Top Banner
Pagina’s in het leven met een Soefi Shahzadi Khan-de Koningh
10

pagina's in het leven met een soefi

Mar 15, 2016

Download

Documents

De biografie van Shahzadi Khan-De Koning
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: pagina's in het leven met een soefi

Pagina’s in het leven met een Soefi

Shahzadi Khan-de Koningh‘Een openhartig en helder verhaal over de betekenis en het doel van mystiek zoals dat in de vorige eeuw is geleefd . Bijna zeventig jaar is Shahzadi actief betrokken geweest in het soefisme. Haar verhaal is in dit boek te lezen.Moge onze dankbaarheid groeiende blijven, voor de kostbare voorbeelden van liefde, harmonie en schoonheid, die zo vrijelijk in dit boek geboden worden.’ Hidayat Inayat-Khan

Shahzadi Khan-de Koningh (21 sep-tember 1908 – 30 november 1995) was docente Nederlands en werd in 1946 directrice van de Dalton HBS voor Meisjes in Den Haag. Inayat Khan heeft ze nooit in levende lijve gezien, maar in het huis van diens broer Maheboob Khan was zij altijd welkom; ze huwde de jongste broer, Musharaff Khan, de laatste van de broers die de leiding kreeg over de Soefi Beweging, tot in 1967.

Na het overlijden van haar man groeide zij uit tot een persoonlijkheid die boven partijen stond, inspirerend was, altijd waardig, maar altijd nabij.

‘Pagina’s in het leven met een Soefi biedt de gedetailleerde verhalen, gezegden en oefeningen, die onthullen hoe een authentiek Oosters mystiek pad geleefd wordt in de Westerse cultuur en samenleving. Ik voel me gezegend door deze gelegenheid om uren naar de stem van Shahzadi te kunnen luisteren in haar woorden.’ Uit de Introductie door Rani Kathleen McLaughlin.Pagina’s in het leven met een Soefi geeft een blik in het leven van de mysticus - gezien door de ogen van deze Nederlandse vrouw - en in haar eigen ontwikkeling, die in alle onschuld en soberheid naar voren komt.Over haar laatste 28 jaar is door Hamida Verlinden een Nawoord toegevoegd.

isbn: 978-90-816821-8-3

1966 Shahzadi en Musharaff Khan

Hazrat Inayat Khan

Page 2: pagina's in het leven met een soefi

6 |

Inhoudsopgave

1. Voorwoord 9 2. Introductie bij de Engelse editie 10

Deel i 13

3. Eerste ontmoeting met het soefisme 15 4. Shaikh-ul-Mashaik 17 5. Murshid Ali Khan 20 6. Leiding 23 7. Voorbereiding 25 8. God is de enige uitweg 27 9. Dalton HBS voor Meisjes 2810. Vroege ontmoetingen met Musharaff Khan 3011. Oorlogstijd 3512. Bescherming 3713. Moulamia’s lied aan zijn Aartsengel 3814. Culturele aanpassing 4215. Het begin 4516. De Verbinding 5017. In de familie van Murshids 5218. Onschuld en zuiverheid 5419. Trouwdag 6020. Shaikh-ul-Mashaik 6521. Murshid Ali Khan 6922. Eer aan Murshid Ali Khan 72

Page 3: pagina's in het leven met een soefi

| 7

23. Situaties 7824. Het redden van een situatie 8325. De wandelstok 8726. Humor 9027. Zegening van huizen – de betekenis van het offer 9228. De invloed van stem, blik en gebed 9429. Het zien 9630. Dromen 9731. Brief van Shahzadi 10232. Een dag in zijn leven 105

Deel ii 108

33 Nawoord 109 a. Ekbal: Glorie en Waardigheid 110 b. Iran 111 c. Tariqa 115 d. Ervaringen met Shahzadi 117 e. Afstemming op de geliefde en op het eigen hart 119 f. Toewijding 121 g. Leiding 123 h. Ik volg in Uw voetstappen 12634. Verklarende woordenlijst 13035. Bibliografie 134 Dank 136

