Roldiversiteit op de Vlaamse en Franstalige Televisie Steunpunt Media Laura Jacobs, Marc Hooghe KU Leuven, Centrum voor Politicologie Versie: April 2014
Roldiversiteit op de Vlaamse en Franstalige Televisie
Steunpunt Media
Laura Jacobs, Marc Hooghe
KU Leuven, Centrum voor Politicologie
Versie: April 2014
2
Inhoud
1. Inleiding_______________________________________________________ __ _4
2. Methodologie__________________________________________________ __ _ 5
2.1. Steekproef ______ 5
2.2. Codeerschema _____ 6
2.3. Coderen ______ 8
2.4. Intercodeursbetrouwbaarheid 9
3. Resultaten____________________________________________________ __ _10
3.1 Algemene gegevens _____ 10
3.2 Numerieke vertegenwoordiging vrouwen en etnisch-culturele minderheden 15
I. Genderdiversiteit 15
II. Etnisch-culturele diversiteit 27
3.2. Roldiversiteit 40
I. Genderdiversiteit 40
II. Etnisch-culturele diversiteit 61
4. Samenvatting & Conclusie 75
5. Bijlages 83
5.2. Bijlage 1: Codeboek 82
5.3. Bijlage 2: Programmalijst gecodeerde programma’s 96
5.4. Bijlage 3: ‘The Position Generator’ 105
3
Op de pagina’s 75 tot 81 vindt u een samenvatting van de belangrijkste elementen en conclusies van
dit rapport.
4
1. Inleiding
Dit rapport heeft als doel om inzicht te verschaffen in de zichtbare diversiteit op de Vlaamse en
Franstalige televisiezenders. In het kader van dit rapport werden de televisieprogramma’s in
primetime geanalyseerd van veertien opnamedagen van de twee grootste Vlaamse zenders Eén en
VTM, en van hun Franstalige tegenhangers La Une (RTBF) en RTL-TVi. De focus ligt hierbij meer
bepaald op genderdiversiteit en etnisch-culturele diversiteit. In een eerste luik wordt nagegaan of de
proportie vrouwen en etnisch-culturele minderheden op het scherm in overeenstemming is met hun
werkelijke verhouding in de samenleving. We onderzoeken met andere woorden of er sprake is van
proportionele vertegenwoordiging van beide groepen in de onderzochte media. In het tweede, meer
cruciale luik wordt verder gekeken dan de numerieke vertegenwoordiging, en wordt bestudeerd hoe
vrouwen en etnisch-culturele minderheden worden gerepresenteerd. Met andere woorden: in welke
rollen worden zij getoond op de Vlaamse en Franstalige televisiezenders? Dit gebeurt enerzijds door
na te gaan of er sprake is van ‘framing’, en anderzijds door te onderzoeken of vrouwen en etnisch-
culturele minderheden bijvoorbeeld vaker getoond worden in maatschappelijke rollen met een
lage(re) maatschappelijke waardering, of in stereotypebevestigende rollen. Ook wordt nagegaan of
vrouwen en etnische minderheden vaker getoond worden bij bepaalde thema’s, en in welke
programmafuncties (zoals nieuwslezer, presentator, etc.) zij voorkomen.
In wat volgt bespreken we eerst uitgebreid de gehanteerde methodologie. We geven uitleg bij de
steekproef, het gebruikte codeboek, het praktische verloop van het coderen en de betrouwbaarheid
van de gegevens. Vervolgens presenteren we de resultaten. De resultatensectie valt uiteen in drie
delen: eerst verschaffen we enkele algemene gegevens over de data, vervolgens nemen we de
numerieke vertegenwoordiging van vrouwen en etnische minderheden op het scherm onder de loep,
en tot slot richten we ons op roldiversiteit in de media. We sluiten af met een conclusie en
samenvatting.
5
2. Methodologie
In deze sectie geven we uitleg bij de gebruikte methodologie: de getrokken steekproef, het codeboek,
codeerproces en de betrouwbaarheid van de gegevens worden hieronder nader toegelicht.
2.1. Steekproef
De geanalyseerde opnameperiode startte op 19 februari 2013, en eindigde op 13 juni 2013. Teneinde
de representativiteit van de steekproef te verhogen, werd er gewerkt met samengestelde weken. Dit
impliceert dat de opnamedagen in de tijd worden gespreid om de invloed van atypische
gebeurtenissen te beperken. De twee grootste Vlaamse zenders, Eén en VTM, zijn meegenomen in
de analyse, evenals hun Franstalige tegenhangers La Une en RTL-TVi. De nadruk van dit rapport ligt
op de Vlaamse televisiezenders, maar er zal telkens een beroep worden gedaan op de gegevens van
de Franstalige zenders om vergelijkingen te trekken. Waar relevant en waar mogelijk presenteren
we telkens de overkoepelende resultaten voor alle zenders, en de gegevens voor de Vlaamse en
Franstalige zenders afzonderlijk. Voor elke zender weden in totaal veertien opnamedagen gecodeerd,
die – zoals vermeld – verspreid werden doorheen de tijd. Het opnameschema is willekeurig
opgesteld door de onderzoekers, en de zenders waren niet op de hoogte van welke dagen gecodeerd
zouden worden. Per opnamedag beschikken we bijgevolg over gegevens van de vier zenders.1
Tabel 1: Opnameschema
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag 22 april 19 februari 27 maart 14 maart 31 mei 9 maart 17 maart 13 mei 9 april 17 april 13 juni 7 juni 18 mei 5 mei
We hebben enkel primetime-televisie mee opgenomen in de steekproef, aangezien vooral deze
programmatie hoge kijkcijfers trekt en bijgevolg bij uitstek relevant is om te bestuderen. Primetime
wordt hier ruim gedefinieerd van 18u tot 23u. Alle gecodeerde actoren die figureerden op de
zenders tussen deze tijdstippen zijn opgenomen in de analyse. Voor dit rapport zijn enkel
televisieprogramma’s gecodeerd: reclame, boodschappen van algemeen nut en tekenfilms zijn niet
opgenomen. Omroepers, in de praktijk enkel op Eén en RTL-TVi, werden wel gecodeerd. Een lijst met
details over de gecodeerde programma’s per zender is bijgevoegd in bijlage 2.
1 Omwille van technische problemen, is een zeer kleine gedeelte van 1,1% van de steekproef van La Une, niet gecodeerd en niet opgenomen in het rapport. Gezien de minieme proportie van de ontbrekende gegevens heeft dit geen invloed op de representativiteit van de resultaten.
6
2.2. Codeboek
Voor het codeerschema is grotendeels een beroep gedaan op het codeboek van de
Diversiteitsmonitor, die jaarlijks wordt opgesteld in het kader van de VRT Beheersovereenkomst
2012-2016. Het codeboek is opgenomen in bijlage 1, evenals een printscreen van het Access-bestand
dat gebruikt werd bij de codering. De belangrijkste toevoeging aan het codeboek van de
Diversiteitsmonitor zijn de zogenaamde ‘frames’, die later nog uitgebreid worden besproken. Het
codeboek bevat verschillende variabelen zoals geslacht, etnisch-culturele achtergrond, leeftijd,
programmafunctie, thema’s, socio-economische status, en frames. Het doel van de
Diversiteitsmonitor, en bij uitbreiding van het eerste luik van dit rapport, is om een beeld te schetsen
van de zichtbare diversiteit op het scherm. De codeereenheid is de actor die communicerend in
beeld komt. Voor iedere actor wordt vervolgens, onder andere, een inschatting gemaakt van diens
geslacht, socio-economische status en etnisch-culturele achtergrond door middel van informatie die
kan worden afgeleid uit het programma of programma-item. Het referentiepunt is de modale kijker:
de gecodeerde variabelen moeten voor de gemiddelde televisiekijker duidelijk zijn, en van eventuele
achtergrondkennis moet abstractie worden gemaakt. Enkele van de gebruikte variabelen lichten we
hieronder verder toe.
De voornaamste variabelen in dit rapport vormen uiteraard het geslacht en de etnisch-culturele
achtergrond van de actor. Waar het identificeren van het geslacht van actoren doorgaans zeer
duidelijk is, is het geen sinecure om te bepalen wie kan worden beschouwd als een ‘etnisch-culturele
minderheid’. Een indicatie over hoe deze notie etnisch-culturele minderheid kan worden
geïnterpreteerd en geoperationaliseerd, vinden we terug in wetgeving van de Vlaamse overheid die
handelt over het gelijke kansen- en diversiteitsbeleid. Meer bepaald expliciteren de volgende twee
wetteksten wat er bedoeld wordt met ‘allochtonen’ of etnisch-culturele minderheden: namelijk, het
‘Decreet van 28 april 1998 inzake het Vlaamse beleid ten aanzien van etnisch-culturele minderheden’
(B.S. 19.VI.1998) 2, en het ‘Besluit van de Vlaamse Regering houdende maatregelen ter bevordering
en ondersteuning van het gelijkekansen- en diversiteitsbeleid in de Vlaamse administratie van 24
december 2004’ 3. Volgens beide wetteksten is een allochtoon ‘een persoon met een nationaliteit
van een land buiten de EU, of een persoon van wie minstens één ouder of twee grootouders een
nationaliteit hebben van buiten de EU.’ De Diversiteitsmonitoring van de VRT, waarop het
codeerschema is gebaseerd voor dit rapport, maakt eveneens dit onderscheid tussen EU-burgers en
2 Het Decreet van 28 april 1998 inzake het Vlaamse beleid ten aanzien van etnisch-culturele minderheden (B.S. 19.Vl.1998) 3 Het Besluit van de Vlaamse Regering houdende maatregelen ter bevordering en ondersteuning van het gelijkekansen- en diversiteitsbeleid in de Vlaamse administratie van 24 december 2004
7
niet-EU burgers, en heeft hierbij aansluitend ook aandacht voor het onderscheid tussen burgers uit
de oorspronkelijke 15 Europese Unie landen en de nieuw toegetreden lidstaten vanaf 2004. Ook
wetenschappelijk onderzoek bevestigt dat in hoofde van EU-burgers er vaak een onderscheid
gemaakt wordt tussen de oorspronkelijke lidstaten, en de nieuw toegetreden lidstaten na 2004. De
definitie luidt dan: ‘alle personen die een nationaliteit hebben van een land buiten de
oorspronkelijke 15 Europese Unie landen (EU15), of een persoon van wie minstens één ouder of
twee grootouders een nationaliteit hebben van een land buiten de EU15.” De EU15 bestaat uit de 15
lidstaten die deel uitmaakten van de Europese Unie voor de toetreding van de nieuwe lidstaten in
2004. Meer bepaald gaat het om België, Nederland, Luxemburg, Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk,
Spanje, Portugal, Italië, Griekeland, Denemarken, Finland, Zweden, Ierland en het Verenigd
Koninkrijk.
Bovenstaande definitie van etnisch-culturele minderheden is nuttig als theoretisch startpunt, maar in
de praktijk is het niet altijd mogelijk om op eenduidige wijze de nationaliteit van personen louter op
het zicht af te leiden. Bovendien gaat de interesse hier vooral uit naar wie als etnisch-culturele
minderheid wordt gepercipieerd in de maatschappij. Zo komen we uit bij het concept ‘zichtbare
diversiteit’ of ‘visible minorities’: voornamelijk de perceptie is doorslaggevend. In dit rapport wordt
daarom, naar analogie met de Diversiteitsmonitor van de VRT, gewerkt met zichtbaar waarneembare
kenmerken om te bepalen wie dan wel of niet behoort tot een etnisch-culturele minderheidsgroep.
Etnisch-culturele minderheden zijn dan de actoren die voorkomen op televisie waarvan bepaalde
waarneembare kenmerken, zoals bijvoorbeeld huidskleur, taal of culturele en religieuze symbolen of
rapportering door zelf of anderen, doen vermoeden dat ze een andere etnisch-culturele hebben. Het
is dus perfect mogelijk dat een actor in feite wel de Belgische nationaliteit heeft, maar dat deze
wordt gecodeerd als behorend tot de etnisch-culturele minderheidsgroep, indien er bepaalde
duidelijk waarneembare kenmerken zijn die anders doen vermoeden.
Om etnisch-culturele minderheden te kunnen identificeren, dient echter niet enkel rekening
gehouden te worden met de etniciteit, maar ook met de locatie. De focus ligt immers op het
analyseren van gegevens die handelen over mensen met een andere etnische afkomst én die
getoond worden in een Belgische context. President Barack Obama die een speech geeft in het Witte
Huis in Washington aanmerken als ‘etnisch-culturele minderheid’ heeft immers geen relevantie in
een Belgische context. Daarom is er ook informatie opgenomen over de locaties van de actoren bij
de operationalisering van de notie ‘etnisch-culturele minderheid’. Samengevat: etnisch-culturele
meerderheidsgroep refereert dus aan actoren afkomstig van landen behoren tot de EU15, terwijl de
etnisch-culturele minderheidsgroep alle actoren omvat die afkomstig zijn van landen buiten de EU15.
8
De intercodeursbetrouwbaarheid (zie onder) geeft aan dat deze operationalisering werkbaar is, in de
zin dat voor alle codeurs erg duidelijk was welke actoren dienden te worden geïdentificeerd als
etnisch-culturele minderheid en welke actoren niet. De intercodeursbetrouwbaarheid was dan ook
hoog voor de variabele inzake etnisch-culturele achtergrond.
Een ander aspect van het codeboek dat verdere toelichting vereist, betreft de frames. Frames
refereren aan de manier waarop een gebeurtenis of een persoon in beeld wordt gebracht. De
context waarin dit gebeurt is vaak niet waardevrij, en de wijze waarop iemand op televisie komt kan
een invloed hebben op de beeldvorming in de samenleving. Indien etnisch-culturele minderheden en
vrouwen bijvoorbeeld consistent op een stereotypebevestigende wijze worden geframed, kan dit
bepaalde ideeën over hen in het leven roepen die niet noodzakelijk correct zijn, maar wel een eigen
leven kunnen gaan leiden. Een concreet voorbeeld kan dit verduidelijken: in dit rapport wordt
gewerkt met het frame ‘Criminaliteit’. Dit wil zeggen dat iedereen die geassocieerd wordt met een
criminele activiteit, dit frame toegekend krijgt. Het is hier niet van belang dat de persoon zélf een
strafbaar feit pleegt of verdacht wordt van een misdaad: ook slachtoffers, politieagenten en
advocaten vallen onder dit frame. Indien een bepaalde groep frequent wordt gelinkt aan dit frame,
kan dit in hoofde van de televisiekijker een beeld scheppen van deze groep als zijnde crimineel of
althans frequent geassocieerd met criminaliteit. Framing refereert in de context van dit rapport dus
veelal aan sfeerschepping en beeldvorming. Zo willen we nagaan of we bepaalde patronen kunnen
ontdekken in de wijze waarop vrouwen en etnisch-culturele minderheden worden afgebeeld.
2.3. Coderen
Het codeerwerk werd uitgevoerd door drie codeurs, een onderzoeker en twee jobstudenten, die
voorafgaand een uitgebreide opleiding hebben gekregen inzake de algemene principes omtrent
coderen en de inhoudelijke aspecten van het codeboek. Er werd ook een afzonderlijke sessie
voorzien inzake de frames, aangezien deze noties wat abstracter zijn, en het cruciaal is dat ook deze
frames op een correcte manier worden gecodeerd. Het codeboek werd in detail overlopen, en er
werd uitgelegd hoe de informatie diende te worden verwerkt in het Access-bestand. De codeurs
hebben enkele testafleveringen gecodeerd, waar feedback op werd gegeven. Ook doorheen het
codeerproces was er steeds de mogelijkheid om vragen te stellen. Antwoorden op specifieke vragen
werden verzameld, en aan iedere codeur bezorgd, zodat er geen twijfel mogelijk was over de
correcte interpretatie van de specifieke kwestie die voorlag. De jobstudenten bezorgden de
coderingen wekelijks aan de onderzoeker, waarna deze telkens werden gemonitord. Op die manier
was het mogelijk om nog extra feedback te leveren, en eventueel bij te sturen waar nodig.
9
2.4. Intercodeursbetrouwbaarheid
Een cruciaal element bij het uitvoeren van inhoudsanalyses is het waarborgen van de
betrouwbaarheid van de gegevens. Daarom werd een percentage van ongeveer 5% van het te
coderen materiaal dubbel gecodeerd. Deze dubbelcoderingen bestonden uit random gekozen
opnamedagen en programma’s van zowel de Vlaamse als Franstalige zenders. Hiervan werd de
intercodeursbetrouwbaarheid berekend. Deze werd telkens berekend tussen twee codeurs: codeur 1
werd zo vergeleken met codeur 2, codeur 1 met codeur 3, en codeur 2 met codeur 3. Vervolgens
werd hiervan het gemiddelde berekend. De maatstaf die gehanteerd werd voor de
intercodeursbetrouwbaarheid was Percentage Agreement. De Percentage Agreement voor de
variabelen die in rekening zijn genomen voor dit rapport, varieerde tussen 77,2% en 100%. Voorts ligt
de betrouwbaarheid voor het herkennen van de codeereenheid, i.e. de actor die communicerend in
beeld komt, op 89%.
Tabel 2: Variabelen – Percentage Agreement
Geslacht 99,9% Leeftijd 77,2% Taal 99,0% Etnisch-culturele achtergrond 95,4% Locatie 96,5% Socio-economische status 83,3% Crime Slachtoffer 97,1% Crime Gerecht 99,8% Crime Politie 98,4% Crime Dader 91,2% Crime Getuige 95,6% Crime Advocaat 97,1% Frame Criminaliteit 1 83,1% Frame Criminaliteit 2 80,2% Frame Ruggengraat 1 80,8% Frame Ruggengraat 2 86,0% Frame Fun 1 91,3% Frame Fun 2 91,1% Frame Religie 1 99,7% Frame Religie 2 99,7% Frame Geweld 1 98,6% Frame Geweld 2 98,6% Frame Trouble 1 85,0% Frame Trouble 2 82,1% Frame Erotiek 1 100,0% Frame Erotiek 2 99,9%
10
3. Resultaten
3.1. Algemene Gegevens
In dit deel verschaffen we enkele algemene informatie in verband met de geanalyseerde actoren,
zodanig dat een beeld kan worden gevormd over de verdeling van de steekproef. De veertien
opnamedagen voor de vier zenders (Eén, VTM, La Une en RTL-TVi) waren in totaal goed voor 178
programma’s. Concreet gaat het om 273 uren aan gecodeerde televisie. Voor de vier zenders werden
er in totaal 8363 personen geïdentificeerd als ‘actor’, zoals beschreven in het codeboek. De verdeling
naargelang de veertien opnamedagen is als volgt:
Tabel 3: Actoren naargelang opnamedag
Uit Tabel 3 blijkt dat de verdeling tussen de verschillende opnamedagen behoorlijk evenwichtig is.
Ook op de twee opnamedagen (9 maart en 14 maart) waar een klein deel van de sample voor La Une
ontbreekt, zijn er niet significant minder actoren dan op de overige opnamedagen van La Une. Dit
sterkt ons in de overtuiging dat het ontbreken van 1,1% van de sample geen invloed uitoefent op de
resultaten, en dat de gegevens als representatief kunnen worden beschouwd.
Wanneer we de actoren uitsplitsen naargelang de vier zenders, stellen we vast dat er op Eén
beduidend meer actoren zijn dan op de overige geanalyseerde zenders. Bovendien figureren er ook
meer actoren op de Vlaamse zenders dan op de Franstalige zenders. Dit blijkt uit volgende grafieken:
Datum Percentage N19 februari 2013 7,8% 6519 maart 2013 7,1% 59514 maart 2013 6,7% 55817 maart 2013 6,5% 54027 maart 2013 8,3% 6959 april 2013 6,3% 52417 april 2013 8,5% 70822 april 2013 6,7% 5625 mei 2013 6,4% 53213 mei 2013 7,3% 60818 mei 2013 7,1% 59631 mei 2013 6,9% 5787 juni 2013 7,3% 60913 juni 2013 7,3% 607Totaal 100% 8363
11
Figuur 1: Actoren per zender
Figuur 2: Verhouding actoren op Vlaamse en Franstalige zenders
Een ander gegeven dat van belang is in dit rapport is het soort programma. In het codeboek werd
gewerkt met een afzonderlijk codeerschema voor fictie- en non-fictieprogramma’s. Op die manier is
het mogelijk om eventuele verschillen tussen beide soorten programma’s te ontdekken, maar
kunnen we ook conclusies uit het totale televisieaanbod trekken. Hoe zit het met de verdeling fictie
versus non-fictie in het Vlaamse en Franstalige televisielandschap? Uit Figuur 3 is duidelijk dat
ongeveer driekwart van de programma’s op de televisie in België non-fictieprogramma’s betreffen,
21,7% 22,8%24,3%
31,2%
0,0%
5,0%
10,0%
15,0%
20,0%
25,0%
30,0%
35,0%
La Une RTL-TVi VTM Eén
La Une
RTL-TVi
VTM
Eén
N=1817 N=1910 N=2030 N=2606
44,6%
55,4%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Franstalige zenders Vlaamse zenders
N= 4636 N = 3727
12
en een kwart fictieprogramma’s. Figuur 4 geeft de verdeling weer per zender. Hieruit blijkt dat, zoals
te verwachten, het percentage non-fictie hoger ligt op de publieke zenders Eén en RTBF-La Une, dan
op de commerciële zenders VTM en RTL-TVi. Op RTL-TVi ligt het percentage fictieprogramma’s zelfs
hoger dan het percentage non-fictieprogramma’s.
