Top Banner
AGRO NIEUWSBRIEF VAN SCHUITEMAN ACCOUNTANTS & ADVISEURS uitgave 14 - september 2013 OverView Subsidieopenstellingen Nieuws Willekeurige afschrijving moge- lijk in tweede helft 2013 InterView Toon en Marjon Dorresteijn “Vakantie? Ik wist niet eens hoe je dat schreef” Agri View
16

Agriview september2013 s

Mar 28, 2016

Download

Documents

 
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: Agriview september2013 s

AGRO NIEUWSBRIEF VAN SCHUITEMAN ACCOUNTANTS & ADVISEURS uitgave 14 - september 2013

OverViewSubsidieopenstel l ingen NieuwsWil lekeur ige afschr i jv ing moge-l i jk in tweede hel f t 2013

InterViewToon en Marjon Dorrestei jn“Vakant ie? Ik wist n iet eens hoe je dat schreef”

AgriView

Page 2: Agriview september2013 s

O ve r V i e w

Belangrijke data15 juli t/m 14 oktober 2013Aanvraagperiode subsidie netten voor uitloop pluimvee

15 augustus t/m 30 september 2013Aanvraagperiode subsidieregeling duurzame stallen

1 oktober t/m 13 december 2013Aanvraagperiode subsidieregeling jonge landbouwers

15 november t/m 31 december 2013Aanvraagperiode subsidies natuur- en landschapsbeheer

InhoudsopgaveSubsidieopenstellingen tweede helft 2013 3

Subsidie netten voor uitloop pluimvee 3 Subsidieregeling duurzame stallen 3

Subsidie jonge landbouwers 3

Stimuleringsregeling ‘Asbest eraf, 4zonnepanelen erop’ Teruggaaf energiebelasting bij meerdere 4aansluitingen

Willekeurige afschrijvingen mogelijk in tweede 5helft 2013

Cultuurgrondvrijstelling wel van toepassing op 5zorgboerderij

Planschade bij dubbelbestemming gronden 6 Toeslagrechten correct vastgesteld? 7

Akkoord over hervorming Europees landbouwbeleid 7 Controleer uw bestemmingsplan 9

Derogatie vervalt niet bij overschrijden 9 gebruiksnormen

Aangepast wetsvoorstel mestverwerking 9gepubliceerd Wijziging pachtnormen 11

Begrotingsnormen veehouderij 12

Omgevings- of milieuvergunning kan (gedeeltelijk) 13ingetrokken worden

Interview 14

InformatieavondenBegin september organiseerden Hennij Holtus en Bram Faber

van ons kantoor, samen met de gemeente Barneveld en

projectbureau SVGV, een tweetal informatieavonden met het

thema ‘Asbest er af en zonnepanelen erop’. Op 9 september

vond de eerste bijeenkomst plaats in het stadhuis in Nijkerk.

Hier waren zo’n 75 aanwezigen. De tweede sessie was in het

gemeentehuis van Barneveld met zo’n 60 belangstellenden.

Aan de hand van een aantal presentaties werden de aanwezigen

geïnformeerd over de subsidieregeling ‘Asbest eraf en zonne-

panelen erop’ van de provincie Gelderland, de ins and outs van

zonnepanelen en asbestverwijdering. Bram Faber hield een

presentatie over de fiscale mogelijkheden en regelingen.

De bijeenkomsten werden afgesloten met de concrete praktijk-

ervaringen van een agrariër. Rondom de bijeenkomst was een

minibeurs opgezet waar onder meer aanbieders van zonne-

panelen en asbestverwijderaars zich hebben gepresenteerd.

Wilt u meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met

Hennij Holtus (E: [email protected]; T: 0342-411200) of

Bram Faber (E: [email protected]; T: 0342-411200).

Page 3: Agriview september2013 s

Subsidieopenstellingen tweede helft 2013In de tweede helft van 2013 worden o.a. de volgende subsidieregelingen opengesteld:

Regeling Periode

Netten voor uitloop pluimvee 15 juli t/m 14 oktober

Duurzame stallen 15 augustus t/m 30 september

Jonge landbouwers 1 oktober t/m 13 december

Natuur- en landschapsbeheer 15 november t/m 31 december

Subsidie netten voor uitloop pluimveeOm uitbraken van vogelgriep tegen te gaan, wordt subsidie beschikbaar gesteld voor investeringen in het afdekken van de buitenuitloop. De subsidie bedraagt maximaal 35% voor de aanschaf van netten en materiaal dat nodig is voor de installatie van de netten en voor de kosten voor het bouwen en monteren van de netten door een aannemer en/of loonwerker.Het beschikbare budget is € 1 miljoen en toekenning vindt plaats op volgorde van ontvangst van de (volledige) aanvragen.

Subsidieregeling duurzame stallenIn de periode 15 augustus tot en met 30 september 2013 wordt de subsidieregeling voor investeringen in integraal duurzame stallen of houderijsystemen opengesteld voor landbouwbedrijven, die ten hoogste 3.000 meter verwijderd zijn van een Natura 2000-gebied. Varkens- en pluimvee- bedrijven, die gelegen zijn in een extensiveringsgebied komen niet in aanmerking.

De subsidie bedraagt 40% van de meerkosten. De meer-kosten zijn het verschil tussen de norminvestering, die berekend moet worden aan de hand van de KWIN (Kwantitatieve Informatie voor de Veehouderij) en de duur-zame investering. De extra kosten moeten gemaakt worden voor verbetering van dierenwelzijn en, voor zover van toepassing, voor verbetering van het milieu of diergezond-heid. De subsidie bedraagt maximaal € 250.000.

Aanvragen moeten ingediend worden bij Dienst Regelingen en worden gerangschikt op basis van een puntensysteem. Bij overschrijding van het beschikbare budget komen hoger gerangschikte aanvragen het eerst in aanmerking voor uitbetaling.

Subsidie jonge landbouwersDe subsidieregeling voor jonge landbouwers wordt opengesteld in de periode 1 oktober t/m 13 december 2013. Voor deze regeling komen agrariërs in aanmerking die op het moment van aanvragen jonger zijn dan 40 jaar en minder dan drie jaar geleden een landbouwbedrijf hebben overgenomen of zijn gestart. De overname moet geheel zijn

3

Nieuws

Page 4: Agriview september2013 s

provincies kan de subsidie vanaf 1 juli 2013 worden aangevraagd, in de provincie Flevoland vanaf 1 september 2013 en in de provincie Gelderland vanaf 1 oktober 2013.

€ 3 per m2, minimaal 400 m2

De regeling richt zich op sanering van asbestdaken op agrarische bedrijven in combinatie met plaatsing van zonne- panelen. De subsidie bedraagt € 3 per m2 asbestdak. Dit is ongeveer een derde van de kosten voor het verwijderen en afvoeren van asbest. Alleen bedrijven met een agrarisch inkomen (minimale standaardopbrengst € 25.000) komen in aanmerking voor de subsidie. Per aanvraag wordt een minimumoppervlak van 400 m2 asbestdak gehanteerd. Sanering van asbestdaken van gebouwen die voor nevenfuncties in gebruik zijn is ook mogelijk, mits die zich op hetzelfde bouwblok bevinden. In totaal kan per aanvrager maximaal € 7.500 subsidie verstrekt worden.

Combinatie met zonnepanelen

Elke sanering moet gepaard gaan met een terugplaatsing van zonnepanelen, met een minimumeis van 15 kWpiek geïnstalleerd vermogen. Plaatsing op een ander dak dan het gesaneerde dak is mogelijk, op voorwaarde dat dit gebouw zich op een bouwblok uit de aanvraag bevindt. De regeling komt bovenop de fiscale faciliteiten (MIA, VAMIL, EIA) voor investeringen in asbestsanering en zonnepanelen. Agrariërs die subsidie willen aanvragen, moeten o.a. beschikken over een asbestinventarisatierapport.

Teruggaaf energiebelasting bij meerdere aansluitingenEnergiemaatschappijen brengen bij de levering van elektriciteit en aardgas energiebelasting in rekening bij de afnemer. Deze belasting dragen de maatschappijen af aan de Belastingdienst. De belasting moet in principe worden berekend per WOZ-locatie.

afgerond. Dit moet blijken uit een notariële akte of een door de Grondkamer goedgekeurde pachtovereenkomst.

De subsidie kan worden verkregen voor investeringen in gebouwen, grond, machines en overige landbouw- investeringen. Investeringen in woningen, auto’s of productierechten komen niet in aanmerking voor subsidie.

De subsidiabele kosten zijn minimaal € 20.000 en maximaal € 80.000. De maximale subsidie is 25% van de subsidiabele kosten. De te ontvangen subsidie is dus minimaal € 5.000 en maximaal € 20.000.

Enkele voorwaarden die van toepassing zijn: • Er mogen pas investeringsverplichtingen worden aangegaan na ontvangst van de toewijzing.• Er wordt een lening afgesloten bij een kredietverstrekker voor ten minste drie jaar. De lening moet minimaal de hoogte hebben van de kosten die onder de subsidie vallen.• De investering (bijvoorbeeld een trekker) moet minstens vijf jaar op het bedrijf gehouden worden. Wanneer binnen vijf jaar de trekker wordt verkocht, dan moet het bedrag uit de verkoop worden besteed aan een vervangend bedrijfsmiddel, in dit geval een nieuwe trekker.• De investeringen moeten voor 1 juli 2015 zijn afgerond.

Stimuleringsregeling ‘Asbest eraf,zonnepanelen erop’Agrarische bedrijven kunnen subsidie ontvangen voor het saneren van asbestdaken, mits dit gecombineerd wordt met plaatsing van zonnepanelen. Per provincie beslist Gedeputeerde Staten hoe zij de regeling in hun provincie willen hanteren.

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft voor deze regeling € 20 miljoen beschikbaar gesteld. In de meeste

4

N i e u w s

Page 5: Agriview september2013 s

De tarieven zijn gestaffeld. Voor elektriciteit bedraagt de energiebelasting in 2013 € 0,1165 per kWh bij een verbruik tot 10.000 kWh, € 0,0424 per kWh voor het verbruik tussen 10.000 en 50.000 kWh en € 0,0113 voor het verbruik boven 50.000 kWh (tot 10 miljoen kWh).

In de praktijk komt het regelmatig voor dat bedrijven meerdere aansluitingen hebben op het elektriciteitsnet. Bijvoorbeeld een aansluiting voor de woning en de oude stal of kas en een aansluiting voor de nieuwe stal of kas. Staan deze objecten op dezelfde WOZ-beschikking, dan wordt dit als één onroerende zaak gezien. In dat geval hoeft de staffel maar één keer te worden doorlopen. Bij groot- verbruikers kan dit voordeel oplopen tot bijna € 2.300. Bij de berekening van het voordeel moet wel rekening gehouden worden met de belastingvermindering van € 318,62 voor aansluitingen met een verblijfsfunctie en € 119,62 voor aansluitingen zonder verblijfsfunctie.

Als de energie wordt geleverd door één leverancier, moet bij de leverancier om teruggave verzocht worden. Indien de energie wordt geleverd door verschillende leveranciers, moet de gebruiker de energiebelasting jaarlijks terugvragen bij de Belastingdienst. Dit verzoek moet binnen dertien weken na dagtekening van de eindafrekening ingediend worden.

Het is mogelijk het verzoek om teruggave in te dienen voor de afgelopen vijf jaar. Feitelijk is het verzoek dan te laat, maar teruggave zal dan ambtshalve verleend worden.

Voor aardgas is meestal geen teruggave mogelijk. Een tweede gasmeter komt niet zo vaak voor en alleen een hoog gasverbruik leidt tot een substantiële teruggave.

Willekeurige afschrijving mogelijk in tweede helft 2013Ondernemers kunnen vanaf 1 juli 2013 tot het eind van dit jaar direct de helft van nieuwe bedrijfsinvesteringen afschrij-ven en zo de belastingheffing verlagen.

