Top Banner

of 24

Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

Jul 08, 2018

Download

Documents

lummelss
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    1/56

     

    Hogeschool van Amsterdam

    Dictaat

    Mechanische

    TrillingenBehorend bij TMC4200

    Hogeschool van Amsterdam

    7-11-2011

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    2/56

    Mechanische trillingen 1 november 2011

    INHOUD

    1.  Inleiding1.1.  Wat zijn mechanische trillingen? 2

    1.2.  Trillingsbronnen. 2

    2.  Eerste orde systemen.2.1.  De harmonische beweging. 7

    2.2.  Massa en veerconstante. 8

    2.3.  Principe van d`Alembert. 9

    2.4.  Harmonische trillingen en eigenfrequentie. 10

    2.5.  Energie beschouwingen en het principe van Rayleigh. 15

    2.6.  Demping. 18

    2.7.  Gedwongen trillingen en resonantie. 28

    2.8.  De methode van de mechanische impedantie. 33

    2.9.  Isolatie van trillingen. 36

    2.10.  Niet harmonische excitatie. 38

    2.11. vraagstukken. 41

    A.  Complexe getallen.A.1 Imaginaire getallen. 44 A.2 Complexe getallen. 44

    A.3 Operatoren met complexe getallen. 44

    A.4 Het complexe vlak. 45

    A.5 De stelling van de Moivre. 46

    A.6 Vraagstukken. 46

    B.  Fourieranalyse.B.1 Goniometrische reeksen en periodieke functies. 48 B.2 De goniometrische hulpintegralen. 48

    B.3 De Fouriercoëfficiënten. 49B.4 Verandering van de periode. 51

    B.5 Harmonische analyse toegepast bij D.V.’s 51 B.6 Vraagstukken. 52

    C.  Antwoorden. 53 

    D.  Literatuur. 54 

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    3/56

    Mechanische trillingen 2 november 2011

    1. Inleiding

    1.1. Wat zijn mechanische trillingen.Men spreekt van mechanische trillingen als een constructie of een deel daarvan in een bepaald tijdsinterval

    een beweging maakt die zich herhaalt. Het tijdsinterval waarin een volledige beweging plaats heeft noemt

    men de periode  of ook wel de trillingstijd   T . Constructies met massa en elasticiteit kunnen aan

    mechanische trillingen onderhevig zijn. Mechanische trillingen zijn over het algemeen ongewenst omdat zijdoor dynamische overbelasting of door vermoeiingsverschijnselen tot bezwijken van de constructie kunnen

    leiden, ongewenst geluid kunnen veroorzaken of het gebruikscomfort van de constructie negatief kunnen

     beïnvloeden.

    1.2. Trillingsbronnen.Het is van belang dat een constructeur zich bij elk ontwerp van een constructie bewust is van het fenomeen

    “Mechanische Trillingen”, omdat elke gerealiseerde constructie zal trillen! De mate waarin de constructie

    trilt, is bepalend voor de mate waarin de veiligheid, bruikbaarheid of comfort in het geding is. Het is dus

    noodzakelijk het dynamische gedrag van een constructie te kunnen analyseren in termen zo als eigen

    frequentie, resonantie, demping ( deze termen worden in hoofdstuk 2 nader gedefiniëerd  ) etc., maar

     bovenal is het noodzakelijk de bron of bronnen te kennen die de trillingen veroorzaken. Met betrekking tot

    civiele- en bouwkundige constructies zijn de volgende trillingsbronnen de belangrijkste :

    -  Trillende machines op fundaties.

    -  Waterwervelingen bij stuwen en sluizen.

    -  Windwervelingen bij gebouwen, brugdekken, pylonen en tuien.

    -  Verkeerstrillingen.

    -  Aardschokken en andere seismische verschijnselen.

    1.2.1. Trillende machines op fundaties.Bij een machine met draaiende onderdelen die een bepaalde onbalans hebben zal dat resulteren in een

    variërende kracht waarmee de machine op zijn fundatie rust. Deze variërende kracht is dan de trillingsbron

    voor de constructie die de fundatie vormt.

    De onbalans van een roterende machine kan gedefinieerd worden door een massa m  een cirkelbaan te laten

     beschrijven met de straal e , waarbij de m  staat voor de effectieve onbalansmassa en e  voor de

    excentriciteit.

    Variabele kracht

    Draaiende motor met excentriciteit

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    4/56

    Mechanische trillingen 3 november 2011

    1.2.2. Waterwervelingen bij stuwen en sluizen.Bij stuwen en sluizen kan zich de situatie voordoen dat het water door een nauwe kier tussen schuif en

     bodem of tussen deur en bodem beweegt. Hierbij ontwikkelen zich in de stroming wervels met een

    tijdsafhankelijk karakter. Dit zijn de z.g. Von Karmann wervels. Deze wervels oefenen een variërende

    kracht op de schuif of deur uit. Deze variërende kracht is dan de trillingsbron voor de schuif of deur.

    De loslaat frequentie van deze wervels wordt bepaald door het getal van Strouhall. Dit getal is als volgt

     bepaald :

    v

    h f  S   

    m

     M

    Rk

    e

    schuif

    v

    δ h

    Von Karmann wervels

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    5/56

    Mechanische trillingen 4 november 2011

    Hierin is :

     f  = de loslaat frequentie van de wervel

    h = de hoogte van de spleet

    v = de stroomsnelheid van het water

    Het getal van Strouhall is afhankelijk van de verhouding hefhoogte δ en de hoogte h van de spleet. Dit

    wordt gegeven door de volgende grafiek.

    Met deze gegevens zijn de frequenties van de trillingbron te bepalen.

    1.2.3. Windwervelingen bij gebouwen, brugdekken, pylonen en tuien.De windbelasting op gebouwen en bruggen die trillingen kan veroorzaken, bestaat uit windstoten en

    regelmatig loslatende wervels ( Von Karmann wervelstraten ).

    Van het tijdstip en sterkte van windstoten is alleen iets aan de hand van kansrekening te zeggen. Voor desterkte van de windstoten kan men op basis van ervaring ontwerpwaarden vaststellen met daarbij behorende

    overschrijdingskansen. De fysica van de loslatende wervelstraten in lucht is gelijk aan die van de wervels

     bij deuren van spuisluizen, alleen door het verschil in de eigenschappen van lucht en water zullen de

    kentallen ( zoals het getal van Reynolds ed. ) waarbij de wervels optreden anders zijn.

    Een voorbeeld van het optreden van ongewenste trillingen bij een brug is het geval van de Erasmus brug

    Bij deze brug kwamen de tuien in trilling t.g.v. Von Karman wervels. Door het om beurten loslaten van de

    wervels werden wisselende belastingen op de tuien uitgeoefend. Hierdoor kwamen de tuien in trilling.

    0

    0,5

    1

    1,5

    2

    2,5

    3

    3,5

    0 0,2 0,4 0,6 0,8 1

    S

    Onderste deel van de schuif

    Bovenste deel van de schuif

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    6/56

    Mechanische trillingen 5 november 2011

    Bij hangbruggen zoals de brug over de Grote Belt in Denemarken, kan het brugdek ernstige trillings-

     problemen veroorzaken. Het ontwerp van het dwarsprofiel van zo een brugdek moet er op berekend zijn,

    dat de wervels belastingen met trillingsfrequenties veroorzaken die geen gevaarlijke waarde hebben.

    1.2.4. Verkeerstrillingen.Verkeer veroorzaakt een veelheid aan trillingen en het voert te ver deze hier te behandelen. Deze trillingen

    door verkeer moeten, elk naar de aard van de bron, elk afzonderlijk geanalyseerd worden. Er wordt hier

    volstaan met enkele voorbeelden.

    -Voetgangers

    Voetgangers op bruggen kunnen trillingen in de brug veroorzaken. Een groep marcherende soldaten geven

    door hun stap in eenzelfde ritme en tijdstip een trilling in de langsrichting van de brug. Individuele

    voetgangers geven daar en tegen een trilling in de dwarsrichting van de brug. Dit komt omdat zij bij het

    lopen zich beurtelings met een been afzetten. Dit creëert een wisselende zijdelingse belasting op de brug.

    - Autoverkeer en treinen

    Bij het autoverkeer is de verkeersdrempel een belangrijke oorzaak van trillingen. Bij treinen is hetintrinsieke hoge eigengewicht oorzaak van trillingen. De grond wordt door puntlastvormig belastingen

    verplaatst. Deze verplaatsingen planten zich voort in de grond als compressie- en afschuivingsgolven.

    1.2.5. Seismische verschijnselen.Hoewel de aardbodem stevig en stabiel lijkt, is dat maar schijn. Door allerlei oorzaken kan de aardbodem

    heftig in beweging komen. Het kan hierbij gaan om ondergrondse verzakkingen, zoals het instorten van

    natuurlijke ondergondse holten, het instorten van oude mijnen en het ineen zijgen van gashoudend

    gesteente, waar het gas door winning uit verdwijnt. De heftigste seismische verschijnselen zijn de

    aardbevingen. Deze worden veroorzaakt door op ongelijkmatige wijze langs elkaar schuiven van de

    aardschollen waar de aardkorst uit bestaat.

    Aanstromende lucht

    Zijdelingse trilling

    Von Karman wervels

    Slingerend waterlaagje

    Om de tui

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    7/56

    Mechanische trillingen 6 november 2011

    Het voorspellen van aardbevingen naar tijdstip en sterkte is een zeer moeilijke zaak en ligt geheel buiten de

    aard en bedoeling van deze tekst. Het volstaat hier met de opmerking dat de proefondervindelijke

     bouwvoorschriften voor aardbeving bestendig bouwen tot een gespecialiseerd vakgebied behoren, waar hier

    niet verder op wordt ingegaan.

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    8/56

    Mechanische trillingen 7 november 2011

    2. Eerste orde systemen.

    2.1. De harmonische beweging.Zoals in het vorige hoofdstuk genoemd, men spreekt van mechanische trillingen als een constructie of een

    deel daarvan in een bepaald tijdsinterval een beweging maakt die zich herhaalt. Het tijdsinterval waarin een

    volledige beweging plaats heeft noemt men de periode  of ook wel de trillingstijd  T  met de dimensie

    seconde. Het aantal maal dat de trilling zich herhaalt in één seconde noemt men de fr equenti e f  met dedimensie hertz (Hz) of s-1 . Het verband tussen trillingstijd en frequentie wordt gegeven door :

    T  f  

      1 

    Beschouwt men een punt P, waarbij het punt zich met een constante snelheid langs een cirkelvormige baan

     beweegt en men neemt van deze beweging de projectie langs een rechte lijn, dan krijgt men de

    harmoni sche beweging . Deze wordt in onderstaand figuur weergegeven.

