Over je ontwerp kijken naar de student Erik Bolhuis Hogeschoolhoofddocent Domein Educatie De (volwassen) student in beeld
Dec 18, 2014
Over je ontwerp kijken naar de student
Erik Bolhuis
Hogeschoolhoofddocent Domein Educatie
De (volwassen) student in beeld
Wat is zo opvallend aan het lesgeven aan volwassenen???
‘ONE OF THE DIFFICULTIES INSTITUTIONS THAT OFFER
DISTANCE EDUCATION COURSES IS OBTAINING A
THOROUGH, IN-DEPT UNDERSTANDING OF THEIR
INDIVIDUAL CLIENTELE NEEDS’. (EASTMOND, 1995)
Context: Domein Educatie
Voltijds Deeltijd Duaal Afstand
CALO
2e graads leraren-opleidingen (VO/BVE)
X X
PABO X X X
Masters (SEN en MLI) X X X
DBKV X X
Theologie X
PTH X X
Context: Domein Bewegen & Educatie
Voltijds Deeltijd Duaal Afstand Maatwerk
CALO
2e graads leraren-opleidingen (VO/BVE)
X X
PABO X X X
Masters (SEN en MLI)
X X X
DBKV X X
Theologie X
PTH X X
Contractactiviteiten
Waarom is volwassen didactiek zo belangrijk?Volwassenen - Nemen een schat aan werkervaring mee- Hebben uitgebreide positieve en negatieve leerervaringen- Zijn naar school geweest in de 20e E. Het HBO van nu is anders- Hebben weinig tijd om te leren en willen dit effectief doen- Willen aangesproken worden op gedrag- Willen graag samenwerken
Waarom is volwassen didactiek zo belangrijk in het afstandsonderwijs?In het onderwijs waarin je fysiek contact hebt met de student zijn er andere manieren om de afstemming te reguleren:
Je merkt uit (non)verbaal gedrag dat je onderwijs niet aanslaat en dat je bij moet stellen;
Hoe werkt dit bij het afstandsonderwijs?
- Veel vragen, of afhaken.
Docent is ontwerper van onderwijs
WIL EEN DOCENT GOEDE ONTWERP
BESLISSINGEN NEMEN, DAN MOET DE DOCENT OVER HET ONTWERP NAAR DE STUDENT KUNNEN KIJKEN
Hoe kijk je over het ontwerp heen?
- Het ontwerp ‘testen’ bij een deel van de doelgroep door een ‘Try-out’
- Tijdens de ontwerpfase het ontwerp voor te leggen aan collega’s, experts en/of studenten
- Kennis van de doelgroep en daar je ontwerp op testen
Persona’s
Een persona is een archetype van een gebruiker, ofwel een karakterisering van een bepaald type van gebruiker.
Persona's worden veel gebruikt bij het gebruiksvriendelijk maken van IT oplossingen, en dan met name van de gebruikersinterface ervan.
Persona's worden opgesteld aan de hand van een doelgroepenonderzoek, waarna een beperkt aantal typerende gebruikers wordt gedefinieerd. Deze gebruikers zijn fictief, maar omwille van de doeltreffendheid van het gebruik van persona's, worden deze wel als zodanig beschreven. Dit betekent dat een persona wordt omschreven in termen van onder andere demografie, behoeften, biografie, voorkeuren en soms zelfs foto's. Op deze manier krijgt de persona een gezicht, en kan er bij het ontwerpen rekening worden gehouden met de manier waarop deze representatieve persona het product het liefst zou gebruiken.
Samen met de beschrijving van hoe de persona het product wil gebruiken, vormen persona's scenario's, die weer aan de basis staan van het ontwerp.
Om te komen tot persona’s zijn een aantal stappen:1. Breng de doelgroep in kaart
2. Verdeel de doelgroep in subgroepen
3. Bedenk van elke subgroep op welke wijze deze in kaart gebracht moet worden (welke informatie moet het opleveren)
4. Geef elke subgroep een persona en beschrijf de persona met kenmerken die de subgroep juist typeren
Algemene kenmerken I:
Huishouden:
• Meer dan de helft (52,2%) heeft een gezin • 20.3% procent woont samen, zonder kinderen.
< 25 jaar ≥ 25 jaar0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
Percentage studenten 25 jaar en ouder
Aantal studenten met huishouding Aantal studenten zonder huishouding0
10
20
30
40
50
60
70
80
Percentage studenten die een huishouding runt
HBO/WO opleiding gevolgd Geen HBO/WO opleiding gevolgd0
10
20
30
40
50
60
Percentage studenten die een HBO of WO-opleiding heeft gevolgd
Werkt naast studie Werkt niet naast studie0
10
20
30
40
50
60
70
80
Percentage studenten dat werkt naast de studie
Algemene kenmerken II
Werk:
• Bijna de helft is werkzaam (bevoegd, dan wel onbevoegd) in het onderwijs, 27,1% resp. 20.9% = 48%) in het onderwijs.
• bijna 35% (34,8%) heeft wel werk, maar niet in het onderwijs.
