Jaardocument
Medisch Centrum Haaglanden
2014
2
Inhoudsopgave Pagina
1 Voorwoord 4 2 Strategie en beleid 5
2.1 Profiel van de organisatie 5
2.2 Missie en visie 8
2.3 Strategisch beleidsplan 9
3 Leiderschap 16
3.1 Besturingsmodel 16
3.2. Raad van bestuur 17
3.3 Raad van toezicht 18
3.4 Vereniging Medische Staf (VMS) 25
3.5 Patiëntenadviesraad (PAR) 28
3.6 Ondernemingsraad (OR) 29
3.7 Verpleegkundige AdviesRaad (VAR) 29
4 Management van processen 31
4.1 Kwaliteit van zorg 31
4.2 Patiëntveiligheid 34
4.3 Zorgprocessen 39
4.4 Instrumenten patiënttevredenheid 43
4.5 Risicomanagement 43
4.6 Wetenschappelijk onderzoek en opleidingen 45
4.7 Samenleving en milieu 50
5 Management van middelen 52
5.1 Financieel beleid 52
5.2 Salesbeleid/Verkoop 57
5.3 ICT en informatievoorziening 59
5.4 Bouw en renovatie 59
5.5 Gebouwen, installaties en kritische systemen 61
6 Management van medewerkers 63
6.1 Personeelsbeleid 63
6.2 Arbeidsomstandigheden 66
6.3 Klokkenluidersregeling 66
7 Klanten en partners 67
7.1 Klachten 67
7.2 Melden van (bijna-)incidenten in de patiëntenzorg 71
8 Medewerkers 74
8.1 Verloop en verzuim 74
3
9 Maatschappij 75
9.1 Beoordeling door externe deskundigen 75
9.2 Resultaten wetenschappelijk onderzoek 75
9.3 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 76
9.4 Scores op speerpunten 77
9.5 Keurmerken 79
9.6 Persoonlijke onderscheidingen 80
10 Resultaten dochters 81
10.1 Stichting Diabetes Zorg Haaglanden (DZH) 81
10.2 Apotheek MCH Lijnbaan BV 82
10.3 West End Facility BV 84
10.4 Express-so BV 84
10.5 Lab West BV 84
11 Jaarrekening 86
11.1 Geconsolideerde jaarrekening 2014 89
11.2 Overige gegevens 147
12 Bijlagen 151
12.1 Zorgbrede Governancecode 151
12.2 Nevenfuncties raad van bestuur 160
12.3 Verdeling aandachtsgebieden raad van bestuur 161
12.4 Personalia op 31 december 2014 165
12.5 Publicaties 173
12.6 Promoties 194
DigiMV -via internet opvraagbaar-
4
1 Voorwoord
In het verslagjaar werd de bestuurlijke fusie tussen het MCH en Bronovo-Nebo een feit en is de
juridische fusie verder voorbereid. Per 1 januari 2015 zijn het MCH en Bronovo-Nebo juridisch
gefuseerd.
Wat betreft de zorg voor onze patiënten was 2014 een bijzonder jaar. We zijn erin geslaagd om de
kwaliteit van onze patiëntenzorg weer aanzienlijk te verbeteren.
Wij ontwikkelen ons tot een expertisecentrum voor borstkankerpatiënten. In oktober openden wij in
MCH Antoniushove te Leidschendam de polikliniek voor borstkankerpatiënten. Hier is de zorg op maat
en volledig rondom de patiënt georganiseerd. Eén ziekenhuislocatie waar medisch specialisten uit
MCH en Bronovo, verpleegkundigen en laboranten samenwerken in een multidisciplinair team dat zich
helemaal richt op borstkanker. Op het gebied van intra-operatieve radiotherapie (bestraling tijdens de
operatie) zijn wij voorloper in Nederland, met inmiddels meer dan 300 behandelingen.
MCH en Bronovo hechten grote waarde aan samenwerking in de regio, zodat ook in de toekomst alle
benodigde medisch specialistische zorg aan de inwoners van de Haags-Leidse regio kan worden
geboden. Samen met het LUMC hebben wij inmiddels het Universitair Kankercentrum Leiden-Den
Haag (UKC) opgericht met twee locaties: MCH Antoniushove en LUMC. Het UKC zal de komende
jaren uitgroeien tot één van de tien belangrijkste oncologische centra in Nederland.
Met de fusie tussen het MCH en Bronovo-Nebo is er een groot topklinisch opleidingsziekenhuis in de
Haagse regio ontstaan met drie ziekenhuislocaties en het verpleeghuis Nebo. In 2015 zal verder
inhoud worden gegeven aan het enerzijds spreiden en anderzijds concentreren van specialistische
zorg. Dit vraagt veel van iedereen in het ziekenhuis, maar levert ook veel op: betere patiëntenzorg,
kansen voor innovatie, onderzoek en opleidingen. In 2014 promoveerden dertien medewerkers van
ons ziekenhuis. Deze promoties zijn dikwijls gebaseerd op eigen klinisch onderzoek. Ook zijn in 2014
vier nieuwe erkenningen ontvangen, voor de opleiding tot geriatrieverpleegkundige, Medium Care
Verpleegkundige, Radiodiagnostisch Laborant (duaal) en Deskundige Infectiepreventie.
Als topklinisch ziekenhuis in een grootstedelijke omgeving kiezen wij voor passende speerpunten,
zoals infectieziekten en acute zorg. In mei 2014 werd de eerste patiënt in Nederland met het MERS-
coronavirus in MCH Westeinde in strikte isolatie verpleegd. De afdelingen spoedeisende hulp (SEH)
van het MCH en Bronovo samen ontvangen ca. 100.000 patiënten per jaar. Met bijna 60.000
patiënten is de SEH van MCH Westeinde één van de grootste in Nederland.
De komende jaren blijft onze opdracht om ziekenhuiszorg van topkwaliteit te leveren; vakbekwaam,
gastvrij en toegewijd aan iedereen die dat nodig heeft. Op basis van de kwaliteiten en de inzet van
een ieder in het MCH en Bronovo-Nebo, werken wij samen aan een nieuw perspectief voor onze
patiënten.
Paul Doop (voorzitter)
Renée Barge
5
2 Strategie en beleid
2.1 Profiel van de organisatie
In het verslagjaar is de bestuurlijke fusie tussen het MCH en Bronovo-Nebo gerealiseerd en de
juridische fusie voorbereid. Een belangrijke stap voor beide ziekenhuizen, met als doel het kunnen
blijven garanderen van de basisspecialistische, topklinische zorg en verpleeghuiszorg voor patiënten
in de Haagse regio, vanuit de vertrouwde locaties MCH Westeinde, MCH Antoniushove, Bronovo en
Nebo. De informatie in dit hoofdstuk heeft - uiteraard - voornamelijk betrekking op het MCH als
zelfstandig ziekenhuis en daarnaast komt de samenwerking met Bronovo aan bod.
2.1.1 Uitgangspunten en algemene identificatiegegevens
Het MCH heeft een directiejaarverslag opgesteld conform de richtlijn van Dutch Hospital Data (DHD).
Uitgangspunt bij het opstellen van de cijfermatige bepaling is de WTZi (Wet Toelating
Zorginstellingen).
Algemene identificatiegegevens
Naam verslagleggende rechtspersoon Stichting Medisch Centrum Haaglanden
Adres Lijnbaan 32
Postcode 2512 VA
Plaats Den Haag
Telefoonnummer 070 - 330 2000
Identificatienummer Kamer van Koophandel 27169890 (vanaf 01-01-2015: 61262935)
E-mailadres [email protected]
Website www.mchaaglanden.nl
2.1.2 Het MCH in een notendop
Het MCH levert op twee plekken in de Haagse regio medisch specialistische zorg die past bij een
topklinisch ziekenhuis en bij de patiëntenpopulatie in de directe omgeving van beide ziekenhuizen. De
multiculturele patiëntenpopulatie van de Haagse binnenstad, een sterk ontwikkelde acute zorg en een
aantal topklinische functies horen bij MCH Westeinde. De bevolking van Leidschendam en omgeving
kan rekenen op een breed palet aan algemene ziekenhuiszorg in MCH Antoniushove. De
oncologische zorg is in MCH Antoniushove door concentratie steeds prominenter aanwezig. Naast
twee ziekenhuislocaties heeft het MCH een aantal buitenpoli’s.
De gemeente Den Haag heeft meer dan 500.000 inwoners en het Stadsgewest Haaglanden ruim één
miljoen. De bevolking in het verzorgingsgebied van het MCH is de afgelopen jaren iets harder
gegroeid dan landelijk. Deze groei, maar ook de samenstelling van de bevolking, heeft effect op de
zorgvraag.
6
De populatie in de omgeving van MCH Westeinde is relatief jong met veel westerse en niet-westerse
allochtonen. Deze patiëntengroepen kennen andere medische problemen dan de autochtone
Nederlanders. Hiervoor is binnen het MCH specifieke kennis aanwezig. Uit gegevens van het MCH en
die van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) blijkt een toename in de vraag naar zorg bij
patiënten met diabetes, hart- en vaatziekten, infectieziekten en chronische leveraandoeningen. In
Leidschendam is voor MCH Antoniushove niet zo zeer de absolute bevolkingsgroei maar de
vergrijzing de reden van een toenemende zorgvraag. Het aantal 65+ patiënten is in Leidschendam
hoger dan het landelijk gemiddelde. Daarbij is er sprake van een toename van het aantal ouderen en
een stijging van hun leeftijd. Ter illustratie: de gemiddelde leeftijd van de opgenomen patiënt in MCH
Antoniushove is zes jaar hoger dan de gemiddelde leeftijd in MCH Westeinde. Door vergrijzing zal het
aantal patiënten met ziektebeelden als beroerte, artrose, COPD, diabetes mellitus en verschillende
vormen van kanker gaan toenemen.
Het verzorgingsgebied voor met name de drie speerpunten - acute zorg, oncologie en infectieziekten -
is deels bovenregionaal. Alle aan de speerpunten verwante specialismen of disciplines, zoals
radiotherapie, spoedeisende hulp en intensive care, zijn sterk ontwikkeld.
Kerngegevens 2013 2014
Aantal opgenomen patiënten 24.504 23.975
Aantal verpleegdagen 135.878 133.251
Aantal dagopnames 18.147 14.245
Specialismen en vergunningen
Onderstaande tabellen geven de specialismen en vergunningen van het MCH weer.
Specialismen in het MCH
Anesthesiologie Neurologie
Cardiologie Nucleaire geneeskunde
Dermatologie Oogheelkunde
Gynaecologie Orthopedie
Heelkunde Pathologie
Intensive Care Plastische chirurgie
Interne Geneeskunde Psychiatrie
Kaakchirurgie Radiologie
Kindergeneeskunde Radiotherapie
Klinische Neurofysiologie Reumatologie
Keel-, Neus-, en Oorheelkunde Revalidatiegeneeskunde
Longgeneeskunde Spoedeisende Hulp
Maag-Darm-Leverziekten Sportgeneeskunde
Medische microbiologie Urologie
Neurochirurgie Ziekenhuisapotheek
7
Vergunningen WBMV
Transplantaties niertransplantatie Nee
harttranplantatie Nee
longtransplantatie Nee
levertransplantatie Nee
pancreastransplantatie Nee
transplantatie van dunne darm Nee
haematopoëtische stamceltransplantatie Nee
transplantatie van de eilandjes van Langerhans Nee
Radiotherapie Ja
Bijzondere neurochirurgie Ja
Hartchirurgie openhartoperatie (OHO) Nee
automatic implantable cardioverter-defibrillator (AICD) Ja
ritmechirurgie Nee
percutane transluminale coronaire angioplastiek Ja
Klinisch genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering Nee
Neonatale intensive care Nee
Aanwijzingen WBMV
Pediatrische intensive care Nee
Hemofiliebehandeling Nee
Traumazorg Subcentrum LUMC
Pijnrevalidatie en revalidatietechniek Nee
HIV - behandelcentrum Nee
Cockleaire implantaties Nee
Uitnameteams en orgaandonaties Nee
Kerngegevens capaciteit, personeel en opbrengsten
Capaciteit per 31 december 2014
Aantal beschikbare bedden 525
waarvan wiegen 20
Personeel op 31 december 2014
Aantal personeelsleden in loondienst exclusief medisch specialisten 2.953
Aantal FTE personeelsleden in loondienst exclusief medisch specialisten 2.300
Aantal medisch specialisten (loondienst + inhuur + vrij beroep) 219
Bedrijfsopbrengsten (x € 1.000)
Totaal bedrijfsopbrengsten verslagjaar 298.049
Resultaat boekjaar (x € 1.000)
Resultaat boekjaar 9.791
Gemiddelde wachttijd
Gemiddelde wachttijd voor opname in 2014 11,5 dag
8
2.2 Missie en visie
Missie
Het MCH heeft een tweeledige missie:
• Het MCH levert medisch-specialistische zorg met passie, passend bij een topklinisch ziekenhuis
en bij de patiëntenpopulatie in de directe omgeving van beide ziekenhuizen;
• Als STZ-ziekenhuis behandelt het MCH ook patiënten buiten het directe verzorgingsgebied en
worden er specialisten, verpleegkundigen en andere medewerkers opgeleid. Ook initieert het
MCH klinisch wetenschappelijk onderzoek en participeert het hierin. Het MCH heeft bovendien
een belangrijke rol in de regionale afstemming met andere ziekenhuizen op het gebied van
concentratie en spreiding van zorg.
Visie
De centrale doelstelling van het MCH is het leveren van ziekenhuiszorg van topkwaliteit. We doen dat
vakbekwaam en toegewijd aan iedereen die dat nodig heeft.
Om deze doelstelling te realiseren, gebruiken wij ‘KICK’:
• Kwaliteit
Het MCH levert patiëntenzorg van uitstekende kwaliteit. Opleiding en wetenschap spelen hierin
een heel belangrijke rol. De MCH’er stelt hoge eisen aan de kwaliteit van het eigen werk en dat
van anderen.
• Initiatief
Specialisten en medewerkers zijn constant op zoek naar verbetering, ook om nieuwe
ontwikkelingen mogelijk te maken. Dit maakt het interessant om in het MCH te werken.
De MCH’er neemt zelf initiatief en zoekt naar kansen om de zorg te verbeteren.
• Creativiteit
De MCH’er gaat op een originele, niet altijd voor de hand liggende wijze om met de vragen die op
hem of haar afkomen, zowel in de directe patiëntenzorg als daarbuiten.
• Klantgerichtheid
Het MCH is een ziekenhuis dat tegemoetkomt aan de behoeften, verwachtingen en wensen van
patiënten, bezoekers, verwijzers en medewerkers.
Het MCH is een stichting met katholieke signatuur, waar iedereen welkom is, ongeacht de
levensbeschouwing.
9
2.3 Strategisch beleidsplan
In het voorjaar van 2012 verscheen het strategisch beleidsplan ‘Zorg met Passie III’, dat de raad van
bestuur en het stafbestuur gezamenlijk hebben opgesteld en ook in 2014 van kracht was.
Pijlers van de strategie zijn:
1. Algemene ziekenhuiszorg
Ziekenhuisbreed bestaat de meeste zorg uit algemene ziekenhuiszorg. Om een aantal redenen is
deze zorg van groot belang:
• voor mensen die rondom onze ziekenhuizen wonen;
• om comorbiditeit te kunnen herkennen en behandelen, want daarvoor is een breed palet aan zorg
noodzakelijk;
• om te voldoen aan de eisen van de opleidingen die wij in huis hebben of willen verkrijgen
(opleidingen vragen om een mix van specifieke en algemene ziekenhuiszorg om zo algemene en
specifieke kennis te ontwikkelen);
• voor voldoende vraag naar en daarmee het behoud van onze topklinische functies.
Het MCH garandeert een hoog niveau van algemene ziekenhuiszorg, wil minimaal het huidige
marktaandeel behouden en ervoor zorgen dat patiënten en verwijzers tevreden zijn over de geleverde
zorg.
2. Meer focus op topklinische functie
Het MCH is een topklinisch opleidingsziekenhuis voor de Haags-Leidse regio.
Onderstaande kenmerken zijn hierbij voor ons van belang:
• De topklinische functie houdt in dat het MCH hoogwaardige zorg biedt aan patiënten van binnen
en buiten onze regio. Kwaliteit van zorg en topklinische functies zijn onlosmakelijk met elkaar
verbonden. Het is voor patiënten, specialisten en medewerkers herkenbaar dat zorg van
topklinisch niveau wordt geboden. Ook zijn specialisten en medewerkers trots op het leveren van
topklinische zorg;
• Ambitieuze specialisten en medewerkers met specifieke kennis en kunde zullen eerder kiezen
voor een topklinisch ziekenhuis. Door de ambitie van specialisten en medewerkers is het mogelijk
om zeer goede algemene ziekenhuiszorg en topklinische zorg te bieden. Werken in het MCH is
interessant en afwisselend, zeker in combinatie met de opleidingen, mogelijkheden voor klinisch
wetenschappelijk onderzoek en de patiëntenpopulatie;
• Opleiding is onlosmakelijk verbonden aan een topklinisch ziekenhuis. Het MCH vindt het
belangrijk dat in ieder geval de specialismen met een topklinische functie een medisch-
specialistische opleiding hebben. Het topklinische aspect maakt deze opleidingen aantrekkelijk
voor artsen in opleiding tot specialist, coassistenten, verpleegkundigen, verpleegkundig
specialisten en andere zorgprofessionals. Daarnaast vormen opleidingsvisitaties een belangrijke
kwaliteitsimpuls voor het MCH;
10
• Het MCH vindt het noodzakelijk om voor deze topklinische functies goed klinisch
wetenschappelijk onderzoek te doen. Het MCH doet dit alleen, of in samenwerking met - meestal
- een universitair medisch centrum. Het MCH werkt hierbij vooral samen met het LUMC.
3. Aanscherping speerpunten
Met speerpunten wordt een accent aangebracht in de patiëntenzorg. Hiermee onderscheidt het MCH
zich binnen de Haags-Leidse regio en daarbuiten. De speerpunten betreffen altijd een bundeling van
specialismen, die passen bij de voorgeschiedenis van het MCH, de demografie van het
verzorgingsgebied en de expertise van specialisten en medewerkers. De aangescherpte speerpunten
binnen de algemene ziekenhuiszorg en topklinische functies zijn: acute zorg, oncologie en
infectieziekten.
Acute zorg
Het MCH heeft bijzondere expertise op het gebied van traumazorg (mono- en polytrauma’s),
neurovasculaire zorg (hersenbloedingen en hersenschedelletsel) en acute heelkunde (vaatchirurgie
en buikchirurgie). Deze drie vormen, met verloskunde en de Medisch Psychiatrische Unit, het
speerpunt acute zorg.
De afdeling SEH van MCH Westeinde is een van de grootste van Nederland en behandelt het hoogste
aantal patiënten met een polytrauma in de regio Den Haag. Ook is deze afdeling toonaangevend op
het gebied van verpleegkundig en medisch wetenschappelijk onderzoek. Uit het jaarlijks onderzoek
van de ambulancediensten naar de kwaliteit van de SEH-afdelingen in de regio Den Haag, komt de
afdeling SEH van MCH Westeinde steevast als beste uit de bus. Ook vervult de afdeling landelijk een
voortrekkersrol in de aanpak van maatschappelijke problemen, zoals kindermishandeling en
overmatig alcoholgebruik bij volwassenen.
In het verslagjaar heeft het MCH met het Bronovo, andere zorgaanbieders in de regio en
zorgverzekeraars gesprekken gevoerd over de reorganisatie van de acute zorg in de komende jaren.
In 2014 is een plan ontwikkeld om tot harmonisatie van de SEH-afdelingen van MCH Westeinde, MCH
Antoniushove en Bronovo te komen. Elke SEH krijgt zijn eigen profiel. Op de SEH van Bronovo
kunnen patiënten terecht voor niet-complexe acute zorg. De SEH van MCH Westeinde blijft het adres
voor complexe acute zorg. De SEH van MCH Antoniushove wordt in samenwerking met de huisartsen
een 24/7 post voor niet-complexe acute zorg. Er blijven SEH-artsen werkzaam in MCH Antoniushove.
Per 1 februari 2015 rijden alleen nog ambulances meer met verwezen patiënten naar MCH
Antoniushove.
Oncologie
Oncologische zorg wordt zowel in MCH Westeinde en MCH Antoniushove als op de locatie van
fusiepartner Bronovo aangeboden.
Concentratie van laag volume oncologische chirurgie leidt tot kwaliteitsvoordeel. Daarom is het MCH
in 2012 begonnen met de concentratie van oncologische chirurgie. Steeds meer oncologie wordt
geconcentreerd in MCH Antoniushove, evenals radiotherapie vanaf medio 2016.
11
In oktober 2014 is de gezamenlijke mammapoli van het MCH en Bronovo van start gegaan in MCH
Antoniushove in Leidschendam, en met succes. De mammapoli is alle dagen van de week geopend.
De poli trekt patiënten uit de hele Haagse regio.
Het afgelopen jaar is een intentieverklaring met het LUMC gesloten om te komen tot een Universitair
Kankercentrum Leiden - Den Haag. Zie verder onder punt 6. van deze paragraaf.
Infectieziekten
Door toegenomen migratie en reizen naar andere landen komen er onder patiënten meer en nieuwe
infectieziekten voor. Het MCH heeft onder andere te maken met de infectieziekten HIV, hepatitis,
TBC, SOA en in toenemende mate infecties met resistente bacteriën. In mei 2014 is in het MCH de
eerste Nederlandse patiënt met het MERS-coronavirus gediagnosticeerd en verpleegd, zie paragraaf
9.4. De laatste jaren heeft het MCH meer medisch specialisten aangetrokken met specifieke kennis en
kunde van infectieziekten. In het verslagjaar hebben vier medewerkers de opleiding tot
ziekenhuishygiënist afgerond. Dat stelt het MCH in staat meer aandacht te besteden aan
infectiepreventie op de werkvloer.
4. Concentratie en spreiding in de zorg
Concentratie van zorg bij complexe en weinig voorkomende behandelingen leidt tot kwalitatief betere
zorg, blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Wetenschappelijke verenigingen stellen steeds vaker
volumenormen op als kwaliteitsmaatstaf voor weinig voorkomende behandelingen. De Inspectie voor
de Gezondheidszorg (IGZ) neemt deze over en verzekeraars gebruiken deze volumenormen om zorg
selectief in te kopen. Patiënten zijn bereid om verder te reizen voor betere zorg, zeker als de
behandeling ingrijpend is. Voor minder ingrijpende behandelingen willen patiënten goede zorg dichtbij
huis. Dat vraagt om het opzetten van netwerken tussen ziekenhuizen. Het MCH speelt hierop in met
de vorming van een oncologisch netwerk bij bepaalde kankersoorten, met de ziekenhuizen Bronovo
en LUMC. Ook binnen de Coöperatie speelt het MCH hierop in, zie onder andere de acute zorg en de
oncologie.
Het MCH ziet ook risico’s in het toenemende sturen op volumenormen boven de door de
wetenschappelijke verenigingen vastgestelde normen, met gedwongen concentratie tot gevolg. Er zijn
grenzen aan de kwaliteitsverbetering die hiermee behaald kan worden en in bepaalde gevallen kan
het de continuïteit van de zorg onnodig schaden. Daarom is het MCH waakzaam op deze
ontwikkeling.
5. Inzet nieuwe functies in patiëntenzorg
Ziekenhuisarts
Het MCH vindt het belangrijk 24 uur per dag goede medische zorg te leveren. Om die reden wordt
sinds 2013 een nieuwe beroepsgroep opgeleid: de ziekenhuisarts. Dit zijn basisartsen die een brede
aanvullende driejarige opleiding krijgen. De opleiding bestaat uit een aantal stages bij de grootste
specialismen en een daarop gericht onderwijsprogramma. Kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid
vormen de rode draad in de opleiding. De ziekenhuisarts werkt een langere periode op een afdeling
12
en is vast aanspreekpunt voor patiënt en verpleging. Inmiddels zijn er veertien ziekenhuisartsen in
opleiding.
Verpleegkundig specialist en physician assistant
Er is een groot aantal verpleegkundig specialisten en physician assistants werkzaam in het MCH. In
het verslagjaar is het kader voorbereid waarbinnen deze beroepsgroep hun wettelijke bevoegdheid
om medicatie voor te schrijven kan invullen.
6. Samenwerkingsverbanden en projecten
De belangrijkste samenwerking is die met fusiepartner Bronovo. Inmiddels is de behandeling van
liesbreuken en galblazen geconcentreerd op één locatie, zodat het proces helemaal op de patient kan
worden afgestemd. Verschillende andere behandelingen zullen in 2015 ook op die manier worden
uitgevoerd. Ook is de gezamenlijk B-opleiding cardiologie aangevraagd en de harmonisatie van
administratieve processen voorbereid.
LUMC
Samenwerking met een universitair medisch centrum is nodig om hoogwaardige zorg te blijven
leveren. Het is ook van belang voor onderzoek en onderwijs.
Het MCH waardeert de samenwerking met het LUMC, die al langer bestaat tussen diverse
specialismen, waaronder traumatologie en neurochirurgie. Sinds november 2012 werken de
afdelingen cardiologie van het MCH en het LUMC nauw samen en sinds 2013 is in Coöperatieverband
een aantal gynae-oncologische operaties geconcentreerd met het LUMC. De Leidse expertise maakt
het voor het MCH mogelijk zijn ambities in dit specialisme te realiseren. Voor het LUMC is de
samenwerking interessant omdat een groot STZ-ziekenhuis (Samenwerkende Topklinische
Opleidingsziekenhuizen) specifieke kenmerken heeft die voor het LUMC van belang zijn.
Het MCH is als opleidingsziekenhuis aangesloten bij de Onderwijs- en Opleidingsregio (OOR) van het
LUMC. Het LUMC en het MCH hebben de afgelopen jaren diverse samenwerkingsovereenkomsten
gesloten voor het opleiden van basisartsen tot medisch specialist.
De volgende specialismen hebben een opleidingserkenning voor het opleiden van medisch
specialisten:
• anesthesiologie;
• chirurgie;
• dermatologie;
• gynaecologie;
• interne geneeskunde;
• keel-, neus- en oorheelkunde;
• maagdarmleverziekten;
• neurochirurgie;
13
• neurologie;
• oogheelkunde;
• orthopedie;
• pathologie;
• radiologie;
• radiotherapie;
• revalidatiegeneeskunde, in samenwerking met Sophia Revalidatie;
• psychiatrie, in samenwerking met Parnassia Bavo Groep;
• klinische chemie, in samenwerking met de Reinier Haga Groep;
• SEH-arts, in samenwerking met het Erasmus MC;
• ziekenhuisapotheker, in samenwerking met de Apotheek Haagse Ziekenhuizen (AHZ).
Voorts wordt voor de KNF(laborant klinische neurofysiologie)-opleiding samengewerkt met het LUMC.
Zoals hierboven genoemd is in 2014 een intentieverklaring met het LUMC gesloten om te komen tot
de opzet van het Universitair Kankercentrum Leiden - Den Haag. Deze samenwerking behelst een
groot aantal tumorsoorten en heeft daarnaast betrekking op onderzoek, opleiding en onderwijs op
oncologisch gebied.
Huisartsen
Het MCH investeert op verschillende manieren in een goede samenwerking met de huisartsen.
• Nascholing
In 2014 heeft het MCH een aantal nascholingsactiviteiten met huisartsen georganiseerd:
1. MCH-studiedagen over sekseverschillen in de zorg, infectieziekten en patiëntveiligheid;
2. Avondbijeenkomsten over revalidatie en oncologie. Daarbij kwam onder andere de
terugkoppeling naar de eerste lijn aan bod voor de follow- up bij een patiënt met
mammacarcinoom;
3. Mede met Fonds Huisartsen in Achterstandswijken is een filmavond georganiseerd over
‘laaggeletterdheid’. Daarbij is aandacht besteed aan het herkennen van laaggeletterdheid en
het aanpassen van de communicatie in het ziekenhuis en de huisartsenpraktijk;
4. In samenwerking met de Waarneemgroep Haaglanden is een Bruggen-Bouwen–Borrel
georganiseerd. De volgende onderwerpen werden behandeld: diagnostiek van allergieën,
samenwerking huisartsenpraktijk en SEH en diagnostiek bij artritis en wondzorg;
5. Op een door het MCH georganiseerd symposium volgden ruim 130 assistenten van
huisartsen drie workshops over kwetsbare ouderen, hartinfarcten en het
bevolkingsonderzoek darmkanker.
• Transmurale afspraken
In Den Haag zijn drie zorggroepen actief. Het MCH heeft met Eerstelijns Zorggroep
Haaglanden (ELZHA), met de Stichting Haagse Gezondheidscentra (SHG) en met Arts en Zorg
een Regionale Transmurale Afspraak over de keten-dbc diabetes gemaakt. Met de SHG is het
MCH een Intentieverklaring Transmurale Samenwerking overeengekomen.
14
Er is zorg die zowel op het terrein van de huisarts als van het ziekenhuis ligt. In het land zijn er
huisartsengroepen en ziekenhuizen die deze zorg gezamenlijk opzetten. Het MCH wil huisartsen
die initiatieven in deze richting ontwikkelen met zijn expertise ondersteunen.
• Beleidsoverleg
In 2014 heeft driemaal beleidsoverleg tussen het MCH en de Huisartsen Kring Haaglanden plaats
gevonden. Daarnaast is een lunchsessie georganiseerd voor huisartsen en de afdeling
cardiologie. Afgesproken is om deze sessie tweemaal per jaar te herhalen.
Coöperatie
Sinds 2008 vormen Bronovo-Nebo, Groene Hart Ziekenhuis (GHZ) en Medisch Centrum Haaglanden
(MCH) de Coöperatie. De coöperatieziekenhuizen spannen zich gezamenlijk in voor nieuwe, betere
en goedkopere zorg.
Binnen de coöperatie is de oncologische longchirurgie, blaaschirurgie, gynae-oncologische chirurgie
(ovarium- en endometriumcarcinoom) geconcentreerd in MCH Antoniushove.
Met het Zorgverlenersportaal, dat in 2012 is geïmplementeerd, wordt de zorgsamenwerking door het
Oncologiecentrum van de Coöperatie ondersteund. Na toestemming van de patiënt kunnen betrokken
zorgverleners hierin informatie, waaronder radiologiebeelden, inzien. In 2013 en 2014 is het
Zorgverlenersportaal sterk verbeterd en uitgebreid, mede door de intensivering van de samenwerking
met Bronovo.
Een van de samenwerkingstrajecten is het gezamenlijk inkopen van apparatuur, diensten en gebruiks-
en verbruiksgoederen. Kern is dat op basis van de gezamenlijke volumes en specificaties de markt
wordt benaderd, met als doel gezamenlijke besparingen te realiseren en harmonisatie door te voeren.
In 2014 is voor de Coöperatie in totaal € 1,2 miljoen bespaard, vooral met de inkoop van
proceduretrays, trocars en staplers. Voorts is 13% ‘cost avoidance’ gerealiseerd op investeringen.
Topklinische zorg met LUMC en de Reinier Haga Groep
Het LUMC, MCH en Bronovo, en de Reinier Haga Groep vinden elkaar in hun ambities om de kwaliteit
van topklinische zorg in de regio Den Haag-Leiden te verbeteren. Om dat te bereiken hebben de
besturen eind 2014 een intentieverklaring getekend. Doel is overlapping in het zorgaanbod te
voorkomen en een groot zorgaanbod te garanderen. Er wordt samenwerking nagestreefd binnen de
specialismen hartchirurgie en overige acute hartzorg, zorg bij zeldzame en minder frequent
voorkomende vormen van kanker, radiotherapie, polytraumazorg, kindergeneeskunde en
neurochirurgie. De plannen worden besproken met de verzekeraars.
Stichting Transmurale Zorg Den Haag en omstreken en RSO
Bij het samenwerkingsverband ‘Stichting Transmurale Zorg Den Haag en omstreken’ is naast het
MCH ook een groot deel van de belangrijkste Haagse zorgaanbieders op het gebied van care en cure
betrokken, evenals de huisartsenkring in de Haagse regio. Doel is het bevorderen van samenhang in
de zorg in de Haagse regio. Voor de resultaten verwijzen we naar het jaarverslag van de stichting.
15
Regionale zorgverleners, waaronder het MCH, nemen sinds enkele jaren deel in een Regionale
Schakel Organisatie Haaglanden BV (RSO Haaglanden) om de uitwisseling van informatie in de regio
te faciliteren. In 2014 zijn de aandelen overgedragen aan de Stichting Transmurale Zorg. Het MCH
participeert in de drie regionale berichtenstromen: edifact, zorgdomein en point. Daarnaast richt de
organisatie zich op de platformfunctie en projecten.
Apotheek Haagse Ziekenhuizen
Van oudsher heeft het MCH zijn ziekenhuisapotheek samen met de andere Haagse zorgaanbieders
ondergebracht bij de Apotheek Haagse Ziekenhuizen (AHZ). De bestuurders van de ziekenhuizen
vormen de raad van toezicht van de AHZ. De raad van toezicht overlegt met de bestuurders over de
toekomstige dienstverlening.
Verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg
Het MCH werkt structureel samen met verpleeg- en verzorgingshuizen en de thuiszorg. Over de
verwijzing van een aantal patiëntengroepen zijn afspraken gemaakt met zorgorganisaties. De
afspraken richten zich ook op service en kwaliteit voor de patiënt. In 2014 heeft de IGZ een
thematoets uitgevoerd op het gebied van overdracht van informatie naar verpleeg- en
verzorgingshuizen vanuit het ziekenhuis.
Banken en waarborgfonds
Voor de financiering van moderne, kwalitatief hoogwaardige ziekenhuisvoorzieningen is het MCH
aangewezen op banken. MCH investeert in deze voorzieningen met behulp van banken op basis van
geleverde en verwachte prestaties. Continuïteit, vertrouwen en een solide financiële positie zijn hierbij
belangrijke uitgangspunten. Het MCH is deelnemer in het Waarborgfonds voor de Zorgsector, dat bij
financiering zo nodig aanvullende garanties kan verstrekken aan banken. Ook voor het Waarborgfonds
zijn continuïteit, vertrouwen en een solide financiële positie van het MCH belangrijke uitgangspunten.
7. Samenwerking zorgverzekeraars
Het MCH wil zelf invulling blijven geven aan de zorginhoud binnen het ziekenhuis en in relatie tot de
partners. Zorgverzekeraars mogen van het MCH de hoogste kwaliteit van zorg verwachten voor hun
verzekerden. In de overleggen wordt hier frequent en meer inhoudelijk over gesproken.
In 2015 is de nieuwe strategie voor de gefuseerde ziekenhuizen MCH en Bronovo gereed en zullen
speerpunten opnieuw gedefinieerd of aangescherpt worden.
16
3 Leiderschap
3.1 Besturingsmodel
Het besturingsmodel van het MCH is gebaseerd op integraal management. Daarbij wordt gestreefd
naar een minimum aantal managementlagen. De organisatie is opgebouwd uit divisies waarin het
primaire proces zich afspeelt. Er zijn drie lagen: zorgmanagement, divisiemanagement en de raad van
bestuur.
Het MCH heeft een besturingsmodel waarin bevoegdheden en verantwoordelijkheden zoveel mogelijk
zijn ondergebracht op het niveau waar patiëntenzorg en onderwijs plaatsvinden. Medisch specialisten
participeren in het management en zijn daarmee medeverantwoordelijk voor management en
organisatie.
Op operationeel niveau is elke medewerker en medisch specialist verantwoordelijk voor zijn werk en
voor het nemen van initiatieven voor verbeteringen. Op tactisch niveau zijn gemandateerd specialisten
en zorgmanagers verantwoordelijk voor coördinatie en aansturing van de afdeling en het signaleren
en uitwerken van verbetermogelijkheden. Het duaal management van de vijf patiëntenzorgdivisies
bestaat uit een medisch en een organisatorisch manager. Zij zijn verantwoordelijk voor het aansturen
van divisies op alle gebieden, zoals patiëntenzorg, kwaliteit, financiën en HRM. Daarnaast zijn er de
17
ondersteunende bedrijven: HRM, Facilitair Bedrijf, Economisch Administratief Bedrijf (EAB),
Landsteiner Instituut en Stafgroep Ondersteuning.
Het Landsteiner Instituut werkt sinds 2010 met een aangepast rapportagemodel, omdat het
samenwerkt met andere ziekenhuizen en niet alleen aan het bestuur van het MCH maar ook
rechtstreeks aan de besturen van deze ziekenhuizen rapporteert.
3.2 Raad van bestuur
Vanaf 15 augustus 2014 zijn het MCH en Bronovo-Nebo bestuurlijk gefuseerd. Sinds die datum wordt
het bestuur van het MCH gevormd door het bestuur van de Holdingstichting Medisch Centrum
Haaglanden/Bronovo-Nebo. Per datum van de bestuurlijke fusie is de heer W. Geerlings
teruggetreden als voorzitter van de raad van bestuur. Hij is opgevolgd door de heer P. W. Doop. De
bestuurders van stichting Bronovo-Nebo zijn tot het bestuur van de Holdingstichting toegetreden. De
raad van bestuur bestaat daarmee uit drie leden. Eind 2014 heeft de heer J.G.M. Hendriks
aangekondigd het ziekenhuis te zullen verlaten per 1 maart 2015.
Het bestuur wordt geadviseerd door onder andere het bestuur van de medische staf.
Samenstelling raad van bestuur
Naam Bestuursfunctie
Drs. W. Geerlings voorzitter
tot 15 augustus 2014
Drs. P. Doop lid vanaf 1 januari 2014
voorzitter vanaf 15 augustus 2014
Drs. J.G.M. Hendriks lid vanaf 15 augustus 2014
Mevr. dr. R.M.Y. Barge lid vanaf 15 augustus 2014
Verdeling van aandachtsgebieden en nevenfuncties
De raad van bestuur is gezamenlijk integraal verantwoordelijk voor de strategie, organisatie en
bedrijfsvoering van het MCH. De leden van de raad van bestuur hebben de aandachtsgebieden
verdeeld. In de praktijk betekent dit dat de betreffende bestuurder het primaire aanspreekpunt is voor
een divisie of gremium. Afhankelijk van de aard of het belang van het onderwerp worden activiteiten
gezamenlijk of door de voor dat aandachtsgebied verantwoordelijke bestuurder opgepakt. Zie
paragraaf 12.2 (bijlage met verdeling aandachtsgebieden per 31 december 2014).
De raad van bestuur bespreekt de nevenfuncties jaarlijks met de remuneratiecommissie van de raad
van toezicht, in het kader van de jaarbeoordeling. Hierbij wordt, naast eventuele risico’s met
betrekking tot belangenverstrengeling, ook gekeken naar het verwachte tijdsbeslag. Verzoeken voor
het aanvaarden van een nevenfunctie gedurende het verslagjaar bespreken de bestuurders met
18
elkaar en met de voorzitter van de raad van toezicht. Voor een overzicht van nevenfuncties van de
bestuurders, zie paragraaf 12.3.
Beoordeling
Het functioneren van de raad van bestuur als geheel en van de individuele leden komt ten minste aan
de orde in het jaargesprek. De raad van bestuur stelt jaarlijks prestatie-indicatoren op, gericht op
financiën, kwaliteit en organisatie. Deze indicatoren worden ter goedkeuring voorgelegd aan de raad
van toezicht. In 2014 heeft geen beoordeling van de raad van bestuur plaatsgevonden op de wijze die
voorheen gebruikelijk was in het MCH. Dit komt door de verschillende wijzigingen die in 2014 hebben
plaatsgevonden in de samenstelling en de portefeuilleverdeling van de raad van bestuur en de raad
van toezicht. In 2015 vindt de beoordeling over 2014 plaats en wordt een nieuwe
beoordelingsprocedure vastgesteld.
Bezoldiging
De beloningscode die is opgesteld door de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorg en
Welzijn (NVTZ) en de geldende wettelijke bepalingen (Wet normering bezoldiging topfunctionarissen
publieke en semipublieke sector (WNT); regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg- en
welzijnssector, januari 2014) zijn gehanteerd als uitgangspunt voor de bezoldiging van de raad van
bestuur. De gegevens over de bezoldiging van de raad van bestuur en raad van toezicht zijn
opgenomen in het jaarrekeningdeel van dit verslag.
3.3 Raad van toezicht
De raad van toezicht houdt integraal toezicht op het beleid van de raad van bestuur en toetst of er in
beleid en uitvoering evenwicht bestaat tussen het organisatiebelang en de maatschappelijke functie
van de zorginstelling.
Samenstelling
Vanaf de datum van de bestuurlijke fusie, 15 augustus 2014, wordt de raad van toezicht van het MCH
gevormd door de raad van toezicht van de Holdingstichting Medisch Centrum Haaglanden/Bronovo-
Nebo. Deze raad van toezicht is samengesteld uit leden van de voormalige raad van toezicht van
Bronovo-Nebo en van het MCH. Bij de samenstelling is het rooster van aftreden van beide
ziekenhuizen als uitgangspunt genomen, rekening houdend met de wensen van de individuele leden.
Per 31 december 2014 bestaat de raad van toezicht uit zeven leden. De raad van toezicht van de
Holdingstichting houdt toezicht op het bestuur van de Holdingstichting.
19
Samenstelling raad van toezicht per 31 december 2014
Naam Geboorte-
datum
Datum van
toetreden RvT
Datum
eerstvolgende
herbenoeming
volgens oude
rooster
Datum van
aftreden
volgens oude
rooster
Vergaderingen
bijgewoond
Mevr. N.
Albayrak-Temur
03-04-1965 01-11-2007 (MCH) nvt 01-11-2015 6/6
����������
������
03-04-1945 01-01-2011 (BRV) 01-01-2015 01-01-2019 7/7
Drs. J.W. Holtslag 30-07-1948 01-11-2007 (MCH) nvt 01-11-2015 5/6
Drs. G.A.
Maranus RA
11-07-1966 01-04-2012 (MCH) 01-04-2016 01-04-2020 0/6
Mevr. prof.dr.
H.E. van der
Horst
26-06-1953 11-12-2008 (BRV) nvt 11-12-2016 4/7
Prof. dr. C.J.H.M.
van Laarhoven
07-02-1962 01-09-2013 (MCH) 01-09-2017 01-09-2021 5/6
P.A. van der
Linden
04-03-1955 02-04-2009 (BRV) nvt 02-04-2017 7/7
Taken en werkwijze; reglement raad van toezicht en reglement raad van bestuur
De taken en bevoegdheden van de raad van toezicht zijn vastgelegd in de statuten van het MCH. De
statuten zijn in het verslagjaar gewijzigd op 15 augustus, met de oprichting van de Holdingstichting
Medisch Centrum Haaglanden/Bronovo-Nebo. De werkwijze is nader uitgewerkt in het Reglement
raad van toezicht. Het reglement omschrijft de toezichthoudende rol van de raad en de wijze waarop
deze verantwoording aflegt. Het reglement bevat verder het profiel van de leden van de raad van
toezicht, de overlegstructuur, benoemingsprocedures en zittingstermijnen, informatievoorziening,
onafhankelijkheid, vergoedingen en de verhouding met de raad van bestuur. Daarnaast heeft de raad
van toezicht een Reglement raad van bestuur vastgesteld. De raad van toezicht evalueert jaarlijks zijn
functioneren. Statuten, reglementen en rooster van aftreden zijn te raadplegen via
www.mchaaglanden.nl
20
Commissies raad van toezicht
Om de raad van toezicht te ondersteunen en besluitvorming voor te bereiden, zijn uit het midden van
de raad van toezicht de volgende vaste commissies ingesteld:
• Commissie kwaliteit en veiligheid
De commissie kwaliteit en veiligheid heeft tot taak de raad van toezicht te ondersteunen bij zijn
toezichthoudende rol op het gebied van kwaliteit en patiëntveiligheid1. De commissie heeft daarbij
onder andere als taak het (voorgenomen) kwaliteits- en veiligheidsbeleid van de raad van bestuur te
toetsen, inclusief de opzet en werking van het interne risicomanagement (het systeem van
kwaliteitsbeheersing). De commissie treedt op als klankbord voor de raad van bestuur, en adviseert
zowel de raad van bestuur als de raad van toezicht op het gebied van kwaliteit en veiligheid. De
commissie hanteert het belang van de patiënt of cliënt als leidend principe. De commissie houdt
onder meer toezicht op de naleving van aanbevelingen en opvolging van opmerkingen van (externe)
instanties op het gebied van kwaliteit en veiligheid en op de resultaten van het kwaliteitsbeleid,
inclusief de uitkomsten van interne en externe audits en visitaties. De commissie is in het bijzonder
betrokken bij de Patiëntenadviesraad (PAR), bij de klachtenbehandeling en juridische vraagstukken.
De betreffende leden overleggen eenmaal per jaar met de PAR en met medewerkers van de afdeling
Klachten en Gezondheidsrecht. Tevens wordt met de raad van bestuur het verslag van de MIP-
commissie besproken. Daarnaast spreekt de commissie meerdere keren per jaar met de raad van
bestuur over de stand van zaken op het gebied van kwaliteit en veiligheid. Bij dit overleg zijn ook
medewerkers van de afdeling Kwaliteit en Veiligheid, de medisch manager Kwaliteit en Veiligheid en,
afhankelijk van de agenda, de voorzitter van de Verpleegkundige AdviesRaad (VAR) aanwezig.
De Commissie vergadert ten minste viermaal per jaar; de vergaderingen worden bijgewoond door het
lid van de raad van bestuur dat de portefeuille kwaliteit en veiligheid beheert.
• Audit commissie
De audit commissie heeft de volgende taken:
� beoordeling van de externe verslaggeving;
� beoordeling van het functioneren van de externe accountant;
� beoordeling van de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen;
� beoordeling van onder meer interne bevoegdheden en richtlijnen, onafhankelijkheid van de raad
van bestuur en raad van toezicht.
De audit commissie vergadert ten minste viermaal per jaar. Het lid van de raad van bestuur met
aandachtsgebied financiën wordt standaard uitgenodigd voor de vergaderingen. In beginsel is de
1Kwaliteit betreft de inhoud van zorg (standaarden en richtlijnen) en de wijze waarop de zorg wordt verleend
(effectiviteit, toegankelijkheid, efficiëntie, tijdigheid, veiligheid en vraaggerichtheid). Patiëntveiligheid wordt omschreven als het (nagenoeg) ontbreken van (de kans op) aan de patiënt toegebrachte schade (lichamelijk en/of psychisch) die is ontstaan door het niet volgens de professionele standaard handelen van hulpverleners en/of door tekortkomingen van het zorgsysteem.�
21
externe accountant aanwezig bij de vergaderingen waarin de jaarrekening en de (interim)
managementletter en het accountantsverslag worden besproken.
• Remuneratiecommissie
De remuneratiecommissie heeft tot taak de raad van toezicht te adviseren bij zijn toezichthoudende
rol, op het gebied van de omvang en samenstelling van de raad van bestuur en het bezoldigingsbeleid
voor de leden van de raad van bestuur en de raad van toezicht. Daarnaast heeft de
remuneratiecommissie een belangrijke rol bij de werving en selectie van leden en in de jaarlijkse
beoordeling van het functioneren van de raad van bestuur.
De remuneratiecommissie komt ten minste eenmaal per jaar bij elkaar. De remuneratiecommissie is
niet bijeen geweest in 2014. Wel is een voorstel gedaan ten aanzien van de honorering van de raad
van toezicht voor het fusieziekenhuis, vanaf 1 januari 2015.
Vergaderingen raad van toezicht
In het verslagjaar kwam de raad van toezicht zesmaal bijeen. De eerste drie bijeenkomsten betroffen
vergaderingen van de raad van toezicht van Stichting MCH, de laatste drie van de Holdingstichting
Medisch Centrum Haaglanden/Bronovo-Nebo. Alle overleggen van de raad van toezicht hebben
plaatsgevonden in aanwezigheid van de raad van bestuur. Voorafgaand aan het overleg van de raad
van toezicht vond overleg plaats over de agenda tussen de voorzitter van de raad van bestuur en de
voorzitter raad van toezicht.
Bespreekpunten in raad van toezicht
Voor elke vergadering worden standaard de volgende onderwerpen geagendeerd: financiën, fusie,
kwaliteit en veiligheid, bouw, samenwerking binnen de Coöperatie en met andere ziekenhuizen en
schriftelijke mededelingen van de raad van bestuur. De schriftelijke mededelingen bevatten de actuele
ontwikkelingen van het MCH op uiteenlopende gebieden, en ontwikkelingen op het gebied van wet- en
regelgeving. Over belangrijke zaken wordt de voorzitter en/of voltallige raad van toezicht tussentijds
geïnformeerd.
In het kader van de voorbereiding van de fusie heeft de voorzitter van de raad van toezicht
verschillende keren, ook informeel, vergaderd met de voorzitter van de raad van toezicht van het
Bronovo.
Tijdens de reguliere vergaderingen van de raad van toezicht kwamen onder meer de volgende
onderwerpen aan de orde:
• voorgenomen fusie tussen het MCH en Bronovo-Nebo;
• implementatieplan fusie;
• oprichting Medisch Specialistisch Bedrijf;
• samenwerking met Reinier Haga Groep op het gebied van topklinische functies;
• samenwerking met LUMC op het gebied van oncologie;
• samenwerking binnen de Coöperatie;
22
• beleid en activiteiten op het gebied van kwaliteit en veiligheid;
• managementrapportages;
• ICT-integratie MCH en Bronovo;
• risicomanagement;
• goedkeuring van de begroting;
• goedkeuring van de jaarrekening;
• voortgang nieuwbouw beddenhuis MCH Antoniushove;
• nieuwbouw radiotherapiecentrum (RCWEST);
• modernisering stroomvoorziening;
• verslag gesprekken met Ondernemingsraad en Patiëntenadviesraad;
• contractering zorgverzekeraars;
• evaluatie raad van toezicht;
• ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving.
In de themabijeenkomsten van de raad van toezicht is gesproken over het speerpunt
ouderengeneeskunde (speerpunt Bronovo) en infectieziekten (speerpunt MCH).
Een afvaardiging van de raad van toezicht is aanwezig geweest bij de beleidsdag van de raad van
bestuur, tweedelijns management en stafbestuur op 24 juni 2014.
Overleg met stafbestuur
Overleg met het stafbestuur heeft in het verslagjaar zoals gebruikelijk eenmaal plaatsgevonden,
voorafgaand aan een reguliere vergadering van de raad van toezicht. In dit overleg is aan de orde
geweest: de voorgenomen fusie met Bronovo-Nebo, de integratie van de ICT-systemen van het MCH
en Bronovo, de samenwerking met de Reinier Haga Groep en de samenwerking binnen de
Coöperatie.
Overleg met Ondernemingsraad (OR)
Een vertegenwoordiging van de raad van toezicht heeft in het verslagjaar eenmaal de vergadering van
de raad van bestuur met de Ondernemingsraad bijgewoond. Naast de algemene agendapunten is
gesproken over de voorgenomen fusie met Bronovo-Nebo.
Overleg met de Patiëntenadviesraad (PAR)
De kwaliteitscommissie van de raad van toezicht heeft een overleg gehad met de PAR en de raad van
bestuur over onder meer de onderlinge samenwerking.
Overleg met de afdeling Klacht en Gezondheidsrecht
De Kwaliteitscommissie heeft, samen met de voorzitter van de raad van bestuur, met de manager van
de afdeling Kwaliteit gesproken over het jaarverslag van de afdeling Klachten en Gezondheidsrecht.
In dit overleg is voorts met de voorzitter en secretaris van de MIP-commissie gesproken over het
jaarverslag van de commissie Melding Incidenten Patiëntenzorg.
23
Functioneren van de raad van toezicht
De raad van toezicht streeft naar optimaal functioneren. De raad is zo samengesteld dat de leden
onafhankelijk en kritisch kunnen opereren, zowel onderling als ten opzichte van de raad van bestuur.
De raad van toezicht heeft de volgende aandachtsgebieden benoemd, waarbij elk aandachtsgebied
door ten minste één lid van de raad van toezicht behartigd wordt:
1. financiering, accountancy en economie;
2. gezondheidszorg en medische zaken;
3. toezicht;
4. juridische zaken;
5. personeel en organisatie, sociale verhoudingen en multiculturaliteit;
6. marktwerking en ondernemerschap en ICT;
7. PAR/specifieke belangen van de patiënt;
8. ethiek;
9. huisvesting;
10. politiek en openbaar bestuur.
Van de leden van de raad van toezicht wordt verwacht dat ze zich blijven verdiepen in de
ontwikkelingen in en om de organisatie en dat ze maatschappelijk actief zijn. De raad van toezicht is
lid van de NVTZ (toezichthouders in zorg & welzijn) en de leden nemen deel aan inhoudelijke
bijeenkomsten van de NVTZ.
Evaluatie raad van toezicht
In maart 2014 heeft de raad van toezicht van het MCH zijn functioneren geëvalueerd, aan de hand
van een schriftelijke vragenlijst. De rapportage is tijdens de vergadering in onderling overleg
besproken. De raad van toezicht heeft besloten om de honorering van de raad niet aan te passen;
deze past binnen de WNT.
Rooster van aftreden
In het verslagjaar zijn mevrouw A. Vietsch, mevrouw S. Wortmann en de heer E. Kist op eigen
verzoek afgetreden in het licht van de fusie en het rooster van aftreden. Tevens is in het licht van de
fusie besloten om geen vacature te stellen.
Bij de bestuurlijke fusie is, om reden van zowel continuiteit als doorstroom, besloten om het bestaande
rooster van aftreden te hanteren voor personen die lid worden van de nieuwe raad van toezicht.
24
* Vergaderingen bijgewoond tot aftreden per 15 mei 2014
** Vergaderingen bijgewoond tot aftreden per 15 augustus 2014
Voor oud MCH-toezichthouders zijn er in 2014 zes vergaderingen geweest, voor oud Bronovo-toezichthouders
zeven vergaderingen.
Governancecode
De raad van toezicht en raad van bestuur onderschrijven de uitgangspunten van de zorgbrede
governancecode en passen deze code toe. In paragraaf 12.1 (bijlage Zorgbrede Governancecode)
staat een gedetailleerd overzicht van alle punten uit de code. Ten aanzien van één aspect week de
raad van toezicht van het MCH af van de code, namelijk de benoemingsperiode. Hiervoor werd
maximaal driemaal vier jaar aangehouden, terwijl in de governancecode tweemaal vier jaar het
uitgangspunt is. In het nieuwe reglement van de raad van toezicht van het MCH en Bronovo-Nebo is
de governancecode ook op dit punt gevolgd en is tweemaal vier jaar als maximale zittingstermijn
opgenomen.
Naam Geboorte-
datum
Datum van
toetreden
RvT MCH of
RvT BRV
Datum eerstvolgende
herbenoeming
volgens oude rooster
Datum van
aftreden volgens
oude rooster
Vergade-
ringen
bijgewoond
mevr. N. Albayrak-
Temur
03-04-1965 01-11-2007 nvt 01-11-2015 6/6
Drs. W.J. Deetman 03-04-1945 01-01-2011 01-01-2015 01-01-2019 7/7
Drs. J.W. Holtslag 30-07-1948 01-11-2007 nvt 01-11-2015 5/6
Mr. E. Kist 22-01-1944 01-09-2004 nvt 01-09-2016 1/1 *
Drs. G.A. Maranus
RA
11-07-1966 01-04-2012 01-04-2016 01-04-2020 0/6
Mevr. prof.dr. H.E.
van der Horst
26-06-1953 11-12-2008 nvt 11-12-2016 4/7
Prof. dr. C.J.H.M.
van Laarhoven
07-02-1962 01-09-2013 01-09-2017 01-09-2021 5/6
P.A. van der Linden 04-03-1955 02-04-2009 nvt 02-04-2017 7/7
Mevr. dr. ir. C.A.
Vietsch
30-11-1957 01-01-2003 nvt 01-01-2015 2/3 **
Mevr. prof. mr.
S.F.M. Wortmann
31-03-1956 31-05-2005 nvt 31-05-2017 1/1 *
25
3.4 Vereniging Medische Staf (VMS)
De Vereniging Medische Staf (VMS) van het MCH bestaat uit 215 medisch specialisten (zowel
vrijgevestigd als in loondienst). De vereniging heeft als doel samen met de raad van bestuur vorm en
inhoud te geven aan medisch beleid, kwaliteit en veiligheid van zorg. Daarnaast behartigt de VMS de
belangen van haar leden. Het bestuur van de VMS (stafbestuur) vergadert wekelijks over actuele
onderwerpen die de medische staf aangaan. Tijdens de vergaderingen is er ruimte voor besprekingen
met (een vertegenwoordiging van) vakgroepen, maatschappen, commissies en individuele stafleden.
De VMS brengt jaarlijks een eigen jaarverslag uit.
Alle vrijgevestigde medisch specialisten van het MCH hebben zich daarnaast aangesloten bij het
collectief. Het collectief kent een eigen bestuur en een eigen plenaire maandelijkse vergadering.
Hierin worden onderwerpen besproken die van betekenis zijn voor de financiering van de vrijgevestigd
medisch specialisten, zoals productieontwikkeling en honorariuminkomsten. Het bestuur bestaat uit de
volgende leden:
• Dr. A.C. de Vries, chirurg, voorzitter;
• Dr. R.J. Verburg, MDL-arts, vicevoorzitter;
• Drs. R. Walchenbach, neurochirurg, lid;
• Drs. L.C.F. Haans, gynaecoloog, lid.
