Top Banner
840

vondel. - DBNL

May 04, 2023

Download

Documents

Khang Minh
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: vondel. - DBNL
Page 2: vondel. - DBNL
Page 3: vondel. - DBNL

VONDEL.

ZESDE DEEL.

8141011MICOLLJWAVEMISMI.114) lioineek Aloysius-college

s-GravenhageitcleI

ollf

Page 4: vondel. - DBNL
Page 5: vondel. - DBNL
Page 6: vondel. - DBNL

C Ea Twurel scalps

Z 0 P, g 1_51 ',',I IP ]il 22, Z (0)1F 7:1,RNeer van Macrseveen

Page 7: vondel. - DBNL

DE WER KENVAR

VONDELIN 'MBA= 0=RM RT MDT

Mai LEVEN,sN VOORSIR*

VERKLARING EN AANTEEKENINGEN

DOOR

W. J. VAN LENNEP.

MET PLATEN Elf AYBEELDINGEN.

LEBEC DEBI..

IIITGEGEVEN BY

GEBROEDERS BINDER, TE AMSTERDAM.

1861.

Bibliotheek Aloysius-college

sAgravenhage.

Page 8: vondel. - DBNL
Page 9: vondel. - DBNL

INHOIJD

VAN

HET ZESDE DEEL.

Venda1a Leven, blz. 1, 6, 7, 12, 16, SS, 24, 29, 31, 34, 36, 38. 41,

48, 52, 68, 54, 65, 64, 67, 69, 78, 85, 88, 89, 94, 95, 98, 99, 103,

105, 106, 107, 108, 109, 112, 113, 116, 122, 124, 125, 127, 131,

182, 133, 185, 140, 141, 144, 146, 150, 152, 158, 164, 165, 172,

175, 178, 181, 186, 189, 190, 192, 198, 197, 199, 311, 327, 340,

846, 856, 859, 861, 868, 866, 367, 370, 878, 676, 381, 382, 611,

617, 618, 619, 623, 825, 828, 631, 632, 633, 686, 843, 647, 650,

661, 654, 658, 705, 706, 707, 708, 711, 722, 723, 725, 726, 727,

728, 729, 781, 738, 738, 742„ 745, 749, 752, 755, 758.

Kritieoh Overzioht van Lucifer blz. 291

Iritiach Overzieht van de Inwydinge van 't Stadthuis t' Amfterdam. „ 698

Naming en Aszteekeningen.

Page 10: vondel. - DBNL

INHOUD VAN BET ZESDE DEEL.

WERKEN VAN VONDEL.

Henriette de Bourbons ontftelde Groot-moedtgheit, enz blz

Karel Stuarts gemartelde Majefteit, enz f f

Op de Koningh-dooders van Engelandt. ft

Op het Hnldigen van den Heere Geeraert Bicker, Droft to Minden, enz.

Mayboom voor Joan de Wolff en Agnes Block. I t

Op den Troupennmg van Joan de Wolff en Agnes Block.. „ 24

Jubeljaer des Priefterdoms van den Heere Philippus Rovenius,

Aertabiffchop van Philippen, enz . . • „ 27

Op het overlijden van den Heer Geeraert Voffms, enz Aen Ifak

Vosfius, Hiftorifchnjver in Hollant en Zeelant f 9 30

De Dootbaer van den Heere Gerbrant Nikolaesz. Pankras, Bur-

gemeefter en Raet van Amfterdam. „ 82

Op Peter Laftman, enz. . , . „ 34

Aen den Heer Joachim vaii Wickevort, enz. Op J. de Brunes Jock

en Ernst ...... . . . . . . ,, 3 5

Ter Bruilofte van den E. Bruidegom Gyfbreght van Zufteren, en

zijne E. Bruit Helena Donkers It 37

Op de neArlaegh der Turdfche Vlote. Aen Venetie. 2 P 89

Op een gekleurt waffen beelt ..... „ 42

Aenleidinge ter Nederduitfehe Dichtkunfte „ 44

J. V. Vondels Toets-fteen, geftelt voor zijn Poezy in den jaere MDCL s

mtgegeven. • • • • ..... „ 52

Op mijn Print door Livius van Leiden getekent en gefneden. . 53

Slotdicbt. 55

Aen de Blockhuizen van Amfterdam. . . 62

VI

l

•1

3

5

7

10

13

Page 11: vondel. - DBNL

Op het Tafelzilver, gewrooht op 't mhnldigen van den Doorluch-

tighften Vorft en Heere Chriftof Bernart, Biffehop te Munfter, enz. blz 65

Graffehrift op een Mufeh.. 68

Byfchrift op den Heere Andries Bicker, Heere van Engelenburgh,

Beet en Out Burgemeefter t' A mfterdam. . ,, 69

Op den Heer Cornelis Bicker, Heer van Swieten, regeerende Bur-

gemeefter t' Amfterdam.., 70

Op den zelven Heere., 71

Op de marmerbeelden van de Heeren Bickers. „ ibid

Anders. . „ ibid.

De Bickers in Marmer. . f f 72

Op den geboeiden Leeuw. . 1 f 73

Op den ontboeiden Leeuw. Vf 74

Raetfel. . . . „ ibid

De Monfters onzer eeuwe . ,, 75

Op den Gede,nekpenning van den overval en afval. . 11 77

Vertroofting voor de onnozele en bedroefde ingezetenen van Hollandt,

over de doodt van Zijne Hoogheit Prins Willem den H, enz 11 80

Op d' Oproerigheit van Maximilian Teeling. f f 86

Bloedtbenlingh van Maximiliaen Teeing, enz. . ,, 87

Grafnaelt van Montrofe ..... f f 91

De Pinxfterbloem van Schotlant. . . . f f 93

Op zijn Hooghvorftelijcke Doorluchtigheit, Frederick, Erve te Noor-

wegen, enz. . . . . . . . I t 94

De Leeuw aen bandt. — Voor David Leeuw, en Kornelia Hoeft. „ 96

Oeboortekrans, den Heer Agent Miohiel le Blon opgezet door zijn

nicht Margriette le Blon, in den jaere 1651. . . . ft 99

Biffehoplijeke &sari der E. Heeren Karolus en Andreas, gewijt

tot Biffchoppen van Brugge en Boermont „ /00

INHOUD VAN HET ZESDE DEEL. VII

Page 12: vondel. - DBNL

Antwerpen blz. 103

Keulen „ 104

Rome „ 105

Op d' nitvaert van den Eerw. Heere Mr. Jakob Vlieger. . „ 106

Epitaphium (op denzelfden) „ 107

Op d' afbeeldinge van den E. Heere Filippus Rovenins, Aertfbiffehop

to Filippen „ ibid.

Op den Heer Diedrick van Os, dijckgraef van de Beemfter. Ge-

fchildert door Ovens. „ 108

Op mijne afbeeldinge door Filips de Koning . „ 109

Ter Staetfi van Jongkvrouw D N .. ,. 110

Raetfel. „ 112

Op Suzanne van Baerle, de Bruidt van Geeraerdt Brandt, door

Geeraerdt van Zij1 gefchildert. „ 118

Klaghte op het verbranden van 't Stadthuis van Amfterdam. . „ 114

Op den Edipns of Teeekentolek van den B. Heere Athanafius

Kircher, enz „ 118

Jaergetijde van den Heer Miohiel le Blon, 1652 , 123

Op den eerwaerdigen Heer Mr. Joan de Meer. „ 124

Het Orgel in den ronw over Didriok Sweling, Orgehft van Am-

fterdam. „ 125

Lijckftaatfi van den E. Hear Leonardus Marius. „ 129

Op den E. Heer Leonardus Marina. „ 131

Ander, op denzelven ....... „ 132

Op den E. Hoer Leonardus Marine........ . • ibid.

Engeleburgh in den ronw over den E. E. Heer Andries Bicker ens. „ ]33

Eenwgetij van handset's Xavarins, enz. „ 135

Op de Marmerbeelden der Heilige Vaderen Ignatius de Loiola en

Francium Xaveriva, door Artus Quellinus, ens. „ 140

VIII INHOUD VAN HET ZESDE HEEL.

Page 13: vondel. - DBNL

INHOUD VAN HET ZE8DE DEEL. Di

Vrye Zeevaert wider de vlagge van den Doorluchtigen Zeeheldt

Marten Harpertaz. Tromp, enz. blz 142

De Tooneelbroeders van den Aertehertoge Leopoldue aen de Magiftraet

en Wethouders van Amfterdam, toenze met hunne tegenwoordig-

heit bet Tooneel vereerden „ 145

Soheepskroon behaelt, in den fcheepftrijt, by Livorno, door den

doorluchtigen Zeehelt Joan van Galen, enz. „ 147

Ter Lijekftaetfie van wijlen den Edelen Heere Joan van Galen, enz. „ 151

Graffchrift van den Zeehelt Joan van Galen. „ 152

1Jitvaert van wijlen den Doorluchtigen Zeehelt Marten Harpertaz.

Tromp, enz. „ 164

Ter gedachtenis van den Zeehelt Marten Harpertsz. Tromp, ens. „ 156

Op de of beeldinge van Marten Harpertsz. Tromp, enz.. . . „ 157

Op den zelven „ ibid.

Protecteur Weerwoif. „ 168

Afbeeldinge van Kriftioe, der Zweden Gotten en Wenden Koninginne,

door David Basks, Hare M.ajefteits Kemerling, gefohildert.. . „ 159

Op dezelve. „ 161

Op de Koningin Kriftina, door David Becks, karen Kemerling,

gefchildert. „ 168

Da Koningklijeke Idea. . . . . ..... . . . „ 164

Op den Heer Andreas Dionyezoon Winkle, enz „ 165

Da geftuite Minnegodt. Op de hofftede van de Hinlopeits, bniten

Naerden. „ 167

Wiltzangh. Op dezelve Hofftede . „ 169

De getrouwe Haeghdia. Op do zelve Hofftede. „ 170

Op joffer Anna Hinlopen, toenze in fchijn van Cecilia gefohildert

son worden. „ 172

Aaa de Joffers Katharijne en Anna Hinlopen, in het Goy. . . „ 178

Page 14: vondel. - DBNL

X INHOUD VAN HET ZESDE DEEL.

Op den Jaeger van Eickhof. . . . . . bls. 175

Ter Bruiloft van den E. Heer Jacob Hinlopen Tymensz Vermaes,

en de E. Joffer Urfula van Bergen. „ 176

Muzijck ter Bruiloft van den E. Bruidegom Joan van Papenbroeck,

en de E Bruit Maria Koeck.. . „ 180

De Hooghtijt van Marten Looten en Chriftine Rutgers. . . . „ 183

Afbeeldinge van den E. Heere Karel Couvrechef, Oudt Prior der

Karmeliten t' Antwerpen en Priefter t' Amfterdam. . „ 188

Op den kunftrijoken Heer Abraham van Diepebeeck. . . „ 190

Op mijne fchildery, toes Govert Flinck my uitfchilderde, in bet

jaer MDCLIII. . . . . . „ 191

Op Mr. Steven Kracht, Deken en Frieder.. . . . . . „ 193

Brief aen den Hooghwaerdigen en Hooghgeleerden Heer Bertholdus

Niehnfius „ 194

Op G. Flincks afbeeldinge van den Doorluchtighften Vorft, en Heere

Frederick Willem, Keurvorst des H. Roomfohen Rijcks, Mark-

grave to Brandenburgh - . . . „ 198

Lucifer. Treurfpel ...... . . . ...... „ 201

Opdraeht aen Ferdinandus don Darden, gekoren Bomb:hen Keiser, ens. „ 808

Op de afbeeldinge van Keiserbjeke Majeftett Ferdinandna den Darden, ens. „ 807

Berecht sea all Kunftgenooten, en Begnnftigere der Tooneelfpelen. . „ 809

Inhondt. : . . 6 217

Het Eerfte Bedryf, . . „ 221

.Het Tweedo Bedryf... . . „ 288

Het Derde Bedryf. . .• . ,; 247

Het Vierde Bedryf . . . . . . „ 885

Het Vijfde Bedryf. ..... . . • ,. 277

Tooneelfchilt of Pleitrede voor het Tooneelrecht. . . . . „ 317

Op Vfittewrongel ..... . . . .. . „ 327

Page 15: vondel. - DBNL

Uitvaert van Orfens. . . . . blz. 327

Speelftrijt van Apollo en Pan. . . „ 334

Eenzaeme aendaoht in de Vaster „ 343

Gethfemane of Engeletrooft. „ 346

Ewe Homo. . . „ 850

Lofzang van Sinte Agnes. „ 353

Lofzang van Sinte Klara. . . . „ 856

Ter inwydinge van den E Heere Gerardus van Weftrenen, toen

hem het recht van Lioentiaetfchap der Heilige Godtgeleertheit

to Loven wiert opgedragen „ 339

Op de wildtvermaerde zeeftadt Hoorn. Aan de E E. Heeren Barge-

meefters en Wethonders der solve ftede „ 862

Op d' afbeeldinge van Utrecht. Getekent door Herman Zachtleven. „ 344

Op het' Innftboeck van Herman Zaehtleven, ens. „ 386

Ter Brifiloft van den E. Heer !Lemont Hellemans Hoeft, Bidder

van St. Miohiel, en de E. Joffroaw Maria van der Houve . „ 368

Op den afitant der Kroone, en het Reizen van Koninginne Chriftlne. „ 371

Op het overlijden van wijien Zijn Excellentie den Grave Axel

Omenftern, ens.. . . ,, 373

Op bet onweder van 'a Lants Buffekruit to Delft. • • „ 374

Inwijdinge der Sohilderkunfte op Sint Lukas feeft . „ 8430

De Melia van den Hoer Hogenhuis, gefohildert door Stockade. ., 382

Q Horatins litakkns Lierzangen en Dichtkunft. In bet rijmeloos

vertaelt. „ 385

()plaudit nen de Sauftgenooten van Sint Lakes, t' dmilerdsm, San-

ders, Beelthouwers, Tekeneere, en haulm Beganftigers.. „ 887

Het Berate Boeck.

Len Mamas. --- Het Eerfte Gezang . . „ 891

Alm Amiantus. — Het IL Gezang. . • „ 898

INHOUD VAN HET ZB9DE DEEL. XI

Page 16: vondel. - DBNL

XII INHOUD VAN HET ZESDE DEEL.

Aen het &hip. — Het III. Gazing • . his. 895

Aen L. Sestina. — Het IV. Gazing „ 897

Aen Pyrrha. — Het V. &sang. . . . „ 899

Aen Agrippa — Het VI. Gassing . . „ 400

Aen Munatina Planens. Het VII. Gassing. ,, .402

Lien Lydia. — Het VIII. Gazing. „ 404

Aan Tabuchi; — Het IX Gesang „ 405

Aen Merkaur. — Het X &sang.. „ 407

Aen Leneonoe. — Het XI Gaming.. . . „ 409

Aen Anguftas. — Het XII. Gassing. . . „ 410

Aen Lydia. — Het XIII. Gaming.. . „ 412

Het XIV Gaming. . . . „ 418

Het XV Gazing. . . . „ 414

Het XVI. Gaming.. . . „ 4)6

Aen Tyndaria. — Het XVII. Owing. • SO 417

Asa Qniatilina Varna. — Het XVIII. Gazing . . „ 419

Aen Olyeera. — Het XIX. Gazing... ..,, 421

Asa Maecenas. — Het XX. Going— . . . ,, 422

Aen Diane, an Apollo. — Hit XXI. Going.. . . „ 428

ion Aristins. — Hat XXII. Gazing... ..,, 424

ion Chloe. — Het XXIII (Wang.. . . „ 426

Aen Virgilius — Het XXIV. Gaming.. . . „ 427

Alin Lydia. — Het XXV. Gazing... ..,, 429

Van Mina Lamle. — Het XXVI. &sang. . . . „ 481

Aen stile t3pitabroeders. — Het XXVII. Going. . . . „ 482

Op Arehytaa. — Het XXVIII. Gazing.. „ 484

Aen Teeing. — Het XXIX. Guam.. . . „ 486

Aen Venus. — Het XXX. Guam. . „ 488

Het XXXI. Geeing. • PP 489

Het XXXII. Gazing... ..,, 440

ion Albin* Tibullus. — Het %XXIII. Owing.. . . . „ 441

Page 17: vondel. - DBNL

Het XXXII% Oman&

Len de Foshan — Het XXXV Geaang

Ter ears v. Pomponnum Namidie. — Het %XXVI. Gezang•

„ 444

bls 448

„ 446

Len sijne Spitsbroeders. — Het XXIV'''. Gang „ 447

Len zijnen Knaep — Het Xi/RV'''. Gang. „ 449

Het Tweeds Boeok.

Len C. Allnina Polio. — Het Berne Getang. „ 450

Len Sal attins Crifpna. — Het II.%sang. . „ 459

Len Delius. — Het III. Geaang. „ 454

Len Xaatla Foam. — Het IV. Gaming. 456„

Het V. Oman!. 458„

Len Esptimine. —Gaming.Het VI. ,, 459

Len Navel= Varna. — Het VII. Gesang. „ 480

Terme Barine. — Het VIII. Gaming. . „ 482

Lea Valens — Het IX Henn& . „ 468

Len Lieija. —Het X. Gazing. „ 464

Len Q. Hirpijn. — Het XI.Gesang. . 465„

Len Mseenes. — Het XII. Ossang. . „ 467

Op den Boom, ens. — Het XM. Gaming. . „ 469

Asa Pis. — Het 31V. Huang. . . „ 471

list XV. Gang. . . „ 478

Lea Graeae. — Het an. Gaming. . „ 474

Aen Meesnas Teen hy keen& lagh.— Het XVII. Gaming. . „ 476

Het ann. Sizing. „ 478

Aen Bream — Het XEL &mg. „ 480

Lea Meeenee. — Het XX. Sung. „ 482

Het Derde Bosch.

Het Kerne Gaming. . • . „ 484

Lea sijne Vrlendea. — Het II. Hwang. . . „ 486

Het III. Gaming. . • • „ 488

An Malign — Het IV. GInimt . „ 490

INHOUD VAN HET WADE DEEL. XIII

Page 18: vondel. - DBNL

Auguftus lei —

Aen de Romamen. —

Aen Allem() —

ken Mecenas —

Aen Lydia. —

Op Lyoe —

Aen Merknur —

Aen Neobnle. —

Aen de Bron van Blandalle —

Anguilla; Lof. —

Op Chien'. —

ken Mecenas. —

Aen Elius Lamina. —

Aen Faunas. —

Am Telefas. —

ken Pyrrus. —

ken de &wk. —

ken Diane. —

ken Fidile. —

Tegens de Gierigaerts. —

ken Bacchus. —

Aen Venus. —

ken Galatea, ens. —

Aen Lyde. —

ken Meeenas, —

Het Vierde Beech.

ken Venus. —

ken Anteniu Jahn. —

ken Melpomen. —

Drains Lof. —

Het V. Gezang blz. 498

Het VI Gezang „ 495

Het VII Gezang. „ 497

Het VIII Gezang. ,. 499

Het IX. Gezang, „ 501

Het X. Gezang „ 508

Het XI. Gezang „ 504

Het XII Gezang „ 506

Het XIII. Gezang. „ 508

Het XIV. Gezang. „ 509

Het XV Gezang „ 511

Het XVI Gezang. „ 512

Het XVII. Gezang. . „ 514

Het XVIII Gezang. , 516

Het XIX. Gezang. . „ 517

Het XX. ()mug . „ 519

Het XXI. Gezang. „ 520

Het XXII. Gezang „ 522

Het XXIII Gezang. . „ 528

Het XXIV. Gezang. „ 525

Het XXV Gezang. „ 527

Het XXVI. Gating. . „ 529

Het XXVII. Gezang • „ 580

Het XXVIII. Gezang. „ 583

Het XXIX, Gem& „ 584

Het XXX. Gezang. „ 586

Het Eerfte Gezang . . • „ 588

Het II. Gezang. . . • „ 540

Het III. Gezaug. . . • „ 542

Het IV. Gezang. . . „ 548

XIV INHODD VAN HET ZESDE DEEL.

Page 19: vondel. - DBNL

den A ugnftus. —

den Apollo en Diane. —

den Torquatus. —

den Martins Cenforgn —

den Lollius. —

den Ligurgn —

Aen FyIlia —

Aen Virgilius —

Tegens Lyce —

den Anguftus —

Angnftns Lof. —

Toesangen.

Aen Mecenas. —

den Mammas. —

Tegens Menu, ens. —

Tegens de toreros Kamilla. —

...... .

den Sf.eeenas.

Aen Meng. —

Aen, Petting. —

.....

Len zijne Vrienden. —

Len Mean. —

Len Nelms. —

Len Minutia. —

Xanid la antwoort

Eengetg de. .

Het V Gezang blz 548

Het VI Gezang. „ 648

Het VII Gezang „ 550

Het VIII Gezang. „ 552

Het IX. Gezang. „ 554

Het X. Gezang „ 558

Het XI. Gezang. „ 557

Het XII. Gezang. „ 559

Het XIII Gezang „ 581

Het XIV. Gezang. „ 568

Het XV. Gezang. „ 565

Het Emile Gesang. . „ 567

Het II Goan& . „ 569

Het III. Gezang . . „ 671

Het I VV. GesangGesang. . . . „ 578

Het V. %sang. . . . „ 678

Het VI. Gazing. . i, 576

Het VII Gazing. . 0 577

. . . .

Het IX. Getting . . „ 678

Het X (hung. . . „ 580

Het XI Gering . „ 582

Het XIII Gezang „ 584

Het XIV. Gaming. „ 588

Het XV. %sang. „ 587

Het XVI Gaming. . „ 688

Het XVII. Gazing. . „ 691

„ 698

„ 695

IN HOU]) VAN HET ZESDE DEEL. XV

Page 20: vondel. - DBNL

Q. Hardin. Makin van de Diehtkunft. — Aen de Pisonen. . . bls 598

Op het uitdeelen der graenen door Jofeph in Egypten. Gefchildert

door Nikolaes Stokkade „ 612

Op de Bomainfche hiftorifchilderyen, opgehangen in de Burgemees-

terskamer, en hear vertreck ; gefchildert door Joan Lievensz ,

Govaert Flinck, en Ferdinandns Bol „ 613

Op het ontfangen van Mores wet, in de Kamer der Heeren Sohepenen. „ 614

Op de Hiltorifchilderyen ter sere van de Keurvorftinne, den Vorft

van Anhalt, en alle Nasfaufchs Heeren en Vronwen, op het

Stadthnis gefchildert door G. Flinck ,, 615

Op de brieven en papieren ter Trezorye gefchildert door Kornelis Brize. „ 617

Op de gelnckige regeeringe van Leyden. . . . „ 618

Noodigh Bereoht over de nienwe Nederduitfohe miffpellinge. . . „ 619

Op de Al beeldinge van den E • Heere Gerardus Hnlft, gefchildert

door G. Flinck, enz. „ 622

Op het vertreok van den E. Heere Geeraert Hnlft, Direkteur Generael

in de Ooftindien. , 623

Op den Tafelkraas, voor den Hear Geraert Hnlft, Direkteur Generael

in de Ooltindien, kunftigh van parlemoer in een toetfteene tafel

door Dirck van Rijawijek gevlochten. „ 626

Len mijne of beeldinge door Goovaert Flinch gefohildert, toenze den

Beer Direkteur Generael in Ooltindien toegezonden wiekt. „ 629

Op den Edelen Heer Geeraert Hnlft, Batten Baet en Direktenr

Generael van Ooftindien, enz „ 382

Op den E. Hear Rijoklof Goenes., Beet in de Ooftindien. Gefohil-

dert door G. Rind, enz „ 688

Op het Inwijden van Zijne Heiligheit Alexander den VII. . . ,, 684

Ter Brniloft van den E. Hear Joan de Wit, Raet Penzionaris van den

Lands van Hollant en Westvrieslant, en de E. Joffer Wendel& Bickers. „ 640

XVI INHOUD VAN NET ZESDE DEEL.

Page 21: vondel. - DBNL

INHOUD VAN HET ZESDE DEEL. XVII

Ter Bruiloft van den B. Heer Joan Six, en de E. Joffer Margarite

Tulp. . . . . ....... . . . . blz. 644

Danokoffer aen den E. Heer Joan Six, voor zijn ooft en wiltbraet

my nit zijne hofftede toegezonden. „ 648

Op Mejoffer Margriete Tulp, Huisvrouwe van den Heere Joan Six,

door Covert Flinek gefehildert. . . . .. . „ 651

Op de Befpiegelingen der Geneeskunfte van den B. Heer Dr. Nikolaea

Tulp, enz. . . . „ 652

Op de Heelkunft van Dr. Paulus Barbette. . . . . . . „ 657

Inwydinge van 't Stadthuis t' Amfterdam. Toegeeigent den E. E.

Heeren Burgermeefteren en Itegeerderen der selve Stede. . . . „ 659

Op den Amfterdamfen Gedenckpenning.

Metige Regeerinp. . . 705

Maghtige Nearing . . . . . . . . „ 707

Op den zelven Gedenekpenning.

Maghtige Nearing . . „ 708

Op de Wapenkroon van Amfterdam. Aen. den Ed. Heer Kornelie

de Graef, arm...... . .. . . „ 710

Opdracht van Virgiline Tweede Book aen den Edelen Heere Peter

Ifooft de Graef, Jongkheere van Zunlpolsbroeck. . . . . „ 715

Aen den zelven Heer...... . . . . . „ 718

Op den Nederlantfoben Fidias, Artus Quellyn, het Licht der Beelt-

honwerye miser eeuwe, en Beelthouwer to Amfterdam, gefehildert

door Stockade ..... . . . . . . . . „ 728

Op d' afbeelding van den Ed. Heere Joan van Maerfeveen, ens. ens. „ 724

Op het Marmerbeelt van den Edelen en Geftrengen Heere Joan

Hnydecoper, ens. enz. „ 795

Op d'Afbeeldinge van de Twilit, boven de Tuohtpoort uitgehouwen. —

Aen den Heer Jakob Hinlopon Vermaes „ 727

Page 22: vondel. - DBNL

XVIII INHOUD VAN HET ZESDE DEEL.

ben Doorluchtigen Overgeleerden Jongeling Paulus ter Haer, voor-

naemften Profeffor der Historien, en Latijnfche en Grieckfche

welfpreeckentheit ter Hooge Schole te Duesburgh. blz 728

Aen de Doorluchtighfte Heerfchappye van Venetien. . . „ 729

Voor de Keur van Zijne Heiligheit Alexander den VII. . „ 730

Op den Zeetnomf der Heerfchappye van Venetien. „ 731

Jachtzang aen den Doorluchtigen Vorft en Heer J. Mauritius,

Vorft des H. Rijeka, Prince van Naffau, Stadthouder te Kleef, etc.

over het Wiltbraet, den Heeren Burgermeefteren en Wethouderen

van Amfterdam, op hnn Keurgetijde en blijde maeltijt, toegezonden. „ 734

Ter Bruiloft val. den E. Heer Joan Huydecoper, Ridder, Jongkheer

van Maerfeveen, Sohepen t'Amfterdam, en de E. Joffer Sofia Coymans. „ 739

Tor Bruilofte van den Kunftrijeken Govaert Plink, en de E. Jongk-

vrouwe Sofia van der Hoeven . . . ...... „ 743

Tar Bruiloft van den Hoogen Edelen Geftrengen Hoer Peter Nooms,

Baron des H. R Rijcks, Heere van Arelanderveen, en de Hooge

Edele Joffer Beath: Adriana Ram van Schalckwijck. . . . • ,, 747

Klaghte over den ondergangk der Rijokftede Aken. . . . „ 750

Verlosfinge van Valenoun, door Zijn Konincklijcke Hoogheit D. Joan

van Ooftenrijek. . . . . . „ 753

Op Zijne Konincklijcke Hoogheit D. Joan tan Ooftennjck. ,, 755

Lijekklaght over D. Antonio de Gamarra, Kolonel van een Rege-

went paerden, Zoon van Zijn Excellentie D. Eftevan de Gamarra,

Bidder van St Jakobs Order, Krijghsraet, en algemeen veltheer

van Zijne Katholijcke Majefteit, Slotvooght van Gent, en Gezant

by de Hooge Mogende Heeren Staten der Vereenigde Nederlanden. „ 756

Op het Eeugetyde van den H. Vader Ignatius de Loiola. . „ 759

Page 23: vondel. - DBNL

INBOUD VAN BET ZEBDE DEEL. XIX

WERKBN VAN ANDEREN.

Bloemekrans, ter Bruiloft van den E. Bruidegom Joan de Wolf en

de B. Bruyd Agnes Block blz 16

Uyt-breydingh over den 128 Psalm. Of 1 7

Loffang aen d' E. fpeelnoot Kriftina Rutgers. . . . . . . „ 18

Minnetoon aen d' E. fpeelnoot Kornelia Noortdyck. „ 19

Bruilofta Liedt ,I 23

Byfchrift van Dirk Fraudenins. Op de Afbeelding van den Heer

J. v. d. Vondel van Kenlen, gefchilderd door den Leydfchen

Apelles Johan Lievens. . . . . . • . „ 54

Byfchrift van Frans van Hoogftraten by dezelfde Afbeelding. . „ ibid.

Byfohrift van Joan Six by dezelfde Afbeelding. PI 55

Antwood aen den Paepfchen Paet, op den Bloedtbeulingh van

Maximiliaen Teeling 88

Toegift op hetzelfde. . . . 89

Op d'Afbeelding van den Heer Jooft van den Vondel, door Filips

de toning gefohilderd „ 109

Opfohrift op het Grafgefteente van Joan .van Galen. „ 152

Byfobrift van Jan Vos by de afbeelding van Jacob Jacobsz. Hinlopen. „ 178

Byfchrift van Jan NOG by de afbeelding van Vondel, door Govert

Plink gefchilderd . . „ 192

Latijnfch byfohrift op Mr. Steven Kracht, met de vertaling. . . „ 193

Jan Vos, op de Titelplaat van Lucifer. „ 311

Vertooningen by den Lucifer, door Jan Vos onto orpen . , 312

Byfchrift van H. F. Waterloos op Wittewrongel. . . . . . „ 341

Byfchrift van denzelfden, op diens afbeelding. „ ibid

Page 24: vondel. - DBNL

XX INHOUD VAN HET ZESDE DEEL.

Veers tegen den Lucifer blz 341

Sonnet aan Joost van den Vondel, toen Zijn E. het Feest van

St. Lucas met zijn gezelfohap vereerde; door Thomas Aafelijn. . „ 377

Lauwerkrans, den Hooftpoeet Jooft van den Vondel den 20 Octo-

ber 1654 op het hooft gezet, door Lucas Meyer ,, 878

Een Gerangh op den beroemden Dichter Joost van den Vondel

ale Zijn E. op S. Lucas feest de welkomftflnit had uitgedronken;

door Thomas Affelijn. . . . . . . . . . . ,. 379

Byfchrift van Jan Vos by de Afbeelding van Dr. Paulus Barbette. „ 656

Op de nitmuntende Poezy van de Hear Joost van den Vondel; door

Dirk Fraudenius.,, 709•

PLAATSING DER PLATEN.

Het Portret van Joan Hoydeeoper . Over den Tytel.

Het Fac-fimile van Vondels byfchrift op de Afbeelding van den

E. Heere Karel Couvrechef. • „ bls. 188

Lucifer. — Eerfte Bedryf. .. . . . „ „ 222

. .Tweede „ . . . . . PP SP 286

Derde „ . . . ' „ 0 252

Vierde „ . . . . • • PP PO 274

Vijfde „ 0 „ WS

Het Pac-fimile van Vondels byfchrift op Utrecht, getekent door

Herman Zachtleven. . . • • • • • • • PP as 864

Vends] gekroond op het St Lukas-teat. . • • • „ PP 876

Gedenkpenning op de Inwyding van 't Stadtham. — N°. 1. . . „ „ 708

Gedenkpenning op de Inwyding van 't Stadthnis. — N° 8 . „ „ 708

Page 25: vondel. - DBNL

DE TVERKENVAN

J. VAN VONDEL,

IN VERBAND MET ZIJN LEVEN.

z burgerkrijg in Groot-Brittanje, van welken ikreeds by meer dan eene gelegenheid heb moetenfpreken 1), woedde nog beftendig voort. De kanswas boning Karel tegen geflagen: by zelf, zijnenvyanden in handen geraakt, was door het Parle-ment van den troon vervallen verklaard, en vet.-volgends, nit het eiland Wight, waar men hemgevangen hield, naar Londen overgevoerd, waar

men hem, op den eerfien February des volgenden jaars, 1649, op eenfehavot van 't leven beroofde. Dat deze „gerechtelgke moord," aanden „Gezalfde des Heeren" gepleegd, de heftigtte verontwaardiging

I) Zle Deel IV, biz 109, voigg.; Deel V, biz, 499.

YD WIIMES. .AD J VIP VOADS% •t 1

Page 26: vondel. - DBNL

1 2 VONDELS LEVEN. 11'49

by omen dichter opwekte, zal voorwaar niemand verwonderen, dieuit zun handelingen en fchriften bekend is met s mans denkbeeldenaangaande het goddeluk en ontchendbaar recht der Vorften, en even-min zal het iemand vreemd dunken, dat by aan die verontwaardi-ging lucht gaf. Intusfchen is het zeer onzeker, of al de vaerzen, diete dezer gelegenheid op Vondels naam uitkwamen, of die aan hemwerden toegefchreven, werkelijk van zijne hand zijn. Onder (le toenin 't Licht verfchenen vlugfchriften behooi den Brie by elkander in4°. gedrukte gedichten, zonder naam van drukker of uitgever, entot onderfchrift voerende: gedruct in 't moord-jaer van den Koningvan Engeland 1649.

Het eerfte dier gedichten draagt tot opfchrift: Henriette de Bour-bons ontftelde grootmoedigheit. In Withal, den 10 van Sprokkel desjaers 1649, en voert tot onderteekening den bybeltext:

Eert den Koningh.Het tweede, dat tot tytel heeft, Karel Stuarts gemartelde Majesteyt.

In Withal den 10 van Sprokkel des jaers 1649, is onderteekend:I. v. V. Bloed finet.

Het derde, betyteld: Op de Eoningh-Dooders van Engelandt, is zon-der onderteekening.

De beide eerfte ttukken komen voor in de Schiedamfche uitgavevan 1660, blz. 483 en 485, gelijk mede in den Bloemkrans der Ver-nuften, blz. 296; het tweede bevindt zich ook in de AmersfoordtfcheEditie van 1736. Daar zy echter niet zijn opgenomen in de gewone4°. uitgave, mag men er uit afleiden, dat Vondel ze niet als zijnwerk erkend, of althands verworpen had, en, indien ik ze hier laatvolgen is het voornamelijk, om ook mijn min gunftig oordeel overdie ftukken te kunnen rechtvaardigen.

Page 27: vondel. - DBNL

HEN RIETTE DE BOURBONS

ONTSTELDE-GROOT-MOEDIGHEIT,

IN WITHAL, DEN 10. VAN 8PROICKEL DE8 JAMS 1649.

um op, ruim op, ruim op, gy Goddelooze Benden,Die 't Koninglyck Paleis dus dicht befloten houd,En op uw Macht vertrouwt,

Mijn LELI volgt'er 8008 in d'algemeene Ellenden.Deer koomt zijn Majefteit, met zulk een fchoone

luifter,Ala ooit d'onnoozelheit, aen God, ten offer brocht:Wie heeft dat Schaep verkochtl

Wat Nevel maekt de zon, bij klare Middagh, duifter?De Staetzucht en de Moord, twee gruwelijke Draken,

to Gaen, in'et Koorkleet, recht op mijn Sint loris aen.Al in, het is gedaen I

Zij fpuwen niets dan vuur uit heur vervloekte kaken.In fchijn van Heiligheit vertreed men 't Hoofd der Britten:

Men naemt de vuile vloek, een reine zegen Gods.lb Mijn Prins ftaet, als een Rotz',

En ziet de Roof, in 't goed der Onderdanen, zitten.De Zoon van Jeffe was, met Sauels fpies en Beker,

In zijn gerechte wraek, gepaeit en wel to vre6n:Maar hier, 6 God! is een

so Gezalfde kruin, zoo Vroom als iemand, zelfs onzeker.0 Herneitch Bechtel. 1 kan uw goedheit dit gedoogen?

1 Ruins op, ruins op „op al ' zonden wy seggen.• MO. belt oolgter Roos de verkorting 'sr vinden wy by Vondel, als by anderen, menigwerf voor

door gebesigd, doeh nergends by hem, gall* hier ter plaatfe, voor hoar Dit kan echter aan denkopilst of setter liggen Dat voorts de Lett bier wederom ale alnnebeeld van Frankrük, gel& deRoos van Engeland, genomen wordt, behoeft wel niet herinnerd to worden.

le Mot Koorkkei „in pontifikaal," gelpla men thands nog wel boort zeuenBlot kris . do patroon van Engeland, bier voor den Honing genomen.

is In jbAOis oafs Hoiligheid „ale meenende, Gode eon dienst to doen "l• Men nosna, voor „men sotnat," Is ulcer nooit door Vondel geaegd.is Met seer duideliike regel.it-so Do sin Is. „David wild* zUn hand Met Sean aan den Gesalfde des Heinen (ale 1 Samuel XXVI

11); maar de Brltfche moordenaars ontsion in Karel I die hoodanigheld utak" Het denkbeeld iseditor vrti vsrward nilgedrtikt.

1649

Page 28: vondel. - DBNL

4 RENRIETTE DE BOURBONS ONTSTELDE—GROOT—MOEDIOHEIT. 1649

Mijn Karel geeft zijn Hals aan Londens wreede Bijl.Is dit de rechte Stijl

Der Godfdienft, Schelmen zegh? zoo heeft Gods zoon gelogen.25 Wat zoo I zoo moeft'et gaen. De zielen zijn verlegen;

WijI 't Hoofd, fpijt Blok en BijI, te rug fpringt, en aen 't lijfZich hecht. 0 Schoon bedrijf!

Mijn fiere Karel heeft een stale Hals gekregen.Nu kan hy 't woeden van de dolle Teems verduuren,

30 En fchiften al'et fchuim van heur ontftelde vloed:Wat volght'em nu een Stoet

Van kloeke Helden en getrouwe Nageburen?De Bloed•Raed vreeft de Dolck van 't Zegenrijeke Oranje.

0 Fairfax! zie de Strop die Londen voor u fpon.3s Hij traenooght van de Zon.

Men draeght mijn Karel op de zetel van BritanjeZoo groeit de Roode Roos uit eene plas van bloet:De Koninghjcke Hoet

Staet nu op Karels Hooft, vrij vafter dan te voren.40 Een zoete Vaek begint mijn oogen toe te kleven:

't Is Nacht; ik ga te rult, en flaep tot aen den Dagh.De Wereld dreunt: A ch I Ach!

Mijn Koets ftaet in den brant, en wijft my 't ander leven.Eert den 'Coning&

ss Wet zoo ' Jo, waarlijk • wet zoo? — Z66 heeft V noolt gefchreven. Ban daze nitdrukking en aandezen vorm ton ik goneigd Ain to ge/ooven, dat bet gedtcht nit het Engelsch vertaald is

ss Hetgeen bier verhaald wordt is een my geheel onbekende byzonderheld, en de sack komt myook to vreemd voor om geloofwaardig te zIjn

ss-so Twee ftaaie regale, en die Vondel Wet onwaardig Emden 4nSi 1 ZegesrOcke Orarne• men weal, dat Willem II Wets vuriger verlangde, den den oorlog aim 't

Parlement te verklaren, en an :wager Karel II weder op den troon to helpen; doch dearin —gefteld, hy had er de Staten toe bewogen — door den dood veranderd werd. 1 Is eehter nietgeloollijk, dat Vondel, die zoo gejnicht had In den pas gefloten vrede, een aanvallenden oor-log deter:Ws — ook salts in 't belling der Stuarts — son hebben goedgekeurd en daze beden-king levert eon nienw bewijs, dat, ook wat de daarin uttgedrnkte gevoelens betreft, bet gedichtniet van hem kan sBn.

ss Fairfax • de General,' der troepen van 't Parlament.Zie de Strop die Leaden goer a &on lila seer duidelijk. WsarfchUnlijk is de bedoeling eenvondig„gy cult tot &at nog eene gehangen worden."

ss Ily troesooght vas de Zon d I „by kan de majesteit des Boning. niet in de oogen sten."u•37 Tusfchen des. beide regale mist men den regel, die amen moat op vs. 89es-ss Dat Herniate de Bourbon by sulks hevige gemoedsaandoeningen in een soetes Asap van, is

niet seer waarfchijnItik en dat hear is brasd /teas& keels hasr 1 antler been vita, klinkklarewartsal

Page 29: vondel. - DBNL

1619 5

K AREL STUARTS

GEMARTELDE MAJESTEIT,

IN WITHAL, DEN 10. VAN SPROKKEL DES JAERS 1649.

i my! hoe rijzen my de hairenZoo fteil om hoogh? wie komt hier waren

Terwijl de gantfe wereldt ruff?Zijt ghy 't Denijs? 0 Zon der Vrancken1Wat joegh u, uit de Wijngaert-rancken,

Met zulck een vracht, aen deze Kuft?Zit neer; uw Mond zou garen fpreecken:Maer, laes! heur krachten zijn geweecken,

Toen 't vinnigh ftael de ftrot doorfne.so Och! kon uw hand de Veder voeren,

Ick zou'er zwier wel naeuw beloeren,Tot ick de grond zagh van uw wee.

Helaes! ick ben, ick ben bedrogen:'t Is Karela Geeft, die, uit mijn oogen

is De vaeck verdreef. 0 roods Roos,0 Martelaer! 8 Hooft der Schotten;Dorit Londens Bijl uw Diftel knotten?

Dat 's immers al te Goddeloos.Son Straforts bloed de Teems niet ftillen;

20 Had Kantelberg heur fchorre killen,Op 't Moordfchavot, noch niet voldaen:

Moeft uw gekroonde kruin haer paeien,Eer deze Weerhaen om wou draeien?

Zoo zal'er Zee haeft holler gaen.25 Die flagh (8 Fairfax! duick vrij onder:)

a Dena• „de N. Dionyfins, patroon van Frankrlik "a DI WUsdaert-raneksa Frankrük is meemulen, sinnebeeldig, het „Land der WUngsarden"genoemd.a Toms 't finales Axel de Jtrot doorlita• men went, dat St Denys ook onthoofd was geworden — en

't is seer verkiaarbaar, dat hem dese ongtandigheld wat hinderde in 't fprekentool De sin Is „knot gy mast fehrtivon,lk sal wet naanw toeklJken welke letters gy op 't papier zettet "to 's h dards Gee: de diebter had Bernell* den onthoofden Karel voor den onthoofden Dionyfins

lump:len.III Dot a tamers at te Goddeloos dat 's humors al te prossisch een regal, om aan V. to kannon

warden toegetchrevenl — althands bederft by ten eenemale de voorgaande vrij goede vaorsenso tiehorre Meat ale over fthor bet aangeteekende. Deal III, bls 169u Err des* Weerhaen ono wou tirades d I „eer dese kens vett keeren."

Page 30: vondel. - DBNL

6 KAREL STUARTS GEMARTELDE MAJESTEIT. 1649

Klonck aen de Zein gelijck een Donder,En daverde op de fiere Belt.

De Donau fcheen te Ichuddebollen:De blakende Iber raeckte aen 't hollen,

90 En Maes en Wael is heel ontftelt.De StroomgoOn zullen met'er KielenHaeft aen de witte ftranden krielen,

En ftoren 't Bride Wolveneft:Men zal de Londzebrug, met Koppen,

95 En Beene, en Armen haeft verkroppen,En zuiv'ren 't Lant zoo van de Pelt.

Dus zal de Zoon zijn luften boeten;J a, verwen zijne ontfchoeide voeten,

En hands, en dolck, in 't wreecken, rood.40 Ruft Stuart, ruff. Hoe dus zorghvuldigh,

Ga, legh uw Hooft, ghy zijt ontchuldigh,Vrij zachtjens in Mariaa Ichoot.

si,ss De Mu le. „de vereenIgde Franfehe, Deenfehe en Nederlandfehe vlooten sullen Melt weldraaan de Engelfche katbergen vertoonen "

so En been voor bees" maar mike afkappingen veroorlooft V. slosh Met.ao ZorgissulaVgla 1 oor „besorgd •61,411 De ZIP 13 „leg uw hoofd In den fchoot nwer grootmoeder Nada, even onfehnldla gemarteld

als gy "

Het derde van de to famen verfchenen gedichten, en het eenige,waarvan zich Vondel het vadertchap fchijnt te hebben Eaten welge-vallen, voles bier achter.

Page 31: vondel. - DBNL

OP

DE KONINGH-DOODERS

VAN

ENGELANDT.

Qum catilis indigna ferenosFtedavtt vultuat

ERMOMDE Lucifer had door zijn ParlementDen Heer het zwaert ontruckt, de Kerck en 't Hof geichent,

En dat gezalfde Hooft, nae 't bloedigh t'zamenrotten,Verkocht door Judas bloet, den droeffem van de Schotten,

3 Als by de moortbijl klonck door 'a Konings hals en kroon.Zoo bouwt het helfche heir in 't Engelfch rijck zijn t•oon.

7riftiue baud tills monftrum, nee fcevior ullaPeftie, 4. ira Dedm Stygiis fefe extulit undie.

Or DI KOXINGE-DOODZIM ens . dose tytel word In de latere nitgave verwiefeld met Men vanOP DEN VADRIMOORDT IX OROOT BRI Z.Quae eatifa indigna cut : d. I. „yolks onwaardlge °onset heeft de heldore gelaatstrekken be-nevnld?" Zia des II, 285

1 Veraomde Lucifer: „Cromwell "s Gefehene veer geehonden, als meermalen.4 Terkel:hi door Judas Wet de latere ultgave heeft gekocht van Judas Sleet De Sehotten hadden

segment In 1847 'a Konings :Bak vorraden en hem overgeleverd aan bet Parlement Zie Deel IV,biz 887.Trellises hand au, east • daze pleats, die In Am. III, 214 en 216 voorkomt, is door °neon diehterselven later aldns vertaald

Seen lanivedroghl zoo helfek • men vont soft flunmer peftenDe swank der Goden breeds. nit Plutoos foe: es soften

Het worth aldaar van de „liarpyen" gesegd.

Het Parlement in Engeland, de vriendfchap wenfchende to onder-houden met de Staten Generaal, die er nog fteeds een Gezant had-den gelaten, zond in Mei van dit jaar, voor de tweede reis, alsRezident in den Haag, Izaak Doreflaar, wiens vader Preddiant wasgeweest to Enkhuizen, en die, zich to Londen hebbende neArgezet,als Fiskaal of Openbare aanklager de befchuldiging tegen Karel Igevoerd had. Naauwlijks was by twee of di ie dagen in den Haag

1649 7

Page 32: vondel. - DBNL

geweest, of hy werd door eenige onbekende en vermomde perfonen,die men hondt, Schotten te zijn geweest, in zijn herberg overvallenen moorddadig omgebracht. Ter gelegenheid van dezen moord werdte Amfterdam een Ichandlchrift verfpreid, getyteld: Epitaphium vanDr. J. Dorielaer, en geteekend: V. V. I. Daer flaet geluek toe. Indeze aanvangletters verkozen fommigen Van Vondel (food) te lezen;offchoon de ellendige rijmelary, die er op volgde, wel nooit uitzijne pen kon gevloeid zijn. Het Gerecht nam nit het rondventenvan dat libel aanleiding tot bet inftellen eener nieuwe keur tegenhet maken, drukken en uitgeven van dergelijke fchriften, welke keurden 20 Mei werd afgekondigd.

De waardigheid van Drost van Muyden, Baljnw van Gooiland,enz. voor twee jaren opengevallen door den dood van Hooft, wastot nu toe onvervuld gebleven. De Staten befchonken thands daar-mede Gerard Bicker, zoon van Andries Bicker, of liever — om detaal te fpreken, welke de nieuwe Patricidrs begonnen aan te Haan —van den Heer van Engelenburg, en sulks, nit aanmerking der grootedienften, door laatstgemelde aan den Lande bewezen. .mmers hywas in den jare 1645 met den Oud-Burgemeester van Dordrecht,Jakob de Witt, en Cornelis van Sta. enisfe, Raadpenfionaris vanZeeland, naar Zweden gereisd, Om aldaar den vrede tusfchen dezeMogendheid en de Kroon van Zweden te bemiddelen. Een dergefijkGezantfchap, aan welks hoofd de meet door my genoemde Burge-meester Gerard Schaep 1) was geplaatst, had zich met hetzelfdldoel naar Denemarken begeven. Een talrijke oorlogsvloot, onderbevel van den Vice-Amiraal de Witte, had de Afgezanten verge-zeld, om dei noods kracht en klem by to zetten aan hunne ver-toogen : en het gevolg dezer zending was dan ook geweest, dat nietalleen op den 13 Augustus van 't gemelde jaar de vrede werd ge-teekend, maar ook — en waar het by ons vooral op aankwam —dat de tollen op de Sond aanmerkelijk verminderd werden.

Het inwijden van een nieuwen Drosfaart ging altijd met eenigeplechtigheid vergezeld, waaronder b. v. behoorde, dat hy, ala fym-bool der verbiutenis, welke by met Muyden aanging, zijn Poet ineen ring, geklonken aan een (teen, de „wijfteen" genaamd, en by debrag te Muyden geplaatst, moest fteken, en in die honding den eedafleggen. Te dezer gelegenheid ging de ten toon gefpreide pracht alledenkbeeld te boven. De nieuwe Drosfaart, op 5 Mei van dit jaar meteen talrijk gevolg van salters en karosfen nit Amfterdam gereden, werdte Diemen ontfangen door' zes tooneelwagens, op welke men de drieSteden van Gooiland, benevens het noodige gezelfchap Goden enGodinnen en andere zinnebeeldige perfonaadjen vereenigd zag, diealle hem met gedichten verwelkomden. Te Mayden gekomen met diesgantfchen fleep, werd by aldaar begroet door de Burgemeesters der

Z e Deal III, Ms 289; Deal V, biz 716

8 VONDEL8 LEVEN. 1649

Page 33: vondel. - DBNL

drie fteden en opgewacht door een in 't wit gedoschte maagdenfchaar,die hem den eerewijn toedronk en hem naar 't Raadhuis geleidde. Vandaar begaf hy zich naar den wijfteen, waar hy, onder een krans vannimmerdor, in welks midden zijn wapen hing, den eed aflegde. Aldeze toeftel was uitgedacht, en de vaerzen vervaardigd, door JanVos. En hierby bleef het niet: ook op den Schouwburg te Am-fterdam werden vertooningen gegeven, mede door Vos famengefteld,en waarby insgelijks de blijde Inkomfte van den nieuwen Drost zin-nebeeldig werd aanfchouwd 1 ). Vondel, die van oudsher, en nog uitde tijden der Arminianery, een machtigen eerbied voor Andries Bickerkoesterde, liet deze gelegenheid niet ongebruikt voorbygaan om hemzulks te betuigen, door de huldiging van 's mans zoon met dezenfraaien lierzang te vereeren.

0 Zie do befehrtIvIng deter-feestvierIngeo weer omitaadig In do Gedichtera van Jaa Voe, ed 1726,Dee I, bls 567-680, en In de larks. Kasteelen, befohreven door J Vex LUNE]. en W. J HOPDIJK,bls 94 volgg.

1649 VONDEL8 LEVEN. 9

Page 34: vondel. - DBNL

Lams Bicker had, vooruitGetregn met A emitels Staetgenooten,

Het Nehlantfch Krijghsgedroght geftuit,Met kracht aen ketenen gefloten,

Na dat het vierwerf twintigh jaerMet kopren muil en (tale tanden

Zoo vele landen ftegn en ftranden,Op aller volcken halsgevaer,

Had omgewroet, en zee noch ftroomenis Niet zagen dit gewelt t,. toomen

1 Akides Bicker „Andries Bicker, Hoer van Engelenburg, die den vrede to Munfter had helpenflatten, en hier met Alcides (Herkules) wordt vergeleken, omdat, gelUk deco het helgedrochtCerberus, by den oorlog Ban banden gelegd had.

OP HET HULDIGEN

VAN DEN NFERE

GEERAERT BICKER,Brad ft )fail I , Saliant ZHU Militant, ra Irmardtarsart

10 1649

Page 35: vondel. - DBNL

1649 Or HET HULDIGEN VAN DEN HEERE GEERAERT BICKER. 11

De Hoet der Vryheit blonck op 't hooftDer Zeven Landen, en hun Orden,

Die, eertijts fchier van hoop berooft,En entlijck vry gekent geworden,

is Nu met gedeckten hoofde fpreecktVoor out Kaftilje en zijne troonen,Daer Flips, verla6n van weereltkroonen,

Het hooft door alle ftarren fteeckt,En met een' dagh van diamanten

so Belcbijnt de Hollantfche Gezanten.

Wat raet om 's Vredehelts beleit,Om Andries, onder 't puick der Heiden

Des ftaets, voor zijne dapperheitEn goede dienften te vergelden?

15 Een fchip vol gouts waer niet genoeghBy zulck een vroomheit opgaWogen:Men loontze niet met 's lantet vermogen:

En oft 't vermogen zwaerder woegh;De prijs, waer na de Bickers ftreven,

30 Is 't Vaderlant ten roem te leven.

Maer Hollant zeit: ten minfte laetEen teken van erkenteniffe

Dan vryen mifn' bevryden StaetEn fchultbekennende gewiffe

35 Van opfpraeck en ondanckbaerheit,Eer Reden ons die fchantvleck toone;Men eer' dies Vader in den Zone:

Het Droftampt heeft naer hem gebeit,Hy zette zicli op 't huis te Muiden t

40 Tot veiligheit van lant en luiden.

Op deze billijcke uitfpraeck hiefHet Slot zijn kruin op uit de boomen.

De zon was Goeilant noit zoo lief,Al brackze door met guide zoomen,

45 AL; zulck een ftem, met tuft gehoortLangs al de Vecht en Goeilche kuften.Drie fteden en hun dorpen ruften

Op deze nieutuaer: Roof en Moort

is Orden: is bier 't wittily. en Seat voor „Staten-Generaal."is Met gedeatees *seder sinnebeeld der , vreheld," walk woord, In Vaudois dagen, toen then er slin

ware beteekenis nog nlet aan ontuomen had, hetselede wilde seggen ale• „onathankellIk gnash "ir renal* voor „overladen."as Wpm voor „bevrliden."0 Prig fled's: „Nudes, Naatden in Weesp."

Page 36: vondel. - DBNL

12 OP HET HULDIGEN VAN DEN HEERE GEERAERT BICKER. 1649

Baldadigheit en burgerplagenso Verlaten finks hun hol en hagen.

Der byen Boning gaet to velt,Daer d' ope lucht, niet meer bedorven

Door hitte of nip, den honigh fmelt.Hy haelt de boeckweite in zijn korven.

as De koele dauw verquickt het zaet,En 't gras het vee, en fpant den uyer.De huisman ploeght en zaeit niet luier,

In 't kriecken van den dageraet.Groot Buffem, 's Gravelant en andren

au Onthalen op dit feeft malkandren.

Aenvaert het zwaert, 6 Jongeling:Dat dit gezegende gewelte,

Verdadight door uw deught en kling,U loof, gelijck 't Gemeene Befte

as Uw' onvermoeiden Vader looft,In ooreloge, on tijt van vrede.Befcherm het recht van lent en ftede:

Verltreck der onderdruckten hooft:Betoom den moetwil door de wetten;

to Zoo zal de Faem uw' lof trompetten.

se Verlates Auks hens hot ea halos. men soft seggens dat don zy Jalst wanner zy kwaqd wIllen&oaken. V. had even good kungen fchrUven:

Gaan fchallan to hums hot en huge* —dooh do bedoellog Is: „minion I land"

Is Grad Blips, 'a Gravels*. bier voor „Gormand "

Van een anderen aart was het feest, 't welk Vondel, drie dagenvoor de inhuldiging van Bicker, en alzoo op den 2 Mei in zijnfamiliekring gevierd had. De eerfte gade van zijn neef Hans of Joande Wolff was hem door den dood ontrukt: althands by trad op ge-zegden dag voor de tweede maal in den echt met een tweede Juf-frouw Block, een nicht van zijn overledene vrouw 1). De braid heetteAgnes en telde nog geen twintig jaren, daar zy op den 29 Octobervan 't jaar 1629, en wel to Emmerik, as geboren. Zy was de doch-ter van Arend Block en van Ida Rutgers, en had twee broeders:Dirk, die met Agneta Leeuw, en Antonie, die met Barbara Leeuwtronwde — en twee zusters, Nelleken, gehuwd met David de Neuf-ville, en Ida. Wy zullen de meesten uit deten nieuwen rij van per-fonaadjen, met wie Vondel in betrekking kwam, nog wel eens nailerontmoeten.

a) Zia Deal IV, big 417

Page 37: vondel. - DBNL

1649 MAYBOOM VOOR JOAN DE WOLFF, EN AGNES BLOCK. 13

Deze reis onttrok Vondel zich niet aan de feestviering: althandsby bezong het huwelijk van zijn neef in het luimige gedicht, dathier volgt.

MAYBOOMVOOS

JOAN DE WOLFF,..

AGNES BLOCK.

ONES hart lagh hart bevrozen,Ala de Noortas, deer de zon

Noit violen, nochte roozenEat noch bloeffem winnen kon.

Liefde ontdoide in dit gewefteNoit de lente van haer tijdt,

Die men fchat het allerbefte,Waerdigh zeven jaer gevrijt.

Zonder wnlpich vermaeck to zoecken,is Sloeghze 't oogh op lof, en delight,

Melt gefpreck met ftomme boecken,Stichters van haer Mille jeught:

Van de weerelt afgefcheiden,In haer kamer en vertreck,

is Schnwdeze al die ftricken leidenVoor een ftilte, zonder vleck.

Minna', Jawoort, brniloft, hawenVlootze, ale fpinnen, en venijn,

Konnen maeghden feeften fchuwen,so Daerze toe gefchapen zijn?

Kan een maeght de Liefde haten,Die haer' oirfprong neemt nit Godt,

En de menfchelijcke ftaten

i Hare itkfit Mn:t wedee de oade =chi tot woordfpelIng

Page 38: vondel. - DBNL

14 MAYBOOM VOOB JOAN DE WOLFF EN AGNES BLOCK. 1649

Onderhoudt door 't hylislut?25 Doze fpruit kan niet begrijpen

Hoe men dwael van 's vrydoms ftreeck.Om dien diamant te flijpen

Volt een diamant te weeck.Niemant durf van vryen momplen.

90 Wie dit opwerpt, blijft verdacht,Dat by haer wil overromplen,

Zooze fluimert op de wacht.Toenze in flaep viol, daer de bootnen

Ituifehen langs de cingelgracht,ss Hadze eens angftigh leggen droomen,

Hoe een WOLF, by doncker nacht,Haren fchoot een LAM ontruckte,

En verflont 't onnozel Lam.Denck eens hoe de Maeght dit druckte,

40 Eerze 't loos bedrogh vernam.Evenwel dat droomen plante

Diep een voetfpoor in litter zin,Schoonze zich hier tegens kante,

Zomtijts meer, en zomttjts min.45 Ala de rechte wedergade,

Die nu aen haer zijde zit,Smeecken quam om haer genade,

Dochtze weer: wat droom is dit?Ay, wat onraft komtme quellen?

so Ziet de WOLF naer Lammers uit,Die men nit mijn' naem kan fpellen?

Wat of 't voorfpoock nu beduit?Wegh, ghy wolven, leeuwen, beeren,

Laet d' onnozelheit in rust:55 Gaet in 't wilde woucit verkeeren.

Eenzaem leven is mijn luft.Om haer hardtheit te verzachten,

En te temmen 't fchnw gemoedt,Vloeide een ftar in haer gedachten

so Met een' minnelijcken gloet.Vryer, laet dit vier niet dooven,

Datghe nit AGNES oogen fchept,Nu ghy snick een ftar daer boven

Aen den rijcken hemel hebt.es Zie haer'• boezem reede ontlaten.

nos Eonvondlge en frank gedacbte, frost ea eenvondlg uftgodrukt„ss &Wats* gelnkkig gekozen woord, even ale men In 't vroego_vooriaar zegt, dat bet weer, de

grand mdloies, d I : „lengsamerhand van do ijskorst of het hal bevrijd worden", zoo wordt ditbier op den maagdeboasem van Agnes toegepast.

ss,so Verfts „eon iledUke Sir ontftak eon neaten minnegloed In bet gemoed van Agnes"

Page 39: vondel. - DBNL

1649 MAYBOOM VOOR JOAN DE WOLFF EN AGNES BLOCK. 15

Zie hoe 't ys om 1 hart verfinelt;Hoeze luiffert onder 't praten,

Door een minnelijck gewelt,Meer en meer tot u genegen.

to Wanhoop niet aen uw geluck:Want ghy vrljt niet zonder zegen.

Blylchap kroont al 's minnaers druck.Entlijck hint hyze aen de fchakel

Van zijn tong, gelijck zijn Bruit,75 En dat langh gewenfchte Orakel

't Jawoort zucht ze al fteenende nit.'t Is nu uit met al het weigren,

En ontveinzen, 's vryers kruis:Zie het Bruigoms hart nu fteigren :

so Hy verwacht de Lieffte t' huis.Op 't gezegende verovren

Van dat zuivere kaslteelStroit de May zijn groene lovren,

Vlecht de May een bloemprieel,es Voor de blakende echtgenoten,

Voor het overtrouwe paer,Dat in vriendelijcke loten

Aen zal winnen, jaer op jaer.Laet uw min nu adem halen,

so Schoone Bruit en Bruidegom,Op 't gezang van nachtegalen :

Gaet in 't bruilofts heilighdom,En vermeerdert d'Amfterdammers,

In het minnende faizoen:os Mengt de Wolven en de Lammers,

's Winters zomers even groen.

as Men herinnere etch heeds, dat Alma een „Lam" beteekent en de 1081111g met de namen vanBraid en BrnIdegom deed etch shoo van salve en ongedwongen voor.

Page 40: vondel. - DBNL

16 VONDELS L EVEN. 1649

Verlangt men to weten, wie op de bruiloft van Joan de Wolff enAgnes Block ale fpeelnoots of gasten aanzaten, ik ben in ftaat, aande nieuwsgierigheid te dien opzichte voor een groot deel te voldoen.Er beftaat een liedeboekjen, in langwerpig klein 80. gebonden, envoor deze gelegenheid vervaardigd. De hoornen band heeft aan elkezijde de hier volgende vrij llecht geteekende vergulde afbeeldingvan een fraai uitgedoschte, met bloemen bekranste Juffer, die onderden linker arm lets draagt, wat men met een weinig goeden wil vooreen blok kan aanzien: tegen over haar zit een verguld dier, dat ver-moedelijk een wolf zal moeten verbeelden. De twee figuren zijn ge-vat in een vierkant, en dit wader in een ander: de hoeken van welkevierkanten met fterren zijn voorzien, die door ftralen met elkandervereenigd zijn, en op elk van de binnenfte fterren zit een duifjen,altos verguld.

De tytel luidt:

BLOEMERRANSSit sainiorT VAN DIN I. DRUIDIGON

JOAN DE WOLF

IN Z • Z. BROYD

AGNES BLOCK.

GETBAIIWT DEN B VAN BLOEIMAENT DES :A EBS 1649.

T'AMSTEBDAM by Pieter Nattily* in de Stooffteegh, gedruct 1649.

Page 41: vondel. - DBNL

1649 BLOEMEKRANS VAN JOAN DE WOLF EN AGNEEI BLOCK. 17 1

Tegenover de eerfte bladzijde eon vignet.

De inhoud beflaat maar veertien bladzijden en luidt als volgt:

U,yt-breydingh over den 128 Plaint.

Wel diem den Heer wil vreezen,En op zijn wegen gaet,

't Werck van uw handt zal wezenGezegent vroegh en laet.

Wel u, ghy hebt het goede,Alom waer dat gy zijt.

Het werck maeckt niemant moede,Dien Gods gena verblijdt.

IL

Gelijck een milde ranckeRonts-om het huys beflaet,

En door zijn vrucht ten danckeDen wijn-pers overlaedt:

Zoo zal uw gezellinneUw lief, uw huysvriendin,

U kroonen door haer minneEn brengen blydtfchap in.

LIL

Gelijek Olyve-planten,Die in het ront geplant,

Gevlochten aen de kantenEen lnfthof zijn op 't lant:

YE SSSSSS • AN J. Vas •uAZOIL lit 4

Page 42: vondel. - DBNL

18 LOFSANG AEN KRISTINA RUTGERS. 1649

Zoo zullen uwe zoonenEn dochters om u ftaen

En vreedzaem by u wonen,Daer gy ten difch zult gaen.

IV.

Ziet alzoo daelt de zegenOp dien die Godt ontziet.

De Heer wil zegen gevenUyt Zion, dat ghy ziet

Uw kindren en kintskindren,En dat geen ongeval

Noch quaet Godt volek zal hindren,Maer vree zijn overal.

LOFSANGLIX D. I. IPSICLZOOT

KRISTINA RUTGERS.

STEMME Amarilli.

I.

Waer zal uw lof beginnersKRISTINA wien voor zich de Godt der Minnen

Spaert om mee te winnenDe koele Maets, die op u zedigh prycken

Verlieft, geftadigh kycken:Uw knyfche loncken doen zelfs de minnaers blozen,

0 Kriftina, o Kriftina, o Kriftina, fchone roze.

IL

Uw zoete tongh doet breeckenZoo menigh heil, Ghy zyt, vol zoete ftreecken

Dan noch uw woordjens fieeckenG elyck als pylen van Cupid gefchoten,

Die 's Minnaers hart doorkooten,Uw aenfchyn licht gelyck de zonneftralen

Elck blickje, breydt een ftrickje, geeft een prickje om te dwalen.

Page 43: vondel. - DBNL

1649 MINNETOON AEN KORNELIA NOORTDYCK. 19

III.

Wat hoor ick daer voor klagenDat herrewaert komt uyt „ het Velt en Hagen.

't Schynt dat zy liefde dragenEn ongetrooft in eenzaemheyt gaen karmen

Ellendige, och armen IHet zyn gewonde verliefde martelaren

Want zy roepen, o Kriftina, o Kriftina, wilt ons fparen.

IV.

Zo Paris mocht gebeurenU in 't Godinnekoor, „ om 't fchoonft to keuren,

Hy koos u, zonder fteurenVan d' Hemelgoon, „ 1) die zelf u fchoonheyt roemen,

En u, Kriftina, noemenHaer Koninginne, en 't puyck van d' overfchone

Want Kriftina, want Anytina, want Kriftina fpant de krone.

0 WaarfeltUnlük dulden do „ In Mt lied voortomende, reprises aan. de bedeallng is my ander.Met holder.

MINNETOON

ASP D' 1 MILSOOT

KORNELIA NOORTDYCK.

STEMME Flitje Floris etc.

I.

Op mijn Zanggodin help lovenZingh van haer, die als een zonMetten dageraed begon,

En weer lichts in uwe oogenBracht, dan oit Diana dee,Kom en breng Uw Sufter mee.

Page 44: vondel. - DBNL

20

MINNETOON AEN KORNELIA NOORTDYCK. 1649

II.

Leit de Muzen om haer heenen,Kroont KORNELIA NOORTDYCK,Waerde Speelnoot in nw Ryck,

Laet de minnaers om haer weenen,Voeght u aen haer lincker zyZy begeert de rechter vry.

Ziet daer komt zy aengetrockenAla een Pallas vry van Min,Scherp van oordeel, ryp van zin,

Niemant kan haer lof ontruckenDie de fchoonheit voeght by deughtWy sheit in haer jonge jeught.

IV.

Aengebeden op der aerdenGeeft zy Minnaers klein gehoor,Maer heeft zelf haer wilt op fpoor.

Zoeckt Dianaes jacht t' aenvaerdenOf om vyver-visfcheryNeemt zy waer het vroegh gety.

V.

Zoo fomtyds Cupidooe knechtenStaen verlieft op deze maeght,En een blaeuwtje wort gewaeght,

Eer men hen kan onderrechten,Voelen zy de fchimp en Root,Onbedochtheyt leyt in noot.

VI.

Waer dan heen met die gequesften?Half genezen op de wachtDaer het Schaep en Wall* lacht.

Vryers hoot het haer ten beftenMoet ghy volgen alle daegh

.1

Eyntlyck komt een bruyloftvlaegh.

Page 45: vondel. - DBNL

1649 21

Nieu Deuntje op d' Oude Wyze Arent, Pieter, &c.

I.

Wolven by de Schapen zyn wonderlyck gepaert,Ateerkatten by de Aepen zyn ongelijck van ftaert.

En Puyeje by de kaertLiet met een fnapDe Suycker pap

Van Minneynoer gefpaert.

II.

Tyden hebben tyden, de loop zyn wedorkeer,Men ziet er menigh klimmen, die valt van boven neer

En doet hem weynigh zeer.Het poet geluckVerzoet den druck

Den Afval levert fmoer.

HI.

Zou men wel gelooven dat van het hardtfte BlockEen Schaepje zoude groeyen en paren in een jock

Met Wolfmaet zonder wrock?Dat Schape-wolIn 't Wo/ve-hol

Die L4es overtrock?

IV.

Arent paert met Duyfje in deze zoete tyt,En Os is met Leenwtje zijn kameraet verblyt,

En Hartje zoeckt met vlijtNa Hontje-maetEn Eater gaet

By Muyeje ten ontbyt,

V.

Vraeght het Spinnekopje of zy het in haer webOyt heeft zitten droomen? of Ezel aen zyn kreb

Vertelde dat ick hebAlhier verhaelt?Daer niet aen faelt,

Of dexter voor je fneb.

Page 46: vondel. - DBNL

22 BRUILOFTS-LIEDT. 1649

VI.

Wil je wyzer worden en leeren met een woortHoe dit waer kan wezen en of het zo behoort?

En wie haer zo bekoort?Pail fnedigh op.Elck mint zijn Pop

De liefde dryft haer voort.

NIET NrEIJWS ONDER DE ZON.

BRUILOFTS-LIEDT.

STEM. Verheft u diep gezucht.

1.

Gezegent zoete PaerDie in de Huwlyx Schaer

U 't zamen hier verbindt door toegeneyghde TronwEn weit ze door de Echt to zamen Man en Vronw.

2.

0 zoete lieve TrouwDie maeckt dat Man en Vronw

Door Liefdens Echtebant zo worden tzaam gehechtDat haer geluck beftaet in vaft gegronde Echt.

a.

Ziet hoe dees HernelbottnUit 's Hemels rycken troon

De roozen ftroyen nit zoo mildelyck en zoetGodt ',mine dat haer liefd voor eeuwigh bloeyen moet.

4.

Zo dat elck rozeknopMogt zyn een Minnedrop

Gevallen op 't Altaer van ongeveinfde MinOp dat geftadigh dour haer welvereende Zin.

Page 47: vondel. - DBNL

1649 VONDELS LEVEN. 23

5.

0 Bruid en zoete MaeghtDie nu een kroontje draeght

Naer liefdens zoete wet gevlochten door de TrouwDe Roem des Bruidegoms en glori van de Vrouw.

Amore ardene.

Tot dus verre den inhoud van den „Bloemekrans." De vaerzenzijn wel niet Vondehaansch, en hier en daar niet vrij van foutjens,doch niet-te-min van verdienften niet ontbloot, en goed genoeg, omde gasten aan 't nagerecht aangenaam bezig te hebben gehouden.Zy leveren ons een denkbeeld, hoe men in die dagen hoogen ernst enluchtige boert, bybelfche en mythologifche denkbeelden wist te ver-eenigen, en — wat vooral opmerking verdient — er komt geen woordin voor, dat onkiesch of onbetamelijk luidt. Bovendien hebben drieder gezongen liedtjens voor ons de verdienfte, dat wy er nit leeren,wie al zoo op de bruiloft tegenwoordig waren. De beide fpeelnoots,Kriltina Rutgers en Kornelia Noortdijek, die tot onderwerp van hettweede en derde lied verftrekken, zullen ons in 't vervolg nog weleens voorkomen. Doch ook het vierde lied is belangrijk, als behel-zende talrijke toefpelingen op de aanwezige perfonen. Na in 't eerfteden Bruidigom en de Bruid als Wolf en Schuap herdacht te hebben,1preekt de dichter van meerkatten en open, alsmede van een puyejen(poesjen), nit welke namen, vergeleken met het geen aan 't flot vanhet vierde koeplet voorkomt, ik meen te mogen opmaken, dat zichook iemand aan den disch beyond, die Eat of Eater genaamd was;terwijl, wat de apen betreft, het bekend is, dat de aap gewoonhjkMarten genoemd NT/01.dt, en dan worth hier waarichijnIuk op MartenLooten gedoeld, die in 1653 met Kriltina Rutgers trouwde. Vie de

- dichter met zijn mennemoer meent is my niet duidelijk; en evenzeerverfta ik de zinipeling op den Afval niet: zie 't flot van 't tweedekoeplet. Dat er een Arend onder de gasten was, is niet vreemd: dewader der Bruid heette Arend, en er kan dus licht iemand onderhare naaste betrekkingen geweest zijn, die dezen naam droeg en wiensvrouw of Herne Duifjen heette. Het alien zal ons eerstdaags als Dijk-grad van de Beemiter bekend worden: by was met een juffer deLeeuw getrouwd. Met het Bort, den Bond, en de Spin weet ik geenweg; maar Joan den Bed — zie koeplet 5 vs. 2 — zal ons alseen fchilder voorkomen, op wiens werk Vondel een gedicht ver-vaardigde.

Ook was er nog eeue by my onbekende Ekfter te gast, en zeker

Page 48: vondel. - DBNL

24 OP DEN TROUPENNING VAN JOAN DE WOLFF EN AGNES BLOCK. 1649

kan men nit dit alles tot de flotiom komen, dat de woning, waarhet feest gehouden word, op dien tijd veel moet gehad hebben vaneen Arke-Noachs.

Dezelfde woordfpeling op de namen van Bruid en Bruidegom, diein Vondels gedicht zoo wel als in den „Bloemekrans" voorkomen,vinden wy terag in het navolgende byfchrift.

OP

DEN TROUPENNING

JOAN DE WOLFF EN AGNES BLOCK,

WAERIN DE LIFFDE DEN WOLF EN REF LAN TZEBINT.

E Vredetijt, die lang moet duren,Vereenight ftrijdige naturen.

Het wondt vergeet zijn' wilden aert.De macke kudde is niet vervaert

Noch fchnw. Onnoolie en wilde beideVerzamen in een zelve weide;

Daer leit de Liefde met haer hantDen WOLF en 't LAM aen eenen bant.

1 De rredehyl: slepollng op den weds. to Monitor gefi0t011.6 Dew WO/ en V Lan: dosoltdo illogorio, welts V. In sin brollottivaers ontwikkeldo.

Indien er, gelijk ik wel eens vroeger gemeend had, uithoofde vanVondels geloofsverandering, werkelijk een kortifondige verwijderinghad plaats gehad tasfehen Vondel en de Wolff, dan gewis heeftonze dichter reden gehad om zich to verhengen, dat die wederhad opgehouden. 'miners zoo wel Joan de Wolff als diens vrouv►bleven, hy tot aan zijn dood, zy tot aan dien van Vondel, ge-trouwe en hulpvaardige vrienden, en in hare beide zusters mocht hydiezelfde genegenheid hervinden, aan fchrander vernuft gepaard,

Page 49: vondel. - DBNL

1649 VON DELO LEVEN. 25

welke hem vroeger den omgang met de dochters van Roemer Vie-fcher en met die van Baeck zoo dierbaar deed wezen.

En nu zoil het my niet bevreemden indien de groote genegenheid,welke Vondel van den aanvang of voor Agnes Block koesterde, entot aan zijn dood behield, daaraan gedeeltelijk haren oorfprong ont-leende, dat zy, even als by zelf, tot de Roomsgezinden beboorde.Stellig bewijs voor dit laatfte heb ik niet, en ik heb lang getwijfeld,zoo omdat ik de Wolff en die van zijnen hnize voor Doopsgezinden,althands voor Onroomfchen hield, en omdat onder hen, die zich metAgnes vermaagfchapten, Protestanten voorkomen; doch zoovele gron-den hebben zich, gedurende mijne bewerking van Vondels Leven, op-gedaan .om de hier boven geftite (telling omtrent haar godsdienstvoor my aannemelijk te maken, dat dear tegen, mijns inziens althands,geen redelijke twijfel weer kan worden ingebracht. Ik wil die gron-den bier kortelijk opgeven, my vleiende, dat na 't hooren daaraan,de lezer in mijn overtuiging zal deelen.

In de eerfte plaats dan vind ik op het zoogenaamd „Register terEeuwiger Memorie," in 't archief van 't Bagijnhof alhier berustende,onderfcheidene perfonen van den naam van Block opgeteekend, als:

fol. 143. Tuenis Block en Willem Block fyn Coon f 40.fol. 167. Godifridis de Block met f 20 — 1695.fol. 187. Nickolas Block .. f 20 — 1695.

.

terwijl nog heden de „eeuwige memorie" gehouden wordt vanJoanna Block wed. Rovering in JanuaryDorothea Block 9,9 ft

Bartha Block . in AprilCornelis Block „ July

en een jaarlijkfehe mis wordt gedaan voor Pieter Block, huisvrouwen dochter. —

In het Reken-boek aldaar van 1632-1648 fol. 71 vindt men:In 1640 verwoont Nelletge Jane Block — huishuyr 157 — met

Marry-Jane en Diertge (amen" — Deze Nelletge was dus een bagijn-tjen. Zy wordt ooknog in 1641 vermeld en den 3 July 1645 heeftzy "een iaer rente betaeld van f 1500 Capitael f 28:15.

In het andere Reken-boek 1648-1711 vind ik vermeld als inge-fchreven voor de „eeuwighe memorie"

fol. 73. Lysbedt Block met f 7:10.foL 137. Den 15 July 1682 is aen Claes Block voor bout betaelt

I 76:16.Nu zouden deze Blocks van een ander geflacht of althands van

een anderen tak hebben kunnen zijn -clan Agnes: en nit de bierbo-ven voorkomende namen van Tuenis (Antonie) en Nelletjen, die ookdoor haar broeder en zuster gedragen werden, zotl ik op zich zelfgeen bewUsgrond willen halen; doch het vermoeden, dat wy hiermet dezelfde Blocks te doen hebben, wordt door andere grondenverfterkt. Immers

Page 50: vondel. - DBNL

26 VONDELS LEVEN. 1649

In de tweede plaats werd in den jare 1667 door Vondel aan Agneseen lied toegezongen, dat te zijner plaatfe zal worden opgenomen,en dat niet alleen een geheel Roomfche tint heeft, maar bovendieneindigt met den wench, dat Sinte Agnes haar genan zal opnemenin 't rijk der zaligen: een wench, dien Vondel te kiesch was omaan een OnroomIche te doen.

In de derde plaats leeren wy uit Vondels levensbericht, dat hyop zijn ouden dag gewoon was, alle Vrijdagen by Agnes Block tegaan middagmalen. Onverklaarbaar zoil het naar mijn inzien wezen,dat indien de oom Roomsch en de nicht Gereformeerd waren ge-weest, zy joist van de zes dagen in de week den vastendag zoudengekozen hebben om hun familiemaaltijd te houden; terwijl daar-en-tegen, wanneer beiden Roomsch waren, er honderd redenen vooreene waren om de keuze op dien dag te doen vallen.

Wederom geheel onderfcheiden van de beide vorige, was het derdefeest, dat Vondel in dit jaar, en wederom kort daarop, te bezingenhad, te weten een gouden bruiloft van byzonderen aart. Men weet,hoe in 't jaar 1614, na het overhjden van den Algemeenen Vikarisder Nederlanden, Sasbout Vosmeer, dat Vikarisfchap door Pans Pau-lus V was opgedragen aan Filippus Rooveen of Rovenius, Aartabis-fchop van Filippi, die, federt, op de voordracht der AartshertogenAlbertus en Izabella, kort voor 't uitgaan van 't Beltand, tot Aarts-bisfchop van Utrecht was aangelteld. Een geruimen tijd had hy zich inhet Sticht opgehouden en van daar yverig zorg gedragen voor de be-langen der aan hem toevertrouwde kudde, tot dat hy in 1640, op aan-klacht van den Schout, door den Raad van Utrecht nit de Provinciegebannen, en genoodzaakt werd het Land te ruimen. Seders had hyzich deels te Rome, deels in de Spaanfche Nederlanden opgehouden, o.a. to Brusfel, waar hy, in dit jaar, op vier-en-zeventiejarigen ouder-dom, binnen de Abdy van Voorst, het vijftigfte jaar van zijn pries-terfchap vierde, en, als men 't noemt, de „gulden Mis" deed. Tedier gelegenheid gaf hy aan iemand, die hem geluk wenschte, „dathy zoo vele jaren de goddelijke Offerande had opgedragen," het na-volgende antwoord: „het is waar; ik heb het al vele jaren gedaan;doch het ware te , wenfchen, dat ik het maar twee jaren wel en be-hoorlijk gedaan had."

Vondel, die waarfchijnlijk met den grijzen Prelaat bekend was, endie in alien gevalle niet kon nalaten, belang te Wien in de zaak,vierde zijn jubelfeest met het navolgende dichtftuk, zeker een dermeest zangerige en bevallige, welke hy timer vervaardigde.

Page 51: vondel. - DBNL

JUBELJAER DES PRIESTERDOMS

V•N DIN 111111111,6

PHILIPPE'S ROVENIUS,

'nisi:turbo, in49ilintru, ipzitzlisrktz Sttlitkuhtt.

DEN XXVII VAN JONIIIS IL DC. XLIX.

AELT om laegh, ghy Offerengelen:Helptme loof en bloemen ftrengelen

Tot feeitoenen: valt aen 't werck;Ciert gewelf en Koorpilaren;Overkranft de hooge Altaren;

Kleet met groen de Vorfter Kerck:

Want Philippus fcbijnt herboren,Nu de ton (die hem, gekoren

Tot den Priefterlijcken itaet,to Hier Godts Offer in zagh wijden)

Van de kimmen op komt rijdenMet ten' fchooter dageraet:

Nu de zon met blijder oogen,Blijder ftraelen Boor en bogen

Ia Komt vergulden door het glas;Om den Godtsdienft to vergulden,Deer by eerft voor 's vollecks fchulden

Offerde, en gebeden las:

Nu, begroet van feeftgenooten,20 Hy den eeuwring ziet gelloten

Van zijn wettigh Priefterfchap.Vgftigh jaren, ree verloopen,Sluiten hem uw troonen open,

Wijzen hem een' hooger trap;

s De Vorfler art* r do Abd3 to Vomit, in of by Brutal gollgon.

1649 27

Page 52: vondel. - DBNL

28 JIIBELJAER DES PRIESTERDOMS VAN P. ROVENI118. 1649

as Na veel sweets, en sure itappen,Slaverny in wetenfchappen,

En getrouwen Herders plicht.Had ick Davids harp en lippen'k Ho1p den Mijter van Philippen

30 Kroonen met een Neerduitsch dicht.

Rijn en Yffel, bey te gader,Dancken zijn' geleerden wader,

Die, ontvonckt door awe vlam,Voor ons Bontkift heeft gezongen,

35 Toen de wolven 't Lam befprongen,Dat den menfch verzoenen quam.

Sasbout, voorzaet en zijn ouder,Zagh Roveen, als Stedehouder,

Zijn Apoftelfch fpoor betre6n;40 Marcellyn, met Lebuynen

En Plechlyn, hem 't lant befchijnen,Daerze wandelden voorheen.

Willebrort fcheen weer te !even,Toen dien nataet wiert gegeven

43 1$' nude ftaf van At Biffchopdom,Daer hy d' eerfte Kereken ftichte,Eerft het Reidendom verlichte,

En den afgront maeckte ftom.

Hebt ghy oft, verhenght en blijde,so Aen des ouden Vaders zijde

't Lam uw wieroock toegezwaeit,Hem gezegent, begenadight,

s, Ron en Wel: ,Artreeht en Deventer," of, vrIbinen, "het Itlelttin 't Overftteht."V: Bastiont: „Basboldus Vesperal'"? die veer Ravenna hot Batisbledem had bobbed.is Maroafffer Mareellftes. 04 V* by ma dowsed Irv" *gm= was eon kw"kanff •4*

den grooton Gefeettepoetel eaRettvaM11,1fWebrordas.,EM Lob near den Teel mendenem bet Evangelic to vetkoation,evfortolik by, fa I Waft ler •elftle eon*, to Oldeamml, enword te Deventer bagmen. 74. Sal. MO" I, 41Y.Loupes: leirams of LietwIla was am Angelfsito. die mat Eareffebatte neer 't Overftleht rebid*om er de ware leer voort to Neaten. Rea Impel, door hem EWA* tO lbalaa of WillPe, on eonkerk, later Wet verre van Asir out den TIM 10100111141 Oft imPlitiding tot de Mating vanDeventer, in yolks dad by begravmt watt en later lb Didblteraladlfmtvereerd. Zie Beam Baer.I, 472.

it plechlts• V bedoelt bier ffltellshnoi, Gen Schott:hen batenik, Me, ender de regeering van Pekinvan Herftal In de Nederlanden gatemen, het Wooster Bergen flan de Hoer hielp Richton en ookshear begraven word. De Kannonlken van Oldensaal beweetden eater, dat sy, door de gift vanBlashop Balderik, In I beslt gamins Waren vaivian llehaam so plaehten an geboortedag toTamen op 15 July, In bon Pareehlekerk, yolks hem fa toegehelligd Zie Bat Baer. I, 418.

0-St Verb*: „Hebt gy, Offerengelen, voortdnrend den onion Willebrord ter si)de geftaan om hetLam vierook toe to swasien, ham gesegend, begenedigd en in angst en flood befehermd GlenSatan boossardige listen

Page 53: vondel. - DBNL

1649 VONDELS LEVEN. 29

En in angft en noodt verdadight,Daer de Hel haer onkruit zaeit;

ss Daelt om laegh, 6 Offerengelen,Helpt me 's herders eeuwkrans ftrengelen,

Op zijn Gulden Milgety,En geley hem, wijs en fimpel,Daer men kreucken zet noch rimpel,

60 Nimmer droef, en eeuwigh bly.

is WJs en Aimed. dose beide woorden sonden thands een kontradiktie fchiJnen, nu men gewoonis — ongelukkig genoeg — fimpel, d 1 „eenvoudig, onnoozel, fehuldeloos," als fynontem met:„dom" te befehonwen.

Schonk dit jaar aan Vondel &if tot feestliederen, het gaf hem dieevenzeer tot-klaagzangen; en wel, in de eerfte plaats, toen zijn geleerdevriend Gerardus Joannes Vosfins, op den 14 Maart, zijn een jaar tevoren overleden ambtgenoot van Baerle in het graf volgde. Werk-zamer leven dan dat van den waardigen grijzaart is moeilijk nit tedenken. Behalve de teak, welke zijn betrekking als Hoogleeraar hemoplegde, had hy ook het toezicht op zich genomen over de beideLatijnfche Scholen, die toen te Amfterdam beftonden, en die nietminder dan zeshonderd leerlingen telden, waarvan jaarlijks een hon-derdtal tot de Akademifche ftudien bevorderd werd: in welke fcho-len hy aanmerkelijke- verbeteringen bracht. By het Athenaeum washy -met zulken goeden uitfiag werkzaam, dat het getal der Studen-ten er niet veel minder was dan te Leyden. In geftadige briefwisfe-ling met de geleerdfte mermen van Europa, vraagbaak en voorlich-ter van al wie in letteren of gefchiedenis raad behoefde, wist hynog tijd te vinden voor tallooze gefchriften, vele van groote uitge-breidheid 1), en waaronder zijn work de arse gramma-dm een onfterfe-lijken roem behield. Van acht kinderen, welke zijn vrouw hem ge-fchonken had, mocht niet een hem de oogen fluiten. Zeven warenvoor bem overleden 2): de achtfte, Izalik, beyond zich thands inZweden, waar hy in het vorige jaar was heengereisd. Het was tothem, dat Vondel den treurgalm =Atte, welken de dood van zijntrouwen vriend hem ontlokte.

ai Ken lUst van Mfn werken vindt men by me Camrz, Or. pag. 64 sqq.id Zie Deol ill, biz. 176 volgg. Dee!. lif, bls. 26 volgg.

Page 54: vondel. - DBNL

30 1649

OP HET OVERLIJDEN

VAN DEN lialti

GEER AERT VOSSIUS,ILANONIK DER AERTRBISEICHOPPELIJCILE XERCIL TX XANTELBEIGH, IX DER

HISTORIEN PROFESSOR T'AIESTIXDAX.

A E N

ISAK VOSSIUS 2

Nistarinhtijur mut Want in Wind.

u gaet de gladde ploeghVan 't fnedigh brein des letterkloeckenNiet meer door d'aekers van de boecken.

De handt, die fpade en imegh,Te poft met onvermoeide pennenPlagh door 't papieren welt to rennen,

Is ftijf. Het honighbladtDer tonge, die, zoo milt van gaven,Haer letterbyen zoeht to laven,

to Verdort. De jenght der ftadt,De bloem des Aemftels mitt de itralen

Des afgeflaetlen mans.Met hem, verzinckt een glans

Van Sunk Hiltorien, en Talon.is Wie bout nu Ifollant -met

Latijnfchen ftijl, zoo netEn even jengdigh in 't vergaren

Van 't lang verwelckte Jof?Wie graeft door al die ftof

Ook DuPont vervaardlgde gen Meant op Volans, ta vluden In On Poesy, Deal III.a-le lien lotto bier op de tour's* ainlaInliny yen headers, elk zoo treffellik gellgend aim de seek,

walks bet moot voorttellen. Do arhold van dui peed weal vargalekon met dien van den ploey,Ma InageIps swear work doet. de Inelfokravende Mad met men postbode a mans wolfprekendeeasy met eon bloembad, waarnit_ds byes Issoigt germ

Page 55: vondel. - DBNL

1649 VONDELS LEVEN. 31

20 Der werelt van vijfduizent jaren?0 Ifak eenigh pant

Van \rooms, ghy die zoo verreOm 't licht der Konincklijcke fterre

Verliet uw vaderlant;23 Verlaet om ons de kroon van Zweden:

Ghy kunt uw Vaders ftoel herkleden,Zijn door geleert gebouw

Van fchriften voort in top voltrecken,En moeders hart een balffem ftrecken,

30 Dat enders fmilt van rouwOp 't koude graf van haren Heere,G eleertheits ftut, der fcholen eere.

se V(Ptiaisentjarss vergela hler den regal nit het byfehrift op het at beeldfel des geleerden Deel IV,biz 5

Dar brain draegld hersghenis van Neer dens vtittigh eenwen.ea t LW der retsinekitteke Arne: de hler bedoelde ferns Is „Milting van Zweden "

Izaik Vosfius — om van hem affcheid te nemen — hoezeer nietminder geleerd dan zijn vader, was dien in elle andere opzichten geheelongelijk. Wispelturig, zwerfziek, een minnaar van paradoxen, nu eensde gunfteling van koningin Kriftina, dan weder in ongenade, nu eensmet het opzicht over hare Boekery belast, dan weder op hare kostenEuropa rohdreizende om boeken en handfchriften op to koopen,volgde hy Kriftina, na haar afitand, naar Rome, woonde toen we-der Kier te lande, en begaf zich in 1670 near Engeland, wear hyfedert bleef en op den 21 February 1689 overfeed, een ontelbaremenigte gefehriften nalatende., In hem ging dat geflacht der Vosfi-usfen to niet, hetwelk 4ederende- honderd jaren zoo vele geleerdemannen had ioortgebracht en den letterkfindigen roam van Neder-land zoo wijd door Europa had verfpreid.

liet tweede fterfgeval, dat Vondel in dit jaar herdacht, was datvan den Burgemeestei Gerbrand Pankras, die in November over-leed. Welke 's mans buitengewone verdienften waren is my niet ge-bleken; wel, dat hy, even ale zijn vader v66r hem geweest was,in 1684 tot Read en in 't volgende jaar tot Schepen, en in 1689tot Burgemeester werd aangefteld, welke laatfte waardigheid hy nogbekleedde gedurende de jaren 1640, 1642, 1648, 1645, 1646, 1648 en160. Uit deze gedurige herkiezing, telken reize met tusfehenruimtevan een jaar, kan men opmaken, dat hy in zijn betrekking door-gaands gemist werd. Hoe onder zijne mederegeering_ de Kate !teenwerd gelegd van 't Nieuwe Stadhuis, hebben wy hierlooien ge-zien. Ook blijkt het, nit het gedicht van Vondel, dat hy zeer moet

t) Zle Deel V, bls. 776 volgg.

Page 56: vondel. - DBNL

geyverd hebben om het verbond tot itand te doen komen, dat inOctober van dit jaar tusfchen onzen Staat en Denemarken geflotenwerd: — hoezeer zijn naam niet bepaaldeluk by die van de onder-handelaars dezerzijda to viiiden is. Het bedoelde gedicbt luidde alsvolgt:

DE DOOTBAER

VAN DIN NIMBI

GERBRANT NIKOLAESZ PANKRAS.turgtstzedu In Sat us itiutnius.

u volght de Stadt in rouw by parenDen Burgermeefter, die, het Kruis

Der ftadt vercierende acht paer jaren,Een toevlught was van menigh hula;

Een blyde trooft der ouderloozen.Wat mat de Burgery aen hem

Een burgerman, door 't lot verkozen IWat derft de Reed een trouwe item,

De itoel, een' vreedzaem Stoelgebroeder,,to Een' zachten bent, die 't al verbont I

Oprechte Pankras, ieders hoeder,Wy Wen uwen kouden moat,

Den adorn van den lieven Yrede,Die nit uw lippen vloeien quam,

Is Tot ha van Nefirlant en uw itede.Het t' zamenloopende Amiterdanz

Zagh ender u den grontfteen leggen

s,s Het isle Der Ann enrederende add paw farm voor „smitten jeer op 't 'Laden geseten hebbende."v Abs brverman• 't woerd beteekent bier vosol Met wet bet en beteekenen son• „sea man nit

den eenvondIgen bargerhand;” meter dear-en-00n: „sea man, die de bnrgery voorltaat, eenman, war den wench der burgery.”'t Lot: dig woord most bier nit warden opgenomen els 611011101111 met: „meeker towel;" want densod 1 een fehrale lohPraak sgst, die bier man Pankras gooses, werd; maw 't beteekent „ item-ming, verklesing."

to Het C sonsenieopende Andeniani voor wde barmy sin Amkardam, In greeter getale te fastengeloopen."

v Order u veer „ender nwe regeerIng."

32 DE DOOTBAER VAN GERBRANT NIKOLAESZ PANICRAS. 1649

Page 57: vondel. - DBNL

1649 DE DOOTBAER VAN GERBRANT NIKOLAESZ PANKRAS. 33 1

Van 't nieuwe Raethuis, dat nu rijft,En felt het aen der Ouden zeggen

20

Wat werck zijn' meefter billijck prijlt.Ghy holpt noch voor uw einde ftercken

De bontgenootfchap met de KroonEn Majelteit van Denemercken,

En zaeght ons Vryheit aen dien troon25 Verknocht, ten fteun der zeven landen

En al de Rijcken van de Zont.Wy dragen u op onze handen,

TerwijI de rouw ons harten wont,Te kercke, droef en ongeduldigh,

90 0 Burgervader, goet van aert:Wy blyven lof den graeve Tchuldigh.

De fleutels van de poort, bewaertTot op den oever van uw leven,

Ontfangt het Raethuis met de maer33 Van uwe doot, te vroegh befchreven

Met inckt van tranen op uw baer,Waer neffens onze Eleeren gingen.Leef lang in uw nakomelingen.

is Ono rryheit• bier voor • onze Stant •is Bo ei de Mama van de Loaf. lees .,en van al de !liken' ens of men zoft-denken, dat er van de

.„seven landen van de Zont" gefproken word.as Vodka „wy hebben ons nog te kwijten van den pllcht nw lof op nw graf to febrUven "mow Boitforeses . op ow doer year „op nw lijkftaatite genoodigd "37 „By widte IBILitostfle de Burgemeestirs en Radon aegenwoordtg waren."

WI WRIIRRII VAN S TAW •.ADUI. It

3

Page 58: vondel. - DBNL

Nog overleed in dit jaar, to Haarlem, de beroemde fchilder PieterLastman '). De Keyzer vervaardigde een afbeeldfel van hem, waar-onder Vondel dit bylchrift plaatfte:

3) lie Deel V, biz 767

OP

PETER LASTMAN,

DEN APELLES ONZER EEUIVE.

DE geeft van PETER voer in 't ordineeren fpeelen,En volghde vrouw Natuur op doecken en panneelen,

Zijn kunagetuigen. Toon, wie 't oordeel ftrycken kan,Of LASTMAN Fenix was, of Rubens, zijn genan.

5 De Keyzer heeft hem dus den ommetreek gegeven:Maer anders teeckent by zich in zijn kunft naer 't leven.

3 Veer tit't ordineerenbeelea voor „ging fpelevaren, rich verluetigen in t maken van ordonnantilin "Lastman had rich in de dead den room verworven, een voortreffelp en naauwkeurig toekenaarto rün

s ZIA kutegettgigen d. I „die getulgenls dragon 'an an kunsttalent."4 'Vera*. , Of Peter Lastman den wel Peter Rubene de bol der fchildere geweest all "

Eindelijk ftierf nog in dit jaar de vernuftige Jan de Brune 1), kortna de uitgave van zip „Jock en Ernst," welk werk by aan Wickeforthad opgedragen, en waarvoor Vondel het navolgende lofdicht hadgefchreven:

1) Zie over hem Deel V, bis 2

34 OP PETER LASTMAN. 1649

Page 59: vondel. - DBNL

1649 oa

A E N

DEN HEER

JOACHIM VAN WICKEVORT,

Warr, igut nan ban Eughrit nan *Ism

or

J. DE BRUNES

JOCK EN ERNST.

ELEEPTHEIT8 voorbeelt, Wickevort,Uw yver fchiet aan tijt te kort;TerwijI ghy vordert het gewinEn d'eere van uw Lantgravin,Die edelmoedighfte Princes:_Noch fpant ghy uit om eene les

En fpreuck te plucken uit de blaen,En wijze boecken op te flaen;Hoe fcherp ghy luiftert naer de klock:

io Dies BRUNE u aenbiet Ernft en Jock,Beknopt in een: ziin wackre vlutMengt Demokrijt en HeraklijtEn Kato geeftigh onder een.De derde leert met itatigheen

Is Van zijne winckbraeu ftuur en itraf.De tweede fchreit en treurt zich af:En d'eerfte fchudt zijn long, en lacht,Om d'ydelheit van 't aertfch geflacht,

a s De zin is „hoe oplettend gy apt, den ttJd, dlen gy aan den dienst most wlJden Met te Ter-:Millen, Loch" ens

5 Die edelmoedigkfte Princes de Cuperlatief edelmoed(gfie Is een navolging van t LatOns Deze regeI beboort by 't geen voorargast.is Kato bier wordt Cabo cattor, de „sedemeestee bedoeld14 7.4ert voor „leeraart."ssos Statighein Vass eine wiaakbraeu klInkt vrt1 gezocht

Page 60: vondel. - DBNL

36 VONDELS LEVEN. 1649

In zijnen zin geen tranen waert.ao Uit zulcke drie geftalten fpaert

U deze pen bet edel puickVan aertigheen, tot nut gebruickDer menfcben, rijp van overlegh.Hy leert, al fpelend langs den wegh,

23 't Geen andren zweet en arbeit koft.Leergierigh brein raeckt zoo te poftT'Athenen binnen, eer men 't weet,En acht zijn uren wel befteet,Die by den vrecken tijt ontftal.

30 Laet dan dit menglel het getalVan uwen letterwljzen fcbatVermenighvuldigen, op datZijn drift a dancke, die beleeftHem plaets by Pallas Helden geeft.

u Yentahen v.& van overlook voor „menfeben die nadenken "NM Basalt zoo to poft 'T Athenen tannest voor „wordt fpoedig In wijebeid onderwezen.""Ilhenen (Mat

bier ale „de (chola der wflaheid by nitnemendheid "u Z(jos drift „de yver van be Brune,"

In het einde van dit jaar trouwde zekere Gysbreght van Zusterenmet Helena Donkeys. Noch omtrent den Bruidegom, noch omtrentde Bruid, is het my mogen gelukken, eenig naricht te bekomen, eneven min weet ik, of Vondel tot hen in eenige betrekking Ctond.Doch uit den eerften regel van het hier volgende trefreluke brui-loftsvaers, fchijnt als zeker te mogen worden opgemaakt, dat zy,of althands een van beiden, aan den Dommel, en dus in de Baronyvan Breda, of daaromtrent, woonden, en dat zy bun huwelijk vier-den kort na het ffuiten van den vrede. Ik heb daarom dan ookniet geaarzeld, aan dit bevallige gedicht hier zijn plaats aan tewijzen.

Page 61: vondel. - DBNL

1649 37

TER BRUILOFTE

VAR DIN B BRUIDZOOM

GYSBREGHT VAN ZUSTEREN,

BR RUBE B BRUIT

HELENA DONKER 8.

E Minnegodt, nu Mars niet Langer by den DommelOp klinckende trompet te paerde draeft in 't velt,

Sticht bruiloften, en roert alom de bruiloftstrommel,Waer by, het menfchdom groeit, dat in den oorlogh

fmelt.De Ichoonheit bezight by to zijn geweer en wapen,

En legert zich in 't oogh der Jofferen al ftil,Van waer zijn boogh befchiet wat voor hem is gefchapen,

En treft het koelfte hart ook tegens zijnen wil.Men zagh voorheene Europe en Afie te zamen

io In 't harrenas gekant om 't fchaecken van Heleen,Daer zoo veel dapperen en helden ommequamen,

En om den roozekrans een ry van jaeren ftreen:Een zediger HELENE is wederom gebooren

Voor haere wederga, doch niemant tot verdriet.15 Zy trouwt ter goeder tijt den helt, haer toebefchooren,

Die haer het minnepant nit zuivre liefde biet.De Bruiloftsgodt, nu 't loof in fneeuwjaght leght gedoocken,

Bekranit zi.m hooft met veil, en treet de Schoone voor,Daer 't heiligh bedde ftaet voor 't minnend paer ontloocken,

20 De Bruit hem langkzaem volght op 't ongewoone fpoor.By poozen fchijntze uit angft en bloodigheit te deinzen,

Te momplen binnen 'smonts: wat gaet my leader aen?De fpeelgenooten men de ftrijt van haer gepeinzen,

i Leg, ter verduldelijking van den sin, den kleintoun op hem en 'dot, els het metrum vorderde,op voor.

Page 62: vondel. - DBNL

36 VONDELS LEVEN. 11 49

De traenen op de wang, en zuchten al belaen.25 Godt Hymen keert zich om, en ziet de kaecken bloozen,

Van fehaemte, en hoe de maeght uit vreeze dootfch befterft,Hoe bloode fchaemte en vrees de lehen en roozen

In 't zedigh aenfchun mengt, dat verft en dan misverft.Ay, zeght hy, Ichoone Bruit, fchep moet, en wilt niet fchromen

so Te volgen op mijn fpoor: wy gaen naer 't paradijs,Daer is uw vader en uw moeder uitgekoomen.

