Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 1 Zorgplan 2016-2017
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 1
Zorgplan 2016-2017
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 2
Inhoud
Inhoud
Inleiding ..................................................................................................................................... 3
Hoofdstuk 1: Uitgangspunten van ons zorgsysteem .................................................................. 4
De schoolpopulatie schooljaar 2015-2016 ............................................................................. 4
Hoofdstuk 2: Signalering ........................................................................................................... 6
2.1 Inleiding ........................................................................................................................... 6
2.2 De signaleringsmiddelen .................................................................................................. 6
2.3 Signaleringskalender ...................................................................................................... 10
2.4 Overlegvormen in de zorg .............................................................................................. 10
Hoofdstuk 3: Wat volgt er na signalering ? .............................................................................. 12
3.1.Inleiding ......................................................................................................................... 12
3.2 Stap 1: Algemene zorg in de groep ................................................................................ 12
3.3.Stap 2: Extra zorg in de groep ........................................................................................ 12
3.4. Stap 3: Speciale zorg na onderzoek ............................................................................... 13
3.5. Stap 4: Speciale zorg na extern onderzoek .................................................................... 15
3.6. Stap 5: De zorg in de speciale school voor basisonderwijs ........................................... 15
Hoofdstuk 4 Handelingsgericht werken. .................................................................................. 16
4.1. OGW en HGW op groepsniveau .................................................................................. 16
4.2 Opbrengstgericht werken op schoolniveau .................................................................... 18
4.3. Implementatie en trajectbewaking op onze scholen ...................................................... 19
4.4. Ontwikkelingsperspectief (OPP) ................................................................................... 19
Hoofdstuk 5: Plan Leerlingenzorg ........................................................................................... 20
Hoofdstuk 6: Zorgdossier ......................................................................................................... 24
Bijlage ...................................................................................................................................... 25
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 3
Inleiding Obs de Werkschuit heeft als taak voor ieder kind goed en effectief onderwijs te realiseren. Daaronder wordt verstaan een voor het kind passend onderwijsaanbod, zowel in pedagogisch als didactisch opzicht, dus afgestemd op wat het kind nodig heeft. Afstemming is een zoeken naar wat kinderen nodig hebben voor hun ontwikkeling, om persoonlijk te groeien als mens en een competente leerling te kunnen worden. Wij zorgen ervoor dat onze leerlingen de onderwijsondersteuning krijgen die zij nodig hebben om zich zo goed mogelijk te kunnen ontwikkelen en daarbij de kerndoelen behalen van het basisonderwijs. Dit doen we in samenspraak met de ouders en/of verzorgers. Pas als de hulpvraag van de leerling de mogelijkheden van onze school aantoonbaar te boven gaat, zoeken we naar een andere meer passende onderwijsvoorziening voor deze leerling.
We bieden de leerlingen vanuit de basisondersteuning van goede kwaliteit door de inzet van het directe instructiemodel en het bieden van extra tijd, waarbij leerlingen instructie passend bij hun onderwijsbehoeften krijgen aangeboden.
In het samenwerkingsverband ZOUT dragen de besturen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor goede onderwijsvoorzieningen in de regio. Deze krachtenbundeling sluit aan op landelijke ontwikkelingen: vanaf 1 augustus 2014 heeft elk schoolbestuur ‘zorgplicht’. Dit wil zeggen dat besturen wettelijk verplicht zijn alle leerlingen passend onderwijs te bieden op de eigen school of een andere school. Door samen te werken kunnen de scholen zorg dragen voor een dekkend aanbod van onderwijsvoorzieningen , zodat elke leerling onderwijsondersteuning krijgt die aansluit bij zijn / haar onderwijsbehoeften. Het motto van SWV ZOUT is, dat elk kind recht heeft op goed onderwijs, dat aansluit bij zijn mogelijkheden en behoeften. Ook kinderen, die extra ondersteuning nodig hebben om zich optimaal te ontwikkelen. Voor de meeste kinderen is het regulier onderwijs de beste plek. Als het echt nodig is, kan een kind naar het speciaal onderwijs of het speciaal basisonderwijs. Uitgangspunt van onze Stichting is dat kinderen zoveel mogelijk op een reguliere school succesvol het basisonderwijs kunnen doorlopen, eventueel met extra ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband en bestuur. Dat lukt niet altijd en sommige kinderen zijn aangewezen op speciaal basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs. De zorg voor leerlingen is niet alleen de verantwoordelijkheid van het onderwijs. Daarom werken we intensief samen met ketenpartners uit de jeugdgezondheidszorg, de jeugdhulpverlening en het maatschappelijk werk ( Loket Wijk).
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 4
Hoofdstuk 1: Uitgangspunten van ons zorgsysteem Ons zorgsysteem is een middel om te komen tot optimale ontwikkeling en begeleiding van leerlingen en leerkrachten. Voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften komen we tot een continuüm van begeleiding en zorg, waarmee we de ontwikkeling, het welbevinden/leerplezier willen stimuleren. Leerkrachten krijgen ondersteuning bij het verwezenlijken van dit doel. De uitgangspunten van onze begeleiding zijn:
We zoeken naar stimulerende en belemmerende factoren (in het kind, de leerkracht, de leeromgeving en de thuissituatie).
Wij houden zoveel mogelijk rekening met de verschillen tussen de leerlingen in pedagogisch en didactisch opzicht. De individuele mogelijkheden worden geobserveerd, getoetst en geregistreerd om daar daadwerkelijk mee aan de slag te gaan.
Onze inzet moet er op gericht zijn om de leerlingen zo lang mogelijk binnen onze school te begeleiden. Veiligheid van onze leerlingen moet daarbij gegarandeerd zijn.
Wij streven naar een ontwikkelingsperspectief afgestemd op de individuele behoeften van de leerling.
Wij streven er naar dat onze leerlingen zich veilig en op hun plaats voelen binnen onze school.
Naast deze uitgangspunten hanteren wij ook een aantal voorwaarden voor de opvang van zorgleerlingen. Om de leerlingen zo effectief mogelijk op onze school te begeleiden moet er aan de volgende voorwaarden voldaan worden:
Goede organisatie binnen de school en een goede, flexibele begeleidingsstructuur.
Voldoende deskundigheid binnen het team. Binnen de nascholing houden we rekening met de aanwezige deskundigheid en de behoefte aan nieuwe en/of extra kennis.
Er moeten voldoende uren beschikbaar zijn om de leerling goed te kunnen begeleiden.
Een goede samenwerking en communicatie met de ouders van de leerlingen.
Ondersteuning door specialisten binnen de school ( IB-er, taalcoördinator, rekencoördinator en gedragsspecialist)
De schoolpopulatie schooljaar 2016- 2017
Groepen 1 2 3 4
Totaal aantal leerlingen 1-9-2016 17 25 29 25
1. Leerlingen met een onderwijsvraag, geen noemenswaardige problemen.
2. Leerlingen met een speciale onderwijsvraag
Leerlingen met spraak/taalproblemen 1 1
Leerlingen met logopedie ondersteuning 2 3 3
Leerlingen met gedragsproblemen 4 3 4 2
Leerlingen met dyslexie en/ of ernstige leesproblemen
Leerlingen met rekenproblemen 1
Leerlingen met werkhoudingproblemen
Leerlingen met een allergie 2 1
2a. Leerlingen met een speciale onderwijsvraag ( arrangement)
Leerlingen met spraak/taalproblemen.
Leerlingen met leerproblemen ( taal/lees en rekenproblemen) 1 1
Leerlingen met werkhoudingproblemen.
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 5
Leerlingen met gedragsproblemen. 1
Leerlingen met thuisproblemen. 2 2
Groepen 5 6 7 8
Totaal aantal leerlingen 1-9 -2016 30 27 27 25
1. Leerlingen met een onderwijsvraag, geen noemenswaardige problemen.
2. Leerlingen met een speciale onderwijsvraag, ze zijn extern gediagnosticeerd
Leerlingen met spraak/taalproblemen 2
Leerlingen met logopedie ondersteuning 1
Leerlingen met gedragsproblemen 1 6 5 5
Leerlingen met dyslexie en/ of ernstige leesproblemen 2 4 6 4
Leerlingen met rekenproblemen 2 2 2
Leerlingen met werkhoudingproblemen 5 11 8
Leerlingen met een allergie 1 1 2
Subtotaal
2a. Leerlingen met een arrangement binnen school
Leerlingen met spraak/taalproblemen. Dyslexiebehandeling 1 2 1 1
Leerlingen met leerproblemen
Leerlingen met werkhoudingproblemen.
Leerlingen met gedragsproblemen. 1 4 1
4. Leerlingen met een SO – indicatie.
Leerlingen voor cluster 2.spraak/ taal 1
Leerlingen (langdurig ziekte)
Leerlingen ( gedragsproblemen) 1 1 1
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 6
Hoofdstuk 2: Signalering
2.1 Inleiding Signalering is de rol van preventie in het aanbieden van zorg. De belangrijkste persoon voor het signaleren van problemen bij leerlingen is de groepsleerkracht. Deze zal zijn signalerende taak op verschillende manieren realiseren:
- Spontane observaties: Een leerkracht ziet soms al heel snel wanneer leerlingen op één of andere manier opvallen en /of ze problemen hebben op een bepaald gebied. Van deze leerlingen wordt melding gemaakt in de groepsbespreking. De groepsleerkracht houdt deze leerlingen extra in het oog. Het plan van aanpak wordt in het groepsplan beschreven.
- Systematische observatie: In de onderbouwgroepen zijn observatielijsten, die twee keer per jaar een nauwkeurig beeld geven van de ontwikkeling van een kind. Leerlingen, die op
ontwikkelingsgebieden achterblijven, worden besproken met de IB-er en de signalen worden in het groepsplan beschreven.
- De afname van de toetsen: het kan hierbij om verschillende soorten toetsen gaan; methode gebonden toetsen en niet-methode gebonden toetsen. De resultaten van zowel de toetsen, het dagelijks werk en de observaties bepalen de onderwijsbehoeften van het kind.
2.2 De signaleringsmiddelen
2.2.1 Signalering in de groepen
Zoals hierboven beschreven bestaat de signalering uit spontane observaties, systematische observaties en toetsen. Welke signaleringsmiddelen gebruikt worden verschilt per groep. Groep 1/2 In de groepen 1 en 2 wordt om de ontwikkeling van alle leerlingen goed te volgen de observatielijst van Schatkist gebruikt Dit gebeurt 2 keer per jaar in de maand november en in mei voor groep 1 en 2. Dit is van belang om tijdig achterstanden te signaleren en om het onderwijsaanbod af te kunnen stemmen op de behoefte van het kind. In november worden door de leerkrachten bij alle groep 2 leerlingen toetsen “Beginnende geletterdheid afgenomen. In januari en juni worden de Cito-toetsten rekenen voor Kleuters en taal voor kleuters afgenomen bij alle leerlingen van groep 1 en 2. De leerlingen van groep 1, die korter dan 3 maanden op school zijn, nemen niet deel aan deze afname. Het zijn genormeerde toetsen, waarmee bekeken wordt welke cognitieve vaardigheden een kind al eigen is. Tijdens het tweede leerjaar worden de leerlingen van groep 2 , die in de periode september tot januari jarig zijn nauwlettend gevolgd om te verantwoorden, dat de leerlingen toe zijn aan de overstap naar groep 3. Bij twijfel is er in groep 2 iedere 8 weken overleg met ouders omtrent de voortgang van hun kind.
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 7
juni afname E1
Na 4 maanden
onderwijs
Kinderen die instromen in de periode okt t/m dec
kinderen geboren voor 1 oktober
januari afname M1
Invullen formulier overgang naar groep 2
Negatieve beslissing = kleuterverlenging
Positieve beslissing= overgang groep 2
Januari M2
Juni E2
Januari M1
Juni E1
Januari M2
Juni E2
Negatieve beslissing = kleuterverlenging
Invullen formulier overgang naar groep 3
Positieve beslissing = overgang groep 3
Overgang naar
groep 3
Kinderen die instromen na 1 januari
Na 4 maanden
onderwijs
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 8
Kleutergroepverlenging De inspectie spreekt bij kleuters niet over doubleren, maar over verlengen. Voor alle leerlingen wordt beargumenteerd en beredeneerd een advies opgesteld over verlenging, voortgang of versnellen. Groep 3 In groep 3 beginnen we met het aanvankelijk lezen, hiervoor gebruiken wij de methode „Veilig Leren Lezen‟ . Veilig Leren Lezen heeft een eigen signalering met als voornaamste toets momenten de herfst, winter, lente- en zomersignalering. De registratie hiervan wordt in een apart computerprogramma van Veilig Leren Lezen vastgelegd. De Cito-toetsen AVI en DMT worden in februari en juni groep 3 afgenomen. Rekenen wordt elke vier weken volgens het programma van de methode Wereld in Getallen getoetst (methode -gebonden toets). De toets resultaten met analyse worden in een groepsplan WIG verwerkt. Verder worden er volgens het schema van de signaleringskalender de Citotoetsen afgenomen zoals weergegeven in het schema bij gr 4 t/m 8: Groep 4 t/m 8 Voor technisch lezen wordt de Cito toets AVI en DMT bij de groepen 4-8 afgenomen. Naast deze toetsen wordt gewerkt volgens het dyslexieprotocol en bij opvallende leerlingen in groep 4 en 5 het Cito Screeningsinstrument afgenomen. In groep 4 en 5 worden gedurende het schooljaar ook de toetsen Vloeiend en Vlot afgenomen als tussenmeting. Rekenen (Wereld in getallen), taal (STAAL), begrijpend lezen (Nieuwsbegrip ) en spelling (STAAL) worden volgens het programma van de in de groep gebruikte methode getoetst (methode gebonden toetsen). Voor de zaakvakken worden de toetsen volgens de methodes afgenomen en beoordeeld volgens de normering van de methode. Verder worden er volgens het schema van de zorgkalender de Citotoetsen afgenomen zoals weergegeven in het schema bij gr 4 t/m 8 Sociaal- emotionele ontwikkeling Twee keer per jaar wordt voor alle leerlingen het signaleringsinstrument ZIEN ingezet. De ontwikkeling van het kind wordt dan beschreven in Parnassys. Overgang PO naar VO De Werkschuit vindt het belangrijk dat de leerlingen van groep 8 op het juiste niveau én op de juiste school in het voortgezet onderwijs worden geplaatst. De volgende procedure wordt hierbij gevolgd:
We maken gebruik van het leerlingvolgsysteem van Cito om de cognitieve resultaten van de leerlingen te meten.
In begin groep 8 wordt de NIO afgenomen. De NIO meet de intelligentie van het kind.
Bij de leerlingen, die een achterstand op de leergebieden hebben wordt in oktober (groep 8) de drempeltoets afgenomen.
Alle leerlingen van groep 8 doen mee met de Eindtoets Cito of eindniveautoets Cito.
Aan de hand van de vragenlijsten wordt de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen getoetst. Ook deze gegevens wegen mee met het uiteindelijke schooladvies.
In november vinden de voorlopig adviesgesprekken plaats met de ouders en de leerling. Hierbij gebruiken we het formulier adviesgesprekken.
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 9
De ouders geven de schoolkeuze door middels een machtigingsformulier.
De leerkrachten van groep 8 zetten alle informatie over de schoolkeuze en het onderwijskundig rapport in onderwijstransparant.
Tussen 15 maart en 15 april is er een ‘warme overdracht’ met de scholen uit de omgeving.(Revius, Schoonoord, SGM).
In mei ( na de uitslag van CITO Eindtoets) krijgen de ouders bericht van de plaatsing in het voortgezet onderwijs. We volgen onze leerlingen gedurende hun VO periode met de volgende middelen:
Overzichten van de rapporten, die de VO scholen toesturen
PO-VO avonden, waarbij de leerkracht van groep 8 spreekt met de mentoren van de leerlingen.
Bij bijzonderheden is er telefonisch contact.
2.2.2 Cito-toetsen
sept okt nov dec jan febr mrt apr mei Jun i
Rekenen voor kleuters
M1 M2
E1 E2
Taal voor kleuters
M1 M2
E1 E2
TBG
2 2
AVI
M4-M8 M3 E3-E8
Vloeiend en Vlot 4 -5 4-5
DMT
M4-M8 M3 E3-E7
Rekenen en Wiskunde
M3-M8 E3-E7
Begrijpend lezen
M4-M8 E3 – E4
Woordenschat
M3-M8 E3-E7
Spelling niet - werkwoorden
M3-M8 E3-E7
Spelling werkwoorden
M7-M8 E7
Studievaardigheden
E6-E7
Engels
M8 E6-E7
Eindtoets
8
Drempelonderzoek 8
NIO 8
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 10
2.2.3 Bijzondere diagnostiek
Naast de afname van methodegebonden toetsen en de Cito-toetsen kan er behoefte zijn aan extra informatie. Dan kan er gekozen worden voor een andere, bijzondere diagnostiek, die aansluit bij de ontwikkeling van het kind. Hieronder worden de mogelijkheden beschreven. Nieuwe leerlingen Indien van de vorige school onvoldoende gegevens zijn ontvangen om de beginsituatie van een nieuwe leerling vast te stellen, nemen we contact op met die school. Als die school de benodigde gegevens niet kan leveren, kan er voor gekozen worden om eigen toetsen af te nemen. LWOO Leerlingen kunnen na acht jaar onderwijs overstappen naar het Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO). Voor toelating moet een extra onderzoek gedaan worden. Voor deze screening wordt de drempeltoets van 8 Onderwijsadvisering Ridderkerk gebruikt. Het drempelonderzoek wordt bij leerlingen van groep 8 in november met voorlopig advies VMVO BB/ KB ( LWOO) afgenomen Toetsen Speciale leerlingen: Voor leerlingen, die een eigen leerlijn ( OPP) hebben, zijn er toetsen Speciale Leerlingen voor Rekenen en Spelling ( Cito) of de middentoetsen Cito M/E . Deze toetsen worden gelijktijdig met de toetsen zoals in de toetskalender vermeld, afgenomen.
2.3 Signaleringskalender Elk jaar wordt er een zorgkalender voor alle groepen samengesteld. De zorgkalender is bedoeld voor de leerkracht. Hierin staat een overzicht van alle af te nemen Cito- toetsen, planning van de groepsbesprekingen en de momenten, waarop de gegevens bekend moeten zijn bij het zorgteam. De volgende punten worden in de zorgkalender opgenomen:
3x een groepsbespreking met de IB-er: deze besprekingen worden verdeeld over het jaar en zoveel mogelijk gekoppeld aan het groepsoverzicht/groepsplan. Een keer per vindt voorafgaand een observatie in de groep plaats
de week waarin Citotoetsen afgenomen worden
de rapportenavonden/ oudergesprekken
2.4 Overlegvormen in de zorg
2.4.1 Overlegvormen Intern
Signaleringsbespreking met intern begeleider Drie keer per schooljaar bespreekt de leerkracht de leerlingen van zijn/haar groep door met de interne begeleider. Tijdens de bespreking worden alle leerlingen besproken naar aanleiding van het groepsplan. Tijdens de besprekingen komen verschillende onderwerpen aan bod zoals pedagogische aanpak, didactisch niveau, signalen uit de groep, groepsplannen, organisatie en zorgleerlingen. De IB-er maakt verslag en een week na de goedkeuring van het verslag moeten de afspraken door de groepsleerkracht verwerkt zijn. Bespreking van tussentijdse problemen. Collega’s kunnen tussendoor een beroep doen op de IB-er voor kort overleg.
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 11
Klassenconsultaties Een keer per jaar vindt met iedere leerkracht een klassenconsultatie plaats door de intern begeleider. Deze consultaties worden voorafgaande aan de groepsbespreking gehouden. De leerkracht kan aan de IB-er een kijkvraag meegeven. De kijkwijzer IB wordt daarbij gebruikt. Overleg zorgteam: Wekelijks komen de interne begeleider, directeur en adjunct directeur bijeen. Tijdens deze bijeenkomsten wordt er gesproken over lopende zaken, zowel wat betreft leerlingen als school organisatorische zaken rondom zorg. Twee keer per schooljaar wordt de bespreking gewijd aan het gedrag, waarbij de gedragsspecialist aanwezig is. Oudergesprekken op aanvraag van ouders en/of leerkracht Leerkrachten en/of ouders kunnen een gesprek aanvragen bij de interne begeleider of directeur. De leerkracht schrijft een verslag in Parnassys. Oudergesprekken met de leerkracht als er zwaarwegende beslissingen genomen moeten worden. Wanneer er zwaarwegende beslissingen moeten worden genomen neemt de interne begeleider deel aan het gesprek tussen de leerkracht en de ouders/ verzorgers. Hierbij kan gedacht worden aan een doublure, verwijzing naar een andere school, verwijzing naar hulp buiten de school, onderzoek, ingreep in het aanbod van de reguliere leerstof, overplaatsing naar een andere groep, enz. De leerkracht informeert de interne begeleider wanneer het gesprek zal plaatsvinden. De IB-er beschrijft in ieder geval de afspraken en aandachtspunten die in het gesprek besproken zijn in Parnassys Aanwezigheid bij een rapportgesprek. De leerkracht kan de IB-er om uiteenlopende redenen vragen aanwezig te zijn bij een rapportbespreking met de ouders. De leerkracht maakt de verslagen van deze gesprekken in Parnassys.
2.4.2 Overlegvormen Extern
Nabespreking onderzoek begeleidingsdiensten. Als CED/ E-vizier een leerling onderzocht heeft, volgt er een bespreking over de resultaten van het onderzoek met de leerkracht en de IB-er. Daarna volgt een adviesgesprek waarbij de ouders ook aanwezig zijn. De orthopedagoog CED/ E- vizier maakt een verslag met de resultaten, conclusies en adviezen. Dit verslag wordt aan de school en de ouders toegezonden. Bij de tussenevaluatie met de behandelaar is de groepsleerkracht aanwezig. Bij de eindevaluatie is de IB-er aanwezig het proces betreffende de voortgang in de groep aan te kunnen sturen. Collegiale ondersteuning (op aanvraag) vanuit het Schoolondersteuningsteam ( SOT) Om te voorkomen dat leerlingen naar het Speciaal basisonderwijs verwezen moeten worden, biedt het SWVondersteuning binnen school. De consultatie zal na goedkeuring van het groeidocument door ouders ingezet worden. De schoolondersteuner voorziet de leerkracht van adviezen. Deze adviezen worden in een gesprek met ouders, groepsleerkracht en interne begeleider besproken. De schoolondersteuner verzorgt de verslaggeving naar de school. Ouders ontvangen dit verslag rechtstreeks vanuit het SOT. Begeleiding specifieke zorgleerlingen. De stichting Openbaar Onderwijs Wijk bij Duurstede financiert de ondersteuning op school door het SOT of arrangement.
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 12
Hoofdstuk 3: Wat volgt er na signalering ?
3.1.Inleiding Wanneer een leerling op enigerlei wijze belemmeringen in het ontwikkelingsproces ondervindt, is de groepsleerkracht als eerste verantwoordelijk om deze belemmeringen uit de weg te nemen. Ook gaat de zorg uit naar leerlingen die meer leerstof aan kunnen, dan regulier in de groep aan bod komt. In veel gevallen is het mogelijk met extra begeleiding binnen de groep op tijd bij te sturen. De leerling kan het onderwijsproces weer verder volgen. Maar in andere gevallen zal dit niet genoeg zijn en is er extra hulp nodig. De extra begeleiding, die zorgleerlingen nodig hebben, kan op verschillende momenten binnen de school naar voren komen: - De problemen zijn al aanwezig op het moment dat een leerling op school komt( b.v. motorisch/ spraak/ taal problemen). - De leerkracht loopt tijdens het werken in de groep tegen de leer- en/of gedrags- problemen aan. Dit kan naar aanleiding zijn van observaties en/of leerresultaten. - Ouders komen op school met hun zorgen over de ontwikkeling van hun kind op school. Hierop volgt overleg met de leerkracht en IB-er. Op De Werkschuit worden in een stappenplan vijf niveaus van zorg onderscheiden: Stap 1: Algemene zorg in de groep Stap 2: Extra zorg in de groep Stap 3: Speciale zorg na intern onderzoek Stap 4: Speciale zorg na extern onderzoek Stap 5: De zorg in de speciale school voor basisonderwijs De vijf niveaus zullen in de volgende hoofdstukken uitgebreid beschreven worden.
3.2 Stap 1: Algemene zorg in de groep De leerlingen in dit niveau ontvangen de alledaagse hulp in de groepen 1 t/m 8. In dit zorgniveau gaat het om goed onderwijs voor alle leerlingen. Het onderwijs is gericht op de onderwijsbehoeften van alle leerlingen. Wij hebben op De Werkschuit gekozen voor het directe instructiemodel. De instructietafel en coöperatief leren zijn hulpmiddelen. De groepsleerkracht neemt zelf beslissingen over de algemene zorg en beschrijft dit in het groepsplan. Wanneer er wordt afgeweken van het leerstofaanbod gebeurt dit in samenspraak met het zorgteam.
3.3.Stap 2: Extra zorg in de groep Het gaat hier om de extra zorg en tijd, die aan een specifiek kind wordt gegeven door de leerkracht van de groep. Het kan gaan om individuele hulp bij een of meer vakken, om begeleiding van gedrag, de motoriek of een combinatie hiervan. Ook leerlingen die hoog presteren krijgen hierbij de aandacht. In principe betreft het kortdurende zorg. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het groepsplan. De groepsleerkracht zoekt in samenwerking met de interne begeleider naar mogelijkheden om de lichte achterstanden/problemen van deze leerlingen weg te werken/nemen of voor verdieping/verrijking te zorgen. De zorg wordt beschreven in het groepsplan ( Speciale leerlingen) De ouders worden op de hoogte gesteld van deze extra ondersteuning Op welk moment wordt een individueel plan opgesteld: - Als verlengde instructie niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd. - Als extra diagnostisch onderzoek is gedaan. ( SOT traject) - Als het doel op leerling-niveau onder het groepsniveau ligt.
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 13
3.4. Stap 3: Speciale zorg na onderzoek Na extern onderzoek wordt een individueel plan of OPP geschreven: - Indien een achterstand heeft van meer dan een leerjaar. - Indien er adviezen voor gedrag na extern onderzoek zijn opgesteld. - Indien vanuit externe organisatie begeleiding plaatsvindt. - Indien het kind een arrangement heeft.
