CQ-Index Huisartsenzorg Rapportage van de pilot regionale implementatie CQI Huisartsenzorg Huisartsenpraktijk Wissink Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Drs. W. Betten maart 2010 ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV www.arg o -rug.nl
CQ-Index Huisartsenzorg
Rapportage van de pilot regionale implementatie CQI Huisartsenzorg
Huisartsenpraktijk Wissink
Dr. C.P. van LinschotenDrs. P. MoorerDrs. W. Betten
maart 2010
ARGO Rijksuniversiteit Groningen BVwww.arg o -rug.nl
CQI HuisartsenzorgRapportage Huisartsenpraktijk Wissink©ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV – maart 2010
2
Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 1. INLEIDING ............................................................................... 31.1 Inleiding ................................................................................................ 31.2 Het onderzoek ........................................................................................ 31.3 Opbouw rapport ...................................................................................... 3
HOOFDSTUK 2. UITVOERING VAN HET ONDERZOEK.................................................. 42.1 Vragenlijsten in de pilot ........................................................................... 42.2 Stappen in het onderzoek......................................................................... 4
2.2.1 Start-up .......................................................................................... 42.2.3 Rapportage...................................................................................... 5
2.2.4 Presentatie van de uitkomsten............................................................ 52.3 Representativiteit .................................................................................... 52.4 Referentiebestand ................................................................................... 5
HOOFDSTUK 3. UITKOMSTEN VAN HET ONDERZOEK ............................................... 73.1 Respondenten ...................................................................................... 7
3.2 De resultaten samengevat: top 5 sterke en minder sterke punten ................ 83.3 De uitkomsten naar thema ..................................................................... 8
3.3.1 Toegankelijkheid ............................................................................ 93.3.2 Bejegening assistente ..................................................................... 103.3.3 Bejegening huisarts ........................................................................ 113.3.5 Zorg op maat ................................................................................. 133.3.6 Overige items ................................................................................ 15
3.4 Totaaloordeel ....................................................................................... 173.5 Scores op thema’s................................................................................. 18
BIJLAGE 1 OPMERKINGEN .................................................................................. 19
CQI HuisartsenzorgRapportage Huisartsenpraktijk Wissink©ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV – maart 2010
3
HOOFDSTUK 1. INLEIDING
1.1 Inleiding Deze rapportage bevat de uitkomsten van een meting met de CQ Index Huisartsenzorg
Overdag in Huisartsenpraktijk Wissink. De meting vond plaats in het kader van een pilot
‘regionale implementatie CQ Index huisartsenzorg’, uitgevoerd door ARGO
Rijksuniversiteit Groningen BV en Nivel. De Consumer Quality Index (CQ Index) is een
gestandaardiseerde systematiek voor het meten, analyseren en rapporteren van
klantervaringen in de zorg.
1.2 Het onderzoek
De CQI werd uitgereikt aan 200 patiënten die de praktijk bezochten.
Alleen patiënten van 18 jaar en ouder, en jonger dan 70 jaar werden voor het
onderzoek uitgenodigd.
1.3 Opbouw rapport
In hoofdstuk 2 wordt de uitvoering van het onderzoek in Huisartsenpraktijk Wissink
beschreven. Vanaf hoofdstuk 3 worden de uitkomsten gepresenteerd. De uitkomsten
worden samengevat in het begin van het hoofdstuk: wat zijn de sterke punten van
Huisartsenpraktijk Wissink, wat zijn de minder sterke punten? Deze Top-5 lijsten kunnen
een aangrijpingspunt voor verbetering bieden.
CQI HuisartsenzorgRapportage Huisartsenpraktijk Wissink©ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV – maart 2010
4
HOOFDSTUK 2. UITVOERING VAN HET ONDERZOEK
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe het onderzoek is uitgevoerd in Huisartsenpraktijk
Wissink.
2.1 Vragenlijsten in de pilot
Voor het uitvoeren van het patiëntervaringsonderzoek in de huisartsenpraktijk zijn
de volgende vragenlijsten gebruikt:
o Vragenlijst ervaringen met de kwaliteit van de huisartsenzorg. CQ-index
huisartsenzorg overdag versie 2.0 april 2009
De CQ-index huisartsenzorg overdag betreft een gestructureerde vragenlijst: de meeste
vragen hebben de volgende antwoordmogelijkheden: nooit – soms – meestal - altijd.
