Top Banner
Inhoud De Soefi-gedachte is een gezamenlijke uitgave van Soefi Beweging Nederland en Vereniging Soefi-Contact en heeft tot doel het verspreiden van het gedachtengoed van Hazrat Inayat Khan. D E S OEFI- gedachte september 2009 3 Ten geleide - Axioma's 5 Hemel en aarde ontmoeten elkaar Gawery Voûte 8 Mozes Hazrat Inayat Khan 9 Torah, door God gegeven, door Mozes geschreven Monna Maas Benima 13 Joodse gebeden 14 Het goede en rechtvaardige leven Tamarah Benima 19 Interview met Sikander van der Vliet Zubin van den Besselaar en Martin van der Graaff 23 Hoe verkrijgen we innerlijke zekerheid Sikander van der Vliet 28 In memoriam Murshida Virya Best Ameen Carp 29 Soefi en kunst: Kamila van Tricht-Keesing Ameen Carp 31 Geen voorschriften, wel richtlijnen uit vragen aan Inayat, Elisabeth Keesing 32 Over boeken en beelden 36 Gebeurtenissen 41 Informatie over de Soefi Beweging 44 Informatie over Soefi Contact 1
44

Soefi-gedachte 7. september 2009

Mar 24, 2016

Download

Documents

32 Over boeken en beelden 36 Gebeurtenissen 41 Informatie over de Soefi Beweging 44 Informatie over Soefi Contact 23 Hoe verkrijgen we innerlijke zekerheid Sikander van der Vliet 28 In memoriam Murshida Virya Best Ameen Carp 29 Soefi en kunst: Kamila van Tricht-Keesing Ameen Carp 31 Geen voorschriften, wel richtlijnen uit vragen aan Inayat, september 2009 en Martin van der Graaff Elisabeth Keesing 1
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: Soefi-gedachte 7. september 2009

Inhoud

De Soefi-gedachte is een gezamenlijke uitgave van Soefi Beweging Nederland en Vereniging Soefi-Contact en heeft tot doel het verspreiden van het gedachtengoed van Hazrat Inayat Khan.

DE SOEFI-gedachte

september 2009

3 Ten geleide - Axioma's

5 Hemel en aarde ontmoeten elkaar Gawery Voûte

8 Mozes Hazrat Inayat Khan

9 Torah, door God gegeven, door Mozes geschreven Monna Maas Benima

13 Joodse gebeden

14 Het goede en rechtvaardige leven Tamarah Benima

19 Interview met Sikander van der Vliet Zubin van den Besselaar en Martin van der Graaff

23 Hoe verkrijgen we innerlijke zekerheid Sikander van der Vliet

28 In memoriam Murshida Virya Best Ameen Carp

29 Soefi en kunst: Kamila van Tricht-Keesing Ameen Carp

31 Geen voorschriften, wel richtlijnen uit vragen aan Inayat, Elisabeth Keesing

32 Over boeken en beelden

36 Gebeurtenissen

41 Informatie over de Soefi Beweging

44 Informatie over Soefi Contact

1

Page 2: Soefi-gedachte 7. september 2009

COLOFONde Soefi-gedachte 63e jaargang nummer 3september 2009

Verschijnt 4 x per jaar(maart, juni, september en december)

Adresveranderingen sturen aan de uitgever, Anna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haag met uitzondering van leden Soefi-Contact, die mutaties sturen naar secretariaat S-C.De redactie stelt alles in het werk om reproductierechten te regelen. Voorzover dit niet cor-rect is gebeurd, kunnen rechthebbenden contact opnemen met de uitgever.

© Soefi Beweging Nederland. Overname van agendapunten vrij.De inhoud van de artikelen is voor verantwoording van de auteurs en afgezien van plaatsing in dit tijdschrift en op daaraan gerelateerde websites, berust het copyright bij de auteurs.

Uitgever:Stichting Soefi Beweging NederlandAnna Paulownastraat 78,2518 BJ Den Haagtel: 070 346 15 94 fax: 070 361 48 [email protected] www.soefi.nlwww.soefi-contact.nl

Abonnementen:jaarabonnement, incl. porto: € 16,00 abonnement buitenland: € 20,- per jaarlos nummer: € 5,00. Aan te vragenvia postgiro 555777 tnv Stichting Soefi Beweging Neder land te Den Haag ovvpenningmeester CM. van Beek Drukker:NKB, Bleiswijk

.

Redactie: dhr. L.W. Carp, voorzittermw. J.I.E. Bakkermw. M.A.J. van den Besselaardhr. J.J. Dekker, eindredacteurdhr. E.H.K.Logtmeijerdhr. T. Maas, hoofdredacteurdhr. J.P.H.Smits, secretaris Redactie-adres:dhr. Amir Smits, Warmondstraat 177 hs, 1058 KX [email protected]

Redactiemedewerkers:dhr. Noud Welten (opmaak)

Illustraties:blz 5 en 6: foto's van aarde en zon af-komstig uit de beeldbank van de NASAblz 8 en 14: gravures Gustave Doréblz 18: foto Torsten Kjellstrand, The Oregonianblz 24: Alif, calligrafie van de Britse kun-stenaar Teaksterblz 29: omslag naar ontwerp van Charlotte Mutsaers van het boeken-weekgeschenk in 1960, 'De Zalenman'

Aanwijzingen voor auteurs:Bijdragen zijn welkom, mits niet langer dan ca. 2000 woorden en aangeleverd in Microsoft Word met eventuele voetno-ten als eindnoten. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen niet op te nemen of in te korten, en op de eigen websites te plaatsen. Kopij sturen naar het redactie-adres. Uiterste inleverdata voor het volgende nummer: 3 maanden tevoren (1 januari, 1 april, 1 juli, 1 okto-ber) of in over leg met de redactie.

2

Page 3: Soefi-gedachte 7. september 2009

Ten Geleide – Axioma’sHet opvallendste woord in deze Soefi-gedachte is, wat mij betreft, ‘axioma’.In dit nummer staat de joodse religie centraal en die is gebaseerd op axioma’s, schrijft Tamarah Benima. De meest milde definitie van axioma is “aanname”; “stel-ling” klinkt ook nog menselijk. Maar er zijn ook straffere omschrijvingen te vinden zoals “onomstotelijke, geen bewijs vorderende waarheid, ontleend aan de ervaring”. IJveraars voor het Universeel Soefisme beginnen wat ongemakkelijk op hun stoel te schuiven bij zo’n woord van graniet waaraan je niets af of toe kunt doen. Als iets op de spits wordt gedreven haasten soefi’s zich om te benadrukken dat er geen dogma’s zijn. Wij zijn immers van de ‘geestelijke vrijheid’?

In de joodse traditie lijkt het of alles, zodra het maar even kan, op de spits wordt ge-dreven. Met makkelijke antwoorden neemt men niet zomaar genoegen. Zo maakte ik mee hoe een rabbijn korte metten maakte met een omfloerste discussie vol goede bedoelingen (maar met zuinige mondjes) over de mitsen en maren van lief-dadigheid. De rabbijn ging daar dwars doorheen: het was eenvoudigweg een plicht om eentiende te geven, dus moest je dat doen en daarmee basta! En zo zijn er 613 ge- en verboden die er eenvoudigweg zijn, of je ze nu leuk vindt of niet, zo kunnen we bij Tamarah Benima lezen. Fascinerend vind ik dat, zo’n monumentale traditie waar je nog geen schilfertje af kunt krabben. Prima oefening, lijkt mij, om het ego klein te krijgen.

Bij zo’n levensbesschouwing zou je verwachten dat iedereen er zuchtend bijloopt, gebukt onder die last van voorschriften. De enkele keren dat ik een synagoge be-zocht was het daarom des te opvallender hoe gemoedelijk en opgewekt het eraan toe ging. Ook was onmiddellijk duidelijk dat we hier geconfronteerd werden met een traditie van eeuwen. Bijna tastbaar was de kracht ervan. Daar was geen vroom-heid voor nodig. Terstond begreep ik beter hoe deze religie alle ellende heeft weten te overleven. Dankzij de axioma’s. En ja, die kracht van ‘wetten’ kan je duizelingwek-kend maken van dankbaarheid en vreugde.

Ware vrijheid luistert naar wetten. Het begrip dharma ( = plicht, leer) dat soefi’s kennen uit het gebed salat krijgt in dit licht een onvermoede scherpte. We kunnen het niet serieus genoeg nemen – als dharma in verval is, staat ons hele bestaan op het spel. Daarom kan het nuttig zijn overtuigingen op de spits te drijven, scherp te stellen, er diep in door te dringen met chirurgische precisie. Niet om de leer te ontleden maar het ego.

Kariem Maas

3

Page 4: Soefi-gedachte 7. september 2009
Page 5: Soefi-gedachte 7. september 2009

Hemel en aarde ontmoeten elkaarGawery Voûte1

Hemel en aarde ontmoeten elkaar in de mens, die innerlijk en uiterlijk in evenwicht brengt. De mens brengt zijn leven door in twee gebieden, enerzijds zijn bestel van activiteit binnen zijn woon- en werkgebied bepaald door zijn dagelijkse denken, voelen en handelen; ander-zijds zijn innerlijk leven, dat zich afspeelt binnen zijn geest en in hoofdzaak bepaald wordt door zijn al of niet bezinnend denken, voelen en handelen, alsook in zijn stil zijn. Waar de dag bij uitstek tot uiterlijke actie geëigend is, daar leent de nacht zich speciaal tot rust en bezinning. En bijgevolg leeft de mens overdag in een actief ritme en ‘s nachts in een passief ritme, en deze, die onderling te-gengesteld zijn, vullen elkaar toch ook weer aan. Dit voltrekt zich in het groot in de we-reld, maar ook in het klein in elk individu. In onze eeuw van persoonlijke ontwikke-ling, maar ook van werken in groot groeps-verband, wordt het accent zo op bereiking door actie gelegd dat de waarde van rust en passiviteit op de achtergrond gedron-gen wordt, waardoor het levensritme zeer duidelijk naar de ene actieve richting door-slaat. Dit werkt deséquilibrerend, zowel in de wereld als in het persoonlijke leven. De vraag is in de allereerste plaats hoe wij dit probleem in ons persoonlijk leven op verantwoorde wijze kunnen tegemoet treden. Het spreekt vanzelf dat iedereen dit voor zichzelf moet uitmaken, maar wie de ernst van deze vraag beseft, zal trachten zich eerst klaarheid te verschaffen omtrent zijn gesteldheid als mens. Zo lang hij niet weet wie hij als mens is, ontbreekt hem een vast uitgangspunt voor zijn overdenking. In wezen is de mens zichzelf een raadsel. Eigenlijk is dat het gevolg van het immer bewegende leven, dat hem telkens weer voor nieuwe puzzels stelt. Totdat het hem gaat sche-meren dat al het bewegende verstilt, zoals iedere dag bij het aanbreken van de nacht. Dit verschijnsel houdt de natuur hem bij voortduring voor; ons zonnestelsel is hierop gebaseerd.

Mens en natuur zijn van de zon als middelpunt afhankelijk. Alles circuleert om de zon in een ononderbroken op- en neergaande rondgang en is met de zon als vast punt verbonden. De mens, als bewust wezen, volbrengt zijn leven uiterlijk circulerend om de zon, maar zijn geest cirkelt om het spirituele middelpunt, dat wij God noemen. Inayat Khan zegt dit in de eerste uitspraak van de Gayan, aldus: “Wanneer een glimp van Ons beeld wordt opgevangen in de mens, wanneer hemel en aarde te vinden zijn in de mens, wat is er dan in de wereld dat niet in de mens is? Wanneer men maar diep in hem doordringt, is er zó veel in de mens”.

De zin van deze visie is dat alles, innerlijk en uiterlijk, in de mens om het Goddelijk mid-delpunt cirkelt. Het is die Goddelijke vonk die als glimp van ons beeld, zowel in heilige als

5

Page 6: Soefi-gedachte 7. september 2009

6

in zondaar, aanwezig is en zich in iedereen kenbaar maakt door de geaardheid van het lichaam, het denkvermogen en het hart, die haar als drievoudig instrument omhullen. Met behulp van deze drievoudige belichaming, die elk mens tot een bepaald individu stempelt, doet elke ziel haar eigen ervaring op in haar leven als mens. En zo staat ieder mens op zijn wijze bloot aan invloeden van omlaag en van omhoog, uiterlijk en innerlijk. In hoeverre hij zich hieraan blindelings overgeeft, of zijn leven bewust tracht te besturen, hangt af van de mate waarin zijn zielsvermogen is ontwaakt.

In de Heilige Schriften van de wereldgodsdiensten zijn talloze voorbeelden die dit illustre-ren. Heel treffend is het verhaal van de verloren zoon uit het Nieuwe Testament. Het was de zoon die het Vaderhuis verliet en zich stortte in het uiterlijke leven en op het ogenblik waarop hij dreigde ten onder te gaan, zich eensklaps het Vaderhuis herinnerde. Hij keerde terug tot zijn Vader, die hem niet alleen zijn mis-stappen vergaf, maar die ook een feest-maal liet aanrichten, want, zo vinden wij bij Lucas 15:24: “deze mijn zoon was dood en is weder levend geworden en hij was verloren en is gevonden”. Hoe typerend dat zelfs het struikelen op aarde kan leiden tot het ogenblik van be-wust-wording als de menselijke ziel door de duisternis tot het Goddelijk Licht ontwaakt. De eeuwenlange opvatting die zonde en vergiffenis ziet als uitvloeisel van de erfzonde, die slechts door de doop en de biecht kan worden opgeheven, acht Inayat Khan te kort doen aan Gods liefde. Hij gaat uit van de betrekkelijkheid van het kwaad en beschouwt het als een noodzakelijke schaduwwerking die verdwijnt voor het licht van de zon. De mens die zichzelf permanent in de schaduw ziet staan, geeft het kwaad een te grote plaats in zijn leven. Het verhindert hem niet alleen in het licht te treden, het houdt hem gevangen bin-nen de enge beperkingen van zijn denken of voelen. Kortom, hij staat in zijn eigen licht.

De soefi-levensbeschouwing opent aan indi-vidu en gemeenschap een visie op de mens die in staat is met zijn voeten de aarde te betreden en met zijn hoofd in de hemel te zijn, terwijl zijn hart de levende verbinding is tussen hemel en aarde. Dit mensbeeld be-antwoordt de door ons gestelde vraag hoe wij uiterlijk en innerlijk leven met elkaar in evenwicht kunnen brengen. Het is een een-voudig beeld, want het is iedereen duidelijk dat de voeten hier het symbool zijn van ons uiterlijk leven, dat het hoofd het innerlijk leven verbeeldt en dat het hart de grote re-gulator tussen uiterlijk en innerlijk leven is. Naar om dit beeld in ons leven te verwerke-lijken zal één leven niet toereikend zijn. De

aarde is nu eenmaal de plaats waar wij op weg gaan naar het gestelde doel, dat telkens zal blijken, zoals de horizon, verder weg te wijken. De ervaring leert echter dat er on-derweg mijlpalen zijn. Het zijn de ogenblikken waarop wij een punt in ons leven bereiken dat uitzicht biedt, een mo-ment waarop hemel en aarde elkaar even ontmoeten om ons een dieper inzicht en een wijdere blik te doen vinden. Wij beleven het als ogenblikken van

Page 7: Soefi-gedachte 7. september 2009

7

verstilling, soms alsof wij de adem inhouden, verzonken als wij raken in een toestand van “Zijn”, waarin ons beperkte zelf schijnt te verdwijnen in een “Eeuwig Nu”. Soms overkomt ons zo’n ogenblik van verstilling in de natuur, staande op een heuveltop, of op een duin aan zee, of wel er klinkt verheven muziek, die ons aan onszelf ontrukt. Een ander maal is het een meditatie of gebed, die ons doet opgaan tot de Ene, de Volmaaktheid van Liefde, Harmonie en Schoonheid. Steeds zijn het momenten waarin onze ziel communiceert met haar Oorsprong, als lichaam en denken niet in actie zijn. Elke communicatie op innerlijk gebied beantwoordt op persoonlijke wijze aan een zeker verlangen naar licht, naar hoger leven, en naar verruiming van onze menselijke visie.

Indien de mens zwijgt en God moge spreken, is hij daarna beter in staat aan zijn verplich-tingen te voldoen. Als, om in het soefi-beeld te blijven, zijn hoofd zich in de hemel heeft bevonden, ontvangt zijn hart de inspiratieve impuls van omhoog om, weer wandelend op aarde, te trachten deze impuls in zijn handelen door te geven. Alleen het liefdegevoel stelt het hart hiertoe in staat. Is niet de liefde de Goddelijke communicatie van mens tot mens? Liefde die niet eist, niet oordeelt, maar wel begrijpt, en soms verder reikt om één te zijn met de geliefde. Inayat Khan, als Boodschapper, roept ons op ons dit ideaalbeeld van de mens voor ogen te stellen, en op weg te gaan naar een wereldbeeld dat hem voor ogen zweefde. Hij verwoordde dit eens als volgt: “De ziel van de ganse schepping is één. Meditatie hierover en dit in praktijk brengen zal de mensheid voorthelpen”.

Zijn kosmische visie wekt in ons het besef dat de mens, die innerlijk en uiterlijk leven in evenwicht brengt, geleidelijk evolueert in steeds verdere afstemming van aarde en hemel op elkaar. Dan zullen zelfs zijn beperkingen samen klinken. Zij zullen samenklinken als een bijdrage in de Goddelijke symfonie die Inayat Khan ons verklaart in zijn bundel de Vadan. Daar spreekt hij als een ziener die het leven in een hoger verband beschouwt in de volgende uitspraak: “Wanneer gij op deze aarde staat en het leven beschouwt, ziet gij overal onrecht en chaos, maar wanneer gij boven deze aarde uitstijgt en dan het leven beschouwt, ziet gij dat alles rechtvaardig en volmaakt is en alles op de rechte plaats blijkt te zijn”.

