Job 42 als proeve van de theologische exegese van Søren Kierkegaard (1813–1855) Mastercollege Systematische Theologie — TUA — J.P. van Rossum Inhoud Voorbereiding...................................................... 1 (§1) De jaren 1843–1844............................................ 2 (§2) Gjentagelsen (‘herhaling’).......................................2 (§3) Job 42 bij Kierkegaard........................................3 (§4) Toespraken rondom de thematiek van het lijden.................5 ✠ Bijlage 1: Afkortingen............................................. 7 Bijlage 2: Literatuur.............................................. 7 Bijlage 3: Overzicht van Kierkegaards œuvre in Nederlandse vertaling (JPvR)............................................................. 7 Voorbereiding 1. Voorbereidingsvragen: hoe denkt u zelf over de theologische exegese van Job? Lees in elk geval Job 42. Gelooft Job nu wel of niet in een ‘opstanding der doden’? Hoe ‘goed’ vindt u dat Job lijdt? Anders geformuleerd: in hoeverre is Job volgens u een schoolvoorbeeld van een lijder of een ‘prototype lijder’? Welke plaats heeft Job 42 (m.n. vss. 10–17) volgens u, theologisch gezien, in het boek Job? (Er zijn hieromtrent allerlei thesen geformuleerd: Anticlimax; Bevestiging van de Tun-Ergehen-Zusammenhang; Moralistische toevoeging; Mythische inkadering; &c.) Tenslotte: Wat zegt Job 42 (vss. 10–17) u persoonlijk? (Niet als goedkope ‘Bijbelstudie-vraag’ bedoeld, maar als brug naar Kierkegaards theologisch-existentiële exegese). 2. Lees de volgende kernteksten: 1 1 Sommige van deze teksten zijn zeer complex, en de lezer valt soms middenin een betoog binnen. Voor een leeswijzer, zie de kerncitaten uit elke tekst hieronder (§3).
22
Embed
jacovanrossum.files.wordpress.com · Web viewnb 6: 40; dagboeknotitie 1848. «In het Jodendom is God in zekere zin niet zo hard als in het Christendom, Hij is niet bepaald als Geest
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Job 42 als proeve van de theologische exegese van Søren Kierkegaard (1813–1855)
Mastercollege Systematische Theologie — TUA — J.P. van Rossum
Bijlage 3: Overzicht van Kierkegaards œuvre in Nederlandse vertaling (JPvR).....................................7
Voorbereiding
1. Voorbereidingsvragen: hoe denkt u zelf over de theologische exegese van Job? Lees in elk geval Job 42. Gelooft Job nu wel of niet in een ‘opstanding der doden’? Hoe ‘goed’ vindt u dat Job lijdt? Anders geformuleerd: in hoeverre is Job volgens u
een schoolvoorbeeld van een lijder of een ‘prototype lijder’? Welke plaats heeft Job 42 (m.n. vss. 10–17) volgens u, theologisch gezien, in het boek
Job? (Er zijn hieromtrent allerlei thesen geformuleerd: Anticlimax; Bevestiging van de Tun-Ergehen-Zusammenhang; Moralistische toevoeging; Mythische inkadering; &c.)
Tenslotte: Wat zegt Job 42 (vss. 10–17) u persoonlijk? (Niet als goedkope ‘Bijbelstudie-vraag’ bedoeld, maar als brug naar Kierkegaards theologisch-existentiële exegese).
2. Lees de volgende kernteksten:1
1843: Of/Of ed. Boom, 2000: pp. 201; 242–245; 1843: De herhaling ed. Damon, 2008: pp. 70–100; 1843: Opbouwende toespraken ed. Damon, 2011: pp. 117–134;2
1844: Het begrip angst ed. Damon, 2009: pp. 16–24; 170–171. Pieter Vos, De troost van het Ogenblik, 2002: pp. 20–29; 44–61. (Nederlandse
interpretatie van Kierkegaard)
1 Sommige van deze teksten zijn zeer complex, en de lezer valt soms middenin een betoog binnen. Voor een leeswijzer, zie de kerncitaten uit elke tekst hieronder (§3).2 SKS 5, 113–128, ‘De Heere heeft gegeven, de Heere heeft genomen, de Naam des Heeren zij geloofd.’
(§1) De jaren 1843–1844
Voor Kierkegaards uitleg van het boek Job moeten we terug naar de jaren ’43–’44. Deze jaren schreef de 30-jarige Kierkegaard boeken alsof zijn leven ervan afhing. Onderstaande tijdbalk schematiseert zijn immense productiviteit.3 De zes (!) pseudoniemen die hij in deze tijdsspanne introduceert hebben elk (!) een eigen jargon en denkkader. Deels spreken zij elkaar tegen. Dit alles hangt bij nader inzien samen met Kierkegaards methode: zoals Socrates met zijn eindeloze vragen waarheid achterhaalt (majeustiek), gebruikt Kierkegaard allerlei vormen van ‘indirecte communicatie’ (waaronder pseudonimiteit) om eenzelfde doel te bereiken. Deze indirecte, pseudonieme geschriften komen dan ook (naar eigen zeggen) uit Kierkegaards linkerhand, in tegenstelling tot de opbouwende toespraken, die uit zijn rechthand komen. Dit betekent niet dat wat de pseudoniemen zeggen niets te maken heeft met Kierkegaards mening. Het betekent wel, dat wie Kierkegaard rechtstreeks(er) wil leren kennen, diens opbouwende toespraken moet lezen!4
(§2) Gjentagelsen (‘herhaling’)
Kierkegaard (Constantin Constantius) presenteert zijn uitleg van het boek Job onder de titel Gjentagelsen. Dat is Deens voor ‘herhaling’ en wordt gepresenteerd als een door-en-door filosofisch concept: «herhaling is voorwaarts herinneren».5 Toch is ‘herhaling’ nader bezien meer een theologisch dan een filosofisch concept. De volgende Bijbelse elementen geven een indruk waaraan men kan denken bij het concept Gjentagelsen (‘herhaling’).
1. Bij Abraham6
«…dan zullen wij tot u wederkeren» (Gen. 22:5) «…nu weet ik, dat gij godvrezende zijt, en uw zoon, uw enige, van Mij niet hebt
onthouden» (Gen. 22:12) «overleggende dat God machtig was hem ook uit de doden te verwekken; waaruit hij
hem ook bij gelijkenis wedergekregen heeft» (Hebr. 11:18–19)
3 Zie voor het oorspronkelijke, interactieve bestand: https://cdn.knightlab.com/libs/timeline3/latest/embed/index.html?source=1uc2rL_7KNnHFRvretxAbDEMmjlThRGPIZvuCczoT3rU&font=Lustria-Lato&lang=en&initial_zoom=0&height=800. 4 Cf. SKS 5, 183 (Opbouwende toespraken ed. Damon, 2011: p. 189); SKS 11, 5 (De lelie op het veld en de vogel onder de hemel ed. Buijten & Schipperheijn Motief, 2010: p. 80).5 SKS 4, 9f.6 Cf. SKS 4, 99–210 (Vrees en beven), één van de twee pseudonieme geschriften van 16 oktober 1843 waarin de figuur Abraham centraal staat.
«Is het om niet, dat Job God vreest?» (Job 1:9; proloog) — «…recht van Mij gesproken» (Job 42:7,8; epiloog) [niet ‘om niet’, maar ‘om God Zelf’!]
«En de HEERE wendde de gevangenis van Job» (Job 42:10) «En de HEERE zegende Jobs laatste meer dan zijn eerste» (Job 42:12)
3. Overig «Hij houdt getrouw Zijn Woord» (Ps. 6:9 [1773]) «Want een ogenblik is er in Zijn toorn, maar een leven in Zijn goedgunstigheid» (Ps.
30:6) «Vele zijn de tegenspoeden des rechtvaardigen, maar uit die alle redt hem de HEERE»
(Ps. 34:20) «Let op den vrome en zie naar den oprechte, want het einde van dien man zal vrede
zijn» (Ps. 37:37) «Want ik zal Zijn Naam nog loven» (Ps. 42:3 [1773]) «De rechtvaardige zal zevenmaal vallen en opstaan» (Spr. 24:16) «…zo wie zijn leven verliezen zal om Mijnentwil, die zal het behouden» (Luk. 9:24) «Gelukzalig wie verdragen» (Jak. 5:11)8
(§3) Job 42 bij Kierkegaard
In welke geschriften exegetiseert Kierkegaard het boek Job, en dan met name hoofdstuk 42? Uit concordant onderzoek (via sks.dk) blijkt dat Kierkegaard vooral in zijn productieve jaren (’43–’44) in directe zin bezig is met de uitleg van Job 42: in de geschriften Of/Of, De herhaling en Het begrip angst (№ 1–3 hieronder). Meer indirect komt dit Schriftgedeelte terug aan het eind van Kierkegaards leven; dan vooral in de vorm van dagboeknotities (№ 4 hieronder).
1. (Of/Of ed. Boom, 2000: pp. 201; 242). «Daarvan wil ik hem beroven, dan zal hij mijn smart leren kennen. En wanneer hij
dan de vertwijfeling nabij is geef ik hem alles terug, ik zal degene zijn aan wie hij het te danken heeft – en daarmee ben ik gewroken »9
«de patriarch van het leed (…) Job»10. «…wat hij behield valt buiten onze interesse»11.
2. (De herhaling ed. Damon, 2008: pp. 79; 87) «Als ik Job niet had! (…) Ik lees hem niet zoals je een ander boek leest, met je ogen,
maar ik leg het boek als het ware op mijn hart en met het oog van mijn hart lees ik het»12.
«In het hele Oude Testament is er geen figuur die je met hetzelfde menselijke vertrouwen en dezelfde vertroosting benadert als Job, juist omdat alles aan hem zo menselijk is, omdat hij in het kraambed van de poësie ligt. Nergens ter wereld heeft de hartstocht van de smart zich zo weten uit te drukken»13.
7 Cf. SKS 4, 7–96 (De herhaling), het tweede pseudonieme geschrift van 16 oktober 1843 waarin Job centraal staat.8 Job wordt in het NT slechts in Jakobus 5 genoemd, als typisch voorbeeld ter illustratie van deze uitspraak. Deze nadruk op het einde van het boek Job wordt voortgezet in de patristieke exegese van het boek Job, cf. Schreiner, Wisdom, 22–90 (m.n. 27–28 en 30: ‘for Gregory, suffering is often not an evil’; ‘under the scourge individuals are “tested” or “proven” so that they learn what they truly are’; ‘Gregory stood in a long tradition of Christian interpretation in which Paul is the model sufferer’; ‘From this vantage point we see why, in Gregory’s theology, adversity is not to be avoided but rather to be embraced’).9 SKS 2, 183, in de ‘Schaduwbeelden’ van Marie Beaumarchais (Cf. Goethe, Clavigo [1774]).10 SKS 2, 221, in de ‘begeesterde toespraak tot Συμπαρανεκρωμενοι’ over ‘De ongelukigste’ (Ulykkeligste).11 SKS 2, 221.12 SKS 4, 72.13 SKS 4, 72.
«Job is gezegend en heeft alles dubbel gekregen. – Dat noem je een herhaling (Gjentagelse)»14.
«Is er dan geen herhaling (Gjentagelse)? Heb ik niet alles dubbel gekregen?»15. «een schrijver [doet] naar mijn mening het juiste door met Clemens Alexandrinus zo
te schrijven dat de ketters het niet kunnen begrijpen»16.3. (Het begrip angst ed. Damon, 2009: pp. 21–24; 170).
«Zonder dat de herhaling (Gjentagelsen) gesteld wordt, wordt de ethiek een bindende macht (…). Zonder de herhaling (Gjentagelsen) kan de dogmatiek eenvoudigweg niet bestaan; want in het geloof begint de herhaling (Gjentagelsen) en het geloof is het orgaan voor de dogmatische problemen»17.
«Als hij (…) de angst die hem wilde verlossen niet wegleuterde, dan zou hij ook alles terugkrijgen zoals geen mens het in de werkelijkheid heeft teruggekregen, zelfs al kreeg die alles in tienvoud (tidobbelt) terug»18.
4. (Dagboeknotities, vertaling Google/JPvR) «O, men heeft haast om over Job te prediken, altijd over het einde: dat hij alles over
had en verdubbeld kreeg. Ik vind het vreemd om erover te prediken. Want het is niet waar dat wanneer men eerst alles kwijt raakte, dat men zichzelf er waarschijnlijk aan terug zou kunnen helpen: zie, daarom preek ik liever over de eerste tijd [van Job].»19
«In het Jodendom is God in zekere zin niet zo hard als in het Christendom, Hij is niet bepaald als Geest – daarom is het slechts een ‘beproeving’: het duurt een paar jaar, en dan komt het gewenste; ja meer dan het gewenste. (…) Zo hard als God is tegen de apostelen, wiens leven volkomen lijden is en zelfs de marteldood, zo hard is God in het Oude Testament nooit tegen Zijn geliefden. (…) God is liefde. Onthoud dat het werd verkondigd door Hem die onder allen het meest heeft geleden in de wereld; door de Verlosser van de wereld! God is liefde, zo werd verkondigd door de apostelen, wier leven van begin tot eind lijden was, nooit door de vromen onder de wet – en toch waren het juist die apostelen die een evangelie hadden om te prediken; niet een wet. Weiger alsjeblieft om op te geven. Is paradoxaal.»20.
«Dat wil zeggen: Christendom wordt dan Jodendom. De wet is bijv. vergelijkbaar met het beproeven en testen door God in het Oude Testament; maar dan komt het evangelie, net als in de oudtestamentische beproeving; hoor: alles wordt vreugde en nog eens vreugde. Maar ik heb vaak gezegd: elke bestaanswijze waarin het leven de spanning van dit leven heeft opgelost, is: Jodendom. Christendom is: dit leven lijdt altijd – eeuwigheid. Het helpt niet als we misschien wel tien keer woedend waren en zeiden: er kan niets aan gedaan worden. Verdragen. (…) Want het is in het Nieuwe Testament, juist in het evangelie: het onvoorwaardelijke.»21.
«Maar terwijl professoren en priesters in miljoenen bewijzen Gods persoonlijkheid uiteenzetten, is het de waarheid dat deze mannen er verre van leven, wat het voor druk en voor gewicht zou zijn om een persoonlijke God te hebben. Er is namelijk iets verschrikkelijks en schrijnends in de waarheid waarmee een patriarch of een apostel spreekt over sterven: ‘der dagen zat’ [Job 42:17]; want inderdaad, van met een persoonlijke God te maken te hebben gehad, kan een mens zat zijn»22.
14 SKS 4, 79.15 SKS 4, 87.16 SKS 4, 91, ad vorm // inhoud!17 SKS 4, 324–327n; Vos, Ogenblik, 92: ‘die lange, ironische voetnoot’.18 SKS 4, 457; tidobbelt kan ook ‘tweevoud’ betekenen. In het hoofdstuk ‘Angst die verlossing brengt door het geloof’.19 Pap. IX A 191 / NB 6: 40; dagboeknotitie 1848.20 Pap. XI 1 A 299 / NB 30: 113; dagboeknotitie 1854: ‘Jodendom – Jodendom’.21 Pap. XI 1 A 572 / NB 32: 67; dagboeknotitie 1854: ‘Wet en evangelie’.22 Pap. XI 2 A 175 / NB 34: 34; dagboeknotitie 1854: ‘Een persoonlijke God’.
(§4) Toespraken rondom de thematiek van het lijden
Nu spreekt Kierkegaard op meer plaatsen over Job, breder nog: over het lijden. Eén van de grote verdiensten van het huidige Nederlandstalige Kierkegaard-onderzoek is dat daarin het complete œuvre van Kierkegaard wordt meegenomen (dus niet alleen de bekende maar zeer complexe, filosofische, pseudonieme geschriften). Pieter Vos presenteerde in 2002 zijn dissertatie, gewijd aan dat complete œuvre, onder de ondertitel Kierkegaard over God en het lijden. Het lijden blijkt dus zelfs het centrale thema van Kierkegaards œuvre te zijn – en dat is het vooral wanneer de zogenaamde ‘opbouwende toespraken’ (wij zouden zeggen: preken) worden meegenomen. De thema’s/titels van deze toespraken spreken vaak als idee voor zich en geven een indruk van Kierkegaards theologie van het lijden.23
1843: ‘Het opbouwende van de gedachte dat wij tegenover God altijd ongelijk hebben.’ (Luk. 19:41f)24
‘De Heere heeft gegeven, de Heere heeft genomen, de naam des Heeren zij geprezen.’ (Job 1:20)25
‘Door geduld zijn ziel verwerven.’ (Luk. 21:19)26
1844: ‘Door geduld zijn ziel behouden.’ (Luk. 21:19)27
‘Geduld in verwachting.’ (Luk. 2:33–40)28
‘De doorn in het vlees.’ (2 Kor. 12:17)29
‘De ware bidder strijdt in het gebed en overwint doordat God overwint.’30
1847: ‘Het evangelie van het lijden. Christelijke toespraken’.31
‘Wat er bedoeld wordt met, en wat het verheugende is in de gedachte Christus na te volgen.’ (Luk. 14:27)
‘Hoe kan de last licht zijn, als het lijden zwaar is?’ (Mt. 11:30)
‘Het vreugdevolle, dat de school van het lijden vormt voor de eeuwigheid.’ (Hebr. 5:8)
‘Het vreugdevolle, dat een mens in verhouding tot God altijd schuldig lijdt.’ (Luk. 23:41)
‘Het vreugdevolle, dat het niet de weg is, die nauw is, maar dat het de benauwenis is, die de weg is.’
‘Het vreugdevolle, dat zelfs als het tijdelijke lijden het zwaarst drukt, de zaligheid van de eeuwigheid toch de overhand heeft.’ (2 Kor. 4:17)
‘Het vreugdevolle, dat de vrijmoedigheid in staat is lijdende de macht van de wereld te ondermijnen en de macht heeft bespotting te veranderen in eer, ondergang in overwinning.’ (Hand. 5:41)
23 Hiertoe is geraadpleegd het overzicht van ‘het opbouwend werk’ in Vos, Ogenblik, 267–270.24 SKS 3, 315–332 (Of/Of).25 SKS 5, 113–128 (Opbouwende toespraken).26 SKS 5, 159–174 (id.).27 SKS 5, 185–205 (id.).28 SKS 5, 206–224 (id.).29 SKS 5, 317–334 (id.).30 SKS 5, 361–381 (id.).31 SKS 8, 319–431 (Opbouwende toespraken in verschillende geest) – de titel van de hierna volgende (serie) toespraken.
1848: ‘Het vreugdevolle dat men eenmaal kan lijden, maar eeuwig zegeviert.’32
‘Het vreugdevolle, dat de benauwenis de hoop niet wegneemt, maar bewerkt.’33
‘Het vreugdevolle, dat je datgene wat je tijdelijk verliest, eeuwig wint.’34
‘Het vreugdevolle, dat tegenspoed voorspoed is.’35
‘Hoe gezegend het is – bespotting te lijden vanwege een goede zaak.’36
32 SKS 10, 107–116 (Christelijke toespraken).33 SKS 10, 117–124 (id.).34 SKS 10, 144–152 (id.).35 SKS 10, 158–166 (id.).36 SKS 10, 230–240 (id.).
Bijlage 1: Afkortingen
SKS Søren Kierkegaards Skrifter, eds. Niels Jørgen Cappelørn et al. 28 vols. (Kopenhagen: Søren Kierkegaard Forskningscenteret, 1997–2014; sks.dk).
Pap. Papirer; verwijzing naar de klassieke maar achterhaalde indeling van K’s dagboeknotities (concordantie http://sks.dk/papk/papk.asp).
NB Verwijzing naar K’s eigen indeling van dagboeknotities 1846–1855 (concordantie http://sks.dk/papk/papk.asp).
Bijlage 2: Literatuur
W. Aalders, Wet, tragedie, evangelie. Een andere benadering van het boek Job (Den Haag: J.N. Voorhoeve, 1979).
Frits Florin, Geloven als noodweer. Het begrip ‘het religieuze’ bij S. Kierkegaard (Kampen: Agora, 2002; diss. Erasmus Universiteit Rotterdam).
Andrew Zach Lewis, Read him again and again. Repetitions of Job in Kierkegaard, Vischer, and Barth (Eugene: Wipf & Stock, 2014).
Wim R. Scholtens, 37 ‘Kijk, hier barst de taal…’ Mystiek bij Kierkegaard (Kampen: Kok, 1991).
Susan E. Schreiner, Where Shall Wisdom Be Found? Calvin’s Exegesis of Job from Medieval and Modern Perspectives (Chicago: UP, 1994).
Pieter Vos, 38 De troost van het ogenblik. Kierkegaard over God en het lijden (Kampen: Ten Have, 2002).
Bijlage 3: Overzicht van Kierkegaards œuvre in Nederlandse vertaling (JPvR)
SKS-B
Bd. p. Tit. Titel Pseudoniem Datum Meest complete en meest
recente NL vertalingDeelvertalin
g
1 5 LPAf en endnu Levendes Papirer
7 sep 1838 —
1 59 BI Om Begrebet Ironi29
sep 1841
Ironie (Boom, 1995/20112)
2/3 5/5 EE1Enten - Eller. Første Deel/Anden Deel
Victor Eremita
20 feb
1843Of/Of (Boom, 2000/20072)
4 5 G Gjentagelsen Constantin Constantius
16 okt
1843
De herhaling (SKW3; Damon, 2008)
4 97 FB Frygt og Bæven Johannes de silentio
16 okt
1843
Vrees en beven (SKW1; Damon, 2006)
4 211 PS Philosophiske Smuler Johannes Climacus
13 juni
1844
Onderdeel van: Filosofische kruimels & Johannes Climacus of De omnibus dubitandum est (SKW9; Damon, 2013)
4 307 BA Begrebet Angest Vigilius 17 Het begrip angst (SKW4;
37 Geel gemarkeerde zinnen in de door mij aangeleverde kernteksten worden becommentarieerd op de in de marge aangegeven plaats bij Scholtens, Mystiek.38 Blauw gemarkeerde zinnen in de door mij aangeleverde kernteksten worden becommentarieerd op de in de marge aangegeven plaats bij Vos, Ogenblik.
Haufniensis juni 1844 Damon, 2009)
4 463 F Forord Nicolaus Notabene
17 juni
1844
Onderdeel van: Voorwoorden (SKW13; Damon, 2018)
5 5 2T43
To opbyggelige Taler16
maj 1843
Opbouwende toespraken (SKW8; Damon, 2011)
Voor die ene die lezen wil (KT1; Buijten & Schipperheijn Motief, 2013)
5 57 3T43
Tre opbyggelige Taler16
okt 1843
5 107 4T43
Fire opbyggelige Taler6
dec 1843
Het goede komt van boven (KT2; Buijten & Schipperheijn Motief, 2018)
5 177 2T44
To opbyggelige Taler5
mar 1844
5 225 3T44
Tre opbyggelige Taler8
juni 1844
5 283 4T44
Fire opbyggelige Taler31
aug 1844
5 383 TTLTre Taler ved tænkte Leiligheder
29 apr
1845
God zoeken, liefde en dood (KT5; Buijten & Schipperheijn Motief, 2011)
14 183 AFI Anledning af et anonymt Forslag til mig i dette Blads Nr. 79
7 apr 1855
14 187 RKVar det rigtigst nu at »standse med Klemtningen«?
11 apr
1855
14 191 CK
Christendom med kongelig Bestalling og Christendom uden kongelig Bestalling
11 apr
1855
14 195 HGS Hvilken grusom Straf!27
apr 1855
14 199 ER Et Resultat10
maj 1855
14 203 EM En Monolog10
maj 1855
14 207 ATV
Angaaende en taabelig Vigtighed lige over for mig og den Opfattelse af Christendom, som jeg gjør kjendelig
15 maj
1855
14 211 OICTil det nye Oplag af »Indøvelse i Christendom.«
16 maj
185514 215 BMT At Biskop Martensens
Taushed er 1) christeligt uforsvarlig; 2) latterlig; 3) dum-klog; 4) i mere
26 maj
1855
end een Henseende foragtelig
15 5 OIAEt Øieblik, Hr. Andersen!
27 okt
1840- 31 okt
1840
(15, 5–12)
15 13 JCJohannes Climacus eller De omnibus dubitandum est
1842-
1843
Onderdeel van: Filosofische kruimels & Johannes Climacus of De omnibus dubitandum est (SKW9; Damon, 2013)
15 61 PMH Polemik mod Heiberg Constantin Constantius
dec 1843
- mar
1844
(15, 61–88)
15 89 BOA Bogen om Adlerjuni
1846- jan 1847
(15, 89–295)
16 5 SFVSynspunktet for min Forfatter-Virksomhed
juli 1848- okt 1848 Onderdeel van: Mijn
schrijverswerkzaamheid (SKW11; Damon, 2015)
16 107 BNDen bevæbnede Neutralitet
aug 1848
- 1849
16 125 PCSHr. Phister som Captain Scipio Procul dec
1848
Onderdeel van: Voorwoorden (SKW13; Damon, 2018)
16 145 DS Dømmer selv!1851
- 1852
Oordeel zelf! (Ten Have, 1990)
SKW (Søren Kierkegaard Werken, 2006–)39
Vrees en beven (SKW1; Damon, 2006)
Wat de liefde doet (SKW2; Damon, 2007)
De herhaling (SKW3; Damon, 2008)
Het begrip angst (SKW4; Damon, 2009)
Twee tijdperken – Een literaire recensie (SKW5; Damon, 2009)
De ziekte tot de dood (SKW6; Damon, 2010)40
Oefening in christendom (SKW7; Damon, 2011)
39 Onder beheer van de Redactieraad Kierkegaard Werken uitgegeven standaard-editie van Kierkegaards werken in het Nederlands. 40 Opmerkelijk genoeg óók uitegeven door Boom, 2008.
Opbouwende toespraken (SKW8; Damon, 2011)
Filosofische kruimels & Johannes Climacus of De omnibus dubitandum est (SKW9; Damon, 2013)
Stadia op de levensweg (SKW10; Damon, 2014)
Mijn schrijverswerkzaamheid (SKW11; Damon, 2015)
Opbouwende toespraken in verschillende geest (SKW12; Damon, 2016)