Voor elk van de onderzoeken geldt dat deelname anoniem is: uitkomsten zijn nooit terug
te leiden tot patiënten. In de rapportage wordt tevens de anonimiteit van medewerkers
uit de huisartsenpraktijk gewaarborgd.
2.2 Stappen in het onderzoek
Het onderzoek is volgens de volgende stappen uitgevoerd:
- de start-up
- de meting
- rapportage
- presentatie van de uitkomsten
2.2.1 Start-up
De huisartspraktijk is door een medewerker van onderzoeksbureau ARGO bezocht. Met
assistente/huisarts werd het doel van het onderzoek besproken veldwerkprotocol en de
planning besproken.
2.2.2 De meting
200 Patiënten van de praktijk werden benaderd voor het onderzoek. De methode van
veldwerk was afhankelijk van de praktijk. Bij de varianten waar sprake was van het per
brief benaderen van een steekproef van respondenten, werd de verzending door ARGO
verzorgd; bij de varianten waar vragenlijsten werden uitgedeeld, vond het veldwerk in
de praktijk plaats.
CQI HuisartsenzorgRapportage Huisartsenpraktijk Wissink©ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV – maart 2010
4
2.2.3 Rapportage
Na de meting in de huisartsenpraktijk werden de gegevens (indien nodig) ingevoerd en
geanalyseerd met SPSS 17.0 en is een rapportage gemaakt. De thema’s uit de
vragenlijst vormen de kapstok voor het presenteren van de uitkomsten. Zie verder de
leeswijzer bij de grafieken.
2.2.4 Presentatie van de uitkomsten
Het onderzoek is afgerond met een presentatie van de uitkomsten. Naast uitleg over de
uitkomsten is op interactieve wijze ingegaan op de vraag hoe verbeterpunten te
identificeren zijn en hoe deze tot concrete verbeteracties uitgewerkt kunnen worden.
2.3 Representativiteit
Bij de proefopstellingen waar sprake was van het uitdelen van vragenlijsten, is de
huisarts gevraagd om gegevens aan te leveren over de bezoekers aan de praktijk
gedurende de veldwerkperiode, alsmede aan te geven welke patiënten de
vragenlijst/codekaart hebben geweigerd. Bij de proefopstellingen waar een steekproef
werd getrokken kan de representativiteit worden onderzocht met behulp van gegevens
uit het steekproefkader.
2.4 Referentiebestand
Met het oog op mogelijke verschillen in response, en de gevolgen daarvan voor de
beoordeling van de huisartspraktijk, is ervoor gekozen voor een vergelijking met alle
praktijken uit het pilotonderzoek. Dit houdt in dat er steeds met 40 praktijken wordt
vergeleken.
CQI HuisartsenzorgRapportage Huisartsenpraktijk Wissink©ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV – maart 2010
6
2.5 Leeswijzer bij de grafieken
Vanaf hoofdstuk 3 worden de resultaten gepresenteerd. De uitkomsten van de
onderzoeken worden zoveel mogelijk grafisch weergegeven. De hoofdstukken met
uitkomsten zijn ingedeeld volgens de thema’s uit de vragenlijst; per thema worden de
relevante vragen gepresenteerd. De thema’s zijn:
- toegankelijkheid
- Assistente
- Bejegening
- Communicatie
- Zorg op maat
- Niet thema gebonden items.
Sommige vragen in de grafieken/tabellen zijn van een * voorzien Dit zijn negatief
geformuleerde vragen die omgecodeerd worden. Daardoor verwijst het % groen
naar een positieve uitkomst.
Horizontale staafdiagrammen
De uitkomsten op de vragen per thema worden in horizontale staafdiagrammen
weergegeven. Op de meeste vragen kan worden geantwoord met: altijd – meestal –
soms – nooit (als geldige antwoordmogelijkheden). Op andere vragen met: ja –nee.
De hele staaf is 100%. Aangegeven wordt het percentage mensen dat de vraag met
‘altijd’ (of ja) heeft beantwoord (groen), het percentage mensen dat vraag met ‘meestal’
heeft beantwoord (wit) en het percentage mensen dat de vraag met ‘soms’ of ‘nooit’ (of
nee) heeft beantwoord (paars). Op die manier is per thema in één oogopslag te zien
welke vragen hoog scoren (veel groen) en welke vragen minder hoog (veel paars).