Bestuurlijke en juridische fusie MCH en Bronovo-Nebo
De VMS is nauw betrokken bij de voorbereiding van de bestuurlijke en vervolgens juridische fusie met
Bronovo. De fusie is een standaard agendapunt geweest in de vergaderingen van de VMS. Begin
2014 heeft de VMS positief geadviseerd met betrekking tot de voorgenomen bestuurlijke fusie. In het
najaar heeft de VMS een positief advies gegeven over de juridische fusie.
Eén Vereniging Medische Staf
Het stafbestuur heeft zich ingezet om te komen tot de oprichting van één VMS en één stafbestuur. De
stafbesturen van het MCH en Bronovo hebben in de loop van het jaar hun gezamenlijk overleg
geïntensiveerd. Er is een wekelijks overleg ingevoerd tussen afgevaardigden van de stafbesturen en
de raad van bestuur. Daarnaast is er een actieplan opgesteld en uitgevoerd om de oprichting van één
Vereniging Medische Staf per 2015 mogelijk te maken.
Per 1 januari 2015 is de Vereniging Medische Staf Medisch Centrum Haaglanden Bronovo-Nebo een
feit, met één stafbestuur en ruim 300 leden. Deze VMS wordt bestuurd door het gezamenlijk
gevormde stafbestuur.
26
Gezamenlijk reglement benoemingsadviescommissie (BAC)
Eén van de eerste activiteiten van beide VMS’en was de vorming van een reglement voor de
benoemingsadviescommissie van medisch specialisten en de bijbehorende vorming van één
benoemingsadviescommissie. Eind 2014 is dit eerste gezamenlijke reglement vastgesteld.
Om volledige integratie te bewerkstelligen, zullen er in 2015 nog veel activiteiten volgen, zoals één
beleid bij functioneringsvragen, één sanctiebeleid en één vergoedingsregeling voor bestuurs- en
managementtaken.
Integratie van vakgroepen
Met het oog op de juridische fusie hebben de stafbesturen en de raad van bestuur alle vakgroepen
geadviseerd om onder leiding van een externe begeleider in gesprek te gaan met de collega-vakgroep
uit het andere ziekenhuis. Het doel van deze gesprekken is de integratie van alle vakgroepen tot één
organisatorische eenheid per specialisme in 2015. De besturen streven naar integratie van alle
vakgroepen voor 1 juli 2015.
Bij een aantal vakgroepen is sprake van een ‘hybride’ situatie. In de ene organisatie is de vakgroep in
loondienst, in de andere organisatie is er sprake van vrije vestiging. Om de integratie te faciliteren,
hebben de anesthesiologen en longartsen van Bronovo besloten de overstap te maken van vrije
vestiging naar loondienst, gelijk aan hun collega’s in het MCH. De doelstelling is om geen hybride
vakgroepen meer te hebben op 1 juli 2015.
In 2014 is de vakgroep MDL van het MCH uitgebreid met twee MDL-artsen ten behoeve van het
Bronovo ziekenhuis. Hiermee is de MDL-zorg in Bronovo structureel gegarandeerd.
Oprichting Medisch Specialistisch Bedrijf MCH-Bronovo
Met ingang van 2015 is er sprake van integrale tarieven, waarmee de honorariumcomponent van de
medische behandeling integraal onderdeel wordt van het tarief. Vrijgevestigd medisch specialisten
moesten in 2014 daarom de nodige voorbereidingen treffen om ook in 2015 in fiscale zin ondernemer
te blijven. Dit is opgepakt door de besturen van het collectief van MCH en de stafmaatschap van
Bronovo. In een werkgroep is, met externe begeleiding, gewerkt aan de oprichting van het Medisch
Specialistisch Bedrijf MCH- Bronovo (MSB) in een fiscaal transparante vorm. Dit is een maatschap
waarin alle vrijgevestigd medisch specialisten participeren. Afspraken met het ziekenhuis zijn
vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. Voor het MSB is een businessplan opgesteld dat is
voorgelegd aan de Belastingdienst. In december bleek het businessplan voldoende om het MSB aan
te kunnen merken als onderneming. Dit was positief nieuws, echter in 2015 moet nog veel werk verzet
worden om de plannen uit te voeren.
Medio december zijn handtekeningsessies georganiseerd. In aanwezigheid van een notaris zetten alle
vrijgevestigd medisch specialisten van zowel het MCH als Bronovo hun handtekening voor de nieuwe
maatschapsovereenkomst, de samenwerkingsovereenkomst MSB-ziekenhuis, een
instemmingsverklaring en een intentieverklaring voor de fusie met de maten uit het Bronovo. Het MSB
was daarmee een feit. Per 1 januari 2015 is er sprake van een maatschap met in totaal ruim 200
27
leden. De bestaande maatschapsstructuren zijn daarmee vervallen en overgegaan in
Organisatorische Eenheden.
In het kader van de fusie is gewerkt aan een nieuw honorarium verdeelmodel voor MCH-Bronovo. Dit
is opgesteld met input van een enquête die alle vrijgevestigden hebben ingevuld.
Speerpunten en lateralisatie
De samenwerking met het LUMC op het gebied van oncologie, de lateralisatieplannen van heelkunde,
de ontwikkelingen op het gebied van acute zorg en de zorg voor moeder en kind zijn regelmatig
besproken met de betrokken stafleden.
Individueel Functioneren Medisch Specialisten
Ieder ziekenhuis is verplicht om een systeem voor de evaluatie van het individueel functioneren van
medisch specialisten (IFMS) in te voeren. Het MCH heeft hiervoor in 2012 een eigen variant
ontwikkeld die gebruik maakt van vakgroep- en/of maatschapbeoordelingen
In 2014 heeft de IFMS commissie gesprekken gevoerd met cardiologie, interne geneeskunde,
kaakchirurgie, kindergeneeskunde, KNO, MDL, MMB, nucleaire geneeskunde, MCDM, pathologie,
psychiatrie, revalidatiegeneeskunde, sportgeneeskunde, SEH en de ziekenhuisapotheek.
Voorafgaand aan het gesprek vullen de deelnemers een vragenlijst in. Daarnaast is er een vragenlijst
die door een aantal aanpalende specialismen wordt ingevuld. Medio 2014 is overgeschakeld naar de
quickscan-vragenlijst van Professional Performance Online.
In 2015 zullen de vakgroep- en/of maatschapgesprekken in het kader van de IFMS samen met
Bronovo worden voortgezet.
Overige punten
• Evaluatie behandelbeperkingen
In 2013 zijn medisch specialisten gestart met het registreren van de behandelbeperkingen in
EZIS. In 2014 is dit beleid geëvalueerd en de registratie aangescherpt.
• Registratie hoofdbehandelaarschap
In 2013 is het beleid voor het hoofdbehandelaarschap aangepast. In 2014 is een
registratiewijze voor het vastleggen van het hoofdbehandelaarschap in EZIS ontwikkeld. In
2015 zal deze registratie worden ingevoerd.
• Voorschrijven van medicatie door physician assistent en verpleegkundig specialist
In 2014 is aanpassing van het beleid voorbereid, waardoor onder bepaalde voorwaarden het
voorschrijven van medicatie door de physician assistent en/of verpleegkundig specialist
mogelijk wordt.
28
3.5 Patiëntenadviesraad (PAR)
Het MCH heeft een betrokken en actieve Patiëntenadviesraad (PAR), die gevraagd en ongevraagd
advies geeft over onderwerpen die te maken hebben met kwaliteit en patiëntveiligheid. Zo worden
voornemens voor het beleid doorgesproken en wordt de PAR geconsulteerd bij concrete
vraagstukken.
De PAR heeft een eigen budget en een ambtelijk secretaris, toegekend door het MCH. De PAR is
betrokken bij beleidsonderwerpen als kwaliteitsbeleid, patiëntveiligheid, begroting, reorganisaties,
samenwerkingen met andere ziekenhuizen, bouw en verbouw.
De PAR vergadert maandelijks. Zesmaal per jaar is er overleg met de raad van bestuur over actuele
onderwerpen. In de overige vergaderingen, waarbij de raad van bestuur niet aanwezig is, informeert
de secretaris van de raad van bestuur de PAR over actuele onderwerpen. Hierbij komen ook punten
aan de orde die de PAR aandraagt. Verder overlegt de PAR ten minste één keer per jaar met de
Commissie Kwaliteit van de raad van toezicht.
De PAR heeft in 2014 de volgende adviezen uitgebracht:
• Adviesaanvraag bestuurlijke fusie MCH/Bronovo. Er is een positief (mits) advies uitgebracht;
• Overgang maaltijdvoorziening naar ‘ Eetgemak’. De PAR heeft hierover een positief advies
uitgebracht;
• Adviesaanvraag concentratie mammapoli ’s oncologie. De PAR heeft hier een positief advies
over uitgebracht;
• Adviesaanvraag juridische fusie MCH en Bronovo. De PAR heeft hierover een positief advies
uitgebracht;
• Adviesaanvraag zorgondersteuning. De PAR heeft hierover een positief advies uitgebracht, onder
voorwaarde van evaluatie na zes maanden;
• Benoeming van een nieuw lid van de Patiënten Klachten Commissie (PKC). De PAR heeft
hierover een positief advies uitgebracht;
• Adviesaanvraag acute zorg. De PAR heeft hierover een positief advies onder voorwaarden
uitgebracht;
• Adviesaanvraag duurzame samenwerkingsrelatie met het Medisch Specialistisch Bedrijf. De PAR
is gekomen tot een positief advies dat begin 2015 wordt uitgebracht;
• Ongevraagd advies elektronische sigaret. Dit advies is overgenomen door de raad van bestuur.
De PAR heeft in het verslagjaar ook regelmatig overleg gevoerd met het management van
zorgafdelingen, het bouwbureau en het facilitair bedrijf.
Met de totstandkoming van de nieuwe fusieorganisatie per 1 januari 2015 gaat de PAR van het MCH
samen met die van Bronovo op in een overkoepelende Cliëntenraad MCH Bronovo. Ook in die nieuwe
opzet blijven de leden onverminderd opkomen voor de belangen van de patiënt.
29
Het Huis Nebo heeft een eigen Cliëntenraad, die bestaat uit familieleden en andere relaties van
bewoners.
3.6 Ondernemingsraad (OR)
De raad van bestuur voert gestructureerd overleg over het algemeen beleid met de
Ondernemingsraad (OR), met name over onderwerpen waarvoor advies en/of instemming
noodzakelijk is. In het verslagjaar is veel gesproken over de voorgenomen fusie met Bronovo-Nebo en
over de reorganisatie van onderdelen van het Facilitair Bedrijf.
Zaken waarover in 2014 advies dan wel instemming is gevraagd:
• fusie met Bronovo-Nebo;
• reorganisatie Facilitair Bedrijf;
• project ‘op weg naar de nieuwbouw’;
• hygiënereglement;
• cameratoezicht;
• strategisch opleidingsbeleid;
• studiefaciliteitenregeling;
• medische microbiologie;
• aanpassing tbc-reglement;
• roosteren.
Iedere zes weken vindt overleg tussen de OR en de raad van bestuur plaats. Daarnaast is er eenmaal
in de zes weken overleg tussen het Dagelijks Bestuur van de Ondernemingsraad en de raad van
bestuur. In april heeft een vertegenwoordiging van de raad van toezicht de OR-vergadering
bijgewoond.
Vanaf 1 januari 2014 werken de Ondernemingsraden van het MCH en Bronovo samen, zodat een
gezamenlijk advies uitgebracht kan worden aan het bestuur. Het Huis Nebo heeft een eigen
ondernemingsraad.
3.7 Verpleegkundige AdviesRaad (VAR)
Verpleegkundige AdviesRaad (VAR)
De Verpleegkundige AdviesRaad (VAR) adviseert de raad van bestuur over verpleegkundige
onderwerpen.
De VAR heeft in 2014 adviezen uitgebracht over:
• patiëntenvervoer binnen het ziekenhuis;
• betrekken van verpleegkundigen bij jaarplannen;
30
• valpreventie;
• vrijheid beperkende maatregelen;
• verpleegkundigen in ziekenhuiscommissies;
• Evidence Based Practice.
De VAR heeft zich daarnaast in 2014 onder andere ingezet:
• voor de verdere ontwikkeling van het verpleegkundig kwaliteitsbeleid;
• voor de organisatie van de dag van de verpleging;
• als klankbordgroep voor diverse projecten, zoals voor zorgondersteuning, kindcheck, EvPD,
klinisch redeneren en ‘op weg naar de nieuwbouw’;
• als vertegenwoordiging van de verpleegkundigen bij fusiebijeenkomsten;
• voor het samengaan met de VAR van Bronovo in verband met de fusie.
31
4 Management van processen
4.1 Kwaliteit van zorg
Het MCH wil veilige, kwalitatief hoogwaardige, toegankelijke en patiëntgerichte zorg bieden. Op
onderstaande wijze geeft het MCH daar invulling aan.
Accreditaties en gecertificeerde kwaliteitssystemen
Beleid
Als één van de eerste ziekenhuizen in Nederland heeft het MCH in juni 2012 voor de derde keer een
ziekenhuisbrede accreditatie gerealiseerd. Bijzonder hierbij is dat het MCH óók is geaccrediteerd in
het kader van de norm voor het Veiligheidsmanagementsysteem in Ziekenhuizen (NTA 8009:2007),
dat sinds 2008 volledig operationeel is. Hiermee voldoet het MCH ruim op tijd aan de landelijke
doelstellingen.
Naast de NIAZ-accreditatie beschikt het MCH over meerdere afdelingsspecifieke
geaccrediteerde/gecertificeerde kwaliteitssystemen:
Afdeling Kwaliteitssysteem
Lab West CCKL geaccrediteerd
Dialyse HKZ/ISO 9001:2008
Pathologisch Laboratorium CCKL geaccrediteerd
Medische Microbiologie CCKL geaccrediteerd
Colonscreening RIVM-accreditatie
Resultaat
De NIAZ-accreditatiesystematiek is er, naast het voldoen aan basisvoorwaarden voor goede en veilige
patiëntenzorg, vooral op gericht om het ‘continu verbeteren’ te stimuleren. Het NIAZ gaf het MCH
daarom niet alleen diverse complimenten mee, maar ook verbeterpunten die in 2013 zijn opgepakt en
in 2014 verder zijn ingevuld. Vanaf 2015 zal NIAZ het Internationaal Accreditatieprogramma NIAZ-
Qmentum toepassen.
Keurmerken
Het MCH beschikt over verschillende TopZorgpredicaten:
• predicaat voor behandeling van Borstkanker;
• meniscus;
• cataract;
• carpaal Tunnelsyndroom;
• OSAS (slaapapneu);
• heupprothese;
32
• rughernia;
• darmkanker;
• prostaatkanker.
Verder zijn door verschillende organisaties als patiëntenverenigingen en wetenschappelijke
verenigingen keurmerken afgegeven:
• Borstkankerlintje van Borstkankervereniging Nederland BVN;
• Erkenning als instelling voor pijngeneeskunde door de Nederlandse Vereniging voor
Anesthesiologie;
• Freya Pluim voor goede fertiliteitszorg;
• Bloed- en Lymfeklierzorg: Groene Vink;
• Darmkankerzorg: Groene Vink;
• Stomazorg: Groene Vink;
• Prostaatkankerzorg: Groene Vink;
• Dermatologie: Kwaliteitszegel;
• Kind en Ziekenhuis: Smiley kinderafdeling;
• Spataderzorg: Spataderkeurmerk;
• Vaatzorg: Vaatkeurmerk;
• Nederlandse Vereniging voor Cardiologie: Witte Lijst;
• CZ: Borstkankerzorg categorie 3.
Indicatoren
Beleid
Het MCH is continu alert op mogelijkheden om de kwaliteit en veiligheid van de patiëntenzorg
inzichtelijk te maken ten behoeve van verantwoording, sturing en verbetering. Indicatoren kunnen
daaraan een waardevolle bijdrage leveren, mits deze voldoen aan basisvoorwaarden als
betrouwbaarheid, tijdigheid, juistheid, stuurbaarheid en vergelijkbaarheid.
Het MCH investeert veel in dit proces. Het MCH wil op tijdige, juiste en betrouwbare wijze aan de
externe (verplichte) uitvragen voldoen, en de resultaten van deze uitvragen analyseren om er waar
mogelijk en nodig verbeteringen aan te koppelen. Dit resulteert zowel in interne initiatieven voor
sturing en verbetering als in kritische maar constructieve reacties naar ontwikkelaars van deze
indicatoren, zoals de IGZ, Zichtbare Zorg, Zorgverzekeraars Nederland, de individuele
zorgverzekeraars en de patiënten- en belangenorganisaties. Het MCH participeert om deze reden in
de klankbordgroep van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ).
Naast de interne verbeteractiviteiten op basis van de indicatoren, zijn de uitkomsten ervan inzichtelijk
gemaakt in dashboards en kwartaalrapportages. Hierdoor kan de ontwikkeling van deze indicatoren
continu worden gevolgd en kan waar nodig tijdig worden bijgestuurd.
33
Indicatoren vormen een weerbarstig onderwerp. Ze geven een aanwijzing over de stand van zaken.
De kunst is ze te benutten voor verder onderzoek: wat ligt er achter de waarden en wat betekent dat
voor de kwaliteit en veiligheid van de zorg? Er ligt een risico in het hanteren van indicatoren als een
absoluut gegeven, waarbij aan ‘kale’ getallen consequenties worden verbonden. Dat kan leiden tot
verkeerde beslissingen, over bijvoorbeeld het al dan niet toekennen van contracten, en tot onjuiste en
onterechte informatievoorziening aan het publiek, zoals het publiceren van ranglijsten van
ziekenhuizen, specifieke verrichtingen, artsen of specialismen. Het MCH staat er dan ook voor om
indicatoren te gebruiken als hulpmiddel voor verdieping, voor interne sturing en externe
verantwoording, kortom als één van de bronnen om het eigen presteren tegen het licht te houden.
Resultaat
Indicator 2010 2011 2012 2013 2014
% gescreende patiënten (op pijn na
operatie) op verpleegafdeling 81% 81,4% 82,4% 82,5% 86,2%
% patiënten met op enig moment een
pijnscore boven de 7 in de eerste 72
uur na de operatie
7% 6,4% 5,3% 4,6 % 4,2%
% juist uitgevoerde time out voor OK� � � 95,9%� 95,7%� 97,3%�
Metingen en toetsingen
Beleid
De kwaliteit van zorg bewaakt het MCH met diverse metingen en toetsingen die in samenhang een
beeld geven van de kwaliteit en veiligheid van zorg. Voorbeelden van metingen zijn de basisset
prestatie-indicatoren van de IGZ, de kwaliteitsindicatoren van Zichtbare Zorg Ziekenhuizen en
patiënttevredenheidsmetingen. De indicatoren staan gepubliceerd op www.ziekenhuizentransparant.nl
en www.zichtbarezorgziekenhuizen.nl.
Voorbeelden van (interne) toetsingen zijn audits, procesaudits en veiligheidsrondes en thematische
georiënteerde toetsingen. Voorbeelden van externe toetsingen zijn kwaliteitsvisitaties door
wetenschappelijke verenigingen, visitaties in het kader van de opleidingen van artsen, inspecties door
toezichthoudende instanties zoals de IGZ en audits van aansprakelijkheidsverzekeraar MediRisk.
Ten slotte maakt het MCH risicoanalyses, procesanalyses, analyses van incidenten in de
patiëntenzorg en analyses van incidenten met medewerkers. De uitkomsten van analyses van deze
bronnen worden vervolgens gebruikt om de patiëntenzorg te verbeteren.
Resultaat
Resultaten van metingen en toetsingen zijn ook in 2014 weer geëvalueerd en waar nodig zijn
verbeteringen doorgevoerd. Afdelingen maken gebruik van procesbeschrijvingen die periodiek zijn
getoetst op naleving en gestelde eisen. De kwaliteit en veiligheid van afdelingsoverstijgende
34
zorgprocessen en kwaliteitssystemen zijn tijdens multidisciplinair overleg geanalyseerd en vervolgens
verbeterd.
Procesaudits
Beleid
In 2014 is het in 2009 ingezette beleid voor procesaudits voortgezet. Doel van procesaudits is met
name het traceren van afdelingsoverstijgende onvolkomenheden en het verbeteren ervan. De
resultaten, inclusief verbeterplannen, worden besproken door management, raad van bestuur en
stafbestuur. Het divisiemanagement ziet erop toe dat de verbeterplannen worden gerealiseerd.
Resultaat
De volgende drie procesaudits zijn in 2014 uitgevoerd:
• opvang traumapatiënten 24/7 van SEH tot en met opname op de afdeling;
• de klinisch diabetische patiënt;
• patiënten met slaapproblemen door OSAS (slaapapneu).
4.2 Patiëntveiligheid
Beleid
De ontwikkeling van patiëntveiligheidseisen staat niet stil. Deze komen bijvoorbeeld voort uit de NTA
8009:2011 voor patiëntveiligheid. Het MCH geeft op verschillende manieren sturing aan het
verbeteren van de kwaliteit en (patiënt)veiligheid:
• Ieder kwartaal verschijnt een kwartaalrapportage Kwaliteit & Veiligheid met cijfers over
incidentafwikkeling, klachtafwikkeling, medische apparatuur, dossieronderzoek, interne audits,
zorginhoudelijke prestatie-indicatoren en verbeterprocessen. Deze rapportages worden
besproken in het overleg tussen raad van bestuur en divisiemanagement. Waar nodig worden
afspraken gemaakt over bijsturing of te realiseren verbeteringen;
• Voorafgaand aan de oplevering van indicatoren aan externen (zoals de basisset prestatie-
indicatoren van de IGZ of de kwaliteitsindicatoren van Zichtbare Zorg Ziekenhuizen) worden de
resultaten afgezet tegen eerdere uitkomsten en tegen interne en externe normen. Ook dit wordt
besproken in diverse overleggen tussen bestuur en (medisch) management, waarna indien nodig
of gewenst bijsturing of verbetering plaatsvindt;
• Voor het meten van patiënttevredenheid heeft het MCH de systematiek ‘U Maakt Ons Beter’
ontwikkeld. Resultaten worden op meerdere niveaus in het ziekenhuis besproken om te
onderzoeken of en waar verbetering mogelijk is;
• Eenmaal per maand worden checkrondes uitgevoerd door medewerkers van de afdeling kwaliteit
en veiligheid, zogenaamde thematoetsen, op specifieke onderwerpen. Voorbeelden hiervan zijn:
toepassen van de zogenaamde SIT-score bij patiënten met bedreigde vitale functies, toepassen
van de risicoanalyses bij kwetsbare ouderen, naleven van hygiënevoorschriften,
35
informatieveiligheid, beschikbaarheid en geschiktheid van zuurstofklokken. De resultaten van
deze toetsingen worden teruggekoppeld aan het management, de raad van bestuur en medische
staf. Waar nodig worden verbetermaatregelen getroffen;
• Er zijn tien veiligheidsthema’s benoemd waar voortdurend aandacht voor is.
Voorbeelden van indicatoren waarop sturing plaatsvindt zijn:
• pijnbestrijding;
• ondervoeding;
• onderhoud van medische apparatuur;
• melden en afwikkelen van incidenten in de patiëntenzorg;
• kwetsbare ouderen;
• voorkomen van verwisseling patiënten;
• postoperatieve wondinfecties;
• naleving van hygiënevoorschriften.
Het veiligheidsmanagementsysteem bestaat uit:
1. een patiëntveiligheidsbeleid om onnodige schade te voorkomen;
2. het opleiden van medewerkers in patiëntveiligheid en veilig werken, en het bevorderen van de
veiligheidscultuur;
3. het systematisch analyseren van incidenten in de patiëntenzorg;
4. het systematisch doorlichten van risicovolle (patiënt)processen op de risico’s voor de
patiëntveiligheid;
5. het analyseren van gegevens (dossieranalyse, indicatoren, auditgegevens en dergelijke) met als
doel verbetermogelijkheden op te sporen;
6. het doorvoeren van verbeteringen op basis van voornoemde analyses;
7. het betrekken van patiënten bij patiëntveiligheid.
Het MCH werkt in een regionaal netwerk van ziekenhuizen (samen met het LUMC, Bronovo, Het
LangeLand Ziekenhuis, het Groene Hart Ziekenhuis, het Diaconessenhuis Leiden en het Rijnland
Ziekenhuis) aan het opzetten van patiëntveiligheidsprojecten. Daarnaast participeert het MCH in een
landelijk veiligheidsnetwerk van circa tien topklinische ziekenhuizen.
Een belangrijke informatiebron voor het opsporen van mogelijkheden om de patiëntveiligheid te
verbeteren is het patiëntendossier. Vanaf oktober 2012 wordt 100% van de patiëntendossiers van
overleden patiënten in het MCH door de necrologiecommissie gescreend op mogelijkheden voor
verbetering. De gehanteerde methode is ontwikkeld door het EMGO/NIVEL, waardoor ook landelijke
vergelijkingen mogelijk zijn.
De Necrologiecommissie zorgt ervoor dat uitkomsten van dossierscreening worden besproken met de
betreffende specialismen en/of maatschappen, zodat waar nodig maatregelen kunnen worden
genomen. De informatie die op deze manier beschikbaar komt, is naar onze mening meer relevant
36
dan het sterftecijfer (absoluut en HSMR). Iedere twee maanden presenteert de necrologiecommissie
een casus als leerpunt, waarbij artsen, assistenten en medewerkers welkom zijn.
Resultaat
Het MCH heeft in 2014 invulling gegeven aan onderwerpen als:
• veilige toepassing van medische technologie in het ziekenhuis en het borgen van de
bekwaamheid en bevoegdheid van gebruikers van medische apparatuur, via de commissie
medische technologie;
• het zorgvuldig samenstellen van een aanschafdossier voor nieuwe (medische) apparatuur,
waarin een prospectieve analyse is opgenomen van de risico’s voor de patiëntveiligheid bij
gebruik van apparatuur. Op basis van deze risicoanalyse wordt onder meer vastgesteld wie de
apparatuur mag bedienen, wat de opleidingseisen zijn voor de gebruiker, de
onderhoudsschema’s, de opstart- en controleactiviteiten en de storingsprocedures;
• het opstellen van checklists om - daar waar in de zorg wordt samengewerkt met externe partners
(bijvoorbeeld revalidatiecentra) - de patiëntveiligheidseisen te regelen, met als doel de
veiligheidsrisico’s voor de patiënt te minimaliseren.
In 2014 heeft het MCH verder vorm gegeven aan nieuwe veiligheidsthema’s:
• hoofdbehandelaarschap;
• de overdracht tussen professionals via de SBAR-methodiek;
• kwaliteit van dossiervoering;
• medicatieveiligheid;
• patiëntenparticipatie.
Deze nieuwe thema’s zijn voortgekomen uit analyse van bronnen als incidentregistraties, resultaten
van analyses van patiëntendossiers, klachtenregistraties en prospectieve risicoanalyses. Daarnaast is
gebruik gemaakt van de kennis en ervaring van specialisten, management en verpleging. Juist door
gebruik te maken van de eigen gegevens- en ervaringsbronnen, is de betrokkenheid van de
professionals (artsen, verpleegkundigen) en management bij de thema’s bijzonder groot.
In 2014 zijn ook veiligheidsthema’s opgeleverd en afgerond. Dat wil zeggen dat voor een thema
maatregelen zijn vastgesteld en geïmplementeerd. De borging wordt bewaakt met indicatoren of, als
dat niet mogelijk is, met periodieke toetsingen.
Voorbeelden:
• patiënten met bedreigde vitale functies (toepassing van de SIT-score);
• Acuut Coronair Syndroom (‘gouden vijf medicatie’);
• voorkomen van verwisseling van en bij patiënten (time-out en sign out procedures);
• medische protocollen in i-Document;
• hygiëne op de werkvloer (kledingvoorschriften);
• medische apparatuur, basisregels voor gebruik en geschiktheid voor gebruik.
37
Thematoets: hulpmiddel voor beïnvloeden van de veiligheidscultuur
In het MCH is de thematoets geïntroduceerd, als variant van de veiligheidsronde. Daarmee wordt de
naleving van bekende en gedeelde veiligheids- en gedragsafspraken getoetst. Een thematoets wordt
uitgevoerd als:
• er sprake is van een werkafspraak die is vastgelegd en uitgedragen in de organisatie;
• de naleving van een werkafspraak via observaties kan worden getoetst in de praktijk;
• de mogelijkheid er is om tijdens de uitvoering van de praktijktoets uitkomsten van observaties te
bespreken met betrokken medewerkers (direct aanspreken).
Met thematoetsen bereiken wij dat:
• er een ziekenhuisbrede meting beschikbaar is binnen het gekozen onderwerp;
• er met medewerkers kan worden gesproken over nut, noodzaak en wel/niet naleven ervan;
• helder wordt waarom afspraken door medewerkers niet worden nageleefd.
Voorbeelden van onderwerpen waarop in 2014 thematoetsen zijn uitgevoerd:
• toepassing van de SIT-score bij patiënten;
• toepassen van de pijnscore;
• naleven van de werkwijzen bij bereiden en toedienen van high-risk medicatie;
• naleven van afspraken over het voorkomen van verwisseling van en bij patiënten;
• opiatenbeleid;
• afspraken over de veiligheid van patiënteninformatie;
• naleving van de afspraken voor behandelbeleid en/of niet-reanimatiebeleid;
• beschikbaarheid en geschiktheid voor gebruik van zuurstofklokken;
• kwetsbare ouderen.
Uit de resultaten van veiligheidsrondes komen altijd verbetermaatregelen voort. Deze hebben veelal
betrekking op:
• het aanscherpen of verbeteren van de afspraak. Doordat medewerkers aangeven waarom zij een
afspraak niet (kunnen) opvolgen kan de afspraak worden aangescherpt;
• maatregelen voor het verhogen van de naleving, daar waar de afspraak goed is. Deze
maatregelen kunnen van disciplinaire aard zijn, maar ook in de beschikbaarheid en/of
geschiktheid van middelen liggen.
Andere recente initiatieven om de patiëntveiligheid verder te vergroten zijn:
• activiteiten in de ‘week van de patiëntveiligheid’ (november 2014) om het thema bij medewerkers
onder de aandacht te brengen, zoals:
� het houden van collegiale mini-veiligheidsaudits;
� een ziekenhuisbrede necrologiebespreking;
� het uitvoeren van een thematoets.
38
• ziekenhuisbrede necrologiebesprekingen op beide locaties over de onderwerpen communicatie
en overdracht, opname na traumaopvang, multi-morbiditeit en medicatiefouten, naast de
necrologiebesprekingen op maatschaps- of vakgroepniveau. De belangstelling en opkomst voor
deze ziekenhuisbrede besprekingen is bijzonder groot, zowel van specialisten als van
verpleging en management.
Training en opleiding
Beleid
Om veilig werken te bevorderen en zo onnodige schade te voorkomen, is het opleiden en trainen van
professionals (medisch, verpleegkundig en ondersteunend personeel) essentieel. Voor hen zijn
specifieke trainingen ontwikkeld:
• alle nieuwe medewerkers worden geïntroduceerd in patiëntveilig werken in het MCH;
• in de opleidingen van senior-verpleegkundigen en zorgmanagers is patiëntveiligheid een
standaard module;
• alle nieuwe arts-assistenten en specialisten van de onderwijs- en opleidingsregio Leiden volgen
een tweedaagse training patiëntveiligheid, ontwikkeld door het MCH;
• adviseurs, stafmedewerkers en zorgmanagers worden getraind in het uitvoeren van prospectieve
risicoanalyses op patiëntveiligheid;
• patiëntveiligheidsteams op afdelingen worden getraind in oorzaakanalyses van incidenten
(PRISMA-analyse) en in het veiliger maken van zorgprocessen;
• teams volgen een gezamenlijke training over het verbeteren van patiëntveiligheid door effectief
samen te werken (team resource management training);
• circa viermaal per jaar vinden zogenaamde ‘zeepkistbijeenkomsten’ plaats. Medewerkers die een
bijzonder resultaat hebben behaald voor het veiliger of beter maken van de afdeling, krijgen de
mogelijkheid een inspirerende presentatie te houden voor collega’s. Ook deze presentaties
worden druk bezocht en als zeer waardevol ervaren, omdat kennis op een praktische manier
wordt gedeeld;
• medewerkers die betrokken zijn bij het verbeteren van kwaliteit en veiligheid krijgen de training
‘de kunst van het klein maken’ aangeboden, een praktische training om eenvoudig en organisch
de veiligheid op de afdeling te verbeteren, met het kleinschalig testen van mogelijke oplossingen
en stapsgewijze opschaling van effectieve oplossingen.
• in de opleiding van ziekenhuisartsen wordt uitgebreid stilgestaan bij methoden en technieken
voor het bewaken en verbeteren van de patiëntveiligheid.
Resultaat
Per eind 2014 hadden meer dan 2.000 medewerkers een opleiding of training gevolgd over het
onderwerp patiëntveiligheid en over hun rol en verantwoordelijkheid.
39
Ten slotte is in 2014, in de verdere voorbereiding van de fusie tussen het MCH en Bronovo-Nebo,
gewerkt aan uniformering van werkwijzen en afspraken. Hierbij is voorrang gegeven aan onderwerpen
die risico’s opleveren voor de veiligheid van de patiënt. Voorbeelden:
• er is een top tien van risicovolle protocollen in de zorg opgesteld, met als doel deze te
uniformeren. In deze top tien staan de protocollen voor reanimatie, sedatie, antistolling, time-out
en sign-out procedures, behandelbeperking, bloedtransfusie en massaal bloedverlies, de vitaal
bedreigde patiënt en de toepassing van de SIT-score, hoofdbehandelaarschap en de procedures
bij nood en ontruiming;
• uniforme calamiteitenprocedure en gezamenlijke calamiteitencommissie;
• werkwijze bij het synchroniseren van protocollen over de locaties heen;
• uniforme afwikkeling van klachten over de patiëntenzorg;
• voorbereidingen voor gezamenlijke accreditatie door het NIAZ;
• uniforme managementrapportages voor kwaliteit, veiligheid, financiën en HRM.
4.3 Zorgprocessen
In het MCH wordt continu gewerkt aan het beheersen en verbeteren van de zorgprocessen om
daarmee de kwaliteit, veiligheid en klantgerichtheid te optimaliseren.
Procesmanagement
De samenwerking met Bronovo, het Groene Hart Ziekenhuis en LUMC leidt tot het zo optimaal
mogelijk inrichten van bepaalde patiëntprocessen vanuit patiëntperspectief, kwaliteit en efficiency.
Voor het continu verbeteren van processen wordt een intern ontwikkelde methodiek voor
procesverbetering (MEDIC) gebruikt. Daarnaast is er in 2013 een methodiek ontwikkeld om processen
vast te leggen en te beheersen, die in 2014 op verschillende patiëntprocessen is toegepast. Deze
ontwikkeling sluit ook aan op wat het NIAZ van ons vraagt. Een aantal verbeterde zorgprocessen staat
hieronder omschreven.
Proces mamma-oncologie
In 2014 is het hele proces voor patiënten met een verdenking op een mammacarcinoom
herontworpen. Vanaf 27 oktober 2014 is een volledig multidisciplinaire gezamenlijke mammapoli in
MCH Antoniushove ingericht, waar naast de chirurg ook een verpleegkundig specialist, internist-
oncoloog, radiotherapeut en mammacare-verpleegkundige bij betrokken zijn. Patiënten kunnen
voortaan dagelijks terecht, hebben alle benodigde afspraken op dezelfde dag en horen binnen één
werkdag of zij borstkanker hebben of niet. Alle betrokken specialisten stellen dagelijks in een
multidisciplinair overleg een op maat gemaakt behandeladvies voor elke patiënt vast. In MCH
Westeinde en in Bronovo kunnen patiënten daarnaast ook nog een dagdeel per week terecht.
40
Knie- en heupoperaties
Voor zowel knie- als heupoperaties gebruikt het MCH het zorgpad ‘goed en snel herstel’, gericht op
betere voorbereiding van en betere communicatie met de patiënt. Het zorgpad bevat duidelijke doelen
voor elke dag vanaf de operatie. Zo weten patiënten precies wat ze weer moeten kunnen voor
ontslag. De patiënt gaat zo snel mogelijk naar huis om daar verder aan te sterken en te revalideren.
In 2014 is per afdeling gekeken naar verbetermogelijkheden voor het proces. Het gaat ervan uit dat
patiënten niet ziek zijn, maar dat slechts ‘een onderdeel’ wordt vervangen. Vier uur na de operatie
starten patiënten al met mobiliseren. Om dit te laten slagen, is betrokkenheid en inzet nodig van zowel
de patiënt als alle betrokken medewerkers (preoperatieve poli, OK, verpleegafdelingen en
fysiotherapie). Op de polikliniek is een verpleegkundig consulent aangetrokken die in een zelfstandig
spreekuur de patiënt de nodige voorlichting geeft over het totale traject. In 2015 wordt ingezet op het
beter informeren van zorgmanagers en medewerkers over het proces en informatie-uitwisseling
tussen afdelingen.
OK-proces
Eind 2013 heeft de afdeling Procesverbetering het OK-proces geanalyseerd met betrokkenen. Om het
OK-proces continu te kunnen verbeteren, is in 2014 in het ziekenhuisinformatiesysteem (EZIS) de
mogelijkheid toegevoegd om vertragingsredenen te registreren. Zo kunnen leidinggevenden meer grip
krijgen op het proces. Ook zijn er nieuwe EZIS-schermen ontwikkeld die het mogelijk maken te
plannen op basis van historische operatietijd. Een aantal specialismen is overgestapt op deze nieuwe
systematiek. Verdere implementatie vindt begin 2015 plaats. Het beoogde resultaat is een realistische
en uitvoerbare OK-planning, met zo min mogelijk uitloop en afzeggingen.
Invoering SBAR-methode voor verpleegkundige overdracht
Het MCH gebruikte de SBAR-methode al voor de overdracht naar artsen in acute situaties. In 2014 is
deze vorm van overdracht volledig ingevoerd voor de overdracht naar verpleegkundigen. De SBAR-
methodiek (Situation, Background, Assessment, Recommendation) is een internationale standaard
voor het overdragen van patiënten naar een andere discipline, maar ook voor patiëntgebonden
problemen waarbij overleg noodzakelijk is. De methode brengt structuur in de overdracht en verbetert
daarmee de patiëntveiligheid. Verpleegkundigen geven een oordeel over de situatie van een patiënt
en doen een aanbeveling voor hun opvolger op de eigen of een andere afdeling. Zij richten zich
daarbij niet alleen op hoe de patiënt zich nu voelt, maar ook op mogelijke ontwikkelingen in het
ziektebeeld.
Acute Opname Afdeling Interne Geneeskunde
Het proces dat acute patiënten van de Interne Geneeskunde doorlopen is in 2014 gestructureerd. Er
is gestart met een Acute Opname Afdeling (AOA). Patiënten van Interne Geneeskunde die vanaf de
SEH worden opgenomen, komen allereerst terecht op deze AOA. Tijdens dit verblijf van maximaal 48
uur wordt versnelde diagnostiek verricht, de medicatie geverifieerd en zo snel mogelijk een
behandelplan opgesteld. Bijna 50% van de patiënten mag na dit verblijf op de AOA met ontslag naar
41
huis. Mocht langere opname noodzakelijk zijn, dan wordt de patiënt opgenomen op een reguliere
verpleegafdeling Interne Geneeskunde. Het stroomlijnen van dit proces in een AOA zorgt binnen de
interne geneeskunde voor een kortere ligduur op de SEH, kortere opnameduur, hogere kwaliteit van
zorg en hogere patiënttevredenheid.
Medicatieproces
In 2014 is het project om het medicatieproces te verbeteren op het snijvlak van apotheek en afdeling
voortgezet. Het medicatieproces is verder in kaart gebracht en er zijn verbeteracties ingezet.
Medicatieverificatie
Op enkele afdelingen in MCH Westeinde en MCH Antoniushove is een pilot gestart waarbij
medicatieverificatie plaatsvindt bij zowel opname als ontslag, door een daarvoor getrainde
apothekersassistent. Specialisten en arts-assistenten kunnen op basis van betere informatie veiliger
voorschrijven, en zowel patiënten als openbare apotheken worden beter geïnformeerd. Daarnaast
zorgt de aanwezigheid van de assistenten op de afdeling voor een betere en snellere communicatie.
Zij kunnen vragen over medicatie beantwoorden en problemen met betrekking tot de levering van
medicatie snel oplossen.
Elektronische toedieningsregistratie (eTR)
Op twee afdelingen in MCH Westeinde is gestart met een pilot eTR. De papieren
medicatieverantwoordingslijst is vervangen door een digitale variant en de patiënteninformatie in Ezis
kan aan bed worden bijgehouden. Op beide afdelingen is de pilot succesvol. Verpleegkundigen
kunnen op elke werkplek in één oogopslag zien wat de patiënt wel en niet toegediend heeft gekregen
en zijn geen tijd meer kwijt aan het inplakken van etiketten.
Zorgpaden Cardiologie
In MCH Antoniushove wordt binnen de cardiologie invulling gegeven aan ‘Chronische Cardiologie 3.0’.
Dat is zorg met als uitgangspunt: een sterke relatie met de eerste lijn, om daarmee de zorg voor
chronische patiënten te verbeteren. Onderdeel hiervan is de invoering van zorgpaden, zoals voor
cardiogenetica, hartfalen, de collapsstraat, de emboliestraat en de ‘pijn op de borst (POB)’-straat.
Deze processen worden steeds verder verbeterd.
Project ‘op weg naar de nieuwbouw’
Bij MCH Antoniushove wordt een nieuw beddenhuis gebouwd. Dit zal in de tweede helft van 2015 in
gebruik worden genomen. Daarin komen twee klinische verpleegvloeren: snijdend en beschouwend.
Hoewel de fysieke situatie nu nog niet is veranderd, werken de voorheen zes verpleegvloeren vanaf
2014 al samen op basis van twee vloeren. Er is een reductie van 28 klinische bedden gerealiseerd,
waarbij de productie in grote lijnen gelijk is gebleven. Dezelfde soort zorg is zoveel mogelijk
geconcentreerd, ten behoeve van de kwaliteit en efficiëntie. De ‘bed=bed-cultuur’ is geïntroduceerd;
bedden worden niet voor een specialisme gereserveerd maar flexibel toegewezen. Ook is de functie
van beddencoördinator geïntroduceerd binnen het opnamebureau en is het proces ‘interne
42
overplaatsing’ geborgd. Werktijden zijn geüniformeerd en zorgmanagers hebben voor hun teams
scholing georganiseerd. De werkindeling en overlegstructuur van alle verpleegafdelingen zijn op
elkaar afgestemd. In diverse werkgroepen en medische klankbordgroepen is verder hard gewerkt aan
twintig procesverbeteringen die een voorbeeld moeten zijn voor het hele ziekenhuis. Zo is het proces
visite lopen geïmplementeerd en geharmoniseerd, is er een COPD- en pneumonie-zorgpad
ontworpen en is er een start gemaakt met de zorgpaden urineweginfectie, ERAS voor de urologie en
gynaecologie. Het omvangrijke project ‘op weg naar de nieuwbouw’ is een pragmatische, efficiënte en
gedragen procesverbetering gebleken.
Opnamelounge MCH Antoniushove
Sinds 1 oktober 2014 is in MCH Antoniushove gefaseerd een opnamelounge in gebruik genomen.
Hier melden patiënten zich voor een geplande operatie. Na de herinrichting van de verpleegvloeren
was er niet altijd een bed beschikbaar voor een op te nemen patiënt. Opnameproces en
verpleegproces liepen door elkaar, wat tot onrust en verstoringen leidde. In de opnamelounge zijn
deze processen gescheiden. Er is voldoende tijd en aandacht voor de patiënt tijdens het opname-,
verpleeg- en ontslagproces, wat tevens voor meer focus en rust zorgt bij de verpleegkundigen. Door
deze scheiding zijn er tevens op het juiste moment voldoende verpleegbedden beschikbaar.
Liesbreukcentrum
Het MCH en Bronovo hebben de liesbreukoperaties geconcentreerd in Bronovo. Door deze bundeling
van expertise kan optimale kwaliteit van zorg en behandeling van liesbreuken geboden worden. Het
aantal chirurgen dat deze operaties uitvoert is teruggebracht naar zeven. Zij hebben zich
gespecialiseerd in twee operatietechnieken en er worden drie verdovingsmogelijkheden geboden.
Operaties en (na)zorg gebeuren in Bronovo, ook voor patiënten van het MCH. Uit een eerste evaluatie
blijkt dat patiënten de zorg een 8,2 geven. 85% van de patiënten raadt het centrum aan anderen aan.
Ook het medische resultaat over het eerste half jaar is goed: slechts 0,4% van de patiënten krijgt te
maken met infectie of moet opnieuw geopereerd worden.
Draaiboek Ebola
Het MCH heeft een multiculturele patiëntenpopulatie. Met het oog op de Ebola-uitbraak in West-Afrika,
heeft het MCH er rekening mee gehouden dat zich een patiënt met ebolabesmetting zou kunnen
aandienen. Ons handelen op het gebied van multiresistente (ziekenhuis)bacteriën is daarom herzien
en aangescherpt. De afdelingen Medische Microbiologie en Hygiëne en Infectiepreventie zijn er, met
ondersteuning van de afdeling Procesverbetering, in geslaagd om in korte tijd een specifiek
Eboladraaiboek te ontwikkelen. Een patiënt met Ebola wordt volgens landelijke afspraken behandeld
in een UMC. In het draaiboek is er - vanaf opvang van de patiënt tot aan vervoer naar het UMC -
aandacht voor de patiënt, maar vooral ook voor de bescherming en veiligheid van de medewerker.
Het draaiboek is uitvoerig getest in samenwerking met de SEH.
43
TIA spoedservice
De TIA spoedservice in MCH Westeinde is per juni 2014 verplaatst naar de SEH. Doel is patiënten
nóg sneller te kunnen onderzoeken en behandelen en iedere vorm van vertraging te voorkomen. Het
risico op een (nieuw) herseninfarct is namelijk erg hoog; patiënten lopen ongeveer 4% risico op een
nieuwe TIA binnen de eerste 48 uur en 8% binnen een week. Huisartsen kunnen patiënten met
verdenking op een TIA na overleg met de dienstdoende neuroloog of arts-assistent met spoed
verwijzen naar de SEH.
4.4 Instrumenten patiënttevredenheid
In 2014 is doorgegaan met het verder uitrollen van de online versie van het instrument ‘U maakt ons
beter’, een patiënten-feedbacksysteem. Eind 2014 konden patiënten bij bijna alle poliklinieken en een
deel van de verpleegafdelingen online feedback geven. Deze feedback komt direct bij de juiste
afdeling terecht, die snel kan reageren en direct met verbeteringen aan de slag kan. Met de online
versie kunnen afdelingen bovendien makkelijker van elkaar leren, omdat ze elkaars reacties kunnen
zien.
Het instrument ‘U maakt ons beter’ levert veel kleine verbeteringen op. Zowel managers als
medewerkers kunnen na het lezen van een reactie actie ondernemen. In 2014 werd bijvoorbeeld
verschillende malen door patiënten de behoefte geuit aan meer privacy en rust tijdens de intake voor
een operatie. Onder andere die feedback heeft geleid tot de ‘opnamelounge’. In deze lounge worden
patiënten in alle rust ontvangen voor een operatie, door verpleegkundigen die op dat moment alleen
met opnames bezig zijn. De opnamelounge wordt in 2015 verder ontwikkeld.
Naast ‘U maakt ons beter’ worden ook afdelingsspecifieke onderzoeken uitgevoerd, waaronder het
CQI onderzoek naar borstkanker op de mammapoli.
4.5 Risicomanagement
Risicomanagement heeft in het MCH volop aandacht. Inzicht in risico’s draagt bij aan het nemen van
verantwoorde besluiten om de lange-termijndoelen van het MCH te realiseren.
In 2009 is begonnen met de invoering van een integraal systeem voor risicomanagement, dat is
ingebed in de planning- en controlcyclus. Sinds 2010 is deze aanpak van kracht, die zich als volgt laat
karakteriseren:
• er zijn risicoclusters benoemd;
• jaarlijks worden de risico’s in ieder risicocluster benoemd en beoordeeld;
• de risico’s zijn vastgelegd in een risicoregister.
In 2014 zijn, om de actualiteit en de slagvaardigheid van het risicomanagement te vergroten, de
volgende aanpassingen aangebracht in het systeem voor risicomanagement:
• door samenvoegen van risicoclusters is het aantal clusters teruggebracht van twaalf naar zeven;
• de focus is gelegd op de actuele risico’s;
44
• ieder risicocluster heeft een eigenaar toegewezen gekregen die verantwoordelijk is voor de juiste
en volledige inventarisatie van de actuele risico’s en ervoor zorgdraagt dat verbeterpunten uit de
risico-inventarisatie worden belegd in de organisatie.
Risico-
gebied
#
Risicocluster INK-model Eigenaar
1 Omgeving, markt, strategie en beleid,
deelnemingen, externe relaties
Leiderschap
Beleid & Strategie
Secretaris raad van bestuur
2 Personeel, arbo, opleidingen, cultuur Personeel Manager HRM
3 Medische technologie en apparatuur Middelen Organisatorisch Manager divisie
Behandelend
4 Financiën, investeringen, treasury,
planning & control, sales
Middelen Manager EAB
5 Gebouwen en technische systemen Middelen Manager Facilitair Bedrijf
6 ICT (informatisering, automatisering) Middelen Manager Stafgroep
Ondersteuning
7 Zorg- en zorgondersteunende
processen
Processen Organisatorisch Manager divisie
Snijdend
Resultaten:
Er zijn 38 risico’s benoemd en 51 maatregelen genomen om de risico’s te minimaliseren. De
belangrijkste risico’s voor het MCH hangen samen met:
• betrouwbaarheid van infrastructuur en technische voorzieningen;
• ontwikkelingen in de markt, zoals het inkoopbeleid van zorgverzekeraars en concurrentie van
andere ziekenhuizen en focusklinieken;
• de politieke besluitvorming en de mogelijk financiële consequenties daarvan;
• wijzigingen in de verhouding tussen het ziekenhuis en de medische staf door de regelgeving
vanaf 2015.
Voorbereiding gezamenlijke aanpak
In voorbereiding op de fusie tussen het MCH en Bronovo-Nebo is voor het risicomanagement vanaf
2015 een gezamenlijke aanpak uitgewerkt en vastgesteld. De aanpak kenmerkt zich door:
• maximaal gebruik van de in de organisatie aanwezige kennis over risico’s bij experts van een
onderwerp en betrokkenen;
• risicodenken en risico beoordelen integreren in bestaande werkwijzen en routines;
• accent op actuele risico’s zonder op voorhand potentiele risico’s uit te sluiten;
• inhoudelijk betrokkenen en verantwoordelijken ervaren de risicoaanpak als een waardevolle en
praktische aanvulling voor de uitvoering van hun taken en verantwoordelijkheden.
45
4.6 Wetenschappelijk onderzoek en opleidingen
Wetenschap en opleidingen behoren, naast patiëntenzorg, tot de kerntaken van het MCH. Het
Landsteiner Instituut levert een belangrijke bijdrage aan de professionalisering van het MCH door
opleiding, ontwikkeling van medewerkers en wetenschappelijk onderzoek. Op deze gebieden wordt
nauw samengewerkt met onderwijsinstellingen én leerhuizen of opleidingsafdelingen van andere
ziekenhuizen in de regio.
4.6.1 Wetenschappelijk onderzoek
Advisering lokale uitvoerbaarheid door wetenschapscommissie
Voorstellen voor wetenschappelijk onderzoek worden voorgelegd aan de Wetenschapscommissie, die
de raad van bestuur adviseert over de lokale uitvoerbaarheid. Dit geldt zowel voor WMO-plichtig als
niet-WMO-plichtig (Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen) onderzoek. De
Wetenschapscommissie wordt hierin ondersteund door het wetenschapsbureau. In 2014 zijn 103
studievoorstellen goedgekeurd door de wetenschapscommissie; 19 keer daarvan betrof het een
amendement van een eerder goedgekeurd onderzoek.
Beoordeeld worden:
• de onderzoeksbegroting door een financial controller;
• de kwaliteit van het onderzoek en de onderzoeker, zoals voorgesteld door STZ, IGZ en VWS
door de Wetenschapscommissie;
• eventueel het sponsorcontract door een jurist.
Daarnaast zijn 12 studies die in 2014 zijn ingediend (nog) in behandeling bij het wetenschapsbureau
en de wetenschapscommissie. Voor 28 (investigator-initiated) studies is geld toegekend uit het
wetenschapsfonds, met een totaalbedrag van € 197.646. Meer informatie staat in het jaarverslag van
de wetenschapscommissie.
Scholing voor onderzoekers
Het wetenschapsbureau heeft drie GCP-training (Good Clinical Practice) georganiseerd voor 46
onderzoekers (specialisten, al dan niet in opleiding, en verpleegkundigen). Daarnaast heeft het
wetenschapsbureau twee basistrainingen medische statistiek met SPSS en één training over
hetzelfde onderwerp voor gevorderden georganiseerd.
Trialbureau
In het MCH komen jaarlijks veel aanvragen binnen voor ondersteuning in de voorbereiding en bij de
uitvoering van (met name) fase III- en IV-onderzoeken. Tevens is er een toename van
wetenschappelijk onderzoek dat in het MCH is geïnitieerd. De researchverpleegkundigen van het
trialbureau hebben in 2014 ruim 30% meer wetenschappelijke onderzoeken ondersteund dan in 2013:
• dertien studies door de internist-oncologen, waarvan er twee zijn afgesloten in 2014;
• zes studies voor de internist-hematologen;
• twee studies voor de MDL-artsen;
46
• drie studies voor de internist-endocrinologen;
• een studie van de internist-geriater;
• twee studies voor de urologen;
• vier studies voor heelkunde, waarvan één multi-center onderzoek dat is opgestart vanuit het
MCH, één studie is afgesloten in 2014;
• een studie voor anesthesie;
• een studie voor de apotheek welke is afgesloten in 2014;
• een studie van kindergeneeskunde.
Eind 2014 was het trialbureau bezig met het voorbereiden en/of indienen van minstens 11 trials.
De formatie van researchverpleegkundigen van het trialbureau is uitgebreid met 0,44 fte en bedraagt
in 2015 in totaal 1,9 fte.
�
Wetenschapsmiddag
Op 7 november heeft de wetenschapscommissie in samenwerking met de centrale
opleidingscommissie (COC) de MCH Wetenschapsmiddag georganiseerd. Medisch specialisten (in
opleiding), paramedici en gespecialiseerde verpleegkundigen hebben daar hun wetenschappelijk
onderzoek gepresenteerd. Er zijn 28 abstracts ontvangen. Door een jury vanuit de
wetenschapscommissie zijn uit alle aanmeldingen acht mondelinge presentaties geselecteerd. De
overigen hadden een posterpresentatie. Tijdens de wetenschapsmiddag ging de prijs voor de beste
presentatie naar Michiel van Veelen, AIOS SEH, voor zijn onderzoek ‘spoedzorg, is een geïntegreerde
24-uurs huisartsenpost in het ziekenhuis de oplossing?’. De prijs voor de beste poster werd door het
publiek gegeven aan Stan Jansen, ten tijde van het onderzoek semi-arts bij KNO en Heelkunde, voor
zijn onderzoek naar chirurgische excisie van huidtumoren in het gelaat. De keynote lecture werd
verzorgd door professor Henk Struikmans van radiotherapie, met als titel ‘bestraling en borstkanker
anno 2014, less is better’. De middag is goed bezocht door opleiders, medisch specialisten,
assistenten (niet-)in- opleiding (A(N)IOS), paramedici en gespecialiseerde verpleegkundigen.
Medische bibliotheek
Medewerkers van het ziekenhuis kunnen in de Medische Bibliotheek terecht voor het gebruiken van
de boeken- en tijdschriftencollectie, ondersteuning bij het zoeken naar literatuur of informatie en voor
diverse cursussen, zoals de opfriscursus PubMed en Reference Manager.
De Medische Bibliotheek werkt op diverse manieren samen met de Walaeus Bibliotheek van het
LUMC en de andere medische bibliotheken in de regio. Meer informatie is te vinden in het jaarverslag
van de bibliotheekcommissie.
MCH-wetenschapsbeurs voor wetenschappelijk onderzoek
In 2014 heeft de Wetenschapscommissie acht onderzoeksvoorstellen ontvangen en beoordeeld. De
jury heeft vier onderzoeksvoorstellen gehonoreerd met een studiebeurs:
• Ellen van Minderhout, orthoptist oogheelkunde: promotietraject. Klinisch onderzoek naar de
effectiviteit en veiligheid van anticholinergische oogdruppels bij een pediatrische populatie.
47
• Mignon van Gent, AIOS gynaecologie: promotietraject. Onderzoek op het gebied van
oncologische gynaecologie naar Tailoring van behandeling in vroeg stadium van oncologische
gynaecologie.
• Kirsten Dorresteijn, AIOS neurologie: De PALADIN studie. Is procalcitonine een betrouwbare
parameter voor de detectie van een bacteriële intracerebrale draininfectie?
• Christa Nederstigt, AIOS interne geneeskunde: promotietraject. Onderzoek naar ontwikkeling en
voorkomen van schildklierziekten bij 1300 patiënten met diabetes type 1, die gedurende langere
tijd gevolgd zijn.
De vier kandidaten zijn met de MCH-studiebeurs gedurende een jaar een dag per week vrijgesteld
van opleiding, om zich te wijden aan (het voorgestelde) wetenschappelijk onderzoek. Dit wordt
gefinancierd uit het MCH-wetenschapsfonds.
