This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Catalogus GX2003 673
12
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
Voorbeelden van verschillende uitvoeringenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12
Catalogus GX200312 Aanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren12.1 Voorbeelden van verschillende uitvoeringen
12 Motoren voor netbedrijfAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12.2 Motoren voor netbedrijfLeverbare motoruitvoering
Voor het bedrijf van de motor op het net levert SEW-EURODRIVE motoren in de uitvoe-ring
In de betreffende categoriëen, temperatuurklassen en pooltallen zijn niet altijd allebouwgrootten beschikbaar. Daarom moet soms naar een hoger veiligheidsniveau (ca-tegorieën, ontstekingsbeschermingswijzen, temperatuurklassen) worden uitgeweken.De motorvermogens in één bouwgrootte kunnen verschillend zijn al naargelang de uit-voering. Voor een 4-polige motor van de bouwgrootte 90S4 betekent dat bijvoorbeeld:• II3GD ExnA ... T3 → nominaal vermogen 1,1 kW• II2G EExe ... T3 → nominaal vermogen 1,0 kW• II2G EExe ... T4 → nominaal vermogen 0,75 kWIn de betreffende selectietabellen is reeds rekening gehouden met de verschillende mo-torvermogens.
Apparatencate-gorie
Ontstekingsbe-schermingswijze Zone
Temperatuurklasse Max. oppervlaktetemperatuurT3 T4 T5 T6 120 °C 140 °C
II2G e 1 X X - - - -II3GD nA 2 en 22 X - - - - -II2D - 21 - - - - X -II3D - 22 - - - - X XOp verzoek: II2G d 1 of 2 X X X X - -
Catalogus GX2003 675
12
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
Gegevens ontstekingsbeschermingswijze nA, cat. II3GD (zone 2 en 22)Aanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12
12.3 Gegevens ontstekingsbeschermingswijze nA, cat. II3GD (zone 2 en 22)1500 r/min II3GD EEx nA IIT3/T120°C (bij uitvoeringen in isolatieklasse F: T 140°C)
Type motorPnom nnom Mnom
Inom400 V cosϕ
η75%
η100%
IA/Inom
MA/MnomMH/
Mnom
Jmot Z0
MBmax
m
1)
1) Zonder rem
2)
2) Met rem en temperatuurvoeler TF als motorbeveiliging
4) Uitvoering met rem: alleen voor stilstand, bedrijfsmatig remmen niet mogelijk; voor remmen tijdens noodstop gelieve u Vector Aandrijf-techniek te raadplegen.
Motoren voor het bedrijf met frequentieregelaarAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12
12.8 Motoren voor het bedrijf met frequentieregelaarOok in een explosiegevaarlijke omgeving kunnen toerentalveranderlijke aandrijvingenmet frequentieregelaars worden gerealiseerd. In principe worden hier twee variantenonderscheiden:• motor in de Ex-omgeving – frequentieregelaar buiten de Ex-omgeving in de schakel-
kast;• Motor in de Ex-omgeving – frequentieregelaar in de Ex-omgeving in de aansluitklem-
menkast van de motor.
Toegestane combinatie motor-frequentie-regelaar
Aandrijvingen met frequentieregelaars buiten de explosiegevaarlijke omgeving zijn in devolgende apparatencategorieën beschikbaar:• II2G voor toepassing in zone 1:
Motoren in drukvaste behuizing in de bouwvorm EEx d in combinatie met frequentie-regelaar MOVITRAC® 07, MOVITRAC® 31C, MOVIDRIVE® of MOVIDRIVE® com-pact.
• II2D voor toepassing in zone 21:Motoren in drukvaste behuizing in de bouwvorm EEx d met extra voorzieningen incombinatie met frequentieregelaar MOVITRAC®07, MOVITRAC® 31C, MO-VIDRIVE® of MOVIDRIVE® ®compact.
• II3GD voor toepassing in zone 2:Niet vonkende motoren in de bouwvorm EEx nA in combinatie met de frequentiere-gelaar MOVITRAC®® 07, MOVITRAC 31C, MOVIDRIVE® of MOVIDRIVE® com-pact®. Het gebruik van dit type frequentieregelaar is verplicht. Let op de overzicht-stabellen en beperkingen van de bedrijfssoorten in het hoofdstuk "Draaistroommoto-ren cat. II3G / II3D aan de frequentieregelaar".
• II3GD voor toepassing in zone 22:Stofbeveiligde motoren in combinatie met MOVITRAC® 31C, MOVIDRIVE® of MO-VIDRIVE® compact. Het gebruik van dit type frequentieregelaar wordt aanbevolen.Bij toepassing van andere types frequentieregelaar dient u te letten op de beperkin-gen (maximumkoppel-karakteristieken) volgens hoofdstuk "Draaistroommotoren cat.II3G / II3D aan de frequentieregelaar".
Aandrijvingen van de catego-rieën II2G en II2D
Technische gegevens en aanvullende informatie over deze aandrijvingen ontvangt u opaanvraag.
686 Catalogus GX2003
12 Motoren voor het bedrijf met frequentieregelaarAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
Aandrijvingen van de catego-rieën II3G en II3D
Combinatie motor-frequentieregelaar
• Voor motoren van de categorie II3GD zijn de vermelde combinaties van motor-fre-quentieregelaar bij toepassing in zone 2 bindend en zodoende verplicht te wordenaangehouden (verg.EN 50021, 10.9.2 "Bedrijf met een frequentieregelaar of met eenniet-sinusvormige spanning").
• Voor motoren van de categorie II3GD worden de vermelde combinaties van motor-frequentieregelaar bij toepassing in zone 22 aanbevolen. Zouden motoren van decategorie II3GD in zone 22 door andere frequentieregelaars worden aangestuurd(bijvoorbeeld MOVITRAC® 07), dan moeten eveneens de maximale toerentallen/fre-quenties en ook de thermische maximumkoppel-karakteristieken worden aangehou-den. Bovendien wordt het gebruik van een vermogensgereduceerde frequentierege-laar dringend aanbevolen.
51072AXX
MC31C
MDV..MDF.. MCV..
MCF..
Catalogus GX2003 687
12
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
Motoren voor het bedrijf met frequentieregelaarAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12
Uitvoering van de wikkelingen
Voor het bedrijf met de frequentieregelaar zijn twee spanningsuitvoeringen toegestaan:• Nominale motorspanning 230 V / 400 V, voeding frequentieregelaar 230 V:
voor het bedrijf bij een kantelfrequentie van 50 Hz moet de motor in driehoek gescha-keld worden, een kantelfrequentie van 87 Hz is niet toegestaan.
• Nominale motorspanning 230 V / 400 V, voeding frequentieregelaar 400 V:voor het bedrijf bij een kantelfrequentie van 50 Hz moet de motor in ster geschakeldworden, bij een kantelfrequentie van 87 Hz moet de motor in driehoek worden ge-schakeld.
• Nominale motorspanning 400 V / 690 V, voeding frequentieregelaar 400 V:alleen het bedrijf bij een kantelfrequentie van 50 Hz is mogelijk; de motor moet indriehoek worden geschakeld.
Vanwege de hogere thermische belasting mogen bij bedrijf met frequentieregelaars al-leen motoren worden toegepast met wikkelingen van de isolatieklasse F.
Temperatuur-klasse resp. opper-vlaktetemperatuur
Motoren in de uitvoeringen II3GD zijn aangeduid met de maximale oppervlaktetempe-ratuur van 140°C.
Beveiliging tegen te hoge tempera-tuur
Om het overschrijden van de toelaatbare maximumtemperatuur uit te sluiten zijn voorhet bedrijf aan frequentieregelaars alleen motoren toegestaan, die voorzien zijn vanPTC-temperatuurvoelers (TF). Deze moeten bewaakt worden door een geschikt ther-mistorrelais.Bewaking door de frequentieregelaar is niet toegestaan.
Voedingsspanning van de frequentie-regelaar
De voedingsspanning van de frequentieregelaar moet liggen in het bereik dat door defabrikant is opgegeven, echter niet lager dan de nominale motorspanning. Daar bij het bedrijf met frequentieregelaar gevaarlijke hoge spanning kan staan op demotoraansluitklemmen en deze hoge spanning direct afhankelijk is van de ingangs-spanning, moet de ingangsspanning van de frequentieregelaar bij bedrijf van motorenin de zone 2 begrensd worden op maximaal 400 V. Bij bedrijf van motoren in de zone 22 is maximaal een ingangsspanning van de frequen-tieregelaar toegestaan van 500 V.
EMC-maatregelen De volgende opties zijn toegestaan:• EMC-module van de serie EF.. voor frequentieregelaars van de serie MOVITRAC®
31C;• netfilters van de serie NF voor frequentieregelaars van de serie MOVITRAC® 07;• netfilters van de serie NF...-... voor frequentieregelaars van de serie MOVIDRIVE®
en MOVIDRIVE® compact;• ferrietkernen van de serie HD... voor frequentieregelaars van de serie MOVITRAC®
31C, MOVIDRIVE® en MOVIDRIVE® compact.
Maximaal toelaat-bare koppels
Bij bedrijf met frequentieregelaar mogen de motoren continu maximaal de in dit hoofd-stuk aangegeven koppels (thermische maximumkoppel-karakteristieken leveren. Hetkortstondig overschrijden van de waarden is toegestaan, als het effectieve werkpunt on-der de grafiek ligt.
688 Catalogus GX2003
12 Motoren voor het bedrijf met frequentieregelaarAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
Maximaal toelaat-bare toerentallen/frequenties
De in de overzichtstabellen van de combinaties van motor-frequentieregelaar vermeldemaximumtoerentallen/maximumfrequenties moeten beslist worden aangehouden.Overschrijdingen zijn niet toelaatbaar.
Groepsaandrijvin-gen
De aansluiting van meerdere motoren aan de uitgang van één frequentieregelaar duidtmen aan als groepsaandrijving. Motoren van de series DR/DT/DV in de uitvoering II3GDmogen bij toepassing in zone 2 niet als groepsaandrijving worden gebruikt!Bij toepassing in zone 22 gelden volgende beperkingen:• De door de fabrikant van frequentieregelaars opgegeven kabellengten mogen niet
worden overschreden;• de motoren van een groep mogen niet meer dan twee vermogenstrappen van elkaar
verschillen.
Beperkingen bij hijswerkbedrijf
Bij het gebruik van MOVITRAC® 31C zijn bij geactiveerde "Hijswerkfunctie" (parameter710/712) de volgende combinaties motor-frequentieregelaar niet geoorloofd:• DT 71D4 -Y-schakeling + MOVITRAC® 31C008• DT 71D4 - � -schakeling + MOVITRAC® 31C008• DT 80K4 -Y-schakeling + MOVITRAC® 31C008
Bij het gebruik van MOVITRAC® 07 zijn bij geactiveerde "Hijswerkfunctie" (parameter700) de volgende combinaties motor-frequentieregelaar niet geoorloofd:• DR63S4, Y- en � -schakeling + MOVITRAC® 07A 005-5A3-4-00• DR63M4, Y- en � -schakeling + MOVITRAC® 07A 005-5A3-4-00• DR63L4, Y- en � -schakeling + MOVITRAC® 07A 005-5A3-4-00
Reductoren Bij gebruik van geregelde motorreductoren zijn er beperkingen bij de reductor met be-trekking tot het maximale aandrijftoerental. Daarom moet bij reductortoerentallen boven50 Hz (4-polig) met Vector Aandrijftechniek overlegd worden.
Catalogus GX2003 689
12
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
Motoren voor het bedrijf met frequentieregelaarAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12
Overzicht motor-frequentieregelaar: MOVITRAC® 31C en MOVITRAC® 07Motoren van de categorie II3GD bij toepassing in Zone 2: Verplichte frequentieregelaarcombinaties
Motoren van de categorie II3GD en II3D bij toepassing in Zone 22: Aanbevolen frequentieregelaarcombina-ties
1) Toegestane bedrijfssoort voor motoren van de apparatencategorie II3G en II3D: VFC1..2) Toegestane bedrijfssoorten voor motoren van de apparatencategorie II3G en II3D: VFC1...en VFC n-regeling..
Motoren voor het bedrijf met frequentieregelaarAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12
Thermische maxi-mumkoppel-karakteristieken
De volgende tabel toont de in de maximumkoppel-karakteristieken gebruikte symbolenen hun betekenis:
Thermische maximumkoppel-karakteristiek bij regelaarbedrijf voor 4-polige draai-stroom- en draaistroomremmotoren met 50 Hz kantelfrequentie (bedrijfssoort S1, 100% ID):
Thermische maximumkoppel-karakteristiek bij regelaarbedrijf voor 4-polige draai-stroom- en draaistroomremmotoren met 87 Hz kantelfrequentie:1 = bedrijfssoort S1, 100 % ID tot bouwgrootte 2802 = bedrijfssoort S1, 100 % ID tot bouwgrootte 2253 = bedrijfssoort S1, 100 % ID tot bouwgrootte 180
Symbool Betekenis
0 ≤ n ≤ 1500 r/min: karakteristiek geldt voor motorreductorenSelectie van de motorreductor uit de selectietabellen categorie II3D en II3G
Bij n > 1500 r/min: karakteristiek geldt alleen voor solomotoren.Houdt bij motorreductoren beslist ruggespraak met Vector Aandrijftechniek!
52193ANLAfbeelding 26: thermische maximumkoppel-karakteristieken bij bedrijf met frequentieregelaar
52011ANL
M/MNenn
f[Hz]7060504030201000
0.20
0.40
0.60
0.80
300 600 1200 1800 2100900 1500 n[r/min]
1
100 120806040 502000
M/MM/MM/Mnom
f [Hz]
0.20
0.40
0.60
0.80
600 1200 1500 1800 2400 3000 3600n[r/min]
2
3
692 Catalogus GX2003
12 Frequentieregelaar binnen de explosiegevaarlijke ruimteAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12.9 Frequentieregelaar binnen de explosiegevaarlijke ruimteMOVIMOT® De MOVIMOT® is de combinatie van SEW-draaistroom(rem)motor en digitale frequen-
tieregelaar in het vermogensbereik van 0.25 ... 2.2 kW. Vooral decentrale opdrachtenvoor de aandrijving kunnen hiermee eenvoudig opgelost worden.
De MOVIMOT® onderscheidt zich in het bijzonder door:• gering volume• geïntegreerde, storingsvrije elektrische verbindingen tussen frequentieregelaar en
motor• gesloten bouwvorm met ingebouwde beveiligingsfuncties• koeling van de frequentieregelaar onafhankelijk van het motortoerental• geen schakelkastruimte nodig• optimale voorinstellingen van de parameters voor de te verwachten toepassingen• het voldoen aan de EMC-normen EN 50 081 (storingsgraad A) en EN 50 082• eenvoudige installatie, inbedrijfstelling en onderhoud• servicevriendelijk bij het achteraf aanbrengen van opties en bij het uitwisselen
Voorbeeld type-aanduiding
Beschikbare appa-ratencategorie
MOVIMOT®-aandrijvingen voor de Ex-omgeving zijn in de categorie II3D leverbaar.
04005AXXAfbeelding 27: MOVIMOT®-draaistroommotor
MM03 - MM15 MM20 - MM30
MM 22 B -5 03 -04/II3D
Uitvoering
soort aansluiting
voedingsspanning
versie B
Motorvermogen
serie MOVIMOT®
Catalogus GX2003 693
12
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
Frequentieregelaar binnen de explosiegevaarlijke ruimteAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12
Beveiliging tegen te hoge tempera-tuur
Om het overschrijden van de toelaatbare maximumtemperatuur te voorkomen, wordenMOVIMOT®-aandrijvingen met een wikkelingsthermostaat TH bewaakt. De verwerkingvan de wikkelingsthermostaat TH moet gescheiden buiten de MOVIMOT®-aandrijvingplaatsvinden. Bij het aanspreken van de wikkelingsthermostaat TH moet de aandrijvingvan het voedende net gescheiden worden.
Maximaal toelaat-bare koppels
MOVIMOT® -aandrijvingen mogen continu maximaal de in dit hoofdstuk aangegevenkoppels (thermische maximumkoppel-karakteristieken leveren. Het kortstondig over-schrijden van de waarden is toegestaan, als het effectieve werkpunt onder de grafiekligt.
12 Frequentieregelaar binnen de explosiegevaarlijke ruimteAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
Toegepaste symbolen
De volgende tabel toont de in de maximumkoppel-karakteristieken gebruikte symbolenen hun betekenis:
50 Hz �
100 Hz �
Symbool Betekenis
0 ≤ n ≤ 1500 r/min: karakteristiek geldt voor motorreductorenSelectie van de motorreductor uit de selectietabellen categorie II3D en II3G
Bij n > 1500 r/min: karakteristiek geldt alleen voor solomotoren.Houdt bij motorreductoren beslist ruggespraak met Vector Aandrijftechniek!
51042ANL
S1S3 40%
00
0.2
0.4
0.6
0.8
500 1500 25001000 2000 3000
M/Mnom
f[Hz]
1.0
51043ANL
S1S3 40%
00
0,2
0,4
0,6
0,8
500 1500 25001000 2000 3000
M/Mnom
n[r/min]
1
Catalogus GX2003 695
12
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
Ingebouwde elektronische schakel-en beveiligingsinrichting MOVI-Aanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12
12.10 Ingebouwde elektronische schakel-en beveiligingsinrichting MOVI-SWITCH® MOVI-SWITCH® MOVI-SWITCH® is een motorreductor met ingebouwd elektronisch schakel- en beveili-
gingscircuit. SEW-draaistroommotoren en -remmotoren van de bouwgrootten DT71 t.m.DV100 met vast toerental kunnen in het MOVI-SWITCH®-programma met alle daarbijbehorende reductoren van het 'SEW-Baukastensysteem' worden gecombineerd en inzone 22 worden toegepast. Uitvoerige informatie over MOVI-SWITCH® vindt u in hethandboek "Aandrijfsystemen voor decentrale installatie".
Met een kortsluitveilige schakelaar in de ster-doorverbinding wordt de MOVI-SWITCH®
zonder omkering van draairichting in- en uitgeschakeld. De eveneens geïntegreerdethermische bewaking van de wikkelingen (TF) heeft direct uitwerking op de schakelaar.Spreekt de wikkelingsbewaking aan, moet de voedingsspanning van de aandrijving wor-den uitgeschakeld. Pas na onderzoek van de oorzaak van de fout mag opnieuw wordeningeschakeld. Zowel de voedings- als de besturingsaansluiting zijn voor motoren met ofzonder rem identiek.De MOVI-SWITCH® onderscheidt zich door de volgende voordelen:• schakel- en beveiligingsfunctie geheel geïntegreerd, daarom besparing op ruimte in
de schakelkast en op kabels;• robuust en compact, daarom plaatsbesparend op de plaats van inbouw;• met de MOVI-SWITCH® kunnen motoren in het spanningsbereik 3 × 380 ... 500 V,
50 / 60 Hz geschakeld worden;• draaistroom- en remmotoren met gelijke aansluitconfiguratie, daarom eenvoudige in-
stallatie.
Voorbeeld typeaanduiding
51066AXXAfbeelding 28: SEW-motorreductor met MOVI-SWITCH®
DT 71D.. (BMG) TF /MSW /II3D
categorie 3D (stof-explosiebeveiliging)
MOVI-SWITCH®
temperatuurvoeler (bij MOVI-SWITCH® standaard)
rem
bouwgrootte motor
696 Catalogus GX2003
12 Ingebouwde elektronische schakel-en beveiligingsinrichting MOVI-Aanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
Beschikbare appa-ratencategorie
MOVI-SWITCH-aandrijvingen voor de Ex-omgeving zijn in de categorie II3D leverbaar.
Combinatie-mogelijkheden
De volgende MOVI-SWITCH® draaistroom- en remmotoren kunnen overeenkomstig deselectietabellen van de motorreductoren van de categorie II3D met alle in aanmerkingkomende reductorsoorten, bouwvormen en uitvoeringen worden gecombineerd.
Technische gegevens
Bestelgegevens Bij de bestelling van de SEW-draaistroom(rem)motoren of -motorreductoren met MOVI-SWITCH® moet u op de volgende punten letten:• Spanning alleen voor de wikkeling in �-schakeling.• Alleen twee remspanningen mogelijk, en wel:
– motorspanning / √3 of– motorspanning.
• Stand van de klemmenkast bij voorkeur 270°, bij andere wensen alstublieft rugge-spraak met Vector Aandrijftechniek houden.
MotorgrootteVermogen [kW] bij pooltal
4 6
DT71D.. (/BMG)/TF/MSW/II3D 0.37 0.25
DT80K.. (/BMG)/TF/MSW/II3D 0.55 0.37
DT80N.. (/BMG)/TF/MSW/II3D 0.75 0.55
DT90S.. (/BMG)/TF/MSW/II3D 1.1 0.75
DT90L.. (/BMG)/TF/MSW/II3D 1.5 1.1
DV100M.. (/BMG)/TF/MSW/II3D 2.2 1.5
DV100L.. (/BMG)/TF/MSW/II3D 3.0 -
MOVI-SWITCH®-eigenschappen Beschrijving
Motorspanning 3 × 380...500 VAC, 50/60 Hz,motorwikkeling alleen in �-schakeling.
SchakelfunctieIn/uit met schakelaar in ster-doorverbinding.
Kortsluitveilige halfgeleiderschakelaar overeenkomstigGrenswaarde klasse B volgens EN 55011 en EN 55014.
Draairichting Rechts of links, alleen extern omschakelbaar.
Thermische motorbeveiliging Geïntegreerde verwerking van de temperatuurvoelers TF,logisch met het vrijgavesignaal verbonden.
Besturing Met stuurspanning 24 VDCgelijk voor motoren met en zonder rem.
Remaansturing Met de standaard geïntegreerde remaansturing BGW,daardoor zeer korte reactietijden van de rem.
Catalogus GX2003 697
12
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
Typeaanduiding van SEW-draaistroom(rem)motorenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12
12.11 Typeaanduiding van SEW-draaistroom(rem)motorenVoorbeelden
eDT 90S 4 /BC2 /HR /TF
motoroptie temperatuurvoelers TF
motoroptie handremlichting HR
motoroptie rem in drukvaste behuizing(alleen in categorie 2G)
bouwgrootte 90S en 4-polig
eDT = voetmotor
DV 132S 2 /BMG /HR /TF /II3GD
II = bovengronds3 = categorie 3G = medium gasD = medium stof
motoroptie temperatuurvoelers TF
motoroptie handremlichting HR
motoroptie rem
bouwgrootte 132M en 2-polig
DV = voetmotor
DFV 100L 4 /TF /II3D
II = bovengronds3 = categorie 3D = stof
motoroptie temperatuurvoelers TF
bouwgrootte 100L en 4-polig
DFV = flensmotor
698 Catalogus GX2003
12 RemmenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12.12 RemmenAlgemeen De motoren en motorreductoren van SEW-EURODRIVE worden op verzoek met geïn-
tegreerde mechanische rem geleverd. De rem is een gelijkstroombekrachtigde elektro-magnetische platenrem, die elektrisch licht en door veerkracht remt. Bij het uitvallen vande stroom valt de rem automatisch in. Hij voldoet daarmee principieel aan de veilig-heidseisen. De rem kan bij de uitvoering met handremlichter ook mechanisch gelichtworden. Daarbij wordt of een hendel, die automatisch terugspringt, of een stelschroefdie vastzetbaar is, meegeleverd. De rem wordt door een remaansturing bediend, die ofin de aansluitruimte van de motor of in de schakelkast is ondergebracht. Uitvoerige aan-wijzingen over de remmen van SEW-EURODRIVE vindt u in het handboek "Remmenen toebehoren".Een belangrijk voordeel van de remmen van SEW-EURODRIVE is de zeer korte bouw.Het remlager-schild is tegelijkertijd onderdeel van de motor. De geïntegreerde bouw vande remmotor maakt plaatsbesparende en robuuste oplossingen mogelijk.
Opbouwprincipe De volgende afbeelding laat het opbouwprincipe zien van de rem.
RemmenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12
Bijzondere korte reactietijden
Een bijzonder kenmerk van de SEW-rem is het gepatenteerde tweespoelensysteem.Het bestaat uit de lostrekspoel BS en de deelspoel TS. De speciale remaansturing vanSEW-EURODRIVE zorgt ervoor dat bij het lichten eerst de lostrekspoel met een hogestroomstoot wordt ingeschakeld en daarna de deelspoel wordt bijgeschakeld. Het resul-taat is een bijzonder korte reactietijd bij het lichten van de rem. De remschijf komt daar-door zeer snel vrij en de motor loopt vrijwel zonder remverliezen aan.Het principe van het tweespoelensysteem vermindert ook de zelfinductie, zodat de remsneller invalt. De remweg wordt daardoor verkort. Om een bijzonder korte reactietijd bijhet invallen van de rem, bijv. voor hijswerken, te realiseren, kan de rem gelijk- en wis-selstroomzijdig worden geschakeld.
Remmen voor aandrijvingen van de categorie II2G/II2D
Remmen die voldoen aan de eisen van de categorie II2D, zijn op het moment niet be-schikbaar.Remmen voor de categorie II2G zijn remmen in drukvaste behuizing van het type BC.Zij zijn in staat dezelfde remarbeid per remactie te verrichten als de standaardrem vanSEW-EURODRIVE. Ook de absolute remarbeid ( in de catalogus met remarbeid W aan-geduid) blijft gelijk. Slechts het massatraagheidsmoment van een motor met BC-remneemt toe ten opzichte van de combinatie met normale rem.
Remmen voor aandrijvingen van de categorie II3GD/II3D
Remmen van de categorie II3GD hebben bij toepassing in zone 2 ten opzichte van destandaardremmen een verminderde remarbeid per remactie (zie karakteristieken in dithoofdstuk). Remmen van de categorie II3D en II3GD (bij toepassing in zone 22) komenwat betreft hun remarbeid overeen met de standaardremmen.
Overzicht De draaistroomremmotoren van SEW-EURODRIVE worden met de volgende remtypenuitgerust.
Veilig bedrijf Om de rem veilig te kunnen laten functioneren is een onderzoek naar de maximale re-marbeid per remactie noodzakelijk. De vermelde gegevens mogen in geen geval wor-den overschreden. Bovendien vraagt de rem regelmatig onderhoud.
In categorie Remtype Voor motor Beschrijving3GD, 3D BMG DT71...DV132S Tweevlaks-veerdrukrem3GD, 3D BM DV132M...DV225 Tweevlaks-veerdrukrem3GD, 3D BM..2 DV180...DV225 Viervlaks-veerdrukrem2G BC eDT71...eDT100 Tweevlaks-veerdrukrem2D Geen rem beschikbaar
700 Catalogus GX2003
12 RemmenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
Bepaling van de remarbeid en de onderhoudsinter-vallen
De per remactie te leveren arbeid wordt als volgt berekend:
De berekende waarde W1 moet binnen de toegekende grenskarakteristiek (→ hoofd-stuk "Toelaatbare schakelarbeid van de rem") liggen. De rem moet een onderhouds-beurt krijgen vóór de toelaatbare remarbeid W geheel uitgevoerd is. Dit is beslist nodigom de explosiebeveiliging te waarborgen. De waarde voor de remarbeid W vindt u inhoofdstuk "Bouwvormen, technische gegevens en maatbladen draaistroommotoren".
Jtot [10–4 kgm2] = massatraagheid van de remmotor + het op de motoras gereduceerde massatraag-heidsmoment van de last
n [r/min] = motortoerental
MB [Nm] = remkoppel
ML [Nm] = lastkoppel, let op voorteken!
W [J] = totale remarbeid tot nastellen
Z = aantal remacties
ω 2 x π x n
60=
W = ges ω 2
MB
x x
MB
+ ML
( )2 x
J
W =ges ω 2
MB
x x
MB M
L( )2 x -
J
W ≥ W x Z1
Catalogus GX2003 701
12
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
RemmenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12
Stroom en remkoppel
Wisselstroomzijdige schakeling:
Gelijk- en wisselstroomzijdige schakeling:
MB= remkoppelIS = spoelstroom
04371AXXAfbeelding 30: stroom en koppel bij wisselstroomzijdige schakeling
04372AXXAfbeelding 31: stroom en koppel bij gelijk- en wisselstroomzijdige schakeling
t
t
I [%]S
M [%]B
0
50
100
t2I
0
50
100
t1
t
t
I [%]S
M [%]B
0
50
100
t2II
0
50
100
t1
702 Catalogus GX2003
12 RemmenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
Technische gege-vens II3GD EExnA / II3D
In de volgende tabel ziet u de de technische gegevens van remmen in categorie II3G enII3D. Soort en aantal van de toegepaste remveren bepalen de hoogte van het remkop-pel. Als niet uitdrukkelijk anders besteld wordt, is standaard het maximale remkoppelMBmax ingebouwd. Door andere combinaties van remveren kunnen de gereduceerderemkoppelwaarden MBred worden gekozen.
Toelaatbare schakelarbeid van de rem
Als u een remmotor toepast, moet u controleren of de rem voor de vereiste schakelfre-quentie Z toelaatbaar is. De volgende diagrammen laten voor de verschillende remmenen nominale toerentallen de maximaal toelaatbare schakelarbeid Wmax zien per scha-keling. De opgave is afhankelijk van de vereiste schakelfrequentie Z in schakelingen/uur(1/h).Voorbeeld voor rem in categorie II3D: het nominale toerental bedraagt 1500 r/min-1
en de SEW-rem BM 32 wordt toegepast. Bij 200 schakelingen per uur bedraagt de maxi-maal toelaatbare schakelarbeid per schakeling 9000 J (→ zie volgende grafiek).
1) Voor gebruik met de remaansturing BGE/BME2) Tweeschijfsrem
MB max = maximale remkoppel
MB red = gereduceerd remkoppel
W = totale remarbeid tot nastellen
t1 = aanspreektijd
t2I = reminvaltijd voor wisselstroomzijdige schakeling
t2II = reminvaltijd voor gelijk- en wisselstroomzijdige schakeling
PB = remvermogen
De aanspreek- en invaltijden zijn richtwaarden en hebben betrekking op het maximumremkoppel.
Catalogus GX2003 703
12
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
RemmenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12
Categorie II3D en categorie II3GD (toepassing in zone 22)
52167ANLAfbeelding 32: maximaal toelaatbare schakelarbeid per schakeling bij 3000 en 1500 r/min
51025ANLAfbeelding 33: maximaal toelaatbare schakelarbeid per schakeling bij 1000 en 750 r/min
BM 15
BMG 8
BMG 2, BMG 4
BMG 05, BMG 1
BM 32, BM 62
BM 30, BM 31
BM 15
BMG 8
Z
3000 r/min
10
102
102 103 c/h 104101
103
104
105
106
J
Wmax1500 r/min
10
102
102 103 c/h 104101
103
104
105
106
J
Wmax
Z
Z
BM 32, BM 62
BM 30, BM 31
BM 15
BMG 8
BMG 2, BMG 4
BMG 05, BMG 1
1000 r/min
10
102
102 103 c/h 104101
103
104
105
106
J
Wmax750 r/min
10
102
102 103 c/h 104101
103
104
105
106
J
Wmax
Z
BM 32, BM 62
BM 30, BM 31
BM 15
BMG 8
BMG 2, BMG 4
BMG 05, BMG 1
704 Catalogus GX2003
12 RemmenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
Categorie II3GD (toepassing in zone 2)
51046ANLAfbeelding 34: maximaal toelaatbare schakelarbeid per schakeling bij 3000 en 1500 r/min
51047ANLAfbeelding 35: maximaal toelaatbare schakelarbeid per schakeling bij 1000 en 750 r/min
105
104
103
102
102
BMG05/1
BMG2/4BMG8BM15
103 10410
101
105
104
103
102
102
BMG05/1
BMG2/4BMG8BM15BM30/31BM32/62
103 10410
101c/h
Z
c/h
Z
J
Wmax
J
Wmax3000 r/min 1500 r/min
105
104
103
102
BMG05/1
BMG2/4BMG8BM15BM30/31BM32/62
BMG05/1
BMG2/4BMG8BM15BM30/31BM32/62
105
104
103
102
10102 103 104101102 103 104101
J
Wmax
J
Wmax
c/h
Z
c/h
Z
1000 r/min 750 r/min
Catalogus GX2003 705
12
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
RemmenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12
Rem BC BC is een rem in drukvaste behuizing in de ontstekingsbeschermingswijze EEx d IIB T3.De rem voldoet aan de voorwaarden van de categorie II2G en is geschikt voor de toe-passing in zone 1. De rem bestaat in principe uit dezelfde basiselementen als van deBMG en wordt in motoren eDT71..BC - eDT 100..BC geïntegreerd.
t2I = reminvaltijd voor wisselstroomzijdige schakeling
t2II = reminvaltijd voor gelijk- en wisselstroomzijdige schakeling
PB = remvermogen
De aanspreek- en invaltijden zijn richtwaarden en hebben betrekking op het maximumremkoppel.
706 Catalogus GX2003
12 RemmenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
Categorie II2G EExde IIT3 (zone1)
De rem BC is uitsluitend door de PTB toegelaten voor remmotoren eDT71.. toteDT100..BC voor de temperatuurklassen T1...T3. De motor in zijn geheel heeft de ont-stekingsbeschermingswijze EExed IIB T3.De BC functioneert alleen met remgelijkrichters BME/BSG (in de schakelkast).De aanspreek- en invaltijden voor de rem BC zijn richtwaarden en hebben betrekkingop het maximumremkoppel.
Nasteltijden Daar de slijtage van de rem van meerdere factoren afhangt zoals schakelfrequentie,schakelarbeid per schakeling, remkoppel en klimatische omstandigheden, kunnen deopgegeven waarden van de schakelarbeid tot aan het nastellen slechts richtwaardenzijn. Wij adviseren om de rem een onderhoudsbeurt te geven op zijn laatst na het berei-ken van 50% van de opgegeven schakelarbeid W.
52168ANLAfbeelding 36: maximaal toelaatbare schakelarbeid per schakeling bij 1500 r/min
BC 2
BC05
Z
1500 r/min
10
102
102 103 c/h 104101
103
104
105
106
J
Wmax
Catalogus GX2003 707
12
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
RemmenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12
Aansluitschema
Remaansturing Al naargelang de eisen en de toepassing staan voor de aansturing van de gelijkstroom-bekrachtigde SEW-platenremmen verschillende remaansturingen ter beschikking. AlleSEW-remaansturingen zijn standaard met varistoren beveiligd tegen overspanning. Uit-voerige aanwijzingen over de remmen van SEW-EURODRIVE vindt u in het handboek"Remmen en toebehoren".De remaansturingen worden óf direct bij de motor in de klemmenkast óf in de schakel-kast ingebouwd. De volgende tabel geeft een overzicht van de mogelijke inbouwplaat-sen.
03808ANL
TF-motor TF-rem
Motor Rem
wit
rood
blauw
remspoel
wit
rood
blau
w
wit
rood
blau
w
wit
rood
blau
w
naarbewakingsrelais
naarbewakingsrelais
naarbewakingsrelais
wit
rood
blau
w
Remaansturing BSGvoor gelijkspanning 24 V- (V )
DC
Schakelkast Schakelkast Schakelkast
Remgelijkrichter BMEwisselstroomzijdig schakelennormaal invallen van de rem
Remgelijkrichter BMEwisselstroom- en gelijkstroomzijdig schakelensnel invallen van de rem
Zie het typeplaatje van de rem voor de aan te sluiten wisselspanning V~...
Schakelcontacten van de gebruikscategorie AC3 volgens EN 60947
Inbouwplaats Zone 1 Zone 21 Zone 2 Zone 22
Motor - - - X
Schakelkast X - X X
708 Catalogus GX2003
12 RemmenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
Remaansturing in de klemmenkast van de motor
De voedingsspanning voor remmen met AC-aansluiting wordt óf separaat verzorgd ófin de aansluitruimte van de voeding van de motor afgetakt. Het aansluiten van de net-spanning aan de motor is alleen bij motoren met een vast toerental toelaatbaar. Bijpoolomschakelbare motoren en bij gebruik van een frequentieregelaar moet de voe-dingsspanning van de rem separaat verzorgd worden.Bovendien moet er op gelet worden dat bij het aansluiten van de netspanning aan demotor het invallen van de rem door de restspanning van de motor vertraagd wordt. Dein de technische gegevens van de remmen genoemde reminvaltijd t2I voor wissel-stroomzijdige uitschakeling geldt alleen voor separaat verzorgde voeding.
De volgende tabellen laten de technische gegevens van de remaansturingen zien voorde inbouw in de klemmenkast van de motor. Bij motoren van de categorie II3GD isde inbouw in de klemmenkast van de motor alleen toegestaan als de aandrijvingin zone 22 wordt geplaatst. Voor een beter onderscheid hebben de uiteenlopende be-huizingen verschillende kleuren (= kleurcode).
Combinaties In de volgende tabel ziet u de mogelijke combinaties van de remaansturingen voor in-bouw in de aansluitruimte van de motor met de verschillende motorgrootten en wijze vanaansluiten.
1) DT71 - 1002) Vanwege de doorsnede van de voedingskabel aanbevolen tot remtype BMG4
Type Uitvoering Standaardklemmenkast
BG BG1.5BMS3 71 - 100
BGE BGE1.5BGE3 71 - 225
BS BS24 71 - 100BSG BSG 71 - 225
De uitvoeringen SR en UR mogen niet toegepast worden in een Ex-omgeving!
Catalogus GX2003 709
12
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
RemmenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12
Remaansturing in de schakelkast
De volgende tabel laat de technische gegevens zien van de remaansturingen voor in-bouw in de schakelkast. Voor een beter onderscheid hebben de uiteenlopende behui-zingen verschillende kleuren (= kleurcode).
Combinaties In de volgende tabel ziet u de mogelijke combinaties van de remaansturingen voor deinbouw in de schakelkast met de verschillende motorgrootten en wijze van aansluiten.
Type Functie Spanning HoudstroomIHmax [A] Type Artikelnummer Kleurcode
BMEHalve brug gelijkrichter met elektronische omschakeling
zoals BGE
150...500 VAC 1.5 BME 1.5 825 722 1 rood
42...150 VAC 3.0 BME 3 825 723 X blauw
BMP
Halve brug gelijkrichter met elektronische omschakeling, geïntegreerd spanningsrelais voor gelijkstroomzijdige uit-
schakeling
150...500 VAC 1.5 BMP 1.5 825 685 3 wit
42...150 VAC 3.0 BMP 3 826 566 6 lichtblauw
BMKHalve bruggelijkrichter met
elektronische omschakeling, 24VDC-stuuringang en gelijk-
stroomzijdige scheiding
150...500 VAC 1.5 BMK 1.5 826 463 5 aquablauw
42...150 VAC 3.0 BMK 3 826 567 4 lichtrood
1) Alleen tot motorgrootte 100 / alleen voor motoren van de categorie 3
Type Uitvoering Standaardklemmenkast
BMS BMS1.5BMS3 71 - 100
BME BME1.5BME3
71 - 225BMP BMP1.5BMP3
BMK BMK1.5BMK3
710 Catalogus GX2003
12 RemmenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
Nominale stromen
De in de tabel aangegeven stromen IH (houdstroom) zijn effectieve waarden. Gebruikvoor uw meting alleen instrumenten waarmee effectieve waarden gemeten kunnen wor-den. De inschakelstroom IB vloeit slechts kortstondig (max. 120 ms) bij het lichten vande rem of bij spanningsdips onder 70 % van de nominale spanning. Bij toepassing vande remgelijkrichter BG of bij directe aansluiting op gelijkspanning - beide alleen mogelijkbij remmen tot motorgrootte 100 - vloeit er geen hoge inschakelstroom.
Wisselstroomzijdige schakeling(normaal invallen van de rem)
Gelijk- en wisselstroomzijdige schakeling(normaal invallen van de rem)
RemBS = aantrekspoelTS = deelspoel
Hulpklemmenstrook in de klemmenkast
Motor in driehoekschakeling
Motor in sterschakeling
Kleuraanduidingen overeenkomstig IEC 757:WH wit
RD rood
BU blauw
BN bruin
BK zwart
Begrenzing van de schakelkast
AC
AC
DC
BS
TS
1a
2a
5a
4a
3a
714 Catalogus GX2003
12 Principeschakelschema’s remaansturingenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
BG, BMS
01524BXX
01525BXX
01526BXX
01527BXX
M4
1
3
2
TS
BS
BU
BG
RD
WH
5
VAC
AC
M
BG
RD
WH
5
4
1
3
2
TS
BS
BU
VAC
AC
DC
M
BU
BS
TS
WH
RD
15
2
4
1a
2a
5a
4a
3a
1
14
13
3
BMS
VAC
AC
M
BU
BS
TS
WH
RD
15
2
4
1a
2a
5a
4a
3a
1
14
13
3
BMS
VAC
AC
DC
Catalogus GX2003 715
12
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
Principeschakelschema’s remaansturingenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12
BGE, BME
01533BXX
01534BXX
01535BXX
01536BXX
M
WH
5
4
1
3
2
TS
BS
BU
BGE
RD
VAC
AC
1
32
TS
BS
BU
M
BGE
RD
WH
5
4
VAC
AC
DC
M
BU
BS
TS
WH
RD
15
2
4
1a
2a
5a
4a
3a
1
14
13
3
BME
VAC
AC
M
BU
BS
TS
WH
RD
15
2
4
1a
2a
5a
4a
3a
1
14
13
3
BME
VAC
AC
DC
716 Catalogus GX2003
12 Principeschakelschema’s remaansturingenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
BS
BSG
BMK
03271AXX
M
BU
BS
TS
23
1
45
24 VDC
WH
RD
BS
01539BXX
M
BU
BS
TS
23
1
45
24 VDC
WH
RD
BSG
AC
DC
03252AXX
4
2
15
RD
WH
TS
BS
BU
M
BMK
3
13
14
1
3a
4a
5a
2a
1a
VAC
24 VDC
+
-AC
DC
Catalogus GX2003 717
12
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
Principeschakelschema’s remaansturingenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12
BMP, BMH
01540BXX
01541BXX
1) verwarmen2) rem lichten
01542BXX
1) verwarmen2) rem lichten
01543BXX
4
2
15
RD
WH
TS
BS
BU
M
BMP
3
13
14
1
3a
4a
5a
2a
1a
VAC
AC
4
2
15
RD
WH
TS
BS
BU
M
BMP
3
13
14
1
3a
4a
5a
2a
1a
VAC
AC
DC
M
BU
BS
TS
WH
RD
15
2
4
1a
2a
5a
4a
3a
1
14
13
3
BMH
1) 2)
VAC
AC
M
BU
BS
TS
WH
RD
15
2
4
1a
2a
5a
4a
3a
1
14
13
3
BMH
VAC
1) 2)
AC
DC
718 Catalogus GX2003
12 Terugloopblokkering RS en regendak CAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12.14 Terugloopblokkering RS en regendak CTerugloopblokke-ring RS
Voor de beveiliging van lastwerktuigen tegen terugloop bij uitgeschakelde motor wordtde mechanische terugloopblokkering RS toegepast.
Regendak C Explosiebeveiligde draaistroommotoren en draaistroomremmotoren in verticale bouw-vorm met de aandrijfas naar beneden worden in het algemeen uitgevoerd met regendakC.
03077AXXAfbeelding 37: opbouw van de terugloopblokkering RS
1 B-lagerschild
2 ketting met klemelementen
3 meenemer
1 2 3
Bij de bestelling dient de draairichting van de motor te worden opgegeven. Rechtsombetekent dat - gezien op de spiegel van de uitgaande as - de rotor rechtsom kan draaienen linksom geblokkeerd is. Voor linksom dienovereenkomstig omgekeerd.
05665AXXAfbeelding 38: draaistroomremmotor met regendak C
Catalogus GX2003 719
12
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
ToerentalencodersAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12
12.15 ToerentalencodersDe standaard aan de SEW-draaistroommotoren DT../DV.. van de categorieën II3D enII3G aan te bouwen encoders zijn afhankelijk van doelstelling en motorgrootte in ver-schillende uitvoeringen leverbaar.
Overzicht enco-ders
Encoderaanslui-ting
U dient bij het aansluiten van de encoder op de frequentieregelaar te letten op de aan-wijzingen in de technische handleidingen van de betreffende frequentieregelaar en hetaansluitschema dat bij de encoder hoort!• Maximale kabellengte (frequentieregelaar - encoder): 100 m bij een kabelcapaciteit
van ≤120 nF/km.• Afgeschermde kabel met paarsgewijs getwiste aders gebruiken en de afscherming
aan beide zijden met groot contactoppervlak aarden:– bij de encoder in de wartel of in de steker van de encoder;– bij de frequentieregelaar aan de schermklem voor de elektronica of aan de behui-
zing van de Sub-D-connector.• U dient de kabel ruimtelijk gescheiden van vermogenskabel te leggen met een af-
stand van minimaal 200 mm.• Encoder met wartelaansluiting: let op de toelaatbare diameter van de encoderkabel
voor het correct functioneren van de wartelafdichting.
Aanduiding Voor motor Soort encoder As Specificatie Voeding Signaal
ES1T1)
DT71...DV100
Encoder
span-as
-
5 VDC gestabili-seerd TTL/RS-422
ES1S2)24 VDC
1 VSS sin/cos
ES1R TTL/RS-422
ES2T1)
DV112...DV132S
5 VDC gestabili-seerd TTL/RS-422
ES2S2)24 VDC
1 VSS sin/cos
ES2R TTL/RS-422
EV2T1)
DT71...DV225 volle as
5 VDC gestabili-seerd TTL/RS-422
EV2S2)24 VDC
1 VSS sin/cos
EV2R TTL/RS-422
1) Aanbevolen encoder voor gebruik met MOVITRAC® 31C2) Aanbevolen encoder voor gebruik met MOVIDRIVE® en MOVIDRIVE® compact
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Technische gegevens encoder en encoderaan-bouwvoorzieningen".
720 Catalogus GX2003
12 ToerentalencodersAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
Technische gege-vens encoders en aanbouwvoorzie-ningen voor encoders
De encoders van SEW-EURODRIVE zijn incrementele encoders. Zij genereren tweeonderling 90° verschoven signaalkanalen met elk 1024 signaalperioden per omwente-ling en een nulkanaal met één puls per omwenteling. Bovendien worden voor het onder-drukken van een eventuele stoorspanning de omgekeerde signalen meegegeven.
Encoders met span-as
01934AXXAfbeelding 39: encoder met span-as
Encoder met span-as voor draai-stroommotoren 71...100 ES1T1)
1) Aanbevolen encoder voor gebruik met MOVITRAC® 31C
ES1S2)
2) Aanbevolen encoder voor gebruik met MOVIDRIVE®
ES1R
Encoder met span-as voor draai-stroommotoren 112...132S ES2T1) ES2S2) ES2R
Voedingsspanning UB 5 VDC ±5 % 24 VDC ±20 %
Max. stroomopname Iin 180 mA 160 mA 180 mA
Uitgangsamplitude per kanaalUhighUlow
≥ 2,5 VDC≤ 0.5 VDC
1 VSS≥ 2,5 VDC≤ 0.5 VDC
Signaaluitgang TTL/RS-422 sin/cos TTL/RS-422
Uitgangsstroom per kanaal Iout 20 mA 40 mA 20 mA
Max. pulsfrequentie fmax 120 kHz
Impulsen (sinusperioden) per A, Bper omwenteling C
10241
Gevoeligheid 1 : 1 ±20 %
Faseverschil A : B 90° ±20 %
Omgevingstemperatuur ϑU -30 °C ... +60 °C (EN 60721-3-3, Klasse 3K3)
Beschermingsgraad IP65 (EN 60529)
Aansluiting Klemmenkast aan de encoder
Catalogus GX2003 721
12
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
ToerentalencodersAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12
Encoder met volle as
51064AXXAfbeelding 40: draaistroommotor met encoder met volle as
Encoder met volle as voor draai-stroommotoren 71...225 EV1T1)
1) Aanbevolen encoder voor gebruik met MOVITRAC® 31C
EV1S2)
2) Aanbevolen encoder voor gebruik met MOVIDRIVE®
EV1R
Voedingsspanning UB 5 VDC ±5 % 24 VDC ±20 %
Max. stroomopname Iin 180 mA 160 mA 180 mA
Uitgangsamplitude per kanaalUhighUlow
≥ 2,5 VDC≤ 0.5 VDC
1 VSS≥ 2,5 VDC≤ 0.5 VDC
Signaaluitgang TTL/RS-422 sin/cos TTL/RS-422
Uitgangsstroom per kanaal Iout 20 mA 40 mA 20 mA
Max. pulsfrequentie fmax 120 kHz
Impulsen (sinusperioden) per A, Bper omwenteling C
10241
Gevoeligheid 1 : 1 ±20 %
Faseverschil A : B 90° ±20 %
Omgevingstemperatuur ϑU -40 °C ... +60 °C (EN 60721-3-3, Klasse 3K3)
Beschermingsgraad IP66 (EN 60529)
Aansluiting Klemmenkast aan de encoder
722 Catalogus GX2003
12 ToerentalencodersAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
Aanbouwvoorzie-ningen voor encoders
Voor de aanbouw van encoders van verschillende fabrikanten kunnen de motoren opverzoek met verschillende aanbouwvoorzieningen uitgerust worden.
Technische gegevens
De bevestiging van de encoder aan EV1A (synchroonflens) vindt plaats met 3 stuksschroeven met excentrische kraag voor 3 mm flensdikte.
51065AXXAfbeelding 41: draaistroommotor met encoderaanbouwvoorziening EV1A
De technische gegevens en de maatschetsen van de motoropties vindt u in het hoofd-stuk "Bouwvormen, technische gegevens en maatbladen van draaistroommotoren".
Afhankelijk van de apparatencategorie zijn niet steeds alle opties beschikbaar!
724 Catalogus GX2003
12 Normen en voorschriftenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12.17 Normen en voorschriftenOvereenkomstig de norm
De draaistroommotoren en draaistroomremmotoren van SEW-EURODRIVE voldoenaan de desbetreffende normen en voorschriften, in het bijzonder:• IEC 60034-1, EN 60034-1
Roterende elektrische machines, kengegevens en eigenschappen.• EN 60529
IP-beschermingsgraden van omhulsels van elektrisch materieel.• IEC 60072
Afmetingen en vermogens van roterende elektrische machines.• EN 50262
Metrische kabelwartels.• EN 50347
Gestandaardiseerde afmetingen en vermogens.• DIN 42925
Einführungen in den Klemmenkasten für Drehstrommotoren• DIN 44080
Temperaturabhängige Widerstände; Kaltleiter, Technische Werte und Prüfbestim-mungen
• EN 50014Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen (Algemenebepalingen)
• EN 50018drukvaste behuizing "d"
• EN 50019verhoogde veiligheid "e"
• EN 50021ontstekingsbeschermingswijze "n"
• EN 50281-1-1Elektrisch materieel voor gebruik in de aanwezigheid van ontbrandbaar stof
Energiezuinige motoren alleen in de categorie 3 beschikbaar
De vereniging van Europese producenten van elektromotoren CEMEP is met de EU-commissie voor energie overeengekomen dat alle 2- en 4-polige laagspanningsmotorenin het vermogensbereik van 1 tot en met 100 kW overeenkomstig hun rendement ge-classificeerd worden en zowel op het typeplaatje als in de documentatie zodanig wordenaangeduid. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de motorenklassen EFF3,EFF2 en EFF1. Met EFF2 worden de qua rendement verbeterde motoren en met EFF1 energiezuinige motoren aangeduid.
De vierpolige draaistroommotoren van de categorieën II2D, II2G, II3D en II3G met hetvermogen 1,1 kW en groter voldoen principieel aan de eis van de rendementsklas-se .
Catalogus GX2003 725
12
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
Normen en voorschriftenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12
Nominale gegevens
De specifieke gegevens van een asynchrone draaistroommotor (draaistroomkortsluitro-tor) zijn bouwgrootte, nominaal vermogen, inschakelduur, nominaal toerental, nominalestroom, nominale spanning, cosϕ, beschermingsgraad, isolatieklasse en rendements-klasse. Deze gegevens worden op het motortypeplaatje weergegeven. De gegevensvan het typeplaatje gelden conform IEC 60034 (EN60034) voor een omgevingstempe-ratuur van maximaal 40°C en een opstellingshoogte van maximaal 1000 m boven zee-niveau.
Toleranties Volgens IEC 60034 (EN 60034) zijn voor elektromotoren bij nominale spanning (geldtook voor het nominale spanningsbereik) de volgende toleranties toegestaan:
51947AXXAfbeelding 42: motortypeplaatje
TypNr.
1/min
VIM
Schmierstoff
Bruchsal / Germany
Akg 9.2
186 228. 6.12
Hzcos ϕNm
i :1
eDT71D43009818304.0002.99
14650.37
230/400
29 3.7 II 2 G EEx e II T3
B5
0.70
tE s IA / IN Baujahr 1999 PTB 99 ATEX 3402/03
1.97/1.14 50
IP 54 Kl. B
0102
Spanning en frequentie Tolerantie ARendement η Pnom ≤ 50 kW
Pnom > 50 kW-0,15 • (1-η)-0,1 • (1-η)
Vermogensfactor cosϕ
Slip Pnom < 1 kW Pnom ≥ 1 kW
±30 %±20 %
Aanloopstroom +20 %
Aanhaalmoment -15 %...+25 %
Kipkoppel -10 %
Massatraagheidsmoment ±10 %
-1 - cos
6
ϕ
726 Catalogus GX2003
12 Normen en voorschriftenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
Tolerantie A De tolerantie A beschrijft het toelaatbare bereik, waarin frequentie en spanning van hetbetreffende nominale punt mogen afwijken. Het met "0" aangeduide coördinatensnijpuntgeeft altijd het nominale punt aan voor frequentie en spanning.Motoren voor aansluiting op elektriciteitsnetten met grotere spanningsvariaties op aan-vraag.
Onderspanning Bij onderspanning door zwakke elektriciteitsnetten of te kleine selectie van de motorka-bel kunnen de cataloguswaarden als vermogen, koppel en toerental niet worden aan-gehouden. Dit geldt in het bijzonder bij het aanlopen van de motor, waarbij de aanloop-stroom een veelvoud van de nominale stroom bedraagt.
