Top Banner
Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase, Gorinchem, gemeente Gorinchem HOLLANDIA reeks 445
25

Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen

Aug 26, 2020

Download

Documents

dariahiddleston
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen

Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase, Gorinchem, gemeente Gorinchem

HOLLANDIA reeks 445

Page 2: Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen
Page 3: Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen

COLOFON

Hollandia reeks nr.

Titel:

Toponiem:

Gemeente:

Onderzoeksmeldingsnummer Archis:

Hoekcoördinaten:

Auteurs:

Uitvoering:

In opdracht van:

Contactpersoon opdrachtgever:

Wetenschappelijke leiding:

Illustraties:

Definitieve versie:

Oplage:

ISSN:

445

Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase,

Gorinchem, gemeente Gorinchem

Bastion II

Gorinchem

54700

126.370-427.173

126.503-427.228

126.516-427.113

126.465-427.086

K.T. Salomons

K.T. Salomons / R. Floore

Poort6

Kraaijeveld Projectadvisering

Dhr. J. de Greef

Postbus 6

2990 AA Barendrecht

0180-641316

P.M. Floore

K.T. Salomons, tenzij anders vermeld

November 2012

6

1572-3151

© Hollandia archeologen, Zaandijk 2012

HOLLANDIA archeologen Tuinstraat 27a

1544 RS Zaandijk

075 - 622 49 57

[email protected]

Page 4: Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen
Page 5: Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen

Inhoudsopgave

Samenvatting

1. Inleiding 1.1 Algemeen 1.2 Plangebied 1.3 Voorafgaand onderzoek en archeologische verwachting

2. Aardwetenschappelijke gegevens

3. Doel en methode

4. Onderzoeksresultaten

5. Beantwoording van de onderzoeksvraag

6. Conclusie en aanbeveling

Bijlagen Bijlage 1: Archeologische perioden Bijlage 2: Archeologisch stappenplan

Page 6: Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen
Page 7: Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen

7 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase

Samenvatting

Op 12 november 2012 heeft Hollandia archeologen in opdracht van woningcorporatie Poort6 de eerste fase van de sloopwerkzaamheden ter hoogte van Bastion II te Gorinchem archeologisch begeleid. De eerste fase van de archeologische begeleiding is uitgevoerd naar aanleiding van de verwijdering van de in de ondergrond aanwezige funderingen van reeds gesloopte woningen. Doel van de archeologische begeleiding was om schade aan eventuele archeologische waarden te voorkomen. Ook dient gekeken te worden of er aan de hand van eventueel verkregen inzichten de ligging van proefsleuven gewijzigd kunnen worden. Ter hoogte van de reeds gesloopte bebouwing zijn met het verwijderen van de funderingen geen archeologische resten tevoorschijn gekomen. Met het graven van een kijkgat op het achtererf zijn echter archeologische resten direct onder het maaiveld aangetroffen. Het betrof muurwerk, bestaande uit rode en gele bakstenen. De geplande proefsleuf 5 bevindt zich enkele meters ten oosten van deze structuur. Het verdient daarom de aanbeveling om deze naar het westen te verplaatsen zodat deze over de aangetroffen structuur komt te liggen. Wanneer de resultaten geëxtrapoleerd worden, kan gesteld worden dat ter hoogte van de reeds gesloopte bebouwing de ondergrond tussen en direct onder de funderingen vergraven is. Alleen zeer diep ingegraven sporen als beer- en waterputten kunnen deels behouden zijn gebleven. Ter hoogte van de achtererven kunnen zich direct onder het maaiveld archeolo-gische resten bevinden. Hierop is besloten om de achtererven ongemoeid te laten tot het waarderend vervolgonderzoek.

Page 8: Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen

8 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase

Afbeelding 1. Het plangebied ter hoogte van de Bagijnenwalstraat 4-20. De kijkrichting is naar het zuidoosten.