Doublure / Versnellen
Doelstelling van het protocol doubleren/ overgaan: Het bevorderen van het beheersen van de leergebieden van het betreffende leerjaar en/of het welbevinden van het kind op lichamelijk en sociaal/emotioneel gebied. Uitgangspunten: Ieder kind is uniek en het is lastig om een algemene regel voor zittenblijven of overgaan te hanteren. Wel zijn er richtinggevende uitgangspunten.
1. Is het kind matig in één vak dan kan rustig de school doorlopen worden (eventueel met een eigen programma voor dit leergebied). Is een kind matig in twee vakken, bijvoorbeeld taal en rekenen, dan wordt het moeilijker.
2. Blijven zitten in groep 3,4 en 5 biedt meer mogelijkheden dan zittenblijven in een hogere groep.
3. Als een kind in groep 1 of 2 is blijven zitten, zijn er verder in de schoolloopbaan niet veel mogelijkheden meer om te blijven zitten.
4. Zwakke lezers (dyslexie) hebben vaak grote problemen met zaakvakken. Met name in groep 3 en 4 moet lezen een groot aandachtspunt zijn. Zittenblijven bij dyslexie wordt vermeden.
5. Het welzijn van een leerling blijft in elke situatie een belangrijk aandachtspunt. Procedure: Er wordt met de intern begeleider overleg gevoerd over de prestaties en daaraan gekoppeld het blijven zitten of het overgaan. Hierbij worden de volgende gegevens gebruikt:
Resultaten methode gebonden toetsen
Resultaten Cito leerlingvolgsysteem
Gegevens observaties
Gegevens sociogram
Sociaal-emotionele factoren
Gegevens thuissituatie
Gegevens motivatie en werkhouding
Medische gegevens
Groepsfactoren Bij een leerlingbespreking kunnen meerdere mensen uitgenodigd worden afhankelijk van de vraagstelling. Als er sprake is van matige of slechte prestaties, worden de ouders op tijd ingelicht en wordt er met hen gesproken over het zittenblijven of het overgaan. Kinderen blijven in principe maar één keer zitten in de basisschoolperiode. De school beslist uiteindelijk. Overdracht Aan het einde van het schooljaar vindt overdracht plaats tussen de leerkracht van de lagere groep en de leerkracht van de volgende groep om de leerlingen door te spreken. Een extra aandachtspunt bij
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 14
deze bespreking zijn de zorgleerlingen en de kinderen die moet moeite overgaan. Er wordt gebruik gemaakt van een overdrachtsformulier. (Het formulier Kenmerken Leerlingen en CITO E juni) Communicatie met ouders van zorgleerlingen. Iedere 8 weken wordt er een gesprek met ouders en de groepsleerkracht gepland, waarbij het plan van aanpak wordt besproken. De groepsleerkracht beschrijft de doelen in het plan. November Een eerste signaal wordt gemeld aan zowel de intern begeleider als aan de ouders. De ouders worden uitgenodigd voor een gesprek. Aan de ouders wordt aangegeven wat het probleem is en wat de groepsleerkracht er aan gaat doen. Ook wordt vermeld dat zittenblijven eventueel tot de mogelijkheden behoort. De leerkracht maakt van dit gesprek een verslag en laat deze door de ouders ondertekenen. Maart Tijdens de spreekavonden wordt aan de ouders gemeld hoe het gaat met de vorderingen van hun Kind ( Cito M en methode gebonden toetsen en voortgang vanaf november). Wat heeft de begeleiding opgeleverd. Ook hiervan komt een door de ouders getekend verslag. Mei Als de problemen/ achterstanden niet voldoende zijn opgelost, wordt aan de ouders aangegeven dat een jaar zittenblijven nu definitief is.
Plusgroep/ Spaans
Doel: Aansluiten bij de onderwijsbehoeften van de begaafde leerling. Aanbieden van verrijkend en verdiepend materiaal in een digitale leeromgeving.(ACADIN) De volgende criteria worden gehandhaafd voor het plaatsen van een leerling in de plusgroep op school:
Drie periodes I, I+ van het Cito leerlingvolgsysteem voor de vakken Technisch lezen DMT, Begrijpend lezen, Spelling, Woordenschat.
De resultaten van rekenen worden ook bekeken.
Voor de dyslectische kinderen wordt de taalontwikkeling anders genormeerd.
Werkhouding en motivatie moeten voldoende tot goed zijn
Bij onderpresteerders kan het juist een aanleiding zijn tot deelname, echter de motivatie moet aanwezig zijn.
Altijd overleg met leerkracht (eventueel leerkracht vorige groep) en interne begeleider.
Zelfstandigheid. De leerlingen kunnen zelfstandig werken. Na de instructie van de plusgroep begeleider gaan zij in hun groep zelfstandig ( 1 uur per week) met hun taken aan het werk.
De evaluatie vindt plaats met de begeleider en de leerling.
De leerkracht communiceert naar de ouders.
Bij terugval in scores van het Citoleerlingvolgsysteem( éénmalig of herhaald) is er overleg met de leerkracht en de intern begeleider of het zinvol is of de leerling in de plusgroep blijft.
Bij terugval van motivatie kan een plaatsing teruggedraaid worden.
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 15
3.5. Stap 4: Speciale zorg na extern onderzoek Indien intern onderzoek vragen oproept, die niet door de eigen schoolorganisatie beantwoord kunnen worden, dan wordt de hulp van externe instanties ingeroepen bij het diagnosticeren. Op basis van een nauwkeurig omschreven vraag wordt onderzoek gedaan door het SWV, waarbij getracht wordt zo concreet mogelijk antwoord te geven op de onderzoeksvraag in de vorm van hulpverlenings- en /of begeleidingsvoorstellen. De ouders moeten toestemming geven voor het aanvragen van een onderzoek. Het groeidocument wordt in overleg met ouders opgesteld. Via samenwerking met het SWV ZOUT kan externe expertise in de school worden gehaald. De begeleiding bestaat uit zes contactmomenten.
Overig extern onderzoek
Als de problematiek op school aanleiding geeft, kan de leerkracht na overleg met de IB-er de ouders verzoeken om andere externe instanties te raadplegen. Hierbij kan gedacht worden aan logopedie, huisarts, GGD, kinderfysiotherapie, orthopedagogen/ psychologen en kinderarts. De kosten voor het raadplegen van deze externe instanties zullen altijd voor de ouders zijn. Ouders kunnen ook op eigen initiatief externe instanties benaderen. Als daaruit voortkomt, dat de leerling daarvoor onder schooltijd afwezig zal zijn, zal de directie daarvoor toestemming moeten geven. Indien mogelijk wordt vanuit Loket Wijk de begeleiding gefinancierd.
4.2 Handhaving zorgleerlingen
Er kan besloten worden, ondanks de aangetoonde achterstanden of problemen, het kind op school te houden. Dit kan alleen als de school voldoende mogelijkheden ziet om een optimale ontwikkeling bij het kind te realiseren. Daarbij staat voorop dat het welbevinden van de leerling over een langere periode goed moet zijn (gaat graag naar school, veilig, gemotiveerd, enz). De veiligheid van de schoolomgeving is de voorwaarde om de leerling op onze school te behouden. Er is sprake van overplaatsing als uit intern en extern onderzoek blijkt dat de ontwikkeling en /of gedrag van het kind niet bij de ontwikkeling van zijn leeftijdsgenoten past. Als tweede uitdrukkelijke voorwaarde geldt, dat de ouders instemmen met de gevolgde handelwijze. Voor deze leerlingen zal vanaf groep 6 een ontwikkelingsperspectief ( OPP) worden opgesteld. Dit zal regelmatig, in ieder geval jaarlijks met de ouders geëvalueerd worden.
4.3 Leerlingen met speciale onderwijs behoeften
Sinds 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht. Deze wetgeving heeft als doelstelling: leerlingen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking een plaats bieden binnen het reguliere onderwijs. Dit houdt in dat ouders hun kind kunnen aanmelden bij een reguliere basisschool. De reguliere basisschool heeft na aanmelding van de leerling zorgplicht. Dit houdt in dat de basisschool verantwoordelijk is voor een passende onderwijsplek voor de leerling.
3.6. Stap 5: De zorg in de speciale school voor basisonderwijs Wanneer de school aangeeft, dat de leerling in zorgniveau 4 niet verder kan worden begeleid zal worden bekeken of overplaatsing naar een School voor speciaal basisonderwijs mogelijk is. Die scholen hebben kleinere groepen. Ze beschikken in verhouding over meer deskundigen om leerlingen met leerproblemen, gedragsproblemen of stoornissen in hun ontwikkeling te helpen.
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 16
Daarvan kan sprake zijn als we onderstaande aspecten signaleren: - het kind voelt zich langere tijd ongelukkig bij ons op school - het kind is de aansluiting met zijn medeleerlingen, de leerstof en de leerkracht kwijt. - wanneer het kind de sfeer, het ritme en de regelmaat binnen de school dusdanig verstoort dat andere leerlingen hier door langere tijd in hun ontwikkeling belemmerd worden. - wanneer de leerstofontwikkeling dusdanig achter blijft, dat er onevenredige inspanning verricht moet worden om een kind verder te doen ontwikkelen. - wanneer het team in zijn geheel geen mogelijkheid ziet een doorgaande lijn te creëren. - wanneer we binnen de school meer zorgleerlingen krijgen dan de draagkracht en de competentie van De Werkschuit aankan . Voor een aanmelding op het SBO moet na een half jaar intensieve begeleiding vanuit SWV ZOUT een beschikking om tot plaatsing op een school voor S(B)O worden gegeven ( TLA/TLV). Aanmelding gaat altijd in overleg met de ouders. Het onderwijskundig rapport moet aantonen, dat de hulp, die voor dit kind nodig is niet op onze school gegeven kan worden. De school moet verantwoorden welke acties reeds ondernomen zijn middels handelingsplannen. Het onderwijskundig rapport wordt opgesteld door de leerkracht in samenwerking met IB en directie. Meestal is ook een verslag van een uitgebreid psychologisch onderzoek noodzakelijk.
Hoofdstuk 4 Handelingsgericht werken. Onze school is vanaf 2010 gestart met handelingsgericht werken “Afstemming”. Daarbij was de aandacht gericht op het implementeren van handelingsgericht werken op onze school. Het project is in 2012 afgesloten . Er wordt momenteel gewerkt volgens de 7 uitgangspunten van Handelingsgericht werken. Handelingsgericht werken is een visie, waarbij het denken en werken vanuit de onderwijsbehoeften van de leerling centraal staan. Het gaat erom om een onderwijsleersituatie zo optimaal mogelijk hier op af te stemmen. De interactie tussen leerkracht en leerling is hierbij belangrijk, zodat wordt gezocht naar de wensen en mogelijkheden van alle betrokkenen. De zeven uitgangspunten van handelingsgericht werken zijn:
1. de onderwijsbehoeften van de leerling staat centraal 2. het gaat om afstemming en wisselwerking ( leerkracht, groep, ouders en school) 3. De leerkracht doet er toe. 4. Positieve aspecten zijn van groot belang. 5. We werken constructief samen. 6. Ons handelen is doelgericht. 7. De werkwijze is systematisch en transparant.
4.1. OGW en HGW op groepsniveau
Op de scholen van het openbaar onderwijs in Wijk bij Duurstede wordt handelingsgericht gewerkt volgens de 1-zorgroute. Met de 1-zorgroute wordt op groeps-, school- en bovenschools niveau het onderwijs passend gemaakt aan de onderwijsbehoeften van alle leerlingen. De kern van de 1-zorgroute is de cyclus van handelingsgericht werken met groepsplannen. Hierin is proactief handelen het uitgangspunt. Wij passen dit toe bij de vakken rekenen, spelling, technisch lezen en begrijpend lezen. Voor de onderbouw gaat het om de vakgebieden taal en rekenen. De cyclus van handelingsgericht werken wordt tenminste twee keer per jaar door de leerkracht doorlopen en bij elke cyclus wordt er ten minste één keer bijgesteld op basis van
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 17
de methode gebonden toetsen. De op te stellen groepsplannen worden dan ook gezien als groeidocumenten. Bij het handelingsgericht werken worden de ouders en de leerling expliciet betrokken. Wij zien ouders als belangrijke partners. Samenwerking met ouders is gericht op de maximale ontplooiing van de leerling en het versterken van zijn/haar prestaties in brede zin. Ouders/verzorgers zijn de eerstverantwoordelijken voor de opvoeding van hun kind. De leerkracht is de onderwijsprofessional en eerstverantwoordelijk voor het bieden van goed onderwijs aan de leerlingen. Het is van wezenlijk belang dat ouders en school deze gescheiden verantwoordelijkheden (h)erkennen en tegelijkertijd continu met elkaar in dialoog blijven. Op die manier kunnen zij profiteren van elkaars kennis bij het zoeken naar de juiste ondersteuning en oplossingen. Het in continue dialoog vinden van oplossingen noemen we pedagogisch partnerschap. Het doorlopend betrekken van ouders bij het proces en hen in de juiste positie brengen, is een van de kerndoelstellingen van passend onderwijs. Gedurende de hele schoolloopbaan zijn ouders betrokken bij de processtappen en de vorderingen van hun kind. Zij nemen deel aan de beslissingen die hun kind aangaan. De cyclus handelingsgericht werken kent de volgende stappen: De groepskaart in Parnassys 1. verzamelen van gegevens; 2. signaleren van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften; 3. Notitie belemmerende en stimulerende factoren per leerling, Het groepsplan in Parnassys 1. Probleemomschrijving met het clusteren van leerlingen met gelijksoortige specifieke onderwijsbehoeften ( zorggroep, basisgroep, plusgroep en leerlingen met speciale onderwijsbehoeften) 2. Doelen per niveau formuleren met planmatige afstemming op het gebied van a. onderwijsaanbod b. onderwijstijd c. verwerking 3. uitvoeren van het groepsplan; 4. evaluatie van het uitgevoerde groepsplan met analyse op resultaatniveau en op procesniveau Voorafgaande aan elke cyclus voert de intern begeleider met de groepsleerkracht een groepsbespreking. Bij de groepsbesprekingen staat het handelen van de leerkracht centraal. Curatieve zorg De curatieve zorg volgt in aansluiting op het handelingsgericht werken. Nadat elk half jaar (in februari en juli) de analyses zijn gemaakt op leerling- groeps- en schoolniveau, wordt voor individuele leerlingen die een onverwachte score vertonen een aparte analyse gemaakt. Hierin wordt de aard en de eventuele oorzaak van de gesignaleerde achterstand en/of de stagnerende ontwikkeling geanalyseerd. Dit wordt in het groepsplan beschreven bij Speciale leerlingen of er wordt een individueel plan opgesteld.
