-
Leukemie bij kinderen
V.U
.: D
r. D
idie
r Va
nder
Ste
iche
l - S
tich
ting
teg
en K
anke
r - L
euve
nses
teen
weg
479
, B-1
030
Bru
ssel
• S
tich
ting
van
ope
nbaa
r nu
t •
08
73.2
68
.432
• P
&R
20
.04
CD
N C
omm
unic
atio
n 19
.4.11
3
.1.9
NL
Met wie kan ik erover praten?
• Zoekt u hulp of andere informatie?• Behoefte om uw hart eens
te luchten?• Zoekt u informatie over een type kanker
of de behandelingsmogelijkheden?• Wilt u weten hoe u op een
dienst van
Stichting tegen Kanker een beroep kunt doen?
Bel dan gratis en anoniem naar Kankerinfo (van maandag tot
vrijdag, van 9u tot 18u).Professionele hulpverleners (artsen,
psychologen, verpleeg-kundigen en maatschappelijk assistenten)
nemen er de tijd voor iedereen die met kanker geconfronteerd
wordt.
Leuvensesteenweg 479 • 1030 BrusselT. 02 733 68 68 •
[email protected] • www.kanker.beSteun ons: IBAN: BE45 0000 0000 8989
• BIC: BPOTBEB1
Volg ons opwww.facebook.com/stichtingtegenkanker
Van hoop naar overwinning!
-
Inhoud
Voor wie is deze brochure bestemd? . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Kanker bij kinderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . 4
Wat is leukemie? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . 5
Verschillende vormen van leukemie . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Acute leukemie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Chronische leukemie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 18
Conclusies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Zelfhulpgroepen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . 19
Nog enkele tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Stichting tegen KankerVan hoop naar overwinning!. . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . 23
Voor wie is deze brochure bestemd?
Deze brochure richt zich vooral tot ouders en tot andere mensen
die te maken krijgen met leukemie bij kinderen.
Na een kankerdiagnose wordt u overspoeld door heel wat vragen en
gevoelens. U wilt weten hoe en waarom de ziekte zich ontwikkelt,
welke de noodzakelijke onderzoeken en behandelingen zijn en hoeveel
tijd deze in beslag gaan nemen …U vraagt zich waarschijnlijk af of
genezing mogelijk is, of uw kind, ondanks de behandelingen, een
normaal leven zal kunnen blijven leiden, of uw kind begeleiding zal
nodig hebben ... U vraagt zich af hoeveel de ziekte gaat kosten en
wat u beter wel of niet vertelt aan uw omgeving …
Op die en tal van andere vragen moeten geleidelijk aan
antwoorden komen, afhankelijk van geval tot geval en de
persoonlijke ontwikkeling bij elke patiënt. Uw huisarts speelt
hierin een essentiële rol. Hij of zij is de enige die u correcte
informatie kan geven over de situatie van uw kind als u dit
vraagt.
Deze brochure heeft niet de ambitie u alles te leren over
leukemie bij kinderen. Ze geeft u wel belangrijke algemene
informatie over de aandoening en de behandeling.Ze kan u ook helpen
de juiste vragen te stellen aan de behandelende arts of het medisch
team, als u meer wenst te weten over de gezondheidstoestand van uw
kind.Vergeet ook uw naasten niet. Ook zij stellen zich heel wat
vragen. Dit document kan ook voor hen interessant zijn.
32
-
Kanker bij kinderen heeft waarschijnlijk verschillende oorzaken.
De meeste zijn nog onbekend. In tegenstelling tot kanker bij
volwassenen, lijkt de levensstijl geen belan-grijke rol te spelen
bij kinderkanker.
De voorbije twintig jaar is de prognose bij kinderkanker
gevoelig verbeterd. Nu geneest ongeveer 80% van de kinderen met
kanker. De verbetering van het genezingspercentage is het resultaat
van een samenspel van verschillende factoren: een betere kennis van
de ziekte, grote vooruit-gang in de chemotherapie en een
multidisciplinaire begeleiding door zeer gespecialiseerde
verzorgingsteams.
