ZENUWACHTIGE ZENUWACHTIGE ZENUWACHTIGE ZENUWACHTIGE VERHALEN VERHALEN VERHALEN VERHALEN Groep 8 Het Lichtschip April 2013 April 2013 April 2013 April 2013
ZENUWACHTIGE ZENUWACHTIGE ZENUWACHTIGE ZENUWACHTIGE VERHALENVERHALENVERHALENVERHALEN
Groep 8 Het Lichtschip
April 2013April 2013April 2013April 2013
Ik lag in mijn bed. Toen dacht ik. Morgen ben ik jarig. Ik was blij maar ook zenuwachtig. Hoe zal het gebeuren. Gaat het goed of val ik opeens flauw. Met die gedachte viel ik in slaap. Toen ik wakker werd was het al 7 uur. Je denkt zeker dat is toch erg vroeg, maar voor een jarige is dat heel erg laat. “Mama, mama”, riep ik. “Wat, het is nog maar 7 uur” zei mama slaperig. “Ja, maar alles moet goed komen” zei ik chagrijnig. Mama kwam uit bed en ging met mij vlaggetjes ophangen. Ik zat te wachten te wachten te wachten en toen opeens hoorde ik de bel. Ik deed open en zag opa en oma. Ze gaven mij een envelop en daar zat geld in. Ik bedankte opa en oma. Er kwam nog meer visite en nog meer. Hoorde ik nou weer de bel? Ja het waren mijn buren. Ze gaven me ook een cadeautje. Ik pakte het uit en keek heel blij, maar ik was helemaal niet blij. Het was niet een leuk cadeautje. Maar ik zei het niet. Ik dacht: “je moet blij zijn met wat je krijgt”. Voorderest ging alle goed. Een top verjaardag dus.
Renée
Het was zaterdag morgen we hadden onze eerste voetbalwedstrijd. We
moesten al 8:15 aanwezig zijn. We hadden een belangrijke en moeilijke
wedstrijd tegen Giethoorn. Ik was heel nerveus, want de vorige keer
hadden we verloren met 6-4. Ik was ook heel nerveus om of ik wel goed
speelde, of dat onze coach dan heel boos werd.
Toen we bezig was ik de zenuwen al weer vergeten. We stonden 2-0
voor. Maar toen kregen hun een penalty door een handsbal van Michel
en een hele grote jongen ging hem nemen en scoorde. Dus werd de
wedstrijd weer veel spannender. We stonden met 4-1 voor en in de rust
was de coach ook tevreden. In de tweede begonnen we weer heel goed
te spelen, want we hadden er nog 5 gescoord. Toen heb ik ook nog 2
doelpunten gescoord. De wedstrijd eindigde met 9-1 voor ons. En ik had
er 3 gescoord. Dus het viel wel mee.
Dennis
Ik had een keer een kinderfeestje en Mara en Renée waren er ook. Ze hadden net de Ik had een keer een kinderfeestje en Mara en Renée waren er ook. Ze hadden net de Ik had een keer een kinderfeestje en Mara en Renée waren er ook. Ze hadden net de Ik had een keer een kinderfeestje en Mara en Renée waren er ook. Ze hadden net de negenjaarsprik gehad. Ze vertelden er alles over. Ik werd al een beetje bang negenjaarsprik gehad. Ze vertelden er alles over. Ik werd al een beetje bang negenjaarsprik gehad. Ze vertelden er alles over. Ik werd al een beetje bang negenjaarsprik gehad. Ze vertelden er alles over. Ik werd al een beetje bang en begon al en begon al en begon al en begon al te huilen. Toen ik 9 jaar was en het de dag was voor de negenjaarsprik had mama te huilen. Toen ik 9 jaar was en het de dag was voor de negenjaarsprik had mama te huilen. Toen ik 9 jaar was en het de dag was voor de negenjaarsprik had mama te huilen. Toen ik 9 jaar was en het de dag was voor de negenjaarsprik had mama beloofd. Als ik niet zou huilen dan mocht ik iets moois uitkiezen.beloofd. Als ik niet zou huilen dan mocht ik iets moois uitkiezen.beloofd. Als ik niet zou huilen dan mocht ik iets moois uitkiezen.beloofd. Als ik niet zou huilen dan mocht ik iets moois uitkiezen. We gingen naar Emmeloord samen met Kaya en gingen een soort van huisje in. Ik werd We gingen naar Emmeloord samen met Kaya en gingen een soort van huisje in. Ik werd We gingen naar Emmeloord samen met Kaya en gingen een soort van huisje in. Ik werd We gingen naar Emmeloord samen met Kaya en gingen een soort van huisje in. Ik werd toen al zenuwtoen al zenuwtoen al zenuwtoen al zenuwachtig. Er was een hele lange rij. En moesten dus heel