Links van de staaf is de vraag opgenomen, en het aantal mensen dat een geldig
antwoord heeft gegeven op de vraag (n=….).
De lijngrafiek
In de rapportage worden de scores van de praktijk vergeleken met de andere praktijken.
Naast de score van de praktijk zelf (donkerblauwe lijn) is de gemiddelde score van
andere praktijken te zien (paarse lijn). Ook de maximale (lichtblauwe lijn) en minimale
(gele lijn) scores van andere praktijken worden weergegeven. De lijn geeft het
percentage ‘altijd’ op een vraag aan.
CQI HuisartsenzorgRapportage Huisartsenpraktijk Wissink©ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV – maart 2010
7
HOOFDSTUK 3. UITKOMSTEN VAN HET ONDERZOEK
3.1 Respondenten
In tabel 1 is de respons weergegeven.
Tabel 1: respons
n/%aantal uitgedeelde of verzonden codes/vragenlijsten 200 aantal internet retour 0 aantal vragenlijsten schriftelijk retour 37 aantal vragenlijsten internet en schriftelijk retour 37 responsepercentage 18,5
In tabel 2 zijn enkele achtergrondgegevens van de patiënten samengevat: de leeftijd
(het % patiënten ouder dan 64 jaar), het geslacht (het % vrouwen) en het
opleidingsniveau (% geen of lager onderwijs)
Tabel 2: Achtergrondkenmerken patiënten
%% vrouwen 74,3% 65+ 20,0% lager of geen onderwijs 2,9% autochtonen 91,9% nederlands sprekend 100,0% goede gezondheid 82,9% goede geestelijke/psychische gezondheid 97,1
In tabel 3 is aangegeven of er met andere hulpverleners uit de praktijk contact is
geweest.
Tabel 3: contact andere hulpverleners
39. andere hulpverlenersn %
nee 26 74,3 ja, met de (gespecialiseerd) verpleegkundige 3 8,6
ja, met de diabetesverpleegkundige 0 ,0ja, met de praktijkondersteuner 3 8,6
ander s , n a m e li j k : 3 8 , 6 totaal 35 100,0
In de volgende paragrafen worden de uitkomsten van het onderzoek onder de patiënten
van Huisartsenpraktijk Wissink gepresenteerd. Eerst worden de belangrijkste resultaten
samengevat. Vervolgens worden per thema de uitkomsten weergegeven. In de laatste
paragraaf zijn de opmerkingen, suggesties en verbeterpunten opgenomen, zoals die zijn
benoemd door de patiënten.
CQI HuisartsenzorgRapportage Huisartsenpraktijk Wissink©ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV – maart 2010
8
3.2 De resultaten samengevat: top 5 sterke punten en top 5 minder
sterke punten
In de Top 5 lijsten is in één oogopslag wat de sterke punten en wat de minder sterke
punten zijn van Huisartsenpraktijk Wissink volgens de patiënten.
Voor het opstellen van deze Top 5 is per vraag het percentage ‘altijd’ genomen. De Top 5
sterke punten bestaat uit de vragen waarop de meeste mensen ‘altijd’ hebben
geantwoord.
Tabel 4: top 5 sterke punten
%1. 34. Behandelde uw huisarts u met respect? 100,02. 20. Luisterde uw huisarts aandachtig naar u? 97,23. 22. Nam uw huisarts u serieus? 94,44. 35. Had uw huisarts voldoende tijd voor u? 94,45. 18. Kunnen mensen in de wachtkamer horen of zien wat er in de spreek- of onderzoekskamer gebeurt?* 94,3
De Top 5 minder sterke punten bestaat uit de vragen waarop het minste aantal mensen
‘altijd’ heeft geantwoord.