Page 4: pagina's in het leven met een soefi

| 15

3. Eerste ontmoeting met het soefisme

Mijn eerste ontmoeting met soefisme was in Arnhem, waar ik bij mijn ouders woonde. Na de middelbare school leerde ik thuis voor een aanvullend examen in Latijn en Grieks om aan de universiteit te kunnen studeren. Bijna tegenover ons huis waren nieuwe buren

gekomen, mijnheer en mevrouw Gerritsen, die soefi waren, zoals een buurjongen me vertelde, en hij vroeg me of ik wist wat dat was. Ik was zo zeker van mezelf, want ik was 18 jaar oud en naar verschillende kerken geweest zoals naar Christian Science omdat ik geïnteresseerd was in dit soort zaken, dat ik dacht dat ik alle spirituele bewegingen kende en ik vertelde hem dat hij het mis had: hij bedoelde vast theosofie, soefisme bestond niet! Maar hij hield vol dat hij gelijk had en tenslotte besloten we om bij de nieuwe buren aan te bellen. We zouden hen vragen waar het allemaal om ging. Mijnheer Gerritsen opende de deur en hij begreep onze rechtstreekse vraag. Hij ging serieus in op de situatie en zei dat hij ons er graag wat meer over wilde vertelden. We gingen naar binnen.

In die tijd wist ik nog niet hoe wonderlijk hun leven geleid werd door Murshid, dat hoorde ik pas veel later. Mijnheer Gerritsen was een beginnend architect; hij leefde met zijn jonge gezin in Nijmegen en in die tijd was het leven voor beginnende architecten heel moeilijk. Zij waren in aanraking gekomen met soefisme en gingen naar Suresnes, en toen hij bij Murshid was voor een interview vertelde hij over zijn levensomstandigheden. Midden in het interview stond Murshid plotseling op en zei heel nadrukkelijk: ‘Action. Action.’ Mijnheer Gerritsen kon niet begrijpen op welke wijze hij zou kunnen handelen, maar toen hij in de trein zat, op weg naar huis, las hij in de krant dat een storm het kleine dorpje Borculo had verwoest1. 1 Een tornado verwoestte Borculo op 10 augustus 1925.

Salima van Braam

Page 5: pagina's in het leven met een soefi

pagina(‘s) niet ter inzage beschikbaar

Page 6: pagina's in het leven met een soefi

| 17

was alsof ik deze vraag voor God stelde. Zou ik wensen om een moeder te worden van een familie, of ‘iets groters’, en wat was dat ‘iets groters’? Het leek wel alsof ik bemoedigd werd om het uit te spreken, ik werd geholpen en begrepen. Toen ik het antwoord gaf was ik me tegelijkertijd bewust van de pijn en de opoffering die dat antwoord betekende, maar op hetzelfde moment maakte het dat ik me verruimd voelde; en er was harmonie en licht in de mij omringende sfeer. Ik zei: ‘Niet een moeder van een of twee, maar een zus van velen.’

Deze indruk verdween natuurlijk in latere jaren, maar in het begin droeg ik het lange tijd met me mee. Iets wat dieper was, en ernstig, was in mijn leven gekomen; er is nooit met anderen over gesproken, maar wanneer ik nu terugkijk op mijn leven: was het niet een glimp van wat het leven zou brengen?

Wat nog verrassender is, is dat ik veel later van Musharaff Khan hoorde dat in die tijd Murshid en ook hij en Shaikh-ul-Mashaik in Arnhem geweest waren om daar concerten te geven. Musharaff Khan vertelde vaak: ‘Toen we de eerste keer in Arnhem aankwamen gaf de politieman aan het station ons zijn saluut, en dat betekende dat we iets goeds zouden voortbrengen in die stad.’ Zij hadden daar inderdaad succes. Later zal ik over een andere ervaring vertellen die ik had over iets dat nog zou gebeuren in mijn leven.

Toen ik in Amsterdam ging studeren ging ik naar de studieklas van Murshida Salima van Braam, maar niet echt regelmatig, omdat ik als student ook veel andere dingen te doen had. Ik voelde me echter zo zeker dat soefisme ‘het’ was, dat er een moment kwam waarop ik aan Murshida schreef dat ik nu een lange tijd in de mooie tuin gewandeld had waarvan ik wist dat er in het midden een prachtig huis als een paleis stond en dat ik, daar er zoveel te zien was, nu zo van deze tuin had genoten en gelukkig had rondgewandeld, dat ik nu wist dat ik het huis binnen wilde: of ze me alstublieft zou willen inwijden. Ik hoorde later dat ze nogal geshockeerd was door mijn plotselinge en zelfbewuste vraag, omdat ze mij niet goed kende, maar Mevrouw Gerritsen begreep het natuurlijk en dus werd ik ingewijd door Murshida Salima. Vreemd genoeg hoorde ik pas lange tijd daarna dat de broer van Murshid, Shaikh-ul-Mashaik, die het hoofd van de Beweging was, in die tijd ook in Holland woonde!

