LOGISTIEKE OPLEIDINGEN HEFTRUCK PROEFEXAMEN 2 VEILIG WERKEN MET DE HEF- OF REACHTRUCK
LOGISTIEKE OPLEIDINGEN
HEFTRUCK PROEFEXAMEN 2
VEILIG WERKEN MET DE HEF- OF REACHTRUCK
Vraag 1 In de Arbo-wet gaat het om zaken als
A gezondheid en mensenkennis
B veiligheid, gezondheid en welzijn
C welzijn op het werk en hard werken
Vraag 2 Wie controleert de uitvoering van de Arbo-wet?
A de werkgever
B de werkgever en werknemer
C de arbeidsinspectie
Vraag 3 Waarom dient u de heftruck voor aanvang van de dienst te controleren?
A omdat de bestuurder mede verantwoordelijk is voor de heftruck en om
de veiligheid te waarborgen
B omdat de bestuurder moet weten hoeveel hij met de heftruck kan tillen
C omdat dit van de chef moet
Vraag 4 Welk begrip is te zien op nevenstaande afbeelding?
A bouwhoogte
B vrije hefhoogte
C doorrijhoogte
Vraag 5 Wat is een groot nadeel van het gebruik van
voorzetapparatuur op een hef- of reachtruck?
A de vrije hefhoogte wordt lager
B het contragewicht wordt verminderd
C het hefvermogen wordt verminderd
Vraag 6 Als u met een heftruck op de openbare weg rijdt, waar moet u dan o.a. aan denken?
A dat de knipperlichten aan zijn
B dat er een witte vlag aan de heftruck is gemaakt
C dat de vorken afgeschermd zijn
Vraag 7 U bent bevoegd om, onder begeleiding, een hef- of reachtruck te besturen vanaf de
leeftijd van:
A er is geen minimum leeftijd
B 16 jaar
C 18 jaar
Vraag 8 Wat is het voordeel bij het gebruik van reachvorken?
A men kan dan brede ladingen oppakken
B men kan dan langere ladingen oppakken
C men kan dan ladingen twee diep plaatsen
Vraag 9 Welke eigenschap hoort bij massieve banden?
A de banden hebben een hoge bouwhoogte
B de banden bieden grote stabiliteit
C de banden hebben een goede vering en grip op de weg
Vraag 10 De lastzwaartepuntafstand is de afstand gemeten vanuit:
A de hiel van de vorken tot het midden van de lading
B de hiel van de vorken tot het begin van de lading
C de hiel van de vorken tot het zwaartepunt van de lading
Vraag 11 Bekijk onderstaand lastdiagram. Hoe zwaar mag de lading zijn met een zwaartepunt
van 600 mm, als u deze moet heffen tot een hoogte van 4.83 meter?
A 680 KG
B 830 KG
C 930 KG
Vraag 12 Een voordeel voor het gebruik van een LPG-heftruck is:
A goedkope brandstof en de lage aanschafprijs
B kracht en 24 uur per dag inzetbaar
C goedkope brandstof en stil
Vraag 13 Hoeveel aansluitingen voor hydrauliek olie heeft een neigcilinder?
A 1
B 2
C 3
Vraag 14 Welk voordeel heeft een tweevoudige mast ten opzichte van een drievoudige mast?
A de tweevoudige mast kan sneller heffen
B de tweevoudige mast heeft een hogere bouwhoogte
C de tweevoudige mast heeft een beter zicht
Vraag 15 Het voordeel van het gebruik van een vorkenversteller (spreader) is dat de lading:
A zijwaarts verplaatst kan worden, zowel naar links als naar rechts
B 180° gedraaid kan worden
C verschillend van afmeting kan zijn
Vraag 16 Waarvoor dient de proefafsluiter op een LPG-tank?
A voor het ontluchten van de tank
B voor het vullen van tanks tot 80%
C voorkomen van LPG branden
Vraag 17 De brandstofmeter op een LPG-tank geeft aan:
A de hoeveelheid LPG in liters
B de druk in de LPG-tank
C de hoeveelheid LPG in procenten
Vraag 18 Wanneer u gevaarlijke stoffen moet verplaatsen met de heftruck, rijdt u altijd:
A achterwaarts, met de lading 10-15 cm boven de vloer
B vooruit, met de lading zo laag mogelijk
C zo min mogelijk omdat het veel te gevaarlijk is
Vraag 19 De heftruckbestuurder rijdt met de heftruck vooruit. Dan maakt hij een bocht naar
links. Waar moet hij dan rekening mee houden?