Tabel 5: top 5 minder sterke punten
%1. 28. Informeerde uw huisarts u over mogelijke bijwerkingen van de voorgeschreven geneesmiddelen? 33,32. 33. Bood uw huisarts u hulp aan bij het voorkómen van ziekten of bij het verbeteren van uw gezondheid? 38,73. 29. Maakte uw huisarts u duidelijk waarom het belangrijk was zijn/haar instructies/advies op te volgen? 47,14. 19. Hielp uw huisarts u binnen 15 minuten na de afgesproken tijd? 47,25. 9. Kon u als u het nodig vond binnen 24 uur op het spreekuur terecht? 48,4
In de laatste Top 5 staan de vragen of onderwerpen die door patiënten het belangrijkst
worden gevonden. Deze rangorde is vastgesteld in het onderzoek naar de ontwikkeling
van de CQ Index Huisartsenzorg (Nivel, 2007). Daarbij is telkens gevraagd of men dit
een belangrijke vraag vindt.
Tabel 6: top 5 belangrijkste onderwerpen
%1. 37. Had u vertrouwen in de deskundigheid van uw huisarts? 80,02. 18. Kunnen mensen in de wachtkamer horen of zien wat er in de spreek- of onderzoekskamer gebeurt?* 94,33. 22. Nam uw huisarts u serieus? 94,44. 23. Gaf uw huisarts u begrijpelijke uitleg over de resultaten van onderzoek? 80,05. 20. Luisterde uw huisarts aandachtig naar u? 97,2
3.3 De uitkomsten naar thema
Op basis van de verschillende thema’s in de vragenlijst volgen nu de resultaten per
vraag.
CQI HuisartsenzorgRapportage Huisartsenpraktijk Wissink©ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV – maart 2010
9
52,8 38,9 8,3
48,4 41,9 9,7
84,8 12,1 3,0
72,2 22,2 5,6
47,2 47,2 5,6
3.3.1 Toegankelijkheid
De antwoorden op de vragen met betrekking tot de toegankelijkheid van de
huisartspraktijk staan in de grafieken 1a en 1b. Wordt de telefoon binnen 2 minuten
opgenomen? Kan de patiënt zo nodig binnen 24 uur bij de huisarts terecht?
Grafiek 1a: toegankelijkheid huisarts
0% 25% 50% 75% 100%
5. Kreeg u binnen 2 minuten iemand aan de telefoon als u overdag de
huisartspraktijk belde? (n=36)
9. Kon u als u het nodig vond binnen 24 uur op het spreekuur
terecht? (n=31)
11. Hebt u te veel moeite moeten doen om snel op het spreekuur
terecht te kunnen?* (n=33)
12. Was het mogelijk om op redelijke termijn een afspraak te krijgen met uw eigen huisarts?
(n=36)
19. Hielp uw huisarts u binnen 15 minuten na de afgesproken tijd?
(n=36)
altijd meestal nooit/soms
Grafiek 1b: vergelijking toegankelijkheid
100
75
50
Huisarts gemmin.max.
25
05. Kreeg u binnen 2 9. Kon u als u het nodig 11. Hebt u te veel moeite 12. Was het mogelijk om 19. Hielp uw huisarts u
minuten iemand aan de vond binnen 24 uur op het moeten doen om snel op op redelijke termijn een binnen 15 minuten na de telefoon als u overdag de spreekuur terecht? het spreekuur terecht te afspraak te krijgen met uw afgesproken tijd?
huisartspraktijk belde? kunnen?* eigen huisarts?
CQI HuisartsenzorgRapportage Huisartsenpraktijk Wissink©ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV – maart 2010
10
83,3 16,7 0
77,1 22,9 0
68,6 22,9 8,6
72,2 22,2 5,6
83,3 13,9 2,8
71,4 28,6 0
3.3.2 Bejegening assistente
Hoe beoordelen de patiënten de contacten met de assistente? In de grafieken 2a en 2b
zijn aspecten van het contact weergegeven.
Grafiek 2a: bejegening assistente
0% 25% 50% 75% 100%
3. Vond u de artsen en andere medewerkers van uw
huisartspraktijk behulpzaam? (n=36)
6. Als u overdag met de huisartspraktijk belde, werd u dan
goed geholpen? (n=35)
7. Hebt u het als een probleem ervaren dat u eerst uw verhaal aan
de assistente moest vertellen voordat u in contact kon komen met
uw huisarts?* (n=35)
8. Beoordeelde de assistente goed dat u een afspraak nodig had met
de arts? (n=36)
13. Behandelde de assistente u met respect? (n=36)
14. Had de assistente voldoende tijd voor u? (n=35)
,0
,0
altijd meestal nooit/soms
,0
Grafiek 2b: vergelijking bejegening assistente
100
75
50
Huisarts gemmin.max.