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 18
4.2 Opbrengstgericht werken op schoolniveau
- Analyse leerling populatie Alle scholen maken jaarlijks een analyse van de eigen leerling populatie.
- Ambitieuze streefdoelen Alle scholen formuleren ambitieuze streefdoelen op schoolniveau, passend bij de Leerling populatie van de eigen school. De ambitieuze leerdoelen liggen ten minste op of boven de door de inspectie gehanteerde ondergrens.
- Toets rooster Alle scholen stellen een zorgkalender op, passend bij de leerling populatie van de eigen school. De zorgkalender bevat in ieder geval de Cito toetsen.
- Resultatenanalyse van de leeropbrengsten Twee keer per jaar wordt op schoolniveau een resultatenanalyse van de leeropbrengsten gemaakt, welke is gebaseerd op de (Cito-)toetsen uit het LOVS van de school. Na afname van de Eindtoets (groep 8) wordt een analyse van de eindresultaten gemaakt. De gemaakte analyses worden na afronding besproken door interne begeleiders met de directie. Aansluitend wordt de analyse besproken met het voltallige team en met de MR. De resultatenanalyse op basis van het LOVS 1. wordt in februari en in juli gemaakt en naar het team, de MR en het bestuur gestuurd; 2. wordt gemaakt op basis van vaardigheidsscores; 3. benoemt de streefscores (in verwachte vaardigheidsscores) zoals deze door de school zijn bepaald; 4. start, na een uitleg over de opzet van de analyse, met een algemene conclusie; 5. wordt gemaakt op basis van leerjaren (niet voor individuele groepen); 6. bevat per vakgebied a. een dwarsdoorsnede, die een beeld geeft van de resultaten die behaald zijn op een bepaalde toets; b. een trendanalyse leerlingen, die de resultaten toont die verschillende leerjaren door de jaren heen behaalden op een bepaalde toets; c. een trendanalyse leerjaren, die antwoord geeft op de vraag: hoe zijn de resultaten op een bepaalde leergebied van opeenvolgende schooljaren door verschillende groepen leerlingen; d. een toelichting; e. een conclusie. 7. De conclusies worden getrokken met betrekking tot de behaalde resultaten in vergelijking met a. de geformuleerde streefscores; b. de behaalde resultaten bij het vorig meetmoment; c. de inspectienormen.
- De resultatenanalyse van de Eindtoets ( groep 8) 1. wordt gemaakt zodra de resultaten bekend zijn en wordt naar het team, de MR en het bestuur gestuurd; 2. start, na een uitleg over de opzet van de analyse, met een algemene conclusie; 3. benoemt de behaalde totaalscore van de afgelopen 3 jaren in vergelijking met het landelijk gemiddelde en in vergelijking met ‘soortgelijke scholen’ (‘gecorrigeerd naar leerlinggewicht’); Handelingsgericht werken en Opbrengstgericht werken 4. benoemt de behaalde scores per deelgebied van de afgelopen 3 jaren in vergelijking met ‘soortgelijke scholen’ (‘gecorrigeerd naar leerlinggewicht’); 5. wordt vergezeld door de door Cito aangeleverde schoolrapporten (‘ongecorrigeerd’ en
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 19
‘gecorrigeerd naar leerlinggewicht’) 6. De conclusies worden getrokken met betrekking tot de behaalde resultaten in vergelijking met o de geformuleerde streefscores; o de behaalde resultaten bij het vorig meetmoment; o de inspectienormen.
4.3. Implementatie en trajectbewaking op onze scholen De directeur is verantwoordelijk voor een zorgvuldige en planmatige implementatie en borging van het handelingsgericht werken en het opbrengstgericht werken. De intern begeleider bespreekt met de leerkrachten de opgestelde onderwijsproces. Bovendien voert de intern begeleider bij elke cyclus per groep ten minste één lesobservatie uit, waarbij een volledige les wordt geobserveerd welke wordt gegeven op basis van het opgestelde groepsplan. De lesobservatie wordt afgesloten met een feedbackgesprek inclusief een schriftelijke verslaglegging hiervan. Het verslag wordt geparafeerd door zowel de intern begeleider als de groepsleerkracht. De directie voert per leerkracht ten minste één lesobservatie uit waarbij een volledige les wordt geobserveerd volgens het op schoolniveau vastgestelde instructiemodel. De lesobservatie wordt afgesloten met een feedbackgesprek inclusief een schriftelijke verslaglegging hiervan. Het verslag wordt voor akkoord ondertekend door zowel de directeur als de groepsleerkracht.
4.4. Ontwikkelingsperspectief (OPP)
In het ontwikkelingsperspectief brengt de school in beeld, op basis van relevante gegevens, wat ze met het kind wil bereiken. De school maakt daarmee inzichtelijk aan betrokkenen ( ouders/ inspectie), welke doelen ze op lange en korte termijn met de leerling nastreeft. Het ontwikkelingsperspectief wordt niet opgesteld om de leerling te volgen, maar om het onderwijsaanbod voor de leerling zodanig te plannen dat de leerling zich optimaal ontwikkelt. Het OPP is een planningsinstrument voor de leerkracht. School, ouders en de leerling krijgen scherper in beeld, waar de leerling naar toewerkt om succesvol te zijn in de uitstroombestemming. Met het OPP weten ouders tijdig wat een realistisch perspectief voor hun kind is,. De definitie van een onderwijsperspectief is: “De inschatting van de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling voor een bepaalde, langere periode.”
4.4.1. Voor welke leerlingen wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld?
Het gaat om leerlingen, die op een eigen leerlijn voor één of meerdere vakgebieden werken en die de einddoelen eind groep 6 niet behalen aan het einde van de basisschool. Ondanks de inspanningen is het niet gelukt om de leerling met een minimumprogramma bij de groep te houden. Het zijn leerlingen met:
- Begeleiding van SWV ZOUT - een verwachte uitstroom naar praktijkonderwijs of voortgezet speciaal onderwijs - cognitieve of sociaal-emotionele belemmeringen op één of meerdere vakgebieden
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 20
4.4.2. Hoe wordt het ontwikkelingsperspectief opgesteld?
Het format OPP bestaat uit drie onderdelen:
1. Het ontwikkeldeel 2. Het planningsdeel 3. Het evaluatiedeel.
Als de leerontwikkeling van het kind drie periodes onvoldoende is en er heeft naast het basisaanbod intensieve begeleiding in de groep plaatsgevonden, wordt in overleg met de intern begeleider overgegaan tot extra intensiveren door dispenseren. Dit houdt in, dat de leerling de leerlijn 1.0.voor een bepaald leergebied verlaat en een eigen leerlijn in de groep volgt. De intern begeleider en groepsleerkracht lichten de ouders in over het opstellen van een OPP om aanbod op maat te kunnen bieden. De data-invoer wordt door de IB-er ingevuld. De OPP beschrijving wordt na overleg met de IB-er over de factoren, die de ontwikkeling belemmeren en bevorderen, door de groepsleerkracht opgesteld. De didactische en pedagogische doelen worden voor een half jaar bepaald. De groepsleerkracht plaatst de doelen in het plan van de betreffende leerling en zal tussentijds de doelen aanpassen. De evaluatie zal ieder half jaar plaatsvinden door de groepsleerkracht. De groepsleerkracht zal in een leerlingbespreking aangeven welke doelen zijn behaald en welke nieuwe doelen voor het komende half jaar in de bijgesteld plan worden opgenomen. Een keer per jaar wordt het OPP met de ouders besproken.
Hoofdstuk 5: Plan Leerlingenzorg In dit hoofdstuk wordt een uitgebreide beschrijving van de taken en de inhoud gegeven. In het schooljaar 2013-2014 is de samenstelling van het zorgteam gewijzigd. Het zorgteam bestaat uit de directeur, adjunct directeur en de intern begeleider.
Zo nodig wordt toegevoegd: gedragsspecialist , taalspecialist en/ of bouwcoördinatoren. Coördineren en beheren Kerntaak: Coördineren en beheren: Opstellen en bewaken van procedures voor planmatig werken op het gebied van leerlingenzorg binnen de school
Jaarlijks overleg met de directie over de te hanteren procedures
Opstellen jaarplan leerlingenzorg en toetskalender
Plannen van groeps - en/ of leerlingen- besprekingen
Mei – juni
Juni
Mei - juni
Zorgteam IB Zorgteam
Kerntaak: Bewaken van procedures en afspraken die op school zijn gemaakt op het gebied van leerlingvolgsysteem en leerlingendossier
Zorg dragen door de uitvoering van de op
school afgesproken procedures Zorg dragen voor methodeonafhankelijke
signaleringsonderzoeken, die minimaal voldoen aan de kwaliteitscriteria van Inspectie
Zorg dragen voor diagnostisering van de
September Februari Juni NIO september Cito LVS Februari en juni Drempelonderzoek: November
IB IB Leerkracht + IB
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 21
door de school bepaalde norm van uitvallende leerlingen
Zorg dragen voor de PDCA cyclus rond handelingsplannen
Zorg dragen voor een goede informatie-uitwisseling met de ouders van de leerlingen
Bewaken van de privacy van betrokkenen
Leerkracht + IB Leerkracht + IB allen
Kerntaak:
Organiseren en leiden van groeps- en/of leerlingbesprekingen.
Bespreken van de resultaten van
signaleringsonderzoeken met de groepsleerkracht en vervolgafspraken maken
Bespreken van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften met groepsleerkrachten
Februari en juni Na aanvraag leerlingbespreking
IB groepsleerkracht
Kerntaak: Afstemming van de hulpverlening door externen
Organiseren van diagnostisch of psychologisch onderzoek door derden
Organiseren van adequaten hulpverlening door derden
Onderhouden van contacten met Eduniek, bureau Jeugdzorg, PCL, SO, SBO, WSNS, cjg e.a. ten behoeve van de leerlingenzorg op school
Leerkracht en IB Directeur IB
Kerntaak: Beheer van het leerlingvolgsysteem en de leerling dossiers
Zorg dragen voor de algemene gegevens van de leerlingen
Zorg dragen voor de aanwezigheid van de toetsgegevens van leerlingen
Zorgdragen voor de aanwezigheid van groepsplannen Zorgdragen voor de aanwezigheid van evaluatie- en
voortgangsverslagen Zorgdragen voor aanwezigheid van alle overige
relevante onderzoeksgegevens Zorgdragen voor volledigheid dossiers.
Leerkracht Leerkracht Leerkracht Leerkracht Leerkracht IB
Kerntaak In overleg met ouders en leerkracht verzorgen van volledige aanmelding bij de PCL
Zorgdragen voor actuele onderwijskundige rapportage Zorgdragen voor volledige aanvragen
IB IB
Kerntaak Beheer van de orthotheek
Inrichten van de orthotheek Actueel houden van de orthotheek
IB IB
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 22
Toegankelijk maken voor groepsleerkrachten IB
Begeleiden Kerntaak Informeren van startende en nieuwe collega’s over de procedures en afspraken van de school rond leerlingenzorg, toetsen en dossiervorming.
Informeren van nieuwe collega’s over de school specifieke werkwijze op het gebied van leerlingenzorg.
Verstrekken van alle benodigde instrumenten om hier uitvoering aan te geven.
Ondersteunen bij het uitvoeren van deze afspraken.
IB IB IB
Kerntaak Ondersteunen bij het afnemen van toetsen ten behoeve van het leerlingvolgsysteem
Zorgen dat het al het personeel op de hoogte is van de afspraken rond het afnemen van toetsen en het verstrekken van gegevens met betrekking tot het leerlingendossier.
IB
Kerntaak
Ondersteunen bij het verwerken en interpreteren van de toetsgegevens.
