Montage-, bedrijfs- enonderhoudshandleidingZonnecollector met groot prestatievermogenCFK-1
Montage op het dak metAluPlus-montagesysteemMontage in het dak met een rij
Wolf GmbH, Postfach 1380, D-84048 Mainburg, Tel. +498751/74-0, Fax +498751/741600, Internet: www.wolf-heiztechnik.de3062281_201508 Veranderingen voorbehouden BENL
P 9
23062281_201508
InhoudsopgaveInhoudsopgave Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
Normen en voorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Veiligheidsinstructies / bliksembeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Sneeuw- en windbelasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Richtlijnen m .b .t . het hydraulisch systeem van de installatie . . . . . . . . . . . . .7
Richtlijnen m .b .t . het hydraulisch systeem van de installatie . . . . . . . . . . . . .8
Algemene voorbereidende werkzaamheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
Algemene voorbereidende werkzaamheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Montage op het dak - algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Montage op het dak - tuile du nord, leipan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
Montage op het dak - leiendak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
Montage op het dak - golfplaatdak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
Montage van de collectoren op het dak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
Montage in het dak - tuile du nord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
Montage in het dak - leiendak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
Montage in het dak - monnik en non . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Sensormontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Vullen van de installatie / veiligheidsinformatieblad / Inwerkingstelling . . . .38
Drukproef / ontluchten van de installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39
Installatiebedrijfsdruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Checklist voor de inwerkingstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
Gebruik / Inspectie en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Inspectie - Onderhoud - Checklist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
Storing - Oorzaken - Oplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47
Productkaart volgens verordening (EU) nr . 811-812/2013 . . . . . . . . . . . . . .48
Aantekeningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50
Conformiteitsverklaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52
Voor de volgende montagesystemen zijn nog bijkomende montagehandleidin-gen beschikbaar:
- Alu-Flex-U-stelling voor montage op platte daken en op wanden
- Set voor montage in het dak, voor tuiles du nord, in 2 of 3 rijen
Opmerking:
33062281_201508
Technische gegevens
Collector CFK-1
Omkasting Bak uit diepgetrokken aluminiumplaat, natuur,zeewaterbestendig
Afmetingen (L x B x H) / (buitenkanten) 2099 x 1099 x 110 mm
Bruto-oppervlakte 2,3 m²
Functionele absorberoppervlakte 2,0 m²
Gewicht (leeg) 36 kg
Vulinhoud 1,1 liter
Absorber: Lasergelaste aluminiumabsorber
Constructie: Harfe, hoogselectieve coating
Afdekking 3,0 mm Solar-veiligheidsglas, hagelbestendig*
Isolatie Mineraalwol
Aansluitingen Vlakdichtend met wartelmoer G ¾
Opstellingshoek 15° tot 90°
Optische werkingsgraad * 76,7 %
Warmteverliescoëfficiënt a1 * 3,669 W/(m K²)
Warmteverliescoëfficiënt a2 * 0,018 W/(m² K²)
Stagnatietemp . * (toelaatbare werkingstemp .) 196 °C
Instraalhoek-correctiefactor IAM-50 * 95 %
Warmtecapaciteit C * 7,78 kJ/(m² K)
Max . werkingsoverdruk 10 bar
Warmtetransportmedium ANRO kant-en-klaar mengsel (45 vol-%)
Aanbevolen doorstroomhoeveelheid 90 l / (h x aantal collectoren)
Solarkeymark registernummer 011-7S591F
* Waarden volgens EN 12975
43062281_201508
Normen en voorschriftenVoor de montage, de installatie en het gebruik moet met de lokale voor-schriften, regels en richtlijnen rekening gehouden worden!
Bovendien moeten de volgende normen en voorschriften in acht wor-den genomen:
Montage op daken.
Hou rekening met de voorschriften ter preventie van ongevallen (VCA).
- EN 1991 (+NA) Belastingen op constructies
In het bijzonder deel 1-3: Sneeuwbelasting
deel 1-4: Windbelasting
Aansluiting van thermische solarinstallaties
- EN 12976 Thermische solarinstallaties en hun onderdelen, prefab-installaties (bevat ook de algemeen geldende richtlijnen i .v .m . planning en uitvoering)
- EN 12977 Thermische solarinstallaties en hun onderdelen, op maat gemaakte installaties (bevat ook de algemeen geldende richtlijnen i .v .m . planning en uitvoering)
- VDI 6002 Drinkwateropwarming met zonne-energie
Elektrische aansluiting
- VDE 0100 Installeren van sterkstroominstallaties tot 1000 V
- VDE 0105 Kabels en leidingen in gebouwen
- EN 62305 deel 1-4 Bliksembeveiliging
- VDE 0100 deel 540 Selectie en opstelling van elektrische installaties - aar-dingsinstallatie, aarddraden, equipotentiaalgeleiders
De collectoren zijn overeenkomstig de volgende normen gecontroleerd:
EN 12975-1 Kwaliteitscontroles voor thermische zonnecollectoren
EN 12975-2 Vermogencontrole voor thermische zonnecollectoren
Normen en voorschriften
53062281_201508
Veiligheidsinstructies / bliksembeveiligingIn deze beschrijving worden de volgende symbolen en aanduidingstekens gebruikt: Deze belangrijke instructies betreffen de bescherming van personen en de technische veiligheid .
"Veiligheidsinformatie": Aanduiding van instructies die strikt gevolgd moeten worden om gevaar of verwonding van personen te vermijden en beschadigingen aan het toestel te verhinderen .
Bijvoorbeeld: door de mogelijk zeer hoge temperaturen in de collector kan het hete warmtetransportmedium brandwonden veroorzaken .
"Opgelet": Aanduiding van technische instructies die gevolgd moe-ten worden om defecten en technische storingen aan het toestel te verhinderen .
De aansluiting van het collectorveld op een aanwezige, resp . nieuw te ver-vaardigen bliksembeveiligingsinstallatie of het realiseren van een plaatselijke potentiaalvereffening mag alleen gebeuren door geautoriseerd vakpersoneel, rekening houdend met de plaatselijke omstandigheden en mits naleving van onderstaande technische reglementeringen:
EN 62305 deel 1-4 BliksembeveiligingVDE 0100 deel 540 Selectie en opstelling van elektrische installaties - aar-
dingsinstallatie, aarddraden, equipotentiaalgeleiders
Oriëntatie en schaduwvalDe collectoren moeten tussen zuidoostelijke en zuidwestelijke richting (optimaal: naar het zuiden) opgesteld worden . In geval van een afwijkende richting a .u .b . onze deskundige adviseurs raadplegen . Bomen, aangrenzende gebouwen, schoorstenen enz . dienen zo weinig mogelijk schaduw op het collectoroppervlak te werpen . Houd rekening met de verschillende zonnestanden (zomer - winter) .
De afstand tussen de bovenste rand van de zonnecollector en de onderkant van de daknok moet minimaal 3 dakpannen bedragen om de windkrachten te reduceren en voldoende plaats te hebben voor de montage .
Opgelet
Bliksembeveiliging
Opmerkingen betreffende de plaats van opstelling
63062281_201508
Sneeuw- en windbelastingDe belasting van het collectorveld wordt gevormd door een combinatie van wind- en sneeuwbelastingen, die het resultaat zijn van de afmeting van het gebouw, de vorm van het dak en de locatie . Een precieze bepaling van de te verwachten belastingen moet objectspecifiek gebeuren aan de hand van de normen EN 1990 (+NA) en EN 1991 (+NA), en rekening houdend met de regionale voorschriften .
CFK-1-collectoren kunnen tot een belasting van 2,4 kN/m² (druk of zuiging) gebruikt worden. Door het gebruik van het uitbreidingsset voor sneeuw-belasting kan de toegelaten drukbelasting verhoogd worden tot 4 kN/m².
Om veiligheidsredenen mogen de panlatten, dakspanten en dakpannen onder de dakhaken niet beschadigd zijn (gebroken, doorboord, verouderd), omdat ze dan niet bestand zijn tegen de optredende belastingen . Bij twijfelgevallen moeten de betengeling en de dakpannen op deze plaatsen vernieuwd worden .In het bijzonder in gebieden met veel sneeuwval wordt het gebruik van een metalen dakbedekking onder de dakhaken aanbevolen .Om windbelastingspieken te voorkomen is het absoluut aan te raden een afstand van minstens 1 meter te bewaren tussen collectorveld en dakrand (bv . nok) .
Er moet ook rekening gehouden worden met bijkomende belastingen door het opwaaien van sneeuw, door sneeuwvangroosters, of door sneeuw die van hogere daken naar beneden schuift .Bij sneeuwbelastingen wordt montage in het dak aanbevolen .
Sneeuw- en windbelasting
73062281_201508
Richtlijnen m.b.t. het hydraulisch systeem van de installatie
Ontluchtingsvat(op het hoogste punt installeren)
Doorstroomregeling bij meerdere collectorvel-den
Voorbeelden voor de aansluiting van leidingen
Aanbeveling:
Het aansluiten van meerdere collectorvelden volgens Tichelmann
Bij aansluiting van de leidingen aan weerszijden kunnen max. 10 CFK-1- collectoren parallel geschakeld worden.- Geen verzinkte buizen, fittingen, enz. gebruiken.- De thermische isolatie moet temperatuurbestendig zijn tot > 175 °C, buiten
moet de isolatie bovendien UV- en weersbestendig zijn .- Alleen de bijgeleverde dichtingen mogen gebruikt worden .De leidingen in de buurt van de collectoren bereiken in stilstand temperaturen > 200 °C . Oppassen voor brandgevaar!- De leidingen moeten stijgend naar het collectorveld toe verlegd worden om
bij stilstand een "leegdrukken" van de collector mogelijk te maken . Geen luchtzakken vormen!
Aanbeveling:- Op het hoogste punt een ontluchtingsventiel installeren .- Bij meerdere collectoren doorstroomregelingen integreren voor de hydrau-
lische vereffening van de retourleidingen .De solarbuizen moeten voor het aanbrengen van de collectorbekleding en de thermische isolatie verlegd en aangesloten worden om de dichtheid over de volledige leidinglengte en aan de collectoraansluitingen te kunnen controleren .
Let op
Opmerking:
Aansluiting aan beide zijden(tot 10 collectoren mogelijk)
Aansluiting aan beide zijden(tot 10 collectoren mogelijk)
83062281_201508
Richtlijnen m.b.t. het hydraulisch sys-teem van de installatie
Alle gegevens zijn aanbevelingen en kunnen afhankelijk van de installatie afwijken . De opgegeven expansievatgroottes gelden alleen tot een statische hoogte van 10 m .
Richtlijnen m.b.t. het hydraulisch systeem van de installatie
• De collectoren kunnen met een groot specifiek debiet werken (zogenaamde high flow). Voordelen: de collector wordt goed gekoeld = hoog rendement van de collector, geringe warmteverliezen aan de voedingsleiding, nadelen: hoog drukverlies = sterke pomp, grote leidingdoorsnede.