Figuur 3: Fictie versus Non-fictie Programma’s
Figuur 4: Fictie versus Non-fictie Programma’s per Zender
35,4%
64,6%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Fictie Non-Fictie
N=63 N=115
23,1%
76,9%
35,0%
65,0%
30,8%
74,4%
55,6%
44,4%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
Fictie Non-Fictie Fictie Non-Fictie Fictie Non-Fictie Fictie Non-Fictie
Eén VTM La Une RTL-Tvi
N=12 N=40 N=14 N=26 N=12 N=29 N=25 N=20
13
Tot slot is het interessant om na te gaan welke genres van programma’s op televisie getoond werden,
en over welke thema’s de televisieprogramma’s handelden. Met een genre bedoelen we het bredere
type van televisieprogramma, zoals bijvoorbeeld ‘serie’, ‘film’ of ‘spelprogramma’, zoals dit werd
vermeld in de TV-gids. Het programmathema refereert dan weer aan het ruime onderwerp waarover
het programma handelt. Het gaat dan bijvoorbeeld over ‘koken’, ‘natuur en dieren’ of ‘sport’. Ook
hier werd bij de opdeling in thema’s grotendeels de beschrijving gevolgd van het programma in de
TV-gids. Figuren 5 en 6 geven een overzicht. Uit Figuur 5 leiden we af dat meer dan een kwart van de
televisieprogramma’s een magazine betreft. Voorbeelden van magazines zijn onder andere ‘On n’est
pas des pigeons’ op La Une of ‘Iedereen Beroemd’ op Eén. Andere veel voorkomende
programmagenres betreffen het weerbericht, het journaal en series. Onder de gecodeerde series
vinden we bijvoorbeeld ‘Salamander’ op Eén, ‘Zone Stad’ of ‘Aspe’ op VTM, en misdaadseries zoals
‘Mentalist’ op La Une en ‘Bones’ op RTL-TVi. Voorts zien we dat ongeveer 7% van de programma’s
een spelprogramma betrof, zoals bijvoorbeeld ‘The Voice van Vlaanderen’ op VTM, ‘The Voice
Belgique’ op La Une, ‘Blokken’ op Eén en ’60 Secondes Chrono’ op RTL-TVi. De overige
programmagenres, zoals documentaires, films, soaps, talkshows en sportwedstrijden, waren niet zo
prominent aanwezig in de programmatie. Wat de programmathema’s betreft maakt Figuur 6
duidelijk dat de programmathema’s die het vaakst voorkwamen ‘het weer’, ‘amusement’ en
‘actualiteit’ betroffen. De prominentie van het weer dient natuurlijk genuanceerd te worden: het
hoge percentage hier wordt verklaard, omdat het weerbericht vaak meerdere keren op één avond
als afzonderlijk programma werd geprogrammeerd in de TV-gids. Het weerbericht is natuurlijk wel
beperkt in duur. Een ander relatief veel voorkomend programmathema is criminaliteit: één op de
tien programma’s handelt over criminaliteit en misdaad. Dit betreft veelal fictieprogramma’s, zoals
films en series. Concrete voorbeelden van programma’s die het thema criminaliteit toegekend
kregen, zijn series zoals ‘Wolven’, ‘Esprits Criminels’, ‘Castle’, ‘Flikken Maastricht’ en films zoals
‘Mission Impossible III’ en ‘The Golden Eye’.
14
Figuur 5: Genres
Figuur 6: Thema’s
2,9% 3,8%1,1%
15,0%
26,0%
4,9%
13,4%
1,5%1,5%
3,3%
7,1%
0,2%2,2%
17,0% Documentaire
Film
Joker en Lotto
Journaal
Magazine
Omroeper
Serie
Show
Sketch
Soap
Spelprogramma
Sportwedstrijd
Talkshow
Weerbericht
0,9%0,4%
15,9%
10,3%
4,9%
2,6%1,1%
15,0%6,2%2,4%
5,9%
3,1%
3,3%
4,9%
0,5%0,9%2,2%
1,1%
16,7%0,7%
0,9%Actie & OorlogActualiteitAmusementCriminaliteitDramaEconomisch-FinancieelJoker en LottoJournaalKokenLifestyle & GezondheidMaatschappijMuziek, Film & CultuurNatuur & DierenRealityRoyaltySportVrije Tijd & ReizenWeerWetenschapWonen & Interieur
15
3.2. Numerieke Vertegenwoordiging van Vrouwen en Etnisch-culturele Minderheden
In dit luik richten we onze blik op de numerieke vertegenwoordiging van vrouwen en etnisch-
culturele minderheden in de geanalyseerde televisieprogramma’s. De hoeveelheid genderdiversiteit
en etnisch-culturele diversiteit op het scherm wordt hierbij afgezet tegen de werkelijke proportie
vrouwen en etnisch-culturele minderheden in de samenleving, zodat we kunnen nagaan of de
televisiezenders een representatieve kijk bieden op de diversiteit in de samenleving, en aldus de
objectieve realiteit weerspiegelen.
I. Genderdiversiteit
Volgens de meest recente data van de FOD Economie uit 2012, maken vrouwen ongeveer 51% uit
van de Belgische bevolking, en mannen 49%. Er zijn geen noemenswaardige verschillen tussen het
Vlaams Gewest en het Waals Gewest. De verhouding mannen-vrouwen in de samenleving is dus
quasi-evenredig.
Figuur 7: Percentage Mannen-Vrouwen – Vlaams Gewest, Waals Gewest en België 2012
Bron: FOD Economie, 2012
Indien we ervan uitgaan dat de televisiezenders er tot op zekere hoogte naar streven om de
samenleving te weerspiegelen, iets wat in het geval van de publieke zenders Eén en La Une
geëxpliciteerd wordt in respectievelijk de ‘Beheersovereenkomst 2012-2016’ van de VRT, en het
49,4%
48,7%
49,1%
50,6%
51,3%
50,9%
47%
48%
48%
49%
49%
50%
50%
51%
51%
52%
Vlaams Gewest Waals Gewest België
Mannen Vrouwen
N=3 135 552 N=3 215 213 N=1 725 385 N=1 820 944 N=5 413 801 N=5 622 147
16
‘Contrat de Gestion’ van de RTBF, zouden we verwachten dat mannen en vrouwen ongeveer in
gelijke mate aan bod komen op televisie.
Uit Figuur 8 blijkt dat er van zulke evenredige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen op de
geanalyseerde televisiezenders geen sprake is. In het totale aanbod (fictie en non-fictie, zowel
Vlaamse als Franstalige zenders) maken mannen 64,5% uit van de actoren, en vrouwen 35,5%.
Mannen blijken dus oververtegenwoordigd, terwijl vrouwen minder aan bod komen in vergelijking
met hun werkelijke proportie. In wat volgt, zullen we deze verdeling wat meer in detail bekijken. Zijn
er bijvoorbeeld verschillen te ontdekken tussen de Vlaamse en Franstalige zenders, fictie en non-
fictie, de verschillende zenders, en naargelang programmagenre en -thema?
Figuur 8: Percentage Mannen-Vrouwen - Alle Zenders
Figuur 9, die de Vlaamse zenders vergelijkt met de Franstalige zenders, maakt duidelijk dat er op de
Franstalige zenders in totaal lichtjes minder vrouwen worden getoond op het televisiescherm; het
verschil is echter zeer klein en nagenoeg verwaarloosbaar. In zowel Vlaanderen als Franstalig België
blijven vrouwen duidelijk een minderheid op het scherm.
Figuur 10 toont duidelijk aan dat vrouwen iets evenrediger vertegenwoordigd worden in fictie-
programma’s met bijna 40%, dan in non-fictieprogramma’s voor alle zenders. Wanneer er wordt
uitgesplitst naar Vlaanderen en Wallonië, valt op dat vooral de Vlaamse fictieprogramma’s deze
grotere vrouwelijke vertegenwoordiging voor hun rekening nemen.
35,5%
64,5%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Vrouw Man
N= 2970 N=5393
17
Figuur 9: Percentage Mannen-Vrouwen – Vlaamse/Franstalige Zenders
Figuur 10: Percentage Mannen-Vrouwen – Fictie versus Non-fictie
63,2%66,1%
36,8% 33,9%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Vlaams FranstaligMan Vrouw
N=2928 N=1708 N=2465 N=1262
66,5%
33,5%
65,0%
35,0%
65,6%
34,4%
65,3%
34,7%
57,2%
42,8%
61,5%
38,5%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70%
Man
Vrouw
Man
Vrouw
Man
Vrouw
Fran
stal
igVl
aam
sAl
le ze
nder
s
Fictie Non-Fictie
N=2092N=878
N=3990N=1403
N=1247N=461
N=2311N=617
N=845N=417
N=1679N=786
18
Figuur 11 geeft de hoeveelheid mannelijke en vrouwelijke actoren weer per zender. Hieruit kunnen
we afleiden dat op VTM het grootste aantal vrouwelijke actoren aan bod komen, gevolgd door Eén
en RTL-TVi. Op Franse publieke omroep La Une figureren het minst aantal vrouwen. Op geen enkele
zender zijn vrouwelijke actoren in de meerderheid; maximum vier op de tien actoren is vrouw.
Figuur 11: Percentage Mannen-Vrouwen – Per Zender
In Figuren 12, 13 en 14 wordt nagegaan of er genderspecifieke genres zijn, i.e. genres waarin
vrouwen, dan wel mannen, een grotere kans hebben om aan bod komen. Erg ‘mannelijke’ genres,
met ongeveer zeventig procent mannelijke actoren, blijken onder andere sportwedstrijden, en
documentaires. Opmerkelijk is ook dat het laagste percentage vrouwen wordt genoteerd in de
journaals: daar is slechts 28,4% van de actoren van het vrouwelijke geslacht. Vrouwelijke genres, zo
blijkt uit de gegevens, zijn dan weer programma’s waar enkel presentatoren in voorkomen, zoals het
weerbericht (er zijn dus vooral weervrouwen in plaats van weermannen op televisie), Joker en Lotto,
en de categorie omroepers die volledig vrouwelijk kleurt. Ook in shows komen iets meer vrouwelijke
actoren voor dan mannelijke actoren. In alle andere genres zijn vrouwen echter
ondervertegenwoordigd, hoewel in soaps de verdeling tamelijk evenwichtig is. Het dient hierbij wel
opgemerkt dat voor sommige genres de grootte van de steekproef klein is, zodat de resultaten met
enige omzichtigheid dienen te worden benaderd. De algemene trend wijst echter duidelijk in de
richting van een ondervertegenwoordiging van vrouwen in de verschillende genres, en in de richting
van het bestaan van genderspecifieke genres. Indien we de specifieke figuren bekijken voor de
Vlaamse en Franstalige zenders, stellen we opnieuw vast dat er weinig verschillen zijn. Op de
Vlaamse zenders is het aantal mannelijke en vrouwelijke weerpresentatoren iets meer in evenwicht,
65,2%60,5%
67,1% 65,2%
34,8% 39,5% 32,9% 34,8%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Eén VTM La Une RTL-TViMan Vrouw
N=1700 N=906 N=1128 N=802 N=1220 N=597 N=1245 N=665
19
terwijl op de Franstalige zenders ongeveer 90% van de weerpresentatoren van het vrouwelijke
geslacht is. Aan Franstalige zijde is het percentage vrouwelijke actoren die aan bod komen in
documentaireprogramma’s wel erg laag. Tot slot zien we dat de genderbalans tussen mannen en
vrouwen aan beide zijden van de taalgrens in de journaals onevenwichtig is verdeeld. Zowel op de
Vlaamse als Franstalige zenders blijken vrouwen weinig aan bod te komen in het journaal.
20
Figuur 12: Percentage Mannen-Vrouwen – Genre (Alle Zenders)
72,1%
71,6%
69,4%
67,7%
66,1%
64,0%
61,2%
60,9%
59,2%
53,3%
44,9%
33,3%
31,2%
0,0%
27,9%
28,4%
30,6%
32,3%
33,9%
36,0%
38,8%
39,1%
40,8%
46,7%
55,1%
66,7%
68,8%
100,0%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Documentaire
Journaal
Sportwedstrijd
Film
Sketch
Magazine
Serie
Spelprogramma
Talkshow
Soap
Show
Joker en Lotto
Weer
Omroeper
Vrouw Man
N=27N=0
N=64N=29
N=4N=2
N=174N=142
N=205N=234
N=116N=168
N=106N=165
N=470N=740
N=742N=1319
N=19N=37
N=185N=388
N=11N=25
N=775N=1958
N=72N=186
21
Figuur 13: Percentage Mannen-Vrouwen – Genre (Vlaamse Zenders)
72,4%
69,4%
65,5%
65,2%
61,1%
61,0%
59,2%
57,8%
53,3%
51,1%
48,4%
0,0%
0,0%
27,6%
30,6%
34,5%
34,8%
38,9%
39,0%
40,8%
42,2%
46,7%
48,9%
51,6%
100,0%
100,0%
0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%
Journaal
Sportwedstrijd
Film
Documentaire
Spelprogramma
Magazine
Talkshow
Serie
Soap
Weer
Show
Joker en Lotto
Omroeper
Vrouw Man
N=14N=0
N=4N=0
N=95N=89
N=23N=24
N=205N=234
N=199N=273
N=116N=168
N=455N=712
N=58N=91
N=39N=73
N=58N=110
N=11N=25
N=431N=1129
22
Figuur 14: Percentage Mannen-Vrouwen – Genre (Franstalige Zenders)
100,0%
77,4%
70,7%
68,6%
67,9%
66,1%
63,3%
60,7%
40,2%
10,9%
0,0%
0,0%
22,6%
29,3%
31,4%
32,1%
33,9%
36,7%
39,3%
59,8%
89,1%
100,0%
0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%
Joker en Lotto
Documentaire
Journaal
Film
Magazine
Sketch
Serie
Spelprogramma
Show
Weer
Omroeper
Vrouw Man
N=13N=0
N=41N=5
N=79N=53
N=48N=74
N=271N=467
N=19N=37
N=287N=607
N=127N=278
N=344N=829
N=33N=113
N=0N=2
23
Tot slot stellen we in figuren 15, 16 en 17 met betrekking tot genderdiversiteit naargelang thema,
vast dat ook de idee van sommige thema’s als ‘mannelijk’ en sommige thema’s als ‘vrouwelijk’ sterk
doorwerkt: mannelijke actoren hebben het overwicht in programma’s die handelen over thema’s
zoals actie en oorlog (70,3%), sport (91,5%), wetenschap (70,4%), actualiteit (71,5%), criminaliteit
(65,4%) en economie en financiën (68,2%). Vrouwelijke actoren zijn dan weer in de meerderheid op
het weerbericht, en in programma’s met ‘zachtere’ thema’s, zoals lifestyle (50,8%), muziek, film en
cultuur (51,6%). Voor het thema koken is er ook een quasi-evenwichtige verdeling tussen mannen en
vrouwen. Alle overige thema’s, met uitzondering van het weerbericht, worden echter telkens vaker
geassocieerd met mannelijke actoren dan met vrouwelijke. Een afzonderlijke analyse voor de
Vlaamse en Franstalige zenders toont aan dat er geen noemenswaardige verschillen zijn, behalve dat
sportprogramma’s op de Franstalige zenders slechts 1,5% vrouwen bevatten, waar dit in Vlaanderen
13,5% bedraagt. Beide betekenen natuurlijk nog altijd een ondervertegenwoordiging. Ook hier geldt
opnieuw dat voor sommige thema’s de steekproefgrootte niet erg hoog is, en dat sommige
resultaten met de nodige omzichtigheid dienen te worden geïnterpreteerd. Toch is de algemene
tendens opnieuw duidelijk: vrouwen zijn in de verschillende thema’s ondervertegenwoordigd,
behalve in de vrouwelijke, ‘zachtere’ thema’s, terwijl het percentage mannen dan weer het hoogst
ligt in zogenaamde mannelijke, ‘harde’ thema’s.
24
Figuur 15: Percentage Mannen-Vrouwen – Thema (Alle Zenders)
91,5%
71,5%
70,4%
70,3%
68,2%
67,4%
65,4%
64,5%
62,7%
61,6%
59,0%
56,7%
55,8%
54,5%
53,0%
49,2%
48,4%
31,9%
8,5%
28,5%
29,6%
29,7%
31,8%
32,6%
34,6%
35,5%
37,3%
38,4%
41,0%
43,3%
44,2%
45,5%
47,0%
50,8%
51,6%
68,1%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Sport
Actualiteit
Wetenschap
Actie & Oorlog
Economisch-Financieel
Reality
Criminaliteit
Natuur & Dieren
Amusement
Maatschappij
Vrije tijd & Reizen
Royalty
Drama
Koken
Wonen & Interieur
Lifestyle
Muziek, Film &Cultuur
Weer
Vrouw Man
N=62N=29
N=220N=206
N=93N=90
N=31N=35
N=61N=73
N=277N=349
N=39N=51
N=43N=62
N=197N=316
N=544N=914
N=55N=100
N=341N=644
N=15N=31
N=68N=146
N=30N=71
N=24N=57
N=825N=2067
N=14N=150
25
Figuur 16: Percentage Mannen-Vrouwen – Thema (Vlaamse Zenders)
86,5%
72,4%
70,3%
67,4%
67,2%
63,8%
60,3%
56,6%
56,3%
54,5%
53,9%
53,6%
53,3%
47,6%
45,7%
13,5%
27,6%
29,7%
32,6%
32,8%
36,2%
39,7%
43,4%
43,7%
45,5%
46,1%
46,4%
46,7%
52,4%
54,3%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Sport
Actualiteit
Actie & Oorlog
Reality
Criminaliteit
Natuur & Dieren
Amusement
Vrije tijd & Reizen
Koken
Royalty
Maatschappij
Drama
Weer
Lifestyle
Muziek, Film & Cultuur
Vrouw Man
N=107N=90
N=76N=69
N=21N=24
N=233N=269
N=117N=137
N=25N=30
N=31N=40
N=43N=56
N=398N=605
N=47N=83
N=103N=211
N=15N=31
N=30N=71
N=431N=1129
N=13N=83
26
Figuur 17: Percentage Mannen-Vrouwen – Thema (Franstalige Zenders)
100,0%
98,5%
70,4%
70,4%
69,1%
68,2%
68,0%
67,9%
64,5%
64,5%
60,0%
55,3%
53,0%
52,4%
50,7%
10,9%
0,0%
1,5%
29,6%
29,6%
30,9%
31,8%
32,0%
32,1%
35,5%
35,5%
40,0%
44,7%
47,0%
47,6%
49,3%
89,1%
0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%
Vrije tijd & Reizen
Sport
Actualiteit
Wetenschap
Maatschappij
Economisch-Financieel
Natuur & Dieren
Amusement
Criminaliteit
Drama
Royalty
Lifestyle
Wonen & Interieur
Koken
Muziek, Film & Cultuur
Weer
Vrouw Man
N=41N=5
N=113N=116
N=30N=33
N=31N=35
N=17N=21
N=14N=21
N=44N=80
N=238N=433
N=146N=309
N=8N=17
N=68N=146
N=80N=179
N=24N=57
N=394N=938
N=1N=67
N=0N=6
27
II. Etnisch-culturele Diversiteit
Het is geen sinecure om na te gaan welk percentage van de Belgische bevolking een etnisch-culturele
minderheid betreft. De meeste bevolkingsstatistieken werken met nationaliteit als criterium om de
afkomst van personen te bepalen. Zo ook onderstaande gegevens uit 2012 van de FOD Economie.
Ongeveer 7% van inwoners van het Vlaams Gewest heeft een andere nationaliteit, terwijl dit in het
Waals Gewest bijna 10% is. In België (met Brussel inbegrepen) wordt dit een percentage van 10,6%.
Nationaliteit is natuurlijk geen perfecte maatstaf en leent zich niet tot een optimale vergelijking,
aangezien de operationalisering van etnisch-culturele minderheid in dit rapport niet
noodzakelijkerwijs rekening houdt met de nationaliteit. Vele actoren die in dit rapport beschouwd
kunnen worden als etnisch-culturele minderheid hebben immers vaak de Belgische nationaliteit. We
kunnen er daarom van uitgaan dat het werkelijke percentage van etnisch-culturele minderheden
hoger ligt dan onderstaande cijfers aangeven. De studiedienst van de Vlaamse overheid schatte dat
het werkelijke percentage van mensen met allochtone afkomst in Vlaanderen dubbel zo hoog ligt
(ongeveer 15%), dan indien enkel de cijfers met betrekking tot nationaliteit in rekening worden
genomen. Sociologische studies houden het er dan weer op dat meer dan 20% van de Belgische
bevolking van allochtone afkomst is. In ieder geval is ook duidelijk dat er in het Waalse Gewest iets
meer mensen met een andere etnische afkomst verblijven dan in het Vlaamse Gewest.
Figuur 18: Percentage Belgen-Andere nationaliteit Vlaams Gewest, Waalse Gewest, België 2012
Bron: FOD Economie, 2012
92,9% 90,3% 89,4%
7,1% 9,7% 10,6%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Vlaams Gewest Waals Gewest België
Belgen Andere nationaliteit
N=5 897 366 N=453 399 N=33 201 705 N=344 624 N=9 866 884 N=1 169 064
28
Naar analogie met het gedeelte inzake genderdiversiteit, gaan we na of de televisiezenders de
etnische diversiteit die aanwezig is in de samenleving weerspiegelen in hun programmatie.
Bij wijze van herinnering: ‘etnisch-culturele minderheid’ verwijst naar actoren die werden gecodeerd
als afkomstig buiten de EU15. Eerst werd telkens op basis van waarneembare kenmerken nagegaan
of de actor al dan niet kan worden beschouwd als Belg. Indien er aanwijzingen waren dat dit niet het
geval was, werd dit als dusdanig aangegeven en werd de etnisch-culturele groep verder afgebakend.
Hierbij werd telkens aangegeven welke karakteristieken (o.a. culturele en religieuze symbolen,
taal/accent, huidskleur, zelfrapportering of rapportering door anderen, context) deze classificering
rechtvaardigden. Uiteindelijk werd dan een onderscheid gemaakt tussen actoren afkomstig uit de
EU15 en actoren afkomstig van buiten de EU15. De interesse in dit rapport gaat echter vooral uit
naar etnisch-culturele minderheden die worden getoond in een Belgische context. Daarom zullen de
verdere grafieken in dit rapport enkel de etnisch-culturele minderheden beschouwen waarbij aan dit
criterium is voldaan.