25
03. Vond u de artsen en 6. Als u overdag met 7. Hebt u het als een 8. Beoordeelde de 13. Behandelde de 14. Had de assistente andere medewerkers de huisartspraktijk probleem ervaren dat assistente goed dat u assistente u met voldoende tijd voor u? van uw huisartspraktijk belde, werd u dan u eerst uw verhaal aan een afspraak nodig respect?
behulpzaam? goed geholpen? de assistente moest had met de arts?vertellen voordat u in contact kon komen met uw huisarts?*
CQI HuisartsenzorgRapportage Huisartsenpraktijk Wissink©ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV – maart 2010
11
97,2
0,2
0,8
94,4 5,60
100,0 0
94,4 5,60
3.3.3 Bejegening huisarts
In de grafieken 3a en 3b zien we hoe patiënten over verschillende aspecten van
bejegening door de huisarts oordelen. Ervaren ze voldoende tijd en respect?
Grafiek 3a: bejegening huisarts
0% 25% 50% 75% 100%
20. Luisterde uw huisarts aandachtig naar u? (n=36)
22. Nam uw huisarts u serieus?(n=36)
,0
altijd meestalnooit/soms
34. Behandelde uw huisarts u metrespect? (n=36)
,0
35. Had uw huisarts voldoende tijdvoor u? (n=36)
,0
Grafiek 3b: vergelijking bejegening huisarts
100
75
50
Huisarts gemmin.max.
25
020. Luisterde uw huisarts 22. Nam uw huisarts u serieus? 34. Behandelde uw huisarts u met 35. Had uw huisarts voldoende
tijd aandachtig naar u? respect? voor u?
CQI HuisartsenzorgRapportage Huisartsenpraktijk Wissink©ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV – maart 2010
12
83,3 8,3 8,3
80,0 14,3 5,7
80,6 16,7 2,8
86,1 11,1 2,8
80,0 20,0 0
3.3.4 Communicatie
Onder het thema communicatie vallen vragen als: gaf de huisarts begrijpelijke uitleg
over de resultaten van onderzoek? In de grafieken 4a en 4b zijn de uitkomsten
weergegeven.
Grafiek 4a: communicatie
0% 25% 50% 75% 100%
21. Toonde uw huisarts belangstelling voor uw
persoonlijke situatie? (n=36)
23. Gaf uw huisarts u begrijpelijke uitleg over de resultaten van onderzoek?
(n=35)
24. Vertelde uw huisarts u wat u wilde weten over uw
klacht/gezondheidsprobleem? (n=36)
25. Legde uw huisarts u dingen op een begrijpelijke manier uit?
(n=36)
37. Had u vertrouwen in de deskundigheid van uw huisarts?
(n=35)
altijd meestal nooit/soms
,0
Grafiek 4b: vergelijking communicatie
100
75
50
Huisarts gemmin. max.
25
021. Toonde uw huisarts 23. Gaf uw huisarts u 24. Vertelde uw huisarts u wat 25. Legde uw huisarts u 37. Had u vertrouwen in de belangstelling voor uw begrijpelijke uitleg over de u wilde weten over uw dingen op een begrijpelijke deskundigheid van uw persoonlijke situatie? resultaten van onderzoek?klacht/gezondheidsprobleem? manier uit? huisarts?
CQI HuisartsenzorgRapportage Huisartsenpraktijk Wissink©ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV – maart 2010
13
70,6 23,5 5,9
68,6 28,6 2,9
33,3 22,2 44,4
47,1 38,2 14,7
73,7 26,3 0
3.3.5 Zorg op maat
Het thema zorg op maat heeft te maken met aspecten als afstemming, advies,
voorlichting over verschillende behandelmogelijkheden. In grafieken 5a, 5b, 6a en 6b
staan de uitkomsten.
