Page 1
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 1
Werkbladen bij thema de kleding: dag 1
Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . .
1. Lezen en overschrijven:
de jas
…………………………………………………
de trui
……………………………………………………
de broek
…………………………………………………
de sokken
………………………………………………….
de jurk
……………………………………………………
Page 2
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 2
2. Invullen:
Dit is ……………………………………
Dit is ……………………………………
Dit is ……………………………………
Dit zijn ……………………………………
Dit is ……………………………………
Page 3
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 3
3. Lezen en overschrijven:
het T-shirt
………………………………………………….
de onderbroek
……………………………………………………
de rok
……………………………………………………
het hemd
…………………………………………………..
de korte broek
……………………………………………………
Page 4
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 4
4. Invullen:
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Page 5
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 5
5. Kies en zet een rondje om het goede antwoord:
de trui
het hemd
de broek
het T-shirt
de jas
de blouse
de jurk
de rok
de broek
de sokken
de broek
de jas
de blouse
het T-shirt
de trui
de broek
de onderbroek
de korte broek
de onderbroek
het ondergoed
het hemd
de jurk
de trui
de rok
de sokken
de jas
de bh
de bh
het ondergoed
het T-shirt
6. Invullen de of het:
. . . jas . . . trui . . . broek . . . sokken
. . . jurk . . . ondergoed . . . hemd . . . rok
. . . T-shirt . . . onderbroek
Page 6
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 6
7. Overschrijven en invullen:
Is dit de rok?
Ja, dit is de rok
Is dit de rok?
Is dit de broek?
Ja, dit is ……………………………………………………………….
Is dit de jas?
Ja, ……………………………………………………………………….
Is dit het hemd?
Ja, ……………………………………………………………………….
8. Overschrijven en invullen:
Is dit de bh?
Is dit de bh?
Nee, dit is de trui.
Is dit de blouse?
………………………………
Nee, ……………………………………………………………………….
Is dit het T-shirt?
………………………………..
Nee, ……………………………………………………………………….
Zijn dit de sokken?
………………………………
Nee, ……………………………………………………………………….
Page 7
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 7
9. Invullen:
Is dit de jurk?
Ja, ……………………………………………………………………….
Is dit het ondergoed?
Ja, ……………………………………………………………………….
Is dit de broek?
Nee, ……………………………………………………………………….
Is dit de jas?
Nee, ……………………………………………………………………….
Is dit de trui?
Ja, ……………………………………………………………………….
Page 8
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 8
10. Zoek 5 woorden:
gkjtbroekkjurkpdhlpmsngtruipmdnduhemdbabzpbhosokkenodmfnzzndbwlmlp
1.
2.
3.
4.
5.
11. Letters invullen:
de ro . het onderg . . d de . okken
de ja . het T-sh . rt de . louse
de b . de tr . . het . emd
Page 9
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 9
12. Maak de rijtjes af:
kopen zien rennen
ik koop ik …………….. ik ………………….
jij …………… jij ziet jij …………………
hij ………….. hij …………… hij …………………
zij …………… zij …………….. zij rent
aantrekken uittrekken springen
ik trek aan ik ……………….. ik spring
jij ………………. jij trekt uit jij ……………..
hij ……………… hij ……………..… hij …………….
zij ……………… zij ……………….. zij ……………..
Page 10
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 10
Werkbladen bij thema de kleding: dag 2
Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . .
1. Lezen en overschrijven:
de sjaal
…………………………………………………
de muts
……………………………………………………
de schoenen
…………………………………………………
de veter
………………………………………………….
de slippers
……………………………………………………
de bikini
………………………………………………….
Page 11
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 11
de zwembroek
……………………………………………………
de laarzen
……………………………………………………
de handschoen
…………………………………………………..
de sandalen
……………………………………………………
Page 12
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 12
2. Invullen:
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit zijn ………………………….
Dit zijn ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit zijn ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Page 13
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 13
3. Kies en zet een rondje om het goede antwoord:
de bikini
het badpak
de zwembroek
de schoenen
de slippers
de laarzen
de muts
de das
de sjaal
de schoenen
de handschoen
de veter
de laarzen
de veter
de sandalen
de bikini
de zwembroek
de muts
de veter
het badpak
de das
de sjaal
de panty
de slippers
de schoenen
de das
de sandalen
de sjaal
het badpak
de schoenen
4. Invullen de of het:
. . . panty . . . veter . . . muts . . . handschoen
. . . laarzen . . . sandalen . . . das . . . bikini
. . . zwembroek . . . badpak
Page 14
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 14
5. Geef antwoord in een zin:
Is dit de bikini?