Dit 's lantsgebruick: men zingt dit liet op d' oude Ns*.De Bruigom GYSBEEGHT zal u trooften, als uw hoeder.

Hoe is uw geeft zoo fchuw ? ay vrees geen ongeval :33 Dus wort een maeght een vrouw, van vrouwe een bhjde moeder.

Laet zien hoe 't bruiloftskleet u morgen paffen zal.

In dit jaar bevocht Giacomo Rive, behoorende tot een aanzien-lijk Venetiaansch geflacht en opperbevelhebber van de vloot dierRepubliek, een luisterruke overwinning op de Ottomannen. Hy ver-brandde een groot gedeelte der Turkfche vlooten in de baai vanFochus, (ook Foja geheeten, 36 mylen ten Noorden van Smyrna,en vermoedeluk op de pleats van de ftad Cymac der ouden ge-bouwd) en veroverde ettelijke fchepen. By de Venetiaanfche zee-macht, die deze overwinning behaalde, bevonden zich ook eenigeNederlandlche fchepen, die wel niet tot ons Zeewezen behoorden,wear ten oorlog gewapende, en, naar de gewoonte van die tyden,door de Venetianen gehuurde, koopvaarders waren. Offchoon ikvruchteloos near eenige byzonderheden omtrent het bedrijf van onzelandgenooten in dezen ftrtjd heb gezocht, blijkt het toch, dat zy,even als de Venetianen, zich moedig hebben gedragen, en dat alleOfficieren zich van hun plicht gekweten, ja, door dapperheid heb-ben uitgeblonken. Ook mag men aannemen, dat zy aan het gevechteen zeer belangruk aandeel hebben genomen, dewi)I de Nederland-fche fchepen in die dagen gewoonlijk van zwaar charter waren. Hethier volgende gedicht van Vondel bevestigt het gerucht der dap-perheid, door onze zeelieden to dier gelegenheid betoond.

___

Page 63: vondel. - DBNL

NEERLAEGH DER TURCKSCHE VLOTE.

s r 4

VENETIE.

HoR.• Vex usts suites naves ab igneletee.

E Leeuw van Hollant, niet gezintMeer Kriftenfch bloet te ftorten,

Loopt met fint Markus Leeuw voor wintDen Turck zijn vleugels korten,

En geeft hem, onder Uwe vlagh,By Smirne trots den Koningsflagh.

Daer leit d'Erfvyant anckervaft,En hobbelt op de baren,

Terwijl zijn Moen van hooghmoedt waft,to Die niemant denckt te fparen.

Alree heeft Ottoman zijn hooftDe kroon van Kandie belooft.

De Tarter, flout op deze vloot,Komt draven recht op Polen.

Is Hy dreight ons hier met hongersnoot,Vermeet dat lant in kolen

Te zetten, en eerlang zijn' moedtTe koelen sen 't Sarmaetfche bloet.

Via taw d. I „naanwItIke bled een onkel fchlp van de vlammen bevrOd." Zie Kollar:us Corm1, XXXVII 13

1,s Neel quint Neer Kriftenfch Sleet le florlew• dewIll de vrede met Spa* nu gegoten was Die rustsoft echter niet van langen door sUn

s Onder Uwe sleigh t w. „van VenetIOn."s Des Komageogk voor „den beflIsfenden Bag"1 D Erfoyant soo noemt Vondel meer de Talker' In Were dagen is men er ander, over gaan

(Woken.ii Ottoman bier ()monism met „Turk "is Tarter evenseer voor „Turk "

391649

!

OP DE

Page 64: vondel. - DBNL

40 OP DE NEERLAEGH DER TURCESCHE VLOTE. 1649

Meer Godt, die d' eer van 't Kriftendoman Noch haiithaeft onder 't fcbreien,

Sloegh zelf in 't Hollantfch hart de trout,Om tegens hondert gluten

En galeaffen wel getroolt,Een kans te waegen in het Ooft.

as De Batavier, van outs gewoon't Romainlch Gebiet te itercken,

Treckt weder op, en fpant de kroonTe water met zijn vlercken,

Tot afbreuck van het Turcklch geweit,3o En voorftant van 't Gemeene Bet.

De Balfa fchimpt op 't kleen getal,Op vuttien oorloghsfchepen,

En ftoft: wy zullenze in de valDes inhams zien benepen.

93 Zy komen echter voor den dagh,En Rive voertze naer den flagh.

De Sultan dondert zonder nutMet zwangere kortouwen.

De blixem van ons grof gefchut4o Gefchoten, met betrouwen

Op een gezegende overhant,Zet fchip by !chip in lichten brant.

Zy kappen d' anckers buiten hoop,En dryven d'een op d'ander.

45 0 dreigementen van Euroop,Hoe blaecktghe nu elckander!

Hoe druipt uw peck in d'oogen vanDen lantverflindenden Tiran!

De fnelle mint komt zelf de Faem30 Met vier en ftof verraffchen.

Konftantinopel ziet zun' naem

se Bloph :eV Hollanejels hare de from voor „deed het hart der Hollanders• in krtigsluat ont-branden." De uitdrnkking is Rout en grenet seer as aan 't belachlijko

44 Hier fpeelt V. watirfebtinlhk met bet wool d Gemeene Best, dot even goad op „de RepubliekVenetien," ale op 't „aigemeene welzhn' ken ilaan

ae Vtiftees oorlogherehepen volgends den Venethuinfchen gefehiedfebrifver Nanl werd de aanval doorElva met awhile,' fehepeu gedaan

41 Overhant voor „everwinning," ale meermalen.•3,44 De tin is , o gy fchepen, die Europa zoo fsi bedreigdet, zoo fteekt gy nu elkander in brand "49,80 De gedachte is recht dichteritik „de vonken en bet Rot der brandende fchepen, door den

wind nun' Konftantinopel gedreven, meiden aldaar de nederiarg der Turkfche vloot, fueller daneenige bode t had kunnen doen "

Page 65: vondel. - DBNL

ss Nu fchrick niet meer voor Mahomet,Nocli Agars Vorftendomen:

Als d Opperfte den Leeuwsklaeu wet,Is 't met hun omgekomen.

(Thy ziet hoe Faroos heir verdrenckt.co Nu d Opperfte u de zege fchenckt.

56 Agars Vorftendomen „de Arablfche of Mohammedaanfohe ftammen, ale afkomftlg van IsmaM,Hagara zoon by Abraham " Het mew, domes voor dooms's is om 't dim en ongewoon

59 Verdrenckt. evenzeer om 't rUm, voor oerdrustt

Ik moet omtrent het bovenftaande gedicht nog opmerken, dat hetin de 40. uitgave het jaartal MDCXXXVI voert. Dit had my in grooteverlegenheid gebracht; want, waar ik zocht, nergends vond ik opdat jaartal een zeeflag tusfchen Venetia' en Turkyen vermeld. Teneinde raad, wendde ik my tot wijlen mijn geleerden vriend, den toen-ulaligen Ruks-Archivaris de Jonge, overtuigd, dat niemand beterdan de gefchiedfchrijver van ons Zeewezen in ftaat was, my te rechtte helpen. fly berichtte my, dat hier kennelijk een drukfout wasingeflopen en dat er waarfchijnlijk onder Vondels handfchrift 1656had geftaan, waarvoor de uitgever 1636 gelezen had, hebbende erwerkelijk in 't eerst vermelde jaar een zeeflag plaats gehad. BE hadtegen deze gisfing van mijn geleerden vriend maar eene kleine be-denking, t w. dat het gedicht reeds voorkwam in de Amfterdamfcheuitgave van 1650, en dat Vondel, hoe groot poeet, geen profeet was;terwijl bovendien de beide eerfte regels van het vaers wezen opeen krijg, gevoerd op een tijdftip, toen Nederland met alle Kristennatien op een voet van vrede was. Deze laatfte omitandigheid gafnu een vast punt aan, en tevens aanleiding kan den Heer de Jonge,om het werk van Nani in te zien, dat alien twijfel oploste.

Belangrijk in meer dan een opzicht was voor Vondel het jaar1650, en wel niet het minst, doordien hem zijn eerfte kleinzoongeboren wend. Zijn zoon Joost, wiens vrouw, wanneer weet ik niet,was overleden, had in den aanvang van dit jaar een tweede huwelijkaangegaan met zekere Baartjen Hooft, wier ouders te Amersfoortwoonden en vermaagfchapt waren met de Amfterdamfche Hoofden,hoezeer niet, als deze, tot de heerIchende godsdienst behoorende:alzoo niet in aanzien, maar achteruit geraakt. Dat de Bruid bekoor-lijk moet geweest zdn, bewtjzen de dichtregelen, welke door onzendichter op hare in was geboetfeerde beeltenis werden vervaardigd:

En hof en itroom met alrchen,Met voncken roock en fmoock bedeckt,En dat de Maen van 't Ruck betreckt.

I.

1650 VON DELS LEVEN. 41

Page 66: vondel. - DBNL

42 1650

OP

EEN GEKLEURT WASSEN BEELT.

00 volght de Kunft Natuur van pas,En fchept uit zuiver maeghdewasGeen doodtfche fchaduw van een beelt,Maer 't wezen, daer de Ziel in fpeelt;Een ziel, die, zeker waert go-eert,Ons aengeboren zeden leert,

En door den zwier der leden toont,Wat waerdigheit daer binnen woont.Al 't Been haer milt is toegedeelt,

to Bewuft wat menfch van menIch verfcheelt.Hoer oogen blaeuwen in den kringGelijck tnrkoizen in den ring,En geven eenen heldren daghVan gunft en vrientichap en ontzagh.

Is Wat fpreeckt, wat zeit de lieve mont,Die 't hart des minnaers heelt, en wont,En, met een klanck van Wet- gewelt

- Getempert, trotfen nedervelt,Die willigh ftrijcken, en 't geweer

so Voor haere voeten leggen neer?Hoe weeligh zwieren, hier en daer,De locken van het blonde hair!Men zon gelooven, dat de luchtDer lente in zulcke thicken zucht.

23 De boefem koeftert knifche min.Het ichijnt of Cyprus KoniuginDe borft this uitfteeckt, en gebietAl watze wil, en anders niet.

Or sax OCCUR:MT was's' salty loodanIg allean 'midi de tytel, en offehoon 1k nit het flotwoordvan 't gedleht reeds peel bad, dat hat de beeltenis van eenjtiffronw Hooft, en nit het disseessIeskrona ale re 88), dat het Vondels folioeadoehter, &Mande een Roomsgesinde gold, ward tit vande gegrondheld mUns vermoedens eerst overtnigd, loan It in bet register op de veripregde Neder-dsgstie Gediekteis (Amft. Lod SpIllebent 1868) In bet Tweeds Deel waarven het gedleht Is epge-nomen, dlt aldus vermeld vend I V. VONDSL, Op ens gateurt Wasfess-beekit sac Aia itehoses-ditekte•

3 iliseghdewas • bier In de beteeterds van „maagdellik, milver was

Page 67: vondel. - DBNL

1 1650 VONDELS LEVEN. 43

Hoe blinckt de blancke perle aen 't oor,30 Ala dauw en druppels van Auroor I

Hoe voeght de goude keten omDien zwanenhals, daer 't heiligdomVan 't diamante kruis aen waft,Bedeekt het poezeligh albaft

33 Van haere noit bevleckte borft,Zoo blanck, als fneeuw by wintervorftlZoo 't wel gelijcken wort gelooft,Hier trof de kunft haer wit op 't Hooft.

Nog in den loop van 't jaar fchonk Baartjen aan Naar echtgenooteen zoon, wien, by den doop, naar zijn wader, de naam van Joostwerd gegeven.

Het was made omtrent dezen tijd, dat Vondel, wien federt dendood zbner vrouw en by het klimmen zijner jaren, de winkelneringte lastig begon te vallen, zijn woning in de Warmoesftraat verliet,de „Trouw" en de daarin uitgeOefende zaak overdeed aan zijn zoon,en zich met zijn eenige dochter. Anna, die den geestelijken ftaatomhelsd had, in een huisjen op den Cingel boven de zoogenaamde„Donkere Sluis" nederzette, in de hoop, aldaar zijn verdere levens-dagen, als een Itil renteniertjen, in onbezorgde rust te flijten. In hoeverre hem dit gelukken mocht, zullen wy later zien.

Breidde Vondel in dit jaar zijn roem niet uit door het in 't lichtgeven van treurfpelen of andere werken van eenigen omvang, bydeed zulka op een andere wijze, door zich_ nu eens to doen kennenniet enkel als dichter, maar ook als dichtkundige. Hy fchreef na-melijk een vertoog over de Nederduitfche dichtkunst, 't welk totinleiding dienen moest voor een nieuwe uitgave zbner verfpreidegedichten, die by , den boekverkooper J. Hartgers to Amfterdamvericheen. Het bedoeld vertoog, to merkwaariliger om dat het eender weinige werkjens is, waarin wy onzen dichter zijn yak als the-oreticus zien behandelen, was van den navolgenden inhoud:

Page 68: vondel. - DBNL

44 1650

AENLEIDINGE

TER

NEDERDUITSCHE DICHTKUNSTE.

IE van zijnen Geelt naer den Parnas gedreven, in denfchoot der Zanggoddinnen nedergezet, en Apollo toe-geheilight wort, dient zijne genegenheit en yver doorhulp van de Kunft, en leeringe te laten breidelen; an-ders zal zulck een vernuft, hoe geluckigh het oock zy,

gelijck een ongetoomt paert, in het wilt rennen; terwijl een anderDichter, door kunft en onderwijs getoomt, den hengft ffacht, die, on-der eenen goeden roskammer 1) en berijder, met roede en fporen ge-temt en afgerecht zijnde, overal by kenners prijs behaelt. Natuurbaert den Dichter; de Kuntt voedt hem op, dies geraeckt niemanttot volmaecktheit, dan die de natuur te baet heeft, waer uit dekunft haren zwier en leven fchept. Neemt hy voor in Nederduitfch,zUn moederlijcke tale 2), te zingen; des hoeft hy zich zoo luttel tefchamen als de Hebreen, Griecken, Latijnen, de geburen der Latij-nen, en zoo vele andere uitheemfche volcken, die hierom noch byalle weerelt, en elck by zone lantffieden, eere in leggen. VVat onzefpraeck belangt, die is, federt weinige jaren herwaert, van baftert-woorden en onduitfch allengs gefchuimt, en gebouwt, 2) en geeft denleerling nu veel vooruit, om naer den palmtack in dit renperck terennen, tegens en voorby henlieden, die met zulck een zure moeiteen arbeitzaemheit dit (poor onlangs begotten te leggen. Zoo men tut

Boskanstner dit woord wordt hier overdraohtelljk gebezigd voor „Iemand die eon paard Metalleen ulteriük fchoon hondt, maar hot ook behoorlijk •fricht of drselsert"

s) Mosderi(eks tale • min inlet voor moodertast.s) Geboutot do teal „bosoms" wil hier, near 'Wendel. mooning, niet seggen. „de taal vormen,"

want do taal bodond en WAS gevormd, lang voor dat by begon to fehrtiven, maar: „die tot eonwUsgeerig famonftel brengen, door hear man vests regois van fyntazie en ortograde to onderwerpen."

Page 69: vondel. - DBNL

1650 AENLEIDINGE TER NEDERDIIITSCHE DICRTKIINSTE. 45

hnnne gedichten en fchriften, oock nit Neerlantfche hantveftboecken,de eige manieren van fpreecken by een zamelt, en zich eigen maeckt ;daer is een fchat van vvelfprekenheit by der hant, veel tijts gewon-nen, en middel om noch maghtigh in nieuwe koppelwoorden (waerin onze fpraeck niet min geluckigh dan de Grieckfche is) aen tewinnen, zoo men met oordeel te wercke ga. Deze fpraeck 1) worttegenwoordigh in 's Gravenhage, de Raetkamer der Heeren Staten,en het hof van hunnen Stedehonder, en t' Amfterdam, de maghtighftekoopftadt der weerelt, allervolmaecktft gefproken, by lieden van goedeopvoedinge, indien men der hovelingen en pleiteren en koopliedenonduitfche termen nitfluite: want out AmfterdamIch is te mal, enplat Antwerpfch te walgelijck, en niet onderlcheidelijck genoegh.Hierom moeten wy deze tongen matigen, en mengen, en met ken-niffe befnoeien, oock niet al te Latijnachtigh, nochte te naen gezeten nieuwelijck Duitfch fpreken, maer zulcks dat de tong haer eigen-fchap niet en verlieze, waer van de hervormers onzer fpraecke nietgeheel vry zijn. Men vermijde, gelijck een pelt, de woorden, te-gens den aert onzer tale, te verftellen; een evel daer doorluchtigeItalianen, Spanjaerden en Franfchen oock van zieck zijn. s) VVy mo-gen hier in nochte Griecken, nochte Latijnen navolgen. VVort hiertegens gezondight, terftont verliest de fpraeck haren lnifter, en onsoor wraeckt dat gelnit; eenen vallchen klank, die de mnzijek dertale bederft. In onde Hollantfche liederen hoort men noch een na-tuurlijcke vrypolligheit, vloeientheit, en bevallijcken zwier; maer hetgebrack den eenvondigen Hollander aen opmercking en oefening,om zijn geeftigheit, nit een natunrlijcke ader vloeiende, krachtighop te zetten, en te voltoien. Het rijmen moet by zich eerft gewen-nen, om rijckdom van woorden en rijmklancken gereet te hebben,zonder het welck de vaerzen krenpel en verleemt 3) zonden vallen,en zelfs aertige vonden en gedachten hunne bevallijckheit verliezen.Hierom waer het geraden eerft eenige heilige of weereltfche hifto-

0 Dere fpraed, ens : gentle en behartigingweardige lesfen I Te reeht west Vondel 'a Graven-hage, — de hefted, wear niet Olsen de setel der Hiner befehaving is gevestigd, doch die ook tot eenbrandpunt ltrekt, wear mannen van opvoeding, kends en geboorte, nit elle oorden van den stoatbe (amen komen — ale de pleats can, wear de teal bet Meriükst gefproken wordt, omdat er elledlalektverfcbll langsamerhand wegfmelt an verdwUnt. Hat men er nog zoo over dacbt! In elle en-ders landau van Europa regelt men etch in de ulttirraak near de boogere kringen, bier alleen be-grUpt men die van de fehoolmeesters te moeten navolgen, en van dear het onuitheanbare Neder-dultsch, dat zoo vele Predikanten, Tooneelfpelere en Verhandelaara one does hooren. Hoe gevaar-Ibk bet is, soogeneamde taalregele by de ultfpreak te willen navolgen, leert one vondel bier, wearby tegen pedenteris en gemaaktheld wearfchnwt, en getnigt, hoe, self* in Min Hid. de fpraakher-Torreon; dearvan niet paled vr(f waren.

s) tea eve, doer,... P'ratsfeken (rock vas Week s(in men denke mom aan het: :ramose mows* mefont, belle asargWe, nos beaus year, nit Homtiess Bourgeois Getaillsonsoe.

s) Tertian"! toor „verleane of lam.

Page 70: vondel. - DBNL

46

AENLEIDINGE TEE NEDERDIIITSCHE DICHTKIINSTE. 1650

rien, oock verzieringen. uit Virgilins, Ovidius, Amadis, 8) en Bokatius,te rijmen, om zich van de njmkunfte meefter te maecken, en op debaen to geraken. Men magh om het rijm en de maet de tael nietvervalfchen, en gelijck een kint ftamelen en ftruickelen Het rijm-woort fchijne niet gevonden om het rijm te vinden, maer zy zoo ge-ftelt of het geen rijmterm waer. Het vaers fchijne oock geen rijme-looze rede, maer trecke den aert van een vaers aen, en fta wackerop zijne voeten. Heeft het geene zenuwen, zoo hangt bet flap envadzigh: is het te gedrongen, zoo ftaet het ftijf, gelijck een lant knechtin zijn barnas. De ftijl zy fnedigh, en geen Romp mes gelijck. Hetfcherpt de zinnen, en maeckt een goede pen zich te gewennen eenzelve zaeck en zin op verfcheide manieren te bevvoorden, en cier-lijck nit te drucken. Vaerzen willen gaerne vriendelijck en zuiverzijn: want de Zanggoddinnen zijn maeghden, aen wie vriendelijckheiten zuiverheit betaemt. Voertmen zomtijts eenige harde vaerzen in,dat moet uit geen gebreck, meer uit de ftofl'e geboren, en ter zaeckevereifcht worden. Bynamen moeten niet ledigh ftaen, nochte voorItopvvoorden dienen, maer de beelden flachten, die eenen balck ofhet gevvelf onderftutten, en hun vverck doende, met een tot cieraetdes gebouvven ftrecken. VVie voor Poeet vvil gaen, moet van een'rijmer vvel Poeet, maer van Poeet geen rijmer vvorden; anders gaetmen van de hooghfte in de Iaeghfte fchole, en op de A B banck zft-ten. Loven hem hierom de flechthoofden, dat vergult den rijmer, ge-lijck een krans van boterbloemen den kinckel. De laurier vvort denDichter niet van den gemeenen hoop gefchoncken, maer van zulcken,die met kennifle en zekerheit de kroon uitreicken, en het fnater-becken der aeck(teren van zvvanezang onderfcheiden. Rijmers, dieeerft hun A B opzeggen, vallen vervvaendelijck aen 't zvvetfen, ge-lijck de quackzalvers, om hun zalfpotten te venten. Die vvat verderkomen, laten zich voor(taen dat ze groote bazen in de kunite zijn,en zvvetlen kunftiger, doch het is met vvoorden van anderhalvenvoet lang, 2) of een doorgaende bravade, en Joutere blaeskaeckerye.Aldus vvinnenze gunft by den flechten hoop, die den mont vergeettoe te doen, en gelijck naer hemelval gaept. D'Alleroutfte en beltePoeten zijn de natunrlijckfte en eenvoudighfte. 8) De nakomelingen,

1) Ametdfs: nit de pleading van dezen naam tudchen die van twee bekende fchrilvere, soh eenmin kundige In den wean geraken, dat donnas een minnedichter geweest ware, even ale Ovidsus enAmend°, terwij1 by daar-en-tegen niet enders was dan een gebeel verdiebte perfonaadJe. Doch Von-del bedoelt bier niet de perform to noemen, maar 't werk, dat Men nem draagt en waarvan defchrtiver niet bekend is, terwtil dimwits bier vermoedeliik Raan most voor then gebeelen cyklueyen ridder-romans, w de held van de Mancha sun gelleftoosde lektunr maakte.

a, Woorden oars anderhaleen noel lamp de feegulpedalta werba, waarvan Horatine (preekta) D'Alleroutfle en bee Pollen stin de naluarl(feVe en eenoondighlle Jules! en daarom sullen Ho-

Page 71: vondel. - DBNL

1650 AENLEIDINGE TER NEDERDUITSCHE DICHTRUNSTE. 47

om hen voorby te rennen, vielen uit eerzucht of aen het fnorcken enpoffen, of verniffen en blancketten. Dat behaeghde in het eerft, ge-lijck vvat nieuvvs, den min verltandigen, en klonck den nieusgieri-gen, gelijck een donderflagh, in d'ooren: doch het vervvonderendunrde een korte vvijl, en de vvackerlte oogen zagen bier door; end'outiten tegens de jonger vvercken, in de fchale van een bezadightoordeel, opgevvogen, vielen de leften te Licht, en d'outlten behieldenden verdienden prijs. Om dan opgeblazenheit en kreupelheit te ver-mijden, zal men niet plat op d'aerde vallen, en in het ftof kruipen,nochte isloorgaens al te fnel zonder moot aenjagen, maer op zip-, pasvoortdraven, en vvel letten vvaer men rijzen, vvaer men vvendenen keeren moet; en, gelijck een goet muzikant, den toon naer denaert der zaecke vveten te fchicken, dan laegh, dan middelbaer, danhooger. Zommigen heffen hoogh op, en laten bet uit onvermogenlaegh vallen. Een goet zangmeefter kent zijne item, en fpant de keelniet uit bare kracht. Lichtvaerdige dertetheit, zone Feat, en on-gefchickte overdaet is geen cieraet, dat een gezont oordeel verge-noeght. Elck ding evil met zijn eige maniere van fpreken uitgebeelt,en niet al te verre gezocht worden. Verciertghe uvv veers met bloem-werck naer den Itijl [der] Rederijckkunfte; hael het niet te wijt, maerblijf by een voegelijcke vervve, en binnen het befteck van verftaen tevvillen vveten. Zal een ander uvve rol verftaen; veritaze eerlt selfte dege, en fpreeck klaer. Eenigen fchrijven al vvillens duifter, envvillen rich zelfs niet verftaen, op dat men zich hier over vervvon-dere, en bun dit tot vvijsheit toefcbrijve. Anderen fchrijven Hechtvan beerlilcke dingen, en fchilderen de zon met houtkole. Een leer-gierige lette vvel op de leffen en revels der kunfte, gevonden uit hetvoorbeelt der treflijcklte Dichteren Hy bevlijtige zich om dagelijztoe te nemen in kennille van verfcheide vvetenfchappen, om, is hetniet van alles volmaecktelijck, dat zvvaer ja onmogeNck valt, tenminfte ter loop van vele dingen kennis te hebben, om zijn vvercknaer den eifch uit te voeren. Zoo treckt en vergadert de honighbybeer voetfel uit elle beemden en bloemen. Het vvaer raetzaem Sa-lomons vvijze fpreucken, Cicero, Seneka, en Plutarchus vvercken vande zeden, en bet leven der doorluchtige mannen, en diergelücke fella-ten to lezen, en to herlezen. VVie in den vloet dezer pennen zvvemt,zal overvloeien van zinrijcke gedachten en valte Itellingen. De Beel-

menu en Sotoklee at die hen voor klasfieke prniken fehelden. blgven overleven. Hoe hoog ik metbhakfpere ben Ingenomen. Ik dart aen On blinds bewonderaars vragen, of by niet blot dear ophondtgreet te zgn, waar by geeocht en hoogdravend Min wil.

Page 72: vondel. - DBNL

48 AENLEIDINGE TER NEDERDUITSCHE DICHTKUNSTE. 1650

denaer van den geeftrijcken Ridder, Cefar Ripa, 1 ) nu in Nederlantfchverdnitfcht, beftellen geeftige_ vonden, om het vverck levendigh uit tedrucken, en rijckelijck te bekleeden. Kennis van uitheemfche fpraeckenvordert niet vveinigh, en het overzetten uit vermaerde Paten helptden aenkomende Poeet, gelijck het kopieeren van kunftige meefter-ftucken den Schilders leerling. Dees begint eerft van eenige ledenen deelen, eer by een geheel lichaem tekent; en eerft van een ge-heel lichaem, eer by een hiftorie van verfcheide beelden ordeneert,en ganfche vertooningen op het panneel, als op een tooneel, ftelt.VVanneer de deelen t elck in 't byzonder, vvel vvaergenomen zijn,dan zal het geheele vverck vvel volgen, daer men niet aen begin-nen magh, voor dat men een waft begrijp, hant, en handelinge vande byzondere deelen hebbe. Zoo ziet men den beften meefteren dekunft af, en leert, behendigh ftelende, een' ander het zijne te laten.VVie leerzaem is, late zich de beginfels, die altijt moeielijck vallen,niet verdrieten. De kleenen leeren zoo aen ftoelen en bancken gaen:daer na, Router en fteviger gevvorden, durvenze affteecken, en be-hoeven geene onderfteunfels meer: anders vergaept men zich te ver-vvaent aen eige inbeeldingen, en vervalt in grove misfiagen, tervvijlmen vvijzer dan zijn leitsman vvil geacht zijn. Aldus heeft Virgilius,de Prins der Poeeten zelf, oock van Homeer en anderen vele ont-leent, en nit de Grieckfche tale met zulck een oordeel ingevoert, dathy'er onfterllijcken lof nit- haelde. Evenvvel indien ghy eenige bloe-men op den Nederlantfchen Helikon plucken vvilt, draegh u zulcks,dat het de boeren niet mercken, nochte voor den Geleerden al tefterek doorfehijne. Op zijn eige riemen zich op dit gevaerlijcke vaer-vvater begevende, moet men zijne kracht overvvegen, eer het fchipzee kieze. Menighten lijden bier •chipbreuck, die, door vervvaent-

t) Cefar Bipa• de tytel 'van het werk, bier door Y Beekiesaer genoemd, Ittidt letterltik ale volgt„Iconologin of nytbeeldingen dee verftands. van CILIAIII RICA van Perugies, Ridder van a a Mauritiusen Lassaro Wear in verfchelden albeeldIngen van Denghden, Ondenghden, Genegentbeden, Menfehelijoke Herntochten, Konften, Leeringen, flinlUckheden, Elementen, Hemelfche Lichamen, Land.fchappen van Hellen, Riviera,, van alle deelen dee Werrelts, en elle andere ontallUcke Rotten, methare verklaringen, warden verhandelt• Zen werck dat dlenftigh Is, alien Reedenaen, Paten, Schll-den, Beeldhonwers, Teyckenaers, en albs andere Konftbeminders en Liefhebbers der Geleertheyten eerlijcke Wetenfchappen Om nyt te drucken, en to vinden, 't Begrip van alle Sinnebeelden, In-vallen, Devyfen of Sinteykenen. Oock om te fpreecken, van allerleye toeruftingen, 'tail op Bray-loften, Lyckftoeten en Zeege-feeften. Mede om te vertoonen de Gedlchten der Tonneelfpeeiders enom nyt to beelden, met been eygene teyckenen, al het geene, senIghfins, in des Menfchen gedachte,kan vallen VerrUckt met veele Beeldniafen en geeftige geleerde overwegingen, door de nytnemendeverbeteringe van Glov. Zaratino CalleMel Romano. Uyt het Itallaens vertaelt door D P Pena. Am-itelredam, by Direk Plegeru Pere, lioeckverkooper op I Water, recht over de Hoorenmerckt In 'tjeer 1644' On do inleiding VI en 686 biz 1. Men Met, bet werk is een wear Cower fations-hexicon,wear leder stin galling in vinden kon Wat den fchrUver betreft, noch =trent hem, noch omtrentsUn verbeteraar heb ik eenig narlcht Icemen vinden. t Whitt echter nit de dtibbele ridderliikewaardigheid, aan Cofer Ripe toegekend, dab by by On tlidgenooten in sere Bond on rtin verdien-ften op prijs warden geReld.

Page 73: vondel. - DBNL

1650

AENLEIDINGE TER NEDERDUITSCHE DICHTKUNSTE. 49

heit aengevoert, ja vervoert, zich te vroegh en te diep op dezen Oce-aen vvagen, en _niets is 'er fchadelijcker als eige liefde, die fraeievernuften verblint, en onderhout 1). Die naulix tvvee of zes goede re-gels vveet uit te vvercken, vvil een lierdicht opzetten. Die qualijckeen lierdicht kan, vvil voort een treurfpel fpelen, of een heldenvverktrompetten. By trappen klimt men eenen toren op, en niet zondertrappen, ten zy met geyser van den hall te breecken. D'een bereicktlangfamer, dander fneller den top der volkomenheit; hoevvel menhier naulijx volkomenheit vint, om dat die de maet van 's menfchenvermogen overtreft. Beveel het papier niet terftont al vvat u in denzin fchiet, maer toetft uvve inbeeldingen, vonden en gedachten ofzeder penne en den dagh vvaerdigh zijn. Ghy ziet hoe de hoenders,den kop in de lucht ftekende, met fmaeck en nafmaeck drincken, ende gezonde lchapen het Bras erkauvven. Zoo doende zulleuze de bla-den niet met beuzelingen batten, en dingen, die niet om hot lijf beb-ben, nochte den lezer met den ydelen dop zoecken te paeien, maermet pit, en een keerne van goeden fmaeck verzaden. Het luit ouckfpottelijck een nieuvve Ivijze op de baen to brengen, als 'er geenekunft in gemerckt vvort. 13oven al let vvel op de orde of den draetvan uvve rede, en het vervolgh van zaecken: vvant zelfs geleerdebazen, die groot fchijnen, zijn zomtijts vvifpelturigh, fpringen van denos op den ezel, en mengen alle elementen wider een. Een zelve zaeekdiekvvils te zeggen en herzeggen, geeft armoede en gebreck van ftoffete kennen, en behalve dat het verveelt, voeght het de rederijckheitniet. Ontbreeckt het u aen vonden on ftuf, zijt Bever kart clan ver-drietigh lang. Let ghy een vverck op van eenen langen adem ; lasthet in 't midden, nochte in 't einde niet bezvvijcken, inner doorgaensvolftaen, overal zich zelf gehjek zijn, en zijnen meelter nergens be-fchamen. V Vie zijn zvvackheit gevoelt, client nootzaeekeluek raet tozoecken by anderen, en elck meelter in zijn kunIte en ambacht togelooven, en de voltnaeckfte manieren van fpreken en vvercken byhen uit te kiezen. lien reehtfchapen Dichter &elite de ftroomen, dieniet of maer altUt toenemen, en met eenen vollen boezem endeluekin de rijcke zee uitbruizen. Hoe het vverck grooter is, hoe doer nicerkunft en oordeel toe vereifcht vvort: en gehjek de fehilders in kleenebeelden de gebreken en misflagen kleen rekenen; zoo openbaert zichde misftellinge en 't gebreek, naer de grootheit der per6maed en enzaecken, te grouter. De leergierig3 volge dezen gulden repel, die

1) Onderhout „belet :kb te %erbeften"s) VoUlaen nitdrukkIng, sun bet see* ezen entleerd Men zest, dat de :ellen rol llama, %%winger

sy, overal nitgeset en, gelffk aan den wind blootgerteld, een belle oppenlaktd %ertoun.n

US SSSSS TAX J VAX VONDKL ,t 4

Page 74: vondel. - DBNL

50 AERLEIDINGE TER NEDERDUITSCHE DICHTICIINSTE. 1650

zich vvijdt nitftreckt, om zijn vverckftuck doorgaens geluckigh uit tevoeren, dat is, dat by lette op den itaet, eigenfchap en gefteltenisvan elcke perfonaedje en zaecke i en die elck naer hear natuur uit-tekene. VVie dit maghtigh is, en daer den flagh van heeft, kan veelwelts vvinnen, en zal altijt binnen de palen der voeghlijckheit blij-ven; een deught, die in Virgilius zoo heerlijck en goddelijck bovenalle zijn overvloedige kunftdeughden uitmunt. Nu behoef ick niet in't breede en vvijtloopigh f ontvouvven hoe men zich te (chickenhebbe naer een ieders ampt, oude, kunne, lantsaert, gelegenheit, hoe-danigheit, en vvat des meer zy. Aldus geeft een kunftigh fchilderelck dingh zijn eige verf. V Vie de natuur allernaeft volght, die isde rechte Apelles, en zonde, gelijck d' aeloude penfeelen, niet alleenmenlchen, maer zelfs dieren en vogela verkloecken. Maer om veil-ger en vafter te gaen, geef uvve dichten niet in uvven eerften yveraen den dagh. Laetze een goede vvijl onder u rulten: ga'er dan eensen andervverf, ja zevenvverf, met verfche zinnen over: vvant onsoordeel is, naer de getteltenis der herffenen, gelijck de lucht, zom-tijts helder, zomttjts betrocken. Een Dichter heeft zijne luimen: hieromlaet het gedicht van eenen Ariftarchus, 1) ja verfcheide keurmeefterenkeuren. Deze zullen uitmonfteren al vvat misftaet, zoo vvel dat deKunft, als de Zeden betreft, vvaer in menighmael deze goddelijckevveteafchap jammerlijck misbruickt vvort: en gelijck het zvvaerftemeeft vveeght, zoo moet men zich vvachten voor ongebondene enoneerlijcke vvoorden en vonden, daer niet dan !after voor den Dich-teren in 't algemeen uit ontftaet: vvant dit gaf oorzaeck dat eertijtsde Rederijekkamers gefloten, de tooneelen verboden vvierden. Indienmen bordeelfpreucken en fpreeckvvoorden, en vuilicheit van hoerenen boevejaght nitbant, zoo zal de Schouvvburgh een eerlijck tijtver-ilrijf ftrecken, en oock voor deftige lieden openftaen. VVie zich hiertegens verloopt, bederft de zeden, en den luifter van zijn vverck.loocken uvve ooren naer eenen vleier, die elck naer den mont fpreeckt,ghy bedrieght niemant dan u zelven. Haetghe den openhartigen be-at-Rift•, die geene gebreken verfchoont, zoo blijftghe daer in fteecken.Zulcke eigenzinnigen, of eer kranckzinnigen, zijn niet te raden, ran-den menighmael in hun razende kortfe at raeskallende de genees-meefters aen, en leeren vvie men fchuvven moet. Zy vvillen hun ont-ftelt en misftelt vverck van geene fine lezetters 2) aengetaft nochtegehandelt hebben, en fchricken voor de moeielijckheit en pijne van

i) &new dr(tarehus of , keurmeester " 't Woord beteekent letter/ilk „beete reebter "a) Fire ksetters: lees ledesetters, „Haden, die do ledematen, welke van Minna pleats geraakt Ain,

weder in elkander action, eldrurMine."

Page 75: vondel. - DBNL

1650 AENLEIDINGE TER NEDERDUITSCHE DICHTKUNSTE. 51

het misftelde been te herftellen, en in het rechte lidt te voegen, zon-der eens te bedeneken dat de tioden de befte dingen voor zvveeten arbeit verkoopen. Zy liefkoozen hull vvanfchepfels, gelijck eenaep zijne jongen. Een omzichtigh en leerzaem geed: bemint Apollooszonnefchijn, die elle vezeltjens eu ftofkens ontdeckt. Kunften, die denbrootlack 'alien, en alleen den buick dienen, zijn haest goet ge-noegh: een Dichter behoort hemelval en de fpraeck der Goden tefpreecken. De hemeltche Po6zy vvil niet op den middeltrap, maermoet in top ftaen, en op den toetsfteen van een beflepen oordeelproef houden, naer de vvetten by de Geleerden daer toe voorge-fchreven, vvaer toe vvy gevvezen vvorden. Ondertufichen heb ickdeze korte Aenleidinge ter Nederduitfche Dichtkunfte, op het aen-houden der leergierigen, by my aldus, gelijck een ruvve fchets, ont-vvorpen ; om de vvelcke naer den eifch op te maecken meer bladenpapiers noodigh vvaren: daerom ffa ick voor dezen tut de voeten enmaet der vaerzen, en den ommetreck en aert van allerhande rijmenen dichten over. Vele andere dingen vvillen liever met de levendigefemme en voorbeelden, dan met de penne beduit vvorden: derhalvete vvenfchen vvaer, dat geeitrijcke vernuften, onder het beleit vangeleerde Mecenaten, bier over zomtijts onderling raetpleeghden, enzoo eenen nieuvven Parnas, neer den Itij1 van Italie, oprechtten,deer men, zonder afgunft, onzijdigh elcks oude en nieuvve dichtentoetfte; zoo vvel om de fchoonheit en aertigheit te volgen, als omonze misflagen, uit een edele eerzucht, to mijden, en door dien mid-del de Neerlantfche Poesy haren vollen glans te geven. T'Amfterdam1650. den 25 van Grasmaent.

J. V. VONDEL.

Page 76: vondel. - DBNL

TOETS—STEEN. 1650

Op de „A enleidine volgde in de uitgave van 1650 de reeds indie van 1644 voorkomende toewijding aen zijnen (thands niet langerafwezigen) orient: welk ftuk te meer diende herhaald te worden,om dat het als waarfchuwing kon ftrekken tegen de onechte en on-volkomen uitgaven zijner Po6zy, in Zuidholland gedrukt: en op detoewijding volgde een foort van apologie, van den navolgenden in-houd :

i) Zie Deal IV, biz 418

J. V. VONDELS

T OETS-S T E E N,DISTELT •0011 aux POW IN DEN JAMIE MDCL DITGEOZYNN

NDIEN bier Roomfch of Onroomfch dichtDen Lezer fticht, of hem ontfticht,Men fchell' mijn pen die vlacken quijt,En toets' de ftof naer heuren tijt.Sint Panels vQlght der Vadren zee;Sint Auguftijn de Manicheén,

Eer bun bet heldre licht verfchijnt,Waer voor de donckre mill: verdwijnt.Mijn jonckheit bondt door errefleer

io Zich aen een Secte, en geene meer,Tot datme, door een klaerder blijckVan 't Weereltlijck en lierckelUck,Ontdeckt wiert, in een' fchooner dagh,De Perle, die verborgen lagh,

is Waer voor men 't al met winos verlieft.Gelukkigh die het befte kieft.

▪ Men fck.W van kludges. voor fthelden, plat elders means voor sodden.• Verfta. „en beilordeele het nark naar den tad der venmardIgIng"s-s Hy wll seggen• „Paulus was een FarMegr en Angustinus een llanlebellr en :7 febreven en ban-

delden near den geest dim fekten, ear zy tot bekeering en beter huleht gatemen waren."•Ao Hy nil seggen: „Ht was, om dat man enders voor my waren, een Lld der Doopagezinde

Gemeente "Dos Res klaerder bl(fek Ian 'I Weerelttikk es Iferkelgjek: d. 1.: „een Deter inzlebt in wereldlake en

geestelake salmi)"14 De Perle• „bet koninkrUlt Gods" (die Mal& XIII. 48); dock, naar Vandals overtnIgIng. In den

(chaos der Roomsch-Katholyke Herb to vinden.

Page 77: vondel. - DBNL

1650 OP MIJN PRINT DOOR LIVIUS VAN LEIDEN. •,

i

Tegen over den „Toetsfteen" prijkte de verkleinde kopy van eengegraveerde afbeelding van onzen dichter, door Jan Lievensz ver-vaardigd, die hem had voorgefteld ten halver lijve, met een rol inde hand; daaronder las men dit byfchrift:

in Vondel fpeelt de Geest van Neerlants Posey;Natuur volmaeekt zijn kunft en zet haer 't leven by.

PRUDENTER.

Wie de maker van deze regels was, durf ik niet bepalen. Ik meenechter te mogen gisfen, dat wy hier te denken hebben aan Brandt,die vooreerst in dit vak uitmuntte — althands Vondel zelf getuigdevan hem, dat hy „een goed byfchriftfchruver" was — en dien ikgeloof dat weer ftukken met die zinipreuk geteekend heeft. Ook deP onder de Voorrede der Schiedammer nitgave 1) zoti aan die gis-fing eenige kracht kunnen byzetten.

Vondel zelf maakte op die afbeelding het navolgende byfchrift :

0 Zie Doel V, bls. 549.

OP MIJN PRINT

DOOR

LIVIUS VAN LEIDEN

GETEKENT EN GESNEDEN.

ZOO volleght Livins van Leiden Titiaen,En leert door zijne kunft n Vondels fpraeck verftaen,Die 't Grieckfch en Roomfch tooneel in Neerlant pooght te ftichten.Men vat nit 's Dichters print wat trenrfpel hy wil dichten.

Or DWI 9ntwt s print te bier even als in den 'Jordon regel, smpreaste, afdrnk, atbeeldIng."• Vertta „men ken op 't pleat des Welters lesen yolk trourfpel by voornemons is to fchrgven "

Page 78: vondel. - DBNL

Zekere Dirk Frandenius gaf er dit andere by:

OP DE AFBEELDING

VAN DEN REIN

J. V. D. VONDEL,VAN ICEULEN,

ORSCHILDLRD DOOR DKR 1.1aD8CHEN •PELLES,

JOHAN LIEVENS.

Pit 'a Vondel, die, door rijmloos fchriftEn zang vermaert, zoo ketsrlijk ziftEn -Hoven tart in kunft van Leven.liVas Lievena zoon niet omgekocht,Wie had hy 'I beelt in gout gewrodttEn 't hooft een leilerlcroon gegeven..Het Y onihelft 't verbljf des maneEn :welt: zyn wieg geeft Keuleu glans.

Frans van Hoog,itraten fchreef er dit ender:

-Agrippina parens cast.

Zijn wieg was AgrippOn, zijn zetel Amfterdam,Ds Poezy waerdoor hy tot vermaerdheid quant,

Maer d'oude Godsdienft, daer de nevela door verftoven,En 't lick der Waerheit rem, baent hem den weg naer boven.

OP DE AFBEELDING VAN J. V. D. VONDEL. .1650

Page 79: vondel. - DBNL

Het aardigfte byfchrift echter is dat van den reeds by ons beken-den Joan Six 1), dat onder de groote prent van Lievensz. ftaat.

I) Me Deal V, vs. 770.

Dit 'a Vondel met zijn rot.ApeIlea trof Apol.

Achter de ftraks vermelde uitgave plaatfte Vondel, als herhaaldewaarfchuwing, dit

SLOTDICHT.

Men mengt der and'ren rijm, ook leuren in mijn fchriften,Doch wie inn ftol verftaet kan echt van onecht fchiften.

Gewis had de bezorging dezer uitgave, waaraan onze dichter zelfde hand hield, gepaard by zijn verhuizing, hem niet weinig drukteverfchaft en daardoor hem verhinderd, zijn tijd even gezet ale en-ders aan letteroefeningen te befteden; doch wellicht ook was hetaan de tijdsomftandigheden toe to fchrijven, dat by dit jaar zoo wei-nig nieuwe gedichten in 't licht gat Diezelfde tijdsomftandighedenechter verfchaften hem ftof, om weder de fcherpe pen op to vatten,waarmede by zijn vroegere hekelvaerzen gefchreven had.

Het fluiten van den vrede te Munfter, hoofdzakelijk doorgedrevenop aanfporing van Amfterdam, was — ale reeds met een woord isgezegd 1) — den wakkeren Willem II, die hierdoor verftoken wasvan de gelegenheid om op het voetfpoor van zijn doorluchtigen Oomen Vader, krijgseer te winnen, zeer tegen de borst geweest, en hadniet weinig geftrekt, om hem to bevestigen in 't misnoegen, 't welkFrederik Hendrik in do Iaatfte jaren zijns levens tegen de (tad had op-gevat. Dit misnoegen was toegenomen, nadat men ter Vergadering vanHolland was begonnen te raadplegen over 't verminderen van 's LandsUitgaven, wat vooral door Amfterdam gedreven werd: zelfs tot zooverre, dat de Stad veritond, 's Prinfen wedde, welke fommigen ver-

0 lie Deal V, biz 572

1650 8LOTDICHT. 55

Page 80: vondel. - DBNL

hoogen wilden nit aanmerking van het nadeel, 't welk by by denvrede had, op het zelfde cyfer te laten blijven. Reeds hadden in 1648de Algemeene Staten, op aandrang van Holland, tot het verminde-ren van krijgsvolk befloten; maar dit was voor Amfterdam nog nietgenoeg, 't welk, in Maart des volgenden jeers, nog ter Vergaderingvan Holland het afdanken van vijftig kompagnidn deed goedkeuren.De Prins ftelde zich Kier zoo ernftig tegen, dat men er in eenigemaanden niet verder op aandrong. Ondertusfchen werden in de Vroed-fchap van Amfterdam van tijd tot tijd beffuiten genomen, ftrekkendetot vermindering van 's Lands nitgaven, en eindelijk, in Jnny, gera-den gezonden te bewilligen in het onbetaald laten van negen-en-twintig Vendels vreemd krijgsvolk, die ter betaling van Hollandftonden. 't Was echter eerst in October, dat de Staten van dit Ge-west aan den Prins verklaarden, dat zy tot dit afzonderlijk onbetaaldlaten zouden moeten komen, indien de Provincidn weigerden, te be-.milligen in hun voorflag tot algemeene afdanking. De voorflagen, diedaartegen van 's Prinfen zijde gefchiedden, voldeden die van Hollandniet; welk het misnoegen des Prinlen tegen de Regenten in dieProvincie, inzonderheid tegen die van Amfterdam, hevig deed toe-nemen.

llierby nog kwam, dat de Stad, in 't begin van 1650, befloot enter Vergadering van Holland te weeg bracht, dat, nit naam derStaten van Holland alleen, een Kommislaris zoil worden gezondenaan de nieuwe Regeering van Engeland, tot welke betrekking eer-lang Geeraert Schaep Pieterszoon werd afgevaardigd 1). Deze meat-regel, die de erkenning infloot van de nieuwe Republiek, vermeer-derde bet ongenoegen van den Prins, wien bet niet aangenaam wezenkon, dat men vriendfchap foot met een Regeering, op welker lastzijn fehoonvader was ter dood gebracht.

Nog nam dat ongenoegen toe ten gevolge eener nieuwe aanma-tiging van Amfterdam. De Prins had den Vice-Amirael de With,die zonder verlof uit Brazilian was teruggekeerd, in hechtenis doennemen en op de Voorpoort in den Haag vastzetten; terwijl sispigekapiteins van zijn eskader op last der Amiraliteit van Amfterdam

erden gevangen gezet. De Wethouderfchap, zulks vernomen heb-bende, deed de Amiraliteit vermanen tot het ontilaau der gevange-nen, en vervolgends, op bet bekomen van weigerend antwoord, heneigendunkelilk in vrijheid ftellen.

Wel fcheen et n voorfchot van tvi ee miljoen, welk de Stad aanden Prins deed, de breuk eenigermate te hebben moeten herltellen;(loch alles werd a Eder in de war geftuurd door een Befluit der Sta-ten van Holland, in 't begin van Juny genomen, om hun aandeelin de beta'ing van 't krijgsvolk onvoldaan to laten. Hevig werd ditopgenomen door den Prins en door de overige Gewesten, die deze

1) Zia orcr hem Deel Ii, blo 503, 505, Doe! III, biz 289

56 VONDELS LEVEL 1650

Page 81: vondel. - DBNL

1650 VON DEL8 LEVEN. 57

handelwijze van Holland een verbreken der Unie noemden. 't Ishier niet de plaats om de geldigheid te bewilzen of te beftrijden vande redenen, door de Staten van Holland ter hunner verfchoning aan-gevoerd: genoeg zij het, te herinneren, dat men ter Generaliteit be-floot tot het doen eener plechtige Bezending aan de Steden vanHolland, om die op haar befluit terug te doen komen. Aan 't hoofddier Bezending ftelde de Prins zich zelven, en by A ertrok met zijnmedegekommitteerden den 8 Juny naar Dordrecht.

Te Amfterdam werd hierop eenparig befloten, de Bezending, wan-neer zy zich aanmeldde, niet to ontfangen, waarvan het bericht doorde Heeren van Waveren en Hasfelaar gebracht werd aan den Prinste Gorkum, waar heen hy zich, van Dordrecht komende, begevenhad. De Bezending ftoorde zich weinig aan deze boodfchap, maarvervolgde haar tocht door de Provincie. Andermaal werd de Prins,toen zich to Edam bevindende, door den Oud-Burgemeester Geel-vinck en den Voorzittenden Schepen Spieghel, aangemaand om niette Amfterdam te komen dan in zijn hoedanigheid van Stadhouder;dock by Hoeg deze waarfchuwing evenzeer in den wind, kwam den23 der maand in de ftad, twee uur vroeger dan men hem verwachtte,om zoo doende alle eerbewijzingen te ontwijken, en weigerde ge-bruik te maken van den plechtigen maaltijd, welken de Vroedfchapvoor hem bad laten opdisfchen. Van hare zijde weigerde deze hemte hooren over 't onderwerp zijner zending: 't geen by zoo euvelopnam, dat hy den volgenden dag, zonder affcheid nemen, wedervertrok.

In verre de meeste der overige Steden, welke hy bezocht had, was hetdoel zijner zending mislukt, en zelfs had men te Haarlem, te Delft en toMedembhk, geltjk te Amfterdam, der Bezending gehoor geweigerd.De Prins beklaagde zich daarover ter V ergadering van llolland, opden 30 Juny, in een fcherp vertoog, opgefteld door den GriffierKornelis Musch. Tegen dat vertoog, waarin Amfterdam inzonderheidwerd aangevallen, verdedigde zich de Vroedlchap in een uitgebreidememorie, (lie aan de Staten-Generaal werd overgeleverd, doch doordeze niet aangenomen. 't Ging alles alzoo hard tegen hard: en nudeed de Prins, fteunende op de machtiging, hem door de Staten-Generaal den 5 Juny gegeven tot het nemen van maatregelen vanveiligheid, zes Magistraatsperfonen, Leden der Regeering van Dord-recht, Haarlem, Delft en Medemblik, vatten en naar Loeveftein voe-ren; terwul by aan Graaf Willem Frederik van Nasfau, Stadhoudervan Friesland, bevel gaf, zich meester to maken 'an Amfterdam.

De aanflag op deze ftad was zoo geheim overlegd, dat alleen eentoeval dien kon doen mislukken. Dit toeval gebeurde. De postbodevan Hamburg, dien men verzuimd had, aan to houden, kwam opZaturdag 30 July vroeg in den morgen te Amiterdana, en bracht er,eerst aan het Posthuis, daarna aan den Voorzittenden Burgemeester.Cornelis Bicker, bericht, dat by boven Weesp onder dolende ruiters

Page 82: vondel. - DBNL

58 VONDELS LEVEN. 1650

was gerAakt, die naar de ftad trokken. De Drosfaart van Muyden,Gerard Bicker, zoon van den Oud-Burgemeester Andries Bicker,kort hierna in de ftad komende, bevestigde dit verhaal, er byvoe-gende, dat een groot gedeelte der manfchap omtrent Naarden endoor Gooiland lag verfpreid; doch dat een tamelgke bende ruitersaantrok op Amfterdam. Weldra verfchenen ook vluchtende huislie-den uit den omtrek van Weesp en Muyden, die, op het eerfte ge-zicht van krijgsvolk de vlucht hadden gekozen, en vermeerderdende ontfteltenis. In de eerfte oogenblikken begreep niemand iets vande zaak, en dacht men aan een plundertocht, door de Zweedfchetroepen, die nu in Gulikkerland lagen, beproefd, of aan Itrooperyender Lotharingfche troepen in dienst van den Staat. BurgemeesterBicker had inmiddels, op de eerfte tijding van onraad, de Vroed-rchap doen by een roepen, de poorten en boomen fluiten en de val-bruggen ophalen; terwijl in korten tijd negen ftukken gefchuts naarde wallen waren gefleept en de burgery in de wapenen gebracht.

Midlerwg1 was Graaf Willem met een deel der ruitery laat inden voor-den-middag genaderd aan den Aemftel tot omtrent de hof-ftede van Dirk Wuytiers, Welna genaamd, waarvan reeds vroegergeiproken is 1). Hier vernemende, dat de toeleg ontdekt was, beyondhy zich in groote verlegenheid, daar zijn lastbrief luidde, geen ge-weld te gebruiken, en er aan geen verrasfing meer to denken viel.Hy zond dus een bode naar de (tad, met een brief, hem door denPrins mede gegeven, om dien in geval hy er binnen gekomen was,in perfoon te overhandigen. De brief behelsde, dat de Prins, onlangsin de itad zoo vreemd bejegend zijnde, Graaf Willem met eenigetroepen derwaarts geftuurd had, om er de rust to bewaren, ten eindehy niet door kwalijk gezinden belet word, datgene voor te dragen,wat de dienst van 't Land raakte. Burgemeester Bicker, dit gefchrijfontfangen hebbende, let het aan de Vroedfchap over. Had deze nueenvoudig geantwoord, dat de Stad geen kwalijk gezinden bevatte,en dat de Prins vrij kon voordragen wat by wilde, behoudens devrijheid der Stads-regeering om to beraadflagen en te befluiten ge-lijk zy het verftond, de zaak had al dadelijk in der minne kunnengefchikt worden, de troepen heen trekken en beide partijen zich vol-daan rekenen. Doch de Vroedfchap, of wel Bicker, die Naar leidde,was overmoedig geworden door de houdmg der burgery, en zy zondden Schepen Joan Huydecoper, Beer van Maarfeveen, en het meergenoemde Raadslid Simon Verdoes of van der Does 2) naar GraafWillem. Op zeer beleefden Loon gaven deze Heeren den Graaf denvriendelijken raad, hoe eer hoe beter of te trekken, dewij1 het an-ders hem en zijn troepen dour zoll te Itaan komen: en hy, geenbevelen hebbende hoe zich, zoo als de zaken ftonden, to gedragen,keerde voorloopig naar Ouderkerk terug.

0 Zie Deal V, biz. 584a) Zle Deel II, Ws. 580, 784.

Page 83: vondel. - DBNL

Inmiddels had men te Amfterdam niet ftil gezeten: er was in deVroedfchap befloten, zoo de tijd het gehengen kon, voor elke poorteen halve mean op te werken, de bruggen buiten de Sint Antonies-,Reguliers- en Heilige Wegs-poorten af te breken, de balken en kleinevaartuigen uit de buitenvaarten en grachten naar binnen to halen.Men floeg ftaketfels in de wallen: de houten bruggen om de !tadwerden afgebroken: de ftad van buiten met een borstweer gedekt,in den Aemftel een vlot gelegd en dit van gelchut voorzien. Achtoorlogsfchepen en drie jachten vatteden post in den mond der Zui-derzee, om de itad ook van den Ykant te befchermen, en er werdentwee duizend Waardgelders aangenomen, over welke werving hettoezicht werd opgedragen aan Simon Van der Does en CoenraadBurgh.

Den volgenden dag werd de !panning nog vermeerderd door detijding van het gevangen zetten der zes Heeren, en hierop tot noggeweldiger maatregeleu befloten. De weg tusfchen den Overtoom enAmftelveen werd doorgedolven, de Buitenvelder- en OutewaalderPolders doorgeftoken, de fluizen getspend, en het land om de ftadonder water gezet.

Intusfchen had de Prins, des Zaturdaga avond onder den maaltijdzittende, reeds tijding bekomen van het mislukken van den aanflag:'t geen hem dermate ontftemde, dat hy van tafel opftond en zich inzijn vertrek opfloot. Reeds den volgenden morgen begaf hy zich naar't leger, 'twelk, offchoon den op een afftand, de ftad omfingeld hield.De !leer van Zuyleftein, onechte zoon van Prins Frederik Hendrik,had zijn hoofdkwartier te Muyden, zijn voorposten zich nit-ftrekten tot aan de Diemerbrug: Graaf Willem Frederik lag to Am-ftelveen, eft de Heer van Sommelsdijk op 't Huis te Hart, halfwegHaarlem.

Op Maandag 1 Augustus zond de Prins een brief af aan deRegeering van de ftad, met verzoek, binnen te worden gelaten metzijn troepen. De Vroedfchap zag in dien brief — en te recht eenaanleiding om to onderhandelen, en vaardigde Cornelis de Graeff,Simon van der Does, Dr. Nikolaas Tulp, en Pieter Kloeck, zoonvan den zwager van Hoot, near hem af met machtiging tot fchik-king. Van wederszijden werden nu vorderingen gedaan: de Prinseischte binnen gelaten te worden, de Bezending, dat by zoil aftrek-ken. Doch weldra kwam men elkander naderby. De Prins toondezich genegen tot verdrag, op voorwaarde, dat er van wege de Stadniet zoo iterk zofl warden aangedrongen op het befluit der Verga-dering van Holland betreffende de afdanking, en dat de GebroedersBicker hun ontflag zouden nemen. Met dit bericht keerden de Ge-machtigden tot hun laetgevers terug.

Inmiddels waren de verdedigingsmiddelen voortgezet en onderfchei-den huizen in de nabyheid der ftad afgebroken. Ontmoetingen tus-fchen de ruiters en de ftadsfoldaten hadden nu en dan pleats, zonder

1650 VONDELS LEVEN. 59

Page 84: vondel. - DBNL

60 VON DEL8 LEVEN. 1650

echter tot ernftige botfingen te leiden, dewijl de laatstgemelden voor-zichtig genoeg waren, om, op de nadering der ruiters, het hazepadte kiezen. Een enkele reize werd er een roer afgefchoten door eenknaap, die, door de ruiters gegrepen, met een geed pak Haag eneen nat pak vrij kwam.

De Afgevaardigden, bet welmeenen van den Raad verftaan heb-bende, trokken nu nogmaals near den Prins, die echter van geen nieuwevoorflagen wilde hooren, maar hun een memorie voorlet, waar menzich aan te 'louden had. Deze memorie was van den navolgendeninhoud:

„Dat die van Amfterdam refolatie nemen om haer te conformeren„met d'andere zes Provincien, aengaende den Staet van Oorlogh,„ende dat dienvolgens denzelven Staet van Oorlogh werde gearref-„teert, ende dat zoo langhe den oorlogh tusfchen Vrancryck en„Spaignen zal duyren. Oock de troupes wel te betalen, en tot de„achter ltallen ordre te geven.

„Dat de twee Bickers uyt de Magiftraet zullen geftelt worden, en'Peen Syne Hoogheyt eene Acte gegeven worden, datfe der niet we-„derom zullen ingenomen worden.. „Dat, aengaende de andere Heeren, die gevangen zijn, voor ad-„vies van Amfterdam zal ingebracht worden, dat men behoort Re..„folutie in Hollant te nemen, dat die Heeren niet weer in Regee-„ringe zullen worden geleden.

„Dat die trouppes, die by Hollandt zijn voor defen afgedanckt„geworden, zullen haer achterftal betaelt crijgen en daerin gecon-„nnueert morden, tot datfe by den Raedt van Staten zullen wefen .„afgedanckt.

„Een acte van confirmatie van de Staten van Hollant.„Dat, naer dat alles geaccordeert ende bevredight zal zijn, Syne

„Hoogheyt in de Stadt zal comen alleen met fyno compagnie gar-„des ende omtrent een hondert officieren.

„Dat Syne Hoogheyt terftont het leger zal doers delogeren.„Dat het gefchut van de wallen, ende het aengenomen volck ter-

„ftont affgedanckt zal worden.”De Read, nog dienzelfden avond op dat gefchrift geraadpleegd

hebbende, befloot in alles te bewilligen, drie punten uitgenomen, als:10. bet ontflag der Bickers: 2 0. het goedkeuren van 't vastzetten derzes Heeren: 30. het ontfangen van den Prins met zijn gevolg. DeGevolmachtigden, hierop des anderen daags, Woensdag den 3 Augus-tus, terug gekeerd, wisten van hem afltand van de twee laatfte vor-deringen te verwerven; doch by bleef ftijf ftaan op het ontflag derBickers, die ale nu zelve oordeelden om des lieven vredes wine hunneposten te moeten nederleggen. En nu deze zwarigheid uit den weggeruimd was, werd het verdrag nog dienzelfden dag door beide par-tyen geteekend : waarop de Prins naar den Haag keerde, de tree-pen aftrokken, en de Stad eerlang haar gewoon aanzien hernam. —

Page 85: vondel. - DBNL

1650 VONDELS LEVEN. 61

De Prins had alzoo, in weérwil van het mislukken der ondernemingop Amfterdam, en in we4rwil van den hoogen toon, die aldaar ge-voerd was geworden, in de hoofdzaak volkomen zijn zin bekomen.

De ongerustheid bleef er echter nog voortduren en de Regentenlieten niet na, die by 't gemeen to voeden, niet alleen door hnn ge-fprekken, maar ook door het nemen van maatregelen van voorzie-ning. Men liet voortdnrend fcherpe wacht houden aan de poorten ;men onderwierp alle binnenkomende fchepen aan een naauwkeurigonderzoek: men vergrootte het getal der Burgervendels : men fteldepalen in de ftadsgrachten en, eindelijk, men liet in den Aemitel, terplaatfe, waar nu de zoogenaamde Hooge Sluis zich bevindt, tweezware houten blokhuizen bonwen, van gefchutpoorten voorzien. Von-del bezong deze gevaarten in het navolgende dichtftuk :

Page 86: vondel. - DBNL

62 1650

A E N

DE BLOCKHUIZEN VAN AMSTERDAM.

DUO FULMINA BELLI.

1

EBROEDERS, op den ftroom', in 't Gulden jaer geboren,Toen dat Trojaenfche paert de Vecht afdryven

quam ;Toen ons een dageraet belooft was, en gezworen,

Godt zelf, geen fterflijck menfch, ons Recht ter hertenam;

a Als nit- en inlantfch fchuim gereet ftont in te fpatten,En fteden, huis, en hof te zetten in een weer

Van brant en jammeren ; te fchenden, en te fchatten,

i 't Goldenfoor even als de Tiering eener vlittiglarige echtverbindtenis een golden brnilott genoemdwordt, zoo die van de Wittee vOltialarig advokaatrchsp door V. met den no= van gulden jeerwas beitempeld (ale Deel V, blz. 578) zoo wordt bier het Jeer sestienhonderd-efrig een goldenfear genoemd.

s Doi 2Vof000lott pawl hier voor ,,de troepen van Graaf Willem Frederik."

Page 87: vondel. - DBNL

1650 AEN DE BLOCKRUIZEN VAN AMSTERDAM. 63

En wat naer vroomheit aert te itooten uit hun eer;0 Tweelingen des vliets, hoe zal men u begroeten,

to En zegenen, naerdien ghy eeuwigh voor ons waeckt?Ghy ftaet in 't harrenas, ale Reuzen op hun voeten,

Op dat uw kopren mont tot nootweer donders braeckt,Salpeter, vier en vlam, al d' elementen t' zamen,

En ftrijck' van wederzy de kanten, en den ftroom,is Om gruwzaem nachtgebroet, vrybuiters, -te befehamen,

En goddeloos gewelt te ftuiten voor den boom.De burger magh, naelt Godt, op uw getrouwheit flapen,

En fteecken heel geruft het flaghzwaert in de fchee.Verweerders van ons Kroon, befchermers van ons Wapen,

ao Rondaffen teffens van de Vr)heit en den Vree,Met welt* een naem zal ftadt en 'voick u anders noemen,

Als Vreeman, naer uw' aert, en Vry,man, naer nw ampt?Ghy Aemftellanders komt, bekranft dit Paer met bloemen,

Dat, 'Ashen wizen wal, voor Hollants welvaert kampt.23 Hoe aid de Schuttery op nwen welltant drincken,

Den berckemeier dan bekranffen met een' krans,Daer parlen en gefteente en diamant in blincken,

En glinftren op den Doel met Keizerlijcken glans!De wija verweckt den geeft, en opent al onze aders:

so Dan maelt men op den ditch waer 't heiloos Leger lagh;Hoe 't water bruifde op 't velt; wat burgertronwe Vaders

Zich queten in den Raet, zich trooften eenen flaghTe waegen op de zee, te graven op de wallen;

Wat Heiden nacht en dagh hun fchiltwacht ftonden uit;33 Wat Hopman, ale een Leeuw, nu brulde om nit te vallen,

En zegenrijck in ftee to keeren met den buit.Befchutters van de Banck, behoeders van ons have,

En hnifen, landt, en erf, ghy lijt het nimmermeerDat Aemitel, een' tiran ten dienfte, zweete, en (lave,

so En, voor een vryen Staet, verkieze een' wulpfen Heer,Gelijck Rehabeam, die ons met fcorpioenen,

En niet met roeden, plaeg': de &amen zijn noch verfch.Men wifile geen gemack, om in benaude fchoenen

Te krimpen van verdriet, te treen die sure pers.as Bewaeckers dan den ftroom, ghy suit de Koe bewaren,

s DR stet op bet nitzetten der Bickers nit de Regeeringre Spotvogels beweerden, dat, zoo de Blokhulsen hadden in dlenst gefteld moeten worden, sy niet

den ftroom, moor attainder borehole* sonden hebbenes °shtick* wadi liter Met gerproken van de RepHeden, die werkeltik nkeiekn, als Leeman; brut-

leads, maar avant ale Rosen terry &pas, wanneer sy een miter van den Prins gewsar wardense Zen maples Beer• ovo4sels beteekent, ale reeds meet gesegd Is, „Jong" en van dear „dartel,

onervaren, onberaden," — gelUk ook Rehabsam was.44 To train dfa sure pers. een nitdrukkIng meet by V. gsbezigd om ,,horden *add" to beteekenenUM De Zee.... boter geelt• men *let, dat dese nitdrnkking, walks men, veelal, weet nlet

wearom, aan 't Roogdultsch ontleend *Wit en daprom sett in 't H. D. bezlgt, edit Hollondsok le.

Page 88: vondel. - DBNL

Die goat, als boter, geeft, waer by al 't lant gedijt,Wanneer de Koopman melckt, en pooght den room te garen;

Hoe blint het onverftant hem aengrimt, en benijt.Geen fchalcke vleiers tong beguichle met fchoon fluiten

so En kouten uw gezicht, en zinnen, op dat hyU in den ilaep onthoofde, en dan gezwint aen 't ruiten

En rooven valle, en drijf den Handel wech van 't Y.Dees Koe wort u betrout, dies vatze by den horen:

Dat is de Horen, daer at d'oude tijdt of tuight,ss Gevult met gouden ooft, en mufkadel, en koren:

Dat is onze Uyer, daer de Stadt haer weelde uit zuight:Geen Adel, maer een Schelm heeft lull de Kroon der Peden

Te trappen met den hoef: zy wert te zuur gehaeltMet hondert jaren krijghs: men heeft te lang geftreden:

so Bewaert dit lautjuweel, dat over 't aerdtrijck ftraelt.Bevrijt het Kapitool der vrygevochten Staeten,

Als pijlers, op wiens wacht zich d'Amftelers verlaten.

as-s: Dit Is een staggling op de libel van Argus, die de koe Iii bewaakte, on when Maker's., omhem die to ontrooven, east in Asap song om vervolgends hem bet hoofd at to Bean.

ss Wederom een and fpreekwoord• „hy, wien de koe behoort, vat no by de 'wrens."a De Boren, doer ol d *ode Wdt qf height• de boron der beroemde gat Amalthea, aan walker (peen

Japan viand was :sweat, en die later de „boon dee overgloeds" word — welt lasalte eebterby Ovidins verhaald wordt van den boons, Men Herkules can 't hoof van den In ftler verander-den Achelotis ontwrong.

57,511 Hy wit seggen: „'t is de dead niet van eon Zdelman (of van eon Edelen Vorst), maar van eenMaim, ass Amfterdam de kroon to willen ontnemen, welke sy Wet den met gooveel moeiteverworven heeft."

is Net hoodert fares bleu • historioch °amiss'• — Amfterdam had wet, In de dagen van Maxlmlliaan,tot loon der hnlp welke sy bens had geboden ter tnniking van de Hoeksgesinden, een kroon ver-worven ; — doeh die wspentocht was niet van langen (lair geweest, — en, neemt men bier kr000in den overdwebteltiken an van „voorfpoed, roem," dan bad Amfterdam oak daarvoor gemshonderd Jeer — ton xb met de elemental — trild gevoerd.

Ongelukkig raakten de „twee oorlogsblikl'ems" hun roem fpoedigkwijt. Zy veroorzaakten, dat de rivier vermodderde, en eerlang on-bevaarbaar zotl geworden zijn; waarom men ze fpoedig — reedsbinnen de vierd'half jaar — wederom list afbreken.

Men geloove intustchen niet, dat Vondel zijn voorafgaand gediclitongeftraft zoil hebben laten drukken en verfpreiden, indien er federthet bouwen der Blokhuizen niet een groote verandering in den Staatware voorgevallen. Reeds in 't zelfde jaar, en wel op 6 November,was Prins Willem II in vijf-en-twintig jarigen ouderdum, zeer on-verwachts, aan de kinderziekte overleden. Welke blijdfchap dit fterf-geval to Amfterdam by fommigen verwekte, is onder anderen of temeten uit het bekende vaersjen, dat in een der kerkzakjens gevon-den word:

64 VONDEL8 LEVEN. 1650

Page 89: vondel. - DBNL

De Prins is doodt,MO gaef vergroot,Geen Nyder timerIn tachtig jaer.

In hetzelfde jaar, dat de Staatsgezinde party in Holland zich ver-heugde, ontilagen te zijn van den man, die hear, gelijk zy vreesde,de vleugels korten zofl, NI erd te Munfter tot Bisfchop ingehuldigd deman, van wien onze Staat een-en-twintig jaren later vrij wat grooteroverlast zofi hebben dam van den Prins: — de onrustige KriftoffelBernhard van Galen. Op het tafelzilver, te deer feesteliike gelegen-heid gebruikt, vervaardigde Vondel het navolgende gedicht:

OP

HET TAFELZILVER,GEWIOCIIT OP 'T INHULDIGEN TAN DEN DOORLUCHTIGHSTLN

POSSE EN HEEDZ,

CHRISTOF BERN ART,Simko; It waster, in B. Itiirks %Est, fa Sirgkgrad to Strmakergh.

Series longipima reruns.

AEN SINT PAUWELS.

ESCHUTTER van de Stadt, verlicht door klare ftralen,Ontfprongen nit uw bloet, 't welk Neroos zwaert

befmet,Uw armoe belgh' zich niet dat wy met zilver pralen,

Op 's Biffchops hooghtijt, en gezegent feeftbancket,dry pralen met de kunft ; de kunft met uwe daden,

Gedreven in 't metael, dat bier zoo heerlijck blinckt.Bancketten zullen 't lijf, uw Faem de ziel verzaden,

Series lose(eleca rerun: d. I • „een lunge list an oaken." Zie des I, 645, wear insgelliks van&Akan,. gefproken wordt.

t De 004 mediae doer More /trains bier wordt Rome bedoeld, ale tkaande onder befeherming vanPaulus, die bier wordt aangefproken.

s 1.1w arinoe sinfpeUng op de armoede, wearin de Apostelen leefden, in tagenRelling met den rtik-dem humor opvolgen. Wet onaardIg Is de witze, wearop V. bet kontrast wake te vergoeNkenen Paulus te paten.

1650 OP BET TAFELZILVER ENZ. 65

US W SSSSS •SIS S •■111 SSSSS T. ♦I 5

Page 90: vondel. - DBNL

66 OP HET TAFELZILVER ENZ. 1650

Uw Faem, die fchel en hel, als touter zilver, klinckt.ay y'vert om Godts duif de vleugels fel te korten,

io Met eenen JESUS glans te fmooren in zijn bloet;Zoo komtghe, van dien glans getroffen, neer te (torten,

En voelt de kracht van 't Kruis in 't brullen van uw' ftoet.Damafkus hoort verbaeft u Chriftus naem trompetten,

Den wreeden wolf verkeert in een zachtzinnigh lam,is Dat in een mande zich ter muren of laet zetten,

En Benjamin gevoelt den klaeuw van zijnen ftam.Zoo wortghe van den Geeft des hemels voortgedreven

Door 't blinde Heidendom. Waer vint men ftadt, of ftrant,Daer uw hiftorien niet levend ftaen gefchreven,

so Zoo lchoon, als Lukas oit die maelde met zijn hant IHet zy ghy Elimas in d'oogen hebt getroffen,

Die uwen opgang pooght te ftuiten in zijn vaert;Het zy ghy 't lijck verweckt, dat flaeprigh near komt ploffen;

Het zy ghy kreuplen heelt; of Chriftus eer bewaert,25 Door zweetdoeck, of door riem, en blufcht den gloet der kortfen;

Of bant den afgront uit des lichaems fchors met kracht;Of zwarte kunften helpt in brant met vier, en tortfen;

Of fluit den kercker op door uw gebeen, by nacht;Of van een Pythoniffe, een dochter, wort verdadight;

so Of zelfs van uw befneen gevangen, en gedreight,Tot dat zich met uw hooft des Keizers wrock verzadight,

En ghy u met gedult voor 't zwaert ter aerde neight.Wy knielen voor 't altaer, weer op ghy hebt geleden:

Wy knielen op uw graf, en op uw kout gebeent:ss 0 licht van uw Hebreen, en alle Grieckfche fteden,

Ja van den weereltkloot, met zuchten overfteent,En tranen overfprengt: 8 Vorft der Kruisgezanten,

Neem Munfter, en uw Stift, en zijnen Vorft CHRISTOFIn uwe hoede, op dat by 't Roomfch geloof magi' planten,

40 Ter eere van Godts Kercke, en 't onvergangkhjck Hof.Befchut den Hooftpylaer der omgelege vlecken

9 Ohy "serf toen by nameliJk ter vervolging der Sristenen near Damaskus teog nit vs 5 mootmen opmaken, dat hat dear gebeurde op bet tafelzilver was afgebeeld.

is Zia Handel IX 25.is En Benjamin gavel! den Mom don sijnen jlant• de ultirukking is Wet seer duldeltik, waarfehijn-

Bik wil V seggen, dat Paulus, die nit den ftam Benjamin' was, een de vervolging stiner item-genooten ten doel Bond, de Hamm soft Ilan die van den wolf sun, waarvan Gene/is aux. 27gefproken wordt.

ss Verfta „of den bosen geest nit bet lichaam eens bezetenen verdrUft."n Een Pe/tonale deze benaming, waardoor samankeltik alleen de waarzeggende maagd ward aan-

geduld, die in Apolloos tempel to Delft haar orakels fprak, word van lieverlede door de dichterstorgepast op andere waarsegfters, onverfchillig van welke foort. Zoo zegt b Y. La Fontaine ineene stiner Labels:

Use femme a Paris Abaft in POwnisseV fpreekt bier an de dienstmaagd, waarvan gewaagd wordt Hand. XVI 16.

se Van tote befneen „van de Joden."si Des Hoof/Meter: 't sti „di Domkerk to Munfter,' t au „do Blifehop self' wordt flier bedoeld.

Page 91: vondel. - DBNL

1650 VONDELS LEVEN. 67

En veften, met die zorgh, waer me ghy dezeu muurGenadighlijck dus lang voor onheil kont bedecken,

In 't midden van een zee, vol brant en oorloghsvuur.o Dit vroom godtvruchtigh volck, befchaduwt vry en veiligh,

Zal eeuwigh nwen lof ontvouwen voort en voort,En flapen op de wacht van zijn getrouwen Heiligh,

Met JESUS, die zijn merck gedruckt heeft op hun poort.Zoo bloeie al 't Bifl'chopdom, en ackerlant, en eicken.

so Zoo moet de Vorft en 't Volck zijn' hooghften wenfch bereicken.

44 Dee croons godkruektigh volek• „de lnwonen van het Bladom "to De Von'? to 1 Vokk men herinnert deli hlerby, dat de Blechop van Munfter tevens waereldilJk

Vorst over die landftreek was: en hy heett het Nederland wel doen ondervinden.

Onder hen, die men te recht of te onrecht befchuldigde, den over-leden Stadhonder te hebben aangezet tot de krachtige maatregelen,waarvan gefproken is, waren de voornaamften en daardoor de meetin den haat der Staatsparty geraakten Cornelis Aarffens, Heer vanSpijk en Sommelsdijk — de zoon N an den beroemden, door Vondelzoo fel gehekelden 1) Francois Aarsfens — Alexander van der Ca-pelle, Heer van Aartsbergen, en de Griffier Cornelis Musch. Overde beide eerften zal ik nader gelegenheid hebben, te fpreken. VatMusch betreft, die de (teller der aanklacht tegen Amfterdam wasgeweest, hy overleefde niet lang zijn doorluchtigen belchermer. HyItierf reeds in December van dit jaar, niet zonder vermoeden vanzich door vergif van kant gemaakt to hebben, nit vreeze, dat hemvan de zijde der Staatsgezinden een erger lot te duchten ftond. Wei-nig werd by beklaagd, zelfs niet door die van zijn party, om dat hywegens zijn fchraapzucht gehaat, en zelfs verdacht gehouden werd,zich met 's Lands gelden to verrijken. Vondel, die 't vooral op hemgeladen had, fchonk hem het volgende bijtende graflchrift, een derfraaifte hekeldichten die hy immer fchreef, en waarby hy tevens degelegenheid aangreep, 's Pi infen beide andere raadslieden op de bit-terfte wijze door te halen.

1) Zle Deel II, Ms. kn.

Page 92: vondel. - DBNL

68 1650

GRAFSCHRIFTOr

EEN MUSCH,WAEIL IN CA1'ITLI176, JOHANNES SECUNDUS, BARLA6168 EN HOOFT ZIJN GETOLOHT

lEE left de Hofmufch nu en rot.Zy broeide flangen in haer pot,Leiceiters en Ducdalfs gebroet:Zy fcheet de Vryheit op den Hoet,De grootfte fteden op bet hooft:Zy fchon en at het leckerif ooft,

En pickte, zonder fchrick en fchroom,De rijpfte karifen op den boom:Zy vreefde kluitboogh, fpat, noch knip:

lo Den -molick kendeze op een trip:Zy vloogh den Baes van zijne hant,En fpeelde met de maght van 't lant.Zy borft aen eene fpinnekop,Terwijlze dronck en fprack: dit fop

15 Bekomt my zeker niets to wel:De reit geef Aerflen en Capel.

WAzn nr CAT171.1179 enz . Het Is by my in bedenting gekomen of doze byvoeging wel van Vondelzelven is. Dear zy ecbter in de nitgave van Brandt voorkomt, die niet gas oon is, dergenkeaenmerkingen by den text in to lasfchen, bob ik geene vrilheld gevonden, hear adder to laten

i De liortaulds: niot onaardige woordfpeling, waardoor do de naam der bedoelde perfunaadje, tinzijn gedlenftigheld ten Hove worden aangeduld.

s Leteefters en Daedalfs: zonderling, dat daze holden, waarvan de salts ackft, de laatite tegen onzeoilfield !treed, altljd in eenen adem genoemd worden Zeker, zoo or iemand ooit in Nederlandondankbaar behandeld is gee orden, is bet Leycester, die, in de laatfte tijden ter onzer help*gatemen, en ale Landvoogd met gojuich ingehaald, nImmer lets enders ale belemmering en tegen-a el king heeft ontmoet

o Histtb000k ale de Leetisseadatere, Deel V, blz. 647.Spat. „fpringende boog, om ongedlerte mede to vangen."

io MOW. „vogelverfehrikkerOp fen trip een trip Is een foort van fchoeifel met hoogen hat. Op sea trip is een ultdrukkingvan 'Wilke beteekenle ale op eels hair, op es* prit, op end nit

16 Actin& de bier boven, biz. 87, genoemde gnniteling van Willem IfCapet: Alexander van der Capella, Heer van Aartsbergen, Lid der Hidderfchap van 't Graaffchap,Gekommilteerde ter vergadering der Staten-Generaal Hy ward beticht, de groote rastisman vanWillem It to an geweost, met betrekkIng tot den sannag op Amfterdsm enz Net tegondeelhint eehter nit 's mans Gedestfehrirten Hy Wert Diet fpoedig, maar eerat In 1888 — Echt dick-Lori& is bet bier gebezigde beeld, waarby Busch wordt voorgefteld, het vergif, dat by genomenbeeft, toe to drinten aan zlin medeplIchtigen Airframe en Van der Capella, even ale de Itervendethan Theramenee aan Ain medetiran %Atlas

Page 93: vondel. - DBNL

1651 BYSCHRIFT OP ANDRIES BICKER. 69

1

Ik heb gezegd, dat Musch de wraak gefchroomd had der verbol-gen Staatsgezinden: en, zeker, de hekken waren in korten tud nietweinig verhangen en 's Prinfen vrienden hadden niet veel meer inte brengen. leder weet, hoe zy, die door den Leeuw, zoo lang hynog leefde, in toom gehouden waren, het hoofd opftaken nu by doodwas, en zy hem niet langer behoefden te vreezen: hoe de afgezetteRegenten weder aan 't roer kwamen, en hoe hun zegevierehde in-vloed ter Groote Landsvergadering, met voorbygang der aanfprakenvan den zoon, dien de Princes Royaal na het overlijden van harenechtgenoot ter waereld gebracht had, het Stadhouderluk bewind deedaffchaffen. Ook Amfterdam draalde niet, met de Bickers in hun eerte herftellen, noch Vondel, met een aantal gedichten in het lick tegeven, door hem op de tudsomftandigheden vervaardigd.

BYSCHRIFTOP DEN HELEN

ANDRIES BICKER,Ann m engelinhurgO,

BART EN OUT BURGEMEESTER T'AMSTERDAM.

E ftralen van de 'Croon, die op ftadts wapen flickeren,Verworven door het gout van 't eerlijck bloet der

Biekeren,Getnigen d'oude en deught en ftaet van dit geflacht.

De doordrift van den Vrede, ons toegevoert nit SpanjeDoor ENGLENBURGEIS beleit, was waerdigh dat Oranje

Hem opeifchte, en van zelf voor 't volck tot afftant braght.Zoo Aut by ftadt en lant een ry van dertigh jaren.Zoo maeltmen ANDRIES belt, noch grijzer dan zijn hairen.

1.s Nlet seer duidelljk• de sin sal moeten On. „de welvaart en de glans der Bad, grootendeels ver-fchnldigd aan de verdlenften van 't geflacht der Bickers,' doch 1 goad van 't eeritik bloed, voor„'t voortreffelilkirte" ens. levert seen seer helder beeld.

s D oude Kier voor „de ondheid": — ten sil men, met fommige nitgaven, verkiLze te lezen d'oudedeught• wat echter minder wellnidend kllnkt en aan den regal reel van rile rondheld doet misten.

a De doordr(ft voor „het doordrliven "I Zen ry van derUgh fare,. Andries Bicker was in 1620 Lid van den Bead gewordens Noels grUser dale stia hakes: Teas „wiens bekid nog grtlzer is" ens.

___

Page 94: vondel. - DBNL

OP

DEN DEER

CORNELIS BICKER,

us /linden,

REGEERENDE BURGESSEESTER VANSTERDAM.

00 draeght het kuffen weer der Stede en BurgrenHoeder,

Van SWIETEN, die een lot wou deelenmet zijn' Broeder.Wat had Oranje op hem? of was het om met glimpZijn heirkracht van de Stadt te voeren zonder fchimp?

Men eifcht hem uit zijn ftaet. Wat cluck heeft by be-dreeven?

Hier ftaet het Oproer ftom en kan Been reden geven.Dat zwijgen is een fchilt, daer 't lafterfchut op ftuit.Zoo beelt onnoofelheit dien Ilelt naer 't leven uit.

s Op hew verfta• „tegen hem."so De sin is: „of was bet, dat Oran's, in den each tot afzetting der Bickers maar een voorwendfel

seen, ten einde, na de inwilliging daarvan, zUn troepen met fatfoen te knnnen terng voeren P"s Yen Wahl hem nit stiti Aid d. i. „men eifeht, dat by van zUn ambt verlaten words.'s Met Oproer • wets toont meer de zonderlinge verwarring der toen heerfchende begrippen, dan het

beftempelen met den naam van oproer eener dead, die — hoe men er warder over duke — altijdnitging van den Stadhonder, ban delende nit naam en op gezach van de Algemeene Staten, enalso° van 'a Lands Hooge Overigheld.'t Lefler lehet voor „ t gefehnt, de pill des Jesters "

s De bedoeling des dIchters was, otteoofelheit, d i • „onfehuld" aan Bicker toe to kennen, maarnear den sin soft die hoedanigheid op den eereaardiger eon t ofbeeldjel Sagan.

1651

Page 95: vondel. - DBNL

OP

DEN ZELVEN IIEERE.

Us droegh het kutfen weer der ftede en burgrenHoeder,

Heer SWIETEN, in zijn ftaet en waerdigheit her-ftelt,

Na dat by 't zelve lot gedeelt had met zijn Broeder,To en 't heir (len A emftel dorft belegren met gew el t,

Hem eifchen uit zip ftaet, die ftadt en volck verdedight,En willigh afftont, tot een eer ,van zijnpn

Hoewel by 't Vaderlant noch iemant had beledigt.Dus raeckte ()raw met een' glimp van Amfterdarn,

Dat poort en boomen hielt gefloten voor zijn vendels.to Een Burgemeefters moedt was ftercker clan veel grendels.

OP

DE MARMERBEELDENVAN

DE HEEREN BICKERS.

WAT helden zet men hier ten toon in Marmerfteen?De BICKERS, die hnn ftaet verlieten voor 't Gemeen.

Han Jtaof voor „him want,"

ANDERS.

WAT Holden pralen hier? Is 't ENGLEBURG en SWIETEN?Gebroeders, die hun ftaet voor 't Vaderlant verlieten.

i At de 4o. nitgave heeft wat gees tin ter waereld oplevert.

1651 71

Page 96: vondel. - DBNL

72 1651

DE

BICKERS IN MARMER.

VINCET AMOR PATRIM.

AER op vergaert de Breede Raet,De wijfheit en de toeverlaetDer grootfte Koopftadt van Euroop?Ontu art men een verwarde knoopVan zaecken daer de Staet in hangt?Of wort'er 't geen de Stadt belangt,

In beer byzonder, overleitMet rijpheit en voorzichtigheit,Tot nut van al de Burgery,

to Gezeten aen het zeilrijck Y?De Faem heeft over 't lant verbreitHoe trots vijf Stegn met achtbaerheitHun korts ontvoerde Vaders weerHerftelden in hun ampt en eer:

is En dit manhaftigh AMSTERDAM,'t Welek door beleit aen wafdom quam,Gedooght het dat een dol gedruirchDe pijlers, onder zijn Stadthuis,Dus ongeftuimigh weghruck ? wie

20 Ontvouwtme al 't geen ik hoor en zie?Zoo fpreeckt de vreemde, en ftaet verbaeft.Een Roededrager, in der haeftGeftegen van de trappen, zeit:Verlangt hier temant naer befcheit?

25 De wijze Raet, de gantfche WetVerdadight BICKERS zaeck, en zetDie helden, om hun deught gehaet,Op 't kuffen, in den eerften ftaetVan bun regeering, dieze left,

VI1CCICT Alcoa PA111121. d I.. „de Ileftle tot het Vaderland sal overwinnen " Zie Ace. VI, 824.12 TV Beata. Dordrecht en de andere vier Roden, waarvan bierboven gefproken Is, en tot welter

Regeering de gevangen Regenten behoordenis Res Roededrager „ro8 dragende bode," of „rulterwaoht," hoodanIgen de dienet aan de Radhuls.

poort waarnamen.is De ganged,. Wet voor „de geheele Vroedfchap."

Page 97: vondel. - DBNL

1651 OP DEN GEBOEIDEN LEEIIW. 73i

30 Ten dienft van 't lants gemeene bell,Van zelf verlieten, zonder dwang;Een fpiegel om zich eeuwen langTe fpiegelen in dit geflacht,Dat weer der Burgren welvaert acht

33 Dan eigene eer, en itaet, en baet;En 't Burgemiefterlijck gewaetDan aen- dan uit-treckt, op geen luchtEn wifpelturigh ftraetgeruchtVan 't blinde graeuw, maer met verftant;

40 Tot heil van Stadt en Vaderlant.Toen riep de vreemdeling: gewisTe Rome noch t' Athenen isDees deught to ‘inden. CiceroNoch Ariftides keeren zoo

43 Verheerlijckt uit hun ballingfchap,Als deer Gebroeders op den trapVan hun geweigerde ampten. Wat IWie voerde oit heirkracht voor een ftadtOm zulcke mannen, zeker waert

so Gedreight met fpiets, gefchut en zwaert?Waer triomfeerde oil Veltheers zielOm twee, die by van 't kuffen Mel,En fchatteze eere waerdigh? WattMen kroon die Vaders van de Stadt

33 Met haer cieraet, de Wapenkroon,En zetze op Beurs of Dam ten toonIn Marmer, dat voor niemant fchrickt,Zoo lang de Nijt op BICKERS bickt.

u Op Bkiers idekt• eon woordipeling, die, boa aardig ook, welnig gefollikt was om aan de tot boo-gal 1taat geklommen lieeren an Engelenbarg en van Swieten veel genoegen to doen, door hunbun arkomet nit fteenblkkera to berinneren

OP

DEN GEBOEIDEN LEEU W.

DE Leeuw van Hollant zuft in 't IV,Geketent met den hals aen 't Hof.

OP Oar OEBORIDISX Limn,' Dit byfebritt en 't volgende an by vergItiing op tjaar 1647 (Deel V,biz 667, 668) reeds geplaatat.

Page 98: vondel. - DBNL

74 165111

OP

DEN ONTBOEIDEN LEEUW.

DE Leeuw ontboeit, en op zijn wacht,Bewaert de vryheit in litter kracht.

t De Lem, ontboeit, en op s(fs yacht. „de Learn, ontflagen van sün boei en wader op zijn hoedeglade "

R AE TSEL•

EN Schaep, in 't fchapelandt gezonden door de golven,Herfchiep het Leeuweneft, en broedde al 't lant vol

wolven,Die beten 's middernachts den Koeftal na de trot:En fleepten by de keel de wachters in hun kot.

De waterhonden los geborften• van hun ketenBefprongen 't wreet gebroedt, en fchuimden, ala bezeten.

Toen droop de wollefskudde, in 't welt rontom vergaert,Met hangende ooren af, en ingetrocken ftaert.

Zy dreighden echter noch den Koeftal met hun wrocken:an Maer Izegrim ging t'huis, gezuivert door de pocken.

De harders togen uit, en Belden beter wacht.Zoo wert al 't landt geveeght met eene wolvejacht.

to Het bier bedoeide Schaep is Geeraert Schaep, de Amfterdamfche Burgemeester By een eerltelazing soft men deuken, dat V bier aan dezan verwilt, het land sot wolves gebroed to hebbes. Ditsot echter flecht amen met den serbied, Men once dichter voor gemelden Magistraat voeddeen herhaaidel(jk van dale dag legde — ale o a. Deal III, biz 290, wear by insgelUks met 's mansneap tpeelt, — maar de bedoehng, hoewel den niet zeer gelukkig nitgedrukt, is Mee. „Hetxenden van Gerard Schaep ale fluent der Staten near Engeiand" t ale hlerover hetgeen biz 66gesegd is) „wekte de gramfchsp op van het Leenwenest" (het hofgezin, de camarala, soudenwy nu zeggen) „en deed atom de wolven' (de hovelingen, de Prinsgezinden) „voor den dagkomen en boss sonliagen fmeden tegen de rust en de vrilheld van den Staat."

s Des ZoWtal. „Amfterdam " Zie hlerboven, biz 82, het settle:It op de Blockhutzes, vs. 45 volgg.4 De Wachter.: „de sea gevangen Heeren."

Rot „Loeveltein."a De waterhosdes „de opengezette finizen to Amfterdam."r De wollefakudde „de troepen van den Prins."

lo Isegrim. „de Prins," dii aan de kInderpokken Med.ii De harder,: „de Staten van Holland, die de regeeringsorde in hunnen sin veranderden."

Page 99: vondel. - DBNL

1651 75

D E

MONSTERS ONZER EEUWE.

RN hoeft om Monfters niet te reizenNaer Afrika:

Europe broetze in haer paleizen,Vol ongena.

De groote Moeder van EuropeVint fchut noch fcherm,

En fterreft balling, zonder hope,Verdruckt, en arm.

Der Engelandren tongen lecken10 Hun Vaders (trot,

En toonen 's konings hooft in 't becken,Om 't fnoot genot.

De wraeck wil ,Ottoman uiet borgen:De moeder laet

is Den Keizer, haren zoon, verworgen,Ult blinden haet.

Oranje, in 't harnas opgezeten,Ruckt Hollant in,

Op Amfterdam te helfch gebeten,20 's Lants nootvriendin.

Hy wenfcht zijn dol rappier te ftootenDoor 't hart des lants.

Hoe heeft de Deught haer verf verfchoten IWaer is haer glans?

23 Verbeet oit wolf een lam verwoeder?Waer baert de tijt

Een goon, zoo boos, die zijne moederDe boric affnijt1

En Kandie, om zijn hondert fteden30 Van outs befaemt,

a Tot walla t. w. „le Monfters. 's De groats Moeder van Europe. „Maria de Modiste." Zia Deal IV, biz. 149

to Hun Vaders first van „Karel I."it En loosen 's toning* how? in 't becken even ale Herodias het hoofd van Johannes den Hooper in

een bekken of fchotel sea bear moeder verkond bad.140 Ibrahim, die in Augustus 1649 door de Janitsaren gewurgd was geworden.so—st In 1645 hadden de Turken groote voordeelen in Kandla bohaald

Page 100: vondel. - DBNL

Verzinckt door 's Kriftens trouloosheden,Al t' onbefchaemt,

Het fchreit, op 't uiterft ftrant geronnen:0 Kriftendom,

as Ghy hebt den Turck op my gefchonnenMet bus en trom,

't En zy een Engel my veritercke,Ick zijgh ter ne6r.

Ghy broght uw eer en fchaemt ter kercke.40 Wat reft 'er meer?

37 Toefpellne op de verfterkIng, welke Krfetus In On Wonsunr van een Engel ontdngas Ph, broght me eer en fchaemt ter kereke de nitdrukking ter kerke brengen was In den mond des

yolks van ends fynonlem met „ter markt brengen, veil bebben, to troop loopen met' enz Vwill zeggen „gy Debt elle ear en Mamae ulteetehed, pills gegeven"

76 DE MONSTERS ONZER EEUWE. 1651

Page 101: vondel. - DBNL

1651 77

OP

DEN GEDENCKPENNINGVAN

DEN OVERVAL EN AFVAL.

OVERVAL.

E Hoimaent fchreef haer derde kruis,In 't Gulden Jaer, toen met gedruisHet Oorloghspaert quam aengeftoten

Door 't Goy, fpoorbijfter in der nacht,En, van de Morgenzon belacht,

De poort des Aemftels vond gefloten.Wie Eenigheit en Godtsdienft mint,Zie dat geen deckkleet hem verblind',

Door fchoonen fchijn, en veinzeryen:io De drift van heerIchzucht valt te boos,

Bet vrye zegelwalch te broos,'t Bedrogh bezet ons van ter zyen.

Wie noit verraet vernam,Ga leeren t'Amfterdam.

Crisnine a6 tow disco minas.P. TIRGILIUS 3“110.

1 De Hoinueent fared' hoer derde kruie iroor: „'t wes de SO Julys 't Gulden jaw „'t 50sts der Eenw."s Detach* s oar belaeAes.7 &MOM veer ,,eensgesladheld."

Page 102: vondel. - DBNL

78 VONDELS LEVEN. 1651

AFVAL.

In Slaghtmaent van het Gulden jaer,Wert d'ondergaende zon gewaer,

Hoe 't zefde daghlicht foot de dagenDes tweeden Willems, die ons Lant,

s Daer Vrede en Vryheit was geplant,Met oorloghslaften zocht te plagen.

Dus ftort Oranje, als Faeton,Die 's vaders fpoor niet volgen kon,

En met geen reden was te honden.to Hoe fchrickte 't aertrijck van dien tocht!

Hoe trof de blixem uit de lochtDie op dat flout beftaen betrouden I

Als 't fpel verkeeren zal,Komt hooghmoet voor den val.

Magnia excidit awns.P. OVIDIUS NASD.

II Locht voor „bldg.'

Ten einde naar behooren den zin te kunnen verftaan dezer beidebyfchriften op den Overval en den Afval, die, behalve den dooddoeneraan het flot van elk, een dichterhjke uitlegging van de zinnebeeldigevoorftelling op den gedenkpenning geven, is het noodig dat men alde byzonderheden die daarop afgebeeld zijn met juistheid leere ken-nen, aangezien de verkleinde fchaal op welke de afbeelding tusfchenden text wegens het formaat moest vervaardigd worden, niet toeliet,alle kleinigheden — die echter, elke op zich zelve, haar beteekenishebben — te rug te geven.

Op de eene zijde — ik weet niet, of het de voor- of keerzijde is —verfchijnt met den opgang der zon een hollend paard voor den Am-ftel. In het verfchiet ziet men de blokhuizen en daarachter de ftad.Het paard is omgord met een menigte gewapende krijgsknechten,fchuilende onder een oranje dekkleed, waarop zich van boren in 'tmidden een vorftelijke fter bevindt, en ter zijde (zie Vondels regel :

't Bedrogh bezet one van ter zyen.)een brief met zegels voorzien en met dit opfchrift, gedeeltelijk opden brief en gedeeltelijk op den zoom des kleeds:

UNIONEM RELIGIONEMQuE SIMUL ANT.d. w. z. Maurits nam den Godsdienst en Willem II, de Unie van

Page 103: vondel. - DBNL

1651 VONDELS LEVEN. 79

Utrecht (hier door Vondel Eenigheit genaamd) en den Godsdiensttot een dekmantel voor hun beftaan. Aan den voet des pennings leestmen de woorden nit Virg. Aen. II, vs. 84:

QIIIA BELLA VETABAT.d. i.: „omdat het (Amfterdam) den oorlog verbood."

In den rand ftaat dezelfde aanhaling uit Virgilius. Aen. II, 65 en66, welke onder het eerfte byfchrift van Vondel gefteld is en dievolgends zijn eigen vertaling beteekent:

„Uit dit eene fchelmftuck maeck rekening van al dien hoop"benevens de dagteekening 1650, 30 July, en boven op in het mid-den het wapen van Amfterdam.

Ter keerzijde ziet men Fadton, door hooger hand uit zijn wagengeblixemd: daaronder de lijkftaatfie van den Prins, gaande langs denVyverberg te 's Hage, en ale randfchrift de fpreuk uit Ovidius Met.II, vs. 328, welke onder het tweede byfchrift van Vondel geplaatstis en in 't N. D. beteekent:

„Fly is uit zijn Route onderneming netrgeftort."met de dagteekening van 's Prinfen overlijden: 1650, 6 November.

Bowen op in 't midden bevindt zich het wapen van 's Gravenhage.

Nog een ander gedicht verfcheen omtrent dezen tijd, krachtigeren fcherper nog dan de vorige, en 't welk tot tytel voerde: Vertrooe-ting enz. over de doodt van zijne hoogheit Prins Willem den II enz.Het kwam uit in piano gedrukt, met twee andere, getyteld:

Onverwachte blockeeringe der Amfterdammere: geteekend I. v. V. enBlijdfchap over de verloefing van Amfterdam: mede geteekend L

v. V.Van welke ftukken het eerfte te flecht berijmd is, dan dat ik het

hier opnemen, laat ftaan onzen dichter zoft willen toefchrijven. Hetlaatfte is een vrij onbeduidende parodie van den eerften rei in denGysbreght I)

Nu ftett het puick van foete kelen,op de omftandigheden van den dag toegepast, en door een van Von-dels tegenparty vervaardigd; dear aan het Plot met Amfterdam dedraak geftoken wordt, wegens den moedigen tegenweer, dien de ftad'a Prinfen krijgsbenden had geboden. Wat de „Vertroosting" be-treft, ook daarvan heeft Vondel het vaderfchap verloochend, daar zyniet voorkomt in de uitgave van Brandt, maar alleen in de Amers-foortfche, by wijze van aanhangfel, en vergezeld met een tal kwaad-aardige aanteekeningen, zoo 't heet nit 's Dichters mond opgefehre-ven en welke ieder, wien 't lust, aldaar mag gaan naflaan. Intus-fchen heeft het gedicht zelf zoodanige verdienften, dat fommigen endaaronder zelfs een zoo fcherpzinnig en fmaakvol kritikus als Bak-huizen van den Brink, met geftarzeld hebben, Vondel voor den

I) Zie Deel IIT, biz. M.

Page 104: vondel. - DBNL

80 VEETROOSTING OVER DE DOODT VAN PEINS WILLEM DEN II. 1651

maker te houden. Ja zelfs zwaait laatstgenoemde er in zijn meeraangehaald vertoog over onzen dichter 1) geen geringen lof aantoe. Deze omftandigheid op zich zelve moest voor my reeds ge-noegzaam zijn am Mier een plaats aan het gedicht te gunnen: deoordeelkundige lezer beflisfe zelf of ik al dan niet fate wanneer ikbeweer, dat, zoo Vondel al de hand Ran de „Vertroosting" gehadheeft, het ftuk, zoo als het tot ons gekomen is, onmogeluk van hemkan zijn.

1) Zia de aids von 1887, No. 8, biz 284

VERTROOSTING10011

DE ONNOZELE EN BEDROEFDE INGEZETENEN

VAX

HOLLANDT $

OVER DE DOODT VAN MICE HOOGHEIT

PRINS WILLEM DEN II.

stathuittr n Itapihin ennui brr Sunni& Inerlubra.