• De collectoren kunnen met een gering specifiek debiet werken (zogenaamde low flow). Daarbij keren ten opzichten van de werking high flow de voor- en nadelen zich om . Een extra voordeel dankzij de hogere voedingstemperatuur is een doeltreffender werking van een gelaagd reservoir .
Debiet: high flow (90 l/h x Koll), ANRO 30°C
1 coll .3 coll .
5 coll .
7 collectoren
10 collectoren
Drukverlies CFK-1 met ANRO 30°C
Debiet per collector (l/h)
Dru
kver
lies
volle
dig
veld
(mba
r)
Aantal col-lectoren
Lengte zon-neleiding
(m)
Zonnelei-ding
Ø (mm)
Pompen groep Boiler
Expansievat2,5 bar
(l)22
20 12 x 1 10 SEM-2-300 1860 15 x 1 10 SEM-2-300 18
33
30 15 x 1 10 SEM-2-400 2560 18 x 1 10 SEM-2-400 25
44
30 18 x 1 10 SEM-1-500 3560 22 x 1 10 SEM-1-500 35
55
30 18 x 1 10 SEM-1-750 3560 22 x 1 10 SEM-1-750 50
66
30 18 x 1 10 SEM-1-750 5060 22 x 1 10 SEM-1-750 50
77
20 18 x 1 10 SEM-1-1000 5060 22 x 1 10 SEM-1-1000 50
88
30 22 x 1 10 SEM-1-1000 8060 28 x 1,5 10 SEM-1-1000 80
99
30 22 x 1 10 SEM-1-1000 8090 28 x 1,5 10 SEM-1-1000 80
1010
25 22 x 1 10 SEM-1-1000 8080 28 x 1,5 10 SEM-1-1000 80
93062281_201508
Algemene voorbereidende werkzaamheden- De collectorenstapel alleen met de verpakkingslijsten en paletten transpor-
teren en opslaan .- Niet meer dan 16 collectoren op elkaar transporteren en niet meer dan 24
collectoren op elkaar opslaan . - Collectoren niet met het glas naar onder transporteren .- Om beschadiging te vermijden: collectoren tijdens het transporteren niet bij
de aansluitstukken dragen of op de aansluitstukken neerzetten . - De rugzijde van de collector niet op een oneffen ondergrond neerleggen . - Collectoren op stofvrije en droge plaatsen opslaan .- Wij raden het gebruik van handvaten aan (verkrijgbaar als toebehoren) .
Opgelet
Transport en opslag
Voor de eenvoudige en veilige montage van de collectoren worden het vol-gende gereedschap en de volgende hulpmiddelen gebruikt: 1 hamer 1 rolmeter 1 stift / krijt 2 schroefsleutel SW 13 1 houtboor ca . 5 mm (alleen bij montage in het dak) 1 haakse slijper met slijpschijf voor steen 2 gaffelsleutels SW 30 1 polygriptang 1 decoupeerzaag (bij aanwezige dakbeplating)Dakdoorvoer voor de zonneleidingen (vb . beluchtingspannen met de haakse slijper passend slijpen)Wachtbuizen (voelerleiding, leidingsnet) Valbeveiliging(en)Kruiskopbit
Nodige gereedschap
Montage De montage en eerste inbedrijfstelling mag enkel door een erkende vakman uitgevoerd worden . Deze neemt de verantwoordelijkheid voor de reglementaire installatie en de eerste ingebruikneming op zich .
De collectoraansluitingen, ook van lege collectoren, kunnen reeds bij de mon-tage heel heet worden . Veiligheidshandschoenen dragen, er bestaat gevaar voor brandwonden .
De collector mag niet uitsluitend met de klinkmoeren op het dak getrokken worden!Begeef u bij het transport niet onder de collector . (zie de afbeelding)
Bij schokkerige bewegingen kunnen de klinkmoeren uitbreken en kan de collector neerstorten.
103062281_201508
Aansluitstuk retour(absoluut noodzakelijk in geval van montage in het dak)
Rangschikkingsvoorbeeld: 3 collectoren, op de smalle kant CFK-1, aansluiting aan weerszijden (max . 10 collecto-ren)
Aansluitstuk toevoer Alle dichtingen aanwezig?
afsluitstop tegenover de aansluit-stukken
afsluitstop tegenover de aan-sluitstukken
Schroefdraadpennen M8x30 aan de onderzijde van de collectoren
Compensators
Dompelhuls
Deze werken moeten uitgevoerd worden voordat de collectoren naar het dak getransporteerd worden .Let op: Compensatoren alleen aan het korte aansluitstuk monteren!Bij een aansluiting van de leidingen aan weerszijden moet erop gelet worden dat alle korte aansluitstukken in dezelfde richting wijzen .Voor het aaneenschroeven van de aansluitingen de aanwezigheid van de col-lectordichtingen controleren .Tijdens de montage van de aansluitstukken, compensators en afsluitstoppen moet telkens de wartelmoer aan de collector tegengehouden worden . Het aandraaimoment mag maximaal 20 Nm bedragen!De dompelhuls uit het karton van de regeling nemen en in het aansluitstuk van de voeding draaien .Telkens 2 schroefdraadpennen M8x30 aan de onderste rand van de omkasting volledig inschroeven .
Voorbereidende werkzaamhe-den vóór de montage
Compensator
Schroefdraadpennen M8x30
Aansluitstuk toevoer
Collector-dichtingen
Dompelhuls
lang aansluitstuk
kort aansluitstuk
Algemene voorbereidende werkzaamheden
afsluitstopAansluitstuk retour (bij montage in het dak absoluut noodzakelijk)
113062281_201508
Alle meegeleverde dakhaken moeten gelijkmatig over de collectorveld-breedte verdeeld worden om de optredende lasten te verdelen. De dakhaken daarbij zo dicht mogelijk bij de dakspanten plaatsen.
Opgelet
Bevestigingsmateriaal
Dakhaken “boven“ met bevestigings-beugel
Dakhaken “onder“ met bevestigings-beugel
Montagerail Verbindingsset voor montagerails(indien nodig)
Schroeven, moeren, schroefdraadpen-nen, houtschroeven in de zak
Passtuk met hout-schroeven voor montage op de dak-spant (verkrijgbaar als toebehoren)
Montage op het dak - algemeenDe gegevens houden geen rekening met de montageplaats voor leidingaan-sluitingen .
Voor het bepalen van de breedte van het collectorveld kunnen de volgende maten worden aange-houden
Lengte montagerail Alu + voor 1 collector “staand”: 1030 mmLengte montagerail Alu + voor 2 collector “staand”: 2160 mmLengte montagerail Alu + voor 3 collector “staand”: 3290 mmLengte montagerailverbindingsstukken: 100 mmCollectorbreedte: 1100 mmAfstand tussen de gemonteerde collectoren: 31 mm
Montage „staand“
Aantal collectoren CFK-1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10Breedte collectorveld [m] 1,1 2,23 3,36 4,49 5,62 6,75 7,89 9,02 10,15 11,28Lengte montagerails [m] 1,03 2,16 3,29 4,42 5,55 6,68 7,81 8,94 10,07 11,20
>15°
123062281_201508
Montage op het dak - algemeen
Met behulp van de verbindingsstukken kunnen de montagerails verlengd worden .
Een van de 3 schroeven van het verbindingsset voor de montagerails kan men ook gebruiken voor de bevestiging aan een dakhaak . De U-rail blijft daarbij op het midden uitgelijnd, de schroef kan in het slobgat naar de overeenkomstige positie boven de haak gebracht worden .
Verlenging van de montagerail
Montagerail voor bv . 2 collectoren
Montagerail voor bv . 1 bijkomende collectoren
Verbindingsset voor montagerails
3 slotschroeven M8 x 25 met schijfmoeren M8
Voormontage van de dakhaken
Montage aan panlatten(voorgemonteerd)
Dakhaak "boven" Dakhaken "onder"
Slotschroef M8x20
Slotschroef M8x20 Slotschroef M8x20
Schijfmoer M8
Schijfmoer M8kort been boven
Montage aan dakspanten(ommonteren)
De dakhaken overeenkomstig de afbeeldingen eerst met de hand aandraai-en .
Dakhaak "boven" Dakhaken "onder"
lang been boven
>15°
Opmerking: Sommige modellen van dakpannen (b .v . dakpannen die boven en onder van en felsrand voorzien zijn) moeten aan de dakhaken aangepast worden zodat de gemonteerde dakhaak correct ligt en de dakpan die daarop ligt, correct blijft liggen .
Aanbeveling:In het bijzonder in gebieden met veel sneeuwval wordt het gebruik van een metalen dakbedekking onder de dakhaken aanbevolen .
133062281_201508
Montage op het dak - tuile du nord, leipan
1 . Dakhaken “onder“ overeenkomstig de afbeelding monteren en in de panlat hangen .
2 . Dakhaken “boven“ overeenkomstig de afbeelding monteren en in de panlat hangen .
De afstand van beide rails 2,06 m bij montage collector op de smalle kant resp . 1,06 m bij montage collector dwars aan de bovenste dakhaak in het slobgat instellen overeenkomstig de afbeelding en met slotschroeven M8x20 vastzetten .
3 . De hoogte van de bevestigingsbeugel instellen en met slotschroeven M8x20 vastzetten zodat de druk gelijkmatig over de dakpannen verdeeld wordt .
4 . Voldoende slotschroeven M8x20 in montagerails invoeren .5 . Montagerails met schijfmoeren op de dakhaken monteren .6 . De dakpannen rond de dakhaken terug plaatsen .
Collec
tor dw
ars 1,
06
Collec
tor op
de sm
alle k
ant 2
,06
Bijzonderheden bij tuiles du nord / leipannen
Montage van de dakhaken aan panlatten (voorbeeld voor 2 collectoren)
Dakhaken “onder“ gemonteerdCollectorveldbreedte
Montagerail
max . 0,4 m railoverstek
max . 0,4 m railoverstek
min . 3 rijen
Montagerail
Dakhaak “boven“ gemonteerd
Slotschroef M8x20
Montagerail Dakhaak, indien nodig, inkorten of ombuigen
optioneelUitbreidingsset voor sneeuwbelastingHaak onder/boven ombouwen
ca . in
het m
idden
Montagerail
Slotschroef M8x20
Schijfmoer M8
Alle meegeleverde dakhaken moeten gelijkmatig over de collectorveld-breedte verdeeld worden om de optredende lasten te verdelen. De dakhaken daarbij zo dicht mogelijk bij de dakspanten plaatsen.
Opgelet
>15°
143062281_201508
Montage van de dakhaken aan dakspanten(voorbeeld voor 2 collectoren)
1 . Dakhaken “onder“ monteren overeenkomstig de afbeelding en met hout-schroeven 6x60 aan de dakspanten bevestigen .