Figuur 19 geeft de verhouding weer tussen etnisch-culturele minderheden en etnisch-culturele
meerderheden. We leiden af dat 5% van de actoren die getoond worden op de Vlaamse en
Franstalige televisiezenders in een Belgische context kunnen worden beschouwd als etnisch-culturele
minderheden. We stellen toch grote verschillen vast tussen de Vlaamse en Franstalige zenders: op
de Franstalige zenders La Une en RTL-TVi worden bijna dubbel zoveel etnisch-culturele minderheden
(7%) getoond dan op de Vlaamse zenders Eén en VTM (3,9%). Hoewel een perfecte vergelijking niet
mogelijk is aangezien de bevolkingsstatistieken werken met het nationaliteitscriterium, blijkt dat
etnisch-culturele minderheden worden ondervertegenwoordigd vergeleken met hun werkelijke
aandeel in de samenleving (10,6% in de realiteit versus 5,0% op de televisiezenders).
29
Figuur 19: Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden
Figuur 20 geeft een overzicht van de voornaamste groepen waaruit de etnisch-culturele
minderheden getoond op televisie afkomstig zijn. In totaal waren er 262 etnisch-culturele
minderheden te zien op de televisiezenders. Algemeen gesproken is de sterkst vertegenwoordigde
groep die van etnisch-culturele minderheden afkomstig uit het Midden-en Nabije Oosten, en Noord-
Afrika, gevolgd door actoren met zwart-Afrikaanse roots (inclusief Afro-Amerikanen voor zover die
voorkwamen in een Belgische context). Slechts een erg klein gedeelte van de etnisch-culturele
minderheden is afkomstig uit Zuid- en Centraal-Amerika. Wat de verschillen tussen de Vlaamse en
Franstalige zenders betreft, merken we dat bijna de helft van de etnisch-culturele minderheden op
de Franstalige zenders afkomstig zijn uit het Midden-Oosten, Nabije Oosten & Noord-Afrika, terwijl
op de Vlaamse zenders er wat meer spreiding is over de verschillende groepen heen. Op de Vlaamse
zenders was één op de vier etnisch-culturele minderheden van zwart-Afrikaanse achtergrond, terwijl
bijna één op drie afkomstig was uit het Midden-Oosten, Nabije-Oosten & Noord-Afrika. De
Franstalige zenders laten ook iets meer actoren die uit Oost-Europa komen aan bod dan de Vlaamse
zenders.
7,0% 3,9% 5,0%
93,0% 96,1% 95,0%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
120%
Franstalige zenders Vlaamse zenders Allle zenders
Etnisch-culturele minderheden Etnisch-culturele meerderheden
N=137 N=1833 N=125 N=3098 N=262 N=4931
30
Figuur 20: Etnisch-culturele Minderheden, voornaamste groepen
Figuur 21 geeft een overzicht van de etnisch-culturele diversiteit per zender. We stellen vast dat RTL-
TVi het meeste etnisch-culturele diversiteit toont in diens programmatie, gevolgd door La Une, Eén
en VTM. In het algemeen worden er meer etnisch-culturele minderheden getoond op de Franstalige
zenders dan op de Vlaamse zenders.
3,2%
8,0%
8,8%
9,6%
24,8%
29,6%
4,6%
8,4%
9,2%
11,5%
19,1%
36,6%
0% 10% 20% 30% 40% 50%
Zuid-en Centraal-Amerika, Natives
Extra-Europees (Verenigde Staten, Australië,etc.)
Azië
Oost-en Centraal-Europa
Zwart-Afrikaans
Midden-Oosten, Nabije Oosten & Noord-Afrika
Alle zenders Vlaamse zenders Franstalige zenders
N=96N=37N=59
N=50N=31N=19
N=30N=12N=18
N=24N=11N=13
N=22N=10N=12
N=12N=4N=8
31
Figuur 21: Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden – Zender
Op Figuur 22 geven we het percentage etnisch-culturele minderheden weer naargelang fictie- of
non-fictie. Hieruit wordt duidelijk dat in non-fictie programma’s vaker etnisch-culturele minderheden
worden getoond dan in fictieprogramma’s. Het percentage etnisch-culturele minderheden in
fictieprogramma’s ligt enorm laag. Het is ook wel zo dat er in het algemeen minder
fictieprogramma’s zijn. Wanneer we uitsplitsen naar de Vlaamse en Franstalige zenders blijkt dat
deze ondervertegenwoordiging van etnisch-culturele minderheden in fictieprogramma’s vooral
wordt verklaard door hun lage aantal op de Vlaamse zenders. Fictieprogramma’s op de Vlaamse
zenders waren vooral soaps zoals ‘Familie’ of ‘Thuis’, of misdaadseries zoals ‘Aspe’, ‘Salamander’, etc.
In zulke programma’s blijkt dus weinig diversiteit te zien. Op de Franstalige zenders komen zelfs meer
etnisch-culturele minderheden voor in fictie dan in non-fictie.
4,4% 3,1% 6,8% 7,2%
95,6% 96,9% 93,2% 92,8%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
120%
Eén VTM La Une RTL-TVi
Etnisch-culturele minderheden Etnisch-culturele meerderheden
N=82 N=1771 N=43 N=1327 N=72 N=991 N=65 N=842
32
Figuur 22: Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden – Fictie
versus Non-Fictie
Figuren 23, 24 en 25 tonen een overzicht van de etnische diversiteit naargelang televisiegenre. Uit
de algemene figuur, voor de Vlaamse en Franstalige zenders samen, blijkt dat de genres met het
meeste etnisch-culturele diversiteit sportwedstrijden, shows en sketches (al is de steekproefgrootte
hier klein) en het weer zijn. Op het journaal wordt, vergeleken met de andere programma’s, ook
behoorlijk veel diversiteit getoond. Het valt vooral op dat er erg weinig etnisch-culturele
minderheden figureren in soaps, series en films – dit sluit aan bij de vaststelling dat op
fictieprogramma’s vooral weinig etnisch-culturele diversiteit wordt getoond. Daarnaast stellen we
vast dat er geen omroepers of presentatoren of presentatrices van Lotto en Joker zijn van een
andere etnische afkomst; voor het weer blijkt dit wel het geval. Deze gegevens verschillen niet
noemenswaardig voor Vlaamse en Franstalige zenders, hoewel blijkt dat de vertegenwoordiging van
etnisch-culturele minderheden als weerpresentatoren/presentatrices een fenomeen is dat wordt
gedragen door de Franstalige zenders. Ook zien we dat op de Vlaamse zenders er een groot
percentage is van etnisch-culturele minderheden in documentaires, al dient deze vaststelling in het
licht worden bekeken van de beperkte steekproef (N=20).
6,9% 4,7% 5,6% 8,4%0,9% 1,9%
93,1% 95,3% 94,4% 91,6% 99,1% 98,1%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
120%
Franstalig Vlaams Alle zenders Franstalig Vlaams Alle zenders
Non-Fictie FictieEtnisch-culturele minderheden Etnisch-culturele meerderheden
N=128 N=1735 N=119 N=1428 N=247 N=4163 N=9 N=98 N=6 N=670 N=15 N=768
33
Figuur 23: Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden – Genre
(Alle zenders)
0,0%
0,0%
0,7%
1,5%
2,2%
4,2%
4,8%
5,7%
5,8%
6,8%
9,0%
9,7%
11,4%
13,0%
100,0%
100,0%
99,3%
98,5%
97,8%
95,3%
95,1%
94,0%
94,2%
93,2%
91,0%
90,3%
88,6%
87,0%
0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%
Joker en Lotto
Omroeper
Soap
Serie
Film
Spelprogramma
Magazine
Journaal
Documentaire
Talkshow
Show
Weer
Sportwedstrijd
Sketch
Etnisch-culturele meerderheden Etnisch-culturele minderheden
N=47N=7
N=31N=4
N=84N=9
N=142N=14
N=219N=16
N=98N=6
N=1916N=117
N=1461N=73
N=181N=8
N=87N=2
N=198N=3
N=434N=3
N=27N=0
N=6N=0
34
Figuur 24: Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden – Genre
(Vlaamse Zenders)
0,0%
0,0%
0,0%
0,7%
1,0%
2,4%
3,9%
4,3%
5,9%
6,7%
6,8%
11,4%
18,2%
100,0%
100,0%
100,0%
99,3%
99,0%
97,6%
96,1%
95,6%
94,1%
93,3%
93,2%
88,6%
81,8%
0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%
Joker en Lotto
Omroeper
Weer
Soap
Serie
Film
Magazine
Journaal
Show
Spelprogramma
Talkshow
Sportwedstrijd
Documentaire
Etnisch-culturele meerderheden Etnisch-culturele minderheden
N=18N=4
N=31N=4
N=219N=16
N=112N=8
N=64N=4
N=1113N=50
N=805N=33
N=41N=1
N=196=2
N=434N=3
N=47N=0
N=14N=0
N=4N=0
35
Figuur 25: Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden – Genre
(Franstalige Zenders)
0,0%
0,0%
0,0%
2,1%
2,4%
5,7%
7,7%
11,4%
13,0%
19,6%
33,3%
100,0%
100,0%
98,6%
97,9%
97,6%
94,0%
91,9%
88,6%
87,0%
80,4%
66,7%
0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%
Joker en Lotto
Omroeper
Spelprogramma
Film
Documentaire
Magazine
Journaal
Show
Sketch
Weer
Serie
Etnisch-culturele meerderheden Etnisch-culturele minderheden
N=2N=1
N=37N=9
N=47N=7
N=78N=10
N=803N=67
N=656N=40
N=80N=2
N=46N=1
N=69N=0
N=13N=0
N=2N=0
36
Tot slot beschouwen we Figuren 26, 27 en 28, die het percentage etnisch-culturele minderheden
uitgesplitst naargelang programmathema. Muziek, film en cultuur, sport, het weer en koken zijn de
thema’s waar het grootste aantal etnisch-culturele minderheden te zien zijn. Het thema ‘actie &
oorlog’ houden we buiten beschouwing, aangezien de erg kleine steekproefgrootte (N=3) zich niet
leent tot het trekken van representatieve conclusies. Het laagste aantal etnisch-culturele
minderheden vinden we terug in programma’s die handelen over natuur en dieren, wonen en
interieur, vrije tijd en reizen, lifestyle en drama. Een blik op de afzonderlijke gegevens maakt duidelijk
dat, in overeenstemming met de algemene vaststelling dat qua diversiteit Franstalige zenders beter
scoren, vooral de Franstalige programma’s verantwoordelijk zijn voor deze conclusies. Op de
Franstalige zenders is zelfs een kwart van de actoren die op programma’s voorkomen die handelen
over sport een etnisch-culturele minderheid. Voorts valt op dat op de Franstalige zenders etnisch-
culturele minderheden vaker voorkomen in programma’s met betrekking tot criminaliteit dan op de
Vlaamse zenders.
37
Figuur 26: Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden – Thema
(Alle Zenders)
0,0%
0,7%
1,5%
2,1%
2,6%
3,2%
3,2%
3,2%
4,9%
5,2%
5,7%
7,1%
8,8%
9,9%
5,0%
17,8%
33,3%
100,0%
99,3%
98,5%
97,9%
97,4%
96,8%
96,8%
96,8%
95,1%
94,7%
94,0%
92,9%
91,2%
90,1%
90,0%
82,2%
66,7%
0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%
Natuur & Dieren
Drama
Lifestyle
Economisch-Financieel
Vrije tijd & Reizen
Wonen & Interieur
Criminaliteit
Maatschappij
Royalty
Amusement
Actualiteit
Koken
Muziek, Film & Cultuur
Weer
Wetenschap
Sport
Actie & Oorlog
Etnisch-culturele meerderheden Etnisch-culturele minderheden
N=2N=1
N=106N=23
N=36N=2
N=82N=9
N=177N=17
N=65N=5
N=2063N=126
N=895N=49
N=39N=2
N=300N=10
N=180N=6
N=61N=2
N=37N=1
N=184N=4
N=133N=2
N=434N=3
N=104N=0
38
Figuur 27: Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden – Thema
(Vlaamse Zenders)
0,0%
0,0%
0,0%
0,7%
1,8%
2,1%
3,1%
4,1%
4,3%
4,9%
5,8%
8,5%
13,0%
33,3%
100,0%
100,0%
100,0%
99,3%
98,2%
97,9%
96,9%
95,9%
95,6%
95,1%
94,2%
91,5%
87,0%
66,7%
0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%
Natuur & Dieren
Royalty
Weer
Drama
Criminaliteit
Lifestyle
Vrije tijd & Reizen
Maatschappij
Actualiteit
Amusement
Muziek, Film &Cultuur
Koken
Sport
Actie & Oorlog
Etnisch-culturele meerderheden Etnisch-culturele minderheden
N=2N=1
N=67N=10
N=54N=5
N=65N=4
N=772N=40
N=1113N=50
N=140N=6
N=31N=1
N=95N=2
N=161N=3
N=434N=3
N=45N=0
N=20N=0
N=81N=0
39
Figuur 28: Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden – Thema
(Franstalige Zenders)
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
2,1%
2,4%
3,2%
5,0%
6,8%
7,4%
9,5%
10,4%
13,6%
19,6%
25,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
97,9%
97,6%
96,8%
90,0%
92,5%
92,2%
90,5%
89,6%
86,4%
80,4%
75,0%
0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%
Koken
Lifestyle
Natuur & Dieren
Vrije tijd & Reizen
Economisch-Financieel
Maatschappij
Wonen & Interieur
Wetenschap
Amusement
Actualiteit
Royalty
Muziek, Film & Cultuur
Criminaliteit
Weer
Sport
Etnisch-culturele meerderheden Etnisch-culturele minderheden
N=39N=13
N=37N=9
N=19N=3
N=112N=13
N=19N=2
N=950N=76
N=123N=9
N=36N=2
N=61N=2
N=160N=4
N=184N=4
N=6N=0
N=23N=0
N=38N=0
N=11N=0
40
3.3. Roldiversiteit
In dit derde en laatste luik in de resultatensectie, kijken we verder dan de puur numerieke
vertegenwoordiging. Hoewel het belangrijk is dat vrouwen en etnisch-culturele minderheden aan
bod komen op televisie, is het uiteraard even cruciaal om na te gaan hoe zij gerepresenteerd worden
in de media. Het is met andere woorden belangrijk om na te gaan in welke rollen zij getoond worden.
Wetenschappelijk onderzoek heeft immers al meermaals aangetoond dat de wijze waarop televisie
groepen van mensen in beeld brengt een grote impact kan hebben op processen van beeldvorming,
attitudevorming en stereotypevorming in de samenleving. In dit rapport zullen we deze roldiversiteit
onderzoeken op twee manieren: enerzijds trachten we na te gaan of er sprake is van ‘framing’,
anderzijds gaan we na in welke maatschappelijke rollen vrouwen en etnische minderheden worden
getoond, en wat de maatschappelijke waardering is van deze rollen. Indien vrouwen bijvoorbeeld
veelal in een rol van huisvrouw worden getoond, of etnisch-culturele minderheden in een criminele
rol of in beroepen met een lage(re) maatschappelijke waardering, heeft dit – indien we ervan uitgaan
dat media opinies in de samenleving kunnen beïnvloeden – ook gevolgen voor de wijze waarop
minderheden gepercipieerd worden in de samenleving. In dit laatste luik is er wel enigszins een
beperking in de zin dat we – anders dan bij de numerieke vertegenwoordiging – deze
televisierepresentaties van vrouwen en etnisch-culturele minderheden niet kunnen relateren aan de
reële trends in de samenleving. We kunnen met andere woorden niet nagaan of de weerspiegeling
van minderheden in bepaalde rollen een mediaconstructie is of dat de media louter bepaalde trends
in de samenleving weerspiegelen. Indien bijvoorbeeld blijkt dat er enkel mannen worden getoond in
het beroep van brandweerman is dit niet noodzakelijkerwijs een vertekening als blijkt dat mannen in
de werkelijkheid ook sterk oververtegenwoordigd zijn in deze beroepscategorie.
Framing
In dit rapport wordt er gewerkt met zeven frames. Een meer uitgebreide beschrijving van wat de
frames exact inhouden, is opgenomen in bijlage 2. We geven hier een kort overzicht:
1. Criminaliteit: iedereen die geassocieerd wordt met criminele activiteiten. Niet enkel daders van
misdaden zullen dit frame toegekend krijgen, maar ook andere personen die in een criminele
context worden getoond, zoals slachtoffers, advocaten, politieagenten, etc.
2. ‘Ruggengraat’: dit is een frame voor een persoon die zich in een zeer normale, alledaagse
context bevindt, en refereert aan iemand die tot de ruggengraat van de samenleving behoort.
Het gaat om mensen die regelmatig werken, met een vast inkomen, maar bijvoorbeeld ook
studenten, gepensioneerden, etc. vallen hieronder.
3. Fun: Alles wat verwijst naar plezier, amusement, vertier, en dus puur in de vrijetijdssfeer zit.
41
4. ‘Trouble’: dit is een verzamelnaam voor maatschappelijke problemen, en kan worden
beschouwd als het omgekeerde van de categorie ‘ruggengraat’.
5. Geweld: iedereen die geassocieerd wordt met geweld, gaande van de geweldplegers tot de
slachtoffers van geweld. Het gaat hier in de eerste plaats om fysiek geweld.
6. Religie: iedereen die in verband wordt gebracht met religieuze handelingen, zoals religieuze
leiders of gelovigen. Het dragen van religieuze symbolen is op zich niet voldoende, de verwijzing
naar religie moet centraal staan.
7. Seksualiteit: iedereen die in verband wordt gebracht met seksuele handelingen, zowel expliciet
(erotische scènes) als impliciet (seksuele verwijzingen). Ook alles wat met prostitutie te maken
heeft valt hieronder.
Roldiversiteit
Bij roldiversiteit gaan we na in welke rollen vrouwen en etnisch-culturele minderheden worden
getoond op het televisiescherm. Dit gaat in de eerste plaats om hun socio-economische status en
beroepen. We gaan na of minderheden bijvoorbeeld vaker in een socio-economische rol of beroep
worden getoond met een lage(re) maatschappelijke waardering. Daarnaast kijken we ook naar de
diversiteit qua programmafunctie: zijn er bijvoorbeeld veel presentatoren, nieuwslezers, etc. van het
vrouwelijke geslacht of met een andere etnische achtergrond? Vervolgens is er ook aandacht voor
het feit of minderheden vaker aan bod komen bij bepaalde thema’s. Komen vrouwen bijvoorbeeld
meer aan bod wanneer het gaat over een genderthema? Hetzelfde geldt voor etnisch-culturele
minderheden: worden zij vaker getoond wanneer het gaat over een thema inzake etnisch-culturele
diversiteit of religieus thema?
I. Genderdiversiteit
Frames
We starten met na te gaan of vrouwen en mannen vaker geassocieerd worden met één van de zeven
opgenomen frames. De gehanteerde werkwijze is als volgt: we selecteerden telkens alle actoren die
geassocieerd werden met één van de zeven respectievelijke frames, en zijn vervolgens per frame de
genderbalans nagegaan. Dit laat ons toe te onderzoeken wat de karakteristieken zijn van de
personen die in de opgenomen frames worden getoond. Deze werkwijze heeft als voordeel dat exact
afgeleid kan worden wie er nu precies wordt getoond in welke frames; het nadeel van deze
werkwijze is evenwel dat deze geen rekening houdt met de scheve verdeling tussen mannen en
vrouwen. Daarom geven we ook de verdeling mannen-vrouwen telkens mee, zodat de lezer hier bij
de interpretatie rekening mee kan houden. De balans mannen-vrouwen is, zoals voordien vermeld in
dit rapport, 64,5% mannen en 35,5% vrouwen. Het eerste wat opvalt is dat sommige frames, zoals
42
‘Religie’, ‘Seksualiteit’ en ‘Geweld’, in het algemeen erg weinig voorkomen in de geanalyseerde
programma’s. De meest voorkomende frames zijn ‘Criminaliteit’, ‘Ruggengraat’ en ‘Fun’. Wat de
genderbalans betreft concluderen we dat de frames ‘Criminaliteit’, ‘Trouble’, ‘Fun’, ‘Ruggengraat’ en
‘Religie’ vaker geassocieerd worden met mannen dan met vrouwen. Voor het frame ‘Fun’ is de
verdeling nog relatief evenredig verdeeld, aangezien vrouwen in 41,9% van de gevallen in dit frame
worden getoond. Het enige frame waarin vrouwen vaker worden getoond dan mannen is het frame
‘Seksualiteit’ met 51,4% voor alle frames. Hoewel in absolute aantallen het verschil tussen mannen
en vrouwen niet zo groot is, vormt dit – gezien het feit dat vrouwen in het algemeen minder op
televisie voorkomen dan mannen – toch een belangrijke vaststelling. Een blik op de gegevens voor de
Vlaamse en Franstalige zenders maakt duidelijk dat er weinig verschillen zijn, hoewel op Franstalige
zenders de frames ‘Criminaliteit’ en ‘Geweld’ meer voorkomen dan op de Vlaamse zenders. Dit is
opnieuw te verklaren door de grote hoeveelheid aan Amerikaanse misdaadseries die op La Une en
RTL-TVi worden vertoond. Vlaamse zenders tonen dan procentueel gezien weer veel meer mannen in
het frame ‘Criminaliteit’ (73,1% van de actoren) dan de Franstalige zenders (68,9% van de actoren).