Wat is leukemie?Het woord “leukemie” komt van het oud Grieks.
Het betekent “wit-bloed”. Leukemie wordt vaak “bloedkanker”
genoemd. De term wijst op een groep kankeraandoeningen te wijten
aan een wildgroei van witte bloedlichaampjes.
Hoewel de aandoening bij kinderen vrij zelden voorkomt, is
leukemie toch de meest courante vorm van kinderkanker: een derde
van alle gevallen van kinderkanker in Europa.
Bloedcellen
Het bloed is een vloeibaar weefsel dat constant door het hart
gepompt wordt en in heel het lichaam rondstroomt. Het bevat
verschillende soorten cellen.
De rode bloedlichaampjes (erythrocyten) zorgen voor het
transport van zuurstof vanuit de longen naar de verschillende
weefsels en organen.
De witte bloedcellen (leukocyten) hebben als taak vreemde
indringers zoals bacteriën en virussen op te
Kanker bij kinderenKanker komt bij kinderen zelden voor: kanker
bij kinderen vormt slechts een klein percentage van het totale
aantal kankergevallen (minder dan 1% van alle kankerdiagnoses in
Belgie). Toch is kanker in de westerse landen, na ongevallen, de
belangrijkste doodsoorzaak bij kinderen. De verdeling volgens het
type kanker toont aan dat leukemie de meest voorkomende kanker is
bij kinderen, gevolgd door tumoren van het centrale
zenuwstelsel.
Bijna 40% van de kankergevallen bij kinderen doet zich voor het
vierde levensjaar voor.
Leukemie
Leucémie 28,9Tumeur du système nerveux
central21,7Lymphome 11,5Neuroblastome 7Tumeur de
Wilms 6,4Rhabdomyosarcome 3,6Rétinoblastome 3Ostéosarcome
2,7Sarcome d'Ewing 2,2Autres 12,3
Leucémie
Tumeur du système nerveux central
Lymphome
Neuroblastome
Tumeur de Wilms
Rhabdomyosarcome
RéMnoblastome
Ostéosarcome
Sarcome d'Ewing
Autres
28,9%
21,7%11,5%
7%
6,4%
3,6%
3%2,7%
2,2%13%
Rhabdomyosarcoom
Tumor van het centraal zenuwstelsel
Retinoblastoom
Lymfoom
Osteosarcoom
Neuroblastoom
Ewing-sarcoom
Wilms tumor
Andere
Verdeling volgens het type kanker, bij kinderen tussen 0 en 14
jaar.
Cijfers 2016, Stichting Kankerregister, Brussel, 2019
54
-
Tijdelijk kunnen meer bloedcellen worden vernietigd of verloren
gaan. Dat is bijvoorbeeld het geval bij een infectie of bloeding.
Dan maakt het lichaam snel nieuwe bloed-cellen aan om de verliezen
te compenseren. Op die manier blijft het totaal aantal bloedcellen
min of meer constant.
sporen en te elimineren. Op die manier beschermen zij ons tegen
verschillende soorten infecties. Tegelijkertijd verwijderen deze
bloedcellen beschadigde cellen en dode cellen uit onze weefsels.
Daardoor dragen zij bij tot wond- heling. De leukocyten worden in
drie “celgroepen” ingedeeld: granulocyten, lymfocyten en
monocyten.
De bloedplaatjes (trombocyten) spelen een rol bij de
bloedstolling zodat bij het scheuren van een bloedvat (verwonding,
inwendige bloeding) het bloedverlies beperkt blijft. Wanneer er te
weinig rode bloedlichaampjes zijn, lijdt men aan bloedarmoede. De
weefsels krijgen onvoldoende zuurstof; dit kan gepaard gaan met
bleekheid, vermoeidheid, kort- ademigheid, versneld hartritme, het
zien van zwarte vlekjes en duizeligheid.
Bij een tekort aan uitgerijpte witte bloedcellen, verhoogt het
risico op infectie.
Vermindering van het aantal bloedplaatjes vertaalt zich door
lang bloeden van kleine wonden, door bloeden van het tandvlees of
de neus, abnormaal hevige maandstonden, het ontstaan van
bloedvlekjes die eruit zien als kleine rode stippen onder de huid
van de benen en door abnormaal snelle vorming van hematomen (blauwe
vlekken genoemd).
Elke soort bloedcel is dus van kapitaal belang.
Elke seconde worden in ons lichaam gemiddeld twee miljoen en een
half rode bloedlichaampjes, anderhalf miljoen bloedplaatjes en
tweehonderdvijftig duizend witte bloedcellen aangemaakt. Elke
seconde wordt eenzelfde aantal bloedcellen door het lichaam
verwijderd.
Bloedcellen
Basofielen
MonocytenTrombocyten Lymfocyten
Neutrofielen
Witte bloedcellen
Eosinofielen
Erytrocyten
Bloedplaatjes Rode bloedcellen
76
-
Verschillende vormen van leukemieBij leukemie zijn de
controlemechanismen die leiden tot de aanmaak van witte bloedcellen
ontregeld. Het beenmerg begint dan grote hoeveelheden abnormale
cellen aan temaken van eenzelfde soort. Die cellen overwoekeren het
beenmerg en verspreiden zich via de bloedsomloop en in het
lymfestelsel. Ze kunnen op die manier vitale organen overwoekeren.
De samenstelling van het bloed is hierdoor grondig gewijzigd.
Acute leukemie verloopt heel snel, er is weinig tijd tussen het
beginnen woekeren van de cellen en de eerste symptomen. Bij
chronische leukemie daarentegen verloopt het proces veel
trager.
Naargelang het type witte bloedcellen dat getroffen is,
veroorzaakt de wildgroei ofwel een lymfoblastische leukemie (of
lymfoïde leukemie – de betrokken cellen zijn dan lymfocyten) ofwel
een myeloblastische leukemie (synoniem van myeloïde leukemie – de
betrokken cellen zijn hier monocyten of granulocyten).
Bij de acute vorm bestaat de afwijking uit een woekering van
onrijpe cellen, “blasten” genoemd, terwijl de chronische vorm
eerder een woekering van rijpe cellen is.
80% van de acute leukemie bij kinderen is van het type acute
lymfoblastische leukemie (ALL), 15 tot 20% is van het type acute
myeloblastische leukemie (AML).
Chronische leukemie (enkel myeloïde bij kinderen)
vertegenwoordigt slechts 4 à 5% van alle leukemiegevallen bij
kinderen.
Beenmerg
De bloedcellen worden in essentie gevormd in het beenmerg. Dat
is een sponsachtig weefsel binnenin de beenderen, in de
beenmergholte. Daar bevinden zich de stamcellen van waaruit de
verschillende bloedcellen worden aangemaakt. Na een rijpingsproces
worden die bloedcellen vrijgezet in de bloedsomloop.
Bij kinderen is de volledige holte in de beenderen gevuld met
beenmerg, dat heel actief bloedcellen aanmaakt.
Bij volwassenen wordt niet de volledige beenmergholte gebruikt
voor de aanmaak van bloedcellen. Het actieve beenmerg is rood van
kleur en bevindt zich hoofdzakelijk in de beenderen van het bekken,
de wervels, de ribben, het borstbeen en de schedel.
Het zogenaamde “reservebeenmerg” bevat veel vetcellen en is geel
van kleur. Opmerking: beenmerg mag niet worden verward met ruggen-
merg. Het beenmerg bevindt zich in het binnenste van de beenderen
en zorgt voor de aanmaak van bloedcellen, terwijl het ruggenmerg
een zenuwweefsel is, omgeven door de wervels.
98
-
De symptomen
Acute leukemie doet zich bruusk voor en uit zich op twee
verschillende manieren, dikwijls aan elkaar gelinkt: verstoorde
beenmergfunctie (of onvoldoende beenmerg) en wildgroei van
abnormale cellen.
