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 1
Inhoud
BESTUURLIJKE BOODSCHAP .................................................................................... 2
1. LEESWIJZER .................................................................................................... 5
2. BELEIDSBEGROTING ......................................................................................... 6
2.1 INTENSIVERINGSVELDEN ................................................................................. 7
1. DE DRIE DECENTRALISATIES ALS HEFBOOM .......................................................... 7
2. STAD VAN, VOOR EN DOOR JONGEREN ................................................................. 9
3. MEER EN ANDER WERK ..................................................................................... 12
4. AANTREKKELIJKE WOONSTAD ............................................................................ 15
5. STADSHART ..................................................................................................... 17
2.2 TAAKVELDEN ............................................................................................... 19
0. BESTUUR EN ONDERSTEUNING .......................................................................... 19
1. VEILIGHEID ...................................................................................................... 26
2. VERKEER, VERVOER EN WATERSTAAT ................................................................ 30
3. ECONOMIE ....................................................................................................... 35
4. ONDERWIJS ..................................................................................................... 39
5. SPORT, CULTUUR EN RECREATIE ....................................................................... 43
6. SOCIAAL DOMEIN .............................................................................................. 47
7. VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU........................................................................... 55
8. VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN STEDELIJKE VERNIEUWING ........ 59
2.3 PARAGRAFEN .............................................................................................. 63
1. LOKALE HEFFINGEN .......................................................................................... 63
2. WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICOBEHEERSING ............................................... 72
3. ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN..................................................................... 79
4. FINANCIERING .................................................................................................. 83
5. BEDRIJFSVOERING ........................................................................................... 87
6. VERBONDEN PARTIJEN ...................................................................................... 89
7. GRONDBELEID................................................................................................ 100
8. INTERBESTUURLIJK TOEZICHT (IBT) ................................................................. 102
9. ONDERZOEKSAGENDA .................................................................................... 105
3. FINANCIËLE BEGROTING ............................................................................... 106
3.1 OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN EN TOELICHTING ..................................... 106
3.2 VOORGESTELDE BEGROTINGSBIJSTELLINGEN .............................................. 107
3.3 UITEENZETTING FINANCIËLE POSITIE ............................................................ 131
BIJLAGE 1: RESERVE MEERJARIGE BEGROTINGSPOSTEN ....................................... 136
BIJLAGE 2: UITWERKING- VAN ANNUITAIR NAAR LINEAIR (BBV) ............................. 139
BIJLAGE 3: SUBSIDIEOVERZICHT .......................................................................... 144
BIJLAGE 4: VERSNELLINGSOPGAVE WONEN .......................................................... 158
BIJLAGE 5: 0320 LELYKRACHT............................................................................ 164
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 2
Bestuurlijke boodschap
De stad als symfonie In de bundel ‘Filosofen agenderen de stad’ komt onder anderen Govert Derix1 aan het woord. In zijn
bijdrage ‘Serenopolis, de onbewolkte stad’, stelt hij dat “ duurzame stadsontwikkeling niet kan zonder
serieus te luisteren naar de tijdgeest van tijdelijkheid.” Dat is voor
ons als politici iets om over na te denken. We bewegen mee op
de golven van de economie, de (waan)zin van de dag en de
tijdelijkheid van een trend. Tegelijkertijd bouwen we aan de stad
en worden we gedwongen verder vooruit te kijken dan
menselijkerwijs mogelijk is.
Grote componisten konden niet vermoeden dat hun muziekstuk
vaak 50 tot 100 jaar later (wereld)beroemd zou worden. Maar wat
ze wel konden, is nadenken over de verschillende instrumenten
die nodig waren om de klanken samen te voegen tot een
symfonie en welke rol ieder instrument zou moeten spelen. Met
deze begroting legt het college aan de raad een partituur voor.
Een partituur waaraan de hele samenleving een bijdrage levert.
Met de raad als dirigent, het college als arrangeur en de Lelystadse samenleving als bespeler van de
instrumenten. In het vertrouwen dat de symfonie die we kennen als Lelystad de tijd zal overleven en
beroemd zal worden.
Ouverture In eerdere bestuurlijke boodschappen stonden we stil bij de kansen die er liggen voor onze stad. In dat
opzicht zouden we de troonrede kunnen parafraseren: “Lelystad heeft de laatste jaren weer vaste grond
onder de voeten gekregen.” Er ontstaat langzaam weer ruimte voor investeringen in de toekomst. In de
Kadernota 2017 - 2020 zijn op basis van de op dat moment ingeschatte trends en ontwikkelingen diverse
financiële effecten in kaart gebracht en in de begroting verwerkt. Het eindsaldo van de kadernota vormt
het beginsaldo van deze ontwerp programmabegroting.
Ten opzichte van de kadernota zien we een positieve ontwikkeling van het financiële perspectief. Dit is
vooral het gevolg van de positieve netto effecten van de rijks circulaires (de mei- en septembercirculaire)
en de vrijval van externe rentelasten door aanscherping van regelgeving op het gebied van begroten en
verantwoorden. Het actuele perspectief biedt, na jaren de broekriem aangehaald te moeten hebben, weer
iets meer financiële ruimte. Waar eerder gemeentelijke middelen vooral ingezet moesten worden om de
hoogste nood te lenigen en de basis op orde te houden, ontstaan nu gelukkig weer mogelijkheden om te
investeren in de stad. Het college hecht vooral aan investeringen die ook iets op gaan leveren, Lelystad
verder brengen en mensen aan elkaar en aan de stad binden. Dit betekent tegelijk ook scherp kiezen. De
thema’s zoals opgenomen in de kadernota (1. de drie decentralisaties als hefboom, 2. stad van, voor en
door jongeren, 3. meer en ander werk, 4. aantrekkelijke woonstad, 5. Stadshart) zijn hierbij voor het
college uitgangspunt geweest. Voorbeelden van concrete maatregelen die voortvloeien uit de keuzes in
deze begroting zijn bijvoorbeeld het uitvoeringsprogramma Vrijetijdseconomie, het project Lelykracht en
de ondersteuning van de luchthaven- en lokale economische ontwikkeling. Daarnaast wordt extra
financiële ruimte gecreëerd voor toekomstige investeringen door drie jaar achtereen een storting te doen
in de Reserve Ontwikkeling Stad.
1 Govert Derix is filosoof, schrijver en adviseur. Hij is voor en achter de schermen betrokken bij vernieuwende projecten voor
overheden, instellingen en bedrijven. Derix schreef boeken over cultuurfilosofie, architectuur, zorg, natuurbeleid en
gebiedsontwikkeling.
2017 2018 2019 2020
Beginstand programmabegroting 2017 - 2020 187 984 1.589 2.108
Meerjarenraming 2017 - 2020
Ook Govert Derix stelt de tijdloosheid
van de huidige steden centraal. Hij
ziet de stad als symfonie: iets wat
tijdelijk is, nu eens snel, dan weer
langzaam – maar toch een geheel.
We hoeven niet overal en altijd in één
zelfde versnelling de toekomst
tegemoet. Een stad mag tijdelijk
zakken ‘op de lijstjes’. Tegenover de
mechanica van de stad als
‘groeimotor’ zet Derix de levende,
natuurlijk groeiende stad.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 3
Menuet Naast financiële ruimte en ruimte voor de ontwikkeling van de stad, is er ook meer ruimte gekomen voor
eigen initiatief in de samenleving. Dit is bijvoorbeeld zichtbaar in de WMO, Mensen maken de buurt en
de Omgevingswet. De samenleving pakt die ruimte ook steeds meer. Inwoners en bewonersgroepen
nemen steeds vaker zelf de regie en eigen initiatief. Het college moedigt dit ook aan. Omdat de stad in
beginsel van de inwoners zelf is, maar ook omdat op deze manier maximaal gebruik gemaakt wordt van
de kennis en kunde van de inwoners. Maar voor wie advies en ondersteuning nodig heeft, is facilitering
beschikbaar. Bijvoorbeeld in de vorm van de ideeënmakelaar of een andere ‘overheidsdienaar’.
Tegelijkertijd realiseren we ons dat dit samenwerkingsproces een langzaam proces is. Een proces van
vallen en opstaan en een proces van zoeken naar ieders rol.
Met het traject ‘De stad is van ons allemaal’ slaan we een nieuwe weg in, ook voor wat betreft
beleidsontwikkeling. Het traject kent twee sporen:
a. een participatief onderzoek waarin op een andere manier gesproken wordt met gezinnen
waardoor andere knelpunten maar ook andere oplossingen naar boven komen.
b. de ontwikkeling van een dashboard waarin per buurt veel meer dingen, ook stapelbaar, te zien
zijn. Dit helpt om inzet te focussen.
Voor het einde van het jaar ontvangt de raad een rapportage van dit traject met beleidsmatige duiding en
inzicht in het dashboard met de inzetbepaling
Allegro We staan aan de vooravond van tal van kansen. In hoog tempo komen ze voorbij en wisselen ze elkaar
af. Daarbij zullen we met elkaar moeten leren de focus te verleggen. Ingegeven door de budgettaire
krapte in het verleden zijn we vaak gedwongen ons als eerste de vraag te stellen “Hebben we er geld
voor?”. Dat blijft een belangrijke vraag, maar nog belangrijker is de vraag “Willen we dit?”. Om natuurlijk
binnen de financiële spelregels ruimte te maken om de kansen op een creatieve manier te benutten. Een
paar voorbeelden:
De circulaire economie wint terrein. Juist door de ligging en bijvoorbeeld de ontwikkeling van de
Flevokust heeft Lelystad een unieke kans hiervan te profiteren. Waar afgelopen jaren veel energie
in de voorbereidingen is gestoken, kunnen we langs het spoorboekje van de uitvoeringsnota
duurzaamheid kansen grijpen.
De kansen die samenhangen met de ontwikkeling van de luchthaven liggen voor het grijpen maar
moeten wel benut worden. Juist hier liggen kansen om in de driehoek arbeidsmarkt-opleiden-werk
resultaten te boeken. Hetzelfde geldt voor de vrijetijdseconomie. Die inzet is hard nodig om ervoor
te zorgen dat de kansen voor Lelystad ook echt kansen voor Lelystedelingen worden, kansen voor
de veel te grote groep mensen die nu nog geen baan hebben!
Het is afgezaagd, wie de jeugd heeft…….. Kansen bieden aan de jeugd is van groot belang voor de
stad. Zelfs het wonderkind Mozart zou zijn symfonieën niet hebben kunnen componeren als hij
geen hulp had gehad bij het ontwikkelen van zijn talenten. De majeure operatie met betrekking tot
onderwijshuisvesting wil het college dan ook graag bekijken door de bril van optimale
talentontwikkeling van onze jeugd. Zo gezien biedt ook dit vraagstuk kansen.
De versnellingsopgave binnen de metropoolregio Amsterdam biedt ons een kans om juist aan
anderen te laten zien wat de woonkwaliteiten van onze stad zijn. Een voortvarende uitvoering van
de woonvisie en versnelling in de woonmarketing zijn daarvoor een belangrijke voorwaarde.
Over het Stadhart wordt veelal gesproken in termen van zorgen. Maar, je ziet het pas als je het ziet.
Er zijn partijen die in het stadshart willen investeren en de kansen van een herprogrammering zien.
Het college legt u snel de eerste concrete voorstellen voor.
Finale Martin Heidegger schreef dat we om waarachtig te kunnen bouwen eerst moeten weten wat het betekent
om te wonen. Eerst wonen, dan bouwen: een prachtige omkering die boekdelen spreekt. Wonen is altijd
tijdelijk. 2 In een nieuwe stad als Lelystad ligt de focus al snel op de zichtbare, fysieke resultaten. We zijn
als stad gewend te groeien. En dat is goed, maar geen doel op zichzelf. We kiezen ervoor onze kansen
2 Naar Govert Derix
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 4
te benutten, maar moeten voorkomen dat de stad daarbij uit balans raakt. In dat opzicht is het goed om
met elkaar en met de stad en de samenleving na te blijven denken over hoe we willen wonen en leven
en hoe de stad ons daarbij van dienst kan zijn. Lelystad staat daarbij niet op zichzelf, maar maakt deel
uit van een groter regionaal geheel. Een regio die ook bij kan dragen aan de ontwikkeling van Lelystad.
Dit biedt kansen waar we alert op moeten zijn en die we moeten pakken.
Een symfonie uitvoeren heeft geen zin als er geen publiek is. In dat opzicht is het van belang dat alle
spelers aan de buitenwereld vertellen dat er goede en mooie muziek gemaakt wordt. Anders gezegd,
citymarketing en vergroten van stadtrots zijn het sluitstuk en tegelijkertijd de voorwaarde voor een
geslaagde uitvoering. Geloven in de eigen kracht, de eigen Lelykracht van het orkest, is daarbij essentieel.
Tijdens de repetities van een symfonie gaat het er om dat alle instrumenten in het juiste tempo en op het
juiste moment hun partijtje meeblazen. Het is de taak van de dirigent om daarbij de ruimte te scheppen
voor alle partijen om tot hun recht te komen en hun bijdrage te leveren. Een symfonie is immers een
meerstemmig instrumentaal muziekstuk waaraan iedereen zijn bijdrage levert. Een eenheid in
verscheidenheid, zonder solisten. Als je de juiste toon vindt, is heel het leven muziek en staat er niemand
aan de zijlijn. Van dit concert des levens hebben we samen het program!
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 5
1. Leeswijzer
Deze programmabegroting 2017 – 2020 is opgesteld conform de voorschriften in het ‘Wijzigingsbesluit
vernieuwing Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV)’, dat van kracht wordt
met ingang van 1 januari 2017. In het wijzigingsbesluit worden via een ministeriële regeling nadere regels
voorgeschreven omtrent de wijze waarop gemeenten de programmabegroting- en verantwoording
moeten inrichten. Voorbeelden zijn het verplicht opnemen van bepaalde beleidsindicatoren, het gebruik
van financiële kengetallen en een voorgeschreven indeling van de financiële begroting in zogeheten
‘taakvelden’.
Naar aanleiding van het wijzigingsbesluit heeft de Commissie BBV tevens een aantal richtinggevende
notities gepubliceerd, waarmee gemeenten op diverse terreinen moeten voldoen aan geactualiseerde
voorschriften. Deze geactualiseerde richtlijnen zijn terug te lezen in de volgende notities van de
Commissie BBV:
- Notitie grondexploitatie
- Notitie faciliterend grondbedrijf
- Notitie rente
- Notitie overhead
Het idee achter deze voorschriften is dat gemeenten met ingang van 2017 beter met elkaar vergeleken
kunnen worden. De programmabegroting en de jaarstukken zijn op een meer uniforme manier
opgebouwd en de gehanteerde regels laten minder ruimte laten voor interpretatie door individuele
gemeenten. Deze uniformering van de regels resulteren op enkele onderdelen tot een wijziging met een
financieel karakter. In de kadernota 2017 was op een aantal onderdelen al aangekondigd dat er in aanloop
naar deze programmabegroting een aantal zaken verder uitgezocht moest worden, bijvoorbeeld op het
gebied van grondexploitaties en rentetoerekening. In de afgelopen periode zijn alle voorschriften verder
geanalyseerd en zijn de consequenties voor de gemeentebegroting in kaart gebracht. Daar waar de
gewijzigde voorschriften een effect hebben op de gemeentebegroting wordt dit toegelicht in de concreet
voorgestelde begrotingsbijstellingen in hoofdstuk 3.2.
Zoals zichtbaar is in de inhoudsopgave bestaat deze programmabegroting uit een beleidsbegroting
(hoofdstuk 2), een financiële begroting (hoofdstuk 3) en een aantal bijlagen. Aan de start van ieder
hoofdstuk wordt de inhoud van dat onderdeel kort uiteen gezet.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 6
2. Beleidsbegroting
De beleidsbegroting is opgebouwd uit drie afzonderlijke onderdelen:
2.1 Intensiveringsvelden
De intensiveringsvelden zijn door de raad vastgesteld bij de kadernota 2017 – 2020 en vormen de
bestuurlijke prioriteiten van de aankomende periode. Ieder van de 5 verschillende intensiveringsvelden
wordt vooraf gegaan door een integrale beschrijving van de context, waarna wordt ingegaan op de te
realiseren doelstellingen (hoe de gemeente Lelystad het verschil gaat maken). In de presentatie wordt in
één oogopslag duidelijk via welke sporen deze verschillen gemaakt moeten gaan worden en in
samenwerking met wie.
2.2 Taakvelden
De totale gemeentebegroting wordt binnen dit onderdeel inzichtelijk gemaakt aan de hand van de
voorgeschreven begrotingsclusters (0 tot en met 8). Ieder begrotingscluster is opgebouwd uit een aantal
samenhangende taakvelden, waarbij per taakveld kort wordt ingegaan op:
a) de bijbehorende baten en lasten, plus een duiding van de beïnvloedbaarheid van deze baten en
lasten;
b) de activiteiten die samenhangen met de inzet van deze baten en lasten;
c) de aard van deze activiteiten (wettelijk / gemeentelijk) en eventuele relaties met een
intensiveringsveld;
d) de verantwoordelijke portefeuillehouder(s);
e) het opnemen van dit taakveld als onderdeel waarop gerapporteerd wordt in de
begrotingsmonitoren 2017.
Aan het einde van ieder begrotingscluster worden de bij ministeriële regeling verplicht voorgeschreven
beleidsindicatoren gepresenteerd, aangevuld met aanvullende (lokale) beleidsindicatoren. Om de context
van deze cijfers beter te kunnen plaatsen worden de uitkomsten, daar waar mogelijk, afgezet tegen het
Nederlands en Flevolands gemiddelde.
2.3 Paragrafen
De paragrafen vormen een dwarsdoorsnede van de gemeentebegroting. Zaken als de gemeentelijke
bedrijfsvoering, de financiering en het beleid omtrent de onderhoud van kapitaalgoederen lopen dwars
door de hierboven beschreven intensiverings- en taakvelden heen. Dit is ook de reden dat het BBV
gemeenten verplicht dit type informatie in afzonderlijke paragrafen uit te werken.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 7
2.1 Intensiveringsvelden
1. De drie decentralisaties als hefboom
Aanleiding
In het sociale domein voltrekt zich in hoog tempo een aantal fundamentele veranderingen. Gemeenten
dragen sinds 1-1-2015 de verantwoordelijkheid voor de Jeugdzorg, voor nieuwe Wmo-taken vanuit de
AWBZ en voor de Participatiewet. Hiermee zijn gemeenten in belangrijke mate verantwoordelijk
geworden voor de activiteiten op het gebied van ondersteuning, begeleiding, verzorging, hulp en re-
integratie. De decentralisatie van bevoegdheden, verantwoordelijkheden en middelen van het rijk naar
lokaal niveau dwingt gemeenten, maatschappelijke instellingen, bedrijven en burgers om zich te bezinnen
op hun rol en positie in het lokale sociale domein. Dit geldt ook voor de vierde decentralisatie, die van
passend onderwijs, waarbij de regie niet zo zeer bij de gemeente, maar bij het onderwijs ligt. De noodzaak
om samen te werken aan vernieuwing en nieuwe verhoudingen is groter dan voorheen. De ruimte
daarvoor ook. Om de kansen die de decentralisaties bieden optimaal te benutten, is het zaak om te komen
tot meer samenhang op het terrein van de participatie, ondersteuning, begeleiding en jeugdhulp. Hiermee
ontstaat een unieke kans om het complexe sociale domein flink te vereenvoudigen.
Wat streven we na?
Dit intensiveringsveld draagt de naam “De 3 D’s als hefboom”. De gedachte is dat de drie decentralisaties
kunnen of moeten worden aangegrepen om een groter maatschappelijk effect te sorteren. Dit
maatschappelijke effect moet worden bereikt op de reeds bestaande doelstellingen in het Lelystadse
sociale domein. Deze doelstellingen zijn nog steeds valide en bewijzen zich dagelijks in de praktijk.
Het zijn:
1. Gezond en veilig opgroeien;
2. Meedoen naar vermogen/zelfredzaamheid en sociale participatie;
3. Verhogen arbeidsparticipatie;
4. Vergroten financiële zelfredzaamheid.
Op deze doelstellingen willen we intensiveren, meerwaarde creëren. Grote vraag is uiteraard, hoe gaan
we dat doen? We denken het antwoord gevonden te hebben in de integratie van de drie afzonderlijk
gestarte decentralisaties. Integratie van de jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning en
arbeidsparticipatie levert een synergie op die de beoogde maatschappelijke meerwaarde zou kunnen
creëren.
Die gedachte in niet helemaal nieuw. Er wordt al langer gezinspeeld op de noodzaak om tot één regime
voor het sociale domein te komen. Ook in Lelystad is dit besef aanwezig. Waar we er voor hebben
gekozen om aanvankelijk de drie decentralisaties afzonderlijk zo goed mogelijk neer te zetten, is er nu
ruimte om aan een integratie te werken. In verschillende sporen is dat ook al aan het ontstaan.
In deze intensiveringsopgave willen we die ontwikkeling ondersteunen en versterken. We presenteren
hieronder 5 instrumenten die –naar verwachting- een bijdrage gaan leveren aan de beoogde integratie
op het sociale domein.
Uitwerking
Hieronder wordt een schets op hoofdlijnen gegeven van het intensiveringsveld De 3 D’s als hefboom. Als
er bestuurlijke instemming blijkt te zijn met deze opzet dan dient er een uitwerkingsplan te worden
opgesteld waarin bovenstaande concreet en gedetailleerd wordt uitgewerkt, inclusief een tijdpad. Hierbij
gaan we uit van de gedachte van een pilot met een beperkt aantal gezinnen voor een beperkte duur.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 8
Welk verschil willen we maken?
Gezond en veilig opgroeienDoelstelling 1:
Doelstelling 2:Meedoen naar vermogen/ zelfredzaamheid en sociale
participatie
Doelstelling 3: Verhogen arbeidsparticipatie
Doelstelling 4: Vergroten financiële zelfredzaamheid
Versnelde integratie drie decentralisaties
door middel van:
Hoe gaan we dit doen?
Om te beginnen is het nodig om de drie toegangen die er nu nog zijn te uniformeren, zodat de Lelystadse burger één toegang
heeft tot alle arrangementen die in het sociale domein worden aangeboden. We hebben dat de Integrale toegang Sociaal
Domein genoemd.
Spoor 1: Integrale toegang Sociaal domein
Daarnaast is het wenselijk om te komen tot één integrale regie op de hulpvraag. In die gevallen waar een hulpvraag meerdere
decentralisaties betreft moeten we af van meerdere regisseurs en bewerkstelligen dat we met één –overkoepelende- regie de
hulpvraag integraal afdekken. We hebben dat Gezinsregisseur Sociaal Domein genoemd. Waarbij het begrip “gezin” moet
worden opgevat als een (sociaal) systeem met een hulpvraag. Een gezin kan in deze betekenis dus ook een individu zijn. We
hebben gekozen voor deze terminologie om weg te blijven van de term Casusregisseur, die intussen naar ons idee enigszins
verouderd is. (maar misschien wel de lading goed dekt).
Spoor 2: Gezinsregisseur Sociaal domein
Spoor 3: Integrale informatie Sociaal domein
Het verdient de aanbeveling om de informatie die per decentralisatie beschikbaar is te integreren met de informatie uit de andere
werksoorten, zodat er een integraal beeld ontstaat –ook op het niveau van de informatie- van sociale domein in Lelystad en de
problemen die zich daarin voordoen. Naast een beter inzicht beogen we hiermee kansen te scheppen voor preventief beleid. We
hebben dat Integrale informatie Sociaal Domein genoemd. Uiteraard gaan we hier zorgvuldig mee om. Respecteren de
privacyregels en stellen de informatie in dienst van een hulpvraag.
Spoor 4: Meedenfunctie uitvoering
Het vraagstuk van de integratie van de drie decentralisaties willen we voorleggen aan de betrokken instellingen van Lelystad. We
noemen dit de Meedenkfunctie uitvoering.
Het vraagstuk van de integratie van de drie decentralisaties willen we voorleggen aan de betrokken instellingen en de inwoners
van Lelystad. We noemen dit de Meedenkfunctie burger.
Spoor 5: Meedenkfunctie burger
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 9
2. Stad van, voor en door jongeren
Aanleiding
De kern van dit intensiveringsveld is hoe je een aantrekkelijke stad maakt voor alle jongeren. Het doel is
samen met jongeren ontdekken hoe de stad voor hen aantrekkelijker kan worden en ze hiervoor
medeverantwoordelijk maken.
De aanleiding voor dit intensiveringsveld zijn de getrokken conclusies uit de trendanalyse over jongeren.
Hier zijn een aantal knelpunten geconstateerd waarvan wij de overtuiging hebben dat deze opgepakt
kunnen worden door jongeren een grotere betrokkenheid te geven bij de stad. Lelystadse jongeren
kunnen veel bijdragen aan de gemeenschap, door met hen in gesprek te gaan achterhalen we wat maakt
dat zij graag in Lelystad zijn en blijven, en waardoor zij zich nog meer met de stad verbonden (gaan)
voelen. Stad van, voor en door jongeren heeft de intentie om in de kern op alle fronten aantrekkelijk voor
alle jongeren te zijn, voor ieder talent, dus niet alleen voor jongeren die extra ondersteuning behoeven.
Een aantrekkelijke stad ontstaat door betrokkenheid en ruimte. De vraag waar wij nu voor staan is wat er
moet gebeuren in Lelystad om daadwerkelijk aantrekkelijker te worden voor jongeren, vanuit een
positieve insteek.
Wat streven we na?
We doen al veel binnen het jeugddomein. Om de stad nog aantrekkelijker te maken voor jongeren willen
we ze echt eigenaar maken van dit proces en dat begint bij van hen horen wat zij graag willen en zelf
kunnen bijdragen. Het Participatiewiel is een door Movisie ontwikkelde leidraad voor integrale
participatiebevordering, uitgaande van de levensdoelstellingen van ieder mens. De doelen van het
individu zijn gelimiteerd tot 6 doelstellingen, te weten: ontmoeten, kunnen bijdragen aan de samenleving,
zelfredzaam zijn, voor anderen zorgen, financieel gezond zijn en betaald werk hebben. Binnen deze
doelstellingen redeneren we uiteraard vanuit de belevingswereld van Lelystadse jongeren, jongeren
voeren zelf de regie over het eigen leven.
Binnen dit intensiveringsveld wordt gebruik gemaakt van het "participatief onderzoek" dat ook gebruikt
wordt in het traject "De stad is van ons allemaal". In deze werkwijze nemen onderzochten deel als
medeonderzoekers (co-researchers). Participatief handelingsonderzoek is een methode die bij uitstek
interessant is voor het tot stand brengen van veranderingen in het sociaal domein.
Uitwerking
Concreet houdt bovenstaande in dat we vanaf januari 2017 een dialoog aangaan met jongeren, vanuit
verschillende leeftijden (11 tot en met 25), op de verschillende plekken waar zij zich bevinden in hun
dagelijks leven. Het participatietraject met jongeren is geslaagd wanneer verschillende groepen jongeren
bereikt zijn en zij zich hebben verbonden aan het proces. De jongeren komen binnen de zes doelstellingen
met ideeën en dromen (spoor 1) en zij zullen zich eigenaar voelen van het vervolg (spoor 2). De
uitkomsten van de gesprekken met jongeren leveren een nieuw beeld op (een top 3) van het
intensiveringsveld, waardoor duidelijk zal worden waarop we extra willen insteken. In overleg met o.a. het
NJR wordt gezocht naar mogelijkheden om dit participatietraject goed te organiseren en uit te voeren.
Zodra hier meer duidelijkheid over is volgt de financiële vertaling met een dekkingsvoorstel.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 10
Welk verschil willen we maken?
De kern van de doelstelling ontmoeten is te achterhalen waar jongeren elkaar het liefst
treffen, en wat ze kunnen en willen bijdragen om die ontmoeting tot stand te brengen.
OntmoetenDoelstelling 1:
Doelstelling 2: Bijdragen aan de samenleving
De mate van actief deelnemen in het vrijetijdsdomein is veranderd, deze verandering
raakt steeds meer jongeren. Een gedeelte van de jongeren maakt geen gebruik van de
Lelystadse voorzieningen. De vraag is waar dan wel de behoefte ligt.
Doelstelling 3:
Jongeren zijn zelfstandig en hebben regie over het eigen leven, zij nemen hierin het
initiatief. Het vertrekpunt is dat alle jongeren een belangrijke bijdrage leveren binnen deze
doelstelling, en ervoor zorgen dat anderen goed kunnen participeren in de maatschappij.
Waar nodig worden jongeren hierbij ondersteund.
Zelfredzaam zijn
Doelstelling 4: Voor anderen zorgen
Om de doelen te bereiken hebben mensen op sommige momenten in hun leven steun
nodig. Dat kan informele steun zijn of professionele steun. Zorgen voor een ander
versterkt de verbondenheid en betrokkenheid van jongeren bij de Lelystadse
samenleving.
Financieel gezond zijnDoelstelling 5:
Bekend is dat schulden en armoede een grote druk legt op mensen waardoor andere
doelen naar de achtergrond verschuiven. Dat geldt ook voor jongeren. Omgaan met
zakgeld en bijbaantjes zouden thema’s kunnen zijn die jongeren zelf aandragen.
Doelstelling 6: Betaald werken
Goed onderwijs is een middel om te komen tot (betaald) werk en zelfredzaamheid op de
arbeidsmarkt. Op gebied van onderwijs is er aandacht nodig voor het deel van de
kinderen dat het onderwijstraject niet afmaakt en het relatief kleine aandeel dat naar het
Havo/VWO gaat. De doorgaande lijn moet worden versterkt (van voorschoolse
instellingen tot MBO) waardoor school uitval wordt tegengegaan. Om hoger opgeleide
leerlingen meer perspectief in Lelystad te bieden is aandacht nodig voor de verbinding
tussen onderwijs en arbeidsmarkt.
Het vergroten van de aantrekkelijkheid van de
stad van voor en door jongeren, door middel van:
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 11
Hoe gaan we dit doen?
Spoor 1: Hoe worden jongeren betrokken bij het proces
De eerste stap is te starten op locaties waar jeugdigen zich van nature bevinden. Via interviews, die zo mogelijk door een groep
jongeren zelf uitgevoerd worden, halen we binnen de 6 doelstellingen vanuit het Participatiewiel in verkennende rondes op welke
thema’s Lelystadse jongeren bezig houden en waar de behoefte van deze jongeren ligt. Door deze gesprekken worden jongeren
verbonden aan het proces, en uitgenodigd om in een vervolg verder te kijken en te komen naar hoe ze nog meer eigenaar
kunnen worden van hun ideeën en dromen. Vanuit de eerste inventariserende ronde worden subdoelen geconcretiseerd,
gehangen onder de 6 doelstellingen.
Spoor 2: Hoe worden jongeren eigenaar
Binnen de doelstellingen kunnen jongeren bevraagd worden naar welke ideeën en dromen zij hebben voor hun stad, en hoe zij
hieraan kunnen bijdragen vanuit hun talenten. Na de eerste aanzet van de interviews, die bij voorkeur door een groep jongeren
zelf worden uitgevoerd, is er onder andere de methode van het participatief onderzoek om jongeren meer eigenaar te maken
van het realiseren van hun eigen ideeën. Hierdoor worden jongeren geactiveerd om middels bijvoorbeeld netwerkgroepen
samen te bouwen aan hun stad. Ondersteuning vanuit het NJR is wenselijk hierin. Het NJR traint door het hele land jeugdigen
een rol te spelen voor anderen. Goede eerste initiatieven in Lelystad van jongerenparticipatie zijn te vinden bij onder andere.
Young Leaders en Lelykracht, gekoppeld aan 21e eeuwse vaardigheden. Een duidelijke link ligt er naar het intensiveringsveld:
aantrekkelijke stad. Het belang van wonen en de openbare ruimte zijn voor de specifieke doelgroep jongeren anders en
verdienen specifiek de aandacht.
In samenwerking met wie gaan we dat verschil maken?
Jongerennetwerken Opbouwwerk Woningbouw
Jongerenwerk Mantelzorg Arbeidsmarkt / Ondernemers
Stakeholders / Actoren / Samenwerkingsverbanden
Vrijwilligerswerk Burgerzaken gemeente
Onderwijs JGT Jobcoaches / Gemeente
Sport/cultuur Maatjesprojecten
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 12
3. Meer en ander werk
Aanleiding
De excentrische ligging binnen metropoolregio Amsterdam, groei die achterblijft bij de verwachtingen,
achterblijvende werkgelegenheid, onevenwichtige bevolkingssamenstelling, mismatch tussen vraag en
aanbod op de arbeidsmarkt, bovengemiddelde werkloosheid, relatief veel uitkeringsgerechtigden, relatief
lage inkomens en negatieve beeldvorming zijn belangrijke uitdagingen voor Lelystad. Daartegenover
staan de wil om de stad verder te ontwikkelen, de ruimte, het aanwezige arbeidspotentieel, de nabijheid
van Amsterdam, de goede bereikbaarheid en de goede verstandhouding met andere overheden,
bedrijfsleven en instellingen. Werk is een van de toonaangevende ontwikkelingslijnen.
Gezien het feit dat het domein Werk al decennialang op de bestuurlijke prioriteitenlijst staat – lokaal,
regionaal en landelijk – zijn alle deelthema’s in termen van bespreekpunten al uitgebreid aan de orde
gekomen en moet nieuwe energie vooral gezocht worden in werkelijk nieuw en/of in ieder geval
vernieuwend, eerder dan uitsluitend versterking van het bestaande.
Een goed gekwalificeerde beroepsbevolking over de volle breedte van de arbeidsmarkt is essentieel om
aan de personeelsbehoefte van nieuwe en bestaande bedrijven te voldoen. Naar verwachting zal de groei
van de werkgelegenheid in Lelystad over de volle breedte van de arbeidsmarkt plaats vinden. De focus
wordt daarom verbreed van de onderkant arbeidsmarkt naar het midden segment en de bovenkant
arbeidsmarkt. De samenwerking hierin met het middelbaar en hoger beroepsonderwijs is essentieel.
Wat streven we na?
Tot op heden is inhoudelijk bezien een scheiding gehanteerd tussen de beleidsthema's werk binnen het
sociaal domein en werk binnen Economische Zaken. Om tot vernieuwing te komen en daarmee
samenhangend intensivering, is het zaak om het domein werk inhoudelijk te benaderen als een centraal
hoofdthema op gemeentelijk niveau. Een enkele, verbrede scope derhalve. Lelystad schaakt op meerdere
borden, enerzijds als lid van het Regionaal Werkbedrijf (RWF) en anderzijds vanuit haar belang binnen
de MRA. Naast de groeikansen die zich voordoen, zoals het vliegveld, de ontwikkeling van de kust en
Regioplan Wind, bieden lokale ontwikkelingen zoals het Lelystad Akkoord en de beoogde Social Firm,
kansen om de stad nog meer te profileren als een aantrekkelijk vestigingsgebied. Aanscherpingen in de
werkwijze brengen betere resultaten. Bijvoorbeeld door bij acquisitie een focus te plaatsen op kansrijke
sectoren, maak en handel, agrofood, vrijetijdseconomie, propositie/opvang voor bedrijven die omwille van
Amsterdamse woningbouwplannen de stad moeten verlaten.
Uitwerking
Bezien vanuit bovenstaande afwegingen is bij aandachtsvelden als werkgelegenheid, inclusieve
arbeidsmarkt, matchen van vraag- en aanbodprofielen, rol van het onderwijs, aantrekken van nieuwe
arbeid (werkgevers/bedrijven) enzovoorts, sprake van interdependentie en dienen deze – ook vanuit
intensiveringsoptiek – vanuit een overkoepelende en tegelijkertijd verbindende visie te worden opgepakt.
Enkele van de bestaande oplossingsrichtingen zijn a) het verder verhogen van de participatiegraad van
het beschikbaar arbeidspotentieel (bijv. vrouwen en allochtonen); b) het (bij)scholen van zittend dan wel
potentieel personeel; c) het aantrekken van doelgroepen die nu nauwelijks aan bod komen maar die wel
degelijk arbeidspotentieel vertegenwoordigen (denk aan gedeeltelijk arbeidsgeschikten) en; d) het
versterken van het aanbod van banen. Het gaat er uiteindelijk om de perfecte match te creëren tussen
de beschikbaarheid van banen enerzijds en de beschikbaarheid van passend personeel anderzijds.
Onderstaande intensiveringsacties zijn gericht op het verder verbeteren van deze match en dienen na
bestuurlijke instemming verder uitgewerkt te worden in een uitvoeringsplan.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 13
Welk verschil willen we maken?
Verhogen arbeidsparticipatieDoelstelling 1:
Meedoen naar vermogen/ verhogen zelfredzaamheid
en sociale participatieDoelstelling 2:
Verhogen werkgelegenheidDoelstelling 3:
Doelstelling 4: Verbeteren van het vestigingsklimaat
Versnelde verbetering van vraag en aanbod
op de lokale arbeidsmarkt:
Hoe gaan we dit doen?
De arbeidsmarkt is herstellende. Nog niet op hetzelfde tempo als de economie zelf, maar de werkloosheidscijfers geven een
voorzichtig optimistisch beeld. Daarbij dreigt een complete generatie te worden uitgesloten. Werkloze vijftig plussers hebben in
vergelijking tot andere doelgroepen een exponentieel lagere kans om opnieuw aan het werk te komen. De belangrijkste oorzaak
lijkt gezocht te kunnen worden in twee vooroordelen: de 50+er heeft een verhoogd ziekterisico en is duur(der).
Wordt deze groep losgelaten dan zullen de gevolgen daarvan vele malen desastreuzer zijn dan uitsluitend de som van de uit te
keren inkomensondersteuning. Eenmaal permanent in de bijstand beland, ontstaat er een tsunami aan negatieve
maatschappelijke effecten. Hypotheken die niet langer betaald kunnen worden, persoonlijke faillissementen en
schuldenproblematiek, met andere woorden achterstandsgezinnen waarvan ook de kinderen de negatieve gevolgen met zich
meedragen.
Hoofddoel van deze intensivering is tweeledig: enerzijds de aantrekkelijkheid van deze doelgroep – kennis en ervaring –
zichtbaar maken voor de werkgever, en waar nodig versterken op inhoudelijke kwaliteit (onderwijs) en matching van vraag en
aanbod (bemiddeling). Anderzijds de gewenste cultuuromslag teweegbrengen, dat wil zeggen het wegnemen van de
vooroordelen bij de werkgevers.
1. Aansluiting zoeken bij het Lelystad Akkoord in het wegnemen van de vooroordelen die ten aanzien van deze doelgroep
bestaan;
2. Specifiek opleidingsfonds van waaruit maatwerkopleidingen voor om- en bijscholing, trainee-schappen, stages en
samenwerking met onderwijs en bedrijfsleven kunnen worden gefinancierd;
3. Ondersteuning 50+ vanuit de op te zetten Arbeidsplaatsenregeling Lelystad, die een versnelling beoogt van de
werkgelegenheidsgroei.
Spoor 1: 50+
Extra aandacht moet uit gaan naar het faciliteren, benutten en stimuleren van lokaal potentieel (top 100 lijst). Brengt de komst
van de luchthaven of de doorontwikkeling van de kust bijvoorbeeld spin off effecten die je zou kunnen versterken c.q. faciliteren?
Dat wil zeggen kan het lokaal vestigingsklimaat aantrekkelijker gemaakt worden ook voor andere bedrijven dan de in deze
kaders voor de hand liggende toeleveranciers (de eerste lijn)?
In de intensivering gaat het om de (potentiele) kansrijke sectoren. Deze laatste groep moet geïdentificeerd worden en voorzien
van een aantrekkelijk aanbod. Voor dit laatste zou deregulering van de lokale grondprijzen van belang kunnen zijn. Lage
(vestigings-) kosten hebben een aantrekkingskracht op bedrijven. Een uitbreiding van de infrastructuur in het onderwijsaanbod
kan hierbij tevens een belangrijke rol spelen, of het aantrekkelijker maken van de vestigingsvoorwaarden.
Hierbij wordt vooral gedacht aan bedrijven die behoefte hebben aan relatief goedkope productieomgevingen. Dit sluit sterk aan
op de EZ-agenda (industrieel-logistiek complex met speerpunt op Logistiek en Maak; agro-food; vrijetijdseconomie). Amsterdam
wil zich versterken in haar identiteit van bewonersstad. Dat betekent dat productieomgevingen plaats moeten maken voor
woonlocaties. Bedrijven die graag in Amsterdam willen blijven kunnen verleid worden om de productieomgevingen te
verplaatsen naar de ruimtelijke potentie van Lelystad, waarbij het complete, logistieke infrapakket een extra incentive biedt (lucht-
, water en wegverkeer).
Spoor 2: Top 100 lijst (Exploiteren van potentiele lokale economie)
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 14
Spoor 3: Toerisme
Er ligt een directe relatie tussen de ambitie de aantrekkelijkheid van de stad te vergroten en het creëren van werkgelegenheid.
Door het stimuleren van toerisme wordt tegelijkertijd gewerkt aan een uitbreiding respectievelijk verbreding van het aantal banen
in relevante sectoren zoals horeca (toename aantal overnachtingen), kunst & cultuur, exploitatie havens, enzovoorts.
Spoor 4: Versterken circulaire economie
Lelystad kampt met een hoog aanbod van werkloze laaggeschoolden. In de circulaire economie is de component
laaggeschoolde arbeid hoog. Circulaire economie richt zich op het regenereren van economische waarde door producten die
ogenschijnlijk hun levenscyclus hebben doorlopen opnieuw in te zetten, meestal als onderdeel van dan wel grondstof voor een
nieuw product. De intensivering houdt in dat de bestaande inzet wordt aangevuld met productie activiteiten gericht op het
circulair maken van afvalstromen (bijvoorbeeld composieten).
Lelystad heeft het ruimtelijk potentieel en bevindt zich tevens in het stedelijk netwerk van de metropoolregio Amsterdam, een
regio die met een toenemende bevolkingsdichtheid een steeds grotere behoefte zal gaan krijgen aan bedrijven in de circulaire
economie, die een deel van de dure afvalstroom tegen lage kosten met een economische meerwaarde kunnen terugbrengen in
de regionale economie.
Acties:
1. Identificatie van (potentiele) bedrijven in dit segment van de circulaire economie (focus op de MRA of hoger schaalniveau);
2. Strategische rol duiden van de beoogde Social Firm (huidig WBL) als initiator en kernpartner van andere lokale bedrijven voor
het inrichten van dergelijke circulaire omgevingen (joint ventures).
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 15
4. Aantrekkelijke woonstad
Aanleiding
De aantrekkelijkheid van Lelystad als woonstad is van essentieel belang om enerzijds inwoners te binden
en anderzijds nieuwe inwoners te verleiden zich in Lelystad te vestigen. Op deze wijze wordt een bijdrage
geleverd aan de beoogde kwalitatieve groei van Lelystad. De verwachting is dat deze groei vanaf 2020
vooral afhankelijk is van nieuwe vestigers in Lelystad. De huidige overspannen woningmarkt in de
metropoolregio Amsterdam (MRA) biedt kansen om potentiele vestigers aan te trekken. Door de ligging
van Lelystad en de steeds betere bereikbaarheid kan Lelystad voorzien in een deel van het aanbod dat
nodig is om aan de woonvraag te voldoen. Als volwaardige partner binnen de MRA doet Lelystad mee
aan de versnellingsopgave in de regio. Hierdoor ligt er een nieuwe opgave voor de woonpromotie onder
potentiële nieuwe vestigers.
Wat streven we na?
Een aantrekkelijke woonstad is een stad waar mensen met plezier wonen en leven. Veel inspanningen
zijn gericht op het vergroten van de aantrekkelijkheid van Lelystad. Zo zetten wij ons in voor een diversiteit
in het aanbod van woningen, voor een goede sociale en fysieke leefomgeving, voor voorzieningen op het
gebied van onderwijs, winkelen, recreëren, cultuur en sportbeoefening, voor het scheppen van
werkgelegenheid, het verbeteren van de bereikbaarheid en verbindingen binnen de stad en natuurlijk de
veiligheid. Beleid daarvoor is o.a. uitgewerkt in de recent vastgestelde Woonvisie Lelystad 2016 – 2020
en het voorgestelde Uitvoeringsprogramma Vrijetijdseconomie Lelystad 2017-2021.
Uitwerking
In dit intensiveringsveld wordt de focus gelegd op het vergroten van de beleving van de aantrekkelijkheid
van de stad. Voor het vergroten van deze beleving zijn de volgende twee aspecten cruciaal, de perceptie
ofwel het beeld dat mensen hebben en de betrokkenheid die zij voelen. Door deze aspecten als
overkoepelende doelstellingen centraal te stellen, willen wij de vele inspanningen voor een aantrekkelijke
woonstad verbinden en daardoor meerwaarde creëren.
Welk verschil willen we maken?
De aantrekkelijkheid van een stad is afhankelijk van het beeld dat mensen van de stad
hebben. Deze beeldvorming is voor een deel sociaal en cultuur bepaald en kan
beïnvloed worden door promotie en marketing (kennismaking enervaring).
Lelystad biedt aantrekkelijke woonmilieus tegen een concurrerende prijs aan de rand van
de Metropoolregio Amsterdam. De woonkwaliteit die Lelystad biedt, willen wij sterker
promoten en in de markt zetten.
Verbeteren van het beeld over Lelystad als woonstadDoelstelling 1:
Vergroten van de betrokkenheid bij stad en buurt
De aantrekkelijkheid van de stad hangt voor een groot deel samen met de betrokkenheid
en inzet van de inwoners. Actieve inwoners dragen bij aan sterke sociale buurten en aan
meer woonplezier. Daar waar de aantrekkelijkheid achter blijft, willen wij samen met de
inwoners werken aan verbetering van de leefomgeving. De focus ligt nadrukkelijk op
versterking van eigenaarschap voor de eigen buurt. Samenwerking, integratie van
sociale en fysieke aspecten en de eigen verantwoordelijkheid van bewoners staan
daarin centraal. Naast de betrokkenheid van de inwoners met de eigen buurt richten wij
ons ook op het vergroten van de verbondenheid van de inwoners met de stad.
Doelstelling 2:
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 16
Vergroten (beleving van de) aantrekkelijkheid van
de stad:
Hoe gaan we dit doen?
Spoor 1: Promoten van de Lelystadse woonmilieus
Op het gebied van wonen zijn in de MRA een tweetal ontwikkelingen gaande die voor Lelystad kansen bieden om haar sub-
urbane woonmilieus te promoten. Enerzijds de versnellingsopgave woningbouw en anderzijds de ontwikkeling van een
woningmarktregio op MRA schaal. In de toekomst wil Amsterdam een omvangrijk aantal woningen realiseren, maar heeft
daarvoor op haar grondgebied onvoldoende ruimte. In regionaal verband kan Lelystad een deel van deze opgave overnemen.
Daarvoor is programmatische afstemming over woningbouw noodzakelijk (m.b.t. nieuwbouw, transformatie kantoren, nieuwe
doelgroepen). Bovendien bieden afspraken hierover binnen de MRA Lelystad de mogelijkheid gebruik te maken van de marketing
en branding van Amsterdam.
In samenwerking met City Marketing ontwikkelen wij overkoepelende woonmarketingplannen en tonen daarmee de veelzijdigheid
van Lelystad. Daarbij is aandacht voor de goede bereikbaarheid, de onderscheidende voorzieningen en recreatieve
mogelijkheden in de stad en de aanwezig van ruime en goed onderhouden bedrijventerreinen. Naast starters op de woningmarkt
zijn binnen de woonmarketing ook de werkgevers in Lelystad een belangrijke doelgroep.
De kwaliteit van de bestaande stad, en met name de kwaliteit van de woningen en de woonomgeving in de oudere woonwijken
staat onder druk. Samen met de corporaties en de eigenaar-bewoners wil de gemeente een verbeterslag maken. Hierbij worden
de corporaties en de eigenaar-bewoners gestimuleerd te investeren in de woningen. De gemeente heeft het voortouw in de
openbare ruimte bij het verbeteren van de beeldkwaliteit daar waar deze achter blijft. De mogelijkheden daarvoor zijn echter
mede afhankelijk van de resultaten van de ICL evaluatie en worden op dat moment beoordeeld.
Spoor 2: Beheer en onderhoud openbare ruimte
Spoor 3: Sterke sociale buurten
Met de campagne ‘Mensen Maken de Buurt’ (MmdB) richten wij ons op het stimuleren van initiatieven van inwoners. Daarmee
willen wij dat hun buurt, hun stad er een beetje mooier, veiliger, gezelliger en socialer van wordt. De campagne heeft al meer
dan honderd bewonersinitiatieven mogelijk gemaakt en met effect. Daarom zal door middel van een publiciteitscampagne een
versnelling worden ingezet zodat steeds meer mensen betrokken raken en bijdragen aan het besef dat de buurt van de mensen
is.
Spoor 4: Vergroten verbondenheid met de stad
Het versterken van de stadstrots krijgt extra aandacht. Dit zal worden afgestemd met ‘Stad van, voor en door jongeren’ en met
het project ‘Lelykracht’. Welzijn Lelystad, Flevomeer bibliotheek, Kubus en Sportbedrijf hebben met ‘Lelykracht’ het initiatief
genomen om nieuwe mogelijkheden te bieden voor meer slagkracht van de inwoners voor de stad.
In samenwerking met wie gaan we dat verschil maken?
Welzijn Lelystad Kluswinkel Bewoners
Overlegorgaan
Bouwnijverheid Lelystad
Bedrijven en werkgevers in
Lelystad (top 100)Plaatselijke en regionale
media MILA Maatschappelijke instellingen
MRA Centrada
Landelijke vakpers
Stakeholders / Actoren / Samenwerkingsverbanden
City Marketing Lelystad Provincie Flevoland
Makelaars Projectontwikkelaars
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 17
5. Stadshart
Aanleiding
De huidige kwaliteit van het Stadshart laat te wensen over. De uitstraling is (deels) sleets, de verandering
van gedrag en behoeften van bezoekers leidt tot zorgen over een neergaande spiraal in het functioneren
van het Stadshart. Niet iedereen voelt zich nog aangetrokken door het Stadshart. Net als veel nieuwe
stadsdeelcentra in de regio staat het Stadshart op een kruispunt waarbij de keuzes zijn: opschalen naar
een zeer sterk regionaal centrum, consolideren door revitalisering of krimp en gelijktijdig transformeren
naar andere functies.
Wat streven we na?
Leidraad is het streven naar de nieuwe identiteit van Stadshart Lelystad die zich kenmerkt in “Lokaal,
Groen en Compact”. Dat houdt concreet in dat het Stadshart er vooral is voor de Lelystedeling met
functies en activiteiten die hierop aansluiten. Het Stadhart heeft een overzichtelijk en aantrekkelijk
winkelrondje met daar aan toegevoegd andere stedelijke functies die bijdragen aan de kwaliteit van het
verblijven. De voor Lelystad kenmerkende groene structuur is ook verweven met het Stadshart en
herkenbaar in de openbare ruimte. Het Stadshart is een verrassende, sfeervolle en gezellige plek waar
bewoners met plezier wonen, bezoekers gastvrij ontvangen worden en waar voor iedereen iets te beleven
valt. Daardoor komt de Lelystedeling er vaker, verblijft er langer en voelt zich verbonden met het
Stadshart.
De eerste basis om tot deze uitwerking te komen is al gelegd in het rapport 'Lelystad: Op weg naar een
levendig Stadshart'. Op de uitgangspunten van dit rapport willen we verder intensiveren en meerwaarde
creëren. Een groot aantal acties zijn hiervoor al ingezet. Door de inzet van een centrummanager wordt
er gestuurd om de leegstand te verkleinen en zijn we bezig met het compact maken van het Stadshart.
Ook worden er thema's rond koopzondagen georganiseerd en zijn wij een intensieve samenwerking
aangegaan met eigenaren en ondernemers. Op een 3 tal punten kunnen wij de komende periode echter
het verschil maken. Wij willen de komende periode op de volgende punten inzetten:
- gastvrij
- beleving
- toekomstbestendig Stadshart
Uitwerking
Hieronder staat op hoofdlijnen hoe de drie genoemde doelstellingen in het intensiveringsveld Starthart
verder worden vormgegeven. Als er bestuurlijke instemming blijkt te zijn met deze opzet dan dient deze
als basis voor het werkplan Stadshart waarin bovenstaande doelstellingen concreet en gedetailleerd
wordt uitgewerkt.
Welk verschil willen we maken?
GastvrijDoelstelling 1:
Iedereen is welkom in het Stadhart en moet dat ook ervaren. We zijn gastvrij van
aankomst in het Stadshart tot het vertrek. Alle stakeholders zijn betrokken wat zorgt voor
binding aan het Stadshart. Het gastheerschap komt terug in de kwaliteit van de openbare
ruimte en de parkeergarages ,in de orde en handhaving, en de behandeling van de klant
door de ondernemers.
Doelstelling 2: Beleving
Lelystad is een nieuwe stad en hierdoor ligt de kracht en de beleving van Lelystad nog
vaak buiten het Stadshart. Deze kracht wordt het Stadshart ingebracht door de
kernkwaliteiten groen en water sterk terug te laten komen in het Stadshart.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 18
Toekomstbestendig StadshartDoelstelling 3:
Een toekomstbestendig Stadshart is een Stadshart waar functies zijn die de
Lelystedeling aantrekkelijk vindt om te wonen, te werken, te winkelen of te komen. En
niet alleen voor vandaag, maar ook voor de langere termijn.
We doen dit door de volgende sporen uit te
zetten:
Hoe gaan we dit doen?
Spoor 1: Dagelijks onderhoud openbare ruimte en parkeergarages
Het dagelijks onderhoud van de openbare ruimte sluit aan op het hoogste kwaliteitsniveau van het KSP en zorgt dat het
stadshart schoon, veilig en heel is.
De medewerkers van handhaving en controle zijn de gastheren en -vrouwen van het Stadshart. Zij zorgen ervoor dat de
bezoekers zich op hun gemak voelen in het Stadshart. Publieksvriendelijk, informatie vertrekken over het Stadshart en
handhaven op zaken die de bezoekers en bewoners van het Stadshart tegenstaan.
Spoor 2: Handhaving en controle
Spoor 3: Betrokkenheid ondernemers, eigenaren
De organisatiegraad en samenwerking onder ondernemers en eigenaren wordt verder versterkt. Waardoor de betrokkenheid
van de ondernemers bij het Stadshart een beter fundament krijgt. Een BIZ is daarvoor een goed instrument.
Met eigenaren en ondernemers in gesprek blijven om hen te verleiden om te investeren in het gastvrij zijn en zich verder te
ontwikkelen in dienstverlening en ondernemerschap.
Spoor 4: In gesprek
Spoor 5: Toekomstbestendig groenstructuur
De hoofdstructuur van het Stadshart sluit aan op de kernkwaliteiten van de Stad - groen en water - en zien we terug door het
plaatsen van monumentale bomen, fonteinen en de inrichting van de Zilverparkkade. De hoofstructuur is en wordt ontworpen
voor de lange termijn, is toekomstbestendig en robuust en daarmee de basis onder het Stadshart.
Spoor 6: Uitnodigende openbare ruimte
De openbare ruimte is uitdagend voor de verschillende doelgroepen en zorgt voor beleving en langer verblijven in het Stadshart.
De inrichting sluit aan op andere kernkwaliteiten en herkenningspunten in de stad van de stad zoals bijvoorbeeld Aviodrome en
Batavialand. Van zitbank tot Pokémon GO. De openbare ruimte is geschikt voor iedereen met of zonder beperking. De
bezoekers weten de weg goed te vinden door goede signing en duidelijke bebording. Een goede verlichting draagt bij een
aangename en veilige beleving van het Stadshart.
Spoor 7: Versterken van de verblijfskwaliteit door cultuur, horeca en leisure
Naast een goede winkelfunctie is voor de beleving van het Stadshart ook een uitbreiding van allerlei activiteiten en functies
wenselijk die het verblijven in het Stadshart kwalitatief versterken. Daarbij kan gedacht worden door in samenwerking met derde
partijen zoals eigenaren en ondernmers maar ook Lelykracht evenementen en festiviteiten, markten en andere (culturele)
activiteiten te organiseren.
Spoor 8: Transformatie van oudere winkel- en kantoorcomplexen
Het Stadshart kent een aantal kantoorgebouwen en winkelcentra die een belangrijk deel van hun functie hebben verloren. Ze
staan leeg of worden voor een niet-marktconforme huur (tijdelijk) gebruikt. De gemeente werkt mee aan of initieert transformatie
van dergelijke complexen. Soms is echter transformatie ook niet (meer) mogelijk, zal moeten worden overgegaan tot sloop en
kunnen langs die weg aan nieuwe functies ruimte worden gegeven. Prioriteit hebben het Stadhuisplein en winkelcentrum De
Gordiaan (noordelijk deel van De Waag).
Spoor 9: Duurzaam Stadshart
De behoeftes van mensen zullen steeds blijven veranderen. Vastgoed van goede kwaliteit en een grote mate van flexibiliteit in
gebruik is daarbij het meest duurzaam en biedt de beste mogelijkheden voor succesvolle transformaties in de toekomst. In het
kader van duurzaamheid is verder aandacht voor de openbare verlichting wenselijk, concentratie van functies waaronder wonen
rond het station, een uitstekende bereikbaarheid voor fietsers en voetgangers en verdere vergroening.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 19
2.2 Taakvelden
0. Bestuur en ondersteuning
De taakvelden binnen het cluster ‘0. Bestuur en ondersteuning’ dragen bij aan de uitvoering van de
inhoudelijke taakvelden, die onderdeel uitmaken van de verderop beschreven clusters 1 tot en met 8. In
de tabel hierboven wordt per taakveld inzicht geboden in de bijbehorende lasten en baten.
In de tabellen hieronder wordt vervolgens per taakveld aanvullende informatie geboden, bijvoorbeeld over
de aard van de activiteiten, de beïnvloedbaarheid van de budgetten en de verantwoordelijke
portefeuillehouder(s). Indien van toepassing wordt er ingegaan op de concrete doelstellingen voor 2017
en/of de bij het taakveld betrokken verbonden partijen. Na de beschrijving van deze taakvelden worden
de bij ministeriële regeling verplicht op te nemen beleidsindicatoren gepresenteerd.
0. Bestuur en ondersteuning(Bedragen x €1.000)
Lasten
0.1 Bestuur -3.097 -3.027 -3.027 -3.027
0.2 Burgerzaken -3.329 -3.262 -3.263 -3.255
0.3 Beheer overige gebouwen en gronden -1.588 -1.576 -1.554 -1.548
0.4 Overhead -25.575 -25.469 -25.322 -25.145
0.5 Treasury 8.065 8.102 7.743 7.110
0.61 OZB woningen -1.169 -1.168 -1.168 -1.168
0.62 OZB niet-woningen - - - -
0.63 Parkeerbelasting - - - -
0.64 Belastingen overig - - - -
0.7 Algemene uitkering en overige uitkeringen gemeentefonds - - - -
0.8 Overige baten en lasten -1.134 -874 -1.175 -585
0.9 Vennootschapsbelasting (VpB) - - - -
Totaal Lasten -27.828 -27.274 -27.765 -27.618
Baten
0.1 Bestuur - - - -
0.2 Burgerzaken 1.455 1.455 1.455 1.455
0.3 Beheer overige gebouwen en gronden 745 729 709 703
0.4 Overhead 456 456 456 456
0.5 Treasury 1.638 1.224 1.205 1.190
0.61 OZB woningen 11.054 11.054 11.054 11.054
0.62 OZB niet-woningen 10.570 10.570 10.570 10.570
0.63 Parkeerbelasting 2.343 2.343 2.343 2.343
0.64 Belastingen overig 2.351 2.351 2.351 2.351
0.7 Algemene uitkering en overige uitkeringen gemeentefonds 137.626 135.341 134.782 132.591
0.8 Overige baten en lasten 1 1 1 1
0.9 Vennootschapsbelasting (VpB) - - - -
Totaal Baten 168.240 165.525 164.927 162.716
Eindtotaal 140.412 138.251 137.162 135.098
0. Bestuur en ondersteuning (mutaties reserves)(Bedragen x €1.000)
Lasten
0.10 Mutaties reserves -6.254 -6.838 -6.133 -6.063
0.11 Resultaat van de rekening van baten en lasten -920 -984 -2.181 -2.711
Totaal Lasten -7.174 -7.822 -8.314 -8.774
Baten
0.10 Mutaties reserves 4.139 3.940 2.284 2.192
0.11 Resultaat van de rekening van baten en lasten 733 - 592 603
Totaal Baten 4.872 3.940 2.876 2.795
Eindtotaal -2.302 -3.882 -5.438 -5.979
2017 2018 2019 2020
2017 2018 2019 2020
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 20
Beschrijving taakvelden binnen dit cluster
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -3.097 -3.027 -3.027 -3.027 Baten - - - -
Portefeuillehouder(s): I. Adema Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Artikel 6 van de gemeentewet schrijft voor dat er in iedere gemeente een gemeenteraad, een college en een burgemeester is. Tot dit taakveld
behoort het gemeentebestuur en de directe facilitering van deze bestuursorganen:
- college van burgemeester en wethouders (loonkosten, reis- en verblijfskosten e.d.);
- gemeenteraad en raadscommissies (vergoedingen, excursies e.d.);
- de ondersteuning van de raad, griffie;
- lokale rekenkamer, accountantscontrole.
- regionale, landelijke en internationale bestuurlijke samenwerking (VNG Flevoland, VNG, G32 en Platform 31).
De beïnvloedbaarheid van de lasten is relatief beperkt, doordat het aantal raadsleden wettelijk is voorgeschreven (evenals de bijbehorende
vergoeding voor het raadswerk). De lasten behorende bij het college staan in direct verband met het aantal collegeleden.
0.1 Bestuur
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -3.329 -3.262 -3.263 -3.255 Baten 1.455 1.455 1.455 1.455
Portefeuillehouder(s): I. Adema Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
De gemeente heeft diverse wettelijk voorgeschreven taken op het gebied van burgerzaken. Tot dit taakveld behoren de volgende burgerzaken
(inclusief eventuele legesopbrengsten) en het voeren van de achterliggende basisadministraties:
- Klant contact centrum: Binnen het klant contact centrum wordt uitvoering gegeven aan de telefonische bereikbaarheid, telefonische
informatieverstrekking en het opnemen en uitzetten van klachten over de openbare ruimte. De informatiebalie is het eerste aanspreekpunt voor
burgers en bedrijven die zich melden in het stadhuis.
- Burgelijke stand: De uitvoering van de burgerlijke stand is wettelijk bepaald en ligt vast in de Wet rechten burgerlijke stand. Er worden door
de gemeente diverse werkzaamheden verricht op het gebied van huwelijken, geboortes, overlijden, erkenningen, de Wet op de lijkbezorging en
het bijhouden van diverse registers.
- Basisregistraties: De gemeente is wettelijk gezien verplicht diverse basisregistraties te voeren en is daarnaast ook verantwoordelijk voor de
uitvoering van diverse wettelijke basistaken, zoals de uitgifte van rijbewijzen, reisdocumenten, nationaliteitswetgeving en dergelijke. De
basisregistraties bestaan uit een drietal onderdelen: Basisregistraties Personen (wet BPR); Basisregistraties Adressen en Gebouwen (wet BAG);
Basisregistratie Grootschalige Topografie (wet BGT).
- Leges: Op basis van artikel 229 van de Gemeentewet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Europese dienstenrichtlijn
heeft de gemeente de bevoegdheid om kosten in rekening te brengen als tegenprestatie voor door de gemeente geleverde
diensten, de zogeheten leges. Voor een aantal categoriën dient de gemeente op haar beurt weer leges af te dragen aan het Rijk, de zogeheten
rijksleges.
- Verkiezingen: Op basis van de Kieswet zijn gemeenten verantwoordelijk voor het organiseren van verkiezingen (gemeenteraad, provinciale
staten, Tweede Kamer der Staten-Generaal, Europees Parlement, referenda).
De beïnvloedbaarheid is vrij beperkt, aangezien het de uitvoering van wettelijke taken betreft en de legesopbrengsten worden gemaximeerd
door wettelijke bepalingen.
Doelstelling 2017:
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Wat we willen bereiken is dat de inwoners, ondernemers en bezoekers van Lelystad de gemeente ervaren als een organisatie met een
SIMPELE dienstverlening, waarmee je veilig en betrouwbaar zaken kunt doen en die van toegevoegde waarde is voor de Lelystadse
samenleving. Onze organisatie is er namelijk vòòr Lelystad en niet andersom. SIMPEL staat voor: Snel, Innovatief, Menselijk, Praktisch, Efficiënt
en Leuk.
0.2 Burgerzaken
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 21
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -1.588 -1.576 -1.554 -1.548 Baten 745 729 709 703
Portefeuillehouder(s): E. Rentenaar Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Binnen dit taakveld behoren de lasten en baten met betrekking tot het beheer van gronden die nog niet direct worden betrokken bij
gebiedsontwikkelingen dan wel om andere redenen voorlopig nog niet voor definitieve uitgifte in aanmerking komen. Deze gronden worden
verhuurd of verpacht, waarbij de opbrengsten uit verhuur of verpachting worden aangewend als dekking voor de voor het beheer van deze
gronden gemaakte kosten.
De beïnvloedbaarheid is beperkt gezien de samenhang van opbrengsten en kosten.
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Gemeentelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
0.3 Beheer overige gebouwen en gronden
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -25.575 -25.469 -25.322 -25.145 Baten 456 456 456 456
Portefeuillehouder(s): J. Sparreboom Beinvloedbaarheid baten [ 0 % - 20 %]
Tot dit taakveld behoren alle lasten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van medewerkers in het primaire proces. Deze brede
definitie is geformuleerd door de commissie BBV en is voor alle gemeenten van toepassing met ingang van begrotingsjaar 2017. In het kort
samengevat zijn deze lasten onder te verdelen in zaken als:
- financiën, toezicht en controle gericht op de eigen organisatie;
- personeel en organisatie;
- de gemeentesecretaris;
- inkoop (incl. aanbesteding en contractmanagement);
- juridische zaken;
- bestuurszaken en bestuursondersteuning;
- informatievoorziening en automatisering (ICT);
- facilitaire zaken en huisvesting, zoals het stadshuis (incl. beveiliging);
- documentaire informatievoorziening (DIV);
- managementondersteuning primair proces (afdelingshoofden, teamleiders).
De beïnvloedbaarheid is direct afhankelijk van de omvang van het primaire proces.
Doelstelling 2017:
Verbonden partijen:
Publiek belang Erfgoedcentrum Nieuw Land: Archiefbeheer
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Gemeentelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
De taakstelling op de bedrijfsvoering loopt verder op in de aankomende jaren en dient nog verder geconcretiseerd te worden. De organisatie
wordt hiermee uitgedaagd de verhouding tussen de kosten voor overhead en het primaire proces verder te optimaliseren.
0.4 Overhead
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten 8.065 8.102 7.743 7.110 Baten 1.638 1.224 1.205 1.190
Portefeuillehouder(s): J. Fackeldey Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren de activiteiten van de gemeente met betrekking tot de treasury-functie. De lasten zijn onder te verdelen in de te
betalen rentelasten voor de aangetrokken leningen met een korte looptijd (<1 jaar) en een lange looptijd (>1 jaar). De baten komen voort uit
verstrekte leningen en dividendopbrengsten ontvangen van een viertal deelnemingen: Vitens, Huisvuilcentrale, Alliander, Bank Nederlandse
Gemeenten.
De beïnvloedbaarheid binnen dit taakveld wordt beperkt door wet- en regelgeving zoals de wet Fido en de wet Hof. De hoogte van de betaalde
rentelasten is afhankelijk van de benodigde financiering, wat weer een voortvloeisel is van de genomen raadsbesluiten in het verleden.
Daarnaast bepalen de rentestanden van het moment van herfinanciering voor een groot deel in hoeverre het beschikbare budget toereikend is.
Doelstelling 2017:
Verbonden partijen:
Publiek belang Alliander: Nutsvoorziening
Publiek belang BNG: Bankier voor overheden
Publiek belang Vitens: Zorgdragen voor een stabiele drinkwatervoorziening
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Ja Aard activiteiten: Gemeentelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
Binnen de grenzen van de Wet Fido de rentelasten zo laag mogelijk houden, door het maximaal benutten van de kasgeldlimiet. Daarnaast
wordt door middel van het spreiden van de leningenportefeuille in de tijd getracht het renterisico zo klein mogelijk te houden.
0.5 Treasury
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 22
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -1.169 -1.168 -1.168 -1.168 Baten 11.054 11.054 11.054 11.054
Portefeuillehouder(s): J. Fackeldey Beinvloedbaarheid baten [ 100 % ]
Tot dit taakveld behoren de opbrengsten uit de onroerend zaakbelasting op woningen. De belastingplichtige is de genothebbende krachtens
eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak. De maatstaf van de heffing wordt bepaald op basis van de waarde, ingevolge de
Wet waardering onroerende zaken (WOZ). Binnen dit taakveld komen naast de baten uit de onroerende zaak belasting op woningen de
volgende lasten terug: waardering, heffing en uitvoering bezwaar en beroep.
De OZB kan gezien worden in het licht van het totaal aan gemeentelijke woonlasten, die bestaan uit de OZB, de afvalstoffenheffing en het
rioolrecht. Lelystad behoort wat de woonlasten betreft tot de landelijke middenmoot. Ter indicatie: de woonlasten voor een
meerpersoonshuishouden met een koopwoning liggen in 2016 in Lelystad gemiddeld op € 732,-. Het Nederlandse gemiddelde voor een
meerpersoonshuishouden met koopwoning in 2016 is € 716,-.
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Ja Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
0.61 OZB woningen
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten - - - - Baten 10.570 10.570 10.570 10.570
Portefeuillehouder(s): J. Fackeldey Beinvloedbaarheid baten [ 100 % ]
Tot dit taakveld behoren de opbrengsten uit de onroerend zaakbelasting op niet-woningen. De belastingplichtige is de genothebbende krachtens
eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak. De maatstaf van de heffing wordt bepaald op basis van de waarde, ingevolge de
Wet waardering onroerende zaken (WOZ).
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Ja Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
0.62 OZB niet-woningen
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten - - - - Baten 2.343 2.343 2.343 2.343
Portefeuillehouder(s): E. Rentenaar Beinvloedbaarheid baten [ 0 % - 20 %]
Tot dit taakveld behoren de opbrengsten uit de parkeerbelasting, waaronder de opbrengsten uit parkeerfaciliteiten en de opbrengsten uit
opgelegde boetes. De parkeerexploitatie van Lelystad omvat het betaald parkeren stadshart, Lelycentre, P6 en de fietsenstallingen stadshart.