Leerkrachten ondersteunen bij het interpreteren van de
toetsgegevens en uitzetten van een koers met betrekking tot de groep en de individuele leerlingen, die extra zorg behoeven.
Adviseren van de directie op basis van interpretaties op
schoolniveau.
Zorgteam Zorgteam
Kerntaak Ondersteunen en adviseren bij het gebruik van speciale hulpmiddelen.
Uitbreiden en bijhouden van de orthotheek Aanschaf, beheer en onderhoud van de middelen in
de orthotheek Toegankelijk maken van de orthotheek
Kennis hebben van de inhoud en bedoelingen van de materialen en hier informatie over verstrekken aan de collega’s
Zorgteam Zorgteam Zorgteam Zorgteam
Kerntaak Ondersteunen en adviseren bij het opstellen van handelingsplannen
Bewaken of handelingsplannen worden gemaakt
conform de schoolspecifieke afspraken.
Bewaken van doelgerichtheid van
handelingsplannen (SMART)
Hulp geven bij het opstellen van
handelingsplannen
Evaluatie en voortgang bewaken.
IB IB IB
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 23
Kerntaak Samen met leerkrachten gesprekken voeren met ouders en hulpverleners
Als zorgdeskundige optreden bij de gesprekken
met ouders. Goede informatie verstrekken aan ouders Afspraken met ouders vastleggen in leerling-
dossier.
Afspraken bewaken.
IB Leerkracht en IB Leerkracht IB
Coachen Kerntaak Ondersteunen van leerkrachten bij knelpunten op het gebied van klassenmanagement, op het gebied van pedagogisch klimaat, op het gebied van didactisch handelen, bij het omgaan met leerlingen met problemen in het gedrag of de werkhouding, bij knelpunten met betrekking tot het uitvoeren van handelingsplannen, bij het voeren van gesprekken met ouders.
Uitvoeren van klassenconsultaties met behulp van vooraf afgesproken kijkwijzer, passend bij de werkwijze van de school.
Geven van feedback Voeren van intakegesprekken op basis van de
behoefte van de leerkracht. Voeren van coachingsgesprekken Vastleggen van afspraken Evalueren en bewaken van afspraken
Directie Directie Directie Directie Directie Directie
Kerntaak Initiatieven nemen om de kwaliteit van de leerlingenzorg op teamniveau te verbeteren
Adviesgesprekken met de directie Voorbereiding van teamactiviteiten, die dit doel
beogen.
Uitvoering van teamactiviteiten, die dit doel beogen.
Zorgteam Zorgteam Zorgteam
Kerntaak Kennis hebben en vaardig zijn in het voeren van de diverse gesprekken die horen bij coachen.
Basiscursus coaching en gesprekstechnieken
Video interactie Observatietechnieken en instrumenten
intervisie
Zorgteam Zorgteam Zorgteam Zorgteam
Innoveren Kerntaak Initiatief nemen tot verbetering of actualisering van de procedures met betrekking tot de leerlingenzorg
Voorstellen maken en draagvlak verwerven voor die
voorstellen.
Deze voorstellen implementeren in de schoolorganisatie
Zorgteam
Zorgteam
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 24
Kerntaak Initiatief nemen tot verbetering of actualisering van het leerlingvolgsysteem
Voorstellen maken en draagvlak verwerven voor die
voorstellen. Deze voorstellen implementeren in de schoolorganisatie.
Zorgteam Zorgteam
Kerntaak Zorgteam als kennis coördinator
Het initiatief nemen tot beleidsveranderingen met als doel
de verbetering van de zorg voor de leerlingen. Het organiseren van individuele en collectieve
leerprocessen (mede)verantwoordelijk zijn voor de kwaliteitszorgcyclus
van de school
Zorgteam
Hoofdstuk 6: Zorgdossier De leerling dossiers zijn op alfabetische volgorde per jaargroep geordend in de dossierkast.. De inhoud van deze mappen o Inschrijfformulier; o Onderwijskundig rapport van de vorige school (indien van toepassing); o Overdrachtslijst peuterspeelzaal (indien van toepassing). Zorgmap van de leerkracht
o Kopie van verslagen externe onderzoeken o Schaduwrapporten
In Parnassys houden de leerkrachten de volgende gegevens bij:
o Leerling gesprekken o Individuele plannen o Notitie belemmerende en stimulerende factoren o groepsplannen o Incidentenregistratie o Absentie o Formulieren schooladvies POVO o Oudercontacten
Het zorgteam heeft inzage in deze documenten. Over het gebruik van het leerlingdossier bij het zorgteam is een aantal afspraken: - Iedere leerkracht mag het leerlingdossier ( mappen) raadplegen, maar niet meenemen. De leerkracht maakt hiervoor een afspraak met de IB-er. - Verslagen mogen alleen worden gekopieerd met toestemming van de directie of IB-er. - Ouders hebben recht op inzage, alleen de directie geeft daarvoor toestemming. - Ouders krijgen kopie van alle verslagen na overleg met externe instanties.
Soort overleg Wie maakt het verslag Waar wordt het verslag opgeborgen
Groepsbespreking Intern begeleider Map parnassys
Leerlingbespreking De leerkracht, die het probleem inbrengt
in de individuele map bij het betreffende kind ( Parnassys)
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 25
Oudergesprekken op aanvraag van ouders en/of leerkracht
Leerkracht In de individuele map bij het betreffende kind ( Parnassys)
Oudergesprekken met leerkracht als er zwaarwegende beslissingen moeten worden genomen.
IB-er In de individuele map bij het betreffende kind ( Parnassys)
Nabespreking onderzoek
Onderzoeker Parnassys
SWV ZOUT IB-er Parnassys
Bijlage
ZORGKALENDER 2016-2017
maand week groepen
Aug 34 Groepsplannen in Parnassys
Grip op de groep
2 t/m 8
1 t/m 8
35 Vergadering STAAL 1-9 1 t/m 8
Sept. 36 Kennismakingsgesprekken : donderdag 3 september 2 t/m 8
37 Informatieavonden 1t/m 8
38 Toetsen V&V Estafette groep 4 en 5
Vergadering rekenen 20-9
4 en 5
1t/m8
39 NIO
Groepsbespreking 4 en 5
Kunst Centraal; Muziek 28-9
4 5
1/m 8
Okt. 40 Groepsbespreking groep 3 en 6
41 Groepsbespreking 7 en 8 3 6
42 Herfstvakantie
43 Observatielijst kleuters
Studiemiddag ZIEN
1,2
1 t/m 8
Nov 44 Letterkennis TBG
Observatielijst kleuters
2
1/ 2
45 Screening Dyslexie
Auditieve analysetoets TBG
Groepsbespreking 1 en 2 (n.a.v. observatielijst)
Vergadering Rekenen 10-11
4
2
1 / 2
1 t/m 8
46 Auditieve synthesetoets TBG
Vergadering STAAL
2
1 t/m 8
47 Zorgteam Gedrag
Rapport 1
1 t/m 8
Dec 48 Rapportgesprekken 1 t/m 8
49 Drempelonderzoek 8
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 26
Rapport 1
5 dec : Sint: middag vrij
50 Voorlopig schooladvies
Spreekavonden
8
51 Voorlopig schooladvies 8
52 Kerstvakantie
Jan 1 Kerstvakantie
2 Groepsbespreking groep 2 ( GOZ en plannen TBG en
observatie)
3 Cito Rekenen
Cito spelling
Taal voor kleuters
AVI en DMT
Sneltoets 4: Nieuwsbegrip
Studiedag: Nieuwe school 23-1
3 t/m 8
1 t/m 8
1 2
2 t/m 8
4 t/m 8
4 Cito Woordenschat
Cito Begrijpend lezen
Wintersignalering VLL
Cito Rekenen voor kleuters
3 t/ m 8
4 t/m 8
3
1 2
Febr 5 Cito Engels 8
6 Cito Studievaardigheden 8
7 Doublureplan/ kijkwijzer zittenblijven versnellen
Toets 2: Nieuwsbegrip
2 t/m 5
4 t/m 8
9 Voorjaarsvakantie
Mrt 10 Groepsplannen in Parnassys
Vergadering Resultaten CITO 7-3
11 Groepsbespreking 5 en 6
Voortgangsgesprekken over resultaten CITO M toetsen
5 6
1 t/m 8
12 Groepsbespreking 8 8
13 Pasen: maandag vrij
Rapportgesprekken Adviesgesprekken
April 14 Groepsbespreking groep 7 + observatie 7
15 Goede vrijdag vrij
16 AVI ( M toetsen extra) 3 t/m 8
17 Meivakantie
Mei 18 Meivakantie tot en met 5 mei
19
20 Observatielijst Schatkist (2)
21 Analyse/ synthese gr 2 ( zorg)
22 CITO Rekenen
Auditieve analyse en synthese TBG ( risicoleerlingen)
AVI en DMT
Groepsbespreking groep 1 – 2
3 t/m 7
2
3 t / m 7
1-2
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 27
juni 23 Cito spelling
Cito Studievaardigheden
Cito Engels
Cito taal voor kleuters
3 t / m 7
6 7
7
1 2
24 Cito woordenschat
Cito begrijpend lezen
Cito rekenen voor kleuters
3 t/m 7
4
1 en 2
25 Instapprogramma groep 3
Overdracht groepen
Rapport 2 mee
Studiemiddag 1718 : 23-6
2
1 t/m 8
26 rapportgesprekken 2 t/m 7
juli 27
28 Zomervakantie
Bijlage 2: Reken- en wiskunde onderwijs op OBS De Werkschuit
Op de Werkschuit werken we in groep 1 en 2 met de Rekenkast ( CED) en in groep 3 t/m 8 met de methode Wereld in Getallen (WIG). Deze methode voldoet aan de kerndoelen die door Ministerie van Onderwijs zijn vastgesteld. Daarnaast wordt er in groep 1-2 ook gewerkt met Gecijferd bewustzijn van het CPS en Schatkist. In de groepen 3 t/m 8 wordt naast de methode “Wereld in Getallen” gewerkt met de reken kist van Julie Menne ( Met Sprongen Vooruit). De activiteiten zijn voor alle groepen opgenomen in een jaarplan. Om de kwaliteit van ons rekenonderwijs te meten gebruiken we in alle groepen de CITO LVS toetsen voor Rekenen en Wiskunde. Daarnaast meten we vanaf groep 3 de tussentijdse vorderingen met de methode gebonden toetsen van de methode. In groep 1-2 worden d.m.v. observaties bijgehouden hoe de kinderen zich ontwikkelen op het gebied van tellen, getalbegrip en meten/meetkunde. Op de Werkschuit werken we met de lesstof van de methode. In alle groepen wordt handelingsgericht gewerkt. De leerkracht maakt voorafgaand aan de komende periode een groepsplan. Dagelijks wordt er vanaf groep 3 een rekenles aangeboden, in groep 1-2 wordt dit twee keer per week gedaan. De instructie wordt gegeven volgens het directe instructiemodel. Na elke methodetoets krijgen de leerlingen (afhankelijk van de resultaten) plus- of herhalende taken. De herhalingsopdrachten worden intensief door de leerkracht begeleid. Bij rekenproblemen wordt er volgens het reken- en wiskunde protocol gehandeld. Twee keer per jaar, in januari en juli maakt de Interne Begeleider een trendanalyse van de CITO scores Rekenen en Wiskunde. Aan de hand van deze analyse wordt gekeken hoe het rekenonderwijs zich op de Werkschuit ontwikkelt en passen we ons rekenonderwijs eventueel aan.
Groep 1-2:
Middelen
- CPS Werkmap: gecijferd bewustzijn
- Schatkist
- Rekenkast CED
- Ontwikkelingsmateriaal
Momenten in de tijd Wat moet er gebeuren? Hoe pakken we het aan?
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 28
Groep 1
1 Periode 1
(augustus tot januari)
Aanbod hele groep reken
ontwikkelingsaspecten
Groepsplan opstellen
Twee keer per week inzet
van activiteiten uit
Methodes en
ontwikkelingsmaterialen.
2 Oktober- november Observaties m.b.v.
observatielijst Schatkist
- Tellen
- Getalbegrip
- Meten/meetkunde
Groepsplan bijstellen
3 Meetmoment 1
(januari)
Nagaan van de effectiviteit
van de aangeboden reken
ontwikkelingsaspecten
CITO RvK M1
Toets resultaten
analyseren
1e groepsplan evalueren
en nieuw plan opstellen.
4 Interventieperiode 1
(Januari – juni)
Stimuleren reken
ontwikkelingsaspecten
gehele groep en n.a.v.
groepsplan
Twee keer per week inzet
van activiteiten
uitmethodes of
ontwikkelingsmaterialen
5 April- mei Observaties m.b.v.
observatielijst Schatkist
- Tellen
- Getalbegrip
- Meten/meetkunde
Groepsplan bijstellen
6 Meetmoment 2
(juni)
Nagaan effectiviteit
aangeboden reken
ontwikkelingsaspecten/
interventie
CITO RvK E1 Toets
resultaten analyseren
Bij onv. ontwikkeling IB-er
inschakelen. Groepsplan
evalueren en indeling
maken voor komend
schooljaar. Overdracht
groep 2.