lang wachten. Ik achtig. Er was een hele lange rij. En moesten dus heel lang wachten. Ik achtig. Er was een hele lange rij. En moesten dus heel lang wachten. Ik achtig. Er was een hele lange rij. En moesten dus heel lang wachten. Ik hoorde allemaal gegil. Ik werd nog meer zenuwachtig. Na heel lang wachten stonden hoorde allemaal gegil. Ik werd nog meer zenuwachtig. Na heel lang wachten stonden hoorde allemaal gegil. Ik werd nog meer zenuwachtig. Na heel lang wachten stonden hoorde allemaal gegil. Ik werd nog meer zenuwachtig. Na heel lang wachten stonden we vooraan. Ik kreeg tranen in mijn ogen. Het was tijd om bij een dokter te mogen we vooraan. Ik kreeg tranen in mijn ogen. Het was tijd om bij een dokter te mogen we vooraan. Ik kreeg tranen in mijn ogen. Het was tijd om bij een dokter te mogen we vooraan. Ik kreeg tranen in mijn ogen. Het was tijd om bij een dokter te mogen zitten. Ze vroeg hoezitten. Ze vroeg hoezitten. Ze vroeg hoezitten. Ze vroeg hoe ik hete en ik zei snotterend ”Janneke.” De dokter pakte de prik. Ik ik hete en ik zei snotterend ”Janneke.” De dokter pakte de prik. Ik ik hete en ik zei snotterend ”Janneke.” De dokter pakte de prik. Ik ik hete en ik zei snotterend ”Janneke.” De dokter pakte de prik. Ik keek naar de naald. Ik moest nog meer huilen. Ik keek weer naar de andere kant. De keek naar de naald. Ik moest nog meer huilen. Ik keek weer naar de andere kant. De keek naar de naald. Ik moest nog meer huilen. Ik keek weer naar de andere kant. De keek naar de naald. Ik moest nog meer huilen. Ik keek weer naar de andere kant. De naald zat er in. De mevrouw deed er een pleister op en daarna liepen we naar het naald zat er in. De mevrouw deed er een pleister op en daarna liepen we naar het naald zat er in. De mevrouw deed er een pleister op en daarna liepen we naar het naald zat er in. De mevrouw deed er een pleister op en daarna liepen we naar het halletje. Ik was nog sthalletje. Ik was nog sthalletje. Ik was nog sthalletje. Ik was nog steeds verdrietig. Kaya had niet gehuild en ze vertelde tegen eeds verdrietig. Kaya had niet gehuild en ze vertelde tegen eeds verdrietig. Kaya had niet gehuild en ze vertelde tegen eeds verdrietig. Kaya had niet gehuild en ze vertelde tegen mij: ”Die mevrouw zei dat er bubbeltjes in de tweede prik zaten En ze lachte er ook nog mij: ”Die mevrouw zei dat er bubbeltjes in de tweede prik zaten En ze lachte er ook nog mij: ”Die mevrouw zei dat er bubbeltjes in de tweede prik zaten En ze lachte er ook nog mij: ”Die mevrouw zei dat er bubbeltjes in de tweede prik zaten En ze lachte er ook nog bij.bij.bij.bij. We liepen naar buiten naar de auto. We stapten in eWe liepen naar buiten naar de auto. We stapten in eWe liepen naar buiten naar de auto. We stapten in eWe liepen naar buiten naar de auto. We stapten in en gingen zitten en we gingen er n gingen zitten en we gingen er n gingen zitten en we gingen er n gingen zitten en we gingen er over praten. Mama zover praten. Mama zover praten. Mama zover praten. Mama zei” je hebt gehuild dus je krijgt geen cadeautje.” Ik zei ”Dat is niet ei” je hebt gehuild dus je krijgt geen cadeautje.” Ik zei ”Dat is niet ei” je hebt gehuild dus je krijgt geen cadeautje.” Ik zei ”Dat is niet ei” je hebt gehuild dus je krijgt geen cadeautje.” Ik zei ”Dat is niet eerlijk.” Maar mama maakte een grapje. We gingen samen met Kaya naar de Sylvia. eerlijk.” Maar mama maakte een grapje. We gingen samen met Kaya naar de Sylvia. eerlijk.” Maar mama maakte een grapje. We gingen samen met Kaya naar de Sylvia. eerlijk.” Maar mama maakte een grapje. We gingen samen met Kaya naar de Sylvia. Kaya en ik machten wat uitzoeken. En het kwam helemaal goed!Kaya en ik machten wat uitzoeken. En het kwam helemaal goed!Kaya en ik machten wat uitzoeken. En het kwam helemaal goed!Kaya en ik machten wat uitzoeken. En het kwam helemaal goed!