Ja, dit is de bikini.
Is dit de muts?
……………………………………………………………………….
Zijn dit de sandalen?
……………………………………………………………………….
Is dit de veter?
……………………………………………………………………….
6. Geef antwoord in een zin:
Is dit de das?
Nee, dit is de das niet.
Zijn dit de laarzen?
……………………………………………………………………….
Is dit de handschoen?
……………………………………………………………………….
Zijn dit de slippers ?
……………………………………………………………………….
Page 15
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 15
7. Geef antwoord in een zin:
Is dit de zwembroek?
……………………………………………………………………….
Is dit het badpak?
……………………………………………………………………….
Is dit de sjaal?
……………………………………………………………………….
Is dit de bikini?
……………………………………………………………………….
Zijn dit de schoenen?
……………………………………………………………………….
Page 16
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 16
8. Zoek 5 woorden:
gkjtveterkjrdashlpmsngbikinipmdndubbzphomutsnodmfnslippersndbwlmlpv
1.
2.
3.
4.
5.
9. Letters invullen:
de mut . de zwembr . . k de . ikini
de da . de l . . rzen de . andalen
de vete . . de handsch . . n de . anty
Page 17
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 17
10. Maak de rijtjes af:
kopen zien zwemmen
ik koop ik …………….. ik ………………….
jij …………… jij ziet jij …………………
hij ……..…….. hij ……………… hij …………………..
zij ………..…… zij …………….... zij …………………..
wij …………... wij ……………….. wij ………………….
jullie ………………. jullie ………………… jullie ……………….
zij …………………… zij ………………… zij ……………………
aantrekken uittrekken vangen
ik trek aan ik ……………….. ik vang
jij …………… jij trekt uit jij ……………
hij ………….. hij ……………. hij …………….
zij ………….. zij ………………. zij …………….
wij …………. wij ……………….. wij ………………….
jullie ………………. jullie …………………. jullie ……………….
zij …………………… zij ……………………… zij ……………………
Page 18
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 18
Werkbladen bij thema de kleding: dag 3
Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . .
1. Lezen en overschrijven:
de bril
…………………………………………………
de sieraden
……………………………………………………
de broekzak
…………………………………………………
de oorbellen
………………………………………………….
de riem
……………………………………………………
de knoop
………………………………………………….
de rits
……………………………………………………
de ketting
……………………………………………………
Page 19
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 19
de tas
…………………………………………………..
de ring
……………………………………………………
Page 20
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 20
2. Invullen:
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit zijn ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Page 21
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 21
3. Kies en zet een rondje om het goede antwoord:
de ketting
de sieraden
de hoofddoek
de bril
de knoop
de rits
de armband
de ketting
de ring
de oorbellen
de sieraden
het horloge
de hoofddoek
de broekzak
de tas
de rits
de ring
de bril
de hoofddoek
de riem
de oorbellen
de knoop
de hoofddoek
de sieraden
de armband
de tas
de rits
de riem
de ring
de ketting
4. Invullen de of het:
. . . hoofddoek . . . knoop . . . rits . . . riem
. . . sieraden . . . broekzak . . . horloge . . . armband
. . . bril . . . ring
Page 22
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 22
5. Geef antwoord in een zin:
Is dit een ketting?
Ja, dit is een ketting.
Is dit een knoop?
……………………………………………………………………….
Is dit een bril?
……………………………………………………………………….
Is dit een armband?
……………………………………………………………………….
6. Geef antwoord in een zin:
Is dit een ketting?
Nee, dit is geen ketting.
Is dit een horloge?
……………………………………………………………………….
Is dit een riem?
……………………………………………………………………….
Is dit een broekzak?
……………………………………………………………………….
Page 23
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 23
7. Geef antwoord in een zin:
Is dit een hoofddoek?
……………………………………………………………………….
Is dit een ring?
……………………………………………………………………….
Is dit een bril?
……………………………………………………………………….
Is dit een knoop?
……………………………………………………………………….
Zijn dit de sieraden?