Groep 2
1 Periode 1
(augustus tot januari)
Aanbod hele groep reken
ontwikkelingsaspecten +
extra aanbod n.a.v.
evaluatie groepsplan E1
Twee keer per week inzet
van activiteiten methode
en
ontwikkelingsmaterialen
2 Oktober- november Observaties m.b.v.
observatielijst Schatkist
- Tellen
- Getalbegrip
- Meten/meetkunde
Groepsplan bijstellen
3 Meetmoment 1
(januari)
Nagaan van de effectiviteit
van de aangeboden reken
ontwikkelingsaspecten
CITO RvK M2
Toets resultaten
analyseren
1e groepsplan evalueren
en nieuw groepsplan
opstellen.
4 Interventieperiode 1
(Januari – juni)
Stimuleren reken
ontwikkelingsaspecten
gehele groep + extra
aanbod n.a.v. groepsplan M2
Twee keer per week inzet
van activiteiten uit
methodes en
ontwikkelingsmaterialen
5 Maart-april Observaties m.b.v. Groepsplan bijstellen
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 29
observatielijst Schatkist
- Tellen
- Getalbegrip
- Meten/meetkunde
6 Meetmoment 2
(juni)
Nagaan effectiviteit
aangeboden reken
ontwikkelingsaspecten/
interventie
CITO RvK E2
Toets resultaten
analyseren
Bij onvoldoende
ontwikkeling IB-er
inschakelen. Groepsplan
evalueren en indeling
maken voor komend
schooljaar. Overdracht
groep 3.
Groep 3 t/m groep 8 :
Middelen
- Methode Wereld in getallen; groep 3 t/m 6: alle leerlingen maken ** en ***
opdrachten
- Software De Wereld in Getallen
- Rekenist Julie Menne “Met sprongen vooruit”
Momenten in de tijd Wat moet er gebeuren? Hoe pakken we het aan?
Groep 3 t/m 8
1 Periode 1
(augustus tot januari)
Doelgericht aanbod boek
A blok 1 t/m 4 methode
WIG voor de hele groep +
extra aanbod n.a.v.
evaluatie groepsplan
Methode gebonden toetsen
+ remediering uit de
methode. Kookboekje met
stappenplan m.b.t.
strategieën.
2 Meetmoment 1
(januari)
Nagaan effectiviteit
aanbod/ interventies
CITO Rekenen en Wiskunde
Resultaten analyseren.
Groepsplan evalueren en
nieuw plan opstellen.
Bij onvoldoende
ontwikkeling IB-er
inschakelen.
3 Interventieperiode 1
(Januari – juni)
Doelgericht aanbod boek
B blok 1 t/m 4 methode
WIG voor de hele groep +
extra aanbod n.a.v.
groepsplan
Methode gebonden toetsen
+ remediering uit de
methode. Kookboekje met
stappenplan m.b.t.
strategieën.
4 Meetmoment 2
(juni)
Nagaan effectiviteit
aangeboden reken
ontwikkelingsaspecten/
interventies
Cito rekenen en wiskunde
Resultaten analyseren.
Groepsplan evalueren
indeling maken voor
komend schooljaar. Bij
onvoldoende ontwikkeling
IB-er inschakelen.
Overdracht naar volgende
groep.
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 30
ERWD: Ernstige reken en wiskunde diagnostiek
Ernstige rekenwiskunde-problemen ontstaan wanneer het gedurende langere tijd niet lukt om de juiste afstemming te realiseren van het onderwijsaanbod op de onderwijsbehoeften van de leerling. Wij spreken van dyscalculie als ernstige rekenwiskunde-problemen ontstaan ondanks tijdig ingrijpen, deskundige begeleiding en zorgvuldige pogingen tot afstemming. De problemen blijken hardnekkig te zijn. De rekenwiskundige ontwikkeling van de leerling wordt waarschijnlijk belemmerd door kindfactoren. Omschrijving van de fasen in onderwijsbehoeften bij het leren rekenen
Fase groen: een normale rekenwiskundige ontwikkeling.
De onderwijsbehoeften zijn niet specifiek en worden beschreven in het groepsplan
- De basisinstructie is gericht op de grootste groep. - Eén rekenprobleem (rekendoel) wordt voorgelegd - Eén strategie wordt aangeleerd (uitleg met visuele/ materiele ondersteuning) - Begeleid inoefenen
Fase geel: er doen zich in de ontwikkeling geringe rekenwiskundeproblemen voor op deelgebieden.
Op die deelgebieden ontstaan specifieke onderwijsbehoeften. Dit wordt beschreven in het zorgplan ( zorggroep) Basisinstructie als in fase groen. De instructie les en verwerkingsstof wordt verder afgestemd op leerlingen die net te weinig hebben aan de klassikale basisinstructie. Hierbij vormen de (extra) aanwijzingen van de methode de leidraad.
- Verlengde instructie aan de instructietafel - Sturende instructie: één strategie met materiële ondersteuning - Voordoen- samen doen- nadoen- zelf doen
Fase oranje: er doen zich ernstige rekenwiskunde-problemen voor, die in principe door deskundige begeleiding oplosbaar zijn binnen de school
Er is sprake van specifieke onderwijsbehoeften op het gebied van rekenen-wiskunde. In het groepsplan staat een beschrijving als speciale leerling. Voor deze leerlingen wordt een aanpassing gedaan in het groepsplan.Hierin staat uitgewerkt waaruit de begeleiding van de individuele leerling moet bestaan. Dit zijn altijd de volgende componenten:
- Doelen op korte en lange termijn - Inhoud - Werkwijze - Uitvoering (planning en organisatie) - Evaluatie
Door deze begeleiding kan in veel situaties het proces van leren rekenen weer op gang komen. De leerling komt dan weer terug in fase geel. Het kan zijn dat de rekenwiskundige ontwikkeling van de leerling ondanks deze zorgvuldig afgestemde, intensieve begeleiding geen aantoonbare vooruitgang laat zien op methodegebonden toetsen en het LOVS, dan volgt fase rood. Intern diagnostisch onderzoek ( Fase oranje) Wij spreken van diagnostiek als het gaat om:
een geplande interventie,
met een duidelijke vraagstelling,
in een systematisch gesprek met de leerling,
aan de hand van een weloverwogen selectie van rekenwiskunde-opdrachten,
met de bedoeling beter te begrijpen hoe de leerling denkt en rekent.
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 31
De rekencoördinator en de groepsleerkracht zijn opgeleid om dergelijke analyse uit te voeren. Zij onderzoeken de rekenwiskundige ontwikkeling van de leerling (wat kan hij al?) en de wijze waarop de leerling leert rekenen. Een of meer diagnostische gesprekken met een individuele leerling leiden tot een onderwijskundig rapport. Dit biedt het vertrekpunt om de afstemming voor deze leerling verder te verfijnen naar zijn specifieke onderwijsbehoeften. De interne rekencoördinator stelt samen met de leraar een individueel handelingsplan voor de begeleiding van deze leerling. Dit plan bevat ontwikkeldoelen op korte en langere termijn. ( minimaal 3x 6 weken) , waarbij er intensief contact is met ouders.
Fase rood: er doen zich ernstige en hardnekkige rekenwiskunde-problemen voor, die in principe zijn te begeleiden binnen de school, maar waarbij mogelijk externe ondersteuning gewenst is
Extern diagnostisch onderzoek De leerling gaat naar fase rood als blijkt dat de rekenwiskundige ontwikkeling van de leerling dreigt vast te lopen of te stagneren. Externe deskundige hulp is noodzakelijk. De leerling krijgt een verwijzing voor extern diagnostisch onderzoek. De school heeft de grenzen bereikt van haar eigen mogelijkheden het onderwijs op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling af te stemmen. Er is meer specialistische diagnostische kennis nodig om te onderzoeken welke factoren de ontwikkeling van de leerling belemmeren. Vanuit die diagnose wordt bepaald welke intensieve begeleiding – zorgvuldig afgestemd op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling – noodzakelijk is. Deze vorm van onderzoek is de competentie van een externe onderzoeker, die hiervoor is opgeleid en geregistreerd. Hij is zelf tevens rekenexpert . De school en de ouders/verzorgers melden de leerling aan voor een extern onderzoek bij het Schoolondersteuningsteam,. Het diagnostisch onderzoek wordt uitgevoerd door de externe onderzoeker volgens de uitgangspunten en de fasen van HGD ( praktijkmodel handelingsgerichte diagnostiek ) De externe onderzoeker kijkt met een andere professionele blik naar de rekenwiskundige ontwikkeling van de leerling. De te verlenen faciliteiten zijn kindafhankelijk, maar impliceren in ieder geval het volgende:
- Het bieden van deskundige begeleiding op maat (volgens het advies van het diagnostisch onderzoek);
- Het toestaan van het gebruik van een rekenmachine bij alle rekenactiviteiten, ook bij toetsen; - Het bieden van 30 minuten extra tijd bij toetsen; - Het bieden van een rustige werkplek bij toetsen
De externe onderzoeker schrijft een inhoudelijk verslag van zijn onderzoek met een handelingsadvies voor de begeleiding van de leerling. Indien van toepassing geeft de onderzoeker een ERWD indicatie voor de leerling af. De leerling houdt gedurende een half jaar intensieve, individuele begeleiding. De verantwoordelijkheid het handelingsadvies voor de intensieve begeleiding optimaal uit te voeren ligt bij de school. Na een periode van maximaal een half jaar vindt de evaluatie plaats en worden afspraken gemaakt voor vervolg. Bij een goede, intensieve begeleiding, eventueel met externe ondersteuning, en bij aantoonbaar effect heeft de leerling zicht op terugkeer in fase oranje. Blijkt echter dat de ernstige problemen hardnekkig blijven en dat de leerling aantoonbaar (LOVS) niet of onvoldoende vooruit gaat, dan kan de externe onderzoeker een dyscalculie verklaring verlenen. Deze verklaring is geldig voor de hele verdere schoolcarrière van de leerling. Bij deze verklaring geeft de externe onderzoeker aan welke faciliteiten en begeleiding de leerling nodig heeft. Deze verklaring kan in principe alleen worden afgegeven voor leerlingen vanaf groep 6 en met voldoende intelligentie.
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 32
Bijlage 3: Dyslexieprotocol obs de Werkschuit
Inleiding
Het dyslexiebeleid op obs de Werkschuit is een onderdeel van ons zorgbeleid op obs de Werkschuit.
Niet bij alle leerlingen ontwikkelt het lezen en of spellen zich even gemakkelijk.
Dyslexie is een hardnekkige stoornis bij het technisch lezen en/of spellen. Ondanks extra oefenen
blijven de problemen met lezen en/of spellen bestaan.
In dit document staat beschreven wat de mogelijke signalen zijn van dyslexie, informatie over het
dyslexieonderzoek, de behandeling en de begeleiding van een kind met dyslexie.
1. Signalering
In groep 1, 2 en 3 kunnen we de eerste signalen gaan herkennen. Leerlingen met dyslexie kunnen
moeite hebben met:
Het verschil te horen tussen klanken die op elkaar lijken, zoals m en n, u en ui.
Het in volgorde zetten van klanken.
Het vasthouden van aandacht bij (mondelinge) uitleg.
Het leren van reeksen zoals de tafels, dagen van de week.
Het onthouden van losse gegevens, zoals rijtjes, woorden, namen en cijfers.
Het kennen van de letters in het alfabet.
Andere signalen
Gehoorproblemen of spraak-/taalproblemen.
Erfelijkheid: Komt dyslexie in de familie voor?
Informatie van ouders. Het kan zijn dat zij zich zorgen maken over lees/spellingsontwikkeling
van hun kind.
Waarom is het belangrijk te weten dat het om dyslexie gaat?
Dyslexie kan de schoolprestaties ernstig belemmeren. Leerlingen met dyslexie presteren op school
vaak onder hun niveau. Bij een vroegtijdige diagnose en (indien noodzakelijk) behandeling van
dyslexie kunnen kinderen een aanvaardbaar niveau van technisch lezen, spellen en schrijven
bereiken.
Als er bij een leerling sprake is van dyslexie kan de leerling in aanmerking komen voor diagnose en
kan de behandeling betaald worden door de gemeente.
Het doel van de behandeling is om een aanvaardbaar niveau van technisch lezen, spellen en
schrijven te bereiken. Dit kan alleen als de leerling daarvoor intensieve begeleiding krijgt van mensen
die deskundig zijn in het begeleiden van kinderen met dyslexie. Deze hulp kan een school niet bieden.
Dyslexieverklaring
Een dyslexieverklaring is een officiële verklaring dat iemand dyslexie heeft. In de dyslexieverklaring
staat precies beschreven welke problemen de dyslexie geeft. Dat gaat om problemen met lezen, met
spellen of beide. In de verklaring staat ook welke maatregelen, aanpassingen en hulpmiddelen nodig
zijn. Dat kan gaan om ondersteunende software , extra begeleiding in het onderwijs, vrijstellingen of
aangepaste examens en onderzoek en behandeling.
Begeleiding op school
Wanneer een leerling onvoldoende mee kan komen op het gebied van lezen/spelling, zal de leerling
extra begeleiding krijgen. Dit staat vermeld in het groepsplan. De leerling krijgt in een groepje extra
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 33
instructie en begeleiding van de leerkracht met als doel het verhogen van de lees/spellingsprestaties.