2 . Dakhaken “boven“ monteren overeenkomstig de afbeelding; de afstand van beide rails 2,06m bij montage van de collector op de smalle kant, resp . 1,06m bij montage van de collector dwars in het slobgat overeenkomstig de afbeelding instellen, met slotschroeven M8x20 vastmaken en met hout-schroeven 6x60 aan de dakspanten bevestigen .
3 . De hoogte van de bevestigingsbeugel instellen en met slotschroeven M8x20 vastzetten zodat de druk gelijkmatig over de dakpannen verdeeld wordt .
4 . Voldoende slotschroeven M8x20 in montagerails invoeren .5 . Montagerails op de dakhaken monteren .6 . De dakpannen rond de dakhaken terug plaatsen .
Dakhaak “boven“ gemonteerd
Dakhaken “onder“ gemonteerd
Montagerail
Collectorveldbreedte
Slotschroef M8x20
- Wanneer het dal van een dakpan zich niet boven een dakspant bevindt dan wordt er een apart leverbare passtuk "3" bovenop de dakspant "2" beves-tigd en wordt de dakhaak "1" in het dal van de pan vastgeschroefd aan het passtuk .
- Passtukken „3“ met houtschroeven 6x60 en onderlegplaatjes op de dak-spanten „2“ bevestigen .
- Slotbout M8x20 van onder door het passtuk steken .
- De dakhaken aanbrengen en met de zeskantmoeren vastschroeven .
Dakspantbevestiging met passtuk
Slotschroef M8x20
min . 3 rijen
max . 0,4 m railoverstek
max . 0,4 m railoverstek
Collec
tor dw
ars 1,
06
Collec
tor op
de sm
alle k
ant 2
,06
Dakhaak, indien nodig, inkorten of ombuigen
Montagerail
Montagerail
Slotschroef M8x20
Schijfmoer M8
ca . in
het m
idden
optioneelUitbreidingsset voor sneeuwbelastingHaak onder/boven om-bouwen
Alle meegeleverde dakhaken moeten gelijkmatig over de collectorveld-breedte verdeeld worden om de optredende lasten te verdelen.
Opgelet
>15°
Montage op het dak - tuile du nord, leipan
153062281_201508
Montage op het dak - leiendak
Kruiskopschroef 6x70mm
Slotschroef M8x20
Slotschroef M8x20
Montagerail
Slotschroef M8x20
Schijfmoer M8
1 . Dak aan de bevestigingspunten van de haken afdekken .2 . Haken met kruiskopschroeven 6x70mm bevestigen .3 . Montagerails op de dakhaken monteren .4 . Leihaken met in de handel verkrijgbare loden ommanteling bekleden .5 . Leien terug plaatsen .
Collectorveldbreedte
Collec
tor dw
ars 1,
06
Collec
tor op
de sm
alle k
ant 2
,06
optioneelUitbreidingsset voor sneeuw-belasting met haken
ca . in
het m
idden
Loodommanteling
Loodommanteling
Alle meegeleverde dakhaken moeten gelijkmatig over de collectorveld-breedte verdeeld worden om de optredende lasten te verdelen.
Opgelet
Bijzonderheden bij leidaken met leihaken
>15°
163062281_201508
Montage op het dak - golfplaatdak
- Bij golfplaatdaken moet de boring (Ø 14) in de dakhuid voor de stokschroeven telkens op het hoogste punt van de kanalure van het plaatprofiel aangebracht worden .
- De verticale afstand van de boringen voor de stokschroeven moet nageleefd worden, opdat de railafstand gewaarborgd is .
- Er moet voor een veilige bevestiging op de onderconstructie/spanten ge-zorgd worden . Eventueel moet er door de klant een hulponderconstructie geplaatst worden .
- De bevestigingsboringen voor de stokschroeven worden in de spanten voorge-boord (Ø 8,5) . Bij beton of metselwerk moet een gepaste plug gezet worden .
- De verankeringsdiepte voor de stokschroeven moet 80 - 100 mm bedragen . Invetten vergemakkelijkt het indraaien . Het gladde bereik van de schacht dient als dichtingszitting voor de aandrukdichting . Het moet binnen het bereik van de dakhuid liggen .
- De bovenste montageplaten worden naar onder uitgericht, de onderste mon-tageplaten worden naar boven uitgericht . Bij gebruik van het uitbreidingsset voor sneeuwbelasting moet de stokschroef evt . gelijk met de moer boven de montageplaat worden afgezaagd . Hierdoor wordt gewaarborgd dat de collectorkuip niet op de stokschroeven kan liggen .
- De dakhuid wordt afgedicht door de flensmoer voorzichtig lichtjes aan te draaien . Bij Eternitplaten opletten, gevaar voor breken! Evt . moeten er (door de klant te voorziene) opvulstukken gebruikt worden .
- Het wordt aangeraden een schroefborging (bv . Marston-Domsel 585 .243) te gebruiken om het indringen van vocht via de schroefdraad te voorkomen en om de positie van de flensmoer te garanderen.
Alle meegeleverde stokschroeven moeten gelijkmatig over de collector-veldbreedte verdeeld worden om de optredende lasten te verdelen.
Opgelet
Stokschroef M12x300
Montageplaat aluminium 6mm
EPDM-dichting, UV-bestendig
Opvulstuk (door klant te voorzien)Flensmoer voorzichtig aandraaien, gevaar voor breken!
Montage stokschroef
Golfplaatdak
Collectorveldbreedte
Collec
tor dw
ars 1,
19
Collec
tor op
de sm
alle k
ant 2
,19optioneelUitbreidingsset voor sneeuwbe-lasting
max . 0,4 m railoverstek
max . 0,4 m railoverstek
Stokschroef met montageplaat
ca . in
het m
idden
Bijzonderheden bij golfplaatdaken / metalen daken met stokschroeven
>15°
Een schroefborging gebrui-ken om indringen van vocht te voorkomen .
173062281_201508
Montage van de collectoren op het dak
1 . Collector met de schroefdraadpennen eerst in de onderste montagerail inbrengen overeenkomstig de afbeelding en met schijfmoer M8 eerst met de hand aandraaien .
2 . Combischroeven M8x20 door de bovenste montagerail schuiven en eerst met de hand in de collector draaien .
3 . De overige collectoren op dezelfde wijze monteren .
4 . De aansluitingen toevoer- en retourleiding vastschroeven . De dichtingen controleren .
5 . Alle schroeven en moeren voor de bevestiging van de collector vastdraaien .
- Dichtingen aanwezig?- Afstand aanhouden- De as van beide schroefonderdelen uitlijnen- met een tweede gaffelsleutel tegenhouden aandraaimoment max . 20 Nm
Combischroef M8x20
Schroefdraad-pen M8
Schijfmoer M8
Montage van de collectoren
>15°
183062281_201508
Montage in het dak - tuile du nord
Leveringsomvang montageonderdelen Gootprofiel boven
Gootprofiel rechtsGootprofiel links
Montagerail boven
Montagerail onder (met rand voor afdichtingsband)
Aansluitstuk afdichtingsband rechts
Aansluitstuk af-dichtingsband links
Afdichtingsband Driehoekige dichtingsband
Randprofiel
Houten afstandshoudervan 15-30mm hoog voor de
aanpassing aan de panlatten
Om veiligheidsredenen moet er onder het collectoroppervlak volgens de regels van het dakdekkersvak een beschermd onderdak met bitumenbanen aanwezig zijn of ander geschikt materiaal om bij eventuele ondichtheden het binnendringen van vocht in het gebouw te verhinderen . Het onderdak moet in de dakgoot eindigen .
Opgelet
Schroeven, moeren, schroefdraad-pennen, houtschroeven in de zak
Koppelprofielen
Verbindingsrail
IJkmaten voor het bepalen van de positie van het collectorveld
Het collectorveld zo plaatsen dat de pandekking zo mogelijk met hele of halve pannen voltooid kan worden, zonder te moeten slijpen .
Breedte zichtbare afwerking (metaal)
min
. 3 ri
jen
min
. 2,5
m
< 12cm
Breedte met gootstukken
< 12cm
Breedte zichtbare afwerking (metaal)
Breedte met gootstukken
Aantal collectoren 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10Breedte zichtbare afwerking (metaal) [m] 1,23 2,36 3,49 4,62 5,75 6,88 8,01 9,14 10,27 11,40Breedte met gootstukken [m] 1,57 2,74 3,87 5,00 6,03 7,26 8,39 9,52 10,65 11,78
Af te dekken dakpan per rij dakpannen:Dekkingsbreedte 30cm 6 10 14 18 22 25 29 33 37 39Dekkingsbreedte 20cm 8 12 18 24 29 35 41 46 52 58
Verwijder één rij pannen meer dan nodig om voldoende plaats te maken voor de montage.
30-60°
193062281_201508
Montage in het dak - tuile du nordOverzicht montage in het dak
Verlenging van de onderste montagerail
Aansluitstuk afdich-tingsband links
Aansluitstuk afdichtings-band rechts
Verbindingsrail
Montagerail voor 2 col-lectoren (2,26m)
Montagerail voor 1 bijk . collector (1,13m)
2 x slotschroef M8 x 16
4 x slotschroef M8 x 16
Houten afstandshouder in panlatdikte
Driehoekige dichtingsband
Gootprofiel boven
Collector
Houten afstandshouder in panlat-dikte verminderd met 9mm
Montagerail
Afdichtingsband
Waterdicht onderdak
Aanbeveling:Gootprofiel boven op het ondersteuningspunt van de dakpannen evt . onder-voeren om doordrukken te vermijden .
30-60°
203062281_201508
Montage in het dak - tuile du nord 30-60°
1 . De lengte van de montagerail overeenkomstig de montage zo bepalen dat er aan beide zijden een spleet van minder dan 12 cm ontstaat tussen col-lectorveld en de geplaatste pannen . Wanneer dit niet mogelijk is, moeten er halve pannen gebruikt worden, resp . moeten er pannen doorgeslepen worden . De afmeting < 12 cm moet verzekerd zijn om een regendichte dakdekking te verkrijgen .
2 . Met Ø 5mm voorboren en de montagerail met de meegeleverde schroef met zeskantkop 8x80 samen met houten afstandshouders (panlatdikte verminderd met 9mm) aan de dakspanten bevestigen .
3 . Het afdichtingsband overeenkomstig de afbeelding vastkleven, de beschermfolie daarbij enkel in de zone voor de montagerail aftrekken . Het afdichtingsband moet links en rechts ca . 30cm voorbij de aansluitstukken uitsteken . Meerdere afdichtingsbanden moeten met een overlapping van minstens 5cm op elkaar gekleefd worden . (de afdichtingsband nog niet aan de dakpannen kleven omdat de collectoren nog aan de montagerail moeten vastgeschroefd worden!)
8 x 80 Houten afstandshouder(panlatdikte verminderd met 9mm)
Overlapping > 5cm
Montage-rail
Afdichtingsband
Montage van de onderste montagerail
Houten afstands-houder(panlatdikte verminderd met 9mm)
213062281_201508
Montage in het dak - tuile du nord
1 . De collector met de schroefdraadpennen eerst in de onderste montagerail inbrengen overeenkomstig de afbeelding en met een moer M8 met onder-legring eerst met de hand aandraaien .