Page 9: Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen

Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 9

1. Inleiding

1.1 Algemeen

Op 12 november 2012 heeft Hollandia archeologen in opdracht van woningcorporatie Poort6 de eerste fase van de sloopwerkzaamheden ter hoogte van Bastion II te Gorinchem, gemeente Gorinchem, archeologisch begeleid. De eerste fase van de archeologische begeleiding is uitgevoerd naar aanleiding van de verwij-dering van de in de ondergrond aanwezige funderingen van reeds gesloopte woningen. De archeologische begeleiding is onderdeel van een tweeledig onderzoek. Binnen het plange-bied wordt in de toekomst eveneens een inventariserend veldonderzoek middels waarderende proefsleuven uitgevoerd (Houkes / Schutte 2012). Het plangebied bevindt zich in een gebied waarvoor geldt dat bodemingrepen groter of gelijk aan 30 m2 en dieper dan 30 cm archeologisch onderzocht moeten worden (Boshoven et al. 2009, 131). Doel van de archeologische begeleiding om schade aan eventuele archeologische waarden te voorkomen. Ook dient gekeken te worden of er aan de hand van eventueel ver-kregen inzichten de ligging van proefsleuven gewijzigd kunnen worden. De archeologische begeleiding is door K.T. Salomons (archeoloog) en R. Floore (veldassistent) uitgevoerd. De projectleiding lag in handen van P.M. Floore (senior archeoloog). Het onderzoek heeft in ARCHIS2 het onderzoeksmeldingsnummer 54700 toegekend gekregen. Naderhand wordt de onderzoeksdocumentatie aan het archeologisch depot van de gemeente Gorinchem te Gorinchem aangeleverd, alsmede aan het elektronisch archeologisch depot EDNA.

0 50 km

Uitgeest

128127126125

42

94

28

42

74

26

Afbeelding 2. Het plangebied op de topografische kaart van Nederland (1:25000) en in kader binnen Neder-land.

Page 10: Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen

10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase

1.2 Plangebied

Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen aan de Lindeboom 6-16, Bagij-nenwalstraat 1-25, 4-20 en 27- 45 en de Nieuwe Walsteeg 46-60. De RD-coördinaten van de begrenzing zijn: 126.370-427.173 (W), 126.503-427.228 (N), 126.516-427.113 (O) en 126.465-427.086 (Z). De opdrachtgever is voornemens om de huidige woningen te slopen en er nieuwbouw te realiseren. Gedetailleerde bouwplannen zijn tot op heden niet voorhanden, maar aangenomen mag worden dat het aangezicht van dit deel van Gorin-chem zal veranderen.

1.3 Voorafgaand onderzoek en archeologische verwachting

Voor het plangebied is een archeologische quickscan (Hagens / Leuvering 2008), een aanvullend bureauonderzoek (Spanjaard 2011) en inventariserend veldonderzoek middels boringen uitgevoerd (Koeman / Schorn 2008). Op grond van de archeologische quickscan en aanvullend bureauonderzoek worden er binnen het plangebied verschillende archeolo-gische resten verwacht. Zo ligt in het zuidelijk deel van het plangebied binnen de vroegste fase van de vestingswerken, waar ophogingslagen en sporen samenhangend met bebouwing vanaf de 13de eeuw aanwezig kunnen zijn (Houkes / Schutte 2012, 8). Het noordelijke deel ligt ter plekke van de stadswal, stadsmuur en stadsgracht (ibid. 8). Mogelijk bevindt zich binnen het uiterst westelijk deel van het plangebied, of anders daarbuiten, de Bagij-nentoren. Ten zuidoosten van het plangebied heeft er een Bagijnenhofkerk uit 1402 gestaan (ibid. 8). Met de 16de eeeuwse uitbreiding van de stad kwam het plangebied binnen de ves-tingsmuren te liggen. Het noordoostelijk deel van het plangebied komt naast het rerreplein te liggen, dat tot het naastgelegen bastion behoort. Ook is vanaf deze periode binnen het plangebied sprake van verspreide bebouwing. Oudere kaarten geven echter meer bebouw- ing weer dan jongere kaarten (ibid. 8). Op basis van het inventarisrend veldonderzoek middels verkennende boringen is een beeld verkregen van de bodemopbouw (ibid. 9). Zo blijkt dat er binnen het plangebied bodem-verstoringen voorkwamen tot een diepte variërend van 0,3 tot 2,3 m onder maaiveld. Daaronder zijn er verschillende ophogingslagen aangetroffen.