De beinvloedbaarheid is beperkt in verband met prijselasticiteit.
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Gemeentelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
0.63 Parkeerbelasting
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten - - - - Baten 2.351 2.351 2.351 2.351
Portefeuillehouder(s): J. Fackeldey Beinvloedbaarheid baten [ 100 % ]
Tot dit taakveld behoren de overige gemeentelijke belastingopbrengsten. Voor de gemeente Lelystad zijn dit:
- Hondenbelasting (€591.000): de heffing van hondenbelasting is gemeentelijk beleid en de baten vallen onder de vrij te besteden algemene
dekkingsmiddelen.
- Precariobelasting (€1.760.000): er wordt precariobelasting geheven over kabels en leidingen, als vergoeding voor het gebruik van de
openbare grond. De baten uit de precariobelasting vallen onder de vrij te besteden algemene dekkingsmiddelen.
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Gemeentelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
0.64 Belastingen overig
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 23
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten - - - - Baten 137.626 135.341 134.782 132.591
Portefeuillehouder(s): J. Fackeldey Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren de baten die de gemeente ontvangt via de diverse uitkeringen uit het gemeentefonds:
- Algemene uitkering
- Integratie uitkeringen sociaal domein (Wmo 2015, Jeugdhulp, Participatiewet)
- Overige integratie uitkeringen (2)
- Decentralisatie uitkeringen (8)
- ICL uitkering (1)
- Suppletie uitkeringen (3)
De baten binnen dit taakveld zijn niet beïnvloedbaar.
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Ja Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
0.7Algemene uitkering en overige uitkeringen
gemeentefonds
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -1.134 -874 -1.175 -585 Baten 1 1 1 1
Portefeuillehouder(s): J. Fackeldey Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren alle baten en lasten die geen relatie hebben met de normale bedrijfsvoering of een ander specifiek taakveld. Hierbij
kan gedacht worden aan:
- Stelposten, voor de in het begrotingsjaar te verwachten kosten (zoals loon- en prijsstijgingen, frictie en hervormingen);
- Onvoorziene uitgaven;
- Taakstellende bezuinigingen, die nog geconcretiseerd moeten worden;
De beïnvloedbaarheid is relatief beperkt, aangezien het hier primair de uitwerking van in het verleden genomen besluiten betreft.
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Gemeentelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
0.8 Overige baten en lasten
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten - - - - Baten - - - -
Portefeuillehouder(s): J. Fackeldey Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Op dit taakveld wordt (de raming van) het te betalen bedrag vennootschapsbelasting als last geboekt. Het gaat om het (geraamde) bedrag van
de aanslag vennootschapsbelasting voor het betreffende begrotingsjaar/verantwoordingsjaar. Dit bedrag is verschuldigd vanwege fiscale winst
die per saldo is gerealiseerd op ondernemingsactiviteiten in het betreffende begrotingsjaar na eventuele verrekening van fiscale verliezen uit
eerdere begrotingsjaren. Ook in de jaarrekening zal het veelal nog gaan om een raming van het bedrag van de aanslag, omdat de aangifte dan
nog niet is ingediend en de definitieve aanslag nog niet is ontvangen. Daarom wordt op dit taakveld ook het eventueel voorkomend verschil
geboekt tussen het bedrag van de in het begrotingsjaar ontvangen definitieve aanslag vennootschapsbelasting over een ouder begrotingsjaar
en het bedrag dat als raming in de jaarstukken voor dat oudere jaar is opgenomen.
Voor de gemeente Lelystad is de huidige inschatting dat er per saldo geen vennootschapsbelasting (VpB) hoeft te worden afgedragen, wat
maakt dat er vooralsnog ook geen bedragen zijn geraamd binnen dit taakveld.
Doelstelling 2017:
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
Een goede planning van fiscale winsten op ondernemingsactiviteiten om de Vpb lasten zo laag mogelijk te houden.
0.9 Vennootschapsbelasting (VpB)
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 24
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -6.254 -6.838 -6.133 -6.063 Baten 4.139 3.940 2.284 2.192
Portefeuillehouder(s): J. Fackeldey Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Op dit taakveld worden alle toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves geboekt die verband houden met de taakvelden 0 tot en met 8 (met
uitzondering van taakveld 0.11 Resultaat van de rekening van baten en lasten).
De beïnvloedbaarheid is relatief beperkt, aangezien het hier primair de uitwerking van in het verleden genomen besluiten betreft.
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Gemeentelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
0.10 Mutaties reserves
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -920 -984 -2.181 -2.711 Baten 733 - 592 603
Portefeuillehouder(s): J. Fackeldey Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Dit taakveld is het saldo van de rekening van baten en lasten van alle andere taakvelden, inclusief de toevoegingen en onttrekkingen aan
reserves op die taakvelden. In het overzicht van baten en lasten is dit taakveld het Totaal geraamd resultaat na bestemming (zie hoofdstuk
3.1).
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
0.11 Resultaat van de rekening van baten en lasten
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 25
BBV indicatoren
Lelystad Flevoland Nederland
7,80 Niet bekend Niet bekendPeiljaar: 2017
Formatie
De toegestane formatie, volgens het vastgestelde formatieplan in fte, van het ambtelijk apparaat per 1 januari 2017 per 1.000
inw oners.
Lelystad Flevoland Nederland
7,17 Niet bekend Niet bekendPeiljaar: 2016
Bezetting
Het w erkelijk aantal fte dat w erkzaam is in het ambtelijk apparaat per 1 januari 2016 per 1000 inw oners.
Lelystad Flevoland Nederland
664,43 Niet bekend Niet bekendPeiljaar: 2016
Apparaatskosten
De noodzakelijke financiële middelen voor het inzetten van personeel (salarissen), organisatie-, huisvestings-, materieel-,
automatiseringskosten en dergelijke, voor de uitvoering van de organisatorische taken. Apparaatskosten zijn alle personele en
materiële kosten die verbonden zijn aan het functioneren van de organisatie, exclusief griff ie en bestuur. De kosten w orden
w eergegeven in euro per inw oner.
Lelystad Flevoland Nederland
5% Niet bekend Niet bekendPeiljaar: 2016
Externe inhuur
Onder externe inhuur w ordt verstaan: het uitvoeren van w erkzaamheden in opdracht van een bij de organisatie in dienst zijnde
opdrachtgever, door een private organisatie met w instoogmerk, door middel van het tegen betaling inzetten van personele
capaciteit en deskundigheid, zonder dat daar een arbeidsovereenkomst of aanstelling tussen organisatie en de daarbij ingezette
personen aan ten grondslag ligt. De kosten externe inhuur zijn w eergegeven als % van (totale loonsom + kosten inhuur
externen).
Lelystad Flevoland Nederland
6,64% Niet bekend Niet bekendPeiljaar: 2016
Overhead
Overheadkosten zijn alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medew erkers in het primaire proces
als % van de totale lasten.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 26
1. Veiligheid
De taakvelden binnen het cluster ‘1. Veiligheid’ hebben betrekking op crisisbeheersing en brandweer,
openbare orde en veiligheid. In de tabel hierboven wordt per taakveld inzicht geboden in de bijbehorende
lasten en baten.
In de tabellen hieronder wordt vervolgens per taakveld aanvullende informatie geboden, bijvoorbeeld over
de aard van de activiteiten, de beïnvloedbaarheid van de budgetten en de verantwoordelijke
portefeuillehouder(s). Indien van toepassing wordt er ingegaan op de concrete doelstellingen voor 2017
en/of de bij het taakveld betrokken verbonden partijen. Na de beschrijving van deze taakvelden worden
de bij ministeriële regeling verplicht op te nemen beleidsindicatoren gepresenteerd, aangevuld met een
aantal lokale beleidsindicatoren.
Beschrijving taakvelden binnen dit cluster
1. Veiligheid(Bedragen x €1.000)
Lasten
1.1 Crisisbeheersing en brandweer -5.252 -5.252 -5.252 -5.252
1.2 Openbare orde en veiligheid -1.952 -1.887 -1.887 -1.887
Totaal Lasten -7.205 -7.140 -7.140 -7.140
Baten
1.1 Crisisbeheersing en brandweer 91 91 91 91
1.2 Openbare orde en veiligheid 5 5 5 5
Totaal Baten 96 96 96 96
Eindtotaal -7.109 -7.044 -7.044 -7.044
2017 2018 2019 2020
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -5.252 -5.252 -5.252 -5.252 Baten 91 91 91 91
1.1 Crisisbeheersing en brandweer
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Portefeuillehouder(s): I. Adema Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren alle reguliere taken van de brandweer en taken in verband met het beperken en bestrijden van rampen en zware
ongevallen:
- brandbestrijding;
- preventieve maatregelen ten behoeve van de fysieke veiligheid;
- rampenbestrijding.
De uitvoering hiervan is belegd bij de veiligheidsregio Flevoland en is er om de veiligheid van haar inwoners tijdens een ramp of crisis te
vergroten. De veiligheidsregio is een samenwerkingsverband van alle gemeenten in Flevoland, de politie, Bandweer Flevoland en de
geneeskundige zorg (GHOR Flevoland). Daarnaast wordt samengewerkt met een groot aantal andere partners (bedrijven en organisaties), die
ingezet worden afhankelijk van wat de situatie vraagt aan kennis, mensen en materieel. Ook de lasten voor de brandweerkazerne, in eigendom
van de gemeente Lelystad maken onderdeel uit van dit taakveld.
Er is wel sterke relatie met Vergunningverlening, handhaving en toezicht.
De beïnvloedbaarheid is vrij beperkt, aangezien het de uitvoering van wettelijke taken betreft.
Verbondenpartijen:
Publiek belang Veiligheidsregio Flevoland: De veiligheidsregio behartigt de belangen van de deelnemende gemeenten op de volgende terreinen:
a. brandweerzorg
b. geneeskundige hulpverlening
c. de samenwerking bij de gemeentelijke rampenbestrijding
d. rampenbestrijding en crisisbeheersing
e. het beheer van de gemeenschappelijke meldkamer.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 27
BBV indicatoren
Definitie: het aantal verwijzingen naar
Halt, per 10.000 inwoners in de leeftijd
van 12-17 jaar.3
Bron: Bureau Halt
Definitie: het aantal hardekern jongeren,
per 10.000 inwoners in de leeftijd van 12-
24 jaar.
Bron: Korps Landelijke Politiediensten
(KLPD)
3 De grafieken binnen dit onderdeel geven op een grafische wijze de verplicht op te nemen BBV indicatoren weer, die te vinden zijn via de website:
"http://www.waarstaatjegemeente.nl". Daar waar mogelijk zijn ook de scores voor provincie Flevoland en voor Nederland weergegeven, zodat een
vergelijking mogelijk wordt. Dit is het eerste jaar dat gemeenten verplicht zijn deze indicatoren op te nemen. Zoals zichtbaar is beperken sommige
indicatoren zich nog tot één of twee jaarschijven: een grafische weergave kan in enkele gevallen daarom een ongenuanceerd beeld geven, zoals ook
bij deze indicator. Het gemiddelde aantal verwijzingen naar Halt lijkt in Flevoland niet erg in beweging, maar in dit geval is dat toeval (Lelystad en
Almere maken een stijging door van 2013 op 2014, terwijl de overige gemeenten een zeer forse daling laten zien). Wanneer er gegevens worden
ontsloten over meerdere jaarschijven is de ontwikkeling in de tijd beter te plaatsen en kan er een betere vergelijking gemaakt worden.
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -1.952 -1.887 -1.887 -1.887 Baten 5 5 5 5
1.2 Openbare orde en veiligheid
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 20 % - 40 %]
Het verbeteren van de veiligheid. Wij willen dat onze inwoners veilig zijn en zich veilig kunnen voelen.
Portefeuillehouder(s): I. Adema Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren alle gemeentelijke taken op het gebied van de openbare orde en veiligheid. De gemeente heeft een regierol op het
gebied van veiligheid. Om deze rol goed in te vullen, is het integraal veiligheidsplan (IVP) van belang, waarmee de gemeente sturing geeft aan
de lokale veiligheid. Daarnaast bepaalt Artikel 38b van de Politiewet dat gemeenten minimaal eens in de vier jaar (in een IVP) doelen
vaststellen op het terrein van veiligheid. De concrete vertaling van het IVP vindt jaarlijks plaats in een jaaruitvoeringsplan.
Sociale veiligheid richt zich op het verbeteren van de veiligheid en netheid van de openbare ruimte en de verhoging van het veiligheidsgevoel
van de inwoners van Lelystad. Onderdelen zijn het algemeen toezicht en handhaving, de nazorg van ex-gedetineerden (wettelijke taak op
grond van de WMO), integrale aanpak van Roma problematiek, inzet op vermindering discriminatie, aanpak van jeugdcriminaliteit en het
tegengaan- en voorkomen van huiselijk geweld.
Fysieke Veiligheid, voor zover het niet crisisbeheersing en brandweer betreft, richt zich op verkeersveiligheid, participeren in communicatie
t.a.v. brandveilig leven, aanpak gasleiding en asbestproblematiek.
De lasten zijn slechts gedeeltelijk beïnvloedbaar. Enerzijds hebben een deel van de activiteiten betrekking op de uitvoering van wettelijke taken
(bijvoorbeeld de nazorg ex-gedetineerden, dierenbescherming) en anderzijds hebben een deel van de activiteiten betrekking op de uitvoering
van een rijksprogramma, waarover met het Rijk afspraken zijn gemaakt (bijvoorbeeld op het gebied van de Roma problematiek).
Doelstelling 2017:
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 28
Definitie: het aantal winkeldiefstallen per
1.000 inwoners.
Bron: CBS - Geregistreerde criminaliteit
& Diefstallen
Definitie: het aantal geweldsmisdrijven,
per 1.000 inwoners. Voorbeelden van
geweldsmisdrijven zijn seksuele
misdrijven, levensdelicten zoals moord
en doodslag en dood en lichamelijk letsel
door schuld (bedreiging, mishandeling,
etc.).
Bron: CBS - Geregistreerde criminaliteit
& Diefstallen
Definitie: het aantal diefstallen uit
woningen, per 1.000 inwoners.
Bron: CBS - Geregistreerde criminaliteit
& Diefstallen
Definitie: het aantal vernielingen en
beschadigingen, per 1.000 inwoners.
Bron: CBS - Geregistreerde criminaliteit
& Diefstallen
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 29
Aanvullende indicatoren
Bron: Burgerpeiling BLD-OS, Landelijk
IVM
Bron: BLD-O&S: Wonen, Leefbaarheid
en Veiligheid
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 30
2. Verkeer, vervoer en waterstaat
De taakvelden binnen het cluster ‘2. Verkeer, vervoer en waterstaat’ hebben betrekking op verkeer en
vervoer, parkeren, recreatieve havens en openbaar vervoer. In de tabel hierboven wordt per taakveld
inzicht geboden in de bijbehorende lasten en baten.
In de tabellen hieronder wordt vervolgens per taakveld aanvullende informatie geboden, bijvoorbeeld over
de aard van de activiteiten, de beïnvloedbaarheid van de budgetten en de verantwoordelijke
portefeuillehouder(s). Indien van toepassing wordt er ingegaan op de concrete doelstellingen voor 2017
en/of de bij het taakveld betrokken verbonden partijen. Na de beschrijving van deze taakvelden worden
de bij ministeriële regeling verplicht op te nemen beleidsindicatoren gepresenteerd, aangevuld met een
aantal lokale beleidsindicatoren.
Beschrijving taakvelden binnen dit cluster
2. Verkeer, vervoer en waterstaat(Bedragen x €1.000)
Lasten
2.1 Verkeer en vervoer -16.157 -16.142 -16.110 -16.110
2.2 Parkeren -3.309 -3.278 -3.283 -3.196
2.3 Recreatieve havens -265 -253 -231 -231
2.4 Economische havens en waterwegen - - - -
2.5 Openbaar vervoer -2.365 -2.313 -2.280 -2.248
Totaal Lasten -22.097 -21.987 -21.904 -21.785
Baten
2.1 Verkeer en vervoer 852 850 850 850
2.2 Parkeren 388 397 407 418
2.3 Recreatieve havens 71 71 71 71
2.4 Economische havens en waterwegen - - - -
2.5 Openbaar vervoer 2.322 2.270 2.236 2.204
Totaal Baten 3.633 3.588 3.565 3.543
Eindtotaal -18.464 -18.399 -18.339 -18.242
2017 2018 2019 2020
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -16.157 -16.142 -16.110 -16.110 Baten 852 850 850 850
E. Rentenaar
2.1 Verkeer en vervoer
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
De bereikbaarheid van Lelystad qua verkeersveiligheid, sociale veiligheid en doorstroming lokaal en (boven)regionaal op niveau houden en,
waar qua ruimtelijk-economische ontwikkelingen of duurzaamheid gewenst, verbeteren. Conform bindende landelijke afspraken is het beleid
gericht op op terugdringing van het aantal doden en ernstig gewonden door gedragsbeïnvloeding en fysieke aanpassingen.
Portefeuillehouder(s): J. van den Heuvel Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren de taken op het gebied van verkeer te land (inclusief voetgangers) en bijbehorende infrastructuur. Het grootste deel
van de beschikbare middelen binnen dit taakveld wordt ingezet voor onderhoud van infrastructuur:
• Weginfrastructuur verhardingen (inspectie, dagelijks en groot onderhoud wegen, beheersysteem wegen, opstellen IGOR/MJR-GO, aanvragen
nieuwe inritten en paden achteringangen, APV-ontheffingen werkzaamheden en kabels/leidingen, vergunningen bouwplaatsen en containers op
openbare wegen, betaling waterschapsbelastingen voor de wegen)
• Civiele kunstwerken wegen (inspectie en beheer bruggen, tunnels, keermuren langs rijbanen/paden)
• Openbare verlichting (inspectie, onderhoud en vervanging, elektriciteitskosten, lichtmastreclame)
• Reinigen wegen (machinaal en handmatig reinigen van zwerfvuil en onkruid (treffen van maatregelen om zwerfafval te voorkomen,
Koningsdagviering, verwijdering obstakels en wrakken)
• Gladheidsbestrijding (preventief strooien, sneeuwschuiven machinaal en handmatig)
• Verkeerstekens en wegmeubilair (verkeersregelinstallaties incl. bussluizen, verkeersborden, verkeerstekens/markeringen wegdek,
wegbebakening, bewegwijzering, straatnaamborden, rood-witte afsluitpaaltjes, geleiderails, fietssluizen, fietsenrekken, abri’s, buitenreclame,
zitbanken, afvalbakken en afrasteringen voor zoverre niet t.b.v. groen, beheersysteem verkeerstekens)
• Advies en onderzoek verkeer (Vervoerregio, opstellen verkeersplannen (GVVP, fietsplan e.d.), verkeersbesluiten, wegenlegger, NWB,
verkeersmodel, verkeers-/ongevallentellingen, verkeersplanologie/adv. ruimt. initiatieven, ontwerp hoofdinfra en veilig verkeer wijken,
verkeersadvies GO, verkeersmanagement, afhandeling bewonersreacties verkeer, RVV-ontheffingen en except. transport)
• Uitvoering verkeersprojecten (verkeerseducatie en gedragsbeïnvloeding, uitvoering fietsplan stadshart, infra-aanpassingen tbv
verkeersveiligheid/doorstroming, bereikbaarheid Lelystad Airport en LAB, kapitaallasten aanleg nieuwe wegen/paden voor zoverre geen deel
van de grondexploitatie, realisatie elektrische oplaadpunten).
De beïnvloedbaarheid van de lasten is beperkt, aangezien de uitvoering van deze taken een wettelijke grondslag kent op basis van de
Wegenwet, Wegenverkeerswet, RVV 1990, BABW, Planwet verkeer en vervoer, en het Burgerlijk Wetboek. Door verlaging van het
kwaliteitsniveau van onderhoud naar een minimumniveau waarop instandhouding, verkeersveiligheid en sociale veiligheid nog gewaarborgd is,
is een verlaging van de lasten mogelijk.
Doelstelling 2017:
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 31
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -3.309 -3.278 -3.283 -3.196 Baten 388 397 407 418
2.2 Parkeren
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Gemeentelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
In relatie tot de voorziene ruimtelijk-economische ontwikkelingen efficiënt en attractief faciliteren van de parkeerbehoefte met een goede
parkeerbalans voor alle modaliteiten (motorvoertuigen en tweewielers) in en rond het stadshart/station, Lelycentre en rondom Batavia
Stad/Bataviahaven en het voorkomen van parkeeroverlast door middel van een een efficiënt parkeerbeheer.
Portefeuillehouder(s): E. Rentenaar Beinvloedbaarheid baten [ 0 % - 20 %]
Tot dit taakveld behoren het parkeerbeleid en de parkeerdrukregulering door exploitatie/beheer van parkeervoorzieningen (inclusief
parkeerapparatuur, parkeerverwijsborden, elektriciteit, dagelijks en groot onderhoud parkeergarages en parkeerterreinen achter slagboom,
kapitaallasten parkeergarages/-terreinen, waterschaps-/gemeentebelastingen parkeergarages/-terreinen), en het voorkomen van
parkeeroverlast in aangrenzende wijken door parkeerzones met parkeerschijf, parkeervergunningen en ontheffingen.
De baten van de parkeerbelasting maken onderdeel uit van taakveld 0.63 (parkeerbelasting). De parkeertoezichthouders en fietshandhavers
maken onderdeel uit van taakveld 1.2 (openbare orde en veiligheid). Het aanleggen en onderhoud van 'gewone' parkeerplaatsen en -terreinen
in gebieden zonder parkeerdrukregulering, zoals woonwijken, maken onderdeel uit van taakveld 2.1 (verkeer en vervoer).
De parkeerlocaties Batavia Stad en de VOC-garage zijn - met uitzondering van P6 - voor 40 jaar aan Batavia Stad verhuurd. Alleen het
onderhoud van het casco van de VOC-garage berust nog bij de gemeente. De verhuurprijs wordt jaarlijks met een vast percentage
geïndexeerd, waardoor over de totale looptijd van 40 jaar de huuropbrengst voldoende is om de lasten (vooral kapitaallasten) te dekken. De
eerste periode zijn de huuropbrengsten lager dan de lasten, en de tweede periode hoger. Het verschil wordt geëgaliseerd door een reserve.
Onder dit taakveld vallen verder de wettelijke verplichting voor de verstrekking van gehandicaptenparkeerplaatsen (GPK) en het afhandelen van
aanvragen en realiseren van gehandicaptenparkeerplaatsen op kenteken (GPP) en algemene gehandicaptenparkeerplaatsen.
Doelstelling 2017:
Verbonden partijen:
Publiek belang Parkeerservice: Het verrichten van parkeerdiensten voor onder andere de gemeente Lelystad
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -265 -253 -231 -231 Baten 71 71 71 71
2.3 Recreatieve havens
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Gemeentelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Recreatieve havens draagt bij aan het verwezenlijken van de Kustvisie Lelystad.
Portefeuillehouder(s): J. van den Heuvel Beinvloedbaarheid baten [ 0 % - 20 %]
Tot dit taakveld behoren havens voor de recreatieve scheepvaart, voor de gemeente Lelystad betreft dit Bataviahaven Lelystad.
De beïnvloedbaarheid is vrij beperkt, aangezien voor de exploitatie van de Bataviahaven een Dienstverleningsovereenkomst (DVO) is afgesloten.
Daarnaast worden de haven en het havenkantoor verhuurd, waar inkomsten tegenover staan.
Doelstelling 2017:
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten - - - - Baten - - - -
2.4 Economische havens en waterwegen
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Relatie met intensiveringsveld: Beinvloedbaarheid lasten
Waarborgen bereikbaarheid voor beroepsvaart van de bedrijventerreinen Oostervaart en Noordersluis en het meewerken aan de ontwikkeling
van de multimodale overslaghaven Flevokust door de provincie.
Portefeuillehouder(s): E. Rentenaar Beinvloedbaarheid baten
De gemeente Lelystad exploiteert zelf geen economische havens en vaarwegen. De overslaghaven Flevokust wordt door de provincie Flevoland
gerealiseerd. De economische hoofdvaarwegen in Lelystad (Lage Vaart, Lage Dwarsvaart, Havendiep, Larservaart, Oostervaart met
bijgehorende insteekhavens) en de Noordersluis vallen eveneens onder beheer van de provincie Flevoland. Markermeer, Ijsselmeer,
Oostvaardersdiep en de Houtribsluizen vallen onder Rijkswaterstaat. De gemeente stemt met de vaarwegbeheerders af hoe de bereikbaarheid
van Lelystad voor de beroepsvaart gewaarborgd blijft en in het geval van Flevokust ontwikkeld wordt (inclusief mogelijk een goederenspoor).
Kleine waterlopen vallen onder het taakveld 5.7 (openbaar groen en (openlucht) recreatie).
Doelstelling 2017:
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 32
BBV indicatoren
Definitie: verkeersongevallen met een
motorvoertuig als aandeel van het totaal
aantal ongevallen die leiden tot
ziekenhuisopnamen.
Bron: VeiligheidNL
Definitie: overige vervoersongevallen
met een gewonde fietser als aandeel
van het totaal aantal ongevallen die
leiden tot ziekenhuisopnamen.
Bron: VeiligheidNL
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -2.365 -2.313 -2.280 -2.248 Baten 2.322 2.270 2.236 2.204
2.5 Openbaar vervoer
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Efficiënt, attractief en duurzaam collectief vervoer in stand houden voor de ontsluiting van de gemeente Lelystad, zowel voor de eigen
concessie als het regionale spoor- en busvervoer, en het maken van afspraken met de taxisector over zelfregulatie op het station en Lelystad
Airport. Onderzoek naar haalbaarheid veerdienst Markerwadden.
Portefeuillehouder(s): E. Rentenaar Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren taken op het gebied van openbaar vervoer en bijbehorende grote infrastructurele voorzieningen, zoals het busstation.
De concessie Lelystad is - op basis van de delegatie van de wettelijke taak door de provincie - tot eind 2021 aan Arriva gegund, met de optie
voor maximaal twee jaar verlenging. De uitgaven bestaan vrijwel volledig uit de exploitatiesubsidie. Daarnaast is er een bescheiden budget
beschikbaar voor reisinformatie, externe monitoring van de prestaties van Arriva door mystery guests, lidmaatschap VOC (vereniging openbaar
vervoer centrumgemeenten) en de vangnetregeling vervoer voor eenzame minima.
De baten hebben betrekking op een provinciale bijdrage (BDU) en de reclame-opbrengsten van de abri's/europanels/billboards.
De beïnvloedbaarheid van de lasten is gering, aangezien er een directe koppeling bestaat met de provinciale bijdrage.
Doelstelling 2017:
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 33
Aanvullende indicatoren
Bron: BLD-O&S: Wonen, Leefbaarheid
en Veiligheid
Bron: BLD-O&S: Wonen, Leefbaarheid
en Veiligheid
Bron: Coöperatie Parkeerservice (CPS)
Bron: Coöperatie Parkeerservice (CPS)
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 34
Bron: landelijke OV-klantenbarometer
(uitgevoerd in opdracht van
CROW/KpVV)
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 35
3. Economie
De taakvelden binnen het cluster ‘3. Economie’ hebben betrekking op economische ontwikkeling, fysieke
bedrijfsinfrastructuur, bedrijvenloket en bedrijfsregelingen en economische promotie. In de tabel
hierboven wordt per taakveld inzicht geboden in de bijbehorende lasten en baten.
In de tabellen hieronder wordt vervolgens per taakveld aanvullende informatie geboden, bijvoorbeeld over
de aard van de activiteiten, de beïnvloedbaarheid van de budgetten en de verantwoordelijke
portefeuillehouder(s). Indien van toepassing wordt er ingegaan op de concrete doelstellingen voor 2017
en/of de bij het taakveld betrokken verbonden partijen. Na de beschrijving van deze taakvelden worden
de bij ministeriële regeling verplicht op te nemen beleidsindicatoren gepresenteerd, aangevuld met een
aantal lokale beleidsindicatoren.
Beschrijving taakvelden binnen dit cluster
3. Economie(Bedragen x €1.000)
Lasten
3.1 Economische ontwikkeling -236 -236 -236 -236
3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur -174 -164 -164 -164
3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen -305 -189 -189 -189
3.4 Economische promotie -1.729 -1.711 -1.642 -1.642
Totaal Lasten -2.445 -2.301 -2.231 -2.231
Baten
3.1 Economische ontwikkeling - - - -
3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur 156 146 146 146
3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen 159 159 159 159
3.4 Economische promotie - - - -
Totaal Baten 315 305 305 305
Eindtotaal -2.130 -1.996 -1.926 -1.926
2017 2018 2019 2020
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -236 -236 -236 -236 Baten - - - -
E. Rentenaar
3.1 Economische ontwikkeling
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Gemeentelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 100 % ]
- Komen tot clusterontwikkeling rond een business case terzake de gronsdstoffenstroom composiet
- Mede invulling geven aan de MRA- Agenda 2016
- start uitvoering economisch programma vrijetijdseconomie
Portefeuillehouder(s): J. Fackeldey Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoort algemeen beleid ter versterking van de economische bedrijvigheid:
- clusterontwikkeling en versterking van sectoren, stimulering van (samenwerkings-)projecten van onderzoeksinstellingen en bedrijven;
- lokale, regionale, bovenregionale, internationale op versterking van de economische structuur en innovatie gerichte samenwerkingsverbanden
(denk aan de MRA);
- samenwerking met bedrijfsleven;
- ontwikkelen van stedelijke en wijkgerichte economische programma's.
De lasten zijn volledig beïnvloedbaar, aangezien de hierboven beschreven activiteiten geen wettelijke grondslag kennen.
Doelstelling 2017:
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 36
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -174 -164 -164 -164 Baten 156 146 146 146
3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Gemeentelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
In de MPG 2016 is (conform het middenscenario) voor 2017 gronduitgifte van bedrijfskavels voor een totaal oppervlakte van 25.000 m²
geprognoticeerd.
Portefeuillehouder(s): E. Rentenaar Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren activiteiten gericht op fysieke condities scheppen voor alle vormen van bedrijvigheid:
- grondexploitatie bedrijventerreinen.
Doelstelling 2017:
Verbonden partijen:
Publiek belang Omala: ontwikkelen van een duurzaam bedrijventerrein naast de luchthaven.
Publiek belang Ontwikkelingsmaatschappij Airport Garden City: ontwikkelen van een duurzaam bedrijventerrein naast de luchthaven.
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -305 -189 -189 -189 Baten 159 159 159 159
3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Gemeentelijk
Relatie met intensiveringsveld: 3. Meer en ander werk Beinvloedbaarheid lasten [ 100 % ]
Portefeuillehouder(s): J. Fackeldey Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren de op bedrijven en ondernemers gerichte ondersteuning en dienstverlening van de gemeente. Dit taakveld heeft een
overlap met het volgende taakveld, wat maakt dat er op dit moment alleen de facilitering van de markten en bedrijfsinvesteringzones onder
vallen. Economische acquisitie is eveneens gerelateerd aan dit taakveld, maar is in het geheel onder het volgende taakveld 3.4 Economische
promotie verantwoord.
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -1.729 -1.711 -1.642 -1.642 Baten - - - -
E. Rentenaar
3.4 Economische promotie
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Gemeentelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 100 % ]
Het positieve beeld van Lelystad te behouden en waar mogelijk te verhogen bij zowel huidige als nieuwe bewoners, bezoekers en bedrijven.
Portefeuillehouder(s): J. Fackeldey Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren activiteiten gericht op het "op de kaart zetten" van de gemeente:
- City Marketing Lelystad heeft als missie het positieve beeld van Lelystad te behouden en waar mogelijk te verhogen bij zowel huidige als
nieuwe bewoners, bezoekers en bedrijven. Dit doet City Marketing Lelystad op een eerlijke en sympathieke manier door zelfbewust en
verrassend promotie voor Lelystad te bedrijven, met continu oog voor kwaliteit.
- Woonacquisitie richt zich onder andere door middel van woonmarketing op het acquireren van nieuwe klanten.
- Economische acquisitie richt zich onder andere op het aantrekken en faciliteren van nieuwe bedrijven.
De lasten zijn volledig beïnvloedbaar, aangezien de hierboven beschreven activiteiten geen wettelijke grondslag kennen.
Doelstelling 2017:
Verbonden partijen:
Publiek belang Lelystad Partners: de bevordering van de bekendheid van Lelystad en de voorzieningen van deze gemeente op woon-, werk-,
leef-, winkel- en recreatieterrein en het bevorderen van een positief imago van Lelystad.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 37
BBV indicatoren
Definitie: de functiemengingsindex
(FMI) weerspiegelt de verhouding
tussen banen en woningen, en varieert
tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen
werken). Bij een waarde van 50 zijn er
evenveel woningen als banen.
Bron: Landelijk Informatiesysteem van
Arbeidsplaatsen (LISA)
Definitie: het aantal vestigingen van
bedrijven, per 1.000 inwoners in de
leeftijd van 15-64 jaar.
Bron: Landelijk Informatiesysteem van
Arbeidsplaatsen (LISA)
Bruto gemeentelijk product
Definitie: bruto gemeentelijk product (BGP) is het product van de toegevoegde waarde per baan en het
aantal banen in een gemeente. De verhoudingswaarde tussen verwacht BGP en gemeten BGP geeft aan
of er boven verwachting (<100) of beneden verwachting (>100) wordt geproduceerd.
Bron: Atlas voor Gemeenten
Aanvullende indicatoren
Bron: Provincie Flevoland
(werkgeversonderzoek)
TaakveldenJaartal
indicatorUitkomst
3. Economie 2013 120,00
Naam Indicator
Bruto Gemeentelijk Product
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 38
Bron: BLD-O&S: Beeld van Lelystad
Bron: Peiling Intomart onder
omwonenden en BLD-O&S Beeld van
Lelystad
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 39
4. Onderwijs
De taakvelden binnen het cluster ‘3. Economie’ hebben betrekking op economische ontwikkeling, fysieke
bedrijfsinfrastructuur, bedrijvenloket en bedrijfsregelingen en economische promotie. In de tabel
hierboven wordt per taakveld inzicht geboden in de bijbehorende lasten en baten.
In de tabellen hieronder wordt vervolgens per taakveld aanvullende informatie geboden, bijvoorbeeld over
de aard van de activiteiten, de beïnvloedbaarheid van de budgetten en de verantwoordelijke
portefeuillehouder(s). Indien van toepassing wordt er ingegaan op de concrete doelstellingen voor 2017
en/of de bij het taakveld betrokken verbonden partijen. Na de beschrijving van deze taakvelden worden
de bij ministeriële regeling verplicht op te nemen beleidsindicatoren gepresenteerd, aangevuld met een
aantal lokale beleidsindicatoren.
Beschrijving taakvelden binnen dit cluster
4. Onderwijs(Bedragen x €1.000)
Lasten
4.1 Openbaar basisonderwijs - - - -
4.2 Onderwijshuisvesting -14.395 -14.634 -13.633 -13.139
4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken -3.708 -3.662 -3.403 -3.403
Totaal Lasten -18.103 -18.296 -17.036 -16.542
Baten
4.1 Openbaar basisonderwijs - - - -
4.2 Onderwijshuisvesting 2.118 2.090 2.085 2.097
4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken 146 146 146 146
Totaal Baten 2.265 2.237 2.232 2.244
Eindtotaal -15.838 -16.059 -14.804 -14.298
2017 2018 2019 2020
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten - - - - Baten - - - -
Portefeuillehouder(s): Beinvloedbaarheid baten
Dit taakveld is niet van toepassing voor de gemeente Lelystad.
4.1 Openbaar basisonderwijs
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Aard activiteiten: Relatie met intensiveringsveld: Beinvloedbaarheid lasten
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 40
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -14.395 -14.634 -13.633 -13.139 Baten 2.118 2.090 2.085 2.097
E. van Wageningen
4.2 Onderwijshuisvesting
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
Uitvoering wettelijke zorgplicht onderwijshuisvesting door middel van het zorgdragen voor een passend en adequaat voorzieningenniveau.
Vernieuwing Voortgezet Onderwijs: besluitvorming over vernieuwingsinvestering en daarmee samenhangende investeringen in gebouwen.
Opstellen meerjarenperspectief onderwijshuisvesting: inventarisatie van benodigde toekomstige investeringen in onderwijshuisvesting.
Uitgangspunt is een toekomstbestendige voorzieningenstructuur waarin sprake is van een optimale bezetting van gebouwen (weinig leegstand),
betaalbare huisvesting voor zowel schoolbesturen als gemeente en een goede spreiding en bereikbaarheid. Dit meerjarenperspectief geeft
duidelijkheid over de te verwachten investeringen en onderhoudskosten voor een langere periode. Hiermee wordt tevens voorkomen dat een
nieuwe, noodzakelijke huisvestingsvoorziening leidt tot extra, niet begrote, lasten voor de gemeentebegroting.
Portefeuillehouder(s): E. Rentenaar Beinvloedbaarheid baten [ 0 % - 20 %]
Tot dit taakveld behoren de gemeentelijke taken op het gebied van onderwijshuisvesting voor openbaar en bijzonder onderwijs:
- nieuwbouw, aanpassing en uitbreiding van bestaande schoolgebouwen;
- de verhuur van (bijvoorbeeld een gymnastieklokaal);
- opstellen programma onderwijshuisvesting;
- vandalismebestrijding.
Voor Lelystad zijn dit alle lasten en baten voor de huisvesting voor het basisonderwijs, voortgezetonderwijs, het beweginsonderwijs en de
MFA's.
Tot dit taakveld behoren niet:
- de aanpassing en het (buiten)onderhoud van schoolgebouwen: deze gaan naar de schoolbesturen.
De beïnvloedbaarheid van de lasten is zeer beperkt aangezien de gemeente een wettelijke zorgplicht heeft voor voldoende en adequate
onderwijshuisvesting. De baten zijn voor een heel klein deel beïnvloedbaar als gevolg van langjarig vastliggende huurovereenkomsten met
(semi-) commerciële partijen (zoals de kinderopvang).
Doelstelling 2017:
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -3.708 -3.662 -3.403 -3.403 Baten 146 146 146 146
4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Leerlingenvervoer wordt ingezet zodat alle Lelystadse kinderen in staat gesteld worden een school met passend onderwijs te bezoeken. Inzet
VSV regeling om zoveel als mogelijk schooluitval te voorkomen, en daarbij een opleidng te vinden die bij hen past. Dit maakt de kans van
slagen voor deze jongeren vele malen groter.
Portefeuillehouder(s): E. van Wageningen Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren het lokaal onderwijsbeleid en de leerlingenvoorzieningen:
- onderwijsondersteuning: ondersteuning leerkrachten en directie;
- uitgaven bijzonder onderwijs (excl. huisvesting);
- achterstandenbeleid;
- coördinatie samen naar school, passend onderwijs;
- volwasseneducatie;
- peuterspeelzalen;
- leerling-zorg en leerlingbegeleiding;
- leerlingenvervoer;
- stimuleren schooldeelname: leerplicht en voorkomen voortijdig schoolverlaten.
- uitvoeren LEA;
- aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt
- voor en vroegschoolse educatie (de rijksbijdrage wordt gedurende het begrotingsjaar in de begroting verwerkt, op het moment dat het
precieze bedrag bekend is, evenals het daaraan gekoppelde budget aan de lastenkant van de begroting).
De lasten zijn relatief beperkt beïnvloedbaar, aangezien het grootste deel betrekking heeft op de uitvoering van wettelijke taken.
Doelstelling 2017:
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 41
BBV indicatoren
In onderstaande grafieken worden de verplichte BBV indicatoren behorende bij het cluster Onderwijs
afgezet tegen het landelijke gemiddelde.
1. Absoluut verzuim
Definitie: Het aantal leerplichtigen dat niet staat ingeschreven op een school, per 1.000 leerlingen.
Bron: DUO - Dienst Uitvoering Onderwijs
2. Relatief verzuim
Definitie: Het aantal leerplichtigen dat wel staat ingeschreven op een school, maar ongeoorloofd afwezig
is, per 1.000 leerlingen
Bron: DUO - Dienst Uitvoering Onderwijs
Definitie: Het percentage van het totaal
aantal leerlingen (12 - 23 jaar) dat
voortijdig, dat wil zeggen zonder
startkwalificatie, het onderwijs verlaat.
Bron: DUO - Dienst Uitvoering
Onderwijs
Aanvullende indicatoren
Bron: CBS Statline
Jaartal
indicatorLelystad Flevoland Nederland
2014 1,00 4,00 5,00
Naam Indicator
Absoluut verzuim
Jaartal
indicatorLelystad Flevoland Nederland
2014 283,00 142,00 60,00
Naam Indicator
Relatief verzuim
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 42
Bron: De Onderwijsmonitor Lelystad
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 43
5. Sport, cultuur en recreatie
De taakvelden binnen het cluster ‘5. Sport, cultuur en recreatie’ hebben betrekking op sportbeleid en
activering, sportaccomodaties, cultuurpresentatie, -productie en –participatie, media en openbaar groen
en (openlucht) recreatie. In de tabel hierboven wordt per taakveld inzicht geboden in de bijbehorende
lasten en baten.
In de tabellen hieronder wordt vervolgens per taakveld aanvullende informatie geboden, bijvoorbeeld over
de aard van de activiteiten, de beïnvloedbaarheid van de budgetten en de verantwoordelijke
portefeuillehouder(s). Indien van toepassing wordt er ingegaan op de concrete doelstellingen voor 2017
en/of de bij het taakveld betrokken verbonden partijen. Na de beschrijving van deze taakvelden worden
de bij ministeriële regeling verplicht op te nemen beleidsindicatoren gepresenteerd, aangevuld met een
aantal lokale beleidsindicatoren.
Beschrijving taakvelden binnen dit cluster
5. Sport, cultuur en recreatie(Bedragen x €1.000)
Lasten
5.1 Sportbeleid en activering -183 -183 -183 -183
5.2 Sportaccommodaties -3.880 -3.877 -3.877 -3.880
5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie -5.004 -4.999 -4.949 -4.949
5.4 Musea - - - -
5.5 Cultureel erfgoed - - - -
5.6 Media -2.089 -2.140 -2.140 -2.140
5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie -7.135 -7.134 -7.134 -7.094
Totaal Lasten -18.289 -18.332 -18.283 -18.245
Baten
5.1 Sportbeleid en activering - - - -
5.2 Sportaccommodaties - - - -
5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie 336 286 286 286
5.4 Musea - - - -
5.5 Cultureel erfgoed - - - -
5.6 Media - - - -
5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 110 110 110 110
Totaal Baten 446 396 396 396
Eindtotaal -17.843 -17.937 -17.887 -17.849
2017 2018 2019 2020
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -183 -183 -183 -183 Baten - - - -
5.1 Sportbeleid en activering
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Gemeentelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 100 % ]
Toename van het aantal inwoners dat regelmatig sport en beweegt; toename van het aantal vitale sportverenigingen; de aanwezigheid van
minstens twee grote (inter)nationale zeilevenementen per jaar en een toename van het aantal inwoners dat watersport beoefent.
Portefeuillehouder(s): J. van den Heuvel Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren de niet-fysieke maatregelen ter stimulering van het gemeentelijk sportbeleid. De centrale doelstelling hierbij is dat het
sportbeleid bijdraagt aan de maatschappelijke ontwikkeling van Lelystad. Door het verstrekken van subsidies aan lokale sportverenigingen en
stichtingen wordt het sporten en bewegen door inwoners en het aanbod van en het bezoek aan sportevenementen in Lelystad gestimuleerd. Dit
moet leiden tot een (in kwalitatief en kwantitatief opzicht) op de behoefte van de Lelystadse bevolking afgestemd aanbod van
sportmogelijkheden, sportstimulering en ondersteuning.
Doelstelling 2017:
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 44
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -3.880 -3.877 -3.877 -3.880 Baten - - - -
5.2 Sportaccommodaties
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Gemeentelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 100 % ]
Het percentage inwoners dat tevreden is over de lokale sportvoorzieningen blijft ten minste gelijk.
Portefeuillehouder(s): J. van den Heuvel Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren alle accommodaties voor sportbeoefening (sporthallen, zwembaden, velden, voorzieningen en dergelijke). De
gemeente Lelystad verstrekt voor de exploitatie van de sportaccomodaties en sportvelden een gemeentelijke bijdrage en een subsidie aan de
N.V. Sportbedrijf Lelystad.
Met het realiseren van een goed voorzieningen- en activiteitenniveau op het gebied van sport en bewegen, worden bewoners en bezoekers van
Lelystad gestimuleerd deel te nemen aan beweging- en sportactiviteiten. Het voorzieningenniveau op het gebied van sport en bewegen levert
een bijdrage aan de ontwikkeling van Lelystad tot een open, dynamische en aantrekkelijke stad. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar de
ontwikkeling van Lelystad als watersportstad. Lelystad kiest nog steeds nadrukkelijk voor breedtesport als prioriteit. De beleidsmatige inzet is
primair gericht op de mogelijkheden om in Lelystad in de vrije tijd zelf actief met sport en bewegen bezig te zijn of daarvan te genieten.
Doelstelling 2017:
Verbonden partijen:
Publiek belang Sportbedrijf Lelystad: Beheer en verhuur van sportaccommodaties en organisatie van diverse sportstimuleringsactviteiten
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -5.004 -4.999 -4.949 -4.949 Baten 336 286 286 286
5.3Cultuurpresentatie, cultuurproductie en
cultuurparticipatie
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Gemeentelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 100 % ]
Portefeuillehouder(s): J. Sparreboom Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren activiteiten ter bevordering van beeldende kunst, muziek, theater, letteren en media. De centrale doelstelling hierbij is
dat het cultuurbeleid bijdraagt aan de maatschappelijke ontwikkeling van Lelystad. Met het realiseren van een goed voorzieningen- en
activiteitenniveau op het gebied van kunst en cultuur, worden bewoners en bezoekers van Lelystad gestimuleerd om kennis te nemen van- en
deel te nemen aan een breed palet van culturele activiteiten. Een levendig lokaal cultureel klimaat levert een bijdrage aan de ontwikkeling van
Lelystad tot een open, dynamische en aantrekkelijke stad.
In het kader hiervan worden verschillende subsidies verstrekt: podia voor muziek en theater, het subsidiëren van culturele uitvoeringen en
manifestaties op het gebied van beeldende kunst, muziek, theater, letteren en media; het bevorderen van een educatief aanbod en het
subsidieren van verenigingen en organisaties gericht op kunstbeoefening.
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten - - - - Baten - - - -
5.4 Musea
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lastenPortefeuillehouder(s): J. Fackeldey Beinvloedbaarheid baten
Met de deelname in de stichting heeft de gemeente samen met de andere partners het recht op de exploitatie van de vliegtuigen Uiver en
Constellation verkregen, waarmee de stichting destijds heeft bijgedragen aan het behoud van het Aviodrome voor Lelystad. Binnen de
gemeentebegroting zijn er verder geen middelen geraamd binnen dit taakveld.
Verbonden partijen:
Publiek belang Uiver Constellation: Behoud van mobiel cultureel erfgoed.
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten - - - - Baten - - - -
Portefeuillehouder(s): Beinvloedbaarheid baten
Dit taakveld is niet van toepassing voor de gemeente Lelystad.
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Aard activiteiten: Relatie met intensiveringsveld: Beinvloedbaarheid lasten
5.5 Cultureel erfgoed
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 45
BBV indicatoren
In onderstaande grafieken worden de verplichte BBV indicatoren behorende bij het cluster Sport, cultuur
en recreatie afgezet tegen het landelijke gemiddelde.
1. Niet sporters
Definitie: Het percentage inwoners dat niet sport ten opzichte van het totaal aantal inwoners..
Bron: RIVM - Zorgatlas
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -2.089 -2.140 -2.140 -2.140 Baten - - - -
5.6 Media
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Gemeentelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 100 % ]
Portefeuillehouder(s): J. Sparreboom Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren de zorg voor fysieke en elektronische cultuurdragers. Als onderdeel van het hierboven beschreven gemeentelijk
cultuurbeleid worden in het kader hiervan subsidies verstrekt voor het lokale bibliotheekwerk en de lokale omroep.
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -7.135 -7.134 -7.134 -7.094 Baten 110 110 110 110
5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 20 % - 40 %]
Het onderhouden van natuur en recreatie volgens het wettelijk en normtechnisch minimum conform de beeldkwaliteit in het KSP.
Portefeuillehouder(s): J. van den Heuvel Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren alle lasten en baten openbaar groen, natuur en recreatie.
Deze taken omvatten:
Monitoring integrale maatregelen openbare ruimte (KwaliteitStructuurPlan (KSP), Integraal Groot onderhoud Openbare Ruimte (IGOR) en de
MeerJaren Raming (MJR).
Beleid, Advies, Beheer en Onderhoud van:
- technische installaties t.b.v. stedelijk water
- kades en loswallen
- de gemeentelijke watergangen waarbij een deel van het onderhoud is overgedragen aan het waterschap
- stedelijk water
- Flora en Fauna
- gemeentelijke bossen inclusief recreatieve voorzieningen en landschapsterreinen
- groen in stedelijk gebied
- speelvoorzieningen
Er is een zeer beperkte beinvloedbaarheid.
Voor de producten opereert de gemeente Lelystad volgens het wettelijk en normtechnisch minimum. De producten zijn ICL gerelateerd.
De beeldkwaliteit is afgestemd in het KSP.
Doelstelling 2017:
Jaartal
indicatorLelystad Flevoland Nederland
2014 50,00 49,60 49,90
Naam Indicator
Niet sporters
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 46
Aanvullende indicatoren
Bron: BLD-O&S: cultuurpeiling
Bron: BLD-O&S: Wonen, Leefbaarheid
en Veiligheid
Bron: O&S: Beeld van Lelystad
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 47
6. Sociaal domein
Beschrijving taakvelden binnen dit cluster
6. Sociaal domein(Bedragen x €1.000)
Lasten
6.1 Samenkracht en burgerparticipatie -10.275 -9.490 -9.384 -9.416
6.2 Wijkteams -2.266 -2.246 -2.196 -2.196
6.3 Inkomensregelingen -49.025 -48.611 -48.872 -49.132
6.4 Begeleide participatie -7.249 -6.705 -6.304 -5.900
6.5 Arbeidsparticipatie -5.245 -4.912 -4.031 -4.104
6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO) -2.508 -2.508 -2.508 -2.508
6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ -13.204 -13.204 -13.204 -13.204
6.72 Maatwerkdienstverlening 18- -20.915 -19.840 -19.095 -17.201
6.81 Geëscaleerde zorg 18+ -656 -656 -656 -656
6.82 Geëscaleerde zorg 18- -3.154 -3.154 -3.154 -3.154
Totaal Lasten -114.495 -111.325 -109.402 -107.470
Baten
6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 33 33 33 33
6.2 Wijkteams - - - -
6.3 Inkomensregelingen 39.687 39.397 39.397 39.397
6.4 Begeleide participatie - - - -
6.5 Arbeidsparticipatie 78 4 4 4
6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO) - - - -
6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ 1.640 1.640 1.640 1.640
6.72 Maatwerkdienstverlening 18- - - - -
6.81 Geëscaleerde zorg 18+ 75 75 75 75
6.82 Geëscaleerde zorg 18- - - - -
Totaal Baten 41.512 41.148 41.148 41.148
Eindtotaal -72.983 -70.177 -68.254 -66.322
2017 2018 2019 2020
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -10.275 -9.490 -9.384 -9.416 Baten 33 33 33 33
E. van Wageningen
6.1 Samenkracht en burgerparticipatie
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 20 % - 40 %]
We willen de basis (inzet bewoners zelf, vrijwilligerswerk, algemene voorzieningen, ontmoetingsactiviteiten e.d.) versterken zodat inwoners
zoveel mogelijk op eigen kracht, eventueel aangevuld met extra ondersteuning vanuit de Wmo, zelfstandig kunnen participeren in de
maatschappij. Daarmee willen we het beroep op zwaardere vormen van ondersteuning uitstellen danwel voorkomen.
Portefeuillehouder(s): J. Sparreboom Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren algemene voorzieningen (waarvoor geen individuele beschikking van de gemeente nodig is) gericht op participatie
zoals
- ondersteuning van op participatie gerichte bewonersinitiatieven
- ondersteuning/stimuleren vrijwilligerswerk
- ondersteuning mantelzorgers
- welzijnswerk in de stad/wijken
- algemeen maatschappelijke werk
- beheer en exploitatie van wijkvoorzieningen/MFA's
- algemene vervoersvoorzieningen
- belangenbehartiging cliënten (clientenraden e.d).
Ook de noodopvang vluchtelingen valt onder dit taakveld.
Doelstelling 2017:
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 48
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -2.266 -2.246 -2.196 -2.196 Baten - - - -
6.2 Wijkteams
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Ja Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: 1. De drie decentralisaties als hefboom Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
- Wijkpunten/Sociaal wijkteams zijn goed vindbaar zowel B280telefonisch al digitaal.
- Wijkpunten worden verder versterkt o.a. met uitbreiding van financiele spreekuren.
- De toegangen voor de Wmo en jeugdhulp worden beter op elkaar afgestemd.
Portefeuillehouder(s): J. Sparreboom Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren alle loketvoorzieningen en inzet gericht op het identificeren van eigen kracht en het geleiden naar de juiste vorm van
individuele ondersteuning (maatwerkvoorzieningen en - dienstverlening zoals:
- Sociaal wijkteams/wijkpunten: de toegang voor alle ondersteuningsvragen in het kader van de Wmo verloopt via de Wijkpunten en
Sociaal wijkteams.
- Clientondersteuning: cliëntondersteuning voor de Wmo maakt integraal onderdeel uit van de Sociaal wijkteams;
clientondersteuning voor de jeugd is aangehaakt bij het Centrum Jeugd en Gezin.
- Toekenning en administratieve verwerking van beschikkingen/maatwerkvoorzieningen.
Doelstelling 2017:
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -49.025 -48.611 -48.872 -49.132 Baten 39.687 39.397 39.397 39.397
J. Sparreboom
6.3 Inkomensregelingen
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Ja Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Door het verstrekken van uitkeringen op basis van de Participatiewet (BUIG uitkeringen) worden inwoners tijdelijk voorzien in levensonderhoud
voor de periode dat zij geen ander of onvoldoende inkomen hebben. Door het verstrekken van BBz uitkeringen en hiermee het ondersteunen
van de (startende) ondernemers wordt gerealiseerd dat:
- Mensen geholpen worden bij het starten van een eigen bedrijf.
- Voorkomen van bedrijfsbeëindigingen bij financiële problemen.
- Ondernemers met financiële problemen worden begeleid.
Portefeuillehouder(s): J. van den Heuvel Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren alle inkomens- en bijstandvoorzieningen:
Kosten van levensonderhoud uit het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz 2004)
Het toekennen van bijstand / uitkering aan de gevestigde zelfstandige die niet over de middelen beschikt om te voorzien in de algemeen
noodzakelijke kosten van het bestaan alsmede het verstrekken van kapitaal aan ondernemers die dit op andere wijze niet gefinancierd krijgen.
Het ZLF (Zelfstandigen Loket Flevoland) zorgt voor de uitvoering van deze wettelijke regelingen in opdracht van de 6 gemeenten in Flevoland.
Participatiewet uitkering BUIG incl. IOAW en Loonkostensubsidies
Het betreft hier de inwoners van Lelystad die recht hebben op een inkomen in het kader van de Participatiewet en de IOAW, gedurende de
periode waarin zij nog niet in staat zijn om (volledig) in eigen onderhoud te voorzien. In 2017 wordt naar verwachting aan gemiddeld 2550
klanten een uitkering op grond van de Participatiewet verstrekt (de gemeente ontvangt een rijksbijdrage voor het verstrekken van deze
uitkeringen, op basis van een objectief vastgesteld verdeelmodel).
Armoedebeleid
Het betreft hier de financiële ondersteuning aan mensen met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm (curatief armoedebeleid). Het
preventief armoedebeleid betreft het voorkomen van (overerving van) armoede in samenwerking met het maatschappelijk middenveld.
Doelstelling 2017:
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -7.249 -6.705 -6.304 -5.900 Baten - - - -
6.4 Begeleide participatie
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Ja Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
Gecontroleerde afbouw binnen het beschikbare budget, op basis van nader vast te stellen scenario.
Portefeuillehouder(s): J. van den Heuvel Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Door de uitvoering van de wet wordt aan een substantiele groep kwetsbare burgers de kans geboden om naar vermogen te participeren op
arbeid en daardoor ook te voorzien in een eigen inkomen. De regeling kent geen nieuwe instroom, er wordt gewerkt aan scenario's voor een
gecontroleerde afbouw.
Doelstelling 2017:
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 49
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -5.245 -4.912 -4.031 -4.104 Baten 78 4 4 4
6.5 Arbeidsparticipatie
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Ja Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Zie Bestedingsnota participatiebudget 2017
Portefeuillehouder(s): J. van den Heuvel Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren alle op arbeid gerichte participatie- en re-integratievoorzieningen:
- Re-integratie-instrumenten zijn:
Arbeidsmatige dagbesteding, arbeidsleren, Werkervaringsbanen, Tegenprestatie naar Vermogen, Buurtvoorlichting, Banenafspraak, Nieuwe
Banen, Werkgeversbijdrage, Loonkostensubsidie, Workfast, Verloningsbanen
Zie voor een gedetailleerd overzicht de Bestedingsnota participatiebudget 2017.
Doelstelling 2017:
Verbonden partijen:
Publiek belang Werkvoorzieningschap Ijsselmeergroep: Het uitvoeren van de sociale werkvoorziening en het benutten en beschikbaarstellen
van de infrastructuur ten behoeve van reintegratieactiviteiten van de deelnemende gemeenten.
Publiek belang werkbedrijf Lelystad: Het realiseren van een optimale uitstroom uit de participatiewet naar werk. Het initieren, creeren,
organiseren en uitvoeren van werk voor de gemeente Lelystad ten behoeve van (langdurig) werklozen en arbeids-gehandicapten.
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -2.508 -2.508 -2.508 -2.508 Baten - - - -
6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO)
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Ja Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Inwoners krijgen passende ondersteuning om zelfstandig te kunnen blijven functioneren.
Portefeuillehouder(s): J. Sparreboom Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld horen materiële voorzieningen (zoals woningaanpassingen, rol-en individuele vervoersvoorziening en scootmobielen) voor het
zelfstandig kunnen functioneren (WMO) voor mensen met fysieke beperkingen, de voorziening wordt die op basis van een beschikking
verstrekt.
Doelstelling 2017:
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -13.204 -13.204 -13.204 -13.204 Baten 1.640 1.640 1.640 1.640
6.71 Maatwerkdienstverlening 18+
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Ja Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Inwoners krijgen passende ondersteuning om zelfstandig te kunnen blijven functioneren en participeren in de samenleving.
Portefeuillehouder(s): J. Sparreboom Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoort dienstverlening aan individuele cliënten met een beperking (fysiek/psychisch) zoals:
- huishoudelijke ondersteuning
- ondersteuning thuis
- dagbesteding
- kortdurend verblijf
- regiotaxi (Wmo vervoer)
Deze maatwerkvoorzieningen kunnen worden ingezet voor ouderen, mensen met een fysieke of verstandelijke beperking en mensen met
psychische problematiek die zelfstandig wonen in Lelystad.
Ook valt hier de financiële tegemoetkoming ten behoeve van chronische zieken onder. Dit is in Lelystad ingevuld middels een speciale
aanvullende ziektekostenverzekering.
Voor de Wmo maatwerkvoorzieningen wordt een inkomensafhankelijke eigen bijdrage in rekening gebracht. Het totaal bedrag dat voor de
Wmo aan eigen bijdragen wordt ontvangen is ook in dit taakveld opgenomen.
Doelstelling 2017:
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 50
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -20.915 -19.840 -19.095 -17.201 Baten - - - -
6.72 Maatwerkdienstverlening 18-
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Ja Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Efficiënte en passende ondersteuning voor kinderen/jongeren, tijdig en nabij geboden, zo zwaar als nodig en lichter zodra het kan, zodat zij
zelfstandig kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven.
Portefeuillehouder(s): E. van Wageningen Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren vormen van jeugdhulp die door de gemeente als individuele (niet vrij toegankelijke) voorziening worden aangemerkt
waaronder begrepen:
- begeleiding 18-, jeugd- en opvoedhulp;
- jeugd en gezinsteams
- jeugd-GGZ;
- jeugdzorg aan verstandelijk beperkten;
- Vervoer (18-);
- PGB Jeugd;
- persoonlijke verzorging en kortdurend verblijf voor de doelgroep 18-;
- jeugdzorg-plus (gesloten jeugdhulp).
Doelstelling 2017:
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -656 -656 -656 -656 Baten 75 75 75 75
6.81 Geëscaleerde zorg 18+
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 40 % - 60 %]
Vrouwenopvang: er functioneert een goed werkend regionaal Veilig thuis en er wordt gezorgd voor een goede aansluiting tussen Veilig Thuis
en de lokale zorgstructuren zodat er tijdig en efficiënt op- en afgeschaald kan worden.
Maatschappelijke opvang en beschermd wonen: er wordt actief ingezet op een efficiënte inbedding/afstemming tussen de lokale en regionale
inzet voor de doelgroep beschermd wonen en maatschappelijke opvang. Hierbij wordt uitvoering gegeven aan het Regionaal Kompas en
uitvoeringsplan beschermd wonen. Mensen met GGZ problematiek kunnen gebruik maken van een laagdrempige inloopvoorziening en reguliere
activiteiten.
Portefeuillehouder(s): J. Sparreboom Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren alle opvang- en beschermd wonen-voorzieningen met inbegrip van eventuele maatwerkdienstverlening en
maatwerkvoorzieningen voor personen die in de betreffende opvangvoorzieningen verblijven.
Naast de hiervoor beschreven maatwerkvoorzieningen binnen de Wmo wordt er specifiek ondersteuning geboden op het gebied van
maatschappelijke opvang. Het gaat dan over de opvang van dak- en thuislozen, de opvang en (ambulante) begeleiding van tienermoeders door
het Leger des Heils en Tikvah. Het coordineren van ketensamenwerking huiselijk geweld, begeleiding slachtoffers en uitvoeren huisverbod door
het Steunpunt huiselijk geweld. De inloopvoorziening van Kwintes voor de GGZ doelgroep. De begeleiding en toeleiding naar zorg van
zwerfjongeren (onderdeel van het erop af team) door Kwintes. De inzet van de gezinscoach MDF, met betrekking tot het voorkomen van multi-
problemen in gezinnen en instroom in de maatschappelijke opvang. De baten hebben betrekking op de bijdrage die wordt ontvangen van de
gemeente Almere ter gedeeltelijke dekking van de maatschappelijke opvang (Leger des Heils, Tikvah en MDF).
De lasten zijn grotendeels beïnvloedbaar, aangezien er geen wettelijke grondslag aanwezig is. Wel zijn er over dit beleid regionale afspraken
gemaakt, wat inhoudt dat de zes gemeenten in Flevoland afspraken gemaakt hebben over de inzet van de rijksmiddelen en de financiering
vanuit de lokale gemeenten. Het gaat hier om de groep meest kwetsbare inwoners van Lelystad, wat maakt dat bezuinigen binnen dit
onderdeel resulteren in effecten op meerdere gebieden (overlast, leefbaarheid, dakloosheid).
Doelstelling 2017:
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 51
BBV indicatoren
Definitie: Het aantal banen, per 1.000
inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar.
Bron: LISA
Definitie: Het percentage jongeren (12-
21 jaar) dat met een delict voor de
rechter is verschenen.
Bron: Verwey Jonker Instituut - Kinderen
in Tel
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -3.154 -3.154 -3.154 -3.154 Baten - - - -
6.82 Geëscaleerde zorg 18-
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Ja Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
Efficiënte en passende ondersteuning voor kinderen/jongeren, tijdig en nabij geboden, zo zwaar als nodig en lichter zodra het kan, zodat zij
zelfstandig kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven.
Portefeuillehouder(s): E. van Wageningen Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren maatregelen gericht op de opvang en het verbeteren van de veiligheid van kinderen en jeugdigen 18- met inbegrip van
maatwerk dienstverleningsmaatregelen voor jeugdigen die in de desbetreffende opvangvoorzieningen verblijven:
- kinderbeschermingsmaatregelen, aanpak kindermishandeling;
- jeugdreclassering;
- opvang (18-);
- vrouwenopvang/huiselijk geweld (18-);
- beschermd wonen (18-);
- programma's rond verslaving (18-);
- PGB jeugd;
- individuele maatwerkdienstverlening voor jeugdigen 18- in opvangvoorziening;
Jeugdbescherming en Jeugdreclassering worden ingezet na uitspraak van de kinderrechter. Voor het beschikbaar hebben van deze zorg zijn
samenwerkingsafspraken gemaakt op regionaal niveau met de zes Flevolandse gemeenten.
Doelstelling 2017:
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 52
Definitie: Het percentage kinderen tot
18 jaar dat in een gezin leeft dat van
een bijstandsuitkering moet
rondkomen.
Bron: Verwey Jonker Instituut -
Kinderen in Tel
Definitie: Het percentage van de
werkzame beroepsbevolking ten
opzichte van de beroepsbevolking.
Bron: CBS - Arbeidsdeelname
Definitie: Het percentage leerlingen (4-
12 jaar) in het primair onderwijs dat
kans heeft op een leerachterstand.
Bron: Verwey Jonker Instituut -
Kinderen in Tel
Definitie: Het percentage werkeloze
jongeren (16-22 jaar).
Bron: Verwey Jonker Instituut -
Kinderen in Tel
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 53
7. Personen met een bijstandsuitkering
Definitie: Het aantal personen met een bijstandsuitkering, per 10.000 inwoners.
Bron: CBS - Participatie Wet
8. Lopende re-integratievoorzieningen
Definitie: Het aantal reintegratievoorzieningen, per 10.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar.
Bron: CBS - Participatie Wet
9. Jongeren met jeugdhulp
Definitie: Het percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdhulp ten opzicht van alle jongeren tot 18 jaar.
Bron: CBS - Beleidsinformatie Jeugd
10. Jongeren met jeugdbescherming
Definitie: Het percentage jongeren tot 18 jaar met een jeugdbeschermingsmaatregel ten opzichte van alle
jongeren tot 18 jaar.
Bron: CBS - Beleidsinformatie Jeugd
11. Jongeren met jeugdreclassering
Definitie: Het percentage jongeren (12-22 jaar) met een jeugdreclasseringsmaatregel ten opzichte van
alle jongeren (12-22 jaar).
Bron: CBS - Beleidsinformatie Jeugd
12. Cliënten met een maatwerkarrangement WMO
Definitie: Een maatwerkarrangement is een vorm van specialistische ondersteuning binnen het kader van
de Wmo. Voor de Wmo gegevens geldt dat het referentiegemiddelde gebaseerd is op 180 deelnemende
gemeenten.
Bron: CBS - Monitor Sociaal Domein WMO
Jaartal
indicatorLelystad Flevoland Nederland
2015 525,80 435,10 405,10Personen met een bijstandsuitkering
Naam Indicator
Jaartal
indicatorLelystad Flevoland Nederland
2015 291,80 354,00 311,90Lopende re-integratievoorzieningen
Naam Indicator
Jaartal
indicatorLelystad Flevoland Nederland
2015 10,20 9,60 10,00Jongeren met jeugdhulp
Naam Indicator
Jaartal
indicatorLelystad Flevoland Nederland
2015 1,90 1,40 1,20Jongeren met jeugdbescherming
Naam Indicator
Jaartal
indicatorLelystad Flevoland Nederland
2015 0,80 0,60 0,50Jongeren met jeugdreclassering
Naam Indicator
Jaartal
indicatorLelystad Flevoland Nederland
2015 Niet bekend Niet bekend 569,00Cliënten met maatwerkarrangement WMO
Naam Indicator
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 54
Aanvullende indicatoren
Bron: jeugdstatline.cbs.nl
Bron: SGBO
klanttevredenheidsonderzoek
Bron: SGBO
klanttevredenheidsonderzoek
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 55
7. Volksgezondheid en milieu
Beschrijving taakvelden binnen dit cluster
7. Volksgezondheid en milieu(Bedragen x €1.000)
Lasten
7.1 Volksgezondheid -2.930 -2.890 -2.890 -2.890
7.2 Riolering -4.433 -4.873 -5.313 -5.753
7.3 Afval -7.293 -7.293 -7.293 -7.225
7.4 Milieubeheer -2.774 -2.774 -2.594 -2.594
7.5 Begraafplaatsen en crematoria -301 -198 -172 -214
Totaal Lasten -17.731 -18.028 -18.262 -18.676
Baten
7.1 Volksgezondheid - - - -
7.2 Riolering 4.726 5.166 5.606 6.046
7.3 Afval 9.587 9.587 9.587 9.587
7.4 Milieubeheer 39 39 39 39
7.5 Begraafplaatsen en crematoria 402 419 439 447
Totaal Baten 14.753 15.210 15.671 16.118
Eindtotaal -2.977 -2.818 -2.591 -2.558
2017 2018 2019 2020
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -2.930 -2.890 -2.890 -2.890 Baten - - - -
7.1 Volksgezondheid
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Het bevorderen van de gezondheid van de inwoners in Lelystad, middels het inzetten op gezonde leefstijl en het uitvoeren van wettelijke taken.
Portefeuillehouder(s): J. Sparreboom Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren maatregelen ter bescherming van de gezondheid van de bevolking als geheel, van specifieke risicogroepen, van jeugd
en van ouderen:
- het monitoren van de gezondheidssituatie;
- uitvoering van preventieprogramma's, het vroegtijdig signaleren van specifieke stoornissen en gezondheidsbedreigende factoren;
- uitvoering van programma's voor gezondheidsbevordering en maatregelen tegen bedreigingen van de gezondheid;
- bestrijding van infectieziekten en aanbieden van vaccinaties;
- het geven van voorlichting, advies en begeleiding;
- het geven van prenatale voorlichting aan aanstaande ouders;
- het bewaken van gezondheidsaspecten in bestuurlijke beslissingen;
- het bevorderen van medisch milieukundige zorg;
- het bevorderen van technische hygiëne zorg;
- het bevorderen van psychosociale hulp bij rampen;
- ambulance en ziekenvervoer.
De meeste van de taken worden op basis van een gemeenschappelijke regeling uitgevoerd door GGD Flevoland. De uitvoering van de
jeugdgezondheidszorg wordt uitgevoerd door Icare JGZ en GGD JGZ. Het stimuleren van een gezonde leefstijl en preventie krijgt verder vorm
door gezamenlijke aanpak in de wijk met organisaties en netwerken op het gebied van zorg en welzijn.