Figuur 29: Frame Criminaliteit – Genderbalans
68,9% 73,1% 70,5%
31,1%26,9% 29,5%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
Frame Criminaliteit Frame Criminaliteit Frame Criminaliteit
Franstalig Vlaams Alle zenders
Man Vrouw
N=423 N=191 N=282 N=104 N=705 N=295
43
Figuur 30: Frame ‘Ruggengraat’ - Genderbalans
Figuur 31: Frame ‘Fun’ – Genderbalans
69,8% 68,5% 69,1%
30,2% 31,5% 30,9%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
Frame Ruggengraat Frame Ruggengraat Frame Ruggengraat
Franstalig Vlaams Alle zendersMan Vrouw
57,9% 58,2% 58,1%
42,1% 41,8% 41,9%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Frame Fun Frame Fun Frame Fun
Franstalig Vlaams Alle zenders
Man Vrouw
N=453 N=329 N=873 N=627 N=1326 N=956
N=1632 N=706 N=1778 N=817 N=3410 N=1523
44
Figuur 32: Frame ‘Trouble’ – Genderbalans
Frame 33: Frame ‘Geweld’ - Genderbalans
69,2% 67,3% 68,1%
30,8% 32,7% 31,9%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
Frame Trouble Frame Trouble Frame Trouble
Franstalig Vlaams Alle zenders
Man Vrouw
N=137 N=61 N=181 N=88 N=318 N=149
76,7% 77,3% 77,0%
23,3% 22,7% 23,0%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
Frame Geweld Frame Geweld Frame Geweld
Franstalig Vlaams Alle zenders
Man Vrouw
N=132 N=40 N=92 N=27 N=224 N=67
45
Frame 34: Frame ‘Religie’ – Genderbalans
Figuur 35: Frame ‘Seksualiteit’ – Genderbalans
Voor het frame ‘Criminaliteit’ is het ook mogelijk om na te gaan in welke specifieke rollen,
geassocieerd met criminaliteit, mannen en vrouwen worden getoond. Komen vrouwen bijvoorbeeld
vooral voor in de rol van slachtoffer? Zijn mannen oververtegenwoordigd in de daderscategorie? Uit
de gegevens op Figuur 36 blijkt dat mannen inderdaad het grootste deel, i.e. bijna 90%, uitmaken
75,8% 75,9% 75,8%
24,2% 24,1% 24,2%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
Frame Religie Frame Religie Frame Religie
Franstalig Vlaams Alle zenders
Man Vrouw
N=72 N=23 N=66 N=21 N=138 N=44
48,20%48,70% 48,60%
51,80%51,30% 51,40%
46%
47%
48%
49%
50%
51%
52%
53%
Frame Seksualiteit Frame Seksualiteit Frame Seksualiteit
Franstalig Vlaams Alle zenders
Man Vrouw
N=27 N=29 N=57 N=60 N=84 N=89
46
van de actoren die in de rol van dader worden getoond. Dit is zowel op de Vlaamse als op de
Franstalige zenders het geval. Het zijn dus veelal mannen die op de televisiezenders worden
geportretteerd als agressor. Vrouwen vormen in geen enkele categorie de meerderheid, hoewel ze
bijna even vaak als mannen in het criminaliteitsframe ‘Gerecht’ worden getoond. Onder ‘Gerecht’
vallen onder andere rechters en magistraten. Dit is opnieuw vergelijkbaar voor de zenders in beide
landsdelen. Verder valt ook de aanzienlijke vertegenwoordiging van vrouwen in de categorieën
‘Getuige’ en ‘Slachtoffer’ op. Hoewel mannen nog steeds in de meerderheid zijn in het frame
‘Slachtoffer’, blijkt toch ook dat in één op drie gevallen de slachtofferrol wordt ingevuld door een
vrouw. Op de Franse zenders is dit zelfs vier op tien. Opnieuw het feit indachtig dat vrouwen in het
algeheel ondervertegenwoordigd zijn op de televisie, vormt dit een belangrijke conclusie. Voorts
leiden we uit de grafiek af dat drie op de vier politieagenten in een criminaliteitsframe van het
mannelijke geslacht is, en één op de vijf advocaten vrouwen zijn. Ook hier zijn er geen
noemenswaardige verschillen tussen de Vlaamse en Franstalige zenders. Samengevat kunnen we dus
stellen dat vooral mannen in een crimineel frame getoond worden. Meer specifiek zijn bijna alle
daders die getoond worden op televisie mannen. Vrouwen worden dan weer relatief vaak getoond in
de slachtofferrol, hoewel ook mannen hier in de meerderheid zijn.
47
Figuur 36: Specifieke rollen Frame Criminaliteit – Genderbalans
11,9%
21,2%
26,4%
37,3%
38,9%
47,3%
23,0%
12,8%
18,8%
28,6%
35,6%
47,2%
10,9%
21,7%
28,3%
40,0%
41,8%
47,3%
88,10%
78,80%
73,60%
62,70%
61,10%
52,70%
77%
87,20%
81,20%
71,40%
64,40%
52,80%
89,10%
78,30%
71,70%
60,00%
58,20%
52,70%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Dader
Advocaat
Politie
Getuige
Slachtoffer
Gerecht
Politie
Dader
Advocaat
Getuige
Slachtoffer
Gerecht
Dader
Advocaat
Politie
Getuige
Slachtoffer
Gerecht
Alle
zend
ers
Vlaa
mse
zend
ers
Fran
stal
ige
zend
ers
Man Vrouw
N=39N=35
N=39N=28
N=27N=18
N=165N=65
N=54N=15
N=98N=12
N=19N=17
N=38N=21
N=10N=4
N=13N=3
N=102N=15
N=97N=29
N=58N=52
N=77N=49
N=37N=22
N=97N=29
N=67N=18
N=200N=27
48
Roldiversiteit
In dit gedeelte over roldiversiteit, beschouwen we eerst in welke socio-economische posities mannen
en vrouwen worden geportretteerd; vervolgens gaan we na in wat voor soort beroepen mannen en
vrouwen worden getoond, en of er een tendens is dat vrouwen vaker in beroepen worden getoond
met lage(re) maatschappelijke waardering. Daarnaast bekijken we wat de genderbalans is voor
programmafuncties, zoals nieuwslezer, presentator, etc. Tot slot gaan we na of vrouwen vaker aan
bod komen wanneer een programma of programma-item handelt over een genderthema. Figuur 34
geeft een overzicht van de socio-economische posities van de actoren, en splitst deze uit naar
geslacht. Het valt op dat de enige categorieën waarin mannen en vrouwen ongeveer evenredig
voorkomen de categorieën ‘Onbekend’ en ‘Invalide/Kan niet werken’ zijn. De categorie ‘Onbekend’
houdt in dat er geen informatie beschikbaar was over de socio-economische achtergrond van de
actor in kwestie. Gezien vrouwen in het algemeen minder aan bod komen op televisie aan mannen,
impliceert dit dat er in een groot deel van de gevallen geen informatie is over de socio-economische
status van vrouwelijke actoren, of dat zij toch ook vaker getoond worden in de rol van invalide.
Wanneer we de cijfers bekijken binnen de categorie van mannen en vrouwen wordt dit bevestigd:
van alle mannen op alle zenders is er slechts voor 22,5% geen informatie over de socio-economische
status, voor vrouwen is dit 37,3%, i.e. bijna tweemaal zo vaak. Daarnaast worden mannen en
vrouwen ook in min of meer gelijke mate getoond in de rol van student of scholier, hoewel hier wel
een verschil is tussen de Vlaamse en Franstalige zenders: in Vlaanderen is de balans meer
evenwichtig verdeeld. Mannen komen daarentegen veel meer voor in de posities van ‘Werknemer’,
‘Vrije beroepen’, ‘Zelfstandigen’ en ‘Bedrijfsleiders- en managementsfunctie’. Vooral inzake deze
laatste categorie, i.e. een categorie die een hoge mate van prestige geniet in de samenleving (zie
verder), komen vrouwen erg weinig voor: slechts twee op de tien bedrijfsleiders en managers is van
het vrouwelijke geslacht. Daar staat dan weer tegenover dat mannen wel vaker dan vrouwen
verschijnen in een werkloze socio-economische situatie. Ook stellen we vast dat vier op de tien
gepensioneerden getoond op televisie vrouwen zijn. Een blik op de gegevens voor de Vlaamse en
Franstalige zenders leren ons dat vooral aan Franstalige zijde de hoeveelheid vrouwen in
bedrijfsleider- en managementfuncties erg laag is (16,1%). Voor de overige socio-economische
functies zijn de resultaten voor de Vlaamse en Franstalige zenders grotendeels gelijklopend, en vallen
er geen opmerkelijke verschillen te noteren.
49
Figuur 37: Socio-economische status – Genderbalans
19,90%
26,20%
29,80%
31,80%
33,20%
35,60%
44,10%
47,90%
57,10%
23,70%
24,00%
29,20%
34,80%
38,70%
38,90%
48,10%
49,10%
58,30%
16,70%
20,00%
27,60%
28,60%
30,10%
30,40%
36,80%
46,30%
50,00%
80,10%
73,80%
70,20%
68,20%
66,80%
64,40%
55,90%
52,10%
42,90%
76,30%
76,00%
70,80%
65,20%
61,30%
61,10%
51,90%
50,90%
41,70%
83,30%
80,00%
72,40%
71,40%
69,90%
69,60%
63,20%
53,70%
50,00%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%
Bedrijfsleiders en managementsfuncties
Zelfstandigen (Winkeliers, etc.)
Werknemer (Arbeider, Bediende, etc.)
Werkloos
Vrije beroepen (Advocaat, Dokter, etc.)
Gepensioneerde
Student (ook scholier)
Onbekend
Invalide/Kan niet werken
Zelfstandigen (Winkeliers, etc.)
Bedrijfsleiders en managementsfuncties
Werknemer (Arbeider, Bediende, etc.)
Werkloos
Vrije beroepen (Advocaat, Dokter, etc.)
Gepensioneerde
Student (ook scholier)
Onbekend
Invalide/Kan niet werken
Bedrijfsleiders en managementsfuncties
Gepensioneerde
Vrije beroepen (Advocaat, Dokter, etc.)
Werkloos
Zelfstandigen (Winkeliers, etc.)
Werknemer (Arbeider, Bediende, etc.)
Student (ook scholier)
Onbekend
Invalide/Kan niet werken
Alle
zend
ers
Vlaa
mse
zend
ers
Fran
stal
ige
zend
ers
Man Vrouw
N=1N=1N=519N=447N=103N=60N=1321N=578N=86N=37N=15N=6N=268N=102N=12N=3N=140N=28
N=5N=7N=686N=661N=152N=141N=44N=28N=238N=150N=15N=8N=1539N=635N=98N=31N=151N=47
N=6N=8N=1205N=1108N=255N=201N=56N=31N=506N=52N=30N=14N=2860N=1213N=237N=84N=238N=59
50
In Figuren 38 tot en met 40 hebben we, voor de actoren waar deze informatie beschikbaar was, een
overzicht gemaakt van de verschillende beroepen met daarbij de genderbalans. Deze figuren geven
enkel het algemene overzicht weer voor alle zenders, aangezien anders voor sommige beroepen de
steekproefgrootte, die nu voor sommige beroepen al klein is, nog lager en dus niet representatief
zou zijn. Het doel van deze sectie is om na te gaan of sprake is van genderstereotypes inzake de
beroepen waarin mannen en vrouwen worden getoond. Daarnaast willen we ook onderzoeken of er
een verschil is tussen mannen en vrouwen qua representatie in rollen met hoge of lage(re)
maatschappelijke waardering. Hierover geeft Figuur 41 een indicatie. We zullen ons hier beperken
tot de voornaamste en meest opvallende vaststellingen.
Met betrekking tot genderstereotypes stellen we vast dat mannen inderdaad in zogenaamd
‘mannelijke’ beroepen worden getoond, zoals brandweer (100%), chauffeur (100%), bouwvakker
(100%), bodyguard/bewaker (100%), arbeider (75,8%), piloot (92,3%), militair (97,8%), mecanicien
(100%), landbouwer (83,3%), ingenieur/architect (70,6%), technicus (100%), een religieuze functie
(96,6%) en een beroep in de zeevaart (100%). Daarnaast blijkt uit de grafieken ook dat vrouwen
vaker worden getoond in zogenaamde ‘vrouwelijke beroepen’, zoals maatschappelijk assistent
(66,7%), verpleegster (75,9%), verkoopster (66,7%), stewardess (100%), secretaresse (87,5%),
omroepster (100%) en schoonmaakster (76,9%). Over de verschillende zenders heen werden er vier
personen getoond die in de prostitutie werkten, en deze waren ook allemaal van het vrouwelijke
geslacht. Een enigszins evenredige verdeling tussen mannen en vrouwen is er voor de beroepen van
directie school, boekhouder, bediende, leerkracht, student en lid van de koninklijke familie (‘royalty’).
Voorts leren grafieken 38 tot en met 40 ons ook dat vrouwen sterk in de minderheid zijn bij
managements- en bedrijfsfuncties, de functie van beleidsmaker/politicus, ambtenaar, politie,
manager, expert/specialist, zakenman/zakenvrouw, wetenschapper/onderzoeker, voorzitter
vakbond en sporter/sportcoach. Deze cijfers geven, ondanks het feit dat niet alle gebaseerd zijn op
een even grote steekproef, een sterke indicatie dat genderstereotypering inzake beroepen nog een
frequente praktijk is op televisie.
Figuur 41 geeft een overzicht van een selectie aan beroepen, die variëren wat de maatschappelijke
waardering betreft. De score voor maatschappelijke waardering is gebaseerd op de “International
Socio-Economic Index of Occupational Status” of de zogenaamde “Position Generator’ van M. Van
der Gaag, T. A. B. Snijders, H.D. Flap (2004). Deze kan beschouwd worden als een maat voor het
maatschappelijk prestige van bepaalde beroepen of ‘occupations’. We hebben de classificatie
overgenomen in bijlage 3. Deze classificatie houdt rekening met criteria zoals onderwijs en inkomen.
Figuur 40 rangschikt de beroepen van lage naar hoge maatschappelijke waardering, gebaseerd op
51
deze ‘Position Generator’, en geeft daarnaast de genderbalans mee. De vraag is nu of we kunnen
afleiden dat mannen bijvoorbeeld vaker in beroepen met een hoge maatschappelijke waardering
worden getoond, en vrouwen in beroepen met een lagere maatschappelijke waardering, of net
andersom. We kunnen in het algemeen drie vaststellingen doen met betrekking tot deze vraag. Ten
eerste is duidelijk dat beroepen met een hogere maatschappelijke waardering geassocieerd worden
met een hoog percentage aan mannen: het zijn dus vaker mannen dan vrouwen die getoond worden
in deze beroepen. Voor de twee categorieën met de hoogste waardering (advocaat en dokter) is de
balans wat evenrediger verdeeld, maar vrouwen zijn wel nog steeds in de minderheid. Ten tweede
blijkt dat ook in de beroepen met een gemiddelde maatschappelijke waardering, vrouwen in het
algemeen minder worden getoond dan mannen, met uitzondering van de categorieën
secretaris/secretaresse, boekhouder en verpleger/verpleegster. Ten derde en tot slot, komen
mannen het vaakste voor in de twee beroepen met de laagste maatschappelijke waardering
(bouwvakker en arbeider), maar worden vrouwen ook vaker getoond in de laag gewaardeerde
beroepen van verkoopster en schoonmaker. De conclusie is dus niet uniform: vrouwen worden wel
minder vaak getoond in beroepen met hoge maatschappelijke waardering ten opzichte van mannen,
maar de beroepen met de laagste maatschappelijke waardering worden dan ook weer voornamelijk
ingevuld door mannen.
52
Figuur 38: Beroepen - Genderbalans (Deel 1)
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
2,2%
3,4%
4,8%
6,5%
7,7%
8,7%
9,1%
10,5%
13,2%
13,2%
16,7%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
97,8%
96,6%
95,2%
93,5%
92,3%
91,3%
90,9%
89,5%
86,8%
86,8%
83,3%
0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%
Conciërge
Chauffeur
Brandweer
Arbeider bouw
Bodyguard/Bewaker
Postbode
Mecanicien
Zeevaart
Technicus
Militair
Religieuze functie
Sporter/Sportcoach
Crimineel
Piloot
Expert/Specialist
Middenveld/Maatschappelijke organisatie
Voorzitter Vakbond
Arbeider bouw
Ambtenaar
Landbouwer
Man Vrouw
N=50N=10
N=33N=5
N=97N=31
N=34N=4
N=30N=3
N=49N=29
N=12N=1
N=87N=6
N=240N=12
N=86N=3
N=44N=1
N=11N=0
N=14N=0
N=2N=0
N=3N=0
N=14N=0
N=6N=0
N=26N=0
N=15N=0
N=7N=0
53
Figuur 39: Beroepen – Genderbalans (Deel 2)
16,7%
17,1%
18,8%
19,2%
19,3%
19,5%
20,2%
22,2%
23,1%
24,1%
24,6%
25,0%
28,6%
29,2%
29,4%
30,5%
32,1%
33,3%
33,3%
33,3%
83,3%
82,9%
81,2%
80,8%
80,7%
80,5%
79,8%
77,8%
76,9%
75,9%
75,4%
75,0%
71,4%
70,8%
70,6%
69,5%
67,9%
66,7%
66,7%
66,7%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Gids
Vakbondsmilitant
Zakenman/Zakenvrouw
Wetenschapper/Onderzoeker
Beleidsmaker/Politicus
Kok
Directie bedrijf
Informatie-technicus
Manager
Horeca (Bar-, en zaalpersoneel)
Politie
Projectcoördinator/Projectleider
Producer
Ambachten (Kapper, Slager, Bakker, etc.)
Ingenieur/Architect
Presentator/Presentatrice
Advocaat/Juridisch
Artistieke beroepen
Makelaar
Zelfstandigen/Uitbaters/Winkeliers
Man Vrouw
N=90N=45
N=8N=4
N=256N=128
N=148N=70
N=189N=83
N=24N=10
N=17N=7
N=5N=2
N=3N=1
N=212N=102
N=41N=13
N=20N=6
N=7N=2
N=178N=45
N=62N=15
N=415N=99
N=118N=28
N=13N=3
N=29N=6
N=15N=3
54
Figuur 40: Beroepen – Genderbalans (Deel 3)
36,5%
39,2%
39,7%
42,3%
43,3%
45,5%
45,8%
50,0%
54,4%
56,3%
60,0%
66,7%
66,7%
66,7%
68,8%
75,9%
76,9%
87,5%
100,0%
100,0%
100,0%
63,5%
60,8%
60,3%
57,7%
56,7%
54,5%
54,2%
50,0%
45,6%
43,7%
40,0%
33,3%
33,3%
33,3%
31,2%
24,1%
23,1%
12,5%
0,0%
0,0%
0,0%
0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%
Woordvoerder/Marketing/Communicatie
Dokter
Journalist
Leekracht
Werkloos
Consultant/Adviseur
Royalty
Boekhouder
Directie school
Bediende
Vertaler/Tolk
Maatschappelijk assistent
Weerman/Weervrouw
Verkoper/Verkoopster
Dienaar
Verpleger/Verpleegster
Schoonmaker
Secretaris/Secretaresse
Omroeper
Steward/Stewardess
Prostituee
Man Vrouw
N=0N=4
N=0N=4
N=0N=28
N=1N=7
N=3N=10
N=13N=41
N=5N=11
N=14N=28
N=37N=74
N=2N=4
N=2N=3
N=45N=58
N=10N=12
N=1N=1
N=39N=33
N=6N=5
N=17N=13
N=41N=30
N=255N=168
N=115N=74
N=61N=35
55
Figuur 41: Maatschappelijke Waardering Beroepen – Genderbalans
67,9%
60,8%
80,7%
70,6%
77,8%
79,8%
76,9%
89,5%
80,8%
86,8%
100,0%
75,4%
50,0%
12,5%
66,7%
24,1%
80,5%
83,3%
100,0%
33,3%
23,1%
75,8%
100,0%
32,1%
39,2%
19,3%
29,4%
22,2%
20,2%
23,1%
10,5%
19,2%
13,2%
0,0%
24,6%
50,0%
87,5%
33,3%
75,9%
19,5%
16,7%
0,0%
66,7%
76,9%
24,2%
0,0%
0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%
Advocaat/Juridisch
Dokter
Beleidsmaker/Politicus
Ingenieur/Architect
Informatie Technicus
Directie bedrijf
Manager
Voorzitter Vakbond
Wetenschapper/Onderzoeker
Ambtenaar
Mechanicien
Politie
Boekhouder
Secretaris/Secretaresse
Artistieke beroepen
Verpleger/Verpleegster
Kok
Landbouwer
Postbode
Verkoper/Verkoopster
Schoonmaker
Arbeider
Bouwvakker
Vrouw Man
N=0N=6
N=31N=97
N=10N=3
N=28N=14
N=0N=3
N=10N=50
N=15N=62
N=41N=13
N=128N=256
N=7N=1
N=1N=1
N=102N=313
N=0N=2
N=5N=33
N=28N=118
N=4N=34
N=6N=20
N=45N=178
N=2N=7
N=10N=24
N=99N=415
N=74N=115
N=70N=148
56
Vervolgens is het interessant om na te gaan of er een verschil is qua genderbalans in de verschillende
leeftijdscategorieën. Men zou immers kunnen verwachten dat het stereotype dat vooral jonge
vrouwen op het scherm worden getoond, van toepassing zou zijn. Zijn vrouwen inderdaad jonger dan
mannen? Figuur 42 vormt een sterke aanwijzing dat dit inderdaad het geval is. Het percentage
vrouwen daalt naarmate de leeftijd stijgt; de enige uitzondering hier is de categorie ‘80+ - hoge
leeftijd’, maar hier is de steekproefgrootte niet groot genoeg om valabele conclusies te trekken.
Vrouwen komen het meest aan bod in de categorie tieners en jong volwassenen, en het minste in de
categorieën ‘volwassene’ en ‘middelbaar’. Verschillen tussen de Vlaamse en Franstalige zenders zijn
beperkt; op de Vlaamse zenders zijn vrouwen in de categorie ‘tieners’ in de meerderheid ten
opzichte van mannen, in de Franstalige zenders maken vrouwen meer dan 50% uit van de
jongvolwassenen. De scheve verdeling tussen mannen en vrouwen wederom indachtig, draagt dit
sterk bij tot de conclusie dat vrouwen in het algemeen op een jongere leeftijd worden getoond dan
mannen.