Page 11: Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen

11 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase

2. Aardwetenschappelijke gegevens

Type gegevens Bron Omschrijving

Geologie Mulder et al. 2003 Formatie van Echteld/

Formatie van Nieuwkoop;

rivierklei en -zand met

inschakelingen van veen

Geomorfologie ARCHIS2 rivierkomvlakten (1M23)

oeverwalachtige vlakten

(2M22)

Bodemkundig ARCHIS2 Poldervaaggronden

(Rn66A), kalkloze polder-

vaaggronden (Rn44C/

Rn47C) en kalkloze

drechtvaaggronden

(Rv01C)

Grondwaterspiegel ARCHIS2 II-IV

(Uit: Poulus 2011, 13-14)

Genese van het landschap De onderzoekslocatie lag vanaf het begin van het Holoceen (ca. 8800 v. Chr.) in het stroomgebied van enkele grote rivieren, zoals de Rijn en de Maas. Dit waren meanderende rivieren die in het landschap insneden en met sediment gevulde restgeulen achterlieten. Rond 6000 v. Chr. veranderden de meanderende rivieren onder invloed van de zeespiegel-stijging in ana- stomoserende rivieren: stelsels van onderling verbonden geulen die relatief recht en parallel liepen. Dit was een landschap van komgebieden, geulen en oeverwallen waar regelmatig doorbraken plaatsvonden en veel sediment werd afgezet. In de loop van de tijd schoof de terrassenkruising - het punt waar de rivier overging van erosief in het boven-stroomse gedeelte naar sediment-afzettend in het benedenstroomse gedeelte- steeds verder naar het oosten. Rond 1000 v. Chr. was deze terrassenkruising tot aan de Duitse grens opgeschoven. Toen ontstonden er zandige, hoge oeverwallen, die vanaf ca. 2000 v. Chr. werden gebruikt voor landbouw en veeteelt. Dit betekent echter niet dat het landschap sta-tisch was geworden: de rivieren verlegden regelmatig hun loop. Ook werd er, mogelijk door versnelde erosie door boskap en landbewerking in het achterland, steeds meer sediment afgezet. Vanaf de 12de eeuw werd door middel van dijkbouw geprobeerd de rivieren te sta-biliseren (Mulder et al. 2003). Gorinchem ligt op het punt waar de Linge en de Merwede bij elkaar komen. De Linge was actief van 160 v. Chr. tot zijn indamming in 1307 AD. De Merwede is actief vanaf ca. 375 v. Chr. tot en met de huidige tijd.

Geologie De onderzoekslocatie bevindt zich in een gebied waar de Formatie van Echteld aan het oppervlak ligt, met inschakelingen van veen uit de Formatie van Nieuwkoop. De Formatie van Echteld bestaat uit klei en zand, aangevoerd door de Maas en de Rijn.

Page 12: Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen

12 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase

Geomorfologie Het plangebied staat, vanwege de stedelijke bebouwing van Gorinchem, niet exact beschre-ven op de geomorfologische kaart. Het gebied buiten de stad bestaat echter voornamelijk uit rivierkomvlakten (1M23) en oeverwalachtige vlakten (2M22). Dit komt overeen met de geologie en genese van het landschap. Een rivierinversierug (3K26) en rivier- oeverwal (3K25) (de Linge-stroomrug) lopen om het plangebied heen. Aan de oever van de rivier ligt een laaggelegen aanwasvlakte (2M38).

Bodemkunde Zoals het geval is bij de geomorfologische kaart staat het plangebied ook niet precies gedefi- nieerd op de bodemkundige kaart. Het bevindt zich in een groter gebied van kalkhoudende poldervaaggronden (Rn66A), kalkloze poldervaaggronden (Rn44C/Rn47C) en kalkloze drechtvaaggronden (Rv01C). Drechtvaaggronden zijn kleigronden waarbij een duidelijke minerale humeuze bovenlaag, een zogenoemde eerdlaag, ontbreekt. Ze komen vrijwel altijd voor op gronden waar klei in combinatie met veen voorkomt, op een minimale afstand van 80 cm. De poldervaaggronden, die wel gerijpt zijn, zijn meer dan 80 cm van veen verwij-derd. De grondwatertrap van het plangebied staat, om bovengenoemde reden, niet exact vermeld. Rondom Gorinchem varieert hij tussen de II (Gemiddeld Laagste Grondwater-spiegel (GLG) <40 cm onder het maaiveld, Gemiddeld Hoogste Grondwaterspiegel (GHG) 50-80 cm onder het maaiveld) en de IV (GLG >40 cm onder het maaiveld, GHG 80-120 cm onder het maaiveld). Op de rivierinversieruggen en -oeverwallen ligt de grondwaterspie-gel logischerwijs een stuk lager.