De beinvloedbaarheid is beperkt gezien het de uitvoering van een wettelijke taak betreft.
Doelstelling 2017:
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 56
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -4.433 -4.873 -5.313 -5.753 Baten 4.726 5.166 5.606 6.046
7.2 Riolering
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
Het op orde brengen en beheren van het rioleringsstelsel conform de GRP 2016 t/m 2021.
Portefeuillehouder(s): J. van den Heuvel Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren de gemeentelijke taken ten aanzien van afvalwater en de waterhuishouding:
- opvang en verwerking van afval- en hemelwater;
- inzameling en transport huishoudelijk- en bedrijfsafvalwater;
- voorkomen van grondwaterproblemen, onder meer door afvoer van overtollig grondwater;
- rioolwaterzuivering;
- bestrijding verontreiniging oppervlaktewater;
- baten rioolheffing
De lasten hebben betrekking op de directe uitvoeringstaken (dagelijks onderhoud en inspectie), vervanging (groot onderhoud) en kwijtschelding
van rioolheffing. De baten hebben betrekking op de inkomsten uit de rioolheffing van particulieren. De bijdrage voor de bedrijven c.q. niet-
woningen ontvangt de gemeente via de ozb.
Bij de berekening van de kostendekkendheid van de rioolheffing worden naast bovenstaande directe kosten, ook de toerekenbare BTW en -
bedrijfsvoeringskosten betrokken. Op basis van het GRP 2016 t/m 2021 zal binnen de looptijd van dit GRP een actualisatie van de huidige
meerjarenraming worden doorgevoerd, waarin een 100% kostendekkendheid het uitgangspunt is.
Doelstelling 2017:
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -7.293 -7.293 -7.293 -7.225 Baten 9.587 9.587 9.587 9.587
7.3 Afval
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Uitvoering geven aan aan de ambities als vastgelegd in het beleidskader Van Afval Naar Grondstof (VANG), die moeten leiden tot 75%
afvalscheiding in 2020 met maximaal 100 kg restafval per inwoner. Beoogd effect: vermindering hoeveelheid restafval en toename hoeveelheid
ingezamelde grondstoffen.
Portefeuillehouder(s): E. van Wageningen Beinvloedbaarheid baten [ 0 % - 20 %]
Tot dit taakveld behoren:
- de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval;
- handhaving afvalbeleid;
- aandeelhouderschap HVC;
- baten en lasten afvalstoffenheffing
De lasten hebben betrekking op de directe uitvoeringstaken en de kwijtscheldingen van de afvalstoffenheffing. De baten hebben betrekking op
de inkomsten uit de afvalstoffenheffing en inkomsten uit waardevolle afvalstromen, zoals oud papier.
Bij de berekening van de kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing worden naast bovenstaande directe kosten, ook de toerekenbare BTW
en -bedrijfsvoeringskosten betrokken. De beïnvloedbaarheid van de lasten is beperkt en de beïnvloedbaarheid van de baten wordt beperkt door
de maximale kostendekkendheid van 100%.
Doelstelling 2017:
Verbonden partijen:
Publiek belang HVC: Verwerken van afvalstoffen, bijdragen aan materiaalhergebruik en duurzaamheid.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 57
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -2.774 -2.774 -2.594 -2.594 Baten 39 39 39 39
J. Fackeldey
7.4 Milieubeheer
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Een duurzame leefomgeving realiseren en in stand houden, gaat niet vanzelf. Een aspect daarbij is ook de vergunningverlening en handhaving
van de wet- en regelgeving. In dit kader gaat het over onder meer de WABO, milieuwetgeving en APV. De milieuhandhaving wordt gezamenlijk
vormgegeven en uitgevoerd door de Omgevingsdienst Flevoland, Gooi- en Vechtstreek (OFGV). Voor Lelystad worden ook de taken op het
gebied van brandveilig gebruik door de OFGV uitgevoerd. Handhaving wordt jaarlijks geprogrammeerd via een
handhavingsUitvoeringsprogramma (HUP).
Portefeuillehouder(s): J. van den Heuvel Beinvloedbaarheid baten [ 0 % - 20 %]
Tot dit taakveld behoren gemeentelijke taken ter bescherming van het milieu waaronder:
- de bescherming en de sanering van de kwaliteit van de bodem en de atmosfeer;
- de beheersing van geluidhinder;
- bescherming tegen straling en dergelijke;
- verplaatsing van milieuhinderlijke bedrijven;
- ongediertebestrijding;
- RUD, Regionale Uitvoeringdiensten/Omgevingsdienst: OFGV.
Doelstelling 2017:
Verbonden partijen:
Publiek belang OFVG: Vergunningverlening, toezicht en handhaving milieu en brandveiligheid.
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -301 -198 -172 -214 Baten 402 419 439 447
Portefeuillehouder(s): J. van den Heuvel Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren gemeentelijke taken op het terrein van de lijkbezorging:
- begraafplaatsen en crematoria;
- baten begraafplaatsrechten;
Bij de berekening van de kostendekkendheid van de begraafexploitatie worden naast directe kosten, ook de toerekenbare
bedrijfsvoeringskosten betrokken (en vindt egalisatie plaats via de reserve). De beïnvloedbaarheid van de lasten hangt samen met het
nagestreefde kwaliteitsniveau van de begraafplaats. De beïnvloedbaarheid van de baten wordt beperkt door de maximale kostendekkendheid
van 100%.
Doelstelling 2017:
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
Een goed functionerende gemeentelijke begraafplaats voor het respectvol begraven van lijken, het bijzetten van asbussen/-urnen, het
verstrooien van as en het bieden van een voor de nabestaanden rustige omgeving om hun overledenen te herdenken.
- Een 100% kwalitatief goed gevoerde administratie
- Uitvoeren van de wet op de lijkbezorging, begraafplaatsverordening en gedenktekenregeling
7.5 Begraafplaatsen en crematoria
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 58
BBV indicatoren
Definitie: De hoeveelheid restafval per
bewoner per jaar (kg).
Bron: CBS - Statistiek Huishoudelijk
afval
Definitie: Hernieuwbare elektriciteit is
elektriciteit die is opgewekt uit wind,
waterkracht, zon of biomassa.
Bron: Rijkswaterstaat Klimaatmonitor
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 59
8. Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing
In onderstaande tabel worden de lasten en baten gepresenteerd van de taakvelden die vallen binnen het
cluster Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing.
Beschrijving taakvelden binnen dit cluster
8. Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en (Bedragen x €1.000)
Lasten
8.1 Ruimtelijke ordening -1.165 -1.167 -1.166 -1.166
8.2 Grondexploitatie (niet-bedrijventerreinen) -9.296 -10.705 -10.175 -7.710
8.3 Wonen en bouwen -1.300 -1.229 -1.109 -1.110
Totaal Lasten -11.761 -13.101 -12.450 -9.986
Baten
8.1 Ruimtelijke ordening 1 1 1 1
8.2 Grondexploitatie (niet-bedrijventerreinen) 9.794 11.960 10.770 8.306
8.3 Wonen en bouwen 1.200 1.200 800 800
Totaal Baten 10.995 13.160 11.571 9.106
Eindtotaal -766 59 -879 -880
2017 2018 2019 2020
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -1.165 -1.167 -1.166 -1.166 Baten 1 1 1 1
8.1 Ruimtelijke ordening
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
- Voldoen aan de wettelijke taken vwb de produkten die op grond van de Wro gemaakt worden.
- Verder vormgeven het faciliterend grondbeleid op grond van de nieuwe BBV structuur en relevante wetgeving.
- Anticiperen op de komst van de omgevingswet.
Portefeuillehouder(s): E. Rentenaar Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren taken op grond van de Wet ruimtelijke ordening:
- voorbereiden van vaststellen structuurplannen en - visies;
- voorbereiden en vaststellen bestemmingsplannen.
- voorbereiden en uitvoeren van de opgave gebiedsontwikkeling,
- faciliterend grondbeleid (passief grondbeleid).
De wet Ruimtellijke ordening is gericht op de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu (artikel 21
Grondwet). De gemeente richt zich in dit kader op onderzoeken van maatschappelijk relevante ontwikkelingen, formuleren, monitoren en
actualiseren van strategisch ruimtelijk beleid in de integrale (desgewenst intergemeentelijke) structuurvisie of voor aspecten daarvan
(Structuurvisie en jaarlijks uitvoeringsprogramma).
De beinvloedbaarheid van de lasten is zeer beperkt, aangezien hier uitvoering wordt gegeven aan een wettelijke taak. Het niet op tijd voldoen
hebben van bestemmingsplannen leidt onder andere tot het niet kunnen innen van leges voor 'bouwaanvragen'.
Doelstelling 2017:
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 60
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -9.296 -10.705 -10.175 -7.710 Baten 9.794 11.960 10.770 8.306
8.2 Grondexploitatie (niet-bedrijventerreinen)
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Nee Aard activiteiten: Gemeentelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
In de MPG 2016 is voor 2017 de uitgifte van bouwkavels ten behoeve van de bouw van 153 woningen geprognoticeerd.
Portefeuillehouder(s): E. Rentenaar Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren activiteiten op het gebied van gemeentelijke bouwgrondexploitatie:
- grondverwerving, bouw- en woonrijp maken;
- bovenwijkse voorzieningen ten behoeve van de bouwgrondcomplexen;
- verkoop van bouwrijpe gronden;
De gemeentelijke bouwgrondexploitatie (niet- bedrijfenterreinen) is in essentie gericht op de verwerving, productie en levering van bouwrijpe
grond als ondersteuning van de ruimtelijke doelen. Het draagt zorg voor bedrijfseconomische optimalisatie bij het ontwikkelen van plannen en
advisering over de financieel economische gevolgen. Waarbij het als taak heeft om voor het actieve grondbeleid voldoende grond beschikbaar
te hebben, waarbij er verantwoord wordt omgegaan met de risico’s die samenhangen met het exploiteren van gronden. Het grondbeleid
ondersteunt de ruimtelijke doelen die de gemeenteraad heeft gesteld.
De beïnvloedbaarheid van het Grondbedrijf is beperkt en de inkomsten zijn sterk afhankelijk van de marktontwikkelingen waarbij voor wat
betreft de uitgaven op wordt aangesloten. Afgelopen jaren zijn als gevolg van deze marktomstandigheden forse bedragen afgeboekt cq.
voorzieningen getroffen en maatregelen genomen. Het batig saldo in de verschillende jaarschijven is de prognose van de resultaten van de
grondexploitaties op basis van doorrekening van het middenscenario (hierbij zijn de aan de grondexploitaties toegerekende
bedrijfsvoeringkosten en de interne uren ook gebaseerd op het middenscenario). In het kader van de invoering van de VPB zal worden bezien
in hoeverre deze weergave van positieve saldi wenselijk is. Vooruitlopend hierop wordt het positieve saldo gereserveerd voor toekomstig te
treffen voorzieningen.
Doelstelling 2017:
Bedrag x €1.000,-
2017 2018 2019 2020Lasten -1.300 -1.229 -1.109 -1.110 Baten 1.200 1.200 800 800
8.3 Wonen en bouwen
Onderdeel begrotingsmonitor 2017: Ja Aard activiteiten: Wettelijk
Relatie met intensiveringsveld: Reguliere taken Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Portefeuillehouder(s): J. Fackeldey Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Tot dit taakveld behoren woningvoorraad en huisvestingsvoorziening:
- bouwvergunningen (omgevingsvergunning) en - toezicht, basisregistratie adressen en gebouwen (BAG);
- woningbouw en woningverbetering, renovatie;
- woonruimteverdeling, woningsplitsingsvergunning, woonvergunning;
- stedelijke vernieuwing: gebiedsgerichte aanpak woningvoorraad, woonomgeving en voorzieningen.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 61
BBV indicatoren
Definitie: De gemiddelde WOZ waarde
van woningen.
Bron: CBS - Statistiek Waarde
Onroerende Zaken
Definitie: Het aantal
nieuwbouwwoningen, per 1.000
woningen.
Bron: ABF - Systeem Woningvoorraad
Definitie: De som van het aantal
personen van 0 tot 15 jaar en 65 jaar of
ouder in verhouding tot de personen van
15 tot 65 jaar.
Bron: CBS – Bevolkingsstatistiek
Definitie: Het gemiddelde totaalbedrag in
euro's per jaar dat een
éénpersoonshuisouden betaalt aan
woonlasten (onroerendezaak belasting
plus de afvalstoffen- en rioolheffing).
Bron: COELO, Groningen
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 62
Definitie: Het gemiddelde totaalbedrag
in euro's per jaar dat een
meerpersoonshuisouden betaalt aan
woonlasten (onroerendezaak belasting
plus de afvalstoffen- en rioolheffing).
Bron: COELO, Groningen
Aanvullende indicatoren
Bron: BLD-O&S: Wonen, Leefbaarheid
en Veiligheid
Bron: BLD-O&S: Wonen, Leefbaarheid
en Veiligheid
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 63
2.3 Paragrafen
1. Lokale heffingen
In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de verschillende gemeentelijke belastingen, heffingen en
rechten en wordt ingegaan op de consequenties daarvan voor de inwoners en bedrijven. Deze
gemeentelijke belastingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente.
Achtereenvolgens wordt aandacht besteed aan:
- de beleidsuitgangspunten ten aanzien van de lokale heffingen;
- de geraamde inkomsten;
- een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen, waarin inzichtelijk wordt gemaakt hoe bij
de berekening van tarieven van heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt
bewerkstelligd dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden, wat de
beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen en hoe deze
uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd. Dit komt tot uiting via de
kostendekkendheid van de heffingen en rechten;
- een aanduiding van de lokale lastendruk;
- een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid;
- de kostendekkendheid van de heffingen en rechten.
Beleidsuitgangspunten
In de kadernota 2017 – 2020 geeft de gemeenteraad richting aan de inhoudelijke en financiële strategie
van de gemeente Lelystad voor de komende jaren. De voorgestelde richtinggevende kaders leiden tot
besluiten om een programmabegroting voor 2017 op te stellen.
De door de gemeenteraad aangegeven richting leidt tot de volgende uitgangspunten voor de
verschillende tarieven:
- De ozb-opbrengst wordt gecorrigeerd met het indexpercentage van 0,8%. - De tarieven van de rioolheffing voor woningen aan te laten sluiten bij het besluit rioolheffing
vGRP. De rioolheffing voor niet-woningen worden conform door de gemeenteraad gestelde voorwaarden apart opgelegd;
- De parkeertarieven aan te laten sluiten bij een sluitende parkeerexploitatie;
- Het tarief van de hondenbelasting wordt één keer in de twee jaar met € 2,26 aangepast. Op 1
januari 2016 heeft een verhoging van dit tarief plaatsgevonden. Het tarief van de hondenbelasting
zal in 2017 niet worden verhoogd;
- Minister Plassterk heeft een wetsvoorstel precariobelasting ingediend inhoudende dat het huidige
tarief 10 jaar bevroren blijft, tenzij uit de belastinghervormingen blijkt dat de precariobelasting
eerder wordt afgeschaft.
- De legestarieven 2016 worden gecorrigeerd met het indexpercentage van 0,8%, tenzij wettelijke
voorschriften dit verhinderen of gemotiveerd wordt afgeweken;
- De tarieven van de lijkbezorgingrechten worden gecorrigeerd met het indexpercentage van 0,8%;
- De tarieven marktgelden worden gecorrigeerd met het indexpercentage van 0,8%;
- De tarieven liggelden Bataviahaven overeenkomstig te laten zijn met de tarieven van omliggende
Lelystadse havens;
- Uit een informeel gehouden proef bestaat er draagvlak voor de Bedrijveninversteringzone (BIZ)
Larserpoort. Voordat de definitieve draagvlakmeting wordt uitgevoerd zal eerst de verordening
bedrijveninvesteringzone vastgesteld dienen te worden. De BIZ-opbrengst zal als subsidie
worden uitgekeerd, onder inhouding van de gemeentelijke kosten.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 64
Geraamde inkomsten
In onderstaande tabel zijn de inkomsten uit de lokale heffingen opgenomen zoals die binnen de gemeente
Lelystad begroot zijn. Deze worden vervolgens per onderdeel toegelicht.
Toelichting op de diverse gemeentelijke belastingen
Binnen de gemeente kennen we verschillende soorten gemeentelijke belastingen, namelijk algemene
belastingen, heffingen en rechten (leges).
De algemene belastingen
De gemeente is vrij in de besteding van de opbrengst van de algemene belastingen, waarvan de
onroerende zaakbelasting (OZB) de omvangrijkste is. Bij het innen van deze belastingen bestaat er geen
directe relatie tussen wat de burger betaalt en de door de gemeente geleverde dienst. Tot de lokale
heffingen die bij de algemene dekkingsmiddelen van de gemeente horen, behoren de OZB,
parkeerbelastingen, hondenbelasting en de precariobelasting.
Onroerende zaakbelastingen (OZB)
De OZB is een belangrijke eigen inkomstenbron voor de gemeente. Deze inkomsten worden onder
andere gebruikt voor zaken als: wegen, cultuur, openbare verlichting, maatschappelijke dienstverlening
en onderwijs. Onder de naam ‘onroerende zaakbelasting’ worden ter zake van binnen de gemeente
gelegen onroerende zaken de eigenarenbelasting geheven:
een eigenarenbelasting van degene die aan het begin van het kalenderjaar eigenaar is van een
onroerende zaak (bijvoorbeeld woning en/of bedrijf).
Op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) wordt er voor elke individuele onroerende
zaak een waarde vastgesteld. Aan de hand van de waarde wordt het te betalen bedrag aan onroerende
zaakbelasting berekend. Middels een aanslag wordt het te betalen bedrag aan de belastingplichtige
opgelegd. De opbrengst 2017 is gebaseerd op de waarde van de tot 2016 aanwezige objecten.
Gemeentelijke belastingen(bedragen x €1 miljoen)
Begroting
2017
Procentueel
2017
Algemene belastingen
1. onroerende zaakbelastingen 21,53 48,79%
2. parkeerbelastingen 2,54 5,76%
3. hondenbelasting 0,59 1,34%
4. precariobelasting 1,77 4,01%
Collectieve dienstverlening (heffingen)
5. afvalstoffenheffing 9,58 21,71%
6. rioolheffing 4,59 10,40%
7. bedrijveninvesteringszone Larserpoort (1) 0,11 0,25%
Individuele dienstverlening (rechten)
8. leges 2,87 6,50%
9. lijkbezorgingrechten 0,4 0,91%
10. marktgelden 0,15 0,34%
11. liggelden Bataviahaven (2)
Totaal 44,13 100%
1. De BIZ-opbrengst zal als een subsidie w orden uitgekeerd onder inhouding van de gemeentelijke kosten.
2. Er is sprake van een exploitatieovereenkomst w aarbij de gemeente per saldo een vergoeding betaalt aan
de exploitant voor de door deze gemaakte kosten -/- de gerealiseerde opbrengsten.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 65
Parkeerbelasting
In het kader van de parkeerregulering worden de volgende belastingen geheven:
a. een belasting terzake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze
verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en
wijze;
b. een belasting terzake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren
van een voertuig op de in die vergunning aangeven plaats en wijze.
De opbrengsten uit deze belastingsoort zoals in deze paragraaf weergegeven zijn gebaseerd op de
huidige vastgestelde tarieven voor straatparkeren, garageparkeren en vergunningen. De vaststelling van
de tarieven worden in de tarievennota aan de raad voorgelegd.
Hondenbelasting
Onder de naam ‘hondenbelasting’ wordt een belasting geheven ter zake van het houden van een hond
binnen de gemeente Lelystad. In het verleden is afgesproken dat eenmaal per twee jaar een verhoging
van de tarieven van de hondenbelasting met een vast tarief plaatsvindt.
De opbrengst hondenbelasting is een algemene opbrengst. Dit betekent dat de gemeente vrij is in het
besteden van deze opbrengst. Met de opbrengst van deze belasting betaalt de gemeente onder meer
maatregelen ter bestrijding en voorkoming van hondenoverlast, zoals het afschermen van
kinderspeelplaatsen, zandbakken en speelweides, het aanbrengen van borden, uitlaatplaatsen voor
honden en het maken van voorlichtingsmaterialen. Om eventuele hondenoverlast zo veel mogelijk te
beperken ziet de milieupolitie toe op de naleving van de door de gemeente vastgestelde regels.
Precariobelasting
Onder de naam “precariobelasting” wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van
voorwerpen onder voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
Collectieve dienstverlening (heffingen)
De heffingen behoren niet tot de algemene dekkingsmiddelen, maar dienen ter dekking van de kosten
van de algemene dienstverlening. De belangrijkste heffingen zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing.
Afvalstoffenheffing
Vanuit de wet is de gemeente belast met de inzamelverplichting van huishoudelijk afval. Het betreft hier
bijvoorbeeld de wekelijkse inzameling aan huis van rest- en gft-afval en de inzameling en verwerking van
andere huishoudelijke afvalstromen zoals papier, glas, textiel, grof huishoudelijk afval, etc. De kosten
voor de afvalverwijdering worden volledig doorgerekend aan de inwoners in de vorm van een
afvalstoffenheffing.
Rioolheffing
Vanuit de wet is de gemeente belast met verschillende zorgplichten op het terrein van water. Het betreft
de zorgplicht voor afvalwater en de zorgplicht voor hemel- en grondwater. Het resultaat en de
doelmatigheid van de maatregelen staat voorop, niet meer de wijze waarop de gemeente haar zorgplicht
nakomt. De opbrengsten van de rioolheffing dienen te worden aangewend voor de nakoming van deze
zorgplichten. Onder de naam "rioolheffing" wordt een heffing van de gebruiker van een eigendom
geheven dat in gebruik of bestemd is als woning en niet-woning.
Bedrijveninvesteringszone Larserpoort (BIZ-Larserpport)
Gemeenten hebben met de Wet op de bedrijveninvesteringszones (Wet BIZ) de bevoegdheid om een
gebied aan te wijzen (de bedrijveninvesteringszone (BIZ)). Daarbinnen mag een bestemmingsbelasting
(de BIZ-bijdrage) worden geheven ter financiering van door een meerderheid van de bijdrageplichtigen
gewenste extra voorzieningen. De voorzieningen dienen zowel het gezamenlijk belang van de
ondernemers als het algemeen belang. Het gebruik van de BIZ is bedoeld om activiteiten en
voorzieningen te realiseren op verzoek van de gezamenlijke ondernemers, maar die niet behoren tot het
basisvoorzieningenniveau van de gemeente. De BIZ-opbrengst zal als een subsidie worden uitgekeerd
onder inhouding van de gemeentelijke kosten.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 66
Individuele dienstverlening (rechten)
Naast belastingen heft de gemeente rechten in de vorm van leges voor de individuele dienstverlening
aan haar burgers. Leges worden geheven als vergoeding voor een door de gemeente te verlenen
individuele dienst. Deze dienstverlening kan bestaan uit het verstrekken van een paspoort of een
uittreksel uit het bevolkingsregister, maar ook bijvoorbeeld uit de verlening van een bouwvergunning of
een gebruiksvergunning.
Een aantal tarieven wordt door de Rijksoverheid voorgeschreven. In dit kader kan gedacht worden aan
de te heffen leges voor het aanvragen van een verklaring omtrent gedrag, een uittreksel uit de registers
van de burgerlijke stand en de leges voor het aanvragen van het Nederlanderschap. Daarnaast zijn er
tarieven waaraan de Rijksoverheid een maximum gesteld heeft. De tarieven voor reisdocumenten zijn
hiervan een voorbeeld.
Een van de speerpunten is ook het kostendekkend maken van de leges. In de meeste gevallen zijn de
kosten ten opzichte van de in rekening gebrachte tarieven niet dekkend. Door de tarieven te verhogen
wordt de onderdekking tegen gegaan. In principe dienen de lasten en de baten in evenwicht te zijn.
Leges Omgevingsvergunning.
Vanwege de terugloop van (grote) bouwprojecten, duurt het herstel van het aantal vergunningsaanvragen
in de bouwsector wat langer. Hierdoor wordt in deze programmabegroting voorgesteld de baten van de
meerjarenraming voor de leges bouwvergunningen structureel naar beneden toe bij te stellen.
Burgerlijke stand
De leges voor het sluiten van een huwelijk of geregistreerd partnerschap (burgerlijke stand).
Lijkbezorgingrechten
Op basis van de Verordening Lijkbezorgingrechten worden rechten geheven voor het gebruik van de
begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de
begraafplaats. De tarieven zullen conform de vastgestelde inflatiecorrectie worden verhoogd. Dit om een
kostendekkende exploitatie te kunnen realiseren.
Marktgelden
Marktgeld is een vergoeding voor het innemen van een standplaats op een plaatselijke markt. De hoogte
hiervan wordt opgenomen in de verordening op de heffing en invordering van marktgelden.
Liggelden Bataviahaven
Het college heeft de visie en de uitgangspunten van Bataviahaven ter vaststelling voor aan de
gemeenteraad voorgelegd, die ervoor zorgt dat Bataviahaven ook in de toekomst drager blijft van Lelystad
Watersportstad. De voorgestelde uitgangspunten voor Bataviahaven zijn dat de haven een openbare
haven is, die watergebonden evenementen faciliteert en fysieke ruimte reserveert voor gewenste
activiteiten.
Lokale lastendruk
Aangezien niet voor alle onderdelen per belastingsoort kan worden aangegeven hoeveel de stijging in
het begrotingsjaar 2017 is, zullen de tarieven waarschijnlijk tot de volgende indicatieve lastendruk leiden.
Tabel: lastendruk naar belastingsoort
Belastingsoort(bedragen x €1)
Lastendruk
2016
Lastendruk
2017 (1)
Afvalstoffenheffing, 2 personen 280,42 280,42
Rioolheffing, gemiddeld 2 personen en meer 130,80 142,81
Onroerende zaakbelasting 314,05 316,56
1. De uiteindelijke tarieven zullen in de tarievennota w orden voorgelegd.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 67
Lastendruk- vergelijking woonlasten 2016
Woonlasten 2016
Hieronder staat een vergelijking van de woonlasten in 2016 tussen Lelystad en de gemeenten in Flevoland en enkele met ons vergelijkbare gemeenten op basis van de categorisering centrumfunctie, sociale structuur en inwoneraantal, van de Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden (IFLO). In de ranglijst is de gemeente met de laagste woonlasten de gemeente met het laagste rangnummer.
Uit bovenstaande tabel blijkt dat gemeente Lelystad de 175e plaats inneemt. In 2015 stond de gemeente op plaats 187.
Kwijtschelding
Participatiewet (kostendelersnorm)
Tot op heden heeft het ministerie van Financiën nog niet besloten om de kostendelersnorm uit de
Participatiewet per 1 januari 2017 op te nemen in de kwijtscheldingsregeling. De invoering van de
kostendelersnorm kan financiële consequenties hebben voor individuele schuldenaren. Kort gezegd
betekent deze norm dat als men een woning deelt met meer volwassenen, de bijstandsuitkering daarop
wordt aangepast. Hoe meer personen van 21 jaar of ouder in de woning, hoe lager uw bijstandsuitkering.
Want als er meer personen in één woning wonen, kunnen de woonkosten gedeeld worden.
Kwijtschelding particulieren
Indien een belastingplichtige niet of over te weinig financiële middelen beschikt om de belastingaanslag
te kunnen voldoen, kan onder bepaalde voorwaarden kwijtschelding van belasting worden verleend. De
kwijtscheldingsnorm die in Lelystad wordt gehanteerd bedraagt 100%. Dit betekent dat alle
belastingplichtigen die een inkomen hebben op bijstandsniveau (= gelijk aan de norm van 100%) of lager,
in aanmerking komen voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding. Kwijtschelding wordt alleen verleend
voor de onroerende zaakbelasting, afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Voor de overige belastingen,
zoals bijvoorbeeld de hondenbelasting of de leges wordt geen kwijtschelding verleend. In de kadernota
2017 is dieper ingegaan op het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid, als onderdeel van de
onderzoeksopdracht. Het college heeft voorgesteld geen wijzigingen door te voeren op het gebied van
de te hanteren kwijtscheldingsnormen.
Tabel: vergelijking woonlasten per gemeenten
Rangnummer
Eenpersoons-
huishoudens
Meerpersoons-
huishoudens
1 = laagste
396 = hoogste
woonlasten*
Flevoland 699 729
Zeewolde 603 663 73
Dronten 708 708 130
Lelystad 632 732 175
Almere 734 734 177
Noordoostpolder 695 735 179
Urk 802 802 297
Vergelijkbare gemeenten (1)
Leidschendam - Voorburg 631 693 107
Vlaardingen 651 718 147
Roosendaal 770 810 304
Hoogste en laagste woonlasten
Aalten (goedkoopste gemeente) 393 539 1
Blaricum(duurste gemeente) 1.064 1.215 396
1. vergelijkbare gemeenten op basis van de categorisering centrumfunctie, sociale structuur en inwoneraantal,
van de Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden (IFLO).
Woonlasten
Vergelijking woonlasten per gemeente(bedragen x €1)
* niet alle gemeenten hadden de gegevens beschikbaar.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 68
Kwijtschelding Ondernemers
Net als natuurlijke personen kunnen er kleine ondernemers zijn die op een minimuminkomen uitkomen.
Ze verkeren daarmee in dezelfde situatie als natuurlijke personen op bijstandsniveau.
Om de kleine ondernemers die van een minimuminkomen dienen rond te komen de kans te geven om
het ondernemerschap verder te ontwikkelen, zodat ze niet op een uitkering hoeven terug te vallen, is het
wenselijk om kwijtschelding te verlenen. Daarnaast zou het de drempel van uitkeringsgerechtigde naar
startende ondernemers kunnen verlagen en tevens de armoedeval. De uitkeringsgerechtigde geniet
immers al kwijtschelding. De regels van de inkomens- en vermogenstoets voor particulieren geldt ook
voor de ondernemers.
Kostendekkendheid heffingen en rechten
De kostendekkendheid van de heffingen/rechten verschaft inzicht in de procentuele over- of onderdekking
van de diensten en producten gemeentebreed. Hierbij wordt inzichtelijk gemaakt dat de gemeente niet
meer aan inkomsten/baten geniet (in rekening brengt) dan dat zij hiervoor aan kosten/lasten maakt om
de diensten en producten te verwerken/leveren. De inkomsten/baten en de kosten/lasten zijn ontleend
uit de begroting. De geraamde kosten zijn conform de nieuwe BBV-regels berekend en wijken marginaal
af van de berekeningen in de kadernota 2017 - 2020.
Uitgangspunten- directe kosten en indirect toerekenbare kosten
De uitgangspunten die gehanteerd worden bij de berekening van de kostenkant bij ieder onderdeel zijn
uit te splitsen in directe- en indirect toe te rekenen kostencomponenten. Kosten die rechtstreeks verband
houden met hetgeen door de gemeente geleverd wordt drukken rechtstreeks op de desbetreffende
afdelingsproducten. Voorbeelden zijn:
- Personeelskosten; - Kapitaallasten; - Groot- en dagelijkse onderhoudskosten. Naast de directe kosten zijn er nog een aantal ‘indirect’ toe te rekenen kostencomponenten, die eveneens
onderdeel uitmaken van de totale berekening. Dit zijn kosten die niet rechtstreeks op het desbetreffende
afdelingsproduct drukken, maar daar voor een zuivere berekening wel aan toe gerekend moeten/ mogen
worden. Het gaat daarbij om:
o Toerekenbare BTW (alleen over de directe uitvoeringskosten, dit laat deze kosten met 21%
toenemen);
o Toerekenbare concernoverhead (over de interne directe uren gerekend met een opslag van
€43,45 per uur in 2017);
o Toerekenbare overige kosten (afhankelijk van de soort heffing worden bepaalde aanpalende
kostencomponenten toegerekend, zo wordt bijvoorbeeld een deel van de reinigingskosten
toegerekend aan de rioolheffing (straatvegen) en wordt een deel van de handhavingskosten
toegerekend aan de afvalstoffenheffing.
In de passage hieronder wordt op basis van bovenstaande uitgangspunten ingegaan op de
kostendekkendheid van elk van de (geclusterde) terreinen.
Gemeentelijke belastingen(bedragen x €1.000)
Begrote
kwijtschelding
2017
1. Afvalstoffenheffing 974
2. Rioolheffing 334
3. Onroerende zaakbelasting 35
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 69
Heffingen
De afvalstoffenheffing en rioolheffing mogen op begrotingsbasis maximaal 100% kostendekkend zijn.
Onderstaande tabellen geven inzicht in de geraamde inkomsten en de geraamde kosten.
Deze berekening is gebaseerd op het GRP dat eind vorig
jaar door de gemeenteraad is vastgesteld. Tot en met 2021
worden de lasten en baten stapsgewijs verhoogd tot aan het
structurele benodigde niveau. Na deze zes jaar is er sprake
van een 100% kostendekkende rioolheffing.
Kostendekkendheid Leges
Bij deze drie legestaakvelden is sprake van een beperkte toepasbaarheid van kruissubsidiering: de lasten
die horen bij de verschillende producten uit deze drie legestaakvelden mogen enkel binnen het taakveld
zelf gesaldeerd worden: van een saldering tussen verschillende legestaakvelden mag geen sprake zijn.
In de praktijk is er geen sprake van kruissubsidiëring, bijvoorbeeld omdat de rijksoverheid voor diverse
afzonderlijke legesproducten maximumtarieven heeft vastgesteld (reisdocumenten, rijbewijzen en
dergelijke). Voor die terreinen waar geen maximumtarieven bestaan is er veelal sprake van prijselasticiteit
(burgerlijke stand, omgevingsvergunningen), wat er ook voor zorgt dat de bewegingsvrijheid in de
tariefstelling wordt beperkt.
Direct toe te rekenen kosten Lasten Baten
- Personeelskosten 169.080
- Uitvoeringskosten 6.391.312
- Overig 1.240.017
Indirect toe te rekenen kosten
- Toerekenbare BTW 1.342.176
- Concernoverhead 153.726
- Overige toerekenbare kosten 305.000
Baten
- Afvalstoffenheffing -8.904.195
- Overige opbrengsten -682.960
Totaal 9.601.311 -9.587.155 99,85%
Afvalstoffen
Perc
en
tag
e k
oste
nd
ekken
dh
eid
Kostendekkendheid
Leges(bedragen x €1.000)
Geraamde
baten
Geraamde
lasten
Kosten-
dekkendheid
1 - Algemene dienstverlening 1.390 2.894 48,04%
2 - Dienstverlening vallende onder de fysieke
leefomgeving/omgevingsvergunning1.200 1.574 76,25%
3 - Dienstverlening vallende onder de Europese
dienstenrichtlijn194 476 40,74%
Totaal 2.784 4.944 56,32%
Direct toe te rekenen kosten Lasten Baten
- Personeelskosten 515.211
- Uitvoeringskosten 3.731.555
- Overig 407.302
Indirect toe te rekenen kosten
- Toerekenbare BTW 961.401
- Concernoverhead 411.645
- Overige toerekenbare kosten 191.000
Baten
- Rioolheffing -4.601.335
- ICL-Bijdrage -1.129.600
Totaal 6.218.114 -5.730.935 92,17%
Riolering
Perc
en
tag
e k
oste
nd
ekken
dh
eid
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 70
Algemene dienstverlening (1e legestaakveld)
Dienstverlening vallen onder fysieke leefomgeving (2e legestaakveld)
Direct toe te rekenen kosten Lasten Baten
- Personeelskosten 759.188 -
- Uitvoeringskosten 670.017 -
- Overig 13.159 -
Indirect toe te rekenen kosten
- Toerekenbare BTW
- Concernoverhead 644.146 -
- Overige toerekenbare kosten
Baten
- Leges - -772.296
- Rijksleges 508.600 -508.600
Totaal 2.595.111 -1.280.896 49,36%
Titel 1, Hoofdstuk 2 t/m 6 en 9
Reisdocumenten, rijbewijzen, overige
publiekzaken
Perc
en
tag
e k
oste
nd
ekken
dh
eid
Direct toe te rekenen kosten Lasten Baten
- Personeelskosten 4.097 -
- Uitvoeringskosten
- Overig
Indirect toe te rekenen kosten
- Toerekenbare BTW
- Concernoverhead 3.476 -
- Overige toerekenbare kosten
Baten
- Leges - -6.545
Totaal 7.573 -6.545 86,42%
Titel 1, Hoofdstuk 7 t/m 8 en 10 t/m 20
Perc
en
tag
e k
oste
nd
ekken
dh
eid
Direct toe te rekenen kosten Lasten Baten
- Personeelskosten 96.019 -
- Uitvoeringskosten 102.007 -
- Overig 12.157 -
Indirect toe te rekenen kosten
- Toerekenbare BTW
- Concernoverhead 81.469 -
- Overige toerekenbare kosten
Baten
- Leges - -102.950
Totaal 291.652 -102.950 35,30%
Titel 1, Hoofdstuk 1
Burgelijke Stand
Perc
en
tag
e k
oste
nd
ekken
dh
eid
Direct toe te rekenen kosten Lasten Baten
- Personeelskosten 827.656 -
- Uitvoeringskosten 35.777 -
- Overig 8.000 -
Indirect toe te rekenen kosten
- Toerekenbare BTW - -
- Concernoverhead 702.239 -
- Overige toerekenbare kosten - -
Baten
- Leges - -1.199.990
Totaal 1.573.672 -1.199.990 76,25%
Titel 2, Hoofdstuk 1 t/m 10
Omgevingsvergunningen
Perc
en
tag
e k
oste
nd
ekken
dh
eid
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 71
Dienstverlening vallend onder Europese Dienstenrichtlijn (3e legestaakveld)
Begraven Kabels en leidingen
Rioolaansluitingen
Direct toe te rekenen kosten Lasten Baten
- Personeelskosten 119.755
- Uitvoeringskosten 53.805
- Overig 130.652
Indirect toe te rekenen kosten
- Toerekenbare BTW
- Concernoverhead 106.757
- Overige toerekenbare kosten
Baten
- Begraafplaatsrechten -402.002
Totaal 410.969 -402.002 97,82%
Begraven
Perc
en
tag
e k
oste
nd
ekken
dh
eid
Direct toe te rekenen kosten Lasten Baten
- Personeelskosten 15.386
- Uitvoeringskosten 98.292
- Overig
Indirect toe te rekenen kosten
- Toerekenbare BTW
- Concernoverhead 8.938
- Overige toerekenbare kosten
Baten
- Overige opbrengsten -124.344
Totaal 122.616 -124.344 101,41%
Perc
en
tag
e k
oste
nd
ekken
dh
eid
Rioolaansluitingen
Direct toe te rekenen kosten Lasten Baten
- Personeelskosten 52.388 -
- Uitvoeringskosten
- Overig
Indirect toe te rekenen kosten
- Toerekenbare BTW
- Concernoverhead 44.449 -
- Overige toerekenbare kosten
Baten
- Leges - -12.315
Totaal 96.837 -12.315 12,72%
Titel 3, Hoofdstuk 1
Toezicht op horecabedrijven
Perc
en
tag
e k
oste
nd
ekken
dh
eid
Direct toe te rekenen kosten Lasten Baten
- Personeelskosten 25.104
- Uitvoeringskosten
- Overig 47.021
Indirect toe te rekenen kosten
- Toerekenbare BTW
- Concernoverhead 19.466
- Overige toerekenbare kosten
Baten
- Leges -53.148
- Degeneratiekosten -38.021
Totaal 91.591 -91.169 99,54%
Perc
en
tag
e k
oste
nd
ekken
dh
eid
Kabels en leidingen
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 72
2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Het weerstandsvermogen is een maatstaf voor de mate waarin de gemeente in staat is om de gevolgen
van risico’s op te vangen zonder dat het beleid of de uitvoering daarvan in gevaar komt. Om te bepalen
of het weerstandsvermogen toereikend is, leggen we de relatie tussen de beschikbare
weerstandscapaciteit enerzijds en de financieel gekwantificeerde risico’s en de daarbij gewenste
weerstandscapaciteit anderzijds.
De ratio van het weerstandsvermogen wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen
door de gewenste weerstandscapaciteit.
Deze paragraaf start met een inventarisatie van de risico’s, waarbij wordt gekeken welke risico’s zich op
korte termijn zouden kunnen voordoen (acute risico’s) en welke risico’s niet-acuut zijn (langere termijn),
dat wil zeggen dat wanneer het risico zich dreigt voor te doen er nog maatregelen genomen kunnen
worden. De acute risico’s moeten kunnen worden opgevangen binnen de algemene reserve en de lange
termijn risico’s kunnen worden opgevangen binnen een aantal specifieke bestemmingsreserves. De
algemene reserve en de bestemmingsreserves tezamen vormen de beschikbare weerstandscapaciteit.
In paragraaf 2.2 wordt de gewenste weerstandscapaciteit in beeld gebracht en in paragraaf 2.3 wordt de
beschikbare weerstandscapaciteit in beeld gebracht. Wanneer de gewenste weerstandscapaciteit wordt
afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit kan het weerstandsvermogen van de gemeente
worden bepaald, dit wordt in paragraaf 2.4 in beeld gebracht.
2.1 Inventarisatie risico’s
In deze paragraaf wordt de organisatie brede inventarisatie van de risico’s weergegeven. Hierbij kijken
we naar zowel financiële als niet-financiële risico’s. Bij niet-financiële risico’s gaat het om mogelijke
gebeurtenissen die weliswaar geen direct financieel gevolg hebben maar die bijvoorbeeld wel de reputatie
van de gemeente schaden. Of risico’s die wel een financieel gevolg hebben, maar waarvan het
risicobedrag nog niet in te schatten is. Deze niet-financiële risico’s zijn hieronder weergegeven. Daarna
volgt het overzicht van financiële risico’s onderverdeeld in acute risico’s en langere termijn risico’s.
Bij ieder risico is gekeken naar het mogelijke schadebedrag en de kans dat het risico zich voordoet. Het
gaat hier om risico’s die niet anders te ondervangen zijn dan door het aanwenden van
weerstandscapaciteit. Risico’s die binnen de exploitatie worden opgevangen, waar een risicovoorziening
voor is ingesteld of (reguliere) risico’s waarvoor verzekeringen zijn afgesloten, hebben geen financiële
consequenties en maken daarom geen deel uit van deze paragraaf. Voor risico’s met een kans groter
dan 75% zal een voorziening getroffen worden.
Tot slot is nog goed om op te merken dat de inventarisatie van de risico’s een momentopname betreft.
Het is een statisch overzicht van risico’s die tijdens het opstellen van deze paragraaf in beeld waren. Een
meer dynamisch overzicht van risico’s gedurende het lopende jaar is terug te vinden in de
begrotingsmonitor waarbij risico’s op overschrijding van een aantal majeure budgetten wordt
weergegeven in bandbreedtes.
Beschikbare
weerstandcapaciteit
Weerstandsvermogen
Gewenste
weerstandcapaciteit
Risico’s
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 73
Risico-inventarisatie algemeen
Op afstand zetten van taken
Nu meer taken op afstand worden gezet, bestaat het risico dat wij als gemeente door burgers
aangesproken worden op door derden uitgevoerde taken. De burger ziet de gemeente als
verantwoordelijke en dat de uitvoering elders belegd is, waarbij wij als gemeente minder invloed hebben
op de wijze van uitvoering, kan schadelijk zijn voor het beeld van de betrouwbare overheid.
Informatiebeveiliging
Veel overheidsinformatie is openbaar. Maar de gemeente heeft ook gegevens die beslist niet openbaar
mogen worden zoals persoonlijke gegevens van burgers. Met de komst van de decentralisaties is de
hoeveelheid privacy-gevoelige gegevens alleen maar groter geworden. Om de beveiliging van informatie
te waarborgen heeft de gemeente informatiebeveiligingsbeleid en is er een functionaris belast met het
controleren van de naleving ervan. Bij de organisatiebrede risico-inventarisatie komt informatiebeveiliging
wel naar boven als hoog risico. De kans op incidenten wordt als gevolg van het reeds bestaande beleid
en maatregelen, echter klein geacht. Desalniettemin als een incident toch plaats zou vinden, kan de
impact daarvan hoog zijn.
Veiligheid medewerkers
Het risico op een agressieve benadering van medewerkers door klanten met persoonlijke of financiële
schade als gevolg.
Verwachtingen burgers
Het risico dat de gemeente niet aan de verwachtingen van burgers kan doen. Enerzijds is er meer
aandacht voor burgerparticipatie en voor het betrekken van burgers aan de voorkant van het maken van
beleid. Anderzijds is de budgettaire ruimte nog steeds beperkt, waardoor het risico bestaat dat óf niet
voldaan kan worden aan de verwachtingen van burgers óf dat budgetten overschreden worden.
Systeemwijzigingen
De komende jaren staan er een aantal wijzigingen in wet- en regelgeving op stapel die zowel
administratieve als mogelijk financiële gevolgen kunnen hebben. Een daarvan is Vpb: per 1 januari 2016
worden gemeenten belastingplichtig voor activiteiten waarmee de gemeente deelneemt aan het
economische verkeer en in concurrentie treedt met de private sector. De invoering van deze
vennootschapsbelastingplicht leidt tot een verplichte afdracht over winstgevende grondexploitaties in de
toekomst. Nog niet bekend is welke fiscale of administratieve randvoorwaarden hiervoor worden
vastgesteld. Afhankelijk van hoe dit uitpakt zal er bij winsten in de grondexploitaties een negatief effect
kunnen ontstaan op het positief resultaat van het Grondbedrijf. Voor de overige onderdelen van de
gemeente die wel onder de vennootschapsbelasting (Vpb) vallen zal er volgens de verwachtingen geen
afdracht volgen, desalniettemin zal deze nieuwe wetgeving tot extra bedrijfsvoeringslasten leiden ook al
is het te betalen bedrag Vpb nihil.
Frauderisico
Elke organisatie heeft te maken met risico’s op gebied van fraude, corruptie en niet-integer gedrag. Deze
worden in beeld gebracht op basis van een fraude risicoanalyse. De huidige risicobeheersing op het
gebied van fraude is vervlochten in het risicomanagement, de interne controle, controle van de
accountant, informatiebeveiliging en het integriteitsbeleid. In de fraude risicoanalyse heeft de eerste
inventarisatie plaatsgevonden en op de belangrijkste processen zijn de risico’s en beheersmaatregelen
geïnventariseerd. Onderzocht wordt nog welke vervolgstappen naar aanleiding van deze eerste
inventarisatie nodig zijn.
Gesubsidieerde culturele instellingen
Geconstateerd wordt dat de grote gesubsidieerde culturele instellingen veel moeite hebben om de reeks
taakstellingen op de subsidies volledig te realiseren. Ondanks alle getroffen maatregelen, nadert de
bedrijfsvoering van deze instellingen vanaf 2016 een kritische grens. De kans bestaat dat instellingen bij
tegenvallers een beroep doen op de gemeente als zij zelf geen middelen meer hebben om deze op te
vangen.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 74
ICL-gelden
De gemeente krijgt jaarlijks een extra (ICL) bijdrage uit het gemeentefonds voor overdimensionering van
enerzijds de openbare ruimte en anderzijds voor een aantal (openbare) voorzieningen zoals theater en
stadhuis. De hoogte en noodzaak van deze bijdrage wordt periodiek geëvalueerd. Op dit moment loopt
er een evaluatieproces waarvan de eerste resultaten in de loop van 2016 worden verwacht.
Risico-inventarisatie financieel
Hierna worden de risico’s genoemd die een mogelijk concreet financieel effect kunnen hebben, deze
worden meegenomen in de berekening van de gewenste weerstandscapaciteit. De risico’s zijn ingedeeld
in acute en lange termijn risico’s om zo inzichtelijk te maken met welke risico’s rekening moet worden
gehouden bij het bepalen van de omvang van de algemene reserve.
De risico-inventarisatie van het grondbedrijf en de drie decentralisaties zijn hierin integraal meegenomen.
Er zijn specifieke reserves ingesteld om fluctuaties binnen het grondbedrijf en de drie decentralisaties op
te vangen, maar het risico bestaat dat deze reserves onvoldoende zijn om de fluctuaties op te vangen.
Om die reden worden deze twee specifieke reserves meegenomen in het weerstandsvermogen. Dat
betekent concreet dat de risico’s van deze risicogebieden in eerste instantie worden opgevangen binnen
de specifieke reserves en op het moment dat deze onvoldoende dekking bieden, het risico wordt
opgevangen in de rest van het totale weerstandsvermogen.
Naam Risico Omschrijving risico Schade
bedrag
Kans Omvang
risico
Algemene Uitkering De belangrijkste inkomstenbron voor de gemeente is de uitkering uit het gemeentefonds, de
zogeheten 'algemene uitkering'. Het risico is aanwezig dat deze begrote inkomsten lager (of hoger)
uitvallen dan waar in de begroting 2017 vanuit wordt gegaan. In het meest negatieve geval wordt het
mogelijke totale nadeel ingeschat op € 1,5 mln.
1.500 20% 300
Belastinginkomsten De belastinginkomsten kunnen als gevolg van de economische situatie terug lopen. Bij de
afhandeling van de bezwaarschriften zijn deze economische omstandigheden merkbaar, dit zien we
met name terug in de economische waarde van bedrijfsmatig onroerend goed. Door de verschuiving
van het tarief gebruikersdeel naar het tarief eigenaren deel, is het belang van de waarde
toegenomen, waardoor het aantal bezwaarschriften van bedrijfsmatig onroerend goed stijgt. Het
totaal aantal bezwaarschriften is wel afgenomen.
200 25% 50
Decentralisatie AWBZ-
WMO
Bij de decentralisatie van de AWBZ/WMO hoort een taakstellende korting op de bijbehorende
rijksbijdrage die uitgaat van een omslag van zwaardere naar lichtere zorgarrangementen. Het risico
bestaat dat de gecalculeerde ombuiging niet daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Er is egalistiereserve
Sociaal Domein beschikbaar (€ 1.922.000) voor het opvangen van fluctuaties. Mocht dit ontoereikend
zijn, dan komt het restant ten laste van het resultaat. De kans daarop wordt als klein ingeschat.
700 20% 140
Decentralisatie Jeugd Bij de decentralisatie van de jeugdhulp hoort een taakstellende korting op de bijbehorende
rijksbijdrage die uitgaat van een omslag van zwaardere naar lichtere zorgarrangementen. Het risico
bestaat dat de gecalculeerde ombuiging niet daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Hier voor is een
egalisatiereserve Sociaal Domein ingesteld. Hiervoor is per 1-1-2016 € 1.370.000 beschikbaar voor
Jeugdhulp. De kans bestaat dat deze reserve onvoldoende is om extra lasten op te vangen.
1.000 20% 200
Kwijting Kwijting vindt plaats wanneer aanslagen niet geïnd kunnen worden, bijvoorbeeld in de situatie van
een faillissement of schuldsaneringstraject. Het invorderingstraject neemt in dit soort situaties
langere tijd in beslag. Hierdoor is het financiële gevolg pas op langere termijn zichtbaar. Daarmee
loopt de gemeente een financieel risico.
100 15% 15
Kwijtschelding Kwijtschelding kan aangevraagd worden door personen die een gecombineerde aanslag hebben
ontvangen. In principe dient een aanvraag binnen 8 maanden na de dagtekening van de aanslag
ingediend te worden. Hierop zijn echter ook uitzonderingen. Dit betekent dat er verzoeken van
voorgaande jaren in behandeling genomen moeten worden. Hierop lopen we een financieel risico.
100 15% 15
Ontvlechting NLE Het NLE wordt conform de huidige planning in 2017 onvlochten. Als gevolg van deze onvlechting
ontstaan er mogelijk incidentele lasten voor de Gemeente Lelystad (aflossen van leningen
(boeterente), het overdragen van medewerkers naar Batavialand, de verkoop van het vastgoed,
etc.). Daarnaast zijn er mogelijk incidentele lasten die zijn ontstaan door het te laat oplossen van
problemen (achterstallig onderhoud, personele frictie, exploitatietekorten, etc.) (ca. 95.000
gezamelijk). Daarnaast moet de gemeente mogelijk enkele jaren garant staan voor de medewerkers
die overgaan naar Batavialand, doordat zij bepaalde rechten bij ontslag behouden die zij als
rijksambtenaar hadden (ca. €90.000).
185 65% 120
Ontwikkelingen loon- en
Sociale Lasten
Totaal wordt inclusief voorstel 3 in de programmabegroting structureel € 550.000 gereserveerd voor
Loon- en sociale Lasten. Dit bedrag is aan de krappe kant, omdat de huidige CAO een looptijd heeft
tot 1 mei 2017 (afspraken voor na die tijd moeten nog gedekt worden), en de dekkingsgraad van het
pensioenfonds ABP onder druk staat (wat de kans groot maakt dat de pensioenpremies verder zullen
stijgen). Wel is het zo dat een forse stijging in de pensioenpremie een effect zal gaan hebben op de
onderhandelingen over een nieuwe CAO: als werkgevers is er immers minder (of geen) ruimte
beschikbaar voor loonsverhoging. De totale loonkosten (salarissen en sociale lasten) zijn op dit
moment ca € 41 mln, de impact van 2% procent is dus € 810.000. Het risico bestaat dat er ondanks de
reservering van € 550.000 er nog een tekort is van € 290.000.
290 50% 145
Totaal 985
Acute risico's (bedragen x € 1.000)
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 75
Naam Risico
Omschrijving risico
Schade
bedrag
Kans Omvang
risico
Bedrijfsvoering
Werkbedrijf Lelystad
Binnen de bedrijfsvoering van het Werkbedrijf Lelystad is sprake van risico's die samenhangen met
personele calamiteiten. Doordat bij de oprichting van het Werkbedrijf gekozen is om geen vermogen
te storten, betekent dit dat een eventueel negatief exploitatieresultaat van het Werkbedrijf
Lelystad voor rekening komt voor de gemeente Lelystad als 100% aandeelhouder.
500 25% 125
Borgstellingen De gemeente Lelystad heeft voor ca 28,7 miljoen euro aan borgstellingen verstrekt. Een aantal van
de grootste borgstellingen is verstrekt aan verbonden partijen. Een borgstelling wordt ingeroepen
op moment dat een partij niet aan de betalingsverplichtingen kan voldoen. Doorgaans is dat pas het
geval bij faillissement of surseance van betaling. De kans dat dit gebeurt is niet heel groot, zeker niet
in het geval van verbonden partijen, daarbij zal in een eerder stadium gestuurd worden op het
bijstellen van de koers, danwel dat er vanuit de gemeente tijdelijke aanvullende maatregelen
worden genomen.
28.700 10% 2.870
Flevokust fase 1 Het risico bestaat dat bij de grondexploitatie voor de ontwikkeling van fase 1 Flevokust de
gronduitgiften niet tegen de geprognotiseerde prijs en fasering gerealiseerd kunnen worden. De
uiteindelijke kosten van de post planschade zijn niet of nauwelijks te beïnvloeden. Daarnaast
kunnen er tegenvallers zijn bij de civieltechnische werken, hoewel verwacht wordt dat de plussen
en minnen elkaar in evenwicht houden nemen we nu wel een risico op.
1.380 20% 276
Foundersfee De gemeente heeft in het verleden het erfpachtrecht verworven. De boekwaarde hiervan oversteeg
de vigerende afspraken over het inbrengen van verworven gronden in OMALA. Dit meerdere moet
uit toekomstige "extra winst" OMALA uiteindelijk worden terugbetaald. Er is al een gedeeltelijke
voorziening voor het verschil ingesteld, daarmee resteert nog een risicobedrag van € 700.000.
700 60% 420
Marktperspectief op
aanbod bedrijventerrein
(Flevopoort)
In de RaamMPG 2014 is vastgesteld dat er voor bedrijventerreinen een te omvangrijke voorraad te
verkopen gebied is. Het is zeer onwaarschijnlijk dat het gebied Flevopoort cluster 3, ook vanwege de
ligging, nog uitgegeven gaat worden als industrieterrein. Wel spelen er op dit moment nog
ontwikkelingen waarvan de finale uitkomst wordt afgewacht. Het alternatief is een (voortgezet)
agrarisch gebruik, wat echter negatieve consequenties heeft voor de boekwaarde van de grond.
Tegenover de afwaardering van de grond met € 2,7 mln. staat een inhaal winstneming van de
overblijvende clusters van € 1,0 mln. Per saldo is er een aanzienlijk negatief effect.
1.700 60% 1.020
OMALA risico De leningen aan Omala en het uitstaande aandelenkapitaal. Lelystad heeft voor 1/3 deel een
financieel belang in Omala. Het aandelenkapitaal en de uitstaande leningen zijn samen €6 miljoen
(1/3e deel). Afgedekt risico is €1 miljoen (reserve). 1/3 deel van de in bezit zijnde gronden van
Omala gebaseerd op 60% agrarische waarde geeft een aftrek van ca. € 0,7 miljoen. In totaal loopt de
gemeente risico over ca. € 4 mln. Inclusief de vooruitblijk tot 1-1-2017 liquiditeits overzicht Omala
4.000 25% 1.000
Stadshart De raad heeft op 5 juli ingestemd met het voorstel Herrubricering Grondexploitatie en A-staten waar
is aangegeven dat verdere financiële ontwikkeling van het Stadshart zal plaatsvinden door middel
van apart aan de raad voor te leggen nieuwe exploitaties, zodra de ontwikkeling van dat gedeelte
daadwerkelijk is geborgd. Door deze handelswijze is het karakter van de grondexploitatie Stadshart
wezenlijk veranderd: in plaats van een exploitatie an sich is nu sprake van een strategische voorraad
waaruit concrete ontwikkelingen in exploitatie worden gebracht.
Deze werkwijze sluit dan ook direct aan bij alle wijzigingen rond de BBV: per 1 januari 2016 zijn de
verantwoordings- voorschriften op grond van de BBV gewijzigd. Op grond van deze nieuwe
voorschriften vormen strategische gronden zoals de NIEGG (Niet in exploitatie genomen gronden)
een onderdeel van de Materiële Vaste Activa (MVA). Het overbrengen van de NIEGG naar de MVA
betekent dat op termijn de waarderingsgrondslagen van de MVA op de NIEGG moeten worden
toegepast. De effecten hiervan zijn afhankelijk van de mate waarin vanuit deze voorraad nieuwe
(batige) grondexploitaties kunnen worden geopend. De BBV-wijziging hanteert hiervoor een
overgangstermijn van 3 jaar. In de bovengenoemde uitgangspunten voor de grondexploitatie
Stadshart betekent dit dat er voor eind 2019 financieel duidelijk moet zijn hoe het resterende bedrag
zal worden gedekt. Het nog te dekken bedrag bedraagt, afhankelijk van de besluitvorming over de
strategie rond het stadshart, maximaal €4,8 mln.
4.800 60% 2.880
Subsidie Ontsluitingsweg
Lelystad Airport
Ten behoeve van de gemeentelijke bijdrage aan het project OLA (Ontsluitingsweg Lelystad Airport)
ad. € 1 miljoen is door de gemeente bij de provincie een subsidie van € 500.000 aangevraagd. De
subsidiebeschikking hiervoor is ontvangen en er is reeds een bedrag ad € 450.000 aan de gemeente
overgemaakt. Wel zit er een deadline aan de realisatie van het project. In de subsidiebeschikking is
een deadline van juli 2018 opgenomen. Mochten de werkzaamheden niet afgerond zijn voor deze
deadline dan kan subsidie theoretisch vervallen of verminderd worden. Voor het halen van de
deadline zijn we afhankelijk van de provincie, omdat met de "Bestuursovereenkomst Infrastructuur
Lelystad Airport" is vastgelegd dat de de realisatie volledig door de provincie wordt gedaan.
500 5% 25
Transformatie
deelgebieden HanzePark
H9, H12, H19-H22
Hanzepark kent nog een aantal te ontwikkelen kantoren en woongebieden.: het RGD-cluster,
Hanzepark HP 19/22 en H9 en H12. Voor Hanzepark HP 19 t/m HP 22 wordt als gevolg van de
verslechterde situatie in de kantoren- en appartementenmarkt overgegaan tot transformatie en is
de in 2013 getroffen voorziening bij de jaarrekening 2014 verhoogd met het ontstane tekort.
Opnieuw is deze locatie bekeken en wordt geconcludeerd dat een reeel programma deze vervangt.
Voor de woningbouwlocaties H9 en H12 wordt het appartementen programma zoals opgenomen in
een ander segement. Dit leidt tot een totaal risico bedrag van € 969.815,-.
970 50% 485
Lange termijn risico's (bedragen x €1.000)
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 76
Benodigde risicobuffer grondbedrijf
De risico’s van het grondbedrijf betreffen mogelijke wijzigingen in de programmering van de
grondexploitaties. Daarnaast worden de risico’s gedurende de duur van de grondexploitatie
gekwantificeerd door de grondexploitaties op 9 risico’s en 6 kansen te analyseren. Het gaat dan om
‘systeemrisico’s zoals een lagere of hogere rente, of een langere of kortere doorlooptijd van een
exploitatie. Kans maal omvang (van verlies of winst) leidt tot een risicofactor. Deze risicofactor wordt in
geld vertaald, te weten de gewenste risicobuffer. Deze risicoanalyse wordt jaarlijks geactualiseerd. De
benodigde risicobuffer is gecalculeerd op €10.335.000, of te wel 3,95% over de nog te maken kosten en
te realiseren opbrengsten. Dat houdt in dat binnen het gemeentelijke weerstandsvermogen dus aanwezig
moet zijn voor genoemde risico’s. Deze benodigde berekende risicobuffer grondbedrijf wordt sinds de
begroting 2015 meegenomen in de totaal benodigde weerstandscapaciteit van de gemeente.
De specifieke egalisatiereserve grondexploitatie heeft per 1-1-2016 een saldo van €3.433.000. Het totale
risicobedrag wordt gedekt in het weerstandsvermogen. Deze specifieke egalisatiesreserve is bedoeld om
fluctuaties in het resultaat van het grondbedrijf op te vangen.
Financiële risico’s van de 3 decentralisaties Het Rijk heeft gemeenten meer taken en verantwoordelijkheden gegeven in het sociaal domein met name
invoering van de participatiewet, overheveling van taken uit de AWBZ naar de Wmo en decentralisatie
Jeugdhulp. De risico’s worden continu gemonitord en de raad wordt via de begrotingsmonitor hierover
geïnformeerd. Daarnaast heeft de raad heeft een egalisatiereserve sociaal domein ingesteld met als doel
fluctuaties op te kunnen vangen binnen de per decentralisatie toegekende rijksmiddelen. Op 1-1-2016 is
het saldo op deze reserve €3.292.000 (Jeugd + Wmo).
Naam Risico
Omschrijving risico
Schade
bedrag
Kans Omvang
risico
Uren In het Meerjarenperspectief Grondbedrijf is bij de interne ontwikkelingen de spanning beschreven
die is ontstaan tussen de normatief beschikbare uren en de feitelijk benodigde uren voor het
uitvoeren van de werkzaamheden rond de grondexploitaties. Inmiddels is een proces in gang gezet
om per grondexploitatie de benodigde uren in beeld te brengen, en de financiële consequenties van
deze kostenstijging voor de grondexploitaties inzichtelijk te maken. Dit zal per grondexploitatie
afzonderlijk bij de eerstvolgende herziening tot besluitvorming moeten leiden.
De financiële consequenties zijn moeilijk generiek in te schatten. Iedere grondexploitatie heeft zijn
eigen karakter en eigen problematiek. Op basis van de ervaringen van de afgelopen jaren bedraagt
de omvang van de “niet gedekte” uren ca. 10.000 – 12.000. Bij een uurtarief van € 70,- zou dit, indien
deze kostenposten 1:1 in de grondexploitaties worden verwerkt, € 700.000,- per jaar extra kosten,
met een NCW-equivalent dat afhankelijk van de duur een veelvoud daarvan bedraagt.
PM 60% 0
Verstrekte leningen De gemeente Lelystad heeft voor een bedrag van ca. 15 miljoen euro (stand 31-12-15) geld
uitgeleend aan diverse partijen. Het risico bestaat dat deze partijen op enig moment niet in staat
zijn om aan hun aflossingsverplichtingen te voldoen, danwel failliet gaan waarmee het gehele
restant leningbedrag wellicht niet teruggehaald kan worden. Het risico dat alle partijen tegelijk in
betalingsproblemen geraken en het volledige uitstaande bedrag niet verhaald kan worden is klein.
Voor Omala is een separaat risico opgenomen, het bedrag aan leningen na aftrek van de leningen
van Omala bedraagt ca. € 7,5 miljoen.
7.500 5% 375
Participatiebudget BUIG
uitkeringen
In het laatste kwartaal van 2016 wordt het 'verbeterde' verdeelmodel voor de Participatiewet
(onderdeel BUIG- uitkeringen) bekend gemaakt. Afhankelijk van de uitkomsten kan dit resulteren in
een (fors) voor- of nadeel ten opzichte van de huidige begroting. Daarnaast is de vangnetregeling
(voorheen de IAU/MAU) met ingang van 2016 aangepast. Een tekort in enig jaar boven een
drempelbedrag wordt niet langer direct gecompenseerd door het ministerie met een extra
uitkering, maar moet eerst worden gecompenseerd met eventuele overschotten in voorgaande 2
jaren (T-1 en T-2.) De prognose 2016 gaat uit van een overschot van ca.€ 1 mln. Daarnaast komt de
drempel sowieso voor rekening van de gemeente. Deze bedraagt 7,5% van € 34 mln = € 2,5 mln. Het
eigen risico 2017 voor Lelystad komt hiermee in totaal op € 3,5 mln. De kans wordt ingeschat op 50%.
2.500 50% 1.250
Totaal 10.726
Lange termijn risico's (bedragen x €1.000)
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 77
2.2 Gewenste weerstandscapaciteit
Zoals gezegd bestaat een risico uit de kans dat een gebeurtenis zich voordoet en het mogelijke gevolg
wat dit met zich meebrengt. Op basis van het product ‘kans maal gevolg’ dient een aanpak gekozen te
worden om met het risico om te gaan. Deze aanpak kan betrekking hebben op het verkleinen van de kans
op een gebeurtenis of op het beperken van de gevolgen van een gebeurtenis. Het aanwenden van
weerstandscapaciteit is gericht op het laatste.
Van bovenstaande geïnventariseerde risico’s kan een onderverdeling gemaakt worden naar risico’s
waarvoor acuut toegankelijk weerstandsvermogen noodzakelijk is en risico’s waar op de lange termijn het
weerstandsvermogen toereikend moet zijn. De acute risico’s zullen in de algemene reserve moeten
worden afgedekt, de overige risico’s in het overige weerstandsvermogen.
Totaal benodigd acuut: €985.000
Totaal benodigd langere termijn: €10.335.000 (risicobuffer grondbedrijf) + €10.726.000 (algemeen) =
€21.061.000.
In het volgende onderdeel wordt ingegaan op de beschikbare weerstandscapaciteit.
2.3 Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit de algemene reserve voor de acute risico’s
en de bestemmingsreserves voor de lange termijn risico’s. Er is ook nog structurele weerstandscapaciteit,
echter omdat de meeste risico’s als ze zich voordoen veelal een incidenteel gevolg zullen hebben, wordt
de structurele weerstandscapaciteit hier buiten beschouwing gelaten.
Algemene reserve
De algemene reserve is bedoeld om onvoorziene financiële tegenvallers op te vangen; die risico’s waarbij
er niet tijdig maatregelen genomen konden worden om het risico op te vangen of te beperken, oftewel
acute risico’s. Dit uit zich meestal in een tekort bij de jaarrekening. Bij de berekening van de
weerstandscapaciteit worden behalve de algemene reserve ook de bestemmingsreserves betrokken. Uit
de berekeningen van de afgelopen jaren blijken de bestemmingsreserves alleen ruim voldoende zijn voor
de totaal benodigde weerstandscapaciteit. Daarnaast zijn de meeste geïnventariseerde risico’s niet acuut,
dat wil zeggen dat er voldoende tijd is om maatregelen te nemen om het risico op te vangen, bijvoorbeeld
door elders te bezuinigen.
De hoogte van de algemene reserve bedraagt €6.985.000 (voor bestemming) per 31-12-2015. De norm
voor de algemene reserve is in de programmabegroting 2015-2018 vastgesteld op €6.000.000, waarmee
de huidige hoogte van de algemene reserve dus voldoet aan de norm.
Bestemmingsreserves
Bij de weerstandscapaciteit worden ook de bestemmingsreserves betrokken. Bestemmingsreserves zijn
weliswaar ingesteld voor een bepaald doel, maar de raad kan besluiten deze middelen alsnog op een
andere manier te besteden. In de berekening van de weerstandscapaciteit worden onder andere de Nuon
reserves meegenomen. Hierbij worden alleen de delen van de Nuon reserves betrokken die niet bedoeld
zijn om het wegvallen van het dividend te compenseren. De egalisatiereserve grondexploitatie en de
egalisatiereserve sociaal domein zijn vanaf 2016 hieraan toegevoegd, omdat deze als doel hebben om
de risico’s binnen deze gebieden in eerste instantie op te vangen. De totaal beschikbare
weerstandscapaciteit bedraagt €41.277.000.
Weerstandscapaciteit(bedragen x €1.000)
01-01-2016
Algemene reserve
Algemene reserve 6.985
Totaal algemene reserve 6.985
Bestemmingsreserves
Egalisatiereserve grondexploitatie 3.433
Egalisatiesreserve sociaal domein 3.292
Reserve Nuon (vrij besteedbaar) 11.567
Reserve Nuon (nog niet vrij besteedbaar) 16.000
Totaal bestemmingsreserves 34.292
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit 41.277
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 78
2.4 Bepaling weerstandsvermogen
Binnen de geïnventariseerde risico’s kan een onderverdeling gemaakt worden naar risico’s waarvoor
acuut toegankelijk weerstandsvermogen noodzakelijk is en risico’s waar op de lange termijn het
weerstandsvermogen toereikend moet zijn. De acute risico’s zullen in de algemene reserve moeten
worden gedekt, de overige risico’s in het overige weerstandsvermogen. De risico inventarisatie hiervoor
in de paragraaf geeft aan dat de acute risico’s worden ingeschat op ruim € 985.000. De hoogte van de
algemene reserve bedraagt €6.985.000 (voor bestemming) per 31-12-2015. De norm voor de algemene
reserve is in de programmabegroting 2015-2018 vastgesteld op €6.000.000, wat tevens ruim voldoende
is om de ingeschatte acute risico’s af te dekken.
