TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai Nederlands Thai ภาษาไทย 1.1 Koffie? alsjeblieft นีไง bedankt ขอบคุณ bevallen, beviel(en), zijn bevallen ชอบ gelukkig(e) โชคดี hoeven, hoefde(n), hebben gehoeven ต้องการ het kantoor, de kantoren สํานักงาน de koek, de koeken เค้ก de kop, de koppen หัว koud(e) เย็น lusten, lustte(n), hebben gelust ชอบ straks ต่อมา de winkel, de winkels ร้านค้า zin hebben, had(den), hebben gehad ชอบ 1.2 Raam-ramen, vol-volle dik(ke) หนา doof / dove หูหนวก gelden, gold(en), hebben gegolden นําไปใช้ het geval, de gevallen กรณี lief / lieve ดี de muis, de muizen เม้าส์ de pet, de petten ฝาครอบ raar / rare แปลก 1.3 Willen en kunnen fietsen, fietste(n), hebben/zijn gefietst ปัน kunnen, kon(den), hebben gekund สามารถ het lied, de liederen เพลง de muziek ดนตรี de rugzak, de rugzakken กระเป๋ าเป้ สะพายหลัง wandelen, wandelde(n), hebben gewandeld เดิน willen, wilde(n), hebben gewild ต้องการ Woordenlijst / อภิธานศัพท์ TaalCompleet A2
25
Embed
Woordenlijst / อภิธานศัพท์ TaalCompleet A2TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai de soep, de soepen ซุป de vloer, de vloeren ชั*น zo’n...