Page 13: Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen

13 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase

3. Doel en methode

Het doel van de archeologische begeleiding is om de ondergrondse werkzaamheden voor-afgaand aan het waarderend onderzoek de schade aan eventuele aanwezige archeologische waarden te beperken. Daarnaast wordt de volgende onderzoeksvraag beantwoord ten einde bij het waarderend vervolgonderzoek beter inzicht te krijgen van de eventueel aanwezige archeologische resten:

Geven de waarnemingen ten tijde van de archeologische begeleiding aanleiding de ligging van de proefsleuven te wijzigen?

Voorafgaand aan de archeologische begeleiding zijn de woningen tot het maaiveld gesloopt en is het daarbij vrijgekomen puin verwijderd. Vervolgens is onder begeleiding in het zuide-lijk deel van het plangebied, ter hoogte van de Lindeboom 6-16, gestart met het verwijde-ren van de funderingen. Hiervoor is gebruik gemaakt van een kraan met open tandenbak. Nadat de funderingen zijn verwijderd, is de kraan verplaatst naar Bagijnenwalstraat 4-20. Tot slot is er op de achtererven een kijkgat gemaakt om de situatie te vergelijken met waar de bebouwing heeft gestaan. Eventuele archeologische sporen zijn conform het programma van eisen ingemeten. Hiervoor is gebruik gemaakt van een GPS-instrument. Naderhand heeft er overleg plaats-gevonden met de uitvoerder van de sloopwerkzaamheden. Tijdens dit overleg zijn de

vervolgstappen bepaald.

Page 14: Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen

14 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase

Afbeelding 4. De verwij-dering van de funderin-gen ter hoogte van de Lindeboom 6-16. Te zien is dat de funderingen op opgebracht zand liggen. De kijkrichting is naar het westen.

Afbeelding 5. Het aangetroffen muurwerk op het achtererf, aan de zuidoostelijke kant van de Bagijnenwalstraat.

Page 15: Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen

-D

15

Kweeklust

Gras 6c

8c 6b

8b 10c 6a

8a 10b

45 10a

43

41

39

37

Heerenl

aantje 35

33

135

31

137

29

27

139

25

23

21

19

129

131

17

133

15

13

11

Bagijnen

walstraa

t 9

7

5 18

3 16

14 1

12

123

10

125

127

8

6

4

2

119

117

115

Katerstraat

16

14

12

10

8

6

Heerenlaantje

51 Lind 45

e43 boom

41

101 t/m579

1

30 1

t/m27

0at/m30i)

Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase

4. Onderzoeksresultaten

De funderingen van al de gesloopte bebouwing lagen in een zwak siltig zandpakket, dat opgebracht was (zie afb. 4). De minimale diepte betrof 0,6 m. De funderingen waren op staal gebouwd. Bij het weghalen van de funderingen ter hoogte van de Lindeboom 6-16 kwamen er geen archeologische resten tevoorschijn. Onder en tussen de funderingen in bevond zich opgebracht zand. Hetzelfde beeld werd verkregen ter hoogte van de Bagij-nenwalstraat 4-20. Ook daar waren de funderingen op staal gefundeerd en bevond zich daaronder zwak siltig zand. Bij het verwijderen van deze funderingen kwamen er geen archeologische sporen tevoorschijn. Daarop is besloten om de kraan te verplaatsen naar de achtererven, aan de zuidoostelijke zijde van het plangebied. Aanleiding hiervoor is het initieel plan om de grond om te zetten en vervolgens te egaliseren.1 Alle achtererven bestonden uit humeus zand met een sterk klei-ige bijmenging. Aan de oppervlakte werden baksteenfragmenten waargenomen. Aan de zuidoostelijke kant van de Bagijnenwalstraat is een kijkgat gegraven, waaruit bleek dat op die plek er archeologische resten op ca. 0,2 m onder het maaiveld aanwezig waren (afb. 5). Het betrof het restant van een muur of fundering (S1), bestaande uit rode en gele bakstenen (25x12x5 cm). Een datering kon niet worden vastgesteld, daar voor jongere bebouwing vaak ouder bouwmateriaal als fundering wordt gebruikt.