03210AXXAfbeelding 43: bereik van de tolerantie A
∆f [%]
∆V [%]
0 +2-2
+5
+3
-3
-5
A
Catalogus GX2003 727
12
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
EMC-maatregelenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12
12.18 EMC-maatregelenEMC-maatregelen Draaistroommotoren en draaistroomremmotoren van SEW-EURODRIVE zijn als com-
ponenten voor de inbouw in machines en installaties bestemd. Voor het in acht nemenvan de EMC-richtlijn 89/336/EG is de fabrikant van de machine of installatie verantwoor-delijk. Uitvoerige informatie over dit thema vindt u in de brochure "Aandrijftechniek in depraktijk, EMC in de aandrijftechniek".
Netbedrijf Bij daarvoor bestemde toepassingen aan het net in continubedrijf voldoen de draai-stroom(rem)motoren van SEW-EURODRIVE aan de EMC-basisnorm EN 50081 en EN50082. Ontstoringsmaatregelen zijn niet vereist.
Schakelen Bij het schakelen van de motor moet u afdoende maatregelen nemen voor het ontstorenvan de schakelapparatuur.
Toepassing fre-quentieregelaar
Let bij gebruik van een frequentieregelaar op de installatie- en EMC-aanwijzingen vande fabrikant van de frequentieregelaar. Let ook op de volgende aanwijzingen.
Remmotoren aan een frequentiere-gelaar
Leg bij remmotoren de leidingen voor de rem gescheiden van de andere vermogenska-bels met een afstand van minstens 200 mm. Een gezamenlijke kabelloop is slechts toe-laatbaar, als óf de remleiding óf de vermogenskabel afgeschermd is.
Aansluiting enco-der aan de fre-quentieregelaar
Let bij het aansluiten van de encoder op de volgende aanwijzingen:• alleen afgeschermde kabel met paarsgewijs getwiste aders gebruiken;• het scherm aan beide zijden met groot contactoppervlak aan PE-potentiaal leggen;• signaalkabels gescheiden van vermogenskabels of remleidingen leggen (afstand
min. 200 mm).
Aansluiting PTC- temperatuurvoe-lers (TF) aan de frequentieregelaar
Leg de aansluiting van de PTC-temperatuurvoelers TF gescheiden van andere vermo-genskabels met een afstand van min. 200 mm. Gezamenlijke loop van de kabels isslechts toelaatbaar, als óf de TF-leiding óf de vermogenskabel afgeschermd is.
728 Catalogus GX2003
12 MotorbeveiligingAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12.19 MotorbeveiligingDe keuze van de goede beveiliging bepaalt in principe de bedrijfszekerheid van de mo-tor. Er wordt onderscheid gemaakt tussen stroomafhankelijke en motortemperatuuraf-hankelijke beveiliging. Stroomafhankelijke beveiligingen zijn bijv. smeltveiligheden ofmotorbeveiligingsschakelaars. Temperatuurafhankelijke beveiligingen zijn PTC-tempe-ratuurvoelers of bimetaalschakelaars (thermostaten) in de wikkeling. PTC-temperatuur-voelers of bimetaalschakelaars spreken bij de maximale wikkelingstemperatuur aan. Zijhebben het voordeel, dat de temperaturen daar gemeten worden, waar ze optreden.
Motorbeveiligings-schakelaar
Motorbeveiligingsschakelaars bieden voldoende beveiliging tegen overbelasting voornormaal bedrijf met geringe schakelfrequentie, korte aanloop en niet te hoge aanloop-stromen. De motorbeveiligingsschakelaar wordt op de nominale motorstroom ingesteld.Voor het schakelen met een hoge schakelfrequentie en voor zware aanloop zijn motor-beveiligingsschakelaars als enige beveiliging niet voldoende. Voor deze gevallen beve-len wij aan, extra PTC-temperatuurvoelers TF toe te passen.
PTC-temperatuur-voelers
Drie PTC-temperatuurvoelers TF (karakteristiek overeenkomstig DIN 44080) worden inde motor in serie geschakeld en vanuit de klemmenkast aan op een bewakingsrelais inde schakelkast aangesloten. De motorbeveiliging met PTC-temperatuurvoelers TFbiedt de beste beveiliging tegen thermische overbelasting. Op deze manier beveiligdemotoren kunt u voor zware aanloop, schakel- en rembedrijf (let op de certificering / toe-lating voor de betreffende bedrijfssoort!) toepassen. Normaal wordt extra bij de TF nogeen motorbeveiligingsschakelaar geplaatst. SEW-EURODRIVE adviseert, bij gebruikvan een frequentieregelaar en remmotor, uitsluitend met TF uitgeruste motoren toe tepassen.
Bimetaal-schakelaars
Drie bimetaalschakelaars TH, in de motor in serie geschakeld, worden vanuit de klem-menkast direct in het bewakingscircuit van de motor opgenomen.
Smeltveiligheden Smeltveiligheden beveiligen de motor niet tegen overbelasting. Zij dienen uitsluitend alskortsluitbeveiliging.In de volgende tabel wordt de kwalificatie van de verschillende beveiligingen voor deverschillende oorzaken voor het uitschakelen gegeven.
= geen beveiliging = beperkte beveiliging = volledige beveiliging
Stroomafhankelijkebeveiliging
Temperatuurafhankelijke bevei-liging
smeltveilig-heid
motorbeveili-gingsschake-
laartemperatuurvoelers (TF)
Overbelasting tot 200 % Inom
Blokkering 1)
1) voorzover de motor met TF is gecertificeerd / toegelaten
Eenfaseloop
Ontoereikende motorkoeling
Catalogus GX2003 729
12
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
MotorbeveiligingAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12
Schakelen van inductiviteiten
• Schakelen van motorwikkelingen met een hoog pooltal.Bij ongunstige loop van de vermogenskabel kunnen door het schakelen van motor-wikkelingen met een hoog pooltal spanningspieken gegenereerd worden. Dezespanningspieken kunnen wikkelingen en contacten beschadigen. Om dit te voorko-men, dient u de voedingskabels buiten de Ex-omgeving van varistoren te voorzien.
• Schakelen van remspoelen.Bij schakelingen in het gelijkstroomcircuit van platenremmen moeten, om schadelij-ke overspanningen te vermijden, varistoren worden toegepast.Remaansturingen van SEW-EURODRIVE bevatten standaard varistoren. Gebruikvoor het schakelen van remspoelen alleen magneetschakelaars met contacten vande gebruikscategorie AC3 volgens EN 60947-4-1.
• Beveiligingsschakeling bij de schakelaars.Volgens EN 60204 (Elektrische uitrusting van machines) moeten de motorwikkelin-gen voor het beveiligen van de numerieke besturingen en PLC’s ontstoord zijn. Om-dat in de eerste plaats het schakelen de storingen veroorzaakt, adviseren wij de be-veiligingsschakelingen bij de schakelaars te plaatsen.
• Let beslist op de aanwijzingen in de technische handleiding "Explosiebeveiligdedraaistroommotoren".
730 Catalogus GX2003
12 Elektrische kenmerkenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12.20 Elektrische kenmerkenGeschikt voor fre-quentieregelaar
De draaistroom(rem)motoren van de categorie 3 kunnen vanwege de standaard hoog-waardige isolatie (o.a. met fasenscheider) op een frequentieregelaar worden aangeslo-ten. Let op de toegelaten combinatie motor-frequentieregelaar (→ hoofdstuk "Draai-stroommotoren cat. II3G /II3D met frequentieregelaar")
Frequentie Alle SEW-EURODRIVE-draaistroommotoren worden op verzoek voor 50 Hz of 60 Hznetfrequentie geproduceerd. Standaard zijn alle gegevens betrokken op 50 Hz netfre-quentie. 60Hz-uitvoeringen van de categorie 2 zijn niet altijd beschikbaar.
Motorspanning De draaistroommotoren zijn voor nominale spanningen van 220 ... 690 V leverbaar.Poolomschakelbare motoren van de bouwgrootte 71 ... 90 slechts van 220 ... 500 V.
Voor 50Hz-netten De standaardspanningen zijn:
Motoren en remmen voor 230/400 VAC en motoren voor 690 VAC mogen ook op nettenmet nominale spanning 220/380 VAC resp. 660VAC gebruikt worden. De spanningsaf-hankelijke gegevens veranderen dan marginaal.
12 Thermische kenmerkenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12.21 Thermische kenmerkenIsolatieklassen volgens EN 60034-1
Alle motoren met één toerental en Dahlander-motoren zijn standaard in isolatieklasse Buitgevoerd. Op verzoek is ook isolatieklasse F mogelijk. In de volgende tabel zijn demaximumtemperaturen volgens EN 60034-1 opgenomen.
12.22 Toegestane bedrijfssoorten
Isolatieklasse Maximumtemperatuur [K]
B 80 K (70 K)1)
1) Waarden tussen haakjes gelden voor explosiebeveiligde motoren en remmotoren volgens beschermings-graad EExe (verhoogde veiligheid)
F 105 K (90 K) 1)
Motortype en apparatencatego-rie
Beveiliging tegen ontoelaat-baar hoge temperaturen uitslui-tend door
1) Informeer met betrekking tot de toegelaten schakelfrequentie bij de fabrikant van de toegepaste motorbe-veiligingsschakelaar.
2) Volgens EN 50019 appendix A is er sprake van zware aanloop, als een voor normale bedrijfsomstandig-heden geselecteerde en ingestelde motorbeveiligingsschakelaar reeds tijdens de aanlooptijd uitschakelt.Dat is in het algemeen het geval, als de aanlooptijd meer dan het 1,7-voudige van de tijd tE bedraagt.
eDT..BC..II2G PTC-temperatuurvoeler (TF)
• S1• S4, nullastschakelfrequentie volgens catalo-
gusspecificaties, schakelfrequentie onder belasting kan berekend worden
• zware aanloop2)
eDT../eDV..II2D PTC-temperatuurvoeler (TF) • S1
• zware aanloop
DT/DVII3G/II3D Motorbeveiligingsschakelaar • S11)
• geen zware aanloop
DT/DVDT..BM../DV..BM..II3G/II3D
PTC-temperatuurvoeler (TF)
• S1• S4, nullastschakelfrequentie volgens catalo-
gusspecificaties, schakelfrequentie onder belasting kan berekend worden
• zware aanloop• bedrijf met frequentieregelaar volgens speci-
ficaties hoofdstuk 5
Catalogus GX2003 733
12
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
SchakelfrequentieAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12
12.23 SchakelfrequentieEen motor wordt gewoonlijk volgens zijn thermische capaciteit bepaald. Vaak komt deaandrijfsituatie voor van de één keer in te schakelen motor (S1 = continubedrijf = 100%ID). De uit het lastkoppel van de machine berekende vermogensbehoefte is gelijk aanhet nominale vermogen van de motor.
Verhoogde schakelfrequentie
Wijkt de bedrijfssoort af van continu bedrijf, kan de maximaal toelaatbare schakelfre-quentie berekend worden, daar in dit geval niet het vermogen doorslaggevend is voorde dimensionering van de motor, maar het aantal starst van de motor. Door het frequentinschakelen vloeit telkens de hoge aanloopstroom en verwarmt de motor onevenredig.Is de opgenomen warmte groter dan de door de motorventilatie afgevoerde warmte, danworden de wikkelingen ontoelaatbaar verwarmd. Bij meer dan 30 schakeling per uurbiedt de motorbeveiligingsschakelaar onvoldoende beveiliging tegen te hoge motortem-peratuur. De motor moet dan beveiligd worden door PTC-temperatuurvoelers (TF).
Nullastscha-kelfrequentie Z0
De toelaatbare schakelfrequentie van een motor wordt door de producent als nullast-schakelfrequentie Z0 bij 50% ID aangegeven. Deze waarde geeft aan, hoe vaak de mo-tor het massatraagheidsmoment van zijn rotor zonder tegenkoppel bij 50 % ID per uurnaar het nominale toerental versnellen kan. Moet een extra massatraagheidsmomentversneld worden of treedt er een extra lastkoppel op, dan wordt de aanlooptijd van demotor verlengd. Omdat tijdens deze aanlooptijd een verhoogde stroom vloeit, wordt demotor thermisch hoger belast en de toelaatbare schakelfrequentie neemt af.
Toelaatbare scha-kelfrequentie van de motor
De toelaatbare schakelfrequentie Z van de motor in schakelingen per uur [1/h] kunt umet de volgende formule berekenen.
Z = Z0 • KJ • KM • KP
734 Catalogus GX2003
12 SchakelfrequentieAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
De factoren KJ, KM en KP kunt u aan de hand van de volgende diagrammen bepalen:
1. (JX + JZ) / JM = 3,5 → KJ = 0,22. ML / MH = 0,6 → KM = 0,43. Pstat / Pnom = 0,6 en 60 %ID → KP = 0,65
Z = Z0 • KJ • KM • KP = 3600 c/h • 0,2 • 0,4 • 0,65 = 187c/hDe cyclusduur bedraagt 20 s, de inschakeltijd 11 s.
Toelaatbare scha-kelfrequentie van de rem
Als u een remmotor toepast, moet u controleren of de rem voor de vereiste schakelfre-quentie Z toelaatbaar is. Kijkt u hiervoor naar de aanwijzingen in het hoofdstuk "Toelaat-bare schakelarbeid van de rem".
Afhankelijk van het extra massa-traagheidsmoment
Afhankelijk van het tegenkoppel tijdens aanlopen
Afhankelijk van het statische ver-mogen en de relatieve inschakel-
duur ID
00628BNLAfbeelding 44: afhankelijkheid van de schakelfrequentie
JX = som van alle massatraagheidsmomenten betrokken op de motoras MH= aanloopkoppel van de motor
JM = massatraagheidsmoment van de motor Pnom = nominale vermogen van de motor
ML = tegenkoppel gedurende aanloop % ID = relatieve inschakelduur
ID
Catalogus GX2003 735
12
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
Mechanische kenmerkenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12
12.24 Mechanische kenmerkenBeschermings-graden volgens EN 60529
De draaistroommotoren en draaistroomremmotoren worden in de volgende bescher-mingsgraden geleverd:• categorie 2G, 3G, 3D in IP54 op verzoek IP55/IP65• categorie 2D in IP65
Overige opties Verhoogde corrosiewering voor metalen delen en extra wikkelingsimpregnatie (vocht-en zuurbescherming) zijn mogelijk (zie hoofdstuk 2.10).
Onbalansklasse van motoren
De rotoren van draaistroommotoren zijn met halve spieën dynamisch gebalanceerd. Demotoren voldoen aan onbalansklasse "N" volgens IEC 60034-14 (EN 60034-14). Bij bij-zondere eisen aan de mechanische rustige loop kunnen 4-, 6- en 8-polige motorenzonder toebehoren in de "Onbalansklasse R" worden geleverd.
IP1. kengetal 2. kengetal
Bescherming tegen vreemde voorwerpen Bescherming tegen water
0 Niet beschermd Niet beschermd
1 Beschermd tegen vaste voorwerpen ∅50 mm en groter Beschermd tegen druipwater
2 Beschermd tegen vaste voorwerpen ∅12 mm en groter
Beschermd tegen druipwater, als de behuizing een helling heeft tot 15°
3 Beschermd tegen vaste voorwerpen ∅2,5 mm en groter Beschermd tegen sproeiwater
4 Beschermd tegen vaste voorwerpen ∅1 mm en groter Beschermd tegen spuitwater
5 Beschermd tegen stof Beschermd tegen waterstralen
6 Stofdicht Beschermd tegen sterke waterstralen
7 - Beschermd tegen tijdelijk onderdompelen in water
8 - Beschermd tegen voortdurend onderdompelen in water
736 Catalogus GX2003
12 Radiale krachtenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12.25 Radiale krachtenAlgemene aanwijzingen voor radiale belastingen vindt u in het hoofdstuk "Het selecte-ren van een reductor/radiale en axiale belastingen". De volgende tabel toont de toelaat-bare radiale krachten (bovenste waarde) en axiale krachten (onderste waarde) van deSEW-draaistroommotoren:
Omrekening van de radiale kracht bij een aangrijp-positie buiten het midden
Bij een aangrijppositie buiten het midden van het aseind moeten de toelaatbare radialekrachten met de volgende formules berekend worden. De kleinste van de beide waar-den FxL (op lagerlevensduur) en FxW (op assterkte) is de toelaatbare waarde voor deradiale belasting ter plaatse van x. Let op, dat de berekeningen voor Mamax gelden.
Speciale marktenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren
12
12.26 Speciale marktenV.I.K. Het 'Verband der industriellen Energie- und Kraftwirtschaft V.I.K.' heeft voor zijn leden
een aanbeveling uitgegeven voor de uitvoering van de technische eisen voor asynchro-ne draaistroommotoren.De aandrijvingen van SEW-EURODRIVE kunnen conform deze eisen geleverd worden.Daarbij gelden de volgende afwijkingen ten opzichte van de standaarduitvoering:• motorbeschermingsgraad minstens IP55;• motoruitvoering in isolatieklasse F, toelaatbare temperatuur echter slechts volgens
isolatieklasse B;• bescherming tegen corrosie van de motoronderdelen;• klemmenkast in gietijzer;• regendak bij verticale motorbouwvormen met bovenliggende ventilatorkap;• extra aansluiting voor de aardleiding via een externe klem;• typeplaatje met opgave V.I.K.; een tweede typeplaatje aan de binnenzijde van het
klemmenkastdeksel.
Aanwijzing De technische eisen van de V.I.K. zijn inhoudelijk voor motorreductoren, poolomscha-kelbare motoren, motoren voor zware aanloop, intermitterend bedrijf en toerentalrege-ling toe te passen. Dat leidt tot onvermijdelijke afwijkingen op de volgende punten:• bouwvorm: vanwege de positie van het ontluchtingsventiel en van de bouwvormaf-
hankelijke smeermiddelvulling zijn motorreductoren niet naar keuze in horizontale ofverticale bouwvorm toe te passen.
• typeplaatjes: boringen voor het aanbrengen van een extra motortypeplaatje zijn nietaangebracht.
740 Catalogus GX2003
12 Speciale marktenAanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren