10 april 2018 - 1/24 Omgevingsanalyse – Focus Kinderopvang Inhoud 1 Opbouw van “onze” omgevingsanalyse ................................................................................... 3 2 Kinderopvang baby’s en peuters .............................................................................................. 3 2.1 Inleiding ............................................................................................................................. 3 2.2 Brede maatschappelijke ontwikkelingen ........................................................................... 7 2.3 Gemeentelijke kenmerken en de bijhorende ontwikkelingen ............................................ 7 2.3.1 Demografische ontwikkelingen ................................................................................... 7 2.3.2 Economische ontwikkelingen ..................................................................................... 8 2.3.3 Sociaal-Maatschappelijke ontwikkelingen .................................................................. 9 2.3.4 Wensen en verwachtingen van klanten en burgers ................................................. 11 2.4 Werkveld specifieke ontwikkelingen ................................................................................ 11 2.4.1 Vlaams beleid kinderopvang .................................................................................... 11 2.4.2 Aanbod kinderopvang in de gemeente..................................................................... 12 2.4.3 Spreiding van het aanbod over de gemeente .......................................................... 13 2.4.4 Kwaliteit van de opvang ........................................................................................... 14 2.4.5 Leefbaarheid van de kinderopvang .......................................................................... 15 2.4.6 Samenwerking kinderopvang met derden ................................................................ 15 2.4.7 Lokaal loket kinderopvang ........................................................................................ 15 2.5 Interne ontwikkelingen ..................................................................................................... 16 2.5.1 Lokaal overleg kinderopvang ................................................................................... 16 2.5.2 Advies lokaal bestuur bij uitbreiding kinderopvang op het grondgebied .................. 16 2.5.3 Eigen aanbod kinderopvang (lokaal bestuur als organisator kinderopvang) ........... 16 2.5.4 Terugblik naar meerjarenplan 2014-2019 ................................................................ 17 3 Kinderopvang schoolgaande kinderen ................................................................................... 17 3.1 Inleiding ........................................................................................................................... 17 3.2 Brede maatschappelijke ontwikkelingen ......................................................................... 18 3.3 Gemeentelijke kenmerken en de bijhorende ontwikkelingen .......................................... 18 3.3.1 Demografische ontwikkelingen ................................................................................. 18 3.3.2 Economische ontwikkelingen ................................................................................... 20 3.3.3 Sociaal-Maatschappelijke ontwikkelingen ................................................................ 20 3.3.4 Wensen en verwachtingen van klanten en burgers ................................................. 20 3.4 Werkveld specifieke ontwikkelingen ................................................................................ 20 3.4.1 Vlaams beleid ........................................................................................................... 20 3.4.2 Aanbod kinderopvang schoolgaande kinderen in de gemeente .............................. 20
24
Embed
Omgevingsanalyse – Focus Kinderopvang · 10 april 2018 - 3/24 Opbouw van “onze” omgevingsanalyse Een omgevingsanalyse brengt factoren in beeld waar je rekening mee moet houden
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
10 april 2018 - 1/24
Omgevingsanalyse – Focus Kinderopvang
Inhoud 1 Opbouw van “onze” omgevingsanalyse ................................................................................... 3
2 Kinderopvang baby’s en peuters .............................................................................................. 3
3.5.1 Eigen aanbod kinderopvang (lokaal bestuur als organisator kinderopvang) ........... 23
Terugblik naar meerjarenplan 2014-2019 ......................................................................... 23
4 Bijlage: Provincie in cijfers ...................................................................................................... 24
10 april 2018 - 3/24
Opbouw van “onze” omgevingsanalyse
Een omgevingsanalyse brengt factoren in beeld waar je rekening mee moet houden bij het
uittekenen van nieuw beleid. De omgeving verandert, verandert snel, en hier zal een lokaal
bestuur op willen en moeten inspelen. Maar ook intern zijn er veranderingen waar je bij het
uittekenen van een beleid rekening mee moet houden. De omgevingsanalyse beschrijft al die
veranderingen, probeert die te objectiveren en vormt zo de basis voor het uittekenen van een
nieuw beleid. Bij elk onderdeel van de omgevingsanalyse ga je gericht op zoek naar bruikbare
en relevante informatie.
Met dit document proberen we de omgevingsanalyse van een lokaal bestuur voor het werkveld
kinderopvang te verrijken.
De nota geeft een beschrijving van de:
• Brede maatschappelijke ontwikkelingen of trends (die een link hebben met het
werkveld kinderopvang)
• Gemeentelijke kenmerken en de bijhorende ontwikkelingen (die een link hebben met
het werkveld kinderopvang)
• Werkveld specifieke ontwikkelingen
• Interne ontwikkelingen (kijken naar het bestuur)
Veel indicatoren die interessant en nuttig zijn voor de omgevingsanalyse van het
beleidsdomein kinderopvang zijn dat ook voor de andere beleidsdomeinen waar je als lokaal
bestuur op actief bent. Voor het verzamelen van de informatie blijf je dus best niet op het
eiland kinderopvang, maar werk je zo integraal mogelijk. Veel gegevens die we in dit
document hebben opgenomen, kan je immers ook gebruiken in de omgevingsanalyses van de
andere sectoren of kan je zelf al halen uit de omgevingsanalyses van die sectoren.
