OVAM, uw beleidspartner in afval en bodem waarheen met je keuken- en tuinafval?
OVAM, uw beleidspartner in afval en bodem
waarheen met je keuken-en tuinafval?
3
waarheen met je keuken- en tuinafval?
Als je thuis al composteert, willen we
je helpen om dat nog beter te doen.
Misschien vormen sinaasappelschillen
of grasmaaisel nog een probleem? De
OVAM wil je ondersteunen. Deze bro-
chure vat alle informatie samen.
Leidraad is het ladderprincipe van
Lansink. Eerst komen de aanleg van je
tuin, het gazonbeheer, afvalarm tuinie-
ren, het mulchen en het houden van
dieren als afvalverwerkers aan bod.
Daarna krijg je kort meer uitleg over de
verschillende systemen van thuiscom-
posteren (bakken, vaten, wormenbak).
Deze brochure informeert je ook over
wat er met je GFT- en tuinafval gebeurt
wanneer je het laat composteren. Voor
verschillende thema's zoals grasmaai-
sel, afvalarm tuinieren en de diverse
composteersystemen zijn er afzonder-
lijke brochures beschikbaar. Vraag er-
naar! We wensen je alvast veel lees-
plezier!
Vlaanderen "produceert" jaarlijks heel
wat organisch-biologisch afval zoals
GFT en groenafval. 36% van de bevol-
king kiest ervoor dat afval in eigen tuin
te composteren.
Wat niet thuis gecomposteerd wordt,
belandt via de gemeentelijke inzame-
ling of het containerpark in een profes-
sionele composteerinstallatie. Gemid-
deld biedt elke Vlaming zo'n 55 kg
geselecteerd GFT- en groenafval per
jaar aan. De OVAM wil nog verder
gaan op het vlak van thuiscomposte-
ring. Tegen 2007 mikken wij op 40%
van de bevolking die actief aan pre-
ventie van organisch-biologisch afval
doet door thuis te composteren, kip-
pen te houden, enz.
Daarnaast willen we ook afvalpreven-
tie aan de bron stimuleren. Enkele
voorbeelden: afvalarm tuinieren of het
doordacht aanleggen van de tuin om
groenafval te voorkomen.
Vlaco vzw (Vlaamse Compostorganisatie) Kan. De Deckerstraat 37 2800 Mechelentel.: 015 45 13 70fax: 015 21 83 [email protected]
In samenwerking met:
4 5
Wat betekent de ladder van Lansink
voor het plantaardig organisch-biolo-
gisch afval dat in je keuken en tuin
vrijkomt? Op de eerste plaats voor-
komt een doordachte aanleg van je
tuin een heleboel groenafval. Een
voorbeeldje? Plant bodembedekkers
in plaats van een groot gazon in te
zaaien. Organisch-biologisch materi-
aal kan je ook makkelijk hergebruiken
in je tuin. Een mulchmaaier versnip-
pert het gemaaide gras en werpt het
terug op je gazon. Grasmaaisel,
herfstbladeren en houtsnippers zijn
ideale bodembedekkers en remmen
het onkruid in je borders af. Kippen
lusten maar wat graag je plantaardige
keuken- en tuinrestjes. Maak van je
eigen GFT- en groenafval compost.
Gebruik deze grondstof opnieuw in je
tuin. Je planten en de bodem varen er
wel bij. Zolang je GFT- en groenafval in
je tuin blijft, beschouwt het beleid dat
als afvalvoorkoming. Voor de gemeen-
schap zijn er bovendien geen kosten
voor de ophaling en verwerking. Laat
je je GFT- en groenafval toch ophalen
of breng je het naar het containerpark,
dan wordt het in een professionele
installatie tot compost verwerkt.
De OVAM op gewestelijk niveauDe Openbare Afvalstoffenmaatschap-
pij voor het Vlaamse Gewest (OVAM)
is verantwoordelijk voor het voorberei-
den en het uitvoeren van het afvalstof-
fenbeleid in Vlaanderen. Dat geldt ook
voor organisch-biologische afvalstof-
fen zoals GFT- en groenafval. De OVAM
volgt het beheer op van de inzameling
en de verwerking van organisch-biolo-
gisch afval en van het gebruik van
compost.
Om het organisch-biologisch afval op
een doeltreffende manier aan te pak-
ken, heeft de OVAM een meerjaren-
plan uitgewerkt. Het is een leidraad
voor zowel de OVAM als voor ge-
meenten, intercommunales en privé-
initiatieven. Om de twee jaar maakt de
OVAM in een rapport de stand van
zaken van alle verschillende acties op.
Het Vlaamse afvalstoffenbeleid heeft
tot doel de gezondheid van mens en
milieu te beschermen tegen de scha-
delijke invloed van afvalstoffen.
Daarnaast wil het de verspilling van
grondstoffen en energie tegengaan.
Centraal staat het ladderprincipe van
Lansink. Dit geldt ook voor organisch-
biologische afvalstoffen. De ladder
van Lansink geeft de voorkeursvolgor-
de voor afvalverwerking aan.
Bovenaan de ladder staat het voorko-
men van afval. Lukt dat niet, dan is
hergebruik aan de beurt. Nog een
trede lager staat recyclage. Dit bete-
kent het bewerken en verwerken van
afvalstoffen om er nieuwe producten
van te maken. Helemaal onderaan de
ladder staat verwijderen onder de
vorm van verbranden en in laatste
instantie storten.
Wie doet wat met je gft- en groenafval?
6 7
Vlaco vzw
Vlaco staat voor de Vlaamse Com-
postorganisatie. Het is een vzw die de
uitvoering van de opeenvolgende be-
leidsplannen over organisch-biolo-
gisch afval (groenafval, GFT-afval en
organisch-biologisch bedrijfsafval)
ondersteunt en coördineert. Zowel de
OVAM als de Vlaamse intergemeente-
lijke samenwerkingsverbanden en
compostproducenten zijn sinds 1992
vertegenwoordigd in de beheerraad
van Vlaco.
Vlaco bewaakt de kwaliteit van de
compostproductie in professionele
installaties en bevordert het afzetten
van de compost.
Daarnaast ondersteunt Vlaco het af-
valvoorkomingsbeleid en de compost-
meesterwerking in gemeenten en
intergemeentelijke samenwerkings-
verbanden.
De ophaling en verwerking van huis-
houdelijk afval is in Vlaanderen een
gemeentelijke bevoegdheid.
Veel gemeenten werken samen met
andere gemeenten in intergemeente-
lijke samenwerkingsverbanden. Vroe-
ger sprak men van intercommunales.
Steeds meer afvalfracties worden van-
daag selectief ingezameld. De totale
afvalberg neemt daardoor niet af. Hij
wordt wel beter beheerbaar. Alleen
door bewust te voorkomen daalt het
volume afval. Dat is dan ook de bood-
schap van de gemeenten en interge-
meentelijke samenwerkingsverban-
den. Voor de preventie van het orga-
nisch-biologisch afval werken ze
samen met Vlaco en de compost-
meesters.
Gemeenten en intergemeentelijke samenwerkingsver-banden op lokaal niveau
Compostmeesters, het dichtst bij de burgerCompostmeesters zijn vrijwilligers. Zij
promoten het afvalarm tuinieren. Dat
doen ze in samenwerking met de
gemeentelijke milieudienst en de inter-
gemeentelijke samenwerkingsverban-
den. Compostmeesters volgen een
speciale opleiding en geven vooral
praktische uitleg. Ze beschikken -
meestal op het containerpark - over
een demonstratieplaats met compost-
vaten en compostbakken in werking.
Ga er eens langs. Daar kan je zien wat
wel en wat niet composteerbaar is,
hoe je in een compostvat reukloos
goede compost maakt en hoe je gras-
maaisel kan verwerken tot kwaliteits-
compost. Je kan de compostmeesters
ook vragen een kijkje te komen nemen
in je eigen tuin. Zij geven je concrete
tips om je tuin afvalarmer te beheren
en het composteringsproces vlotter te
laten verlopen.
Tijdens het tweede weekend van juni
vindt in Vlaanderen het "Weekend van
de Compostmeester" plaats. Dan
worden heel wat extra activiteiten
georganiseerd. Neem eens een kijkje
op de demonstratieplaatsen. Vaak
stellen ook enkele compostmeesters
hun tuinen open voor het publiek. Wat
mag je verwachten? Demonstratie van
hakselaars en mulchmaaiers, com-
postvaten en -bakken in werking,
voorbeelden van compostgebruik enz.
Als je een compostmeester wil con-
tacteren, zal de milieu- of duurzaam-
heidsambtenaar van je gemeente je
graag helpen.
Vlaco en de OVAM ondersteunen de
werking van de compostmeesters met
opleidingen en bijscholingen, de uit-
gave van een tijdschrift, brochures en
posters, een lessenmap en ander
didactisch materiaal, de organisatie
van het jaarlijkse "Weekend van de
Compostmeester" en van een twee-
jaarlijks Compostmeesterscongres.
Vlaco organiseert daarnaast ook com-
postcursussen voor tuinliefhebbers.
8 9
De meeste werkjes in de tuin leveren
aardig wat groenafval op: grasmaaisel,
snoeihout, onkruid, haagscheersel…
Ook bij het kokkerellen komen heel
wat organische nevenproducten vrij:
resten van groenten en fruit, theezak-
jes en koffiedik…
Natuurlijk kan je groenafval afgeven
op het containerpark. Voor groente-,
fruit- en tuinafval is er een selectieve
inzameling aan huis. Bedenk wel dat
de prijs voor de inzameling en de ver-
werking van dit afval steeds vaker aan
je doorgerekend wordt volgens het
principe van de gedifferentieerde tari-
fiëring (Diftar). Van GFT- en groenafval
maakt men in gespecialiseerde instal-
laties kwaliteitscompost. Organisch
afval vormt de basis van stabiele
humus voor de tuin.
Vraag blijft of we dit materiaal niet zelf
nuttig in onze tuin kunnen gebruiken.
In deze brochure zal je lezen dat het
antwoord wel degelijk "ja" is. Com-
posteren is helemaal niet moeilijk. Je
hoeft slechts met enkele regels reke-
ning te houden om het geurloos en
snel te laten verlopen. Kies een com-
posteersysteem op maat van je tuin.
Een compostvat voor een kleine tuin,
een compostbak als je een paar hon-
derd vierkante meter te onderhouden
hebt en een composthoop voor wie
jaarlijks een moestuin van compost
moet voorzien. Zorg voor voldoende
beluchting. Controleer op tijd de voch-
tigheid. Zo zet je de compostbeestjes
aan het werk. De compost die je zelf
maakt, heeft alles in zich om de
bodem van je tuin te doen herleven,
van voedingsstoffen te voorzien en die
heerlijke bosgrondgeur te bezorgen.
houd veel afval te voorkomen. Als je
struiken te dicht tegen elkaar plant, zal
je later veel vaker moeten snoeien.
Hoe meer geld je in de lente besteedt
aan gazonbemesting, hoe meer je
later voor je grasmaaisel zal betalen
op het containerpark!
Na het lezen van deze brochure krijg je
vast een andere kijk op je tuin. Geeft
het je zin naar meer?
Voor vier onderwerpen is een afzon-
derlijke en uitgebreide brochure
beschikbaar: "Waarheen met je gras-
maaisel?", "Composteren in een wor-
menbak", "Composteren in vaten en
bakken", "De ecologische tuin:
natuurvriendelijk en afvalarm".
De planten die in zo’n bodem groeien,
komen niets tekort en stralen van ge-
zondheid.
Je hoeft niet alle organische resten uit
je keuken en tuin te composteren.
Kippen lusten graag een blaadje sla en
ander GFT-afval. Grasmaaisel in een
dunne laag tussen de kruiden houdt
de bodem vochtig en kruimelig.
Snoeihout gevlochten of gestapeld
tussen enkele stevige paaltjes vormt
een rustiek scherm met de buren. Het
is meteen een origineel rek voor klim-
planten.
Maar je kan nog verder gaan. Je hoeft
geen tuinspecialist te zijn om met een
slimme aanleg en doordacht onder-
Meer compost en minder afval in een natuurvriendelijke tuin
afvalpreventie begint bij de aanleg van je tuin
10 11
Je kan op heel wat manieren je tuin
afvalarm maken. Creatief zijn is de
boodschap. Voor elk restje tuinafval
bestaat een nuttige uitweg of gebruik.
Alles begint bij de aanleg van je tuin of
de herinrichting ervan. Hoe gebruik je
oppervlakte, ruimte en licht? Dat
bepaalt of het onkruid welig zal groei-
en en of je je struiken vaak zal moeten
snoeien. Ook voor het onderhoud
denk je best tweemaal na. Hoe vaak
ga je bemesten? Is het echt nodig de
bladeren van tussen de struiken te
harken? Moet je alle afgestorven plan-
ten in de herfst wel verwijderen? Heb
je toch organisch materiaal verzameld,
dan kan je er vast iets nuttigs mee
doen. Afvoeren naar het containerpark
is de laatste oplossing. Verbranden is
alleszins uit den boze.
Zorg voor diversiteit en leven in je tuin.
Je geniet meer… en ook vogels en
vlinders genieten mee. De bomen en
struiken, de vaste planten en klimplan-
ten, het gazon en de moestuin, de kip-
pen in de ren: ieder stukje heeft ande-
re behoeften en brengt ook andere
resten voort. Waarom die elementen
niet met elkaar in verbinding brengen?
Maak van je tuin een netwerk. Een tak
die je op de ene plek wegsnoeit, ge-
bruik je elders als steunstok. Met het
grasmaaisel van het gazon bedek je
de bodem tussen je kruiden. Herfst-
bladeren zijn een prima isolatie voor
een vorstgevoelig struikje. Een wal-
letje van dode wortels voorkomt dat je
bezoekers door een pas aangeplant
heestermassief lopen. Kippen maken
in de winter je moestuin slakkenvrij.
Plantaardige keukenresten brengen
extra variatie in hun menu. Je merkt
het: in een diverse tuin is het leven rij-
ker, het afval armer.
Hou reeds bij het planten rekening met
de omvang van de volwassen heester
of boom. Zo voorkom je veel proble-
men. De plant kan volledig uitgroeien
en zijn eigen typisch silhouet behou-
den. Plant je struiken te dicht bij
elkaar, dan zal je al na enkele jaren
moeten snoeien. Dat levert overbodig
werk én snoeihout op. Wil je toch
enkele heesters iets dichter bij elkaar
plaatsen, geef dan de voorkeur aan
planten van dezelfde soort of min-
stens met dezelfde groeikracht. Als ze
wat in mekaar groeien is dat minder
erg.
Geen vuurtje-stook!Organisch afval opstoken is verkeerd. Akkoord, een grote berg wordt snel een hoopje. Maarstond je er al eens bij stil hoeveel schadelijke stoffen er vrij komen? En welke problemendie kunnen veroorzaken? Vooral dioxines, PAK’s en fijn stof vormen een reëel gevaar vooronze gezondheid.
Biodiversiteit laat je tuin leven
Hou afstand tussen de planten
1312
Streef naar plantencombinaties die
optimaal de beschikbare ruimte be-
nutten. Hou rekening met de specifie-
ke behoeftes van iedere plant. Zet ze
zo samen dat ze elkaar niet hinderen
maar vloeiend in elkaar overgaan. Een
voorbeeld. Plaats aan de zonnekant
van een kleine boom een niet te hoge
struik, daarvóór enkele vaste planten
en aan de rand met het gazon enkele
kruiden en bodembedekkers. Vermijd
een allegaartje. Maak optimaal ge-
bruik van de ruimte en het zonlicht.
Hou rekening met bladvorm, bloei en
herfstverkleuring. Door de bodem
doordacht te bedekken krijgt het
onkruid geen kans meer. De struiken
ontwikkelen zich volgens hun eigen
profiel. Dit bespaart je meteen heel
wat snoeiwerk.
Planten hebben niet alleen voedsel
maar ook een luchtige, humusrijke,
levende, vochthoudende bodem no-
dig. Hoe beter de bodemstructuur,
hoe beter de plantenwortels het aan-
wezige voedsel benutten. Compost en
mulch brengen voedingsstoffen aan
en verbeteren bovendien de structuur
en het bodemleven. Je zal zelden
extra moeten bemesten.
Overbemesting maakt je planten trou-
wens gevoeliger voor ziektes en pla-
gen. En onkruiden gaan harder groei-
en. Nog iets: ongebruikte voedings-
stoffen spoelen uit. Besluit: bemesten
betekent niet steeds meer bloei, wel
meer snoei!
En waarom bepaalde delen van je tuin
niet bewust laten verschralen? Stop
met bemesten en verwijder stelselma-
tig gevallen bladeren, grasmaaisel en
ander plantaardig materiaal. In ver-
schraalde grond krijgen wilde, bloei-
ende kruidachtige planten meer kans.
Ze worden er niet overwoekerd door
ruigtekruiden zoals brandnetel of
distel.
Gelaagdheid: geef elke plant zijn juiste plaats
bemesting: niet meer dan nodig
14
Hou je toch van de openheid van een
grasperk, experimenteer dan eens
met de maaifrequentie. Enkele sug-
gesties. Maai slechts één of twee keer
per jaar. Geef de grassen en kruiden
de kans om tot bloei te komen. Plant
je gazon vol met bloembollen die tot
een stuk in het voorjaar je tuin opfleu-
ren. Wedden dat je pas durft maaien
als het laatste bloemetje verwelkt is?
Een gazon wordt veel gebruikt maar
vraagt heel wat onderhoud en levert
nogal wat afval op. Gazonmaaisel ver-
teert gemakkelijk. Het is vooral de
hoeveelheid die problemen oplevert.
Heb je een tuin met een grote diver-
siteit aan vaste planten, hagen en
struiken? Dan is grasmaaisel geen
probleem. Je beschikt over voldoende
andere plantenresten om samen met
je grasmaaisel te composteren. Je kan
het mulchen en ook je kippen lusten er
wel een hap van. Maar diversiteit
betekent ook dat je ervoor kiest een
deel van je gazon om te vormen tot
vaste plantenborder, heestermassief,
kruidenhoek of kippenren.
grasbeheer: mag het wat minder zijn?
15
Het wekelijks onderhoud van je gras-
mat hoeft niet persé voor veel afval te
zorgen. Het kan zelfs helemaal zonder.
Een mulchmaaier versnippert het gras
zo fijn dat het helemaal tussen de
grasplantjes verdwijnt. Met een gewo-
ne grasmaaier lukt dit ook. Je maait
gewoon een paar keer na elkaar. Dit is
misschien wat extra werk, maar je
moet je gras niet oprapen, afvoeren of
verwerken.
Hoe bereik je bij mulchmaaien een
maximaal effect? Maai bij droog weer.
Werk met een scherp mes. Reinig de
machine telkens na gebruik. Maai maxi-
mum eenderde van de graslengte af.
Ben je een paar weken van huis
geweest of lieten de weersomstandig-
heden niet toe om te mulchmaaien,
dan kan je het maaisel oprapen en
verwerken als mulch of tot compost.
Mulchmaaien: klein en fijn
Grasmaaisel verteert snel. Het bestaat
immers vooral uit water, voedingsstof-
fen en gemakkelijk afbreekbare stof-
fen. Nochtans is de verwerking ervan
in een compostbak vaak een pro-
bleem. De hoeveelheid is te groot en
mengen met structuurmateriaal is niet
steeds mogelijk. Mulchen is een uit-
stekend alternatief. Leg het vers
gemaaide gras in een laag van een
paar centimeter tussen kruiden en
vaste planten of aan de voet van een
jonge haag (foto 1). Het bovenste laag-
je droogt uit maar eronder gaat het
bodemleven aan het werk. De mulch-
laag verhindert de verdamping van
bodemvocht en remt de onkruidgroei.
Ook daar heeft de haagplant baat bij.
De meeste bladeren kan je gewoon
laten liggen. Moet je op een pad of
oprit de bladeren verwijderen? Strooi
ze tussen bomen en struiken en geef
Bodembedekking heeft zo zijn voor-
delen. Zonder bedekking krijg je een
slechte bodemstructuur, welig tierend
onkruid en… veel werk: hakken, wie-
den, bemesten, water geven en ziek-
tes bestrijden. Om dat te vermijden
breng je tussen de struiken en vaste
planten een laag organisch materiaal.
Grasmaaisel, herfstbladeren, com-
post, stro en houtsnippers zijn prima.
Je beschermt de bodem tegen slagre-
gen, uitdrogen, directe zonnestralen
en grote temperatuursverschillen.
Onkruidzaden hebben het moeilijk om
zich te ontwikkelen wanneer ze op een
laag mulch vallen. Die laag stimuleert
daarentegen wel het bodemleven. Bij
de vertering komen voedingsstoffen
en humus vrij. Ze verbeteren de krui-
melstructuur en de vruchtbaarheid
van de bodem.
Hoe snel dat alles verloopt, is erg
afhankelijk van de bodemsoort, het
mulchmateriaal en vooral de toestand
van je bodem zelf. Verwacht niet dat
een dode, verharde, onvruchtbare
bodem op enkele maanden tijd in een
mulle speeltuin voor wormen veran-
dert. Geef het bodemleven enkele
maanden de tijd om zich onder je
mulch te nestelen. Eens aan de slag
zal je merken dat de wormen maar
één doel hebben: je tuingrond ombou-
wen tot een comfortabel huis. Geen
plant die er zich niet zal thuis voelen!
1716
TipHeb je op een perceel in je tuin problemen met onkruiden met een diep en uitgebreid wor-telstel zoals brandnetel, distel, zevenblad of zuring? Bedek de grond in het voorjaar meteen dubbele laag karton en daarop een laag houtsnippers of compost. Tegen de tijd dathet karton verteerd is, zijn de onkruiden uitgeput.Bovendien is de deklaag zelfs al voor een deel omgezet in voedsel, humus en kruimel-structuur. Goedkoop én gemakkelijk.
Mulchen: een dekentje voor je bodem
vorstgevoelige planten nog wat extra.
(foto 2)
Een laag compost op de bodem tus-
sen de planten voedt het bodemleven
en voorkomt onkruid. Compost waar-
in veel structuurmateriaal verwerkt
werd, is zeer geschikt om aan de
oppervlakte te gebruiken. Gebruik
hem half verteerd en niet gezeefd. De
aardwormen trekken de halfverteerde
blaadjes en andere resten de grond in.
Wat grof is, blijft aan de oppervlakte
liggen als bodembescherming (foto 3).
Een laag gesnipperd snoeihout van 5
à 10 cm is een zegen voor de bodem.
Onder de snippers ontstaat een vocht-
houdende, humusrijke en vruchtbare
grond vol leven. Vermeng de snippers
niet met de bodem. Een laag snippers
is ook een uitstekende bedekking voor
paden.
1 2 3
1918
Kippen zijn mooie, levendige en vrien-
delijke dieren. Ze brengen animo in de
tuin en bezorgen je een groot deel van
het jaar verse eieren. Om kippen te
houden moeten het binnenhok, de ren
en het voeder aan een aantal mini-
mumeisen voldoen. Je versterkt je
band met de dieren als je ze dagelijks
een portie groente- en fruitresten
brengt. Ze lusten ook onkruiden en
grasmaaisel. Overdrijf echter niet met
de hoeveelheden. Wat de kippen niet
opeten of open scharrelen gaat rotten.
De schimmels die dan ontstaan, ma-
ken het voedsel ongeschikt. Opgelet,
kippen hebben meer nodig dan GFT-
en tuinafval. Voeder ze dagelijks een
portie granenmengsel of legkorrels
(ongeveer 65 g per kip) bij.
Kippen zijn sociale dieren, die vol-
doende ruimte nodig hebben, zowel in
hun hok als in hun ren. Twee - of beter
nog drie - kippen geef je een gesloten
hok van minstens 1 m op 75 cm en 80
cm hoog. Plaats er een zitstok in en
een legnest. Zet je hok op stenen.
Eronder ontstaat een droge plek waar
de kippen een stofbad kunnen nemen.
Zorg voor een goede ventilatie maar
geef vocht en tocht geen kans. De
inkom en een ventilatiespleet oriënteer
je aan dezelfde zijde op het zuid(oos-
ten). Buiten in de ren heeft elke kip
minimum 2 m2 ruimte nodig. Voorkom
modderpoelen bij regenweer, leg een
dikke laag houtsnippers in de ren. Al
scharrelend vinden de kippen er
bovendien wormpjes en allerhande
insecten in.
Ook andere huisdieren zijn niet enkel
mooi maar ook nuttig in de tuin.
Eenden verzamelen een hele winter
lang slakken tussen de bladeren.
Omdat ze niet in de grond krabben
zoals kippen, beschadigen ze de plan-
ten niet.
onze vrienden: de tuindierencomposteer zelf je keuken- en tuinafval
Compost bestaat uit plantenresten die door levende organismen werden afge-
broken. Je kan het vergelijken met wat in een bos gebeurt. Afgevallen bladeren,
twijgen en andere plantenresten worden omgevormd tot een donkerbruine laag
humus.
Compost is een kruimelig product, donker van kleur (bruin tot zwart) en licht
vochtig. Het heeft een neutrale geur of ruikt naar bosgrond. Compost stinkt niet
en is ook niet zuur.
Composteren is een natuurlijk proces
met als motor talloze micro-organis-
men (bacteriën en schimmels) en klei-
ne ongewervelde beestjes. Minuscule
mijten en springstaarten, maar ook
pissebedden en miljoenpoten veror-
beren je keuken- en tuinresten en zet-
ten het om in kruimelige, voedzame
compost. Ze doen dit des te beter als
je voor optimale leefomstandigheden
zorgt.
Let op de volgende drie zaken:
De compostdiertjes hebben voedsel
nodig. Ze vinden het probleemloos in
de resten van groenten en fruit, in
dorre bladeren, haagscheersel en
andere plantenresten.
Zorg voor voldoende vochtigheid. De
meeste restproducten bevatten vol-
doende vocht. Bij dorre bladeren of
stengels zal je wellicht water moeten
toevoegen. In gras en keukenafval zit
Wat is compost ?
Waarop let je tijdens het composteren?
2120
Daalt de temperatuur onder de 5° C,
dan valt het leven in de compost vrij-
wel stil. Zelfs bij 10°C verloopt het ver-
teringsproces niet echt prima.
Gelukkig produceren de compost-
organismen zelf ook warmte. Die
komt, net zoals in ons eigen lichaam,
vrij door de vertering van het voedsel.
Werk je met een compostvat en voeg
je dagelijks wat keukenresten toe, dan
zal de temperatuur in het midden van
je vat 5 tot 10° hoger liggen dan erbui-
ten. Een compostbak die na een dagje
noeste tuinarbeid werd getrakteerd op
één of twee kruiwagens tuinafval, rea-
geert heftiger. Dit geldt zeker als je je
bak helemaal leegmaakt, mengt en
omzet naar een tweede bak. Je zal
versteld staan over de warmteproduc-
tie. Temperaturen van 50 tot 60° C zijn
geen uitzondering.
In een wormenbak komen dergelijk
hoge temperaturen niet voor. Eens
boven de 30°C kunnen de wormen en
hun bondgenoten niet overleven. De
ideale temperatuur voor een wormen-
bak is rond de 20°C. Laat hem in de
winter dus niet in de kou staan.
dan weer te veel water. Meng het met
droger materiaal.
De derde vereiste is lucht. Zonder
zuurstof gaat het al snel stinken!
Vooral "groene" materialen (waterrijk
en zacht) sluiten tijdens het verteren
de luchttoevoer in de compost af.
Vermeng groente- en fruitresten en
grasmaaisel daarom met "bruin"
structuurmateriaal: de stengels van
vaste planten, haagscheersel, droge
herfstbladeren, stro, houtsnippers,…
Activeer je compost regelmatig door
hem te mengen, om te zetten en te
beluchten. Daarvoor maak je gebruik
van een riek. Werk je met een com-
postvat, gebruik dan wekelijks de
beluchtingstok. Zo zorg je ervoor dat
voedsel, vocht en lucht mooi verdeeld
worden over al het composterend
materiaal.
Controleer de vochtigheid en de struc-
tuur van je compost met de vuist- of
knijptest. Wanneer je een handvol
compost samenperst in je vuist
mogen er niet meer dan een paar
druppels water uitkomen. De samen-
geperste bal compost moet je gemak-
kelijk weer kunnen open brokkelen.
Blijft het een plakkerige massa, dan
bevat je compost te weinig structuur-
materiaal.
Een dynamisch composteringsproces heeft heel wat voordelen• De omzetting naar compost verloopt vele keren sneller.• Het overtollig vocht verdwijnt. Let op dat je compost niet uitdroogt!• Als een temperatuur van 55°C en meer verschillende dagen aanhoudt, vernietigt dat ziek-
tekiemen en onkruidzaden. Een tweede omzetting met bijhorende temperatuurstijgingenkele maanden later vernietigt ook de schadelijke organismen die de eerste keer in dekoudere buitenzone zaten.
• Het eindproduct is homogener van structuur, beter uitgerijpt, ruikt naar bosgrond, heefteen betere zuurgraad en voedingstoestand.
Omzetten is de boodschap
Een beetje warmte
2322
Wat is composteerbaar?
• Schillen van citrusvruchten en ander fruit
• Aardappelschillen en andere groenteresten
• Eierschalen
• Doppen van noten
• Keukenrolpapier
• Beperkte hoeveelheden etensresten en brood
• Verwelkte snijbloemen
• Haagscheersel
• Grasmaaisel
• Versnipperd snoeihout
• Plantenresten uit moes- en siertuin
• Onkruid
• Stro en hooi
• Herfstbladeren en dennennaalden
• Mest van planteneters
• Zaagmeel en houtkrullen
• Theebladeren en –zakjes
• Koffiedik met (papier)filter
Wat is niet of moeilijk composteerbaar?
• Timmerhout en grof ongesnipperd snoeihout
• Beenderen en dierlijk afval
• Aarde en zand
• Saus, vet en olie
• Uitwerpselen van honden en katten
• Kattenbakvulling
• Wegwerpluiers
• Stof uit de stofzuigerzak
• As van de open haard
• Houtskool
• Kunststof
• Metaal en blik
Of je werkt met een compostvat of
–bak hangt af van de oppervlakte van
je tuin, de hoeveelheid afval die je te
verwerken hebt en je behoefte aan
compost. Heb je geen tuin en wil je
toch je keukenafval zelf composteren,
dan biedt een wormenbak de beste
oplossing.
Meer informatie over de verschillende
systemen vind je in de OVAM-brochu-
res "Composteren in vaten en bakken"
en "Composteren in een wormenbak".
Kies een composteersysteem op maat van je tuin
Compostvat
Heb je een kleine tuin (tot 200 à 300 m2)
dan kan je met een compostvat je
keukenafval en kleine hoeveelheden
tuinafval tot compost verwerken. De
geperforeerde bodemplaat, de donke-
re kleur van het vat, de bijgeleverde
beluchtingstok… het hele concept is
erop gericht om met een minimum aan
inspanning compost van goede kwa-
liteit te bekomen.
Tips voor een goed werkend compostvat
1. Zoek een plaats in je tuin:
- die minstens enkele uren (ochtend)zon krijgt per dag
- met een onverharde ondergrond
- die gemakkelijk en met droge voeten bereikbaar is en niet te ver van de
keukendeur ligt
- met voldoende ruimte eromheen zodat je aan het vat kan werken
2524
2.Plaats het vat op enkele betonnen trottoirtegels. Laat ertussen enkele centime-
ters ruimte. Vergeet vooral geen steen te plaatsen onder het midden van het vat.
3.Leg op de bodemplaat van het vat een laag van 10 cm luchtig materiaal: hout-
snippers, fijne takjes, houterige stengels van vaste planten, dennennaalden…
4.Breng vervolgens de composteerbare materialen in het vat op het ogenblik dat
ze beschikbaar zijn. Zorg voor een goede afwisseling van "bruin" en "groen".
Vermijd grote hoeveelheden van eenzelfde materiaal. Snijd of hak grof materi-
aal (koolstronken, preibladeren, volledige uien, uitgeperste halve appelsie-
nen…) in kleinere stukken van hooguit een paar centimeter dik.
5. Gebruik wekelijks de bijgeleverde beluchtingstok. Prik hem op een vijftal plaat-
sen tot beneden in het composterend materiaal. Draai een kwartslag en trek
hem weer naar boven. Je mengt het materiaal niet echt maar trekt eerder
schouwen. Zo komt de lucht via de gaatjes in de bodemplaat bij de zuurstof-
minnende compostorganismen.
6.Voor een goede vertering is ook vocht belangrijk. Meestal zal er door de aan-
voer van veel waterrijk keukenafval ruim voldoende vocht in de compost aan-
wezig zijn. Controleer het vochtgehalte d.m.v. de vuisttest. Neem een handvol
halfverteerde compost en pers het samen in je hand. Kan je er helemaal geen
vocht uitknijpen dan is het materiaal te droog. Kruipt de compost tijdens het
samendrukken als een platte brij tussen je vingers, dan is het materiaal veel te
vochtig. Zie je wat vocht tussen je vingers verschijnen maar behoudt de com-
post nadien zijn luchtige structuur, dan is de vochtigheid optimaal.
7.Wanneer het vat na enkele maanden bijna vol is, verwijder je de romp. Je
schuift die eenvoudigweg naar boven. Het deel van de inhoud waar nog veel
wormen actief zijn, leg je opzij met een riek. De reeds verteerde compost ver-
Compostbak
Heb je een grotere tuin, dan is een
systeem van twee of drie compost-
bakken aan te bevelen. Je kan ze in
elkaar timmeren met verticale steun-
palen waartegen je horizontale plan-
ken slaat. Ook transportpaletten die je
op hun kant te zet en tegen elkaar tim-
mert, voldoen prima. Zorg dat je de
bakken vooraan kan openmaken.
In de eerste bak breng je keuken- en
tuinafval. Zorg voor voldoende variatie
en besteed aandacht aan een goed
evenwicht tussen bruin en groen
materiaal. Bij de aanvoer van veel
droog tuinafval kan het wel eens nodig
zijn om water toe te voegen.
Wanneer bak één vol is, verwijder je
de voorkant. Haal de hele inhoud eruit
en breng deze goed gemengd en ver-
lucht over naar de tweede bak. Vaak
zal je water moeten toevoegen. Terwijl
in bak twee de temperatuur gaat stij-
gen, begin je bak één opnieuw te vul-
len. Zet het materiaal in de tweede bak
wijder je en gebruik je. Je zet het vat terug op op de bodemplaat (zie 2 en 3),
mengt het verwijderde materiaal stevig dooreen en brengt het opnieuw in het
vat. De temperatuurstijging die er daarna volgt, zal heel wat onkruidzaden ver-
nietigen.
8. In een compostvat kan je na 6 à 9 maanden - dus vanaf de tweede omzetting
- verteerde compost oogsten. Het proces versnelt door omzetten en bij hoge
buitentemperaturen.
27
ces met de temperatuurstijging start al
na enkele uren. Afhankelijk van de
aard van het materiaal, de vochtigheid
ervan, het seizoen… is het raadzaam
om de hoop toch minstens éénmaal
om te zetten. In boeken over biolo-
gisch tuinieren vind je heel wat infor-
matie over composteren op een hoop.
na enkele maanden nogmaals om. Dat
zal het verteringsproces zeker ten
goede komen. De zes tot negen
maanden oude compost is bruikbaar
in de tuin.
Composthoop
Heb je een grote groentetuin? Dan zal
je heel wat compost nodig hebben.
Overweeg een composthoop aan te
leggen. Je moet misschien wel orga-
nisch materiaal (bladeren, houtsnip-
pers, stalmest,...) van buiten je tuin
aanvoeren. Breng het groene en brui-
ne materiaal – goed gemengd! - in één
keer op een hoop. Het verteringspro-
De wormenbak
Een wormenbak is een gesloten
systeem dat bestaat uit één of meer-
dere (plastic) bakken. De wormenbak
wordt voornamelijk gebruikt voor het
verwerken van keukenafval.
Wormen zorgen voor het composte-
ringsproces. Haal een kleine emmer
halfverteerde compost met wormen bij
een collega-composteerder. Een wor-
menbak is een vrij klein systeem. Je
moet het van nabij opvolgen. Besteed
extra aandacht aan de leefomstandig-
heden van de wormen. Temperatuur-
stijgingen buiten zijn snel voelbaar
binnenin en de wormen kunnen vanuit
de gesloten bak niet migreren naar
een meer geschikte omgeving. Het
risico op sterfte bij de wormen is dus
niet denkbeeldig. Toch kan een goed
beheerde wormenbak - zelfs binnens-
kamers - zonder hinder het keukenaf-
val van een klein gezin verwerken.
Behalve compost oogst je uit een wor-
menbak ook percolaat. Dat is een
voedselrijke vloeistof die je, verdund
met water, aan de kamerplanten geeft.
26
29
Een- en tweejarigen
28
1 2 3
Tips voor probleemloos composteren
1. Hou steeds een voorraad structuurmateriaal bij de hand: een zak droge herfstbla-
deren uit het park of houtsnippers van het containerpark
2. Kort materiaal laat zich makkelijker mengen dan lange stengels en bloemstelen.
Voeg geen ongesnipperde takken toe. Ze maken het je tijdens het omzetten onno-
dig lastig.
3. Voeg geen kalk toe aan je compost. In tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt,
heeft compost niet de neiging om te verzuren. Ook houtassen bevorderen het
composteringsproces niet.
4. Start je compost niet op of zet hem ook niet om bij ijskoud weer. Zelfs als het bui-
ten vriest, zal de temperatuur in de bestaande compost nog enkele graden boven
nul liggen. Maak je compost in deze periode niet open om hem om te zetten. Het
duurt immers nog tot de lente vooraleer de compostorganismen opnieuw actief
worden.
5. Zet je compostvat, -bak of -hoop minstens één keer en bij voorkeur tweemaal om.
Zo bekom je na 6 tot 9 maanden verteerde compost.
6. Controleer regelmatig je compost. Is hij niet te droog of te nat? Bevat hij vol-
doende structuurmateriaal? Grijp snel in als je onaangename geurtjes waarneemt.
Verlucht je compost door hem om te zetten en voeg er structuurmateriaal aan toe.
7. Dek je compost af. Leg een plank op je compostbak en een doek over je hoop.
Zorg er wel voor dat de compost steeds kan blijven ademen. Compost "zuigt"
lucht aan langs de zijkant en "ademt" de (lichtjes) opgewarmde lucht weer uit
langs boven.
De belangrijkste afbraakorganismen
zijn bacteriën en schimmels. Ze schei-
den enzymen af waarmee ze het
materiaal zacht maken. Om stank te
vermijden voeg je versnipperde takjes
en stengels aan je compost toe (foto 1).
Compostwormen (foto 2) zijn eenvou-
dig te onderscheiden van dauwpieren.
Dauwpier is de exacte naam voor de
stevige, grijsbruine "gewone" regen-
worm die je veelvuldig in de bodem
aantreft. Compostwormen zijn korter
en volledig rood of rood met oranje
strepen. Ze zijn achteraan rond. De
dauwpier is dikker en sterker, achter-
aan afgeplat en bleker van kleur.
Dauwpieren zijn van essentieel belang
voor de bodem. In de compost kun-
nen ze niet overleven.
Roodbruine mijten en witte spring-
staarten zijn onooglijke kleine organis-
men, onontbeerlijk voor een goede
compostering in je compostvat of
–bak. Vind je ze niet in je compost?
Haal een emmertje levende compost
bij vrienden of buren of doe een
beroep op de compostmeesters van je
gemeente. (foto 3)
Laat de afbraakorganismen voor je werken
3130
Goede compost bevat veel organisch
materiaal wat het humusgehalte in de
bodem doet stijgen. Compost bevat
ook voedende bestanddelen. Beide
zijn van belang voor de planten in je
tuin. De planten hebben het voedsel
nodig om te groeien. Het organisch
materiaal geeft een kruimelstructuur
aan de bodem. Bij dit proces speelt
het leven in de bodem een belangrijke
rol. Meest bekend zijn de wormen. Ze
verbinden in hun spijsverteringsstelsel
compost en bodemdeeltjes tot de
grondkruimels. Die voorzien de bodem
van voedsel, water en lucht. Dat zijn
drie essentiële elementen voor de
plantengroei. De wormen graven ook
diepe gangen in de bodem waarlangs
overtollig water afgevoerd wordt.
Uit onderzoek blijkt daarenboven dat
compost bij de bestrijding van plagen
en ziektes doeltreffender is dan ander
organisch materiaal.
Welk effect heeft compost op de bodem?
Wanneer compost gebruiken?
Compost • verhoogt het organische stofgehalte van je bodem.• levert voedsel voor nuttige organismen, zoals aardwormen.• helpt schadelijke bodemorganismen en ziektekiemen onderdrukken.• brengt voedingsstoffen aan. Hij bevat ook sporenelementen die vaak in commerciële
meststoffen ontbreken.• helpt voorkomen dat vitale voedingsstoffen wegspoelen.• slaat voedingsstoffen tijdelijk op en geeft ze, volgens behoefte van de plant, weer vrij.• optimaliseert de zuurgraad van de bodem.• verbetert het vermogen van de bodem om water op te nemen.• vergroot de poriënruimte. Dit heeft een betere doorstroming van water en lucht tot
gevolg.• verbetert de structuur en drainage van alle gronden, maar vooral van bodems met een
hoog kleigehalte.• verbetert zandige gronden door hun vermogen te vergroten om water en voedingsstoffen
vast te houden.• vermindert bodemerosie.• houdt de grond in de zomer koeler en in de winter warmer.
Een gezonde tuingrond bevat best 5
tot 10 % organische stof. Een jaarlijk-
se laag compost van 1 tot 3 cm op de
borders, rond de bomen en struiken,
onder de haag en in de moestuin is
daarom geen overbodige luxe.
Compost biedt koudegevoelige plan-
ten bovendien een extra bescherm-
laag in de winter. Als je je bloemen-
borders wil bedekken met een mooie
zwarte laag, dan wacht je beter tot de
lente. Op dat ogenblik biedt compost
ook het voordeel van een onkruidwe-
rende laag.
Je geeft je gazon in de herfst best een
fijn laagje compost, eventueel ge-
mengd met wat zand. Door de herfst-
en winterneerslag verdwijnt het zwarte
laagje snel tussen het gras en in de
bodem. Daar zet het bodemleven dan
het werk verder. Gazon waar jarenlang
compost aan toegediend werd, is min-
der vatbaar voor droogte en groeit
gelijkmatiger.
compostgebruik
3332
Compost bevat alle voedingselemen-
ten die de plant nodig heeft. Tijdens
de vertering van de compost in de
bodem komt het voedsel vrij. Dit
gebeurt gelijkmatig in de loop van het
groeiseizoen. Er is dus geen gevaar
dat hevige regenval plots alle voe-
dingselementen wegspoelt. Hoeveel
voedingselementen compost bevat,
hangt af van wat je gecomposteerd
hebt. Heb je veel keukenafval, gras-
maaisel en mest in je compost ver-
werkt, dan zal het eindproduct voed-
selrijker zijn dan wanneer je veeleer
herfstbladeren of houtsnippers com-
posteert. Bevat je compost vooral
keukenafval, dan is het gehalte aan
voedingszouten waarschijnlijk erg
hoog. Je kan er niet rechtstreeks in
zaaien en planten. Meng je compost
met tweemaal zoveel tuingrond om
hem te kunnen gebruiken als pot-
grond.
Of je compost volstaat als plantenvoe-
ding hangt uiteraard ook af van de
dosis compost die je toedient. In de
groentetuin gebruik je meer compost
dan in de siertuin. Na het teeltseizoen
zaai je groenbemesters. Eventuele
tekorten vul je aan met organische
meststoffen.
Bevat compost voedsel voor de planten?
1
2
3
Meng in de moestuin vóór het planten
of zaaien 3 tot 5 kg compost per m 2
oppervlakkig door de grond. Dek
nadien de bodem af met een halve
centimeter compost (foto 1).
Ja kan ook in bloembakken compost
gebruiken. Plant je bloemen in een
mengsel van één deel compost en
twee delen gewone tuinaarde (foto 2).
Bij de aanleg van je tuin verdeel je
vóór het zaaien en planten 6 tot 8
kg/m2 oppervlakkig over de grond.
Werk de compost 10 cm diep in. Plant
nieuwe struiken en bomen met een
mengsel van 1 deel compost en 3
delen grond in het plantgat. Breng een
laag halfverteerde compost aan rond
de voet van bestaande struiken en
bomen. Let er bij fruitbomen op dat je
de entplaats vrijhoudt (foto 3).
3534
Afval moet je voorkomen! Thuiscom-
posteren en afvalarm tuinieren staan
dan ook bovenaan de ladder van
Lansink. Toch verwerkt een deel van
de Vlamingen het keuken- en tuinafval
(voorlopig) nog niet in een compostvat
of -bak. Ook fervente composteerders
zitten wel eens met een berg snoei-
hout of ander tuin- of groenafval waar-
voor zij in de eigen tuin geen toepas-
sing vinden. De Vlaamse gemeenten
en intercommunales organiseren
daarom de selectieve inzameling van
tuinafval. Dit gebeurt meestal op het
containerpark. Samen met het afval
van de eigen groendienst wordt het
afgevoerd naar een professionele
groencompostering. Daarnaast be-
schikt een groot deel van de Vla-
mingen over een GFT-container of -
zak waarmee hun huishoudelijk keu-
ken- en klein tuinafval wordt ingeza-
meld. Het GFT wordt niet vermengd
met het groenafval maar verwerkt in
afzonderlijke installaties.
Groenregio’s zijn intergemeentelijke
samenwerkingsverbanden waar men
enkel groenafval inzamelt. In GFT-
regio’s zamelt men ook groente-, fruit-
en tuinafval in. Men verwerkt het orga-
nisch afval in professionele compost-
installaties op grote hopen. Het pro-
ces wordt van het begin tot het einde
nauwlettend opgevolgd. Daarbij con-
troleert men voortdurend de vochtig-
heid en de temperatuur. Regelmatig
omzetten zorgt ervoor dat de micro-
organismen voldoende zuurstof krij-
gen. De hoge temperaturen (50 tot
60°C) zijn het gevolg van de enorme
activiteit van de bacteriën, schimmels
en andere micro-organismen.
Wormen, springstaarten en mijten
komen hier niet voor. Daarvoor is het
te warm. De temperatuurstijging zorgt
wel voor een volledige hygiënisatie
van het eindproduct. Ziektekiemen en
onkruidzaden overleven er niet. De
intense microbiële activiteit en het fre-
quent beluchten versnellen het micro-
biologisch proces. Samen met het
afzeven van het eindproduct geef dit
aan deze compost een geur en uit-
zicht die enigszins verschillen van de
compost die je thuis maakt. De voort-
durende kwaliteitsbewaking, zowel
van het proces als van het eindpro-
duct, garanderen de hoogste kwaliteit.
In Vlaanderen wordt de kwaliteitscon-
trole uitgevoerd door Vlaco. Wie zeker
wil zijn van de kwaliteit, vraagt daarom
best naar VLACO-compost. Deze is
volledig onkruidvrij en heeft een gega-
randeerd organisch stofgehalte. Alle
voedingselementen die de planten
nodig hebben, zijn erin aanwezig.
Groencompost is het eindproduct van
de compostering van het groenafval
van tuinen, parken en tuinaannemers.
Groenafval bestaat uit snoeihout met
een diameter kleiner dan 10 cm, plan-
tenresten, bladeren, haagscheersel,
organisch afval uit parken en plant-
soenen, boomstronken en gazon- en
bermmaaisel. Het hoge percentage
houtachtig materiaal maakt van
groencompost een ideaal product om
het humusgehalte in je bodem te ver-
hogen. Het traject van groenafval tot
groencompost duurt 5 tot 7 maanden.
Groencompostering gebeurt in open
lucht in lange composthopen van on-
geveer 4 meter hoog. Er zijn in Vlaan-
deren anno 2003 19 composteer-
installaties voor groenafval. Samen
verwerken ze jaarlijks ruim 400.000
ton groenafval.
organisch afval in vlaanderen
3736
GFT-compost ontstaat door het com-
posteren van het GFT-afval dat bij bur-
gers wordt opgehaald in het kader van
de selectieve afvalophaling. Analyses
hebben aangetoond dat ongeveer 65
gewichtsprocent van het GFT ingeno-
men wordt door de T-fractie (het tuin-
afval) en bijna 35 gewichtsprocent
door de GF-fractie (het keukenafval
van o.a. groenten en fruit). GFT-com-
postering gebeurt in afgesloten hallen.
Met roosters onder de hopen en
krachtige ventilatoren blaast men bijna
voortdurend lucht doorheen de hopen
GFT. Samen met het frequent beluch-
ten zorgt dit ervoor dat de compost al
na 8 tot 12 weken klaar is. De 9
Vlaamse GFT-installaties hebben sa-
men een verwerkingscapaciteit van
470.000 ton. In twee daarvan wordt
het GFT eerst onderworpen aan een
anaërobe vergisting. Daarbij wordt
methaangas geproduceerd dat als
energiebron wordt aangewend. Het
restproduct wordt opnieuw verlucht
en gecomposteerd.
Bij gebruik in de tuin verteert het orga-
nisch materiaal uit GFT-compost vrij
snel. Daarbij komen meer voedings-
stoffen vrij dan bij groencompost.
OVAM en Vlaco hebben in samenwerking met onder meer Velt en Natuurpunt
een reeks brochures uitgewerkt met talrijke tips die je kunnen helpen om je tuin
afvalarmer te onderhouden. In deze brochure vind je al een heleboel informatie.
Afzonderlijke brochures behandelen volgende onderwerpen:
• Composteren in vaten en bakken
• Composteren in een wormenbak
• Waarheen met je grasmaaisel?
• De ecologische tuin: natuurvriendelijk en afvalarm
Veel recente informatie over deze onderwerpen vind je ook op www.vlaco.be. Op
de Vlaco-webstek vind je ook een discussieforum en tal van links naar andere
sites over compost en ecologisch tuinieren.
wat vind je in de vier andere brochures?
38 Redactie
Gerrit Van Dale
Jan Buysse
Sofie Feytons
Foto’s
Sonia Hannon
Trees Verhelle (Natuurpunt vzw - Regionale milieuzorg)
Vlaamse Compostorganisatie vzw
Vormgeving
www.tabeoka.be
Begeleiding vormgeving
Sofie Feytons
Gerrit Van Dale
Drukbegeleiding
Joris Delafortrie
VOOR MEER INFORMATIE, BEL NAAR 015/284.284OF E-MAIL [email protected]
v.u.
: H
enny
De
Bae
ts,
OVA
M;
Sta
tions
stra
at 1
10,
2800
Mec
hele
n /
2003