2 . De volgende collectoren op dezelfde wijze in de onderste montagerail aan-brengen .
3 . Houten afstandshouder (hoogte zoals de panlatten) aan de bovenzijde van de collector op de dakspanten leggen . De montagerail boven op de houten afstandshouder leggen en tegen de bovenzijde van de collector schuiven . Montagerail met combischroeven M8x20 en volgringen aan de collectoren monteren en handvast aandraaien .
4 . Met Ø 5mm door de montagerail en de houten afstandshouder in de dakspanten voorboren en met schroeven met zeskantkop 8 x 80 aan de dakspanten bevestigen .
5 . De aansluitingen toevoer- en retourleiding vastschroeven . De dichtingen controleren .
6 . Dichtheidsproef uitvoeren conform paragraaf "Dichtheidsproef"
Installeer de solarbuizen vooraleer de plaatafwerking van het collectorveld te monteren om de dichtheid van de installatie te kunnen controleren!
Opmerking:
Collectoren monteren
Houten afstandhouder(hoogte zoals de panlatten)
8 x 80
Afdichtingsband
Schijfmoer M8
Houten afstandshouder (hoogte zoals de pan-latten verminderd met 9mm)
Combischroef M8x20
Montagerail onder
Montagerail boven
Montagerail boven
- Dichtingen aanwezig?- Afstand aanhouden- De as van beide schroefonderdelen uitlijnen- met een tweede gaffelsleutel tegenhouden (aandraaimoment max . 20 Nm)
30-60°
Opgelet
223062281_201508
Montage in het dak - tuile du nord
Lassen
Koppelprofiel
Koppelprofielen
Afdichtingsband
1. De koppelprofielen overeenkomstig de afbeelding inschuiven. Als het kop-pelprofiel bij het inschuiven klemt, moet u de positie van de collectoren corrigeren. Aansluitend de lassen boven aan het koppelprofiel ombuigen om doorglijden te voorkomen .
2 . Alle schroeven en moeren voor de bevestiging van de collector vastdraaien .
3 . De beschermfolie van het afdichtingsband volledig aftrekken en het afdich-tingsband aan de dakpannen kleven . Aan de uiteinden van de aansluitstuk-ken voor het afdichtingsband links en rechts telkens een vouw vormen . (zie de afbeelding)
Vouw vormen
Montage van de koppelprofielen
Vouw
30-60°
233062281_201508
Dakspanten
Houten afstandshou-derHoogte = panlatten
Klemstrip ((3 stuks per Gootprofiel boven)
Gootprofiel boven
Montage van de gootstukken
Driehoekige dich-tingsband boven en zijkant
Randprofiel
Driehoekige dichtingsband boven
1. Gootprofiel links en rechts overeenkomstig de afbeelding inhangen en met de klemstrippen vastmaken .
2. Het gootprofiel boven aan het collectorkader opsteken. Ter ondersteuning aan de dakspanten moet aan elke dakspant een houten afstandshouder met identieke hoogte als het latwerk onder de afdekplaat gemonteerd worden . Het gootprofiel met de klemstrip vastmaken.
3. De randprofielen aan de verbindingspunten van de gootprofielen bovenaan voorbij de opstanden steken overeenkomstig de afbeelding .
4. De driehoekige dichtingsband zijdelings en boven op de gootprofielen kleven.
5. De dakpan over de gootprofielen plaatsen. Eventueel een halve dakpan gebruiken of de dakpan afsnijden .
Gootprofiel
Panlat
De driehoekige dichtingsband opkleven
Montage in het dak - tuile du nord
Houtschroef4x30
Klemstrip (3 stuks per gootprofiel zijkant)
Gootprofiel zijkantPanlat
Driehoekige dichtingsband
Houtschroef4x30
30-60°
243062281_201508
Montage in het dak - leiendak
Leveringsomvang montageonderdelen Gootprofiel boven
Aansluitprofiel voor leien
Aansluitprofiel voor leien
Montagerail boven
Montagerail onder (met rand voor afdichtingsband)Aansluitstuk afdichtingsband rechts
Aansluitstuk af-dichtingsband links
Afdichtingsband
Randprofiel
Houten afstandshoudervan 15-30mm hoog voor de aanpas-
sing aan de panlatten
Schroeven, moeren, schroef-draadpennen, houtschroeven
in de zak
Koppelprofielen
Verbindingsrail
IJkmaten voor het bepalen van de positie van het collectorveld
Breedte zichtbare plaatafwerking
min
. 2,7
m
min
. 1 m
links of rechts uitlijnen
Breedte met aansluitprofielen voor leien
Breedte met aansluitprofielen voor leien
Breedte zichtbare afwerking (metaal)
Gootprofiel rechts
Gootprofiel links
Aantal collectoren 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10Breedte zichtbare afwerking (metaal) [m] 1,23 2,36 3,49 4,62 5,75 6,88 8,01 9,14 10,27 11,40Breedte met aansluitprofielen voor leien [m] 1,43 2,56 3,69 4,82 5,95 7,08 8,21 9,34 10,47 11,60
15-60°
Om veiligheidsredenen moet er onder het collectoroppervlak volgens de regels van het dakdekkersvak een beschermd onderdak met bitumenbanen aanwezig zijn of ander geschikt materiaal om bij eventuele ondichtheden het binnendringen van vocht in het gebouw te verhinderen . Het onderdak moet in de dakgoot eindigen .
Opgelet
253062281_201508
Montage in het dak - leiendak
1 . Voorboren met een boor van Ø 5mm en de montagerails met behulp van de meegeleverde 8x80-zeskantschroeven op de dakspanten bevestigen .
2 . De kilgootband vastkleven, daarbij de beschermfolie er enkel in de zone voor de montagerail aftrekken . Het kil-gootband moet links en rechts ca . 30 cm voorbij de aansluitstukken uitsteken . Meerdere kilgootbanden moeten met een overlapping van minstens 5 cm op elkaar gekleefd worden . (de kilgootband nog niet aan de dakpannen kleven omdat de collectoren nog aan de montagerail moeten worden vastgeschroefd!)
Montage en verlenging van de onderste montagerail
Aansluitstuk afdich-tingsband links Aansluitstuk afdich-
tingsband rechts
Verbindingsrail
Montagerail voor 2 col-lectoren (2,26m)
Montagerail voor 1 bijk . col-lector (1,13m)
2 x slotschroef M8 x 16
4 x slotschroef M8 x 16
8 x 80
Overlapping > 5cm
Montage-rail
Afdichtingsband
Opbouw
Gootprofiel boven
Collector
Montagerail
Afdichtingsband
Waterdicht onderdak
15-60°
263062281_201508
1 . De collector met de schroefdraadpennen eerst in de onderste montagerail inbrengen overeenkomstig de afbeelding en met een moer M8 met onder-legring eerst met de hand aandraaien .
2 . De volgende collectoren op dezelfde wijze in de onderste montagerail aan-brengen .
3 . De montagerail boven op de bovenkant van de collectoren schuiven . De montagerail op de collectoren monteren en handvast aantrekken met M8x20-combischroeven .
4. De bovenste montagerail nog niet vastschroeven op het dak.
5 . De aansluitingen toevoer- en retourleiding vastschroeven . De dichtingen controleren .
6 . Dichtheidsproef uitvoeren conform paragraaf "Dichtheidsproef"
Installeer de solarbuizen vooraleer de plaatafwerking van het collectorveld te monteren om de dichtheid van de installatie te kunnen controleren!
Opmerking:
Collectoren monteren8 x 80
Afdichtingsband
Schijfmoer M8
M8x20
Montagerail onder
Montagerail boven
- Dichtingen aanwezig?- Afstand aanhouden- De as van beide schroefonderdelen
uitlijnen- met een tweede gaffelsleutel tegen-
houden (aandraaimoment max . 20 Nm)
Opgelet
Montagerail boven
Montage in het dak - leiendak 15-60°
273062281_201508
Montage in het dak - leiendak
1. De koppelprofielen overeenkomstig de afbeelding inschuiven. Als het kop-pelprofiel bij het inschuiven klemt, moet u de positie van de collectoren corrigeren. Aansluitend de lassen boven aan het koppelprofiel ombuigen om doorglijden te voorkomen .
2 . Alle schroeven en moeren voor de bevestiging van de collector vastdraaien .
3 . De beschermfolie van het afdichtingsband volledig aftrekken en het afdich-tingsband aan de dakpannen kleven . Aan de uiteinden van de aansluitstuk-ken voor het afdichtingsband links en rechts telkens een vouw vormen . (zie de afbeelding)
Montage van de koppelprofielenLassen
Koppelprofiel
Koppelprofielen
Afdichtingsband
Vouw
Vouw vormen
15-60°
283062281_201508
Montage in het dak - leiendak 15-60°
1. Het onderste aansluitprofiel voor leien aanpassen aan de plooi van de kilgootband en evt . met een schaar afkorten . Op voldoende overlapping (8-10 cm) letten .
2. De aansluitprofielen voor leien parallel met de glaslatten uitrichten op een afstand van 65 mm .
3. De aansluitprofielen voor leien boven telkens met 2 nagels bevestigen.
4 . Het dak aan weerszijden tot de bovenkant van de collector bedekken .
Montage van de aansluitprofielen voor leien
293062281_201508
Montage in het dak - leiendak 15-60°
1 . Pannen en bovenste plaatafwerking los in "uiteindelijke positie" plaatsen .
2. Het bovenste aansluitprofiel voor leien inpassen en op maat snijden. Op voldoende overlapping (8-10 cm) letten .
3. Aansluitprofiel voor leien en pannen vast monteren.
4 . Afhankelijk van de grootte en de overlapping van de pannen resulteert dit in een "maat X" met dewelke de collector moet worden opgehoogd om de bovenste plaatafwerking te kunnen monteren => de bovenste plaatafwerking terug verwijderen en een geschikt opvulhout onder de bovenste collectormontagerail leggen .
5 . Met een boor van Ø 5 mm door de montagerail en het opvulhout boren en op de dakspanten bevestigen met 8X80-zeskantschroeven .
6 . De bovenste plaatafwerking op de collector steken en in uiteindelijke positie brengen .
Pannen en bovenste plaatafwerking los in "uiteindelijke positie"
Maa
t X
Maa
t X
Inpassen van de bovenste plaatafwerking
303062281_201508
Montage in het dak - leiendak
Randprofiel
15-60°
Montage van de gootstukken
1 . De bovenste plaatafwerking met telkens 2 plaatclips bevestigen .
2 . De verbindingen tussen de bovenste plaatafwerkingen afdekken met de randprofielen.
3 . De zijplaten met een draaibeweging in de glaslatten van de collector hangen en naar boven schuiven tot deze onderaan gelijk liggen met de collector .
