F- Afbeelding en schaduw vanhemelse dingen (+S) 7G - w#ÊEa #*s%**ee=Éfu# xa, r is geen kostetijker bewijs van Gods tegenwoordig- heid, van Zijn trouw enzorg, dan dewolk der heer- tijkheid (Exodus t6:to). God woont in eenontoe- ganketijk ticht (r Timoteijs 6:16); rondom Hem zijn echter wotken en donkerheid (Psatm 97:z), wanï niemand im- mers zou Ziin aangezicht kunnen zienen leven (Exodus 3ï2o). Toen de Tabernakel gezatfd engeheitigd was, rustte dewolk- kolom op deTabernakel envervulde de heertijkheid des He- ren (Exodus 4o:34) niet alteen het Heitige der Heiligen, doch degehele Tabernakel inwendig, maar de uitwendige bedek- king vandie heertijkheid, de wolk, was zichtbaar voor het hele volk. Dag ennacht moesten deogen van het volk opdeze wolk ge- vestigd zijn, om teweten ofzemoesten optrekken of rusten. =..:a=-,-={:7-tt.-=ê:a*{:í=".;27;1-!'.,/;1í-1i;4 Eerst wasde wolkkolom er atswegwijzer (Exodus t3:zt), terwij[ 's nachts bovendien het vuur diende om deweg te vertichten enwitde dieren op een afstand te houden. Het waseenwolkkolom, eenzuiI die de heme[ en de aarde scheen teverbinden, zoals deladdervan Jakob waarop de engelen afdaatden enopklommen; iets als van het nieuwe ,|eruzatem, dat van de heme[ zal neerdalen. Het was nietalleen eenkolom, eenzuil, maar ook een wolk. Als wolk spreidd e zezich uit over hetgehele leger- kamp van de lsraëtieten om hen te beschutten tegen felle woestijnhitte alsook tegen regenvtoed (r Korintiërs ro:r; Psatm ro5:39). Van de wotk hing af wat hetvotk deed en hetwasover- levingsdrang dat hetvolk drong de wolkkolom te votgen en binnen haar bereik te btijven. De wotk was tevens be- veiliging tegen de vijand, ze hadimmers de eigenschap het votk te vertichten en de Egyptenaren in hetduister te zette n. 1* *.:;:e g:z*+t::z Toch wilde de Here God meer zijn voor hetvolk daneen Gids enBeschutting. Hijwitde niet alteen voor het uitgaan, maar Zijnbevel [uidde: 'zij moeten voor Mij een Heiligdom moken, zodat lk in hunmidden kanwonen'(Exodus z5:8, HSV). Dus niet alleen voor, achter of boven hen, ook in het midden vanhen. Daartoe moest er echter een plaats zijn waarop Gods heertijkheid kon rusten; en die plaats be- vond zich boven het Verzoendeksel, tussen de Cherubim (Exodus z5:zz). Daar sprak God metMozes als meteen vriend. Zodra de wotk werd opgeheven, wasdit hetsein voor dezonen van Aàron dat zijvrij tot deArk konden na- oeren envervoeren. De heertijkheid vandetegenwoordigheid van God tussen deCherubim was zogroot, dat Aàron opdeGrote Verzoen- dagin het heitigdom mocht gaan, bedekt meteen wolk vanreukwerk, opdat hij niet sterven zou(Leviticus t6:g). i-+ ; iz=,:2 z,= *'i. + :: ;.: = :: Wijhebben de Here Jezus tot Leidsman (Hebreeën rz:z). Hij heeft ons doorZijn dierbaar btoed verlostvan het gees- tetijk Egypte enleidt ons naar het Kanaán van het ticht. Het kruis maakt scheiding (Galaten 6:r4). Het kruis isvoor ons het richtsnoer; het vergezelt ons opdewoestijnreis. 0p de gekruisigde Jezus is ons oog gericht, Hij is het middelpunt van al onze bewegingen. Zonder Hem kunnen we niets doen, maar met Hem vermogen weattes (Johannes 8:rz). Toch zijn weons bewust dat van devaderen, hoewel atlen onder dewolk, ertoch zijn afgevatten. Hoevelen komen er onder de prediking vanhetkruis? Daarom, zoals de Hei- ligeGeest ons [eert: 'Heden indien u Zijnstem hoort, ver- hard dan uw hart niet,zoals bij de verbittering, op de dag van de verzoeking in de woestijn'(Hebreeën 3:Z). Velen in lsraël waren in de nevel vande wotk gedoopt (r Korintiërs ro:z), maar devochtigheid ging niet verder dan hunkteren. De tegenwoordigheid vanHem diein dewotk was, drong niet tot hendoor. Wat lsraël is overkomen is ons toteen voorbeeld (r Korintiërs ro:6). God breidde eenwolkuit, omZijnscharen Bij dagte hoeden voor gevaren Hiigaf hun,door Zijnhoog bestuur, Des nachtten licht een wondervuur. Psalm ro5:zr (Overgenomen en bewerkt uit: 'De Geestelijke beteke- nis van den Tabernakel'von loh. de Heer, doords. Henk Schouten) HetZoeklicht fr z7