Inventariserend veldonderzoek (proefsleuven) aan ‘T Prooyen 2-3, Monnickendam, gemeente Waterland HOLLANDIA reeks 169
Inventariserend veldonderzoek (proefsleuven) aan ‘T Prooyen 2-3,Monnickendam, gemeente Waterland
HOLLANDIA reeks 169
COLOFON
Hollandia reeks nr. 169
Titel: Inventariserend veldonderzoek (proefsleuven) aan ‘T Prooyen, Monnickendam, gemeente Waterland
In opdracht van: Leguit & Roos b.v.
Contactpersoon opdrachtgever: Dhr. G. Roos
coördinaten: 131289/469928; 131314/496905; 131274/496901; 131291/496885
Onderzoeksmeldingsnr. (CIS-code): 23156 Auteur: S. Gerritsen
Uitvoering: A. Medárd, R. Vanoverbeke en S. Gerritsen
Wetenschappelijke leiding: P. Floore
Illustraties: S. Gerritsen
Definitieve versie: augustus 2007
Oplage: 8
ISSN: 1572-3151
© Hollandia, Zaandijk 2007
HOLLANDIA B.V.Tuinstraat 27a1544 RS Zaandijk 075 - 622 49 [email protected]
INHOUD
1. Inleiding 42. Vraagstelling 43. Methoden 54. Bekende archeologische waarden en verwachting 65. Resultaten 9 5.1. Sporen 9 5.2. Vondsten 146. Waardering 167. Antwoorden vraagstelling 18 8. Samenvatting en conclusies 19
Literatuur
Bijlage 1: Alle sporen, werkput 1Bijlage 2: Alle sporen, werkput 2Bijlage 3: Alle sporen werkput 1 en 2Bijlage 4: Waarderingscriteria volgens KNA 3.1Bijlage 5: Funderings- en sporendiepteBijlage 6: Vondstenlijst
�Inventariserend veldonderzoek aan ‘T Prooyen 2-3, Monnickendam, gemeente Waterland
1. Inleiding
Op woensdag 27 en donderdag 28 juli 2007 is in opdracht van Leguit & Roos een inventariserend veldonderzoek (IVO) in de vorm van proefsleuven uitgevoerd op het terrein aan ’T Prooyen 2-3 in Monnickendam, gemeente Waterland (afbeelding 1 en 2). Het veldwerk werd uitgevoerd door R. Vanoverbeke, A. Medárd en S. Gerritsen van Hollandia Archeologie b.v.. De projectleiding lag bij dhr. S. Gerritsen.De aanleiding tot het onderzoek werd gevormd door de sloop van een vis-verwerkingsbedrijf en het nieuw te bouwen restaurant met woonappartementen op het terrein. Het met de nieuwbouw gepaard gaande grondverzet zou een bedreiging vormen voor de waarschijnlijk aanwezige archeologische resten uit voornamelijk de Nieuwe Tijd . Het voornaamste doel van het onderzoek was het nader bepalen van de archeologische verwachting van het gebied en het verkrijgen van een betrouwbaar inzicht in de aanwezigheid, aard, de datering, de omvang, de gaafheid en de conservering van archeologische resten in het plangebied. Aan de hand hiervan kan de vindplaats (of mogelijk meerdere vindplaatsen) gewaardeerd worden.Het bevoegd gezag werd vertegenwoordigd door de gemeente Waterland (mevr. A Van Wijngaarden). Het Programma van Eisen (PvE) ten behoeve van dit onderzoek werd door Hollandia Archeologie B.V. opgesteld (Gerritsen, 2006), en door drs. P. Kleij van de gemeente Zaanstad, geautoriseerd. De onderzoeksdocumentatie wordt na afronding aangeleverd aan het depot van de Provincie Noord-Holland; Veerdijk 32, 1531MS, Wormer. Het onderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA 3.1).
2. Vraagstelling
De specifieke onderzoeksvragen, zoals zij in het PvE (Schutte 2006) zijn verwoord, zijn:· Zijn er sporen en funderingsresten, zo ja, wat is daarvan de aard, omvang,
ouderdom en gaafheid? · Wat is de locatie en diepteligging van de archeologische resten?· Is het bodemarchief ter plaatse behoudenswaardig? Is behoud in situ moge-
lijk?· Hoeveel en welk materiaal kan ongeveer verwacht worden als er een definitieve opgraving zal plaatsvinden?· Hoe verhoudt zich de archeologische verwachting (op grond van het
bureauonderzoek) tot de daadwerkelijk aangetroffen sporen?
�Inventariserend veldonderzoek aan ‘T Prooyen 2-3, Monnickendam, gemeente Waterland
3. Methoden
Het onderzoek zou worden uitgevoerd met behulp van twee proefsleuven van ver-schillende lengtes over de lengte van het terrein. De meest zuidelijke zou 30 m lang worden en de noordelijke 25 m (afbeelding 3). Bij aankomst bleek het achterdeel van het terrein (dat lager gelegen was) bij de sloop te zijn ontgraven. In overleg met het bevoegd gezag is besloten om beide sleuven 25 m lang te maken. De breedte bedroeg 2 meter. De sleuven hadden een noordoost-zuidwest oriëntatie. Vanwege de geplande ontgravingsdiepte van een meter en het in acht nemen van een veilig-heidsmarge van 0,2 m werd het vlak laagsgewijs met een dieplepelkraan op maxi-maal 1,2 m onder het maaiveld (+0,00 NAP) aangelegd. De ontgravingsdiepte was geringer wanneer er op een hoger niveau een archeologisch relevant vlak werd aan-getroffen. De aangetroffen sporen en verstoringen werden ingekrast en op schaal (1:20) ingetekend en in het vlak gefotografeerd. De vondsten die tevoorschijn kwamen bij de aanleg van het vlak werden in vakken van 5 bij 2 meter verzameld. Vondsten die aan sporen konden worden gekoppeld kregen een identiek vondstnummer en werden apart ingetekend. Het vlak werd met een metaaldetector afgezocht. Van elke werkput werd het meest informatieve lengteprofiel afgestoken, ingekrast, gefoto-grafeerd en op schaal (1:20) ingetekend. Minimaal werd elke tien meter een kolom opgenomen. Waar nodig werden extra profielkolommen gedocumenteerd.