4. Met zelftapschroeven de zijplaten aan de aansluitprofielen voor leien vastschroeven .
Klemstrip
313062281_201508
Montage in het dak - monnik en non
IJkmaten voor het bepalen van de positie van het collectorveld
min
. 3,0
m
min
. 3 ri
jen
links of rechts beginnend uitrichten
Breedte met gootstukken
Breedte zichtbare afwerking (metaal)
Breedte zichtbare afwerking (metaal)
Breedte met gootstukken
Gootprofiel boven
Montagerail boven
Montagerail onder (met rand voor afdichtingsband)Aansluitstuk af-dichtingsband links
Afdichtingsband Driehoekige dichtings-band
Randprofiel
Houten afstandshoudervan 15-30mm hoog voor de
aanpassing aan de panlatten
Schroeven, moeren, schroef-draadpennen, houtschroeven
in de zak
Koppelprofielen
Verbindingsrail
Aansluitstuk afdichtingsband rechts
Gootprofiel rechtsGootprofiel links
Leveringsomvang montageonderdelen
Aantal collectoren 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Breedte zichtbare afwerking (metaal) [m] 1,23 2,36 3,49 4,62 5,75 6,88 8,01 9,14 10,27 11,40Breedte met gootstukken [m] 1,60 2,73 3,86 4,99 6,12 7,25 8,38 9,51 10,64 11,77
15-60°
Om veiligheidsredenen moet er onder het collectoroppervlak volgens de regels van het dakdekkersvak een beschermd onderdak met bitumenbanen aanwezig zijn of ander geschikt materiaal om bij eventuele ondichtheden het binnendringen van vocht in het gebouw te verhinderen . Het onderdak moet in de dakgoot eindigen .
Opgelet
323062281_201508
Montage in het dak - monnik en nonOpbouw Houten afstandshouder in panlatdikte
Driehoekige dichtingsband
Gootprofiel boven
Collector
Houten afstandshouder in panlat-dikte verminderd met 9mm
Montagerail
Montagerail boven
Afdichtingsband
Waterdicht onderdak
Aanbeveling:Gootprofiel boven op het ondersteuningspunt van de dakpannen evt . onder-voeren om doordrukken te vermijden .
Montage en verlenging van de onderste montagerail
Aansluitstuk afdich-tingsband links Aansluitstuk afdich-
tingsband rechts
Verbindingsrail
Montagerail voor 2 col-lectoren (2,26m)
Montagerail voor 1 bijk . collector (1,13m)
2 x slotschroef M8 x 16
4 x slotschroef M8 x 16
8 x 80 Houten afstandshouder(panlatdikte verminderd met 9mm)
Overlapping > 5cm
Montagerail
Afdichtingsband
ca .40 cm
ca .40 cm
15-60°
333062281_201508
Montage in het dak - monnik en non1 . Met Ø 5mm voorboren en de montagerail met de meegeleverde zeskantschroeven
8x80 samen met houten afstandshouders (panlatdikte verminderd met 9 mm) aan de dakspanten bevestigen .
2 . De kilgootband vastkleven, daarbij de beschermfolie er enkel in de zone voor de montagerail aftrekken . Het kilgootband moet links en rechts ca . 40 cm voorbij de aansluitstukken uitsteken . Meerdere kilgootbanden moeten met een overlapping van minstens 5 cm op elkaar gekleefd worden . (de kilgootband nog niet aan de dakpannen kleven omdat de collectoren nog aan de montagerail moeten worden vastgeschroefd!)
1 . De collector met de schroefdraadpennen eerst in de onderste montagerail inbrengen overeenkomstig de afbeelding en met een moer M8 met onder-legring eerst met de hand aandraaien .
2 . De volgende collectoren op dezelfde wijze in de onderste montagerail aan-brengen .
3 . Houten afstandshouder (hoogte zoals de panlatten) aan de bovenzijde van de collector op de dakspanten leggen . De montagerail boven op de houten afstandshouder leggen en tegen de bovenzijde van de collector schuiven . Montagerail met combischroeven M8x20 en volgringen aan de collectoren monteren en handvast aandraaien .
4 . Met Ø 5mm door de montagerail en de houten afstandshouder in de dakspanten voorboren en met schroeven met zeskantkop 8 x 80 aan de dakspanten bevestigen .
5 . De aansluitingen toevoer- en retourleiding vastschroeven . De dichtingen controleren .
6 . Dichtheidsproef uitvoeren conform paragraaf "Dichtheidsproef"
Installeer de solarbuizen vooraleer de plaatafwerking van het collectorveld te monteren om de dichtheid van de installatie te kunnen controleren!
Opmerking:
Collectoren monteren
Houten afstandhouder(hoogte zoals de panlatten)
8 x 80
Afdichtingsband
Schijfmoer M8
Houten afstandshouder (hoogte zoals de pan-latten verminderd met 9mm)
M8x20
Montagerail onder
Montagerail boven
- Dichtingen aanwezig?- Afstand aanhouden- De as van beide schroefonderdelen uitlijnen- met een tweede gaffelsleutel tegenhouden (aandraaimoment max . 20 Nm)
Montagerail boven
15-60°
Opgelet
343062281_201508
Montage in het dak - monnik en nonMontage van de koppelprofielen
Montage van de kilgootband
Lassen
Koppelprofiel
Koppelprofielen
Afdichtingsband
1. De koppelprofielen overeenkomstig de afbeelding inschuiven. Als het kop-pelprofiel bij het inschuiven klemt, moet u de positie van de collectoren corrigeren. Aansluitend de lassen boven aan het koppelprofiel ombuigen om doorglijden te voorkomen .
2 . Alle schroeven en moeren voor de bevestiging van de collector vastdraaien .
De dakpannen met een sjabloon markeren .
De kilgootband met een mes of een schaar uitsnijden .
15-60°
353062281_201508
Montage in het dak - monnik en nonDe beschermfolie verwijderen .Gelijkmatig aandrukken .(bv . met een hamer)
Het uiteinde van de band op de ondergrond en het hoogste punt vastkleven .
De maat van 2 dakpannen over de volledige lengte van de kilgootband markeren en afsnijden .
De volledige band op de onder-grond vastkleven, beginnend bij het hoogste punt .
Vast aandrukken en ten minste 2 pannen volledig overlappen .
15-60°
Vouw vormen
363062281_201508
Montage in het dak - monnik en non
Dakpannen plaatsen
1. Gootprofiel links en rechts overeenkomstig de afbeelding inhangen en met de klemstrippen vastmaken .
2. Het gootprofiel boven aan het collectorkader opsteken. Ter ondersteuning aan de dakspanten moet aan elke dakspant een houten afstandshouder met identieke hoogte als het latwerk onder de afdekplaat gemonteerd worden . Het gootprofiel met de klemstrip vastmaken.
3. De randprofielen aan de verbindingspunten van de gootprofielen bovenaan voorbij de opstanden steken overeenkomstig de afbeelding .
4. De driehoekige dichtingsband zijdelings en boven op de gootprofielen kleven.
Montage van de gootprofielen
Dakspanten
Klemstrip (3 stuks per goot-profiel zijkant)
Houten afstands-houderHoogte = panlatten
Klemstrip (3 stuks per Gootprofiel boven)
Gootprofiel boven
Gootprofiel zijkant
Panlat
Gootprofiel zijkant inhangen
Driehoekige dich-tingsband boven en zijkant
Randprofiel
Driehoekige dichtingsband
Driehoekige dichtingsband boven
Panlat
Houtschroef4x30
Houtschroef4x30
15-60°
373062281_201508
SensormontageSensormontage
Voorbeeld: CFK-1, aan weerszijdentot 10 collectoren
Ontluchter
1 collector
Leiding
Collectorvoeler 6mm
Voelerhuls ¾"
Aansluitstuk toevoer
Leiding bij montage op het (platte) dak
Aansluitstuk retour
Leiding bij mon-tage in het dak
De collectoren bereiken bij stilstand temperaturen tot 200 °C . Gebruik daarom alleen de meegeleverde vlakke dichtingen voor solarinstallaties en let in het bijzonder in de buurt van de collector op een voldoende grote temperatuurbestendigheid van de aansluitingen .
Houd ook rekening met de opmerkingen in het hoofdstuk "Leidingen" .
383062281_201508
Inbedrijfstelling In het kader van de inbedrijfstelling wordt het zonnecircuit gespoeld, gevuld en onderworpen aan een drukproef . Hierbij mag de collector geen warmte leveren, d .w .z . dat de collector ofwel afgedekt moet worden, ofwel dat de instraling voldoende gering moet zijn . In het algemeen worden de werken alleen met ANRO uitgevoerd .
Vullen en spoelenWanneer bij het vullen een vulpomp wordt gebruikt, dan moet de lucht op het hoogste punt / de hoogste punten kunnen ontsnappen . Hiervoor zijn manuele ontluchters in volledig metalen uitvoering geschikt . In elk geval is dan bij het vullen een tweede persoon vereist die de ontluchters sluit zodra er vloeistof uitstroomt .De vul- en spoelpomp voor zonnecircuits uit het Wolf-toebehorenprogramma heeft zich in de praktijk al bewezen . Hierbij kan afgezien worden van een ontluch-ting op het hoogste punt . Belangrijk is dat in horizontale en dalende delen van het zonnecircuit de stroomsnelheid groter is dan 0,4 m/s om de ingesloten lucht mee te kunnen voeren .
Om een te sterk schuimen van de ANRO te voorkomen is het aangeraden om het leidingssysteem eerst langzaam te vullen met een beperkt debiet en dan de stromingssnelheid in stappen te verhogen . Ook bij het terugvloeien naar het vul-reservoir moet erop gelet worden dat er zo weinig mogelijk turbulentie ontstaat . Het vloeistofpeil boven de aansluitstukken in de retour- en aanvoerleiding moet op elk ogenblik zo hoog zijn dat er in het reservoir een rustig oppervlak ontstaat .
Bij objecten met een grote statische hoogte is voorzichtigheid geboden . Op de hoog gelegen plaatsen kan er door de daarachter vallende waterkolom onder-druk ontstaan . Hierdoor zakt het kookpunt van het vloeistof sterk en kan ondanks een geringe temperatuur stoom ontstaan zodat de installatie niet correct gevuld kan worden . Een oplossing vormt hier de beperking van de uitstroom bij de vul- en aftapkraan . Het uitstromende debiet wordt hierbij zo sterk gereduceerd dat de vereiste installatiebedrijfsdruk steeds behouden blijft op de manometer .
Vullen van de installatie / veiligheidsin-formatieblad / Inwerkingstelling
Vullen van de installatie Om de zonne-installatie te spoelen en te vullen, raden wij aan een vul- en spoelpomp met een looptijd van minstens 20 tot 60 minuten in te zetten! De manuele ontluchting kan daardoor wegvallen .De handleiding van de solarpompgroepen moet nageleefd worden .