Grafiek 5a: zorg op maat I
0% 25% 50% 75% 100%
26. Werd u door uw huisarts goed geïnformeerd over de verschillende behandelingsmogelijkheden voor uw
gezondheidsklachten? (n=34)
27. Kon u meebeslissen over de behandeling of hulp die u kreeg?
(n=35)
28. Informeerde uw huisarts u over mogelijke bijwerkingen van de
voorgeschreven geneesmiddelen? (n=27)
29. Maakte uw huisarts u duidelijk waarom het belangrijk was zijn/haar
instructies/advies op te volgen? (n=34)
30. Kreeg u voldoende hulp bij het vinden van de weg in de
gezondheidszorg ? (n=19)
altijd meestal nooit/soms
,0
Grafiek 5b: vergelijking zorg op maat I
100
75
50
Huisarts gemmin. max.
25
026. Werd u door uw huisarts 27. Kon u meebeslissen over 28. Informeerde uw huisarts u 29. Maakte uw huisarts u 30. Kreeg u voldoende hulp bij goed geïnformeerd over de de behandeling of hulp die u over mogelijke bijwerkingen duidelijk waarom het belangrijk het vinden van de weg in de
verschillende kreeg? van de voorgeschreven was zijn/haar instructies/advies gezondheidszorg ?behandelingsmogelijkheden geneesmiddelen? op te volgen?
voor uw gezondheidsklachten?
CQI HuisartsenzorgRapportage Huisartsenpraktijk Wissink©ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV – maart 2010
14
76,2 23,8 0
74,2 12,9 12,9
38,7 25,8 35,5
51,5 42,4 6,1
Grafiek 6a: zorg op maat II
0% 25% 50% 75% 100%
31. Werkte uw huisarts goed samen met uw andere zorgverleners?
(n=21)
32. Had uw huisarts aandacht voor mogelijke emotionele problemen die
te maken hebben met uw gezondheid? (n=31)
33. Bood uw huisarts u hulp aan bij het voorkómen van ziekten of bij het
verbeteren van uw gezondheid? (n=31)
36. Zorgde de behandeling van uw huisarts ervoor dat uw gezondheidsproblemen verminderden? (n=33)
,0
altijd meestal nooit/soms
Grafiek 6b: vergelijking zorg op maat II
100
75
50
Huisarts gemmin. max.
25
031. Werkte uw huisarts goed 32. Had uw huisarts aandacht 33. Bood uw huisarts u hulp 36. Zorgde de behandeling
samen met uw andere voor mogelijke emotionele aan bij het voorkómen van van uw huisarts ervoor dat uwzorgverleners? problemen die te maken ziekten of bij het verbeteren gezondheidsproblemen
hebben met uw gezondheid? van uw gezondheid? verminderden?
CQI HuisartsenzorgRapportage Huisartsenpraktijk Wissink©ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV – maart 2010
15
3.3.6 Overige items
De vragenlijst bevat een aantal vragen die niet bij een bepaald thema horen. Tabel 7 laat
zien of men voldoende weet hoe de praktijk georganiseerd is en of de praktijk fysiek
goed toegankelijk is.
Tabel 7: losse items
Weet u voldoende over de organisatie van uw huisartsenpraktijk?n %
nee 4 11,1 ja 3 2 88 , 9
t o t aa l 3 6 100 , 0 Is uw huisartspraktijk goed toegankelijk voor kinderwagens en mensen met een nee 0 ,0lichamelijke handicap? ja 27 75,0
dat weet ik 9 25,0 n i e t
totaal 36 100,0
CQI HuisartsenzorgRapportage Huisartsenpraktijk Wissink©ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV – maart 2010
16
63,9 30,6 5,6
88,9 11,1 0
41,2 47,1 11,8
94,3 5,70
60,0 40,0 0
Ook in onderstaande grafieken 7a en 7 b staan uitkomsten met betrekking tot een aantal
overige items.
Grafiek 7a: overige items
0% 25% 50% 75% 100%
10. Was de huisartspraktijk open op tijdstippen die voor u gunstig
waren? (n=36)
16. Was de huisartspraktijk schoon? (n=36)
17. Kunnen mensen in de wachtkamer horen wat er aan de balie wordt besproken?* (n=34)
18. Kunnen mensen in de wachtkamer horen of zien wat er in
de spreek- of onderzoekskamer gebeurt?* (n=35)
38. Was uw huisarts bereid met u te praten over fouten of over zaken
die, naar uw mening, niet goed zijn gegaan? (n=5)
,0
altijd meestal nooit/soms
,0
,0
Grafiek 7b: vergelijking overige items
100
75
50
Huisarts gemmin. max.