De regeling voor tijdelijke willekeurige afschrijving geldt zowel voor ondernemers in de inkomstenbelasting als voor ondernemers in de vennootschapsbelasting. Willekeurig afschrijven betekent dat een ondernemer het eerste jaar zelf bepaalt hoeveel van de investering wordt afgetrokken van de winst. Voorwaarde is dat de investering voor 1 januari 2016 in gebruik wordt genomen. Er kan niet meer worden afgeschreven dan het betaalde bedrag, tenzij het betreffende middel al in gebruik is genomen.

De regeling leidt vooral tot een liquiditeitsvoordeel door het uitstellen van belastingbetaling.

Willekeurige afschrijving is niet mogelijk voor gebouwen, personenauto’s en immateriële activa (productierechten).

Cultuurgrondvrijstelling wel van toepassing op zorgboerderijDe Wet waardering onroerende zaken bepaalt dat bij de vaststelling van de WOZ-waarde de waarde van ten behoeve van de landbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond buiten aanmerking wordt gelaten.

Belanghebbende exploiteerde zijn onroerende zaak in de vorm van een zorgboerderij. De exploitatie bestond enerzijds uit agrarische activiteiten (pluimveehouderij) en anderzijds werd tegen vergoeding dagbesteding of stage aangeboden aan personen met een (verstandelijke) beperking.

5

Page 6: Agriview september2013 s

N i e u w s

De gemeente en het waterschap betoogden dat in geval van onderwaterzetting, alle vermogens- en inkomens- schade volledig wordt vergoed. Een redelijk handelend koper zou daarom niet geneigd zijn minder te betalen voor deze percelen grond. Dus zou er geen waardedaling zijn.

De Raad van State oordeelde dat, ondanks het feit dat schade volledig wordt vergoed bij onderwaterzetting, dit onverlet laat dat bij onderwaterzetting hinder voor de agrarische bedrijfsvoering ontstaat en dat een redelijk denkende koper gronden met een dubbelbestemming daarom lager zal waarderen dan gronden zonder die bestemming. Er was daarom wel sprake van planschade.

De gemeente en het waterschap stelden verder dat de gronden al in 2000 door het waterschap waren aangewezen als retentiegebied. Niet het bestemmingsplan, maar het besluit van het waterschap moest daardoor als oorzaak van de gestelde schade worden gezien. De Raad van State verwierp dit standpunt en zag het bestemmings-plan wel degelijk als oorzaak. Het beroep van de gemeente werd ongegrond verklaard.

Aanvulling

De termijn voor het indienen van een planschadeclaim is vijf jaar, gerekend vanaf het moment dat de oorzaak van de planschade onherroepelijk is geworden. De tegemoet-koming in planschade is van toepassing voor eigenaren en gebruikers van bouwwerken en/of percelen.

Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden, waarin een nadeelcompensatieregeling is opgenomen. Als men een beroep kan doen op deze specifieke regeling, kan geen planschade geclaimd worden.

Volgens de heffingsambtenaar van de gemeente was de cultuurgrondvrijstelling niet van toepassing, omdat er volgens hem geen agrarische onderneming werd uitgeoefend. Het voordeel dat belanghebbende met zijn agrarische activiteiten beoogde, was ondergeschikt aan andere beoogde doeleinden.

Het gerechtshof was het niet met de ambtenaar eens. Er was sprake van een bedrijfsmatige exploitatie, omdat met de onderneming winst werd beoogd en er ook daad- werkelijk winst werd behaald. Tevens was minimaal de helft van de totale inkomsten afkomstig uit de (pluim)vee- houderij. Het feit dat de inkomsten mede bestonden uit vergoedingen voldaan uit de persoonsgebonden budgetten van personen die werkzaam waren op de boerderij, deed aan dit oordeel niet af. De cultuurgrondvrijstelling was daarom wel van toepassing.

Planschade bij dubbelbestemming grondenDe gronden in enkele polders naast een rivier kregen in 2004 in het nieuwe bestemmingsplan van de gemeente de dubbelbestemming ‘retentievoorziening’. Deze gronden waren bestemd voor de opvang van water bij een extreem hoog peil en tevens voor de onderliggende bestemming overeenkomstig het bestemmingsplan, namelijk agrarisch.

De betrokken grondeigenaren vroegen daarop een vergoeding voor planschade, welke in 2009 door de gemeente werd afgewezen. Planschade is mogelijk wanneer de aanvrager als gevolg van een wijziging in het planologische regime, in een positie komt waardoor hij schade lijdt of zal lijden. De rechtbank wees een vergoeding voor planschade wel toe, omdat er sprake was van een waardedaling die voor vergoeding in aanmerking kwam. De gemeente stelde daarop hoger beroep in bij de Raad van State.

6

Page 7: Agriview september2013 s

Toeslagrechten correct vastgesteld?Een landbouwer beschikte in 2009 over 9,79 toeslagrechten. In de Gecombineerde opgave 2009 gaf hij een totale oppervlakte van 10,76 ha op, maar deze oppervlakte werd door Dienst Regelingen gecorrigeerd naar 8,34 ha. Als gevolg daarvan kon de landbouwer niet alle toeslagrechten verzilveren.

De in 2009 opgegeven percelen betroffen dezelfde percelen als in 2006, het jaar van de vaststelling van toeslagrechten. De oppervlakte van 10,76 ha was gebaseerd op de zoge-naamde PIPO-methode. Dit systeem registreerde de bruto perceelsoppervlakte inclusief sloten, bermen en wegen. Deze methode voldeed volgens de Europese Commissie echter niet als meetmethode, waarop Nederland een nieuw registratiesysteem ontwikkelde. Op basis van het nieuwe registratiesysteem AAN (Agrarisch Areaal Nederland), waarin de netto perceelsoppervlakte, dus exclusief sloten, bermen en wegen, is opgenomen, stelde Dienst Regelingen de oppervlakte van 8,34 ha vast.

In de beroepsprocedure bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) stelde de landbouwer dat als in 2006 volgens de AAN-methode zou zijn gemeten, de subsidiabele oppervlakte kleiner en de waarde van de toeslagrechten evenredig hoger zou zijn vastgesteld. Hij zou dan in 2009 wel de volledige waarde van de toeslagrechten hebben ontvangen.