427100

427140

427180

427220

D4030

1

D3707

D4097

D4096 2

D3845

3 D3716

5 D4093

D4095 S1 Postkantoor

D4094 D3957

4 Legenda D3982

D4092Gesloopte bebouwing D3958

D1441Achtererven

Geplande proefsleuven

126390 126430 126470 126510

Afbeelding 6. Overzicht van het plangebied. Te zien is dat S1 zich ten westen van de geplande proefsleuf 5 bevindt.

Mond. med. St. Nicolaas sloopwerken. 1

Page 16: Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen

16 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase

Page 17: Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen

17 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase

5. Beantwoording van de onderzoeksvragen

-Geven de waarnemingen ten tijde van de archeologische begeleiding aanleiding de ligging van de proefsleuven te wijzigen?

Ja, de ligging van proefsleuf 5 kan op grond van de verkregen inzichten verplaatst worden. Het muurwerk dat aan de zuidoostelijke zijde van de Bagijnenwalstraat 4-20 op ca. 0,2 m onder maaiveld is aangetroffen, ligt enkele meters ten westen van proefsleuf 5 (afb. 6). Om het aanwezig muurwerk dan wel funderingen nader te onderzoeken dient de proefsleuf naar het westen verplaatst te worden zodat deze over spoor 1 ligt.

Page 18: Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen

18 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase

Page 19: Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen

19 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase

6. Conclusie en aanbeveling

Op basis van de begeleiding wordt geconcludeerd dat ter hoogte van de Lindeboom 6-16 en de Bagijnenwalstraat 4-20 de grond onder en tussen de resterende funderingen uit opge-bracht zand bestaat tot een diepte van minimaal 0,6 m onder het maaiveld. De grond op de achtererven bestaat uit humeus sterk kleiig zand, waar aan de zuidoostelijke zijde van de Bagijnenwalstraat 4-20 archeologische resten zich direct onder het maaiveld bevinden. Deze resultaten kunnen geëxtrapoleerd worden, naar het algehele plangebied. Op de plek-ken waar bebouwing heeft gestaan, is de ondergrond vergraven. Alleen zeer diep ingegraven sporen als beer- en waterputten kunnen deels behouden zijn gebleven. De achterven daar-entegen kunnen direct onder het maaiveld archeologische resten herbergen.

Aanbeveling In overleg met de uitvoerder van de sloopwerkzaamheden, St. Nicolaas, is besloten dat men de funderingen kan verwijderen. Uitgangspunt is daarbij dat men niet dieper graaft dan de onderzijde van de huidige funderingen. De achtererven blijven ongemoeid. Hier wordt de grond niet geroerd of geëgaliseerd. De archeologische resten blijven in situ bewaard tot het waarderend vervolgonderzoek. Het verdient de aanbeveling om de geplande proefsleuf 5 enkele meters naar het westen te verplaatsen, zodat deze op het aangetroffen muurwerk komt te liggen.

Page 20: Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen

20

Literatuur

Boshoven, E.H. / A. Buesink / H.M.M. Geerts / J.S. Krist / L.A. Tebbens / J.M.J. Willems, 2009: Regio Alblasserwaard en Vijfheerenlanden, een archeologische inventa-risatie, verwachtings- en beleidsadvieskaart, Deventer (BAAC rapport: V-08.0185).

Hagens, D.T.P. / J.H.F. Leuvering, 2008: Bureauonderzoek (quickscan), Bagijnenwal-straat te Gorinchem, Doetinchem (Synthegra-rapport P0502949).

Houkes, M.C. / A. H. Schutte, 2011: Programma van eisen proefsleuvenonderzoek plangebied Bastion 2 te Gorinchem, gemeente Gorinchem, Swalmen.

Koeman, S.M. / E.A. Schorn, 2008: Inventariserend veldonderzoek d.m.v. boringen, Bastion II te Gorinchem, Doetinchem (Synthegra-rapport S083327).

Mulder, E. F. J., de, (ed.), 2003: De ondergrond van Nederland, Groningen

Poulus, E., 2011: Archeologisch bureauonderzoek Tinnegietersteeg, Gorinchem, Zaan-dijk (Hollandia reeks 337).

Spanjaard, G.W.J., 2011: Archeologisch bureauonderzoek Plangebied ‘‘Bastion 2’’ te Gorinchem in de gemeente Gorinchem, Swalmen (Econsultancy-rapport 10073501).