De tekenen van verstoorde beenmergfunctie Deze tekenen zijn het
resultaat van de overwoekering van het normale beenmerg door
kankercellen. Het tekort doet zijn weerslag voelen op de drie types
bloedcellen:
• de verminderde aanmaak van de rode bloedlichaampjes
veroorzaakt bloedarmoede, wat zich manifesteert door bleekheid,
vermoeidheid, ademhalingsmoeilijkheden (dyspnee), versnelde
hartslag (tachycardie) en een indruk van algemene malaise;
• de aantasting van de witte bloedlichaampjes uit zich door
steeds terugkerende infecties. Het kan bijvoorbeeld gaan om
keelontstekingen, bronchitis, ontsteking van het tandvlees
(gingivitis);
• de aantasting van het aantal bloedplaatjes veroorzaakt kleine
puntvormige onderhuidse bloedingen (petechieën), bloedingen van het
tandvlees (gingivorragieën), bloedneuzen (epistaxis) enz.
De tekenen van wildgroei van de cellenDeze tekenen blijken
vooral uit een toename in volume van de lever en de milt, alsook
van de lymfeklieren, die vaak veel groter worden.
Pijn in de botten of de gewrichten komt ook vaak voor. Dat gaat
zelfs zover dat het kind kan beginnen te manken. De pijn is te
wijten aan de aanwezigheid van leukemie-cellen in het merg van de
botten.
De hierboven vermelde symptomen komen zelden allemaal tegelijk
voor bij één kind, en er kunnen ook andere symptomen optreden. De
symptomen kunnen vaak beperkt blijven tot één of twee van de
tekenen.
Acute leukemieOorzaken
In bijna alle gevallen blijft de oorzaak onbekend.
In een minderheid van de gevallen zijn de risicofactoren
genetisch:
• verhoging van het risico op acute leukemie bij bepaalde
genetische afwijkingen zoals trisomie 21 (mongolisme);
• bij de eeneiïge tweeling (echte tweeling) van een kind met
leukemie, bestaat een groter risico om de ziekte te ontwikkelen,
vooral indien deze ontstaat in het eerste levensjaar. Toch blijven
deze gevallen heel beperkt;
• sommige families hebben erfelijke afwijkingen aan hun DNA
(genetisch materiaal), waardoor de kinderen een verhoogd risico
hebben op acute leukemie.
Leukemie is niet besmettelijk d.w.z. dat personen die in nauw
contact staan met kinderen die leukemie hebben geen groter risico
lopen om de ziekte te krijgen dan anderen.
1110
-
Men voert systematisch ook andere onderzoeken uit, zoals een
radiografie van de borstkas en een echografie (ultrasone golven)
van de buik.
Voornaamste behandelingen
De voorbije twintig jaar is er veel vooruitgang geboekt in de
behandeling van kinderen met leukemie en een aanzienlijk percentage
van de patiënten kan inmiddels genezen worden, alhoewel bepaalde
vormen van leukemie beter reageren op de behandeling dan andere. De
behandeling van een kind met acute leukemie is
multidisciplinair.
Naast de eigenlijke medische behandeling van de ziekte, bevat
zij ook de preventie en de behandeling van mogelijke complicaties,
zoals groeiachterstand, onvruchtbaarheid of vroege puberteit.
Psychosociale begeleiding van het kind en zijn gezin is ook heel
belangrijk om ervoor te zorgen dat de kinderen, in de mate van het
mogelijke, verder naar school kunnen blijven gaan en zich op
persoonlijk en familiaal vlak verder ontplooien.
Bij tal van kinderen met leukemie zorgt de behandeling voor een
remissie. Dat betekent dat hun bloed en hun beenmerg geen
opspoorbare leukemiecellen meer bevatten. Alvorens kinderen echt
genezen zijn, moeten alle leukemiecellen in hun lichaam vernietigd
zijn. Onderbreekt men de behandeling vroegtijdig in een
remissiestadium, dan kunnen de enkele overblijvende leukemiecellen
zich opnieuw vermenigvuldigen. Vandaar het belang om de behandeling
helemaal af te maken.
Het opnieuw opduiken van leukemie na een remissieperiode heet
herval.
