Pinus (den)
• Naaldboom• Stevige naalden in
paren of groepjes• Wintergroen• Harde kegels
Picea (spar)
• Naaldboom• Stevige donkergroene
alleenstaande naalden
• Wintergroen• Zachtere kegels
Larix (Lork / larix)
• Naaldboom• Slappe lichtgroene
naalden • Naalden in dichte
bundels ‘kortlootjes’ (soort bultjes)
• Kaal in de winter• Zachte kegels
Taxus baccata (taxus)
• Naaldboom• Donkergroene, sterk
afgeplatte, slappe naalden
• Naalden in plat vlak gerangschikt
• Wintergroen• Besachtig, rood en
vlezig omhulsel om zaad
Acer (esdoorn, spaanse aak)
• Loofboom• Vijf-lobbig blad • Vrucht tweedelig• Ieder deel met grote
vleugel (boemerang)
Aesculus (paardenkastanje)
• Loofboom• Grote, handvormig
samengestelde bladeren
• Ca. 7 deelblaadjes• Opvallende
opstaande wit/roze bloemtrossen
• Vruchten; wilde kastanjes
Alnus (els)
• Loofboom• Bladvorm rondachtig met
ingedeukte top • Blad intens groen• Eenhuizig• Mannelijke katjes
hangend• Vrouwelijke katjes;
groene elzenproppen, bruin en houtachtig in de winter
Betula (berk)
• Loofboom• Witte bast• Vrij kleine, gezaagde
bladeren (±ruitvormig)• Eenhuizig• Mannelijke katjes
hangend• Vrouwelijke katjes
opstaand
Castanea sativa (tamme kastanje)
• Loofboom• Sterk gegroefde bast• Bladeren verspreid,
enkelvoudig, grof gezaagd
• Bladeren groot, ca. 2 maal zo lang als breed
• Mannelijke katjes zeer lang, hangend
• Vrucht; tamme kastanje, eetbaar
Crataegus (meidoorn)
• Loofboompje of struik• Stompe takdoorns• Blad vrij klein met ca. 5
lobben waarvan onderste lobben het grootst
• Typische Rosaceae bloemen
• Twee steunblaadjes• Rode bessen bij rijpheid
Fagus sylvatica (beuk)
• Loofboom• Gladde bast• Bladeren eirond-
ellipitisch• Iets getande,
gewimperde bladrand (witte pluisharen)
• Vrucht; beukennootje in hard, stekelig omhulsel (kleiner dan kastanje)
Fraxinus (es)
• Loofboom• Bladeren
tegenoverstaand, veervormig samengesteld
• 7-13 deelblaadjes• Zwarte knoppen• Vrucht verpakt in groene
vleugel, waarvan diverse in tros bij elkaar hangen
Hippophae rhamnoides (duindoorn)
• Struik met lange, vrij scherpe takdoorns
• Kleine, smalle bladeren• Blad van boven met grijze
schubjes en van onder dicht grijs beschubd
• Oranje bessen
Ilex (hulst)
• Loofboompje of struik• Donkergroene,
leerachtige bladeren• Blad met scherp-stekelige
rand• Wintergroen• Rode bessen
Populus (populier)
• Loofboom• Bladeren meestal even
breed als lang• Bladeren soms gelobd,
soms wit behaard van onder
• Zijdelings afgeplatte bladsteel (vooral top bladsteel)
Prunus (kers, vogelkers, sleedoorn)
• Loofboom of struik• Enkelvoudige, gezaagde
bladeren• Meestal klieren bovenaan
de bladsteel• Typische Rosaceae
bloemen• Vrucht; bes of
steenvrucht (bijv. kers)
Quercus (eik)
• Loofboom• Bladeren verspreid,
enkelvoud en gelobd• Inheemse soorten met
ronde lobben• Vrucht; eikel
Rosa (roos)
• Struik met doorns en bladstekels
• Samengesteld blad met eironde, gezaagde deelblaadjes
• Vergroeide steunblaadjes aan de stengel
• Typische Rosaceae bloemen
• Vrucht; rozenbottel
Salix (wilg)
• Loofboom, soms struik• Bladeren iets tot veel
langer dan breed• Bladeren vaak van onder
met witte beharing• Tweehuizig met bloemen
in katjes
Sambucus nigra (vlier)
• Struik met zeer licht hout• Onregelmatige bast• Enkel geveerde bladeren• 3-7 gezaagde deelblaadjes• Witte bloemen in tuil• Rijpe bessen zwart• (S. nigra blad stinkt bij
wrijven)
Cytisus scoparius (brem)
• Struik met groene takken en twijgen
• Minuscule blaadjes (ca. 1 cm)
• Vrij grote, gele, typische Fabaceae bloemen
• Zwartbruine platte peulen
Sorbus aucuparia (lijsterbes)
• Loofboompje• Enkelvoudig geveerde
bladeren met (kleine) steunblaadjes
• 9-17 gezaagde deelblaadjes• Typische Rosaceae
bloemen in tuilen• Rijpe bessen oranjerood
Tilia (linde)
• Loofboom• Hartvormig blad met
ongelijke bladvoet (niet altijd duidelijk)
• Bloeiwijze treedt uit vleugelachtig schutblad, halverwege de hoofdnerf daarvan
Ulmus (iep)
• Loofboom, soms struik• Bladeren enkelvoudig,
‘dubbel’ gezaagd, vaak vrij ruw aanvoelend
• Opvallend ongelijke bladvoet
• Vruchtjes verpakt in 2 cm lange ‘elliptische’ vleugel
Viburnum opulus (gelderse roos)
• Struik• Blad met 3-5 lobben, vrij
grof gezaagd• Enkele opvallende klieren
op de bladsteel• Witte, grotere, steriele
randbloemen en witte, vruchtbare binnenbloemen
• Rijpe bessen rood