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai
Nederlands
Thai
ภาษาไทย
1.1 Koffie?
alsjeblieft น�ไง
bedankt ขอบคณ
bevallen, beviel(en), zijn bevallen ชอบ
gelukkig(e) โชคด
hoeven, hoefde(n), hebben gehoeven ตองการ
het kantoor, de kantoren สานกงาน
de koek, de koeken เคก
de kop, de koppen หว
koud(e) เยน
lusten, lustte(n), hebben gelust ชอบ
straks ตอมา
de winkel, de winkels รานคา
zin hebben, had(den), hebben gehad ชอบ
1.2 Raam-ramen, vol-volle
dik(ke) หนา
doof / dove หหนวก
gelden, gold(en), hebben gegolden นาไปใช
het geval, de gevallen กรณ
lief / lieve ด
de muis, de muizen เมาส
de pet, de petten ฝาครอบ
raar / rare แปลก
1.3 Willen en kunnen
fietsen, fietste(n), hebben/zijn gefietst ป�น
kunnen, kon(den), hebben gekund สามารถ
het lied, de liederen เพลง
de muziek ดนตร
de rugzak, de rugzakken กระเปาเปสะพายหลง
wandelen, wandelde(n), hebben gewandeld เดน
willen, wilde(n), hebben gewild ตองการ
Woordenlijst / อภธานศพท TaalCompleet A2
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai
zingen, zong(en), hebben gezongen รองเพลง
zwemmen, zwom(men), hebben gezwommen วายน *า
1.4 U of jij?
afscheid nemen, nam(en), hebben genomen อาลา
beleefd(e) สภาพ
het centrum, de centra / de centrums ศนยกลาง
dragen, droeg(en), hebben gedragen สวมใส
kleren เส *อผา
kletsen, kletste(n), hebben gekletst สนทนา
net(te) เรยบรอย
netjes เรยบรอย
de voornaam, de voornamen ช�อ
de vriendin, de vriendinnen เพ�อนหญง
1.5 Kindje, treintje, armpje
de club, de clubs สโมสร
de dame, de dames สตร
de gang, de gangen ระเบยงทางเดน
het gebouw, de gebouwen อาคาร
het gezicht, de gezichten ใบหนา
de kerk, de kerken โบสถ
de rol, de rollen บทบาท
het spel, de spellen เกม
de ster, de sterren ดาว
de vogel, de vogels นก
1.6 Typisch Nederlands!
aankomen, kwam(en) aan, zijn aangekomen มาถง
het cadeau, de cadeaus ของขวญ
direct(e) โดยตรง
droog / droge แหง
klagen, klaagde(n), hebben geklaagd บน
meegaan, ging(en) mee, zijn meegegaan มา
het paard, de paarden มา
regenen, het regende, het heeft geregend ฝนตก
samenwonen, woonde(n) samen, hebben samengewoond
อยรวมกน
de Sinterklaas Sinterklaas
het snoep ลกอม
typisch(e) ตามแบบฉบบ
uitdelen, deelde(n) uit, hebben uitgedeeld แจกจาย
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai
warm(e) อบอน
wit(te) ขาว
1.7 Wat vind jij?
aardig(e) ด
eens เหนดวย
de jurk, de jurken แตงตว
het landschap, de landschappen ภมประเทศ
lelijk(e) นาเกลยด
de mening, de meningen ความคดเหน
onaardig(e) เห *ยมโหด
oneens ไมเหนดวย
stom(me) โง
de trui(en) เส *อขนสตวถก
want เพราะ
1.8 Wat zeg je?
het geluk ความสข
jezelf ตวเอง
klikken, klikte(n), hebben geklikt คลก
de knop, de knoppen ป ม
nazeggen, zei(den) na, hebben nagezegd ทาซ *า
oefenen, oefende(n), hebben geoefend ออกกาลงกาย
opnemen, nam(en) op, hebben opgenomen บนทก
de uitspraak การออกเสยง
verstaan, verstond(en), hebben verstaan เขาใจ
zacht(e) ออน
1.9 Een kaartje sturen
het bericht, de berichten ขาวสาร
beterschap การฟ*นตว
eindigen, eindigde(n), hebben geëindigd เสรจส *น
een feest geven, gaf / gaven, hebben gegeven จดงานเล *ยง
feliciteren, feliciteerde(n), hebben gefeliciteerd แสดงความยนด
de geboorte, de geboorten กาเนด
gefeliciteerd ขอแสดงความยนด
de gelegenheid, de gelegenheden โอกาส
het huwelijk, de huwelijken การแตงงาน
jarig zijn, was / waren, zijn geweest วนเกด
de kaart, de kaarten บตร
overlijden, overleed, overleden, zijn overleden ตาย
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai
soms บางคร *ง
terugsturen, stuurde(n) terug, hebben teruggestuurd กลบ
de uitnodiging, de uitnodigingen คาเชญ
1.10 Last van de buren
het geluid, de geluiden เสยง
hard(e) ยาก
last hebben van, had(den), hebben gehad ใสใจ
later ตอมา
het lawaai สญญาณรบกวน
letten, lette(n), hebben gelet ระมดระวง
volgend(e) ตอไป
1.11 Wat leuk, een bos bloemen!
de bos bloemen ชอดอกไม
de chocolade ชอคโกแลต
houden van, hield(en), hebben gehouden ชอบ
meenemen, nam(en) mee, hebben meegenomen นามา
op bezoek gaan, ging(en), zijn gegaan เขาชม
op tijd ตามเวลา
te laat สาย
zomaar เพยงแค
2.1 De euro
het briefje, de briefjes หมายเหต
de cent, de centen รอยละ
de euro, de euro’s ยโร
handig(e) มประโยชน
de munt, de munten เหรยญ
de vakantie, de vakanties วนหยด
wisselen, wisselde(n), hebben gewisseld แลกเปล�ยน
2.2 Grote getallen
het bedrijf, de bedrijven บรษท
het blik, de blikken เหลอบมอง
de brug, de bruggen สะพาน
duizend พน
de fabriek, de fabrieken โรงงาน
de leerling, de leerlingen นกเรยน
de medewerker, de medewerkers ลกจาง
het miljard, de miljarden พนลาน
het miljoen, de miljoenen ลาน
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai
de soep, de soepen ซป
de vloer, de vloeren ช *น
zo’n เก�ยวกบ
2.3 Een bankrekening openen
de bank, de banken ธนาคาร
geld opnemen, nam(en) op, hebben opgenomen เบกเงน
kloppen, klopte(n), hebben geklopt การเคาะ
de medewerkster, de medewerksters ลกจาง
onthouden, onthield(en), hebben onthouden ท�ตองจา
openen, opende(n), hebben geopend เปด
het paspoort, de paspoorten หนงสอเดนทาง
de pincode, de pincodes รหสธนาคาร
de pinpas, de pinpassen บตรเงนสด
de rekening, de rekeningen บญช
2.4 Mogen en zullen
autorijden, reed, reden, hebben/zijn gereden ขบรถ
behandelen , behandelde(n), hebben behandeld รกษา
eerder กอนหนาน *
iets voorstellen, stelde(n) voor, hebben voorgesteld เสนอบางส�งบางอยาง
opereren, opereerde(n), hebben geopereerd ดาเนนงาน
opruimen, ruimde(n) op, hebben opgeruimd ทาใหเรยบรอย
de patiënt, de patiënten ผ ปวย
schreeuwen, schreeuwde(n), hebben geschreeuwd ตะโกน
het strand, de stranden ชายหาด
thuiskomen, kwam(en) thuis, zijn thuisgekomen มาท�บาน
zullen, zou(den) จะ
2.5 Geld pinnen
het bedrag, de bedragen จานวน
drukken, drukte(n), hebben gedrukt กด
de geldautomaat, de geldautomaten เอทเอม
pakken, pakte(n), hebben gepakt ควา
het scherm, de schermen จอภาพ
de stap, de stappen ข *นตอน
stelen, stal(en), hebben gestolen ขโมย
2.6 Actief luisteren
actief / actieve คลองแคลว
de activiteit, de activiteiten กจกรรม
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai
de bibliotheek, de bibliotheken หองสมด
de folder, de folders ใบปลว
de mededeling, de mededelingen การประกาศ
nadenken, dacht(en) na, hebben nagedacht สะทอนใหเหน
de pauze, de pauzes หยด
het soort, de soorten ชนด
tijdens ในระหวาง
de titel, de titels ช�อเร�อง
2.7 Ik wil graag pinnen.
dom / domme โง
durven, durfde(n), hebben gedurfd กลา
de hulp ชวย
intoetsen, toetste(n) in, hebben พมพ
omdraaien, draaide(n) om, hebben omgedraaid หนไปรอบ ๆ
de piep, de piepen ทาเสยงเตอน
het restaurant, de restaurants รานอาหาร
slim / slimme สมารท
tellen, telde(n), hebben geteld นบ
vergeten, vergat(en), hebben/zijn vergeten ลม
verkeerd(e) ผด
2.8 In, uit, voor, na
afspreken, sprak(en) af, hebben afgesproken ใหการนดหมาย
bidden, bad(en), hebben gebeden สวดภาวนา
de finale, de finales สดทาย
de hond, de honden สนข
de kat, de katten แมว
de kooi, de kooien กรง
de oorlog, de oorlogen สงคราม
sinds ต *งแต
de vrede สนตภาพ
2.9 Mijn pinpas is weg!