57
Figuur 42: Leeftijd – Genderbalans
23,7%
29,7%
36,5%
38,0%
44,0%
45,7%
48,7%
25,4%
32,0%
37,2%
38,3%
41,2%
46,3%
54,8%
21,4%
25,6%
29,5%
34,5%
39,6%
50,0%
51,8%
76,3%
70,3%
63,5%
62,0%
56,0%
54,3%
51,3%
74,6%
68,0%
62,8%
61,7%
58,8%
53,7%
45,2%
78,6%
74,4%
70,5%
65,5%
60,4%
50,0%
48,2%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%
50-64 (Middelbaar)
65-80 (Senior)
30-49 (Volwassene)
0-12 (Kind)
80+ (Hoge Leeftijd)
13-18 (Tiener)
19-29 (Jongvolwassene)
50-64 (Middelbaar)
65-80 (Senior)
0-12 (Kind)
30-49 (Volwassene)
80+ (Hoge Leeftijd)
19-29 (Jongvolwassene)
13-18 (Tiener)
50-64 (Middelbaar)
65-80 (Senior)
13-18 (Tiener)
30-49 (Volwassene)
0-12 (Kind)
80+ (Hoge Leeftijd)
19-29 (Jongvolwassene)
Alle
zend
ers
Vlaa
mse
zend
ers
Fran
stal
ige
zend
ers
Man Vrouw
N=253N=272
N=4N=4
N=29N=19
N=1393N=734
N=62N=26
N=99N=34
N=613N=167
N=70N=85
N=373N=322
N=10N=7
N=1490N=925
N=59N=35
N=157N=74
N=759N=259
N=626N=594
N=132N=111
N=14N=11
N=88N=54
N=2883N=1659
N=256N=108
N=1372N=426
58
Een ander aspect van roldiversiteit dat in dit rapport wordt bekeken, zijn de programmafuncties
waarin mannen en vrouwen voorkomen. Figuur 43 geeft een overzicht. Vrouwen maken de
meerderheid uit van de nieuwslezers en weerpresentatoren; wanneer we de gegevens beschouwen
voor de Vlaamse en Franstalige zenders afzonderlijk, wordt duidelijk dat het vooral La Une en RTL-TVi
zijn die verantwoordelijk zijn voor deze vaststelling. Op de Vlaamse zenders zijn mannelijke
nieuwslezers en weerpersonen nog in de meerderheid, hoewel de balans redelijk evenwichtig is
verdeeld. Veelal mannelijke categorieën zijn dan weer ‘presentator’, ‘discussiedeelnemer’, ‘redenaar’
(i.e. iemand die een toespraak geeft of een betoog houdt, bijvoorbeeld op een persconferentie),
‘verslaggever, stand-up’ en ‘interviewsubject’. Het feit dat vrouwen minder aan bod komen als
interviewsubject wordt mede verklaard door hun lage aanwezigheid in de televisiejournaals, het
programma bij uitstek waar mensen worden getoond in de rol van interviewsubject. Voorts is de
verdeling van mannelijke en vrouwelijke performers relatief evenredig verdeeld. Op de duidelijke
hoge vrouwelijke vertegenwoordiging van vrouwen als nieuwslezer en weerpresentatoren na, zijn de
conclusies voor de Vlaamse en Franstalige zenders niet fundamenteel verschillend. In vrijwel iedere
categorie komen vrouwen op de Franstalige zenders wel meer aan bod dan op de Vlaamse zenders.
59
Figuur 43: Programmafunctie – Genderbalans
18,1%
29,9%
33,4%
34,6%
35,1%
41,1%
46,0%
48,6%
51,2%
52,0%
65,4%
17,3%
29,8%
31,1%
36,9%
41,6%
41,7%
43,6%
47,5%
48,2%
49,3%
54,2%
19,8%
25,0%
29,5%
30,0%
33,3%
40,0%
40,3%
49,2%
50,5%
57,9%
89,1%
81,9%
70,1%
66,6%
65,4%
64,9%
58,9%
54,0%
51,4%
48,8%
48,0%
34,6%
82,7%
70,2%
68,9%
63,1%
58,4%
58,3%
56,4%
52,5%
51,8%
50,7%
45,8%
80,2%
75,0%
70,5%
70,0%
66,7%
60,0%
59,7%
50,8%
49,5%
42,1%
10,9%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Redenaar
Interviewsubject
Discussiedeelnemer
Presentator
Verslaggever/Stand-up
Panellid
Performer
Onderwerp van een portret
Nieuwslezer
Kandidaat in een spel
Weerman/Weervrouw
Redenaar
Interviewsubject
Presentator
Discussiedeelnemer
Verslaggever/Stand-up
Panellid
Performer
Weerman/Weervrouw
Nieuwslezer
Onderwerp van een portret
Kandidaat in een spel
Redenaar
Verslaggever/Stand-up
Discussiedeelnemer
Interviewsubject
Onderwerp van een portret
Panellid
Presentator
Kandidaat in een spel
Performer
Nieuwslezer
Weerman/Weervrouw
Alle
zend
ers
Vlaa
mse
zend
ers
Fran
stal
ige
zend
ers
Man Vrouw
N=5N=41N=16N=22N=49N=50N=33N=32N=71N=48N=12N=8N=2N=1N=1093N=468N=103N=43N=54N=18N=69N=17
N=38N=45N=36N=35N=43N=40N=32N=29N=101N=78N=21N=15N=66N=47N=106N=62N=133N=60N=1160N=492N=139N=29
N=37N=70N=71N=77N=59N=62N=38N=36N=150N=128N=33N=23N=120N=65N=204N=108N=209N=105N=2253N=960N=208N=46
60
Tot slot bekijken we in Figuur 44 of vrouwen vaker dan mannen aan bod komen wanneer een
programma (enkel non-fictie) handelt over een genderthema. Met een genderthema bedoelen we
dat het programma of programma-item expliciet handelt over genderproblematiek; voorbeelden zijn
nieuwsitems waar het succes van quota’s worden onderzocht, of waar wordt gesproken over de
loonkloof tussen mannen en vrouwen. Hoewel de resultaten met enige omzichtigheid dienen te
worden geïnterpreteerd omwille van de beperkte steekproefgrootte, blijkt dit inderdaad het geval te
zijn, hoewel dit zeker geen uitgesproken trend is. Een blik op de afzonderlijke resultaten voor de
Vlaamse en Franstalige zenders, leert overigens dat dit grotendeels een evolutie is die wordt
gedragen door La Une en RTL-TVi. Op de Vlaamse zenders is bijna 70% van de actoren in een
programma of item met een genderthema van het mannelijke geslacht; op de Franstalige zenders is
de verdeling tussen mannen en vrouwen net andersom. Voor dit fenomeen lijkt er niet meteen een
duidelijke verklaring te zijn. In het algemeen blijken genderthema’s overigens slechts erg sporadisch
aan bod te komen, en daardoor kunnen deze cijfers uiteraard aan toeval te wijten zijn.
Figuur 44: Genderthema – Genderbalans
26,7%
69,2%
46,4%
73,3%
30,8%
53,6%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
Genderthema Genderthema Genderthema
Franstalig Vlaams Alle zenders
Man Vrouw
N=4 N=11 N=9 N=4 N=13 N=15
61
II. Etnisch-culturele diversiteit
Frames
Naar analogie met het gedeelte over genderdiversiteit, gaan we eerst na wie op de televisiezenders
geassocieerd wordt met de verschillende frames: meer bepaald onderzoeken we hier hoeveel
etnisch-culturele meerderheden (EU15) worden getoond in deze frames, ten opzichte van etnisch-
culturele minderheden (niet-EU15). Voor deze analyses hebben we, in tegenstelling met de analyses
inzake gender, enkel de actoren die getoond worden in een Belgische context in rekening genomen.
De werkwijze is dezelfde als inzake het gedeelte over genderdiversiteit: we selecteerden alle actoren
die geassocieerd werden met het frame in kwestie, en gingen daarna de verhouding na wat de
etnisch-culturele achtergrond van de actoren betreft. Het is hierbij belangrijk om te vermelden dat in
het algemeen op alle televisiezenders heen er veel meer etnisch-culturele meerderheden werden
getoond (4931 of 94,8%) dan etnisch-culturele minderheden (262 actoren of 5,0%). Dit dient de lezer
in het achterhoofd te houden bij deze analyses.
Uit onderstaande figuren is ten eerste duidelijk dat in geen van de gevallen er meer etnisch-culturele
minderheden worden getoond dan etnisch-culturele meerderheden, wat– gezien de algemene
kleinere vertegenwoordiging van etnisch-culturele minderheden, zie boven – logisch is. Indien we
bekijken in welke frames etnisch-culturele minderheden dan het vaakste worden getoond, blijken dit
de frames ‘Trouble’ en ‘Religie’ te zijn: 10% van de personen die getoond worden in het frame
‘Trouble’ en 13,6% van de actoren getoond in het frame ‘Religie’ zijn etnisch-culturele minderheden.
We kunnen dus stellen dat etnische minderheden in deze frames, gezien etnische minderheden
slechts 5% uitmaken van de actoren in een Belgische context, vaker voorkomen dan we zouden
verwachten op basis van hun totale aantal over alle zenders heen. Opvallend is de erg lage
vertegenwoordiging ook van etnisch-culturele minderheden in de frames ‘Geweld’, ‘Seksualiteit’ en
‘Ruggengraat’. Indien we de frames apart bekijken voor de Franstalige en Vlaamse zenders, stellen
we toch enkele grote verschillen vast. Vooral op de Franstalige zenders worden etnisch-culturele
minderheden erg vertegenwoordigd in de frames ‘Trouble (16,9% tegenover 7,1% voor de Vlaamse
zenders) en ‘Religie’ (17,9% tegen 9,7% op de Vlaamse zenders). De lage vertegenwoordiging van
etnisch-culturele minderheden in het frame ‘Ruggengraat’ blijkt dan weer voornamelijk te verklaren
door de Vlaamse zenders waar slechts 2,7% van de actoren in dit frame een andere etniciteit hebben.
Natuurlijk dienen we bij deze conclusies opnieuw in rekening te brengen dat Franstalige zenders in
totaal meer mensen met een andere etnische achtergrond tonen dan Vlaamse zenders (7% versus
3,9%). Ook is niet overal de steekproef even groot.
62
Figuur 45: Frame ‘Criminaliteit’ - Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele
Meerderheden
Figuur 46: Frame ‘Ruggengraat’ - Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele
Meerderheden
4,4% 4,5% 4,5%
95,6% 95,5% 95,5%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
120%
Frame Criminaliteit Frame Criminaliteit Frame Criminaliteit
Franstalig Vlaams Alle zenders
Etnisch-culturele minderheden Etnisch-culturele meerderheden
N=5 N=109 N=10 N=211 N=15 N=320
5,2% 2,7% 3,7%
94,8% 97,3% 96,3%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
120%
Frame Ruggengraat Frame Ruggengraat Frame Ruggengraat
Franstalig Vlaams Alle zenders
Etnisch-culturele minderheden Etnisch-culturele meerderheden
N=67 N=1215 N=50 N=1811 N=117 N=3026
63
Figuur 47: Frame ‘Fun’ - Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele
Meerderheden
Figuur 48: Frame ‘Trouble’ - Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele
Meerderheden
7,0% 4,0% 4,8%
93,0% 96,0% 95,2%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
120%
Frame Fun Frame Fun Frame Fun
Franstalig Vlaams Alle zenders
Etnisch-culturele minderheden Etnisch-culturele meerderheden
N=27 N=357 N=45 N=1067 N=72 N=1424
16,9%7,1% 10,0%
83,1%92,9% 90,0%
0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%
100%
Frame Trouble Frame Trouble Frame Trouble
Franstalig Vlaams Alle zenders
Etnisch-culturele minderheden Etnisch-culturele meerderheden
N=11 N=54 N=11 N=143 N=22 N=197
64
Figuur 49: Frame ‘Geweld’ – Verhouding Etnisch-culturele Minderheden versus Etnisch-culturele
Meerderheden
Figuur 50: Frame ‘Religie’ Verhouding Etnisch-culturele Minderheden versus Etnisch-culturele
Meerderheden
100,0% 100,0% 100,0%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
120%
Frame Geweld Frame Geweld Frame Geweld
Franstalig Vlaams Alle zenders
Etnisch-culturele minderheden Etnisch-culturele meerderheden
N=0 N=8 N=0 N=62 N=0 N=70
17,9%9,7% 13,6%
82,1%90,3% 86,4%
0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%
100%
Frame Religie Frame Religie Frame Religie
Franstalig Vlaams Alle zenders
Etnisch-culturele minderheden Etnisch-culturele meerderheden
N=5 N=23 N=3 N=28 N=8 N=51
65
Figuur 51: Frame ‘Seksualiteit’ - Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele
Meerderheden
Net zoals in het gedeelte over genderdiversiteit, kunnen we het frame ‘Criminaliteit’ ook meer in
detail bekijken, en nagaan in welke rollen geassocieerd met criminaliteit etnisch-culturele
minderheden worden getoond. Uit de frames bleek alvast dat etnisch-culturele minderheden nooit
worden getoond in het frame ‘Geweld’, en dat 4,5% van de actoren in het frame ‘Criminaliteit’ een
andere etniciteit heeft. Grafiek 52 geeft de verhouding etnisch-culturele minderheden en etnisch-
culturele meerderheden weer voor de rollen geassocieerd met criminaliteit: ‘Politie’, ‘Advocaat’,
‘Getuige’, ‘Dader’, ‘Gerecht’ en ‘Slachtoffer’. Ten eerste blijkt uit de gegevens dat etnisch-culturele
minderheden in het algemeen erg weinig worden getoond in gezaghebbende functies die
verantwoordelijk zijn voor ordehandhaving. Er zijn bijvoorbeeld geen etnisch-culturele minderheden
die worden getoond in de rol van rechter of magistraat (frame ‘Gerecht’) en ook in de rol van
advocaat of politieagent komen ze relatief weinig voor. Ten tweede stellen we vast dat over alle
zenders heen etnisch-culturele minderheden het vaakst getoond worden in de rol van dader en
slachtoffer: 8% van de daders op de televisiezenders betrof een etnisch-culturele minderheid, voor
slachtoffers is dit 3,9%. Ten derde blijkt dat er geen etnisch-culturele minderheden worden getoond
in de rol van getuige. Deze conclusies moeten opnieuw enigszins genuanceerd worden, aangezien
voor sommige rollen (o.a. ‘Getuige’) de steekproefgrootte klein is. Wat de verschillen tussen Vlaamse
en Franstalige zenders betreft, kan worden genoteerd dat vooral op de Franstalige zenders er een
groot aantal etnisch-culturele minderheden worden getoond in de rol van ‘Dader’ (13,3% versus
6,8%) en ‘Slachtoffer’ (8,3% versus 2,6%). Vooral op de Vlaamse zenders worden geen etnisch-
culturele minderheden getoond in gezaghebbende rollen, zoals ‘Politie’, ‘Advocaat’ en ‘Gerecht”. ‘
0,0% 1,6% 1,5%
100,0% 98,4% 98,5%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
120%
Frame Seksualiteit Frame Seksualiteit Frame Seksualiteit
Franstalig Vlaams Alle zenders
Etnisch-culturele minderheden Etnisch-culturele meerderheden
N=0 N=6 N=1 N=61 N=1 N=67
66
Figuur 52: Specifieke rollen Frame Criminaliteit – Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en
Etnisch-culturele meerderheden
0,0%
0,0%
3,8%
4,3%
8,3%
13,3%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
2,6%
6,8%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
2,6%
6,8%
100,0%
100,0%
96,2%
95,7%
91,7%
86,7%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
97,4%
93,2%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
97,4%
93,2%
0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%
Gerecht
Getuige
Politie
Advocaat
Slachtoffer
Dader
Gerecht
Getuige
Advocaat
Politie
Slachtoffer
Dader
Gerecht
Getuige
Advocaat
Politie
Slachtoffer
Dader
Fran
stal
ige
zend
ers
Vlaa
mse
zend
ers
Alle
zend
ers
Etnisch-culturele meerderheden Etnisch-culturele minderheden
N=68N=5
N=38N=1
N=67N=0
N=13N=0
N=4N=0
N=31N=0
N=68N=5
N=38N=1
N=67N=0
N=13N=0
N=4N=0
N=31N=0
N=13N=2
N=11N=1
N=22N=1
N=25N=1
N=3N=0
N=26N=0
67
Roldiversiteit
Dit gedeelte handelt, naar analogie met het gedeelte over genderdiversiteit, over de verschillende
rollen waarin etnisch-culturele minderheden worden getoond. We beschouwen hier opnieuw de
socio-economische status, de maatschappelijke waardering van beroepen, de programmafuncties en
het al dan niet voorkomen van etnisch-culturele minderheden bij bepaalde thema’s.
Figuur 53 handelt over de socio-economische positie van de actoren; hier is de vraag wat de
verhouding is tussen etnisch-culturele minderheden en etnisch-culturele meerderheden. We
brengen in herinnering dat in het algemeen meer etnisch-culturele meerderheden op televisie
verschijnen dan etnisch-culturele minderheden (95% versus 5% over alle zenders heen). We gaan
daarom na in welke socio-economische posities etnisch-culturele minderheden het vaakste
voorkomen. We beschouwen eerst de algemene trends over alle zenders heen. Ten eerste blijkt dat
etnisch-culturele minderheden amper voorkomen in de rol van ‘Gepensioneerde’, ‘Invalide’ en
‘Werkloze’, hoewel ook dient opgemerkt dat voor deze laatste twee categorieën de steekproef
redelijk klein is om valabele conclusies te trekken. Ten tweede is duidelijk dat etnisch-culturele
minderheden bij uitstek aan bod komen als ‘Studenten’ of ‘Scholieren’; in combinatie met hun
afwezigheid in de rol van ‘Gepensioneerde’, kunnen we hier dus uit afleiden dat etnisch-culturele
minderheden op televisie vaak worden getoond op jonge leeftijd. Ten derde blijkt dat ze erg weinig
voorkomen in de functie van ‘Bedrijfsleider en Manager’ en in ‘Vrije beroepen’, hoewel ze dan wel
weer in verhouding met hun aantal van 5% op televisie worden getoond als ‘Zelfstandige’. Wanneer
we vervolgens de trends afzonderlijk bekijken voor de Vlaamse en Franstalige zenders blijkt dat
vooral de Vlaamse zenders verantwoordelijk zijn voor de lage vertegenwoordiging van etnisch-
culturele minderheden in de functies van ‘Bedrijfsleider en Manager’ en in ‘Vrije beroepen’. Er werd
zelfs geen enkele bedrijfsleider of manager op deze zenders getoond met een andere etniciteit. Op
de Franstalige zenders valt dan weer vooral het hoge percentage ‘Studenten’ of ‘Scholieren’ op met
een andere etnisch-culturele achtergrond; 15% van de studenten op de Franstalige televisie betrof
een etnisch-culturele minderheid. Op de Franstalige zenders worden etnisch-culturele minderheden
ook relatief vaker getoond als ‘Zelfstandigen’ en in ‘Vrije beroepen’, maar ook hier komen ze relatief
weinig voor in de functie van ‘Bedrijfsleider en Manager’.
68
Figuur 53: Socio-economische status-Verhouding Etnisch-culturele Minderheden versus Etnisch-
culturele Meerderheden
0,0%
5,8%
5,4%
6,5%
3,7%
14,9%
0,0%
9,4%
0,0%
0,0%
4,3%
1,3%
4,3%
0,0%
7,2%
0,0%
3,8%
0,0%
0,0%
4,9%
2,7%
5,0%
2,1%
9,4%
0,0%
5,8%
100,0%
94,2%
94,6%
93,5%
96,3%
85,1%
100,0%
90,6%
100,0%
100,0%
95,7%
98,8%
95,7%
100,0%
92,8%
100,0%
96,1%
100,0%
100,0%
95,1%
97,0%
95,0%
97,9%
90,6%
100,0%
94,2%
0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%
Werkloos
Werknemer (arbeider, bediende, ambtenaar,…)
Vrije beroepen (advocaat, dokter, …
Zelfstandigen (winkeliers,…)
Bedrijfsleiders en managementsfuncties
Student (ook scholier)
Gepensioneerde
Onbekend
Werkloos
Invalide/kan niet werken
Werknemer (arbeider, bediende, ambtenaar,…)
Vrije beroepen (advocaat, dokter, …
Zelfstandigen (winkeliers,…)
Bedrijfsleiders en managementsfuncties
Student (ook scholier)
Gepensioneerde
Onbekend
Werkloos
Invalide/kan niet werken
Werknemer (arbeider, bediende, ambtenaar,…)
Vrije beroepen (advocaat, dokter, …
Zelfstandigen (winkeliers,…)
Bedrijfsleiders en managementsfuncties
Student (ook scholier)
Gepensioneerde
Onbekend
Fran
stal
ige
zend
ers
Vlaa
mse
zend
ers
Alle
zend
ers
Etnisch-culturele meerderheden Etnisch-culturele minderheden
N=1341N=83N=67N=0N=281N=29N=236N=5N=226N=12N=360N=10N=2393N=123N=9N=0N=18N=0
N=878N=35N=60N=0N=207N=16N=107N=0N=154N=3N=237N=3N=1434N=64N=9N=0N=12N=0
N=463N=48N=7N=0N=74N=13N=129N=5N=72N=5N=123N=7N=959N=59N=6N=0
69
In tegenstelling tot het gedeelte inzake genderdiversiteit beperken we ons hier enkel tot een
overzicht van de verhouding van etnisch-culturele minderheden en etnisch-culturele meerderheden
in enkele beroepen om na te gaan of er een patroon is met betrekking tot de maatschappelijke
waardering van beroepen. De reden hiervoor is dat er onvoldoende etnisch-culturele minderheden
voorkomen om deze op te delen in vele verschillende beroepscategorieën, op zulke wijze dat er nog
relevante conclusies kunnen worden getrokken. Daarom beperken we ons hier enkel tot een grafiek
die enkele beroepscategorieën rangschikt volgens maatschappelijke waardering, met daarbij per
beroepscategorie de verhouding tussen etnisch-culturele minderheden en etnisch-culturele
meerderheden. We herinneren er de lezer opnieuw aan dat de verdeling tussen beide groepen erg
scheef verdeeld is; het is dus normaal dat in iedere beroepscategorie er steeds meer etnisch-
culturele meerderheden worden getoond. We maken hier ook geen onderscheid meer tussen
Vlaamse en Franstalige zenders, maar tonen enkel een overzicht voor alle televisiezenders. De vraag
die hier centraal staat is of etnisch-culturele minderheden bijvoorbeeld relatief vaak getoond worden
in rollen met een lage(re) maatschappelijke waardering. Deze maat voor maatschappelijke
waardering is gebaseerd op criteria zoals inkomen en opleiding die vereist zijn voor deze jobs.
Wanneer we Figuur 54 beschouwen, die de beroepen volgens hoge naar lage waardering rangschikt,
wordt duidelijk dat er niet echt een eenduidig patroon valt waar te nemen inzake representatie van
etnisch-culturele minderheden in de verschillende beroepscategorieën. Wat de voornaamste
conclusie blijkt te zijn is vooral dat er in het algemeen erg weinig etnisch-culturele minderheden zijn
die voorkomen in een professionele rol; dit bleek al uit het feit dat ze vooral erg sterk werden
vertegenwoordigd in de categorie van student. Dit is op zichzelf natuurlijk ook al een belangrijke
conclusie. Er is dus niet echt sprake van een duidelijk en systematisch patroon waarbij etnisch-
culturele minderheden worden getoond in de beroepscategorieën met de lage(re) maatschappelijke
waardering. Toch is duidelijk dat bijvoorbeeld in de drie beroepscategorieën met de hoogste
maatschappelijke waardering (‘Dokter’, ‘Voorzitter Vakbond’ en ‘Ingenieurs en Architecten’) etnisch-
culturele minderheden amper voorkomen. Daarnaast valt op dat ze wel iets vaker worden getoond in
de rol van ‘Beleidsmaker/Politicus’, en dat ze ook vaker voorkomen in de midden categorieën, zoals
bijvoorbeeld in de rol van ‘Leerkracht’ of ‘Verkoper/Verkoopster’. Tot slot valt ook op dat in de
categorie met de laagste waardering volgens de gebruikte classificatie, met name die van
‘Schoonmakers’, één op de vier actoren in deze rol een etnisch-culturele minderheid betreft.
70
Figuur 54: Beroepen Maatschappelijke Waardering – Verhouding Etnisch-culturele Minderheden
versus Etnisch-culturele Meerderheden
25,0%
4,2%
0,0%
0,0%
7,4%
0,9%
2,8%
4,2%
9,3%
4,3%
0,0%
0,0%
1,0%
75,0%
95,8%
100,0%
100,0%
92,6%
99,1%
97,2%
95,8%
90,7%
95,7%
100,0%
100,0%
99,0%
0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%
Schoonmaker
Kok
Verpleger/Verpleegster
Landbouwer
Verkoper/Verkoopster
Politie
Wetenschapper/Onderzoeker
Directie bedrijf
Leerkracht
Beleidsmaker/Politicus
Ingenieur/Architect
Voorzitter Vakbond
Dokter
Etnisch-culturele meerderheden Etnisch-culturele minderheden
N=98 N=1 N=36 N=0 N=29 N=0 N=336 N=15 N=49 N=5 N=161 N=7 N=105 N=3 N=111 N=1 N=25 N=2 N=48 N=0 N=24 N=0 N=46 N=2 N=9 N=3
71
Vervolgens werpen we een blik op de programmafuncties waarin etnisch-culturele minderheden
voornamelijk worden getoond. Indien we op Figuur 55 kijken naar de gegevens voor alle zenders,
valt ten eerste op dat er erg weinig etnisch-culturele minderheden voorkomen in de rol van
presentator. De meest voorkomende programmafuncties voor etnisch-culturele minderheden zijn
“Panelleden” (14,3%) en “Onderwerp van een portret” (14,1%), al dient vermeld dat de steekproef
redelijk klein is voor die eerste categorie. Bovendien blijkt dat er ook een relatief grote
vertegenwoordiging is van etnisch-culturele minderheden als “Weerman/Weervrouw”, en ook in de
rol van ‘Performer’ blijken etnisch-culturele minderheden relatief vaak op televisie te figureren. Wat
de categorie “Nieuwslezers” en “Verslaggever/Stand-up” betreft, noteren we toch ook dat ze redelijk
goed vertegenwoordigd zijn. Indien we de gegevens echter afzonderlijk bekijken voor de Vlaamse en
Franstalige zenders, merken we echter wel redelijk wat verschillen op. Vooral op de Franstalige
zenders komen etnisch-culturele minderheden voor in de rol van “Nieuwslezer” en
“Weerman/Weervrouw”; op de Vlaamse zenders zijn er geen weerpresentatoren of nieuwslezers van
andere etnisch-culturele afkomst. Voorts valt het erg grote percentage etnisch-culturele
minderheden op in de programmafunctie van “Panellid”, maar de kleine steekproefgrootte geeft aan
dat deze vaststelling dient genuanceerd te worden. De Vlaamse zenders laten daarentegen dan weer
meer etnisch-culturele minderheden aan bod als “Verslaggever/Stand-up” dan de Franstalige
zenders. Wat het percentage presentatoren betreft, zijn de conclusies echter zeer gelijklopend voor
zowel de Vlaamse als Franstalige zenders: presentatoren van een andere etnisch-culturele
achtergrond zijn zeer zeldzaam.
72
Figuur 55: Programmafunctie –Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele
Meerderheden
0,0%
0,0%
0,9%
2,0%
4,1%
7,1%
8,7%
8,9%
21,7%
23,5%
27,3%
0,0%
0,0%
0,0%
0,7%
4,9%
5,7%
5,8%
6,0%
8,0%
11,1%
15,2%
0,8%
4,3%
4,9%
6,0%
6,5%
7,0%
7,1%
8,3%
9,3%
14,3%
14,3%
100,0%
100,0%
99,1%
98,0%
95,9%
92,5%
91,3%
91,1%
78,3%
76,5%
72,7%
100,0%
100,0%
100,0%
99,3%
95,1%
94,3%
94,2%
94,0%
92,0%
88,9%
84,8%
99,2%
95,7%
95,1%
94,0%
93,5%
93,0%
92,9%
91,7%
90,7%
85,7%
85,7%
0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%
Kandidaat in een spel
Onderwerp van een portret
Presentator
Verslaggever/Stand-up
Discussiedeelnemer
Interviewsubject
Redenaar
Performer
Weerman/Weervrouw
Nieuwslezer
Panellid
Nieuwslezer
Weerman/Weervrouw
Panellid
Presentator
Interviewsubject
Redenaar
Discussiedeelnemer
Kandidaat in een spel
Performer
Verslaggever/Stand-up
Onderwerp van een portret
Presentator
Kandidaat in een spel
Discussiedeelnemer
Interviewsubject
Redenaar
Nieuwslezer
Verslaggever/Stand-up
Performer
Weerman/Weervrouw
Onderwerp van een portret
Panellid
Fran
stal
ige
zend
ers
Vlaa
mse
zend
ers
Alle
zend
ers
Etnisch-culturele meerderheden Etnisch-culturele minderheden
N=18N=3N=42N=7N=97N=10N=110N=10N=104N=8N=106N=8N=87N=6N=2319N=147N=231N=12N=89N=4N=264N=2
N=39N=7N=56N=7N=69N=6N=63N=4N=114N=7N=66N=4N=1192N=61N=152N=1N=10N=0N=61N=0N=80N=0
N=8N=3N=26N=8N=36N=10N=41N=4N=21N=2N=1127N=86N=117N=5N=48N=1N=112
73
Tot slot bekijken we in Figuren 56 en 57 of etnisch-culturele minderheden vaker aan bod komen,
wanneer een programma of programma-item expliciet handelt over een thema inzake etnisch-
culturele diversiteit (bv. immigratie, integratie, racisme, etc.) of een religieus thema (bv.
hoofddoekendebat, pausverkiezing). Uit Figuur 56 blijkt dat meer dan één op de vier actoren (28,9%)
getoond in een programma en/of programma-item met een thema over etnisch-culturele diversiteit
inderdaad een etnisch-culturele minderheid betreft. Gezien de sterke algemene
ondervertegenwoordiging van etnisch-culturele minderheden in het nieuws, wil dit zeggen dat
zenders – indien het gaat over een zulk thema – toch proberen om ervoor te zorgen dat mensen met
een andere etnisch-culturele afkomst een stem krijgen. Een blik op de gegevens voor de Vlaamse en
Franstalige zenders maakt duidelijk dat Vlaamse zenders etnische minderheden iets meer aan het
woord laten dan Franstalig zenders; daar is ongeveer één op de drie actoren een etnisch-culturele
minderheid. Tot slot blijkt uit Figuur 57 dat bijna één op de vijf actoren (17,2%) in een programma of
programma-item waar religie centraal staat behoort tot een etnisch-culturele minderheidsgroep.
Hier blijkt er wel een groot verschil tussen de Vlaamse (12,2%) en Franstalige zenders (22,7%).
Figuur 56: Thema Etnisch-culturele Diversiteit - Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en
Etnisch-culturele Meerderheden
23,3%
33,3%28,9%
76,7%
66,7%71,1%
0%10%
20%30%
40%50%
60%70%
80%90%
Thema Etnisch-cultureleDiversiteit
Thema Etnisch-cultureleDiversiteit
Thema Etnisch-cultureleDiversiteit
Franstalig Vlaams Alle zenders
Etnisch-culturele minderheden Etnisch-culturele meerderheden
N=10 N=33 N=18 N=36 N=28 N=69
74
Figuur 57: Religieus Thema - Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele
Meerderheden
22,7%12,2%
17,2%
77,3%87,8%
82,8%
0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%
100%
Religieus Thema Religieus Thema Religieus Thema
Franstalig Vlaams Alle zenders
Etnisch-culturele minderheden Etnisch-culturele meerderheden
N=10 N=34 N=6 N=43 N=16 N=77
75
5. Samenvatting & Conclusie
Dit rapport heeft tot DOEL inzicht te bieden in de zichtbare diversiteit op het scherm:
Enerzijds wil het antwoord geven op de vraag of vrouwen en etnisch-culturele minderheden
op proportionele wijze worden getoond op televisie in vergelijking met hun werkelijke
aandeel in de samenleving;
Anderzijds wil het nagaan in welke rollen vrouwen en etnisch-culturele minderheden
gerepresenteerd worden. Worden zij bijvoorbeeld geassocieerd met bepaalde ‘frames’, of
worden zij vaker getoond in socio-economische posities of beroepen met een lage(re)
maatschappelijke waardering of in stereotypebevestigende rollen?
De gehanteerde METHODOLOGIE is de volgende: er werd een inhoudsanalyse uitgevoerd van
veertien willekeurig gekozen opnamedagen van de Vlaamse zenders ‘Eén’ en ‘VTM’, en de
Franstalige zenders ‘La Une’ en ‘RTL-TVi’. De geselecteerde opnamedagen waren gespreid over de
tijd en vormden samengestelde weken om de impact van eventuele atypische gebeurtenissen tot
een minimum te beperken. Alle actoren die communicerend in beeld kwamen op de primetime
televisieprogramma’s (i.e. van 18 tot 23u) van deze veertien opnamedagen werden gecodeerd. Het
gehanteerde codeboek is gebaseerd op dat van de ‘Diversiteitsmonitor’, die in het kader van de VRT
Beheersovereenkomst 2012-2016 de hoeveelheid zichtbare diversiteit op het scherm onderzoekt. De
voornaamste variabelen waren geslacht, etniciteit, leeftijd, socio-economische status en de ‘frames’
(‘Criminaliteit’, ‘Ruggengraat’, ‘Fun’, ‘Trouble’, ‘Geweld’, ‘Religie’ en ‘Erotiek).
De RESULTATEN vallen uiteen in drie secties: (1) Algemene gegevens, (2) Numerieke
vertegenwoordiging van vrouwen en etnisch-culturele minderheden, en (3) Roldiversiteit.
(1) ALGEMENE GEGEVENS
In totaal werden 178 programma’s gecodeerd, i.e. 273 uren aan gecodeerde televisie, die
resulteerden in 8363 actoren. De verdeling qua actoren tussen de verschillende zenders was tamelijk
evenwichtig. Op Eén komen beduidend meer actoren voor dan op de andere zenders, en ook worden
op de Vlaamse zenders meer actoren getoond dan op de Franstalige zenders. Non-fictieprogramma’s
maken ongeveer driekwart uit van alle televisieprogramma’s, terwijl een kwart van alle
programmatie fictie betreft. Het percentage non-fictie ligt hoger op de publieke zenders dan op de
private zenders. De meest voorkomende programmagenres betreffen magazines, het weerbericht,
76
het journaal en series. Wat de programmathema’s betreft stellen we vast dat de meest
voorkomende thema’s onder andere het weer, amusement, actualiteit en criminaliteit waren.
(2) NUMERIEKE VERTEGENWOORDING VAN VROUWEN EN ETNISCH-CULTURELE MINDERHEDEN
Wat de numerieke vertegenwoordiging van VROUWEN betreft op televisie, stellen we vast dat deze
niet in verhouding is met het werkelijke aandeel vrouwen in de samenleving. Waar vrouwen 51%
uitmaken van de Belgische samenleving, maken ze slechts 35,5% uit van alle actoren die op televisie
figureren. Mannen maken daarentegen 49% uit van de Belgische bevolking, maar 64,5% van de
actoren die getoond worden op televisie is van het mannelijke geslacht. Mannen worden met andere
woorden sterk oververtegenwoordigd. Op de Franstalige zenders worden iets meer vrouwen
getoond op het televisiescherm dan op de Vlaamse zenders, maar het verschil is klein. Vrouwen
worden iets meer evenredig vertegenwoordigd in fictieprogramma’s dan in non-fictieprogramma’s;
het zijn vooral de Vlaamse fictieprogramma’s die hiervoor verantwoordelijk zijn. Het grootste aantal
vrouwen vinden we op VTM, gevolgd door Eén, RTL-TVi en La Une. Op geen enkele zender zijn de
vrouwelijke actoren in de meerderheid. Voorts blijkt er sprake te zijn van zogenaamde
‘genderspecifieke’ genres, aangezien mannelijke actoren bijvoorbeeld veel prominenter zijn in
sportwedstrijden en documentaires. Verrassend is dat ook in het journaal slechts een erg klein
percentage aan vrouwelijke actoren aan bod komt. De meest ‘vrouwelijke’ genres zijn dan het
weerbericht, ‘Joker en Lotto’ en de categorie ‘omroepers’, die volledig bestaat uit vrouwen. Hier zijn
er weinig verschillen te bemerken tussen de Vlaamse en Franstalige zenders. Tot slot, blijken ook
zogenaamde ‘mannelijke’ en ‘vrouwelijke’ thema’s te bestaan: mannelijke actoren hebben het
overwicht in programma’s die handelen over actie en oorlog, sport, wetenschap, actualiteit,
criminaliteit en economie en financiën, waar vrouwelijke actoren in de meerderheid zijn in lifestyle
programma’s en programma’s inzake muziek, film en cultuur. Ook hier zijn de resultaten voor de
Vlaamse en Franstalige zenders gelijklopend.
Wat de numerieke vertegenwoordiging van ETNISCH-CULTURELE MINDERHEDEN betreft, beperken
we de analyse tot etnisch-culturele minderheden die in een Belgische context werden getoond.
Bevolkingsstatistieken onderschatten stelselmatig het aantal etnisch-culturele minderheden
aangezien nationaliteit gebruikt wordt als criterium. Een percentage van 7,1% van de inwoners van
het Vlaams Gewest heeft een andere nationaliteit, in het Waals Gewest is dit 9,7% en in heel België
(met Brussel inbegrepen) 10,6%. Het werkelijke percentage etnisch-culturele minderheden ligt
echter wellicht veel hoger. Indien we enkel de Belgische context bekijken kan slechts 5% beschouwd
worden als etnisch-culturele minderheid, in dit rapport gedefinieerd als actoren afkomstig buiten de
EU15. Ook etnisch-culturele minderheden worden ondervertegenwoordigd op het scherm. Wanneer
77
we de gegevens apart bekijken voor de Vlaamse en Franstalige zenders, stellen we vast dat de
Franstalige zenders bijna dubbel zoveel etnisch-culturele minderheden aan bod laten komen dan de
Vlaamse zenders. Dit sluit aan bij de meer diverse realiteit in Franstalig België. Actoren afkomstig uit
het Midden- en Nabije oosten en Noord-Afrika, en actoren van zwart-Afrikaanse afkomst maken het
grootste deel uit van de etnisch-culturele minderheden die worden getoond. Wat de verdeling per
zender betreft, is duidelijk dat RTL-TVi het meeste etnisch-culturele diversiteit toont, gevolgd door La
Une, Eén en VTM. Ook stellen we vast dat het overgrote deel van de etnisch-culturele minderheden
wordt getoond in non-fictieprogramma’s; vooral in de Vlaamse fictieprogramma’s die zich in een
Belgische context afspelen komen erg weinig etnisch-culturele minderheden aan bod. De genres met
het meeste kleur zijn sportwedstrijden, shows en sketches. Weinig diversiteit vinden we dan weer in
soaps, series en films. Tot slot komen etnisch-culturele minderheden het vaakst aan bod bij de
thema’s sport, muziek, film en cultuur, het weer en koken en het minst in programma’s over natuur
en dieren, wonen en interieur, lifestyle, vrije tijd en drama. Er zijn enkele verschillen tussen de
Vlaamse en Franstalige zenders, maar deze blijven al bij al relatief beperkt; in het algemeen
weerspiegelen ze dezelfde trends.
(3) ROLDIVERSITEIT
GENDER
Wat de GENDERBALANS in de verschillende FRAMES betreft, stellen we vast dat de frames
‘Criminaliteit’, ‘Ruggengraat’, ‘Trouble’ en ‘Religie’ veel vaker geassocieerd worden met mannen dan
met vrouwen, terwijl het genderevenwicht enigszins evenredig is voor het frame ‘Fun’. Het enige
frame waarin vrouwen vaker worden getoond dan mannen is het frame ‘Seksualiteit’, hoewel het
verschil in absolute cijfers niet erg groot is. Er zijn weinig verschillen tussen de Vlaamse en
Franstalige zenders. Het frame ‘Criminaliteit’ werd meer gedetailleerd bekeken. Hieruit blijkt dat
bijna alle daders op televisie van het mannelijke geslacht zijn. Vrouwen vormen in geen enkele
categorie de meerderheid, maar worden wel vaak in het frame ‘Gerecht’ getoond. Voorts valt ook
hun aanzienlijke vertegenwoordiging op in de categorieën ‘Getuige’ en ‘Slachtoffer’: de slachtofferrol
wordt in één op de drie gevallen ingevuld door een vrouw. In het algemeen kunnen we stellen dat
mannen veel vaker in een crimineel frame worden getoond dan vrouwen.
Qua ROLDIVERSITEIT blijkt dat vrouwen relatief vaak worden getoond in de socio-economische
positie van ‘invalide/kan niet werken’; ook is de socio-economische status van vrouwen vaak
onbekend. Mannen daarentegen komen veel vaker voor in de posities van ‘werknemer’, ‘vrije
beroepen’, ‘zelfstandigen’ en ‘bedrijfsleiders- en managementsfunctie’. Vooral in deze laatste
categorie zijn vrouwen amper vertegenwoordigd. Mannen verschijnen dan weer vaker in een
78
werkloze positie. Deze resultaten verschillen niet fundamenteel voor de Vlaamse en Franstalige
zenders. Met betrekking tot genderstereotypes in beroepen stellen we vast dat mannen vaak in
zogenaamd ‘mannelijke’ beroepen worden getoond, zoals brandweer, bouwvakker en militair, en
vrouwen in zogenaamd ‘vrouwelijke’ beroepen, zoals verpleegster, secretaresse en schoonmaakster.
Voorts blijkt uit de analyses dat vrouwen minder vaak getoond worden in beroepen met hoge
maatschappelijke waardering ten opzichte van mannen, maar dat de beroepen met de laagste
maatschappelijke waardering dan ook weer vooral worden ingevuld door mannen. Daarnaast
impliceren de gegevens dat vooral jongere vrouwen op het scherm worden getoond: het percentage
vrouwen daalt, naarmate de leeftijd stijgt. Vervolgens is, met betrekking tot programmafuncties,
duidelijk dat vrouwen vooral in de rol van nieuwslezers en weerpresentatoren worden getoond.
Mannelijke categorieën zijn dan weer ‘presentator’, ‘discussiedeelnemer’, ‘redenaar’,
‘verslaggever/stand-up’ en ‘interviewsubject’. De conclusies voor de Vlaamse en Franstalige zenders
zijn niet fundamenteel verschillend. Tot slot blijken vrouwen vaker dan mannen aan bod te komen
wanneer een programma een genderthema behandelt, al blijkt dit bij nadere analyse een evolutie
die vooral wordt gedragen door de Franstalige zenders.
ETNISCH-CULTURELE DIVERSITEIT
Wat de verhouding tussen ETNISCH-CULTURELE MINDERHEDEN en ETNISCH-CULTURELE
MEERDERHEDEN in de FRAMES betreft, merken we op dat etnisch-culturele minderheden het
vaakste getoond worden in de frames ‘Trouble’ en ‘Religie’, hoewel in alle frames etnisch-culturele
meerderheden – gezien hun algehele oververtegenwoordiging – in de meerderheid zijn. Vooral op de
Franstalige zenders worden ze getoond in deze frames. Voorts vermelden we dat etnisch-culturele
minderheden amper vertegenwoordigd worden in de frames ‘Seksualiteit’, ‘Geweld’ en ‘Religie’. Wat
de specifieke criminaliteitsframes betreft, stellen we vast dat etnisch-culturele minderheden zelden
gerepresenteerd worden in de rol van ordehandhavers (politie, advocaat of magistraat). Het vaakst
worden ze getoond in het frame ‘Dader’ en ‘Slachtoffer’, een trend die vooral uitgesproken is op de
Franstalige zenders.
