dwhonline.weebly.com · Web view* Balanced Scorecard Dit model geeft bepaalde criteria weer van allerlei aspecten binnen een bedrijf, zoals financiën en interne processen. Deze aspecten

Naam: Dirk Heesakkers datum: 20-04-2016Student nr.: 2076921Klas: 49BKM2EV

Kennis portfolio H3

Bedrijfseconomie

*Kostenverdeelstaat Directe kosten hebben een direct verband met de producten (kostendragers). Indirecte kosten daarentegen hebben geen direct verband met de producten of kostendragers. Hoe zijn deze kosten dan toe te rekenen? Dit gebeurt via de kostenverdeelstaat. De kostenverdeelstaat verdeeld de indirecte kosten over de kostendragers door middel van verdeelsleutels. Hierbij zijn ook de hoofdkostenplaatsen en hulpkostenplaatsen van belang. Er zijn 3 verschillende methoden die hieronder tevens kort worden toegelicht: 1. Indirecte methode Bij de indirecte methode worden de indirecte kosten via de hoofd en hulpkostenplaatsen toegerekend aan de kostendragers. Dit gebeurt stapsgewijs naar beneden, daarom wordt deze methode ook wel de stapsgewijze methode genoemd. 2. Directe methode Bij de directe methode worden de indirecte kosten direct toegerekend aan de kostendragers, hierbij komen geen hoofd en hulpkostenplaatsen meer aan de orde. 3. Algebraïsche methode Bij de algebraïsche methode worden de indirecte kosten toegerekend door middel van bepaalde formules die uitgerekend worden. Deze formules komen tot stand aan de hand van de verdeelsleutels. Hieronder is een kostenverdeelstaat weergegeven. Bron: hoadd.noordhoff.nl Management: Logistiek 2 * Productiegrondvormen De productiegrondvormen richten zich op de vraag: “Hoe richt je een productievloer in?” Er zijn 3 soorten: 1. Continue fabricage (Alles van tevoren vastgesteld en ingericht, vaste werkwijze) 2. Functionele fabricage (Productie op basis van functies) 3. Groepsgewijze fabricage (Mengvorm, werken in teams) * Productiebesturing - Materiaal georiënteerd (aanvoer en voorraadbeheersing centraal)

- Capaciteitsgeoriënteerd (gebruikte machines centraal) * Bill of Material (BOM) Stuklijst waarop alle onderdelen staan waar een product uit bestaat. Een handleiding voor het bouwen van een tafel van de IKEA kan een BOM zijn. *Material Requirements Planning (MRP I) Systeem waarbij de voorraadbehoefte gepland wordt zodat er efficiënter gewerkt kan worden. Bij een MRP I is een BOM een vereiste, zo weet men wat men per product nodig heeft en kan het aan de hand van de levertijd en veiligheidsvoorraad een planning maken. * Manufacturing Resource Planning (MRP II) Zelfde als MRP I systeem, alleen houdt deze rekening met capaciteiten van bijvoorbeeld machines of magazijnen. * Just in Time (JIT) Principe waarbij verspillingen zoveel mogelijk voorkomen worden. Er wordt pas geleverd wanneer dit nodig is zodat de voorraad zo klein mogelijk kan blijven. Ook hierbij kan een MRP I systeem essentieel zijn. * Kaizen Alle aspecten die nodig zijn voor kwaliteitsverbetering. (Total Quality Management) * Theory of Constraints (Bottlenecktheorie) Iedere organisatie heeft bepaalde bottlenecks. Het is belangrijk deze bottlenecks op te lossen. Hier wordt namelijk de meeste tijd etc. verloren. Wanneer de ene bottleneck is opgelost, moet men op zoek gaan naar de volgende (continue blijven verbeteren)

* Fysieke distributiesysteem Het fysieke distributiesysteem bestaat uit transport, magazijnen & depots en voorraadbeheer gereed product. Al deze aspecten zijn belangrijk wanneer men zich gaat bezig houden met de fysieke distributie van een organisatie. * Distribution Requirements Planning (DRP I systeem) Bij dit systeem wordt een planning gemaakt wanneer bepaalde magazijnen bevoorraad dienen te worden (distributie). * Distribution Resources Planning (DRP II Systeem) Zelfde als DRP I, alleen wordt hier weer rekening gehouden met capaciteiten van magazijnen van bijvoorbeeld lokale vestigingen. * Pie-sharing vs. Pie-growing Geeft aan dat wanneer retailer en fabrikant beide individuele doelen nastreven, er weinig overblijft voor beide. Wanneer zij echter samen afspraken maken en samenwerken, zal de “te verdelen koek” groter worden waardoor beide een hoger resultaat bereiken.

* Supply Chain en Demand Chain Een Supply Chain is een keten die aangestuurd wordt vanuit de suppliers. Deze brengen het product uiteindelijk naar de consument. Er wordt geen rekening gehouden met de vraag naar het product die de consument heeft. Een Demand Chain is een keten die aangestuurd wordt vanuit de vraag van de consument. Aan de hand hiervan wordt pas geproduceerd. * Vormen van Ketenintegratie Er zijn 4 verschillende vormen van ketenintegratie, namelijk  Fysieke integratie  Informatie integratie (Electronic Data Interchange EDI)  besturingsintegratie (ECR)  Grondvorm integratie (Vendor Managed Inventory VMI) 

Management: Kwaliteit

* Integrale Kwaliteitszorg (IKZ) De zorg voor het behouden van het gewenst kwaliteitsniveau voor diverse aspecten binnen het bedrijf. * Fasen in kwaliteitsstreven 1. Bewustwordingsfase Goedkoop en massaal produceren, stafdiensten denken 2. Interne fase Aandacht voor processen, procesbeheersing 3. Integratiefase Betreft hele organisatie, ook klant belangrijker * Deming cirkel (regelkring) Wanneer je kwaliteit wilt waarborgen zul je een plan op moeten stellen. Dit plan zul je moeten uitvoeren en controleren en vervolgens waar nodig kunnen ingrijpen. Ook moet je een wig inbouwen, zodat de kwaliteit niet kan dalen. Een voorbeeld van een wig is bijvoorbeeld onderlinge afspraken met je werknemers over bepaalde handelingen. Zo blijft de kwaliteit hoog wanneer deze eenmaal is bereikt.

* INK model (EFQM model) Het INK model kent 9+1 aandachtsgebieden waar een organisatie mee te maken kan hebben. Het 10e aandachtsgebied is verbeteren en vernieuwen, dit is nodig wanneer met een bepaald niveau van kwaliteit wil bereiken en handhaven. * Balanced Scorecard Dit model geeft bepaalde criteria weer van allerlei aspecten binnen een bedrijf, zoals financiën en interne processen. Deze aspecten worden beoordeeld en aan de hand hiervan kan gekeken worden hoe een organisatie ervoor staat. Het model geeft een overzicht van de prestaties van een organisatie.

  * Stappenplan voor kwaliteitsprocesbeheersing Dit stappenplan geeft de stappen weer die nodig zijn wil een organisatie haar kwaliteit kunnen waarborgen. Continue verbetering is nodig om de kwaliteit op pijl te houden. Dit dient ook gewaarborgd te worden, vandaar de controles en beheersing. * Spreidingsdiagram Bij het spreidingsdiagram worden twee variabelen bekeken en hiertussen wordt een bepaald verband gelegd. Dit wordt ook wel oorzaak-gevolg genoemd.

* Gap model Dit Gap model of Servqual model geeft de verschillen weer in perceptie van bijvoorbeeld het management van een organisatie en de klant. Sommige verwachtingen zijn namelijk hoger dan daadwerkelijk resultaat of andersom. Door middel van het gap model kan een organisatie kijken welke ‘gap’ op hun van toepassing is en hierop inspelen door bijvoorbeeld de marketing anders af te stemmen. * Service Arenas De service arenas geven de verschillende soorten

organisaties weer. Zo wordt er gekeken naar de procedure (hoe wordt je als klant behandeld) en het resultaat (wordt je daadwerkelijk geholpen, is het probleem opgelost).

Recht

* Voor dit vak zijn geen modellen of figuren gebruikt

Engels

* Voor dit vak zijn geen modellen of figuren gebruikt

Human Resource Management

* Fombrun model Het bekende Fombrun model is ook in de lessen van de H3 weer behandeld, dit keer werd er nadrukkelijk ingegaan op competentiemanagement en performance management cyclus (doorstroom) en ook op uitstroom.