1
EEN HEER
IN HET
VERKEER!
2
Oh nee, weer zo’n slechte toets
voor verkeer.
Maaike en Lieselot
jullie toets was
helemaal niet goed,
volgende week
moeten jullie hem
opnieuw maken
3
Oei, maar een
week de tijd en
dan moet ik echt
wel goede
punten hebben.
Ik zal er maar
best direct aan
beginnen.
NEE!! Je bent fout, je moet
oversteken via het
zebrapad! Voor wat lig ik
hier anders?
Hier ga ik
oversteken, hoe
moest dat ook
weer?
Oh ja, ik het
weet het
weer. Zo
moest het.
Oei ja, dat was
ik vergeten!!
En je mag
niet zomaar
oversteken,
je kijkt eerst
naar links.
4
Dan pas mag je
oversteken.
Maar pas op! In
het midden van
het zebrapad
moet je nog eens
naar rechts
kijken.
Goed zo!
Dat is al
veel beter!
Maaike zet haar tocht verder.
Ze komt aan op een kruispunt.
Oei, zo druk!!
Verkeerslichten en borden!
Wat nu? Als er een agent staat
moet je naar de agent
luisteren, maar er is nu
geen agent dus nu
luister je naar mij. Als ik
niet werk, moet je naar
de borden kijken.
Dan kijk je
naar
rechts.
En dan
terug naar
links.
5
Druk op deze
knop als je wil
oversteken.
Als het groen
is, mag je
oversteken.
En nu gaan we eens
oefenen met de
fiets…
Wat doe je nu?!
Als er een
fietspad is, moet
je die wel
gebruiken!
Zo moet het!
Goed zo!!
6
Wat wil dit
verkeersbord
zeggen?
Je verlaat nu de
bebouwde kom,
het centrum
van Zele.
Wat betekent dit verkeersbord?
Geef voorrang aan
iedereen die je
pad kruist.
7
Juf, ik ben klaar
voor mijn toets
verkeer!
Joepie! 10 op 10!
Dat was zeer goed,
Maaike! Je bent een
echte verkeersexpert, je
bent klaar voor de
verkeerswedstrijd!