1 Samen met haar zuster Monahary was vrijwel het gehele leven van Gawery Voûte gewijd aan het soefisme en de boodschap van Hazrat Inayat Khan. Deze tekst is ontleend aan een toespraak die zij hield op de voorjaarsconferentie in Hilversum op 26 mei 1990. Vanaf de jaren zeventig in de vorige eeuw gaf Gawery Voute met enkele andere moerieds de boodschap vorm in de Vereniging Soefi-Contact. De voorjaarsconferentie die elk jaar in mei werd gehouden op de Hoorneboeg, in de bossen bij Hilversum, was een hoogtepunt van het jaar voor de meeste moerieds. Op deze conferenties raakte zij vele mensen diep met haar zeer geïnspi-reerde toespraken en haar bijzondere uitstraling.

Page 8: Soefi-gedachte 7. september 2009

MozesHazrat Inayat Khan

Mozes, de meest schitterende profeet van het Oude Testament, gaf aan de wereld de goddelijke wet, de tien gebo-den, die eigenlijk de uitleg was van de goddelijke wet zoals hij die zag, uitge-drukt in de woorden van hen die hem voor ogen stonden in die tijd van de we-reldbeschaving. Het is belangwekkend om te letten op het soefi-gezegde dat uit oude tijden komt en dat zegt: ‘Wees de volgeling van de liefde en vergeet alle verschillen’; want op dit pad van gees-telijke bereiking is het zonder betekenis om te beweren ‘Ik ben die en die’. Mozes werd gevonden aan de oever van de rivier door een prinses, die niet wist uit wat voor familie hij kwam, of wie zijn vader en moeder waren. Alleen de naam van God kwam in de gedachten van iedere denkende onderzoeker wan-neer het ging om de vader en de moe-der van Mozes. Wanneer de mensen de leringen van verschillende godsdiensten vergelijken en te snel daarover hun me-

ning vormen, maken zij dikwijls vergissingen; het is te vroeg om zulke verschillen te maken. Er komt een stadium in de ontwikkeling van een verlichte ziel wanneer zij de wet gaat zien die verborgen is achter de natuur, de ware psychologie. Voor haar onthult het hele leven de geheimen van zijn natuur en aard en wanneer zij een uitleg geeft van deze geheimen aan anderen, dan worden zij beperkt, want zij krijgen de kleur van haar eigen persoonlijkheid en de vorm van de gedachten van hen aan wie de Boodschap wordt gegeven. De geschiedenis van Mozes zoals die wordt verteld door de soefi’s, is zeer belang-wekkend en helpt de reiziger op het pad. Mozes is de meest geliefde figuur geweest van de dichters van Arabië en Perzië, en in de gedichten van de Perzische soefi’s wordt Mozes even vaak genoemd als Krishna wordt genoemd in de dichtkunst van de hindoes.

Mozes liep door de woestijn op zoek naar het licht, toen hij van een afstand rook zag opstijgen uit de top van een berg. Dus klom hij naar de top van de berg om dat vuur te vinden. Maar toen hij bij de top van de berg kwam, zag hij slechts even de bliksem die zo krachtig was dat die door zijn hele wezen heenging. Mozes viel bewusteloos op de grond en toen hij weer bijkwam, merkte hij dat hij

8

Page 9: Soefi-gedachte 7. september 2009

9

verlicht was. Vanaf die tijd was de berg Sinaï de plaats waarheen hij dikwijls ging om met God te verkeren.

Het verhaal is heel verhelderend wanneer men kan bedenken dat het mogelijk is dat alle verlichting waarnaar men verlangt in een ogenblik tot een ziel kan komen. Velen denken dat geestelijke bereiking kan worden verkregen door grote inspan-ning. Nee, inspanning is nodig voor stoffelijke bereiking; wat men nodig heeft voor geestelijke bereiking is de zoekende ziel zoals die van Mozes. Dat Mozes op de grond viel kan worden uitgelegd als het kruis, wat betekent: ‘Ik ben niet; Gij zijt’. Om werkelijk te zijn moet men door een stadium gaan van niet te zijn. In soefi-termen wordt dat fana genoemd, wanneer men denkt ‘Ik ben niet’ (wat ik altijd had gedacht dat ik zelf was). Dit is de ware zelfverloochening, die de hindoes layam noemen en die in het boeddhisme ‘vernietiging’ wordt genoemd. Het is de vernietiging van het onechte zelf, die het ware zelf naar voren doet komen; wanneer dit eenmaal is gebeurd, komt de mens vanaf dat ogenblik nader en nader tot God en staat hij van aangezicht tot aangezicht voor zijn goddelijk ideaal, waar-mee hij ieder ogenblik van zijn leven contact kan hebben. De wet van God is zonder einde, zo eindeloos als God zelf; en wanneer het oog van de zoeker eenmaal door de sluier dringt die voor hem hangt en die de werkelijke wet van het leven voor zijn oog verbergt, dan openbaart het geheim van het gehele leven zich aan hem, en geluk en vrede worden zijn deel, want die zijn het geboorte-recht van iedere ziel.

Overgenomen uit ‘De eenheid van religieuze idealen van Inayat Khan’ p.145, uitgever Panta Rhei

Torah, door God gegeven, door Mozes geschreven

Tijdens de Universele Eredienst staan op het altaar zeven kaarsen. Rond de kaars in het mid-den, voor allen die het licht van de waarheid in de duisternis van menselijke onwetendheid hebben hooggehouden, symboliseren de andere zes kaarsen de grote religies. Voor de kaarsen liggen heilige boeken uit die religies, waaruit passages worden voorgelezen. Het vierde boek waaruit wordt voorgelezen vertegenwoordigt de Joodse religie.1

De Joodse religie wordt bij ons op het altaar meestal vertegenwoordigd door het Oude Testament in het Nederlands en niet door een Tanach, de Hebreeuwse tekst met een vertaling die voor joods gebruik is gemaakt. Mogelijke verschillen in de vertaling daargelaten, is de inhoud van Oude Testament en Tanach gelijk. Alleen de volgorde van de bijbelboeken is hier en daar anders. Wat voor de Christen het Oude Testament is, heet bij de Joden Tanach (met de klemtoon op de laatste lettergreep, zoals bijna altijd bij Hebreeuwse woorden). Het is een acroniem, samengesteld uit de eerste letters van de drie onderdelen van Tanach:

Torah, de vijf boeken van Mozes: Genesis/1. Beresjiet, Exodus/Sjemot, Leviticus/Waji-

Page 10: Soefi-gedachte 7. september 2009

10

kra, Numeri/Bemidbar, Deuteronomium/Dewariem Nevi’iem, Profeten, waaronder gerekend worden de boeken Jozua/2. Jehosjoea,

Richteren/Sjoftiem, 1 en 2 Samuel/Sjmoe’el, 1 en 2 Koningen/Melachiem, Jesaja/Jes-jajahoe, Jeremia/Jirmijahoe, Ezechiel/Jechezkel, en de boeken van de twaalf ‘kleine’ profeten zoals Amos, Zecharja, Micha, Jona, etc.

Ketoeviem, Geschriften, waaronder de boeken Psalmen/3. Tehilim, Spreuken/Misjlee, Job/Iov, Hooglied/Sjier haSjiriem, Roet, Klaagliederen/Echa, Prediker/Kohelet, Ester, Da-niël, Ezra, Nehemia/Nechemja, 1 en 2 Kronieken/1 en 2 Divree Hajamiem.

Tijdens de diensten in de synagoge – op maandag, donderdag en Sjabbatochtend – wordt een gedeelte van de Torah gelezen, zodat in een jaar tijd de gehele Torah wordt doorgelezen. Naast dit Torahgedeelte (parasjat hasjawoea of sidra genaamd) wordt ook een zogeheten haftara gelezen, het stuk uit een van de profetenboeken dat door de rabbijnen bij het betreffende Torahgedeelte is gekozen. De Torah wordt bewaard in de heilige arke, een muurkast tegen of in de oostelijke wand, gesloten door deuren, waarvoor weer een voorhangsel, een zwaar gordijn hangt. Het zijn geen boeken zoals men die tegenwoordig kent, maar boekrollen zoals ook de Grieken en Romeinen ze gebruikten, lange repen perkament, waarvan de beide uiteinden elk aan een stok zijn vastgemaakt en omgerold, min of meer op de wijze van een film in een fototoestel. Het perkament is beschreven in vele kolommen van ongeveer 30 cm breed. De haftara, het gedeelte uit de Profetenboeken wordt uit gewone boeken voorgelezen. Sommige van de overige geschriften (Ester bijvoorbeeld) staan wel op rollen perkament, maar zijn eenvoudiger uitgevoerd dan de Torah.

Met een ganzeveer geschrevenJoden geloven dat op de berg Sinaï de Torah door God Zelf aan Mozes werd gegeven, dat Mozes de woorden opschreef zoals God ze hem zei. Daarom is de Torah het belangrijkste en heiligste deel van de Tanach. Om-dat ook de rest van Tanach als het woord van God wordt beschouwd, mag men er bij het overschrijven geen letter aan veranderen. Zoals het er staat, zo is het en zo moet het blijven. Zelfs het kleinste tekentje mag niet vergeten of anders geschreven worden. De Torah moet namelijk met de hand geschreven worden met een ganzeveer en speciaal diep-zwart blijvende inkt, op perkament gemaakt uit de huid van een kos-jer (rein) dier. Ook de vorm moet gelijk blijven: als een woord van ouds aan het eind van de regel stond, mag er niet het eerste woord van de volgende regel achter worden geschreven. Er mag ook geen plaats voor zijn; de verdeling over de kolom van de hoekige, vierkante hebreeuwse lettertekens moet altijd volkomen vol-gens de traditie zijn. De kleinste fout, onregelmatig-heid, bijvoorbeeld een woord waarvan de inkt te bleek is uitgevallen, of een andere beschadiging van de tekst Een nieuwe Torah

Page 11: Soefi-gedachte 7. september 2009

11

maakt de rol ongeschikt voor gebruik. Als de Torahrol niet meer te repareren is, wordt hij, net als onbruikbaar geworden boeken waarin de naam van God voorkomt, niet weggegooid of verbrand, maar begraven op een joodse begraafplaats. Voordat dat gebeurt, worden ze ergens opgeborgen, min of meer zoals de Dode Zee-rollen verborgen waren. Hoewel het voor iedere Jood een verdienste is eens in zijn leven een Torah te schrijven, gebeurt dat nooit. Als men al de financiële mogelijkheden heeft om een Torahrol te laten maken, dan laat men dit werk doen door een speci-ale Torah-schrijver. Geen wonder, want de kans op het maken van een vergissing is voor een gewoon mens wel heel groot.

Als in de synagoge de tijd daar is dat uit de Torah gelezen zal worden, neemt men de rol uit de arke, waarbij iedereen opstaat, draagt hem rond en brengt hem naar de op een verhoging staande lessenaar. Door de spoelen rond te draaien, windt men het perkament er zo ver om, dat de te lezen kolom tussen de spoelen vrij komt. Na het gebruik worden de beide spoelen opgewonden tot ze tegen elkaar liggen en door een omwindsel ook tegen elkaar worden gehouden. Daarna krijgt de Torahrol weer zijn Torahmantel aan. In de oosterse traditie bestaat die niet uit stof, maar is de omhulling een uit twee scharnierende delen bestaand ronde of zeshoekige houten of zilveren etui. De toppen van de twee Torahstokken, waarop meestal rijk versierde ‘torens’ gestoken zijn met belletjes eraan, steken buiten de Torahmantel of het etui uit. Zo ‘aangekleed’ wordt de Torah-rol weer in de arke opgeborgen, als de grootste kostbaarheid, Gods eigen woord.

Ook in het dagelijkse leven blijkt het belang van de Torah. Gedeelten ervan (Deut. 6, 4-8, 13-21) begroeten de Jood elke keer als hij zijn huis in- of uitgaat, in de me-zoezah, een kokertje, dat is vastgemaakt aan de deurpost. Het zijn teksten die de Jood eraan herinneren dat hij zich aan Gods wetten moet houden en geen andere goden moet aanbidden. Dezelfde passages uit de Torah met nog Ex.13, 1-16 wor-den bij het ochtendgebed op voorhoofd en linkerarm gedragen in kubusvormige perkamenten doosjes die aan de gebedsriemen zijn bevestigd.

VertalingenHet eerste verslag van het lezen van de Torah ten overstaan van het volk, vindt men in het boek Ezra. Toen de profeet Ezra in 458 v. Chr. met gedeporteerde Joden uit de Babylonische ballingschap terugkeerde, deed hij wat hij kon om het volk meer kennis te geven van de Torah. Ezra eiste een strenge naleving ervan. Omdat in die dagen het Hebreeuws niet meer gesproken werd en de gewone voertaal het Ara-mees was, de taal die later ook de moedertaal van Jezus was, werd een vertaling van de Tanach gemaakt in het Aramees. Zo’n Aramese vertaling noemt men een targoem. Als men een stuk uit deTorah had voorgelezen, herhaalde men daarna hetzelfde stuk in het Aramees. Er kwamen meer vertalingen, zoals in de eerste helft van de derde eeuw v. Chr. de Septuaginta, een vertaling in het Grieks, die later, in de Middeleeuwen, ook veel door de Christenen werd gebruikt. In 230 A.D. bestond er zelfs een werk dat in zes kolommen naast elkaar zette: de Hebreeuwse tekst, dezelfde tekst in Griekse letters, de Septuaginta, en nog drie andere verta-lingen.

Page 12: Soefi-gedachte 7. september 2009

12

Regels blijven, interpretaties veranderenHoewel Torah eigenlijk ‘lering’ betekent en er heel veel meer dingen in staan (bij-voorbeeld de verhalen uit Genesis, historische verslagen, poëzie zoals in Hooglied, ethische uitspraken zoals in Spreuken) is de niet-Joodse benaming Wetsrol in zo-verre niet zo vreemd omdat de Torah de vele voorschriften bevat over wat een Jood moet doen en moet nalaten. Ze worden zeer precies opgevat als gegeven door God Zelf. Er wordt niet getracht een bepaald gebod te rechtvaardigen; men zegt niet ‘Ik laat dit of dat na omdat ik het niet prettig vind’, of ‘omdat het niet goed voor mij is’, maar ‘Ik laat dit of dat na omdat God het verboden heeft’.Doch sedert de tijd van Mozes zijn de levensomstandigheden zo zeer veranderd, dat het soms moeilijk is te beslissen, hoe de oude regels op de nieuwe situaties van toepassing zijn. Bijvoorbeeld, het is verboden op Sjabbat te werken. Betekent dat dat men wel of niet een electrische schakelaar kan omdraaien? Door interpretatie en het toepassen van juridische categorieën komt men tot een antwoord. De door God gegeven regels mogen niet worden veranderd of geherformuleerd, maar op interpretatie is geen verbod. Integendeel, men bestudeert de voorschriften van de Torah onophoudelijk om hun diepste kern te ontdekken en men tracht te ontdek-ken onder welk hoofd men de nieuwe omstandigheden moet plaatsen. Bij deze interpretatie van de geboden en verboden wordt niet alleen van de Torah uitgegaan, maar ook van de Misjna, een parallelle Mondelinge Leer, waarvan wordt gesteld dat zij net zo oud is als de Torah, en die pas in het jaar 200 op schrift is gesteld. De zeer uitgebreide commentaren op de Misjna zijn vervat in de Talmoed. Naast Tanach is de Talmoed het corpus aan teksten dat het Jodendom heeft vorm-gegeven. Men zou dus op het soefi-altaar net zo goed een deel Talmoed kunnen neerleggen. Of een tekst uit de zee aan (religieuze) literatuur – mytisch, juridisch, ethisch, praktisch – die het Jodendom heeft voortgebracht. Doordat aan het leren en studeren, alleen of met anderen, zo’n alles overstijgende waarde wordt gehecht in het Jodendom, blijft het corpus aan teksten zich uitbreiden, waarbij Tanach en Talmoed de onvervreemdbare kern zijn.

Rubab M.C. Monna / bewerking Kariem Maas, Tamarah Benima

1 Ongeveer twintig jaar geleden heeft de inmiddels overleden Rubab M.C. Monna verhelderende toelichtingen geschreven op de heilige boeken waaruit gelezen wordt tijdens de Universele Eredienst. Eerder zijn ze verschenen in het tijdschrift Soefi Contact. Kariem Maas heeft ze be-werkt tot een serie die de komende tijd in de Soefi-gedachte zal worden geplaatst. Met dank aan Tamarah Benima voor haar substantiële bijdrage aan deze bewerking.

