De Brexit -1- laatste update: 01/04/2016 Op 23 juni 2016 kunnen de Brien voor of tegen een Brexit stemmen: ‘Britse exit’ uit de Europese Unie. Ze kiezen dan om lid te blijven van de EU, of om eruit te stappen. Het belooſt een nek-aan-nekrace te worden. Waarom twijfelen de Brien zo aan de EU? En wat zijn de gevolgen hiervan? We zeen de relae tussen het VK en de EU op een rijtje. Het VK en de EU: een moeilijk huwelijk De Brexit “We zijn met Europa, maar geen deel van Europa. ” zei Brits premier Churchill. Hij was voorstander van een Europese samenwerking, maar over alles samen beslissen ging te ver. Het VK was het gewoon om een belangrijke rol te spelen in de wereldpoliek, maar in de EGKS zou er op meer gelijkwaardige basis samen- gewerkt moeten worden. In 1951 sloegen 6 Europese landen de handen in elkaar en gingen samenwerken binnen de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal: België, Nederland, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg en Italië. Het Verenigd Koninkrijk besliste om niet mee te doen. Zij hadden een economische kijk op de Europese samenwerking. Daarom wilden ze hun goede handelsrelaes binnen het Brit- se Gemenebest, een groep van 53 ex-kolonies, behouden. Daarnaast ging de sa- menwerking binnen de EGKS te ver voor de Brien. De landen stonden immers beslissingsmacht af aan een Europese instelling, die in plaats van de lidstaten zelf beslissingen kon nemen. Dit principe van ‘ supranaonaliteit’ was een struikelblok voor de Brien: ze wilden zelf kunnen beslissen over deze zaken. Ten sloe twij- felden ze eraan of de samenwerking zou standhouden. 1. Brits lidmaatschap: een moeilijke start “Als Engeland zich voldoende omgevormd zal hebben om deel uit te maken van de EG, zonder beperking, zonder voorbehoud dan zullen de Zes hun deur openen. ” Het VK kon voor de Gaulle enkel lid worden als ze met alle aspecten van de samenwerking meededen, zonder uitzondering. In 1961 vraagt het Verenigd Koninkrijk, tot ieders verrassing, lidmaatschap aan van de Europe- se samenwerking. Zo wilden ze hun posie in de wereld te verstevigen en de economische groei versterken. Het Britse wereldrijk brokkelde immers af, en de Brien wilden op de hoogte blijven van de verdere Europese plannen. Charles de Gaulle Maar dat was buiten Charles de Gaulle, de toenmalige Franse president, gerekend. Hij zag de Brien als schoothonden van de Amerikanen. Omdat hij tegen een té sterke inmenging van de VS in Europa was, blokkeerde de Gaulle de Britse toetreding. Bovendien vertrouwde hij de koerswijziging van de Brien niet en geloofde hij niet dat het VK nauw zou samenwerken.
9
Embed
Het VK en de EU: een moeilijk huwelijk · Het VK en de EU: een moeilijk huwelijk De Brexit “We zijn met Europa, maar geen deel van Europa.” zei rits premier hurchill. Hij was
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
De Brexit -1- laatste update: 01/04/2016
Op 23 juni 2016 kunnen de Britten voor of tegen een Brexit stemmen: ‘Britse exit’ uit de Europese Unie. Ze kiezen dan om lid te blijven van de EU, of om eruit te stappen. Het belooft een nek-aan-nekrace te worden. Waarom twijfelen de Britten zo aan de EU? En wat zijn de gevolgen hiervan? We zetten de relatie tussen het VK en de EU op een rijtje.
Het VK en de EU: een moeilijk huwelijk
De Brexit
“We zijn met Europa, maar geen deel van Europa.” zei Brits premier Churchill. Hij was voorstander van een Europese samenwerking, maar over alles samen beslissen ging te ver. Het VK was het gewoon om een belangrijke rol te spelen in de wereldpolitiek, maar in de EGKS zou er op meer gelijkwaardige basis samen-gewerkt moeten worden.
In 1951 sloegen 6 Europese landen de handen in elkaar en gingen samenwerken binnen de Europese Gemeenschap voor Kolen
en Staal: België, Nederland, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg en Italië. Het Verenigd Koninkrijk besliste om niet mee te doen.
Zij hadden een economische kijk op de Europese samenwerking. Daarom wilden ze hun goede handelsrelaties binnen het Brit-
se Gemenebest, een groep van 53 ex-kolonies, behouden. Daarnaast ging de sa-
menwerking binnen de EGKS te ver voor de Britten. De landen stonden immers
beslissingsmacht af aan een Europese instelling, die in plaats van de lidstaten zelf
beslissingen kon nemen. Dit principe van ‘supranationaliteit’ was een struikelblok
voor de Britten: ze wilden zelf kunnen beslissen over deze zaken. Ten slotte twij-
felden ze eraan of de samenwerking zou standhouden.