De EG-regelgeving bepaalt dat toeslagrechten die voor 1 januari 2009 zijn toegewezen, met ingang van 1 januari 2010 als wettelijk en conform worden beschouwd. Hierop is slechts een uitzondering mogelijk, namelijk als rechten zijn toegewezen op feitelijk onjuiste aanvragen. De vraag of de Europese regelgever met deze fixatie van toeslagrechten ook bedoeld had dat in gevallen als deze zaak geen wijziging

meer kan worden aangebracht, kon het CBb niet beantwoor-den. Zij heeft daarom het Hof van Justitie van de Europese Unie verzocht hierover een uitspraak te doen.

Akkoord over hervorming Europees landbouwbeleidDe Europese Commissie, de Landbouw- en Visserijraad en het Europees Parlement hebben op 26 juni 2013 een akkoord bereikt over de hervorming van het Europese landbouwbeleid voor de periode 2014 t/m 2020. Het beleid bestond tot nu toe uit vastgestelde quotaregelingen, maat-regelen die ingrepen op de markt toestonden en inkomens-steun die breed werd verdeeld. Nu komen vergroening en marktoriëntatie meer centraal te staan. Als gevolg van het akkoord zal het budget voor Nederland vanaf 2014 aanzienlijk verlaagd worden.

Andere verdeling gelden

Kern van het beleid is dat de directe inkomenssteun (bedrijfstoeslag) op een andere wijze wordt verdeeld. De verdeling zal niet meer worden gebaseerd op historische referenties, maar plaatsvinden via een systeem met een gelijke hectarepremie binnen een land of een regio. De gehele periode tot 2020 kan worden gebruikt voor een geleidelijke overgang naar het nieuwe systeem. De hectare- premie bestaat uit een basispremie en een vergroenings-premie. Lidstaten mogen in 2020 het maximum verlies aan bedrijfstoeslag per bedrijf beperken tot 30%. Dit zou het verlies aan toeslag voor bedrijven met speciale toeslag-rechten (voornamelijk kalveren- en schapenhouders) nog enigszins kunnen beperken. De inzet van Nederland tijdens de onderhandelingen is echter voortdurend geweest dat in 2019 een gelijke hectarebetaling gerealiseerd wordt. Het is daarom maar de vraag of Nederland van deze mogelijkheid gebruik gaat maken.

7

Page 8: Agriview september2013 s

-

N i e u w s

Als niet voldaan wordt aan de vergroeningseisen, zal ook een korting op de basispremie toegepast worden. Deze korting kan oplopen tot 125% van de vergroeningspremie.

Alternatieve vergroeningsmaatregelen

In het akkoord is de mogelijkheid opgenomen voor alterna-tieve vergroeningsmaatregelen (bijv. boerencollectieven via agrarische natuurverenigingen of bepaalde duurzaamheids-certificaten). Gecertificeerde biologische bedrijven komen automatisch in aanmerking voor de vergroeningspremie.

Subsidiabele hectaren

Het jaar 2014 wordt als nieuw referentiejaar gehanteerd voor de grondoppervlakte. Om speculatie te voorkomen, wordt er een link gelegd naar de begunstigden van het systeem van rechtstreekse betalingen in 2013. De staats-secretaris van Economische Zaken heeft aangegeven dat deze groep kan worden aangevuld met fruit- en groentetelers, telers van consumptie- en pootaardappelen en van siergewassen (zoals bollen en bomen). Ook zouden volgens de staatssecretaris alle bedrijven die kunnen aantonen dat ze in 2013 actief landbouwer waren en nooit eerder over toeslagrechten hebben beschikt, eveneens toegang hebben tot het nieuwe systeem.

Einde suikerquotering in 2017

Er is afgesproken dat de suikerquotering zal eindigen op 30 september 2017.

2014 wordt overgangsjaar

Het is de bedoeling dat alle nieuwe verordeningen op 1 januari 2014 ingaan. Gezien de nodige voorbereidingen voor de uitvoerende instanties, erkent de Europese Commissie dat de lidstaten hiervoor onvoldoende tijd hebben. Het jaar 2014 wordt daarom als een overgangsjaar gezien voor de rechtstreekse betalingen. De huidige toeslag-

Basispremie

70% van de rechtstreekse betalingen zal worden uitgekeerd als basispremie. De lidstaten zijn verplicht om jonge landbouwers in de eerste vijf jaar na overname een toeslag van 25% bovenop de basispremie uit te keren. Facultatief kunnen lidstaten besluiten om kleine landbouwers een minimale ondersteuning met een bedrag tussen € 500 en € 1.250 te geven, ongeacht de grootte van het bedrijf.

Gekoppelde betalingen

Met het oog op de negatieve effecten op specifieke sectoren in bepaalde regio’s, krijgen de lidstaten de mogelijkheid in beperkte mate ‘gekoppelde betalingen’ (betaling gekoppeld aan specifiek product) te verstrekken.

Vergroeningspremie

Bedrijven kunnen bovenop de basispremie een vergroeningspremie krijgen. De eisen hiervoor zijn:• Onderhouden van permanent grasland. Als referentie- jaar wordt 2012 gehanteerd. Dit mag op nationaal niveau worden bekeken.• Gewasdiversificatie. Landbouwers die tussen 10 en 30 ha bouwland hebben, moeten minimaal twee gewassen telen. Boven de 30 ha moet men minimaal drie gewassen telen. Melkveebedrijven met 75% grasland én minder dan 30 ha bouwland hoeven niet te voldoen aan gewasdiversificatie.• Bedrijven met een oppervlakte groter dan 15 ha (exclusief blijvend grasland) moeten vanaf 2015 ten minste 5% van het areaal aanhouden als ecologisch aandachtsgebied (akkerranden, heggen, bomen, braakland, landschaps- elementen, biotopen, bufferstroken, bebost gebied). Dit percentage wordt mogelijk in 2017 verhoogd naar 7%.