……………………………………………………………………….
Page 24
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 24
8. Zoek 5 woorden:
gtaskjtkjbrilrhlpmsknoopngpmdndubkettingbzpbnodmfnslrsndbriemwlmlpv
1.
2.
2.
4.
5.
9. Letters invullen:
de bri . de r . . m de . oofddoek
de ta . de br . . kzak de . etting
de knoo . de s . . raden de . rmband
Page 25
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 25
10. Invullen: ik hang - wij hangen
Ik koop - wij ……………………………
Ik zien - wij ……………………………
Ik sport - wij ……………………………
Ik trek aan - wij ……………………………
Ik ren - wij ……………………………
Ik zwem - wij ……………………………
Ik gooi - wij ……………………………
Ik spring - wij ……………………………
Ik trek uit - wij ……………………………
Ik vang - wij ……………………………
De bal kost - de ballen ……………………..
11. Invullen: jullie hangen - jij hangt
Jullie rennen - jij ……………………………
Jullie trekken aan - jij ……………………………
Jullie zwemmen - jij ……………………………
Jullie gooien - jij ……………………………
Jullie vangen - jij ……………………………
Jullie trekken uit - jij ……………………………
Jullie sporten - jij ……………………………
Jullie kopen - jij ……………………………
Jullie zien - jij ……………………………
Jullie springen - jij ……………………………
Page 26
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 26
Werkbladen bij thema de kleding: dag 4
Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . .
1. Lezen en overschrijven:
de markt
…………………………………………………
de kledingwinkel
……………………………………………………
de mode
…………………………………………………
de winterkleding
………………………………………………….
de naald
……………………………………………………
de draad
………………………………………………….
de wol
……………………………………………………
Page 27
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 27
de katoen
……………………………………………………
de spijkerstof
…………………………………………………..
de maat
……………………………………………………
Page 28
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 28
2. Invullen:
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Dit is ………………………….
Page 29
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 29
3. Kies en zet een rondje om het goede antwoord:
de maat
de mode
de stof
de wol
de katoen
de spijkerstof
de markt
de draad
de maat
de winterkleding
de kledingwinkel
de stof
de maat
de naald
de draad
de mode
de naald
de draad
de spijkerstof
de winterkleding
de katoen
de katoen
de mode
de wol
de katoen
de markt
de draad
de stof
de maat
de wol
4. Invullen de of het:
. . . kledingwinkel . . . mode . . . maat . . . spijkerstof
. . . katoen . . . wol . . . draad . . . naald
. . . winterkleding . . . markt
Page 30
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 30
5. Geef antwoord in een zin:
Is dit een kledingwinkel?
……………………………………………………………………….
Is dit een naald?
……………………………………………………………………….
Is dit de mode?
……………………………………………………………………….
Is dit de markt?
……………………………………………………………………….
Is dit een draad?
……………………………………………………………………….
Is dit de katoen?
……………………………………………………………………….
Is dit de maat?
……………………………………………………………………….
Is dit de wol?
……………………………………………………………………….
Is dit de winterkleding?
……………………………………………………………………….
Is dit de stof?
……………………………………………………………………….
Page 31
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 31
6. Zoek 5 woorden:
wjtkledingwinkeldjrhlmodepmaatsopngpmdndubkgwolbzprhkatoendmfnslrs
1.
2.
3.
4.
5.
7. Letters invullen:
de sto . de kat . . n de . ode
de wo . de sp . . kerstof de . arkt
de draa . de m . . t de . aald
Page 32
LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 32
8. Invullen:
kosten De trui ………………………. € 15,-.
kopen Hij …………………. een broek.
sporten Jullie ………………………… in een korte broek.
springen Zij ……………………. over de tas.
aantrekken Ik …………………………. mijn sokken ………………. .
hangen De jas ………………….. aan de kapstok.
zwemmen Jij ……………………….. in jouw bikini.
rennen Wij ……………………… op onze sportschoenen.
uittrekken Zij ………………………. haar jurk …………………… .
zien Hij ……………………. de kledingwinkel.
kosten De laarzen ……………………………. € 75,-.
aantrekken Hij ……………………… zijn schoenen ………………. .
kopen Jij …………………….. een riem.
hangen De sokken ……………………… aan de stoel.
uittrekken Wij ………………………….. de truien ………………. .