1. Brits lidmaatschap: een moeilijke start
“Als Engeland zich voldoende omgevormd zal hebben om deel uit te maken van de EG, zonder beperking, zonder voorbehoud dan zullen de Zes hun deur openen.” Het VK kon voor de Gaulle enkel lid worden als ze met alle aspecten van de samenwerking meededen, zonder uitzondering.
In 1961 vraagt het Verenigd Koninkrijk, tot ieders verrassing, lidmaatschap aan van de Europe-
se samenwerking. Zo wilden ze hun positie in de wereld te verstevigen en de economische
groei versterken. Het Britse wereldrijk brokkelde immers af, en de Britten wilden op de hoogte
blijven van de verdere Europese plannen.
Charles de Gaulle
Maar dat was buiten Charles de
Gaulle, de toenmalige Franse
president, gerekend. Hij zag de
Britten als schoothonden van de
Amerikanen. Omdat hij tegen een
té sterke inmenging van de VS in
Europa was, blokkeerde de Gaulle de Britse toetreding. Bovendien vertrouwde hij de
koerswijziging van de Britten niet en geloofde hij niet dat het VK nauw zou samenwerken.
2. Brits lidmaatschap: een moeilijke relatie
Eind jaren 60 verdween de Gaulle van het Franse politieke toneel. Daarmee lag de weg naar toetreding opnieuw open
voor het VK, dat toen een nieuwe poging ondernam om lid te worden.
De toetredingsonderhandelingen liepen echter niet van een leien dakje. Vooral de voor-
delige handelsrelaties met landen uit het Gemenebest en de bijdrage van de Britten aan
de EG waren voer voor discussie. Het VK wou de kostprijs van toetreding zo laag moge-
lijk. Uiteindelijk werd een compromis bereikt, dat voor de Britten maar moeilijk verteer-
baar was en bleef.
Dat betekende echter niet dat hun kijk op de Europese samenwerking veranderd was:
ze zagen de EG nog steeds als een louter economisch samenwerkingsverband. De
Britten traden dan ook toe omwille van de economische voor-
delen.
In 1973 werd het VK lid van de Europese Gemeenschappen,
nadat het Britse Lagerhuis akkoord ging met 301 stemmen
vóór en 284 tegen.
De Brexit
“De moeilijkste uitbreiding aller tijden van de EU was deze met het Verenigd Koninkrijk”, zei Etienne Davignon, voormalig EU-commissaris in 2004 n.a.v. de EU-uitbreiding naar Centraal– en Oost-Europa.
De nieuwe Britse regering, die in 1974 aan de macht kwam, wilde op-
nieuw onderhandelen over de voorwaarden van lidmaatschap. Daarom
organiseerde ze in 1975 een referendum over EG-lidmaatschap. Twee op
drie Britten stemde vóór lidmaatschap van de Europese samenwerking.
Daarmee was de discussie voorlopig gesloten, maar de financiële bijdrage
van het VK aan de EG bleef op de maag liggen van de Britse politici.
1. Het VK remt verdere EU integratie af
Het VK blijft de Europese samenwerking vooral als een economisch samenwerkingsverband zien. Telkens wanneer er nieuwe
stappen gezet worden in de Europese integratie, staan de Britten op de rem. Het idee om beslissingsmacht te verliezen aan
Europa blijft moeilijk voor het VK. Enkele voorbeelden.
De Brexit -2- laatste update: 01/04/2016
Geen sociaal beleid voor de EU
Met het Verdrag van Maastricht (1992) beslisten de EU-lidstaten om
naast economie, om ook op politiek vlak te gaan samenwerken, zoals
rond politie- en justitie, buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid.
Daarnaast wilden de lidstaten een sociaal beleid uitwerken, bv. rond
ouderschapsverlof, maar het VK hield dit tegen. Het sociaal beleid
werd uiteindelijk als een bijlage of protocol bij het verdrag gevoegd.
Zo konden lidstaten die toch wilden werken aan een Europees sociaal
beleid dat doen, maar zonder het VK. In 1997 ondertekenden de In Maastricht werd de EU als een Griekse tempel voor-gesteld met 3 pijlers: economie, binnenlandse zaken en buitenlandsbeleid. De 4de pijler, sociaal beleid, werd geschrapt.
Bij toetreding tot de EG was slechts 1 op 3
Britten vóór lidmaatschap.
De Brexit
De Brexit -3- laatste update: 01/04/2016
Het VK wil dat landen uit de EU kunnen stappen
Eind jaren 90, begin jaren 00 werkte de EU aan het hervormen van de instellingen, met de uitbreiding naar Oost-Europa in
het vooruitzicht. Tijdens die debatten ijverden de Britten ervoor om uit de EU te kunnen stappen. Deze ‘uitstapclausule’
werd opgenomen in het Verdrag van Lissabon in 2007. Sindsdien kunnen lidstaten, na overleg, uit de EU stappen.
