-
Een voorgeslacht geeft
inzicht in de historie van
het nageslacht. Waar kom je vandaan?
Wat zijn je wortels?
We geven het weer als een
boom, maar het zijn de
wortels waaruit je bent
opgegroeid!
De Familie
van Roekel Het nageslacht van
Willem Dercksen Backer
uit Bennekom
Jaap van Steenbeek November 2016
-
DE FAMILIE VAN ROEKEL Het nageslacht van Willem Dercksen Backer
uit Bennekom
Samensteller: Jaap van Steenbeek
1e versie: November 2016
Uitgave in eigen beheer via
http://genealogie.van-steenbeek.eu
-
1
Inhoud Inleiding
.....................................................................................................................................
3
Herkomst
....................................................................................................................................
5
De naam Roekel
.....................................................................................................................
5
Oude vermeldingen
................................................................................................................
5
De buurtschap Roekel
........................................................................................................
5
De naam Van Roekel in Arnhem (1353-1446)
..................................................................
6
De naam Van Roekel in Wageningen (1714-1790)
........................................................... 6
De genealogische herkomst
....................................................................................................
7
Willem Dercksen Backer
...................................................................................................
7
De 19e eeuw
................................................................................................................................
8
Aanneming familienamen in 1811/1812.
...............................................................................
8
Invoering kadaster in 1832.
....................................................................................................
8
Bestuurlijke ontwikkeling van Bennekom
...........................................................................
10
Landverhuizing
.........................................................................................................................
11
Van Roekels als landverhuizer
.............................................................................................
11
De opper-landverhuizer ds. H.P. Scholte
.............................................................................
12
De afkomst
.......................................................................................................................
12
Huwelijken en predikant
..................................................................................................
13
De Afscheiding
.................................................................................................................
13
De eerste jaren na de Afscheiding
....................................................................................
14
De emigratie
.....................................................................................................................
14
Op weg naar de eindbestemming
.....................................................................................
15
Pella
..................................................................................................................................
16
Kerkelijk leven
.................................................................................................................
17
Politiek leven
....................................................................................................................
18
De laatste jaren
.................................................................................................................
18
Pella, Marion, Iowa, USA
....................................................................................................
19
Pella
..................................................................................................................................
19
Marion County
.................................................................................................................
19
Iowa
..................................................................................................................................
20
-
2
Nederlandse naamdragers.
.......................................................................................................
21
Volkstelling van 31 mei 1947
..............................................................................................
21
Basisregistratie Personen (BRP) van 2007
...........................................................................
22
Nageslacht van Willem Dercksen Backer
................................................................................
24
Index (6441 personen)
........................................................................................................
367
Bronnen en verantwoording
...................................................................................................
489
Tenslotte
.................................................................................................................................
491
Afbeelding voorzijde en schutblad: ‘Roek-en-Bos’ (Bewerking van
afbeeldingen van https://nl.wikipedia.org/wiki/Roek).
Deze publicatie is gemaakt voor mijn site
http://genealogie.van-steenbeek.eu.
Eventueel kan ik – indien gewenst – de informatie toespitsen,
uitbreiden en/of aanvullen met eigen informatie en gegevens van
belanghebbenden binnen de familie Van Roekel.
Andere wijzen van publicatie - zonder mijn schriftelijke
instemming - sta ik niet toe.
-
3
Inleiding Toen ik bezig was met het voorgeslacht van mijn
kinderen, ontdekte ik al gauw, dat al de grootouders van mijn
kinderen in hun voorgeslacht de naam Van Roekel hadden. Mijn moeder
zei vroeger nog wel eens dingen als ‘Dat zijn andere Van Roekels,
die komen van het Pakhuus.’ of ‘Dat is geen familie, die is van De
Rooie [een Van Roekel die rood haar had].’ In mijn onderzoek
ontdekte ik echter, dat zij allen afstamde van één en dezelfde
persoon: Willem Dercksen Backer. Deze stamvader is geboren rond
1645 en leefde in Bennekom. Hij droeg zelf niet de naam Van Roekel,
maar één van zijn zonen wel en de kinderen van zijn andere zoon
voerden ook de naam Van Roekel.
Vervolgens stuitte ik op het boekwerk De Familie van Roekel
1.
Ik ben in februari 2003 begonnen de informatie uit dit boek te
digitaliseren. Een flinke klus, maar het was het begin van een
leuke specialisatie binnen mijn hobby. Tijdens dat digitaliseren
ontdekte ik echter dat er een aantal zaken niet klopte. Hoewel de
heer E. de Jong als een autoriteit moet worden beschouwd voor wat
betreft genealogisch onderzoek, besloot ik één en ander te matchen
met de originele bronnen in DTB-boeken en de burgerlijke stand.
Gaandeweg kwam ik er achter dat met zekerheid gesteld kan worden
dat allen die de naam Van Roekel dragen, nakomelingen zijn van
Willem Dercksen Backer en dientengevolge qua naamgeving verbonden
moeten worden met het dorp
1 Auteurs: E. de Jong, L. Overduijn, H.J. van Roekel en J. van
Roekel. Uitgave van de “Stichting tot bevordering van historische
en genealogische publicaties” (juni 1991).
-
4
Bennekom en dus niet met de buurtschap Roekel ten noorden van
het dorp Ede. Al de in de burgerlijke stand van de 19e eeuw
gevonden Van Roekels hadden namelijk een verbinding met deze
stamvader.
In deze publicatie wordt eerst iets verteld over de herkomst van
de familie(naam) Van Roekel. Vervolgens worden enkele zaken die
voorvielen in de 19e eeuw behandeld, waarvan nakomelingen van
Willem Dercksen Backer de effecten merkten. De informatie over
emigratie is vooral opgenomen omdat relatief veel leden van de
familie Van Roekel zijn geëmigreerd naar de Verenigde Staten.
Daarna volgt statistische informatie over de spreiding van de
familie in Nederland. Vervolgens is in een overzicht een zevental
generaties van het nageslacht van Willem Dercksen Backer in
Nederland en vooral de Verenigde Staten opgenomen.
Deze publicatie had ook de titel “De Familie van Roekel 2.0”
kunnen krijgen. Ten eerste als onderscheid van het vorige boekwerk
uit 1991. Nu we 25 jaar verder zijn en de techniek van
digitaliseren en presenteren via internet steeds verder is
verbeterd, is het ook mogelijk om de in dat boek gepresenteerde
informatie te verbeteren en te corrigeren. Na 25 jaar werd dat wel
eens tijd. Een andere gedachte bij deze titel was, om deze
publicatie te combineren met de presentatie van het nageslacht op
internet via persoonskaarten. Daarbij is het namelijk mogelijk om
veel meer informatie en met name afbeeldingen op te nemen. Deze
database is te vinden onder het tabblad “Van Roekel” op de site
http://genealogie.van-steenbeek.eu. Daar kan tevens dit boekwerk in
pdf-formaat worden gevonden en gedownload, wat het digitaal
doorzoeken van de tekst mogelijk maakt.
-
5
Herkomst
De naam Roekel
De naam (van) Roekel is makkelijk te verklaren. Het eerste deel
(Roek) verwijst naar de vogelsoort. Het tweede deel is een
gecombineerde zegswijze van “loo”, wat een oudere naam is van
“bos”. Door samenvoeging ontstaat de schrijfwijze Roekel wat dus
eigenlijk “roekenbos” betekent. In verklaringen over de namen op de
Veluwe wordt aangegeven dat er meerdere roekenbossen in Nederland
zijn. Andere voorbeelden van namen van buurten en gebieden in de
gemeente Ede met een vogelnaam zijn terug te vinden in de namen
als
Sijsselt (sijs), Vinkelt (vink) en Mossel (mees). NB: Voor de
beschrijving van de Roek verwijs ik naar de betreffende pagina op
Wikipedia (https://nl.wikipedia.org/wiki/Roek). Hier zijn ook de
(bewerkte) foto’s van de roek en het roekenbos (hieronder) van
overgenomen.
Oude vermeldingen
De buurtschap Roekel
Een logische gedachtegang zou zijn om de naam Van Roekel te
plaatsen in de gelijknamige buurtschap. Informatie over de
hedendaagse buurtschap Roekel is te vinden op Wikipedia
(https://nl.wikipedia.org/wiki/Roekel). In het (verre) verleden
werd al over de buurtschap Roekel gepubliceerd. In Witkamps
“Aardrijkskundig Woordenboek” uit 1877 lezen we over Roekel: “een
gehucht – in de gemeente Ede – omringt door akkers en bosch, te
midden van eene woeste streek”. Van deze gehuchtsnaam werden de
namen Roekelse Bos en Roekelse Zand afgeleid. Samen met het
naburige Sijsselt, het vroegere Vinckelt bij Kootwijk en de Mossel
behoort Roekel tot de laatmiddeleeuwse bosnamen. Er zijn geen
vroege overleveringen van de bosnaam Roekel2. Uit de gegevens van
1877 weten we dat het Roekelse Bos 15 hoeven bevatte. Deze vormden
samen het bosmark. De erfmarkrichter van deze marke was de baron
Van Heeckeren tot Wassenaer toe Twichel. Hij was heer van huize
Kernhem. In 1328 werd een familienaam Van Roekel ingeschreven op de
schattingslijst van de Veluwe. Als schattingsplichtige werd daar
Johan van Rokel (Roekel) genoemd. Deze lijst gaf Johan als
hoofdaangeslagene van een bezit weer. Johan staat daar tussen
anderen die namen dragen die weer betrekking hebben op toponiemen,
waarvan we de ligging allen in de onmiddellijke omgeving van de
huidige buurtschap Roekel kunnen traceren. Dat zijn bijvoorbeeld:
Mossel, Kreel, Willinkhuizen, Wekenen (Wekerom), Eschoten,
Westerhuis e.d. Enkele kaarten uit de 17e eeuw vermelden Roekel
ook. Bijvoorbeeld op een kaart van de bekende Nicolaas van
Geelkercken uit 1635, die toen landmeter van het vorstendom
Gelderland was.
2 Een roek verblijft overigens niet graag in een echt bos, maar
liever in een groep grote bomen met uitzicht over de omgeving. Dit
zijn bosjes, die ik als Veluwnaar liever geen bos noem.
-
6
De naam Van Roekel in Arnhem (1353-1446)
In (de omgeving van) Arnhem komen we de volgende inschrijvingen
tegen met de naam Van Roekel: Op 24 november 1353 dragen Arnoldus
van Rokel en zijn vrouw Bessela een rente over, gaande
uit een huis in de stad Arnhem. Op 01 augustus 1409 draagt
Goiswijn van Rokel met zijn vrouw een rente over. In 1414 wordt het
erf van Woude van Rokel in Arnhem genoemd. In 1415 wordt Johan van
Roekel genoemd inzake een rente. In 1424 wordt de weduwe van Johan
van Roekel genoemd als moeder van Stijn van Roekell,
gehuwd met Roloff de Groet. Op 18 maart 1427 dragen de weduwe
Aleijt van Rokel (die - zoals gebruikelijk in die tijd – de
naam van haar overleden man droeg) en haar zoon Henrick van
Rokel een huis en hofstede in de Rijnstraat over. Er blijft wel een
rente op het huis gevestigd (zie 1446). Aleijt zal de weduwe
geweest zijn van de hiervoor genoemde Johan.
In 1432 draagt Aleijt van Rokel 16 morgen land over aan het
broederschap van St. Nicolaas te Arnhem.
In 1433 is broeder Gosen van Roekel een regulier (= ordelid) te
Arnhem. Op 13 januari 1446 erkent Stijne van Rokel dat een rente
gaande uit haar huis gelost (=betaalt)
is. Deze Van Rokels/Roekels in Arnhem zullen ongetwijfeld de
nakomelingen zijn van de al in de veertiende eeuw genoemde Johan
van Roekel. Aannemelijk is, dat er geen mannelijke naamdragers van
deze familie meer zijn.
De naam Van Roekel in Wageningen (1714-1790)
Van een veel jongere datum zijn de oudst bekende gegevens van de
Wageningse Van Roekels (ook wel Van Roekelt genoemd).
Op 22 januari 1714 dragen de curatoren over de boedel van Jan
van Roekelt, zijn broers Steven van Roekelt en Hendrick Kemp, samen
met de al genoemde Jan, land gelegen te Wageningen over. Ook
verkopen zij een huis gelegen aan de Hoogstraat. (NB: De vrouw van
Jan zal waarschijnlijk overleden zijn, zodat de broer/broers
mogelijk voogd is/zijn over de kinderen van Jan.)