Wetenschappelijke stages
Via de MCH-website kunnen studenten van bijvoorbeeld de opleidingen Geneeskunde, Biomedische
Wetenschappen, Bewegingswetenschappen en Beleid en Management in de Gezondheidszorg
reageren op de mogelijkheid van een wetenschappelijke stage in het MCH. Vanaf medio 2014 worden
deze aanvragen verzameld op het secretariaat van het Landsteiner Instituut en wordt door de
stafmedewerker Wetenschap bemiddeld voor een stageplaats. In het verslagjaar zijn 35 verzoeken
voor een stageplaats ontvangen en zijn, voor zover bekend, twaalf studenten gestart met een
wetenschappelijke stage.
4.6.2 Opleidingen
Initiële beroepsopleidingen en vervolgopleidingen
Het MCH is een erkend leerbedrijf en biedt een breed pakket aan beroepsopleidingen. Per jaar heeft
het MCH ongeveer 100 beroepsbeoefenaren via de ‘werken leren’-variant in opleiding. Daarnaast
biedt het MCH stageplaatsen voor diverse beroepsopleidingen.
Ook bood het MCH de Haagse Hogeschool in het schooljaar 2013-2014 twee leerafdelingen in het
ziekenhuis. Hiermee wordt een groot aantal extra HBO-V stageplaatsen aangeboden. Om de kwaliteit
van begeleiden te versterken wordt er geïnvesteerd in het opleiden van de begeleiders op de diverse
afdelingen in de vorm van blended learning. Er wordt een e-learning module geboden in combinatie
met praktijktrainingen. Binnen de regio Den Haag werkt het MCH mee aan een strategische alliantie
op het gebied van beroepsopleidingen. Hier zijn het ROC Mondriaan, de Hogeschool Den Haag en
andere ziekenhuizen bij betrokken. Speerpunt is het beter integreren van onderwijs in de praktijk en
vice versa, en het verbeteren van de mobiliteit tussen opleidingen.
Vervolgopleidingen
Na het volgen van een initiële opleiding, biedt het MCH tal van mogelijkheden voor het volgen van een
specialistische vervolgopleiding. Alle verpleegkundige vervolgopleidingen als ook de
beroepsopleidingen voor radiotherapeutisch laborant en OK- en anesthesieassistent hebben de CZO-
48
erkenning. Vier nieuwe erkenningen zijn ontvangen: de opleiding voor Geriatrie Verpleegkundige,
Medium Care Verpleegkundige, Radiodiagnostisch Laborant (duaal) en Deskundige Infectiepreventie.
Opleiding geneeskunde
Jaarlijks worden studenten Geneeskunde uit het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) in hun
derde tot en met zesde leerjaar voor praktijkonderdelen van hun studie begeleid in het MCH.
Eén keer per jaar krijgen groepen derde- en vierdejaarsstudenten gedurende acht bijeenkomsten
begeleiding bij hun eerste ervaringen in de praktijk. Daarnaast lopen jaarlijks ruim 300 studenten
gedurende vier tot tien weken hun coschappen in het MCH. Verder volgen ongeveer 40 studenten een
keuzecoschap van vijf tot tien weken en lopen ruim 60 zesdejaars studenten gedurende zestien
weken hun semi-artsenstage.
Medisch-specialistische opleidingen
Naast medisch specialisten leidt het MCH ziekenhuisapothekers, klinisch psychologen, GZ-
psychologen, klinisch fysici, klinisch chemici, sportartsen, ziekenhuisartsen en SEH-artsen op.
De Centrale OpleidingsCommissie (COC) onderhoudt samen met het Landsteiner Instituut een intern
systeem voor toetsing van de kwaliteit van de vervolgopleidingen. Zowel met de artsen in opleiding tot
specialist (aios) als met de opleiders wordt overlegd over mogelijkheden voor verbetering. De COC
kent een Dagelijks Bestuur (DB) dat maandelijks vergadert.
De (arts-)assistenten van alle vakgroepen wordt jaarlijks verzocht de Direct-enquête in te vullen.
Vervolgens spreekt het DB per vakgroep met een vertegenwoordiging van hen en aansluitend met de
opleider. De commissie streeft ernaar viermaal per vijf jaar alle opleidende vakgroepen op deze
manier onder de loep te nemen. De verslagen ervan zijn vertrouwelijk in verband met het ‘blame free’
bespreken en onderzoeken van het leer- en opleidingsklimaat.
Met dit systeem voor interne kwaliteitsbewaking worden eventuele aandachtspunten in de opleidingen
in een vroeg stadium gesignaleerd en aangepakt. Het is tevens een goede manier om visitaties voor
te bereiden, vakgroepoverstijgende problemen te signaleren en bij opleiders en raad van bestuur
onder de aandacht te brengen.
Daarnaast kent het MCH een meldpunt, waartoe arts-assistenten zich kunnen wenden bij problemen.
Meldingen zijn vertrouwelijk. Ook zijn er drie vakgroepen (interne geneeskunde, neurologie en
obstetrie & gynaecologie) die voor hun arts-assistenten intervisiebijeenkomsten organiseren, geleid
door medisch psychologen. Sinds 2013 is er ook een vertrouwenspersoon voor arts-assistenten en
coassistenten.
Samen met de opleiders coördineert het Landsteiner Instituut de aanvragen en afhandeling van de
bekostiging van de medische vervolgopleidingen. Met ingang van 2013 is dit geen subsidieregeling
van VWS meer, maar een beschikbaarheidsbijdrage van de NZa.
Ontwikkeling
Opleiden en het trainen van vaardigheden is belangrijk voor alle medewerkers en specialisten. Zij
worden daarom in de gelegenheid gesteld om zowel intern als extern scholing te volgen. Voor
49
verschillende beroepsgroepen zijn er scholingsprogramma’s op specifieke vakterreinen of
onderwerpen, vaak in samenwerking met het Landsteiner Instituut georganiseerd. Voorbeelden: de
scholing objectief beoordelen voor toetsers van voorbehouden handelingen of apparatuur, de
praktijkworkshopdagen voor verpleegkundigen, de scholing van bedreigde vitale functies voor
verpleegkundigen van onder andere de kinderafdeling, overdragen aan de hand van de SBAR-
methode, klinisch redeneren en de agressiereductie-trainingen. Voor de vaardigheidstrainingen zoals
de ALS, APLS en ABCDE, worden specialistische verpleegkundigen ingezet als instructeur.
De eerste, door de Nederlandse Reanimatieraad erkende, ALS cursus is gegeven door het
Landsteiner Instituut. In het kader van patiëntveiligheid zijn meerdere arts-assistenten, samen met de
opleider of supervisor, en verpleegkundigen van de acute specialismen getraind in acute situaties.
Deze trainingen zijn gericht op communicatie, samenwerken en medisch handelen binnen eigen en
afdelingsoverschrijdende specialismen.
Management Development
In 2014 is uitvoering gegeven aan de jaarkalender voor het middenmanagement, die in 2013 is
ontwikkeld door HRM, het divisiemanagement en het Landsteiner Instituut. Het aanbod bestaat uit
interne informatiebijeenkomsten, kennisdelen en een facultatief aanbod van trainingen over specifieke
onderwerpen. Daarnaast hebben enkele zorgmanagers deelgenomen aan een scholingsprogramma
voor het middenkader van alle STZ-ziekenhuizen, in samenwerking met de Nijenrode Business
Universiteit.
Door de medische staf en het Landsteiner Instituut is een leergang zorgmanagement opgezet voor
specialisten uit de Coöperatie met ambities op het vlak van leidinggeven, De eerste leergang is
afgerond en een tweede groep is gestart.
Kwaliteitsimpuls zorginstellingen
Een strategisch opleidingsplan 2014-2017 is opgesteld in het kader van de subsidieregeling
‘Kwaliteitsimpuls zorginstellingen’.
Landsteiner Leerplein
De opleidingsprofielen van de zorgafdelingen en de daarbij behorende kwaliteitsregels zijn verwerkt in
het kwaliteitsdashboard van het Landsteiner Leerplein. Per functie en medewerker is inzichtelijk
gemaakt welke scholingsactiviteiten de medewerker moet volgen en met welke herhalingsfrequentie.
E-learning
ProfPortaal Zorg is opgestart, een nieuw initiatief op het gebied van e-learning. ProfPortaal Zorg
ontwikkelt, onderhoudt en beheert ‘content’ voor en met de zorg. Dat betekent dat niet elke instelling
zelf content hoeft te maken of in te kopen. Dat levert een kostenbesparing en flexibiliteit op.
ProfPortaal Zorg is ontstaan uit een gezamenlijk initiatief van het Landsteiner Instituut (namens
Bronovo, Groene Hart Ziekenhuis en Medisch Centrum Haaglanden) en enkele andere grote
ziekenhuizen en andere zorginstellingen in Nederland.
50
4.7 Samenleving en milieu
Milieu
Relevante wet- en regelgeving op het gebied van milieu, specifiek voor de ziekenhuisbranche, zijn
onder andere de Wet milieubeheer, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de Kernenergiewet.
Alle drie zijn inmiddels opgegaan in de overkoepelende omgevingsvergunning.
Uiteraard kunnen we meer doen dan dat wat de wet- en regelgeving voorschrijft. In het ziekenhuis
werken wij bijvoorbeeld met strikt gescheiden afvalstromen, waarbij ook het kantoorafval zoveel
mogelijk voor hergebruik wordt ingezameld en voor verwerking wordt aangeboden.
Doelen
Zorg voor het milieu is in onze organisatie een continu gegeven. Bovendien voelen wij ons betrokken
bij de maatschappij in de volle breedte. Als ziekenhuis kunnen en willen we bijdragen aan het welzijn
van anderen.
Meer concreet onderscheiden wij de volgende doelen op het gebied van milieu:
• Energiebeheer.
Het MCH streeft naar beperking van het energiegebruik door middel van onderstaande
maatregelen:
� gebruik van energiezuinige verlichting;
� afwegen warmte- en koellast bij aanschaf van apparatuur;
� voorkomen van het lekken van warmte door goede isolatie;
� oplossingen bij verbouw- en nieuwbouwprojecten die het energieverbruik verminderen;
� aandacht voor meet- en regelonderhoud, koel- en warmteprocessen, opheffen van elkaar
tegenwerkende processen;
• Hergebruik goederen.
Het MCH streeft ernaar zoveel mogelijk goederen te hergebruiken, om het beslag op natuurlijke
bronnen te beperken. Uitgangspunten in de milieuzorg van het MCH zijn het voldoen aan de
wettelijke eisen die hiervoor gelden en de zorg voor een milieuvriendelijke omgeving;
• Structureel worden interne controles en evaluaties op het gebied van de inzameling van
reststoffen opgenomen in periodieke interne audits.
Resultaten
• Het verbruik van energie, gas en stadsverwarming is aanzienlijk verminderd ten opzichte van
2013. In MCH Westeinde is in 2014 een daling van 9,4% gerealiseerd in het gasverbruik en een
daling van 15,1% in het gebruik van stadsverwarming. Het energieverbruik is gestegen met 2,3%.
In MCH Antoniushove is het gasverbruik met 23,2% afgenomen en het energieverbruik met 4,6%
gedaald.
• De totale hoeveelheid afval is in 2014 nauwelijks gewijzigd ten opzichte van 2013. Voor MCH
Westeinde is de hoeveelheid van de grote stromen zoals bedrijfsafval, specifiek ziekenhuisafval
(SZA) en de inkoop van de Wiva-vaten niet noemenswaardig gewijzigd. Ook de opbrengst van
papier en karton is nagenoeg gelijk gebleven.
51
Voor MCH Westeinde is ten opzichte van 2013 € 3.000 minder uitgegeven aan transportkosten,
door de aankoop van een nieuwe perscontainer met groter volume. Het bedrag voor de huur van
een tijdelijke pers à € 2.500 is komen te vervallen.
Voor MCH Antoniushove is het bedrijfsafval afgenomen met 6 ton op jaarbasis, van 170 ton naar
164 ton. De overige afvalstromen zijn nagenoeg gelijk gebleven.
52
5 Management van middelen
5.1 Financieel beleid
Ontwikkelingen in 2014
In 2014 heeft het MCH de jaarrekening 2013 gedeponeerd, waarbij de accountant een verklaring met
een sectorale beperking heeft afgegeven vanwege de risico’s en onduidelijkheden met betrekking tot de
registratie en facturatie. Achtergrond was de discussie over de open normen die in de loop van 2014
door de regelgever met terugwerkende kracht zijn aangepast. Hierdoor kon in de gehele sector de
juistheid en betrouwbaarheid van de omzet met onvoldoende zekerheid worden ingeschat. In juli 2014 is
ten gevolge van dit landelijke probleem een zelfonderzoek gestart naar de declaraties over 2012 en
2013. Uitgangspunt hierbij was dat wanneer de ziekenhuizen dit zelfonderzoek afronden,
zorgverzekeraars geen materiële controles meer zullen uitvoeren over de jaren tot en met 2013 en dat
eventueel te veel ontvangen omzet door onjuiste toepassing van de regelgeving door de ziekenhuizen
zullen worden terugbetaald aan de zorgverzekeraars. Voor MCH hebben de uitkomsten van het
zelfonderzoek geleid tot een correctie van € 1,7 mln. op de gedeclareerde omzet over 2012 en 2013.
Omdat over deze jaren al sprake was van een overdekking op de gemaakte afspraken met
zorgverzekeraars heeft dit uiteindelijk geen effect op de omzet voor de jaarrekening. De accountant zou
op basis van de gegevens over 2013, zoals die in december 2014 beschikbaar waren, een
goedkeurende verklaring bij de jaarrekening 2013 hebben gegeven.
In 2014 is het Transitiebedrag definitief vastgesteld. In de jaarrekening 2013 is rekening gehouden met
een te ontvangen bedrag uit de Transitieregeling ter waarde van € 5 mln. De definitieve vaststelling van
het Transitiebedrag in december is nog hoger uitgevallen, waardoor in de jaarrekening 2014 een
eenmalige bate van € 3,3 mln. is opgenomen.
De basis voor de bepaling van de omzet 2014 vormt de handreiking omzetverantwoording zoals die in
2013 is vastgesteld. De omzet 2014 bevat de gefactureerde DOT Zorgproducten, de mutatie op de nog
te factureren DOT Zorgproducten en de mutatie onderhanden werk. Deze omzet is gecorrigeerd voor:
• Voorzichtigheid vanwege de rechtmatigheidscontroles die over 2014 nog dienen plaats te vinden.
Hiervoor is een percentage van 1% van de factuurwaarde 2014 gehanteerd;
• Nuancering als gevolg van afspraken met zorgverzekeraars zoals deze in de contracten zijn
opgenomen.
In 2014 is met de ING overeenstemming bereikt over een kredietfaciliteit van € 24,9 mln. Het
Waarborgfonds staat borg voor de leningen onder deze faciliteit, maar wilde hiervoor zekerheid in de
vorm van een hypotheek op het onroerend goed van het MCH en verpanding van de hierin aanwezige
inventaris. Als gevolg hiervan is eind 2014 een hypotheek gevestigd van € 106 mln., waarin de totale
uitstaande financiering is onder gebracht. De begunstigden zijn het Waarborgfonds, de ING en de Staat.
53
In 2014 heeft eveneens de aanbesteding voor de nieuwbouw van de Radiotherapie op locatie
Antoniushove succesvol plaatsgevonden. In de loop van 2015 zal worden gestart met de nieuwbouw.
Er is een projectgroep ingesteld die toeziet op de voortgang, de Raad van Bestuur adviseert en de
uitgaven monitort. Bij het Waarborgfonds zal een borgstellingsverzoek worden ingediend voor de bij
consolidatie zo nodig aan te trekken financiering.
Jaarverantwoording
In de geconsolideerde jaarrekening zijn de cijfers opgenomen van het MCH en de deelnemingen waarin
zij een controlerend belang heeft. Voor 2014 zijn dit Express-so B.V., stichting Diabeteszorg
Haaglanden, West End Facility B.V., Apotheek MCH Lijnbaan B.V. en LabWest B.V.
In de onderstaande tabel worden de belangrijkste kengetallen weergegeven uit de jaarrekening:
Financiële kengetallen 2013 2014
Totale bedrijfsopbrengsten 288.057.000 298.049.000
Resultaat 7.755.000 9.791.000
Winstmarge 2,7% 3,3%
Eigen vermogen 80.093.000 89.885.000
Solvabiliteit (balanstotaal) 29,6% 32,5%
Solvabiliteit (opbrengsten) 27,8% 30,2%
Langlopende schulden1
83.457.000 75.594.000
Loan to value2
62,3% 55,1%
Debt Service Coverage Ratio (DSCR)3
2,7 3,0
Cashflow ontwikkeling -27.245.000 41.286.000
Liquiditeitsratio (current)4
1,5 1,6
1) Inclusief aflossingsverplichting komend boekjaar.
2) De langlopende schulden worden in deze ratio uitgedrukt als percentage van de materiele vaste activa.
3) Deze ratio, waarbij het resultaat voor rente en afschrijving wordt gedeeld door de rente en aflossingsverplichtingen, geeft weer in hoeverre de
instelling aan haar rente en aflossingsverplichtingen kan voldoen.
4) Deze ratio, waarbij de vlottende activa worden gedeeld door de kortlopende schulden, geeft weer in hoeverre de instelling op korte termijn aan
haar verplichtingen kan voldoen.
Resultatenrekening
De totale bedrijfsopbrengsten stijgen met € 10 mln. De stijging van de omzet DOT Zorgproducten is € 18
mln. Deze stijging moet in het perspectief worden gezien van de jaarrekening 2013 waarbij in de omzet
2013 een correctie is opgenomen vanwege te veel toegerekende omzet aan het boekjaar 2012. Wordt
deze post geëlimineerd uit 2013 dan is er sprake van een stijging van de omzet DOT Zorgproducten van
€ 10 mln. De omzet subsidies is met € 2,2 mln. toegenomen. Achtergrond van deze stijging is een
toename van de subsidie voor arts-assistenten in opleiding. Daarnaast heeft MCH een subsidie
gekregen in het kader van de pilot ziekenhuisartsen in opleiding. Een daling van de omzet is
waarneembaar bij de niet gebudgetteerde zorgprestaties. Deze daling wordt veroorzaakt doordat het
54
LangeLand Ziekenhuis haar contract voor de diensten van het Pathologisch Anatomisch Lab en de
Medische Microbiologie in 2014 heeft beëindigd. Op jaarbasis valt hiermee een omzet van € 2,2 mln
structureel weg. De overige bedrijfsopbrengsten stijgen met € 1,8 mln. door toegenomen opbrengsten uit
deelnemingen.
De opbrengst uit hoofde van de transitieregeling bedraagt in 2014 nog € 3,3 mln. In de jaarrekening
2013 en 2014 was, zoals bovenstaand reeds toegelicht, voorzichtigheidshalve een lager bedrag
opgenomen. Gelet op de definitieve vaststelling in december 2014 is nu het volledige bedrag uit de
transitieregeling verwerkt.
De totale bedrijfslasten bedragen € 285 mln, een stijging van € 8,5 mln. ten opzichte van 2013. De
belangrijkste stijging betreft de personele lasten die met € 7,3 mln. zijn toegenomen. Deze stijging wordt
enerzijds verklaard door de doorwerking in 2014 van de CAO en anderzijds door extra opleidingskosten
ter grootte van € 1,7 mln. De personele formatie is ultimo 2014 afgenomen met 32 fte. Deze daling doet
zich met name voor bij de facilitaire functies en is er sprake van een daling van het aantal leerlingen.
Omdat de daling pas eind 2014 is gerealiseerd, komt dit nog niet tot uitdrukking in de personele lasten.
De overige bedrijfskosten 2014 zijn gestegen met € 0,6 mln. Aan de voorziening groot onderhoud is een
extra dotatie gedaan ter hoogte van € 12,5 mln. In deze dotatie zit het onderhoud aan de
luchtbehandelingsinstallatie, de netwerkinfrastructuur en er is een extra reservering opgenomen voor het
verwijderen van asbest. De patiënt- en bewoners gebonden kosten zijn toegenomen door de stijging van
met name de dure geneesmiddelen. Aan de middelen Herceptin, Avastin en Vectibin is bijna € 1 mln.
meer uitgegeven dan in 2013. Ook is het gebruik van Remicade met bijna € 700.000 toegenomen. Een
laatste stijging binnen de patiënt- en bewoners gebonden kosten betreft de kosten voor radiologisch
interventie materiaal. Hierin is een stijging van bijna € 400.000 waarneembaar. Door een vrijval van de
transitievoorziening is de algehele stijging van de overige bedrijfskosten beperkt.
Balans
De financiële positie van het MCH is het afgelopen jaar verder verbeterd. De ontwikkeling van de DSCR,
Solvabiliteit en Current Ratio zijn verder toegenomen. Deze ontwikkeling past bij de verhoogde
onzekerheid in de sector waardoor de eisen van vermogensverstrekkers verder toenemen.
De materiële vaste activa nemen in 2014 toe waarbij met name de nieuwbouw van de kliniek in
Antoniushove zorgt voor de stijging. De bouw van de kliniek is in een vergevorderd stadium en zal medio
2015 worden opgeleverd. Daarnaast is in december de bouw van de Radiotherapie als ook de
apparatuur aanbesteed. Beide projecten zullen zorgen voor een toename van de materiële vaste activa
in de komende jaren.
In de jaarrekening 2013 waren de vorderingen op zorgverzekeraars hoog vanwege de late facturatie in
2013. In 2014 is voor meerdere zorgverzekeraars op een eerder moment gefactureerd waardoor de
55
stand van de vorderingen met bijna € 50 mln. is gedaald. Dit heeft een positief effect op de liquide
middelen. Gelet op de wijziging in de systematiek in 2015, waarbij de doorlooptijd van DOT
Zorgproducten wordt verkort, is dit een zeer wenselijke uitkomst. De verwachting is dat de
doorlooptijdverkorting zal leiden tot een langere discussie met zorgverzekeraars over de prijsstelling
2015 waardoor in 2015 weer later gefactureerd zal worden.
Het positieve resultaat heeft als consequentie dat het eigen vermogen op 32% van het balanstotaal
uitkomt, waarmee de stijgende lijn van de afgelopen jaren is gecontinueerd.
In 2014 is een nadere analyse gemaakt van een aantal specifieke onderdelen van het gebouw. Hierbij is
geconstateerd dat de luchtbehandeling en de netwerkinfrastructuur onderhoud nodig hebben. Daarom is
aan de voorziening Groot Onderhoud extra ruimte gedoteerd om hierin te kunnen voorzien.
De deelnemingen hebben de resultaten van 2013 doorgezet in 2014 en blijven daarmee bijdragen aan
het positieve resultaat van MCH.
Financiële instrumenten
Ten behoeve van de continuïteit streeft het MCH ernaar om de financiële risico’s te beheersen en te
beperken. Het MCH maakt hierbij zo nodig gebruik van afgeleide financiële instrumenten, voor zover
financiële factoren als renteschommelingen een materiële impact dreigen te hebben op de kasstromen
en het resultaat.
De financiering van het MCH bestaat voor een aanzienlijk deel uit vreemd vermogen. Sterke
rentefluctuaties kunnen dan ook leiden tot sterke schommelingen in de kasstromen en het resultaat.
Het MCH probeert deze fluctuaties op verschillende manieren te ondervangen. Waar mogelijk maakt het
MCH gebruik van leningen met een vaste rente in plaats van leningen met een variabele rente. Bij de
vastrentende leningen streeft het MCH naar een evenwichtige spreiding van de rentevervalmomenten
en rentelooptijden. Bij leningen met een variabele rente maakt het MCH gebruik van rentederivaten om
het risico van een stijgende rente te ondervangen. Er is dan ook altijd een relatie tussen een afgesloten
lening en de aanwezigheid van een derivaat. Het MCH waardeert haar derivaten in de jaarrekening
tegen kostprijs, met toepassing van kostprijs hedge-accounting.
Per balansdatum heeft het MCH twee renteswaps lopen, die gekoppeld zijn aan twee leningen met een
variabele rente. Door de huidige lage marktrente hebben deze renteswaps per 31 december een
negatieve waarde van € 1,6 mln. Een negatieve waarde leidt niet tot margin calls.
Administratieve organisatie en interne controle
In 2014 is het zelfonderzoek over de jaren 2012 en 2013 uitgevoerd. Het MCH heeft een foutscore van
0,5%, hetgeen ten opzichte van het Landelijk Gemiddelde van 1,2% gunstig is. Deze 0,5% houdt in dat
het ziekenhuis een bedrag van € 1,7 mln. teveel aan zorgverzekeraars heeft gedeclareerd.
56
In deze € 1,7 mln. zit voor € 1,3 mln. aan eerste polikliniekbezoeken met een onjuiste face-to-face-
contactregistratie. Deze fout betreft een aanpassing in de regelgeving waarbij een face to face contact
met een medisch specialist noodzakelijk is terwijl bij MCH een 1e polikliniekbezoek ook werd
geregistreerd indien een patiënt door een nurse practitioner of physician assistent werd gezien. In 2015
is dit volgens de nu geldende regelgeving toegestaan. Voor de periode tot en met 2014 wordt dit als fout
aangemerkt. In 2013 zijn al maatregelen genomen om dit juist te registreren. Van de € 1,7 mln. aan
onjuiste registraties heeft € 1,5 mln. dan ook betrekking op 2012.
Op basis van de analyse van de fouten zijn controles ingericht om fouten in de toekomst te kunnen
opsporen. Daarnaast zijn nieuwe registratie instructies gegeven om de fout aan de bron te elimineren.
Het onderstaande overzicht maakt de belangrijkste fouten uit het zelfonderzoek inzichtelijk:
Uitkomst factuurcontrole
Door de afdeling interne controle is een steekproef uitgevoerd bij 479 facturen. Deze steekproef heeft
geleid tot een foutpercentage van 2,27%, waarmee het MCH binnen de toegestane bovengrens van 3%
blijft.
De belangrijkste geconstateerde fouten betreffen registratie van een onjuiste diagnose, een onterecht
parallel subtraject en een overbodig subtraject. Wanneer een onjuiste diagnose is geregistreerd, is vaak
abusievelijk niet de einddiagnose gekozen of niet de diagnose die volgens het dossier uit de
typeringslijst gekozen had moeten worden. Bij onterecht parallel subtraject of overbodig subtraject is
een extra subtraject geopend wat volgens de regelgeving niet had gemogen. Oorzaak is vaak de toch
nog onduidelijke regelgeving.
Voor voorgaande jaren moest er een omzetverantwoording (bestuursverklaring) worden afgegeven, met
accountantsverklaring. Voor het jaar 2014 vervalt deze en komt een zelfonderzoek 2014 conform
uitgevoerd over 2012 en 2013 in de plaats.
Risico’s
Met zorgverzekeraars zijn voor 2015 gezamenlijke contracten door MCH en Bronovo gesloten. In deze
gezamenlijke contracten wordt gewerkt met één gezamenlijke verkoopprijs voor 2015. Naast het samen
gaan van de beide verkoopprijzen speelt tevens het probleem van de verkorting van de maximale duur
������ ������ ��� Totaal
� ���������������������� ������������ ���������
�� ���������������������������� �������������������������
��� !��!�!���� ��"�����#!�� �������������������������
$� � %�����#�����!�� �������������������������
��������� ����������������������
!������������"������� ���
��������!��� ���"�����������������
57
van een DOT Zorgproduct van 365 dagen naar 120 dagen. Deze verkorting leidt er toe dat er sprake is
van een schadelastdip waardoor eenmalig in 2015 een lagere schadelast wordt gefactureerd. Over de
omvang van deze schadelastdip is veel discussie tussen zorgverzekeraars en ziekenhuizen omdat er
diverse analyse tools zijn die verschillende uitkomsten opleveren voor de bepaling van deze
schadelastdip.
Consequentie van deze schadelastdip is een uitstel van facturatie met als risico dat ziekenhuizen in de
liquiditeitsproblemen komen. Hoewel er tussen ZN en NVZ een overeenkomst is om ziekenhuizen te
bevoorschotten lijkt hier in de praktijk nog veel discussie over te bestaan.
Een tweede risico voor 2015 betreft de toename van controles door zorgverzekeraars. Naast de
rechtmatigheid discussies van de afgelopen jaren is er in toenemende mate ook druk op het aantonen
van doelmatig gebruik. Dit is voor de ziekenhuizen lastig aantoonbaar en zal in de praktijk leiden tot veel
discussie.
Een derde issue betreft het inzetten van het macro beheers instrument. De cijfers zoals deze op dit
moment bij het opmaken van de jaarrekening bekend zijn, duiden erop dat er over de jaren 2012 en
2013 sprake is geweest van een overschrijding van het macrokader. Deze overschrijding heeft tot op
heden nog niet geleid tot een inzet van het macro beheers instrument. Inzet van dit instrument kan
leiden tot een korting voor de ziekenhuizen. Gelet op de omvang van de gerapporteerde overschrijding
zou de inzet van een macro beheersinstrument tot forse exploitatie effecten voor alle Nederlandse
ziekenhuizen leiden.
Een laatste risico betreft het goed inregelen van de relatie met het Medisch Specialistisch Bedrijf als
gevolg van de overgang naar integrale bekostiging per 2015. Tussen ziekenhuis en het MSB zijn goede
principe afspraken gemaakt echter het definitief inregelen en neerzetten van een goede administratieve
organisatie aan beide kanten zal nog de nodige tijd en inspanning vergen.
5.2 Salesbeleid/Verkoop
Onderhandelingen zorgverzekeraars
In 2014 is in tegenstelling tot 2012 en 2013 met slechts één van de zes inkoopcombinaties van
zorgverzekeraars een aanneemsom afgesproken voor de totale ziekenhuiszorg. Met de andere
inkooporganisaties van zorgverzekeraars zijn plafondbedragen afgesproken. Bij overschrijding van
zowel aanneemsom als budgetplafond is sprake van een doorleverplicht binnen redelijke grenzen.
In het eerste halfjaar van 2014 is energie gaan zitten in afstemming met de individuele
zorgverzekeraars over de prijslijsten met zorgproducten. Door tussentijdse mutaties in de
productstructuur en maximumprijzen zijn gemiddeld vijf prijslijsten per zorgverzekeraar afgesproken.
58
Medio juli 2014 werden de vergevorderde gesprekken met de gezamenlijke verzekeraars over de
herinrichting van de acute zorg in de regio door ingrijpen van de Autoriteit Consument & Markt (ACM)
plotsklaps afgebroken. Het is nog onduidelijk wanneer dit traject door verzekeraars weer opgepakt
wordt. Beide fusieziekenhuizen streven ernaar om in de tussentijd hun toezeggingen aan de
zorgverzekeraars over wijzigingen in het aanbod gestalte te geven.
De budgetpolis
Begin 2014 werd duidelijk dat het MCH niet gecontracteerd was door Achmea om verzekerden met
een budgetpolis te behandelen, omdat MCH minder korting aanbood dan andere ziekenhuizen. Medio
juli 2014 berichtte Achmea dat het grootste deel van de budgetpolissen afgesloten is rondom voor
deze polis gecontracteerde ziekenhuizen. De declaratiestroom met Achmea kwam laat op gang.
Daardoor duurde het tot eind 2014 voordat het ziekenhuis maatregelen kon nemen om verzekerden
voorafgaand aan hun geplande behandeling individueel te waarschuwen voor de meerkosten.
Fusie
Nadat de ACM eind 2013 het groene licht gaf voor de fusie tussen het MCH en Bronovo-Nebo, bleef
lange tijd onzekerheid bestaan over het doorgaan van de fusie door het uitblijven van een advies van
de NZa. Naar verwachting zou de juridische fusie in 2015 doorgang kunnen vinden. Daarom is het
verkoopbeleid van beide ziekenhuizen in het tweede kwartaal van 2014 op elkaar afgestemd.
Ondanks verzoeken van meerdere zorgverzekeraars hebben beide ziekenhuizen besloten om in 2014
geen gedetailleerde prijsofferte voor 2015 uit te brengen. De complexiteit van de samenvoeging van
de prijzen van beide ziekenhuizen, gecombineerd met een omvangrijke wijziging in het dbc-systeem in
2015, waren hierbij doorslaggevend. Dit resulteerde in juni 2014 in een gezamenlijke offerte op
hoofdlijnen naar zorgverzekeraars voor 2015 voor het MCH en Bronovo, waarin een voorbehoud
gemaakt werd in het geval de fusie geen doorgang zou vinden.
Kenmerkend voor de daaropvolgende onderhandelronde voor 2015 tussen het MCH en de
zorgverzekeraars, was het tempo waarop de onderhandelingen gevoerd werden. Beide partijen
spraken af dat de onderhandelingen zes weken voor 2015 afgerond moesten zijn. Verzekeraars
kunnen daardoor aan potentiële verzekerden kenbaar maken welke ziekenhuizen gecontracteerd zijn.
Met vijf van de zes verzekeraars is het gelukt om tijdig een akkoord op hoofdlijnen te sluiten. Met de
zesde zorgverzekeraar is dit resultaat begin december bereikt.
59
5.3 ICT en informatievoorziening
In het verslagjaar waren er de volgende ontwikkelingen op het gebied van ICT:
PDMS
In april is een PDMS &'�!(���������������)*���+�in gebruik genomen op de Intensive Care
afdeling. Hiermee is een eerste stap gezet in digitalisering en daarmee verdere verbetering van de
kwaliteit van zorg binnen de critical care keten.
EvPD
Veel inspanning is verricht om een digitaal verpleegkundig dossier (EvPD) in te richten, voornamelijk
gericht op het verbeteren van de verpleegkundige overdacht. Het dossier wordt vanaf het eerste
kwartaal van 2015 in gebruik genomen.
Palliatie-app
Begin 2014 is de ‘palliatie-app’ in gebruik genomen op de afdelingen Radiotherapie, Oncologie en
Longziekten. De app heeft als doel tijdig de behoefte aan palliatieve zorg bij patiënten te signaleren,
om onnodig lijden te voorkomen. De palliatie-app in het MCH voorziet in een behoefte bij ongeneeslijk
zieke patiënten. Dat vinden zowel patiënten als de VGZ, zo blijkt uit de VGZ-zorginnovatiewedstrijd
waarbij ook het publiek een stem kon uitbrengen. De app is een screeningsinstrument met vragen
over veel voorkomende symptomen zoals pijn, benauwdheid en misselijkheid. Zowel patiënten als
palliatieverpleegkundigen geven aan dat het prettig is naar aanleiding van de vragen rustig in gesprek
te kunnen gaan over het ziekteproces en eventuele klachten. Scoort een symptoom hoog, dan kan de
palliatieverpleegkundige de patiënt tijdig adviseren en begeleiding geven. In de VGZ-
zorginnovatiewedstrijd van 2014 eindigde de palliatie-app op de tweede plaats.
Integratie ICT
Er is een vooronderzoek verricht om te kijken hoe de bestaande ICT-systemen van de beide
fusieziekenhuizen zo snel mogelijk kunnen worden geïntegreerd. Dit vooronderzoek heeft zich
specifiek gericht op het veilig delen van patiëntinformatie. De resultaten van het onderzoek zijn in
oktober aan de raad van bestuur gepresenteerd en zullen verder worden uitgewerkt in het eerste
kwartaal van 2015.
5.4 Bouw en renovatie
Nieuwbouw beddenhuis MCH Antoniushove
MCH Antoniushove krijgt een nieuw beddenhuis. De nieuwbouw omvat een nieuwe hoofdentree op de
begane grond, centrale hal, gedeelte voor bloedafname, restaurant en een apotheek. Op de eerste en
tweede verdieping komen de verpleegafdelingen, met op de eerste verdieping ook een binnentuin. In
de kelder en deels op de begane grond wordt een parkeergarage gerealiseerd. De
60
bouwwerkzaamheden zijn in december 2013 gestart. Na voltooiing van de vloer van de begane grond
is in april 2014 gestart met de bouw van de eerste en tweede verdieping. De aansluitingen van de
nieuwbouw op de bestaande bouw zijn in de zomer van 2014 gerealiseerd. De ruwbouwfase is in het
najaar van 2014 afgerond. In het laatste kwartaal van 2014 is gestart met de afbouw van de
installaties en inpandig met de inrichting van de kliniek en de afbouw. De totale bouwtijd bedraagt 20
maanden. Naar verwachting zal de nieuwbouw in het najaar van 2015 in gebruik worden genomen.
Nieuwbouw RCWEST
Vanwege de concentratie van Oncologische zorg in MCH Antoniushove, verhuist de afdeling
Radiotherapie (RCWEST) van de locatie MCH Westeinde naar de locatie MCH Antoniushove. Dit
gebeurt in 2016, na het gereedkomen van de nieuwbouw. In 2014 zijn voorbereidingen getroffen en
heeft de aanbesteding plaatsgevonden. Er is gestart met de sloop van de A-flat om ruimte te maken
voor de nieuwbouw. In het nieuwe centrum is ruimte voor een polikliniek, vier versnellers, een CT-
scanner, een brachytoestel en één toestel voor intra-operatieve radiotherapie op de OK. Er is rekening
gehouden met het eventueel bijplaatsen van twee versnellers in de toekomst.
Herinrichting C02 MCH Antoniushove
De oude verpleegafdeling C02 is volledig opnieuw ingericht met kantoor- en vergaderruimtes. Op de
nieuwe afdeling zijn ten behoeve van het zorgproces een aantal ondersteunende afdelingen
gehuisvest. Daarnaast is een groot aantal werkplekken ingericht voor flexibel gebruik door artsen,
arts-assistenten en stafmedewerkers.
Nieuwe entree aan Lijnbaan MCH Westeinde
In maart 2014 is de nieuwe entreehal aan de Lijnbaanzijde in gebruik genomen: een mooie ruime
glazen hal, net zo hoog als de hal aan de andere zijde. De verticale binnentuin, zichtbaar bij
RCWEST, is door het team van Rob Verlinden (bekend van onder andere het tv-programma ‘Eigen
Huis en Tuin’) opnieuw ingericht, passend bij de nieuwe situatie. Ook het binnenterrein heeft een
nieuw uiterlijk gekregen. Over de rotonde is een voetpad aangelegd en er is een speciale overkapte
zone voor ‘kiss & ride’ gerealiseerd - een plek waar chauffeurs bezoekers en patiënten af kunnen
zetten.
Mammapoli in MCH Antoniushove
Eind oktober is de gezamenlijke mammapoli van het MCH en Bronovo van start gegaan in MCH
Antoniushove in Leidschendam. Op deze locatie wordt alle zorg voor borstkankerpatiënten
geconcentreerd. Er is veel aandacht besteed aan de inrichting van de poli. De vloer- en
wandafwerking en het meubilair zijn vernieuwd, waardoor de poli een vriendelijke en sfeervolle
uitstraling heeft. Meer informatie in paragraaf 4.3 over zorgprocessen.
Nieuwe dialyseafdeling MCH Westeinde
Eind 2014 is de nieuwe dialyseafdeling van MCH Westeinde in gebruik genomen. De nieuwe, lichte
ruimte is zo opgezet dat de patiënten een zo prettig mogelijk verblijf hebben. Er zijn vier ruimtes die in
61
het midden samenkomen, bij de balie voor de verpleegkundigen. Dankzij de lage wanden tussen de
ruimtes hebben zij goed overzicht. In iedere ruimte is één grote fotowand gerealiseerd met een
natuurthema. Ook zijn de ruimtes ingericht met nieuwe stoelen en tafels. Op de nieuwe afdeling is ook
een polikliniek gerealiseerd waar bezoekers worden ontvangen in de sfeer van een huiskamer.
5.5 Gebouwen, installaties en kritische systemen
Veiligheid van gebouwen, installaties en apparatuur
Het MCH heeft een systeem voor zowel planmatig onderhoud aan gebouwen en installaties als voor
storingsafwikkeling en reparaties. Het systeem voldoet aan de standaarden van het NIAZ. Daarnaast
voldoet het MCH aan wettelijke regels, normen en voorschriften zoals deze staan beschreven in de
NEN 1010, NEN 3141 en NTA 8009:2011, en de algemene veiligheidsaspecten van installaties en
apparaten.
Ook voor de beheersing van medische apparatuur wordt gewerkt met een veiligheidssysteem.
Hieronder valt het opzetten van procedures voor inkoop, ingebruikname en onderhoud, met de
bijbehorende training en opleiding. Ook worden er risico-inventarisaties uitgevoerd voor medische
apparatuur om preventieve onderhoudsschema’s vast te kunnen stellen. In 2012 is het convenant
‘Veilige toepassing van medische technologie in het ziekenhuis’ geïmplementeerd. De IGZ past dit
convenant toe als veldnorm bij haar toezicht op de werking van het veiligheidssysteem. Het borgen
van dit convenant is een continu proces waaraan nog steeds dagelijks wordt gewerkt.
Brandveiligheid
Het MCH werkt voor brandpreventie nauw samen met de brandweer. Brandpreventie bestaat onder
andere uit het verbeteren van de brandwerendheid van wanden en deuren en het plaatsen of
vervangen van brandkleppen in luchtkanalen. Deze maatregelen moeten de verspreiding van een
eventuele brand zoveel mogelijk voorkomen, zodat medewerkers, de bedrijfshulpverlening (BHV) en
andere dienstverlenende instanties bij een incident voldoende tijd hebben om passende maatregelen
te nemen.
In 2014 zijn er 57 brandmeldingen geweest. Dit is een daling ten opzichte van de 59 brandmeldingen
in 2013. Wanneer er sprake is van een brandmelding is er een belangrijke rol weggelegd voor het
BHV-team. Het BHV-team wordt regelmatig getraind. In 2014 zijn er op 18 afdelingen table-top
oefeningen uitgevoerd. In het verslagjaar is er geen gezamenlijke oefening door de brandweer en
BHV gehouden. Wel hebben er diverse rondleidingen met de brandweer plaatsgevonden.
Veiligheid van kritische voorzieningen
Voor de kwaliteit en continuïteit van kritieke voorzieningen, zoals elektriciteit, water, liften, ICT en
risicovolle materialen, zijn beheersmaatregelen opgesteld. Ook in 2014 zijn periodieke testen en
keuringen uitgevoerd, die hebben uitgewezen of de voorzieningen voldoen aan de gestelde eisen. In
geval van storing of uitval zijn noodvoorzieningen aanwezig.
62
MCH Westeinde heeft acht transformatoren in gebruik om de 10.000 volt die het ziekenhuis
binnenkomt omlaag te brengen naar 400 of 230 Volt. Deze transformatoren zijn aangesloten op acht
verdeelkasten, die de stroom over het ziekenhuis verdelen. Voor noodstroom beschikt het MCH
Westeinde over drie generatoren in de kelder. In 2014 was intensief onderhoud van het elektrisch hart
nodig. De 10.000-volt-schakelaars, de schakelaars van de verdeelkasten en twee dieselgeneratoren,
inclusief de circa 40 jaar oude besturing, zijn vervangen. Dat was een omvangrijke operatie waarbij
ieder deel van het ziekenhuis het tussen mei 2014 en januari 2015 een zaterdag zonder stroom moest
doen. Voor kritische afdelingen en installaties zijn tijdelijke voorzieningen getroffen.
De energievoorziening en de noodstroominstallatie voldoen nu weer aan de huidige eisen.
RampenOpvangplan en bedrijfshulpverlening
Het MCH beschikt over een RampenOpvangPlan om snel en effectief te kunnen reageren op een
groot aanbod van slachtoffers in geval van een ramp. Het RampenOpvangPlan, of onderdelen
daarvan, wordt periodiek getest en er vinden rampoefeningen plaats. Voor interne calamiteiten is de
BHV-organisatie ingericht. De BHV’ers oefenen zowel in MCH Westeinde als MCH Antoniushove tien
keer per jaar. Daarnaast zijn op beide locaties vijf afdelingsoefeningen gehouden. Ten slotte oefenen
ook alle externe hulpverleners een keer per jaar op iedere locatie. Iedere afdeling heeft een eigen
ontruimingsplan en ontruimingscoördinator.
Gevaarlijke Stoffen
Er is een systeem voor het markeren en gebruiken van gevaarlijke stoffen en de logistieke afwikkeling
ervan. Sinds de invoering is het systeem volledig in werking en toereikend. De Inspectie
Leefomgeving en Transport (ILT) heeft in 2014 geen bezoek gebracht aan het MCH. De
aandachtspunten uit 2013 zijn door de verschillende afdelingen opgepakt. Uit de jaarlijkse evaluatie
met externe partner Reactie bleek in 2014 dat de logistiek van gevaarlijke stoffen aanzienlijk is
verbeterd, zoals het gebruik van absorptiemiddelen op de OK, het lab en de apotheek, de instructies
op inzamelplekken waardoor verpakkingen beter worden gesloten en de actualisatie van
verpakkingen, etiketteringen en kenmerking naar het ADR (verdrag voor het internationale vervoer
van gevaarlijke stoffen over de weg). Naar aanleiding van de evaluatie is het magazijn opnieuw
ingedeeld. De gevaarlijke stoffen staan nu apart opgeslagen, en niet meer zoals eerder verspreid
tussen andere goederen.
63
6 Management van medewerkers
6.1 Personeelsbeleid
Inleiding
Van de MCH-strategie Zorg met Passie III heeft HRM een vertaalslag gemaakt voor de ontwikkeling
van het HRM-beleid. Het centrale thema is duurzame inzetbaarheid, geënt op drie bouwstenen:
• beleid en activiteiten gericht op prestaties;
• beleid en activiteiten gericht op ontwikkeling;
• beleid en activiteiten gericht op gezondheid.
Door het creëren van een werkomgeving waarin alle medewerkers binnen het MCH duurzaam
inzetbaar zijn, kan HRM bijdragen aan de doelstellingen van het MCH.
Bestaand en nieuw beleid en activiteiten worden steeds langs deze lijn getoetst en geïnitieerd.
Vanwege de fusie tussen het MCH en Bronovo-Nebo zijn in 2014 voorbereidingen getroffen voor de
harmonisatie van regelingen en werkwijzen. In december hebben de medewerkers van beide
organisaties een brief ontvangen ter bevestiging van de overgang van de arbeidsovereenkomst naar
de gefuseerde organisatie per 1 januari 2015.
Voorlichting aan medewerkers op het brede terrein van HRM
De middelen die hiervoor worden ingezet zijn:
• maandelijkse informatie voor alle managers in de Leidraad (maandelijkse nieuwsbrief);
• wekelijkse informatie voor alle medewerkers in het Huisbulletin (wekelijkse nieuwsbrief);
• medewerkersnet: onderdeel van het intranet waar alle HRM-informatie voor nieuwe en zittende
medewerkers te vinden is. Gaandeweg wordt gewerkt aan de harmonisatie van de informatie
over HRM op de intranetten van Bronovo en MCH. In de tweede helft van 2014 is hiermee een
start gemaakt.
Specifieke voorlichtingsactiviteiten:
• drie bijeenkomsten pensioenvoorlichting met 75 deelnemers;
• met 29 medewerkers heeft een persoonlijk gesprek pensioenadvies plaatsgevonden;
• naar aanleiding van de behoefte gepeild in de Fitweek in 2013, zijn informatiebijeenkomsten
gehouden op het gebied van mantelzorg (acht deelnemers) en de overgang (26 deelnemers);
• in verband met de nieuwe AMS en de aftopping van de opbouw pensioen is een
informatiebijeenkomst georganiseerd voor medisch specialisten over deze beide onderwerpen.
Vanwege een sterke toename in het aantal loonbeslagen, is medio 2014 een nieuwe dienstverlening
opgezet: persoonlijk financieel advies. Hiervoor hebben zich in 2014 29 medewerkers aangemeld.
64
Personeelsplanning
Via e-HRM is maandelijkse actuele managementinformatie beschikbaar op het gebied van HRM. Ook
in 2014 heeft de jaarlijkse analyse van deze informatie per afdeling plaatsgevonden. Deze analyse
vindt op alle afdelingen van de divisies en stafgroepen plaats zodat daarvan afgeleid jaarlijks
doelstellingen kunnen worden geformuleerd met betrekking tot een evenwichtig personeelsbestand.
Zowel in kwaliteit als in kwantiteit.
e-HRM
In gezamenlijkheid met de twee coöperatiepartners beheert het MCH het
personeelsinformatiesysteem Profit. Medewerkers kunnen zelf wijzigingen doorvoeren in hun
persoonsgegevens en de salarisstrook bekijken. Leidinggevenden kunnen steeds meer personele
mutaties digitaal verwerken. In 2014 besloot het GHZ geen gebruik meer te maken van deze
gezamenlijke omgeving.
Vanwege de fusie per 1 januari 2015 hebben in het najaar van 2014 alle voorbereidingen
plaatsgevonden voor een conversie naar een nieuwe werkgever MCH-Bronovo. Deze conversie is
nagenoeg zonder problemen verlopen.
Trainingen op het gebied van HRM
In samenspraak tussen het Landsteiner Instituut, divisiemanagent en HRM is in 2013 een kalender
ontwikkeld op basis waarvan vanaf 2014 een jaarlijks aanbod gepland is voor het gehele
leidinggevende middenkader. Dit aanbod bestaat uit interne informatiebijeenkomsten/kennisdeling en
een facultatief aanbod van trainingen voor specifieke onderwerpen die specifiek voor 2014 zijn
vastgesteld.
Daarnaast heeft HRM een actieve rol gespeeld binnen de STZ-ziekenhuizen om in samenwerking met
Nijenrode een programma te ontwikkelen voor het middenkader van alle STZ-ziekenhuizen. Dit
programma is in 2014 gestart en twaalf MCH managers hebben hier in 2014 aan deelgenomen.
Op het gebied van HR hebben in 2014 diverse trainingen plaatsgevonden voor het management en
medewerkers. In totaal zijn 28 medewerkers getraind op het geven van feedback, 19 voor algemene
gesprekstechniek, 9 voor situationeel leiderschap en 28 voor timemanagement.
Daarnaast heeft over psychisch verzuim een workshop voor het derdelijns management
plaatsgevonden.
Mobiliteit
In 2014 zijn in totaal 25 medewerkers door reorganisatie boventallig geworden, van wie er 22
aangemeld zijn bij het mobiliteitsbureau voor een herplaatsingstraject. Hiervan zijn er 17 in 2014
afgerond. Voor de overige medewerkers lopen de activiteiten door in 2015.
Medio 2014 is gestart met een loopbaanbalie. Hier kunnen alle medewerkers terecht met al hun
vragen over hun loopbaan. Vanuit de loopbaanbalie (zowel digitaal als fysiek) vindt een eerste
65
gesprek plaats, waarna afhankelijk van de vraag een eventuele doorverwijzing plaatsvindt. In 2014
hebben 15 medewerkers gebruik gemaakt van deze dienstverlening.
Vertrouwenspersonen en klachtencommissie voor medewerkers
In 2014 zijn door de ‘vertrouwenspersonen ongewenst gedrag’ negen incidenten geregistreerd. In
twee gevallen ging het om (non-)verbale agressie. In vier gevallen gaat het om het niet nakomen van
afspraken, het onaangenaam maken van het werk en een arbeidsconflict. In twee gevallen betrof het
HRM-aangelegenheden en is doorverwezen, en in één geval is advies gevraagd. Acht incidenten zijn
afgehandeld en één geval loopt door in 2015.
In geen van de gevallen heeft de melding en daaropvolgende interventie van de vertrouwenspersoon
geleid tot een klacht. De vertrouwenspersonen hebben in hun jaarrapportage aangegeven dat hun
bemiddeling, hulp en advies in alle gevallen heeft geleid tot een verbetering of oplossing van de
situatie. Ook hebben zij kunnen bijdragen aan de mogelijkheid van de medewerker om in het vervolg
de situatie weer zelf ter hand te nemen.
In 2014 zijn geen klachten ingediend bij de klachtencommissie voor medewerkers.
PLB-uren
Het aantal opgespaarde PLB-uren is in 2014 wederom verder toegenomen, waardoor de reservering
op de balans toeneemt. In 2014 is een informatiecampagne ingezet om medewerkers bewust te
maken van de mogelijkheden. Daarnaast zijn in het vernieuwde meerkeuzesysteem
arbeidsvoorwaarden meerdere mogelijkheden opgenomen voor de inzet van PLB uren.
Harmonisatie HR-regelingen
In het kader van de fusie per 1 januari 2015 is een traject gestart voor het harmoniseren van
werkwijze en regelingen op het gebied van HR van Bronovo-Nebo en MCH. Hiertoe is een overzicht
gemaakt met een prioritering per onderwerp.
In dit kader zijn de inhoud van (aanvullende) arbeidsovereenkomsten, getuigschriften en
geheimhoudingsdocumenten geharmoniseerd, is een gezamenlijke regeling Meerkeuzesysteem
Arbeidsvoorwaarden tot stand gekomen en is een gezamenlijke introductiedag voor nieuwe
medewerkers met ingang van 1 januari 2015 voorbereid.
Daarnaast is een aantal regelingen op het gebied van arbeidsomstandigheden en het beleid voor
werving, selectie en instroom geüniformeerd.
De werkwijzen voor personeels- en verzuimadministratie zijn geüniformeerd.
66
6.2 Arbeidsomstandigheden
Het arbobeleid van het MCH kent drie pijlers:
• risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E);
• voorlichting en instructie;
• het netwerk van arbocontactpersonen.
De RI&E vormt de basis van het arbobeleid. Ieder kwartaal wordt aan het divisiemanagement en de
raad van bestuur gerapporteerd hoe het staat met de uitvoering van verbeterpunten.
De voorlichting richtte zich dit jaar specifiek op medewerkers die gevaarlijke stoffen vervoeren. Zij
hebben allen een awareness training gehad. Daarnaast is de in 2013 ontwikkelde training agressie
diverse malen gegeven. Er is extra aandacht besteed aan melden van incidenten door verbetering van
het registratiesysteem.
Het aantal meldingen van incidenten is van 148 in 2013 gestegen naar 155 in 2014. De twee
belangrijkste redenen zijn ongewijzigd en betreffen agressie en werkwijze.
Het MCH beschikt over zo’n 70 Arbo contactpersonen. Zij ondersteunen bij de uitvoering van het
arbobeleid op de afdeling. In 2014 is met deze contactpersonen aandacht besteed aan onder meer
agressie, ongevallen, tilbanden, veilige naalden en werkstress. De nieuwsbrief voor deze groep is ook
in 2014 weer vier maal uitgebracht.
6.3 Klokkenluidersregeling
Het MCH beschikt over een goedgekeurde en actuele regeling klokkenluiders en daaraan gekoppeld
een vertrouwenspersoon specifiek opgeleid voor meldingen in deze.
Bij de vertrouwenspersoon klokkenluider zijn in 2014 geen meldingen gedaan.
67
7 Klanten en partners
7.1 Klachten
Klachtenfunctionarissen
Het MCH heeft drie klachtenfunctionarissen. Patiënten kunnen bij deze medewerkers een klacht
indienen, waarna - als patiënten daar behoefte aan hebben - een gesprek met de patiënt, de
betrokken zorgverlener en de klachtenfunctionaris plaatsvindt.
Aantal deelklachten per locatie bij klachtenfunctionarissen
Het aantal patiënten dat een klacht heeft geuit is, na een lichte toename in de afgelopen jaren, dit jaar
iets afgenomen. Deze afname geldt ook voor het aantal deelklachten.
Aantal deelklachten verdeeld naar type zorg
68
Aantal klachten per categorie (soort)
Tevredenheid over de klachtafhandeling
Aan het eind van de bemiddeling wordt aan de klager gevraagd hoe hij de bemiddeling heeft ervaren.
De klager wordt naar zijn mening gevraagd over twee stellingen:
1. ik voelde me serieus genomen door de klachtenfunctionaris/de klachtenprocedure;
2. ik ben tevreden over het resultaat van de behandeling.
De reacties op deze twee stellingen zijn in de volgende twee grafieken weergegeven:
69
In totaal voelt 87% van de klagers zich in 2014 serieus genomen bij het behandelen van de klacht.
74% geeft aan tevreden te zijn over het resultaat van de behandeling van de klacht:
* Het verschil tussen het cijfer van het aantal onderzochte deelklachten en de cijfers van tevredenheid/niet-
tevredenheid, betreft cijfers die te maken hebben met uitkomsten als 'geen reactie ontvangen', 'niet-gemeten' en
'geen uitspraak'.
‘Van Klacht Naar Kwaliteit’
Na afwikkeling van de klacht door de klachtenfunctionaris geeft de manager van de betreffende
afdeling aan welke verbetermaatregelen worden doorgevoerd. Dit traject heet ‘Van Klacht Naar
Kwaliteit’. Een tweetal voorbeelden:
• Toen een patiënt van mening was dat de pijnblok ontoereikend was, voorafgaand aan de
operatie, heeft de vakgroep anesthesiologie besloten voortaan nog duidelijker de bijwerkingen
van plexusblokkades (verdoving van meerdere zenuwen) met patiënten te bespreken.
• Een patiënt zou vanuit de polikliniek snel worden opgeroepen voor een eerste afspraak bij de
behandelaar, maar dit gebeurde niet omdat het screeningsformulier en de verwijsbrief waren
meegenomen. Besloten is dat voortaan alle formulieren en brieven direct gedigitaliseerd worden.
In 2014 is in totaal 92% van de ‘Van Klacht naar Kwaliteit’- formulieren ingevuld.
Naast het management participeren ook maatschappen en vakgroepen in dit verbetertraject.
Patiënten Klachtencommissie
Patiënten die behoefte hebben aan een onafhankelijk schriftelijk oordeel over de gegrondheid van hun
klacht, kunnen de Patiënten Klachtencommissie (PKC) inschakelen. Deze commissie beoordeelt of de
(deel)klacht gegrond is en rapporteert daarover schriftelijk aan de klager, aan alle betrokkenen en aan
de raad van bestuur. De raad van bestuur laat de klager vervolgens weten of de uitspraak van de PKC
aanleiding is tot het nemen van maatregelen en zo ja, welke.
70
Aantal nieuwe klachten
In 2014 hebben 14 klagers een klacht ingediend bij de PKC en heeft de PKC heeft over de
gegrondheid van de klachten van 17 klagers een schriftelijk oordeel gegeven (van 7 klagers uit 2013
en 10 klagers uit 2014)
Aantal deelklachten per categorie
���, �� � �� �� � �� � �� �
������-������ � . � � �
�
�
�
.
�
�
�
�
.
�
#�����������$��%&'
���, �� � �� �� � �� � �� �
-���#�������#������ � � � � �
����-���#�������#������ �� �� �. � �, ��
�
$
�
$
��
�$
��
�$
()����$��$��#������
71
Oordeel PKC over de deelklachten
7.2 Melden van (bijna-)incidenten in de patiëntenzorg
Het MCH werkt met ’Veilig Incident Melden‘ (VIM). Dit betekent dat op afdelingsniveau
(bijna)incidenten veilig gemeld en geanalyseerd kunnen worden. De eventuele oorzaken worden
dichtbij het werkproces in kaart gebracht door 36 decentrale VIM-commissies. Complexere incidenten
en incidenten waarbij meerdere afdelingen betrokken zijn, worden centraal (in de MIP-commissie)
besproken en afgewikkeld. Indien gewenst, kunnen de decentrale VIM-commissies de MIP-commissie
om advies vragen of vragen de gehele analyse over te nemen.
Het MCH heeft een specifieke procedure voor het melden en omgaan met calamiteiten in de
patiëntenzorg. Hierbij geldt de definitie zoals de IGZ hanteert: “Een calamiteit is een niet beoogde of
onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van zorg en die tot de dood van of een
ernstig schadelijk gevolg voor een patiënt heeft geleid.”
De calamiteitenprocedure stelt zeker dat:
• de gebeurtenis die mogelijk als calamiteit kan worden gekenmerkt door de zorgverlener binnen 24
uur wordt gemeld aan de raad van bestuur;
• de raad van bestuur beslist of er sprake is van een mogelijke calamiteit en daarmee over de
noodzaak tot informeren van IGZ. Bij twijfel neemt de raad van bestuur contact op met IGZ voor
overleg of een melding gewenst is. Indien de raad van bestuur besluit dat er geen sprake is van
een calamiteit, maar wel van een incident wordt de melding geanalyseerd door de MIP-Commissie;
• de raad van bestuur een onderzoeksteam formeert, bestaande uit twee zorgverleners en een
secretaris. Welke zorgverleners in het onderzoeksteam participeren, is afhankelijk van het incident.
���, �� � �� �� � �� � �� �
�!��������� $ �� � � � �
������������� � � � � �
������� � � � �
�
$
�
$
��
�$
��
�$*���!��#�%&'
72
Voor een zorgvuldige en systematische uitvoering van deze analyse wordt de PRISMA-methodiek
gebruikt (Prevention And Recovery Information System for Monitoring and Analysis);
• de raad van bestuur erop toeziet dat de patiënt, zo nodig zijn familie en de huisarts, op de juiste
wijze wordt geïnformeerd over het incident en de afwikkeling ervan;
• de raad van bestuur - op basis van de resultaten van de oorzaakanalyse - eventuele
verbetermaatregelen vaststelt om herhaling te voorkomen;
• de raad van bestuur binnen de daarvoor door IGZ gestelde termijnen, de IGZ en de betrokken
zorgverleners informeert over de resultaten van de analyse en de door te voeren
verbetermaatregelen.
De verschillende VIM-commissies zijn verantwoordelijk voor het analyseren van incidenten en het
opstellen van verbeteradviezen. Deze verbeteradviezen kunnen geregistreerd worden in het
meldingsprogramma. In 2014 waren dit er 165. Veel VIM-commissies gebruiken ook andere methoden
om verbeteradviezen te documenteren en terug te koppelen aan het management van afdelingen of
vakgroepen, zoals via nieuwsbrieven of werkoverleggen.
Voorbeelden van ingevoerde verbetermaatregelen:
• de naamgeving van medicament is in het medicatie voorschrijfsysteem verduidelijkt;
• het antistollingsbeleid is een standaard onderdeel geworden van de ontslag-/overplaatsingsbrief
van de ICU;
• de overdracht tussen de OK en de ICU is gestandaardiseerd en wordt volgens het Time-Out
principe uitgevoerd;
• medicatietijden zijn aangepast, zodat het werkproces veiliger wordt ondersteund door het
elektronisch toedienregistratiesysteem;
• de werkafspraken over het fixeren van drains zijn verduidelijkt;
• er zijn klinische lessen gegeven over de slikproef en ‘niets per os’-beleid;
• er wordt iedere maand onderwijs gegeven aan arts-assistenten over het beoordelen van
thoraxfoto’s.
73
Aantallen (bijna-)incidenten gemeld per jaar.
VIM-meldingen
2010 2011 2012 2013 2014
Totaal aantal meldingen
geanalyseerd door de
calamiteitencommissie 2 3 5 8 6
Totaal aantal meldingen
geanalyseerd door de
MIP-commissie 99 73 52 59 64
Totaal aantal meldingen
geanalyseerd door de
VIM-commissies 2138 1999 1856 2419 2730
Totaal aantal meldingen
geanalyseerd door de
MIP en VIM-commissies 14 18 31 68 30
Totaal aantal meldingen
nog niet geclassificeerd
op peildatum jaarverslag - - - 7 258
Totaal aantal
meldingen 2253 2093 1944 2561 3088
Het aantal incidentmeldingen is in 2014 met 20,6% gestegen ten opzichte van 2013. Oorzaak van
deze stijging is ingebruikname van een nieuw gebruiksvriendelijker meldingssysteem, en het geven
van extra aandacht aan het doen van meldingen in de organisatie met als doel (potentiële) oorzaken
weg te nemen en daarmee de zorg veiliger te maken.
�
�
74
8 Medewerkers
8.1 Verloop en verzuim
Verloop personeel en vacatures
Het verlooppercentage in 2013 is 12,7% (stijging van 1 % t.o. 2013). Dit is exclusief stagiaires en
vakantiekrachten, maar inclusief tijdelijke contracten, zoals met AIOS/ANIOS.
Belangrijkste redenen van vertrek zijn:
• beëindiging van rechtswege;
• functieverbetering elders;
• privéomstandigheden of pensionering.
Hierdoor zijn 152 nieuwe vacatures ontstaan, waarop in totaal 7.379 sollicitanten hebben gereageerd.
De gemiddelde looptijd van vacatures bedraagt ruim drie maanden en met uitzondering van een
aantal zeer specialistische functies is geen sprake van krapte op de arbeidsmarkt.
Ziekteverzuim
In 2014 is een verzuimpercentage van 4,1% gerealiseerd. Dit resultaat is 0,1% hoger dan in 2013. Het
branchegemiddelde van 4,15% is in 2014 gelijk gebleven.
De meldingsfrequentie is nagenoeg gelijk gebleven, met 1,18% in 2014 ten opzichte van 1,16% in
2013. De meldingsfrequentie in de branche ligt op 1,13.
Zowel Bronovo-Nebo als het MCH zijn eigen risicodrager voor de WGA en ZW. In 2014 is een polis
voor de fusie-organisatie afgesloten (bij Loyalis) met betrekking tot het eigenrisicodragerschap WGA.
Voor het eigenrisicodragerschap ZW is een ondersteuningsovereenkomst afgesloten voor de fusie-
organisatie.
75
9 Maatschappij
9.1 Beoordeling door externe deskundigen
NVZ kiest SEH-project uit als goed innovatievoorbeeld
De NVZ heeft in december 2014 een aantal inspirerende voorbeelden geselecteerd van 'krachtig
innoveren', waaraan ook een invitational conference is gekoppeld. Van 120 inzendingen is onder
andere het MCH-project ‘Continue meting van drukte op de SEH’ uitgekozen.
Op basis van verschillende gegevens wordt in het digitale SEH-dossier ieder kwartier de drukte
vastgesteld. De drukte hangt af van het aantal patiënten dat zich meldt, de urgentie en aard van de
klachten, het aantal beschikbare kamers op de SEH, de wachttijd voor laboratoriumuitslagen en de
opnamecapaciteit op de verpleegafdelingen. De druktemeter geeft patiënten zowel online als in de
wachtkamer ‘live’ informatie over de wachttijd. Daarnaast maakt de druktemeter intern het effect van
wachttijd verkortende projecten zichtbaar.
De druktemeter komt voort uit het promotieonderzoek van Christien van der Linden, SEH
verpleegkundige en klinisch epidemioloog in het MCH, naar de risico’s en het terugdringen van
overmatige drukte op de spoedeisende hulp.
9.2 Resultaten wetenschappelijk onderzoek
Minder belastende methode voor CT-scan bij nierpatiënten ontdekt door MCH- en Bronovo-artsen
Patiënten met een gestoorde nierfunctie, waarvan MCH Westeinde er veel in behandeling heeft,
hebben bij een CT-scan met contrastvloeistof een groter risico op complicaties. Zoutinfusen moesten
de patiënt tot nu toe beschermen voor deze complicaties. Deze zijn echter relatief belastend en
maken een opname van een tot twee dagen nodig. MCH- en Bronovo-artsen hebben in december
2014 ontdekt dat een minder belastende voorbehandeling met natriumbicarbonaat hetzelfde effect
geeft. Dit eenmalige infuus neemt slechts een uur in beslag, waardoor de patiënt maar kort in het
ziekenhuis hoeft te blijven. Op basis van het onderzoek wordt een landelijke aanpassing van de
richtlijnen verwacht. Elk jaar worden in Nederland naar schatting 130.000 contrast-CT-scans gemaakt
bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie.
Amerikaanse award voor onderzoek van neuropsycholoog Esther Habets
Neuropsycholoog Esther Habets van het MCH kreeg een Amerikaanse award voor haar onderzoek
naar de gevolgen van stereotactische bestraling op de cognitie en kwaliteit van leven. Esther Habets
toonde, in samenwerking met de radiotherapeuten en neuro-oncologen, aan dat stereotactische
(gerichte) bestraling minder nadelig is voor cognitie en kwaliteit van leven dan totale
schedelbestraling. De voorbereiding van stereotactische bestraling is intensiever, maar de belasting
voor patiënten is lager. Gedurende zes maanden na de bestraling is hun situatie stabiel en gaan zij
niet achteruit. Habets stuurde een abstract van haar onderzoek in voor de 19e ‘Annual Scientific
76
Meeting and Education Day of the Society for Neuro-Oncology’. De Society beloonde Habets op 16
november in Miami met een ‘Award for Excellence in Adult Quality of Life Research’.
9.3 Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Nieuw kwaliteitsplatform Samenwerkende Endoscopiecentra (SEC)
In februari lanceerde Tweede Kamerlid Ockje Tellegen de Samenwerkende Endoscopiecentra (SEC).
De SEC is een samenwerkingsverband van ziekenhuizen met endoscopiecentra in Nederland,
waaronder ook het MCH, met als doel de klinische kwaliteit van darmonderzoek en de
patiënttevredenheid te verbeteren. Het SEC monitort de kwaliteit van zorg op landelijk niveau en zorgt
waar mogelijk voor verbetering, onder meer met intercollegiale audits, gezamenlijke scholing en het
uitwisselen van informatie. Een van de eerste instrumenten die de SEC heeft ontwikkeld, is de SEC
Kwaliteitsmonitor. Met deze vragenlijst op internet wordt de patiënttevredenheid gemeten, naar
voorbeeld van de Global Rating Scale in het Verenigd Koninkrijk, waarbij zowel de input van de
ziekenhuizen als die van patiënten een grote rol speelt.
Recordaantal bezoekers Dag van de Beroerte
Tijdens de Europese Dag van de Beroerte in mei bracht het MCH aan een recordaantal van 471
bezoekers onder de aandacht welke risicofactoren een rol spelen bij een beroerte. Verpleegkundigen
testten de bezoekers op bloeddruk, cholesterol en bloedsuiker. Zij gaven samen met de
Hersenstichting en de Hartstichting voorlichting over gezonde leefstijl. 40% van de geteste bezoekers
bleek een verhoogd risico op hart- en vaatziekten te hebben en kreeg het advies naar de huisarts te
gaan.
Het MCH biedt patiënten met een beroerte ‘acute hersenhulp’. Deze spoedeisende hulp redt levens
en geeft de grootste kans op herstel. Na dit acuut ingrijpen, volgt direct een specialistische
behandeling, waardoor de gevolgen worden beperkt, en professionele nazorg.
MCH-neurochirurg plaatst eerste 3-D geprinte titanium nekimplantaat
Neurochirurg dr. Mark Arts van het MCH plaatste in juni als eerste in Nederland een 3-D geprint
titanium implantaat in de nek van een herniapatiënt met nekpijn uitstralend in de arm door slijtage van
de tussenwervelschijf. Met een 3-D geprint titanium implantaat kan de botstructuur en vorm van de
wervel goed worden nagebootst waardoor het implantaat goed past. Voordeel voor de patiënt is
betere botdoorbouw en minder kans op inzakken van het implantaat. Neurochirurgen Mark Arts en zijn
collega Jasper Wolfs, die een bijzondere expertise in de wervelkolomchirurgie hebben, onderzoeken
of een variant toepasbaar is bij patiënten met een tumor in de wervelkolom. Het MCH heeft voor
wervelkolomoperaties een bovenregionale functie.
Publiekscampagne ‘Naar het ziekenhuis? Neem altijd uw actueel medicatieoverzicht mee’
Het MCH vestigde in november 2014 aandacht op het belang van het meenemen van een actueel
medicatieoverzicht bij een bezoek aan het ziekenhuis. Dit gebeurde in een publiekscampagne tijdens
77
de week van de Patiëntveiligheid van 17-21 november 2014, samen met alle Haagse ziekenhuizen,
openbare apothekers en de Apotheek Haagse Ziekenhuizen. Met het medicatieoverzicht zijn medisch
specialist en ziekenhuisapotheker sneller op de hoogte van het medicijngebruik. Zo kunnen patiënten
zelf bijdragen aan medicatieveiligheid.
Wetenschapsmiddag
Tijdens de jaarlijkse MCH wetenschapsmiddag op 7 november konden arts-assistenten in opleiding,
specialisten, nurse-practitioners en andere geïnteresseerden elkaar informeren over eigen
wetenschappelijk werk en elkaar stimuleren meer onderzoek te doen. Inzenders maakten
(poster)presentaties over hun onderzoeken die op diverse specialismen betrekking hadden. De
presentatie van SEH-arts in opleiding Michiel van Veelen over een geïntegreerde 24-uurs
huisartsenpost leverde hem de wetenschapsprijs op. De poster van coassistent Stan Jansen over
chirurgische excisie van huidtumoren in het gelaat werd door bezoekers als beste beoordeeld. De
wetenschapsmiddag wordt georganiseerd door de Centrale Opleiding Commissie, de arts-
assistentenvereniging en het Landsteiner Instituut.
9.4 Scores op speerpunten
Acute zorg
Openen bloedvat bij herseninfarct kan effectiever: MCH past nieuwe methode al langer toe
Patiënten met een ernstig herseninfarct herstellen beter en sneller als je het afgesloten bloedvat snel
weer openmaakt met een katheter. Dat bleek in december 2014 uit een groot onderzoek dat werd
gefinancierd door de Hartstichting en uitgevoerd door een grote groep Nederlandse neurologen,
radiologen en neurochirurgen. Patiënten hebben minder hersenschade, minder neurologische
klachten en functioneren beter in het dagelijks leven. Het MCH, een van de grotere neurovasculaire
centra in Nederland, nam deel aan het onderzoek en past deze behandeling al langer toe. Een deel
van de patiënten in de studie werd hier behandeld.
Nominatie Anna Reynvaan Wetenschapsprijs 2014 voor onderzoek effectiviteit oudermeldingen
Aandachtsfunctionaris kindermishandeling en huiselijk geweld Hester Diderich is in april 2014
genomineerd voor de Anna Reynvaan Wetenschapsprijs 2014, een prijs voor de beste
wetenschappelijke publicatie van een verpleegkundige. Diderich werd genomineerd voor haar
onderzoek in 2013 naar de effectiviteit van oudermeldingen op de SEH, voortkomend uit het
Haaglandenprotocol Kindermishandeling. Dit landelijke ingevoerde protocol stelt medewerkers in staat
om kindermishandeling vroegtijdig te ontdekken en Diderich is een van de initiatiefnemers. Uit haar
onderzoek bleek 91% van de meldingen terecht.
78
Oncologie
Neuro-oncoloog prof. dr. Martin Taphoorn houdt prestigieuze 'Abhijit Guha Oration’
Tijdens het jaarcongres van de Indiase Society of Neuro-Oncology (ISNO) in april 2014 in Lucknow in
India, sprak neuro-oncoloog prof. dr. Martin Taphoorn de 'Abhijit Guha Oration' uit. Deze prestigieuze
lezing wordt jaarlijks gehouden door een promininte neuro-oncoloog ter ere van Abhijit Guha, een
neurochirurg van Indiase afkomst die in Canada werkte en onder andere voorzitter van de
Amerikaanse Society for Neuro-Oncology (SNO) was. Hij heeft daarnaast een grote bijdrage geleverd
aan de oprichting van de ISNO in zijn vaderland. Voorgaande ontvangers van deze award zijn grote
namen binnen de neuro-oncologie zoals Andreas Von Deimling, Michael Brada en Roger Stupp.
Naast zijn werk als neuroloog in het MCH is Taphoorn onder andere bijzonder hoogleraar ‘Kwaliteit
van Leven in de neuro-oncologie’ in het VU Medisch Centrum, doet hij klinisch onderzoek naar
uitkomstmaten bij patiënten met hersentumoren, participeert hij in de EORTC Brain Tumour Group en
de EORTC Quality of Life Group en is hij bestuurslid van de European Association for Neuro-
Oncology (EANO).
Hoge waardering voor beweegprogramma tegen kanker
Het beweegprogramma tegen kanker in het MCH krijgt een hoge waardering van patiënten en
motiveert tot meer bewegen en sporten, blijkt uit onderzoek van medio 2014. In het
beweegprogramma werken sportartsen en fysiotherapeuten samen om voor iedere patiënt een
individueel programma op maat samen te stellen. 95% van de deelnemers beveelt andere (ex)-
kankerpatiënten het programma aan. Het merendeel gaat door met sporten na de behandeling,
waarvan een groot aantal nog intensiever dan daarvoor. Met de resultaten van het onderzoek wordt
het beweegprogramma verder ontwikkeld.
Infectieziekten
MERS-patiënt geïdentificeerd in het MCH
In mei 2014 heeft het MCH samen met het RIVM en het Erasmus MC voor het eerst een infectie met
het MERS-coronavirus vastgesteld bij een Nederlandse patiënt. De patiënt raakte besmet tijdens een
bezoek aan Saoedi-Arabië. De patiënt is in strikte isolatie verpleegd in het MCH en van de mensen in
zijn omgeving is de gezondheidstoestand in de gaten gehouden. Er was veel aandacht van
(inter)nationale landelijke media. Een multidisciplinair team besprak van dag tot dag de maatregelen
via videoconferences met deskundigen van het RIVM en van het Erasmus MC. Sinds 2012 is er een
uitbraak van het nieuwe MERS-coronavirus (Middle East Respiratory Syndrome) in het Midden-
Oosten, met een forse toename van meldingen in april en mei 2014. Sinds 2013 hebben zich ook
enkele patiënten aangediend in landen daarbuiten, waaronder Europese landen als het Verenigd
Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland. Ook deze patiënten waren besmet gemaakt tijdens een bezoek aan
het Midden-Oosten.
79
Voorlichting en gratis testen tijdens HIV-campagne
Het MCH organiseerde in november 2014 samen met het Regionaal Soa Centrum Den Haag en de
Reinier Haga Groep de campagne ‘Hiv? Je kunt het beter maar weten…’. In een ‘GGD-
Gezondheidsbus’ in centrum Den Haag kon het publiek zich laten voorlichten en gratis laten testen op
hiv, waarbij binnen twintig minuten de uitslag bekend was. De gezamenlijke campagne werd
georganiseerd in het kader van de Europese hiv-testweek en Wereldaidsdag op 1 december.
9.5 Keurmerken
Naast de certificaten zoals genoemd in 4.1 (Kwaliteit van zorg) werden in 2014 de volgende
keurmerken aan het MCH toebedeeld.
�
MCH voldoet aan criteria Nederlandse Vereniging voor Cardiologie
Het MCH heeft van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC) in januari 2014 wederom
een plaats op de zogenaamde Witte Lijst gekregen. Dit betekent dat het MCH als cardiologisch
centrum voldoet aan de criteria voor ICD-implantaties en PCI-procedures, inclusief de nabehandeling.
Een ICD-implantatie staat voor Implanteerbare Cardioverter Defibrillator, een inwendige defibrillator
voor mensen met hartritmestoornissen. PCI staat voor Percutane Coronaire Interventie (dotteren).
Roze lintje van de Borstkanker-vereniging Nederland
In september 2014 ontvingen het MCH en Bronovo respectievelijk voor de derde en vijfde keer het
roze lintje van de Borstkanker-vereniging Nederland (BVN). Dit toont aan dat het MCH en Bronovo de
kwalitatief goede zorg voor borstkankerpatiënten als fusiepartners hebben kunnen voortzetten. De
Monitor Borstkankerzorg die BVN hanteert, laat zien hoe de zorg in het ziekenhuis is geregeld en hoe
de patiënten deze zorg ervaren. Het MCH en Bronovo voldoen aan alle eisen, zo blijkt uit de
toekenning van het kwaliteitskeurmerk. Ook dit jaar zijn de eisen weer aangescherpt. Zo weegt de
stem van de patiënt zwaarder dan voorheen.
Vaatkeurmerk 2014
Van de Hart&Vaatgroep hebben het MCH en Bronovo het Vaatkeurmerk 2014 ontvangen, net als in
de jaren ervoor. Beide ziekenhuizen voldoen aan alle kwaliteitseisen van de vereniging, gebaseerd op
vijftien criteria voor goede vaatzorg. Zo moeten er bijvoorbeeld gecertificeerde vaatchirurgen
werkzaam zijn in het ziekenhuis, verschillende disciplines als een cardioloog en internist bij de
vaatzorg betrokken zijn, en onderzoeken als een looptest en doppleronderzoek worden geboden. Op
de website www.hartenvaatgroep.nl/kiesuwvaatzorg kunnen patiënten de vaatzorg van
zorgaanbieders vergelijken.
Groen vinkje voor stomazorg
De Nederlandse Stomavereniging heeft zowel het MCH als Bronovo het groene vinkje voor goede
stomazorg gegeven. Dat betekent dat de ziekenhuizen voldoen aan de kwaliteitseisen van de
vereniging, gebaseerd op dertien minimale normen voor goede stomazorg. Voorbeelden van deze
80
normen, die zijn ontwikkeld vanuit het perspectief van patiënten met een stoma, zijn bijvoorbeeld een
preoperatief gesprek met een stomaverpleegkundige en stomazorg als onderdeel van het zorgpad
darmkanker. MCH voldoet, net als Bronovo, aan de normen voor stomazorg voor zowel mensen met
een darmstoma als met een urinestoma.
9.6 Persoonlijke onderscheidingen
Gynaecoloog Prof. dr. Joep Dörr benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau
Prof. dr. Joep Dörr, gynaecoloog in het MCH en hoogleraar medische vervolgopleidingen aan het
LUMC, ontving in januari 2014 de Koninklijke onderscheiding Officier in de Orde van Oranje Nassau.
Joep Dörr overleed op 8 maart 2014.
Naast een gedreven specialist was Dörr de grondlegger van het kwaliteitsbeleid als bestuurder van de
Centrale Opleidingscommissie (COC) in het MCH, waarmee hij zijn tijd ver vooruit was. Ook was hij
een van de bedenkers van een website, waarmee ziekenhuizen hun medische stages konden laten
zien: www.opleidingsetalage.nl.
Chirurg Maarten Bronkhorst wint Schoemakerprijs
De Schoemakerprijs, voor de beste wetenschappelijke chirurgische publicatie, ging dit jaar naar
chirurg Maarten Bronkhorst. Infecties zoals longontsteking, bacteriën in de bloedbaan en wondinfectie
komen veel voor. Ze verlengen de opnameduur en verhogen de kosten voor de maatschappij.
Bronkhorst ontdekte met zijn promotieonderzoek dat meerdere genetische varianten een sterke
invloed hebben op het ontstaan van infectieuze complicaties bij polytraumapatiënten. Dit kan in de
toekomst implicaties hebben voor de behandeling. De Haagse traumachirurg ontving de prijs uit
handen van de voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde.
Bestuursvoorzitter Willem Geerlings benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau
Willem Geerlings kreeg bij de receptie ter gelegenheid van zijn afscheid als bestuursvoorzitter van het
MCH in oktober de Koninklijke onderscheiding Officier in de Orde van Oranje Nassau opgespeld door
burgemeester Jozias van Aartsen. Geerlings begon zijn loopbaan als nefroloog en droeg bij aan de
ontwikkeling van de draagbare kunstnier.
Als bestuurder –van 2000 tot 2007 in het Erasmus MC en vanaf 2007 in het MCH – bleef het
patiëntenbelang leidraad bij de besluitvorming. Geerlings heeft altijd ingezet op het verbeteren van de
kwaliteit en veiligheid van de zorg.
81
10 Resultaten dochters
10.1 Stichting Diabetes Zorg Haaglanden (DZH)
Missie
DZH verleent hoogwaardige en vernieuwende zorg voor patiënten met Diabetes Mellitus. Verwijzing
vindt plaats via de huisarts of via een specialist uit het MCH. DZH werkt samen met andere
instellingen om de patiënt een volledig zorgaanbod te kunnen bieden. DZH is een centrum waarin veel
aandacht wordt besteed aan opleiding, zowel voor de medewerkers als voor de patiënten.
Samenstelling organisatie
DZH is een stichting met als statutair directeur mw. H.C.M. Bank.
Het bestuur wordt gevormd door de raad van bestuur van het MCH.
In 2014 werkten in DZH gemiddeld 26 medewerkers (exclusief specialisten).
Pijlers
DZH is een (boven-)regionaal en tweedelijns ‘centre of excellence’ voor alle patiënten met diabetes
mellitus, met een gerichte focus op de volgende pijlers: zorg daar waar het protocol ophoudt,
diabeteszorg jongeren, juiste behandeling voor de jongvolwassene, themabijeenkomsten,
expertisecentrum, kennisoverdracht binnen de klinische afdelingen van het MCH, DZH online en
patiënttevredenheid meten.
Samenwerkingsverbanden
DZH heeft met diverse partijen samenwerkingsverbanden ter bevordering van hoogwaardige zorg,
zoals met het MCH, Bronovo, Groene Hart Ziekenhuis, Bosman, DVN, EADV, Huisartsen en POH-ers
van huisartsenpraktijken.
Enkele ontwikkelingen in 2014:
• Structureel wordt op basis van geldende NIAZ-normen geëvalueerd. Dit heeft geleid tot een
kwaliteitsbarometer ingevoerd en de aanstelling van een VIM-commissie.
• DZH heeft input geleverd voor het realiseren en vastleggen van onderdelen in DiabetesNed, om
de zorgmodellen diabetes hierin goed te verankeren.
• Er wordt structureel een interactieve workshop ‘rekenen met koolhydraten’ aangeboden aan
groepen patiënten.
• Er is een start gemaakt met het organiseren van themabijeenkomsten op het gebied van educatie
voor zwangeren en diabetes in groepsverband. Deze komt in de plaats van de gebruikelijke één-
op-één consulten.
• De huisarts kan nu via Zorgdomein eenvoudig een keuze maken uit de vier
diabeteszorgmodellen.
• DZH deelt nieuws via social media en er is een tool geïntroduceerd waarmee medewerkers
informatie met elkaar kunnen delen. Daarnaast is een nieuwe website gelanceerd.
82
• In 2014 is verder geïnvesteerd in de samenwerking binnen het team met een bijeenkomst
Socratisch Motiveren. Ook zijn verschillende intervisiebijeenkomsten gehouden.
• Arts-assistenten van interne geneeskunde krijgen praktische informatie over diabetes. Zij meten
net als diabetespatiënten een aantal dagen hun bloedglucose en houden een eetdagboek bij.
• Met het Care Rate systeem wordt de patiënttevredenheid gemeten.
• Tijdens Wereld Diabetes Dag op 14 november zijn verschillende activiteiten georganiseerd.
• De senior diabetesverpleegkundige heeft scholingen verzorgd over de meerwaarde van
DiabetesNed voor de Stichting Diabetes Kenniscentrum. Er is een gebruikersnetwerk opgezet
waaraan DZH een actieve bijdrage levert.
• In het jaar 2014 zijn er drie klachten van een patiënt binnengekomen bij de klachtenfunctionaris.
Deze klachten zijn volgens de klachtenprocedure opgelost en afgehandeld.
Financieel Resultaat
De omzet van DZH in het verslagjaar bedroeg € 2.037.399 en het resultaat was € 946.574.
Publicaties:
• Use of a Smart Glucose Monitoring System to Guide Insulin Dosing in Patients With Diabetes in
Regular Clinical Practice.
Niel JV, Geelhoed- Duijvestijn PH; on behalf of the Dutch Insulinx Study Group. J Diabetes Sci
Technol. 2014 Jan 1;8(1):188-189. [Epub ahead of print] PMID: 24876556 [PubMed - as supplied
by publisher]
• Diabetes-specific emotional distress in people with Type 2 diabetes: a comparison between
primary and secondary care.
Stoop CH1, Nefs G, Pop VJ, Wijnands-van Gent CJ, Tack CJ, Geelhoed-Duijvestijn PH, Diamant
M, Snoek FJ, Pouwer F. Diabet Med. 2014 Oct;31(10):1252-9. doi: 10.1111/dme.12472. Epub
2014 May 20. PMID: 24766062 [PubMed - in process]
• Comparison by computed tomographic angiography-the presence and extent of coronary arterial
atherosclerosis in South Asians versus Caucasians with diabetes mellitus.
Roos CJ1, Kharagjitsingh AV2, Jukema JW1, Bax JJ3, Scholte AJ4. Am J Cardiol. 2014 Jun
1;113(11):1782-7. doi: 10.1016/j.amjcard.2014.03.005. Epub 2014 Mar 15. PMID: 24746030
[PubMed - indexed for MEDLINE]
10.2 Apotheek MCH Lijnbaan BV
Apotheek MCH Lijnbaan BV is een (poliklinische) openbare apotheek die sinds april 2008 gevestigd in
de centrale hal van MCH Westeinde. Naast een poliklinische functie heeft Apotheek MCH Lijnbaan BV
ook een buurtfunctie, met enige duizenden patiënten in Den Haag en omstreken. Sinds april 2013
verzorgt Apotheek MCH Lijnbaan BV de farmaceutische spoedzorg voor een deel van de groot-
Haagse regio en is daarmee een hybride-apotheek.
83
Apotheek MCH Lijnbaan BV is gericht op het leveren en garanderen van verantwoorde
farmaceutische zorg, zoals omschreven in de kwaliteitswet Zorginstellingen. Het gaat om zorg van
goed niveau, doeltreffend, doelmatig en patiëntgericht, die voorziet in de reële behoefte van de
patiënt.
De doelgroepen van de apotheek zijn: alle poliklinische patiënten van MCH Westeinde, patiënten die
ontslagen worden uit MCH Westeinde, patiënten die de SEH en HAP van MCH Westeinde bezoeken,
personeel dat werkzaam is in het MCH, patiënten die in de omgeving van het ziekenhuis wonen en
passanten.
Kwaliteit
De verleende zorg is in overeenstemming met wettelijke regelingen en met de bepalingen van de
Nederlandse Apotheek Norm, de Modelregeling apotheker-patiënt en de met zorgverzekeraars
overeengekomen contracten. Apotheek MCH Lijnbaan BV is per 6 januari 2015 gecertificeerd volgens
het HKZ-certificatieschema openbare apotheken conform ISO 9001: 2008.
Apotheek MCH Lijnbaan BV is aangesloten op het Landelijk Schakelpunt (LSP) en heeft een
landelijke dekking.
Voorlichting medicijngebruik
In Apotheek MCH Lijnbaan BV wordt het geven van voorlichting en advies over geneesmiddelen en
het correcte en veilige gebruik van deze middelen beschouwd als een kerntaak. De cliënt is
uiteindelijk zelf verantwoordelijk, maar door de medewerkers van Apotheek MCH Lijnbaan BV wordt
alles in het werk gesteld om de cliënt te helpen bij het nemen van goede beslissingen over
geneesmiddelgebruik. Om de therapietrouw te bevorderen zijn weekleveringen, de
herhaalreceptservice en de thuisbezoekservice een nog belangrijkere plaats gaan innemen binnen de
dienstverlening aan de patiënten. Apotheek MCH Lijnbaan BV wil patiënten laten zien dat een goede
begeleiding bij en informatie over de geleverde medicijnen bijdraagt aan een betere kwaliteit van
leven, bij ziekte of ongemak.
Apotheek MCH Lijnbaan BV participeert in de regionale nachtdienstapotheek organisatie SASA met
de vestiging Leyenburg te Den Haag. De beherend apotheker is drs. P.S.A. van Rooijen. De tweede
apothekers zijn mw MSc. W.J.Berger, mw Drs. S.Li en MSc. T. Pham . De apothekers vormen samen
met vijftien apothekersassistenten en vier bezorgers het apotheekteam.
Financieel resultaat
Het financiële resultaat van 2014 bedroeg € 432.384 bij een omzet van € 6.432.743.
84
10.3 West End Facility BV
West End Facility BV (WEF) levert schoonmaakdiensten in MCH Westeinde en MCH Antoniushove.
WEF meet de kwaliteit van het werk op basis van het Dagelijks Kwaliteit Systeem (DKS) en werkt
conform de WIP-richtlijnen. De werkzaamheden worden onder andere uitgevoerd in het OK-complex,
de afdelingen CSA en radiotherapie, de poli’s, kantoren en trappenhuizen.
Schoon te maken oppervlaktes:
• 39.000 m2 in MCH Westeinde;
• 17.000 m2 in MCH Antoniushove.
Op 31 december 2014 had WEF 86 medewerkers in dienst (39 FTE).
Financieel resultaat
De omzet over 2014 bedroeg € 1.344.647 met een resultaat van € 18.254.
10.4 Express-so BV
Express-so BV is de restauratieve voorziening met ziekenhuiswinkel voor patiënten, bezoekers en
personeel van het MCH. Express-so BV is gevestigd in zowel MCH Westeinde als MCH
Antoniushove.
Aantal gasten per week:
• Circa 4.200 in MCH Westeinde;
• Circa 1.500 in het bezoekersrestaurant en 650 in het personeelsrestaurant in MCH Antoniushove.
Express-so BV had op 31 december 2014 31 medewerkers in dienst (19 fte).
Financieel resultaat
De omzet over 2014 bedroeg € 1.539.513 met een resultaat van € 4.651.
10.5 Lab West BV
LabWest B.V. is op 1 juli 2011 opgericht en is een dochteronderneming van het MCH en het
Hagaziekenhuis. LabWest levert laboratoriumdiagnostiek aan de patiënten en artsen van het MCH, de
Reinier Haga Groep, huisartsen, verzorgingshuizen en aan GGZ-instellingen in de regio Haaglanden.
Daarnaast levert LabWest trombosezorg aan ca. 15.000 patiënten in deze regio.
85
De 330 medewerkers van LabWest verrichten jaarlijks ongeveer 1 miljoen keer een bloedafname. Met
de afgenomen materialen worden door hen meer dan 8 miljoen analyses uitgevoerd. De uitslagen van
deze analyses helpen verschillende soorten zorgprofessionals bij het stellen van de juiste diagnose of
bij het bepalen van het goede behandelplan. LabWest stelt zich tot doel om een goede kwaliteit te
leveren aan patiënten en artsen en dat te doen voor een oorbare prijs.
In 2014 zijn onder andere de volgende mijlpalen bereikt.
• De patiëntenzorg bij de bloedafname is verbeterd doordat bij de bloedafname poliklinieken de
manier van werken is veranderd. Daardoor zijn de wachttijden teruggelopen, alsmede het aantal
klachten.
• De tijden van de prikrondes zijn in overleg met de OK, de IC en de verpleegafdelingen opnieuw
geëvalueerd. Als een gevolg daarvan is er in MCH Antoniushove een proef gestart met een extra
vroege prikronde.
• In de herfst van 2014 is er een uitgebreid onderzoek gedaan naar de tevredenheid van de
patiënten voor de dienstverlening van LabWest. Daartoe heeft LabWest meegedaan aan een
landelijk onderzoek. De deelnemende patiënten gaven LabWest gemiddeld een 8,4 voor de
dienstverlening.
• De apparatuur van LabWest wordt in de jaren 2013 t/m 2015 geleidelijk vernieuwd. In 2014 is een
groot deel van de apparatuur van de (immuno) chemie vervangen. De vervanging maakt het
mogelijk om in de toekomst goedkoper te produceren met kortere doorlooptijden.
• In 2014 is een accreditatie aangevraagd op basis van het ISO 15189 normenkader. De
bijbehorende accreditatieaudit is in oktober 2014 uitgevoerd en is goed verlopen. LabWest
verwacht in het tweede kwartaal van 2015 de accreditatie te verkrijgen.
• In 2014 heeft LabWest een uitgebreid onderwijsprogramma voor de eigen medewerkers
geïmplementeerd. Ook hebben twee klinisch chemici in opleiding hun opleiding afgerond.
• LabWest is internationaal referentielab voor enzymen. In 2014 is een wereldwijde standaardisatie
tot stand gekomen. Binnen Nederland is LabWest expertisecentrum op dit gebied.
• LabWest beoogd via samenwerking in de regio de kwaliteit te verbeteren en de kosten verder te
verlagen. In dit kader wordt een regionaal antistollingscentrum opgericht met de trombosedienst
van Leiden en (zo mogelijk) de trombosedienst van Delft.
Een volledig overzicht van mijlpalen zal verschijnen in het LabWest jaarverslag over 2014.
LabWest had 266 fte in dienst op 31 december 2014. De totale omzet bedraagt € 27,8 miljoen.
Het bedrijfsresultaat is € 228.000.
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
Jaarrekening 2014
Stichting
Medisch Centrum Haaglanden
86
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
INHOUDSOPGAVE Pagina
11.1 Geconsolideerde jaarrekening 2014 86
11.1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2014 89
11.1.2 Geconsolideerde resultatenrekening over 2014 90
11.1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2014 91
11.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 92
11.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2014 100
11.1.8 Mutatieoverzicht vaste activa o.g.v. art. 5a Regeling verslaggeving WTZi 112
11.1.9 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereedgekomen projecten 116
11.1.10 Overzicht langlopende schulden ultimo 2014 117
11.1.11 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2014 118
11.1.13 Enkelvoudige balans per 31 december 2014 124
11.1.14 Enkelvoudige resultatenrekening over 2014 125
11.1.15 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling enkelvoudige jaarrekening 126
11.1.16 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2014 127
11.1.19 Mutatieoverzicht vaste activa o.g.v. art. 5a Regeling verslaggeving WTZi (enkelvoudig) 135
11.1.20 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereedgekomen projecten (enkelvoudig) 139
11.1.21 Overzicht langlopende schulden ultimo 2014 (enkelvoudig) 140
11.1.22 Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening over 2014 141
11.2 Overige gegevens 147
11.2.1 Resultaatbestemming 148
11.2.2 Gebeurtenissen na balansdatum 148
11.2.3 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 148
87
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2014
88
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2014
11.1.1 GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
(na resultaatbestemming)
Ref. 31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
ACTIVA
Vaste activa
Immateriële vaste activa 0 0
Materiële vaste activa 2 137.126 131.630
Financiële vaste activa 3 2.280 2.302
Totaal vaste activa 139.406 133.932
Vlottende activa
Voorraden 4 1.037 1.588
Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / 5 13.300 16.236
DBC-zorgproducten
Vorderingen uit hoofde van bekostiging 6 22.831 6.941
Overige vorderingen 7 38.550 91.090
Liquide middelen 9 61.839 20.553
Totaal vlottende activa 137.557 136.408
Totaal activa 276.963 270.340
Ref. 31-dec-14 31-dec-13
PASSIVA € 1.000 € 1.000
Groepsvermogen
Kapitaal 10 0 0
Bestemmingsreserves 10 8.622 8.621
Bestemmingsfondsen 10 31.061 31.061
Algemene en overige reserves 10 50.202 40.411
Totaal eigen vermogen 89.885 80.093
Aandeel derden 464 374
Voorzieningen
Overige voorzieningen 11 33.204 24.012
Langlopende schulden (nog voor meer 12 69.021 75.678
dan een jaar)
Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar)
Overige kortlopende schulden 13 84.389 90.183
Totaal passiva 276.963 270.340
89
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.2 GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2014
Ref. 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's / 17 3.650 5.576
DBC-zorgproducten A- en B-segment)
Omzet DBC's / DBC-zorgproducten B-segment 18 177.645 185.727
Omzet DBC's / DBC-zorgproducten A-segment 19 66.982 40.319
Opbrengsten uit hoofde van transitieregelingen en 20 3.310 13.937
honorariumplafonds
Subsidies 21 17.636 15.470
Overige bedrijfsopbrengsten 22 28.826 27.028
Som der bedrijfsopbrengsten 298.049 288.057
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 23 169.764 162.502
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 25 19.609 18.978
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 26 0 0
Overige bedrijfskosten 27 95.712 95.132
Som der bedrijfslasten 285.085 276.612
BEDRIJFSRESULTAAT 12.964 11.445
Financiële baten en lasten 28 -2.809 -3.487
Resultaat aandeel derden 30 -207 -126
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING 9.948 7.832
Buitengewone baten 29 0 0
Buitengewone lasten 29 0 0
Buitengewoon resultaat 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR VOOR BELASTINGEN 9.948 7.832
Belastingen 31 -157 -77
RESULTAAT BOEKJAAR NA BELASTINGEN 9.791 7.755
RESULTAATBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Toevoeging:
Reserve aanvaardbare kosten 0 6.331
Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 9.791 1.4249.791 7.755
90
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.3 GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT OVER 2014
Ref. 2014 2013
€ 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
Kasstroom uit operationele activiteiten
Bedrijfsresultaat 12.964 11.445
Aanpassingen voor:
- afschrijvingen 25 19.609 18.978
- aandeel derden 90 60
- mutaties voorzieningen 11 9.192 2.770
28.891 21.808
Veranderingen in vlottende middelen:
- voorraden 4 551 -298
- mutatie onderhanden werk uit hoofde van DBC's /
DBC-zorgproducten 5 2.936 5.435
- vorderingen 7 52.540 -25.643
- vorderingen/schulden uit hoofde van bekostiging 6 -15.890 -15.308
- kortlopende schulden (excl. schulden aan banken) 13 -5.794 2.596
34.343 -33.218
Kasstroom uit bedrijfsoperaties 76.198 35
Ontvangen interest 28 279 211
Betaalde interest 28 -3.088 -3.698
Resultaat aandeel derden 30 -207 -126
Belastingen 31 -157 -77
Buitengewoon resultaat 29 0 0
-3.173 -3.690
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 73.025 -3.655
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen materiële vaste activa 2 -23.572 -15.122
Desinvesteringen materiële vaste activa 2 127 29
Investeringen immateriële vaste activa 0 0
Desinvesteringen immateriële vaste activa 0 0
Investeringen deelnemingen en/of
samenwerkingsverbanden 2 -1.659 -673
Nieuw opgenomen leningen 0 0
Aflossing leningen 3 0 0
Overige investeringen in financiële vaste activa 3 22 -24
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -25.082 -15.790
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Nieuw opgenomen leningen 12 0 0
Aflossing langlopende schulden 12 -6.657 -7.800
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -6.657 -7.800
Mutatie geldmiddelen 41.286 -27.245
Stand geldmiddelen per 1 januari 20.553 47.798
Stand geldmiddelen per 31 december 61.839 20.553
Mutatie geldmiddelen 41.286 -27.245
91
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
11.1.4.1 Algemeen
Algemene gegevens en groepsverhoudingen
Zorginstelling Stichting Medisch Centrum Haaglanden (MCH) is statutair (en feitelijk) gevestigd te Den Haag.
Vestigingsadres
Naam: Stichting Medisch Centrum Haaglanden Telefoon: 070-3302000
Adres: Lijnbaan 32, 2512 VA KvK: 27169890
Postbus: Postbus 432, 2501 CK Internet: www.mchaaglanden.nl
Plaats: Den Haag
beroepsgericht onderwijs en het meewerken aan opleidingen en het verrichten van wetenschappelijk onderzoek in
het kader van de volksgezondheid.
MCH is sinds 15 augustus 2014 onderdeel van de Holdingstichting Medisch Centrum Haaglanden en Bronovo-Nebo.
Deze stichting heeft tot doel om gemeenschappelijk bestuur en beheer over de rechtspersonen Stichting Medisch
Centrum Haaglanden en Stichting Bronovo-Nebo te voeren alsmede het bevorderen van een samenhangend
zorgbeleid. De jaarrekening van MCH is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Holdingstichting Medisch
Centrum Haaglanden en Bronovo-Nebo te Den Haag. Deze jaarrekening is te verkrijgen via jaarverslagenzorg.nl.
Vanaf 1 januari 2015 is MCH opgegaan in stichting Medisch Centrum Haaglanden en Bronovo-Nebo met KvK
nummer 61262935.
In deze jaarrekening zijn alle bedragen x € 1.000,- opgenomen, tenzij anders is vermeld.
De Raad van Bestuur van Stichting Medisch Centrum Haaglanden en Bronovo-Nebo heeft de jaarrekening 2014
vastgesteld in de vergadering van 6 mei 2015.
De Raad van Toezicht van de Stichting Medisch Centrum Haaglanden en Bronovo-Nebo heeft de jaarrekening 2014
goedgekeurd in de vergadering van 26 mei 2015.
Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi, de Richtlijnen
voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder RJ 655 inzake de jaarverslaggeving voor zorginstellingen,
en Titel 9 Boek 2 BW.
In 2014 hebben zich geen stelsel- of schattingswijzigingen voorgedaan. De grondslagen zijn met uitzondering
van de toepassing van ontwerp-richtlijn RJ 655, ongewijzigd gebleven.
Continuïteitsveronderstelling
materieel belang op grond waarvan twijfel zou kunnen bestaan over de continuïteit van het
geheel van de werkzaamheden van MCH. De verwachting is dat de cashflow over het boekjaar 2015 zich positief
zal ontwikkelen.
Vergelijking met voorgaand jaar
De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar.
Vergelijkende cijfers
Consolidatie
In de consolidatie worden de financiële gegevens van MCH opgenomen, samen met haar groepsmaatschap-
pijen en andere rechtspersonen waarop zij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de
centrale leiding heeft. Groepsmaatschappijen zijn rechtspersonen waarin MCH direct of indirect overheersende
zeggenschap kan uitoefenen doordat zij beschikt over de meerderheid van de stemrechten of op enige andere
wijze de financiële en operationele activiteiten kan beheersen. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met
potentiële stemrechten die direct kunnen worden uitgeoefend op balansdatum.
De groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop zij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen
of waarover zij de centrale leiding heeft, worden voor 100% in de consolidatie betrokken.
Wanneer er sprake is van een belang in een joint venture, dan wordt het desbetreffende belang proportioneel
geconsolideerd. Van een joint venture is sprake indien als gevolg van een overeenkomst tot samenwerking de
zeggenschap door de deelnemers gezamenlijk wordt uitgeoefend.
Intercompany-transacties, intercompany-winsten en onderlinge vorderingen en schulden tussen groepsmaat-
schappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen worden geëlimineerd, voor zover de
resultaten niet door transacties met derden buiten de groep zijn gerealiseerd. Ongerealiseerde verliezen op
intercompany-transacties worden ook geëlimineerd tenzij er sprake is van een bijzondere waardevermindering.
Waarderingsgrondslagen van groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen
zijn waar nodig gewijzigd om aansluiting te krijgen bij de geldende waarderingsgrondslagen voor de Groep.
In de consolidatie zijn de volgende rechtspersonen begrepen:
• Stichting Diabetes Zorg Haaglanden;
De Stichting exploiteert een zelfstandig behandelcentrum in Den Haag voor het verlenen van zorg aan mensen
met diabetes mellitus. Het MCH heeft 100% zeggenschap.
• Express-so BV;
De exploitatie van de restauratieve voorzieningen in de centale hal van het MCH Westeinde en MCH Antoniushove
en het bedrijfsrestaurant in MCH Antoniushove wordt door Express-so verzorgt. Het MCH heeft 100% zeggenschap.
Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Er zijn geen onzekerheden van
De cijfers voor 2013 zijn, waar nodig, geherrubriceerd om vergelijkbaarheid met 2014 mogelijk te maken.
De belangrijkste activiteiten zijn het verlenen en organiseren van de gezondheidszorg in de ruimste zin, het
92
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
• West End Facility BV;
In West End Facility zijn schoonmaakwerkzaamheden en -diensten, afvalverwerking, interne verhuizingen en
gebouw- en terreingebonden werkzaamheden ondergebracht. Het MCH heeft 100% zeggenschap.
• Apotheek MCH Lijnbaan BV;
De activiteiten bestaan uit het exploiteren van een openbare apotheek in MCH Westeinde. Het MCH bezit
51% van de aandelen.
• Lab West BV.
De BV exploiteert het Klinisch Chemisch Laboratorium van het HagaZiekenhuis en MCH. De aandelen van de
vennootschap zijn voor 50% in handen van het HagaZiekenhuis en MCH bezit de andere 50% van de aandelen.
Verbonden rechtspersonen
Als verbonden partijen worden aangemerkt alle rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap, gezamen-
lijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende
zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden,
andere sleutelfunctionarissen in het management van MCH en nauwe verwanten zijn verbonden partijen.
Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale
marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transacties en
andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht.
Schattingen
Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat
de Raad van Bestuur van MCH zich over verschillende zaken een oordeel vormt en dat de Raad van Bestuur
schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. De daadwerkelijke
uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden
voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting
wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze
oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de
betreffende jaarrekeningposten.
Operationele leasing
Bij de stichting kunnen er leasecontracten bestaan waarbij een groot deel van de voor- en nadelen die aan
het eigendom verbonden zijn, niet bij de stichting ligt. Deze leasecontracten worden verantwoord als
operationele leasing. Verplichtingen uit hoofde van operationele leasing worden, rekening houdend met
ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de winst- en verliesrekening over de
looptijd van het contract.
Grondslagen van segmentering
Gezien de activiteiten van de gelieerde vennootschappen en de ondersteuning aan de processen van MCH is
afgezien van segmentering van deze activiteiten anders dan het opstellen van een geconsolideerde en
enkelvoudige jaarrekening.
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.
Betalingen welke voortvloeien uit langlopende leningen worden voor het gedeelte dat betrekking heeft op de rente
opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de
aflossing als kasstroom uit financieringsactiviteiten. In deze opstelling is de mutatie van de kortlopende schulden
aan de kredietinstellingen begrepen in de mutatie van de liquide middelen.
11.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva
Activa en passiva
De algemene grondslag voor de waardering van de activa en de passiva is de verkrijgings- of de vervaardigingsprijs.
Voor zover niet anders is vermeld zijn de activa en passiva gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs.
Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd.
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen
naar de stichting zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard
zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag
daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Immateriële en materiële vaste activa
De immateriële en materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs
onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen.
De vaste activa worden lineair afgeschreven met een restwaarde van € 0. De afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd
op de geschatte levensduur die per categorie als volgt zijn bepaald:
Terreinvoorzieningen 20 jaar
Gebouwen 50 jaar
Verbouwingen en installaties 3 tot 20 jaar
Inventarissen en ICT 3 tot 10 jaar
Trekkingsrechten 20 jaar
Instandhouding / kleine verbouwingen 10 jaar
Op de grondwaarde vindt geen afschrijving plaats. Bouwrente wordt niet geactiveerd.
93
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
De materiële vaste activa waarvan de instelling krachtens een financiële leaseovereenkomst de economische
eigendom heeft, worden geactiveerd. De uit de financiële leaseovereenkomst voortkomende verplichting wordt
als schuld verantwoord. De in de toekomstige leasetermijnen begrepen interest wordt gedurende de looptijd van
de financiële leaseovereenkomst ten laste van het resultaat gebracht.
Voor zover subsidies of daaraan gelijk te stellen vergoedingen zijn ontvangen als eenmalige bijdrage in de
afschrijvingskosten, zijn deze als vooruitontvangen bedrag onder de overlopende passiva opgenomen.
Voor de kosten van periodiek groot onderhoud wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening is opgenomen
onder de overige voorzieningen aan de passiefzijde van de balans. De uitgaven voor groot onderhoud worden ten
laste gebracht van deze voorziening.
De Minister van VWS heeft een overgangsregime kapitaallasten bewerkstelligd. Dit overgangsregime geeft,
aflopend in de tijd, gedeeltelijke zekerheid voor oudbouw- en nieuwbouwproblematiek van het vastgoed en zekerheid
voor de afwikkeling van de voormalige Immateriële Vaste Activa (door versnelde afschrijving en vergoeding in de
budgetten). Dit overgangsregime is uitgewerkt in beleidsregels van de NZa.
Bijzondere Waardevermindering
Vaste activa met een lange levensduur worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer
wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet
terugverdiend zal worden. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de
boekwaarde van een actief te vergelijken met de geschatte contante waarde van de toekomstige nettokasstromen
die het actief naar verwachting zal genereren.
Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte contante waarde van de toekomstige kas-
stromen, worden bijzondere waardeverminderingen verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de
realiseerbare waarde.
MCH heeft voor het ziekenhuis een bedrijfswaardeberekening opgesteld om te beoordelen of er sprake is van
een bijzondere waardevermindering. De uitkomsten van de bedrijfswaardeberekening zijn sterk afhankelijk van
veronderstellingen over de tarieven in de toekomstige afspraken met Zorgverzekeraars, groei van de
productie en disconteringsvoeten die mede afhankelijk zijn van de toekomstige marktontwikkelingen, financiering
en bekostiging. De bedrijfswaardeberekening geeft aan dat de bandbreedte van de uitkomst zeer groot kan zijn.
De uitgangspunten die het ziekenhuis hanteert zijn de volgende:
• Jaarlijkse groei: volume 0,5% en prijs 0,5% in 2015 en vervolgens 1,5%. Dit resulteert in 1% omzetgroei in 2015
en daarna 2% per jaar.
• Inflatie 2% per jaar
• Discontovoet bedraagt 3,4%
De ingeschatte opbrengstwaarde is hoger dan de boekwaarde eind 2014. Aangezien dit saldo positief is, zijn
geen aanpassingen gedaan aan de waardering van het vastgoed.
Een eventuele afwijking van de verwachtingen kan mogelijk een substantiële impact hebben op de
vermogenspositie van MCH in de toekomst, zowel voor het beeld van resultaat en vermogen
in de onderhavige jaarrekening als in toekomstige jaren. Een dergelijke afwijking zal, voorzover aan de orde,
worden verwerkt in het jaar dat deze voldoende betrouwbaar kan worden bepaald.
Financiële vaste activa
Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden
uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaardemethode. Invloed van betekenis
wordt in ieder geval verondersteld aanwezig te zijn bij het kunnen uitbrengen van 20% of meer van de
stemrechten. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze
jaarrekening; voor deelnemingen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan
deze grondslagen, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de desbetreffende deelneming.
Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op
nihil gewaardeerd. Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden
gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Indien sprake is van een duurzame waardevermindering vindt
waardering plaats tegen deze lagere waarde; afwaardering vindt plaats ten laste van de resultatenrekening.
De leningen aan niet-geconsolideerde deelnemingen worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs
op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen.
De grondslagen voor overige financiële vaste activa zijn opgenomen onder het kopje Financiële Instrumenten.
Dividenden worden verantwoord in de periode waarin zij betaalbaar worden gesteld. Rentebaten worden
verantwoord in de periode waartoe zij behoren, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de
desbetreffende post. Eventuele winsten of verliezen worden verantwoord onder de financiële baten en lasten.
MCH kent, naast de in de consolidatie betrokken rechtspersonen, de volgende deelnemingen:
Nederlands Centrum voor Plastische Chirurgie BV te Den Haag
De vennootschap exploiteert een een kliniek voor plastische chirurgie. Het MCH is voor 10% aandeelhouder.
De deelneming is op verkrijgingsprijs (ad. € 1.800) gewaardeerd.
94
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
Vervreemding van vaste activa
Voorraden
De voorraden zijn gewaardeerd tegen historische inkoopprijzen onder aftrek van een voorziening voor
incourantheid, voorzover daartoe aanleiding bestaat.
Financiële instrumenten
Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige
financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten.
Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten).
Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en
de direct toerekenbare transactiekosten niet in de eerste opname worden meegenomen. Indien
instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in
de resultatenrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten geen deel uit van de
eerste waardering.
In contracten besloten financiële instrumenten die niet worden gescheiden van het basiscontract,
worden verwerkt in overeenstemming met het basiscontract.
Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.
Verstrekte leningen en overige vorderingen
Verstrekte leningen en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op
basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen.
Overige financiële verplichtingen
Financiële verplichtingen die geen deel uitmaken van een handelsportefeuille worden tegen
geamortiseerde kostprijs gewaardeerd op basis van de effectieve rentemethode.