Aanvullende onderzoekenGeen enkel van die tekenen of symptomen
is bij kinderen kenmerkend voor leukemie. Toch vragen ze allemaal
om een bloedonderzoek en een reeks onderzoeken om de diagnose te
bevestigen en om, indien nodig, een uitzaaiingsbalans van de ziekte
te bepalen.
Naast de aanwezigheid van leukemiecellen, toont een bloedproef
ook vaak aan dat de drie types bloedcellen meer of minder getroffen
zijn. De informatie, verkregen via dit “hemogram” bepaalt of een
beenmergpunctie al dan niet nodig is.
In bepaalde gevallen vindt men geen leukemiecellen in het bloed.
De diagnose berust dan voornamelijk op het onder-zoek van het
beenmerg.
Het myelogram (afname en analyse van het beenmerg) is een ander
zeer belangrijk onderzoek. Het verschaft informatie over de
bijzondere karakteristieken van de leukemiecellen, teneinde zo
precies mogelijk te bepalen om welke vorm van leukemie het gaat. De
resultaten van dat onderzoek hebben belangrijke gevolgen voor de
keuze van de behandeling en de prognose.
Bij lumbaalpunctie wordt tussen twee wervels een kleine
hoeveelheid vloeistof onttrokken uit het vocht dat zich in de
wervelkolom bevindt. Zo komt aan het licht of er in het centrale
zenuwstelsel ook leukemiecellen zijn.
1312
-
Stamcel- of hematopoëtische transplantatieHet bloed wordt
constant vernieuwd door het beenmerg. Dit bevat “stamcellen” die,
door opeenvolgende splitsing, zorgen voor de vernieuwing van de
rode en de witte bloed-cellen en van de bloedplaatjes. Dit is een
levensbelangrijke functie voor het organisme.
Bij een stamceltransplantatie worden stamcellen van een
compatibele donor geïnjecteerd bij een patiënt met de bedoeling het
hematopoiëtisch systeem (dat kankercellen bevat) te vervangen. Bij
volledige vernietiging van het beenmerg door neveneffecten van de
chemotherapie of overwoekering door kankercellen, is een
stamcel-transplantatie absoluut noodzakelijk. Voorheen werd deze
techniek “beenmergtransplantatie” genoemd.
De techniek bewijst zijn nut in welbepaalde gevallen, zoals bij
een resistentie tegenover de inductiechemo- therapie of wanneer
zich een herval voordoet ondanks een normaal uitgevoerde
behandeling.
De donor - Het beenmerg maakt witte bloedcellen aan die “vreemde
cellen” kunnen aanvallen. Donor en ontvanger moeten dus compatibel
zijn, om te voorkomen dat de cellen van de ontvanger aangevallen
worden door deze van de donor. Er is meer kans deze compatibiliteit
te vinden bij een broer of zus (1 kans op 4). Bij niet verwante
personen, is er slechts 1 kans op 40.000 om een gepaste donor te
vinden. Het is dan ook belangrijk om “stamceldonorbanken” te hebben
waar een groot aantal kandidaten geregistreerd worden. Indien in
deze donorbanken geen donor kan gevonden worden die voldoende
compatibel is, dan wordt soms een stamceltransplantatie met een van
de ouders overwogen. Omdat donor en receptor twee verschillende
personen zijn, spreekt men van een allogene transplantatie.
ChemotherapieChemotherapie is het gebruik van geneesmiddelen om
snel vermenigvuldigende cellen, zoals leukemiecellen, te doden. De
geneesmiddelen kunnen zowel de leukemie-cellen als normale cellen
aantasten wat neven- werkingen kan veroorzaken. Om de
nevenwerkingen zoveel mogelijk te beperken, past men chemotherapie
in nauwgezette doses en volgens aangepaste schema’s toe.Vooral de
combinatie van geneesmiddelen die tot verschillende categorieën
behoren, geniet veel bijval. Zo kan men leukemiecellen via
verschillende mechanismen aanvallen voor een maximale
doeltreffendheid van de behandeling. Het beenmergonderzoek
(myelogram) helpt om de doeltreffendheid van de behandeling te
evalueren.