Op dezelfde datum verkoopt Jan land aan de Buijsesteegh en aan
de Dijkgraaf. Dit land lag buiten de stadswallen. Ook verkoopt Jan
land aan Steven. Als belendend perceel wordt hierbij een perceel
van een broer Hendrik genoemd.
Op 09 juli 1711 verkopen Hendrick van Roekelt en zijn vrouw
Elisabeth van Brummenkt een stuk tabaksland.
Op 02 juli 1712 verkoopt Jan weer land in Wageningen. Op 17
september 1728 blijkt Jan te zijn overleden. Zijn – tweede? – vrouw
Catrijn Schraet
verkoopt dan een akker aan de Buijsesteeg. Op 24 juli 1722
blijkt Steven een pachtschuld te hebben van 162 gulden en 10
stuivers. Op 17 november 1789 trouwt Catharina van Roekel in
Wageningen met Peter Woutersen van
Beek (52 jaar oud en geboren omstreeks 1737 in Oosterbeek). Dit
gegeven is aangetroffen in Veluwse Geslachten 1989 nr. 2 pagina 74.
Van Catharina is nog geen aansluiting gevonden naar mogelijke
ouders.
-
7
Interessant zijn verder nog de volgende gegevens: Uit het
bakkersgilde van Wageningen blijkt dat in 1727 en 1740 Hendrik van
Roekelt lid van het bakkersgilde is. In 1742, 1761, 1781 en 1789 is
(zijn zoon?) Willem van Roekelt lid van hetzelfde gilde. Het is
aannemelijk dat deze Wageningse takken en de Bennekomse stamvader
van de Van Roekels een relatie hadden. Enerzijds natuurlijk vanwege
de naam, maar zeker het hebben van hetzelfde beroep is voor die
tijd een signaal. Hiervan is echter geen enkel bewijs gevonden. Van
de hier genoemde Wageningse takken zijn in de 19e eeuw geen Van
Roekels of Van Roekelts meer gevonden.
De genealogische herkomst
Nu zijn we uiteindelijk bij de behandeling van de oorsprong van
de Van Roekels die thans nog in leven zijn. Helaas is hiervan -
theoretische benaderingen van anderen ten spijt - geen enkel bewijs
van een verbinding tussen de oudste stamvader en de hiervoor
genoemde oude vermeldingen. Natuurlijk waren er ook voorouders vóór
de oudste gevonden stamvaders van dit geslacht. En misschien is er
wel een verbinding geweest, maar hiervan is geen enkel bewijs
gevonden. Hooguit wat hypothesen. Zo is er naast de stamvader
Willem Dercksen Backer ook een Wouter Dercksen Backer gevonden.
Mogelijk was dit een broer van Willem, maar wederom ‘geen bewijs’.
Of er verbanden zijn met het buurtschap of hiervoor genoemde Van
Roekels is niet vastgesteld en houden we dus buiten beschouwing.
Heraldische feiten of het voeren van een wapen is bij de
aantoonbare afstamming niet aangetroffen. In het boek De Familie
Van Roekel uit 1991 worden wel twee wapens genoemd, maar enig
historisch aantoonbaar bewijs van echtheid is niet aangetroffen.
Ook gezien de beroepen lijkt het niet aannemelijk dat hier een
verbinding is met deze familie en dat zij een wapen voerden. De
eerste keer dat in Bennekom een aldus genoemde Van Roekel wordt
aangetroffen is bij het huwelijk van Gerrit (de zoon van Willem
Dercksen). Op zich nog redelijk bijzonder, omdat in deze omgeving
vooral gewerkt werd met zogenoemde patroniemen. Feitelijk zal deze
Gerrit daarom regelmatig Gerrit Willems genoemd zijn en zijn
kinderen Gerrits. Tot zover de herkomst van de familie(naam) Van
Roekel.
Willem Dercksen Backer
Willem Dercksen Backer is zeer waarschijnlijk identiek aan
Willem Deckers, die samen met zijn vrouw Jantjen Geurtsen een huis
met een hof en bouwland kocht (zoals zij dat al in gebruik hadden).
Dit land was gelegen onder Wageningen, met een stuk land, groot 1
en een half schepel gezaais, nabij de Bennekomseweg in Wageningen
(huidige Grindweg). Dit gebeurde op 8 april 1695. Misschien dat op
of bij dat land een groep bomen stond en dat daar een Roekenkolonie
zat? Misschien is er dan helemaal
geen verband met de overige personen die de naam Van Roekel
voerden. We weten feitelijk alleen dat Gerrit van Roekel (Gerrit
van het Roekenbos) op 29 maart 1705 met die naam ingeschreven werd
in het trouwboek van Bennekom. Ergo bij Willem Dercksen Backer
houdt alle bewezen afkomst op en daar houd ik het voorlopig bij. We
starten bij deze Willem, omdat kinderen van zijn zoon Jacob ook
vermeld werden met de naam Van Roekel.
-
8
De 19e eeuw
Aanneming familienamen in 1811/1812.
Opvallend is, dat de familie Van Roekel die naam al gebruikte in
de 18e eeuw. Het aannemen van familienamen werd pas aan het begin
van de 19e eeuw verplicht. Daarvoor was het in de omgeving van
Bennekom veel gebruikelijker om patroniemen te gebruiken. Dat wilde
zeggen dat de ‘achternaam’ bestond uit een verwijzing naar de
voornaam van de vader. Als dat niet was doorgevoerd zou mijn vader
bijvoorbeeld Frans Geurtsen genoemd zijn en ondergetekende Jaap
Fransen. Omdat de naam Van Roekel al gebruikt werd, hebben ook lang
niet alle nakomelingen van Willem Dercksen Backer gehoor gegeven
aan de oproep om hun familienaam netjes te laten registreren.
Enkelen daarentegen lieten wel expliciet de naam Van Roekel
registreren. In Bennekom waren dat Bart Willemsen (107) en zijn
zonen Barend Barten (108) en Willem Barten (109), de broers Willem
Gerritsen (124) en Gerrit Gerritsen (125), de broers Jan (156),
Derk (157) en Willem Derksen (158) en Jacob Gerritsen (186). Aan de
nummering van de akten (tussen haakjes opgenomen bij de namen) zien
we, dat directe familie waarschijnlijk samen ten behoeve van deze
registratie voor de maire van Bennekom verschenen. In Ede treffen
we slechts twee registraties aan: Wouter Derksen (66) en Jan Jansen
(65). De eerstgenoemde was een oudere broer van de daarvoor
genoemden Jan, Derk en Willem Derksen die in Bennekom de naam
hebben aangenomen. Hij kwam van oorsprong dus wel van Bennekom,
maar was rond 1788 naar Ede getrokken. De laatstgenoemde (Jan
Jansen uit Wekerom) was geen nakomeling van Willem Dercksen. Hij
kwam wel uit de buurt van de buurtschap Roekel. Opvallend is
echter, dat hij net voor Wouter Dercksen zijn naam liet
registreren. Van deze Jan Jansen van Roekel zijn al snel geen
mannelijke nakomelingen meer. De enige zoon (Rutger) heeft nog wel
een zoon gehad, maar dat kind overleed toen hij 7 jaar was. Dankzij
de invoering van de burgerlijke stand zijn vanaf 1812 de gegevens
van de Van Roekels goed te volgen. De inschrijvingen werden
aanzienlijk zorgvuldiger. Daar waar in de trouwboeken volstaan werd
met de namen van het betrokken echtpaar werden al snel in de
huwelijksakten ook de leeftijd, het beroep en de namen van ouders
vermeld. Ook de plaatsen van herkomst zijn in de akten terug te
vinden. Bij het ontstaan van de gemeenten, bleef Bennekom aan het
begin van de 19e eeuw als een zelfstandige gemeente voortgaan.
Hieraan is op 1 januari 1818 een einde gekomen en werd Bennekom bij
de gemeente Ede gevoegd.
Invoering kadaster in 1832.
Een tweede zorgvuldige registratie betrof de bezittingen aan
onroerende goederen. Aan het begin van de 19e eeuw werd namelijk
ook het kadaster doorgevoerd. Dat was niet alleen handig voor de
vastlegging van eigendom, maar afgeleid daarvan kon ook belasting
worden geheven. Voor genealogen is het een waardevolle aanvulling
om te kunnen zien waar mensen woonden en bijvoorbeeld hoeveel land
men in bezit had. Eerder moest dat gezocht
worden in losse notariële stukken. Ook van Bennekom is een
kadastrale atlas bekend. Daarin zijn een aantal Van Roekels terug
te vinden. Dit waren er 9. De één had weinig grond terwijl de ander
meer bezat. Zo had Gerrit Jacobsz (1799-1862) “slechts” 19,1 are
als landbouwer in eigendom. De grootste
-
9
landeigenaar was Derk Derkzn van Roekel die bijna 100 keer meer
grond had (18,9 hectare). Op de hiervoor opgenomen afbeelding zijn
zijn eigendommen ingekleurd op de kadastrale kaart van sectie B ‘De
Kraats’ van Bennekom. Ondanks dat er in 1832 geen sprake meer was
van een burgerlijke gemeente Bennekom is overigens nog steeds
sprake van een kadastrale gemeente Bennekom. (De opbouw van de
registratie was namelijk al veel eerder begonnen).
Het dorp Bennekom in de 19e eeuw Het dorp Bennekom ligt op de
grens van een bosrijke omgeving aan de oostzijde en een landelijke
omgeving op de westelijke helling van de Veluwse Heuvelrug. Ten
noorden ligt het dorp Ede en ten zuiden de stad Wageningen, die
beiden van invloed zijn op de latere ontwikkeling van deze plaats.
De naam Bennekom was van oorsprong Beringchem. De eerste keer dat
deze naam opduikt in geschreven tekst is in 1288. Al eerder is er
in de omgeving sprake van bewoning geweest. Getuigen daarvan zijn
de grafheuvels op de Hullenberg en de Celtic-fields nabij de
Dikkenbergweg. Het kasteel Hoekelum dateert in oorsprong uit de 14e
eeuw. De Hervormde Kerk heeft een vroeg-gotische toren uit het
begin van dezelfde 14e eeuw. In stukken uit 1360 is sprake van de
“Ecclesia de Berninchem”. De eerst bekende aanpassing van deze kerk
dateert uit 1542, wanneer de kerk te klein wordt gevonden en er
twee zijbeuken worden aangebouwd. In 1857 is de kerk nogmaals fors
(en eerlijk gezegd bruut) verbouwd. Het betrof en enorme
uitbreiding aan ruimte, maar niet aan schoonheid. Hierin kwam de
sobere levensstijl van de Veluwnaar naar boven, die
(generaliserend) wars is van overmatige versiering en dikdoenerij.
Bijvoorbeeld: Pas op 30 juni 1878 werd het Leichel orgel in de Oude
Kerk van Bennekom plechtig ingewijd. Bennekom is met name – in
kerkelijk opzicht – ook bekend (berucht) vanwege de situaties rond
de doleantie. Meer dan de helft van de leden volgden dominee E.
Eisma naar de Gereformeerde Kerk. De scheuring ging dwars door
families en alles heen. Deze splitsing hield de gemeente zo bezig,
dat op 19 juni 1887 de “sterke arm” was ingeroepen om de orde in de
kerk en het dorp te handhaven. Inmiddels was in 1882 de tramlijn
tussen Ede en Wageningen tot stand gekomen. Zo werd Bennekom vanuit
het station Ede-Wageningen en de stad Wageningen goed bereikbaar.
De tramrails zijn allang weg, maar de sporen van het tracé zijn nog
steeds zichtbaar door de brede ruimte aan de oostkant van de
huidige Edeseweg. Door de verbinding met het treinstation van Ede
is waarschijnlijk hierdoor Bennekom ook meer en meer als
vakantieoord bekend geworden. Aan het begin van de 19e eeuw heeft
Bennekom ongeveer 800 inwoners. In 1814 is dat haast het dubbele,
maar dat komt door de inkwartiering van Russen en Kozakken als
“bevrijders” van de Franse overheersing. Aan het einde van de 19e
eeuw komen er meer en meer vermogende toeristen naar Bennekom,
waarvan een aantal het wonen in Bennekom zo fraai vindt, dat men
zich na hun pensionering in Bennekom vestigt. Eén daarvan is
bijvoorbeeld Heinrich Witte. Hij was eerder beheerder van de hortus
botanicus in Leiden. Hij beschreef in een aantal boekjes de
schoonheid van “zijn” dorp. Daar waar hij eerst het dorp gezien had
met een “groot aantal onbemiddelden”, wordt door Heinrich in 1899
geschreven: “Tal van villa’s, door rustig levende, van elders
hierheen getrokken, bewoond, vervroolijken den groten weg en nog
weer anderen zijn in aanbouw of geprojecteerd, zodat het aantal
gegoede bewoners zeer is toegenomen.” Of Heinrich Witte de
soberheid voor armoede heeft aangezien mag niet worden uitgesloten.
Ook zal het oorspronkelijke deel van de bevolking zijn mening niet
altijd gedeeld hebben. Aan de andere kant heeft deze wijziging voor
hen en Bennekom als dorp vergaande gevolgen gehad. In het dorp zelf
woonden relatief steeds minder oorspronkelijke Bennekommers.
Bijvoorbeeld de hogere officieren uit het garnizoen van Ede
verkiezen het wonen in Bennekom boven dat van Ede. Dit gaf weer een
heel eigen werkgelegenheid aan het dorp (bouwvakker,
(detail-)handelaar, dienstbode, tuinman). Bennekom heeft daarmee
aan het einde van de 19e eeuw 2.228 inwoners, waarvan er 1.472 in
het dorp zelf wonen.
-
10
Bestuurlijke ontwikkeling van Bennekom
Al voor de 19e eeuw werd Bennekom bestuurd door de ‘buurten’.
Vooral over de Bennekomse Meent is veel te doen geweest rond
grensconflicten met de gemeente Wageningen. Eén en ander is
uitgebreid beschreven in “Het buurtboek van Bennekom”3. Voor
degenen die de geschiedenis van Bennekom willen begrijpen en is dit
een zeer lezenswaardig boekwerk. In dit boek verteld de in 2016
overleden Gert van Roekel over de bestuurlijke betrokkenheid van de
Van Roekels in de buurten. De buurten bleven in 1812 - ondanks de
invoering van de gemeenten - bestaan. De gemeenten bemoeiden zich
toen vooral met de tot de latere secretarie behorende
gemeentetaken. De bestuursvorm ‘buurt’ had tot doel om de
gemeenschappelijke eigendommen (wegen, heide en land) zo te
beheren, dat daaruit de meest mogelijke voordelen voortkwamen. Dus
meer het latere Openbare Werken. Niet alleen de zogenoemde geërfden
moesten dat voordeel behalen, maar de buurt was er voor al de
ingezetenen van Bennekom. De geërfden waren degenen die stemrecht
en daardoor zeggenschap hadden. Dit
waren niet democratisch gekozen lieden, maar degenen die konden
aantonen eigenaar te zijn van tenminste 1/7 bunder of 14 roeden
ongebouwde grond. Als dagelijks bestuur had deze bestuursvorm een
voorzitter in de persoon van een buurtrichter (meestal van hogere
afkomst of op een hoge post gezeten) en een aantal buurtmeesters (2
per buurt). Deze posities kunnen het best vergeleken worden met
respectievelijk die van burgemeester en wethouders, maar in de 19e
eeuw vooral gericht op het openbaar eigendom. De bezoldiging was
mager. Het waren vooral functies die met eer en aanzien werden
beloond en dus naast een gewone functie-invulling plaats vond. Aan
het einde van de 19e eeuw (1889) is aan deze bestuursvorm een einde
gekomen op last van de koning Willem III. Dit was door hem in de
wet op de Markegronden bepaald. In de 19e eeuw heeft er bijna
altijd een Van Roekel één van de genoemde functies bekleed. Zo was
Willem Dercksen Backer in het einde van de 17e eeuw buurtmeester
van de Bovenbuurt (periode 1685-1688). Degene die als buurtrichter
van beide buurten betrokken was bij de opheffing en overdracht aan
de burgerlijke gemeente was Brand Geurtzn van Roekel (1841-1894)
wiens vader voor hem van 1845-1884 buurtmeester van de Benedenbuurt
was. Deze Geurt Jacobs van Roekel wordt ook genoemd op het
herinneringsbord rond de “herbouwcommissie” van de kerk. De vader
van Geurt en dus de grootvader van Brand Geurtzn (Jacob Backer van
Roekel) was buurtmeester van de Benedenbuurt van 1800 tot 1845.
3 Auteur G. van Roekel (*1927-†2016), Uitgeverij Mes uit Capelle
aan de IJssel in 1998, ISBN 90 76061 16 5
-
11
Landverhuizing Een apart hoofdstuk in de 19e eeuw was de
landverhuizing die plaats ging vond tussen West-Europa en de
Verenigde Staten. Ondanks de aanwezigheid van de buurten leverde de
arme grond van Bennekom niet voor iedereen voldoende voordeel op.
Ook werd men mobieler. Door de ontwikkelingen in de scheepvaart
waren verre tochten bereikbaar geworden. Men kon op reis naar ver
gelegen landen. Met name door de ernstige aardappelziekte (1845)
werd niet alleen Nederland, maar heel Europa getroffen door een
groeiende armoede. Vooral een land als Ierland kreeg het zwaar te
verduren. Het nieuws van Ierland werd ook in Nederland gehoord en
men wist wellicht zeker dat het hier ook zo erg zou toeslaan. Ook
in kerkelijk opzicht waren het roerige tijden. Het was o.a. de tijd
van de Afscheiding. Juist de prominenten daarin stichten een
vereniging om de landverhuizing zoveel mogelijk te bevorderen. Van
grote invloed waren dominee Scholte en dominee van Raalte, die
beiden ook zelf naar Amerika emigreerden. Vele volgelingen zijn met
of na hen naar Amerika gegaan om daar de landbouw te beproeven.
Van Roekels als landverhuizer
Alleen al in het jaar 1892 vertrokken er 133 gezinnen uit de
gemeente Ede naar Amerika. Van de familie Van Roekel zijn de nodige
emigraties bekend. Zij waren vooral gericht op de groep van dominee
Scholten, waar in de volgende paragraaf nader op wordt ingegaan. We
zien daarbij overigens dat er uit één bepaald gezin een relatief
groot aantal kinderen als pionier vertrokken. Barend van Roekel
(zoon van Bart) had negen kinderen gekregen. De jongste was zeer
jong overleden en zoon Bart was in 1842 ongehuwd gestorven. Van de
overige zeven vertrokken er vijf. De twee achtergebleven dochters
waren bij de emigratie van de overige vijf al getrouwd en hadden
inmiddels kinderen.
Naam Uit het gezin van Geboorte- datum Jaar van vertrek
Overleden in
Wilem Barend Bartszn. 20-11-1830 1857 Pella Rut Barend Bartszn.
25-02-1829 1858 Pella Hendrik Barend Bartszn. 14-02-1835 1858 Pella
Jan Harmsen Barend Bartszn. 02-07-1818 1861 Hospers Geertuida e/v
G. Bennink Barend Bartszn. 11-01-1824 1869 Pella ? Rijkje e/v C.
Hulstein Willem Jacobszn. 04-01-1833 1871 Pella Lubbert Hendrik
Janszn. 06-09-1836 ca 1875 Pella ? Geurt Geurt Jacobszn. 09-11-1843
1892 Sioux Center Cornelis Gerrit Jacobszn. 22-02-1840 1892 Sioux
Center Eduard Willem Jacobszn. 19-04-1847 1892 Sioux Center Jantje
e/v D. Bennink Willem Wouterszn. 14-04-1875 Pella ? Gijsbertje e/v
J.M. van Wijk Gerrit Jan Geurtszn. ca 1887 1913 Perkins Catharina
Anna e/v E.J. van Egdom Johannes Jacobszn 17-08-1895 1920 Jacob
Johannes Jacobszn 18-11-1896 1920 Sioux Center Willem Johannes
Jacobszn 23-02-1902 1920 Doon Jan Jan Willemszn. 24-08-1885
>1911 Goldsboro Er wordt zeker niet uitgesloten, dat er meer Van
Roekels emigreerden. Aan de ene kant zijn er in de database
echtparen uit het midden van de 19e eeuw waarvan geen nakomelingen
meer in hun huwelijk gevonden zijn, terwijl van deze ook (nog) geen
overlijdensdata bekend zijn. Dit zijn mogelijk ook geëmigreerden.
Aan de andere kant zijn er VanRoekels in Amerika gevonden, waarvan
(nog) geen aansluiting met Willem Dercksen is gevonden. Ook in het
vervolg van de 20e eeuw zijn er Van Roekels naar Amerika of andere
bestemmingen vertrokken. Ook Canada raakte in trek.
-
12
Van het nageslacht van degenen naar Amerika vertrokken zijn is
relatief veel bekend. De familienaam wordt daar nagenoeg altijd
weergegeven met een hoofdletter in het voorvoegsel of aan elkaar
geschreven als VanRoekel of Vanroekel. Veel gegevens van de
momenteel in Amerika levende takken zijn te vinden op de site van
Gijs van Roekel uit Maarn. Hij is namelijk doende om een volledige
parenteel op het internet te krijgen. Vanwege de privacy-normen
kies ik daar niet voor. In de in deze publicatie opgenomen
parenteel is dus lang niet alle beschikbare informatie opgenomen4.
In de bakermat Bennekom maakten een aantal mensen zich ernstig
zorgen over het vertrek van velen. Vooral een Brummelkamp was
weliswaar niet tegen de landverhuizing, maar wilde wel dat het
vertrek niet nodig zou zijn. Of deze Brummelkamp familie was van de
bekende vriend van Scholte is (nog) niet bekend. Wel is bekend dat
de Bennekomse Brummelkamp als geërfde bekend stond als een vrome
man, die behoorlijk strikt in de leer was. Wat dat betreft zou hij
rustig tot de groep van de Afscheiding behoord kunnen hebben. Dit
brengt ons weer terug bij de inspirator voor de landverhuizing. Ds.
H.P. Scholte.
De opper-landverhuizer ds. H.P. Scholte
Iemand die een belangrijke rol gespeeld heeft in de emigratie en
het leven in de Verenigde Staten van (onder andere) de familie Van
Roekel is dominee H.P. Scholte geweest. Door de levensgeschiedenis
van Ds. H.P. Scholte weer te geven hoop ik informatie over de
emigratie en de plaats Pella te schetsen. Deze emigratie heeft
velen met de Amerikaanse naam VanRoekel een nieuwe oorsprong
gegeven.
De afkomst
Hendrik Peter was de op 25 september 1805 te Amsterdam geboren
zoon van de welgestelde Jan Hendrik Scholte en Johanna Dorothea
Roelofsz, die aan de Lauriergracht te Amsterdam woonden. Zijn vader
was ouderling bij de Hersteld Luthersche Gemeente, waar Hendrik
Peter op 6 oktober 1805 gedoopt is. Dit was een rechtzinnige
Nederlandse afscheiding van de Evangelisch-Lutherse Kerk. De
familie was een onderdeel van een kolonie van Duitse
suikerraffinadeurs. Deze hadden zich jaren daarvoor in Amsterdam
gevestigd. De grootvader van Hendrik raffineerde suiker (uit
suikerriet). Zijn vader had zich echter toegelegd op de verpakking
in dozen of kisten. Als jonge man werkte hij enerzijds als
leerjongen in de fabriek van zijn vader, terwijl hij anderzijds
kunst studeerde. In die tijd stierven kort op elkaar een aantal
mensen in zijn naaste omgeving. Zijn vader stierf op 11 oktober
1821 en zijn grootvader aan vaderszijde op 6 november 1822. (Zijn
grootmoeder van vaderszijde was al begraven op 17 november 1804.)
Vervolgens stierf zijn moeder op 21 maart 1827 en in datzelfde
jaar
overleed ook zijn broer. Op 3 december 1828 overleed zijn
grootvader van moederszijde. Zo bleef Hendrik alleen met zijn
grootmoeder van moederszijde achter. Wel in zekere rijkdom. Hij
werd immers
4 Ik heb wel de nodige gegevens in mijn eigen database. Hier
vindt u nog niet de helft van de in de hoofddatabase opgenomen
dragers van de naam Van Roekel. Neem gerust contact op voor
gerichte informatie die betrekking heeft op uw eigen voorgeslacht
of kijk op https://roekelg.home.xs4all.nl/genealogie/ginl.html.
-
13
op jonge leeftijd eigenaar van het huis en de zaak van zijn
vader. Hij verkocht daarop de zaak om verder te gaan studeren. In
1827 is hij gestart met zijn opleiding aan de voorganger (Atheneum
Illustre) van de huidige Universiteit van Amsterdam. Nadat hij de
zaak van zijn vader verkocht had, ging hij in 1829 theologie,
filosofie en politicologie studeren in Leiden. De keuze voor Leiden
was een gevolg van zijn overgang naar en belijdenis in de
Nederlands Hervormde Kerk in 1827 of 1828. Hij woonde ondertussen
de bijbellezingen bij die Da Costa elke zondagavond aan huis hield.
Als academievriend van Brummelkamp werd hij met deze te Leiden een
bezoeker van de oefeningen van Le Féburé. Door Twent van Rozenburg
– die in Zwitserland onder de invloed van de “Momiers” tot bekering
gekomen was en lid van de vrije gemeente te Genève was geworden –
had Scholte kennis gekregen aan en sympathie voor het denkbeeld van
vrije kerken.
Huwelijken en predikant
Een maand na de afronding van zijn opleiding in Leiden, trouwde
Hendrik als kandidaat bij de Hervormde Gemeente van Heusden, maar
was volgens de huwelijksakte “beroepen predikant”. Het huwelijk
vond plaats op 20 december 1832 te Amsterdam. De grootmoeder van
moederszijde van Hendrik - Johanna Bank - gaf bij notariële akte
toestemming tot dit huwelijk. De bruid - Sara Maria Brandt - was
een dochter van een op 6 november 1832 overleden rijke Amsterdamse
suikerraffinadeur. Deze vader was dus kort voor dit huwelijk
overleden. Scholte werd predikant in Genderen en Doeveren en begon
met alle beslistheid de Gereformeerde leer te verkondigen.
Onbeschrijfelijk was de toeloop bij zijn prediking. Uit heel het
Land van Heusden stroomden de scharen samen naar deze jonge
predikant, die men roemde als “een wonder van God”. In de kerk van
Doeveren werd al snel een gaanderij bijgebouwd. Met lede ogen zagen
de hogere kerkbesturen dat aan. Uit zijn Leidse tijd was hun al
bekend wat een “aller gevaarlijkst mens” deze predikant was. Nu
bleek dit maar al te goed. De vier Avondmaalsvragen, die door de
Synode voorgeschreven waren, liet hij bij de voorbereidingspreek
stelselmatig weg. En de “Evangelische gezangen”, waarvan hij
aanvankelijk nog schaars gebruik had gemaakt, gaf hij weldra
helemaal niet meer op. Ook getuigde Scholte steeds vrijer en
openlijker tegen de afwijking van de waarheid en wees hij steeds
ernstiger en aangrijpender op de oordelen van God. Deze waren in
zijn visie en prediking al zichtbaar in oorlogen en pestilentiën.
Nu eens schilderde hij zijn toehoorders zware vervolgingen voor
ogen, dan weer sprak hij hun moed in met de belofte dat de Heere
zijn volk niet verlaten zou.
De Afscheiding
Toen de Nederlandse regering greep trachtte te krijgen op het
kerkelijk leven van de Nederlandse Hervormde Kerk ontstond
hiertegen een protestbeweging die een rechtzinnig karakter had.
Scholte speelde een belangrijke rol in het ontstaan van de Acte van
afscheiding die het begin vormde van de Afscheiding van 1834. De
afgescheidenen werden daarom wel Scholtianen genoemd, hoewel de
aanduiding Cocksianen, naar Hendrik de Cock, de geschorste
predikant van Ulrum, gebruikelijker was. Daaraan voorafgaande had
De Cock hem zijn brochure toegezonden, waarna een levendige
correspondentie was ontstaan. Na de schorsing van De Cock zond
Scholte hem een brief, waarin hij zijn ontzetting uitsprak over dat
feit en zijn geschorste broeder verzekerde de volgende zondag de
gemeente van Doeveren met deze “nieuwe aanslag op het koninkrijk
der hemelen” bekend te zullen maken. In oktober 1834 ging Scholte
naar Ulrum om zijn afgezette ambtsbroeder te bezoeken. Daar preekte
hij, zonder het door de wet geëiste verlof van de consulent, in een
weekbeurt in de kerk. Zondags, toen hem de toegang tot de kerk
geweigerd was, preekte Scholte op een stuk land achter de pastorie.
Dit had als gevolg, dat op 29 oktober 1834 het bestuur van de
classis Heusden, op
-
14
aanschrijven van hogerhand, hem zonder voorafgaande waarschuwing
schorste in zijn bediening met behoud van traktement. Scholte had
aan De Cock gezien, waar dit schorsen op uit zou lopen en volgde
diens voorbeeld. Met nagenoeg zijn gehele gemeente tekende hij al
op 1 november daaropvolgend een acte van Afscheiding, waarin zij
verklaarden niet langer te willen leven onder een bestuur, dat
menselijke bepalingen boven Gods Woord stelde. Het Provinciaal
Kerkbestuur van Noord-Brabant ontzette hem op 10 december 1834 uit
zijn ambt als predikant. Op verzoek van de Synode greep ook de
burgerlijke regering hardhandig in tegen “onwettige
godsdienstoefeningen”. Nu verbood de overheid het de afgescheidenen
om bijeenkomsten te houden waarbij meer dan 20 mensen aanwezig
waren. Dit leidde tot grote spanningen. Hendrik Scholte werd
herhaaldelijk bedreigd en in 1835 werden er zelfs militairen naar
Almkerk gestuurd om godsdienstoefeningen van de afgescheidenen
aldaar te verhinderen. Daar bleef het veelal niet bij. Ook volgde
er vernederingen van afgescheidenen, inkwartiering van soldaten in
hun huizen, tot gevangenzetting van De Cock en Scholte toe. De
beweging won echter terrein en kreeg medestanders in de predikanten
A. Brummelkamp te Hattem, G.F. Gezelle Meerburg te Almkerk, S. van
Velzen te Drogedam en de kandidaat A.C. van Raalte. Een harde
strijd ontstond tussen de ijveraars voor het gereformeerde beginsel
en de heersende liberalen, die straf te werk gingen om rust en orde
te handhaven. In sommige plaatsen leidde dit tot tumulten. Mr.
A.M.C. van Hall en mr. G. Groen van Prinsterer verdedigden de
afgescheidenen tegen de overheidsmaatregelen. Van Hall ging tot hen
over.
De eerste jaren na de Afscheiding
In 1835 vestigde het gezin van Scholte zich te Gorinchem, maar
bleef in zijn gemeente preken en zag daar velen van de Gorkummers
bij zich in de kerk. In 1837 volgde hij de roeping van de
afgescheiden gemeente te Utrecht op. Vanuit de bisschopstad oefende
hij grote invloed uit in Amsterdam en het zuidelijke gedeelte van
ons land. Hij was voorzitter van de Synode van 1836 en scriba van
de Synode in 1837. Onder zijn leiding liet de gemeente van Utrecht
zich in 1838 erkennen als nieuwe gemeente met afstand van haar
wettige naam. In de tweede helft van 1838 was Scholte begonnen met
de uitgave van “De Reformatie”. Overigens was Scholte de eerste
predikant die bereid was om afstand te doen van de naam
"gereformeerd" en kreeg in 1839 overheidserkenning voor zijn
"Christelijk Afgescheiden Gemeente". Dit kwam hem op veel kritiek
te staan van de andere afgescheidenen. In tegenstelling tot een
groot deel van de afgescheidenen streefde Scholte namelijk niet
zozeer naar herstel van de oude gereformeerde kerk met de Dordtse
kerkorde, maar naar een van de staat onafhankelijke zuivere kerk.
Zijn aandeel in de zogenoemde “Amsterdamse twist” eindigde met zijn
schorsing in 1840. Desondanks besloot uiteindelijk het grootste
deel van de afgescheidenen om ook de "vrijheid" aan te vragen, wat
leidde tot de vorming van de Christelijke Afgescheiden Gemeenten,
die één van de kernen vormde van de later ontstane Gereformeerde
Kerken in Nederland. Degenen die tegen het aanvragen van de
"vrijheid" waren vormden de zogenaamde kruisgemeenten.
De emigratie
De jaren 1840 en vervolgens waren een periode van stagnatie en
malaise, welke verergerd werd door een economische crisis en sinds
de aardappelziekte van 1845 door hongeroproeren die met militair
geweld werden onderdrukt. Politiek verkeerde het land in een
impasse door de houding van de koning, die elke wezenlijke
herziening van de Grondwet tegenhield. Al bloeide er enkele jaren
een radicale oppositiepers met soms sociale inslag, bij de massa
van de bevolking ontbrak echte elk politiek bewustzijn. Er bestond
hierdoor geen revolutionaire situatie, maar de vrees voor een
revolutie heeft in die tijd in de regering van Nederland wel een
beslissende rol gespeeld. De aardappelziekte was in de eerste helft
van de 19e eeuw begonnen in het stamland Mexico. In juli en
augustus bereikte deze
-
15
schimmel Europa, waar een maand later de aardappeloogst in
Ierland werd verwoest. Doordat de aardappel (ook) voor de Ieren
volksvoedsel was, ontstond er hongersnood, waardoor ca 1 miljoen
Ieren tijdens de winter omkwamen. Overigens was de emigratie van
1,2 miljoen Ieren naar onder meer de VS het gevolg van deze
hongersnood. De nationale malaise en vooral de aardappelziekte werd
ook in Nederland gezien als een aanleiding over het denken aan
emigratie. De gedachte was in Nederland ook sterk, dat als er
mensen vertrokken naar een andere omgeving, het aanwezige voedsel
over minder mensen verdeeld hoefde te worden. Aan de andere kant
waren er ook, die probeerden de uittocht zoveel mogelijk te
voorkomen. In de buurtgeschiedenis van Bennekom5 lezen we over een
voorstel uit 1849 van de heren Prins, Drost, Tieleman en
Brummelkamp “tot verkoop van twee stukken heide om deze te kunnen
ontginnen tot weide en bouwland om de mensen werk te verschaffen
zodat het aanstaande winter niet weer aan werk zal ontbreken. Dit
met doel om landverhuizing te voorkomen, of nodeloos te maken.”
Inmiddels was Scholte vanwege zijn standpunten in het isolement
geraakt, waardoor ook hij besloot te emigreren. Zij vrouw Saria
Maria Brandt was op 38-jarige leeftijd op 23 januari 1844 te
Utrecht overleden6. Hendrik hertrouwde op 13 juni 1845 in Utrecht
met de 25-jarige Maria Hendrika (Mareah) Krantz. Zij was de in
Maastricht geboren dochter van Johannes Justus Krantz en Maria
Theodora Christoffels. Het huwelijk kwam voort uit de
belangstelling van haar moeder voor de preken van dominee Scholte.
In 1846 stichtte ds. Scholte – als voorstander van emigratie – de
“Christelijke Vereniging tot bevordering van landverhuizing”. Nadat
een plan om naar Nederlands-Indië te gaan op niets was uitgelopen,
besloot Scholte naar de Verenigde Staten te gaan. Op 23 augustus
1846 werd hun zoon Hendrik Peter geboren. Kort na de geboorte
vandeze zoon vernam Mareah – nota bene van een bediende – dat zij
naar Amerika zouden vertrekken. Toen ook nog de pasgeboren zoon op
13 september 1846 stierf, werd Mareah ernstig ziek van de depressie
waaraan zij leed. Het geplande vertrek voor oktober moest worden
uitgesteld. Uiteindelijk vertrok de familie Scholte in 1847 met een
grote groep medestanders. Zelf ging de familie Scholte per
stoomschip Calidonia (andere bronnen noemen de Sarah Sand), terwijl
zijn 850 volgelingen met vier veel tragere zeilschepen genoegen
moesten nemen. In plaats van 13 dagen per stoomschip waren zij 60
dagen onderweg. Begin mei 1847 arriveerde de familie Scholte in
Boston.
Op weg naar de eindbestemming
Te Albany (New York) werden zij met open armen ontvangen door
ds. I.N. Wijckhof en de zijnen die genegenheid voelden voor de
Nederlandse geloofsgenoten van wie ze gehoord hadden door middel
van een brief van ds. A.C. van Raalte en A. Brummelkamp vanuit
Arnhem gericht “Aan de Geloovigen in de Vereenigde Staten van
Noord-Amerika”. Ds. Wijckhoff diende de tweede Gereformeerde kerk
van Albany van 1836 tot 1866. Hij was het die Scholte
geïntroduceerd had bij één van de leden van de Wetgevende
Vergadering van den Staat New York, die hem herkende toen hij het
Capitool te Albany bezocht. Deze dwong hem min of meer om onder de
leden plaats te nemen. Dit was heel anders dan de behandeling die
hem in Nederland was aangedaan. Scholte deed meer dan alleen maar
bezoeken afleggen. Hij wist dat de voorhoede van het leger der
emigranten dat hem als voorzitter van de Christelijke Vereniging
tot bevordering van Landverhuizing, naar Noord-Amerika zou volgen,
al in New-Orleans was aangekomen op 19 november 1846. Dit was twee
dagen nadat Van Raalte te New York aan land was gegaan. Die
voorhoede stond onder leiding van Hendrik Barendregt, die met de
zijnen
5 Auteur G. van Roekel (*1927-†2016), Uitgeverij Mes uit Capelle
aan de IJssel in 1998, ISBN 90 76061 16 5 6 Uit dit huwelijk zijn
ten minste 3 dochters geboren, waarvan er één op een leeftijd van
twee maanden overleden is. De overige twee waren Sara Maria (geb.
06-06-1839 te Utrecht) en Sara Johanna Susanna (geb. 03-06-1842).
Voor zover bekend, zijn zij bij hun vader gebleven.
-
16
optrok naar de stad St. Louis, waar het hoofdleger van omstreeks
800 personen zich zou aansluiten bij zijn groep van 30
landverhuizers. In Washington en New York deed Scholte allerlei
onderzoek naar de meest geschikte plaats in de Verenigde Staten om
er zich met de zijnen te vestigen. De keuze viel op Iowa in het
hartje van de Verenigde Staten. Scholte meende dat die plek beter
was dan Michigan (de woonplaats van Van Raalte). Dit omdat zijns
inziens daar, in de woudstreken, gebrek zou zijn aan geschikte
bouwgrond, terwijl ook de nabijheid van Indianen en de verre
afstanden van door blanken bewoonde plaatsen hem niet gunstig leek.
Ook vreesde hij dat Michigan geen gezonde plaats zou zijn voor
Nederlanders. Gewend aan het open veld, zouden de prairies van
Iowa, zuidelijker gelegen en direct gereed voor melkvee of ploeg en
eg, zijn volk veel beter passen dan het meer noordelijke en
woudrijke Michigan.
Eind mei en begin juni 1847 arriveerden de bovengenoemde 800
landverhuizers die in vier zeilschepen te Baltimore arriveerden.
Onder Scholte’s leiding toog men naar de afgesproken verzamelplaats
in St Louis. Van daar trokken Scholte en drie commissieleden als
“verspieders” naar Marion County in Iowa, waar 18.000 “acres”
gouvernementsland werd aangekocht tegen $ 1,25 per acre. Dit was
een vruchtbare streek waar men zich eind augustus/begin september
vestigde. De karavaan Nederlanders maakte waarschijnlijk wel een
vreemde indruk op de Amerikaans bevolking die hen zag
doortrekken.
Pella
Tenslotte werd de stad Pella uitgemeten. Deze plaats was genoemd
naar één van de steden van de Decapolis, gelegen aan de oostzijde
van de Jordaanvallei, ca 12 kilometer ten zuidoosten van Bet Sjean.
De stad wordt al genoemd in de Egyptische vervloekingsteksten uit
de 9e eeuw voor Christus. In de Bijbel komt de naam niet voor, maar
wel schrijft Flavius Josephus over Pella (nu in Jordanië) in de
Grieks-Romeinse periode. Volgens Eusebius vluchtten veel christenen
voor de dreigende vervolgingen naar Pella. Het nieuwe Pella werd
door de kolonist Scholte ook als een toevluchtsoord gezien.
Jarenlang stond Pella bekend als de “Strooien Stad” omdat de
aanvankelijk primitieve woningen (half in de grond gegraven en
verder van zoden muren voorzien) bedekt waren met lang gras. Dat
gras werd bij de rivieren en lage plaatsen overvloedig gevonden. Zo
werden de hutten naar voorbeeld van de Nederlandse plaggenhutten
gedekt.
Eerst was het een vreselijke worsteling om aan de gang te komen.
Men legde zich vooral toe op de landbouw. Daarbij verleende de
inhoud van de kist met “gouden Willempjes” die uit Nederland was
meegenomen grote diensten. Deze gemeenschappelijke geldvoorraad
werd aanhoudend bewaakt als eigendom van de Vereniging. Deze kist
is in Pella nog steeds te zien. Ook het geld van de achterhoede van
het emigrantenleger en vooral ook het goud van de
“California-trekkers” die langs Pella naar het pas ontdekte
Eldorado aan de kust van de Stille Oceaan togen leverde de nodige
bijdrage aan de ontwikkeling van Pella.
Scholte was nadrukkelijk de alles overziende leider en strijder
in het doormaken van deze worsteling. Hij trad op als herenboer,
eigenaar van zaagmolens/steengroeven/kalkovens, als landagent,
notaris, advocaat, makelaar in onroerend goed, bankier, handelaar,
redacteur, postmeester, schoolopziener en politiek leider. Hiermee
had hij gelijk alle touwtjes in handen. De alzijdigheid van zijn
talenten en zijn tijdelijke middelen (alsook de volle kracht van
zijn leeftijd) stelden hem in staat om allerlei moeilijkheden te
trotseren. Onder die moeilijkheden waren niet de lichtste
tegenslagen. Evenals Van Raalte ervoer Scholte van de zijde van
medekolonisten tegenwerking, verdachtmaking en directe
beschuldiging.
-
17
Kerkelijk leven
Door deze bezigheden en moeiten leed het geestelijk leven (en
daarmee de geestelijke invloed op zijn volgelingen) soms geweldig.
Toch bleef hij elke zondagmiddag preken als leraar van de
“Christelijke Kerk van Pella”. Deze kerk werd op 13 november 1848
al geïncorporeerd, onder de wetten van de staat Iowa, “gevestigd op
het gehele en onverdeelde Woord van God, geopenbaard in de
Schriften van het Oude en Nieuwe Testament. Overeenkomstig deze
Heilige Schrift erkennen zij de leerstellige belijdenis van de
rechtzinnige protestantse kerken als de ware standaard van geloof,
en zij is bereid Christelijke gemeenschap te houden met elke
gemeente, die hetzelfde geloof belijdt in God den Vader, den Zoon
en den Heiligen Geest.”
Hoewel bereid deze “gemeenschap” uit te oefenen, sloot Scholte,
daartoe meermalen verzocht, zich niet aan bij de Gereformeerde Kerk
in Amerika (zoals Van Raalte overigens wel deed). De Christelijk
Gereformeerde Kerk in Noord Amerika (in 1857 tot formatie gekomen),
noemde hij zelfs “de ondeugendste wijk in het moderne Babylon”.
Trouwens meende Scholte dat de protestantse kerken van zijn dagen
(ook die in de Verenigde Staten) helemaal geen “Sion Gods” waren.
Het waren in zijn ogen, zoals in het boek Openbaringen te vinden,
“wijken aangebouwd aan Babylon”, waarvan hij Rome het middelpunt en
oudste gedeelte noemde. De ware gemeente Gods was in zijn ogen
gelijk aan de vrouw van Openbaring 12, die voor de draak in de
woestijn gevlucht was.
Wat de leer aangaat; hoewel Scholte weinig op had met de
Heidelbergse Catechismus en er nooit uit preekte, is hij toch
willens en wetens afgeweken van de belijdenis van de Gereformeerde
kerken. Alleen ten opzichte van chiliastische gevoelens7, vooral
tegen het einde van zijn leven, was een merkbare afbuiging van de
aloude Gereformeerde lijnen. In kerkregering echter werd hij meer
en meer onafhankelijk, overeenkomstig zijn karakter. Hij was
nadrukkelijk “den Einspänner”.
Ondanks zijn gave als predikant was hij niet in staat eenheid te
bewaren in zijn eigen “Christelijke Kerk van Pella”. Al vroeg na de
vestiging te Pella hadden enkele kolonisten de grondslag gelegd
voor een “Gereformeerde Kerk”. Toen er in 1856 een grote scheuring
ontstond in de gemeente van Scholte (een geschil over het
bouwterrein voor de kerk), lukte het Van Raalte om het afgescheurde
gedeelte te verenigen met de al vroege (in 1854), uitgetredenen,
tot de “Protestant Reformed Dutch Church” te Pella, de “Eerste
Gemeente” die vruchtbare moeder werd van de verscheidene andere
kerken in en rondom het huidige Pella. Scholte predikte eerst voor
het hem getrouwe gedeelte in een schuur. Later bouwde hij op eigen
kosten een kerkgebouw waar boven het portaal met grote letters
stond: “In Deo Spes Nostra et Refugium” (In God is onze hoop en
toevlucht). Dit was de lijfspreuk van Scholte. De in dit gebouw
samenkomende gemeente floreerde echter niet. Al een jaar na de dood
van Scholte werd zij ontbonden. Zijn kerkelijke idealen zijn dus in
rook opgegaan.
7 Chiliasme (v.Gr. Chilias=duizendtal) of millenaris is de
aanduiding van de verwachting van het in Openbaring 20 beschreven
Duizendjarig Rijk. Reeds in de vroege kerk keerde men zich meer en
meer tegen deze chiliastische gedachte. Onder andere vanwege de
hantering ervan in de beweging van het montanisme en ook door het
verzet van de Griekse geest tegen dergelijke concrete Joodse
voorspellingen. Bestrijders van het chiliasme waren o.a. de
gnostici en Orgines. Deze laatste gaf aan het visioen van
Openbaring 20 een geestelijke, allegorische verklaring. Voor
Aurelius Augustinus zijn de kerk en het Duizendjarig Rijk identiek;
de ‘eerste opstanding’ duidt op de bekering, de geestelijke
overgang uit de dood tot het leven. Deze uitleg van Augustinus is
tot op heden bepalend geweest voor de meeste christelijke
theologen.
-
18
Politiek leven
Wat Scholte vooral schaadde in zijn geestelijke invloed was zijn
toewijding aan het politieke leven en streven. Gedurende het midden
van 19e eeuw was er in de Verenigde Staten een burgeroorlog over de
slavernij. De slavernij werd voorgestaan door de Democraten, en
tegengestaan door de Republikeinen. Scholte mengde zich in deze
strijd. Eerst als kampioen der Democraten, door redevoeringen (o.a.
in Michigan in 1856) en vooral door middel van zijn in 1855
opgerichte Pella Gazette. Dit was een weekblad dat bijna
uitsluitend in het Engels door hem werd uitgegeven. Hij meende dat
de door de Republikeinen voorgestelde vrijmaking van de slaven de
Unie in duigen zou uiteenvallen. Later werd hij plotseling zelf
Republikein en als zodanig was hij gedelegeerde op de Nationale
Conventie van 1860. Deze conventie stelde Lincoln tot kandidaat
voor het presidentschap. Trouwens, heel het optreden van Scholte in
de politiek werd veroordeeld door veel kolonisten in Michigan en
Iowa. Langzamerhand verloor Scholte zijn ijver voor de politiek,
die in Amerika, net als elders, ook een ‘vuile kant’ heeft. Hij
zette zich meer en meer toe op geestelijke nevenactiviteiten.
De laatste jaren
Van september 1866 tot aan zijn dood was hij redacteur van het
maandblad “De Toekomst”. Hij vulde dit blad met degelijke
schriftstudie, waarin uitkwam wat Scholte in mei 1866 schreef aan
ds. J.H. Budding: “De waarheid van de personele en zichtbare
wederkomst van Christus is mij meer en meer dierbaar geworden en
bemoedigd mij onder alle beproeving en teleurstelling.” Hij achtte
dit het “oordeel zijner vroegere medestrijders in Nederland” over
hem te zijn. Hij drukt dit uit in deze veelzeggende woorden: “Wat
mijn stand in betrekking tot de dingen van Gods koninkrijk betreft;
ik heb dat zo duidelijk mogelijk uitgedrukt in het naschrift van de
nieuwe uitgave der Officiële stukken betreffende de Afscheiding8.
Ik heb wel gemerkt dat dit Naschrift niet zeer in den smaak der
Afgescheidene predikanten in Nederland geweest is, en ik twijfel
niet of zij zouden mij in hun preekstoelen verbieden, wanneer ik
ooit in Nederland terugkwam”.
Van zijn in 1857 genoemde plan om met zijn gezin het oude
Vaderland eens te bezoeken, is niets terecht gekomen. In de zomer
1868 werd Scholte ziek. Tegen de avond van 25 augustus begon hij te
klagen over pijn in de zij. Binnen een paar minuten was de vroeger
zo sterke en rusteloos werkende man overleden. In zijn – nog steeds
in Pella aanwezige – kapitale woning stierf Hendrik Scholte in de
ouderdom van 62 jaar en 11 maanden. Nog kort voor zijn sterven zong
hij uit volle borst: “Geloofd zij God met diepst ontzag” (Psalm
68:10). Zijn lijfspreuk (In God is onze hoop en toevlucht) bleef
ook daar zijn getuigenis. Hij is bijgezet op de begraafplaats waar
al de leden van de familie Scholte (met één uitzondering) “rusten
tot den dag van des Heeren toekomst”.
8 Een uitgave van 1863 te Kampen
-
19
Pella, Marion, Iowa, USA
Pella
Het huidige Pella bevat nog steeds alle kenmerken van de
Nederlandse oorsprong. Een kenmerkende weergave vind u op de
hiernaast opgenomen afbeelding van Molengracht Canal in Central
Business District van Pella9. Molens, tulpen en klompen zijn in
Pella soms nog gewoner als in Nederland zelf. Het stadje kent een
groot aantal inwoners met Nederlandse voorouders, afstammelingen
van de groep emigranten onder leiding van de predikant Hendrik
Peter Scholte. Er is een Hollands openluchtmuseum gevestigd,
compleet met een grote stellingmolen, de 'Vermeer Mill'. Er wordt
Pella-Nederlands gesproken: een dialect gebaseerd op het
Zuid-Gelders. In 2010 had het volgens de volkstelling
10.352 inwoners verdeeld over 3.735 huishoudens en een
oppervlakte van 22,61 km².
Pella herbergt een aantal bezienswaardigheden. De belangrijkste
is waarschijnlijk The Vermeer Mill. Deze molen is volledig
operationeel en in de stijl van 1850 gebouwd. In deze 41 meter hoge
molen wordt nog steeds graan tot bloem vermalen met alleen het
gebruik van windkracht. Het is de grootste nog werkende windmolen
van de Verenigde staten. Ook de afbeelding van deze molen is
afkomstig van de Engelstalige versie van Wikipedia10. Op het
jaarlijkse Tulip Time Festical wordt de Nederlandse afkomst van
Pella gevierd. Op dit festival zijn onder andere tulpentuinen en
Hollandse kostuums te zien. Eén en ander met Nederlandse
voorstelling, demonstraties van hobbyisten, muziek en voedsel. Een
specialiteit van Pella is dan de daar als Dutch letter genoemde
banketletter, zoals we die hier in Nederland kennen als
banketletter in de tijd van Sinterklaas11. Ook zijn er op dit
festival dagelijks parades. Het 3-daagse festival wordt gehouden op
de donderdag, vrijdag en zaterdag van het eerste weekend in mei. In
2010 is het wereldrecord klompendansen gebroken door 2.600 mensen
die dit zes minuten lang gelijktijdig deden.
Marion County
Pella is onderdeel van Marion County. Marion is vernoemd naar
Francis Marion, een brigade-generaal uit Zuid-Carolina in de
Amerikaans burgeroorlog. Een county in de Verenigde Staten is een
lokale overheid die een niveau lager is dan de staat (zeg maar
provicie), maar een stap hoger dan een township (zeg maar
gemeente). Marion County heeft een landoppervlakte van 1.480 km² en
telt 33.309 inwoners (volkstelling 2010). De hoofdplaats is
Knoxville. Daarnaast bestaat de de county uit de city’s (op
volgorde van inwonertal) Pleasantville, Melcher-Dallas, Bussey,
Harvey, Hamilton, Swan en Marysville (met slechts 66 inwoners).
9 Bron: By Dmetz61753 - farshid asassi, CC BY-SA 3.0,
https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=9770687 10 By
Ischa1at nl.wikipedia - Own work, Public Domain,
https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=8735140 11 De
chocoladeletter is weer een specialiteit in de plaats Holland te
Michigan.
-
20
Als gekeken wordt naar de bevolkingsontwikkeling van Pella ten
opzichte van de totale county valt het op, dat Pella 150 jaar
geleden nog geen 10% van de bevolking van Marion County betrof.
Inmiddels is dat meer dan 30%. Pella is daarmee de grootste plaats
van Marion County geworden. De hoofdplaats Knoxville had ter
vergelijking in 2010 totaal 7.313 inwoners.
Iowa
Iowa is een staat van de Verenigde Staten. "Hawkeye State",
zoals de bijnaam luidt heeft als hoofdstad Des Moines, dat grofweg
in het midden van de staat ligt. Het gebied dat nu Iowa heet, werd
oorspronkelijk bevolkt door Indianenstammen als de Ioway, ook wel
Iowa genoemd. Daarna was de regio lang in handen van de Fransen als
onderdeel van Louisiana (Nieuw-Frankrijk), vandaar Des Moines.
Gedurende enige decennia aan het einde van de 18e eeuw bezat Spanje
het gebied. Frankrijk verkocht het uiteindelijk in 1803 aan de
Verenigde Staten. Op 28 december 1846 werd Iowa als 29ste staat een
onderdeel van de Verenigde Staten. Tijdens de Amerikaanse
Burgeroorlog maakte Iowa deel uit van de Unie. De staat Iowa heeft
3,1 miljoen inwoners en beslaat 145.743 km², waarvan 0.71 % water
is. Iowa valt onder de Central tijdzone. Iowa grenst in het noorden
aan de staat Minnesota, in het westen aan South Dakota en Nebraska,
in het oosten aan Wisconsin en Illinois en in het zuiden aan
Missouri. De belangrijkste rivieren zijn de Mississippi, die de
gehele oostgrens definieert, en de erin uitkomende Des Moines. Ook
de Missouri-rivier in het westen, die een groot gedeelte van de
westgrens vormt, geldt als belangrijk. Iowa is vrij vlak. Het
hoogste punt ligt op 509 m. Aan het hoofd van de uitvoerende macht
van de staat staat een gouverneur, die direct gekozen wordt door de
kiesgerechtigden in de staat. In 2011 was Terry Branstad van de
Republikeinse Partij verkozen tot gouverneur van de staat Iowa. Hij
bekleedde die functie ook al tussen 1983 en 1999. Recent (november
2016) is de republikein Terry E. Branstad verkozen tot gouveneur.De
wetgevende macht bestaat uit het Huis van Afgevaardigden van Iowa
(Iowa House of Representatives) met 100 leden en de Senaat van Iowa
(Iowa Senate) met 50 leden. Iowa wordt bij de
presidentsverkiezingen gezien als een “swing-state”.
0
10000
20000
30000
40000
1840 1860 1880 1900 1920 1940 1960 1980 2000 2020
Inwoners Pella en totaal Marion County
inwoners Pella inwoners Marion County
-
21
Nederlandse naamdragers. Hoewel er een aantal naamdragers naar
de Verenigde Staten van Amerika verhuisden, zijn er natuurlijk
vooral in Nederland nakomelingen van Willem Dercksen Bakker te
vinden. Hierna volgt een statistisch overzicht van de aanwezigheid
van deze naam in Nederland in 1947 en 2007.
In de verwarring rond achternamen in 1811/1812 zijn er ook
naamdragers geweest, waarvan de relatief eenvoudige naam Van Roekel
toch nog verbasterd werd naar Van Roekelen, Van Roekelt of Van
Roeking/Roekink. Zo heeft bijvoorbeeld de op 16 mei 1785 te
Wageningen gedoopte zoon Willem van Jacobus van Roekel en Maaijke
Hovestad de naam Van Roekelen gevoerd. Deze naam is nog tot 1940
(in de stad Utrecht) terug te vinden in openbare akten van de
burgelijke stand. In 1947 waren er in de provincie Utrecht nog 8
naamdragers en in 2007 ook nog totaal 8 verdeeld over de gemeenten
Utrecht, Nieuwegein en De Bilt. (Deze naamdragers zijn - hoewel
nakomelingen van Willem Dercksen Backer - niet meegeteld in
onderstaande statistische informatie.) Daarnaast zijn een aantal
personen in de burgerlijke stand terecht gekomen met de naam van
Boekel. Dit werd echter veelal later rechtgetrokken.
In de gegevens van het voormalige Meertens Instituut werd onder
andere bijgehouden hoeveel dragers van een bepaalde achternaam in
de provincies of gemeenten van Nederland woonden. Zij hebben
daarbij twee peilmomenten gehad.
Volkstelling van 31 mei 1947
Het eerste peilmoment betrof de volkstelling die is gehouden op
31 mei 1947. Deze zogenoemde 12e volkstelling geeft voor wat
betreft de naam Van Roekel het volgende beeld over de
provincies:
Opgemerkt wordt, dat daarbij voor gehuwde vrouwen gold, dat zij
meegeteld werden met hun meisjesnaam. Het betreft dus in alle
gevallen personen die als Van Roekel werden geboren. Hierin is
overduidelijk te zien, dat het merendeel van de dragers van deze
naam toen woonden in de provincie
-
22
Gelderland. Er waren toen 485 Gelderse Van Roekels. Dit was ruim
63% van het totaal aantal van 768 naamdragers in Nederland. Dat
Utrecht ook een hoog aantal heeft spreekt gezien de ligging van
Bennekom en de oriëntatie op Veenendaal van een deel van de
bevolking van Bennekom ook nog eenvoudig te verklaren. Opvallend is
het hoge aantal naamdragers in de provincie Limburg. Dit heeft
onder andere te maken met het gegeven dat een aantal Van Roekels
naar Limburg trokken om in de mijnbouw te gaan werken. Een
voorbeeld hiervan is Hendricus van Roekel (*1873 - †1923) die met
zijn gezin naar Limburg trok, een tijdje in Duitsland (Alstaden in
het Ruhrgebied) verbleef en weer terugkeerde om zich als mijnwerker
in Hoensbroek te vestigen. De drie als CBR (Centraal
Bevolkingsregister) getelde naamdragers hadden betrekking op Van
Roekels zonder vaste woonplaats. Dit zijn voornamelijk
scheepslieden (en wellicht woonwagenbewoners).
Basisregistratie Personen (BRP) van 2007
Het tweede peilmoment was het jaar 2007. Vanuit de
Basisregistratie Personen is toen een databank gevuld met alle
achternamen, waar gekeken werd naar de naamdragers per gemeente.
Van de gemeenten waar 1 tot 4 naamdragers met de naam Van Roekel
woonden, werd daarbij niet het aantal vermeld. Daardoor is het
moeilijk om met exacte cijfers te werken, maar omdat het hier gaat
om de laagste aantallen zijn de verschillen niet zo heel groot. Een
nadere analyse leert dat er toen in Gelderland tussen de 876 en 921
Van Roekels woonden. Het gemiddelde is dan 898,5 dragers van de
naam Van Roekel in Gelderland. Dat is ruim 57% van de in Nederland
wonende 1.568 Van Roekels.
We zien dus, dat de Van Roekels verder uitgewaaierd zijn over
Nederland.
-
23
In Friesland woonde bijvoorbeeld in 1947 nog geen enkele Van
Roekel. In 2007 werden zij inmiddels in 6 gemeenten aangetroffen,
waar er minder dan 5 per gemeente woonachtig waren. Een gegeven wat
wel één op één vergelijkbaar blijft zijn de inwoners van de grote
steden. In Amsterdam woonde in 1947 34 Van Roekels. In 2007 waren
dat er nog 21. In Den Haag woonde in 1947 22 Van Roekels. In 2007
waren dat er 14. In Rotterdam woonde in 1947 4 Van Roekels. In 2007
waren dat er 15. Over het geheel genomen er in 1947 7,8% in één van
deze grote steden. In 2007 was dat percentage nog maar 3,2%. Met
statistiek kun je van alles bewijzen. Bij deze: “Van Roekels zijn
geen stadsmensen.”
-
24
Nageslacht van Willem Dercksen Backer In de hierna volgende
informatie over het nageslacht van Willem Dercksen Backer heb ik
als minimaal uitgangspunt genomen, dat elke akte in de burgerlijke
stand werd gezocht waarin de naam Van Roekel voorkwam. Daarmee is
van elke naamdrager de eigen geboorte-, huwelijks- en
overlijdensakte gezocht, maar ook die van de kinderen van deze
naamdrager. Zo komen de kinderen van de vrouwelijke Van Roekels -
hoewel zij andere achternamen hebben - in dit overzicht, maar kan
daarna de lijn worden gestopt. Omdat ik echter meer onderzoeken heb
gedaan en in dit overzicht alle gevonden nakomelingen van een
aantal lijnen het verdere nageslacht getoond. Vooral doordat in
dezelfde database ook het voorgeslacht van mijn kinderen is
verwerkt.
Achter de namen van Willem Dercksen Backer en een aantal van
zijn nakomelingen ziet u tussen rechte haken een code staan. Deze
code verwijst naar het nummer van plek waar deze persoon -
eventueel voor de eerste keer - in de kwartierstaat van mijn eigen
kinderen verschijnen. Zo zien we dat bijvoorbeeld bij een
kleindochter van Willem Dercksen Backer. Nieske Gerrits van Roekel
[267] was een voorouder van Frans van Steenbeek én van Jan Vlastuin
(beide grootvader van mijn kinderen). Zij komt in de kwartierstaat
van mijn kinderen voor op de plek 267, maar ook op de plek 883.
Blauwe nummers achter de gegevens van kinderen van een persoon
uit een bepaalde generatie verwijzen naar nadere informatie van dat
kind in een volgende generatie. Deze nummers werken in dit
pdf-bestand niet als hyperlink. Deze publicatie is niet bedoeld als
een historische roman, maar als een doorzoekbaar document, waarin
de nodige verhalen zijn verwerkt.
Het overzicht begint natuurlijk bij de stamvader Willem Dercksen
Backer en zijn vermoedelijke echtgenote Jantjen Geurtsen. Het
eindigt met een alphabetische index.
1 Willem Dercksen Backer [1068] is geboren omstreeks 1645.
Notitie bij Willem: Willem Dercksen wordt ook wel Willem Backer
genoemd. De naam van de echtgenote is niet geheel zeker.
Waarschijnlijk is deze Willem identiek aan Willem Deckers, die met
zijn vrouw Jantjen Geurtsen een huis, hof en bouwland, zoals zij
die al gebruiken, kopen, gelegen onder Wageningen, met een stuk
land, groot 1 en een half schepel gezaais, nabij de Bennekomseweg
in Wageningen. (08-04-1695) In 1709 pacht hij een perceel van de
Bennekomse Kerk. Hij wordt in het pachtregister zowel Willem Backer
als Willem Dercksen genoemd. Hij blijft pachter tot 1721. In
hetzelfde pachtregister staat hij ook borg voor zijn zoon Gerrit,
die op zijn beurt weer borg staat voor zijn vader. Willem is de
stamvader van alle thans nog levenden die de naam "Van Roekel" of
“Van Roekelen” dragen. Ook van hen van wie de naam door emigratie
is veranderd in "Vanroekel" of "VanRoekel". Dit laatste heeft
vooral betrekking op personen die - al of niet gedwongen door de
aardappelziekte - vanaf het midden van de 19e eeuw naar Amerika
vertrokken. Zoon Gerrit wordt bij zijn huwelijk Gerrit Willemsen
van Roekel genoemd. In het trouw- en doopboek van Bennekom is dat
daarmee de eerste vermelding van die naam. De volgende vermelding
is het overlijden van de vrouw van Jan van Roekel in Wageningen (NN
van Wijck begraven in maart 1708). Of er een verband is tussen deze
Jan en Willem Dercksen Backer (de vader van Gerrit) is onduidelijk.
In Wageningen vinden we nog een niet aan Willem verbonden Van
Roekel in de persoon Willemina als overleden partner van Roelof
Staaring die op 07-07-1742 hertrouwd met Willemina van den Heuvel
(weduwe van Johannes Snijders). Mogelijk was zij een dochter van de
eerder genoemde Jan van Roekel. Verder vinden we in Ede op 10 mei
1749 het begraven van Jan Hendriksen van Roekel. Beroep: Bakker
Functie: van 1685 tot 1690
Buurtmeester (van de Bovenbuurt te Bennekom waar hij woonde)
[bron: Buurtboek van Bennekom (G. van Roekel 1998 ISBN
9076061165)]
Willem trouwde met [waarschijnlijk] Jantjen Geurtsen [1069].
Kinderen van Willem en Jantjen:
-
25
1 Gerrit Willems van Roekel [534]. Volgt 1.1. 2 Jacob Willemse
van Roekel [640], geboren omstreeks 1675. Volgt 1.2. 1.1 Gerrit
Willems van Roekel [534], zoon van Willem Dercksen Backer [1068]
(zie 1) en Jantjen Geurtsen [1069]. Gerrit is overleden op zaterdag
22 januari 1757 in Bennekom. Hij is begraven op vrijdag 28 januari
1757 in Bennekom. Notitie bij Gerrit: Gerrit en zijn vrouw kopen
een huis en hof met de halve sloot in het dorp Bennekom (’belandt
oostwaerts de straat, westwaerts Geurt Buijs, zuidwaerts Cornelis
van Oort en noordwaerts de armen van Bennekom’) [bron: ORA Veluwe,
nr. 822, fol. 15 d.d. 14-05-1736]. Gerrit wordt evenals zijn vader
genoemd als pachter van kerkelanden in Bennekom. Staat bij sterven
genoemd als Gerrit Backer. Gerrit trouwde op zondag 29 maart 1705
in Bennekom met Anneken Willems [535]. Notitie bij het huwelijk van
Gerrit en Anneken: Beiden woonden in Bennekom. Het kan zijn dat zij
evenals haar schoonzuster uit de buurt van Voorst kwam. Zij zou dan
een dochter kunnen zijn van Willem Derkx en Marrijtje die op 24
juli 1687 hun dochter Anneken laten dopen. Mede gezien de naam van
de tweede dochter is dat niet uitgesloten, maar ook niet zeker.
Anneken is overleden op zondag 27 maart 1746 in Bennekom. Zij is
begraven op zaterdag 2 april 1746 in Bennekom. Kinderen van Gerrit
en Anneken: 1 Nieske Gerrits van Roekel [267], gedoopt op zondag 15
mei 1707 in Bennekom. Volgt 1.1.1. 2 Marrijtjen Gerritsen Backer
van Roekel [1.1.2]. Zij is gedoopt op zondag 5 augustus 1708 in
Bennekom. 3 Willem Gerrits van Roekel [970], gedoopt op zondag 24
november 1709 in Bennekom. Volgt 1.1.3. 1.1.1 Nieske Gerrits van
Roekel [267], dochter van Gerrit Willems van Roekel [534] (zie 1.1)
en Anneken Willems [535]. Zij is gedoopt op zondag 15 mei 1707 in
Bennekom. Nieske is overleden op zaterdag 14 mei 1763 in Bennekom,
55 jaar oud. Religie: vanaf 1731 Lidmaat [bron: Lidmatenregister
Bennekom] Nieske trouwde, 25 jaar oud, op zondag 7 december 1732 in
Renkum met Cornelis Janssen van den Born [266], nadat zij op zondag
16 november 1732 in Bennekom in ondertrouw zijn gegaan. Cornelis is
geboren in Renkum, zoon van Jan Jacobsz van de Born [532] en
Jenneken van Bleek [533]. Cornelis is overleden op vrijdag 4 mei
1792 in Bennekom. Cornelis trouwde later op maandag 9 juni 1766 in
Renkum met Sophija (Sophia) van Binsbergen (1737-1811). Notitie bij
Cornelis: Cornelis was waarschijnlijk timmerman. Uit de
nalatenschap van Geurt Gerritsen en Evertje Willems ontvangt
Cornelis van de Born 15 guldens en 15 stuivers voor drie
doodskisten die hij heeft geleverd. Ook komt Cornelis regelmatig
voor in de rechterlijke archieven van Veluwe als koper of verkoper
van onroerend goed. Zo verkopen Cornelis en Sophia op 02-04-1771
een huis, met hof en schuur en een half molder land aan Willem van
den Born en Maritje Everts voor 650 gulden. Het huis was gelegen
even buiten het dorp aan de gemene weg. Beroep: Timmerman
Kinderen van Nieske en Cornelis: 1 Jacobus Cornelissen (Jacob)
van den Born, gedoopt op zondag 27 september 1733 in Bennekom.
Volgt 1.1.1.1. 2 Anneke Cornelissen van den Born [133], gedoopt op
zondag 7 november 1734 in Bennekom. Volgt 1.1.1.2. 3 Jan
Cornelissen van den Born [1.1.1.3]. Hij is gedoopt op maandag 26
december 1735 in Bennekom. 4 Gerrit Cornelissen van den Born,
gedoopt op zondag 18 augustus 1737 in Bennekom. Volgt 1.1.1.4. 5
Willem Cornelissen van den Born, gedoopt op zondag 11 oktober 1739
in Bennekom. Volgt 1.1.1.5. 6 Jenneken Cornelissen van den Born,
gedoopt op maandag 22 mei 1741 in Bennekom. Volgt 1.1.1.6. 7
Jantien Cornelissen van den Born [1.1.1.7]. Zij is gedoopt op
vrijdag 14 februari 1744 in Bennekom. 8 Hendrik Cornelissen van den
Born [1.1.1.8]. Hij is gedoopt op zondag 12 september 1745 in
Bennekom. 9 Niessien Cornelissen (Niesje) van den Born, gedoopt op
dinsdag 19 maart 1748 in Bennekom. Volgt 1.1.1.9. 10 Janna
Cornelissen van den Born [1.1.1.10]. Hij is gedoopt op zondag 29
november 1750 in Bennekom.
-
26
11 [waarschijnlijk] Gaartien Cornelissen van den Born
[1.1.1.11]. Zij is gedoopt na augustus 1751. Notitie bij Gaartien:
Mogelijk is dit dezelfde als Geurtje (dochter van Cornelis en
Sophija). 1.1.1.1 Jacobus Cornelissen (Jacob) van den Born, zoon
van Cornelis Janssen van den Born [266] en Nieske Gerrits van
Roekel [267] (zie 1.1.1). Hij is gedoopt op zondag 27 september
1733 in Bennekom. Jacob is overleden op maandag 23 februari 1795 in
Renkum, 61 jaar oud. Jacob trouwde, 28 jaar oud, op zondag 5
september 1762 in Renkum met Margrita Stevens. Margrita is geboren
in Arnhem, dochter van Steven. Margrita is overleden op woensdag 26
oktober 1808 in Renkum. Zij is begraven op zaterdag 29 oktober 1808
in Renkum. Getuige bij: 06-06-1773 doop Willemina Berends (geb.
1773) [tante vaderszijde]
Kinderen van Jacob en Margrita: 1 Nieske van den Born, geboren
omstreeks 1761 in Renkum. Volgt 1.1.1.1.1. 2 Johanna van den Born,
geboren omstreeks 1772 in Renkum. Volgt 1.1.1.1.2. 3 Willemken van
den Born [1.1.1.1.3]. Zij is gedoopt op donderdag 25 mei 1775 in
Renkum. 4 Hendrina van den Born, gedoopt op dinsdag 6 mei 1777 in
Renkum. Volgt 1.1.1.1.4. 1.1.1.1.1 Nieske van den Born is geboren
omstreeks 1761 in Renkum, dochter van Jacobus Cornelissen (Jacob)
van den Born (zie 1.1.1.1) en Margrita Stevens. Nieske is overleden
op vrijdag 2 februari 1816 in Wageningen, ongeveer 55 jaar oud. Van
het overlijden is aangifte gedaan op zaterdag 3 februari 1816
[bron: overlijdensakte 7]. Beroep: Naaister
Nieske trouwde met Ares Vonk. 1.1.1.1.2 Johanna van den Born is
geboren omstreeks 1772 in Renkum, dochter van Jacobus Cornelissen
(Jacob) van den Born (zie 1.1.1.1) en Margrita Stevens. Johanna is
overleden op maandag 28 augustus 1837 in Doorwerth, ongeveer 65
jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op dinsdag 29
augustus 1837 [bron: overlijdensakte 12]. Johanna trouwde met
Arnoldus Jansen. Arnoldus is overleden vóór maandag 28 augustus
1837. 1.1.1.1.4 Hendrina van den Born, dochter van Jacobus
Cornelissen (Jacob) van den Born (zie 1.1.1.1) en Margrita Stevens.
Zij is gedoopt op dinsdag 6 mei 1777 in Renkum. Hendrina: (1)
trouwde met Hermen van Herkhuizen. (2) trouwde, 34 jaar oud, op
donderdag 21 november 1811 in Oosterbeek [bron: huwelijksakte 17]
met Willem Janssen, 44 jaar oud. Willem is geboren op zondag 18
oktober 1767 in Voorthuizen, zoon van Jan Janssen en Derkje Jans.
Beroep: Landbouwer
1.1.1.2 Anneke Cornelissen van den Born [133], dochter van
Cornelis Janssen van den Born [266] en Nieske Gerrits van Roekel
[267] (zie 1.1.1). Zij is gedoopt op zondag 7 november 1734 in
Bennekom. Anneke is overleden op zondag 29 maart 1807 in Bennekom,
72 jaar oud. Zij is begraven op donderdag 2 april 1807 in Bennekom.
Beroep: Arbeidster
Anneke trouwde, 25 jaar oud, op zondag 3 februari 1760 in
Bennekom met Evert Geurtsen Rooseboom [132], 27 jaar oud, nadat zij
op zaterdag 5 januari 1760 in Wageningen in ondertrouw zijn gegaan.
Evert is een zoon van Geurt Gerritsen Rooseboom [264] en Cornelia
Everts [265]. Hij is gedoopt op zondag 3 augustus 1732 in Bennekom.
Evert is overleden op dinsdag 15 januari 1811 in Bennekom, 78 jaar
oud. Hij is begraven op zaterdag 19 januari 1811 in Bennekom.
Beroep: Daghuurder
Kinderen van Anneke en Evert:
-
27
1 Cornelis Evertse Rozeboom, gedoopt op zondag 15 juni 1760 in
Bennekom. Volgt 1.1.1.2.1. 2 Gerritje Evertse Rooseboom, gedoopt op
zondag 7 februari 1762 in Bennekom. Volgt 1.1.1.2.2. 3 Cornelia
Evertse Rooseboom, gedoopt op zondag 20 november 1763 in Bennekom.
Volgt 1.1.1.2.3. 4 Geurt Evertse Roseboom [66], gedoopt op zondag
15 september 1765 in Wageningen. Volgt 1.1.1.2.4. 5 Niesje Evertse
(Nieske) Roseboom, gedoopt op zondag 30 augustus 1767 in
Wageningen. Volgt 1.1.1.2.5. 6 Hendrik Evertse Rooseboom
[1.1.1.2.6]. Hij is gedoopt op zondag 23 april 1769 in Bennekom. 7
Grietje Evertse Roseboom, gedoopt op zondag 1 december 1771 in
Bennekom. Volgt 1.1.1.2.7. 8 Hendrik Evertse Rooseboom [1.1.1.2.8],
geboren op zaterdag 23 april 1774 in Bennekom. Hij is gedoopt op
zondag 1 mei 1774 in Bennekom. 9 Jan Evertse Roseboom, geboren op
maandag 18 december 1775 in Bennekom. Volgt 1.1.1.2.9. 10 Jacob
Evertse Roseboom, geboren op donderdag 6 november 1777 in Bennekom.
Volgt 1.1.1.2.10. 1.1.1.2.1 Cornelis Evertse Rozeboom, zoon van
Evert Geurtsen Rooseboom [132] en Anneke Cornelissen van den Born
[133] (zie 1.1.1.2). Hij is gedoopt op zondag 15 juni 1760 in
Bennekom. Cornelis is overleden op zaterdag 27 juli 1850 om 10:00
in Bennekom, Ede, 90 jaar oud. Van het overlijden is aangifte
gedaan op maandag 29 juli 1850 [bron: overlijdensakte 99]. Bij de
overlijdensaangifte van Cornelis waren de volgende getuigen
aanwezig: Gerrit van de Brink (1798-1854) [zie 1.1.3.2.2.9] en
Hendrik Janszoon van Roekel (1799-1877) [zie 1.2.6.5.5]. Cornelis:
(1) trouwde, 28 jaar oud, op zondag 22 februari 1789 in Ede met
Jantje Janssen, 35 jaar oud. Jantje is geboren in Lunteren, dochter
van Jan Jacobsen en Maertje Jans. Zij is gedoopt op zondag 23
december 1753 in Lunteren. Jantje is overleden op vrijdag 20 mei
1796 in Bennekom, 42 jaar oud. Zij is begraven op zaterdag 21 mei
1796 in Bennekom. (2) trouwde met Elsje Geurtsen. Elsje is geboren
in Didam, dochter van Geurt Evertze en Willemina Elveringk. Zij is
gedoopt op zondag 21 februari 1751 in Didam. Bij de doop van Elsje
was de volgende getuige aanwezig: Elske Janssen. Notitie bij de
geboorte van Elsje: Doopgetuige Elske Janssen was de grootmoeder.
Elsje is overleden op zondag 4 december 1825 om 15:00 in Bennekom,
Ede, 74 jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op maandag
5 december 1825 [bron: overlijdensakte 97]. Bij de
overlijdensaangifte van Elsje waren de volgende getuigen aanwezig:
Melis Lubbertsz van Hoeven (1758-1851) en Willem Derks van Roekel
(1767-1841) [zie 1.2.6.9] [achterneef van moeder echtgenoot].
Kinderen van Cornelis en Jantje: 1 Maartje Rozeboom, geboren op
zaterdag 2 januari 1790 in Bennekom. Volgt 1.1.1.2.1.1. 2 Jantje
Rozenboom, geboren op zaterdag 12 november 1791 in Bennekom. Volgt
1.1.1.2.1.2. 1.1.1.2.1.1 Maartje Rozeboom is geboren op zaterdag 2
januari 1790 in Bennekom, dochter van Cornelis Evertse Rozeboom
(zie 1.1.1.2.1) en Jantje Janssen. Maartje is overleden op zondag
26 december 1875 in Ede, 85 jaar oud. Van het overlijden is
aangifte gedaan op maandag 27 december 1875 [bron: overlijdensakte
279]. Beroep: Spinster
Maartje trouwde, 25 jaar oud, op vrijdag 29 september 1815 in
Bennekom [bron: huwelijksakte 3] met Philip Jacobsen (Fillippus)
van den Brink, 39 jaar oud. Fillippus is een zoon van Jacob Arissen
en Evertjen Jacobs. Hij is gedoopt op woensdag 18 september 1776 in
Bennekom. Notitie bij Fillippus: Philip nam in Ede de naam aan van
"Van den Brink" (akte 191). In veel akten wordt Philip ook wel
Flips of Filippus genoemd. Beroepen: Dagloner
Landbouwer
Kinderen van Maartje en Fillippus: 1 Jantje van den Brink
[1.1.1.2.1.1.1], geboren omstreeks 1816 in Bennekom. Jantje is
overleden op zondag 25 januari 1829 in Bennekom, Ede, ongeveer 13
jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op maandag 26
januari 1829 [bron: overlijdensakte 13].
-
28
2 Jacob van den Brink, geboren omstreeks 1817 in Ede. Volgt
1.1.1.2.1.1.2. 3 Cornelia van den Brink, geboren omstreeks 1820 in
Bennekom. Volgt 1.1.1.2.1.1.3. 4 NN van den Brink [1.1.1.2.1.1.4],
levenloos geboren zoon, geboren op zaterdag 16 juni 1821 in
Bennekom, Ede. Van het overlijden is aangifte gedaan op zondag 17
juni 1821 [bron: overlijdensakte 72]. 5 Evertje van den Brink,
geboren op vrijdag 2 mei 1823 in Bennekom, Ede. Volgt
1.1.1.2.1.1.5. 6 Elsje van den Brink, geboren omstreeks 1825 in
Ede. Volgt 1.1.1.2.1.1.6. 7 Geurt van den Brink [1.1.1.2.1.1.7],
geboren omstreeks 1827 in Bennekom. Geurt is overleden op zaterdag
11 juli 1840 in Bennekom, Ede, ongeveer 13 jaar oud. Van het
overlijden is aangifte gedaan op maandag 13 juli 1840 [bron:
overlijdensakte 106]. 8 Jantje van den Brink, geboren omstreeks
1831 in Bennekom. Volgt 1.1.1.2.1.1.8. 9 Hendrik van den Brink,
geboren omstreeks 1834 in Bennekom, Ede. Volgt 1.1.1.2.1.1.9.
1.1.1.2.1.1.2 Jacob van den Brink is geboren omstreeks 1817 in Ede,
zoon van Philip Jacobsen (Fillippus) van den Brink en Maartje
Rozeboom (zie 1.1.1.2.1.1). Jacob is overleden op donderdag 13
december 1900 in Arnhem, ongeveer 83 jaar oud. Beroep:
Boerenknecht
Jacob trouwde, ongeveer 26 jaar oud, op zaterdag 23 december
1843 in Ede [bron: huwelijksakte 56] met Gerritje van Silfhout,
ongeveer 24 jaar oud. Zie 1.2.2.1.10.2 voor persoonsgegevens van
Gerritje. 1.1.1.2.1.1.3 Cornelia van den Brink is geboren omstreeks
1820 in Bennekom, dochter van Philip Jacobsen (Fillippus) van den
Brink en Maartje Rozeboom (zie 1.1.1.2.1.1). Cornelia is overleden
op maandag 17 september 1906 in Ede, ongeveer 86 jaar oud. Van het
overlijden is aangifte gedaan op maandag 17 september 1906 [bron:
overlijdensakte 191]. Beroepen: Landbouwster [bron: huwelijksakte
dochter Hendrikje] Boerenmeid
Cornelia trouwde, ongeveer 21 jaar oud, op zaterdag 15 mei 1841
in Ede [bron: huwelijksakte 22] met Gerrit van Holland, 24 jaar
oud. Gerrit is geboren op vrijdag 7 februari 1817 in Bennekom, zoon
van Derk Gerritse (Dirk) van Holland en Hendrikje Mannesse
(Heintje) Geesing. Gerrit is overleden op woensdag 6 oktober 1858
in Bennekom, Ede, 41 jaar oud. Van het overlijden is aangifte
gedaan op donderdag 7 oktober 1858 [bron: overlijdensakte 182].
Beroepen: Arbeider
Landbouwer
Kinderen van Cornelia en Gerrit: 1 Hendrikje van Holland,
geboren omstreeks 1843 in Ede. Hendrikje is overleden op dinsdag 24
november 1925 in Ede, ongeveer 82 jaar oud. Van het overlijden is
aangifte gedaan op woensdag 25 november 1925 [bron: overlijdensakte
266]. Beroepen: Boerenmeid
Landbouwster (Was toen enige jaren weduwe) [bron: huwelijksakte
zoon Arnoldus]Hendrikje trouwde, ongeveer 27 jaar oud, op zaterdag
5 maart 1870 in Ede [bron: huwelijksakte 11] met Leendert Jacobs,
ongeveer 29 jaar oud. Leendert is geboren omstreeks 1841 in
Bennekom, Ede, zoon van Arnoldus Jacobs en Neeltje van de Craats.
Leendert is overleden op dinsdag 17 maart 1891 in Ede, ongeveer 50
jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op dinsdag 17 maart
1891 [bron: overlijdensakte 85]. Beroepen: Arbeider
Landbouwer
2 Fijtje van Holland, geboren omstreeks 1844 in Ede. Fijtje
trouwde, ongeveer 37 jaar oud, op donderdag 18 augustus 1881 in
Rhenen [bron: huwelijksakte 25] met Jan van Holland, ongeveer 40
jaar oud. Jan is geboren omstreeks 1841 in Rhenen, zoon van
Harmanus van Holland en Toontje van Roest. Jan is weduwnaar van
Hermina Alink (±1844-vóór 1881), met wie hij trouwde op woensdag 12
juni 1867 in Rhenen [bron: huwelijksakte 23].
-
29
3 Derkje van Holland, geboren omstreeks 1848 in Bennekom, Ede.
Derkje is overleden op donderdag 27 augustus 1896 in Ede, ongeveer
48 jaar oud. Van het overlijden is aangifte gedaan op vrijdag 28
augustus 1896 [bron: overlijdensakte 182]. Beroep: Boerenmeid
Derkje trouwde, ongeveer 22 jaar oud, op zaterdag 5 november
1870 in Ede [bron: huwelijksakte 54] met Rijk Vermeer, ongeveer 26
jaar oud. Rijk is geboren omstreeks 1844 in Ede, zoon van Arnoldus
Vermeer en Jannetje Braafhart. Beroep: Boerenknecht
4 Marinus van Holland, geboren omstreeks 1852 in Ede. Beroep:
Arbeider
Marinus trouwde, ongeveer 25 jaar oud, op zaterdag 12 mei 1877
in Valburg [bron: huwelijksakte 16] met Gerritje Verkuil, ongeveer
30 jaar oud. Gerritje is geboren omstreeks 1847 in Herveld, dochter
van Hendrik Verkuil en Gerritje Hendrica Peters. 5 Geurtje van
Holland, geboren omstreeks 1856 in Ede. Geurtje is overleden op
maandag 5 mei 1924 in Ede, ongeveer 68 jaar oud. Van het overlijden
is aangifte gedaan op dinsdag 6 mei 1924 [bron: overlijdensakte
109]. Geurtje trouwde, ongeveer 35 jaar oud, op zaterdag 11 april
1891 in Ede [bron: huwelijksakte 25] met Evert van Bemmel, ongeveer
31 jaar oud. Zie 1.2.5.2.1.1.3,2 voor persoonsgegevens van Evert. 6
Derk van Holland, geboren omstreeks 1858 in Ede. Derk is overleden
op donderdag 10 januari 1924 in Ede, ongeveer 66 jaar oud. Van het
overlijden is aangifte gedaan op donderdag 10 januari 1924 [bron:
overlijdensakte 10]. Beroep: Arbeider
Derk trouwde, o