MCH documenteert de hedgerelaties in generieke hedgedocumentatie en toetst periodiek de effectiviteit
van de hedgerelaties door vast te stellen dat geen sprake is van overhedges. Indien afgeleide
instrumenten niet langer voldoen aan de voorwaarden voor ‘hedge accounting’, aflopen of worden
verkocht of wanneer de instelling niet langer kiest voor hedge accounting wordt hedge accounting
beëindigd. De tot dat moment in het vermogen verantwoorde resultaten blijven in het eigen vermogen
uitgesteld tot het moment dat de toekomstige transactie plaatsvindt. Indien de transactie naar verwachting
niet meer plaatsvindt, worden de in het eigen vermogen uitgestelde cumulatieve hedgeresultaten naar
de resultatenrekening gebracht.
MCH waardeert de transacties tegen kostprijs onder toepassing van kostprijshedge-accounting.
Slechts het ineffectieve deel dat in een verlies resulteert wordt verantwoord in de winst- en verliesrekening.
Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten
Het onderhanden werk wordt gewaardeerd op basis van de huidige opbrengstwaarde. Tot het onderhanden
werk worden gerekend al die trajecten die nog niet zijn afgesloten per balansdatum. De huidige opbrengstwaarde
wordt bepaald door de tussentijds afgeleide Zorgproducten door de OHW Grouper te waarderen tegen
verkoopprijs gecorrigeerd voor eventuele overschrijdingen van de contractwaarden met zorgverzekeraars. Op het
onderhanden werk worden de voorschotten in mindering gebracht die zijn ontvangen van zorgverzekeraars.
De reeds gesloten zorgproducten die nog niet zijn gefactureerd zijn ondergebracht in ‘Nog te factureren’ onder
de overige vorderingen.
Vorderingen
Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie.
Handelsvorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs.
Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering, evenals
voorschotten in het kader van de transitie naar Zorgproducten.
Vorderingen op patiënten worden als volgt gewaardeerd:
< 60 dagen: 100% inbaar
> 60 dagen en <= 360 dagen : 14% inbaar
> 360 dagen: 0 % inbaar
Vorderingen op instellingen worden alsvolgt gewaardeerd:
> 91 dagen en < 360 dagen: 50% inbaar
>= 360 dagen: 0 % inbaar
Niet EU-ingezettenen worden als niet inbaar behandeld.
Liquide middelen
Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden.
Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder
kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Afgeleide financiële instrumenten
Voor verkoop beschikbare activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde.
95
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
Eigen vermogen
Op de presentatie en classificatie van de onderdelen van het eigen vermogen van MCH is de ontwerp-richtlijn RJ 655
toegepast. Het aandeel derden als onderdeel van het groepsvermogen wordt gewaardeerd tegen het bedrag
van het netto belang in de netto-activa van de desbetreffende groepsmaatschappijen.
Voor zover de desbetreffende groepsmaatschappij een negatieve nettovermogenswaarde heeft, worden
de negatieve waarde en de eventuele verdere verliezen niet toegewezen aan het aandeel derden, tenzij de
derden-aandeelhouders een feitelijke verplichting hebben en in staat zijn om de verliezen voor hun rekening
te nemen. Zodra de nettovermogenswaarde van de groepsmaatschappij weer positief is, worden resultaten
toegekend aan het aandeel derden.
Voorzieningen (algemeen)
Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de
balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en
waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen
de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te
wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar
verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld.
Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze
vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal
worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting.
Voorziening groot onderhoud
De voorziening groot onderhoud wordt gevormd voor verwachte kosten inzake periodiek onderhoud van
panden, installaties, e.d., gebaseerd op een meerjaren onderhoudsplan. De voorziening is gebaseerd op
nominale waarde.
Voorziening persoonlijk budget levensfase (toerekening aan jaren)
De voorziening persoonlijk budget levensfase (PBL) betreft een voorziening uit hoofde van een CAO
verplichting in het kader van de overgangsregeling 45+. Het persoonlijk budget levensfase kwalificeert
als een beloning met opbouw van rechten. De voorziening betreft de nominale waarde van de in de
toekomst eenmalig uit te keren PBL-uren. De berekening is gebaseerd op de CAO-bepalingen, blijfkans,
leeftijd en resterende dienstjaren tot het bereiken van de 55-jarige leeftijd.
Voorziening jubileumverplichtingen
De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening
betreft de nominale waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is
gebaseerd op gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd.
Voorziening goodwill specialisten
Om te komen tot integratie van de medische staven is het nodig om de toelatingsvoorwaarden te harmoniseren.
De kosten van deze harmonisatie, zijnde de te betalen goodwill aan de uittredende specialist van de locatie,
zijn hiervoor voorzien.
Reorganisatievoorziening
De reorganisatievoorziening is gevormd voor de verwachte kosten inzake de oprichting van Lab West BV.
Eventuele reorganisatiekosten worden op deze post verantwoord.
Schulden
Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten
die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden niet meegenomen in de waardering.
Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.
De kortlopende schulden hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar.
Verzekeringen
Medisch Centrum Haaglanden heeft als beleid om claims, voor zover deze het verzekerde bedrag
overstijgen, te voorzien.
96
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
11.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling
Algemeen
Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met
inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen.
De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van
historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als
deze gerealiseerd zijn.
Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn
geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend.
Opbrengsten
De met de opbrengsten samenhangende lasten worden toegerekend aan de periode waarin de baten zijn verantwoord.
Bij de omzetbepaling van de DBC zorgproducten en overige zorgproducten, alsmede de opbrengsten uit hoofde van
transitieregelingen en honoraria medisch specialisten heeft MCH de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
gehanteerd zoals opgenomen in paragraaf 11.1.4 van deze jaarrekening. Hierbij is de "Handreiking
Omzetverantwoording MSZ 2014" gevolgd, die door het Bestuurlijk Overleg onder voorzitterschap van het Ministerie
van VWS is vastgesteld.
De bedragen voor de niet gebudgetteerde zorgprestaties, transitie en subsidies voor opleidingen zijn gebaseerd
op de algemene beleidsregels en beschikkingen van de NZa.
Personele kosten
Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst- en
verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers.
Pensioenen
MCH heeft voor haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers
hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon
berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij MCH. De verplichtingen, die voortvloeien uit
deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn. MCH betaalt
hiervoor premies waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer.
De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds
(het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Per 1 januari 2014
diende het pensioenfonds een dekkingsgraad van ten minste 104,5% te hebben. De dekkingsgraad (na indexatie)
bedroeg toen 109%. Per 1 januari 2015 gelden nieuwe regels voor pensioenfondsen. Daarbij hoort ook een nieuwe
berekening van de dekkingsgraad. De ‘nieuwe’ dekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste twaalf dekkingsgraden.
Door een gemiddelde te gebruiken zal de dekkingsgraad nu minder sterk schommelen. Op 31 december 2023 moet de
dekkingsgraad minimaal 123% zijn. Het pensioenfonds verwacht hieraan te kunnen voldoen en voorziet geen noodzaak
voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren.
MCH heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds,
anders dan het effect van hogere toekomstige premies. MCH heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met
het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord.
Financiele baten en lasten
De financiële baten en lasten betreffen van derden en groepsmaatschappijen ontvangen (te ontvangen) en aan
derden en groepsmaatschappijen betaalde (te betalen) interest. Tevens is hieronder opgenomen het aandeel
van de stichting in het resultaat van de op nettovermogenswaarde gewaardeerde deelnemingen danwel ontvangen
dividenden van deelnemingen waarin geen invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt
uitgeoefend en waardeveranderingen van financiële vaste activa.
Overheidssubsidies
Overheidssubsidies worden aanvankelijk in de balans opgenomen als vooruitontvangen baten zodra er redelijke
zekerheid bestaat dat zij zullen worden ontvangen en dat MCH zal voldoen aan de daaraan verbonden
voorwaarden. Subsidies ter compensatie van door MCH gemaakte kosten worden systematisch als
opbrengsten in de winst-en-verliesrekening opgenomen in dezelfde periode als die waarin de kosten worden
gemaakt. Subsidies ter compensatie van MCH voor de kosten van een actief worden systematisch in de
winst-en-verliesrekening opgenomen gedurende de gebruiksduur van het actief.
Belastingen
Stichting Medisch Centrum Haaglanden is vrijgesteld voor de vennootschapsbelasting, op basis van artikel 5.1,
onderdeel c, sub 1, Wet op de Vennootschapsbelasting 1969. De rechtpersonen waarin wordt deelgenomen in
het geplaatste kapitaal door Stichting Medisch Centrum Haaglanden zijn zelfstandig belastingplichting voor de
vennootschapsbelasting.
Stichting Medisch Centrum Haaglanden is belastingplichtig voor de omzetbelasting.
11.1.4.4 Waarderingsgrondslagen WNT
Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector (WNT) heeft
de stichting zich gehouden aan de Beleidsregels toepassing WNT d.d. 26 februari 2014, inclusief de wijziging
van 12 maart 2014, en deze als normenkader bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerd.
97
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
11.1.4.5 Sectorontwikkelingen omzetverantwoording 2012-2015
Inleiding
De landelijke onzekerheden waarmee MCH tot en met 2013 geconfronteerd werd in de omzetverantwoording zijn
in 2014 aanzienlijk afgenomen met de vaststelling van :
- de uitkomst van het aanvullend omzetonderzoek 2012-2013 van MCH door de expertcommissie van
zorgverzekeraars; en
- de transitiebedragen 2012 en 2013 door de Nza.
De resterende onzekerheid in de omzetverantwoording 2014 van MCH betreft voornamelijk schattingsposten met
betrekking tot :
- in 2014 gesloten DBC's, geopend in 2013 die buiten de scope van het self assessment 2012-2013 vielen;
- in 2014 geopende DBC-zorgproducten;
- de afwikkeling van het FB systeem in de loop van 2015; en
- het nog vast te stellen bedrag van de eventuele vordering uit hoofde van de overgangsregeling kapitaallasten.
De schattingsposten hebben betrekking op de bepaling van de financiële impact van de onrechtmatigheden over 2014,
de impact op de omzetverantwoording en de toerekening aan boekjaren. Daarnaast is rondom een aantal onderwerpen
nog sprake van interpretatieruimte in de registratievoorschriften.
Oorzaken onzekerheden omzetverantwoording
De onzekerheden zijn in 2012 ontstaan door gelijktijdige invoering van prestatiebekostiging in combinatie met een
transitiemodel, wijzigingen in de DOT-productstructuur en nieuwe wijzen van contracteren met zorgverzekeraars.
Diverse van de in 2012 en 2013 gesignaleerde problemen inzake de omzetverantwoording golden in 2014 nog steeds
en werken door in de verantwoording en in de interne controle over 2014. Open registratie- en declaratienormen zijn
na afloop van het boekjaar 2013 nader geduid door de regelgever (laatstelijk in augustus 2014). Daarnaast zijn formele
en materiële controles door de zorgverzekeraars geïntensiveerd.
Achtergrond landelijk herstelplan en stand van zaken herstelplan
Voornoemde problematiek heeft geleid tot een landelijk herstelplan medio 2014 voor de ziekenhuizen zoals vastgesteld
door de Minister van VWS. Kern van het herstelplan was:
- Verduidelijking van normen door de NZa (medio 2014);
- Een landelijk aanvullend omzetonderzoek over de jaren 2012 en 2013 en vaststelling door een expertgroep van
zorgverzekeraars (ultimo 2014);
- Het definitief afwikkelen van materiële controles tot en met 2011 in 2014 door zorgverzekeraars;
- Definitieve vaststelling van het eerder onzekere transitiebedrag door de NZa (ultimo 2014);
- Duidelijkheid over de garantieregeling kapitaallasten door de NZa;
- Uitstel van de publicatietermijn van de jaarrekening 2013 tot 15 december 2014.
Door vaststelling van de uitkomsten van het herstelplan heeft MCH duidelijkheid verkregen over de
rechtmatigheidsaspecten en (resterende) onzekerheden hierin over de DBC-zorgproducten zoals die zijn afgesloten
en gefactureerd in de jaren tot en met 2013. Met de vaststelling van het definitieve transitiebedrag 2012 en 2013 door
de NZa d.d. 24 november 2014 heeft MCH zekerheid gekregen over desbetreffende balanspost. Verschillen ten
opzichte van eerdere inschattingen zijn als nagekomen baten en lasten uit het zelfonderzoek 2012-2013 en de
definitief vastgestelde transitiebedragen verwerkt in deze jaarrekening.
De onzekerheden die in de jaarrekening 2014 resteren zijn door het afsluiten van de oude jaren dan ook kleiner dan
de onzekerheden in voorgaande jaren en betreffen:
1. Definitieve afwikkeling zelfonderzoek 2012/2013 met de zorgverzekeraars;
2. Rechtmatigheidscontroles MSZ 2014;
3.Toerekening van de contractafspraken met de zorgverzekeraars op schadejaar aan het boekjaar;
4. Afwikkeling FB tot en met 2011;
5. Macrobeheersinstrument;
Deze issues zijn (inclusief de afwikkeling hiervan) hierna toegelicht:
1. Definitieve afwikkeling zelfonderzoek 2012/2013 met de zorgverzekeraars
Het rapportageformulier zelfonderzoek correct declareren 2012-2013 is goedgekeurd door de expertgroep
d.d. 03 december 2014. De onderhandelingen met de zorgverzekeraars over de finale verrekening zijn nog onderhanden.
De verwachte uitkomsten van deze onderhandelingen zijn verwerkt in de jaarrekening 2014. Op grond van
de brief van de Minister van VWS van 22 mei 2014 concludeert MCH dat de uitkomst van het zelfonderzoek,
behoudens vermoedens van fraude, die MCH niet heeft, een goede basis is voor een betrouwbare schatting van de
uiteindelijke uitkomst van de onderhandelingen met de zorgverzekeraars.
98
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
2. Rechtmatigheidscontroles MSZ 2014
De NFU, NVZ en ZN hebben eind maart 2015 een Handreiking rechtmatigheidscontroles MSZ 2014 gepubliceerd.
De NZa heeft bevestigd dat deze handreiking in overeenstemming is met publiekrechtelijke regelgeving. Naar analogie
van het onderzoek over 2012/2013 kunnen instellingen zelf rechtmatigheidscontroles uitvoeren op in 2014 gesloten
DBC's en overige zorgproducten. Deze rechtmatigheidscontroles worden beoordeeld door de representerende
zorgverzekeraars. Op basis van dit oordeel zal zullen alle verzekeraars gezamenlijk over de rechtmatigheid van de
facturatie 2014 concluderen.
MCH heeft op basis van deze handreiking een onderzoek inzake 2014 uitgevoerd. De voorlopige uitkomsten zijn
betrokken bij het opstellen van deze jaarrekening en het inschatten van de risico's die voortvloeien uit geconstateerde
onjuiste registraties en/of declaraties, rekening houdende met de contractafspraken met zorgverzekeraars. Naar
verwachting zal MCH de definitieve rapportage vóór 30 juni 2015 aan de representerende zorgverzekeraars
aanleveren en volgt voor eind oktober 2015 uitsluitsel over dit onderzoek. Dit kan naar verwachting van de raad van
bestuur van MCH leiden tot niet-materiële, nagekomen baten of lasten. Waar nodig heeft MCH nuanceringen geboekt.
Naast de rechtmatigheidscontroles MSZ 2014 zoals opgenomen in de handreiking heeft de instelling op basis van een
risicoanalyse onderzoek verricht naar de risico's die voor MCH materieel zijn. In deze risicoanalyse zijn de uitkomsten
van het aanvullend omzetonderzoek 2012/2013, de uitgevoerde steekproef en beschikbare overige in- en externe
controles betrokken. Doelmatigheidscontroles over 2014 zullen door de zorgverzekeraars nog uitgevoerd worden,
maar hoeven geen financieel effect met terugwerkende kracht te hebben. MCH gaat ervan uit dat dit geen financieel
effect met terugwerkende kracht hoeft te hebben. De Nza heeft dit in het landelijke overleg echter niet bevestigd, dus
deze onzekerheid blijft vooralsnog bestaan.
Ook privaatrechtelijk heeft MCH geen afspraken terzake gemaakt, anders dan verwerking van de aandachtspunten
zoals opgenomen in het landelijke omzetonderzoek.
De uit de genoemde werkzaamheden en controles voortvloeiende beste inschatting van het financieel effect op de
omzet en daarmee samenhangende posten is verwerkt in deze jaarrekening.
3. Toerekening van de contractafspraken met de zorgverzekeraars op schadejaar aan het boekjaar
MCH heeft met de zorgverzekeraars voor 2014 schadelastafspraken op basis van aanneemsommen en
plafondafspraken gemaakt. Toerekening van de schadelastafspraken aan het boekjaar 2014 heeft plaatsgevonden
op basis van een beste schatting van het voortgangspercentage ultimo 2014 in lijn met de Handreiking
Omzetverantwoording en rekening houdend met de verwachte effecten van het zelfonderzoek. Deze correcties zijn
conform de Handreiking Omzetverantwoording op de omzet 2014 in mindering gebracht en verwerkt in de voorziening
te vorderen uit hoofde van contracten ultimo 2014 onder overige vorderingen. De uiteindelijke uitkomsten zullen later
blijken uit de afrekeningen met zorgverzekeraars. In deze jaarrekening is de beste inschatting van het financieel effect
op de omzet en daarmee samenhangende posten verwerkt.
4. Afwikkeling FB tot en met 2011
De NZa heeft met circulaire d.d. 4 juli 2014 de uitgangspunten voor finale afwikkeling FB kenbaar gemaakt zoals deze
in overleg met de veldpartijen tot stand zijn gekomen. Tot op heden heeft nog geen verdere informatieverstrekking
plaatsgevonden, anders dan dat over verdere procedures in de sector een convenant is gesloten tussen de koepels
ZN, NVZ en NFU.
MCH heeft de jaren tot en met 2011 afgerekend, exclusief de effecten van materiële controles, welke in 2014 zijn
afgerond. De onzekerheid over de uitkomsten van de afwikkelingsprocedure blijft bestaan, zolang er geen sprake is
van overeenstemming over de positie tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars en waar dus historische verschillen
onopgelost zijn. Daarmee is sprake van onzekerheden over de juistheid en volledigheid van de opgenomen positie
ultimo 2014 zoals opgenomen in de positie nog in tarieven te verrekenen bedragen in de balans.
5. Macrobeheersinstrument
Uit de berekeningen van het ministerie van VWS blijkt een overschrijding van EUR 242 miljoen voor 2013 en voor 2014
is de overschrijding nog niet bekend. De minister neemt uiterlijk 1 mei 2016 een besluit of de handhaving van het
MBI-omzetplafond 2013 wordt ingezet of dat er alternatieven zijn om de overschrijding 2013 te redresseren. Bij
opmaak van de jaarrekening is daarom niet betrouwbaar te schatten wat het effect gaat zijn van het
macrobeheersinstrument voor 2013 en 2014 in latere jaren. Voor verdere toelichting rondom dit risico wordt verwezen
naar de Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen in paragraaf 11.1.5.15.
Conclusie Raad van Bestuur
De Raad van Bestuur heeft ten behoeve van de bepaling van het resultaat en de financiële positie de best mogelijke
schattingen gemaakt op basis van de beschikbare informatie, onder andere met betrekking tot bovenstaande aspecten
van de omzetverantwoording. De Raad van Bestuur is van mening dat, met voornoemde toelichting, de jaarrekening
het vereiste inzicht geeft in het resultaat en de financiële positie van MCH op basis van de ons nu bekende feiten
en omstandigheden.
99
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
ACTIVA
2. Materiële vaste activa
De specificatie is als volgt: 31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
Bedrijfsgebouwen en terreinen 83.518 88.017
Machines en installaties 10.116 9.939
Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 28.733 30.330
Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa 14.759 3.344
Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa 0 0
Totaal materiële vaste activa 137.126 131.630
Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Boekwaarde per 1 januari 131.630 134.842
Bij: investeringen 25.232 15.795
Bij: herwaarderingen 0 0
Af: afschrijvingen 19.609 18.978
Af: bijzondere waardeverminderingen 0 0
Af: terugname geheel afgeschreven activa 0 -34
Af: desinvesteringen 127 63
Boekwaarde per 31 december 137.126 131.630
Toelichting:
3. Financiële vaste activa
De specificatie is als volgt: 31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
Deelnemingen 265 252
Resultaat deelnemingen 0 0
Aandeel derden 0 0
Overige vorderingen financiële vaste activa 3 3
Leningen 2.012 2.047
Totaal financiële vaste activa 2.280 2.302
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:
Specificatie deelnemingen:
x € 1.000 31-dec-13 Mutatie 31-dec-14
MediRisk 246 0 246
MediRisk (Lab West BV) 3 0 3
Nederlandse Centrum voor Plastische Chirurgie BV 2 0 2
Apotheek Centrum HAP Den Haag BV te Den Haag (100%) 0 14 14
Regionale Samenwerkings Organisatie Haaglanden BV 1 -1 0
Totaal 252 13 265
Toelichting deelnemingen
Het door MCH verstrekte kapitaal aan MediRisk bedraagt per 2014 € 246.000. In 2012 is door Lab West BV aan MediRisk kapitaal verstrekt
voor een bedrag van € 6.000. Het MCH-aandeel betreft 50%. Dit kapitaal is verstrekt aan MediRisk ter versterking van het vermogen, zodat
er aan de eisen van de DNB wordt voldaan.
Begin 2014 zijn de aandelen van de Regionale Samenwerkings Organisatie Haaglanden BV overgedragen aan de Stichting Transmurale
Zorg Den Haag en omstreken.
Apotheek MCH Lijnbaan BV heeft in 2014 een 100% kapitaalbelang ( € 13.585) in Apotheek Centrum HAP BV te Den Haag.
Voor een nadere specificatie van het verloop van de WTZi-vergunningplichtige vaste activa, de WTZi-meldingsplichtige vaste activa, de WMG-
gefinancierde vaste activa en de niet WTZi-gefinancierde vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 11.1.8. In
toelichting 11.1.9 zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten.
100
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
ACTIVA
Specificatie overige vorderingen financiële vaste activa:
x € 1.000 31-dec-13 Mutatie 31-dec-14
Waarborgsom (Lab West BV) 3 0 3
Totaal 3 0 3
Toelichting overige vorderingen financiële vaste activa
In 2012 heeft Lab West BV een waarborgsom van € 6.951 verstrekt. De waarde van deze waarborgsom betreft in 2014, € 6.760.
Het aandeel van MCH in deze waarborgsom bedraagt 50%, zijnde een bedrag van € 3.380,50. Waarborgsommen hebben
betrekking op bij PostNL gedeponeerde bedragen voor frankeerkosten.
Specificatie leningen :
x € 1.000 31-dec-13 Aflossing Verstrekt 31-dec-14
Lening u/g Apotheek Haagse Ziekenhuizen 1.570 0 0 1.570
Lening u/g Apotheek Antoniushove BV 0 0 150 150
Lening u/g MyownFile BV 224 0 0 224
Lening u/g Regionale Samenwerkings
Organisatie Haaglanden BV 139 139 0 0
Lening MediRisk/MediFire 114 46 0 68
Totaal 2.047 185 150 2.012
Toelichting leningen
De kapitaalstructuur van de Apotheek Haagse Ziekenhuizen (AHZ) voorziet niet in voldoende liquiditeit om de levering van
geneesmiddelen aan MCH voor te financieren. Afhankelijk van de omzet wordt middels leningen, door de instellingen, voorzien in
voldoende liquiditeit. De lening aan de AHZ bedraagt € 1.570.000.
In 2014 heeft MCH aan de apotheken, Apotheek Antoniushove BV en Apotheek MCH Lijnbaan BV totaal een bevoorschotting van € 300.000
verstrekt ter dekking van de voorraadpositie van geneesmiddelen. De bevoorschotting aan de Apotheek MCH Lijnbaan BV is in de
geconsolideerde jaarrekening geëliminieerd.
Ten behoeve van het project "MIJN MEDISCHE GEGEVENS" is aan MyOwnFile BV een lening verstrekt van € 224.000.
Voor de oprichting van het regionaal schakelpunt heeft MCH een lening verstrekt aan de Regionale Samenwerkings Organisatie
Haaglanden BV (RSO) van € 139.000. De lening is in 2104 afgelost.
Op 30 juni 2011 is Lab West BV opgericht. Het MCH heeft ter financiering van de aanloopkosten en overname van activa een
lening verstrekt van € 945.000. Jaarlijks vindt een aflossing plaats van € 94.500. De restwaarde van de door MCH verstrekte lening
bedraagt ultimo 2014 € 661.500. In de geconsolideerde balans wordt deze lening geëlimineerd.
In 1993 is een lening aan MediRisk verstrekt voor een bedrag van € 68.067, de rente op deze lening bedraagt 1,55%.
Aan MediFire is in 1999 een lening verstrekt van € 45.378 met een rentepercentage van 3,59%. Deze lening is in 2014 afgelost.
Toelichting op belangen in andere rechtspersonen of vennootschappen:
Naam en rechtsvorm en woonplaats
rechtspersoon
Verschaft
kapitaal
Kapitaalbe-
lang (in %)
Eigen
vermogen Resultaat
€ € €
Express-so BV, te Den Haag zie 11.1.4 18.000 100% 472.389 -24.213
St. Diabetes Zorg Haaglanden, te Den Haag zie 11.1.4 350.000 100% 4.036.007 946.574
West End Facility BV, te Den Haag zie 11.1.4 18.000 100% 343.249 -24.654
Apotheek MCH Lijnbaan BV, te Den Haag zie 11.1.4 9.180 51% 946.243 432.384
Lab West BV, te Den Haag zie 11.1.4 9.000 50% -659.325 226.943
Zeggenschapsbelangen:
Nederlandse Centrum voor Plastische Chirurgie BV 1.800 10%
Toelichting:
Het resultaat en het vermogen betreft het jaar 2014. Grondslag voor de cijfers zijn de (concept)jaarrekeningen van de deelnemingen.
Zowel het resultaat als het vermogen zijn voor 100% in de bovenstaande tabel weergegeven.
In 2015 zal Stichting Diabetes Zorg Haaglanden worden opgeheven en gaan de activiteiten over naar MCH.
Apotheek MCH Lijnbaan BV heeft in 2014 een dividend uitgekeerd van € 250.000
Kernactiviteit
Rechtstreekse kapitaalbelangen >= 20%:
101
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
ACTIVA
4. Voorraden
De specificatie is als volgt: 31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
Medische middelen 774 1.407
Leenemballage 40 45
Overige middelen 266 196
Af: voorziening incourante voorraden -43 -60
Totaal voorraden 1.037 1.588
Toelichting:
De afname van de voorraad medische middelen is toe te schrijven aan een te hoge voorraadwaardering in 2013. Deze is in 2014 gecorrigeerd.
5. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten
De specificatie is als volgt: 31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
Onderhanden projecten DBC's / DBC-zorgproducten A-segment 1.996 1.441
Onderhanden projecten DBC's / DBC-zorgproducten B-segment 35.469 34.164
Onderhanden projecten DBC's honoraria 9.595 8.822
Af: ontvangen voorschotten -33.760 -28.191
Af: voorziening onderhanden projecten 0 0
Totaal onderhanden werk 13.300 16.236
Toelichting:
Het onderhanden werk daalt ten opzichte van 2013 door een stijging van de bevoorschotting door Zorgverzekeraars.
6. Vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging
Vorderingen uit hoofde van bekostiging: 31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
1. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort 0 1.910
2. Vorderingen uit hoofde van transitieregeling 22.831 5.031
3. Vordering uit hoofde van Nacalculatie doorloop DBC's / DBC-zorgproducten 2012 en 0 0
nacalculatie 2013
Totaal vorderingen uit hoofde van bekostiging 22.831 6.941
De voorziening voor incourantheid die in aftrek op de voorraden is gebracht bedraagt € 43.000.
102
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
ACTIVA
Specificatie vorderingen en schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk financieringsoverschot
t/m 2011 2012 2013 2014 totaal
€ 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
Saldo per 1 januari 22.383 4.261 1.910 1.910 22.383
Financieringsverschil boekjaar 345 1.464 0 0 1.809
Correcties voorgaande jaren 0 0 0 0 0
Betalingen/ontvangsten -6.668 -3.815 0 -1.910 -12.393
Subtotaal mutatie boekjaar -6.323 -2.351 0 -1.910 -10.584
Correcties voorgaande jaren -11.799 0 0 0 -11.799
Saldo per 31 december 4.261 1.910 1.910 0 0
Stadium van vaststelling (per erkenning): c c c c
a= interne berekening
b= overeenstemming met zorgverzekeraars
c= definitieve vaststelling NZa
31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
Waarvan gepresenteerd als:
- vorderingen uit hoofde van financieringstekort 0 1.910
- schulden uit hoofde van financieringsoverschot 0 0
0 1.910
Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 0 0
Vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget:
Verpleeg- en verzorgingsgelden 0 0
Dagbehandeling, deeltijdbehandeling en dagverpleging 0 0
Honoraria medisch-specialistische hulp 0 0
Vergoedingen voor klinische en poliklinische verrichtingen 0 0
Gedeclareerde DBC-omzet 0 0
Mutatie onderhanden projecten (voor zover ter dekking wettelijk budget) 0 0
Afrekening overfinanciering 1.910 0
Totaal financieringsverschil -1.910 0
Toelichting:
In het kader van de afwikkeling van de FB- bekostigingssystematiek had MCH, in 2013, nog een vordering van € 1,9 mln. op verzekeraars.
Conform de beleidsregels is deze post in 2014 afgewikkeld.
103
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
ACTIVA
Specificatie vorderingen uit hoofde van transitieregeling en schulden uit hoofde van transitieregeling
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Schaduwbudget (op basis van afspraken met zorgverzekeraars) 153.116 153.096
Af: A omzet (inclusief overloop) -74.029 -74.833
Af: B nieuw (binnen transitiemodel = B-2012) honorariumomzet loondienst met -74.032 -75.214
vergoeding in schaduwbudget in B nieuw
Transitiebedrag 5.055 3.049
Waarvan gepresenteerd als:
- vorderingen uit hoofde van transitieregeling 22.831 5.031
- schulden uit hoofde van transitieregeling 0 0
22.831 5.031
Het transitiebedrag wordt verwerkt in: € 1.000
2012 95% 4.802
2013 70% 3.539
Toelichting:
Voor de transitiejaren 2012 en 2013 heeft de NZa een overgangsregeling (NR/CU-208) opgesteld. Deze transitieregeling vereist dat
de gerealiseerde omzet uit de prestatiebekostiging wordt afgezet tegen de omzet volgens de oude bekostigingssystematiek (schaduwbudget),
beiden over het jaar 2012. Het verschil tussen beide bedragen wordt aangeduid met de term transitiebedrag.
Het transitiebedrag is eind 2014 definitief vastgesteld door de NZa. Als gevolg hiervan heeft MCH een vordering van € 8.3 mln (€ 4,8 mln +
€ 3,5 mln) uit hoofde van deze regeling. In april 2014 is op basis van de voorlopige vaststelling van het transitiebedrag een bedrag van € 14,5 mln
betaald aan het Zorgverzekeringsfonds. Hierdoor is een totale vordering op het Zorgverzekeringsfonds ontstaan van € 22,8 mln.
Dit bedrag is begin 2015 aan MCH uitbetaald.
Specificatie schulden uit hoofde van honorariumplafond
Gedeclareerd aan het Gedeclareerd via het Totaal 2014 Totaal 2013
ziekenhuis lokaal collectief
€ 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
Lokaal omzetplafond 0 0 -34.947 -33.910
-/- gedeclareerd 0 0 -33.317 -30.815
-/- mutatie Onderhanden werk 0 0 -544 -1.531
Saldo in balans (schuld) 0 0 0 0
Toelichting:
7. Overige vorderingen
De specificatie is als volgt: 31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
Vorderingen op debiteuren 61.255 113.808
Nog te factureren omzet DBC's / DBC-zorgproducten 8.392 9.995
Overige vorderingen 1.369 981
Vooruitbetaalde bedragen 2.669 2.350
Nog te ontvangen bedragen 0 0
Te vorderen uit hoofde van contracten -35.135 -36.044
Totaal overige vorderingen 38.550 91.090
Toelichting:
De post vorderingen op debiteuren is afgenomen als gevolg van een iets eerdere facturatie in 2014 richting Zorgverzekeraars, ondanks
wederom lange prijsonderhandelingen. Dit vertaald zich eveneens in een lagere nog te factureren omzet.
Over 2014 is de omzet op basis van de Handreiking omzetverantwoording 2014 afgezet tegen de contractafspraken met de
zorgverzekeraars. De toerekening aan het boekjaar 2014 en de hoogte van de omzet leidt ertoe dat op basis van de afgesproken
contractwaarden schulden aan zorgverzekeraars ontstaan. Deze schulden zijn opgenomen onder 'Te vorderen uit hoofde van contracten'.
Een zelfde exercitie heeft plaatsgevonden voor de schadelastjaren 2012 en 2013. De gefactureerde omzet is hierbij afgezet tegen de
contractwaarde. Hieruit volgt dat MCH meer heeft gedeclareerd dan de contractwaarde. Een deel van deze teveel gefactureerde
bedragen zijn reeds in 2013 en 2014 tussentijds terugbetaald. Hierdoor daalt het bedrag licht.
Er is geen sprake van vorderingen met een verwachte looptijd van > 1 jaar.
De vrijgevestigde medisch specialisten hebben er allen voor gekozen om hun declaratie via het MCH Collectief te laten verlopen. Op basis van het
vastgestelde honorariumplafond in 2014 voor het MCH Collectief van € 34,9 mln. is er geen bedrag verschuldigd door het Collectief in 2014. De
omzet in 2014 die onder dit plafond valt komt uit op € 33,9 mln. Ultimo 2014 is de schuld uit hoofde van het honorariumplafond dan ook € 0.
104
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
ACTIVA
9. Liquide middelen
De specificatie is als volgt: 31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
Bankrekeningen 61.816 20.520
Kassen 23 33
Totaal liquide middelen 61.839 20.553
Toelichting:
opneembaar.
De liquide middelen stijgen door een iets hogere bevoorschotting door zorgverzekeraars en door de iets eerdere start van de facturatie
over het jaar 2014.
Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden.
Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. De liquide middelen zijn vrij
105
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
PASSIVA
10. Groepsvermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
Kapitaal 0 0
Bestemmingsreserves 8.622 8.621
Bestemmingsfondsen 31.061 31.061
Algemene en overige reserves 50.202 40.411
Totaal eigen vermogen 89.885 80.093
Kapitaal
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2014 bestemming mutaties 31-dec-2014
€ 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
Kapitaal 0 0 0 0
0 0 0 0
Bestemmingsreserves
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2014 bestemming mutaties 31-dec-2014
€ 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
Bestemmingsreserves:
Reserve afschrijving inventarissen 1.920 0 0 1.920
Reserve automatisering 3.948 0 0 3.948
Reserve projecten 2.400 0 0 2.400
Reserve bond medische specialisten 353 0 1 354
Reserve aanvaardbare kosten:
Reserve aanvaardbare kosten 0 0 0 0
Totaal bestemmingsreserves 8.621 0 1 8.622
Bestemmingsfondsen
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2014 bestemming mutaties 31-dec-2014
€ 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
Bestemmingsfondsen:
Bestemmingsfondsen 31.061 0 0 31.061
Totaal bestemmingsfondsen 31.061 0 0 31.061
Algemene en overige reserves
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2014 bestemming mutaties 31-dec-2014
€ 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
Algemene reserves:
Algemene reserves 40.411 9.791 0 50.202
Totaal algemene en overige reserves 40.411 9.791 0 50.202
Toelichting:
Bestemmingsreserves
Als gevolg van een wijziging in RJ 655 wordt het eigen vermogen anders gepresenteerd. Als gevolg hiervan hebben wij de reserve
aanvaardbare kosten verdeeld over de bestemmingsfondsen en de algemene reserve. Alle resultaten die betrekking hebben op de jaren
2011 en eerder zijn toegerekend aan de bestemmingsfondsen. De mutaties m.b.t. het bovenstaande zijn verwerkt in het beginbalans van 2014.
niet meer. Het resterende saldo per 2014 betreft de afschrijvingsreserve inventaris voor Radiotherapie.
Reserve projecten
De reserve projecten is gevormd ten behoeve van diverse projecten.
Reserve afschrijvingen inventarissen
De reserve afschrijvingen inventarissen bestaat uit het verschil tussen de afschrijvingskosten volgens de investeringsruimte
Reserve automatisering
De reserve automatisering is gevormd in verband met aanzienlijke investeringen in nieuwe ICT in de komende jaren.
zoals opgenomen in het budget en de gerealiseerde afschrijvingen. Toekomstige overschrijdingen van de normatieve
afschrijvingskosten komen ten laste van deze reserve. De budgettering is in 2012 komen te vervallen en dus muteert deze reserve
Reserve aanvaardbare kosten
106
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
PASSIVA
(Vervolg) Bestemmingsreserves
Reserve Bond Medisch Specialisten
De Bond Medisch Specialisten heeft in 2001 haar activiteiten beëindigd. Het batige saldo heeft de bond in 2008 aan de
ziekenhuizen gedoneerd. De gelden dienen te worden aangewend voor opleiding en onderzoek door medisch specialisten en
arts-assistenten.
Bestemmingsfondsen
De overheid heeft aan het eigen vermogen dat tot en met 2011 tot het collectief vermogen werd gerekend een beperktere
bestedingsmogelijkheid gegeven. Aldus wordt dit vermogen vanaf 2014 gepresenteerd als bestemmingsfonds. Deze beperking volgt uit
de beleidsregels NZa en het uitvoeringsbesluit WTZi. Vanuit de reserve aanvaardbare kosten is in de beginbalans een bedrag toegevoegd
van € 31 mln.
Algemene reserve
Door het wegvallen van het onderscheid tussen collectief en niet collectief vermogen wordt de winst toegevoegd aan de algemene reserves
omdat hier geen wettelijke of statutaire beperking meer op rust. Dit heeft er ook toe geleid dat de winsten vanaf 2012 worden gerekend tot de
algemene reserve. Als gevolg hiervan is een bedrag van € 26,9 mln gereclassificeerd uit eerdere jaren. Deze reclassificatie is in de beginbalans
van 2014 gemuteerd.
Overzicht van het totaalresultaat van de instelling
31-dec-2014 31-dec-2013
€ 1.000 € 1.000
Geconsolideerd netto-resultaat (na belastingen) toekomend aan de instelling 9.791 7.755
Herwaardering materiële vaste activa 0 0
Af: gerealiseerde herwaardering ten laste van het eigen vermogen 0 0
Totaal van de rechtstreekse mutaties in het eigen vermogen van de instelling als
onderdeel van het groepsvermogen 0 0
Totaalresultaat van de instelling 9.791 7.755
11. Voorzieningen
Saldo per Dotatie Onttrekking Vrijval Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2014 31-dec-2014
€ 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
Voorzieningen uit hoofde van 0 0 0 0 0
macrobeheersinstrument
Overige voorzieningen:
Egalisatierekening groot onderhoud 20.328 12.587 6.417 0 26.498
Goodwill specialisten 1.074 1.014 0 0 2.088
Jubilea 890 79 0 0 969
Reorganisatievoorziening 602 1.842 0 0 2.444
Voorziening CAO Levensfase 1.118 99 0 15 1.202
Giftenfonds 0 3 0 0 3
Voorziening deelneming Lab West BV 0 0 0 0 0
Totaal voorzieningen 24.012 15.624 6.417 15 33.204
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd:
31-dec-2014
€ 1.000
Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 10.899
Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 22.305
Hiervan langlopend (> 5 jaar) 2.444
Algemene en overige reserves
107
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
PASSIVA
Toelichting per categorie voorziening:
Egalisatierekening groot onderhoud
gelijkmatig over de jaren te verdelen. In 2014 is er een bedrag van ca. € 9,9 mln. toegevoegd aan de voorziening, de
onttrekking bedraagt € 6,4 mln.
Goodwill specialisten
deze harmonisatie, zijnde de te betalen goodwill aan de uittredende specialisten en de specialisten die in 2014 besloten hebben om
in loondienst te treden, zijn hier voorzien.
Jubilea
Conform nieuwe regelgeving per 1 januari 2005 is een voorziening gevormd voor toekomstige jubileumuitkeringen ten laste van
het resultaat. Per ultimo 2014 bedraagt de voorziening voor MCH € 925.000.
In 2014 heeft Lab West BV een voorziening gevormd van € 87.954 (MCH-deel bedraagt € 43.977).
Reorganisatievoorziening
In 2014 is aan de reorganisatievoorziening ten behoeve van Lab West BV een dotatie verricht van ca. € 1,8 mln. Dit als gevolg van de
alternatieven die MCH onderzoekt naar aanleiding van de fusie met Bronovo.
Voorziening CAO Levensfase
De voorziening persoonlijke levensfase (PLB) betreft een voorziening uit hoofde van een CAO verplichting in het kader van de
overgangsregeling 45+. Het persoonljik budget levensfase kwalificeert als een beloning met opbouw van rechten. In 2014 is deze
voorziening herberekend, hetgeen resulteert in een voorziening van € 1,2 mln. Hiervan heeft ca. € 0,5 mln. betrekking op Lab West BV.
Pensioenverplichting
MCH is aangesloten bij het bedrijfspensioenfonds Zorg en Welzijn. In het pensioenreglement is niets opgenomen over het voldoen van
direct aanvullende bijdragen in geval van een tekort. Jaarlijks wordt de premie zodanig vastgesteld, dat eventuele overschotten of tekorten
niet direct worden verrekend met de aangesloten instellingen.
MCH heeft de pensioenregeling in de jaarrekening verwerkt volgens de verplichtingenbenadering en hoeft geen pensioenverplichting op
te nemen.
Voorziening deelneming Lab West BV
De netto vermogenswaarde van deelneming Lab West BV is ultimo 2014 negatief, conform de waarderinggrondslagen wordt de deelneming
(enkelvoudig) tot nihil gewaardeerd en is deze voorziening getroffen. In de geconsolideerde balans is er geen sprake van deze voorziening.
12. Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)
De specificatie is als volgt: 31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
Schulden aan banken 67.731 75.592
Overige langlopende schulden 1.290 86
Totaal langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar) 69.021 75.678
Het verloop 'schulden aan banken' is als volgt weer te geven: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Stand per 1 januari 83.457 91.318
Bij: nieuwe leningen 0 0
Af: aflossingen 7.863 7.863
Stand per 31 december 75.594 83.455
Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 7.863 7.863
Stand 'schulden aan banken' per 31 december > 1 jaar 67.731 75.592
Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten 31-dec-14 31-dec-13
worden beschouwd: € 1.000 € 1.000
Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen 7.863 7.863
Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 67.731 75.592
Hiervan langlopend (> 5 jaar) 37.615 44.932
Toelichting:
Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar 11.1.10, het overzicht langlopende schulden.
De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.
De post 'overige langlopende schulden' betreft het opgenomen lening aan LabWest BV ter financirering van de aanloopkosten en overname
van activa. Daarnaast betreft het de leasecomponent van het met Roche afgesloten contract per 01 maart 2014 voor de duur van 10 jaar voor
de inrichting van de laboratoria van LabWest BV.
De egalisatierekening groot onderhoud is gevormd teneinde de kosten van groot onderhoud aan gebouwen en installaties
Om te komen tot integratie van de medische staven is het nodig om de toelatingsvoorwaarden te harmoniseren. De kosten van
108
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
PASSIVA
13. Overige kortlopende schulden
De specificatie is als volgt: 31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
Crediteuren 13.753 12.235
Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 8.096 7.863
Aflossingsverplichtingen roll-over lening 1.575 2.475
Belastingen en sociale premies 4.409 4.423
Schulden terzake pensioenen 5.470 4.407
Nog te betalen salarissen 633 1.142
Vakantiegeld 5.022 4.730
Vakantiedagen 2.334 2.207
CAO levensfase 7.848 6.292
Nog te betalen kosten:
Interest leningen 810 1.004
Overige overlopende passiva:
Overige 34.439 43.405
Totaal overige kortlopende schulden 84.389 90.183
Toelichting:
Er zijn geen kortlopende schulden met een verwachte looptijd > 1 jaar.
De aflossingsverplichtingen langlopende schulden betreffen leningen van MCH (€ 7.863.000) en LabWest BV (€ 232.500).
De crediteurenstand is eind 2014 hoger dan 2013 door over de jaargrens verschoven betaling voor onder meer LabWest en de AHZ en
door een toename van de bouwgerelateerde facturen.
14. Financiële instrumenten
Algemeen
MCH maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de instelling blootstellen aan
markt- en/of kredietrisico’s. Deze betreffen financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen. Daarnaast maakt MCH gebruik
van afgeleide financiële instrumenten om de renterisico's af te dekken.
MCH handelt niet in deze financiële instrumenten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke
tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan MCH verschuldigde betalingen blijven eventuele
daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve
hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten
gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet- of marktrisico’s.
Kredietrisico
De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren zijn voor circa 95% geconcentreerd bij de vijf grote verzekeraars.
Renterisico en kasstroomrisico
MCH loopt renterisico over eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Bij enkele
leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. Hierdoor is er geen sprake van een renterisico op deze
leningen. Anderen leningen hebben een vast rentepercentage die tussentijds moet worden herzien. Om het renterisico op deze
leningen te beperken hanteert MCH als uitgangspunt dat in enig jaar voor maximaal 20% van de leningenportefeuille
de rente opnieuw mag worden vastgesteld. De leningen worden in principe aangehouden tot het einde van de looptijd.
Tenslotte heeft MCH leningen met een variabel rentepercentage. Het beleid hierbij is om, afhankelijk van de rentevisie, afgeleide
financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen.
Sinds 2006 maakt MCH gebruik van rentederivaten om opwaartse renterisico’s af te dekken. Ultimo 2014 heeft MCH
twee renteswaps in portefeuille.
Op 28 maart 2006 heeft het MCH een renteswap afgesloten om het opwaartse renterisico van de roll-over financiering
voor het nieuwe Ziekenhuis Informatie Systeem af te dekken. De variabele 3 maands Euribor rente wordt ‘ingeruild’
voor een vaste rente van 3,7425%. De ingangsdatum van de renteswap is 1 april 2006 met een onderliggende waarde
van € 8 mln. Op 1 juli 2006 is deze waarde verhoogd naar € 9 mln. om vervolgens gedurende 10 jaar per kwartaal de
onderliggende waarde met € 225.000 te laten afnemen, voor het eerst op 1 oktober 2006.
Om het opwaartse renterisico van de 3-maands Euribor af te dekken van de Euroflex lening bij de ING uit december 2008
zijn op 11 december 2008 twee renteswaps afgesloten. De ingangsdatum van beide swaps is 15 december 2008 en zij hebben
elk een onderliggende waarde van € 17,5 mln. Ieder kwartaal neemt de onderliggende hoofdsom van de renteswap
met € 218.750 af. Eén swap heeft een looptijd van 5 jaar en de andere heeft een looptijd van 10 jaar. Voor de renteswap met
een looptijd van 10 jaar geldt dat de variabele 3 maands Euribor rente is ‘ingeruild’ voor een vaste rente van 3,665%.
De renteswap met een looptijd van 5 jaar is per 15 december 2013 afgelopen. Deze swap moet nog opnieuw worden afgesloten,
maar dit is mede gelet op de rente ontwikkeling op de geld- en kapitaalmarkt nog niet aan de orde.
Ultimo 2014 geldt een rentepercentage voor dit deel van de lening van 2,032%.
De hedges zijn 100% effectief. Derhalve vindt geen verantwoording van de huidige negatieve waarde van de renteswaps
van € 1.576.990 plaats via de resultatenrekening. Er is geen sprake van bijstortverplichtingen.
Op deze financiering is de 3 maands Euribor rente van toepassing plus een opslag van 0,5%.
Voor de financiering van het nieuwe Ziekenhuis Informatie Systeem is op 1 april 2006 een roll-over financiering aangetrokken
van € 8 mln. en per 1 juli 2006 is hier nog € 1 mln. aan toegevoegd. Deze financiering van € 9 mln. loopt vervolgens per
kwartaal met € 225.000 terug, voor het eerst op 1 oktober 2006. De restschuld per 31 december 2014 bedraagt € 1.575.000.
109
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
PASSIVA
Reële waarde
De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, effecten,
liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan. Van de langlopende schulden is de reële waarde niet goed
vast te stellen door het ontbreken van inzicht in de credit-spreads op deze leningen.
15. Niet in de balans opgenomen regelingen
Overige niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
PET/CT scan
De vier ziekenhuizen welke samen de coöperatie vormden, Medisch Centrum Haaglanden, Bronovo ziekenhuis,
Groene Hart Ziekenhuis en 't Lange Land Ziekenhuis, hebben gezamenlijk een PET/CT scan aangeschaft. Deze
PET/CT scan is de tweede helft van 2010 geplaatst op de Bleulandlocatie van het Groene Hart Ziekenhuis in Gouda.
Het MCH heeft een afname garantie verstrekt tot 2019. Ultimo 2014 bedraagt de hieruit voortvloeiende verplichting € 2,7 mln.
St Jacobusstichting
MCH heeft op 23 december 2011 met de St Jacobusstichting een overeenkomst gesloten waarbij de
St Jacobusstichting vanaf 2012 neurochirurgische apparatuur om niet ter beschikking stelt aan MCH voor de behandeling
van intra-axiale hersentumoren. Uiterlijk 1 februari 2017 dienen jaarlijks 250 patiënten te worden behandeld door MCH.
Wanneer dit aantal niet wordt behaald dient MCH de apparatuur tegen de dan geldende boekwaarde van € 726.386
over te nemen van de St Jacobusstichting.
MCH verwacht, conform de uitgangspunten bij deze overeenkomst, dit aantal patiënten per jaar te behalen.
Huur ruimten derden MCH
De volgende ruimten worden gehuurd:
- Buitenpoli Monster;
- Polikliniekruimte aan de Koninginnegracht in Den Haag;
- Magazijnruimte Binckhorst in Den Haag;
- Polikliniekruimte in het gezondsheidscentrum Wassenaar;
- Kantoor- en bedrijfsruimte op de locatie Albardastraat en Monsterseweg in Parnassia Bavo Groep in Den Haag;
- Kantoorruimte Hofje van Nieuwkoop aan de Warmoezierstraat in Den Haag;
- Diagnostisch Centrum Haaglanden buitenpoli Neurologie in Den Haag;
- Diagnostisch Centrum Voorschoten buitenpoli Neurologie in Voorschoten;
- Medisch Centrum Voorburg buitenpoli Orthopedie;
- Diagnostisch Centrum Haaglanden buitenpoli Orthopedie;
- Saffier de Residentie Groep Orthopedie;
- Huur Woonruimte Prinses Marijkelaan te Leidschendam;
- Huur Nieuwendamlaan te Den Haag;
- Huur Poli Interne Diabetes te Den Haag;
- Huur Woonruimte Warmoezier 112 te Den Haag.
Huur ruimten derden deelnemingen
- Jacobus I, Diabetes Zorg Haaglanden
De totale huursom op jaarbasis van deze ruimten bedraagt € 488.882.
Door deelnemingen worden de volgende ruimten gehuurd van het MCH.
- Begane grond in de centrale hal locatie MCH Westeinde door Express-so BV;
- Begane grond in de centrale hal locatie MCH Antoniushove door Express-so BV;
- Begane grond in de centrale hal locatie MCH Westeinde door Apotheek MCH Lijnbaan BV.
Ten behoeve van de magazijnruimte Binckhorst in Den Haag, heeft MCH een bankgarantie verstrekt van € 28.759.
MCH heeft bij de overdracht van de gehuurde ruimte van de Haaglanden Kliniek aan de nieuwe huurder een bankgarantie verstrekt
van € 450.000. Deze garantie is in 2014 ingeroepen door de verhuurder.
Obligoverplichtingen Waarborgfonds
In 2014 zijn geen leningen toegevoegd aan de geborgde leningen bij het Waarborgfonds.
De obligoverplichting van 3% over de geborgde restschuld bedraagt ca. € 1,27 mln.
Zekerheden
MCH heeft aan de ING Bank, De Nederlandse Staat en het Waarborgfonds voor de Zorgsector een positieve hypotheekverklaring afgegeven.
Aan de ING Bank is daarnaast eveneens een negative pledge/pari passu en cross default verklaring afgegeven.
Verder zijn de vorderingen verpand aan de ING Bank. Ook is in 2014 op verzoek van het Waarborgfonds hypotheek gevestigd op het
onroerend goed van MCH inclusief verpanding van de hierin aanwezige roerende zaken ten behoeve van de ING Bank, de Nederlandse Staat
en het Waarborgfonds voor een totaalbedrag van € 106 mln. In de hypotheek is niet betrokken het H-gebouw, kadastraal bekend onder L12091.
De totale kredietfaciliteit bij de ING bedraagt per 31 december 2014 € 75.975.000. Op 1 december is de faciliteit uitgebreid met een krediet
van € 24,9 mln. die wordt geborgd door het Waarborgfonds ten behoeve van de nieuwbouwfinanciering kliniek Antoniushove.
MCH heeft aan ABN AMRO een borgstelling afgegeven van EUR 787.500 ter meerdere zekerheid voor de financiering van de
(ver-)nieuwbouw van de Apotheek Haagse Ziekenhuizen.
110
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
PASSIVA
Macrobeheersingsinstrument
Het macrobeheersinstrument (MBI) kan door de minister van VWS worden ingezet bij overschrij-dingen van het macrokader zorg. Het MBI is
uitgewerkt in de Aanwijzing macrobeheersmodel instellingen voor medisch specialistische zorg. Inzet van het MBI betekent een terugvordering
bij instellingen voor medisch specialistische zorg.
Jaarlijks wordt door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ambtshalve een MBI-omzetplafond vastgesteld. Tevens wordt door de NZa jaarlijks
een omzetplafond per instelling vastgesteld, die afhankelijk is van de realisatie van het MBI-omzetplafond van alle instellingen gezamenlijk.
Deze vaststelling vindt plaats nadat door de Minister van VWS de overschrijding van het MBI-omzetplafond uiterlijk vóór 1 december van het
opvolgend jaar is gecommuniceerd.
Voor de verschillende boekjaren geldt het volgende:
- De verplichting uit hoofde van het MBI 2012 die er ultimo 2013 nog wel was, is vervallen en wordt meegenomen in de groeiruimte in 2016,
zo heeft de Minister van VWS op 31 maart 2015 besloten.
- Het macrokader over 2013 is op basis van cijfers van het Ministerie van VWS overschreden met een te verrekenen bedrag van maximaal
EUR 242 miljoen. De minister neemt uiterlijk 1 mei 2016 een besluit of de handhaving van het MBI-omzetplafond 2013 daadwerkelijk wordt
ingezet, of dat er alternatieven zijn om de alsdan definitief vast te stelling overschrijding 2013 te redresseren.
- Voor 2014 is het MBI-omzetplafond door de NZa vastgesteld op EUR 18.269 miljoen (prijsni-veau 2013). Bij het opstellen van de jaarrekening
2014 is niet bekend of sprake is van een overschrijding van het MBI-omzetplafond over 2014.
MCH is niet in staat een betrouwbare inschatting te maken of er uiteindelijk sprake zal zijn van een daadwerkelijke verplichting voor de
instelling voortkomende uit het MBI. Hierdoor is deze mogelijke verplichting niet tot uitdrukking gebracht in de balans per 31 december 2014.
111
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.8 MUTATIEOVERZICHT VASTE ACTIVA o.g.v art. 5a Regeling verslaggeving WTZi
11.1.8.1 WTZi-vergunningplichtige vaste activa
NZa-IVA Grond Terrein- Gebouwen Semi perm. Ver- Installaties Onderhanden Subtotaal Totaal
voorzieningen gebouwen bouwingen Projecten vergunning
€ 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
Stand per 1 januari 2014
- aanschafwaarde 3.846 1.254 67.166 0 29.353 9.936 0 111.555 353.144
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 0 891 46.803 0 27.268 8.994 0 83.956 221.514
Boekwaarde per 1 januari 2014 3.846 363 20.363 0 2.085 942 0 27.599 131.630
Mutaties in het boekjaar
- investeringen 0 0 0 0 0 1.566 0 1.566 25.232
- herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
- afschrijvingen 0 26 1.441 0 678 529 0 2.674 19.609
- extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd 0 0 0 0 0 0 0 0 0
- terugname geheel afgeschreven activa
.aanschafwaarde 0 59 0 0 1.114 4.028 0 5.201 27.509
.cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
.cumulatieve afschrijvingen 0 59 0 0 1.114 4.028 0 5.201 27.509
- desinvesteringen
aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 0 0 127
cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
per saldo 0 0 0 0 0 0 0 0 127
Mutaties in boekwaarde (per saldo) 0 -26 -1.441 0 -678 1.037 0 -1.108 5.496
Stand per 31 december 2014
- aanschafwaarde 3.846 1.195 67.166 0 28.239 7.474 0 107.920 350.740
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 0 858 48.244 0 26.832 5.495 0 81.429 213.614
Boekwaarde per 31 december 2014 3.846 337 18.922 0 1.407 1.979 0 26.491 137.126
Afschrijvingspercentage 0,0% 2% en 5% 2,0% 5,0% 5,0%
112
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.8 MUTATIEOVERZICHT VASTE ACTIVA o.g.v art. 5a Regeling verslaggeving WTZi
11.1.8.2 WTZi-meldingsplichtige vaste activa
Trekkings Onderhanden Subtotaal Instand- Onderhanden Subtotaal Subtotaal
rechten Projecten houding Projecten meldings-
plichtige activa
€ 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
Stand per 1 januari 2014
- aanschafwaarde 87.199 0 87.199 29.070 0 29.070 116.269
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 45.357 0 45.357 20.073 0 20.073 65.430
Boekwaarde per 1 januari 2014 41.842 0 41.842 8.997 0 8.997 50.839
Mutaties in het boekjaar
- investeringen 0 0 0 1.767 0 1.767 1.767
- herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0
- afschrijvingen 3.933 0 3.933 2.627 0 2.627 6.560
- terugname geheel afgeschreven activa
.aanschafwaarde 0 0 0 4.564 0 4.564 4.564
.cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0
.cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 4.564 0 4.564 4.564
- desinvesteringen
aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 0
cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0
cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 0
per saldo 0 0 0 0 0 0 0
Mutaties in boekwaarde (per saldo) -3.933 0 -3.933 -860 0 -860 -4.793
Stand per 31 december 2014
- aanschafwaarde 87.199 0 87.199 26.273 0 26.273 113.472
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 49.290 0 49.290 18.136 0 18.136 67.426
Boekwaarde per 31 december 2014 37.909 0 37.909 8.137 0 8.137 46.046
Afschrijvingspercentage 5,0% 10,0%
113
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.8 MUTATIEOVERZICHT VASTE ACTIVA o.g.v art. 5a Regeling verslaggeving WTZi
11.1.8.3 WMG-gefinancierde vaste activa
Inventaris Onderhanden Vervoer- Automati- Subtotaal
projecten middelen sering WMG
€ 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
Stand per 1 januari 2014
- aanschafwaarde 69.521 127 130 7.785 77.563
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 49.495 0 77 5.257 54.829
Boekwaarde per 1 januari 2013 20.026 127 53 2.528 22.734
Mutaties in het boekjaar
- investeringen 3.063 0 0 2.450 5.513
- herwaarderingen 0 0 0 0 0
- afschrijvingen 4.972 0 12 1.494 6.478
- terugname geheel afgeschreven activa
.aanschafwaarde 17.314 0 68 0 17.382
.cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0
.cumulatieve afschrijvingen 17.314 0 68 0 17.382
- desinvesteringen
aanschafwaarde 0 127 0 0 127
cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0
cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0
per saldo 0 127 0 0 127
Mutaties in boekwaarde (per saldo) -1.909 -127 -12 956 -1.092
Stand per 31 december 2014
- aanschafwaarde 55.270 0 62 10.235 65.567
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 37.153 0 21 6.751 43.925
Boekwaarde per 31 december 2014 18.117 0 41 3.484 21.642
Afschrijvingspercentage 10,0% 0,0% 20,0% 20,0%
114
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.8 MUTATIEOVERZICHT VASTE ACTIVA o.g.v art. 5a Regeling verslaggeving WTZi
11.1.8.4 Niet - WTZi/WMG - gefinancieerde materiële vaste activa
Nieuwbouw Nieuwbouw Verbouwingen/ Kleine werken/ Inventaris Automatisering Onderhanden Subtotaal
gebouwen installaties renovaties LTO projecten
€ 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
Stand per 1 januari 2014
- aanschafwaarde 0 0 25.214 0 9.107 10.219 3.217 47.757
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 0 0 5.696 0 4.676 6.927 0 17.299
Boekwaarde per 1 januari 2014 0 0 19.518 0 4.431 3.292 3.217 30.458
Mutaties in het boekjaar
- investeringen 0 0 3.280 0 663 901 11.542 16.386
- herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0
- afschrijvingen 0 0 1.701 0 926 1.270 0 3.897
- terugname geheel afgeschreven activa
.aanschafwaarde 0 0 0 0 362 0 0 362
.cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0
.cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 362 0 0 362
- desinvesteringen
aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 0 0
cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0
cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 0 0
per saldo 0 0 0 0 0 0 0 0
Mutaties in boekwaarde (per saldo) 0 0 1.579 0 -263 -369 11.542 12.489
Stand per 31 december 2014
- aanschafwaarde 0 0 28.494 0 9.408 11.120 14.759 63.781
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 0 0 7.397 0 5.240 8.197 0 20.834
Boekwaarde per 31 december 2014 0 0 21.097 0 4.168 2.923 14.759 42.947
Afschrijvingspercentage divers divers divers 0,0%
115
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.9 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN EN GEREEDGEKOMEN PROJECTEN
SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN
Num-
mer
Brief-
nummer Datum Omschrijving WTZi-type t/m 2013 2014 gereed
onder-
handen
Indexering
WTZi
Aangepaste
goedkeuring
������� ������� ������� ������� ������� ������� �������
0113 Dialyse Westeinde niet WTZi 380 1.966 2.346 0 0 � 0 2014
0115 nieuwbouw kliniek AH niet WTZi 2.017 10.513 0 12.530 0 � 0 2015
0116 nieuwbouw RC West niet WTZi 651 1.516 0 2.167 0 � 0 2016
0129 Verbouwing C12 niet WTZi 168 152 321 -1 0 � 0 2014
0130 Hybride OK niet WTZi 0 26 0 26 0 � 0 2016
0131 Spoedeisende hulp WZ niet WTZi 0 36 0 36 0 � 0 2016
2013 ICT Migratie Windows 7 WMG 92 302 394 0 0 � 0 2014
2013-002 Inventaris C12 niet WTZi 35 30 65 0 0 � 0 2014
Totaal 3.343 14.541 3.126 14.758 0 0 0
SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR GEREEDGEKOMEN PROJECTEN
Num-
mer
Brief-
nummer Datum Omschrijving WTZi-type Activapost WTZi WMG Overige Totaal
Afschrijving
WTZi Rentekosten
������� ������� ������� ������� ������� �������
0109 Brandmeldinstallatie niet WTZi verbouwingen 0 0 17 17 0 0
0110 Energievoorziening AH niet WTZi verbouwingen 0 0 525 525 0 0
0113 Dialyse Westeinde niet WTZi verbouwingen 0 0 2.346 2.346 0 0
0129 Verbouwing C12 niet WTZi verbouwingen 0 0 321 321 0 0
Overig niet WTZi verbouwingen 0 0 71 71 0 0
M11 Jaarmelding 2011 melding instandhouding 0 0 2 2 0 0
M12 Jaarmelding 2012 melding instandhouding 0 0 134 134 0 0
M13 Jaarmelding 2013 melding instandhouding 0 0 819 819 0 0
M14 Jaarmelding 2014 melding instandhouding 0 0 812 812 0 0
Inventaris en ICT WMG inventaris/ICT 0 0 5.662 5.662 0 0
Business cases niet WTZi inventaris 0 0 1.321 1.321 0 0
Totaal 0 0 12.030 12.030 0 0
Projectgegevens Investeringen Toekomstige lasten
Projectgegevens Investeringen Goedkeuringen
t/m 2014
Nominaal bedrag
WTZi
Jaar van
ople-
vering
116
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.10 OVERZICHT LANGLOPENDE SCHULDEN ULTIMO 2014
Leninggever Datum Hoofdsom
Totale
loop-
tijd
Soort lening
Werke-
lijke-
rente
Restschuld
31 december
2013
Nieuwe
leningen in
2014
Aflossing in
2014
Restschuld
31 december
2014
Restschuld
over 5 jaar
Resterende
looptijd in
jaren eind
2014
Aflos-
sings-
wijze
Aflos-
sing 2015
Gestelde
zekerheden
€ 1.000 % € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
Bank Nederlandse Gemeenten 30-mrt-01 5.445 20 onderhands 2,200% 2.178 0 272 1.906 546 7 lineair 272 2
Nederlandse Waterschapsbank 30-mrt-01 5.445 20 onderhands 4,320% 2.178 0 272 1.906 546 7 lineair 272 2
Nederlandse Waterschapsbank 30-mrt-01 5.445 20 onderhands 4,270% 2.178 0 272 1.906 546 7 lineair 272 2
Nederlandse Waterschapsbank 15-nov-01 5.899 20 onderhands 2,710% 2.360 0 295 2.065 590 7 lineair 295 2
Nederlandse Waterschapsbank 24-jan-02 5.899 20 onderhands 2,150% 2.655 0 295 2.360 885 8 lineair 295 2
Nederlandse Waterschapsbank 15-aug-02 7.000 25 onderhands 5,065% 3.920 0 280 3.640 2.240 13 lineair 280 2
Bank Nederlandse Gemeenten 15-aug-02 6.000 25 onderhands 3,640% 3.360 0 240 3.120 1.920 13 lineair 240 2
Bank Nederlandse Gemeenten 13-aug-02 7.000 25 onderhands 5,085% 3.920 0 280 3.640 2.240 13 lineair 280 2
Nederlandse Waterschapsbank 14-nov-03 7.000 20 onderhands 2,340% 3.500 0 350 3.150 1.400 9 lineair 350 2
Nederlandse Waterschapsbank 14-nov-03 7.000 20 onderhands 1,110% 3.500 0 350 3.150 1.400 9 lineair 350 2
Bank Nederlandse Gemeenten 1-jun-04 4.254 15 onderhands 4,025% 1.702 0 284 1.418 0 5 lineair 284 1
Bank Nederlandse Gemeenten 21-jun-04 3.630 16 onderhands 4,155% 1.588 0 227 1.361 226 6 lineair 227 1
Bank Nederlandse Gemeenten 1-aug-04 2.553 15 onderhands 4,475% 1.021 0 170 851 0 5 lineair 170 1
Bank Nederlandse Gemeenten 15-sep-04 2.553 15 onderhands 4,313% 1.021 0 170 851 0 5 lineair 170 1
Bank Nederlandse Gemeenten 15-dec-04 2.904 12 onderhands 3,910% 726 0 242 484 0 2 lineair 242 1
Bank Nederlandse Gemeenten 2-jan-05 1.453 12 onderhands 3,930% 484 0 121 363 0 3 lineair 121 1
Bank Nederlandse Gemeenten 20-jan-05 2.118 14 onderhands 3,950% 908 0 151 757 0 5 lineair 151 1
Nederlandse Waterschapsbank 20-jan-05 1.059 14 onderhands 3,810% 454 0 76 378 0 5 lineair 76 1
Bank Nederlandse Gemeenten 1-feb-05 3.403 15 onderhands 3,898% 1.588 0 227 1.361 226 6 lineair 227 1
Bank Nederlandse Gemeenten 16-feb-05 2.178 12 onderhands 3,730% 726 0 182 544 0 3 lineair 182 1
Bank Nederlandse Gemeenten 21-feb-05 794 14 onderhands 3,620% 340 0 57 283 0 5 lineair 57 1
Nederlandse Waterschapsbank 18-sep-06 12.000 20 onderhands 2,990% 7.800 0 600 7.200 4.200 12 lineair 600 2
Bank Nederlandse Gemeenten 18-sep-06 14.000 20 onderhands 1,700% 9.100 0 700 8.400 4.900 12 lineair 700 2
ING Bank 15-dec-08 35.000 20 euroflex 3,824% 26.250 0 1.750 24.500 15.750 14 lineair 1.750 3
Totaal 150.033 83.457 0 7.863 75.594 37.615 7.863
ING Bank 1-jul-06 9.000 10 roll-over 4,243% 2.475 0 900 1.575 0 2 lineair 900 3
Totaal 9.000 2.475 0 900 1.575 0 900
Totalen 159.033 85.932 0 8.763 77.169 37.615 8.763
Gestelde zekerheid: 1) Rijksgarantie
2) Waarborgfonds
3) Positieve / negatieve hypotheekverklaring op het onroerend goed aan de Burgemeester Banninglaan 1 in Leidschendam en aan de Lijnbaan 32 in Den Haag.
Er zijn geen schulden in rang achtergesteld bij andere schulden. Voor de positieve hypotheekverklaring heeft het Waarborgfonds voor de Zorgsector een positie die gelijk in rang is.
In 2014 is ter meerdere zekerheid hypotheekrecht verstrekt aan het Waarborgfonds, de ING Bank en de Nederlandse Staat voor een bedrag van € 106 miljoen.
117
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
,
11.1.11 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2014
BATEN
17. Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's / DBC-zorgproducten A- en B-segment)
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Opbrengsten in opdracht van andere instellingen 3.650 5.576
Totaal 3.650 5.576
Toelichting:
In 2014 nemen de opbrengsten van de post 'niet-gebudgetteerde zorgprestaties' af met ca. € 1,9 mln. Per 15 februari 2014 is het
contract tussen MCH en het Langeland Ziekenhuis inzake de dienstverlening van het medische microbiologische laboratorium
en pathologisch anatomische laboratorium beëindigd. De afname van de opbrengst is hier grotendeels aan toe te schrijven.
18. Omzet DBC's / DBC-zorgproducten B-segment
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Gefactureerde omzet DBC's / DBC-zorgproducten B-segment 177.695 177.070
Mutatie onderhanden werk DBC's / DBC-zorgproducten B-segment -51 8.657
Onverzekerde deel 1 0
Totaal 177.645 185.727
19. Omzet DBC's / DBC-zorgproducten A-segment
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Gefactureerde omzet DBC's / DBC-zorgproducten A-segment 66.401 39.540
Mutatie onderhanden werk DBC's / DBC-zorgproducten A-segment 581 779
Totaal 66.982 40.319
Toelichting 18 en 19
Wordt de zorgproductenomzet in totaal bekeken dan stijgt deze met € 18,5 mln. ten opzichte van 2013. In 2013 zit echter een
éénmalige correctie van de omzet uit 2012 van € 8 mln. De netto stijging van de omzet in 2014 van € 10,5 mln. bestaat voor € 5 mln.
uit de vrijval van de voorziening rechtmatigheidscontroles 2012 en 2013 als gevolg van de afronding van het self assessment 2012/2013.
20. Opbrengsten uit hoofde van transitieregelingen en honorariumplafonds
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Opbrengst uit hoofde van te verrekenen transitiebedrag medisch specialistische zorg 3.310 13.937
Totaal 3.310 13.937
Toelichting:
Het transitiebedrag 2012/2013 is definitief vastgesteld. Dit leidt nog tot een nagekomen bate in 2014.
118
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.11 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2014
BATEN
21. Subsidies
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS (waaronder opleidingsfonds) 15.563 14.718
Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies 2.073 752
Totaal 17.636 15.470
Toelichting:
In 2014 zijn de subsidieopbrengsten van de post 'Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS' met ca. € 845.000 toegenomen.
De toename wordt hoofdzakelijk verklaard door een hogere bijdrage voor artsen in opleiding en medisch ondersteunend personeel
en gespecialiseerde verpleegkundigen in opleiding.
De stijging van de post 'overige subsidies' is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de 'subsidie pilot ziekenhuisartsen i.o.' en aan
de bijdrage 'kwaliteitsimpuls opleidingen 2014'. Per saldo zien we hier een stijging van ca. € 1,3 mln.
22. Overige bedrijfsopbrengsten
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Overige dienstverlening (waaronder 2e-4e geldstroom UMC's voor onderzoek):
Overige dienstverlening 5.414 5.648
Overige opbrengsten (waaronder vergoeding voor uitgeleend personeel en verhuur onroerend goed):
Overige opbrengsten 23.412 21.380
Totaal 28.826 27.028
Toelichting:
De overige dienstverlening daalt met € 234.000. Dit is grotendeels toe te schrijven aan een daling van de opbrengsten van het
kinderdagverblijf door de sluiting locatie Antoniushove en de moeizame markt.
De overige opbrengsten stijgen met € 2,0 mln. Dit wordt voor € 700.000 veroorzaakt door een stijging van de doorbelaste
personeelskosten aan derden. De resterende € 1,3 mln. komt van de deelnemingen, waarbij vooral de opbrengsten uit de
Apotheek Lijnbaan en Stichting Diabetes Zorg Haaglanden en in het oog springen met een toename van € 1,7 mln.
119
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.11 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2014
LASTEN
23. Personeelskosten
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Lonen en salarissen 116.661 114.300
Sociale lasten 25.026 23.412
Pensioenpremies 11.262 10.687
Andere personeelskosten:
Andere persoonsgebonden personeelkosten 7.110 5.312
Subtotaal 160.059 153.711
Personeel niet in loondienst 9.705 8.791
Totaal personeelskosten 169.764 162.502
Specificatie aantal personeelsleden (in FTE's) per 31 december:
Personeel algemene en administratieve functies 415 407
Personeel hotelfuncties 265 287
Personeel patiëntgebonden functies 1.592 1.593
Leerl. verpleegkundig en verzorgend personeel 61 78
Personeel terrein- en gebouwgebonden functies 49 51
Totaal personeel in loondienst MCH 2.382 2.416
Personeel in loondienst deelnemingen 206 204
Totaal personeel in loondienst 2.588 2.620
Toelichting:
De stijging van de post 'lonen en salarissen' wordt met name veroorzaakt door een doorwerking van de CAO stijging medio
2013 in 2014, periodieken en door kosten voor meeruren en overwerk.
De sociale lasten en pensioenpremies stijgen vooral door de stijging in de post 'lonen en salarissen'.
De stijging van de post 'andere persoonsgebonden personeelskosten' wordt veroorzaakt door een stijging van de opleidingskosten,
gratificaties en een uitbreiding van het Meerkeuze Systeem Arbeidsvoorwaarden om de mogelijkheden binnen de Werkkostenregeling
te benutten.
De stijging van de post 'andere persoonsgebonden personeelskosten' wordt met name veroorzaakt door de stijging in onder andere
opleidingskosten en kosten voor ontwikkeling en ontspanning. Per saldo zijn deze kosten gestegen met ca. € 1,7 mln.
De toename van de kosten van personeel niet in loondienst in 2014 ziet volledig op patientgebonden functies.
MCH heeft geen werknemers die buiten Nederland werkzaam zijn.
25. Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Nacalculeerbare afschrijvingen:
- immateriële vaste activa 0 0
- materiële vaste activa 19.609 18.978
Totaal afschrijvingen 19.609 18.978
Waarvan nacalculeerbare afschrijvingen:
- immateriële vaste activa 0 0
- materiële vaste activa 19.609 18.978
- financiële vaste activa 0 0
Toelichting:
Er hebben in 2014 geen bijzondere afschrijvingen plaatsgevonden.
120
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.11 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2014
LASTEN
26. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Bijzondere waardeverminderingen van:
- immateriële vaste activa 0 0
- materiële vaste activa 0 0
Totaal 0 0
Toelichting:
27. Overige bedrijfskosten
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 6.511 6.369
Algemene kosten 22.371 19.205
Patiënt- en bewonersgebonden kosten 54.659 52.873
Onderhoud en energiekosten:
- Onderhoud 16.225 8.589
- Energiekosten gas 424 468
- Energiekosten stroom 1.641 1.746
- Energie transport en overig 1.197 1.179
Subtotaal 19.487 11.982
Huur en leasing 314 407
Dotatie dubieuze debiteuren 1.978 1.371
Overige baten en lasten -9.608 2.925
Totaal overige bedrijfskosten 95.712 95.132
Toelichting:
De post 'algemene kosten' is toegenomen met ca. € 3 mln. De toename is deels toe te schrijven aan de toename van de kosten van
de deelnemingen. Met name de inkoopkosten voor geneesmiddelen bij Apotheek MCH Lijnbaan zijn toegenomen door de hogere
omzet. De overige toename in de post 'algemene kosten' zit grotendeels in de kosten voor de aansprakelijkheidsverzekering die
met € 0,8 mln. is gestegen voor MCH in 2014.
De patiënt- en bewonersgebonden kosten stijgen door de verdere overheveling van de dure geneesmiddelen naar het ziekenhuis.
De kosten voor de dure geneesmiddelen stijgen met € 3 mln. De geneesmiddelen ten behoeve van oncologische patiënten
(m.n. Herceptin, Vectibin en Avastin) zijn met 1 mln. toegenomen. Het gebruik van Remicade is met € 0,7 mln. toegenomen. Ook het
gebruik van TNF-alfaremmers is verder toegenomen met € 0,3 mln. De toename van het aantal radiologische interventies vertaalt zich
in een toename van de materiaalkosten voor stents met bijna € 0,4mln. Een daling van € 0,3mln. is zichtbaar bij de kosten voor ICD's en
toebehoren.
De dotatie aan Voorziening Onderhoud is toegenomen met € 7,5 mln., de voornaamste oorzaak van de toename is het noodzakelijke
onderhoud op beide locaties aan de luchtbehandeling. Hier is een kostenpost van € 4,8 mln. mee gemoeid. Verder is onderhoud nodig
aan onder meer het netwerk, elektra (NEN3140) en schilderwerk.
In 2014 is een hogere dotatie gedaan ten behoeve van de post dubieuze debiteuren. Bij deze dotatie wordt rekening gehouden met
de verwachte kans op inning. De post neemt toe doordat in 2014 patiënten zijn behandeld voor het plaatsen ICD terwijl niet met alle
verzekeraars hiervoor een contract is afgesloten. Voor 2015 is inmiddels weer met alle verzekeraars een contract gesloten.
Het saldo van de overige baten en lasten in 2014 is in vergelijking tot 2013 afgenomen. Deze afname is het gevolg van mutaties in
een aantal voorzieningen en reserveringen, waarvan de grootste de vrijval van de voorziening in het kader van de transitieregeling is.
Er hebben in 2014 geen bijzondere waardeverminderingen plaatsgevonden.
121
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.11 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2014
LASTEN
28. Financiële baten en lasten
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Rentebaten 279 211
Dividenden 0 0
Resultaat deelnemingen 0 0
Subtotaal financiële baten 279 211
Rentelasten -3.088 -3.698
Subtotaal financiële lasten -3.088 -3.698
Totaal financiële baten en lasten -2.809 -3.487
Toelichting:
Onder de financiële baten en lasten vallen de posten langlopende rente, bankrente en overige rentekosten en rentebaten.
De rentebaten bestaat uit de rekening courant rente van diverse bankrekeningen. MCH had in 2014 een gunstiger creditsaldo op de bank.
Door scherpere sturing op spaarrente zijn de rentebaten gestegen, ondanks de dalende rente.
De rentelasten dalen door een afnemende restschuld en herziening van de rente van 2 leningen bij de BNG en NWB tegen een
lager percentage.
De post 'resultaat deelnemingen' betreft het resultaat van de deelnemingen over het boekjaar 2014. De deelnemingen worden voor
100% geconsolideerd. Het resultaat aandeel derden wordt onder punt 30 opgenomen.
29. Buitengewone baten en lasten
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Buitengewone baten 0 0
Buitengewone lasten 0 0
Totaal buitengewone baten en lasten 0 0
Toelichting:
Er zijn geen buitengewone baten en lasten.
30. Resultaat aandeel derden
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Resultaat aandeel derden -207 -126
Totaal resultaat aandeel derden -207 -126
Toelichting:
Het resultaat aandeel derden per 31 december 2014 betreft het resultaat aandeel derden van Apotheek MCH Lijnbaan BV.
31. Belastingen
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Vennootschapsbelasting -157 -77
Totaal belastingen -157 -77
Toelichting:
Deze post betreft de berekende vennootschapsbelasting van de deelnemingen.
122
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.11 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2014
32. Honoraria onafhankelijke accountant 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
De honoraria van de onafhankelijke accountant over 2014 zijn als volgt:
1 Controle van de jaarrekening 129 91
2 Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) 33 64
3 Fiscale advisering 2 20
4 Niet-controlediensten 114 61
Totaal honoraria onafhankelijke accountant 278 236
33. Transacties met verbonden partijen
Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag.
De bezoldiging van de bestuurders en toezichthouders is opgenomen onder punt 34.
34. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders
2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Bestuurders en voormalige bestuurders 553 501
Toezichthouders en voormalige toezichthouders 49 48
602 549
Vanaf de bestuurlijke fusie, 15 augustus 2014, wordt de raad van bestuur gevormd door het bestuur van de
Holdingstichting Medisch Centrum Haaglanden/Bronovo-Nebo. De raad van bestuur bestaat daarmee uit
drie leden, de heren P.W. Doop (voorzitter), J.G.M. Hendriks en mevrouw R.M.Y. Barge.
Tot 15 augustus 2014 bestond de raad van bestuur uit de heren W. Geerlings (voorzitter) en P.W. Doop.
De heer Geerlings is per 15 augustus 2014 teruggetreden als bestuurslid.
Vanaf de bestuurlijke fusie, 15 augustus 2014, wordt de raad van toezicht gevormd door de raad van toezicht
van de Holdingstichting Medisch Centrum Haaglanden/Bronovo-Nebo. De raad van toezicht bestaat daarmee
uit zeven leden, de heren W.J. Deetman (voorzitter), J.W. Holtslag (vice-voorzitter), G.A. Maranus, C.J.M. van
Laarhoven, P.A. van der Linden en de dames N. Albayrak - Temur en H.E. van der Horst.
Tot 15 augustus 2014 bestond de raad van toezicht uit de heren J.W. Holtslag (voorzitter), E. Kist (uitgetreden
per 1 juni 2014), G.A. Maranus, C.J.H.M. van Laarhoven en de dames N.Albayrak - Temur, S.F.M. Wortmann
(uitgetreden per 1 juni 2014) en C.A. Vietsch.
De vermelde bezoldiging betreft de bezoldiging zoals deze door de Stichting Medisch Centrum Haaglanden
is uitbetaald. De bezoldiging van de bestuurders en voormalige bestuurders betreft de heren W. Geerlings (voorzitter)
en P.W. Doop.
De bezoldiging omvat periodiek betaalde beloningen, zoals salarissen, vakantiegeld en sociale lasten,
beloningen betaalbaar op termijn, zoals pensioenlasten, uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband
en winstdelingen en bonusbetalingen, voor zover deze posten ten laste zijn gekomen van de stichting
en alle meerderheidsdeelnemingen van de stichting.
35. Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)
Voor het overzicht van de WNT wordt verwezen naar de geconsolideerde jaarrekening van de
Stichting Medisch Centrum Haaglanden en Bronovo-Nebo.
Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de instelling, haar deelnemingen en hun bestuurders en
leidinggevende functionarissen.
123
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.13 ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
(na resultaatbestemming)
Ref. 31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
ACTIVA
Vaste activa
Immateriële vaste activa 0 0
Materiële vaste activa 2 134.498 129.892
Financiële vaste activa 3 8.406 7.343
Totaal vaste activa 142.904 137.235
Vlottende activa
Voorraden 4 774 1.397
Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / 5 13.300 16.236
DBC-zorgproducten
Vorderingen uit hoofde van bekostiging 6 22.831 6.941
Overige vorderingen 7 38.021 89.671
Liquide middelen 9 56.130 15.973
Totaal vlottende activa 131.056 130.218
Totaal activa 273.960 267.453
Ref. 31-dec-14 31-dec-13
PASSIVA € 1.000 € 1.000
Eigen vermogen
Kapitaal 10 0 0
Bestemmingsreserves 10 8.622 8.621
Bestemmingsfondsen 10 31.061 31.061
Algemene en overige reserves 10 50.202 40.411
Totaal eigen vermogen 89.885 80.093
Voorzieningen
Overige voorzieningen 11 32.962 23.980
Langlopende schulden (nog voor meer 12 67.733 75.594
dan een jaar)
Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar)
Overige kortlopende schulden 13 83.380 87.786
Totaal passiva 273.960 267.453
124
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.14 ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2014
Ref. 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties 16 0 0
Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's / 17 3.650 5.576
DBC-zorgproducten A- en B-segment)
Omzet DBC's / DBC-zorgproducten B-segment 18 177.645 185.727
Omzet DBC's / DBC-zorgproducten A-segment 19 66.982 40.319
Opbrengsten uit hoofde van transitieregelingen en 20 3.310 13.937
honorariumplafonds
Subsidies 21 17.636 15.470
Overige bedrijfsopbrengsten 22 16.349 15.996
Som der bedrijfsopbrengsten 285.572 277.025
BEDRIJFSLASTEN:
Personeelskosten 23 168.229 156.545
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 25 18.839 18.544
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 26 0 0
Overige bedrijfskosten 27 87.232 91.317
Som der bedrijfslasten 274.300 266.406
BEDRIJFSRESULTAAT 11.272 10.619
Financiële baten en lasten 28 -1.481 -2.864
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING 9.791 7.755
Buitengewone baten 29 0 0
Buitengewone lasten 29 0 0
Buitengewoon resultaat 0 0
RESULTAAT BOEKJAAR 9.791 7.755
RESULTAATBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Toevoeging:
Reserve aanvaardbare kosten 0 6.331
Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 9.791 1.4249.791 7.755
125
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.15 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
11.1.15.1 Algemeen
Voor een toelichting op de specificaties van de enkelvoudige balans en resultatenrekening wordt verwezen
naar de toelichting bij de geconsolideerde balans en resultatenrekening.
11.1.15.2 Afwijkingen in waarderingsgrondslagen enkelvoudige jaarrekening
Er zijn geen afwijkingen van de waarderingsgrondslagen in de enkelvoudige jaarrekening ten opzichte van
de geconsolideerde jaarrekening. Verwezen wordt derhalve naar de geconsolideerde jaarrekening.
ENKELVOUDIGE JAARREKENING
126
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.16 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
ACTIVA
2. Materiële vaste activa
De specificatie is als volgt: 31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
Bedrijfsgebouwen en terreinen 83.518 87.913
Machines en installaties 8.204 9.216
Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 28.017 29.419
Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa 14.759 3.344
Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa 0 0
Totaal materiële vaste activa 134.498 129.892
Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Boekwaarde per 1 januari 129.892 133.330
Bij: investeringen 23.572 15.122
Bij: herwaarderingen 0 0
Af: afschrijvingen 18.839 18.544
Af: bijzondere waardeverminderingen 0 0
Af: terugname geheel afgeschreven activa 0 0
Af: desinvesteringen 127 16
Boekwaarde per 31 december 134.498 129.892
Toelichting:
3. Financiële vaste activa
De specificatie is als volgt: 31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
Deelnemingen 643 644
Resultaat deelnemingen 4.939 3.897
Aandeel derden 0 0
Overige vorderingen financiële vaste activa 0 0
Leningen 2.824 2.802
Totaal financiële vaste activa 8.406 7.343
Voor een nadere specificatie van het verloop van de WTZi-vergunningplichtige vaste activa, de WTZi-meldingsplichtige vaste activa en de
WMG-gefinancierde vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 11.1.19. In toelichting 11.1.20 zijn
overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten.
127
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.16 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
ACTIVA
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:
Specificatie deelnemingen:
x € 1.000 31-dec-13 Mutatie 31-dec-14
Stichting Diabetes Zorg Haaglanden BV 350 0 350
Apotheek MCH Lijnbaan BV 9 0 9
Express-so BV 18 0 18
West End Facility BV 18 0 18
Lab West BV 9 0 9
MediRisk 246 0 246
Nederlandse Centrum voor Plastische Chirurgie BV 2 0 2
Regionale Samenwerkings Organisatie Haaglanden BV 1 -1 0
Subtotaal 653 -1 652
Waardevermindering Lab West BV -9 0 -9
Totaal 644 -1 643
Specificatie resultaat:
x € 1.000 31-dec-13 Mutatie
Aandeel
derden 31-dec-14
Stichting Diabetes Zorg Haaglanden BV 2.739 947 0 3.686
Apotheek MCH Lijnbaan BV 380 182 -89 473
Express-so BV 475 -20 0 455
West End Facility BV 303 22 0 325
Lab West BV -443 104 0 -339
Subtotaal 3.454 1.235 -89 4.600
Waardevermindering Lab West BV -443 104 0 -339
Totaal 3.897 1.131 -89 4.939
Specificatie leningen:
x € 1.000 31-dec-13 Aflossing Verstrekt 31-dec-14
Lening u/g Apotheek Haagse Ziekenhuizen 1.570 0 0 1.570
Lening u/g Apotheek Antoniushove 0 0 150 150
Lening u/g Apotheek MCH Lijnbaan 0 0 150 150
Lening u/g MyownFile BV 224 0 0 224
Lening u/g Regionale Samenwerkings Organisatie Haaglanden BV 139 139 0 0
Lening u/g Lab West BV 756 94 0 662
Lening u/g MediRisk/Medifire 113 45 0 68
Totaal 2.802 278 300 2.824
Toelichting:
In de 'specificatie resultaat' is in het kolom 'mutatie', resultaatcorrecties uit voorgaande jaren opgenomen.
Toelichting op belangen in andere rechtspersonen of vennootschappen:
Naam en rechtsvorm en
woonplaats rechtspersoon
Verschaft
kapitaal
Kapitaalbe-
lang (in %)
Eigen
vermogen Resultaat
€ € €
Express-so BV, te Den Haag zie 11.1.4 18.000 100% 472.389 -24.213
St. Diabetes Zorg Haaglanden, te Den Haag zie 11.1.4 350.000 100% 4.036.007 946.574
West End Facility BV, te Den Haag zie 11.1.4 18.000 100% 343.249 -24.654
Apotheek MCH Lijnbaan BV, te Den Haag zie 11.1.4 9.180 51% 946.243 432.384
Lab West BV, te Den Haag zie 11.1.4 9.000 50% -659.325 226.943
Zeggenschapsbelangen:
Nederlandse Centrum voor Plastische Chirurgie BV 1.800 10%
Toelichting:
is te verklaren door mutaties in het resultaat uit voorgaande boekjaren.
Kernactiviteit
Rechtstreekse kapitaalbelangen >= 20%:
Zie toelichting op de geconsolideerde balans 11.1.5.
Zie voor verdere toelichting, toelichting op de geconsolideerde balans 11.1.5.
Zowel het resultaat als het vermogen zijn voor 100% in het bovenstaande tabel weergegeven. Verschillen met de verloopoverzicht
128
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.16 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
ACTIVA
4. Voorraden
De specificatie is als volgt: 31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
Medische middelen 774 1.407
Leenemballage 40 45
Af: voorziening incourante voorraden -40 -55
Totaal voorraden 774 1.397
Toelichting:
5. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten
De specificatie is als volgt: 31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
Onderhanden werk DBC's / DBC-zorgproducten A-segment 1.996 1.441
Onderhanden werk DBC's / DBC-zorgproducten B-segment 35.469 34.164
Onderhanden werk DBC's honoraria 9.595 8.822
Af: ontvangen voorschotten -33.760 -28.191
Af: voorziening onderhanden werk 0 0
Totaal onderhanden werk 13.300 16.236
Toelichting:
6. Vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging
Vorderingen uit hoofde van bekostiging: 31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
1. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort 0 1.910
2. Vorderingen uit hoofde van transitieregeling 22.831 5.031
3. Vordering uit hoofde van Nacalculatie doorloop DBC's / DBC-zorgproducten 2012 en 0 0
nacalculatie 2013
Totaal vorderingen uit hoofde van bekostiging 22.831 6.941
Schulden uit hoofde van bekostiging: 31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
1. Schulden uit hoofde van financieringsoverschot 0 0
2. Schulden uit hoofde van transitieregeling 0 0
3. Schuld uit hoofde van Nacalculatie doorloop DBC's / DBC-zorgproducten 2012 en 0 0
nacalculatie 2013
4. Schulden uit hoofde van honorariumplafond 0 0
5. Schulden uit hoofde van macrobeheersinstrument 0 0
Totaal schulden uit hoofde van bekostiging 0 0
Zie toelichting op de geconsolideerde balans 11.1.5.
Zie toelichting op de geconsolideerde balans 11.1.5.
129
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.16 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
ACTIVA
Specificatie vorderingen en schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk financieringsoverschot
t/m 2011 2012 2013 2014 totaal
€ 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
Saldo per 1 januari 22.383 4.261 1.910 1.910 22.383
Financieringsverschil boekjaar 345 1.464 0 0 1.809
Correcties voorgaande jaren 0 0 0 0 0
Betalingen/ontvangsten -6.668 -3.815 0 -1910 -12.393
Subtotaal mutatie boekjaar -6.323 -2.351 0 -1.910 -10.584
Correcties voorgaande jaren -11.799 0 0 0 -11.799
Saldo per 31 december 4.261 1.910 1.910 0 0
Stadium van vaststelling (per erkenning): c c c c
a= interne berekening
b= overeenstemming met zorgverzekeraars
c= definitieve vaststelling NZa
31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
Waarvan gepresenteerd als:
- vorderingen uit hoofde van financieringstekort 0 1.910
- schulden uit hoofde van financieringsoverschot 0 0
0 1.910
Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 0 0
Vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget:
Verpleeg- en verzorgingsgelden 0 0
Dagbehandeling, deeltijdbehandeling en dagverpleging 0 0
Honoraria medisch-specialistische hulp 0 0
Vergoedingen voor klinische en poliklinische verrichtingen 0 0
Gedeclareerde DBC-omzet 0 0
Mutatie onderhanden projecten (voor zover ter dekking wettelijk budget) 0 0
Afrekening overfinanciering 1.910 0
Totaal financieringsverschil -1.910 0
Toelichting:
Zie toelichting op de geconsolideerde balans 11.1.5.
130
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.16 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
ACTIVA
Specificatie vorderingen uit hoofde van transitieregeling en schulden uit hoofde van transitieregeling
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Schaduwbudget (op basis van afspraken met zorgverzekeraars) 153.116 153.096
Af: A omzet (inclusief overloop) -74.029 -74.833
Af: B nieuw (binnen transitiemodel = B-2012) honorariumomzet loondienst met -74.032 -75.214
vergoeding in schaduwbudget in B nieuw
Transitiebedrag 5.055 3.049
31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
Waarvan gepresenteerd als:
- vorderingen uit hoofde van transitieregeling 22.831 5.031
- schulden uit hoofde van transitieregeling 0 0
22.831 5.031
Het transitiebedrag wordt verwerkt in:
2012 95% 4.802
2013 70% 3.539
2014
Toelichting:
Specificatie schulden uit hoofde van honorariumplafond
Gedeclareerd aan het Gedeclareerd via het Totaal 2014 Totaal 2013
ziekenhuis lokaal collectief
€ 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
Lokaal omzetplafond 0 0 -34.947 -33.910
-/- gedeclareerd 0 0 -33.317 -30.815
-/- mutatie Onderhanden werk 0 0 -544 -1.531
Saldo in balans (schuld) 0 0 0 0
Toelichting:
7. Overige vorderingen
De specificatie is als volgt: 31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
Vorderingen op debiteuren 60.957 112.577
Vorderingen op groepmaatschappijen 318 605
Nog te factureren omzet DBC's / DBC-zorgproducten 8.392 9.995
Overige vorderingen 820 209
Vooruitbetaalde bedragen 2.669 2.329
Nog te ontvangen bedragen 0 0
Te vorderen uit hoofde van contracten -35.135 -36.044
Totaal overige vorderingen 38.021 89.671
Toelichting:
9. Liquide middelen
De specificatie is als volgt: 31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
Bankrekeningen 56.125 15.964
Kassen 5 9
Totaal liquide middelen 56.130 15.973
Toelichting:
Zie toelichting op de geconsolideerde balans 11.1.5.
Zie toelichting op de geconsolideerde balans 11.1.5.
Zie toelichting op de geconsolideerde balans 11.1.5.
Zie toelichting op de geconsolideerde balans 11.1.5.
131
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.16 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
PASSIVA
10. Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
Kapitaal 0 0
Bestemmingsreserves 8.622 8.621
Bestemmingsfondsen 31.061 31.061
Algemene en overige reserves 50.202 40.411
Totaal eigen vermogen 89.885 80.093
Kapitaal
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2014 bestemming mutaties 31-dec-2014
€ 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
Kapitaal 0 0 0 0
0 0 0 0
Bestemmingsreserves
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2014 bestemming mutaties 31-dec-2014
€ 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
Bestemmingsreserves:
Reserve afschrijving inventarissen 1.920 0 0 1.920
Reserve automatisering 3.948 0 0 3.948
Reserve projecten 2.400 0 0 2.400
Reserve bond medische specialisten 353 0 1 354
Reserve aanvaardbare kosten:
Reserve aanvaardbare kosten 0 0 0 0
Herwaarderingsreserve:
Herwaarderingsreserve 0 0 0 0
Totaal bestemmingsreserves 8.621 0 1 8.622
Bestemmingsfondsen
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2014 bestemming mutaties 31-dec-2014
€ 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
Bestemmingsfondsen:
Bestemmingsfondsen 31.061 0 0 31.061
Totaal bestemingsfondsen 31.061 0 0 31.061
Algemene en overige reserves
Saldo per Resultaat- Overige Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2014 bestemming mutaties 31-dec-2014
€ 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
Algemene reserves:
Algemene reserves 40.411 9.791 0 50.202
Totaal algemene en overige reserves 40.411 9.791 0 50.202
Toelichting:
Zie toelichting op de geconsolideerde balans 11.1.5.
132
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.16 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
PASSIVA
Specificatie aansluiting geconsolideerd - enkelvoudig vermogen 31 december 2014
en resultaat over 2014
De specificatie is als volgt :
Eigen
vermogen Resultaat
€ 1.000 € 1.000
Enkelvoudig eigen vermogen en resultaat:
Medisch Centrum Haaglanden 89.885 9.791
Totaal geconsolideerd eigen vermogen en resultaat 89.885 9.791
Toelichting:
11. Voorzieningen
Saldo per Dotatie Onttrekking Vrijval Saldo per
Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2014 31-dec-2014
€ 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
Voorzieningen uit hoofde van 0 0 0 0 0
macrobeheersinstrument
Overige voorzieningen:
Egalisatierekening groot onderhoud 20.328 12.587 6.417 0 26.498
Goodwill specialisten Antoniushove 1.074 1.014 0 0 2.088
Jubilea 850 75 0 0 925
Reorganisatievoorziening 602 1.842 0 0 2.444
Voorziening CAO Levensfase 692 0 0 15 677
Voorziening deelneming Lab West BV 434 0 0 104 330
Totaal voorzieningen 23.980 15.518 6.417 119 32.962
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd: 31-dec-2014
€ 1.000
Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 10.896
Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 22.066
Hiervan langlopend (> 5 jaar) 2.444
Toelichting per categorie voorziening:
12. Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)
De specificatie is als volgt: 31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
Schulden aan banken 67.731 75.592
Overige langlopende schulden 2 2
Totaal langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar) 67.733 75.594
Het verloop 'schulden aan banken' is als volgt weer te geven: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Stand per 1 januari 83.457 91.318
Bij: nieuwe leningen 0 0
Af: aflossingen 7.863 7.863
Stand per 31 december 75.594 83.455
Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 7.863 7.863
Stand 'schulden aan banken' per 31 december > 1 jaar 67.731 75.592
Zie toelichting op de geconsolideerde balans 11.1.5.
Zie toelichting op de geconsolideerde balans 11.1.5.
133
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.16 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
PASSIVA
Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten 31-dec-14 31-dec-13
worden beschouwd: € 1.000 € 1.000
Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen 7.863 7.863
Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 67.731 75.592
Hiervan langlopend (> 5 jaar) 37.615 44.932
Toelichting:
13. Overige kortlopende schulden
De specificatie is als volgt: 31-dec-14 31-dec-13
€ 1.000 € 1.000
Schulden aan groepsmaatschappijen 1.464 0
Crediteuren 12.881 11.302
Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 7.863 7.863
Aflossingsverplichtingen roll-over lening 1.575 2.475
Belastingen en sociale premies 7.482 6.492
Schulden terzake pensioenen 1.831 1.888
Nog te betalen salarissen 635 809
Vakantiegeld 4.671 4.730
Vakantiedagen 2.056 1.945
CAO levensfase 7.848 6.292
Nog te betalen kosten:
Interest leningen 810 1.004
Overige overlopende passiva:
Overige 34.264 42.986
Totaal overige kortlopende schulden 83.380 87.786
Toelichting:
14. Financiële instrumenten
Toelichting:
15. Niet in de balans opgenomen regelingen
Toelichting:
Zie toelichting op de geconsolideerde balans 11.1.5.
Zie toelichting op de geconsolideerde balans 11.1.5.
Zie toelichting op de geconsolideerde balans 11.1.5.
Zie toelichting op de geconsolideerde balans 11.1.5.
134
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.19 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA o.g.v. art. 5a Regeling verslaggeving WTZi (enkelvoudig)
11.1.19.1 WTZi-vergunningplichtige vaste activa
Grond Terrein- Gebouwen Semi perm. Ver- Installaties Onderhanden Subtotaal Totaal
voorzieningen gebouwen bouwingen Projecten vergunning
€ 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
Stand per 1 januari 2014
- aanschafwaarde 3.846 1.254 66.836 0 29.353 7.067 0 108.356 348.051
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 0 891 46.577 0 27.268 6.848 0 81.584 218.159
Boekwaarde per 1 januari 2014 3.846 363 20.259 0 2.085 219 0 26.772 129.892
Mutaties in het boekjaar
- investeringen 0 0 0 0 0 0 0 0 23.572
- herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
- afschrijvingen 0 26 1.337 0 678 152 0 2.193 18.839
- extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd 0 0 0 0 0 0 0 0 0
- terugname geheel afgeschreven activa
.aanschafwaarde 0 59 0 0 1.114 4.028 0 5.201 27.509
.cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
.cumulatieve afschrijvingen 0 59 0 0 1.114 4.028 0 5.201 27.509
- desinvesteringen
aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 0 0 127
cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
per saldo 0 0 0 0 0 0 0 0 127
Mutaties in boekwaarde (per saldo) 0 -26 -1.337 0 -678 -152 0 -2.193 4.606
Stand per 31 december 2014
- aanschafwaarde 3.846 1.195 66.836 0 28.239 3.039 0 103.155 343.987
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 0 858 47.914 0 26.832 2.972 0 78.576 209.489
Boekwaarde per 31 december 2014 3.846 337 18.922 0 1.407 67 0 24.579 134.498
Afschrijvingspercentage 0,0% 2% en 5% 2,0% 5,0% 5,0%
135
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.19 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA o.g.v. art. 5a Regeling verslaggeving WTZi (enkelvoudig)
11.1.19.2 WTZi-meldingsplichtige vaste activa
Trekkings Onderhanden Subtotaal Instand- Onderhanden Subtotaal Subtotaal
rechten Projecten houding Projecten meldings-
plichtige activa
€ 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
Stand per 1 januari 2014
- aanschafwaarde 87.199 0 87.199 29.070 0 29.070 116.269
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 45.357 0 45.357 20.073 0 20.073 65.430
Boekwaarde per 1 januari 2014 41.842 0 41.842 8.997 0 8.997 50.839
Mutaties in het boekjaar
- investeringen 0 0 0 1.767 0 1.767 1.767
- herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0
- afschrijvingen 3.933 0 3.933 2.627 0 2.627 6.560
- terugname geheel afgeschreven activa
.aanschafwaarde 0 0 0 4.564 0 4.564 4.564
.cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0
.cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 4.564 0 4.564 4.564
- desinvesteringen
aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 0
cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0
cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 0
per saldo 0 0 0 0 0 0 0
Mutaties in boekwaarde (per saldo) -3.933 0 -3.933 -860 0 -860 -4.793
Stand per 31 december 2014
- aanschafwaarde 87.199 0 87.199 26.273 0 26.273 113.472
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 49.290 0 49.290 18.136 0 18.136 67.426
Boekwaarde per 31 december 2014 37.909 0 37.909 8.137 0 8.137 46.046
Afschrijvingspercentage 5,0% 10,0%
136
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.19 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA o.g.v. art. 5a Regeling verslaggeving WTZi (enkelvoudig)
11.1.19.3 WMG-gefinancierde vaste activa
Inventaris Onderhanden Vervoer- Automati- Subtotaal
projecten middelen sering WMG
€ 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
Stand per 1 januari 2014
- aanschafwaarde 67.627 127 130 7.785 75.669
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 48.512 0 77 5.257 53.846
Boekwaarde per 1 januari 2014 19.115 127 53 2.528 21.823
Mutaties in het boekjaar
- investeringen 2.969 0 0 2.450 5.419
- herwaarderingen 0 0 0 0 0
- afschrijvingen 4.683 0 12 1.494 6.189
- terugname geheel afgeschreven activa
.aanschafwaarde 17.314 0 68 0 17.382
.cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0
.cumulatieve afschrijvingen 17.314 0 68 0 17.382
- desinvesteringen
aanschafwaarde 0 127 0 0 127
cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0
cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0
per saldo 0 127 0 0 127
Mutaties in boekwaarde (per saldo) -1.714 -127 -12 956 -897
Stand per 31 december 2014
- aanschafwaarde 53.282 0 62 10.235 63.579
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 35.881 0 21 6.751 42.653
Boekwaarde per 31 december 2014 17.401 0 41 3.484 20.926
Afschrijvingspercentage 10,0% 0,0% 20,0% 20,0%
137
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.19 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA o.g.v. art. 5a Regeling verslaggeving WTZi (enkelvoudig)
11.1.19.4 Niet - WTZi/WMG - gefinancieerde materiële vaste activa
Nieuwbouw Nieuwbouw Verbouwingen/ Kleine werken/ Inventaris Automatisering Onderhanden Subtotaal
gebouwen installaties renovaties LTO projecten
€ 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
Stand per 1 januari 2014
- aanschafwaarde 0 0 25.214 0 9.107 10.219 3.217 47.757
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 0 0 5.696 0 4.676 6.927 0 17.299
Boekwaarde per 1 januari 2014 0 0 19.518 0 4.431 3.292 3.217 30.458
Mutaties in het boekjaar
- investeringen 0 0 3.280 0 663 901 11.542 16.386
- herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0
- afschrijvingen 0 0 1.701 0 926 1.270 0 3.897
- terugname geheel afgeschreven activa
.aanschafwaarde 0 0 0 0 362 0 0 362
.cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0
.cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 362 0 0 362
- desinvesteringen
aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 0 0
cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0
cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 0 0
per saldo 0 0 0 0 0 0 0 0
Mutaties in boekwaarde (per saldo) 0 0 1.579 0 -263 -369 11.542 12.489
Stand per 31 december 2014
- aanschafwaarde 0 0 28.494 0 9.408 11.120 14.759 63.781
- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0
- cumulatieve afschrijvingen 0 0 7.397 0 5.240 8.197 0 20.834
Boekwaarde per 31 december 2014 0 0 21.097 0 4.168 2.923 14.759 42.947
Afschrijvingspercentage divers divers divers 0,0%
138
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.20 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN EN GEREEDGEKOMEN PROJECTEN (ENKELVOUDIG)
SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN
Num-
mer
Brief-
nummer Datum Omschrijving WTZi-type t/m 2013 2014 gereed
onder-
handen Indexering WTZi
Aangepaste
goedkeuring
������� ������� ������� ������� ������� ������� �������
0113 Dialyse Westeinde niet WTZi 380 1.966 2.346 0 0 � 0 2014
0115 nieuwbouw kliniek AH niet WTZi 2.017 10.513 0 12.530 0 � 0 2015
0116 nieuwbouw RC West niet WTZi 651 1.516 0 2.167 0 � 0 2016
0129 Verbouwing C12 niet WTZi 168 152 321 -1 0 � 0 2014
0130 Hybride OK niet WTZi 0 26 0 26 0 � 0 2016
0131 Spoedeisende hulp WZ niet WTZi 0 36 0 36 0 � 0 2016
2013 ICT Migratie Windows 7 WMG 92 302 394 0 0 � 0 2014
2013-002 Inventaris C12 niet WTZi 35 30 65 0 0 � 0 2014
Totaal 3.343 14.541 3.126 14.758 0 0 0
SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR GEREEDGEKOMEN PROJECTEN
Num-
mer
Brief-
nummer Datum Omschrijving WTZi-type Activapost WTZi WMG Overige Totaal
Afschrijving
WTZi Rentekosten
������� ������� ������� ������� ������� �������
0109 Brandmeldinstallatie niet WTZi verbouwingen 0 0 17 17 0 0
0110 Energievoorziening AH niet WTZi verbouwingen 0 0 525 525 0 0
0113 Dialyse Westeinde niet WTZi verbouwingen 0 0 2.346 2.346 0 0
0129 Verbouwing C12 niet WTZi verbouwingen 0 0 321 321 0 0
Overig niet WTZi verbouwingen 0 0 71 71 0 0
M11 Jaarmelding 2011 melding instandhouding 0 0 2 2 0 0
M12 Jaarmelding 2012 melding instandhouding 0 0 134 134 0 0
M13 Jaarmelding 2013 melding instandhouding 0 0 819 819 0 0
M14 Jaarmelding 2014 melding instandhouding 0 0 812 812 0 0
Inventaris en ICT WMG inventaris/ICT 0 0 5.662 5.662 0 0
Business cases niet WTZi inventaris 0 0 1.321 1.321 0 0
Totaal 0 0 12.030 12.030 0 0
Projectgegevens Investeringen Toekomstige lasten
Projectgegevens Investeringen Goedkeuringen
t/m 2014
Nominaal bedrag
WTZi
Jaar van
ople-
vering
139
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
BIJLAGE
11.1.21 OVERZICHT LANGLOPENDE SCHULDEN ULTIMO 2014 (ENKELVOUDIG)
Leninggever Datum Hoofdsom
Totale
loop-
tijd
Soort lening
Werke-
lijke-
rente
Restschuld
31 december
2013
Nieuwe
leningen in
2014
Aflossing
in 2014
Restschuld
31 december
2014
Restschuld
over 5 jaar
Resterende
looptijd in
jaren eind
2014
Aflos-
sings-
wijze
Aflos-
sing 2015
Gestelde
zekerheden
€ 1.000 % € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
Bank Nederlandse Gemeenten 30-mrt-01 5.445 20 onderhands 2,200% 2.178 0 272 1.906 546 7 lineair 272 2
Nederlandse Waterschapsbank 30-mrt-01 5.445 20 onderhands 4,320% 2.178 0 272 1.906 546 7 lineair 272 2
Nederlandse Waterschapsbank 30-mrt-01 5.445 20 onderhands 4,270% 2.178 0 272 1.906 546 7 lineair 272 2
Nederlandse Waterschapsbank 15-nov-01 5.899 20 onderhands 2,710% 2.360 0 295 2.065 590 7 lineair 295 2
Nederlandse Waterschapsbank 24-jan-02 5.899 20 onderhands 2,150% 2.655 0 295 2.360 885 8 lineair 295 2
Nederlandse Waterschapsbank 15-aug-02 7.000 25 onderhands 5,065% 3.920 0 280 3.640 2.240 13 lineair 280 2
Bank Nederlandse Gemeenten 15-aug-02 6.000 25 onderhands 3,640% 3.360 0 240 3.120 1.920 13 lineair 240 2
Bank Nederlandse Gemeenten 13-aug-02 7.000 25 onderhands 5,085% 3.920 0 280 3.640 2.240 13 lineair 280 2
Nederlandse Waterschapsbank 14-nov-03 7.000 20 onderhands 2,340% 3.500 0 350 3.150 1.400 9 lineair 350 2
Nederlandse Waterschapsbank 14-nov-03 7.000 20 onderhands 1,110% 3.500 0 350 3.150 1.400 9 lineair 350 2
Bank Nederlandse Gemeenten 1-jun-04 4.254 15 onderhands 4,025% 1.702 0 284 1.418 0 5 lineair 284 1
Bank Nederlandse Gemeenten 21-jun-04 3.630 16 onderhands 4,155% 1.588 0 227 1.361 226 6 lineair 227 1
Bank Nederlandse Gemeenten 1-aug-04 2.553 15 onderhands 4,475% 1.021 0 170 851 0 5 lineair 170 1
Bank Nederlandse Gemeenten 15-sep-04 2.553 15 onderhands 4,313% 1.021 0 170 851 0 5 lineair 170 1
Bank Nederlandse Gemeenten 15-dec-04 2.904 12 onderhands 3,910% 726 0 242 484 0 2 lineair 242 1
Bank Nederlandse Gemeenten 2-jan-05 1.453 12 onderhands 3,930% 484 0 121 363 0 3 lineair 121 1
Bank Nederlandse Gemeenten 20-jan-05 2.118 14 onderhands 3,950% 908 0 151 757 0 5 lineair 151 1
Nederlandse Waterschapsbank 20-jan-05 1.059 14 onderhands 3,810% 454 0 76 378 0 5 lineair 76 1
Bank Nederlandse Gemeenten 1-feb-05 3.403 15 onderhands 3,898% 1.588 0 227 1.361 226 6 lineair 227 1
Bank Nederlandse Gemeenten 16-feb-05 2.178 12 onderhands 3,730% 726 0 182 544 0 3 lineair 182 1
Bank Nederlandse Gemeenten 21-feb-05 794 14 onderhands 3,620% 340 0 57 283 0 5 lineair 57 1
Nederlandse Waterschapsbank 18-sep-06 12.000 20 onderhands 2,990% 7.800 0 600 7.200 4.200 12 lineair 600 2
Bank Nederlandse Gemeenten 18-sep-06 14.000 20 onderhands 1,700% 9.100 0 700 8.400 4.900 12 lineair 700 2
ING Bank 15-dec-08 35.000 20 euroflex 3,824% 26.250 0 1.750 24.500 15.750 14 lineair 1.750 3
Totaal 150.033 83.457 0 7.863 75.594 37.615 7.863
ING Bank 1-jul-06 9.000 10 roll-over 4,243% 2.475 0 900 1.575 0 2 lineair 900 3
Totaal 9.000 2.475 0 900 1.575 0 900
Totalen 159.033 85.932 0 8.763 77.169 37.615 8.763
Gestelde zekerheid: 1) Rijksgarantie
2) Waarborgfonds
3) Positieve / negatieve hypotheekverklaring op het onroerend goed aan de Burgemeester Banninglaan 1 in Leidschendam en aan de Lijnbaan 32 in Den Haag.
Er zijn geen schulden in rang achtergesteld bij andere schulden. Voor de positieve hypotheekverklaring heeft het Waarborgfonds voor de Zorgsector een positie die gelijk in rang is.
In 2014 is ter meerdere zekerheid hypotheekrecht verstrekt aan het Waarborgfonds, de ING Bank en de Nederlandse Staat voor een bedrag van € 106 miljoen.