Per type ontwikkeling geven we telkens een overzicht van
• “Facts and figures” of de informatiebronnen waarop je je kan baseren om snel
gegevens te verzamelen: waar kan je deze gegevens vinden?
• “Signalen” en waar je deze kan oppikken
Kinderopvang baby’s en peuters
2.1 Inleiding
De Vlaamse overheid heeft de laatste jaren sterk geïnvesteerd in een uitbreiding van het
aanbod kinderopvang van baby’s en peuters. Er zijn vandaag (eind 2016) bijna 95.000
plaatsen kinderopvang baby’s en peuters beschikbaar. Vooral het aantal plaatsen
groepsopvang baby en peuter (in kinderdagverblijven of crèches) stijgt jaar na jaar (eind 2016:
10 april 2018 - 4/24
59.000 plaatsen), terwijl het aantal beschikbare plaatsen gezinsopvang (bij onthaalouders) jaar
na jaar daalt. Dit laatste komt doordat het aantal onthaalouders dat stopt groter is dan het
aantal onthaalouders dat start. Ondanks het stijgend aanbod plaatsen, ervaren ouders in
sommige gemeenten nog steeds moeilijkheden bij het vinden van een kinderopvangplaats
tegen een betaalbare prijs, met een goede kwaliteit, goede bereikbaarheid enz.
Uit onderzoek blijkt dat 90% van de ouders die opvang zoekt, die ook vindt. Wanneer dit
echter niet lukt, kunnen de gevolgen groot zijn. Sommige ouders moeten dan een job
weigeren, al dan niet tijdelijk stoppen met werken of een opleiding opgeven. Het zijn vooral de
kwetsbare gezinnen die hierbij eerst uit de boot vallen. Onderzoek toont aan dat wie (nog)
geen job heeft, wie laag opgeleid is, wie van allochtone afkomst is, of wie alleenstaande ouder
is, minder vaak opvang vindt voor zijn of haar kind. Omdat kinderopvang goed is voor kinderen
en hun ouders, is het belangrijk dat er een plek is voor iedereen die opvang nodig heeft.
De gestegen nood aan kinderopvang is grotendeels te verklaren door een stijgend
geboortecijfer, de stijgende werkzaamheidsgraad van vrouwen en de afname van de informele
opvang door grootouders. In 2016 maakte 51,9% van de kinderen tussen 0 en 3 jaar gebruik
van professionele kinderopvang (in 2010 was dat 47,20%).
Als lokaal bestuur heb je belang bij een voldoende aanbod betaalbare, voor alle ouders
toegankelijke, kwaliteitsvolle en duurzame kinderopvang.
Je gemeente aantrekkelijk maken voor jonge, arbeidsactieve gezinnen vraagt voldoende
aanbod aan kinderopvang. Maar kinderopvang is ook belangrijk voor een slagkrachtig lokaal
integratie-, activerings- en (kinder)armoedebeleid. Ouders met jonge kinderen kansen geven
op het volgen van een opleiding of het vinden van een job kan enkel mits er ook voor hen
voldoende (flexibele) kinderopvangplaatsen voorzien worden.
Kwaliteitsvolle kinderopvang laat kinderen zich spelenderwijze ontwikkelen. Wanneer een
stimulerende omgeving thuis minder voorhanden is, kan kinderopvang net die kinderen een
betere start geven in het leven. Hoewel kinderopvang en onderwijs voor jonge kinderen
voordelig is voor alle kinderen, blijkt uit onderzoek dat de kinderen uit de meest kansarme
gezinnen er het meest baat bij hebben. Goede kinderopvang kan, althans gedeeltelijk, een
kansarme gezinsomgeving compenseren. De Amerikaanse econoom James Heckman
berekende dat investeren op heel jonge leeftijd veel efficiënter is dan remediëren en
herscholen op oudere leeftijd. Kosten-batenanalyses van acties voor jonge kinderen in
uiteenlopende omstandigheden hebben aangetoond dat het rendement van opvang en
onderwijs voor jonge kinderen kan oplopen tot 8 keer het geïnvesteerde geld.
Op 1 april 2014 is het decreet Kinderopvang van Baby's en Peuters van 20 april 2012 in
werking getreden. Met dit decreet wil de Vlaamse overheid stap voor stap voldoende,
10 april 2018 - 5/24
kwaliteitsvolle kinderopvang realiseren die voor iedereen toegankelijk is. De opvang moet
zowel betaalbaar zijn voor de ouders als financieel leefbaar voor de opvangsector.
Elke opvang die beroepsmatig en tegen betaling baby's en peuters opvangt, heeft een
vergunning nodig. Er zijn drie vormen van opvang voor baby’s en peuters: gezinsopvang,
groepsopvang en groepsopvang samenwerkende onthaalouders.
