reisgids Levenskunst Vier trektochten • eigen leefstijl • succesvol zelfstandig wonen • inspraak en persoonlijke betrokkenheid • voorkomen van eenzaamheid Een handreiking rond zingeving van VDZ Nederland voor management en cliëntenraden van zorginstellingen
Reisgids voor Levenskunst bestemd voor zorgvragers, zorgverleners en zorgmanagers, om het leven in verpleeg- en verzorgingshuizen zinvoller maar vooral leuker te maken.
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
de menselijke maat van de levenskunst1
reisgids Levenskunst
Vier trektochten• eigen leefstijl • succesvol zelfstandig wonen • inspraak en persoonlijke betrokkenheid • voorkomen van eenzaamheid
Een handreiking rond zingeving van
VDZ Nederland voor management en
cliëntenraden van zorginstellingen
2
Colofon
VDZ Nederland heeft het initiatief genomen voor een extra kwaliteitszorgimpuls op
het levensgebied zingeving. Daartoe is de Reisgids levenskunst ontwikkeld als
handreiking voor management en cliëntenraden van zorginstellingen.
De reisgids is opgezet door Geert A.H. Beke van het gerontologisch onderzoeks-
en adviesbureau Beke & Netwerk, samen met Friso Teerink (beleidsmedewerker
VDZ Nederland) en Trees van Gennip (lid van de Stichting Vrije Levensloop Academie).
Tijdens twee expertmeetings is gekeken naar de inhoudelijke en methodische opzet.
Aan deze expertmeetings hebben deelgenomen: Daan Iken (M&A, Leiden), Ruud van
Doorn (ondersteuner cliëntenraden De Stromen, Rotterdam), Peter Meijs (algemeen
directeur Stichting De Kreite en Woningstichting St. Lambertus) en Jan van Mossel
(algemeen directeur Stichting Ewoud). Ook Marthijn Laterveer van de Landelijke
Organisatie Cliëntenraden was bij de totstandkoming van de Reisgids Levenskunst
betrokken. De Reisgids levenskunst is mogelijk gemaakt dankzij bijdragen van de
fondsen Stichting Sluyterman van Loo, Stichting RCOAK en de Bavo stichting
te Heemstede.
ontwerp: Studio VoetNoot, Utrecht
fotografie: Dick Groot Hulze, Joost Radstake, Maarten Radstake, Inge Stolwijk
tevens lid van het IOG-Netwerk en deelnemer van de Stichting Vrije Levensloop
Academie.
Meer info: www.bekenet.nl en www.vrijelevensloopacademie.nl
januari 2005
Werken aan het dagelijkse welbevinden
leidt tot succes als de oudere zelf zoveel
mogelijk kan sturen en daarover zo goed
mogelijke kan communiceren met zijn
omgeving.
En hier wringt nu juist de schoen, want in
welke mate worden zorgafhankelijke
ouderen in staat gesteld hun eigen regie
te voeren? Bestaat er in en rond zorg-
instellingen evenwicht tussen denken in
systemen” en “denken in individuen”,
zodat de oudere haast als vanzelf de
mogelijkheid geboden wordt om vorm
en zin te geven aan zijn eigen dagelijkse
leven, ondanks toenemende afhankelijk-
heid van zorg?
De gerontologie leert ons dat ouderen tot
op zeer hoge leeftijd de behoefte hebben
zich te ontplooien op alle levensgebieden,
ook op die van de sociale relaties, de
inspiratie en de zingeving. Veel van de
bestaande zorgsystemen schieten te kort
in de ondersteuning van deze levensge-
bieden, simpelweg omdat de indicatie-
stelling andere, functionele aanspraken
honoreert. Deze kritiek leeft maatschap-
pijbreed. Dat is af te lezen aan het steeds
nadrukkelijker vermijden van opname in
zorginstellingen en de toenemende vraag
naar mogelijkheden om zelfstandig te
blijven wonen. Tegelijkertijd neemt - met
name in de psychogeriatrie- de vraag toe
naar kleinschalige zorgvoorzieningen,
dicht bij mensen en zo “normaal”
mogelijk. Dat is in feite een vraag naar
zorg op menselijke maat, die het individu
ook op hogere leeftijd in staat stelt om zo
voordelig mogelijk partij te trekken van
de mogelijkheden die het leven en zijn
eigen persoonlijke omstandigheden hem
bieden. Deze omschrijving van het doel
van zorg op menselijke maat valt samen
Veel ouderen in en rond zorginstellingen hebben op de een of andere manier ondersteuning nodig. Het dagelijkse leven vraagt veelal extra energie van de oudere zelf en van zijn familie, vrienden en professionele ondersteuners. Het gaat daarbij niet alleen om zorg en de balans tussen gezond en ziek. In deze periode van zijn leven gaat de oudere samen met zijn omgeving op zoek naar evenwicht tussen onafhankelijkheid en afhankelijkheid, tussen sociale contacten en eenzaamheid, tussen privé en openbaar, maar ook tussen zelf doen en betutteld worden, tussen heden, verleden en toekomst, tussen zingeving en zinervaring.Iedere dag opnieuw is het een opgave voor de individuele oudere om te werken aan zijn eigen welbevinden. Het bijzon-dere is dat ieder mens voor zich weet en voelt wat dat welbevinden op dat moment inhoudt. Ieder mens weet namelijk wat goed voor hem is. En juist op dat punt is er vernieuwend denken in en rond zorginstellingen mogelijk.
met de definitie van “levenskunst”, het
begrip dat centraal staat in deze handlei-
ding in de vorm van een reisgids.
De menselijke maat komt bij zorgafhan-
kelijke ouderen tot stand in het directe
contact tussen degene die ondersteuning
verleent en degene die deze ontvangt.
Dat contact moet in een betekenisvolle
relatie plaatsvinden. Dat houdt in dat
daarin ook zaken die mensen belangrijk
vinden in het leven hun plek krijgen. Niet
voor niets missen heel veel ouderen -
maar ook ondersteuners - het gewone
praatje, de persoonlijke aandacht, het
gesprek van mens tot mens.
Vernieuwing in de zorgsector heeft lang
in het teken gestaan van meer vierkante
meters en integrale zorg en zich gericht
op de “harde kant” van zorgsystemen. De
benadering en de inbreng vanuit de
ouderen zelf is lange tijd onderbelicht
gebleven, ondanks de wetenschap dat
een zelfsturende oudere minder een
beroep zal doen op zijn omgeving. En dat
is op zijn zachtst gezegd zeer opmerkelijk
in een tijd waarin kosten en baten goed
in evenwicht met elkaar moeten zijn.
Directeuren kunnen zich uitgedaagd
voelen om op basis van bovenstaande
inzichten zorgvernieuwing in hun
organisatie in gang te zetten. VDZ
Nederland biedt hen een handreiking in
de vorm van deze Reisgids levenskunst.
Laat u uitdagen samen met ouderen en
ondersteuners één van de trektochten in
deze gids te maken. Doe zelf mee, daag
de cliëntenraad uit mee te doen en ga
samen op basis van gelijkwaardigheid op
zoek naar betere mogelijkheden van de
invulling van het dagelijkse leven, naar
de kunst van het leven.
Vernieuwend denken in plaats van indiceren
de menselijke maat van de levenskunst3
Het idee en de opzetIn en rond zorginstellingen wonen en
werken mensen die dag in dag uit samen
proberen het elkaar naar de zin te maken.
Het is een kunst om in moeilijke situaties
van het leven gelukkig en tevreden te
zijn. Iedereen weet dat “gelukkig zijn” iets
is waar je zelf voor moet zorgen en dat
een ander dat niet voor je kan doen. Wel
kunnen mensen elkaar daarbij helpen.
De Reisgids levenskunst die VDZ Nederland
heeft laten samenstellen is in eerste
instantie een handreiking aan manage-
ment en cliëntenraden van zorginstellin-
gen. In deze “anders dan andere” reisgids
wordt het leven van alledag in en rond de
zorginstelling gezien als een trektocht:
samen gaan groepjes ouderen, mantel-
zorgers, professionals en managers een
speciale reis maken, elkaar onderweg
helpend waar nodig. De trektochten
waaruit men kan kiezen hebben te maken
met onderwerpen die van groot belang
kunnen zijn om als individu gelukkig en
tevreden in en rond de zorginstelling te
wonen en te werken.
Wie op reis gaat, bereidt zich meestal
goed voor en haalt bij het reisbureau een
aantal reisgidsen. In dit geval bestaat uw
reisgids uit een aantal brochures:
• deReisgidslevenskunst,metalgemene
informatie,
• vierbrochuresdietrektochten
beschrijven:
1. trektocht Eigen leefstijl,
2. trektocht Succesvol zelfstandig
wonen,
3. trektocht Inspraak en persoonlijke
betrokkenheid,
4. trektocht Voorkomen van
eenzaamheid.
Daarnaast heeft u een map met “reis-
bescheiden”. Daarin treft u algemene
achtergrondinformatie aan en per
trektocht allerlei “voorbeeldwegwijzers”,
die onderweg te gebruiken zijn. Hoewel
elke trektocht zijn eigen voorbeeldweg-
wijzers heeft met specifieke inhoudelijke
accenten, is een groot aantal onderling
uitwisselbaar. De gebruiker zelf bepaalt
uiteindelijk of en hoe hij gebruikmaakt
van zijn map met reisbescheiden.
Voor een algemene indruk van de reis kan
men het beste eerst deze brochure
Reisgids levenskunst goed doorlezen. Hij
beschrijft het doel van deze speciale reis
en hoe de reis verloopt (of, als we de
reismetafoor even loslaten: inhoud en
methodiek van dit ontwikkeltraject).
Daarna kan men kiezen voor één van de
vier trektochten, die elk in een aparte
brochure beschreven zijn. De keuze hangt
af van de actualiteit die in en rond de
zorginstelling speelt. Heeft men besloten
een van de trektochten te maken, dan
bekijkt men ook de map met reis-
bescheiden die daarbij hoort.
Daarna begint het avontuur. Een trektocht
heeft per definitie iets avontuurlijks, iets
spannends. Er zijn in de map met
reisbescheiden mooie routes uitgezet en
de reizigers kunnen onderweg van alles
doen, maar het is aan hen zelf om te
bepalen waar zij van de route afwijken en
waar ze langer verblijven.
Een trektocht met de uitdaging om betekenisvolle relaties aan te gaanIeder mens is gedurende zijn gehele
leven van nature op zoek naar de zin van
het leven. Het leven is een zoektocht met
een telkens wisselende route, in een
telkens wisselende omgeving, met
telkens wisselende medereizigers,
meestal vanuit een zelfstandige woon- en
leefsituatie.
Bij toenemende zorgafhankelijkheid kan
de woon- en leefsituatie zich verplaatsen
naar de omgeving van een zorginstelling
of zelfs naar binnen de muren van een
zorginstelling. De natuurlijke zingeving
komt dan onder druk te staan, mede ten
Een reisgids die anders dan andere is
4
gevolge van functieverlies en verlies van
de oorspronkelijke sociale contacten.
Juist dan vereist levenskunst dat er
aandacht is voor de menselijke maat.
Daarom staat tijdens de trektochten het
principe van het aangaan van betekenis-
volle relaties met zichzelf en met anderen
centraal. Als de reiziger onderweg voelt
dat hij “lekker in zijn vel steekt”, weet hij
zeker dat de reis naar wens verloopt.
Een trektocht met de inzet van de eigen levenservaringOp de avontuurlijke reis van het leven
leert de mens met vallen en opstaan hoe
hij het beste kan leven. Daarbij gaat het
niet zozeer om eigen regievoering in de
betekenis van “beheersing”, maar veel
meer om zelfsturing van de totale
persoon in open communicatie met de
omgeving: “Kan ik het mezelf goed naar
de zin maken, zonder mijn eigen
identiteit te verliezen?”
In deze tijd van toenemende individuali-
sering ziet men steeds meer mensen hun
eigen levensreis bepalen, wat tevens
inhoudt dat er evenzoveel reisplannen
gemaakt en bijgesteld dienen te worden.
