10e jaargang nr. 6 – juni 2009 1 ûnderweis
V an de redactie
Beste allemaal, Multatuli zei al ’Misschien is niets geheel waar, en zelfs dat niet’, maar de kalender liegt niet: aan het einde van de komende maand is de zomer al meer dan halverwege. Mijn voorkeur gaat uit naar de gêrsmoanne en de blommemoanne, alles is dan nog pril en de natuur komt onweerstaanbaar óp. De tempera-tuur is dragelijk en al de mensen en de zomer-drukte om je heen vallen nog mee. In de maand juni is de grootste kerkelijke drukte ook even aan het afnemen, op de intrede van onze nieuwe predikanten na weliswaar. Als de trend van de afgelopen hoogtijdagen zich voortzet dan kan het niet mis: wat hebben we een mooi seizoen achter ons: Pasen, Hemelvaart, Pinksteren, alle mooie en inspirerende diensten en enthousiaste meisjes en jongens, de (bege)leiding zeker inbegrepen! Nu nog de examens naar tevredenheid afsluiten en de vakantie(s) breken aan. Het is elk jaar dezelfde cyclus, wat te zien is op het voorblad van ‘ûnderweis’, met andere deelnemers weliswaar maar de basis blijft dezelfde: het mondt uit in Pasen en Pink-steren. In het verschiet ligt de startzondag en dan is het zo weer Kerstmis. Maar eerst beleven we gezang 464:
1 Alle volken, looft de Here, aarde, zing een vrolijk lied! Juicht nu allen, geeft Hem ere: Hij vergeet de zijnen niet! In het beurtgezang der sferen, in des afgronds bange kreet ruist de lof, de lof des Heren, die de zijnen niet vergeet. Bij het Vredestempeltje in het Rijsterbos
2 Uit Hem vloeien alle krachten,
tot Hem stijg' der aarde lied! Zalig, wie de Heer verwachten: Hij vergeet de zijnen niet! Smelt dan samen, Hem ter ere, diept' en hoogheid, lust en leed, in het loflied aan de Here, die de zijnen niet vergeet! Het Zwin
De dichter van dit mooie lied, Jan Pieter Heye, woonde niet tussen het Zwin en het Rijsterbos maar was een Amsterdamse arts die naast kerkliederen en koralen ook (kinder)liedjes maakte: “In het groene dal, in het stille dal”, “Zie de maan schijnt door de bomen”, “Een karretje op den zandweg reed” en de “Zilvervloot" (over Piet Hein). Hij trachtte met zijn liederen een brug te slaan tussen protestantse, Rooms-katholieke en joodse kerkmuziek.
In dit nummer van ‘ûnderweis’ vind u een evaluatie van de gehouden Wijkbijeenkomsten. Wij wensen u daarmee veel leesplezier. U allen een mooie junimaand toegewenst, na begin juni behoren de examens dit jaar ook tot het verleden naar we hopen, zodat iedereen gerust op vakantie zal kunnen gaan.
Pieter Zeldenrust Rina van der Werf
Yde Jan van de Lageweg
Inleveren kopij Kerkblad ‘ûnderweis’ voor het nr. juli/aug. 2009: � zondag 21 juni 2009 bij Rina van der Werf, De Timpe 14, 8561 EB Balk. [email protected]
10e jaargang nr. 6 – juni 2009 2 ûnderweis
M EDITATIE
‘Ik ben blij m et jou!’
Filippenzen 1:3
‘Ik dank mijn God altijd wanneer ik aan u
denk.’ Woorden uit de aanhef van een brief van Paulus
aan de gemeente van Filippi.
Buiten de groet, het ‘genade zij u’, dat elke zondag
klinkt, gaan wij nogal eens aan de verdere aanhef
van de brieven van Paulus voorbij…
Een groet, een paar aardige algemeenheden en pas
daarna komt Paulus tot de inhoud van de zaak en
daar richten wij ons dan ook op. De Filippenzen
brief is warm van toon. Paulus heeft een goede
band met die gemeente, maar naar andere
gemeenten is de inhoud van de brief soms scherp en
kritisch van toon.
Dan is er in de aanhef bijna altijd nog een zin als: Ik
dank mijn God altijd wanneer ik aan u denk. Paulus
dankt voor de gemeente. Bij voorbaat. Dat stemt
tot nadenken. Paulus dankt voor gemeente, de
mensen die hem in Gods naam bemoedigen,
vermanen, een warm hart toedragen, hem als een
broeder in Christus behandelen. Hoe vaak danken
wij voor de gemeente van Christus? Hoe vaak
danken wij God voor onze geloofsgemeenschap in
Balk?
Zeker, wij danken God voor zijn genade, wij
danken voor persoonlijke dingen; wij danken voor
de wereldwijde kerk, maar hoe vaak zeggen wij als
broeders en zusters tegen elkaar: ‘Ik dank God dat
je er bent. Ik ben blij met jou.’
Wanneer wij elkaar zien denken wij nogal eens aan
andere dingen:
- De fouten die er in de kerkenraad, door voor-
gangers en door gemeenteleden worden gemaakt.
- Het in onze ogen verkeerde beleid, de missionaire
opdracht die niet goed uit de verf komt.
- De uitvoering van de diensten, die niet iedereen
aanstaat.
- Het zorgwekkende tekort aan ambtsdragers.
Paulus aanhef is veelzeggend: Wat er ook verder
nog gezegd moet worden, ik dank God dat de
gemeente er is. Een vreugde die boven alles uitgaat.
Danken wij daarvoor?
Om te danken hoef je het niet met elkaar eens te
zijn. Je hoeft elkaar niet eens te liggen.
Je hebt misschien een heel andere levensstijl.
Maar dit gevoel van dank gaat daar boven uit.
Net als bij Paulus die bij voorbaat blij is met de
gemeente.
Met een liefde in de geest van Christus.
Omdat wij bij Hem willen horen.
Het is immers een Godswonder dat mensen zich
blijven verzamelen rond het evangelie.
Een vreemd samenraapsel soms, maar toch.
Nog steeds bestaat de gemeente van Christus, ook
in Balk.
Niet alleen op zondag, maar ook door de week.
Op velerlei wijzen: of het nu de vergaderingen van
de kerkenraad zijn, de schoffelploeg, de diaconie,
de kaartenmakers of de boekhouders, etc. Als
betrokken gemeentelid, als denker, doener, bidder,
als jongere, als oudere.
Allemaal onderdeel van de gemeente.
Danken wij ervoor dat wij elkaar hebben, mogen
bemoedigen en bemoedigd worden, mogen helpen
en geholpen worden.
Dat wij blij mogen zijn met de blijden, verdrietig
met hen die verdriet hebben.
Dat wij voor anderen mogen bidden en dat er voor
ons gebeden wordt als ons de woorden ontbreken?
Het zijn soms maar kleine daden waarin onze
verbondenheid tot uiting komt, maar ze zijn
kostbaar. Als je hart naar de gemeente open staat,
staat ook de antenne van liefde en fijngevoeligheid
uit.
Wanneer je de ander tot zijn of haar recht laat
komen, word je er beiden beter van. Het is goed om
af ten toe bij die woorden van Paulus stil te staan.
“Ik dank mijn God altijd wanneer ik aan u denk.”
Wij mogen als gemeenteleden tegen elkaar zeggen:
“Goddank dat je er bent.
Ik ben blij met jou.”
Anneke Adema
10e jaargang nr. 6 – juni 2009 3 ûnderweis
----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Uitnodiging voor de intrededienst van
ds. S.T. Bergsma en ds. P.R. van Commenee op 28 juni 2009
om 14.00 uur in De Paadwizer.