Voor de langere termijn risico’s is nodig €10.335.000 (risico’s grondexploitatie) + €10.726.000 (algemeen)
= € 21.061.000. Daartegenover staat een weerstandscapaciteit van €41.277.000 (zie tabel op de vorige
pagina). Uit bovenstaande kunnen we concluderen dat het weerstandsvermogen ruim voldoende is om
de lange termijn risico’s op te kunnen vangen.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 79
3. Onderhoud kapitaalgoederen
In deze paragraaf wordt conform de artikelen 9 en 12 van het Besluit Begroting en Verantwoording
Provincies en Gemeenten (BBV) inzicht gegeven in ‘het onderhoud van kapitaalgoederen’. Deze
kapitaalgoederen vormen de infrastructuur van de openbare ruimte: gebouwen, wegen, openbare
verlichting, civiele kunstwerken, water en riolering (infrastructuur), openbaar groen en sportfaciliteiten
(voorzieningen). Na aanleg vergen deze kapitaalgoederen regelmatig onderhoud om de openbare ruimte
aantrekkelijk te houden, de veiligheid te garanderen en de functionaliteit actueel te houden, zodat deze
zoveel mogelijk tegemoetkomen aan de wensen en behoeften vanuit de samenleving.
Kerncijfers
Lelystad is ruim 76.000 ha. groot. Hiervan bestaat 24.000 ha. uit land en het overige uit water.
Openbare ruimte (Wegen, Riolering, Water en Groen)
De kaders voor het onderhoud van de openbare ruimte zijn vastgelegd in het „Kwaliteitsstructuurplan
Lelystad” (KSP) met een bijbehorende kostenraming, door de raad vastgesteld op 14 februari 2003. Een
belangrijk onderdeel van het KSP is het Beleidsplan Openbare Ruimte (BOR) waarin de visie op de
openbare ruimte wordt verwoord. Er is geen standaardeenheid van kwaliteit, maar er kan per gebied en
per onderdeel gevarieerd worden. In het KSP is dit in de vorm van matrixoverzichten nader uitgewerkt.
De meerjarenraming openbare ruimte moet aantonen dat de openbare ruimte van Lelystad ook op lange
termijn - mits sober en doelmatig - te onderhouden is met inzet van de beschikbare middelen, inclusief
de ICL-uitkering. Hierbij wordt uitgegaan van een kwaliteit volgens het ‘basisscenario’ van het KSP.
Voor het onderdeel ‘riolering’ is een uitzondering gemaakt en wordt de doorkijk genomen tot het jaar
2095. Het onderdeel ‘riolering’ is separaat uitgewerkt in het Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP 2016-
2021) dat op 30 juni 2015 door de raad is vastgesteld.
De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud daarvan is bepalend voor het
voorzieningenniveau en de jaarlijkse lasten, waarvoor financiële middelen moeten worden vrijgemaakt.
Het onderhoud wordt door middel van Dagelijks Onderhoud (DO) en Groot Onderhoud (GO) uitgevoerd.
Het DO betreft jaarlijks terugkerende werkzaamheden die zoveel als mogelijk planmatig worden
uitgevoerd en onderdeel uitmaken van de begroting. In het GO vinden periodiek terugkerende
werkzaamheden plaats die worden uitgevoerd op basis van inspectie naar de onderhoudstoestand van
het kapitaalgoed. Het GO wordt bekostigd uit de grootonderhoudsvoorzieningen omdat de kosten over
de jaren heen kunnen fluctueren.
Zijn de DO en GO ingrepen niet voldoende om de functionele kwaliteit te waarborgen, dan worden met
de voorbereiding van GO, aanvullende maatregelen genomen. Dit is het geval bij functieveranderingen,
onder andere door gewijzigd beleid (bijvoorbeeld duurzaam veilig verkeer, invoeren politiekeurmerk veilig
wonen). De werkzaamheden in het GO worden opgenomen in het voortschrijdend integrale
meerjarenprogramma Groot Onderhoud (I-GOR) waarin naast wegen, straten, pleinen (WSP) ook groen,
openbare verlichting, watergangen, kunstwerken, gebouwde parkeervoorzieningen, spelen en riolering
zijn opgenomen. Het IGOR wordt na besluitvorming budgetneutraal verwerkt in de begroting.
Areaal openbare ruimte
Lichtmasten 24.247 Stuks
Speeltoestellen 1.648 Stuks
Civiele kunstwerken 292 Stuks
Bomen 43.486 Stuks
Verharding 6.532.788 m2
Groen 8.469.134 m2
Bossen 4.556.472 m2
Ecozone / natuurterrein 195.627 m2
Totaal m2 openbare ruimte 19.754.021 m2
Eenheden
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 80
Gebouwen
De gemeente heeft diverse gebouwen in eigendom zoals de gebouwen voor onderwijs, cultuur,
parkeergarages, brandweerkazerne, gemeentelijke huisvesting (waaronder Stadhuis, Wigstraat en
MFA’s). Voor het onderhoud van deze gebouwen is een meerjarenonderhoudsprogramma (MJOP)
opgesteld dat jaarlijks wordt geactualiseerd op basis van inspecties. Met het MJOP als basis wordt
jaarlijks het werkprogramma voor het daarop volgende jaar voorbereid.
Kunstobjecten (cultureel)
In de Auteurswet van 1912 is vastgelegd dat eigenaren van een kunstwerk de verplichting hebben dit
werk naar behoren te beheren, te onderhouden en waar nodig te restaureren. Als eigenaar van een groot
aantal kunstwerken draagt dus ook de gemeente deze verantwoordelijkheid. Voor de kunstwerken in de
openbare ruimte in gemeentelijk bezit is in 2006 een systematische meerjarig onderhoudsprogramma
geïntroduceerd. Vanaf 2006 vindt het onderhoud van de beeldende kunst conform dit programma plaats.
De ‘Zuil van Lely’ ondergaat om het jaar tevens een technische inspectie naar de constructie.
ICL
De onderhoudsvoorzieningen worden deels gevuld met ICL-middelen en deels met gemeentelijke (eigen)
middelen. Deze voorzieningen zijn de dekkingsbron voor de kosten van het onderhoud van de openbare
ruimte. Het KSP-scenario ten aanzien van de kwaliteit van de openbare ruimte geldt onverkort als
uitgangspunt voor berekening van de onderhoudskosten.
Hoogte van de ICL-bijdrage
De ICL-bijdrage is ten opzichte van 2016 niet gewijzigd.
Meerjarig verloop voorzieningen met ICL-bijdrage4
4 Op basis van de verwachte eindstand 2016
Inzet ICL-bijdrage (bedragen x €1.000) ICL
Storting
ICL
ExploitatieTotaal ICL
WSP (Wegen, straten en pleinen) 5.564 1.028 6.593
Viaducten, hoge routes en bruggen 1.044 129 1.173
Water/kunstwerken 385 0 385
Stadhuis 336 1.317 1.653
Openbaar groen 1.014 1.784 2.798
Riolering 526 546 1.072
Straatreinigen 1.115 1.115
Openbare verlichting 743 743
Totaal 8.869 6.662 15.531
Verloop voorzieningen
met ICL-bijdrage (bedragen x €1.000)
Begrote
eindstand
2016
Begrote
eindstand
2017
Begrote
eindstand
2018
Begrote
eindstand
2019
Begrote
eindstand
2020
Begrote
eindstand
2021
5062 Voorziening GO Bovengronds 29.877 29.233 29.686 29.503 28.913 28.500
2010 Kunstwerken/hoge routes 10.990 10.781 10.850 11.266 11.106 10.886
2011 Riolering 35.971 37.719 39.947 42.680 45.852 49.465
5004 GO stadhuis 1.320 1.656 1.993 2.329 2.666 3.002
Totaal voorzieningen 78.158 79.390 82.476 85.778 88.537 91.854
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 81
Overige stortingen
Meerjarig verloop onttrekkingen
Toelichting op de tabellen Begrote beginstand 2017
De begrote beginstand is gebaseerd op de meest actuele begrote eindstand van 2016. In de actuele
begrote eindstand 2016 zitten ook de begrotingswijzigingen die na de primitieve begroting 2016 zijn
verwerkt. De tabellen laten voor 2017 en verder de stand zien na besluitvorming van het IGOR 2017-
2021 (besluitvorming in de raad is voorzien in oktober 2016).
Stortingen
De stortingen van de ICL-delen zijn gerelateerd aan de ICL-bijdrage. De overige stortingen zijn gebaseerd
op de planning van grootonderhoudswerkzaamheden. Bewonerswensen, stedenbouwkundige
aanpassingen duurzaam veilige inrichting, politiekeurmerk veilig wonen en ondergrondse
afvalinzameling, noodzaken vaak tot aanpassing in de inrichting van "bestaande" woonwijken. Ook al
blijven deze aanpassingen binnen het niveau "basiskwaliteit", toch hebben ze niet expliciet te maken met
het "in standhouden"; de hogere kosten hiervan worden daarom gedekt door extra storting uit de
algemene middelen. Vooralsnog heeft er, als gevolg van areaaluitbreiding, geen toevoeging aan de
Mutaties voorzieningen
2017 met ICL-bijdrage (bedragen x €1.000)
Begrote
beginstand
2017
Storting ICL
delen
Overige
stortingen
Onttrek-
kingen tbv
werkplan
Begrote
eindstand
2017
5062 Voorziening GO Bovengronds 29.877 6.579 3.566 -10.789 29.233
2010 Kunstwerken/hoge routes 10.990 1.429 538 -2.176 10.781
2011 Riolering 35.971 526 1.637 -415 37.719
5004 GO stadhuis 1.320 336 0 0 1.656
Totaal voorzieningen 78.158 8.869 5.741 -13.380 79.390
Begroting
na
wijziging
769
500
300
408
1.049
1.100
90
-270
962
418
179
236
Totaal overige stortingen 5.741
Overig
NJN 09 Extra storting aanvulling voorzieningen ivm herijking KSP
NJN 2010 aanvulling WSP voorziening
Invulling Formatie ten behoeve van beheer Riolering
Inflatiecorrectie voorgaande jaren
Verplaatsen DO Wegen naar GO Wegen
GRP 2016-2021
Overige stortingen (bedragen x €1.000)
Extra storting Rioleringsplan
Opplusmaatregelen Grootonderhoud VJN 2003 tbv WSP
Opplusmaatregelen Grootonderhoud VJN 2005 tbv WSP
Extra storting van de algemene middelen in de reserve riolering
BTW voordeel op de ICL-uitkering bestemmen voor het KSP 2e tranche
Begrote onttrekking aan voorzieningen
met ICL-bijdrage (bedragen x €1.000)
Begrote
onttrekking
2017
Begrote
onttrekking
2018
Begrote
onttrekking
2019
Begrote
onttrekking
2020
Begrote
onttrekking
2021
5062 Voorziening GO Bovengronds -10.789 -9.685 -10.292 -10.699 -10.521
2010 Kunstwerken/hoge routes -2.176 -1.897 -1.550 -2.126 -2.186
2011 Riolering -415 -375 -310 -310 -310
5004 GO stadhuis 0 0 0 0 0
Totaal onttrekkingen -13.380 -11.957 -12.152 -13.135 -13.017
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 82
voorzieningen plaatsgevonden, omdat de begrote stortingen nog steeds in lijn liggen met de verwachte
groei van het aantal woningen. De overige stortingen hebben betrekking op de eerder door de raad
genomen besluiten.
Onttrekkingen
De onttrekkingen zijn gebaseerd op het I-GOR 2017-2021. Er is geen sprake van begrote overige
onttrekkingen buiten het werkplan (I-GOR) om.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 83
4. Financiering
Inleiding
De basis voor het handelen van de gemeente op het gebied van financiering is de Wet Financiering
Decentrale Overheden (FIDO). De Wet FIDO stelt regels voor het financieringsgedrag van gemeenten.
Voor Lelystad is deze regelgeving vertaald in het treasurystatuut.
Het belangrijkste uitgangspunt van deze wet is het beheersen van de uit de treasuryfunctie voortvloeiende
risico’s. Dat blijkt uit de volgende twee randvoorwaarden:
Het aangaan en verstrekken van leningen en het verlenen van garanties is alleen toegestaan
voor de uitoefening van de publieke taak;
Uitzettingen (het verstrekken van leningen en het eventueel uitzetten van deposito’s) moeten een
prudent karakter hebben en mogen niet gericht zijn op het genereren van inkomsten door het
lopen van overmatige risico’s.
Risicobeheer financieringsportefeuille
Renterisico
Dit is het risico dat de gemeente wordt geconfronteerd met sterke rentestijgingen voor haar lopende
geldleningen. In het algemeen wordt dit risico beperkt door het gespreid over de lopende jaren afsluiten
van langlopende geldleningen met een vast rentepercentage.
Kredietrisico
Dit is het risico dat de gemeente loopt bij het verstrekken van geldleningen aan rechtspersonen die in
financiële problemen kunnen komen. Vanwege de invoering van het schatkistbankieren moeten
decentrale overheden de liquiditeitsoverschotten verplicht beleggen bij de Staat der Nederlanden. Eind
2013 is de wet FIDO op dit punt aangepast.
Liquiditeitsrisico
Het risico dat de gemeente op de korte termijn niet genoeg geld beschikbaar heeft of kan krijgen om aan
haar korte termijnverplichtingen te voldoen, wordt het liquiditeitsrisico genoemd. De afgelopen jaren was
er steeds sprake van een liquiditeitstekort met name door substantiële investeringen. Om een goed inzicht
te krijgen in de vraag hoeveel moet worden geleend en met welke looptijd, zal aandacht worden
geschonken aan de liquiditeitsprognose.
Debiteurenrisico
Er bestaat een risico dat gemeentelijke debiteuren hun rekeningen niet (op tijd) betalen. Dit risico wordt
beperkt door debiteuren vooraf te laten betalen, opbrengsten tijdig te innen en het monitoren van de
dubieusheid van vorderingen en tegenpartijen conform de richtlijnen op dit gebied.
Eisen wet FIDO
Publieke taak en prudent beleggen
Conform het treasurystatuut komen leningen, uitzettingen en garanties alleen tot stand indien zij een
publieke taak dienen en de uitzettingen een prudent karakter kennen.
Kasgeldlimiet
Ter beperking van het renterisico is in de wet FIDO een norm opgenomen ten aanzien van de maximale
omvang van de kortlopende schulden (korter dan 1 jaar), de zogenaamde kasgeldlimiet. Deze limiet wordt
berekend naar een vast percentage (8,5%) van het begrotingstotaal per 1 januari van het dienstjaar. Voor
2017 bedraagt deze limiet dan circa € 20,8 miljoen. Bij dreigende overschrijding van de kasgeldlimiet,
wordt een deel van de kortlopende schuld omgezet in een langlopende schuld (geldlening langer dan 1
jaar).
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 84
Renterisiconorm
De renterisiconorm ziet vooruit en is direct gerelateerd aan het budgettaire risico. De renterisiconorm
heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. De rente risiconorm houdt in, dat de
jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het
begrotingstotaal. Verder wordt voor het renterisico uitgegaan van het bedrag van de te betalen
aflossingen. Onderstaand is het renterisico t.o.v. de renterisiconorm in beeld gebracht.
Uit bovenstaande tabel blijkt dat in de periode 2017 tot en met 2020 het maximale renterisico lager is dan
de renterisiconorm. Dit betekent dat de renterisiconorm, op basis van deze cijfers, niet overschreden zal
worden. Bij het aantrekken van nieuwe langlopende leningen wordt ervoor gezorgd dat zodanige
modaliteiten worden gekozen, dat de renterisiconorm niet overschreden wordt. Het blijft echter mogelijk
dat in een bepaald jaar meer langlopende leningen moeten worden aangetrokken dan voorzien (meer
dan maximaal nodig is om binnen de norm te blijven). In dat geval vindt vooroverleg met de provincie
plaats.
Eisen Besluit Begroten en Verantwoording (BBV)
In de op basis van de vernieuwde BBV opgestelde notitie Rente 2017 wordt ingegaan op de verwerking
van de rentelasten en –baten in de begroting en rekening. Doelstelling van deze notitie is het bevorderen
Kasgeldlimiet(bedragen x €1.000)
3e kw
2015
4e kw
2015
1e kw
2016
2e kw
2016
Grondslag
omvang begroting per 1 januari 2015/2016 270.890 270.890 257.969 257.969
(1) Toegestane kasgeldlimiet
in procenten van de grondslag 8,50% 8,50% 8,50% 8,50%
in bedrag 23.026 23.026 21.927 21.927
(2) Omvang vlottende korte schuld
opgenomen gelden < 1 jaar 2.167 - 14.833 19.000
schuld in rekening-courant - - - -
Gestorte gelden door derden < 1 jaar - - - -
Derivaten contracten - - - -
Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld - - - -
Totaal vlottende korte schuld 2.167 - 14.833 19.000
(3) Vlottende middelen
Contante gelden in kas - - - -
Tegoeden in rekening-courant 5.220 8.438 1.752 4.699
Overige uitstaande gelden < 1 jaar - - - -
Derivatencontracten - - - -
(4) Toets kasgeldlimiet
Totaal netto vlottende schuld 3.053 8.438 -13.081 -14.301
Toegestane kasgeldlimiet (1) 23.026 23.026 21.927 21.927
Ruimte (+)/ Overschrijding (-) 26.079 31.464 8.846 7.627
2017 2018 2019 2020
-1 Rente herzieningen - 12.500 - -
-2 Aflossingen 15.360 5.360 3.110 16.110
-3 Renterisico (1+2) 15.360 17.860 3.110 16.110
-4 Renterisiconorm 48.829 48.829 48.829 48.829
-5 Ruimte onder risiconorm (3-4) 33.469 30.969 45.719 32.719
Berekening renterisiconorm
(4a) Begrotingstotaal 2017 244.146 244.146 244.146 244.146
(4b) Percentage regeling 20% 20% 20% 20%
-4 Renterisiconorm 48.829 48.829 48.829 48.829
Renterisico vaste schuld
(bedragen x €1.000)
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 85
van een eenduidige handelwijze met betrekking tot rente door gemeenten, stimuleren dat gemeenten de
(verwachte) werkelijke rentelasten opnemen in de begroting en de jaarstukken en het eenduidig
inzichtelijk maken van de wijze waarop de gemeenten met rente zijn omgegaan.
Voorgeschreven is hoe de omslagrente met ingang van 2018 (verplicht) moet worden berekend door de
aan de taakvelden toe te rekenen rente te delen door de boekwaarde per 1 januari van de vaste activa
die integraal zijn gefinancierd. De omslagrente moet vervolgens op consistente en eenduidige wijze
worden toegerekend aan de individuele activa. Het is niet toegestaan om per investering of taakveld te
differentiëren in het toe te rekenen rentepercentage. Het bij de begroting (voor)gecalculeerde
omslagrentepercentage mag binnen een marge van 0,5% worden afgerond.
Indien de werkelijke rentelasten die over een jaar aan taakvelden hadden moeten worden doorbelast
afwijken van de rentelasten in die op basis van de voorgecalculeerde renteomslag aan de taakvelden zijn
toegerekend, dan kan de gemeente besluiten tot correctie. Correctie wordt verplicht gesteld indien deze
afwijking groter is dan 25%.
Tevens is in de notitie opgenomen dat de paragraaf financiering van de begroting en rekening met ingang
van 2018 inzicht moet geven in de rentelasten, het renteresultaat en de wijze waarop rente wordt
toegerekend aan investeringen, grondexploitaties en projecten.
In onderstaand schema wordt invulling gegeven aan dit inzicht.
Bovenstaand overzicht maakt duidelijk dat er een fors verschil is ontstaan in de gehanteerde interne
omslagrente en de externe rente. Door het toepassen van de nieuwe richtlijnen van het BBV wordt dit
gecorrigeerd, zie onder andere de begrotingsvoorstel die gerelateerd zijn aan de BBV wijzigingen.
Financieringbehoefte
In 2017 zal naar het zich laat aanzien de contractuele aflossingen van onze langlopende leningen moeten
worden geherfinancierd. In 2017 wordt er €15 miljoen afgelost op onze vaste schuld. Dit bedrag zal
vermoedelijk opnieuw moeten worden aangetrokken.
Rentevisie
Korte rente kenmerkt zich door sterke fluctuaties. Wanneer de inflatie laag blijft, zal de korte rente zich
op een laag niveau begeven. In 2016 zijn de korte rentes zeer laag met een niveau van rond de -0,30%.
Het ruime monetaire beleid van de ECB zal naar verwachting worden voortgezet. De verwachting voor
2017 is dat de korte rente stabiel blijft. Op het moment dat het economisch perspectief beter wordt de
inflatie omhoog gaat en het monetair beleid van de ECB verkrapt wordt, zullen de korte rentetarieven snel
stijgen.
De lange rentes liggen nog altijd op zeer aantrekkelijke niveaus. Hoewel hier vanwege de
liquiditeitsopslagen van banken nog steeds een forse ‘bijtelling’ dient plaats te vinden, blijven de absolute
niveaus zeer interessant. De verwachting voor 2017 is dat de lange rente tussen 1% en 2% zal bewegen.
Onderstaande grafiek laat zien dat de rentes enorm kunnen fluctueren. In de rentestrategie moet de
gemeente hier prudent mee omgaan.
Rentelasten leningen met een looptijd < 1 jaar 150 200 300 400
Rentelasten leningen met een looptijd > 1 jaar 4.851 4.807 4.759 4.860
Overige aan treasury verbonden beheerskosten 8 8 7 6
Rentebaten verstrekte geldleningen 303 289 270 255
Saldo rentelasten en rentebaten 4.706 4.726 4.796 5.011
Rente doorberekend aan de grondexploitaties 2.060 1.957 1.860 1.767
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente 2.646 2.769 2.936 3.244
Aan taakvelden toegerekende rente(omslag) 11.078 11.224 11.015 10.675
Renteresultaat taakveld treasury -8.432 -8.455 -8.079 -7.431
Activa integraal gefinancierd 258.294 248.810 240.369 232.372
Berekende renteomslag o.b.v. aan taakvelden toe te rekenen externe rente 1,02% 1,11% 1,22% 1,40%
Berekende renteomslag o.b.v. aan taakvelden toe te rekenen rente (omslag) 4,29% 4,51% 4,58% 4,59%
Renteschema(Bedragen x €1.000)
2017 2018 2019 2020
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 86
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 87
5. Bedrijfsvoering
In de paragraaf bedrijfsvoering worden de actuele ontwikkelingen beschreven op het gebied van het
beheer van de middelen die worden ingezet om de doelen, zoals beschreven in de programma’s, te
verwezenlijken. In deze paragraaf zullen de diverse aspecten van de bedrijfsvoering per thema worden
behandeld.
Een krimpende organisatie met groeiende ambitie
In de afgelopen jaren heeft de bedrijfsvoering van de gemeente in het teken gestaan van de reductie van
kosten en omvang en het genereren van zoveel mogelijk meerwaarde voor de gemeenschap met zo min
mogelijk middelen. Inmiddels is het punt bereikt dat de “rek” in de processen en de workload er uit is;
iedere nieuwe inspanning leidt vrijwel direct tot verdringingseffecten en de noodzaak om prioriteiten te
stellen. Hierbij is onder andere het stijgende verzuimpercentage een signaal dat er bedachtzaam met
werkdruk en nieuwe taken moet worden omgegaan.
Tegelijk merken we dat de crisis achter ons ligt, en dat er zich vele kansen aandienen om het verloren
terrein van de laatste jaren op het gebied van de verdere ontwikkeling van Lelystad weer goed te maken.
Deze kansen zijn echter vaak geen “inkoppers”: Lelystad zal altijd een stevige strijd moeten voeren om
mee te kunnen profiteren van de aantrekkende economie.
Het benutten van kansen vraagt een inspanning, die niet zonder meer door de organisatie kan worden
geleverd. Hiervoor is eenvoudig de ruimte niet of nauwelijks aanwezig. Ambities zullen dus altijd
gekoppeld worden aan prioriteitstellingen of extra middelen. Een aantal begrotingsvoorstellen van deze
categorie zijn in deze begroting opgenomen.
Reductie van bedrijfsvoeringskosten
De bedrijfsvoering is ondersteunend aan de primaire processen van de gemeentelijke organisatie. De
bedrijfsvoering is in die zin niet leidend maar volgend: aanpassingen in de primaire processen leiden
onherroepelijk tot aanpassingen in de bedrijfsvoering. In de hierboven beschreven LEAN-methodiek
worden processen integraal, dus inclusief de bedrijfsvoering doorgelicht. De onderlinge samenhang blijft
daarmee geborgd. Als we dit niet zouden doen, oftewel een eenzijdige aanpassing in de
bedrijfsvoeringssfeer dan zal dit leiden tot moeilijk te managen effecten op de primaire processen.
In de afgelopen jaren is door middel van het opnemen van een stijgende taakstelling een reductie van de
bedrijfsvoeringskosten in de begroting verwerkt (inclusief een taakstelling op het gebied van meer
samenwerkingsverbanden). Op die wijze kan reeds bij de begroting de budgetruimte worden aangewend
die uit de reductie voortvloeit in plaats van dat deze op rekeningbasis zichtbaar wordt. Vanuit de
doelstelling van een schone begroting is het van belang dat de taakstelling realistisch is. Tot nu toe zijn
alle tranches van de taakstelling, die een stapsgewijze verhoging kent, met incidentele en structurele
maatregelen ingevuld. Schematisch betekent dit het volgende:
De kosten voor de concernbrede bedrijfsvoering zijn bijeengebracht op een product in taakveld 0 (sinds
dit jaar inclusief de kosten van het afdelingsmanagement). De in de overige taakvelden opgenomen lasten
beperken zich tot de direct aan de activiteiten toe te rekenen kosten. Door deze systematiek toe te passen
is het makkelijker een beeld te vormen van de directe financiële consequenties van een gemeentelijke
activiteit. In het schema op de volgende pagina worden de bedrijfsvoeringskosten nader gespecificeerd.
Taakstellingen (bedragen x €1.000) 2017 2018 2019 2020
Opgelegde taakstellingen
Bedrijfsvoering algemeen en samenwerking 500 500 500 500
Doorbelasting Grondbedrijf en aanvullende taakstelling 750 1000 1000 1000
Totaal opgelegde taakstellingen 1250 1500 1500 1500
Gerealiseerde taakstellingen
Bedrijfsvoering algemeen 529 984 1.034 1.084
Totaal gerealiseerde taakstellingen 529 984 1034 1084
Nog te realiseren taakstelling 721 516 466 416
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 88
In uitzonderingsgevallen kan het nodig zijn een volledig integrale kostprijs weer te geven, bijvoorbeeld bij
subsidieregelingen en de berekening van kostendekkendheid van heffingen en legestarieven. Hierbij
wordt voor de productieve formatie een bedrijfsvoeringsopslag van €43,45 per uur gehanteerd. Ten
opzichte van vorige jaren is het uurtarief gestegen als gevolg van de BBV wijziging waarbij de definitie
van overhead is verbreed (in voorgaande jaren werd de overhead op de primitieve afdelingen doorbelast
naar de producten en zat dus in het uurtarief van de afdelingen).
Voorgesteld besluit:
0. Voor begrotingsjaar 2017 een bedrijfsvoeringsopslag van €43,45 vast te stellen.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen.
De belangstelling voor duurzaamheid neemt toe en zeker na de klimaattop in Parijs zijn de structurele
krachten die duurzaamheid aanjagen aanzienlijk sterker geworden. Naast initiatieven op het gebied van
energie zijn er sterke ontwikkelingen op het gebied van de circulaire economie en maatschappelijk
verantwoord ondernemen cq. inkopen. Ook van publieke organisaties wordt verwacht dat ze hun steentje
bijdragen en een voorbeeldrol spelen. Lelystad wil dat ook.
Conform de kadernota en het uitvoeringsplan duurzaamheid wordt in 2017 verder gewerkt aan het
verduurzamen van de organisatietaken en de bedrijfsvoering. Duurzaam denken en handelen wordt
bevorderd door medewerkers toe te rusten op het gebied van duurzaamheid, zodat ze praktische
uitvoering kunnen geven aan verduurzaming van hun werkzaamheden.
Maar een aanzienlijke impact kan bereikt worden door duurzame inkoop (de overheid koopt jaarlijks voor
60 miljard in). Om deze ontwikkeling kracht bij te zetten, verzoekt de rijksoverheid, bij vertegenwoordiging
van 5 ministeries, provincies en gemeenten om zich aan te sluiten bij het manifest Maatschappelijk
Verantwoord Inkopen. Dit manifest borduurt voort op eerdere intentieverklaringen waarbij het beleid
verschuift van het toepassen van minimumeisen naar het daarbij aanmoedigen en uitnodigen op de markt
om zo duurzaam mogelijke producten en diensten te ontwikkelen en aan te leveren. Dit heeft
consequenties voor de gunningcriteria, maar ook voor het proces van aanbesteden en zelfs over een
andere manier van investeren. Nu is eigenlijk alles gericht op eigendomsverkrijging; we kopen en na de
technische/economische levensduur stoten we, zoveel als mogelijk, milieubewust af. We zullen mogelijk
moeten nadenken over een gebruikscyclus. Na gebruik gaat alles terug naar de eigenaar, de producent.
Hij weet immers als geen ander welke delen herbruikbaar zijn, gerecycled kunnen worden of de
levensduur van producten verlengd kan worden. Op deze manier wordt de producent, maker, ook
‘geconfronteerd’ met z’n eigen afval.
Daarnaast wordt ingezet op, zoals in het bedrijfsleven ook steeds meer praktijk is, integrale
verslaglegging. Hoewel de gemeente in haar wezen al een organisatie met een maatschappelijke functie
is, wil de gemeente een voorbeeldrol spelen en aan de slag met integrale verslaglegging en transparant
zijn over haar eigen duurzaam handelen.
Bedrijfsvoering (bedragen €1.000)
2017 2018 2019 2020
Administratie en ondersteuning 2.356 2.356 2.356 2.356
Directie en staf 4.834 4.746 4.697 4.647
Huisvesting 3.635 3.635 3.635 3.635
ICT 5.463 5.445 5.347 5.219
Overhead primaire afdelingen 2.324 2.324 2.324 2.324
Totaal bedijfsvoering 18.611 18.505 18.358 18.181
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 89
6. Verbonden partijen
De gemeente Lelystad voert verschillende taken uit. Veel taken voeren we als gemeente zelf uit, maar er
zijn ook taken die op afstand gezet zijn en door externe organisaties worden uitgevoerd. Er zijn
verschillende manieren om zo’n taak of gemeentelijke doelstelling op afstand te zetten. De gemeente kan
een taak uitbesteden door bijvoorbeeld subsidie te geven, een taak in te kopen of een taak samen met
andere partijen uit te voeren. Een verbonden partij is een manier om zo een samenwerkingsverband vorm
te geven. In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de verbonden partijen waar de gemeente
Lelystad aan deelneemt.
Het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV) definieert een verbonden partij in artikel 1, lid b en c:
b) verbonden partij: een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de provincie
onderscheidenlijk gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft;
c) financieel belang: een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar
is indien de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid
bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.
Volgens deze definitie heeft de gemeente dus een bestuurlijk en financieel belang in een verbonden partij.
Van een bestuurlijk belang is sprake indien de gemeente rechtstreeks invloed heeft op de besluitvorming
binnen de verbonden partij. Een financieel belang is aan de orde als de gemeente financieel kan worden
aangesproken wegens het functioneren van de verbonden partij of wanneer de gemeente geld kan
kwijtraken bij een faillissement van een verbonden partij. Participaties in naamloze vennootschappen,
besloten vennootschappen, vennootschappen onder firma, commanditaire vennootschappen en
gemeenschappelijke regelingen vallen onder het begrip verbonden partij. Stichtingen en verenigingen
kunnen ook als verbonden partij worden aangemerkt. Een stichting of vereniging die jaarlijks subsidie
ontvangt, maar waaraan geen andere financiële verplichtingen zitten met een juridische afdwingbaarheid
door derden, is echter geen verbonden partij. Eveneens is geen sprake van een verbonden partij als er
een lening of garantstelling verstrekt is aan een partij waar we geen bestuurlijk belang in hebben. Meer
informatie over het beleid omtrent verbonden partijen is te vinden in het kader Verbonden Partijen dat op
9 februari 2016 is vastgesteld door de raad.
Toelichting bij het overzicht
In deze paragraaf wordt zoals gezegd een overzicht gegeven van de verbonden partijen die de gemeente
Lelystad heeft. Alle verbonden partijen dragen bij aan de doelstellingen van de gemeente en inhoudelijke
informatie over de verbonden partijen is daarom terug te vinden bij de taakvelden. Verbonden partijen
met een financieel belang kleiner dan € 10.000 worden niet opgenomen in de paragraaf.
Per verbonden partij wordt in het overzicht hierna de volgende informatie opgenomen:
de naam en de rechtsvorm;
het taakveld;
het publiek belang dat op deze wijze behartigd wordt;
het bestuurlijk belang voor het begrotingsjaar;
het financieel belang voor het begrotingsjaar;
mogelijke financiële risico’s die voortvloeien uit de deelname in de verbonden partij; mocht de
kans op tekorten die door ons moeten worden aangevuld als groot worden beoordeeld, dan zal
tevens een risico opgenomen worden in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing;
de verwachte financiële resultaten voor het begrotingsjaar indien beschikbaar;
de financiële kerngegevens uit de laatst vastgestelde jaarrekening.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 90
Erfgoedcentrum Nieuw Land GR
Taakveld 0.4 Overhead
Publiek belang archiefbeheer
Financieel resultaat Er wordt gestuurd op een sluitende begroting in 2017.
Bestuurlijk belang
Lelystad heeft samen met gemeente Dronten, Urk, Zeewolde en Waterschap
Zuiderzeeland 1 stem van de 6 stemmen. Lelystad is 1 van de 9 deelnemers en
draagt voor 4,5% bij in de totale kosten.
Financieel belang De financiële bijdrage in 2016 bedraagt 141.000 euro
Financiele risico's
De verwachting is dat zowel het eigen vermogen als de exploitatie negatief
worden in 2016. Er wordt gezocht naar een oplossing, zodat eigen vermogen en
exploitatie in de toekomst weer positief worden. Voor deze verbonden partij is
een risico opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2017
Eigen vermogen De verwachting is dat in 2017 het eigen vermogen nihil zal zijn.
Vreemd vermogenHet vreemd vermogen zal naar verwachting aan zowel begin als eind van het jaar
ca. € 6.564.044 bedragen.
Kerngegevens jaarrekening 201501-01-2015 31-12-2015
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 228 € 107
Vreemd vermogen € 7.266 € 6.967
Financieel resultaat € 0 -€ 97
Vreemd vermogen € 10.898 € 9.424
Financieel resultaat € 0 € 109
Kerngegevens jaarrekening 201501-01-2015 31-12-2015
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 5.540 € 6.439
Financieel resultaat De begroting voor 2017 (baten en lasten) is sluitend.
Bestuurlijk belang Lelystad is één van de 6 deelnemende gemeenten aan de GR GGD Flevoland.
Financieel belangDe financiële bijdrage vanuit gemeente Lelystad zal in 2017 € 1.363.068 zijn
(basistaken).
Financiele risico'sDe GGD Flevoland is financieel gezond, er zijn geen financiële risico's te
verwachten.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2017
Eigen vermogen Nog niet bekend tijdens het opstellen van deze paragraaf.
Vreemd vermogen Nog niet bekend tijdens het opstellen van deze paragraaf.
GGD Flevoland GR
Taakveld 7.1 Volksgezondheid
Publiek belang Beschermen en bevorderen van de publieke gezondheid.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 91
OFGV GR
Taakveld 7.4 Milieubeheer
Publiek belang Vergunningverlening, toezicht en handhaving milieu en brandveiligheid.
Financieel resultaat De begroting voor 2017 is sluitend.
Bestuurlijk belangLelystad zal in 2017 één van de 15 deelnemers zijn en heeft voor 12,38%
stemrecht.
Financieel belang De financiële bijdrage aan de OFGV zal voor 2017 € 1.359.000 bedragen.
Financiele risico'sDe OFGV staat er financieel goed voor, er zijn geen risico's met een substantiële
impact op de gemeentelijke positie te verwachten.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2017
Eigen vermogen
Het eigen vermogen op 1-1-2017 zal naar verwachting ca. 1,6 mln. euro
bedragen, eind 2017 zal dit 780.000 euro zijn. Het eigen vermogen neemt af door
inzet en terugbetaling van de frictiereserve.
Vreemd vermogenHet vreemd vermogen zal begin en eind 2017 naar verwachting 3,15 miljoen
bedragen.
Kerngegevens jaarrekening 201501-01-2015 31-12-2015
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 2.376 € 2.364
Vreemd vermogen € 3.915 € 3.063
Financieel resultaat € 0 € 608
Veiligheidsregio Flevoland GR
Taakveld 1.1 Crisisbeheersing en brandweer
Publiek belang
De veiligheidsregio behartigt de belangen van de deelnemende gemeenten op de
volgende terreinen: a. Brandweerzorg b. geneeskundige hulpverlening c. de
samenwerking bij de gemeentelijke rampenbestrijding d. rampenbestrijding en
crisisbeheersing e. het beheer van de gemeenschappelijke meldkamer.
Financieel resultaatEr wordt jaarlijks op gestuurd om het financieel resultaat op 0 te houden en op dit
moment is er geen reden om aan te nemen dat dit niet gebeurt.
Bestuurlijk belang
De gemeente Lelystad is 1 van de in totaal 6 deelnemers aan de GR en heeft 1/6
van de stemmen bij reguliere besluiten en 25% van de stemmen bij wijzigen en
vaststellen van de begroting en vaststellen van de jaarrekening.
Financieel belang De bijdrage van de gemeente bedraagt in 2017 € 4.164.000,-
Financiele risico's
De financiële risico's bij de Veiligheidsregio zijn in beeld en worden door de
organisatie zelf beheerst door risicoreserves die beschikbaar zijn. De risico's zijn
voor de gemeente daarmee zeer gering.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2017
Eigen vermogen Het eigen vermogen is naar verwachting gelijk aan de stand van 2015.
Vreemd vermogen Het vreemd vermogen is naar verwachting gelijk aan de stand van 2015.
Kerngegevens jaarrekening 201501-01-2015 31-12-2015
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 7.747 € 8.718
Vreemd vermogen € 12.291 € 12.440
Financieel resultaat € 0 € 1.419
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 92
Werkvoorzieningschap IJsselmeergroep GR
Taakveld 6.5 Arbeidsparticipatie
Publiek belang Het publiek belang dat door het Werkvoorzieningsschap GR Ijsselmeergroep
Financieel resultaat De (concept) begroting 2017 laat een resultaat zien van € 139.000.
Bestuurlijk belang In de GR Ijsselmeergroep heeft Lelystad 4 van de 10 stemmen.
Financieel belang Rijksbijdrage Wsw € 6.762.026 + gemeentelijke bijdrage € 400.000.
Financiele risico's
Wanneer het exploitatietekort door de verlaging van de rijkssubsidie per sw plaats
en het staken van nieuwe instroom in de SW structureel wordt is het eigen
vermogen ontoereikend om dit op te vangen. Ter voorkoming hiervan zullen
scenario's aan de raad worden voorgelegd.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2017
Eigen vermogenNaar verwachting zal een deel van het eigen vermogen ingezet worden voor de
voorzieningen voor de herstructurering en de ontwikkeling van de "social firm".
Vreemd vermogen Nog niet bekend bij het opstellen van deze paragraaf.
Kerngegevens jaarrekening 201501-01-2015 31-12-2015
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 1.081 € 2.241
Vreemd vermogen € 2.987 € 2.395
Financieel resultaat € 0 € 1.160
Alliander N.V.
Taakveld 0.5 Treasury
Publiek belang Nutsvoorziening
Financieel resultaat Nog niet bekend bij het opstellen van deze paragraaf.
Bestuurlijk belangLelystad heeft 0,6% van de stemmen, er wordt geen wijziging verwacht in het
belang voor 2017.
Financieel belang
Jaarlijks ontvangt de gemeente een dividenduitkering. De hoogte daarvan
verschilt van jaar tot jaar en is afhankelijk van de financiële resultaten van het
bedrijf. Voor 2017 staat een bedrag van 900.000 euro begroot, dit ivm een
incidentele baat in 2016, regulier begroot is 500.0000 euro.
Financiele risico'sEr zijn geen risico's te melden die deze deelneming zou kunnen hebben met
substantiële gevolgen voor de financiële positie van de gemeente.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2017
Eigen vermogen Nog niet bekend bij het opstellen van deze paragraaf.
Vreemd vermogen Nog niet bekend bij het opstellen van deze paragraaf.
Kerngegevens jaarrekening 201501-01-2015 31-12-2015
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 3.579.000 € 3.687.000
Vreemd vermogen € 4.093.000 € 4.093.000
Financieel resultaat € 0 € 235.000
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 93
Vreemd vermogen € 149.923.000 € 145.348.000
Financieel resultaat € 0 € 226.000
Kerngegevens jaarrekening 201501-01-2015 31-12-2015
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 3.582.000 € 4.163.000
Financieel resultaat Nog niet bekend op het moment van het opstellen van deze paragraaf.
Bestuurlijk belangLelystad heeft 0,00009% van de stemmen. Naar verwachting blijft het bestuurlijk
belang in 2017 gelijk.
Financieel belang
Gemeente Lelystad ontvangt jaarlijks een dividenduitkering, deze is afhankelijk
van de bedrijfsresultaten en kan dus van jaar tot jaar verschillen. Over 2015 is €
5.100 ontvangen. De deelneming staat voor € 13.000 op de gemeentelijke balans.
Financiele risico's
BNG staat er financieel goed voor. Over 2015 bedroeg de winst na belastingen
226 miljoen euro. Ratingorganisatie S&P heeft BNG in 2015 de rating van het
hoogste niveau AAA toegekend. Niets wijst erop dat de deelname aan BNG leidt
tot (grote) risico's voor de financiële positie van de gemeente Lelystad.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2017
Eigen vermogen Nog niet bekend op het moment van het opstellen van deze paragraaf.
Vreemd vermogen Nog niet bekend op het moment van het opstellen van deze paragraaf.
BNG N.V.
Taakveld 0.5 Treasury
Publiek belang Bankier voor overheden.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 94
Vreemd vermogen € 925.562 € 879.753
Financieel resultaat € 0 € 13.476
Kerngegevens jaarrekening 201501-01-2015 31-12-2015
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 68.381 € 81.849
Financieel resultaatHet verwacht financieel resultaat voor 2016 is € 6 miljoen. De begroting voor
2017 geeft een verwacht resultaat van ca. 10 miljoen euro.
Bestuurlijk belangGemeente Lelystad is met 93 gewone aandelen voor ca. 3% aandeelhouder in NV
HVC.
Financieel belangDe financiële bijdrage in de vorm van inzamel- en verwerkingskosten zal in 2017
naar verwachting € 5.700.000 bedragen.
Financiele risico's
In de ballotageovereenkomst is opgenomen dat de aandeelhouders de tekorten
van HVC aanvullen. In de jaren 2011, 2012 en 2013 heeft HVC verliezen gemaakt
en heeft het deze tekorten ten laste gebracht van de eigen algemene reserve.
HVC heeft inmiddels maatregelen getroffen om de verliezen om te buigen. Die
hebben ertoe geleid dat in 2014 cq. 2015 HVC een resultaat geboekt van 5,1 resp.
13,4 miljoen euro positief. Door toevoeging van het resultaat aan het eigen
vermogen is de solvabiliteit van 6,70% in 2014, naar 8,50% gestegen in 2015. Het
acute risico dat de aandeelhouders gevraagd wordt om een tekort aan te vullen is
daarmee van de baan. Enige voorzichtigheid blijft wel op zijn plaats. De
vermogenspositie (en daarmee de buffer om verliezen op te vangen) is nog altijd
laag.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2017
Eigen vermogenHet eigen vermogen zal op 1-1-2017 naar verwachting € 82 miljoen bedragen. En
per 31-12-2017 zal dit € 92 miljoen bedragen.
Vreemd vermogenDe gepronoticeerde leningenstand per 1-1-2017 zal ca. € 770 miljoen bedragen
en eind 2017 zal dit ca. € 720 miljoen zijn.
HVC N.V.
Taakveld 7.3 Afval
Publiek belangVerwerken van afvalstoffen, bijdragen aan materiaalhergebruik en
duurzaamheid.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 95
Omala N.V.
Taakveld 3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur
Publiek belang Ontwikkelen van een duurzaam bedrijventerrein naast de luchthaven.
Financieel resultaat Nog niet bekend ten tijde van het opstellen van deze paragraaf.
Bestuurlijk belang
Gemeente Lelystad is aandeelhouder van Ontwikkeling Maatschappij Airport
Garden City (AGC) samen met gemeente Almere en de provincie Flevoland, ieder
voor 1/3. Omala is de beherend vennoot van AGC.
Financieel belangDe gemeente heeft samen met de andere aandeelhouders kapitaal verstrekt en
leningen aan de bovenliggende CV AGC.
Financiele risico's Zie paragraaf weerstandsvermogen.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2017
Eigen vermogen Nog niet bekend ten tijde van het opstellen van deze paragraaf.
Vreemd vermogen Nog niet bekend ten tijde van het opstellen van deze paragraaf.
Kerngegevens jaarrekening 201501-01-2015 31-12-2015
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 210 € 218
Vreemd vermogen € 132 € 317
Financieel resultaat € 0 € 8
Sportbedrijf Lelystad N.V.
Taakveld 5.2 Sportaccommodaties
Publiek belangBeheer en verhuur van sportaccommodaties en organisatie van diverse
sportstimuleringsactiviteiten.
Financieel resultaat
Het verwacht financieel resultaat bedraagt ca. 8.000 euro negatief. De
verwachte financiële resultaten voor 2017 zoals hier gemeld zijn in 2015
opgesteld, een actuelere begroting voor 2017 is op het moment van opstellen van
deze paragraaf nog niet beschikbaar.
Bestuurlijk belang 100% aandeelhouder
Financieel belang € 3.618.593,--.
Financiele risico's Geen substantiële risico's te melden.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2017
Eigen vermogen Het eigen vermogen per 1-1-2017 zal naar verwachting ca. 9,9 mln. bedragen.
Vreemd vermogenHet vreemd vermogen per 1-1-2017 zal naar verwachting ca. € 7,7 mln.
bedragen.
Kerngegevens jaarrekening 201501-01-2015 31-12-2015
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 10.288 € 10.103
Vreemd vermogen € 7.767 € 7.932
Financieel resultaat € 0 -€ 185
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 96
Vitens N.V.
Taakveld 0.5 Treasury
Publiek belang Zorgdragen voor een stabiele drinkwatervoorziening.
Financieel resultaat Het verwachte resultaat over 2017 bedraagt € 29,1 miljoen.
Bestuurlijk belangLelystad heeft 1,7% van de aandelen. Voor 2017 wordt hierin geen verandering
verwacht.
Financieel belang
Lelystad ontvangt jaarlijks een dividenduitkering, deze is o.a. afhankelijk van de
bedrijfsresultaten van Vitens en kan van jaar tot jaar verschillen. Voor 2017 staat
een bedrag van € 255.000 begroot.
Financiele risico'sVitens is een solide bedrijf, er zijn geen risico's te verwachten met een
substantiële impact op de financiële positie van de gemeente Lelystad.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2017
Eigen vermogenHet eigen vermogen per 31 december 2016 zal naar verwachting € 441,3 miljoen
bedragen en € 466,1 miljoen per 31 december 2017.
Vreemd vermogenHet vreemd vermogen per 31 december 2016 zal naar verwachting € 1.292,9
miljoen bedragen en € 1.289,6 miljoen per 31 december 2017.
Kerngegevens jaarrekening 201501-01-2015 31-12-2015
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 421.200 € 471.700
Vreemd vermogen € 1.292.500 € 1.242.700
Financieel resultaat € 0 € 55.400
Technofonds Flevoland B.V.
Taakveld 3.1 Economische ontwikkeling
Publiek belangInvesteren in innovatieve bedrijven (start-ups) om bedrijvigheid en
werkgelegenheid te bevorderen.
Financieel resultaat Nog niet bekend ten tijde van het opstellen van deze paragraaf.
Bestuurlijk belangLelystad is samen met een aantal andere Flevolandse partijen aandeelhouder, de
gemeente heeft een aandelenbelang van 10 procent.
Financieel belang Lelystad heeft kapitaal gestort voor een bedrag van ruim € 1 mln.
Financiele risico's Momenteel geen.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2017
Eigen vermogen Nog niet bekend ten tijde van het opstellen van deze paragraaf.
Vreemd vermogen Nog niet bekend ten tijde van het opstellen van deze paragraaf.
Kerngegevens jaarrekening 201501-01-2015 31-12-2015
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 11.979 € 14.932
Vreemd vermogen € 303 € 363
Financieel resultaat € 0 -€ 464
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 97
Vreemd vermogen € 946 € 1.049
Financieel resultaat € 1 € 27
Kerngegevens jaarrekening 201501-01-2015 31-12-2015
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 4 € 31
Financieel resultaatDe begroting 2017 is nog niet beschikbaar. Over 2016 wordt een resultaat
verwacht van € 66.000.
Bestuurlijk belangLelystad is als enige aandeelhouder van de BV Werkbedrijf Lelystad voor 100 %
aandeelhouder.
Financieel belang
In de nota besteding re-integratiegelden participatiebudget 2017 wordt
vastgelegd welk deel van het beschikbare participatiebudget (€ 3.916.123) aan
het werkbedrijf beschikbaar wordt gesteld voor de uitvoering van haar
activiteiten. Daarnaast kunnen aditionele budgetten beschikbaar gesteld worden.
Financiele risico'sVoor deze verbonden partij is een risico opgenomen in de paragraaf
weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2017
Eigen vermogen
Op basis van de jaarrapportage 2015 wordt 1.1.2017 een eigen vermogen van €
100.000 verwacht. De financiele impact van het samengaan van Concern voor
Werk NV en het Werkbedrijf Lelystad BV is thans nog niet vast te stellen. De
begroting van het Werkbedrijf Lelystad 2017 is op 14.12.2016 beschikbaar.
Vreemd vermogen € 1.000.000 op 1-1-2017.
Werkbedrijf Lelystad N.V.
Taakveld 6.5 Arbeidsparticipatie
Publiek belang Het realiseren van een optimale uitstroom uit de participatiewet naar werk. Het
Ontwikkelingsmaatschappij Airport Garden City C.V.
Taakveld 3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur
Publiek belang Ontwikkelen van een duurzaam bedrijventerrein naast de luchthaven.
Financieel resultaat Nog niet bekend ten tijde van het opstellen van deze paragraaf.
Bestuurlijk belang
Gemeente Lelystad is aandeelhouder van Ontwikkeling Maatschappij Airport
Garden City (AGC) samen met gemeente Almere en de provincie Flevoland, ieder
voor 1/3. Omala N.V. is de beherend vennoot van AGC.
Financieel belang De vennoten hebben kapitaal gestort en leningen verstrekt.
Financiele risico's Zie paragraaf weerstandsvermogen.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2017
Eigen vermogen Nog niet bekend ten tijde van het opstellen van deze paragraaf.
Vreemd vermogen Nog niet bekend ten tijde van het opstellen van deze paragraaf.
Kerngegevens jaarrekening 201501-01-2015 31-12-2015
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 3.001 € 3.001
Vreemd vermogen € 9.929 € 15.831
Financieel resultaat € 0 € 0
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 98
Vreemd vermogen € 2.874 € 2.333
Financieel resultaat € 0 -€ 198
Kerngegevens jaarrekening 201501-01-2015 31-12-2015
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 1.296 € 1.098
Financieel resultaat Bij het opstellen van deze paragraaf nog niet bekend.
Bestuurlijk belangCoöperatie ParkeerService heeft momenteel 16 leden. Ieder lid heeft één stem in
de Algemene Ledenvergadering.
Financieel belang € 1.001.000
Financiele risico's
Hoewel CPS in 2015 een negatief resultaat geboekt heeft van negatief 198.000 is
het eigen vermogen nog ruim voldoende en er zijn maatregelen genomen om
herhaling te voorkomen.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2017
Eigen vermogen Bij het opstellen van deze paragraaf nog niet bekend.
Vreemd vermogen Bij het opstellen van deze paragraaf nog niet bekend.
ParkeerService Coöperatie
Taakveld 2.2 Parkeren
Publiek belang Het verrichten van parkeerdiensten voor onder andere de gemeente Lelystad.
Lelystad Partners Stichting
Taakveld 3.4 Economische promotie
Publiek belang
De bevordering van de bekendheid van Lelystad en de voorzieningen van deze
gemeente op woon-, werk-, leef-, winkel- en recreatieterrein en het bevorderen
van een positief imago van Lelystad.
Financieel resultaat Nog niet bekend bij het opstellen van deze paragraaf.
Bestuurlijk belang
De gemeente benoemt drie leden van de Raad van Toezicht, en uit die drie wordt
de voorzitter voorgedragen. De overige leden van de Raad van Toezicht worden
door de partners benoemd.
Financieel belang € 580.000 (bijdrage 2016)
Financiele risico's Geen.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2017
Eigen vermogen Nog niet bekend bij het opstellen van deze paragraaf.
Vreemd vermogen Nog niet bekend bij het opstellen van deze paragraaf.
Kerngegevens jaarrekening 201501-01-2015 31-12-2015
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 57 € 68
Vreemd vermogen € 294 € 192
Financieel resultaat € 0 € 11
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 99
Vreemd vermogen € 0 € 0
Financieel resultaat € 0 € 0
Kerngegevens jaarrekening 201501-01-2015 31-12-2015
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 750 € 750
Financieel resultaat 0
Bestuurlijk belangGemeente Lelystad is participant in de Stichting, en heeft een vertegenwoordiger
in het bestuur van de Stichting.
Financieel belang € 250.000
Financiele risico'sDeelname aan de stichting brengt geen substantiele risico's voor de gemeente
met zich mee.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2017
Eigen vermogen € 750.000 op 1-1-2017 en 31-12-2017
Vreemd vermogen € 0 op 1-1-2017 en 31-12-2017
Uiver Constellation Stichting
Taakveld 5.4 Musea
Publiek belang Behoud van mobiel cultureel erfgoed.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 100
7. Grondbeleid
Op grond van het BBV kent de paragraaf Grondbeleid een aantal verplichte onderdelen. In Lelystad is
het de gewoonte een integraal beeld te schetsen rond grondexploitaties dat verder gaat dan alleen de
verplichte wettelijke onderdelen. Voor dit integrale beeld verwijzen wij naar de MPG, die separaat aan de
begroting aan de raad wordt aangeboden. Hieronder wordt kort ingegaan op de wettelijk verplichte
elementen.
Markt
De markt herstelt zich langzaam maar gestaag. In de programmering is hiermee al rekening gehouden.
Er is geen aanleiding deze aantallen nu aan te passen behoudens enige kleine bijstellingen door concrete
kennis over bouwstromen en contracten. Ook de grondprijzen sluiten nog voldoende aan op de markt.
Wet- en regelgeving
De wet- en regelgeving voor het verwerken van rente, overhead, indexeringen en de verwerking op de
balans is aangepast. Hierdoor worden de grondexploitaties per saldo positief in hun waardering
beïnvloed. Wel stijgt door deze nieuwe voorschriften de rentegevoeligheid van de exploitaties. Mede om
deze reden zal bij de jaarrekening worden voorgesteld tussentijdse winstnemingen achterwege te laten
en zo een buffer in de exploitaties in te bouwen.
Bedrijfsvoering
Gesignaleerd wordt dat de uren onder druk staan. Bij de eerstvolgende herzieningen van de individuele
exploitaties zal hieraan aandacht moeten worden besteed, met mogelijke financiële gevolgen. Deze zijn
nu nog niet exact weer te geven. De overige bedrijfsvoeringsaspecten zijn op orde.
Het totaaloverzicht van de grondexploitaties is als volgt:
* Bij de jaarrekening 2016 worden de benodigde voorzieningen weer op peil gebracht.
De resultaten geven nu bij afwezigheid van majeure negatieve saldi geen aanleiding tot het instellen van
aanvullende voorzieningen.
Resultaat per
1-1-2016
Reeds
genomen
resultaat
Ingestelde
voorziening
Nog te
realiseren
resultaat
Buitenhof 1.7.7 701 108 0 593
Oostervaart-oost 1.8.3 1.657 490 0 1.167
Lelystad-nw 2.2 810 749 0 61
HanzePark 2.2.4 -3.817 0 4.569 753 *
Schoener-west 2.4.7 1.395 245 0 1.150
Kust- Bataviahaven 2.3.1 -1.896 0 2.683 786 *
Kust- Bataviastad 2.5.1 1.480 1.026 0 453
Kust- Houtribhoogte 2.5.2 -540 0 858 318
Werkeiland 3.5.3 -320 0 355 35
Noordersluis 3.8.0 7.246 5.388 0 1.858
Noordersluis zo 3.8.1 4.884 3.815 0 1.069
Rivierenbuurt-zo 4.2.5 588 349 0 240
Flevopoort 5.8.0 4.268 268 0 4.000
Warande 1ste deelgebied 5.9.9 1.233 0 1.545 2.777
Flevokust 7.1.8 163 0 0 163
Larserpoort 7.8.1 5.781 3.531 0 2.250
23.632 15.970 10.010 17.672
Vastgestelde grondexploitaties
(Bedragen x €1.000)
Totaal
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 101
Het bedrijfsresultaat van het Grondbedrijf kan pas bij de jaarrekening definitief worden vastgesteld. Op
basis van de huidige stand en het verloop van de budgetten wordt het volgende bedrijfsresultaat verwacht:
Tegenover dit bedrijfsresultaat staan nog de nodige taakstellingen en risico’s. Om deze reden is er
vooralsnog in de begroting geen rekening gehouden met deze positieve saldi.
Beleid
In deze MPG wordt kort teruggekomen op een aantal lange-termijn maatregelen die in 2014 zijn
geschetst. Na het implementeren van de nieuwe BBV-regels blijkt dat deze maatregelen grotendeels niet
meer nodig zijn. Als enige wordt een beleidswijziging voor tussentijdse winstneming aangekondigd, te
verwerken bij de jaarrekening over 2016. Er zijn geen winstnemingen geraamd en/of verwerkt in de
begroting.
Risico’s
De risico’s van de grondexploitaties zijn geactualiseerd. Deze zijn integraal onderdeel van de
risicoparagraaf van de begroting.
Bij de vaststelling van de jaarrekening 2014 van de gemeente Lelystad is onder andere bepaald dat de
reserves van het Grondbedrijf worden opgeheven en het benodigde weerstandsvermogen van het
grondbedrijf voortaan een onderdeel is van het totale benodigde weerstandsvermogen van de gemeente
Lelystad. De risico’s worden nog wel expliciet in beeld gebracht en de systematiek van de risico
inventarisatie en berekening is niet veranderd. Dit bevordert het totale beeld van risico’s van de gehele
organisatie en geeft daarmee een beeld van de totale gewenste dan wel benodigde
weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit wordt vervolgens afgezet tegen het
beschikbare weerstandsvermogen van waaruit conclusies kunnen worden getrokken in hoeverre
gemeente Lelystad de mogelijke financiële gevolgen van die risico’s op kan vangen. Deze afweging vindt
plaats op concernniveau (risicoparagraaf begroting) en valt buiten de scope van deze MPG.
Op peildatum 1 januari 2017 is het risicopercentage berekend op 3,95%. Dit was 3,38% bij de
Jaarrekening 2015. Op basis van dit percentage en het saldo van de nog te maken kosten en nog te
realiseren opbrengsten is per 1 januari 2017 een risicobuffer benodigd van afgerond € 10,3 miljoen. Per
1 januari 2016 was dat nog € 9,9 miljoen. Deze € 10,3 miljoen is als volgt opgebouwd:
Grondexploitaties woningbouw: Buitenhof, Lelystad-noordwest, Hanzepark, Schoener-west,
Kust-Batavia-Haven, Kust-Houtribhoogte, Werkeiland en Warande 1e deelgebied voor ca. € 6,9
miljoen;
Grondexploitaties bedrijventerreinen: Oostervaart-oost, Noordersluis, Noordersluis-zuidoost,
Rivierenbuurt-zuidoost, Flevopoort, Flevokust en Larserpoort voor ca. € 3,27 miljoen;
Overige grondexploitaties – Bataviastad voor ca. € 0,16 miljoen.
Naast deze expliciete systematische risico’s binnen de vastgesteld grondexploitaties is er ook nog sprake
van een aantal aanvullende specifieke risico’s. Deze worden, net als de benodigde risicobuffer van het
Grondbedrijf, in de risicoparagraaf van de begroting opgenomen.
Begroting Begroting Begroting Begroting
2017 2018 2019 2020
Resultaat grondexploitaties 357 992 731 813
Verwacht resultaat grondexploitaties(Bedragen x €1.000)
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 102
8. Interbestuurlijk toezicht (IBT)
Inleiding
Interbestuurlijk toezicht is een wettelijke taak van de provincie waarbij zij toezicht houdt op de
taakuitoefening door gemeenten. Het wettelijke uitgangspunt is dat de provincie voor alle beleidsterreinen
de toezichthouder op gemeenten is met uitzondering van de terreinen waarop de provincie geen taken
heeft. Het specifiek toezicht vormt hierop een uitzondering, waarbij met name het financieel toezicht
integraal, op alle gemeentelijke domeinen, van toepassing is. Provincie en gemeenten zullen zich
inspannen om op basis van transparantie, begrip en vertrouwen te komen tot een effectieve en efficiënte
wijze van interbestuurlijk toezicht. Door het optimaliseren van het zelfregulerend vermogen van de
gemeente en de versterking van controle door de gemeenteraden kan de provincie terughoudend met
het toezicht omgaan. In de bestuursovereenkomst hebben partijen binnen Flevoland de uitgangspunten
vastgelegd voor de vernieuwde interbestuurlijke verhoudingen en de wijze waarop zij met elkaar wensen
om te gaan. Het Rijk blijft toezichthouder voor de gemeenten op die terreinen, waar provincies geen taak
en expertise hebben. Dit geldt bijvoorbeeld voor onderwijswetten en sociale zaken.
Het Interbestuurlijk Toezicht IBT betreft de volgende toezichtgebieden:
- Huisvesting Statushouders:
Gemeenten geven uitvoering aan de wettelijke taak om verblijfsgerechtigden tijdig te huisvesten. Het
aantal wordt door het Rijk in de halfjaarlijkse taakstelling bepaald. Tijdig betekent binnen twaalf weken
nadat verblijfsgerechtigde aan een gemeente is verbonden.
- WABO ( Bouwen en Mileu)
Bescherming van mens en natuur tegen schade en gevaar. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor
uitvoering van toezicht en handhaving (Milieu en bouwen) en deugdelijke kwaliteit van het
nalevingstoezicht.
- Ruimtelijke Ordening
De gemeenteraad stelt, ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening voor het gehele grondgebied
van de gemeente een of meer structuurvisies en bestemmingsplannen vast.
- Monumenten en archeologie
Ten aanzien van Rijksmonumenten (beschermd stads/dorpsgezicht) en Archeologie is er toezicht op
gemeentelijke ruimtelijke plannen en op vergunningverlening en handhaving.
- Archief Toezicht:
Het doel van het toezicht op archief- en informatiebeheer is om bij gemeenten, waterschappen en
gemeenschappelijke regelingen te komen tot een betrouwbare informatievoorzienig.
- Financieel Toezicht
In samenspraak met de provincie is afgesproken dat in de paragraaf IBT ten aanzien van het
onderdeel financiën ingegaan wordt op de volgende onderdelen: sluitende meerjarenbegroting,
weerstandsvermogen, materieel evenwicht (structurele baten zijn in evenwicht met de structurele
lasten) en de schuldpositie.
Verantwoording naar de Provincie
Het streven is de IBT verantwoording van de toezichtgebieden te integreren in de P&C documenten zoals
de begroting en de jaarrekening. Het proces zal uiteindelijk zoveel mogelijk als volgt verlopen: In de
jaarrekening worden de resultaten benoemd van de bovengenoemde beleidsterreinen. In de
bestuursovereenkomst met de provincie zijn afspraken gemaakt over het informatiearrangement en de
toezichtcriteria. De provincie beoordeelt of de gemeente het goed of slecht doet op de verschillende
onderdelen. In de begroting die daarop volgt komen de verbeteracties aan de orde op die punten waarvan
in rekening is gebleken dat verbeteringen noodzakelijk zijn. In de onderhavige begroting wordt in deze
opstartfase alleen ingegaan op de onderdelen in het financieel toezicht. Deze is in het hoofdstuk financiële
positie toegelicht. De komende 2 jaar wordt de IBT verantwoording in de Begroting en jaarrekening verder
uitgebreid met de overige onderdelen IBT. Er is gekozen voor deze gefaseerde invoering omdat voor de
hierboven benoemde terreinen de momenten van verslaglegging niet of beperkt kunnen worden
gesynchroniseerd met de P&C-cyclus. Om uiteindelijk een volledige synchronisatie en integratie te
kunnen bereiken zullen diverse regelingen en voorschriften hierop moeten worden aangepast. Het is nog
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 103
niet bekend wanneer dit punt bereikt kan worden. Tot dat moment zullen de IBT-onderwerpen
noodgedwongen gefragmenteerd aan de raad worden aangeboden.
In de hieronder staande informatie en tabellen wordt kort ingegaan op de IBT-informatie en de daaruit
resulterende beoordeling voor wat betreft Financiën.
Financiën
In de IBT bestuursovereenkomst is in de vorm van een zgn. verkeerslichtmodel voor ieder onderwerp een
normsituatie gedefinieerd (“groen”), en de bandbreedte bepaald voor een lichte afwijking die een
waarschuwing rechtvaardigt (“oranje”). Buiten deze bandbreedte geldt “rood”. De provincie stemt als
toezichthouder haar regime op deze normering af. Uiteraard is het streven de groene situatie te bereiken
en/of behouden.
Voor Financiën is de groene situatie gedefinieerd op basis van 3 pijlers: begrotingsevenwicht,
weerstandsvermogen en schuldpositie. Het zwaartepunt van de beoordeling ligt bij de begroting, bij de
jaarrekening volgt een controlemoment.
Pijler 1: begrotingsevenwicht
De geraamde structurele lasten en baten zijn in het begrotingsjaar structureel en reel in evenwicht
(materieel evenwicht) en uit de meerjarenbegroting blijkt dat het aannemelijk is dat dit evenwicht jaarlijks
wordt gecontinueerd.
Pijler 2 en 3: weerstandsvermogen en schuldpositie
Geen van deze pijlers is ongunstig. Geen sprake van bestuurlijk relevante onderwerpen, die de financiële
positie substantieel nadelig kunnen beïnvloeden.
In ambtelijk overleg zijn de indicatoren en bijbehorende normering besproken die de pijlers zoals
hierboven operationeel maken. Deze worden hieronder weergegeven.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 104
Pijler 1: Begrotingsevenwicht
Structureel begrotingsevenwicht en Structurele exploitatieruimte
Pijler 2: Weerstandsvermogen
Pijler 3: Schuldpositie
Conclusie
Op basis van de uitkomsten van de 3 bovengenoemde pijlers concluderen wij dat we onder toezichtsregime groen vallen.
Rekening
2015
Prognose
2016
Prognose
2017
Prognose
2018
Prognose
2019
Prognose
2020
Totaal baten 281.472 256.741 241.404 241.669 239.914 235.676
Totaal lasten 277.326 252.244 239.102 237.787 234.476 229.697
Resultaat exploitatie (voor mutatie reserves) 4.146 4.497 2.302 3.882 5.438 5.979
Onttrekking reserves (baten) 8.781 2.646 4.139 3.940 2.284 2.192
Dotatie reserves (lasten) 7.783 6.942 6.254 6.838 6.133 6.063
Resultaat reserves 999 -4.296 -2.115 -2.898 -3.849 -3.871
Totaal baten (na bestemming reserves) 290.254 259.387 245.543 245.609 242.198 237.868
Totaal lasten (na bestemming reserves) 285.109 259.186 245.356 244.625 240.609 235.760
Totaal resultaat (na mutatie reserves) 5.145 201 187 984 1.589 2.108
Totaal baten 85 0 0 0 0 0
Totaal lasten 1.995 116 2.139 1.939 284 191
Incidenteel resultaat exploitatie (voor mutatie reserves) -1.909 -116 -2.139 -1.939 -284 -191
Onttrekking uit incidenteel reserves (baten) 6.781 809 2.139 1.939 284 191
Dotatie aan incidenteel reserves (lasten) 6.489 1.994 5.022 5.638 4.967 4.932
Incidenteel resultaat reserves 292 -1.185 -2.883 -3.699 -4.684 -4.741
Totaal baten (na bestemming reserves) 6.866 809 2.139 1.939 284 191
Totaal lasten (na bestemming reserves) 8.484 2.110 7.160 7.577 5.251 5.123
Totaal incidenteel resultaat (na mutatie reserves) -1.617 -1.301 -5.022 -5.638 -4.967 -4.932
Totaal baten 281.387 256.741 241.404 241.669 239.914 235.676
Totaal lasten 275.331 252.128 236.963 235.848 234.193 229.506
Structureel resultaat exploitatie (voor mutatie reserves) 6.055 4.613 4.440 5.822 5.721 6.170
Onttrekking reserves (baten) 2.001 1.837 2.001 2.001 2.001 2.001
Dotatie reserves (lasten) 1.294 4.948 1.232 1.200 1.166 1.130
Structureel resultaat reserves 707 -3.111 768 801 835 870
Totaal baten (na bestemming reserves) 283.387 258.578 243.405 243.670 241.915 237.677
Totaal lasten (na bestemming reserves) 276.625 257.076 238.196 237.047 235.359 230.637
Totaal structureel resultaat (na mutatie reserves) 6.762 1.502 5.209 6.622 6.556 7.040
2,4% 0,6% 2,2% 2,7% 2,7% 3,0%Structurele exploitatie ruimte (BBV)
STRUCTUREEL EVENWICHT(bedragen x €1.000)
Totaal
Structureel
Incidenteel
Weerstandsvermogen Norm 2015prognose
2016
prognose
2017
prognose
2018
prognose
2019
Weerstandsratio (acuut) >1 2,7 2,0 6,7 nvt nvt
Weerstandsratio (niet- acuut) >1 3,3 4,1 3,8 nvt nvt
Solvabiliteit 20% - 50% 20% 18% 16% 16% 17%
Grondexploitatie 90% - 130% 134% 136% 135% 134% 132%
Schuldpositie Norm 2015Prognose
2016
Prognose
2017
Prognose
2018
Prognose
2019
EMU Saldo - 22.589 -786 17.949 27.036 26.771
Netto schuld quote (BBV) 100% 57% 69% 80% 75% 69%
Netto schuld quote exclusief leningen (BBV) 100% 61% 74% 85% 80% 75%
Debt ratio - 56% 54% 54% 56% 59%
Uitleen quote - 7% 7% 7% 7% 7%
Voorraadquote - 34% 36% 35% 34% 32%
Netto rentekosten (ten opzichte van de totale baten) - 1,88% 2,54% 2,07% 2,07% 2,11%
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 105
9. Onderzoeksagenda
Van 2013 tot en met 2015 hebben in het kader van artikel 213a diverse evaluatieve onderzoeken plaats
gevonden. Deze onderzoeken hebben een plaats gekregen in de beleidscyclus. In het onderstaand
overzicht is aangegeven in welke beleidsnota’s de onderzoeken hun door- cq verwerking hebben gehad:
Voor de nieuwe agenda 2017 staan in het kader van artikel 213a de volgende onderzoeken gepland:
Leefsituatie index 2017, Wonen, Leefbaarheid en Veiligheid 2017, Dienstverlening, monitor Sociaal
Domein, monitor Duurzaamheid, monitor Lelykracht en Trendrapport 2017.