Afbeelding 1. Het onderzoeksterrein voor aanvang van het onderzoek. De foto is vanaf de straatkant richting het noordwesten genomen.
�Inventariserend veldonderzoek aan ‘T Prooyen 2-3, Monnickendam, gemeente Waterland
�. Bekende archeologische waarden en verwachting
In het archeologisch bureauonderzoek werd het volgende beeld geschetst: In 1979 verrichtte het IPP, de AWN, en Vereniging Oud Monnickendam een noodonder-zoek op de percelen Kerkstraat 49-53 te Monnickendam. Op drie aangrenzende kavels werden de resten opgegraven van onderkomens van ambachtslieden die naast elkaar hetzelfde beroep uitoefenden. De bebouwing, gelegen op de langgerekte terp-achtige ophoging, had vanaf het ontstaan aan het eind van de 13e eeuw (in 1282 verwierf graaf Floris V het gebied) al een stedelijk karakter.
130 131 132 133
495
496
497
498
Afbeelding 2. In het rood is de lokatie van het onderzoeksterrein aangegeven. De schaal is 1:25.000.
�Inventariserend veldonderzoek aan ‘T Prooyen 2-3, Monnickendam, gemeente Waterland
Uit het Archeologisch Informatie Systeem (ARCHIS), de database van de Rijks-dienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) blijkt dat er in het verleden nog niet veel archeologisch onderzoek werd verricht. In 2006 werd eveneens door Hollandia een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op het per-ceel Rozendaal 10 te Monnickendam. Waarschijnlijk maakte het terrein daar deel uit als weidegrond van het klooster- en pesthuisgebied dat sinds de late middeleeuwen binnen de uitleg van de stad kwam te liggen. Het “eiland” waarop het perceel Rozendaal 10 zich bevond, grensde aan de zuidzijde aan het klooster-terrein Mariengaarde. In de eerste helft van de 17e eeuw werd het terrein bebouwd en maakte het deel uit van het bewoonde areaal binnen de stadswallen. Van de woonhuizen die er in de 17e eeuw werden gebouwd zijn waarschijnlijk nog resten in de bodem aanwezig (Dautzenberg, 2006). Ter hoogte van het perceel Bloemendaal 2 werd in juni 2005 een archeologisch inventariserend onderzoek uitgevoerd door middel van een bureauonderzoek en boringen. Uit dit onderzoek bleek dat de onderzoekslocatie rond 1600 moet zijn
TProoyen
25 m
geplande proefsleuf
plangebied
kadaster
0
schaal 1: 500
wp1
wp2
N
Afbeelding 3. Het puttenplan voor aanvang van het onderzoek. Uiteindelijk werd besloten om wp 2 in te korten tot de lengte van wp 1.
�Inventariserend veldonderzoek aan ‘T Prooyen 2-3, Monnickendam, gemeente Waterland
bebouwd. De aangetroffen vondsten wezen ook in die richting (Wullink & Wit, 2006).
Naar aanleiding van het bureauonderzoek werd een verwachtingsmodel opgesteld: Er kon worden gesteld dat op het perceel aan ’t Prooyen 2-3 te Monnickendam een grote kans bestond op het aantreffen van sporen vanaf de 16de eeuw, de Nieuwe Tijd. Hoewel de bovenlaag door grondwerkzaamheden in het verleden reeds danig verstoord zou zijn tot op een diepte van zeker 40 cm (misschien zelfs dieper) onder het maaiveld, moest hier rekening gehouden worden met archeologische resten. Deze zouden zich dan vertalen in bewonings- of ophogingslagen, funderingen van gebouwen, vondsten van huishoudelijke en ambachtelijke aard: aardewerkfragmen-ten, metaal, glas, houten en lederen voorwerpen die gezien de natte omstandighe-
Afbeelding 4. Op de kaart van de Frederik de Wit uit 1698, is aangegeven dat er op of in de buurt van ons onderzoeksterrein een stads-timmerwerf heeft gelegen. (Afbeelding naar Vanoverbeke 2007)
�Inventariserend veldonderzoek aan ‘T Prooyen 2-3, Monnickendam, gemeente Waterland
den waarschijnlijk goed bewaard zouden zijn gebleven, etc. Op de kaart van De Wit (afbeelding 4) zagen we dat de onderzoekslocatie in de buurt van of zelfs deel uitmaakte van het stads-timmerwerf. Zulke ambachtelijke werkzaamheden hebben zeker en vast vele sporen achtergelaten in de ondergrond.Men kon aan de hand van het bureauonderzoek ook niet uitsluiten dat sporen van vóór 1500 zich onder het oppervlak zouden kunnen bevinden. Deze zouden zich dan op een redelijke diepte bevinden waardoor deze bij eventuele nieuwbouwwerk-zaamheden hoogstwaarschijnlijk niet verstoord zouden worden.
�. Resultaten (bijlage 1 en 2)�.1Sporen In beide werkputten werden sporen uit de Nieuwe Tijd aangetroffen. De ondiepste sporen bevonden zich net onder het maaiveld(+1,20 m NAP) (bijvoorbeeld spoor 9, werkput 1). Hierdoor werd al vroeg duidelijk dat archeologische resten niet ern-stig verstoord waren door de voorafgaande sloop. De diepste sporen werden onder in de werkput aangetroffen (bijvoorbeeld spoor 8) op een diepte van 1,2 m onder het maaiveld (+0,01 m NAP). In het midden van werkput 1 werd met de guts een boring gezet om te kijken tot welke diepte de archeologische restanten zich manifesteerden. Onder het vlak dat bestond uit zwak siltig grijs zand, bevond zich zwak kleiig donkerbruin veen, met hier en daar een spoor baksteen. Hieronder, op een diepte van –0,16 NAP, lag een laag zwak siltig grijze klei met riet bovenop een pakket van grijs zwak siltige klei met een centimetergelaagdheid van zwak kleiige veen. Deze laag is natuurlijk van aard en waarschijnlijk vrij van archeologische resten.
Afbeelding 5. Luchtfoto van werkput 1. Aan de linkerzijde wordt een deel van de ronde structuur blootgelegd, meer naar rechts zijn de funderingen van een woonhuis zichtbaar. De foto is richting het zuidoosten genomen.
10Inventariserend veldonderzoek aan ‘T Prooyen 2-3, Monnickendam, gemeente Waterland
De sporen zijn in minimaal 3 fasen onder te verdelen (afbeelding 6). De oudste fase wordt gevormd door twee cirkelvormige structuren (spoor 18, 21, 24 en 25) en een lange muur met twee poeren (spoor 19, 20, 26 en 27). In de middelste fase staat er een huis op het terrein (werkput 1, spoor 1, 4 en 9) en van de laatste fase zijn er twee muurresten teruggevonden die mogelijk bij een huis heeft gehoord waarvan tijdens de sloop de overige resten zijn verdwenen (spoor 7 en 9).
De cirkelvormige structuren uit de oudste fase kunnen in de 17e eeuw gedateerd worden. Het betreft hier waarschijnlijk de overblijfselen van twee kalkovens. De ovens waren opgebouwd met oranjerood appelbloesem- en hier en daar wat geel baksteen. De afmetingen van de bakstenen varieerden tussen 18 x 8,5 x 3,5 tot 18,5 x 9 x 4 cm. In plaats van kalkmortel was zand gebruikt om de stenen bij elkaar te houden. De buitenzijde van de muur was vrij recht terwijl de binnenzijde met minimaal 7 versnijdingen trapsgewijs omhoog liep. De basis was 0,7m breed de
0 5 m
TProoyen
N
Afbeelding 6. Mogelijke reconstructie van de aangetroffen archeologische resten. Blauw: fase 1, groen: fase 2, bruin fase 3. De onderste werkput is werkput 1, de bovenste werkput 2
11Inventariserend veldonderzoek aan ‘T Prooyen 2-3, Monnickendam, gemeente Waterland
smalste gemeten dikte bedroeg 0,4 m. De oven uit werkput 2 lijkt schuin verzakt te zijn. De onderzijde van de muur aan de tuinzijde lag op +0,26 m NAP terwijl de onderzijde aan de straatkant op +0,46 m lag. De cirkeldiameter van de buitenzijde van beide ovens bedraagt ongeveer 6,5 m.In het profiel is veel houtskool, as en ander verbrand materiaal te zien. Het lijkt erop alsof de onderzijde van de oven in werkput 1 langzaam is opgevuld en daarna is geëgaliseerd met losse bakstenen. Mogelijk is deze laag als nieuwe ovenbodem gebruikt (zie bijlage 1 en afbeelding 10). Mogelijk zijn de ovens door een brand aan hun einde gekomen. De bakstenen aan de bovenzijde van spoor 18 waren in een slechte staat, mogelijk als gevolg van verbranding. Een andere aanwijzing voor een uitslaande brand zou het dikke pakket met veel houtskool en baksteenpuin in werk-put 1 zijn. Deze loopt in het profiel over de muurresten heen.
Afbeelding 7. Een van de werknemers legt de resten van de kalkoven in werput 1 bloot. De foto is richting het noordwesten genomen.
12Inventariserend veldonderzoek aan ‘T Prooyen 2-3, Monnickendam, gemeente Waterland
Uit dezelfde fase komen drie parallel lopende muren. De eerste muur loopt vlak (1,0 m) achter de ovens langs (spoor 19 en 26). De muur is gemaakt met oranje-rood baksteen met een afmeting van 23 x 11 x 5 cm. De bakstenen werden met een losse kalkmortel gevoegd. De muur werd tegen in ieder geval twee poeren aange-bouwd (spoor 20 en 27). De poeren werden van rode en gele baksteen gemaakt met een afmeting die varieerde tussen 17,5 x 9 x 4 en 18,5 x 8,5 x 4 cm. Parallel aan deze muur loopt in werkput 1 de muren spoor 11 en 12. In werkput twee is in het verlengde van deze twee muren een dubbel rij liggend hout aangetroffen. Mogelijk is dit het langshout waarop een muur heeft gestaan. Onder dit langshout zou dan de kesp kunnen liggen die op palen rust. De ruimte tussen de planken is in principe groot genoeg voor een eventueel verdwenen schuifhout. Tegen de straatkant is in beide werkputten een laag aangetroffen van zwak siltig lichtgrijs bruine klei. Na bestudering van het profiel werd geconcludeerd dat deze laag wel eens een overblijfsel van een dijkje zou kunnen zijn (zie bijlage 1 en 2). Deze dijk zou dan ook bij de oudste fase horen.
In de tweede fase, nadat de ovens niet meer in gebruik waren, verschoof de functie van het terrein, waarschijnlijk van industrie naar wonen. Deze verschuifing vond in de latere 17e of 18e eeuw plaats. In werkput 1 werd dit woonhuis aangetroffen. De sporen die hierbij horen zijn de muurresten spoor 1, 4 en 9. De totale lengte van het huis bedraagt 11,5 m, de gereconstrueerde breedte bedraagt 3 m. Het huis bestaat uit een voor- en een middendeel met een kleine uitbouw aan de achterzijde. Het is opvallend dat de woning redelijk ver van de straat ligt. In deze periode lag het voorhuis meestal aan de straatzijde. Of dit betekent dat de straat meer naar het zuidwesten lag dan de huidige straat is niet duidelijk. De muren zijn opgebouwd uit verschillende afmetingen geel en rood baksteen met een losse kalkmortel. De afme-tingen variëren van 17 x 7 x 4 tot 19,5 x 7,5 x 4 cm. De binnenmuur tussen spoor 1 en 4 is opgebouwd uit gele en rode baksteen met een afmeting van 9 x 8 x 3 cm.
Afbeelding 8. Luchtfoto van de kalkoven uit werkput 2. De foto is richting het zui-doosten genomen.