Inzake ROLDIVERSITEIT blijkt dat etnisch-culturele minderheden amper voorkomen in de socio-
economische status van gepensioneerde, invalide en werkloze. Etnisch-culturele minderheden
worden bij uitstek getoond in de rol van student of scholier; etnisch-culturele minderheden blijken
dus vooral voor te komen op jonge leeftijd. Ook kunnen we afleiden dat slechts een erg klein
percentage van de bedrijfsleiders- en managers en personen met vrij beroep getoond op televisie
worden ingevuld door etnisch-culturele minderheden. Op de Franstalige zenders worden meer
etnisch-culturele minderheden getoond, en komen ze ook vaker voor in de functie van zelfstandige
79
en in vrije beroepen. Op de Vlaamse zenders komt dan weer geen enkele keer een etnisch-culturele
minderheid voor in de functie van bedrijfsleider- en manager. Indien we nagaan of etnisch-culturele
minderheden bijvoorbeeld vaker getoond worden in beroepen met een lage(re) maatschappelijke
waardering, blijkt dat met betrekking hiertoe geen eenduidige conclusie kan worden getrokken. De
voornaamste conclusie lijkt te zijn dat er erg weinig etnisch-culturele minderheden worden getoond
in beroepen op televisie om systematische trends uit te concluderen. Het valt echter wel op dat in de
drie functies met de hoogste maatschappelijke waardering er geen etnisch-culturele minderheden
vertegenwoordigd zijn, en dat het hoogste percentage etnisch-culturele minderheden werden
getoond in de beroepscategorie met het laagste prestige. Wat de programmafuncties betreft, komen
etnisch-culturele minderheden vooral voor in de rol van panellid, onderwerp van een portret,
weerman/weervrouw en performer. Vooral op Franstalige zenders zijn etnisch-culturele
minderheden goed vertegenwoordigd in de functie van nieuwslezer en weerman/weervrouw. Zowel
op de Vlaamse als de Franstalige zenders zijn er weinig presentatoren van een andere etnisch-
culturele achtergrond. Tot slot blijkt dat, indien een programma of programma-item handelt over
een thema inzake etnisch-culturele diversiteit en inzake religie, etnisch-culturele minderheden
prominent aan bod komen.
Uit het bovenstaande kunnen we een aantal belangrijke ALGEMENE CONCLUSIES trekken.
Ten eerste valt op dat zowel vrouwen als etnisch-culturele minderheden niet proportioneel
met hun werkelijke aandeel in de samenleving voorkomen op televisiezenders; beiden
worden ondervertegenwoordigd op televisie. Dit geldt zowel voor publieke als commerciële
zenders, en zowel voor de Vlaamse als Franstalige zenders. We stellen echter wel vast dat er
verschillen zijn naargelang programmasoort: het probleem van ondervertegenwoordiging
van etnisch-culturele minderheden blijkt vooral hardnekkig voor Vlaamse fictieprogramma’s,
en vrouwen blijken vooral in de journaals ondervertegenwoordigd.
Ten tweede blijkt uit de inhoudsanalyse dat er verschillende elementen terug te vinden zijn
van stereotypering én counter-stereotypering. Met betrekking tot gender blijken er
bijvoorbeeld erg duidelijk genderspecifieke genres en thema’s te bestaan, en ook het
stereotype dat vooral jonge vrouwen op het scherm een kans krijgen wordt bevestigd. Hierbij
dient wel tegelijk vermeld dat deze stereotypering eveneens geldt voor mannelijke actoren:
ook mannen worden met beroepscategorieën geassocieerd die in de maatschappij eerder als
‘mannelijk’ worden aangemerkt, en zo zijn het ook vooral mannen die met criminaliteit
worden geassocieerd. Er is dus zeker geen eenzijdig patroon waar te nemen waarbij vrouwen
steevast op negatieve wijze in beeld worden gebracht, terwijl mannen vooral in een positief
daglicht worden gesteld. Mannelijke actoren worden dan wel vaak getoond in beroepen met
80
een hoge maatschappelijke waardering, ook in de beroepen met de laagste maatschappelijke
waardering maken zij de meerderheid uit. Het verhaal met betrekking tot gender is dus een
genuanceerd verhaal, en valt niet louter te herleiden tot een beeld waarbij mannen over de
hele lijn positief worden neergezet op televisie. Ook met betrekking tot etnisch-culturele
minderheden zijn er aantal stereotypes die worden bevestigd. Etnisch-culturele
minderheden blijken vaker jonger. Ook worden ze vaker dan we op basis van hun aantal op
televisie zouden verwachten gelinkt aan de frames ‘Trouble’ en ‘Religie’. Daarnaast is het
meest voorkomende criminaliteitsframe voor etnisch-culturele minderheden dat van daders.
Anderzijds kan niet onomwonden gesteld worden dat ze systematisch op een negatieve wijze
in beeld worden gebracht; zo werden ze bijvoorbeeld absoluut niet geassocieerd met
geweld, en worden ze niet systematisch gelinkt aan de beroepen met lage(re)
maatschappelijke waardering. De conclusie lijkt veeleer te zijn dat etnisch-culturele
minderheden veelal afwezig zijn. Anderzijds worden ze ook niet uitgesproken in positieve
frames getoond. Zowel voor etnisch-culturele diversiteit als genderdiversiteit kunnen we dus
besluiten dat er zeker nog stereotypebevestigende elementen aanwezig zijn, maar dat daar
tegenover ook voorbeelden staan die tegen deze stereotypes ingaan. Uiteraard vormen de
frames en de analyses met betrekking tot roldiversiteit die in dit rapport werden uitgevoerd
slechts een eerste, algemene stap. Dit rapport poogt enkel algemene tendensen in kaart te
brengen, een meer diepgaande analyse zou een meer gedetailleerde en kwalitatieve aanpak
van coderen vereisen. Sommige conclusies dienen ook te worden bekeken in het licht van
een beperkte steekproef.
Ten derde is één van de belangrijkste bijdragen van dit rapport dat zowel Vlaamse als
Franstalige zenders werden geanalyseerd, wat een vergelijking mogelijk maakt. Algemeen
kan worden gesteld dat de belangrijkste trends gelijklopend zijn op de Vlaamse en
Franstalige zenders. Toch zijn er enkele nuanceverschillen te bemerken. Hoewel etnisch-
culturele minderheden zowel op de Vlaamse als Franstalige zenders ondervertegenwoordigd
zijn, blijken de Franstalige zenders toch meer actoren aan bod te laten met een andere
etnisch-culturele achtergrond. Inzake genderdiversiteit scoren de Vlaamse zenders dan weer
lichtjes beter. Ook is duidelijk dat aan Franstalige kant etnisch-culturele minderheden al
sneller de weg naar bepaalde programmafuncties hebben gevonden; getuige daarvan dat er
aan Franstalige zijde meer weerpresentatoren, nieuwslezers, etc. zijn die behoren tot een
etnisch-culturele minderheid. De Franstalige samenleving is natuurlijk iets diverser dan de
Vlaamse samenleving en dit komt blijkbaar ook tot uiting op het televisiescherm.
Ten vierde maakt dit rapport, althans met betrekking tot de hoeveelheid genderdiversiteit en
etnisch-culturele diversiteit die getoond wordt op het scherm, duidelijk dat er weinig
81
verschillen zijn tussen publieke en private zenders. Inzake genderdiversiteit blijken de
commerciële zenders bijvoorbeeld iets meer genderdiversiteit te tonen dan de publieke
zenders; en wat de hoeveelheid etnisch-culturele diversiteit betreft, scoort de commerciële
zender RTL-TVi het hoogst.
Een vijfde en laatste punt betreft de interactie tussen de maatschappelijke realiteit en de
media. Dit rapport richt zich op hoe televisie de gender- en etnisch-culturele diversiteit
weerspiegelt. Met betrekking tot de hoeveelheid gender- en etnisch-culturele diversiteit kan
aan de hand van een objectieve maatstaf worden bepaald of de media maatschappelijke
trends weerspiegelt: hier kan de televisie dus worden afgezet tegen de realiteit. Dit is echter
niet mogelijk voor alle kwesties die in dit rapport aan bod komen. Indien we bijvoorbeeld
vaststellen dat de televisie enkel of voornamelijk mannelijke brandweerlui toont, vormt dit
natuurlijk niet noodzakelijkerwijs een vertekening door de media als blijkt dat in de praktijk
het genderevenwicht ongelijk verdeeld is in deze beroepscategorie. In dat geval weerspiegelt
de media enkel de maatschappelijke realiteit.
82
6. Bijlages
Bijlage 1: Codeboek
Access-bestand codeerschema
Dit is het Access-formulier die een overzicht geeft van de te coderen variabelen. Er wordt een onderscheid
gemaakt tussen fictie en non-fictie. De te coderen programma’s zijn allemaal primetime (18u tot 23u).
83
Gegevens per uitzending
De gegevens in het bovenste kader zijn identiek voor elke actor van de desbetreffende uitzending. Voer deze
gegevens in voor de eerste actor, nadien worden deze voor de volgende actoren automatisch aangevuld.
ID
Niet aanpassen. Wordt automatisch berekend door Access.
Codeur
Niet aanpassen. Iedere codeur heeft een code.
Programmacode FICTIE + NON-FICTIE
Voer de programmacode in (11 cijfers).
Datum FICTIE + NON-FICTIE
Vul de datum in aan de hand van de datumwijzer of voer het manueel in volgens: DD/MM/JJJJ
Zender FICTIE + NON-FICTIE
Eén, VTM, La Une of RTL-TVi
Programmanaam FICTIE + NON-FICTIE
Voer de programmanaam in.
Programmaduur
Voer de duur van het programma in (in minuten). Dit is de duur zoals vermeld in de TV-gids.
Gegevens per actor
Wat is een actor?
Een actor is iemand die zichtbaar communiceert. Een actor communiceert en komt tegelijkertijd in beeld. Onder
communiceren verstaan we het overbrengen van een boodschap. Meestal zal dit verbaal zijn (spreken, roepen of
zingen), maar ook gebarentaal telt mee. Achtergrondgeluid en geroezemoes tellen niet mee. Groepen kunnen niet
gecodeerd worden als actor.
Bij fictie moet een actor slechts één keer gecodeerd worden in hetzelfde programma.
Bij non-fictie (informatieprogramma’s, quiz, etc.) worden de actoren op itemniveau gecodeerd (bv. Het
Journaal of Terzake). Daarbij is het mogelijk dat een actor (bv. Yves Leterme) bijvoorbeeld driemaal in
hetzelfde programma gecodeerd wordt omdat die actor in drie verschillende items aan bod is gekomen.
Presentatoren, dus ook de nieuwslezers, moeten maar één keer gecodeerd worden.
Actoren die zingen (solo of duet/band), worden ook als actor gecodeerd. Niet: koor, bv. Scala tijdens optreden.
Wel: solo van zangeres van Scala tijdens optreden.
84
Een regel bij ondertitelde programma’s: als een actor zulke korte tussenkomst heeft dat zijn of haar woorden niet
zijn ondertiteld, dan beschouwen we hem of haar niet als een actor. Deze regel mogen we niet te strikt
beschouwen. Wanneer de ondertiteling om technische redenen wegvalt, spreekt het voor zich dat de sprekende
en zichtbare personages wel als actoren worden beschouwd.
Aard van het Programma FICTIE + NON-FICTIE
Fictie of Non-fictie
Zodra deze variabele is ingevuld, wordt deze bij de volgende formulieren binnen dezelfde codering automatisch
aangepast.
Naam Actor FICTIE + NON-FICTIE
Naam of beschrijving. Als er geen naam wordt gegeven, wordt een korte beschrijving gegeven van de actor. Dit is
nodig om de codering te kunnen vergelijken met de dubbelcodering ervan. Er dient te worden gecodeerd in de
volgorde dat de actoren aan bod komen in het programma.
Functie Actor FICTIE + NON-FICTIE
Meestal kan dit in één woord. Vaak gaat het om een beroep of een bepaalde rol in een situatie. Voorbeelden zijn
‘Woordvoerder NMBS’, ‘Kind’, ‘Slachtoffer’, ‘Premier’, ‘Moeder van X’, ‘Zoon van Y’, etc.
Locatie FICTIE + NON-FICTIE
In welk land (niet: regio of stad) bevindt de actor zich op het moment dat hij of zij voor het eerst in beeld komt?
Als landen niet bekend zijn, dienen continenten te worden gebruikt. Bij programma’s waar het land niet van
toepassing is (bv. fantasielanden), wordt ‘Niet van toepassing’ ingevuld. Voorbeeld: ‘Bumba’, ‘Plop’, etc. Maar
bijvoorbeeld ‘Mega Mindy’ en ‘Samson en Gert’ spelen zich duidelijk wel af in België, dus hier moet ‘België’
worden aangeduid.
Geslacht Actor FICTIE + NON-FICTIE
Man, Vrouw of Onbekend
Etniciteit Actor FICTIE + NON-FICTIE
Dit rapport werkt met het begrip ‘etnisch-culturele minderheid’ in haar rapportering. Een etnisch-culturele
minderheid wordt – in navolging van de Vlaamse wetgeving - formeel gedefinieerd als ‘een persoon met een
nationaliteit van een land buiten de EU, of een persoon van wie minstens één ouder of twee grootouders een
nationaliteit hebben van buiten de EU.’ Er wordt tevens een opdeling gemaakt tussen de oorspronkelijke 15 EU-
leden en de nieuwe EU-lidstaten die zijn toegetreden tot de Europese Unie na 2004. Dat is natuurlijk niet altijd
even gemakkelijk te bepalen op basis van een televisieprogramma. Vaak heb je enkel indicaties (zoals naam,
taal/accent, huidskleur, context, zelfrapportering of rapportering door anderen) die erop wijzen dat iemand aan
dat profiel zou kunnen voldoen.
In eerste instantie dient de codeur een keuze te maken tussen twee mogelijke situaties:
85
Ofwel de ‘basiscategorie’ (Belg: Nederlandstalig/Franstalig): dit refereert aan actoren waarvoor in de
gecodeerde uitzending geen duidelijke aanwijzingen te vinden zijn, zoals huidskleur, taal/accent of
culturele en religieuze symbolen, dat de persoon een andere afkomst heeft. Ongeveer 80 % van de
actoren zal tot deze categorie behoren. Er hoeft verder niets worden aangeduid, en er kan meteen verder
gegaan worden naar de variabele leeftijd. Bijvoorbeeld: ‘Wim De Vilder’, ‘Jenny uit Thuis’, ‘Kaatje van
Ketnet’, etc.
Ofwel ‘andere’ (alle andere categorieën) aanduiden. In dat geval moet je die etniciteit aanduiden en de
selectievakjes aanvinken die horen bij de reden waarom je deze actor in die etniciteit gecodeerd hebt.
Samengevat:
Stap 1: Gaat het om een Belg (Nederlandstalig of Franstalig)?
JA – vink aan: ‘Basiscategorie’ (Einde van blok etniciteit)
NEE – vink aan: ‘Andere’ - Ga verder naar stap 2 en stap 3
Stap 2: Kies etniciteit uit de onderstaande lijst.
Te coderen Etniciteit:
Wit - Europees : West-Europees – EU/EER (Bv. Nederland, Frankrijk, Luxemburg, Duitsland, Verenigd
Koninkrijk, Ierland , Zweden, Denemarken, Finland, Oostenrijk, etc.);
Wit - Europees : Oost-Europees – EU (Bv. Polen, Hongarije, Slovenië, Letland, Estland, Litouwen, Tsjechië,
Bulgarije, Roemenië, etc.);
Wit - Europees : Extra-EU (Bv. Rusland, Wit-Rusland, Oekraïne, Albanië, USA, Australië, etc.) (Bij twijfel
tussen bij Oost-Europese actoren: indien geen duidelijke aanwijzing van nationaliteit van een EU-lidstaat
aanwezig is, coderen als Wit Extra – EU);
Zwart Afrikaans : Afrikaans (niet Noord-Afrika);
Zwart Afrikaans : Afro Amerikaans (Noord-Amerika);
Zwart Afrikaans : Centraal-Amerikaans (Bv. Antillen, Jamaica, Suriname, Haïti, etc.);
Zwart Afrikaans : Niet gespecifieerd;
Aziatisch : Aziatisch-Amerikaans;
Aziatisch : Indisch (Bv. India, Pakistan);
Aziatisch : Noord – en Centraal Azië Bv. (China, Japan, Mongolië, Kazachstan, Turkmenistan, etc.)
Aziatisch : Zuidoost Azië (Bv. Filippijnen, Vietnam, Cambodja, etc.)
Aziatisch : Niet gespecifieerd
86
Mediterraan : Maghreb (Bv. Marokko, Tunesië, Algerije, Libië, etc.)
Mediterraan : Zuid-Europa - EU (Bv. Spanje, Cyprus, Italië, Griekenland, Portugal, etc.)
Mediterraan : Nabije Oosten (Bv. Turkije, Syrië, Egypte, Libanon, etc.)
Midden-Oosten (Bv. Irak, Iran, Saoedi-Arabië, Afghanistan, etc.)
Noord-Amerikaans: Native Americans (Indianen)
Zuid-Amerikaans: Latino, Hispanic, Puerto Rico (inwoners van de USA)
Zuid-Amerikaans: Niet gespecifieerd
Arctisch
Anders (Bv. Fantasiefiguren)
Mix van etniciteiten,
Onbekend
Stap 3:
Vink de selectievakjes aan die aangeven waarom je de actor gecodeerd hebt als niet behorend tot de Belgische
meerderheidsgroep. Meerdere selectievakjes aanvinken kan zeker (is zelfs waarschijnlijk). ‘President Barack
Obama’ zal bijvoorbeeld zowel op basis van huidskleur, taal, naam en afhankelijk van de programma-inhoud van
dit specifieke fragment eventueel ook context en nog andere kenmerken gecodeerd worden als ‘Zwart-Afrikaans -
Afro-Amerikaans’. Bij ‘Melvin van Ketnet’ wordt waarschijnlijk enkel huidskleur aangeduid, de andere dummy’s
zijn bij hem niet van toepassing.
Als ‘Mitt Romney’ op televisie verschijnt (de Amerikaanse Republikeinse presidentskandidaat tijdens de
Verkiezingen van 2012), wordt deze eerst gecodeerd in de ‘Wit – Extra Europees’ categorie. Daarna wordt
aangegeven hoe hij afwijkt van de dominante meerderheidsgroep. Dat is niet door zijn huidskleur, wel spreekt hij
Engels (auditief), heeft hij een Amerikaanse naam (naam) en zie je hem in het filmpje in een meeting van de
Republikeinen in de Verenigde Staten (context).
Alle selectievakjes die van toepassing zijn dienen dus steeds worden aangeduid.
Een aanwijzing moet duidelijk zijn. Dat betekent dat de gewone kijker het eenvoudig moet kunnen opmerken
(zien, horen), en wellicht ook de betreffende actor als een mogelijke ‘etnisch-culturele minderheid’ zou kunnen
beschouwen.
Volgende criteria gelden:
Huidskleur: aanvinken als huidskleur niet wit is. Dit is vaak de meest opvallende reden.
87
Andere visuele kenmerken: hoofddoek of traditionele kleding, etc. die duidelijk aangeven (geen
twijfelgevallen) dat er hier sprake kan zijn van een etnisch-culturele minderheid. Huidskleur hier niet
meer meetellen (dat doe je bij de eerste dummy ‘huidskleur’).
Auditief/taal/accent: als het accent of de taal aanwijzingen geeft.
Naam: als de naam (voor- of achternaam) duidelijk verwijst naar een andere afkomst. Bij twijfel: niet
coderen.
Context: Soms kan de specifieke situatie of locatie een goede aanwijzing zijn.
Zelfrapportering door de actor (Bv. ‘Mijn vader kwam in de jaren ’60 vanuit Turkije naar Genk’).
Vermelding door anderen (Bv. ‘Deze vrouw is van Malinese afkomst’).
Leeftijd FICTIE + NON-FICTIE
0-12: Kind
13-18: Tiener
19-29: Jongvolwassene
30-49: Volwassene
50-64: Middelbaar
65 -80: Senior
80+: Hoge leeftijd
Onbekend
Leid de leeftijd van de actor af uit wat je ziet. Er kan bijvoorbeeld op de burgerlijke stand worden gelet als extra
informatiebron: heeft de persoon een job of kinderen? Hoe oud zijn de kinderen? Gaat de actor naar school?
Als je weet dat iemand in werkelijkheid veel ouder is dan de rol die hij speelt, dan moet je dat vergeten. De leeftijd
leid je af uit wat je ziet en weet je van het programma in kwestie en niet uit wat je weet uit de realiteit. Bv. ‘Kadér
Gürbüz’ speelt in ‘W817’ een jong volwassene. Dat wordt dus ook als dusdanig gecodeerd, ook als je weet dat ze
in werkelijkheid ouder is dan 30.
Taal Actor FICTIE + NON-FICTIE
Nederlands;
Frans;
Duits;
Engels;
Spaans/Portugees;
Italiaans;
Grieks;
88
Scandinavische talen;
Arabisch/Berbers;
Chinees;
Russisch /Slavische talen;
Andere Europese talen;
Afrikaanse talen;
Zuid-Oost Aziatisch;
Gedubd in het Nederlands;
Gedubd in het Frans;
Turks;
Andere talen.
Socio-economische Status FICTIE + NON-FICTIE
Werkloos;
Invalide/kan niet werken;
Werknemer (arbeider of bediende, loontrekkende, ook ambtenaren);
Vrije beroepen (advocaat, dokter, kunstenaar etc.);
Zelfstandigen (winkeliers voornamelijk);
Bedrijfsleiders- en managementfuncties;
Student (ook scholier);
Gepensioneerde;
Onbekend.
Als je niet duidelijk weet of de actor een werknemer is of zelfstandige (Bv. de actor werkt in een café), dan duid je
‘werknemer’ aan.
Sfeer FICTIE + NON-FICTIE
Private sfeer: het geheel van activiteiten binnen een rol in het kader van de persoonlijke ontwikkeling of het
gezin. In een private rol doet het ertoe wie je bent en welke relatie je hebt met je directe omgeving. De actor is in
die rollen niet zomaar vervangbaar.
Publieke sfeer: het geheel van activiteiten binnen een rol die duidelijk gescheiden kan worden van de eigen
persoon/het gezin. Dit kan een professionele, culturele of religieuze rol zijn. In een publieke rol maakt het
doorgaans niet uit wie de rol vervult, en zou de betrokkene perfect vervangbaar moeten zijn door een persoon
met dezelfde capaciteiten.
89
Voorbeeld: een klant en een kassierster, die een praatje slaan aan de kassa. De klant doet inkopen voor zijn gezin,
dus een privaat belang. De kassierster praat met de klant, dit is een onderdeel van haar beroep, namelijk
klantvriendelijkheid. Zij zit dus in de publieke sfeer.