Stemmen met unanimiteit over belastingen en sociaal beleid
Met het Verdrag van Lissabon wilde men de besluitvorming met vereenvoudigen, nu er zoveel landen uit Oost-Europa lid
geworden waren. Op dat moment werden nog veel zaken met unanimiteit beslist. Elke lidstaat moest dan akkoord gaan
met de beslissing, en één lidstaat kon zo alle beslissingen blokkeren. Sinds het Verdrag van Lissabon worden veel meer za-
ken met meerderheid beslist, zoals asielbeleid of politiesamenwerking. Maar voor belastingen en sociaal beleid stond het
VK op de rem. Voor deze domeinen heeft elk land nog vetorecht.
Met 6 lidstaten is het niet makkelijk om tot een compro-mis te komen, maar met 28 lidstaten is dat nog veel moeilijker. Daarom wilde de EU meer met meerderheid kunnen beslissen.
2. Het VK wil een Europa à la carte
Het VK staat dus vaak op de rem als het gaat over verdere EU integratie. Om te vermijden dat elke verdere samenwerking
daarop blokkeert, krijgt het VK soms een uitzondering of opt-out. Zij zijn dan niet verplicht om deel te nemen aan de samen-
werking, en zo kunnen de andere EU-lidstaten wel verder. We zetten de Britse opt-outs op een rijtje.
Geen euro
Het VK doet niet mee met de euro. De Britten betalen nog steeds met de Britse Pond.
Handvest van de Grondrechten van de EU
In dit Handvest staan de grondrechten van de EU, zoals het verbod op de doodstraf, het
recht op vrijheid en veiligheid of vrije meningsuiting. Het VK ondertekende het Handvest
niet.
Beperkte samenwerking rond binnenlandse zaken
Het VK doet niet mee aan de samenwerking rond asielbeleid. Voor de politie- en justitiesa-
menwerking heeft het VK een flexibele opt-out. Ze doen enkel mee met de onderdelen die
interessant zijn voor hen.
Behoud grenscontroles
Het VK is geen lid van het Schengengebied (blauwe en groene landen). Als je vanuit België
naar het VK reist, moet je je identiteitskaart tonen aan de grens. Het Schengengebied
De Brexit -4- laatste update: 01/04/2016
De Brexit
4. De Britse pers is grotendeels sceptisch over de Europese samenwerking
Bij toetreding van het VK was de Britse pers overwegend positief over de Europese samenwerking. Maar dat veranderde eind
jaren 80. Toen Brits premier Margaret Thatcher kritischer werd voor Europa, vooral na haar beroemde Brugge-toespraak in 1988,
werd de pers dat ook. Vooral de ‘regilitis’ van Europa en het afstaan van eigen beslissingsmacht wordt in de pers bekritiseerd. Dat
heeft volgens velen een invloed op de kijk van de Britten op de Europese Unie.
Margaret Thatcher maakte duidelijk tijdens een
speech voor het Europacollege in Brugge in 1988 dat
ze zich verzette tegen “een Europese superstaat die
voor een nieuwe dominantie vanuit Brussel zorgt”.
Kritiek op de EU
De Britse (tabloid) pers mag gerust ‘gekleurd’ genoemd worden. Van genuanceerde en correcte info is niet altijd sprake.
Regilitis: overdreven Europese regeltjes
In de Brits pers lees je vaak dat de EU zich met veel
onbenullige zaken bemoeit. Zo verspreidde de pers
het gerucht dat het woord ‘yoghurt’ verdween in ruil
voor ‘met hitte bewerkte gefermenteerde melk’.
Omdat vaak onjuistheden verspreid worden, startte
de EU met een website om foute info te weerleggen.
3. Het VK wil minder betalen aan de Europese samenwerking
Al bij de toetredingsonderhandelingen had het VK moeite met hun financiële bijdrage aan de Europese samenwerking. Het
Verenigd Koninkrijk was toen één van de armste landen van de negen, maar betaalde bijna twee keer zoveel als Duitsland en
bijna tien keer zoveel als Frankrijk.
De Britse premier Margret Thatcher had er in 1984 genoeg van en eiste
haar ‘money back’, omdat ze maar weinig centen terug krijgen via bijvoor-
beeld landbouwsubsidies. Ze kreeg haar zin: de Britten kregen een serieuze
korting op de bijdrage aan het Europese budget. Hierdoor betaalt het VK
minder dan landen met een even grote economie, zoals Frankrijk of Duits-
land. In 2013 bedroeg de Britse korting 4,3 miljard euro. Dit wordt vooral
door de minder welvarende landen in Oost-Europa in vraag gesteld, die de