Janneke Janneke Janneke Janneke
Optreden Als ik op toneel sta word ik zenuwachtig.
Ik ben bang dat ik te vroeg of te laat opkom en als ik dat goed doe,
dan denk ik dat ik in ieder geval struikel, bots, me verspreek of
val.
Dan weet ik weer bijna zeker da ik te vroeg of te laat afga.
Dat is eigenlijk onzin, meestal doe ik niks fout en als ik iets fout
doe merkt bijna niemand het, want de meeste mensen kennen het
script toch niet.
Ook is er nog een oplossing voor fouten, improviseren kan bijna
altijd!
Madelinde
Engelse spreekbeurt
Meester vertelde in September dat we een Engelse
spreekbeurt moesten houden.
Meester vroeg: ‘Wie wil er als eerste zij Engelse
spreekbeurt doen?’
Meester zei dat Renée als eerste mocht, Richard als
tweede, Mara als derde, enzovoort en ik? Ik mocht als
laatste.
Dat vond ik niet erg.
Dat was het ook niet want zo had je lekker veel tijd.
Ongeveer in Oktober begon ik maar is naar een leuk
onderwerp te zoeken.
Dijken leek me wel een leuk onderwerp.
Dus begon ik informatie te zoeken.
En een paar maanden later was het klaar, dus ik ging
oefenen.
Maar toen kwamen de problemen!
Die Engelse woorden sprak je niet zo makkelijk uit!
Hoe maak je nou een goede PowerPoint?
Uiteindelijk vielen die problemen wel mee.
Op een gegeven moment moest ik mijn Engelse
spreekbeurt houden.
Ik werd wakker, ging naar school en dacht nu gaat het
gebeuren!
Maar nee, ik had mijn Engelse spreekbeurt pas ’s middags.
Toen het middag was moest ik voor de klas gaan staan.
Dat was erg spannend.
Maar het vertellen viel uiteindelijk wel mee.
Toen kwamen de oordelen.
Wat zouden ze er van vinden?
Maar dat viel ook erg mee.
Dus eigenlijk hoefde ik nergens zenuwachtig voor te zijn.
Jules
Toets Elke keer als wij een toets hebben ga ik gelijk leren. Ik wil namelijk een goed cijfer
halen. Elke dag probeer ik sowieso één uur te leren. Anders ben ik bang dat ik een
slecht cijfer haal. En wat als ik een slecht cijfer haal word meester dan niet boos,
Omdat hij denkt dat ik niet goed heb geleerd. En dan word het ook nog in de klas
gezegd. Vinden de andere kinderen mij dan niet dom? Daarom leer ik altijd heel
veel. De dag van tevoren leer ik het best. Want ik vind dat ik het helemaal precies
moet weten. Maar als ik juist te veel leer vergeet ik het ook weer. Als ik het dan weet
ga ik weer leren. Dan heb ik er helemaal geen zin meer in want op school hoor je
vaak dat kinderen het maar één keer door hoeven te lezen en dan weten ze het al. Dat
heb ik dus niet.