Beleidsevaluaties Door- en verwerking in beleidsnota's
Onderzoeksrapport Wonen, Leefbaarheid en Veiligheid 2013 a Woonvisie 2016, Beleidsnota Wonen, Welzijn en Zorg 2016
Rapport Leefsituatie Index 2014 a P&C producten, o.a. Kadernota 2016, programmabegroting 2016
a Kadernota/uitvoeringsplan Wmo 2014
a Kadernota/uitvoeringsplan Jeugdhulp 2014
a Kadernota/uitvoeringsplan 'Een toegangspoort tot de arbeidsmarkt' 2014
Monitor Vrijetijdsbesteding 2015 a t.b.v. nieuwe kadernota Cultuur
Sportmonitor 2015 a t.b.v. nieuwe kadernota Sport
Beeld van Lelystad 2015 a City marketingbeleid 2016
Armoede monitor 2015 a t.b.v. Preventief armoedebeleid
a Kadernota/uitv. plan 'Een toegangspoort tot de arbeidsmarkt' 2014
Monitor Sociaal Domein a Sturen op uitvoeringsplannen Wmo, Jeugdhulp en Participatiewet,
a rapportages aan de raad
Veiligheidsmonitor 2014 a Integraal Veiligheidsplan 2015 - 2018
Programmamonitor a jaarlijks ihkv P&C producten: jaarrekening en programmabegroting
Wijkmonitor 2015 a faciliteren maatschappelijke partners in de wijk
Trendrapport 2013 a t.b.v. overdrachtsdossier aan nieuwe raad
Trendrapport 2015 a t.b.v. bestuurlijke beschouwing Kadernota 2017
Uitvoering beleidsevaluaties 2013/2014/2015
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 106
3. Financiële begroting
3.1 Overzicht van baten en lasten en toelichting
Dit hoofdstuk bevat de specificatie van baten en lasten per programma zowel voor de exploitatie als de Reserves (taakveld 0.10 mutatie reserves wordt in de tabel op de volgende pagina uitgesplitst naar
taakveld). In het volgende hoofdstuk komt de financiële positie van de gemeente Lelystad aan de orde.
De in deze programmabegroting 2017 – 2020 voorgestelde begrotingsbijstellingen uit het volgende
hoofdstuk zijn nog niet in deze cijfers verwerkt (dat volgt pas na raadsbesluit).
Grondslagen begroting
1. De begroting is opgesteld conform de nieuwe BBV richtlijnen die van toepassing zijn per 1 januari
2017.
2. De voorstellen uit het financieel perspectief 2017 – 2020 zijn gebaseerd op de
septembercirculaire 2017 – 2020.
3. De begroting is opgesteld in constante prijzen.
Incidentele baten en lasten
Baten Lasten Saldo
0 - Bestuur en ondersteuning 146.537 142.868 168.240 -27.828 140.412 138.251 137.162 135.098
Algemene dekkingsmiddelen 175.071 174.910 165.583 6.896 172.479 169.818 168.882 166.043
Onvoorzien - -145 -200 -200 -200 -200 -200
Overhead -20.833 -21.839 456 -25.575 -25.119 -25.012 -24.866 -24.689
Heffing vennootschapsbelasting - - - - - - - -
Overig -7.701 -10.058 2.201 -8.949 -6.748 -6.354 -6.653 -6.056
1 - Veiligheid -6.919 -6.991 96 -7.205 -7.109 -7.044 -7.044 -7.044
2 - Verkeer, vervoer en waterstaat -18.438 -19.818 3.633 -22.097 -18.464 -18.399 -18.339 -18.242
-2.064 -2.509 315 -2.445 -2.130 -1.996 -1.926 -1.926
4 - Onderwijs -15.985 -15.799 2.265 -18.103 -15.838 -16.059 -14.804 -14.298
5 - Sport, cultuur en recreatie -18.155 -18.224 446 -18.289 -17.843 -17.937 -17.887 -17.849
6 - Sociaal domein -78.424 -76.707 41.512 -114.495 -72.983 -70.177 -68.254 -66.322
7 - Volksgezondheid en milieu -4.040 -3.305 14.753 -17.731 -2.977 -2.818 -2.591 -2.558
8 - Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing 1.634 -1.890 10.995 -11.761 -766 59 -879 -880
Totaal geraamd resultaat voor bestemming 4.146 -2.374 242.255 -239.953 2.302 3.882 5.438 5.979
0 - Bestuur en ondersteuning -1.693 799 2.121 -4.801 -2.680 -2.449 -2.449 -2.413
2 - Verkeer, vervoer en waterstaat 353 1.375 299 45 344 332 327 234
3 - Economie 143 476 96 96 20 - -
4 - Onderwijs 381 250 250 250 250 - -
5 - Sport, cultuur en recreatie 100 -100 - - - - - -
6 - Sociaal domein 1.386 - 1.018 -1.000 18 - -1.000 -1.000
7 - Volksgezondheid en milieu 190 186 166 - 166 82 -132 -97
8 - Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing 139 -92 190 -498 -308 -1.134 -595 -595
Totaal beoogde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves 999 2.895 4.139 -6.254 -2.115 -2.898 -3.849 -3.871
Totaal geraamd resultaat na bestemming 5.145 521 246.394 -246.207 187 984 1.589 2.108
Overzicht van baten en lasten en toelichting (bedragen x €1.000)
Taakvelden (bedragen €1.000)Rekening
2015
Begroting
2016
2017
2018 2019 2020
Overzicht incidentele baten en lasten (bedragen x €1.000)
2017 2018 2019 2020
Incidentele Lasten 7.160 7.577 5.251 5.123
Incidentele baten 2.139 1.939 284 191
Structurele toevoegingen en onttrekkingen
reserves(bedragen x €1.000)
2017 2018 2019 2020
structurele stortingen 1.232 1.200 1.166 1.130
structurele onttrekkingen 2.001 2.001 2.001 2.001
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 107
3.2 Voorgestelde begrotingsbijstellingen
De beginstand van deze programmabegroting 2017 – 2020 is gelijk aan de door de raad vastgestelde
eindstand van de kadernota 2017 – 2020. Na deze beginstand volgt een overzicht van de door het college
voorgestelde bijstellingen op het begrotingssaldo, eindigend in de eindstand van deze
programmabegroting 2017 en meerjarenraming 2018 – 2020. In de pagina’s daarna wordt ieder voorstel
afzonderlijk van een toelichting voorzien.
2017 2018 2019 2020
Beginstand programmabegroting 2017 - 2020 187 984 1.589 2.108
2017 2018 2019 2020
Algemene uitkering - effect meicirculaire 2016 -77 -19 -856 -843
Algemene uitkering - effect septembercirculaire 2016 658 1.602 2.220 2.394
1 T 0.7 Financieel effect gemeentefonds - niet taakgerelateerde mutaties (1) 581 1.583 1.364 1.551
2017 2018 2019 2020
Algemene uitkering - taakgerelateerde mutaties
Nominale ontwikkeling jaarschijf 2017 329 329 329 329
Besluit Risico's Zware Ongevallen (BRZO) -43 -43 -43 -43
Wetsvoorstel vrijlating lijfrenteopbouw 52 63 74 74
Taaleis participatiewet 29 29 29 29
Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) 30 30 30 30
Integratie uitkering sociaal domein - taakgerelateerde mutaties
Participatiewet (septembercirculaire 2016) 91 155 184 185
Wmo 2015 (meicirculaire 2016) 280 495 493 405
Wmo 2015 (septembercirculaire 2016) -592 -555 -548 -512
Jeugdhulp (meicirculaire 2016) 1.855 2.032 2.006 2.009
Jeugdhulp (septembercirculaire 2016) -485 -485 -485 -485
Overige uitkeringen - taakgerelateerde mutaties
Suppletie uitkering - cumulatieregeling herijking gemeentefonds -125 -125 -125 -
ICL uitkering - Toekenning ICL index 2015 169 - - -
Decentralisatie uitkering - Voorschoolse voorziening peuters 97 145 193 241
Decentralisatie uitkering - Peuterspeelzaalwerk - -156 -156 -156
Integratie uitkering - Wmo 2007 (meicirculaire 2016) 390 390 390 430
Integratie uitkering - Wmo 2007 (septembercirculaire 2016) -121 -121 -121 -121
Overige decentralisatie uitkeringen (septembercirculaire 2016) - - - -
2 T 0.7 Financieel effect gemeentefonds - taakgerelateerde mutaties (2) 1.956 2.183 2.250 2.415
2017 2018 2019 2020
Algemene uitkering - doorvertaling in gemeentebegroting
3 T 0.8 Ramen lastenkant - Nominale ontwikkeling jaarschijf 2017 (loon/sociale lasten) -329 -329 -329 -329
4 T 1.1 Aframen lastenkant - Besluit Risico's Zware Ongevallen (BRZO) 19 19 19 19
5 T 6.5 Ramen lastenkant - Wetsvoorstel vrijlating lijfrenteopbouw -52 -63 -74 -74
6 T 6.5 Ramen lastenkant - Taaleis participatiewet -29 -29 -29 -29
7 T 8.1 Aframen batenkant - Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) -30 -30 -30 -30
Integratie uitkering sociaal domein - doorvertaling in gemeentebegroting
8 T 6.4 / T 6.5 Ramen lastenkant - Participatiewet -91 -155 -184 -185
9a T 6.6 / T 6.71 Ramen lastenkant - Wmo 2015 -280 -495 -493 -405
9b T 6.6 / T 6.71 Aframen lastenkant - Wmo 2015 (septembercirculaire 2016) 592 555 548 512
10a T 6.72 / T 6.82 Ramen lastenkant - Jeugdhulp -1.855 -2.032 -2.006 -2.009
10b T 6.72 / T 6.82 Aframen lastenkant - Jeugdhulp (septembercirculaire 2016) 485 485 485 485
Overige uitkeringen - doorvertaling in gemeentebegroting
11 T 0.8 Aframen lastenkant - Stelpost cumulatieregeling herijking gemeentefonds 125 125 125 -
12 T 2.1 / T 5.7 Ramen lastenkant - Toekenning ICL index 2015 -169 - - -
13 T 4.3 Ramen lastenkant - Voorschoolse voorziening peuters -97 -145 -193 -241
14 T 4.3 Aframen lastenkant - Peuterspeelzaalwerk - 156 156 156
15a T 6.6 / T 6.71 Ramen lastenkant - Wmo 2007 -390 -390 -390 -430
15b T 6.6 / T 6.71 Aframen lastenkant - Wmo 2007 (septembercirculaire 2016) 121 121 121 121
16 T 6.1 Overige decentralisatie uitkeringen (septembercirculaire 2016) - - - -
Financieel effect doorvertalen taakgerelateerde mutaties gemeentefonds (3) -1.980 -2.207 -2.274 -2.439
Meerjarenraming 2017 - 2020
Meerjarenraming 2017 - 2020
1. Gemeentefonds - niet taakgerelateerde mutaties
Meerjarenraming 2017 - 2020
2. Gemeentefonds - taakgerelateerde mutaties
Vo
ors
tel
Taakveld
Meerjarenraming 2017 - 2020
3. Doorvertalen taakgerelateerde mutaties gemeentefonds
Vo
ors
tel
Taakveld
Vo
ors
tel
Taakveld
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 108
2017 2018 2019 2020
17a T 0.5 BBV wijziging - rentetoerekening grondexploitaties (omvang B-staten) -175 -191 -211 -217
17b T 0.5 BBV wijziging - rentetoerekening grondexploitaties (aanpassing rentepercentage) -773 -876 -973 -1.066
18a T 0.5 BBV wijziging - A. herberekening annuïteiten (wijziging afschrijvingslasten) -3.854 -3.081 -3.046 -2.842
18b T 0.5 BBV wijziging - B. herberekening annuïteiten (egalisatie via reserve) 3.854 3.081 3.046 2.842
19 T 0.5 BBV wijziging - externe rentelasten (vrijval) 2.270 2.223 2.170 1.970
20 T 1.2 2e fase gasleidingen- juridisch traject -125 - - -
Financieel effect nog te concretiseren PM bedragen - vanuit kadernota (4) 1.197 1.156 986 687
2017 2018 2019 2020
21 T 0.61 / T 0.62 Actualisatie OZB opbrengsten 68 68 68 68
22 T 8.3 Asbestdaken -267 -248 -238 -239
23 T 1.2 Dierenopvang- noodzakelijke taken -18 -18 -18 -18
24 T 2.1 Ondersteuning luchthaven- en lokale economische ontwikkeling -98 -98 -98 -48
25 T 3.3 Operationeel budget Ondernemersplein -20 -20 -20 -20
26 T 3.4 Versnellingsopgave woningbouw -273 -183 -165 -165
27 T 4.3 Coordinatie watersportlessen onderwijs -20 -20 -20 -20
28 T 5.3 Exploitatie Agora -75 -75 - -
29 T 0.8 Storting ROS- reserveren voor toekomstige investeringen - -1.000 -1.000 -1.000
30a T 5.7 Uitvoeringsprogramma Vrijetijdseconomie Lelystad 2017-2021 -253 -253 -253 -253
30b T 5.7 Uitvoeringsprogramma Vrijetijdseconomie Lelystad 2017-2021 (dekking ROS) 253 253 253 253
31 T 6.1 Verbouwing De Dukdalf -65 -65 -65 -65
32 T 6.1 Huis voor taal -60 -60 -60 -60
33 T 6.1 Lelykracht -175 -100 - -
34 T 0.8 Indexatie gesubsidieerde instellingen -225 -225 -225 -225
35 T 0.8 Indexatie gemeentebegroting -400 -400 -400 -400
Financieel effect wenselijke voorstellen - vanuit kadernota (5) -1.628 -2.444 -2.241 -2.192
2017 2018 2019 2020
36 T 1.1 Brandkranen -26 -26 -26 -26
37 T 3.4 Lelystad 50 jaar -76 - - -
38 T 6.1 Buurtexperiment -75 - - -
39 T 6.1 Jeugdpreventiewerkers -150 -150 -150 -150
40 T 4.1 Uitvoeringskosten bestaande en nieuwe MRA-agenda -95 -95 -95 -95
41 T 1.2 Toezichthouders -88 -88 -88 -88
42 T 8.3 Uitvoeringskosten Woonvisie - SVn leningen -60 -50 -50 -50
43 T 0.4 Verzekeringen -120 -120 -120 -120
44 T 0.4 ICT investeringen (budgetneutraal) - - - -
45 T 1.2 Persoonsgerichte aanpak -50 - - -
46 T 0.4 Bijdrage archieftaak Nieuw Land Erfgoedcentrum -18 -18 -18 -18
47a T 4.2 Vrijval reeds geraamde kapitaallasten VO - 586 919 909
47b T 0.8 Reserveren Vrijval reeds geraamde kapitaallasten VO - -586 -919 -909
Financieel effect nagekomen voorstellen - na kadernota (6) -758 -547 -547 -547
2017 2018 2019 2020
Beginstand programmabegroting 2017 - 2020 187 984 1.589 2.108
Financieel effect gemeentefonds - niet taakgerelateerde mutaties (1) 581 1.583 1.364 1.551
Financieel effect gemeentefonds - taakgerelateerde mutaties (2) 1.956 2.183 2.250 2.415
Financieel effect doorvertalen taakgerelateerde mutaties gemeentefonds (3) -1.980 -2.207 -2.274 -2.439
Financieel effect nog te concretiseren PM bedragen - vanuit kadernota (4) 1.197 1.156 986 687
Financieel effect wenselijke voorstellen - vanuit kadernota (5) -1.628 -2.444 -2.241 -2.192
Financieel effect nagekomen voorstellen - na kadernota (6) -758 -547 -547 -547
Subtotaal financiële effecten (1 t/m 6) -632 -276 -462 -525
Eindsaldo programmabegroting 2017 - 2020 -445 708 1.127 1.583
Recapitulatie financiële effecten 2017 - 2020
Meerjarenraming 2017 - 2020
Meerjarenraming 2017 - 2020
6. Nagekomen voorstellen - na kadernota
4. Nog te concretiseren PM bedragen - vanuit kadernota
Vo
ors
tel
Taakveld Meerjarenraming 2017 - 2020
5. Wenselijke voorstellen - vanuit kadernota
Vo
ors
tel
Taakveld
Vo
ors
tel
Taakveld Meerjarenraming 2017 - 2020
2017 2018 2019 2020
Eindsaldo programmabegroting 2017 - 2020 -445 708 1.127 1.583
48 T 0.11 Onttrekking algemene reserve (vanuit verwacht jaarrekeningresultaat 2016) 445 - - -
Eindsaldo programmabegroting 2017 - 2020 - 708 1.127 1.583
Vo
ors
tel
Taakveld Meerjarenraming 2017 - 2020
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 109
1. Gemeentefonds – niet taakgerelateerde mutaties
De groei- of krimp van de totale omvang van de algemene uitkering wordt gebaseerd op de zogeheten
‘trap op- trap af’ systematiek, waarbij de uitkering uit het gemeentefonds is gekoppeld aan de netto
gecorrigeerde rijksuitgaven (resulterend in het accres, zijnde de groei of krimp van de algemene
uitkering). Naast de zogeheten ‘trap op- trap af’ worden er in de mei- en septembercirculaire 2016 nog
enkele andere technische mutaties doorgevoerd, per saldo resulterend in een positieve ontwikkeling van
de algemene uitkering uit het gemeentefonds.
Voorgesteld besluit:
1. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Algemene uitkering – niet taakgerelateerde mutaties’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met de volgende bedragen: €581.000 in 2017, €1.583.000 in 2018, €1.364.000 in 2019 en €1.551.000 in 2020.
2. Gemeentefonds – taakgerelateerde mutaties
Naast de ontwikkelingen die direct een budgettair effect op het begrotingssaldo hebben zijn er ook
mutaties binnen de uitkeringen uit het gemeentefonds te onderscheiden die wel een taakgerelateerd
karakter hebben. Het uitgangspunt hierbij is dat deze mutaties in principe geen effect hebben op het
begrotingssaldo: de toegevoegde middelen worden één op één ingezet voor het beoogde doel. Ook
wanneer er middelen uit het gemeentefonds worden genomen, bijvoorbeeld in verband met het wegvallen
van bepaalde taken, geldt dat de in de gemeentebegroting beschikbare middelen in principe worden
afgeraamd. De mei- en septembercirculaire 2016 laten diverse taakgerelateerde mutaties zien, per saldo
resulterend in een positieve ontwikkeling van diverse uitkeringen uit het gemeentefonds. In de voorstellen
3 tot en met 16 wordt vervolgens de vertaalslag gemaakt naar de gemeentebegroting.
Voorgesteld besluit:
2. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Gemeentefonds – taakgerelateerde mutaties’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met de volgende bedragen: €1.956.000 in 2017, €2.183.000 in 2018, €2.250.000 in 2019 en €2.415.000 in 2020.
3. Doorvertalen taakgerelateerde mutaties gemeentefonds
De raming van de algemene uitkering is gebaseerd op constante prijzen, net zoals de lastenkant van de
gemeentebegroting. In de meicirculaire 2016 verspringt het basisjaar en wordt in 2017 de nominale
ontwikkeling van de algemene uitkering meegenomen (dit wordt zichtbaar in structureel hogere algemene
uitkering van €329.000, als onderdeel van voorstel 2). Conform de gebruikelijke systematiek wordt
voorgesteld de nominale compensatie te reserveren als stelpost voor de ontwikkeling van salarissen en
sociale lasten. In het meerjarenperspectief is nog een structurele stelpost beschikbaar van €220.000
(restant na verwerking van de huidige CAO afspraken). In aanvulling daarop wordt via bovenstaand
voorstel nog eens €329.000 gereserveerd, voor een totaal van afgerond €550.000.
Voorgesteld besluit:
3. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Nominale ontwikkeling jaarschijf 2017 (loon/sociale lasten) de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met -€329.000.
2017 2018 2019 2020
Algemene uitkering - effect meicirculaire 2016 -77 -19 -856 -843
Algemene uitkering - effect septembercirculaire 2016 658 1.602 2.220 2.394
Totaal effect voorstel 581 1.583 1.364 1.551
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
Gemeentefonds - taakgerelateerde mutaties 1.956 2.183 2.250 2.415
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
Ramen lastenkant - Nominale ontwikkeling jaarschijf 2017 (loon/sociale lasten) -329 -329 -329 -329
VoorstelBedragen x € 1.000,-
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 110
Vanwege de overdracht van het bevoegd gezag voor alle BRZO-inrichtingen (Besluit Risico Zware
Ongevallen 1999) en RIE-4-installaties (Richtlijn Industriële Emissies-categorie 4) van gemeenten naar
provincies wordt de algemene uitkering verlaagd. De financiële consequenties van de overdracht zijn in
een gezamenlijk onderzoekstraject van het Ministerie van IenM, het Ministerie van BZK, VNG en IPO in
kaart gebracht. De uitname uit het gemeentefonds resulteert voor Lelystad in een nadeel van ruim
€42.000, terwijl de gemeente Lelystad maar het bevoegd gezag vormde voor welgeteld één BRZO-
inrichting. De kosten voor toezicht van deze BRZO-inrichting bedroeg in de jaren 2012 - 2015 gemiddeld
€19.000. Per saldo zal deze uitname dus niet geheel budgetneutraal verwerkt kunnen worden.
Voorgesteld besluit:
4. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO)’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met €19.000.
Het wetsvoorstel ‘vrijlaten lijfrenteopbouw’ resulteert in hogere uitvoeringskosten voor gemeenten. Via de
algemene uitkering in het gemeentefonds worden gemeenten gecompenseerd voor deze hogere kosten.
Voorgesteld besluit:
5. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Wetsvoorstel vrijlating lijfrenteopbouw’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met de volgende bedragen: -€52.000 in 2017, -€63.000 in 2018 en -€74.000 met ingang van 2019.
Deze wet regelt dat bijstandsgerechtigden - die onvoldoende de Nederlandse taal beheersen en daardoor
worden belemmerd bij hun inschakeling op de arbeidsmarkt - de verplichting wordt opgelegd om de
Nederlandse taal te leren. De verplichting geldt vanaf 1 januari 2016 voor de nieuwe instroom in de
bijstand en vanaf 1 juli 2016 voor alle bijstandsgerechtigden. Het invoeren van de zogeheten ‘Taaleis’
binnen de Participatiewet resulteert in hogere uitvoeringskosten voor gemeenten. Via de algemene
uitkering in het gemeentefonds worden gemeenten gecompenseerd voor deze hogere kosten.
Voorgesteld besluit:
6. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Taaleis participatiewet’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met -€29.000.
De algemene uitkering wordt vanaf 2017 verhoogd in verband met een bijdrage in de beheerkosten van
de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). De wet BGT is op 1 januari 2016 in werking getreden
en op 1 januari 2017 zijn naar verwachting alle gemeenten aangesloten. In de wet BGT wordt aan
gemeenten een belangrijk deel van het bijhouden van de grootschalige topografie opgedragen. De BGT
is voor gemeenten de opvolger van de GBKN (Grootschalige Basiskaart Nederland) of een eigen GBK.
Het bijhouden van de GBKN door gemeenten werd, naast een eigen bijdrage, gefinancierd uit bijdragen
van het Kadaster, netbeheerders en verkopen aan derden. De toevoeging aan de algemene uitkering uit
het gemeentefonds strekt ter vervanging van deze vroegere bijdragen van derden.
Voorgesteld besluit:
7. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT)’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met -€30.000.
2017 2018 2019 2020
Aframen lastenkant - Besluit Risico's Zware Ongevallen (BRZO) 19 19 19 19
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
Ramen lastenkant - Wetsvoorstel vrijlating lijfrenteopbouw -52 -63 -74 -74
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
Ramen lastenkant - Taaleis participatiewet -29 -29 -29 -29
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
Aframen batenkant - Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) -30 -30 -30 -30
VoorstelBedragen x € 1.000,-
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 111
De integratie uitkering sociaal domein wordt voor het onderdeel participatiewet opgehoogd in de
meicirculaire 2016, door de toevoeging van loon- en prijscompensatie (+€46,6 mln.). Daarnaast vindt er
een kleine uitname op macroniveau plaats, in verband met een VNG-betaling. Per saldo resulteren deze
bewegingen voor Lelystad in een positieve bijstelling van de integratie uitkering uit het gemeentefonds,
waarbij wordt voorgesteld deze middelen beschikbaar te stellen voor de uitvoering van bijbehorende
taken.
Voorgesteld besluit:
8. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Participatiewet’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met de volgende bedragen: -€91.000 in 2017, -€155.000 in 2018, -€184.000 in 2019 en -€185.000 in 2020.
De integratie uitkering sociaal domein wordt voor het onderdeel Wmo 2015 opgehoogd in de meicirculaire
2016, door de toevoeging van loon- en prijscompensatie (+€57,2 mln.). Tegelijkertijd zijn er in de
meicirculaire enkele toevoegingen aan het macrobudget doorgevoerd en wordt datzelfde macrobudget
op een aantal andere onderdelen weer verlaagd. Per saldo resulterend in een positieve bijstelling voor
de gemeente Lelystad.
In de septembercirculaire 2016 zijn de afspraken uit het bestuurlijk overleg van 24 augustus 2016
doorgevoerd. Deze afspraken tussen de VNG en het ministerie van VWS hebben betrekking op het naar
beneden toe bijstellen van deze integratie-uitkering, in verband met verkeerde vooronderstellingen over
cliëntaantallen. De achterliggende beweegredenen achter deze mutaties hebben te maken met een
foutieve budgettoedeling per 1 januari 2015, waarbij achteraf is gebleken dat er groepen cliënten ten
onrechte onder de verantwoordelijkheid van gemeenten zijn meegeteld (een foutieve startstreep). In
totaliteit gaat het om een neerwaartse bijstelling van de integratie uitkering met een bedrag van € 179
miljoen in 2017, aflopend tot een bedrag van € 159 miljoen structureel in 2021.
Daarnaast heeft het kabinet besloten om meerpersoonshuishoudens waarbij één van de partners
chronisch ziek is, en daardoor niet kan werken, financieel tegemoet te komen via een verlaging van de
eigen bijdragen Wmo 2015. De gemeenten worden via deze integratie uitkering gecompenseerd voor
minder opbrengsten aan eigen bijdragen. Het vanaf 2017 om een bedrag van € 50 miljoen structureel.
Per saldo resulteren deze bewegingen voor Lelystad in een negatieve bijstelling van deze integratie
uitkering uit het gemeentefonds, waarbij wordt voorgesteld de binnen de gemeentebegroting beschikbare
middelen budgetneutraal naar beneden toe bij te stellen.
Voorgesteld besluit:
9. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Wmo 2015’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met de volgende bedragen: €312.000 in 2017, €60.000 in 2018, €55.000 in 2019 en €107.000 in 2020.
De integratie uitkering sociaal domein wordt voor het onderdeel Jeugdhulp fors opgehoogd in de
meicirculaire 2016. Het positieve effect kan voor iets meer dan de helft verklaard worden door
aanpassingen in de verdeelsystematiek, onder andere door het hanteren van actuelere gegevensbronnen
voor de verdeling van de middelen voor voogdij en 18+. Daarnaast wordt er een loon-/prijs compensatie
aan het macrobudget toegevoegd, is er een compensatie doorgevoerd voor de afschaffing van de
2017 2018 2019 2020
Ramen lastenkant - Participatiewet -91 -155 -184 -185
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
Ramen lastenkant - Wmo 2015 -280 -495 -493 -405
Aframen lastenkant - Wmo 2015 (septembercirculaire 2016) 592 555 548 512
Totaal effect voorstel (per saldo aframing budget) 312 60 55 107
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
Ramen lastenkant - Jeugdhulp -1.855 -2.032 -2.006 -2.009
Aframen lastenkant - Jeugdhulp (septembercirculaire 2016) 485 485 485 485
Totaal effect voorstel (per saldo bijraming budget) -1.370 -1.547 -1.521 -1.524
VoorstelBedragen x € 1.000,-
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 112
ouderbijdrage. In de septembercirculaire 2016 zijn vervolgens de afspraken uit het bestuurlijk overleg van
24 augustus 2016 doorgevoerd. Deze afspraken tussen de VNG en het ministerie van VWS hebben
betrekking op het naar beneden toe bijstellen van deze integratie-uitkering, in verband met verkeerde
vooronderstellingen over cliëntaantallen. De achterliggende beweegredenen achter deze mutaties
hebben te maken met een foutieve budgettoedeling per 1 januari 2015, waarbij achteraf is gebleken dat
er groepen cliënten ten onrechte onder de verantwoordelijkheid van gemeenten zijn meegeteld (een
foutieve startstreep). In totaliteit gaat het om een neerwaartse bijstelling van de integratie uitkering met
een bedrag van € 47 miljoen in 2017, aflopend tot een bedrag van € 17 miljoen structureel in 2021.
Per saldo resulteren deze bewegingen voor Lelystad in een positieve bijstelling van deze integratie
uitkering uit het gemeentefonds, waarbij wordt voorgesteld deze middelen budgetneutraal beschikbaar te
stellen voor de uitvoering van de bijbehorende taken. Hoewel de verbeteringen in de verdeling van de
beschikbare middelen significant te noemen zijn blijft de resterende taakstelling binnen de Jeugdhulp fors
van omvang (combinatie van de effecten van het objectieve verdeelmodel en de oplopende bezuinigingen
door de rijksoverheid). De beschikbare middelen lopen in de aankomende jaren terug naar zo’n €22,4
mln. per jaar in 2020 (ter illustratie: in 2015 bedroegen de beschikbare middelen zo’n €28,7 mln.).
Voorgesteld besluit:
10. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Jeugdhulp’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met de volgende bedragen: -€1.370.000 in 2017, -€1.547.000 in 2018, -€1.521.000 in 2019 en -€1.524.000 in 2020.
De cumulatieregeling herijking gemeentefonds is een overkoepelende overgangsregeling, die gericht is
op de herverdeeleffecten in het gemeentefonds (binnen de integratie uitkeringen in het sociaal domein
en het groot onderhoud). Eventuele herverdeeleffecten worden binnen ieder dossier afzonderlijk
gemaximeerd op 15 euro per inwoner per jaar. In aanvulling daarop voorziet de cumulatieregeling in een
compensatie voor de cumulatie van herverdeeleffecten, zodat het totaal ook de 15 euro per inwoner per
jaar niet overstijgt. Gemeenten die een cumulatief nadeel hebben dat hoger is dan deze 15 euro
ontvangen deze suppletie in de jaren 2017 - 2019.
Op basis van de septembercirculaire 2015 zou Lelystad een bedrag van iets meer dan €200.000 per
jaarschijf ontvangen en met het vaststellen van de programmabegroting 2016 - 2019 zijn deze middelen
dan ook als stelpost in de begroting verwerkt. Met het afronden van de 2e fase van het groot onderhoud
gemeentefonds is deze cumulatieregeling echter opnieuw herrekend en worden de bedragen voor
Lelystad met €125.000 naar beneden toe bijgesteld in de septembercirculaire 2016. Dit nadeel kan
worden opgevangen door het aframen van de bijbehorende stelpost in de gemeentebegroting voor
hetzelfde bedrag. De stelpost die resteert na het aframen van deze €125.000 bedraagt €76.000 in 2017,
€91.000 in 2018 en €81.000 in 2019.
Voorgesteld besluit:
11. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Stelpost cumulatieregeling herijking gemeentefonds’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2019 bij te stellen met €125.000.
Door het positieve accres in 2015 is de ICL bijdrage geïndexeerd door het Rijk (dit werkt structureel door).
De uitkomsten van de evaluatie van de ICL uitkering hebben voor 2017 in ieder geval nog geen effect,
waardoor deze toevoeging voor 2017 budgetneutraal in de begroting verwerkt kan worden (toevoeging
aan de voorziening groot onderhoud).
Voorgesteld besluit:
12. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Toekenning ICL index 2015’ de begroting 2017 bij te stellen met -€169.000.
2017 2018 2019 2020
Aframen lastenkant - Stelpost cumulatieregeling herijking gemeentefonds 125 125 125 -
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
Ramen lastenkant - Toekenning ICL index 2015 -169 - - -
VoorstelBedragen x € 1.000,-
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 113
Rijk en gemeenten hebben bestuurlijke afspraken gemaakt over een aanbod van voorschoolse
voorzieningen voor alle peuters. In heel Nederland gaan er circa 40.000 peuters nu niet naar de
kinderopvang of peuterspeelzaal. Met deze afspraken wordt alle peuters de mogelijkheid gegeven om
naar een voorschoolse voorziening te gaan. Via nog te maken afspraken gaan gemeenten zich actief
inzetten om een aanbod te realiseren voor de groep peuters, zonder recht op kinderopvangtoeslag, die
nu niet naar een voorschoolse voorziening gaat.
Voorgesteld besluit:
13. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Voorschoolse voorziening peuters’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met de volgende bedragen: -€97.000 in 2017, -€145.000 in 2018, -€193.000 in 2019 en -€241.000 in 2020.
Het stopzetten van de decentralisatie uitkering ‘Peuterspeelzaalwerk’ met ingang van 2018 hangt onder
andere samen met de, binnen het vorige voorstel beschreven, introductie van de nieuwe decentralisatie
uitkering ‘voorschoolse voorziening peuters’. Door het onderbrengen van peuterspeelzalen onder de
kinderopvangtoeslag neemt het Rijk uitgaven van gemeenten over, wat maakt dat de in de
gemeentebegroting beschikbare middelen kunnen vrijvallen.
Voorgesteld besluit:
14. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Peuterspeelzaalwerk’ de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met €156.000.
De kleinere integratie uitkering Wmo 2007 staat los van de grotere integratie uitkering Wmo 2015, die
onderdeel uitmaakt van de totale integratie uitkering sociaal domein (zie voorstel 9). Deze kleinere
integratie uitkering heeft betrekking op de in 2007 gedecentraliseerde taken binnen de Wmo, zoals
huishoudelijke hulp.
Binnen de meicirculaire 2016 worden enkele mutaties doorgevoerd die een positief effect hebben op deze
integratie uitkering voor de gemeente Lelystad (toevoeging loon-/prijsbijstelling, het gebruik van actuelere
basisgegevens binnen het verdeelmodel en de concretisering van afspraken uit het regeerakkoord).
Binnen de septembercirculaire 2016 worden er vervolgens enkele technische correcties doorgevoerd die
juist een negatief effect hebben op de hoogte van deze integratie uitkering.
Per saldo resulteren deze bewegingen voor Lelystad in een positieve bijstelling van deze integratie
uitkering uit het gemeentefonds, waarbij wordt voorgesteld deze middelen budgetneutraal beschikbaar te
stellen voor de uitvoering van de bijbehorende taken.
Voorgesteld besluit:
15. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Wmo 2007’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met de volgende bedragen: -269.000 in 2017, 2018 en 2019 en -€309.000 in 2020.
In de septembercirculaire 2016 worden enkele vooraankondigingen gedaan over de compensatie voor
de verhoogde asielinstroom en de bestrijding van de gevolgen van armoede onder kinderen. Zo stelt het
2017 2018 2019 2020
Ramen lastenkant - Voorschoolse voorziening peuters -97 -145 -193 -241
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
Aframen lastenkant - Peuterspeelzaalwerk - 156 156 156
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
Ramen lastenkant - Wmo 2007 -390 -390 -390 -430
Aframen lastenkant - Wmo 2007 (septembercirculaire 2016) 121 121 121 121
Totaal effect voorstel (per saldo bijraming budget) -269 -269 -269 -309
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
Overige decentralisatie uitkeringen (septembercirculaire 2016) - - - -
VoorstelBedragen x € 1.000,-
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 114
kabinet in 2016 en 2017 in totaal €381 miljoen beschikbaar voor de verhoogde asielinstroom (twee maal
€190,5 miljoen). Gemeenten krijgen in 2016 en 2017 duidelijkheid in de decembercirculaire over de
precieze realisatie van de lokale huisvestingstaakstelling en de daaraan gekoppelde compensatie uit dit
totaalbedrag.
Daarnaast wordt er vanaf 2017 structureel € 100 miljoen beschikbaar gesteld voor de bestrijding van de
gevolgen van armoede onder kinderen. Deze middelen zullen grotendeels aan gemeenten beschikbaar
worden gesteld, nadat er bestuurlijke afspraken met de VNG zijn gemaakt. Over de exacte omvang en
verdeling worden gemeenten in de decembercirculaire 2016 geïnformeerd.
Voorgesteld besluit:
16. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Overige decentralisatie uitkeringen (septembercirculaire 2016)’ kennis te nemen van de in de septembercirculaire 2016 aangekondigde decentralisatie uitkeringen.
4. Nog te concretiseren PM bedragen – vanuit kadernota
Op dit moment bedraagt het interne rentepercentage 3%, wat voor het begrotingsjaar 2016 heeft geleid
tot een begrote interne rentedekking van €3.150.000 vanuit het grondbedrijf. De desbetreffende
boekwaarden (en daarmee het toekomstig terug te verdienen geïnvesteerd vermogen) nemen ieder jaar
toe met dit bedrag. Het precieze bedrag dat wordt bijgeschreven op de balans wordt jaarlijks
geactualiseerd voor wat betreft de twee voornaamste variabelen:
1. de totale omvang van de B- staten, zijnde de vastgestelde grondexploitaties (op de voormalige
A- staten, de niet in exploitatie genomen gronden, wordt geen rente bijgeschreven);
2. het te hanteren interne rentepercentage.
Ad voorstel 17a
In het rapport “Lelystad: op weg naar een levendig Stadshart” en de bijbehorende advisering is
aangegeven dat de verdere ontwikkeling van het stadshart zal plaatsvinden door middel van apart aan
de raad voor te leggen deelplannen c.q. deelexploitaties, zodra de ontwikkeling van dat gedeelte
daadwerkelijk is geborgd. Door deze handelswijze is het karakter van de grondexploitatie Stadshart
wezenlijk veranderd: in plaats van een exploitatie an sich is meer sprake van een strategische voorraad
waaruit concrete ontwikkelingen in exploitatie worden gebracht.
Om de rubricering in overeenstemming te brengen met de werkelijkheid is besloten om de
grondexploitatie Stadshart te verantwoorden als strategische voorraad, de zogenoemde A-staten
(raadsbesluit 160011147, dd 5 juli 2016). In ditzelfde besluit is, anticiperend op de BBV wijzigingen,
eveneens besloten om alle A-staten te her rubriceren naar de nieuw voorgeschreven categorie ‘Materiële
vasta activa’. Het geïnvesteerd vermogen waarover rente mag worden toegerekend (de B-staten) is door
deze verschuiving kleiner geworden, wat resulteert in wegvallende dekking binnen het financieel
meerjarenperspectief.
Ad voorstel 17b
In aanvulling op het hiervoor beschreven voorstel 17a verplichten de nieuwe regels dat het te hanteren
interne rentepercentage met ingang van 2016 gebaseerd moet worden op het ‘gewogen gemiddelde
rentepercentage van de feitelijke gemeentelijke leningenportefeuille’. Deze rekensom resulteert in een
rentepercentage van 2,00% (in plaats van 3,00%), wat leidt tot een fors lagere interne rentevergoeding.
Het structurele dekkingstekort dat hierdoor ontstaat loopt op van €0,77 mln. in 2017 tot ruim €1,07 mln.
in 2020. Tegelijkertijd nemen de boekwaarden van de B-staten (en daarmee het toekomstig terug te
verdienen geïnvesteerd vermogen) door dit voorschrift minder snel toe. Met andere woorden: de actieve
grondexploitaties worden over de gehele looptijd gezien winstgevender, cq. minder verliesgevend.
Dit gewijzigde voorschrift omtrent het toerekenen van rente maakt onderdeel uit van een bredere
herziening van de BBV- verslaggevingsregels op het gebied van grondexploitaties. Naast het bevorderen
van de transparantie- en de vergelijkbaarheid tussen gemeenten is de voornaamste reden voor deze
2017 2018 2019 2020
BBV wijziging - rentetoerekening grondexploitaties (omvang B-staten) -175 -191 -211 -217
BBV wijziging - rentetoerekening grondexploitaties (aanpassing rentepercentage) -773 -876 -973 -1.066
VoorstelBedragen x € 1.000,-
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 115
herziening ingegeven door de forse afboekingen van gemeenten op grondposities in de afgelopen jaren.
Ook de aankomende Omgevingswet en de Vennootschapsbelastingplicht voor gemeenten (Vpb) maken
dat een strikte afbakening van toe te rekenen kosten en opbrengsten noodzakelijk is. Derhalve is het dus
ook niet mogelijk om de wegvallende rentevergoeding op een andere wijze op te vangen (bijvoorbeeld
door de toerekening van andere kostencomponenten en/of het inboeken van toekomstige nog te
realiseren winsten).
Voorgesteld besluit:
17a. Op basis van bovenstaand voorstel ‘BBV wijziging – rentetoerekening grondexploitaties (omvang B-staten) de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met de volgende bedragen: -€175.000 in 2017, -€191.000 in 2018, -€211.000 in 2019 en -€217.000 in 2020.
17b. Op basis van bovenstaand voorstel ‘BBV wijziging – rentetoerekening grondexploitaties (aanpassing rentepercentage)’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met de volgende bedragen: -€773.000 in 2017, -€876.000 in 2018, -€973.000 in 2019 en -€1.066.000 in 2020.
De nieuwe BBV richtlijnen verplichten gemeenten om de gehanteerde interne rente, die gebruikt wordt
voor de aan de producten doorberekende kapitaallasten, op een andere -voor gemeenten uniforme-
manier te berekenen. Kapitaallasten moeten worden opgesplitst in de twee achterliggende componenten:
A. Rente
Zoals gezegd betekent de nieuwe richtlijn dat de gemeente Lelystad een lager intern rente percentage
moet gaan hanteren. Voor de component rente is deze wijziging binnen de reguliere begroting in principe
budgetneutraal:
De producten worden goedkoper = voordeel
De interne rentedekking neemt af = nadeel
B. Afschrijving
Voor gemeenten die afschrijven op basis van annuïteiten leidt het lagere rentepercentage op korte
termijn echter tot hogere afschrijvingen. Door de verlaging van het interne rentepercentage neemt het
aandeel van de afschrijvingen, bij de herziene annuïteitenberekeningen, eerst toe en later af. Over de
gehele looptijd blijft het bedrag van de afschrijvingen uiteraard wel gelijk, maar door de verschuiving in
de tijd treden er resultaateffecten op. Op het eerste gezicht leek dit niet primair de bedoeling te zijn
geweest van de voorgestelde BBV wijzigingen, maar in de zomerperiode is duidelijk geworden dat het
doorvoeren van deze maatregelen daadwerkelijk onontkoombaar is.
Hoewel het afschrijven op basis van annuïteiten niet expliciet wordt verboden door de commissie BBV
zijn de richtlijnen zo opgesteld dat het handhaven van dit systeem haast ondoenlijk wordt: iedere
toekomstige wijziging van het rentepercentage resulteert erin dat de annuïteiten opnieuw in de tijd
verrekend moeten worden (met nieuwe resultaatverschuivingen tot gevolg). In het lineaire systeem
speelt deze problematiek niet, omdat het afschrijvingsbedrag ieder jaar gelijk is. De gemeente Lelystad
heeft in de afgelopen jaren relatief veel investeringen gedaan die zijn geactiveerd op de balans. Doordat
binnen de annuïteiten systematiek de afschrijvingen in de eerste jaren na activering relatief beperkt zijn
vindt er door deze wijzigingen in feite een forse afschrijvingsinhaalslag plaats. De definitieve doorrekening
voor alle activa resulteert per jaarschijf in een nadeel van -€3,9 mln. tot -€2,8 mln. in het huidige
meerjarenperspectief. Dit nadeel loopt langzaam verder af tot aan het kantelpunt dat over 16/17 jaar wordt
bereikt, waarna deze nadelen weer omslaan in dienovereenkomstige voordelen.
In bijlage 2 van deze programmabegroting wordt een uitgebreide toelichting gegeven met daarbij een
doorrekening van alle gemeentelijke activa waar op afgeschreven wordt. Hierbij wordt een vergelijking
weergegeven tussen:
1. afschrijvingslasten huidige situatie (annuïteiten, rentepercentage 3%)
2. afschrijvingslasten nieuwe situatie (lineair, rentepercentage 1,5%)
2017 2018 2019 2020
BBV wijziging - A. herberekening annuïteiten (wijziging afschrijvingslasten) -3.854 -3.081 -3.046 -2.842
BBV wijziging - B. herberekening annuïteiten (egalisatie via reserve) 3.854 3.081 3.046 2.842
VoorstelBedragen x € 1.000,-
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 116
Zoals gezegd zijn deze wijzigingen technisch van aard en hebben ze over de gehele looptijd bezien geen
financieel effect, ongeacht welk systeem van afschrijven er wordt gehanteerd. Dit maakt dat er in de
uitwerking gekozen is voor een technische- en zo praktisch mogelijke- oplossingsrichting.
In bijlage 2 van deze programmabegroting worden een aantal oplossingsrichtingen en de daarbij
behorende (on)mogelijkheden tegen elkaar afgezet. Zoals blijkt uit de doorrekening van de verschillende
varianten blijkt er één variant goed uitvoerbaar te zijn. Met de uiteindelijk voorgestelde oplossing
(egalisatie via de reserves Nuon via de beschreven voorkeursvariant) kan deze systeemwijziging worden
ingevoerd, zonder dat er forse bezuinigen doorgevoerd moeten worden.
Voorgesteld besluit:
18a. De reeds begrote jaarlijkse onttrekking aan de reserve ‘Nuon – Compensatie dividend’ met ingang van jaarschijf 2021 te handhaven op het niveau van jaarschijf 2020, zijnde een jaarlijkse onttrekking van €870.257, doorlopend tot en met jaarschijf 2039.
18b. De hierdoor vrijkomende middelen ad €9.191.477 van de reserve ‘Nuon – Compensatie dividend’ met ingang van 1 januari 2017 over te hevelen naar de reserve ‘Nuon (niet vrij te besteden- weerstandsvermogen)’.
18c. De reserve ‘Nuon (niet vrij te besteden- weerstandsvermogen)’- ter grootte van €25.191.477 op peildatum 1 januari 2017- aan te wijzen ter egalisatie van de, als gevolg van de recente BBV wijzigingen, gewijzigde afschrijvingslasten in de periode 2017 - 2060.
18d. Met ingang van 1 januari 2017 ook voor alle nieuwe investeringen uit te gaan van de voorgeschreven lineaire afschrijvingssystematiek en daarbij het rentepercentage van 1,5% te hanteren.
Tegelijkertijd met het publiceren van de nieuwe regels omtrent grondexploitaties en de interne
rentetoerekening heeft de commissie BBV ook een aantal nieuwe richtlijnen gepubliceerd ten aanzien
van de begrote externe rentelasten en de maximaal toegestane afwijking binnen het totale
treasuryresultaat.
De lage rentestanden hebben de afgelopen jaren bijgedragen aan de positieve resultaten op het gebied
van treasury. Door herfinanciering van een aanzienlijk deel van de leningenportefeuille is er binnen de
begroting ruimte ontstaan in de rentebudgetten. Daar waar er in de afgelopen jaren voorzichtigheidshalve
steeds vanuit werd gegaan dat de rentestanden zich weer zouden herstellen naar het historisch
gemiddelde is dit uitgebleven. De afgelopen jaren was er in de jaarrekeningen daarom steeds sprake van
forse voordelen op dit gebied (wat een voorname oorzaak was van de positieve jaarrekeningresultaten in
de afgelopen jaren).
De nieuwe BBV regels omtrent rente verplichten gemeenten om deze rentelasten strakker te begroten,
wat gezien de huidige leningenportefeuille en de spreiding daarvan ook goed verdedigbaar is. Een direct
gevolg van het strakker begroten is wel dat er bij stijgende rentestanden eerder een onontkoombaar tekort
ontstaat waarvoor budget vrijgemaakt zal moeten worden. Door spreiding van de leningenportefeuille is
dit risico niet acuut van aard, maar afhankelijk van de toekomstige herfinancieringsbehoefte (een
significant deel van de leningenportefeuille is voor langere tijd vastgelegd tegen gunstige
rentepercentages). De verwachting is derhalve dat er een significant deel van het begrote rentebudget
kan vrijvallen.
Voorgesteld besluit:
19. Op basis van bovenstaand voorstel ‘BBV wijziging – externe rentelasten(vrijval)’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met de volgende bedragen: €2.270.000 in 2017, €2.223.000 in 2018, €2.170.000 in 2019 en €1.970.000 in 2020.
De slechte staat van de stalen gasleidingen van woningen in Lelystad bedreigen de veiligheid in de
woonomgeving. Dit was aanleiding voor een groot gemeentelijk onderzoek om ruim 15.000 woningen van
voor 1986 te controleren en zo nodig te laten vervangen. In 2016 is dit traject geïntensiveerd omdat de
2017 2018 2019 2020
BBV wijziging - externe rentelasten (vrijval) 2.270 2.223 2.170 1.970
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
2e fase gasleidingen- juridisch traject -125 - - -
VoorstelBedragen x € 1.000,-
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 117
leidingen dermate slecht waren, dat het actief vervangen van circa 6.100 stalen leidingen noodzakelijk
bleek. Vanwege de ernst van de situatie wordt het proces bestuursrechtelijk ondersteunt zodat rechten
en plichten van partijen voldoende gewaarborgd zijn.
In 2016 zijn steekproefsgewijs inspecties uitgevoerd met als resultaat dat ca. 3.000 woningen
goedgekeurd konden worden, Centrada circa 4.000 leidingen in haar woningen heeft vervangen en dat
circa 6.000 particuliere woningen ook leidingen dienen te vervangen. Circa 50% van de eigenaren dient
nog in actie te komen.
Om 2e fase; het juridisch traject volledig te kunnen afronden staan in 2017 voor circa 3.000 woningen
vervolgacties gepland. Er wordt intensief op persoonlijk contact ingezet om de juridische procedures zo
veel mogelijk te beperken en het traject soepel te laten verlopen. Om dit alles te kunnen doen, is voor
2017 een aanvullend budget van €125.000 noodzakelijk. In combinatie met de inzet vanuit de lijn wordt
er dan in totaal 1,8 Fte ingezet op inspectie, 1 Fte ingezet op het juridische vlak, 0,9 Fte als administratieve
ondersteuning, samen met 0,2 Fte als projectleiding. Met deze €125.000 kan het project als zodanig
worden afgerond, opdat een eventuele doorloop aan procedures in 2018 weer in de lijn kan worden
geplaatst.
Voorgesteld besluit:
20. Op basis van bovenstaand voorstel ‘2e fase gasleidingen- juridisch traject’ de begroting 2017 bij te stellen met -€125.000.
5. Wenselijke voorstellen – vanuit kadernota
Ieder jaar worden de OZB opbrengsten geactualiseerd. Enerzijds door het toepassen van inflatiecorrectie
en anderzijds door te kijken naar marktontwikkelingen en juridische procedures (ten aanzien van het al
dan niet belastingplichtig zijn van bepaalde objecten).
1. Indexatie van de OZB opbrengsten (0,8% van afgerond €21,5 mln. = +€168.000)
2. Actualisatie marktontwikkeling/juridische procedures (-€100.000)
Per saldo resteert er €68.000 ten gunste van het begrotingssaldo.
Voorgesteld besluit:
21. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie OZB opbrengsten’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met €68.000.
Per 2024 wordt asbesthoudende dakbedekking verboden. De gemeente informeert de inwoners hierover
en gaat hier ter zijner tijd op handhaven. Voor de bewoners levert dit financiële en praktische problemen
op en er wordt naar de gemeente gekeken voor hulp. Formeel heeft de gemeente hier geen rol in (buiten
de voorlichting, klantbegeleiding rond de regelgeving en de handhaving). Naast de effecten voor de
individuele inwoners, financieel en in de onderlinge verhoudingen, bestaat er ook een risico dat het
aanzicht van de wijken wordt aangetast (door verlies van eenduidigheid en welstand). Het college ziet
graag dat deze ongewenste bijeffecten worden voorkomen.
Het probleem wordt ook door de raad onderkend, waarbij het college tijdens de raadsvergadering de
opdracht heeft gekregen om voorstellen te doen over het op passende wijze voorzien in de hulpvraag van
de betreffende inwoners. In het overzicht op de volgende pagina wordt ingegaan op de specificatie van
het binnen dit voorstel aangevraagde bedrag.
2017 2018 2019 2020
Actualisatie OZB opbrengsten 68 68 68 68
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
Asbestdaken -267 -248 -238 -239
VoorstelBedragen x € 1.000,-
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 118
Voorgesteld besluit:
22. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Asbestdaken’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met de volgende bedragen: -€267.000 in 2017, -€248.000 in 2018, -€238.000 in 2019 en -€239.000 in 2020.
In het Raadsprogramma 2014-2018 is opgenomen dat het beleid voor dierenwelzijn wordt verbreed en
verder wordt ontwikkeld. Samenwerken met partijen uit het werkveld en gebruik maken van initiatieven
die hier aan bijdragen is essentieel. In Lelystad is een jaarlijks toenemend aantal zwerfkatten aanwezig.
Deze zijn verwilderd en geven overlast. Deze dieren socialiseren kost veel tijd en energie. Ze kunnen niet
in het asiel worden ondergebracht, omdat ze kansloos zijn voor herplaatsing. Verschillende
vrijwilligersorganisaties uit Lelystad proberen de katten te vangen en ze een dierwaardig bestaan te
bezorgen. Als het niet mogelijk is ze ergens te plaatsen worden ze gesteriliseerd/gecastreerd en
teruggeplaatst (TNR-methode, aanbevolen door landelijke dierenbescherming en bij veel gemeentes
toegepast). Deze activiteiten worden volledig door vrijwilligers ondernomen. Er zijn echter wel kosten mee
gemoeid (medische verzorging, steriliseren/castreren, vangmiddelen, voer etc.) Deze kosten kunnen
maar zeer ten dele door deze organisaties worden opgebracht. Gevolg: te weinig katten worden gevangen
en behandeld, met als gevolg nog steeds toenemend aantal zwerfkatten en klachten.
Een beperkte bijdrage van de gemeente draagt bij tot vangen en behandelen van meer katten en een
afname van aantal zwerfkatten (“uitsterfconstructie”). In Lelystad komen op de watergangen veel zwanen
en hier en daar ganzen voor. Dit zijn wilde dieren, die nu niet worden “beheerd”, waardoor het aantal
jaarlijks toeneemt. Overstekende dieren veroorzaken verkeersongelukken, maar het leidt ook tot
dierenleed. In 2015 werden 37 zwanen aangereden (grotendeels direct of later dood, deels behandeld en
naar asiel).
Jaarlijkse kosten zwerfkatten/zwanen/ganzen: € 6.000. Daarnaast is het een wettelijke verplichting om
zwerfdieren 14 dagen in een asiel op te vangen. Deze 14 dagen zijn in de praktijk te kort om de eigenaar
op te sporen of een nieuwe eigenaar te vinden. Euthanasie van gezonde dieren wordt maatschappelijk
gezien niet meer geaccepteerd en Dierenbescherming Nederland pleit dan ook al jaren voor het hanteren
van een opvangtermijn van 4 weken. Binnen Lelystad is een samenwerking tussen diverse organisaties
ontstaan om katten die moeilijk re-socialiseerbaar of plaatsbaar zijn toch te plaatsen. Daarvoor is het
nodig de katten langer dan 14 dagen in het asiel te houden om daarvoor de tijd te creëren. Het is wenselijk
2017 2018 2019 2020
Asbestleningen:
De kosten bestaan uit het opstellen- en het uitvoering geven aan de verordening
(ureninzet, behandeling aanvragen), dervingsrisico (niet terugbetaalde leningen) en de
promotie van de regeling. Geen rentekosten en beheerskosten, want deze worden
opgeheven door de rentebaten, tenzij (toch) korting gegeven wordt op de rente,
bijvoorbeeld als stimulans voor verduurzaming- dan zou het kostenniveau verder
toenemen (per procent, eerste jaar €5.000, elk jaar €5.000 extra erbij).
27.816 23.258 22.699 23.640
Subsidie advieskosten collectieve sanering asbestdaken:
Dit onderdeel bestaat voornamelijk uit te verstrekken subsidie voor advies- en
ondersteuningskosten (kosten die bewoners maken ten behoeve van collectieve
sanering).
98.872 93.572 91.872 91.872
Diverse interne kosten:
Uitvoering taken bevoegd gezag: 1 fte structureel, in verband met afhandeling en
controle extra sloopmeldingen (toename ten opzichte van de huidige situatie: 30 grote-
en 150 standaardmeldingen per jaar).
Beleid: Lobby, opstellen beleid, ondersteuning wethouder, raadsvragen,
managementinformatie, in- en externe overleggen, aansturen communicatie,
voorlichting, diversen: aflopend van 0,6 fte naar 0,4 fte. Naar 2024 toe weer oplopend.
Communicatie, promotie en bijeenkomsten: €15.000 per jaar
140.000 131.500 123.000 123.000
Totaal 266.688 248.330 237.571 238.512
Benodigde middelenSpecificatie begrotingsvoorstel asbestdaken
2017 2018 2019 2020
Dierenopvang- noodzakelijke taken -18 -18 -18 -18
VoorstelBedragen x € 1.000,-
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 119
dit initiatief te faciliteren, omdat de organisaties daarvoor zelf geen middelen hebben. Jaarlijkse kosten
voor verlenging van de opvangtermijn: € 12.000.
Voorgesteld besluit:
23. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Dierenopvang- noodzakelijke taken’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met -€18.000.
De ontwikkeling van de luchthaven is een speerpunt van beleid. Sinds het Luchthavenbesluit en het
investeringsbesluit zijn genomen zijn we in de uitvoeringsfase terecht gekomen. In 2015 en 2016 is
voorzien in de aanstelling van een programmamanager, die de afspraken bewaakt die zijn gemaakt aan
de Alderstafel, bijvoorbeeld over ruimtelijke inpassing, de landzijdige ontsluiting, leefbaarheid,
luchtverkeersleiding en het versterking van de economische structuur.
Volgens planning is de luchthaven op 1 april 2018 operationeel en tot 2023 gaat de luchthaven zich
geleidelijk en gefaseerd verder ontwikkelen. Dit voorstel is gericht op het continueren van het
programmamanagement (de dekking loopt af in 2016) en het beschikbaar stellen van een beperkt
aanvullend budget, zodat er een bijdrage geleverd kan worden aan een productieve wisselwerking met
de bestaande partners en actieve burgers die het heft in eigen hand willen nemen. Bijvoorbeeld ter
ondersteuning van initiatieven, informatiemarkten en/ of een geluidmeetsysteem.
Voorgesteld besluit:
24. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Ondersteuning luchthaven- en lokale economische ontwikkeling’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met de volgende bedragen: -€98.000 in 2017, 2018, 2019 en -€48.000 in 2020.
Het ondernemersplein is de resultante van een integrale werkgeversbenadering vanuit de taakvelden
economie, grondexploitatie en inkomensondersteuning. De faciliteit voorziet onmiskenbaar in een
behoefte. Bij het besluit tot realisatie van het ondernemersplein werd echter niet onderkend dat voor het
exploiteren en optimaliseren van deze voorziening structureel operationeel budget nodig is, bijvoorbeeld
voor het organiseren van startersbijeenkomsten, ontmoetingen met het bedrijfsleven, deelname aan
relevante netwerken en dergelijke.
Voorgesteld besluit:
25. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Operationeel budget Ondernemersplein’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met -€20.000.
In de vastgestelde Woonvisie 2016-2017 is de ambitie neergelegd om te groeien. De verwachting is dat
dat deze groei niet alleen door natuurlijke aanwas van de bestaande bevolking zal plaatsvinden, maar
vooral door nieuwe vestigers. Naast deze ambitie blijkt dat vanuit de MRA (vooral Amsterdam) de markt
geconfronteerd wordt met een overspannen vraag. Naast licht herstel op de woningmarkt in Lelystad, is
regionaal de vraagdruk sterk geïntensiveerd, met name uit Amsterdam. Binnen de MRA is geconstateerd
dat er kansen zijn voor Lelystad om een deel van deze vraag op zich te nemen. Hiertoe doet Lelystad
mee aan de MRA versnellingsopgave, wat concreet een versnellingsopgave van 20.000 woningen in
MRA verband betekent in de komende vijf jaar en wellicht verder.
Bij het vaststellen van de Woonvisie is (middels amendement) besloten de markt maximaal de
mogelijkheid te geven de locaties in Lelystad te ontwikkelen. Het mogelijk maken van de versnelling en
het creëren van deze maximale ontwikkelruimte bepalen dat er een nieuwe opgave ligt waarbij marketing
2017 2018 2019 2020
Ondersteuning luchthaven- en lokale economische ontwikkeling -98 -98 -98 -48
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
Operationeel budget Ondernemersplein -20 -20 -20 -20
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
Versnellingsopgave woningbouw -273 -183 -165 -165
VoorstelBedragen x € 1.000,-
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 120
en acquisitie een zware component vormen. Dit laatste wordt onderschreven door het urgentiedocument
woonpromotie Lelystad van Fakton. Effectieve gerichte marketing en acquisitie is nodig voor de nieuwe
Lelystadse vestigers waar Lelystad in de toekomst steeds afhankelijker van wordt.
De geconstateerde Lelystadse doelgroep van jonge gezinnen met kinderen kunnen in de nieuwere wijken
van Lelystad het woonproduct (ruimte, groen en water) vinden dat ze zoeken in het middel dure en dure
segment. De woonmarketing van Lelystad zal zich hiertoe richten op drie pijlers:
1. het aanhaken op de MRA- marketing en het MRA netwerk;
2. de directe bezoekers van Lelystad;
3. de inkomende pendel;
Een uitgebreide toelichting op de woningbouwopgave voor Lelystad heeft u inmiddels ontvangen via een
informatiebrief, die eveneens is separaat is opgenomen in bijlage 4 van deze programmabegroting. Voor
het opstarten en vormgeven van het proces van bovengenoemde opgave zijn extra mensen en middelen
nodig. Binnen de bestaande capaciteit wordt voorzien de functie van een senior programma manager
woningbouw versnellingsopgave en een adviseur grondzaken en wordt een deel van de specialisten
functies ingezet. Dit begrotingsvoorstel is op te delen in de volgende onderdelen:
Personele inzet:
2017: Marketing en acquisitie strategie 0,8 fte: €80.000. Marketing operationeel 0,2 fte: € 20.000.
Vakspecialisten en projectmanagement: 1fte €90.000; juridisch, stedenbouwkundig, planeconomie,
projectmanagement.
2018, 2019, 2020: Marketing en acquisitie strategie 0,8 fte: €80.000,-. Marketing operationeel 0,2 fte €
20.000,-. Voor deze jaren worden de inhoudelijk specialisten middels de opbrengsten uit de
grondexploitaties bekostigd.
Middelen:
Met ingang van 2017: € 65.000 voor promotionele/marketing instrumenten (digitaal en niet digitaal- vanaf
2018 zijn verdere structurele middelen nodig, de omvang hiervan volgt uit het marketingplan).
2017, 2018: €18.000 als bijdrage in de kosten voor deelname aan het onderzoek oversampling WoOn
2018. De kosten voor Lelystad voor het WoOn bedroegen afgerond €90.000. Het ministerie van BZK
heeft €20.000 subsidie verstrekt en Centrada heeft 50% van het restant (circa € 35.000) bijgedragen.
Uitgaande van eenzelfde kostenniveau, subsidiebijdrage van BZK en eenzelfde kostenverdeling met
Centrada, wordt voorgesteld voor 2017 en 2018 €18.000 te reserveren voor de deelname aan het
onderzoek oversampling WoOn 2018.
Voorgesteld besluit:
26. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Versnellingsopgave woningbouw’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met -€273.000 in 2017, -€183.000 in 2018 en -€165.000 in 2019 en 2020.
Watersport en Lelystad horen steeds meer bij elkaar. Watersport is voor de gemeente een kernsport.
Maar watersport krijgt in de gemeente pas echt betekenis als de jeugd in voldoende mate in de praktijk
actief met watersport kennis kan maken. Gelijktijdig heeft de gemeente de doelstelling om jongeren te
stimuleren om meer (buiten)schools te bewegen. De afgelopen jaren zijn - mede op basis van een
aanzienlijke tijdelijke financiering uit de landelijke Sportimpuls - bij verschillende watersportevenementen
watersportstimuleringsprogramma's voor scholieren uitgevoerd. Hier hebben 781 leerlingen aan
deelgenomen en werden ook door het onderwijs zeer gewaardeerd. Deze projecten zijn inmiddels
afgerond en de tijdelijke financiering vanuit de Sportimpuls is geëindigd.
De ambitie blijft om ook een nieuwe generatie jeugd uit Lelystad actief in contact te brengen met
watersport. In samenwerking met lokale watersportaanbieders heeft de vakgroep bewegingsonderwijs
een programma ontwikkeld voor het basis- en voortgezet onderwijs met op de doelgroep afgestemde
2017 2018 2019 2020
Coordinatie watersportlessen onderwijs -20 -20 -20 -20
VoorstelBedragen x € 1.000,-
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 121
outdoor-watersportlessen. Hierbij wordt samengewerkt met o.a. de watersportvereniging het Bovenwater,
Roeivereniging Pontos, Surfschool Paradiso en het Sportbedrijf Lelystad en Sportservice Flevoland.
De outdoor-watersportlessen worden deels gefinancierd door een eigen bijdrage van de scholen en de
inzet vanuit de Vakgroep Bewegingsonderwijs en een bijdrage van Sportservice Flevoland vanuit hun
provinciale opdracht. Er zijn echter geen middelen beschikbaar om de kosten van uitvoering van de
watersportlessen volledig te kunnen dekken. Voorgesteld wordt om voor de komende vier jaar een budget
van 20.000 euro per jaar te reserveren ten behoeve van de uitvoering van outdoor watersportlessen bij
maximaal 14 scholen in het primair en voortgezet onderwijs. De coördinatie wordt belegd bij de
Sportservice Flevoland in afstemming met de Vakgroep Bewegingsonderwijs.
Voorgesteld besluit:
27. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Coördinatie watersportlessen onderwijs’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met -€20.000.
In de kadernota 2017 - 2020 is al uitgebreid ingegaan op de liquiditeitsproblematiek van het Agora theater,
wat werd veroorzaakt door het significante negatieve eigen vermogen van de stichting. Om het
liquiditeitsprobleem weg te werken heeft de raad in de kadernota besloten een achtergestelde lening van
€600.000 aan de stichting te verstrekken.
Begin maken met wegwerken negatief eigen vermogen
Om tegelijkertijd een begin te maken met het wegwerken van het negatieve eigen vermogen wordt
voorgesteld incidenteel €75.000 voor de jaren 2017 en 2018 aan de Agora te verstrekken. Daarnaast is
in 2013 besloten tot een tijdelijke impulsmaatregelen, waarbij tot en met jaarschijf 2016 €50.000 vanuit
het budget voor kunstzinnige vorming ingezet werd als aanvullende subsidie voor het theater. Voorgesteld
wordt om deze tijdelijke maatregel structureel te maken (dit is budgetneutraal voor de
gemeentebegroting).
Compensatie voor eventuele komst bioscoop
Een eventuele komst van een nieuwe commerciële bioscoop in het centrum (en wanneer de Agora hier
niet de exploitant van wordt) kan resulteren in een nadelig effect op de exploitatie van het theater. Het
college stelt in dat geval voor te komen tot een tijdelijke compensatie (van maximaal €100.000 in 2017
en €75.000 in 2018). Mochten er in het theater geen commerciële films meer worden vertoond, kan de
huuropslag van €50.000 –voor 2019 en verder– eventueel vervallen. De afschrijvingsperiode voor de
projectfaciliteiten in het Agora theater loopt namelijk tot en met 2018 en zou na deze periode niet hoeven
worden te vervangen. Bij het voorstel met betrekking tot de bioscoop zullen integraal de financiële effecten
betrokken worden, inclusief de benodigde compensatie voor de Agora (inclusief dekkingsvoorstel).
Voorgesteld besluit:
28. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Exploitatie Agora’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 bij te stellen met de volgende bedragen: -€75.000 in 2017 en -€75.000 in 2018.
Door vanuit het begrotingssaldo middelen toe te voegen aan de ROS worden er middelen gereserveerd
om te investeren in de periode 2018 en verder. Met deze extra dotatie wordt hiervoor in extra dekking
voorzien (bijvoorbeeld voor het voorstel vrijetijdseconomie, dat hierna volgt).
Voorgesteld besluit:
29. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Storting ROS- reserveren voor toekomstige investeringen’ de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met -€1.000.000.
2017 2018 2019 2020
Exploitatie Agora -75 -75 - -
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
Storting ROS- reserveren voor toekomstige investeringen - -1.000 -1.000 -1.000
VoorstelBedragen x € 1.000,-
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 122
In het Raadsprogramma 2014-2018 “Lelystad transformeert” is toerisme als speerpunt benoemd. Door
het college is daarom opdracht gegeven om te onderzoeken op welke wijze vrijetijdseconomie kan
bijdragen aan de economische groei en de aantrekkelijkheid van de stad. Uw raad heeft hiervoor reeds
een separaat voorstel ontvangen, vergezeld met het 'Uitvoeringsprogramma Vrijetijdseconomie Lelystad
2016-2026'. Het uitvoeringsprogramma dient als onderbouwing van het bedrag dat in 2017 concreet wordt
ingezet bevat tevens een indicatie over de beoogde inzet in de jaren na 2017. Dit uitvoeringsprogramma
wordt jaarlijks geëvalueerd, waarna het actieplan voor het daaropvolgende jaar kan worden
vormgegeven. Dit plan dient dan vervolgens weer als onderbouwing voor het onttrekkingsvoorstel dat
jaarlijks separaat aan de raad zal worden voorgelegd.