• 48% heeft een baan met een omvang tussen de 16 en 30 uur en 39% werkt meer dan 30 uur per week.
Algemene kenmerken III
Studie:
• Bijna 60% wil 20 tot 30 uur per week aan de studie besteden, het andere deel juist minder of juist meer.
• Bijna een kwart heeft al een HBO-diploma (en gaan voor een tweede onderwijsbevoegdheid), 16% heeft een HAVO- en 14% een mbo-vooropleiding. Kortom volwassen onderwijs.
Indeling Willem van der Vegt
1. De studenten met een PABO die tweedegraads leraar willen worden
2. De studenten die nog een tweedegraads bevoegdheid willen behalen
3. De studenten die onbevoegd les geven
4. De studenten die een ommezwaai willen maken
5. De student die studeren uit een hobby
Eastmond
1. Necessity learners: moeten leren om hun aanstelling te kunnen behouden
2. Ladder climbers: geen noodzaak voor behoud aanstelling, maar willen graag doorgroeien
3. Star seekers: willen hun droom vervullen
4. Rainy day planners: gaan op 1 januari studeren…
Eastmond D.V. (1995). Alone but together, Adult Distance Study Throug Computer Conferencing. Cresskill: Hampton Press
Beroeps intensiteit
Academische intensiteit
Necessity learners
Ladder climbers
Rainy day
planners
Star seekers
Beschrijven op gebied van;
Leeftijd
Geslacht
Gevolgde opleiding
Voltooide opleiding
Herkomst
Studeert op welke tijden
Baan in het onderwijs
Studietempo
Studieresultaten
Ervaring met afstandsonderwijs
Motief voor afstandsonderwijs
Motief voor de lerarenopleiding
Behoefte aan: Mede studenten Contact met de docent Actief leermateriaal Materiaal toegesneden op de werkplek
Persona’s afstandsonderwijs
2e tweedegraads bevoegdheid.‘ Stapelaar’
Studeren als hobby‘Hobbyisten’
Onbevoegd lesgeven‘Onbevoegde’
Pabo naar VO‘Pabo’
Carrièreswitch ‘Switcher’
Naam Ellen de Wit Els Hobbit Carine Romani Marja Pols- Eik Ellen StaarWoonplaats Zeewolde Groningen Eindhoven Apeldoorn LammenschansLeeftijd 42 jaar 25 jaar 28 jaar 32 jaar 38 jaarGezinssituatie Moeder – vader, 3
kinderen leeftijd: 6 – 16 jr.
Zelfstandig wonend, geen vaste relatie
Alleenstaand Moeder – vader, twee kinderen, 5 en 3 jaar
Vriend
Werkgever vmbo-school: Interpassie te Lelystad
ING ROC Eindhoven Bassisschool ‘t Zonnestraaltje
Nikon
Functie DocentMentor
Hypotheek adviseur Onbevoegd docent Frans
Adjunct-directeur geweest
HRM-adviseur
Werkervaring 14 jaar 5 jaar 3 jaar (In Nederland) 8 jaar 12 jaarHoogst gevolgde opleiding
HBO, leraren-opleiding HBO, niet afgemaakt Universiteit HBO (Pabo) HBO (P&O)
Hoogst afgemaakte opleiding
HBO,Leraren-opleiding
HAVO Universiteit (Frans) HBO (Pabo) HBO
Actief aan het studeren In het weekend, vooral ’s avonds
In het weekend, ’s avonds, maar dan ook veel sociale activiteiten
Studeert op donderdag en in het weekend
Woensdagmiddag, donderdagavond en vrijdagmorgen
Maandag-, woensdag- en zondagavond
Aantal studiepunten 90 EC 30 EC 47 (40 EC vrijstelling) 94 EC 88 ECStudietempo 50% 50% 50% 100% 50%Motivatie leraren-opleiding
Vakinhoud Vakinhoud Het beroep Het lesgeven Vakinhoud en jongeren
Ervaring met AO Niet Niet Niet Niet Bij LOIWaarom AO Overdag geen tijd voor
studieStudie combineren met een baan
Studietijd zelf kunnen indelenThuis kunnen studerenGeen reiskosten
Studietijd zelf kunnen indelen, geen reiskosten
Overdag geen tijd, studie kunnen combineren met werk en gezin
Overdag geen tijd en druk sociaal leven
Leerstijl Denker Beslisser Doener Doener Denker
Onder welke condities kunnen de verschillende studenten het afstandsonderwijs het best volgen? In algemene zin, door tegemoet te komen aan:Werk- en levenservaring;
1. Door rekening te houden met de gevolgde opleiding. Wanneer de opleiding niet voltooid is, rekening houden met mogelijkheden zaken als faalangst onvoldoende studievaardigheden, etc;
2. Voorkeur leer- en nog breder informatie verwerkingsstijl;
3. Hoge eisen die volwassenen stellen aan (digitale)studieomgevingen;
4. Duidelijkheid in informatie en eenduidige informatie
5. Mogelijk een gebrek aan digitale vaardigheden. Werk- en levenservaring;
Ellen de stapelaar:
1. Aandacht schenken aan verschillen en overeenkomsten met aanverwante schoolvakken en didactieken;
2. Aandacht schenken aan verschillen en overeenkomsten in het wetenschappelijk vak/onderzoek
3. Voorbeelden laten geven die aansluiten bij onderwijservaring in het voortgezet onderwijs.
Els de hobbyist:
1. Aandacht geven aan de mogelijkheid tot verdieping. Opdrachten geven waarin de mogelijkheid gegeven wordt om zelf door studie een bepaald onderwerp onder de knie te krijgen.
Carine, de onbevoegde:
1. Aansluiten op werkervaring, maar dan als volgt: de onbevoegde heeft wel veel ervaring, maar de reflectie daarop ontbreekt veelal. Mogelijkheden scheppen waarin gereflecteerd kan worden op de lessen die zijn gegeven.
2. Opdrachten waarin ze ook buiten de school moet gaan kijken. Dat hoeft niet (alleen) fysiek, maar ook door opdrachten: bijvoorbeeld methoden met elkaar te vergelijken, etc.
3. Uit gaan van onbewust onbekwaam, bewust onbekwaam, bewust bekwaam, onbewust bekwaam.
Marja, de Pabo-student
1. Marja heeft al veel ervaring, maar afhankelijk of ze al in het voortgezet onderwijs werkt aansluiten bij haar werkervaring in het voortgezet onderwijs. Vergelijking laten maken tussen basis- en voortgezet onderwijs. Niet alleen op het gebied van schoolvak, maar ook op het gebied van didactiek.
Ellen, de switcher
1. Heeft veel werkervaring buiten het onderwijs. Vraagt er om dat haar ervaringen buiten het onderwijs betrokken wordt op het onderwijs.
2. Wanneer er gesproken wordt over het onderwijs, niet teveel jargon gebruiken.
Een aantal werkvormen voor vakdidactiek, waarbij de student de verschillen en overeenkomsten ziet tussen het vak wat hij of zij al eerder studeerde en het vak wat hij of zij nu studeert:
Lijst van gelijke, aanverwante en verschillende begrippen van de diverse vakgebieden
Discusieer over werkvormen die wel geschikt zijn voor het vak dat er nu gestudeerd wordt en niet voor het vak dat gegeven wordt.
Verschillen tussen de doelen van de verschillende aanverwante vakken
Een aantal werkvormen voor verschil overeenkomst tussen vakwetenschappen:
1. Benoem drie kern thema’s in de wetenschap van vak A en vak B. Wat valt je op? Wat zijn de verschillen en wat zijn de overeenkomsten?
2. Laat studenten in het vervolg in tweetallen nadenken over wat de onderzoeksmethoden zijn die passen bij vak A en bij vak B en welke onderzoeksmethoden verschillen. Laat zien hoe dit doorwerkt in de vakdidactiek van de beide vakken: welke werkvormen passen bij vak A en welke bij vak B?
Een aantal voorbeelden waarin uitgegaan wordt van de eigen onderwijservaring.
Beginnen met de aanleg van een dossier met een aantal lesgeef-ervaringen met dit thema.
Elke student open een discussiethreat met daarin een korte beschrijving van zijn leservaring met het thema.
Laat een filmpje zien (bijvoorbeeld uit didiclass of leraar 24). Vraag aan de hand van het filmpje naar ervaringen van de student.
Een aantal voorbeelden waarbij gebruik gemaakt wordt van werkervaring buiten het onderwijs:
1. Algemeen: maak een webpagina waarin jij alle ervaringen die jij hebt met het geven van voorlichting, trainen van collega’s, of bij de sportclub, of andere onderwijsgelijke ervaringen op beschrijft.
2. Maak een woordweb van het te leren onderwerp door aan te geven wat jij in je werk of in andere ervaringen er al van weet. Maak een pdf-bestand van de woordweb en deel dit met een andere student. Geef in tweetallen aan wat je opvalt als je de twee vergelijkt.
3. Laat een groep studenten die bestaat uit studenten die onderwijsgeef-ervaring hebben en die het niet hebben een lijst maken met waarin onderwijsjargon wordt uitgelegd.
Opdrachten met een meer open karakter:
1. Maak vragen waarmee een student kan checken of de stof wordt begrepen. Geef vervolgens de volgende opdracht: Onderstaande doelen moeten worden bereikt. Zoek literatuur die past bij (onderwerp of onderwerpen noemen), lees die door en geef een korte samenvatting. Zet die op de ELO. Maak de vragen en ga bij jezelf na of je de stof voldoende hebt begrepen.
2. Laat studenten bookmarks (favorieten) beheren in een programma als Delicious (www.delicio.us). Vraag aan elke student om 5 favoriete websites over dit onderwerp op te zoeken en met de groep te delen.
Zie bijvoorbeeld: http://www.mijndigitalewereld.nl/index.php/pagina/uw_favoriete_websites_delen.
EINDE