cursus 2007-2008 Technische Infrastructuur in de Ruimtelij ke Ordening 1 Duurzaam Veilig
cursus 2007-2008 Technische Infrastructuur in de Ruimtelijke Ordening 1
Duurzaam Veilig
2
Principe Duurzaam Veilig:
In een duurzaam Veilig wegverkeerssysteem is de kans op ongevallen door de vormgeving van de infrastructuur bij voorbaat al drastisch beperkt.
Voor zover er nog ongevallen gebeuren, is het proces dat de ernst van ongevallen bepaalt zodanig geconditioneerd dat ernstig letsel nagenoeg uitgesloten is
Uit: naar een Duurzaam Veilig wegverkeer (Koornstra et al., 1992)
3
Duurzaam Veilig
Grondslag voor de realisatie van:
Een activiteitenpatroon waarin Veiligheid naast andere kwaliteitskenmerken zoals Bereikbaarheid en Milieu inherent is ingebouwd
Hoofdcomponenten:
Het vraagpatroon (vervoersgeneratie, vervoerwijzekeuze, etc.) Het aanbod van vervoervoorzieningen (omvang en kwaliteit wegennet)
4
Vorm – Functie - Gebruik
Met het oog op verbetering van de verkeersveiligheid zijn drie componenten van belang:
Functioneel ontwerp van de infrastructuur Verbindingsfunctie, stroomfunctie Ontsluitingsfunie Erffunctie
Waarbij sprake is van Interacties ervaren verkeersdeelnemers Interacties onervaren verkeersdeelnemers Interacties ‘gehandicapte’ verkeersdeelnemers zoals bejaarden,
onbekenden
Vorm infrastructuur
Gebruik infrastructuur
5
Ruimtelijke Inrichting en Verkeersveiligheid
In het verleden was de ruimtelijke inrichting vaak het uitgangspunt voor de
functionele opbouw en inrichting van het netwerk
Het inherent inbouwen van veiligheid in het transportsysteem laat een
dergelijke sequentiële toepassing niet toe
Inrichting activiteitsruimten en functionele opbouw en vormgeving van het netwerk zullen
meer geïntegreerd aangepakt moeten worden
Geïntegreerde aanpak: betere garantie voor realisatie van beoogd gebruik
Te hanteren veiligheidsprincipes: Functioneel gebruik: voorkom onbedoeld gebruik infrastructuur Homogeen gebruik: voorkom grote verschillen in snelheid, richting en massa Voorspelbaar gebruik: voorkom onzekerheid bij de verkeersdeelnemer
6
Verbetering verkeersveiligheid
Verbetering van de verkeersveiligheid kan men bereiken door:
Beperking van het aantal ongevallen
vormgeving zodanig dat de kans op ongevallen gering is
Beperking van de ernst van de ongevallen
voor die ongevallen die nog gebeuren: proces zodanig inperken dat ernstig letsel uitgesloten is
Ook belangrijk voor menselijk welbevinden: Beperking van het aantal bijna-ongevallen
7
Deelname aan het verkeer
Deelnemen aan het verkeer betekent dat de mens , iteratief, een reeks van activiteiten moet uitvoeren, te weten:
Zoeken detecteren evalueren beslissen handelen voertuigactie
Hoe minder bekend de verkeersdeelnemer is met de overige elementen
van het systeem (voertuig, weg, omgeving), des te vaker zal hij de cyclus
moeten doorlopen: Rijtaak wordt intensiever Kans op fouten neemt toe
8
Ongeval
Een ongeval is een storing in het systeem doordat interacties niet goed verlopen
Interacties: mens – voertuig – weg – omgeving
De mens speelt als de dynamische component die voortdurend beslissingen neemt een belangrijke rol in het interactiepatroon
9
Predispositie
Belangrijke randvoorwaarden die van toepassing zijn op het verloopvan de interacties in het systeem mens – voertuig – weg – omgevingzijn:
Predispositie van de verkeersdeelnemer Predispositie van het voertuig Predispositie van de weg Predispositie van de omgeving
Deze predisposities kan men zoveel mogelijk in gunstige zin proberente beïnvloeden, zoals: Nuchter en uitgerust achter het stuur (verkeersdeelnemers) Jaarlijkse technische keuring voertuig (voertuig) Een overzichtelijk en gestandaardiseerd wegennet (weg) Geen afleiding (omgeving)
10
Predispositie weg en omgeving
Deze aanpak biedt nog veel perspectief om de verkeersveiligheid te
verbeteren (en is gemakkelijker te beïnvloeden dan de predispositie
van de verkeersdeelnemer)
Maatregelen die genomen worden ter beïnvloeding van de
predispositie van weg en wegomgeving hebben een direct effect op: Perceptie verkeersdeelnemer Evaluatie verkeersdeelnemer Beslissing verkeersdeelnemer Handeling verkeersdeelnemer Voertuiggedrag
11