    Afgezet tegen de tijd heeft de harmonische beweging een sinusvormig verloop. De maximale uitwijking

    van het punt P ( afstand OR ) noemt men de amplitude A. De snelheid waarmee het punt P de cirkel

    doorloopt noemt men de hoeksnelheid  of cirkelfrequentie  ω . Het verband tussen de cirkelfrequentie en de

    trillingstijd wordt gegeven door :

    Het verband tussen de frequentie en de cirkelfrequentie is dan :

     f  2  

    De beschrijving van de harmonische beweging als functie van de tijd wordt dan :

    t  A y   sin  

    In bovenstaande figuur is A = 5 en f  = 1 Hz. Bij deze beschrijving van de harmonische beweging geldt dan

    de uitwijking y = 0 op het tijdstip t = 0 . Dit is geen noodzakelijke voorwaarde, men kan ook het tijdstip

    t = 0 een bepaalde uitwijking y hebben. Dit leidt tot een algemene formulering van de harmonische

     beweging met een begin fase  φ0 .

    0sin   t  A y  

    P

    ωt

    y

    x

    P1

    O

    ωRR T

     A

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    9/56

    Mechanische trillingen 8 november 2011

    Opmerking :

    Uit de goniometrie is bekend dat voor de vorm 0sin   t  A y  ook geschreven kan worden :

    t  At  A y   cossin 21  

    2.2. Massa en veerconstante.

    De hoeveelheid materie van een lichaam wordt gekenmerkt door de massa. De maat hiervoor is dekilogram [kg]. Volgens de wetten van Newton kan een lichaam met massa alleen versnellen of vertragen

    indien er een kracht op werkt. Bij bepaalde constructies, zoals b.v. sluisdeuren, kan het zijn dat het medium

    waarin de constructie zich bevindt ook gaat meetrillen. De effectieve massa die aan de trilling meedoet is

    dan groter dan die van de constructie zelf. Men heeft dan te maken met z.g. toegevoegde massa.

    Bij een veer is het verband tussen de uitrekking ( of indrukking )

    en de kracht die op de veer wordt uitgeoefend evenredig. Dit kan

    men weergeven door de betrekking :

     yk  F   

    Hierin is F  de kracht, y de uitrekking en k  de evenredigheids-

    constante. Men noemt deze de veerconstante.

    Bij het parallel koppelen van veren zullen de veren dezelfde verlenging ( of verkorting ) ondergaan.

    De kracht die totaal op de veren moet worden uitgeoefend is de

    som van de krachten op de veren. Dus :

     yk  F  11   en  yk  F  22  

    De totale kracht op beide veren is :

     yk  F 

     yk k  F 

     yk  yk  F 

     F  F  F 

    eq

    21

    21

    21

     

    De conclusie is dat voor parallel gekoppelde veren de equivalente ( of vervangende ) veerconstante gelijk is

    aan de som van de veerconstanten van afzonderlijke veerconstanten.

    21   k k k eq  

    In het algemeen voor n veren :n

    ieq   k k 1

     

     y

     F

     F

    veer

     F

     y F 1  F 2

    k 1  k 2 

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    10/56

    Mechanische trillingen 9 november 2011

    Bij het in serie koppelen van veren ondervinden alle veren dezelfde kracht. De totale verlenging in het

    systeem van veren is de som van de verlengingen van elk van de veren.

    Bij het in serie koppelen van twee veren met respektievelijk veer-

    constanten k 1 en k 2, krijgt men de verplaatsingen y1 en y2. De totale

    verplaatsing van het uiteinde van de tweede veer is de som van  y1 en

     y2

    . De krachten in relatie tot de verplaatsingen worden gegeven door :

    111   yk  F    222   yk  F   

    Voor het totale systeem kan men schrijven :

    2

    2

    1

    1

    21

     F 

     F 

     F 

     y y y

     yk  F 

    eq

    eq

    tot 

    tot eqeq

     

    Voor de serie gekoppelde veren geldt :  F  F  F  F eq   21  

    21

    21

    111

    k k k 

     F 

     F 

     F 

    eq

    eq 

    In het algemeen voor n veren :n

    ieq   k k  1

    11 

    Voorbeeld :

    Een systeem van drie veren is gekoppeld. Veer 1 staat in

    serie gekoppeld met de parallel gekoppelde veren 2 en

    3. Van de veren is gegeven :

    k 1 = 2000 N/m, k 2 = 1000 n/m en k 3 = 3000 N/m.

    Bepaal de equivalente veerconstante van dit systeem

    van veren.

     N/m400030001000323,2   k k k eq  

     N/m3,13333

    4000

    4000

    3

    4000

    1

    2000

    1111

    3,21

    eq

    eqeq

    k k k  

    2.3. Principe van d` Alembert. Veel benaderingen voor het berekenen van trillingen berusten op de wetten van Newton, waarbij de tweede

    wet de belangrijkste is voor deze berekeningen, deze luidt :

    Van een massa is de verandering van hoeveelheid van beweging per ti jdseenheid evenr edig met de

    kracht di e op de massa werkt .

    dt 

    md  F 

      v 

    F

    y1

    F

    y2

    k 1

    k 2

    k 3

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    11/56

    Mechanische trillingen 10 november 2011

    Hierin is :  F  = de kracht [Newton]

    m = de massa [Kilogram]

    v = de snelheid [Meter/seconde]

    Opmerking : vm  is de hoeveelheid van beweging , wordt ook de impuls  genoemd.

    Voor een lichaam met een constante massa gaat de bovengenoemde formulering over in :

    am F 

    dt 

    d m

    dt 

    dm

    dt 

    d m

    dt 

    md  F 

      vv

    vv

     

    Hierin is :dt 

    dva  = versnelling

    Het principe van d’Alembert is een herformulering van de tweede wet van Newton en deze luidt :  

    Al le op een lichaam ui tgeoefende krachten en traagheidsweerstanden houden elkaar in evenwicht .

    Opmerking : de traagheidsweerstand is hier am .

    2.4. Harmonische trillingen en eigenfrequentie.Koppelt men een lichaam met een massa m aan een veer met een veerconstante k , dan heeft men een

    systeem waarbij de massa een harmonische beweging kan uitvoeren. Om dit te kunnen inzien moet men de

    tweede wet van Newton of het principe van d’Alembert toepassen op dit systeem. Hierbij is de kracht F v,

    die de veer op het lichaam uitoefent tegengesteld

    gericht aan de verplaatsing y, die het uiteinde van de

    veer ondergaat.

     yk  F v  

    De kracht F m die de massa ondervindt door de

    versnelling is :

    2

    2

    dt 

     yd m F m  

    Met de tweede wet van Newton ( of het principe van

    d’Alembert ) kan men het krachtenevenwicht, dat op

    het lichaam werkt, opschrijven.

    0002

    2

     yk dt 

     yd m F  F  F  vm  

    Dit geeft de differentiaal vergelijking van de beweging van het beschouwde lichaam. De oplossing van

    deze vergelijking is :

    )sin()(   t m

    k  At  y  

    In deze oplossing worden A en φ bepaald door de begin voorwaarden van de beweging. Als men voor

    m

    k   schrijft, gaat de oplossing over in de vorm : )sin()(   t  At  y  

    Dit is de beschrijving van een harmonische beweging met een hoeksnelheid ω, amplitude A en een begin

    fase φ .

     y

     F m

     F v

    m

    Onbelaste veer

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    12/56

    Mechanische trillingen 11 november 2011

    Opmerking :

    Deze beschrijving van de harmonisch beweging is identiek met : t  Bt  At  y   cossin)(  

    Conclusie :

    Een systeem bestaande uit een massa m een veer k  kan een harmonische trilling uitvoeren :

    )sin()(   t  At  y  

    De hoeksnelheid van de beweging is :

    m

    k  

    Bij deze hoeksnelheid hoort een frequentie die men de eigenfrequentie noemt.

    m

    k  f  

    2

    1

    Bewijs :

    Stel de oplossing van de D.V. is )sin()(   t  At  y , dan geldt voor de afgeleiden :

    )sin(en)cos(   22

    2

    t  Adt 

     yd t  A

    dt 

    dy 

    Ingevuld in de D.V. geeft dit :

    )sin(

    )sin()sin(

    2

    2

    2

    2

    t  Ak m

    t  Ak t  Am yk dt 

     yd m

     

    substitutie van ω geeft :

    0)sin()sin(

    2

    2t 

    m

    k  Ak 

    m

    k mt  Ak m  

    Voorbeeld :

    Van een veer is bekend dat een kracht van 100 N de veer 4 cm. uitrekt. Als deze veer met een lichaam met

    een massa van 400 kg een trillingsysteem vormt, wat is dan de eigenfrequentie van dit systeem?

    De veerconstante kan worden bepaald met : N/m2500104100

      2k k  yk  F v  

    De eigenfrequentie wordt bepaald door :

    rad/s5,2400

    2500

    m

    k Hz3979,0

    2

    5,2

    2 f    

    De trillingstijd is dan :

    s51,23979,0

    11

     f  T   

    2,51

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    13/56

    Mechanische trillingen 12 november 2011

    Het is niet noodzakelijk dat een trillend systeem een veer bevat. In het algemeen geldt dat indien er door

    één of andere oorzaak een terugdrijvende kracht aanwezig is deze, samen met een massa, het systeem tot

    trillen kan brengen. Een terugdrijvende kracht hangt af van de uitwijking van het systeem, maar is

    tegengesteld gericht aan die uitwijking. Een voorbeeld hiervan is de mathematische slinger.

    Deze bestaat uit een massapunt m , opgehangen aan een

    oneindig stijve staaf met de lengte L. De massa van de

    staaf wordt verwaarloosd. De zwaartekracht veroorzaakt

    een kracht  g m , die ontbonden wordt met een

    component F g loodrecht op de staaf.

    sin g m F  g   

     L

     ysin  

    Bij kleine hoeken φ , mag men het richting verschil tussen

     F g en y verwaarlozen.

     y L

     g m F  g   

    Met de massatraagheid :

    2

    2

    dt 

     yd m F 

    m  

    krijgt men de differentiaal vergelijking :

    0

    00

    2

    2

    2

    2

     y L

     g 

    dt 

     yd 

     y L

     g m

    dt 

     yd m F  F   g m

     

    De oplossing hiervan luidt :

    t  L g  A y   sin  

    Dit kan ook geschreven worden als :

    t  L

     g  Bt 

     L

     g  A y   cossin  

    In deze oplossingen zijn A en φ , resp. A en B bepaald door de begin voorwaarden van het trillings-

     probleem. Bij de mathematische slinger ziet men dat de slingertijd niet afhankelijk is van de slingerende

    massa!

     g 

     LT 

     L

     g T 

     L

     g 2

    22 

    voorbeeld :Een mathematische slinger heeft een lengte van 60 cm. Op het tijdstip t = 0 heeft de slinger een uitwijking

    van 6 cm en de snelheid is op dat moment 0 m/s . De gravitatie constante is g = 9,81 m/s 2 . Bepaal de

    slingertijd en bepaal tevens de uitdrukking voor de slingerbeweging als functie van de tijd.