Het lokaal bestuur staat voor heel wat uitdagingen. Niet alleen het realiseren van voldoende
aanbod in de gemeente is belangrijk. Het aanbod moet ook toegankelijk, betaalbaar, ….. zijn.1
Het lokaal bestuur kan zelf kinderopvang organiseren. Talrijke lokale besturen zijn
organisator van gezinsopvang en groepsopvang baby’s en peuters. In een aantal gevallen
richt het lokaal bestuur zich met deze zelf georganiseerde kinderopvang specifiek naar ouders
die moeilijk(er) een plaats vinden in de ‘gewone’ opvang (vb. inburgeraars, kwetsbare
gezinnen enz). Soms zijn deze initiatieven een combinatie van kinderopvang en een
tewerkstellingsproject.
Het lokaal bestuur kan ook acties ondernemen om organisatoren te overtuigen om
kinderopvang op te starten op het grondgebied of motiveren om de kinderopvang te
behouden: een lokale subsidie om starters te ondersteunen, het ter beschikking stellen van
locaties die ingericht zijn als kinderopvang aan organisatoren, logistieke ondersteuning geven
aan organisatoren kinderopvang, vorming organiseren voor medewerkers kinderopvang enz.
Meer informatie en lokale praktijken van een kinderopvang ondersteunend lokaal beleid vind je
op de website van VVSG. Met de lokale subsidie of ondersteuningsmaatregelen kan het lokaal
bestuur eigen klemtonen leggen en sturend zijn op gebied van de kwaliteit van de opvang, de
toegankelijkheid voor kwetsbare gezinnen of bepaalde vormen van kinderopvang (vb.
gezinsopvang) extra stimuleren.
Sommige ouders organiseren - samen met andere ouders - de opvang voor hun kind zelf in
zogenaamde oudercrèches of coöperatieve crèches. Meer lezen over deze oudercrèches kan
op de site www.oudercreches.be. Je kan ook deze crèches ondersteunen.
Het lokaal bestuur heeft een adviesrol ten aanzien van Kind en Gezin bij de toekenning van
een vergunning, bij een verhuis van een locatie kinderopvang en het allerbelangrijkst bij de
beslissing tot toekenning van subsidie aan organisatoren kinderopvang op het grondgebied.
Via dit advies kan het lokaal bestuur mee sturen waar de nieuw gesubsidieerde plaatsen
1 Door voldoende, toegankelijke en betaalbare kinderopvang te voorzien, dragen lokale besturen bovendien bij aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (Sustainable Development Goals, SDGs) van de Verenigde Naties. Meer specifiek aan SDG 4 rond kwaliteitsonderwijs die er tegen 2030 voor wil zorgen dat alle meisjes en jongens in hun vroege kindertijd toegang hebben tot een kwalitatieve ontwikkeling, zorg en opvoeding. Lokale besturen hebben een belangrijke rol te spelen in de realisatie van de SDGs en velen van hen hebben zich ook geëngageerd om dat te doen.
Ga naar www.statistiekvlaanderen.be > Interactieve data > Demografie > Stand van de
huishoudens > kies je gemeente > kies Type huishoudens of Huishoudens met kinderen
Bij de details vind je een overzicht van het aantal huishoudens naar aantal kinderen jonger
dan 3 jaar en het type huishouden (alleenstaande, gehuwd en ongehuwd paar)
Kansarmoede-index Kind en Gezin2
Waar kan je deze informatie vinden?
Op www.kindengezin.be > Cijfers en rapporten > Cijfers > Kansarmoede > Gemeentelijk
niveau. Via het dashboard krijg je cijfers over kansarmoede te zien voor de gemeente die je
selecteert. Het gaat enerzijds over de kansarmoede-index (al dan niet uitgesplitst per origine
van de moeder) die weergeeft hoeveel procent van de kinderen uit de meegetelde
geboortejaren leven in kansarmoede, en anderzijds over de criteria waarop kansarmoede zich
manifesteert, waarbij de percentages berekend zijn ten opzichte van de groep kinderen die
leeft in kansarmoede.
Ook op https://gemeente-en-stadsmonitor.vlaanderen.be/ vind je deze informatie terug.
2 Om de evolutie van kansarmoede bij zeer jonge kinderen op te volgen wordt per jaar de kansarmoede-index berekend. De kansarmoede-index voor het Vlaamse Gewest voor jaar X wordt als volgt berekend: het aantal kinderen geboren in jaar X, X-1 en X-2 in een gezin dat leeft in kansarmoede en dat woont in het Vlaamse Gewest op 31 december van het jaar X, gedeeld door het totaal aantal kinderen geboren in die 3 jaar en dat woont in het Vlaamse Gewest op 31 december van het jaar X (in percentage)*. Daarbij is het nuttig om te weten dat kinderen die niet in Vlaanderen geboren zijn, maar er wel wonen, toch meegeteld worden. De index moet dus begrepen worden als een cijfer over de zeer jonge kinderen die op de laatste dag van het meest recente jaar in Vlaanderen wonen. De kansarmoede-index naar provincie, naar gemeente of naar origine van de moeder (gemeten als nationaliteit van de moeder bij haar geboorte) wordt op gelijkaardige wijze berekend. Gemiddelde Kansarmoede-index (2016) is 12,8%