AT zucht ghy onbedachte menia?Wat reden port uw hert tot klachten ?

De Hemel handelt u naer wenfch,En ghy en kont zijn gunft niet achten.

Den loon van tachtigh jaren itrijdt,Den roem van uw' verflage knechten,

De vrucht des vredes waert ghy quijt,Zoo deze Ilagh die niet en rechte.

7 De oredsi des oredes • „de oilfield, door den vrede inikocht:Due IkegAr n's Pemba fehlellike dood."

Page 105: vondel. - DBNL

1651 VERTROOSTING OVER DE DOODT VAN PRINS WILLEM DEN II. 8 I

Toen treurde Romen, en had reento Toen haer 't meineedigh zwaert beftreefde,

Toen Cicers neck wiert doorgefneen,En d'een of d'andre Brutus fneefde.

Om dat zy zonder baet of nutZoo jammerlijck zagh gaen verloren

is Het hertebloedt, dat tot een ftntVan hare vrijheit was geboren.

Maer toen van drie gebroeders, tweeHet rijck met hnnnen val beveften,

Toen Decins zijn offer dee2o En Curtius de brandtpoel lefte,

Toen roemde zy in haer gemoedtDe dappre daden van haer helden,

En troofte zich 't geftorte bloedtDat zijne fche zoo wel vergelde.

a Ghy mee, getrouwe Batavier,Gevoelde in nw hert de wonden

Der genen, die het zwaert en 't vierVan nwe dwinglandy vetftonden.

Toen een bloedtdorftige Tyranso U tot in 't hert toe won verheeren,

Of toen een trotfen EngelsmanU op een Schotfe kam wou fcheeren.

Of toen nw eigen medebroers,Door vierentwintigh valfche tuigen,

ae 1 Yobseelige sewn : t. w. „dat van Marius, Sylia, Antonin, Cofer en anderen, die het krllgs-yolk, bun toevertronwd, tegen den neat :elven en ter verkrachting der vriJheld gebrulkten."

ti Seers mesh de hale van Cicero, die, om dat by veer de vreheld gefproken had, op last vanAntonini word omgebracht.

to Veen of Armin Bipolar. Brutus had, met Resins, Cofer omgebracht; doch, Ain leger door datvan Antonin. on Oktavius verflagen donde, llet by sick door een van de sUnen embrengen

Is Rd herleblowit: „dat van Cicero en Brutal"17 Does getwoodror „de Horatinsten, waarvan twee In den kampftrijd tegen de Kuriatiare het leven

listen. dock de derde, door sljn overwinning, de onsdhankelgicheld van Rome versekerde."as DMus. „de Romeinfehe Unfit], die, in een veldflag tegen de LatOen, midden in de gelederea

der vUanden doordreng, en door anon dood aan an letter de overwinning verzekerde "se Cooties: „Quintus Curtin.," die to paara in een pool (prong, nit welken een peetwaim oprees,

en daardoor iamb onkel vervulde, I walk voorfpeld had, dat de peel sick sob flatten, wanneermen er bet keetbaarte In wierp, dat Rome bevatte.

se Me bloeltdooltigo Man: „Alva."et Ran frog.* Ilsollasess „Leyeester." Zio het sangeteekende op Ms. 88, vs. 8as Op en BMWs Sees: Leycester was ftreng Gereformeerd of Puritelnfeh (wat in Vondels teal

rynonten luidde met „fichotfeh") en had daardoor de Predilanten op Ain band.as CM Ogee owdsboollos: „de Gedeputeerden van de overige Gewesten tea Generaliteit.“es Vieressitnietfiffs ea4/bhe ftsWea: ,,de rechtere van OldenbarneveldL"

CB IMAM Vag 8 •&&&&& •1

Page 106: vondel. - DBNL

82 VERTROOSTINO OVER DE DOODT VAN PRINS WILLEM DEN it. 1651

93 Den trouwen ftierman uwes roersVoor 't onrechtveerdigh zwaerd d6en buigen.

Meer toen nw burgers in het veldtOm lig en goedt en vrijheit vochten,

En ftuiten het uitheemsch geweldt,40 Schoon dat zy 't met de doodt bekochten.

Die dood was in zich zelfs zoo fchoon,En zoo volkomen in zijn deughden;

Dat ghy u troofte in den loon,En niet een traen liet als van vreuglide.

o Nochtans en heeft ons al haer krachtNiet als van Meelter doen veranderen,

Al wat zy heeft to weegh gebracht,Is d'eene flaverny voor d'andere.

Uw doodt alleen, doorluchte Heer,so Heeft elle heerfchappy verdreven

Den vromen zijn ontrocken eerEn 't landt zijn vrijheit weer gegeven.

Door die komt recht en reen weer op,Door die raeckt weer de deught op 't kuffen,

as Door die krijght lift en dwang den fchop,Door die en durft geen fchelm meer muffen.

Ghy andere die om gelt en goedtTot grootermaecking van uw erven,

Geftort hebt uw ftaetzuchtigh bloedt,so Zwijght, dit is voor de vrijheit fterven.

Dit is in eenen oogenblickHet landt meer nuts en voordeels baren,

ss Des trowels Merman: „Oldenbarneveldt."as Baer kraal „die van 't geftorts blood "46 Tyrant mulatto Hoe est tyramidis abiestior (yerandering van dwingelandy is geen ontheffing van

dwInaelandy) merkt bier ter pleads de Amersfoortfche ultgever ann.ss Becht in reda• 't reeks, waarvan bier gefproken wordt, is, volgends de aanteekening in de Amen-

foorttche nitgave, dat van de „Staten van Hollandt ale wettige hogs Overighetd en nasft Godteenige Sonverein van hunne nye (7) ingesetenen;' en de ratan is, „dat men in tljde van vredebet onnodIg kejgevolk most affchaffon om de laften der inwoonderen to verminderen."

as De deugla ,,Jacob de Witt, de Bickers s me quangd.•as Ilislyea: ainfpeling met het woord much. De Griller Much had nameltlk de berchuldigingen te-

gen de gevangen Heeren geformuleerd het opmaken van walks akte hem na '4 Penton dood seerenvoi was afgenomen, ale bereids vermeld is

67,11 „Gelyk Prins Willem de Rorke en enders," segt de Amersf notetchrever.as Zweght, dit is voar de oryheii farms, de ironitche sin is• „gy Nasfaitche Yorker', hebt ow blood

geftort sheen om nw vegan ftaatsuchUge bedoelingen to berelken; den Prins Is de seen, diewerkeltlk voor de vitheld fterft."

Page 107: vondel. - DBNL

Ala door zoo menigh duizent lijckIa bygebracht in tachtigh jaren.

03 0 groote ziel, 6 dappre heldt,Die noit als t'onzen voordeel ftrijde,

Die levend' ons van 't Spaens geweldtEn itervende van 't uw' bevrijde.

Uw roem verwelcke nimmermeer,to En wil u 't landt recht danckbaer wezen,

Het trouwe noit weer zulck een' HeerDen Itam daer ghy zijt uitgerezen.

Ghy vaders van het vaderlandt,Die nu bevrijdt van juck en boeien,

T3 Het groote ftuur hebt in de handVan 't fchip daer w' allegaer aen roeien,

Ontfanght met danckbaerheit de gunftDie u de Hemel doet ontluicken,

En voeght de liefde by de kunft,eo Om die met eendracht to gebruicken.

Ghy weet waer dat de fchoen u wringt,En hoe ghy 't quaet kunt van u weeren,

En neemt geen hulp meer die u dwingt,En laet u van geen knecht verheeren.

es Al maeckt het Zeelandt wat Te Bout,Al laet zich Utrecht overreden,

Wy hebben onzen Os in 't zout,Deer gelt geen hooft meer, maer de leden.

.5 0 roots olds I la algid Willem II, die lifer aangefproken wordt.ri,ss Willem 11 had names by sUn levee do Spanjaerts beftreden, en (hoeseer dan gine ondanks)

den undo met hen helped flatten, en door sUn dood gelegenheld gegeven tot het affchaffen dorStedhouderlØke Regeering. De frene, In dose beide regels I, Is meesteritik nitgedrukt.

911,7$ Do sin is: „het name rammer wear son Stadhonder nit nw ftanshais."to Vaders was hot Federica/di: „de Staatsgesinde Regenten."u Waer def Se fakes a swinge: islet I de Regenten waren volkomen burnt, dat bun &gen opper-

maebt Aileen kon gehandhaard worden door 't fin:Ikon van des Prinfen gesach.66 On* loweAt: vow, zoo vertu namelOk de Stadhouder was aan to merken ale Dienaar der Staten.

Intusfehen gedoogden dieselfde overmoedige Regenten, die gum Stadhouder verlangden, laterseer lUdelUk hot ink van bun „kneeht" Jan do Witt.

es Ti Bone. Hendrik Thibaut, Heer van St. Aagtekerke, Burgemeester van Niddellrarg, had inZeeland Berk veer 'a Prinfen belangen geyverd. — en de dichter fpeelt Wee met zijn naam.

as Overrode*: ander* woordfpeling met den neam van Rhode, Hoer van Renswonde, die in 1Stichtde party des Stadhonders voorftond.Wy *ebbe* oases • be i soul: ond-Holiandfehe fpreekwine, bier beteekenende: "cane Stadhon-der, dle one goo veil fpels maakte, Is deed." 1k twilfel of V. die humor in een erratig veers :oftgebedgd hebben.

is Gems heel neer, ewer de lodes. geen Stadhonder moor, of soogenasmd hard, mar de Latex,t. w. de „Indderfehap en Stoden."

1651 VERTROOSTING OVER DE DOODT VAN PRINS WILLEM DEN II. 83

Page 108: vondel. - DBNL

84 VERTROOSTING OVER DE DOODT VAN PRINS WILLEM DEN II. 1651

Ten waer 'er eenigh zulthooft quam,oo Die volgende zijn blinde leitsman,

Den dwaelwegh in wou flaen, en namEen twiftverwecker tot een fcheitsman.

Die volge 't fporeloos geval,En zoo hy dat to veel wil vergen,

0 Zie hoe het hem bekomen zalEn waer hy dan zijn aers zal bergen.

Wy hebben langh genoegh geflooftEn 't juck geleen aen lijf en zielen:

Slaet eens de fpijcker op zijn hooft,too En vrijdt het landt van Aertfche fielen.

Ghy hebt den teugel in de handt,Van voor'ge leemte wet genezen,

Bewaert de vrijheit van het landt,En houdt de wetten in haer wezen.

los De Hemel brengt'er alley toeDat ghy tot byftand kont verwachten,

Maer Godt wil volgers, en wort mooTe helpen die zijn gunft verachten.

Hy helpt, hondt ghy ons nit den noodt,no Ten komt hem altijd niet gelegen

Door zulcke koftelijcke doodtTe maven 's Landts verkregen zegen.

as I:nigh salsooft voor „dose of gene min kandige Burgemeeeter "so Ella bUide ieitemas: „volgends het advies van situ Penfionarls," dit slot voornamelfk op hetgeen

de Penflonaria van Leyden in 1660 tedium had ter vordering van 's Prinfen waken.is der e. berges• Sit :let op Capella van Aartsbergen, die als guniteling van den Prins in Rorke

verdenking lag, hem mad gegeven to hebben tot den eanflag op Amderdam, hoe seer hy self tIn illn Gedenkfehrlftea mittens. Zie bls 67, 68.

me derefthe fides. Cornelia Aarsfen, Hoer van SAW, soon van den Hoer van Sommeleack, overwin vroeger (Deel II, bls. 369) is gehandeld. Hy was (ate liter Doyen, Ws. 67) eon der ver-tronwdite Raadalleden van den Prins, en word befchuldigd, slab ale een verfpieder to hebbenladen gebrulken, ter voorbereiding van den aanflag op Amfterdam• zoo dat by genoodsaakt was,in 1650 de Vergadering van Holland, waarin by sitting had wagons de Ridderfchap, to verlaten.

ea Des towel: de „kracht der Regeering:'

Page 109: vondel. - DBNL

1651 VONDELS LEVEN. 85

Wy hebben in de „Vertroostine Vondel zien zinfpelen op zekerenLeydfchen Penfionaris en op den Middelburgichen Burgemeester Thi-baut. Wat den eerstgenoemde betreft, zoo zal ik alleen aanmerken,dat de Stad Leyden fchier de eenige in Holland geweest was, diemet betrekking tot de zaak der afdanking van 't kitgsvolk den Prinsgenoegen gegeven en hem ook opgewacht had, toen by er aan 'thoofd der Bezending verfcheen, wat vooral aan haren Penfionarisgeweten werd. Omtrent het gebeurde te Middelburg, daar het aan-leiding gaf tot nieuwe vaeizen van Vondel, moet ik er iets breederover uitweiden. De Staten van Zeeland, die, terftond na 's Prinfendood, het recht van Eerften Edele, door de Prinfen N an Oranje totdien tijd bezeten, vernietigd verklaard hadden, wilden nu ook aande Voogden van Willem III het recht ontzeggen tot de beftellingder Wethouderen. Thibaut daar-en-tegen, en zijn ambtgenoot Dr. Janvan Landsbergen, die zeer Oranjegezind waren, yverden van hunnezijde om den jongen Prins te doen aanftellen of althands voor tefchikken tot Stadhouder van Zeeland, waardoor hy, in tijd en wijle,de aanftelling der Overheden in de fteden weer zoil kunnen beko-men. Zy brachten te weeg, dat de twaalf kiezers, die een dubbeltalplachten to benoemen, waaruit de Stadhouders de Wethouders ko-zen, deze benoeming niet deden uit de burgery, gelijk gebrnikelükwas, maar gedeeltelijk uit de dienende Wethouders, die door denoverleden Prins aangefteld, en zijnen Huize genegen wareg: waar-A an 't gevolg wezen moest, dat zy de meerderheid in de Wethouder-fchap behielden. De burgery nam dit kwalijk en 't opgehitfte ge-peupel werd zoo baloorig, dat het op 6 Juny aantrok op de Abdy,waar de Staten hun vergadering hielden, en de beide genoemde Bur-gemeesters met den dood dreigden, die eerlang genoodzaakt werden,de ftad, ja de provincie, to ruimen. Het huis van Landsbergen werddeerlijk geplunderd, en dat van Thibaut zoit 't zelfde lot ondergaanhebben, zoo eenige Predikanten het yolk niet geftild hadden; doch't gevolg was, dat de omkeer van zaken, die elders in Zeeland plaatshad, ook bier gevolgd werd, en het Huis van Oranje zijn aanfpi a-ken voor 't oogenblik verloor.

De Middelburgfche Predikanten hadden in dezen voor en tegenparty gekozen. Onder hen, die ten gunfte van den Prins zich op denvoorgrond ftelden, muntte nit Maximiliaan Teellinck. Zijn vader, Wil-lem Teellinck, in 1580 geboren, was een der voortreffelijkfte kerkleer-aren van zijn tijd, en om zijn fchriften zoo wel als om zijn yver voor degodsdienst beroemd. In 1613 to Middelburg beroepen, had hy aldaartot aan zijn dood, die in 1629 voorviel, het predikambt waargenomen.'s Mans twee zonen, Johannes en Maximiliaan, volgden zijn voetfpoor;de eerstgemelde, van wien mede godgeleerde fchriften beftaan, werdPredikant to Utrecht, van waar hy, in 1660 om politieke redenen ver-

I

Page 110: vondel. - DBNL

86 OP D'OPROERIGHEIT VAN MAXTMILIAEN TEELING. 1651

bannen zijnde, te Arnemuiden en later te Leeuwarden beroepen werd.Maximiliaan werd eerst te Zierikzee beroepen, en vervolgends, in1640, te Middelburg, waar hy in 1653 overleed 1 ). Behalve een „Vre-depredicatie," in 1648 uitgefproken, en een „Grondigh bewijs, dat„het een Chrifteliche Magistraet ongeoorlooft is in plaetfen, daerover„zy te gebieden hebben, de Paepfche Syperftitiën ende afgoderyen„toe te laten," en, benevens een „verklaring over de X Gebo-„den en 't Gebed des Heeren,” gaf by een werk in 't Licht, betyteld„Politycke Chriften," met een opdracht aan „Willem, Prince vanOraengien," welke laatfte veel gerucht maakte. Geen wonder, datVondel, toen hy van deze lettervruchten kennis nam, Been vredekon hebben noch met de theologifche, noch met de politieke begrip-pen, daarin verkondigd. Hy vatte de pen op en die wederom in galdoopende, gaf by aan zijn wrevel in de beide volgende, alles behalvemalfche hekelfchriften Incht:

i) MI DI LA Rue, Geletterd Zeeland, biz 101, 102 en 195-198, wear de fohrOver nog melding maaktyen Eeuwont Teellinck en Cornelia Eeuwouts TeeIlinek, as tot hetselfde geflacht behoord hebbendeen mode door letterarbeid bekend geworden.

OP

IY OPROERIGHEIT

MAXIMIL1AEN TEELING.

ET Oproer, in Roche], fineet muur en toren neder,Holp Fredrick in den Haegh, en om den fchoonen

Pals,Graef Straffort op 't Schavot, den Boning om den

hals,Montros aen eenen ftrop. Wat bulderende‘weder

o Bedaert in 't einde niet I maer dit oproerigh zaetNoch Vryheit last in ruft, noch Konincklijcken Staet.

i Pal .prow in Roche:• La Rochelle was acne dier plaatten, welke nit kraebt van'l Edlkt vanNantes aan de Protestanten tot revoke:lug gegeven waren. Toen eater de Hardineal van Ri-chelieu het oppergezach der Veen overal wilds vestigen, Hoeg by het beleg voor die ftad EnRochelle verdedigde slab soo wakker. dist sy wellieht niet sod genomen :On geweest, indien deHollanders, (die in Frankra de Eetholgken tegen hnn gelootegenooten onderfteunden, gelijkRichelieu den Protestantfchen Gnat:sat Adolf tegen de :linen) Lodewlik XIII niet to Map warengekomen. Lees voorts: het .preen Ansel, At Rocket, ens kelp Fredrick ens.

s Fredrick. den verdreven Nosing van Boheme, over wien vreeger D. II, biz. 604 gefproken is.s Graef Strafort. ale Deel, IV, bls. 110.

Dee Zoning• „Karel 1."4 Mordros: den Graaf van Nontrofe, over wlen in 't vervolg gefproken sal worden.

Page 111: vondel. - DBNL

1651 BLOEDTBEIILING VAN MAXIMILIAEN TEELING. 87

Kon Burgerlijcke tncht die Moniters niet betemmen,Al 't lant zon tot de keel in bloet en tranen zwemmen:

Want als men fteden ziet het onderfte omgekeert,to Dan heeft men op zijn Schots den Staet gereformeert.

BLOEDTBEULINGH

VAN

MAXIMILIAEN TEELING ,

GROOTE BLOEDTBEIILINGH IN ZEELANDT.

EESTER Teeling hadt een groote bloedtbeulingh ge-geten,

Heel vet gepropt van Apoftelen en Propheten:Maer doen zijn maegh al dit vet niet kon verduwen,Begoft Meefter afgriefelijck te fchieten en te fpuwen.Al de Zeenwfche Teelingen nit hunne poelen en

flootenQuaemen daer op al quaeckende aengefchooten:En fpeelden, flobber op die zoo zuivere voefters.0 klockfpijs, leckerder dan Engelfche oefters IWech Vriegeeiten, Harminianen, en morfebellen,

io Wy flabberen met Meefter Teeling geen paddevellen,Geen pieren, noch alikruicken, noch zotte klanfenVan verfehe Apoftaten, of befchimmelde Paufen;Maer Middelbnrgfche fancijfen en leckere worften,In eene reine ketel van onder en boven uitgeborften.

is Ghy lichte Capellanen, Roelanden en Teulingen,Smnl by gort met ons, dit zijn Leicefterfche beulingen:Geen duivelsbroodt, paddeftoelen, noch morfige kruimen.Meefter Teelings ketel behoeft hiemant to fchuimen:

. Nampo of tames: een *sort van witervegels.e Die soo redeem roosters voor „dit zoo zuivere voedfel;" do& *neon om 't rUm9 Ilarmestanes voor Arraisdaseo. I Selltint dat v. bier de seenwiehe aspirant) to pas !mine.

Is Ante Haulm veer „dime leeringen.”

Page 112: vondel. - DBNL

88 ANTWOORT AEN DEN PAEPSCHEN POEET. 1651

Niemant kan zijn quijl noch inottebellen laecken;20 Want van zijn geelen oocker machmen kaefen maecken.

Jae al zat ganich Poortegael verlegen by kon het gerieven,Niet met bullen of prullen, maer met zijn bezegelde brieven.

P. L.

al Poortersel. omdat de nitvoer van kaae voornameltlk near Portugal getebledde.P L. d. I . pro lsbertato: een der mottoes, welke V gewoon was to bezigen.

Het antwoord liet zich niet wachten: bet verfcheen weldra, tegenover het eerfte van de bovenftaande gedichten gedrukt, en aldus lui-dende :

ANTWOORT

Alit

DEN PAEPSCHEN POEET,

OP 'T NEVENSTAENDE GEDICRT.

Der Papen moordluft (meet byna de werelt neder,Schoot WILLEM met een loot, en foo vervloeckt ale valeHolp Coligny en foo veal duyfent om den hale,

Ja Vranckriicks koningin. Het Buskruyt maeckt onweder,Dat 's Aflaet en Verdienft by dit moorddadigh zaet,Gemeft met martelbloet en vleefch in Neerlandts Staet.

Geen wereltlijcke Macht die Monfters kan betemmen.Dies most heel Chriftenrijck in bloet en tranen zwemmen.

Want ale door vuur en ftrop Godts kerck wort omgekeert,Dan wort het Pauslijck en het duyfter Rijck vermeert.

Page 113: vondel. - DBNL

TOEGIF T.

'k Befcherm geen boosheydt, maer de Godsdienft van ons landt.Swygb van oproerigheydt en deck eerft Romens fchandt.

Want had u OPROER ftil gefwegen,Ghy had dit ANTwooRD niet gekregen.

Van wien deze rijmen waren is my niet gebleken, en my ook ta-melljk onverfchillig. Jammer maar, dat Vondel, door zijne heftige enverre van kiefche uitvallen zich dergelijke antwoorden — want ookzijn overige politieke vaerzen waren dit jaar niet zonder tegenfpraakgebleven — op den hals baalde. Maar 't was nu eenmaal zijn zwak,dat hy geen aanval, noch op de door hem omhelsde leer, noch opde Amfterdanlfche Magistraten, ftilzwijgend kon laten voorbygaan.Deze tweeledige (trekking van zijn neigingen moest hem echter ineen moeilijke (telling brengen, zoodra — gelijk nu werkelijk bet ge-val wend — de handelingen der Regenten in openbaren ftrijd wa-ren met zijn fympathien ala Katholijk : ja zelfs mag by den deerftenopflag, voor wie bedenkt wat onze dichter over de gebenrtenisfen inEngeland fchreef, zijn ingenomenheid met de bovendrijvende partyen zijn haat tegen Prins Willem eenige bevreemding baron, daartoch de laatfte den onthoofden Karel Stuart op de IndependentenWilde wreken en _zijn zwager Karel II op den troon voeren; terwijldaar-en-tegen de nu overmachtige Patriciers met Cromwell en diensvrienden heulden. — Deze fchijnbare tegenftrijdigheid by Vondel lastzich echter verklaren: vooreerat, nit zijn voorliefde voor Amfterdam,'t welk door den Prins beleedigd was; ten anderen nit zijn ingekan-kerden haat tegen al wat near ftreng Kalvinisme en Bruinisteryzweemde. De „Heeren van Amfterdam” waren altijd vyanden ge-weest van geloofadwang en hadden Smont, Cloppenburg, Bogaerdten al wie den geestelijken overmoed ftijven woe, de ftad doen nil-men: en dat was in Vondels oogen ftellig hun grootfte verdienfte:al zag by dus nu gewis met leede oogen, hoe de Staten van Hollandverbanden floten met Britfche Pnriteinen, en hoe zelfs een Amfter-damfche Regent als Geeraert Schaep zich naar het Parlement teLonden liet afvaardigen, by kon dit verfchonen, ale door de wet dernoodzakelijkheid voorgefchreven; want de vrede — behalve met denTurk — gold by hem boven idles: en hy was een te blind aanbid-

1651 89

Page 114: vondel. - DBNL

90 VONDELS LEVEN. 1651

der der politiek van de Staatsgezinden, om niet te vertrouwen, datzy in deze zaak, zelfs tegen hun zin, uit wijze voorzichtigheid han-delden. Wat hemzelven betrof, hy bleef in 't openbaar zijn gehecht-held aan de Stuarts en zijn haat tegen de Engeifche en StaatfcheIndependenten op krachtige wijze lucht geven, waartoe hem her-haaldelijk ftoffe verfchaft was. Karel II namelijk, die zich, ten tijdevan zijns vaders dood, hier te lande ophield, was in 1649 naar Schot-land gegaan, en aldaar tot Koning uitgeroepen ; doch evenmin alsvroeger zijn wader, er fteun genoeg vindende, had hy zich naar 'teiland Jerfey begeven en van daar naar Breda, van waar hy met deSchotten onderhandelde. Intusfchen had een zijner getrouwfte aan-hangers, de Graaf van Montrofe, een bekwaam en wakker krijgs-overfte, aan het koninklijke bloed van Schotland vermaagfchapt, inDuitschland eenige benden geworven, waarmede hy in de SchotfcheHooglanden de Koninklijke vaan opftak. Hy werd echter geflagen,gevangen en als landverrader ter dood gebracht, welk voorval denhandel van Karel II met Schotland een tijd lang ftremde. Eerst inJuny werd die voltrokken en begaf zich Karel er weder heen ; dochalras was een Engelsch leger, onder Cromwells bevel, de Schottentegengetrokken, die in September 1650 by Dumbar verftrooid wer-den. Wel was des-niet-te-min de jonge Vorat in den aanvang desvolgenden jaars in Schotland gekroond; doch zijn troepen werdennogmaals, by Worcester, door die van Cromwell geflagen, en hy zagRich genoodzaakt, naar Frankrijk te wijken; terwijl de EngelfeheVeldoverfte George Monck Schotland tot onderwerping bracht.

Het was op den ongelukkigen dood van den dappere Montrofe enop de dubbelzinnige houding, door de Schotten tegen over Karel IIaangenomen, dat Vondel de twee navolgende gedichten vervaardigde.

Page 115: vondel. - DBNL

GRAFNAELT

VAX

MONTROSE.

4171rimus tinesQui full in Teuerts, it fervantigitaus ayes.

t, PBECHTE Deught, vol viers, en moedigh,,1n 't vechten, fneuvelt al te bloedigh

„Door rampfpoet, niet door vroom ge-weer.

Brittanje had nu fchaemte en eerGantfeh uit, en 't harnas aengetogen,

Zich zadt aen 's Konings hale gezogen,En na 't vertreen van d' oude kroonZijn Vaders al t' onnooflen Zoon

Gefchopt; wanneer Mozintos, te paerdeto Gezeten, met gerechten zwaerde

Befloot op nieuw 't verdruckte bloetTe zetten in het wettigh goet,

Hun aengeftorven door de ryesVan Grooten Alexanders tyen.

Is „Want nimmer zwicht een dapper helt,„Schoon recht moat zwichten voor gewelt:

„Hy hanthaeft 't heiligh recht der voleken;„Al !torten hem de donckre wolcken

„Der kryghsellenden op het hooft.so „Geen water heeft dien gloet gedooft.

.1ndltflons* ow east. • d. 1.: „de rechtvaardigfte en billgkfte onder de Trojanen." Zle den II, 426.s,s donned at te bliedigA Door ranrgpoet, stet door grooms gamer: d. 1.: ,,komt em, niet in eon eer-

igken ftrijd, maar op t Mayor., door 1 onedele zwaard des hauls."s Uit• vertu.• met aanhechUng can I seen wrist. edgelogen.s Ant 'a Sonizsgs hale pesetas: eche dichterlgke voorftelling en nit de natnur gegrepen. Mei weet

dat buntings, wesels en dergelgk ongedierte, de lessen of kongnen, die sy beet krggen, by denhale pakken en het blood er nit suipn, tot dat hen flachtoffer admechtig en dood neder tort.In nu ken Vondel AM verachting yoor de Britfehe opftandelingen niet beter aan den deg leg-gen, dan doer hier een ultelrnkking op hen toe to pasfen, waardoor het beeld van sulks roof-dieren one voor oogen fpringt.

v d'Oude hoes veer „de kroon, door den wader gedragen," of wel, voor diem „Vader" :elven.te Van Creole* Alexander* Sven: voigends de versterde genealogign rekenden de Koningen van Sabot-

land het begin banner regeering van den tgd van Alexander den Groot.. Zia de Opdracht derMARIA STUART. Dell V, bk. 454.

1651 91

Page 116: vondel. - DBNL

92 GRAFNAELT VAN MONTROSE. 1651

MONTROS getrooft zich dan het muitenDer fchelmen op zijn borft te ftuiten,

En ftelt zich, als een vafte wijckDer fceptren, tegens 't hollend rijck;

23 Doch valt in handen des verraders,Die ree 's Gezalfden hooft en aders

Hadt op een' fnooden prijs gezet,En met deze onuitwifchbre fmet

Het rijck bevleckt. „Wie durf zich mengenso „In 'tgeen de hemel wil gehengen?

De Deught, om hoogh altijt geeert,Raeckt onder: Judas triomfeert:

Die zelf den ftrop verdient te dragen,Verftickt de bloem van 's Konings magen,

ss En trapt op 't hart van Stuarts huis.Doorluchte BERGROOS, uit Ferguis,

Den Konincklijcken ftam gefproten,Uw bloet, your 't Vaderlant vergoten

Zal at de volgende eeuwen deur40 Verfpreien zijnen eedlen geur;

De bloeffem van uw brave (ladenHerleven, weer de zon haer raden

Van 't ooften in het wetten drijf.De helfcheit koel' haer' moedt aen 't lijf:

43 De Moort en 't Oproer drijven boven,En ftellen wetten aen drie hoven,

Dat al de weerelt fchricke, en ys';„De Trouw behoudt heur waerde en prijs.

SAT PATRL PRIAMOQUE DATUM.

as—sr De sin is: „doeh by valt dien verraderiØken Scbotten in handen, die reeds ban gesaUden'Coning voor bloedgeld aan sijn vyanden bebben verkoeht."

rs Bergroos: vertaling van Moat-roe.ar Dal voor „zoo dat."41 „Da Owes: de drukker heel hier, geliik ook vs 1-8, 15-20, 29-80, het onde gebrnik gevolgd,

om sederprenken, waar sy in eon gedieht voorkwamen, met aanhalingsteekens („) der opmerk-saamheld dos lasers aan to beveien.SAT PATNA marrows DATUM . het stin de woorden, waarmede de fehim van Rektor (Aar. II, 2910Zneas tot de vineht vermaant, hem to kennen gevende, dat or „genoeg voor Boning en Vader-land geltreden" en ook verdere krsehtsinfpanning nuttsioos is.

Page 117: vondel. - DBNL

1651 93

DE

PINXSTERBLOEM

VAN

SCIIOTL ANT.

E Schotfche Judas, en verrader,Hoe langer hoe veraert en quader,Verkocht en leverde den VADER.

Hy kroonde met de DiftelkroonEn kruifte den onnooflen ZOON.Wat dunckt u van one fijne JoOnt

De GEEST van al dit Reformeeren,Om niet to laten van zijn veeren,Door al dit fchrobben en fchofferen,

to In dezen zuivren modderkuil,Gingk eerft in eenen nevel fchuil,En daelde in fchijn van eenen Uil

Op 't hoofs der uitgepuurde Schotten,Zoo zwart Bruinift ale waterrotten.

is Toen profeteerden al die zotten,Doch elck met zonderlingh geluit.Zoo wert de kerck en kroon verbruit,En daermee was het gecksfpel Uit.

s Hoe lower lox weroerts bier ontbreekt by veraert de comparet. dim men in feeder aantreft.s Des Yoder: „Karel I."4,s Dit slot daarop, dat Karel II wel ale Koning door de Schotten word aangenomen, dock Diets

els verdriet en kwelling van hen lead on ten bests Ain ontwerpen moist opgeven.s Peer lode: lode* worden de Schotten hier genoemd wegens henna handelingen ten opichte

van de beide Bantle, on mss, om bun godsdlenhige gevoelens.f-Is Vondel wil semen, dat even ale de H. Great by den doop van Kristus, in den Win van eon

doff nederdaalde, coo de (near slin gevoelen Wow Great der reformetie op de utigepeurde, d. Iextra Sine Schotten nederdsaide in de gedaante van eon efl.

is Avert Areesp. 1 adj swan Oast liter zoo wel op de swan* kleedIng der Puriteiniche Imams,els op de sielagelteldheid welke V. hue toefehrUft. Wet de Bruiststets of Bressistes betreft, dosehebben hen naam van sekeren Robert Brown, vroeger Predikant to London, die etch in 't hetetder outlands Zenw van het kerkbeitier aftonderde. Hy self herriep sine meeningen en word widerIn de Anglikaanfche Rork aangenomen; doch stine navolgers names seer toe in getal. In dehoollsask verfchilde hen leer niet Teel van die der Hervormde Kerk; doch sy venrierpen betAnglikaanfehe Rerkbefiler, de Heidenfche namen der dagen, de Heidenfche boeken, ens ; voortselle formulieren, den Katechismus, de Akademiln en:. By Vondel is bet woord Bresintsfeefynoniem met dat van Indepetvietstets, en in de dead mochten de eerstgemeiden Ms eon fraktievan leatatgemelden belbbouwd worden.

Page 118: vondel. - DBNL

1651 OP FREDERICK, ERVE TE NOORWEGEN. 94

Was alle geestdrijvery en geloofsvervolging hatelijk in Vondelsoogen, geen wonder dan ook, dat die Vorften, die aan andere deug-den ook verdraagatamheid paarden, hoog by hem ilonden aange-fchreven. Zoodanig een was Frederik III, Hertog van Holftein-Gottorp, die in der tijd aan de Remonftranten, uit Holland gevlucht,een fchuilplaats in zijn Rijk vergund en bun verlof gegeven hadtot het bouwen van Frederikftad 1), welke plaats in 1632 door hemmet ftadsrechten was befchonken. Reeds deze handelwijs moest hemin Vondels oogen gunst doen vinden, en de eerbied voor dien Vorstby onzen dichter nog fttjgen, toen dezelfde voorrechten, welke deRemonftranten in Holftein genoten, ook werden uitgeftrekt tot deMennisten en Katholijken. Wanneer men flier byvoegt, dat HertogFrederik de kuniten en wetenfchappen begunftigde, in de laatstge-melde, vooral in de matliematifche en fyfifcbe, meer dan gewoonldkbedreven was, en geene kosten fpaarde om zijn kunstkamer met dezeldzaamlte zaken to verrijken, dan kunnen wy ons voorftellen, hoeVondel met hem ingenomen moest zijn, en wy verklaren den lof,hem toegezwaaid in dit byfchrift op zijn afbeeldfel.

0 Zia Deal II, Nal. bi. L

OP

ZLJN BOOGHVORSTELLICKE DOORLIICHTIGHEIT,

FREDERICKERVE TE NOORWEGEN,

linty is Sbisiirk, Nalsttiz, kr.

ET wettigh Errefrecht ter Kroone van de NoorenVerciert Vorft VREDKRIJCK zoo rijck niet als

de VreEn vreedzaemheit, dien Helt natuurl►ck aengebo-

.ren ;Terwijl de weerelt raelt, gelijck de wilde zee.

Hy zegent ieder een, en overtuight de Vloecken,

1 De wader van Hertog Frederik was Augusta, doehter van Frederik II, Koning van Denemarkenen Noorwegen: hoe hem dit eehter een erfreela op de from der Noorea besorgen ton, is myniet holder, dear noel: gemelde Koning, nosh diens soon Kristlaan, kinderloos overladen. Heterfrecht was in alien gevalle seer in 't Ter voornitzleht.

a Overeselpht de Visseken: d. 1.. ,,brengt de we:lady:am:igen tot nadenken."

Page 119: vondel. - DBNL

Genoeght zich met zijn erf, en vaderlijck bezit,Bemint de jaght, en ftilte, en kunit, en wyze boecken,

En hanthaeft recht en trouw, om Godt, der vroomen wit.Getrouw het Keizerdom, en 't Rijck, en Duitfche Heeren,

io Kan dees met zijn gemael en bloet een zael ftoffeeren.

Ter opheldering van den laatften regel van dit gedicht diene, datFrederik III by zijn gemalin, Maria Elizabeth van Saxen, nietder dan zestien kinderen verwekt had, en dus wel gezegd mocht wor-den, met zijn huisgezin een zaal te kunnen ftoffeeren. Frederik III,geboren in 1597, overleed in 1659, een jaar na-dat de foevereiniteitover Sleeswijk by verdrag voor goed in zijn Huis was bevestigd.

Onder de verdere gelegenheidsdichten, door Vondel in dit jaarvervaardigd, tellen wy weer een Bruiloftsdicht, op het huwelijk vanDavid de Leeuw en Cornelia Hooft, dochter van Hendrik, 's Dros-faarts broeder, waaruit blijkt, dat by nog fteeds met de fa milie ingoede verftandhouding. leefde, of die althands zocht te bewaren. Ofde Bruidegom een broeder van die Juffrouw De Leeuw was, die bybet feest van Joan de Wolff 1) tegenwoordig was, kan ik niet be-flisfen zeker behoorden ook de De Leeuwen onder Vondels bekenden.

1) Zie hierboven, bk. 118.

95 VONDELS LEVEN. 1651

Page 120: vondel. - DBNL

96 1651

DE LEEUW AEN BAND T.

woos

DAVID LEEUW,EN

KORNELIA HOOF T.

Op de mien van de Mulch.

UN de Jonghmans al rechtfchapen,En by zinnen, die aen d'Echt,

Aen een Jongkvrouw zich vergapen,En verkufl'en al hun recht?

Die hun vryheit laten varen,Om een korte razerny,

En het quickfte van hun jarenSlyten gaen in Ilaverny?

Moet men hierom loopen jancken,to Door den regen, door den wint,

En de lieffte noch bedancken,Zoo men haer gefpraeckzaem vint?

Geeft het zoenen van de ftoepenZulck een blydfchap in de fmart,

I5 Of de wang een zoen t' ontfnoepenZulck een' trooft aen 't bange hart?

Neen, wy zijn to vry geboren:Niemant finite ons in een kou.

Zon een maeght een man bekoren,so Of hem leggen aen een touw?

Zou een Leeuw zich laten toomen,

DAVID Lamm: de naam wordt gewoonla DE Lszuw gdebreven my bent, dat er In 1807 nogeen lfevronw De Leenw op de Hofftede Hilverbeek to 'a Graveland woonde, en later Wide er,zoo 1k my niet bedrieg, een De Leenw, ale Rentmeeftet van Rgnland, op Swanenbnrgb.

vsa Dose rogels worden vooronderlteld to :WI nitgerproken door den braldegom, eer by yarned was.v Het truiekee voor „bet vinglte, bet baste."

Page 121: vondel. - DBNL

1651 DE LEEtTW AEN RANT. 97

Die zijn eige krachten kent?Zou een Leenw voor iemant fchroomen?

Vryheit is zijn element.as In de vryheit moet by leven,

Moet by fterven, als een heft:Z'is hem, als een recht, gegeven,

Dat by by zijn tytels ftelt.Suffers paffen minnejucken,

so En de boei van hun vriendin.Eenwigh mont op mont te drncken

Voeght een flaef van wulpkhe min.Minne hoorde 't ydel ftoffen

Aen den oever van de Vecht:as Daet1ijck wert de LEEIIW getroffen

In den boezem diep en hecht:Want de fchutter doock in d'oogen

Van KORNELI op dit pas.Naeuwlijx was de pijl gevlogen,

40 Of het Leenwshart zeegh in 't gras,Of de LEBOW begun te kermen:

Och, vertrooftme: wat is dit?Laet ick fterven in nw armen,

Mijn vermaeck; mijn eenigh wit.to Al de Nimfen van de vlieten

Vliegen op dat fteenen aen,Uit de biezen, nit de rieten,

leder is met hem befall.D'een brengt water, d'andre kruiden,

so D'andre bloemen op dien kreet,En de koelte blaeft van 't zuiden,

Tot verqnicking van zijn leedt.Meer geen kruit noch bloemen helpen,

Noch het water blufcht geen vier.as Leenwenbloet is quaet to ftelpen.

Och wat raet, wat trooft is bier!Waer is nn de roam gebleven,

Etl dat ftoffen al te rijp?Doch men moet het hem vergeven:

so 't Is een onverzocht vergrijp.Onverzochtheit kan niet vatten

at Mute how& '8 Oa Atm voor „de Yinnaged hoorde de Wee voorafgaande greetlInnak."m Ant den Hoer van de right: men meg nit damn regal opmaken, dat De Leann, of MO famine,

min hated. of somerverbilif hada** aan den oever van de Veeht.as Net Lemorshart mph to 't gray voor „bet overmoedlg hart van De Lewin verklaarde etch over-

women."• BM eimtrosolet eergrifp: „het vergrfjp van lament, die nimmer In versoeking gekomen Is."a, Ottrentotatletit: „mangel aan ondorvinding, aan beproevIng."

• Wit10/111 VAN a VAN VANDAL VI 7

Page 122: vondel. - DBNL

98 VONDELE1 LEYBN. 1651

Wat eeu Jonekvrouw waerdigh zy.'t Huwelijck bewaert de fchatten,

Zet de cleught veel zegens by.e.3 Zonder 't huwen, wonder 't paten

We het met de weerelt nit,Zen de boom gees telgen haven,

Zoo veritorven boom en fpruit.Deze Nootwet is gevonden,

70 OM de vrientfchap wen to van,Die de (lawmen bout gebonden,

Even jeugdigh, even groen.Spaer den jongen Lamm het leven,

En verfchoont hem nit gene:75 WA4it bet lot beefs hem, gegeven

Zijne rechte wederga.Toen KORNELIA. dit hoorde,

Hiefze den gewonden opMet een lonck, die 't hart bekoorde.

ea Wacht voor 'S jaer een jonge pop.

Getrout den 14 van Bloegniaent, mints.

To Ass e• saw: atorosdeis is mist isebrOttlük. deal *Tao 7707,111 a$s aalatavama Cienalg an vlug Sot van fan allarbovallIna /peat.

Op de hofftede Meer-en-Berg onder Heemftede, wordt of werdalthands voor weinige jaien nog bewaard een houten bord, waarophet wapen van Hooft geibhilderd was, en daaronder het navolgendevierregelige gedicht, blVkbaar op hetzelfde huwlijk doelende:

Wat heeftze Godt gedaen ten fp#t,Dat By haer met een Leeu lcaftiit?Hoe bruit de Leeu. Wat of hem !short?1 is kit, dat Hoof!) gebonden wort.

Het verjaarfeest van den Agent Michiel Le Blon gaf Vondel aan-leiding hem het: volgende geboorte-dieht tee to zingen-:

Page 123: vondel. - DBNL

1651 99

GEBQORTEKRANS,

DEN GEER AGENT

MICHIEL LE BLON,

OPOEZET DOOR VEIN NICHT

MARGRIETTE LE BLON ,

IN ANN JAEZE 1651.

liocrrvelgt die utter Sint Michiel,Den Aertsengel, u liet noemen,

Gun 't affetzel van uw ziel,Dat het met een' krans van bloemen

U bekranffe, nu de ringVan uw viermael zeftien jaeren

Todluit zUnen ronden kring.Godt die wit uw leven fpaeren,

Dat Margriet na dezen daghto Grootvaer jaerliicks kranffen magh.

Ter gelegenbeid van het Jubile op Sint. Apollinarisdag te Bruggegevierd en van de wilding der Bisfchoppen van Brugge en vanRaermond, begreep Vondel, die nu, federt het verlaten van zijnwinkett rulinte van tild over had, die plechtigheid te kunuen by-wonen. By reisde derwaarts en bewail; het gehouden feest in betnavolgende gedicht.

Page 124: vondel. - DBNL

100 1651

BISSCHOPLIJCKE STAETSI

DID 3

K AROLUS EN ANDREAS P

fa* at Si/skaffa an Sragp to Isramd.

EEN blinds Apollo 110' mijn fnaerEn cyter, maer Apollinaer,

Dien Cefas zelf to Rome wUdde;Toen Nnmaes fmoock de zon benijdde,

Een heidren kilter, die alomDe grijns van 't heiloos Heidendom

Quam lichten, om zijn helfche vleckenDe wyde weerelt door t' ontdecken.

Apollinaer, die vroom en kuifchto Den halo voor 't zegenrijcke kruis

ICAROLU; ',KURA TAD den Boseb," to Brush geboren, ontfing Ain oplelding ass de Univergieftto Donny, word Kanonik van St. Waltrudis tot Bergen-in-Henegonwen. daarna van de hoofdkerkto Gent, en In NM Deken van hot Kapittel van Sint Donatianns to Brugge. By was ook Kapellaanvan den Aartshertog Leopold en word den 28 July Mal tot lfistehop van Brugge, gewpd doorAntonin Tried, Blefehop van Gent, en Gaspar Nemlus, Bisfchop van Antwerpen. In 1660 wordby Blsfchop van Gent, by welts golegenheld Min intrede gevierd werd door eon dichtwerk vanden Roomfehen poeet Joost Lambreeht, dat Met minder den 40 bladsfiden in 4a befioot en wear-Tea de tytel luidt: „Deagdenlof tot nelleeom-ennebleinge ass den Doorladdiga, Beer Carotin emsdes Bomb, komonde aft sifit Bisdom vas Brugge lot den BiofdsoppeUeken *el was Gesell Die denfleas woken on hebben goon gebroek non eenigh goet, Pfalm 88. In diabi bedroom door J.LANDRUM; tot Brugge, gainer& by de wedume men J. Memel 18410." Van hem mocht — rank degeleerde Kenos* Carton to Brugge, ains Irian. heusheid ik dose bysonderboden verfehuldigdben, to reeht assmorkt — wel gesegd worden goad earnemibum want sftn naam vindt menop eon ander Auk van Joon lanai:sou; getyteld: J. LAXDRICHTS Rachel oft. Mooned vas w-reck& We/der werikomeende door sea herders-jpel, den aerbeid, aide mamma iielde vas des kris-rada• Jacob. getroehen nit Ant H Boat Gemelis Cap 27 ate. goameld biases Brugge op den derdenBey MM. roar 4ne Iloogiamerdigkeid CAnoz.us RAD DID Bosom, aldaer, Balch" van Brugge, Adoau vas Gad, tar frrattflt Mt out seder* oerneerdighe, hoogh end. trofelifbe perfoodem Dial hartvol Bede horn, in vrucht en erode leeft. Tot Brugge gedruoki by de Waimea ma lataaaes Mosectin de Breydel-BlraMe 1682, 52 binds in 44).ANDRUS. Tot vierden llidellop van Roermond word in 1861, nadat de :Mel eon tild long, doorbet bedanken of overliMen der benoemde goestelftken, ledlg had geftaan, door den Honing vonSpanje benoemd Annasse Orman of Oreumniso (volgrnds anderen Craws), geboren to MaastrichLNa Tiff Jaren dat Blink= to hebben waargenomen, word by door denselMen Honing tot opvolgeraangefteld van wijien Jacob Boonen, den Aartabisfehop van Mechelen, en vertrok nit Roermondin Mei 1867 Zia 0 N. Posmas, Befokrifoing vas het Hertogdom Limburg, Ms. 227.

Ip dpollo-dyollinaer woordfpeling. Claudius Apollinarius woe Bisfehop van Bierapolis In Rrygignen leefde ender Softer M. Aurelius. De tIJd van sijn dood is onseker fhy soft, volgends de over-levering, to Ravenna, om 't geloof geftorven siln

Page 125: vondel. - DBNL

Ten beften gaf in 't out Ravenne,Begnnftige onze cyterpenne,

Ter liefde van zijn dagh en feed;Op datwe met een' blyden geeft

is Het koorgezang der BruggelingenZoo ftercken midden onder 't zingen,

Dat zelf de weArklanck van Godts lofVerrucken magh at 't hemelfch hof,

En d'Engelen met duizent reienso In 't Engelfch koor ten dans geleien,

Van vreught, vermits het hoogh autaerZiet neergeknielt dit heiligh paer,

Om zijne wijdinge eens t' ontfangen,Daer zoo veel harten na verlangen.

ss Men ziet hoe Theft, het licht van Gent,(Nu Ooftenrijck hem waerdigh kent

Te lichten, yeder in zijn landen)Hun hoofden zegent met zijn handen;

Daer Nemins, het hooft van 't Schelt,so Hem byftaet met den jongen helt,

La Torre, die in ballingkhappenVerftooten, volght der ouden ftappen,

En door gednit beproeft, aldusDen tittel van zijn Efezus

ss Met Duitfche tittlen zal verrijcken,Zoo Godtsvrucht 't vonnis kom' to ftrijcken.

De Jammers hupplen nu in 't rondtOm 't ronde Brugh en Roeremondt.

Men zoeck' geen ftoffen van Eneas,so Zoo langh ons KAREL en ANDREAS

. Aen rijmftof helpen met hun ftaf.Men kan van yeders myter of

Den zangh opheffen, en beginnen,Hoe zy hun kudde en koy beminnen,

sa En leyden in 't beloofde RUck,Igen vafter borgh, en betre wijck,

Dan daer de dwalende TrojanenZich nederfloegen door veel tranen.

is Privls Antonia/ Tried, Ilisfehop van Gent, die de wilding beftnarde. Hy word later, to gelOrmetBonnie, den Aartsbldehop van Mechelen, atgozet, omdat ay de gevoelens van dentenlas voor-louden: veer sOn dood odder versoenden holden zich met den PansMikan keel

29 Nantes: Gaspar //amine, BlefShop van Antwerpen, word to dozer solids gelegenheld tot Aartabia-khop van Kaineript verheven.

at La raw: de bawds medehelper (esedluter) van Bovenins, In 1647 tot Aartebisfehop van Mesonsewed. ik sal nader gelegenheld hebben van hem to fpreken.

as De a 'agave heart hier kossti. Ik goof het gedlcht hier, do als het, oorfpronkelillt, is plasm ge-drakt word.

se Pon dMass Pans 1nnocentins IV, nit het Hula der Pandit geboren. Zle ON/WA wen Innocent,Deal IV, bls. 411.

1651 BIS8CHOPLIJCKE STAETSI. 101

Page 126: vondel. - DBNL

Pamfilius omzichtigh ooghao Beftraelt ons Neerland van zoo hoogh

Hy aen den Tyber zit verheven,Om Godt zijn offerrecht to geven;

TerwijI hy, onder zijn beleit,De zielen zoo zorgvuldigh weit,

as En ga bet door getrouwe Roeder&Gezalfde Hoofden, Amptgebroeders,

Herboren beide op eenen daghTot laft, en zorgen, en gezagh;

Gekoren meet tot laft dan eere:GO Geen tegenfpoet, noch haet vetkeere

Uw lof in lafter: onderhotitDe vriendtfchap, die eon zelve tout

Genuttight hebt, en in de feholenEon' zelven meefter bleeft bevolen,

as In 't heiligh Rome en in Maeitricht;In Rome, doer de Biffehops plicht

Door leffen, en het leveed voorbeelt,Dat klaer van Gods oraeklen oordeelt,

U ingefcherpt wiert to gekek;'a Volhardt ten bun van Kribs Rijek:

Dat ghy ftw hidden eon slot groeien,Zoo langh de Ley en Miles bevloeien

Uw vruchtbare oevers an weerzy.De hemel zette u krachten by.

MDCLI. Ts Brugge, op S. ApoMaoris dagh.

102 BISI3CHOPLLTOICE STAET8t, 1651

Page 127: vondel. - DBNL

Misfchien dat ook het bezoek, door Vondel by Seghers afgelegd 1)tot dit jaar gebracht moet worden: en vermoedelijk vervaardigde byook op die reis de navolgende byfchriften:

a) ZIG Deel V, Ws. 554

ANTWERPEN:

ALIAS INTER CAPUT EXTULIT URBEIS.

NTWERPEN lint den droom van Etta en hundftol vae-rem,

n werpeti vale de hunt, hen oevers van hetSchelt ;

hie Marckgravih Rijekb, Un Ithopfludt, la vanwaeren,

Baser burs en zennw Reef met in- en nitheemfeh gelt.s Zen Interle zee Flfppus kroon, en Bell's de kroon der fteden

Van gent& Europe, en ale een lamp voor hoogh altaer,Vertelltze met haer glans, godtvruchtigheit en zeden,

En kunften, en bewaeckt de lantgrens in gevaer.Hoewel de ftroom en muur en bnrgerwacht haer ftercken ,

to Hoer fterckfte burgh is Godt, zijn Moeder, en haer kercken.

Ar.us arum, d. : verhlef bet boots boven de overage fteden " Zie Vale. Eel 1, 25i,s Dan dram man Ban as handaol• volgends een made myths, to recht door V hIer als dwaas Ter-

worpen, sot do neanneefleldIng van AM:wpm daaraan stan toe to fchrlIven, dat In made dagenmakers Fens, Antigens genaamd, Melt op de Scheldt onthield, die tol eIschte van de voorby-wade Mappers, en bun, die hem welgerden, do hand athaenw en In de Schelde wimp, van weltHassd-aerpaa de tad, later dear ter pleatfe gebonwd, hear naam sot ontloend hebben.Narekgravla des Maks: men herInbere deb, dat Antwerpen een alarkgraqffehap of margutftsat was.

1651 ANTWERPEN. 103

Page 128: vondel. - DBNL

KEULEN.

PATRIUM SERVAVIT RONOREM.

ERTBISSCHOPLIJCICE ftoel, de voorfte KeurvoritinVan dry, juweel des Rijns, van 't Rijek en 'sKeizers

fteden,Oeboorteftadt en eer van d'oude Keizerin,

Uw ftichtlter na Agrip, hoe vroom hebt ghy ge-ftreden

s Poor 't kruislam, federt nw Matern, Sint Peters handt,U- ruckte van Tentaets en Hefas woutaltaeren;

Getronwe dochter van de Roomfche kerck, ghy (pantDe kroon in Heilighdom en Godtsdienft to bewaeren,

Uw kercken, in getal, op 't jaerlifx daghtal llaen;to Men ziet de zon van Rome in Keulens halvemaen.

PATIMIX IIIYAVIT cum.: d. 1.: „ay headband*e hoar voorvaderlUke ear.' Zia 411111. V, 101,3,a De Iwo*** deurealtin ems dry: aan den Aartabisfebop ea Keervoret van mien wordt albler

door onus diebter do voorrang boron die van Rents en Trier toegefchrevea. 't Kan an, datby dies op dat tgdAlp bout, anden widelden ry dies.Testae& an Was wougaikures: Testate, en Hems wares afgoden der GAHM%F.oht diehterigk godaoht en nitgedrukt. Men west, dat Holden even ale AmIterdam, halvomaans-wijse gelegen Is.

104 1651

Page 129: vondel. - DBNL

R 0 31 E.

IMPERIUM SINE FINE DEDI.

z Bonwheer Romulus zijn' naem gaf aen de vefteVan Roma , web: gezagh op twee paer wQzen draeft,

Door Koninghsdom, door 't volck, en 'a volcks ge-.meene befte,

Door Keizer en door Pans, van Konitantijn be-gaeft.

a Des weerelts HoOftftadt wert de Monarchy befchooren:Zoo heerfchtze in Julius en JESUS erfgebiedt;

Het krnis drongh door, doer zwaert noch itandert in kon booren.Sint Petrns mijter wilckt voor Cezars lanwer niet.

Hoe d'afgront brulde, om zich aen Kriftus ftoel to wreecken,to Noch hoort men, nit Godts ftoel, hier Godts oraekel fpreecken.

Wm= earr.: d. I.: „ik hob (aan die Rad) eon heerfehappy :ender einde gegeven." Zie Am. I, 279.s,4 Voris: „dat ender vier verfehUlende regeeringsvormen gem% geveerd hook, 1. w. ender de

Yeninklifte, de Yolks-, de Reiserllike en de Paull*. heerkhappy."5 fkmosif voor „begiftigd." Dit Met op de (seer problematieke) gift der waerelellke heerfehappy,

ke deer Bentantlin den Groot* sin den Bisfehop van Rome sot gegeven Os.5 Des wereita Hooftltade: lees: „eau de hoofditad der waereld."• Albs: „Janne Cesar."

Nog fchreef Vondel in dit jaar een lijkklacht op de nitvaart vanJacob Vlieger, die door Rovenins tot Pastoor van de Nieuwe Znider-of Sint Jana -ketit to Amfterdam aangefteld, na eon twee-en-veertigjarigen herderlijken arbeid, op den 27 April in zes-en-zestigjarigenonderdom overleed. ZQn zinfpreuk was:

Bt volabo et reguieseam.De Latijnfche Batavia Sacra bevat fol. 409 op hem het navolgende

byfchrift op zijn of beelding :

Sic humilis pieta. miti gravitate VligerumOrnat et ingenuae mends imago nitet.

Amftdague, hoc fidei Paftore beat= avitaeOre fuum indigenous novit, amore patrem.

1651 105

Page 130: vondel. - DBNL

106 OP D'UITVAERT VAN Ma. JAKOB VLIEGER. 1651

dat is:

Zoo ziet men Vliegers beeld 1 weir kloek veritand in woont,En minzame ernst het blijk van itille vroomheid toont..Herken, o Amitelaar, wien deeds zijn trouw geriefde,Een broeder aan zijn fpraak, een Vader aan zijn liefde.

Het gedicht van Vondel kwam in 4 0. nit en luidde als volgt:

OP D'ITITVAtRT

VAN

blit Ezitiv. likkuk

blab JAKOB VLIEGER

g nrattEll hilit in 't eindt de AughtLit deft' benaude ineht,

Verkoo§ met hilt een minter baenNoch hooger dan de maen,

En itreeck daer 't nimmer dnifter wort,In 't Licht van Willebort.

Die bracht den Helt in 't zaligh huis,De kreon van lange kr111.0.

MOLL AMTS.

i Ds V/J11012 voor ,blentand, die vIlegt. Yemenis hetgeea (=trent het gebralk van Mt woordit hilligAtIANtilne DIM it its. 4M.

0 In 7 Mgt vas Wilielart: In de latere isitgave Serandidd la: by Oirooloaer WVIlpiarkr.s Met &It hy „den held In 't sang hula bracht," =ear „ill 't sang huts inusht hy hem do

*non van lange Unto.'it rot lams in*: Vereadlord Int Nis 'I asp Ander en to mint; eok II den biltrdraehtelgkiett sin

van. „Men, vretiteweardleteden" ens verandert Antis nlet van gefiacht, wear bIlift onsgdig. eadna Is van Image knits even verkeerd ale b. v. soar gross/4M* l Otifefellity ant. bottle& wkabn.

Page 131: vondel. - DBNL

1651 OP FILIPPII8 ItOvENICIS. 107

E?IFAP11IUM.

Bac cubat emeritus Pallor Vligerus arena:Noes requiem, nova lux pascua laeta dedit.

PIEEPITAPH= . dit graffehrlft roe, overtime, nagenoeg WU' knnnen Inklen:

'r Is VLIZOIR, once herder, die bier laghints cue verfeholden;

ne Natht Monk hem de list: de Wetly. DegVohnsakter weiden.

Ook overleed in dit jaar op den eeriten October, in acht-en-ze-ventigjarigen onderdom, to Utrecht, na een leven vol zorgen enwederwaardigheden, de *mine en eetwaardige Filippns Rovenius.Ain afbeelding ward door Vondel met het navolgende byfchriftvereerd.

OP D'AFBEELDINGE

TAN DIN I.

FILIPPUS ROVENIU S s

litrIthistrisit It i'llifliti.., _.,...., .....

E ilaf, noch myter, noch 't gewyde feeftgewaetIs ons Aertsbiffchop niet, al geeft by dns den

zegen;Maer met een nedrigh hart to weigren dezen

ftsst,En drywerf twalef jeer in Brack, van ltiiiine

wegen,5 Den ftoel van Willebrort nit liefde to bekicién,

Oat boek den Kraishelt af: zoo kali Godts kerck ROVB€N.s WiltettOort: Wets. ell bob 11 't rime op Vlibget, AMOR V. abbrgaithiti irdiebori, solider /,

Page 132: vondel. - DBNL

108

OP DIEDRICK VAN 08

16M

Minder bekend dan Rovenins is Dirk van Os, Dijkgraaf van deRemitter. Vondel, die met hem bekend was, en hem onder anderenop het tronwfeest van Joan de Wolff kan ontmoet hebben, ver-vaardigde eenige regels voor zijn afbeeldfel door Ovens.

f) Zfe hierboven, ble. SR

OP DEN NEER

DIEDRICK VAN OS,

Llama un kr Susan.

OlifICHILDERT DOOR OVENS.

E Beemiter kranft alas met klavergras en korenDen Os, wiens grijze zorgh den hoogen dijck be-

waeckt,En al den Oceaen, hoe fel die bruit van toren,

Het hooft biet, als by fchnimt ea woefte golvenbraeckt.

a Als Pallas en Parnas den Dijckgraef komen groeten,Dan haelt by Pallas in, en treet het lant met voeten.

DWI Os: was bet Met erg maw, dat een DIfkgrad van de Beeman Yon Os heette, om het hemnog In een veers veer de void= to worpen

1,s Indian 1k date regale wel versa, dan beteekenen ay, dat, wanner Van Os slob met geleerd-held en diehtlinnst bertg hfeld, by doh filet bysonder neer om de Reemtter bekommerdes —een (citrate lot voor een Dagraatl — Ran eehter san, dat de sardIgheid bier WWI= meetIn woord mass (die van een vases namelUk) on dat V. alzoo sewn ,,dan besIngthy hotland In vaersmaat."

Jurriaen Ovens, de Kier vermelde fchilder, was een verdienftelijkleerling van Rembrandt en ook zijne help werd niet lang dgarna inge-roepen tot het ftoffeeren der wanden van 't in aanbouw zijndeStadhttis.

Onder de overige leerlingen van denzelfden grooten meester, dieto Amfterdam eenigen naam begonnen to maken, behoorde Filips deBoning, die, in 1619 aldaar geboren, zich in 't hiftorieele gel& in't landtbhap onderfcheidde. Meermalen fchilderde by Vondels af beel-ding: de eerie reize in dit jaar, waarop Vondel dit gedicht maa,kte.

Page 133: vondel. - DBNL

1651 109

OP MIJNE AFBEELDINGE

DOOR

FILIPS DE KONING.

TANTO LAWS HONORE.

us volght de ktinft het levei altijt nader.Al zwyghtze ftil, noch fpreeckt het ftomme

beelt,Dat KONING FLIPS bekent voor zijnen vader,

Geen Koning, die noch Alezanders teelt,Maer Koning door penfeel en doeck en verven.

Zoo blyft de menfch in 't ]even na AO iterven.T&XTO LAW= 110110111: d 1 : „met sulk ern eer verblad." Zie dms. ITI, NIL

s Verde. ,..1 fpreekt de knnet :elms Wet, nog tpreekt sy door hem sewrosebteg."• i01419: t. w. „VIlippne vim Macedonian."

Jan Vos fchreef er deze regels by:

0-P D'AFBEELDING

VAX DiX ....

JOOST VAN DEN VONDEL 1

DOOR PIMPS DR KONING GESCHILDERD.

Nu Zoning Faded maalt, den ironing der Poeeten,la by ook Xoning in het trefen van zip, beeldt.

Die 't leven ire, behoort sich d' omtrek reeht te weten.Hoe loont by Koning be, die hem met verwen tech,

Met vaerzen, die een ,croon vol paerien overhaalen 1),Die verf tot menfehen vormt is qualyck te betaaten.

11 Voor ,,opwegen, overtreffen "

Page 134: vondel. - DBNL

Nog droeg in dit jaar Vondel een gedicht op aan eene zijnerjeugdige bekenden, die onder de Geestelijke ZnAers of Bagijntjensalhier soft worden opgenomen :

TER ST AETSIV A •

JONGSVROIJW 11): N.

u As, o zalige Xaveer,IBS 'a Howls treon Inv Gegen neer

Qp d'eere der Jongkyrewpren,Die 'Neal hant gaet tronwen.

Zy fchenckt het salver HeilighdomVan hare jeught den Bruidegom

Van zoo veel, ent .MaeghdenAla oit zijn oogh behaeghden.

Van outs was gem triumf zoo groot,10 Dan ala een Maeght in 't hart befloot

Den bloezem van haer dagenDen Hemel op to dragen:

Hem t' offeren den eerften gear,Den verfchen dauw, en 't levend kleur

is Der onbefutette Leli,Geplant door 't Euangeli.

Dat was van onts een klare blUckDer mogentheit van Kriftus Bijck,

't Welck wilder triomfeerde20. Dan Cezar oit regeerde.

D. Dat de naank, die 13A do wide *Item allow, wee dose voorlettars word sangewasen,afgentle; AIR, Roor4488 lulddl, aal 18 Moor aautoonen.Baser. „St. Vranelakna Savories," 'oleos teed sedans — ale wy Men sullen — gond milordto word**.

• Die law hm gait &wpm: A* over doze wiidrlIkkill 118‘ daligateekande op vs. 80 van doOpdr. sew dr /L Naegke.,Deel IV, Ms. 284

▪ Aleotf sif• oog* 4.►•4040: 0.44 Of AM itte*Aareleit sgs, wade no hue oog window," siinmasts en Dybalfehe ultdrakkingen; doeh to segown, dat vele (karma Maagdea lied 00f von k-m bithaardelt, klinkt mush Bybelfah, Hoch moat

• awe: Herr wordt hies waderow, near het mode gebrotik, ons. 'oboes& Zio Ronne.Pr II, 42 eh Dame. NO. as

110 TER EITAE'TSI VAN .TONWEVROUW D. N. 1651

Page 135: vondel. - DBNL

/651 TER STAET8I VAN JONGIEVROUW D. N. 111

Zoo wert by 't licht van 't Roomfch GeloofDe Hans van \Teases lampen doof.

Zoo fchaemden zich haer Nonnen'Poor ons gewijde Zonnen.

as Men twygh' van Dafne, by den ftroomGevinght, en in een' kuwerboom

Verandert onder 't blaeckenDes Godts, die haer wit fchaecken.

her blaeckt een Maeght van HemelI'ch vier,so En ftaet, gelijck een lanwerier,

In 't Paradija geladenMet onverwelckbre bladen.

Zoo zit een Maeght voor Godt te prijck,En wort bier d' Engelen gelijck,

ss Om namaels 't Lam daer bovenTe volgen, en te lovers.

Laet Jakobs Dina onberaenNam. *hem vXY 91) 1 hoeghtiit ten,

By here wulpfehe ***itao Zy haelfer niet dati Men*

Ons Data, wijs en goilt tsyoen(ier,elfelop aneekti anit WO- Wit, ,

ra. 'a weerelta ydeihridenVeemaet, en ktin vet:txeden•

ts Zy ruckt met eeuen, blydea zip, 'Ter loopbaea Tan de kuifebeit in,,

Oock *under eat to kUcken.Zy =I den pallem ftrijciteu,

ss-es Wear ward, In die dagen, de Ifythologie al nlet by te gam gebraeht I al was bet den ook maaron or van to **ppm. ,

n Mobs Dios veer OMR*, Jakois belay•" fie ntdrikkkAng, zoo Os sy filer roorkomt. soli, hoeroaming Joist sy ook mege weson, thands sods In den gemeensamen konverfatietoon niet nearWahl wo/den.

is Sy hare vutpfek* tomb yoor by hare welpfeho bekenden." Ook dose nitdrakkIng, hoewel naiii-robins nog bier en dear ten platten nude in gebruik, heart lets ftnitends in wiser liedelingenverwonde wen, en doet ons aan de dionstboden denten, die, als sy 'a *vends ultloopen, dad„by sec bonnie an.

46 Yerfinest, en but vectrolon veer ,ererinaadt en varireadt," dit pp, Is bier inn diet ongelnitAigetopwoorden, beedesige men by Jena feltavers, die de teal nog niet in hoe saaeht bebben,VieJTV4IIII by Vendei ifp)er 144r Daigsvp TWIT-

46-47 BM beeld is niet gainkiiig geknen: een ineagd, die kutscA sal blOren, rerigngii men Hever

alit as Immo* ism, ale J1 WON& te sten alagoadd

Page 136: vondel. - DBNL

Een herdruk of liever een nadrnk van Vondels Podzy kwam indit jaar uit by Gijsbert Sybes te Leeuwarden, in weinige opzichtenvan die van Hartgers verfchillende. Aileen ontbreken de toewijding„aen mijn vriend," gelljk mede een register der drukfouten, dat echterhoog noodig ware geweest; want het werk grimmelt er van. — On-der de gedichten, niet in vorige uitgaven opgenomen, vindt men hetnavolgende Raadfel, waarvan de tijd der vervaardiging onzeker is.

RAETSEL.

CK droegh mijn moeder: zy droegh my.Van jonghs op hing ick aen beer zy.Toen zy vermoort wert en gepluckt,Ben ick van baere zy gernekt.Hoewel ick !tom geboren ben,En geene talen fpreeck, noch ken,

Noch fpreeck ick klaer in yders lant,En vliege van mijn meefters hant.Mijn laeffenis is bittre gal.

is Ick dien de menfchen overal.Al beeft men mijn natuur befneen,Nochtans bemint my yder een.Kan iemant raden, wat ick ben,Die druck mijn' naem nit met de PEN.

Teen, in 1648, van Baerle overleden was, had ook de jonge Brandt,erkentelijk veer de befcherming, welke hy van dien geleerde onder-vonden had, hem in trenreang herdacht. Wellicht was hy daarbyniet geheel onbaatanchtig te werk gegaan: hy had althinds toenreeds liefde opgevat voor 'a mans dochter Suzanne, en deze was hemook niet ongenegen: alleen kon zy er niet toe befluiten, een horo-logiemaker to tronwen. De liefde, die, volgends de ware of verzierdeoverlevering, Quin* Masfija van een fmid tot 'een fchilder her-vormde, baarde ook bier een dergelijk wonder. Brandt zette zichaan 't leeren van 't Latijn, oefende zich gedurende drie jaren in degodgeleerdheid, by de kweekfchool der Remonftranten door den

112

RAETSEL. 1651

Page 137: vondel. - DBNL

Profesfor Stephanus Curcelleus onderwezen, en werd in 1652 totLeeraar der Remonftranten te Nieuwkoop beroepen: wat Jan Vosin een zijner gedichten fchrijven deed, dat de liefde van een too-neelpoeet een Predikant had gemaakt. Suzanna kon hetgeen Brandthaar ten gevalle gedaan had, niet onbeloond laten en hun verlovingvond plaats. Zy liet by die gelegenheid haar afbeeldiel vervaardi-gen door Gerard Pieterfe van Ztjl, een leerling van den grootenVan I)ijck, wiens fchildertrant by te Londen zoo goed had afge-zien, dat men hem „Van Dijck in 't klein" noemde. Op dit portretvan do Bruid maakte Vondel het volgende byfchrift.

OP

SUZANNA VAN BAERLE,

DE BRUIDT

• • Ilr

GEER AEBDT BRANDT,DOOR GEERABRDT VAN MIL GE8ORILDERT.

IN geenen trouring blonck oit Indiaenfche paerleZoo zuiver als SuzAN, in 't huisgezin VAN BAERLE.

Zy dooft met haer gezicht den klaerften diamant,En floockt in 't kilfte hart een' overkuifchen brant.

s De Schoonheit Jeught en Deught verzamen hier te gader.Maer 't rijp verftant verbeelt het oordeel van haer' Vader.

OSSIAIRDT V. ZUL • Van zat fohilderde Met eileen portretten, maar ook binnenhnizen metmoderns booldtiona nit den fattoonigken Rand, wearby vooral opmerking verdiende het ?malekoloriet der vronwen-aansteziohten en handtjens. By bewoonde Amiterdam tot in 1658

Het huwelijk der jonge lieden werd voltrokken op 't Prinfenhof,en niet op het Stadhuis, daar het nieuwe nog niet opgebouwd wasen het oude niet weer beltond. Op Zondag 7 July namelijk was,'8 morgens te twee ure, de brand gellagen in het oude gebouw,'t welk van achteren, waar het nieuwe verrijzen moest, reeds gedeel-

1652

OP BUZANNA VAN BAERLE.

LI 'BIM= VAX a UM VOIDES, VI

Page 138: vondel. - DBNL

114

OP HET VERBRANDEN VAN 'T STADTHUIS. 1652

telijk was afgebroken. 't Vuur liep van omtrent het torentjen, waar-onder Burgemeesters kamer was, zoo geweldig voort, dat het gand-fche gevaarte, meest van bout gemaakt, in korten tijd inftortte Ge-lukkig waren by dit ongeval geen menfchelevens to betreuren enu as zelfs de fchade geringer dan men aanvankelbk gevreesd had.Wel was er veel gelds verfmolten, waren er eenige fchilderyen ver-nietigd en papieren weggeraakt; doch de meesten van deze doorde hulpvaardigheid en den yver der blusfehers gered. Deze gebeur-tenis gaf Vondel aanleiding tot de volgende tragi-komifche klacht:

KLAGHTEOP HET VERBRANDEN

TAN

'T STADTHUISTAN

AMSTERDAM.

JACET ING ENS LITTORE Tit UNCUS.

AEN HET ZELVE.

ELOUT STADTHUIS, verminckt Stehuis,Gewoon van ouderdom to bucken,En onderftut met jonge krucken,

Hoe ftortghe in 't graf met dit gedruis,In 't ruidden van den brant en 't rooeken;

Nu 't onvoldragen Raedthuis vaftZijn leden krijght, en groeit, en wait?

Ghy w aert verzwackt, verleemt, gebroocken,

JAC= INCIENP LITTONC 'MMUS d I „de greet. tronk (bier romp) ligt op 't &and " Zle Am II, 557.i Yerminekt fiehois V noemt het esrmiski, om dat het bouwvallig, en gedeeItelUk reeds geffoopt was.s Met jonge krreken d I „met nieuwe paler" of boomen, tegen 't inftorten "• $ Onsoldragen RmedUndo hot In aanhouw allude Stadhuls wordt bier vergeloken by een nog onge-

boron kind, dat niet to voorfoblin komt, eer bet voldragen, en aim in alien deele volkomen is.

i

Page 139: vondel. - DBNL

0 afgeleefde Beftemoer!to Verdroot u langer dus te Haven,

Dat ghy u levendt liet begravenIn puin, op uwen flechten vloer;

Terwijl uw droeve kinders fchreeuwenOp uw geraemte? 6 ftut van ftaet,

Is Der Burgren fcheitsvrouw, Hollants Raet,En toeverlaet van weeze en weeuwen.

Den koopman hebtghe, uit uwen fchoot,Gezegent, geftoffeert met fchijven,Om handel Ooft en Weft te drijven;

20 De Stadt en 't Landt geredt in noot.Ghy hebt onbillijckheit geregelt

Door Recht en Wetten, trouw en vroom;Het quaet gehouden by den toom;

Den eedt en 't burgerrecht beAegelt.23 Ghy toonde u gaftvey, waert gewoon

Den vreemdeling, als ingeboren,Met min t' ontfangen, en te hooren,

Te decken met uw wapenkroon.Ghy ziit de Stadt to vroegh ontv alien,

30 Dus out, in 't zaehtfte van haer ruff,Van ramp noch ongeval bewuft.

0 vafte vryburgh van uw wallen,Ghy zaeght den nieuwen gront geleit,

En woudt miffehien, verfuft van jaren,ss Den laft van 't floopen ons befparen,

Uit averechtze zuinigheit:Want al uw houden en beleggen

Was om uw zonen, niet om u,Van ruimte en pracht en grootsheit fchuw.

to Wat vont de Nijt op u te zeggen?Heer Gysbrechts tilt was u bekent,

Toen viffchers fchuiten 't Y noch ploeghden,Met korf en vifchnet zich genoeghden,

Tot nootdrult Hecht en recht gewent.43 Men wilt van Bantam niet te fpreecken,

deheilsoroon in zoo vertu namelUk, ale op het Stadhals veer fehopensbank de twIstraken tusfehende bargeren beilocht warden

i7 Chi owes jehoot• t w. nit de Rads wIlfelbank, In 1609 opgerechtes Des vreersdeltiag bier fpreekt V. met eon to:imam op etch :elven, ale hebbende by, offehoon

nimmer poorter van Amiterdam geweest glo ode, echter de befeberming der Overheld genoten• Hoadea es Waggon woorden, die moor by elkander gobezigd worden, ale b. v. in de Dade fpreek-

wSze: „'t was how on beky,' waarmede kwalilk geputo zaiaigheld, die *Been aan fparen en op-potten denkt, wo. dt nitgedrukt.

at Beer fiyabrecata lift was as behest dat Is wat Berk grfproken. Het ends Stadhuis was gebonwd inde bootie delft dor veltiende eeuw.

is Tom Watchers faunal R Y sod ploeghden: dat dean sy nog, moor de meaning is „toen elmsvisfehersfehniten tone."

1652 OP HET VERBRANDEN VAN 'T STADTHIII8. 115

Page 140: vondel. - DBNL

116 VONDELS LEVEN. 1652

Thoth zocht ten Zniden tijtlijck heil.De Zeeman zeilde noit zoo fteil

In 't Noorden, noch op zoo veel ftreecken.Uw hant ftont open, reede om elck

30 Te ftutten, uit uw onvermogen.Een graeuwe py, aen 't lijf getogen,

Was 't kleet; de koft en dranck was melck.Uit veenen en gebroke landen

Bereickt uw Kroon dit heerlijck peil;33 Terwijl de Voorfpoet blies in 't zeil,

En hoede uw Kogh en kiel voor ftranden.Nu 't lot gehenght dat ghy tot arch

Verftuift, verroockt, en berft aen fcherven,Zoo willen wy, uw wettige erven,

00 Ons trooften met uw rijcke tafch;Met potgelt, renten, kuftingbrieven,

En fchimmelpenningh, langh vergaert,En fpaerpot, uit nw bnick gefpaert;

Dus zal uw lijck ons zachter grieven;ea Terwiil het nieuw Stadthuis vertijs,

Gelijck een Fenix, nit nw afl'en;Verdooft zijn luifter u in 't waffen,

Het houde uw burgerlijcke wijs.De Hemel zegen' het met Heeren,

to Die niet verknifcht zijn met veel fchijns;Maer zien den weerwolf door den grijns:

Zoo zal men belt dees lantplaegh keeren.

46 TUtIffek heil voor „voordeel, wind."so Ulf sow otweresogers voor „hl wearwil van, of, naar nw goring vermomm."SS U., Zook het mule mei der stad voerde een kogfchnit. Men kan die nog, ale roan op 't pale's,

gebeeldhonwd in den gavel dor Mniderpoort, ens, Men.a Schimmapetstaingh• „meat, door 't bewaren befehimmeld.“70 Lees: „die Melt Met laten bedriegen door den niterliMen fchVn."TI Dm weermo4f: him. „al wie 1 op het vented der Sad heeft toegolegd "70 Das latiplayls. wederom de meorwejf, waarvan in 't vorige veers gefproken is. Willem II maalde

him bliikbaar onsen Mater nog in t hoofd.

Het huwelijk van Brandt, om tot hem terug te keeren, werd metverfcheidene kinderen gezegend, waarvan drie, als hy, het Predik-ambt ender de Remonftranten bedienden. Hy zelf, in 1660 naar Hoornen in 1667 naar zijn geboorteplaats Amfterdam beroepen, maaktezich — als ieder weet — door een aantal werken, vooral door zijnLeven van den Amiraal De Rnyter, beroemd. Zijn echtgenoote over-leed in 1674, waarna hy hertrouwde met Katharina van Sorgen.Van zijn betrekking tot Vondel zal ik later gelegenheid hebbett tefpreken.

Page 141: vondel. - DBNL

Onder de geleerde Jeznieten, die omtrent dezen tijd leefden, hadzich vooral een naam gemaakt Athanafius Kircher. In 1602 te Geysfaby Fulda geboren, en zijn eerfte opleiding genoten hebbende by zijnvader, die ambtman was te Hazelftein, was hy door dezen vervol-gends gezonden naar het Jeznieten-klooster te Fulda. Hier beiddehem een reeks van ongelukkige ontmoetingen, by welke by echteraltijd op wonderbaarlijke wijze vrijkwam. Eens geraakte hy vast aanhet rad van een watermolen, een andere reize werd hy by een paar-dewedloop op den grond geworpen, zoo dat al de paarden over hemheen liepen, enz.; dock hy kwam telkens zonder letfel vrij. Voorge-nomen hebbende zich in de Societeit te begeven, ging hy in 1618naar Paderborn; maar overmits de Vaders dier Societeit wegens debeftaande onlusten, en nit vrees vooral voor den Bisfchop van Hal-berftad, nit elkander fcheidden, trok by naar Keulen, waar hy zijnftudidn in de wijsbegeerte voltooide; waarna hy zich naar Koblensbegaf om er zich in 't Grieksch to oefenen. Wegens zijn kunde engeleerdheid benijd en vervolgd, was hy genoodzaakt, naar Hei-ligenitad te gaan, waar hem de Keurvorst van Ments onder zijn be-fcherming nam en vele weldaden bewees. Hy ftudeerde te Mentsvier jaren in de godgeleerdheid en hield zich vervolgends op te Spiers.Hier was het, dat hy kennis kreeg van een boek, hetwelk handeldeover den Obelisk, te Rome door Pans Sixtus V wederom opgericht,en dat het eerst de lietliebbery voor deze foort van ftudie by hemontvlamde. Naar Wurtsburg gereisd, keerde hy fpoedig naar Spiersterug, dewijl zijn Societeit zich, wegens den voortgang der Zweed-fehe wapenen, in Frankenland niet zeer veilig achtte. Hy werd hieropnaar Frankrijk gezonden en met den vermaarden Peirescius bekend,die het zoo verre bracht, dat Kircher, hoezeer tot keizerlijk mathe-maticus benoemd, niet naar Duitschland keerde, maar door den Kar-dinaal Barbozini to Rome werd ontboden. Op reis door ftorm naarCivita Vecchia gedreven, kwam hy niet dan na veel fukkelens teRome aan, waar hy, niet wetende wat men met hem voor had, zijnonderhoud moest verdienen met bet geven van onderwijs in de wis-kunde. In weerwil van zijn benijders, die hem ook hier vervolgden,kreeg hy van Innocentius X, die voornemens was, den Obelisk vanKarakalla weder op te rechten, bevel, niet alleen zoo veel als ervan overig was op te helderen, maar ook de verloren ftnkken teherftellen: welken arbeid hy tot 's Paufen genoegen volbracht: jamen verhaalt, dat het door hem herftelde volkomen overeenkwammet de ftukken, die in handen van anderen bewaard werden. Hetwas op bet verrichte door Kircher, dat Vondel in dit jaar het na-volgende lofdicht fchreef:

1652 VON DEL8 LEVEN. 117

Page 142: vondel. - DBNL

118

1652

OP

DEN EDIPUS OF TEECKENTOLCK

VAN DBV C BEERS

ATHANASIUS KIRCHER,

VERLICHTER VAN DE GEBLOEMDE WLISHEIT DER EGYPTENAREN, EN

OEDENCKNAELT, TE ROME HERSTELT DOOR INNOCENT DEN X.

Ipffe dolor tech, ambagefque refolvit.

I ZANG.

AT baet het, fprack PAMFILIUS,Dat wy van over zee de NaeldenDes Nylftrooms in den Tyber haelden,

Zoo Rome geenen Edipus,Alt: Thebe, vint, om Sfins te ftuiten,En letterfloten op te fluiten?

De roeftpeft, en verloop van tijtHeeft mum en mercken fchier verileten,De zinnebeelden dootgebeten.

to Het wiffelen van tongh bentit,Berooft allenghs ons Licht en kennis.Geen diamant verduurt de fchennis:

Die kaneker kruipt de leden deur,En Iaet u, hier en daer, wat beenen

1ple doles earl : d „by heett de listen Osier „verborgenheden") en verwarringen van het hulaopgelost." Vs des VI, 22Pastpfkos• „Pane Innocent."

s Op te finites: Seat hier voor open te finites, en due Add in de tegenovergeitelde beteekeniewaarin men het woord nn soft °prestos.Merekes ∎ oor „gedenkteekenen."

is Net *fields van Maud voor „bet veranderen van tag."14,i' De sin is „van do vroegere wetenfehap en kennie — hier by eon liohaam of geroande verge-

leken — biUven *ikon eenlge veritrooide overblifffela — wet beenderen — over."

Page 143: vondel. - DBNL

1652 OP DEN EDIPUS OF TEECKENTOLCK VAN A. KIRCHER. 119

III Van dit geraemte, in gruis en fteenen;Daer ltaen de grootite mannen veur,

Als plotfeling voor 't hooft geflagen.Wat zal men bier de ftommen vragen?

O al te wijze Trifmegift,so Die niets met zijnen naem wilt noemen,

Ghy mooght u wijsheit wel verbloemen,Op datze niemant en verquift';

De woeftheit en de dolle buienDes oorloghs zullen blint misduien

2.1 Al wat uw Teeckenfpraeck bediet.Wat ghy met fchaduw pooght te decker,Zal, rijck by rijck, ten doolhof ftrecken;

Als 't volck door valfche brillen ziet.Uw wijsheit wort het licht bevolen;

so En legtghe een fpoor om op te dolen?

I TEGENZANG.

De Geeft van Hermes antwoort hem:Orakel, die onfeilbre blaresOntvouwt aen uw ontelbre fcharen,

Mijn flagh van leeren, zonder item,35 Ontitack, van outs, 't vernuft der braven,

Om deze heirbaen op te draven.De jonge Mofes, Amrams zoon,

Lagh zelf in Zonneftadt ter fcbole.Gelijck een bie op een viole

40 Viel Saba neer voor Jeffes troon,Die al haer raetfels wilt f ontwarren.By duifter zoeckt men 't licht aen Marren.

Pythagoras, nit Grieckenlant,Homeer, en Plato, zoo veel zielen,

43 Ala voor Gebloemde Wijsheit knielen,Haer zochten over zee en zant.

Dna leert de leerzucht zich verpijnen.Men ftroit Been roozeblaen voor zwijnen;

Dat leerde u d'allerwijfte mont,so Die ti de fleutela toebetrouwde,

En Vatikaen ten Hemel bonwde,

If Trfilseg(9• „Mercurius" of „Hermes Trismegistus," aldus genoemd, me dat by wljsgeer, leeraaron toning was, soil, volgends de °mirroring, voor Moses' tijden in Egypte geregeerd en een man-tel geleerde boeken en hieroglyfen gefehreven hebben.

st De Get/1 eon Hermes „Hermes Trismegistus," van wien vs 19 gefproken is.as Zonsefeade• „Heliopolis."as Gobloenode Wttsheti: orlIsheld, in sinnebeeldige vormen gehuld."4s,* Do tekst fpreekt editor Diet van rarebladen, maar van paarten

Page 144: vondel. - DBNL

120 OP DEN EDIPUS OF TEECEENTOLCE VAN A. KIRCHER. 1652

Op eenen afgebeelden gront.Profeten deck ten zoo de waerheitMet loof voor al te fterck een klaerheit,

ss Die op hoer tljt te voorfchijn quam.De zeilfteen van geheime dingenVerweckt het hart der leerelingen.

Uit donckren fmoock ontfpringt een vlam.Al maelt de kunft de zon met kolen,

on Zy leit geen fpoor om op te dolen.

II ZANG.

De weereltkloot zeit INNOCENT,Van outs in dry verfcheide deelenGedeelt, ging maght van afgo6n teelen,

En Godtheen dichten, zonder endt.os Wie zaeide 't zaet van al de Goden,

Die voor hun' vyant henevloden,En angftigh zich in yacht en fchacht

Verftaecken? Al uw merckgeleerdenHet licht in duifternis verkeerden,

To Ja zulx, dat 0 de weerelt lacht,En allermeeft om zoo veel kluchtenVan Godthe6n, droomen, en geruchten,

Waer voor Egypten tempels fticht.Wat noot is 't wijsheit te vertrouwen

is Aen een gevaerte, uit rots gehouwen ?Natuur is een gedurigh licht.

Zy ftelt ons zichtbaer Godt voor d'oogen,Zijn wijsheit, goetheit, en vermogen.

Hy renn', wien 't luft, om 't ftarlicht ront,so Oock hooger dan de veerfte palen;

De Godtheit komt hem tegenftralen:Men loopt den Schepper in den mont.

't Natuurboeck is een duitlijck fpreecker.Wie uit onzeeckerheen het zeecker

83 Moet putten, loopt geen klein gevaer;

Is op amps qfgebeelden grozei• Wet seer duldeltik. WaarfehaniUk aril de diebter seggen;dat het Ye-tikaan, to Rome gebonwd, eon albeeldtel of type ftrekt van bet hemelfche vatikaan.

ice „In drie waerelddeelen afgedeold."m-se Ter gelegenheid van den oorlog tegen de Titans of remen, namen de Goden de vlucht near

Egypte, wear sy slob ender de gedeante van dieren verfeholen hadden het was aan doze byson-derheid dal het aanbiciden door de Egyptenaren van onderfeheidene dierfoorten, door tommIgenword toegefehreven

is Meragelterdes „geleerden, die bekwaam Ain, hot verborgen fehrift op de gedenkteekenen toonteyferen"

Nis De sin is „welke noodzakeitikheld behest or, wise laden in verborgen fehrift op gedenk-iteenen to fehrtiven?"

Page 145: vondel. - DBNL

1652 OP DEN EDIPII8 OF TEECKENTOLCK VAN A. KIRCHER. 121

Gelijck nw furende fcholierenOm deze kaers, als muggen, zwieren:

Dies zwijgh, of fpreeck recht nit, en klaer,Wy kunnen zacht nw nachten derven.

so Wat fpreeckt de blinde van de verven I

11 TEGENZANG.

Genade, 6 Vader, neem gedult:Een tolck, een glans van zeftien tongen,Door alle dampen heen gedrongen,

Den zoom van uw gebiet vergult.95 Men weet van raden, noch van giffen;

Nu ATHANAE8 de duifterniffenVan out Egypten voor zich jaeght.

Al wat misvormt lagh en verlorenWort door zijn wackerheit herboren.

:no Nu dwaelt geen menfch, die KIRCHER vraeght.Dus ftreckte Jofef, in zijn jaren,'t Orakel der Egyptenaren,

En 's vollecks heil, in Faroos rijck.Wie ommewegen zoeckt to fchnwen,

los En twijfelt, vint hier 't rechte kluwenVan waerheit, zich alom gdijck.

Het misbrnick ftijft alleen verkeertheit.Mijn Merckleer diene nw Godtgeleertheit,

Gefijck een dienftmaeght haer means.110 Zy leert van outs Natuur ontleden,

En toont in haer Godts wonderheden,Die 't eerfte en lefts is van haer les.

Mijn ftommen wijzen elck ala tolcken,Den Godtsdienst, uit een Recht der volcken,

Its Door boosheit of gewoont verflimt.Uw KIRCHER brengt mijn' zin to voorfchijn.Gedoogh tech dat die alfins doorfchijn';

Zoo zal men zien hoe hoogh by klimt.Al zweete een menighte op dees ftoffen,

120 Hy heeft ons ooghmerck belt getroffen.

,, :ache: in den sin van: ore, best, lieht." Nog heden zegt mon: „Ik kan dat seeks of sachet Wigan "ci Gasadt: bier in den sin van: „verged my " Zoo soft men in 't Fr. nog sewn. „pardon, owe

pin," en by ow „'k mai n om verfohoning, maar" enses Ben Ow won teflon know voor „een man, die :cation talon verftaat."es Yes west oan radon, Roth PM AVM: d 1 . ,.men behoeft niet meer to radon of to &Am."

10 Ilorekleer volt,. ,,bekwaaMboid In 't onteyferen der gedenkteekenen "lie Voor: „'t begin en 1 Sot, de alfa en omega der kenniefe."us Lees „Ay heeft ooze bedooling (algid die van Hermes Trimmest:4m) best iteration:

Page 146: vondel. - DBNL

F 122 VONDEL8 LEVEN. 1652

TOEZANG.

Toen fprack de Nazaet van Urbaen:Uw antwoort fluit, en kan beftaen

't Is reen dat uw Gedencknaelt rijze,En KIRCIIhR met zijn veder wijze

123 Wat nw vernuft elck gaf te rah,Op dezen diepen Oceaen

Van wetenfchappen, fchier vergeten,Verftroit, verwildert, en gefleten.

Wat zoeckt men leffen aen den Nyl I130 De Tyber leere Hermes 41

Van onderwijzen fix hervatten.Wy bezigen geleende fchatten,

Van Memfis hier gevoert, alomTen dienft van .1Esus heilighdom.

Na het overlijden van Innocent werd Kircher door (liens opvol-ger, Pans Alexander VII, belast met het ontcijferen van zekerenEgyptifchen Obelisk, dien by echter niet te zien kreeg, daar hyzich te dier tijd to Tivoli beyond. Hy liet zich de fchets daarvanbrengen, en men vertelt, dat hy de keerzijde, die daarop niet wasafgebeeld, des-niet-te min volkomen wist te befchrijven. Ongelukkigleidde al de ontzettende geleerdheid van Kircher tot geene uitkom-ften voor de ware wetenfchap, immers voor zoo verre de hierogly-fen betreft, en is er op dit punt machtig veel of te dingen op denlof. hem door Vondel, in navolging van anderen, gegeven. Kirchernameltjk meende in de hieroglyfen de vreemdfte geheimenisfen telezen, en hy bouwde daarop een der zonderlingfte ftelfels, welkezelfmisleiding immer in de waereld bracht, „alzoo — gelijk eengeestige fchrijver het uitdrukt — er in flagende, om de Egypti-fche ftudien met een nevel van duisternis to omhullen, welken hettwee eeuwen vereifcht heeft to doen optrekken." — Wat hy op dehieroglyfen meende te vinden, waren de geheimen der natuur, nietde zegepraal der aeloude kunst. In zeven letteren — AVToKRaToR-die ivaarlijk niet zeer duister waren, ontdekte zijn vernuft de navol-gende belangrijke onderrichting: „de fchepper van alle vruchtbaar-heid en groeikracht is Oziris, wiens voortteelende hoedanigheid vanden hemel in zijn rijk is overgebracht door den Heiligen Moptha."De voortreffelijkheid van Birchers filologie wordt geftaafd door zijntalent om niet alleen nieuwe lezingen, maar ook nieuwe Heiligen

1) GLIODOlf, ampler* 011 widest Egypt.

Page 147: vondel. - DBNL

1652 JAERGETISDE VAN MICHIEL LE BLON. 123

voort to brengen ; immers een Sint Moptha heeft nimmer dan inKirchers verbeelding beftaan. — Op een andere plaats vertaalt hyeen opfchrift, 't welk de hedendaagfche wetenfchap „Cezar Domiti-anus Augustus" heeft leeren verklaren, aldus: „het weldadig wezen,dat de voortteeling onder zijn hoede heeft, dat een hemelsch gebieden viervuldige macht bezit, en den dampkring, door middel vanMoptha (het beginfel van) de atmosferifche vochtigheid overbrengtaan Ammon, den macht.gfte in de lagere kringen (der waereld), die,door middel van een afbeeldfel en gepaste plechtigheden, tot de uit-oefening van zijn macht wordt geleid." 1k onderftel, dat de lezeraan deze ftaaltjens genoeg zal hebben, en flap hiennede van den ver-meenden „Edipus" af, alleen er byvoegende, dat hy in 1680 over-leed, na een Leven vol merkwaardige ontmoetingen.

Wederom vierde onze dichter in den zomer dezes jaars den ge-boortedag van Le Blon, met een lief gedichtjen, waarin 's mans klein-kinderen aldus fprekende werden ingevoerd :

JAERGETUDEVAN DEN MEER

MICHIEL LE BLON,

1652.

MARGRIET. MICHIEL.

MARGRIET.Nur een Huck van 't gilde kalf;Schenckt ons elck een' friffchen romer:

Want zes kruiffen en een half,In het hartje van den zomer,

Zienwe heden voor op 't hooftVan beer Grootvaer net geteekent

0, de hemel zy gelooft.

a I Glide tall. moo west, dot veer een Ode-a algid de vetite genomen ward. Gilde kali Rut ai-m her veer ,,vet kelt"

Page 148: vondel. - DBNL

124

OP Ma. JOAN DE MEER 1652

M1CHIEL.Zufter, ghy hebt net gereekent.

Cier en eer den ouden manw Met een regenboogh van bloemen,

Schooner dan men fchildren kan.Dit 's een dagh, om van te roemen,

Voor Michieltjen en Margriet.Springt, en zingt een vrolijck het.

Ook dit jaar zag wederom meer dan een der vrienden van Von-del fterven, alien, offchoon in zeer verfchillende vakken, beroemd.De eerfte onder hen was Johan Adriaenszoon de Meer, of,gelijk hy meer gewoonlijk genoemd wordt, van der Meer, Priestervan 't Oratorium, Bachelier in de godgeleerdheid, en federt 1627Pastoor to Wognum 1). Waarfchijnlijk was Vondel met hem bekendgeraakt door zijn zuster Bruyninck te Hoorn, welke by dikwijls be-zocht, en tot het Roomfche geloof gebracht had. Van der Meer hadmet zijn broeders, Pieter en Cornelis, welke laatfte Pastoor was teSpanbroek, en die beiden met hem de hofitede 'Guider-meer in West-friesland bewoonden, een fchool opgericht, om de aankomelingen inde befchaafde talen te onderrichten en tot de kerkdienst bekwaamte maken. Johan Van der Meer overleed op gezegde hofitede den19 February, en zijn afbeelding werd door Vondel met het navol-gende byfchrift vereerd.

I) Zie Ottilhakm yaw demenserlaxd, III D biz. 442

OP

DEN EERWAERDIGEN HEER

MR. JOAN DE MEER.

Bus ziet d' eerwaerdigheit en diepe ootmoedigheit,Gelijck Melchifedech, die Abraham bejegent,

JOAN ten oogen uit, als hy Godts MajefteitDoor 't heiligh offer eert, en 't volck verquickt, en zegent.

a Melchifedech genas des afgeftredens fmart;DE MEER ontfloot voor elck zijn gaftvry huis en hart.

Page 149: vondel. - DBNL

1652 HET ORGEL IN DEN ROUW OVER DIDRICK SWELING. 125

De tweede onder Vondels bekenden, die in dit jaar overleed, wasde beroemde organist Dirk Swelicnk. Zoon en kleinzoon van mannen,in dezelfde kunst vermaard I), was by gewoon, telken reize, na heteindigen van de avondgodsdienst in de Oude Kerk, zijn ftadgenootenop een heerlijke orgelmuzijk te vergasten, als wanneer gewoonlijkftoelen en banken met een overgroote menigte luisterende en opge-togen toehoorders waren opgevuld. Hy weld in 't zelfde graf alszijn vader en grootvader bygezet, en door Vondel in dit liikdichtherdacht:

1) Zle Deal II, Ws 161; Dee! V, Ms. 656.

HET ORGEL IN DEN ROTJW

°Vs&

DIDRICK SWELING,relit an imattriona.

MOESTUM MUSA SOLATUR.

HY Zanggoddinnen, valt aen 't fchreien,Aen 't jammeren met heele reien;De Zoon van Orfeus is verfcheien.

Nu zwijght de galm der orgeltongen,Die door de pijpen qualn gedrongen,

Daer hemelfche Engelen op zongen.

Hoe kout en kil zijn deze handen,Daer Jeffes fnaer me komt te ftranden,Met zijn Marenffen, en Orlanden1

Mozart= musk •01J11711: d. Ls „de sanggedin troost den bedroefde" Zle dew X• 191t den 't fithreton: men lette, dat dit gedieht Ousel in depends regale is gefehreven, wat Vends!

meer gewoon is to doers, wanneer by den trourtoon aanflaat 9 Naraters is Or:endear vie Koreas was hob 1k Islet k te weten Icemen. Wellieht list het

sin een verfell in de toning van den naam, wat by Vondel dikwills aangetroffen wordt en donafporingen altgd untwist smell& maakt. Ongetwgfeld was by eon bekend toonkunatenaar, evenIsla Orland= Loam, over visa Trager reeds gefproken is.

Page 150: vondel. - DBNL

126 HET ORGEL IN DEN ROEFW OVER DIDRICK SWELING.

1652

to floe juichte 't hart van oude en jongen,Wanneer zip vingers ongedwongenOp noten en op ftecken fprongen!

Men kon, door kerckgewelf en kooren,Den Vader in den Zoone hooren.

13 Nu zal een zerck die ftemme fmooren.

Geftoelten noch gepropte banckenNiet !anger SWELINGS kunft bedancken,Voor zijn verquickende avontklancken.

Ghy die mijn ziel hebt opgeheven20 Uit dit moerafch in 't eeuwigh !even,

Wat zweep heeft u naer 't graf gedreven?

Is ook uw geeft van 't lijf ontbondenDoor 't baffen van den Hont uit Londen,Die alle nooten heeft gefchonden?

as En los geborften van zijn keten,Op 't dor geraemt des volcks gezeten,Zijn' Heer den ftrot heeft afgebeten?

Ten minfte kus, 6 koor der zingerenMet uwen mont dit ys der vingeren,

90 Deer iederi ooren op verflingeren.

Ten minfte draegh hem, naer zijn waerde,Die zijn vermaeck voor nieniant fpaerde,Noch met dit grafgefchrift ter aerde:

Hier ruften Grootvaer, Zoon, en Vader.13 Zy volgen Davids harp to gader

Een eeuw van verre, om hoogh noch nader.

Is Neaten. do „ultftekende klavieren.as Dm JAW off Loadee ,de opftandelingen tegen Karel I Het was Vondels zwak, dat by Met kon

nalaten, de perfonen of ftanden, op welt° by t in t bysonder gelacien had, er by to hales, ookal Rondos sy met AM onderwerp in goon bet minfte verband Vi oeger waren bet de Piedikantenen de Synods: nu de Independesten en Willem II

SI Die toile styles Ilteefe mehowles voor „die alle harmonics heeft verftoord. 'ys der etagere* voor „deze Vskoude vingeren "

so Knylinpsren. om 't rgm de naauwkeu.igheid der taal soft bier rerfttegerdem hebben gevorderd.

Page 151: vondel. - DBNL

Dat Vondel een lijkdicht ter eere van Swelinck zong, kan onsniet bevreemden, wel dat zijn her geen enkelen toon van rouwe hadvoor de eene of de andere der drie gezusters, die zoo menigwervenhaar item of fnarenfpel aan de orgeltoonen der Swelincks gehuwdhadden, der drie gezusters, die hem zoo dierbaar geweest waren enwaarvan de jongfte althands zoo lang zijn warme vriendin geblevenwas — voor Anna, voor Geertruida, voor Maria Tesfelfchade Roe-mer Visfchersdochter, alle drie achtereenvolgends, op korte tusfchen-pozen, door den dood weggemaaid. De jongfte was haar ouderenzusters voorafgegaan en gefcheiden uit een levels dat hear niets aan-treklijks meer bieden kon. Na het verlies van haar man en haaroudfte dochtertjen 1) had zy zich gelled aan haar jongfte telg, haarnaamgenoot toegewijd. Ook deze was in Augustus 1647, op zes-tienjarigen ouderdom, door een hevige koorts van haar zijde ge-fcheurd. „Maria Crombalchs," fchreef to dier gelegenheid HendrikBruno, die zich juist to Alkmaar by zijn zuster Alida, Tesfelfchadesjeugdige vriendin, beyond, aan Huyghens. „Maria Crombalch, datfchrandere meisjen, Tesfels dochter en eenig kind, en daarby naarhare moeder Tesfel aardende, is, in den bloei der jeugd, onder deomhelLingen harer moeder en harer moei Anna, heden, in een he-vige koorts overleden : een terfgeval, dat mijner zuster vele tranen,my vele zuchten gekost heeft, zoodat het mijne ziel gefchokt, en iknaanw my zelven meester ben." — Na dit fterfgeval had de be-drukte moeder geen gezond oogenblik meer genoten: de flag bad

aar te diep getroifen, hoe „geboochfaam" en zwijgend zy zich ookthands weder zocht te houden 2). „Ik moot u," fchreef Bruno aanHuyghens op 4 February 1648, „ik moet u, voor ik van my zelffpreek, de groete overbrengen van Tesfelfchade, onze heldin, die,hoewel fteeds door koorts gekweld, haar ziekte en _feed door haarftandvastig dulden verwint. Ik was gister by haar, zoo als ik veel,en meer by deze eene weduw ben, clan by at de meisjens, die fuerter ftede in de befchaafde wereld zijn: ik vertolkte haar mijne Tra-nen by den dood van onzen, ja vroeger onzen, van Baerle, en zyWeld haar aandacht zoo zeer op mane nietige vaerzen gefpannen,dat zy de koorts toen of niet voelde of niet kreeg." — Doch byzoodanige enkele vleugjens was het gebleven, en in Juny 1649 wasde edele en rijkbegaafde vrouw van haar aardfch lijden verlost. JanVos 8) en, Alida Bruno 4) hadden haar dood bezongen, dock in vaer-zen, verre beneden het onderwerp. Vondel had gezwegen ; — Huyghensalleen haar, op een wijze, barer waardig, herdacht. Men oordeele:

4) Zie Deal III, biz 209.ei Zie VAN Viovex, Tes fig/Made, bli 60s) Sic Gedlehtea II, b1z.-918-1146.4) Lie Moos !neon II, blz. 112.

1652 VON DELS LEVEN. 127

Page 152: vondel. - DBNL

128 VONDELE LEVEN. 1652

Dit '8 Tesfelfchades graf.Laat niemand zich vermeten

Haer onwaerdeerlickheit in woorden uyt te meten.All wat men van de zon kan zeggen gaet haer af.

Hoe day' om 't leven quamVerhael tk even noode;

Wat dunckt u, moeders? 't was hoer dochter die haer doodde,En die Jr 't leven gaf was die haer 't leven nam.

Twee jaren later was Anna hare zuster in 't graf gevolgd: en nuwas ook met Truftjen de laatst overgeblevene weggenomen uit dat„faligh Roemers' huys" 1), waar eenmaal onze dichter zoo vele, zoogelukkige nren gefleten had. Was hem die tijd vergeten ? Was erverkoeling tusfchen hem en den aanminnigen zustertrits ontftaan? —

1k west 't niet: dit alleen vind ik, niet zonder eenig leedgevoel, myverplicht hier op te teekenen, zoo Tesfelfchade, na de verwijdering,die tusfchen Vondel en den Drost was ontftaan, met laatstgemeldenop een goeden voet bleef, er geen enkel blink beltaat, dat zy ookmet Vondel de onde vriendfchap onderhouden heeft.

Op den 18 October overleed de geleerde Pastoor van 't Bagijnhof,Leonardus Marius, die, als wy gezien hebben, 2) de voornaamfte be-werker was geweest van Vondels overgang tot de Roomfche Berk. —Groot was de achting, waarin de overledene, wegens zijn voorzich-tigheid en geleerdheid, ook by de Onroomfehen geltaan had, diehem, herhaaldelijk, in moeilijke gevallen kwamen raadplegen; maargroot vooral de liefde, welke de armen hem toedroegen uithoofdezijner milddadigheid. Hoe nitgebreid deze moet geweest zijn, blijktnit de omftandigheid, dat, naar de getuigenis der gefchiedfchrijvers,men, .na zijn dood, zelfs de noodige gelden niet vond tot zijn be-grafenis. Geen wonder den ook, dat by algemeen betreurd werd, ener een ongeloofeljke toeloop van menfchen op de been was, om hemHaar de .Nieuwe4ijds Kapel to zien vervoeren: ja er werd zelfs geldgegeven om een plaats op de daken of luifels te hebben. Vondelgaf ens van die Lijkftaatfie een denkbeeld in 't navolgende gedicht:

Zie Net Le der Zama% Deel U, Wu. 182, vs. 476.s) Lk Deel III, DU. 624.

Page 153: vondel. - DBNL

1652 129 1

LIJCHSTAETSIVAS DIN I HEIR

LEONARDUS MARIUS.

DEWS ADDITE DIVIS.

AT pooght men ons naer 't levenHet wezen van den dooden Helt to geven?

Hy voer uit ela gezicht.Het dootkleet deckt dit afgeronnen Licht.

Beftrijck panneel, noch doecken:liVy zien hem belt in eenen ftapel boecken,

Daer pinaftervier _op viel.Zoo leeftde man, en omtreck van zijn ziel,

Hoe riecken deer zijn reucken,to Hiltorien, en leeringen, en fpreucken I

Hoe zweeft die pen, in fchijn,Niet van een menfch, maer gloeiend Serafijn I

Ben bergh geploeglide blaederen,Bezaeit met zaet van d' oude en wijze vaderen,

Is Getuight ons hoe getrouwHy zweete en zwoeghde in waerheits ackerbouw.

By 't Licht van zijne ftarrenKan elck, des nachts, de doling noch ontwarren.

Vie op een' driefprong yit,so ZVn veder volge, en hant, die yder wijft.

Ootmoedige Geleertheit,Involger der weeritrevende Onbekeertheit,

Dims Agues DtViel: d. I.: „set des ;odes (of goddelgke sekenl core by." Zia dm VIII, MI.4 DU afgareinwa WM voor „dose son (of „Ur") die hare bean ten chide gerosusen (of „geloopen") is."s BO** panisul week &idea „mask geese afbeeidlogen van hem."a,/ Besokin,Daw pAsagiersier ewe Wei „de workeu,welke hp, door hoogeren geest geleid, in 't Hat gat"s Verbs: „soo, in die boeken, leeft de man, en soo leeft de omtrek Miner Mel," of, duidelPer,

„zoo vertoont, soo openbaart sick AM Mel."iris Freale verpigking en gelnkidg volgehonden.is 351 voor „tetngdeinst, winker, welken weg to kiesen."ss Imager: dit woord moat bier niet veritaan worden in den sin van: ”toegovends Ian," mast in

dim yen: „op de Mean sittende, In elle fohnilhoeken verreigende."

ie Irsasin VAN C. VAS Tomos& vs,

Page 154: vondel. - DBNL

Verfmader van gewin,Beminner van oprechtheit, vrede, en Dill;

23

Hoe treuren wy, verlatenVan u, die liefgetal by alle paten,

U fchickte naer 't begrijpVan yders brein, of vroegh, of fpader rijp!

Wie kon zoo harten winnen?30 Door eendraghts bant verbinden zoo veel zinnen,

En ftierenze, in dees zeeVan zwarigheen, aen een behoude me?

De tortel laet zich hooren:Ick heb mijn gade aen MARIUS verloren.

33

De Maeght en 1 weeskint krijt:Wy zyn, helaes! ons' tweeden Vader quijt.

Zoo vele letterkloecken,Die raet aen hem en zijn orakels zoecken,

Verftommen, nu by zwijght,40 En niemant op zijn vragen antwoort krijght.

Wy voigen 't lijck met ftaetfi:Een arrem loon voor guide predicati,

Gedienftigheen, en deught.Het paradijs beloon' hem in Goths vreught.

Overleden immix den 18 van namaent.

as lieftetai 4 alto AGMs: ',Bensons= on boudnd by alle dub van Ileden." Zia bet blerbovenvermeldo

130 LIJCKSTAETSI VAN LEONARDUS MARIUS. 1652

Page 155: vondel. - DBNL

1652 OP LEONARDIIS 'MARIUS. 131

's Mans zinfpreuk was, naar aanleiding van zijn naam Leonardus,fortiter fed fuaviter, „krachtig, (loch liefelijk." Vondel zinfpeelde opdeze fpreuk in 't navolgende graffchrift

OP

DEN E. HEER

LEONARDUS MARIUS.

FORTITER BED BIIAVITER.

IER fluimert MARIUS, verfchrickt niet voor den naem:Het is geen Marius, die Rome heeft beftreden:Maer. die met mont en penne en dienften en gebeden

Al 'tRoomfcheKriftenrijck verplichte aen zijne faem.Wie droegh oit naem, die meer eigenfchappen

raeckte?Dees LEO was wel Sterck, doch Zoet, als NARDIIS geur.Zijn wijsheit ftraelt Godts boeck en alle kunften deur.

Nn raft voor 't hoogh altaer die voor Godts kercke waeckte.

s Monne: „Nue Marius, de beroemde Triumvir, die met Sylis om de opperheerfchappy over Romekampte."

e Narita: een welriekend kruid, wasrvan *. a. in 't Ilioglied I. 12; IV: IS, 14 gewaegd sore,.

Page 156: vondel. - DBNL

Hy voegde er nog tilt andere by:

ANDER

OP DEN ZELVEN.

VREEMDELING. ROSTER.

VREEMDELING.WAER raft bier MARIUS? my luft zijn graf t' aenfchouwen.

KOSTER.Een ftapel boocken ftaet op zijnen zerck gehonwen.

Een afbeelding van den waardigen man wordt nog op 't Bagijn-hof bewaard. Vondel gaf daarop het navolgende byrchrift:

OP

DEN E. HEER

LEONARDUS MARIUS.

Pus ftichte MARIUS, by monde en by gefchrift, .Geleerde en ongeleerde, tilt Goddel ijcke drift.Nu zwijght de mont: nn geeft de pen geen' gouden int.Zijn fchriften toonen it zijn levendighfte print.

132 OP LEONARDUS MARIUS. 1652

Page 157: vondel. - DBNL

1652 ENGELEBUEGH IN DEN ROUW. 133

Ik heb gemeend, dat de beeltenis van den man, die geen mindereninvloed dan Reael of Hooft op Vondel als dichter, en op Vondel alsmensch een grooten invloed gehad heeft, niet in dit werk ontbrekenmocht, en ze daarom aan 't hoofd van het vorige Deel geplaatst.

Eindelijk nog overleed in dit jaar, en had dus niet lang vruchtvan de hem verfchafte voldoening, de Heer van Engelenburg, AndriesBicker. Vondel herdacht den dood van zijn befchermer in den na-volgenden klaagzang:

ENGELEBURGH IN DEN ROUW ,

OVER DIN E. 14 HIER

ANDRIES BICKER,ilien flu tapIthrd,

OUT BURGERNEESTER EN 11.A.ET VAN AMSTERDAM, &c.

Integer vitas, aceleriaque purua.

AT tijding komt de Stadt bezwaren,In 't midden van de droeve maren,

En rampen, nit der zee gehoort?0 lantverrijckende Amfterdammers,%rat baert een jammer n al jammers?

Hoe leit de Doot den Staet aen boort!De dappre BICKER, helfch befprongenVan weifelende laftertongen,

"saver efthe cast: d. I.: „rechtfehapen van wander en rein van enveldaden." Me Eon. Own. I:EX11 vs. 1.

a La:stater&kende slmfteritammers• bee epitheton Is bier wain* op age pleats en salts eenigzinsin itrgd met Maven vooratgaas. Wet doet do omaandIgheld, of de AmIteraammers het land ver-rgkten, of niet. tot bun ronw over Andries Bicker?

v-• Ook bier Is glen verband tustehen de twee deelen van den gin. remand, die de gefehtodenlsslot kende, soft at Debt denken, dat Bicker geftorven was van verdriet over den laster, hemaangedaan. Year die historic: met Willem II was homers over en de man In ign ambt heriteld.Dat by etch het gebenrde zoo :wear :oft hebben aangetrokken om or van to fterven, is niet wetto gelooven, en soft slot byzonder ftrooken met de rustigheld, hem door V. toegekend.

Page 158: vondel. - DBNL

11 134

ENGELEBURGEI IN DEN ROUW. 1652

Wort at to vroegh ter ne6r gevelt.to 0 Bataviers, 6 kroon der Steden,

Uw rechte hant leit afgefneden.Wat lijdtghe at fchipbreuck in dien helt!

Wat lijdtghe in eenen man at fchade 1Hoe drijft uw kiel op Godts genade,

13 In 't ftranden van then Amirael,Die Lent- en Zeeraet Reef en ftichte,En braef voor nit, vol wijsheit, lichte,

Gelijck de Noortftar met haer' ltrael.Men wapen' heir, noch onderdaenen,

20 Noch koom' hem op met buffet, en vaenen:Hy leit geruft den Tabbert af,

En neemt verlof van Ampt, en Staten.De Nijt heeft ANDRIES nu verlaten;

Zy triomfeer' vry op zijn graf.as Als 't Hof verleit wort door de booften,

Dan moet de vroomheit zich getrooften't Bevlacken van haer eerlijck wit;

Het heil der trouwe Bnrgeryen,Geplant door Vree, na bloedigh ftryen,

sa Op dat de Vrijheit veiligh zitt'.Al 's Burgermeefters Tuft en leven,Was rultigh recht door zee•te areven,

Aen laft en eere en eedt verkocht.Zijn icloeck beleit in hooge zaecken,

as Zijn doordrift en omzichtigh waeckenHielt eene ftreeck op dezen toght.

Vergunt ons dan nae 't lenge flaven,Dat wy dit wapen by de braven

Ophangen, ter gedachtenis40 Van ENGLEBIIKES, die afgefleten,

Den prijs genoot in zijn geweten.Dus blonck by in ons duifternis.

as Ma deortIr(0. doordrffi Rut bier natandtlk in eea goeden sin, roar ,,vo/bardende yver "as Malt enecftreeek: dit imbede gedieht door sea de Walden nit bet seewesen gammen, dat gem

wonder is, dear Vondels boon, als waarfebOulp de boofdan van ells Nederlanders, Mends Ter-val3 was met de Wimps tilt see.

Page 159: vondel. - DBNL

Ilet was op den 2 December van dit jaar, dat er juist een eeuwverloopen was, federt Franciskus Xaverius, de vermaarde geloofsver-kondiger in de Indien, op reis naar Sina overleed. De herinneringdes grooten Heiligen werd op 't plechtigst gevierd, ook door Von-del in bet nevensgaande gedicht:

EEUWGETIJ

VAN

FRANCISCUS X AVER111S,

Igastti us Onstinhirs.

Nee vero Alcides tantunt telluric obivit.

AT beilbron zal mike dorif en yver leffen,Nu 't Eeuwgety en Eeuwfeeft van XAVEER

Ons opweckt, t' zijner ear',Met rouwloof, noch bedrucktelijck cypreiren,

Maer guide lauwerblaenTe volgen, op de baen

Van zijnen geed;, die heden vlieght naer boven,Om eeuwigh Godt te loven ?

Het is geen tijt zijn dootbaer te geleienio En lichaem, dat noch myrr' noch balffem hoeft:

Een Heiden magh bedroeftHet doode lijck, dat eeuwigh fterft, befchreien:

Nee vero Alcides cast.: d. 1.: „sena Herknles heeft zoo vele landen niet bezocht" (Zie den. VI,802) een gezegde, chit in den mond van Anchises, tot Eneaa fprekende in een Loan dezoogenaamde kolommen van Herkules nog het nec plus ultra Inlet verder) voerden, eenigebeteekenis bad; doch dat, nit de ontdekking van Amerika en van de gemeenfchap met denIndifehen Archipel, Sims en Japan, en federt de minfte feheepsiongen near elle wlndftrekenheel lien maal verder dan Herkulea gereled was, elle beteekeria had verloren.

s Meer gelds lauteerblaan: bier vereischten zoo de zniverheid van den zinsbonw ale de duldeltjk-held het herhalen van met.

7 Die heden slieght naer boven: de Meister ftelt zich hetgeen een eeuw to voren gebeurde vooroogen, ale of het wader op nieuw en wel op bet huidige oogenblik gebenrde.

ti,ts Min inlet: de Neidenen geloofden niet aan het ecuwig fterven der zielen, en Vondel kende zoo-wel de mythologic, ale de wlisbegeerte van Plato to goed, om dit niet to woten; maar Beldenftaat hier vermoodeltlk in den sin van „ongodist, ongeloovige."

EEUWGETIJ VAN FRANCISCUS XAVERIUS.1652

Page 160: vondel. - DBNL

136 EEUWGETIJ VAN FRANCISCUS XAVERIUS. 16a2

Dit onverrot gebeentWil ruften onbeweent;

15 Terwijl die ziel, die groote ziel, gaet zwevenVan dit in 't ander 'even.

De gryze helt en Godtstolck der HebreeuwenZagh van den bergh het lant, aen Abraham,

Dien Godtgetrouwen ftam,20 Gezworen, en belooft voor menige eeuwen,

• Met vroiijcke oogen aen.De ftroomende Jordaen

Den intocht finite, en liet de volgende ervenDit over na zijn fterven.

25 Zoo zagh XAVEER, uit Sanciaen, de kuftenVan 't maghtigh Chine, en 't rijck, dat voor hem lagh.

Wat was 't een blijde daghVoor onzen Helt, wiens yver noit kon ruften:

Alaer Chriftus riep hem t'huis30 Met zijn gefleten kruis:

Dien arbeit had d' Almachtige in 't verholenA en Riccius bevolen.

De tweede zuil van JESUS hooftgebouwenHad, lang genoegh en onverwrickt en waft,

35 Gedragen dezen laft,En op de wacht, met onvermoeit betrouwen,

De hitte en kou verduurt;Ter werelt uitgeftuurt,

Getrooft om hoogh, in hemelfche landouwen,40 Zijn Vaderlant t'aenfchouwen.

Weet iemant na Sint Thomas ons te toonenEen kercktrompet, die wyder wert gehoort,

Daer 't Relit ter zonnepoort'Komt nitgeretni, en al het Ooften kroonen ;

45 Hy noemze by haer' naem,V erdoof FRANCISCUS faem,

17 De grijze hat: „Mozes."25 Uit Sunciaen: een eiland, by de Sineefche kust, waar Xaverius overleed, toen hy van zit!' reis

near Japan was ternggekeerd.ao Met zijn gelleten kruis voor „met het kruis, 't welk hy zoo lang gedragen had."as Riccius: Mattheus Riccius, die, in 1552 to Macerate in ItaliEn geboren, in 1571 in de Soeietelt

der Jezuleten trad, en in 1577 near Goa vertrok, wear by zich vierjaar onthield. Van dear wendby near Sine gezonden. Eerst to Kenton tegengewerkt, ja door 't graanw mishandeld, wist byzich van lieverlede de algemeene genegenheid te verwerven. In 1601 kwam by te Peking, wearby by den Keizer zeer in gunst ftond en tot aan zijn dood verbleef, die in 1610 voorviel. Byheeft verfcheidene geografifche, astrologifche, theologifehe en andere werken in de Sineefchetaal nagelaten.

as De tweede salt: Vondel noemt bier Xaveer de tweede znil der Kerk, zonder dat het zeer duidelijkis, wien hy els de eerie aanmerkt. Waarfehijnifik heeft by daarmede Sint Thomas bedoeld, wiende overleveling voorftelt als den eerften geloofsverkondiger in de Indien: en de nitdrukking,die vs. 41 voorkomt, na Sint Thomas, verftel kt my in doze gisfing: — offchoon het my dan toehsteeds raadfelachtig blfift, wet V. meent, als hy fpreekt van Jesus hooftgebouwen: dat tech nietop „de Indien" kan flaan.

— —

Page 161: vondel. - DBNL

1652 EEUWGETIJ VAN FRANCISCUS XAVERIUS. 137

Die eene ronde, als dry paer wereltklooten,Bereiit heeft onverdroten:

G-eenfins om fchat, noch goude en zilvre mijnen,50 Noch heerfehappy en A lexanders ftaf;

Al roock, al whit, en kaf:Maer om door 't licht van Rome te befchijnen

Den nacht van 't Heidendom,En duidelijck alom

53 Ontelbre woefte en wilde en ftomme volcken•Godts boeckftaef te vertolcken.

Dees yver dreef hem, door woeftijn, en baren,En fchipbreuck, heene in vaft en driftigh lant.

Geen menfeheneters tart,co Vergift noch fchicht noch lagen van Barbaren,

Vernielden den Gezant,Die met zijn eige hant

In 't krui,ladt wafcht elf hondertduizent zielen,Die voor het Kruislam knielen.

05 Japon voor al den Bouwheer heeft te dancken,Die zegenrijck den afgront leit aen bast,

Den rechten wijnftock plant,En zoo veel velts beflaet met eedle rancken,

In weinigh jaren tilt,70 Begrimt van helfchen nijt.

Hoe woelt het daer, in 't leggen van Godts drempelsIWat wijt zijn hant al tempels I

Al trapt de liel daer kerck by kerck tot mortel,En gruis en puin, en fchuimbeckt jaren lang,

73 Tot waerheits ondergang,Ja fchijnt den boom van 't Kruis met tack en wortel

're rucken uit den grout,Daer die in 't bloeien !tont;

De hemel weet zijn uren en zijn tijden,BO En eb en vloet van 't lijden.

%Vat noot is 't of bet bloet en tranen regent,By vlagen niet, maer jaren achter een,

En fmilt een hart van fteen:Noit eilant was met martelbloet gezegent,

47,43 Lees: „die zoo veel weegs had afgelegd, als hadde by drie malen den aardbol rondgereisd."Ronde ftaat hier, als meermalen, veer rondte, „omtrek_"

so God's boeckftaef: dichterlijk veer „de Heilige Schrift, het Woord Gods."se Driftigh lant: driftig is wet uit zijn cart drip:end is, even els machtig wet uit zijn aart vnacht,

verdrietig, wet verdriet heeft, enz. Dm:Rig land ftaat alzoo tesenover vast land; doch worth biergebezigd voor „eiland."

65 Japon: zoo eel men oudtijds, even als nog de Franfchen, voor Japan: en van die vroegere fpel-ling is nog in ooze teal „een japonfehe role," of, by verkorting, een japan overgebleven.

is En "mill een hart van fleen: herhaal bier: „tvat noot is 't, al (milt" enz.84,85 Verita: „in gems eiland ftierven ooit zoo veel martelaren."

Page 162: vondel. - DBNL

138 EEUIVGETLI VAN FRANCISCUS XAVERIUS. 1652

85 Geheilight als Japon;Daer fchijnt de martelzon

Ons ftarren doof, en alle martellchriften,En gloejendige driften.

Ay, Goa, flaep, ay flaep geruft en veiligh,Op dit geluck, dat u te lute viel,

Na'et fcheiden van de ziel,Het heiligh lijck van zulck een' grooten Ileiligh

T'omhelzen in uw' fchoot;Een toevlught in - der Hoot;

05 Naerdien 't gebeent van een' Profeet oock 't levenDen dooden heeft gegeven.

FRANCISCUS, nu in 't licht van zijn herboorte,Den afgodt eer door wonderdaen verwon,

En dooden wecken kon;too Dewijl by droegh den fleutel van de poorte

Der onverzoenbre Doot.Hoe zou by in der noot

Vergeten u, die nu met heele fcharenHem lof zingt voor d' altaren.

103 Die Navarrois, een eer van Pampelone,Zijn Adelijck en overout geflacht

En Hof en Staet veracht,Om d' arme Kribbe en armoe van Godts Zone,

Verfmilt zijn' wil in Godt,11P Zijn hooghfte en eenigh lot:

Waer 's hemels wil hem roepen wil en leiden,Zijn wil is onverfcheiden.

Maer van wat karat zal ick dees zucht ontginnen,Die nacht en dagh, fangs 't ongebaent en fteil,

3 De Mooren brengt tot heil,En onverzaet bun zielen zoeckt te winnen:

Dat is zijn hartejaght,Hier (pant by al zijn kracht

En netten nit, en flaeckt zijn hazewinden,

86,97 De zin is: „de glans, die afftraalt van de martelaren, in Japan omgckomen, is een zon, in ver-gelijking met den glans der martelaren, ten onzent geftorven."

88 Gloejendige driften voor „laden van heiligen yver:" — geen fraaie of duidelijke rjjmlap.so Te tote voor „ten deele, door 't lot n toebedeeld."so 't Gebeent van een' Profeet: dat van „Elifa." Zie 2 Kon. XIII: 21.s7 Berboorte voor „wedergeboorte."ss Lees: ,,overwon weleer de afgoden door wonderdaden."

los Die Navarrois, een eer van Pampelone: zie het aangeteekende: Deel IV, blz. 621.ni Waer 's hemels wil hem roepen wit: een wit die wil: deze nitdrukking moel non Vondel gedachte-

loos ontfnapt zijn: waarfchijnlijk heeft er vroeger voor 't eerfte sell een ander woord, als b. v.mach!, last, flees of iets dergelijks geftaan, dat hy, later, om het in tegenitelling met de woorden :rijn wit, die volgen en voorafgaan, to brengen, in wit veranderd heeft, zonder op het w.woordto letten. lk west by ondervinding, hoe licht zulke abuizen kunnen plants hebben.

ns Zijn wit is onverfeheiden: d. , zijn wil verfcheidt (of „vericheeln niet van den wil des llemels."113 Zest ick dees zucht ontginnen: d. „zal ik aanvangen, dien onvermoeiden yver to befchrijven."

Page 163: vondel. - DBNL

120 Uit loft tot zulcke hinden.De Grieck magh Circe en toverdranck verzieren:

Hier fpreeckt een tong, die wolf en beer en zwijnVerandert, niet in fchijn,

Maer reden fchept in redenlooze dieren.

125 Hier boort men Orfeus Item.De bofkben volgen hem.

Amfions her herbouwt bier vefte aen vefte,In 't Indiaenfch gewefte.

Mijn keel wort lieefch: mijn tang bezwijckt in 't midden,130 En ziet geen eint van hongersnoot en dorft,

En ]aft, op reis getorft;Van bairekleet, en koorde, en endloos bidden,

En waecken, tart natuur,En 't zuigen van quetzuur

1a3 En ettrigh bloet der fmettelijcke krancken.Hy rieckt de roos uit ftancken.

Ghy worftelaer en kampioen, die hedenHet harrenas hebt afgeleit om hoorah,

En uit den rijcken boogh110 Van Godts gewelf uw kinders bier beneden

Met finarte worftlen ziet,Verfma bun belle niet.

Behaeght u dat uw voorbede ons bevrijde,Zoo kroon uw Eeuwgetijde.

un Zuicke hinden: de ?linden zijn de „zieien der heidenen," die door de redenen en wonderon vantiaveer. zijn hazocinden, tot het Kristendom gebracht werden.

121 Circe: do bekende tooveres.134,135 „Het uitznigen der wonden van kranken, die nail befmettelijke ziekten leden."136 Hy rieckt de roos nit fiancken: by Vondel is de roes meermalen, en zoo ook bier, genomen in

geesteliiken zin voor „de hemelfehe vreugde, de paradijstucht,' die aizoo veronderiteld wo: dt,Xaveer tegen to waimen nit den (tank der pestlijders.

137 Ileden: d. „op de dagteekening van heden." bet aangeteekende op vs. 7.

11;52 EEUIVGETIJ VAN FRANCISCUS XAVERIUS. 139

Page 164: vondel. - DBNL

140 OP DE MARMEBBEELDEN YAP LOIOSA EN SA VERTU'S. 1652

's Mans borstbeeld, nu of kort daarna met dat van Lojola doorden beroemden beeldhonwer Artus Quellinus uit marmer vervaar-digd, gaf aan Vondel aanleiding tot de navolgende byfchriften:

OP

DE MARMERBEELDEN DER HEILIGE VADEREN

IGNATIUS DE LOIOLA,

glf

FRANCISCUS XAVERIUS,

DOOR ARTUS OUELLINUS,

WHO= us lambdas.

MMUS IN IMPERIUM MAGNUM.

IGNATIUS, de vierighite befchermerVan JEsus naem en leer,Verrijit hier tot Godts eer.

Zijn heiligheit verdooft dit salver mariner.Num cum: .,naar eon groat rUk gesonden." ZIG Aim. VI. 811.

SUPER GARAMANTAS & INDOS.

XAVERIUS, een Kruisgezant geworden,Voert Chriftus Kruis, noit moe,Den Indiaenen toe:

Nu fticht by noch in manner 'haus Orden.Sums G4144444srrAs cam.: „Over Garamanten en Indllo." Ale Ans. VI. 794.

Page 165: vondel. - DBNL

1653 VOSDELS LEVEN. 141

Dan het is tijd, dat wy weder eens zien, welke gebeurtenisfen in-middels in ons vaderland waren voorgevallen: gebeurtenisfen, waaropVondel o. a. in zijn lijkklacht op Bicker gezinfpeeld had. Tus-&hen de nieuwe Republiek in Engeland en de Staten was, inweerwil der toenadering, die van de zijde van Holland reeds dade-lijk na de verandering van regeeringsvorm had plaats gehad, deoorlog uitgebarften. Het is hier de plaats niet, noch om de aanlei-ding tot dien oorlog uit een te zetten, noch om een omftandige be-fchrijving te geven van de zeegevechten, dien ten gevolge geleverd.Aileen moet hier herinnerd worden, hoe aan den Luitenant AmiraalTromp, den held van Duins, den man, aan wien ons Vaderland hetherftel van het zeewezen te danken had, na 's Prinfen dood door eenwangunftige kabaal het bevel over de vloot ontnomen en aan deRuyter was opgedragen. Noch deze, noch de With, die vervolgendshet beleid over een zeetocht had gevoerd, waren voorfpoediger te-gen de Engelfchen geweest dan Tromp; en, daar niemand meerdan deze laatfte in den zeeoorlog ervaren en niemand meer bemindwas by het zeevolk dan hy, achtten de Staten het raadzaam, hetgepleegde onrecht te herftellen en wederom het opperbevel aan zijnehanden toe te vertrouwen. Met Jan Evertfen, de Ruyter en PieterFloriszoon als onderbevelhebbers, in zee geitoken, had hy op den10 December de Engelfche vloot onder Blake ontmoet en genood-zaakt, de zee to ruimen. In den aanvang van 't volgende jaar naar't eiland Rhee gezonden om aan een talrijke koopvaardijvloot totgeleide to ftrekken, ontmoette by op den laatlten February, omtrentPortland, de Engelfche vloot onder Blake, en had er een hevigeilrijd plaats, die drie dagen aanhield. De uitflag van het gevechtwas onbellist en beide partyen fchrijven zich de overwinning toe. In-tusfchen, het hoofddoel van den tocht was door Tromp bereikt ende koopvaardijvloot kwam behouden in het Vaderland. Ook het ge-ringfte voordeel, op de vloot van 't Parlement behaald, was gefchiktom Vondel to verheugen; geen wonder alzoo, dat hy zich opgewektgevoelde, om in een gedicht de wakkere daden van den onverge-telijken zeeheld of to fchilderen.

Page 166: vondel. - DBNL

VRYE ZEEVAERT,

ONDER DE VL1GGE

vex

DEN DOORLIICHTIGEN ZEF,HELDT,

MARTEN HARPERTZ. TROMP,

Clam

L. AMIRAEL VAN HOLLANT EN ZEELANT.

Puldrompe siori fisecurril in amis.

E plaegh van inheemfch en uitheemfch,'t Gedroght, dat met zijn dolle honden,

In 't bloedigh moorthol, aen den Teems,Den Grooten Herder had verflonden,

Zich droncken zoogh aen 'sKoningsftrot,En knaeghde, op 't Koninghlijck geraemte,

Den romp, van hooft en kroon geknot;Die moortpeft, zonder Godt en fchaemte,

Nu vlammende op een' verfchen buitto Van Franfch gewas, quam nederzacken,

En dreef voor ftroom den bloetftroom nit,Om balgh en buick met roof to packen:

Maer die den afgront palen ftelt,

Pradismasmos owl meet • 4. 1.: „en bet &Mint one Moon toe, In 't wepen to 'term.' Uskn. II 317.

, Ma &exams awls ace ''s Soiling* 'trot: zoo seat by In den GrgrnaeU MI Ifoldroft: Brittanjo hadBM so& ates 's kostaga hair gesopen.

EN bet aangetoekendo hlorbovon, Ids. 91, vs. 811,10 Sas' verfeAss bait Rat Irnm/bIs ow* • „tohopen, met Franfchen wtin geladon.'•

142 1653

Page 167: vondel. - DBNL

En ketent helfche monfterdieren.13 Ontfonckte 't hart van onzen belt,

Tot voorftant van zijn Batavieren.Dees zagh den gruwel in 't gezicht,

Die helfch met vijfmael veertien koppenDe zon bedroefde, en 't hemelfch licht;

20 En, om ons zee haer keel to itoppen,Zich dwers voor Hollants kielen Imeet;

Waer op de Ridder aen quam rennenOp zijne vleugels, vlugh en breet,

Voorzien met vijfmael veertien pennen.2, Ily voerde een flaghzwaert in de vuift.

Het Monfter braeckte donderklooten,Granaten, blixems, baldert, bruifcht;

Bedreef gewelt met ftaert en pooten;Blies roock en fmoock, en vlam en vier

30 Uit zijne kieuw, en kopre keelen:Maer Hollants Perfeus trof het Dier,

Dat zalf noch k•uit de borft zal heelen.Drie voile dagen hiel by 't ftaen.

hoe beet het op zijn yfre tanden!33 Hoe fchoot het toe! gelijck d'Orkaen

Op d'Indiaenfche golf en zanden;Tot dat het endlijck, afgemat,

Gefcheurt, verminckt, begon te deizen,En liet ons rijcke vloot, van fchat

40 En rijckdom zwanger, henereizen:Iloewel 't alree de vrucht vermant,

Verflonden had, ten roof gefchonckenAen zijn alvratigh ingewant,

Van moors en diefftal dol en droneken.Due quam de Hollantfche Amirael,

Die voor geen' zeehelt vlagh moet ftrijeken,Een man, gelijck een punt van ftael,

By geen Romainen to gelijcken,Zijn' Maesftroom in, en wert begroet

so Van 't Vaderlant, en Zeven Staten,Die hem verfchenen te gemoet,

Ten trots van all' die vroomheit%Vie vreeft nu fchutgevaert, of fcherp,

is Vafmael Her** koppeas de BrWebs [chapels worden bier koppoi van een monger genoemd,gen* later, vs. 24. de Nederlandfehe Mopes plums van een gewapenden Perfeus vormen

at Hollants Perfeus• Tromp wordt bier vergeloken met Per)bus, den soon van Dana, die, gerlengeldvan de voeten, Andromeda verloste van het monger, dat bear verilinden soft.

a,* Lees: „Imeael bet do vrnoht alined* bad overmend en verdonden."ea R. 94101 Romaine* le gelbreken• wil bier Wet sown; „Wei waardlii," maar ,,ie waned*, om by

Romoinen vergoleken to worden."

1653 VRYE ZEEVAERT. 143

Page 168: vondel. - DBNL

1 44 VONDEL8 LEVEL I 6W

Of zeegevaerte, en waterfmetten?ss 0 HARPERT8ZOON, ghy zijt ons harp!

0 TROMP, men zal uw deught trompetten,Waer 's Ilemels gunft ons Zeevaert botm t.U komt een Scheepskroon toe van gout.

Het is waarfchijnlijk op dezen zegekrans, ter eere van Tromp ge-vlochten, dat Vondel zmfpeelt in een gedicht, dat hy omtrent dezentijd ten gevalle van een reizend tooneelgezelfchap vervaardigde.Leopold Willem, Aartshertog van Oostenrilk, Bisfchop van Pasfau,Straatsburg enz. en Grootmeester der Duitfche orde, — die in 1614uit Keiser Ferdinand III en Maria Anna van Beyeron geboren was,en zich in weerwil van zijn geestelijken staat, als Veldhecr zeer hadonderfcheiden, inzonderheid in de oorlogen tegen Zweden gevoerd,was in 1648 door Filips IV tot Landvoogd aangefteld over de Ne-derlanden, welke betrekking hy tot in 1656 bekleedde. Deze Vorst,die een groot minnaar der fchoone kunften was en o. a. een kost-bare verzameling fchilderyen maakte, had o. a. ook, als vele Poten-taten, een vast tooneelgezelfchap. Vermoedelijk kon dit echter nietalleen beltaan van de bezoldiging welke het van hem ontfing: al-elands bet fchijnt Denemarken, Holftein, to hebben rondgereisd enook Amfterdam bezocht to hebben: geen wonder kan het ons baren,dat deze kunstenaars een aanbeveling gehad hebben by onzen dich-ter, met zoo velen in de Spaanfche Nederlanden bekend. Althandshet blijkt, dat hy zich hunner aangetrokken heeft en huu tolk heeftwillen zijn by de Amfterdamfche overheden, om deze dank to zeg-gen voor do eer. welke zy aan de Tooneelisten hadden aangedaan,door by hun fpel tegenwoordig to zijn. Die dank luidde als volgt:

Page 169: vondel. - DBNL

DE TOONEELBROEDERS

V •

DEN AERTSHERTOGE

LEOPOLDUS,

AEN DE MAOISTRAET EN WETIIOUDERS VAN AMSTERDAM, TOENZE

MET MINER TEGENWOORD1OLIEIT HET TOONEEL VEREERDEN.

EBT lof, o eedle Amftelheeren,Die onze bede niet ontzeit,En met uw tegennoordigheit

Hier quaemt het treurtooneel vereeren.Dus is ons fpeelrol afgerolt

In 't Debt der Denemerckfche kroonen.Dna moghten wy de kunft vertoonen

Den Seizerlijcken Leopold,En Holftein, Hollants bontgenooten,

io Beminners van den hoogen fohoen,Die geeft en wetenfchappen voen

In hoven, en op trotfe floten.Nu bloeit Athene in Amfterdam;

Dewyl het milt met zijne gunftenis Het hooft der zeevaert kranft met kuniten

En loof, dat van Parnaffus quam.Zoo moot het nienwe raethnis rijzen,

Het Ooft en Weften eenwen langkVergulden nwe beurs en banck.

se Zoo -moeten wy uw heufcheit prijzen.Grontachtbre Vaders, dat uw heilZich wyder ftreck' dan eenigh zeil.

s boa .IeberWeken Leopold: „den Aartsbertog," ale soon des Selzer, aldus betyteldileralseers van des hoop.* /*chops: d. I : „voorftanders van het treurfgel," waaryan de „kotharn"bet tytabool was, even all de „broos" van het Mine).

is MI kooft der seevaert: Amtterdam self wordt blermede bedoeld.

1653 145

DIIVIIMUI VAX 8.VASVONDZI. TI

JO

Page 170: vondel. - DBNL

Terwijl Tromp de eer onzer wapenen handhaafde op de Engel-fche kusten, deed de inoedige Kommandeur van Galen hetzelfde inde Middellandfche Zee. Reeds in het vorige naar had hy den Engel-fchen Kommandeur Bodley by het eiland Monte-Christo aangetast,hem binnen Porto-Longo, een der havens van het eiland Elba, ge-dreven, en hem aldaar ingefloten gehouden. Dan, daar deze havenaan een onzijdige Mogendheid toebehoorde, had hy geene vrijheidgevonden, hem aldaar aan te vallen. Nu gebeurde het echter, datde Staten, zijn gedwongen werkeloosheid toefchrijvende aan onver-fchilligheid, hem, in 't begin dezes jaars, het verb ijt lieten doen, dathy den oorlog tegen de Engelfchen te flap doorzette. Zulk een ver-wijt was niet te dulden voor een man zoo opbruifchend van aart alsvan Galen, en, terftond willende bewijzen, dat hy dien blaam niethad verdiend, gaf hy den vyand gelegenheid, Porto Longo te verla-ten; terwijl by zelf naar Livorno zeilde, alwaar zich de EngelfcheSchout-by-Nacht, Appleton, beyond. Bodley maakte dadelijk gebruikvan de gelegenheid, hem aangeboden, en zeilde insgelijks naar Li-vorno, hopende aldus van Galen tusfchen zijn fmaldeel en dat vanAppleton in to fluiten en met voordeel aan to Casten. Den 13 Maartkwamen de drie flnaldeelen in elkanders gezicht: dock, eer Bodleynog binnen 't bereik van 't gefchut was gekomen, had van GalenAppleton reeds aangetast en zijn !'chip tot de o% ergave gedwongen;terwijl er van de overige fchepen van dat eskader maar een ont-kwam: waarop Bodley, een gelijk lot voor het zijne vreezende, allezeilen byzette en zich wegmaakte.De overwinning, hoe giansrijk ook, was dour betanld geworden

met den dood van den zeeghaftigen vlootvoogd. Reeds de tweede vyan-delijke kogel had hem het rechter been verbrijzeld. Lang verborgby de wonde, tot dat zijn onderftuurman die gewaar werd en hemwaarfchuwde tegen het doodbloeden. Op den ballast nedergelaten,moest hy gedoogen, dat het been hem onder de knie werd afgezet.Hierop dronk hy een glas wijn en tweet het glas tegen den grond,zeggende: „die Engelfche koningsmoorders moeten bet toch betalen."Naauwluks was by verbonden, of by wilde weer naar boven, wathem echter belet werd; offchoon by niet afliet, de zijnen met luiderftemme aan te moedigen. Na den flag to Livorno gekeerd, overleedhy aldaar op den negenden dag (23 Maart). Vondel bezong zijnoverwinning in het navolgende gedicht, 'twelk in piano by 'Nikolaasvan Raveftein in 't Licht kwam.

I 146 VONDELS LEVEN. 1653

Page 171: vondel. - DBNL

SCHEEPSKROONBEHAELT, IN DEN SCHEEPSTRLTT, BY LIVORNE,

DOOR

DEN DOORLIICIITIGEN ZEEHELT,

JOAN VAN GALEN,

is It 31kitlatisrit

Tempera muds fulgont roftrata corona.

ou de Leeuw van Hollant ilaenwen,Na een zeegevecht of twee?

Neen, by flaet at weer zijn klaeuwen,Op de Middelantfche zee,Onder het Tuskaenfche ftrant,In bet hart van Engelant,

Ruckt en fcheurt het voort aen flentren.Schreeuwt nu dat by niet durf entren.

Kielen neemt by op zijn tanden,io Steeckt haer buskruitkamers aen,

Als zijn grimmige oogen branden,Die gelijck twee lonten ftaenIn het hooft, wanneer by raeft,Vier en roock ten neus uit blaeft,

is En het zeefchuim komt gedropenUit zijn' mail, in bloet verzopen.

Om den Zeevloeck t'achterhalenPaft maetroos op zijn gety,

En de moedigheit van GALENTampon. :malt meta d. L: asekrOon ilttor om saa dapen." Zle dee. VIII, 886

1653 147

Page 172: vondel. - DBNL

148 BCHEEPSIEROON BEHAELT DOOR JOAN VAN GALEN. 1653

20 Zet nu alle zeilen by,Daer hy vijftien roovers ziet,Buiten Medices gebiet,

Tuimelen op zoute gronden,Als een jaght van waterhonden.

as Valt nu, riep hy, valt aen 't firoopen,Dieven, tuck op fcheepsverraet,

Die een' Fenix of kunt loopen,Daer men zich op trouw verlaet,En al ftil, aen 's Hertoghs kuft,

ao Onder zijne vleugels rust,In den fchoot der vrye haven,Daer men weet van Bier, noch raven.

Zijtghe krijgbsmans, haelt uw ftaertenNiet verbaeft, als reekels, in.

ss Neftelaers in zeegevaerten,Geen patrys in Engelfch tin,Geene fauffen fchaft men hier,By het brandende oorloghsvier.

Hier befchoit men andre tonnen4o Als de brouwer brouwt to Lonnen.

Hier gelt bulderen, noch ftampen,Noch geen boritweer van een mijl.

Ruftigh boort aen boort to klampen,Is der Batavieren AUL

u Dus riep GALEN: op dat woortKlampt men moedigh boort aen boort,

Dat de borft en ribben kraecken,Onder het falpeterbraecken.

Al de kuften van Tuskanen,so Ganfch Livorne, op muur en trans,

Duizent duizent ItaljanenZagen zeewaert wien de kansVan dit onweer in de lent,Van dit dondrende element,

u Zwavelvier, en lucht, en baren,Eerft verilinden zoude, of fparen.

al Wien roarer, Terfta „vifftien Britfehe fehepen."Is Banes Medices gebtel. d. I : „niet Terre van de Toskaanfehe knit."V Eve FelliX een (chip, door de Britten op de Hollanders in de haven van Livorno overrompeld,

doeh later door Kapitein De Boer bernomen.i9 RebhOlg voor „befchoelt, befehlet."ss Is de lent. 3 was half Maart, en dna vermoedelak in Italilin reeds lente-weer

Page 173: vondel. - DBNL

1653 SCHEEPSKROON BEHAELT DOOR JOAN VAN GALEN. 149

GALEN, in zijn been gefchoten,Staet op 't ander eens zoo vaft,

Even trots, en onverdroten,so Ale eon fteenrots, voor de mall;

Even ruftigh, even fier,Onder d'yzers, in het vier;

Wel getrooft zijn lijf en levenVoor ons Vaderlant te geven.

as Niemant fchrickt 'er aen te vallen,Te befpringen 't godtloos hol;

En al ftormtmen, van de wallenA fgeftorremt, even dolOverweldight men in 't left

to Het verdadight draeckeneft,In zijn eigen net gegrepen,Uitgefpannen voor ons fchepen.

Onder 't vliegen van de voncken,Daer het oorloghsonweer ruifcht,

is Een gefprongen, twee gezuncken,Drie verovert voor de vuift,Biezen d'andere, op die lucht,Liever een gewilfe Alight,

Om in zee het lijf te bergen,so Dan den Waterleeuw te tergen.

Laet nu Livius vry pralenMet zijn helden op papier:

Weeght hun denght op tegens GALEN,D'eer van Hollants zeebanier;

as Vraeght den Hertogh, die het zagh,Wie zijn kuften met den dagh

Van dees glori quam befchijnen,Daer de Peften voor verdwijnen,

Dat heet eerft de ftraet te vegenso Van dit heiloos ichuim en llijck.

Smirne loopt ons vloten tegen,Om hot Perfiaenfche Rijck

es Oade• Cetera: d. I. ,,onder de bat van yseren bagels on granaten" ens.GI Utley de RomeIntobe getehledfehrever van Men naam.so Zits /olden op 't papier voor „sibs helden, ran wig by In Ala gefebledents moor rooms toekent,

dan sy In de dead vsrdienden.as Des Rertaels: „den Hertog van Toskanen."sa,u eas het Perfitseafeke Me/ Is des Itatatier te lags: Route ignur, om to seggen : „de Perfirche

gooderen near ons land to veryomen."

Page 174: vondel. - DBNL

l50 VONDELS LEVEN. 1653

In den Batavier te Jaen,En te ftreven herwaert aen,

Os In 't gezicht van 's Zoning's Vlegel,Zonder Godt, en wet, en regel.

flat beet nu de zee bevryen,En den handel voor gevaer.

Zoo verwiffelt men Turkyen,100 En al d'Italjaenfche waer

Aen onze Indiaenfche vracht,En wat Neerlant, nit zijn kracht,

T'zamenhaelt, en kan verzinnen,Om de Beurs vol gouts te winnen.

a 's Zonings Vivel. even ale Attila vroeger de viva Gods genoemd was, noemt V bier de Britfeberegeering, of bear boofd, Cromwell, 's Zonings idegel.

Het lijk des zeehelds werd naar Amfterflam gevoerd en aldaarop 's Lands kosten plechtig begraven in de Nienwe kerk, alwaar nogzijn graftombe te zien is, met zijn beeld in mariner. Vondel vervaar-digde te dier gelegenheid de twee volgende gedichten, die by Abra-ham de Wees verfchenen.

Page 175: vondel. - DBNL

TER LIJCKSTAETSIE

VAN WIJLEN DEN EDELEN HMV

JOAN VAN GALEN,

Ural in kr giliblinds* Om

Jaculatua puppibus igneis.

GESPRECK.

VREEIIDELINGH. AMSTBRDAMMER.

VREEMDELINGH.NVIEN deckt dit graf?

AMSTERDAMMER.Den Edelen van GALEN.

VREEMDELINGH.Vie zagh hem left?

AMSTERDAMMER.Het Florentijnfe ftrant.

VREEMDELINGH.Waer hlonck z4n denght?

AltSTERDAMMER.Op zee, in bloet, en ftralen.

VBEEMDELINGM.Pat trofze daer?

AMSTERDAMMER.Het hart van Engelant.VREEMDELINGH.

a Hoe eert men hem?AMSTERDAMMER.

Ala 't licht der Amiralen.

/sestets* popes, !pacts: & I.: ' ,du brand In do fahepen hebbande sotto:dm." Zia A... II, 278.a ardent t. w. Arden man, tilt bet gerobat loagebrand.

1653 151 1

Page 176: vondel. - DBNL

152 °HAMMITT VAN JOAN VAN GALEN. 1653

VREEMDELINOH.VVat fchroomde hy?

AMSTERDAMMER.Geen beenbreuck, maer de fchant

VREEMDELHIGH.En waerom ilechts hem 't eene been gelaten?

AhISTERDAMMER.Een piper ftut de Beurs van zeven Staten.

GRAFSCHRIFT

VAN DEN ZEIHELT

JOAN VAN GALEN.

HIER deckt de zerck het lijck van GALEN,Wiens dapperheit alle Amiralen

De heirbaen van de glori toout,Deer 't eindt zijn brave daden kroont,

s Die gout en marmerfteen verduren.Hy ftorf, en leeft door zijn quetfuren.

Geen dezer beide opfchriften, maar een ander werd op het graf-gefteente geplaatst, 'twelk aldus luidt, en, zoo het niet van Vondelis, hem althands waardig fchijnt:

Bier left in 't graf van eer den dapperen van Galen,Die eefft ging butt op buit Kaftiliin alhalen,

En met een Lseumen hert, naby 't Toskaanfche ftrant,.De Britten heft verjaagt, verovert en verbrandt.

Niet lang duurde het, of de dood van een anderen zeeheld gafonzen dichter itof tot nieuwe jammertoonen. In Mei weder in zeegeftoken, had Tromp den 12 Juny de Engelfchen ontmoet; maar

Page 177: vondel. - DBNL

1653 VONDELS LEVEN. 153

ten gevolge zoo van de meer dan fchriele wijze, waarop van ftaats-wege voor de vloot gezorgd was, als vooral van de lafhartiglieidder meefte Kapiteins, had hy zich genoodzaakt gezien, voor den over-machtigen vyand to wijken. Hy en zijn medevlootvoogden haddendie uitkomst voorfpeld en, zoo wel hy als De With en De Ruyterverklaarden, niet weder in zee te willen gaan, ten zij de vloot metmeer en beter fchepen verfterkt werd. De Staten begonnen nu zelvede nadeelen in te zien van hunne te onpas aangewende zuinigheid :ten gevolge van betere en met kracht doorgezette maatregelen,zag zich de vloot tegen Augustus in ftaat, weder zee te kiezen.Hier tegen beftond echter een bezwaar, te weten : 's Lands fchepenlagen gedeeltelijk in Texel, gedeeltelijk in de Wielingen en in Goe-ree; terwul de vyand met 120 fchepen onze kusten gadefloeg. Trompliet zich echter door deze bedenking niet terug houden, maar ver-liet met 82 fchepen de Zeeuwfche ftroomen, hopende, zich met Godshulp door de Engelfchen heen te flaan en zich met het iinaldeel tevereenigen, dat onder De "With in Texel lag en 27 zeilen fterk was.Op den 8 Augustus ontmoette by den vyand op de hoogte van Kat-wijk en hield het tegen diens overmacht gaande tot op den 9den,wanneer De With hem to hulp kwam en de ftrijd op den 10den, terhoogte van het dorp ter Heyde, hervat werd. Nog maar kort haddie geduurd, toen Tromp door een musketkogel derwijze getroffenwerd, dat hy oogenbliklijk den geest gaf. Hoezeer men zijn doodgeheim hield, de geest, die alley bezielde, was heen, en, na een hard-nekkig gevecht, zag De With zich genoodzaakt, to wijken. Wel iswaar, de Engelfche vloot was zoodanig gehavend, dat zy de openzee moest kiezen : en het hoofddoel van den tocht was alzoo bereikt.

Aan Tromp werd door de Algemeene Staten openlijke hulde be-wezen, die zijn lijk plechtftatig ter aarde lieten beftellen en hem eengraftombe oprichten in de Oude kerk to Delft. Vondel herdachtzijn verdienften in de navolgende gedichten :

Page 178: vondel. - DBNL

154 1653

UITV•EltTAN RUM

DEN DOORLUCHTIGEN ZEEHELT

MARTEN HARPERTSZ. TROMP,Bert,

L. AMINALI. VAN ROLLANT EN WEEITVRIESLANT.

Vincet =tor Patrice.

AET zich Europe niet verwondren,Al fcheen de weerelt to vergaen,Toen, nit den Noortfchen Oceaen,

Dat oorloghsonweer op quam dondren, ,En baldren over duin, en ftrant,

Een' halven clagh, en noch een' heelen;Tweehondert drijvende kafleelen;

De bare zee in lichten brant;De baritende falpeterwolcken,

io En d'elementen altemaelGeloft van 't zwangere metael,

Op 't vlack, daer twee vermaertfte VolckenTe water, boort aen boort geklampt,

Hun' welluft fchepten, in 't vernielenis Van eicke ribbon, mail, en kielen,

En menfchebeen, tot ftof geftampt;Dat moortgefchrey, en yzerbraecken;

De do6n en levenden, gemengt,Gebraen, verdroncken, en gezengt;

20 Dat weerlicht, blixemen, en kraecken;Zoo veel gewelts heeft altemael

Gezweet om Etutrzwrs to befchreien,

rifiCa amor patrka• d. 1.: ,,de MMe roar bet vaderland sal overw1nnen." Zia de*. VI, 824.Ism fisee eermaerefie Verdes re water: Indian eermaergle bier Raat, als In 't Lat. voor: „seer ver-

maarde," tan bet er door, doeh &adore son de teal vorderen: „de twee vermaardlte" of: „tweeder vermaardka." re water behoort by eermaer4(1e.

Page 179: vondel. - DBNL

1653 IHTVAERT VAN WIJLEN MARTEN HARPERTSZ. TROMP. 155

En 't lijck en d'uitvaert te geleienVan Hollents Grooten AIHRAEL;

25 Die trots om hoogh, op zijn kampanje,Zich offerde aen het krijghsaltaer,Deer by den Zeegeweldenaer,

Den Ryatyran van Groot Britanje,Met zijne fabel in de vnift,

so Ter vierfchaer daeghde, om al ons fchepen,Met zijnen havicksklaeuw gegrepen,

Van onverzoenbren moort begruift.De Turck van 't Engeifch Barbaryen,

Met zijn Janitfers, hoort, vol fchrick,33 Van 't moortftrant af, elle oogenblick,

Zijn opgepreft gewelt in lyen.Hy ziet den brant van 't maftbofch aen,

En zijne nit ftof gewaffe Renzen,Gereet ous beckeneel te knenzen,

so In water, vier, en roock vergaenDie Vloeck des volcks, om 't hart benepen,

Ontveinfde al wat by veinzen moght,Tot dat zijn vloot de tijdingh broght,

En hare lenden na quam flepen.43 Vat raet? wat middel om 1 gerucht

Met kracht op zijnen mont te kloppen?Is dit de keel van Teffel ftoppen?

Den Leenw verbieden zee, en lucht?Hy rept zijn' klaeuw by d'Indiaenen,

50 Ontruckt den Teems dien rijcken oeft.De Bears van Londen wort verwoeft.

Ons eilant zwemt in bloet, en tranen.Dus klaeghde 't nitgeputte Rijck,

Met d'overweldighde onderzaten;as Terwijl de Zeven Vrye Staten

De ftaetfi van 't doorinchtigh lijckBeraemden, om den Zeebefchermer

Te kroonen, als den braeflten Helt,Die 't leven voor de Zeevaert ftelt,

so En meer verdient als gout, en marmer.Hy rufte nimmer onbeweent.

Al heeft de Doot het lijf verflonden:De Faem is aen Been graf gebonden.

De Denght verduurt het kout gebeent.se Defra(lt dant op 1 vooratgaande hastkakkatsw.ss Ds retrek : natnurlillt Cromwell, wien hy pen hatelper teheldnaam weet to pven.as LW do/ games Reuss, Cromwell en sodere laaggeboren manna als hy, door de omwenteling

aan 't bewind geraakt.

Page 180: vondel. - DBNL

l56 1653

TER GEDACHTENIS

VAN DEN EEENELV

MARTEN HARPERTSZ. TROMP,

imirati us &Haat is Serial.

IER rust de zeehelt TROMP, de dappere beichermerDer zeevaert en de zee, ten dienft van 't vrye lant;

Dat 's mans gedachtenis bewaert in kunftigh marmer,Zoo levendigh gelijck by ftorf voor 't Hollantfch

ftrant,Beluit met moortgefchrey en donder van kortouwen,

Daer groot Britanje in brant al 't water viel to kleen.Hy heeft zich zelf in 't hart der burgren uitgehouwen,

Dat beelt verduurt de pracht van graf en marmerfteen.

. Bele* met moortgefekroy ens : een tpreekwlJze, ontleend aan 't gebroik, om, by hounds W-uxi's-battening de klokken to laten Bilden Basun FRANCK, Werell-beeek, D. II, fol. 77. aleAy oerjbAeydas is, lo bride men kern met ale clocker Os by ryek) in den Ansel Vondel bedlent etchmeermalen van doze ultdrukking en west, door hetgeen by er byvoegt, er een eigenaardigeeieripbeld aan by to sedan Zoo z5n bier bet moortgef,Arty on de deader der kartonwen eongelni, den zeeheld weardig.

Van C P. Hurt, — ale Deel II, biz. 52L — aegt by. niet minder fru!:De balling, wen en wees Widen flier met felsreten

Has mere. hoer man, hoer wooed —en zubter drat by etch nit, wear by van Kristine van Erp fpreekt (Deel II, biz 2110j

Belnit Xr(iRfs met droeven sanghVergeli►k ook de plutfen, ungebaald by linvozcoraz, Pr III, 108.

Page 181: vondel. - DBNL

1653 157

OP DE AFBEELDINGE

VAN

MARTEN HARPERTSZ. TROMP,

BIDDER,

t. Imiral uan Erdlad at liNstarinient,

DAER liT ALS NEPTUITLYS, OP EEN WADER VAN ZEEPAERDEN SORT TOORTGETROCKEN

Zoo hielt de Zeevooght van de Zeven vrye LandenIlet roer des Oceaens, en tarte voor ons ftrantDo doot, den donderkloot, den blixem, en den brant :

Zoo nam de deugiit van Tromp de Vlooten op haer tanden.. Oes Ave! be roars nitgaven hebben verkeerdellik fire:Aden, waardoor bract condor rlJmwoord

MUM Wil men echterftroades behondes en voor den bract, het branden lemn, ik heb er vrede med.e De deught reran• „de krIksdeugd, do dapperheid." Bet beeld van die deugd, die 'lookm op

hoar Camelot neemt, Is echtor Met gelnkklg.

OP DEN ZELVEN.

AFT Titus Livius met Rooinfche Heiden pralen:De Leitfche Livius braveert alle Amiralen,

Kartage en Rome zelf, met eenen treck en zwier,Terwiji de Zeehelt TROMP herleeft op dit papier,

En met zijne oogen dreight de Blaeken, en de Pennen,Die zoo veel duizenden van zeekortouwen fehennen

Op Ain grootmoedigh hart, deer al hun maght op ftuit.Zoo fterft de Helt op zee, met grof gefchut beluit.

a De Lelefehe Lisle*: „Jan Lievenu " Zia Deal V, biz 658.a De Diadem ex de Peones voor „de Brittche vlootvoogden, Blake en Penn."

Page 182: vondel. - DBNL

158 PROTECTEUR WEERWOLF. 1653

In Engeland werd inmiddels de Rijkswet veranderd, het Park-ment door Cromwell uit een gejaagd, en hy self tot Lord Protectorvan Engeland verkoren, wat aan Vondel itof gaf tot een zijner meestbijtende hekeldichten:

PROTECTEUR WEERWOLF .

ILORD 'SEG RIM, van den boozen Geelt bezeten,Had den goeden Herder de keel afgebeten;Nu wort hem de Kudde, die dus langh gingh doolen,En den Stal met Schapen, en Bocken bevoolen,Hy bewaert de Vleifchhal en Big met zijn Vleifch-

houv;ers honden,En hun Hoofden met Halsbanden als Reekels gebonden,Hy mach de Schapen fcheeren, villen en itroopen,Lardeeren, braden, en met hun eigen Vet bedroopen.Hy ontfangt, in fpijt van Blinden en Ztenden,

to Koftuimen, en Schipgeldt, Vrijbuitgeldt, en tienden.Meer als hy uit zijn Bijbel begint to 1preecken,Dan hoortmen de Duivel de Paffi preecken:Dan kan hy puler', en Verckenstranen huilen,By heele plaffen, daer Kokedrillen in fchuilen.

is Oeh arme (Tentelmans, befchreit uw oude zonden :Nu wort u de Staert eerft to deegh opgebonden.(Thy bruide Koningh Karel, zoo na, als veur:Nu bruit u een Schrobber, een Protectenr.

e &drooping set Imadratipes neaten an.

Wy hebben vroeger 1) gezien, hoe Vondel den lof van KoniuginKriftina bezongen, en zy hem daarvoor bear erkentelijkheid betuigdhad. Zy had zich op nieuw laten afbeelden door hear hoffchilder enkamerheer David Becks, en hear beeltenis aan al de Vorften vanEuropa gezonden, in rail tegen de hunne. Het was op deze beelte-nis, dat Vondel de ondertcheidene gedichten vervaardigde, welke ikhier laat volgen:1) Zle Deel IV, Ws. 8" 404.

Page 183: vondel. - DBNL

1653 159

AFBEELDINGE

TAN

K R I S T I N E,DElt SWEDEN GOTTEN EN WENDED

SONINGINNE,

DOOR DAVID DECKS, HARE X4IFJITEITS EAMERLING, GOICHILDIBIrr.

Ramie insignia olince.

E weerelt wort getoomt can wyder te verwilderenDoor goddelijck gezagh, dat nit de wolcken ftraelt:

Maer 'shemels Majefteit, van niemants hant te fchil-deren,

Met haer gezagh en glans in Voriten is gedaelt;D'onfterflijckheit in klay, die fterflijck is, verfchenen,

De Godtheit in den menfch, de mogentheit in itof.Dus drijft de hooghfte maght al d'ontucht voor zich henen,

En khenckt de deught haer prijs en wel verdienden lof.D'aeloutheit koos hierom de heerelijckfte deelen

to Vit encklen, om een' Godt te brengen aen den dagh.Zy fehiepen let volmaeckts en goddelijcks nit veelen,

En broghten 't woefte volck tot ootmoedt en ontzagh,Want nimmer leit Natnur den rijckdom van haer giften

Aen een alleen te kolt, maer giet haer fchoonheit uitis By druppels, dies penfeel en beitel leerden fchiften

Het minder fchoon van 't fchoonite, om 't hemelfche geluitRants dafigseto Naas: d. I.. „lenbaar aan den oliittak" Oils sinneboeld des vredeM. Ele Aen. VI, 808.

7 DAWN: al. meermalen, voor bet tegengeitelde van teen, en alsoo voor ordeloodield, melte-looshad."

,,.o V stet hier op hetgeen van Apollo. verhaald worth, die, om eons Venus to melon, eon untilMoons mune& tot voorbeeld nem, ten elude vat elks van bear datgene to 'Lennon everne-men, waardoor ay skit bysonder onderfeheidde.

is-m Zen sin van lien regd. is emit* long genoeg in een gedlcht.

Page 184: vondel. - DBNL

160 AFBEELDINGE VAN KRISTIN& 1653

Van een rechtmatigheit en zwier en 't vier der ledenTe vinden, dat ons oogh, gelijck muzijck het oor,

Vernoeght, en krachtigh treckt, en overtuight door redenso Dat eerens waerdigh zijn, alle eeuwen door en door,

De Majefteiten, die al 't uitfchot wilt verdooven,Door 't leven, in den doeck of marmerfteen gevat.

Zoo dreef de Kunft van outs, t'Athene en Rome, boven,En wert op haer waerdy, ja goddelijck gefchat.

as Hoe veel geluckiger was Becks nu boven d'ouden,Die niet te zoecken had, uit duizenden, een fchets,

Een eenigh voorbeelt, op dat wy zijn kunft aenfchoudenMet opgetogenheit, en [dat ick niemant quets1

Een Godtheit, die de kroon van boven wert gefchoncken;so Een Godtheit, daer Natuur de voile Majefteit

Der Koningen in blies, en kracht van eedle voncken;Waerom zy hier van zelf de kroon heeft afgeleit,

En koningklucken ftaf, en 't rijsgewaet, vol kroonen,Als ftarren, dicht gezaeit. 1Vat hoeftze diamant,

as Of gout, of purperverf? Zy durf-zich zelf vertoonen,Gelijck Natuur haer fchiep, beftiert van hooger Rant.

Wie noit Guitavus zagh, aenfchouw' hem in deze oogen,De fpiegels van haer ziele en trotfe minzaemheit.

Zy heerfcht door dit gelaet: maer neen, ick word getogen:to Ick volgh van zelf, en zie hier loutre Majefteit.

Gezegent was 't penfeel, dat, zonder 't recht te breeckenDes opperften Jupijns, aen dit opgaende licht,

Aen dit gezegent vier, zijn' yver moght ontfteecken,Gelijck het nu ontvonckt den geeft van mijn gedicht.

ts Apelles hadze diep gevat in zijn zinnen,Als kriftalljn den fchijn van 't aenfchqn, dat in 't glas

Zich fpiegelt ongetoit, en Beene gunft wil winnenDoor 't vleien van een kunit, die d'ydelheit genas.

Hoe wenfcht de Min een pees te vlechten van die locken,so Te fpannen zinnen boogh met zulck een heerlijck hair!

Maer vreeft dat blaeuw turkois. Haer geeft wort opgetrockenIn kunft en wetenfchap, voor Pallas hoogh altaer,

Van waerze den olyf met eere heeft ontfangen,In 't barnen van den ftrijt; waerom dees wyze mont,

83 't Orakel van onze eeuw, uit blyfchap en verlangen

so-ss De sin dozer drle regels is verre van daldelijk. Zoo 1k Men wel verfta, heeft V wftlen zeg-gen: „dat de AInfestelten (en alzoo bier de SonMen), ala verre verheven boven het gros dermenfehen (t wigehof), waardlg sUn, eere to ontfangen, en elle eenwen door, In beeltenis teWives liven."

ss Srgtolea dim fah& was 't awychUls• dose 4m:igen fehtfaen hier wel opzettel8k aangebracht;:loch lk sot se alit ter nevolging durven aanbevelen.

a: flat Wont twrkois met dot blame horkois, hetwelk den MInnegod zoo bevreesd maakt, dat bygeen boos durft (pennon met KrIllineas halrlokken, bedoelt V. waarfehttn18k het blaanw vanhare oogen.

Page 185: vondel. - DBNL

1653

AFBEELDINGE VAN KRISTINE. 161

Naer pais, de heiren dreef van Duitfchlants vetten gront.0 gonde mont, wat vloeide uit u een dauw en zegen ;

Toen, op uw fiere item, de trommel en trompet,De donders van kortouw en buffen teffens zwegen,

so En 't briefchend paert van Mars gehoor gaf aen uw wet!Waer plaghten Koningen bun ftaetzucht in te toomen,

Ter liefde van het volck, en hondert duizent manT'ontwapenen, om 't bloet te ftelpen, dat by ftroomen

Quam bruizen naer de zee? Haer zucht tot vrede fpann'03 In eenwigheit de kroon, en prickele alle geeften

Te zweven op haer' lof, die zoo veel hooger zweeftDan bloedige triomf, en duizent lauwerfeeften,

Waer over 't aertrijck fchreit, en 't hart der weerelt beeft.Zoo leef KRISTINL in 't velt der geeftighfte papieren.

to Zoo draefze op Pallas loof, veel trotfer dan laurieren.

OP DE ZELV E.

EN tweede Apelles heeft de bent% eft dna te malenDe Majefteit, waer in d'aeloude delight herleeft.

Al voert bet hooft geen kroon noch diamante ftralen ;De heerlijckheit, die Godt en vrouw Natuur haer

geeftIn 't wezen en gelaet, geen rbckdom hoeft te leenen

By armoe van gefteente, en gout, en purpre ftof.Guftaef, de Groote, fchijnt door deze ooghappels leenen,

En blixemt wederom, en bruit van hof tot hof.Maer neen, zy heeft den helm. en 't harnas uitgetogen,

to En zoo veel heiren, aen haer kroon en eedt verplicht,Ontwapent met een' wenck en opilagh van deze oogen.

Men ziet nu vrede in 't hart, uit dat bedaert gezicht.Een enckle pais behaeght haer meer dan triomfeeren,

En duizentmael in 't velt te draven door het bloet.13 Laet alle Koningen van haer dees hooftdeught leenen,

Die uit geen ftaetzucht twift noch bloedigh oorlogh voedt.Zy heeft den dollen Mars ganfch Duitfchlant uitgebannen,

En dreight, indien haer 't lot de krnisbanier vertrouw,Den noit gedwengen hals der grimmige Ottomannen

20 Met kracht te ketenen, en in een kopre kouTe voeren in triomf, ten fchimp van alle hoven.

i Meg de kausteed root. „hoeft het voorrocht."

DR ZZZZZZ VAN i TAR TOXIMI. TI

Page 186: vondel. - DBNL

162 AFBEELDINOE VAN KRISTINE. 1653

Wie voeght dit heter dan ons dappere Amazoon,Die met de Zweedfche 41 den Ysbeer 't hooft zal klooven,

En zelf den wreeden Cliam beftoocken op zijn' troon?23 Dan zal de Tarter niet in China kobnen duren,

Daer by de fluierkroon en tulbant trapt in 't zant;Maer bruizen door de breuck der endelooze muren

Te rugge, om met KRISTIJN te vecliten, bent voor hant.Hoe wil dees Noortilar dam, gelijck do middagh, blincken,

30 Terwijl ze ftreeft door fneeuw en fteil geberght van ijs!Haer fawn in 't noorden zal tot aen de zu'd-as kliucken,

Wanneerze wederkeert, bevlochten met dien prijsEn overfneeuwden palm, daer d'ouden noit van hoorden.

My dunckt ick boor alre6 haer trommel en trompet93 En zwangere kortouw beftormen eerlt het Noorden,

Dan zuidwaert donderen in 't heir van Machomet.Mijn zangluft rijft, en voeght het briefchen van haer paerden.

De hoefbron berft met kracht op 't kleppen van den hoef,Op 't vliegen van haer vaen, en 't fchittren van haer zwaerden.

40 Zoo blinckt de dapperheit, geloutert door de proef.Vergeefme, o Koningin, indien mijn pen de wolcken

Van zulck een Majefteit te traegh bereicken kan.Vereenigh en bedwing met ons de woefte vnlcken,

En Root dien Cerberus, den fchendigen tiran,its Te London uit het nett, met al zijn dolle honden,

Die, tegens eer en eedt en 't heiligh recht en Godt,Met 'a Konings lieverey zoo helfch in 't barna:4 itonden,

En zopen Stuarts bloet, dat afdroop van 't fchavot.Die gruwelijckfte fmaet, geleen in 't recht der kroonen,

so Eifeht wraeck van Hollants Leeuw en uw metale vuift,Dees fcepterkancker en dees roeft van Vorftentroonen,

Dees Knipperdolling, die de Majefteit vergnift,Vereifcht de ftale kling, en kan geen uitftel Iyen.

De Teems, nu half geworght, met zijn benaude keel,

as Des sonatas Magi, of Kim*, den „Opperfte der Tartaren." Zoo nowt hem nag LLIEGINDLINC,wear by, in 't Wederr6da Haseliksbedror, Jan last zeggen:

Er was de dodgier vac Paap Jaw, di* sour Me faresGlerouged is met den Chain of Reiser der Airforce.

m-ss De sin is:,,,dat sullen de Tartaren, die nu in Sinn beerfcben, niet kunnen nithouden, mastden mnnr, ate Sine omgeeft, wader nitkonien door do bras, welke zy er eeninsal bebben in-geraaakt, em" ens

si-io Men befebuldige Venda], die, c# in dit gedieht, vrede tusfohen Kristen Bailin precinct endie vroeger self* geen oorlog In 1 belling van 't Buis van Stuart wilds, diatom Met, dat by zieh:elven niet gait* bijjft, door nu Kristina tot oorlog tegen Cromwell aan te fporen. Men vergeteniet, dat, federt 1650, de oorlog tusfchen Groot-Brittaide en ons was nitgebarften, en er dos vooronsen diehter geen reden beltond, om niet, voor zoo veal 't in hem was, near bondgenooten nitto elan, die Wet eileen 0111I can de overwinning, maar ook de Stuarden weer op den troon kon-den helpen.

41 Net 'a Eosin's &sere• bet Parlament had Wean wat later de Staten deden en 's Konings gardetot de bonne gemeakt.

ss Eisiprerdoilier men weet, dat doze do ben' en handlanger was van Jan Bakelszoon van Leyden,den konfog van Munfter

Page 187: vondel. - DBNL

I 1653 OP DE KONINGIN KRISTINA. 163

ss Roept jammerlijck om hulp. Leeuwin der heerfchappyen,Ontruck 't gedroght dien roof: vergun ons het tooneel

En al den Helikon op 't heerlijckft te ftoffeeren,Met uw manhaftigheit, die, op Alcides trek,

Ter moortfpeloncke inberft en Kakus helpt verleeren,on Geen' diefftal van een os [dat fchelmftuck was te kleen]

Maer zulck een' vadermoort, 't verflinden van drie Rijcken.Hy fchrickt, daer by op 't lijck des Konings leit geftreckt,

Alree voor 't zeegewelt, waer voor de golven ftrijcken,Zoo wijt ons beider vlagh en vloot de Noortzee deckt.

os Ick zie ons d'eilanden van deze moortpeft vagen,En hoor ons door Europe, op een gemein gefchal,

Den tytel en den naem van Kroonverloffers dragen;Een' tytel en een' naem, die eeuwigh leven zal.

Zoo dancken u de ftek, en lang verdruckte wetten.to Zoo moet uw knodts en deught Gods vyanden verpletten.

,, lofts eon vermaarde ftraltroover van de ondheid, door Herkulee gedood.es Door Earopo: verfta: .,geheel Europe door"

OP

DE KONINGIN

KRISTIN A,

DOOR DAVID BECKS, BARER KAILIELIEG, OVICHILDERT.

BE liefde tot de kunft luickt op, met grooter hopeVan eere en prijs, nu Becks de Vorften van Europe,

Uit laft der Koningin, door zijne kunft herteelt,En hun KRISTIJN vereert, in beer onfterflijck beelt.

Zoo wort Guftavus bloet, van hof tot hof, herboren.Wie klaeght, dat aen dees verf en wiffel wort verloren.

Page 188: vondel. - DBNL

164

1853

DE

KONINGKLIJCKE IDEA.

'IDEA van de Deught en Sclioonheit was verloren:Natuur, verlegen om een voorbeelt, zoch t in 't ront,Tot datze Schoonheit, Deught, en Wijsheitt'effens

vontIn eene Koningin, ter heerfchappy geboren.

Zy had, uit Tuft tot Vrede, in 't brullen van zijn' toren,Den Oorlogh afgevoert van Duitfchlan,ts vetten gront:Nu zaghze Plato zelf d'orakels uit den mont,

En ketende aen Mier tongh zoo veler vorften ooren;

Die zagen noit de zon, des morgens opgeftaen,la Zoo rijck in haren glans met meer verbaeftheit aen

Als deze, die men wenfch' dat eeuwigh 't rijck befchijne.

Toen riep Natuur: ons oor en oogen zijn verzaet :In eene triomfeert al 't edelft, zonder maet.

De hemel helpe ons aen afzetfels van KRISTIJNE.

1 D Imes wy souden thuds, eveeseer met een baetertwoord, zeggen „het Mews'."

Het was te dezen jare, dat zekere Andreas Dionijszoon Winiusdoor den Tfaar van Rusland, Alexis, naar Holland werd gezonden,als overbrenger van een brief, houdende verzoek om een grooteparty wapenen en voorraad van knit en lood te mogen inkoopen:wat door de Staten goedgunftig werd vergund. Winius deed die in-koopen te . Amfterdam en nam daar tevens onderfcheiden perfonenaan your de dienst van zijn meester; waaruit eenige moeilijkheid ont-ftond. Ten tijde van zijn verblijf werd zijn afbeeldfel vervaardigddoor Kornelis de Visfcher, een der bekwaamfte graveurs, waar opNederland zich beroemen mag, en die, in de eerfte helft der zeven-tiende eeuw geboren, zijn loopbaan als kunftenaar pas begon. Von-del ftelde daaronder dit byfchrift:

Page 189: vondel. - DBNL

1653 165 \

OP

DEN DEER

ANDREAS DIONYSZOON WINIUS,

ZIJNE ZAERSCHE MAJESTEITS VAN =SLANTS COMMISSARIS,

EN MOSKOU8 OLD ERMAN.

E kroon van Moskou, fteil en hemelhoogh gerezen,En van den beer begrimt, die goude itarren

draeght,Heeft WiNtus tot haer Bevelheer uitgelezen,

Den Olderman, die zulcks Alexeis oogl, behaeght,Door zijn oprechte trou, dat hy hem van z kin ftranden,

Der Zaerfche Majefteit ten dienft, den laft betroutNaer 's Gravenhaegh, den noel der Zeven vrye Landen,

In fchijn gelijck de kunft zijn weezen hier ontvout.Dus leeft de man, die 't recht der Ruffen trou verdaedight,

to Maer anders als zijn Zaer hem weder begenadight.

Bevelheer • „kommandant."a Olderman een tytel, nagenoeg met dien van „wethonder" overeenkomende

Zukka voor „In sulks mate, zoo seer."Alesets „Alexius Miehaelowits, die in den Jere 1645 stun vader Micheal Fedrowita ale Grootvorstvan Moskovilin of Rusland vas opgevelgd. Hy beh taide groote overwinningen op de Polen envoegde o. a. Smolensko by MJn gabled. Hy overieed in 't Jeer 1656

to Daze regal is niet seer dntdelbk t woord begersadiqh1 ken hier niet in den gewonen zin wordenopgevat, want er is vroeger geene fprake geweest van eenige ongenade, waarin Wining soft ver-vallen apu, maar veeleer van het tegendeel Ik mean des hier het woord begeaachgen alleen temoeten verftaan, ale. „iemand met zlin genadig aentehen beftralen,' en volgenda daze opvattingsoft de sin van vs 7-10 daze sUjn „hy is op daze grant afgebeeld, gel& by to "s .Gravenhageals Gaunt van Alexis optreedt, matt' by slat er ander. nit, by is ander. nitgedoseht, wenueerby wader verfehljnt voor de oogen van Ain Tfaar."

Dat joist deze Winius by voorkeur door den Tfaar naar dit landgezonden was, laat zich te lichter verklaren uit de omftandigheid,dat zijn vader een Hollander was, die zich voorheen, als velenzijner landgenooten, te Moskou had nedergezet en aldaar tot deGriekfche godsdienst was overgegaan. Hy was de eerfte, die gefchut-gieteryen in Rusland oprichtte, welke door watermolens werden ge-

Page 190: vondel. - DBNL

166 VONDELS LEVEN. 1653

dreven, en de eerfte fabriek van dien aart was in 1632 gefticht aande kleine rivier Tonlitza, 15 werften van Soolo 1). Wat Andreasbetreft, behalve dat hy tot den rang van Olderman opklom, gelijkwy leeren uit Vondels gedicht, zoo is het ook bekend, dat hy eenman was van grooten bedrilve, en perfoonlijk bevriend met den be-roemden Widen, met wien hy briefwisfeling hield. Volgends Jaco-bus Scheltema 2), zoit hy nog,maals te Amfterdam zijn gekomen, enwel ten jare 1706, met een byzonderen last, om zich, onder de leidingvan den voorzittenden Burgemeester, in de geloofsleer en plechtighe-den van de II ervormden te oefenen, en na to gaan, waarin zy van dieder Griekfche Berk verfchilden of er mede overeenftemden. Alleswerd echter zoo fteil gezet, dat de berichten, door den Rusfifchen god-geleerde aan zip: meester overgebracht, niet konden ftrekken omdiens oogmerken te verwezenlijken. — Tot zoo verre Scheltema, dieer echter niet by fchijnt bedacht te hebben, dat de Andreas Winius,die in 1653 reeds Olderman van Moskou en dus geen kind meerwas, en bovendien een zending kwam vervullen, hoedanige men al-leen aan lieden van ervarenis toevertrouwt, niet wel dezelfde kangeweest zijn ala de man, die niet minder dan drie-en-vijftig jarenlater een nog moeilijker en ingewikkelder taak volbrengen kwam,waarby een geheel andere foort van kennis vereifcht word. Waar-fchijnlijk zal de theoloog een bloedverwant, misfchien de zoon ofkleinzoon des gefchutfabriekants geweest zijn.

Wy hebben vroeger 3) gezien, dat Vondel in vriendfchapsbetrek-king ftond tot Jacob Jacobsz. Ilinlopen, Oud Schepen en Raad teAmfterdam. Het huisgezin van dozen beftond, voor zoo verre ik ditheb kunnen nagaan, uit drie zoons, Jacob, Joan en Michiel, en tweedochters, Anna en Katharina. De zomermaanden bracht het door opeen hofftede, buiten Naarden gelegen, en Rustenburgh geheeten, waaronze dichter een welkome gast blijkt to zijn geweest: althands wykunnen dit befluiten uit de drie gedichten, welke by daarop ver-vaardigde.

I) Zie Nautical Magazine van November 1863, peg 585.s) liasland en de Nederlanden, bin 136-187,a) Zie Duel 11, blz 820

Page 191: vondel. - DBNL

1653---- I167

DE

GESTUITE MINNEGOD T.OP

DE HOFSTEDE VAN DE HINLOPENS

1110 ITEM

NAERDEN.

E fiere Venus fprackTot haeren kleenen dwergh:

Ga heen beftorm het dackVan 't forffe Ruftenbergh,

Dat met ons torts en wapens fchimpt,Zoo trots, dat my 'er 't hart of krimpt.

Kupido fchoot en tooghZijn fnelle vleugels aen:

Hy nam zijn' taeien booghto En koocker, zwaer gelaen

Van pijlen, fcherp gewet, en gladt,En daer me hene op 't lachtigh padt.

In 't vliegen zagh de Godt,Die al de weerelt toomt,

is De toppen van het PlotVan verre door 't geboomt

Uitfteecken, en by ftreeck 'er in.Wat not, wat fterckte keert de min!

Doch 't_ gingh hem in dit perckso Uit zijn gifting: want

s IIM ?wren ketoses dwergh• „tot 'Cupid°, den Minnegod " Zie vs. 76 leafterobergh. de naam van hot buitenverbilif; doch — solidi( nit de beide volgende regale Mat —

tiler genomen voor dien der bewonerss bat tut oat torts ea mapetes felatopt voor „the 't oor flatten voor minnepraatjens," of „die onge-

voelig :an voor de liefde."s Dar mg 'er 'r hare of krlaspe voor „flat het hart or my van fchUnt to krimpen," t w. „van [AIL"

Page 192: vondel. - DBNL

168 DE GESTIIITE MINNEGODT. 1653

Een ieder op zijn werckBoodt ruftigh wederftant,

Zoo ras hy toeley om terftontTe treffen wat by bezigh vont.

25 De voorfte klonck de fcheerMet yver hem naer 't hooft;

Een zorgelijck geweer.Hoe ftont de Min verdooft 1

Een andre fmeet met kracht en ftiif,ad Den looden inckpot hem naer 't lijf

De derde kerft en kruift,En fnijt en fteeckt to fel.

Het fnoeimes in de vuilt[Al naem de Min de hel

33 Te baet] ontzagh noch pees noch fchicht.De looze fchutter viel to licht.

De vierde fufte niet,Maer greep het lange roer,

Dat menigh Vogel fchiet.40 Hy mickte, en dreigbde, en zwoer

Den fchutter in een omzien rasTe fteecken in iijn vogeltas.

De Minnegodt, in 't endtGekeert van daer hy quam,

45 Zijn moeder heeft bekentDat 01 noch minnevlam

Niet hechten kan op dit gellacht,Dat bezigh ledigheit veracht.

21 Ben leder op stet werck voor „leder yverig in den arbeid, waarmede by sich onledig Meld." De sinvan 1 geheJle gedicht ftrekt om to betoogen, dab besigheld het baste behoodmiddel is tegen de min.

st,se De woorfie klonek de Meer... hem naer 'I hooft• „sy, die yeoman eat, en vermoedeltik metnaaiwerk WW1; was, fmeet hem de fchaar near 't hoofd."

a7 Ent sorgeljjah gamer • d. I. „een geweer, wear voor men gorges, (zich hoeden) moat."as Verdooft veer „verfuft."as,:o Lees „eon ander, 't ati jongeling of pulse dochter, die met fchrtiven bests was, fmeet hem met

den inktkoker" — geltik Maarten Luther den duivel deed.si-ta Met dose regale wil de (Molnar to kennen wen, dot een der Hinlopens sick yverig met den

tninbouw bezig hieldss Viel le UM „fchoot to tort "117 De tderde. vermoedeItik deselfde, die in een volgend gedicht ale „de Jager van Eickhor wordt

bezongen.ts Ain rogelteu de teach, waarin de Jager bet doode mope& bergt, dat by gevangen of gefchoten

heeft De weilaseh is de teach, waarin men de doode hazes, kontinen ens. bergt, de diem, diemen by 't toe(Ipel vangt.

toor Dal pUl nods minneolans fad heckles has• nogmaals een voorbeeld van dubbele ontkenningMen vergel(ike voorta met het bovenftaande Here gedichten den 8trOd tusfchen kafshat en

Wane (I) 11, biz 215) waarin hetzelfde gronddenkbeeld voorkomt; wat bier echter op eon go-heel andere wlJze en met een andere bedoeling 1e nitgewerkt.

Page 193: vondel. - DBNL

WILTZANGH.

OP DE ZELVE HOFSTEDE.

AT zongh het vrolijck vogelkijn,Dat in den boomgaert zat1

Hoe heerlijck blinckt de zonnefchijnVan rijckdom en van fchat1

Hoe rnifcht de koelte in 't eicken hout,En verfch gefproten lof1

Hoe ftraelt de boterbloem als gout!Wat heeft de wiltzangh ftof!

Wat is een dier zijn vryheit waert!to Wat mift het aen zijn' wenfch;

Terwijl de wreck zijn potgelt fpaertl0 &eft o arme menfch!

Waer groeien eicken t'Amfterdam?0 kommerziecke Benrs,

is Daer noit genoegen binnen quam1Wat mift die plaets al geurs!

Wy vogels vliegen, warm gedoft,Geruft van tack in tack.

De hemel fchaft ons dranck en koft.zo De hemel is ons dack.

Wy zaeien noch wy maeien niet:Wy teeren op den hoer.

Als 't koren in zijn airen fchietBeftelt al 't lant ons var.

2% Wy minnen zonder haet en nijt,En danffen om de bruit:

Ons bruiloft bint zich aen geen tijt,

u PonveIt: „geld, in eon pot versameld ' Doch °et nog heden ten dage segt men oppoilen voor„geld byeen samelen," en NW% men den naam van „rpaarpor bohemian, al is 't geen pot maare'en When grommet of fteenen varken

m One bridle but rids aen geen WI men vatte bier WI suet op In den sun van „isarstetUde"; want•het s5n inlet de vogels, due een bepaelden paartild hebben, maar de bedoeling is, ale nit denvolgenden regel Mkt, dat de resell bun Leven lang kunnen pares, sonder °oft door onderdomdeath: verhInderd to worden. Dit gedlcht is, even als 't vorige, een inweeltjen an paw.

1653 169

Page 194: vondel. - DBNL

170 DE GIETROUNVE HAMMEL 1633

Zy duurt ons ]even nit.Wie nu een vogel worden wil,

so Die trecke pluimen aen,Vermy de ftadt, en ftraetgefchil,

En kieze een ruimer baen.

DE GETROUWE HAEGHDIS.

OP DE ZELVE HOFSTEDE.

Integer view, scelerisque gurus.

ELUCIUGH is zy, die bier leeftVan zorgeu en gevaer bevrijt,

En altijt eene fehiltwacht heeft:Want zelden leeft men zonder ftrijt,

En ongeval en harteleetGenaeckt den menfche, oock eer men 't

weet.Twee jonge maeghden waren nit-

Gegaen, in 't kriecken van den dagh,Daer niemant heck noch draeiboom fluit,

io Het Goy voor ieder open lagh.Natuttr haer keur van bloemen miltAlibis to pluck," gaf in 't wilt.

De lentezon befcheen bet groen,Met puick van ftraelen overal:

is Het lantfchap Mont in zijn faizoen:De byen zogen bergh en dal

Van honigh ledigh to gelijck,En alle honighkorven rijck.

lisleger Was cad d 1.. "Arse van wandel en Stdeer The fabelmeryen." Zie HORATION, Caren. 1,XIlt, 1.

r Twee Joao nkleglidea• „Katharine en Anna 111nlopen."SS Nil ke■VulaP !tom to stee false:ea. a. 1.: „het amid son Moon, ale 1 Jaargettde inedeksebt."

Page 195: vondel. - DBNL

1653 DE GETROUWE HAEGIIDIS. 171

De maeghden op een heuvelkijnw

Gelegen, en van plucken moe.Befchut met loof voor zonnefchijn

En zon, haer oogen loocken toe,En fliepen zoo geruft in 't gras,Als of de flaep haer hart genas.

2.5 Maer midden onder 't flapen quamEen adder uit haer duifter hol

Gekropen, langs een' eicken ftam.Zy glom om haeren hals, en zwol

Allengs van boosheit in den dagh,30 Toen zy de zufters leggen zagh.

Dit merckte een wackere Haegedis,Die vrouw Natuur in ftilheit dient,

Den menfch bemint, en gunftigh is,En gadeflaet, en houdt te vrient.

33 Hoe was dit lieve dier zoo bang!Zy kroop verbaeft op hals en wang.

Zy ftreeckze, en weckteze op het leftMet ttrijcken, recht als ofze riep:

Waeckt op: waeckt op: ontvlucht dees pelt.40 Het paer ontwaeckte, en zagh, en liep,

En ftroide in 't loopen voor ►evaerDen &hoot met bloemen hier en daer.

Nu twbfel ick niet langer, ofHet een of 't ander ftomme dier

o Bewaeckt d' onnooflen, en haer lofBehoeft noch hantbus noch rappier.

Al fchiet een adder gift en gal,De deught is veiligh overal.

is tea heavelt(fa• pipit in bet vorlge gedlcht vs. 1 'twig*: bevallige vormen; docb door Vondelmear zeldzaam gebezigd, en te recht, want sly behooren joist tot de zoodanige, wasnmn hetnylsbrnik aan het gedicht, wear zy in voorkomen, lets gezochts en onderwets geeft.

m tea adder waartchguitik &mint het valuta op een wezentlbke gebeurtenfts en offchoon by onsin 't land geen flengen helium, die de meofchen opzettellik aanvallen, zoo kan het ecbterwesen, dat de beide Jouge dames, door een hagedis wakker gemaakt ande, een adder — hoe-danige men in die ftreken wel aantroft — In de nabybeid beipeurd, en bet op een loopen gezethebben

so Is den dagh• meet terag gebracht worden tot glom.si-s‘ Dat de bagedis den much gunftig en genegen soft wesen, Is een onde overievering Men kan

er van seggen wet LA FONTAIIIII van den doltlJn zegtCet animal est fort amt

De nod.* cipher is Jon It(lloirePine le dit, a fast le aro**.

WasrfchlInitik is bet volksgeloof daaraan toe te fcbrilven, dat de hagedis zich veal in moron enheiningen, en dm naby de woonplaatfen der menfehen, onthondt, en zich gemakkela last temmen.

Page 196: vondel. - DBNL

172 OP ANNA HINLOPEN. 1653 1

Dat Anna Hinlopen de muzijk op een gelukkige wijze beOefendeen een leerling was van den beroemden Swelingh, leeren wy uit denavolgende regels, haar door Vondel toegezongen:

OP

JOFFER

ANNA HINLOPEN, TWINER IN /WHIM VAN CECILIA GESCHILDERT SOD WORDEN.

Z oo fchijnt Cecilia in ANNA te verrijzen.Een Engel 't orgel blaeft, terwijize Davids wijzen

Op Swelinghs noten volght, en zelf het ParadijsTen dans leit en ontvonckt in 's Allerhooghften prijs.

3 Haer vingers 't brailoftaliet van Salomon ontvouwen.Wel hem, die zulck een hant en vingers eens zal trouwen.

g Cecilia: non herinnere ski!, dat asn de Ileillge Cecilia de nitvindIng van het orgel wordt toe-gerchreven.

s Raw vingers •.... fret.. ossivoutoes. door namelUk het klavier te berpelen

Het fcbijnt, dat zich de Hinlopens later op een ander landgoed,Eikhof geheeten, en mede in Gooiland gelegen, hebben nedergezet,of misfchien ook ward dit Wit& buitenverblijf door zijn noon be-trokken I) Immers vinden wy twee andere gedichten van Vondel,die daarop zinfpelen:

I) Ik Ting op eon ends kaart van Gooiland ook „ond Mutual" ala Horned° van den beer Hinlopenaangewesen; doch daze Ran wel een ander geweest an.

Page 197: vondel. - DBNL

I 1653 173

AEN

DE JOFFERS

KATHARIJNE EN ANNA HINLOPEN,

IN HET GOT.

IJN geeft, tot lantvermaeck geneight,Had nwen Eickhof hardt gedreight,Daer eick by eick zoo vrolijck groeit,Het velt vol zoete boeckweit bloeit,En levert aen de honighbyEen levendige fchildery,

Die 't oogh milleit door groeizaem kleur,In noodt den reuck op verfchen geur;Maer och de damp van eene koorts,

lo Die 't naefte bloet, gelijck een toorts,Zoo vierigh blaeckt, benyde myDat fchoon gezicht en zomerty,Waer door het weimans hart ontluickt;Wanneer 't in koele fchaduw duickt,

is In 't groene gras, en 't piepend kruit,

2 Uses Mak' het bultenverblUf der Hinlopene. Offchoon men de eigennemen van lusthoven inden regal onsOdig neemt, volgt V bier, ook in de famenftelling, het mann gegacht, dat aangoi. in de beteekenis van „tub)," wordt toegekendHerds pedretphi t. w „met een beseek."

7 Oroeisaent kleur men sot al licht genelgd sun to denken, dat V 't woord klear bier, &leen omde meat, one. besigde. Dat dit het well eater Met le, blUkt o a nit Needs. VI, B, vs 89,wear wy lesen.

De marte limp oerdiept het &hie Mew is 1 oophMyatt !chooser hierop of —

wear by even goad de &hie kliegr bad kunnen fehrijven. Maar by volgde 't oude voorbeeld,near 'twelk near, even ale de meeste baltertwoorden, one. genomen ward. Zia HUTDZOOPER, PrU, 142 en de aidear sangehaelde fchrUvers

is 'S Zhu* blast „bet blood van hem of hear, die my 't mute Is " met andere woorden „mgnmute bloedverwant." WaarfchljnIgk lag, toes by dit fchreef, an dochter Anna aan de koorts

is Het edam= hart: weiman is „Jager," gait* we(ipet de „jacht," en weitafch de „sak dear 'twild in gedregen wordt."

Page 198: vondel. - DBNL

174 AEN KATHARIJNE EN ANNA HINLOPEN. 1653

En Titer volght met keel en fluit;Of vlieght en jaeght, door 't ParadijsVan 't lachend Goy, naer eel patrijs,En haes, en vos, met valck en hont,

20 in 't kriecken van den morgenflont.Noch rebel ick u die vreught niet quilt,Maer fpaerze op een' gelegen tijt,Die Goylants herderinnen ftichtIn Duitfch met Maroos herdersdicht,

23 Alrede in 't rijmeloos vertaelt;Waer door mijn geeft wat adems haelt,Terwijl eens anders koortsverdrietMy uwe hoef en 't velt verbiet.

is las Titer oolght • rot& hangt nog Ikeda at van t voorafgaande het winos, hart, dat voor denwinos oaken genomen moot worden, die geaegd wordt Titer, d I „den herdereknaap," na tovolgen met gezang en flnItfpel By dozen regel zweelde Vondel de eerfte Ekloga van VirgIllusvoor den geest.

Myra, to vitalise recubans fhb tegmine /aptfidoottrens geoid MON. meditoris even*.

se u De sin fa: „wanneer lk de Gootfehe berderinnen — hier, de beldejonge melsjans, *an welkeby febreef — vermeke met eon yertalIng In vaerzen van Mama berderuangen, reeds In prosedoor my overgebraebt."

as Wow door m(te good oat edema haelt . d. I : „wear door lk mita peat wat opbenre, my fehade-loos IUDs voor bet verdrfet, dat fir Wet by n button ken komen."

a/ Eons enders hoorgsverdriet voor „de !worts, de zIekte, die eon ander kwelt."

Page 199: vondel. - DBNL

I 1653 175

OP

DEN JAEGER

VAN

EICKHOF.

INDELOPEN loopt de hindenEn de hazen achter aen.

Al de Joffers laet by ltaen.Hy bemint de hazewinden,

En zijn bracken, en het wilt,En het velthoen, en de lijfters,

Meer dan al de jonge vrijfters.Is dat niet zijn jeught gefpilt?

Hy magh rennen, by magh jaegen,to Maer by zal zijn jaght beklaegen.

I MadeWes love de kinden• de onde snebt tot woordfpeling drOft wader boron. Bier eehter isdie ongezocht, ja was fchier onwermildelpt Wel veroorlooft :fell Vondel den seam Gallitzinsnit to breiden; dock wy sullen 't Vos ook elan doen in een ftraks aan to Men byfehrift enop het varieeren van Gen famillenaam, wet tegenwoordig een doodzonde sot geseht worden,sag men teen zoo unarm Wet ik moot nog ten overvloede doen opmerken, dat de seam dertad, van wells het geflacht vermoedellik af tomtit was, ook no nog, Makin* en Made:opengefpeld wordt.

s AI de Jeffers last kg flaen• 'tzelfde verwilt, of, wil men, dezelfde lot, hem en sun maagfehap Inde Geftsite illaaegedt gefebonken.

le My sal sea is& beklaegent wy sondes tbands seam: „sieh beklegen." De sin is- „bet eel hemlater fawn, dat by, door sick alleen met Jurgen besig to honden, versuimd heeft, de genegen-held hove vrouw to Trianon — Dear nu Joan en Jacob hoiden tronwden, sullen wy 't ermaar voor houden, dat Nichiel Hinlopen de bier bedoelde ruatelooze Jager geweest b.

Hoe naauw of Jacob Hinlopen Tymenfz. Vermaes, die in dit jaartrouwde met Urfula van Bergen, aan de reeds genoemde Hinlopensbeftond, kan ik niet beflisfen. Zeker is het, dat 12y mede tot de vrien-den of bekenden van Vondel behoorde, die hem het bruiloftsdichttoezong, 'tw elk ik hier achter last volgen. Uit dat gedicht zelf enuit de opdracht, welke Vondel hem, vijftien jaar later, deed van zijn„Herkules in Trachin," blijkt, dat deze Hinlopen Bewindhebber was

Page 200: vondel. - DBNL

176 TER BRUILOPT VAN J. HINLOPEN TZ. MOUES, EN U. VAN BERGEN. 1653 I

der visfchery op Groenland : en, uit Wagenaars regeerings- en an-dere lijsten, dat by in 1655 werd aangefteld tot Mederegent van hetMannentuchthuis, en in 1675 tot Kommislaris voor de wislelbank.

TER BRUILOFT

VAN DIN Z NEER

JAKOB HINLOPEN TYMENSZ. VERMAES,

ZN DB Z JO PREZ

URSULA VAN BERGEN.

E heerfchappy des !ants ontfloegh den walvifchvangerVan 't bezige bewint op Groenlant, voor een pons,

Om bet den krijgh ter zee te ftyven door maetroos;Wanneer de wackre Min zijn' golden koocker,

zwangerVan ,fcherpe pylen, hing op zijnen zachten rugh,

En fprack: het is geen tijt nu langer te verzuimen,Te flapen op de wacht, het vryen heeft zijn luimen.

Nu left de ledigheit voor my een goude brugh,Waer langs ick onverhoeds den jongling kan befpringen,

to Die mijne krachten terght, en d' outfte wet verfmaet.Het Rijck van Minne, dat de weerelt houdt in ftaet,

Dien walvifchdwinger zelf betemmen zal, en dwingen.Zoo filreeckt de Min, verkieft een' fchuilhoeck in der yl,

En legert zich al ftil in UREIELS zedige oogen,is Daer hy haer winckbraeuw fpant [wie denckt om zulcke bogen U]

En treft, nit haer gezicht, den Helt met zijnen pijl.Bewintsman, die dus laugh harpoende woefte dieren,

Ghy vlught, helaes, te fpa deze ongewoone pijn:Nu Venus zoon n heeft gebonden aen de lijn,

so Zijt ghy u zelfs niet meer, maer moet u laten ftieren.

i-s tilt decen aanhef van bet gedleht leeren wy, dat de eselieden, die enders ter walvisehvanptnitvoeren, in de nolo Jaren waren geprest geworden tot 's Lands dienst.

e yentas „nn verfehaft de omftandIgheld, dat de Bewindhebber der viefeherti met AM vrtien tlJdgeen weg west, een heerliike gelegenheld" ens

Page 201: vondel. - DBNL

1653 TER BRUILOFT VAN J. HINLOPEN TZ. VERMAEB, EN U. VAN BERGEN. 177

Te voren font het vry te ftreven overal,Door 'sweerelts ruime zee te fpelen met de zinnen:Nu leit de geeft aen bant, en om een hart te winnen,

Verlieft men zich geheel, de Liefde te geval.ss De Liefde hoopt, en vreeft 't geliefde te verliezen.

Wanneerze in 't minnend hart haer taeie wortels fchiet,Ontzietze hagelbuy, noch wint, noch regen niet,

En zou Been' vryheit voor dees ilavernye kiezen.Hoewel men zomtijts trooft en licht van ftarren derft,

so Daer 't water is bezaeit met rotzen en gevaren;liechtfchapen zeeman fuft voor ftorm, noch holle baren,

Al eifcht de noot dat by zijn malt en kabels kerft.Leander troofte zich te water, onder 't zwemmen,

Ter liefde van zijn far, die op den oever blonck,33 En hem van verre 't licht van hare fackel fchonck.

Zijn yver fchroomde niet de wilde zee te temmen.De hoop van verre allengs den Minnaer trooft, en fuft,

Terwijl hy vaft genaeckt de langh gewenfchte haven,Die, na veel moeilijckheen en dat gedurigh flaven,

40 HINLOPEN kroonen zal met aengename ruft.Geen water kan de vlam van zijn verlangen bluffen.

Verlangen naer 't genot der Schoone, alle eere waert,Om haer oprechte denght, en goedertieren aert.

