VEEHOUDERIJ ZATERDAG 12 MAART 2016 22 ZATERDAG 12 MAART 2016 22 VEEHOUDERIJ Melkveehouders leveren vanaf 1 janu- ari 2018 zo’n 4 tot 8 procent van hun melkveestapel in, zo is de schatting van staatssecretaris Martijn van Dam (EZ) in zijn brief over het komende stelsel voor fosfaatrechten. Meer krimp zal niet nodig zijn. Minder kan wel, stellen specialisten, die wijzen op de voeref- ficiency en de jongveebezetting. LTO Nederland blijft strijden om de pijn voor de melkveehouderij zo beperkt mogelijk te houden en heeft ook oplos- singen. Voor de politiek die nog moet instemmen met het plan, is het lastig om stenen weg te trekken uit het fos- faatbouwwerk. In dit themagedeelte Fosfaatrechten brengt Nieuwe Oogst deze elementen voor het voetlicht. Fosfaatrechten IDA HYLKEMA Achteraf had hij misschien andere keuzes moeten maken. Maar ach- teraf telt niet, weet Jacob Willig (52) uit Wijdewormer. Willig investeerde de afgelopen paar jaar niet in extra melkproduc- tie, maar in duurzaamheid en grond om aan het wensbeeld van de maat- schappij te voldoen. Dit vindt hij nu te weinig terug in de voorgestelde verdeling van de fosfaatrechten. Zijn veestapel is sinds april vorig jaar wel uitgebreid. Ook na 2 juli ging de groei door. ‘Op 2 juli had ik 132 koeien op de stallijst staan. Nu zijn dat er 145. Het was de bedoeling om te groeien tot circa 155.’ Eind vorig jaar schafte de ondernemer een der- de melkrobot aan om de weidegang soepeler te laten verlopen. De koeien lopen vanaf medio april tot in het najaar buiten. Een overtuigde keuze, maar ook een maatschappelijke wens, stelt Willig. ‘De politiek en maatschappij wil- len de koeien graag in de wei, maar dat vind je niet terug in de voorstel- len zoals die er nu liggen. Ik had er meer van verwacht wat betreft de grondgebonden landbouw. Ik snap wel dat het juridische keuzes zijn, maar het pakt voor ons en andere extensieve bedrijven hier in Noord- Holland verkeerd uit. Ik ben er niet blij mee.’ Uit de Kringloopwijzer valt in zijn ogen voor zijn bedrijf niet veel rendement te halen. ‘Daar geloof ik niet in; we hebben geen mais en we zijn extensief. Als ik wil uitbreiden, zal ik fosfaatrechten moeten kopen. En ik ga waarschijnlijk wat minder jongvee houden om meer koeien te kunnen melken. We waren toch al bezig met wat minder vervanging.’ Zijn hoop is nu gevestigd op de uitwerking van de voorstellen en de compensatie voor extensieve bedrij- ven. ‘Ons soort bedrijf voldoet aan het maatschappelijk wensbeeld. Ik hoop dat daar nog wat van terugkomt bij de uitwerking. De wet moet nog door de Tweede en Eerste Kamer; ik ben benieuwd hoe die met de exten- sieve bedrijven willen omgaan.’ ‘Maatschappelijk wensbeeld niet beloond’ Jacob Willig: ‘Weidegang vind je niet terug in de voorstellen.’ Foto: Ella Tilgenkamp Bedrijfsgegevens H oeveel koeien de gemiddelde melkveehouder op 1 janu- ari 2018 inlevert, is een las- tig te beantwoorden vraag. Beleidsspecialist Wiebren van Stralen van LTO Nederland ver- wacht dat 4 procent sowieso nodig is om de overschrijding aan te pakken. Hoe die korting uiteindelijk uit- pakt, hangt af van de korting voor boeren met latente ruimte, de knel- gevallen, de CBS-cijfers over de tota- le fosfaatproductie en de onderhan- delingen in Brussel over de nieuwe derogatie en het fosfaatplafond. Dan is er ook nog de AMvB grondgebondenheid. ‘De Gecombi- neerde opgave in mei wordt de eerste scherprechter’, verwacht Van Stra- len. Melkveehouders met te weinig grond voor hun vee moeten voor de meitelling grond aankopen of in de loop van het jaar koeien wegdoen. Het gaat om 30.000 hectare, wat neerkomt op een kleine 100.000 koeien. ‘Dat is afwachten, maar de fosfaatproductie zal dalen’, aldus de LTO-beleidsspecialist. ‘Vraag is of die zoveel meer gaat zakken dan het niveau van 2 juli 2015. Er zijn na dit datum nog veel koeien bij gekomen.’ Daarnaast kunnen melkveehou- ders op bedrijfsniveau veel doen. ‘De natuurlijke neiging is de stal tot de laatste kilo fosfaat op te vullen en dan de korting van 1 januari 2018 af te wachten. Maar als we allemaal 5 procent fosfaat reduceren, hebben we helemaal geen korting nodig.’ Van Stralen noemt vooral minder jongvee en een betere voerefficiency. ‘Als je ziet hoeveel jongvee voor niks wordt opgefokt, dan kun je je afvra- gen hoeveel verzekeringspremie je in je jongveestapel wilt opbouwen. Ik durf de stelling wel aan dat daar zeker 5 tot zo’n 10 procent is te win- nen, nog buiten de Kringloopwijzer.’ Want ook in de voerefficiency is nog fosfaatruimte te boeken. Wie veel mais voert, kan 10 tot 20 reduc- tie realiseren. Bij boeren die dat niet doen, ligt die reductie lager. ‘Uitzon- dering zijn extensieve bedrijven met latente ruimte. Maar dan houd je nog 60 tot 70 procent van de bedrijven over. Zij kunnen zeker wel 5 procent reductie boeken.’ KANSEN Toch liggen er kansen voor extensieve bedrijven met een hoog grasaandeel in het rantsoen, consta- teert Barend Meerkerk van PPP-Agro Advies. ‘Becijferd is dat verlaging van het P-getal voor de voerinput tot 3,5 kan. Ik heb het afgelopen jaar zeker zestig Kringloopwijzers ingevuld in West-Nederland. Daar- bij waren nog geen vijf stuks die een P-getal van onder de 4 lieten zien.’ Meerkerk roept daarom alle melkveehouders op die de Kring- loopwijzer nog steeds als een onge- wenste verplichting betitelen, deze toch toe te passen. ‘Sta open voor het voordeel dat ermee te behalen valt.’ Jaap Gielen van Countus onder- Krimp van de melkveestapel lijkt onvermijdelijk door de komst van fosfaatrechten. Maar melkveehouders kunnen zelf nog fosfaatruimte op hun bedrijf winnen om de pijn te verzachten, menen specialisten in het veld. ‘Als we allemaal 5 procent fosfaat reduceren, is er geen korting nodig.’ ACHTERGROND Boer kan zelf veel fosfaatruimte verdienen SJOERD HOFSTEE, MIKE SCHELLART EN PETER SMIT