Als het de toets dag is dan ben ik gelukkig niet meer zo zenuwachtig want ik ken het.
Ik heb het goed geleerd. Ik ben nog wel een beetje zenuwachtig want je weet niet
hoe laat de toets is.
Maar als de toets dan is geweest dan ben ik nog steeds een beetje zenuwachtig voor
mijn cijfer. Gelukkig heb ik meestal een wel een goed cijfer. Maureen
We hadden met schoolvoetbal een team met de meisjes. Op maandag hadden we altijd trainen.
Deze keer moesten we een oefenwedstrijd doen tegen de meisjes van de horizon. Ik vond het
spannend maar ook super leuk. Toen we na school naar het veld toegingen zagen Henrieke, Eline
en ik opeens dat we ook tegen een gemengd team moesten.
De juf van de Horizon ging toen aan ons uitleggen waarom dat zo was, maar ik snapte er helemaal
niks van dat was irritant, want ik werd er een beetje zenuwachtig van. Toen we uiteindelijk op het
veld stonden tegenover dat gemengde team was ik enorm zenuwachtig, er waren kinderen die ons
kwamen aanmoedigen en daar werd ik nog zenuwachtiger van, want wat als ik steeds mis schiet of
heel erg stom val, misschien opeens zit te dromen.
Ik was gewoon enorm zenuwachtig om iets verkeerd te doen. Uiteindelijk viel het allemaal reuze
mee de wedstrijd ging niet eens zo heel erg slecht eigenlijk best goed en ik maakte geen stomme
fouten we verloren wel met 3-1 maar het was wel grappig en leuk. We moesten daarna ook nog
tegen de meisjes van de horizon daar was ik niet zenuwachtig voor en dat ging ook veel beter en ik
vond dat ook veel leuker we speelde tegen de meisjes 2-2.
Linde
Op een dag riep mijn vader me of ik met de trekker wilde rijden. Ik zei: ’ja’ maar ik was wel bang dat ik te hard ging rijden en toen gingen we verhuizen, veel dingen moesten de container in. Ik hielp en toen trapte ik het gas pedaal te ver in, en ik ging bijna te ver. Ik reed bijna tegen de container aan. Maar ik kun nog net de rem en ik moest ook nog een keer het land, slepen tegen. De mols hopen en achter in het land zit een sloot en dan denk je dat je er in gaat. In Ens moest ik een keer de stal uit rijden je kunt niks zien en door een spiegel ook niet dus je moet achter uit kijken, en dan voel je de spanning, van dat je tegen de kant aan gaat ik reed langzaam de schuur uit, het is me gelukt . Mijn opa ging een keer over de heuvel en toen raakten we het dak en dan ga je niet meteen weer bij opa in want dan voel je de spanning dat je weer tegen het dak aan gaan Mijn vader heeft een shovel, en dat stuurt heel raar. Ik mocht daar op rijden, eerst heel langzaam en dan steeds iets sneller, en dan de koeien op voeren en dan ga je bijna tegen de kant aan. Je kunt tegen de koppen van de koeien aan gaan.
Alwin
Voetbal
Het 2e jaar van mijn voetbal jaar zat ik in de E2. Veel vrienden van mij wisten zeker dat ze naar de D1
gaan want dat is een hoger team. Maar ik wist nog niet zeker of ik naar de D1 ga want ik wist niet of
ik wel goed genoeg was voor de D1. Op een dag was ik wakker geworden en zij mijn moeder we een
brief hadden gekregen. Toen ik de brief ging lezen stond er dat ik in de D1 zit. Ik ging kijken wie er
nog meer in de D1 zit, ik was heel erg blij met mijn team want mijn vrienden zitten er ook in.
Ik ging naar school en wie er in de D1 zit moest op het klimrek gaan zitten zo konden we zien wat ons
team was. Voor de eerste training was ik heel zenuwachtig. Voor de warming-up moesten we rondjes
rennen. Ik was wel een beetje moe want ik was het niet gewent om zo veel rondjes te rennen.