Uittreksel uit het veiligheidsinformatieblad:Handelsnaam:Firma:Inlichtingen bij noodgevallen
ANRO warmtetransportmedium (kant-en-klaar mengsel, koudebescherming -30°C)Wolf GmbH, postbus 1380, 84048 Mainburg; Tel .: 08751/74-0; Fax .:08751/741600 +49 (0)40 -209497-0 (werktags 8 - 17 Uhr)
Chemische samenstelling: 1,2-propyleenglycol met corrosie-inhibitoren,45,3 vol .-% gemengd met 54,7 vol-% drinkwater blauw gekleurd
Bijzondere gevaren voor mens en milieu: geen
Na contact met de ogen:Na contact met de huid:Na inslikken:
15 minuten met wijd opengesperde oogleden uitspoelen onder stromend waterAfwassen met water en zeep .Mond uitspoelen en daarna zeer veel water drinken
Transport: Geen gevaarlijke stof in de zin van de transportvoorschriftenWaterbedreigende klasse: WGK1; zwak waterbedreigend
Het volledige veiligheidsinformatieblad is terug te vinden op de Wolf-homepage in het "Dowload-Center" .
De installatie niet bij sterke zonnestraling vullen of de collectoren afdekken. Gevaar voor brandletsels. Enkel vullen met ANRO onverdund. Het is niet toege-laten om water of andere warmtemedia onder te mengen. Er bestaat gevaar voor vlokvorming en de vorst- en corrosiebescherming is niet meer gewaarborgd. Dit kan tot een volledige uitval van de installatie leiden.
Vullen en spoelen van de installatie
393062281_201508
Drukproef / ontluchten van de installatieWanneer het volledige zonnecircuit, incl . de collectoren, met warmtemedium gevuld is, moet er door intensief spoelen (stromingssnelheid > 0,4 m/s) voor gezorgd worden dat alle verontreinigingen (hamerslag, spanen enz .) even-als de ingesloten lucht verwijderd zijn . De ervaring heeft uitgewezen dat het spoelproces minstens 20 minuten moet duren om alle verontreinigingen en alle ingesloten lucht eruit te spoelen .
Voor de drukproef heeft de volgende werkwijze haar betrouwbaarheid bewezen:
- Het zonnecircuit (incl . collectoren) wordt met ANRO gevuld tot de druk 90% van de maximale installatiebedrijfsdruk (de druk waarbij het overdrukventiel opent min 10%) bedraagt .
- Deze druk wordt minstens 30 minuten aangehouden . (Opmerking: glycolmengsels gedragen zich bij lekken duidelijk trager dan water) .
- Vervolgens wordt de lekcontrole van knelkoppelingen, soldeer- en persver-bindingen uitgevoerd .
- Het membraanexpansievat (MEV) en het overdrukventiel blijven tijdens de drukproef opgenomen in het circuit .
Wanneer de drukproef positief is verlopen wordt het circuit eerst ontlucht en vervolgens de druk door het aflaten van de ANRO gereduceerd tot de vuldruk van de installatie .
In het andere geval wordt de ANRO zover afgelaten dat de navolgende werk-zaamheden uitgevoerd kunnen worden . Vervolgens wordt de drukproef herhaald .
Bij de inbedrijfstelling moet er op een zorgvuldige ontluchting gelet worden . Uit de eerder gevulde ANRO ontsnappen nog micro-luchtbellen die zich op verschillende plaatsen tot kleine luchtbellen kunnen verzamelen, bv . in de pomp, in de warmtewisselaar of voor de zwaartekrachtrem . Deze ingesloten lucht moet doeltreffend verwijderd worden .
Indicatoren voor een voldoende ontluchting van het systeem zijn een constan-te weergave van het vereiste debiet en een stabiele druk tijdens de werking van de pomp, d .w .z . dat er zich noch op de debietmeter, noch op de manome-ter schommelingen voordoen .
Na de eerste bedrijfsweken is het aangeraden om op alle ontluchtingsplaat-sen de evt . aanwezige lucht opnieuw af te laten .
Drukproef
Ontluchten van de installatie
403062281_201508
Wanneer de installatiebedrijfsdruk te laag ingesteld wordt of daalt ten gevolge van lekken of ontluchtingen, dan kan dit leiden tot het gedeeltelijke koken van de solarvloeistof tijdens het bedrijf van de installatie . De plaatsen met hoge temperatuur en drukval in de aanvoerleiding van het collectorveld, resp . op het hoogste punt van het zonnecircuit lopen het meeste gevaar . Een stoombel op deze plaats zal de doorstroom reduceren of zelfs volledig onderbreken . Bovendien treedt bij een lage installatiebedrijfsdruk de stoomvorming ten ge-volge van stilstand veel vaker op .
Installatiebedrijfsdruk
1 Systeemoverdruk op het hoogste punt 1,5 - 2,0 bar
2 Toeslag per meter statische hoogte +0,1 bar / m
3 Installatiebedrijfsdruk (manometer) _______bar
Installatiebedrijfsdruk _______bar
Vulreserve voor ontluchting + 0,1 bar
Vuldruk _______bar
Installatiebedrijfsdruk _______bar
Aftrek voor waterrecipiënt -0,3 bar
4 Toeslag per meter hoogtever-schil manometer - MEV +0,1 bar / m
5 Voordruk MEV _______bar
Als correcte maat voor de installatiebedrijfsdruk geldt dat er op het hoogste punt van het systeem in koude toestand een overdruk van 1,5 - 2,0 bar moet heersen . De installatiebedrijfsdruk bij het zonnestation bedraagt dus deze 1,5 - 2,0 bar plus telkens 0,1 bar per meter statische hoogte tussen de manome-ter in het zonnestation en het hoogste punt van de installatie .
Vanwege de na de inbedrijfstelling nog ontsnappende lucht moet de vuldruk iets hoger zijn (in de praktijk een waarde van + 0,1 bar) dan de installatiebe-drijfsdruk .
De voordruk in het MEV wordt voor de nodige waterrecipiënt minstens 0,3 bar lager ingesteld dan de installatiebedrijfsdruk . Hierbij moet rekening gehou-den worden met het eventuele hoogteverschil tussen de manometer en het MEV . Wanneer het MEV bv . een meter lager dan de manometer geïnstalleerd wordt, dan moet de voordruk in het MEV aangepast worden aan het op dit punt inwerkende installatiebedrijfsdruk (+ 0,1 bar), d .w .z . dat de voordruk dan slechts 0,2 bar lager moet zijn dan de druk die de manometer aangeeft .Deze op elkaar afgestemde drukverhouding tussen vuldruk, installatiebe-drijfsdruk en voordruk in het MEV is een voorwaarde voor de veilige werking op lange termijn van een solarinstallatie .
Installatiebedrijfsdruk
413062281_201508
Checklist voor de inwerkingstelling
Nr. Montage
1 Collectoren stormveilig geïnstalleerd O
2 Zonneleiding op potentiaalcompensatie aangesloten O
3 Uitblaasleiding vast op het veiligheidsventiel van de zonnekringloop geïnstalleerd O
4 Opvangvat onder uitblaasleiding (zonnekringloop) opgesteld O
5 Uitblaasleiding op het veiligheidsventiel aan de kant van het drinkwater geïnstalleerd en op de afvoer aangesloten
O
6 Thermostatisch mengventiel op de warmwaterafvoer geïnstalleerd of begrenzing van de boilertemperatuur tot 60°C door de regeling
O
Inwerkingstelling
7 Voordruk in het expansievat (controleren alvorens te vullen) ___________bar O
8 Zonnekringloop met zonnevloeistof gevuld en gespoeld O
9 Pomp, boilerwarmtewisselaar en collector ontlucht (zwaartekrachtrem blokkeren om te ontluchten)
O
10 Ontluchtingsvat op de collector ontlucht (indien aanwezig) O
11 Zonnekringloop afgedrukt incl . lekcontrole van de schroefkoppelingen, soldeer- en persver-bindingen
O
12 Dichtheid van alle verbindingspunten (pakkingbussen aan afsluitventielen en ketelvul- en ledingskranen) gecontroleerd
O
13 Installatiedruk (koud) _________bar O
14 Zwaartekrachtrem in functie O
16 Warmwaterboiler aan de kant van het drinkwater gevuld en ontlucht O
17 Collectorbeschaduwing verwijderd O
Regelsystemen
18 Temperatuursondes geven realistische waarden aan O
19 Zonnepomp draait en pompt rond; evt . instellen (volumestroommeter : _________l/min) O
20 Zonnekringloop en boiler worden warm O
21 Ketelnaverwarming start bij: ________°C O
22 Optioneel: looptijd circulatiepomp van ______ uur tot _____ uur O
Instructie: De exploitant van de installatie werd als volgt geïnstrueerd:
23 Basisfunctie en bediening van de zonneregelaar incl . circulatiepomp O
24 Instructie in controlemogelijkheid van de boilerbeschermingsanode O
25 Onderhoudsintervallen O
26 Overhandiging van de documentatie O
27 Bevestiging van de inbedrijfstelling door de exploitant van de installatie O
423062281_201508
Gebruik / Inspectie en onderhoud- Door de temperatuurverschillen van de buitenlucht en de collector kan er
vooral in de vroege ochtenduren een dampfilm ontstaan. Met de verwarming van de collector verdwijnt deze weer .
- De installatie bij instraling van zonlicht, indien mogelijk, niet elektrisch uitschakelen . Na eventuele dampvorming bij zeer hoog zonnerendement begint de installatie na het afkoelen vanzelf weer te werken .
- Het inschakelen van de veiligheidsfunctie tegen oververhitting in de regeling is bij vlakke collectoren niet noodzakelijk .
- In periodes waarin men geen warm water nodig heeft, bijvoorbeeld in de vakantie, moeten geen bijzondere voorzorgen genomen worden .
- Als de installatiedruk sterk schommelt of het warmtetransportmedium ANRO uit het veiligheidsventiel vrijgekomen is, moet de installatie door een vakman nagekeken worden .
Laat uw thermische solarinstallatie regelmatig door een vakman controleren om de bedrijfsveiligheid en het rendement langdurig te behouden . Volgens interval en omvang wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen inspectie (jaarlijks) en onderhoud (afhankelijk van de vereisten ongeveer om de 3-5 jaar) . Het afsluiten van een inspectie- en onderhoudscontract wordt aanbevolen voor alle thermische solarinstallaties .
Bovendien wordt het aangeraden om na de eerste bedrijfsweken een eerste inspectie te laten uitvoeren met controle van de wezenlijke functies van de installatie . Deze opvolgcontrole, resp . eerste controle moet volgens de bere-kening onderdeel zijn van de volledige "dienstverlening solarinstallatie" en kan evt . afzonderlijk in de offerte worden voorzien .
In een inspectie- en onderhoudsverslag worden de belangrijke installatiepara-meters genoteerd om evt . problematische wijzigingen (bv . installatiebedrijfsdruk, pH-waarde) te kunnen herkennen . Voor de initiële installatie moet gerefereerd worden aan de gegevens van de installatiedocumentatie (vuldruk, installatie-bedrijfsdruk, regelaar- en pompinstellingen enz .) .