140
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.22 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2014
BATEN
16. Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Zvw-zorg 0 0
Totaal 0 0
Toelichting:
17. Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's / DBC-zorgproducten A- en B-segment)
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Opbrengsten in opdracht van andere instellingen 3.650 5.576
Totaal 3.650 5.576
Toelichting:
18. Omzet DBC's / DBC-zorgproducten B-segment
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Gefactureerde omzet DBC's / DBC-zorgproducten B-segment 177.695 177.070
Mutatie onderhanden werk DBC's / DBC-zorgproducten B-segment -51 8.657
Onverzekerde deel 1 0
Totaal 177.645 185.727
Toelichting:
19. Omzet DBC's / DBC-zorgproducten A-segment
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Gefactureerde omzet DBC's / DBC-zorgproducten A-segment 66.401 39.540
Mutatie onderhanden werk DBC's / DBC-zorgproducten A-segment 581 779
Totaal 66.982 40.319
Toelichting:
Zie toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening 11.1.11.
Zie toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening 11.1.11.
Zie toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening 11.1.11.
Zie toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening 11.1.11.
141
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.22 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2014
BATEN
20. Opbrengsten uit hoofde van transitieregelingen en honorariumplafonds
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Opbrengst uit hoofde van te verrekenen transitiebedrag medisch specialistische zorg 3.310 13.937
Totaal 3.310 13.937
Toelichting:
21. Subsidies
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS (waaronder opleidingsfonds) 15.563 14.718
Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies 2.073 752
Totaal 17.636 15.470
Toelichting:
22. Overige bedrijfsopbrengsten
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Overige dienstverlening (waaronder 2e-4e geldstroom UMC's voor onderzoek):
Overige dienstverlening 5.526 5.757
Overige opbrengsten (waaronder vergoeding voor uitgeleend personeel en verhuur onroerend goed):
Overige opbrengsten 10.823 10.239
Totaal 16.349 15.996
Toelichting:
Zie toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening 11.1.11.
Zie toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening 11.1.11.
Zie toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening 11.1.11.
142
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.22 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2014
LASTEN
23. Personeelskosten
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Lonen en salarissen 108.276 106.032
Sociale lasten 23.355 21.859
Pensioenpremies 10.565 10.027
Andere personeelskosten:
Andere persoonsgebonden personeelkosten 6.696 4.913
Subtotaal 148.892 142.831
Personeel niet in loondienst 19.337 13.714
Totaal personeelskosten 168.229 156.545
Specificatie aantal personeelsleden (in FTE's) per 31 december:
Personeel algemene en administratieve functies 415 407
Personeel hotelfuncties 265 287
Personeel patiëntgebonden functies 1.592 1.593
Leerl. verpleegkundig en verzorgend personeel 61 78
Personeel terrein en gebouwgebonden functies 49 51
Totaal personeel in loondienst MCH 2.382 2.416
Toelichting:
25. Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Nacalculeerbare afschrijvingen:
- immateriële vaste activa 0 0
- materiële vaste activa 18.839 18.544
Totaal afschrijvingen 18.839 18.544
Waarvan nacalculeerbare afschrijvingen:
- immateriële vaste activa 0 0
- materiële vaste activa 18.839 18.544
- financiële vaste activa 0 0
Toelichting:
Zie toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening 11.1.11.
Zie toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening 11.1.11.
143
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.22 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2014
LASTEN
26. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Bijzondere waardeverminderingen van:
- immateriële vaste activa 0 0
- materiële vaste activa 0 0
Totaal 0 0
Toelichting:
27. Overige bedrijfskosten
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 7.558 7.318
Algemene kosten 15.719 14.554
Patiënt- en bewonersgebonden kosten 51.894 48.912
Onderhoud en energiekosten:
- Onderhoud 16.148 8.435
- Energiekosten gas 424 468
- Energiekosten stroom 1.641 1.746
- Energie transport en overig 1.180 1.161
Subtotaal 19.393 11.810
Huur en leasing 304 384
Dotatie dubieuze debiteuren 1.978 1.366
Overige baten en lasten -9.614 6.973
Totaal overige bedrijfskosten 87.232 91.317
Toelichting:
Zie toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening 11.1.11.
Zie toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening 11.1.11.
144
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.1.22 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2014
LASTEN
28. Financiële baten en lasten
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Rentebaten 279 211
Dividenden 0 0
Resultaat deelnemingen 1.271 634
Waardeveranderingen financiële vaste activa en effecten 0 0
Subtotaal financiële baten 1.550 845
Rentelasten -3.031 -3.709
Resultaat deelnemingen 0 0
Subtotaal financiële lasten -3.031 -3.709
Totaal financiële baten en lasten -1.481 -2.864
Toelichting:
29. Buitengewone baten en lasten
De specificatie is als volgt: 2014 2013
€ 1.000 € 1.000
Buitengewone baten 0 0
Buitengewone lasten 0 0
Totaal buitengewone baten en lasten 0 0
Toelichting:
Zie toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening 11.1.11.
Zie toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening 11.1.11.
145
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
Ondertekening door bestuurders en toezichthouders
Raad van Bestuur
W.G. W.G.
dhr. drs. P.W. Doop mevr. dr. R.M.Y. Barge
Raad van Toezicht
W.G. W.G.
dhr. drs. W.J. Deetman dhr. drs. J.W. Holtslag
W.G. W.G.
dhr. P.A. van der Linden dhr. drs. C.J.H.M. van Laarhoven
W.G. W.G.
dhr. drs. G.A. Maranus mevr. prof. H.E. van der Horst
W.G.
mevr. N.Y. Albayrak - Temur
Den Haag, 26 mei 2015
146
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.2 OVERIGE GEGEVENS
147
Geconsolideerde jaarrekening stichting Medisch Centrum Haaglanden
11.2 OVERIGE GEGEVENS
11.2.1 Resultaatbestemming
Volgens het besluit van de Raad van Bestuur is het resultaat van 2014 ad € 9.790.743
als volgt verdeeld:
Toevoeging:
Algemene en overige reserves 9.790.743
9.790.743
11.2.2 Gebeurtenissen na balansdatum
Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum met belangrijke financiele gevolgen voor MCH.
11.2.3 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
De controleverklaring is opgenomen op de volgende pagina.
148
151
12 Bijlagen
12.1 Zorgbrede Governancecode
VERANTWOORDING
Ja Nee
Informatie aan en/of raadpleging van belanghebbenden of hun
vertegenwoordiging
1. Het beleid van de zorgorganisatie voor de dialoog met belanghebbenden
De zorgorganisatie heeft als maatschappelijke onderneming een beleid voor de
dialoog met de samenwerkingsverbanden of organisaties die rechtstreeks bij het
beleid en de maatschappelijke doelstelling van de zorgorganisatie zijn betrokken
en als belanghebbenden actief zijn binnen haar verzorgingsgebied. In het kader
van dat beleid stelt de Raad van Bestuur vast en keurt de Raad van Toezicht
goed:
• wie de belanghebbenden bij de zorgorganisatie zijn;
• de wijze waarop vorm wordt gegeven aan het overleg met de belanghebbenden
over het voorgenomen beleid en de uitvoering daarvan door de zorgorganisatie;
• de aard en inhoud van de informatieverschaffing aan de belanghebbenden-
(vertegenwoordiging) over de gang van zaken en het gevoerde beleid van de
zorgorganisatie;Governancecode 2010
• de betrokkenheid van de belanghebbenden(vertegenwoordiging) bij de
beleidsvorming en de uitvoering van het beleid door de zorgorganisatie.
De hiervoor bedoelde belanghebbenden worden door de zorgorganisatie
geïnformeerd over het vaststellen en uitbrengen van het Jaardocument
Maatschappelijke Verantwoording en hoe zij dit document kunnen verkrijgen of
inzien.
�
2. Informatieverstrekking aan en/of raadpleging van belanghebbenden in ten
minste de volgende gevallen
De belanghebbenden dan wel hun vertegenwoordiging worden door de Raad van
Bestuur in elk geval geïnformeerd en/of geraadpleegd over de volgende
onderwerpen:
• de vaststelling of wijziging van de missie, doelstelling of grondslag van de
zorgorganisatie;
• de hoofdlijnen van het strategisch beleid van de zorgorganisatie als
maatschappelijke onderneming;
• het overdragen van de zeggenschap over de zorgorganisatie of over een
belangrijk onderdeel daarvan en over besluiten tot fusie of tot het aangaan of
verbreken van een duurzame samenwerking met een (zorg-) organisatie;
�
152
Ja Nee
• de opheffing of een belangrijke inkrimping dan wel belangrijke uitbreiding van de
werkzaamheden van de zorgorganisatie;
• de besluiten tot concentratie of deconcentratie van de zorgorganisatie
respectievelijk structurele sluiting van afdelingen, dependances of locaties;
• de systematische bewaking, beheersing of verbetering van de kwaliteit van de te
verlenen zorg.
3. Het recht van enquête
De statuten van de zorgorganisatie wijzen ten minste één partij aan die de
belangen van de patiënten of cliënten van de zorginstelling vertegenwoordigt,
waaraan het recht van enquête wordt toegekend als bedoeld in titel 8
afdeling 2 van Boek 2 BW.
�
Verantwoording aan belanghebbenden
1. De zorgorganisatie legt jaarlijks aan alle rechthebbenden en belangstellenden
verantwoording af over het in het verslagjaar gevoerde beleid en over de (totale)
in dat jaar geleverde prestaties door middel van het Jaardocument
Maatschappelijke Verantwoording.
�
2. De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de kwaliteit, de juistheid en de
volledigheid van het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording. De Raad
van Toezicht ziet er op toe dat de Raad van Bestuur deze verantwoordelijkheid
vervult.
�
3. De zorgorganisatie draagt er zorg voor dat alle aan de zorgorganisatie
verbonden vrijgevestigde (medische) professionals op geaggregeerd niveau (in
ieder geval op het niveau van maatschappen en medische staven)
verantwoording afleggen over de wijze en resultaten van hun handelen en
behandelen.
�
4. De Raad van Bestuur legt in het Jaardocument Maatschappelijke
Verantwoording jaarlijks verantwoording af over het gevoerde beleid ten aanzien
van de belanghebbenden.
�
5. De Raad van Toezicht legt in het Jaardocument Maatschappelijke
Verantwoording jaarlijks verantwoording af over zijn in het verslagjaar verrichte
werkzaamheden.
�
6. Van elke toezichthouder wordt in het verslag van de Raad van Toezicht opgave
gedaan van geslacht, leeftijd, beroep, hoofdfunctie, nevenfuncties voor zover
relevant voor de vervulling van de taak als toezichthouder, tijdstip van eerste
benoeming en de lopende termijn waarvoor de toezichthouder is benoemd.
�
De externe accountant en diens relatie en communicatie met de
organen van de zorgorganisatie
153
Ja Nee
1. De externe accountant wordt benoemd en ontslagen door de Raad van
Toezicht tenzij de Algemene Vergadering daartoe wettelijk bevoegd is. Indien de
externe accountant door de Algemene Vergadering wordt benoemd, doet de
Raad van Toezicht daartoe een voordracht. De Raad van Bestuur kan hierover
advies uitbrengen aan de Raad van Toezicht. De externe accountant wordt qua
persoon periodiek gewisseld.
�
2. De externe accountant verricht bij voorkeur geen advieswerkzaamheden voor
de zorgorganisatie en maakt – indien dit in het te controleren boekjaar wel is
gebeurd – in het verslag over de jaarrekening melding van de in dat jaar verrichte
advieswerkzaamheden.
�
3. De externe accountant woont het van belang zijnde gedeelte van de
vergaderingen van de Raad van Toezicht respectievelijk Algemene Vergadering
bij waarin de jaarrekening wordt besproken en/of waarin wordt besloten over de
goedkeuring of vaststelling van de jaarrekening.
�
4. De externe accountant rapporteert zijn bevindingen betreffende het onderzoek
van de jaarrekening gelijkelijk aan de Raad van Bestuur en de Raad van
Toezicht.
�
DE RAAD VAN BESTUUR
Taak en werkwijze
1. De Raad van Bestuur is eindverantwoordelijk voor en belast met het besturen
van de zorgorganisatie. Dit houdt onder meer in dat hij verantwoordelijk is voor de
realisatie van de statutaire en andere doelstellingen van de zorgorganisatie, de
strategie en het beleid en de daaruit voortvloeiende resultatenontwikkeling en
voor de kwaliteit en veiligheid van de zorg. De Raad van Bestuur legt hierover
verantwoording af aan de Raad van Toezicht.
�
2. Bij de vervulling van zijn taak richt de Raad van Bestuur zich naar het belang
van de zorgorganisatie als maatschappelijke onderneming en weegt daartoe de in
aanmerking komende belangen van de bij de zorgorganisatie betrokken
belanghebbenden af.
�
3. De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het beheersen van de risico’s
verbonden aan de activiteiten van de zorgorganisatie en voor de financiering van
de zorgorganisatie. De Raad van Bestuur rapporteert hierover aan en bespreekt
de interne risicobeheersings- en controlesystemen met de Raad van Toezicht.
�
4. De Raad van Bestuur verschaft de Raad van Toezicht tijdig alle informatie die
nodig is voor een goede uitoefening van de taak van de Raad van Toezicht.
Afspraken hierover worden vastgelegd in een informatieprotocol.
�
154
Ja Nee
5. De Raad van Bestuur draagt ervoor zorg dat werknemers en anderen die in
een contractuele relatie tot de zorgorganisatie staan, zonder gevaar voor hun
rechtspositie de mogelijkheid hebben aan de voorzitter van de Raad van Bestuur
of aan een door hem aangewezen functionaris te rapporteren over vermeende
onregelmatigheden binnen de zorgorganisatie van algemene, operationele en/of
financiële aard. Vermeende onregelmatigheden die het functioneren van leden
van de Raad van Bestuur betreffen, worden gerapporteerd aan de voorzitter van
de Raad van Toezicht. Deze klokkenluiders regeling wordt algemeen bekend
gemaakt.
�
Benoeming, ontslag en beloning
1. De Raad van Toezicht stelt de omvang van de Raad van Bestuur vast, tenzij
deze bevoegdheid bij de Algemene Vergadering berust.
�
2. De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor benoeming, schorsing en
ontslag, het verlenen van décharge, het vaststellen van een maatschappelijk
passende beloning, de contractduur, de rechtspositie en de andere
arbeidsvoorwaarden van de individuele leden van de Raad van Bestuur, tenzij
deze bevoegdheid bij de Algemene Vergadering berust.
�
3. Een voormalig lid van de Raad van Toezicht van de zorgorganisatie is
gedurende een periode van drie jaar na het einde van zijn toezichthoudende
functie niet benoembaar tot lid van de Raad van Bestuur.
�
4. De jaarlijkse verantwoording van de zorgorganisatie bevat de door de wet
voorgeschreven informatie over de hoogte en de structuur van de beloning van de
individuele leden van de Raad van Bestuur.
�
5. Aan bestuurders worden geen aandelen en/of rechten op aandelen bij wijze
van beloning toegekend.
�
6. Het eventuele aandelenbezit van een bestuurder in een zorgorganisatie
waarvan hij bestuurder is, is ter belegging op de lange termijn.
Toelichting: aan de bestuurders zijn geen aandelen verstrekt.
�
7. De zorgorganisatie verstrekt aan haar bestuurders geen persoonlijke leningen,
garanties en dergelijke, tenzij in de normale uitoefening van het bedrijf en tegen
de daarvoor voor het gehele personeel geldende voorwaarden en na goedkeuring
van de Raad van Toezicht. Leningen worden niet kwijtgescholden.
Toelichting: aan de bestuurders zijn geen persoonlijke leningen verstrekt.
�
Belangenverstrengeling
1. De Raad van Bestuur is integer en stelt zich toetsbaar op ten aanzien van zijn
eigen functioneren. Elke vorm en schijn van persoonlijke bevoordeling dan wel
belangenverstrengeling tussen enig lid van de Raad van Bestuur en de
zorgorganisatie wordt vermeden. Besluiten tot het aangaan van transacties
waarbij tegenstrijdige belangen van bestuurders spelen die van materiële
�
155
Ja Nee
betekenis zijn voor de zorgorganisatie en/of voor de betreffende bestuurders,
behoeven de goedkeuring van de Raad van Toezicht.
2. Een lid van de Raad van Bestuur kan niet tegelijkertijd de functie vervullen van
lid van de Raad van Toezicht van de zorgorganisatie of van een andere
zorgorganisatie die binnen het verzorgingsgebied van de zorgorganisatie geheel
of gedeeltelijk dezelfde werkzaamheden als de zorgorganisatie verricht, tenzij de
andere zorgorganisatie als groeps- of dochtermaatschappij of anderszins nauw
verbonden is met de zorgorganisatie.
�
3. Een lid van de Raad van Bestuur zal zonder de toestemming van de Raad van
Toezicht geen betaalde of onbetaalde nevenfunctie aanvaarden of continueren
als deze nevenfunctie, al dan niet in samenhang met andere betaalde of
onbetaalde nevenfuncties, een meer dan minimale werkbelasting kan opleveren
of anderszins strijdig kan zijn met de belangen van de zorgorganisatie.
�
4. De Raad van Bestuur geeft de Raad van Toezicht op eerste verzoek inzicht in
de door hem uitgeoefende nevenfuncties.
�
DE RAAD VAN TOEZICHT
Taak en werkwijze
1. De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het besturen door
de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken in de zorgorganisatie
als maatschappelijke onderneming en staat de Raad van Bestuur met raad
terzijde. De Raad van Toezicht vervult de werkgeversrol voor de Raad van
Bestuur en zorgt ondermeer door benoeming, evaluatie en ontslag dat de
zorgorganisatie is voorzien van een capabel bestuur. De Raad van Toezicht houdt
toezicht op ten minste:
• de realisatie van de statutaire en andere doelstellingen van de zorgorganisatie;
• de strategie en de risico’s verbonden aan de activiteiten van de zorgorganisatie;
• de opzet en werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen;
• de financiële verslaglegging;
• de kwaliteit en veiligheid van zorg;
• de naleving van wet- en regelgeving;
• de verhouding met belanghebbenden;
• het op passende wijze uitvoering geven aan de maatschappelijke doelstelling
en verantwoordelijkheid van de zorgorganisatie.
De Raad van Toezicht bespreekt in ieder geval eenmaal per jaar de strategie en
de voornaamste risico’s verbonden aan de zorgorganisatie, de uitkomsten van de
beoordeling door de Raad van Bestuur van de opzet en werking van de interne
risicobeheersings- en controlesystemen alsmede eventuele significante
wijzigingen daarin. Van het houden van deze besprekingen wordt melding
gemaakt in het jaarverslag van de Raad van Toezicht.
�
156
Ja Nee
2. Aan de goedkeuring van de Raad van Toezicht zijn in ieder geval onderworpen
de besluiten van de Raad van Bestuur omtrent:
• de vaststelling van de begroting, de jaarrekening en de winstbestemming,
tenzij deze bevoegdheid wettelijk aan de Algemene Vergadering toekomt;
• de vaststelling van (strategische) beleidsplannen van de zorgorganisatie;
• het beleid van de zorgorganisatie voor de dialoog met belanghebbenden;
• het aangaan of verbreken van een duurzame samenwerking van de
zorgorganisatie met andere rechtspersonen of vennootschappen indien deze
samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is voor de zorgorganisatie;
• het bestuursreglement van de Raad van Bestuur;
• aangifte van faillissement en aanvraag van surséance van betaling;
• gelijktijdige beëindiging of beëindiging binnen een kort tijdsbestek van de
arbeidsovereenkomst van een aanmerkelijk aantal werknemers, of van het
verbreken van een overeenkomst met een aanmerkelijk aantal personen
dat als zelfstandigen of als samenwerkingsverband werkzaam is voor de
zorgorganisatie;
• overige majeure beslissingen, vast te leggen in de statuten en/of het
bestuursreglement.
�
3. Bij de vervulling van zijn taak richt de Raad van Toezicht zich naar het belang
van de zorgorganisatie als maatschappelijke onderneming en weegt daartoe de in
aanmerking komende belangen van de bij de zorgorganisatie betrokken
belanghebbenden af.
�
4. De Raad van Toezicht voert jaarlijks met elk van de leden van de Raad van
Bestuur een gesprek over diens functioneren.
�
5. De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen
functioneren.
�
6. De Raad van Toezicht evalueert zijn functioneren ten minste jaarlijks buiten de
aanwezigheid van de Raad van Bestuur en informeert de Raad van Bestuur over
de uitkomsten hiervan.
�
7. De Raad van Toezicht voert ten minste jaarlijks met de Raad van Bestuur als
geheel een evaluatiegesprek over het wederzijds functioneren van beide organen
op zich en in relatie tot elkaar.
�
8. De Raad van Toezicht en de toezichthouders afzonderlijk hebben een eigen
verantwoordelijkheid om van de Raad van Bestuur en de externe accountant alle
informatie te verlangen die de Raad van Toezicht behoeft om zijn taak als
toezichthoudend orgaan goed te kunnen uitoefenen. Indien de Raad van Toezicht
dit geboden acht, kan hij informatie inwinnen van functionarissen en externe
adviseurs van de zorgorganisatie. De zorgorganisatie stelt hiertoe de benodigde
middelen ter beschikking.
�
157
Ja Nee
Benoeming, ontslag, samenstelling en deskundigheid
1. De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor de benoeming, schorsing en
ontslag, het verlenen van décharge en het vaststellen van de honorering van de
leden van de Raad van Toezicht, tenzij deze bevoegdheid bij de Algemene
Vergadering berust.
�
2. De Raad van Toezicht dient zodanig te zijn samengesteld dat hij zijn taak naar
behoren kan vervullen.
�
3. Ieder lid van de Raad van Toezicht dient geschikt te zijn om de hoofdlijnen van
het totale beleid te beoordelen. Ieder lid van de Raad van Toezicht beschikt over
de specifieke deskundigheid die noodzakelijk is voor de vervulling van zijn
specifieke taak, binnen zijn rol in het kader van de profielschets van de Raad.
�
4. Alle leden van de Raad van Toezicht volgen na benoeming een
introductieprogramma of scholingsprogramma waarin in ieder geval aandacht
wordt besteed aan algemene financiële, sociale en juridische zaken, de financiële
verslaggeving door de zorgorganisatie, de specifieke aspecten die eigen zijn aan
het type zorgorganisatie waar betrokkene als lid van de Raad van Toezicht aan
verbonden is en aan de verantwoordelijkheden als toezichthouder. De Raad van
Toezicht beoordeelt jaarlijks op welke onderdelen de toezichthouders gedurende
hun benoemingsperiode behoefte hebben aan nadere training of opleiding. De
zorgorganisatie speelt hierbij een faciliterende rol.
�
5. Ten minste één lid van de Raad van Toezicht beschikt over voor de
zorgorganisatie relevante kennis van en ervaring in de zorg.
�
6. Het aantal bestuurlijke of toezichthoudende functies van de leden van de Raad
van Toezicht is zodanig beperkt dat een goede taakvervulling door ieder van de
leden van de Raad gewaarborgd is.
�
7. Een lid van de Raad van Toezicht kan maximaal tweemaal voor een periode
van vier jaar zitting hebben in de Raad van Toezicht.
Toelichting: In de code is opgenomen dat een lid van de Raad van Toezicht
maximaal tweemaal voor een periode van maximaal vier jaar zitting kan hebben in
de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht van MCH is het eens met de
strekking van de code, maar heeft besloten dat dit maximaal driemaal voor een
periode van vier jaar kan zijn. De Raad van Toezicht kiest hiervoor zodat de door
de Raad van Toezichtleden opgebouwde expertise behouden en optimaal ingezet
wordt.
�
8. Bij de werving, selectie en benoeming van nieuwe leden van de Raad van
Toezicht wordt gebruik gemaakt van een voor de betreffende vacature opgestelde
profielschets. De leden van de Raad van Toezicht worden op openbare wijze
geworven, tenzij voor een bepaalde plaats in de Raad van Toezicht op grond van
een wettelijke bepaling geldt dat deze plaats op voordracht wordt ingevuld of het
�
158
Ja Nee
recht tot benoeming aan anderen dan de Raad van Toezicht of de Algemene
Vergadering toekomt.
9. Statutair is vastgelegd op welke gronden de Raad van Toezicht respectievelijk
de Algemene Vergadering een lid van de Raad van Toezicht kan schorsen of
ontslaan, welke meerderheid van stemmen hiertoe vereist is en welke eventuele
daarbij te hanteren procedures worden gevolgd.
�
Honorering
1. De Raad van Toezicht respectievelijk de Algemene Vergadering op voordracht
van de Raad van Toezicht, stelt de honorering van de leden van de Raad van
Toezicht vast.
�
2. De honorering van een lid van de Raad van Toezicht is niet afhankelijk van de
resultaten van de zorgorganisatie.
�
3. Aan leden van de Raad van Toezicht worden geen aandelen en/of rechten op
aandelen bij wijze van honorering toegekend.
�
4. Het eventuele aandelenbezit van een lid van de Raad van Toezicht in een
zorgorganisatie waarvan hij toezichthouder is, is ter belegging op de lange
termijn.
�
5. Het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording van de zorgorganisatie
bevat de door de wet voorgeschreven informatie over de hoogte en de structuur
van de honorering van de individuele leden van de Raad van Toezicht.
�
Onafhankelijkheid
1. De Raad van Toezicht is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van
elkaar, de Raad van Bestuur en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch
kunnen opereren.
�
2. Leden van de Raad van Toezicht die op voordracht, of door anderen dan de
Raad van Toezicht of de Algemene Vergadering van Aandeelhouders dienen te
worden benoemd, zijn onafhankelijk. De leden van de Raad van Toezicht
vervullen hun functie zonder last of ruggespraak en zonder een deelbelang te
laten prevaleren.
�
3. Leden van de Raad van Toezicht verrichten nimmer taken van de Raad van
Bestuur.
�
4. Een lid van de Raad van Toezicht kan niet tegelijkertijd de functie vervullen van
lid van de Raad van Bestuur of van de Raad van Toezicht van een andere
zorgorganisatie die binnen het verzorgingsgebied van de zorgorganisatie geheel
of gedeeltelijk dezelfde werkzaamheden als de zorgorganisatie verricht, tenzij de
andere zorgorganisatie als groeps- of dochtermaatschappij of anderszins nauw
verbonden is met de zorgorganisatie.
�
159
Ja Nee
5. Een voormalig lid van de Raad van Bestuur van de zorgorganisatie is
gedurende een periode van drie jaar na het einde van zijn bestuurlijke functie niet
benoembaar tot lid van de Raad van Toezicht. Evenmin zijn tot de leden van de
Raad van Toezicht benoembaar werknemers of personen die tot de
zorgorganisatie toegelaten zijn tot drie jaar na het einde van hun arbeidscontract
of toelatingsovereenkomst.
�
Belangenverstrengeling
1. Elke vorm of schijn van persoonlijke bevoordeling dan wel
belangenverstrengeling tussen enig lid van de Raad van Toezicht en de
zorgorganisatie moet worden vermeden. Besluiten tot het aangaan van
transacties waarbij tegenstrijdige belangen van leden van de Raad van Toezicht
spelen die van materiële betekenis zijn voor de zorgorganisatie en/of voor de
betreffende toezichthouders, behoeven de goedkeuring van de Raad van
Toezicht.
�
2. De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor de besluitvorming over het
oplossen van zaken waarbij een belangenverstrengeling aan de orde kan zijn bij
leden van de Raad van Toezicht, de Raad van Bestuur, bij aandeelhouders en/of
de externe accountants in relatie tot de zorgorganisatie.
�
Opmerking: hoofdstuk 5 van de zorgbrede governancecode is niet van toepassing voor MCH en
Bronovo-Nebo, omdat het een Stichting is.
160
12.2 Nevenfuncties raad van bestuur
Naam en
woonplaats
Nevenfuncties
Drs. P.W. Doop
Den Haag
Voorzitter
raad van bestuur
• Collegelid van de Algemene Rekenkamer in buitengewone dienst
• Voorzitter van de raad van toezicht van de Nationale Reisopera (NRO)
• Collegelid van de adviescommissie NVAO/Nederlandse Vlaamse Accreditatie Organisatie
• Lid raad van commissarissen AMC/AMR Medical Research
Drs. J.G.M. Hendriks
Utrecht
Lid raad van bestuur
• Lid van de NVZ-commissie Onderwijs en Opleiding, op voordracht van de SAZ
• Lid raad van toezicht Integraal Kankercentrum Nederland IKNL
• Lid raad van advies Xenia, hospice in te Leiden
• Lid raad van toezicht Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid
Mw. dr. R.M.Y. Barge
arts
Wassenaar
Lid raad van bestuur
• Bestuurslid Stichting Transmurale Zorg, Den Haag
• Lid raad van toezicht Apotheek Haagse Ziekenhuizen
• Lid raad van toezicht Rijndam Revalidatiecentrum, Rotterdam
• Lid van de kamer medisch specialisten Capaciteitsorgaan
161
12.3 Verdeling aandachtsgebieden raad van bestuur
Aandachtsgebieden PD JH RB Gez
Specifieke aandachtsgebieden
Acute zorg (SEH, IC, HA post) x
Oncologisch centrum (coöperatie)
Oncologie samenwerking met LUMC x
x
x
Topklinische functie incl. wetenschap en onderwijs x
Interne lijnorganisatie + algemene aandachtsgebieden
BRV: cluster beschouwend x
BRV: cluster snijdend x
BRV: cluster logistiek (IC, SEH, OK, endoscopie etc) x
BRV: cluster diagnostiek x
BRV: cluster ouderen (NEBO) x
MCH: divisie behandelend (OK, IC, SEH) x
MCH: divisie beschouwend x
MCH: divisie beweging x
MCH: divisie snijdend x
MCH: divisie medisch ondersteunend x
Bronovo: F&C+ MCH:EAB x
Inkoop x
Bronovo + MCH Facilitair bedrijf x
Vastgoed x
Bronovo: PO&O en MCH: afdeling HRM x
Landsteiner Instituut x
Bronovo: ICTA x
Stafgroep ondersteuning (voor MCH en voor BRV
individuele funct. of afdelingshfd)
klachten en gezondheidsrecht x
162
Aandachtsgebieden PD JH RB Gez
communicatie x
procesmanagement x
kwaliteit en veiligheid x
marketing, sales, zorgcontractering x
informatisering en informatiebeveiliging x
Interne gremia
Raad van Toezichtvergaderingen
nb: commissies volgen op basis overleg RvT
x
BRV: Ondernemingsraad x
BRV: Dagelijks Bestuur OR x
MCH: Ondernemingsraad x
MCH: Dagelijks bestuur OR x
BRV: Stafbestuur x
BRV: VMS x
MCH: Stafbestuur x
MCH + BRV: Stafbesturen x
MCH: VMS x
Collectief MCH + Stafmaatschap Bronovo x
BRV: Patiëntenadviesraad x
MCH: Patiëntenadviesraad x
MCH+BRV: Patiëntenadviesraad x
BRV: Verpleegkundige adviesraad x
MCH: Verpleegkundige adviesraad x
MCH+BRV: VAR’en x
BRV: MT x
MCH: divisie-overleg x
BRV: kwartaalverantwoording x (x)
rouler
(x)
rouler
163
Aandachtsgebieden PD JH RB Gez
Commissies
MCH: Centrale opleidingscommissie (COC) x
BRV: Centrale opleidingscommissie (COC) x
BRV: Stuurgroep informatiebeveiliging x
BRV: stuurgroep Bouw x
MCH: stuurgroep Bouw x
BRV: Stuurgroep Bronovozorg (RvB gaat uit deze cie) x
BRV: Stuurgroep Kwaliteit&Veiligheid x
BRV: Stuurgroep MMI (microbiologie) x
BRV: Ziekenhuis commissie I&A x
BRV: SEH commissie (RvB gaat uit deze cie) x
BRV: Stuurgroep Ouderen x
BRV: Commissie Eerste Lijn x
BRV: Researchfonds x
BRV: Expat commissie x
Gelieerde entiteiten
Coöperatie x
Apotheek Haagse Ziekenhuizen (AHZ) (MCH+Bronovo
in RvT)
x
MCH: Espress-so BV (restauratieve voorzieningen) x
MCH: West End Facility BV (schoonmaak) x
MCH: Stichting Diabetes Zorg Haaglanden x
MCH: Apotheek Lijnbaan MCH BV x
MCH: Lab West BV x
MCH: Nederlands Centrum voor Plastische Chirurgie
(voorheen: Haaglanden Kliniek)
x
MCH: St Jacobusstichting x
BRV: Stichting Vrienden van Bronovo x
BRV: St. beheer registergoederen Bronovo-Nebo x
164
Aandachtsgebieden PD JH RB Gez
BRV: stichting ZBC Bronovo (ouderen) x
BRV: Bronovo behandeladviescentrum
Ouderengeneeskunde BV
x
Extern
Medisch Ethische Toetsings Commissie (METC) x
Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) x
Stichting Topklinische opleidings Ziekenhuizen (STZ) x
Samenwerkende Algemene Ziekenhuizen (SAZ) x
Stichting Transmurale Zorg (STZ) x
Zorgverzekeraars x
Ministerie VWS x
Inspectie, regulier overleg + jaargesprek x
Bank, regulier overleg x
Andere ziekenhuizen: Hagaziekenhuis
LUMC x
Accountant x
165
12.4 Personalia op 31 december 2014
12.4.1 Stafbestuur op 31 december 2014
Voorzitter
De heer dr. H.P. Verschuur, KNO arts
Vice-voorzitter
De heer dr. E.M. Scholten, internist-nefroloog
Secretaris
Mevrouw dr. A. Verbeek-de Kanter, radiotherapeut
Penningmeester
De heer dr. S.J. Rhemrev, chirurg
Lid
De heer dr. E.C.M. Ooms, patholoog
De heer dr. B.A. in ’t Veld, anesthesioloog
De heer dr. D.M.V. Pelikan, gynaecoloog
De heer R.J. Verburg, MDL-arts
166
12.4.2 Nevenfuncties leden Raad van Toezicht op 31 december 2014
Naam
rvt functie
Jaar van eerste
benoeming en
jaar van
aftreden,
Hoofdfunctie
Lidmaatschap
Commissie
(AC, Bouw,
Kwaliteit of
Governance)
Nevenfuncties Aantal
bijgewoonde
vergaderingen
Drs. W.J.
Deetman
Voorzitter
2011, 2019
Lid van de
Raad van
State
Remuneratie-
commissie
� voorzitter curatorium Mr. Gonsalves-nationale
innovatieprijs voor de rechtshandhaving
� voorzitter bestuur Stichting Postacademische
Medische cursussen in Indonesië
� voorzitter Commissie Aedes Code
� voorzitter Raad van Toezicht van ProDemos
� voorzitter CIO (Commissie Interkerkelijk
Contact met de overheid)
� voorzitter Foundation Board IHE Delft en
UNESCO-IHE (postgraduate education and
capacity building in water, environment and
infrastructure)
� voorzitter Raad van Toezicht Museum
Meermanno
� voorzitter Raad van Advies Hersenen en
Cognitie (NWO)
� voorzitter Commissie nevenfuncties van de
gemeenteraad Den Haag
� voorzitter Stichting Kloosterkerk
� voorzitter Stichting MCH Bronovo en voorzitter
van de Cornelia-stichting
� voorzitter geschillencommissie CDA
� lid van de kring van experts van Loodslicht
� voorzitter van het Curatorium Master of
Strategic Urban Studies
� lid van het Comité van Aansporing, Inspiratie
en Reflectie (CAIR) van de gemeente
Haarlemmermeer
rvt: 7/7
Audit commissie:
3/7
Remuneratie-
commissie: 1/1
167
Naam
rvt functie
Jaar van
eerste
benoeming
en jaar van
aftreden,
Hoofdfunctie
Lidmaatschap
Commissie
(AC, Bouw,
Kwaliteit of
Governance)
Nevenfuncties Aantal
bijgewoonde
vergaderingen
P.A. van der
Linden
Lid
2009, 2017
Zelfstandig
gevestigd
adviseur
Audit
Commissie
� lid van het bestuur van Vereniging Vrienden
van Bronovo
rvt: 5/6
Audit commissie:
6/7
Mw. prof.
H.E. van der
Horst
Lid
2009, 2017
Hoogleraar /
hoofd afd.
huisarts-
geneeskunde
en
ouderenge-
neeskunde
VUmc
Commissie
Kwaliteit &
Veiligheid
� lid van de Raad van Toezicht Stichting Reinier
van Arkel, Den Bosch tot 1/9/2014
� lid Wetenschappelijke adviesraad CVZ, per 1
april 2014 Zorg Instituut Nederland
rvt: 5/6
Commissie
Kwaliteit &
Veiligheid: 3/3
Mw. N.Y Albayrak-Temur Lid
2007, 2015
Geen
Commissie
Kwaliteit &
Veiligheid
� Lid Raad van Toezicht Nederlands
Openluchtmuseum
� Lid Forum A tot Z (Geletterdheidsforum)
� Bestuurslid Atlantic & Pacific Exchange
Program
rvt: 3/6
Commissie
Kwaliteit &
Veiligheid: 3/3
168
Naam
rvt functie
Jaar van
eerste
benoeming
en jaar van
aftreden,
Hoofdfunctie
Lidmaatschap
Commissie
(AC, Bouw,
Kwaliteit of
Governance)
Nevenfuncties Aantal
bijgewoonde
vergaderingen
Drs J.W.
Holtslag *
Vice-
voorzitter
2007, 2015
Geen
Remuneratie-
commissie
� Voorzitter College van Toezicht voor
Auteursrechten en naburige rechten
� Voorzitter Stichting Kamermuziek Warmond
� Lid bestuur Stichting leerstoelen CAOP,
Universiteit van leiden
� Voorzitter Mr. Hans van Mierlo Stichting,
wetenschappelijk bureau D66
� Lid Raad van Advies van de Inspectie
Veiligheid en Justitie
rvt: 5/6
Remuneratie-
commissie: 1/1
* Voorzitterschap van de RvT MCH duurde tot 15 augustus 2014, vanaf die datum vice voorzitter.
Drs. G.A.
Maranus RA
Lid
2012,2020
Partner, KPMG Accountants N.V.
Audit
Commissie
� Penningmeester Vereniging Vrienden van het
Residentie Orkest
rvt: 0/6
Audit
commissie: 0/7
169
Naam
rvt functie
Jaar van
eerste
benoeming
en jaar van
aftreden,
Hoofdfunctie
Lidmaatschap
Commissie
(AC, Bouw,
Kwaliteit of
Governance
Nevenfuncties Aantal
bijgewoonde
vergaderingen
Prof. dr.
C.J.H.M. van
Laarhoven
MSc.
Lid
2013,2021
Hoogleraar/
afdelingshoofd
Heelkunde,
Radboud umc
Nijmegen
Commissie
Kwaliteit &
Veiligheid
� Reviewer Cochrane Hepato-Biliary Review
group, Copenhagen
� Lid Raad van Advies van de Oude gracht
Group B.V.
� Reservist Luitenant-Kolonel defensie relatie
ziekenhuizen (IDR)
rvt: 5/6
Commissie
Kwaliteit &
Veiligheid: 3/3
170
12.4.3 Medische staf op
31 december 2014
Anesthesiologie De heer W. van Alphen Mevrouw S. van Duijn De heer K. Jacz De heer R. Jansen De heer C.F. den Hartog De heer J.D. Holstein De heer dr. B.A. in 't Veld Mevrouw F. de Kempenaer-Ulrich De heer J.W.K.E. Osse De heer dr. J.S. Pöll Mevrouw M. Toonen De heer M. G.C.M. Verbeek Mevrouw A.C. Werger De heer B.E. Zeppenfeldt
Cardiologie De heer dr. P.V. Oemrawsingh Mevrouw dr. H.A.P. Peeters De heer L.H. Savalle De heer dr. J.H.M. Schreur De heer dr. R.F. Veldkamp De heer dr. A. J. Wardeh
Chirurgie De heer dr. G.J.D. van Acker De heer dr. D. Eefting De heer dr. J.M. Hoogendoorn De heer F.J. Idenburg Mevrouw dr. M.T.T. Knook De heer dr. A.W.K.S. Marinelli De heer dr. S.A.G. Meylaerts De heer dr. J.C.A. de Mol van Otterloo De heer dr. S.J. Rhemrev De heer dr. J.R.M. van der Sijp De heer dr. A.C. de Vries
Dermatologie De heer dr. Th. W. van den
Akker
Mevrouw dr. S. Badeloe
De heer V.R. Basdew
Mevrouw dr. A. Chang
Mevrouw N.H. Shadid De heer J.P.W. van der
Veen
Mevrouw dr. J. Vink
Mevrouw dr. L.E. Vos
Mevrouw A. Westers-Attema
Gynaecologie Mevrouw dr. F.M. van Dunné De heer L.C.F. Haans Mevrouw dr. M.J. Kagie De heer dr. J. Lind Mevrouw I.F. van Luijk Mevrouw S. van der Meer Mevrouw dr. D.M.V. Pelikan De heer F.C.M. Twaalfhoven Mevrouw C.B. Vredevoogd De heer dr. C.A. Yedema
Intensive Care Geneeskunde Mevrouw G.C. Admiraal De heer dr. P.J.W. Dennesen Mevrouw P.M. Klooster Mevrouw drs. M.C.A. Muller De heer R. Peters Mevrouw M. Slabbekoorn De heer dr. J.P. van der Sluijs De heer dr. D.J. Versluis
Interne Geneeskunde Mevrouw L. te Boome
De heer dr. A.H. Bootsma
Mevrouw C. Brumsen
De heer dr. P.K. Chandie
Shaw
Mevrouw M. Galli - Leslie
Mevrouw dr. P.H.L.M.
Geelhoed-Duyvestijn
De heer dr. L.B.S. Gelinck
De heer J.H.M. Groeneveld
De heer H.H. Helgason
De heer H.M.A. Hofstee
De heer dr. F.J.F. Jeurissen
Mevrouw dr. S. Johannsson-
Vidarsdottir
De heer J.J. Keller
De heer J.Y.L. Lai
Mevrouw dr. E.M.S. Leyten
Mevrouw H.M.Oosterkamp
De heer L.E. Perk
De heer dr. E. M. Scholten
Mevrouw N. Srivastava
Mevrouw H. van Soest
Mevrouw H.D. Thang
De heer dr. P.P.J. van der
Veek
De heer dr. R.J. Verburg
Mevrouw M.J.M. de Vreede
Kaakchirurgie De heer M. Frank Mevrouw Y.L.N. Pace-Khouw
Keel- Neus- Oorheelkunde
De heer J.M. Becker
De heer G.A. Croll
De heer dr. J.H. Hulshof
Mevrouw S.F. Meinesz De heer dr. H.P. Verschuur
KindergeneeskundeMevrouw J.W. Bolt-Wieringa De heer L.H.P.M. Filippini Mevrouw M.L. Kingma De heer dr. R.W.J. Leunissen Mevrouw M.J. Oele
Klinische Chemie De heer dr. G. de Kort Mevrouw dr. G.A.E. Ponjee De heer dr. J. van de Ven
Klinische Farmacie Mevrouw M. Bogaards De heer dr. J.W.P.M. Overdiek Mevrouw E.E. Roelofsen Mevrouw E.M.J. Visser
Klinische Fysica Dhr. N. Braakman De heer dr. E. Kouwenhoven Mevrouw dr. A. Petoukhova De heer dr. P.J.M. Rietveld De heer ir. J. P.C. van Santvoort
Klinische Genetica Mevrouw D. Barge-Schaapveld De heer dr. F.J. Hes Mevrouw M. Nielsen
171
Klinische Psychologie De heer C.J.M. Denissen De heer A.C. van Houwelingen Mevrouw M.M.H. Lub-Moss
Longgeneeskunde De heer H.J.C.M. Baur Mevrouw Drs. J.S.J.A. Van Campen De heer dr. E.F.L. Dubois Mevrouw D.W.M. de Jong Mevrouw Ch. Korteweg Mevrouw dr. K.W. Maas De heer dr. R.E.T. Nocker Mevrouw M.J. Overbeek
Medisch Centrum Dansers en Musici De heer A.B.M. Rietveld
Medische Microbiologie De heer C.L Jansen
Mevrouw A.E. Muller
Neurochirurgie De heer M.P. Arts De heer A. Kloet De heer R. Nandoe Tewarie De heer dr. G.C.W. de Ruiter De heer R. Walchenbach De heer J.F.C. Wolfs
Neurologie Mevrouw E.G. Berger-Plantinga De heer dr. J. Boiten Mevrouw N. van Dijk De heer R.J. Groen De heer dr. K. Jellema Mevrouw V. van Kasteel Mevrouw dr. W. van der Mey Mevrouw E.A.J. Peeters De heer R.S. Rundervoort Mevrouw dr. R. Rijsman De heer dr. R.J. Schimsheimer De heer prof. dr.M.J.B. Taphoorn Mevrouw dr. M. Vos
Nucleaire Geneeskunde De heer E.F.I. Comans De heer dr. J. Tim
Oogheelkunde De heer dr. M.V. Joosse
De heer B.F.T. Hogewind
Mevrouw L.D.M. van Osch
De heer L. van Philips
Mevrouw M. Stefanovic De heer M. Vlaskamp
Orthopedie De heer dr. E.R.A. van Arkel De heer R.E. van der Flier De heer P.H.C. den Hollander De heer S.B. Keizer De heer J.W.A. Swen De heer P. van der Zwaal
Ouderengeneeskunde Mevrouw W.P. Markito-Notenboom
Pathologie De heer dr. P.C. Clahsen De heer dr. H.M. Hazelbag De heer dr. E.C.M. Ooms De heer J.H. von der Thüsen
Psychiatrie De heer. F.J.E. Balk Mevrouw E. Baptist Mevrouw I.C. de Graaf Mevrouw R.M.C. Oostveen
Radiologie De heer dr. L.P.J. Cobben De heer E.G. Coerkamp De heer R.E. Hagenbeek De heer M.W. Heyenbrok De heer B.F. W. van der Kallen Mevrouw F. de Korte De heer dr. E. van der Linden De heer dr. G.J. Lycklama à Nijeholt Mevrouw dr. H.M.E. Quarles De heer T.P.W. de Rooij De heer dr. J.B.C.M. Puylaert De heer W.G. Wassenaar van Ufford De heer B.J.G. van Weelde Mevrouw M. Wever-Koorevaar De heer dr. F.M. Zijta
RadiotherapieMevrouw dr. H.M. Ceha Mevrouw H.K. de Jager-Nowak De heer dr. P.C.M. Koper Mevrouw dr. T.C. Stam De heer prof. dr. H. Struikmans De heer dr. P.J. M. van de Vaart Mevrouw dr. A.Y. Verbeek-de Kanter Mevrouw Van de Voort van Zijp De heer R.G.J. Wiggenraad
Reumatologie Mevrouw M.H.W. de Bois Mevrouw M. De Buck De heer dr. G. Collée De heer dr. L.R. Lard
Revalidatiegeneeskunde De heer H.J. Arwert Mevrouw E.H.T. Los -van Mechelen Mevrouw T. A. Veenis
SEH Dhr. C.L. van den Brand Dhr. E.R.J.T. de Deckere Mevrouw K.Y. van Doorn Mevrouw T. Ghafani-Taheri Mevrouw M.C.P. de Kort Mevrouw M. van Loon Mevrouw T.M.A.J. Reijnen Mevrouw I.E. Scholtes De heer drs. M. Veen Mevrouw A.S. Vis Mevrouw B.P.W.M. Wurth Mevrouw G. van Woerden
Sportgeneeskunde Dhr. R.F. van Oosterom De heer P.L.J. van Veldhoven
UrologieDe heer C.P.A.M. Berger De heer dr. P.M. Groenendijk De heer J.A.F. Leenarts De heer B. T. Merks
169
12.4.4 Samenstelling OR, VAR en PAR op 31 december 2014
Ondernemingsraad (OR)
Voorzitter
De heer T. Stuijk, IC
Secretaris
Mevrouw M. Peeters, Radiotherapie
Algemeen adjunct
De heer P. Vooijs, OK
Ambtelijk secretaris
Mevrouw E. Steentjes
Leden
Mevrouw M. de Bruijne-Albracht, Divisie Beweging
Mevrouw L. Bollee, C5 cardiologie
Mevrouw K. Hamdi-El Hachami, Medische Microbiologie
Mevrouw L. van Heiningen, verpleegkundige AH
Mevrouw W. Kemp, Landsteiner Instituut
De heer J. Man in 't Veld, Facilitair Bedrijf
De heer H. Reijnhout, AVR
De heer F. Peterse, Techniek & Gebouwen
Mevrouw N. van Schie, poli interne en oncologie
De heer P. Stubbs, AVR
Mevrouw O. Teeuw, Radiologie
Mevrouw C. Voslamber, AEB
Samenstelling bestuur VAR
Voorzitter
Mevrouw T. van Schaik (Verpleegkundige SEH WZ)
Secretaris
Mevrouw Y. Bal (Adviseur kwaliteit en veiligheid)
Leden
170
Mevrouw M. Bal (Verpleegkundige ICU AH/WZ)
Mevrouw A. van der Graaf (Verpleegkundige 11 AH)
Mevrouw D. van Dijk (Verpleegkundige 1 AH)
De heer R. de Kort (Verpleegkundige C11 WZ)
Mevrouw A. van der Roest (Verpleegkundige 6 AH)
Mevrouw E. Scheffers (Stomaverpleegkundige AH/WZ)
Mevrouw C. Snip (Verpleegkundige SEH WZ)
De heer S. Wildenbeest (HIV verpleegkundige)
Patiënten-adviesraad (PAR)
Voorzitter
De heer F.P.G.M. van Drunen
Secretaris/penningmeester
De heer M.A. Ozir
Leden
De heer P.A.L. Baak – vanaf mei
De heer W.M.H. Boerse – vanaf januari
De heer A.L.F.P. van Beurden
Mevrouw J.M. Faber
Mevrouw M. van Kampen
Mevrouw C. Maltha-Huffener
Mevrouw M. Noomen-Poederbach
De heer D.A. de Vries – tot half mei
Ondersteuning
Mevrouw G. Kok (ambtelijk secretaris)
171
12.5 Publicaties
CARDIOLOGIE
• Dharma S, Wardeh AJ, Soerianata S, Firdaus I, Jukema JW. A Randomized Comparison between
Everolimus-Eluting Stent and Cobalt Chromium Stent in Patients with Acute ST-Elevation
Myocardial Infarction Undergoing Primary Percutaneous Coronary Intervention Using Routine
Intravenous Eptifibatide: The X-MAN (Xience vs. Multi-Link Stent in Acute Myocardial Infarction)
Trial, A Pilot Study. Int J Angiol 2014 June; 23(2):93-100.
• Dharma S, Firdaus I, Danny SS, Juzar DA, Wardeh AJ, Jukema JW, van der Laarse A. Impact of
Timing of Eptifibatide Administration on Preprocedural Infarct-Related Artery Patency in Acute
STEMI Patients Undergoing Primary PCI. Int J Angiol 2014 September; 23(3):207-14.
• Dharma S, Siswanto BB, Firdaus I, Dakota I, Andriantoro H, Wardeh AJ, van der Laarse A,
Jukema JW. Temporal Trends of System of Care for STEMI: Insights from the Jakarta
Cardiovascular Care Unit Network System. PLoS One 2014; 9(2):e86665.
• Veltman CE, van der Hoeven BL, Hoogslag GE, Boden H, Kharbanda RK, de Graaf MA, Delgado
V, van Zwet EW, Schalij MJ, Bax JJ, Scholte AJ. Influence of coronary vessel dominance on
short-and long-term outcome in patients after ST-segment elevation myocardial infarction. Eur
Heart J 2014 June 13.
• Veltman CE, Hoogslag GE, Kharbanda RK, de Graaf MA, van Zwet EW, van der Hoeven BL,
Delgado V, Bax JJ, Scholte AJ. Relation between coronary arterial dominance and left ventricular
ejection fraction after ST-segment elevation acute myocardial infarction in patients having
percutaneous coronary intervention. Am J Cardiol 2014 December 1; 114(11):1646-50.
CHIRURGIE
• Boogerd LS, Perk LE, van Acker GJ. [Pigtail stent for gallbladder drainage]. Ned Tijdschr
Geneeskd 2014; 158:A7518.
• Bruinsma W, Kodde I, de Muinck Keizer RJ, Kloen P, Lindenhovius AL, Vroemen JP, Haverlag R,
van den Bekerom MP, Bolhuis HW, Bullens PH, Meylaerts SA, van der Zwaal P, Steller PE,
Hageman M, Ring DC, Den HD, Hammacher ER, King GJ, Athwal GS, Faber KJ, Drosdowech D,
Grewal R, Goslings JC, Schep NW, Eygendaal D. A randomized controlled trial of nonoperative
treatment versus open reduction and internal fixation for stable, displaced, partial articular
fractures of the radial head: the RAMBO trial. BMC Musculoskelet Disord 2014; 15:147.
• Buijze GA, Goslings JC, Rhemrev SJ, Weening AA, Van DB, Doornberg JN, Ring D. Cast
Immobilization With and Without Immobilization of the Thumb for Nondisplaced and Minimally
172
Displaced Scaphoid Waist Fractures: A Multicenter, Randomized, Controlled Trial. J Hand Surg
Am 2014 February 27.
• Burgers PT, Zielinski SM, Mailuhu AK, Heetveld MJ, Verhofstad MH, Roukema GR, Patka P,
Poolman RW, Van Lieshout EM. Cumulative incidence and treatment of non-simultaneous
bilateral femoral neck fractures in a cohort of one thousand two hundred and fifty patients. Int
Orthop 2014 November; 38(11):2335-42.
• de Ruiter GC, van der Zwaal P, Meylaerts SA. Intrapelvic sciatic notch schwannoma. J Neurosurg
2014 April; 120(4):1007-8
• Donker M, Van TG, Straver ME, Meijnen P, van de Velde CJ, Mansel RE, Cataliotti L, Westenberg
AH, Klinkenbijl JH, Orzalesi L, Bouma WH, van der Mijle HC, Nieuwenhuijzen GA, Veltkamp SC,
Slaets L, Duez NJ, de Graaf PW, van DT, Marinelli A, Rijna H, Snoj M, Bundred NJ, Merkus JW,
Belkacemi Y, Petignat P, Schinagl DA, Coens C, Messina CG, Bogaerts J, Rutgers EJ.
Radiotherapy or surgery of the axilla after a positive sentinel node in breast cancer (EORTC
10981-22023 AMAROS): a randomised, multicentre, open-label, phase 3 non-inferiority trial.
Lancet Oncol 2014 November; 15(12):1303-10.
• Gurnani N, Hoogendoorn J, Rhemrev S. [Mallet finger: surgery versus splinting]. Ned Tijdschr
Geneeskd 2014; 158:A6941.
• Hoencamp R, Idenburg FJ, Vermetten E, Tan E, Plat MC, Hoencamp E, Leenen LP, Hamming JF.
Impact of combat events on first responders: Experiences of the armed conflict in Uruzgan,
Afghanistan. Injury 2014 December 16.
• Hoencamp R, Huizinga EP, van Dongen TT, Idenburg FJ, Ramasamy A, Leenen LP, Hamming
JF. Impact of explosive devices in modern armed conflicts: in-depth analysis of Dutch battle
casualties in southern Afghanistan. World J Surg 2014 October; 38(10):2551-7.
• Hoencamp R, Idenburg FJ, Hamming JF, Tan EC. Incidence and epidemiology of casualties
treated at the Dutch role 2 enhanced medical treatment facility at multi national base Tarin Kowt,
Afghanistan in the period 2006-2010. World J Surg 2014 July; 38(7):1713-8.
• Hoencamp R, Idenburg F, Vermetten E, Leenen L, Hamming J. Lessons learned from Dutch
deployed surgeons and anesthesiologists to Afghanistan: 2006-2010. Mil Med 2014 July;
179(7):711-6.
• Kleppe M, van Hooff MH, Rhemrev JP. Effect of total motile sperm count in intra-uterine
insemination on ongoing pregnancy rate. Andrologia 2014 December; 46(10):1183-8
173
• van den Brand CL, Quarles van Ufford JH, van Leerdam RH, Rhemrev SJ. Comment on "Re: Is
there a need for a clinical decision rule in blunt wrist trauma?". Injury 2014 November;
45(11):1803-4.
• van den Brand CL, van der Linden MC, van der Linden N, Rhemrev SJ. Fracture prevalence
during an unusual period of snow and ice in the Netherlands. Int J Emerg Med 2014; 7:17.
• van der Linden MC, Lindeboom R, de HR, van der Linden N, de Deckere ER, Lucas C, Rhemrev
SJ, Goslings JC. Unscheduled return visits to a Dutch inner-city emergency department. Int J
Emerg Med 2014; 7:23.
• van ED, van GW, van de Steenhoven T, Rhemrev S. The surgeon's eye: a prospective analysis of
the anteversion in the placement of hemiarthroplasties after a femoral neck fracture. Hip Int 2014
November 1; 0.
• Walenkamp MM, Goslings JC, Beumer A, Haverlag R, Leenhouts PA, Verleisdonk EJ, Liem RS,
Sintenie JB, Bronkhorst MW, Winkelhagen J, Schep NW. Surgery versus conservative treatment
in patients with type A distal radius fractures, a randomized controlled trial. BMC Musculoskelet
Disord 2014; 15:90.
• Fixation using alternative implants for the treatment of hip fractures (FAITH): design and rationale
for a multi-centre randomized trial comparing sliding hip screws and cancellous screws on revision
surgery rates and quality of life in the treatment of femoral neck fractures. BMC Musculoskelet
Disord 2014; 15:219.
• Zielinski SM, Bouwmans CA, Heetveld MJ, Bhandari M, Patka P, Van Lieshout EM. The societal
costs of femoral neck fracture patients treated with internal fixation. Osteoporos Int 2014 March;
25(3):875-85.