13Inventariserend veldonderzoek aan ‘T Prooyen 2-3, Monnickendam, gemeente Waterland
Afbeelding 9. Noordoostzijde werkput 1. Aan de rechterzijde is, onder het meetlint, opgebrachte klei te zien. Mogelijk is dit het restant van een dijkje. De foto is ongeveer richting het noorden genomen.
Afbeelding 10. Noordwestprofiel werkput 1. Te zien zijn oranje lagen met verbrande kalk en een egalisatielaag van baksteen met daarboven een zeer houtskoolrijke laag.
1�Inventariserend veldonderzoek aan ‘T Prooyen 2-3, Monnickendam, gemeente Waterland
De laatste fase, die waarschijnlijk in de 19e eeuw begon maar tot in de 20e of zelfs 21e eeuw doorliep wordt vertegenwoordigd door een tweetal muren, spoor 7 en 9. Mogelijk hebben deze muren gehoord bij het achtergedeelte van het gebouw dat recentelijk is gesloopt. Het is opvallend dat dit de enige aanwijzingen zijn voor een recent gebouw op het terrein. De slopers hebben hun werk grondig gedaan. De bakstenen die werden gebruikt hebben een afmeting van 16 x 7 x 2,5 cm en waren geel en rood van kleur.
�.2.Vondsten Het merendeel van het aangetroffen vondstmateriaal (Bijlage 6) bestaat uit aarde-werk (percentage 93 %, n= 363), gevolgd door bot (4%) en glas (1%). Het glas bestaat uit fragmenten van wijnfles en enkele stukken vensterglas. Het bot is slacht-afval. Het aangetroffen aardewerk kan gedateert worden tussen de 15e/16e eeuw en heden. Een opvallende vondst wordt gevormd door een scherf van een majolika bord waarop de letter A zichtbaar is (afbeelding 12). Oorspronkelijk stonden er drie let-ters op het bord: MRA. Het is opvallend dat de bekende parallelen uit de regio afkomstig zijn. Het gaat om vondsten uit de De Rijp, Midden-Beemster en de Wormer. Waarschijnlijk zijn al deze borden uit de zelfde werkplaats afkomstig.
93%
1% 1%1%
4%
0%
aardewerk
bot
glas
natuursteen
schelp
ijzer
aardewerk 336bot 16glas 5natuursteen 2schelp 2ijzer 1
Afbeelding 11. De vesrchillende categoriëen vondstmateriaal in percentages en aantallen weergegeven.
1�Inventariserend veldonderzoek aan ‘T Prooyen 2-3, Monnickendam, gemeente Waterland
Boven de letters MRA staat een contractieteken, waardoor MRA waarschijnlijk gelezen moet worden als sancta MaRiA (vergelijk Korf 1981, afb. 593). Het bord had dus een duidelijk religieus- en dan met name een katholiek karakter. Het bord kan gedateert worden in het tweede kwart van de 17e eeuw.
Afbeelding 12. Tijdens het onderzoek werd een frag-ment van een majolika-bord/schotel aangetroffen waarop de letter A staat afgebeeld. (vergelijk Korf 1981, afb. 593)
1�Inventariserend veldonderzoek aan ‘T Prooyen 2-3, Monnickendam, gemeente Waterland
�. Waardering(bijlage 4)
In dit hoofdstuk worden de bij het onderzoek aangetroffen archeologische vind-plaatsen aan de hand van een drietal waarden (beleving, fysieke kwaliteit en inhou-delijke kwaliteit) in een aantal stappen gewaardeerd (afbeelding 13). De waardering wordt uitgedrukt in cijfers (1=laag, 2=middelmatig, 3=hoge waarde) (afbeelding 14). De uitkomst van de waardestelling bepaalt of de vindplaats al dan niet behou-denswaardig is. Het onderzoeksterrein wordt bij deze waardering als een vindplaats beschouwd.
Beleving:• schoonheid: Doordat de overblijfselen niet visueel waarneembaar zijn in het land-schap, is schoonheid hier niet van toepassing• herinneringswaarde: De vindplaats roept geen herinneringen op aan het verleden. Ook dit criterium is hier niet van toepassing.Fysieke kwaliteit:Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen gaafheid en conservering. Gaafheid is de mate van niet verstoord zijn en de stabiliteit van de fysieke omgeving. Conserve-ring is de mate waarin het archeologisch vondstmateriaal bewaard is gebleven.
1.beleving
2. fysiekekwaliteit
3.inhoudelijke
kwaliteit
bovengemiddeldescore
behoudens-waardig
nietbehoudens-waardig
voorsteltotselectie
4.representativiteit
ja
nee
bovengemiddeldescore
lage score
lage score
hoog
laag
ja
nee
hogeinhoudelijkekwaliteit
Afbeelding 13. Het waarderingsproces stapsgewijs weergegeven.
1�Inventariserend veldonderzoek aan ‘T Prooyen 2-3, Monnickendam, gemeente Waterland
• gaafheid: Het grote aantal sporen, de intacte stratigrafie en de mate van verstoring pleiten voor een hoge score. • conservering: Zowel het aangetroffen bot als het aardewerk verkeert door de natte omstandigheden in redelijk goede staat, de score is hier hoog.Inhoudelijke kwaliteit:• zeldzaamheid: Er zijn geen vergelijkbare monumenten met kalkovens, van een goede fysieke kwaliteit uit dezelfde periode in dezelfde archeoregio bekend. De waarde is hoog• informatiewaarde: Binnen dezelfde archeoregio zijn geen vergelijkbare monumen-ten in de afgelopen 5 jaar of daarvoor onderzocht. De waarde is hoog• ensemblewaarde: Er zijn geen vergelijkbare monumenten uit dezelfde of opeen-volgende periode(n) in de microregio bekend. Dit brengt de waarde omlaag. De aanwezigheid van contemporaine organische sedimenten in de directe omgeving brengen de waarde weer iets omhoog. De waarde is gemiddeld.
Waardestelling:Voor de vindplaats geldt het volgende: Er is geen belevingswaarde omdat de arche-ologische resten niet zichtbaar zijn en ook geen herinnering oproepen aan bekende gebeurtenissen in het verleden. De fysieke kwaliteit is met zes punten bovengemid-deld, waardoor naar de inhoudelijke kwaliteit gekeken dient te worden. Ook de inhoudelijke kwaliteit scoort met acht punten bovengemiddeld waarmee de vind-plaats als behoudenswaardig kunnen worden bestempeld.
waarden criteria scores
hoog midden laag
beleving
fysieke kwaliteit
inhoudelijke kwaliteit
schoonheid
herinneringswaarde
gaafheid
conservering
zeldzaamheid
informatiewaarde
ensemblewaarde
representativiteit
1
3
3
2
3
3
2
n.v.t.
n.v.t.
-Afbeelding 14. De waardering van de vindplaats in tabelvorm weergegeven.
1�Inventariserend veldonderzoek aan ‘T Prooyen 2-3, Monnickendam, gemeente Waterland
�. Antwoorden vraagstelling
· Zijn er sporen en funderingsresten, zo ja, wat is daarvan de aard, omvang, ouderdom en gaafheid?
Ja, er zijn sporen en funderingsresten uit de 17e tot en met de 21e eeuw. Het betreft in ieder geval twee kalkovens, een woonhuis, een dijkje en nog wat niet nader toe te schrijven sporen. De archeologische resten bevinden zich waarschijnlijk op het gehele terrein. De resten zijn gaaf.
· Wat is de locatie en diepteligging van de archeologische resten? Zie bijlage 5. De archeologische resten bevinden zich in het zuidelijke deel
net onder het maaiveld (0,1 m). In het zuidwestelijk deel komen de resten pas op 1,0 m onder het maaiveld tevoorschijn. Op de rest van het terrein liggen de resten 0,3 m onder het maaiveld.
· Is het bodemarchief ter plaatse behoudenswaardig? Is behoud in situ mogelijk? De archeologische resten worden als behoudenswaardig gewaardeerd.
Behoud in situ is misschien (deels) mogelijk als er voor gekozen wordt om het terrein op te hogen voordat men gaat bouwen.
· Hoeveel en welk materiaal kan ongeveer verwacht worden als er een definitieve
opgraving zal plaatsvinden? De hoeveelheid materiaal zal niet heel groot zijn. Er kan naast aardewerk
ook botmateriaal en leer aangetroffen worden. Als er een of meerdere beerput(ten) op het terrein wordt aangetroffen, dan zal de hoeveelheid vondsten aanzienlijk toenemen.
· Hoe verhoudt zich de archeologische verwachting (op grond van het bureauonderzoek) tot de daadwerkelijk aangetroffen sporen?
De archeologische verwachting wijkt niet sterk af van de daadwerkelijk aangetroffen sporen. I.p.v. de verwachte ambachtelijke-, werden sporen van vroeg industriële activiteit aangetroffen. De verwachte perioden (vanaf de Nieuwe Tijd tot nu) werden tijdens het onderzoek aangetroffen.
1�Inventariserend veldonderzoek aan ‘T Prooyen 2-3, Monnickendam, gemeente Waterland
�. Samenvatting en conclusies
Op woensdag 27 en donderdag 28 juli 2007 is in opdracht van Leguit & Roos een inventariserend veldonderzoek (IVO) in de vorm van proefsleuven uitgevoerd op het terrein aan ’T Prooyen 2-3 in Monnickendam, gemeente Waterland. De aan-leiding tot het onderzoek werd gevormd door de sloop van een visverwerkings-bedrijf en het nieuw te bouwen restaurant met woonappartementen op het terrein. Het met de nieuwbouw gepaard gaande grondverzet zou een bedreiging vormen voor de waarschijnlijk aanwezige archeologische resten uit voornamelijk de Nieuwe Tijd . Het voornaamste doel van het onderzoek was het nader bepalen van de archeo-logische verwachting van het gebied en het verkrijgen van een betrouwbaar inzicht in de aanwezigheid, aard, datering, omvang, gaafheid en de conservering van archeologische resten in het plangebied. Tijdens het onderzoek werden archeologische resten uit de Nieuwe Tijd aangetroffen. Het betreft o.a. twee kalkovens, een dijkje een woonhuis en enkele niet direct te plaatsen muurrestanten. Er zijn geen aanwij-zingen aangetroffen voor de aanwezigheid van een stadstimmerwerf. De gaafheid en conservering van de gevonden resten is goed. De locatie wordt als één vindplaats beschouwd. De vindplaats wordt als behoudenswaardig gewaardeerd. Het advies luidt, in navolging van het huidige beleid, dat de archeologische resten waar mogelijk door planaanpassing in situ behouden dienen te worden. Dit bete-kent dat in het zuidelijke deel (bijlage 5) niet dieper dan 0,1 m onder het huidige maaiveld gegraven mag worden. In het zuidwestelijke deel niet dieper dan 1,0 m onder het maaiveld. Op het overige deel geldt een maximale graafdiepte van 0,3 m onder het huidige maaiveld.Waar dit niet mogelijk is (bijvoorbeeld door aanleg van een kelder of lift), zal dat deel van de vindplaats ex situ behouden dienen te worden. Dit betekent dat de vindplaats door middel van een definitief onderzoek opgegraven dient te worden. Hollandia Archeologie kan wanneer behoud in situ niet mogelijk is enkele weken na verspreiding van dit rapport beginnen met de werkzaamheden. Er dient echter wel vooraf een nieuw PvE voor dit definitieve onderzoek te worden opgesteld. Dit kunnen wij of een andere partij doen, mits deze door een onpartijdige (senior) archeoloog wordt goedgekeurd.
20Inventariserend veldonderzoek aan ‘T Prooyen 2-3, Monnickendam, gemeente Waterland
Literatuur:
Dautzenberg, S, 2006. Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek Rozendaal 10 te Monnickendam. Hollandia reeks 92.
Haartsen A. & ten Oever-van Dijk C, 2001. De cultuurhistorie van Waterland en Zaanstreek (inclusief Beemster en Schermer). Haarlem.