Met lezen volgen we de adviezen van Veilig Leren Lezen en Estafette. Bij spelling volgen we de
adviezen van de methode “ STAAL”.
Hoe kunnen ouders hun kind thuis begeleiden met lezen en spellen?
Om te voorkomen dat de leerling steeds verder gaat achterlopen, is het belangrijk dat de ouders hun
kind uw kind extra motiveert door:
Te oefenen op een leuke, speelse manier met letters en klanken.
Het benutten van zo veel mogelijk vanzelfsprekende dagelijkse momenten bijv. “Wil jij vast
even de boodschappen opschrijven?”
Lezen het samen lezen boeken of voor te lezen, dit kan zelfs tot groep 8.
Het lezen kinderboeken die aansluiten bij de leeftijd en interesses van de leerling. Laten ervaren
dat boeken lezen leuk kan zijn. Er is een groot aanbod in luisterboeken.
Maken van veel leeskilometers, dagelijks te lezen. Minimaal 10 minuten per dag.
2. Diagnostisch onderzoek en dyslexieverklaring
Vergoeding van diagnostiek en behandeling van ernstige dyslexie Sinds 1 januari 2009 zat diagnostiek van ernstige dyslexie in het basispakket van de zorgverzekering. Vanaf januari 2015 wordt de vergoeding voor diagnostiek en behandeling door de overheid gefinancierd. De vergoeding geldt voor leerlingen met ernstige, enkelvoudige dyslexie vanaf 7 jaar.
Bijkomende stoornis / co morbiditeit In de Richtlijn co morbiditeit van het Nationaal Referentiecentrum Dyslexie (NRD) en het Kwaliteitsinstituut Dyslexie (KD), staat dat een kind dat een bijkomende stoornis heeft in aanmerking kan komen voor vergoeding als de andere stoornis niet (meer) belemmerend is voor dyslexieonderzoek. Dit beoordeelt de dyslexieonderzoeker. Een bijkomende stoornis is bijvoorbeeld ADHD, een autisme spectrum stoornis of een angststoornis. Als de co morbide stoornis wel belemmerend is voor dyslexieonderzoek en/of -behandeling dan komt het kind in eerste instantie niet in aanmerking voor vergoeding en wordt geadviseerd eerst de co morbide stoornis te laten behandelen. Het is de dyslexiespecialist die beoordeelt of de bijkomende stoornis belemmerend is voor dyslexieonderzoek en-behandeling, niet de behandelend arts van de bijkomende stoornis.
Vergoedingsregeling dyslexie na 1 januari 2015 De 'vergoedingsregeling dyslexie' zal ook na 1 januari 2015 nog blijven bestaan. De behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie zal bekostigd blijven worden, vanuit een specifiek budget vanuit de overheid. De dyslexiezorg gaat wel mee in de overheveling van de GGZ-jeugdzorg naar de gemeenten. Wanneer kan dyslexie worden vastgesteld? Een leerling mag doorgestuurd worden naar de zorg wanneer hij tot de zwakste 10% behoord wat betreft lezen of wanneer hij tot de zwakste 10% op lezen én de zwakste 10% op spelling behoort. Zitten blijvers
o In groep 3. Dan mag je de norm van een half jaar erbij rekenen. o In groep 4 en zitten blijven in groep 3, dan mag je de norm van een half jaar erbij rekenen
Zittenblijven in groep 4 dan mag je de norm van een heel jaar erbij rekenen o Zittenblijven in groep 5 en verder, dan mag je de norm van een heel jaar erbij rekenen) o Bij leerlingen die hoge scores halen op de Cito bij bijvoorbeeld bij rekenen of begrijpend
lezen gelden andere normen. De school neemt hiervoor contact op met de behandelaars of de leerlingbegeleider.
Wat kan de uitkomst zijn van het diagnostisch onderzoek?
Het diagnostisch onderzoek kan verschillende conclusies opleveren:
1. De leerling heeft geen dyslexie, maar er is wel sprake van een (ernstig) lees- en/of
spellingsprobleem. Behandeling is niet nodig, wel extra ondersteuning thuis of op school.
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 34
2. De leerling heeft (ernstige) dyslexie en er is geen sprake van een andere problematiek die de
gevolgen van de dyslexie afzwakt of juist versterkt (denk aan hoogbegaafdheid of ADHD). Dit
wordt ook wel ‘enkelvoudige’ dyslexie genoemd. Afhankelijk van het oordeel van de
diagnosticus, is behandeling in de gezondheidszorg gewenst.
3. De leerling heeft (ernstige) dyslexie, maar er is tegelijkertijd sprake van een andere
problematiek die de gevolgen van de dyslexie afzwakt of juist versterkt. We spreken van ‘co
morbiditeit’. Behandeling is mogelijk gewenst, maar de leerling komt niet in aanmerking voor
vergoeding van de behandeling.
4. De leerling heeft (ernstige) dyslexie, maar er is tegelijkertijd sprake van ‘co morbiditeit’. Echter
door medicatie is aangetoond dat andere problemen de gevolgen van dyslexie niet hebben doen
afzwakken of versterken. Afhankelijk van het oordeel van de diagnosticus, is behandeling
gewenst.
Kiezen van een diagnosticus en behandelaar?
Dit moeten ouders doen. De school kan met de ouders meedenken en adviseren.
3. Begeleiding van kinderen met dyslexie op de Werkschuit.
Begeleiding in de groep
Als bij een leerling de diagnose dyslexie is gesteld, zal het met spellen en lezen in de intensieve
aanpak blijven met als doel het verhogen van de lees/spellingresultaten. Dit houdt in extra oefenen in
een groepje onder begeleiding van de leerkracht.
De leerkracht zal regelmatig overleg hebben met de intern begeleider betreffende de begeleiding van
de leerling.
De behandeling
Als de leerling in aanmerking komt voor behandeling komt, zullen dit tussen de 45 – 60 behandelingen zijn. Hierbij wordt uitgegaan van 1 behandelsessie van 45 á 50 minuten per week gedurende deze periode ondersteund door thuisoefeningen op de andere werkdagen in de week van 10-20 minuten per dag. De duur van de behandeling hangt af van de ernst van de dyslexie en persoonsgebonden factoren als motivatie. Informatie uitwisselen tussen de behandelaar, ouders en school is van groot belang voor het
verbeteren van de lees en/of spellingprestaties en het behouden van de behaalde resultaten. School,
ouders en behandelaar zullen met elkaar de begeleiding afstemmen. Dit zal zijn bij de start van de
behandeling, bij een tussentijdse evaluaties en bij afronding van de behandeling.
Wat gebeurt er na de behandeling?
Na afronding van de behandeling vindt een evaluatiegesprek met de behandelaar, leerkracht en intern
begeleider plaats. Er wordt besproken hoe de behandeling is verlopen, wat de opbrengsten zijn en
wat voor ondersteuning de leerling op school en thuis nodig heeft.
Speciale maatregelen en hulpmiddelen
Als de leerling de diagnose dyslexie heeft komt het in aanmerking voor speciale maatregelen. Per
leerling wordt gekeken welke maatregelen passend zijn.
Op school maken wij gebruik van hulpmiddelen als ondersteuning bij het (leren) lezen, schrijven en
spellen. Op school kunnen de leerlingen met een dyslexieverklaring gebruik maken van de richtlijnen
vanuit Masterplan dyslexie.
Als ouders informatie willen over hulpmiddelen kunnen ze daarvoor terecht op school.
Maatregelen bij lezen
Geen onverwachte klassikale leesbeurten.
Extra leestijd voor bijvoorbeeld zaakvakteksten.
Vergroten van de leesteksten.
Meer tijd bij het maken van toetsen.
Digitaal maken van toetsen.
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 35
Mondeling afnemen van toetsen.
Maatregelen bij spelling
- Zoveel mogelijk negeren van spellingsfouten bij zaakvakken als geschiedenis en
aardrijkskunde.
- Het maken van opdrachten met tekstverwerker en spellingcontrole.
- Gebruik van hulpmiddelen als opzoekboekje.
- Verlichting van de schrijftaak door vermindering hoeveelheid stof.
- Extra tijd voor schrijftaken.
Maatregelen bij rekenen
Doordat de leerling kind dyslexie heeft, kan dit ook invloed hebben op de rekenontwikkeling.
Gebruik van een tafelkaart/rekenkaart toestaan als er een automatiseringsprobleem is bij
rekenen.
Leren gebruiken van een tafelkaart tijdens rekentaken.
Tafels aanleren met omgekeerde en dichtbij liggende sommen.
Tafels blijven automatiseren.
Inzicht stellen boven automatiseren.
Steuntjes aangeven.
Gebruik van hulpboekje/hulpkaarten met oplossingsstrategieën.
Lange sommen op kladpapier laten maken (tussenstappen).
Splitsingen proberen te automatiseren.
Rekenmachine leren gebruiken in de bovenbouw als controlemiddel en voor moeilijke
vraagstukken.
Overige maatregelen:
Remedial teaching (extern) kan in overleg met IB onder schooltijd plaats vinden.
Gebruik maken van de voorleessoftware behorende bij de methodes.
Huiswerk laten maken met een tekstverwerker
Extra hulp bij alle vakken.
Gesprek met de leerling over zijn/ haar onderwijsbehoefte.
Maatregelen bij de zaakvakken:
Hoeveelheid schriftelijk werk beperken.
Samen met een goede leerling schriftelijke informatie doornemen.
Vooral leren feiten opzoeken i.p.v. weten.
Thuis de teksten behorend bij de les laten lezen. ( pre-teaching)
Maatregelen bij het maken van toetsen
Meer tijd voor het maken van toetsen.
Digitaal maken van toetsen.
Toetsen met vergroot lettertype.
Mondeling afnemen van toetsen.
Maatregelen bij het maken van Cito-toetsen
De Cito-toetsen worden zoveel mogelijk digitaal afgenomen, of afgenomen met een vergroot
lettertype. De Cito LOVS toetsen beschikken over auditieve ondersteuning bij de digi-versie en
Eindtoets. Begrijpend lezen zal volgens de richtlijnen, die opgesteld zijn door CITO en Masterplan
Dyslexie een dag voor afname hardop door de leerling worden gelezen. Wij willen graag weten of de
leerling de vaardigheden van het begrijpend lezen beheerst.
Spelling zal volgens de richtlijnen van CITO en Masterplan dyslexie met vervolg 1 worden afgenomen.
Bij de nieuwe 3.0 versie is dit niet meer van toepassing.
Wij volgen hierbij zoveel mogelijk de richtlijnen van Cito:
- Cito LOVS : kan digitaal
- Cito Eindtoets: kan digitaal
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 36
De leerkracht zal voor afname toetsen met de leerling bespreken welke hulpmiddelen hij/ zij prettig
vindt
4. Hoe kunnen ouders ondersteunen?
Als de leerling de diagnose dyslexie heeft gekregen is het goed te realiseren dat dit nooit over zal
gaan. Zowel de ouder als het kind zal hiermee moeten leren omgaan. Ondanks alle hulpmiddelen die
er zijn, zal het niet makkelijk zijn voor het kind.
Van belang is:
- Accepteren
Het accepteren van de problemen vormt de basis voor elk behandelingsplan. Het kind zal immers
altijd op de een of andere manier moeite houden met onderdelen van de schoolvakken. Het is heel
belangrijk dat het kind en de omgeving weten, dat het bepaalde problemen heeft als gevolg van
dyslexie.
- Begrijpen
Naast acceptatie is voor het kind en zijn omgeving van belang dat er begrip is voor de problemen.
- Compenseren
Het is voor het kind van belang, dat hij hulp krijgt die gericht is op het omzeilen van de problemen. Dat
wil zeggen dat hij/zij gebruik leert maken van de sterke kanten om problemen te vermijden of
verminderen.
- Dispenseren
Voor bepaalde zaken zal het kind dispensatie krijgen. Dit staat beschreven in dit document.
Wat kunnen ouders van school verwachten m.b.t. signaleren en het vervolg?
In het hele traject zijn meerdere mensen betrokken. In onderstaand schema staat weergegeven wat er
gebeurt, hoe de communicatie verloopt en wie waar verantwoordelijk voor is.
Wat Wie
1 Signaleren Leerkracht informeert ouders.
Leerkracht stelt een plan op voor extra begeleiding in de groep en
thuis.
2 Aanvraag onderzoek Leerkracht adviseert ouders dyslexie onderzoek (na overleg met intern
begeleider).
Leerkracht geeft aan dat ouders een gesprek met de Intern begeleider
krijgen.
3 Gesprek IB Intern begeleider maakt een afspraak met de ouders.
4 Aanvraag onderzoek Ouders
5 Dossier Intern begeleider levert dossier school aan en stuurt het dossier naar
de externe instantie. Er wordt een beschikking bij Loket Wijk
aangevraagd.
6 Onderzoek Externe instantie
7 Behandeling Externe instantie
Behandelaar heeft intake en evaluatie met ouders, leerkracht en
intern begeleider.
Behandelaar mailt verslagen naar ouders, leerkracht en
internbegeleider
Behandelaar heeft tussentijdse gesprekken met leerkracht en
ouders
8 Na de behandeling Leerkracht en intern begeleider stemmen begeleiding af.
Leerkracht voert de begeleiding uit.