Centraal zenuwstelsel - Leukemiecellen kunnen in het
hersenweefsel terechtkomen. Dan is, omwille van de
bloed-hersenbarrière, een bijzondere behandeling nodig. Sommige
geneesmiddelen kunnen namelijk niet tot in het hersenweefsel komen
omdat ze geblokkeerd worden door die bloed-hersenbarrière. Ze
moeten dan via een ruggenprik rechtstreeks worden ingespoten in het
vocht dat zich in de wervelkolom bevindt, of er moet worden gekozen
voor producten die wel door de barrière kunnen.
Infecties - Veel kinderen krijgen ter preventie een anti-
bioticum. Die behandeling dient om infecties te vermijden, vooral
van de longen.
RadiotherapieHeel uitzonderlijk kan radiotherapie nog gebruikt
worden voor de behandeling van kinderen met leukemie. Zelfs wanneer
de hersenen aangetast zijn, wordt bestraling vervangen door
chemotherapie. Het is bewezen dat chemo- therapie even doeltreffend
is als radiotherapie, met minder nadelen op de lange termijn.
1514
-
aanmaken. Een voorbehandeling met chemotherapie (soms ook samen
met radiotherapie) is noodzakelijk. Het doel van deze
voorbehandeling is drievoudig: plaats maken in het beenmerg, de
cellen van het immuunsysteem van het kind verwijderen zodat het
beenmerg niet afges-toten wordt en tenslotte, de leukemiecellen in
het beenmerg vernietigen.De eerste tekenen van nieuwe aanmaak van
stamcellen vertonen zich na 2 tot 3 weken. Tijdens deze periode
verblijft de patiënt in een steriele kamer, waar preventief
antibiotica toegediend worden zolang het immuunsysteem hem niet
voldoende tegen infecties beschermt.
Behandeling van acute lymfoblastische leukemie Bij de
behandeling doet men vooral een beroep op chemo- therapie. Die
verloopt klassiek in verschillende etappes:
• de inductie is de beginfase van de behandeling. Doel: het
aantal kankercellen gevoelig terugdringen. Het betreft een relatief
intensieve behandeling van 3 tot 4 weken;
• de consolidatie begint vanaf de volledige remissie. Kenmerken:
geen symptomen of klinische tekens en een normaal hemogram en
beenmerg (er worden geen kankercellen meer gevonden). Tijdens deze
fase van de behandeling gebruikt men andere geneesmiddelen dan
tijdens de inductie;
• intensieve behandeling volgt onmiddellijk op de consolidatie
en de geneesmiddelen gebruikt tijdens de inductiefase worden
opnieuw toegediend;
• de onderhoudsbehandeling dient om een eventueel herval te
vermijden en kan tot twee jaar duren. Na het stopzetten van de
behandeling, volgt een maandelijkse controle die bestaat uit een
medisch onderzoek en bloedafname, en dit gedurende meerdere
jaren.
Hoe gebeurt een stamceldonatie? Vroeger moest voor elke
stamceldonatie in het bot worden geprikt, meestal in het bekken.
Dat gebeurt tegenwoordig ook nog wel eens, maar meestal gebeurt
stamceldonatie nu via een bloedafname waarbij de stamcellen uit het
bloed worden gefilterd. Het is dus veel eenvoudiger geworden om
stamceldonor te zijn. Gelukkig maar, want het is van levensbelang
dat zoveel mogelijk mensen zich registreren als donor. Zo vergroot
de kans dat er voor elke leukemie patiënt een donor wordt
gevonden.
De ontvanger - Het duurt enige tijd alvorens de ingebrachte
cellen opnieuw voor voldoende aanmaak van bloedcellen zorgen.
Hierdoor is het organisme bijzonder kwetsbaar en gevoelig voor
infectie (te wijten aan een tekort aan rode bloedcellen, witte
bloedcellen en bloedplaatjes). De patiënt wordt daarom in een
steriele kamer geplaatst.