4. Shaikh-ul-Mashaik

Mijn eerste ontmoeting met Shaikh-ul-Mashaik werd geregeld door Murshida Salima. Zij zou tolk zijn. Ik herinner me mijn vraag niet, maar ik schreef er een op zodat ik hem kon ontmoeten. Ik herinner me dat Murshida mij vertelde dat ze met Shaikh-ul-Mashaik

Page 7: pagina's in het leven met een soefi

18 |

had gesproken en gezegd had ‘Ik zal u iemand brengen die mureed is geworden, maar ze is er tien waard.’ In ieder geval, het interview kwam en ik zei niet veel. Ik staarde hem alleen maar aan en glimlachte. Er was een onmiddellijk gevoel van volkomen thuis zijn en begrepen. Er was begrip met sympathie en waardering. Zijn blik was zo zacht, zijn ogen toonden een ziel die zo kalm was als een meer, zijn gebaren waren natuurlijk en eenvoudig, vol uitdrukking en mooi; zijn glimlach was vol charme, je moest die wel beantwoorden. Hij legde me bepaalde dingen uit - waarschijnlijk een antwoord op mijn vraag - en altijd kwam er hetzelfde woord, de ‘Troet’, een woord dat ik helemaal niet begreep. Later vertelde Murshida me dat het ‘Waarheid’ was. En toch was ik het tijdens ons gesprek volledig eens met alles wat hij zei; ik knikte de hele tijd enthousiast. Jazeker, ik voelde precies dat ik het eens was met wat hij zei, ik voelde dat wat hij zei precies dat was wat het moest zijn, alhoewel mijn verstand het nog niet begreep! Toen stopte hij plotseling en vroeg me of ik hem begreep! Wel, aangezien ik het met alles eens was knikte ik weer en zei: ‘Ja’ en glimlachte en lachte. Toen lachte hij ook; hij moet gezien hebben dat ik hem helemaal niet begreep. Hij was zo sympathiek!

Natuurlijk kan men het eens zijn zonder iets te begrijpen; het was daar niet nodig om het te verstaan, het was gewoon fijn zoals het was. Dit was een ervaring die me tot dat moment onbekend was en ik voelde me heel gelukkig. Later schreef ik aan een vriendin, Kamila Keesing, dat ik een heilige had ontmoet, en dat ze van mij moest aannemen dat heilige mannen nog steeds bestaan. Zij werd naderhand ook mureed.3

Ik herinner me een gebeurtenis in Utrecht, waar ik in die tijd werkte bij het Psychotechnisch Instituut. Het was er heel moeilijk voor me om mijn positie te handhaven en daarom was ik volledig in persoonlijke zaken in beslag genomen. Ik

3 Elisabeth Keesing heeft in Op de Muur hier over geschreven

Maheboob Khan

Page 8: pagina's in het leven met een soefi

pagina(‘s) niet ter inzage beschikbaar

Page 9: pagina's in het leven met een soefi

112 |

‘Ik ben er gelukkig geweest’, vertelde Shahzadi ons op een avond in de Soefi Darbar39, zeven jaar later. Toen de student en zijn vriend haar ontmoetten op het vliegveld in Shiraz was het etenstijd. Ze hadden uren op elkaar gewacht op het vliegveld, want de student had geen Westerse vrouw verwacht. Ze gingen dus eten op het vliegveld en de vriend vertelde onmiddellijk heel opgewonden een verhaal over Shams-i-Tabriz. Diezelfde avond zag zij deze jonge man heel opgewonden een heel moderne dans dansen. Ze verbaasde zich er over, zo weinig tijd tussen de ene en de andere wereld! De twee jongens gaven haar een boek van Shabastari en de eerste regel luidde: ‘Zie alleen de Ene, zeg alleen de Ene, ken alleen de Ene.’ Dit maakte dat zij zich thuis voelde in deze voor haar zo vreemde wereld, waar alles anders was, geen hygiëne, en een vrouw kon er niet alleen op straat lopen. Musharaff Khan had gezegd: ‘Achter ons is één licht, één stroom, één geest, één leven.’

