MEDIAGEBRUIKER Kosten, acceptatie, usability en behoeftebepalen of een bepaalde applicatieaanslaat Wil je tv kijken via je mobiel? (umts) Hoe lang wil je wachten op een e-mail? (blackberry) Heb je behoefte om te weten of je in het rood staat? (alerts) UMTS of Universal Mobile Telecommunications System wordt gezien als de opvolger voor GSM/GPRS (General Packet Radio Services) en biedt net als de voorgangers zowel circuitgeschakelde als pakketgeschakeldecommunicatiediensten. UMTS werd aanvankelijk bedreven in de frequentieband tussen 2.0-2.15 GHz, maar om de uitrol te versnellen besliste Europa in juli 2009 dat o ok de 900Mhz en 1 800Mhz band (vroeger exclusief voorbehouden voor GSM) mag gebruikt worden. In België was dit al toegestaan sinds 2008. De grootste voordelen van die beslissing zij n een betere dekking en een kostenbesparing voor de providers die hie rdoor minder masten moeten plaatsen. UMTS wordt ook de derde generatie (3G) mobiele communicatie genoemd en is niets meer dan een stelsel van afspraken tussen aanbieders van verschillende mobiele netwerken. UMTS biedt een grotere verbindingssnelheid t.o.v. andere mobiele systemen. Mediagebruiker Personen die media gebruiken om hun behoeften te bevredigen •Hij beperkt zich niet tot kijken, lezen, surfen, luisteren,…•Keuze = afhankelijk van behoefte Publiek•Verzameling van alle mediagebruikers BEHOEFTEN VAN MEDIAGEBRUIKER? •Honger naar informatie Bv: boek, site of krant lezen, deskundige bellen, tv- journaal kijken,…Behoefte aan nieuws is oud, maar methoden zijn gewijzigd •Behoefte aan ontspanning •Bv: film kijken, café gaan, sporten, wellness, games spelen, tekenen •Behoefte aan routine (rituelen) In de trein lees ik Metro In de auto luister ik naar Q Music •Sociale aspect Mensen willen kunnen meepraten Service-aspect • Hun leven plannen en organiseren –Wanneer komt Moby naar België? –Hoe warm is het volgende week in de Provence? –Zijn er op nu files richting Brussel? • Media hebben doorverwijsfunctie, vaste rubrieken, nemen agenda’s op,… MEDIAGEBRUIKER Mediagebruik: gem. 5u per dag (mediabureau Space, zie grafiek) Behoeften evolueren op een dag Mediagebruiker zal verschillende media inzetten vol gens het moment op een dag
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Kosten, acceptatie, usability en behoefte bepalen of een bepaalde applicatie aanslaat
Wil je tv kijken via je mobiel? (umts)
Hoe lang wil je wachten op een e-mail? (blackberry)
Heb je behoefte om te weten of je in het rood staat? (alerts)
UMTS of Universal Mobile Telecommunications System wordt gezien als de opvolger voor GSM/GPRS (General Packet Radio Services) en biedt net als de voorgangers
zowel circuitgeschakelde als pakketgeschakelde communicatiediensten. UMTS werd aanvankelijk bedreven in de frequentieband tussen 2.0-2.15 GHz, maar om de uitrol te
versnellen besliste Europa in juli 2009 dat ook de 900Mhz en 1800Mhz band (vroeger exclusief voorbehouden voor GSM) mag gebruikt worden. In België was dit al toegestaan
sinds 2008. De grootste voordelen van die beslissing zij n een betere dekking en een kostenbesparing voor de providers die hie rdoor minder masten moeten plaatsen.
UMTS wordt ook de derde generatie (3G) mobiele communicatie genoemd en is niets meer dan een stelsel van afspraken tussen aanbieders van verschillende mobiele netwerken.
UMTS biedt een grotere verbindingssnelheid t.o.v. andere mobiele systemen.
Mediagebruiker
Personen die media gebruiken om hun behoeften te bevredigen
• Hij beperkt zich niet tot kijken, lezen, surfen, luisteren,…
• Keuze = afhankelijk van behoefte
Publiek
• Verzameling van alle mediagebruikers
BEHOEFTEN VAN MEDIAGEBRUIKER?
• Honger naar informatie
Bv: boek, site of krant lezen, deskundige bellen, tv- journaal kijken,…
Behoefte aan nieuws is oud, maar methoden zijn gewijzigd
• Behoefte aan ontspanning
• Bv: film kijken, café gaan, sporten, wellness, games spelen, tekenen
• Behoefte aan routine (rituelen)
In de trein lees ik Metro
In de auto luister ik naar Q Music
• Sociale aspect
Mensen willen kunnen meepraten
Service-aspect
• Hun leven plannen en organiseren
–Wanneer komt Moby naar België?
–Hoe warm is het volgende week in de Provence?