Voorgesteld besluit:
30. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Uitvoeringsprogramma Vrijetijdseconomie Lelystad 2017 – 2021’ in de periode 2017 – 2021 jaarlijks een bedrag van €253.000 te beklemmen binnen de Reserve Ontwikkeling Stad en voor de toekomstige onttrekkingen van dit gereserveerde uitvoeringsbudget jaarlijks een separaat voorstel tegemoet te zien.
Om ook in het stadsdeel Punter, Galjoen, Jol en Karveel alle vormen van ondersteuning, informatie en
advies en ontmoetingsactiviteiten aan te bieden, laagdrempelig en dichtbij de bewoners is het
noodzakelijk het gebouw De Dukdalf te moderniseren. Momenteel zijn een aantal organisaties op
noodlocaties gehuisvest. Echter om het wijkcentrum een dynamische ontmoetingsplek te laten zijn voor
de wijkbewoners waar men met elke hulpvraag terecht kan, is het noodzakelijk deze organisaties op 1
locatie te huisvesten. De Dukdalf is in dit stadsdeel de aangewezen locatie, maar het gebouw voldoet in
de huidige staat niet aan deze behoefte. De benodigde ruimte om de professionals in de wijk (onder
andere de leden van het Sociaal Wijkteam, de leden van het Jeugd en Gezinsteam, de wijkraad en het
opbouwwerk) hun werk te laten doen is nu niet aanwezig. Er zijn flexibele werkplekken nodig en ruimtes
om gesprekken te voeren. Tevens moet het gebouw toegankelijk gemaakt worden voor het ontvangen
van verschillende aandachtsgroepen. Door Gebouwenbeheer zijn de kosten berekend voor een
verbouwing van het pand naar de norm van een MFA light (zoals MFA De Waterbever). Hierin zijn zowel
de verbouwingskosten als de herinrichting meegenomen. Voor de afschrijving van het gebouw is jaarlijks
65.000 nodig. De kosten voor de exploitatie (vaste lasten en dergelijke) en het beheer kunnen worden
gefinancierd uit beleidsbudgetten en de inkomsten uit verhuur en bar.
Voorgesteld besluit:
31. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Verbouwing De Dukdalf’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met -€65.000.
Het Huis voor Taal is een goed lopende voorziening, waar de krachten van verschillende organisaties
worden gebundeld op het gebied van taalactiviteiten voor laaggeletterde en/of laagopgeleide
Lelystedelingen. Het Huis voor Taal brengt de activiteiten bij elkaar in een taalketen en laat het bestaande
taalaanbod in een logische doorlopende lijn op elkaar aansluiten. De behoefte aan taaleducatie neemt
toe, met name als gevolg van de toestroom vluchtelingen. Jaarlijks is hiervoor een budget van €130.000
benodigd. €70.000 hiervan wordt gedekt uit de WEB middelen. Een aanvullende bedrag van € 60.000 is
jaarlijks nodig om de voorziening in stand te houden.
Voorgesteld besluit:
32. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Huis voor taal’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met -€60.000.
2017 2018 2019 2020
Uitvoeringsprogramma Vrijetijdseconomie Lelystad 2017-2021 -253 -253 -253 -253
Uitvoeringsprogramma Vrijetijdseconomie Lelystad 2017-2021 (dekking ROS) 253 253 253 253
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
Verbouwing De Dukdalf -65 -65 -65 -65
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
Huis voor taal -60 -60 -60 -60
VoorstelBedragen x € 1.000,-
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 123
Naar aanleiding van de bezuinigingen in het sociaal domein, hebben Welzijn Lelystad, de FlevoMeer
bibliotheek, Kubus en Sportbedrijf Lelystad met een bijdrage vanuit het Fonds Nieuwe Verbindingen in
2015 onderzocht hoe integraal en interdisciplinair een gezamenlijke dienstverlening kan worden
ontwikkeld die nieuwe mogelijkheden biedt voor meer slagkracht voor de stad en haar inwoners. Ze
noemen deze duurzame samenwerking met de stad 'Lelykracht'. Inzicht in de behoeften van de stad en
haar inwoners en inzicht in elkaars kernopgaven en –kwaliteiten vormen het fundament van 'Lelykracht'.
Het onderzoek levert een beeld op van een stad waarvan de inwoners hun betaalbare woning, het groen,
de rust en de ruimte waarderen, maar waar een gedeelde visie en ziel ontbreekt.
Vanuit verschillende invalshoeken leveren deze vier organisaties een bijdrage aan een sterkere
samenleving en een bruisend Lelystad. Doel is om tot een krachtenbundeling te komen met de inwoners
en private en publieke partijen om vier doelen te realiseren die de ‘software’ van de stad een permanente
impuls geven:
1. Beter (op)groeien in Lelystad;
2. Sterkere onderlinge binding;
3. Actiever in stad en wijk;
4. Een trotser Lelystad.
Op basis van deze analyse willen de vier organisaties vanuit hun maatschappelijke verantwoordelijkheid
onder de noemer ‘Lelykracht’ interdisciplinair gaan samenwerken. In co-creatie met inwoners en relevante
organisaties en bedrijfsleven worden programmeringsonderdelen ontwikkeld die gericht zijn op intensieve
interactie tussen Lelystedelingen en een bruisende stad. Lelykracht brengt focus, samenhang en impact.
Lelykracht is de beweging die op een gerichte en samenhangende manier met de samenleving werkt aan
de zelf- en samenredzaamheid van de gemeenschap. De gemeentelijke bezuinigingen op het sociaal
domein hebben op sommige fronten een behoorlijke impact gehad. In alle bescheidenheid kan Lelykracht
op een aantal punten een dempende werking hebben en/of aspecten versterken. Inhoudelijk is er een
grote samenhang met het gemeentelijke traject 'De stad is van ons allemaal'. Het netwerk en het bereik
van de betrokken instellingen zijn complementair en diverse activiteiten vormen een interessant aanbod
voor de belevenisagenda van het stadshart. Om dit meetbaar te maken sluit Lelykracht aan bij een
bestaand meetinstrument van de gemeente: de wijkstatistieken.
Het project Lelykracht heeft betrekking op de jaren 2016, 2017 en 2018 en raakt meerdere
intensiveringsvelden (met name intensiveringsvelden 2 en 4). De voorstellen voor 2017 en 2018 zijn
opgenomen als wenselijke voorstellen ten laste van het begrotingssaldo. Voor dekking van jaarschijf 2016
heeft de raad reeds een besluit genomen, waarbij in dekking is voorzien via de ROS. De zijn nodig om
het vliegwiel van 'Lelykracht' aan te zwengelen, waardoor 'Lelykracht' in combinatie met de inzet van
eigen middelen van de Lelykracht-organisaties uiteindelijk een gezonde financiële basis heeft om een
structurele bijdrage te kunnen leveren aan Lelystad.
In bijlage 5 van deze programmabegroting is de uitgebreide toelichting op het voorstel ‘0320 Lelykracht’
opgenomen.
Voorgesteld besluit:
33. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Lelykracht’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 bij te stellen met de volgende bedragen: -€175.000 in 2017 en -€100.000 in 2018.
Daar waar er in de afgelopen jaren geen indexatie heeft plaatsgevonden van de gemeentebegroting en
slechts zeer beperkt voor de gesubsidieerde instellingen (alleen tranche 2016 is voor de helft
geïndexeerd) is het college voornemens om voor jaarschijf 2017 wel tot indexatie over te gaan. Een
indexatie van 0,8 % van circa €28 mln. komt neer op €225.000.
2017 2018 2019 2020
Lelykracht -175 -100 - -
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
Indexatie gesubsidieerde instellingen -225 -225 -225 -225
VoorstelBedragen x € 1.000,-
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 124
Inzet van deze middelen
Om de gesubsidieerde instellingen iets meer financiële ruimte te geven heeft de gemeenteraad, tijdens
de behandeling van de programmabegroting 2014 – 2017, het volgende besluit genomen:
Als crisismaatregel de gesubsidieerde instellingen die als gebruiker in een gemeentelijk pand gehuisvest
zijn in 2014, 2015 en 2016 te ontzien van de reeds ingeboekte subsidieverlaging/huurverhoging van
€40.000 en dit te dekken uit het begrotingssaldo van deze jaarschijven.
Voor de jaarschijven 2017 en verder is de taakstelling van €40.000 nog steeds actief, wat zich zal vertalen
in een structurele subsidieverlaging / huurverhoging bij diverse instellingen (waaronder het Agora theater
alleen al voor de helft van dit bedrag). Gezien de financiële situatie van veel instellingen stelt het college
voor deze tijdelijke crisismaatregel structureel te maken, waarbij de benodigde dekking voor het afboeken
van deze taakstelling van €40.000 geïntegreerd wordt in het bredere voorstel over de indexatie van
gesubsidieerde instellingen. In de uitwerking van dit voorgestelde besluit wordt het voor indexatie
beschikbare budget dan onderverdeeld in:
- het structureel maken van de crisismaatregel gesubsidieerde instellingen (€40.000);
- het indexeren van de gesubsidieerde instellingen voor het restant (€185.000).
Voorgesteld besluit:
34. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Indexatie gesubsidieerde instellingen’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met -€225.000.
In de afgelopen jaren heeft er geen indexatie plaatsgevonden van de materiële budgetten in de
gemeentebegroting. Dit heeft er toe geleid dat er, indirect via de kaasschaafmethode, over de gehele
begroting bezuinigingen zijn doorgevoerd. Bij een stijgend prijspeil wordt het werk dat gedaan moet
worden duurder, zonder dat er daar in de begroting rekening mee is gehouden.
Op diverse onderdelen is strak gestuurd om hetzelfde werk uit te voeren met (reëel gezien) minder
middelen. Tegelijkertijd zijn er ook onderdelen binnen de begroting waarbij het beschikbare budget
langzaam maar zeker uit de pas begint te lopen, omdat indexatie jaar in jaar uit achterwege is gebleven.
Voorgesteld wordt om in 2017 weer over te gaan tot een specifieke indexatie.
Voorgesteld besluit:
35. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Indexatie gemeentebegroting’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met -€400.000.
6. Nagekomen voorstellen – na kadernota
Het voorzien in bluswater is een gemeentelijke taak die door sommige gemeenten was overgedragen
aan de veiligheidsregio. De veiligheidsregio heeft besloten om daar nu één lijn in door te voeren. Daarbij
is ervoor gekozen dat de gemeenten deze taak uitvoeren. Dat betekent dat de gemeente Lelystad deze
taak weer zelf dient op te pakken en het betreffende budget daarom weer aan de gemeente wordt
overgedragen. Daarnaast is gebleken dat de afspraken over beheer en onderhoud in het
voorzieningengebied van Vitens sterk uiteenliepen.
Op advies van de Commissie Nadeelcompensatie & Brandkranen, in opdracht van de aandeelhouders
van Vitens (waaronder Lelystad), zijn nu uniforme regels voor beheer en onderhoud van brandkranen
overeengekomen. De uit deze overeenkomst voortvloeiende meerkosten bedragen voor Lelystad
€21.000 per jaar ten opzichte van het budget dat van de veiligheidsregio wordt overgeheveld naar de
gemeente. Daarnaast is aanvullend een schouw nodig om de toegankelijkheid van de brandkranen te
2017 2018 2019 2020
Indexatie gemeentebegroting -400 -400 -400 -400
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
Brandkranen -26 -26 -26 -26
VoorstelBedragen x € 1.000,-
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 125
kunnen garanderen. Ook deze taak gaat over naar de gemeente en de kosten hiervoor bedragen €5.000
per jaar.
Voorgesteld besluit:
36. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Brandkranen’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met -€26.000.
In 2017 bestaat de stad Lelystad 50 jaar. Het is dan 50 jaar geleden dat de eerste inwoners hun nieuwe
woning betrokken in de Zuiderzeewijk. Dit jubileum willen we niet ongemerkt voorbij laten gaan. Hoe we
het ook wenden of keren, de stad bindt ons allemaal. Iedereen heeft zo zijn of haar eigen beleving bij de
stad. Dit gaat dus al onze inwoners aan. Er zijn in 2017 veel aanknopingspunten, die het interessant
maken om van 2017 een jubileumjaar te maken. Het gaat niet alleen om de eerste bewoonde woningen,
ook de verschillende organisaties / verenigingen hebben iets te vieren. De gedachte is om – samen met
vrijwilligers – een programma te maken.
We denken niet meteen alleen aan grote evenementen, maar meer aan activiteiten waar de verschillende
groeperingen en organisaties elkaar ontmoeten. De gemeente heeft een stimulerende rol. De activiteiten
komen voor een groot gedeelte uit de samenleving en het verenigingsleven. Wij zien dit jubileum als een
motor om in Lelystad in 2017 de gemeenschapszin en de leef en woonsfeer extra impulsen te geven. Er
zijn volop kansen om dit jubileum op een positieve manier te benutten om onze kwaliteiten als stad
steviger in de etalage te zetten. Veel activiteiten verdienen het label “50 jaar Lelystad”!
In de gemeentebegroting 2017 is tot nu toe geen rekening gehouden met het 50 jarig bestaan. De
verschillende organisaties gaan kijken vanuit hun eigen middelen om extra aandacht te schenken aan
ons jubileumjaar. Ook als gemeente gaan we zo veel mogelijk uit van het “omlijsten” van bestaande
activiteiten, met bestaande middelen. We willen de vele vrijwilligers wel de ruimte bieden om activiteiten
te ontplooien. Daarom kunnen we nog niet een programma aanbieden, maar houden wel rekening met
jubileumkosten. Uitgangspunt is €76.000 voor gemeentelijke ondersteuning van initiatieven uit de
samenleving en €50.000 vanuit het bedrijfsleven (zowel in nature- als in financiële zin).
Voorgesteld besluit:
37. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Lelystad 50 jaar’ de begroting 2017 bij te stellen met -€76.000.
Bij de behandeling van de kadernota is amendement A27 aangenomen, waarmee het volgende is
besloten:
Uiterlijk april 2017 in Lelystad-Haven en daarna nog een of twee andere Lelystadse buurten van start te gaan met
een proces waar bewoners zelf besluiten over de inzet van een budget voor hun buurt, bijvoorbeeld via het instrument
buurtfondsen. Daartoe in de begroting 2017:
- Ten laste van het begrotingssaldo of het ROS een afdoende bedrag uit te trekken voor procesontwerp en
projectkosten, alsmede
- Per deelnemende buurt een besteedbaar budget van minimaal €75k vrij te maken, zo mogelijk vanuit
bestaande participatie- of onderhoudsbudgetten die betrekking hebben op de betreffende buurt.
Door een herschikking binnen de bestaande middelen voor participatie (mensen maken de buurt) is een
bedrag van €45.000 gereserveerd, waarna er voor het experiment zelf nog een benodigd bedrag resteert
van €30.000 (= €75.000 - €45.000). Voor procesontwerp en proceskosten is circa €45.000 benodigd (deze
kosten bestaan uit procesbegeleiding, de ontwikkeling van een begrotingsspel en kosten voor zaalhuur
en dergelijke.
Voorgesteld besluit:
38. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Buurtexperiment’ de begroting 2017 bij te stellen met -€75.000.
2017 2018 2019 2020
Lelystad 50 jaar -76 - - -
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
Buurtexperiment -75 - - -
VoorstelBedragen x € 1.000,-
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 126
In de programmabegroting 2015-2018 zijn er bezuinigingen doorgevoerd binnen het sociaal domein,
waaronder het jongerenwerk. De effecten van deze bezuinigingen binnen het sociaal domein zijn
beschreven in de raadsbrief van mei 2016, met als kenmerk: U16-97425. In deze brief stond reeds
vermeld dat het college zich zou beraden op eventuele nieuwe voorstellen aan de raad.
De politie en de Eropaf teams zien steeds vaker dat jongeren op straat overlast veroorzaken, veelal in
groepsverband. Er is behoefte aan preventieve inzet: het aanspreken van jongeren is veelal voldoende
om het rustig te houden op straat en de jongeren te wijzen op alternatieve activiteiten. Bij een deel van
de jongeren is sprake van complexere problematiek en is ondersteuning nodig.
Jeugdpreventiewerkers benaderen de jongeren op straat outreachend en proactief en kunnen de
jongeren vroegtijdig toeleiden naar bestaande activiteiten en/of zorg. Door vroegtijdig te interveniëren aan
de voorkant wordt voorkomen dat jeugdoverlast een echt probleem zal worden in de toekomst (in diverse
gemeenten heeft er al escalatie plaatsgevonden, de inzet is erop gericht om dit in Lelystad te voorkomen).
Voorgesteld wordt om met ingang van 2017 structureel € 150.000,- vrij te maken ten behoeve 2 fte
jeugdpreventiewerkers (halve fte per stadsdeel).
Voorgesteld besluit:
39. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Jeugdpreventiewerkers’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met -€150.000.
De Metropoolregio Amsterdam behoort tot de Europese top vijf van economisch sterke regio’s. Rode
draad van de samenwerking is het behouden en versterken van die internationale concurrentiepositie. De
Metropoolregio Amsterdam - kortweg MRA - is het informele samenwerkingsverband van 32 gemeenten,
de provincies Noord-Holland en Flevoland en de Stadsregio Amsterdam. Het metropoolgebied omvat het
grondgebied van het noordelijk deel van de Randstad: de MRA strekt zich uit van IJmuiden tot Lelystad
en van Purmerend tot de Haarlemmermeer. Onder de metropoolvlag werken de partners vanuit een
gedeelde visie aan een krachtige, innovatieve economie, snellere verbindingen en voldoende en
aantrekkelijke ruimte voor wonen, werken en recreëren. De bundeling van krachten zorgt voor betere
afstemming en snellere besluitvorming. Plus een krachtiger stem richting ‘Den Haag’.
De opbrengsten van de samenwerking liggen op verschillende gebieden. De MRA heeft positieve effecten
op de economische ontwikkeling en de bereikbaarheid van bijvoorbeeld de luchthaven en Flevokust. De
MRA heeft aantoonbaar positieve effecten op toerisme en recreatie. De MRA biedt kansen voor onderwijs
en arbeidsmarkt alsmede voor de circulaire economie. Via de MRA worden de Lelystadse
woonkwaliteiten onder de aandacht gebracht van een groot aantal potentiële vestigers. Via de MRA lukt
het steeds beter om Lelystad ook internationaal te vermarkten.
In februari is een MRA congres gehouden. Hierbij is de MRA agenda voor de komende 5 jaar vastgesteld.
Voor de uitvoering van de nieuwe MRA agenda zijn aanvullende middelen nodig. Het vormgeven van de
2 nieuwe trekkersrollen en het intensiveren van de bestaande 4 meelift-rollen vraagt in totaal € 95.000.
Door meer te participeren zullen naar verwachting zowel invloed als resultaat toenemen. De nieuwe
trekkersrol betreft de volgende actiepunten van de nieuwe MRA -agenda:
Actiepunt 3.9 - Kennisdelen met betrekking tot preventie sociale problemen verouderde wijken
Actiepunt 4.2 - Roadmap opstellen versnelling vergunningen
Actiepunt 4.7 - Onderzoeken regionale afvalinzameling en verwerking
Na overleg met onze partners in de MRA en mede in het licht van het duo-trekkerschap, ramen we voor
de trekkersrollen een inspanning tussen de 100 en 350 uur per jaar. Bij vervolgstappen richting de
uitvoering nemen de inspanningen voor de trekkers eerder toe dan af. Voor het organiseren van overleg
en afstemming ramen is een uitvoeringsbudget geraamd. Bestaande inspanningen op het gebied van
economische ontwikkeling, toerisme, vervoerregio en grote wateren (Markerwadden) willen we
2017 2018 2019 2020
Jeugdpreventiewerkers -150 -150 -150 -150
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
Uitvoeringskosten bestaande en nieuwe MRA-agenda -95 -95 -95 -95
VoorstelBedragen x € 1.000,-
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 127
intensiveren met in totaal 400 uur. De bezuinigingen en taakstellingen in de afgelopen jaren hebben
intussen al tot een focus op (bestuurlijk gewenste) kerntaken en een zeer stevige (werk)druk geleid. Breed
herprioriteren binnen de ambtelijke inzet wordt daarom onuitvoerbaar geacht.
Voorgesteld besluit:
40. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Uitvoeringskosten bestaande en nieuwe MRA-agenda’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met -€95.000.
Tijdens de bespreking van het handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP) 2016 in de raadsvergadering
d.d. 25 april jl. is aan de orde geweest dat de handhavingscapaciteit, onder andere voor de controle op
de drank- en horecawet (DHw) ontoereikend is. Dit blijkt ook uit de evaluatie van het HUP 2016.
In de productbladen van het HUP wordt beschreven welke reguliere handhavingstaken en projecten
worden uitgevoerd alsmede welke capaciteit hiermee is gemoeid. Voor het gros van deze taken en
projecten is de vooraf gestelde capaciteit voldoende begroot. Echter voor een aantal taken is gebleken
dat deze ontoereikend is. Daarnaast zijn of worden vanaf 2017 een aantal wettelijke gemeentelijke
handhavingstaken toegevoegd, bijvoorbeeld als gevolg van nieuwe landelijke wetgeving en/of APV
wijzigingen. Uiteraard wordt er scherp op gestuurd om deze extra benodigde capaciteit binnen de
reguliere beschikbare uren op te vangen en daar waar het kan herprioritering van taken te laten
plaatsvinden. Voor een aantal taken gaat dit evenwel binnen de huidige formatie niet lukken zonder aan
de kwantiteit en kwaliteit van inspecties en onderzoeken in te boeten.
Het HUP 2016 laat onder andere voor wat betreft de adresonderzoeken een onderbezetting zien.
Teneinde verbeterslagen te kunnen blijven maken in de kwaliteit van onze eigen adresonderzoeken,
alsmede een structurele bijdrage te kunnen blijven leveren aan de landelijke aanpak adreskwaliteit (LAA)
is extra capaciteit noodzakelijk. Hetzelfde geldt voor de controle op de kamergewijze verhuur, DHw,
Hennep c.q. uitvoer geven aan het Damoclesbeleid, illegale prostitutie etc. Deze taakvelden vergen (veel)
meer capaciteit dan is begroot. Gelet op het (groeiend) aantal klachten, eigen waarnemingen en
meldingen, intensivering van de controles alsmede het feit dat de controles structureel dienen te worden
ingevuld bestaat ook hier een tekort in de handhavingscapaciteit. Ook nieuwe ontwikkelingen, zoals het
digitaal opkopersregister (DOR), vergen extra capaciteit. Justitie start in 2017 een wetgevingstraject om
het gebruik van het DOR wettelijk verplicht te stellen. De raad heeft vooruitlopend hierop besloten reeds
nu de APV te wijzigen. Ter voorkoming van heling van gestolen goederen is besloten om actief de in- en
verkoopregisters van handelaren te gaan controleren. Voor deze en bovengenoemde inspecties en
controles is extra handhavingscapaciteit van minimaal 1,5 fte noodzakelijk.
Voorgesteld besluit:
41. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Toezichthouders’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met -€88.000.
Ter uitvoering van het raadsbesluit over de Woonvisie (14 juni 2016), zullen naast de doorstart van de
Startersleningen ter stimulering van de woningmarkt, nieuwe verordeningen SVn leningen aan de Raad
worden voorgesteld. De nieuwe leningen betreffen de verordeningen Restschuldlening en de
Blijverslening. In de formatie is nog geen rekening gehouden met de recente toename in aanvragen
starterslening en de nieuwe SVn leningen, hier zijn uitvoeringskosten aan verbonden.
Starterslening: indien de starterslening wordt gecontinueerd in 2017 en het aantal aanvragen blijft stijgen,
zal meer tijd nodig zijn om deze aanvragen af te handelen. De verwachting is dat de toegenomen
belangstelling voor de starterslening structureel is. Extra benodigde middelen voor uitvoering van de
verordening starterslening zijn: € 23.750 per jaar.
2017 2018 2019 2020
Toezichthouders -88 -88 -88 -88
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
Uitvoeringskosten Woonvisie - SVn leningen -60 -50 -50 -50
VoorstelBedragen x € 1.000,-
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 128
Restschuldlening: de nieuwe verordening is incidenteel en loopt tot 31-12-2017, indien deze wordt
vastgesteld kost de uitvoering van deze verordening € 12.900 in 2017.
Blijverslening: de belangstelling voor de nog in te voeren blijverslening is naar verwachting hoog vanwege
het rijksbeleid dat is gericht op het langer zelfstandig blijven wonen. Steeds meer ouderen hebben een
eigen woning en willen ook zo lang mogelijk in die woning blijven wonen, SVn schat in dat de blijverslening
groter wordt dan de starterslening. Indien deze nieuwe verordening wordt ingevoerd zijn de
uitvoeringskosten structureel en worden de bijbehorende kosten voor 2017 ingeschat op €13.125 en voor
de jaren erna €26.250. Om de twee nieuwe verordeningen te promoten is er € 10.000,- noodzakelijk voor
2017.
Voorgesteld besluit:
42. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Uitvoeringskosten Woonvisie – SVn leningen’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met -€60.000 in 2017 en -€50.000 in de jaren 2018 - 2020.
Eind 2016 worden de verzekeringen (organisatiebreed) opnieuw aanbesteed. Op basis van de meest
recente inschattingen wordt een verhoging van de verzekeringskosten ingeschat met ingang van 1 januari
2017. Op dit moment zitten de verzekeringskosten namelijk ruim onder het marktgemiddelde en het is
dan ook de verwachting dat het beschikbare budget met circa €120.000 moet worden verhoogd.
Voorgesteld besluit:
43. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Verzekeringen’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met -€120.000.
Ieder jaar wordt de meerjaren investeringsbegroting van ICT herijkt. De wijziging is neutraal voor wat
betreft de jaarlijkse kapitaallast. De afzonderlijke bedragen van de verschillende kredieten zijn echter wel
gewijzigd. Daarnaast is er in de nieuwe investeringsbegroting gekeken naar het herijken van de
afschrijvingstermijnen, waarbij wordt voorgesteld de afschrijvingstermijn voor mobiele telefoons van 3
naar 2 jaar te wijzigen en de afschrijvingstermijn van beeldschermen juist van 4 naar 5 jaar te wijzingen.
Voorgesteld besluit:
44. Op basis van bovenstaand voorstel ‘ICT investeringen (budgetneutraal)’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 te actualiseren.
In de Veiligheidscoalitie Midden Nederland is afgesproken dat elke gemeente in 2016 een
persoonsgerichte aanpak (PGA) ontwikkelt voor inwoners die veelvuldig in aanraking komen met justitie.
Een PGA is een integrale, op de persoon én zijn (gezins)systeem toegesneden mix van bestuurlijke, straf,
zorg- en overige interventies, die beoogt afglijden naar de criminaliteit te voorkomen, alsmede
hardnekkige patronen van criminaliteit en overlast te doorbreken, en/ of om herhaling te voorkomen.
De PGA is een triage die zich richt op de persoon zelf en het gezinssysteem daaromheen. De zorgvraag
wordt vervolgens doorgeleid naar de reguliere structuren. Hoewel de aanpak zoveel mogelijk wordt
ingepast binnen de bestaande structuren is er voor de kosten van de triagist zelf nog geen dekking
aanwezig (een triagist bepaalt welk traject wordt ingezet en door wie). Er is gekeken of de triage binnen
de bestaande structuren, zoals nazorg ex-gedetineerden en Eropaf-team, opgepakt kan worden, maar dit
bleek geen mogelijkheid te zijn: deze overleggen kunnen niet anders ingevuld worden, omdat er dan geen
capaciteit beschikbaar is voor de daadwerkelijk te verlenen zorg.
2017 2018 2019 2020
Verzekeringen -120 -120 -120 -120
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
ICT investeringen (budgetneutraal) - - - -
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
Persoonsgerichte aanpak -50 - - -
VoorstelBedragen x € 1.000,-
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 129
In het laatste kwartaal van 2016 zal de raad een uitgewerkt plan van aanpak worden aangeboden, waarbij
een belangrijk onderdeel van dit plan wordt gevormd door de hierboven genoemde triage. In het plan zal
eveneens een verdere uitwerking van de structurele kosten volgen: de mogelijkheden die momenteel
onderzocht worden zijn gericht op het intern invullen van de functie van triagist (of het beleggen van deze
taak bij de GGD). Vooruitlopend op het definitieve plan van aanpak worden de kosten voor 2017 ingeschat
op €50.000.
Voorgesteld besluit:
45. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Persoonsgerichte aanpak’ de begroting 2017 bij te stellen met -€50.000.
In het kader van de ontvlechting van het Nieuw Land Erfgoedcentrum (NLE) is voor de archieftaak een
conceptbegroting en beleidsplan voor 2017 opgesteld. De bijdragen van de deelnemers zijn geïndexeerd
en aangepast aan het inwoneraantal. Als de huidige inschatting van de huisvestingskosten niet (veel) af
gaat wijken betekent dit dat de structurele bijdrage van Lelystad verhoogd moet worden met circa
€25.000. Het bedrag in de begroting is opgenomen is iets hoger dan de huidige bijdrage van de gemeente
Lelystad. Op basis van de huidige inzichten dient de begroting opgehoogd te worden met circa € 18.000.
Voorgesteld besluit:
46. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Bijdrage archieftaak Nieuw Erfgoedcentrum’ de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 – 2020 bij te stellen met -€18.000.
In afwachting van definitieve besluitvorming omtrent het VO wordt voorgesteld de reeds in de begroting
2017 - 2020 verwerkte kapitaallasten te reserveren, aangezien activering van het uiteindelijke complex
pas plaats zal vinden na deze periode (in totaal wordt hiermee €2.414.087 gereserveerd).
Voorgesteld besluit:
47. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Vrijval reeds geraamde kapitaallasten VO’ de onbenutte kapitaallasten VO te reserveren voor een bedrag van €586.000 in 2018, €919.000 in 2019 en €909.000 in 2020.
Onttrekking algemene reserve - watervalsystematiek
Het financieel meerjarenperspectief 2017 – 2020 is structureel sluitend, met uitzondering van jaarschijf
2017 waarin een tekort resteert van €445.000. Voorgesteld wordt dit tekort te dekken uit het verwachte
jaarrekeningresultaat 2016, door in jaarschijf 2017 een onttrekking te begroten aan de algemene reserve
ten gunste van het begrotingssaldo. Enerzijds is de hoogte van de algemene reserve op dit moment
boven de door de raad vastgestelde norm van €6.000.000. Anderzijds is de verwachting dat er bij de
jaarrekening 2016 een aanzienlijk positief jaarrekeningresultaat gerealiseerd zal worden, conform de
laatste prognoses in de laatste begrotingsmonitor van september 2016 (+€4,5 miljoen).
Conform de bij de kadernota 2017 – 2020 vastgestelde systematiek worden toekomstige
jaarrekeningresultaat bestemd via een zogeheten waterval:
Stap 1:
Als eerste stap wordt er bij het bestemmen van het jaarrekeningresultaat gekeken naar de hoogte van de
algemene reserve: indien de hoogte van de algemene reserve lager is dan het door de raad vastgestelde
2017 2018 2019 2020
Bijdrage archieftaak Nieuw Land Erfgoedcentrum -18 -18 -18 -18
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
Vrijval reeds geraamde kapitaallasten VO - 586 919 909
Reserveren Vrijval reeds geraamde kapitaallasten VO - -586 -919 -909
Totaal effect voorstel (per saldo budgetneutraal) - - - -
VoorstelBedragen x € 1.000,-
2017 2018 2019 2020
Onttrekking algemene reserve (vanuit verwacht jaarrekeningresultaat 2016) 445 - - -
VoorstelBedragen x € 1.000,-
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 130
normbedrag wordt overgegaan tot aanzuivering van de algemene reserve totdat het normbedrag is
bereikt.
Stap 2:
Wanneer er na deze eerste stap nog een te bestemmen jaarrekeningresultaat resteert wordt er als tweede
stap gekeken naar de hoogte van de specifieke reserves: indien de hoogte van deze specifieke reserves
als niet toereikend wordt beschouwd wordt tot aanzuivering over gegaan (denk hierbij aan de reserve
sociaal domein of de egalisatiereserve grondbedrijf).
Stap 3:
Nadat er na deze tweede stap nog een te bestemmen jaarrekeningresultaat resteert wordt dit bestemd
ter aanzuivering van de ROS. Naast aanzuivering vanuit het jaarrekeningresultaat kan de ROS overigens
eveneens worden aangezuiverd door een storting te begroten vanuit het begrotingssaldo in enig
begrotingsjaar, zoals dat bijvoorbeeld in deze begroting wordt voorgesteld onder beslispunt 29.
Voorgesteld besluit:
48. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Onttrekking algemene reserve (vanuit verwacht jaarrekeningresultaat 2016)’ een onttrekking aan de algemene reserve te begroten van €445.000 ten gunste van het begrotingssaldo 2017.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 131
3.3 Uiteenzetting financiële positie
Reserves
In het algemeen kan worden gesteld dat de reserves (= eigen vermogen) financiële risico’s moeten
afdekken, of geld vast moeten houden voor bestedingen in de toekomst. Als gemeenten geen reserves
hebben, dan heeft de gemeente bij iedere tegenvaller of onvoorziene uitgave een begrotingstekort. Daar
staat tegenover dat het geld dat vaststaat vaak niet vrij besteed kan worden, waardoor het niet mogelijk
is belangen integraal af te wegen. Het verdient daarom de voorkeur om terughoudend te zijn met het
reserveren van middelen in reserves.
Artikel 43 van het BBV onderscheidt twee soorten reserves:
- algemene reserve: deze heeft geen specifieke bestemming en wordt vooral aangehouden als
financiële buffer voor algemene risico's. Tekorten en overschotten op de jaarrekening komen ten
laste respectievelijk ten gunste van de algemene reserve.
- een bestemmingsreserve: dit zijn reserves waaraan de raad een bepaalde bestemming heeft
gegeven. Ook egalisatiereserves hebben een bepaalde bestemming, de reserve wordt in dat
geval bestemd voor het egaliseren van kosten in de tijd. De raad kan een verkozen bestemming
echter ongedaan maken en besluiten een andere bestemming aan te wijzen.
De reserves die de klappen moeten kunnen opvangen zijn onderdeel van het weerstandsvermogen. De
overige reserves hebben door eerdere besluitvorming van de raad al geleid tot verplichtingen en zijn
daarmee (min of meer) niet meer vrij besteedbaar. In de tabel “verloop reserves” worden de begrote
toevoegingen en uitnamen van de reserves voor de komende jaren inzichtelijk gemaakt. In onderstaande
tabel is het verloop van de reserves weergegeven. De bijstellingsvoorstellen uit deze
programmabegroting 2017-2020 zijn hier nog niet in verwerkt, dit vindt namelijk pas plaats na definitieve
besluitvorming in de gemeenteraad.
Verloop reserves (bedragen x€1.000)
Werkelijke
stand
ultimo
2015
Begrote
Stand
ultimo
2016
Begrote
Stand
ultimo
2017
Begrote
Stand
ultimo
2018
Begrote
Stand
ultimo
2019
Begrote
Stand
ultimo
2020
Algemene reserves
1000 Algemene reserve AD 6.985 6.562 6.569 6.576 6.583 6.590
Totaal Algemene reserves 6.985 6.562 6.569 6.576 6.583 6.590
Bestemde reserves
1006 Reserve bestemd resultaat 1.683 1.255 1.255 1.255 1.255 1.255
1008 Sociaal Domein 3.292 5.537 6.783 7.998 9.213 10.428
1009 Meerjarige begrotingsposten - - 1.521 2.919 4.651 6.383
2014 Reserve ontwikkeling stad 3.600 3.591 3.238 2.798 2.798 2.798
2043 Egalisatiereserve grondexploitatie - 3.433 3.931 5.185 5.781 6.376
2046 Grondexploitatierisico OMALA 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
2048 Reserve Begraafplaats 80 79 72 150 282 378
2060 IPR/MKB regeling 388 388 388 388 388 388
2063 Dienstverlening/Telefonie 218 48 48 48 48 48
2086 Reserve Nuon (Comp dividend) 29.737 29.000 28.232 27.431 26.597 25.726
2087 Reserve Nuon (Vrij besteedbaar) 11.567 11.382 11.622 11.862 12.862 13.862
2088 Reserve Nuon (nog niet vrij te besteden) 16.000 16.000 16.000 16.000 16.000 16.000
2090 Reserve ISV 413 204 179 224 269 314
2091 Transitiefonds voor het sociale domein 3.605 2.487 2.417 2.367 2.367 2.367
3020 Egalisatiereserve Parkeren 632 484 310 262 220 270
Totaal Bestemde reserves 72.215 74.887 76.995 79.886 83.728 87.592
Resultaat boekjaar (na bestemming)
1004 Resultaat boekjaar voor bestemming 5.145 521 708 1.692 3.281 5.389
Totaal Resultaat boekjaar (na bestemming) 5.145 521 708 1.692 3.281 5.389
Eindtotaal 84.344 81.970 84.272 88.154 93.592 99.571
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 132
Voorzieningen
Voor het opvangen van concrete risico’s en verplichtingen in de toekomst worden voorzieningen gevormd.
Daarbij gaat het bijvoorbeeld om onderhoudsverplichtingen (zie ook paragraaf Onderhoud
Kapitaalgoederen voor nadere inhoudelijke toelichting). In de tabel “verloop voorzieningen” is inzichtelijk
gemaakt de hoe de komende jaren toevoegingen en uitnamen uit de voorzieningen zijn begroot. Artikel
44 van het BBV stelt dat een voorziening wordt gevormd voor een verplichting of een redelijkerwijs in te
schatten financieel risico. De uitgaven uit voorzieningen worden feitelijk al geautoriseerd door de raad bij
het vormen van voorzieningen. Voorzieningen worden gevormd wegens:
- verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch die
redelijkerwijs te schatten zijn;
- op de balansdatum bestaande risico's voor bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen
waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten;
- kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten
zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de
voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.
Verloop reserves (bedragen x€1.000)
Begrote
Stand
ultimo
2016
Begrote
storting
2017
Begrote
onttrekking
2017
Begrote
Stand
ultimo
2017
Algemene reserves
1000 Algemene reserve AD 6.562 7 - 6.569
Totaal Algemene reserves 6.562 7 - 6.569
Bestemde reserves
1006 Reserve bestemd resultaat 1.255 - - 1.255
1008 Sociaal Domein 5.537 1.246 - 6.783
1009 Meerjarige begrotingsposten - 1.521 - 1.521
2014 Reserve ontwikkeling stad 3.591 180 -534 3.238
2043 Egalisatiereserve grondexploitatie 3.433 498 - 3.931
2046 Grondexploitatierisico OMALA 1.000 - - 1.000
2048 Reserve Begraafplaats 79 - -6 72
2060 IPR/MKB regeling 388 - - 388
2063 Dienstverlening/Telefonie 48 - - 48
2086 Reserve Nuon (Comp dividend) 29.000 1.232 -2.001 28.232
2087 Reserve Nuon (Vrij besteedbaar) 11.382 1.400 -1.160 11.622
2088 Reserve Nuon (nog niet vrij te besteden) 16.000 - - 16.000
2090 Reserve ISV 204 - -25 179
2091 Transitiefonds voor het sociale domein 2.487 - -70 2.417
3020 Egalisatiereserve Parkeren 484 169 -344 310
Totaal Bestemde reserves 74.887 6.247 -4.139 76.995
Resultaat boekjaar (na bestemming)
1004 Resultaat boekjaar voor bestemming 521 920 -733 708
Totaal Resultaat boekjaar (na bestemming) 521 920 -733 708
Eindtotaal 81.970 7.174 -4.872 84.272
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 133
Balansprognose 2017- 2020
Per balanspost is er op voorschrift van de nieuwe BBV regels een prognose gemaakt. Deze prognose is
deels gebaseerd op ontwikkelingen uit het verleden en verwachte ontwikkelingen in de toekomst. Op de
onderdelen waar de inschatting lastig te maken is, is het bedrag van de eindbalans van de laatste
jaarrekening als uitgangspunt gebruikt. De balansprognoses zijn verder gebruikt voor de prognoses van
verschillende ratio’s zoals schuldquote, voorraadquote, Emu saldo etc. Deze ratio’s zijn opgenomen in
de paragraaf IBT (Interbestuurlijk toezicht).
Activa
Uitgangspunten prognose per balanspost Activa:
Materiele vaste activa :
Materiele vaste activa bestaat uit investeringen met economisch nut (gebouwen, gronden) en erfpacht
gronden. Uitgangspunt voor de prognose is de investeringsplanning in combinatie met verschuivingen
van een aantal grondexploitaties die eerst gecategoriseerd waren onder de NIEGG ( o.b.v. nieuwe BBV
voorschriften). Daarnaast wordt ingeschat dat de waarde van het gebouwen en oude NIEGG’s door o.a.
Verloop voorzieningen(bedragen x€1.000)
Werkelijke
stand
ultimo
2015
Begrote
Stand
ultimo
2016
Begrote
Stand
ultimo
2017
Begrote
Stand
ultimo
2018
Begrote
Stand
ultimo
2019
Begrote
Stand
ultimo
2020
Voorzieningen
2010 Kunstwerken/hoge routes 11.486 10.221 11.264 11.699 12.491 12.068
2011 Riolering 34.303 35.926 36.219 38.470 37.083 40.241
5001 Pensioenen wethouders 5.743 5.743 5.743 5.743 5.743 5.743
5003 GO gemeentelijke gebouwen 984 625 763 1.027 863 699
5004 GO stadhuis 983 1.320 1.656 1.993 2.329 2.666
5059 Alternatief FLO 1.691 1.691 1.691 1.691 1.691 1.691
5061 Voorziening Bovenwijkse Voorzieningen 60 60 60 60 60 60
5062 Voorziening GO Bovengronds 31.228 23.063 19.712 15.088 15.644 16.670
Totaal Voorzieningen 86.478 78.648 77.108 75.770 75.904 79.837
Eindtotaal 86.478 78.648 77.108 75.770 75.904 79.837
Verloop voorzieningen(bedragen x€1.000)
Begrote
Stand
ultimo
2016
Begrote
storting
2017
Begrote
onttrekking
2017
Begrote
Stand
ultimo
2017
Voorzieningen
2010 Kunstwerken/hoge routes 10.221 1.966 -924 11.264
2011 Riolering 35.926 2.163 -1.870 36.219
5001 Pensioenen wethouders 5.743 24 -24 5.743
5003 GO gemeentelijke gebouwen 625 1.541 -1.403 763
5004 GO stadhuis 1.320 336 - 1.656
5059 Alternatief FLO 1.691 - - 1.691
5061 Voorziening Bovenwijkse Voorzieningen 60 - - 60
5062 Voorziening GO Bovengronds 23.063 10.145 -13.495 19.712
Totaal Voorzieningen 78.648 16.176 -17.715 77.108
Eindtotaal 78.648 16.176 -17.715 77.108
Activa(bedragen x €1.000)
31
december
2015
Prognose
Jaar 2016
Prognose
Jaar 2017
Prognose
Jaar 2018
Prognose
Jaar 2019
Prognose
Jaar 2020
Vaste activa
Totaal materiële vaste activa 235.756 240.452 245.500 236.016 227.575 219.578
Totaal f inanciële vaste activa 26.432 26.126 26.126 26.126 26.126 26.126
Totaal vaste activa 262.188 266.578 271.626 262.142 253.701 245.704
Vlottende activa
Totaal voorraden 95.507 89.711 85.226 80.964 76.916 73.070
Totaal uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 23.759 23.759 23.759 23.759 23.759 23.759
Totaal Liquide middelen 856 0 0 0 0 0
Totaal Overlopende activa 7.024 6.000 6.000 6.000 6.000 6.000
Totaal vlottende activa 127.146 119.470 114.985 110.723 106.675 102.829
Totaal generaal 389.334 386.048 386.610 372.865 360.376 348.533
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 134
afschrijvingen en verkopen afneemt. Tegelijkertijd is ook het uitgangspunt dat de gronden in waarde gelijk
blijven. Prognose is een afname van gemiddeld 5% per jaar van de NIEGG.
Financiële vaste activa:
Financiële vaste activa bestaat uit deelnemingen en langlopende uitgaande leningen. Er worden geen
wijzigingen van de waarde van de deelnemingen verwacht en voor de langlopende leningen is ( rekening
houdend met aflossingen) het gemiddelde van de afgelopen 2 jaar als uitgangspunt gebruikt. De waarde
gelijk aan laatste jaarrekening m.u.v. de langlopende leningen. De prognose is dat deze balans post de
komende jaren stabiel blijft.
Voorraden: (voorraad bouwgrond)
Deze balanspost bestaat uit bouwgrondvoorraad en in het verleden ook de NIEGG (niet in
exploitatiegenomen gronden). Per 1-1-2016 zijn de NIEGG’s verschoven ( als gevolg van nieuwe BBV
regels) naar het Materieel vast actief. Daarbij is een overgangsregeling van toepassing waarbij binnen 4
jaar bepaald moet worden of deze gronden alsnog in exploitatie worden genomen of dat deze onder het
Materieel vast actief blijven gerubriceerd. Vooralsnog is het uitgangspunt afname van jaarlijks 5%.
Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar ( Debiteuren) :
De verwachting is dat de debiteuren Algemeen en -Belastingen zullen dalen, de BTW/BCF vordering
ongeveer gelijk blijft maar de debiteuren Soza zullen stijgen. Op dit moment moeilijk in te schatten welke
kant het precies opgaat, of de stijgingen gelijk zullen zijn aan de dalingen. Daarom is gekozen om het
volume van laatste afgesloten boekjaar (2015) aan te houden in de prognose.
Liquide middelen:
Gestuurd wordt om zo weinig mogelijk saldo aan voorschotten op de bank aan te houden in verband met
het schatkistbankieren. Daarom is het uitgangspunt €0.
Overlopende activa: prognose gelijk aan waarde laatste jaarrekening
Grote afname van 2014 naar 2015 i.v.m. ontvangst NUON. Daarna is de verwachting dat het stabiel blijft.
Uitgangspunt voor de prognose is het laatste afgesloten boekjaar (2015).
Passiva
Uitgangspunten prognose per balanspost passiva
Eigen Vermogen: betreft reserves
Het eigenvermogen bleek de afgelopen jaren vooral afgenomen door het treffen van extra voorzieningen
voor het Grondbedrijf en de geplande uitgaven uit verschillende bestemmingsreserves. Aan de andere
kant is er voor het sociaal domein een reserve gevormd om eventuele extra uitgaven de komende jaren
op te vangen en is positief rekening resultaat toegevoegd aan de reserves. Deze 2 bewegingen zullen
elkaar enigszins compenseren, maar hoeveel is moeilijk in te schatten omdat balans (af) waarderingen
een behoorlijk negatief effect kunnen hebben op het rekening resultaat en daarmee ook op de reserves.
Een daling van jaarlijks 3% is een acceptabele maar voorzichtige aanname.
Voorzieningen:
De voorzieningen betreffen vooral de ICL voorzieningen. Alhoewel er sprake is van een incidentele
stijging in 2015 is de verwachting dat deze voorzieningen conform het MeerjarenProgramma Onderhoud
zullen afnemen met gemiddeld 3% per jaar.
Passiva(bedragen x €1.000)
31
december
2015
Prognose
Jaar 2016
Prognose
Jaar 2017
Prognose
Jaar 2018
Prognose
Jaar 2019
Prognose
Jaar 2020
Vaste passiva
Totaal eigen vermogen 84.344 75.354 65.401 64.972 66.239 66.239
Totaal voorzieningen 86.478 79.179 70.675 69.673 70.143 70.143
Totaal vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer 184.159 183.911 183.551 183.191 185.081 183.971
Totaal vaste passiva 354.982 338.443 319.628 317.836 321.463 320.353
Vlottende passiva
Totaal Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 20.761 28.400 28.400 28.400 28.400 28.400
Totaal overlopende passiva 13.591 19.205 38.583 26.629 10.513 -220
Totaal vlottende passiva 34.352 47.605 66.983 55.029 38.913 28.180
Totaal generaal 389.334 386.048 386.610 372.865 360.376 348.533
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 135
Vaste schulden met een rente-typische looptijd van 1 jaar op langer
De prognose van de opgenomen leningen is gebaseerd op de liquiditeitsprognose (zie paragraaf
financiering). Op het onderdeel waarborgsommen wordt als uitgangspunt gehanteerd, het gemiddelde
van de afgelopen 2 afgesloten boekjaren.
Vlottende schulden met een rente-typische looptijd van < 1 jaar (kasgeldleningen en
kortlopendeschulden)
Voor de kasgeldleningen wordt het maximum van het kasgeldlimiet gehanteerd, dat is € 20 mln.. Voor de
overige kortlopende schulden wordt de waarde van de laatste jaarrekening gehanteerd.
Overlopende passiva
Uitgangspunt is dat deze post een sluitpost is. Het verloop is dus afhankelijk van de inschattingen van de
overige posten op de balans.
EMU saldo
Er komen voor het jaar 2016 geen referentiewaarden per gemeente. De gemeenten worden er (nog) niet
op afgerekend. In 2016 wordt opnieuw bekeken of de daling naar 0,3% bbp EMU-tekortruimte in 2017
wel realistisch is. De minister van Financiën heeft het conceptbesluit waarin het plafond voor het EMU-
tekort op 0,4% bbp wordt vastgesteld voorgehangen bij de Tweede Kamer.
Netto schuldquote, solvabiliteit, exploitatieruimte, grondexploitatie en belastingcapaciteit
Realisatie Primitieve
Begroting
geactuali-
seerde
begroting
Primitieve
begroting
2015 2016 2016 2017 2018 2019 2020
+ 1.Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit
reserves (zie BBV, artikel 17c)4.146 3.316 -2.385 2.302 3.882 5.438 5.979
+ 2. Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 6.800 8.135 7.404 6.467 6.795 6.795 6.795
+ 3.Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de
exploitatie18.068 15.921 16.587 16.176 16.609 16.609 16.609
- 4.Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans
w orden geactiveerd3.039 13.661 4.390 -9.484 -8.441 -8.441 -8.441
+ 5.
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese
Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantw oord
en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
656 0 0 0 0 0 0
+ 6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit
desinvesteringen in (im)materiele vaste activa (tegen
verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantw oord
0 0 0 0 0 0 0
- 7.
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw -, w oonrijp
maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de
exploitatie staan)
7.978 2.472 1.838 6.691 3.915 5.736 5.643
+ 8Baten bouw grondexploitatie: Baten voorzover transacties
niet op exploitatie verantw oord16.897 6.157 7.915 7.926 13.171 13.171 13.171
- 9.Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze
transacties met derden betreffen12.953 21.010 24.079 17.715 17.947 17.947 17.947
- 10.
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder
post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten
laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke)
w orden gebracht en die nog niet vallen onder één van
bovenstaande posten
0 0 0 0 0 0 0
11Verkoop van effecten:
a) Gaat u effecten verkopen ? (ja/nee)nee nee nee nee nee nee nee
-b) Zo ja w at is bij verkoop de verw achte boekw inst op de
exploitatie ?0 0 0 0 0 0 0
22.598 -3.614 -786 17.949 27.036 26.771 27.404
EMU saldo (begroting)(Bedragen x €1.000)
Meerjarenbegroting
Berekend EMU saldo
Financiële kengetallen Rekening
2015
Prognose
2016
Prognose
2017
Prognose
2018
Prognose
2019
Prognose
2020
Netto schuldquote 57% 69% 80% 75% 69% 65%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 61% 74% 85% 80% 75% 71%
Solvabiliteitsrisico 20% 18% 16% 16% 17% 18%
Structurele exploitatieruimte 2% 1% 2% 3% 3% 3%
Grondexploitatie 134% 136% 135% 134% 132% 131%
Belastingcapaciteit 105% 99% 101% nvt nvt nvt
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 136
Bijlage 1: Reserve meerjarige begrotingsposten
Bij het vaststellen van de programmabegroting 2014 is een amendement aangenomen betreffende het
instellen van een reserve meerjarige begrotingsposten. Inmiddels is geconstateerd dat de instelling van
deze reserve heeft geleid tot een ingewikkelde financiële constructie, die het risico met zich mee brengt
dat uit besluitvorming en amendering onwenselijke financiële gevolgen voortkomen.
Het primaire doel van de reserve is het voorkomen dat eenmaal genomen beslissingen met structurele
werking in de sfeer van de begroting vervolgens niet meer terugkomen bij de raad voor een
heroverweging. De reserve meerjarige begrotingsposten beoogt op een financieel-administratieve wijze
de daarin ondergebrachte budgetmutaties jaar na jaar op raadsniveau te volgen, waarbij ieder jaar
opnieuw de afweging kan worden gemaakt.
De systematiek heeft een aantal praktische complicaties, die fouten in de hand werken en de
overzichtelijkheid beperken. Met de Commissie van de Rekening is overlegd over een mogelijk alternatief
en is besloten om via een raadsvoorstel, voorafgaand aan de begrotingsbehandeling voor te stellen de
systematiek te beëindigen. In plaats van deze reserve wordt jaarlijks bij de kadernota een lijst van
begrotingsvoorstellen opgesteld, die zich lenen voor jaarlijkse heroverweging. Deze voorstellen zullen
voorzien worden van informatie die voor een heroverweging van belang is.
Voor wat betreft het onderdeel ‘Ontwikkelcapaciteit stedelijke ontwikkeling’ is een werkplan voor 2017
opgesteld, dat hieronder is opgenomen.
Werkplan stedelijke ontwikkeling
Ter onderbouwing van het onderdeel ‘Ontwikkelcapaciteit stedelijke ontwikkeling’ dat gedekt wordt uit de
reserve meerjarige begrotingsposten, is in deze bijlage het werkplan Stedelijke ontwikkeling 2017
opgenomen.
Grofweg onderscheiden we binnen de opgave voor de stedelijke ontwikkeling twee typen: 1. Gestuurde ontwikkelingen gefinancierd vanuit eigen grondexploitaties binnen het Grondbedrijf (actief
grondbeleid); 2. Gestuurde / ruimte vragende externe ontwikkelingen, waar geen (directe) grondopbrengsten
tegenover staan. Ad1. Na doorvoering van het ‘middenscenario’ binnen de MPG resteert binnen het grondbedrijf ruimte voor ontwikkelcapaciteit, die doorbelast kan worden naar de grondexploitaties. Het gaat daarbij om capaciteit die ingezet wordt op activiteiten die zijn gericht op de realisatie van de programmaonderdelen binnen de gebieden met een grondexploitatie. Hieronder vallen dan de activiteiten voor o.a.:
- Ontwikkeling bedrijventerreinen;
2017 2018 2019 2020
Totaal begrote storting per jaarschijf 1.521 1.398 1.732 1.732
Beklemde onttrekkingen / bezuinigingen
Bezwaarafhandeling -68 -68 -68 -68
Frictie- en hervormingsbudget -333 -333 -667 -667
Geen onderhoud recreatieve schelpenpaden 20 20 20 20
Onkruidbestrijding op verharding -506 -506 -506 -506
Parkeren -80 - - -
Basis op orde Agora -100 -100 -100 -100
Georganiseerd Overleg Lelystad 34 77 77 77
Roma problematiek -60 -60 -60 -60
Bestrijding ziekten en plagen 10 10 10 10
Ontwikkelcapaciteit stedelijke ontwikkeling -438 -438 -438 -438
Totaal beklemde onttrekkingen / bezuinigingen -1.521 -1.398 -1.732 -1.732
Meerjarenraming 2017 - 2020
Reserve meerjarige begrotingsposten
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 137
- Ontwikkelingen kust museaal (gedeeltelijk);
- Woningbouwontwikkeling Warande;
- Ontwikkelingen in en rond het Stadshart (Theaterkwartier, bioscooplocatie Agorahof, Parkwijk waarvoor deelgrondexploitaties voor worden opgesteld. Ad2 Binnen dit type ontwikkeling, dat binnen de begroting is aangedragen als de ‘9.000 uur ontwikkelcapaciteit’, vallen de ontwikkelingen waar geen (of geen directe) grondopbrengsten tegenover staan. Dit type valt uiteen in drie categorieën: 1. Gestuurde ontwikkelingen: waarbij het activiteiten betreft die erop gericht zijn om vanuit de ambities
en doelstellingen voor de stad bepaalde gebieden of thema’s extra aandacht te geven of hierin een aanjaagfunctie hebben, maar ook de samenhang te organiseren bij de aanpak van problematiek en kansen. Hieronder vallen o.a.:
Het nieuwe intensiveringsveld 5 Stadshart; gezamenlijke inzet op het Stadshart met het uitwerkingsplan Tankink als basis voor aanpak leegstand, contacten met ondernemers, eigenaren en andere stakeholders en om meer beleving en kwaliteit te genereren.
Toeristisch aantrekkelijk maken van de kust; in samenhang beschouwen van ontwikkelingen aan de kust en regie op deze ontwikkelingen voeren.
Gebieds- en themagericht acquisitie en aanjagen; om specifieke woonmilieus en gewenste
bedrijvigheid en andere ontwikkelingen naar Lelystad te halen (functie verkleuren kantoren naar wonen o.a via MIRT rijksgebouwen, recreatie en wonen rond Oostvaardersplassen, water wonen op het Markermeer, afmaken bestaande stad met specifieke woonmilieus)
Bijdragen aan de MRA versnellingsopgave woningbouw; door aantrekken van meer inwoners van buitenaf.
2. Ruimte vragende externe ontwikkelingen: de ruimte vragende externe ontwikkelingen kunnen worden onderscheiden in beleidsmatig gewenste ontwikkelingen en particuliere initiatieven waaraan de gemeente medewerking verleent, waarvoor de gemeente geen eindverantwoordelijkheid heeft maar wel belang (passend bij de intensiveringsvelden). Hierbij valt te denken aan:
Ontwikkeling van de luchthaven: het begeleiden van de procedures, inpassen van de ruimtelijke effecten naar andere delen van de stad fysiek.
Ontwikkeling natuur / toeristische ontwikkeling van de Oostvaardersplassen (bijdrage bidbook en poortontwikkeling).
Begeleiding nieuwe initiatieven: waarbij de gemeente medewerking verleent aan de ontwikkellocaties in de stad, waar de gemeente zelf geen grondpositie heeft.
Kosten die gemaakt worden voor ontwikkelingen waar geen verdienmodel of kostenverhaal aan gekoppeld kan worden, zoals maatschappelijke initiatieven zonder financiële draagkracht (buurt en wijkinitiatieven).
3. Stedelijke vernieuwing: tenslotte is er de noodzaak voor focus op de stedelijke vernieuwing. Met
als doel om de bestaande stad vitaal te houden of te krijgen, bewoners te ondersteunen bij het creëren van een beter woon- en leefklimaat. Dit kan zijn in het faciliteren naar eigen buurtbeheer, procesbegeleiding in het “ophalen” en “verder brengen” van maatschappelijke initiatieven, professionaliteit om de uitvoering te faciliteren en te zorgen voor interne en externe afstemming en het wegnemen van obstakels.
Werkplan activiteiten en projecten Stedelijke ontwikkeling 2017 1. Gestuurde ontwikkelingen Stimuleren ontwikkeling kust (voorzieningen cruiseschepen, surflocatie)
Lelycenter Regie
Uitvoeren bredeschoolpleinen
Regie en PM Gebiedsontwikkeling LA en Larserknoop
Regie Kust
Regie Lelystad Zuid
Gebiedsvisie Batavia
Communicatie en marketing Lelystad Zuid
Ontwikkeling Lelystad Zuid
Globale gebiedsvisie Lelycentre
Uitvoeringsagenda Stadshart 2016
Mirt uitwerkingsagenda Rijksvastgoed
Versnellingsopgave woningbouw
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 138
2. Ruimtevragende externe ontwikkelingen Bestemmingsplan milieucontouren luchthaven
Landzijdige ontsluiting Lelystad Airport
OV ontsluiting luchthaven
Monitoring vergunningen Lelystad Airport
Nationaalpark Oostvaardersplassen
Behandelen nieuwe initiatieven
Batavialand
Rode Klif
Maerlant 10 - 14
Vredeswijk
Centrada tweede bouwlocatie
Woningbouw Centrada Kwelder
Verhuizing Leger des Heils
Taskforce huisvesting vergunninghouders
3. Stedelijke vernieuwing op uitnodiging Stedelijke vernieuwing op uitnodiging
Stroomversnelling
Woonabonnement
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 139
Bijlage 2: Uitwerking- van annuitair naar lineair (BBV)
Context
De nieuwe richtlijnen verplichten gemeenten om de gehanteerde interne rente, die gebruikt wordt voor de
aan de producten doorberekende kapitaallasten, op een andere -voor gemeenten uniforme- manier te
berekenen. Voor gemeenten die afschrijven op basis van annuïteiten leidt het lagere rentepercentage op
korte termijn echter tot hogere afschrijvingen. Over de gehele looptijd blijft het bedrag van de
afschrijvingen uiteraard wel gelijk, maar door de verschuiving in de tijd treden er resultaateffecten op.
Hoewel het afschrijven op basis van annuïteiten niet expliciet wordt verboden door de commissie BBV
zijn de richtlijnen zo opgesteld dat het handhaven van dit systeem haast ondoenlijk wordt: iedere
toekomstige wijziging van het rentepercentage resulteert erin dat de annuïteiten opnieuw in de tijd
verrekend moeten worden (met nieuwe resultaatverschuivingen tot gevolg).
In het lineaire systeem speelt
deze problematiek niet, omdat
het afschrijvingsbedrag ieder
jaar gelijk is. Door de verlaging
van het interne rentepercentage
neemt het aandeel van de
afschrijvingen, bij de herziene
berekeningen, eerst toe en later
af. De gemeente Lelystad heeft in
de afgelopen jaren relatief veel
investeringen gedaan die zijn
geactiveerd op de balans.
Doordat binnen de annuïteiten
systematiek de afschrijvingen in
de eerste jaren na activering
relatief beperkt zijn vindt er door
deze wijzigingen in feite een forse
afschrijvingsinhaalslag plaats.
De definitieve doorrekening voor
alle activa resulteert per jaarschijf
in een nadeel van -€3,9 mln. tot -
€2,8 mln. in het huidige
meerjarenperspectief. Dit nadeel
loopt langzaam verder af tot aan
het kantelpunt dat over 16/17 jaar
wordt bereikt, waarna deze
nadelen weer omslaan in
dienovereenkomstige voordelen.
In jaarschijf 2032 treedt het
kantelpunt op en veranderen de
nadelen ten opzichte van de
begroting in dienovereen-
komstige voordelen. In de periode
2032 tot en met 2060 wordt het
hierboven beschreven nadeel ten
opzichte van de begroting weer
volledig ingelopen, zodat deze
operatie over deze gehele
periode exact budgetneutraal
uitpakt.
HUIDIGE BEGROTING NIEUWE BEGROTING VERSCHIL
Annuïteiten OUD Lineair BBV Annuïteit OUD - Lineair BBV
2017 7.875.932 11.729.434 -3.853.502
2018 8.253.287 11.333.787 -3.080.500
2019 7.422.263 10.468.159 -3.045.897
2020 7.374.574 10.216.277 -2.841.702
2021 7.180.984 9.686.207 -2.505.223
2022 6.342.769 8.554.527 -2.211.759
2023 5.854.042 7.995.734 -2.141.692
2024 5.944.866 7.712.469 -1.767.602
2025 5.883.273 7.574.444 -1.691.171
2026 5.928.438 7.397.863 -1.469.425
2027 5.885.318 7.178.783 -1.293.465
2028 6.072.832 7.104.762 -1.031.929
2029 6.316.384 7.088.090 -771.707
2030 6.249.383 6.826.121 -576.738
2031 6.503.002 6.807.597 -304.595
2032 6.376.371 6.493.039 -116.668
2033 6.339.145 6.275.945 63.199
2034 6.612.933 6.268.411 344.521
2035 6.609.887 5.942.702 667.185
2036 6.730.683 5.942.702 787.981
2037 7.031.786 5.940.452 1.091.334
2038 7.350.396 5.940.452 1.409.944
2039 7.539.511 5.858.198 1.681.312
2040 7.881.000 5.858.198 2.022.802
2041 8.225.521 5.851.511 2.374.010
2042 4.678.161 3.519.623 1.158.538
2043 4.745.768 3.439.032 1.306.736
2044 4.939.417 3.427.862 1.511.555
2045 5.092.435 3.363.800 1.728.635
2046 4.952.843 3.215.558 1.737.286
2047 4.575.909 2.150.228 2.425.681
2048 2.629.402 2.001.197 628.205
2049 2.282.918 1.523.926 758.992
2050 2.218.665 1.441.147 777.519
2051 2.018.779 1.289.217 729.562
2052 2.099.165 1.288.622 810.543
2053 1.826.834 1.107.263 719.571
2054 1.900.334 1.107.263 793.071
2055 1.686.154 989.011 697.143
2056 1.353.349 809.006 544.343
2057 1.245.798 621.502 624.297
2058 972.467 549.386 423.081
2059 1.007.047 347.761 659.286
2060 229.404 2.160 227.245
2061 - - -
220.239.432 220.239.432 0
Afschrijvingslasten per jaar
Totaal
Jaa
rsch
ijf
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 140
Mogelijke oplossingsrichtingen
Bij de uitwerking van een technische oplossingsrichting is gekeken naar twee verschillende wijzen van
egaliseren:
1. Egalisatie via de ‘Reserve Nuon (compensatie dividend)’
Deze reserve is ontstaan uit de verkooptransactie van de NUON aandelen en dient ter compensatie van
het structureel wegvallen van de dividendopbrengsten. Vanaf 2009 valt hierdoor jaarlijks €2.001.000 vrij
in de exploitatie, waarbij er over het restant van de reserve vanuit diezelfde begroting een dotatie
plaatsvindt als rentevergoeding aan deze reserve (4,25%, eenmalig bepaald en vastgesteld in 2009). In
2015 ging het bijvoorbeeld om een bedrag van €1.294.000 wat weer werd toegevoegd aan deze reserve,
waardoor de stand van deze reserve per saldo verminderde met €707.000 in 2015 (zijnde €2.001.000
minus €1.294.000). Volgens deze constructie vermindert deze reserve in 2016 met €736.790 zodat er per
1 januari 2017 nog €29.000.246,- in deze reserve resteert (wordt uitgeput in 30 jaar tijd). Voor de
aankomende jaren staan er per saldo de volgende onttrekkingen begroot:
Wanneer er dekking gevonden zou worden om deze structureel begrote onttrekking te kunnen stopzetten
per 1 januari 2017 zou de stand van deze reserve constant blijven op €29.000.246 (en zou er precies
genoeg incidentele middelen beschikbaar zijn om te egaliseren). Er is in het college gesproken over de
(on) mogelijkheden om in dit stadium dit type bedragen in het meerjarenperspectief vrij te spelen. Het
gaat dan met name om de bedragen die vrijvallen in de periode 2017 – 2020, aangezien de bedragen
daarna ongemerkt het meerjarenperspectief binnen sluipen tot en met 2039. Met ingang van 2040 is deze
reserve uitgeput en ontstaat er een structureel dekkingstekort van zo’n €2 mln.
2. Egalisatie via de ‘Voorziening voor groot onderhoud riolering’
Als alternatieve oplossingsrichting zou ook de voorziening voor het groot onderhoud van de riolering
aangewezen kunnen worden voor egalisatie. De gedachte was dat het niveau van de
onderhoudsvoorzieningen ruim voldoende was om de effecten van het egaliseren op te vangen. Het
voordeel van deze variant zou zijn dat er geen dekking vrijgespeeld hoefde te worden, in tegenstelling tot
de oplossingsrichting op het gebied van de Reserve Nuon (compensatie dividend).
Het probleem is echter dat voorzieningen formeel geen onderdeel uitmaken van het eigen vermogen,
maar meetellen als vreemd vermogen. Daarnaast was de gedachte dat in het licht van de ICL discussie
deze eventuele aanwending van de voorzieningen discutabel zou overkomen richting het Rijk. Er is
overleg gevoerd met de provinciaal toezichthouder om te kijken naar de (on)mogelijkheden bij deze
oplossingsrichting. Zowel de provinciaal toezichthouder als de accountant zijn niet enthousiast over deze
oplossingsrichting. De toezichthouder raadt deze handelswijze primair af vanuit ICL oogpunt. De
accountant wijst op zijn beurt op diverse juridische bezwaren. De voorziening voor het groot onderhoud
van de riolering wordt namelijk gebruikt om te ‘sparen’ voor grote ingrepen in de toekomst en wordt
opgebouwd door de rioolheffing die de inwoners betalen. Een andere aanwending van deze middelen zal
ertoe leiden dat de gemeente in een benarde positie verzeild kan raken wanneer inwoners bezwaar
maken tegen de hoogte van de rioolheffing. De voorziening moet namelijk toereikend zijn en moet
aansluiten bij het vastgestelde GRP en de daarop gebaseerde tarieven. De commissie BBV heeft
uitgebreide notities geschreven de te hanteren regels, specifiek gericht op deze onderhoudsvoorziening.
De verwachting is dat deze handelswijze zal stuiten op veel problemen, met een onzekere uitkomst.
De oplossingsrichting die resteert beperkt zich tot een egalisatie via de Reserves Nuon. Op de volgende
pagina’s zijn diverse varianten uitgewerkt, waarbij één variant technisch mogelijk en waarmee wordt
voorkomen dat er forse bezuinigingen in het meerjarenperspectief doorgevoerd moeten worden.
2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028
-768.103 -800.747 -834.779 -870.257 -906.630 -945.161 -985.331 -1.027.207 -1.070.864 -1.116.375 -1.163.821 -1.213.284
2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040
-1.264.848 -1.318.604 -1.374.645 -1.433.067 -1.493.973 -1.557.467 -1.623.659 -1.692.665 -1.764.603 -1.839.598 -1.934.557 -
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 141
Huidige situatie – vóór wijzigingen BBV
Zoals zichtbaar wordt in bovenstaande grafiek loopt in de bestaande situatie de Reserve Nuon
(compensatie dividend) steeds sneller leeg, om in 2040 volledig te zijn uitgeput. De Reserve Nuon (niet
vrij besteedbaar- deel weerstandsvermogen) blijft ongewijzigd staan op €16.000.000.