Als de reiziger ouder wordt, in de tweede
levenshelft belandt, zorgafhankelijker
wordt en in of bij een zorginstelling komt
te wonen, is een uitnodigende, kansrijke
omgeving in combinatie met eigen
mogelijkheden letterlijk van levensbe-
lang! Zijn eigen mogelijkheden kent juist
de oudere het best, vanwege de vele
ervaringen die hij opgedaan heeft. De
innerlijke drijfveer van iedere mens is om
deze ervaringen te gebruiken, maar dat
kan alleen als zijn omgeving wil luisteren
en meedenken.
De trektochten maken deze inzet van de
eigen levenservaring van iedere reiziger
mogelijk. Deze levenservaring zit in de
reiskoffer, niet als ballast, maar als
“verborgen talenten”, die op het juiste
moment en op de juiste plaats te
voorschijn gehaald kunnen worden.
Een trektocht met de inzet van ieders eigen, specifieke verantwoordelijkheidNatuurlijk heeft iedereen onderweg zijn
eigen specifieke verantwoordelijkheid. Of
het nu gaat om de trektocht die te maken
heeft met eenzaamheid, inspraak, eigen
leefstijl of succesvol zelfstandig blijven
wonen; het belangrijkste is dat een ieder
weet wat hij in zijn reiskoffer heeft
gestopt. Als er van alles in zit dat niet
gebruikt wordt, zal de reiziger zich op de
trektocht steeds ongemakkelijker gaan
voelen. En hij zal het merken, want hij
“steekt niet meer lekker in zijn vel”.
Op de trektochten worden de individuele
oudere reizigers uitgedaagd hun eigen
keuzes te maken en de ondersteuners –
zowel de mantelzorgers als de professio-
nals en de managers- worden uitgedaagd
te helpen om voor die keuzes een
kansrijke omgeving te bieden, ieder
vanuit zijn eigen positie en zoveel
mogelijk op zijn eigen manier.
Onderweg wordt voortdurend met elkaar
gesproken, op basis van gelijkwaardig-
heid en met respect en vertrouwen in
elkaar. Meestal spreekt men al reizende
met elkaar, maar soms moet men even
halt houden en rond de tafel gaan zitten.
Vier trektochten die anders dan andere zijnWerden er tot nu toe vooral systeemin-
strumenten ontwikkeld, de komende
jaren zullen er steeds meer instrumenten
ontwikkeld worden die rechtstreeks in
handen van de individuele zorgvrager
komen. Daardoor zal de gelijkwaardig-
heid tussen zorgvrager en zorgaan-
bieder toenemen, zal er een eind komen
aan de vele standaardpakketten die de
huidige instellingen aanbieden en zal er
een bepaalde mate van scheiding van
vraag en aanbod ontstaan, waarbij de
zorgvrager hoofdzakelijk zelf de keuzes
kan maken. Voor de managers van
zorginstellingen is het een grote uitda-
ging concepten te ontwikkelen waarbin-
nen de individuele zorgvrager een
centrale rol speelt. De keuze van de
trektocht kan daarbij helpen, iedere
trektocht heeft zijn eigen karakter.
reisgids levenskunst5
Oud worden is blijven groeienMevrouw Persoon: “De zuster die mij laatst
met het aankleden hielp, zat een beetje in
de put. Ik heb haar gelukkig wat op kunnen
beuren”.
Anders dan wat vaak gedacht wordt,
houdt oud worden nog steeds groei-
mogelijkheden in, met name op de
persoonlijke emotionele levenslooplijn.
Dit is overigens wel in tegenstelling tot de
neergaande fysieke levenslooplijn van de
mens. In onze samenleving kan de
groeipotentie van ouderen, die gemid-
deld na het 45ste levensjaar een extra
impuls krijgt en zeker door kan lopen tot
op hoge leeftijd, veel beter benut worden.
Uiteindelijk wordt iedereen daar beter
van:
• deouderezelf,wantdievoeltenweet
zich gewaardeerd, ook bij toenemende
ouderdom,
• dedirecteomgevingvandeoudere,
want die kan gebruik maken en leren
van ervaringen,
• desamenleving,wantdiezalminder
depressiviteit, isolement en burn out
tegenkomen.
In en rond zorginstellingen kan deze
groeipotentie ook veel beter benut
worden, door in plaats van het accent te
leggen op wat men niet kan, te kijken
naar wat men wel kan, en dat te stimule-
ren.
Het levensverhaal vertellen en verhelde-
ren kan de oudere mens helpen zijn
persoonlijke talenten te (her)vinden. Dit
wordt in de fase van toenemende
afhankelijkheid steeds belangrijker, want
allerlei levensgebieden, die onze
identiteit bepalen, komen steeds meer
onder druk te staan:
• hetlichaamendegeestgaanachteruit,
• heteigennetwerkvansociale
contacten kan afbrokkelen,
• materiëlezaken,zoalalswonen,kunnen
aanpassingen vereisen,
• hetkanmoeilijkerwordenomzelf
dingen te doen,
• entenslotteishetdevraaghoe
geïnspireerd men in het leven kan
blijven staan.
In het “met elkaar invullen” van het
dagelijkse leven van ouderen in en rond
zorginstellingen zullen keuzes gemaakt
moeten worden op deze levensgebieden.
Het ene levensgebied zal nog verbeterd
kunnen worden, het andere niet en dan
zal men er belang bij hebben te zoeken
naar compensatie op een ander
levensgebied.
Trektocht Eigen leefstijl - Het dagelijkse zoeken naar zinvolle
dagbesteding geeft ouderen levenslust.
- Professionals en anderen die met
ouderen zoeken naar wat hen “echt
beweegt” in het dagelijkse leven
ervaren werken als zinvol en leuk.
- Directies die zich laten uitdagen om
een luisterend oor te bieden aan
ouderen en medewerkers worden
gestimuleerd om een organisatie te
leiden met minder regels en meer
dynamiek.
Trektocht Succesvol zelfstandig wonen - Het individuele netwerk van de
afzonderlijke oudere en zijn eigen regie
daarbinnen vormen dé uitgangspunten
voor professionele en niet-professio-
nele ondersteuning.
- De ondersteuning van en in het
individuele netwerk geschiedt vanuit
een goed georganiseerd en op de
vraag gericht zorg- en dienstennet-
werk.
Trektocht Inspraak en persoonlijke betrokkenheid - Er wordt gekeken naar mogelijkheden
van ouderen in plaats van naar hun
tekorten.
- De ouderen worden uitgedaagd een
volwaardige bijdrage te leveren aan
hun eigen dagelijkse leven.
- De omgeving staat open voor de stille,
sterke kant van de ouderen.
Trektocht Voorkomen van eenzaamheid - Het gaat om de eigen beleving van de
reizigers.
- Men herkent en kent eenzaamheid en
raakt daardoor bij elkaar betrokken.
- Men helpt elkaar bij het omgaan met
eenzaamheid.
Belangrijke bagage voor onderweg
6
Onderzoek bij ouderen laat zien dat de
levensgebieden “sociale relaties” en
“inspiratie en waarden” steeds belangrijker
worden en uiteindelijk bepalen of het
leven nog als zinvol ervaren kan worden.
De trektochten bieden de mogelijkheden
juist op deze levensgebieden met elkaar
op een positieve en individuele manier te
werken.
De mens en zijn omgevingDe heer Van Wijk: “Mijn dochter doet heel
veel voor mij en ze bedoelt het hartstikke
goed, maar tegelijkertijd merk ik dat ik toch
meer zelf over allerlei zaken wil beslissen.”
Ieder mens is in eerste instantie zelf
verantwoordelijk voor de vorm- en
zingeving van zijn dagelijkse leven. Men
zet daarvoor allereerst zijn eigen
stuurvermogens en talenten in en
probeert - idealiter - van daaruit met de
omgeving te communiceren. Het proces
dat zich afspeelt tussen de persoon en
zijn omgeving is een dynamisch proces
van elkaar uitdagen, ruimte zoeken en
bieden, gezamenlijk toetsen en zich laten
beïnvloeden. In de tweede, afhankelijke
levensfase van de mens is het soms nodig
extra aandacht te besteden aan de kunst
van het “interactief je eigen levensloop
ontwerpen”. Het gaat erom dat de
persoon en de omgeving er samen achter
komen wat de juiste invulling voor dát
moment is.
Het zoeken naar de juiste balans in
samenwerking en samenhang met de
directe omgeving is een belangrijk aspect
bij het inzetten en benutten van de
stuurvermogens van zorgafhankelijke
ouderen op deze groeilijn. Als de
omgevingsdruk te groot is, raakt men in
de stress of wordt men apathisch;
anderzijds vervalt men in gevoelens van
zinloosheid als de omgevingsdruk te laag is.
De omgeving omvat niet alleen het
individuele sociale netwerk van de
oudere, maar ook bijvoorbeeld de
zorginstelling, de wijk, de gemeente of
het land.
Alle omgevingen hebben hun eigen
dynamiek en accenten en daarom is vaak
zo moeilijk voor de oudere om de balans
te vinden:
• hijzelfheeftzijneigenstuurvermogens,
zijn (verborgen) talenten;
• zijnsocialenetwerkheeftzijneigen
ideeën en behoeften;
• zijnomgeving“verderweg”(de
gemeente, het land ) heeft allerlei wet-
en regelgeving met mogelijk
belangrijke invloed op zijn leven.
Dit alles maakt de dagelijkse zoektocht
naar de balans in het eigen leven tot een
ingewikkeld, dynamisch proces, dat grote
stuurkunst van alle partijen vraagt.
De kiezende oudere in een kansrijke omgevingMevrouw Den Anker: “De zusters vinden het
belangrijk dat ik zoveel mogelijk zelf doe
wat ik zelf kan en daar praten we dan over.
Soms vind ik dat vervelend, maar uiteinde-
lijk geeft het me wel veel voldoening.”
Eén van de belangrijkste pijlers van de
trektochten is het hanteren van het
principe dat de kern van het zorgsysteem
eruit moet bestaan dat ouderen zelf
kunnen kiezen hoe zij hun leven invullen.
De zelfsturend kiezende oudere kan dat
alleen in communicatie met een kansrijke
omgeving.
Zelfsturend kiezen wil zeggen dat men
als totale persoon zélf het initiatief neemt
om een zinvolle leefsituatie voor zichzelf
te ontwerpen.
Communicatie met een kansrijke
omgeving betekent dat men zo gelijk-
waardig mogelijk samen met anderen
zoekt naar betere mogelijkheden van de
invulling van het dagelijks leven als de
bestaande situatie niet meer voldoet.
Als binnen het zorgsysteem de oudere
zélf op deze wijze in het leven wil staan
en als zorgaanbieders zó naar de oudere
willen kijken, is de kans groot dat de
zorgafhankelijke oudere het leven nog als
zinvol en de moeite waard blijft beschou-
wen, ook als hij ernstig chronisch ziek is.
Alvorens aan één van de trektochten te
beginnen, is het van belang dat men zich
realiseert dat er fikse belemmeringen
bestaan in de omgeving van de ouderen.
• Oudwordenheefteenslechtimagoin
de samenleving; waar men denkt dat
hoogbejaarde mensen niet veel meer
zelf kunnen en daardoor sterk afhanke-
lijk zijn of worden.
• Debasishoudingvanveelmensen,dus
ook van ouderen, is sowieso dat men
zich afhankelijk van anderen opstelt.
• Belemmeringentreffenweookaanin
de systemen van veel organisaties.
Allerlei effecten zijn daarvan bekend:
eenmaal per week op een vaste tijd
douchen, de thuiszorg medewerker
heeft een specifieke taak en mag niet
gewoon een half uurtje “sociaal bezig
zijn”, het zorgproduct valt onder de
thuiszorgorganisatie, maar een
activiteitenproduct valt weer nergens
onder.
De kiezende oudere in een uitdagende omgevingEen oudere die in een zorginstelling
woont of er diensten afneemt heeft
belang bij een uitdagende omgeving,
gericht op het weer bewust maken van
zijn eigen stuurvermogens en daarmee
op versterking van zijn eigen
zelfstandigheid.