    De slingertijd bedraagt :

    s55,181,9

    6,022

     g 

     LT   

    m

    y

    L

    φ 

     F g

    m. g

     F m

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    14/56

    Mechanische trillingen 13 november 2011

    De algemene uitdrukking voor de slingerbeweging is :

    t  L

     g  A y   sin  

    Hieruit volgt dat de uitdrukking voor de snelheid gegeven wordt door :

    t  L g 

     L g  A

    dt dy cosv  

    Voor het tijdstip t =0 geldt dan :

    200

    6,0

    81,9cos

    06,0

    81,9cos

    6,0

    81,906,00

     

    De uitdrukking voor de uitwijking gaat nu over in :

    204,4sin06,0

    26,0

    81,9sin06,0   t  yt  y  

    t  y   04,4cos06,0  

    Een ander voorbeeld van een trillend systeem zonder veer, maar wel met een terugdrijvende kracht, is de

    trillende vloeistofkolom. Hierbij bevindt de vloeistof zich in een U-vormige buis. De doorsnede van de buis

    is overal dezelfde met de oppervlakte O . De vloeistof heeft een dichtheid

    van  ρ . De lengte van de vloeistofkolom is L . Een verplaatsing van de

    vloeistofspiegel van y , geeft een hoogte verschil tussen de linker en

    rechter vloeistofspiegel van 2 y . Dit geeft een terugdrijvende kracht van :

     yO g  F    2  

    De kracht ten gevolge van de massa traagheid is :

    2

    2

    dt 

     yd  LO F m  

    Hieruit volgt de differentiaal vergelijking :

    02

    020

    2

    2

    2

    2

     y L

     g 

    dt 

     yd 

     yO g dt 

     yd  LO F  F m

     

    De oplossing hiervan is :

    t  L

     g  A y

      2sin  

    Zodat voor trillingstijd en frequentie geldt :

     L

     g  f  

     g 

     LT 

      2

    2

    1en

    22  

    De begin voorwaarden bepalen weer de amplitude A en de begin fase φ .

    2 y

     L

     F

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    15/56

    Mechanische trillingen 14 november 2011

    voorbeeld :

    Een trillende vloeistofkolom heeft een lengte L = 1 m, de gravitatieconstante is g = 9,81 m/s 2 . Bepaal de

    trillingstijd van deze kolom.

    s42,181,92

    12

    22

     g 

     LT   

    Ook bij constructies met staven en balken kunnen trillingen optreden, analoog aan een massa veer systeem.

    Een balk met een traagheidsmoment voor buiging I  , een lengte L en elasticiteitsmodulus E  wordt in het

    midden belast met een lichaam met een massa m . Met verwaarlozing van de eigenmassa van de balk wordt

    de differentiaal vergelijking als volgt :

    De verplaatsing van het midden t.g.v. de zwaartekracht die de massa op de balk uitoefent is :

     I  E 

     L g m

     I  E 

     L F  y

    4848

    33

     

    De equivalente veerconstante wordt :

    33

    48

    48

     L

     I  E 

     I  E 

     L g m

     g m

     y

     F k   

     Naar analogie van het massaveer systeem wordt de differentiaal vergelijking :

    02

    2

     yk dt 

     yd m  

    Met als oplossing :

    )sin()(   t m

    k  At  y  

    Invullen van de equivalente veerconstante geeft :

    )48

    sin()

    48

    sin()(3

    3

    t  Lm

     I  E  At 

    m

     L

     I  E 

     At  y  

    De eigen frequentie is dan :

    3

    48

    2

    1

     Lm

     I  E  f    

    m

     y

     L

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    16/56

    Mechanische trillingen 15 november 2011

    2.5 Energie beschouwingen en het principe van Rayleigh.Voor conservatieve systemen, d.w.z. systemen waarbij geen energie verloren gaat, geldt dat de som van

     potentiële energie en kinetische energie constant is.

    constantkin po t    E  E   

    Dit kan ook worden uitgedrukt door :

    0dt 

     E  E d  kin pot  

    Met deze energiebalans kan dan ook het trillingsgedrag van het systeem bepaald worden.

    De uitrekking van de veer y is een functie van de tijd. De kracht F v , die op de

    veer wordt uitgeoefend is evenredig met de uitrekking :  yk  F v  

    De uitrekking vertegenwoordigt de potentiële energie :

    2

    21

    00  v   yk dy yk dy F  E 

     y y

     po t   

    De kinetische energie van het systeem wordt bepaald door de massa m van het

    systeem en de snelheid van de massa volgens :2

    212

    21 v

    dt 

    dymm E kin  

    Toepassen van 0dt 

     E  E d  kin pot   geeft :

    0

    2

    212

    21

    dt 

    dt 

    dym yk d 

     

    02

    2

    2

    2

    dt  yd m yk 

    dt dy

    dt  yd 

    dt dym

    dt dy yk   

    02

    2

    dt 

     yd m yk   

    Deze differentiaal vergelijking werd ook verkregen met behulp van de krachtenbalans (2e wet van Newton).

    Dus ook hier is de oplossing :

    )sin()(   t m

    k  At  y  

    De energiebalans is ook toepasbaar op de mathematische slinger. Hierbij kan men de slingerhoek φ 

    gebruiken als de variabele in de tijd. De kinetische energie en de potentiële energie moeten dan worden

     y

     F v

    m

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    17/56

    Mechanische trillingen 16 november 2011

    uitgedrukt in de slingerhoek als functie van de tijd.

    De kinetische energie is :2

    212

    21 v

    dt 

    dymm E kin  

    tevens geldt sin L y  en als φ klein is geldt sin  dus :

    dt d  L

    dt dy L y  

    Voor de kinetische energie kan dan geschreven worden :2

    21

    dt 

    d  Lm E kin  

    Voor de potentiële energie geldt :

    cos

    cos1

     L g m L g m E 

     L g mh g m E 

     po t 

     po t  

     Nu de energiebalans toepassen :

    0dt 

     E  E d  kin pot  

    0sin

    0

    cos

    2

    22

    2

    21

    dt 

    dt 

    d  Lm

    dt 

    d  L g m

    dt 

    dt 

    d  Lm L g m L g md 

     

    Dit kan herschreven worden tot :

    0sin2

    22

     L

     g 

    dt 

    dt 

    d  Lm  

    De vorm tussen de haakjes is dus nul :

    0sin2

    2

     L

     g 

    dt 

    d  

    Tevens geldt als φ klein is geldt sin  dus :

    02

    2

     L

     g 

    dt 

    d  

    Deze differentiaal vergelijking heeft weer de oplossing :

    t  L

     g  At    sin)(  

    De slingerfrequentie is dan weer :

     L

     g  f  

    2

    m

    y

    L

    φ 

    v h

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    18/56

    Mechanische trillingen 17 november 2011

    Een afgeleide methode van de energiebalans is de methode van Rayleigh, waarbij weer een conservatief

    trillingsysteem wordt verondersteld met een harmonische trillingsbeweging. Er wordt uitgegaan van :

    constantkin po t    E  E   

    Dit betekent bij een harmonische beweging dat als de snelheid van de massa nul is, de kinetische energie

    nul is en de potentiële energie maximaal. Omgekeerd geldt dan ook als de potentiële energie nul is, is de

    kinetische energie maximaal. In beide gevallen is de maximale hoeveelheid energie gelijk.

    maxmax   kin pot   E  E   

    Beschouwt men weer het massa-veer systeem, dan krijgt men het volgende :

    De maximale potentiële energie verkrijgt men bij maximale uitrekking van de

    veer.2

    max21

    max yk  E  po t   

    De maximale kinetische energie verkrijgt men bij de maximale snelheid.2

    max2

    1

    max dt 

    dy

    m E kin  

    Voor de harmonische oplossing t  A y   sin  geldt dat :

     At  Adt 

    dy A y max

    maxmax   cosen  

    Ingevuld in de uitdrukking voor de potentiële energie geeft dit :

    2

    212

    max21

    max Ak  yk  E  po t   

    Voor de kinetische energie is dit :

    2

    21

    2

    max21

    max  Am

    dt 

    dym E kin  

    De methode van Rayleigh levert nu :

    m

    mk 

     Am Ak 

     E  E  kin pot 

    2

    2

    2

    12

    2

    1

    maxmax

     

     y

     F v

    m

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    19/56

    Mechanische trillingen 18 november 2011

    2.6 Demping.In de voorgaande beschouwingen van mechanische trillingen is het energieverlies buiten beschouwing

    gelaten. In de realiteit is er altijd sprake van energieverlies. Het effect van het energieverlies wordt

    aangeduid met de term “demping ”. De mate van demping en de wijze waarop deze totstand komt bepaalt in

    sterke mate het karakter van de trillingen waar deze demping een rol speelt. De demping kan heel gering

    zijn en kan zijn effect in de meeste gevallen verwaarloosd worden. Bij een lichte mate van demping waarbij

    de trilling wordt beïnvloed spreekt men van “onderkritisch gedempt”. Er zijn echter ook situaties waarbij de

    demping zo sterk is dat er zelfs geen trilling optreedt. Men spreekt dan van “bovenkritisch gedempt”. Bij de

    situatie precies op de grens van deze twee, spreekt men van “kritische demping”.  

    Als soorten demping onderscheidt men :

    -  Visceuse demping

    -  Coulomb demping

    -  Lucht demping

    -  Magnetische demping

    -  etc.

    In het volgende zullen lucht demping en magnetische demping buiten beschouwing blijven, omdat zij in de

     beschouwde constructies een te verwaarlozen rol spelen.

    2.6.1 Visceuse dempingDe karakteristieke eigenschap van de visceuze demping is, dat de dempingkracht in richting tegengesteld is

    aan de bewegingsrichting en evenredig is aan de snelheid van de beweging van de trilling. Dit is het soortgedrag dat hydraulische dempers vertoont, vandaar de naam.

    De krachten die nu op het lichaam met de massa m werken zijn :

    De veerkracht :  yk  F v  

    De dempingkracht :dt 

    dyr  F d   

    De versnellingkracht :2

    2

    dt 

     yd m F   

    Voor het krachten evenwicht geldt nu :

    0vd    F  F  F   

    Met de krachten ingevuld levert dit de differentiaal verglijking van de gedempte trilling :

    02

    2

     yk dt 

    dyr 

    dt 

     yd m  

    Dit kan ook geschreven worden als :

    02

    2

     y

    m

    dt 

    dy

    m

    dt 

     yd  

    Stel een oplossing is : t t t  e ydt 

     yd e y

    dt 

    dye y y 0

    2

    2

    2

    00  

    Ingevuld in de differentiaal vergelijking geeft dit :

    00002   t t t  e y

    m

    k e y

    m

    r e y  

     y  F v

     F 

    m

     F d

    k r

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    20/56

    Mechanische trillingen 19 november 2011

    De karakteristieke vergelijking wordt dan : 02

    m

    m

    r  

    Voor deze vergelijking zijn twee oplossingen :

    m

    m

    m

    r   2

    2,122

     

    Voor de veronderstelde oplossing kan men dan schrijven :

    t t  e y yene y y   20221

    011  

    De algemene oplossing van de differentiaal vergelijking wordt dan :

    t t  e ye y y   2021

    01  

    Hierin zijn 0201   en   y y   willekeurige reële getallen.

    Bovenkritisch gedemptHet bovenstaande geldt alleen als  β  in de oplossing een reële waarde heeft, dus dat de discriminant in de

    uitdrukking voor  β  groter dan nul is. Dus als

    m

    m

    r   2

    Voorbeeld :

    Een massa-veer systeem heeft een massa m = 1 kg, een demping r  = 10 Ns/m en een veerconstante

    k  = 9 N/m. Als beginvoorwaarden gelden op tijdstip t  = 0 is de uitwijking y = 1 m en de snelheid 0dt 

    dy

    m/s .

    Voor de oplossing geldt :19

    1210

    2

    22

    mk 

    mr   bovenkritisch.

    Voor de exponenten in de oplossing geldt :

    1en9

    451

    9

    12

    10

    12

    10

    22

    21

    22

    2,1m

    m

    m

     

    De oplossing wordt dan : t t t t  e ye ydt 

    dye ye y y 02

    90102

    901   9  

    Met de begin voorwaarden ingevuld geeft dat :0

    02

    0

    01

    0

    02

    0

    01   901   e ye ye ye y  

    Hieruit volgt het stelsel vergelijkingen :

    8

    9

    8

    1

    09

    10201

    0201

    0201 yen y

     y y

     y y 

    Zodat de oplossing wordt :

    t t  ee y8

    9

    8

    1   9  

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    21/56

    Mechanische trillingen 20 november 2011

    Als grafiek ziet dat er als volgt uit :

    Kritisch gedempt

    Indien de waarden voor r  , m en k  zich als volgt verhouden :m

    m

    r   2

    2 dan zijn er twee gelijke  β ’s. 

    m

    m

    m

    m

    222

    2

    2,1  

    Men zou kunnen verwachten dat er maar één oplossing is, n.l.t 

    m

    e y y   20  , maar dat is niet zo. Er is

    nog een oplossing n.l.

    t m

    et  y y   201  

    Bewijs :

    Stel men heeft 21  met de oplossingent t  e y yene y y   202

    1

    01  

    Dan is de volgende lineaire combinatie ook een oplossing!

    21

    212

    21

    1

    21

    11   t t t t    eeee y  

    Stel nu 21   en  dan wordt de voorgaande uitdrukking :

    t t  ee y  

     Neemt men hier van de limiet met 0  dan krijgt men :

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    22/56

    Mechanische trillingen 21 november 2011

    t t t 

    et ee

     y00

    limlim  

    De algemene oplossing van de differentiaal vergelijking in het kritische geval is dan :

    t m

    et  y y y   2010  

    Voorbeeld :

    Een massa-veer systeem heeft een massa m = 1 kg, een demping r  = 6 Ns/m en een veerconstante

    k  = 9 N/m. Als beginvoorwaarden gelden op tijdstip t  = 0 is de uitwijking y = 1 m en de snelheid 0dt 

    dy

    m/s .

    Voor de oplossing geldt :1

    9

    12

    6

    2

    22

    m

    m

    r kritisch.

    Dus :

    t t 

    e yt e y

    dt 

    dy

    et  y y y

    3

    01

    3

    0

    3010

    )31(3 

    Met de begin voorwaarden geeft dit :

    3

    1

    0)031(3

    10

    01

    0

    03

    01

    03

    0

    03

    010

     y

     y

    e ye ydt 

    dy

    e y y y

     

    De volledige oplossing is nu : t et  y  331  

    Als grafiek ziet dat er als volgt uit :

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    23/56

    Mechanische trillingen 22 november 2011

    Onderkritisch gedempt

    Indien de waarden voor r  , m en k  zodanig zijn dat geldtm

    m

    r   2

    2 dan kan men voor de  β ’s schrijven : 

    2

    2,122   m

    m

    k i

    m

    r  

    De exponenten in de algemene oplossing van de differentiaal vergelijking zijn nu complexe getallen. Omde consequenties hiervan te onderzoeken wordt de volgende verkorte schrijfwijze ingevoerd :

    2

    2   m

    m

    k u  

    De algemene oplossing wordt dan als volgt :

    t uit uit 

    m

    t uit 

    m

    t uit 

    m

    t uim

    r t ui

    m

    t t 

    e ye ye y

    ee yee y y

    e ye y y

    e ye y y

    0201

    2

    202

    201

    202

    201

    202

    101

     

    Er volgt nu een substitutie voor y01 en y02 .ii

    e y ye y y002001

      en  Hierdoor gaat de

    oplossing over in :

    it uiit uit 

    m

    t uiit uiit 

    m

    eee y y

    ee yee ye y

    20

    002

     

    De schrijfwijze van Euler voor complexe getallen geeft de mogelijkheid over te gaan van e-notatie naar een

    notatie met sinus en cosinus, dus :

    cos2sincossincos

    sincosensincos

    iiee

    ieie

    ii

    ii

     

    Dit toegepast op de oplossing van de differentiaal vergelijking geeft :

    t ue y yt 

    m

    cos220  

     Nu de oorspronkelijke betekenis voor u weer invullen en reorganiseren geeft :

    t m

    m

    k e y y

    t m

    r    2

    20

    2cos2  

    De interpretatie hiervan is, een sinusvormige trilling met afnemende amplitude. De waarden voor  y0 en δ 

    zijn te bepalen uit de beginvoorwaarden.

    Voorbeeld :

    Een massa-veer systeem heeft een massa m = 1 kg, een demping r  = 0,5 Ns/m en een veerconstante

    k  = 9 N/m. Als beginvoorwaarden gelden op tijdstip t  = 0 is de uitwijking y = 1 m en de snelheid 0dt 

    dy

    m/s .

    Met de waarden voor de massa, demping en veerconstante ingevuld krijgt men :

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    24/56

    Mechanische trillingen 23 november 2011

    t e y y

    t e y y

    t m

    m

    k e y y

    t m

    9896,2cos2

    12

    5,0

    1

    9cos2

    2cos2

    25,0

    0

    2

    12

    5,0

    0

    2

    20

     

    De afgeleide hiervan is :

    t e yt e ydt 

    dy   t t  9896,2sin9791,59896,2cos5,0   25,0025,0

    0  

    Op het tijdstip t  = 0 geldt dat : 0dt 

    dy , waar uit volgt dat :

    rad08343,09791,5

    5,0

    cos

    sin

    tan

    0sin9791,5cos5,0

    00sin9791,50cos5,0   000

    0   e ye y

     

    Op het tijdstip t  = 0 geldt ook y = 1 .

    5017,008343,0cos2

    1

    08343,0cos21

    08343,009896,2cos21

    9896,2cos2

    0

    0

    0

    0

    25,00

     y

     y

    e y

    t e y y   t 

     

    De oplossing van de vergelijking wordt dus :

    08343,09896,2cos0035,1   25,0 t e y   t   

    Als grafiek ziet dat er als volgt uit :

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    25/56

    Mechanische trillingen 24 november 2011

    Voor de trillingstijd kan men schrijven :2

    2

    22

    m

    m

    T   

    Voor de frequentie geldt dan :

    2

    22

    1

    m

    m

    k  f    

    Bij deze gedempte trilling heeft men te maken met een afnemende amplitude. De wijze van afnemen kan

    men karakteriseren door middel van de dempingsfactor. Deze is als volgt gedefiniëerd :

    T m

    r t 

    m

    t m

    T t m

    t m

    ee

    e

    T t ue y

    t ut ue y y

    T t  y

    t  y

    22

    2

    20

    200

    cos2

    coscos22

    )(

    )( 

    De dempingsfactor is :T 

    m

    e 2  

    Samenvatting :

    Heeft men een systeem zonder wrijving, dan zal de trilling met een constante amplitude blijven voortduren.

    Introduceert men een gering wrijving, dan krijgt men een trilling met een geleidelijk kleiner verminderende

    amplitude, deze voldoet aan de functie :

    t m

    m

    k e y y

    t m

    r    2

    20

    2cos2  

    Hierbij geldt de voorwaarde datm

    m

    r   2

    2  moet zijn.

    Uit de functie van de trilling blijkt dat bij toenemende waarde van de weerstand r  de frequentie afneemt.

    Wordt de weerstand zo groot dat geldtmk 

    mr 

      2

    2 , dan spreekt men van krtitische gedempt en heeft

    men geen trilling meer, maar een uitwijking die direct en op de snelste wijze naar nul gaat, zonder dat de

    uitwijking negatief wordt. De functie van de uitwijking luidt nu :

    t m

    et  y y y   2010  

    Maakt men de wrijving nog groter, dan krijgt men de boven kritisch gedempte situatie metm

    m

    r   2

    In deze situatie kan men niet spreken van een trilling, daar de uitwijking naar nul gaat, zonder dat deze ooit

    een negatieve waarde bereikt. Deze beweging verloopt langzamer dan de kritisch gedempte situatie. De

    functie voor de uitwijking luidt nu :

    t m

    m

    m

    r t 

    m

    m

    m

    e ye y y

    22

    22

    02

    22

    01  

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    26/56

    Mechanische trillingen 25 november 2011

    2.6.2 Coulomb dempingBij de visceuse demping is de dempingskracht evenredig met de snelheid waaraan de demper wordt bloot-

    gesteld. Bij Coulomb demping is dit niet zo! Hierbij wordt de demping verkregen door droge wrijving. De

    dempingskracht is constant en tegengesteld aan de beweging. De grootte van de dempingskracht wordt

     bepaald door de normaalkracht waarmee de langs elkaar bewegende wrijvingsvlakken op elkaar gedrukt

    worden.

    Opmerking :

    Deze voorstelling van de wrijvingskracht is een vereenvoudiging van de realiteit. Bij het beginnen en het

     beëindigen van de beweging is de wrijvingskracht groter dan tijdens de beweging. Ter vereenvoudiging van

    de berekeningen van trillingen met deze soort demping wordt dit effect verwaarloosd.

    De wrijvingskracht wordt bepaald door de normaalkracht F n 

    en de wrijvingscoëfficiënt cW .

     g mc F c R W nW   

    De richting van de wrijvingskracht is tegengesteld aan de bewegingsrichting, dus tegengesteld aan de

    richting van de snelheid. Gaat bij bovenstaand massa-veer systeem de beweging naar links dan geldt de

    differentiaal vergelijking :

     R yk dt 

     yd m

    2

    2

     

    Met een begin uitwijking B en een snelheid van nul op het tijdstip t = 0 , geeft dit de oplossing :

     Rt 

    m

     R B y   cos  

    kritisch gedempt

     boven kritisch gedempt

    onder kritisch gedempt

     y

     F v F mm

     R 

    k F n

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    27/56

    Mechanische trillingen 26 november 2011

    Deze beweging stopt als 0dt 

    dy geworden is.

    Dus :k 

    mt t 

    m

    k t 

    m

    mk 

     Rk  B

    dt 

    dy0sin  

    Op het interval k 

    m

    t 0  is de beweging sinusvormig

     RC 

     R B AC t 

    m

    k  A y   enmetcos 11  

    Hierna gaat de beweging naar rechts en geldt de differentiaal vergelijking :

     R yk dt 

     yd m

    2

    2

     

    De begin voorwaarden voor deze tweede differentiaal vergelijking komen uit de oplossing van de eerste

    differentiaal vergelijking, n.l. de uitwijking opk 

    mt   van de eerste oplossing is de beginstand van de

    tweede vergelijking. Tevens is op dat tijdstip de snelheid nul.

    Dus :

     R B y

     R

    m

    m

     R B y

    mt 

    2

    cos  

    Met deze beginvoorwaarden heeft de tweede differentiaal vergelijking de volgende oplossing :

     Rt 

    m

     R B y   cos3  

    Voot het interval k 

    m

    t k 

    m

    2  is deze oplossing te schrijven als :

     RC 

     R B AC t 

    m

    k  A y   en3metcos 22  

    De conclusie is dat dit gedempte massa-veer systeem een zelfde trillingsfrequentie heeft als het systeem

    zonder demping met andere woorden de eigenfrequentie van het systeem wordt niet beïnvloed door de

    demping. De eigenfrequentie is dus :

    m

    k  f  

    2

    Op het tijdstipk 

    mt    2  is de snelheid weer afgenomen tot nul en is de uitwijking :

     R B y

     R

     R B y

    k  R

    k m

    mk 

    k  R B y

    4

    2cos3

    2cos3

     

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    28/56

    Mechanische trillingen 27 november 2011

    Dit zijn nu weer de begin voorwaarden voor de eerste differentiaal vergelijking, want de beweging is nu

    weer naar links. Hierna kan dezelfde berekening voor de volgende periode op dezelfde wijze gebeuren.

    Voorbeeld :

    Een massa-veer systeem heeft een massa m = 1 kg, een demping R = 0,5 N en een veerconstante k  = 9 N/m.

    Als beginvoorwaarden gelden op tijdstip t  = 0 is de uitwijking y = 1 m en de snelheid 0

    dt 

    dym/s .

    De hoeksnelheid rad/s31

    9

    m

    k  

    De functies worden dan volgens voorgaande methode :

    Periode 1 :

    18

    13cos

    18

    15

    3

    2

    3

    1

    18

    13cos

    18

    17

    3

    10

    t  yt 

    t  yt 

     

    Periode 2 :

    1813cos

    1811

    34

    18

    13cos

    18

    13

    3

    2

    t  yt 

    t  yt 

     

    etc,etc.

    Als grafiek ziet dat er als volgt uit :

    Bij het vergelijken van de visceuse demping en Coulomb demping ziet men enkele markante verschillen.

    Bij visceuse demping wordt de eigenfrequentie van het trillend systeem ook bepaald door de dempings-

    factor terwijl dat bij de Coulomb demping niet het geval is. Bij Coulomb demping neemt de grootte van de

    amplitude lineair af, terwijl dat bij visceuze demping volgens een e-macht gebeurt.

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    29/56

    Mechanische trillingen 28 november 2011

    Vergelijkt men systemen met visceuze- en Coulomb demping met bijna gelijke eigenfrequentie, dan ziet

    dat er als volgt uit :

    2.7  Gedwongen trillingen en resonantie.In de vorige paragrafen werd de beweging van een massa-veer systeem alleen bepaald door de massa-

    traagheid, de veerkracht, de demping en de begin voorwaarden. Men kan zich ook afvragen wat er gebeurt

    als er nog een kracht op het systeem werkt. Hierbij gaat men uit van een in de tijd sinusvormige

    veranderende kracht, die al ( oneindig ) lang aanwezig is. Deze krachtzal het systeem een beweging opleggen en overwegingen van een

     begin voorwaarden zijn dan niet meer van belang.

     Neem aan dat de exciterende kracht geschreven kan worden als :

    t  F t  F  00   cos)(  

    De bewegingsvergelijking van het massa-veer systeem wordt dan :

    t  F  yk dt 

    dyr 

    dt 

     yd m 002

    2

    cos  

    Stel nu dat de volgende functie een oplossing is :

    t  A y 00   cos  

    Dan zijn de eerste en tweede afgeleiden van deze oplossing :

    t  Adt 

     yd 

    t  Adt 

    dy

    0

    2

    002

    2

    000

    cos

    sin

     

    Ingevuld in de bewegingsvergelijking geeft dit de uitdrukking :

    t  F t  Ak t  Ar t  Am 000000002

    00   coscossincos  

    Pas nu in het rechter lid de volgende substitutie toe :

    t t  00  

    Coulomb demping

    visceuze demping

     y

     F(t)

    m

    k r

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    30/56

    Mechanische trillingen 29 november 2011

    De bewegingsvergelijking wordt nu :

    t  F t  Ak t  Ar t  Am 000000002

    00   coscossincos  

    Op het rechterlid de volgende herleiding toepassen :

    sinsincoscoscos 000000   t  F t  F t  F   

    De sinus en cosinus termen samen nemen en herleiden op nul geeft :

    0sinsincoscos 00000002

    00   t  F  Ar t  F  Ak  Am  

    Als t  A y 00   cos   een universele oplossing is, dan moet de vergelijking altijd nul zijn. Daar

    t 0cos   en t 0sin  altijd van elkaar verschillen, kunnen zij niet tegelijkertijd nul zijn. Dat

     betekent dat de coëfficiënten van de vergelijking nul moeten zijn. Dit geeft aanleiding tot het volgende

    stelsel vergelijkingen :

    0sin

    0cos

    000

    00

    2

    00

     F  Ar 

     F  Ak  Am 

    0

    2

    0

    000

    2

    0000 cotan

    sin

    cos

    mk 

     Ar  F 

     Am Ak  F  

    De fase hoek in de oplossing wordt dus gegeven door :

    0

    2

    0arccotanr 

    mk  

    Het bepalen van de amplitude van de trilling gaat nu als volgt :

    22

    0

    4

    0

    22

    0

    22

    0

    2

    0

    4

    0

    2

    0

    22

    0

    2

    0

    2

    0

    22

    0

    2

    0

    2222

    0

    2

    0

    2

    0222

    0

    40

    20

    220

    20

    20

    2220

    000

    2

    0000

    2

    2cossin

    sin

    2cos

    sin

    cos

    k mk mr  A F 

     Am Amk  Ak  Ar  F 

     Ar  F 

     Am Amk  Ak  F 

     Ar  F 

     Am Ak  F 

     

    Daar 00   en   A F    amplitudes van trillingen zijn, zijn zij per definitie positief. Dit betekent dat de factor

    tussen de haakjes ook positief is en de oplossing dan wordt :

    22

    0

    2

    0

    00

    k mr 

     F  A  

    Hiermee is de oplossing met t  A y 00   cos   volkomen bepaald.

    Men kan ook de verhouding tussen de uitwijkingsamplitude en de krachtsamplitude bepalen uit het

    voorgaande.

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    31/56

    Mechanische trillingen 30 november 2011

    22

    0

    2

    00

    0   1

    mk r  F 

     A 

    Voert men de eigenfrequentie van het trillingsysteem hierbij in als :m

    m

    k  E  E 

    Dan is :

    2

    2

    2

    022

    0   1 E 

    k mk    zodat de amplitude verhouding wordt :

    2

    2

    2

    0

    2

    00

    0

    1

    11

     E k 

    r k  F 

     A 

    Tevens geldt :

    2

    2

    0

    2

    2

    2

    0

    22

    0

     E k m

    r  

    De amplitude verhouding kan nu geschreven worden als :

    2

    2

    2

    0

    2

    2

    0

    20

    0

    1

    11

     E  E k m

    r k  F 

     A 

    De conclusie van het voorgaande is dat de amplitude van de trilling die ontstaat, afhankelijk is van de

    amplitude en frequentie van de opgelegde trilling , de eigenfrequentie en demping van het trillende

    systeem. Voor een gegeven systeem kan men zeggen dat de amplitude van de trilling een functie is van de

    frequentie van de opgelegde trilling. Bij het onderzoek van deze functie kan men de volgende gevallen

    onderscheiden :

    Het begin van de functie :

    Als 00   dus0  E   dan geldt :k k  F 

     A   1010

    112

    0

    0  

    Het eind van de functie :

    Als 00   dus  E   dan geldt : 00

    0

     F 

     A 

    Het maximum van de functie :

    Men kan zich afvragen of de functie een maximum heeft en zo ja, waar deze zich bevindt. Voor een

    maximum geldt dat de afgeleide nul moet zijn :

    0

    0

    0

    0

     F 

     Ad 

     

    De afgeleide luidt :

    02222

    10

    2

    002

    22

    0

    2

    0

    0

    0

    0

    mmk r mk r d 

     F 

     Ad 

     

    Deze uitdrukking is nul als :

    0222222  2

    0

    2

    00

    2

    00

    2mmk r mmk r   

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    32/56

    Mechanische trillingen 31 november 2011

    Er zijn nu twee mogelijkheden :

    (a) Als 00  

    (b) Als 0222  2

    0

    2mmk r   

    2

    22

    0

    22

    0

    22

    0

    2

    0

    2

    2

    2

    24

    042

    m

    m

    m

    r mk 

    r mmk 

    mmk r 

     

    De frequentie is per definitie een positief getal dus :

    mk 

    m

    mk 

    mr 

    m

    m

    m

     E 

     E 

    21

    met2

    1

    2

    2

    0

    2

    2

    0

    2

    2

    0

     

    Dus :mk 

     E    21

    2

    0  

    Als de wortel een reële uitkomst heeft is er een maximum. Bij deze frequentie 0  is het systeem in

    resonantie . De grafiek die dit gedrag voor een systeem met een massa m = 1 kg , een demping r  = 0,5 Ns/men een veerconstante k  = 9 N/m weer geeft is de volgende :

     A0 

     F 0 

    ω0 

    ωE 

    resonantie piek

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    33/56

    Mechanische trillingen 32 november 2011

    Verandert in het systeem de demping, dan verandert de resonantie. Dit is te zien in de volgende grafiek,

    waarbij de demping de waarden r  = 0,5 Ns/m, r  = 1 Ns/m en r  =2 Ns/m heeft voor het systeem met

    m = 1 kg en k  = 9 N/m .