Opmerking: wanneer chemotherapie in hoge doses toegediend wordt,
gaat de gebruikte medicatie een groot deel van de cellen in het
beenmerg (zowel normale als abnormale) vernietigen. Dan spreekt men
van medullaire aplasie. De patiënt is op dat moment uiterst
gevoelig voor infecties. Er worden ter compensatie transfusies
toegediend van rode bloedcellen of bloedplaatjes en soms wordt de
patiënt geïsoleerd in een steriele kamer tot het beenmerg zijn
normale functie hervat en opnieuw bloedcellen produceert.
Hoe gebeurt de transplantatie? Dit is het eenvoudigste deel van
de behandeling. Een gewone transfusie volstaat.De stamcellen worden
rechtstreeks in een ader ingebracht, zoals bij een gewone
bloedtransfusie. Ze vinden via het bloed hun weg naar het beenmerg
waar ze zich installeren en geleidelijk opnieuw bloedcellen
1716
-
ZelfhulpgroepenHulpverenigingen voor kinderen en
adolescenten
Door in contact te komen met verenigingen kunnen sommige
praktische problemen worden gedeeld en/of opgelost. Sommige
verenigingen richten zich specifiek tot zieke kinderen en
adolescenten (of tot hun ouders). U vindt meer informatie hierover
op onze website www.kanker.be of u kan contact opnemen met
Kankerinfo op 0800 15 802 (alle werkdagen tussen 9 en 18u).
Behandeling van acute myeloblastische leukemie
De behandeling van acute myeloblastische leukemie omvat een
inductiefase, gevolgd door verschillende kuren van consolidatie.
Indien nodig, wordt de behandeling vervolledigd met een
transplantatie van allogene stamcellen (cellen afkomstig van een
donor).
Chronische leukemieChronische myeloïde leukemie komt vaker voor
bij volwassenen en vertegenwoordigt slechts 4 à 5% van de
leukemiegevallen bij kinderen. Gezien de zeldzaamheid ervan bij
kinderen wordt de chronische leukemie niet verder besproken in deze
brochure.
ConclusiesLeukemie bij kinderen is gelukkig een vrij zeldzame
aandoening. De overlevingskansen zijn de voorbije jaren gevoelig
gestegen. Tal van factoren zijn verantwoordelijk voor die
verbetering: een betere algemene begeleiding van het kind, een
betere kennis van de ziekte, vooral te danken aan de vooruitgang in
de moleculaire biologie, betere behandelingsschema’s, een betere
preventie van de nevenwerkingen…
Toch mogen de bemoedigende resultaten niet tot stilstand leiden.
Er blijft nog een grote uitdaging: de prognose verbeteren bij
kinderen met een risico op herval of kinderen die hervallen zijn.
Nieuwe behandelingsmanieren (nieuwe moleculen met doelgerichte
actie, immunotherapie, celtherapie, enz…) worden verder bestudeerd
en kunnen heel doeltreffend blijken.
1918
-
Nog enkele tipsVermoeidheid bestrijden
Vermoeidheid is een vaak voorkomende bijwerking van kanker en/of
van de behandelingen. Ze kan tot lang na het stopzetten van de
behandeling aanhouden.
De behandelende arts en/of het medisch team kunnen uw kind
helpen om de vermoeidheid te verminderen.
Aangepaste fysieke activiteit, tijdens en na de behandelingen,
geeft meer energie. Hierdoor kunnen de kleine dagelijkse
inspanningen vlotter verlopen.
Pijn verlichten
De arts en/of het verzorgend personeel kunnen uw kind helpen de
pijn te verlichten. Volg altijd strikt hun aanbevelingen, vooral
wat betreft de voorgeschreven dosis pijnstillers.
Blijven eten en ervan genieten
Als de ziekte of de behandelingen het eetpatroon van uw kind
verstoren, kan u raad vragen aan een diëtist gespecialiseerd in
oncologie (oncodiëtist).
Volg niet op eigen initiatief een zogezegd antikankerdieet. De
doeltreffendheid ervan is verre van bewezen en kan het lichaam van
uw kind sterk verzwakken. Wees ook voorzichtig met het geven van
voedingssupplementen. Sommige kunnen de goede werking van de
behandeling verstoren.
Details over lichaamsbeweging tijdens en na een kanker zijn
beschikbaar op de website www.kanker.be of via Kankerinfo op 0800
15 802.
Meer informatie (tips, recepten, adressengids van de
onco-diëtisten, enz.) vindt u op www.kanker.be/voeding-recepten of
via Kankerinfo op 0800 15 802.
Opgelet voor interacties met medicijnen!
Bepaalde medicijnen, zowel conventionele als niet-conventionele
middelen, kunnen het effect van een kankertherapie beïnvloeden.
Maak daarom een lijstje van de behandelingen die uw kind volgt
(medicijnen, maar ook vitaminen, planten, diëten, enz.) en praat
erover met uw arts en/of het verzorgend personeel tijdens uw
consultaties.
Beschikbare brochures op www.kanker.be/publicaties of via
Kankerinfo op 0800 15 802:• Complementaire geneeskunde en kanker•
Voedingssupplementengids
2120
-
Het belang van goede moed
Tijdens de ziekte is het normaal dat u goede en slechte momenten
hebt. Het verzorgend personeel is er om u en uw kind te helpen deze
moeilijke periode door te komen. Na het einde van een
kankerbehandeling moet u terug aarden in het “gewone” leven,
opnieuw naar school gaan, en eventueel terug beginnen werken wat de
ouders betreft. En toch voelt u zich als een schipbreukeling na een
avontuur dat moeilijk te beschrijven valt.
Als u of uw kind het lastig heeft, praat er dan over met een
naaste, iemand van het zorgteam, met een psycholoog of met de leden
van een patiëntenvereniging.
Stichting tegen Kanker biedt ook bijkomende telefonische
psychologische coaching aan. Meer info op www.kanker.be of via
Kankerinfo op 0800 15 802.
De COZ, een partner tijdens de behandeling De “coördinerende
verpleegkundige voor oncologische zorgen” of COZ is een
gespecialiseerde verpleegkundige die uw persoonlijke contactpersoon
zal zijn tijdens alle behandelingen die uw kind moet ondergaan.
Hij/zij maakt integraal deel uit van het zorgteam, neemt deel aan
alle bijeenkomsten die uw kind aanbelangen en regelt al uw
afspraken. Uw COZ is gemakkelijk bereikbaar per telefoon of per
mail om te antwoorden op de vragen die u zich stelt.
Het belang van een vertrouwensrelatie met de mensen die uw kind
verzorgen
Aarzel nooit om vragen te stellen aan het verzorgend team
(artsen, verpleegkundigen en anderen) en durf gerust uw vragen
opnieuw te stellen tot u een begrijpelijk antwoord hebt gekregen.
Bouw een echte dialoog met hen op. Zo zal u in staat zijn om, in
gezamenlijk overleg en in het volste vertrouwen, alle noodzakelijke
beslissingen te nemen.
Stichting tegen KankerVan hoop naar overwinning!
De missies van Stichting tegen Kanker zijn:
• Op de eerste plaats het financieel ondersteunen van de meest
veelbelovende onderzoeksteams. Om kanker te over winnen is namelijk
wetenschappelijk onderzoek nodig dat stap voor stap hoop omzet in
werkelijkheid, door behandelingsmethodes te vinden die de
genezingskansen en levenskwaliteit van patiënten verhogen.
• Zelf te handelen wanneer dit nodig is, in het bijzonder door
psychosociale projecten te financieren die de levenskwaliteit
helpen verbeteren van mensen getroffen door kanker en hun
naasten.
• Alle actoren mobiliseren, want samen kunnen we nog efficiënter
werken en nog sneller vooruitgang boeken.
• Informeren door de algemene kennis over kanker, de mechanismen
achter de ziekte en de behandelingen te vergroten en door
onderzoeksresultaten te vertalen naar informatie die toegankelijk
en begrijpelijk is voor het brede publiek.
2322