Natuurlijk moesten we naar de warming-up ook rekken en strekken, dat was best moeilijk want in de
E2 deden we dat nooit. Na het rekken en strekken gingen trainen om controle over de bal te krijgen.
Toen de training was afgelopen ging ik naar huis fietsen, mijn vader vroeg:’’ Hoe was de training?’’
Ik zei toen dat ik de training heel erg leuk vond.
‘’Een paar weken later.’’
Ons team had de eerste voetbalwedstrijd tegen Giethoorn. Het team had hele grote jongens dus ik
werd nog zenuwachtiger, maar de coach zij dat we daar niet aan moesten denken en dat we gewoon
ons eigen spelletje moeten spelen. Toen ik tegenover zo’n grote jongen stond was het wel moeilijk om
hem voorbij te komen, maar we verloren nog met 6-4. Na de wedstrijd zeiden de leiders dat we een
goede wedstrijd hadden gespeeld. Leon
Femke
Ze is ziek
Ze heeft reuma
Ziekenhuis in
Ziekenhuis uit
Ze zou willen ziekenhuis weg
Ze zou willen reuma weg
Zij weg naar ziekenhuis
Ik weg naar oppas
Oppas heen
Oppas terug
Ik zou willen ziekenhuis weg
Ik zou willen reuma weg
Ik zou willen oppas weg
Ze is ziek
Ze heeft reuma
Ze heet Jitske
En ik ben haar zus
Wij zouden willen ziekenhuis weg
Wij zouden willen reuma weg
Wij zouden willen oppas weg
Ze is ziek
Ze heeft reuma
Ze heet Jitske
En ik, ik ben haar zus
Verkeertoets
Op donderdag 11 april hadden we de verkeerstoets. De hele dag zat ik me er al zorgen te maken of ik wel
zal slagen. En het leek me een moeilijke toets. Eigenlijk zouden we hem al ’s. Ochtend doen maar toen
hadden we het te druk met andere dingen. De verkeerstoets is één oefening voor de hogere school zodat je
weet hoe je veilig moet fietsen. Zodat je beter op de verkeersregels gaat letten.
Binnenkort moeten we ook op de fiets een parcours afleggen. Om 13:00 begonnen we direct met de toets. Het
waren 7 moeilijke onderdelen. Bijvoorbeeld: ‘Centrum, wijk, dorp.’ En dat soort onderwerpen. Ik was al erg
zenuwachtig omdat ik dacht dat ik ging zakken. Na ongeveer een half uur was ik klaar. Toen hield
meester ons in spanning. We moesten eerst verder met iets anders.
Ik dacht steeds: ‘Zal ik het wel halen?’ Eindelijk om 14:00 was het zo ver. Meester begon namen op te
noemen. Hij zei van te voren: ‘1 Iemand is gezakt!’ Hij begon iedereen op te noemen één voor één. Toen
waren er nog maar een paar over. Ik kwam aan de beurt meester zei: ‘Je hebt best veel fouten in de
onderdelen.’ Alleen waar ik juist veel op moest scoren de onderdelen hat ik wel veel op gescoord. Dus hij
zei: ‘Gefeliciteerd’ ik dacht: ‘YES ik ben toch geslaagd!’ eigenlijk kon ik het niet geloven. De ene die was
gezakt was iemand die ziek was, oftewel een grapje. Ik vond het echt best wel raar, dat ik toch geslaagd
was. We hadden ook wel goed geoefend met de oude toetsen. Dus eigenlijk maakte ik me zorgen voor niks.