Variant 1: Egalisatie via Reserve Nuon (compensatie dividend)
Bij stopzetten reeds begrote onttrekking
Zoals zichtbaar wordt in bovenstaande grafiek is het een mogelijkheid om de Reserve Nuon (compensatie
dividend) te gebruiken voor het egaliseren van de afschrijvingslasten. Deze reserve is precies toereikend
en het kantelpunt in 2033 wordt bereikt zonder dat de reserve negatief wordt. De voorwaarde hiervoor is
wel dat de begrote onttrekking met ingang van 2017 wordt stop gezet, wat resulteert in een
dienovereenkomstig dekkingstekort (zie tabel op vorige pagina voor de precieze bedragen 2017 – 2020).
Reserve Nuon (compensatie dividend) 29.000.246
Reserve Nuon (niet vrij besteedbaar- deel weerstandsvermogen) 16.000.000
Totaal Reserves Nuon- exclusief deel duurzaamheid 45.000.246
Reserves Nuon
Stand reserve per
01-01-2017
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 142
Variant 2: Egalisatie via Reserve Nuon (compensatie dividend)
Bij blijven onttrekken volgens de huidige begroting (compensatie dividend)
Zoals zichtbaar wordt in bovenstaande grafiek is het geen optie om te egaliseren via de Reserve Nuon
(compensatie dividend), wanneer de reeds begrote onttrekking in stand blijft.
Variant 3: Egalisatie via beide Reserve Nuon
Bij blijven onttrekken volgens huidige begroting (compensatie dividend)
Zoals zichtbaar wordt in bovenstaande grafiek is het eveneens geen optie om te egaliseren via het
samenvoegen van de beide Reserves Nuon, wanneer de reeds begrote (en steeds verder oplopende)
onttrekking in stand blijft.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 143
Variant 4: Egalisatie via beide Reserve Nuon
Bij een begrote onttrekking die is vastgeklikt op €870.257 per jaar tot en met
jaarschijf 2039.
Zoals zichtbaar wordt in bovenstaande grafiek lijkt deze variant de beste oplossing te zijn. In deze variant
is er sprake van:
1. Het in samenhang bezien van de beide Nuon Reserves en die aan te wijzen voor: a. Het onttrekken van jaarlijks €870.257 tot en met 2039 uit de reserve Nuon - compensatie
dividend. b. Het egaliseren van de gewijzigde afschrijvingslasten (BBV regelgeving) via de reserve
Nuon – niet vrij te besteden (weerstandsvermogen). 2. De begrote onttrekking die begroot was in het meerjarenperspectief liep verder op tot bijna €2
mln. per jaar in 2039 (om daarna in het geheel te verdwijnen, met een structureel dekkingstekort tot gevolg). In deze variant wordt ervoor gekozen de onttrekking niet ieder jaar verder te laten oplopen, maar vast te klikken op het niveau 2020 (zijne €870.257), waarmee:
a. Het nadeel dat zou ontstaan in het huidige meerjarenperspectief 2017 – 2020 niet langer van toepassing is (zoals wel het geval zou zijn binnen variant 1).
b. Het probleem dat uiteindelijk zou ontstaan in 2040 en verder (de wegvallende dekking) wordt beperkt tot slechts €870.257 in plaats van €2 mln.
3. In 2060 is er sprake van één egalisatiereserve (reserve Nuon – niet vrij besteedbaar weerstandsvermogen) die op dat moment €25.000.000 bedraagt. In de huidige situatie zou er dan sprake zijn van:
a. Een Reserve Nuon (compensatie dividend) van €0 b. Een Reserve Nuon (niet vrij besteedbaar- weerstandsvermogen) van €16.000.000.
In hoofdstuk 3.2 van deze programmabegroting wordt met voorstel 18 voorgesteld om in de uitwerking
voor variant 4 te kiezen en vanaf 1 januari 2017 over te stappen op de lineaire afschrijvingssystematiek,
met het op 1,5% vastgestelde rentepercentage.
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 144
Bijlage 3: Subsidieoverzicht
In deze bijlage is een specificatie opgenomen van de (tot nog toe) verleende subsidies 2016. Om inzicht
te geven in de verschillende soorten subsidies, gerelateerd aan de binnen deze programmabegroting
opgenomen taakvelden, zijn er verschillende dwarsdoorsnedes van de data gemaakt:
1) De 1e lijst geeft de subsidieplafonds 2017 weer.
2) De 2e lijst geeft de eenmalige aan organisaties verstrekte subsidies weer, ingedeeld naar de
taakvelden. Deze lijst is uiteraard pas compleet op 31-12-2016.
3) De 3e lijst geeft de jaarlijkse aan organisaties verstrekte subsidies weer, ingedeeld naar de
taakvelden.
4) De 4e lijst is een totaallijst, waarbij er per organisatie steeds een beknopte omschrijving van de
subsidies is weergegeven. Ook hier is de verdeling naar taakvelden gedaan. Het streven is in de
toekomst nog een kwaliteitslag te maken in de omschrijvingen van de verstrekte subsidies.
1) Subsidieplafonds 2017
Naam OmschrijvingMaximale subsidie 2017
(plafond)
Triade Flevoland Sterk in de klas 218.900,00
Humanitas district Noordwest Jaarlijkse subsidie, homestart 67.925,00
Stichting Icare Jeugdgezondheidszorg Jaarlijkse subsidie uniform,
maatdeel, prenatale zorg
1.243.718,00
GGD Flevoland Uitvoering plusprodukten 241.203,00
Stichting Radio Lelystad Omroepprogramma 15.562,00
Steunpunt Archeologie en Jonge Monumenten FlevolandErfgoedcommissie 3.500,00
De Kubus Centrum voor kunst en cultuur Jaarlijkse subsidie Kubus 1.379.175,00
De Kubus Centrum voor kunst en cultuur Jaarlijkse subsidie Underground 373.195,00
Sportbedrijf Lelystad Jaarlijkse subsidie 3.619.530,00
Stichting Agora Jaarlijkse subsidie 1.031.598,00
Stichting Welzijn Lelystad Sportsteunpunt 23.104,00
Stichting Flevomeer Bibliotheek Jaarlijkse subsidie 2.080.213,00
Stichting Welzijn Lelystad Huis voor Taal/WEB 73.624,00
Stichting School Logopedie 100.560,00
Stichting School Combinatiefuncties 79.000,00
Sportbedrijf Lelystad Combinatiefuncties 176.792,00
De Kubus Centrum voor kunst en cultuur Combinatiefuncties 23.000,00
Stichting Architectuur, Landschap & Stedenbouw (ALS) Open monumentendag 4.000,00
Bureau gelijke behandeling Jaarlijkse subsidie 103.013,00
Stichting Icare Verpleging en Verzorging Jeugd- en gezinsteams
Triade Flevoland Jeugd- en gezinsteams
Samen Veilig Midden Nederland Jeugd- en gezinsteams
Kwintes Jeugd- en gezinsteams
Vitree Jeugd- en gezinsteams
Vitree Jeugd- en gezinsteams, Sterk op
School/Opvang
Stichting icare verpl Jeugd- en gezinsteams
Stichting Icare Jeugdgezondheidszorg Jeugd en gezinsteams
GGD Flevoland Jeugd en gezinsteams
Slachtofferhulp Nederland Jaarlijkse activiteiten slachtofferhulp 15.756,00
Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland (MDF) Jaarlijkse subsidie 2.745.762,00
Stichting Georganiseerd Overleg Lelystad Jaarlijkse subsidie 43.000,00
Stichting Welzijn Lelystad Jaarlijkse subsidie 3.713.448,00
Interkerkelijk Diaconaal Overleg IDO Jaarlijkse subsidie 266.629,00
Humanitas district Noordwest Thuisadministratie 46.563,00
Kwintes GGZ Inloop 113.544,00
MEE IJsseloevers Jaarlijkse subsidie 748.072,00
Stichting Eduvier Ketensamenwerking kwetsbare
jongeren
470.000,00
MBO College Lelystad Ketensamenwerking kwetsbare
jongeren
150.000,00
Stichting Jeugdcultuurfonds Flevoland Subsidie Jeugdcultuurfonds Lelystad 80.000,00
MDF Budgetbeheer plus 90.000,00
24.441.335,00
5.100.949,00
Totaal
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 145
2) Eenmalig verstrekte subsidies 2016 (peildatum 1 september 2016)
Subsidielijst 2016 (eenmalig)Subsidies verleend
2016
1 - Veiligheid
1.2 - Openbare orde en veiligheid
Nederlandse Romavereniging 3.617
Step up 4 youth 5.350
Stichting Welzijn Lelystad 3.696
Totaal 1.2 - Openbare orde en veiligheid 12.663
Totaal 1 - Veiligheid 12.663
4 - Onderwijs
4.3 - Onderwijsbeleid en leerlingzaken
GO! Kinderopvang 273.359
MBO College Lelystad 30.000
Samenwerkingsverband Lelystad 105.744
Stichting School 40.000
Stichting voor Voortgezet Ond 375.000
Totaal 4.3 - Onderwijsbeleid en leerlingzaken 824.103
Totaal 4 - Onderwijs 824.103
5 - Sport, cultuur en recreatie
5.1 - Sportbeleid en activering
Atletiekvereniging Spirit 788
Badmintoncombinatie Flevoland 113
Balans & Dans B.V. 150
Damvereniging Lelystad 175
Handboogschutterij Artemis Le 200
Lawn Tennisvereniging Lelysta 2.500
Lenco Trademark B.V. 5.000
Organisatie Schoolvoetbaltoer 1.000
Postduivenvereniging De Flevo 1.725
Sportservice Flevoland 14.820
Stichting Dansstudio WB 300
Stichting Het belevenissenbos 2.500
Stichting Leger des Heils 7.500
Stichting Sailservice 5.000
Stichting Tell Tale Events 10.000
Stichting Zeebodemloop 500
Stichting Zeilbaak 1.200
SV Lelystad'67 2.500
Taekwondoschool 75
Tennisvereniging Poseidon 1.324
Toerclub Flevoland 2.500
Volleybalvereniging Volta 75
Watersportvereniging De Harde 375
Watersportvereniging Het Bove 16.688
Watersportvereniging Lelystad 2.500
Totaal 5.1 - Sportbeleid en activering 79.508
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 146
Vervolg - eenmalig verstrekte subsidies 2016 (peildatum 1 september 2016)
Subsidielijst 2016 (eenmalig)Subsidies verleend
2016
5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie 335.393
5.6 - Media
Stichting Cultuur voor Lelyst 12.000
Stichting Poëtikos 5.000
Stichting Welzijn Lelystad 750
Totaal 5.6 - Media 17.750
Totaal 5 - Sport, cultuur en recreatie 432.650
6 - Sociaal domein
6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Bureau LWPC 25.000
MDF 132.500
Platform Vrouwen aan Zet (VAZ 4.000
St. Schateiland Waterwijk 3.500
Stichting Buurtcentrum De Bri 13.939
Stichting Fietsbank Lelystad 280
Stichting Mamyo 5.150
Stichting Welzijn Lelystad 268.333
Stichting Zomaar mijn dag 1.750
Vitree 100.620
Vraag Elkaar 25.000
Totaal 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie 580.072
6.5 - Arbeidsparticipatie
Werkbedrijf Lelystad b.v. 500.000
Totaal 6.5 - Arbeidsparticipatie 500.000
6.72 - Maatwerkdienstverlening 18-
GGD Flevoland 37.332
Stichting Icare Jeugdgezondhe 26.132
Totaal 6.72 - Maatwerkdienstverlening 18- 63.464
6.81 - Geëscaleerde zorg 18+
Iriszorg 28.000
Totaal 6.81 - Geëscaleerde zorg 18+ 28.000
Totaal 6 - Sociaal domein 1.171.536
7 - Volksgezondheid en milieu
7.1 - Volksgezondheid
Stichting Welzijn Lelystad 30.000
Totaal 7.1 - Volksgezondheid 30.000
7.4 - Milieubeheer
Subsidie E-scooter 18.750
Totaal 7.4 - Milieubeheer 18.750
Totaal 7 - Volksgezondheid en milieu 48.750
8 - Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing
8.3 - Wonen en bouwen
Stichting Branche Bescherming 7.000
Totaal 8.3 - Wonen en bouwen 7.000
Totaal 8 - Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing 7.000
Eindtotaal 2.496.702
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 147
3) Jaarlijkse terugkerende subsidies 2016
Subsidielijst 2016 (Jaarlijks)Subsidies verleend
2016
1 - Veiligheid
1.2 - Openbare orde en veiligheid
Bureau Gelijke Behandeling Fl 58.013
GGD Flevoland 40.000
Interkerkelijk Diaconaal Over 9.068
Iriszorg 15.312
Stichting Blijfgroep 51.929
Stichting Buurtvaders Lelysta 15.185
Stichting Welzijn Lelystad 186.195
Totaal 1.2 - Openbare orde en veiligheid 375.702
Totaal 1 - Veiligheid 375.702
4 - Onderwijs
4.3 - Onderwijsbeleid en leerlingzaken
IBS Al-Ihsaan 152.621
Peuterspeelzaal De Sterretjes 26.600
Peuterspeelzaal deDukkies 21.280
Stichting Christelijk Primair 159.138
Stichting Flevomeer Bibliothe 428.499
Stichting Icare Jeugdgezondhe 42.334
Stichting Katholiek Onderwijs 75.000
Stichting Kindercentra Lelyst 1.911.716
Stichting Peuterspeelzaal De 47.880
Stichting Peuterspeelzaal Ext 67.290
Stichting School 378.741
Stichting Welzijn Lelystad 66.256
Totaal 4.3 - Onderwijsbeleid en leerlingzaken 3.377.355
Totaal 4 - Onderwijs 3.377.355
5 - Sport, cultuur en recreatie
5.1 - Sportbeleid en activering
Atletiekvereniging Spirit 4.872
Badmintoncombinatie Flevoland 225
Gymnastiekvereniging Lelystad 12.500
Mixed Hockeyclub Lelystad 12.500
S.V. Batavia '90 2.344
Schaatstrainingsgroep Lelysta 4.482
Sportservice Flevoland 5.000
Tennisvereniging Poseidon 2.243
Voetbalvereniging Unicum 3.750
Totaal 5.1 - Sportbeleid en activering 47.916
5.2 - Sportaccommodaties
Sportbedrijf Lelystad 3.619.530
Stichting Welzijn Lelystad 23.104
Totaal 5.2 - Sportaccommodaties 3.642.634
5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
De Kubus Centrum voor kunst e 1.671.362
Stichting Agora 1.031.598
Stichting Uitgast 12.250
Totaal 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie 2.715.210
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 148
Vervolg - jaarlijks terugkerende subsidies 2016
Subsidielijst 2016 (Jaarlijks)Subsidies verleend
2016
5.6 - Media
Stichting Flevomeer Bibliothe 2.080.000
Totaal 5.6 - Media 2.080.000
Totaal 5 - Sport, cultuur en recreatie 8.485.760
6 - Sociaal domein
6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Bureau Gelijke Behandeling Fl 22.500
Buurtvereniging Het Palet 12.150
De vrienden van de Uiterton 2.312
GGD Flevoland 208.000
Humanitas district Noordwest 101.468
Interkerkelijk Diaconaal Over 243.393
MDF 2.875.101
NVZ de Zonnebloem 4.800
OSOL 4.740
Oudgediendenvereniging Brandw 2.438
Participatie Team Lelystad (P 5.950
Scouting Ascanen Lelystad 3.600
Slachtofferhulp Nederland 15.756
St. Schateiland Waterwijk 8.000
Stal 8.000
Stichting Buurtcentrum De Bri 11.648
Stichting Buurtcentrum De Joo 5.000
Stichting Buurthuis De Dukdalf 25.659
Stichting De Verborgen Bron 8.000
Stichting Dierenweiden Lelyst 8.000
Stichting Georganiseerd Overl 43.000
Stichting Het belevenissenbos 8.000
Stichting Icare Jeugdgezondheidszorg 1.105.961
Stichting Inloophuis Passie 8.000
Stichting Insaf 7.900
Stichting Mamyo 6.213
Stichting MFA de Windhoek 15.650
Stichting Samen en Sociaal 8.000
Stichting Scouting Baden Powe 5.000
Stichting Scouting Bramzijger 2.525
Stichting Vrouwen Activiteite 8.000
Stichting Welzijn Lelystad 2.691.406
Triade Flevoland 200.000
Totaal 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie 7.686.170
6.2 - Wijkteams
MEE IJsseloevers 748.072
Stichting Welzijn Lelystad 505.000
Totaal 6.2 - Wijkteams 1.253.072
6.3 - Inkomensregelingen
Humanitas district Noordwest 13.020
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 149
Vervolg - jaarlijks terugkerende subsidies
Subsidielijst 2016 (Jaarlijks)Subsidies verleend
2016
Totaal 6.3 - Inkomensregelingen 13.020
6.5 - Arbeidsparticipatie
Stichting Welzijn Lelystad 73.624
Totaal 6.5 - Arbeidsparticipatie 73.624
6.72 - Maatwerkdienstverlening 18-
Samen Veilig Midden Nederland 209.282
Triade Flevoland 18.900
Totaal 6.72 - Maatwerkdienstverlening 18- 228.182
6.81 - Geëscaleerde zorg 18+
Kwintes 143.689
Stichting Leger des Heils 320.237
Zorgcontractering Timon 50.627
Totaal 6.81 - Geëscaleerde zorg 18+ 514.553
Totaal 6 - Sociaal domein 9.768.621
7 - Volksgezondheid en milieu
7.1 - Volksgezondheid
GGD Flevoland 33.203
Stichting Icare Jeugdgezondheidszorg 162.140
Stichting Icare Thuiszorg 125.562
Stichting Welzijn Lelystad 78.183
Tactus verslavingszorg 58.540
Totaal 7.1 - Volksgezondheid 457.628
Totaal 7 - Volksgezondheid en milieu 457.628
Eindtotaal 22.465.066
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 150
4) Totaallijst subsidies 2016 – per organisatie
Subsidielijst 2016 Totaal Omschrijving subsidie
Subsidies
verleend
2016
Atletiekvereniging Spirit 5.1 - Sportbeleid en activering
Deskundig technische leiding 2016 4.872
Kaderopleiding 2016 305
Opleiding Allround hardlooptrainer 483
Totaal Atletiekvereniging Spirit 5.660
Badmintoncombinatie Flevoland 5.1 - Sportbeleid en activering
Deskundig technische leiding 2016 225
Scholierensport 2016 113
Totaal Badmintoncombinatie Flevoland 338
Balans & Dans B.V. 5.1 - Sportbeleid en activering
Scholierensport 2016 150
Totaal Balans & Dans B.V. 150
Bureau Gelijke Behandeling Fl 1.2 - Openbare orde en veiligheid
Activiteiten 2016 58.013
6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Activiteiten HLBT 22.500
Totaal Bureau Gelijke Behandeling Fl 80.513
Bureau LWPC 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Subsidie Open je hart en mantelkring 25.000
Totaal Bureau LWPC 25.000
Buurtvereniging Het Palet 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Subsidie sociaal cultureel werk 2016 12.150
Totaal Buurtvereniging Het Palet 12.150
Chr. Mannenkoor Lelystad 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
(DV) Kerstconcert 16 december 2016 2.000
(DV) Passie en Paasconcert 26 maart 2016 2.000
Totaal Chr. Mannenkoor Lelystad 4.000
COV Stella Maris 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
(DV) Studiedag voor voorjaarsconcert 575
Mozart Concert 19 november 2016 8.000
Totaal COV Stella Maris 8.575
Damvereniging Lelystad 5.1 - Sportbeleid en activering
Scholierensport 2016 175
Totaal Damvereniging Lelystad 175
De Hanzeborg 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
(DV) Familieconcert 2016 750
Totaal De Hanzeborg 750
De Kubus Centrum voor kunst e 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
(DV) Week van de Amateurkunst 2016 5.000
Brede school en community Art 60.000
Intendant amateurkunst 2016 50.000
Jaarlijkse subsidie Kubus 2016 1.326.819
Jaarlijkse subsidie Underground 2016 344.543
project 'My school's got talent' 2.500
Totaal De Kubus Centrum voor kunst e 1.788.862
De vrienden van de Uiterton 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Activiteitensubsidie vrijwilligersorganisaties 20 2.312
Totaal De vrienden van de Uiterton 2.312
Flevolands symfonieorkest 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
(DV) Concert Agora 25 juni 2016 1.900
Totaal Flevolands symfonieorkest 1.900
Flevolandse Theatervereniging 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
(DV) Deskundigheidsbevordering 2016 750
Totaal Flevolandse Theatervereniging 750
GGD Flevoland 1.2 - Openbare orde en veiligheid
Procescoordinatie nazorg ex-gedetineerden jeugd 40.000
6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Uitvoering plusprodukten 208.000
6.72 - Maatwerkdienstverlening 18-
Aanvullende subsidie Jeugd en gezinsteams 2016 37.332
7.1 - Volksgezondheid
Uitvoering plusprodukten 33.203
Totaal GGD Flevoland 318.535
GO! Kinderopvang 4.3 - Onderwijsbeleid en leerlingzaken
(T) 2.04 subsidie passende opvang 273.359
Totaal GO! Kinderopvang 273.359
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 151
Vervolg totaallijst subsidies 2016 - per organisatie
Subsidielijst 2016 Totaal Omschrijving subsidie
Subsidies
verleend
2016
Gospelkoor Sign4U 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
(DV) Organiseren en assisteren uitvoeringen 500
Totaal Gospelkoor Sign4U 500
Gymnastiekvereniging Lelystad 5.1 - Sportbeleid en activering
Deskundig technische leiding 2016 12.500
Totaal Gymnastiekvereniging Lelystad 12.500
Handboogschutterij Artemis Le 5.1 - Sportbeleid en activering
Scholierensport 2016 200
Totaal Handboogschutterij Artemis Le 200
Harmonieorkest Lelystad 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
(DV) Diversen projecten en concerten 3.000
Totaal Harmonieorkest Lelystad 3.000
Humanitas district Noordwest 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Jaarlijkse subsidie 2016, homestart 54.905
Thuisadministratie 46.563
6.3 - Inkomensregelingen
Jaarlijkse subsidie 2016, homestart 13.020
Totaal Humanitas district Noordwest 114.488
IBS Al-Ihsaan 4.3 - Onderwijsbeleid en leerlingzaken
Brede schoolactiviteiten 2016 9.221
Jaarlijkse subsidie 2016 - VVE 2016 143.400
Totaal IBS Al-Ihsaan 152.621
Interkerkelijk Diaconaal Over 1.2 - Openbare orde en veiligheid
Diverse projecten 2016 9.068
6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Diverse projecten 2016 243.393
Totaal Interkerkelijk Diaconaal Over 252.461
Iriszorg 1.2 - Openbare orde en veiligheid
Subsidie nazorg ex gedetineerden 2016 15.312
6.81 - Geëscaleerde zorg 18+
Subsidie nazorg preventie huisuitzettingen gezinn 28.000
Totaal Iriszorg 43.312
Jazz-1 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
(DV) Seabottomjazzfestival 2016 2.500
Totaal Jazz-1 2.500
Kamerkoor Lelystad 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
(DV) Aanleren basisvaardigheden 400
(DV) deskundigheidsbevordering 2e halfjaar 2016 333
(DV) Voorjaarsconcert thema Water 26 mei 2016 1.500
(DV) Water - een extra dimensie 2.130
Totaal Kamerkoor Lelystad 4.363
Kunstenaarsvereniging Flevola 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
Natuurkunstpark 25 juni 17.000
Totaal Kunstenaarsvereniging Flevola 17.000
Kwintes 6.81 - Geëscaleerde zorg 18+
Erop af team zwerfjongeren 30.135
GGZ Inloop 2016 113.554
Totaal Kwintes 143.689
Lawn Tennisvereniging Lelysta 5.1 - Sportbeleid en activering
Nationaal ranglijstentoernooi 2016 2.500
Totaal Lawn Tennisvereniging Lelysta 2.500
Lenco Trademark B.V. 5.1 - Sportbeleid en activering
Evenement watersport 2016 5.000
Totaal Lenco Trademark B.V. 5.000
MBO College Lelystad 4.3 - Onderwijsbeleid en leerlingzaken
Vaardigheden uit de 21e eeuw 30.000
Totaal MBO College Lelystad 30.000
MDF 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
(T) 2.01 subsidie financiële ondersteuning 40.000
(T) 2.02 Subsidie schuldenregeling 40.000
Budgetbeheer en -coaching 2016 52.500
Jaarlijkse subsidie 2016 2.875.101
Totaal MDF 3.007.601
MEE IJsseloevers 6.2 - Wijkteams
Jaarlijkse subsidie 748.072
Totaal MEE IJsseloevers 748.072
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 152
Vervolg – totaallijst subsidies 2016 - per organisatie
Subsidielijst 2016 Totaal Omschrijving subsidie
Subsidies
verleend
2016
Mixed Hockeyclub Lelystad 5.1 - Sportbeleid en activering
Deskundig technische leiding 2015-2016 12.500
Totaal Mixed Hockeyclub Lelystad 12.500
Nederlandse Romavereniging 1.2 - Openbare orde en veiligheid
Activiteiten Romadag 8 april 2016 3.617
Totaal Nederlandse Romavereniging 3.617
NVZ de Zonnebloem 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
activiteitensubsidie vrijwilligersorganisaties 2016 4.800
Totaal NVZ de Zonnebloem 4.800
Organisatie Schoolvoetbaltoer 5.1 - Sportbeleid en activering
Schoolvoetbaltoernooi 2016 1.000
Totaal Organisatie Schoolvoetbaltoer 1.000
OSOL 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Acticiteitensubsidie vrijwilligersorganisaties 20 4.740
Totaal OSOL 4.740
Oudgediendenvereniging Brandw 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Activiteitensubsidie vrijwilligersorganisaties 20 2.438
Totaal Oudgediendenvereniging Brandw 2.438
Participatie Team Lelystad (P 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Activiteitensubsidie vrijwilligers 2016 5.950
Totaal Participatie Team Lelystad (P 5.950
Peuterspeelzaal De Sterretjes 4.3 - Onderwijsbeleid en leerlingzaken
Peuterspeelzaalwerk 2016 26.600
Totaal Peuterspeelzaal De Sterretjes 26.600
Peuterspeelzaal deDukkies 4.3 - Onderwijsbeleid en leerlingzaken
Subsidie jaarlijks 2016 21.280
Totaal Peuterspeelzaal deDukkies 21.280
Platform Vrouwen aan Zet (VAZ 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Internationale vrouwendag 2016 4.000
Totaal Platform Vrouwen aan Zet (VAZ 4.000
Postduivenvereniging De Flevo 5.1 - Sportbeleid en activering
Investeringssubsidie 2016 1.725
Totaal Postduivenvereniging De Flevo 1.725
S.V. Batavia '90 5.1 - Sportbeleid en activering
Deskundig technische leiding 2015-2016 2.344
Totaal S.V. Batavia '90 2.344
Samen Veilig Midden Nederland 6.72 - Maatwerkdienstverlening 18-
Jeugd- en gezinsteam 209.282
Totaal Samen Veilig Midden Nederland 209.282
Samenwerkingsverband Lelystad 4.3 - Onderwijsbeleid en leerlingzaken
(T) 2.05 Samen in School 105.744
Totaal Samenwerkingsverband Lelystad 105.744
Schaatstrainingsgroep Lelysta 5.1 - Sportbeleid en activering
Jaarlijkse subsidie accomodatie 2016 4.482
Totaal Schaatstrainingsgroep Lelysta 4.482
Scouting Ascanen Lelystad 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Activiteitensubsidie 2016 3.600
Totaal Scouting Ascanen Lelystad 3.600
Show- en trompetterkorps X-tr 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
(DV) 21 optredens in eerste halfjaar 2016 1.040
(DV) Diverse optredens 2e halfjaar 2016 1.365
Totaal Show- en trompetterkorps X-tr 2.405
Slachtofferhulp Nederland 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Jaarlijkse activiteiten slachtofferhulp 15.756
Totaal Slachtofferhulp Nederland 15.756
Sportbedrijf Lelystad 5.2 - Sportaccommodaties
Jaarlijkse budgetsubsidie 3.619.530
Totaal Sportbedrijf Lelystad 3.619.530
Sportservice Flevoland 5.1 - Sportbeleid en activering
Own The Spot 2016 2.000
Project Lucky Wheels 2016 2.820
Talentenfonds 2016 5.000
Uitvoering watersportcoördinatie 2016 5.000
Watersportlessen 2016 5.000
Totaal Sportservice Flevoland 19.820
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 153
Vervolg - totaallijst subsidies 2016 - per organisatie
Subsidielijst 2016 Totaal Omschrijving subsidie
Subsidies
verleend
2016
St. Schateiland Waterwijk 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Activiteitensubsidie vrijwilligersorganisaties 20 8.000
Huttenbouwweek 2016 3.500
Totaal St. Schateiland Waterwijk 11.500
Stal 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Activiteitensubsidie vrijwilligers organisaties 2 8.000
Totaal Stal 8.000
Step up 4 youth 1.2 - Openbare orde en veiligheid
Activiteiten 2016 3.400
Subsidie Internationale dag van de Roma 1.950
Totaal Step up 4 youth 5.350
Steunpunt Archeologie en Jong 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
Erfgoedcommissie 2016 3.500
Totaal Steunpunt Archeologie en Jong 3.500
Stichting #Loods32 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
(DV) Lichtfestival 3.300
Totaal Stichting #Loods32 3.300
Stichting Agora 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
Budgetsubsidie 2016 1.031.598
Totaal Stichting Agora 1.031.598
Stichting Amare Consort 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
(DV) Gevarieerde muziek rondom de piano 500
Totaal Stichting Amare Consort 500
Stichting Apollo 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
(DV) Muziek voor iedereen 1.500
Totaal Stichting Apollo 1.500
Stichting Architectuur, Lands 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
Open monumentendag 2016 4.000
Subsidie Dag van de Architectuur en 3 architectuu 3.000
Totaal Stichting Architectuur, Lands 7.000
Stichting Artifest 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
Artifest 2016 7.000
Totaal Stichting Artifest 7.000
Stichting Blijfgroep 1.2 - Openbare orde en veiligheid
Jaarlijkse subsidie 2016 Openstelling van het Ste 51.929
Totaal Stichting Blijfgroep 51.929
Stichting Branche Bescherming 8.3 - Wonen en bouwen
In de buurt, voor de buurt & door de buurt 7.000
Totaal Stichting Branche Bescherming 7.000
Stichting Buurtcentrum De Bri 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Eenmalige subsidie schoonmaakkosten 2016 13.939
Subsidie sociaal cultureel werk 2016 11.648
Totaal Stichting Buurtcentrum De Bri 25.587
Stichting Buurtcentrum De Joo 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Activiteitensubsidie vrijwilligers 2016 5.000
Totaal Stichting Buurtcentrum De Joo 5.000
Stichting Buurthuis De Dukdalf 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Subsidie sociaal cultureel werk 2016 25.659
Totaal Stichting Buurthuis De Dukdalf 25.659
Stichting Buurtvaders Lelysta 1.2 - Openbare orde en veiligheid
Jaarlijkse subsidie 2016 15.185
Totaal Stichting Buurtvaders Lelysta 15.185
Stichting Christelijk Primair 4.3 - Onderwijsbeleid en leerlingzaken
Brede school activiteiten 2016 12.138
VVE 2016 - Inzet IB-er CBS Ichtus 147.000
Totaal Stichting Christelijk Primair 159.138
Stichting Culturale 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
Tour of Art Flevoland 6.250
Totaal Stichting Culturale 6.250
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 154
Vervolg - totaallijst subsidies 2016 - per organisatie
Subsidielijst 2016 Totaal Omschrijving subsidie
Subsidies
verleend
2016
Stichting Cultuur voor Lelyst 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
LelystART 2016 11.000
LelystART 2016 12.500
5.6 - Media
LelystART 2016 12.000
Totaal Stichting Cultuur voor Lelyst 35.500
Stichting Dancetour 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
Projectsubsidie podiumkunsten 2016 14.000
Totaal Stichting Dancetour 14.000
Stichting Dansstudio WB 5.1 - Sportbeleid en activering
Scholierensport 2016 - Stijldansen 75
Scholierensport 2016 - streetdance 225
Totaal Stichting Dansstudio WB 300
Stichting De Barak 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
Jaarprogramma 2016 35.000
Totaal Stichting De Barak 35.000
Stichting De Verborgen Bron 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
activiteitensubsidie vrijwilligersorganisaties 2016 8.000
Totaal Stichting De Verborgen Bron 8.000
Stichting Dierenweiden Lelyst 8.000
Stichting Fietsbank Lelystad 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Eenmalige bijdrage oprichting 280
Totaal Stichting Fietsbank Lelystad 280
Stichting Filmtheater Lelysta 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
Vertonen kwaliteitsfilms in Agora 5.000
Totaal Stichting Filmtheater Lelysta 5.000
Stichting Flevomeer Bibliothe 4.3 - Onderwijsbeleid en leerlingzaken
VVE 2016 - Schakelklas voor kleuters & Boekenpret 428.499
5.6 - Media
Budgetsubsidie 2016 2.080.000
Totaal Stichting Flevomeer Bibliothe 2.508.499
Stichting Georganiseerd Overl 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Jaarlijkse subsidie 2016 43.000
Totaal Stichting Georganiseerd Overl 43.000
Stichting Het belevenissenbos 5.1 - Sportbeleid en activering
3e editie Kindermudrun 2016 2.500
6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Activiteitensubsidie 2016 8.000
Totaal Stichting Het belevenissenbos 10.500
Stichting Icare Jeugdgezondhe 4.3 - Onderwijsbeleid en leerlingzaken
Jaarlijkse subsidie 2016 42.334
6.72 - Maatwerkdienstverlening 18-
Aanvullende subsidie Jeugd en gezinsteams 2016 26.132
Totaal Stichting Icare Jeugdgezondhe 68.466
Stichting Icare Jeugdgezondheidszorg 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
jaarlijkse subsidie 2016, uniform, maatdeel, pren 1.105.961
7.1 - Volksgezondheid
jaarlijkse subsidie 2016, uniform, maatdeel, pren 162.140
Totaal Stichting Icare Jeugdgezondheidszorg 1.268.101
Stichting Icare Thuiszorg 7.1 - Volksgezondheid
jaarlijkse subsidie 2016, zwaar ontregelde huisho 125.562
Totaal Stichting Icare Thuiszorg 125.562
Stichting Inloophuis Passie 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Activiteitensubsidie vrijwilligersorganisatie 201 8.000
Totaal Stichting Inloophuis Passie 8.000
Stichting Insaf 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Activiteitensubsidie vrijwilligersorganisaties 20 7.900
Totaal Stichting Insaf 7.900
Stichting Internationaal Zome 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
(DV) Travelling in Baroque - Weense scholen 1.000
Totaal Stichting Internationaal Zome 1.000
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 155
Vervolg - totaallijst subsidies 2016 - per organisatie
Subsidielijst 2016 Totaal Omschrijving subsidie
Subsidies
verleend
2016
Stichting Izere 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
(DV) Burundese dag 2016 2.600
Totaal Stichting Izere 2.600
Stichting Jolpop 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
(DV) Jolpopfestival 2016 2.000
Totaal Stichting Jolpop 2.000
Stichting Katholiek Onderwijs 4.3 - Onderwijsbeleid en leerlingzaken
VVE 2016 - Laetare 75.000
Totaal Stichting Katholiek Onderwijs 75.000
Stichting Kindercentra Lelyst 4.3 - Onderwijsbeleid en leerlingzaken
PSZ 2016 188.224
VVE 2016 - diverse projecten 1.723.492
Totaal Stichting Kindercentra Lelyst 1.911.716
Stichting Kunstuitleen Flevol 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
Exposities en kunstuitleen 17.000
Totaal Stichting Kunstuitleen Flevol 17.000
Stichting Leger des Heils 5.1 - Sportbeleid en activering
Dutch Street Cup 2016 7.500
6.81 - Geëscaleerde zorg 18+
Jaarlijkse subsidie 2016 320.237
Totaal Stichting Leger des Heils 327.737
Stichting Mamyo 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Activiteitensubsidie vrijwilligersorganisaties 20 6.213
Bondru 2016 4.000
Eenmalige bijdrage activiteitensubsidie vrijwilli 1.150
Totaal Stichting Mamyo 11.363
Stichting MFA de Windhoek 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Subsidie sociaal cultureel werk 2016 15.650
Totaal Stichting MFA de Windhoek 15.650
Stichting NFFS Nationaal Film 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
12e festivaldag 19 september 2016 5.000
Totaal Stichting NFFS Nationaal Film 5.000
Stichting Peuterspeelzaal De 4.3 - Onderwijsbeleid en leerlingzaken
PSZ De Roezemoes 47.880
Totaal Stichting Peuterspeelzaal De 47.880
Stichting Peuterspeelzaal Ext 4.3 - Onderwijsbeleid en leerlingzaken
PSZ 't Opstapje en therapeutisch aanbod 67.290
Totaal Stichting Peuterspeelzaal Ext 67.290
Stichting Poëtikos 5.6 - Media
Stadsdichtersdag 5.000
Totaal Stichting Poëtikos 5.000
Stichting Radio Lelystad 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
Omroepprogramma 2016 15.000
Totaal Stichting Radio Lelystad 15.000
Stichting Sailservice 5.1 - Sportbeleid en activering
2016 Red Bull Foiling Generation 5.000
Totaal Stichting Sailservice 5.000
Stichting Samen en Sociaal 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Activiteitensubsidie vrijwilligers 2016 8.000
Totaal Stichting Samen en Sociaal 8.000
Stichting School 4.3 - Onderwijsbeleid en leerlingzaken
Brede school - VVE 54.041
Coördinatie passende onderwijsvoorzieningen statu 40.000
VVE 2016 324.700
Totaal Stichting School 418.741
Stichting Scouting Baden Powe 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Subsidie jaarlijks 2016 5.000
Totaal Stichting Scouting Baden Powe 5.000
Stichting Scouting Bramzijger 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Activiteitensubsidie 2016 2.525
Totaal Stichting Scouting Bramzijger 2.525
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 156
Vervolg - totaallijst subsidies 2016 - per organisatie
Subsidielijst 2016 Totaal Omschrijving subsidie
Subsidies
verleend
2016
Stichting 't Lapp 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
Diverse culturele salons en exposities 4.000
Totaal Stichting 't Lapp 4.000
Stichting Tell Tale Events 5.1 - Sportbeleid en activering
Junior world championships Zeilen 2016 10.000
Totaal Stichting Tell Tale Events 10.000
Stichting Uitgast 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
Uitgastfestival 2016 12.250
Totaal Stichting Uitgast 12.250
Stichting voor Voortgezet Ond 4.3 - Onderwijsbeleid en leerlingzaken
Evaluatie sociaal emotioneel basisprogramma VO en 15.000
Ontwikkeling arrangementenklas SWV VSO 50.000
Op de Rails 2016 (versterken ondersteuningsstruct 230.000
Pilot 20/80 Learning 20.000
Project Community of Practise ""samen op school"" L 10.000
Project doorlopende leerlijnen en creëren VMBO/MB 25.000
Project onderwijs en digitale technieken 25.000
Totaal Stichting voor Voortgezet Ond 375.000
Stichting Vrouwen Activiteite 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Activiteitensubsidie 2016 8.000
Totaal Stichting Vrouwen Activiteite 8.000
Stichting Welzijn Lelystad 1.2 - Openbare orde en veiligheid
Diverse activiteiten 186.195
Extra subsidie inzet Roma 3.696
4.3 - Onderwijsbeleid en leerlingzaken
Diverse activiteiten 36.256
Projectplan Huis voor Taal VVE 30.000
5.2 - Sportaccommodaties
Aanvullende subsidie sportsteunpunt 23.104
5.6 - Media
Huis voor Taal - Ta(a)lentenjacht 750
6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Diverse activiteiten 2.685.906
Maatschappelijke begeleiding statushouders 268.333
Project Young Leaderz 2016 5.500
6.2 - Wijkteams
Diverse activiteiten 505.000
6.5 - Arbeidsparticipatie
Huis voor Taal 73.624
7.1 - Volksgezondheid
Diverse activiteiten 78.183
GGZ-preventieactiviteiten 2016 30.000
Totaal Stichting Welzijn Lelystad 3.926.547
Stichting Zeebodemloop 5.1 - Sportbeleid en activering
Zeebodemloop 2016 500
Totaal Stichting Zeebodemloop 500
Stichting Zeilbaak 5.1 - Sportbeleid en activering
50-mijl evenement 1.200
Totaal Stichting Zeilbaak 1.200
Stichting Zomaar mijn dag 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Triade up&Go run 1.750
Totaal Stichting Zomaar mijn dag 1.750
Stichting Zonnewende Flevolan 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
Festival Sunsation 2016 15.000
Totaal Stichting Zonnewende Flevolan 15.000
Subsidie E-scooter 7.4 - Milieubeheer
Subsidie e-scooter 2016 (B02.05) 4.500
Subsidie e-scooter 2016 (B09.05.) 750
Subsidie e-scooter 2016 (B15-3) 750
Subsidie e-scooter 2016 (B18.04) 750
Subsidie e-scooter 2016 (B18-4) 7.500
Subsidie e-scooter 2016 (B19-5) 1.500
Subsidie e-scooter 2016 (B20-4) 1.500
Subsidie e-scooter 2016 (B2-6) 750
Subsidie e-scooter 2016 (B7-6) 750
Totaal Subsidie E-scooter 18.750
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 157
Vervolg - totaallijst subsidies 2016 - per organisatie
Subsidielijst 2016 Totaal Omschrijving subsidie
Subsidies
verleend
2016
SV Lelystad'67 5.1 - Sportbeleid en activering
voetbaltoernooien mei 2016 2.500
Totaal SV Lelystad'67 2.500
Tactus verslavingszorg 7.1 - Volksgezondheid
Sociale activering en verslavingspreventie 58.540
Totaal Tactus verslavingszorg 58.540
Taekwondoschool 5.1 - Sportbeleid en activering
Technisch kader scholierensport 2016 75
Totaal Taekwondoschool 75
Tennisvereniging Poseidon 5.1 - Sportbeleid en activering
Bijdrage 5e tennisbaan 1.024
Deskundig technische leiding sportverenigngen 201 2.243
Technisch kader scholierensport 2016 300
Totaal Tennisvereniging Poseidon 3.567
Theatergroep Droog! 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie
(DV) Toneelstuk 'Feest' 2-10 april 4.000
Totaal Theatergroep Droog! 4.000
Toerclub Flevoland 5.1 - Sportbeleid en activering
Rabobank Omloop Flevoland 2.500
Totaal Toerclub Flevoland 2.500
Triade Flevoland 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Sterk in de klas 200.000
6.72 - Maatwerkdienstverlening 18-
Sterk in de klas 18.900
Totaal Triade Flevoland 218.900
Vitree 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
(T) 2016.1 Ouders gescheiden- kansrijk opgroeien 100.620
Totaal Vitree 100.620
Voetbalvereniging Unicum 5.1 - Sportbeleid en activering
Deskundig technische leiding 2015-2016 3.750
Totaal Voetbalvereniging Unicum 3.750
Volleybalvereniging Volta 5.1 - Sportbeleid en activering
Scholierensport 2016 75
Totaal Volleybalvereniging Volta 75
Vraag Elkaar 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie
Subsidie Vraag Elkaar methode 25.000
Totaal Vraag Elkaar 25.000
Watersportvereniging De Harde 5.1 - Sportbeleid en activering
Scholierensport 375
Totaal Watersportvereniging De Harde 375
Watersportvereniging Het Bove 5.1 - Sportbeleid en activering
Investeringssubsidie sport 2016 15.888
Scholierensport 2016 800
Totaal Watersportvereniging Het Bove 16.688
Watersportvereniging Lelystad 5.1 - Sportbeleid en activering
Subsidie Lelystad Regetta 2016 2.500
Totaal Watersportvereniging Lelystad 2.500
Werkbedrijf Lelystad b.v. 6.5 - Arbeidsparticipatie
(T) 2.03 Toegangspoort tot reïntegratie van nieuw 500.000
Totaal Werkbedrijf Lelystad b.v. 500.000
Zorgcontractering Timon 6.81 - Geëscaleerde zorg 18+
Zorgcontractering 50.627
Totaal Zorgcontractering Timon 50.627
Eindtotaal 24.961.768
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 158
Bijlage 4: Versnellingsopgave wonen
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 159
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 160
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 161
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 162
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 163
Programmabegroting 2017 – 2020 (voor raadsbehandeling) 164
Bijlage 5: 0320 Lelykracht
2
p/a Agorabaan 3, 8224 JS Lelystad Een initiatief van: FlevoMeer Bibliotheek
0320-221524 Stichting Welzijn Lelystad
[email protected] N.V. Sportbedrijf Lelystad
27 september 2016 Kubus
3
Inhoudsopgave
1. Lelykracht een duurzame beweging 04
2. Krachtenbundeling voor een vitale stad 07
3. Werkwijze: co-creatie en participatie 10
4. Doelen en inspanningen van Lelykracht 11
5. Programmering 13
a. Het verhaal van Lelystad
b. Talentkwekerij
c. Lelystad Akkoord
d. Raad van moeders
e. Zwembadmoment
f. LelyDance
g. Verenigde Straten van Lelystad
h. Dukdalf
i. Lelydag
j. De 50 van 50
6. Duur en borging van Lelykracht 21
7. Begroting 22
8. Planning 23
9. Monitoring en evaluatie 25
Bijlagen:
1. Programma A t/m J in tabelvorm
2. Doel-inspanningen-netwerk Lelykracht
3. Het fundament van Lelykracht
4. Managementsamenvatting
4
1. Lelykracht, een duurzame beweging
Mede aangespoord door de instelling van het Fonds Nieuwe Verbindingen besloten begin
2015 Welzijn Lelystad, FlevoMeer Bibliotheek, Kubus en Sportbedrijf Lelystad de krachten
te bundelen.
Vanuit verschillende invalshoeken leveren deze vier organisaties een bijdrage aan een
sterkere samenleving en een bruisend Lelystad. De veronderstelling is dat door integraal en
interdisciplinair samen te werken een dienstverlening kan worden ontwikkeld die nieuwe
mogelijkheden biedt en tot meer slagkracht voor de stad en haar inwoners leidt.
Lelykracht is een beweging, opgestart door bovenstaande vier maatschappelijke
organisaties (de “L4”). Deze vier organisaties richten zich ieder vanuit een andere
invalshoek op de ontwikkeling en verbinding van de Lelystedeling en ondersteunen mensen
in het eigen maken van basisvaardigheden die randvoorwaardelijk zijn voor participatie en
sociale cohesie.
Lelykracht is de beweging die op een gerichte en samenhangende manier bijdraagt aan de
zelf- en samenredzaamheid van de gemeenschap.
Doel is om tot een krachtenbundeling te komen met de inwoners en private en publieke
partijen om vier doelen te realiseren die de ‘software’ van de stad een permanente impuls
geven:
1. Beter (op)groeien in Lelystad
2. Sterkere onderlinge binding
3. Actiever in stad en wijk
4. Een trotser Lelystad
Lelykracht is geen exclusief initiatief van de L4; de L4 kunnen wel als energie-opwekkers
en eerste dragers van deze beweging gezien worden. Samen vormen zij de
Lelykrachtcentrale.
Van deze vier partijen vormt Welzijn Lelystad de oren en ogen van de wijk. Participatie
staat voor Welzijn centraal. Een mooie opgave die gelet op de context waarin Welzijn
Lelystad handelt en de problematiek van cliënten, ertoe kan leiden dat de verschillende
vestigingen het beeld van verdrietcentrale oproepen. Voor Welzijn is het juist belangrijk
om participatie positief te laden.
Welzijn Lelystad ziet wat er gebeurt achter de voordeur. Input en bijsturing vanuit de
sociale wijkteams zullen ervoor zorgen dat de ontwikkelde programma’s het beoogde
effect genereren voor de mensen in de stad die een steuntje in de rug nodig hebben.
5
De drie andere partijen zijn instrumenteel: zij zetten interdisciplinair hun expertise in –
elk met een verschillende professionele invalshoek als het gaat om de ontwikkeling van de
mens – om de behoefte gestuurde programmering handen en voeten te geven:
Kubus: richt zich op expressiviteit en creativiteit van de Lelystedeling en stimuleert
deelname aan het culturele leven. Kubus draagt zorg voor ontwikkeling en
ontplooiing van ieder individu en heeft de ambitie niet alleen via het onderwijs,
maar ook daarbuiten alle doelgroepen aan te spreken in de stad;
FlevoMeer Bibliotheek: richt zich op empathie, begrip en inzichten door mensen en
kennis te verbinden. FlevoMeer Bibliotheek wil zich als stadsbaken, kennislab en
betekenisgever meer naar buiten presenteren en inzetten op persoonlijke
ontwikkeling gericht op participatie;
Sportbedrijf Lelystad kent een groot bereik in Lelystad en stelt de Lelystedeling in
staat om in de verschillende voorzieningen bezig te zijn met sport, beweging en
gezondheid. Doel van het Sportbedrijf is om mensen zoveel mogelijk vanuit hun
intrinsieke motivatie fit en vitaal te houden.
Lelystad, de jongste stad van ons land, is als een puber op zoek naar haar identiteit.
Lelykracht richt zich op alle aspecten van ontwikkeling van het individu in relatie tot de
gemeenschap. Ontwikkeling die moet leiden tot meer zelf- en samenredzaamheid.
Lelykracht biedt de structuur, de impuls en de ondersteuning om hiervoor de stappen te
zetten die nodig zijn, omdat het aanspreken op ieders eigen verantwoordelijkheid in het
leven niet los gezien kan worden van omzien naar elkaar.
Lelykracht draagt zorg voor de sociale cohesie en vitale ontwikkeling van Lelystad en de
Lelystedelingen. Lelykracht begint en eindigt bij de inwoners, sluit aan op
maatschappelijke thema’s die de vezels van de samenleving raken, en zorgt voor een
structuur en werkwijze waarbij de vier betrokken organisaties zo goed mogelijk ten
dienste staan van de Lelystadse gemeenschap.
Lelykracht heeft een intensief voorbereidingstraject gehad (zie bijlage) waarin de
inwoners van Lelystad zijn betrokken. In dit voorbereidingstraject is gewerkt aan een
feitenfundament (zie bijlage): een samenhangende set van inzichten in de behoeften van
Lelystad en haar inwoners op basis van kwantitatief en kwalitatief onderzoek.
6
Zo is er tijdens focusgroepen en interviews geluisterd naar de behoefte van de
Lelystedelingen. De inwoners geven aan dat ze op zoek zijn naar verbinding, zij willen
warmte, sfeer, gezelligheid –ook in het centrum- en sociale cohesie in hun Lelystad.
Lelykracht wil in samenwerking met inwoners, het college van B&W, bedrijven en andere
maatschappelijke instellingen en initiatieven tot een programma komen om de onderlinge
verbondenheid met elkaar en met de stad te vergroten.
Lelykracht gaat om energie, sociale cohesie, ontwikkeling, participatie en het samen
vormgeven aan een bruisend Lelystad. Een Lelystad waar je met recht trots op mag zijn.
7
2. Krachtenbundeling voor een vitale stad
Lelykracht heeft een signaleringsfunctie. Een functie die samen met inwoners,
ondernemers en private partijen bijdraagt aan een duurzame samenwerking. Lelykracht is
geen losstaande organisatie maar een effectieve manier van werken, waarin verschillende
aspecten zijn opgenomen.
Vanuit alle hoeken van de gemeenschap (inwoners, bedrijfsleven, maatschappelijke
organisaties, verenigingen) is er een toenemende interesse om mee te doen met
Lelykracht. Daarbij hebben we oog voor het algemeen belang versus het welbegrepen
eigenbelang van inwoners en organisaties. Door de behoefte gestuurde manier van werken
(zie hoofdstuk 3) zorgen we er voor dat er tussen beide een goede balans is.
Lelykracht is geen concept dat 1.000 bloemen laat bloeien, maar bewust keuzes maakt
met ondernemers, inwoners en maatschappelijke partijen om met programma’s in te
spelen op vragen en behoeften die er zijn. Inzet op betrokkenheid en actieve bijdrage
vanuit alle geledingen (jong/oud, arm/rijk) van de bevolking is een belangrijk punt. Het
gaat niet om Lelykracht zelf, maar om wat het betekent voor de stad en haar
Lelystedelingen. Een professionele aanpak die de stad nodig heeft voor een duurzame
ontwikkeling.
Ondernemers
Privaat en publieke samenwerking is een belangrijk onderdeel van Lelykracht. Rendement
voor de samenleving op investeringen is daarbij van belang. Lelykracht gaat er voor dat
haar projecten zo bijdragen aan de samenleving dat het bedrijfsleven de maatschappelijke
en economische waarde terugziet. Lelykracht heeft geen sponsorplan, maar een
partnerplan en wil samen met het bedrijfsleven een brug slaan tussen wat de samenleving
nodig heeft en het bedrijfsleven kan bieden.
Stadshart
Bij gemeente en winkeliers is behoefte aan meer beleving en winkelend publiek in het
stadshart. Ook de inwoners verlangen naar een bruisend stadshart. Lelykracht kan als
bindmiddel fungeren voor het stadshart, door het aldaar stimuleren van activiteiten en
betrokkenheid.
8
Gemeente Lelystad
De gemeente is nauw betrokken bij Lelykracht. Zowel om te zorgen dat de doelen van
Lelykracht (zie hoofdstuk 4) sporen met het algemeen belang als de samenhang te borgen
tussen Lelykracht en andere onderdelen uit de programmabegroting van de stad. Daarnaast
vraagt de gemeente om een zorgvuldige monitoring, evaluatie en bijsturing waar nodig.
Lelykracht heeft een relatie met het project van de gemeente ‘De stad is van ons
allemaal’. Een project waarin de gemeente de verbinding zoekt met de inwoners. Uit
onderzoek van de gemeente blijkt echter dat die verbinding niet altijd een
vanzelfsprekendheid is. Vooral de lagere sociaaleconomische groepen geven in gesprekken
aan wel standpunten te hebben, maar die niet te willen delen met de gemeente. Omdat
zij niet overzien wat er gebeurt met hun inbreng en vrezen dat zich dit wel eens tegen hen
zou kunnen keren.
Lelykracht biedt echter een geheel ander platform, waarin juist deze groepen goed tot hun
recht zullen komen. Met Lelykracht richten wij ons op alle bevolkingsgroepen. We hebben
de sociale kaart van Lelystad in beeld gebracht en willen de verbinding leggen tussen
groepen die niet- of minder zelfredzaam zijn en de groepen die dat wel zijn, maar weinig
betrokken zijn bij de stad. We willen met onze aanpak beide groepen prikkelen om in het
ontwerp en de uitvoering van de programma’s creatief mee te doen en bij te dragen aan
de ontwikkeling van de stad.
Lelykracht sluit aan bij ‘De stad is van ons allemaal’ en zorgt vanuit daar ook met de juiste
verbindingen met de Ideeënmakelaar.
De gemeente heeft naar aanleiding van de transformatie WMO, participatiewet en
jeugdhulp er een belangrijke verantwoordelijkheid bijgekregen. De betrokken vier
organisaties voelen gezamenlijke maatschappelijke verantwoordelijkheid en menen een
goede rol te kunnen spelen door een integrale programmering op de WMO-agenda en bij te
dragen aan collectieve arrangementen.
Tenslotte kan Lelykracht de gemeente relevante beleidsinformatie bieden.
Lelykracht en de bezuinigingen in het sociaal domein
De gemeentelijke bezuinigingen op het sociaal domein hebben op sommige fronten een
behoorlijke impact gehad. In alle bescheidenheid kan Lelykracht op een aantal punten een
dempende werking hebben en/of aspecten versterken. Het gaat om de volgende domeinen
waarop is bezuinigd:
9
1. Kinderwerk: hier was veel aandacht voor gezondheid van kinderen (onder andere
overgewicht). In de programmering van Lelykracht zal expliciet aandacht worden
besteed aan de gezondheid van kinderen of gaat er een preventieve werking uit van
Lelykracht. Dit komt terug in de programma’s Talentkwekerij, de Raad van Moeders,
LelyDance en de ‘zwembadmomenten'. Summer’s Cool heeft contacten opgeleverd met
ouders van deelnemers die zich willen inzetten in hun wijk. Lelykracht legt tevens de
verbinding met het onderwijs.
2. Jongerenwerk: Lelykracht wil meer aandacht voor meisjes. Jongerenwerk wordt vaak
een rol toebedacht in het domein openbare orde en veiligheid. Vaak wordt vergeten
dat meisjes, 50% van de jongeren zijn meisjes, zich anders uiten daar waar het gaat om
risicogedrag. Lelykracht wil hier een rol in spelen en meisjes in hun kracht zetten,
eigenwaarde en zelfbewustzijn zijn hierin elementen.
De sociale wijkteams en jeugd- en gezinsteams hebben een preventieve werking.
Lelykracht gaat in overleg met deze teams over het ontwerp van de onderdelen
Talentkwekerij, Raad van Moeders, Dukdalf en de ‘zwembadmomenten’ en aandacht
besteden aan andere thema’s die een preventief effect hebben, zoals collectieve en
preventieve arrangementen. Ook de ideeënmakelaar wordt hierbij betrokken.
10
3. Werkwijze: co-creatie en participatie
Lelykracht is aantoonbaar behoefte gestuurd. De bron van Lelykracht komt uit de burgers
van Lelystad, door kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Dit feitenfundament heeft
inzichten en inspiratie geleverd voor de ‘Trein van verbinding’.
In de uitwerking daarvan werkt Lelykracht op twee niveaus actief samen met de inwoners:
- bij het ontwerp van de programmering/producten (co-creatie)
- bij de uitvoering van de programmering (participatie)
Alle programmaonderdelen van Lelykracht kenmerken zich bij het ontwerp door co-creatie
en een creatief proces, waarbij de voor het onderwerp relevante groepen mensen en/of
partijen worden betrokken. Door vervolgens ook bij de uitvoering te participeren wordt het
gevoeld eigenaarschap gestimuleerd.
Bij het ontwerp worden steeds de volgende vier hoofdvragen beantwoord:
1. Welke behoefte ligt aan dit programma ten grondslag? (feiten/inzicht)
2. Welke partijen en inwoners hebben we hierbij (nog meer) nodig?
3. Hoe participeren burgers en partijen in de uitvoering?
4. Welk resultaat wordt met dit programma beoogd en hoe wordt dit gemeten?
De procesindicatoren, waar elk programmaonderdeel aan moet voldoen, zijn:
Lelykracht moet aantoonbaar behoefte gestuurd zijn. En dan gaat het om de
behoefte van de inwoners. Dat is iets anders dan ‘u vraagt, wij draaien’. Lelykracht
moet het algemeen belang in haar aanpak borgen. Dit betekent een heldere
verantwoordelijkheidsverdeling met de inwoners, waarbij alles wat bijdraagt aan
zelf- en samenredzaamheid en sociale cohesie voorop staat;
Er moet aantoonbaar sprake zijn van een krachtenbundeling. De belofte dat de L4
binnen Lelykracht interdisciplinair werkt, moet hier worden aangetoond;
Buiten de L4 moet de inzet leiden tot aansluiting en inzet van middelen en/of tijd
van andere private en publieke partijen;
Elk onderdeel moet kleinschalige initiatieven aantoonbaar versterken. Dat kan door
faciliteiten, netwerk of expertise aan te bieden. Het kan ook door verbindingen te
leggen met andere initiatieven, of door samen kleinschalige initiatieven verder uit
te bouwen.
11
4. Doelen en inspanningen van Lelykracht
Lelykracht wil met haar activiteiten bijdragen aan vier hoofddoelstellingen.
De vier doelen van Lelykracht zijn:
1. Beter (op)groeien in Lelystad
Jeugd en jongeren verdienen optimale
ontwikkelingskansen, op school en in de vrije tijd.
Door de samenwerking van de L4 in Lelykracht
wordt er integraal en multidisciplinair gekeken naar
alle vormen van ontwikkeling: op
cognitief/rationeel, fysiek/sportief en
emotioneel/creatief vlak.
Ouders zijn op de hoogte van alle mogelijkheden,
weten deze te waarderen en te benutten voor hun
kind. Zij dragen zelf bij aan dit palet aan mogelijkheden, door zich in te zetten op
een manier die aansluit bij hun capaciteiten en mogelijkheden. Met ouders en
kinderen wordt gekeken
welke inzet nodig is om goed op te groeien.
De actieve deelname in vrije tijd, cultuur en sport groeit.
2. Sterkere onderlinge binding
Er is behoefte aan onderlinge binding met elkaar, de directe omgeving in de wijk en
de stad. Samen activiteiten ontwikkelen, uitvoeren en/of er aan deelnemen
bevordert deze onderlinge binding. Voor binding is identiteit, groepsdynamiek en
ontmoeting randvoorwaardelijk.
3. Inwoners meer actief in stad en wijk
De werkwijze van Lelykracht maakt dat alle programmaonderdelen bijdragen aan
deze doelstelling. Het draait bij Lelykracht immers steeds om betrekken, co-
creëren en participeren.
Krachtenbundeling komt niet vanzelf tot stand. Lelykracht is faciliterend,
verbindend en structurerend: het zorgt ervoor dat nieuwe of bestaande initiatieven
elkaar kunnen versterken en er samenhang is in alle inspanningen die verricht
worden.
ScholingRekenenen Taal
Sport
IK ONT-
WIKKEL MEZELF
Kunst en cultuur
Cognitieve ontwikkeling
• Hoofd, intelligentie• Methodisch, regels• ‘Slim’
Fysieke ontwikkeling
• Lijf, fysiek• Presteren/resultaatgericht• ‘Gezond’
Creatieve kracht
• Hart, emotioneel• Vanuit jezelf, vrij en open• ‘Geluk, zelf ontplooiing’
12
4. Een trotser Lelystad
Lelystedelingen willen trots (kunnen) zijn op hun Lelystad. Er is veel trots onder de
oppervlakte. Lelykracht maakt dit zichtbaar. Door daarnaast zelf actief bij te
dragen aan een bruisend programma neemt de stadstrots toe. Trots is een
belangrijke indicator voor het welzijn van een gemeenschap. Trots is een uiting van
eigenwaarde van een gemeenschap of individu. Een trotse gemeenschap maakt van
haar inwoners ambassadeurs. Daarmee heeft trots economische waarde: het is een
belangrijk fundament voor ondernemerschap.
De inspanningen van Lelykracht (= de programmering) moet bijdragen aan de realisatie van
deze vier doelen. In bijlage 2 is dit weergegeven in een zogenaamd ‘doel-inspanningen-
netwerk’.
Om te kunnen meten of de doelen dankzij de inspanningen worden gerealiseerd zijn
indicatoren nodig op verschillend niveau (in hoofdstuk 9 volgt een toelichting):
Algehele indicator voor Lelykracht
Indicatoren gekoppeld aan de vier doelen
Indicatoren gekoppeld aan de programmaonderdelen
Voor een belangrijk deel haakt Lelykracht aan bij relevante onderzoeken en indicatoren
van de gemeente, zoals bijvoorbeeld de wijkmonitor en het onderzoek Beeld van Lelystad.
Het gaat hier om de indicatoren die gekoppeld zijn aan de vier doelen.
De gemeente geeft aan dat vanwege het hoge schaalniveau van dit soort onderzoeken
minimaal 4 jaar lang nodig is om het sneeuwbaleffect van Lelykracht te kunnen meten.
Per doelstelling geven wij enkele indicatoren aan (zie bijlage 2).
De komende periode stemmen wij af met de gemeente welke indicatoren het meest
relevant zijn en scherpen/passen wij dit aan. Lelykracht wil bijdragen aan een stijging van
deze indicatoren, maar een causaal verband in directe zin is –zeker op de korte termijn-
niet aan te tonen, aangezien er veel meer factoren van invloed zijn in een samenleving.
In de tussentijd is het wel mogelijk op output te meten en op programmaniveau de
effecten te meten voor de betrokken deelnemers/bezoekers (zie hoofdstuk 9 voor verdere
toelichting).
13
5. Programmering
De programmering is op te splitsen in drie categorieën:
1. Samenhang en sociale cohesie
2. Lokaal ondernemerschap
3. Actuele problematiek uit het leven van alledag
Deze categorieën hebben eigen doelstellingen. De programma’s geënt op samenhang en
sociale cohesie gaan om bevordering van de verbinding tussen Lelystedelingen en de
verschillende groepen en een gevoel van trots op de stad. Ze hebben een gunfactor.
De tweede categorie betreft lokaal ondernemerschap. Lelystad heeft een prachtig
stadshart, helaas dient deze nog een grote stap te maken. Lelykracht zoekt actief naar
bijdragen aan de ontwikkeling van de binnenstad en zet zich in om samen met lokale
ondernemers deze stap te maken. Daarnaast werkt Lelykracht samen met ondernemers aan
een beter werkklimaat.
De programma’s gericht op actuele problematiek spelen in op een probleem of behoefte
van de samenleving. Bijvoorbeeld het inspelen op het vinden van je passie in de pubertijd.
Uit onderzoek blijkt dat je je hiermee niet gaat vervelen, dus geen hangjongere wordt of
bushokjes gaat slopen. Deze programma’s helpen de samenleving.
Sinds de Trein van verbinding van Lelykracht is gaan rijden, zijn er door gesprekken en de
intensievere samenwerking nieuwe inzichten ontstaan voor de programmering en enkele
nieuwe wagons…
Praten met elkaar tijdens Summer’s Cool
Summer’s Cool is een project georganiseerd vanuit het Sportbedrijf in samenwerking met
Kubus, FlevoMeer Bibliotheek en Welzijn Lelystad. Een speciale doelgroep van kinderen
waarvan de ouders geen zomervakantie kunnen betalen, wordt uitgenodigd om deel te
nemen aan een weekprogramma vol plezier en ontwikkeling.
Summer’s Cool draaide vier weken. Lelykracht is deze weken in gesprek gegaan met de
ouders en kinderen over wat er speelt in hun dagelijkse leven. De gesprekken met de
kinderen zijn doordeweeks gebeurd en met de ouders in een uitnodigende setting.
Ouders ervaren de afstanden in Lelystad als erg groot. De kinderen moeten grote afstanden
afleggen en daar liggen de ouders van wakker. In Lelystad zijn bijv. alle sportvoorzieningen
naar de rand van de stad geplaatst. ‘Is het wel veilig waar mijn kind naar toe moet
14
fietsen’. Rust, groen en ruimte zien de ouders als een kwaliteit, maar ze vinden de sociale
veiligheid een aandachtspunt.
Ouders voelen zich verantwoordelijk voor het wel en wee van hun kind of kinderen, maar
vinden het moeilijk om daartoe activiteiten te organiseren. Organiseren en structureren is
een moeilijk punt voor ouders. Ze hebben niet alleen moeite met het goede te doen voor
hun kinderen, maar ook met hun eigen financiële huishouding.
De ouders geven aan dat ze het voorzieningenniveau voor hun kinderen in de wijk
onvoldoende vinden. Financiële middelen zijn niet altijd voorhanden en daardoor zijn
ouders erg afhankelijk van wat er wordt aangeboden. Het beperkte budget van ouders
geeft geen ruimte voor extra activiteiten.
Prelude op de programmering van Lelykracht: Spot-on Week / Ik ben Lelystad-week
Een voorproefje van Lelykracht is de Spot-on Week van 19 tot en met 25 september. De
hele week staat in het teken van Lelykracht: Lelykracht krijgt een gezicht en een stem
naar buiten met de ‘Ik ben Lelystad’ campagne. In deze week is er elke dag een activiteit
te beleven. Lelykracht is op zoek naar de mening/behoefte van de inwoners. Door middel
van de babbelbox worden inwoners op een ludieke en toegankelijke wijze bevraagd.
De activiteiten sluiten aan bij bestaande activiteiten waaronder: de vrijwilligersmarkt en
Stadmakerij. Lelykracht trekt ook de wijken in tijdens ‘Aan-Tafel’ op de dinsdag, waar
wordt gekookt voor en door de buren. De woensdag staat in het teken van het talent in
Lelystad. De jongeren en kinderen kunnen snuffelen aan de Talentkwekerij van Lelykracht.
Op zaterdag 24 september is het nationale burendag, in dat kader organiseert Lelykracht
een groots ontbijt in het stadshart. De inwoners worden gevraagd om samen met hun
buurman of buurvrouw te komen ontbijten met de nieuwe burgemeester van Lelystad.
15
A: Verhaal van Lelystad
Het Verhaal van Lelystad is erop gericht de Lelystedelingen trots te laten zijn op hun
Lelystad door langs verschillende lijnen aandacht te geven aan verleden, heden en
toekomst van Lelystad. Het verhaal van Lelystad kan worden opgezet rond thema’s, bijv.
50 jaar Lelystad in de literatuur, of de sporthelden van Lelystad. En zo zijn er meer
voorbeelden die het verhaal van Lelystad vertellen.
Rond thema’s worden inwoners gezocht die affiniteit hebben met het onderwerp en de
verhalen willen ophalen.
Lelykracht wil door ‘Het verhaal van Lelystad’ inwoners kennis laten maken met hun eigen
identiteit en hiermee inwoners trots laten zijn op hun eigen stad.
Het verhaal is er al. Het moet naar buiten komen en gedeeld worden met elkaar. En
nieuwe hoofdstukken zullen volgen…
Het Verhaal van Lelystad zal in verschillende verschijningsvormen (denk aan een
reportage, verhalen, foto’s, een stadsgesprek, ontmoetingen in de wijk, beleving in het
stadshart, dans etc.) tot uiting komen.
Programma-indicator: Zou jij andere mensen aanbevelen om in Lelystad te gaan wonen?
(LPS Lelystad Promotor Score…)
B: Talentkwekerij
Daar waar een grote organisatie een management-development-traject heeft voor de
aanstormende managers en een multinational zelfs een breder talent-development-
programma heeft, heeft een stad niets. De Talentkwekerij moet hier verandering in
brengen. De Talentkwekerij speelt in op de talenten van de Lelystedeling en biedt de
mogelijkheid deze verder uit te bouwen.
Tijdens de laatste Summer’s Cool konden de deelnemende kinderen presenteren wat hun
talent was. Aansluitend zijn er gesprekken geweest met de ouders en de kinderen. Een
jongen kreeg voor het eerst het podium om te laten zien dat hij de Kubus van Rubik binnen
één minuut kon oplossen. Zijn moeder was apetrots. Hij had nog nooit het podium gehad.