Page 13: Soefi-gedachte 7. september 2009

Joodse gebeden

Delen uit het dagelijkse ochtendgebed1

Ik dank U, eeuwig levende Koning, omdat u vol mededogen en trouw mijn ziel heeft doen terugkeren in mijn lichaam. Het begin van wijsheid is ontzag voor de Eeuwige, goed inzicht vloeit daaruit voort, Zijn roem bestaat voor altijd.Mijn God, de ziel die U mij hebt gegeven is zuiver. U hebt haar geschapen, U hebt haar vorm gegeven, U hebt haar mij ingeblazen en U beschermt haar in mijn li-chaam. Eens zult U haar van mij wegnemen en haar eeuwig leven geven. Maar zo lang als mijn ziel in mijn lichaam zal zijn, dank ik U, Eeuwige, mijn God en God van mijn voorouders. Want U bent het die de schepping in stand houdt, die alle schep-selen leidt, alle zielen hoedt. Geprezen bent U, Eeuwige, die de doden doet leven.Het SjemaDit gebed zegt men dagelijks en het is de tekst in de mezoezah, het kokertje dat bij joodse huishoudens aan de deurpost is bevestigd.Hoor Jisraël, de Eeuwige is onze God, de Eeuwige is één. Geprezen zij de Naam, Zijn Koninklijke eer tot in eeuwigheid.Je zult houden van de Eeuwige je God met heel je hart en met heel je ziel en met alles wat in je vermogen ligt.Deze woorden, die Ik jou vandaag als opdracht geef, zullen op je hart zijn.Je zult ze je kinderen leren en je zult erover spreken als je thuis bent en als je on-derweg bent, totdat je slapen gaat en wanneer je opstaat. Je zult ze als een teken op je hand binden en zij zullen een sieraad zijn tussen je ogen.Je zult ze schrijven op de deurposten van je huis en op je poorten. (Deut.6:5-9)

Spanningsveld tussen spontaan bidden en voorgeschreven gebedRabbijn D.Lilienthal wijst op het spanningsveld dat altijd bestaat ten opzichte van joods gebed. In een toelichting op een Nederlandse vertaling van gebeden schrijft hij hierover2.“Wij zijn gewend aan sidoeriem en diensten die een vast patroon volgen en een vaste tekst, in de traditie kewa genoemd. Daar tegenover staat de eis van onze wijzen dat wij met kawana onze gebeden zeggen, met intentie, met woorden die spontaan uit het hart komen op het moment zelf. ‘Spreek de woorden van de kewa elke keer alsof ze nieuw waren’, werd gezegd. Rabbi Eliëzer zei: ‘Wie alleen vastgestelde woorden bidt, diens gebed is geen echte smeekbede’. (Talmoed Bavli Berachot 28b).” “Hebreeuws is zeker de taal van joods gebed, maar de traditie stelt ook duidelijk dat het toegestaan is, en volgens sommigen zelfs te prefereren, dat men het Sjema, en enkele andere belangrijke gebeden zegt in een taal die men begrijpt. Mede daarom is er ook een van de gebeden in het gebedenboek opgenomen die geschreven is in een minder moeilijk toegankelijke taal dan de traditionele tekst. En ook deze tekst kan men, naar eigen inzicht, spontaan wijzigen.”

1 De gebeden zijn geselcteerd door MarYam Mildenberg; ze komen uit de Sidoer Tov Lehodot. Uitgegeven door het Verbond van Liberaal-Religieuze Joden in Nederland, Amsterdam 2001.

2 D.Lilienthal in Levend Joods Geloof, nr. 5, 2000, in een bespreking van een vertaling van de Sidoer tov lehodot (Ochtenddienst voor de Sjabbat en weekdagen).

13

Page 14: Soefi-gedachte 7. september 2009

Het goede en rechtvaardige levendoor rabbijn Tamarah Benima

Jodendom is een van de wereldgodsdiensten die in de Universele Eredienst wordt geëerd. Tot mijn treurnis altijd als godsdienst van ‘de Wet’. Waarom treurnis? Om-dat anders dan barmhartigheid, liefde en vrede, de wet een hulpmiddel is en geen doel op zich. Het doel van het Jodendom is gerechtigheid en vrede, voor elk individu en voor de wereld. Daarbij zijn de aanwijzingen van de Eeeuwige van levensbelang. Letterlijk. Zonder geordende samenleving is er geen gerechtigheid en vrede mogelijk. Kijk naar de falende staten in Afrika en Azië. Een geordende samenleving is de voorwaarde voor een rechtvaardige samenleving, en een rechtvaardige samenleving is voorwaarde voor een vreedzame samenleving. Over al die termen: orde, rechtvaardigheid, vrede moet worden nagedacht. Daar is het Jodendom goed in: in het bestuderen, formuleren en vormgeven van sleutelbegrippen en waar-den.

Jodendom is geen geloof in strikte zin zoals Christendom een geloof is. Het bestaan van God is een axioma. Dat de Eeuwige zich heeft uitgesproken voor een volk – het joodse – en voor een levenswijze is al evenzeer een axi-oma. Op die axioma’s is het Jodendom als gebouw opgetrokken. De Tora (de Vijf boe-ken van Mozes: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium) begint met het verslag, de mythen, over het ontstaan van de mensheid, vervolgens vertelt de Tora over de geleidelijke focus van de Eeuwige op één lijn in het nageslacht van aartsvader Awra-ham, de lijn van zijn zoon Ja’akov, die na een strijd met zichzelf, zijn broer, een engel, of God zelf (de keuze is aan de lezer) de naam Israel krijgt: hij die heeft gestreden met God. En dan is er nog de focus op het land: Erets Jisrael, het Land Israel, waarvan de grenzen op verschillende plekken in Tanach (de joodse bijbel) verschillend zijn aangegeven. Soms omvat het delen van wat nu Libanon, Syrië en Jordanië is, altijd is wat nu de Westelijke Jordaanoever wordt genoemd het hart van het Beloofde Land. God, volk en land zijn een drie-eenheid. De God van Israel is de God van alle mensen, maar voor Zijn volk heeft hij een speciale taak op een speciale plek bedacht. Niet omdat de nakomelingen van Ja’akov en alle anderen die tot het joodse volk zijn toegetreden intrinsiek goed zijn, allerminst, maar louter omdat de Eeuwige deze keuze heeft gemaakt. Een keuze

Zo zag de negentiende eeuwse graveur Gustave Doré voor zich hoe Mozes, nadat hij op de berg Sinaï de wet ontvangen had, de stenen tafelen aan stukken smeet toen hij zag hoe zijn volk zich ondertussen had misdragen.

14

Page 15: Soefi-gedachte 7. september 2009

15

die door het volk, en door het joodse individu, afwisselend als zegen en als juk wordt ervaren. Aan Gods keuze, hoe eervol de taak ook is, kan men zich immers niet ont-trekken. Evenmin als aan de beloning, de straf, de bescherming, de vernietiging die met het al dan niet juist uitvoeren van de taak samenhangt.

God, volk en land zijn aan elkaar verbonden door een contract, beter bekend als ‘het Verbond’. Al verzet ik me tegen de kwalificatie van het Jodendom als ‘godsdienst van de wet’ (omdat het gemakkelijk een karikatuur wordt), het is ontegenzeggelijk zo dat het Jodendom een juridische structuur heeft. God heeft de geboden en de verboden gegeven, de rabbijnen werkten de details uit, en doen dat nog steeds. De bekendste ge- en verboden zijn de Tien Geboden van Mozes. De minder bekende zijn ge- en verboden die de Eeuwige, volgens de joodse traditie, aan Noach gaf en die voor de hele mensheid gelden, onder andere niet moorden, geen ontucht bedrij-ven, eerlijke rechtbanken opzetten, geen levend dier eten, niet stelen. Al heel vroeg in de joodse geschiedenis zijn de mitswot (de Hebreeuwse term voor ge- en verboden) waaraan het joodse volk zich moet houden in kaart gebracht. Rabbi Simlai stelde: “Er werden 613 mitswot onthuld aan Mozes op Sinai; 365 ver-boden, hetzelfde aantal als het aantal dagen in de zonnekalender, en 248 geboden, die corresponderen met het aantal onderdelen van het menselijk lichaam.” Het is niet de enige uitspraak over het aantal ‘613’ in de joodse traditie, er zijn er veel meer, waaronder erg oude. De 613 mitswot gaan over van alles en nog wat: hoe men over de Eeuwige kan spreken en hoe niet; hoe de (offer)rituelen in de Tempel moeten worden uitgevoerd, door wie, wanneer, waarom; onder welke omstandig-heden men ongeschikt (onrein) wordt voor rituelen, seks, etc. en hoe men weer ge-schikt kan worden; welke geloften gelden en welke niet, en hoe lang, en wie ze kan afleggen; wat gedoneerd kan of moet worden aan de Tempel en wat niet; hoe men moet omgaan met agrarisch land, vruchtbomen, wijnstokken; welke feesten ge-vierd moeten worden; welke dieren toegestaan zijn voor consumptie en welke niet; hoeveel en hoe vaak er belasting moet worden afgedragen; hoe men moet hande-len ten aanzien van afgoderij; welke oorlogshandelingen zijn toegestaan en welke niet; hoe de werkgever zich heeft te gedragen tegenover een werknemer; wat men moet doen met gevonden voorwerpen; hoe de familieverhoudingen moeten worden vormgegeven; welke rechten slaven hebben; wat de rechten zijn van armen, wezen, weduwen en vreemdelingen; hoe de rechtspraak moet worden georganiseerd, wie kunnen getuigen, hoeveel getuigen er nodig zijn in een strafproces; welke seksuele relaties zijn toegestaan en welke verboden; wat de rechten en plichten zijn van de koning; wat de priesters toekomt.Bovenstaand is een hele losse weergave van een aantal categorieën. Het is duide-lijk dat dit materie is waarop men eindeloos kan studeren. En waarop ook continu wordt gestudeerd, zeker door de mensen die de mitswot bindend achten voor hun leven.

Voor moslims is deze juridische manier van religieus leven vertrouwd, zij hebben deze structuur overgenomen van het jodendom of er zich door laten inspireren. Voor christenen staat deze vorm van godsdienstig leven veel verder van hen af. Jezus gaf weliswaar aan dat hij geen jota (de allerkleinste letter in het Hebreeuwse

Page 16: Soefi-gedachte 7. september 2009

16

alfabet, ter grootte van een komma) van de wet wilde veranderen. Maar Paulus ging uit van de idee dat de messiaanse tijd was aangebroken, waardoor de hala-cha (letterlijk: weg, maar de term die synoniem wordt gesteld met ‘wet) zou zijn afgeschaft. Wat christenen zich vaak niet realiseren is, dat ook zij leven met een omvangrijk burgerlijk wetboek. Het verschil is dat het gewone burgerlijke wetboek niet, de halacha wel op een religieuze basistekst (‘het Woord van God’) teruggaat.Hoe het zij, de mitswot van de Eeuwige hebben geleid tot een specifieke joodse leefwijze. Die leefwijze is een gegeven voor degene die ermee opgroeit. In de mo-derne tijd (sinds 1800) leven echter steeds minder Joden een halachisch leven. Het joodse volk was een van de eersten die vergaand seculariseerden. Een van de oorzaken is de burgerlijke gelijkstelling die vanaf de Franse Revolutie geleidelijk in Europa werd gerealiseerd. Joden werden burgers van de staten waar zij (soms al eeuwen) leefden en namen de leefwijze van de omgeving over. Dat was in de jaren voor de Emancipatie niet mogelijk. Toen was de joodse bevolking, die ook in ons land als een aparte ‘natie’ werd aangemerkt, op zichzelf aangewezen voor armenzorg, onderwijs, ondersteuning van weduwen en wezen, etc.

Wat het Jodendom diepgaand heeft bepaald is de verstrooiing. Al van de vroegste tijden was er een joodse diaspora. Soms werden Joden weggevoerd, zoals door Neboechadnezer, vaak ook kozen Joden ervoor uit economische overwegingen in an-dere landen te wonen. In de eeuwen na de vernietiging van de Tweede Tempel door de Romeinse bezetter rond het jaar 70 werd de joodse bevolking echter uit Eretz Jisrael verdreven, al bleef er altijd een joodse gemeenschap in Palestina (zoals de Romeinen het noemden) achter. Het bestaan als (kleine) minderheid in een christe-lijke of islamitische omgeving heeft zijn stempel op het religieuze denken gezet. De

Reliëf ontleend aan de triomfboog van Titus waarop is te zien hoe Romeinse soldaten na de verwoesting van de tweede tempel in 70 na Chr. kostbaarheden zoals de menorah wegvoeren

Page 17: Soefi-gedachte 7. september 2009

17

verstrooiing werd niet geïnterpreteerd als het logische gevolg van machtsongelijk-heid, maar als ballingschap, dat wil zeggen als een straf van de Eeuwige voor het niet naleven van de mitswot. Alle vijanden van het joodse volk – de Amalekieten, de Babyloniërs, de Romeinen, etc. – werden (worden) gezien als instrumenten waar-mee de God van Israel zijn volk kastijt. In het rabbijnse denken is opstand tegen dit lot ondenkbaar. Het is aan God om de ballingschap te beëindigen. In de tussentijd probeert men zo goed mogelijk de wetten na te leven, en voorzover die voorschrif-ten niet in praktijk te brengen zijn (omdat ze betrekking hebben op Erets Jisrael, of omdat er geen Tempel is) ze te bestuderen. In de negentiende eeuw kwam er onder invloed van het nationalisme in Europa en als reactie op een nieuw soort virulent antisemitisme (niet meer theologisch gemotiveerd, maar racistisch) een beweging op gang van Joden die wel zelf het heft in handen wilden nemen: het zionisme. Deze voornamelijk seculiere Joden wilden niet wachten tot God zou besluiten tot het einde van de ballingschap, zij besloten dat het joodse volk slechts toekomst had in een eigen staat, en wel in het oude vaderland. Daar wilden zij op een nieuwe manier vorm geven aan het joodse bestaan, ongehinderd door vervolging en knechting. Het merendeel van de rabbijnen verzette zich meer dan een halve eeuw tegen het zionisme, maar na de Sjoa (de Holocaust) en de stichting van de staat Israel hebben ook de religieuze Joden zich achter dit project geschaard.

Hoe ziet het joodse leven er in de praktijk uit? Niet-joodse vrienden en kennissen die ik meeneem naar sjoel (de synagoge) worden altijd getroffen door de blijheid, de warmte, het informele. Er wordt veel (en soms mooi) gezongen, de manier van om-gaan met elkaar is niet zo strak als zij van kerkbezoek gewend zijn: mensen komen op hun eigen tijd binnen – soms zelfs pas aan het eind van de dienst; men praat met elkaar tijdens de dienst en begroet elkaar, soms luidruchtig, soms kussend; gaat even weg naar het toilet; kinderen komen en gaan; op de bima (verhoging waar de Torarol wordt gelezen) worden grapjes gemaakt. De dienst is een beetje meer familieachtig dan een kerkdienst, niet in de laatste plaats doordat mensen voor van alles en nog wat een zegen kunnen krijgen, voor de geboorte van hun kinderen of kleinkinderen, voor verjaardagen, voor lange reizen, voor genezing, voor trouwdagen, voor joods worden, voor het lezen uit de Tora ten overstaan van de gemeenschap. Natuurlijk zijn er ook plechtige momenten, stille momenten, momenten van grote aandacht, bijvoorbeeld als de namen worden voorgelezen van degenen wier sterf-dag wordt herdacht. Maar toch: lichtheid, blijheid, geen hel en verdoemenis. Zelfs niet op Jom Kippoer, Grote Verzoendag, als men voor alle overtredingen van de mitswot boete doet en vergiffenis vraagt. Het vertrouwen in de persoonlijke band tussen de Eeuwige en het joodse individu is groot. Ook al mag niet uit het oog wor-den verloren dat veel Joden na de Sjoa te bitter waren over de ‘God die niet ingreep’ (zoals zij dat hebben ervaren) om nog in God te geloven.Het informele en de blijheid is er ook tijdens de Sjabbat, de zevende dag van de week, waarop rust wordt gehouden en niet wordt gewerkt. Het is een dag voor fa-milie, vrienden en de sociale groep van sjoel. Men komt weer op krachten, heeft tijd voor elkaar. De beperkingen die aan de Sjabbat zijn verbonden, blijken voor degenen die Sjabbat vieren een bescherming te zijn tegen de impuls om altijd maar door

Page 18: Soefi-gedachte 7. september 2009

18

te gaan met opruimen, werken, ko-ken, bellen, internetten, piekeren, regelen, zorgen. Het is een dag van loslaten, een feestdag, maar zonder kater(s).Feest is er ook tijdens markante punten in de levenscyclus: de brit mila (besnijding) van de zoon op de achtste dag, waarmee het kind voor altijd wordt opgenomen in het jood-se volk; de bar of bat mitswa, als de dertien-jarige jongen of het twaalf-jarige meisje religieus volwassen wordt en zelf verantwoordelijk voor het naleven van de mitswot; en de choepa, het joodse huwelijk. En zelfs kan er blijheid en lichtheid zijn – hoe vreemd dat ook klinkt – in de week van rouw na een begrafenis, de sji-wa. Er is een soort open huis in het huis van de overledene, waar ieder-een welkom is, degenen die de overledene hebben gekend, maar ook onbekenden, om mee te doen met de diensten die elke dag in het huis worden gehouden. Het is verboden om de rouwenden treurig te stemmen, men is gehouden om hen op te beuren en goede verhalen te vertellen. Voedsel wordt meegebracht, de rouwenden worden volledig verzorgd en omdat het een komen en gaan is, draagt de sjiwa bij tot de sociale cohesie. En blijheid en lichtheid is er tijdens de feesten, waarvan sommige zoals Pesach (Uit-tocht uit Egypte) en Chanoeka (Lichtenfeest) voornamelijk thuis worden gevierd.

Waar het uiteindelijk allemaal om gaat is het scheppen van een betere wereld. Of, anders gezegd, het scheppen van een wereld zoals de Eeuwige heeft bedoeld. Is het aanmatigend te denken dat God in de Tora heeft aangegeven hoe Hij de wereld heeft bedoeld? Misschien. Wie het joodse leven leeft, ervaart er de wijsheid en de goedheid van. Dat is geen bewijs dat de Tora Gods woord is en zijn aanwijzingen voor het goede en rechtvaardige leven bevat, maar Joden doen het er al drieduizend jaar mee en dat is niet niks.

Tamarah Benima is lid van Sufi Way. Ze leerde Pir-o-Murshid Fazal Inayat Khan kennen in 1976 en was behalve moeried ook enkele jaren zijn secretaresse. Zij studeerde voor rabbijn aan het Robert A. Levisson Instituut te Amsterdam en kreeg in 2008 haar rabbinale bevoegdheid. Zij is rabbijn van de Progressief Joodse Gemeente Beth Tsafon, die leden heeft in Friesland, Gro-ningen en Drenthe en synagogediensten houdt in Zuidlaren (Dr.). Ze is columniste voor Friesch Dagblad, Nieuw Israelietisch Weekblad en Volzin en was het afgelopen jaar columniste van de radioprogramma’s Flavius en Kruispunt.