aanvragen, vroeg(en) aan, hebben aangevraagd ใชสาหรบ
blokkeren, blokkeerde(n), hebben geblokkeerd ปองกน
helaas โชคไมดท�
iets kwijt zijn, was, waren, zijn geweest สญเสยบางส�งบางอยาง
melden, meldde(n), hebben gemeld รายงาน
ontzettend(e) มหมา
de stem, de stemmen เสยงพด
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai
vanmorgen ตอนเชา
via ตลอด
welkom ยนดตอนรบ
2.10 En, maar, want
de berg, de bergen ภเขา
het gordijn, de gordijnen มาน
de grond พ *นดน
het kussen, de kussens หมอน
schijnen, scheen, schenen, hebben geschenen สองแสง
de sneeuw หมะ
de zee, de zeeën ทะเล
de zon ดวงอาทตย
2.11 Betalen via internet
automatisch(e) อตโนมต
de code, de codes รหส
gemakkelijk(e) งาย
de nacht, de nachten คน
namelijk คอ
nodig(e) ตอง
de rekening , de rekeningen บญช
de veiligheid ความปลอดภย
de verbinding, de verbindingen สมพนธ
3.1 Een baby, gefeliciteerd!
het bad, de baden อางอาบน *า
bevallen, beviel(en), zijn bevallen ใหกาเนด
bijkomen, kwam(en) bij, zijn bijgekomen จบลมหายใจของคณ
geboren เกด
het gemeentehuis, de gemeentehuizen ศาลากลางจงหวด
herstellen, herstelde(n), zijn hersteld กคน
medisch(e) ทางการแพทย
schoonmaken, maakte(n) schoon, hebben schoongemaakt
ทาความสะอาด
verzorgen, verzorgde(n), hebben verzorgd ดแล
het ziekenhuis, de ziekenhuizen โรงพยาบาล
3.2 Hoe gaat het met mijn kindje?
de arts, de artsen แพทย
het bureau, de bureaus สานกงาน
het gedrag พฤตกรรม
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai
groeien, groeide(n), zijn gegroeid เตบโต
de leeftijd, de leeftijden อาย
meten, mat(en), hebben gemeten การวด
onderzoeken, onderzocht(en), hebben onderzocht ตรวจสอบ
ontwikkelen, ontwikkelde(n), hebben ontwikkeld พฒนา
opletten, lette(n) op, hebben opgelet ใหความสนใจ
de prik, de prikken การฉด
uitkleden, kleedde(n) uit, hebben uitgekleed ถอดเส *อผา
wegen, woog, wogen, hebben gewogen ช�งน *าหนก
de ziekte, de ziekten / ziektes โรค
3.3 Naar het kinderdagverblijf
aanmelden, meldde(n) aan, hebben aangemeld ลงทะเบยน
het inschrijfformulier, de inschrijfformulieren แบบฟอรมลงทะเบยน
het kinderdagverblijf, de kinderdagverblijven ศนยดแลเดก
de ontwikkeling, de ontwikkelingen พฒนาการ
opnemen, nam(en) op, hebben opgenomen รบ
oppassen, paste(n) op, hebben opgepast เล *ยงเดก
de plaats, de plaatsen หอง
het speelgoed ของเลน
verstandig(e) ฉลาด
vooraf ลวงหนา
zelfstandig(e) อสระ
zwanger(e) ต *งครรภ
3.4 Omdat hij jarig is.
als เม�อ
het been, de benen ขา
herkennen, herkende(n), hebben herkend รบร
de huisarts, de huisartsen ผประกอบการท�วไป
kwaad / kwade โกรธ
omdat เพราะ
de pijn, de pijnen ความเจบปวด
varen, voer(en), hebben / zijn gevaren แลนเรอ
3.5 Hoe lees ik deze tekst?
controleren ตรวจสอบ
de kop, de koppen หว
onderstreept(e) เนน
het onderwerp, de onderwerpen หวขอ
het recept, de recepten ตารบ
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai
schuin(e) เอยง
vet(te) ไขมน
3.6 Mijn kinderen gaan naar school.
de advocaat, de advocaten ทนายความ
de basisschool, de basisscholen โรงเรยนประถม
het beroep, de beroepen อาชพ
het hbo HBO (โรงเรยน)
de leraar, de leraren คร
liggen aan, lag aan, heeft gelegen aan ข *นอยกบ
het mbo MBO (โรงเรยน)
de middelbare school, de middelbare scholen โรงเรยนมธยม
de monteur, de monteurs ชาง
het niveau, de niveaus ช *น
omgaan met, ging(en) om met, zijn omgegaan met จดการ
de puzzel, de puzzels ปรศนา
de toets, de toetsen ทดสอบ
de universiteit, de universiteiten มหาวทยาลย
verplicht(e) ตอง
3.8 Ouders en de school
de juf, de juffen คร (หญง)
de meester, de meesters คร (ชาย)