25
010. Was de 16. Was de 17. Kunnen mensen in 18. Kunnen mensen in 38. Was uw huisarts
huisartspraktijk open op huisartspraktijk schoon? de wachtkamer horen de wachtkamer horen of bereid met u te pratentijdstippen die voor u wat er aan de balie zien wat er in de spreek- over fouten of over
gunstig waren? wordt besproken?* of onderzoekskamer zaken die, naar uwgebeurt?* mening, niet goed zijn
gegaan?
CQI HuisartsenzorgRapportage Huisartsenpraktijk Wissink©ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV – maart 2010
17
3.4 Totaaloordeel
Tot slot is de patiënten gevraagd een totaaloordeel te geven over de huisartspraktijk.
Hoe beoordelen zij de praktijk in de vorm van een rapportcijfer. In grafiek 8 ziet u de
gemiddelde rapportcijfers voor de praktijk vergeleken met de referentiegegevens.
Grafiek 8: gemiddeld rapportcijfer van de huisarts en vergelijking
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0Huisarts (n =34) gem min. max.
Ook is gevraagd of men de praktijk bij vrienden en familie zou aanbevelen.
Tabel 8: aanbevelen huisarts
Zou u uw huisartspraktijk bij uw vrienden en familie aanbevelen?n %
beslist niet 0 ,0 waarschijnlijk niet 1 2,9 waarschijnlijk wel 5 14,3
be s l i s t w e l 2 9 82 , 9 totaal 35 100,0
CQI HuisartsenzorgRapportage Huisartsenpraktijk Wissink©ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV – maart 2010
18
3.5 Scores op thema’s
In grafiek 9 worden de themascores van de praktijk vergeleken met de andere
praktijken. Naast de score van de praktijk zelf (donkerblauwe lijn) is de gemiddelde score
van andere praktijken te zien (paarse lijn). Ook de maximale (lichtblauwe lijn) en
minimale (gele lijn) scores van andere praktijken worden weergegeven.
Grafiek 9: gemiddelde schaalscore van de huisarts en vergelijking
4,0
3,5
3,0
2,5
2,0
Huisarts gemmin. max.
1,5
1,0
0,5
0,0toegankelijkheid (n=36) bejegening assistente bejegening huisarts communicatie (n=36) zorg op maat (n=34)
(n=36) (n=36)
CQI HuisartsenzorgRapportage Huisartsenpraktijk Wissink©ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV – maart 2010
19
BIJLAGE 1 OPMERKINGEN
Verbeterpunten volgens patiënten
Ter afronding van het onderzoek is aan de patiënten gevraagd wat zij zouden willen
veranderen aan de huisartsenzorg die men nu krijgt. Dit werd als een open vraag
voorgelegd. De relevante antwoorden zijn (waar nodig geredigeerd) opgenomen in tabel
B1. Niet vermeld zijn opmerkingen als ‘prima’ of ‘geen klachten’.
Tabel B1: verbeterpunten volgens patiënten
Opmerkingen• Als leerkracht is het lastig om later terecht te kunnen. Ook als je om 8.00 uur al belt, zijn de eerste
tijden al vol. Dat is weleens lastig. Inloopspreekuur zou handig zijn.• Bredere openingstijden. 's Avonds spreekuur en woensdagmiddag voor kinderen.• Hele dag door een afspraak kunnen maken.• Meer uitleg over bv. bloedonderzoeken en behandeling.• Mentaliteit van 1 assistente is niet de mijne: weinig begripvol en nauwelijks geïnteresseerd in wat ik te
vragen had.• Netter om het gebouw; erg slordig.• Op de afgesproken tijd aan de beurt zijn.• Sneller een afspraak kunnen maken.• Spreekuur is nu bijna altijd 's ochtends ( werk op vaste tijden in het onderwijs; kan geen vrij nemen),
kan misschien op een avond of 's ochtends (nog) eerder een spreekuur.
CQI HuisartsenzorgRapportage Huisartsenpraktijk Wissink©ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV – maart 2010
20
Overige opmerkingen
Aan het eind van de vragenlijst konden respondenten nog eventuele opmerkingen
invullen. In tabel B2 is weer gegeven wat daar is ingevuld.
Tabel B2: overige opmerkingen
Opmerkingen• Geen opmerkingen