Beeld van de opgewekte sfeer die bijeen-komsten in een synagoge kenmerkt. In dit geval een synagoge in het Amerikaanse Oregon waar Simchat Torah gevierd wordt, de dag waarop het opnieuw van begin af aan lezen van de Torah wordt gevierd.

Page 19: Soefi-gedachte 7. september 2009

Interview met Sikander van der VlietZubin van den Besselaar en Martin van der Graaff

Sikander (Willem) van der Vliet is centrumleider van het Soeficentrum Utrecht / Bilthoven. In het dage-lijks leven is hij trompettist. Hij speelde regelmatig de solopartijen in toporkesten van Nederland zoals het Rotterdams Philharmonisch Orkest, het Resi-dentieorkest in Den Haag, het Koninklijk Concertge-bouworkest en in buitenlandse orkesten van onder meer Barcelona, München en New York. Hij was ook 25 jaar solotrompettist van het Radio Filharmonisch Orkest, 15 jaar lid van het Nederlands Blazersensem-ble en 25 jaar betrokken bij het Schönberg Ensem-ble. Hij gaf les aan de conservatoria van Amsterdam en Utrecht en geeft veel masterclasses.

Sikander en Shakti van der Vliet ontvangen ons in hun ruime huis in bosrijk Eerbeek. We zitten in de tuin onder een grote parasol. Fluitende vogels begeleiden ons gesprek. Af en toe komt hun herdershond Queenie voorbij. Uit het huis klinkt vioolspel. Voor zowel Sikander als Shakti is muziek het Leitmotiv van hun leven. Ook al is Sikander inmiddels ‘met pensioen’, hij speelt nog heel veel. En wekelijks komen er leerlingen op bezoek, waaronder opvallend veel beroepsmusici. Ook in de manier waarop Sikander en Shakti de moerieds in ‘hun’ centrum Utrecht / Bilthoven begeleiden ontlenen zij veel aan muziek, net zoals In-ayat Khan dat deed.

Hoe ben je bij het Soefisme gekomen?“Mijn eerste vrouw was erg geïnteresseerd in spiritualiteit en ik vergezelde haar vaak op haar zoektocht, meestal gewoon als belangstellende. Toen zij na een lang-durig ziekteproces overleed, zocht ik naar een nieuw evenwicht. Op een dag kwam een collega uit het orkest op mij af, met in iedere hand een boek. ‘Willem’, zei ze, ‘ik ga je een boek cadeau doen en je mag kiezen.’ Het ene boek was van Sai Baba, het andere van Hazrat Inayat Khan, De oosterse rozentuin. Van geen van beiden had ik ooit gehoord, maar toch koos ik onmiddellijk voor het boek van Inayat Khan”. Toen viel alles op zijn plek. Alles kreeg betekenis. Ik wist toen dat ik die weg moest gaan. Dus sinds 1988 ben ik soefi.”

Je hebt onlangs een Katwijk een lezing gehouden over innerlijke zekerheid 1. We hebben daar zeer enthousiaste verhalen over gehoord. Zou je daar wat meer over kunnen vertellen?“Iedereen is altijd op zoek naar zekerheid. Traditioneel zoeken velen het in een ho-gere macht. Je kunt het echter ook vinden door in jezelf te zoeken. Het paradoxale is dat je die innerlijke zekerheid niet via kennis kunt verwerven. Al zou je talloze spirituele geschriften uit het hoofd leren, het helpt je niet. Je kunt het vergelijken met de vraag: is iemand die alle werken van Bach uit het hoofd kent, een muzikaal

19

Page 20: Soefi-gedachte 7. september 2009

20

mens? Innerlijke zekerheid is eigenlijk een hartkwestie. Uiterlijke zekerheid moet steunen op innerlijke zekerheid.”

Heb je ook iets aan het soefisme gehad bij de begeleiding van studenten? “Al voordat ik met het soefisme in aanraking kwam, was ik trompetdocent op het conservatorium. Het viel me op dat het onderwijs grotendeels op een intuïtieve manier werd gegeven. Docenten herkenden al bij een auditie of iemand ‘het had’ of ‘het niet had’. En ook bij het onderricht werkten zij voornamelijk intuïtief. Maar hoe dat precies werkte, konden ze niet vertellen. Ik kon daar geen genoegen mee nemen. Ik wilde zelf ontdekken wat dat ‘het’ was en begon systematisch kennis te verzamelen over alle akoestische, fysieke en mechanische aspecten van het musi-ceren. Ik nam zangles en leerde over logopedie en articulatie. Daarmee werd mij duidelijk dat het prettig is wanneer aan een aantal fysieke voorwaarden is voldaan, maar dat dit niet voldoende is. Als je probeert om te musiceren op techniek en wils-kracht alleen, loop je vroeger of later vast als musicus. Na mijn kennismaking met het soefisme vielen veel puzzelstukjes op hun plaats. Ik ging de inzichten van Inayat Khan en van het zenboeddhisme in mijn onderricht verwerken. Daarmee zette ik talloze leerlingen op een voor hen vaak geheel nieuw spoor, het spoor dat moest leiden tot een zekere mate van innerlijke zekerheid. Een belangrijk inzicht daarbij is dat oefening niet automatisch leidt tot meesterschap: het gaat om de manier waarop je die oefening doet. Je begint elke dag opnieuw, of je nu musicus bent of het spirituele pad bewandelt. Dat vraagt wel om eerlijkheid tegenover jezelf. Steeds moet je jezelf afvragen: hoe klinkt een volmaakt Hu (Ohm) of een volmaakte noot? Hoe kan ik het verbeteren? Het gaat er daarbij niet om of je steeds nieuwe oefenin-gen uitprobeert, maar of je nieuwe manieren kunt vinden om diezelfde oefeningen letterlijk en figuurlijk nieuw leven in te blazen.”

Men noemt het soefisme ook wel de religie van het hart. Hoe zie jij dat? “Het gaat er om of je datgene wat je doet, vanuit je hart kunt doen. Het moeilijke daarvan is, dat er aan het hart geen aan-uit knopje zit. Maar je kunt als musicus wel leren om vanuit het hart te spelen, als er contact met het hart is. En dat contact ontwikkel je met de adem en het spelen en oefenen daarmee. Een van de manieren om dat te doen is om geheel in te ademen en op het hoogtepunt van die inademing, als er een tijdloos moment van stilte is, daarin op te gaan en van daaruit te hande-len. Dat tijdloze punt wordt in het soefisme kemal genoemd. Dan voel je nog vóórdat je die eerste noot speelt: dit is goed. Maar dat vraagt wel om een volledige over-gave. De ingang naar het hart voert langs loslaten en sterven. Met andere woorden: iedere rationele impuls bedekt het hart. Een oefening in innerlijke zekerheid is om tegen jezelf te kunnen zeggen: ik weet het niet. En ga dan luisteren naar iets in jou dat wèl weet. Dat contact met je hart versterk je als je aanvaardt en accepteert dat alles vergankelijk is. Dat schept ruimte.Datzelfde principe vind je terug in het boek ‘Zen en de kunst van het boogschieten’. Ook daar is het evenwicht tussen ontspanning (het niet weten) en vitaliteit van cruciaal belang. Die vergankelijkheid heeft ook een praktische kant: Inayat Khan heeft gezegd dat het werkelijk afmaken van iets belangrijk is voor onze ontwikkeling. Niet alleen in

Page 21: Soefi-gedachte 7. september 2009

21

organisatorische zin, maar vooral in de sfeer van afronden: pas in de afronding die je volle, bewuste aandacht vraagt, krijgen liefde en schoonheid hun beste kans. Wij nemen geen tijd voor afronding, terwijl we in de afronding (vergankelijkheid) juist innerlijke volmaaktheid kunnen leren kennen. Ook een musicus leert een noot of een frase naar boven af te ronden, waarmee hij de optimale omstandigheden schept voor het vervolg. Als wij ons daarin oefenen, is ook dat een kans om het contact met je hart te cultiveren.”

Dus met dit recept komt alles in orde? “Er is wel een struikelblok waarop de spirituele zoeker bedacht moet zijn: het toe-geven aan een comfortgevoel dat de gevaarlijke keerzijde van ontspanning is. Bij sommige mensen kun je dat in hun fysieke houding waarnemen: ze zakken in als ze uitademen. Maar juist de combinatie van alertheid en ontspanning helpt je om die grens tussen de uiterlijke en de innerlijke wereld te ervaren. De rol van de adem is heel belangrijk op je spirituele pad. De adem wordt dan ook wel de brug (buraq) tussen de mens en God genoemd. Adem is ‘the very life’. Dat moet je leren ervaren. Het gaat om het verfijnen, het bewuster beleven van die adem. Verstoring van je concentratie door gedachten is onvermijdelijk, maar het is belangrijk er niet te veel aandacht aan te besteden. Zowel voor adem-meditaties als voor de activiteit van kunstenaars geldt: iedere mentale reactie op wat je aan het doen bent (o jee, wat vindt men ervan?; wat gaat het goed!; heb ik het gas wel uitgedraaid?) verstoort de vitale verstilling die juist kwaliteit geeft aan wat je doet. Ik breng mijn leerlingen ook kennis bij van de fysiologische kanten van ademhalen: wat gebeurt er in je lichaam als je ademt? Ik laat ze ervaren, dat bij iedere activiteit de coördinatie van de spieren door de adem wordt bepaald. Een werkelijk ontspan-nen ademhaling is geluidloos. Adem heeft daarnaast ritme nodig. Voorzichtig ade-men heeft geen ritme. Het maakt traag. En één van de grootste obstakels in het spirituele leven is de traagheid. Het is juist de combinatie van vitaliteit en ontspan-ning die tot werkelijke stilte leidt. Dat geeft ruimte voor creativiteit. De ademoefe-ningen die sommige leraren hun moerieds geven zijn dan ook niet voor niets. Die dienen deels om alertheid te trainen, deels om het ritmegevoel te ontwikkelen. Dat helpt je om te kunnen meegaan als het leven een ander ritme van je vraagt, zonder daarbij innerlijk je evenwicht te verliezen. Ook een musicus moet zich voegen naar het ritme dat een dirigent aangeeft.” Het lijkt erop alsof het soefisme wel hard werken is? “Dat is zo, maar hou het ontspannen. Het voortdurend bestrijden van tekortkomin-gen is een eindeloze weg. Je houdt deze juist in stand als je er steeds weer je aan-dacht op vestigt. In al je bezigheden is het daarom van groot belang je te richten op het zijn. Als je dat consequent doet, zul je merken dat je beperkingen er minder toe doen en tenslotte verdwijnen. Wil je dat het water van de vijver helder wordt, stop dan met er in te roeren. De modder zal dan vanzelf naar de bodem zakken.”

Vind je dat iedere topmusicus een mysticus is of anders gezegd, kan een musicus die geen mysticus is wel een groot musicus zijn.?“Ja, er zijn heel veel grote musici die absoluut niets hebben met mystiek, maar ze

Page 22: Soefi-gedachte 7. september 2009

22

hebben een enorm gevoel voor schoonheid en naast de noodzakelijke intelligentie een sterke intuïtie. In het sterrendom zie je dat het ego enorm wordt opgeklopt. Maar een musicus die zichzelf niet centraal stelt en zich realiseert dat hij slechts een bemiddelende rol speelt, is in aanleg een mysticus.”

De Soefi Beweging heeft betrekkelijk weinig leden. Zie je hier een oorzaak voor? “Je kunt een parallel trekken tussen muziek en spiritualiteit. Mensen die geïnteres-seerd zijn in muziek, blijven soms hun hele leven lang luisteraar. Er zijn er ook die les nemen en zelf een instrument gaan spelen. Een nog kleiner percentage gaat naar het conservatorium. En daarvan zijn het er uiteindelijk maar een paar die uit-eindelijk het musische tot uitdrukking weten te brengen. De muziekwereld is als een piramide, en dat geldt ook voor de spirituele wereld: van alle geïnteresseerden wordt uiteindelijk maar een enkeling een mysticus. Maar dat is niet erg. Je moet je niet blindstaren op de top van de piramide. De héle piramide is van belang.”

Heb je suggesties voor manieren waarop spirituele principes ervaarbaar kunnen worden ge-maakt voor mensen die enige interesse in het soefisme hebben? “Ik kom toch weer bij de muziek uit: ook al is niet iedereen muzikaal getraind, ie-dereen kan neuriën of zingen. En als je mensen laat neuriën, leren ze verschillende delen van hun lichaam, vooral hun hoofd, anders ervaren dan ze gewend zijn, door het ervaren van de trillingen die het neuriën teweegbrengt. En daaraan kun je een ademhalingsoefening koppelen die ervoor zorgt dat men ook de verbinding met het lichaam als geheel gaat voelen. Je kunt pas gevoelscontact met je omgeving maken nadat je contact hebt gemaakt met je eigen wezen. Dat is de eerste stap naar in-nerlijke zekerheid en uiteindelijk naar het meesterschap.

De zen-traditie hecht veel belang aan het ontwikkelen van meesterschap. En dat wordt vooral voorgesteld als een hartkwaliteit. Lijkt dan het soefisme niet veel op de zen-traditie? “Zeker is meesterschap ook een hartkwaliteit. De nadruk op het hart is echter niet uniek voor het soefisme. Maar de schoonheid als ingang naar ons innerlijk wezen is denk ik wel een onderscheidend kenmerk van het Universeel Soefisme.”

1 Hieronder vindt u de tekst van genoemde lezing.

Hoe verkrijgen wij innerlijke zekerheid?Sikander van der Vliet

Uiterlijke zekerheid is iets waarnaar de mens door alle eeuwen heen op zoek is ge-weest. Dat is al begonnen toen hij niet meer van de jacht afhankelijk wilde zijn en vee ging houden en landbouw bedrijven. Er ontstonden steden die een be-paalde bescherming boden. De ontdekkingen door de wetenschap hebben er toe bijgedra-gen dat er een zekere mate van zekerheid ontstond, zo ook de ontwik-keling van de samenleving. Toch bleef in al die eeuwen voor veel mensen het geloof aan een

Page 23: Soefi-gedachte 7. september 2009

23

hogere macht een grote rol spelen. Al die uiterlijke ontwikkelin-gen bleken toch niet die zekerheid te bieden waarnaar men ver-langde. De kredietcrisis van de afgelopen tijd heeft wel bewezen dat al die verzekeringen en lijfrente-polissen ook geen echte ze-kerheid kunnen bieden. Sinds Einstein is de weten-schap er ook van overtuigd dat materie minder stabiel is, dan vroeger werd ge-dacht. Kortom, uiterlijk is alles vergankelijk, dat is de enige zekerheid. Het is niet voor iedereen gemakkelijk om daar goed mee om te gaan. Vandaar die behoefte aan het geloof in een hogere macht. Het typerende van de traditionele godsdienst is dat die macht

buiten je staat. Die macht kun je om hulp vragen, maar geeft dat zekerheid? En vervolgens, hoe verkrijgen wij innerlijke zekerheid? Ik zou kort kunnen zijn en zeg-gen: ”Doe je soefi-oefeningen, want die zijn daarvoor”. Maar de vraag is interessant waarom we innerlijke zekerheid willen. Is deze wens misschien al een obstakel op onze innerlijke weg? Je zou je zelfs kunnen afvragen of er innerlijke zekerheid bestaat.

Een persoonlijk procesIk denk dat dit een sterk persoonlijk gekleurd onderwerp is. De innerlijk weg is voor ieder mens uniek en er zullen vele manieren zijn die naar innerlijke zekerheid leiden. Daarom kan ik het beste mijn eigen proces beschrijven: Ik heb op een chris-telijke middelbare school gezeten en deze periode leidde ertoe dat ik het geloof voor een aantal jaren radicaal afzwoer. Toch begon ik later weer te zoeken. Na een jarenlange zoektocht kwam ik in contact met het Universeel Soefisme. Toen was er een moment van zekerheid: deze weg wil ik gaan. Innerlijke zekerheid bestaat dus, want dit was een innerlijk weten. Het kwam recht uit mijn hart. Voorheen had ik kennis gemaakt met allerlei organisaties op spiritueel gebied. Verstandelijk gezien was één van deze organisaties ook goed geweest. Maar op-eens wist ik het. Die in-nerlijk zekerheid was een intuïtief weten, ik kon het ner-gens op baseren. Innerlijke zekerheid is dus een hart-kwestie en daarop moeten we leren vertrouwen. Maar wat kunnen we doen zodat die innerlijke zekerheid wat concreter wordt? Een jaar lang volgde ik de belangstellendenavonden in Hilversum en las ik een aantal boeken van Hazrat Inayat Khan. Murshid Karimbaksh was bereid me in te wijden. Naast de gebeden leerde ik de purification breath kennen en ik kreeg een prachtige wazifa. Tij-dens de zomerschool leerde ik de zikar. Toen kwam meteen de gedachte in me op: dit is het, hier moet ik het mee doen. Er was eigenlijk nooit een behoeft aan méér. Ik had het gevoel dat meer verscheidenheid me alleen maar zou afleiden, waardoor verdieping zou uitblijven. Ik leerde nog verder gevor-derde ademoefeningen ken-nen, maar ik had het gevoel dat als ik die purification breath niet goed zou doen, dat dan die andere ook geen zin zouden hebben. Zelfs de uitwerking van de wazifa was ervan afhankelijk. Ik voelde me daarin bevestigd door een verhaal van Inayat Khan: “De les van Boellah Shah”.