A dat de zwaartepuntafstand verandert
B dat de achterzijde van de heftruck naar rechts wegdraait
C dat de achterzijde van de heftruck naar links wegdraait
Vraag 20 Hoe rijdt u met een beladen heftruck een helling op?
A achteruit met de mast achterover geneigd en de lading 30 cm boven de vloer
B vooruit met de mast voorover geneigd
C vooruit met de lading ca. 30 cm boven de vloer en de mast achterover
geneigd
Vraag 21 Een gelijkmatig beladen standaardpallet wordt aan de 100 cm zijde opgenomen.
Het zwaartepunt ligt dan op:
A 40 cm
B 60 cm
C 50 cm
Vraag 22 Wanneer zal een heftruck voorover kantelen?
A als de lading te zwaar is en / of het lastzwaartepunt te ver naar voren ligt
B als een te brede lading wordt opgenomen
C als het zwaartepunt van de lading niet bekend is
Vraag 23 Welke voorziening is noodzakelijk bij een heftruck met een hefhoogte van meer dan
1.80 meter?
A een uitschuifbare mast
B een vrije hefhoogte
C een veiligheidskap
Vraag 24 Welke meetwaarde leest u af, tijdens het zuurwegen op de drijver, bij een volledig
geladen tractiebatterij?
A 1,13 kg/l
B 1,30 kg/l
C 1,20 kg/l
Vraag 25 Als u met de heftruck een lading opneemt, die zwaarder is dan het lastdiagram
aangeeft, bestaat er kantelgevaar. Dit wordt veroorzaakt door:
A de centrifugale krachten
B de grotere zwaartekracht
C het zogenaamde hefboomeffect
Vraag 26 Waarvoor dient het koelwater in een verbrandingsmotor?
A voor het koelen van de cilinderkoppen en het motorblok
B voor het koelen van de cilinderkoppen en de verdamper
C voor het koelen van de radiateur
Vraag 27 Welk voorzetapparatuur is er aan deze heftruck gemonteerd?
A een vatenklem
B reachvorken
C push pull
Vraag 28 Waarvoor dient het overdrukventiel in het hydraulisch hefsysteem?
A om schokken van de hefcilinder op te vangen
B om, bij leidingbreuk, de lading schoksgewijs en langzaam te laten dalen
C om overbelasting in het hydraulisch systeem te voorkomen
Vraag 29 Op welke manier werkt de bedrijfsrem van een heftruck in het algemeen?
A mechanisch
B hydraulisch
C op lucht
Vraag 30 Waarom schuift u de mast, bij de dagelijkse controle, helemaal uit?
A om te controleren of de hydromotor goed werkt
B om de luchtbellen uit de hydraulische olie te verwijderen
C om te controleren of het hydraulisch hefsysteem goed functioneert en
of er voldoende hydraulische olie aanwezig is
Vraag 31 Bij het naderen van een onoverzichtelijke situatie moet u:
A claxonneren, vaart minderen en zo mogelijk achteruit rijden
B claxonneren en de heftruck parkeren
C claxonneren en achteruit rijden
Vraag 32 Hoe zwaar mag een lading zijn met een LZP van 800 mm, als men deze moet
plaatsen op een hoogte van 3500 mm?
A 600 kg
B 700 kg
C 1000 kg
Vraag 33 De reachtruck is uitermate geschikt om:
A in smallere stellingpaden te werken
B gemakkelijk vrachtwagens te kunnen laden en lossen
C er buiten mee te werken
Vraag 34 Als een lading niet veilig en/of niet goed op een pallet staat, moet u:
A de persoon die de lading samengesteld heeft hier op wijzen
B de pallet laten staan
C de pallet met de lading voorzichtig verplaatsen
Vraag 35 Mag u met een heftruck rijden waarvan de urenteller defect is?
A ja
B ja, als het defect maar gemeld is
C nee, de urenteller moet eerst gerepareerd worden
Vraag 36 Wat is belangrijk bij het haaks indraaien voor een stelling?