Nu is school weer begonnen. Wordt de potentie van dit talent gezien? Wel in de
Talentkwekerij. Lelykracht wil vanuit kleine aanknopingspunten, zoals blijkt uit
bovenstaand voorbeeld, met jongeren en ouders verkennen wat het verhaal is achter het
16
betreffende talent en hoe dit verder uit te bouwen op een relevante manier die aansluit
bij de motivatie van de jongere.
De Talentkwekerij richt zich allereerst op jongeren tussen de 10 en 13. Uit de data van het
Sportbedrijf blijkt, dat dit een leeftijd is dat kinderen afhaken van sport. Negatieve keuzes
hebben een relatie met psychosociale problematiek in de pubertijd, drugsgebruik,
overgewicht en andere gezondheidsproblemen. Door in te spelen op intrinsieke motivatie
en kwaliteiten van het kind, willen wij voorkomen dat kinderen op deze glijdende schaal
terecht komen en juist werken aan een wenkend perspectief.
Programma indicator: Hoeveel kinderen tussen 10-13 jaar zijn actief bezig met hun passie?
C: Lelystad Akkoord
Lelykracht wil bij het ontwerp en de uitvoering van de programma’s en de producten
zoveel mogelijk inwoners betrekken. En wat is er mooier om bij de uitvoering ook
leerwerkplekken of stageplaatsen te creëren en zo bij te dragen aan het vergroten van
kansen op de arbeidsmarkt. Lelykracht wil samen met het Lelystad Akkoord en andere
betrokken publieke partijen, zoals UWV en Werkbedrijf er aan bijdragen dat zoveel
mogelijk mensen uit Lelystad in Lelystad aan het werk worden geholpen. Icoon projecten
zijn: Van der Valk en Airport Lelystad. Samenwerking tussen maatschappelijke partijen en
het bedrijfsleven is daarbij cruciaal. Lelykracht biedt stage- en
werkervaringsmogelijkheden.
Programma indicator: hoeveel mensen (met een uitkering) in Lelystad krijgen we aan het
werk bij (nieuwe) werkgevers.
D: Raad van moeders
Binnen Lelystad hebben moeders het grootste belang dat hun kinderen zo goed mogelijk
terecht komen. We willen de moeders van de stad betrekken bij het opgroeien in Lelystad,
met als doel dit zo uitdagend en veilig mogelijk te maken. Moeders liggen ’s nachts wakker
als het niet goed gaat met hun kinderen. Deze groep krijgt inzicht in het leven van jeugd
en jongeren en denkt actief mee.
Programma indicator: voelen de moeders van Lelystad zich actief betrokken bij de stad?
17
E: Zwembadmoment
Vrijwel alle kinderen van Lelystad halen hun zwemdiploma bij het Sportbedrijf. Na het
afzwemmen kunnen de kinderen een snuffelstage lopen bij verschillende sporten van het
Sportbedrijf. Maar er is meer, sporten en bewegen is weliswaar een belangrijk onderdeel
van de ontwikkeling van een kind, maar ook creatieve en emotionele ontwikkeling horen
daarbij. Bovendien, niet ieder kind kan zijn ‘ei’ kwijt in de sport. Sommige kinderen
maken liever muziek, spelen toneel, of willen aan de slag met social media en vloggen.
Lelykracht kijkt breder en wil in samenwerking kinderen begeleiden naar hun passie door
een brede snuffelstage aan te bieden. We noemen dat het zwembadmoment.
Programma-indicator: Hoeveel kinderen in de stad vinden na hun zwemdiploma een hobby
of bezigheid.
F: LelyDance
LelyDance creëert sociale samenhang en mondt uit in een grootse productie in het
stadshart, ‘The Passion’, van Lelystad. The Passion is een productie, geproduceerd door de
EO, ieder jaar in een andere stad en op Goede Vrijdag opgevoerd door BN-ers. LelyDance is
een vergelijkbare jaarlijks terugkerende productie, maar dan vanuit de identiteit van de
stad en opgevoerd door bekende en onbekende talenten van Lelystad. Het vertelt het
verhaal van de stad met actuele elementen met de stad als podium. LelyDance is een
ambitieuze productie en richt zich op de binding, identiteit en trots in de stad Lelystad.
Zowel bij het ontwerp als de uitvoering wordt het gevoeld eigenaarschap en de
betrokkenheid bij deze productie versterkt, wat vervolgens zal bijdragen aan een
duurzame inbedding in de gemeenschap. Een traditie kan groeien waarbij heel Lelystad
meewerkt aan een productie om trots op te zijn! LelyDance is daarnaast een
vliegwiel/opstap voor mensen die nog niet actief waren met dans, om hiermee verder te
gaan, bijv. door lid te worden van een vereniging.
Programma indicator: Trots op de stad.
G: VS van Lelystad
Elkaar leren kennen en ontmoeten op een centrale dag van de Verenigde Straten van
Lelystad. Uit onderzoek blijkt dat het leven zich vooral afspeelt in hofjes en in huis. Het is
moeilijk om van de ene naar de andere wijk te gaan en de dreven worden ervaren als
sociale muren. Lelystad is een lappendeken aan niet sterk gebonden wijken. De inwoners
18
voelen een gebrek aan sociale cohesie en samenhang in de stad.
Lelystad kent meer dan 100 etniciteiten. Tel daarbij op de verschillende culturen uit het
‘oude land’. De WRR (rapport ‘Gescheiden Werelden’, 2014) stelt dat cultuurverschillen
een rol spelen bij de overdracht van sociale ongelijkheid. Dergelijke cultuurverschillen
kunnen op verschillende manieren ontstaan, bijvoorbeeld door gebrek aan contact. Door
gescheiden netwerken ontstaan gescheiden werelden. Lelykracht wil door de Verenigde
Straten hiervan verbonden werelden maken. Tijdens de Verenigde Straten kunnen
verschillende culturen met elkaar kennis maken. Waarbij de mogelijkheid geboden wordt
om je eigen identiteit/cultuur te delen met je stadsgenoten.
De diversiteit is de kracht van de stad. Tijdens de Verenigde Straten van Lelystad maken
de buren kennis met elkaar. Elke vereniging, wijk, subcultuur of instelling laat op deze
dag, zichzelf van zijn of haar beste kant zien.
Programma indicator: Voel jij je verbonden met de wijk?
H: Dukdalf
De Dukdalf heeft de afgelopen jaren een beperkte rol gespeeld in de wijk. De sociale
agenda van de gemeente vraagt een brede wijkfunctie (WMO, jeugd, participatie)
Lelykracht kan een bijdrage leveren aan het ontwerp en de uitvoering van de door de
bewoners gewenste programmering en de buurtbetrokkenheid helpen vergroten. Een
accommodatie die gedragen en zoveel mogelijk gerund wordt door de bewoners van de
wijk. De Dukdalf heeft het in zich om de huiskamer van de wijk te worden.
Programma indicator: de bezetting/het gebruik van de Dukdalf groeit.
I: Lelydag
Lelystad is een jonge stad, eigenlijk iedereen die er woont is een nieuwkomer. Om in onze
stad iedereen snel wegwijs te maken heeft Lelykracht de doelstelling om iedereen welkom
te heten in Lelystad. Het programma wordt ontwikkeld met organisaties en inwoners om
een bijzondere eerste kennismaking met de stad te regelen.
Volgend jaar, 2017, is het 50 jaar geleden dat de eerste bewoners naar Lelystad kwamen,
om precies te zijn op 28 september. Op deze dag organiseren wij de eerste jaarlijkse
Lelydag.
Programma indicator: Voel je je welkom in je nieuwe stad? (op een schaal van 1-10)
19
J: De 50 van 50
De sociale structuur van de stad is nog jong en fragiel. In het kader van 50 jaar stad willen
we een groep van 50 personen bij elkaar brengen om eigen projecten te ontwikkelen die
een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de stad. 50 mensen worden gefaciliteerd en
ondersteund om gedurende een jaar activiteiten te organiseren. De groep bestaat uit
diverse geledingen van de Lelystadse samenleving, jong en oud, met diverse sociale
achtergronden, een zo goed mogelijke afspiegeling van de Lelystadse samenleving.
Initiatieven dragen bij aan betrokkenheid bij stad en buurt.
Programma indicator: Hoe betrokken voel jij je bij de stad? (op een schaal van 1 – 10).
20
6. Duur en borging van Lelykracht
Lelykracht is een duurzame beweging. We hebben drie jaar aanvullende subsidie nodig
(2016 t/m 2018) om de ‘Trein van verbinding’ goed aan het rijden te krijgen en te borgen
dat deze beweging na 2018 door alle partijen wordt overgenomen:
Het jaar 2016 is nodig om Lelykracht op te tuigen en op vlieghoogte te krijgen. Het
Verhaal van Lelystad en de Talentkwekerij zullen al in 2016 opstarten.
Het jaar 2017 is een piekjaar: het eerste volledige programmajaar van Lelykracht.
Er is nog veel inspanning nodig om de co-creatie met de inwoners goed te laten
verlopen en te investeren in de relatie met publieke en private organisaties. De
eerste editie van LelyDance, de Verenigde Straten en Lelydag vallen in dit jaar.
Het jaar 2018 is het jaar van voegen, geleidelijk aan inbedden in de reguliere
bedrijfsvoering en het laten groeien van bijdragen van partners en additionele
funding. Het is tevens het voorbereidende jaar voor uiteindelijke borging van
Lelykracht in de jaren erna.
De resultaten worden geborgd doordat aan het eind van de looptijd van deze
subsidieaanvraag de nieuwe integrale werkwijze onderdeel is geworden van het dagelijkse
werk van de vier instellingen en er nieuwe bestuurlijk/financiële verhoudingen zijn met de
gemeente met bijbehorende sturings- en verantwoordingsinstrumenten.
Op basis van het feitenfundament waarop Lelykracht is gebouwd, zien wij mogelijkheden
om in samenwerking met de gemeente en (maatschappelijke) organisaties in een aantal
programma’s een concrete resultaatmeting te introduceren. In samenwerking met de
Rabobank zal worden onderzocht of deze onderbouwing stevig genoeg is voor een Social
Impact Bond, waardoor deze programma’s gefinancierd kunnen worden door private
partijen.
De L4 verplicht zich tot een eigen bijdrage en het verwerven van bijdragen, waaronder
financiële, van private partijen en fondsen.
Er zijn reeds contacten gelegd met private partijen. We gaan met hen op zoek naar
mogelijke verbindingen op programma’s en aansluiting bij de geformuleerde doelen.
Fondsen hebben interesse getoond en een afspraak voor een presentatie is gepland. Bij het
Fonds Cultuurparticipatie is een aanvraag ingediend voor de wagon ‘LelyDance’.
21
7. Begroting:
Begroting Lelykracht
Totaal 2016* 2017 2018
A. Verhaal van Lelystad
ontwerp en voorbereiding (personeel/honoraria)
uitvoering en realisatie (personeel/honoraria) 10.000 7.500
activiteitenbudget/materiele kosten 5.000 5.000
Subtotaal 47.500 20.000 15.000 12.500
B. Talentkwekerij
ontwerp en voorbereiding (personeel/honoraria)
uitvoering en realisatie (personeel/honoraria) 45.000 30.000
activiteitenbudget/materiele kosten 10.000 5.000
Subtotaal 127.500 37.500 55.000 35.000
F. Lelydance
ontwerp en voorbereiding (personeel/honoraria) 20.000 5.000
uitvoering en realisatie (personeel/honoraria) 25.000 35.000
activiteitenbudget/materiele kosten 7.500 30.000
Subtotaal 147.500 25.000 52.500 70.000
G. Verenigde Straten van Lelystad
ontwerp en voorbereiding (personeel/honoraria) 5.000 5.000
uitvoering en realisatie (personeel/honoraria) 30.000 30.000
activiteitenbudget/materiele kosten 25.000 25.000
Subtotaal 145.000 25.000 60.000 60.000
D + E + I + J
Subtotaal proces/materiele kosten 40.000 20.000 20.000
H
Subtotaal proces/materiele kosten pm pm
C
eigen inzet L4
Kwartiermaken 100.000 50.000 50.000
Totaal kosten 607.500
157.500 252.500 197.500
Aanvraag aanvullende subsidie 400.000 125.000 175.000 100.000
Eigen bijdrage L4 150.000 32.500 40.000 77.500
Aanvullende funding 57.500 25.000 32.500
Totaal dekking 607.500
*reeds ingediend en gehonoreerd
22
NB: Ten opzichte van de eerder ingediende begroting is de ‘aanvraag aanvullende subsidie’
met € 50.000 verlaagd. De Lelykracht partners zien mogelijkheden voor aanvullende
funding. (Zie ook de voorgaande paragraaf ‘Duur en borging van Lelykracht’). Er zijn geen
concrete financiële toezeggingen gedaan, maar er is serieuze interesse getoond in het
initiatief. De aansluiting wordt gezocht op basis van publiek-private samenwerking en de
vernieuwende integrale aanpak van de L4 en het beoogde maatschappelijke effect binnen
het sociaal domein.
23
8. Planning
24
9. Monitoring en evaluatie
De monitoring vindt plaats in afstemming met de gemeente en binnen de
mogelijkheden/capaciteiten van zowel de gemeente als de L4. De monitoring vindt plaats
op drie niveaus:
1. Lelykracht
De overkoepelende indicator voor Lelykracht is de Lelystad Promotor Score (“LPS”): dit
is een vertaling van de in 2003 geïntroduceerde en inmiddels gangbare en wereldwijd
toegepaste ‘Net Promotor Score’ (“NPS”). De NPS is in het bedrijfsleven een
kernindicator die de loyaliteit van klanten meet door maar één vraag te stellen: “hoe
waarschijnlijk is het dat u X zou aanbevelen aan een ander?” Er kan een rapportcijfer
gegeven worden tussen 0 en 10. Uit verschillende onderzoeken blijkt het belang en de
gebruikerswaarde van de scores die gegeven worden als het gaat om loyaliteit.
Lelykracht zal de NPS vertalen naar de LPS. Hierbij staat de trots op de stad centraal.
Onderdelen die aan bod zullen komen zijn: zou ik Lelystad aanbevelen aan niet-
Lelystedelingen, voel ik me betrokken bij de stad, kan ik hier mijn ei kwijt? Lelykracht
zal voor elk programmaonderdeel naast de specifieke programma-indicator een 0- en
een 1-meting houden voor de LPS en dit elk jaar herhalen. Inzichten die worden
opgedaan worden benut voor aanscherping van de programmering van Lelykracht;
2. De 4 hoofddoelstellingen
Lelykracht haakt aan bij relevante onderzoeken en indicatoren van de gemeente. De
gemeente geeft aan dat vanwege het hoge schaalniveau van dit soort onderzoeken
minimaal 4 jaar nodig is om het sneeuwbaleffect van Lelykracht te kunnen meten. De
komende periode stemmen wij af met de gemeente welke indicatoren het meest
relevant zijn en scherpen/passen wij dit aan. Lelykracht wil bijdragen aan een stijging
van deze indicatoren, maar een causaal verband in directe zin is –zeker op de korte
termijn- niet aan te tonen, aangezien er veel meer factoren van invloed zijn in een
samenleving.
Binnen de scope van deze aanvraag is separaat onderzoek op dit schaalniveau niet
mogelijk;
3. De programma’s
Op dit niveau wordt zowel de output gemeten van het programma, als het effect op de
betrokkenen. Bij het ontwerp van ieder programma wordt vooraf vastgesteld welke
25
resultaten worden beoogd en hoe dit wordt gemeten (output). Te denken valt aan: het
aantal deelnemers, het aantal bijeenkomsten en/of activiteiten, het aantal bezoekers.
Ten aanzien van de programma-indicator wordt bij de betrokkenen het effect
gemeten, door vooraf een mini-enquête of poll te houden en deze meting achteraf te
herhalen en/of kwalitatieve interviews te houden. Tevens zal de correlatie tussen de
programma-indicatoren en de LPS gemonitord worden.
Tenslotte wordt het proces gemonitord en geëvalueerd op basis van de procesindicatoren
zoals vermeld in hoofdstuk 3.
Indicatoren zijn niet alleen belangrijk als verantwoordingsinstrument naar gemeenteraad
en college. Zij zijn onontbeerlijk om tot een duurzame publiek/private financiering te
komen. Naarmate meer partijen betrokken raken bij Lelykracht zal bekeken worden welke
return on investment Lelykracht kan leveren. Het kan dan gaan om toekomstige
besparingen, rendementsverbeteringen, schadelastbeperking et cetera. En dit alles vanuit
een meervoudige invalshoek: op welke inzet en met welke ROI kunnen partijen hun krachten
bundelen binnen Lelykracht.
Tevens wordt het proces gemonitord en geëvalueerd op basis van de procesindicatoren
zoals vermeld in hoofdstuk 3.
B I J L A G E N
BIJLAGE 1 | Programma A t/m J in tabelvorm
A: Verhaal van Lelystad
Aspect Deelaspect Toelichting inzet Lelykracht
Programma indicator Zou jij andere mensen aanbevelen om in Lelystad te gaan wonen? (LPS Lelystad Promotor Score…)
Categorie Samenhang en sociale cohesie
Draagt bij aan procesindicatoren krachtenbundeling Maatschappelijke organisaties, wijkraden, ondernemingen, kerken, moskeeën laten inspireren door het Verhaal van Lelystad. Samenwerking maakt het Verhaal sterker. Iedereen wordt aangesproken op het eigen verhaal en diversiteit. De gezamenlijke bijdragen maken het Verhaal van Lelystad sterker.
privaat/publiek Het Verhaal van Lelystad draagt bij aan trots en een positieve identiteit, dat is in het belang van de inwoners , maatschappelijke organisaties en marktpartijen. Alle betrokken partijen participeren met eigen middelen en inzet.
behoeftegestuurd/inwoners Verhalen zitten in mensen, mensen maken de stad. Mensen vertellen hun eigen verhaal en door die te delen ontstaat het Verhaal van Lelystad.
versterkt kleinschalige initiatieven
Het Verhaal van Lelystad inspireert mensen mee te doen en draagt bij aan participatie. Kleinschalige initiatieven worden ondersteund en naar behoefte bij het Verhaal van Lelystad betrokken.
Relatie met andere Lelykracht activiteiten
B: Talentkwekerij - verhalen vertellen, verbeelden etc. kan alleen door ruimte te geven aan talenten en deze te stimuleren. Draagt bij aan trots. C: Lelystad akkoord – mensen tot bloei laten komen door ze hun succesverhaal te laten vertellen, omdat ze trots zijn op wat ze bereiken. D: Raad van moeders – vrouwen met een missie, zij willen dat uitdragen en vertellen. Dat versterkt het saamhorigheidsgevoel en draagt bij aan trots. F: Lelydance – samen werken aan een evenement en uitvoeren versterkt de onderlinge binding en creëert een gevoel van trots op het bereikte resultaat. G: Verenigde Straten van Lelystad – idem als Lelydance H: Dukdalf – wijkbewoners worden eigenaar of aandeelhouder van een wijkcentrum, reken maar dat ze daar trots op zijn en zich er voor willen inzetten. I: Lelydag – een evenement op ‘Lelydag’, 28 september 2017, 50 jaar nadat de eerste bewoners hun intrek namen in de Zuiderzeewijk (Marderhoek). J: De 50 van 50 – een nieuwe ‘ongebonden’ groep die zich wil inzetten voor de stad.
Looptijd Continu – het is de rode draad
Partners inwoners Het verhaal van Lelystad kan worden opgezet rond thema’s, bijv. 50 jaar Lelystad in de literatuur. Van deze literatuurstudie wordt een bloemlezing gemaakt die via een app toegankelijk is met als verwerking een literaire wandeling door de stad. Wat met literatuur kan, kan ook met sport. Welke sporthelden of sportverhalen heeft Lelystad voortgebracht. Een ander voorbeeld is het bedrijfsleven. Wat is het industriële verhaal van Lelystad, op te pakken met bijv. de Bedrijfskring Lelystad. Rond thema’s worden inwoners gezocht die affiniteit hebben met het onderwerp, een kerngroep vormen en de verhalen ophalen en delen.
publiek Partners zijn vertelgroepen, verenigingen en organisaties die hun verhaal willen delen.
privaat Het Verhaal van Lelystad is trots en dat willen ook private partijen, zoals ondernemers, bedrijfskring e.a. uitdragen. Daarmee leggen we de verbinding.
Omschrijving Het Verhaal van Lelystad is er op gericht de Lelystedelingen trots te laten zijn op hun Lelystad door langs verschillende lijnen aandacht te geven aan verleden, heden en toekomst van Lelystad. Lelykracht wil door ‘Het verhaal van Lelystad’ inwoners kennis laten maken met hun eigen identiteit en hiermee inwoners trots laten zijn op hun eigen stad. De kracht en ambitie van de stad naar voren halen en de inwoners een drive geven voor ontwikkeling van zichzelf en de stad. De inwoners maken zelf het verhaal en maken onderdeel uit van Lelystad. Het verhaal is er al. Het moet naar buiten komen en gedeeld worden met elkaar. En nieuwe hoofdstukken zullen volgen… Het Verhaal van Lelystad zal in verschillende verschijningsvormen (denk aan een reportage, foto’s, een stadsgesprek, ontmoetingen in de wijk, beleving in het stadshart, dans etc.) tot uiting komen.
B: Talentkwekerij
Aspect Deelaspect Toelichting inzet Lelykracht
Programma indicator Hoeveel kinderen tussen 10-13 jaar zijn actief bezig met hun passie?
Categorie Actuele problematiek uit het leven van alledag
Draagt bij aan procesindicatoren krachtenbundeling De L4 werkt interdisciplinair en integraal. De kinderen van Lelystad worden hiermee niet apart aangeschreven/aangesproken maar in een gezamenlijk verband. Hiermee kun je van grotere betekenis zijn voor de kinderen en jongeren en doelgericht programma’s aanbieden.
privaat/publiek De ontwikkeling van kinderen en jongeren staat centraal in dit programma. Publieke partijen die hier een rol in (kunnen) spelen: onderwijs, buurt-, sport- en amateurverenigingen, overige aanbieders vrije tijd. Voor private partijen is dit essentieel, zodat ze later ook beter kunnen functioneren in het bedrijfsleven.
behoeftegestuurd/inwoners De jongeren, kinderen en moeders hebben invloed op het programma van de Talentkwekerij. Een programma dat ontwikkeld wordt met behulp van de inwoners. Waar maken de moeders zich zorgen over tijdens de opvoeding of als ze voor het eerst naar de middelbare school gaan. En hoe zit dit bij de kinderen en jongeren zelf?
versterkt kleinschalige initiatieven
De talentkwekerij helpt kinderen en jongeren hun passie te vinden. Ze kunnen hun talent ook in kleinschalige initiatieven vinden.
Relatie met andere Lelykracht activiteiten
A: Het verhaal van Lelystad: Talenten vertellen hun verhaal, zij kunnen trots zijn op zichzelf en Lelystad kan trots op de talenten zijn. C: Lelystad akkoord – een goede basis wordt gelegd voor de ontwikkeling van de jeugd richting de arbeidsmarkt en stage- en/of werkervaring kan worden opgedaan D: Raad van moeders – moeders spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de talenten van hun kinderen en geven input F: LelyDance – grote en kleine danstalenten kunnen participeren in LelyDance G: Verenigde straten van Lelystad – talenten uit de wijken/culturen kunnen een rol spelen in onderlinge verbinding en trots H: Dukdalf – wijkbewoners worden eigenaar of aandeelhouder van een wijkcentrum, reken maar dat ze daar trots op zijn en zich voor willen inzetten. I: Lelydag – alle nieuwkomers komen meteen in aanraking met de mogelijkheden voor kinderen om actief aan de slag te gaan met hun passie
Looptijd Opstart in 2016, proefjaar 2017-2018, borging daarna
Partners inwoners Raad van moeders, kinderwijkraad, wijk-, sport- en buurtverenigingen
publiek Onderwijsinstellingen, aanbieders vrije tijd, werkbedrijf
privaat BKL
Omschrijving Daar waar een grote organisatie een management-development-traject heeft voor de aanstormende managers en een multinational zelfs een breder talent-development-programma heeft, heeft een stad niets. De Talentkwekerij moet hier verandering in brengen. De Talentkwekerij speelt in op de talenten van de Lelystedeling en biedt de mogelijkheid deze verder uit te bouwen. Tijdens de laatste Summer’s Cool konden de deelnemende kinderen presenteren wat hun talent was. Aansluitend zijn er gesprekken geweest met de ouders en de kinderen. Een jongen kreeg voor het eerst het podium om te laten zien dat hij de Kubus van Rubik binnen één minuut kon oplossen. Zijn moeder was apetrots. Hij had nog nooit het podium gehad. Nu is school weer begonnen. Wordt de potentie van dit talent gezien? Wel in de Talentkwekerij. Lelykracht wil vanuit kleine aanknopingspunten, zoals blijkt uit bovenstaand voorbeeld, met jongeren en ouders verkennen wat het verhaal is achter het betreffende talent en hoe dit verder uit te bouwen op een relevante manier die aansluit bij de motivatie van de jongere. De Talentkwekerij richt zich allereerst op jongeren tussen de 10 en 13. Uit de data van het Sportbedrijf blijkt, dat dit een leeftijd is waarop kinderen afhaken van sport. Negatieve keuzes hebben een relatie met psychosociale problematiek in de pubertijd, drugsgebruik, overgewicht en andere gezondheidsproblemen. Door in te spelen op intrinsieke motivatie en kwaliteiten van het kind, willen wij voorkomen dat kinderen op deze glijdende schaal terecht komen en juist werken aan een wenkend perspectief.
C: Lelystad Akkoord
Aspect Deelaspect Toelichting inzet Lelykracht
Programma indicator werkgevers.
Categorie Actuele problematiek uit het leven van alledag
Draagt bij aan procesindicatoren krachtenbundeling In samenwerking met partijen als Concern voor Werk, het onderwijs, kansen vergroten voor jongeren met beperkte mogelijkheden voor toetreding tot de arbeidsmarkt.
privaat/publiek Er doen zich werkgelegenheidskansen voor bij ontwikkeling kustzone, uitbreiding Lelystad Airport en vestiging van nieuwe bedrijven. Ook bij bedrijven die al (vaak lang) aanwezig zijn in Lelystad merken we de wil om het publieke belang van de stad te dienen.
behoeftegestuurd/inwoners Betaalde arbeid Is een wezenlijk onderdeel van welbevinden en volwaardige maatschappelijke participatie. Het versterkt het gevoel van eigenwaarde van de inwoners en krijgen een betere ontwikkeling.
versterkt kleinschalige initiatieven
Relatie met andere Lelykracht activiteiten
D: Raad van moeders – vrouwen met een missie, zij willen dat uitdragen en vertellen. Dat versterkt een samenhorigheidsgevoel en draagt bij aan trots. I: Lelydag – een evenement op ‘Lelydag’, 28 september 2017, 50 jaar nadat de eerste bewoners hun intrek namen in de Zuiderzeewijk (Marderhoek). J: De 50 van 50 – een nieuwe ‘ongebonden’ groep die zich wil inzetten voor de stad.
Hoeveel mensen (met een uitkering) in Lelystad krijgen we aan het werk bij (nieuwe)
Looptijd Voorbereiding in 2016, uitwerking van de samenwerking (realisatie) in 2017 en 2018 en borging voor de jaren daarna.
Partners inwoners Mensen met een afstand tot arbeidsmarkt, Raad van moeders
publiek Concern voor Werk, ROC-onderwijs, Lelykracht-partners
privaat Bedrijven worden gevraagd arbeidsplaatsen aan te bieden .
Omschrijving Lelykracht wil het verborgen werkpotentieel van Lelystad helpen zichtbaar maken. Hoe kan Lelykracht samen met het UWV en het Werkbedrijf ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen uit Lelystad in Lelystad aan het werk kunnen. Icoon projecten zijn: Van der Valk en Airport Lelystad. Samenwerking tussen maatschappelijke partijen en het bedrijfsleven is daarbij cruciaal. Lelykracht biedt stage- en werkervaringsmogelijkheden.
D: Raad van Moeders
Aspect Deelaspect Toelichting inzet Lelykracht
Programma indicator Voelen de moeders van Lelystad zich actief betrokken met de stad?
Categorie Actuele problematiek
Draagt bij aan procesindicatoren krachtenbundeling
privaat/publiek
behoeftegestuurd/inwoners Moeders geven inzicht in het leven van de jongeren en jeugd
versterkt kleinschalige initiatieven
Relatie met andere Lelykracht activiteiten
B: Talentkwekerij - verhalen vertellen, verbeelden etc. kan alleen door ruimte te geven aan talenten en deze te stimuleren. Draagt bij aan trots. C: Lelystad akkoord – mensen tot bloei laten komen door ze hun succesverhaal te laten vertellen omdat ze trots zijn op wat ze bereiken. H: Dukdalf – wijkbewoners worden eigenaar of aandeelhouder van een wijkcentrum, reken maar dat ze daar trots op zijn en zich voor willen inzetten. I: Lelydag – een evenement op ‘Lelydag’, 28 september 2017, 50 jaar nadat de eerste bewoners hun intrek namen in de Zuiderzeewijk (Marderhoek??).
Looptijd Vanaf 2017
Partners inwoners Moeders van Lelystad
publiek -
privaat -
Interdisciplinaire samenwerking, inspelen op behoefte van moeders.
Onderwijs, buurtverenigingen, aanbieders vrije tijd, amateurverenigingen
Omschrijving Binnen Lelystad hebben moeders het grootste belang dat hun kinderen zo goed mogelijk terecht komen. We willen de moeders van de stad betrekken bij het opgroeien in Lelystad, met als doel dit zo uitdagend en veilig mogelijk te maken. Moeders liggen ’s nachts wakker als het niet goed gaat met hun kinderen. Deze groep krijgt inzicht in het leven van jeugd en jongeren en denkt actief mee.
E: Zwembadmoment
Aspect Deelaspect Toelichting inzet Lelykracht
Programma indicator Hoeveel kinderen in de stad vinden na hun zwemdiploma een hobby of bezigheid.
Categorie Actuele problematiek uit het leven van alledag
Draagt bij aan procesindicatoren krachtenbundeling Alle aanbieders in de vrijetijd sector
privaat/publiek Onderwijsinstellingen worden gestimuleerd mee te denken en actief te stimuleren in deelname van programma.
behoeftegestuurd/inwoners Samen met inwoners wordt er gezocht naar de beste vrijetijdsbesteding.
versterkt kleinschalige initiatieven
Vrijetijdsbesteding kan gevonden worden in een kleinschalig initiatief. Kleinschalige initiatieven kunnen aanhaken.
Relatie met andere Lelykracht activiteiten
B: Talentkwekerij –een hobby of bezigheid kan hier tot volle ontwikkeling komen en uitgroeien tot een passie D: Raad van moeders – moeders hebben een belangrijke rol in de ontwikkeling van hun kinderen, leren de integrale mogelijkheden kennen en geven input F: LelyDance – kinderen met een danshobby kunnen participeren in LelyDance G: Verenigde straten van Lelystad – kinderen kunnen met hun hobby iets laten zien in hun wijk en zo een rol spelen in onderlinge verbinding en trots I: Lelydag – alle nieuwkomers komen meteen in aanraking met de mogelijkheden in vrijetijdsbesteding voor kinderen
Looptijd Vanaf 2017
Partners inwoners Wijk-, sport- en buurtverenigingen
publiek Onderwijs, aanbieders vrije tijd
privaat BSO
Omschrijving Vrijwel alle kinderen van Lelystad halen hun zwemdiploma bij het Sportbedrijf. Na het afzwemmen kunnen de kinderen een snuffelstage lopen bij verschillende sporten van het Sportbedrijf. Sporten en bewegen is weliswaar een belangrijk onderdeel van de ontwikkeling van een kind, maar ook creatieve en emotionele ontwikkeling horen daarbij. Bovendien, niet ieder kind kan zijn ‘ei’ kwijt bij de sport. Sommige kinderen maken liever muziek of spelen toneel. Lelykracht wil in samenwerking kijken hoe we deze kinderen begeleiden naar hun passie door een brede snuffelstage aan te bieden.
F: Lelydance
Aspect Deelaspect Toelichting inzet Lelykracht
Programma indicator Trots op de stad
Categorie Samenhang en sociale cohesie
Draagt bij aan procesindicatoren krachtenbundeling Dans- en sportverenigingen/scholen, team L4, Intendant amateurkunst, ongeorganiseerde (potentiele) dansliefhebbers en Agora (danstheater Flevoland) ontwerpen en realiseren samen Lelydance in een creatief proces onder begeleiding van een artistiek leider. De productie komt tot stand naast inzet van bovengenoemde partijen door inzet van bedrijven, maatschappelijke organisaties en vrijwilligers.
privaat/publiek Lelydance -als uitkomst van een creatief proces - wordt door inzet van mensen en middelen gedragen door bovengenoemde partijen. Een gezamenlijke manifestatie gedragen door de gemeenschap.
behoeftegestuurd/inwoners De essentie van Lelykracht, en daarmee ook van Lelydance, is het creatieve proces, met in eerste instantie de (potentiele) amateurdansers en in tweede instantie inwoners die willen helpen bij de productie. Dans is hot, laagdrempelig en gezond. Iedereen kan danser zijn. De stad als podium en verhalen van de deelnemers over Lelystad vormen de basis ingrediënten.
versterkt kleinschalige initiatieven
Kleinschalige initiatieven kunnen participeren in Lelydance, zowel in het ontwerpproces als de productie zelf. Eventuele artistieke coaching gebeurt op maat, op basis van de behoefte.
Relatie met andere Lelykracht activiteiten
A: Het verhaal van Lelystad. Verhalen van inwoners vormen ingrediënten voor Lelydance. Het ontwerp- en maakproces past bij het samen bouwen aan de stad. Met als ultiem hoofdstuk een productie om trots op te zijn. B: Talentkwekerij - talenten kunnen participeren in Lelydance, door te dansen, decor te bouwen enz. C: Lelystad akkoord – meewerken aan het succes en de productie van Lelydance biedt stage- en/of werkervaring G: Verenigde straten van Lelystad –deelnemers en bezoekers van Lelydance komen uit alle wijken en dragen gezamenlijk bij aan een Stadsevenement. J: De 50 van 50 – een nieuwe ‘ongebonden’ groep die zich mogelijk ook wil inzetten voor/participeren in Lelydance
Looptijd Dec 2016 t/m november 2018
Partners inwoners Individuele dans- en productievrijwilligers, verenigingen (dans, sport enz)
publiek L4, Agora, gemeente, landelijke fondsen
privaat Dans- en sportscholen, bedrijven
Omschrijving LelyDance creëert sociale samenhang en mondt uit in een grootse productie in het stadshart, ‘The Passion’, van Lelystad. The Passion is een productie, geproduceerd door de EO, ieder jaar in een andere stad en op Goede Vrijdag opgevoerd door BN-ers. LelyDance is een vergelijkbare jaarlijks terugkerende productie, maar dan vanuit de identiteit van de stad en opgevoerd door bekende en onbekende talenten van Lelystad. Het vertelt het verhaal van de stad met actuele elementen met de stad als podium. LelyDance is een ambitieuze productie en richt zich op de binding, identiteit en trots in de stad Lelystad. Zowel bij het ontwerp als de uitvoering wordt het gevoeld eigenaarschap en de betrokkenheid bij deze productie versterkt, wat vervolgens zal bijdragen aan een duurzame inbedding in de gemeenschap. Een
traditie kan groeien waarbij heel Lelystad meewerkt aan een productie om trots op
te zijn! LelyDance is daarnaast een vliegwiel/opstap voor mensen die nog niet actief waren met dans, om hiermee verder te gaan, bijv. door lid te worden van een vereniging.
G: Verenigde Straten van Lelystad
Aspect Deelaspect Toelichting inzet Lelykracht
Programma indicator Voel jij je verbonden met de wijk?
Categorie Samenhang en sociale cohesie
Draagt bij aan procesindicatoren krachtenbundeling Samenwerking op buurt- en wijkniveau Sociale binding bewonersverantwoordelijkheid
privaat/publiek Verantwoordelijkheid nemen voor de eigen woonomgeving
behoeftegestuurd/inwoners Ophalen info bij Summer’s Cool heeft actieve bewoners opgeleverd die initiatief willen nemen. Er is behoefte aan buurtactiviteiten.
versterkt kleinschalige initiatieven
Bevordering van buurtbetrokkenheid verhoogt woonplezier en welzijn
Relatie met andere Lelykracht activiteiten
B: Talentkwekerij - verhalen vertellen, verbeelden etc. kan alleen door ruimte te geven aan talenten en deze te stimuleren. Draagt bij aan trots. C: Lelystad akkoord – mensen tot bloei laten komen door ze hun succesverhaal te laten vertellen omdat ze trots zijn op wat ze bereiken. D: Raad van moeders – vrouwen met een missie, zij willen dat uitdragen en vertellen. Dat versterkt een samenhorigheidsgevoel en draagt bij aan trots. H: Dukdalf – wijkbewoners worden eigenaar of aandeelhouder van een wijkcentrum, reken maar dat ze daar trots op zijn en zich voor willen inzetten. J: De 50 van 50 – een nieuwe ‘ongebonden’ groep die zich wil inzetten voor de stad.
Looptijd Jaarlijks is de doelstelling
Partners inwoners Buurt- en wijkorganisaties, speeltuinvereniging. Actieve bewoners. Relatie met Young Leaders .
publiek Sociale wijkteams, huisartsen, VVT-instellingen
privaat Rabobank, verbinding functie tussen bank en lelystad.
Omschrijving Elkaar leren kennen en ontmoeten op een centrale dag van de Verenigde Straten van Lelystad. De Verenigde Straten van Lelystad speelt in op de diversiteit van de stad. Lelystad kent heel veel verschillende culturen en mensen. Uit onderzoek blijkt dat het leven zich vooral afspeelt in hofjes en in huis. De inwoners voelen een gebrek aan sociale cohesie en samenhang in de stad. Tijdens de Verenigde Straten kunnen verschillende culturen met elkaar kennis maken. Waarbij de mogelijkheid geboden wordt om je eigen identiteit/cultuur te delen met je stadsgenoten. De diversiteit is de kracht van de stad. Tijdens de Verenigde Straten van Lelystad maken de buren kennis met elkaar. Elke vereniging, wijk, subcultuur of instelling laat op deze dag, zichzelf van zijn of haar beste kant zien.
H: Dukdalf
Aspect Deelaspect Toelichting inzet Lelykracht
Programma indicator de bezetting/het gebruik van de Dukdalf groeit
Categorie Samenhang en sociale cohesie
Draagt bij aan procesindicatoren krachtenbundeling Lokale wijkonderneming; ZZ
privaat/publiek Bewonersorganisaties van de wijk spelen een belangrijke rol bij de herinrichting van de Dukdalf. Zij hebben goede contacten in de wijk en inwoners. De verbinding functie tussen inwoners en Lelykracht.
behoeftegestuurd/inwoners Inwoners vormen het hart van de Dukdalf, vanuit hun behoefte wordt de software voor de Dukdalf gemaakt. De inspraak is daarin groot, waar zit de burger op te wachten.
versterkt kleinschalige initiatieven
Bewoners weten Dukdalf te vinden voor vragen en ondersteuning van initaitieven. Programmering sluit aan op behoeften van bewoners en de wijk. Kleinschalige initiatieven die al plaats vinden in de wijk kunnen ondersteuning krijgen via de Dukdalf.
Relatie met andere Lelykracht activiteiten
B: Talentkwekerij - verhalen vertellen, verbeelden etc. kan alleen door ruimte te geven aan talenten en deze te stimuleren. Draagt bij aan trots. D: Raad van moeders – vrouwen met een missie, zij willen dat uitdragen en vertellen. Dat versterkt een samenhorigheidsgevoel en draagt bij aan trots. G: Verenigde straten van Lelystad – idem als Lelydance J: De 50 van 50 – een nieuwe ‘ongebonden’ groep die zich wil inzetten voor de stad.
Looptijd pm
Partners inwoners Bewoners en bewonersorganisaties worden gevraagd een actieve bijdrage te leveren aan Dukdalf. De duckdalf moet de de huiskamer van de wijk worden, dit is alleen mogelijk als de inwoners hun bijdrage leveren.
publiek Publieke partijen kunnen ook hun intreden nemen in de Duckdalf. Welke publieke partijen intrede maakt, hangt af van de behoefte van de wijk.
privaat ZZP’ers kunnen de mogelijkheid krijgen om te werken in de Dukdalf.
Omschrijving De Dukdalf heeft de afgelopen jaren een beperkte rol gespeeld in de wijk. De sociale agenda van de gemeente vraagt een brede wijkfunctie (WMO, jeugd, participatie) Lelykracht kan een bijdrage leveren aan het ontwerp en de uitvoering van de door de bewoners gewenste programmering en de buurtbetrokkenheid helpen vergroten. Een accommodatie dat gedragen en zoveel mogelijk gerund wordt door de bewoners van de wijk. Dukdalf wordt de huiskamer van de wijk.
I: Nieuwkomers
Aspect Deelaspect Toelichting inzet Lelykracht
Programma indicator Voel je je welkom in je nieuwe stad? (op een schaal van 1-10)
Categorie Samenhang en sociale cohesie
Draagt bij aan procesindicatoren krachtenbundeling In samenwerking met sport-, buurt- en wijkverenigingen een nieuwkomersdag nieuwe stijl organiseren die tevens verbinding legt met de belevingsagenda in het stadshart.
privaat/publiek Krachtenbundeling in het warm welkom heten van nieuwe inwoners
behoeftegestuurd/inwoners Samen met inwoners een warm welkom geven aan nieuwe inwoners. Er is bij veel verenigingen behoefte om hun passie te tonen en Lelystedelingen ook enthousiast te maken.
versterkt kleinschalige initiatieven
Komt tegemoet aan de wens van veel verenigingen om zich te presenteren en actief leden te werven.
Relatie met andere Lelykracht activiteiten
B: Talentkwekerij - verhalen vertellen, verbeelden etc. kan alleen door ruimte te geven aan talenten en deze te stimuleren. Draagt bij aan trots. C: Lelystad akkoord – mensen tot bloei laten komen door ze hun succesverhaal te laten vertellen omdat ze trots zijn op wat ze bereiken. D: Raad van moeders – vrouwen met een missie, zij willen dat uitdragen en vertellen. Dat versterkt een samenhorigheidsgevoel en draagt bij aan trots. G: Verenigde straten van Lelystad – idem als Lelydance H: Dukdalf – wijkbewoners worden eigenaar of aandeelhouder van een wijkcentrum, reken maar dat ze daar trots op zijn en zich voor willen inzetten. I: Lelydag – een evenement op ‘Lelydag’, 28 september 2017, 50 jaar nadat de eerste bewoners hun intrek namen in de Zuiderzeewijk (Marderhoek). J: De 50 van 50 – een nieuwe ‘ongebonden’ groep die zich wil inzetten voor de stad.
Looptijd Eerste Lelydag nieuwe stijl op 28 september 2017. Voorbereiding start begin 2017. Najaar 2017 evaluatie en verbeteren waar nodig voor 2018.
Partners inwoners Met en voor inwoners de Lelydag organiseren.
publiek Met publieke organisaties die vertegenwoordigd zijn in de stad wordt de samenwerking gezocht. Denk aan het Waterschap, ziekenhuis, NieuwLand Erfgoedcentrum etc.
privaat --
Omschrijving Lelystad is een jonge stad, eigenlijk iedereen die er woont is een nieuwkomer. Om in onze stad iedereen snel wegwijs te maken heeft Lelykracht de doelstelling om iedereen welkom te heten in Lelystad. Het programma wordt ontwikkeld met organisaties en inwoners om een bijzondere eerste kennismaking met de stad te regelen.
J: De 50 van 50
Aspect Deelaspect Toelichting inzet Lelykracht
Programma indicator Hoe betrokken voel jij je bij de stad? (op een schaal van 1 – 10)
Categorie Samenhang en sociale cohesie
Draagt bij aan procesindicatoren krachtenbundeling Dwars door leeftijds-, culturele en sociale grenzen mensen bij elkaar brengen die een jaar lang op vrijwillige basis naar kunnen, een bijdrage willen leveren aan leefbaarheid in de stad.
privaat/publiek
behoeftegestuurd/inwoners De 50 van 50 geven hun eigen invulling aan het proces, waarmee ze Lelystad helpen. Waar willen zij hun krachten op inzetten. De 50 van 50 kan een belangrijke schakelfunctie spelen in de samenleving.
versterkt kleinschalige initiatieven
Activiteiten welke nu al plaats vinden in de wijk kunnen gebruik maken van de voorziening als Dukdalf.
Relatie met andere Lelykracht activiteiten
B: Talentkwekerij - verhalen vertellen, verbeelden etc. kan alleen door ruimte te geven aan talenten en deze te stimuleren. Draagt bij aan trots. C: Lelystad akkoord – mensen tot bloei laten komen door ze hun succesverhaal te laten vertellen omdat ze trots zijn op wat ze bereiken. D: Raad van moeders – vrouwen met een missie, zij willen dat uitdragen en vertellen. Dat versterkt een samenhorigheidsgevoel en draagt bij aan trots. G: Verenigde straten van Lelystad – idem als Lelydance H: Dukdalf – wijkbewoners worden eigenaar of aandeelhouder van een wijkcentrum, reken maar dat ze daar trots op zijn en zich voor willen inzetten. I: Lelydag – een evenement op ‘Lelydag’, 28 september 2017, 50 jaar nadat de eerste bewoners hun intrek namen in de Zuiderzeewijk (Marderhoek??).
Looptijd Continu – het is de rode draad
Partners inwoners Inwoners geven vorm aan club van 50 van 50.
publiek Publieke partijen kunnen plaats nemen in dit hart van de wijk, zodat ze zichtbare in de wijk zijn.
privaat Ondersteuning vanuit private partijen is een must. Club van inwoners kan het niet zonder private partijen.
Omschrijving De sociale structuur van de stad is nog jong en fragiel. In het kader van 50 jaar stad willen we een groep van 50 personen bij elkaar brengen om eigen projecten te ontwikkelen die een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de stad
1.Beter(op)groeienin
Lelystad
2.Sterkereonderlingebinding
3.Actieverinstadenwijk 4.Trotser
B.Talentkwekerij C.LelystadAkkoord
D.RaadvanMoeders E.ZwembadmomentA.Verhaal
vanLelystadG.VSvanLelystad H.Dukdalf I.Lelydag J.Raadvan50van50F.Lelydance
BIJLAGE2|Doel-inspanningen-netwerkLelykrachtARelatiedoelenenprogrammering
1.Beter(op)groeieninLelystad 2.Sterkereonderlingebinding 3.Actieverinstadenwijk 4.Trotser
1.1 percentagekinderenmetnormaalgewichtstijgt
1.2 percentageKinderenmetpsychosocialeproblemendaalt
1.3 Schaalscore‘InLelystadishetideaalwonenalsjekinderenhebt’stijgt
2.1 Socialecohesiedeelwijkgroeit
2.2 Percentageinwonersdatzichgehechtvoeltaandebuurtstijgt
2.3 Percentageinwonersdatcontactheeftmetvriendenenburenstijgt
2.4 Percentagedathogerscoortdan15opdeisolementsschaalstijgt
3.1 Percentageinwonersdatzichverantwoordelijkvoeltvoordebuurtstijgt
3.2 Percentageinwonersdateenactievebijdrageheeftgeleverdaandeleefbaarheidindebuurtstijgt
3.3 AantaldeelnemersactiviteitenL4stijgt
3.4 Percentageinwonersdatvrijwilligerswerkdoetstijgt
4.1Schaalscorebuurttevredenheidstijgt
4.2Schaalscore‘Lelystedelingenzijntrotsophunstad’stijgt
4.3Schaalscore‘Lelystadheefteengezelligcentrum’stijgt
4.4Schaalscore‘InLelystadvalterweinigtebeleven’daalt
B.Talentkwekerij C.LelystadAkkoord
D.RaadvanMoeders
E.ZwembadmomentA.VerhaalvanLelystad
G.VSvanLelystad H.Dukdalf I.Lelydag J.Raadvan50van50F.Lelydance
LelystadPromotorScore(LJS)
Programma-indicator:1programmaspecifiekeindicator(zieH5enBijlage1)
Procesindicatoren(geldendvooralleprogrammaonderdelen):krachtenbundeling inwoners,privatepartijen,publiekepartijen(zieBijlage1)
indicatorLK
doelenLK
indicatorenperdoelLK
programmering
programma-indicator
proces-indicatoren
BIJLAGE2|Doel-inspanningen-netwerkLelykrachtB Relatiedoelen,programmeringenindicatoren
Begin 2015 besloten Welzijn Lelystad, openbare bibliotheekorganisatie FlevoMeer, Kubus en Sportbedrijf Lelystad de krachten te bundelen voor Lelystad en haar Lelystedelingen. Vanuit verschillende invalshoeken leveren deze vier organisaties een bijdrage aan een sterkere samenleving en een bruisend Lelystad. De veronderstelling was dat door integraal en interdisciplinair de krachten te bundelen een dienstverlening zou kunnen worden ontwikkeld die nieuwe mogelijkheden zou bieden en tot meer slagkracht voor de stad en haar inwoners zou leiden. ‘Lelykracht’ heet deze duurzame samenwerking. Om tot Lelykracht te komen was inzicht nodig. Inzicht in de behoeften van de stad en haar inwoners en inzicht in elkaars kernopgaven en –kwaliteiten. Deze inzichten vormen het fundament van Lelykracht. Deze bijlage is een compacte weergave van het fundament van Lelykracht. De ingrediënten Om tot Lelykracht te komen zijn de volgende stappen gezet voor het verwerven van inzicht:
1. De vier organisaties hebben in 2015 meerdere sessies gehouden om inzicht te krijgen in kwaliteiten en opgaven van elkaars organisatie, de visies en bijbehorende ambities. Deze sessies vormden de rode draad van de route naar Lelykracht
2. Om inzicht te krijgen in de samenstelling van de bevolking, de verschillende type huishoudens en hun socio-economische kenmerken en keuzegedrag is een kwantitatief onderzoek uitgevoerd langs twee lijnen:
a. aan de hand van de zogenaamde Mosaic-segmentatie van Nederland (zie http://www.experian.nl/mosaic/ ; deze segmentatie geeft een actueel beeld van alle Nederlandse huishoudens) is de samenstelling van de Lelystadse bevolking in kaart gebracht;
b. de samenstelling van de Lelystadse bevolking is vervolgens vergeleken met de klantenbestanden van de vier organisaties. Op deze manier werd duidelijk welke organisatie welk deel van Lelystad bediende en wat de dekkingsgraad van de vier organisaties samen was ten aanzien van de verschillende huishoudtypes.
3. Het kwantitatief onderzoek gaf een profiel van Lelystad. Duidelijk werd welke huishoudtypes veel en weinig voorkomen. Dit inzicht in combinatie met het bereik van de vier organisaties, was het aanknopingspunt om aan de hand van kwalitatief onderzoek meer zicht te krijgen op een aantal belangrijke doelgroepen:
[= document ‘4. bijlage 1 aanvraag Nieuw Beleid’ gemeenteraad 05-07-2016]
BIJLAGE 3 | Het fundament van Lelykracht
a. Aan de hand van zogenaamde cross-client-interviews (“cci’s”) hebben medewerkers van de vier organisaties individuele diepte-interviews gehouden met klanten van één van de andere drie organisaties. De interviews stonden in het teken van ‘belangeloos luisteren’: niet de eigen organisatie stond centraal, maar het leven van de betreffende inwoner. Verschillende facetten van het leven in Lelystad, het wel en wee van het betreffende huishouden, de ambities, problemen en behoeften kwamen aan bod.
b. Analyse van de cci’s leverde een aantal thema’s op die terugkwamen in meerdere gesprekken. Deze thema’s zijn vervolgens in twee focusgroepen besproken met een verschillende groepen inwoners: de startende gezinnen en de senioren. In deze twee groepsgesprekken konden Lelystedelingen met dezelfde achtergrond kenmerken ingaan op deze thema’s en aangeven wat hun behoefte en visie was.
4. De inzichten van het kwantitatief en kwalitatief onderzoek waren vervolgens input voor deskresearch. Opbrengsten werden vergeleken met interne beleidsstukken van de vier organisaties, onderzoeken over Lelystad en beleidsdocumenten van de gemeente Lelystad.
5. Vervolgens werden er uitgebreide gesprekken gevoerd met drie wethouders uit het college van B&W: mevrouw Sparreboom en mevrouw Van Wageningen en de heer Van den Heuvel. Deze interviews hadden hetzelfde karakter als de cci’s. Wederom was het vertrekpunt niet de vier organisaties, maar de visie, ambitie, ervaring en context van opereren van deze bestuurders.
6. Tenslotte is op 27 oktober 2015 Lelykracht en het onderliggende fundament aan het college van B&W gepresenteerd.
De synthese Lelystad is een buitengewoon jonge stad. Ook vandaag de dag is het geen probleem om pioniers van de eerste generatie op straat tegen het lijf te lopen. Een jonge hoofdstad, gebouwd in een provincie die op de tekentafel is ontworpen en met veel inzet en destijds state of the art technologische en wetenschappelijke kennis is ontwikkeld. Zo ook Lelystad. De vele gesprekken en het deskresearch leveren het volgende beeld op. Lelystad is op de tekentafel ontworpen door Cornelis van Eesteren. Hij volgde hierbij het zogenaamde Amerikaanse ‘grid-model’: de inrichting zoals die van Manhattan. Brede groene dreven vormden de aders voor het autoverkeer en begrenzen de wijken. Lelystad heeft zich anders en in een andere context ontwikkeld dan de planologen verwacht hadden. Zo is een streep getrokken door de Markerwaard en werd Almere in de jaren ’80 gebouwd. De visie op de stad (Lelystad is ontworpen als stad met
minimaal 100.000 inwoners) wijzigde in de loop der tijd, herstructurering en woningbouwbeleid vergden voortdurende aandacht van de politiek. Vanuit het perspectief van de inwoners bracht de stad groen, rust en ruimte. Dit is een constante factor sinds het ontstaan van de stad. De eerste generatie bewoners wordt zowel door Lelystedelingen als mensen van buiten Lelystad gezien als pioniers. Zij ruilden ‘oud land’ voor ‘nieuw land’ in en namen hun intrek in degelijke betaalbare woningen. Deze kwaliteitssprong had (en heeft) ook een keerzijde: Lelystedelingen die zich tot op de dag van vandaag moeten verantwoorden over hun vertrek naar deze nieuwe stad. Waarom zijn zij naar de ‘rimboe’ in de polder verhuisd? De waardering van de eigen woning in combinatie met het gebrek aan gezellige horeca leiden ertoe dat het leven van de Lelystedeling – meer dan elders – zich af speelt in huis, tuin en hofje. Jongeren creëren in het groen hun eigen ontmoetingsplekken. Lelystedelingen ervaren de dreven ook als groene grenzen die het sociaal contact en interactie tussen wijken niet bevorderen: in tegenstelling tot andere steden maken de brede dreven het niet gemakkelijk om de ene wijk in en de andere wijk uit te lopen. Dat is een van de redenen dat de Lelystedeling nadrukkelijk bewoner van zijn/haar wijk is. Mede door deze inrichting voelt het centrum van Lelystad als niemandsland aan: een bezoek aan het centrum is functioneel van aard en fungeert onvoldoende als kloppend stadshart. De meer welgestelde Lelystedeling zoekt de stadse gezelligheid en de winkels uit het topsegment in omliggende steden, zoals Zwolle, Utrecht en Amsterdam. Waar groen, rust en ruimte zeer gewaardeerd wordt, geven inwoners aan dat het Lelystad ontbreekt aan visie en een ziel. Waar de politiek sinds het ontstaan van de stad zich richtte op het in balans houden van de stad door het bijsturen op de fysieke aspecten van de stad, geven bewoners aan dat dergelijke grootse, abstracte en complexe thema’s de politiek hiermee op afstand plaatste van de belevingswereld van de Lelystedeling. Zij ervaren veel leegstand, het ontbreken van een bruisend centrum en een publieke sector die “organiseert om het organiseren”. Er is een (latente) behoefte aan verbinding, sociale cohesie, warmte, sfeer en gezelligheid, aan er voor elkaar zijn, gehoord worden en meedoen, een vibe, een beat, een bruisend en swingend Lelystad. Aan trots. Lelystedelingen willen trots (kunnen) zijn op hun Lelystad.
Wie zijn deze Lelystedelingen precies? Segmentatiemodel Mosaic laat onderstaande weergave zien (voor toelichting zie http://www.experian.nl/mosaic/ ): de groene vlakken tonen de huishoudtypes aan die meer dan 3% van de bevolking vormen. De kaart geeft de spreiding weer van deze groepen. Dit beeld maakt duidelijk dat Lelystad veel huishoudens kent met een relatief laag inkomen en een selecte groep met een hoog inkomen. Tussen deze groepen is er een behoorlijke kloof. Niet voor niets sprak het college in 2015 zijn zorgen uit over de tweedeling in Lelystad (http://www.omroepflevoland.nl/nieuws/123403/lelystad-college-waarschuwt-voor-tweedeling-in-lelystad ).
De grootste groepen huishoudens in Lelystad zijn (zie http://www.experian.nl/assets/mosaic/brochures/Mosaic-Brochure-NL.pdf voor uitgebreide toelichting):
Met dit profiel van Lelystad voor ogen zijn we via het eerder beschreven kwalitatief onderzoek het gesprek aangegaan met startende gezinnen en senioren: twee groepen die veel voorkomen in Lelystad met elk andere behoeften. De combinatie van kwantitatief en kwalitatief onderzoek leverde het volgende beeld op van Lelystad. Lelystad is een jonge stad, opgebouwd door pioniers uit verschillende delen van het land en in de loop der tijd verrijkt met een brede schakering aan etniciteiten. Voor de Lelystedeling is tot op de dag van vandaag de betaalbare woning, de rust, de ruimte en het groen van groot belang. Lelystad herbergt veel vrijwilligers, heeft een brede onderkant van de samenleving en een kleine top. De elite van Lelystad kent elkaar. Lelystad huisvest geen hoger onderwijs. Daarvoor moet de Lelystedeling zijn heil elders zoeken. Tegelijkertijd is de behoefte om jezelf te ontwikkelen binnen de context van de gemeenschap groot. Maken we de sprong naar de vier organisaties achter Lelykracht dan is hun fundament gelijksoortig:
x Alle vier de organisaties zijn er voor iedereen x Alle vier de organisaties faciliteren de Lelystedeling om zichzelf in de
context van de omgeving te ontdekken, zich te ontwikkelen en grenzen te verleggen
Samen richten zij zich op alle facetten die belangrijk zijn in de ontwikkeling van de mens: de fysieke, de rationele, de emotionele en de creatieve ontwikkeling. Zij vullen elkaar ook goed aan als het gaat om de zogenaamde ‘21st century skills’, de vaardigheden die nodig zijn om in de hedendaagse samenleving een (economisch) zelfstandig bestaan te leiden:
De inbreng is uiteraard verschillend:
x Kubus richt zich op expressiviteit en creativiteit van de Lelystedeling en en stimuleert deelname aan het culturele leven. Kubus draagt zorg voor ontwikkeling en ontplooiing van ieder individu en heeft de ambitie niet alleen via het onderwijs, maar ook daarbuiten alle doelgroepen aan te spreken in de stad;
x FlevoMeer Bibliotheek richt zich op empathie, begrip en inzichten door mensen en kennis te verbinden. FlevoMeer wil zich als stadsbaken, kennislab en betekenisgever meer naar buiten presenteren en inzetten op persoonlijke ontwikkeling gericht op participatie;
x Welzijn Lelystad is verankerd in de wijken en heeft een belangrijke antennefunctie voor Lelystad. Participatie staat voor Welzijn centraal. Een mooie opgave die gelet op de context waarin Welzijn handelt en de problematiek van cliënten er toe kan leiden dat de verschillende vestigingen het beeld van verdrietcentrale oproepen. Voor Welzijn is het juist belangrijk om participatie positief te laden;
x Het Sportbedrijf kent een groot bereik in Lelystad en stelt de Lelystedeling in staat om in de verschillende voorzieningen bezig te zijn met sport, beweging en gezondheid. Doel van het Sportbedrijf is om mensen zoveel mogelijk vanuit hun intrinsieke motivatie fit en vitaal te houden.
Het Mosaic-onderzoek heeft het bereik van deze vier organisaties in kaart gebracht (zie onderstaande figuur). Hieruit valt af te leiden dat de organisaties samen een behoorlijke dekkingsgraad en een groot bereik hebben in Lelystad naar zeer verschillende doelgroepen. Daarnaast kunnen zij elkaar versterken in bereik op de vlakken waar geen overlap is.
Gelet op bovenstaande analyse willen deze vier organisaties vanuit hun maatschappelijke verantwoordelijkheid onder de noemer ‘Lelykracht’ door interdisciplinair samen te werken en in co-creatie met de inwoners en relevante organisaties een programmering voor Lelystad ontwikkelen die substantieel bijdraagt aan de sociale cohesie en participatie en in het teken staat van de ontwikkeling van de Lelystedelingen in een bruisend Lelystad. Deze subsidieaanvraag beoogt Lelykracht op vlieghoogte te brengen. Voor de uitrol van Lelykracht is een globale programmering ontwikkeld. De bouwstenen van deze programmering komen uit het hiervoor beschreven kwalitatief onderzoek. In het subsidievoorstel wil Lelykracht de programmaonderdelen samen met de inwoners handen en voeten geven en er tevens voor zorgen dat de hiervoor benodigde organisatie staat.
Het begint met inzicht
Lelykracht is een beweging, opgestart door bovenstaande vier maatschappelijke
organisaties (de “L4”). Deze vier organisaties richten zich ieder vanuit een andere
invalshoek op de ontwikkeling en verbinding van de Lelystedeling en ondersteunen mensen
in het eigen maken van basisvaardigheden die randvoorwaardelijk zijn voor participatie en
sociale cohesie.
Lelykracht is de beweging die op een gerichte en samenhangende manier bijdraagt aan de
zelf- en samenredzaamheid van de gemeenschap.
Een feitenfundament vormt de basis van Lelykracht: de behoefte van Lelystad en haar
inwoners is in kaart gebracht aan de hand van een combinatie van kwantitatief en
kwalitatief onderzoek. Dat leverde inzichten op gerelateerd aan de maatschappelijke
opdracht van de L4.
Deze inzichten in combinatie met een visie op de gemeenschappelijke positionering van de
L4 heeft geleid tot de programmering en inrichting van Lelykracht.
Een feitenfundament vergt continu onderhoud. De wereld verandert, door contacten met
inwoners, bedrijven, verenigingen, maatschappelijke organisaties en natuurlijk ook de
gemeente wordt dit fundament voortdurend aangescherpt.
Constant in beweging
Lelykracht heeft daarom de afgelopen maanden niet stil gezeten. Om een paar
voorbeelden te geven:
Deze zomer is er uitgebreid gesproken met de deelnemers van de Summer’s Cool en
hun ouders. Over hun wensen en zorgen over het leven in Lelystad, wat zij daar zelf
aan doen en waar zij aanvullend behoefte aan hebben;
Als prelude op de programmering van Lelykracht vond in de laatste week van
september de Spot-on Week / Ik ben Lelystad-week plaats met als klap op de
vuurpijl meer dan 200 Lelystedelingen die met elkaar en onze nieuwe burgemeester
hebben ontbeten. Daarnaast hebben initiatieven zich aangediend zoals ‘t Lapp,
Utopodium en de Kinderwijkraad in de Zuiderzeewijk. We gaan kijken hoe we onze
krachten gaan bundelen: Lelykracht;
BIJLAGE 4 | Managementsamenvatting Lelykracht
Het netwerk is uitgebreid en de interesse in Lelykracht neemt zienderogen toe:
Als L4 hebben de organisaties elkaar veel beter leren kennen. Gewoon door de
mouwen op te stropen en aan de slag te gaan. Het valt niet te onderschatten hoe
vernieuwend deze aanpak is voor onze organisaties. We hebben de motivatie om –
soms met vallen en opstaan – het beste uit elkaar naar boven te halen. De
krachtenbundeling en interdisciplinaire aanpak leert ons dat we samen meer
kunnen betekenen voor de stad en de inwoners dan ieder voor zich; We zijn
begonnen aan het Verhaal van Lelystad: de campagne Ik ben Lelystad, appèl aan
trots, de selfiewedstrijd;
Vanuit de private sector neemt de interesse snel toe. Partijen zoals Rabobank
Flevoland, verschillende ondernemersverenigingen en businessclubs zoeken de
verbinding;
Naast de bijdrage van de Innovatieraad van de Koninklijke Bibliotheek voor de
Talentkwekerij is er belangstelling bij partijen zoals het VSB-fonds, het
Oranjefonds, het Fonds Cultuur Participatie; bij het Fonds Cultuur Participatie is al
een aanvraag ingediend voor een bijdrage aan het programma Lelydance;
Andere gemeenten tonen interesse. Hoe werkt zo’n feitenfundament en hoe kom je
tot een samenhangende programmering waarbij je krachten bundelt met alle
geledingen uit de samenleving?
De relatie met onze gemeente is uitstekend. Samen kijken we waar en hoe Lelykracht de
meeste impact kan hebben en aansluit op het lokale algemeen belang.
De doelen van Lelykracht
Doel is om tot een krachtenbundeling te komen met de inwoners en private en publieke
partijen om vier doelen te realiseren die de ‘software’ van de stad een permanente impuls
geven:
1. Beter (op)groeien in Lelystad
2. Sterkere onderlinge binding
3. Actiever in stad en wijk
4. Een trotser Lelystad
Lelykracht is geen exclusief initiatief van de L4; de L4 kunnen wel als energie-opwekkers
en eerste dragers van deze beweging gezien worden. Samen vormen zij de
Lelykrachtcentrale.
Lelystad pubert
Lelystad, de jongste stad van ons land, is als een puber op zoek naar haar identiteit. Een
puber met veel potentieel. We willen in de ontwikkeling van puber naar adolescent en
uiteindelijk volwassene de energie die in onze bijzondere stad zit ten volle benutten.
Zodat Lelystad in haar kracht staat. Dat is wat we met Lelykracht gaan doen.
Lelykracht richt zich op alle aspecten van ontwikkeling van het individu in relatie tot de
gemeenschap. Ontwikkeling die moet leiden tot meer zelf- en samenredzaamheid.
Lelykracht biedt de structuur, de impuls en de ondersteuning om hiervoor de stappen te
zetten die nodig zijn, omdat het aanspreken op ieders eigen verantwoordelijkheid in het
leven niet los gezien kan worden van omzien naar elkaar.
Dat vergt werken aan de eigen identiteit met focus en samenhang
Lelykracht draagt zorg voor de sociale cohesie en vitale ontwikkeling van Lelystad en de
Lelystedelingen. Lelykracht begint en eindigt bij de inwoners, sluit aan op
maatschappelijke thema’s die de vezels van de samenleving raken, en zorgt voor een
structuur en werkwijze waarbij de vier betrokken organisaties zo goed mogelijk ten
dienste staan van de Lelystadse gemeenschap.
Lelykracht is geen concept dat 1.000 bloemen laat bloeien, maar bewust keuzes maakt
met ondernemers, inwoners en maatschappelijke partijen om met programma’s in te
spelen op vragen en behoeften die er zijn. Inzet op betrokkenheid en actieve bijdrage
vanuit alle lagen (jong/oud, arm/rijk) van de bevolking is een belangrijk punt. Het gaat
niet om Lelykracht zelf, maar om wat het betekent voor de stad en haar Lelystedelingen.
Een professionele aanpak die de stad nodig heeft voor een duurzame ontwikkeling.
Het verbinden van algemeen belang en welbegrepen eigenbelang
Privaat en publieke samenwerking is een belangrijk onderdeel van Lelykracht. Rendement
voor de samenleving op investeringen is daarbij van belang. Lelykracht gaat ervoor dat
haar projecten zo bijdragen aan de samenleving dat het bedrijfsleven de maatschappelijke
en economische waarde terugziet. Lelykracht heeft geen sponsorplan, maar een
partnerplan en wil samen met het bedrijfsleven een brug slaan tussen wat de samenleving
nodig heeft en het bedrijfsleven kan bieden.
In cocreatie Alle programmaonderdelen van Lelykracht kenmerken zich bij het ontwerp door cocreatie
en een creatief proces, waarbij de voor het onderwerp relevante groepen mensen en/of
partijen worden betrokken. Door vervolgens ook bij de uitvoering te participeren wordt
het gevoeld eigenaarschap gestimuleerd.
Bij het ontwerp worden steeds de volgende vier hoofdvragen beantwoord:
1. Welke behoefte ligt aan dit programma ten grondslag? (inzicht)
2. Welke partijen en inwoners hebben we hierbij (nog meer) nodig?
3. Hoe participeren burgers en partijen in de uitvoering?
4. Welk resultaat wordt met dit programma beoogd en hoe wordt dit gemeten?
De programmering
De programmering is op te splitsen in drie categorieën:
1. Samenhang en sociale cohesie: dit gaat om bevordering van de verbinding tussen
Lelystedelingen en de verschillende groepen en een gevoel van trots op de stad.
2. Lokaal ondernemerschap
3. Actuele problematiek uit het leven van alledag speelt in op een probleem of
behoefte van de samenleving.
De programmering bestaat uit 10 programmaonderdelen die verspreid zijn over de jaren
2016, 2017 en 2018 (zie hoofdtekst).
Monitoring en evaluatie
De monitoring vindt plaats in afstemming met de gemeente en binnen de
mogelijkheden/capaciteiten van zowel de gemeente als de L4.
De monitoring vindt plaats op drie niveaus:
1. Lelykracht: de overkoepelende indicator voor Lelykracht is de Lelystad Promotor Score
(“LPS”);
2. de 4 hoofddoelstellingen: Lelykracht haakt aan bij relevante onderzoeken en
indicatoren van de gemeente;
3. De programma’s kennen hun eigen indicatoren.
Tenslotte wordt het proces gemonitord en geëvalueerd op basis van de procesindicatoren
zoals vermeld in hoofdstuk 3. De correlatie tussen de indicatoren wordt ook gevolgd.
Indicatoren zijn niet alleen belangrijk als verantwoordingsinstrument naar gemeenteraad
en college. Zij zijn onontbeerlijk om tot een duurzame publiek/private financiering te
komen. Naarmate meer partijen betrokken raken bij Lelykracht zal bekeken worden welke
return on investment Lelykracht kan leveren. Het kan dan gaan om toekomstige
besparingen, rendementsverbeteringen, schadelastbeperking et cetera. En dit alles vanuit
een meervoudige invalshoek: op welke inzet en met welke ROI kunnen partijen hun
krachten bundelen binnen Lelykracht.