Leerkracht informeert de ouders.
IB volgt de begeleiding, leerkracht informeert IB
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 37
Bijlage stappenplan. Bij dit stappenplan volgen we de adviezen van het ‘Protocol Dyslexie’
Stappenplan voor groep 1: stap Moment in
leerjaar Actie door de lkr Uitwerking in
protocol
1 Aanvang groep Stimuleren van de geletterdheid met de uitgangspunten van beginnende geletterdheid
Hfst 2 + 3 Blz. 19 t/m 26
2 November Invullen observatielijst Schatkist Aanbod afstemmen in het groepsplan voor leerlingen die onvoldoende opsteken van het aanbod aan geletterde activiteiten
Hfst 4 Blz. 45 t/m 52
3 Januari – juni Aanbod verrijken voor leerlingen die onvoldoende opsteken van het aanbod aan geletterde activiteiten. Cito M1 Taal voor Kleuters
Hfst 3 Blz. 27 t/m 43
4 Juni Invullen Observatielijst Schatkist, Aanbod afstemmen of bijstellen leerlingen die onvoldoende opsteken van het aanbod aan geletterde activiteiten Cito E1 Taal voor Kleuters
Hfst 4 Blz. 45 t/m 52
5 Einde schooljaar Overdracht naar de volgende groep Hfst 6 Blz. 61 t/m 66
Stappenplan voor groep 2: stap Moment in
leerjaar Actie door de lkr Uitwerking in
protocol
1 Aanvang groep
Stimuleren van de geletterdheid met de uitgangspunten van beginnende geletterdheid. Gericht plan voor leerlingen met een onvoldoende klankbewustzijn (fonemisch bewustzijn) en letterkennis.
Hfst 2 + 3 Blz. 19 t/m 26
2 November Invullen observatielijst Schatkist groep 2 . Afname toetsen TBG ( letterkennis, auditieve analyse en synthese) Aanbod afstemmen in het groepsplan voor leerlingen met een onvoldoende klankbewustzijn (fonemisch bewustzijn) en letterkennis.
Hfst 4 Blz. 45 t/m 52
3 Januari Cito taal voor kleuters M2 afnemen. Lln die een IV of V scoren halen wordt van de toets een analyse gemaakt. Lettertoets afnemen - Norm: minimaal 12 letters kennen (Dyslexieprotocol)
4 Januari – juni
Aanbod afstemmen in het groepsplan voor leerlingen met een onvoldoende klankbewustzijn (fonemisch bewustzijn) en letterkennis. Maart: opnieuw tussenmeting toetsen TBG voor zorgleerlingen
Hfst 3 + 5 Blz. 27 t/m 43 Blz. 53 t/m 60
5 Juni Cito taal voor kleuters E2 Invullen observatielijst Schatkist
Hfst 4 Blz. 45 t/m 52
5 Einde schooljaar
Overdracht naar de volgende groep Hfst 6 Blz. 61 t/m 66
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 38
Voorspellers in groep 1 en 2 van latere leesproblemen
- Genetische factoren Er komt dyslexie in de familie voor.
- Spraak- en taalontwikkeling De leerling heeft bijvoorbeeld problemen met de uitspraak van bepaalde klanken, heeft moeite met het maken van goede zinnen en/of heeft een kleine woordenschat.
- Fonologisch en fonemisch bewustzijn De leerling heeft moeite met één of meer van de onderstaande activiteiten: • Auditieve analyse: het ‘hakken’ van gesproken woorden in kleinere stukjes (letters of lettergrepen). • Auditieve synthese: het ‘plakken’ van losse klanken of lettergrepen tot een gesproken woord. • Foneemmanipulatie: het verklanken van een woord als bepaalde klanken worden weggelaten of toegevoegd. Bijvoorbeeld: als we van het woord ‘been’ de /b/ weghalen, welk woord houden dan over? • Foneemidentificatie: het herkennen van een bepaalde klank in een woord. Bijvoorbeeld: op welk plaatje zie je een woord dat begint met de ‘b’ van ‘boek’?
- Letterkennis De leerling heeft moeite met het onthouden van letter-klankkoppelingen.
- Benoemsnelheid De leerling heeft moeite met het zo goed en snel mogelijk benoemen van een reeks letters, kleuren of afgebeelde objecten.
- Nonwoord repetitie De leerling vindt het moeilijk om onzinwoorden correct na te zeggen.
2. Aanvankelijk lezen
In het aanvankelijk stadium maakt de leerling kennis met de visualisering van de
spreektaal. Voor het aanvankelijk lezen gebruiken wij de methode VLL. Doelen
- AVI M/E 3: beheerst
- DMT M/E 3: minimaal niveau III
Stappenplan voor groep 3:
stap Moment in leerjaar
Actie door de lkr/Intern begeleider
1 Aanvang groep 3
Gegevens groep 2 Cito E2, Observatielijsten Schatkist en TBG Zwakke leerlingen (niveau IV en V CITO en beginnende geletterdheid) indelen in het intensieve arrangement. Volgen aanpak VLL
2 Oktober Groep 3
Meetmoment 1: herfstsignalering Toetsen: Herfstsignalering VLL, na kern 3
letterkennis synthesewoorden wisselwoorden lezen zinnen lezen letterdictee
3 Interventieperiode 1:Elementaire leeshandeling Zie aanpak VLL
4 Januari Toetsen AVI M3 DMT M3
Februari groep 3
Meetmoment 2: wintersignalering na kern 6 Toetsen:
Cito spelling M3 Lettertoets Fonemendictee
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 39
5 Interventieperiode 2:Volledigheid letterkennis en decodeersnelheid
Zie aanpak VLL
6 Eind maart groep 3
Meetmoment 3: Lentesignalering (VLL) na kern 8 Toetsen:
DMT M3 en AVI M3, bij de kinderen die hem in januari AVI M3 niet gehaald hebben en DMT een IV of V score hebben behaald.
7 Interventieperiode 3: automatisering van het leesproces Zie aanpak VLL
8 Juni groep 3
Meetmoment 4 en eindevaluatie Toetsen:
DMT E3 Cito Spelling E3 AVI E3
Eindsituatie en effecten van de interventies vastleggen in het groepsplan.
Lees- en spellingproblemen herkennen in groep 3
- Fonemisch bewustzijn • Analyseren van woorden (‘hakken’) in losse klanken verloopt traag en/of foutief. • Samenvoegen van losse klanken tot een woord (‘plakken’) verloopt traag en/of foutief. • Aangeven van de positie van een klank in een woord lukt niet of verloopt moeizaam. • Hersynthetiseren van een woord als bepaalde klanken worden weggelaten of toegevoegd lukt niet of verloopt moeizaam.
- Letterkennis • Letters worden traag en/of foutief benoemd.
- Lezen • Woorden worden traag en/of fout gelezen. • Lang spellend lezen of vroeg radend lezen. • Lezen van teksten verloopt niet vloeiend.
- Spellen • Woorden worden traag en/of fout gespeld. • Kennis van spellingregels en -patronen wordt niet goed toegepast. • Schrijfactiviteiten worden moeizaam/traag uitgevoerd. • Spellingregels worden niet/moeizaam geautomatiseerd. • Fouten worden niet gecorrigeerd door de leerling zelf.
3. Voortgezet Lezen Voor het voortgezet lezen gebruiken wij Estafette. Risicokinderen (kinderen waarbij dyslexie in de familie voorkomt, kinderen die de doelen op woord en zinsniveau niet behaald hebben) komen in de intensieve leesaanpak van Estafette. Doelen - AVI M/E 4: beheerst - DMT M/E 4: minimaal niveau III
Stappenplan voor groep 4:
Stap Moment in tijd Actie lkr en Intern begeleider:
1.
Aanvang groep tot eind okt.
Interventieperiode 1 Zie aanpak estafette: Toetsen Vloeiend en Vlot start
2. oktober
Meetmoment 1 Toetsen - DMT E3 en AVI E3 afnemen bij de leerlingen die deze nog niet
beheersen - Cito Screeningsinstrument dyslexie onderdeel spelling, voor de
leerlingen die een IV of V score behaalden spelling E3
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 40
3. November tot eind januari
Interventieperiode 2 Zie aanpak estafette
4. Januari
Meetmoment 2 Toetsen Cito M4 - DMT, AVI, spelling
5. Februari en maart Interventieperiode 3 Zie aanpak Estafette
6. Eind maart Meetmoment 3 Toetsen - DMT M4 en AVI M4 afnemen bij de leerlingen die deze nog niet
beheersen - Cito Screeningsinstrument dyslexie onderdeel spelling, voor de
leerlingen die een IV of V score behaalden spelling M4
Vaststellen effecten van de interventie- en eventueel plan bijstellen
7. April en mei Interventieperiode 4 Zie aanpak estafette
8. Juni Meetmoment 4 en eindevaluatie Toetsen Cito E4 - DMT, AVI, spelling, begrijpend lezen. - Voorlezen van de toets begrijpend lezen bij de leerlingen die AVI
M4 nog niet beheersen Lees- en spellingproblemen herkennen in groep 4-8 - Lezen • Woorden worden traag en spellend gelezen. • Woorden worden radend gelezen. • Woorden worden fout gelezen (bijv. delen van woorden weglaten of woorden die hetzelfde klinken door elkaar halen). • Lezen van teksten verloopt niet vloeiend. • (Stil)lezen van teksten bij andere vakken verloopt traag. • Vermijdingsgedrag bij en/of een hekel aan hardop lezen. - Spellen • Woorden worden fout gespeld: verkeerde klank-letterkoppelingen, weglaten, verwisselen of toevoegen van letters, medeklinkerreductie (‘schr’ wordt ‘sch’), weglaten van lettergrepen, omdraaien van lettergrepen of -groepen et cetera. • Woorden worden traag gespeld. • Kennis van spellingregels en -patronen wordt niet goed toegepast. • Schrijfactiviteiten worden moeizaam/traag uitgevoerd. • Spellingregels worden niet/moeizaam in schrijfactiviteiten toegepast. • Fouten worden niet gecorrigeerd door de leerling zelf. • Geen inzicht in de opbouw van het spellingsysteem Stappenplan protocol leesontwikkeling groep 5-8
Stap Moment in tijd
Actie lkr en IB:
1
Aanvang groep
Beginsituatie - Beginsituatie vaststellen van alle leerlingen op basis van
dossieranalyse en overdracht. - In geval van dyslexie: afstemmen met ouders en eventueel externe
deskundigen en IB.
2
Aanvang groep tot eind okt.
Interventieperiode 1 - Lezen en spelling zitten in het intensieve arrangement - Zie aanpak Estafette - Begrijpend lezen in intensief arrangement indien van toepassing,
afstemmen per individuele leerling - Inzet digitale software; afstemmen per leerling
3 Eind Meetmoment 1
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 41
oktober Toetsen - DMT E en AVI E afnemen bij de leerlingen die deze nog niet
beheersen - Cito Screeningsinstrument dyslexie onderdeel spelling, voor de
leerlingen die een IV of V score behaalden spelling M4 - Plan op/bijstellen voor zwakke leerlingen
4 November tot eind januari
Interventieperiode 2 - Lezen en spelling zitten in het intensieve arrangement - Zie aanpak estafette - Begrijpend lezen in intensief arrangement indien van toepassing,
afstemmen per individuele leerling - In geval van dyslexie: afstemmen met ouders en eventueel externe
deskundigen - Inzet digitale software; afstemmen per leerling
5
Januari
Meetmoment 2 Toetsen Cito M - DMT, AVI, spelling, begrijpend lezen en woordenschat. - Leerlingen met een dyslexieverklaring wordt de toets digitaal
afgenomen. - Effectmeeting en leesinterventies bij zwakke lezers en interventie plan
bijstellen.
6
Februari en maart
Interventieperiode 3 - Lezen en spelling zitten in het intensieve arrangement - Zie aanpak estafette - Begrijpend lezen in intensief arrangement indien van toepassing,
afstemmen per individuele leerling - In geval van dyslexie: afstemmen met ouders en eventueel externe
deskundigen - Inzet digitale software; afstemmen per leerling
7
Eind maart Meetmoment 3 Toetsen - DMT M en AVI M afnemen bij de leerlingen die deze nog niet
beheersen - Cito Screeningsinstrument dyslexie onderdeel spelling, voor de
leerlingen die een IV of V score behaalden spelling M. Plan op/bijstellen indien van toepassing
8 April/ mei Interventieperiode 4 - Lezen en spelling zitten in het intensieve arrangement - Zie aanpak estafette - Begrijpend lezen in intensief arrangement indien van toepassing,
afstemmen per individuele leerling - In geval van dyslexie: afstemmen met ouders en eventueel externe
deskundigen - Inzet digitale software; afstemmen per leerling
9 Juni Meetmoment 4 en eindevaluatie Toetsen Cito Eind - DMT, AVI, spelling, begrijpend lezen.
Leerlingen, die na intensieve begeleiding en screening dyslexie onvoldoende groei laten zien, worden in groep 4 en 5 na drie meetmomenten besproken binnen het Zorgteam en in overleg met ouders wordt het traject diagnostisering en behandeling Dyslexie in gang gezet
Zorgplan obs de Werkschuit 2016-2017 Pagina 42