Maatregelen
Maatregelen (richtlijnen voor ontwerp) waar men aan kan denken zijn:
Weg Vormgeving weg conform functie Geen frequente veranderingen in vormgeving Veranderingen duidelijk markeren Beperk aantal wegcategorieën Zelfverklarende wegen
Wegomgeving Niet te veel (irrelevante) informatie Relevante informatie is bekend Relevante informatie wordt herkend
12
Vorm – Functie - Gebruik
Vorm – functie en gebruik van de weg (infrastructuur) zijn drie
componenten die de grondslag vormen van een veilig transportsysteem
Functie wegcategorie
Gebruik wegtype
Vormgeving ontwerpcriterium
Wegontwerp en netwerkontwerp dienen zodanig gekozen te zijn dat gebruik en vormgeving van de weg (het wegennet) op elkaar zijn afgestemd
13
Categorisering wegen
Hoofdcategorieën van wegen:
Stroomwegen Gebiedsontsluitingswegen Erftoegangswegen
Er is sprake van een relatie tussen de functie van de weg
en de vormgeving van de weg: op basis daarvan wordt het
gebruik van de weg min of meer afgedwongen
14
Stroomfunctie
Stroomfunctie: hoge snelheden en een goede continuïteit moeten mogelijk zijn zonder dat dit leidt tot een verhoging van deonveiligheid
Geen kruisend of tegemoetkomend verkeer Ongelijkvloerse uitvoering van alle knooppunten Stilstaande objecten ver verwijderd van de rijbaan Éénrichtingverkeer met dezelfde snelheid en massa Aparte stroken voor vrachtverkeer Onderscheid doorgaand en niet doorgaand verkeer (ontvlechten)
15
Ontsluitingsfunctie
Ontsluitingsfunctie (uitwisselingsfunctie) maakt hogere dichtheid
van vertakkingen(knooppunten) noodzakelijk
Knooppunten om de 2 à 3 kilometer Knooppunten zijn deels gelijkvloers uitgevoerd (wel beperkt wat
betreft type) Lagere snelheden (60 – 80 km/uur) Snel en traag verkeer (bijv. fietsers)worden gescheiden
afgewikkeld Er is sprake van een duidelijke voorrangsregeling
16
Erftoegangsfunctie
Erftoegangsfunctie Verblijfsfunctie staat centraal
Wegen behorende tot deze categorie verschaffen toegang tot percelen (huizen, winkels, bedrijven, etc.
De verblijfsfunctie staat centraal Het primaat ligt hier bij het uitvoeren van allerlei sociaal-culturele
en maatschappelijke activiteiten. Teneinde deze activiteiten ongehinderd uit te kunnen voeren is een lage snelheid vereist ( 30 km/uur)
Overzichtelijkheid van de locatie blijft eveneens een belangrijk vereiste
17
Bestuurlijke inbedding
Naast de technische uitwerking vereist een herstructurering van het wegennetwerk ook de uitwerking van de bestuurlijke component
Deze bestuurlijke component komt tijdens het gehele proces aan de orde bij: Bedenken Integreren Implementeren Evalueren Handhaven
van maatregelen
Een belangrijk element van de bestuurlijke component is het creëren
van voldoende draagvlak voor de voorgestelde inrichting van het netwerk
Daarnaast dienen ook verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor realisatie
van de beoogde veiligheid te worden toegekend
18
Schuldvraag
Een grondige analyse van de Schuldvraag kan een aanzienlijke bijdrage leveren aan de verklaring waarom ongevallen optreden
Naast de verkeersdeelnemer (automobilist, fietser) dienen ook andere partijen in deze analyse te worden betrokken:
De kastelein die hem/haar in beschonken toestand per auto laat vertrekken
De wegontwerper die een ondeugdelijk verkeerskundig ontwerp maakt, of de verkeersmanager die een foutieve regeling ontwerpt
De autofabrikant die een ondeugdelijk voertuig op de markt brengt De arts die een keuring nalatig uitvoert De politicus die nalaat een beleidsprogramma gericht op verbetering
van de veiligheid uit te voeren
19
Door met Duurzaam Veilig
Gebruik gemaakt van presentaties van SWOV,
Zoals: Letty Aarts Evira Twisk Chris Schoon Fred Wegman
20
Theoretische achtergronden
Uitgangspunten
Voorkomen van ongevallen en (indien toch een ongeval gebeurt) voorkomen van ernstig letsel
De mens als maat der dingen in een integrale aanpak
21
De doelen van Duurzaam Veilig
1. Voorkómen van (ernstige) ongevallen
2. Nagenoeg uitsluiten van ernstig letsel indien ongeval onvermijdelijk is
22
Proactieve aanpak: voorkómen van LATENTE FOUTEN
Interventies: zo vroeg mogelijk in keten van systeemontwerp verkeersgedrag
Wie is de schuldige?