8

Page 9: Agriview september2013 s

-

9

rechten vervallen per 31 december 2014. Nieuwe elemen-ten zoals de vergroeningspremie en de toeslag voor jonge landbouwers, zijn alleen van toepassing vanaf 2015.

Uitwerking op nationaal niveau

Op basis van de overeengekomen verordeningen zal de Europese Commissie uitvoeringsbepalingen vaststellen. Naar verwachting zullen deze in de loop van september en oktober gepresenteerd worden. Op grond hiervan zal Nederland vervolgens besluiten nemen over een gedetailleerde invulling van de afspraken. De staats- secretaris van Economische Zaken wil hierover uiterlijk begin november de Tweede Kamer informeren.

Controleer uw bemestingsplanBedrijven die deelnemen aan derogatie dienen jaarlijks voor 1 februari een bemestingsplan op te stellen. Wijzigingen moeten binnen 7 dagen in het plan doorgevoerd worden. Het gaat dan vooral om wijzigingen in het bouwplan, een hogere veebezetting of een andere invulling van de aan- of afvoer van mest.

Het aanbrengen van noodzakelijke wijzigingen wordt in de praktijk vaak vergeten. Dit kan er bij controles toe leiden dat niet voldaan is aan de voorwaarden voor toepassing van derogatie. Met behulp van de Gecombineerde opgave kunt u nagaan of het plan aangepast moet worden. Denk daarbij ook aan het opnemen van scheurmonsters bij de vernietiging (scheuren) van grasland.

Tip: Controleer tevens of u voldoende mest heeft afgevoerd of nog mest kunt aanvoeren. Let daarbij ook op de gehaltes van de reeds aan- of afgevoerde mest.

Derogatie vervalt niet bij overschrijden gebruiksnormenLange tijd bestond er onduidelijkheid over de vraag of derogatie komt te vervallen bij een overschrijding van één van de gebruiksnormen. Volgens Dienst Regelingen was dit wel het geval, terwijl sommige rechters daar anders over dachten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), de hoogste rechter in deze, heeft onlangs geoordeeld dat in de wettelijke voorschriften niet duidelijk is bepaald dat derogatie bij een overschrijding van de gebruiksnormen komt te vervallen.Gevolg van de uitspraak van het CBb is dat in lopende derogatiezaken over voorgaande jaren de mestboete aanmerkelijk lager zal uitvallen. Voor gevallen waarbij de mestboete inmiddels onherroepelijk is, biedt de uitspraak van het CBb geen soelaas meer.

Let op: Vooruitlopend op het oordeel van de rechter heeft de staatssecretaris van Economische Zaken begin dit jaar de mestwetgeving zodanig aangepast, dat vanaf het jaar 2013 derogatie wel vervalt bij een overschrijding van de gebruiksnormen.

Aangepast wetsvoorstel mestverwerking gepubliceerdDe Staatssecretaris van Economische Zaken heeft het gewijzigde wetsvoorstel stelsel verantwoorde mestafzet naar de Tweede Kamer gestuurd. Het oorspronkelijke wetsvoorstel van juli 2012 heeft, na opmerkingen van de Tweede Kamer en uit het bedrijfsleven een aantal wijzigingen ondergaan. Het uitgangspunt van het wetsvoor-stel blijft hetzelfde: veehouders die onvoldoende grond tot hun beschikking hebben om alle op hun bedrijf

Page 10: Agriview september2013 s

10

geproduceerde dierlijke meststoffen op aan te brengen, zullen een percentage van het bedrijfsoverschot ter verwerking moeten aanbieden.

Achteraf aantonen

Een belangrijk verschil ten opzichte van het oorspronkelijke wetsvoorstel is dat het volledig vooraf moeten vastleggen van de plaatsing van het bedrijfsoverschot door middel van mest-plaatsings- en mestverwerkingsovereenkomsten, wordt ver-vangen door een controle achteraf. Daarbij wordt bepaald of bij een veehouder met een bedrijfsoverschot voldoende mest is verwerkt. Het bedrijfsoverschot is hierbij gedefinieerd als het verschil tussen de op het bedrijf geproduceerde hoeveel-heid dierlijke meststoffen en de plaatsingsruimte, gedurende een kalenderjaar. De mest wordt uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, de plaatsingsruimte wordt bepaald door de bij het bedrijf behorende landbouwgrond en de in gebruik zijnde na-tuurterreinen waarop meststoffen mogen worden aangewend.

Aan het einde van het jaar zal op basis van daadwerkelijke productiegegevens worden gecontroleerd of een veehouder voldoende dierlijke meststoffen heeft laten verwerken. In-dien dat niet het geval is, kan dit leiden tot een bestuurlijke boete van € 11 per kilogram fosfaat. Dit staat los van de vraag of de gebruiksnormen zijn overschreden.

Vervoersbewijs geldt als bewijs mestverwerking

Een veehouder met een bedrijfsoverschot hoeft geen mestverwerkingsovereenkomsten meer in te sturen naar Dienst Regelingen. Het vervoersbewijs dierlijke meststoffen, waarop aangegeven moet worden dat het transport heeft plaatsgevonden in het kader van de mestverwerkingsplicht, zal als bewijs dienen dat er een mestverwerkings- overeenkomst is.

Het is ook mogelijk dat de mest via een bewerker of intermediair naar een verwerker wordt gebracht. In dat geval zal een zogenaamde driepartijenovereenkomst opgemaakt moeten worden, die gemeld moet worden bij Dienst Regelingen.

Uitzonderingen

In het wetsvoorstel is verder opgenomen dat er een drempel- waarde voor de verwerkingsplicht ingesteld kan worden, om te voorkomen dat veehouders met een minimaal overschot een geringe hoeveelheid mest moeten laten verwerken. Het wetsvoorstel biedt tevens de mogelijkheid de verwerkingsplicht over te dragen aan een andere veehouder. Waarschijnlijk zal de bepaling worden opgenomen, dat veehouderijen uit andere sectoren de verwerkingsplicht niet kunnen overdragen aan pluimveebedrijven.

Er komt ook een uitzondering voor zogenaamde grens- boeren, die mest brengen op, bij het bedrijf behorende, grond vlak over de grens in Duitsland of België.