Page 21: Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen

21

Bijlagen

Inhoudsopgave

Bijlage 1: Archeologische perioden Bijalge 2: Archeologische stappenplan

Page 22: Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen

1

--

-

-

-

22

Bijlage 1: Archeologische perioden

Nieuwe tijd C 1.850-heden

Nieuwe tijd B 1.650-1.850

Nieuwe tijd A 1.500-1.650

Late-Middeleeuwen

Late-Middeleeuwen

Vroege-Middeleeuwen

Laat-Romeinse tijd

Miden-Romeinse tijd

B 1.250-1.500

A 1.050-1.250

D 900-1.050

C 725-900

B 525-725

A 450-525

B 350-450

A 270-350

B 150-270

A 70-150

Vroeg-Romeinse tijd B

A

25-70

12-25

Late-IJzertijd

Midden-IJzertijd

12 na Chr.-

250 v. Chr.

500-250

Vroege-IJzertijd 800-500

Late-Bronstijd 1.100-800

Midden-Bronstijd B 1.500-1.100

A 1.800-1.500

Vroege-Bronstijd 2.000-1.800

BR

ON

ST

IJD

IJ

ZE

RT

IJD

R

OM

EIN

SE

TIJ

D

MID

DE

LE

EU

WE

N

NIE

UW

E T

IJD

Laat-Neolithicum B 2.450-2.000

A 2.850-2.450

Midden-Neolithicum B 3.400-2.850

A 4.200-3.400

Vroeg-Neolithicum B 4.900-4.200

A 5.300-4.900

Laat-Mesolithicum 6.450-4.900

Midden-Mesolithicum 7.100-6.450

Vroeg-Mesolithicum 8.800-7.100

Laat-Paleolithicum B 18.000-8.800

A 35.000-18.000

Midden-Paleolithicum 300.000-35.000

Vroeg-Paleolithicum -300.000

PA

LE

OLIT

HIC

UM

M

ES

OLIT

HIC

UM

N

EO

LIT

HIC

UM

Page 23: Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen

23

Bijlage 2: Archeologische stappenplan

In het “stappenplan archeologie” wordt aangegeven welk traject bij planvorming bewandeld moet worden als het gaat om het inpassen van archeologische waarden en verwachtingen. Het is van groot belang om in een zo vroeg mogelijk stadium van de planvorming rekening te houden met de archeologische waarden en verwachtingen en wel voordat men aanvangt met de globale invulling van een plangebied.

Het stappenplan gaat uit van een brede inventarisatie van wat er bekend is over de archeo-logische waarden. Op basis daarvan wordt zeer gericht ingezoomd op voor het plan(gebied) relevante archeologische informatie. Na iedere stap wordt beredeneerd gekozen voor meer diepgaand onderzoek op specifieke plekken, zodat uiteindelijk voldoende bekend is over aanwezige vindplaatsen om gemotiveerde afweging in het ruimtelijke-ordeningsproces te kunnen maken.

I. Bureauonderzoek

Het doel van bureauonderzoek is het verwerven van informatie - aan de hand van bestaande bronnen - over bekende of verwachte archeologische waarden binnen of relevant voor het plangebied. Daarnaast moet het bureauonderzoek inzicht bieden in eventueel benodigd inventariserend onderzoek (stap II, zie onder). Een bureauonderzoek bestaat uit een archief- en literatuuronderzoek van archeologische en bodemkundige gegevens die bij RCE, pro-vincie, gemeente en/of andere instanties (b.v. universiteiten, musea) bekend zijn over het betreffende gebied. Het Bureauonderzoek dient de volgende aspecten te behandelen:

* aangeven wat de aanleiding is voor het bureauonderzoek en om welk gebied het gaat. Dit in verband met het bepalen van het onderzoekskader;

* beschrijven van het huidige gebruik van de locatie op basis van beschikbare relevante gegevens;

* beschrijven van het historische grondgebruik of de historische ontwikkeling van het gebied op basis van geofysische, fysische en historisch geografische gegevens

o een korte impressie over de onstaansgeschiedenis van het landschap o een impressie van de bewoningsgeschiedenis;

* beschrijven bekende archeologische waarden o archeologisch waardevolle terreinen zoals deze zijn opgenomen in het Centraal