De omgeving wordt vooral bepaald door
zijn individuele netwerk, waarvan
natuurlijk zijn familie, vrienden en buren
deel uitmaken, maar ook personen uit de
zorginstelling(en). Belangrijk is niet alleen
het behoud van zijn individuele netwerk,
maar ook de herkenbaarheid en het
persoonlijke karakter ervan.
Daarom zou met name de eerst-verant-
woordelijke verzorgende (EVV’er
intramuraal) en de contactpersoon
reisgids levenskunst7
(coördinator extramuraal) deel kunnen
gaan uitmaken van dat individuele
netwerk, als de oudere dat wenst. De rol
van deze professionals is dan gericht op
de ondersteuning van de oudere bij het
(her)vinden en gebruiken van zijn eigen
talenten en de communicatie daarover
met de anderen.
In de trektochten wordt een versterkend
effect van dit proces gezocht in het
hanteren van het principe van de
lotgenotengroep. Ouderen die min of
meer in dezelfde situatie verkeren en
samen op trektocht gaan, versterken
met elkaar hun eigen kracht en
mogelijkheden.
In de directe contacten met de ouderen,
zowel individudeel als in groepsverband,
wordt gezocht naar praktische oplossingen
van knelpunten, waarbij de belangrijkste
doelstellingen zijn:
• deoplossingmoetminstensvooreen
deel door de betrokkene zelf
aangedragen zijn;
• hetactiepuntishaalbaar;
• hetactiepuntiszinvol,watbetekent
dat het dat de oudere een tevreden
gevoel geeft.
In de lotgenotengroep hoeft men niet het
verschil tussen zichzelf en de anderen te
verdoezelen. Tijdens de trektocht vindt er
tussen de deelnemers een onderling
proces plaats: je maakt verbinding met de
ander, ontdekt jezelf daarin nog beter en
geeft “het beste in jezelf” door aan de
ander.
Een trektocht met een ultiem doelDeze reisgids werkt een aantal trektoch-
ten uit. Elke tocht start met reizigers die
vanuit eigen motivatie actief mee willen
doen. De dragende beginsels zijn dat
men zelf aan de slag gaat, dat er vertrou-
wen is in blijvende groei van mensen en
er dialoog plaatsvindt met respect voor
ieders eigenheid en ervaringskennis.
De verschillende soorten deelnemers aan
de trektochten hebben ieder hun eigen
doel.
• Voordeouderenzelfbestaathet
“ultieme” doel van het trektocht uit:
het scheppen van een veilig sociaal
klimaat, waar men kan zijn wie men is,
voor en met elkaar.
• Voordeprofessionelemedewerkersen
de directie is het einddoel vooral:
een keten van aandacht voor en
herkenning van het zo belangrijke
thema levenskunst en van interventie
op dat gebied. De keten staat voor een
samenhangend en betrouwbaar
geheel.
De ‘gouden’ driehoekBij trektochten geldt een maximale doe-
het-zelfbenadering van alle reizigers bij
de minder concrete zaken. Dat zijn de
zaken die buiten de concrete zorg- en
dienstverlening liggen waarop men
gewend is in zorginstellingen het accent
te leggen. Centraal in deze unieke
reisformule staat de zogenaamde
“gouden driehoek”, waarbinnen het
proces van communicatie en zelfsturing
plaatsvindt: interactief je eigen dagelijkse
leven ontwerpen en vormgeven.
De oudere
De (semi) professional De directie
In de leefsfeer in en rond de zorginstelling
kan dat dagelijkse ontwerpen niet zonder
de directe betrokkenheid en motivatie
van de oudere zelf, de (semi-)professio-
Een unieke reisformule
8
nele medewerker (waarmee hier ook
mantelzorger bedoeld wordt) en de direc-
tie.
Tijdens de trektocht houdt de gouden
driehoek in dat de deelnemers ervarings-
kennis en kennis afkomstig uit weten-
schap en beleidsnotities zo gelijkwaardig
mogelijk met elkaar uitwisselen, ieder
vanuit zijn specifieke verantwoordelijk-
heid. Voor ieder mens geldt dat hij –hoe
afhankelijk ook- kan beschikken over zijn
eigen dag, zijn eigen “logboek”. Zingeving
en levenskunst hebben alles met elkaar te
maken. Binnen zorginstellingen houdt
levenskunst in dat men zelf mogelijkhe-
den heeft om de organisatie aan te
sturen.
Speciale trajectenTijdens deze “anders dan andere”
trektochten legt men zowel gezamenlijk
als individueel een traject af. Van het
begin af aan is ieder samen met anderen
actief bezig om reisplannen te ontwerpen.
Van de deelnemers aan de trektochten
wordt dan ook verwacht dat zij persoon-
lijk betrokken willen zijn en die betrok-
kenheid samen met anderen willen uiten
en dat zij bovendien willen werken aan
hun eigen persoonlijke ontwikkeling.
Iedereen die daarin geïnteresseerd is kan
dan meedoen.
a. Voorbereiding: wil de zorginstelling
op reis en wie doen er mee?
Voorafgaand aan iedere trektocht
kijken managers en/of bestuurders
samen met cliëntenraden en medewer-
kers of men echt gemotiveerd is en dus
bereid is de noodzakelijke voorwaar-
den te scheppen. Dan wordt gekeken
wie er allemaal mee op trektocht gaan.
b. Het eerste deel van het traject: het
verkennen van deze specifieke
trektocht, om zich er een beeld van
te vormen
Dit deel van het traject houdt in: samen
praten over de dingen die men
onderweg tegenkomt en vooral ook
daarvan alvast genieten. Wat stellen we
ons voor onderweg te doen en kunnen
we met elkaar aangeven welke
gezamenlijke ontdekkingstochten we
belangrijk vinden? Waar zit de uitdaging?
De reizigers worden aangesproken als
eigenaar van de eigen levensloop .
c. Het tweede deel van het traject:
plannen ontwerpen
Samen maken we enkele reisplannen
en kijken we hoe ze uitgevoerd kunnen
worden. De reisplannen worden
vertaald in concrete routes met
pleisterplaatsen; proeftrajecten worden
uitgeprobeerd en aan het einde van
deze planfase goed nagesproken.
d. Het derde deel van het traject:
uitvoering van de plannen
We gaan op trektocht, genieten van de
reis en kijken of anderen mee willen.
De nieuwe manier van reizen wordt
definitief ingevoerd en na verloop van
tijd wordt nog eens bekeken of het
allemaal goed gaat.
Gesprekken onderwegOnderweg zal veel met elkaar gesproken
moeten worden, want telkens bepaalt
men samen hoe de reis verder gaat. De
kern van een “goed gesprek onderweg” is
gelijkwaardige uitwisseling van kennis en
ervaring van alle reisgenoten.
Doel en manieren van met elkaar in
gesprek gaan verschillen per traject. De
werkwijze heeft veel weg van een
trechter: een breed uitwaaierend eerste
traject, dat zich langzaam versmalt naar
het tweede en zich dan toespitst op het
concreet te bereiken reisdoel. Deze
processen vragen veel energie, stuurmans-
kunst en goede onderlinge communica-
tie. De directie en de cliëntenraad worden
aangeraden om voorafgaand aan de
trektocht een goede inschatting te
maken van mogelijke succes- en
faalfactoren.
Het gebruik van de reisgids Voor elke trektocht is het voorwaarde dat
de zorginstelling één of meer reisleiders
aanstelt. Het spreekt voor zich dat deze
reisleider de “taal” van de trektocht
spreekt. De reisgidsformule gaat er vanuit
dat zorginstellingen voldoende kennis en
kwaliteit in huis hebben na het lezen van
de algemene reisgids, de overzichten van
de trektochten en de map met reisbe-
scheiden, om een gekozen trektocht te
starten. De gemiddelde duur van een
trektocht is ruim tien maanden, opge-
deeld in drie grote stukken van gemid-
deld ieder drie maanden:
• defasevandebeeldvorming,
• degezamenlijkeontwerpfaseen
• degezamenlijkereis-of
implementatiefase.
reisgids levenskunst9
De reisleider kan zich laten ondersteunen
door een kerngroepje, bestaande uit
reizigers. Samen zetten zij -telkens in
overleg met alle reizigers- het nieuwe
stuk uit van de trektocht. Daarnaast is het
wenselijk om onderweg verslagen te
laten maken door één of twee reizigers,
zodat het proces van de trektocht goed
gevolgd kan worden.
Mogelijke specifieke doelgroepen per trektochtEr zijn geen beperkingen aan wie er mee
willen en kunnen doen aan een trektocht.
Het is zelfs zeer aan te bevelen ervoor te
zorgen dat de trektocht ondernomen
wordt met groepen van binnen en buiten
de zorginstelling, zodat er voldoende
inspiratie en blikverruiming kan ontstaan.
Om het toch enigszins praktisch te maken
staat hieronder een aantal
keuzemogelijkheden.
Map met reisbescheidenBij elke trektocht hoort een map met
reisbescheiden. De volledige map met
reisbescheiden bestaat uit:
• dealgemenedocumentatiewegwijzer
en de reisthermometer,
vervolgens specifiek per trektocht:
• eendocumentatiewegwijzer,
• wegwijzersofdraaiboeken,
• inspiratiewijzers,
• voorleesimpressies.
De wegwijzers of draaiboeken zijn als
optie bedoeld; u kunt naar eigen inzicht
op trektocht gaan. Met de zogenaamde
“reisthermometer” kan iedere reiziger
tijdens de reis “meten” hoe het staat met
zijn eigen motivatie op dat moment.
Voordat men op trektocht gaat, dient
deze Reisgids levenskunst goed gelezen en
met elkaar besproken te worden, want
hierin staat het centrale gedachtegoed
dat aan de basis ligt van elke “anders dan
andere” trektocht.
Hoewel de reisgidsen in eerste instantie
bedoeld zijn voor gebruik in en rond
zorginstellingen, zijn met enige creativi-
teit deze gidsen ook te gebruiken in
‘opener’ situaties, waarin ouderen zich
bevinden, zoals in het kader van de
Thuiszorg en het Ouderenwerk.
Trektocht Trektocht Trektocht Trektocht
Eigen Leefstijl Succesvol Zelfstandig Inspraak persoonlijke Voorkomen van eenzaamheid
Wonen betrokkenheid
Reizigers Reizigers Reizigers Reizigers
Uit een of meer Uit visiteclubs, Uit cliëntenraden Uit de zorginstelling
afdelingen als geheel
Uit dienstencentra, Uit andere
Uit kleinschalige medezeggenschapsorganen Uit aanleunwoningen
woonvormen Uit de dagverzorging,
Uit huiskamers Uit gespreksgroepen Uit belangenorganisaties Uit een of meer
van ouderen afdelingen
Uit aanleunwoningen Uit deelnemers aan
wijk- en buurtgesprekken Groepjes uit verschillende
zorginstellingen
Individuele ‘losse’ reizigers Uit kerkelijke verbanden
binnen de instelling
10
Gebruikt studiemateriaalVoor de samenstelling van deze reisgids is
gebruik gemaakt van o.a. de ervaringen
van Beke & Netwerk in de navolgende
specifieke ontwikkeltrajecten, die allen
tussen 2000 en 2004 hebben plaatsge-
vonden:
• dewijkgerichtereistrajectenSenioren-
BuurtNetwerk en Succesvol zelfstandig
wonen; in respectievelijk Vlaardingen
(wijk Ambacht) en Rotterdam
(IJsselmonde wijk Hordijkerveld);
• hetHaagseestafettetrajectinzes
zorginstellingen Eenzaam? Wat doe ik
er aan?; in de Ametisthorst, Centrum
Carel van den Oever, Tabitha,
Wijndaelercentrum, Loevestein en
Duinrust;
• hetbungalowwonentrajectEigen
Leefstijl in het Zorgcentrum De
Meerpaal, Vlaardingen;
• deontwikkeltrajectenZinvolle
Dagbesteding en KOKO ( Kiezende
Oudere in de Kansrijke Omgeving ),
Vragen Staat Vrij en Samen bouwen
aan zelfstandig wonen; in respectie-
velijk Stichting De Stromen
(Rotterdam), Stichting ZorgCompas
en Stichting KVV
Daarnaast is gebruik gemaakt van andere
ervaringen en projecten die hebben
plaatsgevonden binnen het Rotterdams
Forum Communicatie en Zelfsturing
Ouderen en binnen het IOG-Netwerk
(Interactief Ontwerp Gerontologie). Vanaf
juni 2004 is veel van het ontwikkelde
instrumentarium en het gedachtegoed
ondergebracht in de Stichting Vrije
Levensloop Academie.
LiteratuurAndreoli, P. ‘Het actuele welbevinden, baken voor de zorg- en welzijnssector’.
In Geron 3-4, pag. 60-68 (2001)
Baart, A. Een theorie van de presentie. LEMMA, 2003
Baltes, P. Baltes, P. en K.U. Mayer (eds.), The Berlin Aging study.;
University Press, Cambridge, 1999
Beke, G.A.H. Intimiteit in de hoge ouderdom. Thesis master of arts in gerontology
Inhoud trajectDe reisleider en de kerngroep zijn en
blijven de stimulerende en voorwaarden-
scheppende krachten in dit traject.
Enerzijds wordt het doel van de trektocht
weer teruggekoppeld naar de samenwer-
kende organisaties en anderzijds gaan
betrokken reizigers verder oefenen met
de routeplanner van de individuele
ouderen. Ook de rol van de persoonlijke
begeleider dient meer in beeld te komen:
zowel de individuele ouderen als de
samenwerkende organisaties hebben een
klankbord nodig.
Eerste stap van het ontwerptraject zie wegwijzer Succesvol zelfstandig wonen 7
De posters uit de stamtafelgesprekken 3
dienen als inspiratiebron voor de tweede
werkconferentie voor alle “touroperators”
en hun achterbannen. Belangrijk is dat
alle betrokkenen ervaren dat het gaat om
de thema’s en onderwerpen die de
individuele ouderen zelf belangrijk
vinden. Criteria voor deze thema’s zijn
dat zij:
• zondermeervanbelangzijn;
• uitermategeschiktzijnom
gelijkwaardig uit te wisselen;
• eenberoepdoenopieders
stuurvermogen en persoonlijke groei.
De betrokken partijen, en dan vooral de
aanwezige directies en managers, kijken
naar de deeltrajecten in deze trektocht en
de daaraan gekoppelde thema’s. Verder
wordt iedereen weer even bijgepraat.
Belangrijk agendapunt is ook het creëren
van een soort “vrijplaats” waarbinnen het
gezaenlijke ontwerpen verder kan gaan.
De randvoorwaarden - onder andere voor
de facilitering- zullen besproken en
vastgelegd dienen te worden in een
samenwerkingsovereenkomst tussen alle
betrokken partijen.
Tweede stap van het ontwerptraject zie wegwijzer Succesvol zelfstandig wonen 8 Vervolgens start het echte ontwerpen:
gezamenlijk wordt de individuele
routeplanner ontworpen.
De individuele oudere en zijn netwerk
gaan oefenen met het omgaan met de
routeplanner en de ondersteunende
De plannen ontwerpen
Doel Plannen ontwerpen om met elkaar
concreet te werken aan succesvol
zelfstandig wonen.
Tijdsspanne Ongeveer drie maanden
Acties Vier bijeenkomsten:
- werkconferentie 2
- drie gespreksbijeenkomsten over de
routeplanner
Wegwijzer Succesvol zelfstandig wonen
7 en 8
30
organisaties gaan oefenen met het
inrichten van een kansrijke omgeving
voor de routeplanner.
Verder is het van belang dat:
a. er meer ouderen, mantelzorgers,
vrijwilligers en professionele zorg- en
dienstverleners mee gaan doen;
b. de ideeën en plannen zelfsturend en
op eigen initiatief worden bedacht en
uitgevoerd;
c. de ideeën en plannen klein, simpel en
eenvoudig zijn, zodat ze gemakkelijk
uitgevoerd kunnen worden.
Net als bij de stamtafelgesprekken in het
traject “de beelden verkennen” wordt ook
nu weer de stilzwijgende, ervaringskennis
van iedere deelnemer zo gelijkwaardig
mogelijk uitgewisseld. Tegelijkertijd
wordt deze ervaringskennis geplaatst
naast de vakkennis van de professionele
zorg- en dienstverlener (die in nota’s,
protocollen, studies en dergelijke is
vastgelegd).
In deze ontwerpfase wordt er al op zeer
kleine schaal op verschillende niveaus
voor gezorgd dat men met elkaar leeft.
Hoe ouderen, mantelzorgers, vrijwilligers
en professionele zorg- en dienstverleners
met elkaar omgaan is minstens zo
belangrijk voor het realiseren van een
goed ontwerp, als de kwaliteit van de
inhoudelijke input.
Na een proef van enkele maanden kan
bekeken worden in hoeverre de ontwerp-
acties meerwaarde hebben of verdere
uitwerking behoeven en kansen beter
benut zouden moeten worden. In dat
kader wordt tevens gekeken naar
ondersteuning en toerusting.
Inhoud traject Bij de invoering van de plannen wordt de
reis vervolgd. In dit traject worden de
werkwijze met de routeplanner en de
inrichting van het individuele netwerk
concreet zichtbaar gemaakt in het
extramurale beleid en goed, transparant
en zo breed mogelijk in de achterbannen
verspreid.
Natuurlijk kan er tijdens het reizen
gekozen worden voor aanpassingen van
de route, voor langere rustpauzes, voor
totale wijzigingen van de route en
dergelijke meer. In bepaalde situaties zal
de trektocht weer even terug kunnen
gaan naar de fasen van het beelden
verkennen of plannen ontwerpen.
De samenwerkende organisaties - de “
touroperators”- proberen nu op formele
wijze het beleid met elkaar te bepalen en
vast te leggen. Geadviseerd wordt dit te
doen op de volgende drie beleidsvelden:
1. de routeplanner en het gebruik van het
individuele netwerk,
2. de (semi-)professionele ondersteuning,
met name door inzet van de
persoonlijke begeleider,
3. de formele samenwerking op beleids-
niveau.
Voortdurende terugkoppeling van beleid
naar de zorgafhankelijke oudere in de
wijk is noodzakelijk om de onderlinge
communicatie levendig te houden.
trektocht succesvol zelfstandig wonen
De invoering van de plannen
Doel Gezamenlijk succesvol zelfstandig wonen mogelijk maken.
Tijdsspanne Drie maanden en daarna.
Acties Diverse bijeenkomsten op het niveau van de beleidsmakers en de uitvoering
Inspiratiewijzer Succesvol zelfstandig wonen 9
31
intimiteit daag elkaar uit
ouderen gaan ermee op reis
trektocht
inspraak enpersoonlijke betrokkenheid
Er zijn vijf “rechten” die van groot belang
zijn op de trektocht Inspraak en persoon-
lijke betrokkenheid van ouderen in en
rond zorginstellingen:
1. recht op het vervullen van een
volwaardige rol in het eigen zorgproces,
ook bij toenemende afhankelijk heid en
afnemende regiefunctie;
2. recht op ondersteuning van de
intimiteit: privacy, levensstijl, geborgen-
heid, psychische en fysieke
vertrouwelijkheid;
3. recht op zodanige sociale, medische en
paramedische ondersteuning, dat men
zijn dagelijks leven als zinvol kan
ervaren;
4. recht op een eigen dagritme en op wat
men daaraan zelf kan bijdragen;
5. recht op eigen contacten.
Deze “anders is andere” trektocht vraagt
van de initiatiefnemers (directie en
cliëntenraad) een extra reflectie vooraf,
die uitgaat van het gegeven dat op dit
moment de organisatie teveel de motor
is: het systeem is maatgevend en
dwingend. Mede daardoor is er vaak geen
betrokkenheid van de individuele oudere .
1. De belangrijkste vraag die de cliënten-
raad zichzelf zou kunnen stellen, luidt:
“Waarmee wil de raad zich bezighou-
den? Consumeert de raad alles wat de
omgeving hem aanreikt, wat vaak
betekent dat de raad mij vooral richt
naar de onderwerpen die de directie
voorlegt? Of besluit de raad zich vooral
bezig te houden met onderwerpen die
onze oudere zorgvragers bezig houden
en te harte gaan?”
2. De belangrijkste vraag die de directie
zichzelf kan stellen, luidt:
“Hoe wil ik als bestuurlijk eindverant-
woordelijke met de medezeggenschap
in mijn organisatie omgaan? Wil ik
vooral mijn energie stoppen in het
formeel uitvoeren van de Wet op de
medezeggenschap? Of richt ik me meer
op de onderwerpen die de cliënten-
raad mij aanreikt?”
3. De belangrijkste vraag die de leiding-
gevenden zichzelf in dit kader kunnen
stellen luidt: “Welke ruimte binnen de
organisatie krijgen wij samen met de
medewerkers om ons vooral te richten
op de directe betrokkenheid van de
zorgafhankelijke ouderen en wat voor
consequenties heeft dat in de
dagelijkse praktijk?”
Voorafgaand aan deze trektocht is het
nodig om de Reisgids levenskunst te lezen.
Het is verder aan te raden dit voorbeeld
van de trektocht eerst volledig door te
lezen om daarna te kijken hoe u er zoveel
mogelijk op eigen wijze invulling aan zou
kunnen geven.
Vervolgens, om u nog concreter op weg
te helpen, treft u in de map met reis-
bescheiden Inspraak en persoonlijke
betrokkenheid een grote hoeveelheid
achtergrondinformatie en draaiboeken
aan. De wegwijzers zijn voorbeelden van
concrete draaiboeken met tijdschema’s
en activiteiten. In een aantal situaties, met
name tijdens het ontwerptraject en het
invoertraject is de eigen, specifieke
invulling van de betreffende organisatie
gewenst. Om die reden zijn sommige
wegwijzers geen draaiboeken, maar
“inspiratiewijzers”.
Tijdens de trektochten wordt er veel met
elkaar gesproken. De gesprekken zijn
vooral interactief en informeel, want een
gesprek is tenslotte geen vergadering.
Voorop staat het principe van de
“ontmoeting” en daarvoor is een infor-
mele, gezellige omgeving, waar men zich
zo ongedwongen mogelijk kan gedragen,
erg belangrijk. De duur van deze ge-
spreksbijeenkomsten wordt afgestemd
op de draagkracht van de aanwezigen,
met name de ouderen.
Op de trektochtbijeenkomsten worden
“reisopdrachten” gegeven, die uitgevoerd
worden voor de volgende bijeenkomst,
zodat men al meteen in de dagelijkse
praktijk op avontuur kan gaan.Bij deze
trektocht staat meestal het spoor van zelf-
reflectie en eigen ervaring voorop in de
reisopdrachten. Het spreekt voor zich dat
men zelf bepaalt of er onderweg nog
extra ontmoetingsbijeenkomsten nodig
zijn. Als het gaat om de methodische
kant, is het aan te raden veel in
gemengde, kleine groepjes te werken.
Citaten uit het gastenboek
Mevrouw Kijkduin schrijft:”Ik ben trots
op dat beetje wat ik zelf nog kan en dus
wil ik dat behouden!”
Meneer Vlag schrijft: “Ik kan veel zelf
doen en ook soms beter dan de
professionele hulpverlener, dan doe je
dat toch?”
Mevrouw Zegers schrijft: “Ieder mens
weet toch uit ervaring wat goed voor
hem is, of niet soms? Regel daarom dat
‘ene ding’ dat je niet zelf kan en regel de
rest zelf”.
Meneer Singel schrijft: “Ik probeer altijd
heel persoonlijk te zijn als een zuster mij
komt helpen met aankleden. Ik ben
tenslotte geen etalagepop die aange-
kleed wordt, toch?”
Algemeen
34
Op deze trektocht gaan cliëntenraden en
andere medezeggenschapsorganen die
zich direct betrokken weten bij zorg-
afhankelijke ouderen, samen met anderen
op zoek naar inspraak en persoonlijke
betrokkenheid bij het dagelijkse leven.
Deze “anders dan andere” trektocht
vraagt van de reizigers dat zij vooral
kijken naar de mogelijkheden van ouderen
en niet naar hun tekorten. Ook zijn zij zich
bewust van het feit dat ook ouderen in
een gehospitaliseerde omgeving graag
een volwaardige bijdrage wensen te geven
aan hun dagelijkse leven.
Alle deelnemers die meegaan op deze
trektocht Inspraak en persoonlijke betrok-
kenheid nemen daarom twee bijzondere
“gespreksthema’s” mee in hun reiskoffer,
die telkens ingezet zullen worden tijdens
de bijeenkomsten onderweg.
Intimiteit in de hoge ouderdomDe concrete beleving van intimiteit is
voor ieder mens bepalend voor een
zinvol en gelukkig bestaan. De geronto-
loog Beke (1997 ) spreekt in dit kader over
het belang van intimiteit in de hoge
ouderdom: intimiteit is de hoogste mate
van vertrouwelijkheid met zichzelf en in
de relatie tot de ander, die ontstaat op het
moment dat hij zichzelf kan zijn in zijn
persoonlijke leefgebied.
Intimiteit omvat:
• privacy,
• geborgenheid,
• leefstijl,
• fysiekevertrouwelijkheid,
• psychischevertrouwelijkheid.
Het eigen huis dient daarbij als de veilige
basis, waar de mens zich geborgen weet
en van waaruit hij de wereld om hem
heen tegemoet treedt. In de zorgafhanke-
lijke levensfase betekent dit dat de
oudere in de zorginstelling zijn eigen
“thuis” heeft. De woonomgeving dient
daarvoor niet alleen voldoende privacy te
bieden aan haar bewoners, ook een sfeer
van geborgenheid waarin men zijn eigen
leefstijl kan uiten is belangrijk. Bovendien
hebben mensen behoefte aan een grote
mate van vertrouwelijkheid in de
zorgondersteuning door anderen.Samen
betekent dit dat inspraak en persoonlijke
betrokkenheid op de eigen woon- en
leefomgeving een “must” is.
Een persoonlijk leefgebied is letterlijk
ruimte, maar ook de figuurlijke ruimte om
blijdschap of verdriet te tonen. We weten
dat de concrete beleving van die ruimte
in belangrijke mate bepaald en gestuurd
wordt door de persoon zelf. In de
zorginstelling treedt men letterlijk en
figuurlijk gemakkelijk in iemands
persoonlijk leefgebied. Vandaar dat zowel
fysieke als psychische vertrouwelijk
tussen de oudere en éénn of meer
mensen in zijn omgeving van wezenlijk
belang is.
Daag elkaar uit door te blijven vragenDit geldt voor ouderen, mantelzorgers,
vrijwilligers, professionals en directie.
Bij het vragen put de mens vooral uit
eigen kennis en levenservaring en ieder
kan ervan uitgaan dat de vrager weet wat
bijdraagt aan zijn eigenwaarde en wat
daaraan afbreuk doet.
trektocht inspraak en persoonlijke betrokkenheid
In de reiskoffer
35
• Vragenvanuitonderlingvertrouwenen
respect.
• Vragenvanuitgelijkwaardigheid.
• Vragendiezichvooralbevindeninde
context van de vijf “rechten” van
zorgafhankelijke ouderen.
Binnen de zorginstelling leeft de
zorgafhankelijke oudere in een sterk
geprofessionaliseerde zorg- en diensten-
omgeving. Veelal is er in deze geïnstituti-
onaliseerde omgeving allerlei professio-
nele kennis aanwezig over wat goed is
voor de zorgafhankelijke oudere, van
waaruit men zich zeer verantwoordelijk
voelt voor het welbevinden van de
ouderen.
In de dagelijkse praktijk van zorginstel-
lingen probeert men de balans tussen
wat de oudere wenst en wat de organisatie
kan bieden te vangen onder de noemer
“vraaggericht werken”, een term en
benaderingswijze vanuit de professional
en minder vanuit de oudere.
Om de balans te zoeken en te vinden
tussen de ervaringskennis van de oudere
en de vakkennis van de professional kan
men gebruik maken van het individuele
vermogen tot communicatie en zelf-
sturing. Cliëntenraden kunnen hier de
koers uitzetten namens alle individuele
ouderen.
Speciale reisvoorwaardenDeze trektocht Inspraak en persoonlijke
betrokkenheid kan alleen succesvol
plaatsvinden als er een tijdelijke “vrij-
plaats” gecreëerd wordt, van waaruit
directie, management en leidinggevenden
en cliëntenraad zonder allerlei formele
verplichtingen ten opzichte van elkaar op
weg kunnen gaan. Om de formele relatie
te waarborgen gedurende deze trektocht
is het raadzaam een “dagelijks bestuur
medezeggenschap trektocht” te
benoemen, waarmee enkele overlegver-
gaderingen worden gepland. Tegelijkertijd
wordt vastgesteld welke formele zaken er
in het dagelijks bestuur besproken
worden.
De reizigers die meegaan op deze
trektocht komen in eerste instantie uit de
drie geledingen die samen het beleid van
de organisatie uitstippelen:
• dedirectie,
• decliëntenraad,
• demanagersenleidinggevenden.
Naast de reizigers uit deze geledingen
kunnen zich ook individuele ouderen,
mantelzorgers, vrijwilligers en medewerkers
aanmelden voor de trektocht.
• Deeindverantwoordelijkheidberust
bij de bestuurder of de directie van
de instelling, die tevens optreedt als
reisleider.
• Decliëntenraadkrijgtvoordeduur
van dit traject een eigen
“ondersteuner” toegewezen.
• Voorhetreistrajectiseenkerngroep
noodzakelijk, bestaande uit één
directielid, twee vertegenwoordigers
van de cliëntenraad en één
uitvoerend manager.
• Dekerngroepisverantwoordelijk
voor de aansturing en uitvoering. Zij
organiseert de gezamenlijke gesprek-
ken, fungeert als “meedenker” in het
inhoudelijke proces en als schakel
tussen de diverse partijen.
• Detrektochtvindtplaatsineen
afgebakende tijdsspanne van drie
maal drie maanden: voor elke fase
drie maanden.
• Hetisgewensteenrapporteuraante
stellen, die zich met name richten op
de verslaglegging van het proces.
• Aanheteindvaniederefasewordt
gekeken of dat deel van de
ontdekkingsreis aan de verwachtingen
heeft voldaan en zo ja, hoe de reis
verder gaat.
Reistips
36
reguliere (overleg)vergaderingen tussen
directie en cliëntenraad.
In alle gevallen kan deze gids als eerste
verkenning van dit thema aan de orde
gesteld worden. De trektocht kan pas
starten als de partijen gemotiveerd zijn
om mee te doen en de kerngroep
samengesteld is.
Doel Vaststellen wie meegaan op deze
trektocht Inspraak en persoonlijke
betrokkenheid?
Tijdsspanne Eén maand.
Acties Informele gesprekken.
Inspiratiewijzer Inspraak en persoonlijke
betrokkenheid 1
Inhoud traject In de startfase wordt door de kerngroep
een wervingsactie op touw gezet om
meer personen te betrekken. Natuurlijk
doen de vaste geledingen mee: directie,
cliëntenraad en enkele managers of
leidinggevenden. Het is gewenst het
reisgezelschap uit te breiden met een
aantal individuele ouderen, mantelzorgers,
vrijwilligers en medewerkers. De deel-
name zal mede bepaald worden door de
context van de organisatie of instelling.
Een goede manier om meer personen bij
dit thema betrokken te krijgen, is om af te
spreken dat ieder lid één of twee mensen
uitnodigt mee te doen:
• eencliëntenraadslidnodigteenandere
oudere en een mantelzorger uit;
• dedirectienodigteenlidvandeRaad
van Toezicht uit;
• eenmanagerofleidinggevendenodigt
een medewerker en een vrijwilliger uit.
De totale groep die op ontdekkingsreis
gaat bestaat uit ongeveer vijftien tot
twintig personen. Het is daarbij nood-
zakelijk dat er in de groep voldoende
ouderen zijn (50%).
trektocht inspraak en persoonlijke betrokkenheid
De voorbereiding
Doel Inspraak en Persoonlijke
Betrokkenheid als gezamenlijk thema
op de beleidsagenda van directie en
cliëntenraad.
Tijdsspanne Eén maand.
Actie Overlegvergadering directie en
cliëntenraad.
Inhoud trajectHet is altijd prettig als er een (positieve of
negatieve) aanleiding is om het thema
“inspraak en persoonlijke betrokkenheid”
op de beleidsagenda te zetten,
bijvoorbeeld:
• eengrotereorganisatieen/ofrenovatie
en/of nieuwbouw;
• hetluktmaarnietomvoldoende
nieuwe cliëntenraadsleden te krijgen
en er komen weer verkiezingen aan;
• decontactentussencliëntenraaden
directie lopen wat stroef;
• ervindtweereennieuwebezuinigings-
operatie plaats in de zorg.
Als er geen rechtstreeks aanleiding is, dan
kan dit thema natuurlijk gewoon eens
aan de orde gesteld worden in een
De start
De start van de trektocht
37
Inhoud traject zie wegwijzer Inspraak en persoonlijke
betrokkenheid 2 en documentatiewegwijzer
Inspraak en persoonlijke betrokkenheid
De kerngroep organiseert tijdens het
eerste deel van deze trektocht ongeveer
vijf groepsgesprekken rond het thema
“intimiteit in de hoge ouderdom”. Het
begrip intimiteit bestaat uit de volgense
vijf componenten, die ieder een bepaalde
waarde hebben voor de individuele
oudere:
• privacy:persoonlijkleefgebied;
• levensstijl:dewijzewaaropmenals
persoon naar buiten treedt;
• geborgenheid:hetgevoel“lekkerinzijn
vel te steken”,
• psychischevertrouwelijkheid:de
persoonlijke relatie met de ander;
• fysiekevertrouwelijkheid:depersoon-
lijke lichamelijke relatie met de ander.
Elke twee weken wordt één item aan de
orde gesteld aan de hand van een aantal
gerichte vragen.
De deelnemers krijgen deze vragen
voorafgaand aan het gesprek voorgelegd
met het verzoek om hun eigen situatie te
beoordelen met een rapportcijfer en het
verzoek er zelf nog een aantal vragen bij
te bedenken.
Vervolgens wordt er in groepjes van vijf
over deze vragen en rapportcijfers
gesproken. Na de vijf bijeenkomsten
wordt gezamenlijk geprobeerd “de
balans” op te maken en vast te leggen.
Inhoud traject vervolgDe trektocht gaat nu verder in de vorm
van drie workshops. Daarin wordt
gewerkt met kleine gemengde groepjes,
zodat ieder de kans en de ruimte krijgt
voluit mee te praten.
De verschillende componenten van
intimiteit zijn in de eerste stap uitgebreid
benoemd en besproken. In de verdere
beeldvorming wordt met elkaar gekeken
naar de individuele stuurvermogens van
de deelnemers met betrekking tot
intimiteit en naar de wijze waarop de
organisatie er concreet invulling aan
geeft of zou moeten geven.
Doel Verkenning van het begrip
”intimiteit” en van de groeipotentie van
individuele ouderen op dat gebied.
Tijdsspanne Ongeveer vier maanden.
Acties Negen bijeenkomsten:
- vijf groepsgesprekken over intimiteit,
- drie workshops over groei,
- bijeenkomst voor het opmaken van
de balans
Wegwijzers Inspraak en persoonlijke
betrokkenheid 2 t/m 6
De beelden verkennen
38
Workshop 1 zie wegwijzer Inspraak en persoonlijke
betrokkenheid 3
Samen wordt gekeken hoe ieder omgaat
met zijn eigen intimiteit. Gebruikt ieder
zijn ervaringskennis wel voldoende op
het moment dat men ‘afhankelijker’ wordt
van anderen?
Er wordt gekeken naar de ‘hardware’ van
de organisatie, zoals bouw, ruimten,
indeling in doelgroepen, maar ook naar
de ‘software’ zoals communicatie, eigen
regie en inspraak.
Workshop 2 zie wegwijzer Inspraak en persoonlijke
betrokkenheid 4 en algemene
documentatiewegwijzer
Een korte verkenning van de vijf levens-
gebieden van Petzold: lichaam en geest,
sociale contacten, materiële situatie,
activiteitenen presteren en inspiratie en
zingeving. Hoe ervaren de betrokkenen
hun eigen levenszuilen op dit moment?
Workshop 3 zie wegwijzer Inspraak en persoonlijke
betrokkenheid 5 en algemene
documentatiewegwijzer
In de derde workshop wordt gekeken
naar de levensloop van de organisatie en
de samenleving, uitgaande van de
levenslooplijnen van Baltes.
IntermezzoDe onderwerpen die in alle bijeenkomsten
en workshops zijn genoemd worden door
de kerngroep bekeken en besproken. Alle
elementen die een rode draad vormen
dienen samen te komen. Uit de “brei” van
opmerkingen wordt een overzichtelijk
geheel gemaakt, dat straks goed in te
passen is in de beleidsstukken.
a. Zijn er onderwerpen genoemd die
gerangschikt kunnen worden tot
enkele opvallende “grotere” thema’s?
a. Kunnen deze hoofdthema’s en
onderwerpen gekoppeld worden aan
één of meer van de beleidszuilen
wonen, zorg- en dienstverlening en
zingeving?
Workshop 4 zie wegwijzer Inspraak en persoonlijke
betrokkenheid 6
In deze afsluitende workshop wordt met
de kerngroep een eerste balans opge-
maakt aan de hand van de intermezzo-
actie van de kerngroep. De resultaten
waarmee in het vervolgtraject gewerkt
gaat worden, dienen overzichtelijk en
behapbaar te zijn. Dat wil zeggen dat er
per beleidsgebied één thema gekozen
wordt, waarop inspraak en persoonlijke
betrokkenheid worden uitgezet in de
ontwerpfase.
trektocht inspraak en persoonlijke betrokkenheid39
reguliere beleid opgenomen worden.
In de fase van het ontwerpen is de
kerngroep erop gericht zoveel mogelijk
anderen uit de organisatie te betrekken
bij het ontwerpen van beleid op de (drie)
gekozen deeltrajecten.
a. Belangrijk is dat in de deeltrajecten
meer ouderen, mantelzorgers en
vrijwilligers en professionele zorg- en
dienstverleners mee op trektocht gaan.
b. Ideeën en plannen worden vooral
zelfsturend en op eigen initiatief
bedacht en uitgevoerd.
c. De ideeën en plannen zijn klein, simpel
en eenvoudig, zodat ze gemakkelijk uit
te voeren zijn.
Stap 1zie inspiratiewijzer Inspraak en persoonlijke
betrokkenheid 7
Belangrijk agendapunt is wederom het
creëren van een soort “vrijplaats”,
waarbinnen nu de deeltrajecten ontworpen
kunnen worden. De randvoorwaarden -
onder ander voor de facilitering - worden
per deeltraject besproken en vastgelegd
door directie en cliëntenraad.
De “resultaten” worden zo helder en
creatief mogelijk gecommuniceerd aan
elkaar in een soort folder of flyer. Deze
eerste folder wordt met een uitnodiging
naar alle betrokkenen in de organisatie
gestuurd. Natuurlijk kunnen er ook
andere communicatieorganen gebruikt
worden, worden, zoals een nieuwsbrief of
huisorgaan.
Stap 2zie inspiratiewijzer Inspraak en persoonlijke
betrokkenheid 8
Vervolgens start de trektocht van het
ontwerpen van plannen op de drie
deeltrajecten. In deze fase van de
trektocht gaat het er nog niet om het
beleid uit te voeren. De intentie is om te
kijken hoe deze thema’s zo concreet
mogelijk, met zoveel mogelijk betrokken-
heid van anderen (dan het reizigers-
groepje) “handen en voeten” kunnen
krijgen.
De beste manier is wellicht de volgende:
de kerngroep organiseert drie “verlengde”
koffieochtendbijeenkomsten, voor elke
thema één. Voor deze bijeenkomsten
wordt iedereen uitgenodigd. Uiteraard is
ieder vrij om al dan niet te komen en mee
te doen.
De “koffietafelgesprekken” leiden tot
ideeën op het gebied van de beleidszuilen
• wonen,
• zorg-endienstverlening,
• zinvolleactiviteiten.
Telkens zijn deze plannen gekoppeld aan:
• individuelewensenenbehoeftenvan
de ouderen,
• hetbenuttenvanhetcommunicatie-
en zelfsturingsvermogen van de
ouderen.
Stap 3zie inspiratiewijzer Inspraak en persoonlijke
betrokkenheid 9
De resultaten van deze drie koffiebijeen-
komsten worden door de kerngroep
besproken en geordend. Het schema van
de beleidszuilen en de hoofdthema’s
wordt aangevuld met een kolom
“aanvullende opmerkingen” en een kolom
“gewenste actiepunten”.
Dit alles wordt weer vastgelegd in een
folder en verspreid onder alle
betrokkenen.
Doel De gevonden groeithema’s
koppelen aan drie beleidszuilen .1
Tijdsspanne Ongeveer drie maanden.
Acties Communicatie met achterbannen:
• ‘vrijplaats’-foldermaken,
• algemenecommunicatiemet
achterbannen,
• drie”verlengde”koffieochtenden.
Inspiratiewijzers Inspraak en persoonlijke
betrokkenheid7 t/m 9
Inhoud trajectOm een en ander werkbaar te houden is
het gewenst niet meer dan één hoofd-
thema te kiezen op ieder van de beleids-
zuilen. Voor alle thema’s die door de
betrokken deelnemers zijn vastgesteld
geldt dat zij:
• zondermeervanbelangzijn;
• uitermategeschiktzijnom
gelijkwaardig uit te wisselen;
• eenberoepdoenopiedersstuurcom-
petentie en persoonlijke groei.
Met behulp van de drie beleidszuilen
kunnen de resultaten na uitwerking (in de
ontwerpfase) en toepassing (in de
invoeringsfase) gemakkelijk in het
De plannen ontwerpen
1 De beleidszuilen Wonen, Zorg, Dienstverlening en Zingeving zijn te vinden in de brochure Eigen Leefstijl in het Zorgcentrum; kleinschalig wonen binnen de ‘muren’ van een zorgcentrum, Beke & Netwerk mei 2001
40
elkaar beantwoord worden. Misschien
kan inspiratie geput worden voor het
inpassen van de plannen in het beleid uit
de opmerkingen in de hiernavolgende
paragrafen.
De beleidsplattegrondDe thema’s en actiepunten op de drie
gekozen beleidsvelden vormen de
inhoud van de reiskoffers voor het
“nieuwe” beleidsplan voor het komende
jaar. Zij worden daar opgenomen onder
de beleidsvelden:
1. wonen: persoonlijke invulling van het
wonen;
2. zorg- en dienstverlening: invulling
flexibele zorg- en dienstverlening;
3. zingeving: invulling persoonlijke
activiteiten.
In de uitwerking kan tussen de verschil-
lende beleidsvelden verschil in tempo,
actie en resultaten zijn. Iedere organisatie
heeft haar eigen manier om hiermee om
te gaan. De reis dient op de gekozen
actiepunten levend te worden gehouden.
Dat kan gevoed worden door elk kwartaal
een verlengde koffieochtendbijeenkomst
te organiseren.
Zoeken naar ‘alternatieve hulpmiddelen’Het is belangrijk om te kijken naar
“alternatieve hulpmiddelen” ter versterking
van de inspraak en de persoonlijke
betrokkenheid. Er zijn in dat kader al de
nodige instrumenten beschikbaar en
bruikbaar:
• leefstijlonderzoeken,
• belevingsgerichtetweegesprekkenter
ondersteuning van de eigen regie,
• inzetvanmantelzorgersenanderenuit
het individuele netwerk van de oudere,
• inzetvaneenpersoonlijkebegeleider
of eerstverantwoordelijke of
contactverzorgende,
• enookintramuraalinzetvanpersoons-
gebonden budget!
De trektochtformule plaatst echter wel de
volgende criteria voor oude en nieuwe
instrumenten centraal::
1. het instrument versterkt hetdraagvlak,
2. het instrument hanteert het principe
van onderlinge gelijkwaardigheid,
3. het instrument doet recht aan ieders
specifieke verantwoordelijkheid,
4. het instrument richt zich op de
bevordering en versterking van de
persoonlijke groei en van de keuze-
mogelijkheden.
De invoering van de plannen
trektocht inspraak en persoonlijke betrokkenheid
Doel Aan de slag gaan met Inspraak en
persoonlijke betrokkenheid.
Tijdsspanne Drie maanden en daarna,
Acties - Overlegvergaderingen directie
en cliëntenraad.
- Eenmaal per kwartaal een verlengde
koffieochtend.
Inhoud trajectDe reis bestaat feitelijk uit het invoeren
van de plannen, wat betekent dat de
gewenste actiepunten op de drie
beleidszuilen worden uitgevoerd. Omdat
deze uitvoering plaatsvindt in het kader
van inspraak en persoonlijke betrokken-
heid, is het nodig tijdens de invoering van
de plannen ook te kijken naar het formele
beleidskader van medezeggenschap en
de uitvoering daarvan.
Alle betrokkenen, waaronder de cliënten-
raad en directie, hebben ervaren hoe het
is om samen bezig te zijn met onderwer-
pen die de oudere zorgvragers bezig
houden en te harte gaan.
In deze fase moeten de vragen die in de
paragraaf Algemeen gesteld zijn met
41
Alle “alternatieve hulpmiddelen” moeten
vooral geschikt zijn voor direct gebruik
door de zorgafhankelijke oudere.
Vanzelfsprekend zullen er zowel op het
niveau van de organisatie als geheel, als
op het niveau van het individu telkens
accenten gelegd worden per beleidszuil,
al naar gelang de actuele situatie waarin
de organisatie of het individu zich
bevindt.
Denkt u eraan dat…• iedereenalleinformatieoverde
belangrijke beleidsontwikkelingen
krijgt;
• allebetrokkenenpermanentworden
uitgedaagd actief mee te denken en te
doen, waarbij deelname een eigen, vrije
keuze is en blijft;
• menaltijdgezamenlijk begint aan het
zoeken van nieuwe thema’s en het
globaal inkaderen;
- de aansluitende communicatie over
verdere invulling “getrapt” plaatsvindt:
- informatieverstrekking, draagvlakver-
werving en actief meedenken en
doen van de diverse afdelingen:
medewerkers, managers en
vrijwilligers,
- informatieverstrekking, draagvlakver-
werving en actief meedenken en
doen van de bewoners, hun
familieleden en mantelzorgers;
• erafsluitendweergezamenlijke
afstemming en invulling plaatsvindt;
• erveelaandachtwordtbesteedaan
successen, omdat iedereen trots is op
succes, vooral als men daar zelf aan
heeft bijgedragen;
• eengoedinterncommunicatieplan
noodzakelijk is.
Denkt u er ook aan dat…• mensendooreenjarenlangverblijfin
een zorgcentrum langzamerhand in
hun lot berusten en weinig tot geen
initiatieven ondernemen om zaken te
veranderen;
• hospitalisatiezowelvoorbewonersals
medewerkers kan gelden;
• depersoonlijkebegeleiderofeerstver-
antwoordelijke de individuele oudere
helpt zijn individuele wensen en
behoeften te benoemen en zo een
belangrijke bijdrage levert aan de
zelfstandigheid van de oudere en aan
de wens van de oudere om zelf
maximaal deregie over het leven te
blijven vervullen;
• hetbinnendehuidigeregelingmet
enige goede wil mogelijk is ook in het
zorgcentrum diensten zowel in natura
als via een persoonsgebonden budget
aan te bieden.
42
trektocht inspraak en persoonlijke betrokkenheid43
betekenisvolle contacten eigen welbevinden
ouderen gaan ermee op reis
trektocht voorkomen van eenzaamheid
Citaten uit het gastenboek
Een directeur schrijft: “Het is toch niet te
begrijpen dat er eenzaamheid is op een
plek waar op zo weinig vierkante meters
zoveel mensen 24 uur per dag leven!”