    Bij het toenemen van de demping ziet men twee dingen n.l. de grootte van de amplitudde van de uitwijking

    neemt af, maar ook de frequentie waarbij de resonantie optreedt daalt. Dit is eenvoudig aan het getallen van

    het volgende voorbeeld te zien :

    massa m = 1 kg , een demping r  = 0,5 Ns/m en een veerconstante k  = 9 N/m

    rad98,2192

    5,0119

    21

    22

    0mk 

    r mk   

    massa m = 1 kg , een demping r  = 1 Ns/m en een veerconstante k  = 9 N/m

    rad92,2192

    11

    1

    9

    21

    22

    0mk 

    m

    k  

    massa m = 1 kg , een demping r  = 2 Ns/m en een veerconstante k  = 9 N/m

    rad65,2192

    21

    1

    9

    21

    22

    0mk 

    m

    k  

    Uit het voorgaande blijkt dat als de demping steeds kleinder wordt de resonantie piek steeds meerverschuift naar ωE , dat wil zeggen steeds meer naar de eigenfrequentie. Dit is de trillingsfrequentie van het

    ongedempte systeem. De amplitude van de uitwijking wordt dan ook steeds groter. Theoretisch zal de

    amplitude bij r  = 0 Ns/m naar oneindig gaan, als de frequentie gelijk aan ωE is geworden. Dit is natuurlijk

    geen fysische realiteit, maar het betekent wel dat bij zeer gering gedempte systemen de uitwijkingen zeer

    groot kunnen worden. Zelfs zo groot dat de constructie van de systemen kunnen bezwijken.

    Over de fasehoek φ bij resonantie is nog het volgende te melden :

     A0 

     F 0 

    ω0 

    ωE 

    r  = 0,5

    r  = 1

    r  = 2

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    34/56

    Mechanische trillingen 33 november 2011

    0

    2

    0arccotanr 

    mk  

    De frequentie wordt weer gerelateerd aan de eigenfrequentiem

    m

    k  E  E 

    Er onstaat dan de uitdrukking :

     E 

     E 

    mk 

    r    0

    2

    2

    0

    2

    11

    arccotan  

    Met dezelfde waarde voor de massa m , de veerconstante k  en de demping r  geeft dat de volgende

    grafieken.

    Bij de eigenfrequentie is de fasehoek2

     ongeacht de demping r  .

    2.8 De methode van de mechanische impedantie.Bij het bepalen van de “steady state” trillingsresponse van een systeem met gedwongen trilling is het soms

    handig gebruik te maken van de methode van de mechanische impedantie. Dit naar analogie van trillings-

     berekeningen zoals die in de elektrotechniek gebruikelijk zijn. Bij deze methode maakt men gebruik van de

    voorstelling van de harmonische beweging d.m.v. roterende vectoren.

    Veronderstel dat de exciterende kracht wordt voorgesteld door : t ie F  F  0  

    De “steady state” trillingsresponse zal een vector zijn die naloopt op de exciterende kracht. Deze

    verplaatsingsvector kan men dan weergeven door :

    t ieY Y   

    De snelheidsvector wordt dan : 2t i

    eY dt 

    Y d   of ook Y i

    dt 

    Y d  

    ω0 

    ωE 

    φ 

    r  = 0,5

    r  = 1

    r  = 2

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    35/56

    Mechanische trillingen 34 november 2011

    De versnellingsvector wordt dan : Y dt 

    Y d    22

    2

     

    De krachtwerking die bij massa, demper en veer gepaard gaat aan resp. versnelling, snelheid en uitwijking

    kan nu door coëfficiënten worden weergegeven. Deze coëfficiënten worden de mechanische impedanties  

    genoemd.

    2massa   m  r idemping  

    k veer   

    Het vector diagram ziet er dan als volgt uit :

    t  

    t ie F  F  0  t ieY Y  0  

    Y m   2  

    Y r i  

    Y k   

    De vectorsom van deze vier vectoren moet nul zijn. Bekijkt men het vectordiagram als een quasi- statisch

    diagram en legt men de exciterende kracht op de reële as, dan krijgt men het volgende vector diagram.

    Y k   

    0 F   

    Y r i   Y m  2

     

    ieY Y  0  

    Re

    Im

    φ 

    Re

    Im

    φ 

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    36/56

    Mechanische trillingen 35 november 2011

    Door deze voorstelling kiest men voor de weergave van de exciterende kracht als t  F    cos0  met andere

    woorden, men kiest voor het reële deel van t ie F  F  0 .

    voorbeeld :Van het massa-veer systeem is de massa m = 1000 kg , de demping

    r  = 10 kNs/m , de veerconstante k  = 90 kN/m. De exciterende kracht

    verloopt sinusvormig met een van amplitude F 0 = 10 kN. Wat is dan de

    amplitude van de verplaatsing y en hoe groot is de fasehoek φ tussen de

    kracht en de verplaatsing?

    De bewegingsvergelijking is :

    t  F  yk dt 

    dyr 

    dt 

     yd m 002

    2

    cos  

    Er wordt overgegaan op de complexe notatie van de exciterende kracht :

    t it  F e F  F   t i

    0000   sincos0  

    Dit wil zeggen dat het reële deel van deze notatie stelt de optredendeexiterende kracht voor. Van de te bepalen complexe notatie van de

    uitwijking moet dan ook het reële deel genomen worden.

    Als de exiterende kracht sinusvormig verloopt, verloopt de uitwijking ook sinusvormig, stel :

    De uitwijking : t ie y y  De snelheid :  yidt 

     yd e yi

    dt 

     yd    t i  

    De versnelling :  ydt 

     yd e yi

    dt 

     yd    t i   2222

    2

     

    Ingevuld in de bewegingsvergelijking geeft dit :t it it it i e F e yk e yir e ym   00

    2  

    Deelt men aan weerzijde van het gelijkteken doort i

    e   0 , dan krijgt men de quasi-statische uitdrukking :

    0

    2 F e yk e yir e ym

      iii  

    De uitwijking kan dan geschreven worden als :

    r imk 

     F e y   i

    2

    0  

    Met behulp van het toegevoegd complexe getal van de noemer wordt de uitdrukking :

    2222

    0

    2222

    20

    2222

    20

    r mk 

    r  F i

    r mk 

    mk  F 

    r mk 

    r imk  F e y   i  

    De amplitude van de beweging is dus de modulus van de rechter uitdrukking :

    22222

    22

    0

    22222

    222

    0

    r mk 

    r  F 

    r mk 

    mk  F  y  

    Vereenvoudigd levert dit op :

    2222

    0

    r mk 

     F  y  

    Met de getalwaarden van het systeem ingevuld geeft dit :

    m011,0

    2101021011090

    101

    2232233

    3

    2222

    0

    r mk 

     F  y  

    De fasehoek kan gevonden worden uit :

     y

     F(t)

    m

    k r

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    37/56

    Mechanische trillingen 36 november 2011

    2222

    0

    2222

    2

    0

    r mk 

    r  F i

    r mk 

    mk  F e y   i  

    Hiermee bepaalt men de cotangens van de hoek φ .

    mk 

    r mk 

    r  F 

    r mk 

    mk  F 

    2

    2222

    0

    2222

    20

    cotan  

    Dus de fasehoek is : rad2285,021010

    210001090arccotanarccotan

    3

    232

    mk  

    2.9 Isolatie van trillingen.Bij isolatie van trillingen gaat het er om, dat het effect van een trillingsbron  P(t) zo min mogelijk wordt

    door gegeven aan een ondersteuning. De kracht  F(t) is hier de sommatie van de kracht van de veer en de

    demper. Voor het volgende wordt er vanuit gegaan dat de trillings-

     bron een sinusvormige excitatie geeft.

    t  P t  P    sin)( 0  Tevens veronderstelt men dat de kracht in de fundatie ook sinus-

    vormig verloopt.

    t  F t  F    sin)( 0  

    De trilling van het lichaam met de massa m wordt gegeven door de

     bewegingsvergelijking :

    t  P  yk dt 

    dyr 

    dt 

     yd m 002

    2

    sin  

    Uit de beschouwing van de gedwongen trilling is bekend dat de

    oplossing hier geschreven kan worden als :

    t  y y 00   sin  

    Voor de amplitude van de uitwijking is dan ook bekend dat deze moet voldoen aan het volgende :

    mk 

    r k  P  y  E 

     E 

    2

    2

    2

    2

    0

    2

    0

    00   met

    1

    1  

    Met de veronderstellingen :

    1.  De fundatie is volkomen star.

    2.  De veer en de demper hebben geen eigen massa.

    kan men de differentiaal vergelijking van de kracht op de fundatie als volgt opschrijven :

    dt 

    dyr  yk t  F    )(  

    Met de uitwijking en zijn afgeleide ingevuld geeft dit :

    t  yr t  yk t  F dt 

    t  yd r t  yk t  F 

    0000000

    000000

    cossinsin

    sinsinsin

     

    Ter vereenvoudiging van deze formulering de tijdas verschuiven zodat ψ  uit het rechterlid verdwijnt. De

    fasehoek in het linkerlid moet dan ook aangepast worden.

    t  yr t  yk t  F  0000000   cossinsin  

    Dit kan nu met het volgende vectordiagram worden weergegeven :

     y

     F(t)

    m

    k r

     P(t)

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    38/56

    Mechanische trillingen 37 november 2011

    t  yr  000   cos   t  F  00   sin  

    t  yk  00   sin  

    Uit het vectordiagram volgt dan onmiddellijk de amplitude en de fasehoek van de kracht op de fundatie.

    2

    0

    2

    0

    22

    0

    0

    2

    00

    2

    0

    2

    0

    22

    0

    2

    0

    1arccosarccos

    1

    r k 

    r k  y

     yk 

    r  yk  yr  yk  F 

     

    Isolatie treedt op als de kracht F(t) op de fundatie kleiner is dan de exciterende kracht P(t) . Dus :

    00)()(   P  F t  P t  F   

    Definieert men de doorlatingsfactor als

    2

    0

    0

     P 

     F d    dan krijgt men :

    2

    2

    2

    0

    2

    0

    2

    0

    2

    2

    2

    2

    0

    2

    00

    2

    002

    0

    0

    1

    1

    1

    1

     E  E k 

    r  yk 

    r  yk 

     P 

     F d   

    Voor isolatie geldt dat d  < 1 moet zijn. Uit de voorgaande formule blijkt dat dan moet gelden :

    1111

    2

    2

    2

    0

    2

    0

    2

    2

    2

    0

    2

    0

     E  E   k 

    r  

    Er treedt pas verbetering op als 20   E 

      en voor een belangrijke verbetering moet E 0

     zijn.

    Θ 

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    39/56

    Mechanische trillingen 38 november 2011

    Trillingsisolatie bij gebouwen vindt vaak plaats d.m.v. het toepassen van “het doos in doos principe”.

    Hierbij staat de te isoleren ruimte in zijn geheel op trillingsisolatoren en heeft verder geen contact met de

    rest van het gebouw.

    2.10 Niet harmonische excitatie.Men kan zich afvragen wat het gedrag van een massa-veer systeem is, als de exciterende kracht wel

     periodiek maar niet sinusvormig in de tijd is. Hierbij is het noodzakelijk dat op de exciterende krachtFourieranalyse wordt toegepast. De kracht wordt dan gezien als een sommatie van in de tijd sinusvormig

    veranderende krachten. Voor de sinusvormig componenten gelden dan de resutaten van de gedwongen

    trilling met een sinusvormig verlopende kracht.

    Voorbeeld :

    t t  F t    )(10  

    Als Fourier reeks geschreven, wordt de exciterende kracht :

    0

    sincos)(n

    nn   t nbt nat  F   

    Trillingsisolatoren

    Dilatatie

    Fundatie

    Geїsoleerde ruimte

     y

     F(t)

    m

    k r

    1 2 30

    1

    t

     F(t)

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    40/56

    Mechanische trillingen 39 november 2011

    Voor de periodetijd geldt :2

    T   

    De Fourier coëfficiënten zijn dan te schrijven als :

    ndt t nt dt t nt  F 

    T b

    dt t nt dt t nt  F T 

    a

    dt t dt t  F T a

    T T 

    n

    T T 

    n

    T T 

    1sin

    1

    2sin)(

    2

    0cos1

    2cos)(

    2

    2

    1

    1

    1

    )(

    1

    00

    00

    000

     

    De exciterende kracht kan geschreven worden als :

    1

    sin1

    2

    1)(

    n

    t nn

    t  F   

    De bewegingsvergelijking van het massa-veer systeem is :

    )(02

    2

    t  F  yk dt 

    dyr 

    dt 

     yd m  

    Stel de oplossing wordt gegeven door :

    1

    0   sin)(n

    nn   t n A At  y  

    De afgeleiden zijn dan :

    1

    22

    2

    2

    1

    sin

    cos

    n

    nn

    n

    nn

    t n Andt 

     yd 

    t n Andt 

    dy

     

    Ingevuld in de bewegingsvergelijking geeft dit :

    1

    1

    0

    11

    22

    sin1

    2

    1

    sincossin

    n

    n

    nn

    n

    nn

    n

    nn

    t nn

    t n Ak  Ak t n Anr t n Anm

     

    Aan beide zijden van het gelijk teken de constante verwijderen geeft :

    k  A Ak 

    2

    1

    2

    100  

    De uitdrukking reorganiseren geeft :

    111

    22 sin1

    cossinnn

    nn

    n

    nn   t nn

    t n Anr t nk nm A  

    Voor de ne component van de oplossing kan het volgende vectordiagram getekend worden :

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    41/56

    Mechanische trillingen 40 november 2011

    nn   t n Anr    cos  

    t nn

    sin1

     

    nn   t nk nm A   sin22  

    Hieruit volgt dat amplidude voor de ne component is :

    222222

    22

    2222222

    22

    22222222

    1

    1

    1

    k nmnr n

     A

    nk nmnr  A

    nk nm A Anr 

    n

    n

    nn

     

    Voor de fasehoek φn is te schrijven :

    222222

    222222

    2

    2

    arcsin

    arcsin

    arcsin1

    arcsin

    k nmnr 

    nr 

    k nmnr n

    nr 

     Anr 

    n

     Anr 

    n

    n

    nn

    n

     

    Voor elke harmonische component n, is met het invullen van de waarden voor m, r  en k  de amplitude en

    fasehoek bepaald. Hiermee kan het gedrag van dit massa-veer syssteem volledig bepaald worden, door de

    harmonische reeks met deze amplitude en fasehoek te ontwikkelen.

    φ 

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    42/56

    Mechanische trillingen 41 november 2011

    2.11 Vraagstukken.

    1.

    Van het nevenstaande systeem van veren is

    gegeven dat veren 1 en 2 parallel gekoppeld

    zijn. Ook veren 3 en 4 zijn parallel gekoppeld,

    Deze twee parallel koppelingen zijn serie

    gekoppeld. De veerconstanten zijn als volgt :

    k 1 = 1000 N/m, k 2 = 2000 N/m, k 3 = 500 N/m

    en k4 = 1500 N/m.

    Bepaal de equivalente veerconstante voor het totale systeem van de vier veren.

    2. Een mathematische slinger heeft een slingertijd van 1 seconde. De gravitatieconstante g = 9,81 m/s2.

    (a) Hoe lang is deze slinger?

    (b) Wat is de slingertijd van deze slinger op de maan? ( gmaan = 2 m/s2 )

    3. Een houten cilinder met een lengte van 1 meter en een diameter van 0,25 meter heeft een dichtheid van

    ρH = 800 kg / m3 . Deze cilinder drijft in water met een dichtheid van ρ W = 1000 kg / m

    3.

    Opmerking : de toegevoegde massa en demping mag worden verwaarloosd.

    (a) Als de cilinder lichtelijk naar beneden geduwd wordt en dan losgelaten, met welke frequentie zaldeze cilinder op en neer bewegen?

    (b) Dezelfde vraag, maar nu drijft de cilinder in zout water met ρZW = 1025 kg / m3 .

    k 1

    k 2 k 4

    k 3

    0,25 m

    1 m

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    43/56

    Mechanische trillingen 42 november 2011

    4. Een betonnen plaat, van 5 meter bij 5 meter en 0,25 meter dik, staat op vier IPE 100 profielen van

    6 meter. De dichtheid van het beton is ρB = 2500 kg/m3 . De elasticiteitsmodulus is E = 2,1 . 10 5 N/mm2.

    Bereken de trillingstijd van het blok beton.

    5.

    Een slinger heeft een staaf met een lengte L en een massa M  precies

    op de helft van de staaf. De punt massa m aan het einde van de staaf.

    Bepaal de slingerfrequentie met behulp van de energiebalans.

    trillingsrichting6 m

    5 m

    5 m

    IPE 100

    0,25 m

    Zij aanzichtBoven aanzicht

    m

    y

    L/2

    φ 

    v h

    M

    L/2

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    44/56

    Mechanische trillingen 43 november 2011

    6.

    Een slinger met de lengte L heeft een massa m, de massa

    van de slingerstaaf mag verwaarloosd worden. Op de

    afstand a onder het ophangpunt is een horizontale veer met

    een veerconstante k  aangebracht. Bepaal voor kleine

    uitwijkingen y de slingerfrequentie.

    7.

    In nevenstaande figuur is de constructie van een slinger

    geven. De slinger heeft een lengte  L, de slingerstaaf heeftgeen massa. De veer met de veerconstante k  zit op de

    afstand L1 boven het draaipunt O bevestigd. De demper met

    de dempingsfactor r is op de afstand L2 onder het draaipunt

    O bevestigd.

    Bepaal de slingerfrequentie voor kleine amplitudes.

    8.

    Een massa m wordt ondersteund door een veer met een

    veerconstante k . De fundatieplaat is onderhevig aan een

    harmonische beweging t  A x   sin0  

    Bepaal de verplaatsing y van de massa. 

    m

    y

    L

    φ 

    a

    k

    k

    m

    r

    OL1 

    L2 

    L

     y m

    k

     x

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    45/56

    Mechanische trillingen 44 november 2011

    A. Complexe getallen.

    A.1 Imaginaire getallen.Bij het oplossen van vergelijkingen blijkt het niet altijd mogelijk om vergelijkingen op te lossen met het

    gebruik van alleen de reële getallen. Bijvoorbeeld de vergelijking 012 x  heeft geen oplossing in het

    reële domein. Om hier aan tegemoet te komen heeft men de imaginaire eenheid  “i” als nieuw getal

    gedefiniëerd. Voor dit getal i  geldt :

    12i  

    Er wordt verder gedefinieerd dat bij een getal  p > 0 de volgende notatie wordt gebruikt :

    i p pdan p   20  

    Het product i p  van de imaginaire eenheid en een reëel getal noemt men een imaginair getal . Uit de

    definities volgen onmiddellijk twee eigenschappen van de imaginaire getallen.

    (a)  Voor de machten van de imaginaire getallen volgt :

    etc.1)1()1(;)1(;1  224232

    iiiiiiiii  

    (b)  Omdat de imaginaire getallen niet afgebeeld kunnen worden op de getallenrechte hebben

     begrippen als positief en negatief, groter dan en kleiner dan geen betekenis.

    Opmerking :

    Uit de theorie van algebraïsche vergelijkingen volgt dat de vergelijking 012 z  twee oplossingen heeft

    n.l. i z i z    en .

    A.2 Complexe getallen.

    Men verstaat onder een complex getal  de som van een reëel getal en een imaginair getal. qi p z  .

    Hierbij zijn p en q reële getallen. Men noemt p het reële deel  p = Re( z  ) van z  en iq het imaginaire deel

    van z   )(Im   z q .

    Bij elk complex getal qi p z  is een getal te definiëren zodat geldt : qi p z   men noemt dit het

    toegevoegd complexe  getal of het geconjugeerde  getal.

    De absolute waarde of modulus van een complex getal qi p z   wordt gegeven door :22

    q p z   

    A.3 Operatoren met complexe getallen.Bewerkingen met complexe getallen zijn mogelijk d.m.v. een aantal gedefinieerde operatoren. Stel

    qi p z 1  en wiu z 2  dan geldt het volgende voor de bewerking :

    (a)  Gelijkheid.

     z 1 en z 2 zijn alleen gelijk aan elkaar als geldt : )Im()Im()Re()Re( 2111   z  z en z  z   

    (b)  Optellen.

    De som is : )()(21   wqiu p z  z   

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    46/56

    Mechanische trillingen 45 november 2011

    (c)  Aftrekken.

    Het verschil is : )()(21   wqiu p z  z   

    (d)  Vermenigvuldigen.

    Het product is : )()(21   uqw piwqu p z  z   

    Deze rekenregel is eenvoudig te vinden door de twee complexe getallen algebraïsch met elkaar te

    vermenigvuldigen en rekening te houden met 12i .

    )()(221   uqw piwqu pwqiuqiw piu pwiuqi p z  z   

    (e)  Delen.

    Het quotiënt is :2222

    2

    1

    wu

    w puqi

    wu

    wqu p

     z 

     z  

    Deze rekenregel is eenvoudig te vinden door het quotiënt van deze twee complexe getallen te

    vermenigvuldigen met de geconjugeerde van de noemer en te vermenigvuldigen met de

    geconjugeerde van de noemer en rekening te houden met 12i .