Geluekigh is de mont, die dezen mont zal kuffen.43 Hy yvert om 't beiluit: maer toen haer teere hant

Den vrydom, 't waerde pant, ten idle zou verfchrijven,Scheen 't Jawoort op de tongh en in de pen te blijven,

Het hart te fiddren, voor den knoop van zulck een' bant.Ziy ziet, aen d'eene zy, haer' toeverlaet, haer Moeder,

so Wiens kuifche borft zy zoogh, wiens zuivre melck zy dronck:Aen d'andre zyde trooft haer JAKOB met een' lonck:

Ala of hy fprack: Ick blijf uw dienaer, en behoeder.De keur baert angft. Wat gaet d'onnoofle Joffer aen?

Wat anilers is 't van veer, wat anders onder d'oogen.ss 0, zuShtze, dit befluit gaet boven mijn vermogen;

Milli lieve Moeller af, een' Bruigom aen te flaen.Al 't maeghfchap moedight haer. Zy blijft in twijfel hangen.

De trouwe Bruidegom verquickt de flaeuwe Bruit,

I-40 Hoe muntwkenrig, en bee eiernik tuella is bier wederom bet gekosen beeld, aan de walviseh-'Tanga en seeveart ontleend, tot in gyringe byzonderheden volgehonden.

as Dv cirtirdost .... sou verjbAr6sven: d. 1 : „Rich tehriftelek verbinden en deardoor hear viten Meatverliesen soh."

14 Lees: ,,saken, die, an verre befehonwd, gemakkelilk febtinen, varkriken eon sliders gedaante,wanner men se van naby ballet."

ss Ms NMI Yowler dif, in' lesion an At floes: de nItdrakking Mane wat rresmd, sy is eaterseer ustsarlijk, en Joist. De dochter wordt voorgefteld aen den arm der moeder Implode symutt aleh van dime los — of /lad haer of — en geeft hear arm den Br:Mourn — of Maihem au.

Mt WIBIM VAN I TAN VO3DElt VI. 12

Page 202: vondel. - DBNL

Ontvouwtze wat al beils uit bruiloftsfeeften fpruit,co En wifcht eerbiedighlijck de tranen van haer wangen.

Nu klaert het aenfchijn op: de zonnefchijn breeckt door:De roozen luicken op: de blyfchap wort geboren.De Min zijn vleugels rept, en weetze to bekooren,

En baent het bruiloftspadt, en treetze ruftigh voor.63 Ilier op beftemt de Bruit de trouwbelofteniffe,

En teeckent hare ti ouw ftantvaftigh op papier.De hemel koeftre zelf voortaon dit wettigh vier,

En zulcs, dat hun noch heil noch bloeiende afkomft mitre.

Behalve Vondel, was ook Jan Vos een befehermeling der Hin-lopens. Wy kunnen dit althands opmaken uit verfcheiden gedichten,door hem aan die familie toegezongen. Zoo b. v. vinden wy byhem 1) een gedicht op Leonora Huydecoper van Maarsfeveen, diemet Joan Hinlopen Jacobsz. trouwde, een 2) op Maria Huydecoper,de echtgenoote van Jacob Jacobsz. Hinlopen, en blijkt het uit an-dere vaerzen van denzelfden fchrijver 3), dat Iaatstgemelde een yverigkunstverzamelaar en liefhebber van fchilderyen is geweest. By zijnafbeeldfel gaf Vos dit byfchrift:

't Ie Ilindeloopen, die men /tier door verf ziet leeven.Zijn inborft ziet men belt waar dat by recht of raadt 4);

De geeften worden door geen doode verf befchreeven.Zijn zorgen zijn tot hell van burger!, en ftaat.

Bet lichawn van one land vereift geen andre leeden,Le Staatfche Staat houdt ftoel door wakkere Overheeden.

Nog twee anderen paren, die in ditzelfde jaar in den epht ver-eenigd werden, zong Vondel een feestlied toe. Wat Jacob van Pa-penbroeck betreft, die met Maria Koeck trouwde, het is my onbekend,of by een bloedverwant was van Gerrit (v.) Papenbroeck,*die in 1655tot Regent van het Tuchthnis werd benoemd, en van den beroem-den Gerard van Papenbroeck, die in 't begin der vorige eeuw leefdeen bekend was door zijn belangrijke verzameling van fchilderyen enhandfchriften. De Braid, Maria Koeck, was de dochter van NikolaasHeimenfen Koeck en van Marie Broers, aan welke laatfte Vos eengedicht opdroeg over de woorden: „ Vrouw, dcuir is 71W zoon." 6) Eenbroeder van Nikolaas, Jan Heimenfen Koeck, was krijpbouwmeester

1) JAN V08, Gedlehten, i, 384Vos, Qed., I, 27s

s) Vos, Gad, 1, 880 voigg.4) D 1. „ t atl by als Sebepon, of ala Ltd van den Read, gin plaats bekleade."s) Yes, GM., 11. 438

178 VONDELS LEVEN. 1653

Page 203: vondel. - DBNL

1653

VONDELS LEVEN.

en bevelhebber van 't gefchut te Amfterdam. Hy trouwde met Eli-zabeth van Kesfel, aan welke Vos insgelijks een gedicht opdroeg,getyteld: Aen de wondt in Chriftus ziji). Voorts had Maria Koeckeen broeder, Heimen Koeck, die Pastoor was 2). Dat zy een goedezangeres moet geweest zijn, blijkt uit de navolgende regels, welkeVos haar, na haar huwlijk, toezong:

VW keel, Maria! doet de naehtegaal verdoven.Zinn zang is voor een pons.Akar d'uwe is voor altoos: (?)

Al wat beftendig is verdient een eeuwigh loven.

Gy kunt, als Orfeus, door uw ftem de dieren lokken.Zoodanig was 't gefehalDat Theben met een wal

Van fteenen tot het dak der fterren heeft getrokken.

Gy weet mijn ooren aan uw gorgel vaft te binden, enz.

Voorts droeg by haar zijn gedicht op van den wanhoopigen Ju-das 8). — Het lied, waartnede Vondel de echtelingen begroette,luidde als volgt:

I) Vos, Gat , Ti, 878.s) Yoe, Ged , II, 878.s) 'foe, (led, II, 427.

179

Page 204: vondel. - DBNL

M U Z IJ C K

TER BRUILOFT

VAN

DEN E. BRIIIDEGON

JOAN VAN PAPENBROECK,I N

DE E. BRUIT

MARI A KOECK.

VOORZANG.

NARRT uw veelen,Spant uw keelenOp een blyde bruiloftswijs.Huwt de zanglaft aen het fpelen.

Ziet, ay ziet het ParadijsOpengaen. Nu heft uw toonen

Hooger: rijft nu altemael:Want hier daelt de nachtegael

Om 't gezegent feet to kroonento Met zijn wiltzangk. Geeft gehoor.

Proeft dees leckerny van 't oor.

ZANG.

Son de MinOns Zanggodin,

Tot gezang en fpel geboren,is Met zijn leckerny bekoren?

11 Leeteray ran 't oor. do altdrukkIng Is by one in onbrnik geraskt• de DnItlehen fpreken nogMI Olsrenfehmass.

180 1653

Page 205: vondel. - DBNL

1653 VONDELS LEVEN. ] 81

Deze tong,Die eeuwigh zong,

D'eer der maeghdelijcke reien,Kan die uit haer welluft fcheien?

so Smaeckt de gloetVan Min zoo zoet?

Is 'er zoeter fpel ale zingen?Laet dan al miin fnaren fpringen.

Geeft de kroon23 Aen geenen toon.

Laet ons al to bruiloft varen.Speelt den fcheyzangk op uw fnaren.

SLOTZANG.

Nu fterven ons gezangen.Muzijckers, vaert nu wel.

30 Nu itreckt al ons verlangenNaer minnelijcker fpel,

Dat niemant heeft verdroten.De zang heeft zijn verdriet:

Maer trotm e mingenoten33 Verdriet

Dit leven niet.Het zingen heeft zijn wren:

Dit kan duren.

sr Des ftheysawk veer „den affcheiduang."as Ma(fekers veer „mnakliefhebbers, musiceerende Wen." 't Woord is ongewoon, en onregelmatig

boveadlen; dear er goon w w. mopes ballast.

Niet lang duurde het geluk van Papenbroeck ; immers vind ik ophet Rekeningen-boek der Bagijntjens 1) Maria Koeck reeds in 1655als overleden opgeteekend. Ik laat de opgave hiervan, benevens eenigeandere aanteekeningen, beider familie betreffende, bier volgen:

Fol. 27. In 1655 opgefchreven „ter ewigher me-morie" Elijsbet Pracras (Pan-cras?) wedu van S(injeur) Pa-penbroeck f 20.

i) Dit Rekeningen-boek, dat zorgruldig is bygehonden, heeft my, ale in 't vervolg blirken sal,menigmalen sea leidraad sea de hand gedaan, om hater met de onderlinge betrekking van perfonen,met wie Vondel omgang had, bekend to worden.

Page 206: vondel. - DBNL

182 VONDEL8 LEVEN. 1653

Fol. 27. „ 1655 Maria Koeck, buysvrou vanS(injeur) Papenbroeck. . • „ 20.

n 81. „ 1670 Aeltie Claes Koeck . . . „ 25:4 (8 Dukatons)97. „ 1674 Trijntie Claes Koeck .,,, . . . „ 20.

„ 101. „ 1675 Joan van Papenbroeck • . . „ 22:1„ 187. „ 1695 Anna van Papenbroeck • . . „ 24.„ 211. „ 1701 Pietertije Koeck „ 20.

Reeds in ben vroeger Rekenboek komen omttreeks 1641 voor:

Fol. 83. Pieter Papenbroeck t 19 Apr. . . f 20.,, „ Martijn Papenbroeck t Nov.

Aldaar in 1633:

Fol. 56. Aefje Papenbroecks.

Omtrent Marten Looten, die met Christine Rutgers trouwde, endien Vondel in het navolgende gedicht bezong, is het my niet ge-lukt eenig naricht to erlangen. Vat de Bruid betreft, wy hebbenhear reeds eenmaal ontmoet als fpeelnoot van Agnes Block 1) en, vol-gends een gisfing van wijlen mijn vriend Mr. Jeronimo de Vries 2),zoft zy een zuster geweest zijn van Ida Rutgers, de vrouw van ArentBlock, en de moeder van Agnes. Dit is echter niet aannemehjk: im-mers Ida Rutgers had in 1649 reeds een twintigjarige dochter, enChristine, die in het volgend gedicht

D' outfits van Baer Ouders krooft

genoemd wordt, zoit dan een jeugdig bruidtjen van ten min(lenveertig jaren geweest zijn: wat ik niet kale aannemen. Zy was defpeelnoot van Agnes geweest en dus niet de tante, maar de tijdge-noot, waarfchijnlijk de voile nicht, van deze: immers dat zy haar nain den bloede beft,ond houd ik voor onbetwistbaar.

I) Zle hierboven, ble. 18e) Zle J. Di Vein' en J. C es Jose', Nederl. gedenip eerklaard, 1839 II Deal, blz. 180.

Page 207: vondel. - DBNL

1653 183

DE

HOOGHTIJT

NAM

MARTEN LOOTEN

ZN

CHRISTINE ltUTGERS.

Ecn nu met begraefniscedel:Wech met rouwkleet, lijck en baer:

Stel de blyde bruiloftsvedel.Strijck den boogh op uwe fnaer.

Trouw de fnaren aen de rumen.Volgh met fpel en zang den trant

Van den jeughdelijcken HymenNaer de groene ledekant.

Al het lant begon to mindrento In getill van burgery.

D'ouders (molten en hun kindren,Longs den Aemftel en ons Y.

Niemant docht om Bruiloftstoortfen,Geene jeught had vryens lull;

td Want de brunt der heete koortfen

1-1. De vermelding her taillike fterfgevallen, ten gevolge van beets koortfen, heeft my een oogen-bilk doer twUfelen of dit gedieht wel to read in de 40 nitgave de jaarteekening 1853 draigt,en of bet ook gefteld moest warden na het jaar 1855, teen er werkelUk sulk een hevige pestwoodde, dat bet land, en Amherst= voorel, folder ontvolkt word — Intesfeben, V. fpreektbier van geen pest, maar van hide koortfee, en die kiusnen seer wel in 1852 of 1853 gowned envele offers medegeffeeit hebben, minder dat do gefebtedfchrifvers bet de moons waardig geachthebben or — veoralmet bet oog op de latere veal grootere ramp — gewach van to maken lkfond althands goon vitheld bet jaartal, solider ftellIg bewtis dat het verkeerd opgegeven was,bier to veranderen.

a from de Aare* aea de newer one hedendaagt.he dlehtere gebrulken in dozen sln nog wel 'tw w. Mimi; maar dat Tat &owes, hoewel 't denkbeeld even goed ultdrakkende, is in onbruikgeraakt.

L

Page 208: vondel. - DBNL

184 DE H000HTIJT VAN M. LOOTEN EN O. RUTGERS. 1653

Al haer minnekoortfen blufcht.Onder 't nypen van die maeren

Sprack ons Vryer in zijn' zin:Zal men dus ten grave vaeren,

ao Zonder afkomft, zonder min?Zal de bloem van onze dagen

Dus verfticken zonder geur?Durf men 't hylixlot niet wagen?

Heeft de jeught geen minnekeur?as Noch om leven, noch om fterven

Wil ik fchuwen d' oude wet,Die de huizen helpt aen erven,

En haer' zegen geeft aen 't bedt;Aen den boomgaert, daer de LOOTEN

30 Den geflachtboom houden hen,Die door enten planten pooten

Nimmer zal noch kan vergaen.Zonder king te zitten wachten,

Of te zuffen zonder trooft,93 Schiet Caniannv in zijn gedachten,

D'outfte van haer ouders krooft,Rijp van zinnen, rijp van reden,

Wacker ruftigh in den aert,Afgerecht op deught en zeden,

to Ala een puickbloem, minnens waert.In der yl daer heen gevlogen,

Zet het flonckerdiamantEn de fchoonheit van haer oogen

Voort zijn hart in lichten brant.4s Wat al vlammen, wat al fmarten

Pynigen den trouwen helt,Die het minne vier durf tarten,

En zich waeght in 't vlacke volt.Want bier worftelen gepeinzen

so Hoop en wanhoop tegens een,Openhartigheit en veinzen,

Koelten en gedienftigheen,Luft en onluft, naer de vlagen

En de buien van weerzy.as Och, wat leert de min verdragen,

Daerze wacht op haer gety!Zoo het door verloop van tyen

Eens de maeghden valt te beurt,

0-4, Verna. „ale de beftaande orde van silken eons verandert, en de tIjd komt, dat de masgdennit viten moeten gun, dan sullen de knapen het hear betaald mitten, dat sy hen zoo long ensoo wee.' duor alle weer en wind bebben opgohonden," ens.

Page 209: vondel. - DBNL

1653 DE MOOGHTLIT VAN M LOOTEN EN C. RUTGERS. 185

Datze nit noot de jongmans vryen,to Die haer wreetheit heeft gefleurt

Door den bagel, wint, en regen,Heele nachten lang, zoo fpa;

Zal de wraeck het leet opwegen,Wacht u voor hnn ongena.

93 Doch het is nu tijt te duicken.Vlaggevoeren is te vroegh.

Laet u, als een' flaef, gebruicken,Achter dezen gouden ploegh.

D'acker zal het zweet vergelden:to Ploegh en arbey met gedult.

Denck hoe d'air de korenveldenIn den zomertijt vergult.

En CHRISTIJN is teen noch manner.Neen, haer hart, van maeghdewas,

73 By uw vier allengskens warmer,VV il haer Minnaer niet in afch,

Na dien arbeit zien begraven.Neen, haer koelte voelt een vlam.

Deernis krijghtze met uw flaven,so Dat tot noch geen einde nam.

Hy verwerft hier op zijn bede,En het Jawoort datze traegh

Met haer verfche lippen knede,Op zijn drift en vraegh op vraegh:

93 En de hantveft van het zoenenWort verworven. Brnidegom,

Klaegh om geen geflete fchoenen:Want de nachten komen om.

Hoortze nu bun keelen paren90 Met een minnelijck muzijck.

Op zijn galm en luitefnarenVaert de Bruit in 't minnerijck.

Onder zang en galm te weckenGroeit de nieuwe vrientfchap aen.

93 Ziet die tortels treckebecken.Kan dees vrientfchap wel vergaen 1

was Verfta, in verband met hetgeen voorgaat. „maar, dewill die Mid nog niet gatemen is, knnt gy,viler, nog geen trlomf roepen, maar dient nog een will beithelden to On en n als do onder-danige Mensar ewer minnares to gedragen "

scow IM hanteed vas het semen, ens.. d. I. „Hantretft wordt bier niet, zoo ale blz.161, vs 1 van hettweede gedioht op de JOH:ding* van SW roes onelgenlijk voor „voorrecht" genomen, maar in deware beteekenis van „versekering met de hand gegeven," en ale zoodanfg is het woord in dozenbrniloftszang treffeliik to pas gebracht. De dnbbele aardIgheid, welke in dozen sin list opgeflo-ten, is no gemakkelUk to vetten: „de bruigom •erkrijgt de bevestiging van de bevrediging eli-te wenschen en tevens, by de versokering met de hand verworven, het recht om On brnldtjenvrijelijk to unman." Lemon voor paenteare, „versoenen," bier „bevredigen," vindt men, behalveby KILL= en anderen. ook by Room Zie OW. Woordenb. in o.

Page 210: vondel. - DBNL

Brnigom LOOTEN, met CREt8TIJNE,Uwe Bruit, zoo trouw gepaert,

Dat Godts zegen u befchyne.wo Sla uw oogen hemelwaert:

Die u t'zamen will te voegenSchencke u beide, in dezen ftaet,

Eenen rijckdom van genoegen,Dat al 't gout te boven gaet.

Behalve Christina Rutgers hebben wy ook als fpeelnoot van Ag-nes Block vermeld gevonden Kornelia Noortdijck 1), hetgeen myeerst op de gedachte had gebracht, dat zy het was, die bedoeld werdin het navolgende briefjen, door Vondel gefchreven aan Pater Cou-vrechef, van wien mede vroeger 2) geTproken is.

„D. Carole, optima pater,

Bollpecto Reverentia► taam eras, Nora fecunda. 'allay& no. in liortionpia vivo Nordivia. Adoentus neer illi grabs* exit.

Teta ex amino

J. VONDELIUS."

d. i.

„Heer Karel, treflijke Vader I

„Ilx wacht uw Eerwaarde morgen ten twee ure. De vrome jeerNoortdijck heeft ons in den twin genoodigd. Onze komst zal haar aan-genaam zUn.

Van harts de awe

J. VAN DEW VONDEG."

Onder aan de linkerz(jde ftaat in gewone letters: „op de princegraft, op een hula ta het hoeckhuis vati de Beereftraet by vanVeerle." Vermoedelijk logeerde de •ater daar, en diende deze op-gave tot naricht voor den brenger.

Op zich zelf mil dit brieOen, hetwelk zich beyond in het boekjen,waarvan vroeger gefproken is en dat door den Heer Snellaert opeen boekverkooping te Antwerpen gekocht was, een niet onbelang-rijke kuriofiteit zijn. Wy lereen er uit, dat luffrouw Noortdijck Katho-

i) Zia Merboven, biz. II.a) Zle Deal V, DU 771.

186 YONDELS LEVEN. 1653

Page 211: vondel. - DBNL

I..c-, ;;$

~ ~ ;s

.,;.. ... t: ~~ -:-s;;..

---4 ; ;-~ .... ? tS ~ , ~ --- ~ -h ;.. '~ ~ ) 0; ::!.

--' "-'.J

~ ~ 1$ L ~

r§ '::.. '-. ~ ~ ~ ...

~ ~

~ '- ,

f = , 0 :. '-

~l('\

(0 .... <:. ~ (

~ ~ (. ; ..., ... ..... ' .....

~ J, .... '{ ~ ! '-i- f! :.;.-> .,.r .:

;1 0

~ T I r- ; ) s ..... 4 ' <:::::

~ 1. ....;,.. J: ':) :> " -:: ~ . -:; - - :,

~ -~ +, :: <"" ....,

-;... t- ~ -- :.- l .r &;..... .".

~ ~ <::. .~

> , ~ / ".. -.-... J) ~ '- r;;:.. I. - ~

~ :: , ~

t "'" ':> ... ~ ~ ,

~ .::..- r ~ -- .. , '- ~ ~

J ... ? ..., -.r . ~ f...,. " ..

-~ (.J f .,-0 ¥' r.:...., . ..,; ..

- ...

i ~

1 f

~ • ' 4 .: .::-.-=

t .. .. < 'r> S

i .., •

~ -" ~ .... .. S .. ' i :::. $ - .

: • ..:: , 4

i--= . '! ;;;,

~

J

~

-; - l

I) EWE R 1\ I,; ~ \' ,\ 'i \' CL'I LJ I': I, , \' 1 , I, b .. IS (j - 1 S H.

Page 212: vondel. - DBNL

J-\ ~ ~ e-tA q{ i.-...1e '\,. GVl-\ ~e-o. E. H ~~ k a"reA C o ... vW"ech~/

0",4- --P..,·or ;;4e,y- J< ~.,....d~ -TA n.A-",e-.--r"U"-)

"n/h '7 h' ~~f!/V- I A "' It-~ <V'M

A l..A..v) J ... ~ ~(,.~ f~JI-l J ~ ...eJe. GL<I'), e"'II,"u"J,~( u.. J4t-) ~e.t- '1 ~ ~~J~ Lu.rt-, of w,·u-•• "j(r- VOU" ~ k ... rfiA"o "

N / I A.1.~..4 o-t-'V" ... dq.... ~.: ........ ) ~1" Je~/r- .dco~ rv/.; e- k .. + /

En ~ .... ed<r '1'"' "( ....... ,,(... h~r .... J3 'I. or ~~~ ..... ~ l/~l""~)

Fejlo-O ~h..... -v..... Je.' I .. eo ... r-e.. 1 e",.., our, e.... <WI" ~n .... "'- e-Lc-.

At ",H ~ k 1 " .e... '-~"' J c ~ e.lt:- I 0/- .. tA, 0 "{ ~ A&-. jt-f//(jr.,.." .... .Il.. ... ,

or I"" ..... _d Ic..c../*- ~1k h~/ ,...U-~£ .. <-+. t1l 'd.n-j ........ o.ek-., v_ L'~~ ~t- J.~ M~«-1JL.-.1 deM. ,-1-oe. ... 1«j4 ..M~ v .. .,,~~ I

W'e...~ ~~u- ~ n1~jl. ... Q.e.--' VCNtA'~~ "'eA- ee ... kr"",

<. 1 (r~ ) ~ 1 V\ 0...) (...V~O'" I V'-C' ha...reft lcoJ tAt ~ ............ .

M . D. CL 111 . lUSTE t V V:.:J.~ ~

Page 213: vondel. - DBNL

1653 VONDELS LEVEN. 187

liek was, en met Vondel bevriend. De Heer Alberdingk Thijm, dieuit dit briefjen, uit den vroeger gemelden Bloemkrans voor Joan deWolf 1) en andere ook in mijn verhaal opgenomen byzonderheden,aanleiding genomen had tot de famenftelling van een oorfpronkelijkverhaal, betyteld: Op het Hof 1), had aldaar Kornelia Noortdijck alseen Bagijntjen voorgefteld, en dan ook geoordeeld, dat met den „tuin"of „hof," waarvan gefproken wordt in het briefjen van Vondel, de„13agijnhor bedoeld wordt 8). Voorts ftelde by Kornelia voor ale dedochter van Pieter Noortdijck, die een der Hoofdluiden was der Seal-Peering, en. die zich, in 't jaar 1643, met zijn drie ambtsbroeders,Jaques de Win, Gerrit Kuycken en Gerbrant Anslo, benevens denknecht der Saaihal, Jan Stockmans, voor eigen rekening der Hoofd-luiden liet uitfchilderen door Abraham van Diepenbeeck 4). Er isin deze geheele voorftelling niets, waarmede ik my niet volkomenkan vereenigen; alleen op een punt zijn wy beiden tot de overtuiginggekomen, dat zy min juist Is. Niet Kornelia Noortdijck was de Bagijn,welke Vondel ging bezoeken, maar Dyna Noortdijck, die ale zoodanigin 't Rekenboek voorkomt en in 1678 overleed. De omliandigheid,dat er op dien tijd geene ander Bagijn op het Boek voorkomt, wiernaam diezelfde aanvangletters D., N. heeft, en dat het D. N. was terwier eere Vondel, toen zy den geestelgken ftaat omhelsde, gezongenhad 6), dit een en ander maakt deze mgn onderftelling meer dan wear-fchijnlijk.

Wie nu echter de Van Veerle was, in wiens woning de Paterzijn intrek genomen had, is my geheel onbekend. Nergends is myde naam elders voorgekomen. Dear het briefjen niet vermeldt, aanwelke zijde der Beereftraat het huis van Van Veerle zich beyond,zoo kan dit even goed het perceel BB 516 of 5-19 zijn, naarmatemen, die (treat uitkomende, rechts of links de gracht opgaat. Beidenzijn .kleine Wizen, die by afwisfeling tot woning van partikulieren entot Trinket kannen gediend hebben. Slechts een dezer twee huisjensheeft nog den geveltop, die van Vondels t4d zott kunnen getnigen.

Maar het briefjen, dat Vondel aan Couvrechef fchreef, brengt nogmeet byzonderheden aan het Licht. Wy 'exert daaronder, van de handdes Paters, bet navolgende:

Tune Rd rnanifeftavit 2. Vondeliue generofum zelum erga CatholicamRomanam Religionmn foam, et me honoravit elegantisfimia Jule feriptia tte.

dat is: „te diet gelegenheid leide Van den Vondel zijn edelmoe-

i) SIC Iderboven, biz. 16e) De panels tytel ran 't °offal Iola. Or see Hoy. Bydrage tot de gefehtedents ran let !leder-

landleh-dathalieks Lewes der XVII ears, sit fehr(ftelOile oorkonden en gedrune bronnen, deck woorge-field, &els ofgekki. en can sent geliarde wester Dorothea Anna opgedragen door Jos. ALB. Atm-meat TSUJI, Ord. s. Oreg. M. Sq. 6 Deo. 1886.

s) Op het Hof, bin. $8 volgg.4) Op *a Me, bin. 48, IA. Weastraae, 4'0. Deal VII, biz. 140.s) Zie Ugrian's, Me. 110.

Page 214: vondel. - DBNL

188

AFBEELDINGE VAN KAREL COUVRECHEF. 1653

digen yver aan den dag voor zijn Roomsch-Katholieke godsdienst envereerde my met zijn keurlijke fchriften" enz.

Vondels briefjen draagt geene dagteekening, evenmin ars de aan-merking van Couvrechef. Wanneer wy het echter omkeeren, leerenwy het jaar, waarin het gefchreven werd, kennel'. Waarfchijnlijk om't adres, dat er in opgegeven werd, had de Pater 't briefjen mede-genomen, en nu itelde Vondel op den rug daarvan het navolgendebyfchrift op 's mans afbeelding:

AFBEELDINGE

TAN DIN N. BEERS

KAREL COUVRECHEF,

dint litin ksr Ituntlitta rintiontra

RN

PRIESTER T'AMSTERDAIL

LEM fchenckt Godts genaede aen Couvrechef eengunft,

Het zy by zeden leert, of wieroockt voor d'altaren.Aldus ontvoncktNatuurzijn'geeft door tekenkunft,

En treckt zijn zuivre hant, als zy op zuivre blaren,Feftoenen van gebloemte, en ooft, en airen maelt.

Al woont by aen zijn Schelt, of aen onze Aemftelftroomen,Op Karmel kelt zijn hart, met eenen pip doorftraelt,

Van liefde tot de Maeght, den toevlught aller vromen,Wiens beelt by menighmael vercierde met een kroon.

to Zy fterck' zijn onderdom, nit haren hoogen troon.

a Later op dens ages •erenderd.Aldus oleartusekt Natuur sVn hart.

• Ala sr: do latare taws beet; min elerlek ale hi.

Page 215: vondel. - DBNL

Onder aan dit gedicht leest men met kapitale drnkletters, gelijkVondel doorgaands hiervoor bezigde, het woord IVSTE en daarnaast het jaartal MDCLIII adatis fuse 66. anno (in het zes-en-zestigftejaar zijns levens). Het gedicht, waarvan ik even als van de keer-zijde het fac-fimile hiernevens voeg, is blijkbaar voor de vuist ge-maakt: de vaste hand, waarmede het gefchreven is, en het niet beftaanvan eenige verbetering of doorhaling, getuigen van 't gemak en devaardigheid, waarmede Vondel dichtte.

Ik heb ftraks gezegd, dat de Hoofdlniden der Saaineering zichhadden laten uitfchilderen door Abraham van Diepenbeeck. Doze, in't jaar 1607 of daaromtrent to 's Hertogenbosch geboren, had, eerstala glasfchilder, naderhand ala leerling van Rnbbens en fchilder inoliverf, geen kleinen naam gemaakt. Italian bezocht hebbende, hieldhy zich vervolgends in Engeland op en to Antwerpen, waar hy in1641 Direktenr werd der Akademie. Voor het bekende folio-work„de Tempel der Zanggodinnen," tafereelen voorftellende nit de Her-fcheppingen van Ovidius, hebben zijne teekeningen de grondftof ge-leverd. Te recht vereerde Vondel zijn afbeelding met het naIrol-gende byfchrift:

1653 VONDELS LEVEN. 189

Page 216: vondel. - DBNL

190 1653

OP

DEN KUNSTRUCKEN BEER

ABRAHAM VAN DIEPEBEECK.

us tekende ABRAHAM zich zelven niter het leven.Wy kennen hant en geelt aen ommetreck en

ftreeck.Zy vloeien even rijek, gelijck een DIEPE BEECH.

't Welfchicken, van Natuur aen weinigen gegeven,Is 't vrye welt, waer in by weit met zijn penfeel.

De vont van 'a mans vernuft ontziet Been zonneftralen,Noch self Appellee oogh, in kercken en in zalen.

Laet tuigen print en doeck, en koorglas en panneel.

• .1 Wepitiekos: de „goods ordennantle," gellJk wy die thande — lk weet nlet waarom — noemen.s,r Yerltat „de vrnehten diner veronfdge vludIngen kunoon even geed het holders dagllcht, ale

het hand's oog des kunstkennere doorftaan."

Green mindere vermaardheid dan Diepenbeeck begon omtrent dezentijd een andere fehilder te verwerven, te weten Govert Flinck. Opden 25 January 1615 te Kleef geboren en eerst voor den handelopgeleid, had by zich reeds in zijn prilite jeugd door ,een onweder-itaanbare neiging aangetrokken gevoeld tot de fchilderkanst: en zelfshet magazijn, waar zijn wader hem had heengezonden om zaken teleeren, verlaten. ten einde naar de ouderryle woning te keeren. Hierwerd zijn zncht tot de beöefening der kunst op allerlei wijze tegengegaan; toen gelukkig de Doopsgezinde Leeraar Lambert Jacobsz.,van wien reeds vroeger is gefproken 1), to Kleef kwam pre/ken. Deoude Flinck en zijn vrouw, die vermoedelijk tot dezelfde gemeentebehoorden, kwamen naar 's mans ftichtelijke onderwijzinge luisteren,en, eerlang vernemende, hoe de groote man zelf een bekwaam fchil-der was, begonnen zy het mogelijk to achten, dad men te gelijk eenfehilder en een braaf menach kon zijn. De zaak kwam den leeraar

d Zie Deel 11, tole. 111, 117.

Page 217: vondel. - DBNL

ter oore, die de gemoedsbezwaren der ouders geheel wist to over-winnen : waarvan het gevolg was, dat Lambert Jacobsz. den jongenGovert met zich naar zijn woonplaats Leeuwarden nam en als leer-ling in de kost hield. Na genoegzame vorderingen in de kunst ge-maakt to hebben, trok Flinck naar Amfterdam, wear hy zich widerde leiding van Rembrandt verder ontwikkelde. Gewis had hy vanzijn eerften meester een aanbeveling bekomen aan diens ouden vriendVondel, en het zal ons ook uit het vervolg blijken, op welken vriend-fchappelijken voet by met dezen verkeerde. In dit jaar vervaardigdeby des ,dichters afbeelding, waaronder Vondel dit byfchrift plaatfte:

OP

MIJNE SCHILDERY,

TOEN GOVERT FLINCK MY IIITEICUILDERDE,

IN ROT JAILS XDOLIII

ex iluit van daegh een ring van zesmael ellefjaeren,En zie mijn hooft befneeuwt, en tel mijn gryze

haeren,Oock zonder glazen oogh, in deze fchildery,En noch ontvonckt mijn hart in tuft tot podzy ;

TerwijI lek Lucifer zijn treurrol leer volfpeelen,En met den blixem fla, op hemelfche tooneelen,

Ten £chrick en fpiegel van de Staetzucht, en de Nijt.Wat is mijn ouderdom? een roock, een damp, geen tijt.

B loader glans oogA roar „sender bril."a les roock, ete damp, pees aft: sold diehteritik gesegd, om nit to drukken, dot by niet op latere

levensjaren relent. Pm tech heeft hy in die litters Jaren meet ten Wooer gehracht don veleMatters in hen goheele lever, :ender dat aan die gewrochten van aUn onderdom fporensvanrow* of damp to befpeuren Mjn.

1653 OP MIJNE SCHILDERY DOOR GOVERT FLINCK. 191

Page 218: vondel. - DBNL

192 VONDELS LEVEN. 1653

Jan Vos fchreef er het nevensgaande by:

JOOST VAN VONDEL 9

DOOR GOVERT PLUCK GESCUILDERD.

Due ziet men Vondele beeldt: wie dat hem pooght te hoorenMoet luifiren naar zijn geeft, de bron der Fogey.Het beeldt der wileheidt :8 de fchoo,:lte fchilderil.

De Treurtooneelen zijn door dit vernuft herboorenEn d'and'ren door zyn pen vol traanen, bloedt en gal (I?).Bet fpel vertoont den mei:I -eh, het weiflen van 't gecal.

Zoo is de Rijnzwaan one, tot roem van 't Y, vericheenen.De dichtkunft bindt zich niet aan Roomen noch Atheenen.

Ook wederom in dit jaar had Vondel het verlies te betreuren vaniemand, voor wien by hooge achting koesterde. Deze namelijk wasSteven Kracht, die in 1570 te Kampen geboren en een zusterszoonwas van den beroemden Albertus Pigius, den befchrijver van Italienen reisgezel van Pans Adriaan VI. Licentiaat in de godgeleerdheidgeworden, was by een tijd lang Aarts•diaken en vrije Kanunnik derkerk van Sint Viktor te Xanten geweest; doch later tot Dekeng ekozen, en in 1610 door den Vikaris Sasbout Vosmeer aangefteldtot Pastoor der Nieuwe zijde of der kerk van de H. Maagd en St.Katharina te Amfterdam. By het verlaten van Xanten Het by dewoning zijns ooms, die met alle foort van huisraad voorzien was, tenalgemeenen gebruike aan zijn voormalige liadgenooten over. Hyoverleaf op den 27 Juny 1653, den roem achterlatende van min-zaamheid en hnlpvaardigheid. Zijn zinfpreuk was: Corona.eapientiaetimor Donaini. Eccles. 1. 22.

Het afbeeldfel van den drie-en-tachtigjarigen grijzaart, gefchilderddoor den beroemden Dusfeldorper fchilder Johannes Spilberg, enkeurig gegraveerd door Matham, werd met dit byfchrift van Vondelvereerd:

Page 219: vondel. - DBNL

1653 193

OP

MR. STEVEN KRACHT,

Biktu ru *then.

Bus hoot de Iinnit d'eerwaerdigheit van STEVEN,Den Deken en den Prieiter noch in 't leven.

Het lichaem is gefleten op zijn wacht:De ziel aenfchout de Godtheit in haer KBACHT.

De Latijnfche Batavia Sacra geeft fol. 407 nog het volgende by..fchrift op Kracht, met de navolging, die, zoo zy niet van Vondel,hem althands niet onwaardig is:

Sic fedecim poit luftra, vere tertio,Se Crachtlue marcefcere, ut flares, videt.Volvensque mente vivida Warms dies,Ad Amfteloy fluenta necdum deficit..Sed Entheal prudential vir prolaue-Becolligendis Batavorum ecelefiie.Nand fidelis pafkr atque oraculumTandem ut coronam repo/itam fibi ferat.

be navolging hat:

Aldus ziet STEPHANIIS in zesmael veertien jaerenVerweleken zUne Itssoirr gelijck een bloom haer blaeren,

Terwiji zijn wackre geeft verlanght naer 't eeuwigh lichtEn, by den Aemftel-ftroom voor geene zorgen fwicht,

Meer met voorzightighheit van hemelfch vuur gedreven,Volhart in 't Herdersampt en Hollant raet to geven,

Herbonwende Godts kerck door twist en lift verfpreit,Opdat by eindlijck draegh de kroon voor hem bereft.

MI 111.1311 TAN J. TAM 70110t& TI. 18

Page 220: vondel. - DBNL

Ook tot een ander geestelijke richtte Vondel in dit jaar een ge-dicht, en wel tot een man, voor wien hy als voor een geest- enlotverwant een licht verklaarbare vriendfchap moest gevoelen. Dezewas Bartholdus Niehaus, die, vroeger Luthersch predikant, in1622, toen Marius te Keulen de godgeleerdheid onderwees, doorhem tot het Roomsch geloof was gebracht. Tot Abt van Ilfelden in:Neder-Sakfen benoemd, was by van daar door de Zwaben verdre-ven, en vervolgends werkzaam geweest by de Ilollandfche Zending 1);terwip by te Amfterdam het opzicht had over het drukken der ka-tholyke boeken. 't Schijnt, dat by eater in dit of in het vorige jaarwederom van hier vertrokken was. Althands blijkt uit den navol-genden dichterlijken brief van Vondel, dat hy zich omtrent dezentijd te Regenaburg moet hebben opgehuuden, omtrent of kort nadat Ferdinand Franciskus, zoon van Keizer Ferdinand III, in dieclad tot Roomsch Koning was gekroond geworden. Wat er later nogvan gemelden Niehaus werd, zal ik te zijner to vermelden.

0 Els Oudh. van SeimeinerL, II D. bls. 289

BRIEF

DEN HOOONWIEEDICIEN EN HOOGEGELEERDEN SEER

BERTHOLDUS NIEHUSIUS.

NDIEN mijn lage ftijl uw' hoogen geed: behage,Uw' zwacken ouderdom een weinigh onderfchrage,

Zoo fchort het aen mijn' plicht indien ik NiE-nuts niet

Begroete met mijn pen, daer d'oude Donau fchietMet water, fchuim, en Breen door zoo veel ftkene bogen,

Gelijck een ronde kay ten bergh komt afgevlogen,En in de laegbte rolt. Uw yver en uw zorgh,

1-7 Ken treffend bewUs lever& wederem dose befobrilving, hoe V deli, ook in diehtitakken vanondergefebikt belong. er op teeleide in elke byzonderbeiti naanwkeurig to Ain. Hier legt bywader, in torte maim treffende trekken, gin kennis &an den dap van de gefteldheid van Regens-burg en wy leeren nit doze regale, boo die Rad In een dal gelegen is, en er de Donau met eenfterken val ender de beroemde Reopen brag dooritroomt, die de beide oevers verblndt. Diebrag, in de 12. °env gebonwd, telt 16 wtide bogen, en Mat eon lents van 1091 op een breedtevan 28 'oat.

194 BRIEF ALEN BERTHOLDIT8 NIEHUSIITS. 1653

Page 221: vondel. - DBNL

Gedurigh in Godts oegft, vercieren Regensborgh,Daer 't vierde regement van Rome voortijts waeckte,

io En onlangs Ooftenrijek met kroon en fcepter blaeckteVan gout en diamant; toen 't Keurgezagh den ZoonVan FERDINAND verhief op 's Roomfchen Konings troon,

Tot vreught van 't Heiligh Mick, en 's Keizers onderdanen,Die, van den oorlogh wars, met voile vredevanen

is Onthalen hunnen Heer, en zien den overvloet,Ons Duitfchlant in den fchoot gegoten, to gemoet.

Den Hemel zy gelooft, die al de donckre wolckenVan Nydigheit verdrijft, en d'onderdruckte volcken

Verheft, en overftraelt met deze zon van pais,so Gerezen uit den troon van 't Keizerlijck palais.

Dat heet de vredekroon gelijck Auguftus fpannen.Nu groeit heel Chriftenrijck: nu fchricken d' Ottomannen,

Tot voor de poorten, daer de Groote ConftantijuNet Kruis voorheene plante, en nu de manefchijn

25 Van Mahomet den glans, de ftralen van de WaerheitZoo flout in 't licht durf ftaen, en pooght ons middaghsklaerheit

Te dooven met een' damp, en vuilen fmoock, en fmet,Ja zelf daer Chriftus left zijn voeten heeft gezet.

Nu Duitfchlant adem fchept, na veel gelede fmarten,ao zaet der letteren, in d'ackeren der harten

Geworpen, jaer op jaer, ons kroonen met zijn vrucht,En fpreien eenen gear van billijckheit en tucht,

Godtvruchtigheit en trou ter ftede, daer de fpiefl'en,Geweer, en buffektuit, en ftherpe diftels wieffen.

as Men zal Athene zien herbouwt, van lant tot lant,Waer Pallas den olijf, gelijck een' zegen, plant.

In hare fchaduw zal uw grijsheit noch ontluicken,En diep in winterfneeuw de zomerroozen pluicken:

Want wie hier, !evens zadt, verduft zit, en verduft;so Uw brain, gehick uw naem, blijft nieuw: uw out vernuft

Wort jeughdigh, en verquickt, els zommige plantfoenen,En bladers, die al 't jaer gednrigh blijven groenen.

Uw yver voor geen' Taft van letterarbeit zwicht;En onder zulck een pack van zwaeriche6n verlicht

45 Het goddelijck muzijck, een ftrael van uwe gaven,Uw' geeff, die dickvrils diep in boecken leit begraven,

Gedompelt, en bedeckt: en vreemt weer 't zoo men hierV, onder eenen zerck van godtgeleert papier,

o V ;Verde repent yen Rome: „de vierde legion."sa Pluiskso voor „platten," ale mourns's..41 Ha Fed*** '18N:fah: even zoo, In bet itraks opgenomen bruilofradlcht op Looten, blz 185, vs 90.

Met era rairasitrat eses(fat. Het woord !fast op beide plastron niet voor de „kunst," maw voor„rod,. of „plaid," en wordt Swum door v. ens. genomen.

1653 BRIEF AEN BERTROLDIRI NIERUSIII8. 195

Page 222: vondel. - DBNL

Diet overftullept vondt, of hooger dan de klocken,so Gelijck een mariner beelt, zaegh ftaen, als opgetrocken,

En in den geeft verruckt: want zulck een letterheltVerfmaet het muffe bedde, en yvert om in 't velt

Van ftarrelichte blaen, in 't midden der geledenEn benden, die voor d'eer van hun' verloffer ftreden,

as Te fterven met de fchacht en veder in de hant,En onverfaeght het gras to bijten met den tant.

Zoo fterckte nw drift den Leeuw Alatius in 't ftrijden,Gelijck een Grieckfch Romain, en haelde d'oude tijden,

En zeden, langh van gras en onkruit overgroeit,so Geluckig voor den dagh, zoo klaer als onvermoeit:

Zoo voede uw milde pen de hongerige zielen,Die op den bloeffem van uw blaen en brieven vielen,

Als byen, op een velt, vol bloemen, dau, en kruit.Zoo hebt ghy langh, op 't fpits van redenen, geftuit

os Den vreeffelipken storm van 't heir der duifterniffen,En al wat zich vermomt met verwen en verniffen,

In 't Licht ten toon geftelt; de Hel de grijns gelicht.De Vaders hebben zoo van outs de Serck geftieht;

Het zy men Marcion Godts menfcheit zagh verbafteren;To Het zy Arrins tough de Godtheit dorft verlafteren,

Op 't fpoor van Ebion; het zy PelagiusDen toevloet der Gena verriet met Judas kus;

Zoo dickwerf by Natnur, en ons gezwackt vermogenTe hoogh in top verhief. De Waerheit en de Logen,

is Van 'sweerelts aenvangh af, elckandre 't voorhooft bo6n;Gelijck mijn treurfpel nu door Lucifer den troon

Van 't hemehijck beftormt; daer Michael van bovenDen blixem op hem worpt, die angftigh in de kloven

Der aerde zich verfteeckt, en zijn wanfchapenheitso Geplondert ziet van glans en d'eerfte Majefteit.

0-51 lilebullus wordt bier voorgefteld als eon foort van Simon StyMos of ander hoUlge, die etchboven op eon kolom — bier hooger dan de klokken, shoo op eon torenfpits — aan gedvrniatigeoverpoinzingen overgeeft.

ss Getedes voor getederes, als elders gassed's, feeds% ens. voor gestoederes, ens.ss His gras to kites: of, Bever, as 't gras Sc bytes is eon seer gewone ultdruklang voor „op 't flag-

veld, op 't bed van ear, omkomen " Do byvoeging met des last bederft die echter, &swill sy nietalleen overtollig is ammers wear Mit men finders mode als met de tanden?)maar tot eon geheelmotorise]e rooritelliaa maakt wit den loser als beeldfpraak wordt sangeboden.

sr Des lamas Allatiss• „Leo Allatinst die, in 16613 op het Wand Chloe geboren, etch beroemd matedoor gin geleardbeid. By genoot de befeherming van verfobillende Pastan, word nangeftold totOpsichter der Darbertinfehe boekery, en later, door Alexander VII, der boekery van 't Vitamin.Als eon morirweerdigheld wordt van hem verheald, dat by islet tronwde, omdat hem aft sob belethebben, wanneer by t verkoos, den geestelfken cleat to omhelsen, en tot goon goestelffke ordetootrad, omdat sulks hem soft verhusderd hebben, to tronwen. In dose slobbering tusfehen denkerkelijkon on den haweleken Seat bereikte by eon moor dan taehtiglarigen onderdom, en list, by:tin overitiden, Writ's(' fehriften achter.

Ism Mareion, Arrive, Enos, Pelsgtas : vermaarde disfenters, over mike Darold. is of later gefprokensal warden

78 Gensteki van makes, „lam, krachteloos, week make,,:" 't w.woord is nit de mods geraakt of!weft voor den moor aktieven vorm :wakes pleats gemaakt.

196 BRIEF AEN BERTROLDUB NIEHUSIUS. 1653

Page 223: vondel. - DBNL

1653 VOISDELS LEVEN. I97

Eechtfchape dapperheit verduurt Godts tegenwrijters.Nu fchept ghy ademtoght, in 't midden van twee Myters,

Wier gunft en zegen u gedyen tot een' nigh;Keur MENTZ aen d'eeno zijde, aen d'andere OZENBRITGII,

ss Twee Heiden door hun deught zoo hoogh in top geklommen,Veritercken u, gelijck twee vierige kolommen.

Mijn geeit verlanght user u, en dien gewenfchten dagh,Dat ick uw aengezicht gezont aenfchouwen magh.

De jaeren glyen hone, of vallen af, als bladers:so De tijt wort niet geftuit. Zoo miffen wy ons Vaders,

En vrienden, dagh op dagh. De vrientfchap is het zout,Het welck door zijne kracht gemeenfchap onderhoudt.

Ick wenfch dat d'Engel, uw behoeder, u geleide,En voere, door woeftjn, en over ftroom en heide,

93 Gelnckigh herwaert aen. Op zulck een bly gezichtVerwelkome u mijn her met eer- en welkomdicht.

By het zoo even vermelde keur- en krooningsfeest, voerde deKeurvorst van Brandenburg, 't zij in perfoon, 't zij door een verte-genwoordiger, den ftaf als Rijks Aartskamerling of Opper-kamerheer.Op doze omftandigheid wordt door Vondel gezinfpeeld in het hiervolgende byfchrift op 's Vorften afbeeldfel, welk laatfte door GovertFlinck vervaardigd was:

Page 224: vondel. - DBNL

OP

G. FLINCKS

AFBEELDINGE♦VAN

DEN DOORLUCHTIGESTEN VORST, EN DEERE,

FREDERICK WILLEM,

Sword lies N. Ituutsrfts itiirks, Igarrkgrut it Erstkrukurgly.

MINUS IN IMPERIUM MAGNUM.

1.8 Keurvorft FREDIUCK op den doeck begon toleven,

Te pralen met den ftaf van Keizer Ferdinand,En zijnen zoos, die trots de kroon van Rome fpant,

In top van 't Heiligh rijck, aen 'evaders zy, ge-, heven;

s Toen riep Natnur verbaa: wy zien geen ydel beelt,Maer 't wezen zelf, het hooft van vele _xositeidommen.De KleefTche Apelles, door zijn' geeft zoo hough 'geklommen,

Een' Alexander, of een' Duitfche Achilles teelt.De ftralen van 't gezicbt bet hart des volcks ontvoncken.

to Geen voorzaet heeft, gelijck dees nazaet, uitgebloncken.

MINUS IN IIIPIZIUX tumor: d. 1.• „,afgevaardigd (of „heengesonden") near SOU groot Itilk '. Ziadm VI, 818

i Op des dose*• doeck Mat bier nlet voor de ftof, maar voor den lap self, en daarom In i manne-lijk Wachs. 't Kan eager Ain, dat het lidwoord bier overtolUg Is, en dat men lezen moat:

Ale Keureorft Frederik op dock began Se Awes.Do 011de nitwit heeft

Ale lemmata Frederik op den dock bevels Se levee,wet Itellig verkeerd ie.

s Des fief t. w van Opperkamerheer.1 De Skeffehe Apdles. „Flinek."s See' Alexaoder, of sew' DoWehe ifehOks• esker maakte etch Frederik Willem beroemd en verwIerf

self. den naam van „du greet. Keurvorst," maar de elgenlao Alexander van do familia moestsent eon eanw later in do perfoon van Frederik den Groote een rol fpelen.

198 1653

Page 225: vondel. - DBNL

1654 VONDELS LEVEE. 199

Uit het hierboven aangehaalde gedicht van Vondel op zijn eigenafbeelding, gelijk mede nit zijn brief aan Niehnfius hebben wy kun-nen leeren met welken arbeid hy zich thands onledig hield. Weldraverfcheen nu ook zijn „Lucifer" in 't Licht: en, zoo hy langen tijd ver-traagd had met het fchrijven van een treurfpel, het bleek nu, dat hyzijn krachten alleen gefpaard had om ftonter fprong te doen, en omeen dramatisch werk of liever een epos te leveren, voortreffelijkermisfchien dan al -Nzat hy tot dien tijd vervaardigd had. Zijn dicht-vuur, verre van met de' jaren te' zijn verminderd, bleek met geftadigkrachtiger gloed to blaken, en in dbn „Lucifer" kwam een meester-ftnk te voorfchijn, dat aan den dichter, die het fchreef, en aan detaal, waarin het gefchreven werd, tot een altijddurend gedenkteekenzott verftrekken.

0 ZIG biz. 191

Page 226: vondel. - DBNL
Page 227: vondel. - DBNL

LUCIFER

TREURSPEL.

1654

201

Page 228: vondel. - DBNL

202

Preseipitemgue immani turbine adegit.

[Hy deed hem nedertnimelen in een ontzachlijken dwarrelwind.]Zie VIEG. Aen. VI. 594.

Page 229: vondel. - DBNL

DEN

ONVERWINNELIJCKSTEN VORST EN HERE,

DEN szsaz

den trim,GEICOREN

ROOMSCHEN KEIZER, ')

ALTIJT VERMEERDER DES ELTGIES. 2)

ELIJCIC de Goddelijcke Majefteit in een on-

genaeckbaer licht gezeten is; zoo zit oock

de weereltfche Mogentheit, die haer licht uit

Godt fchept, en de Godtheidt afbeelt, in

haeren glans verheerlijckt: maer gelijck de Godtheit, of

liever opperfte Goetheit, den allerminften en ootmoedigen,

Romalbhest Hearers Deter: Roonesch Heiser. Ben „Roonsfehe Keiser" is eon Reiser, die de Roomibbegodadienst eon „Reeearch Keiser" by, die over 1 H. Roomfche Rbk regeert. Een gelljkfoortigverfehil behest tusithen een 'root-Wrier on een greets.. Wrier. Hot blUkt my ecbter boe langerhoe meer, dat de onderksbelding in Vandals hid nog Met soo seer word in add genomen.

si serzesserder des flake: op dime wpse pleegt de tytel des Kaisers Bows dureftees vartealdte worden, hoewel vra dewfl fist Aileen de bylap des rifeks Met hi bet Catlin toden is, meat self. nog getwiiteld wordt of empishis van ammo („ik venneerdern of van auger(„wiehelaar") afftamt.

203

Page 230: vondel. - DBNL

204 OPDRACHT AEN PERDINANDII8 DEN DERDEN.

met den toegangk tot haeren troon, begenadight; zoo ge-

waerdight de tijdelijcke Mogentheit oock den allerkleenften

dat hy zich eerbiedigh voor haere voeten verneedere. Op

deze hoop verftout zich mijne Zanggodin, van verre, aen

uwe Keizerlijcke Majefteit op te offeren dit treurfpel van

Lucifer, wiens ftijl wel rijckelijck de deftigheit en ftaetig-

heit vereifcht, waer van de Pad 1) fpreeckt:

Omne genus fcripti gravitate 7'ragcedia vineit;

Hoe hoogh men drave in ftijl, en toon,

Het Treurfpel (pant alleen de kroon;

Doch wat aen de vereifchte hooghdraventheit des ftijls ont-

breeckt, dat zal de tooneelfto4 titel en naem en doorluch-

tigheit des perfoons vergoeden, die hier, ten fpiegel van

alle ondanckbaere ftaetzuchtigen, zijn treurtooneel, den be-

mel, bekleet; 2) waer uit hy, die zich vermat aen Godts zijde

te zitten, en Gode gelijck te worden, verftooten, en recht-

vaerdighlijck ter eeuwige duifterniffe verdoemt wert. Op dit

rampzalige voorbeelt van Lucifer, den Aertsengel, en eerft

1) WM die Poll is heb ik Dimmer tussles te weten komen.s) &Akar bekkafes wordt bier, gelük meermalen, in den sin gebesigd, welken de Frantchen bech-

ten aan 1 woord figurer fir of dam. Zoo beet: figurer fur us Was. „een troon bokleeden," figurerler la Mos, „een teased bekleeden," figurer doss us rift.. „een rol bekleeden," figurer dose usfauteuil, „Gen armitoel belleeden," ens. Mks** is anders fgnoniem met „ftoffeeren."

Page 231: vondel. - DBNL

OPDRACHT AEN FERDINANDUS DEN DERDEN. 205

heerlijekiten boven alle Engelen, volghden federt, bykans

she eeuwen door, de wederfpannige geweldenaers, waer van

oude en jonge hiftorien getuigen, en toonen hoe gewelt,

doortraptheit, en liftige aenflagen der ongerechtigen, met

glimp en fchijn van wettigheit vermomt, ydel en krachte-

loos zijn, zoo lang Godts Voorzienigheit de geheilighde

Maghten en Stammen hanthaeft, tot ruft en veiligheit van

allerhande Staeten, die, zonder een wettigh Opperhooft, in

geene burgerlijcke gemeenfchap kunnen beftaen: waerom

Godts Orakel zelf, den menfchelijeken geflachte ten befte,

deze Mogentheit, als zijn eige, in eenen adem, beveftight,

gebiedende Gode en den Keizer elck hun recht te geven. 1)

Chriftenrijck 1) doorgaends, gelijck een (chip in de wilde zee,

aen alle kanten, en tegenwoordigh van Turck en Tarter,

beftormt, en in noot van fchipbreucke, vereifcht ten hoogh- .

fte dime eendraghtige eerbiedigheit tot het Keizerdom, om

den -algemeenen erfvyant des Chriften naems te ftuiten, en

den Rijcksbodem en zijne grenzen, tegens den inbreuck der

woefte voleken, te veiligen en te ftercken; waerom Godt

te dancken is, dat het hem beliefde 't Gezagh en de Kroon

des H. Roomfchen Rijeka, voor 'sVaders overlijden, op den

jongften Rijeksdagh, in den Zone, FERDINANDII8 den Vie den,

I) De trederfpcmige getreldencers — eta hos recht te pens: men lotto op dese belangrUke periods.It sal dam later op tertigkomen

a) ChrQlesereek: 't woord wordt Mer, ala elgen itaam, en dna minder lidwoord, gebesigd, even alrsans in I Eng. gebrnikelOk is.

t

Page 232: vondel. - DBNL

te verzekeren; 1) een zegen, waerop zoo veele volcken moedt

draegen, en de tooneeltrompet van onze Nederduitfche

Zanggodinne te moediger, voor den troon van Hoogh-

duitfohlant, 2) den overwonnen Lucifer, in Michaels trioznf-

ftaetfie, ommevoert.

UWE KEIZERLIJCKE MATESTEITS

Allerootrnoedighfie dienaer

J. V. VONDEL.

0 re sersekersa • Me bet verhasIde hlerboven, Ws. 1S4.s) likagadsegthWast• de neam van Deffsahload, wamonder men thands by nitfintting die tandem bo-

mipt, wear Iloopleibeh gefproken wordt, bad Vends% in gin tad bier ntet kannen besigen condoreon onwaarbold to seggen. Immers ender dies algemeenen naam van Dritschland verttond men Menook nog de tandem wear Naterdsitsa gorproken word, Mt over dose bad Ferdinand goon heerfobappy.

206 OPDEACHT AEN FERDINANDII8 DEN DERDEN.

Page 233: vondel. - DBNL

0 P

DE AFBEELDINGE

V•11

KEIZERLIJCKE MAJESTEIT,

FERDINANDUS DEN DERDEN;TOES JOACHIXUS SANDRART VAN Srocaou, NY, WV WIESEN IN 0081ENRUCE, EMI

NAJZSTE1TS AIBIELDINGE, NET BAER 1001WERCE EN CIERADEN, VERZERDE.

Deus noble ham otia fecit.

E Zon van Ooftenrijck verheft haer fchoone ibraelen,int fchaduwen van kunit, veelfchooner in elx oogh,

Dewijlze, in haeren troon geitegen hemelhoogh,Zich niet ontziet zoo laegh op ons gezicht to daelen.

De derde FERDINAND, gefchapen tot regeeren,Gelijck eon tweede Align% en Vader van de pais,Zijn' Zoon de heirbaen wijft naer 't hemelfche palais,

En leert met wapenen van Vrede triomfeeren.

Or Da Assasisaras VAN zusaarstaia itrazararr. Zoo neat sr bayou bet gedleht, gent bet,voor den Lucifer en tnefehen de opdraeht en 't „borscht," In t llcht gekomen Is. lk wit isletbedIsfen of 't Aron seise lifer voor de woorden kiserteeke outiesteit by toeval In de pen gable..nof deer sea Willa' van den setter nItgevallen fa, dan wel of V. het overtollIg heeft geleht, engemmed, dat psegde woorden, als tytal aangemerkt, het arUkel of pronomen Mad= Waren,even good ale b. v. Seater of SeeingSANDiART...V5ISEID1. flit dose byvoeging kan men opmaken, dat de vriendfchap twitch=Sandrart en nnnnn dlehter nog fmmer Land hfeld.Dan nab awe etas /mitt „God heeft one den rust gegeven," de meermalen aangehaalde resod aftKaroo. mite Iferderskont.

207

Page 234: vondel. - DBNL

208 OP DE AFBEELDINGE VAN PERDINANDII8 DEN DEBDEN.

Gezegent is het Rijck, gezegent zijn de volcken,10 Daer zijn voorzienigheit genadigh 't oogh op hondt,

En hem de Weeghfchael wort van 't heiligh Recht betrout.

Een Arent broght zijn zwaert en fcepter nit de wolcken.Een kroon verciert het hooft, ter heerfchappy gewijt:Dit Hooft verciert de Kroon, en fchept een' gulden tijt.

Page 235: vondel. - DBNL

209

BERECHT• 1411

ALLE KUNSTGENOOTEN,

Zit

BEGUNSTIGERS PER TOONEELSPELEN.

IFS wort u, om uwen trunk-yver weder Vontfteeeken,

en uwen gee ft Wrens te (Oaten, en te verquicken,

het beiligh treurtooneel, dat den Hemel afbeelt, opge-fchoven. De groote Aertsengelen, Lucifer, en Michatil,

elek met hunne aenhangelingen van wederzijde gefterckt,komen de ftellaedje ftoffeeren 1) en bun rollers fpelen.

Het tooncel en de perfonaedjen zijn zeker zoodanigh, en zoo beer-

( IQ& data) eenen heerliicker Itij1 vereifchen, en !longer laerzen dan ickhaer weet aen to trecken. Niemant, die de fpraeck van d'onfeilbaere ora-

kelps des goddelijeken Qeses verftaet, zal oordeelen dat wy een gediCht-

fel van Salmonella 2) bybrengen, die midden in Ells, op zijnen waxen en

metaele brugh, Iupyn braveerende, en met een brandende fackel den

blixens on donder nabodtfende, van den donder geflagen wert: nochte wy

1) ISloPerat of „bekleeden " ZIG de Aant. ander de Opdrada, bk. 204.a) astmotan va : over damn Vorst is reeds meermalen. o a. Dell V, bls. VIC gefproken en sal ook

natter wordea gebandeld ter gelegenkted ►1111 het trenrfpel, dat atla name driest.

II VIM= TAP 1 YAP TOIDIL TI. 14

Page 236: vondel. - DBNL

vernieuwen hier geen grijze fabel van den Reuzenftrijdt, onder wiens

fchorffe de Poezy haere toehoorders reuckelooze verwaentheit, en godt-

looze kerckfchenderyen zocht is verleeren, en natuurkennis in te boeze-

men ; namelijck, dat Incht, en winden, in den hollen buick en bet zwa-

velachtigo ingewant der aerde, beflooten, by wijlen ademtoght zoeckende,

met gewelt van geborfte lteenrotfen, roock en fmoock, en vlammen, 1) en

aerdtbevingen, en fchrickelijck geluit, nitberften, en hemelhoogh opgeltee-

gen, in bet nearftorten, den gront van lant en. zee met affche en fteenen

beftulpen, en ophoopen : Onder de Profeeten verzeeckeren ons van den af-

val des Aertsengels, en zijnen aanhang, Izaias, en Ezechidl; by den Enan-

gelilt, Chriltus, bet allerwaerachtighlte orakel , ons met eene ftem uit den

hemel bevolen te hooren ; Sint Peter, de Prins der Apoftelen, en endelnek

Judas Thaddeus, zijn getrouwe Apoftel; welcker fpreucken waerdigh zijn

in eeuwigh diamant, en waerdiger in onze harten geprint to worden.

Izaias roept: 2) 0 Lucifer, die vroegh opgingt, hoe sifighe ter aerde geploft?

die de vokken quetjle, in via harts fpraeckt: Ick wil its den hemel jlijgen,

mipen foil boven Godte geftarnte verhefen, op den bergh des verbonts aen

de noortsiide sitten. Ick wil boven de hooge wolcken fteigeren, den .elllerhoogh-Item worden: maer ghy salt ter hells toe, in den poel des afgronts,

vernedert worden. Godt fproeckt door Ezechiel 3) aldus: Ghy sift een uitge-

druckte gelifcienis, vol unjaheit, en volkomen fchoon. Ghy tvaert, in de weelde

van Godts paradaja, bekleet met allerhande kofielsjake fteenen, Ardis, en to-

pazen, en jafpis, en chrisoliten, en onix, en beril, fafier, en karbonke4 enfmaragden: gout was uw cieraet. Op den dagh uwer fcheppinge waren uwe

fchalmeien vaerdigh. Ghy braids u nit, gelijck een befchaduwende Cherubsyn,

en ick setts u op Godts bergh. Ghy wandelde midden onder de blaeckende

fteenen. Ghy waert volfchapen in uwen tredt, van den dage uwer fcheppinge

aen, tot flat men a op booeheit betrapte. Beide deze fpreneken (ken, naer

den letterinekea zin, d'eene op den Koning van Babilon, d'andere op den

Koning van Tyrus, die, by Lucifer, in hunne heerlijckheit en hooghmoet,

geleecken, beftraft en gedreight worden. Jesus Chriftus 4) ziet made op den

val van den wehrfpannigen Lucifer, doer by zeght : Ick sash. den Satan, ge-leck eenen blixena, nit den hemel vallen; oock Sint Peter, 4) zeggende : Godthellt d'Engelen, die sondighden, niet verfchoont, maer, met de koorden der

i) Rooek, en Jkeooek os stamoven en: ye over dose herhaling Tan het koppelwoord e000k is pro-:Wit, en over de kraeht, die het nen den sin byset, hot betoog in norms; Pr. I, St.

0 hake roept: Jed XIV 12 volggs) &eche,: Beech. XXVIII. 12 voigg.a) Jesus Clartfirs. ZIe Lukas X 18.s) &V Peter II Per. II 4.

210 BERECHT.

Page 237: vondel. - DBNL

BERECHT. 21 1

hello afgeruckt, in den afgront overgelevert, om gep9night, en ten oordeele be-

waert te worden; en Thaddeus 1) ontvouwt den atval der Engelen, en him

mifdaet, en de ftraf deer op gevolght, zonder eenige bewimpelinge, be-

knopt op deze wijze: Doch hy heeft de Engelen, die hunne hoogheit niet be-waerdeu, maer bin behuizinge 2) verlieen, met eeuwige banden van duifterniffe,tegena het °ordeal des grooten Godts bewaert. Wy ftniten dan met deze goude

fpreueken, en inzonderheit met Sint Peter, en Judas Thaddeus. afgezan-

ten des Konings eller Koningen, gelijck op eenen diamanten fchilt, alle de

pylon der ongeloovigen, die de zeeckerheit van der Geeften afval zonden

durven in twijfel trecken. Behalve dit onderftut ons ten overvloet door-

gaends d'eendraghtige en eerwaerdighfte aelontheit der godtvruchtige Out-

vaderen, die in den gront dezer gefehiedeniffe overeenftemmen : doch om

de Kunftgenooten niet op te houden, zullenwe one met drie plaetfen genoe-

gen; d'eerfte getrocken uit den heiligen Cypriaen, Biffchnp en Martelaer

to Karthago, deer by fchrijft: Hy, die te vore door een Engelfche Maje/leit

onderfieunt, Gode aengenaem en waert was, borft, tom hy den menfch naerGodts kelt gefchapm zagh, door eenen boomerdigen naeryver nit, hem door

iegeven van dien naeryver niet eer ten val brengende, voor dat hy zelf door

dies naeryver ter eels. geftort lagh, gevangen eer hy wing, bedorven was eerBy hem bedorf; terwiji hy, van Nijdigheit aengeprickelt, den menpie van de

genade der onfterfelyckheit, hem gefchoncken, beroofde, en self oock verloor het

gene hy te voce hadde. De groote Gregorins 3) beftelt ons de tweedo fprenck:

Dee8 afvallige Engel, gefchapms ons boom d'andere regementen der Engelen uitto blincken, ie door zips hoovaerdy vslz ter seder geftort, dat hy nu de heer-

fehappye der ftantvaftige Engelen onderworpm bltyt. Het derde en lefte be-

'wits feheppen wy uit de predikatien van den honighvineienden Bernardus: 4)

Schmitt de hoovaerdy: ick bidde u fames* toch, d'oirfprony van alle overtre-

ding. is hoovaerdy, die Lucifer zeif, klaerder dan alle flarren uitblinckende,

met een eeuwige dm:Item:ye heeft verdonckert, zy heeft niet alleen eenen En-gel, maer den oppetylen van alle Engelen in eaten Duivel verandert. De Hoo-

vaerdy en Nijdigheit, twee oirzaecken of stenftoockers van dozen afgrijffe-

Iiicken brandt van tweedraght en oorloge, hebben wy uitgedruckt i onder het

4) /Saddens• Ind...a) Bedusisktge: 't woord is button gebrnik mulct; offehoon Isaislosff nog bedfast en behuttd, ale b.

v. taw. gemereen, nog dagelgke gehoord wordt, eehter doorjaande met can aftenrende byvoeging,ale b. v. „Mein itehtdsd, fifth; tredvisd." Ashstriag ea hutting AM woorden van eenerlei beteekenie,even ale iekul, en AO), bettr(tden en ortgest ens.

e) Greporks. oGregoriae Navas," die in bet lastet der sonde eenw den Pan'elDken zetel bekleedde -t) Berearchtt • eerfte Abs van Clairvattx, die in het begin der twasifde eenw bleelde en etch door

Min febriften vetineard maakte.

Page 238: vondel. - DBNL

gefpan van twee beltarnde dieren, den Leeuw, en den Draeck, 1 ) die voorLucifers oorloghswagen gefpannen, hem tegens Godt en Michael aenvoeren;aengezien deze dieren twee zinnebeelden van deze hooftgebreeckenverftrecken:want de Leeuw, der diet en Koning, gemoedight door zijne krachten, achtnit verwaentheit niemant boven zich zelven ; en de Nijdigheit quetft met'lucre tong den benijden van verre, gelijek de Draeck, met het fchietenan zijn vergift, zUnen vyant van verre quota. Sint Auguftijn, deze twee

hoottgebreecken Lucifer toe-eigenende, maelt ons den aert der zelve leven-digh af, en zeit dat de Iloovaerdy is een liefde tot zijn eige grootsheit;maer de Nydigheit een haetfter van eens enders geluck : weer uit klaer ge-noegh blijelt wat bier nit geboren wort: want een iegelijA, zeit by, diezijn eige grootsheit bemint, ben* zijns gel ijoken, neer diense met hem ge-'tick ftaen ; of bentit zijnen minder, op dat die hem niet gel tick werde;of die gtooter zijn dan by, om dat se boven hem ftaen. Nu dewijl de die-ren self van verdoemde Geeften misbruickt en beseten worden, gelijok inden aenvang de Paradijsflang, en in de heileenwe de zwijnskndden, 2) diemet een groot gedruis in zee ftortten; en dewill de geftarnten son den hemelsells by dieren afgeteeekent, neck by de Profeeten gedacbt worden; 11)gelijok de Pleiades of Zevenftar, en Arctw us, Orion, en Lucifer, zoo ge-lieve het u de weeligheit en leerzaemheit der tooneelponsye to vergeven,dat de rampzalige Geeften zich op ons tooneel Kier mode wapenen, en ver-weeren: want den helfeben gedroghten niets eigener is dan flimme treken,en bet misbruick der fehepfelen en elementen, tot afbrenek van d'eete ennaem des Allerhoogiiften, zoo verre by dit gehengt. Sint Jan, 4) in sijneOpenbneringel heels de hemelfehe geheimen:ffen, en den ftrijt in den hemel,door den Draeck nit, wiens flaert nafieipte het derde deel der Marren, by deGodtgeleerden op d'afvaliige Engelen geduit; waerom men in Pottsys degebleenule wilse van fpreeeken niet al to neuswijs behoott to silken, nechteneer de feherpsinnigheit der fehoolleffen to regelen. Oock moeten wy on-derfeheiden de tweederhande perfonaedjen, die dit tooneel betroden, name-lijekltutetwillige en goede Engelen, die een ieder hen eige rot fpeelen;gelifek Cieeao ea de voeghelijekbeit self one eloke perfonaedje, neer heavenitems en aert, leeren us:tbeelden. Ondertuftbhen ontkennen wy geenfins dat

8) Ika Longo, ea den &woke. dat Vends]. yammer by den Loam on des Doak Invest* Met &Beenbedeeide de Rataaardo en 74fdigkot to tehetten, maar wet degolpt nog uglier bedaideniste ass altnvoorftelling meende to *even, hoop ik nader aan to teems.

al Do etr(foskodien: Ws MaiM. VIII . 90-19.a) Do is Profestea voialeAt wordem see b. v. Jon 1E: 9, XXXVIII. 31.4, !kW Jan. ohs Open& XII. 4

BERECHT.

Page 239: vondel. - DBNL

BERECHT. 2131

heilige ftof den tooneeldichter nanwer verbint, en intoomt dan wee •eltfthe

hiftorien, of Heidenfche verzio: role ; onaengezion d'oude en befaemde 1:ma-ven der Podzye, by Horatins Flacons, in zijn3 Dehtkunfte, met dezo veer-

:en nitgedruckt:

De Schilder 1 ) en Podet ontfingen beide een !might

Van idles to beftaen wat elck zich dienftigh edit.

Doch bier dient inzonderheit aengeteeckent hoe wy, om den naeryver derhooghmoedige en nydige Geeften to heftiger t'ontfteecken, den Engolen degeheimenis van het toekomende menfchworden des Woorts, door den Aerts-

fingel Gabriel, Gezant en Geheimenistolck der Godtheit, eenighzins ont-decken ; bier in [onder verbeteringe] volgende, niet het gevoelen der meefien,

maer zommiger Godtgeleerden, naerdien dit ons treurtafereel rtjeker ftofen luifier byzet ; zonder dat wy evenwel, in dit punt, noch in andere oro-ftandigheden van oirzaken, tijt, plaetfe, en wyze [weer van wy ons dien.den, out dit Treurfpel kracbtiger, heerlijcker, gevoeghlijoker en leerzamer

nit to voeren;] de reohtzinnige waerheit opzettelijck willen in hot lichtAssn, of iet, neer ons eige vonden, en goat duneken, yid ftellen. Sint

Pauwels, I) Godts geheimenisfchrijver nen de Hebreen, verheft self, benij.denewaerdigh genoegh, tot afbreuck van het Rijek der logenen en verlei-dende Geeften, do heerlijckheit, maght en Godtheit van het menfchgeworden

Woort, door zijn uitfteeokentheit boven elle Engelen, in naem, in soon-

fehap, en erfgensemfehap, in het aenbidden der Engelen, In zijne zalvinge,in sijne verheffinge can Godts reehte hant, in de eenwigheit zijner beer-&happy*, de een /Coning over de toekomende weerelt, en de oirzaeck enMt erode eller dingen, en een gekroont Hoof der menfchen en Engelen,

lijne aenbidders, Godts bodes, en Geeften, gezonden ten dienft der men-Cohen erfgenaemen der saligheit, welcker natunr Godts 'loon, de Engelen

voorbygaende, in het bloat van Abraham aenneemt. By gelegenbeit vandaze onfehult I) *Ate ick niet ongerijmt bier ter loop iet nen to roeren tot

onfehuIt 4) van tooneel ea tooneeldichteren, die Bybelftof voorftellen, niter

diens. by Ilion opfpraeck onderworpen sijn ; gelijck trouwen 'smenfchen

1) es Solsilder ene. Vertaltsg van bet betendePectoribtu algae podia

Quillibet ardeadi limper fait sequel polesiaa.Illosts. Ara MR vs. 9, JO.

s) ENRI .Passslar ale Bar. I : 4-19a) Due ealabsit roes „doss veroaffeatildigial."4) Tai oraftatala vow „tot steriehotsing."

Page 240: vondel. - DBNL

211 BERECHT.

I zinnelijckheit verfcbeiden is, en d'ongelijcke getempertheit der herffenenveroitzaeckt dat d'een trock tot een zelve zaeck heeft, die den anderen te-

gene het hart fteeckt. Alle eerlijcke kunften en oefeningen hebben haerebe-yveraers. en tegenwrijters, oock haer recht gebruick, en misbruick. Deheilige treurfpeldtchters hebben, onder de oude Hebreen, tot hun voorbeeltden Poeet Ezechiel, 1) die den uittoght der twalef Stammen nit Egypten inGriex nagelaeten heat : onder d'eerwaerdige Ontvaders hebben zy het groote

licht nit den °often, Gregorius Nazianzener, 2) die zelf den Gekruiften Ver-

loffer in Grieckfche tooneelvaerzen nitbeelde ; gelijok wy noch van wtjlenden Koninglijcken Gezant, Hugo de Groot, dat groote licht der geleertheiten vromigheit onzer eeuwe, Sint Gregorius fpoor naerltrevende, voor Aintreurfpel van den Gekruiften, in Lat1jn befchreven, en dien onvergangklij-

eken en ftichtigen arbeit eer en danckbaerheit fehuldigh blijven. Onderd'Engelfche Onroomfchen heeft de geleerde pen van Richard Baker, 2) Lu-cifer en al den handel der oproerige Geelten, oock vry bred in 't rijme-

loos uitgeftreecken. Wel is weer dat de Vaders der oude Korae de ge.kriftende tooneelfpeelders buiten de gemeenfchap der Kereke keerden, enbet tooneelfpel van dien tijt heftigh beftreden ; miter let men 'er wel op,de tilt en reden van dien was heel• anders gelegen. De weerelt lagh toennoch diep, op veele plaetfen, in Heidenfche afgoderye verzoncken. De gront

des Chriftendoms was noch onbeftorven, en de touneelfpelen werden Cy-bele, der gedroomde Goden moeder, een groote afgodinne, ter eere ge-fpeelt, en gehouden your een verdienftigh middel om hier door lantplagen

van den hale des volcks of to keeren. Sint Auguftijn getuight, hoe deHeidenfehe Aertspriefter, een bedienaer van Numaes inftellingen en afgo-

dendienft, to Rome, ter oirzaecke van een zwaere pelte, de tooneelfpeleneerft inftelde, en door zijn gezagh bekrachtighde. Scaliger self bekentdatze, om de gezontheit des volx to verwerven, door ingeven van de Si-

bille ingeftelt waren; in voegen dat dit fpelen eigentlijck ftreckte tot eenkrachtigh voedtfel van de blinds afgoderye des Heidendoms, en verheflinge

der afgoden; een ingekanckerde gruwel, wiens uitroien den eerften kruis-

9 Dee Poeet Burka. dose was een Jood, dle, volgends fommigen, reertlgjaren voor KrIstus, vol-gouda anderen onder Trajanns of liadrlanns leedde. Hy fehreet Griekfche gedlcbten, die echteralmost verluren sgu gegaan het bier bedoelde kwam, door Morel vertaald, In 1609 to Parris In tMM.

s) °reveries Nasiessenert V. vergeet bier, dat who to Teel bewgst, Wets bewgst. De liter be-doeldo Kerkvader dramatIseerde de getchledenls van des Holland!, krnladood, doch ftellig Wet methet doe! ow :On dlchtftnk op een gewoon toonell to doen opvoeren.

sj Richard Baker due was Ghent In 't graaffchap van Oxford onder Jakolms I en <marbled tg-dens don maven der twIsten tnsfchen Karel I on sgn Parlement. Behave het hier genoemde workfchreef by een Ar' ontik NM Rayeland en een Verklarieg vas lot (lobed des Buren. welke balite nogal opgang maakte.

Page 241: vondel. - DBNL

helden, en de gednurigh worftelende Kercke op zoo veel zweet en bloet

ftont, maer nu lang uitgettorven, geene voetftappen in Europe laet. Dat

dan de H. ()lava(lers die tooneelen hierom, en te gelijck om het bederf

der zeden, en andere openbaere en fchaemtelooze miebruicken van nacckte

jongelingen, vrouwen en maeghden, en andere vuiligheden, beftraften, was

noodigh en loflijck, gelijck het in dien gevalle noch zoude zijn. Dit nu

overgeflagen, laet ons het nut en den oirbaer van ftichtelijcke en vermae-

ckelijcke fpelen niet te licht wechworpen. Heilige en eerbjcke voorbeelden

dienen ten fpiegel, om deught en Godtvruchtigheit t'omhelzen; gebreecken,

en d' elenden, daer aen gehecht, te fchuwen. Het wit en ooghmerck der

wettige Treurfpelen is de menfchen te vermorwen door fchrick, en medoo-

gen. Scholieren, en opluickende jongkheit worden door fpelen, in talen,

welfpreeckentheit, wijsheit, tucht, en goede zeden, en manieren, geoofcnt,

en dit set, in de teere gemoeden en zinnen, een ploy van voeghlkickheit

en gefchicktheit, die hun, tot in den ouderdom toe, byblVven, en aenhan-

gen : ja het gebenrt by wijlen dat overvliegende vernuften, by geene ge-

meine middelen to bnigen, noch to verzetten, door fpitsvondigheden 1 ) en

hooghdravenden tooneelftij1 geraeckt, en, buiten hun eigen vermoeden, ge-

trocken worden: gelijck eon edele Manlier geluit geeft, en antwoort, zoo

dra hour weergade, van de zelve natunre en aert, en op eenen gelijcken

toon, en undere luit gefpannen, getockelt wort van eon geeftige hant, die,

al fpeelende den tuimelgoeft uit eenen bezeten en vorftockten Saul drijven

kan. De hiftorien der eerfte Kercke bezegelen dit met do gedenekwaerdige

voorbeelden van Geneflus 2) en Ardaleo, 8) beide tooneelfpeelders, in den

Schonburgh, door den Heiligeu Geeft verlicht, en bekeert; terwillze, onder

het fpelen, den Chriftenfehen Godtsdienft willende befchimpen, overtuight

wierden van de waerheit, dieze geleert hadden, nit hun deftige fpeelrollen,

doorgaends beter geftoffeert met pit van wijaheit dan laffe redenen, uuren

lang in den wint geftroit, en eer verdrietigh dan leerachtigh. Men worpt

ons, ten ►zichte van Bybelftoffe, voor, dat men goon fpel met heilige

0 apUsiotodighedos: dlt woord asst hler In een goedon zln, en men moet er ,Alne vIndIngen"door verItaan.

a) &Reps duo was, volgends Samna, Ton. IV Martyr. Rom een tooneelrpeler, die ten tUde vanDlokletianna, om den Holzer en den volke te behagen, de Kristenen op het tooneel gewelalgdoorltreek en belaehlak :oat to mekon Bens, dat by een dulvel moest voorftellen, soli by sulkeen vreemde verfehllnIng hebben gehad, dat by plotfeling bekeerd word en nu openlük verklaarde,an al:swill at to zweeren en &Dans als spa verlosfer to aanbldden Borst meenden de toefehon-wore, dat 4n rol tit medebracht, maar Loan by, your het outer van Venus gebracht, om het teaanblddes, sulks welgerde en, In 'a Keiser/ tegenwoordigheld, slIn belUdenbt herhaalde, ward by doordozen eerst ran de mIshandellugen van 't gepenpel overgeleverd en vervolgends aan den °verdePlautlanna, dle hem plInIgen Bet, doch, Coen (lit nlet butte, hem op a Kaisers last deed onthoot-den, op den 25 Aug van 't Jeer 803.

a) drdakot met dozen soft ongeveer hetzeltde ate m.t Gauen. slin voorgevallen ZIe Marthrol.Roman. 14 April.

BERECHT. 215

Page 242: vondel. - DBNL

216 BERECHT.

zaeoken beboorde te fpelen ; en zeker dit zon wat (chips hebben in onzetaele, die juift het woort Spel mede brengt maer wie fiechts een woort

of anderhalf Griecks ken uitftamelen, weet wel dat dit woort by Grieckenen Lattinen Been gebruiok heeft in dien zin : want TRAGOICDIA is een kop-pelwoort, en beteeckent eigentlijck Bockezang, neer der herderen wedge-zangen, ingeftelt om met zingen eenen bock te winnen, uit weleke ge-woonte de treurzangen, en federt de tooneelfpelen, hunnen oirfprong namen :

en wil men ons immers due ongenadigh knuffelen 11 om het woort Spel,weer blijvenwe den met orgelfpel, Davids harp- en zangfpel, en bet fpel vantien fnaeren, en ander fluit- en fnaerefpel, by verfeheidenheit van Onroom-

fohen, 2) in hunne vergaderingen ingevoert? Wie dan dit ondereeheit vat,sal wel het misbruick der tooneelkunfte beftraffende, het rechtmaetigh ge-

bruick niet ongenadigh vallen, en dezen heerlijcken ja goddelijeken vont,een eerlijeke uitfpanninge, en honighzoete verquickinge van 'elevens moeie•lijekheden, de jeught, en kunftbeminnende burgerye niet iniaguneen ; op datwy, bier door gemoedight, Lucifer met meer yvers ten Treurteoneele frodren,deer by endelUck, van Godts blixem getroffen, ter belle Mort, tett klaerenfpiegel van elle ondanokbaere ftaetzuchtigen, 3) die sick ftoutelijek tegensde geheilighde Maghten, en Majefteiten, en wettige Overheden durven var.

heffen,

• tut, lea, of beter kaniffeen, is bet frequent. van knuivas of kbireen, en van ongeveer (Milks ba-tmen's's ale „by herbaling kungen. knaauwen, knljpen."

▪ 3, ver/cheidenkeit van Oisroontlehes: yore& „by (of door) verfehillende fekten van Onroom-Men."

• Oidatudbaero fteelssiohttges. wy sullen nader glen, wie bier bedoeld wordt.

Page 243: vondel. - DBNL

217

INHOUD T.

uczazn, d'AertPengel, opperfte, en doorluchtiglifte boven elle En-

gelen, hool aerdigh en ftaetsnehtigh, nit blinde liefde tot zUn eige,

benyde Godts onbepaelde grootbeit, oock den menfch, naer Godts

beet gefchapen, en in het weeligh Ppradijs met de heerfchappye dos

aerdtbodems begiftight. Hy benilde Godt en den menfch to meer,

toen Gabriel, Godts Heront, alio Engelen voor dienftbare Geeften verklaerde, en de

geheimeniffen van Godts toekomende menfchworden hun ontdeckte; weer door bet

Engeledom voorbygegaen, de waerachtige menfebelljcke natnur, met de Godtheit

vereenight, een gellicke maght on Majefteit te verwachten front: waerom de hoovaer-

dige en nildige Geeft, poogende rich selven Gode gellick to (tenon, en don menfch

beim deo hemel te houden, door xijne modeftanders, ontelbare Engelen oproockende,

wapende, en tegens Michael, 'a !lamely Veltheer, en sting heirkrachten, onaengesien

na falls waerfehewinge, aenvoerde; en afgeftreden, na de nearlaegh, nit wraecke den

seem menfch, en in hem elle sUne nakomelingen, ten vsl broght, en by self met

aline weerfpanneliugen ter hello geftort, en ecuwigh verdoemt wart.

Het tooneel is in den hemel.

Page 244: vondel. - DBNL

PERSON AEDJEN.

BELZEBUB,

BELIAL, wedottpannigo Ot orfton.

APOLLION,

GABRIeL, Godts Goheimenietolek.

REY VAN ENGELEN.

LUCIFER, Etedehouder.

Hataraus: ook wel Baal-ssbub gefehreven, is eon Rehr. woord, dat nit Baal „Hear," on ZAN*„allay," flimengeitold. De num werd woven aan een God nut Nkron (zie 2 Boa. I): 't 4 flatmen hem als den „God der vliegen" of ale den „God die de vIlegen verdreef" vereerde, t zg,dat de naam eon fohempnsam was, door de Joden gegeven, en ids fynontom met „drekgod" to ver-klaren.

Daiwa letterlijk one „deng-niet" PAULUS Bor. VI: 15, verftaat er Satan zelven onder. In hotDade Testament wordt hot maar eenmeal condor byvooging gevouden, on wel Job XXXIV. 18.Zoos& moo MS sea dosing seggas• Og :loch herbaaldellik met een byvoegtng, als &flak-man, Bslials-k(ad, asaals-soon, Bslials-doolter, Belials-getusges, Belials-woord. Zelfs 2 Samuel XIII:5 en Notes. XVIII: 5, Beskas-Relials: — algid In de beteekenis van: „verkeord, ondengend, onge-temd," ens.

Apoltion Deter. Apollyon; doch V. is men gewoon, even ale vele fchrgvers van zgn — on ookvan lateren — tgd, de Oriekfche o met t to verwiefelen. Daze naam Is Wet Oostersch, geligt debeide vorige, mean Orleksch. Antatituv beteekent de „verdener," on wordt in Men Mn gebeztgdOpal*. IX: 11. Eh sr Aeddss over has tot masa Zoning den mega des qfgroads. s(fa isqam mat to 'tifriessasssek Abaddon ea to ds &Woks Mk had hp dal weans Apollyon. Noch do Grieltfche, nookde sell* beteekenende Hebreenwiehe seam worden elders in de Schrift gebezigd

GAsailit: doze naam, die wederom Hebreenwsch is en „de man Gods • of „de krscht Gods" be-teekent, komt voor by Dana VIII: 16 en IX 21, on by Lukas I: 19, 26, ale die des Engels, vanwien eentgemelde het profetiach sunlit ontiengt, en die aan Zacharias on Maria de geboorte bun-ner ldnderen voonegt.

Imam: deze seam L noch Or. noch Hebr, , meat zutver LBW: by beteekent „licht-aanbrenger,"in le, ale zoodanig, aan de Morgsaftsr gegeven. Hoeceer an Jesus, Opeab. XXII 26, onder deco be-naming wordt aangeduld, zoo kon dle ale tytel eater aan alle grooten en machtigen wordentoegokend, en rechtvaardigt V. dan ook in gin Borscht — sle blz. 210 — het gebrnik dat by er vanmalts, nit de aldaar aangehealdo pleats van Juana.

218

Page 245: vondel. - DBNL

PERSONAEDJEN. 219

LUCITERISTEN, Oproerigo Cloche:2.

MICHAAL, Vehhoer.

RAFAIL, Befeherm-engel.

URIEI, Michaele St hihkneep.

logeffer(ftess de vorige nitgaven bebben ledeiferisten. De eenige rodeo, welke V bewogen kenbebben, de „au:hangers van Lucifer" shoo en niet Loci/Striates to noemen, Is, ten elude, by de ann.dniding der fprekende perfonaadJen, dose door bet besigen van Lac voor Lucifer en Ltd. voor led-etferisien, to onderfehelden. Dewal no in mine nitgavo de nemen vomit gedrnkt worden, en er &booBeen vrees voor verwarring beitond, oordeelde ik den naam to mogen fehrOven gait* by behoortgefch to warden.

Mrou.slix dose, wlens naam wederom Hebr is en beteekent: „wie Is gen* God?" komt a1s Anna-angel roar Dania V 18, 21, en XII. 1, en wordt in bet N. Verbond twee melon voorgefteld ale metden Daivel itrUdende. n.1 Judas 9 en Opesb XII: 7. De rol, welke by in Vondels trentOel ver-Tuft, Is shoo valkomen wettig.

'Urals: dose Engel wordt nisi Anders genoemd dan in het apokryfe verhsal van Tobin. ZUn naamIs Hebr. en beteekent „God der genestng," wearom by dan bier ook ale de „vertroostende, met-wedge Eager,' words Ingevoerd.

Harris: dose naam komt niet in de Schrift moor. Volgens Lours JACOB Du Pnr, Trait! des bad,p 101, heat men sheen MeeMel, Gabriel en Read, ale Aartsengelen ftellIg to vereeron, doch is hettwUfelachtig of Orlin befebonwd mag warden all tot die orde to behooren Hy fpeelt dan ook byV. maar eon ondergefekikte rol.

Page 246: vondel. - DBNL
Page 247: vondel. - DBNL

LUCIFER

71ET EERSTE BEDRYF.

BELZEBUB. BELIAL. APOLLION.

BELZEBUB.tut Bellal ging hene op lucht en vlengels drijven,Om flit to zien weer onze A pollion magh blijven.Vorit Lucifer zondthem,tot dezen toghtbaquaem,Naer 'tnertrbeb, op dat by eensnaderbenrasnaem'Van- Adams bell en ftaet, waer in d'Almogent-

hedenHem ftelden. bet wort tijt om weder van benedenTe keeren bier ter &de: ick gis by is niet veer.

Een wackar (Benner ylieght op 't wencken van 2411' Beer;En itut aija ineefiers troon getron met hats en &bonder.

s D'Afinegaveirdeni bet bier gebruilite mem 1sst slob vecbtreerdIgen met deselfde feint/blur-piastres, treareede de Theolegantes de DrieVenbeId" bewilsce, b v. met Gembfe 1• Id.

ses De &maw is bier Apollion, en de Aver in vs 8, gellik de wester In vs. 9, Is Lucifer. be nit-drubbing bp *Dean betrekkeliiii, en meet eitgelegd wordea near de boogere weardigheId, doorLucifer bekleed. Vergellik vs 241, vela&

221- -1

Page 248: vondel. - DBNL

222 LUCIFER.

BELIAL.to Heer Belzebub, ghy Raet van 's hemels Stedehouder,

Hy fteigert fteil, van kreits in kreits, op one gezicht.Hy ftreeft den wint voorby, en laet een fpoor van lichtEn glanffen achter zich, waer zijn gezwinde wieckenDe wolcken breecken. by begint ons lucht to riecken,

is In eenen andren dagh en fchooner zonnefchijn,Deer 't licht zich fpiegelt in het blaeuwe kriftalijn.De hemelklooten zien met hun gezicht, van onder,Terwijl hy rijft, hem na, een ieder in 't byzonder,Verwondert om dien vaert en goddelijcken zwier,

so Die hnn geen Engel fchijnt, maer eer een vliegend vier.Geen ftar verfchiet zoo fnel. hier komt hy aeng,eftegen,Met eenen gouden tack, en heeft de Rae wagonVoorfpoedigh afgeleit.

BELZEBUB.Wat brengt Apollion?

APOLLION.Heer Belzebub, ick heb, zoo vlijtigh als ick kon,

ss Het laegh geweft befpiet, en offere u de vruchten,Zoo diep beneden ons, in andre zon en luchten,Gefproten: oordeel, nit de vruchten, van het lant,En van den hof, door Godt gezegent, en beplant,Tot welluft van den menfeh.

BELZEBUB.Ick zie de goude bladen,

so Met perlen van de lucht, den zilvren dan, geladen.Hoe lieflijck rieckt dit loof, dat zijne verf behoudt IHoe gloeit dit vrolijck ooft van karmozijn, en gout!'t Weer jammer zoo men dit ontwijde met de handen.'t Gezicht bekoort den mont. wie zou niet watertanden

ss Naer aertfche leckerny? hy walght van onzen dagh,En hemelfch mann', die 't ooft der aertle plucken magh.Men zon ons Paradijs om Adams hof verwenfchen.'t Geluck der Engelen moet wijcken voor de menfchen.

APOLLION.Niat wiser, hoer Belzebub? al fchijnt de hemel - hoogh,

•0 Wy leggen veal to laegh. het geen ick met mijn oogh

* waled yaw amen Mph. vas ids Waite{ Is een nitdrukking, die niet allies door Venda, maar ookdper %lake ander° SiskrIvere, reads vroeg gebesIgd word. Zia HITYDSO. Pr. ill, biz. PH. Wanner wyinimatehon letten op Is naSsussipke beteekenis van 't woord, en bedenken, dot men door mighty enwave iota is wesibeernbstgt, drnraisosit *ft en niet lets, dot by doet, dan volgt daralt, datms biter setts , my veldt, fan BWafg, Weir or Mari, &adroit/ t, beroust, oerheugt, WI, ens. en zooin ander* nildrikkingen. die een aandoening bebeekenea, welke owe Met of lichaam ondergaat

Het weirs hi* In de maag plots en harpoon wolgt le Is fpiie, ale sy or nlet in (liven kon,moor gonad% wait, mete of *welt, ale om wader ter keels nit to kernels Zoo ups V self to rechtJirerfriepp. B. VI. vs. 909.

't Illebrafte ea walgende *waistre breakers aft de leet.

Page 249: vondel. - DBNL

11m

Eyzm

, — E

erste

Bed

rijf,

vs. 2

1— 2

3.

Boe

kd

ruk

va

n B

inge

r C

o.

Page 250: vondel. - DBNL
Page 251: vondel. - DBNL

LUCIFER. 223

Gezien heb, miftme niet. 't vermaeck van 's weerelts hoven,Een eenigh Eden gaet ons Paradijs te boven.

BELZEBUB.Laet hooren watghe zaeght: wy lniftren *amen toe.

APOLLION.'k Verzwijgh mijn henevaert, om niet te reppen hoe

45 Gezwint ick nederfteegh, en zonck door negen bogen,Die, fneller dan een pijl, rontom hull midpunt vlogen.Het radt der zinnen kan zoo fnel niet ommeflaen,In ons gedachten, als ick, lager dan de maenEn wolcken, afgegleen, bleef hangen op mijn pennen,

so Om 't Oofterfche geweft en lantfchap t'onderkennen,Op 't aenzicht van den kloot, daer d'Oceaen om fpoelt,Waer in zoo menigh flagh van zeegedroghten woelt.Van verre zagh men bier een' boogen bergh verfchieten,Waer nit een waterval, de wortel van vier vlieten,

as Ten dale nederbrnifcht. wy ftreken fteil, en fchuinVoorover met ons hooft, en ruften op de krninDes berghs, van waer men viack de zalige landonwenDer onderweerelt en hoer weelde kon aenfchonwen.

BELZEBUB.Nu fchilder ons den hof, en zijn geftaltenis.

APOLLION.so De hof vak ront, gelijck de kloot der weerelt is.

In 't midden rijft de bergh, waer nit de hooftbron klatert,Die zich in vieren deelt, en al het lant bewatert,Geboomte_ en beemden laeft, en levert beeken nit,Zoo klaer gelijck kriftal, daer geen gezicht op ftuit.

as De ftroomen geven flib, en koefteren de gronden.

vs Nepea bop*: walk eon aftronomisch ftglfel bier door Apollion gevolgd wordt, dart 1k Met be-Alden. Waartchpaliftist komt het my voor, dat die verdeeling van den hemel in negen itrekenIn verband teat met de neon onion der hemelfche hierarchy, waarvan vs. 242 en volgg. ge-[proton wordi.

es Mfdpnish zoo Ifferfatepp. B. VI, vs. 85 medlar. Virg. En. B. I, vs. 481 midwout. Vergel. BuyoutPr H, 141. Vandal besigt add en midden of nAldei near Sit mast of welliddendbeid fchUnt tovorderen. Zoo linen wy Marauder vs. 290.

Om 1 ass as eaelph middelpant.MAO Volgends de konfiralite van amen sin, soft Apothem Mager sfn blUven kaages, thin het rat

der :Innen ban oftiven. Dit Is eater do bedoellng Met. V meant, hem to doen :Gingen, dat byAdler (Weed dam ens.

ee "I tiolkdifte posy!. V. ondetftelt hierby, dat bet aardfche Parana slob In Asian beyond, eh Oarbob* credo met; took by bet bedgsn der attdnikking Oesterfeke peered heat by or niet opgesownen, dat de landareek, door hem bedoeld, Om do eoeterfeke kan genoemd wombs doorlewenere van Europa of Milks, en Sat or voor de Hemelbewonen neck ()oaten ouch Weston opma rondo an wentobade bol ken bollaan.

at Verge* met Se Ilidldwitsbag imilia.11.1111ot Mar soft ism is seeds S eel Neiman gesien, betburden der Berge IrsereId. door BOIterdiftc schter sea linos geplante,.

se VerftMetes voor „Mei opdoen." In minim xis bezigt V. ook bet woord opftkkies als Eye. VI. vs U.Het slimed Knee toast reek' ever opgefcboten

Vergel. Huron , Pr. III, 259, de sant. Demilfde beteekenic van 1 voorvoegfel oar vindt menoak In whittles.

se Wp itrekva om de behoorltJke Janata man 't suers to given, voor it fired

Page 252: vondel. - DBNL

224 LUCIFER.

Bier worden Onixfteen en BdeIlion gevonden.Doe klaer de Memel oock van ftarren blinckt, en barnt;Bier zaeide vrouw Natuur in fteenen een geftarnt,Dat onze itarren cleoft. bier bbnckt het gout in d'aderen.

to Bier wou Natuur haer' toilet in eenen fehoot vergaderen.BELE &RUB.

Wat zweeft 'er voor een luoht, weer by dat fehepfel leeft?APOLLION,

Geen Engel, under ons, zoo zoet eon' adorn beeft,Oelijck de friffehe geeft, die bier den menfch bejegent,Ilet aengezicht verquickt, en 'Iles Alvah, en zegents

to Dan zwelt de boezem der landouw' van kruit, en kleur,En knop, en telglt, en bloetn, en allerhanden gent,.De dare ververfehtze 'snachts. het rUzen en het dalenDer zone weet zijn meet, en matight zoo haer ftralenNeer eifch van eleke plant, dat allerhande groan

so En vrucht gevouden wort, in eeneriey faizoen.zraienun.

Nu maelme de gedaente en 't wezen van de methhen.zruwoN.

Wie zon ons Engelsdom -voor 't menfchdom willen werribhen,Wanneer men ibbepfels ziet, die 't al to boven gaen,En onder wiens gezagh alle Andre dieren ftaen.

ss Ick zagh den omwegang van bandertduitent dieren,Die op bet sertrijek treén, of in de woicken zvrieren,Of zwemmen in den ltroom, zob ieder gewent,En levee. feltept in zip byzonder element.Wie sou een ieders aert en eigenfehappen ramen

so Ala Adam! want by Fifee op eerie ry beer rumen.De berghleeuw quifpelde hem aen met zijnen item*En loegh den meefter toe. de tiger ley zijn aert'Voor 'a /Coning; yoeten af. de lantitier boogh zijn' horen,

es datell•fft w Afalitoos lit is lottergek volved" de Vulgate, (lea. lf: Lt. 414 drafoitar id*** atIMMO oeMeMen6.74•01,2 Ow N Deniwithop, vs. 1114,

floe Amami (toners Aar we Mellish Miss'.,Karitaddea, onlidteen, as ilastrend diesont.

De litetee-artelbeit brat t. a. 1•- doer b (oidg) 144401.10d• • Aye 80•4•1 11: OP AN* Xis 7,ea* Pao afros lb w. vs hot Passe) was gis ale NW* sus &Welsh. — Wane Don *atter doord.t ideates of bedsits beteekend wordt, knonen de kommentatoren niet weals.

la Ste Wisr ss pima • fehilabeor s. Wialeei wait de dam woes rat liorabOrols inlaeltdonaosAreak wee brooders 'weenies kobben aangensunen; Mar I Wet hior de aitdlokkbg bo-som tern& Derma I: !I so 34 be lssio sear slims wart.

211 9. hiligherf Ism gusckt wto le tegenlbeUtog to Ansa sot den (vs. VD vo•rolisandsobetykleaufai war In beide gevaben 'tenon die nitireiiingen yen bet wort furof Dew "Deantog bwerdergag liar salgetdsWisaid.. V. bosigt anwesalen No biairaceeelog mat lend water datby or eon Stopeatde beteekeala ass bead. Zoo Oared by la den flivir. vs. 114es

Do Langres' is er men —ter 'arranging van het watts

rent die is er wee —daimon :madras' to "ler plaatbs Each ter ondosichelding no swigs, Week-, eater-. ofnosh sia tegesftelltag, east

Page 253: vondel. - DBNL

LUCIFER. 225

En d'olifant zijn' limit. de beer vergat zijn' toren.93 Griffoen en adelaer quam luiftren naer dien man,

Oock draeck, en Behemoth, en zeif Leviatan.Noch swijgh ick welck een lof den menfch wort toegezongenEn toegequinckeleert van 't luftprieel, vol tongen;Terwill de wilt in 't loof, de beeck longs d'oevers fpeelt,

too En ruifcbt op een muzijck, dat nimmer 't hart verveelt.Had zich Apollion in zijnen left gequeeten,Hy had ons hemelrijck in Adams Rijck vergeeten.

' BELZEBUB.Wat dunckt u van het paer, dat ghy beneden zaeght?

APOLLION.Geen fchepfel heeft om hoogh mijn oogen zoo behaeght

tos Als deze twee om laegb. wie kon zoo geeltigh ftrengelenHet lichaem, en de ziel, en feheppen dubbele Engelen,Uit klaiaerde, en nit been. het lichaem, fchoon van leeft,Getnight des Scheppers knnft, die blinckt in 't aenfchijn meeft,Den fpiegel van 't gemoedt. wat lidt my kon verbazen;

no Ick zagh het beelt der ziele in 't aengezicht geblazen.Bezit het lijf iet fchoons, dat vint men bier by een.Een Godtheit geeft heel.' glans door 's menfchen oogen heen.De redelVcke ziel komt nit sijn troni zwieren.Hy heft, terwijl de ftemme en redenlooze dieren

its Naer hunne voeten men, alleen en trots bet hooftTen hemel op user Godt, zijn' Schepper, hoogh gelooft.

BELZEBUB.Ily looft hem niet vergeefs voor zoo veel rijcke gaven.

APOLLION.Hy heerfcht, gelijc,k een Godt, em wien het al moet flaven.D'onsichtbre ziel beftaet uit geeft, en niet nit ftof.

I20 Z'is heel in ieder lidt. het brein verftreckt haer hof.Zy leeft in eenwigheit, en vreeft noch roeft, noch fchennis.Z'is onbegrijpel4ck. voorhiclitigheit, en kennis,En- deught, en vryen wil bezitze in eigendom.Voor hare majefteit hen elle geeften atom.

Iss De wUde **welt, sal eer fang van menrchen krielen.Zy wacht, nit lintel zaets, een' rijcken oegft van zielen;En hierom hnwde Godt den man aen zijn mannin.

mom Dew took stkt Wet daldel5k, Imams, ale ApollIon het hemelrifek In dat van Adam verged.*bad, cot by sick seer Becht *de sea lad hebben gaystete* My Is tomtUds In do gedachte geko-men, of wy bier ook vase to Mime loft to lesen hebben no diem left.

Im,ne Say. Uotnitaerni, Pr. 1, 28 volgg. plat V , dat by to dozer plead* het onderfeheld tusfehen"oar on tut In eclat neemt. lk ben het met hem eons, om dat saer bier Hems boteekent, onwil ook toegeven, dat het stIn not ken hebben, den rogel, daaromtrent gefteld, „near to komen" (sok U. 93briven). Doch dat men tilt laatfte nlet segt, bew8st, dat do regel nlet altIldnagekonsen wordt. re fa de dead le het gemaakte onderfeheld geheel wIllekeurlg, soodra hotdo yodeling geldt van pod en feoluuluss, tusfehen welke elgenilpt seen verfchll hottest.

PI WELKIN TAN J V131 to7DIL 1/• 13

Page 254: vondel. - DBNL

BELZEBUB.Wat dunckt u van zijn ribbe, en lieve gemalin?

APOLLION.Ick deckte mijn gezicht en oogen met mijn vleugelen,

190 Om mijn gedachten en genegentheén to teugelen,Zoo dra zy my gemoete, als Adam met der hantBaer leide door het groen. by wylen hiel hyBefchoudeze overzy, en onder dat belonckenBegon een heiligh vier zijn zuivre borft fontvoncken:

135 Dan kufte hy zijn bruit, en zy den bruidegom:Dan ging de bruiloft in, met eenen wellekomEn brant van liefde, niet to melden, maer to giffen;Een boner zaligheit, die d'Engelen noch miffen.Hoe arm is eenigheit! wy kennen goon gefpan

140 Van tweederhande kunne, een jongkvrouw, en een' man.Helaes! 1.y zijn misdeelt: wy weten van geen trouwen,Van gade of gading, in een' hemel, zonder vrouwen.

BELZEBUB.Zoo wort 'er met der tijt een weerelt aengeteelt?

APOLLION.Door een genot van 't fchoon, in 's menfchen brein gebeelt,

as En ingedruckt met icracht van d'opgelOanne airmen.Dat houdt dit peer verknocht. hun leven is beminnen,En wederminnen met een' onderlingen Ina,Onendelijck gelefcht, en nimmer uitgeblufeht.

BELZEBUB.Nu pasme deze bruit naer 't leven of to mien.

APOLLION.iao Dit eifcht Natuurs penfeel, geen verf, maer zonneftralen.

De man en vrou zijn bey volfchapen, evenfchoon,Van top tot teen. met recht (pant Adam wel de kroon,Door kloeckheit van gedaente, en majefteit van 't wezen,Ala een ter heerfchappy des aertrijx uitgelezen:

iss Meer al wat Eva heeft vernoeght haer brnigoms eifch:Der leden tederheit, een zachter vel en vleifch,

• Een vriendelijcker verf; aenminnigheit der oogen,Fen minnelijcke mont, een uitfpraeck, vriens vermogenBeftaet in eedler klauck; twee bronnen yvoor,

too En wat men heft verzwjjge, eer dit een' Geeft bekoor',Bejegent Engeleij, hoe Ichoonze uw oogh behaeghden;Het zijn wantcha1enhe6n by 't morgenlicht der maeghden.

BELZEBUB.Het fchijnt ghy blaeckt van minne om 't vrouwelijcke dier.

iso FreureiVeke deer; deer wordt bier niot gatemen in de beteekenla van• „melden," waarta 1r,het vtooger moormalon bobbin gen gobrulken, ale b v. Deal II, biz. 182, 9114; Ili, bls.109.5111;sonar In den rnhuften Ms, dle aan 't woord gehocht tan worden, t. w. dim van: ,,fchapfeL"

226 LUCIFER.

Page 255: vondel. - DBNL

APOLLION.Ick heb mijn flaghveer in dat aengename vier

:as Gezengt. het vielme zwaer van onder op te ftijgen,Te roeien, om den top van Engleburgh to krijgen.Ick fcheide, doch mclt pijn, en zagh wel driewerf om.Nu blinckt geen Serafijn, in 't hemelfch heilighdom,Als deze, in 't hangend hair, een goude nis van ftralen,

ITO Die fchoon gewatert van den hoofde nederdalen,En vloeien om den rugh. zoo komtze, ale uit een Licht,Te voorfchijn, en verhenght den dagh met haer gezicht.Laet perle en perlemoer u zuiverheit beloven;Haer blanckheit gaet de perle en perlemoer te boven.

BELZEBUB.its Wat baet al 's menfchen roem, indien zijn fchoonheit fmelt,

En endelijck verwelckt, gelijck een Moon op 't velt?APOLLION.

Zoo lang die hof beneen niet ophoude ooft te geven,Zal dit gezalight paer by zulck een' appel leven,Die daer in 't midden groeit, bevochtight van den ftroom,

Ise Waer by de wortel leeft. does wonderbare boomWort 'elevens boom genoemt. zijn aert is onbederflijck.Hier door geniet de menfch het eeuwigh en onfterflijck,En wort den Engelen, zijn' broederen, gelijck,Ja overtreftze in 't eindt; en zal zijn maght en Rijck

:es Verbreiden overal. wie ken zijn vleugels korten?Geen Engel heeft de maght zijn wezen nit te MortenIn duizent dnizenden, in een oneindigh tal.Nu overreken eens wat her nit worden zal.

BELZEBUB.De menfch is maghtigh dus ons over 't hooft to waffen.

APOLLION.190 Zijn wafdom zal ons haeft verfchricken, en verraffen.

Al duickt zijn heerfchappy nu lager dan de maen;Al is die maght bepaelt; by zal al hooger gaen,Om zijnen ftoel in top der hemelen to zetten.Zoo Godt dit niet belet, hoe konnen wy 't beletten?

to Want Godt bezint den menfch, en fchiep het al om hem.BELZEBUB.

Wat hoor ick? een bazuin? gewis bier wil een ftemOp volgen: zie eens nit, terwijlwe hier verbeien.

as Attgkiergh Treat bier imams veer „yerbliff der Engelen."tre Rem pude m e weefrolear eonlgstna mama Is do vergelgkIng tnefehen Evan bate, dat bet am

bet hoofd lisp, ea een ws, trier eIgenfehap het is het te ago. Doch V Relde slob bierhooN ea beveling yea lira veer ala eon bentbeeld, In een Ws gust, waarran bet gonden hairde lift Tamle.

ire Geextrart root ,,golvend."

LUCIFER. 227

Page 256: vondel. - DBNL

228 LUCIFER.

APOLLION.D'aertsengel Gabr"el, gevolght van 's hemels Reien,Genaeckt in 's Hooghften naem, om nit den hoogen troon

zoo Tontvouwen, als Herout, het geen hem wiert geboOn.BELZEBUB.

Ons luft te hooren wat dAertsengel zal gebieden.

GABRIeL. REY VAN ENGELEN.

GAMBOL.Iloort toe, ghy Engelen: hoort toe, ghy hemellieden.Do hooghfte Goetheit, nit wiens boezem alles vloeitWat goet, wat heifigh is; die nimmer wort vermoeit

zos Door weldoen, noch verarmt van haer genadefchatten,Tot noch met geen begrtjp der fchepfelen te vatten;Dees Goetheit fchiep den menkh haer eigen beelt gelijek,Oock d Englen, op dat zy te zamen 't eeuwigh RijckEn noit begrepen goet, na 'et vierigh onderhouden

zto Der opgeloide wet, met Godt bezitten zouden.Zy boucle 't wonderlijck en zienelijck HeelalDer weerelt, Gode en oock den menfche to geval;Op dat by in dit hof zou heerfchen, en vermeeren;Met al zune afkomft hem bekennen, dienen, eeren;

213 En ftijgen, lenge den trap der weerelt, in den transVan 't ongefcbapen licht, den zaligenden glans.Al fchijnt het Geeftendom alle Andrei], fovertreffen;Godt (loot van eenwigheit bet Menfchdom to verheffen,Oock boven 't Engelsdom, en op te voeren tot

220 Een klaerheit en een licht, dat niet verfchilt van Godt.Ghy zult het eeuwigh Woort, bekleet met been en aren,Gezalft tot Ileer, en hooft, en redder, al de kharenDer Geeften, Engelen en menfchen te gelijck,Zien redden, uit zijn' from), en onbefchaduwt Rijck;

223 Deer fleet de floe! alree gebeilight in het midden.Dat alle d'Engelen hem paffen aen to bidden,Zoo ras by innery, wien 't menfchefilck geftalt,Oock boven one natnur verheerelijckt, gevalt.Dan fchijnt de heldre viam der Serafijnen duifter,

en Menefee& veer „Mehtbaar " 't Stet teg stesulelleek, wear het onzlehtbase" mei wordtaangeduld.

sts Dst hap plat „het panne," wanneer V. 't woord mann. :Mt gebezIgd hebben, mear het es. 211genoemdo Iftelat.

itil S1001 veer bOtoot.ate Dat aka verlaellt near de regels der fpreakkunst moest hler Alms „eft Wet eerfeetiktar want

de bedeeling Is, het betrekk, voorn.w. seowel op kiaerken als op Lehi Is latex dean. De gabs-sIgdo vrtjheid Is twiner In polio), verrehoonbeer.

an 8 affitithellick Wald: V. gebralkt het woord elders vr, , ale b. v. In den Goer., vs. 1351Gael feheep Or dle piton.

be one. vorm is thands batten gorilla.

Page 257: vondel. - DBNL

230 By 'smenfchen licht, en glans, en goddelijcken luifter.Genade dooft Natnnr en al haer glanfen uit.Dit 'a noodlot, en een onherroepelijck beflnit.

REY VAN ENGELEN.Al wat de hemel ftemt, sal 't hemelfch heir behagen.

GABRNL.Zoo paft u tron in Godts en 's menfchen dienft te dragen:

23.3 Naerdien de Godtheit zelf de menfchen zoo betnint.Wie Adam eert, het hart von Adams vader wint.De menfch en Engel, beide uit eenen ftam gefproten,Zijn medebroeders, uitgekore lotgenooten,Des Allerbooghften zoons en erven, zonder fmet.Een ongedeelde wil en liefde zy uw wet.Ghy weet hoe 't Engelsdom moet onderfcheiden wordenIn dryderhande ry, een negenvoudige orden;De hooghfte in Serafijn, en Cherubijn, en Troon,Die zitten in Godts Raet, en ftercken zijn geboOn.

213 De middenry beftaet nit Beerfchappyen, Krachten,En Maghten, die op 't woort van Godts Geheimraet a widen,Tot 'smenfehen nut, en hell, en help in 't algemeen.be derde en laeghile ry, gewijt uit Vorftenheen,En groote Aertsengelen, en Engelen, moet duicken

230 Voor 't woort der middelrye, en laten zich gebruicken,Beneden het gewelf van zuiver kriftalijn, -In hun' byzondren laft, zoo wijt 't geftarrent fchijn'.Wanneer de weerelt koom' zich verder nit te fpreiden,Wort elck van doze ry in zijn geweft befcheiden,

263 Of weet zijn eige ftadt, en hnis, en wat perfoon'Lyn zorgh bevolen blijft, ter eere van Godts kroon.Getronwen, gaet dan hone, onfterfelijcke Goden,Gehoorzaemt Lucifer, verknocht aen Goths geboden.Bevordert *shemels eer, in 't menfchelijek geflacht,

200 Een Seder in zijn wljck, een ieder op zijn wacht.

us Eta ookerreepelfek 1444 ta de node van het non Tait bier midden in ten woord, wat RUYISLC.Pr. III, 404 rigs. aikenrt; deck wet ik to deter plastic slot ale een font ken nanmerkrn, om-dat bet estkonnend dud van hot woord, 't walk nu eenigaine van 1 °vertigo gefeheiden wordt,tech eon kern MSS sonny Meth vordert. 8031 dat or Loud: tin MIST (of its NOWT) herroepelljkkaheN, es 't soil idessaarldsderen. Na kook me bier dezelide kraeht van net of 1100ii. Zie oversoodanige doorloopende vaeraregele, die iederdasd toms eon aangeneme afwisibling to weeg bren-ses, Pavane TAM Doves, Unbend. ever des lied. eaerabouur, bit. 966 voles

attics Dec.-werAsaling der Engelen is drill hoofdatdoelingen, elks Indorse) van Brie orden, is 'toareirweargeheid in eon wen „is hierarehio melee," dat met vele anderen, can Dionydne Ano-mi*: teogeibluirsts, is 1444 to Pares het liebt sag. 't Bleck echter, dat al dot worken van deveble maw afkomitig snn, gelijk dit o. a. door MUMS is v Aug.. wordt aangetoond. — Voorhot envies de men, metres& dose in de volgende nelson hetgeen daarover is aangemerkt inhet Brit. Oven. blsraehter.

sse lielehokimar yowl* own het mans* van dit woord HERDIC , Pr. I, 6 velgg.ear Orthsrfeffeke faker wederom wordt Mow, in des sin, waarop herhaaidel8k reeds gewesen is, de

near yea Godes eau itimpfelen toegekend. Hier echter ken V. sick beroepen op ondericheidenfehriftnerplaatibn, waarin evenseer de Engelen Godes worden geneemd, als b. v. Pa IICVII 7,9, Zaehar. XII: 8.

LUCIFER. 229

Page 258: vondel. - DBNL

Laet zommigen voor Godt de fchael vol wieroock branden,En brengen voor Godts troon der menfchen offerhanden,En wenfchen, en gebegn, en zingen 's Godtheits lof,Dat zich de galm verfpreie in 't eeuwighjuichend hof.

205 Een ander draey' geltarnte en ronde hemelklooten,Of zett' den hemel op, of hon de luclit geflotenMet wolcken, om den bergh to zegenen om laegh,Met eenen zonnefchijn, of verfche regenvlaeghVan manne en honighdau, daer Godt wort aengebeden,

270 Door d'eer(te onnozelheit, de burgery van Eden.Wie door de lucht, en 't vier, en aerde, en water rent,Die matige op zijn pas een ieder element,Naer Adams weufch, of legg' den blixemftrael een banden,Of breidele den norm, of breeck' de zee op ftranden.

213 Een ander fla de treen des menfchen gade op 't velt.De Godtheit heeft zijn hair tot op een hair getelt.Men draegh' hem op de hant, dat by zijn' voet niet ftoote.Wort iemant, als gezant, gezonden van een' GrooteAen Adam, 's aertrijcks Vorft, dat by zijn left verricht'.

sso Zoo luidt mijn lalt, waer een de Godtheit u verplicht.

REY VAN ENGELEN.

ZANG.

Wie is bet, die zoo hoogh gezeten,Zoo diep in 't grondeloose licbt,

Van tijt noch eenwigheit gemeteniNoch ronden, zonder tegenwight,

AM By sich beftaet, geen fteun van bnitenOntleent, maer op zich zelven ruft,

En in stin wenn kan beftnitenWat om en in hem, onbewuft

Van wancken, draeit, en wort gedreven,260 Om 't een en eenigh middelpunt;

Der zonnen zon, de geeft, het leven ;De ziel van apes wat ghy kunt

Bet roên, of nimmermeer bevroeden;Het hart, de bronaer, d'oceaen

sot 'a Godtheits loft en Met ;Pis Goellseid 144 zoo ak Hands melal gefohreven — dock fteDig doorMemand gezegd — wordt.

we Nonighdas: bier In goeden sin genomen, Ms Deel H, bk. 536.are 16110 Nati& IV : 6. Waal deer is Warm" dal ey Arne Bagelas yen * bawls* fat, made (6177) Ai

op de hawks JWka amen, op del ff nisi e easeger rift lam sod am mesa flees am sajteoi.an Silos hair tot op as hair: zinfpeUng op Math. X: 10. De sitdrukking klinkt eenigzins yr:14=d,

doch Slut onbevallig.ris .ibe Greets: voerbeolden, dat het woord Groote voor „gnat, maehtig, hoer," In 't enk.gebezigd

wordt, SUD my Met deS zeldsaam voorgekomen.am Wiser ass de Godtheid a verpliehtt 'emend tot lets verpliatten Is een gewonealtdrnkking. bier eeh-

ter, wear het w.w. met atm 1r Atmengevoegd, heeft hot de beteekenls van: „onderwerpen, vastmakes." Zle Uttl. Woordenb op HOODS is S.

as. doaden• t. w. „der eenwlgheld." VergeL via IN.au Bp doh: d. L: „nit on door zich 'elven."

230 LUCIFER.

Page 259: vondel. - DBNL

In En oirfprong van zoo vele goedenAle nit hem vloeien, en beftaen

By zUn genade, en alvermogen,En wijfbeit, die him 't wezen fchonek

IIit niet, eer dit in top voltogensee Palais, der heemlen hemel, blonck ;

Deer wy met vlenglen d oogen decken,Voor eller glanfen Majelteit;

Terwijlwe 'a hemels totem wecken,En vallen, nit eerbiedigheit,

oes Uit vreeze, in zwijm op 't aenzicht neder?Wie is bet? noemt, befchrUft ons hem,

Met eene Serafijne veder.Of fchort het aen begrijp on Item?

TEGENZANG.

Dat 'a Govr. Oneindigh eeuwigh Wezen310 Van elle ding, dat wezen heeft.

Vergeef het ons; o noit volprezenVan at wat leeft, of niet en leeft,

Noit uitgefproken, noch te fpreecken ;Vergeef het ons, en fchelt ons (kit

$15 Dat geen verbeelding, tong, noch teeckenU melden kan. gby waert, ghy zUt,

Ghy blijft de zelVe. elle EnglekennisEn nitfpraeck, zwack, en onbequaem,

Ia maer ontheiliging, en fchennis:sve Want ieder draeght zijn' eigen naem,

Bebalve ghy. Wie kan u noemenBy uwen Mem? wie wort gewUt

Tot nw Orakel? wie dud' roemen?Ghy zijt alleen dan die ghy zUt,

U self bekent, en niemant naderU mix te kennen, ale ghy waert

Der eeuwigheden glans en ader;Wien is dat Licht geopenbaert?

Wien is der glanfen glans verfchenen?us Dat zien is noch een hooger hpil

Dan wy van uw genade ontleenen;Dat overfclutt bet perck, en peil

as &Wee: nlet voor re/acres, als meermalen elders, mane veer „goede dIngen," In welken sin alleenhot oak. good als collect. thands gebrulkt wordt.

an Mein gli►: HUIDIOOPS11, Pr, ITI, 160, komt op tegen daze nItdrukkIng en beweert, dat menmeet semen: Maks a. Intuatehen worden beide women reeds by ooze candle folutvers gebe-:lid. Zoo lesen wy by ease Bybelvertalers I Iron. XVII: 20, deer en to gees Go& behalven gy..1n. : 4 Geo nye Ann het Metz behalven gy. Dear en tegen Jet %LH. 11. Doer is geesWoof behalve say. In de meads gevallen sal men :ashler Tiede., dat het gebrulk van denacenfat. een gebeel anderen sin to weeg brengt, den men bedoelt. Least men bier: *der draegtsits slows seam behalven n, dan sot dit konnen beteekenen, dat „leder, behalve sin elgen num,ook God dross." Of ow nog fprekender voorbeeld to nemen, fteI, dat men Iemand doe semen„My millen opeaan em die onrnatmalers to verjagen," en dat daarop een ander antwoordt:„belt:dye ear," den salter sal leder meenen dat de fproker itch mode ender de onrnstroakersrang:011kt, ten* het alleen Ban bedoelhro was, to seggen. dat by Diet behoorde tot degenen,die mode op linden Amu. — Behave Oast doorgaands in don sin van „nitgenomen, ultgeson-deed," ea betake dt behead alsdan, even *alp stegestonen th, belchonwd to worden ale een lodenomlnaL, dle, 511 het den. ook tegen den tart der teal, door 't algemeen en yentas:lig gebrulknatnrallsatlebrIeven heel% verkregen.

LUCIFER. 231

Page 260: vondel. - DBNL

232 LUCIFER.

Van ons vermogen. wy veroudenIn onzen duu•; ghy nimmermeer.

33s Uw wezen moet ons onderhouden.Verhell de Godtheit: zingt hacr eer.

TOEZA\G.

Beiligh, heiligh, nosh eons heiligh,Driemael heiligh: eer zy Godt.

Buiten Godt is 't nergens veiligh.340 Haigh is het hoogh gebodt.

Zijn geheimenis zy bondigh.Men aenbidde scijn betel.

Dat men overal verkondigh'Wat de ti came Gabriel

345 Ons met Ain bazuin quam leeren.Laet ons Godt in Adam eeren.

Al wet Godt behaeght, is wel.

us Verouden• tbands :widen wy by voorkenr den frequent. vornt vererderess gebralken$41 No pelatinsexis sy bootlick de beteekenis van desen regal is niet seer duideliik . misfehien belA

ben wy or door to verftaan „de ons geepenbaarde geheimenis sa voor ons verbindende": mis-!Men ook moeten wy dezen regel asn den voigenden verbinden en lezen: „hoe bondig, hoe be-knopt en alzoo onverklaarbaar hot one medegedeelde ook sti, mon behoort to unbidden en togehoorsamen."

Page 261: vondel. - DBNL

HET TWEEDE BEDRIF.

LUCIFER. BELZEBUB

LUCIFER.

Ghy fuelle Geeften, hondt nu (taut met onzen wagen:Al hoogh genoegh in top Godts Morgenftar gedragen;

us Al hoogh genoegh gevoert: 't is tijt dat LuciferNu duicke, voor de komft van deze dubble (tar,Die van beneden rijft, en zoeckt den wegh naer boven,Out met een' aertfchen glans den hemel to verdooven.Borduurt Been kroonen meer in Lucifers gewaet.

us Vergult zijn voorhooft niet met eenen dageraetVan morgenftarre en ftrael,'waer voor d'Aertsenglen n4gen;

864 liffipl: *Own en *gen :en bepaaideltik snderfcheiden: het eerie is eon act. en lynonlein met„baton, krusinmen:" bet tweed. Is ons en drnkt de handeling or dead nit, die het gevoig is vandie bewegleg Zoo meet see vronw, by 1 greets., hoo', bovenief en kniedn veerover, en Ige-volg hiervan is, dat sy *fgt. Zoo nevi %mend an cores tot eon voorftsi, en is entegen het toaanvaarden,

233

Page 262: vondel. - DBNL

234 LUCIFER.

Een andre klaerheit komt in 't licit der Godtheit ftijgen,En fchijnt ons glanfen doot; gelyck de zon, by daegh,De Marren dooft, voor 't oogh der fchepfelen, om laegh.

soo 't Is nacht met Engelen, en elle hemelzonnen:De menfchen hebben 't hart des. Opperften gewonnen,In 't nieuwe Paradijs: de menfch is 'shemels vrient:Ons flaverny gaet in. gaet hene, viert, en dient,En (sort dit nienw geflacht, als onderdane knapen.

sea De menfchen zijn om Godt, en wy om hen gefehapen.'t Is tijt dat 'a Engels neck hun voeten onderfchraegh',Dat ieder op hen pale, en op de handen draegh',Of op de vlengels voere, op d'allerhooghfte troonen:Onze erfenis komt hun, als uitverkore zonen.

no Onze eerltgeboorte leit nu achter, in dit Rijck.De noon des zeften daghs, den Vadet zoo gelijckGefchapen, ftrijckt de kroon. met recht is hem gegevenDe groote itaf, waer voor elle eerftgeboornen. beven,En fidderen. bier gelt geen tegenfpraeck: glay hoort

ans Wat Gabriel bazuint voor 'a howls goude poort.BELZERUB.

O Stedehouder van Godts opperheerfchappyen,Wy hooren 't al to wel, en, midden in 't verblyenDer Reien, eenen klanck, die 't eeuwigh feeft bedroeft.De laft van Gabriel leit klaer: dat woort behoeft

sso Geen Cherubynetong om ons den zin Contvonwen.Men hoefde Apollion neer d'onderfte landouwenNiet of to vaerdigen, om nader ga to !leenWat Adam al bezit, zoo laegh beneen de maen:Het blijckt hoe heerlijck hem de Godtheit begenadight,

335 Oock door een lijfwacht van veel duizenden verdadight;En hanthaeft in zijn' ftaet en aenzien, min noch meerOf by gehnldight weer tot aller Geeften Heer.De poort des hemels ftaet voor Adams afkomft open.Een aerdtworm, uit een' klomp van aerde en klay gekropen,

sso Braveert uw mogentheit. ghy suit het Menfchdom zienZoo verre beven u, en vallende op uw knien,

s“ Oadercfand haves: meermalen besigt V. onderdaas voor oittardaatg, als lierfeh. B. IV, vs. 92.Waer 't vole*, n onderdaen,

Tan writ toalatda.on vs. N.

Lad one, die onderdaenPew dteall yaw Pallas, eta veal alter Godthett, Am.

Wenneer editor HUYDZOOPKI, Pr. II. 3 beweert, dat V. tilt woord on 't r(fat besigt, toontby, dat hem de bier voorkomende pleats nlet ender 't oog gevallen was. 't ls wear, filer mill bykannen bowmen, dat bet an de meal gebesigd was; — doch ik me geen radon, waarom menredsnen van irerithoning most loopen seek" voor 't gebrniken ale adject. vas een woord, Oatnit sun cart adject. is Oatterdasa tech that, gelijk H. self het t. a p. mgt., Your toultrdatetg

we Op d'slierdoogMe meows: Terns. ,,om hen is semen op d allerh. tr."us Adage: bier In den its van inuftOurs, apanaglnm.su Vergellik GabrIlls last, vs. 271-274.

Page 263: vondel. - DBNL

LUCIFER. 235

Met nederflaghtigheit en nettirgeflagene oogen,A enbidden zijne inaght, en hoogheit, en vermogen.Het zal, verheerelijekt van d'allerhooghite maght,

an Zich zetten, aen de zy der Godtheit, in zijn kracht;En heerfchen, Langer en noch wijder dan de rondenDer entlooze eeuwigheit, aen tijt noch plaets gebonden;Om Godt, haer middelpunt en omloop to gelijck,Zich draeien, zonder ruft. wat Weft men klaerder blijck

400 Dat Godt de menfchen wil verheffen, ons verne4ren;Wy zijn ter dienftbaerheit, de menfchen tot regeerenGeboren. legh voortaen den fcepter nit der hant:Een lager is 'er, die de kroon daer boven fpant,Of fpannen zal eer lang. legh of uw morgenftralen,

405 En hulfel voor dees zon, of pas haer in to halenMet zangen, en triomf, en goddelijck cieraet.Wy zien den hemel haeft veranderen van ibid.De liftmen zien vaft uit, en wijcken met verlangeu,Om met eerbiedigheit dit nieuwe licht t' ontfangen.

LUCIFER.410 Dat zal ick keeren, is het enders in mijn maght.

BELZERUB.Dater hoor ick Lucifer, en zie hem, die den nachtVan 'shemels aengezicht verdrijven kan, en jagen.Waer by verfchijnt, begint het heerlijck op to dagen.Zijn waffend licht, het eerlte en allernaefte aen Godt,

415 Vermindert nimmermeer. zijn woort is 't hoogh gebodt;Zijn wil en wenck een wet, van niemant t' overtreden.De Godtheit wort in hem gedient, en aengebeden,Bewieroockt, en geviert: en zou een lager ftemNu dondren nit Godts troon? gebieden boven hem?

420 Zon Godt een' jonger zoon, geteelt. uit Adams leaden,Verheffen boven hem? dat weer het erfrecht fchendenVan 't alleroutfte kint, en zijn ftadthouderyOntlnifteren. naeft Godt is niemant groot als ghy.De Godtheit zette u eens in glorie aen haer voeten:

425 Geen menfch verftoute zich onze orden om to wroeten,En dit bezworen Recht t'ontwijden, zonder men;Of al de hemel raeckt in 't harms tegens een.

LUCIFER.Ghy vat het recht: het paft rechtfchape heerfchappyenGeenfins haer wettigheit zoo los to laten glyen:

430 Want d'oppermaght is d'eerfte aen hare wet verplicht;Verandren voeght haer minft. ben ick een zoon van 't licht,Een heerfcher over 't licht, ick zal mijn Recht bewaren:Ick zwicht voor geen gewelt, noch aertsgeweldenaren.Laet zwichten 41 wat wil: ick wijck niet eenen voet.

Page 264: vondel. - DBNL

433 Hier is mijn Vaderlant. noch ramp, noch tegenfpoet,Noch vloecken sullen ons vervaren, noch betoomen.Wy sullen fneven, of dien hoeck te boven komen.Is 't noodlot dat ick vall', van eere en ftaet berooft:Laet vallen, als ick vall' met deze kroone op 't hooft,

410 Dien fcepter in de vuift, dien eerfleip van vertrouden,En zoo veel duizenden a14 onze zude houden.Dat vallen ftreckt tot eer, en onverwelckbren lof.En liever d eerfte Vorft in eenigh lager hof,Dan in 't gezalight Licht de tweede, of noch een minder.

443 Zoo trooft ick my de kans, en vrees nu leet noch hinder.Maer bier komt 'sbemels tolck, en wackere Herout,Met Godts geheimnisboeck, zijn zorge toebetrout.Het waer niet ongeraen hem nader iondervragen.Ick hem tegentreen, en aftreen van den wdgen.

GABRIeL. LUCIFER.

GABRIeL.430 Beer Stedehouder, hoe? waer heue leit de reis?

LUCIFER.Naer u, Herout, en thick van 't hemelfche palais.

• GABRIgL.My dunckt ick zoude uw wit aen 't voorhooft kunnen Oen.

LUCIFER.Ghy die den duiftren gront van Godts geheimenifenDoor 't 'fiat van uw vernuft ontdeckt, en openbaert,Verlichtme met nw komft.

GABRIeL.Wat is 't dat u bezwaert?

LUCIFER.Het raetflot en bank der Godtheit, die de waerdeDes hemels lager (chat dan 't element der aerde,Den hetnel onderdruekt; het aertrijek uit een' poelDoor alle ftarren voert; bet menfchdom op den ftoel

sos Der Englen set; berooft hun 't Recht der -eerfte gaven;Gebietze om 'a menfchen nut te sweeten, en teHet Geeftendom, gewijt tot amptenaers van 't hofDes hemels, zal voortaen een' aertworm, uit het ftofGekropen, en gegroeit, ten dienft ftaen, op hem paffen,

663 En, in getal en ftaet, ons over 't hooft zien wairen?

en Dim hoed to bona hones: een ultdrukkIng, min de seemanataal ontleand.me regent:WA, as afarda vas des wages doze woorden waren beter omgezet geiteeat.ma Ragthet ea What floe en What 4n woorden van de:tattle beteekenm.MI 8. — osa over *5 hooft stew staffed: bier soft de zniverbeld der teal verelfeht hebben, Qat hem

wlerde tnatehen gevoegd; — want sea amewornt, wear bier op sedoeld wordt, haat, vs. 463, in den&Mee, on ken Met to geltik In den Wavle* naamval Sean.

236 LUCIFER.

Page 265: vondel. - DBNL

.qc) .0

0m

g I

WJ ynA

ppoir71 101 1 /11 4

11

14

-01

11

Page 266: vondel. - DBNL
Page 267: vondel. - DBNL

Weer toe vernedert ons d'oneindige GenaZto vroegb? wat Engel pafte op zijnen dienft to fpa?En hoe waer 't mooghlijek dat de Godtheit zich zou mengelenMet menfchen? de natuur der uitgekorene Engelen

410 Voorbyflaen, en zijn' aert en wezen itorten inEen lichaem? d'eeuwigheit verknoopen aen 't begin?Het hooghfte aen 't allerlaeghft? den Schepper aen 't gefchapen?Wie kan uit dit befluit den zin te zamen rapen?Zal 't eeuwighfchijnend licht nu fchuil gaen in den neck

415 Der weerelt? zullen wy, Stadthouders van Godts maght,Voor dit geleent gezagh, een vulpfch vermogen, knielen?Ontelbre lichaemlooze en godtgeltjcke zielenZien buigen voor een grof en zackende element,Daer Godt zip majefteit en wezen inneprent?

4e0 Wy Geeften zijn te grof om dit geheim te vatten.Ghy, die het flot bewaert van Godts geheimnisfchatten,Ontvou (ma, magh het zijn, dit donckere gerchil,Uit uw- gezegelt boeek: ontvou ons 'shemelt wit.

GABRIeL.

Zoo veel 't geoorloft zy te melden uit Godts b'aden.4E4 Veel wezen kan altijt niet vordren, zomtijts fchaden.

De Hooghfte ontdeckt ons flechts wat by geraden vint.Het al te ftercke licht fchijnt Serafynen Mint.De zuivre Wijsheit won ten deer haer wit bezegelen,Ten deele ontflniten. zich te fehicken en te regelen

490 Neer hour geftelde wet, dat voeght den onderzaet,Die aen zijn meefters Taft en wit gebonden ftaet.De reden en het wit wacrom wy namaels wachten,Na 'et overleven van een tafel erfgeflachten,Den Heer, die, Godt en menfch geworden in der tijt,

498 Den fcepter voeren zal, en breet en overwijt41. Verknoopen• dit wow., dat weInIg moer voorkomt, is de indnItivus, wear oerkaoch8 van wordt afge-

laid, even als verkoeht van verkoopea478 Bea walpftk 'remove*: t woord walpfdt Is bier echt poelitisch en volkomen joist aangebrscht.

Adam is In de oogen van Lucifer niet enders den een welp, een Jong, onbeduldend, onervarenwessg, welks vermogen niet seders den tonlpsch — d. 1:: „swat en nietig," kan an, in tegenitel-Hug ran het vast en kr:chits Tormoneu des fitedehonders van God.

477,4/11 De „lianas:oar. ' dot zijn, do „etherlfche, n.t session gevormde Engelen, Tier natnur hot le,sick opwaarts to heffen" warden bier In tegenitellIng gebracht met don ,,van card. en kid ge-vormden month, die near den greed getrokken wordt."

47s Grof ea snobs& element: het soft kunnen fchgnen dat V. bier zoo tegen de fpraakkunstals tegende konfognentie zondigt en had behooren to fehrllven grove en aseketode of grof on sackend; &teltby fehgut — its nog nit Welke Soorbeelden biljken sal — van mooning to zgn geweect, dat dodoelwootden, by am on:. Lb& gebruikt, de e aannamen, al wierpen de adjective die wog ZiaDeel IV, blz. 345.

4110 Vents hlerby: „offhhoon wy Geesten alias behalve grof van natnur zijn, als Adam, man wy toehnog to grof, om" on:. De fpoling met het woord is echter niet gelukkig.

ass DB donekere galekli: d. i.: ,,due onverklaarbant tegenttrbdinheld."ma Besegekx. Met In den sin, Men wy than& hechten can versegeka, t. w. ,,gehohn, verborgeni

honden."ass Bea tafel erigglksekten: tefel heeft Kier de beteekenis van 't Lat. tabula, on de dlchtor ttelt etch

een „beaten bard' voor, lint een lenge genealogle or op gefchreven, torn Cu seer swoon men-bel in vele huizen

LUCIFER. 237

Page 268: vondel. - DBNL

238 LUCIFER.

De ftarren, aerde, en zee, en al wat leeft regeeren,Verberght de hemel u: do tijt wil d'oirzaeck leeren.Gehoorzaem Godts bazuin: ghy hebt zijn' wil gehoort.

LUCIFER.Zoo zal een vreemdeling, een worm, het hooghfte woort

soo Hier box en voeren, en een ingeboren zwichtenVoor vreemde heerfchappy? de menfch een' zetel ftichten,Zoo verre boven Godt?

GABRIdL.Genoegh u met uw lot,

En Itaet en waerdigheit, u toegeleit van Godt.Hy hief u in den top van elle Hierarchyen:

sos Doch niet om iemants glans en opgang te benyen.De wederfpannigheit verplet haer hooft en kroon,Indienze wederftreer des Opperiten gebo8n.Uw aenzien fchept zijn licht alleen uit Godts vermogen.

LUCIFER.Ick heb tot noch miin kroon voor Godt alleen gebogen.

GABRIeL.sio Zoo buighze oock voor 't befluit der Godtheit, die het al

Wat wezen heeft uit niet, of namaels wezen zal,Beftiert tot zeker eindt, hoewel ivy 't niet befeffen.

LUCIFER.Den menfch in 't heiligh licht der Godtheit to verheffen,Den menfch, zoo hoogh met Godt vergodlijckt in zijn' troon,

sts Te zien het wieroockvat toezwaeien, op den toonVan duizent duizenden eenftemmige kooralen;Verdooft de majefteit en diamante ftralenVan onze morgenftar, die ftraelt nu !anger niet;En 's hemels blbfchap flaet aen 't qnynen van verdriet.

GABRAL.no De zaligheit beftaet in een geruft genoegen,

In 1 ftemmen met Godts wil, en zich naer hem te voegen.LUCIFER.

De majefteit van Godt en Godtheit wort verkleent,Indienze haer natuur met 'smenfchen bloet vereent,Vereenight, en verbint. wy Geeften grenzen nader

us Aen Godt, en zijn natuur, als zoonu van eenen VaderGeteelt, en hem gelijck, indien 't geoorlooft isTe ftellen tegens een dees ongelijckenisVan een oneindigheit en 't eindigh; de bepaeldeBy d'onbepaelde maght indien de zon verdwaelde

aso Uit hare ftreecke, en ,fah bekleede met een' fmoock,Om al den aerdtkloot toe te lichten, uit een' roock,En zwarten damp; hoe zon de vrenght der weerelt fterven IWat son het aertfch geflacht al glans en leven derven 1

Page 269: vondel. - DBNL

LUCIFER. 239

De zon al majefteits ontbeeren, in haer' loop!sa Ick zaegh den hemel blint, de ft,arren overhoop,

Wanorden orden en gefchiektheit overrompelen,Indien de bron van 't Licht haer klaerheit quern te dompelenIn 't graf van een moerafch. verfchoonme, o Gabriel,Indien ick uw bazuin, de wet van 't hoogh bevel,

541) Een lattel wederftreve, of fchijn te wederftreven.Wy yvren voor Godts eere: om Godt zijn Recht te geven,Verftont ick my, en dwael dun verre, buiten 't fpoorVan mijn gehoorzaemheit.

Gauntlet,.Ghy yvert krachtigh voor

De glori van Godts naem; dock zonder t'overwegenus Dat Godt het punt, waerin zijn hoogheit is gelegen,

Veel bete kent dan wy; dies ftaeck uw onderzoeck.De menfehgeworden Godt zal dit geheimnisboeck,Met sleven *egeten gefloten. zelf ontfluiten.Nu fetaecktghe niet het pit, maer ziet de fchors van buiten.

55o Dan zal men d'oirzaeck zien, de reden, den waeromVan zijn verholentheen, en diep in 't heilighdomDer heilighdommen pen. an voeght het ons te thicken,En dozen dageraet faeuhidden, to gebrnickenMet danekbaerheit, tot dot de tennis in haer kracht

su De twijfeliug verdrijf', gelijck de zon den nacht.Nu leeren wy allengs Godts wkisheit tegenftappen,Eerbiedigh, en befehroon5t. sy openbaert by trappenHet Licht der wetenfchappe en kenniffe, en begeertDat ieder, op zijn wacht, zich onder beer verneert.

wo Heer Stedehonder, nit, en hanthaef d'eerfte one wetten:Ick ga, deer Godt my tent.

warm,Men sal 'er fcherp op letten.

BELZEBUB. LUCIFER.

BELZEBUB.De Stedehouder heort waer dit plackaet op draeit,Dat Gabriela bazuin zoo trot* heeft uitgekraeit..Hy gaf Godts otsghmerck n, oock fcherp genoegh, to ruicken.

5o5 Men zal nw mogentheit- aldus de vleugels fnuicken.LUCIFER.

Zoe- Licht niet: neen gewis, men kan 'er in voorzien.Geen minder droome hier zijn' meerder to gebien.

No Dos wawa: wanness non Warble, ale waren, hoe, rawer, ens. els Cablientiva Nutlet, tentmen hen &aspen& het one. genseht toe.

Page 270: vondel. - DBNL

240 LUCIFER.

BELZEBUB.Ily dreight weerfpannigheit hoer hooft en kroon to pletten.

LUCIFER.Nu zweer ick by mijn kroon het at op een te zetten,

570 Te heffen mijnen ftoel in aller heemlen trans,Door alle kreitfen hens, en ftarreltchten glans.Der heemlen hemel zal my een palais verftreeken,De regenboogh een troon; 't geftarrente bedeckenMijn zalen; d'aertkloot blijft mijn fteun, en voetfchabel.

515 Ick wil op een karros van wolcken, hoogh en fuelGevoert door lucht en Licht, met blixemftrael en donderVerbrijzelen tot ftof, wat boven, of van onder'Lich tegens ons verzet, at waer 't den Veltheer zelf;Ja eerwe zwichten, zal dit hemelfchblaeu gewelf,

sso Zoo trots, zoo I aft gebouwt, met zijn doorluchto bogenTo berften fpringen, en verftuiven voor onze oogen;'t Gerabraeckt aertrijck zien als een wanfchapen romp;Dit wonderlijck Heelal in zijnen mengelklomp,En wilde woeftheit weer verwarren, en verkeeren.

SS Laet zien wie Lucifer durf trotfen, en braveeren.Men dage Apollion.

BELZEBUB.Hier treet by voor den dagh.

APOLLION. LUCIFER. BELZEBUB.

APOLLION.0 Stedehoudor van Godts onbepaelt gezagh,Orakel, in den Raet der onderdane Goden,Irk offer u mijn' dienft, en wacht op uw geboden.

ioo Wat eifcht de- majefteit van haren onderdaen?LUCIFER.

Het luft ons uwen zin en inzien te verfitten.Op een gewightigh (tuck, dat zalme niet mislucken.Het wit is Michael de flagliveer uit te rucken;Op dat ons toelegh niet op zijn vermogen Ituit'.

595 Hy voert met zijnen art* zoo- vele Orakels uit,Als oit de Godtheit heeft met hare hant gedrevenIn eeuwigh diamant: daer wort de menfch gehevenIn top der hemelen, door alle kreitfen been,En ziet het Engelsdom zoo diep, zoo laegh, beneen

coo Zijn voettapijt, in Rot' waft grimmelen, als wormen.Het luftme met gewelt dien zetel te beftormen,En op te zetten by dat opzet, in een' flagh,

as Des Veltheer• , Mleha51." Zie ee. 593.

Page 271: vondel. - DBNL

LUCIFER. 241

Al teffens wat mijn ftaet, en star, en kroon vermagh.APOLLION.

Een loffelijck beftaen: dat uwe kroon vermeere,cos En aenwaffe op dien voet. ick reken my tot eere

Te raden, onder u, tot zulck een brave daet.Het zy die recht en wel, of averechts beflaet,De wil is prijffelijck, al wou het niet gedyen.Maer om niet reuckeloos noch radeloos te ftryen,

sto Hoe treet men allerbeft tot zulck een flout beftaen?Hoe veilighft tegens 't punt van 't raetflot aengegaen?

LUCIFER.Men kante bier met lift ons eigen raetflot tegen.

APOLLION.bat zeggen heeft wat in. geleende maght to wegenIn eene zelve fchael met d'Almaght; haer gewicht

ow Weeght over. wacht uw kroon: wy vallen veel te licht.BELZEBUB.

Zoo Licht niet, of de kaus zal eerft in twijfel hangen,APOLLION.

Van wien, of hoe, of waer dien aenflagh aengevangen?Het overpeinzen quetft alree Godts majefteit.

LUCIFER.Men lion haer ongequetft, en ftappe met beleit

aso Die fteile Iteilten op, en noit gebaende rotfen.Beleit en moedt verwint, en durf gevaren trotfen.

APOLLION.Geen Almaght, noch haer kroon: men koomze niet te na,Ten zy men leeren wil met naberou te fpa.De minder moet gedwee voor zijnen meerder wijcken.

LUCIFER.1)25 Laet d'Almaght ruften: zet gelijckheit en gelijeken

Te zamen. laet eens zien wiens wapen zwaerder weegle.Ick zie ons vyanden gevlught, den hemel leeghMet eenen flingerflagh; ons heiren overladenVan heerelUcken roof: dan wijder zich beraden.

APOLLION.aso Ghy weet wat Michagl, Godts Veltheer, al vermagh:

Godts regementen ftaen verplicht aen zijn gezagh.Hy draeght den fleutel van het wapenhuis, bier boven.De wacht is hem betrout. by boudt op alle hovenGetrou een wakende oogh, zoo dat 'er niet een ftar

607 Mcsel• {Maas heeft Mee de beteekenis van . oiltvallen," doch near den eIsch der teal had bierWle moeten Sean.

so Meat me kroos voor „pas op nw kroon " 't Is eentelns In Laginfehe vorm, doch ook by one,vowel in jagerstaal, niet ongevroon.

eel Dan Alder gull &wades: dlehterllik veer: „dan moge men slob wilder beraden."

IDI WWI'S TIC I: WI VONDSL T. Is

Page 272: vondel. - DBNL

442 LUCIFER.

635 Van al het hemelfch heir, in 't minft, zich reppen dar,Noch op dien hemeltoglit uit zijn gelit verroeren.Alen vangt haeft aen, maer zulek een oorlogh nit te voeren,1)at draeft ons maght voorby, en fleipt een' langen ftaertVan zu aricheden na. wat tuigh, wat ftormgevaert

640 Kan tegens hem beftaen, en d opperbenden floopen?Al zette 's hemels flot zijn diamantpoort open,Het vreesde tilt, noch laegli, noch overrompeling.

BELZEBUB.Indien men ons belluit bekrachtigh' met de kling,Ick zie de morgenflar op onzen hoogen ftandert

615 Braveeren, 'shemels Net en heerfchappy verandert.APOLLION.

De Veltheer Michael voert, ruim zoo trots en fier,Godts wonderlucken Naetu in 't velt van zijn banier,be zon in top.

LUCIFER.Wet beet een naem met licht gefclweven?

Een heldenftuck, als dit, wort geenfins doorgedreven650 Met tittelen, en pitch'', maer dapperheit, en moedt,

En treken, van vernuft en loosheit uitgebroet.(illy zut een meefter, tuck om Geelten in te Iuien,Te rugen aen uw hoer, te leiden, op te ruien.Gby kunt bederven zelfs de vroomften van de wacht;

653 En leeren weifelen wat noit op weiflen dacht.Begin, wy zien Godts heir gereten aen twee deelen;be hoofden en de leen aen 't woeden, en krackeelen;be meefte maght alree geblintdoeckt, en verdooft,En Overften en elck vatt roepen om een hooft.

660 Indienglie een vierde deel op onze zy kunt troonen,Men zal uw kloeck beleit met eere en ampten kroonen.Oa Ilene, en overlegh dit 'tuck met Belial:Bet moet 'er duifter zijn, daer by verdolen zal.Zijn troni, gladt vernift van veinzen en bedriegen,

ass In 't mommen niemant kent, die haer voorby kan vliegen.Ick ftijgh te wagen: legh het over met u twee.De Holraet is vergaert, en wacht ons komft alree.Men zal, zoo dra ghy komt, u beide binnen roepen.Meer Overlie, bewaeck de hofpoort met uw troepen.

as Dar voor davit, all meermalen.GaAs. versa. „hot beginnen is Meta, maer den komt de zwerigheld."11411 Drammen bier voor „prgken, In top Rain. Dealop dolt bet antwoord van Anellion.as Legh Ate over voor overleg ;see (gel& vs 662 nand), doeh verkeerd Dear, wear de nadruk op over

vet, als in overblitoev, overheat:is, overfehletto, ens is hat roars. affebeldbear, islet alsoo In wool ,den els overmeesteren, oeerrompelen, overvonierea, weir de nadruk op het tweeds, deel der Amen-Selling telt. It leg over, ik mix aver beteekent &shoal Jets enders den. a ~Hey, a merely.

am Beer Overlie dlt nordt tenon Belsebnb gesegd, die voorgeiteld won't, can foort van kommawdement to voeren. slo but Krit. Olen

Page 273: vondel. - DBNL

LUCIFER. 243

BELIAL. APOLLION.

BELIAL.ato Godts Stedehouder dient zich van ons beide om hoogh.

APOLLION.Wy vliegen te gelijck, ale pijlen van zijn' boogh.

BELIAL.En doelen op een wit, dock hachelijck te raken.

APOLLION.Sta vaft, de hemel wil van dezen aenflagh kraken.

BELIAL.

Laet kraken at wat wil: het moet 'er nu op ftaen.APOLLION.

CU Hoe grijpen wy dit Ruck met kans en voordeel aen?BELIAL.

De wapens dienen 0118: men moet van 't heir beginnen.APOLLION.

De hoofden eerft, met een de ftoutften zien te winnen.BELIAL.

Door iet wat glimpelijx, en met een fchijn verbloemt.APOLLION.

Zoo geef het dan een' naem: laet hooren hoe ghy 't noemtBELIAL.

680 Men hanthaef 't Engelsdoth, zijn hantveft, eer, en ftaten,En kieze een hooft, waer op zich ieder magh verlaten.

APOLLION.Dat hebtghe recht gevat: ick wenfch geen fchooner ftof,Noch zaet tot muitery, om burgery en hofTe fchennen tegens een, en fcharen tegens fcharen:

ass Want ieder is gezint zijn' ftaet en eer te waren,En wettigheit, waer toe d'Almogentheit hem riep,Eer zy de menfchen vormde, en zoo veel fpader fchiep.Het hemelfche. palais is ons tot erf gegeven.Den Geeften, die dus hoogh op hunne vleugels zweven,

ass En, vry van lichamen, niet zacken naer om laegh,Paft beter dit geweft dan 't aertfch geflacht, te traeghOm tegens zUn natuur te kiezen deze bogen.Hier valt de dagh te fterck, te krachtigh, en hun oogenVerdragen geenfins 't Licht, ons vroeger aengewent.

ass De menfch beware dan zijn eigen element,Ala andre dieren: by genoegh' zich met de palenVan zijnen rijcken ho£ het rijzen en het dalen

473 Op eon wig: lees; op No mama Wares veer „hoiden, hoiden," zoo zest men derrwaarder, kretteaarder, Jtokwaarder Waren is

/aware, &MIMS Is eefgeremire; dock soo wel in t Lat. ale in 't Roll wo den hoiden meermalenvoor eilcander gebrulkt.

Page 274: vondel. - DBNL

244

LUCIFER.

Van zon en maen verdeel' de maenden, en het jaer.Hy neem' den ronden loop der heldre Barren waer.

TOO Hy nuttige zijn ooft, en at den geur der kruiden,En keer' zich ooft, en weft, ten noorden, en ten zuiden.Dat zy zijn tijtverdrijf: en wat behoeft by meer?Wy kennen nimmer bier een' aertfchen opperheer.Zoo fluit ick. kuntghe, help dien zin beknopter uiten.

BELIAL.

103 Den menfch in eeuwigheit ten hemel uit te fluiten.APOLLION.

Dat klinckt alle Engelen te wonder wel in 't oor.Dat vlieght, gelijck een vier, van 't een in 't ander koor,Door negen Ordens heene, en ale Hierarchyen.

BELIAL.Zoo zal men allerbeft verfufte traegheit myen.

710 Ons heil en uitkomft hangt aen iiielheit, en aen (poet.APOLLION.

Niet min aen kloeck beleit, en dapperheit, en moedt.BELIAL.

Die zal, door toeval van ontelbre vanen, groejen.APOLLION.

Zy morren vaft: men moet bier heimlijck onder roejen,Zich meiigen in dien hoop, en voeden hun heklagh.

BELIAL.715 Dan diende Belzehub, een Vorft van groot gezagh,

Zijn n apen aen bun klaght en wettigheit to hangen.APOLLION.

Niet plotfling, maer allengq, en ale door zijdegan• gen.BELIAL.

De Stedehouder met zijn tegenwoordigheitBie zelf de ftercke hant aen zulck een trots beleit.

APOLLION.120 Wy zullen in den Raet zijn' zin en voorftel hooren:

Hy veinze voor een poos, en geve in 't endt de ii)orenAen 't opgeruide heir, verlegen om een hooft.

BELIAL.Aen 't hooft hangt al de zaeck. hoe veel ghy hun belooft,

.a•im Waarfehlinlek sweefden Vondel bier de freaks regal/ van Virgin= voor den pest, wear bysegt, Age. VI. 848 feg.

Esordest ohi Ofrarstke mollies fora;Oredo sysidem; vim deceit de evermore mak&ablest mesa esellgue meatusDefcrlbent radio at fargentla Adam dleent.

Wel bleft de flotregelrevere Overt° popish's, Romero, memento,

adder, doch de gedaehte Is daarom nlet minder by Apollion to onderftellen.712 Door Weal vas osteibre waxen: d. L. „door Men ontelbare sedan ens toevallen, once slide Meson."716 Mapes heeft bier do hetes/reds van „segel," en Bellal verlangt Mar ran Beiretseb, wet by, vs.

van al des lb:Own verlangt.

Page 275: vondel. - DBNL

LUCIFER. 245

Zy sullen zonder hooft dien optoght niet beginnen.APOLLION.

725 Wat ree gewonnen is, behoeft men niet te winnen.Wie meet gequetft wort in zijn heerlijckheit, en itaet,Dien gelt het eerft; die ftapp' vooraen, en fla de meetIn zoo veel duizenden.

BELIAL.

De billijckheit en redenVereeren hem dees kroon: doch eerwe dieper treden,

730 Zoo laet ons al 't gevaer eerft wegen, niets beftaen,Of al de Hofraet fteeck' hier zelf zijn zegel aen.

BEY VAN ENGELEN.

ZANG.

Hoe zien de hoffelijeke gavelsZoo root? hoe ftraelt het heiligh licht

Zoo root op ons gezicht,us Door wolcken en bedroefde nevels?

Wat damp, wet mitt betrecktDat zniver, noit bevleckt,En loutet e faftier ?Die vlam, dien glans, dat vier

740 Van 't heldere Alvermogen?Hoe fehijnt one nu de diepe gloetDer Godtheit toe, zoo zwart als bloet?

Die flus zoo klaer alio oogenVerheughde? wie begrijpt, wie kent

us Deze oirzaeck, onder d'Engelsdommen,bie, boven Adams element,

Noch flue op galm van keelen zwommen;Op lucht van Geeften, in den glans,Die galery, en tin, en trans,

no Gewelf van koor en hof vergulde,En met een ziel van vreught vervulde

Al wat hier boven leeft, en zweeft?Wio is 'er, die one reden geeft?

TEGENZANG.

Teen wy, op Gabriela bazuinen,133 Ontvonckten, en een nieuwe wtja

Aenhieven, Godt ten prijs;De roozegaerden, en de tuinen

Van 't hemelfch paradijs,Door zulck een' dau en fpija

160 Van lof en zang verblijt,Ontloken; fcheen de Mit

Van onder in te fluipen.Een groot getal der Geeften ftom,En bleeck, en dootfch, ging, drom by drom,

763 Misnoegend henedruipen.

Page 276: vondel. - DBNL

246 LUCIFER.

De winckbraeu Mug verflenft op 't oogh.Het gladde voorhooft zette een rimpel.

De hemelduiven, hier om hoogh,Onnozel eerft, oprecht, en (impel.

110 Aen 't zuchten floegen, zoo het fcheen;Ala of de hemel vial to kleen

Voor haer, toen Adam wiei t verkoren,En zulck een kroon den menfch befehoren.

Dees fmet ontftelt het oogh van 't Licht.Its Z'ontfteeckt die vlam in Godts gezicht.

Wy willen ons uit liefde in 't midden van hun mengen,En deze oploopentheit weer tot bedaren brengen.

Page 277: vondel. - DBNL

247

HET DERDE BEDRTF.

LUCIFERISTEN. REY.

LUCIFERISTEN.

Hoe kan men in zijn waen zoo vroegh bedrogen worden!Hoe is 't alree verkeertl wy fchatten niemants Orden

?so Geluckiger dan d'onze, in dit opgaende Rijck,Ja achtten onzen Staet den Opperften gelijck,En onveranderlijck, en boven aertfch gezegent;Wanneer ons Gabriel met Godts bazuin bejegent,En uit de goude poort verbaeit met dit gebodt,

585 Het welck al 't Engelsdom verfteeckt van 't hooghfte lot,Hun uit den vollen fchoot der Godtheit eerft gefchoncken.Daer leggen wy to laegh, en zien de fchoone vonckenEn itralen van onze eere en heerlijckheit gebluit,De ganfche Hierarchy des hemels ongeruft,

too Den menfch, in top van Staet en maght, zoo trots verheven,

Page 278: vondel. - DBNL

Dat wy, als haven, voor zijn heerfchappye beven.0 onverwachte flagh, en ftaetverwilfeling!Och treurgenooten, zet u hier in eenen ringIn 't ronde: zet u bier te zamen: helpt ons treuren,

793 En zuchten: het is tijt ons feeftgewaet te fcheuren,Te klagen: niemant kan ten minfte ons dit verbien.De blyfchap fmilt, en zal nu d'eerfte droefheit zion.Helaes, helaes, helaes, gebroeders, hemelreien,Leght af uw liooftcieraet: verandert uw lievreien,

see En vrolijckheit in rou: flaet near uw aengezicht.Zoeckt fchaduwen, als wy. de droefheit fchuwt het lichtEen ieder volge ons ftem, en bongo jammerklaghten.Verdrinckt in jammer: zinckt in droevige gedachten.Het klagen helpt, en zet de droefheit oock van 't hart.

603 Nu fchept in kermen luft: het kermen beelt de finart.Nu roept uit eenen mont, en volleght ons misbaren:Helaes, helaes, helaes, waer is ons hell gevaren!

REY.Wat weeklaght hoort men bier? onaengenaemen toot;De hemel ijft hier af. dees lucht is niet gewoon

ow Te hooren eon muzijck van Bruck op noten galmenDoor 't juichende gewelf. triomfen, kranfen, palmen,En harpen paffen ons, en fnaren. wat wil dit?Wie of bier hangends hoofts in een gekrompen zit,Verlaten, en bedruckt, en zonder noot beladen?

sil Wie geeft bun treurens ftof? wie kan does oirzaeck raden?Mijn Reigenooten, volght: 't is noodigh dat men vraegh'Naer d'oirzaeck van hun leet, en doze donkre vlaeghVan droefheit, die den glans van onze pracht ontluiftert,Het licht van 't eeuwigh feeft benevelt, en verduiftert.

820 De hemel is eon hof van weelde en vreught en vree.Hier neftelt aen dit dock noel' rou, noel' hartewee.Atkin Reigenooten volght, en trooltze in Jinn bezwaren.

LUCIFERISTEN.Helaes, helaes, helaes, waer is ons heil gevaren!

REY.Genooten van ons boil en blyfchap, breeders, hoe?

Ins 0 zoons van 't vrolijck licht, hoe dus bedroeft to moe?Wie geeft u ftof aldus to jammeren, te treuren?Gby had begonnen 't hoott ten hemel op to beuren,Te bloeien in den dagh, die neerftraelt van Godts glans.De Hemel broght u voort om vlugh, van trans in trans,

us Geneolen van ono hal• t woord moot, In den :In van „makker," wordt tegenwoordlg, 1k sweetntet om wat redon, :olden of noolt meer gebesigd, ten Ai In famenftellIngen, Ms deeyenool, hal-'afoot, nal:yawed, ftedgenoot, ens.

us Bedroefl to nwe • ale over de nitdrnkking to moede 01111)10., Pr. 11, 82, 88.

248 LUCIFER.

1

Page 279: vondel. - DBNL

LUCIFER. 249

830 Van 't een in 't ander hof, to iteigeren, te zweven,In 't onbefchaduwt licht, vernoeght, verzaet to leven,Op een gedurigh feeft, to fmaken 't hemelfch mann'Van Godta onfterflijckheit, in een geruft gefpanVan feeitgenooten. hoe? dit voeght geen burgeryen

895 Van Engleftadt, o neen: dit voeght geen Heerfchappyen,Geen Maghten, Troonen, noch geen heerfchend Hernelsdom.Ghy kropt uw droefheit in, en zit verfuft, en ftom.Laet hooren wat u deert: ontdeckt het uw gefpeelen.Ontdeckt uw hartquetzuur, dat wy die mogen lieelen.

LUCIFERISTEN.840 Och broeders, vraeghtghe noch met errenft wat ons let?

Ghy hoort, zoo wel als wy, wat Gabriel trompet:Hoe wy, door 't nieuw bevel, van onzen ftaet vervielenIn eene flaverny der aerde, en zoo veel zielenAls uit een luttel bloets en zaets to fpruiten ftaen.

843 Wat is by ons alree mishandelt, of misdaen,Dat Godt een waterbel, vol wint en lucht geblazen,Verheft om d'Engelen, zijn zonen, to verbazen?Een bafterdy verheft, gevormt uit klay, en ftof?Wy waren pas gewijt tot pijlers van zijn hof,

ow Bekleedden onzen plicht, als trouwe rijagenooten,En worden op een' fprong gebannen, en geftootenUit deze waerdigheit, verdruckt te ftreng, en ftraf.De hantveft en het Recht, dat ons de Godtheit gaf,Wort ingetrocken, en, in ftede van regeeren

833 Met Godt, en onder Godt, zal Adam triomfeeren,En heerfchen, in zijn bloet en afkomft, onbepaelt.De zon der Geeften is te plotfeling gedaelt.Och lotgenooten, volght ons droefheit, en misbaren.Ilelaes, helaes, helaes, waer is ons heil gevaren I

REY.me Ontfteltghe u om den Taft van Godt en Gabriel?

Dit fchijnt een razerny. wie darf het hoogh bevelBerifpen? wie verwaent de Godtheit wederftreven?Wy zijn gehouden Godt zijn Recht en eer te geven,Te ruften in zijn wet. wie treat bier in gefchil

885 Met Godts almogentheit? zijn wenck, en woort, en wilVerftrecke ons eene wet, en maet, en vafte regel.Wie tegenfpreeekt, die breeckt des Allerhooghften zegel.Gehoorzaemheit behaeght den Heerfcher in dit RijckVeel meer dan wieroockgeur, on goddelijck muzijck.

sin Ghy zijt [och, weeft zoo trots en hoogh niet in uw wapen,]

so Verbose,,. gam hler In den :in van. cowtermare, „met drootheld Dean, ontftellen," 't Eng. to abash,%Turin het ook by KILIAZS voorkomt.

Page 280: vondel. - DBNL

Tot onderdanigheit, tot hoerfchen min, gefchapen.Och medebroeders, ftaeckt dit kermen, en geklagh,En buight u onder 't juck van 't eenigh hooftgezagh.

LUCIFERISTEN.Zeght liever: onder 't juck van grimmelende mieren.

REY.s Wanneer het hem behaegh' moet ghy u laten itieren.

LUCIFERISTEN.Wat hebben wy verbeurt? geeft reden, en befcheit.

REY.Verbeurt? ghy quetft Godts kroon door ongeduldigheit.

LUCIFERISTEN.Wy klagen van verdriet, en enkel ongenoegen.

REY.In fte van uwen wil geruft naer Godt to voegen.

LUCIFERISTEN.883 Wy fteunen op het Recht, ons wettigh toegeftaen.

REY.Uw Recht en hantveft blip' de Godtheit onderdaen.

LUCIFERISTEN.Hoe kan de meerder voor een minder zich verneèren?

REY.Die zich gelaten ftelt. Godt diencu is regeeren.

LUCIFERISTEN.Gewilligh, zoo de menfch regeere daer beneAn.

REY.885 De menfch leeft met zijn lot vernoeght, al is het kleen.

LUCIFERISTEN.Den menfch is boven dat een hooger lot befchoren.

REY.Na menige eeuwen wort zijn opgang eerft geboren.

LUCIFERISTEN.Een eeuw beneden is om hoogh een oogenblick.

REY.Het ga zoo 't wil, zoo 't moet, zoo d'Oppermaght dit fchick'.

LUCIFERISTEN.no Men had ons nutter dees geheimenis gezwegen.

REY.De Godtheit openbaert haer hart, tot u genegen.

LUCIFERISTEN.Noch milder tot den menfch: zy zet hem boven aen.

1171 Lees: „getchapen, minder om to heerfohen, dan om onderdean to zgo "117,110 Te dezer pleatte valt de redeneerIng van de goede Engelen wet zwak en le de te-recht-wifzIng,

ban door de Luelteristen gegeven, volkomen gegrond.et* Het bewjfe der gexefealleid wordt Mar Met In de geheinunstre gefteld, maar In het openbarex daarvan.

250 LUCIFER.

Page 281: vondel. - DBNL

LUCIFER. 251

REY.Verknocht met Godts natuur; een wonderlijck beftaen.

LUCIFERISTEN.Och Engelsdom, wou Godt zich paren met uw wezen!

REY.sos Wat Godt behaeght, en fchickt, dat wort met recht geprezen.

LUCIFERISTEN.Hoe heeft by 's menfchen peil alree zoo hoogh gemerckt ?

REY.Het is at wel, al goet, wat Godt bepaelt, en werckt.

LUCIFERISTEN.Hoe wil de menfch de kroon der Engelen verdooven!

REY.Alle Englen zullen Godt in 't lichaem zien, en loven.

LUCIFERISTEN.000 Zy zullen flijck en ftof aenbidden in het ftof?

REY.Bewieroocken Godts naem, met geur, en prijs, en lof.

LUCIFERISTEN.Den menfch bewieroocken, van hooger hant gedwongen?

APOLLION. BELIAL. REY.

APOLLION.Zy mompelen alree? ghy hoort een' ftrijt van tongen.

BELIAL.Wat fcharen treuren hier, gedompelt in den rou,

we De fluiers om de borft, en lenden; niemant zouBegrijpen dat men dus, in 't midden van de Geeften,Op 't eeuwige bancket, en d'endelooze feeften,Bon treuren, zaegh men niet dit jammerhjek getalVerflenfen van verdriet. wat ramp, wat ongeval

ow Ontfteltze? Broeders, hoe? wat 's d'oirzaeck van dit kermen?Beledight iemant u? men zal uw Recht befchermen.Wat deert de Broeders? fpreeckt: laet hooren wat u deert.

REY.Zy klagen dat de fiaet der menfchen triomfeert,Door Gabriela bazuin, en opftijght boven d'Engelen:

out Dat Godt zijn wezen wil met Adams wezen ftrengelen :De Geeften onderworpt het menfchelijck gebiet.Daer hoort ghy kort en klaer den gront van hun verdriet.

APOLLION.Zoo groot een ongelijck valt laftigh te gedoogen.

we Zen woad...Wel beam woRderl(fek ftaat bier niet in deo sin van. „sonderling," maar an „bewon-derenswaardig," min woord, dat in Vondels tgd nog ver te zoeken was.

Page 282: vondel. - DBNL

252 LUCIFER. - 1

BELIAL.Ilet overtreft bykans ons krachten, en vermogen.

REY.020 Wy bidden dat ghy toch dien twift met ons beflecht.

APOLLION.Wat raet? hoe paeit men lien? zy fteunen op hun Recht.

REY.Wat Recht? die wetten geeft vermagh de wet te breecken.

APOLLION.Hoe kan Rechtvaerdigheit een onrecht oordeel fpreecken?

REY.Beftraft Godts oordeel eens, en fchrijft hem wetten voor.

BELIAL.on De vader leer' het kint hem volgen op zijn fpoor.

REY.Zijn fpoor te volgen is het zelve als by te willen.

APOLLION.Verandring van Godts wil veroirzaeckt dees gefchillen.

REY.Hy zet den eenen van, den andren op den troon.De minder waertfte wijck' voor eenen waerder zoon.

BELIAL.too Gelijckheit van gena de Godtheit belt zou pafl'en.

Nu durft de duifternis het hemelfch licht ontwaffen.De kinders van den nacht braveeren zelfs den dagh.

REY.Wat adem haelt, met recht den Schepper dancken magh,Die elck zijn wezen gaf, en mindre en meerder waerde.

035 Wanneer het hem belieft, zal 't element der aerdeVeranderen in lucht, of water, of in vier;De hemel zelf in aerde; een Engel in een dier;Een menfch in Englefchijn, of onbegrepen wonder.Een maght regeert het al, en keert het bovenfte onder.

ow Wat d'allerminfte ontfangt is loutere gena.Hier gelt geen willekeur. bier komt vernuft te fpa.In d'ongelijckheit is Godts heerlijckheit gelegen.Zoo zienwe tegens 't lichtfte het zwaertte zwaerder wegen.Dus fteeckt het fchooner of op 't fellow]; de kleur op kleur;

943 De diamantfteen op turkoisblaeu; geur op gear;Het ftercke op flauwer licht; gettarrent tegens ftarren.Ons fchicken is den Staet van dit Heelal verwarren,Misfchicken al wat Godt gefchickt heeft, en beleit;En wat het fchepfel fchickt, dat is wanfchapenheit,

ow In 't allerminfte lidt. men ftaeck' dit murmureeren.

sos Verfta: A:Men wy ens gingen belasten met het befohlkken of belt:wen der zaken via 't Heelal,minden zy geheel In de war loopen.

Page 283: vondel. - DBNL

•GA vs 11 rium im

— *am

ong'

Page 284: vondel. - DBNL
Page 285: vondel. - DBNL

LUCIFER. 253

De Godtheit kan den ftaet van 't Engelsdom ontbeeren.Zy is met niemants dienft beholpen. eeuwigh rijckEn heerelijek, behoeft zy wieroock, noch muzijck,Noch geur, haer toegezwaeit, noch lof, litter toegezongen.

oss Ondanckbre Geeften, zwijght: betoomt uw fnoode tongen.Ghy weet Godts reden niet: genoeght u met uw lot,En onderworpt u Godts en Gabriela gebodt.

APOLLION.Is dan de ftaet en 't lot der Geeften onbeftendigh?Zoo itaenze glibberigh, zoo zijnze alreede ellendigh.

REY.oco Om dat een minder zal regeeren in dit Rijck?

Wy blijven diewe zijn: gefchiet ons ongelijck?BELIAL.

Zy zijn de naefte aen Godt, hun' toeverlaet, en wader,En lagen hem aen 't hart: nu leit een minder nader.

REY.Zich over 'sanders Neil bedroeven, is gebreck

sos Van liefde, en rieckt naer nijt, en hooghmoet. laet dees vleckOp Engle zuiverheit en louterheit niet kleven.Elckandre, in eendraght, liefde, en trou, voorby te ftreven,Behaeght den Vader, die het at in orden fchiep.

BELIAL.Zy houden d'orden, daer cle hemel hen toe riep;

ow Maer kunnen traegh verftaen des menfchen flaef to worden.REY.

Dat 's ongehoorzaemheit: zoo fpattenze uit hun Orden.Ghy ziet hoe 't hemelfch heir, geharrenaft in 't gout,En in 't gelidt geftelt, zijn beurt en fchiltwacht houdt;Hoe deze ftar gedaelt, en gene, in top daer boven,

ois De klaerfte een minder klare in luifter kan verdooven;Hoe d'eene een kleiner ronde, en d'andre een grooter fchrijft;De laeghfte hemel fnelft, de hooghite langfaem drijft;En evenwel verneemtghe, in deze oneffenhedenVan ampten, licht, en kreits, en ftant, en trant, en treden,

oso Geen tweedraght, nijt, noch ftrijt: des Albeftierders itemGeleit dit maetgezang, dat lniftert fcherp naer hem.

BELIAL.'t Geftarrent blijit in ftaet, daer Godt het in won fcheppen.Behaeghde 't hem den Staet der Englen niet te reppen,Zy woken geen geftarnte, in eendraght, noch in pais,

oss Noch fteurden met geklagh de raft van dit palais.REY.

Zie toe, en wacht u wel deze ongenoeght te ftijven.

Is. Oagenotgla voor ongenopen.

Page 286: vondel. - DBNL

APOLLION.Wy wenfchen dat does lucht en wolck mach overdrijven,Eerze uitberfte, en t geweft des hemels zette in vier.Zy groeien in getal. wie ftiltze ? wie komt hier?

LUCIFERISTEN. BELZEBUB. REY.

LUCIFERISTEN.990 Helaes, helaes, helaes, waer is ons heil gevaren?

BELZEBUB.'t Gaet wel: wy groeien aen: onze Engelen vergaren,En fteecken, vol misbaer, de hoofden vaft by een.Wat port u Engleburgh met kermen en gefteenT'ontruften? kan de bloem der zaligheit verflenfen?

oos Geruft bezitten al wat eenigh Geeft kan-wenfehenVan Godt, den zegenaer, vernoeght u dat noch niet?Zoo ftaetghe u zelfs in 't licht. en koeftert een verdriet,Waer van ick d'otrzaeck noch befeffen kan, noch radon.Houdt op van kermen: fcheurt veltteeckens, en gewaden

woo Niet longer, zonder men, maer heldert uw gezicht,En voorhooft met een' ftrael, o kinders van het licht IDe fchelle keelen, die met zang de Godtheit dancken,Zien om, en belgen 't zich, om dat ghy valfche klanckenEn bafterttoonen mengt, in 't goddehjck muzijck.

mos 111w bittre weeklaght fteurt de maet van 't hemelrijck.'t Gewellef built u na. de rougalm, in den hoogenGeftegen, rolt at voort, van d'een in d'andre bogen:En zonder misdaet wort, door zulck een ongeluit,De wasdom van Godts naem en glori niet geftuit.

LUCIFERIS TEN.Mio Heer Overfte, op wiens wenck ontelbre keurebenden

Lich wapenen, ghy komt van pas om onze ellendenTe zalven, en den fmaet en onverdienden hoonTe fchutten door uw maght. zal Gabriel de kroonDer heilige Engelen op 't hooft van Adam zetten,

tons Door Adams erfgenaem Godts eerftelingen pletten?Wy waren nutter niet gefchapen, eer de zonTe wagen fteegh, en licht den hemel geven kon.De Godtheit koos vergeefs de Geeften tot trouwantenVan 't onbeweeghbre hof, indienze zich won kanten,

low En fpitfen tegens 't Recht der Geeften, zonder fchult,

sw,ws Doze regels zegt Belzebub tegen ApollIon en Banal, of wel ter slide.MS liter wendt Lich Belzebub tot de Laciferlsten.

moo Bridal ww (wick: luskieres Mist hler voor „ophelderen, verklsren"mos Beiges 'i rich de nitdrukking side Leto beiges hebben wy reeds moor ontmoetwoe Oigelsii voor wangelutd. zoo elders impasseiolootal Orerfie, op ideas. wesek Wear* kesrebendes Bich imposes :Jo vs. 889

254 LUCIFER.

Page 287: vondel. - DBNL

LUCIFER. 255

Tot wederftant geterght, uit noot, en ongedult.Wy juichten, in den lof der Godtheit opgetogen,Aenbadeu, wieroockten met fchalen, neighden, bogenOnze aengezichten neer. de hemel gaf gehoor,

Km Verflingert op den dans des galms, van koor in koor,Ja fmolt van voile vreught op tongmuziick, en harpen;Toen Gabriels bazuin zich plotfeling quam werpenMet dezen donderflagh in 't midden van Godts eer:Daer lagen wy verbaeft, verftroit, verdruckt ter near.

1030 De blyfchap gaf den geeft. de zwangre keelen zwegen.De jongftgeboren ftreeck de kroon, den Ref, den zegen;En d'outfte zoon, onterft by d'Oppermajefteit,Gemerckt bleef voor een' flaef. dat valt gehoorzaemheit,Godtvruchtigheit, en liefde, en trouwe, uit Godts trezooren,

1033 Ten deele, dompelt biter in rouwe, ontvonckt den toren,En wraeckzucht, om den menfch, nit een' gerechten haet,Te fmooren in zijn b'oet, eer by der Englen StaetVerplette, en zy geboeit, als fnoode en arme haven,Gedwongen worden naer zijn zweep en wil te draven;

too Geluck by daer beneen de dieren houdt in dwang.Heer Overfte, ghy kunt der Geeften ondergangVerhinderen, en by bun hantvelt hen bewaren:Befchutze door uw maght: wy ftaen gereet uw fcharen,Uw' ftandert, en uw heir te volgen: treck miter aen.

1043 't Is eerlijck voor zijn eere, en kroone, en Recht te ftaen.BELZEBUB.

My deert uw ongelijck. o Koning eller Heeren,Verhoe dit Bever. geef geen ftof tot muitineeren,Noch tweedraght. geef geen ftof tot wederfpannigheit.Wat raet? hoe ftil ick u, en d'Oppermajefteit?

LUCIFERISTEN.

1030 Zy quetft het heiligh Recht, aen d'Engelen gefclioncken.BELZEBUB.

Het Recht to quetfen kan den onderzaet ontvonoken,Een vier ontfteecken, daer de lucht of branden zou.0 averechtfen loon van onbevleckte trou IHoe zullen wy ons belt in deer vertwijfiing dragon?

LUCIFERISTEN.

toss Men troofte zich een kans, een' ftouten (prong, te wagen.BELZEBUB.

Waer toe zich zelfa gewaegbt? men ga een' zachter gangk.LUCIFERISTEN.

Hier gelt alleen gewelt, en kracht, en wraeck, en dwangk.

toss 0 avereekifen ken V. geeft meermalen, gel& bier, op 't toorbeeld van 't Lat/In, aan denvoltatIvna den vorm van den accutat

Page 288: vondel. - DBNL

256

4

LUCIFER.

BELZEBUB.Men kon, waer 't mogelijck, een veiligh middel kiezen.

LUCIFERISTEN.Met uitftel zal men hier niet winnen, maer verliezen.

BELZEBUB.moo Men geef zijn ongelijck met reden te verftaen.

LUCIFERISTEN.De reden heeft hier uit: men zet ons onder aen.

BELZEBUB.Met fmeecken moght ghy belt en eerft uw' wenfch verwerven.

LUCIFERISTEN.Het (tuck ontdecken, is den handel gladt bederven.

BELZEBUBMen kan dien aenflagh naeu ontveinzen voor het licht.

LUCIFERISTEN.

toes Wy groeien maghtigh aen, en ftaen in evenwight.BELZEBUB.

De kans begunftight hun, the met Godts Veltheer vechten.LUCIFERISTEN.

Hier is met fufferye en fchrick niet uit te rechten.BELZEBUB.

IVat zeit Apollion hier toe, en Belial?LUCIFEBISTEN.

Zy trouwen onze zijde, en ftercken het getal.BELZEBUB.

toto Hoe heeft men dit verhaeft? het is nu ver gekomen.LUCIFERISTEN.

De hemel vloeit ons toe van zelf met voile ftroomen.BELZEBUB.

Betrout a op geen heir, vol lichte weifelaers.LUCIFERISTEN.

Wy zien airee meer kans, en voordeel, min gevaers.BELZEBUB.

Wie reuckeloos begint, beroem' zich van geen voordeel.LUCIFERISTEN.

Ion Aen d'uitkomft hangt het al, voor d'uitkomft dwaelt het oordeel.Dit ganfche leger eifcht u tot een opperhooft,En leitsman op dien toght.

BELZEBUB.Maer wie is zoo berooft

Van zinnen, dat by uw gerechtigheit verdadigh',En 's hemels heirkracht terge? ay, weeft u zelfs genadigh.

lose Verfchoonme van dien laft: ick kieze geene zy.Men legge met verdragh deze ongehjckheit by.

REY.Gebroeders, geeft gehoor. houdt boven aen met fmeecken

Page 289: vondel. - DBNL

By Godt, door middelaers: men wint met tuffchenfpreeckenGemackelijcker velt dan door dien fteilen wegh

1093 Van oproer. handelt koel met raet, en overlegh.Wy willen to gelijck uw Becht om hoogh verweeren.Bedaert: ghy quetft de kroon van Godt, den Heer der heeren:

LUCIFERISTEN.En ghy ons wettigheit: verftout n hooger niet.Heer Belzebub, aenvaert dit wettige gebiet,

1090 En zet de heiren fchrap: wy volgen u te gader.BELZEBUB.

0 yveraers, bedenckt, bedenckt n liever nader.Ick wil n voortreen naer den troon van 't groot palais,En ons gerechtigheit bemiddelen door pais,En onderling verdragh, gewilligh, onbedwongen.

BEY.1093 Houdt ftil: houdt ftil: ghy wort van Michael befprongen.

MOWS& BELZEBUB. LUCIFERISTEN.

MICHAeL.Waer zOnwe? wat gedruis verneemt men hier alree?Dit fchunt een hof van twift en oproer, niet van vree,Gehoorzaemheit, en trou. Prins Belzebub, wat redenBeweeght u, als een hooft van wederfpannigheden,

Itoo Dien oploop, zwanger van een goddeloos verraet,Te ftyven tegena Godt, ons eller toeverlaet?

BELZEBUB.Genade, 6 Michael, gewaerdigh ons te hooren,Eer ghy een vounis velt, nit yverigen toren,Ter eere van Godts Naem. belaft ons met geen fchult.

MICHAëL.1105 Ick zal uw onfchult dan aenhooren met gedult.

BELZEBUB.De ezamenrotting van zoo menigh duizent troepen,Gelteurt om hoogh gebodt, ten rtjatroon uitgeroepen,Op Gabriela bazuin, vereirchte een tuffchenfpraeck,Tot fliffing_van dien brant; waerom ick van• hun zaeck

tato En klaghten kennis koom te nemen, om het muiten,By alle middelen en mooghlijckheen, to ftuiten:Zy vaeren eater voort, al razende en ontaintAen 't hollen, buiten fpoor, en dringen 't klaghtbewintMet kraght ons op den hale. ick poogh de maght to fcheien,

nos Gelceerviith one le hoorea• even ale in 't Fr dairies sous Mosier &awareWee Is dignari. 81eMr. in a. Hier wordt bet w.w. ons gobs:lad later (vs. 167a) active.

itee Wasik Rant Nor woderosn in den sin van. „reroutfchuldiging," evep ale hier boron in 't„Boreal," bis. 918.

LUCIFER. 257

WEJIMIN ?A J VA• V021011 VI. 17

Page 290: vondel. - DBNL

1115 [Laet tuigen van mijn trou dees Godtgetrouwe Relen t]Te raeden hunne klaght to florten voor Godts Itoel;Maer )vre vruchteloos, in 't midden van 't gewoel,En oproer, als een zee ten hemel toe verbolgen.De Veltheer tre nu voor: wy flaen gereet te volgen,

1120 Indien hy middel ziet tot flechting van 't gefchil.EIICHAeL.

Wie durft zich tegens Godt en zijnen heilgen wilVerzetten? wie dus flout den oorloghsltandert planten,In 't koningkrijck van pais? indienghe door gezantenWilt haudelen om hoogh, tot voorftant van uw lot;

1125 11'y willen uwen zoen bemiddelen by Godt,Of anders wacht uw hooft: dit zal u niet gelucken.

LUCIFERISTEN.

Zoudt ghy met wapenen ons heiligh Recht verdrucken?Zy zijn den Veltheer niet tot zulck een eindt betrout.Wy lteunen op ons Recht: Rechtvaerdigheit is flout.

INCHAOL.

liso D'infpanner tegens Godt is allerminil rechtvaerdigh.LUCIFERISTEN.

Wy dienen Godt: by kenne ons tot zijn dienften waerdigh.De hemel blijve maer in zijnen eerften Rant.Men Hell' geene amptenaers van 't hemelfch VaderlantBeneden 't aertIch geflacht: dat ftaet de Hierarchyen,

1135 De Troonen, Maghten, hooge en !age HeerfchappyenDer Geelien, Engelen, en Aertsenglen nimmermeerTe lijden: neon geenfins; al zoude uw blixemfpeerDoorIlooten borit aen born, en d'allertroufte harten:Wy laten ons geenfins van Adams afkomlt tarten.

micHea.Ick wil dat elck vertrecke, op 't wencken met xthjn hant.Hy kant zich tegens Godt, en Godtheit, wie zich kant

eineedigh tegens ons. vertreckt naer uwe vaenen.Dat pail foldaten, en gehoorzaeme onderdaenenDes hemels. wat gewelt, wat moetwil drift men bier!

i us Wie anders oorelooght dan onder mun bather,Beoorlooght Godt, en is een vyandt van zijn Rijcken.

LUCIFERISTEN.

Wie op zijn Recht ftaet, hoeft voor geen gewelt te wijcken.Natuurelijck is elck befchermer van zijn Recht.

MICRA6L.

'k Gebiede u datghe flux de wapens nederleght.1150 Door t'zamenrotten wort uw eer en eedt gefcl►onden.

tuso Disfpanner wens Godt een infpaaner Is „Iemand, die een gefpas of aandag Colima." 't Woord,hoeseer than& in onbrulk, Is klaar en joist, en vei Mende weder In gebrulk te komen . to meet,dewQl foniegfersair nog gebezigd wordt

258 LUCIFER.

Page 291: vondel. - DBNL

LUCIFER. 259

LUCIFERISTEN.Natuur heeft d'Engelen door eenen bant verbondenElckandre by te &ten: oock wort niet een alleenGeraeckt in dit gefchil, maer 't raeckt ons in 't gemeen.

MICHAdL.Zoudt ghy met wapenen den hemel dan beroeren?

1155 Die zijn u niet betrout om tegens Godt te voeren.Misbruicktghe uw maght, zoo vreeft des Allerhoogliften maght.

LUCIFERISTEN.De Stedehouder wort alle oogenblick verwacht.Hy is in aller yl gedaghvaert, en ontboden.Wy willen al op een, en Goden tegens Goden

me Opzetten, Thayer dan van ons gerechtigheitAftreden door gewelt.

MICHAeL.Zoo groot een onbefcheit

Verwacht ick nimmermeer van 's hemels Stedehouder.LUCIFERISTEN.

Het zweemt naer onbefcheit een' eerfteling, een ouderTe ftellen onder 't juck des jongften, als een' knecht.

ties Dat d'Engel de natuur der Engelen bevecht',En tegens zijns gelijck, in Itaet, en aert, en wezen,De wapens voere, wort met onbefcheit geprezen.

tittcHAëL.Hardneckighe aert, ghy zijt geen zoonen meer van 't licht,Maer eer een baftertflagh, dat voor geen Godtheit zwicht.

alto Ghy terght den blixemftrael, en onverzoenbren toren:Volhartghe, wat een ramp en val is u befehorenlGhy luiftert naer geen' raet, noch onderwijs: laet zienWat d'Allerhooghfte Item ons boven zal gebiAn.Welaen, ick wil dat zich d'oprechte en vroome Reien

tits En fchaeren daetlijck van rebelle rotten fcheien.LUCIFERISTEN.

Laet fcheiden at wat wil: wy houden ons by een.BlICHAAL.

Getrouwe Reien, volght Godts Veltheer.LUCIFERISTEN.

Treckt vry heen.

BELZEBUB. LUCIFER. LUCIFERISTEN.

BELZEBUB.De Veltheer vaert naer Godt, om over u te klaegen.

rue (lodes kgens Godes: verge& de noot op vs. 257.uff Wort ewe ensbefeheit gepreses even als men no nog zeggen :oft. „wordt van onbefeheldenheld

getaxeerd."

Page 292: vondel. - DBNL

260 LUCIFER.

Schept moedt: Vorft Lucifer, gefteegen op zijn' wagen,tiso Wort herwaert aengevoert. ghy moet u kort beraen.

Een heirkracht, zonder hooft, kan nimmermeer beftaen.Wat my belangt, die laft s alt my te zwaer te tillen.

LUCIFER.De ganfche hemel waeght en dreunt van uw gefchillen.De keurebenden ftaen gereten en gedeelt,

tugs Het oproer flaet al voort. de hooge noot beveeltIlierinne te voorzien, en onheil voor te komen.

LUCIFERISTEN.Heer Stedehouder, wijck en toevlacht alter vroomen,Wy hopen mmmermeer dat ghy, als Michael,Den hals van 't Engelsdom tot eene voetfchabel

1190 Van Adams afkomft zult verwerpen, en verdoemen,En zulck een' finaet en hoon vergulden, en verbloemenMet fchijn van billijckheit, en ftijven door uw maghtDen opgang van den menfch, een grof, een aertfch geflacht.Wat wieroock fchenckt by toch den fchaers van hem gezienent

gigs Waerom belaft men ons een' fnooden worm te dienen,Te draegen op de hant, te luiftren naer zijn item?Schlep Godt de hemelen en Englen flechts om hem;Wy waren nutter noit gefchapen, noch geworden.Ontfarm n, Lucifer. gedoogh niet dat ooze Orden

!zoo Zoo laegh vernedert werde, en zonder fchnit verzinck',De menfch, gelijck een hoofs der Englen, ftraele, en blinck',In 't ongenaeckbre Licht, waer voor de Serafijnen,Al beventle van angft, als fchadnwen, verdwijnen.Indien ghy n verneert zoo groot een ongelijck,

12o5 Tot vooritant van ons recht, te flechten in dit Rijck;Wy zweeren nwen arm eendraghtigh t'onderftutten.Aenvaert dees heirbijl: help, och help ons Recht befchutten.Wy zweeren n met kracht, in voile majefteit,Te zetten op den troon, aen Adam toegeleit.

1210 Wy zweeren uwen arm eendraghtigh t'onderftutten,Aenvaert dees heirbijl: help, och help ons Recht befchutten.

LUCIFER.Mijn zoonen, op wier trou geen vleck van ontrou hecht,Al wat de liodtheit wil, en van ous eifcht is recht.Ick ken geen ander Recht; en ftutte, als Stedehouder

1213 Der Godtheit, zijn befluit en raetflot met mijn fchonder.Den fcepter, dien ick voer, ontfing mijn rechte hantVan zijn Almogentheit, als een genadepantEn teken van Godts gnnft en liefde tot ons alien.Is nu zijn hart en zin op Adam juist gevallen,

1220 En hilt het hem den menfch, in voile heerfchappy,iii !Kerins's voor Merin. Zoo Ook elders ism veer fn.

Page 293: vondel. - DBNL

LUCIFER. 261

Te zetten boven aen, en, boven n en my,Te kroonen, fchoon we noit in onzen plicht bezweecken;Wat raet hier toe? wie wil dat raetflot tegenfpreeeken?Indien by Adam noch een zelve heerlijckheit,

1223 En d'Engelfche natuur gelijck, hadt toegeleit,Dat waer verdraegelijck voor alle hemeltelgen,Gefprooten nit Godts ftam: nu moghten zy 't zich belgen,Zoo belghzuclit geene vleck om hoogh gereeckent waer.Maer hoe men 't vat, dit loopt van wederzy gevaer,

1220 Het zy men zwichte uit fchroomte, of moedigh wederftreve.Ick wenfche dat by u deer belleghzucht vergeve.

LUCIFERISTEN.[leer Stedehouder, ay, aenvaert dien heirftaf toch,En hanthaef 't heiligh Recht: wy volgen in uw zogh.Wy volgen, ftreef vooruit op uw gezwinde veeren.

1233 Wy willen fnenvlen, of zeeghaftigh triomfeeren.LUCIFER.

Dit ftrijt met onzen eedt, en Gabriels gebodt.LUCIFERISTEN.

Dat ftrijt met Godt, en zet bet Menfchdom boven Godt.LUCIFER.

Laet Godt zijn eer, en noel, en majefteit bewaeren.LUCIFERISTEN.

Bewaer uw' eigen heel: wy willen, als pylaeren,1440 U ftutten, en den ftaet der Engelen met een.

Geen menfch zal onze kroon, Godts kroon, met voeten treen.LUCIFER.

De Veltheer Michael, gewapent onder 't zegenenVan boven, wil ons flux met al zijn heir bejegenen.Lijn heirkracht by nw maght, wat is 't een groot verfcheel I

LUCIFERISTEN.1245 Is 't geene helft, ghy fleipt een' ftaert van 't derde deel

Der Geeften mede, indienghe u geeft op onze zijde.LUCIFER.

Dan is de kans gewaeght, ons gunft verloren by deVerdrackers van nw Recht.

LUCIFERISTEN.De moedt, de dapperheit,

De hoon, de fmaet, de fpijt, de wanhoop, het beleit,1230 De wraeck, het ongelijck, niet anders to beflechten,

us. Betoksoott voor „oproerigheld." Wy glen hier en drie regale warder het woord in twee 'Formanbesigen.

seas Die bet krligvoeren tegen Gods rae(do1.seal Dat• bet ragdoe self.mu Nen' Mere vaa t derde deet voor „het derde deel, ale een UAW' Vergelek bier het aangehaalde

nit de Opotharing ln 't „Borscht," Ms. 212.ma By de• eon dente wiles van bet ram aan to brengen, die bier goon Beate working doot, doch

over t aigemeen goon navolging verdlent.

Page 294: vondel. - DBNL

262 LUCIFER.

En wat Mier aenhangt, zal ons ftijven, onder 't vechten.BELZEBUB.

1Vy hebben 't heiligh Rijck alleen in onze maght.Wat raetflot men befluit', de wapens geven 't kracht,En nadruck. zoo wy flechts ons in flaghorden ftellen;

1233 Wat nu noch weifelt ftracx op onze zy zal hellen.LUCIFER.

Ick trooftme dan gewelt te keeren met gewelt.BELZEBUB.

Zoo ftijgh de trappen op, 8 allerbraeffte Helt.Heer Stedehouder, ftijgh dien troon op, datwe u zweeren.

LUCIFER.Vorft Belzebub, getuigh, en ghy, doorluchtfte Heeren.

1260 Apollion, getuigh, getuigh, Vorft Belial,Dat ick, uit noot en dwang, dien laft aenvaerden zal,Tot voorftant van Godts Rijck, om ons bederf te keeren.

BELZEBUB.Nu brengt den ftandert voort, dat wy den ftander zweeren,Getrouwigheit aen Godt, en onze Morgenftar.

LUCIFERISTEN.1205 Wy zweeren te gelijck by Godt, en Lucifer.

BELZEBUB.Nu brengt het wieroockvat, ghy Godtgetrouwe fchaeren,Bewieroockt Lucifer met wieroockkandelaeren,En fchaelen, rijck van geur. verheerlijckt hem met licht,En glans van fackelen. verheft hem met gedicht,

1210 Gezangen, en muzijck, bazuinen, en fchalmeien.Het voeght ons, hem aldus met ftaetfi te geleien.Heft op een' heldren toon,Ter eere van zijn kroon.

LUCIFERISTEN.Op, treckt op, 8 ghy Luciferisten,

1275 Volght dees vaen.Ruckt te hoop al uw krachten, en liften.

Treckt vry aen.Volght dezen Godt, op zijn trommel, en trant.

sms Foe Baal: Banal, die In den aanvang moor een ondergefchlkte rol vervulde, wordt bier onderde Vorflew genoemd. ik heb 'rosier getwIlfeld, of :On vermelding alleen om 't rOsn gefohiedde,en omdat by met Belsobnb en ApoMon de eenige ender de oproerige volgers van Lucifer Is,die genoemd wordt; dooh tk heb by nadenken de overtulging bekomen, dat :On vermeldingbier seer gepast Is, wegens het werksaam deel, dat by can de oprutOng der geesten genomenbad ten gin olge w by in amnion by Lucifer moest geresen sin By omwentelingen Metmen algid de yverlgen en behendigen slab boven Min Band verheffen en fpoedlg tot hoop be-dlenlogen geraken.

tees Standert—fiander: beide vormen gebrnIkelOk, mear selden worden sy beide In ems en den-selfden regal gebrnikt.

Ins Volght dazes Oodt, op siffn troounet, en tract de bedoeling Is „volgt dezen God, ale aanvoerder,op de meat van sOn krOgsnynak." De uitdrukking op s(ja trommel en groat, die wel eenlpinsvreemd, doch hoogat bevaliig en clerlUk klinkt, been dezelfde kraeht als later TS. 1284 op Vsborate, en Irons

Page 295: vondel. - DBNL

Befchermt uw Becht, en Vaderlant.1280 Helpt hem Michaels heirkrachten ftuiten,

Houdt nu moedt.Helpt den hemel voor Adam nu ffuiten.

En zijn bloet.Volght dezen Helt, op zijn bazuin, en trom

1283 Befchut de kroon van t Engelsdom.Ziet, ay ziet nu de Morgenftar blincken.

Voor die prachtZal des vyants banier haeft verzincken,

In den nacht;1290 Wy met triomf kroonen Godt Lucifer.

Bewieroockt hem: aenbidt zijn Star.

BET VAN ENGELEN.

ZANG.

Water zijn we toe gekomen.Dat 'shemels burgertwiftDe regementen fplift,

En 't zwaert is opgenomen,Te zinneloos en blint?

Wie is 'er van ons benden,Hy fneuvelt, of verwint,

Geluckigh? die d'elendenVan hunne broedren zion,

En Rijx- en Reigenooten?Of die verwonnen vlién,

In ballingfohap geftooten?O zoons van eenen Godt,Waer toe verdwaelt uw Lot.

TEGENZANG.

Helaes! waer toe verdwaelenDe Geeften? wat verleitHen uit de zeeckerheit

Van hunnen Staet en paelen1810

Te fpatten, zonder noot?Zich op het fpits to waegen?

Ons weelde was to groot,Te dertel om to draegen;

De hemel niet genoegh1315 Om Engelen to paejen:

De Nijdigheit molt vroeghDit zaet van oorlogh zaejen,

In 't vreedzaem Vaderlant.Wie leit dien twig aen bant?

Ms Hie is 'or fan mu Medea• in de ands unwell was bet wooed is nitgevallenins Hy Amen of vermin's om 3 am wordt hier da indleat. gebezigd Bator ware by Amami, of

oerwiame.asisosis Hier dacht V. aan ilifeekwoord• „'t sin Serbs b , die de weelde bunion dragon "isu Om Rageles lepa400: patios been bier Ain oorfpronkelpke beteekenis van „voldoen," 't Fr payer.

1393

1300

nos

LUCIFER. 263

Page 296: vondel. - DBNL

TORZANG.

1320 Is dit krijgbsvier niet to fmooren,Door een maght van hooger hant,Wet wil blijven in zilin Dant?

Staetzucht zal alio Orden ftooren:Hemel, aerde, zee, en ftrant

1323 Zullen Nen in lichten brant.Staetzucht, eens door triomfeeren

Ala gewettight, zal verwoetGodt en alle maght braveeren.

Staetzucht kent noch Godt, noch bloet.

204 LUCIFER.

Page 297: vondel. - DBNL

265

HET YIERDE BEDRYF.

GABRIEL. MICHAEL.

GABRIEL.1330 De ganfche hemel gloeit, in eenen lichten brant

Van oproer en verraet. 'k verdaegh u, als GezantVan Godt en zijnen ftoel, nu daetlijck op to trecken,Met eenen gloet van vier en yver deze vleckenTe branden nit Godts naem, en 't zuiver Hemelsdom.

1333 Vorft Lucifer braveert: by roert trompet, en trom.MICHAEL.

Is Lucifer, helaes, in zyne trou verandert?GABRIEL.

Des hemels derde deel heeft reede zijnen ftandert,Die valfche Morgenftar, gezworen, zijnen troonBewieroockt, ala een' Ciodt, en met een laftertoon

1340 Van goddeloos muzijck hem eere toegezongen.

nu Vorft Lucifer braosert voor „fteekt drolgend het hoofd op."

Page 298: vondel. - DBNL

266 LUCIFER.

Zy komen herwaert aen in voile kracht gedrongen,En dreigen fchrickelijck de poort van 't wapenhuisTe rammen met gewelt. een woeft en wilt gedruisVan onweer buldert vast, van boven, en van onder.

1313 Het weerlicht, ftormt, en raeft. de blixem, en de donderIn arbeit, fchudden vast de pylers van ons hof.Men hoort geen Serafijns, noch wedergalm van lof.Een ieder zit in druck gedompelt over d'ooren.Dan zwijgen plotfeling, dan huilen al de kooren

1330 Der Engelen, van druck, en medelijden, omDen blinden afval van 't gezalight Engelsdom,En d'Engelfche natuur. 't is meer dan tijt om hedenTe quyten uwen plicht, en op uw heilige eeden,[Die ghy, ala Veltheer, op het punt des blixems zwoert,

1333 By Godt en zijnen naem] te paffen.MICHAëL.

Pat vervoertGodts Stedehouder dus zich tegens Godt te kanten,Als een verwaeten hoofs van dolle vloeckverwanten?

GABRIOL.De hemel weet hoe noode ick Godts gerechte zaeckVerdadige, op dees wijs, hoe bitter wil de wraeck

laco Hem treffen 1 want men weet geen middelen te vinden,Om dit verdoolt geflacht rampzaligen en blindenTe leiden op de baen, de heirbaen van hun trou.Ick zagh Godts blyfchap zelf zich met een wolck van rouBefchaduwen; in 't endt de wraeck een vlam ontfteecken

1963 In d'oogen van het Licht; eer, om dien flagh to breecken,Het laft gaf tot den toght. ick hoorde een wijl het pleit,Hoe d'opperfte Genade, en Godts GerechtigheitElckandre in wederwight, met pit van reden, hielen.Ick zagh de Cherubijns, hoeze op hun aenzicht vielen,

taro En riepen vast: gena, gena, o Heer, geen Redd.Men had dit zwaer gefchil gezoent, en fchier gellecht;Zoo fcheen de Godtheit tot genade en zoen genegen:Maer ala de wieroockftanck in top komt opgeftegen,De fmoock, die Lucifer om laegh wort toegezwaeit,

11113 Met wieroockvat, bazuin, en lofgezangen, draeitDe hemel zijn gezicht van zulcke afgoderyen,Gevloeckt van Godt, en Geeft, en alle Hierarchy en.Gena had uitgedient. waeck op, in 't harrenas.De Godtheit daghvaert u, eer 't oproer ons verrafr.

1380 Betem met uwen arm de woefte Behemotten,wools; no woes Behemotten, Be Leviathans voor „de woeete mutters," Ungeheuer, soil men to 1 II D.

amen. Op enkele plaatfen in de Schrlft vindt men het laatfte woord, waardoor eigenla eongroot zeegedrocht ichUnt vorRaan to worden, gebezigd om „eon machtigen vyand" aim te dui-den. Zoo b. v. Pfahn LXXIV. 14; Jes. XXVII. L

Page 299: vondel. - DBNL

LUCIFER. 267

.

En Leviathans, die dus godtloos rzamenrotten.MICHAft.

Uriel, fchiltknaep, flux, men breng' den blixem hier,Mijn harnas, helm, en fchilt. breng herwaert Godts bather.Men blaze de bazuin. te wapen, flux te wapen.

1385 Ghy Maghten, Troonen, wat getrou is, en rechtfchapen,Dat wapen' zich met ons. ghy regementen voort,Een ieder in 't gelidt: de hemel geeft het woort.Men blaze de bazuin: men fla de holle trommels,Verdaghvaerde in der yl ontelbre dicke drommels

1390 Gewapenden. blaeft op: ick fchiet de wapens aen.Het gelt Godts eer alleen. het moet 'er nu op ftaen.

GABRIeL.Dit harnas paft zoo braef, al waer 't u aengefchapen.her komt de veltbanier, waer in Godts naem en wapenU toeftraelt, en de zon in top u heil belooft.

1395 Hier komen de Kornels u groeten, als het hooftVan 't heir der hemelen, die Godts baniere zwoeren.Schap moedt, Vorft Michael: ghy zult Godts oorlogh voeren.

MICHA4L.Zoo zal ick. hou mijn woort om hoogh: wy trecken heen.

GABRI6L.Wy volgen uwen toght met wenfchen, on gebeen.

LUCIFER. BELZEBUB. LUCIFERISTEN.

LUCIFER.1400 Hoe itaet het met ons heir? hoe is 't 'er me gelegen?

BELZEBUB.Het heir verlangt, gereet om, onder uwen zegen,Te vliegen regelrecht op 't fpits van Michael.

LUCIFERISTEN.Zoo doet het: ieder wacht op Lucifers bevel,Om teffens d'armen en hun vleugels eens te reppen,

1405 Dien grooten vyant lucht en winden t'onderfcheppen,En, als by leght in zwijm, to ketenen met kracht.

LUCIFER.hoe talrijck is het heir? waer in beftaet ons maght?

BELZEBUB.Die groeit alle oogenblick, en brat uit alle tranfenOns toe, gelijck een zee van vier en heldre glanfen.

1410 'k Vertrou het derde deel des hemels houdt ons zy,Is 't niet de halve ftreeck: want Michaels gety

on Sou men wort on hoogh voor „Ita milne :oak om hoog voor " Wy linden dezelfds nitdrukkIngIn den Adana:, vs 869

Smolt ay ow woort ten hove, {eh vie u bruidegom.

Page 300: vondel. - DBNL

268 LUCIFER.

Verloopt alle oogenblick, en ebt aen alle kanten.De helleft van de wacht en eerfte hoftronwanten,Uit ieder Olden, van een ieder Hierarchy,

1413 Verzweeren hunnen Heer, Vorft Michael, als wy.Men ziet 'er Cherubyns, Aertsengelen, SerafynenDe vanen voeren. zelf het paradijs, aen 't quynenGeflagen van verdriet, verfchiet zijn groente, en verf;En waer men d'oogen keert, daer fchijnt een wis bederf,

1420 En boven 't hooft een buy en donkre wolck te hangen.Dat voorfpoock !pelt ons heil: men heeft flechts aen to vangen.Ghy draeght alree de kroon des hemels op uw kruin.

LUCIFER.Die klanck behaeghtme weer dan Gabriela bazuin.Boort toe en geeft gehoor, beneden deze trappen.

1423 Hoort toe, ghy Overften: hoort toe, ghy Ridderfchappen,En luiftert wat wy u vermelden, klaer, en kort.Ghy weet hoe verre wy alree zijn uitgeftort,In wraeckzucht tegens 't Hooft der opperfte palaizen,Dat het een dolheit waere, op hoop van zoen, te deizen;

1430 En memant dencken durf deze onnitwirchbre filletTe znivren door gena: dies moet de noot een wet,Een wife toevlught van te waucken, noch to wijckenVerlirecken; ghy, met kracht en zonder om te kijcken,Dien ftandert en mijn ftar verdadigen, met een

1433 Den vrijgefchapen Staet der Englen in 't gemeen.Het ga zoo 't wil: volhardt groothartigh, onverdrietigh:Geen almaght heeft de maght dat zy geheel vernietigh'Het wezen, dat ghy eens voor eeuwighlijck ontfingt.Indienghe fel en fors met nwe heirfpits dringt

1440 In 't hart van 'slants heir, en komt te triomfeeren,Zoo zal de tiranny der hemelen verkeerenIn eenen vryen Staet, en Adams zoon, en bloet,Gekroont in top van eere, en met een' aertfchen ftoetOmcingelt, nwen hals niet boeien aen de keten

1443 Van flaeffche dienftbaerheit, om hem ten dienft to zweeten,En onder 't kopren jack te hygen, zonder endt.Indienghe my voor 't hooft van uwen vrydom kent,Gelijckghe nit eenen mont dien itandert hebt gezworen;Zoo ftaeft den eedt noch eens eenftemmigh, dat wy 't hooren,

1450 En zweert getrouwigheit aen onze Morgenftar.LUCIFERISTEN.

Wy zweeren te gelijck by Godt, en Lucifer.

141s Clierubytes — Sergroses• bier vIndt men eon voorbeeld van twee woorden op pa, in denzelfdenregal met verfehfilende vormen van 't meerv.

lass Based= dm trappew• Lucifer wordt bier veronderfteid, sifn Croon te hebben beftegen.lam Onverdriegigh. d. i . ' ,sender dat bet n verdriete, minder te verflaanwen:'

Page 301: vondel. - DBNL

BELZEBUB.Maer zie hoe Rafael, verbaeft, en vol medoogen,Met zijnen vredetack van boven komt gevlogen,Om uwen hale, op hoop van ftilftant, en verdragh.

RAFAeL. LUCIFER.

RAFAgL.1435 Och, Stedehouder, mont van 't gocIdelijek gezagh,

Wat heeft u buiten 't fpoor van uwen plicht gedreven?Zoudt ghy den Schepper van uw glori wederftreven?Lichtvaerdigh weifelen, en wancklen in uw trou?Dat hoop ick nimmermeer. helaes, ick zwijm van rou,

Imo En blijve om uwen hals bekleint, beftorven hangen.LUCIFER.

Oprechte Rafael.RAFAeL.

Mijn blyfchap, mijn verlangen,Ick bidde u hoorme.

LUCIFER.Spreeck, zoo lang het u behaegh'.

RAFA6L.Genade, o Lucifer. verfchoon u zelven: draeghGeen harms tegens my, die trenrigh fmilte, en quyne

1403 Van druck, om uwent wil. ick koom, met medecijneEn balfem van gena, geftegen uit den fchootDer Godtheit, die, gelijckze in haren Raet beflootU, boven duizenden gekroonde Heerfchappyen,Gezalft heeft op den noel van haer ftadthouderyen.

14t0 Wat dolbeit is het, die uw zinnen dna verruckt?Zy had haer zegel en gelijckenis gedrucktOp uw geheilight hooft, en voorhooft, overgotenMet fchoonheit, wijsheit, gunft, en wat 'er komt gevloten,En ftroomen, zonder maet, uit alley fchatten bron.

Ins Ghy blonckt in 't paradijs, voor 't aenfchijn van de zonDei Godtheit, nit een wolck van dau en verfche roozen.Uw feeftgewaet ftont ittif van perlen, en turkoozen,Smaragden, diamant, robijn, en touter gout.De zwaerlte fcepter wert uw rechte hant betrout,

1490 Zoo dra ghy fteeght in 't licht, en, op bazuin en bommen,Door 't blakende gefternte en fteenen quaemt to brommen:

wit Min Wasp, mg% eerie:spear d. I.: „gy, our wien lk zoo verlangd heb, wlen ik zoo verhengdben to ontmoeten."

me Verrnati voor „van 't fpoor voert."imi-lest VergeIIIk de woorden nit &WWI, in 't „Borscht" aangehaald, biz. 210.met 't Maude Mena* in Peons dlchterlUk voor „door fterren, dle ale Items* (t. w. ale edel-

gefteente), blaakten of Bonkerden "

LUCIFER. 269

Page 302: vondel. - DBNL

270 LUCIFER.

En zoudt ghy reuckeloos u ftorten uit (lien troon?Verrenckeloozen at dat heerelijck, en fchoon?Zoudt ghy uw glanfen, die de hemelen vercieren,

1483 Ons Licht verduifteren, in eenen knoop van dieren,En mengfel van gedierte en ondier onder een,Griffoensklaeu, drakenhooft, en andre gruwzaemheenMisfcheppen onbedacht ? en zouden 's hemels oogen,De ftarren, u zoo laegh berooft zien van vermogen,

1400 En eere, en majefteit, door 't fchenden van uw trou?Dat keer' de goede Godt, wiens aenfchijn ick aenfchou,In 't zaligh Licht, daer wy, geheilight alle zeven,Hem dienen voor zijn' troon, en fidderen, en bevelsVoor zulck een Majefteit, die op ons voorhooft ftraelt,Verquickt en leven geeft wat leeft, en adem haelt.Heer Stedehouder, magh mijn bede uw hart bewegen;Ghy kent mijn zuiver wit, en hart, met u verlegen.Ruck of dien trotfen kam: fcbud uit dit harrenas:Smijt neder nit deea hant de heirbbl, de rondas

1300 Uit d'andre. hooger niet: legh neder, och, legh neder,Legh neder, ftrijck van zelf den ftandert, en de vederVan uwe vleugelen, voor Godt, en zijnen glans;Eer by n nit den troon, den allerhooghften transVan eere, nederklincke aen gruis, en ftof te mortel,

1503 Ja zulx dat van den ftam der Geeften tack, noch wortel,Noch geen gedachtenis, noch leven overfchiet;'t En ware een leven van ellende, van verdriet,De Doot, de Wanhoop, en een worm, eeu eeuwigh knagen,En knerfetanden moght den naem van leven dragen.

1310 Verne& u: heck dien toght: ick offere u gena,Met dien olijftack: grijp, of echter 't is te fpa.

LUCIFER.

Heer Rafel, ick verdien noch dreigement, noch toren.Mijn helden hebben Godt, en Lucifer gezworen,En, onder 'a hemels eedt, dien ftandert opgerecht.

t3I5 Men ftroie wat men wil den hemel door: ick vecht,En oorloge onder Godt, tot voorftant van zijn kooren,De hantveft, en het Recht, hun wettigh aengeboren,Eer Adam zijne zon zagh opgaen, eer de daghZijn paradija befcheen. geen menfchelijck gezagh,

1320 Goan juck van menfchen zal den neck der Geeften plagen;Geen Engelsdom den troon van Adam onderfchragen,Met zijnen vrijen halo, gelijck een dienftbaer flaef,'t En zy de hemel ons in eenen poel begraef',

tars All* sawn. Beal wee, volgends de overlevering, een der :even Hootdengelen, die by Gods troonitem, ook op do Ithst der Perfoneadjen in den Gyabreglit komt by els zoodanig voor.

ieee Nederklineke: eat febilderaehtige tdtdrnkking.tat alder voor cselasr, d. 1 „later, naderhand "

Page 303: vondel. - DBNL

LUCIFER. 271

Met zoo veel fcepteren, en kroonen, glans, en voncken,1523 Als ons de Godtheit uit haer' boezem heeft gefchoncken,

Voor oeuwigh, en altijt. laet berften al wat berft:Ick hanthaef 't heiligh Recht, door hoogen noot geperft,En, na veel wederftants, my entlijck overdrongen,Op 't klagen en gekerm van duizenden van tongen.

133o Ga hene, bootfchap dit den Vader, onder wienIck dus, voor 't Vaderlant, den ftandert voere, en dien'.

RAFA6L.

Och Stedehouder, wat verbloemt ghy uw gepeinzenVoor 't alziende oogh? ghy kunt uw ooghmerck niet ontveinzen.De ftrael van zijn gezicht verraet de duifternis,

1333 De ftaetzucht, doer uw geeft zoo grof van zwanger is,En reede in arbeit gaet, om dit gedroght te baren.Waer bergh ick my van fchrickl hoe rijzen al mijn haeren 1Verdwaelde Morgenftar, verfchoon u zelve toch.Ghy kunt d'Alwetentheit niet paeien met bedrogh.

LUCIFER.

1340 Wat ftaetzucht? heeft mijn plicht in eenigh deel ontbroken?RAFAgt..

Wat hebt ghy in uw harte of heimeltjck gefproken?Ick wil in 's hemels top, door alle wolcken heen,En boven Godts geftarnte opftijgen, van beneen,Godt zelf geltjck, geen maght beftralen met genade,

1345 't En zyze aen mijnen ftoel het leen verheergewaede.Geen majefteit braveer' met fcepter, nochte kroon,Ten zy ick haer beleene uit mijnen hoogen troon.Bedeckt uw aengezicht: valt neder: ftrijckt uw pennen,En wacht u, boven ons, een hooger maght te kennen.

LUCIFER.

1330 Hoe nu toe? ben ick dan Godts Stedehouder niet?RAFAAL.

Dat zyt ghy, en ontfingt van 't onbepaelt gebietBepaelde megentheit, en heerfcht uit zijnen name.

LUCIFER.

Ilelaes, hoe lang? tot dat Vorft Adam ons befchame,En, boven de natuur der Engelen, zijn lot

1335 Uit .6 hemels lchoot ontfange, en aenzitt' neffens Godt?BAWL.

Wit d'opperfte Monarch zijn maght met mindren deelen;Ja d' eerlte kroon den menfch opzetten, en bevelen,Bern wijden tot een hooft der Geeften, boven al

MO- so Vergelllk de woorden nil Auden, In 't „Borscht' . aangehaald, bls 210.am Bet tees serheergewaede. d. 1 ,,de holds toebrenge, welts de leenman aan alja leenheer ver-

fchuldlgd le."use Hoe us toe. verits. „hoe gaol het on toe? wat sal er nu gebeuren?"

Page 304: vondel. - DBNL

Wat kroon en scepter voert, of namaels voeren zal;:so° Zoo leer ootmoedigh u Godts raetflot onderwerpen.

LUCIFER.

Dat is de wetfteen om dees heirbijI op te fcherpen.ILLFAëL.

Ghy fcherptze reuckeloos voor uwen eigen neck.Bedenck eens waer wy ftaen. de hemel kan geen vleckVan afgunft, haet en nyt, noch hovaerdy verdragen.

1363 De Wraeck des hemels dreight dees fchantvleck uit te vagen.Ilier helpt geen veinzen. och, of voor d' alziende Zon,Het aldoordringende oogh, ick deze laftren konBedecken. Lucifer, waer is uw glans gebleven?

LUCIFER.

Mijn glans is Adam en zijne afkomft long gegeven.taro Men noem' my langer niet den eerftgewijden zoon,

Den outften erfgenaem.RAFAAL.

Vorft Lucifer, verfchoonU zelven: onderworp u 't opperfte behagen.Gewaerdigb ons dat wy die blijde tijding dragenNaer boven: ieder ziet mijn weerkomft te gemoet.

ists Ick valle ootmoedigh dus uw beerhjekheit te voet.Om Godts wil, wacht u toch wegrfpannigen te ftijven,Die op uw' wil en wenck, als op bun aspunt, drijven.Zoudt ghy, in wederwil van 't hemelfche palais,Dees lucht, vol heiligheit, vol vrede, d' eerfte reis,

1380 Met duizent duizenden in 't harrenas, beroeren?Op trommel en trompet den oorloghsftandert voeren,U kanten tegens Godt, den fterckften worftelaer?

LUCIFER.

Men kant zich tegens ons. was Adams afkomft maerEen zelven ftaet en ftoel, als d'Engelen, gefchoncken;

1383 Dat fcheen verdraegehjck: nu vliegen vaft de vonckenVan dezen hemeltwift door alle daken heen.Zwijgh Engelsdom: verhef eerbiedighluck het leenVan al wat ghy bezit aen Adam, en zijn neven.Den menfch wegrftreven, is de Godtheit wederftreven.

moo Hoe magh het Godt van 't hart, dat by zoo laegh, zoo diep

1507 Wren voor „febelmitukken," als meermalenism aemaordtgh tate• bier wordt gemaarltima active gebesIgd. VergeIllk bet eanget. op vs 1102.ow CI hates brat Godt ik Deb my yenta's, hier een verandoring te maker In den text, gel&

de ends ultgsve dlen beeft. wear men se tante* least Nu Is karats voor sick *ante* niet alleentans w w my onbekend, maar ook lasso wy In den volgonden regal area toot sick, en t Is nietwearfeblin18k, dat V. goo dadeljjk op elkander betselfde w w one en wederk soft beslgen.heb nit dlen hoofde gemoend, dat bier tan eon fehrlif- of drukfout to denken viol, en men svoor se te lezen hebbe.

11117,11116 Verkef.... hot lea Vas al was Or Suit ate Adam d I „kon Adam els nw leenheer," of,„mask n self tot vasal van Adam veer al wat gy Zia by Kic de ultvoerige verklaring,die by van de nitdrukkIng AM loos verhejles geeft.

272 LUCIFER.

Page 305: vondel. - DBNL

LUCIFER. 273

Vernedert dien by tot den grootften fcepter fchiep?Een edelmoedigheit, geheilight tot regeeren,Voor eenen minder zich zoo zwaerlijck kan verneeren,Van heerlijckheit ontkleen, en opftaen uit haer' ftaet,

1303 En ftoel, dat zy vervloeckt den glans en dageraetVan haeren opgangk, en veel liever had geblevenFen fchaduw, zonder verf, een niet, en zonder leven:Want niet zijn, overtreft verkleening duizentwerf.

RAFA6L.Geleende heerfchappy ftaet los, en is geen erf.

LUCIFER.

WOO 'k Misdanckme dan dit leen, als 't immers leen moet heeten.RAFA6L.

Bewaer uw ampt: of is zijn ooghmerck u vergeten?De Stedehouderfchap uw v■ijsheit wert betrout,Op dat ghv 't al in rufte en orden ]louden zoudt:En hebtghe tegens Godt het panfer aengefchooten,

loos Ala een meineedigh hooft van blinde bontgenooten?LUCIFER.

Wy fchoten flecks, uit foot en nootweer, 't panfer aen;Zoo luttel wouden wy de Godtheit wederftaen.De reden fpreeckt, al waer 't dat fchilt en wapen zwege.Wy vrijen onzen Staet: benijt men ons die zege?

RAFAeL.MO Geen zege is heereltjck, deer, in een zelve Rijck,

Slaghordens van een' Staet beftrijden beers gehjck:En deerlyck is bet, zoo gebroeders van eene OldenDoor hun gebroeders zelfs in 't endt verwonnen worden.Om onzent wil, om Godt, en zijn gedreighde ftraf,

1815 Och Stedehouder, voer uw regementen af:Voer af; en laet u toch vermorwen door gebeden.Ick hour, 't is fchrickelijek, alreede ketens fmeden,

tea An edetetoodtglsett. bier wordt de tytel gebezigd om de perfoon sae to dulden. Gellik monmeermalen best ems sigteektt voor „een boning," zoo Stoatbier ems edeinteedigheet voor „iemandvan *dela afkomst, een edelman."

MOO 'k Ntsdenekne dos dig teem voor „lic bodank voor dit leen."ma De ihmhtionderfehapt Men soft thanda het wood onz gebrniken. Teel is er reeds door fpraak-

konfteltaars over het 'attach& dier woordon op Map gefchreven, solider dat het iemand gelnktIs vast. regela to ftellen aangaande bun gellacht De Hoer DRILL zegt In sljn Sprookker, blz.DM en 1110,„dat fommige woordon de beide geflachten in :Her voege vereenlgen, dat zy In deeteterete beteattesis van sane eersanteiing vas perfeeett het ♦rouwelijk geflacht behonden, tomtitsy in do itterekft beteekostis van de betrekking of den float het ongidtg geflacht hebben aange-nomen, dos verfchlilen: de printer/chap en het priesterfehap. de bergerfehap en het buryeefehap:de wettylettep en het seaagicilap. Zeor wear, doch, zoo als de geleerde fchrijver self aanmerkt,fagot sulks alleen voor Jbanatge woordon to golden on ban men er geen regal nit afielden.Immers segt men: de eeoydyllisop (en zegt V bier ter plaatfe de fiedehouderfehap), wear 't weldwell& eon kerekkial veldt, en fpreekt MU beftendig van de graaf/chap, wear men de inris-diktle of rechtsbanne bedoalt (maar van „het gragffehetp Holland ") Het gebralk dient in dozentot rIchtfaoer to ftrekken.

1404 Pastier: Dees finning sonder e last etch verdedigen door de Wielding des woords van pence ofyen OM, zio 4U.D. GYM is tr. — Pea(/er of pan(der is echter lister, omdat hot moor 't Ital.pansferd teens weft, waar ooze vooronders 't aan outleend hebben.

No Wy pills* voor „wy beortidta," of elgenlek. „wy verdedlgen."

as W CCCCC fee J IVIDIS4 VI. I t1

Page 306: vondel. - DBNL

Om, na de negrlaegh, u, geketent, door de luchtTe voeren in triomf ick hoor alree gerucht,

1620 En zie allengs het heir van Micha61 genaecken.Het is hoogh tijt, hoogh tijt dien dollen toght te ftaecken.

LUCIFER.Wat baet het, fchoon men zich op 't uiterfte bera?Hier is geen hoop van pais.

RAFAeL.'k Verzeker u gene,

En ftelme, als middelaer, om hoogh voor u te pande.LUCIFER.

1625 Mijn ftar te dompelen in duifterniflb, en fchande:Mijn vyanden te zien braveeren op den ftoel!

RAFA6L.Och Lucifer, waeck op. ick zie den zwavelpoel,Met opgefpalckte keel, afgrijsluck naer u gaper.Zult ghy, het fchoonft van al wat Godt oit heeft gefchapen,

1030 Een aes verftrecken voor het vraetige ingewantDes afgt outs, nimmer zadt, en nimmer uit gebrant;Dat hoede Godt. och och, bewilligh onze bede.Ontfang (lien tack van pais: wy ofiren u Godts vrede.

LUCIFER.Of ergens fchepfel zoo rampzaligh zwerft als ick?

1635 A en d' een zy flaeuwe hoop, aen d' andre grooter fchrick.De zege is hachelijck, de neArlaegh zwaer te mijden.Op 't onwis tegens Godt en Godts banier te ftrijden?Den eerften ftandert op te rechten tegens Godt,Gun hemellche bazuin, en openbaer gebodt?

1640 Zich op te si orpen, als een hooft van Godts rel.:ellen,En tegen 's hemels wet een wederwet te ftellen?To vallen in den vloeck der fnootfte ondanckbaerheit?Te quetfen de genade en liefde en majefteitDes *ken Vaders, bron van alle zegeningen,

1643 Die noch t'ontfangen ftaen, en wat wy reede ontfingen?Hoe zip we nu zoo wijt verzeilt uit onzen Odd!Ick zwoelmiin' Schepper af. hoe kan ick voor dat lickMijn lafterftucken, mun verwatenheit vermommen?Hier beet geen deizen, neen, wy zijn te hoogh geklommen.

1050 Wat raet? wat belt geraemt in dees vertwijfeltheen?De tijt geen uitftel lijdt. een oogenblick is geenGenoeglizaemheit A an tijt; indien men tijt magi' noemenDees kortheit, tulfchen heil en endeloos verdoemen.Maer 't is te fpa, en hier geen boete voor ons fmet.

1053 De hoop is uit. wat raedt? deer hoor ick Godts trompet.

1433 Wy often bier hoeft often deselMe boteokonle ale 't Fr opts., 1. w. die van: „aanbledon."Evensoo vs 1520.

274 LUCIFER.

Page 307: vondel. - DBNL

/L .0

1s E

P M

I —

Vie

th B

edrij

f, vs

. 166

6, •;

o195

.71

60.d

ruk

run

Bing

er

Page 308: vondel. - DBNL
Page 309: vondel. - DBNL

LUCIFER. 275

APOLLION. LUCIFER. R 4FAAL

APOLLION.Heer Stedehouder, op I het is Been tijt te marren:De Veltheer Michael, in aentoght met zip ftarren,En regementen, daeght u uit in 't vlacke velt.De tilt gebiet dat ghy u in flaghorden ftelt.

won Treck op, treck op met ons: wy zien den ftrijt gevtonnen.LUCIFER.

Gewonnen? dat 'a te vroegh: de ftrijt is niet begonnen.Men weegh' dien zwaeren flagh en oorlogh niet te licht.

APOLLION.Ick zagh alree den fchrick in Michaels gezicht,En at zijn benden doots fchier omzien naer de hielen.

loos Wy willen, twijfel niet, beer floopen, en vernielen.her komen d'Overften met onzen ftandaert aen.

LUCIFER.Een ieder in 't gelidt: een ieder keen' zijn vaen.Nu ruftigh de bazuin en krijghstrompet gefteecken.

APOLLION.Wy wachten op uw woort.

LUCIFER.Zoo volght ons op dit teecken.

RAFAgL.1070 Helaes, by ftont alreede in twijfel, en beraet:

Nu voert hem Wanhoop aen. helaes, in welck een' ftaetVan jammerniffen fort d' Aertsengel at de zijnen INu magh by nimmermeer in vreught om hoogh verfchijnen,'t En zy de Godtheit dit medoogende belett'.

lots Ghy Hemelreien, komt, en geeft u in 't gebedt:Millehien of noch dien flagh te fchutten waer met fmeecken.Het bidden kan een hart van diamantfteen breecken.

arm In eaten, Beoordeeling over den Lucifer roe ?andel, door Dr. EREILLEN5, Rotterdam 18 Mel 1782,keurt de fehrever dozen regal at flamers, xegt by, sou men 't is gees goeden sin opnemen, wan-neer de eine mends den anderen ergene ons wade maeeken, dat Ay, on het noodsakellike eon Gebedse de mogelpheid van verhooriag aen te dutden, dese redea gal

Het bidden ken een hart van diamantfteon breeckenRea hart vas diamant beteekent, Gr dtt geval, een hart dat ongeroelig is ewer Ineekingen, dat on-

&signings is, en yids door niets tot sagtheit tact bermes, (a welt Wks men de Godheid Ater ook be-A7/10111/t, inglet ik of men dese sildrukking wet kan goedkenren 1k beken, dat ik ongaarno dozenfraalen en treffenden regel in hot Treurfpel soft misfen on daarom ongsarne genoodzanktdo aanmerking to onderfchrtiven Ik geloof, in de eerste pleats, dat men de woorden vanRafael op do navolgende vase kan ultieggen. „zelfs een diamanten (of fteenen) halt kan doorfaseekingen bewogen worden. hoe veel to meer dat der Godhead." Yemen* de woorden vanGabriel vs. 1366-1878. Maar bovendien, al wordt bier aan het hart der Godhead die adamanti-fche hardbeld toegetchreven, dan is dit neer verklaarbaar nit de berchouwingswaize dor seven-Made eenw, die vat wat weer ond-testementisch was den de hedendaagrehe. Retain, bewnstdat God do rechtvaardigheid salve is, bereft dat yen zoo grnwzaam opzet ale dat van Luciferdoor die rechtvaardigheid getroffen meet worden en het hart des Beaters dasrby tot Momentverfteenen moot, zelfs nasuw1Uks door 't gebed ce vermurwen.

Page 310: vondel. - DBNL

276 LUCIFER.

REV VAN ENGELEN RAFAeL.

REY VAST ENGELEN.

0 Vader, die pen wieroockvat,Noch gout, noch lofzang waerder rata

1080 Dan godtgelatenheit en ftilteVan 't fchepfel, dat uit nedrigheitBehaegen fchept aen nw belert,

En in uw' wit zrch zelf verfrollte;Ghy ziet, 6 alter telgen itam,

ass Hoe 't hooft der Geeften zijnen kamDud kanten tegens uw behagen;

Roe by trompet en trommel roert,En blint, van Staetzncht aengevoert,

II terght op zijnen oorloghswapn.1190 Ontreim u over 't laftertluck,

En keer, och, keer het ongeluckVan duizent duizent lotgenooten,

Die al to jammerldek mifleit,Met zulck een wederfpannigheit

I 093 Het harnas hebben aengefchoten.

Banta.

Verfchoon genadigh, och verfchoonDen Stedehouder, die de kroon

Der kroonen op zijn hooft wil zetten,Om neffens u, en boven al

noo Te triomfeeren. och, wie zalHem zuiveren van zulcke fmetten?

REY VAN ENGELEN.

Gedoogh niet dat de fchoonfte ziel,Waer op uw oogh genadigh viol,

Gedoogh niet dat d' Aertsengel fneve.1105 Hy boete deze ondanckbre daet,

En blijr gehanthaeft by zijn' ftaet.Dat uw gena zijn fchult vergeve.

Page 311: vondel. - DBNL

277

HET YLJFDE BEDRYF.

— ------

RAFAeL. unia,

RAFAeL.

De ganfche hemel, van den gront op tot de kruinDer aertspalaizen, jtucht op Michaels baznin,

itto En zwaeiende banier. de veltflagh is gewonnen.Ons fchilden fchitteren, en fcheppen nienwe zonnen.Uit elcke fchiltzon ftraelt een triomfanten daghDaer komt Uriel zelf, de Schiltknaep, nit (len flagh,En zwaeit het vlammend zwaert, dat, fcherp van wederzliden,

its Gewet van 's hemels wraecke en gramfchap, under 't ftrijden,Door fchilt, en harrenas, en helm van diamant,Gevaeght heeft, flinx en reclitg, al wat de horens kantEn opfteeckt tegens Godts doordringende alvermogen.

ins Rot triomfanten dagh • offehoon triontf door 't gebrItIk het borgerrecht In ooze tanl ‘orkregenhebbe, blUft trlomfant, voorat om den nitgang, vrt, barbaarsch klInken In mIJn kIndsheld ech-ter song men nog vrU algemeen een Iledtjen, wearvan de aanhef was

Triomfeegat in de Pe

Vet al de trtomfantJens med

Page 312: vondel. - DBNL

Geftrenge Schiltknaep, die het fcherprecht uit den hoogen1720 Bekleet, en 't ongelijck, dat tegens 't eeuvvigh Becht

Zich opworpt, met een' flagh rechtvaerdighluck beflecht;Gezegent is 't geweer, gezegent zijn uwe armen,Die d'eer van Engleftadt hanthaven, en befchermen.Nat leghtghe al prijzen in, by d'Oppermajefteit I

1223 Verhael ons tech den ftrijt: ontvou ons at 't beleit,En 's hemels eerften toght: wy luiftren met verlangen.

URIEL.Uw luft ontvonckt mijn' geeft om ruftigh aen te vangen,Dien vreeffehjeken ftorm t'ontvouwen op een ry.Geluckigh vecht het heir, dat Godt heeft op zijn zy.

1730 De Veltheer Michael, [verwittight uit den hoogen,Door 's hemels afgezant, die neder quam gevlogen,Noch fneller, dan een ftar, die door de lucid verfchiet,Hoe Lucifer zoo trots zich tegens 't hoogh gebiedtHad opentlijck gekant, gereet hen aen te voeren,

1735 Die hem bewieroockten, zijn ftarre en ftandert zwoeren dSchoot %oort, op 't aenftaen van den trouwen Gabriel,Ilet fchubbigh panfer aen, en gaf terftont bevelAen al zijne Overften, en hoofden, en Kornellen,De heiren, in Godts naem, in hun geleén to ftellen,

1710 Om met gemeene maght en kracht, op 't luchtigh ruimVan 't zuivre hemelsblaeu al dit meineedigh fchuim,Te vangen, al dit fpoock in duifternis te dompelen,Eer zy op 't ongezienfte ons moghten overrompelen.Op dozen laft vergaert Godts heitkracht in der yl

1743 Slaghordenswijs, zoo fnel gelijck een vlugge pijl,Gedreven van de pees men zagh ontelbre drommen,In een driekantigh heir, aen (tile kanten brommen,Gelijck een driehoeck fteeckt en ftraelt op ons gezight.Men zagh een enckelheit in een driepuntigh Licht,

1730 Zoo fpiegelgladt, gehjek een diamant, geflepen;

1719-1711 'Grin wordt Kier, gelbk later In den „Adam In Dallingfchap," voorgefteld ale de nitvoerdervan Gods vonnisfen.

17U Vera& „achtereenvolgends het veilmal te gevon van Men veldflag."1721 a Hemel, afgezant „Oahritl." Me vs 1331.1782 &loin voor gelederen, als meermalen170 Al ad/pooch voor ge/pook, of, ale ay no meer zeggen, „gefunis "1742 Op t ongesienfie d 1 . „tender dat hot zich list aanzien dat zoo lets gebenrem kon. Zie over

de underfehaidene beteekenlsfen van ongezien het OW Woordeab or iloorr.1744-174$ Wag zegt dat brommen? Waer beflond het in? traer in was het brommen crier ontelbare drom-

men gdiik aen het (token en &e'en can can driehoek op ono gestgi? vraagt Dr EMMEN. in ginBeoord. biz 198 en voegt er achter it oerfta het Wet — Illerult blbkt, dat by met Vondels tealen (WI Wet genoegzaam bekond was Ily had enders kunnen weten, dat brownest by onzen Well-ter altlid In den tin van „braveeren' voorkomt, en chit by Vondels vergelpingen de beide deelenobit altijd even naanwkenrIg fluiten, vooral door het weglaten van 't betrekk voornw Hiermoot dan ook golezen worden „men sag ontelbare drominen, of benden, in eon driekant ver-cenigd, braveeren genii( een drlehoek, die ftekende (oogverblindende) ftralen van zich fchiet"Men herinnere sich hierby, dat de Godheld doorgaands fymbolisch door een aralenden do tehoekword' efgebeeld en hlerop zinfpelen nog nader de volgonde vaerzen.

278 LUCIFER.

Page 313: vondel. - DBNL

Een heirfpits, eer van Godt dan eenigh Geeft begrepen.De Veltheer, met den gloet des blisems in de hant,Ilia recht voor Godts baniere, in 't hart van 't leger, 'taut.Wie moedt wil houden, en triomf en zege baeren,

nu Die moet voor at het hart verzeekren, en bewaeren.RAFA6L.

Waer bleef 't verwaten heir, dat ons beftormen won?uRiêt..

Het yam vol moeds ter baene, en had zijn eerften trouGehoorzaemheit en ecr en eedt en al vergeeten,Te heiloos en verwaent op Godt en ons gebeeten.

Ino Het groeide fnel, en svies, gelijck een halve maen.Het ss et zijn punten, zet twee horens op ons aen;Gelijck 't geftarrent van den Stier de hemeldierenEn andre monfters, die rontom hem heenezwieren,Met goude hoornen dreight. de rechte horen wort

ins Vorft Belzebub, op dat by ons de vleugels kort',En zijne wacht betrout; Vorft Belial de flincken.Alen ziet hen beide om itrijt in hunne rufting blincken.De Stedehouder, nu Veltmaerfehalck tegens Godt,Verzekerde den buick des legers, om bet clot,

ino Der regementen knoop, in 't midden te bewaeren.De trotie ltandert, daer de dagh fcheen op te klaeren,Uit zijne morgenftar, wert van Apo!lionGehanthaeft, achter hem, zoo moedigh als by kon,In zijnen vollen krits, om hoogh ten toon gezeten.

RAF.OL.

Mt Helaes, wat durf, wat durf d Aertsengel zich vermeten!Oa, of ick hem by tijts tot afftant had gebroght.Befchrijfme niet te min het aenzicht van dien toght,En in wat fchijn de Vorft de benden quam geleien.

tiRlëL.Omringt van zijn ftaffiers, en groene lievereien,

'no Hj, wrevligh aengevoert van onverzoenbren wrock,In 't gouden panfer, dat, op zijnen wapenrockVan gloeiend purper blonck, en uitfcheen, fteegh te wagen,Met goude wielen, van robijnen dicht beflagen.Do Leeuw, en felle Draeck, ter vlucht gereet, en vlugh,

itu Met ftarren overal bezaeit op hunnen rugh,

one Vorft Mist tie het eanget. op vs. 1260De Autos. flit moest In alien gevelle de Aide sIln. • woord Seat in den I nv. on er kan geenfprake AM van een meery Het leger toch had niet meet dan twee herons (tie vs 1661) wan i ande rechter was betronwd aan Relzebub, da Slake nan Bell.11

ins By: t. w. „Lucifer "ins Ix attmes troika bite (voor knits), In de beteekenis van ansplitudo, of ale wy nu tendon zeggen •

„in voile eerie."1154 De Lento ea felle Drank. ale bet „Berecht" Ms. 212.

Ter viscid meet. d. I • „gereed — Met tot oneelaten, maar — tot Weems."

LUCIFER. 279

Page 314: vondel. - DBNL

280 LUCIFER.

In 't parrele gareel, gefpannen voor de widen,Verlangden naer den ftrut, en vlamden op vernielen.De heirbijl in de vtuft, de fcheernrende rondas,Waer in de morgenftar met kunft gedreven was,

I Too Hing aen den flincken arm, gereet de kans to wagen.RAFAeL.

0 Lucifer, ghy zult dien hooghmoedt u beklagen.Ghy Fenix, onder al wat Godt daer boven looft,Hoe fteeckt ghy, onder 't heir, zoo fier met half; en hooft,En helm, en fchoudren nit! hoe heerluck part u 't napen,

1195 Als waer 't natuurelijck uw Wezen aengefchapen0 hooft der Engelen, niet hooger: keer weerom.

URI6L.

Zoo ftonden zy gekant, en flaghree, drom by drom,Een ieder op zun lucht, en hoefflagh, en by rijenGefnoert aen hun gezagh, om 't fchoonft van wederzyen;

!Boo Wanneer de dolle trom en klinckende trompetZich mengen, het geluit geweer en handen wet,En fteigert in den trans van 't heiligh Licht der lichten;14'en klanck, waer op terftont een zwangre wolck van fchichtenGeborften, flagh op flagh, een' gloenden hagel baert,

mos Een' ftorm en onweér, dat de hemelen vervaert,De hofpijlaeren fchudt, de kreitfen, en de ftarren,Verbijftert in hun ronde en omineloop, verwarren,Of zwijmen op de wacht, en weten niet waer beenTe druven, ooft of weft, of boven of beneen.

umo Al weArhcht wat men ziet, al wat men hoort is donder.Wat blijft'er in zijn' ftant? het bovenfte raeckt onder.De heiren, meet gedreun van 't eerite khutgevaert,Geraecken hantgemeen met knods, en hellebaert,En tabel, (peer, en dolck. het gaet'er op een kerven,

1813 En fteecken al wat kan. wat toeleit op bederven,Op fchenden, rept zich nu, bederft, en treft, en fchent.De broederfchap heeft uit, en niemant ziet noch kentZUn' medeburger weer. men ziet'er pane huiven,Gekrolde vlechten hairs, en pluim, en pennen ftuiven,

1920 En fchitteren, in 't vier der blixemen gezengt.Men ziet turkoisblaeu, gout, en diamant gemengt,En perlefnoer, en wat de hairlock kon vercieren.De vleugels, half geknot. gebroke pijlen zwierenEn zweven door de lucllt. een gruwzaem veltgefchrey

1823 Verheft zich uit den ftoet der groene lievery;

nos Hoefflogh• KILIABN yerkleart dit woord met „fchaerwacbt," in Let. Ratio, bons engodial militantsdeputaless. 't Selqut famongefteld nit here (niet hoef) on /fag. Over de &fielding dearvan wordtnimoerig gebandeld by HUTDEC. Pr I, 3 volgg.

ism Per groene Ueeerg • verfta „der volgelingen van Lucifer, die in 't given ziJn ultgemonfterd"Deze kleur, ale die for Jiang, wordt doorgaands toegekend aan bozen en verwatenen.

Page 315: vondel. - DBNL

LUCIFER. 281

Daer lijt het krijghsheir laft, geperft uit noot te deizen.De dolle Lucifer hervat den ftrijt drie reizen,En ftut de flaeute van zijn regement zoo trots,Gelijck het zeegedruis at fchuimende op een rots

1890 Geftuit wort, reis op reis, en meer niet uit kan rechten.RAFAeL.

Gewis het lieeft wat in de Wanhoop of te vechten.unteL.

De dappere Michael laet blazen: Eer zy Godt.De regementen, op die lens en zijn gebodt,Gemoedight, te gehick aen 't fteigeren, en ftijgen

1833 Naer boven, om de loef van 's vyants heir te krtjgen;Dat ftijght met een om hoogh, maer met een' traeger vaert,En raeckt in 't ende in ly: als of men hemel waertEen' valck zagh, van om laegh, op zijne wackre pennenLich geven in de lucht, eer hem de reigers kennen;

Ism Die fidderen van fcbrick, in 't bofch, by eenen beemt,Zoo dra het hooge nett dien vyant daer verneemt.De reiger fchreeut en ftijght, en, bang voor 's vyants pooten,Verwacht hem op den beck, om door de borft te ftooten,Van onder, als by ploft van boven op den buit.

RAFAAL.1843 0 Lucifer, wat met! het ziet'er fcbricklijck nit.

Ghy zweeft bier op een vlackte, en zonder poort, en wallen.Een gruwelijcke Orkaen wil plotsling u bevallen,En zincken in een' poel, en afgront, zonder grout.

unter,.Wat gaf 't een fchoon verfchiet, om laegh een hallef ront,

um Of halve maen; om hoogh een driekant fpits eaenfchouwen;De regementen, die zich flniten, en ontvouwen,Op 't wencken van hun hooft, een ieder in zijn vaen,Te zien zoo pal, gelijck metaele muuren ftaen,Als op een wederwight van !nag en eige zwaerte,

um Met at hun flingertnigh, gerchut, en itormgevaerte.Zy hangen even als men zich een wolck verbeelt,

Ise-444 Hoe joist bet aangobrachte beeld van den ftrljd tufehon valk en reiger ook gin moge terfehddering van de betrekkellike (telling der beide fiagorden, Is het Mar eater eenlgzIns mis-plaatat De vi aag

Bi Met, in panda, exempla grandibus ail,dot Is „of men In Moine oaken verhoven beelden gebroiken mag," moge by wUlen toeftemmendbelniwoord kunnen worden; bet tegenovergettelde is min gepast

1847 Bemoans (tut bier voor „overvallen."3848 Snakes. bier bedr. gebezIgd, gelUk men bet nog wel hoort In nitdrukkIngen als „paten :fakes"

um. „paten In(hum."Afgront solder groni• zoo ook In den Noah, vs. 1508 volgg

DryhonderUarige ea.*,Die met Maine amen door het evert de mass berelten,Bun worlds felneten weer den afgront zonder grout.

Zia over due nitdrnkking Hurozcorza, Pr III, blz 108.rue Gefehat: gun ,.prof gefohnt," mear, volgends de gewone beteekents In Vondels depth ails

fohletgeweer. Zia Heel 1, blz 177, 716.

Page 316: vondel. - DBNL

282 LUCIFER.

Een wolck, waer in de zon met heure ftraelen fpeelt;En fchildert en fchakeert door luchte regenboogen.De hemelfche adclaer, zoo fteil in top gevloogen,

nos Befpiet Godts vyandin, de havicksvlucht, beneénHy klapt van moedigheit zijn pennen tegens een,MisguntAe 't weiden niet, en I ruchteloos braveeren,Terwijl hy vlamt om lifter to zitten in de veeren,Te plonderen eerlang van haere gladde pluim;

toss Zoo ras de kromme beck en klaeu, op 't luchtigh ruim,Het aes bevalle, of drijft voor w int af, uit zijn oogen.Dus komen ze afgeftort, en ftroomen uit den hoogen,Gelijck een binnenzee, of noortfchen waterval,Die van de rotfen bruifcht, en ruifcht, met een gefchal

nos Dat dies en ondier fchrickt, in diepgezoncke daelen;Daer fteenen, van (le fteilte, en dicke waterftraelen,En maften zonder tal, verpletten, en vertreen\Vat tegens woeft gewelt van ftroom en bout en (teenNiet opgewaffen is. (le heirfpits treft den navel

lets Der halve maene fel met roode en blaeuwe zwavel,En vlammen, flag') op flagh, en donderkloot op kloot.Dat baert een luchtgefchrey. het hart van 't heir in noot,Begint van langer Kant den wrevelen t'ontzacken.De boogh der halve maene, aen kraecken, en aen 't knacken,

1880 Zoo ftijf gefpannen ftaet [want d' einden krommen van]Dat hy in 't midden moet bezwijcken voor dien laft,En fpringen, wort hem flux geen' ademtoght gegeven.De trotfe Lucifer, don hier dan daer gedreven,Schiet toe op dit gefcbrey, en geeft zich ruftigh bloot,

1883 Om zijn groothartigheit, in 't nijpen van den foot,Te toonen voor de vuift, op zijnen oorloghswagen.Dat geeft den flaeuwen moedt. hy &but de wreetfte flagenEn fcheuten op gebit van zijn verwoet gefpan.

nal Het aes bewail* voor „op het acs invalle, nederftorter Zia vs 1847ten-lam „Hoe Peat Eammaxs, Beoordeei. blx. 201) doze boog en het fpringen sax densely., door

het is Berk kronen.* der einem, sick bier voordoet, dunkt m(f dat er naive fir(fdtpleeld in plansbee, inners, indict ems lager dat halvensamanise gefehaerd is, door het 4site van ens driekantHeirleger amplest wordt, es de boopen der halve mane side weer en ineerder kroneneen en tot (*-ander** *edema, is make gem bliik, dat dB leper het Islet tepee attend has uithouden, of dathet in 't gevegt snide verfianowen, versals het door het krommen der hoarsen, den eeand hoe langshoe nwerder naki horst, ea het due, in plans wan le waken. avaneeert en Misr door desselfs park'des to tinter ka* aenvallen es benanswens fames het oak weer is, dat den halve mans, of boog, doorhet trossmen der /women tot elkasder, is, dwelt. midden wit *thunder sal seffkes, is het ender on-weer, dal lad naderen der hoarse,, tot elkoaderen, een NO is, dat het leper des Vifand islet longerhet hoofd ban Medea, dwell het, door Wok due Sc bulge's, hem hoe tangs hoe murder sadert, en amwedersedms ban trees en anwalless. Sehlinbaar joist sangemerkt, en in de dead vlak verkeerdlDr. Emmen vergeet, dat bet voordeel Met soo seer gelegen is in het naderes van den vyand,ale in bet verbreken van sijn flagorde. Hy vergeet verder betgeen V. vs. 1764 on 1755 en verdervs 1789 on 1770 gesegd heek ten betooge, dat de kracht dor militaire bewegIng gelegen is inhet bewaren en bevellIgen van het mIddelpunt, „het hart van 't lager, den kneop der regemen-ten." Is die on gebroken, is die is swot, goltlk vs 1877 er van gengd woidt, dan is de eenheldvan beftuur en beweging to niet on dan beat bet weinIg of de vleugels at voornit slJn, Jo bieren daar eenig op itch self (Mond voordeel behalen. Hun treat Is verlamd en by bet genie dernoodIge Develop moot er alras ook by hen work- on moedeloosheld ontftaan.

Page 317: vondel. - DBNL

LOCIBIER. — Vryide Bednif, vs. 1815, Rig Bothdruk wan Biwa* S Ca

Page 318: vondel. - DBNL
Page 319: vondel. - DBNL

LUCIFER. 283

De Leeuw en blaeuwe Draeck aen 't woeden, vliegen van1890 Zijn hant, op elcken wenck, met vreefelijcke driften.

D' een bruit, en bijt, en fcheurt, en d' ander fchiet vergiften,Met zijn gefplitfte tong, ontfteeckt een pelt, en raeft,En vult de lucht met fmoock, dien by ten neuze uitblaeft.

RAFAeL.

flier wil de barrening van boven hem beknellen.umeL.

1893 Hy . zwaeit de heirbij1 waft, om Godts banier to vellen,Die neerftijght, en waer uit Godts naem een fchooner LichtEn fchooner ftraelen fchiet in 't glan van zijn gezicht.Men dencke eens na of by dit voorfpoock ons benyde.De heirbij1 in zijn vuift, aen d' eene en d' andre zyde,

1900 Den toefcheut ftuit, en floopt, of fchutze - op zijn rondas,Tot dat hem Michael, in 't fchittrend harrenas,Verfchijnt, gelijck een Godt, nit eenen kring van zonnen.Zit af, 43 Lucifer, en Beef bet Godt gewonnen.Geef over uw geweer, en ftandert: ftrijck voor Godt.

1905 Voer af dit heiloos heir, dees goddelooze rot,Of anders wacbt uw hook zoo roept hy uit den hoogen.D'Aertsvyaut van Godts naem, hardneckigh, onbewogen,En trotfer op dat woort, hervat in aller ylDen ilagh, tot driewerf toe, om met zijn oorloghsbijl

me Den diamanten fchilt, met een Godts naem, to kloven:Maer tie den hemel terght gevoelt de wraeck van boven.De beirbij1 klinckt en fpringt op t heiligh diamantAen ftucken• Michael verheft zijn rechte hant,En klinckt den blixemftrael, gefterckt door 't alvermogen,

1913 Dien wrevelmoedigen, door helm en booft, in d' oogenAl t' ongenadigh, dat hy achterover ftort,En nit den wagon fchiet, die omgeflingert, kartMet Leeuw en Draeck en al, den meefter volght in 't zincken.De ftandert van de ftar vergaet hier op het blincken,

1920 Zoo rag Apollion mijn vlammend zwaert gevoelt,Den ftandert geeft ten roof, daer 't barrent en krioeltVan duizentduizenden, om 't hooft der helfche fchaerenIn 't vallen, voor den val en neerfmack, to bewaeren.Hier yvert Belzebub: daer trotit ons Belial.

lest Blame* Draesi waarom bkautt► oen fang Is fmmers preen Zia vs. 1826 — Zeer weer, dochbier wordt de dreak voorgelteld ale zwellende van serglft — tie vs. 1891 — waardoor by lood-klettrIg of blaaew wordt.

loos Dees poddeloose rot • rot wordt thands doorgaands ens , maar word vroeger yr. gebezlgd. ZieBtu) et/I. in v.

11112-1.14 Knock' beide relsen voor „float," doch kraehtlgor.11114 Alt onpenadiph „dit al to ongenadigh," segt EftwaLeas, Beoord, bls 20'2. komt hier niet le post

dll :mutat sells seer eene befeltaldlpinp op stin best is het een flop, die Wets Meekest — De be-oordeellng gut mask, door dot EltKELEN8 de beteekenis niet verftaan heeft van at le, dot bier,ale meermalen, In den tin van „seer, hoogst," moat genomon worden. Al 2' onpenadip is dosfynonIem met: „op seer geweldige wIfie."

Page 320: vondel. - DBNL

284

LUCIFER.

1023 Dus wort de maght ontfnoert, en met den zwaeren valDes Stedehouders breeckt de boogh der halve maeneIn ftucken. eater komt Apollion ter baeneMet zoo veel monftren als de kloot des hemels draeght.De Reus Orion fchreeut, dat al de lucht vertlkeght,

ton En pooght met zijne knods ons heirfpits 't hooft te kneuzen,Die op Orions pail;, noch knodzen, noch op Reuzen.De Noortfche Beeren op hun achterklaeuwen ftaen,Om met een dommekracht in 't hondert toe to flaen.De Hydra braeckt vergift, en gaept met vyftigh keelen.

1093 Ick zie een gaiety, vol oorloghs tafereelen,Geboren nit dien flagh, zoo wyt men of kan zien.

RAFAeL.

Gelooft zy Godt: valt veer: aenbidt hem op nw knien.Och Lucifer, helaes. waer blijft uw valfch betronwen?Helaes, in welck een' fchijn zal ick u left aenfchouwen?

1040 Waer is uw klaerheit nu, die alien glans braveert?URI6L.

Gelijck de klaere dagh in naeren nacht verkeert,Wanneer de zon verzinckt, vergeet met gout te brallen;Zoo wort zijn fchoonheit oock, in 't zincken, onder 't vallen,In een wanfchapenheit verandertt al te vuil;

1943 Dat helder aengezicht in eenen wreeden muil;De tanden in gebit, gewet om ftael te knaeuwen;De voeten en de hant in vierderhande klaeuwen;Dat glinftrend parlemoer in eene zwarte huit.De rugh, vol borftlen, fpreit twee draeckevleugels uit.

1030 In 't kort, d'Aertsengel, wien noch flus alle Englen vieren,Verwiffelt zijn gedaente, en mengelt zeven dierenAfgrijflijck onder een, naer uiterlijcken fchijn;Een' leen, vol hoovaerdy, een vraetigh gulzigh zwijn,Een' traegen ezel , een rinoceros, van toren

1033 Ontfteecken, eene fim, van adder en van vorenAl even rchaemteloos, en geil en beet van aert,Een' draeck, vol nyts, een' wolf en vrecken gierigaert.Nu is die fchoonheit inner een ondier, te verwenfchen,Te vloecken, zelf van Godt, van Geeften, en van menfchen.

um, De Rao Orion V. heeft bet invoeren decor perfoon verdedigd in gin „Barecht," biz 212 In-tuarchen kan 1k EMMEN., Beoord blz 202, toegeven, dat noch Orion, noch de overlge Sem-beelden, waarvan bier melding gemaakt wordt, to dozer piastre een gelnkkigo uftwerking doenIndien V. se had willen to pas brengen, had by ze al vroeger moeten doen werken No komensy zoo onverwacht, en verdwUnen zoo 1'0111(411k, dat sy ale overtellig berchonwd, en seer goedgambit hadden kunnen worden. Doch er is meer. Zoo lang V woorden, beelden en toeltandenbezigt, ace het gewone aardrehe leven ontleend, ktinnen wy dear vrede mee hebben en :takeal* by ftilswilgende overoenkomst goedkenren, dock bet by name In% oeren van perfonen nit defabeleenw, en die nog moesten geboren worden, gnat wet al to ver

issi-1997 Onder de gedaante der seven diem+, bier genoemd, worden de seven hoofdzonden bedoold„hoovaardy, vraatsticht, lulheid, toorn, wellust, nide en glerigheld," alle in Satan vereenlgd

ma Ben' wolf en cream gierfgaerl ex Seat bier Becht' tot sanvniling en mon moet leven „eennekken, gierigen wolf"

Page 321: vondel. - DBNL

LUCIFER. 285

1300 Dat ondier yft, indien 't de blicken op zich flaet,En deckt met damp en miff; zijn gruwelijck gelaef.

RAFAeL.Dat leert de Staetzucht Godt naer zijne kroon te fteecken.Waer bleef Apollion?

URIeL.Ily zagh zijn ty verftreecken,

Op 't ondergaen der fterre, en vloodt: een ieder vloodt.alos De hemelfche kortou van boven, fchoot op fchoot,

Met weerlicht blixemen en donderen aen 't rollen,De monfters, in het licht geklautert, holp aen 't hollen,En groeide in zulck een jaght. Wat was 't een dwarrelingVan buien onclereen! hoe ruifcht'et hier! wat ging,

tom Wat ging 'er een gety I ons maght, van Godt gezegent,Ruckt voort, en treft, en floopt voor 's hants wat zy bejegent.Wat green hier overal, waer 't op een vlughten ging,Een wilde Iroefthett, een geftaltverwiffeling,In leden, en in leeft! men hoortze brullen, baffen.

lots D'een janckt, en d'ander built. Wat ziet men a! grimmaffenIn Engletronien nu zweemen naer de hel,En helfche gruwzaemheen. Daer hoor ick Michael,Om triomtant in 't Licht met Engleroof te praelen.De Reien groeten hem met lofzang, en chnbaelen,

1980 Schalmeien, en tamboer. Gy treden hier vooruit,En ftroien lauwerloof, op 't henielfche geluit.

REY VAN ENGELEN. MICHAeL.

REY VAN ENGELEN.Gezegent zy de Heft,Die 't goddeloos gewelt,

En zijn maght, en zijn kracht, en zijn ftandert1983

Ter neder heeft gevelt.Die Godt (tack naer zijn kroon,Is, nit den hoogen troon,

Met zijn maght in den nacht neer gezoncken.Hoe blinckt Godts Naem zoo fchoon I

1990

Al brant het oproer fel,De dappre Michael

Weet den brant met zijn hant uit te blufl'chen,Te ftraffen dien rebel.Hy hanthaeft Godts r.

1993

Bekranft hem met laurier.

rota Grees• van grifseess, „fehrelen, bonen "NU Amplest naer de het verfta..,nemen een Mach, atzlehtel1jk voorkomen aan"ens Trionkroat: ale het aanget. op vs. 1712.

Page 322: vondel. - DBNL

286 LUCIFER.

Dit palais groeit in pais, en in vrede.Green tweedraght boort men hier.Nu zingt de Godtheit lof,In 't onverwinbaer hot*.

2000 Prijs en eer zy den Heere aller Heeren.Hy geeft ons zingens ftof.

BlICHAëL.

Gelooft zy Godt, de ftaet bier boven is verandert.D'Aertsvyant leieer toe. by laet ons zijnen ftandert,En morgenftar, en helm, en vaenen, en rondas,

was Dien afgejaeghden roof, aen 's hemels heldere as,Met juichen, en triomf, en eere, en lofgezangen,Bazuinen, en trompet, ten klaeren ipiegel hangenVan wederfpannigheit, en Staetzucht, die den kamVerheffen tegens Godt, den onverzetbren clam,

aolo En oirfprong en de bron en Vader aller dingen,Die wezen en natuur en eigenfchap ontfingen.Men zal niet meer den glans der OppermajefteitBezwalckt zien door den damp van fnoode ondanckbaerheit.Zy zwerven in de lucht, en tuimelen, en woelen,

2013 Heel diep benedeu ons gezicht, en deze ftoelen,Benevelt, en verblint, en yffelijck misvormt.Zoo moet het gaen, die Godt, en zijnen ftoel beftormt.

REY VAN ENGELEN.

Zoo meet het gaen, die Godt, en zijnen ftoel beftrijden,Den menfch, naer 't hemelfch beeldt gefchapen, 't licht benijden.

GAMMA. MICRAëL. REY.

GARRI6L.2020 Helaes, helaes, helaeq, hoe is de kans gekeert I

Wat viert men hier? 't is nu vergeefs getriomfeert:Vergeefs met wapenroof en ftanderden te brallen.

MICHAeL.Wat boor ick, Gabriel?

GAREN&

Och Adam is gevallen;De vader en de itam van 't menfchelijck geflacbt

sons Te jammerlijck, te droef alree ten val gebraght.Hy leieer toe.

MICHAeL.Dat is een donderflagh in d' ooren.

Al yze ick, my verlangt die nederlaegh te hooren.seer My vertex,* voor „Hs verlang ' Zoo ook Hoops Warenar. balite Soonest

HUn verlangbt nae de tramway**.Ned. IMor. Biz. W. Om al dit 'whine my seer nags 't goedt befivit oar deems kande: Velma):aide men eny gedenkt, nee lateral, my evert, en: en zegt men nog• „my last. nay walgt, ens.

Page 323: vondel. - DBNL

Heeft dan 't verwaten Hooft het aerdtrijek oock beftreiln?GAnntêt.

Hy ruckte, na den flagh, 't verftroide heir by een.2030 Doch eery zijne Overiten, die voor elckandre gruwen;

En zette zich, om 't licht van 't aiziende oogh te fchuwen,In eene holle wolck, een duiftre moortfpelonckVan nevlen, deer geen vier dan uit hun blicken blonck;En, midden in den ring des helfchen Raets gezeten,

2033 Hid uit zijn' zetel aen, te helfch op Godt gebeten:Ghy maghten, die zoo trots voor ons gerechte zaeck,Dien afbreuck hebt geleen; nu is het tijt om wraeckTe nemen van ons leet, en Haigh, en verbolgen,Met onverzoenbren wrock den hemel te vervolgen,

2040 In zijn verkoren beeldt, en 't menfchelijck geflachtTe fmooren in zijn wiegh, en opgang, eer het maghtIn zijne zenuw krijge, en aenwinne in zijne erven.Mijn wit is Adam en zijn afkomft te bederven.Ick weet, door 't overtreen der eerftgeftelde wet,

2043 Hem aen te wrijven zulck een onuitwifchbre fmet,Dat hy, naer 1ijf en ziel, met zijn nakomelingenVergiftight, nimmer zal ten zetel innedringen,Weer uit men ons verftiet: edoch gebeurt het alDat iemant bovenftijge, een kleen, een dun getal,

Iwo En noch door duizent do6n, en arrebeit, en lijden,Gal fteigren tot den Staet en kroon, dieze ons benijden.Elenden zullen zich terftont, op Adams (poor,Verfpreiden zonder endt, de wude weerelt door.Natuur zal van dien flagh getaiftert, fehier verteeren,

2031 En wenfchen in een Diet of inengelklomp te keeren.Ick zie den menfch, die naer het beelt der Godtheit zweemt,Van Godts gelijckenis verbaftert, en vervreemt,In wil, geheugenis, en zijn verftant ontluiftert,Het ingefchapen licht benevelt, en verduiftert,

2000 En wat den dagh befchreit, in 's moeders bangen fchoot,Gevallen in den mail der onvermijbre Doot.Ick wd de tiranny verheffen, altijdt ftouter,En u, miju zoons, gewijt tot Godtheen, op het outer,In kereken, zonder tai, tot aen de lucht gebout,

2003 Vereeren offervee, en wieroockgeur, en gout,Oock zoo veel menfchen, als geen tong vermagh te noemen,En al wat Adam teelt in eenwigheit verdoemen,

soso Die goer elekeedre firesseei• al. stInde Allen van bun oorfpronkelijke feboonheld berootd.seas (I, nee* toms, gsw(ft tot Gait/seas: een nlenw bewtfs van hetgeen Ik elders reeds heb aangemerkt,

en nog wel In do gelegenheld sal Ajn to Omen, dat, near het vrlj algemeen begrip In de dagenvan Vondel, de valfohe Goden goon bloote vIndIngen waren, nit het menithellik brain voortge-komen, dock werkeltIk beRaande Kwade Geesten, die den naam — fomtOds ook de gedaante —van Ball, Apollo, Venus ens. aannamen.

LUCIFER. 267

Page 324: vondel. - DBNL

288 LUCIFER.

Door gruwelftuck op stuck, Godts naem ten trots begaen.Zoo dier wil hem mien kroon, en zijn triomffeeft ftaen.

MICHateL.

2010 Verwaten vloeck, zoo trots de Godtheit noel: braveeren IWy willen u eer lang dat lafterftuck verleeren.

GABROL.

Aldus fpreeckt Lucifer, en zent Vorft Belial,Op dat hy datelijck den menfchen breng' ten val.Dees fchiet de boosheit zelf, de liftighfte aller dieren,

2015 De flang aen, om met glimp van woorden te vercierenHet loekaes, 't welck aldus d'onnoofle feliepfels wing,Daer zy geflingert om den tack der kennis hing.Heeft Godt, op halsftraf, u zoo dier, zoo ftreng, benomenDen vrydom van dit ooft, den fmaeck van 't puick der boomen?

2090 Neen Eva, fimple duif, geenfins: ghy zijt verdwaelt.Aenfchou eens, bid ick u, dien appel ay, hoe ftraelt,Hoe gloeit dit ooft van gout en karmozijn te Bader!Hoe noodt u dit bancket I ay dochter, tre wat nader:Hier neftelt geen venijn in dit onfterflijck loof.

2093 Hoe lockt dees vrucht 1 ay pluck, ay pluck vry: ick beloofU weetenfchap, en licht. wat deiftgho, bang voor fchennis?Taft toe, en wordt Godt zelf, in wijsheit, en in kennis,En weetenfchap gelijck, en eere, en majefteit,Hoe zeer hy 't u beny. zoo vat men 't onderfcheit,

2000 Het wezen en den aert en d' eigenfchap der zaecken.Terftont begint het hart der fchoone bruit te blaecken,T'ontvoncken, en zy vlamt op d'aengepreze ∎ iucht.De vrucht bekoort het oogh, het oogh den mont, die zucht.De luft beweeght de hant al bevende te plucken.

scow Zoo plucktze, en proeft en eet (dat wil haer afkomft drucken I)Met Adam, en zoo dra hunne oogen opengaen,En zy hun naecktheit zien, bedeckenze, met bitten,Met vijgenloof, hnn fehaemte, en fchande, en erfgebreecken,En gaen zich in geboomte en fchaduwen verfteecken,

2100 Verfteecken, maer vergeefs, voor 't aldoordringende oogh.De lucht betreckt allengs. zy zien den regenbooghGefpannen, als een bode en voorfpoock van Godts plaegen.De hemel treurt in rou. geen handen wringen, klaegen,Noch fchreien helpt den menfch en zijne weergade. ach,

ala3 Het weerlicht, reis op- gels: het dondert, flagh op flagh.Al wat men hoort en ziet is fchrick, en angft, en zuchten.Zy vlughten voor hun fchim, maer kunnen niet ontvlughten

MO Flack- ale meermalen, roar „vieekwaardig fehepfel "use grfgebreeckes versa: „de fehuldfmet, die voortaan hen afkomst barren sal "34)4am De regenboog, dle later aan Noach eon belofte moest Smitten van betere tUden, Rrekt bier

een stnnebeeld van naderende plagen. En te recht. bier verkond1gt by hot opkomen — asnNoach verkondlgt by bet elnde — van den florin.

Page 325: vondel. - DBNL

LUCIFER. 289

Den worm, die 't hart doorknaeght, het overtnight gemoedt.Zy knickebeenen beide, en ftruicklen, voet voor voet.

2:10 Het aengezicht ziet doots, en d'oogen, diep verdronckenIn traenen, zien geen licht. hoe is de moedt gezoncken IHoe (tack by flus het hooft zoo moedigh in de lucht IHet Haien van een bladt, of beeck, een klein geruchtVerbijftert hen; terwUl een zwangre wolck komt daelen,

2113 Die fcheurt, en baert allengs een licht, en glans, en ftraelen,Deer d'Opperfte uit verfchijnt, hi dien bedruckten ftaet,En dondert met zijn item, die lien ter aerde flaet.

R,EY.

Och och och och, de menfch waer nutter noit gefchapen.Dat leert zich aen een vrucht, een' mont vol Paps, vergaepen.

GABRI6L.

2120 0 Adam, dondert Godt, waer zijt ghy toe geraeckt.Vergeefme, 6 Heer: ick vlught uw aenzicht, bloot, en naeckt.Wie leerde a, vraeght hem Godt, uw fchaemte en naecktheit kennen?Duet ghy uw lippen aen verbode vruchten fchennen?Mijn gade, mijne bruit bekoorde my, helaes.

2125 Zy zeght: de flimme Hang bedrooghme met dit aes.Dna fchuift elck van den hals den oirfprong der gebreecken.

REY.

Gene. wat vonnis wort op dit vergrijp gebreecken?GABRIAL.

De Godtheit dreight de vrou, die Adam heeft verleit,Met ween, en baerensnoot, en onderworpenheit;

also Den man met arbeit, zweet, en zorge, laftigh flaven;Den acker, die den menfch ten lefts zal be graven,Met onkruit, en veel ramp; de Slang, om 't loos misbruickVan haer doortrapte tong, zal kraipen op den buick,Langs d'aerde heene, en flechts by ftof en aerde leven.

21311 Maer om den armen menfch een' vaften trooft te geven,In znlck een jammernis, belooft de Godtheit trouTe wecken, nit het zaet en bloet van d' eerlte vrou,Den Stercken, die de Slang, den Draeck, het hooft zal pletten,Door erfhaet,. van geen tijt noch eeuwen te verzetten.

sue En fchoon dat fella Dier hem naer 3e hielen bijt,Noch triomfeert de Helt met eere, na dien ftrijt.Ick koom nit 's Hooghften naem dat onheil a ontvonwen.Stel daedijek orden, eerze ons moeite op moeite brouwen.

RICEIU.

Uriel, Schiltknaep, die het heiligh Recht bewaert,2145 En renckeloosheit ftraft; grijp aen nw vlammend zwaert:

Vliegh heene naer om laegh, en drijfze beide uit Eden,

nos Xstickebeemen• gar edgenaerdlg en wettlg gevormd woordsus Jammersis voor 't eenvondige Jammer Zie ouk vs 1672.

DX Witlill VAN J. VAN VONDIL VI 19

Page 326: vondel. - DBNL

Die d'eerfte wet zoo blint zoo reuckloos overtreden.Bewaeck den ingang van 't ontheilight paradus,En keen de ballingen met kracht of van de fpijs,

vs° Den boom, die 't leven reckt. gedoogh niet datze pluickenD'onfterfehjcke vrucht, en 't hemelfch ooft misbruicken.Glty wort op fehiltwacht voor den hof en boom geftelt.Dat Adam buiten zwerve, en, vroegh en fpade, weltEn klaigront ommeploegh', waer uit hem Godt bootfeerde.

2133 Ozias, aen wiens vuift de Godtheit zelf vereerdeDen zwaren ]lamer van gekloncken diamant,En ketens van robijn, en krammen, fpits van tant,Ga yang en fpan bet heir der helfche dieren,Den Leeu, en fellen Draeck, die tegens ons banieren

2100 Dus woeden: vaegh de lucht van dees vervloeckte fight,En boeize aen neck en klaeu, en ketenze met kracht.Dees fleutel van den put des afgronts, en zun Nolen,Wort, Azarias, u en uwe zorgh bevolen.Ga fluit in 't hol al wat ons maght beftrijt.

mos Maceda, neem dees torts, die vlam is u gewijt:Ontfteeck den zwavelpoel, in 't middelpunt der aerde,En pijnigh Lucifer, die zoo veel gruwlen baerde,In 't eeuuighbrandend vier, gemengt met killen vorft;Daer Droefheit, Gruwzaemhe.t, Verfteentheit, Honger, Dorft,

2170 De Wanhoop, zonder trooft, de prickel van 't geweten,En Onverzoenbaerheit, een ftraf van 't boos vermeten,Verfteecken van den glans der Godtheit, in dien mock,Getuigen 'shemels ban, gevelt op 't heiloos Spoock;TerwUl 't beloofde Zaet, verzoenende Godts toren,

2175 Herftelle nit liefde al wat in Adam wert verloren.BEY.

Verloffer, die de Slang het hooft verpletten zult,'t Vervallen Menfchdom eens van Adams errefi'chultVerloffen, t'zijner tijt, en meér, voor Evaes' fpruiten,Een fchooner paradijs hier boven openfluiten;

2100 Wy tellen d'eeuwen, en het jaer, en dagh, en uur,Dat uw gout verfclujn'; de quynende NatuurHerftell', verheerelijcke, in lichamen, en zielen;Stoffeerende den troon, daer d'Engelen nit vielen.

sioo mair.te. Ivor Oates, ale vintager meermalen.siu, sus, sees arias, Aserios, Natleds: ik ploof Wet, dat er een enders pond bollatat, waarom V.

aan do drie Ensign, welke auchat bier toefpreekt, by voorkenr doze namen gegeven beefs,dan sheen om dat sy nog al Oosteroch kllnken on in de mast goad to pas komen.

mu Dees reredoeckie fright. jaght wordt bier gebesigd voor „wild."SW is slam is a pups wil bier seggen, dat de viam In de oogen van liaesda, gew(id,

d. „being' meet gen? Ik ganef islet, dat dis in 's diektors bedesling liggen kw; map mull-eer, flat gacljd bier moot worden opgenomen ale fymonlem met. „toevertronwd "

siei Storeerende voor „bekleadende."

290 LUCIFER.

Page 327: vondel. - DBNL

KRITISCH OVERZICHT

VA ,:

LUCIFER.

Wanneer men tot de ovenniging is gekomen, dat de „Lucifer" Venda, meesterftnkis, dan volgt bier nit van self, dat — voor zoo verre Vondel onder de nitgelezenftedichters mag gerekend warden, walks de waereld heeft voortgebracht — zifn voor-treffelbkst gewrocht ook een cereplaats beboort in to nemen onder de nitnemendftodicbtwerken, walks de letterkunde van alle volkeren beefs voortgebracht. Lot menbovondien op den start van het onderwerp, dan kan er voor het trendpel goon ver-hevenor worden uitgedacht, en !last het als zoodanig eemg in zijn foort. Wel is do"Val der Engelen" door eon aantal dtchters bezongen; wel is het tooneel daarby inden Banal geplaatet: dock — zoo Ter als my bewnst is — word die ftof nimmerdoor een ander gedramatizeerd: en de ear van dit beproefd to hobben toms nitflui•tend aim Vondel toe.

Die lof echter ware op sick 'elven niet genoegzaam; In maple volutes fat eat, iseen ftelregel, die Diet doorgaat: en moge men al, met don dichter van een meer aan-neembare beweering, zeggen:

Oak 't melt self is greet m 't worfielperk der ear,

die leffeliike poging zelve vormt het volbracI►te work nog niet tot een moosterftuk,on wauneer men - lkarns prbst, om dat by moods genoeg had, met aangefchoten vleu-gelen am hoof; to ftdgen, den kunnen wy tech met nalaton hem to benspen, dat hy,to veetiap *igen Armin vortrouwende, en do les der voorzichtigheid nit het oog ver-Hossein, itich hanger Imagde dan by moist, en daardoor self oorzaak ward van zbnellendigea val. Maar onverdeeld komt de lof toe man Dedalus, die niet alleen delucid invloog, maar zich voor 't nedorttorten hoedde en den aangevangen tocht go-lnkkig volbracht

291

Page 328: vondel. - DBNL

292 KRITISCR OVERZICHT VAN LUCIFER.

En diezelfde lof komt ook aan Vondel toe. Ook by heeft met alleen gepoogd;maar by is in zijn poging gefleagd • by is en in famenf•elling, en in vorm, en in toon,Reeds op de hoogte gebleven van het onderwerp, dat by zich gekozen had

Men heeft meer dan eons den „Lucifer" en Miming Puradgfe lost in tegenftellingmet elkander gebracht, en de vraag is geiipperd, of Vondel by het bewerken vanzun treurfpel ook by den Britkhen (hater, dan of deze by hem ter markt gegaanzu. Een opzettelüke, tot in byzonderheden nfdalendo vergelbling is eater, leer zooverre ik weet, nimmer ingefteld geworden. Zeker is bet, dat V. mete aan den Engel-fehen epos heeft kunnen ontleenen, die niet voor 1664, en al/oo tien jaar later dende „Lucifer," in 't lieht verkheen: en bovendien geloof ik met, dat by de Engelfehotanl machtig was. Milton dear en tegen was, volgends de getnigenis van D'Isaaecxin zun Curiofities of Literature, in 't Nederduitsch onderwezen door zekeren Roger Wil-liams, die later Richter werd van den Staat van Rhode Island in Noord-Amerika, enwas Sekrotaris geweest voor de buiteulandfche korrespondentie van het aldaar ge-vestigd gezath, nicer bepaaldeluk voor die, welke met Holland werd gevoerd. Be-kend claarby is het, dat het oorfpronkeluk in het plan van den Engelfehen dkhterlag, een drama van het Paradgfe lost to makon. Nu soft het seer waarkbunluk kunnengeacht worden, wanneer men bet beftentlige verkeer in aanmerking neemt, 't walktusfchen Engeland en Holland beftond, dat Milton tennis had bekomen van hetwork van Vondel; to meer, wanneer mon orerdenkt, dat dit loathe by still rerfehu-ning grooten opgnng maakte, ja in weinige degon een twoeden drnk beleefde. Entoch, in woks il hiervan, in wetrwil zelfs van de ovoreenkomst tusfchen enkele brok-ken in botde dichtftukken, wil ik met ale nitgemaakt aannemen, dat Milton Vondelof diens treurfpel gekend hebbe. Het ta een seer gewono verfchuning, dat mannon%an vertu& omtrent denzelfden tijd hun geest op deselfde onderwerpen vestigen, enseer good ken, in een tudvak toen theologifehe vraagpnnten can de orde van dendag waren, het denkbeeld om den Val der Engelen to bezingen by elk van beidenYour den geest gekomen zun, solider dat bet work van den eenen daartoe eenigenaidettling aan den anderen gegeven hebbe. Wanneer in zoodanig goval twee man-nen van genie een gelukfoortige hot' behandelen, den kan het wel Diet anders, ofbiome dichtt ruch.en mooten pnnten van aanraking opleveren: to meer soo, wear bei-den uit een gemeenfehappeluke huofdbron, den Bybel, geput hebben; — dock voor't overige waren ten doze de vorm en de nisei van behandeling, welke de twee dick-ters zich kozen, zoo geheel verfehillend, dat de wegen, welke zy infloegen, noodwon-dig nit elkander moesten loopen. Het inftellen eener opzettoluke vergeluking tusfchende beide dichtftnkken soft dab ook (behalve dat zy niet in mbn plan ligt en mybniten mijn beftek voeren soft), de moeito niet lootien. Misfebien sal it, wear sulksto pas mocht komen, bier en dear eon enkel punt befpreken, waarin Vondel en Mil-ton elkander ontmoet Lebben, en, of een wul gelijken koers gevolgd, of van elkanderafgeweken zibt. In 't algemeen echter zal ik een work, waarin Vondel geheel oor-fpronkeluk was en op eigen wieken dreef, ook ale zoodanig befehouwen .en bc6or-deelen.

Eer ik echter daartoe overga, moeten wy, mijn loser en ik, eerst eon overeenkomsttreffen aangaande een punt, it aarop ik by de befehonwing solve niet palm° terug

soft willon komen. Hoewel de handeling van het huk voorvalt in den tud, onmid-deluk dien voorafgaande of wel famenvloeiende met then, van welken de jaartellingvoor do beftaande waereld begmt, bezigb Vondel — ik bob er in de aanteekennigen

reeds meer dan cans op gowozen — tolkens woordon, gedachten en beeldon, ontleend

Page 329: vondel. - DBNL

RRITISCH OVERZICHT VAN LUCIFER. 29:3

aan taken, hnndelingen, bedrijven en toeftanden, die eerst later, in de gewone men-fthen-maatrchappy ontftonden. Hy tooit niet alleen zijn Hemelgeesten met edelge-fteenten, pinimaadjen en wapenen: by doot hen uitdrukkingen bezigen, nu eons Rande krligskunde, dan wader aan bet jagers- of zeemansleven ontleend• in een woord,by last hen overal fproken en zich gedragen ale heldon, ja, nit een vroegero eenw,doch niet-te-min onder den in%loed ftaande eener geheel menreheluke befchaving.Dit moge een font zun, en onze dichter is er meerinalen over hard gevallen; maarhet is een font, waarvan hy zich by geene mogelijklield geheel kon vruwaren, enwaarvan noch Dante, noch Milton, noch Klopftock, noch Moore. noch Byron, nochDe In Marline, noch wie ook wezens van den voortud fpiekende hebbe ingevoerd,zich gevrijwaard heeft. Zelf mensch, en fprekentle tot menfchen, moest Vondel ookeon Mal bezigen, the zijn gedachten voor menfchen verftaanbaar maakte, en zelfs alhad by de taal der Engelen gekend, by zotl zich daar niet van bediend hebben danop ftraffe van door memand begrepen to worden. Vrachteloos soil by, vruchteloossoft remand, by do behandeling eener gelukfoortige ftof ale de One, zich hebben zoe-ken to ontflaan van een noodzakelukheid, welke bet onderwerp zelf medebracht: jaer is misfchien geen uitdrukking denkbsnr, die, in den mond van een Engel uit devooreenw gelegd, niet op goeden grond, ale ongepast en anakronistisch ware of tokeuren. Men name b. v. dit woord „afkenren" self. 't Is ontleend aan do taal vanden zilverfmid, van den vischboer, van den paardefokker, van ieder, wiens wear Rankeur onderworpen is, en 't brengt alzoo reeds van self 110 gedachte made aan een

maatfchappeluke handeling, hoedanigo in het geestelijke loven der Engelen nict topas kwam. Doch er is moer. Om de Engelen en bun wezen voor menfchen annfchon-welijk to waken, moest Vondel hen bekleeden met menfehelijke hartstochten en nei-gingen, met menfehelijke deugdon en ondeugden: — de eenige, waarvan zich dotnensch een denkbeeld vormen kan• en by deed dit op bet voorbeeld der gewudeschtifvers xelve, die, in him beeldfpraak, Ann Jehovah grimmigheid, berona', fpijt, enandere bloot menfehelijke, ja in God self niet denkbare gemoedsaandoeningen toe-kennen. Maakte de dichter alzoo zijn Hemelgeosten, wat do zedelgke voorfcelling be-treft, aan menfchen gelijk, met even veel recht mocht hy dit doen, wear het de zin-

n4jk6 voorftelling gold. Zoodra by hen een taal last fproken, voor menfi hen ver-ftaanbaar, kan by hen, 'sender merkbaren overgang, voorzien met ftoffeluke klee ly,ivapenrnsting en wapentnig: — en Vondel, doorg tends oordesikundig en kiesch van(mask, zorgt met opzet, goons wapenen to noemen van geheel moderne vinding enwaarvan de vermelding al to anakronistisch fchljnen soft, maar alleen de zoodanigo,welker gebruik Lich in de nacht der eeuwen verliest. En is or nog verdere recht-iitardiging voor Vondel noodig, wanneer by zich ook to dozen opzichte kan beroepen

by het voorbeeld dor H. Schnft? Lezen wy niot reeds in bet Derde Hoofilftuk vanGenesis, van het vlammende lemmer eons zwaarils, waarmedo de Cherub den toegangtot Eden verdodigt? Words niot de Engel, die Siloam tegen komt, voorgefteld metoen zwaard in de hand P Vertoont zich met de aanvoerder van 'a hemels heirfcharenop gelljke wdze aan Josue? Treden niet de Hemelgeeaten, waarvnn zoo de Profeoten

ale het Book der Openbaring melding waken, met zinnebeelden op, aan do itoffelukewaeseld• ontleend, met final- en wapentuig, met holmen on kroonen, met Bolen en

"Boatels, met boeken en vederfchachten? Men sal moeite hebben, my een enkel voor-werp saw to wgsen, want Vondol in zip] trenrfpel molding van maakt, en hetgeenniet even seer bier of daar in den Bybel genoemd words. En dan nog• wie hem ho-fehuldigt, dat by de huisbonding der Engelen op menfcheluke hest gefchoeid heoft,

Page 330: vondel. - DBNL

sot mon dien niet met reeht kunnen vragen, of by wel van de waarheid van zUn be-weeren overtaigd is, on of niet integendeel de menkbeluke buishouding ruin blootenavolging is der hemelfehe? Hy son ea met het antwoord waarfchUnluk verlegonlinden. :— Neen, de vraag, of Vondel wel deed, do Engelen-maatfchappy op geldken Use in to kloeden ale die der menfeben, is eigenluk ondergefebikt aan een andere,die ons later ter behandeling sal voorkomon, t. w. of by wel deed, den Val der En-gelen tot ondorwerp van eon tronrfpel to kiezen. — Doch laten wy, voor 't oogen-bilk, em dat treurfpel recbt to kunnen genieten, one van bet naauwlettcnd ziften Nanfehbubaar min pasfonde nitdrukkingen ontbouden, en hover to (amen overeenkomen,ons aan de taal, welke Vondel sun perfonaadjen in den mond legt, niet to funten,en die aan to merkeo els een teal van konvenrentle, waartnede wy even seer erodemoeten hobben ale wy er erode mede hobben, dat sy Neerduitsch en in vaorsen fpre-ken. 't Is niot do dorro wesenlOkbeid, welke de dichter hoeft in 't oog to houden,'t is de geidealizeerde waarheid.

Bldft Vondel in sUn Terheven drama sick geldk altUd, op de Griekfehe treurfpol-dichters riebten, by veroorlooft rich ook bier wodor een loffeluke afwblung, iu zoo%erre namelbk ale de expofine niet door een Voorredenear, maar in een levenchgefamenfpraak gegeven nordt. Lucifer, do Stedebonder Gods, on ondor alto Engelende machtiglie on meest boweldathgde, Weft Apollion, een zUver getrouwen, near hetaardrbk gozondon om kondfdrap in to winnen van den ftaat der nieuw gefchaponoon door den Hoer mild beroorreehre wozens. Be!zebu!) on Bolial, mode aanbangersvan Lucifer, verbeiden de terngkomst Tan den sendeling. Bolial, over diens ultblUvenongeduldig, hoeft reeds do hoogero ffeer, waarin by zweefde, verlaton, om neat hemnit to zien. Zoodanig is do toeftand waarmedo het f.uk een asuman neemt. Verret-keluk van fehildering is do befebrUving, welke vs. 10-23 van Apollions terugtochtwords gegeven. Wear sedis gessoinde stricken de wolken breken, lent by sea 'poor vanlick en &Wen ticker inch, terstl do hemelbollen hem retwonderd neytaren. Kan deAiello vent on goddelUke zwier ran den homeling met fraaier en fprekender trekkenworden aangowezen?

Apollion, nu gonaderd, is gebeol venuld van hotgeen by cm laag gesion 'reek enmot glooientle Tern en fehildert by Iran sijn beide vrionden do fehoonheden van hetPared* — vs. 24-102 — de hoedanighoden van het cern° monfehenpaar, hen go-&mute, bonding, leost, de voortreffelukherd banner aid boron 't liebaam, do bekoor-lUkheld van Eva, den gelukftaat, die beidor deal is — is. 103-192. „Lewis," zegtUnarm% 9, „reogen wy do befarbiing van onse eerfte onderen ftellen tegen die,well. Milton ran dozolven heat geget en, Arundel sal or niets by afvallen, de Moon-fro trekker', welke de Engelfche drawer heeft, on die door tine Natio ale onnavolg-bear sUn voorgefteld, sun by omen Nederlandfehen dichter to viuden, hot sachto onleader° in hot boeld dor Vrouwe, bet verhevene on majeftuouze in dat van den Maneijn bier door cone lovendige verboelding, onnavolgbaar afgemaald, on in eon kortbeftek, mei kragt van taal befehreven."

Maar ny !rabbet' by het lezen van dit tooneel niet (Moen to letten op de hoorlbkepoesy dos dichtcrs, (die ons bier op con der fdroonfte pobetifehe brokken vergast,welko ooze lettorkunde bczit, maar ook up do oordeolkundige wipe, wear op by het1 orhaal van Apollion tolkens door den forhaler schen of door Belsobub brat afbre-ken, on do nandaeht neet to fpannen in Lode van die to lormoeieu. — Terms biedt

0 Beoordeel., Db. 176.

294 KRITISCH OVERZICHT VAN LUCIFER.

Page 331: vondel. - DBNL

ons het onderhoud al dadeljjk eon volkomen inzicht in bet onderwerp, welks behaude.bog zath do dichtcr voorftelt. Het is de gelukftaat der menfchen, die aanleiding mootgeven tot den opftand der Engelen en tot den %al zoo wel van gene als van doze.Out ontwikkelen zich, reeds in dit eorfte tooneel, de karakters der fprekers. Tot nutoo waken de voorreehten, aan Gods nieuwe fchepfelen verloend, goon andero ge-waarwordingen by hen op, dan die van jaloezy, afgunst on enema:the:4; maaryodel:but Gabriel, Gods geheimenistolk, en het bevel, dat by mode brengt, en waarbydie voorreehten nog vermeerderd worden, geeft krachtiger voedfel nail hen ontevroden-held en set hen tot wederfpannigheid ann. Vol majosleit en hedige ernst is de toe-(prank van Gabriel, on ik moet de aandacht des lezers daarop vostigen, dat Vondelzich nim tergonoegt, met eenvoudig Gods bevel to laten vorkondigen, maar by dat bevelovens de roden opgeefi, waarom do mensch op sulk een verhet en ftandpant doorsun Stheppor geplaatst words. Is. 213-216, 221-229. Op eon ongczochto en biervolkomen pasfende wIlze words tevens eon deukbeeld gegoven van de Hierarchy dosHemels, — vs. 241-256 — en men words met den maatfchappeluken toeftatid — omhet zoo to nommen — der ingevoerdo perfonaadjen en mot hun onderlinge betrekkin-gen bekeud gemaakt. Eindeljjk nog Men wy bier, hoe — vs. 258 — de hoogfte rangboven elle Hemelgeosten bIllft toegekend aan Lucifer: oen omftaudigheid, die donheld an 't ftuk verheft en die, zoo zy aan de eene slide zljn ondankbaarheid togrooter, aan do andero sun fptit on hooraclizuclit meer Iorklaarbaar mankt. Hoe boo-ger loch iemand geplaatst is, hoe hooger by Ierlaugt to ftijgen, on hoe lastiger hothem rah, 'emend boron of zelfs novena zich to dulden.

De bereldwilligheid der Hemelfche Geosten om zich aan Gods last to onderwerpen,words in den roisang nitgedrukt, die bet Eerfte Bedrijf befluit. To algemeen bekendis die roi on to menigmaleu sUn er de fehoonheden van &angst% ezen, den dat hetnoodig ware, daarby ftil to ftaan. Aileen wil ik doen opmerken, dat daze lierzanggeen op web self ftaand gedicht is, maar wel degelUk (treks om het geheel to vol-makes, on dat, zoo bier als elders in 't ftuk, de Rei van goods Engelen goon blootWendt) rol fpeelt, maar een bedrdvig aandeel in de handeling neemt.

Iloezeer Belzebnb in do beide vorige toonoelen hot woord niet gevoerd heeft, isby echter — Si. vs. 201 toehoorder gebleven van hetgeen Gabriel verkondiple,en by verbeidt de kotnst van Gods Stedehouder, die met den aanvang van hot TweedsBedrijf, ,op zUn vlammenden wagon gezeten en prijkende op 't hoofd met de Morgan-home, near welke by nun naam draagt, zich toms beklagen over bet bevelfehntt,dat beet reeds bokend is. — vs. 849-375 Op behenrdige wUze west de flaws Bel-sebab, die Dorgan:1s mja listigen On eehten duivelonaart verloochent, de hoovaardyvan Limiter, die tot nog toe alleen met ergernis over het gebenrde besield wan, opto wekkan ea hem tot optsidken waded:and aan to zetten vs 376.-427. Het karakterWag Lucifer wipt door do It:gent:ening. Hy is hear:lel:et:6dg; maar nog is by op-reebt: by' is reeds misdulig; toter iu zUn nusdaad nog an ztelsgroothead that ont-bloot: 4in by verwerit deardoor die belangftelling, welko de held van een treurfpelmoot bliteta Inboesemee, ook (Ian wanner men zijue euveldaden bejammert.

H.. wait Umlaut, in sijn vertsling van de Theories der fehoone Weteetfchappen, doorF. Blum., segt op blz. 96: "Do fterkto des gemoeds dat slob nergens door Metneer fittest gene ftmetheid die geen geyser aeht; oen mood die door gm hludernis-fen overweldigt words, heeft lets grouts, fchoon doze ftorkto egter kwaluk gebriuktwords." Is doze felling wear, gel& ik zo daarvoor houde, dan sal men weiangvoorbeeldon aantreffen, die zoo fork het kenmerk van het grootfihe dragon, als de

KRITISCR OVERZICHT VAN LUCIFER. 295

Page 332: vondel. - DBNL

fronts uitdrukkingen, door Lucifer — vs. 431-445 — gebezigd. Hy laat zich doormete needles% sun froutheid acht goon gevaar; hy vreest selfs de geduchte handder Godheld met zun mood words door geene hindermsfen overweldigd goon tref-fender voorbeeld van het groottche on verhevene In bet kwade, waarvan VAN ALPHENfpreekt• en het mag bevreemding baron, dat by Jess pleats met als zoodanig heeftaangehaald: to meer, dewul hy, na in sun Inleiding gezegd to hebben, dat het hem todoer was, de Theorie der Kunften voor den Nederlander gemakkeluker en verftann-baarder to waken en daartoe voorbeelden nit onze dichtere aan to halen — hior dowoorden van Satan nit MILTONS dichtftuk aanhaalt•

Hail horrors, hail,!genial world, and thou profoundest hellReceive thy new pcifsetior: one who bringsA mind not to be chang'd by place, or tune:The sand is its own place, and in itfelfCan make a heav'n of hell, a hell of heav'm Here at leastWe (hall be free: th' Almighty hag not biriltHere for his envy, will not drive us hence

Ik pleats bier do woorden van MILTON in 't oorfpronkelbke, offchoon VAN Ai.rminse vertaald opgeeft. Hy had er ook de volgende rages kunnen byvoegen:

To reign is worth ambition, though in hell;Better to reign in hell than ferve in heav'n.

Dinh wellitht had van ALPHBN, die den „Lucifer" seer goad kendo, maar de fchoon-heden er niet van wildo mon, befpeurd, dat Lucifer betzelfde zegt met andere woorden:

Dat voila ftredet tot eer en onverwelckbren lqf,En haver d'eerfte Vorfi m eenigh laeger hqfDan in 't gnialight lick de tweeds of noch eon minder.

Hoe fraai nu ook do aangehaalde pleats van MILTON 4, ik geloof dat sy bierminder aan bet doel beintwoordt, dat VAN ALPHEN inch voorftelde, dan de teal vanLucifer by Vondel. De Dime], by den Engelfohen dichter, fpreekt na sun val ontoont alleen eon kwaadaardige tevredenheid, die zia near de omftandigheden fchikt,an daaraan toch niets to verandoren valt. Lucifer by Vondel daar-en-tegen ie nog in eonftaat, waarin by kiesen kan tusfchen onderwerping on wederfpannigheid. Door sich ge-hoorzaam to toonon, kon by in 01 ftaat van hemelfche gelukzaligheid bevestigd bluven;torwijl by, den wearftand kiezende, den donder van Gods toorn to wachten heeft. Hyvreest echter niot on wapent sich tegcn de Godbeid solve. Hoe veel fterker ftraaltbier bet nN erhev en e in bet kwade" door, dan in de aangehaalde plants nit Milton!Maar VAN ALPHEN, die beweerde to vergeefs gozocht to hobben naar een voorbeeldwit ouzo diatom, bield willens bet oog voor de fchoonheden van Vondels trearfpelgefloten: — ik sal dear later op terugkomen.

Nog nader ontwikkelt sith het karakter van Lucifer in sqn ondorhond met Gabriel,in nelken Imam de Dichter do ernsthnfie waardsgheid, welke don hoogen twits-

296 HRITIBCII OVERZICHT VAN LUCIFER.

Page 333: vondel. - DBNL

KRITISCH OVERZICHT VAN LUCIFER. 297

beambte betaamt, perfoonlijk heeft voorgefteld. Reeht sielkundig is do fehildering,welke Vondel hier van Lucifer geeft. Doze, een kwade seek voorftaande, ziet zich,ROB ondanks, genoodzaakt, de hem ingefchapen rondborstigheid to laten varon, en,ten einde zun tegenftreven to vergoeluken, tot fpitsvindige redenen sun toevlucht tonemen. Hot is Gods eer, wearvoor by yvert: — vs. 522-540 — het is om God todienen on to verheerlijken, dat by Gods wil wederfireeft — vs. 540-543. Zia daarde taal, ten alien tulle gevoerd door al wie zich kantte tegen het wettig gezach.'t Was nimmer togen den Vorst, maar tegen de Ministers, die hem kwaden read gaven,dat de opftand heette gericht to zun.

Het befluit van Lucifer is nu gonomen en wordt in de volgende toonoelen ten nit-voer gelegd. Door de aanhitfing van Belzebub — vs. 562-567 — nog feller in toornontftoken, sweert by — vs. 569-585 — alles to wagon, om itin oogmerk to berei-kon. Men siet hier, hoe do eene (tap op een verkeorden weg fteeds tot erger flappenvoert. De rusks nog opreehte Lucifer is er alreeds toe gebracht, bedrog on list into roepen, om sUn opzet to doen flagen. Apollion en Belial ftekon de hoofden byelkander: fehrander en wolberaamd is bun overleg. Beloften van vrüheden en voor-rechten! zie daar het gewone lokaas, aan de mindere ftanden voorgehouden, wanneermen die tot oproer aan wil setten: en hot sal den ook bier stin nitwerking niet mitten.

Liefehjk worden alsnu die klanken van wangunst on mnitsucbt afgewisfeld doorhet aandoonldk beurtgezang der Engelen, die de verbroken harmony des Goestenrijksbetreuren, en het befluit vormen, de ontevrodenen tot hnn plteht terng to brengen.

De slid en de onrnst der misnoegde Engelen, door Vondel Lueiforisten genoemd,worth met den sanvang van het Dorde Bedrijf aanfchonweltik voorgefteld, on zoomade de pogingen Or stelgesinden, om hen tot een betere hemming to doen keeren.Apollion on Belial Werfehijnen, on verheugen zich, by 't befpeuren, hoe onder de Gees-ten reeds gemompel, wrovel en tweedracht sijn ontftaan. Hun task, om hen tot op-ftand aan to fporen, sal hierdoor to lichter worden. Met oordeel last de Dichter, nahunne optreding, de Lueiferisten swilgen en sheen de geboorzame Engelen bet woordvoeren; waardoor het opzet der onrustftookende Vorften, zoo niet verhinderd, althandsvoor eon wUl belemmerd wordt, on gelegonheid gegeven tot een wisfeling van rede-nen, the dim.° levendigheid aan bet drama byzet. Vol wsardigheid en klem isvooral do toefpraak Or Engelen — vs. 983-958 — waarby sy de bon Goesten totgebborisambeld en pliebtabetraebting pogen aan to fporen. Dan de listige Belzebubkomt bp,-en de grondon, welke by aanvoert, in felmjn om do mnitelingen tot bedarento bringen, dienen album om hen in feller drift to doen ontbranden. Het is my on-verklaarbaar, hoe Manama 9 beweeren kon, dat de handelwijze, bier door Belzebubgehoudea, niet ftrookt met het karakter, dat by vroeger on later vertoont, en hoe bydaze (soogenaamde) vlek in den "Lucifer" met geene redenen wilt good to makcn.431Vitbaar horinnerde sick Emmen' niet, wet in het gefprek, door Apollion on Bella]la.bet Twoede BedrUf gevoerd, is befloten, inzonderbeid, welke rol daarby vs. 715voles. aan Belzebub is toegedacht. Die rol, van to veinzen en door südegangest totbet doel to komen, vervult by hier. Hy fpoort de Luciferisten tot kalmte aan, byontraadt elle gewelddadige pogingen en wuet hen den, soo 't beet „wettelUken” wegtot het verkrOgen van berftel banner vermeende grieven; maar by went seer good,dat silo fineekingen en verzoeken niet baton sullen, ja met boogheid sullen wordenafgewezen; en heeft die pleats gohad, clan sal de blinds hoop van self tot geweld-

a) Beoordest., Mk. 190.

Page 334: vondel. - DBNL

298 KRITLICU OVERZICHT VAN LUCIFER.

dadige maatregelen gebracht worden, en op dat dwaalfpoor, van wear elle terngkooronmogoldk is. Zlin redo words geftoord door de onverwachte verfchuning van GodsVeldheer Michael, nfgezonden om het rumoer to Wen. Wel gezien van den Diehteris het, dat by Michael, die als do outtroerende arm" words voorgefteld en goenoandere dan ftkfeho krijg.manstaal roert, het gefprek kat houileii met don voorzich-tigen Beizebub (die ook bier wederom s el zorgt zich niet to kompromitteeren) enmet de Luciferisten, die by en de hoogte bohandelen kan; — dock hem niot tegonover Lucifer zelven ftelt. Deze tech kon, volgends het karakter, dat de (hater hemtockent, met den achtbaren Gabriel of met den zachtmocdigon Rafael over hot read-flot der Godheid redetwisten, en, door don eonen op din verftand, door den anderenop zik gevoel laten werkens maar den gebiedenden soon van Michael, die louter on-derweeping, goon redenoering daldt, soft by niot bobbin bunion verduren. Mushall onby — zoo als zy sib voorgefteld — konden elkander &Been op het flagvold ontmooten.

Naauwldks beefs deb de Veldheer met de Godgetrouwe Reba verwdderd, of doStedekonder dant op. Gellik do volksleiders van elle eeuwen %dust hy lang nog,den ftaf, hem door do muitelingeu aangeboden, to willon afflaan: eon kunstgreep, omken in ken oproerige voornemens to Capon on terons don blaam, welken hy geroeltto vorchenen, van deb of en op Immo verantwoordelukhoid to %logien. 't Is, wan-neer by — vs. 1259 — de gotuigems van Belsobuli en diens modoftandera inroept,als of by met alleon de Almackt, maar ook sick zelven, °wrest elk bedoolingensocht to nualeiden. — Ily words ten croon gevoerd: de misnoegden zweeren hemtronw, en — wat vooral niet voorbygezien moot worden, sy beividsen hem — vs.1266 — goddelijko core: con handeling, die gewis oorfpronkelijk slid bodoeld word,dock waartoe sy door Bobolink gebracht worden, en die bun drill volkomen maakt.Het lied, waarmede sy vervolgends to veld. trekken, is allerkeurigst gedicht. Detree-keen, anapesten en daktylen, die elkander al hortende vervangen, Colleges, metsnored warizheid als do muzijk let soil kunuen doen, de onrustige en Wilde ftem-ming, waarin bet oproerige heir zich bevindt. Ben fchoon kontrast levers hiermodede weemoedige trenrsang Or Engelen, in kahnon, edit Ijrifchen trans gefebroven.

In hot Vierde Bedrly won't Michael door Gabriel opgeroepen om sick to wape-nen for ftraftb der °prodigies. In de redo van Gabriel — vs. 1366-1378 — merkemen op, hoe oeaige eigenfekappen van God, als sUn algidfehap, sUn Gonad., sibGerechtigheid, als zoo lel° byzondere perfonen worden voorgefteld. Hetzelfde doetook Hoonvianr in zips Abraham de Aartavader ; --- doch boo blinks bier Vondebadverts fmaak boron diem an sin navolger nit. Hoopliet lent de verfebillende eigen-ft:klippen der Godheid in zip dichtftuk ale handelende perfonen optredon on lengeredovoeringeu 'louden: al 't walk op den dune iota ftuiiends heeft, waarmede het ge-send rerftand sick niet kan vereenigen. Vondel dear-en-tegen noemt so niet dan in't voorbygaan, soo dat do loser den Aid niet keeft, del in bet ongewone der voor..Milling to verdiepen, en naanwlipts weer, of by do woorden van Gabridl bier letter-hik, den wel figuurluk hoofs op to vatten.

