De Onvoltooide Globalisering Paul De Grauwe KULeuven
De Onvoltooide Globalisering
Paul De GrauweKULeuven
Thema’s
Waarom zijn we zo rijk geworden? We zijn rijk geworden, maar zijn we
gelukkiger geworden? De toekomst van de industrie Ongelijkheid Het milieu Financiële instabiliteit
Waarom zijn we zo rijk geworden?
Drie factoren verklaren waarom sommige landen materieel vooruit gaan en andere niet Vrije markten Openheid (globalisering) Goed bestuur
Vrije marktsysteem
Weekt vrij initiatief los Dit is de bron technologische
vooruitgang (nieuwe productieprocessen en nieuwe producten)
Concurrentie brengt discipline En komt ten goede aan
consumenten
Openheid (globalisering)
Laat aan elk land toe zich te specialiseren in die activiteiten waar het relatief het best in is
Laat toe te profiteren van kennis die elders is ontwikkeld. (“het wiel moet niet opnieuw uitgevonden worden”)
Maar: materiële vooruitgang is slechts mogelijk door oude activiteiten te laten vallen en nieuwe op te nemen (creatieve destructie)
Goed bestuur
Moet zorgen voor orde en veiligheid (the rule of law) zonder dewelke vrijheid en marktsysteem niet mogelijk zijn
Collectieve voorzieningen Moet zorgen voor sociaal opvangnet
omdat in marktsysteem veel mensen uit de boot vallen
economische groei en verandering in openheid van landen(van 1970 tot 1998)
-6
-4
-2
0
2
4
6
vera
nd
erin
in o
pen
hei
d (
per
cen
t)
negatieve groei
trage groei
snelle groei
economische groei en indicatoren van goed bestuur
0
1
2
3
4
5
6
7
8
orde en veligiheid contractzekerheid
ind
icat
or
go
ed b
estu
ur
negatieve groei
trage groei
snelle groei
MARKT
OPENHEID GOED BESTUUR
Percentage van de bevolking dat arm is
in verschillende delen van de wereld
0
10
20
30
40
50
60
70
Afrika Oost-Azië Zuid-Azië Latijns-Amerika Wereld
per
cen
t b
evo
lkin
g
1981
2002
Zijn we gelukkiger geworden?
Tendenzen in geluksbeleven Nederland
Er is geen evidentie dat Nederlanders zich vandaag gelukkiger voelen dan de Nederlanders van 50 jaar geleden
België
Frankrijk
Hetzelfde geldt in andere Europese landen
België
Colombia
Geluk en inkomen internationaal vergeleken
inkomen
geluk
Belgie
Colombia Nederland
Waarom leidt materiële welvaart niet tot meer geluk?
Gewenningseffecten Inkomen maakt gelukkig wegens
statuseffect. Dit is echter een “zero sum game”
Materiële vooruitgang is gebaseerd op “creatieve destructie” Deze dynamiek creëert onzekerheid en
angst voor de toekomst Wordt nog verstevigd door
globalisering
Globalisering en flexibiliteit
De voordelen van globalisering zijn slechts mogelijk indien mensen “flexibel” zijn
D.w.z. bereid en in staat zijn andere jobs te nemen Velen kunnen dat niet Er zijn er ook veel die dit niet willen
De toekomst van de industrie
Het probleem: gestadige afbraak van de industriële tewerkstelling
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
België Duitsland Italië Japan Nederland Frankrijk Groot-Brittannië
VerenigdeStaten
Industriële werkgelegenheid als percentage van de totale beroepsbevolking
1970
2004
De oorzaken van de teloorgang
De fundamentele oorzaak is de productiviteitsstijging
Deze laat toe elk jaar dezelfde productie te realiseren met gemiddeld 2,5% minder arbeiders.
Deze productiviteitsstijging vinden we niet in dezelfde mate in de dienstensector
Productiviteitsstijging: vooral geconcentreerd in industrie
Gemiddelde input aan arbeid in de industrie in België en Nederland (1990=100)
60
65
70
75
80
85
90
95
100
105
1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006
België
Nederland
analogie met de landbouw Honderdvijftig jaar geleden werkte
ongeveer de helft van de actieve bevolking in de landbouw. Vandaag nog amper 2%.
De oorzaak is dezelfde als in de industrie. Technologische vooruitgang drijft de productiviteit naar omhoog met het gevolg dat arbeid uit de landbouw wordt gestoten.
Dit proces is nu reeds 150 jaar aan de gang en gaat nog altijd verder.
En de loonkosten dan?
De patroons doen ons geloven dat de fundamentele oorzaak ligt in te hoge loonkosten.
De hoge loonkosten leiden tot verlies aan competitiviteit en dus minder productie en tewerkstelling
Deze analyse is fout
Als de loonkosten in de industrie aan hetzelfde ritme stijgen als de productiviteit, dus 2,5% per jaar, is er met de competitiviteit niets aan de hand.
De reden is de volgende: als de loonstijging de stijging van de productiviteit volgt, dan is de loonkost die aanwezig is in een bepaald product onveranderd.
Soms gebeurt het wel dat de loonkosten sneller stijgen dan de productiviteit.
Dit was het geval in de jaren zeventig tot het midden van de jaren tachtig.
In die periode was er wel sprake van een competitiviteitverlies.
Het gevolg was dat de afbraak van de tewerkstelling in de industrie toen veel hoger was dan nu.
Sinds het midden van de jaren negentig is er geen noemenswaardig probleem meer met de Belgische competitiviteit. De lonen stijgen aan ongeveer hetzelfde ritme als de productiviteit.
Relatieve loonkosten per eenheid product
70
80
90
100
110
120
130
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
België
Duitsland
Frankrijk
Nederland
Italië
Spanj
Waarom blijft de tewerkstelling in de industrie dan dalen ondanks dit goede nieuws?
Antwoord: technologische vooruitgang. Ondernemingen in een markteconomie,
met veel concurrenten dus, zoeken voortdurend naar de goedkoopst mogelijke productiewijze.
Ze proberen te besparen op alle kosten, arbeidskosten, materiaalkosten, energiekosten.
Hoe sterker de concurrentie hoe groter deze dwangmatige neiging van de ondernemers.
Dit betekent dat ze voortdurend op zoek zijn naar nieuwe technologieën die de productiekosten drukken.
Het gevolg is dat de productie steeds minder arbeid, maar ook minder energie, materialen, enz. nodig heeft.
Productiviteit stijgt en leidt tot uitstoot van arbeid
Degenen die hun job behouden hebben een hogere productiviteit en dus een hoger loon
De causaliteit gaat dus van productiviteit naar lonen
De oorzaak van de afbouw van de industriële tewerkstelling is dus de productiviteitsgroei
Is de industrie gedoemd te verdwijnen? NEEN
Industriële productie en werkgelegenheid in België (1990=100)
60
70
80
90
100
110
120
130
1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006
productie
werkgelegenheid
Is de industrie gedoemd te verdwijnen?
De productie hoeft niet te dalen; kan zelfs stijgen
Maar de industriële tewerkstelling zal jaar in jaar uit blijven dalen
Perspectieven voor de toekomst van de industriële tewerkstelling
Tendensen zullen zich verder zettende productiviteitsstijgingen zullen zich
doorzettende technologie staat niet stilen vooral nu niet in een geglobaliseerde
wereldDit is in feite goed nieuws: de
vrijgekomen arbeidskrachten kunnen ingezet worden in interessantere jobs
In sectoren die meedraaien internationaal
Het goede nieuws: de expansie van de dienstensector
Het vorige kan leiden tot groot pessimisme
Is ons tewerkstellingsprobleem niet onoplosbaar?
Antwoord : neenEr worden meer jobs gecreëerd in de
dienstensector dan er verloren gaan in de industrie
Deze laatste zijn meestal interessantere jobs
-182
350
-500
0
500
1000
1500
2000
2500
industrie diensten
Werkgelegenheid in industrie en diensten in België(duizendtallen)
1991
2005
verandering
Implicaties voor het beleid
Enig zinvol beleid bestaat erin omgeving mogelijk te maken die
de kwaliteit van het menselijk kapitaal verbetert
voldoende stimulansen geeft om creatief te zijn
Als we daar in slagen ziet de toekomst er rooskleurig uit
Immers globalisering creëert dan minstens evenveel jobs als ze er vernietigt
Samenvatting
Globalisering creëert fantastische mogelijkheden van toename materiële welvaart
vooral voor de armsten in de wereld Globalisering gaat ook gepaard met
Creatieve destructie, Noodzaak van flexibiliteit Beide kunnen positieve uitdagingen zijn Maar ook bron van onzekerheid en
angst
Globalisering creëert nieuwe problemen
Ongelijkheid Het milieu Financiële crisis
Ongelijkheid
Paradox: globalisering vermindert armoede in de wereld en verhoogt ongelijkheid
Hoe kan dat? Globalisering geeft heel grote
beloning aan schaars talent
Voorbeeld: voetbal
Waarom verdient Beckham een veelvoud van Johan Cruyff?