Page 24: Soefi-gedachte 7. september 2009

24

De les van Boellah SjahIn de levensbeschrijving van Boellah Sjah, de grote heilige van de Punjab, staat een buitengewoon leerzaam verhaal over zijn vroegste opleiding. Hij werd met de jon-gens van zijn eigen leeftijd naar school gestuurd. De onderwijzer leerde hun de alif, de eerste letter van het Arabische alfabet. De andere jongens in zijn klas had-den het hele alfabet al onder de knie, toen hij nog bezig was met de eerste letter. Toen de weken verstreken en de onderwijzer zag dat de jongen nog niet verder was dan de eerste letter, de alif, kreeg hij de indruk dat hij achterlijk was. Hij stuurde hem terug naar zijn ouders met de mededeling: “Uw zoon is achterlijk. Ik kan hem niets bijbrengen”. De ouders deden alles voor hun zoon, maar omdat hij geen vorderin-gen maakte liep hij van huis weg om zijn familie niet langer tot last te zijn. Hij ging in het bos wonen en oefende de alif, dag in dag uit. Hij zag daar de openbaring van de alif, die in het bos de vorm aannam van gras, blad, boom, tak en bloem. Dezelfde alif openbaarde zich in de bergen en de heuvels, in de stenen en de rotsen. Hij zag hem als zaadje, insekt, vogel, dier. Hij zag hem in zichzelf en anderen. Hij zag uit-sluitend en alleen de alif en verder niets.Nadat hij zich deze les volkomen eigen had gemaakt, ging hij naar zijn oude onder-wijzer, die hem van school had gestuurd. Hij boog nederig voor hem en zei: “lk heb de les voorbereid die u zo vriendelijk was mij te leren. Wilt u mij bijbrengen wat er verder nog te leren valt?” Boellah Sjah vroeg toestemming om de les op te schrijven en de onderwijzer zei gekscherend: “Schrijf haar maar op deze muur”. Boellah Sjah schreef het teken alif op de muur en deze splitste zich in tweeën. De onderwijzer stond versteld bij het zien van dit wonder en zei: “Jij bent mijn leer-meester! Datgene wat jij mij hebt geleerd in de ene letter alif, heb ik mij met al mijn kennis niet eigen kunnen maken”. Boellah Sjah hief toen het volgende lied aan:

Vriend, geef het leren op, één alif is al wat je behoeft.Met leren heb je je geest belast, met boeken heb je de kamer gevuld.Maar de ware kennis ging verloren, doordat je het verkeerde najoeg.Vriend, geef thans het leren op.

Voor mij is dit verhaal van essentieel belang. Oefening leidt niet automatisch tot meesterschap maar de manier waarop je dat doet, en dat verlangt concentratie en aandacht. Verander in eerste instantie de manier waarop je de oefening doet en niet de oefening. Dag in dag uit, jaar in jaar uit. Uiteindelijk is de weg het doel, zoals Boeddha heeft gezegd.Je kunt oneindig veel kennis verzamelen, als musicus kun je veel technieken op je instrument ontwikkelen, jaren en jaren lang. Dit zegt nog niets van de innerlijke kwaliteit van het spel, de hartkwaliteit. Die wordt bepaald door ‘hoe speel ik één vol-maakte toon?’. Verlies je niet in verscheidenheid. Het spelen, zingen van die éne toon bepaalt de zeggingskracht van al die andere tonen. Zie dit als een symbool voor het leven van ieder van ons. Voor Boellah Shah was het zinloos al het andere te leren als hij het schrijven van de Alif (het spelen van die ene toon, voor ons het ‘Hu’) niet vol-ledig beheerste. Natuurlijk, voor de meesten van ons is het leren van al het andere om maatschappelijk redenen zinvol. Maar voor Boellah Shah was zo’n leven zinloos, levenloos, dood.

Page 25: Soefi-gedachte 7. september 2009

25

De dimensie van het hart leren kennenHet gewoon maar “Hu” of “Ohm” zingen of het schrijven van de Alif is geen garan-tie. De kwestie is hoe je zingt, speelt of schrijft. Dat is een min of meer eindeloos proces. Er wordt wel gezegd: “Dat moet je met je hart doen.” Maar je kunt niet zo-maar even het hart inschakelen of in de ‘flow’ gaan zitten. Je kunt wel vanuit je hart zingen, spelen of iets doen, als er contact met het hart is, gevoelscontact. Zoals ook de innerlijke zekerheid, het intuïtive weten te maken heeft met het hart. Op som-mige instrumenten is het spelen van één toon of de eerste toon van een melodie heel riskant, omdat je geen concrete garantie hebt dat die toon er uit zal komen. Als de inademing de dimen-sie van het hart aanraakt is er plotseling een innerlijke zekerheid; voordat je de eerste toon hebt gespeeld, weet je gewoon: dit is goed. Een innerlijk weten dat niet verklaarbaar is. Om deze dimensie te leren kennen is in de eerste plaats vertrouwen en overgave nodig. Maar naar mate we dit contact gaan herkennen en verdiepen geeft dit zo’n zekerheid dat je daar volledig op durft te vertrouwen. Ik denk dat het belangrijk is dat we de ingang naar het hart gaan herkennen. Het is een dimensie in ons waar het verstand geen toegang toe heeft, een dimensie van niet weten. Iedere rationele impuls bedekt het hart. “Ik weet het niet” geeft al ruimte. Meditatie is er ook op gericht deze dimensie aan te ra-ken en te herken-nen. In zen-meditatie wordt benadrukt dat het evenwicht tussen ontspanning en vitaliteit van wezenlijk belang is. Het je voorstellen van vitaliteit en tegelijkertijd je ontspannen geeft sommigen al een herkenning van deze dimensie.

Wat kunnen we nog meer doen om dit contact te intensiveren? Alleen al het ac-cepteren van de vergankelijkheid van alles, vraagt om overgave, opent het hart al in zekere mate. Eckhart Tolle vertelt daarover in zijn boek “Een nieuwe aarde” een oud Soefiverhaal:Er leefde in een land in het Midden-Oosten een koning die verscheurd werd tussen geluk en moedeloosheid. Het minste of geringste wekte grote ontsteltenis bij hem op of lokte een felle reactie bij hem uit en dan veranderde zijn geluk al snel in teleur-stelling en wanhoop. Tenslotte kwam er een moment dat de koning genoeg kreeg van die wisselende stemmingen en hij ging op zoek naar een uitweg. Hij liet een wijze man bij zich komen die in zijn koninkrijk woonde en erom bekend stond dat hij verlicht was. Toen de wijze man kwam zei de koning tegen hem:”Ik wil net zo zijn als U. Kunt U me iets aanreiken dat evenwicht, sereniteit en wijsheid in mijn leven brengt? De wijze man zei:”Ik denk dat ik U kan helpen”, en vertrok. Enkele weken later kwam hij terug en gaf de koning een jade doosje. De koning opende het en vond er een eenvoudige gouden ring in. Op de ring stond de inscriptie ”Ook dit gaat voorbij”. “Wat betekent dit?” vroeg de koning. De wijze man zei: “Draag deze ring altijd. Bij alles wat er gebeurt, goed of slecht, raak de ring aan en lees de inscriptie. Op die manier hebt U altijd vrede”.

Hazrat Inayat Khan heeft eens gezegd dat het zo goed mogelijk afmaken van een taak, een handeling, het verwezenlijken van een ideaal, van groot belang is voor onszelf; het is van belang dat wat je je voorneemt realiseerbaar is. Deze uitspraak is voor mij heel belangrijk geweest, zo gewoon als die lijkt te zijn.Ik heb gemerkt dat bijna alle uitspraken van Inayat Khan van waarde zijn op fysiek,

Page 26: Soefi-gedachte 7. september 2009

26

mentaal en spiritueel gebied. Rationeel gezien is deze uitspraak logisch en voor iedereen begrijpelijk. Het succesvol beëindigen van iets leidt tot het succesvol voort-zetten van nieuwe taken en dat leidt uiteindelijk tot een succesvol leven. Het psy-chologisch effect is dat door de concentratie die dit afmaken vergt, de mind steeds meer tot rust komt. Maar wat betekent deze uitspraak op spiritueel ge-bied, voor Boellah Shah, die duizenden malen de Alif heeft geschreven? Wat nam hij waar bij de totstandkoming van die letter? Als je dat zó vaak doet, ga je steeds meer erva-ren. Het is niet meer zomaar een letter duizenden malen opschrijven als een soort strafwerk. Behalve het zien van het eindresultaat, nam Boellah Shah het geluid van de pen op het papier waar, de spierspanning in zijn vingers, in zijn hele lichaam, het contact met de pen, de invloed van de adem tijdens het schrijven, de adem voordat hij de pen oppakte, voordat hij de pen op het papier zette, het con-tact van de pen met het papier. Het beëindigen van de beweging was niet meer een zomaar stop-pen, maar een afronden. Bij dat afronden kun je een subtiele be-trokkenheid van de adem waarnemen en tegelijkertijd de voorbereiding voor de nieuwe letter. Daarbij merk je dat je ‘anders in je vel komt te zitten’.‘Af-rond-en’ zegt het al; het heeft met schoonheid te maken, met liefdevolle aan-dacht, met een moment waar je volledig leeg bent van jezelf, dat zou je kemal kun-nen noemen. Het aanraken van het kemal zorgt voor een volmaakte voorbe-reiding voor de nieuwe Alif. Steeds meer voelde Boellah Shah de enorme kracht en liefde van de alif door zich heen stromen. Zijn hart opende zich meer en meer. Wanneer wij er een gewoonte van maken de grote en de kleine taken bewust af te ronden, in plaats van gewoon maar achteloos te stoppen, kunnen we ons meer bewust wor-den van de hart-dimensie. We kunnen ondervinden dat het ervaren van het hart alleen mogelijk is door doen en niet door studie.Dat doen en steeds weer doen kan langdradig worden, we gaan ons vervelen. Het is niet meer interessant voor de mind. Het doel is volledige léégte van de mind. De mind zal zeggen “Nu is het wel genoeg geweest”, om je te doen stoppen, want hij gaat terrein verliezen. Zolang iets interessant is, blijft de mind erbij betrokken en kan deze zich er ook mee voeden. Ga net even langer door dan waar je zin in lijkt te hebben.

AdemDe adem speelt een cruciale rol bij het aanraken en intensiveren van het contact met het hart. In het soefisme staat de adem centraal en ik denk dat we steeds weer bereid moeten zijn het beeld dat we ervan hebben bij te stellen, opnieuw te overwegen. Natuurlijk weten we uit de Soefiboodschap dat de adem “the very life”, het ultieme leven, is zoals Hazrat Inayat khan het noemt. De betekenis ervan kan alleen ervaren worden en niet begrepen. Ik heb gemerkt dat het voortdurend her-overwegen heel verfrissend kan zijn. Inayat Khan heeft eens gezegd dat een materi-alistisch persoon een luide, voor iedereen hoorbare adem heeft en hoe fijn-zinniger iemand is, hoe fijner zijn adem. Hij heeft contact met zijn hart en is in staat de stem van zijn hart te horen. Hij maakte wel een kanttekening dat bij grote inspanning de hoorbare ademhaling voor de spieren een belangrijke functie heeft. Ik heb veel gewerkt met musici en bij hen is opvallend dat een luide hoor-bare ademhaling dat ultieme contact en die fijne motoriek verhinderen die nodig zijn om tot innerlijk

Page 27: Soefi-gedachte 7. september 2009

27

spel te komen. Een luide ademhaling creëert een grove moto-riek, waardoor je wel emoties kunt uitdrukken, maar er is geen sprake van een verstilling die verheft. Daarbij komt nog dat de spieren enorm belast worden en dat je mogelijkheden beperkt zijn.De stille ademhaling die wij als moeried leren maakt dat ultieme gevoelscontact wél mogelijk. Dat is een uiterst subtiel contact met je lichaam, met je stem, met je instrument, met de muzikale voorstelling. De spieren voel je niet meer, je er-vaart geen kracht meer, wel een enorme vitaliteit. De mind is volledig stil, deze fijne adem-haling wordt één met je hart. De muziek krijgt een verheffende uitwer-king. De hoorbare ademhaling kan dit niet. Voorwaarde is wel dat je niet verkou-den bent.

AtmanWe weten uit de Soefiboodschap dat het woord ‘adem’ is afgeleid van het woord ‘at-man’, dat ‘geest’ betekent, het ultieme leven, de Goddelijke geest. Ik heb ge-merkt dat moerieds zich vaak te veel richten op het inhalen van lucht (zuurstof, stikstof, koolzuur, enz.). Dan is er, mijns inziens, geen verschil tussen de duidelijk hoorbare adem en de veel minder maar nog steeds wel hoorbare stille ademha-ling. Je kunt wel minder gaan ademen, maar deze blijft hoorbaar. Atman, geest, is onhoorbaar en ik denk dat we moeten proberen dat onhoorbare deel van de adem te herkennen en ons daarop concentreren, met onhoorbaar bedoel ik dus niet voorzichtig. Het moet een natuurlijke beweging zijn. Adem heeft ritme nodig. Hazrat Inayat Khan zei daarover: “Vaak worden de oosterse mystieke oefeningen verkeerd begrepen door velen. Wanneer een leraar een adem-oefening geeft aan zijn leerling, doelt hij vaak niet op de ademhaling zelf, maar op ritme”.Een zacht hoorbare of voorzichtige ademhaling geeft in de muziek niet die ultie-me verbinding, die we zo graag willen. ‘Voorzichtig’ heeft geen ritme. Vitaliteit mag niet ontbreken. Ik heb gemerkt dat de purification breath voor mij een an-dere uitwerking heeft als ik me richt op het onhoorbare deel van de adem. Deze onhoorbare adem kan gepaard gaan met het ervaren van een immense ruimte vol leven en energie, waardoor je een soort éénzijn met de wereld om je heen kunt ervaren. Lucht ver-bindt niet, leven wel.Wanneer we onze aandacht in toenemende mate gaan richten op het geluidloze deel van de adem, zal de innerlijke zekerheid zeker toenemen. Als we de mind reinigen van steeds weer opduikende onzuiverheden is dat een eindeloze weg; de aandacht voortdurend richten op deze onzuiverheden en het bestrijden ervan houdt deze ook in stand. Een directe weg is om het hart te openen en daar con-tact mee te maken; daarmee stijg je boven je beperkingen uit en zakken deze naar de bodem.Inayat Khan zegt: “Adem is voor een soefi een brug tussen hemzelf en God, het is een touw voor hem, dat van de hemel naar de aarde hangt. De soefi klimt langs dit touw omhoog. In de taal van de Koran heet het ‘buraq’, een paard dat de Pro-feet werd gezonden voor zijn tocht naar de hemel. Hindoes noemen het ‘prana’, wat le-ven betekent, maar ze beelden het symbolisch uit als een vogel, die in het Sanskriet Garuda wordt genoemd, waarop Narayana, hoofd van de goden, reisde”.

Dit is een bewerking van een lezing die Sikander van der Vliet heeft gehouden in Murad Hassil in Katwijk, tijdens de soefidag op 9 mei j.l. dat als thema had “hoe verkrijgen we innerlijke zekerheid?”

Page 28: Soefi-gedachte 7. september 2009

In memoriam Murshida Virya Best

Eind april 2009 overleed Murshida Virya Best, de leidster van het soefi-centrum in Sout-hampton aan de zuidkust van Engeland. Zij was de dochter van vroege leerlingen van Hazrat Inayat Khan in zijn Londense periode (1912-1920). Shabaz Best vertrok als mede-werker van een Brits bedrijf naar Brazilië in de jaren twintig en stichtte daar één of meerdere soeficentra en Virya bracht haar jeugd gedeel-telijk daar door. Na zijn pensionering keerden

Shabaz en zijn vrouw terug naar Engeland en besloten in Southampton te wonen. Gedurende ruim veertig jaar leidde Virya daar het soefi-centrum en begeleidde zij zeer vele mensen in hun zoektocht naar het geestelijk ideaal. Zij correspondeerde met mensen in heel Engeland en ver daarbuiten en gaf ook per telefoon mensen veel raad, troost en liefdevolle steun. Gedurende vele jaren placht Virya de inter-nationale zomerschool te Katwijk te bezoeken, waar zij zeer geliefd was om haar wijze, lieve en stralende persoonlijkheid. De laatste jaren was het haar, vanwege een teruglopende gezondheid, niet meer mogelijk naar de zomerschool te komen. Virya zal zeer gemist worden door zeer velen.

Ameen Carp

28

Page 29: Soefi-gedachte 7. september 2009

Soefi en kunst

Kamila van Tricht-KeesingAmeen Carp

Kamila werd als Elisabeth Keesing geboren in 1911 in Am-sterdam, waar zij opgroeide in een joods gezin. In haar in-teressante autobiografische roman ‘Op de muur’ (Querido 1981) beschrijft zij boeiend haar jeugd in Amsterdam, waar haar vader de uitgever was van het later bekende Keesing’s Archief.

In 1929 ging zij nederlands en geschiedenis studeren. Het boek ‘Met open deur’ van de Deense mysticus Anker Larsen wekte toen in haar de behoefte aan 'iets waars en werkelijks'. Studievriendin Wil de Koningh – die later trouwde met Musharaff Khan en als murshida Shazadi het soefi-centrum centrum in de Haage Banstraat leidde – wees haar de weg naar het soefisme en de leidster van het Amsterdamse centrum, Salima van Braam. Die wijdde haar in 1932 in.In 1939 promoveerde Elisabeth op een onwaarschijnlijk thema, ‘De economische crisis in de achttiende eeuw’. Zij leerde haar eerste man kennen, Jaap de Jong een zakenman dertien jaar ouder dan zij. Zij trouwden, woonden in Brussel en kregen een dochter Marianne. Toen kreeg Jaap opnieuw een kans om naar Oost-Azië te gaan, waar hij eerder had gewoond en gewerkt. Het werd Penang in Malakka. Eli-sabeth volgde hem na haar promotie op 28 februari 1939 en zo begon hun nieuwe leven samen. Het duurde niet lang of Jaap werd overgeplaatst naar Batavia. Kort daarop volgde de bezetting van Indonesië door de Japanners. Elisabeth en Mari-anne werden geïnterneerd in een vrouwenkamp, waar zij twee jaar verbleven. Jaap overleefde de oorlog niet.