Dylan
Donderdagavond was het zover, toen begon Wie is de Mol? Met o.a. Ewout Genemans, Kees Tol en Tim Haars. Elke
donderdagavond was het zenuwslopend, wie zal moeten vertrekken en wie blijft er over? Het duurde redelijk lang,
eerst bungeejumpen van een oude kernreactor schoorsteen. Toen kees sprong, moest Ewout een joker in een kistje
stoppen, een met ‘Springt niet’ en een met ‘Springt wel’. Ewout deed de joker in het kistje ‘Springt niet’, omdat
hij dacht dat Kees niet sprong. Ook gingen ze kamperen, maar de route daar naartoe was een puzzel die ze moesten
maken om naar de kampeer plek te kunnen gaan. Op de kampeer plek deden ze wie is de mol in het klein om het
kampvuur. Onderweg naar de kampeer plek kwamen ze een volwassen olifant tegen die boos was, maar gelukkig
was er iemand mee die een geweer had en zei in het Engels dat ze door moesten rijden, maar de auto met de
meiden zat vast in het gulle zand en pas na goed gas geven kwamen ze eruit. Ze moesten ook ‘goud’ zoeken en
daarvan moesten ze een sleutel maken om een kistje kunnen openen. Ze moesten zeven stukjes vinden, alleen dat
lukte niet dus moesten ze de overige stukjes kopen van de presentator. Ze moesten ook in een kerk vragen stellen
aan ‘de mol’, dat was ge mol niet, want het was spannend op de slot avond omdat boven verwachting uit Kees de
mol was.
Bart
Slagharen
Ik zat op een vrijdag op de laptop. Toen hoorde ik de bel, mijn oma deed open. Het was Damian, hij liep naar boven en
vroeg of ik zondag mee ging naar Slagharen. Want zijn ouders hadden kaartjes. Ik zei : ‘Ja leuk!’
Toen gingen we voetballen ongeveer een uur. Zaterdag had ik er heel veel zin in. Toen het zondag was moest ik vroeg uit bed.
Ik kon er heel makkelijk uit komen. Ik dronk eerst een kom tomaten soep, toen ik het op had keek ik heel even televisie. Toen
riep me oma: ‘ Damian is er!’ Ik liep naar buiten en stapte in de auto. Eerst haalden wij een paar mensen op. Toen we bijna
bij Slagharen waren was er een ongeluk gebeurt. Dus daarom moesten wij omrijden, we waren nog niet eens in het park en
ik had 2 bolletjes met boterhamworst op, dat was heel lekker.
Als eerste gingen Damian en ik in de ‘eagle’ dat gaat heel hoog in de lucht en gaat rondjes draaien. Ik vond het best wel
eng. Het idee dat je naar beneden valt. Toen we eruit waren gingen we in de rij staan voor het treintje. Er stonden 5
moslims achter ons in de rij. Damian en ik hoopten dat ze niet bij ons in het karretje kwamen zitten. Gelukkig gingen die 5
moslims in een ander karretje zitten. Toen Damian en ik eruit kwamen, liepen we naar de achtbaan over de kop. We
moesten eerst de hele tijd wachten in de rij. Toen we eindelijk aan de beurt waren gingen Damian en ik in een karretje
zitten. We kregen een soort beugel over ons heen. Ik was heel erg zenuwachtig. We gingen omhoog, daarna gingen we schuin
omlaag. Toen we gingen rijden konden we niet meer terug. Nadat we schuin omlaag waren we geweest gingen we over de
kop. Toen ik eruit kwam bleek het allemaal mee te vallen. Op het laatst hebben we nog patat en een frikandel gegeten.
Justin
Vollenhoofsch fanfare
Het was de eerste keer dat Henrieke Ziel een optreden had met Het Vollenhoofsch
fanfare. Het is op een zaterdag avond dat het gebeurde.
Het was op een dinsdagavond dat Henrieke Ziel haar pak moest passen en het pak
paste meteen. Ze werd toen al een beetje zenuwachtig en ze ging daardoor allemaal
nare dingen bedenken zoals: dat er een instrument kapot ging of dat iemand een
verkeerde of valse noot speelde of dat iemand zijn of haar instrument vergeten was.
Maar bijna al die dingen gebeurde want er ging een instrument viel uit een koffer en
toen was haar instrument was en iedereen speelt wel eens een verkeerde noot of een
valse.
Haar zus en haar vader zitten ook bij de fanfare maar dan bij de grote alleen hun
hebben meer optredens maar zij heeft er nog niet zo veel
Haar vader en zus en het Vollenhoofsch fanfare moesten zaterdag bij de opening van
Het Rijksmuseum voor De Koningin! En daar waren ze heel zenuwachtig voor dat is
best logisch.