–Zijn er op nu files richting Brussel?
• Media hebben doorverwijsfunctie, vaste rubrieken, nemen agenda’s op,…
MEDIAGEBRUIKER
Mediagebruik: gem. 5u per dag (mediabureau Space, zie grafiek)
Behoeften evolueren op een dag
Mediagebruiker zal verschillende media inzetten volgens het moment op een dag
• Onderzoek naar de rol van een (kleine) groep bij het optreden van effecten in de massacommunicatie
• Lazarsfeld: in elke groep bestaan personen die in sterke mate andere groepsleden beïnvloeden (1944)
Onderzoek: interpersonele gesprekken hadden meer invloed op stemgedrag dan massamedia (radio &
print) !!!
• Two-step-flow of communication-hypothese
Men is geen opinie leider tout court (soms volger, soms leider afhankelijk van het domein) WIKI: The two-step flow of communication model hypothesizes that ideas flow from mass media to opinion leaders, and from them to a wider
`Mensen hechten veel waarde aan het oordeel van anderen. Veel meer dan aan informatie van het bedrijf
zelf.`
• Online word-of-mouth = vaak positief
5% van de consumenten plaatst overwegend negatieve berichten
13% is overwegend positief
Bij de meerderheid wisselt het sterk.
• Mening van onbekende over merken en producten zijn van grote invloed op de mening en het aankoopgedrag van
consumenten!!
USES AND GRATIFICATION-THEORIE
WIKI: Uses and Gratifications Theory is a popular approach to understanding mass communication. The theory places more focus on the consumer, or audience, instead of the
actual message itself by asking “what people do with media” rather than “what media does to people” (Katz, 1959) . It assumes that members of the audience are not passive but
take an active role in interpreting and integrating media into their own lives. The theory also holds that audiences are responsible for choosing media to meet their needs. The
approach suggests that people use the media to fulfill specific gratifications. This theory would then imply that the media compete against other information sources for viewers'
gratification.
Artikel van Blumler & Katz, 1974
Vertrekt vanuit principe: wat doet de mens met de massamedia?
Motivatie voor mediagebruik
• Info over omgeving van ontvanger
Oplossing voor problemen van angst, eenzaamheid, ontsnappen realiteit,…
Play-theorie
Men gebruikt media voor het plezier
Basis
• actieve rol van gebruikers in keuze en gebruik van media
• keuze volgens behoefte (gebruik vervult dan al dan niet die behoefte)
• gebruiker heeft verschillende opties om in behoefte te voorzien
7de eeuw: Gutenberg: losse letters (ipv blokdruk) 17de eeuw: kranten & tijdschriften (ontstaan van massamedia) -> kennis & info toegankelijk voor de massa
• Analoge ethersignaal (eenrichting)
Signaal die een waarde aanneemt binnen een bereik
(bijv. tv-beelden, geluid via telefoon, ruis)
Radio: draadloze communicatie (massamedium)
Ethertelevisie = gratis (antenne)
• Analoge telefoonsignaal (interactie)
Telefoon: tweerichtingscommunicatie tussen A en B
• Analoge kabelsignaal (eenrichting)
Kabeltelevisie en -radio: vervangen beperkte etherontvangst en lelijke dakantennes + meer buitenlandse
(en lokale) zenders
In 2004 had 95% van de huishoudens in België kabelaansluiting
Nadeel: capaciteitsbeperkingen van analoge kabel
Digitalisering van informatie
• Digitale ether-, kabel- en telefoonsignaal
Digitale ethertelevisie ipv analoge ethersignalen ->Dvb-t: Digital Video Broadcasting Terrestrial
Digitale etherradio -> Dab: Digital Audio Broadcasting
Digitale tv (zie blok 3) -> Dvb-c: Digital Video Braodcasting via kabel
Digitale telefoon -> ISDN en ADSL
• Mobiele telefoon signaal
Draagbare telefoon (thuis)
Autotelefoon
GSM: derde generatie - Umts-standaard: 3G-telefonie => videotelefonie, mobiele televisie,
• Satellietsignaal (schotelantenne)
• Internet
Online tv kijken, radio luisteren, telefoneren via Skype, enz.
Wifi en Wimax: draadloze standaarden
Kloof: 60 % van de bevolking (+15j) in België is online actief (2007, Insites)
Ontwikkelingen 21ste eeuw
• Breedbandinternet
Always on: Skype, mp3’s downloaden, YouTube
Downloaden en uploaden: tweerichtingsverkeer!
• Convergentie van technologieën
Versmelten van radio, tv, telefonie, kranten, tijdschriften, games, agenda,…
Geldt voor mediabedrijven en organisaties
Voorbeeld Telenet: telefoon, digitale tv, internet
• Divergentie van platformen
Mediagebruikers zetten toestellen die bestemd waren voor communicatie of entertainment in voor
Verwachte levensduur wordt steeds langer Actieve medioren (en senioren)
• individualisering
Mensen zijn minder lid van grote groep, wel van verschillende kleine groepen (minder hechte band)
Individueler mediagedrag: tv op kamer?
Mediagebruiker is mondiger & socialer (social media)
• Stijging opleidingsniveau
Digitale kloof: 60% laaggeschoolden gebruiken nooit internet, 10% van de hooggeschoolden (2007, Statbel)
Opleidingsniveau en digitale geletterdheid neemt toe
• Toename migratie
In 2020 wonen in ontwikkelde landen 20 tot 30% immigranten
Geen digitale kloof, wel taal- en cultuur verschillen
andere media consumeren (representatieprobleem)!
Culturele ontwikkelingen
• Ontzuiling
19de en 20ste eeuw: politieke en maatschappelijke organisaties (christelijke, liberale, socialistische zuil)
Media (kranten) in politieke handen => pluriformiteit Pluriformiteit: Variatie in doorgegeven televisiezenders. Dit om te zorgen dat er voor iedere doelgroep een interessant programma-aanbod
is. / veelvormigheid; gebrek aan eenheid
• Afkalving van klassenmaatschappij
1960: antiautoritaire en antikapitalistische proteststemmen (bijv. Vietnam, Leuven Vlaams)
Elitaire groepen verdwenen => “gewone man”
Human interest programma’s (bijv. Het leven zoals het is…)
• Toenemende mobiliteit
Wereld is kleiner + groter geworden
Reizen met Google Earth
• Toenemende vrije tijd
Minder werken sinds Industriële Revolutie (info + entertainment)
• Dominantie van beeldcultuur
Beeld en video integreren in tekstmedia (internet) -> minder lang aandacht (korte hapklare berichten,
steeds iets nieuws)
• Participatie
Mediagebruikers participeren in media (tweerichtingsverkeer)
Verticale programmering is een manier van programmering bij televisie- en radio-uitzendingen waarbij de aandacht of interesse van kijkers of luisteraars zolang mogelijk
aaneensluitend wordt vastgehouden.
Horizontale programmering is het principe dat een bepaald radio- of televisieprogramma iedere dag op dezelfde tijd wordt uitgezonden.
Look & Feel van een zender
Idents: korte spotjes + baseline + logo
Trailers: reclame voor programmering
Omroepsters
2 SOORTEN CONTENT
1. Informatiecontent
2. Entertainmentcontent
Fusion: versmelting van genres (infotainment)
1. Informatiecontent
• Registreren van informatie is een middel om een ander doel te bereiken
• verschillende doelen en situaties vragen om verschillende media
• kwaliteit wordt bepaald door de mate waarin een medium geschikt is om een boodschap over te brengen
• rijk-arm dimensie als aanvullende factor in doelgroepenmatrix
POSTMODERNE MEDIATHEORIE (BAUDRILLARD)
WIKI: Baudrillards simulacrumtheorie gaat over de echtheid en werkelijkheid van beelden die wij denken te kennen. In deze theorie wordt gesteld dat de mens het contact met de
echte wereld is verloren, doordat hij een beeld van de wereld creëert aan de hand van wat hij in de media ziet. Baudrillard zei dat er steeds minder waarheid is, omdat we al onze
werkelijkheid baseren op iets wat we zelf (de mensheid) hebben bedacht (in film en media). Een voorbeeld van een 'simulacrum' is dat iedereen weet hoe een neerstortend
vliegtuig eruit ziet. Maar wij weten dit doordat we dit op televisie hebben gezien. Het 'kennen' van dit beeld is dus niet gebaseerd op onze eigen waarheid, maar op de waarheid
die gecreëerd is op tv. Zijn simulacrumtheorie plaatst de realiteit lijnrecht tegenover de door de beeldcultuur gecreëerde illusie van werkelijkheid. Een simulacrum is een kopie
zonder origineel, het is dus niet meer te linken aan iets origineels, iets echts.
Herdenken van de radicale sociale theorie en politiek door veranderingen bij consument, media, informatie en technologie
• Media = hyperrealiteit
“Golfoorlog heeft nooit plaatsgevonden”: wat bedoelt hij?
• Consumptiemaatschappij = hyperrealiteit
Consumptie bestaat uit tekens (los van realiteit)
We kopen producten niet omdat we ze nodig hebben, maar om het idee (experience economie)
Bijv. Ferrari
MEDIAKENMERKEN
Elk medium heeft zijn eigen kenmerken, waarmee voor specifieke boodschappen bepaald kan worden of het medium
geschikt is. Het belangrijkste is natuurlijk dat duidelijk is welk doel bereikt moet worden met de boodschap. Samen met de
onderstaande kenmerken kan dan bepaald worden of het medium geschikt is om de boodschap zo te brengen.