In 1946 kwam Elisabeth terug naar Nederland als oorlogswe-duwe. Een nieuwe fase in haar leven brak aan. Elisabeth werd medewerkster van Lou de Jong en mocht de Indische Afdeling van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie opzetten. Na anderhalf jaar beëindigde zij deze baan en werd docente neder-lands aan het bekende Vossius gymnasium te Amsterdam. Zij begon te schrijven. Haar eerste werk was een toneelstuk,‘De jade Boddhisatva’ (1952). Haar tweede boek was een roman ‘Wennen aan de wereld’ (1959); een jaar later volgde de novelle ‘De zalenman’, een Boekenweekgeschenk. Dit maakte haar be-kend bij een wijder publiek. In 1960 volgde ook een reisverhaal ‘Van Amstel tot Jangtse’, waarin zij vertelt over een reis naar China. Zij was altijd aangetrokken geweest door de grondge-dachte van Inayat Khan: de twee polen van de mensheid Oost en West dichter bijeen te brengen. In die periode leerde zij ook Hein van Tricht ken-nen, neerlandicus net als zij, kenner van het werk van P.C. Hooft en Frederik van Eeden. Zij trouwden later en werkten door, ieder aan het eigen werk, waarbij zij elkaar hielpen en stimuleerden.

29

Page 30: Soefi-gedachte 7. september 2009

30

In die jaren ook verdiepte zich Elisabeth’s interesse in het werk van Hazrat Inayat Khan, die zij kortweg Inayat noemde. Zij kreeg de Soefinaam Kamila en er werd haar gevraagd een biografie over Inayat Khan te schrijven. Dat boek werd ‘Golven

waarom komt de wind’, dat in 1973 verscheen, terwijl de en-gelse uitgave in 1974 uitkwam met als titel: ‘Inayat Khan - a biography’. Het werd de tot nu toe enige biografie over het le-ven van de Soefileraar. Zij maakte hiervoor een reis naar Sure-snes om er het Biographical Department te raadplegen, maar ook bezocht zij India om daar te praten met mensen die haar konden informeren over de eerste jaren en de laatste periode van het leven van haar leraar. Ook interviewde zij de mensen die Inayat Khan nog hadden gekend en alle anderen die zich zeer hadden verdiept in zijn leven. Hierdoor leerde zij de visie van haar leraar goed kennen en dit inspireerde haar tot het schrij-ven van haar tweede grote soefiboek: ‘Antwoorden van Inayat’, waarin zij de antwoorden van haar leraar geeft op grote levens-vragen. Van dit boek verscheen ook een Indiase editie onder de titel ‘A sufi Master answers’.

Na deze twee belangrijke soefiboeken en daartussendoor werkte zij aan literair werk, romans en biografieën. De laatste jaren van haar leven raakte zij zeer ge-interesseerd in Constantijn Huygens, waardoor er weer twee boeken ontstonden, namelijk ‘Constantijn en Christiaan, verhaal van een vriendschap‘ (uit 1983) en ‘Het volk met lange rokken, Vrouwen rondom Constantijn Huygens’ (1987). In die peri-ode woonden zij en Hein van Tricht in Ellecom, in een ruim huis met tuin. Kamila gaf toespraken in Universele Erediensten, gaf klassen en wijdde mensen in. Nog vier boeken volgden. Zij raakte zeer geïnteresseerd in het leven en denken van Spinoza. Zij schreef een aantal artikelen voor de Soefi-gedachte waarin zij de denkbeelden van Spinoza en Inayat Khan met elkaar vergeleek. Toen kwam de tweede druk van haar biografie van Hazrat Inayat Khan in 2002. Haar man was eerder gestorven en zij ging wonen in de Frederik Hendriklaan te Den Haag. De schrijver dezes bezocht haar regelmatig om de correcties en aanvullingen op de eerste druk met haar door te nemen en zij vertoonde in die gesprekken een heel heldere geest, een zeer kri-tische kijk op het leven en een grote zelfstandige betrokkenheid bij het wel en wee van het verspreiden van het soefisme. Zij werd kort na de beëindiging van het werk ziek en overleed thuis vrij onverwacht op 17 april 2003.

In 1993 ontving zij de Anna Beyns-prijs voor haar hele oeuvre. Uit het juryrapport:‘Haar romans sprankelen van levenslust. Ze spelen zich af in kringen van aardige mensen, buren, vrienden en vriendinnen, oude kennissen, meer of minder door het leven gekneusd. Hun wereld contrasteert met de hardere wereld rondom hen, die van het materialisme, het groot kapitaal, de massamens. Deze tegenstelling tus-sen een warme, welige wereld en een strakke, stoere realiteit is een leitmotiv in het werk van Keesing.’Na haar overlijden hebben een aantal oud-leerlingen van het Vossius gymnasium besloten zich in te zetten voor het herdrukken van een aantal van haar beste boe-ken. In Soefikringen zal men Kamila steeds dankbaar blijven voor haar twee soefi-boeken, te weten: ‘Golven waarom komt de wind’ en ‘Antwoorden van Inayat’.

Page 31: Soefi-gedachte 7. september 2009

Geen voorschriften, wel richtlijnenGedeelte uit Elisabeth Keesing: ‘Antwoorden van Inayat’,

hoofdstuk 1: ‘Voor wie de vraag stelde’

In het Edinburg-interview van 1919 vinden we een treffend voorbeeld van mensen die om houvast vragen, om regels. Maar Murshid Inayat Khan biedt een keus uit vele mogelijk-heden aan, hij schrijft niets voor; al komen zijn woorden altijd voort uit een onderstroom van krachtige doelgerichtheid.Enige nieuwe leerlingen van Inayat Khan kwamen van ver weg om hem te ontmoeten. Zij vroegen hem of hij hun raad kon geven voor hun leven in de wereld. Inayat Khan antwoordde dat hij aan iedereen, ook aan zijn moerieds, de vrijheid liet zo

te leven als zij het zelf goed vonden. Hij was er niet voor zijn principes aan anderen op te leggen, omdat iedereen zijn leven moet leiden in overeenstemming met zijn staat van evolutie, en de principes van de een zijn niet noodzakelijk geschikt voor een ander. Zij gingen toch door met vragen en zeiden dat ze volgelingen waren ge-worden omdat zijn leer hen aantrok, en zij zouden grote waarde hechten aan enkele raadgevingen uit zijn mond. Inayat Khan zei toen:“Als u werkelijk enkele woorden over dit onderwerp wilt horen, zal ik u zeggen hoe ik, onder bepaalde omstandigheden althans, probeer te handelen. Bij alles kijk ik van het standpunt van de ander zowel als dat van mij, daarom laat ik iedereen vrij in zijn opvattingen, omdat ik mezelf die vrijheid ook geef. Ik waardeer wat goed is in een ander en zie over het hoofd wat ik verkeerd vind. Als iemand zelfzuchtig tegenover mij handelt, beschouw ik dat als natuurlijk, omdat zelfzucht aan de menselijke natuur eigen is en ik word er niet door teleurgesteld. Maar als ik mijzelf egoïst vind, neem ik mijzelf onder handen en tracht beter te worden. Er is niets dat ik niet bereid ben te verdragen en er is niemand wie ik niet zou willen vergeven. Ik twijfel nooit aan wie ik eenmaal mijn vertrouwen heb ge-schonken, ik haat nooit wie ik liefheb, ik veracht nooit iemand aan wie ik eenmaal mijn achting heb gegeven. Ik zoek vriendschap van iedereen die ik ontmoet; als ik ze moeilijk vind doe ik een poging om hun vriendschap te winnen. Als ik met die poging niet slaag, laat ik ze verder met rust. Maak ik iemand eenmaal tot vriend, dan wens ik die vriendschap nooit te verbreken. Als iemand mij op een of andere wijze kwaad doet, dan denk ik dat ik dat waarschijnlijk verdien, of dat degeen die mij kwaad doet niet beter weet. Ik heb geen vijanden, maar iedereen die iets van zich laat merken in het leven wekt veel verzet…. Ik beschouw niemand hoger of lager dan mijzelf. In alle bronnen waaruit ik de behoeften van mijn leven put zie ik één bron, God, de enige Bron, en als ik iemand bewonder en hem eer bewijs of liefheb, weet ik dat ik God bewonder, vereer, liefheb. In verdriet vertrouw ik op God en in vreugde dank ik Hem. Ik treur niet over het verleden, ik ben niet bezorgd over de toekomst, maar tracht van het heden te maken wat ik kan. Ik ken geen misluk-king, zelfs in vallen zie ik een eerste stap om te stijgen, en succes en tegenspoed in het leven doen er weinig toe. Ik heb geen berouw over wat ik gedaan heb, en ik denk, zeg en doe wat ik meen. Als ik in het leven iets tot stand wil brengen, ben ik niet bang voor de gevolgen; ik begin eraan en doe het gewoon en ik neem aan dat wat komen moet, komt. Neem van deze ideëen wat u het beste toeschijnt en vergeet de rest.”

31

Page 32: Soefi-gedachte 7. september 2009

Over boeken en beelden

Ervin Laszlo. Kwantumshift in het wereldbrein, de impact van nieuwe wetenschap op ons en het wereldbrein. Uigeverij Ankh-Hermes bv - Deventer. 186 pag. ISBN 978 90 202 0310 3, paperback € 19,50.

Als we onze samenleving en onze omgang met de natuur niet ingrijpend veran-deren, stevent de wereld af op zelfvernietiging. Deze overtuiging zet Ervin Laszlo uiteen in zijn boek Kwantumshift in het wereldbrein. Met dit stevig onderbouwde boek bouwt hij voort op ideeën die hij eerder ontwikkelde, onder andere over het door hem ontdekte ‘A-veld’ en het ‘chaospunt’ (zie besprekingen in de Soefi-gedachte van juni 2006 en juni 2007). Laszlo, voorzitter van de club van Boedapest, is een fenomeen als musicus, wetenschapper en als schrijver.

Volgens Laszlo wordt het wereldbrein gevormd door alle mensen samen op onze aardbol. Onder een kwantumshift in dat wereldbrein verstaat hij een fundamentele transformatie in de relaties onderling en met de natuur. Daartoe is een macroshift in de menselijke samenleving noodzakelijk, dat wil zeggen een mondiale transfor-matie van de economische, politieke en culturele aspecten. En dat is mogelijk door een paradigmashift in de wetenschap: we moeten anders leren kijken. Door onze manier van samenleven en door ons ingrijpen in de natuur stevent de wereld af op zelfvernietiging. Daar moeten we wat aan doen, het is nog niet te laat, maar de tijd dringt. Onze samenleving dient op korte termijn te evolueren naar een holistische wereldbeschaving, die gekenmerkt wordt door algemeene solidariteit en internatio-nale en interculturele samenwerking. De dominante beschaving van dit moment is onhoudbaar, doordat zowel de economische, als de financiële en ecologische syste-men blijken te falen. We hebben een nieuwe visie nodig, een nieuwe kijk op onszelf, op de wereld en op onze plaats en rol in de wereld. Het motto moet worden: handel zodanig dat je de voortgaande evolutie van de biosfeer bevordert en leef zodanig, dat ook anderen kunnen leven. We moeten streven naar wereldvrede, duurzaamheid, het welzijn van alle levens-vormen en het voortbestaan van de mens. Er is een nieuwe moraliteit nodig in harmonie met de natuur, een nieuw eenheidsbesef, dat is een nieuw bewustzijn van de heelheid en wederkerige verbondenheid van alle aspecten van het leven. Nieuwe ontwikkelingen in de wetenschap bewijzen, dat het universum een organisch evolu-erend systeem is, waarin alles met alles is verbonden. Het idee, dat de grootschalige samenhang in het universum is ontstaan uit een enorme reeks toevalligheden, is op statistische gronden extreem onwaarschijnlijk. Het herontdekte realiteitsconcept, waarin het kosmisch plenum, dat is het Akasha veld, het A-veld, waarin de kosmi-sche energie stoffelijke vorm aanneemt als prana, leidt tot een nieuwe metafysica en een nieuwe theologie. We zien dat wetenschap en religie weer bij elkaar komen en dat de kloof tussen wetenschap en religie, die eeuwen geleden onstaan is, ver-dwijnt. Wil de wereld niet te gronde gaan maar blijven voortbestaan, dan dient het menselijk bewustzijn te evolueren naar transpersoonlijk bewustzijn, waarin mensen

32

Page 33: Soefi-gedachte 7. september 2009

33

zich bewust worden van hun innige verbondenheid met elkaar, met de biosfeer en de kosmos, zodat onze wereld kan uitgroeien tot een holos-beschaving.Jaap Dekker

* * * * *

Uitgeverij Ten Have is een nieuwe serie gestart: Spirituele klassieken. In deze serie zullen herdrukken verschijnen van, zoals de uitgever meldt: “boeken die hun sporen hebben verdiend. Zij zijn het waard in onze tijd, waarin mensen spirituele verdie-ping zoeken, weer over het voetlicht te worden gebracht”. De redactie van de Soefi Gedachte kreeg de eerste twee uitgaven in deze serie – werk van Hixon en Shah –ter bespreking toegezonden. Hieronder treft u beide besprekingen aan.

- 1 -Lex Hixon. Wegen naar verlichting; een rondgang door de grote spirituele visies. met een voorwoord van Ken Wilber. Kampen, Ten Have, 2009. Geb.279 blz. € 22,90 ISBN 978 90 259 5965 4 In 1978 werd dit boek van Hixon voor de eerste maal in de VS uitgegeven. En nog steeds is dit boek meer dan de moeite van het lezen waard. Wat dit boek zo bijzon-der maakt is dat de wegen naar verlichting niet alleen op een theoretische manier worden beschreven maar dat vooral, zoals Ken Wilber in het voorwoord zegt: ”Het gaat hem (Hixon) er meer om dat de mens kwetsbaar, open, leeg, verlicht en direct de Geest ervaart of realiseert, die alleen staat in het Hart, die de wereld doet ver-bleken en stralend is tot in de oneindigheid. Van dit tijdloze gewaarzijn wil hij ons een glimp doen opvangen.” Lex Hixon (1941-1995) mediteerde tweeëntwintig jaar bij de Ramakrishna Orde. Hij was spiritueel leider van twee soefigemeenschappen in New York en Mexico City en begeleidde een vedanta-studiekring vanuit de Rama-krishna Vivekananda Association.Verrassend, voor mij althans, is dat het boek begint met een hoofdstuk over Hei-degger en Krishnamurti, twee onafhankelijke denkers uit de westerse respectieve-lijk de oosterse traditie en vooral mensen die menen dat er eigenlijk geen weg is naar Verlichting maar dat Verlichting je overkomt als je het “willen” laat vallen. Zelf heb ik Heidegger altijd beschouwd als een zeer moeilijk schrijvende westerse filo-soof, van wie ik om die reden ook nooit iets van heb gelezen. Hixon noemt hem “een van de meest diepzinnige westerse beschouwende denkers van deze tijd zonder een traditionele religieuze binding”. In het boek komen verder denkers en filosofieën uit zowel de Oosterse als de wes-terse traditie aan de orde. Vanuit het Oosten komen Ramakrishna van Bengalen (Tantra) en Ramana Maharshi aan de orde evenals Zen en I Tsjing. Voor het westen zijn opgenomen: Plotinus (Neoplatonisme), het joodse Chassidisme, Paulus, die zo’n belangrijke rol heeft gespeeld in de beginjaren van het christendom en de heden-daagse Amerikaanse soefi Bawa Muhaiyaddeen.Een zeer inspirerend boek waarover ik eigenlijk maar één negatieve opmerking kan maken. Kennelijk is de vertaling uit 1991 gebruikt die soms wat gedateerd aan doet. Zo wordt van de soefimeester gezegd dat hij uit de Mohammedaanse traditie afkomstig is. Zubin van den Besselaar

Page 34: Soefi-gedachte 7. september 2009

34

- 2 -Idries Shah, Het pad van de soefi, Kampen, Ten Have, 2009, geb. 352 blz., ISBN 97890 2595959555 Idries Shah was een bekende moslim-soefileraar in Engeland, die vele boeken over het klassieke soefisme schreef. Dit boek is een herdruk van het boek dat in1968 bij De Bezige Bij verscheen. In zijn uitvoerige inleiding onderzocht de auteur de bron van het woord ‘soefi’, waarbij hij meent dat het vermoedelijk komt van het woord ‘suf ’, dat wol betekent en doelt op de wollen gewaden van de eerste soefis.Daarna bespreekt hij de grote soefi-schrijvers: al-Ghazali, Omar Khayam, Attar, Ibn Arabi, Saadi, Jami, Sanai, Rumi. Voorts behandelt de auteur de vier grote soefi-ordes: De Chisti-. Qadiri-, Suhrawardi- en Naqshbandi-ordes. Tenslotte volgen er leerverhalen, onderwerpen tot eenzame overdenking, brieven, vragen en antwoor-den over het soefisme. Het boek bevat zeer vele citaten, uitspraken en anecdotes en geeft de lezer veel informatie over het klassieke soefisme, maar schenkt geen aandacht aan het universele soefisme van Hazrat Inayat Khan.Ameen Carp