Hij is zeker niet beter Internationalisering van voetbal
zorgt ervoor dat superstars plots heel veel meer verdienen
Enkele honderden miljoenen Chinezen kijken nu naar de TV-uitzendingen van de English Premier League.
Hetzelfde gebeurt met een aantal beroepen zoals top-managers
Verdienen nu veel meer dan vroeger
The winner takes it all
Markten van topvoetballers, top-managers, operazangers, etc worden gekenmerkt door het feit dat de winnaar in de strijd voor de top gaat lopen met de hoofdprijs
Cfr 100 meter loper: de winnaar is slechts enkele fracties van seconde sneller dan de tweede en krijgt de hoofdprijs
Deze markten zijn nu volledig geïnternationaliseerd
Gevolg: de hoofdprijs is veel groter geworden.
Dit leidt tot veel grotere ongelijkheid
Vele mensen vinden zo een systeem verwerpelijk
Omdat het als niet fair wordt ervarn cfr. “Ultimatum game”
Het milieu
Probleem van externaliteiten Ondernemers spuwen CO2 in de
lucht. Dit creëert kosten buiten de
onderneming Slechte lucht die we inademen
vermindert kwaliteit van het leven Meer ziektekosten Opwarming van aarde brengt grote
gebieden van de aarde in gevaar
Maar onderneming in een marktsysteem houdt geen rekening met deze externe kosten
wanneer ze de kostprijs van het product berekent.
Dus de kostprijs zal te laag zijn waardoor consumenten teveel van
deze producten kopen Voorbeeld: boontjes uit Kenya
Hoe kan dit opgelost worden? Antwoord: de overheid moet het
kostenplaatje presenteren aan onderneming
Zodanig dat die de juiste kost berekent en aanrekent aan de consument
Gemakkelijker gezegd dan gedaan
Er is relatief succes daar waar het gaat om milieuvervuiling die lokaal is
Voorbeeld : onze rivieren zijn zuiverder geworden
Dank zij interventies van de overheid Milieuheffingen Regulering
Er is heel weinig succes daar waar milieuvervuiling grensoverschrijdend is
Voorbeeld: CO2 en Kyoto-akkoord Waarom? Afwezigheid van wereldregering die
heffingen kan opleggen of uitstoot dan reguleren.
Er zijn alleen nationale regeringen die puur nationalistisch denken
Het grensoverschrijdend milieuprobleem is waarschijnlijk de Achilleshiel van globalisering
Kan slechts opgelost worden als ook de overheden zich “globaliseren”
Dat lijkt vandaag nog ver verwijderd In die zin is globalisering onvoltooid
Kapitalisme en financiële instabiliteit
Twee kenmerken van het kapitalisme creëren regelmatig financiële crisissen Zeepbelontwikkelingen Broosheid van het bankstelsel
Zeepbellen en crashes
Vrije financiële markten zijn wonderbare instrumenten om spaarmiddelen naar de meest rendabele projecten te kanalizeren
Ze liggen aan de basis van de enorme dynamiek van het marktstelsel
Ze zijn ook drager van potentiële instabiliteit
Hoe ontstaan zeepbellen
Nieuwe technologische vonsten (voorbeeld auto in begin van 20ste eeuw; internet in jaren tachtig)
Creëren nieuwe investeringsmogelijkheden met hoge rendementen
Kapitaal wordt aangetrokken
Euforie zet zich in Aandelenprijzen schieten de lucht in Op de duur kopen beleggers alleen
omdat ze prijsstijgingen verwachten Iedereen koopt en prijzen stijgen
inderdaad “Self-fullfilling prophesy” De crash komt onvermijdelijk omdat
prijzen op bepaald moment niets meer te maken heeft met onderliggende waarde
Dow Jones and S&P500
Nasdaq : zelfde verhaal
0%
100%
200%
Broosheid van het bankstelsel
Fundamentele oorzaak heeft te maken met broosheid van bankwezen
Essentie van bankieren: Korte termijnmiddelen Lange termijn kredieten Dit creëert liquiditeitsrisico: “run to the
bank” Als iedereen tegelijk zijn geld terugtrekt
valt het banksysteem in elkaar
In het verleden heeft dit dikwijls geleid to bankcrisissen Cfr. De jaren dertig
We hebben dat probleem toen opgelost door toezicht en regulering van het
bankwezen Lender of last resort
Nieuwe ontwikkelingen sinds de jaren tachtig: deregulering
Banken hebben systematisch de risicovolle activiteiten uit hun balans gestoten
Om te ontsnappen aan de regulering
De toezichthouders (vooral in de VS) hebben dit toegelaten
Gevolg: excessieve risico’s zijn toegenomen
Dit is nog versterkt door het probleem van “moral hazard”: de banken verwachten dat als er liquiditeitscrisis ontstaat, de centrale bank zal tussenkomen en de liquiditeiten zal leveren
Dit moral hazard probleem heeft geleid tot roekeloos gedrag van bankiers, vooral in de VS.