23
Proactieve aanpak: voorkómen van LATENTE FOUTEN Interventies: zo vroeg mogelijk in keten van
systeemontwerp verkeersgedrag
• Onveilige handelingen: minder afhankelijk maken van keuzen van individuele weggebruikers
Hoe heeft dit kunnen gebeuren?
24
De mens de maat der dingen
Fysieke eigenschappen De mens is kwetsbaar
Psychologische eigenschappen De mens kan niet altijd fouten De mens wil niet altijd overtredingen
25
Integrale aanpak
INFRASTRUCTUUR Ontwerp laten aansluiten bij menselijke capaciteiten en
beperkingen
VOERTUIGEN Ondersteunen van rijtaak Bescherming bieden
MENS Goed geïnformeerd en geoefend Daar waar nodig gecontroleerd
26
De principes in de geactualiseerde visie
Duurzaam Veilig-principeFunctionaliteitFunctionaliteit van wegen van wegen
Homogeniteit van massa’s en/of snelheid en richting
Herkenbaarheid van de vormgeving van de weg en voorspelbaarheid van wegverloop en van gedrag van weggebruikers
Duurzaam Veilig-principeFunctionaliteit van wegen
Homogeniteit Homogeniteit van massa’s en/of snelheid en richtingvan massa’s en/of snelheid en richting
Herkenbaarheid van de vormgeving van de weg en voorspelbaarheid van wegverloop en van gedrag van weggebruikers
Duurzaam Veilig-principeFunctionaliteit van wegen
Homogeniteit van massa’s en/of snelheid en richting
HerkenbaarheidHerkenbaarheid van de vormgeving van de weg en van de vormgeving van de weg en voorspelbaarheid van wegverloop en van gedrag van voorspelbaarheid van wegverloop en van gedrag van weggebruikersweggebruikers
Duurzaam Veilig-principeFunctionaliteit van wegen
Homogeniteit van massa’s en/of snelheid en richting
Herkenbaarheid van de vormgeving van de weg en voorspelbaarheid van wegverloop en van gedrag van weggebruikers
StatusonderkenningStatusonderkenning door de verkeersdeelnemer door de verkeersdeelnemer
Vergevingsgezindheid van de omgeving en van weggebruikers onderling
Duurzaam Veilig-principeFunctionaliteit van wegen
Homogeniteit van massa’s en/of snelheid en richting
Herkenbaarheid van de vormgeving van de weg en voorspelbaarheid van wegverloop en van gedrag van weggebruikers
Statusonderkenning door de verkeersdeelnemer
VergevingsgezindheidVergevingsgezindheid van de omgeving en van van de omgeving en van weggebruikers onderlingweggebruikers onderling
Duurzaam Veilig-principeFunctionaliteit van wegen
Homogeniteit van massa’s en/of snelheid en richting
Herkenbaarheid van de vormgeving van de weg en voorspelbaarheid van wegverloop en van gedrag van weggebruikers
Statusonderkenning door de verkeersdeelnemer
Vergevingsgezindheid van de omgeving en van weggebruikers onderling
27
5 principes Duurzaam Veilig
Duurzaam-Veilig principe Beschrijving
Functionaliteit van wegen Monofunctionaliteit van wegen, stroomwegen, gebiedsontsluitingswegen, erftoegangswegen, in een hiërarchisch opgebouwd wegennet
Homogeniteit van massa’s en/of snelheid en richting
Gelijkwaardigheid in snelheid, richting en massa bij matige en hoge snelheden
Herkenbaarheid van de vormgeving van de weg en voorspelbaarheid van wegverloop en van gedrag van weggebruikers
Omgeving en gedrag van andere weggebruikers die de verwachtingen van weggebruikers ondersteunen via consistentie en continuïteit van wegontwerp
Vergevingsgezindheid van de omgeving en van de weggebruikers onderling
Letselbeperking door een vergevingsgezinde omgeving en anticipatie van weggebruikers op gedrag van anderen
Statusonderkenning door de verkeersdeelnemer Vermogen om taakbekwaamheid te kunnen inschatten
28
FUNCTIONALITEIT
• Functionele indeling van wegen:
• DV: monofunctionaliteit van wegen
• Hiërarchisch opgebouwd wegennet
Stromen Toegang bieden
29
Functionele wegcategorieën
• Stroomwegen (SW)– Verkeer moet kunnen stromen