* * * * *

Nieuwe religiositeit in Nederland; gevalsstudies en beschouwingen over alternatieve religieuze activiteiten; onder red. van Frans Jespers. Budel, 2009. 254 blz. ISBN 978 90 5573 902 8 . € 19,90De aankondiging in het persbericht van bovenstaan boek intrigeerde me. Daar stond in dat het boek ook een hoofdstuk over “Mouriden, soefi’s in de lage landen” zou bevatten. Nieuwsgierig geworden heb ik het boek ter bespreking laten komen. Mouriden blijken Senegalese soefi’s te zijn die in Nederland en België regelmatig bijeenkomen. Het zijn orthodoxe moslims. Aan het einde van de 19e eeuw stichtte Shaikh Amadou Bamba (1850-1927) een eigen soefi-orde, een tariqua die hij de Mouridiyya-orde noemde. De leden van deze orde zijn de mouriden. De Islam was op dat moment al zeer verbreid in Senegal maar had vooral aanhang in de hogere klassen.Bamba was afkomstig uit een familie van Islamgeleerden. Hij was een charisma-tisch man die al snel veel volgelingen had. Zijn populariteit nam nog toe omdat hij geweldloos verzet tegen de Franse koloniale macht predikte. Hij zat verschillende malen in de gevangenis. Bamba richtte zijn boodschap vooral tot de massa, de jon-geren van zijn tijd. Hij predikte niet de wereldverzaking maar vond dat je juist in het volle leven moest staan. Daarbij moest de leerling zich vooral richten op het ontwik-kelen van de natuurlijke deugden: soberheid, vrijgevigheid en goedheid. Meditatie is er op gericht je geweten te onderzoeken.Bamba richt zich in zijn mystiek niet rechtstreeks tot de ontoegankelijke God maar op zijn profeet, die staat voor de perfecte mens. Niet om na dit leven in het paradijs te komen maar om gelukkig te worden in dit leven. Het hoofdstuk is gebaseerd op bronnenstudie en gesprekken met mensen zowel in Senegal als in Nederland. De groep in Nederland is maar klein, officieel nog geen 1500 maar er zijn altijd illegale Senegalezen (tijdelijk) in Nederland. Het hoofdstuk geeft ook aandacht aan de andere soefi’s in de lage landen zoals de

Page 35: Soefi-gedachte 7. september 2009

volgelingen van Hazrat Inayat Khan. Inayat Khan “put weliswaar uit de Islamiti-sche traditie maar plaatst deze in een zeer universalistisch kader”. Verder komt de Mevlevi-orde aan bod “met sterke wortels in het klassieke Soefisme”.In het boek komen nog verschillende andere “nieuwe” religies aan bod zoals holis-tische spiritualiteit, ongebonden “waarheidzoekers” en de Nederlandse godinnen-beweging. De gevalsstudies zijn zeer wetenschappelijk opgezet. Het boek is ook bedoeld voor studenten godsdienstwetenschap op universitair niveau. Daarom zijn er bij elk hoofdstuk uitgebreide voetnoten en literatuurverwijzingen. Interessant vind ik ook het eerste hoofdstuk dat, naast de wetenschappelijke ver-antwoording, ook een literatuurstudie omvat waarin de verschillende wetenschap-pelijke onderzoeken, zowel in Nederland als daarbuiten, naast elkaar worden gezet. Dat geeft een aardige indruk van de “state of the art” op dit gebied maar levert ook, voor mij althans, verrassende informatie. Wist u bijvoorbeeld dat, naar schatting, in Nederland 26% van de mensen tot de zogenaamde ”onafhankelijke religieuze zoekers” moet worden gerekend?Zubin van den Besselaar

35

Page 36: Soefi-gedachte 7. september 2009

Gebeurtenissen“Geroepen door het wereldhart”

Vertegenwoordigers van zeven geestelijke stromingen bogen zich over bovenge-noemd thema op een grote bijeenkomst op 23 mei 2009 in het mooie conferen-tieoord van de Rozekruisers Renova te Bilthoven. Ook leden van deze zeven orga-nisaties bevonden zich onder de 850 deelnemers. Deze zeven organisaties waren: de Theosofische Vereniging, de Anthroposofische Vereniging, de Orde van Vrijmet-selaren onder het Hoofdkapittel de Hoge Graden in Nederland, de Soefi Beweging Nederland, de Rozekruisers Orde AMORC, de Rosicrucian Fellowship en het Lec-torium Rosicrucianum. Bij ieder van de zeven inleidingen kwamen verschillen van werkwijze tot uiting, maar ook steeds weer het gemeenschappelijk doel, namelijk het zoeken naar de ene waarheid en het werken naar een betere, meer spirituele toekomst van de mensheid. Het is de eerste maal dat een zo grote bijeenkomst van de verschillende geestelijke stromingen werd gehouden en het getuigt van een algemeen verlangen naar meer samenwerken. Namens de Soefi Beweging sprak dr. H.J. Witteveen. Aan het slot van de bijeenkomst werd de volgende gezamenlijke verklaring voorgelezen:► Alle religies zoeken naar de ene waarheid.► Onaantastbaar is de bron van wijsheid, liefde en kracht.► God is in zichzelf, de wereld is in God, en de mens is in de wereld.► De opdracht van de mens: stofopenbaring, zielenopenbaring, al-openbaring.► In het hart ligt de toegang tot ons geestelijk wezen.► Vanuit het innerlijk licht kan de mens alles doorzien.► Zelfvergeten dienstbaar zijn is de kortste en meest blijde weg tot God.► Er is één geest in de hele schepping, die in ons leeft, die zin geeft aan het leven.► Bevrijd de oneindige geest door het besef van ‘de ander in ons’.► Denk met uw geest over uzelf, ken uzelf. Wie zichzelf kent, kent het Al: het Al is in de mens► Vanuit ons liefdevolle hart kunnen wij alle gescheidenheid tussen mensen over-winnen► Onze oproep is: Mens, ga in tot uw diepste innerlijk! Vind de weg van materie tot mysterie. Keer terug tot de geestelijke oerbron, in het levende nu. Ameen Carp

* * * * *

‘Goddelijke stoffe’ in de Bibliotheca Philosophica Hermetica

In 1744 uitte boekhandelaar én verzamelaar van hermetische en alchemistische literatuur Michaël Bidstrup de klacht dat er in Nederland veel te weinig aandacht was voor serieuze, ‘philosophische’ boeken, en dat de mensen liever ‘vodden’ lazen zoals de avonturen van Uilenspiegel. ‘Uylenspiegel, Jan Tamboer, en diergelijke vodderijen hebben meer aftrek in deze Nederlanden, als alle andere degelyke boeken, en wat aengaet de Philosophische Boeken, waerlyk zoo treffen dezelve dit droevigen noodlott voor alle anderen.’ Zijn fondscatalogus, eigenlijk meer een bibliografie, opgesteld in het Nederlands en

36

Page 37: Soefi-gedachte 7. september 2009

37

gedrukt in Amsterdam, biedt daarvoor een goed tegenwicht. Het is een staalkaart aan alchemis-tische, mystiek-spiritualistische en hermetische boeken – en de meesten zijn dan ook in de col-lectie van de Bibliotheca Philosophica Hermetica aanwezig. Het is het eerste boek van de selectie die in de nieuwe expositie van de Bibliotheek ge-toond wordt. De expositie betreft alléén boeken die in Nederland gedrukt zijn en daaronder be-vinden zich werken die nogal wat opschudding veroorzaakten. Ondermeer ketterse boeken, zo-als het tWonderboeck van David Joris en een zeld-zaam chiliastisch pamflet van Johannes Rothé dat opriep tot burgerlijke ongehoorzaamheid. Maar daarnaast zijn ook herdrukken van alchemistische ‘klassiekers’ zoals Geber en de Triomphe hermétique te bewonderen.Van de meeste boeken in de tentoonstelling is alleen dit ene getoonde exemplaar in Nederland

bewaard. Dit is het afgelopen jaar gebleken toen de BPH-collectie beschreven werd voor de Short-Title Catalogue Netherlands, onder vakgenoten bekend als STCN. Voor dit landelijke project, uitgevoerd onder de hoede van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, zijn alle Nederlandse drukken tussen 1540 en 1800 in zoveel mogelijk Nederlandse bibliotheken beschreven. Van de ruim 800 Nederlandse drukken in de Amsterdamse BPH bleken er iets meer dan 100 uniek te zijn voor Nederland; van sommige bezit de BPH misschien zelfs wel het enig bekende exemplaar ter wereld.De keuze uit de 100 unica is aangevuld met een aantal iets minder zeldzame, maar wel bijzondere Nederlandse drukken. De titel van de expositie ‘Goddelijke Stoffe’ is ontleend aan een werkje van Nicolaus Kunholdt uit 1730; de prachtige gravure van het affiche komt uit tWonderboeck van David Joris uit 1584.De tentoonstelling ‘Goddelijke stoffe’ weerspiegeld in unieke exemplaren en bijzondere Nederlandse drukken is te zien tot 6 november in de Bibliotheca Philosophica Hermeti-ca, Bloemstraat 15, Amsterdam. Open ma-vrij 9:30-12:30 en 13:30-17:00, Toegang gratis. Tijdens de tentoonstelling worden speciale rondleidingen aangekondigd op www.ritmanlibrary.nl; aanmeldingen: [email protected]

* * * * *

Hartverwarmende bijeenkomst Federation of the Sufi Message

Wat een bijzonder harmonieuze bijeenkomst was het dit keer, van 27 tot 31 mei in de Universelle Murad Hassil in Katwijk, en wat hebben we soms gelachen. Aanwezig waren leden van de verschillende Sufi families die allen Hazrat Inayat Khan toege-wijd zijn: Soefi Beweging, Soefi Contact, Sufi Ruhaniat International, Sufi Order International, Sufi Way. Het was een vrij kleine groep, voor het merendeel komend uit Amerika en Nederland, wat ongetwijfeld te maken heeft met de financiële cri-sis, maar daardoor werden de onderlinge kontakten ook intenser. Het was de

Page 38: Soefi-gedachte 7. september 2009

38

tiende maal dat we bijeenkwamen en het was voor de tweede maal dat de organi-satie in handen was van een vertegenwoordiging van Soefi Contact en Soefi Beweging. Omdat er ook regelmatig via e-mail kontakt met vertegenwoordigers van de andere organisaties was geweest, verliep het programma vlekkeloos.

Het centrale thema was 'harmonie. Bij aanvang werd ons toegewenst:Mogen de Soefi families altijd in harmonie samenwerken in de Dargah van o Hazrat Inayat Khan.Dat dit de tiende keer is dat we bij elkaar komen en dat we zo langzamerhand o zijn gaan inzien dat er een foutje zit in de gedachte dat er iemand buiten ons is die moeilijkheden veroorzaakt – niet wij natuurlijk – en dat het de taak is voor ieder van ons om het eigen ritme te bewaken, wat het leven ons ook brengt. Als de wereld zich gedraagt zoals wij dat wensen, dan zijn wij gelukkig, maar dit is een onervaren manier van denken. Wij worden getraind om niet naar anderen te wijzen, maar om onszelf te veranderen.Wat in het hart zit kan niet in woorden worden gevat. Laat ons stil groeien als o een bloem in de tuin.

Wat in het hart zit kan inderdaad niet in woorden worden gevat. Wat te zeggen over alle bijzondere en hartverwarmende momenten die plaatsvonden? De ont-moetingen vonden plaats in warme openheid en aandacht, in herkenning bij de ander van diens lijn met de Alom tegen-woordige en in de innerlijke voe-ding die dit wederzijds gaf. Hart verwarmend dus.

Wat we zoal deden‘s Morgens was de tempel ge-vuld met raga-klanken uit Westerse kelen, onder leiding van Pir Shabda, en daarna ver-diepten we ons gezamenlijk in de Boodschap, eerst luisterend, dan met elkaar besprekend wat deze tekst nu betekent in ons dagelijkse leven, hoe we om-gaan met sommige contradicties in de teksten, en wat ze betekenen voor de een of voor de ander. Een van de contradicties bijvoorbeeld was: “Houd je enthousiasme in bedwang” en “Er zijn wel 10.000 werkers nodig”. Het is natuurliijk dat je aan de slag wilt als je gegrepen wordt door de Boodschap, die je wel overal wilt verspreiden om aan die 10.000 werkers te komen. Wat betekent het dan als er staat dat je je enthousiasme in bedwang moet houden? Toch niet dat je maar niks moet doen?De oefeningen waren gevarieerd: ademoefeningen, wazifa oefeningen met verschil-lende wazifas, reciteren van wazifas, wazifas en dansen, en dan nog zingen. Bhajan Sword van Sufi Way – die we kennen van een vorige retreat – was kort geleden overleden en de Sufi Way nodigde ons uit voor een gezamenlijke en gezongen her-denking, wat heel roerend was.

Page 39: Soefi-gedachte 7. september 2009

39

Inayat Khan’s theater: The Living DeadSpeciale aandacht verdient ook de opvoering van “The Living Dead”, de levende dode. Omdat we natuurlijk niet echt tijd hadden om dit door Hazrat Inayat Khan geschreven toneelstuk in te studeren, had Nawab Pasnak het dusdanig aangepast dat de tekst gelezen kon worden. Hij had de regieaanwijzingen bij de persoon gezet die het betrof. Als dus aangegeven stond De Maharaja kuste Naeka, dan sprak de Maharaja deze woorden uit met de bijbehorende blik.Het werd een hilarisch stuk want sommigen waren wel heel talentvol. Allen waren gehuld in tulband of hadden andere lappen om; de kozakken die de prins moesten doden zeiden tegen elkaar: nee jij, nee jij moet het doen; dan waren er nog de bediende en Naeka de danseres; de Maharaja; de Magiër die alle mensen wegtrok van de Vairagi. Leerzaam en erg leuk om met elkaar te doen.

Google EarthOp de laatste dag kregen we een presentatie van Aslan Sattler, die met Google Earth aan de slag is gegaan: op zijn laptop zagen we de wereldbol ronddraaien met een tekentje en cijfer in alle landen waar soefis van onze soefi-families wonen. In totaal zijn er soefis in 52 landen en in totaal zijn er bijna 10.000 mensen gesigna-leerd. De bedoeling is uiteindelijk dat je, als je op reis gaat, kunt nagaan of er soefis wonen in het land waar je naar toe gaat en dat je dan op onderzoek kunt gaan of je die soefi zou kunnen ontmoeten. Hoe dat uitgewerkt gaat worden is nog niet bekend, maar het zal wel komen.

Boekpresentatie ‘Sufi Mysticism into the West’ van Sitara Jironet1

Die middag vond de presentatie plaats van het Engelse boek over Soefi Mystiek in het Westen waar Sitara Jironet haar ziel en zaligheid in heeft gestoken: zij heeft het leven beschreven van de Broers van Hazrat Inayat Khan en de manier waarop zij leiding gaven, en ze heeft in haar boek indringende vragen besproken. De Broers hebben heel veel voor de Soefi Beweging betekend, want zij waren het die de leringen bewaarden en doorgaven. Wat een moed van Maheboob Khan om het werk voort te zetten: hij was zo totaal anders dan zijn oudere broer Inayat. Wie het boek leest kan zien hoe Maheboob Khan als een gouden pilaar was, en Ali Khan zo krachtig dat als hij sprak dingen gewoon veranderden, en Musharaff Khan was als een magneet en trok mensen aan. Het is zo belangrijk om herinne-ringen levend te houden, om de geur van India als het ware te proeven, en daar-om is het zo belangrijk om dit boek te lezen, zodat dingen beter begrepen kun-nen worden.2

EeuwfeestVolgend jaar op 13 september is het 100 jaar geleden dat Inayat Khan, tezamen met twee van de drie broers, naar het Westen trok, om Oost en West met elkaar te harmoniëren. De jongste broer Musharaff Khan kwam iets later; hij was nog een puber toen ze vertrokken. Soefis willen natuurlijk iets aan het eeuwfeest doen en vanaf de vorige Federation bijeenkomst heeft Jami Klein (SOI, Amerika) zich ingespannen om een vorm te vinden voor gezamenlijke vieringen, waarbij alle soefi-families zich gelukkig zouden voelen. Na een ruime bespreking over het eeuwfeest is afgesproken dat de feest-dagen in 2010 de volgende ‘onderwerpen’ meekrijgen:* Het gehele jaar: Eenheid van religieuze idealen.

Page 40: Soefi-gedachte 7. september 2009

40

* Oudejaarsavond: Prayers for the Planet. * Urs en Visalat dag, overlijdensdag, 5 februari: Love, lover and beloved. * Viladat, geboortedag, 5 juli: Divinity of the human soul. * Hejrat, vertrek naar het Westen, 13 september: Spiritual Liberty. In Nederland is besloten om “Heart of Sufism” (een bloemlezing van de woorden van Inayat Khan, bijeengebracht door Karimbakhsh Witteveen) volgend jaar uit te brengen op Hejrat Dag. Er is een algemene wens om het eeuwfeest te vieren met een publicatie. Toward the One, het gezamenlijke tijdschrift van Soefi Beweging en Sufi Ruhaniat International, is wegens financiële moeilijkheden tijdelijk gestopt, maar de wens werd geuit om in 2010 eenmalig, vanwege dit eeuwfeest, een Toward the One uit te brengen specifiek voor deze gebeurtenis. Ophiel van Leer vertelde, dat in Frankfurt op Hejrat Dag Bach’s Mass in B-mineur zal worden uitgevoerd. De Sufi Order International in Duitsland voert besprekingen over eeuwfeest-publicaties. Sufi Way houdt een internationale spiritual healing dag waarbij alle soefi-families uitgenodigd zullen worden, van 19 tot 21 maart 2010. Het dringende verzoek aan alle aanwezigen was om de plannen voor de centennial niet te zien als iets wat we moeten bereiken, maar als een aanzet voor de komen-de 10 jaar, want dat kan ons ruimte geven om de vaart er in te houden.

History of the Dargah of Hazrat Inayat KhanDe laatste middag was er tevens een presentatie van de geschiedenis van de Dargah van Hazrat Inayat Khan, in Delhi, India. Rani McLaughlin had van de Reconciliation Group de opdracht gekregen om de verschillende verhalen over de Dargah bij elkaar te brengen en er één verhaal over te maken, waar alle groeperin-gen zich in kunnen vinden. De bedoeling is, om dit verhaal te verspreiden bij alle moerieds, zodat iedereen de geschiedenis zal kunnen nagaan. Nu is het nog zo, dat verschillende groeperingen zich hebben vastgebeten aan de verhalen die ze ge-hoord hebben; al die verhalen zijn natuurlijk verschillend en het zijn verhalen die mensen niet bij elkaar brengen. Het verhaal waaraan Rani McLaughlin werkt zal mensen wél bij elkaar kunnen brengen omdat het, op de wijze zoals Hazrat Inayat Khan ons dat geleerd heeft, iets van je eigen gezichtspunt laat bekijken EN van het gezichtspunt van de ander. De vertegenwoordigers van de Reconciliation Group kunnen zich met dit verhaal verenigen en het document zal deze zomer beschik-baar zijn. En intussen gaat Rani (die in de jaren zeventig al voor het eerst de Dargah bezocht) verder met een uitgebreider verslag van de geschiedenis, daarin bijgestaan door de mensen die al eerder met haar werkten: Karimbakhsh Witteveen, Zahir Roehrs, Suhrawardi Gebel, Isha Francis, Elias Amidon, Wali en Walia van Lohuizen, Ger en Els Storms, Alim Vosteen, Kadir Pool, Hamida Verlinden. Dit uitgebreidere verslag zal in de archieven komen, waar het ter inzage zal lig-gen.