nauwelijks แทบจะไม
het nieuws ขาว
organiseren, organiseerde(n), hebben georganiseerd จดระเบยบ
overblijven, bleef, bleven over, zijn overgebleven พกอยท�
het uitje, de uitjes การออกนอกบาน
de vergadering, de vergaderingen ประชม
3.9 Wij organiseren een uitje
besteden, besteedde(n), hebben besteed ใชจาย
de cultuur วฒนธรรม
dichtbij ปด
geweldig(e) ย�งใหญ
de hoofdstad, de hoofdsteden เมองหลวง
laatst เม�อเรว ๆ น *
het nadeel, de nadelen ขอเสยเปรยบ
terugkomen, kwam(en) terug, zijn teruggekomen กลบ
het voordeel, de voordelen ความไดเปรยบ
het voorstel, de voorstellen ขอเสนอ
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai
de voorstelling, de voorstellingen การแสดง
3.10 Klein-groot, warm-koud
aankleden, kleedde(n) aan, hebben aangekleed แตงตว
duwen, duwde(n), hebben geduwd ผลกดน
nergens ไมมท�ไหนเลย
sluiten, sloot, sloten, hebben gesloten ปด
de stilte, de stiltes ความเงยบ
de tegenstelling, de tegenstellingen ตรงกนขาม
verdrietig(e) เสยใจ
vierkant(e) ส�เหล�ยม
vlug(ge) อยางรวดเรว
3.11 Wat doe jij in je vrije tijd?
de bladzijde, de bladzijden หนา
het bos, de bossen ปา
eng(e) นากลว
grappig(e) ตลก
het gras หญา
klimmen, klom(men), hebben / zijn geklommen ปนข *นไป
meedoen, deed, deden mee, hebben meegedaan เขารวม
het plein, de pleinen ส�เหล�ยม
sporten, sportte(n), hebben gesport ออกกาลงกาย
springen, sprong(en), hebben / zijn gesprongen ขามไป
het tijdschrift, de tijdschriften นตยสาร
trainen, trainde(n), hebben getraind ฝกอบรม
het veld, de velden สนาม
de vrije tijd เวลาวาง
4.1 Het lichaam
de achterkant, de achterkanten ดานหลง
de arm, de armen แขน
bestaan uit, bestond(en), hebben bestaan จะประกอบดวย
de bil, de billen สะโพก
het deel, de delen สวนหน�ง
de hals, de halzen คอ
de hand, de handen มอ
de kin, de kinnen คาง
de knie, de knieën เขา
het lijf, de lijven รางกาย
de mond, de monden ปาก
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai
de nek, de nekken คอ
de neus, de neuzen จมก
onder andere เหนอส�งอ�นใด
het oog, de ogen ตา
het oor, de oren ห
de rug, de ruggen กลบ
de schouder, de schouders ไหล
de teen, de tenen น *วเทา
de vinger, de vingers น *ว
de wang, de wangen แกม
4.2 Ik heb last van…
de assistente, de assistentes ผชวย
het bloed เลอด
breken, brak(en), hebben/zijn gebroken ทาลาย
de gezondheid สขภาพ
de griep ไขหวดใหญ
de koorts ไข
last hebben van, had(den), hebben gehad ไดรบจาก
misselijk(e) ปวย
het onderzoek, de onderzoeken การวจย
de wond, de wonden บาดแผล
zich niet lekker voelen, voelde(n), hebben gevoeld รสกเศราหมอง
4.3 Bij de huisarts
de apotheek, de apotheken รานขายยา
het drankje, de drankjes ราง
hoesten, hoestte(n), hebben gehoest ไอ
de hoofdpijn ปวดหว
de klacht, de klachten รองเรยน
ophalen, haalde(n) op, hebben opgehaald เกบรวบรวม
opnemen, nam(en) op, hebben opgenomen ใช
rustig aan doen, deden, hebben gedaan ใชงาย
de temperatuur, de temperaturen อณหภม
vanzelf ดวยตวเอง
verkouden เยน
voorschrijven, schreef, schreven voor, hebben voorgeschreven
กาหนด
4.4 Praten over vroeger (1)
het gebied, de gebieden พ *นท�
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai
leuk(e) ด
prachtig(e) ยอดเย�ยม
vanaf ต *งแต
verleden อดต
zelfs แม
4.5 Medicijnen halen
het advies, de adviezen คาแนะนา
de doos, de dozen กลอง
de drogist, de drogisten รานขายยา
het gebruik การใช
het gevolg, de gevolgen ผล
in combinatie met รวมกบ
de luier, de luiers ผาออม
het medicijn, de medicijnen ยา
overgaan, ging(en) over, zijn overgegaan ผานไป
het recept, de recepten ตารบ
rusten, rustte(n), hebben gerust พกผอน
de spier, de spieren กลามเน *อ
de tandpasta, de tandpasta’s ยาสฟน
de zeep สบ
4.6 Praten over vroeger (2)
bezig(e) ยง
enorm(e) มหาศาล
genoeg พอ
gezond(e) แขงแรง
de haast รบเรง
los / losse หลวม
de oefening, de oefeningen การออกกาลงกาย
het rapport, de rapporten แจง
de rits, de ritsen ซป
saai(e) นาเบ�อ
het schaap, de schapen แกะ
het schilderij, de schilderijen ภาพวาด
de taart, de taarten เคก
zonder ไมม
4.7 Schrijven
het doel, de doelen วตถประสงค
persoonlijk(e) สวนบคคล
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai
de spelling, de spellingen การสะกดคา
steunen, steunde(en), hebben gesteund สนบสนน
de studie, de studies ศกษา
de volgorde, de volgordes ลาดบ
wekelijks(e) รายสปดาห
4.8 De tandarts bellen
de behandeling, de behandelingen การรกษา
de controle, de controles ควบคม
het gat, de gaten ร
het gebit, de gebitten ฟน
het halfjaar คร�งป
in orde ปกตด
de kies, de kiezen ฟนดานใน
de kiespijn อาการปวดฟน
mis ผดปกต
de praktijk, de praktijken การปฏบต
4.9 Wat is van wie?
de bril, de brillen แวนตา
het bureau, de bureaus สานกงาน
het huisdier, de huisdieren สตวเล *ยง
de plant, de planten พช
de taak, de taken งาน
de tv, de tv’s โทรทศน
5.1 Het gemeentehuis
de afdeling, de afdelingen แผนก
besturen, bestuurde(n), hebben bestuurd จดการ
bouwen, bouwde(n), hebben gebouwd สราง
het buitenland ในตางประเทศ
de burgemeester, de burgemeesters นายกเทศมนตร