• Erftoegangswegen (ETW)– Toegang bieden tot bestemmingen
• Gebiedsontsluitingswegen (GOW)– Verbinding leggen tussen SW en ETW
30
HOMOGENITEIT
• Ernstige ongevallen: Grote snelheids- en/of massaverschillen Enkelvoudig ongeval tegen obstakel Kruispuntongevallen Auto – voetganger
31
Auto-voetgangerbotsingen
32
HOMOGENITEIT
• Ernstige ongevallen: Grote snelheids- en/of massaverschillen Enkelvoudig ongeval tegen obstakel Kruispuntongevallen Auto – voetganger
• Daarom: Vermijden van conflicten
• Aparte infrastructuur voor voertuigen metverschillende massa en snelheid
• Fysieke rijbaanscheiding tussen tegemoet-komend verkeer met grote snelheid
Waar conflicten vóórkomen: reductie van snelheid
• Snelheidslimiet omlaag
• Snelheidsreducerende maatregelen op kruisingen (b.v. rotonde)
33
• Voorkómen van fouten door: Situaties herkenbaar te maken Wegverloop voorspelbaar te maken
• Gevolg: Rijtaak meer op routine minder fouten Gedrag anderen beter voorspelbaar
HERKENBAARHEID
Basis van fouten indeling van taakuitvoering
Niveau van taakuitvoering
Beredeneerd gedrag
Regelgestuurd gedrag
Automatisch gedrag
Type fout
Beredeneerde vergissingen
Regelgestuurde vergissingen
Uitglijders en vergeetachtigheden
34
Onveilige handelingen
Taakuitvoering Beredeneerd gedrag (knowledge-based) Regelgestuurd gedrag (rule-based) Automatisch gedrag (skill-based)
Maak taakuitvoering zo routinematig mogelijk
Bewuste overtredingen
35
STATUSONDERKENNING
• Mens als maat, maar: verschillen tussen mensen in taakbekwaamheid Beginners, ouderen Slaap, alcohol, stress
36
Taakbekwaamheidsmodel
Taakeisen (T)
Competenties (C)
Taakbekwaamheid (B)
B ≥ T controle
B < T gevaar
37
STATUSONDERKENNING
• Daarom: Generieke maatregelen iedereen Specifieke maatregelen aanvulling lagere taakbekwaamheid
Taakeisen (T)
Competenties (C)
Taakbekwaamheid (B)
B ≥ T controle
B < T gevaar
Gericht op statusonderkenning
38
VERGEVINGSGEZINDHEID
• Sociale uitwerking: Voorkómen van ongevallen Anticipatie op gedrag van minder vaardige medeweggebruikers
• Fysieke uitwerking: Voorkómen van ernstige afloop van ongevallen Vergevingsgezinde omgeving
39
Van theorie naar visie
Reduceren van latente fouten in het verkeerssysteem Niveaus van taakuitvoering en het voorkómen van onveilige
handelingen Van aandachtvragende tot automatische taakuitvoering Van kleine uitglijders tot gevaarlijke vergissingen Zo routinematig mogelijke taakuitvoering Bewuste overtredingen en de rol van motivatie De aanpak van ongewenst gedrag
De mens met zijn capaciteiten en beperkingen in interactie met zijn omgeving
Een duurzaam veilig verkeerssysteem voor iedereen Fysieke kwetsbaarheid en eisen aan conflictsituaties
Strategische vervoerskeuzen door weggebruikers Verkeerskundige taxonomie van functionaliteit
40
Voorkomen van latente fouten
Het verkeerssysteem Ontwerp van het systeem Kwaliteitscontrole bij realisatie componenten Aanwezigheid defensiemechanismen
(vergevingsgezindheid infrastructuur)
Psychologische voorlopers van onveilige handelingen
41
Tot slot
• Integrale aanpak: niet vanuit afzonderlijke maatregelen werken maar vanuit principes Want: effectiever en efficiënter
42
Door met Duurzaam Veilig
Presentatie Chris Schoon over:
Vergevingsgezindheid
43
Het nieuwe principe: vergevingsgezindheid
Bermen Semi-verharde berm
Obstakelvrije zone
AfschermenGeleiderail voor bomen?Nieuwe typen
44
Nieuwe typen afschermingsvoorzieningen
Cable barrier WICON
45
Voertuigeisen als input voor eisen infrastructuur
Duurzaam Veilig-principe: homogeniteit
Gelijkwaardigheid in snelheid, richting en massa
Type botstest Botssnelheid (km/uur)Wettelijke eis EuroNCAP
Frontaal 50 64Flank (auto) 50 50Flank (paal) - 28Achter - -Voetganger 40 40
46
Wat betekent dit voor het wegontwerp?