Wat de diepste indruk op haar maakte, boven alle prachtige begraafplaatsen uit, was een verwaarloosde begraafplaats te midden van een woestijn. Toen ze langs de muur liep naar het hek dat toegang gaf tot de begraafplaats, hoorde ze honderden vogels zingen, maar alles eromheen was woestijn. Er waren zeven graven. Wie waren die zeven? Daarover is gespeculeerd, maar niemand weet het. Boven op de muur achter de graven stonden drie beelden: van Abraham, Mozes en Isha (Jezus), en daaronder hing een Parsi tekst:

hier ruik je de geur van zuiverheidop deze plaatskomen prins en paupermijn lief, kom hierdeze plek is niet voor dwazenieder die zuiver iskom naar deze plek

Een onooglijk oud mannetje in haveloze kledij liep de hele tijd luid roepend rond. Misschien riep hij alleen deze tekst, wie weet; maar toen zij de tuin verliet keek hij haar aan. Lange tijd daarna zag zij nog steeds zijn ogen.

Op de datum 25 maart 1977 kunnen we in haar agenda de volgende aantekening vinden: ‘Tile. Madrese Khan. Shiraz.’ In Shiraz staat een Moskee die Madrese Khan heet en die bekend staat als de Grote School van Jurisprudentie, afkomstig uit de 16e eeuw, tijdens het Safavid tijdperk. En in Shahzadi’s verzameling aforismen en gedichten is het volgende gedicht te vinden met als titel: ‘Shiraz, 1977.’ Dit gedicht wekt niet de indruk dat zij er gelukkig was:

Een tegel van een wonderschone muur- beschadigd door de hamer van een werkmandie de muur voor de toekomst herstellen wilde -valt in het stof waar niemand het zoekt.

39 Soefi Darbar = Het Hof van de Koning, met als adres: Banstraat 24, Den Haag.

Page 10: pagina's in het leven met een soefi

| 113

En Allah laat het gebeuren.Een hart breekt soms los van zijn omgevingwaar het zijn heilige plaats kende,en valt in een niets dat niemand kent. Zo was Allah’s plan.O gebroken hart, o gebroken tegel: precies hetzelfdeen in hetzelfde stof wachten zij woordeloos,maar Allah die niemand vergeetmaakt dat beiden de ander vindt.Zoals deze tegel, die tot de wonderschone muur behoort,weer opgetild wordt van de aarde en bedachtzaam geofferd aan …moge zo dit hart wederom opgeheven wordenzoals handen tijdens het gebed.Allah alleen weet het, want Allah is meedogend.

Shiraz, april 1977

Tijdens haar verhaal in de Soefi Darbar noemde Shahzadi het gedicht niet, maar vertelde ze van haar bezoek aan een oude Moskee in Shiraz. Deze moskee maakte deel uit van een oude Medres, een school. De student liep naar binnen en zij volgde hem, niet zeker of ze wel zou worden binnengelaten. Een Moellah liep op haar toe, keek haar aan en nodigde haar toen binnen. Eenmaal binnengekomen werd ze overweldigd door de schoonheid van de Moskee; ze stond tussen hemel en aarde, want het plafond was wel niet open, maar de tegels waren zo mooi, het was de hemel (zie de foto op pagina 108). Een diep gevoel welde in haar op: ‘Oh, als ik toch zoiets moois zou mogen hebben!’ en toen ze naar de grond keek zag ze daar een tegel liggen met een prachtige roos, precies naast haar tas, waar nog ruimte in was omdat ze er ’s morgens iets uit had gehaald, en … ehh… het glipte zomaar haar tas in. Buitengekomen vertelde ze dit aan de student en vroeg: ‘Is this a gift or is this a theft?’ Hij werd direct ernstig en vroeg haar nog eens te vertellen wat er gebeurd was. Nadat ze het weer verteld had, zei hij resoluut: ‘Dit is een gift van een 440 jaar oude Medres’ en als ze naderhand ergens kwamen vertelde hij dit verhaal en werd zij overal verwelkomd, want blijkbaar had Perzië haar geaccepteerd en zij Perzië.

Maar hierna kwam een vraag bij haar op: ‘Was het een geschenk of was het diefstal, wat het een vlucht of een toenadering?’ Ze ontdekte dat het een vlucht was geweest die haar naar Iran leidde. Ze wilde toen heel ver weg zijn. ‘Wég’, zoals ze heftig zei. Het antwoord op haar vraag was haar duidelijk; de vlucht werd een toenadering en de tegel gaf ze terug aan Iran, aan de student.