De jaarlijks uit te voeren inspectie moet minstens de volgende omvang hebben (geldt ook voor de initiële inspectie):
- alle ontluchtingselementen in het zonnecircuit ontluchten
- de installatiebedrijfsdruk vergelijken met de instelwaarde (uitgangswaarde bij de initiële inspectie)
- de pH-waarde en de vorstbescherming vergelijken met de instelwaarde en de waarde van vorig jaar (bij de initiële inspectie: uitgangswaarde)
- de pomp evt . manueel inschakelen
- indien er een debietmeter voorhanden is: het debiet vergelijken met de instelwaarde
- op schommelingen letten op de manometer en evt . de debietmeter
- op geluiden in de pomp letten (lucht)
- de zwaartekrachtrem openen en sluiten
- controleren of de thermostatische mengklep niet stroef werkt
Gebruik
Inspectie en onderhoud
Inspectieomvang
433062281_201508
Inspectie en onderhoud- Bedrijfscontrole van de regelaar op plausibiliteit
(bv . Tmax collector, Tmax voorraadvat, opbrengsttotaal enz .)
- de plausibiliteit controleren afhankelijk van de instraling: aanvoer- en re-tourtemperatuur op de thermometers - weergavewaarde van de regelaar
- documentatie van alle instellingen en meetwaarden
Het MEV en het overdrukventiel moeten niet gecontroleerd worden wanneer de installatiebedrijfsdruk in orde is en het overdrukventiel geen tekenen van openen vertoont (afzettingen, druppels, toename in het opvangreservoir) .
Verder is het aangeraden om in langere intervallen (van ca . 3-5 jaar) een onder-houd uit te voeren als uitgebreide inspectie . Bijkomend bij de inspectiewerken moeten volgende werkzaamheden worden uitgevoerd:
- visuele controle van alle kranen, verbindingen en aansluitingen
- visuele controle van de collectoren, incl . bevestiging
- visuele controle van de isolatie, het zonnecircuit en de voelerleiding
Wanneer ook het voorraadvat onderdeel is van het onderhoudscontract, moet een onderhoud van het voorraadvat uitgevoerd worden overeenkomstig de gegevens van de fabrikant .
Wanneer uit het onderhoud, resp . de inspectie blijkt dat er werkzaamhe-den nodig zijn, moeten deze afzonderlijk worden aangeboden aan de klant (bv . reiniging van de collectoren, vervangen van de solarvloeistof of de anode) .
Onderhoudsomvang
Teruggave Na gebruik kunnen de collectoren aan de firma Wolf GmbH teruggegeven worden . Deze moeten duidelijk gekenmerkt zijn (bv . "voor schroot") en tijdens de kantooruren, voor Wolf kosteloos, geleverd worden .
Alle materialen van de collector worden door de firma Wolf GmbH vakkundig gescheiden en reglementair gerecycled .
Verpakking Omwille van ecologische redenen, de polystyreen verpakking via de gebruike-lijke wegen in het recyclagecircuit brengen .Indien nodig, warmtetransportmedium bv . naar het containerpark brengen .
443062281_201508
Inspectie - Onderhoud - Checklist
Datum: Datum:
Collectorinspectie
- Visuele controle collectoren O O
- Visuele controle collectorbevestiging O O
- Visuele controle dakdichtheid O O
- Visuele controle warmte-isolatie aan leidingen O O
Zonnekringloop
- Visuele controle op dichtheid van de zonnekringloop (verbindingspunten) O O
- Kleurcontrole van het warmtetransportmedium ANRO O O
- Meting pH-waarde van het warmtetransportmedium ANRO enkel bij bruinkleuring, evt . vervangen pH_____ pH_____
- Vorstbescherming van het warmtetransportmedium gecontroleerd . _____°C _____°C
- Veiligheidsventiel gecontroleerd O O
- Zonne-expansievat voordruk gecontroleerd (hiervoor het expansievat drukloos maken) . _____bar _____bar
- Bij pompgeluiden of schommelingen van de installatiedruk ontluchten, daarvoor zwaartekrachtrem blokkeren O O
- Installatiedruk bij koude installatie (zie installatiebedrijfsdruk) _____bar _____bar
- Zwaartekrachtrem in werking zetten O O
Zonneboiler en drinkwaterkringloop
- Controle beschermingsanoden O O
- Controle op verkalking van boiler en thermostatisch mengventiel, evt . ontkalken O O
- Controle van het verbrandingsgevaar (thermostatisch mengventiel of via begrenzing van de maximale boilertemperatuur) O O
Regelsystemen
- Regelingsparameters en indicatiewaarden controleren op plausibiliteit O O
- Zonnepomp draait en pompt rond (volumestroommeter evt . instellen en aflezen) _____l/min _____l/min
- Temperatuur van de ketelnaverwarming gecontroleerd _____°C _____°C
- Optioneel: looptijd circulatiepomp gecontroleerd O O
453062281_201508
Inspectie - Onderhoud - Checklist
Datum: Datum:
Collectorinspectie
- Visuele controle collectoren O O
- Visuele controle collectorbevestiging O O
- Visuele controle dakdichtheid O O
- Visuele controle warmte-isolatie aan leidingen O O
Zonnekringloop
- Visuele controle op dichtheid van de zonnekringloop (verbindingspunten) O O
- Kleurcontrole van het warmtetransportmedium ANRO O O
- Meting pH-waarde van het warmtetransportmedium ANRO enkel bij bruinkleuring, evt . vervangen pH_____ pH_____
- Vorstbescherming van het warmtetransportmedium gecontroleerd . _____°C _____°C
- Veiligheidsventiel gecontroleerd O O
- Zonne-expansievat voordruk gecontroleerd (hiervoor het expansievat drukloos maken) . _____bar _____bar
- Bij pompgeluiden of schommelingen van de installatiedruk ontluchten, daarvoor zwaartekrachtrem blokkeren O O
- Installatiedruk bij koude installatie (zie installatiebedrijfsdruk) _____bar _____bar
- Zwaartekrachtrem in werking zetten O O
Zonneboiler en drinkwaterkringloop
- Controle beschermingsanoden O O
- Controle op verkalking van boiler en thermostatisch mengventiel, evt . ontkalken O O
- Controle van het verbrandingsgevaar (thermostatisch mengventiel of via begrenzing van de maximale boilertemperatuur) O O
Regelsystemen
- Regelingsparameters en indicatiewaarden controleren op plausibiliteit O O
- Zonnepomp draait en pompt rond (volumestroommeter evt . instellen en aflezen) _____l/min _____l/min
- Temperatuur van de ketelnaverwarming gecontroleerd _____°C _____°C
- Optioneel: looptijd circulatiepomp gecontroleerd O O
463062281_201508
Inspectie - Onderhoud - Checklist
Datum: Datum:
Collectorinspectie
- Visuele controle collectoren O O
- Visuele controle collectorbevestiging O O
- Visuele controle dakdichtheid O O
- Visuele controle warmte-isolatie aan leidingen O O
Zonnekringloop
- Visuele controle op dichtheid van de zonnekringloop (verbindingspunten) O O
- Kleurcontrole van het warmtetransportmedium ANRO O O
- Meting pH-waarde van het warmtetransportmedium ANRO enkel bij bruinkleuring, evt . vervangen pH_____ pH_____
- Vorstbescherming van het warmtetransportmedium gecontroleerd . _____°C _____°C
- Veiligheidsventiel gecontroleerd O O
- Zonne-expansievat voordruk gecontroleerd (hiervoor het expansievat drukloos maken) . _____bar _____bar
- Bij pompgeluiden of schommelingen van de installatiedruk ontluchten, daarvoor zwaartekrachtrem blokkeren O O
- Installatiedruk bij koude installatie (zie installatiebedrijfsdruk) _____bar _____bar
- Zwaartekrachtrem in werking zetten O O
Zonneboiler en drinkwaterkringloop
- Controle beschermingsanoden O O
- Controle op verkalking van boiler en thermostatisch mengventiel, evt . ontkalken O O
- Controle van het verbrandingsgevaar (thermostatisch mengventiel of via begrenzing van de maximale boilertemperatuur) O O
Regelsystemen
- Regelingsparameters en indicatiewaarden controleren op plausibiliteit O O
- Zonnepomp draait en pompt rond (volumestroommeter evt . instellen en aflezen) _____l/min _____l/min
- Temperatuur van de ketelnaverwarming gecontroleerd _____°C _____°C
- Optioneel: looptijd circulatiepomp gecontroleerd O O
473062281_201508
Instructies voor de exploitant van de installatie:Lees ook de handleidingen van de aangesloten componenten na . Indien de storing niet verholpen kan worden, breng dan uw vakman op de hoogte .
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Gewenste aanvoertemperatuur wordt niet bereikt
• Debiet te hoog ingesteld of• geen debiet• Te geringe instraling, resp . te
weinig absorptieoppervlak
• Houd rekening met de samenhang van debiet en temperatuurspreiding tussen aanvoer en retour, controleer en reduceer evt . de doorstroming .
• Laat de installatiedimensionering controleren door de vakman .
Installatiedruk te laag • Lek en vloeistofverlies• MEV defect of verkeerde
voordruk• Overdrukventiel is geopend
• Leidingen controleren op lekken• Breng uw vakman op de hoogte
Debiet niet in orde • Pomp defect
• Afsluitkraan• Debiet is afhankelijk van de
temperatuur (viscositeit)
• Te lage / te hoge collectortemperatuur
• voelerdefect
• Lees de montagehandleiding van de pompgroep en de pomp na;
• controleer/open alle afsluitkranen• Bij lage temperaturen kan het debiet onder de instelwaarde
zakken en bij hoge temperaturen kan het boven de instelwaarde liggen . Het betreft in dit geval geen gebrek!
• Lees de montagehandleiding van de regeling na en let op de weergegeven collectortemperatuur . De pomp wordt alleen geactiveerd wanneer de solar-opbrengst voldoende hoog is en schakelt uit wanneer de max . voorraadvattemperatuur bereikt is .
Overdrukventiel is geopend
• Expansievat defect of verkeerd gedimensioneerd
• Breng uw vakman op de hoogte
Storing - Oorzaken - Oplossing
483062281_201508
Productkaart volgens verordening (EU) nr. 811-812/2013Productkaart volgens verordening (EU) nr. 811-812/2013
Productgroep: Solar
Productkaart volgens verordening (EU) nr. 811/2013Naam van de leverancier of het handelsmerk Wolf GmbH Wolf GmbH Wolf GmbH Wolf GmbHTypeaanduiding van de leverancier CFK-1 CRK F3-1 F3-1Q
Apertuuroppervlak van de collector Asol m² 2,12 1,99 1,99 2
Collectorefficiëntie ɳcol % 59 61 66 62
Energie-efficiëntieklasse van de warmwatertank op zonne-energie
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
Warmhoudverlies van de warmwatertank op zonne-energie S W
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
Opslagvolume van de warmwatertank op zon-ne-energie V L
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
Jaarlijks aandeel van niet uit zonne-energie verkregen warmte Qnonsol kWh
afhankelijk van de warmwa-terboiler en
capaciteitsprofiel
afhankelijk van de warmwa-terboiler en
capaciteitsprofiel
afhankelijk van de warmwa-terboiler en
capaciteitsprofiel
afhankelijk van de warmwater-
boiler en capaci-teitsprofiel
Energieverbruik van de pomp solpump W 25 25 25 25
Energieverbruik in stand-by-stand solstandby W 5 5 5 5
Jaarlijks supplementaire elektriciteitsverbruik Qaux kWh 93,8 93,8 93,8 93,8
Productkaart volgens verordening (EU) nr. 812/2013Naam van de leverancier of het handelsmerk Wolf GmbH Wolf GmbH Wolf GmbH Wolf GmbHTypeaanduiding van de leverancier CFK-1 CRK F3-1 F3-1Q
Apertuuroppervlak van de collector Asol m² 2,12 1,99 1,99 2
Efficiëntie bij nulverlies ɳ0 0,767 0,642 0,804 0,77
Primaire coëfficiënt a1 W/m²K² 3,67 0,89 3,24 3,43
Secundaire coëfficiënt a2 W/m²K² 0,018 0,001 0,012 0,011
Instralingshoekmodifier IAM 0,95 0,88 0,94 0,94
Opslagvolume V Lafhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
Capaciteitsprofielafhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
Jaarlijks aandeel van niet uit zonne-energie verkregen warmte Qnonsol kWh
afhankelijk van de warmwa-terboiler en
capaciteitsprofiel
afhankelijk van de warmwa-terboiler en
capaciteitsprofiel
afhankelijk van de warmwa-terboiler en
capaciteitsprofiel
afhankelijk van de warmwater-
boiler en capaci-teitsprofiel
Energieverbruik van de pomp solpump W 25 25 25 25
Energieverbruik in stand-by-stand solstandby W 5 5 5 5
Jaarlijks supplementaire elektriciteitsverbruik Qaux kWh 93,8 93,8 93,8 93,8
Wolf GmbH, Postfach 1380, D-84048 Mainburg, Tel. +49-8751/74-0, Fax +49-8751/741600, Internet: www.wolf-heiztechnik.deArtikelnummer: 3021015 03/2015
BE NL
Productkaart volgens verordening (EU) nr. 811-812/2013
Productgroep: Solar
Productkaart volgens verordening (EU) nr. 811/2013Naam van de leverancier of het handelsmerk Wolf GmbHTypeaanduiding van de leverancier F3-Q
Apertuuroppervlak van de collector Asol m² 1,99
Collectorefficiëntie ɳcol % 63
Energie-efficiëntieklasse van de warmwatertank op zonne-energie
afhankelijk van de warmwater-
boiler
Warmhoudverlies van de warmwatertank op zonne-energie S W
afhankelijk van de warmwater-
boiler
Opslagvolume van de warmwatertank op zon-ne-energie V L
afhankelijk van de warmwater-
boiler
Jaarlijks aandeel van niet uit zonne-energie verkregen warmte Qnonsol kWh
afhankelijk van de warmwater-
boiler en capaci-teitsprofiel
Energieverbruik van de pomp solpump W 25
Energieverbruik in stand-by-stand solstandby W 5
Jaarlijks supplementaire elektriciteitsverbruik Qaux kWh 93,8
Productkaart volgens verordening (EU) nr. 812/2013Naam van de leverancier of het handelsmerk Wolf GmbHTypeaanduiding van de leverancier F3-Q
Apertuuroppervlak van de collector Asol m² 1,99
Efficiëntie bij nulverlies ɳ0 0,794
Primaire coëfficiënt a1 W/m²K² 3,49
Secundaire coëfficiënt a2 W/m²K² 0,015
Instralingshoekmodifier IAM 0,95
Opslagvolume V Lafhankelijk van de warmwater-
boiler
Capaciteitsprofielafhankelijk van de warmwater-
boiler
Jaarlijks aandeel van niet uit zonne-energie verkregen warmte Qnonsol kWh
afhankelijk van de warmwater-
boiler en capaci-teitsprofiel
Energieverbruik van de pomp solpump W 25
Energieverbruik in stand-by-stand solstandby W 5
Jaarlijks supplementaire elektriciteitsverbruik Qaux kWh 93,8
Wolf GmbH, Postfach 1380, D-84048 Mainburg, Tel. +49-8751/74-0, Fax +49-8751/741600, Internet: www.wolf-heiztechnik.deArtikelnummer: 3021015 03/2015
BE NL
493062281_201508
Productkaart volgens verordening (EU) nr. 811-812/2013
Productgroep: Solar
Productkaart volgens verordening (EU) nr. 811/2013Naam van de leverancier of het handelsmerk Wolf GmbH Wolf GmbH Wolf GmbH Wolf GmbHTypeaanduiding van de leverancier CFK-1 CRK F3-1 F3-1Q
Apertuuroppervlak van de collector Asol m² 2,12 1,99 1,99 2
Collectorefficiëntie ɳcol % 59 61 66 62
Energie-efficiëntieklasse van de warmwatertank op zonne-energie
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
Warmhoudverlies van de warmwatertank op zonne-energie S W
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
Opslagvolume van de warmwatertank op zon-ne-energie V L
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
Jaarlijks aandeel van niet uit zonne-energie verkregen warmte Qnonsol kWh
afhankelijk van de warmwa-terboiler en
capaciteitsprofiel
afhankelijk van de warmwa-terboiler en
capaciteitsprofiel
afhankelijk van de warmwa-terboiler en
capaciteitsprofiel
afhankelijk van de warmwater-
boiler en capaci-teitsprofiel
Energieverbruik van de pomp solpump W 25 25 25 25
Energieverbruik in stand-by-stand solstandby W 5 5 5 5
Jaarlijks supplementaire elektriciteitsverbruik Qaux kWh 93,8 93,8 93,8 93,8
Productkaart volgens verordening (EU) nr. 812/2013Naam van de leverancier of het handelsmerk Wolf GmbH Wolf GmbH Wolf GmbH Wolf GmbHTypeaanduiding van de leverancier CFK-1 CRK F3-1 F3-1Q
Apertuuroppervlak van de collector Asol m² 2,12 1,99 1,99 2
Efficiëntie bij nulverlies ɳ0 0,767 0,642 0,804 0,77
Primaire coëfficiënt a1 W/m²K² 3,67 0,89 3,24 3,43
Secundaire coëfficiënt a2 W/m²K² 0,018 0,001 0,012 0,011
Instralingshoekmodifier IAM 0,95 0,88 0,94 0,94
Opslagvolume V Lafhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
Capaciteitsprofielafhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
afhankelijk van de warmwater-
boiler
Jaarlijks aandeel van niet uit zonne-energie verkregen warmte Qnonsol kWh
afhankelijk van de warmwa-terboiler en
capaciteitsprofiel
afhankelijk van de warmwa-terboiler en
capaciteitsprofiel
afhankelijk van de warmwa-terboiler en
capaciteitsprofiel
afhankelijk van de warmwater-
boiler en capaci-teitsprofiel
Energieverbruik van de pomp solpump W 25 25 25 25
Energieverbruik in stand-by-stand solstandby W 5 5 5 5
Jaarlijks supplementaire elektriciteitsverbruik Qaux kWh 93,8 93,8 93,8 93,8
Wolf GmbH, Postfach 1380, D-84048 Mainburg, Tel. +49-8751/74-0, Fax +49-8751/741600, Internet: www.wolf-heiztechnik.deArtikelnummer: 3021015 03/2015
BE NL
Productkaart volgens verordening (EU) nr. 811-812/2013
Productgroep: Solar
Productkaart volgens verordening (EU) nr. 811/2013Naam van de leverancier of het handelsmerk Wolf GmbHTypeaanduiding van de leverancier F3-Q
Apertuuroppervlak van de collector Asol m² 1,99
Collectorefficiëntie ɳcol % 63
Energie-efficiëntieklasse van de warmwatertank op zonne-energie
afhankelijk van de warmwater-
boiler
Warmhoudverlies van de warmwatertank op zonne-energie S W
afhankelijk van de warmwater-
boiler
Opslagvolume van de warmwatertank op zon-ne-energie V L
afhankelijk van de warmwater-
boiler
Jaarlijks aandeel van niet uit zonne-energie verkregen warmte Qnonsol kWh
afhankelijk van de warmwater-
boiler en capaci-teitsprofiel
Energieverbruik van de pomp solpump W 25
Energieverbruik in stand-by-stand solstandby W 5
Jaarlijks supplementaire elektriciteitsverbruik Qaux kWh 93,8
Productkaart volgens verordening (EU) nr. 812/2013Naam van de leverancier of het handelsmerk Wolf GmbHTypeaanduiding van de leverancier F3-Q
Apertuuroppervlak van de collector Asol m² 1,99
Efficiëntie bij nulverlies ɳ0 0,794
Primaire coëfficiënt a1 W/m²K² 3,49
Secundaire coëfficiënt a2 W/m²K² 0,015
Instralingshoekmodifier IAM 0,95
Opslagvolume V Lafhankelijk van de warmwater-
boiler
Capaciteitsprofielafhankelijk van de warmwater-
boiler
Jaarlijks aandeel van niet uit zonne-energie verkregen warmte Qnonsol kWh
afhankelijk van de warmwater-
boiler en capaci-teitsprofiel
Energieverbruik van de pomp solpump W 25
Energieverbruik in stand-by-stand solstandby W 5
Jaarlijks supplementaire elektriciteitsverbruik Qaux kWh 93,8
Wolf GmbH, Postfach 1380, D-84048 Mainburg, Tel. +49-8751/74-0, Fax +49-8751/741600, Internet: www.wolf-heiztechnik.deArtikelnummer: 3021015 03/2015
BE NL
503062281_201508
Aantekeningen
513062281_201508
Aantekeningen
Conformiteitsverklaringin overeenstemming met de richtlijn voor drukapparaten 97/23/EG
volgens Aanhang VII
Naam van het product: Zonnecollector categorie I absorber Type: CFK-1
Toegepast evaluatieprocédé voor de conformiteit: Module A
Toegepaste normen en EN 12975-1technische specificaties: EN 12975-2
Wij, de firma Wolf GmbH, Industriestraße 1, 84048 Mainburg, verklaren hiermee dat de hierboven vermelde zonnecollectoren aan de van toepassing zijnde bepalingen van de richtlijn 97/23/EG voldoen .
Bij een niet met ons afgesproken verandering van het product verliest deze verklaring haar geldigheid . De veiligheidsinformaties in de documentatie, bedrijfs- en bedieningshandleiding moeten nageleefd worden .
Gerdewan JacobsDirecteur van de techniek
i .V . Klaus GrabmaierProducttoelating