Waar snelverkeer mengt met fietsers/voetgangers:max. 30 km/uur
Waar personenauto’s elkaar kruisen:
max. 50 km/uur Waar een kans is op frontale aanrijdingen:
max. 70 km/uur Waar obstakels langs de weg zijn:
afstand tot rijbaan
47
Maximum snelheidseisen
Wegtypen in combinatie met toegestane verkeersdeelnemers
Veilige snelheid (km/uur)
Wegen met mogelijke conflicten tussen auto’s en onbeschermde verkeersdeelnemers
30
Kruisingen met mogelijke dwarsconflicten tussen auto’s 50
Wegen met mogelijke frontale conflicten tussen auto’s 70
Wegen waarbij frontale of zijdelingse conflicten met andere verkeersdeelnemers onmogelijk zijn
≥ 100
48
Voertuigveiligheid: homogeniteit
Positieve ontwikkelingen Elektronische stabiliteitscontrole (ESC) Toename gordelgebruik; airbags Eisen voor voetganger-vriendelijk autofront (2005); in de
toekomst hopelijk ook specifiek voor fietsers
Nog weinig homogeniteit voertuigen onderling (incompatibiliteit) Mix vracht- en personenauto’s Toename massa personenauto’s Afwijkende bumperhoogte SUV’s en pick-ups
49
Goederenvervoer: homogeniteit
Twee gekwalificeerde wegennetten voor goederenvervoer: Voor zwaar transport Licht transport
Hierop afstemmen: Voertuigen Opleidingen
50
Gemotoriseerde tweewielers: géén homogeniteit
Moeilijk inpasbaar in Duurzaam Veilig Bij hoge snelheid hoge kwetsbaarheid
Verbeteren van risicobewustzijn en risicoperceptie Gevarentoets voor gemotoriseerde tweewielers Getrapt rijbewijs gewenst (leertraject in fasen)
51
Intelligente Transportsystemen (ITS)- Uitgangspunten
ITS verdient een prominente plaats in de Duurzaam Veilig-visie
Vier ITS-niveaus:
1. Informeren
2. Waarschuwen
3. Interveniëren
4. Volledige automatisering van de verkeerstaak
52
Intelligente Transportsystemen (ITS)- Veiligheidstoepassingen
Navigatieapparatuur: ook veiligste route
Informeren en waarschuwen (en ingrijpen) Lokale snelheidslimiet (ISA) Afstand tot voorligger (ACC) Lane keeping (LDWA)
53
Intelligente Transportsystemen (ITS)- Effecten en bijeffecten
Op de langere termijn slachtofferbesparing van 40% (OECD, 2003)
ITS alleen veel potentie wanneer: Goede uitontwikkeling van de systemen Voldoende acceptatie
Kans op schadelijke bijeffecten: Als gedragsadaptatie plaatsvindt Als te veel informatie op verkeerde momenten wordt
aangeboden
54
Samenvattend
Infrastructuur Positieve resultaten geboekt Nog niet alle problemen opgelost Wel kwaliteitszorg: onderzoek, experimenten
Voertuigen Voertuigeisen belangrijk voor homogeniteitsprincipe
Intelligente Transportsystemen (ITS) Inzetten op informerende en waarschuwende varianten Vooralsnog doorgaan met ‘traditionele’ maatregelen