Deze zaken worden apart geregeld via een ministeriële regeling of een algemene maatregel van bestuur.

Registratie intermediairs

De intermediaire sector speelt een cruciale rol bij de distributie van dierlijke meststoffen, maar is in de afgelopen jaren een risicogroep (frauduleuze handelingen) gebleken. Daarom wordt de registratieverplichting van intermediaire ondernemingen aangescherpt. In de wet wordt de mogelijk-heid opgenomen de registratie te schorsen of te schrappen. Dit laatste heeft als gevolg dat de intermediair geen mest meer mag verhandelen, verwerken en vervoeren.

N i e u w s

Page 11: Agriview september2013 s

11

Voorbeeldberekening (in kg fosfaat)

Beginvoorraad mest 1.500 Bij: productie 4.000 -------- Subtotaal 5.500

Af: plaatsingsruimte 2.500 eindvoorraad mest 2.000 ------- 4.500 ------- Af te voeren 1.000

Stel 10% van het bedrijfsoverschot moet verwerkt worden. Voor dit bedrijf komt dit overeen met: Productie 4.000 Af: plaatsingsruimte 2.500 ------- Bedrijfsoverschot 1.500

Daarvan moet 10% verwerkt worden: 150 kg fosfaat. Dat is 15% van de geplande afvoer! Het hogere percentage komt doordat bij de hoeveelheid te verwerken mest geen rekening wordt gehouden met voorraadverschillen. Bij een afnemende voorraad is het percentage uiteraard lager dan 10%.

Wijziging pachtnormenHet Landbouw Economisch Instituut (LEI) heeft de hoogst toelaatbare pachtprijzen berekend, welke per 1 juli 2013 van kracht zijn geworden. De pachtnormen zijn gebaseerd op de bedrijfsresultaten van middelgrote en grote akkerbouw- en melkveebedrijven in de periode 2007 tot en met 2011.

Los bouw- en grasland

De regionorm in de belangrijkste akkerbouwgebieden daalt als gevolg van zeer slechte bedrijfsresultaten in 2011. Dat jaar is aan de berekening toegevoegd, terwijl het vervallen jaar 2006 juist een heel goed jaar was. Deze daling geldt niet voor de Veenkoloniën en Oldambt, waar de resultaten voor telers van fabrieksaardappelen in 2011 heel redelijk waren.

De regionorm in de melkveehouderijgebieden is gestegen. De betere bedrijfsresultaten van het jaar 2011 zijn aan de berekening toegevoegd en het jaar 2006, dat minder goed was dan 2011, is komen te vervallen.

Pachtprijsgebied Norm Norm Verander- 2013 2012 percentage (€ / ha) (€ / ha)Los bouw- en graslandBouwhoek en Hogeland 633 712 -11Veenkoloniën en Oldambt 522 477 9Noordelijk weidegebied 693 603 15Oostelijk veehouderijgebied 573 548 5Centraal veehouderijgebied 527 623 -15IJsselmeerpolders 786 1.086 -28Westelijk Holland 462 515 -10Waterland en Droogmakerijen 373 387 -14Hollands/Utrechts weidegebied 722 582 24Rivierengebied 823 739 11Zuidwestelijk akkerbouwgebied 522 742 -30Zuidwest-Brabant 583 619 -6Zuidelijk veehouderijgebied 671 634 6Zuid-Limburg 751 715 5

Los tuinlandWestelijk Holland *) 1.347 1.533 -12Rest van Nederland 755 944 -20

*) excl. boomkwekerij in het landbouwgebied Boskoop en Rijneveld

Page 12: Agriview september2013 s

12

Ni e u w s

Agrarische bedrijfsgebouwen

De hoogst toelaatbare pachtprijzen voor agrarische bedrijfs-gebouwen zijn ten opzichte van 2012 met de bouwkosten- index van 2% gestegen.

Agrarische woningen

De pacht voor agrarische woningen volgt het huurprijzen- beleid woonruimte. Met ingang van 1 juli 2013 is de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte gewijzigd. Voor inkomens tot € 33.614 geldt een huurstijging met maximaal 4%. Voor hogere inkomens geldt een hogere maximale huurstijging om de doorstroming te bevorderen. De staats-secretaris acht het argument van doorstroming in geval van pacht van een agrarische woning niet aan de orde, want agrariërs wonen op hun bedrijf.

De wijziging van de pachtprijs voor agrarische woningen met pachtovereenkomsten van vóór 1 september 2007, is vastgesteld op 4%. De hoogst toelaatbare pachtprijs van overeenkomsten voor agrarische woningen die op of na 1 september 2007 zijn aangegaan, wordt bepaald aan de hand van het puntenstelsel en zal daarom – overeenkom-stig de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte – stijgen met het inflatiepercentage over 2012 van 2,5%.

Begrotingsnormen veehouderijBij het opstellen van begrotingen voor de lange termijn, bijvoorbeeld bij investeringsplannen, zal voor toekomstige prijsontwikkelingen uitgegaan moeten worden van objectieve gegevens. Daartoe worden jaarlijks begrotingsnormen voor de diverse veehouderijsectoren vastgesteld. Deze normen worden gebaseerd op verwachte gemiddelde prijzen voor de lange termijn en op gemiddelde technische resultaten.Op basis van aantoonbaar andere technische resultaten kunnen de hierna vermelde voerwinsten en saldi worden aangepast.

De hieronder genoemde prijzen zijn steeds exclusief omzet-belasting.

Zeugenhouderij

De voerwinst voor de lange termijn is vastgesteld op € 483 per gemiddeld aanwezige zeug per jaar. De overige toegerekende kosten zijn begroot op € 179, waardoor een saldo van € 304 resteert.

Vleesvarkenshouderij

De voerwinst is begroot op € 75 per jaar en het saldo op € 62 per gemiddeld aanwezig vleesvarken.

Leghennen

Het saldo voor de lange termijn per hen, inclusief bere-kende rente, is voor witte hennen in koloniehuisvesting vastgesteld op € 3,05, voor bruine scharrelhennen op € 3,53, voor bruine hennen met vrije uitloop op € 5,03 en voor biologische hennen op € 9,02. Het gaat hierbij om de saldo’s per geplaatste hen, per jaar.

Vleeskuikens

Het saldo inclusief berekende rente is voor de lange termijn vastgesteld op € 17,50 per 100 opgezette kuikens of € 28,00 per m2.

Vleeskuikenouderdieren

Voor vleeskuikenouderdieren is het saldo vastgesteld op € 5,22 per 22-weekse hen.

Melkveehouderij

De gemiddelde melkprijs tot en met 2023 wordt ingeschat op € 33,50 per 100 kg melk bij 4,40% vet en 3,50% eiwit. Bij afwijkende gehalten wordt de volgende formule gehanteerd:(€ 3,26 x %vet) + (€ 6,52 x %eiwit) - € 3,65.

Page 13: Agriview september2013 s

13

Mestafzetkosten

De mestafzetkosten zijn niet in de saldo’s opgenomen. Deze kosten zijn onder meer afhankelijk van de regio en de periode waarin mest afgezet moet worden.

Verwachte kosten mestafzet:

Pluimveemest € 15,00 per tonVarkensmest € 18,00 per tonRundveemest

- lange afstand € 15,00 per ton- korte afstand € 12,00 per ton

Let op Bovengenoemde normen zijn vastgesteld voor de lange termijn. Ze kunnen daarom niet gebruikt worden voor een liquiditeitsbegroting voor de korte termijn.

Omgevings- of milieuvergunning kan (gedeeltelijk) ingetrokken wordenOp 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Milieu- vergunningen worden vanaf deze datum gelijkgesteld met vergunningen ingevolge Wabo (omgevingsvergunning). In de Wabo staat onder meer dat een gemeente een vergunning geheel of gedeeltelijk kan intrekken, als langer dan drie jaar geen handelingen zijn verricht met gebruik- making van de vergunning.

Een veehouder had in 2002 een milieuvergunning verkregen voor het houden van zeugen, vleesvarkens, melkkoeien en jongvee. Begin 2012 deelde de gemeente hem mee, dat zij het voornemen had om het deel van de vergunning dat betrekking had op het rundvee in te trekken, omdat bij controles in 2009, 2011 en 2012 was gebleken dat er geen runderen werden gehouden. In juni 2012 constateerde de gemeente echter dat er vijf runderen aanwezig waren,

waarna de gemeente haar voornemen introk. Een omwonende was het hier echter niet mee eens en stelde beroep in bij de rechtbank.

Op 1 januari 2013 is het gewijzigde Activiteitenbesluit in werking getreden. Op grond hiervan was er, gezien het aantal dieren, voor de inrichting van de veehouder slechts een omgevingsvergunning met een beperkte milieutoets nodig. Dit stond echter niet in de weg de mogelijkheid tot een (gedeeltelijke) intrekking van de vergunning. Uit de gedingstukken bleek dat er langer dan drie jaar geen runderen waren gehouden. De veehouder had geen diertelgegevens overlegd, waaruit het tegendeel kon blijken.

Het beroep van de omwonende werd gegrond verklaard. De rechtbank droeg de gemeente op een nieuw besluit te nemen. Daarbij moest de gemeente nog wel het belang van de bescherming van het milieu afwegen, tegen het belang van de veehouder om van de omgevingsvergunning gebruik te kunnen blijven maken.

Page 14: Agriview september2013 s

14

Int e r Vi e w

Toon en Marjon Dorresteijn: ,,Kijk, goed advies is echt niet goedkoop. Maar als je dan merkt hoeveel het oplevert, dan is het rekensommetje snel gemaakt.’’

Succesvolle bedrijfsstaking dankzij goed advies

‘Vakantie? Ik wist niet eens hoe je dat schreef’

Het beëindigen van je agrarisch bedrijf is een complexe aangelegenheid. Wie niet uitkijkt, neemt verkeerde beslissingen en moet daar financieel voor bloeden. Toon en Marjon Dorresteijn zijn blij dat ze terugkijkend op dit proces kunnen vaststellen dat het allemaal erg goed heeft uitgepakt.

Toon zit al vanaf zijn zevende onder de koeien, zoals hij het zelf schetst. Een boerenzoon in hart en nieren, die de boerderij van zijn vader liet uitgroeien tot een mooi en gezond bedrijf. Ook dankzij zijn bouwkundige inzichten en kwaliteiten staat er vandaag de dag een prachtig ‘spulletje’ aan de Eem bij Eembrugge. Rondom de woning ligt een mooie natuurlijke tuin waarin groenten en kleurige snijbloemen vriendelijk zij aan zij staan. Dat is de verdienste van zijn vrouw Marjon, die vanaf 1983 aan zijn zij staat. Als voormalig dierenartsassistente was ze altijd nauw betrokken bij het vee op de boerderij en nam bovendien de administratie voor haar rekening. Het boerenleven is er één van hard werken. Maar de tijd dat ze 24 uur per dag en zeven dagen in de week met hun bedrijf bezig waren, is definitief voorbij. Op het moment van het interview staat het levenslustige echtpaar in de startblokken om de grote plas over te steken om met een camper de westkust van Canada te gaan verkennen.

,,Vroeger wisten we niet eens hoe je het woord vakantie moest schrijven’’, lacht Toon onder het genot van een dampende bak koffie. ,,Maar ook dankzij haar’’, wijst hij naar Marjon, trekken we er nu regelmatig op uit. Ik ga graag naar Egypte en ook Zuid-Afrika en Suriname staan nog op mijn verlanglijstje.’’ Dat die mogelijkheden er zijn, heeft alles te maken met de manier waarop ze in de afgelopen jaren hun melkvee- houderij hebben gerund maar ook hebben kunnen beëindigen, vertelt Toon. ,,We zijn altijd een klein agrarisch bedrijf geweest dat 3000 liter melk in de week leverde. Samen met het onderhoudsbedrijf dat ik heb, hebben we het altijd goed kunnen rooien. Maar ik kwam er ook wel achter dat ik met het vee eigenlijk het zout in de pap niet verdiende. De schaalgrootte is echt te klein om er rendabel mee te boeren en de versnippering van de gronden was te groot.’’ ,,Dat is ook de reden dat we de laatste jaren druk bezig zijn geweest met de vraag hoe we dat rendement zouden kunnen verbeteren. Al denkend en overleggend kom je dan uiteindelijk op het punt dat je gaat overwegen om het bedrijf op een goede en slimme manier te beëindigen. En in dat proces hebben we in de agrarische mensen van Schuiteman een erg bevredigende samenwerking gevonden.’’