de burger, de burgers พลเมอง
het examen, de examens ทดสอบ
het legitimatiebewijs, de legitimatiebewijzen บตรประจาตว
het loket, de loketten ตอบโต
de persoonsgegevens ขอมลสวนบคคล
het rijbewijs, de rijbewijzen ใบอนญาตขบรถ
slagen, slaagde(n), zijn geslaagd ประสบความสาเรจ
het stadhuis, de stadhuizen ศาลากลางจงหวด
van tevoren ลวงหนา
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai
waarvoor ท�
de zaal, de zalen หองโถง
5.2 Ik begrijp het niet.
bedoelen, bedoelde(n), hebben bedoeld หมายถง
een vraag stellen, stelde(n), hebben gesteld ถามคาถาม
herhalen, herhaalde(n), hebben herhaald ทาซ *า
nogmaals อกคร *ง
onbekend(e) ไมทราบ
ontdekken, ontdekte(n), hebben ontdekt หาขอมล
5.3 Ik heb gewerkt.
combineren, combineerde(n), hebben gecombineerd รวม
leveren, leverde(n), hebben geleverd สงมอบ
de piloot, de piloten นกบน
presenteren, presenteerde(n), hebben gepresenteerd นาเสนอ
schilderen, schilderde(n), hebben geschilderd วาด
scoren, scoorde(n), hebben gescoord ทาคะแนน
studeren, studeerde(n), hebben gestudeerd ศกษา
twijfelen, twijfelde(n), hebben getwijfeld สงสย
waarschuwen, waarschuwde(n), hebben gewaarschuwd เตอน
5.4 Meerkeuzevragen beantwoorden
het kader, de kaders กรอบ
logisch(e) ตรรกะ
de meerkeuzevraag, de meerkeuzevragen คาถามปรนย
toevallig(e) โดยบงเอญ
verdwijnen, verdween, verdwenen, zijn verdwenen หายไป
5.5 De politiek
bepalen, bepaalde(n), hebben bepaald ตรวจสอบ
beslissen, besliste(n), hebben beslist ตดสนใจ
de bevolking ประชากร
de gemeenteraad, de gemeenteraden สภาเมอง
het lid, de leden สมาชก
de partij, de partijen พรรค
de politicus, de politici นกการเมอง
de politiek การเมอง
de regering, de regeringen รฐบาล
de samenleving, de samenlevingen สงคม
stemmen, stemde(n), hebben gestemd ลงคะแนนเสยง
de televisie, de televisies โทรทศน
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai
de Tweede Kamer รฐสภา
de verkiezing, de verkiezingen การเลอกต *ง
de wet, de wetten กฎหมาย
winnen, won(nen), hebben gewonnen ชนะ
5.6 Nederlander worden
de boete, de boetes ปรบ
het diploma, de diploma’s ประกาศนยบตร
het inburgeringsexamen, de inburgeringsexamens สอบสญชาต
inleveren, leverde(n) in, hebben ingeleverd สงมอบ
minimaal / minimale ข *นต�า
de nationaliteit, de nationaliteiten สญชาต
het proces, de processen ข *นตอน
de straf, de straffen การลงโทษ
de verblijfsvergunning, de verblijfsvergunningen อนญาตใหพกอาศย
voldoende เพยงพอ
5.7 Ik leg dit uit.
aanbieden, bood, boden aan, hebben aangeboden นาเสนอ
aangeven, gaf, gaven aan, hebben aangegeven ผาน
aanvallen, viel(en) aan, hebben aangevallen โจมต
doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan ดาเนนการตอ
lesgeven, gaf, gaven les, hebben lesgegeven สอน
meebrengen, bracht(en) mee, hebben meegebracht นามา
ophangen, hing(en) op, hebben opgehangen แขวน
oplossen, loste(n) op, hebben opgelost แกปญหา
plaatsvinden, vond(en) plaats, hebben plaatsgevonden ใชสถานท�
rondlopen, liep(en) rond, hebben rondgelopen เดนไปรอบๆ
vast(e) คง
voorbereiden, bereidde(n) voor, hebben voorbereid เตรยมความพรอม
5.8 Naar de politie
bang(e) กลว
bewaren, bewaarde(n), hebben bewaard บนทก
de brand, de branden ไฟ
de dief, de dieven ขโมย
dringend(e) ดวน
ernstig(e) รายแรง
gevaarlijk(e) เปนอนตราย
het gevonden voorwerp, de gevonden voorwerpen หายและพบ
huilen, huilde(n), hebben gehuild รองไห
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai
de jas, de jassen แจคเกต
landelijk(e) ระดบชาต
de politie ตารวจ
de situatie, de situaties สถานการณ
slaan, sloeg(en), hebben geslagen ชนะ
verliezen, verloor, verloren, hebben verloren ทาหาย
de wijk, de wijken อาเภอ
5.9 Klein, kleiner, kleinst
arm(e) ยากจน
boos / boze โกรธ
dun / dunne บาง
glad / gladde เรยบ
liever คอนขาง
plat / platte แบน
rijk(e) รวย
smal / smalle แคบ
spontaan / spontane โดยธรรมชาต
stevig(e) หนกแนน
strak / strakke แนน
streng(e) เขมงวด
traag / trage ชา
trots(e) ภมใจ
de uitzondering, de uitzonderingen ขอยกเวน
vergelijken, vergeleek, vergeleken, hebben vergeleken เปรยบเทยบ
vriendelijk(e) เปนมตร
vrolijk(e) ยนด
zielig(e) นาสงสาร
6.1 Op zoek naar werk
de baan, de banen งาน
de functie, de functies ฟงกชน
solliciteren, solliciteerde(n), hebben gesolliciteerd นาไปใช
tijdelijk(e) ช�วคราว
het uitzendbureau, de uitzendbureaus หนวยงานช�วคราว
de vacature, de vacatures ท�วาง
de werkgever, de werkgevers นายจาง
6.2 De vacature
de eis, de eisen ความตองการ
de ervaring, de ervaringen ประสบการณ
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai
handig(e) มประโยชน
het huishouden, de huishoudens ครวเรอน
het plezier ความปตยนด
het salaris, de salarissen เงนเดอน
strijken, streek, streken, hebben gestreken รด
tot en met (t/m) จนกระท�งและรวมถง
uitstekend(e) ยอดเย�ยม
voornamelijk(e) สวนใหญ
de werktijd, de werktijden เวลาทางาน
6.3 Het uitzendbureau
het cv, de cv’s ประวตยอ
geschikt zijn มความเหมาะสม
het hotel, de hotels โรงแรม
de interesse ดอกเบ *ย
de kok, de koks ปรงอาหาร
maximaal / maximale สงสด
de opleiding, de opleidingen การศกษา
perfect(e) สมบรณ
het sollicitatiegesprek, de sollicitatiegesprekken การสมภาษณงาน
stage lopen, liep(en), hebben gelopen มการฝกงาน
uitnodigen, nodigde(n) uit, hebben uitgenodigd เชญ
6.4 Soms of vaak?
af en toe บางคร *งบางคราว
het apparaat, de apparaten เคร�อง
knippen, knipte(n), hebben geknipt ตด
het museum, de musea / museums พพธภณฑ
opstaan, stond(en) op, zijn opgestaan ลกข *น
het pak, de pakken สท
redelijk(e) อยางเปนธรรม
regelmatig(e) สม�าเสมอ
de ruzie, de ruzies ทะเลาะ
6.5 Inschrijven bij het uitzendbureau
contact opnemen met, nam(en) op, hebben opgenomen ตดตอ
dienen, diende(n), hebben gediend ควร
ontvangen, ontving(en), hebben ontvangen ไดรบ
recent(e) เม�อเรว ๆ น *
toevoegen, voegde(n) toe, hebben toegevoegd เพ�ม
verzenden, verzond(en), hebben verzonden สง
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai
volledig(e) กรอก
6.6 Het cv
bedienen, bediende(n), hebben bediend ใหบรการ
borstelen, borstelde(n), hebben geborsteld การแปรง
de dierentuin, de dierentuinen สวนสตว
enzovoort เปนตน
het hok, de hokken รงเล *ยงสตว
de kinderboerderij, de kinderboerderijen ท�เล *ยงสตว
de klant, de klanten ลกคา
het konijn, de konijnen กระตาย
de nagel, de nagels เลบ
de omgeving ส�งแวดลอม
op een rijtje zetten รายการ
de periode, de periodes / perioden ระยะเวลา
de tafel dekken, dekte(n), hebben gedekt วางตาราง
vakken vullen, vulde(n), hebben gevuld จดหาสนคา
de verzorger, de verzorgers พยาบาล
voeren, voerde(n), hebben gevoerd เล *ยง
6.7 Vroeger, nu en toekomst
afgelopen ลาสด
beschermen, beschermde(n), hebben beschermd ปองกน
het geheim, de geheimen ลบ
het personeel บคลากร
de reclame, de reclames โฆษณา
starten, startte(n), zijn / hebben gestart เร�มตน
het theater, de theaters โรงละคร
de toekomst อนาคต
verlaten, verliet(en), hebben verlaten ออกจาก
voorbij(e) มากกวา
6.8 De sollicitatiebrief
voorbij hoopte(n), hebben gehoopt หวง
huidig(e) ปจจบน
interesseren, interesseerde(n), hebben geïnteresseerd สนใจ
de lamp, de lampen โคมไฟ
de lift, de liften ยก
de machine, de machines เคร�องจกรกล
op zoek zijn naar แสวงหา
positief / positieve บวก
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai
de reactie, de reacties ปฏกรยา
de sollicitatiebrief, de sollicitatiebrieven จดหมายสมครงาน
de techniek เทคนค
technisch(e) วชาการ
6.9 Uitnodiging sollicitatiegesprek
aanwezig(e) นาเสนอ
de directeur, de directeuren ผ อานวยการ
de heer, de heren นาย
kennismaken, maakte(n) kennis, hebben kennisgemaakt พบเจอ
passen bij, paste(n), hebben gepast เขากน
plannen, plande(n), hebben gepland วางแผน
verwachten, verwachtte(n), hebben verwacht คาดหวง
6.10 Let op de tijd!
alvast ในขณะเดยวกน
bepaald(e) บาง
lukken, lukte(n), zijn gelukt ประสบความสาเรจ
het onderdeel, de onderdelen สวนหน�ง
passen, paste(n), hebben gepast ใหพอดกบ
het totaal, de totalen ท *งหมด
6.11 Het sollicitatiegesprek
aannemen, nam(en) aan, hebben aangenomen จาง
bedanken, bedankte(n), hebben bedankt ขอบคณ
benieuwd zijn (naar) สงสย
de geschiedenis ประวตศาสตร
de leerkracht, de leerkrachten คร
het onderwijs การศกษา
rekenen, rekende(n), hebben gerekend นบ
vervangen, verving(en), hebben vervangen ทดแทน
6.12 De voorwaarden
het contract, de contracten สญญา
de reiskosten คาใชจายในการเดนทาง
tevreden เปรม
de vakantiedag, de vakantiedagen วนหยด
verdienen, verdiende(n), hebben verdiend ไดรบ
de voorwaarde, de voorwaarden สภาพ
7.1 Het contract
de bijdrage, de bijdragen คณปการ
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai
het loon, de lonen คาจาง
opzeggen, zei op, hebben opgezegd ยต
de overeenkomst, de overeenkomsten ขอตกลง
de start เร�มตน
de termijn, de termijnen เทอม
de toestemming การอนญาต
het verlof, de verloven ออกจาก
de werknemer, de werknemers ลกจาง
7.2 De eerste werkdag
aan de slag เร�มตน
aangenaam kennis te maken ท�ไดพบคณ
behalve ยกเวน
de beker, de bekers ถวย
de collega, de collega’s เพ�อนรวมงาน
de hoek, de hoeken มม
iedereen ทกคน
de kantine, de kantines โรงอาหาร
de leidinggevende, de leidinggevenden ผจดการ
prima ปรบ
uiteraard แนนอน
verzamelen, verzamelde(n), hebben verzameld รวบรวม
7.4 Het werk verdelen
het beleg ไสแซนวช
de bewoner, de bewoners ผครอบครอง
de kapper, de kappers ชางตดผม
de koelkast, de koelkasten ต เยน
neerzetten, zette(n) neer, hebben neergezet วางลง
overleggen, overlegde(n), hebben overlegd พดคยเก�ยวกบ
de pindakaas เนยถ�วลสง
vanmiddag บาย
het verzorgingshuis, de verzorgingshuizen บานพกคนชรา
wassen, waste(n), hebben gewassen ลาง
de worst, de worsten ไสกรอก
7.6 Ik meld me ziek
de dienst, de diensten กาลงปฏบตหนาท�
doorgeven, gaf door, gaven door, hebben doorgegeven แจงใหทราบ
eigenlijk แทจรง
ergens rekening mee houden นามาพจารณา
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai
gauw ในไมชา
overgeven, gaf over, gaven over, hebben overgegeven อาเจยน
overmorgen มะรน
Succes! สาเรจ!
vannacht คนน *
zich beter melden รายงานความเจบปวย
zich ziek melden รายงานการกคน
7.7 Bij de bedrijfsarts
de bedrijfsarts, de bedrijfsartsen แพทย บรษท
de beweging, de bewegingen การเคล�อนไหว
draaien, draaide(n), hebben gedraaid หมน
de houding, de houdingen ทาทาง
in ieder geval อยางนอยท�สด
lichamelijk(e) กายภาพ
de oplossing, de oplossingen ทางออก
de pols, de polsen ขอมอ
tussen de middag เท�ยง
voelen, voelde(n), hebben gevoeld รสก
voorkomen, kwam(en) voor, voorgekomen เกดข *น
voorlopig(e) ในขณะน *
zo min mogelijk นอยท�สดเทาท�เปนไปได
7.8 Het werkoverleg
de agenda, de agenda’s วาระการประชม
bespreken, besprak(en), hebben besproken หารอเก�ยวกบ
delen, deelde(n), hebben gedeeld แบงปน
de kritiek, de kritieken คาตชม
leiden, leidde(n), hebben geleid นาไปส
de leiding การจดการ
de lijst, de lijsten รายการ
meedelen, deelde(n) mee, hebben meegedeeld แจงใหทราบ
noteren, noteerde(n), hebben genoteerd ตองทราบ
het verslag, de verslagen แจง
de voorzitter, de voorzitters ประธาน
het werkoverleg การประชมการทางาน
7.9 Concentreer je
de achtergrond, de achtergronden พ *นหลง
interessant(e) นาสนใจ
schuiven, schoof, schoven, hebben geschoven ผลก
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai
wennen, wende(n), zijn gewend เคยชนกบ
zich concentreren, concentreerde(n) zich, hebben zich geconcentreerd
มสมาธ
zuchten, zuchtte(n), hebben gezucht ถอนหายใจ
7.10 Dat bespreken we in het werkoverleg.
de actie, de acties รณรงค
de beslissing, de beslissingen การตดสนใจ
degene ผท�
eerlijk(e) ซ�อสตย
financieel / financiële การเงน
de invloed, de invloeden มอทธพล
de maatregel, de maatregelen วด
het resultaat, de resultaten ผล
het rooster, de roosters ตารางเวลา
simpel(e) งาย
7.11 Het verslag
de aandacht ความสนใจ
afwezig(e) ไมอย
de begrafenis, de begrafenissen งานศพ
de cursus, de cursussen หลกสตร
goedkeuren, keurde(n) goed, hebben goedgekeurd อนมต
de kleding เส *อผา
de opening เร�มตน
de operatie, de operaties การทางาน
de sluiting ปลาย
het team, de teams ทม
de verandering, de veranderingen เปล�ยนแปลง
de zorg ดแล
7.12 Nederlandse feestdagen
de aanleiding, de aanleidingen เหตผล
christelijk(e) ครสเตยน
de feestdag, de feestdagen วนหยด
het geloof, de geloven ความศรทธา
de hemel, de hemelen สวรรค
Jezus พระเยซ
de Kerstmis ครสตมาส
de koningin, de koninginnen ราชน
de Koninginnedag, de Koninginnedagen วนของสมเดจพระราชน
ontstaan, ontstond(en), zijn ontstaan เกดข *น
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai
de Pasen อสเตอร
het procent, de procenten รอยละ
vieren, vierde(n), hebben gevierd เฉลมฉลอง
8.1 Na de middelbare school
de docent, de docenten คร
het einde ปลาย
de havo Havo (โรงเรยน)
de hogeschool, de hogescholen มหาวทยาลย
internationaal / internationale ระหวางประเทศ
de journalist, de journalisten นกขาว
de keuze, de keuzes ทางเลอก
officieel / officiële เปนทางการ
de praktijk การปฏบต
de rechter, de rechters ผ พพากษา
het ROC, de ROC’s ROC (โรงเรยน)
de theorie ทฤษฎ
het vmbo VMBO (โรงเรยน)
het vwo VWO (โรงเรยน)
waard คมคา
wetenschappelijk(e) วทยาศาสตร
8.2 Verder leren
de belangstelling ดอกเบ *ย
besluiten, besloot, besloten, hebben besloten ตดสนใจ
het bewijs, de bewijzen พสจน
daardoor เน�องจากวา
de hobby, de hobby’s งานอดเรก
de jongere, de jongeren เจาหน
de rijschool, de rijscholen การขบรถไปโรงเรยน
tegelijk ในขณะเดยวกน
het vak , de vakken อาชพ
de volwassene, de volwassenen ผ ใหญ
8.3 Een cursus kiezen
de administratie การบรหาร
het buurthuis, de buurthuizen ศนยชมชน
dansen, danste(n), hebben gedanst เตน
het lokaal, de lokalen ช *นหอง
de openingstijden ช�วโมงทาการ
uitgebreid(e) กวางขวาง
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai
waarmee ซ�ง
8.4 Je aanmelden voor een cursus
dagelijks(e) ประจาวน
gelijk โดยดวน
de methode, de methodes / methoden วธ
de moeite ปญหา
neerleggen, legde(n) neer, hebben neergelegd วาง
de voorbereiding, de voorbereidingen การจดเตรยม
8.5 Ik werk, jij werkte, hij heeft gewerkt
anderhalf / anderhalve หน�งและคร�งหน�ง
het artikel, de artikelen บทความ
heerlijk(e) อรอย
de oven, de ovens เตาหลอมโลหะ
de overheid, de overheden รฐบาล
de plek, de plekken สถานท�
rennen, rende(n), hebben gerend ทางาน
wakker ต�นตว
8.6 Je inschrijven voor een cursus
bestellen, bestelde(n), hebben besteld ส�งซ *อ
bevestigen, bevestigde(n), hebben bevestigd ยนยน
definitief / definitieve สดทาย
het materiaal, de materialen ส�อการเรยน
minstens อยางนอยท�สด
mobiel(e) โทรศพทเคล�อนท�
zodra คร *งหน�ง
8.7 Een cursus volgen
bezoeken, bezocht(en), hebben bezocht เพ�อเขาชม
cultureel / culturele ดานวฒนธรรม
de eeuw, de eeuwen ศตวรรษ
gratis ฟร
individueel / individuele บคคล
klassiek(e) คลาสสก
de kunst ศลปะ
mailen, mailde(n), hebben gemaild สง
modern(e) ทนสมย
nuttig(e) มประโยชน
het programma, de programma’s โครงการ
de tentoonstelling, de tentoonstellingen งานมหกรรม
TaalCompleet A2 Woordenlijst Nederlands - Thai
8.8 Ik heb, jij kon, hij heeft bedacht
bewegen, bewoog, bewogen, hebben bewogen ยาย
het concert, de concerten คอนเสรต
de rivier, de rivieren แมน *า
schieten, schoot, schoten, hebben geschoten ยง
snijden, sneed, sneden, hebben gesneden ตด
vangen, ving(en), hebben gevangen จบ
voorlezen, las, lazen voor, hebben voorgelezen อานออกเสยง
wijzen, wees, wezen, hebben gewezen ช *ให
zwijgen, zweeg, zwegen, hebben gezwegen เงยบ
8.9 Werken en leren
de aandacht ความสนใจ
de basis, de bases / basissen ฐาน
begeleiden, begeleidde(n), hebben begeleid ใหคาแนะนา
de communicatie การส�อสาร
enthousiast(e) กระตอรอรน
ervaren มประสบการณ
de mogelijkheid, de mogelijkheden ความเปนไปได
oprichten, richtte(n) op, hebben opgericht สราง
het pensioen, de pensioenen บานาญ
praktisch(e) ประยกต
samenwerken, werkte(n) samen, hebben samengewerkt ทางานรวมกน
voordat กอน
werkloos / werkloze ตกงาน
8.10 Blijf jezelf ontwikkelen
gemotiveerd zijn เปนแรงจงใจ
de hersenen สมอง
de inhoud เน *อหา
mezelf ตนเอง
morgenavond พรงน *
openbaar / openbare สาธารณะ
overtuigen, overtuigde(n), hebben overtuigd โนมนาวให