Hamida Verlinden

1 Jironet K.: Sufi Mysticism into the West; New Religious Identities in the Western World, 6 (Leuven, 2009), 240 blz, € 45,00, ISBN 978 90 429 2114 6

http://www.peeters-leuven.be/search_author_book.asp?nr=2429 2 In het volgende nummer van de Soefi-gedachte (december 2009) zal Hamida Verlinden uitge-

breider op dit boek ingaan.

Page 41: Soefi-gedachte 7. september 2009

41

Soefi-centrainformatie, adressen en activiteiten

AMSTERDAMdhr. Jos van de Heuvel, t 020-6732946Universele Eredienst: Ignatiushuis,Beulingstraat 11, Am sterdam,1e en 3e zondag van de maand 11 uur. Op de 3e zondag voorafge gaan door de Confraternity of the Message 10.30 uur.

ApELDOORNOrientatiemiddagen: 2e zondag van de maand van 14-16 uur bij Corrie & At de Roos, Sparrenlaan 11, 7313 AT Apeldoorn, t 055-32316 33, [email protected]

ARNHEMmw. Maharani de Caluwé - Rombout, Groningensingel 423, 6835 ER Arnhemt 026-3213650, [email protected] in overleg.Universele Eredienst: Vrijmetselaarsgebouw, Arnhemsestraatweg 360, Velp (Gld)1e zondag van de maand om 11 uur.

ASSENIman Stam, Troelstralaan 236, 9406 BE Assen, t 0592-707202, 06-24 92 92 77Studiebijeenkomsten en klassen voor belangstel-lenden, broeder-zusterschapsleden en moerieds. Universele Eredienst: Loge van de ODD Fellows, Hendrik de Ruiterstraat 2, Assen,3e zondag van de maand om 11 uur.

BREDAmw. M.L.C. van Beek-Vanheule, Berkenring 70, 4881 HD Zundert, t 076-5976335, [email protected]: Kalyani Heerkens, t 076-5601255Universele Eredienst: Waalse Kerk,Catharina straat 83-bis, Breda,3e zondag van de maand om 11 uur.

DEN HAAGdhr. L.W. Carp, Anna Paulowna straat 78, 2518 BJ Den Haag, [email protected] 070-3644590, f 070-3614864.Om de week op maandag: studie- en medi tatie-klas. Maandelijks open Soefi-avond en spirituele film-avond. Programma op aanvraag.Universele Ere dienst: Anna Paulownastraat 78, elke zon dag om 11 uur, Confraterni ty of the Message om 10.30 uur.

DEVENTERmw. Hayat Anna Westenberg, De Dennenhoek 3, 7431 EM Diepenveen, t 0570-532347,[email protected] Universele Ere dienst: Noorderbergstraat 9,

7411 NJ Deventer,3e zon dag van de maand om 11 uur.

EINDHOVENmw. K. Bredée-van Ginkel, Jacob Catsstraat 28 5671 VR Nuenen, t 040-2832518, [email protected] Ere dienst: Eckartdal,Nuenenseweg 1, Eindhoven,1e zondag van de maand om 11 uur, Confraternity of the Message om 10.30 uur.

FRIESLANDmw. S. Cornelissen, t 0513-431940, Heide 6, 8521 DG Sint Nicolaasga. mw. Y. Veenstra, Wommels. t ’s avonds 0515 576 244.Maandelijks meditatieavonden.Universele Ere dienst: Bij de Put 15, Leeuw arden, 1e zondag van de maand om 11 uur.

GRONINGENmw. M.C. van Boon, t 050-5251519 bgg: fam.Lieftinck t [email protected]: musical tuning en meditatie; stilte en meditatie; 1e ma. v.d. maand: gespreksavond.

‘S HERTOGENBOSCHCoördinator: mw. Trudy Hendriks Franssen-van den Berg, Ariënstraat 16, 5351 GD Berghem / Oss, t 0412-402689, [email protected]: Frans Roza, Asterdkraag 40,4823 GA Breda, [email protected] Eredienst: Cen trum de Poort,Luy benstraat 48, 's Hertogenbosch.

HILVERSUMdhr. Ananda Antonius, Arent Krijtstr 13 II, 1111 AG Diemen. Klas voor belangstellenden: 1e ma. v.d. maand; voor deelname bellen met:t 020-6907129 of email [email protected] Eredienst: ‘De Ver eniging’, Ou de Engh weg 19, Hilversum ( bij het gemeentehuis), 2e en 4e zondag van de maand 11 uur.

REGIO KATwIJK, wASSENAARRegioleider: drs. J. Belt, t 0252-373145, Eykendonck 32, 2211 SG Noordwijkerhout. Wakil Huis Universel: mw. Z. le Rütte, t 071-4077435, [email protected] Eredienst: Universel Murad Hassil, Zuid duinseweg 5, 2225 JS Katwijk aan Zee,1e, 3e en 4e zondag van de maand 11 uur. Confrater nity of the Message 1e en 3e zo. 10.30 u. Iedere 4e zo. spreekt Karimbakhsh Witteveen.

Page 42: Soefi-gedachte 7. september 2009

42

ROTTERDAMmw. A.M. (Zubin) Hijmans, t [email protected]ördinator dhr. Bauke de Wreede,t 06-24646694, [email protected] Secretariaat: mw. Heleen van Houwelingen,t 078-6318488, [email protected] en belangstellendenavonden: 1e maandag van de maand, opgave vooraf. Universele Eredienst: Soeficentrum Provenierssingel 41, 3033 EG Rotterdam,2e en 4e zondag van de maand, 11 uur.

TILBURGdhr. & mw. Ach terberg, Chopinstraat 26, 5011 VK Tilburg, t 013-4563241.Klassen voor belangstellenden eerste maandag van de maand. Voor deelname bellen met dhr.L.Raatgever, t 013-4600609

TwENTEmw. M. Evers-Brinkman, tel. 06-48 34 48 44, Ganzendiepstraat 18, 7607 LZ Almelo. [email protected] Eredienst: Nivoncentrum, Lodewijkstraat 1, 7553 LB Hengelo,2e zondag van de maand om 11 uur, Confraternity of the Message om 10 uur.

UTRECHT / BILTHOVENdhr. W.S. van der Vliet, Juliana van Stolberg-laan 6, 6961 GB Eerbeek, t 031-3650334, bgg.: Sakya van Male, t 030-2723522 Universele Ere dienst: Huize ‘Het Oosten’, Jan Steenlaan 25, Bilthoven, laatste zondag van de maand om 11 uur.

BOxMEERDansen van Universele Vrede in de Kapel van ‘t Kloosterhuis, Grotestraat 69, Sambeek (gem. Boxmeer). Info: mw. Hanna Reijnders,t 0478-571033.

ZEELAND mw. Nuria Gortzak, Troelstralaan 18, 4571 VC Axel, t 0115-530599 Studiebijeenkomsten: 2e dinsdag van de maand. Info mw. A. van Schaik, t 0118-412875.Uni versele Ere dienst: Gebouw de Vier Elementen, Breeweg100, Middelburg, 1e zondag van de maand om 11 uur.

ZUID LIMBURGContact: Ruud Marinus, Castelmorelaan 42, 6213 CW Maastricht, t 06-54 36 78 24. Er zijn maandelijkse bijeenkomsten en om de twee maanden op zaterdagmorgen open klassen.

ZwOLLEdhr. C. Koster, Tijnje 48, 8032 LR Zwolle,t 038-4541817,

Universele Eredienst: Bloemen dalstr. 11, Zwolle,4e zon dag van de maand om 11 uur, Confraternity of the Message om 10.30 uur.

In Meppel is een Soefi-groep die elke 4e di. v.d. maand bijeenkomt. Contactadres: Zuideinde 46, 7941 GH Meppel, [email protected] Eredienst: Engelandseweg 19, Wezep,2e zondag van de maand om 10 uur.

SOEFI BEwEGING NEDERLANDAlgemeen SecretariaatAnna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haagt 070-3461594, f 070-3614864, [email protected] Secretariaat open maandag tot en met donder-dag van 10 tot 13 uur. bgg.: t 070-3644590Financiën: dhr. F.H.Lint, t 06-41 84 77 27

Nationaal Vertegenwoordigerdhr. Ameen L.W. Carp, [email protected] 070-3644590, f 070-3614864

Nationaal secretarismw. L. (Wahdud) Grashuis, A.Verweystraat 126, 2274 LM Voorburg, [email protected] 070-3644590 (overdag), t 070-3871705 (thuis)

Office Representative GeneralBanstraat 24, 2517 GJ Den Haag, t 070-3657664, [email protected]

Internetwww.soefi.nl (nationale site).www.sufimovement.org (international site).

Penningmeester Soefi-gedachtedhr. C.M. van Beek, penningmeester Soefi Beweging Nederland, Den Haaggiro 777555, t 076-5976335. [email protected]

Lidmaatschappen van de Soefi BewegingEr bestaan verschillende vormen:Moeried: dit zijn personen die de inwijding in de Inner lijke School van de Soefi Beweging heb-ben ontvangen en de esoterische klas sen en de esoterische training volgenBroeder-zusterschapslid: dit zijn zij die de ide-alen en doelstelling van de Soefi Beweging on-dersteunen.Lid van de Kerk van Allen: dit zijn zij die zich speciaal aangetrokken voelen tot de Universele Eredienst; dit verlangt niet dat zij ook om inwij-ding vragen.Vriend van de Soefi Beweging: men kan zich opgeven als Vriend als men een ondersteuning aan het Soefiwerk wil geven.Belangstellende: eenieder die zich op wil geven als belangstelende en de informatie over soefi-activiteiten wil verkrijgen.

Page 43: Soefi-gedachte 7. september 2009

43

Contributieregeling 2009 Moerieds betalen per jaar: Alleen EchtpaarLaag € 90,00 € 135,00Normaal € 145,00 € 217,50Hoog € 215,00 € 322,50Broederschapsleden, Vrienden van de Soefi Beweging Nederland en leden van de Kerk van Allen betalen € 50,- per jaar. Broederschaps-echtpaar € 75,00 per jaar. Dit is inclusief het abonnement op de Soefi-gedachte.Alléén een abonnement op de Soefi-gedachte:€ 16,00 per jaar (=incl. porto Ned.)

DargahFinanciële bijdragen voor het sociale, culturele en extra soefi-werk bij de Dargah, postbanknr: 616577 t.n.v. Stichting Dargah te Den Haag.Voor organisatie, onderhoud, in richting vannieuwbouw en guest house, bankrekening:43 02 43626 t.n.v. Dargah-fonds te Den Haag.Schenkingen van boeken enz. (alle talen!):Walia en Wali van Lohuizen t 020-6276424.

Vergoeding onkostenWerken voor de Soefi-Boodschap is het werken voor een geestelijk ideaal. Zoals Hazrat Inayat Khan alles opgaf om zijn boodschap naar het Westen te brengen, zonder uitzicht op materiële beloning, zo is het nog steeds nodig dat de Boodschap van Liefde, Harmonie en Schoonheid wordt uitgedragen door soefi's die zich vrijwillig willen inzetten. De Soefi Beweging is afhankelijk van deze idealisten. Zij heeft onvoldoende materiële middelen om de mensen voor hun werk te belonen. Soms krijgen wij toch het verzoek of men een vergoeding kan krijgen voor het werk dat men doet voor de Soefi Boodschap. Het enige dat wij kunnen aan-bieden is een reiskostenvergoeding op basis van openbaar vervoer. Bestuur S.B.N.

BIJZONDERE ACTIVITEITEN 13 september: herdenking Hejirat Dag (begin van de verspreiding van de Soefi-Boodschap; Murad Hassil in Katwijk).19 september: Cheragsdag voor de westelijke centra, in Murad Hassil in Katwijk.17 oktober: Cheragsdag voor de centra in oost en noord Nederland, in Arnhem.14 november: Soefidag (zie inlegvel). Thema: 'Verantwoordelijkheid", Murad Hassil Katwijk.28 november: Nationaal Comité-vergadering, in Den Haag.Zie verder op www.soefi.nlZie voor algemene informatie over activiteiten gerelateerd aan soefisme:www.soefikalender.nl

SOEFI BEwEGING BELGIËmw. L.D. Deslée, Sport straat 100, B-9000 Gent. Vertegenwoordiging nationale broeder- en zusterschaps activiteiten in België. Centrum oost-Vlaan deren: t/f 0032 9 222 1030. Broederschapsactiviteit vanaf 17.30 uur, om de 14 dagen op maandag.Centrum Inayat: Frans Baelenstr. 9, B-2100 Deurne, t 0032 3 321 0052. Thema-avond:1e woensdag van de maand 20.30 uur.

VERTEGENwOORDIGERS ANDERE ORGANISATIES

Sufi Ruhaniyat NL: Arienne en Wim van der Zwan, Peace in Motion, t +49 (0)2294 993 78 41 +31 651 30.34.39 (GSM). [email protected]

Int. Sufi Orde NL: Kees Nafas Wagtmans, Rubinsteinstraat 347, 5011 ND Tilburg,t 013 456 02 28 [email protected]

Sufi way NL: Ernst du Pon, [email protected]

GEVRAAGDThe Dutch Publication Committee die belast is met de Nederlandse vertaling van alle tek-sten van Hazrat Inayat Khan zoekt moerieds of broederschapsleden die bereid zijn mee te werken aan het zeer vele werk dat het DPC onder handen heeft. Vereisten: een goede kennis van de Nederlandse taal en een goede kennis van het werk van Hazrat Inayat Khan.Opgave bij: Drs.J.Belt (Munir) [email protected] of t 0252-373 145

Page 44: Soefi-gedachte 7. september 2009

44

Activiteiten Vereniging Soefi-Contact In de herfst van 1969 verscheen het eerste nummer van het blad Soefi-Contact. “De bedoeling van deze rondschrijfbrief is de niet bij de officiële organisaties aangesloten mureeds, nu en in het vervolg te kunnen bereiken, en zal de naam Soefi-Contact dragen”, zo opende de initiatiefneemster Gawery Voûte dat eerste nummer. In het voorjaar van datzelfde jaar werd voor dezelfde doelgroep de eerste voorjaarconferentie gehouden. Daaruit ontstond de vereniging Soefi-Contact. Nu, 40 jaar later, is een nieuwe fase begonnen. De Soefi-Gedachte is niet alleen het orgaan van de Soefi-Beweging Nederland, maar ook dat van de Vereniging Soefi-Contact. Het blad Soefi-Contact is daarmee opgehouden te bestaan, maar de vereniging uiteraard niet. Op deze bladzijde staan de activiteiten die onder verantwoordelijkheid van Soefi-Contact vallen. Landelijk centrum en dagelijks bestuurSoefi-Contact is een landelijke vereniging met drie afdelingen: Haarlem, Alkmaar en Bussum. Landelijk centrum: Soefi-Huis, Burgwal 38zw-40, 2011 BE, Haarlem.Website: www.soefi-contact.nl, e-mail: [email protected]: mw. E.A. van den Brink, 0317-425347.Secretaris: dhr. J. Molenaar, mr J.de Vriesstraat 22, 1788 AV, Den Helder, tel: 0223-646920.Penningmeester: mw J.L.B.H.M. Kaars-de Groot, rek.nr. 4239048, Soefi-Contact, Den Helder.HaarlemUniversele Erediensten: iedere tweede en vierde zondag van de maand in het Soefi-Huis, Burgwal 38zw-40, aanvang 11.00 uur (m.u.v. juli en augustus). De eerste dienst van het sei-zoen is een Informele dienst en wordt gehouden op13 september, tevens Hejrat-viering.Kernpunten van de Soefi Boodschap: openbare bijeenkomsten over enkele kernpunten van het soefisme: 29 september, 27 oktober, 24 november en 15 december 2009.Plaats: Soefi-Huis, Burgwal 38zw-40 in Haarlem. Aanvang 20.00 uur.Lezing: dhr. P.Claassen, zondag 20 september 2009 in het Soefi-Huis, aanvang 11 uur; onder-werp: 'Soefisme en economie'. Vrije toegang.Abdulwahid van Bommel, zondag 29 november 2009 in het Soefi-Huis, aanvang 11.00 uur, onderwerp: 'Mystiek en maatschappelijke relevantie'. Vrije toegang. Informatie: dhr J.W. Hutter, 023-5402019 e-mail: [email protected],mw. M.J.H. Staphorst-Visser, 023-52712249 ofdhr L.B.E.W. van der Putt, 023-5370585, e-mail: [email protected] Erediensten: elke eerste zondag van de maand in de Remonstrantse Kerk, Fnidsen 37 in Alkmaar, aanvang 11.00 uur. Eerste dienst van het nieuwe seizoen: 5 september. Sama: elke tweede en vierde dinsdag van de maand, Fnidsen 37 in Alkmaar; aanvang 19.45 uur. Graag even bellen van tevoren. Bijeenkomsten met dans, meditatie en teksten voor be-langstellenden en murieds. Informatie: dhr. M. Schouwenaar, Vatropperweg 5, 1779 GE, Den Oever, tel: 0227-512265, e-mail: [email protected]. BussumInformatie over activiteiten: Mw. E. Schurink, tel: 035-6912990; Dhr. K. Logtmeijer, tel: 035-6918347, e-mail: [email protected].

VERENIGING SOEFI-CONTACT