A de positie van het voorwiel, de afstand tot de stelling
B de positie van het achterwiel, de afstand tot de stelling
C het snel terug draaien van het stuur en dat de mast horizontaal staat
Vraag 37 Een boxpallet wordt veelal gebruikt voor:
A het afschermen van de punten van de vorken
B het vervoeren van kleine en moeilijk te stapelen artikelen
C het vervoeren van personen
Vraag 38 Als u met een heftruck op de openbare weg rijdt moet deze dan, ingevolge de W.A.M.,
verzekerd zijn?
A nee
B ja
C nee, als de bestuurder maar een autorijbewijs heeft
Vraag 39 Een roetvanger wordt vaak gemonteerd op een:
A LPG truck
B diesel truck
C elektro truck
Vraag 40 Welk behandelingsetiket staat hier afgebeeld?
A deze zijde boven
B zwaartepunt
C maximaal aantal dozen op elkaar
Vraag 41 Op welke manier plaatst u een pallet in de stelling?
A met de mast horizontaal
B met de vorken horizontaal
C met de mast achterover geneigd
Vraag 42 Welk intern transportmiddel is hier afgebeeld?
A zijlader
B stapelaar
C orderverzamelaar
Vraag 43 Vanuit welke stand van de mast zijn de gegevens van een lastdiagram berekend?
A de mast achterover geneigd
B de mast voorover geneigd
C de mast in verticale stand
Vraag 44 Een reachtruck is tijdens het rijden stabieler dan een vorkheftruck omdat:
A een reachtruck altijd langer is dan een vorkheftruck
B de afzethoogte van een reachtruck hoger is
C de lading zich tussen of boven de steunwielen bevindt
Vraag 45 Wat geeft het nevenstaande lampje aan?
A te weinig koelvloeistof
B problemen met het elektrisch systeem
C te weinig motorolie
Vraag 46 Welke van de onderstaande aandachtspunten is juist?
A houd handen, voeten en hoofd tijden het rijden binnen de heftruck C neig de mast tijdens het heffen van de lading voorover D houd de werkbreedte van de vorken zo klein mogelijk
Vraag 47 Een capaciteitsmeter::
A geeft aan hoeveel uren de batterij gewerkt heeft
B geeft de ladingsgraad van de batterij aan
C geeft aan wanneer een batterij bijgevuld moet worden
Vraag 48 Een tractiebatterij bestaat uit 24 cellen. Dan heeft deze batterij:
A een spanning van 24 volt
B een ampèrage van 48 ampère
C een spanning van 48 volt
Vraag 49 Nevenstaande pallet is een:
A duurzame pallet
B vierweg pallet
C tweeweg pallet
Vraag 50 Hoe moet een lading op de vorken worden geplaatst?
A met het zwaartepunt op de hartlijn van de heftruck en de lading zover
mogelijk in de hiel van de vorken
B met het zwaartepunt op de hartlijn van de heftruck en de lading zover
mogelijk uit de hiel van de vorken
C met het zwaartepunt niet op de hartlijn van de heftruck en de lading zover
mogelijk in de hiel van de vorken
Opgaveblad proefexamen 2 Heftruck/Reachtruck
VRAAG A B C VRAAG A B C
Vraag 1 Vraag 26
Vraag 2 Vraag 27
Vraag 3 Vraag 28
Vraag 4 Vraag 29
Vraag 5 Vraag 30
Vraag 6 Vraag 21
Vraag 7 Vraag 22
Vraag 8 Vraag 23
Vraag 9 Vraag 24
Vraag 10 Vraag 25
Vraag 11 Vraag 26
Vraag 12 Vraag 27
Vraag 13 Vraag 28
Vraag 14 Vraag 29
Vraag 15 Vraag 40
Vraag 16 Vraag 41
Vraag 17 Vraag 42
Vraag 18 Vraag 43
Vraag 19 Vraag 44
Vraag 20 Vraag 45
Vraag 21 Vraag 46
Vraag 22 Vraag 47
Vraag 23 Vraag 48
Vraag 24 Vraag 49
Vraag 25 Vraag 50
Antwoorden proefexamen 2 Heftruck/Reachtruck
01. B 02. B 03. A 04. C 05. C 06. C 07. B 08. C 09. B 10. C 11. B 12. A 13. B 14. C 15. C 16. A 17. C 18. A 19. B 20. C 21. B 22. A 23. C 24. B 25. C
26. A 27. C 28. C 29. B 30. C 31. A 32. B 33. A 34. A 35. B 36. A 37. B 38. B 39. B 40. B 41. B 42. B 43. C 44. C 45. C 46. A 47. B 48. C 49. C 50. A