Ze hebben gewoon geen rekening meer gehouden met de liquiditeitsrisico’s
Het probleem wordt pas ernstig als zeepbellen en bankstelsel op elkaar inwerken
Zeepbelontwikkeling trekt bankiers aan die willen profiteren van de hoge winsten
Vroeger konden ze dit niet Sinds de deregulering konden ze
daar volop op inspelen
Banken staan dus kredieten toe aan speculanten
En maken de zeepbel intenser We krijgen ook een
aaneenschakeling van zeepbellen Internet bubble Immobiliën grondstoffen
Die zich internationaal verspreiden dank zij globalisering
In dit verhaal gaan de toezichthouders en de centrale banken niet vrijuit
Ze hebben geloofd in het sprookje dat aandelen- en woningprijzen alleen konden stijgen
En dat de banken geen speciaal hoge risico’s namen.
Hoe oplossen?
De bankencrisis heeft de overheid verplicht de banken te redden
Een volledige ineenstorting van het bankwezen zou de economie de grond in geboord hebben
En zou geleid hebben tot torenhoge werkloosheid
Om de banken te redden heeft de overheid meer schuld moeten uitgeven
Die belastingbetalers nog jaren zullen moeten afbetalen
Bovendien heeft de bankencrisis geleid tot de diepste recessie in de naoorlogse periode
Deze recessie dwingt de overheid om meer uit te geven
Terwijl de belastinginkomsten dalen Dus de grote budgettaire tekorten
zijn onvermijdelijk en ook wenselijk
Veronderstel even dat de overheid vandaag zou proberen de tekorten snel weg te werken Door massaal minder uit te geven En massaal de belastingen te verhogen
Dan zou de recessie weer aangewakkerd worden
En zouden de belastinginkomsten verder dalen
Een drastische sanering van de begroting als de economie zich niet hersteld heeft
Zou de werkloosheid omhoog doen schieten
En dus de begrotingstekorten niet wegwerken
Banken moeten bijdragen tot het herstel
Hoe? Banken (vooral de grote) genieten
van een impliciete overheidsgarantie Deze verdwijnt niet wanneer de
expliciete garantie verdwijnt Dus banken moeten een
verzekeringspremie blijven betalen
Het kan niet dat bankiers alleen een premie betalen als het financiële huis in brand staat
En geen premie meer willen betalen als het huis geblust en opgenknapt is
Hoe? Een percent op de balans Percent dat stijgt met de omvang
van de balans
Op die manier verlichten ze de lasten voor de belastingbetaler
En zullen ze minder geneigd zijn om alsmaar groter te worden
Grote banken zijn gevaarlijke banken
Lange termijn hervorming van bankwezen
Terug naar “narrow banking”: commerciële banken kunnen niet meer beleggen in aandelen en afgeleide producten, noch kredieten toestaan aan instellingen die dit doen, i.e. zakenbanken
Alle activiteiten moeten op de balans Dus volledige scheiding van
commerciële banken en zakenbanken
Internationale aanpak is nodig Probleem is opnieuw dat de
economie (de financiële markten) geglobaliseerd zijn
maar de politiek niet Het is moeilijk om tot internationale
afspraken te komen Deze zullen noodzakelijk zijn om de
economie weer recht te trekken
Dank u voor uw aandacht