Het is mogelijk dat een personage binnen één programma zowel een publieke als een private rol vervult. Dan duid
je beide vakjes aan.
Incidentele Rol FICTIE
Vink aan indien de actor incidenteel aan bod komt (figurantenrol die communiceert): de actor zegt hoogstens
enkele woorden/zinnen in het volledige programma. Door dit selectievakje niet aan te vinken, geef je aan dat de
actor een hoofdrol/bijrol vervult.
Voorbeeld: man die een koffie bestelt in een café, persoon die een taxi roept, loketbediende, etc.
Beperking FICTIE + NON-FICTIE
Als de actor in het grootste gedeelte van het programma beperkt is, vink je deze variabele aan. Er komt een lijst
van extra variabelen tevoorschijn in het geel. Deze lijst dient aandachtig bekeken te worden. Vink de variabelen
aan indien van toepassing. De beperkingen moeten voldoende ernstig en structureel zijn. Als een hulpmiddel de
beperking volledig opheft, dan is er geen sprake van een beperking. Wanneer de beperking er nog steeds is
ondanks het hulpmiddel, dan is er een beperking aanwezig. Het is mogelijk om verschillende soorten beperkingen
aan te duiden.
Fysieke beperking: Bv. rolstoelpatiënt, gebroken been, etc.
Immobiel: je kan ondanks je fysieke beperking nog steeds mobiel zijn. Iemand in een rolstoel is fysiek
beperkt, maar deze persoon is niet immobiel. Hij kan zich dankzij een rolstoel bewegen. Bv. persoon in
ziekenhuisbed.
Visuele beperking: Bv. blinden, slechtzienden. Niet: iemand die een bril draagt.
Auditieve beperking: Bv. dove actoren, slechthorenden.
Communicatieve beperking: Bv. autisme, actor met spraakprobleem.
Verstandelijke beperking.
Psychische beperking: Bv. depressie, schizofrenie.
Chronische ziekte: Bv. MS, kanker.
Ziekte: niet chronisch, meestal tijdelijk dus.
Als de beperking van tijdelijke aard is, vink je ‘tijdelijk’ aan. Niet aanvinken indien de beperking permanent is. Bij
ziektes: is de actor al dan niet terminaal? Is de beperking voor het leven of niet? Als de actor nog kans heeft op
90
genezing, dan is de beperking wél tijdelijk.
Criminaliteit FICTIE + NON-FICTIE
Iedereen die in verband wordt gebracht met onwettelijke activiteiten.
Voorbeeld: actor betrokken in geweld (niet: oorlog), crimineel feit, oplichting, bedreiging, etc. Voorbeelden zijn
actoren in de gevangenis, actoren voor de rechtbank in een strafzaak, politieagent betrokken in criminele daad.
We maken voor de actoren binnen een criminaliteitsframe een verder opdeling. Je vinkt aan wat volgens jou de
actor is. Het is mogelijk om verschillende types aan te duiden.
Slachtoffer;
Gerecht;
Politie;
Dader;
Familie dader;
Betrokkene (van slachtoffer);
Ooggetuige;
Advocaat.
Programmafunctie NON-FICTIE
Wat is de belangrijkste functie van de actor in het programma?
Performer;
Redenaar, toespraakgever;
Interviewsubject (de actor moet op vragen van een presentator antwoorden);
Discussiedeelnemer;
Kandidaat in spel;
Onderwerp van portret (enkel wanneer er expliciet een portret wordt gemaakt);
Panellid;
Presentator;
Verslaggever of stand-up;
Nieuwslezer;
Weerman/Weervrouw;
Andere .
Persoon als Individu of Vertegenwoordiger NON-FICTIE
Individu: Bv. expert, leraar, man in de straat, journalist, nieuwslezer, ouder, etc.
91
Vertegenwoordiger: Bv. politici, advocaten, voorzitter van vereniging/doelgroep, etc.
Expliciete thema’s NON-FICTIE - itemniveau
Deze variabele is vooral belangrijk bij informatieprogramma’s (bv. ‘Het Journaal’, ‘Terzake’, etc.) Voer deze
gegevens in voor de eerste actor van een item, nadien worden deze voor de volgende actoren automatisch
aangevuld. Bij het overgaan naar een volgend item, dient deze variabele terug aangepast te worden.
Het is aangewezen om tot het einde van een item/programma te wachten alvorens een oordeel te vellen over de
expliciete thema’s. Het item waarin de persoon aan bod komt handelt expliciet over:
Thema inzake etnisch-culturele diversiteit: voorbeelden zijn gelijke kansen, integratiebeleid, migratie,
inburgering, hoofddoekendebat, migrantenstemrecht, asielproblematiek, regularisatie, vluchtelingen,
racisme, etc.
Religieus thema: actoren komen aan bod in een thema dat expliciet handelt over hun geloof (overtuiging),
religieuze symbolen en activiteiten. Voorbeelden zijn de heiligverklaring van Pater Damiaan, de
hoofddoekenkwestie, etc.
Seniorenthema: actoren komen aan bod in een thema dat expliciet over senioren handelt en waarin
senioren in relatie tot bepaalde kwesties centraal staan voorbeelden zijn thema’s zoals rusthuizen,
dementie, specifieke gezondheidsproblemen gerelateerd aan het ouder worden, eenzaamheid van
senioren, thuishulp, etc.
Jongerenthema: actoren komen aan bod in een thema dat expliciet over jongeren handelt en waarin
jongeren in relatie tot bepaalde kwesties centraal staan. Voorbeelden zijn schoolkwesties, pesterijen,
tienerzwangerschappen, ‘binge drinking’, verslavingen, sociale media, etc.
Genderthema: voorbeelden zijn ongelijkheid tussen vrouwen en mannen op werkvlak (inkomenskloof, het
glazen plafond) of andere vlakken (verdeling van huishoudelijke taken, opvoeding kinderen, feminisme,
etc.).
Thema handicap: voorbeelden zijn omgaan met beperking, acceptatie handicap, welzijnszorg, huisvesting,
subsidies, etc. Indien de beperking niet vermeld wordt en iemand aan bod komt over iets compleet anders
dan dient dit vakje niet aangekruist te worden. Bv. Stephen Hawking legt zijn theorieën uit in een
documentaire zonder dat naar zijn beperking verwezen wordt.
Indien het een thema met betrekking tot een handicap betreft: Wat is de belangrijkste context waarbinnen de
persoon in het item aan het woord komt?
Nadelige gevolgen van handicap of ziekte;
Medische behandeling of genezing;
Het gevoerde beleid inzake ;
92
Verwezenlijkingen ‘ondanks’ de handicap;
Andere.
Thema NON-FICTIE itemniveau
Deze variabele is vooral belangrijk bij informatieprogramma’s (bv. ‘Het Journaal’, ‘Terzake’, etc.) en wordt per
item gecodeerd. Deze gegevens worden ingevuld voor de eerste actor van een item, nadien worden deze voor de
volgende actoren automatisch aangevuld. Bij het overgaan naar een volgend item, dient deze variabele terug
aangepast te worden.
Indien het programma niet wordt onderverdeeld in items (bv. bij een spelprogramma, quiz, reality TV, etc.), wordt
het hele programma behandelt als één item:
Criminaliteit;
Sociale kwesties;
Amusement (Bv. Blokken);
Sport;
Wetenschap;
Economisch-financieel;
Politiek (heel breed: regionaal, nationaal, internationaal, oorlog, etc.) ~ hard nieuws;
Vrije tijd;
Kunst en cultuur;
Religie en levensbeschouwing;
Milieu (weer, verkeer, leefomgeving);
Faits-divers (verhaaltjes zonder nieuwswaarde en/of beelden over celebrities en royalties. Bv. dieren met
vijf poten, Britney Spears kaal, Prins Harry is verliefd, etc.);
Ongevallen en rampen.
Beschrijving NON-FICTIE itemniveau
Deze variabele is vooral belangrijk bij informatieprogramma’s (Bv. ‘Het Journaal’, ‘Terzake’, etc.) en wordt per
item gecodeerd. Voer deze gegevens in voor de eerste actor van een item, nadien worden deze voor de volgende
actoren automatisch aangevuld. Bij het overgaan naar een volgend item, dient deze variabele terug aangepast te
worden.
Beschrijving van het item in maximum in 20 woorden: kort, feitelijk en bondig.
Frames NON-FICTIE + FICTIE
In dit deel gaat het over ‘frames’, centrale organiserende ideeën, die de context van een actor weergeven. Het
93
gaat hier dus niet over concrete informatie (zoals bij eerdere variabelen), maar om een algemene indruk, een
beeld dat wordt opgeroepen, een eerste reactie. Deze variabelen mogen dus meer intuïtief worden ingevuld: het
gaat er om welke indruk het personage op je wil maken.
Deze frame-variabelen mag je dan ook onmiddellijk coderen: het gaat om de eerste indruk. Iemand die in het
eerste beeld met een grote revolver opkomt, past in de frames ‘Geweld’ en ‘Criminaliteit’. Als een uur later in de
film blijkt dat het eigenlijk een heel zachtaardig persoon is, die toevallig die revolver had gevonden, dan blijft toch
dat eerste frame, die eerste indruk staan. De reden hiervoor is dat we juist willen weten hoe programmamakers
spelen met stereotypen en indrukken. Ook al blijkt later in de film dat je die stereotypen op een ironische manier
gebruikt, dan nog gebruik je ze in elk geval.
De verschillende frames zijn onafhankelijk van elkaar. Iemand kan bij geen enkele frame passen. Andere actoren
kunnen ook een combinatie maken. Een politieagent bijvoorbeeld, heeft een duidelijke betaalde job
(‘Ruggengraat’), maar hij kan natuurlijk ook geweld gebruiken (‘Geweld’). De crimineel waartegen hij vecht, krijgt
natuurlijk enkel ‘Criminaliteit’ en ‘Geweld’ – we gaan er van uit dat ‘crimineel’ zijn geen vastbetaalde job is. Het
voorbeeld maakt duidelijk dat het niet gaat om ‘verantwoordelijk voor’: in dit geval is de politieagent bijvoorbeeld
niet verantwoordelijk voor het geweld. Het gaat wel om “geassocieerd worden met”: de politieagent is duidelijk
betrokken bij het geweld. Voor de zeven frames zijn alle mogelijke combinaties (gaande van 0/0/0/0/0/0/0 tot
1/1/1/1/1/1/1) dus denkbaar.
In dit codeboek zitten maar een beperkt aantal frames, terwijl er in werkelijkheid een oneindig aantal mogelijke
frames denkbaar zijn. We hebben in het codeboek enkel die frames opgenomen waarvan we, op basis van eerder
onderzoek, denken dat ze relatief vaak voorkomen. Het kan zijn dat iemand een heel sterke eerste indruk wekt,
zoals ‘Wetenschap’. Dit staat echter niet in het codeboek, omdat we verwachten dat dit niet zo vaak zal
voorkomen. In die gevallen vul je gewoon niets in.
Alle frames worden gecodeerd als ‘1’: dat betekent dat dit frame op dat ogenblik, bij die persoon aanwezig is. Als
je geen informatie hebt, of het frame is niet van toepassing, of is niet relevant, blijft de default gewoon op ‘0’
staan, en hoef je niets te doen.
94
De mogelijke frames zijn:
1. Criminaliteit
Iedereen die in verband wordt gebracht met duidelijk onwettelijke activiteiten. Dit zal vaak samen gaan met
‘Geweld’. Een inbraak of een moord krijgen automatisch ‘Criminaliteit’ en ‘Geweld’ samen. Maar criminaliteit kan
ook zonder geweld: iemand die bedreigt, oplichting, en dat soort criminaliteit. Criminaliteit is bijvoorbeeld ook als
iemand in de gevangenis zit of iemand die voor de rechter komt in een strafzaak. We maken geen onderscheid:
ook politieagenten krijgen ‘Criminaliteit’, aangezien zij worden geassocieerd met criminaliteit. De actor moet dus
niet noodzakelijkerwijs verantwoordelijk zijn voor het geweld. Ook slachtoffers van criminaliteit krijgen
bijvoorbeeld het frame ‘Criminaliteit’ mee.
We maken voor de actoren binnen een criminaliteitsframe een verder opdeling. Je vinkt aan wat volgens jou de
actor is:
1. Slachtoffer;
2. Gerecht;
3. Politie;
4. Dader;
5. Familie dader;
6. Betrokkene (van slachtoffer);
7. Ooggetuige;
8. Advocaat.
Niet elke politieagent is per definitie ‘Criminaliteit’. Bv. Een wijkagent die langs komt, agenten die het verkeer voor
de schoolpoort regelen, etc.
2. ‘Ruggengraat’ (Backbone)
Iemand die tot de ruggengraat van de samenleving behoort. Het gaat om een actor die regelmatig werkt, met een
vast inkomen, maar ook studenten en gepensioneerden vallen onder dit frame. Het gaat om personen die
productieve arbeid verrichten of in een professionele situatie of context functioneert. Een zeer ‘normaal’ frame.
Indien er onvoldoende informatie wordt meegegeven in een programma over de actoren, dan dient het frame
niet te worden ingevuld aangezien niet kan afgeleid worden of het frame van toepassing is.
95
3. Fun
Dit frame heeft te maken met alles wat verwijst naar plezier, amusement, vertier, en dus puur in de vrijetijdssfeer
zit. Voorbeelden zijn toerisme, strand, zwembad, muziek, vrienden, cafébezoek, etc. Kortom: alles wat geen direct
economisch nut heeft, wat mensen voor hun plezier doen. Het gaat er niet om wat de codeur verstaat onder ‘fun’,
maar om wat door de actoren op televisie wordt beschouwd als ‘fun’.
4. Trouble
Dit frame is een verzamelnaam voor alle maatschappelijke problemen, en is eigenlijk net het omgekeerde van
‘Ruggengraat’. Bij het coderen van dit frame dient rekening te worden gehouden met de maatschappelijke
conventies. Kwesties zoals druggebruik, alcoholisme, prostitutie, etc. horen thuis in dit frame. Het criterium is niet
of de actoren zelf verantwoordelijk zijn voor de criteria, het gaat erom dat ze ermee in verband worden gebracht.
‘Trouble’, ‘Geweld’ en ‘Criminaliteit’ kunnen vaak samen gaan, maar dit hoeft niet noodzakelijkerwijs.
5. Geweld
Iedereen die geweld pleegt, of die heel duidelijk met geweld dreigt. Dat kan eenvoudig zijn als je iemand ziet
geweld gebruiken. Dat kan een vuurpartij zijn, gevechten, militair geweld, maar bijvoorbeeld ook geweld tegen
zaken (vandalisme, inbraak, etc.). Let wel: ook slachtoffers van geweld krijgen het label ‘Geweld’ mee, we maken
geen onderscheid tussen daders en slachtoffers. Het gaat niet om verantwoordelijkheid maar om associatie. Met
dit frame refereren we aan fysiek geweld.
6. Religie
Iedereen die in verband wordt gebracht met religieuze handelingen (in brede zin, het hoeft dus geen grote
erkende godsdienst te zijn). Zowel religieuze leiders als priesters als misdienaars als biddende gelovigen of
pelgrims. Het dragen van religieuze symbolen op zich is niet voldoende: de religiositeit moet ter sprake komen of
moet een functie hebben in het programma. Als dit niet het geval is, is er geen sprake van een religieus frame.
7. Seksualiteit
Iedereen die in verband wordt gebracht met erotische en seksuele handelingen. Dat kan gaan om expliciete
erotische scènes, of om opmerkingen die duidelijk naar seks verwijzen. Aantrekkelijk zijn is niet voldoende om in
deze categorie te vallen, wel een zekere bewuste inspanning om seksuele aantrekkelijkheid te bereiken. Dus wel:
alles wat met prostitutie of seksualiteit te maken heeft. Het criterium is dus: de bedoeling naar seksualiteit te
verwijzen. Een zwemmer die aan het zwemmen is krijgt dus niet dit frame; iemand die even veel kleren aanheeft
in een slaapkamerscène krijgt deze frame wel.
96
Algemeen
In het eerste vakje kijken we enkel naar het eerste voorkomen van de actor. Hoe wordt de actor tijdens de eerste
scène waarin hij voorkomt geframed?
De tweede reeks met vakjes gaat over de volledige uitzending. Komen die frames voor die actor ergens in het
programma voor? In de tweede reeks zal je sowieso evenveel en waarschijnlijk meer frames voorkomen dan in de
eerste reeks. Het is absoluut onmogelijk om een frame aan te duiden in de eerste reeks en niet in de tweede
reeks. Bij crime-actoren: je mag ook meerdere functies aanduiden. Dader en slachtoffer zijn is niet zo uitzonderlijk
in een film. Deze dienen aangeduid te worden op basis van het hele programma (dus zoals de tweede kolom
frames).
97
Bijlage 2: Programmalijst gecodeerde programma’s
1 op 10
1000 Zonnen
A Touch of Frost
Beatrix: Oranje onder Vuur
Blokken
Brothers & Sisters
Café Corsari
Dagelijkse Kost
De Bleekweide
De Klas van Frieda
De Neus van Pinokkio
De Zoo - Achter de Schermen
Death in Paradise
Dieren in Nesten
Downtown Abbey
Eurovisie Songfestival 2013
FC De Kampioenen
Flikken Maastricht
Groenland
Het Journaal 18u
Het Journaal 19u
Het Journaal Laat
Het Perfecte Koppel
Het Verloren Voorwerp
Het Weer Eén 18u
Het Weer Eén 19u
Het Weer Eén Laat
Hotelgeheimen Power and Money
98
Iedereen Beroemd
In Italië
Joker en Lotto
Koppen
Koppen XL
Omroepster
Parade's End
Salamander
Sportweekend
Stansted Airport
Ten Oorlog
The Land of the Ancient Greeks
Thuis
Tournée Générale
Twelve Points
Vanthilt On Tour
Vlaanderen Vakantieland
Voetbal België-Servië
Volt
Voor hetzelfde geld
Willem-Alexander en Maxima
Witse
Wolven
99
999: What's Your Emergency
Aspe
Boer Zkt Vrouw
Danni Lowinski
De Beste Hobbykok van Vlaanderen
De Keuken van Sofie
De Kotmadam
De Zoo
Divorce
Dr. Tinus
Echte Verhalen: Dokters
EHBL
Familie
Golden Eye
Gooische Vrouwen
Grenscontrole
Het Beste van Got Talent Worldwide
Het Beste van X-Factor International
Het Weer VTM 18u
Het Weer VTM 19u
Let's Get Fit
Manneke Paul
Met vier in bed
Mission Impossible III
Moordvrouw
Royalty
Rundskop
SOS Piet
Speed 2 Cruise Control
Stadion
100
Stressvakantie Winter
Telefacts
Telefacts 360
Telefacts Zomer
Uit de kast
Vinger aan de Poot
Voice van Vlaanderen
VTM Nieuws
Wild van Dieren
Zone Stad
101
ABBA
Air de Familles
Albert II: 20 Ans de Règne et Avant?
Alcatraz
Assistance Mortelle
Automobile
Basket 5
Chiens et Chats à la Une
Concours Eurovision de la Chanson
Contacts
Cyclisme
Flash
Fringe
G1 Plan
Ginnové
Harry's Law
Jardins et loisirs
Joker en Lotto
Joséphine, Ange Gardien
JT 19h30
La Fille de Monaco
Le Kroll du Jour
L'Amour de l'Or
Le Jardin Extraordinaire
Lotto-Joker
Mentalist
Météo La Une 18h
Météo La Une 19h
Météo La Une 20h
New York: Police Judiciaire
102
On n'est pas des pigeons
Questions à la Une
Questions d'Argent
Reporters
Signé Taloche
Studio Foot
The Voice Belgique
Tournée Générale
Tout Ce Qui Brille
Une Brique dans le Ventre
Vestiaires
Vicky Christina Barcelona
Vous Reprendrez Bien du Clone
Week-end Sportif
103
60 Secondes Chrono
A Bout Portant
Benvenuti al Sud
Bienvenue chez les Ch'tis
Body of Proof
Bones
Camping Paradise
Castle
Clé sur Porte
Coûte que Coûte
Docs de Choc
En cloque, mode d'emploi
Ennemi d'Etat
Enquêtes
Esprits Criminels
Faisons Gagner la Vie
I Comme
Images à l'appui
Indices
La Fille du Chef
L'Amour est dans le Pré
Le Gendarme à New York
Le Journal
Les Experts: Manhattan
Les Experts: Miami
Les oubliées de Juarez
Mamma Mia
Météo RTL-TVi 19h
New York, Unité Spéciale
Omroepster
On n'a pas encore fini
Panique au Palais 3: Le Sort du Prince
104
Perception
Place Royale
Raising the Bar: Justice à Manhattan
Reporters
Revenge
Rien à Déclarer
Rien à Déclarer: Visite Privée
Scandal
Scènes de Ménages
Septante et Un
Top Chef
Tout s'Explique
Un Dîner Presque Parfait
Zoom
Zoom Week-end
105
Bijlage 3: ‘The Position Generator’
Occupation U & S* ISEI** Lawyer 86 83 Doctor 84 87 Policy maker 82 70 Engineer 76 68 Information technologist 68 70 Manager 67 69 Director of a company 67 69 Trade union manager 66 65 Scientist 65 71 Higher civil servant 64 61 Estate agent 64 61 Mechanic 63 59 Teacher 62 66 Police 54 50 Secretary 52 53 Insurance agent 52 54 Book-keeper/Accountant 52 51 Musician/Artist/Writer 45 64 Nurse 44 38 Engine driver 44 26 Hairdresser 39 30 Cook 39 30 Farmer 36 43 Foreman 27 25 Postman 26 39 Lorry driver 26 34 Sales employee 22 43 Cleaner 20 29 Unskilled labourer 15 26 Construction worker 15 26 *Sixma & Ultee's 1992 Measure for Occupational Prestige (Bakker et al., 1997)
**ISEI Socioeconomic Index Measures (Ganzeboom & Treiman, 2003)
Bron: Position Generator Measures and their Relationship to other Social Capital Measures (M. Van der Gaag,
T. A. B. Snijders, H.D. Flap, 2004)