Page 15: Agriview september2013 s

15

Tot het moment dat het bedrijf in februari 2011 definitief beëindigd werd, werden er cruciale stappen genomen die allemaal door Schuiteman zijn begeleid. ,,Het werd voor ons steeds duidelijker dat we er goed aan zouden doen om de agrarische activiteiten te staken. Maar hoe doe je dat met een zo optimaal mogelijk financieel plaatje. Dat is daarbij steeds de vraag. Nu lijkt het goed-koop om dat zelf uit te zoeken of dat met een ‘gewone’ accountant te doen. Maar het is mij nog duidelijker geworden dat je hier adviseurs voor nodig hebt die echt weten wat er in de agrarische wereld speelt. En gelukkig hebben we die in Schuiteman gevonden. Steeds weer kwam ik erachter dat de agrarische regelgeving zo complex is dat je die deskundigheid echt nodig hebt.’’ Samen met Schuiteman zette Dorresteijn belangrijke stappen met tal van kleine en grote juridische en fiscale valkuilen. Zo werd de woning met ondergrond (die voor-heen op de bedrijfsbalans stond) overgeheveld naar het privévermogen, in een speciale fiscale regeling waarbij de landbouwvrijstelling alsnog kon worden toegepast. In een volgende stap ging Dorresteijn een melkmaatschap aan met een bevriende agrariër en werd aan het eind van de rit in 2011 de staking van het bedrijf gerealiseerd en de bijbehorende financiële afwikkeling. ,,Je wilt niet weten wat daar allemaal bij komt kijken,’’ lacht Toon.

,,Agrarische regelgeving is zo complex, een normaal mens kan daar in zijn eentje echt geen beslissing over nemen.’’ Door hun leven lang hard te werken en geen gekke dingen te doen, hoeven Toon en Marjon zich financieel nergens zorgen om te maken. ,,En ook de bedrijfsstaking heeft voor ons erg goed uitgepakt. Toen ik zag wat we bij de fiscus moesten afrekenen, viel me dat echt alles mee. Kijk, goed advies is echt niet goedkoop. Maar als je dan merkt hoeveel het oplevert, dan is het rekensommetje snel gemaakt. Als ik om me heen kijk, dan zie ik dat veel agrariërs wat hun boekhouding en fiscale zaken betreft niet altijd in de beste handen zijn. En dat is jammer.’’ Dat Dorresteijn niet meer hard hoeft te werken voor een goed belegde boterham is geen reden om achterover te leunen. ,,Dat is niks voor mij. Hobby’s heb ik niet, dus ik pak graag wat werk aan. En ze weten me nog altijd goed te vinden voor het onderhouds- en straatwerkbedrijf dat ik altijd naast de boerderij heb gerund. Dus dat blijft gewoon doorgaan. Maar als ik om me heen kijk, weet ik dat je voor je zeventigste wel alles gedaan moet hebben wat je nog graag had willen doen. Het kan daarna immers zo hard minder worden. Dus de komende jaren gaan we vooral veel genieten. Hier thuis in Eemnes of lekker op vakantie.’’

Page 16: Agriview september2013 s

SC

HU

ITE

MA

N10

08 -

13/

03 ©

Sch

uit

eman

/ D

e K

leu

ver

bedr

ijfs

com

mu

nic

atie

b.v

.

w w w . s c h u i t e m a n . c o m

w w w . w e r k e n b i j s c h u i t e m a n . c o m

w w w . d g a t o o l b o x . n l

B A R N E V E L D

Thorbeckelaan 95 - BarneveldPostbus 480 - 3770 AL BarneveldT: (0342) 411200 - F: (0342) 420022E: [email protected]

V O O R T H U I Z E N

Kerkstraat 29 - VoorthuizenPostbus 146 - 3780 BC VoorthuizenT: (0342) 473444 - F: (0342) 474841E: [email protected]

H U I Z E N

Huizermaatweg 360 - HuizenPostbus 391 - 1270 AJ HuizenT: (035) 6473471 - F: (035) 6473472E: [email protected]

H A R D E R W I J K

Stephensonstraat 29 - HarderwijkPostbus 1164 - 3840 BD HarderwijkT: (0341) 455597 - F: (0341) 495090E: [email protected]

E D E

Keesomstraat 44 - EdePostbus 276 - 6710 BG EdeT: (0318) 644000 - F: (0318) 644010E: [email protected]

V E E N E N D A A L

Vendelier 4 - VeenendaalPostbus 622 - 3900 AP VeenendaalT: (0318) 618666 - F: (0318) 610147E: [email protected]

C O L O F O NAgriView is een uitgave van Schuiteman Accountants & Adviseurs en verschijnt zo’n drie keer per jaar. Hoewel wij de grootst mogelijke zorg hebben besteed aan de samenstelling van AgriView, aanvaarden wij geen enkele aansprakelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de verstrekte gegevens. Wilt u op basis van de informatie in deze nieuwsbrief actie ondernemen, dan is nader advies noodzakelijk. Hiervoor kunt u een afspraak maken met één van onze deskundigen van de agrarische afdeling, gevestigd op het kantoor in Barneveld.

R E D A C T I ESchuiteman Accountants & AdviseursDe Kleuver bedrijfscommunicatie b.v.

R E D A C T I E - A D R E SSchuiteman Accountants & AdviseursSaskia Sol-VreeburgT: (0342) 473444E: [email protected]

C O N C E p T , V O R M G E V I N G E N p R O D U C T I EDe Kleuver bedrijfscommunicatie b.v.

© 2013 Schuiteman Accountants & Adviseurs