Andreas’ eerste contact met stoffen en mode kwam van huis uit. In de jaren vijftig en zestig hadden zijn vader en overgrootvader een goedlopend familiebedrijf in het verven van stoffen. Hij herinnert zich nog heel goed de gigantische wasmachines, die constant draaiden. ‘Als mensen een mooi grijs jasje hadden gekocht en niet blij waren met de kleur, konden mijn vader en opa dit in een ander kleurtje gieten.’ In zijn middelbareschoolperiode had Andreas een bijbaan in een sportzaak. Hij vond het helemaal niets; hij ver- veelde zich, moest vroeg opstaan en wilde steeds liever iets met mode doen. Een studie aan een Duitse textiel- school volgde en op zaterdagen ging hij als verkoper aan de slag bij een grote modezaak. Daar kwam hij in contact met de oprichters van het bekende Hugo Boss, die wel iets in hem zagen. Dolgraag Na twee weken op de salesafdeling wist hij het zeker, dit was niets voor hem. Hij wilde dolgraag naar de ont- werpafdeling. ‘Daar zaten de cool guys. Hoger dan dat Na elf jaar als ontwerper bij het succesvolle Hugo Boss te hebben gewerkt, ging ANDREAS BAUMGÄRTNER (46) een nieuwe uitdaging aan. Vrienden verklaarden hem voor gek toen hij zijn topbaan verruilde voor een managersfunctie bij het kleinere Marc O'Polo. COOL GUY kon niet.’ Het duurde niet lang of de gedreven Andreas was assistent van de hoofdontwerper. Keihard werken was de normaalste zaak van de wereld. ‘Op zaterdagen en zondagen. Dat was erg zwaar, maar ik heb ontzettend veel geleerd. En het heeft geloond!’ Andreas Baumgärtner groeide uit tot hoofdontwerper voor verschillende lijnen van Boss, zoals Boss Black, Boss Orange en Boss Green. In die tijd had hij al vrienden bij Marc O’Polo. Ze vroegen hem eens hoe hij het zou vinden om daar tot het management toe te treden. Vrienden en collega’s beschouwden het als een stap terug, maar Andreas vond het een heel interessant idee. Bij Hugo Boss had hij een geweldige baan, al elf jaar lang. ‘Ik reisde de hele wereld over, ontmoette veel men- sen en werkte bij een enorm sterk merk.’ Dat laatste riep nogal wat vragen bij hem op. Kwam het door hem dat het merk zo sterk was geworden? Of lag het puur aan het merk zelf? Hij herinnert zich nog goed dat zijn moeder voor hem een echte Marc O’Polo swea- ter kocht. Die was vrij duur toen hij vijftien was en een