• Mathew G, Kowalczuk M, Hetaimish B, Bedi A, Philippon MJ, Bhandari M, Simunovic N, Crouch
S, Ayeni OR. Radiographic prevalence of CAM-type femoroacetabular impingement after open
reduction and internal fixation of femoral neck fractures. Knee Surg Sports Traumatol Arthrosc
2014 April; 22(4):793-800.
DERMATOLOGIE
• Lambert J, Hol CW, Vink J. Real-life effectiveness of once-daily calcipotriol and betamethasone
dipropionate gel vs. ointment formulations in psoriasis vulgaris: 4- and 12-week interim results
from the PRO-long study. J Eur Acad Dermatol Venereol 2014 December; 28(12):1723-31.
• Shadid N, Nelemans P, Lawson J, Sommer A. Predictors of recurrence of great saphenous vein
reflux following treatment with ultrasound-guided foamsclerotherapy. Phlebology 2014 January 28.
174
• Teulings HE, Willemsen KJ, Glykofridis I, Krebbers G, Komen L, Kroon MW, Kemp EH,
Wolkerstorfer A, van der Veen JP, Luiten RM, Tjin EP. The antibody response against MART-1
differs in patients with melanoma-associated leucoderma and vitiligo. Pigment Cell Melanoma Res
2014 November; 27(6):1086-96
• Van der Velden SK, Shadid NH, Nelemans PJ, Sommer A. How specific are venous symptoms for
diagnosis of chronic venous disease? Phlebology 2014 October; 29(9):580-6.
• Westers-Attema A, van den Heijkant F, Lohman BG, Nelemans PJ, Winnepenninckx V, Kelleners-
Smeets NW, Mosterd K. Bowen's disease: A six-year retrospective study of treatment with
emphasis on resection margins. Acta Derm Venereol 2014 July; 94(4):431-5.
GYNAECOLOGIE
• Fokkema JP, Scheele F, Westerman M, van EJ, Scherpbier AJ, van der Vleuten CP, Dorr PJ,
Teunissen PW. Perceived effects of innovations in postgraduate medical education: a Q study
focusing on workplace-based assessment. Acad Med 2014 September; 89(9):1259-66.
• Roeters van Lennep JE, Heida KY, Bots ML, Hoek A. Cardiovascular disease risk in women with
premature ovarian insufficiency: A systematic review and meta-analysis. Eur J Prev Cardiol 2014
October 20.
• van OR, Eilers P, Willemsen S, van DF, Exalto N, Steegers E. Determinants of number-specific
recall error of last menstrual period: a retrospective cohort study. BJOG 2014 July 18.
• Verweij SP, Quint KD, Bax CJ, van Leeuwen AP, Mutsaers JA, Jansen CL, Oostvogel PM,
Ouburg S, Morre SA, Peters RP. Serogroup distribution of urogenital Chlamydia trachomatis in
urban ethnic groups in The Netherlands. Epidemiol Infect 2014 February; 142(2):409-14.
• Visser S, Hermes W, Ket JC, Otten RH, van Pampus MG, Bloemenkamp KW, Franx A, Mol BW,
de Groot CJ. Systematic review and metaanalysis on nonclassic cardiovascular biomarkers after
hypertensive pregnancy disorders. Am J Obstet Gynecol 2014 March 15.
• Wagner MM, van Dunne FM, Kuipers I, Thornton N, Folman CC, Ponjee GA, Oepkes D. Anti-
Emm in a pregnant patient--case report. Vox Sang 2014 May; 106(4):385-6.
• de Vos van Steenwijk PJ, van Poelgeest MI, Ramwadhdoebe TH, Lowik MJ, Berends-van der
Meer DM, van der Minne CE, Loof NM, Stynenbosch LF, Fathers LM, Valentijn AR, Oostendorp J,
Osse EM, Fleuren GJ, Nooij L, Kagie MJ, Hellebrekers BW, Melief CJ, Welters MJ, van der Burg
SH, Kenter GG. The long-term immune response after HPV16 peptide vaccination in women with
low-grade pre-malignant disorders of the uterine cervix: a placebo-controlled phase II study.
Cancer Immunol Immunother 2014 February; 63(2):147-60
175
• van Gent MD, van den Haak LW, Gaarenstroom KN, Peters AA, van Poelgeest MI, Trimbos JB,
de Kroon CD. Nerve-sparing radical abdominal trachelectomy versus nerve-sparing radical
hysterectomy in early-stage (FIGO IA2-IB) cervical cancer: a comparative study on feasibility and
outcome. Int J Gynecol Cancer 2014 May; 24(4):735-43.
• van Gendt AW, van der Pal SM, Hermes W, Walther FJ, van der Pal-de Bruin KM, de Groot CJ.
Reproductive outcomes of women and men born very preterm and/or with a very low birth weight
in 1983: a longitudinal cohort study in the Netherlands. Eur J Pediatr 2014 December 12.
• Raps M, Curvers J, Helmerhorst FM, Ballieux BE, Rosing J, Thomassen S, Rosendaal FR, van
Vliet HA. Thyroid function, activated protein C resistance and the risk of venous thrombosis in
users of hormonal contraceptives. Thromb Res 2014 April; 133(4):640-4.
• van RJ, van den Akker T. Safety concerns for caesarean section. BJOG 2014 June; 121(7):909-
10.
INTENSIVE CARE
• Laterre PF, Wittebole X, van d, V, Muller AE, Mouton JW, Carryn S, Tulkens PM, Dugernier T.
Temocillin (6 g daily) in critically ill patients: continuous infusion versus three times daily
administration. J Antimicrob Chemother 2014 November 27.
INTERNE GENEESKUNDE
• Auger D, Hoke U, Marsan NA, Tops LF, Leong DP, Bertini M, Schalij MJ, Bax JJ, Delgado V.
Effect of induced LV dyssynchrony by right ventricular apical pacing on all-cause mortality and
heart failure hospitalization rates at long-term follow-up. J Cardiovasc Electrophysiol 2014 June;
25(6):631-7.
• Auger D, Hoke U, Thijssen J, Abate E, Yiu KH, Ewe SH, Witkowski TG, Leong DP, Holman ER,
Ajmone MN, Schalij MJ, Bax JJ, Delgado V. Effect of cardiac resynchronization therapy on the
sequence of mechanical activation assessed by two-dimensional radial strain imaging. Am J
Cardiol 2014 March 15; 113(6):982-7.
• Bijkerk R, van SC, de Boer HC, van der Pol P, Khairoun M, de Bruin RG, van Oeveren-Rietdijk
AM, Lievers E, Schlagwein N, van Gijlswijk DJ, Roeten MK, Neshati Z, de Vries AA, Rodijk M,
Pike-Overzet K, van den Berg YW, van der Veer EP, Versteeg HH, Reinders ME, Staal FJ, van
KC, Rabelink TJ, van Zonneveld AJ. Hematopoietic microRNA-126 protects against renal
ischemia/reperfusion injury by promoting vascular integrity. J Am Soc Nephrol 2014 August;
25(8):1710-22.
• Bilgin YM, Visser O, Beckers EA, Te Boome LC, Huisman C, Ypma PF, Croockewit AJ,
Netelenbos T, Kramer EP, de Greef GE. Evaluation of Dutch guideline for just-in-time addition of
176
plerixafor to stem cell mobilization in patients who fail with granulocyte-colony-stimulating factor.
Transfusion 2014 December 30.
• Fanoy EB, van der Sande MA, Kraaij-Dirkzwager M, Dirksen K, Jonges M, van der Hoek W,
Koopmans MP, van der Werf D, Sonder G, van der Weijden C, van der Heuvel J, Gelinck L,
Bouwhuis JW, van Gageldonk-Lafeber AB. Travel-related MERS-CoV cases: an assessment of
exposures and risk factors in a group of Dutch travellers returning from the Kingdom of Saudi
Arabia, May 2014. Emerg Themes Epidemiol 2014; 11:16
• Haeck ML, Hoke U, Marsan NA, Holman ER, Wolterbeek R, Bax JJ, Schalij MJ, Vliegen HW,
Delgado V. Impact of right ventricular dyssynchrony on left ventricular performance in patients with
pulmonary hypertension. Int J Cardiovasc Imaging 2014 April; 30(4):713-20
• Hoke U, Putter H, van der Velde ET, Schalij MJ, Delgado V, Bax JJ, Marsan NA. Left ventricular
reverse remodeling, device-related adverse events, and long-term outcome after cardiac
resynchronization therapy in the elderly. Circ Cardiovasc Qual Outcomes 2014 May; 7(3):437-44.
• Hoke U, Auger D, Thijssen J, Wolterbeek R, van der Velde ET, Holman ER, Schalij MJ, Bax JJ,
Delgado V, Marsan NA. Significant lead-induced tricuspid regurgitation is associated with poor
prognosis at long-term follow-up. Heart 2014 June; 100(12):960-8.
• Hoogslag GE, Thijssen J, Hoke U, Boden H, Antoni ML, Debonnaire P, Haeck ML, Holman ER,
Bax JJ, Ajmone MN, Schalij MJ, Delgado V. Prognostic implications of left ventricular regional
function heterogeneity assessed with two-dimensional speckle tracking in patients with ST-
segment elevation myocardial infarction and depressed left ventricular ejection fraction. Heart
Vessels 2014 September; 29(5):619-28
• Klinkenberg RE, Gelinck LB. [Influenza vaccination in immunocompromised patients]. Ned
Tijdschr Geneeskd 2014; 158:A7574.
• Mitrov-Winkelmolen L, Oude Engberink RD, Roelofs R, Ponjee GA, Vleming LJ, Wilms EB,
Geelhoed-Duijvestijn NH. [Metformin, renal function and lactate: the MetClear Study]. Ned Tijdschr
Geneeskd 2014; 158(5):A6266.
• Niel JV, Geelhoed-Duijvestijn PH. Use of a Smart Glucose Monitoring System to Guide Insulin
Dosing in Patients With Diabetes in Regular Clinical Practice. J Diabetes Sci Technol 2014
January 1; 8(1):188-9
• Riemens A, Te Boome LC, Kalinina A, V, Kuiper JJ, Imhof SM, Lokhorst HM, Aniki R. Impact of
ocular graft-versus-host disease on visual quality of life in patients after allogeneic stem cell
transplantation: questionnaire study. Acta Ophthalmol 2014 February; 92(1):82-7
177
• Roos CJ, Kharagjitsingh AV, Jukema JW, Bax JJ, Scholte AJ. Comparison by computed
tomographic angiography-the presence and extent of coronary arterial atherosclerosis in South
Asians versus Caucasians with diabetes mellitus. Am J Cardiol 2014 June 1; 113(11):1782-7.
• Stoop CH, Nefs G, Pop VJ, Wijnands-van Gent CJ, Tack CJ, Geelhoed-Duijvestijn PH, Diamant
M, Snoek FJ, Pouwer F. Diabetes-specific emotional distress in people with Type 2 diabetes: a
comparison between primary and secondary care. Diabet Med 2014 October; 31(10):1252-9.
• Stoyanova EI, Riemens A, Lokhorst HM, Te BL, Rothova A. Absence of intraocular infections after
hematopoietic stem cell transplantation at a single center: the experience with current preventive
regimens. Ocul Immunol Inflamm 2014 April; 22(2):116-20.
• Thus KA, Te BL, Kuball J, Spierings E. Indirectly Recognized HLA-C Mismatches and Their
Potential Role in Transplant Outcome. Front Immunol 2014; 5:210.
• Thus KA, Ruizendaal MT, de Hoop TA, Borst E, van Deutekom HW, Te BL, Kuball J, Spierings E.
Refinement of the definition of permissible HLA-DPB1 mismatches with predicted indirectly
recognizable HLA-DPB1 epitopes. Biol Blood Marrow Transplant 2014 November; 20(11):1705-
10.
• van der Heijden AC, Hoke U, Thijssen J, Borleffs CJ, van Rees JB, van der Velde ET, Schalij MJ,
van EL. Super-responders to cardiac resynchronization therapy remain at risk for ventricular
arrhythmias and benefit from defibrillator treatment. Eur J Heart Fail 2014 October; 16(10):1104-
11.
• van ME, van Buul-Gast MC, Abdoellakhan R, Gelinck L, Neef C, Touw D. Once-daily dosed
gentamicin is more nephrotoxic than once-daily dosed tobramycin in clinically infected patients. J
Antimicrob Chemother 2014 September; 69(9):2581-3.
• Smith CJ, Ryom L, Weber R, Morlat P, Pradier C, Reiss P, Kowalska JD, de WS, Law M, el SW,
Kirk O, Friis-Moller N, Monforte A, Phillips AN, Sabin CA, Lundgren JD. Trends in underlying
causes of death in people with HIV from 1999 to 2011 (D:A:D): a multicohort collaboration. Lancet
2014 July 19; 384(9939):241-8.
• Petoumenos K, Reiss P, Ryom L, Rickenbach M, Sabin CA, El-Sadr W, d'Arminio MA, Phillips AN,
de WS, Kirk O, Dabis F, Pradier C, Lundgren JD, Law MG. Increased risk of cardiovascular
disease (CVD) with age in HIV-positive men: a comparison of the D:A:D CVD risk equation and
general population CVD risk equations. HIV Med 2014 November; 15(10):595-603.
• van der Starre WE, Zunder SM, Vollaard AM, van NC, Stalenhoef JE, Delfos NM, van't Wout JW,
Spelt IC, Blom JW, Leyten EM, Koster T, Ablij HC, van Dissel JT. Prognostic value of pro-
adrenomedullin, procalcitonin and C-reactive protein in predicting outcome of febrile urinary tract
infection. Clin Microbiol Infect 2014 October; 20(10):1048-54.
178
• Kraaij-Dirkzwager M, Timen A, Dirksen K, Gelinck L, Leyten E, Groeneveld P, Jansen C, Jonges
M, Raj S, Thurkow I, van Gageldonk-Lafeber R, van der Eijk A, Koopmans M. Middle East
respiratory syndrome coronavirus (MERS-CoV) infections in two returning travellers in the
Netherlands, May 2014. Euro Surveill 2014; 19(21).
KINDERGENEESKUNDE
• Uijterschout L, Domellof M, Abbink M, Berglund SK, van V, I, Vos P, Rovekamp L, Boersma B,
Hudig C, Vos R, van Goudoever JB, Brus F. Iron deficiency in the first 6 months of age in infants
born between 32 and 37 weeks of gestational age. Eur J Clin Nutr 2014 October 15.
• Wieringa J, Stok J, van RA, Filippini L. Feeding problems in a lethargic infant (Case Presentation).
Acta Paediatr 2014 March; 103(3):236-7.
• Wieringa J, Stok J, van RA, Filippini L. Feeding problems in a lethargic infant (Discussion and
Diagnosis). Acta Paediatr 2014 March; 103(3):343-4.
KLINISCHE CHEMIE
• Alons IM, van den Wijngaard IR, Verheul RJ, Lycklama AN, Wermer MJ, Algra A, Jellema K. The
value of CT angiography in patients with acute severe headache. Acta Neurol Scand 2014
October 14.
• Mitrov-Winkelmolen L, Oude Engberink RD, Roelofs R, Ponjee GA, Vleming LJ, Wilms EB,
Geelhoed-Duijvestijn NH. [Metformin, renal function and lactate: the MetClear Study]. Ned Tijdschr
Geneeskd 2014; 158(5):A6266.
KLINISCHE NEURO-FYSIOLOGIE
• van Veen KE, Alblas KC, Alons IM, Kerklaan JP, Siegersma MC, Wesstein M, Visser LH, van K,
V, Jellema K. Corticosteroid injection in patients with ulnar neuropathy at the elbow: A
randomized, double-blind, placebo-controlled trial. Muscle Nerve 2014 December 19
• van Veen KE, Wesstein M, van K, V. Ultrasonography and electrodiagnostic studies in ulnar
neuropathy: an examination of the sensitivity and specificity and the correlations between both
diagnostic tools. J Clin Neurophysiol 2014 November 12.
179
LANDSTEINER INSTITUUT
• de Goeij MC, Meuleman Y, van DS, Grootendorst DC, Dekker FW, Halbesma N. Haemoglobin
levels and health-related quality of life in young and elderly patients on specialized predialysis
care. Nephrol Dial Transplant 2014 July; 29(7):1391-8.
• Kunneman M, Marijnen CA, Rozema T, Ceha HM, Grootenboers DA, Neelis KJ, Stiggelbout AM,
Pieterse AH. Decision consultations on preoperative radiotherapy for rectal cancer: large variation
in benefits and harms that are addressed. Br J Cancer 2014 October 21.
• Rozeman AD, Ottolini T, Grootendorst DC, Vogels OJ, Rijsman RM. Effect of sensory stimuli on
restless legs syndrome: a randomized crossover study. J Clin Sleep Med 2014 August 15;
10(8):893-6.
• Stiksma J, Grootendorst DC, van der Linden PW. CA 19-9 as a marker in addition to CEA to
monitor colorectal cancer. Clin Colorectal Cancer 2014 December; 13(4):239-44.
• Westland GJ, Grootendorst DC, Halbesma N, Dekker FW, Verburgh CA. The Nutritional Status of
Patients Starting Specialized Predialysis Care. J Ren Nutr 2014 November 25.
• Nacak H, van DM, de Goeij MC, Rotmans JI, Dekker FW. Uric acid: association with rate of renal
function decline and time until start of dialysis in incident pre-dialysis patients. BMC Nephrol 2014;
15:91.
MDL
• Berden FA, Kievit W, Baak LC, Bakker CM, Beuers U, Boucher CA, Brouwer JT, Burger DM, van
Erpecum KJ, van HB, Hoepelman AI, Honkoop P, Kerbert-Dreteler MJ, de Knegt RJ, Koek GH,
van Nieuwkerk CM, van SH, Tan AC, Vrolijk JM, Drenth JP. Dutch guidance for the treatment of
chronic hepatitis C virus infection in a new therapeutic era. Neth J Med 2014 October; 72(8):388-
400.
• Boogerd LS, Perk LE, van Acker GJ. [Pigtail stent for gallbladder drainage]. Ned Tijdschr
Geneeskd 2014; 158:A7518.
• de Groot NL, van Oijen MG, Kessels K, Hemmink M, Weusten BL, Timmer R, Hazen WL, van LN,
Vermeijden RR, Curvers WL, Baak BC, Verburg R, Bosman JH, de Wijkerslooth LR, de RJ,
Venneman NG, Pennings M, van HK, Scheffer BC, van Eijk RL, Meiland R, Siersema PD,
Bredenoord AJ. Reassessment of the predictive value of the Forrest classification for peptic ulcer
rebleeding and mortality: can classification be simplified? Endoscopy 2014 January; 46(1):46-52
• Massl R, van Putten PG, Steyerberg EW, van Tilburg AJ, Lai JY, de Ridder RJ, Brouwer JT,
Verburg RJ, Alderliesten J, Schoon EJ, van Leerdam ME, Kuipers EJ. Comparing quality, safety,
180
and costs of colonoscopies performed by nurse vs physician trainees. Clin Gastroenterol Hepatol
2014 March; 12(3):470-7.
MICROBIOLOGIE
• Dijkmans AC, Wilms EB, Kamerling IM, Birkhoff W, van NC, Verbrugh HA, Touw DJ. [Practical
guideline for the use of colistin]. Ned Tijdschr Geneeskd 2014; 158(0):A7445.
• Dijkmans AC, Wilms EB, Kamerling IM, Birkhoff W, Ortiz-Zacarias NV, van NC, Verbrugh HA,
Touw DJ. Colistin: revival of an old polymyxin antibiotic. Ther Drug Monit 2014 December 29.
• Laterre PF, Wittebole X, van d, V, Muller AE, Mouton JW, Carryn S, Tulkens PM, Dugernier T.
Temocillin (6 g daily) in critically ill patients: continuous infusion versus three times daily
administration. J Antimicrob Chemother 2014 November 27.
• Verweij SP, Quint KD, Bax CJ, van Leeuwen AP, Mutsaers JA, Jansen CL, Oostvogel PM,
Ouburg S, Morre SA, Peters RP. Serogroup distribution of urogenital Chlamydia trachomatis in
urban ethnic groups in The Netherlands. Epidemiol Infect 2014 February; 142(2):409-14.
NEUROLOGIE
• Alons IM, van den Wijngaard IR, Verheul RJ, Lycklama AN, Wermer MJ, Algra A, Jellema K. The
value of CT angiography in patients with acute severe headache. Acta Neurol Scand 2014
October 14.
• Dirven L, Reijneveld JC, Taphoorn MJ. Health-related quality of life or quantity of life: a difficult
trade-off in primary brain tumors? Semin Oncol 2014 August; 41(4):541-52.
• Dirven L, Taphoorn MJ, Reijneveld JC, Blazeby J, Jacobs M, Pusic A, La SE, Stupp R, Fayers P,
Efficace F. The level of patient-reported outcome reporting in randomised controlled trials of brain
tumour patients: a systematic review. Eur J Cancer 2014 September; 50(14):2432-48.
• Ediebah DE, Coens C, Zikos E, Quinten C, Ringash J, King MT, Schmucker von KJ, Gotay C,
Greimel E, Flechtner H, Weis J, Reeve BB, Smit EF, Taphoorn MJ, Bottomley A. Does change in
health-related quality of life score predict survival? Analysis of EORTC 08975 lung cancer trial. Br
J Cancer 2014 May 13; 110(10):2427-33.
• Fransen PS, Beumer D, Berkhemer OA, van den Berg LA, Lingsma H, van der Lugt A, van Zwam
WH, van Oostenbrugge RJ, Roos YB, Majoie CB, Dippel DW. MR CLEAN, a multicenter
randomized clinical trial of endovascular treatment for acute ischemic stroke in the Netherlands:
study protocol for a randomized controlled trial. Trials 2014; 15:343.
181
• Habets EJ, Taphoorn MJ, Nederend S, Klein M, Delgadillo D, Hoang-Xuan K, Bottomley A,
Allgeier A, Seute T, Gijtenbeek AM, de GJ, Enting RH, Tijssen CC, van den Bent MJ, Reijneveld
JC. Health-related quality of life and cognitive functioning in long-term anaplastic
oligodendroglioma and oligoastrocytoma survivors. J Neurooncol 2014 January; 116(1):161-8.
• Huijgen W, Lycklama AN. RE: Comments on "Unilateral Reversible Posterior
Leukoencephalopathy Syndrome after Coiling of an Aneurysm": The Authors Respond. J Clin
Neurol 2014 July; 10(3):279.
• Huijgen W, van der Kallen B, Boiten J, Lycklama AN. Unilateral reversible posterior
leukoencephalopathy syndrome after coiling of an aneurysm. J Clin Neurol 2014 January;
10(1):59-63.
• Koekkoek JA, Dirven L, Reijneveld JC, Sizoo EM, Pasman HR, Postma TJ, Deliens L, Grant R,
McNamara S, Grisold W, Medicus E, Stockhammer G, Oberndorfer S, Flechl B, Marosi C,
Taphoorn MJ, Heimans JJ. End of life care in high-grade glioma patients in three European
countries: a comparative study. J Neurooncol 2014 November; 120(2):303-10.
• Koekkoek JA, Dirven L, Heimans JJ, Postma TJ, Vos MJ, Reijneveld JC, Taphoorn MJ. Seizure
reduction in a low-grade glioma: more than a beneficial side effect of temozolomide. J Neurol
Neurosurg Psychiatry 2014 July 23.
• Koekkoek JA, Dirven L, Sizoo EM, Pasman HR, Heimans JJ, Postma TJ, Deliens L, Grant R,
McNamara S, Stockhammer G, Medicus E, Taphoorn MJ, Reijneveld JC. Symptoms and
medication management in the end of life phase of high-grade glioma patients. J Neurooncol 2014
December; 120(3):589-95.
• Santos EM, Marquering HA, Berkhemer OA, van Zwam WH, van der Lugt A, Majoie CB, Niessen
WJ. Development and validation of intracranial thrombus segmentation on CT angiography in
patients with acute ischemic stroke. PLoS One 2014; 9(7):e101985.
• Schoonman GG, Bakker DP, Jellema K. Low risk of late intracranial complications in mild
traumatic brain injury patients using oral anticoagulation after an initial normal brain computed
tomography scan: education instead of hospitalization. Eur J Neurol 2014 March 29.
• Stupp R, Hegi ME, Gorlia T, Erridge SC, Perry J, Hong YK, Aldape KD, Lhermitte B, Pietsch T,
Grujicic D, Steinbach JP, Wick W, Tarnawski R, Nam DH, Hau P, Weyerbrock A, Taphoorn MJ,
Shen CC, Rao N, Thurzo L, Herrlinger U, Gupta T, Kortmann RD, Adamska K, McBain C, Brandes
AA, Tonn JC, Schnell O, Wiegel T, Kim CY, Nabors LB, Reardon DA, van den Bent MJ, Hicking C,
Markivskyy A, Picard M, Weller M. Cilengitide combined with standard treatment for patients with
newly diagnosed glioblastoma with methylated MGMT promoter (CENTRIC EORTC 26071-22072
study): a multicentre, randomised, open-label, phase 3 trial. Lancet Oncol 2014 September;
15(10):1100-8.
182
• Taal W, Oosterkamp HM, Walenkamp AM, Dubbink HJ, Beerepoot LV, Hanse MC, Buter J,
Honkoop AH, Boerman D, de Vos FY, Dinjens WN, Enting RH, Taphoorn MJ, van den Berkmortel
FW, Jansen RL, Brandsma D, Bromberg JE, van H, I, Vernhout RM, van der Holt B, van den Bent
MJ. Single-agent bevacizumab or lomustine versus a combination of bevacizumab plus lomustine
in patients with recurrent glioblastoma (BELOB trial): a randomised controlled phase 2 trial. Lancet
Oncol 2014 August; 15(9):943-53
• van den Brand CL, Rambach AH, Postma R, van de Craats VL, Lengers F, Benit CP, Verbree FC,
Jellema K. [Practice guideline 'Management of patients with mild traumatic head/brain injury' in the
Netherlands]. Ned Tijdschr Geneeskd 2014; 158(0):A6973.
• van Veen KE, Alblas KC, Alons IM, Kerklaan JP, Siegersma MC, Wesstein M, Visser LH, van K,
V, Jellema K. Corticosteroid injection in patients with ulnar neuropathy at the elbow: A
randomized, double-blind, placebo-controlled trial. Muscle Nerve 2014 December 19
• van ST, Biessels GJ, van der Schaaf IC, Dankbaar JW, Horsch AD, Luitse MJ, Niesten JM, Mali
WP, Kappelle LJ, van der Graaf Y, Velthuis BK. Prediction of outcome in patients with suspected
acute ischaemic stroke with CT perfusion and CT angiography: the Dutch acute stroke trial
(DUST) study protocol. BMC Neurol 2014; 14:37.
• Wiggenraad R, Bos P, Verbeek-de KA, Lycklama AN, van SJ, Taphoorn M, Struikmans H.
Pseudo-progression after stereotactic radiotherapy of brain metastases: lesion analysis using MRI
cine-loops. J Neurooncol 2014 September; 119(2):437-43.
NEURO-CHIRURGIE
• de Ruiter GC, van der Zwaal P, Meylaerts SA. Intrapelvic sciatic notch schwannoma. J Neurosurg
2014 April; 120(4):1007-8
• de Ruiter GC, Lobatto DJ, Wolfs JF, Peul WC, Arts MP. Reconstruction with expandable cages
after single and multilevel corpectomies for spinal metastases: a prospective case series of 60
patients. Spine J 2014 January 18.
• de Vet HC, Foumani M, Scholten MA, Jacobs WC, Stiggelbout AM, Knol DL, Peul WC. Minimally
important change values of a measurement instrument depend more on baseline values than on
the type of intervention. J Clin Epidemiol 2014 November 26.
• El BA, Vleggeert-Lankamp CL, van der Kallen BF, Lycklama ANG, van den Hout WB, Koes BW,
Peul WC. Back pain's association with vertebral end-plate signal changes in sciatica. Spine J 2014
February 1; 14(2):225-33.
183
• El BA, Vleggeert-Lankamp CL, Nijeholt GJ, van der Kallen BF, van den Hout WB, Koes BW, Peul
WC. Influence of low back pain and prognostic value of MRI in sciatica patients in relation to back
pain. PLoS One 2014; 9(3):e90800.
• El BA, Vleggeert-Lankamp CL, Lycklama ANG, van der Kallen BF, van den Hout WB, Koes BW,
Peul WC. Reliability of Gadolinium-enhanced MRI findings and their correlation with clinical
outcome in patients with sciatica. Spine J 2014 February 20
• Mertens BJ, Jacobs WC, Brand R, Peul WC. Assessment of patient-specific surgery effect based
on weighted estimation and propensity scoring in the re-analysis of the sciatica trial. PLoS One
2014; 9(10):e111325.
• Moojen WA, Bredenoord AL, Viergever RF, Peul WC. Scientific evaluation of spinal implants: an
ethical necessity. Spine (Phila Pa 1976) 2014 December 15; 39(26):2115-8.
• Overdevest GM, Moojen WA, Arts MP, Vleggeert-Lankamp CL, Jacobs WC, Peul WC.
Management of lumbar spinal stenosis: a survey among Dutch spine surgeons. Acta Neurochir
(Wien ) 2014 November; 156(11):2139-45.
• Peul WC, Bredenoord AL, Jacobs WC. Avoid surgery as first line treatment for non-specific low
back pain. BMJ 2014; 349:g4214
• Sener S, Menovsky T, Kloet A. Open ulnar nerve decompression using small incision and
alternate positioning. Neurosurgery 2014 February; 74(2):E230-E232
• van den Akker-van Marle ME, Moojen WA, Arts MP, Vleggeert-Lankamp CL, Peul WC.
Interspinous Process Devices versus Standard Conventional Surgical Decompression for Lumbar
Spinal Stenosis: Cost Utility Analysis. Spine J 2014 October 23.
• van HH, Apeldoorn AT, Ostelo RW, Knol DL, Arts MP, Kamper SJ, van Tulder MW.
Transforaminal Epidural Steroid Injections Followed by Mechanical Diagnosis and Therapy to
Prevent Surgery for Lumbar Disc Herniation. Pain Med 2014 May 7.
• Wolfs JF, Arts MP, Peul WC. Juvenile chronic arthritis and the craniovertebral junction in the
paediatric patient: review of the literature and management considerations. Adv Tech Stand
Neurosurg 2014; 41:143-56.
OOGHEELKUNDE
• Hogewind BF, Micheal S, Schoenmaker-Koller FE, Hoyng CB, den Hollander AI. Analyses of
Sequence Variants in the MYOC Gene and of Single Nucleotide Polymorphisms in the NR3C1
and FKBP5 Genes in Corticosteroid-induced Ocular Hypertension. Ophthalmic Genet 2014
January 13.
184
• Joosse MV. May consultation #8. J Cataract Refract Surg 2014 May; 40(5):848-9.
ORTHOPEDIE
• Bruinsma W, Kodde I, de Muinck Keizer RJ, Kloen P, Lindenhovius AL, Vroemen JP, Haverlag R,
van den Bekerom MP, Bolhuis HW, Bullens PH, Meylaerts SA, van der Zwaal P, Steller PE,
Hageman M, Ring DC, Den HD, Hammacher ER, King GJ, Athwal GS, Faber KJ, Drosdowech D,
Grewal R, Goslings JC, Schep NW, Eygendaal D. A randomized controlled trial of nonoperative
treatment versus open reduction and internal fixation for stable, displaced, partial articular
fractures of the radial head: the RAMBO trial. BMC Musculoskelet Disord 2014; 15:147.
• de Ruiter GC, van der Zwaal P, Meylaerts SA. Intrapelvic sciatic notch schwannoma. J Neurosurg
2014 April; 120(4):1007-8
• Eggerding V, van Kuijk KS, van Meer BL, Bierma-Zeinstra SM, van Arkel ER, Reijman M,
Waarsing JH, Meuffels DE. Knee shape might predict clinical outcome after an anterior cruciate
ligament rupture. Bone Joint J 2014 June; 96-B(6):737-42.
• Henseler JF, Kolk A, van der Zwaal P, Nagels J, Vliet Vlieland TP, Nelissen RG. The minimal
detectable change of the Constant score in impingement, full-thickness tears, and massive rotator
cuff tears. J Shoulder Elbow Surg 2014 September 17
• Henseler JF, van der Zwaal P, Dijkstra PD. Use of sutures as Kirschner wire and tension-band
wire for olecranon fractures: a technical note. J Orthop Surg (Hong Kong) 2014 December;
22(3):440-2.
• Mahabier KC, Van Lieshout EM, Bolhuis HW, Bos PK, Bronkhorst MW, Bruijninckx MM, De HJ,
Deenik AR, Dwars BJ, Eversdijk MG, Goslings JC, Haverlag R, Heetveld MJ, Kerver AJ, Kolkman
KA, Leenhouts PA, Meylaerts SA, Onstenk R, Poeze M, Poolman RW, Punt BJ, Roerdink WH,
Roukema GR, Sintenie JB, Soesman NM, Tanka AK, Ten Holder EJ, Van der Elst M, Van der
Heijden FH, Van der Linden FM, van der Zwaal P, Van Dijk JP, Van Jonbergen HP, Verleisdonk
EJ, Vroemen JP, Waleboer M, Wittich P, Zuidema WP, Polinder S, Verhofstad MH, Den HD.
HUMeral shaft fractures: measuring recovery after operative versus non-operative treatment
(HUMMER): a multicenter comparative observational study. BMC Musculoskelet Disord 2014;
15:39.
• Thomassen BJ, den Hollander PH, Kaptijn HH, Nelissen RG, Pilot P. Autologous wound drains
have no effect on allogeneic blood transfusions in primary total hip and knee replacement: a three-
arm randomised trial. Bone Joint J 2014 June; 96-B(6):765-71.
185
• Thomassen BJ, Touw D, van der Woude P, van der Flier RE, in 't Veld BA. Safety of blood
reinfusion after local infiltration analgesia with ropivacaine in total knee arthroplasty. Int J Clin
Pharmacol Ther 2014 February; 52(2):135-42.
• van der Wal RJ, Pot JH, van Arkel ER. Comments on Grassi et al.: Clinical outcome and
complications of a collagen meniscus implant: a systematic review. Int Orthop 2014 October 18.
• van der Zwaal P, Pijls BG, Thomassen BJ, Lindenburg R, Nelissen RG, van de Sande MA. The
natural history of the rheumatoid shoulder: a prospective long-term follow-up study. Bone Joint J
2014 November; 96-B(11):1520-4.
• van Meer BL, Oei EH, Bierma-Zeinstra SM, van Arkel ER, Verhaar JA, Reijman M, Meuffels DE.
Are magnetic resonance imaging recovery and laxity improvement possible after anterior cruciate
ligament rupture in nonoperative treatment? Arthroscopy 2014 September; 30(9):1092-9.
• van Meer BL, Waarsing JH, van Eijsden WA, Meuffels DE, van Arkel ER, Verhaar JA, Bierma-
Zeinstra SM, Reijman M. Bone mineral density changes in the knee following anterior cruciate
ligament rupture. Osteoarthritis Cartilage 2014 January; 22(1):154-61.
PATHOLOGIE
• Camus P, von der TJ, Hansell DM, Colby TV. Pleuroparenchymal fibroelastosis: one more walk on
the wild side of drugs? Eur Respir J 2014 August; 44(2):289-96
PLASTISCHE CHIRURGIE
• Hamdi M, Larsen M, Craggs B, Vanmierlo B, Zeltzer A. Harvesting free abdominal perforator flaps
in the presence of previous upper abdominal scars. J Plast Reconstr Aesthet Surg 2014 February;
67(2):219-25.
• Larsen M, Willems WF, Pelzer M, Friedrich PF, Dadsetan M, Bishop AT. Fibroblast growth factor-
2 and vascular endothelial growth factor mediated augmentation of angiogenesis and bone
formation in vascularized bone allotransplants. Microsurgery 2014 May; 34(4):301-7.
• Willems WF, Larsen M, Friedrich PF, Bishop AT. Cell lineage in vascularized bone transplantation.
Microsurgery 2014 January; 34(1):37-43.
PSYCHOLOGIE
• Boele FW, Schilder CM, de Roode ML, Deijen JB, Schagen SB. Cognitive functioning during long-
term tamoxifen treatment in postmenopausal women with breast cancer. Menopause 2014 June
23
186
RADIOLOGIE
• Alons IM, van den Wijngaard IR, Verheul RJ, Lycklama AN, Wermer MJ, Algra A, Jellema K. The
value of CT angiography in patients with acute severe headache. Acta Neurol Scand 2014
October 14.
• El BA, Vleggeert-Lankamp CL, van der Kallen BF, Lycklama ANG, van den Hout WB, Koes BW,
Peul WC. Back pain's association with vertebral end-plate signal changes in sciatica. Spine J 2014
February 1; 14(2):225-33.
• El BA, Vleggeert-Lankamp CL, Nijeholt GJ, van der Kallen BF, van den Hout WB, Koes BW, Peul
WC. Influence of low back pain and prognostic value of MRI in sciatica patients in relation to back
pain. PLoS One 2014; 9(3):e90800.
• El BA, Vleggeert-Lankamp CL, Lycklama ANG, van der Kallen BF, van den Hout WB, Koes BW,
Peul WC. Reliability of Gadolinium-enhanced MRI findings and their correlation with clinical
outcome in patients with sciatica. Spine J 2014 February 20
• Fransen PS, Beumer D, Berkhemer OA, van den Berg LA, Lingsma H, van der Lugt A, van Zwam
WH, van Oostenbrugge RJ, Roos YB, Majoie CB, Dippel DW. MR CLEAN, a multicenter
randomized clinical trial of endovascular treatment for acute ischemic stroke in the Netherlands:
study protocol for a randomized controlled trial. Trials 2014; 15:343.
• Huijgen W, Lycklama AN. RE: Comments on "Unilateral Reversible Posterior
Leukoencephalopathy Syndrome after Coiling of an Aneurysm": The Authors Respond. J Clin
Neurol 2014 July; 10(3):279.
• Huijgen W, van der Kallen B, Boiten J, Lycklama AN. Unilateral reversible posterior
leukoencephalopathy syndrome after coiling of an aneurysm. J Clin Neurol 2014 January;
10(1):59-63.
• Leeuwenburgh MM, Wiarda BM, Jensch S, van Es HW, Stockmann HB, Gratama JW, Cobben LP,
Bossuyt PM, Boermeester MA, Stoker J. Accuracy and interobserver agreement between MR-
non-expert radiologists and MR-experts in reading MRI for suspected appendicitis. Eur J Radiol
2014 January; 83(1):103-10.
• Leeuwenburgh MM, Jensch S, Gratama JW, Spilt A, Wiarda BM, van Es HW, Cobben LP,
Bossuyt PM, Boermeester MA, Stoker J. MRI features associated with acute appendicitis. Eur
Radiol 2014 January; 24(1):214-22.
• Mast M, Coerkamp E, Heijenbrok M, Scholten A, Jansen W, Kouwenhoven E, Nijkamp J, de WS,
Petoukhova A, Struikmans H. Target volume delineation in breast conserving radiotherapy: are
co-registered CT and MR images of added value? Radiat Oncol 2014 February 26; 9(1):65.
187
• Mast ME, Vredeveld EJ, Credoe HM, van EJ, Heijenbrok MW, Hug EB, Kalk P, van Kempen-
Harteveld LM, Korevaar EW, van der Laan HP, Langendijk JA, Rozema HJ, Petoukhova AL,
Schippers JM, Struikmans H, Maduro JH. Whole breast proton irradiation for maximal reduction of
heart dose in breast cancer patients. Breast Cancer Res Treat 2014 November; 148(1):33-9.
• Santos EM, Marquering HA, Berkhemer OA, van Zwam WH, van der Lugt A, Majoie CB, Niessen
WJ. Development and validation of intracranial thrombus segmentation on CT angiography in
patients with acute ischemic stroke. PLoS One 2014; 9(7):e101985.
• Siesling S, Tjan-Heijnen VC, de RM, Snel Y, van DT, Wouters MW, Struikmans H, van der
Hoeven JJ, Maduro JH, Visser O. Impact of hospital volume on breast cancer outcome: a
population-based study in the Netherlands. Breast Cancer Res Treat 2014 August; 147(1):177-84.
• Urlings TA, de Vries AC, de Mol van Otterloo JC, Eefting D, van der Linden E. Thromboembolic
Complications after Zenith Low Profile Endovascular Graft for Infrarenal Abdominal Aneurysms.
Cardiovasc Intervent Radiol 2014 August 22.
• van den Brand CL, Quarles van Ufford JH, van Leerdam RH, Rhemrev SJ. Comment on "Re: Is
there a need for a clinical decision rule in blunt wrist trauma?". Injury 2014 November;
45(11):1803-4.
• van der Paardt MP, Zijta FM, Boellaard TN, Jensch S, Baak LC, Depla AC, Dekker E, Nederveen
AJ, Bipat S, Stoker J. Magnetic resonance colonography with automated carbon dioxide
insufflation: Diagnostic accuracy and distension. Eur J Radiol 2014 May; 83(5):743-50.
• van dW, I, Wermer M, van WM, Wiendels N, Peeters-Scholte C, Lycklama AN. Intra-arterial
treatment in a child with embolic stroke due to atrial myxoma. Interv Neuroradiol 2014 May;
20(3):345-51.
• van ST, Biessels GJ, van der Schaaf IC, Dankbaar JW, Horsch AD, Luitse MJ, Niesten JM, Mali
WP, Kappelle LJ, van der Graaf Y, Velthuis BK. Prediction of outcome in patients with suspected
acute ischaemic stroke with CT perfusion and CT angiography: the Dutch acute stroke trial
(DUST) study protocol. BMC Neurol 2014; 14:37.
• Wiggenraad R, Bos P, Verbeek-de KA, Lycklama AN, van SJ, Taphoorn M, Struikmans H.
Pseudo-progression after stereotactic radiotherapy of brain metastases: lesion analysis using MRI
cine-loops. J Neurooncol 2014 September; 119(2):437-43.
RADIOTHERAPIE
• Jobsen J, van der Palen J, Riemersma S, Heijmans H, Ong F, Struikmans H. Pattern of ipsilateral
breast tumor recurrence after breast-conserving therapy. Int J Radiat Oncol Biol Phys 2014
August 1; 89(5):1006-14.
188
• Kunkler IH, Audisio R, Belkacemi Y, Betz M, Gore E, Hoffe S, Kirova Y, Koper P, Lagrange JL,
Markouizou A, Pfeffer R, Villa S. Review of current best practice and priorities for research in
radiation oncology for elderly patients with cancer: the International Society of Geriatric Oncology
(SIOG) task force. Ann Oncol 2014 November; 25(11):2134-46.
• Kunneman M, Marijnen CA, Rozema T, Ceha HM, Grootenboers DA, Neelis KJ, Stiggelbout AM,
Pieterse AH. Decision consultations on preoperative radiotherapy for rectal cancer: large variation
in benefits and harms that are addressed. Br J Cancer 2014 October 21.
• Mast M, Coerkamp E, Heijenbrok M, Scholten A, Jansen W, Kouwenhoven E, Nijkamp J, de WS,
Petoukhova A, Struikmans H. Target volume delineation in breast conserving radiotherapy: are
co-registered CT and MR images of added value? Radiat Oncol 2014 February 26; 9(1):65.
• Mast ME, Vredeveld EJ, Credoe HM, van EJ, Heijenbrok MW, Hug EB, Kalk P, van Kempen-
Harteveld LM, Korevaar EW, van der Laan HP, Langendijk JA, Rozema HJ, Petoukhova AL,
Schippers JM, Struikmans H, Maduro JH. Whole breast proton irradiation for maximal reduction of
heart dose in breast cancer patients. Breast Cancer Res Treat 2014 November; 148(1):33-9.
• van der Geest LG, Elferink MA, Steup WH, Witte AM, Nortier JW, Tollenaar RA, Struikmans H.
Guidelines-based diagnostic process does increase hospital delay in a cohort of colorectal cancer
patients: a population-based study. Eur J Cancer Prev 2014 September; 23(5):344-52.
• Wiggenraad R, Bos P, Verbeek-de KA, Lycklama AN, van SJ, Taphoorn M, Struikmans H.
Pseudo-progression after stereotactic radiotherapy of brain metastases: lesion analysis using MRI
cine-loops. J Neurooncol 2014 September; 119(2):437-43.
REUMATOLOGIE
• Heimans L, Wevers-de Boer KV, Visser K, Goekoop RJ, van OM, Harbers JB, Bijkerk C, Speyer I,
de Buck MP, de Sonnaville PB, Grillet BA, Huizinga TW, Allaart CF. A two-step treatment strategy
trial in patients with early arthritis aimed at achieving remission: the IMPROVED study. Ann
Rheum Dis 2014 July; 73(7):1356-61.
SEH
• de GB, Lameijer J, de Deckere ER, Vis A. The prognostic performance of the predisposition,
infection, response and organ failure (PIRO) classification in high-risk and low-risk emergency
department sepsis populations: comparison with clinical judgement and sepsis category. Emerg
Med J 2014 April; 31(4):292-300
189
• Diderich HM, Fekkes M, Dechesne M, Buitendijk SE, Oudesluys-Murphy AM. Detecting child
abuse based on parental characteristics: Does The Hague Protocol cause parents to avoid the
Emergency Department? Int Emerg Nurs 2014 September 19.
• Diderich HM, Dechesne M, Fekkes M, Verkerk PH, Pannebakker FD, Klein VM, Sorensen PJ,
Buitendijk SE, Oudesluys-Murphy AM. Facilitators and barriers to the successful implementation
of a protocol to detect child abuse based on parental characteristics. Child Abuse Negl 2014
September 2.
• Diderich HM, Verkerk PH, Oudesluys-Murphy AM, Dechesne M, Buitendijk SE, Fekkes M. Missed
Cases in the Detection of Child Abuse Based on Parental Characteristics in the Emergency
Department (the Hague Protocol). J Emerg Nurs 2014 July 29.
• Diderich HM, Pannebakker FD, Dechesne M, Buitendijk SE, Oudesluys-Murphy AM. Support and
monitoring of families after child abuse detection based on parental characteristics at the
Emergency Department. Child Care Health Dev 2014 October 8.
• Diderich HM, Dechesne M, Fekkes M, Verkerk PH, Buitendijk SE, Oudesluys-Murphy AM. What
parental characteristics can predict child maltreatment at the Emergency Department?
Considering expansion of the Hague Protocol. Eur J Emerg Med 2014 June 2.
• Uittenbogaard AJ, de Deckere ER, Sandel MH, Vis A, Houser CM, de GB. Impact of the
diagnostic process on the accuracy of source identification and time to antibiotics in septic
emergency department patients. Eur J Emerg Med 2014 June; 21(3):212-9.
• van den Brand CL, Rambach AH, Postma R, van de Craats VL, Lengers F, Benit CP, Verbree FC,
Jellema K. [Practice guideline 'Management of patients with mild traumatic head/brain injury' in the
Netherlands]. Ned Tijdschr Geneeskd 2014; 158(0):A6973.
• van den Brand CL, Quarles van Ufford JH, van Leerdam RH, Rhemrev SJ. Comment on "Re: Is
there a need for a clinical decision rule in blunt wrist trauma?". Injury 2014 November;
45(11):1803-4.
• van den Brand CL, van der Linden MC, van der Linden N, Rhemrev SJ. Fracture prevalence
during an unusual period of snow and ice in the Netherlands. Int J Emerg Med 2014; 7:17.
• van der Linden MC, van den Brand CL, van der Linden N, Rambach AH, Brumsen C. Rate,
characteristics, and factors associated with high emergency department utilization. Int J Emerg
Med 2014; 7(1):9.
• van der Linden MC, Lindeboom R, van der Linden N, van den Brand CL, Lam RC, Lucas C, de
HR, Goslings JC. Self-referring patients at the emergency department: appropriateness of ED use
and motives for self-referral. Int J Emerg Med 2014; 7:28.
190
• van der Linden MC, Lindeboom R, de HR, van der Linden N, de Deckere ER, Lucas C, Rhemrev
SJ, Goslings JC. Unscheduled return visits to a Dutch inner-city emergency department. Int J
Emerg Med 2014; 7:23.
• van der Linden MC, Lindeboom R, van der Linden N, van den Brand CL, Lam RC, Lucas C,
Rhemrev SJ, de HR, Goslings JC. Walkouts from the emergency department: characteristics,
reasons and medical care needs. Eur J Emerg Med 2014 October; 21(5):354-9.
SLAAPCENTRUM
• Bottelier MA, Schouw ML, Klomp A, Tamminga HG, Schrantee AG, Bouziane C, de Ruiter MB,
Boer F, Ruhe HG, Denys D, Rijsman R, Lindauer RJ, Reitsma HB, Geurts HM, Reneman L. The
effects of Psychotropic drugs On Developing brain (ePOD) study: methods and design. BMC
Psychiatry 2014; 14:48.
• Rijsman RM, Schoolderman LF, Rundervoort RS, Louter M. Restless legs syndrome in
Parkinson's disease. Parkinsonism Relat Disord 2014 January; 20 Suppl 1:S5-S9.
• Rozeman AD, Ottolini T, Grootendorst DC, Vogels OJ, Rijsman RM. Effect of sensory stimuli on
restless legs syndrome: a randomized crossover study. J Clin Sleep Med 2014 August 15;
10(8):893-6.
SPORTGENEESKUNDE
• de Vos RJ, Reurink G, Goudswaard GJ, Moen MH, Weir A, Tol JL. Clinical findings just after
return to play predict hamstring re-injury, but baseline MRI findings do not. Br J Sports Med 2014
September; 48(18):1377-84.
• de Vos RJ, Windt J, Weir A. Strong evidence against platelet-rich plasma injections for chronic
lateral epicondylar tendinopathy: a systematic review. Br J Sports Med 2014 June; 48(12):952-6.
• de JS, Warnaars JL, de Vos RJ, Weir A, van Schie HT, Bierma-Zeinstra SM, Verhaar JA, Tol JL.
Relationship between neovascularization and clinical severity in Achilles tendinopathy in 556
paired measurements. Scand J Med Sci Sports 2014 October; 24(5):773-8.
• West L, Malliaropoulos N, de JS. ECOSEP: bringing the European SEM family together. Br J
Sports Med 2014 December; 48(22):1585.
• Wiegerinck JI, de JS, de Jonge MC, Kerkhoffs GM, Verhaar J, van Dijk CN. Comparison of
Postinjection Protocols After Intratendinous Achilles Platelet-rich Plasma Injections: A Cadaveric
Study. J Foot Ankle Surg 2014 August 13
191
ZIEKENHUIS APOTHEEK
• van ME, van Buul-Gast MC, Abdoellakhan R, Gelinck L, Neef C, Touw D. Once-daily dosed
gentamicin is more nephrotoxic than once-daily dosed tobramycin in clinically infected patients. J
Antimicrob Chemother 2014 September; 69(9):2581-3.
• Mos IC, Douma RA, Erkens PM, Kruip MJ, Hovens MM, van Houten AA, Hofstee HM, Kooiman J,
Klok FA, Buller HR, Kamphuisen PW, Huisman MV. Diagnostic outcome management study in
patients with clinically suspected recurrent acute pulmonary embolism with a structured algorithm.
Thromb Res 2014 June; 133(6):1039-44.
• Oosterkamp HM, Hijmans EM, Brummelkamp TR, Canisius S, Wessels LF, Zwart W, Bernards R.
USP9X downregulation renders breast cancer cells resistant to tamoxifen. Cancer Res 2014 July
15; 74(14):3810-20.
• Zielinski SM, Keijsers NL, Praet SF, Heetveld MJ, Bhandari M, Wilssens JP, Patka P, Van
Lieshout EM. Functional outcome after successful internal fixation versus salvage arthroplasty of
patients with a femoral neck fracture. J Orthop Trauma 2014 December; 28(12):e273-e280.
192
12.6 Promoties
Gynaecologie
Complications in diabetic pregnancy : role of immunology and Advanced
Glycation End products / Bart Groen. - [Groningen] : Rijksuniversiteit
Groningen, [2014], ©2014. - 163 pagina's : illustraties ; 24 cm
Promotores: Prof. dr. T.P. Links, Prof. dr. P.P. van den Berg. - Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen
ter verkrijging van de graad van doctor in het jaar 2014. - Met literatuuropgave. - Met samenvatting in
het Nederlands.
ISBN 978-90-367-7212-9 (paperback)
Cardiovascular assessment after hypertensive pregnancy disorders / Wietske
Hermes. - [Nederland] : [uitgever niet vastgesteld], [2014], ©2014 (Enschede: Gildeprint). - 232
pagina’s : illustraties ; 24 cm
Proefschrift Vrije Universiteit Amsterdam ter verkrijging van de graad doctor in het jaar 2014. - Met
literatuuropgave (waaronder lijst van werken van W. Hermes) en samenvatting in het Nederlands.
ISBN 978-94-6108-642-6 (paperback)
Effectiveness and side effects of hormonal contraceptives / Marjolein Raps. - [Nederland] : [uitgever
niet vastgesteld], [2014], ©2014 (Leiden :
UFB/GrafiMedia). - 154 pagina's : illustraties ; 24 cm
Promotores: Prof.dr. F.M. Helmerhorst, Prof.dr. F.R. Rosendaal. -
Proefschrift Universiteit Leiden ter verkrijging van de graad van Doctor in
het jaar 2014. - Met bibliografie, literatuuropgave. - Met samenvatting in
het Nederlands.
ISBN 978-90-90-28295-4 (paperback)
Heelkunde
On prevention of second hip fracture surgery : epidemiological and
biomechanical aspects of elastomer femoroplasty / Timothy J. van der
Steenhoven. - [Netherlands] : [publisher not identified], [2014], ©2014. -
159 pages : illustrations ; 24 cm
Dissertation Leiden University in order to obtain the degree of doctor in the year 2014. - With
Summary in Dutch.
ISBN 978-94-6169-580-2
193
Interne geneeskunde
Unraveling joint destruction in rheumatoid arthritis / Rachel Knevel. -
[Netherlands] : [Publisher not identified], [2014], ©2014. - 336 pages :
illustrations ; 24 cm
Dissertation Leiden University in order to obtain the degree of Doctor in the year 2014. - With
summary in Dutch.
Biliary strictures and liver transplantation : clinical and biomedical
aspects / Kerem Sebib Korkmaz. - [Netherlands] : [Publisher not identified], [2014], ©2013. - 180
pages : illustrations ; 24 cm
Dissertation Leiden University in order to obtain the degree of Doctor in the year 2014. - With
summary in Dutch.
ISBN 978-90-90-27993-0
The influence of autoantibody status and characteristics on the course of
rheumatoid arthritis / Annemieke Willemze. - [Netherlands] : [publisher not
identified], [2014], ©2014. - 212 pages : illustrations ; 24 cm
Name author on cover: Annemiek Willemze. - Dissertation Leiden University in order to obtain the
degree of Doctor in the year 2014. - With summary in
Dutch.
ISBN 978-94-6259-151-6
Intensive Care
Coagulopathy and plasma transfusion in critically ill patients / Marcella
Catharina Antoinetta Müller. - [S.l] : [s.n.], 2014 (Enschede : Gildeprint). - 342 p. : ill. ; 24 cm
Met samenvatting in het Nederlands. - Proefschrift Universiteit van
Amsterdam.
ISBN 978-94-6108-726-3
Neurochirurgie
Introducing new implants and imaging techniques for lumbar spinal stenosis / Wouter Anton Moojen. -
[Netherlands] : [publisher not identified], [2014], ©2014 (Ede : GVO Drukkers&vormgevers B.V. |
Ponsen & Loojen). - 175 pages : illustrations ; 24 cm
Dissertation Leiden University in order to obtain the degree of Doctor in the year 2014. - With
summary in Dutch.
ISBN 978-90-6464-815-1 (paperback)
194
Neurologie
1. Narcolepsy beyond sleepiness : endocrine, metabolic and other aspects /
Claire Elisabeth Henrica Maria Donjacour. - [Netherlands] : [publisher not
identified], [2014], ©2014 ([Enschede] : Ipskamp Drukkers B.V.). - 184 pages : illustrations ; 24 cm
Dissertation Leiden University in order to obtain the degree of Doctor in the year 2014. - With
summary in Dutch.
ISBN 978-90-90-28387-6 (paperback)
Orthopedie
Patient pain and blood management in total hip and knee arthroplasty / Bregje J.W. Thomassen. -
[Netherlands] : [publisher not identified], [2014]
([Enschede] : Gildeprint). - 213 pages : illustrations ; 24 cm
Dissertation Leiden University in order to obtain the degree of Doctor in the year 2014. - With
summary in Dutch.
ISBN 978-94-6108-832-1 (paperback)
Sportgeneeskunde
The musculoskeletalsystem in Pompe Disease: Pathology, consequences and
treatment options = Het musculosjeletaal stelsel bij de ziekte van Pompe:
Pathologie. Consequenties en behandelmogelijkheden / Linda Elisabeth Maria
van den Berg. - Rotterdam : Erasmus Universiteit Rotterdam, 2014, ©2014
(Enschede : Ipskamp Drukkers). - 155 pagina's : illustraties ; 24 cm
Met literatuuropgave. - Titel en samenvatting in het Nederlands. -
Proefschrift Erasmus Universiteit Rotterdam ter verkrijging van de graad
doctor in het jaar 2014.
ISBN 978-94-6259-208-7
Ziekenhuisapotheek:
Optimal dosing strategy for prothrombin complex concentrate / Nakisa
Khorsand. - [Groningen] : Rijksuniversiteit Groningen, [2014], ©2014. - 165
pagina's : illustraties ; 24 cm. - (Promotiereeks Hagaziekenhuis)
Promotores: Prof. dr. J.C. Kluin-Nelemans, Prof. dr. K. Meijer. -
Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen ter verkrijging van de graad van
doctor in het jaar 2014. - Met literatuuropgave. - Met samenvatting in het
Nederlands.
ISBN 978-94-6259-310-7 (paperback)