Monumenten Archief (CMA) van de RCE. Dezelfde terreinen zijn tevens opgenomen op de Archeologische Monumentenkaarten (AMK) van de provincies. Archeologisch waardevolle terreinen genieten wettelijke bescherming (ex artikel 3 en 6 van de Monumentenwet) of dienen een planologische escherming te krijgen binnen het bestemmingsplan;

o archeologische vindplaatsen zoals deze in het Centraal Archeologisch Archief (CAA) van de RCE aanwezig zijn. Clustering van vindplaatsen kan wijzen op de aanwezigheid van bewonings-sporen uit het verleden;

* beschrijven van de archeologische verwachtingen en opstellen van een gespecificeerd en onderbouwd verwachtingsmodel van de verwachte archeologische waarden:

o aan de hand van de door de RCE ontwikkelde Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden. Gebieden met een hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarde of trefkans komen in ieder geval voor een nader archeologisch

Page 24: Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen

24

onderzoek in aanmerking; o aan de hand van een meer gedetailleerde provinciale c.q. gemeentelijke

verwachtingskaart; * rapportage met daarin advisering ten behoeve van het vervolgtraject gerelateerd aan de

verschillende stadia van het planvormingsproces.

II. Inventariserend veldonderzoek (IVO)

Het doel van het inventariserend veldonderzoek is het zeer gericht aanvullen en toetsen van de uitkomsten van het bureauonderzoek. Stapsgewijs wordt bekeken óf er archeologische waarden aanwezig zijn en zo ja, wat dan de aard, karakter, omvang, datering, gaafheid, con-servering en relatieve kwaliteit is. Ten behoeve van een IVO dient een Programma van Eisen (PvE) opgesteld te worden. In principe wordt het IVO uitgevoerd op basis van een Plan van Aanpak (PvA). Het onderzoek kan bestaan uit de volgende methoden:

* non-destructieve methoden: geofysische methoden ; * weinig destructieve methoden: oppervlaktekartering, booronderzoek, sondering

(putjes van maximaal een vierkante meter); * destructieve methoden: proefsleuven.

Welke methoden (kunnen) worden ingezet hangt af van de locatie en vraagstelling. De onderbouwing voor de in te zetten methoden is in het bureauonderzoek gegeven. Een inven-tariserend veldonderzoek moet leiden tot een waardering en een archeologisch inhoudelijk selectieadvies.

Nadere toelichting onderzoeksmethoden: 1 en 2: Bij non-destructieve methoden moet men denken aan elektrische, magnetische en elektromagnetische methoden, eventueel in combi-natie met remote sensing technieken.

Bij weinig destructieve methoden gaat het om oppervlaktekartering en booronderzoek. Dit houdt in dat het plangebied wordt gekarteerd door middel van het “belopen” van akkers en weilanden, waarbij gezocht wordt naar aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologi-sche waarden. Daarnaast wordt door middel van boringen onderzocht hoe het staat met de bodemopbouw, en of er archeologische lagen of indicatoren te onderscheiden zijn. De aan-getroffen vindplaatsen kunnen vervolgens nader bekeken worden met een meer diepgaand booronderzoek . Dit levert nadere informatie over de omvang en waardering op. Soms is het nodig om in dit stadium proefputjes te graven. Een proefsleuvenonderzoek wordt uitgevoerd indien uit de minder destructieve onderzoeksmethoden is gebleken dat er in een plangebied waardevolle archeologische vindplaatsen aanwezig zijn. Door middel van het graven van een aantal proefsleuven kunnen de exacte begrenzing, de datering en de graad van conservering van een vindplaats worden onderzocht. Uit het proefsleuvenonderzoek moet blijken of een vindplaats behoudenswaardig of zelfs beschermenswaardig is. Is dit het geval, dan zal beke-ken moeten worden of de vindplaats ingepast kan worden in het plan. Het rijks- en ook het provinciaal archeologiebeleid gaat in eerste instantie uit van behoud van het bodemarchief in situ (ter plekke in de bodem).

Page 25: Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase ... · 10 Archeologische begeleiding Bastion II eerste fase 1.2 Plangebied Het plangebied beslaat 5800 m2 en bestaat uit de percelen

25

Eventueel: III. Opgraven ofwel archeologisch vervolgonderzoek Indien het niet mogelijk is een ‘behoudenswaardige of beschermenswaardige’ vindplaats in situ te bewaren, zal het hier aanwezige bodemarchief voor het nageslacht bewaard dienen te worden door middel van een vlakdekkend onderzoek. Alleen dan is deze stap (stap III) noodzakelijk.

Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE)