Werkdocument 2 Het curriculum van de duale student 1 Werkboek Samenscholing.nu Samenvatting In dit werkdocument wordt nader ingegaan op de inhoud en opbouw van het curriculum. Ook wordt beschreven hoe de kwaliteit van de inhoud van het opleidingstraject wordt geborgd en welke instrumenten daarbij ter beschikking staan. Achtereenvolgens komen aan de orde: het Rotterdamse docentenprofiel, een model van de tweedegraads lerarenopleiding van de Opleidingsgroep Rotterdam, de competentiematrix, ontwikkelingsstadia en reflectieniveaus van de student, de prestaties en het prestatieregister en de samenhangende kennisstructuur.
36
Embed
Werkdocument 2 Het curriculum van de duale student · 2017. 6. 19. · Werkdocument 2 Het curriculum van de duale student 1 Werkboek Samenscholing.nu Samenvatting In dit werkdocument
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Werkdocument 2Het curriculum van de duale student
1 Werkboek Samenscholing.nu
Samenvatting
In dit werkdocument wordt nader ingegaan op de inhoud en opbouw van het curriculum. Ook wordt
beschreven hoe de kwaliteit van de inhoud van het opleidingstraject wordt geborgd en welke instrumenten
daarbij ter beschikking staan. Achtereenvolgens komen aan de orde: het Rotterdamse docentenprofiel, een
model van de tweedegraads lerarenopleiding van de Opleidingsgroep Rotterdam, de competentiematrix,
ontwikkelingsstadia en reflectieniveaus van de student, de prestaties en het prestatieregister en de
samenhangende kennisstructuur.
2 Werkboek Samenscholing.nu
Werkdocument 2Het curriculum van de duale student
Inhoudsopgave
1 Opbouwcurriculum
1.1 Uitgangspunten: algemeen 5
1.2 Rolverdeling tussen opleiding en scholen: algemeen 7
1.3 Het curriculum: profiel van de docent 8
1.4 Uitgangspunten voor de inhoud van een vernieuwd curriculum 8
1.5 Een vernieuwd curriculum 7
1.6 Een model 8
1.7 Het Rotterdamse Opleidingsmodel van de Hogeschool Rotterdam 9
In de praktijk blijkt dat er onder de deelnemers van Samenscholing.nu die direct met elkaar te maken
hebben behoefte bestaat om de ontwikkeling van de beroepsvaardigheden inzichtelijk(er) te maken. Zowel de
student als de coach kan met het gebruik van leerlijnen zien waar hij met zijn/haar ontwikkeling zit en welke
stappen er genomen moeten worden om verder te komen. Omdat de BoS bij alle begeleidingsvergaderingen
zit, maar minder direct de student begeleidt, kan het gebruik van de leerlijnen een handvat bieden om het
begeleidingsgesprek tussen coach en student concreter te maken.
Doel
Helderheid bieden aan student, coach, tutor en BoS met betrekking tot de individuele ontwikkeling van de
student, onafhankelijk op welke opleidingsschool dit proces plaatsvindt.
Stappenvoortoepassing
• De student ontvangt in jaar 1 alle doorlopende leerlijnen en leest zich in.
• De coach bezit ook aan het begin van elk cursusjaar een exemplaar.
• De student bepaalt ieder jaar opnieuw in samenspraak met de coach wat zijn startpositie is.
• Het tempo van voortgang kan per student per competentie verschillen.
• Het gesprek over de ontwikkeling met zowel coach, BoS als tutor vormt de basis van de doelen die de
student voor zichzelf stelt.
• Een verslag van dit gesprek moet in het portfolio.
• De voortgang kan aangegeven worden met een lijn om de behaalde vaardigheden.
• Aan het eind van de leerjaren is het aan te bevelen om de vaardigheden beschreven in de laatste kolom
te beheersen.
De leerlijnen horen bij de kennisposter docentschap en www.prestatieregister.nl
30 Werkboek Samenscholing.nu
Werkdocument 2Het curriculum van de duale student
Werkdocument 2 Het curriculum van de duale student 31
Competentie Blok1(VOS) Blok2 Blok3en4
1
Het vermogen een sfeer van samengaan en samen werken met de leerling te realiseren.
Bijeenkomst (BK)1: Enthousiasme voor docent.Bk 3: Ken je lln.Bk 10: Samen-werkend leren.
Ik heb affiniteit met de doelgroepen waarvoor ik word opgeleid.
Ik kan een goede band opbouwen met de doelgroepen.
2
Het vermogen te zorgen voor een veilige leeromgeving.
Bk 2: Goede leraar.
Ik oriënteer me op de culturele verschillen tussen mijn leerlingen.Ik heb theoretische kennis van pestgedrag.
Ik doe moeite de namen van mijn leerlingen te kennen.Ik herken pestgedrag.
3
Het vermogen een krachtige leeromgeving voor leerlingen te verwezenlijken.
Bk 5: Lesvoorbereidingen Did. analyse.
Bk 6: Doelen formuleren. (SMART)
Ik oriënteer me op de methoden van mijn vakgebied.
Ik ontwikkel me in mijn vak en leergebied.Ik ben in staat collega’s te assisteren bij het onderwijsproces Ik ben in staat om met veel begeleiding van de wpc (gedeelten van) leeractiviteiten te ondernemen in eenvoudige situaties.
4
Het vermogen te zorgen voor een leef- en leerklimaat dat overzichtelijk ordelijk en taakgericht is.
Bk 2: Orde en escalatieladder.Bk 4: Training orde.Bk 7: Instructie en Onderwijsleerge-sprek.
Ik kan middelen van ordehandhaving bij mijn wpc herkennen.Ik kan middels observaties deviant gedrag herkennen.
Ik heb theoretische kennis van ordehandhaving.Ik kan middelen van ordehandhaving benoemen en aangeven welke bij mij passen.
5
Het vermogen samen te werken in een team/organisatie.
Bk 13/14: Perspectiefwissel leerling/docent.Omgaan met LWP en POP.Bk 9: Nederlands onderwijssysteem
Ik ben me bewust van mijn rechten en plichten als werknemer.Ik oriënteer me op de school als organisatie en op het leraarschap.
De student is zich bewust van zijn rechten en plichten als werknemer en handelt daar naar.Ik houd me aan de afspraken die in het team gemaakt zijn.
6
Het vermogen de relatie met ouders buurt en instellingen te realiseren en te versterken.
Geen onderdeel VOS. Ik vervul een rol bij de opendag. Ik oriënteer me op de omgeving waar de school staat.
7
Het vermogen eigen opvattingen en competenties te onderzoeken en te ontwikkelen.
Discussie over leerprocessenKennismaking met reflecteren.(Korthagen)
Ik verantwoord tijd en activiteiten op de werkvloer.Ik toon initiatief.Ik laat zien dat ik coachbaar ben en dat ik daarna ander gedrag vertoon.
Ik laat op basis van zelfreflectie zien dat ik mij ontwikkel.Ik toon aan dat ik methodisch aan mijn persoonlijke groei werk.Ik bewijs middels mijn PF hoofdfase bekwaam te zijn. (comp. 1 t/m 4 en 7 stadium 3)
8 Nederlands. Geen onderdeel VOS.Taaltoetsen.
Ik ben bereid mij zowel schriftelijk als mondeling te bekwamen in de Ned. taal.
Ik kan mij in correct Nederlands schriftelijk en mondeling uitdrukken.
9 Zorg.Geen onderdeel VOS.
Ik heb kennis genomen van het zorgstelsel van mijn school.
Ik heb kennis genomen van het zorgstelsel van mijn school.
Propedeusefase
32 Werkboek Samenscholing.nu
Werkdocument 2Het curriculum van de duale student
Hoofdfase1
Competentie Blok 5 en 6 Blok 7 en 8
1
Het vermogen een sfeer van samengaan en samen werken met de leerling te realiseren.
Ik ben me er van bewust dat ik me middels houding en communicatie moet aansluiten bij de doelgroep.Ik ben op de hoogte van communicatietechnieken zoals ik-boodschappen.
Ik sluit me middels houding en communicatie aan bij de groep.Ik maak gebruik van ik-boodschappen.
2
Het vermogen te zorgen voor een veilige leeromgeving.
Ik verdiep me in groepsdynamiek en individuele verschillen.
Ik speel in op groepsdynamiek en individuele verschillen.
3
Het vermogen een krachtige leeromgeving voor leerlingen te verwezenlijken.
Ik sta in de gegeven lessen boven de lesstof van de leerlingen.Ik kan de einddoelen van een lesactiviteit benoemen uit mijn methode.Ik ken verschillende leerstrategieën en hun achtergronden.Ik heb inbreng bij niet lesgebonden activiteiten.Ik ken didactische modellen.Ik heb kennis van organisatorische aspecten die een rol spelen bij het uitvoeren van een onderwijsactiviteit.
Ik kan op alternatieve manieren de lesstof aanbieden.Ik pas de transfer toe van einddoelen naar de doelen per leeractiviteit.Ik kan met verschillende leerstrategieën werken.Ik neem deel aan niet-lesgebonden activiteiten.Ik pas een didactisch model toe.Ik betrek organisatorische aspecten bij het uitvoeren van mijn onderwijsactiviteit.
4
Het vermogen te zorgen voor een leef- en leerklimaat dat overzichtelijk ordelijk en taakgericht is.
Ik pas middelen ter handhaving van orde toe en reflecteer op het effect.
Ik kan op grond van ervaring experimenteren met verschillende manieren van ordehandhaving.
5
Het vermogen samen te werken in een team/organisatie.
Ik neem deel aan overlegstructuren. Ik heb inbreng bij overlegstructuren.
6
Het vermogen de relatie met ouders buurt en instellingen te realiseren en te versterken.
Ik bereid met de menstor/wpc de oudergesprekken voor. Ik neem deel aan buitenschoolse activiteiten.
Ik observeer bij oudergesprekken.Ik heb inbreng bij buitenschoolse activiteiten.
7
Het vermogen eigen opvattingen en competenties te onderzoeken en te ontwikkelen.
Ik kan reflecteren op niveau 2. (zie competentiegids)Ik houd mijn ontwikkeling in mijn PF bij.
Ik kan reflecteren op niveau 3.(zie competentiegids)Ik houd periodiek mijn ontwikkeling in mijn PF bij.
8 Nederlands. Ik verdiep mij in de taal m.b.t. de instructie.
Ik ga bewust om met het taalgebruik m.b.t. de instructie.
9 Zorg.Ik ken het zorgstelsel op mijn nieuwe school en ik vergelijk dat met de school van jaar 1.
Ik informeer mij over de werkzaamheden van zorg-functionarissen in de eerste en tweede lijn en weet wat een kwadrantmodel is.
Werkdocument 2 Het curriculum van de duale student 33
Hoofdfase2
Competentie Blok 9 en 10 Blok 11 en 12
1
Het vermogen een sfeer van samengaan en samen werken met de leerling te realiseren.
Ik bedien mij van communicatietechnieken zoals actief luisteren en gesprekinterventies.
Ik kan verschillende soorten gesprekken voeren.
2
Het vermogen te zorgen voor een veilige leeromgeving.
Ik kan een sociogram maken en herken subgroepen.
Ik gebruik een sociogram in de benadering van mijn groep en houd rekening met subgroepen.
3
Het vermogen een krachtige leeromgeving voor leerlingen te verwezenlijken.
Ik kan een lessenserie ontwerpen met m.b.v. een didactisch model met daarin herhaling- en verdiepingsstof.Ik ontwikkel leeractiviteiten die rechtdoen aan verschillende leerstrategieën.Ik kan niet-lesgebonden activiteiten organiseren.Ik kan d.m.v. diagnosticeren leerstof afstemmen op de doelgroep.Ik maak gebruik van verschillende werkvormen.
Ik kan een lessenserie geven m.b.v. een didactisch model met daarin herhalings- en verdiepingsstof.Ik ontwikkel leeractiviteiten die recht doen aan verschillende leerstrategieën en breng ze ten uitvoer.Ik neem initiatief om niet lesgebonden activiteiten te organiseren.Ik kan d.m.v. diagnosticeren de leerprocessen/werkvormen afstemmen op de doelgroep.
4
Het vermogen te zorgen voor een leef- en leerklimaat dat overzichtelijk ordelijk en taakgericht is.
Ik bezit een groot scala aan middelen ter handhaving van de orde. Ik kan anticiperen op ordehandhaving.
5
Het vermogen samen te werken in een team/organisatie.
Ik ben aanwezig en heb inbreng bij alle overlegstructuren die op mij van toepassing zijn.
Ik heb het vermogen om samen te werken in een team/organisatie.
6
Het vermogen de relatie met ouders buurt en instellingen te realiseren en te versterken.
Ik neem deel aan oudergesprekken. Ik heb inbreng in oudergesprekken.
7
Het vermogen eigen opvattingen en competenties te onderzoeken en te ontwikkelen.
Ik kan reflecteren op niveau 3 (zelfcorrectie en openheid voor kritiek.Ik houd periodiek mijn ontwikkeling in mijn PF bij.
Ik kan reflecteren op niveau 4.Ik kan middels mijn portfolio aantonen dat ik zicht heb op de mate van beheersing van de competenties.
8 Nederlands. Ik weet wat Taalgericht vakonderwijs is (TVO).Ik speel in mijn lessen d.m.v. TVO adequaat in op de taalontwikkeling.
9Zorg. Ik kan m.b.v. een casus met de mentor een
kwadrantmodel invullen.
Ik kan met de mentor een kwadrantmodel de juiste stappen ondernemen voor een invoer in het zorgstelsel.
34 Werkboek Samenscholing.nu
Werkdocument 2Het curriculum van de duale student
Competentie Blok13en14 Blok15en16
1
Het vermogen een sfeer van samengaan en samen werken met de leerling te realiseren.
Ik ben niet alleen in staat diverse gesprekstechnieken toe te passen, maar onderken ook de waarde hiervan.
Ik bedien mij van diverse communicatietechnieken en groei daar in door.
2
Het vermogen te zorgen voor een veilige leeromgeving.
Ik oriënteer mij op mijn taak als toekomstig mentor.Ik toon aan dat ik voldoende kennis heb van groepsprocessen.
Ik kan mentortaken onder begeleiding vervullen.Ik kan diverse groepsprocessen in beeld brengen en ga daar adequaat mee om.
3
Het vermogen een krachtige leeromgeving voor leerlingen te verwezenlijken.
Ik verdiep mij in de didactiek van mijn vakgebied en zoek middels literatuuronderzoek aansluiting bij ontwikkelingen in de wetenschap.
Ik toon aan dat ik startbekwaam ben in mijn vakgebied (2e graads).Ik ben in staat om zelfstandig complexe lessen te verzorgen.
4
Het vermogen te zorgen voor een leef- en leerklimaat dat overzichtelijk ordelijk en taakgericht is.
Ik kan anticiperen op ordehandhaving. Ik kan door mijn klassenmanagement anticiperen op ordehandhaving.
5
Het vermogen samen te werken in een team/organisatie.
Ik beschik over het vermogen om samen te werken in een team/organisatie en onderken de waarde hiervan.
Ik toon mijn vermogen om samen te werken in een team/organisatie.
6
Het vermogen de relatie met ouders buurt en instellingen te realiseren en te versterken.
Ik bereid een oudergesprek voor Ik pas in een oudergesprek bewust mijn gesprekstechnieken toe.
Ik kan de relatie met externen onderhouden, versterken en uitbreiden.
7
Het vermogen eigen opvattingen en competenties te onderzoeken en te ontwikkelen.
Ik kan reflecteren op niveau 5.Ik houd mijn professionele ontwikkeling d.m.v. een bronnenlijst in mijn PF bij. Ik verbeter op grond van praktijk-onderzoek mijn professionele handelen.
Ik kan reflecteren op niveau 5Ik kan middels mijn PF aantonen startbekwaam te zijn op mijn vak/leergebied.
8 Nederlands. Ik lever een bijdrage aan het taalbeleid van de school.
Ik spiegel mijn lesgeven aan het taalbeleid van de school.
9 Zorg.Ik kan m.b.v. gegevens bijvoorbeeld een kwadrantmodel invullen en overzie de consequenties hiervan.
Ik kan een relatie leggen tussen de gegevens van bijvoorbeeld een kwadrantmodel en een bijdrage leveren aan een onderwijskundig handelingsplan.
Liosfase
Werkdocument 2 Het curriculum van de duale student 35
Bijlage5.Kennisposters
Toelichtingkennisposters
Samenscholing.nu presenteert zes posters met daarop een kennisstructuur in samenhang voor de duale student.
Naast een poster over het docentschap vindt u drie posters over de vakgebieden Nederlands, Engels en Wiskunde.
Daarnaast zijn er ook twee unieke overzichten gemaakt van de leergebieden Mens & Natuur en Mens & Maatschappij.
De structuur is ontwikkeld in samenwerking met Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO). De posters zijn speciaal
ontwikkeld voor het Rotterdamse duale traject Samenscholing.nu. Hieronder volgt een korte uitleg over de
totstandkoming van de posters, de gekozen opzet en het doel van dit product.
Hetontwikkelproces
Eén van de doelen van het project Samenscholing.nu is om een duaal traject te realiseren voor de tweedegraads
opleiding tot leraar in de Rotterdamse context, waarvan het curriculum optimaal aansluit bij de wensen van de
Rotterdamse VO-scholen. De lerarenopleiding van de Hogeschool Rotterdam en de VO-scholen willen professioneel
met elkaar samenwerken om dit doel te realiseren. Bij de start van het project zijn in het kader daarvan zes
ontwikkelgroepen aan het werk gegaan met de opdracht om het curriculum van de duale student te bestuderen en te
komen tot aanpassingen. Ruim 60 VO-docenten en 10 lerarenopleiders werkten drie jaar intensief samen. Vijf groepen
richtten zich op de vakgebieden Nederlands, Engels en Wiskunde en de leergebieden Mens & Natuur en Mens &
Maatschappij. De zesde groep richtte zich op de nadere beschrijving van de competenties en de ontwikkeling van de
diverse aspecten van de begeleiding van de student door de school en opleiding.
Ontwikkelinstrumentvoorhetprestatieregister
Naast de wederzijdse afstemming van verwachtingen ontwikkelden de groepen competentiegerichte opdrachten
(prestaties) voor duale studenten. Het resultaat – zo’n 400 vakinhoudelijke en algemene prestaties – is geordend in
het prestatieregister (www.prestatieregister.nl). Uit evaluatie van het project Samenscholing.nu bleek dat er grote
behoefte was om de kennisstructuur van het docentschap en de vak/leergebieden, waar zoveel over is gesproken,
helder te visualiseren. Met dat overzicht kunnen het register en andere curriculumproducten geperfectioneerd worden.
Samenscholing.nu heeft daarom met zes experts van het SLO een overzicht gemaakt van een structuur van de kennis,
vaardigheden en contexten van de docent en de vak- en leergebieden in het bijzonder. Hierbij is de kennisbasis van de
ADEF als uitgangspositie genomen. Ook is gebruik gemaakt van diverse studies over het docentschap en de input van
de productgroepen. Vervolgens is het eerste ontwerp van de bedachte structuur intensief besproken met VO-docenten
en lerarenopleiders. Dit ontwikkelproces heeft geleid tot deze set posters die de status heeft van werkversie.
36 Werkboek Samenscholing.nu
Werkdocument 2Het curriculum van de duale student
Deopzetvandeposters:deportaalkraan
De eerste poster heeft betrekking op het docentschap. Op deze poster zijn de zeven competenties uitgewerkt.
Deze zeven competenties staan centraal in het curriculum van de lerarenopleiding. De kenniselementen zijn
per vak/leergebied (zie aparte groene container bij competentie 3: krachtige leeromgeving) uitgewerkt in vijf
posters. Als metafoor is een portaalkraan in de Rotterdamse containerhaven gekozen. Aan de kraan hangt
aan de ene kant als contragewicht de visie en aan de andere kant als containers een aantal hoofddossiers,
de sleutelbegrippen en sleutelvaardigheden en Rotterdamse contexten. De visie beschrijft de keuze die is
gemaakt. De inhoud van de containers geeft aan wat een startbekwame docent in welke context moet weten
en kunnen laten zien. Iedere poster heeft een unieke uitwerking.
Hetgebruikindepraktijk
De set posters is vooral één van de instrumenten om het ontwikkelproces van het prestatieregister (lees
het curriculum) te optimaliseren. Zo wordt de set gebruikt door vakdocenten in de lerarenopleiding én de
opleidingsscholen. De posters dienen echter meerdere doelen. Door de gekozen presentatie van de structuur
is de discussie over de inhoud en legitimatie van het curriculum van een tweedegraads student van de
lerarenopleiding (en in het bijzonder een duale student) beter te voeren, hetgeen de kwaliteitsborging ten
goede komt. Zowel aan de kant van de lerarenopleiding als aan de kant van het voortgezet onderwijs biedt dit
kader bovendien ruime kansen en mogelijkheden om de student in de opleiding te binden en te boeien. Deze
set posters dragen tenslotte bij aan de ontwikkeling van een duale opleidingsstructuur die past bij de vraag
en wensen van de Rotterdamse scholen.
De vijf posters zijn hiernaast te raadplegen. Informatie over de posters: mail naar [email protected]