Onderstaande tekst is geplaatst op de uitnodigingskaart die door de kerkenraad is verzonden aan
familie, vrienden en kennissen van onze nieuwe predikanten en diverse kerkelijke relaties.
Uiteraard geldt deze uitnodiging ook voor alle gemeenteleden en voor allen die zich met onze
gemeente verbonden vinden.
De kerkenraad van de Protestantse Gemeente Balk nodigt u uit voor de dienst waarin
ds. Sietske Bergsma en ds. Peter van Commenee
als predikanten aan onze gemeente zullen worden verbonden en intrede zullen doen.
De bevestiging zal plaatsvinden door ds. Henco van Capelleveen, predikant te Heerhugowaard.
Deze dienst zal op zondag 28 juni 2009 om 14.00 uur plaatsvinden in de Paadwizer.
Namens de kerkenraad,
E. Kroes, preses
L. Kroes, scriba
10e jaargang nr. 6 – juni 2009 4 ûnderweis
K erkdiensten in de kerkgebouwen:
It Breahûs, Van Swinderenstraat 6, Balk
Paadwizer, Siemen de Jongstraat 2, Balk
zondag 7 juni Paadwizer 9.30 uur ds. J. Heegsma
er is kindernevendienst
collecte: 1. Missionair werk 2. kerk
10.30 uur Talma Hiem
mw. T. Bergsma
19.15 uur It Breahûs
ds. J. Kok, Stiensgea
zondag 14 juni Paadwizer 9.30 uur dhr. G. van Rijs
er is kindernevendienst en JOK
collecte: 1. werelddiaconaat 2. kerk
19.15 uur Tentdienst Harich RvK
ds. M. van der Wal
zondag 21 juni Paadwizer 9.30 uur ds. J.A. van der Veen-Bosgra, Aldeberkeap
er is kindernevendienst
collecte: 1. werelddiaconaat 2. kerk
19.15 uur It Breahûs special SJAMASJ
collecte: 1. werelddiaconaat 2. kerk
zondag 28 juni Paadwizer
14.00 uur Intrede en bevestiging ds. S.T. Bergsma en ds. P.R. van Commenee m.m.v. Cantorij en Samar
er is kindernevendienst
collecte: 1. diaconie 2. kerk
19.15 uur It Breahûs m.m.v. SAMAR
zondag 5 juli It Breahûs 9.30 uur ds. S.T. Bergsma
er is kindernevendienst
collecte: 1. JOP 2. kerk
10.30 uur Talma Hiem
mw T. Bergsma
10e jaargang nr. 6 – juni 2009 5 ûnderweis
IMPRESSIES VAN DE
WIJKBIJEENKOMSTEN
‘ Eenheid in verscheidenheid’
Dat was het thema van de wijkavonden dit jaar.
Vele gemeenteleden zijn bij elkaar geweest om
hierover van gedachten te wisselen.
Verschillen in denkrichting, in spirituele gevoe-
ligheid, in karakter, in de cultuur waar je van-
daan komt kunnen een prachtig palet aan
schakeringen opleveren, maar het kan ook
lastig zijn. Een bron van irritatie en onbegrip.
En toch horen we bij elkaar, bij die ene God,
als kinderen van één Vader.
E en is een en
tw ee is tw ee.
E en is een, m aar tw ee w ordt lastig,
w ant geen m ens d ie hetzelfde is.
E en is een, m aar tw ee w ordt problem atisch ,
als ieder zo een eigen m ening heeft, de een de ander geen ruim te geeft...
E en is een, m aar kun je m et z ’n tw eeën of nog m eer,
dus m et z ’n velen blijven bidden, blijven z ingen, blijven lezen uit de
Schrift, ook als je qua geloven niet op dezelfde
lijn m eer z it?
E en naam is onze hope, één grond heeft onze kerk: Jezus Christus, onze H eer
Eén van de manieren te praten over wat ons
scheidt en bindt, was aan de hand van liederen.
Want liederen laten sporen na.
Een lied is als een voetafdruk,
zo persoonlijk.
Door de avonden heen kwam
er een rijk geschakeerd beeld
naar voren.
Liederen kunnen een heel leven met je mee-
gaan. Liederen die je thuis al hoorde, met el-
kaar zong soms. Voor de wat oudere generatie
liggen liederen van Joh. de Heer na aan het
hart, bijvoorbeeld ‘Er ruist langs de wolken’,
‘Abba Vader’ en ‘Tel Uw zegeningen’, ‘Vaste
rots van mijn behoud’.
Dan is het niet alleen de inhoud van het lied,
maar ook de, soms wat weemoedige, gevoelens
van weleer.
Voetstappen uit
het verleden.
Liederen kunnen ook sterk verbonden zijn met
een bepaalde gebeurtenis. Een begrafenis, een
huwelijk, een doop, een ingrijpende
gebeurtenis.
Een lied als ‘Als het leven soms pijn doet’
kan troosten bij een ingrijpende gebeurtenis,
en in een juichend lied als: ‘Geest van
hierboven’ kunnen dankbare en blijde
gevoelens een uitweg vinden.
Voetstappen in de
weerbarstigheid van het leven.
De één vindt zijn gevoel terug in de poëtische
tekst van de liederen van Huub Oosterhuis, o.a.
‘Licht dat ons aanstoot’ of in de spirituele
Taizé liederen ‘Gloria’ en de ander legt zijn
ziel en zaligheid in stevige geloofsliederen als
‘Een vaste burcht is onze God’ of ‘ Nooit kan ’t
geloof te veel verwachten’.
Voetstappen van karakter
en beleving.
10e jaargang nr. 6 – juni 2009 6 ûnderweis
Zowel de actualiteit, gebeurtenissen en de
discussies die in de samenleving gaande zijn,
als het overkoepelende idee van een God die
altijd en overal de wereld vasthoudt en
bezongen wordt, had zijn weerslag op
de liedkeuze. Van ‘Gij die van alle sterren
houdt’, tot ‘De dag door Uwe gunst
ontvangen’.
Voetstappen in het
dagelijks leven.
Liederen uit het liedboek,
van ‘De Dobber’, uit
Joh. De Heer, van ‘Samar’
en uit ‘Stemmen des heils’
en van Peter en Engelbert
Braam, passeerden de revue. Een grote
verscheidenheid.
Eenheid werd gevonden in de kracht van het
lied, de aanvulling op woorden, de verdieping
van het geloof.
Er was één lied dat op vrijwel alle bijeenkom-
sten genoemd werd: ‘Wat de toekomst brenge
moge’. Op de één of andere manier appelleert
dit lied aan een gevoelige snaar van velen.
En ook het gedicht van de ‘voetstappen in het
zand’ kwam veelvuldig ter sprake.
Vertrouwen, berusting, hoop, uitzicht
zijn blijkbaar elementen van het geloof die
universeel zijn.
Voetstappen van hoop en
toekomst.
G ezang 293
W at de toekom st brenge m oge, m ij geleidt des H eren hand; m oedig sla ik dus de ogen naar het onbekende land.
L eer m ij volgen zonder vragen; V ader, w at G ij doet is goed!
L eer m ij slechts het heden dragen m et een rustig, kalm e m oed!
Op sommige bijeenkomsten werden ook
stellingen besproken die aan de orde stelden
hoe men onderlinge verschillen zou kunnen
oplossen en tevens de vraag of dat wenselijk
was. Kan er altijd een brug geslagen worden en
willen we dat?
Hoe komt de architect bij de timmerman en
andersom. Hoe kunnen verschillende stro-
mingen toch in een kerk samenkomen. Of moet
ieder zijn eigen
weg gaan? Met
gelijkgestemden
kun je dan echt
een eenheid zijn.
Die eenheid
werd niet gezocht bij de aanwezigen van de
bijeenkomsten. Veeleer zouden we moeten
proberen elkaar in onze verschillende
kwaliteiten te waarderen.
Het kwam eigenlijk op hetzelfde neer als bij de
liederen. De vraag of wij elkaars liederen mee
kunnen zingen. Ook al zijn we het niet altijd
helemaal met de inhoud eens, ook al vinden we
een melodie soms helemaal niet mooi; zijn we
dan toch bereid om af en toe even in te schik-
ken? Niet met tegenzin, maar van harte erken-
nen dat een medebroeder of zuster het geloof
net even op een andere manier beleeft en dat
die manier evengoed recht van bestaan heeft.
Het was een gevarieerd
gezelschap wat de
laatste maanden
bijelkaar gekomen is.
Er waren deelnemers
van in de twintig tot
ver in de negentig.
Mensen die veel
meegemaakt hadden,
mensen voor wie het
leven tot nu toe onbezorgd verlopen is. En alles
daar tussenin.
Mensen die het oude en vertrouwde dierbaar is
en mensen die zoeken naar nieuwe vormen van
kerk zijn.
10e jaargang nr. 6 – juni 2009 7 ûnderweis
H eer, h ier z ijn w ij, om sam en
over verschillen en verscheidenheid te praten.
G eef dat w ij elkaar vertrouw en, geef dat w ij naar elkaar w illen
lu isteren, geef dat w ij elkaar niet verketteren om de w ijze w aarop de ander leeft,
om hoe h ij of z ij is, bestaat of gelooft.
G od, w ij m ogen bestaan voor U , w ij m ogen er z ijn , U hebt een ieder van
ons gew ild , elk m et onze eigen eigenheid , een ieder m et z ijn eigen leven .
D at w ij daar respectvol m ee om gaan. In Christus’ naam .
A m en.
Het mooie was dat het gevoel van met elkaar
kerkzijn sterk aanwezig was.
Natuurlijk, de verschillen in geloof en de
opvattingen hoe het er aan toe zou moeten gaan
in de kerk zijn er.
En soms is dat heel lastig. Mensen maken zich
er zorgen om. Maken zich er soms zelfs boos
over.
Maar de verscheidenheid
maakt ook dat wij in gesprek
met elkaar blijven. We kun-
nen ergens op worden aan-
gesproken. We moeten soms
onze standpunten herover-
wegen. En dat houdt de ge-
meente levend.
De eenheid die gevoeld
wordt, vindt zijn basis in het geloof in een God
die met ons meetrekt
bij de trektocht door het leven.
In het gebed, dat ons verbindt.
Wij laten allemaal onze eigen sporen na.
Wij drukken allemaal onze eigen voetsporen in
het zand.
Soms lopen we alleen en soms
lopen we hele einden met
elkaar op.
Als pelgrims onderweg.
Maar uiteindelijk is het Eén
die ons draagt.
En dat is Dezelfde voor
iedereen.
Anneke Adema en Rina van der Werf
V oetstappen in het zand
Ik droom de eens en zie ik liep aan het strand bij lage tij.
Ik w as daar n iet alleen, w ant ook de H eer liep aan m ijn zij.
W e liepen sam en 't leven door
en m aakten een spoor in het zand, van stappen, tw ee aan tw ee; de H eer liep aan m ijn hand. Ik stopte en keek achter m ij
en zag m ijn levensloop, in tijden van geluk en vreugd,
van diepe sm art en hoop. M aar als ik goed het spoor bekeek,
zag ik langs heel de baan, daar w aar het ju ist het m oeilijkst w as
m aar één paar stappen staan.
Ik zei toen: "H eere, w aarom dan toch? Juist toen ik U nodig had,
ju ist toen ik zelf geen u itkom st zag op 't zw aarste deel van 't pad...”
D e H eer keek toen vol liefde m ij aan
en antw oordde op m ijn vragen: "M ijn lieve kind,
toen 't zo m oeilijk w as, toen heb Ik jou gedragen".
M ary Stevenson (1922-1966)