Gerritsen, S., 2007 Programma van Eisen, Locatie: ’T Prooyen 2-3, Monnickendam, gemeente Waterland.
Heidinga H.A. & Regteren Altena H.H. van, 1989. Medemblik and Monnicken-dam. Aspects of medieval urbanization in northern Holland. Cingula 11, Amsterdam.
Korf, D. 1981, Nederlandse majolica, Bussum.
Wullink A.J. & Wit M. de. In: Archeologische kroniek Noord-Holland, Monnic-kendam-Bloemendaal 2. HOLLAND, 38e jaargang 2006.
Vanoverbeke, R.W., 2007, Archeologisch Bureauonderzoek ‘t Prooyen 2-3 te Mon-nickendam, gemeente Waterland., Hollandia reeks 137.
^ foto 9
^ foto 14 ^ foto 11 ^ foto 15 ^ foto 16
V2S2 S1
V3
Ks1 do gr
+0,68
2 lagen diep
Ks1 gr
Ks2 do brgr h2
Zs1 glgr
poer
V15
V4
S3V11
+0,15
+0,73+0,54
afwisselend gl en rdbkstn 17x7x4 cmlosse kalkmortel
Ks1 gr en sch
Ks1 do gr
+0,87
afwisselendgl en rd bkstnmeer rd 18x9x3,5
V12
V5
V13
+1,10
V7
V6
S4S6 S9
+0,01
Zs1 gl gr
+0,49
3 lagen diepafwisseldn rd en gl16x7,5x2,5
+0,48
+0,61
+0,61
+0,60
V10
V16 V17
V18
S7 S11 S12 S13
+0,97
+0,99
Ks1 do gr
+0,58
afwisselend gl en rdbkstn 19x7,5x4
V14
6 lagen diepok niet bereiktafwisseldn gl en rd
bkstn 16x7x2,53 lagen diep
+0,88
+0,01
+0,01
+0,95
+0,95
+0,01
S8
Zs1 gr
foto 4 ^
+0,12
Zs1 gr
+0,65
+0,73 +0,64
V25S20
Ks3 do grzw
+1,17
V24
+0,68
S19 +0,35
div. bkstn17,5x9x4vaste kalkmortel6 lagen diep okniet bereikt
bkstn rd23x11x5losse kalkmortel
+1,00 NAP
Zkx or+as +hk
Zkx or+bkstn puin
V20S15
Ks1 lgrbr met fe vlekken
Ks2 gr schoonKs2 orbr
Vkm en Ks1grZs1 gr
foto 5 ^
S9
S7
S11
S12
^ foto 7
S14 V19
Ks1 do gr
V21 S15V22
Zs1 grS17
Ks2 grgn heterog.
Ks2 grgnheterog
Vkm br (hard) +Ks1^ foto 6
S4S2 Ks1 do gr
Ks2 orbrZs1 gr
Zs1 do gr + sch
131292,46496892,52
S1
+1,00 NAP
+0,99
+0,83
afwisselend gl en rdbkstn 9x8x3
+0,70
S9
Ks3 do grzw +puin
or rd appel-bloesem bkstn 18x8,5x4 zandals mortel
+0.61
+0,61
+0,66
V23
+0,35
S18
+0,26
Zs1 gr
<foto 8
foto 11^
foto 12 >
ok op +0,20V26
+0,56 S21 +0,56
< foto 12
rd bkstn18x9,5x4
Zs1 glgrKs1 lgrbr
+0,35
131311,80496908,36
+1,00 NAP+1,00 NAP Zkx brgr
Ks1 lgrbr
Zs1 gr + blgr
Ks1 blgr brokken+Zkx brgr heterogeen
hk zwV28 Ks2 brgr + zand +bkstn puin S23
S21Zs1 or/zw gelaagd
natuursteen
Ks1 do grzw +beetje zand als bijmenging
Ks1 do grzw +veel zand als bijmenging
Ks1 lgrbr
Ks1 zw h2 +bkstn puin (egalisatieniveau?)
richtingslaagjesZkx or +hk2
verbrbkstn
S18Zkx or+as +hk
Zkx or+bkstn puin
Zkx brgr met puin3 (sloopgrond)
7 lagen diep
+0,55
S19
boorlocatie boring 1
Vk1 do brveraardspoor bkstn
Ks1 grrietKs1 gr
met Vk1 gelaagd
Vk3 gn br
+0,08 NAP
Ks1 blgr brokken+Zkx brgr heterogeen
boring 1
Zs1 do gr en ro br as
^ foto 1
foto 2 >
< foto 3
S9
meer baksteenpuin
doorgang? op +0,22
Leguit & R oos
CIS-meldingscode
Opdrachtgever
23156
Omschrijving kaartgegevensIV O-P, 'T Prooyen 2-3,M onnickendamgemeente W aterland.Alles sporen en vondsten van werkput 1T evens noordprofiel.