Mevrouw Haren schrijft: “Eenzaamheid
is iets van jezelf, je kunt het vaak niet
aan de ander zien maar toch heb je
elkaar nodig om iets aan eenzaamheid
te doen.”
In dit deel van de reisgids treft u een voorbeeld aan van de trektocht Voorkomen van eenzaamheid. Het is een bewerking van een estafettetraject dat tussen 2001 en 2003 op initiatief van de gemeente Den Haag in zes zorginstellingen heeft plaatsgevonden onder de titel: “Eenzaam? Wat doe ik er aan?”
Voorafgaand aan deze trektocht is het
nodig om de Reisgids levenskunst te lezen.
Het is verder aan te raden dit voorbeeld
van de trektocht eerst volledig door te
lezen om daarna te kijken hoe u er zoveel
mogelijk op eigen wijze invulling aan zou
kunnen geven.
Vervolgens, om u nog concreter op weg
te helpen, treft u in de map met reisbe-
scheiden Voorkomen van eenzaamheid
een grote hoeveelheid achtergrondinfor-
matie en draaiboeken aan. De wegwijzers
zijn voorbeelden van concrete draaiboeken
met tijdschema’s en activiteiten. In een
aantal situaties, met name tijdens het
ontwerptraject en het invoertraject is de
eigen, specifieke invulling van de
betreffende organisatie gewenst. Om die
reden zijn sommige wegwijzers geen
draaiboeken, maar “inspiratiewijzers”.
Tijdens de trektochten wordt er veel met
elkaar gesproken. De gesprekken zijn
vooral interactief en informeel, want een
gesprek is tenslotte geen vergadering.
Voorop staat het principe van de
“ontmoeting” en daarvoor is een infor-
mele, gezellige omgeving, waar men zich
zo ongedwongen mogelijk kan gedragen,
erg belangrijk. De duur van deze ge-
spreksbijeenkomsten wordt afgestemd
op de draagkracht van de aanwezigen,
met name de ouderen.
Op de trektochtbijeenkomsten worden
“reisopdrachten” gegeven, die uitgevoerd
worden voor de volgende bijeenkomst,
zodat men al meteen in de dagelijkse
praktijk op avontuur kan gaan.Bij deze
trektocht staat meestal het spoor van zelf-
reflectie en eigen ervaring voorop in de
reisopdrachten. Het spreekt voor zich dat
men zelf bepaalt of er onderweg nog
extra ontmoetingsbijeenkomsten nodig
zijn. Als het gaat om de methodische
kant, is het aan te raden veel in gemeng-
de, kleine groepjes te werken.
Het gaat op deze trektocht niet om
mensen met chronische depressieve
klachten, die mede daardoor in een
sociaal isolement leven. Voor hen dienen
deskundige behandelaars geraadpleegd
te worden.
Algemeen
46
trektocht voorkomen van eenzaamheid
Juist waar veel mensen bij elkaar leven
kan men iets doen aan eenzaamheid. Met
elkaar op weg gaan om te ontdekken dat
eenzaamheid iets is van jezelf, en dat een
ander het niet zomaar voor je kan
oplossen. Wel kan een medebewoner of
een medewerker een klankbord zijn. Maar
pas als iemand zelf iets wil doen aan zijn
eenzaamheid, kan een ander met hem de
stap uit de eenzaamheid doen.
Alle reizigers die meegaan op deze
“anders dan andere” trektocht Voorkomen
van eenzaamheid nemen drie bijzondere
“gespreksthema’s” mee in hun reiskoffer,
die ingezet kunnen worden tijdens de
ontmoetingsbijeenkomsten onderweg.
Betekenisvolle contacten Voor ieder mens is het belangrijk om
betekenisvolle contacten te hebben en te
houden. Ouderen willen zelf kunnen
bepalen wie er dicht in hun nabijheid
komt. Het maakt niet uit of zij veel of
weinig contacten hebben, als zij maar af
en toe hun hart kunnen uitstorten bij
iemand. Ouderen willen tegen hun
(professionele) ondersteuners kunnen
zeggen wat ze van bepaalde zaken
vinden.
Juist ouderen hebben behoefte aan
betekenisvolle contacten, om goed te
kunnen omgaan met veranderingen
(verhuizen naar een zorginstelling) ,
verlies (het overlijden van hun partner) en
moeilijke (gezondheids)situaties. Ieder
mens wil zijn eigen individuele netwerk -
ook al is dat nog maar klein - behouden
of herstellen.
Het eigen welbevinden Ouderen willen blijven meetellen. Ze
willen blijven investeren in hun eigen
persoonlijke groei, ook in de fase van
grote afhankelijkheid; maar wel in hun
eigen tempo! Zij willen immers hun eigen
welbevinden bewaken; dat is de natuur-
lijke prioriteit in ieders bestaan.
Welbevinden betekent een goed gevoel
over zichzelf hebben. We zegen ook wel:
“Ik steek goed in mijn vel.” Het bewaken
van het eigen welbevinden is een vorm
van zelfsturing in dialoog met de
omgeving. Als de omgeving voldoende
persoonlijke aanknopingspunten biedt
om op te reageren en het daadwerkelijk
mogelijk is om te reageren, functioneert
iemand als persoon.
De “vertraagde tijd”De “vertraagde tijd”is een begrip van
Arnold Cornelis (1999), waarmee hij
aangeeft dat het de mens mogelijk is als
persoon in zijn eigen tempo bezig te zijn
met het wezenlijke van zijn bestaan en
zijn dagelijkse welbevinden.
Door naar jezelf te kijken en te luisteren
om “te zien of het goed is” of “om te weten
uit ervaring dat het goed komt” breng je
een soort vertraging aan in de tijd, los van
de druk van buiten. Deze reflectie leidt
niet alleen tot denken in mogelijkheden
in relatie met de diepere vragen, maar
ook tot denken in eigen toekomstbeel-
den uit jezelf bepaald.
De mens heeft in deze tijd van stress en
hoge omgevingsdruk vaak te weinig tijd
om te werken aan zijn eigen, innerlijke
ontwikkeling. Het gevolg is dat de
emoties angst, boosheid en verdriet de
overhand krijgen. Het is mede daarom
van groot belang om in de huidige tijd
“winst te boeken” in termen van visie bij
het versterken en ondersteunen van het
vermogen tot zelfsturing van de ouderen
zelf. De opdracht is “omgaan met wat je
overkomt”! Begrippen als zelfstandigheid,
mondigheid, zingeving, variatie in wonen
en zorg- en dienstverlening op maat
spelen daarbij een rol.
In de reiskoffer
47
De ervaring in Den Haag laat zien dat de
trektocht Voorkomen van eenzaamheid
zeer goed met een aantal zorginstellin-
gen samen opgezet en uitgevoerd kan
worden. De gezamenlijke directies en
cliëntenraden kunnen wellicht gebruik
maken van de volgende reistips.
• Elkezorginstellingenformeerteen
reizigersgroepje bestaande uit
ouderen, medewerkers, mantelzorgers,
vrijwilligers en enkele leidinggevenden.
• Deresultatendietijdensdetrektocht
behaald worden kunnen de reizigers
doorgeven in hun eigen instelling.
• Dedirectiesendecliëntenradenvan
deze zorginstellingen zijn samen
verantwoordelijk voor de concrete start
en invulling van de trektocht. Daartoe
wijzen zij een reisleider aan, die
ver volgens een kerngroep gaat
formeren, waarin uit ieder zorginstelling
een leidinggevende en een cliënten-
raadslid zitting nemen.
• Dekerngroepledenzorgenvoor
draagvlak in eigen instelling en voor de
samenstelling en betrokkenheid van
de reizigersgroep.
• Dereisleiderendegehelekerngroep
zorgen voor de organisatie van de
uitvoering en de onderlinge commu-
nicatie, terwijl de directies zorgen voor
de noodzakelijke randvoorwaarden:
inzet van uren, gebruik van
voorzieningen, enz.
• Geadviseerdwordttestartenmeteen
reizigersgroep per zorginstelling van
tussen de tien en vijftien personen,
waarbij telkens ongeveer de helft
bestaat uit ouderen en de overigen uit
medewerkers, leidinggevenden,
vrijwilligers en familieleden.
• Hetisgewenstperreizigersgroepeen
rapporteur aan te stellen, die zich met
name richt op de verslaglegging van
het proces in de diverse ontmoetings-
groepen.
Reistips
48
trektocht voorkomen van eenzaamheid
De start van de trektocht
Inhoud traject zie wegwijzer Voorkomen van
eenzaamheid 1
Voor grotere stichtingen met meerdere
zorginstellingen is deze trektoch een
uitgelezen kans om op een concreet
thema gezamenlijk beleid te maken. Het
“op reis gaan” met een groepje zorg-
instellingen vergroot ook de interactie
buiten de deur en kan inspirerend werken
voor alle betrokken partijen.
Aan de hand van de keuze van de
zorginstellingen worden de verantwoor-
delijke beleidsmakers uit de achter-
liggende organisaties door het manage-
ment van de overkoepelende stichting
uitgenodigd voor een werkconferentie.
a. Er wordt een kleine werkconferentie
georganiseerd voor directies, beleids-
makers en cliëntenraden uit de
achterbannen van de diverse betrokken
organisaties.
Tijdens deze werkconferentie wordt de
de trektocht Voorkomen van eenzaam-
heid geïntroduceerd. Essentieel
onderdeel van deze werkconferentie is
de deelnemers zelf ervaren dat
gewenste verandering alleen in gang
gezet kan worden als men eerst zijn
eigen vermogen tot communicatie en
zelfsturing verkent en pas van daaruit
met anderen gaat praten.
b. Iedereen weet nu een beetje wat de
bedoeling is van de trektocht Voorko-
men van eenzaamheid. De verantwoor-
delijke deelnemers van de zorginstel-
lingen die meedoen aan de trektocht
spreken af de komende maand met
hun eigen organisatie tijdens een
reguliere bijeenkomst te kijken wie er
willen meegaan.
c. Ter afsluiting wordt de reisleider
benoemd, die vervolgens de kerngroep
samenstelt.
De startDoel De trektocht Voorkomen van
eenzaamheid op de agenda van ouderen,
medewerkers, vrijwilligers, mantelzorgers
en leidinggevenden van de afzonderlijke
zorginstellingen krijgen.
Tijdsspanne Twee maanden.
Acties Een aantal koffieochtend-
bijeenkomsten.
Wegwijzer Voorkomen van eenzaamheid 2
Inhoud traject zie wegwijzer Voorkomen van
eenzaamheid 2
In de maand na de voorbereiding worden
de achterbannen in de diverse zorginstel-
lingen erbij betrokken. De kerngroep gaat
op uitnodiging van de locatiemanager en
Doel Voorkomen van eenzaamheid op
de beleidsagenda van de
zorginstellingen.
Tijdsspanne Ongeveer twee maanden.
Actie Werkconferentie.
Wegwijzer Voorkomen van eenzaamheid 1
De voorbereiding
de cliëntenraad tijdens (bijvoorbeeld) een
koffieochtendbijeenkomst met alle
bewoners, medewerkers, vrijwilligers en
familieleden kijken of er interesse bestaat
om een trektocht Voorkomen van
eenzaamheid te starten. Aan het eind van
deze bijeenkomst wordt gevraagd wie er
mee wil praten over dit thema in een
aantal ontmoetingsbijeenkomsten, die de
komende maanden gehouden zullen
worden.
49
Inhoud trajectDit deel van de trektocht wordt gezamen-
lijk met alle reizigersgroepjes gedaan.
Tussen de diverse ontmoetingsbijeen-
komsten worden “reisopdrachten”
gegeven en uitgevoerd in de eigen
zorginstelling, zodat het estafettestokje al
meteen in de dagelijkse praktijk door-
gegeven wordt. In dit traject vinden er in
totaal vier bijeenkomsten plaats; het
spreekt voor zich dat u zelf bepaalt of u
nog extra ontmoetingsbijeenkomsten
nodig heeft.
Het is inspirerend om de verschillende
reizigersgroepjes in de zorginstelling af
en toe aan te vullen met anderen.
Ontmoetingsbijeenkomst 1zie wegwijzer Voorkomen van eenzaamheid
3 - algemene documentatiewegwijzer
Op de eerste ontmoetingsbijeenkomst
wordt het begrip eenzaamheid met
elkaar verkend.
Eenzaamheid wordt bespreekbaar
gemaakt vanuit ieders eigen ervaringen,
zodat de deelnemers, zowel de ouderen
zelf als de (jongere) medewerkers voeling
krijgen met het thema en daarover met
elkaar kunnen gaan praten met min of
meer dezelfde woorden.
Het is belangrijk om te beginnen bij de
ouderen, en hen te vragen zelf iets aan
hun eenzaamheid te doen. Ook de
medewerkers hebben eenzaamheids-
gevoelens en moeten dus meedoen, want
zij moeten ervoor zorgen dat de omge-
ving niet onnodig de eenzaamheid
versterkt, maar juist het tegendeel
bewerkstelligt. Mensen hebben samen
heel veel kennis van en ervaring met
eenzaamheid en kunnen met elkaar van
die kennis gebruik maken om eenzaam-
heid tegen te gaan, er minder last van te
hebben of er zelfs vanaf te komen. Alles
wat zou kunnen helpen kan een aangrij-
pingspunt worden voor het gewenste
scenario in de ontwerpfase.
De reisboodschap van deze bijeenkomst is
dat de stille, sterke kracht van mensen
genereerd kan worden en als reisopdracht
wordt gevraagd om eens met anderen in
de zorginstelling te praten over
eenzaamheidsgevoelens.
De beelden verkennen
Doel Verduidekijking van het begrip
”eenzaamheid”.
Tijdsspanne Drie maanden.
Acties Vier ontmoetingsbijeenkomsten.
Wegwijzer Voorkomen van
eenzaamheid 3 t/m 6
50
trektocht voorkomen van eenzaamheid
Ontmoetingsbijeenkomst 2zie wegwijzer Voorkomen van
eenzaamheid 4
De persoonlijke ervaringen met eenzaam-
heid worden verder uitgediept en gecom-
municeerd. Het accent wordt daarbij
gelegd op de eigen rol van het individu.
Dat betekent dat men zich eerst moet
realiseren dat men eenzaam is, men moet
dat erkennen. Pas dan kan de interactie
met anderen hierover op gang gebracht
worden.
De reisboodschap komt aan bod als de
deelnemers met elkaar over hun
levensmotto’s praten: het beste van jezelf
geef je door aan de ander. De reisopdracht
sluit hierbij aan: in gesprek gaan met
anderen over levensmotto’s.
Ontmoetingsbijeenkomst 3zie wegwijzer Voorkomen van
eenzaamheid 5
Veel reizigers hebben de afgelopen
weken in de eigen leefomgeving
rondgekeken en mensen gezien en soms
ook aangesproken, van wie ze dachten
dat ze zich eenzaam voelden. Deze
ervaringen worden met elkaar uitgewisseld.
Wat zie je aan de buitenkant van iemand
die eenzaam is? Hoe kom je erachter dat
iemand in zichzelf aan het pruttelen is?
En hoe dat hij uit die eenzaamheid wil
treden? Er worden vragen gesteld als: wat
is u opgevallen? Hoe gedraagt iemand
zich? Waar praat men over? Wat vindt
men niet leuk? Zijn er dingen die men wel
leuk vindt? Waar heeft u over gesproken?
De reisboodschap luidt dat het van grote
betekenis is elkaar een klankbord te
bieden.
En de reisopdracht is om iets terug te
geven, want alleen de klank die je
teruggeeft telt.
Ontmoetingsbijeenkomst 4zie wegwijzer Voorkomen van
eenzaamheid 6
Vanaf het allereerste begin van deze
trektocht zijn ouderen, medewerkers en
leidinggevenden actief met het thema
“eenzaamheid” aan de gang gegaan. Als
vanzelfsprekend komen er allerlei grote
en kleine plannen en ideeën op tafel. Aan
het eind van deze beeldvormingsfase
worden de ideeën bijeengeraapt in een
soort brainstormsessie. Het zij hier met
nadruk gezegd dat dit nog niet de fase
van de concrete oplossingen is.
De reisboodschap is dat het noodzakelijk
is om “aangrijpingspunten”te willen zien
en de reisopdracht is om de ideeën en
plannen kenbaar te maken aan de
achterbannen.
51
Inhoud trajectOver de “aangrijpingspunten” uit de
eerste fase wordt in de ontwerpfase per
locatie gebrainstormd. Pas als er een
goede afweging van belangen is gemaakt,
kiezen de deelnemers er bewust voor om
zich te committeren. Ze gaan “ervoor
staan”, ze beseffen dat er heel concreet
voor moeten zorgen dat er wat gaat
gebeuren. “Kiezen” en “zich commi-
teren”bljven in veranderingsprocessen
vaak impliciet, daarom is het van
strategisch belang dat er bewust gewerkt
wordt aan een breed draagvlak in de
eigen organisatie.
Stap 1zie inspiratiewijzer Voorkomen van
eenzaamheid 7 en Voorkomen van
eenzaamheid 8
De reisleider en de kerngroep blijven ook
in deze fase de stimulerende en voor-
waardenscheppende krachten.
Zij organiseren als eerste stap in deze
ontwerpfase een uitwisselingsbijeenkomst.
Met betrokken reizigersgroepen,
aangevuld met directies en uitvoerende
managers, wordt gekeken naar de
resultaten uit het beeldentraject; verder
wordt iedereen weer even bijgepraat.
Belangrijkste agendapunt voor de
voort gang op deze trektocht is het
creëren van een soort “vrijplaats”,
waarbinnen de deeltrajecten verder
ontworpen kunnen worden. De randvoor-
waarden - o.a. voor de facilitering- dienen
in overleg met de directie per deeltraject
helder besproken en vastgelegd te
worden.
Stap 2 zie inspiratiewijzer Voorkomen van
eenzaamheid 8 en Voorkomen van
eenzaamheid 9
In deze fase van de trektocht wordt vooral
gewerkt in de reizigersgroepjes in de
eigen zorginstelling. In de ideeën en
plannen dient ruimte te zijn voor:
• hettotstandbrengenvanmeer
aandacht en contact tussen ouderen
onderling en tussen ouderen en
medewerkers;
• degroeivanonderlingecontacten
vertrouwen, zodat eenzaamheid beter
opgemerkt wordt.
Verder wordt er getoetst of de plannen
rekening houden met de specifieke
verantwoordelijkheid van de betrok-
kenen bij de uitvoering:
• deoudere,diezoektnaardemogelijk-
heden zijn eigenheid te behouden;
• demedewerker,diestreeftnaareen
goede en kansrijke omgeving voor de
individuele oudere;
• dedirectie,diezichverantwoordelijk
weet voor het scheppen van de juiste
randvoorwaarden.
Daarnaast is het belangrijk dat de
plannen en ideeën zonder veel moeite
en formele kadering uitgevoerd
kunnen worden, zodat men meteen
“aan den lijve” kan ervaren hoe ze
uitwerken.
Tussen de verschillende deeltrajecten kan
verschil bestaan in tempo, actie, resultaten,
enz.. Om elkaar te voeden en te inspireren
is het gewenst aan het einde van de
ontwerpfase voor de tweede maal ideeën
met elkaar uit te wisselen.
Na een proef van enkele maanden moet
bekeken worden in hoeverre de acties
meerwaarde hebben. En ook of er verdere
uitwerking nodig is, of er betere kansen
zijn of dat er extra ondersteuning of
toerusting nodig is. Vervolgens kan de
trektocht in het invoertraject stappen.
Doel Plannen bedenken om
eenzaamheid te voorkomen.
Tijdsspanne Drie maanden.
Acties
Een aantalwerkbijeenkomsten
per locatie.
Tweemaal een uitwisselingsbijeenkomst.
Wegwijzers Voorkomen van eenzaamheid
7 t/m 9
De plannen ontwerpen
52
trektocht voorkomen van eenzaamheid
Inhoud trajectzie inspiratiewijzer Voorkomen van
eenzaamheid 9 en Voorkomen van
eenzaamheid 10
In dit deel van de trektocht dienen de
gekozen ontwerpen concreet zichtbaar te
worden gemaakt in het beleid en zo
breed mogelijk verspreid ten behoeve
van de individuele oudere, die ze ook zelf
toepast. Iedere zorginstelling doet dat
geheel op eigen wijze, met eigen
reisdoelen en in eigen tempo. De
reisplannen en de daaraan gekoppelde
voorwaarden dienen goed vastgelegd en
bewaakt te worden. Natuurlijk kan er
tijdens het reizen gekozen worden voor
aanpassingen in de route, voor langere
rustpauzes, voor totale wijzigingen van de
route en dergelijke meer. In bepaalde
situaties zal de trektocht weer even terug
moeten gaan naar één van de eerdere
trajecten.
De volgende drie grote beleidsthema’s
kunnen als een blauwdruk voor dit traject
fungeren.
Beleidsthema 1: Aanleggen en verbeteren van het sociale veld Uit de ervaringen met de Haagse pilot
blijkt dat het merendeel van de plannen
betrekking heeft op ontmoetingen in
kleinere verbanden: theemiddagen op de
afdelingen, verdiepingsbijeenkomsten,
driegesprekken, voorleesgroepen, nieuwe
bewoners welkom heten en begeleiden,
zodat ze zich thuis gaan voelen’. Juist in
kleinere verbanden kan een oudere zelf
actiever zijn, onder het motto: “Wat doe ik
eraan als oudere?!”
Beleidsthema 2: Kennis nemen van de vraag achter de vraag Een aantal plannen die geopperd zijn in
de Haagse pilot hebben te maken met de
rol en de houding van de professionele
medewerker. Het gaat daarbij om zaken
als iemand wat aandacht schenken en
even stilstaan bij iemand. Ze gelden vaak
evenzeer voor vrijwilligers en familieleden.
Voor de medewerkers is het van belang
dat zij inzicht verkrijgen in de individuele
wensen en behoeften van ouderen en
leren hierover in gesprek te gaan. De
manier waarop men in gesprek gaat dient
dan weer te passen in het primaire
ondersteuningsproces, dat maximaal
gericht is op zelfsturing door de oudere
en op versterking van de medewerker
zelf: “Hoe onderken ik als medewerker
eenzaamheid?”
Beleidsthema 3: Communicatie en zelfsturing ontwerpen en van voorwaarden voorzienDe directies zijn rechtstreeks verantwoor-
delijk voor en betrokken bij de start en
het onderhoud van het ontwerpen van
een interactief proces tussen de ouderen,
de medewerkers en de beleidsmakers. In
dat proces wordt de oudere en de
medewerker een kansrijke omgeving
geboden ten behoeve van een adequaat
sociaal leefklimaat.
In dit (ingewikkelde) interactieve
communicatieproces dient de directie te
beseffen dat het gaat om:
• hetmetelkaaronderkennenen
benoemen van verschijnselen en het
toekennen van bepaalde waarden, de
zogenaamde betekenistoekenning;
• deonderlingepositioneringvan
betrokkenen binnen het sociale
systeem van de zorginstelling, waarbij
gedacht dient te worden aan verdeling
van middelen bij het uitoefenen van
“macht”;
• delegitimatievaninhoudenonder-
linge positionering, of anders gezegd:
op welke wijze wordt gerechtvaaardigd
dat leden van een sociaal systeem met
elkaar communiceren endaarbij macht
over elkaar uitoefenen?
De invoering van de plannen
Doel Werken met de plannen om
eenzaamheid te voorkomen.
Tijdsspanne Drie maanden en verder.
Acties Per locatie een reizigersgroepje
samen met management en cliëntenraad.
Wegwijzers Voorkomen van eenzaamheid
9 en 10
53
ISBN 90-808771-2-3
Korte Elisabethstraat 17, UtrechtPostbus 19219, 3501 DE UtrechtT 030 231 20 86 F 030 233 36 97E [email protected] I www.vdznederland.nl