Het was zover Henrieke moest optreden met de fanfare en het ging best wel goed!!!
Henrieke
In eens ging de wekker aan en hoorde ik de muziek. Yes vandaag is de gym wedstrijd ik was snel uit bed en
ging mij aan kleedde. ‘Goedemorgen mam, Goedemorgen pap.’ Opgewonden loop ik de kamer in. Ik pak
een broodje eet hem op en loop de keuken uit. ‘Mam?’ ‘Ja, ’zegt mijn moeder. ‘Wil je een vlecht in mijn
haar doen?’ ‘Tuurlijk kom maar hier dan pak ik de kam pak jij het elastiekje?’ Mijn haar was al snel
ingevlochten. Ik pakte mijn tas en wat eten en drinken en fietste naar de gymzaal.
Renée, Kaya en Eline waren er al. Ik kleedde me om en ging een beetje rond lopen in de gymzaal. We waren
heel zenuwachtig omdat Janneke er nog niet was! Gelukkig kwam Janneke al snel en op tijd. Iedereen was
om gekleed en kreeg een nummer van Leonie. Toen gingen we warm lopen en we zagen de tegenstanders die
waren niet goed dat zagen we direct. Wat ze waren een beetje dik! We gingen allemaal naar onze eerste
onder deel dat was de brug. We mochten 5 minuten warm trainen op elk toestel. Toen we klaar waren moest
ik even wachten en daarna moest ik. Ik was heel zenuwachtig gelukkig ging alles goed. Na mij moest Eline
jammer genoeg viel Eline van de stok die maakte dus geen kans meer in de prijzen. Janneke en Kaya waren
heel goed.
Toen we alle onderdelen gehad hadden kregen we even pauze.
De pauze was voorbij en we kregen de prijsuitreiking. Ik vond het toen echt heel spannend. Eerst kwamen de
prijzen van de andere kinderen en toen de van mij. Er waren 4 prijzen. De vierde prijs was voor Kaya en
Marit. De derde was voor iemand die ik niet kende. Toen kwam de tweede prijs en dat was ik alle zenuwen
gingen weg en ik was super blij! Ik had namelijk nog nooit de 2de prijs gehad de 1,3,4 en de 5de heb ik
allemaal wel en nu ook de tweede yes!!! De eerste was natuurlijk Janneke, want zij was de allerbeste.
Toen ik thuis kwam had mijn moeder patat gekocht om het te vieren. Ik had heel erg van de dag genoten.
Mara
Meester zei dat we een kerstmusical gingen doen. We hadden veel musical en kozen voor: Op zoek
naar het Licht. Er waren verschillende rollen . de herders, een engel, de journalist, Stacey Starlight
de popster, en nog veel andere rollen. Er hing een lijst op het bord met alle rollen die er waren. Ik
wilde de rol van Stacey heel graag dus zette ik groen ik haar vakje.
Later toen het stemmen was afgerond kreeg iedereen en rol. En ik kreeg, Stacey Starlight, als rol.
Daar was ik heel blij mee. Alleen waar ik tegen op keek was solozingen. Allemaal gedachtes
gingen door mijn hoofd. Zou ik vals zingen, vinden ze het wel mooi, en is mijn uithaal goed.
Ik moest vaak oefenen. In de klas, soms thuis en in groep 7. Dagen gingen voor bij en we moesten
oefenen met het toneelspelen en zingen. Met alle spullen.
Voor de laatste keer oefenen in de kerk. We mochten opa’s en oma’s vragen of ze wilden kijken.
Mijn opa en oma wilde, en gingen toen kijken overdag. Ik was een beetje zenuwachtig, want vonden
ze mijn zang wel mooi? Later na de musical ging ik ze het meteen vragen. En ze antwoordde dat ze
het mooi vonden.
Die avond was het voor onze ouders en die van de kinderen op school. Het ging best goed en ik kreeg
leuke reacties.
Eline
Deze verhalen zijn bedacht en gemaakt door:
Bart, Alwin, Jules, Dennis, Roald, Mick,
Justin, Léon, Madelinde, Mara,
Linde, Henrieke, Femke, Janneke, Renée, Maureen, Eline