TekenaarS. Gerritsen
ProjectleiderS. Gerritsen
Schaal1:40
StatusD efinitief
© Hollandia, 2007
0 2 m
archeologisch spoor/laag
S 19 spoornummer
V28 vondstnummer
recent gegravenR
rand werkput
Bijlage 1
natuurlijk of dagzoom
houten paal
+0,10
V29
+0,10Ks1 do brgr +bkstn+aw houten plank
Ks1 gr
V30
+0,10
+0,00
Zs1 gr +sc3
V31
+0,09
o.k muur +0,39
b.k. muur +0,85
S27V33
stevige kalkmortel
131284, 85496901,78
131304,19 496917,64
Ks1 gr br (zie ook wp1)
Zs1 glgr + Ks1 gr gemengdS31
V40
V39
Zkx or + glcm gelaagdheidmet hk
S32
V41S30
S33
Zkx or + glcm gelaagdheidmet hk
Zs1 glgr
V42
Ks2 do grzw en ro, zand als bijmenginggelaagd pakket met as en baksteen
or rd bkstn23,5x11x5
V32
S26
bkstn ro en glfijne losse kalkmortel18x8,5x4 +0,35
plavuis ro15,5x15,5x3
V34S29
V35
S25
8 lagen diepbkstn ge or17x8x3,5gegr zand ipvmortel
ok muur +0,26
+0,63
+0,31+0,10
+0,08
houten plank
Zs1 gegr+0,15
S30V37 V38Ks1 do brgr+bkstnpuin
ok muur +0,46
natuursteen
S24
V36
3 lagen diep
bk muur +0,63
bkstn ro en gl18,5x9x3,5
houten plank
Ks1 brgrheterogeen
+0,28
S28
Zs1 gl gr
houten paal
houten paal
houten paal
+0,41
Zs1 glgr + Ks1 gr gemengdS31
Zkx or + glcm gelaagdheidmet hk
Ks1 grbr
+1,00 NAP
+1,00 NAP
+1,00 NAP
?Ks1 do gr met natuursteen+fe schroot +bkstn
Ks2 do grbr zand als bijmenging +bkstnspikkels +mortel
Ks1 brgr +veel baksteenpuin (sloopgrond)
onderin iets meer bkstnpuin en awKs2 dogr
ietwat meer verbrand materiaal Ks2 do gr tot zw met lensjes Zkx or en gl
Zkx or + glcm gelaagdheidmet hk
iets meer bkstn puin
S26S25Zkx or
Ks1 do grzw +hk3
Ks1 do grzw +hk3
Zkx or + glcm gelaagdheidmet hk
Ks2 do grbr zand als bijmenging +bkstnspikkels +mortel
Ks1 brgr +veel baksteenpuin (sloopgrond)
Ks1 do grpaalgaten
Leguit & R oos
CIS-meldingscode
Opdrachtgever
23156
Omschrijving kaartgegevensIV O-P, 'T Prooyen 2-3,M onnickendamgemeente W aterland.Alles sporen en vondsten van werkput 2T evens noordprofiel.
TekenaarS. Gerritsen
ProjectleiderS. Gerritsen
Schaal1:40
StatusD efinitief
© Hollandia, 2007
0 2 m
archeologisch spoor/laag
S 19 spoornummer
V28 vondstnummer
recent gegravenR
rand werkput
Bijlage 2
natuurlijk of dagzoom
houten paal
schelp
door grondwater is de onderkant van het profiel niet overal bereikt, de grens geeft hier de waterlijn aan.
Ks1 do brgr +bkstn+aw
Ks2 do grzw en ro, zand als bijmenging en as en baksteen
Zkx or en glmet veel hk
+0,55
+0,48
+0,48
T Prooyen
schaal 1: 125
geplande proefsleuf
plangebied
kadaster
Leguit & R oos
CIS-meldingscode
Opdrachtgever
23156
Omschrijving kaartgegevensIV O-P, 'T Prooyen 2-3,M onnickendamgemeente W aterland.Alles sporen en vondsten van werkput 1 & 2
TekenaarS. Gerritsen
ProjectleiderS. Gerritsen
Schaal1:125
StatusD efinitief
© Hollandia, 2007
0 5 m
archeologisch spoor/laag
rand werkput
Bijlage 3
houten paal
muren en funderingen
131.300 131.320
496.
900
496.
880
Bijlage 4. Waarderingscriteria conform KNA 3.1
Beleving parameters Schoonheid zichtbaarheid vanaf het maaiveld als landschapselement; vorm en structuur; relatie met omgeving. Herinneringswaarde verbondenheid met feitelijk historische gebeurtenis; associatie met toegeschreven kwaliteit of betekenis
Fysieke kwaliteit scores parameters
gaafheid 1/2/3 aanwezigheid sporen; gaafheid sporen; ruimtelijke gaafheid; stratigrafie intact; mobilia in situ; ruimtelijke relatie tussen mobilia onderling; ruimtelijke relatie tussen mobilia en sporen; aanwezigheid antropogeen biochemisch residu; stabilitiet van de natuurlijke omgeving conservering 1/2/3 conservering artefacten (metaal/overig) conservering organisch materiaal
Inhoudelijke kwaliteit scores parameters
zeldzaamheid 1/2/3 het aantal vergelijkbare monumenten van goede fysieke kwaliteit uit dezelfde periode, binnen dezelfde archeoregio, waarvan de aanwezigheid is vastgesteld; idem, op basis van recente en specifieke verwachtingskaart informatiewaarde1/2/3 opgraving/onderzoek van vergelijkbare monumenten binnen dezelfde archeoregio (minder/meer dan 5 jaar geleden; volledig/partieel) recent en systematisch onderzoek van de betreffende archeoregio; recent en systematisch onderzoek van de betreffende archeologische periode; passend binnen vastgesteld onderzoeksprogramma van universitair instituut of RACM ensemblewaarde 1/2/3 synchrone context (voorkomen van monumenten uit dezelfde periode in de microregio); diachrone context (voorkomen van monumenten uit opeenvolgende perioden binnen de microregio); landschappelijke context (fysisch- en historisch geografische gaafheid van het contemporaine landschap); aanwezigheid van contemporaine organische sedimenten in de directe omgeving representativiteit - kenmerkendheid voor een bepaald gebied en/of periode; het aantal vergelijkbare monumenten van goede fysieke kwaliteit uit dezelfde periode binnen dezelfde archeoregio waarvan de aanwezigheid is vastgesteld en waarvan behoud is gegarandeerd; idem, op basis van recente en specifieke verwachtingskaart
0 25 m
funderingen op 0,1 m onder het maaiveld
funderingen op 0,3 m onder het maaiveld
geen funderingen of andere archeologische resten tot 1,0 m aanwezig
NBijlage 5
Bijlage 6. Vondstenlijst vondstnr spoornr materiaalcategorie soort vondst aantal beschrijving datering 001 00 ker rood 3 wand 001 00 ker pijp 1 kop GML gerrit maarling 1769-1897 001 00 ker porselei 1 wand 001 00 ker witpot 1 rand 001 00 ker witkom 1 rand 001 00 ker wit 3 wand 001 00 ker stgl 1 wand 001 00 ker faybord 4 bodem 001 00 ker majbord 1 bodem proenafdruk 15-17 001 00 ker pijp 6 steel 001 00 ker roodpan 1 steel 001 00 ker pijp 1 kop 001 00 ker rood 1 bodem 001 00 ker slibvers 1 rand schudversiering 001 00 odb knoop 1 001 00 ker roodbord 2 rand 002 1 ker majbord 1 rand MRA D. Korf 1981, afb 593 17b 002 1 ker witgiet 1 wand 002 1 ker wit 1 wand 002 1 ker pijp 1 steel 003 2 ker roodpot 1 oor 003 2 ker rood 2 wand 003 2 ker pijp 1 kop 17 003 2 ker stgl 1 wand 003 2 odb afval 1 003 2 ker majbord 1 bloemmotief 17? 004 3 ker rood 1 wand 005 4 ker wandpoly 1 met figuur indet 005 4 ker pijp 1 steel 005 4 ker rood 1 wand 006 6 ker witgiet 1 rand 006 6 ker wit 1 wand 006 6 ker pijp 1 steel 006 6 ker wit 1 oor 007 5 ker pijp 4 steel 007 5 ker roodbord 1 rand 007 5 ker faybord 1 rand 007 5 ker roodpan 1 rand 007 5 gls indet 1 007 5 ker pijp 1 kop 007 5 ker rood 4 wand 008 00 ker rood 1 wand 008 00 ker roodpan 1 rand 008 00 ker roodgrape 1 wand 008 00 ker majbord 1 rand 009 00 ker roodgrape 1 rand 009 00 ker rood 1 wand 009 00 ker roodpan 1 steel 009 00 ker porselei 1 019 14 ker pijp 1 kop 84 met kroon 1733-1873 020 15 ker westerw 1 020 15 ker baksteen 1 020 15 ker roodgrape 2 rand 020 15 ker rood 1 wand 021 16 ker porkom 2 rand
021 16 ker wit 1 wand 021 16 ker pijp 2 steel 021 16 ker faybord 1 rand 021 16 ker rood 2 wand 022 17 ker rood 1 rand 029 00 odb afval 2 lm 029 00 sxx indet 1 029 00 ker roodkom 1 rand 029 00 ker roodbord 1 rand 029 00 ker roodpot 2 wand 029 00 ker stgl 1 flesstop 029 00 ker pijp 1 WS met kroon 1652-1925 029 00 ker westerw 1 wand NTA-NTB 16-18 029 00 ker roodpot 3 rand 029 00 ker majbord 1 bodem 029 00 ker faybord 1 rand 029 00 ker induswit 1 kom bodem 029 00 ker induswit 1 kom bodem maastricht NTC na 1836 030 00 ker plavuisg 2 donkerrood glazuur 030 00 ker wit 2 wand 030 00 ker rood 1 oor 030 00 ker slibvers 1 rand bord 030 00 ker rood 7 wand 030 00 ker dakpan 1 030 00 ker wit 1 rand 030 00 odb afval 1 030 00 ker westerw 2 wand 17B-18 030 00 ker roodgrape 4 rand 031 00 ker witpot 5 wand 031 00 ker witpot 1 rand 031 00 ker roodgrap 1 rand 031 00 ker witpot 2 bodem 031 00 ker roodpot 4 bodem 031 00 ker roodgrap 1 pootje 031 00 ker faybord 1 rand 031 00 ker plavuisg 1 zwart geglazuurd 031 00 ker frechen 1 wand NTA 031 00 ker rood 4 wand 031 00 ker stglkan 1 rand 16B-19 031 00 ker roodbord 1 rand 16-17 037 30 ker frechen 1 bodem NTA 037 30 ker porkop 1 rand NTB-NTC 037 30 ker wandtgl 1 037 30 ker roodpot 1 wand 037 30 ker roodpot 4 bodem 037 30 ker roodgiet 1 rand 037 30 ker roodtest 1 rand 037 30 ker roodpan 2 steel 037 30 ker roodkom 1 oor 037 30 ker rood 5 wand 037 30 ker slibvers 4 zelfde bord schudversiering 037 30 ker stgl 2 flesstop 037 30 ker faybord 8 rand wit NTB-NTC 037 30 ker wandtgl 1 landschap 037 30 ker faykom 1 wand 037 30 gls wijnfles 1 037 30 odb afval 3 lm 037 30 ker witkom 1 rand
037 30 ker wit 1 wand 037 30 ker frechen 1 rand met baardman NTA 037 30 ker majbord 1 bodem LMEB-NTB 037 30 ker faybord 1 wand 037 30 ker roodpot 5 rand 038 00 ker witgrape 7 wand 038 00 odb afval 5 lm 038 00 ker roodpot 2 wand 038 00 ker witgrape 1 poot LMEB-NTA 038 00 ods afval 2 oester 038 00 ker wandpoly 1 herderafbeelding 17-18 038 00 ker wandpoly 1 bloemmotief 17 038 00 ker roodkom 1 oor papkom 038 00 ker roodpot 1 rand 038 00 ker roodpot 5 bodem 038 00 ker roodkom 4 rand 038 00 ker faybord 1 indet 038 00 ker faybord 1 bodem 038 00 ker faybord 3 wand 038 00 ker faybord 3 rand 038 00 ker dakpan 1 rood 038 00 ker witgrape 1 oor 039 30 ker slibvers 1 rand schudversiering 039 30 ker wandtgl 1 039 30 ker baksteen 1 glazuurdruppels aw fabricage 039 30 gls indet 2 039 30 ker faybord 1 rand 17 039 30 ker pijp 2 steel 039 30 ker induswit 1 039 30 ker rood 5 rand 039 30 ker rood 3 wand 039 30 ker porselei 1 wand 17-19 040 31 ker tegel 1 figuur 040 31 ker rood 1 wand 041 32 mfe spijker 1 041 32 ker porkom 1 wand 18-19 041 32 ker slibvers 1 rand bord schudversiering 041 32 sxx indet 1 041 32 sle daklei 1 041 32 gls venster 1 041 32 ker pijp 1 steel 041 32 ker induswit 1 19 041 32 ker frechen 1 wand 19 041 32 odb afval 1