    22222

    1

    222

    2

    2

    1

    wu

    w puqi

    wu

    wqu p

     z 

     z 

    wiuwqiuqiw piu p

    wiuwiu

    wiuqi p

    wiuqi p

     z  z 

     

    A.4 Het complexe vlak.Met kan complexe getallen afbeelden op een plat vlak door in dit vlak een cartesiaans coördinatenstelsel te

    definiëren. De horizontale as wordt gebruikt om het reële deel van het getal af te passen en de verticale as

    wordt gebruikt om het imaginaire deel van het getal af te passen.

    Van het getal qi p z  staat p horizontaal uitgezet en q 

    staat verticaal uitgezet. Zie nevenstaande figuur. Het beeld punt z is de voorstelling van het complexe getal.

    Uit de nevenstaande afbeelding is nu ook onmiddellijk

    duidelijk dat complexe getalen gebruikt kunnen worden om

    twee dimensionale vectoren weer te geven.

    De lengte van de vector komt overeen met de modulus van

    het complexe getal.

    Met behulp van het complexe vlak is het ook duidelijk dat sommatie van complexe getallen opgevat kan

    worden als een vector optelling.

    Im

    Re p

    i.q  z

    | z |

    o

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    47/56

    Mechanische trillingen 46 november 2011

    Uit nevenstaande figuur is op basis

    van gelijkvormige driehoeken

    onmiddellijk in te zien dat de

    sommatie van de complexe getallen

    z1 en z2 hetzelfde beeldpunt geeft als

    de vectorsom van z1 en z2 d.m.v. een

     paralellogram constructie.

    Het is ook mogelijk om op het cartesiaans coördinatenstelsel een poolcoördinaten stelsel te superponeren,

    waardoor er een andere notatiewijze voor complexe getallen mogelijk wordt.

    Het lijnstuk OZ  staat onder een hoek

    φ t.o.v. de reële as. De lengte van

    het lijnstuk OZ  is de modulus van z .

    Voor het lijnstuk OP geldt nu :

    cos z OP   

    Voor het lijnstuk OQ geldt nu :

    sin z OQ  

    Hier uit volgt nu de schrijfwijzevoor het complexe getal z  .

    sinsin   ir  z   

    Hierin is r gelijk aan de modulus van het getal z, dus :  z r   . De hoek φ wordt ook wel het argument van

    z genoemd, aangegeven met arg(z)  . Er moet hierbij opgemerkt worden dat de hoek φ zich na elke 2π

    herhaalt. Dus voor het argument van z kunnen we schrijven :

    k  z    2arg  

    Euler heeft d.m.v. reeksontwikkelingen het volgende verband gevonden :

    sincos   iei

     

    Dit geeft aanleiding tot een derde manier van het schrijven van een complex getal nl. :

    ier  z   

    Im

    Re p

    i.q z 

    1

    o

    i.w

    q

     z 2

     z 1+ z 2

    i.(q+w)

     p + q

    | z |

    Im

    Re p

    i.q

    o

     z  

    φ 

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    48/56

    Mechanische trillingen 47 november 2011

    A.5 De stelling van de Moivre.De schrijfwijze van Euler voor complexe getallen leidt dan naar de stelling van de Moivre, die luidt :

    Als een complex getal ier  z   , dan geldt voor zijn ne macht :ninn

    er  z   

    Dit is ook te schrijven als : sincossincos   ninr  z ir  z    nn  

    A.6 Vraagstukken.

    1. Bereken : 17i  

    2. Bereken : 5432   ii  

    3. Bereken :i

    i

    43

    32 

    4. Construeer in een complex vlak de beeldpunten van de som, het verschil en product van :

    i32   en i23  

    5. Bereken de modulus en het argument van : i43  

    6. Schrijf i34  in de notatie van Euler.

    7. Bereken : i43

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    49/56

    Mechanische trillingen 48 november 2011

    B. Fourieranalyse.

    B.1 Goniometrische reeksen en periodieke functies.Onder een goniometrische polynoom wordt verstaan :

     N 

    n

    nn   xnb xna0

    sincos  

    Wordt deze veelterm doorgezet tot in het oneindige, dan krijgt men een goniometrische reeks.

    0

    sincosn

    nn   xnb xna  

    Indien de reeks convergeert, definieert deze een functie f(x) en kan elke waarde van de functie worden

     bepaald met de reeks, dus :

    )(sincos0

     x f   xnb xnan

    nn  

    Voor convergentie is het nodig dat de functie periodiek is. Periodiciteit is als volgt gedefinieerd :

    xallevoor )()(   x f  T  x f    

    Een voorbeeld hiervan is : )sin()2sin(   x x  

    Door de periodiciteit wordt het volgende bepaald :b

    a

    b

    a

    b

    a

    T b

    T a

    dx x f  duu f  duT u f  dx x f     )()()()(  

    Men kan nu ook schrijven :

    T b

    b

    T a

    a

    T b

    T a

    T a

    b

    T a

    b

    b

    a

    T b

    T a

    b

    a

    dx x f  dx x f  

    dx x f  dx x f  dx x f  dx x f  

    dx x f  dx x f  

    )()(

    )()()()(

    )()(

     

    De conclusie is dat de integraal over een hele periode altijd hetzelfde resultaat geeft, ongeacht waar men bijde integratie begint.

    B.2 De goniometrische hulpintegralen.Voor het bepalen van een goniometrische reeks is een aantal hulpintegralen nodig.

    0sin   dx xn  

    Bewijs : 0coscos1

    cos1

    sin   nnn

     xnn

    dx xn  

    00cos   ndx xn  

    Bewijs : 0sinsin1

    sin1

    cos   nnk 

     xnn

    dx xn  

    0cossin   dx xm xn  

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    50/56

    Mechanische trillingen 49 november 2011

    0coscoscoscos

    2

    1

    coscos

    2

    1

    sinsin2

    1cossin

    mn

    mnmn

    mn

    mnmn

    mn

     xmn

    mn

     xmn

    dx xmn xmndx xm xn

     

    Dit geldt voor n = m en voor n = -m .

    nm

    nmdx xn xm B

    nm

    nmdx xn xm A

    0sinsin

    0coscos

     

    Bewijs :

    0cos

    sinsincoscos

    2

    0cos

    sinsincoscos

    dx xnm B A

    dx xn xm xn xm B A

    nm

    nmdx xnm B A

    dx xn xm xn xm B A

     

    Conclusie : nm B Anm B A   alsenals0  

    B.3 De Fouriercoëfficiënten.Om een bekende functie als een goniometrische reeks te schrijven, kan men als volgt te werk gaan.

     xb xb xb

     xa xa xaa x f  

    3sin2sinsin

    3cos2coscos)(

    321

    321021

     

    Aan beide zijden van het gelijk teken vermenigvuldigen met  xncos en integreren van –π tot π . 

    dx xn xbdx xn xb

    dx xn xadx xn xadx xnadx xn x f  

    cos2sincossin

    cos2coscoscoscoscos)(

    21

    21021

     

    Als n = 0 dan worden alle termen van het rechterlid nul behalve het eerste dus :

    0021

    021 0)(   a xadxadx x f    

    De eerste Fouriercoëfficiënt is dus : dx x f  a   )(1

    Als n = 1 dan worden alle termen van het rechterlid nul behalve de tweede dus :

    11   coscoscos)(   adx x xadx x x f    

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    51/56

    Mechanische trillingen 50 november 2011

    De tweede Fouriercoëfficiënt is dus : dx x x f  a   cos)(1

    1  

    Als n = 2 dan worden alle termen van het rechterlid nul behalve de derde dus :

    22   2cos2cos2cos)(   adx x xadx x x f    

    De derde Fouriercoëfficiënt is dus : dx x x f  a   2cos)(1

    2  

    De ne term is dus te schrijven als : dx xn x f  an   cos)(1

     

    Op analoge wijze zijn de coëfficiënten van de sinustermen te schrijven, bij de ontwikkeling hiervan moet

    men aan beide zijden van het gelijkteken met  xnsin vermenigvuldigen. De algemene schrijfwijze van

    deze coëfficiënten is :

    dx xn x f  bn   sin)(

    1

     

    voorbeeld :

    De zaagtandfunctie wordt gedefinieerd als :

     x x x f     voor )(  

    Elders geldt : )2()(   k  x f   x f    

     Nu moeten de Fouriercoëfficiënten voor de goniometrische

    reeks bepaald worden.

    De cosinustermen van de reeks zijn :

    0cos1

    0sin1

    sin1

    sin1

    cos1

    cos)(1

    2  xn

    ndx xn

    n xn x

    n

     xnd  xn

    dx xn xdx xn x f  an

     

    De sinustermen van de reeks zijn :

    nn

    n

    nnn

    dx xnn

     xn xn

     xnd  xn

    dx xn xdx xn x f  b

    n

    n

    21

    cos2

    coscos1

    cos1

    cos1

    cos1

    sin1

    sin)(1

    1

     

    Wordt voor n resp. 1, 2, 3 en 4 ingevuld, dan krijgt men :

    4

    2,

    3

    2,

    2

    2,2 2221   bbbb  

    De harmonische ontwikkeling van de zaagtand is dan :

     x x x x x f     4sin3sin2sinsin2)( 41

    31

    21  

    X-as

    Y-as

    0 π -π 

  • 8/19/2019 Dictaat Mechanische Trillingen Versie November 2011

    52/56

    Mechanische trillingen 51 november 2011

    B.4 Verandering van de periode.Tot nu toe zijn alleen de functies bekeken met de periode 2π . Deze geven een reeks met de algemene vorm

    :

     xb xb xb

     xa xa xaa x f  

    3sin2sinsin

    3cos2coscos)(

    321

    321021

     

    Wil men echter een functie met de periode T  als reeks schrijven, dan wordt deze :

     x B

     x B

     x B

     x A

     x A

     x A A x g 

    6sin

    4sin

    2sin

    6cos

    4cos

    2cos)(

    321

    321021

     

    Door de substitutie uT 

     x2 gaat de reeks over in :

    u Bu Bu B

    u Au Au A A xh

    3sin2sinsin

    3cos2coscos)(

    321

    321021

     

    Deze reeks heeft dezelfde formele vorm als de reeks met de periode van 2π . Dan kunnen ook dezelfde

    formules toegepast worden. Hierbij neemt u de plaats van x in.

    duunuh An   cos)(1  

    substitutie vanT 

     xu

      2 levert :

    dxT 

     xn x g 

    T  A

    dxT T 

     xn x g  A

    n

    n

    2cos)(

    2

    22cos)(

    1

    2

    1

    21

    2

    1

    21

     

    Op analoge wijze worden de coëfficiënten van de sinus termen bepaald :

    dxT 

     xn x g 

    T  B

    n

    2sin)(

    2  2

    1

    2