Wederom verplaatat ons de Dicker by het leger der oproerlingen, aan welko sinLucifer, attar do gewoonte dor volksmenners, de prachtigfte behind' doot — vs.1489-1450 — en moral do woorden, ovidlicid, tirannv, flaaffche dienstbaarheid"co antlers) dergeltike effekt-makende nitdi ukkingen met fpaart. De vreesfolijko ftrijdftaat op hot punt eeu aan‘aug to mimeo; maar nog words de ontknooping, op eontreffende, aandoenldke °Use, %edam en. Niemand, hoe vordorion ook, of by boort,alvorons gohecl to vallen, de ftem dos gewetens, die hom vermuant, de hum van Gods

I

Page 335: vondel. - DBNL

gonads, die hem tot inkeer roept; ook tutu Lucifer doen hoiden zich hooren, nu Ra-fael, do Befeherm-Engel, in de roorendfte klanken hem ‘erzoening en lorgiffents komtaanbieden en tot terugkoer van mjn dwaalweg now. lk sod in goon letterkundigvoortbrengfel, vau welke eenw of van welk yolk ook, een dichterluke tweefpraak wetenaan te wbsen, die apweegt tegen deze heerlIjke redowisfeling tusfchen den Tolk dorHerneMho liefde en den nog niet goheel rerftokten zondaar. Treffend blinkt in ditTooneel het sedelijk olerwicht nit der reins onfrhuld boron do sonde. Lucifer, diebedreigingen en goweld soft getart hebben, is naanwlijits Ireland tegen de (tom dormedelijdonde Liefde. Norgends veroorlooft by zich een hard woord tegen Rafael: integendeel, akin hart getulgt al weer on meer, hoe reel barer dere is dan by zelf, enin uolken pool van jammeren zijn hardneklughetd hem ftorten zal• — en hartver-fcheurend is de bangs wanhoopskreet, welken ziju fchuldbefef hem afperst in dontrcffenden regal:

Of ergens fchepfel zoo rampzaligh zwerft airs ickt

Voorwaar, we) een ontzettende tamp most in het hart gevoord wordon, wanneersulk een uhboezeming vernomen wordt uit den mond van hom, die, boy en ale 'In-dere fehopfelen gezegend, het mast aan den troon der Godheid float. Door Luciferbier zoo du* boklagenswaardig voor to ftellen, weet Vondel voor zijn boofdpetfoon,zoo lang men nog op diens behoud mag hopen, do innige belangftelling des lezersen voortdurend diens modelthlen op te wekken, en von nit by hierdoor aan eon hoofd-vereischte van het drama, hot levendig houden dior beide gewaarwordingen. Reedsvisit men zich, dat Lucifer, zoo wear Rafael den laatften flag weet te Haan, sal af-sien van olju opset, waarvan by self het doemenswaardige insist; maar tot dat laatfteworth can den Befuherm-Engel do tbd niet moor gegund. De flag is sangevangen.ApoHion komt zijn Veldbeer ton ftrbde reopen: en de Item van den valfeben trotsverdooft by Lucifer die van het ontwaakte gewetea. Hy trekt op met stjn heir; maarnog wil Rafael zün pogingen tot behoud van den fchuldige niet (taken: on ken byhem selves niet larger tot bekeering vermanen, by sal voor minst nog bet eenigevoor hem doen, dat overblijft: by sal voor hem bidden. Roerond en IiofeliJk klinken,tubfehen de oortopkreten in, de versuchungen, waarmede de vrome Engolen nogtot in 't tanks beproeven, den gerechten toorn Gods van den sondaar at te wenden.

In bet VWde Barbie komt Uriel, Michaels fchildknaap, den nitflag van den ftrbdverkouttigen. Ztjn %wheal is niet alleen meesterlijk fchoon als dichtftnk; maar ookut ✓uen ftrategisch oogpunt merkwaardig. De berchrbving dor beide flagorden is evenvernuftig menden ale kunftig en cierlbk uitgowerkt. Eigenaardig was het deukbecldem hot heirleger Gods ale eon driehoek — bet gowono zinnobeeld der Godheid,

Bon eackelheit in eat dryptostigh licht —

voor to ftellon: on dear tegen over de flagorde van Lucifer te lorgeluken mot eenboog of haktptuaan (het fytubool der Turken, die in Vondeis oogen niet 'eel beter

warts. 4101 de -hose Geesten), die zieh mot twee drolgende platen of hoornen voor-does oni ai tilper en Libra• gekromd en gefpannen, ten tests in 't midden berftenmoot v.. 1644-1670. — En welk con lever, welk eon gloed, welk een afwisfe-ling doer 'het gandfche tafereel I De hodondaagfche fchool, die all. tango verhalenwraakt, soft misfchien den ftrbd Never ohm voorftellen, dan er de befchrbving vanhooren, maar welke vertoaning ware in ftaat ons alles zoo natuurldk en aanfehon-welbk wader to men als het verhaal van Uriel sulks doet? Wie nog cenig gerool

KRITINCH OVERZICRT VAN LUCIFER. 299

Page 336: vondel. - DBNL

300 'Emmen OVERZICHT VAN LUCIFER.

voor ware dichtkunst behouden heeft, met hier allos ale voor zijn oogen gehenren,en fmaakt ruimer voldoening dan hem de Inisterrukfte melodrama-toeftel soil kunnendoen genieten.

De zegevierendo Michael wordt nu door de Roien ingehaald en geeft een kortverflag van Lucifers val. Dan, al is de sego op de wederfpannigen bevochten en dehoofdperfoon van bet tooneel verdwenei, zy die, als MITCHAM; 9 on anderen, ge-meend hebben, dat daarmede de handeling kon geacht worden to zijn afgeloopen, endat al hetgeen volgde met meer was dan een onnut aanhangfel, hebben ['Been be-wezen, dat zy bet eigenluke onderwerp van het drama niet begrepen, of nit het ooghadden verloren. Immers, de vraag bluft over• is de behaalde triomf volkomen? is,door den val van Lucifer, de mensch, Gods nienw en bovoorrecht fchepfel, welltsgelukftaat by benbcido on waarom by de wapens opvatte, in then ftaat bevestigd?Ziedaar wat wy behooren to weten, eer wy zeggen barmen, dat het fink eon voldoendClot heeft bekomen, en waaromtrent one Gabriel in het laatfte tooneel een droevigte-leur-ftellend bericht komt hrengen; maar dat tevena aanleiding geeft om to wb-zen op eon range toekomst en alzoo het treurfpel op een even vorhevene ala roe-rende a ajze to fluiten.

Gewis, hot dichtftuk kon goon treffender en troostender einde nemen dan met diefehoone niiboezeming der Engelen, zoo gefehikt om den loser in die godsclienftigeftemming been to render), welke het treurfpel, naar zijn ondorwerp, beftemd was, byhem aan to kweoken.

Ala drama is dna ook to dezen opzichte do "Lucifer," naar miln oordeel, onberis-polijk: ala karakterfaildering nisi minder, on ik soh het naanwlijks noodig oordeelen,dit bindle nader to betoogen, had ik Vondel niet to verdedigen tegen de beeordeolingVan yaw ALPREN, die, a) Vondels Duivels tegen die van Milton en Klopftock over-ftellende, ze to „menfehelUk" acht. Tegen doze bofchuldiging mag , in de eerfte pleatsworden aangemerkk dat, zoo al de Dnivels van Vondel niet zoo uiterst affehuwelijkworden voorgefteld ale die van den Britfchen en die van den Hoogduitfchen dicbter,milks dolman is toe to farbven, dat zy nog goon Duivels zijn. Lucifer en zijn aan-hangers waren nog Met gevallen, nog niet geftrafl, en wy zien hen alzoo in een tijd-perk van overgang nit een ftaat van gelukzalighoid tot eon haat van boosheid roor-gefteld. Milton en Klophock daar-en-tegen vertoonen bonne duivels niet in perfoon,mar bekhrtiven hun boosheid on vinokwaardige eigenfcbappen. Milton vooral maskons do gruwzaamfte wezene en verfehrikkelukfte beeltenisfen af, die, zonder dat zyeenige wandaad bedrijt en, one reeds ala Infra° monfters bekend zbn; zy zijn reedsin de het, en bun maatfehappelijke toeftand flak derhalve van zelfs alles nit wat eenfchljn van „mensehltikheid" vertoonen kon. Maar ten &adore, wanneer men de be-raadflaging van Lucifer en zijn medeitanders in het Tweede Bedrtjf vergelUkt met dieder Duirelen in bet Pandemonium a), sal men, by 't in aanmerking nemen van hunonderfcheiden toeftand, een grooter overmaat van boosheid, eon grooter verhevenheidin het kwade, con onverfaagder mood en flouter endernemingszucht by de eerstge-melden vinden dan by de helfche Geesten van Milton: de rand van Belief vooral isby den Engelfshen diehter to zwak on to W om nit den mond eons Duivels voortto komen.

Wat betreft de goode Engelen, overal vertoonen zy, in don "Lucifer," een karakter,

I) Beoord , Hz 204a) flower der Bob. Rug** ens bl 99a) Zle Parade/. Lost, B. Tr, vs. 110-2515.

I

Page 337: vondel. - DBNL

KRITISCH OVERZICHT VAN LUCIFER. 301

vorheven dienaars van den grooten God waardig• in Olken toeftand handhaven zy opgrootfche wdze de hemelfche majefteit, en verrichten nieta, dat ftrudig zott kunnengetleht worden met hen nattier als Geesten: in dit opzicht overtreft Vondel denBrufehen dichter, die van Engelen fpreokt, door honger gedroven en bet overkhotvan hun voedfel nitwafemende, zy eten en driuken in den home!, liggeu in troepento flapen en zun van bonder kunne zoo dat men eer van de Engelen van Milton zoftmooten zeggen, dat zy to monfeholuk zun voor Hemelfehe Geosten en Dienaars derGoddeluke Majegteit.

Eon andere vraag is, of bet onderwerp evenzecr gefchikt was voor een dramatiftheels voor een epilthe behandeling. Die vraag is grootendeels door Vondel zelvenbetintwoord geworden in sun „Plettrede" en in zun „Bereeht," en wy sullen hem inzijn „Bereeht" voor den „Salmoneus" er nader up men terugkomen.

Gewis is op de rodonen, welke by in die verfaillende apologien aanvoort, wel beteen en ander aan te merken, en in onzen tud, waann men zelfs geen gebed miserop don Sehouwburg hooren wil — of het moot gezongen worden — zof een opvoe-ring aldaar van den „Lucifer" weer ergernis dan Mating geven; maar Vondel faredvoor eonw, en moat in overeenftemming daarmede betiordeeld worden. De Schouw-burg — 't slj bier herinnerd — was nit de Rederukerskamers geboren, en daze nitdo MyMinh der muldeldenwen, wear niet enders dan ftiehteluke of Bybelftoffenwarden opgevoerd. De klasfieke ditbtkunst, die in Vondels tud een alvermogendeninvloed op de Tooneelpoizy verkreeg, ftrekte wel om hear te befehaven en te ver-cieren, en wat vroeger eon bloot fehonwfpel of een drooge en ftijve redeneering was,voor oog en hart behagelijk en treffond to maken; zy opende aan den dichter eenmimer veld; maar by het aanbiedon van niouwe ftoffen, nit de fabeleenw geput, Bootzy daarom de kenze niet nit van onderwerpen, als creepr ran da He'lige Schriftontleend. Maakten vele naanwgezette lieden er een versvdt van aan bet Tooneel, dathet to Heidensch was, gingen vele enders° or been, met goon ander doel dan omrich to vermaken, dit gat' noch aan gene noels aan daze het reclit om tegen Vondelnit to varen, omdat by een ftiehteluk fiuk vervaardigdo en Joist daardoor poogde tobewijzen, dal de Schouwburg seer wel kon dienatbear gemeakt worden aan de ver-fpreiding van vrome en godsclienftige begrippen, en eke sateen tot tUdverdnif, maarook, meer bepaald, tot leerfaens tudtverdrtif beftemd was I). Doch, welke redeems dePredikelpipp en andere tegenftrevers van Vondel ook hebben mochten, om by de ver-fehlinliarian den „Lucifer" den bauvloek tegen hem on sun trenrfpel nit to fpreken,den hedendaagfdien fchonwburgbezoekers voegt dit met; ban, die b. v. in KotrebuesKruisvaarders hoiden historifehe waarheld on godsdienftig gevoel men verkrachten,die den Heiligen Profeet Moses in een bravour-arsa gaan toejuichen, wien de moord-tooneelen van de Sint Bartels nacht, op muzuk gebracht, tot tutfpanning !trekkers•of die hen vronwen en dochters near die fchool van ontucht voeren, welke het Fran-fche tooneel met sun clubbelzinntgheden hen aanbiedt. — Neon voorzeker! de fehouw-burgzalen, waarin al dio onzin, al die wartaal, al die zedeloosheid, al die grnwelenworden eftgek,rsamd en voorgefteld, sifts de meesterftukken van Venda niet waardig!en wie thands van ergernia praten wil, ergere rich over dat alles, maar ergere rich

niet over den "Lucifer."De wise, waarop Vondel sijn onderwerp heeft behandeld, had niet-te-min een go-

growls rodeo prgernis kunnen geven; wear aan ecbter niemand in zimen tied taunt

i) Zle Deel III. biz. NO.

Page 338: vondel. - DBNL

302 KRITISCH OVERZICUT VAN LUCIFER.

I

gedacht to hebben, en die ook lung onopgemerkt is gale% en by latere bebordeelaars.

Wear die in gelegen was, zal tk thands ontvouwee.

In den winter van hot jaar 1844 Mehl ik in de kunstkweekende Maatft happy FelixMends to Amftertlam ern reeks van loorlezingen over Vondol en meer bepaaldelukover zijn „Lucifer." By deze opzetteltjke bohandeling van het drama was het natant.

lijk, dat ik het meer in at zijn byzondei heden leerde konnen, dan vroeger het gevalwas geweest, en dat, by onderlinge lergeluking der plaatfen, mun aandacht net op

raken on bedoelingen, welke ik to voren met bad opgemerkt. Het was, of my roil

lichtftraal voor den geest kwaw, die my in dit werk con gehetmen zit bet lezen, tot

dies tijd voor intin oog %erborgen. en, °fa hoon ik self in don aativang omtrent de

waarheid mutter ontdekking twufel en wantrouwen bloef voeden, ern hernienwd tinder-

sock ftrekte taken out my te et ertingen, dat ik good gezion had, en dat de „Lucifer,"

by al sun overige N erdienften, nog de verdicnfto — zoo 't (hen naam mag dragon —

beat, eon allegoric te sun: — en wel — con verbloemde voorftelling van den opftand

der Nederlanden tegen Mpg.lk heb hier boven op de tweeds blailstide van dit Overzicht gezerl, dat hetzelftle denk-

beeld rich in hetzelfde tudvak by re& hillendo perfonen ineermiden voordoet ; — en zoo

is het ook bier het geval. In den Ovorusfelfchon Almannk van 't jaar 1850 verfcheen,onder den tytal van: VONDELS Luctran, eene poldteke allegorie, ern opftel van Prof. Jonck-

bloet, die van mijn lemon noch van bet aldaar ntedegodeelde eenige kennis tlroeg,dock wien eigen onderzoek tot hetselfde residual geleid had ale waartoe ik geko-

men was. Aileen vond tk dear meer breedvoerig niteon geset, wet ik aan mtja we-

hoorders in korte trekken had medegedoeld. Het is die boknopte modedeeling, welke

tk hier wensch to geven; wie moor verlangt te woton near bet gezegde opftel verwtjsentle.

„Wet was" — zoo fchreef ik in 1844 — de eerfte asnlelding tot wederfpannigheid

tegen den Honing van Spanje by de Nederlandfche Edelen? Wy vinden bet antwoord

by alle frbrUvers• hot was do meerdere gang, door Ftlips aan de Spanjaarts be-

wesen. "Dear &builde eon heimlijk duchten;' zegt Hooft, „dat de lieftle der gemeentotot den Honing niet sonde orkend worden, met de bejeegeningen, waartoe sy gewend

was van sOne Voorzaaten, die hear tnet elle aantmuntgheit geftreeld en gefteofd

haddeu" — en vorder: — „de Grooten 'a Lands en getytelde Herren, gewoon de

Witten naest aan 't hart to legghen, en met de blaakendfte ftraalen der jonftebefeheenen to worden, zaagen sick verfthooven, on do vreemdelingen in 't bezit vanden Honing."

„Het is ern iegeltjk bekend, hoe Karel V fchier by nitfluiting aan de Nederlanders

sUn vertrouwen gofehonkon, en hen niet flecks liter to lande, mar in Spanje sells

met hooge bedieningen had bekleed, tot groote ergernis der Spanjaarts. Onder nipsmidland de reaktie, en bet was niet te - verwonderen, dat de voormalige gunftelingendes Vsders rich niet dan met fpUt en misnoegen door den soon zagon terag genet,on Spanjaarts met die eerambten voorzien, waarop ay vermeenden nitfluitend gerech-tigd to stjn.

„Wet nu woks in hot treurfpel de ontevredenhetd op van Lneifer en de ovorigo

Vorfton? Het is de meordere gamut, aan den mensch bewozen: de eerfte rang, vroe-ger aan de Engelen, thands aan hem toegekeud:

De ininfeh is nutehagh dos one boven 't hooft te waffen.Zun wafdom zal ons !weft verfehricken en verrq/fen.

Page 339: vondel. - DBNL

303KRITISCH OVERZICHT VAN LUCIFER.

Ons flaverny gad in: — gad heene, viers en dientEn eert dit nieu geflaeht all onderdaene knaepen

Onze erfnis komt hun toe, all ustverkoren zonen. ens.

„Zoo de beganftiging der Spaanfehe Edelen boven do Nederlantlfthe nan den moat-hen vooral een duorn in 't vleesch was, daarby kwamen, om niet flochts hen, maarook de gemeente to 't harnas to jagen, de plakkaten.

,Wy vtndett evenzeer in den „Lucifer" do aankondiging van Gabriel, door Belzebubmilts eon plackaet gettoomd•

De Stedehouder hoort waer cht plucked op draw —

ale ecn tweedo en voorname minim:ling tot wederfpannigheid vermeld.„En aan wie worden, in de Gefchiedenis zoo wel all in bet Tretufpel. de handba-

Ting on nitvoering der plakkaten in de eerfte pleats opgedragen? — Least den briefvan nips II aan skin Stedehouder Willem van Oran* „ende gonierld hetgeen in do-zen can u is hangout* faint de gencegenheid om my lust en dienet to doen, wear-mode ik vertrouw, dat gy n bier aan zult to koete leggen, last ik a, en verzook ern-ftelijk, dat gy 's salve bevordort met bewits van elle vereischte genet en behulpzaambeid"ens. — en vergeltik dies met do gezegdeu van Gabriel, betreffende en tot Gods Ste-dehouder:

Gehoorzaemt Lacier, verknocht aan Gaits geboden —

(leer SAsdeliouder, tuft, en hanthaef creerfte one waxen.

„Zoo eenig Edelman by silo floeverein in Wog° ecr en aanzien ftond, bet wasWillem van Oianja, de gunfieling van Karel V, de Stedehouder van Holland, deBidder van 't Golden Vlies, do aegis in den Rand van State enz.

"Desgeigks wordt ook Lucifer voorgefteld ala macbug boven alle Engelen:

Gehenets in den top von alle hierarchyen —

Overgotenifet fehoottleit, lotisheat, pc*t en seat er kunst geolotenEn ftroonsen solider mad set oiler /chattel bros.

,,fotusfchen lien wy zoo wel den (tenon all don andoren :kb aan 't boofd plain fender ndsnoegdon.

Wio was de man, op wien vooral do Nederlandft:he Edelen geheten waren? Wasbet Wet Grinvelle, de man van mindere afkomst, tegen wion men moor gegrondo re-denen van beklag kon aanvoeren, dan dat by eon vreemdeling was en boven do in-boorlingen door den Honing onderfeboiden en met gunatbowilzen overladen ward?En hoe last zich Lucifer nit over den begnnfugden Adam?

Page 340: vondel. - DBNL

304 KRITISCH OVERZICHT VAN LUCIFER.

't Is tut dat LuciferNu duicke voor de komft van deze dubb'le fler,Dee van beneden reit en zoeckt den wegh neer boven,Om met een aertfchen glans den hemel to verdooven.

Ben acrdtworm, use een klonsp van aerde en klay gedraopen,

Ens Jaeger is 'er die de kroon deer boven fpant.

Zoo sal een vreemdelingh, een worm, het hooghfle wortHier boven voeren, en een ingeboren zun'chtenVoor 1 reemde heerfchappy?

Zullen wy, Stadthonders van Godes maght,nor dit geleent gezagh, een wulpfoh vermogen, knielent

„De tegenftanders van den Kardinaal vorwisfelden de livreien banner bedienden,fatten bun eerst een sotskap op den moues en lieten hen later bet grsauwo kleedder rouw dragen met een pijlbundel vercierd. — En wat zeggen de Luciferistent

Leght of ow hooftcieraet: verandert uw lievreionBo vrolijckheit in rou.

„De Edelen klaagden over bet asnbldren der Spaanfche foldaten. Lucifer zcgt vanAdam:

Het blyckt, hoe heerluck hem de Godtheit begenadsght,Oock door eon ldfwacht van veel duizenden verdadight.

„Maar niet alleen do Edelen, ook de gewone burgers in de Nederlanden hiovenltude klachten aan, zoo wel dat de byzondere handvesten en rechten der Steden,ale dat de privilegiin der Staten gefchonden werden• — zoo klagen ook de Lu-ciferisten:

Wy waren pas gewut tot pylers van suit hof,Bekleedden omen plscht ale frowns njxgenooten,En warden op eon fprongh gebannen en geftootenMt ders waerdsgheit, verdruckt teftrengh mitre.De hantvest en het recht, dat one de Godtheit grit,Wort agetrockea, ens.

Geen snenfch vet-flouts zsch, once orden om to wroetenOf die bezworen recht to ontwuden.

Page 341: vondel. - DBNL

KRITISCH OVERZICHT VAN LUCIFER. 305

,En welke sun de antwoorden, op die klachten gegeven ? — Wy behoeven er Burnosh Boort voor op to fleet. Wy bison bet in Vondels treurfpel:

Die wetter geeft.... vermagh de wet to breecken. —

Uw Recht en handveft bluf de Godtheit onderdaen. —

(Gods) zee den eenen ran, den andren op den Croon. —

„elle uitdrnkkingen, die wel wat heel zonderling klinken, wanneer men die niet al-legonsch opneemt.

,,Eer nog de opftand in de Nederlanden een bepaalde organizatie verkrugt, hebbener onderhandeltngen pleats, en men zoekt near iemand, die door geboorte en rangde meeste aanfpraak heeft om de misnoegde Eedgenooten to vertegenwoordigen. Welis de hoop van 't algemeen meer op Oranje gevest; maar doze was, in de !Idling,welke by bekleedde, beftemd, een andere rol in het omwentelings-drama to vervullen. —In hot treurfpel abet men het gebeurde lignurluk voorgefteld. Apothem en Bella, deLodewijk en Marna van Lucifer, beraadflagen, hoe sy de Engelen tot wederfpan-nigheid sullen aanzetten, en de flotfom, waartoe zy geraken, is:

Men hanthaef 't Engeledoni, zips hantveft, eer, en ftaeten,En kieze een hooft, waer op etch ieder magh verlaten..

Dan doende Belzebub, een Vorft van groat gezagh,wapen aen hen klacht en tvetagheit to hangen,

Met plotfling, lacier allengs, en ale door zudegangen.De etedehouder stet zyn tegent000rdigheitBie self de ftercke hens aen snick een trots beton.Wy sullen in den Russ son' sin en voorflel hooren:By ream voor een pool, en geve in 't ends de fporenAen 't opgeruide heir, verlegen om eon hooft, ems.

he niet, of Vondel plastfen nit de brieven in de Ardaves de la wasfon de Nasfau,had gelezen en op rijm gebracht? Roe kan men duldelijker dan in de voorafgaanderegale de bonding den afgebeeld. by den aanvang der beroerten aangenomen, doorBrederode, — het hooft, dat, ale afftammeling der Hollandfehe Graven, bekleedwas met groot gezagh, en stip adeluk wapen Ling aan de klacht der Edelen? — doorOranje, die, Lid van don Bast der Landvoogdes, sick buiten de handelingen der feem-verbmidenen bleef honden? — Op then Read der Landvoogdes, gelük op de geheolemachtsverdeeling in de Nederlanden, is volkomen toepasfeluk de befehruving, doorGabriel van de Hentell'ehe hierarchy gegeven:

De hoogVe to Serafin, en Cherubuts, en Tivon,Die mums in Goes Raet, en ftercken zijn geboOn.

,,Zoo ward de Landvoogdes in de Nederlanden ter Ode gentian door den Readvan State, den Geheimen Rand, on den Read voor de Geldmiddelen.

DM WWI= TAN I TAN TU'PflL vi 2u

Page 342: vondel. - DBNL

306 KRITISCH OVERZICHT VAN LUCIFER.

Ds middenry Wad nit Heerfchappyen, Krachten,En Maghten, die op 't woort van Godte Geheimraet wachten.

„Do Staten der Provincien, de Adel, en de Hooge Geestelukheid, die het woordvan hear geestelbk Opperhoofd, den Pans, bekomt.

De derde en laeglifte ry, gewut nit Vorftenheen,En groote Aertsengelen, en Engelen, most deackenVoor 't woort der meddefrye, en laten etch gebruicken....In hen' bgzondren laft.

,,De KrUgehoofdes, Landvoogden en Stedehouders." Dat Vondel die ale van demiddelrye, en due van de Staten, afhankelbk voorftelt, at overeenkomftig de valfchebegnppen, die in de zeventiende eenw, aangaande bun wederzudfehe betrekkingenwaren doorgedrongen.

„Aileen door de hier sangehaalde vaerzen in figanrluken sin op to vatten, en welin zoodanigen ale er door my aan gehecht wordt, last het zich rti►en, dat Lucifer,wien voor 't overige de hoogfte rang nails; God wordt toegekend, ja die, in den top vasalle hterarchyen wordt gefteld, imps, 't geheele fink door, geen hoogeren tytel draagtdan then van Aartsenged, waardoor by tot de dards of ondergefchikte klasfe behoorenzoit. In Vondels oogen — on near do algemeene begnppen van die dagen — wasOranje wel, ale Vhesridder, Lid van den Read van State, ens., vooral door zdn ge-boorte, de voornaamfte onder de Nederlandfche Edelen, maar ale Stadhouder (Ands-engel) aan de Staten ondergefchikt.

„Even ale Brederode in 1666 door de Brnsfelaars, zoo wordt Belzebub door deLucifensten verwelkomd. Men leze de geheele pleats, welke aldus (vs. 1010) begint:

Beer Overfte, op towns wench **tellers keurebendenZech wapenen

„en men herinnere zich daarby dat Brederode een „bends van Ordonnantie" kom-mandeorde.

„Brederode ftelde zich aan 't hoofd der Eedgenooten, die zich met een zoogenaamdfmeekfchrift tot de Landvoogdes wendden. Belzebub bandelt op gelbke wuze. Tot deLucifensten zegt hu:

Met fmeecken moght ghy heft en eaft tau' wenfch vertoerven. —

Ick wit u voortreen neer don troon van 't groot pedals,En one gerechugheit bemiddelen door paw.

„De grieven, in het fmeekfchrift vervat, over de benoeming van Spanjaarts tot Staats-ambten, enz. vinden wy door de Lucifensten aan Michael opgege% en, b. v.:

.D8 hentel bluve maer in zunere eerften Rant,Men Pell' gems amptenaers van 't hemeVch VaderlantBetted= 't aertfch Wheat.

Page 343: vondel. - DBNL

„Men hebbe hier fleehts de woorden hemel en heinelfch in Nederlanden en Neder-

landsch en aertfch in Spaansch te veranderen.„Michaels autwoord luidt als dat van Margareta

Indeenghe door gezantenWilt handelen om hoogh, tot voorftant van uw lot;Wy eviller& uwen zoen bemiddelen by Godt.

„Men denke aan de zending, eerst van Egmond, later van Bergen en Montigny,near Spanje. —

„De opftand, eenmaal algemeen geworden in de Nederlanden, werd, overeenkom-ftig de lens fiddles on roe 'tapes a la Wanes, alleen tegen Alva, en in 's Koningsnaam, gericht. Even zoo betuigt ook Lucifer alleen tegen Michael en voor de cereGods to oorelogen:

Wy yvren voor Godte ear, om Godt zun recht te geven,Verftout sck my en dwael this verre India; 't fpoorVan snips gehoorzaanheit.

Geturgh. .. doorluchtfte Heeren ...Dat ids, eat moot en dwang, drat loft aenvaerdex zal,Tot voorftant van Godts Buck, om one bederf te keeren.

Wy :were* te gelyck by Godt, en Lucifer

Ick vecht,Es oorloge ender Godt, tot voorftant van zbn kooren,De hantveit, en het Reeht, lutes wettigh aengeboren.

Ick hanthaef 't heiligh Recht, door hoogen swot geperfi,Ex, xa veal wederftants, way &aka overdrongex,Op 't klagen en gekerm van duizenden van tongen.Ga hene, bootichap dat den Fader, osder messIck skis, voor 't Vaderlant, den ftandert voere, en dies'.

„Zie daar de glimp, door Lucifer atteden opftand gegeven. Ook by beet pro lege,rage at grege to ftrilden. Maar wat is 't daar men op dock?

Zoo sal de *mug der hemelen verkeerenIn eases vryen Staet.

„Wel is dit blijkbaar nooit het oorfpronkelüke doel van Oranje geweest, en heeftmen zelfs na sljn dood nog een poos de heerfchappy is koop geveild; doch het isde flotfom, die na den opftand door zeven Gewesten verkregen ward, en Vondel konvan aljn Ilandpant bet verwerven daarvan berchonwen ale reeds van den aanvang atin bet plan gelogen to hebben.

KRITISCH OVERZICHT VAN LUCIFER. 3O7- - -

Page 344: vondel. - DBNL

308 KRITISCH OVERZICHT VAN LUCIFER.

Indtenghe my voor 't hooft van uwen irydom kept,Zoo fine den eedt noch ems enz.

„zegt Lucifer, en ongeveer zoo fprak ook Prins Willem.„Waar de Rot aan het fiot van het Derdo Bedrijf zegt

Hemel, curds, zee, en ftrantAllen ftaen in hchten Brant.

herkent men daar den ftrud niet, zoo door de geworven troepen to lande, als op zeedoor de Watergeuzen gevoerd? Ontfangt Michael met denzelfdeu last ale Alva, om

Met eaten gloet van vier en yver doze vleckenTe branden tat Godes noon —4

„poet de halve maan van Lucifers flagorde one met denken aan de fpreuk derGeuzen: Lzever Thrksch dan Paapsch,

"Leest men in vs. 1729, 1730:

Gelvck het zeegedrws al fchuimende op een rotaGeftutt wort, rd. op rein, en met weer aft ken redden —

„het devies met van don Prins: faevis tranquilly. in undis? — Nerves niet Lucifer, totdriewerf toe, den flag, gel& Oranje dno malen in de Nederlanden viel? Kan menhet er met voor houden, dat de Lee= en (Zee)draak, die voor Lucifers wagen zOngefpannen, op Holland en Zeeland zinfpelen, de twee Gewesten, die voornameltjk envoortdurend 's Prinfen zUcle fteunden, en zich door zijne hand listen befturen? Zot by't verhaal der misfchepping van Lucifer in seven dieren onder eon ook gedacht zijngeweest aan de Urns der seven Provincien ? En kan men in die godgetrouwe Reien, dietwee derden van de Engelen intmaken. de Spaarlfche Nederlanden ook herkennen, wierbevolking met die der afgefeheiden Gewesten ongeveer ftond ale 8 tot 2?

n't Is wear, het treurfpel eindigt met de tiederlaag van Lucifer en zijn Engelen;terwul het aan Oranje en zun zonen, hoezeer dan ook na vele tegenipoeden, gelnkte,de onafhankelukheid van den vrugevochten Staat to verkrugen. — Maar toch, zoowel Lucifer ale Oranje verbenren de gunat van hun Opperbeer en de hooge waardig-heden, vroeger door hen bekleed: — en zoo de een ale de ander bekomt hierin zbnwil, dat Adam batten het Parades, en de Spanjaarts buiten het grondgebied van denbevrijilen Staat worden gebannen."

Dit alley fohreef ik in 1844. Ik voegdo er. toen een apologie by, welke ik oordeelde,dat ouzo dichter behoefde. Ik gaf ale nnjne mooning to kennen, dat Vondel, altUdbezorgd out in zun voorftellingen zoo getronw mogeluk de waarheul of to beelden,en nimmer iota fchrOvende dan met een type of voorbeeld voor oogen, 01* by hetvormen van het plan om den val van Lucifer to bezingen, in de wezenitjke gefchie-denis naar een opftand gezocht had, op welken by dien der Engelen kon modelleeren,en dat het hem eenvondigat was voorgekomen, rich to regelen op den opftand tegenSpanje, die een ieder nog versch in 't geheugen lag. Ik gaf to kennen, dat by by diekeuze zich minder om de ftaaterechteltike kwestie bekommerd had, dan om de by-zonderheden, welke by to pas kon brengen, en dat men hem, wegens het fehtlivenvan zijn „Lucifer," nog niet van Spaansgezindheid kon befchuldigen. Ik hob federt

Page 345: vondel. - DBNL

KRITISCH OVERZICHT VAN LUCIFER. 309 1leeren inzien dat mthi verdediging ten eenemale mank ging, en dat Vondel er metmode zott gediend zdn geweest. Ik heb dit ontdekt, van toen ik, de hand geflagenhebbende aan de nitgave zuner werken, deze in kronologifche orde had gefteld, enallenga gewaar was geworden, hoe, met zijn verandering van geloof, ook verandenngvan politieke denkwijze hand aan hand was gegaan• tk heb het begrepen nit zijnwuze om den Munfterfchen vrede te bezingen, nit de gunftige wuze waarop by inzijn "Leeuwendalers" de „Zuidzdde" voorftelt; uit zun lof- en eeredichten op Spanjaartson Zuld-Nedertanders; nit de flotpenode van het „Berecht," dat hy voor zijn treurfpelplaatste. — Maar vooral heb ik die ingenomenheid van den rechtfehapen en zacht-=wen Vondel met Filips II en zijn hoiden kunnen verklaren, federt ik in de lestejaren zoo vele fchrdvers, die ik inegeluks ala rechtfchapen, ja ale zachtzinntg vancart meen te kennen, de gefehiedenis van den opftand tegen Spanje op geheel anderewijze heb men beiiordeelen, dan vroeger door Hooft, dan later door Motley gedaanis. Die befchonwingewuze, waarby de gefehiedenis, zoo men 't noemde, gerekonftru-Gerd werd, en die zoo veel ergernis verwekte, was niet nieuw, geluk velen geloofden;zy had voortdarend hier to lands in meerdere of mindere mate by velen beftaan,en, aangekweekt vooral door de Loden der zending, welke de Jezuieten bier federthet begin der zeventiende eenw geveetigd hadden, was zy van de ftreng Katlic)Ibkedenkwdze onafTeheidelbk geworden — Het onderfeheid tusfchen Vondel en de laterefehrtivers, bier bedoeld, beftaat datum, dat deze laatften vnjelijk en open voor hengevoelen zbn mogen uitkomen, terwui Vondel na de dubbele lea, welke hem eerst zdn„Palamedes," later zdn ,,Maria Stuart" hadden berokkend, het rune niet dan bedek-telUk en onder bet kleed der allegorie heeft durven verkondigen. Van dear dan ook,dat zijn tUdgenooten zun bedoeling met fehijnen doorgrond to hebben; of in suntrenrfpel wellicht album een toefpeling gezien hebben op de omwenteling in Enge-land: — ja, 't soft my niet verwonderd hebben, zoo hy oorfpronkeluk bedoelde,Cromwell tot type van zip „Lucifer" te nemen en van dit voornemen is afgegaan, doorde nieerdere pitmen van overeenkomst, welke de opftand tegen Ftlips hem aanbood.

Maar behoorde dan Vondel tot de zoodanigen, the de Spaanfcbe heerfehappy inNederland terugwenschten? — Ik mag niet van den „Lucifer" afftappen zonder dozevraag to onderzoeken, on ik vind te meer sanleiding daartoe, omdat mun geleerdevriend Jonekbioet hear op biz. 8 en volgg. van zijn opftel toeftemmend beintwoordt.,,De Nederlandfche opftand was veal meer nog nitgebarften ter verkrijging der vrd-held van geweten, dan ter befeherming van politieke rechten, on Trigland fprakwaarheid, toen by beweerde: „Men zag in bet cent zoo zeer niet op die Hooghe-„den en rechten: 't hart en was zoo hoog• niet; .... men deed situ best om de tiranny„te verdrUven, inzonderheid van de confeientien dergenen die de ware Religie, ook„onder bet kruia en aware vervolgingen, hadden aangenomen.” Goon wonder danook, dat de partU die de osde godsdienst was bluven aankleven, die zich bedroefdeover de kettetlj, die noode de heerlukheid der kerke zag ondergaan, den blik gerichtbleef houden op den Spaanfehen Monarch, door wien taken RI herftel van het om-vergeworpene kon hopen. Maar bnitendien, zoo het protestantisme, dat bet juk vanden kerkelijken Monarch had afgeworpen, door acme onvermddeluke konzekwentiemoot overbellen tot liberals ontwikkehng onder republikeinfehe vormen, — betKatholicisme moest nit den aard der sake meer monarchaal geftemd blUven; en ge-luk het de knie boog voor Gods Stedebouder ale voor het gekroonde hoofd der Berk,zoo moest het ook meer den traditionelen eerbiod bewaren voor den Gezalfde desKaaren, het gekroonde hoofd van den Staat.

Page 346: vondel. - DBNL

310 KR1TISCH OVERZICHT VAN LUCIFER.

„Zoo werd den ook de fiend van :Akan bier to lands befchonwd. Maakte men in1588 plakaten ”tegen de Padeluke afgrijfeluke afgodery," doordien onder anderenook dasrdoor ,,de gemeene rust verftoord werd," nog Wens de handelmgen overhet &hand matte men zwartgheld om den Katholteken eenige vrulteld van gods-dienstoefening to geven, „dewul de Roomfchen, altyt Spaensgennt dijnde....licht tot„cinch fchadelijck ontwerp fonden worden gebracht De ftreng Katholteke Von.del, de doortastende uverige zanger van de Hekeldichten, kon geen transactiegeestvoeden; zune begrippen waren die der Katholieken van 1584."

Tot bevestiging der bier door hem gage meemng, dat ooze dichter werkelijk deSpaanfehe heerfchappy met alleen betreurde, maar zelfs terug wenschte, hash defchruver in de volgende bladzuden onderfcheidene plaatfen aan, soo nit de „Leen-wendalers" ale nit de ”Berptegelinghen van Godt on Godtadienst," en de „Hoer-luckbeit der Kercke," alzoo uit werken van veel Yroegere en veel latere dagtee-kening dan de „Lucifer." Op de gewtchtige beduidenie der plaatfen uit de „Leen-wendalers" hob ik self in miln Overzicht van dat ftuk reeds gewezen, op die vande aangebstalde plaatfen nit de beide andere sal ik to zuner tkjd wdzen; — dochal moge men utt deze en nit honderd andere plaatfen meer kunnen bewuzen —wat wel momand meer sal tegenfpreken, — dat Vondel den opftand tegen Spanje ver-foeide, den Pans aanhing en den diepften eerbied had voor het goddeluke recht derVorften, ik vind nergens eentg bewijs, dat hy eon omverwerping van de beftaandeorde van salon en een terngkeer tot bet onde verlangde. Reeds tildens zjn overgangtot de Roomfche Berk sod zoodanig verlangen een dwaasheid geweest zijn; want deRepubliek was machuger geworden dan bet eons zoo machtige Spanje ooit geweestwas: on na 1648, no Spanje self de Vereenigde Gewesten voor „een Vrijhett op slobself" erkend had on er elle aanfpraak op had laten varen, zon dat verlangen alleenby een volflagen krankzinnige hebben kunnen opkomen. Maar bovendien — ik heber elders reeds moor op gewezen en zal er nog dikwuls op moeten wgzen — omtrenteven hoog ale den Pans en de Gekroonde hoofden fcbatte Vondel de StaatsgezindeMagian aten en de Arofterdamfche Burgerheeren, en even als by terzelfder tgd dat byde „Leeuwendalen" fchreef, ook sign dichterlijke hada aan de Burgemeesters bracht,die 't Vredewerk hadden helpeu doordrUvon, even soo vervaarcbgde hy fchier on-middelijk nit zgn „Lucifer" z(jn echt Amfterdamfche „Inwijding van 't Stadhuis," enbelette hem op meer gevorderden leeftud zijn beftendige sucht voor 't thus der Stu-arts niet, in fehitterende vaersen tegen Karel U not to varen, en de heldenfeitenonset zeehelden to bezingen. — Wat by wenschte was nimmer, herftel van het ver-ledene, maar vrede en verdraagzaamheid insfehen de Kristen natten, en zoo by zich&ILO getrouw Katholuk betoonde, 't was vooral daarin, dat by de onde lens der Gen-son omkeerde en in ftede van „Bever Turkech dan Psapach," tot wachtwoord had:,,liever wat bet ook sy, dan Tstrksch." De verdrgving der Ongeloovigen nit Europa,ziednar de hoofdgedschte die sun politick voondurend bezielde, wanr elks anderegedachte aan ondergefchikt bleef, en tot verwezenluktng waarvan by vooral, den al-gemeenen vrede telkens innep. Wat sot de goede man, mdien by weer op aardekon terngkeeren, gejamsnerd hebben by bet vernemen, dat, as twee eonwen, die doorhem gowonschte heirvaart niet alleen nog geen pleats had gegrepen, maar dat zelfseen Katholülte Selzer on Gen Protestantfche Koningin zich vereenigd hadden met denTurk om gezamentIgk een Griekfchen Keiser to beftnjden I

Page 347: vondel. - DBNL

De „Lucifer" kwani by De Wees in 't licht, vercierd met een ty-telplaat, waarop Michael was afgebeeld, die den wederfpannigen Engelnit zijn wagen doet tuimelen. Jan Vos vervaardigde, tot ophelderingdaarvan, het navolgende gedicht:

OP

DE TITELPLAAT

VAX

LUCIFER.

flier ziet men Lucifer in 't harnae op zijn waagen.De wreede Leeuw en Draak z(jn in 't gareel geflaagen.

De hoverdy maakt flout om 't quaatfte te kftaan.Seer morgenjlar, ey keer I uw hoop van winft is waan.

Gy rent uw val te moet. de booawicht Apt zijn ooren.De zucht tot heerfchaFpy gedoogt geen nauwe fpooren.

Wie fteil wil klimmen moet geen doodtagevaar ontzien.Men koopt de kroon voor bloedt Wie (tout is kan gebién.

Z#n boezem is van nijdt en hoverdy bezeeten.By zwaait zijn legerbijl, om dol en godvergeeten

Met 'ahem& heir te wan. de ftaatzucht drift hem voort.Hy poogt de goude wal en diamante poort

Van 't eeuwig .Engknburg door ftormen om te Itooten.Maar Michai verfchijnt met gloende donderklooten,

Met blixemichichten, en verplet dit boos geflacht.Wit met zits fterker vecht betoont meer moedt dan kracht.

VermeeteUeeidt bedriegt het brein in alle deelen.Bier ziet men hoe dat Godt, in d' eerie der ftaatskrakkeelen,

De trouwloosheit verdelgt, tot fchrik van d'Eigenbaat.De Ifni verftrekt een zuil daar hof en- land op ftaat.

311

Page 348: vondel. - DBNL

Het was, gelijk wy dit reeds vroeger, o. a. met „de Gebroeders"gezien hebben 1), in die dagen de gewoonte, de tooneelftukken opte hristeren met vertooningen, hoedanige wy er nog een zweem vanover hebben in den „Gysbreght," en welke federt verdrongen zijndoor de later ingevoerde ballet-pantomimen. Eene dergeluke vertoo-ning, beftemd um te dienen by den „Lucifer," werd door Jan Vosvervaardigd, en is ons bewaard gebleven met den brief, of — zooals men nu zoit zeggen, de „memorie van toelichting," — die er bybehoorde. Ik laat een en ander hier volgen.

„Mijn Heer

„De dana van Engelen, dear gy met my van gefprooken hebt, zalmijns bedunkens niet raadzaam zijn, dewijl gy de Engelen, om deval van Lucifer, een wettige reeden, met een treurigh gelaat op hettooneel laat koomen: ik heb er een gemaaltt, die zich wonderlijker,geloof ik, voor d' oogen der aanfchouwers zal vertoonen: want indeeze wordt het vervolg van 't fpel, de goude en zilvere eeuw, uit-gebeeldt.

„Belchrijving van de Dana achter het fpel van Lucifer.„Adam en Eva, van Liefde, Onnoozelheit, Trouw en Eer gevolgt,

verfchijnen in 't Paradijs. hier op komt het Bedrog uit d' afgrondtrijzen, maar omheint van Welfpreekentheidt, Meineedigheidt, Smee-ken, Vleien en looze laagen. zy 2) heeft haar pruik vol flangen van't hooft en 't vergift in haar mondt geleit. nu komt zy met eenaangezicht vol aanminnigheit, aan Eva, dan aan Adam een fchooneappel bieden. dit wordt haar door een Engel, die zich hier tusfenvoegt, elke reis belet. endelijk, door de vrucht bekoort, krijgt Evad'appel en eet van 't verbooden ooft en geeft het aan Adam, die't zelfde doet: d'Engel vertrekt met een deerelijke zucht. het Bedrog,dartel door zulk een vervloekte zeege, volgt met wufte fprongen.

„'t Bedrog, vol heilloosheidt, verfchuilt haar pruik vol flangen,En berfi door 't aardtrajk hem, daar zy haar kunft voor ftelt. -

Wie 't oog bedriegen wil moet zich met glans behangen.Bet vleiende Bedrog is fterker dan 't Geweldt.

Zoo deedt zy 't eerfie paar van 'shemels /poor afwenden.Wie dat Godta wet verwerpt verwacht niet dan ellenden.

„Terwijl Adam en Eva, die zich naakt bevinden 42) bezich zijn meteen but te bouwen 2), vertoont zich een Engel, die de gramfchap

i) Zle Deel III, Ms 699.s) Die sy — men vergisfe skit niet — is 't Bedrog.s) Zen vreemde wtjae om anderen te vergeven, maar Bedrog is bier de „Siang," en die drugt

vergif in bear bet4) Hoe of dot ward voorgetteld? Men bedenke daarby, dat de vroawerollen toen nog door mans

yervuld werden.s) In t Paradija? Riot seer Bijbeiseb.

312 VON DELO LEVEN.

Page 349: vondel. - DBNL

afgrijfelijk ten oogen nit komt blaaken: hy drijft het verleide paardoor het brandende ffagzwaardt, dat hy in zijn hand heeft, uit hetlusthof. Honger, Armoedt, Arbeidt, Ouderdom en Doodt voegen zichby d'eerfte BaBingen. de Goude eeuw wordt door de Yzere verjaagt:de Tijdt komt vaardig voor den dagh fpringen. hy heeft Staatzucht,Nijdigheidt, Oorlog, Roof en Moordt aan zijn zijden. nadat deze Gruu-welen een pons 't zaamen gedanst hebben, verfpreiden zy hen overde werreldt. Liefde, Onnoozelheit, Trouw en Eer worden in een wolkvol ftarren ten hemel gevoert.

„Wijkt Liefde, Trouw en Eer. de plaagen zijn aan 't ftijgen.De lionger, Arbeidt en de Doodt betreeden d'aardt.

Bet voedfel is niet dan door zorg en zweet te krijgen.De Staatzucht, Wreedheit, Roof en al wat onheil baart,

Bekoomen voile macht om 't aardtrzjk te overheeren.De gruwlen zijn niet dan door 't fehilt des deugts te keeren.

„Nu komen de Faam met haar trompet, en de Tijdt met zijn feis-fen gewapent, op het midden van het tooneel. Zy hebben Adam enEva aan hun rechte zy: den Dag en Nacht aan de !Enke. Honger,Armoedt, Arbeidt en Bedrog volgen. Staatzucht, Oorlog, Moordten Roof leeveren hnn waapens aau de Faam en Tijdt. De Doodtdeurfchiet Adam, Eva, d'ellenden en d'andere grnuwelen: hierop gee-ven de Faam en Tijdt al wat zy van deeze Pesten ontfangen hebben,aan de Doodt; die, om haar macht te betoonen, de Faam en Tijdtbeneevens alle de anderen deurfchiet 1). Natuur, die met haar vierdochters, Aardt, Water, Lucht, en Vuur, het geweldt poogt te ont-vluchten, wordt door de Doodt, die haar hier ontmoet, bevochten.Hier tusfchen verfchijnt er een heldere wolk, daar men een waagennit ziet koomen, die van" een Fenix voortgetrokken wordt: op deezevertoont zich d'Eeuwigheidt: zy is in 't wit gekleedt, en behangenmet een blaanwen itaatlymantel, die met ftarren overzaait is. haarpruik wordt van een Hang, die de ftaart in haar bek heeft, omringt.Zy verdelgt door de blixem die zy in haar handt heeft, de Doodt:en zet Natuur op haar waagen en voert haar ten hemel. De hoofdt-ftoffen verdwijnen 2).

I) Wel had de boar, even ale in de 41nchtige betchrljving van den Aran es Titus" desselfdentehrEven, ook van deco Vertooninglannen denken

alai dat fpul soo wort,Dan word's op het ion de kykere ook oerstoort.

s) Er bleat shoo can „Natnnr" over, dock veritoken van datgene wear eon Maim nit harm! —Dock wet not ik verder hebben aan to teekenen op can vertooning, die Wet eileen vol onsinnighe-den is, mean eigenlEit Met den in een verwthlerd verband is gebracht met het onderwerp, waartoeay beet te behooren, en mete aanbiedt dan eon kende allegoric.

VONDELS LEVEN. 313

Page 350: vondel. - DBNL

3 I 4 VONDELS LEVEN._

„Elk komt zijn waapene aan de Iliam en Tijd opdraagen.Deez' worden weeder van de Doodt in 't graf geleit.

Wat immer aasfem fchiep word door de Dood verflaagen.Noch moet zy zwiehten voor de handt van d'Eeuwigheidt.

Deez' wordt vergeefa beftreen van d'allerftarkfte krachten.Wie geen begin/el heeft, heeft ook geen eind te wachten.

„Mijn Heer!

„De wijsen, om op te dansfen, heb ik nu droef, dan blijt, naard'eigenfchap der gemelde perfonen gevoegt.

„Uw E.Genegenlie dienaar

JAN Vos."

Page 351: vondel. - DBNL

Hoe voortreffelijk ook de „Lucifer" ware, niemand zal verwonderdzijn, dat het treurfpel aanleiding gaf tot vrij wat opfpraak. Niet, datmen toen den verborgen zin, die er in fchuilde, dadelijk ontraadfeldfchijnt te hebben: althands het is my niet gebleken, dat de politiekeftrekking van dat ftuk door de tegenfchrijvers werd aangetast: —op welk terrein Vondel zich moeilijk zoft hebben kunnen vrijpleiten ;doch er was, behalve dat, ftofs genoeg om aan bekrompen verftan-den en vreesachtige gemoederen aanftoot en ergernis te geven. Deopdracht aan den Roomfch Keizer, de toefpelingen, welke men indie opdracht vond, de keuze zelve van het fink, het brengen vanden hemel in den fchouwburg en het ten tooneele voeren van boven-menfchelijke wezens, dit alles was een fchandaal en heiligfchennis inveler oogen en verwekte een nitberfting van de hevigfte klachten.Vooral waren het de Predikanten, van onds her op Vondel gebeten,die ook nu wederom tegen hem to velde trokken. Sommigen onderhen gingen zoo verre, er openhjk op den kanfel och en wee overnit te roepen, dat men zulke bybelftof en den Hemel met de Enge-len ten tooneele bracht; dat men 't heilige mengde met menachlijkevonden, en daar een fpel nit maakte. In dit fpel, zeiden zy, warenonheilige, onkuifche, afgodifche, valfche, en gants Route dingen, tefpitsvondig nit menfchelijke herfenen geroepen, begrepen. Hun pre-dikatien en beklag by de Overheid hadden zoo veal uitwerking, datmen den „Lucifer," na dat by twee malen was opgevoerd, van hettooneel weerde. Doch zoo dit tot fchade ftrekte voor den Schouw-burg, wegens de kosten, gemaakt tot opluistering van het dekoratief,het bezorgde daar-en-tegen groot voordeel aan den boekverkooper.Gelijk het altijd gaat, en ook by de verfchijning van den„ Palamedes"het geval was geweest, de nieuwsgierigheid werd opgewekt om telezen wat men verbood to fpelen: de gandfche oplaag van duizendexemplaren was in acht dagen tijds uitverkocht en een tweede uitgavehad fpoedig hetzelfde lot.

Onder de Predikanten, die het meest tegen het treurfpel geyverdhadden, was Petrns Wittewrongel (een Soutelander van geboorte enin 1638 van Zierikzee naar Amfterdam beroepen) wel de voornaam-fte, die dagelijks in zijn preeken den Schouwburg met de tooneel-fpelers doorftreek, die noemende fcholen der ydelheid, zondige hoog-ten, overblijffels van 't heidendom, aenleidingen tot zonden, godloos-heid, onreinheid, lichtvaardigheid en tijdfpilling.

VONDEL8 LEVEN. 315

Page 352: vondel. - DBNL

316 VONDELS LEVEL

Vondel, als wy meermalen gezien hebben, was de man niet, omzich door befchuldigingen te laten ontmoedigen. In tegendeel namhy, te zijner verdediging, behalve den reeds zoo yank door hemgebrnikten fcherpen geefel der fatyre, deze reis ook het middelvan ernftig betoog te baat en fchreef zijn „Tooneelfchilt of Pleit-rede voor het Tooneelrecht."

Page 353: vondel. - DBNL

317

TOONEELSCHILT

OP

PLEITREDE

HET TOONEELRECHT.

1654.

Page 354: vondel. - DBNL

Cedo nulli.

Ilk wijk voor niemand.]

318

Page 355: vondel. - DBNL

319

TOONEELSCHILT.

z naemhaftige en rnftige Hollander 1), die vanwijsheit en letteren t'zamenhing, eenen ftapel nitge-leerde boecken 2) naliet, en wien endelijck het me-taelen pronckbeelt van Rotterdam, zijne geboorte-ftadt, toegekeurt 6,) wert, zeide, dat men nauliftiet moght nitgeven, of hoefde het 6) met de fchilt-wacht van eene voorrede te befchntten. Het ge-

meene fpreeckwoort zeght: wie by den wegh timmert, lijdt veel aenftoots.Zoo gaet het oock met den fchonburgh, en tooneel en tooneeliimlen,die oordeelooze gezellen te bijfter in het licht ltaen, om dat hunnetedere hariFens $) niet knnnen begrijpen de waerdy van eene over-oude knnfte, one door zoo veele wijzen en treffelijcke verflanden aen-geprezen. Wy bekennen ront nit noch niet te konnen begrijpen waeromde kerckuil 6) een fchiltknaep van de Wijsheit en Pallas vogel is:want een kercknil bemint de dnifternis, en haet het licht. Hy znight

1) Hollander: „Erasmus."s) Maeleer* b000ken voor „door en door geleerde booker' " oven zoo op de velgende bladzijde

reg. 3• des nitgoleerden Grieodes‘a) foepekeurt: oferl0ker den: „toogekend," en meer de hooge coating nitdrukkende, door de op-

rioliters van hot handbeeld hnnnen dadgenoot toegedragen. Zoo ook Deel V, biz. 707e) Of hoefde US veer „of men beyond Mob in do yorplichting het...."si Tedero Wan voor „wake hersfens"s) De derail:JP Vondel matte bier, om met de geostelijka heeren, die het tooneel verboden, to

(shortfall, van Minorvass nil een herknll. Zeker whit hy, zoo good ale lemand, dat die vogel cande godin dor wgshoid word toagewiid, om dat de geleerden, even als de Mien, meermslen de naoh-ten wakende doorbrengen. Verge10k voorts do Plarierbloons van azleaked, blz 93, vs. 12.

Page 356: vondel. - DBNL

320 TOO N BELSC H ILT.

den olijfoli nit de gewijde koorlampen, en vangt by nacht het licht-fchuwe ongedierte, als een lecker wiltbraet; eigenfchappen die luttelgemeenfchap met de wijsheit fchijnen te hebben: doch zulcke natuur-geheimeniffen, den uitgeleerden Griecken t' Athene, het hoogh al-taer der wijsheit, grondigh bekent, moghten ons klaer blijcken, had-den wy van kintsbeen of by den hoogh verlichten Trismegift 1) ende natuurkandige Egyptenaers, zijne wackere fcholieren, in Zonne-ftadt 2) ter fchoole gelegen, en onze onbeflepe zinnen op hun heiligh-dom, het uitgefneden beeldewerck 3), op grafnaelden ter eeuwigegedachteniffe uitgehouwen, gefcherpt. Ondertuirchen willen wy onsliever over dit zinnebeelt verwonderen, dan, met gevaer van den halete breecken, fteil opklauteren naer een geheimteken, met ons onver-ftant !loch niet to bereicken. Tegenwoordigh was het voornemen voorhet wettige tooneelrecht noch een weinigh ten overvloet te pleiten,hoewel het voorheene al met genoeghzaeme reden en bewijs verdae-dight is: verzoeckende dat de toehoorders, die het gigagen 4) end' aenklaghten der tooneelfchenderen aenhoorden, zich gewaerdigenoneenzijdigh hnn oordeel een luttel op to fchorten, om de heerlijckefpreuck Boor Party, eertijts met goude letteren, boven den ingangkvan het onde ftadthuis, gefchreven, met der daet te voltrecken, enniet zonder grondige kennis van zaeeken te nemen, een ontijdighvonnis, ten lafte van fchonburghoofden en tooneelieren 4), te vellen.Wy willen dan, op deze hoop getrooft, voortvaeren, en terftont vande bepaelinge des tooneels aenheffen.

Het tooneel is een verheven plat, toegeftelt naer den eifch der rollevan de perfonaedjen, die elck volgens henren ftaet ingekleet, en ge-lijck vermomt, door Itemmen en gebaer uitbeelden eene hiftorie, ofwaerfchijnende verzieringe, of klncht, waerdigh tot ftichtigh ver-maeck, 6) in het openbaer, gehoort en gezien to worden. Uit dezeeenvonwige bepaelinge kan de verftandige oordeelen of tooneelknnftzoo ftrafwaerdigh zy, als vernuftelozen, onder fchijn van hun bezwaertgeweten t' ontlalten, haer nitroocken. 7) Deze bepaelinge heeft medeeenige gemeinfchap met den ftoel des redenaers, die in hooge &boo-

0 Trinnegia „Hermes TrIsmegistus." me bet deswege eangeteekende op den „Mips* of Tuckers-Iola." biz 1111.

I) tonfacfladf: „Heliopolis."s) Het tragelleedefe beekiererek by bedoelt bier niet Aileen de allegoric, maar ook het bieroglyllfeh

fehrift, op de gedenkteekenen to vindene) Givegen gammon. of gigag is de benaming aan bet gebalk van den ezel gegeven.,, Toomelieres: de worm goomelier, hoewel even wettig ale die van koetjter, !wager, kruidesier,

warneoesenier, aaineoesetaft, is min gewoon en Vondel self besigt meestal dien van tooneelia.e) Janda . tot fileletigh versweek: ceker, wie de klnchten van die dagen gelesen of maar ingeke-

ken heeft, sal slob eenigsins verwonderen, hoe het woord itiehligh daarby to pas kan gebracht worden.7) Utteeockes. voor „ultluchten," en, even ale dit, bier In de beteekents van „nitmaken, nitkraten"

gebesigd.

Page 357: vondel. - DBNL

TOONEELSCHILT. 321

len zijne wijsheit en geleertheit den fehoolieren en braven vernuften,oock door heilige en weereltfche hiftorien, naer het ongeftadigh be-loop der weerelt, ontvout. Zy deelt mede in de tafereelen der hiftori-fehilderkunfte, beftaende uit welgefchickte vertooningen, die, op haerenrechten dagh befpiegelt, naer d'afgemaelde ftof, ftichten of ontitich-ten: en de hiftorifchilderkunft verdiende by d'ouden den naem vanftomme pazye, gelijck de pazy den titel van fpreeckende fchilderyebereickte, dat eigentlijcker op tooneelpoezy fleet, die haere fpreeckendeperfonadien regelrecht, terwyl een redenaer perfoneerende, die niet re-gelrecht invoert. Het onderfcheit, tuffchen redenaer en tooneelier, be-ftaet oock ten deele hier in, dat de redenaer doorgaens alleen fpreeckt,en, naer den ftijl der rederijekkunfte, by wijlen perfoneert 1), en uit dennaeme van eenen anderen fpreeckt; het zy uit den mont van Godt,of eenen engel, of koningk, of amptenaer, of vryen itaet, of ander-fins, gepaft op de leeft der ftoffe, om bet hart des toehoorders teroeren, en lieflijck, buiten zijn weten, tot des fpreeckers ooghmerckaen te leiden. Het ooghmerck der treurfpelen is, zoo wy voorheenezeiden, den verwilderden aert in te toomen, en zeden in te fcherpen,gelijck de grijze en wijze Pythagoras dit oock door de muzijck be-ooghde. Het blyfpel verlicht zwaermoedige geeften, en geneeft de har-tewonden der ftaetheeren en amptenaeren, door gedurige bekomme-ringen en beflommeringen, tot heil der gemeente, afgeflaeft. Is nuhet ooghmerck des redenaers, en der fchilderkunfte goet; hoe kanhet zuivere wit der tooneelknnfte zwart en quaet zijn? nimmermeerkan eene zaeck, nit haere nature goetaerdigh, quaet genoemt wor-den, ten zy een uitgedruckt verbodt van Gode, of Godts ftedehouderen,over het heilige en weereltfche, en verftandige ouderen, die pit ach-ter d'ooren hebben 2), tnffehen beide inkome: dan kan zelf de fchooneparadijsappel, nit ztjne nature goet en goet blijvende, en alleen tenopzichte van bet verbodt quaet, ziel en lichaem vergiftigen, en eenenendeloozen fitted van bederf naer zich fleepen. Moft men altijt, omder dingen misbruick, het recht gebruick verworpen; wat zou 'erter weerelt onomgewroet en in zijn geheel blyven ? Dat waer, gelijckPlutarchus in een voorbeelt bybrengt, elle wijnftocken, om het mis-bruick des Nina, met wortel met al uitroien: en wy hooren bet on-faelbaere orakel der wijsheit beveftigen, dat de wijn Godt en menfchverheught. 8) De fehonburghboofden kunnen dan met geene reden

0 Perfeneert: 't Lat perJonam aga , een rol vervult"a) Pa cockier Caere,' &Men voor „kloek On " Zoo segt men in tegongeltelden sIn van aen onbe-

dreven mensch. „hy is nog ntet droog &clam de ooren "11) Doi de WUn Go* en amen/CA eerkeugla ale Pfaha CIV. la.

Di WIWI! VA/I J. VAN VONDEL VI

21

Page 358: vondel. - DBNL

vatten, dat men het tooneel zoo fchendigh over de hekel behoordete haelen, en betuigen dat de fchouburgh t'onrecht van afgoderye,en hoererye, hun in der waerheit onbekent, eerloos en fchaemteloosgefchantvleckt wort. Zy zien met kit dat kerckglazen, orgeldenren,en het nienwe Kapitool een achtfte wonderwerck, met uitgehouwenbeelden, en heilige en weereltfche fchilderyen praelen, en rekenenhet den kunftigen predickftoel geenfins tot afgoderye, dat de werckenvan bermhertigheit den leergierigen door uitgefneden beeldewerckaengeprezen worden: want beelden, gelijck men van outs zeght, zijnder leken boecken. Slaet den bybel op, van het boeck der fcheppingetot Sint Jana- openbaringe toe; ghy ziet 'er doorgaens hoe Godt,voor en onder en na de wet, den aertsvaderen, koningen, profeeten,en kruisgezanten, op velerhande wijze in droomen en gezichten, aledoor levendige vertooningen, verfcheen, en hun zijne genade, liefde,en gerechtigheit, en majefteit en heerluckheit en wit openbaerde.Noah, d'eerfte wijngaertplanter, zagh den eerften regenboogh aen delucht gefchildert, hem verzekerende, dat Godt het menfchdom nietmeer door het element des waters zoude verdelgen. Aertsvader Jacobzagh te Bethel in den droom eene ladder, die van d' aerde aen denhemel reickte, daer Godt boven op ftont, en engelen op en afklom-men. Jofefs droomen van korenfchooven, tonne, en mane, en elfflarren, die hem aenbaden, fpelden zijne toekomende verheffinge; dedroomen des fchenckers en korenmeefters, in den kercker, de ver-heffinge van den eenen, en het bederf van den anderen ; Faroosdroomen van vette en magere koeien, en voile en doove korenaerende vruchtbaere en onvruchtbaere tijden. Mofes hoorde Godts of desaertsengels Item nit het doornebofch, dat in brant fcheen te ftaen.Godt verfcheen Salomon 'a nachts in den droom, na het brantofferente Gabaon. Ezechiel zagh, onder veele andere vertooningen, Godtsheerlijckheit en majefteit, van geen fchilders penfeel, noch dichtersvernnft t' achterhaelen. Nebukadnezers droom van het geweldigebeelt, met een goude hooft, zilvere borft, kopere buick, en yzereen leeme voeten, was, naer Daniels nitlegginge, eene vertooningevan vier booftheerfchappyen der weerelt. De vertooninge op denbergh Thabor, daer Chrittns hooft en aenfchijn [korts hier na opden dootahooftbergh, met de doornekroone gekroont] gelijck de zonftraelde, en Mofes en Elyas met hem in gefpreck verfcheenen, ont-voude bet voorfpel van de glori, waer in de gekruifte boven allehemelen zoude verheerlijckt worden. Godts onfaelbaer ftedehou-der, wien d'almaghtige de fleutels des hemels toebetroude, zaghde vertooninge van een vat, vol dieren en vogelen, nit den ontfloten

322 TOONEEISCHILT.

Page 359: vondel. - DBNL

hemel nederduelen, gelijck eenen grooten lijnen doeck, aen vier hoec-ken gebonden: en de Heilige Geed; fchuift, voor den EuangeliftSint Jan, de gordijnen van zoo veele vertooningen open, vol gehei-menifTen en gebloemde wijsheit, te zijner tijt te kennen, ondertuirchenby wijlen jammerlijck van neuswijzen misduit en verdraeit. Maer wybehoorden den gelovigen helt Samfon, op den triomfwagen der Hei-ligen omgevoert, niet voorby to gaen, die, naer de getuigenis derGodtgeleerden, in Dagons kerck fpeelde, en al danffende en zingendeen fpringende Gode zijnen geeft opofferde. Al de weerelt gewaeghtvan de gefchicktheit, en bequaemheit der Societeit 1), in het manie-ron regelen en zedevormen der leergierige jongkheit, het welek zymade uitwerckt door Godtvruchtige en ftichtehjcke tooneelfpelen, entooneeldanffen, wijt afgefeheiden van lichtvaerdigheit, en bederf vangoede zeden, by haer ten hooghften gehaet. De Spartaenfche maegh-den plaghten, in Lykurgus geftrenge en gemanierde eeuwe, den har-nasdans te danffen, hoedanigh Julius Seatiger, voor Keizer Maxi-miliaen, door laft van Bonifacius, 'a Keizers oom, niet zonder grooteverwonderinge van geheel Duitslant, vertoonde. De hooghgeleerdeVofflus, zoo diep in letteren gedoopt en gedompelt, en wien fchijn-geletterden geen hantwater mogen geven, zeide deer dryderhandemusijck was, montmuzijek, hantmuzijck, en voetmuzijck. By montmu-zijck verftont by maetgezangk, by hantmuzijck vingerfpel, op tam-boeren, cymbaelen, flniten, en fbaeren, ons van den koningcklijckenprofeet aengeprezen, en by voetmuzijck het geregelt danffen. Of mennu op eenen vloer, of op een tooneel danffe, dat gelt evenveel, be-houdens -dat de dans geene lichtvaerdigheit of ongemaniertheit, metream itrafwaerdigh, neer zich fleept. De Heer van Bartas in Vranck-rijck, boo befsemt om ztjne heerlijcke gedichten, weer op Goulart,leeraer te Geneve, zulcke geleerde aantekeningen ftelde, voert, opde bruiloft van Salomon en Faroos dochter, Saturnus, Jupiter, Mars,Merkuttr, en Venus ten reie, en zon en maen, die bruidegom enbruit, Chriftus en zijne kerck, afbeeldende, de Spaenfche pavane 2)danffen, en, elckandere onderling kuffende en belonckende, het ge-trippel der voeten, op hun engelfch gezangk, en luit en violons,paffen. Verbeuren nu zuleke groote kerckmeefters niet, die heilighen onheiligh onder een mengende, en Godts bruit, de kerck, by derhant neemende, met beer de Spaenfche pavane danffen: en durf menzoo terftont den tooneeliften den danffenden droes op het lijf fchen-den, en hen, als padden en kickvorfchen, in den helfchen zwavelpoel

De Societe& die der Jetlieteh smelt*.s) De Spaelfehe parsed. sle Deel I, biz 877

TOONEELSCHILT. 323

Page 360: vondel. - DBNL

324 TOONEELSCHILT.

flingeren ? zeker zulcke printtekenaers itellen zich zelfs ten toon, enhoefden noch eerft het boeske van goede manieren te leeren, eerzy anderen onderwijzen Hun hooft is te plomp en onbeflepen, omfchuim van gout, en onkruit van tarwe te onderfcheiden. Indien mennu hier aen hechte de bewijsredenen, tot voorftant der tooneelpoezye,by verfcheide treurfpelen voorheene gevoeght, zoo zal een opmerc-kende oordeel den loffen grontflagh onzer wederpartye vatten, ende reden en billijckheit gaerne plaets gunnen, fchoon eene onbe-fchaemde tronie haere verwe niet eens verfchiet, en de kaep derlogentaele en laiteringe al stout voorby gezeilt is. Maer waerom be-pleiten wy het behantvefte 1) en gewettighde tooneelrecht, naer diendomme onwetenheit geene ooren heeft om te hooren. Het fchijnt eenbehantveft aenk!aeger magh teffens rijp en groen, en al wat hemluft, ftraffeloos uitbraecken op d' oefeninge eener vrye kunfte, byweledele burgermeefters en wethouders, nu al over zoo veele jaereningewillight. Eenen gemelijeken aert, zwanger om te bedillen watjuift zijne fmaeckeloze tonge niet fmaeckt, ontbreeckt het nimmer-meer aen lalterftof, en ongeruft, uit zijnen donckeren pruilhoeck, metdonckere en norffe winckbraeuwen grimmende, rekent den vrolijckenhemeldans der Goden zelf bedorven, zoo Venus gekurckte pantoffel 2)eens kraeckt. De heilige Sruisgezant Thaddeus 8) tekende al vroeghfommige pylaerbijters en domme dwaelgeeften, lafterende het geenzeniet verftonden. De betnelfche Waerheit, in den vleefche verfcheenen,wert doorgaens van fchijnheilige Farizeeuwen en fchriftgeleerden be-laeght en geplaeght. Zy taifterdeze oock doorgaens met den titel vantooneelfpeelders, door het Grim) woort ImoveTa eigentlijck uitgedruckt,doch met den naem van geveinfde in den Leitfchen bybel 4) oneigent-lijck vertaelt: want hoewel men, niet fonder reden, zeght dat at deweerelt eene tooneelrol fpeelt, nochtans pafte het fchijnheiligh kamer-fjpel der fchriftgeleerden eigentlijck op de leeft van quade geveinft-heit en mommerye, die, om in fchaduwe te fchuilen, een momaen-zicht en andere perfonadie aentrecken: want wie zijnen fchijn gelijckis, kan by geenen kamerfpeeler geleken worden. De Waerheit 6) noemdede fchijndeughden muggenzifters, kameelverflinders, en fplinterkijckers,die menfchen eer hooger dais Godts eer fchatten, onder fcliijn vanootmoedigheit, hoogh in hun wapen, zich zelfs boven aen zetten, enop merckten, in lange kleederen aenftappende, zich kittelden, wan-

t) Beltantrelt „geprivilegleerd," tendon wy seggen.a) Venus gekurckte panktfel• Me Deel 1, his 178.s) 7/Judders,' het is Petra., the dit gegt, 2 Peer II 124) In den Le{/Chen Wel dun „fitatenbybel," ale eerst te Leyden gedrukt.a) De Waerheit: „Kristus."

Page 361: vondel. - DBNL

TOONEELsCRILT. 325

neerze Rabbi gegroet werden. Zy gelijcktze by gewitte graven, nit-wendigh fchoon en heerlijck opgepronckt, inwendigh vol ftanck enverrotte beenders en beckeneelen. Zommige tooneeliften 1 ), hun eigenvlecken kennende, waerdeeren zich niet boven de waerdy, en hieromdeelenze niet zoo diep in fchijnheiligheit, als voorheene eenige ftoocke-branden en blaesbalgen. De Waerheit zelf beveftight dat openbaere zon-daers by wylen de boetvaerdigheit en den hemel nader zijn dan fchijn-deughden, daer de hartekenner van walght. Een Farizeeuwfche Lyn-ceus 2) waende, met den verrekijcker van zijne benevelde oogen, doorhet dack des fchouburghs heene te zien, en daer een hoerenouterVontdecken : maer het mine den opfnijder, en de rchonburgh, ComcediaVetus opflaende, las 'er, dat de kerck een dight dack is, daer eertijtsde dnivel onder gefcholen hadde, gelijck meefter Peter, de grootekercktooneelier 8) in groot Britanje, noch onlangs getuighde: want hetzijn terftont alle geene engelen, die verengelde menfchen fchijnen,naerdien de geeft der duifterniffe zich in eenen engel des lichts kanvermommen. Is het nu waerachtigh, dat Lacedemoniers de tooneeliers,zich kantende tegens de wijze wet van den wijzen wetgever Lykur-gas, uitbanden ; hun gefchiede recht: gelijck oock oproerkraeiers, mettoghtfchuit en wagen uitgevoert 4), niet verongehjekt werden. Degoddelijcke Plato getnight dit van de dichteren, die toch nimmer-meer eenen aenhang maecken, en waer onder oock de tooneeldich-ters wel mogen gerekent worden : Poeta: nunquam turbdrunt rempu-blicam, fed oratoree non fernel. Dat is: Noit holpen paten eenen vryenftaet op hollen, dock redentsees 5) klaerden cid meer dan ans. Maer hetwort tijt dat wy flniten, en een koftelijck borftjuweel aen de ketenvan deze pleitrede hangen.

De fchouburghhoofden vonden onlangs by geval eenige letters,in het perck van de halve mane des fchouburghs, geftroit, en, ge-lijck hemelval, nit de lucht, door het dack gevallen. Zy met YVERde t' zamengevoeghde letters by lettergrepen duidelijck fpellende,fpelden 'er deze twee wonderiprencken uit: SOFIRTF SpEELEN, MAERRIMEL MET: LUCIFER GAET TEN TOONEELREIE. Hier over ftondenzealle gelijck voor het hooft geflagen, en hadden noit gedroomt dathun een orakel, zoo onverwacht en vervaerlijck, zoude voor de

3) roonsee101en• hler besigt V. wetter den gewonen vorm.a) Ems 1Parisesaneshe Immense: Lyncens was beroemd In de fibel wagons sun feherp geslcbt.

GewoonIllk noemt men met dien naam lieden, die beweeren, verborgene slam te Men. Met seePeriemenselses Apses*. ken wok eon soodanige bedoete sen, die den splinter in sena anders oog be-*end en den balk In het :Una voorbyslet.

a) Neater Peter, de gnat* Mermt-tooneetter •rie V. bier bedoeld ken hebben Is my niet dnidelgk.a) Oproereraders, wet toolOhell en wage* teigteeert: een hateltJkheld, in 1 voorbygaan, tegen de

Predikanten, wig° by 't gebeurde met Smoot berinnert. Zie Deel III, bls 88.a) Redeemers. waarmede by de Predikanten meant.

Page 362: vondel. - DBNL

fcheenen fpringen. Indien nu d' Amfiktyonifche raet der vrye Neder-landen hier op befloot deze wonderfpreucken, op het poortael of voor-hooft van Apolloos Nederduitfche kercke, uit to houwen ; het moghtnabedencken geven of men tooneelfpel en tooneeldans, door een al-gemeen raetsbeffuit, over al zoude opfchorten, en den fchouburghmet een diamante grendelffot, by Vulkaen, der goden wapenfmit,gefmeet, eeuwigh toefluiten, en bezegelen: doch echter betroudenzedat doorluchtige en hooghwijze ftaetheeren verder zagen, en, onderandere loflijcke kunften, de tooneelkunft van Klio en Thalye, zoo veeleeeuwen achtereen en tot noch toe, in alle keizerdommen, koningk-rijcken, vorftendommen en vrye ftaeten, ten hove gewelkomt, zoudenhanthaven, zoo lang die, ter eere van onze wijtbefaemde koopftadt,de pylaer der goude vrijheit, tot eerlijcke ftichtinge van inheemfchenen uitheemfchen, gebruickt en niet misbruickt, en met hantgeklapvan brave heeren, helden, en jongelingen, en fchoone jofferen toege-juicht wort.

326 TOOT EELSC HILT.

Page 363: vondel. - DBNL

1654 OP WITTEWRONGEL. — IIITVAERT VAN ORFEITS. 327

Men ziet, dat ook in dit ftuk de fcherpe roede der tuchtiging nietgefpaard was. Meer indruk echter dal] dit betoog, 'twelk hier en daarniet wemig ftof tot tegenfpraak zott hebben kunnen verfchaffen, tnaak-ten de beide hier achter solgende liederen, die fchijnbaar niets metde zaak gemeens hadden, (loch bedektelijk, voor hen die 't wisten,de Predikanten op kluchtige wijze doorhaalden, en in 't byzonderWittewrongel, op wien by bereids deze regels had toegepast:

OP

WITTEWRONGEL.

Trompetter van de Zeeuwen,Gy terght een nett vol fpreeuwen.

UITVAERT VAN ORFEUS.

OEN Orfeus met zijn keel,Toen Orfeus, met zijn keel, en vegl,In 't maftbofch, zong, en fpeelde,

Tierelier, tierelier,Dat fehoone luftprieel;

Scheen hemel aerde en zee, _Scheen hemel aerde en zee, alree,

Op zang en fpel, te danffen,Tierelier, tierelier,

to Gevolght van wilt, en vee.

1 Orfese: dogs was, als bekond Is, do Thratacks ganger, whine hearlUlto muzBk niet eileen Ooden,en =sachem, =Aar =Us do Magmas Caren, ja de onbestelde wenn*, tot :la trok. By hetgeenV, bier =ht.= van hem asp, tan men nada moats godurige toepoIlngen op den dichter =Ivanherkemnen

s ,M= sus keel, as yea- opmerkenawaardlg Is bier de sangertge en gemakkelps r(Imflag, die telkensan don maiden regal het Botwoord opvangt. Wet den eoll of yodel betreft, offchoon het bier depints stet Is, ons In eon geleerd en moan= ondersook to Dolmen, walk fnaarotig °dens welsat hebben gebesIgd, goo mag Ik Wet nalaten, bier can te teekenen, dat V. do gewone voorftel-lIng voigt, gent die ook in de fchIldsatakken van son tgd word pitmen, en waarby Orfensaltqd met eon foort van vlool of cede: In de band wad agebaold

s D41,17:1worso biltprtea: dit behoort by 1 auulboseA, waarvan vs. 3 Is gefprokon• — en warmed.„Amfterdam" tan bodoold 4n.

Page 364: vondel. - DBNL

328 UITVAERT VAN ORFEUS. 1654

Hy zat op een tapijt,Hy zat op een tapijt, gewijt,

Een' regenboogh van bloemen,Tierelier, tierelier,

is De Deught braveert den Nijt.

Een krans van lauwerier,Een krans van lauwerier, heel fier,

Vereert de heldre locken,Tierelier, tierelier,

20 Een' Godt gelijck in zwier.

De lange witte rock,De lange witte rock, van vlock

Gefponnen door zijn moeder,Tierelier, tierelier,

23 Hielt ftreeck met boogh en Lock.

Hy zong wat Reuzerot,Hy zong wat Reuzerot, den Godt

Jupijn aen boort durf klampen,Tierelier, tierelier,

90 Beftormen 't hemelfch flot;

Hoe elck zijn krachten verght,Hoe elck zijn krachten verght, en terght,

Hoe zy een itormkat bouwen,Tierelier, tierelier,

ss Van fteenrots en geberght;

Hoe zy met torts, en knods,Hoe zy met torts, en knods, en rots,

De Goden zelfs matteeren,Tierelier, tierelier,

40 In Rijck des Dondergodts;

En hoe Jupijn in 't left,En hoe Jupijn in 't left, dees pet,

Met blisemftrael en donder,Tierelier, tierelier,

43 Begraeft in 't helfche nett.is Op se* Wet, gaw(fis „op een gawp tap& "is Ben' regenboogh vas blooms• nadere onifehrSvfng van 't voorafgaande MINAis Venial. met dlt woord is aangeduld dat de laurierkrans aan Orfons ale pits der overwlnulng was

toegekend. lk sal bier later op torugkomen.as Yen Week. d. I.. „van wolle."ss nunaler• de sanggodln Salllopi. Zia vs. 98.es Mali Argent voor „wapperde op."ss Matteeren: d f „atmatten, vermoelen." 't Woord Is 't Spalumeh maker.

Page 365: vondel. - DBNL

1654 IIITVAERT VAN ORFEITS. 329

Terwijl by fpeelde, en zong,Terwijl by fpeelde, en zong, ontfprong

Een bron van melck, en honigh,Tierelier, tierelier,

so Gevloeit van zijne tong.

De boomen in het ront,De boomen in bet ront, teritont

Vergaeren om den Zanger,Tierelier, tierelier,

55 En kuiren zijnen mont.

De wiltzang tiereliert,De wiltzang tiereliert, en zwiert

Rondom den Speelman heene,Tierelier, tierelier,

co Oock wilt, en tam gediert.

De nachtegael ontfteeckt,De nachtegael ontfteeckt, en breeckt

Zijn' toon aen Orfens gallem,Tierelier, tierelier,

-5 Die duizent zangers queeckt.

De leeu zijn brullen ftaeckt,De Ieeuw zijn brullen itaeckt, en blaeckt,

De duiven treckebecken,Tierelier, tierelier,

ro Pat Godt blijft ongeraeckt I

Maer onder fpel en zang,Maer onder fpel en zang, eer Lang

Een Rey van Bofchbachanten,Tierelier, tierelier,

is Nam derwaert haren gang.

Daer zagen zy Godts Helt,Daer zagen zy Godts Helt, in 't velt,

En 't botch; en d'elementen,Tierelier, tierelier,

so Bekoort door 't zoet kewelt.

mon Bretekt 2W too*: d. I.: „wilsigt," of, coo als men 't met *en ondnItsch woord sot seggen. „mo-duleert sin Coon."

Is Eat Rey van Bofekbeeekeesiesu lees bier, in gevolge Vondels bedoeling, en met behond van 't Omneon rat van Predlkanten."

Page 366: vondel. - DBNL

Zy holden door den dranck,Zy holden door den dranck, dout kranck

Van zinnen en van zeden,Tierelier, tierelier,

so Dat bleeck aen haren gangk.

Zy bulckten overluit,Zy bulckten overluit, vol uit:

Wat plaeght ons al dit fpeelen!Tierelier, tierelier,

oo Daer Bacchus vreught op Ault.

Dees Speelman wou zijn oor,Does Speelman wou zijn oor, ons koor

En wijngertfpiets noit gunnen,Tierelier, tierelier,

CM Hy houdt Apolloos (poor.

Al is 't Apolloos zoon,Al is 't A.polloos zoon, en kroon;

Trots Kallioop zijn moeder,Tierelier. tierelier,

loo Hy zit ons nu to fchoon.

Valt aen, als dol en doof,Valt aen, als dol en doof: dien roof

Zal niemant ons ontrucken,Tierelier, tierelier,

los Wat bulp men hem beloof.

Dus raeft de Wijngodts Rey,Dus raeft de Wijngodts Rey: hey, hey;

Valt aen: by moet 'er onder,Tierelier, tierelier,

ilo Valt aen met veltgefchrey.

Met worp de Menu feel,Met worp de Menu fuel, en fel

De Speelmana borft met kaien,Tierelier, tierelier,

1 lo In watch verkeert door 't fpel.

is Door des draw... does kranek de cede befebaldlging tegen Trigland en de Synodusheeren. ZleDeel III, biz. 102, Duel IV, DM. 488.

gess De prone klachten over de Akademie, ens. Zia Duel III, Ws. 88.m-ss Lees: „die Vondel weft van ons noolt jets wesen."as Wflomertipieis: de „thyrs;" maar 't was weer eon kolf of knods den *en Wei.a: De Memo Maas Is eenslnidend met „Bacchant "

830 IIITVAERT VAN ORFEUS. 1654

Page 367: vondel. - DBNL

Een andre breeckt uit wrock,Een andre breeckt uit wrock, een' sock

Op 't beckeneel des zangers,Tierelier, tierelier,

120 Het brein befpat den rock.

De vedel rolt daer heen,De vedel rolt daer heen, beneen,

En Wilt en Vlught verftroien,Tierelier, tierelier,

123 Hoe lillen al zijn leen!

Schoon hy den jammerpoel,Schoen hy den jammerpoel, en floe!

Van Pluto had bewogen,Tierelier, tierelier,

130 In 't onderaertfch gewoel;

Euridice en haer ziel,Euridice en haer ziel, wiens hiel

Van d'adder was verbeten,Tierelier, tierelier,

133 Hem wear in d'armen viel;

Schoon hy den wiltften sort,Schoon by den wiltften aert, bier paert,

En breidelt 's tigers toren,Tierelier, tierelier,

140 De wijnkroes niemant fpaert.

Zy rucken met gewelt,Zy rucken met gewelt, dien Helt,

En fpreien al zijn leden,Tierelier, tierelier,

143 Gefleurt, verfcheurt, langs 't velt.

Daer rolt de fchelle keel,Daer rolt de fchelle keel, en veal,

Voor wint geplompt in 't water,Tierelier, tierelier,

'so Valt Hebrus kil ten deel.

us Wale en night Tam ,,boschilleren on vogels "110,ISS &Aeon h dee fanseterpeei, ea Axel Van Plato had Owego s: hy had emelt*, door Min vemtk-

hank fpel, Pluto, den God der Onderwaereld, bewogen. hem gin afgeftorren vronw. Enridiee,terug to geven.

in Lees. ,,en de Mel van Eurldiee, wler bleb" 't was irridiee, en Met hoar sled, walks door deadder In den Mel was gebeten.

148 Your whit. ,,soo dot die met den wind been dreet"no Rehm, kil• de Uebrus is eon rivier, die, door de valelen tnsfehen den Remus en do Rhodope

itroomende, sich In do Egesfehe see outlast.

1654 IIITVAERT VAN ORFEII8. 331

Page 368: vondel. - DBNL

332

IIITVAERT VAN ORFEUS. 1654

De vedelgallem zucht,De vedelgallem zucht, en vlught,

De keel en vingers beven,Tierelier, tierelier,

iss 't Geluit verdwijnt in lucht.

Toen fchreide al wat 'er was,Toen fchreide al wat 'er was, een plas,

Een heels beeck van tranen,Tierelier, tierelier,

too Die vloeiden over 't gras.

De beeck- en boomgodin,De beeck- en boomgodin, niet min

Betreurden haeren zanger,Tierelier, tierelier,

tos Met eenen droeven zin.

De Wijngodt ftrafte voort,De Wijngodt ftrafte voort, dien moort

Aen alle Bofchbachanten,Tierelier, tierelier,

170 Zoo ftraf als oit gehoort.

Apollo van Parnas,Apollo van Parnas, quam ras

Met negen Zanggodinnen,Tierelier, tierelier,

ins Daer 't lijck gemartelt was.

Zy zamelden 't gebeent,Zy zamelden 't gebeent, befteent,

En zoncken 't lijck met klaghten,Tierelier, tierelier,

180 In 't graf van elck beweent.

De Vader treckt een' fchicht,De Vader treckt een' fchicht, van Relit

En itraelen, nit zijn' koker,Tierelier, tierelier,

185 En fclutft dit grafgedicht:

Gun ORFEUS, hier gebluft,Gun Oarzus, hier gebluft, nu raft,

MO zang- en fpelorakel,

me Bier 'ebbe. d. I.: „wlens leeenelleht bier word ultgedootd."

Page 369: vondel. - DBNL

I 1654 ITITVAERT VAN ORFEUS. 333

Tierelier, tierelier,190 Hy plants deught met luft.

Apollo ve61 en boogh,Apollo veel en boogh, om hoogh,

Ten toon hing in de ftarren,Tierelier, tierelier,

193 Een trots voor 't nijdigh oogh.

Terwijl voer Orfeus geeft,Terwul voer Orfeus geeft, op 't feeft

Der zielen, by Godts reien,Tierelier, tierelier,

200 Doer vreught den rou geneeft.

Het hooft, voor ty in zee,Het hooft, voor ty in zee, alree

Te Lesbos aengedreven,Tierelier, tierelier,

205. Broght tijding van dit wee.

Een zeeffang, wit van tong,Een zeeflang, wit van tong, zich wrong,

Om 't bloedigh hooft to licken,Tierelier, tierelier,

210 Te flicken op een' fprong.

Apollo qua% op flagh,Apollo quam op flagh, en zagh

De thing afgrijfluck gaepen,Tierelier, tierelier,

213 N'och wUder danze plagh.

De Godt hier door onteert,De Godt hier door onteert, verkeert

Uebit en beck in marmer,Tierelier, tierelier,

no En 't bijten haer verleert.

les By Godes rein voor ,.by de goddelgke. by de hemelrefen"sot Voer iy • „met den ftroom med.."ses Te Gabes• het elland Lesbos, de geboorteplaats van Sato, wis van ends beroemd als aan den

sang gewtjd.200007 trit dose seeflang, wler witte tong glob wrong, ken men den naam van den Leone Wittewroa-

gel tpellen.SUMS AfgridAfek gaspers, Nock wilder dense ptagh: met andere woorden „nog harder ultvaren en

balken dan near gewoonte."no Hoer. „de gang"

Page 370: vondel. - DBNL

MELSTRIJT

VAN

APOLLO EN PAN.

Godt Apollo wert,De Godt Apollo wert, heel hardt,Om tegens Pan te zingen,

Tin tin tin tin tin tin,Geterght, en uitgetart.

Zy quamen beide in 't perck,Zy quamen beide in 't perck, heel fterck,

Met herderen, en Nimfen,Tin tin tin tin tin tin,

io In Godt Apolloos keick.

De rechter hoorde toe,De rechter hoorde toe, noit moz4

Om fpel en zang te hooren,Till tin tin tin tin till,

13 Toen loeide ftier noch koe.

Apollo hief eerll aen,Apollo hief eerit aen, met Magri

Van lanwerier belommert,Tin tin tin tin tin tin,

so Hy zong gelijck een zwaen.

334 SPEELEITELIT VAN APOLLO EN PAN. 1654

Nu vrees geen' haet en nijt,Nu vrees geen' haet en nijt, noch ftrijt,

Wat kan een dier ons fchaden,Tierelier, tierelier,

223 Dat gaept, maer niet en Mit.

set Haet en nit de gewone famenvoeging dier beide woorden Zia Josef in Dothan, Dee' III, blz 732225 Maar do arme Offene was er Web al OM loud!

Page 371: vondel. - DBNL

1654 SPEELSTRLIT VAN APOLLO EN PAN. 335

Toen Herkles nit den' noel,Toen Herkles nit den ftoel, en poet

Des jammers op quam dondren,Tin tin tin tin tin tin,

23 Wat zagh men een gewoel I

't Was middagh by de klock,'t Was middagh by de kloek, en kock,

In Pallas ftadt, Athene,Tin tin tin tin tin tin,

so Toen al de lucht betrock.

Een ieder riep: gewis,Een ieder riep: gewis, wat is,

Wat mil dit yiltjek voorfpoock?Tin tin tin tin tin tin,

as Wie fehept dees duifternis?

Zy liepen naer de mert,Zy liepen naer de mert, benart,

Daer zagen zy den wachter,Tin tin tin tin tin tin,

40 Den Helhont met zijn !tart.

Zy hoorden veel gefchals,Zy hoorden veel gefchals, een valfch

Geluit in drie geluiden,Tin tin tin tin tin tin,

43 Drie hoofden, eenen hats.

De Wilde drool* dien gaft,De Wilde dreef dien gaft, heel vast

Gebonden aen zijn keten,Tin tin tin tin tin tin,

30 Wie fchrickt niet, ala by bait!

By quam in Platoos fchool,Hy quam in Platoos fchool, de kool

In 't backhuis glom ala fackels,Tin tin tin tin tin tin,

as Dat ftonck, als een giool.Anorktochugss is dit lied van Apollo, en eon model van hetgeen men in Frankrlik older den

naam van erased( en later hier to lands onder dien van boerttoo of lalmfge potsy opcbschte.TUden en gewoonten worden hler op 1 vermakelpItst door elkander gehaspcid. Die kiok te Athene(vs. 26), die twaalf that, d.e fierkules die hier (vs. 46), ale eon soogenaanyle Wideman op kermis,

heihond, die nit drie keelen blaft, komt vertoonen, die Drees (vs. 63) en die Thaler met sinWool (vs. 61-71) hier seer suakroniatisch te pas gebracbt, Ain ongemeen vermakelOk.

es Wool: of geed, eigenlOk ,,kool of kerker," van dear ogle poet illafehlen heeft echter V. 't ver-ward met rlooi.

Page 372: vondel. - DBNL

De wijze en grijze baert,De wijze en grijze baert, vervaert,

Wert grazer om dit monfter,Tin tin tin tin tin tin,

6o De fchool kroop achterwaert.

Nu zwijght het fchoolkrackeel,Nu zwijght het fchoolkrackeel, geheel,

En klooft geen hair in zeven,Tin tin tin tin tin tin,

85 De Droes ziet al te fcheel.

Die in den tabbert zat,Die in den tabbert zat, vergat

Zijn boecken, en zijn fchriften,Tin tin tin tin tin tin,

to En wift niet hoe by 't had.

En Thales fprack in 't left,En Thales fprack in 't left: o peft,

Ghy fteurt ons goude leffen,Tin tin tin tin tin tin,

is Loop heen naer 't helfche neft.

By ging van deur tot deur,Hy ging van deur tot deur, recht veur

Den Wildeman, zijn' temmer,Tin tin tin tin tin tin,

so De ftadt verfchoot haer kleur.

Het geemlijck kint kijckt bril,Het geemlijck kint kijckt bril, zwijght ftil.

Het gaet nu vroet te bedde,Tin tin tin tin tin tin,

83 En volght zijn moeders wil.

Hy quam in 't heilighdom,Hy quam in 't heilighdom, hoe flour

Zat Pallas op het outer!

is De teOze as alike baert. die der hIer geseten wijsgeeren.Is Om *I monfter %oor ,,op hot sten van dat monftor."is De Dross stet at te lama: „de helhond kijkt one al te fehninsch, al to kwead eau."n Males. een der seven wgzen van Grlekenland, die eater lang voor Plato leefde en du wet

goon onderwija In diens fehool (sle ve. 61) gegeven sal hebben.st Afell bra voor „kgkt bangs sh nous." Zie Deal II, his. 210.ss Her gad as onset te beads: greet heeft bier de dal:obeli beteekenls die t Fr. fags beef[. V. wil

xenon. „het gaat to bedde ale een coot, gehoorsaam kind."

336 SPEELSTRIJT VAN APOLLO EN PAN. 1654

Page 373: vondel. - DBNL

1654 SPEELSTRIJT VAN APOLLO EN PAN. 337

Tin tin tin tin tin tin,so Al d'uilen keecken om.

Nu zochten zy niet meer,Nu zochten zy niet meer, als eer,

Den oil uit de lampen,Tin tin tin tin tin tin,

93 Noch vlogen heene en weer.

Toen fchreeude een halve roes,Toen fchreeude een halve roes: wat droes

Verfteurt de Hierofanten ITin tin tin tin tin tin,

too Hoe ftaet hun hooft zoo kroes.

Meduzaes flangenhooft,Meduzaes flangenhooft, berooft

Geen' menfch zoo van zijn zinnen,Tin tin tin tin tin tin,

tos 't Gebas ons Item verdooft.

Dus zong Apollo voor,Dna zong Apollo voor, in 't koor,

En Pan begon in 't ende,Tin tin tin tin tin tin,

1 to Een ieder gaf gehoor.

Hy zong verwaent en ftout,Hy zong verwaent en ftout, van woudt

En tempel, by Dodone,Tin tin tin tin tin tin,

Its Daer zich Jupijn onthoudt;

Daer hy orakels queeckt,Daer hy orakels queeckt, en breeckt,

Door 't korren van zijn draeiers,Tin tin tin tin tin tin,

tut Ale 't volck hem bidt, en fmeeckt;

w Foams de „Predlkanten " Zie tiler boven 2'norenfddit, bk. 819.a Dec oh „bun Inkomften."a De Hien:Vona.: de „Printers." t. w. In Vondels meaning: „de Predikanten."

:m-ils Nay Dodone, een dad In Epirus, beyond rich Gen hell* woad, geheel an eikeboomen, en,Moen dat wood, het ondfte der orakels van Grlekenland. Twee heillge (Moen, bier — vs 118 --droners genoemd, on waarvan HIBRODOT138, Lib II, cop 57, „waarsegfters" maakt, gaven er ant-woord op de orogen der weetglerlgen. Dot Joplin er shoo onkel. kweekte, Is overeenkomftlg doonde overlevering: dat by se eater cot brak, fohlint War saloon om 't HA vermeld

DM AllKKK 'WV J !AI VOIDEL VI

2/

Page 374: vondel. - DBNL

338 BPEELSTRUT VAN APOLLO EN PAN. 1654

Daer boomen, groen als palm,Daer boomen, groen als palm, door galm,

Verlege vraegers raeden,Tin tin tin tin tin tin,

125 Gelnit ffaen als een halm;

Daer klinckend koper fpel,Daer klinckend koper fpel, en bel,

Hun' klanck verdubbeleeren,Tin tin tin tin tin tin,

no En klincken hel en fchel.

Oock won zijn zangk hunlien,Oock won zijn zangk hunlien, bedien,

Hoe zommigh flagh van beeften,Tin tin tin tin tin tin,

135 Met kracht geen wit magh zien;

Een ander aert zich (toot,Een ander aert zich hoot, aen 't root,

Een verf by d'olifanten,Tin tin tin tin tin tin,

f40 Gehaet, gelijck de Doot;

En hoe zich 't buffels velt,En hoe zich 't buffels velt, ontitelt

Om 't root, en roode rocken,Tin tin tin tin tin tin,

145 Bezuurt van menigh helt;

Wie niet ontrennen kan,Wie niet ontrennen kan, wort van

De buffels doot geknuffelt,Tin tin tin tin tin tin,

150 Al waer 't een oorloghsman.

iss-tss Volgenda enders fehrilvers waren bet de eikeboomen solve, die de orakele given127.130 In het woad van Dodone bevonden doh twee booge kolomman. op den top van de ease

ftond een koperen bekken op de enders bet beeld van een knaap, met eon beweegbaren kope-ren vlegel in de hand, die, wanneer by door den wind bewogen word, op het bekken floeg eneen gelnid maskte, dat tang asahield en Tend gehoord ward.

us Zommigh flagA sax &q/ten • de „Puriteinen en Independenten "us 0640 well. ,,geen wine koorklesderen."137 't Root: 't „ftlefehoppeltik gewead."Ise D otiloottont do „Predlkanten," ale Abide, even ale de Waldo*, In 'S mart sallied. Op gall*e

wOse bezigt V. In zan Piststo•bloent, vs. 14 his. 98, de ultdrukkingtZoo smart Brests(01 ola tooterrottoss.

143 Bolds wen. Cromwell. Independenten droegen lederen holders.

Page 375: vondel. - DBNL

1654 SPEELSTELTT VAN APOLLO EN PAN. 339

Nu zweegen ze alle bey,Nu zweegen ze alle bey; elck zey:

Apollo wint de prijzen,Tin tin tin tin tin tin,

133 Beftemt van rey by rey.

Maer Midas, tegens men,Maer Midas, tegens men, Aileen

Gaf Pan den prijs van 't zingen,Tin tin tin tin tin tin,

too En daerme ging hy heen.

De plompert, by een' vliet,De plompert, by een' vliet, beziet

Zijn' eigen fchijn in 't water,Tin tin tin tin tin tin,

ass En zucht, van groot verdriet.

Hy ziet, van zin berooft,Hy ziet, van zin berooft, zijn hooft

Verciert met ezels ooren,Tin tin tin tin tin tin,

t to Wie had dit oit gelooft I

Eer 't iemant wort gewaer,Eer 't iemant wort gewaer, hy 't hair

Met eenen hoedt gaet decken,Tin tin tin tin tin tin,

113 Noch loopt de fchant gewaer.

De fcheerder merckt het ras,De fcheerder merckt het ras, toen was

Het melden hem verboden,Tin tin tin tin tin tin,

ISO Hee fterck men hem belas.

Hy groef, op dat hy 't zweegh,By igroef, op dat hy 't zweegh, om leegh

Een deepen put in d'aerde,Tin tin tin tin tin tin,

183 Waer in hy nederfteegh.

Daer riep hy overluit,Daer riep hy overluit, recht uit:

us Betitent voor „near 't corded van"

Page 376: vondel. - DBNL

340 VONDELS LEVEN. 1654

Zwijgh ftil van Midas ooren,Tin tin tin tin tin tin,

too Te lang en ruigh van huit.

Hy ftopt na dit gehuil,Hy ftopt na dit gehuil, den kuil

Met zant en aerde weder,Tin tin tin tin tin tin,

193 Noch ging de fchant niet fchnil.

De herder leert dit haeft,De herder leert dit haeft, hy blaeft

Op 't riet, hier uit gefproten,Tin tin tin tin tin tin,

200 Dees' klanck die hem verbaeit:

Wie u naer Midas vraeght,Wie u naer Midas vraeght, by draeght

En roert twee ezels ooren,Tin tin tin tin tin tin,

203 Met recht aldus geplaeght.

Le openbare meening, hier te•ande, toen, even als thands en altijd,machtig bevreesd om iets, dat van den gewonen flew afweek, goedte keuren, rchaarde zich ook deze reis aan de zijde der Predikanten,en nog een dertigtal jaren later gaf Pels hun gelijk in zijn Gebruiken Mislffuik des tooneels, waar hy zegt:

Men hoort dan wel te recht de Predikftoelen dreunen,Ken zich het fpeeltoneel toil met Gods t000rd bekreunen.

Een Leeraar, die dat niet beftraft, vergeet zijn pligt,Verraadt zijn ampt, en ftaat zich zelven in het licht.

Ook L. Bidloo vereenigde zich met deze nitfpraak in een ernftigvertoog, te vinden in zijn Pan Paticon, blz. 60 en 61 — en wy mo-gen aannemen, dat beide fchrijvers de meening der groote meerder-heid uitdrukten. Zoo gaat het ten alien tijde: men bewondert deVondels; doch men laat zich door de Pelzen en Bidloos regeeren: —en dit bluft ook zelfs daar het geval, wear 't geen poezy geldt.

Wat Wittewrongel betreft, hy liet zich niet nit het veld Haan;maar bleef Vondel kloekmoedig beftrijden. In zijn work, getyteld:„Oeconomia Christiana ofte Chriftelijcke Huyshoudinge, vervat in tweeboeeken, tot bevoorderinge van de Oeffeninge der ware Godtfalig-

Page 377: vondel. - DBNL

1654

VONDELS LEVEN. 341

heydt in de byfondere liuysgelinnen, naer den regel van het fuyverewoort Godts te famengeftelt," en dat in 1661 te Amfterdam uitkwam,yverde hy I) zeer ernftig en uitvoerig tegen de tooneelfpelen in 'talgemeen, en inzonderheid tegen die tooneelpoezy, waarin gewijdeftoffen behandeld werden. Vry gevoelig tastte hy te dier gelegenheidVondel aan, zijn „Lucifer" een „ganfch aenftootelijk treurfpel" noe-mende, en den dichter zelven, wegens zijn geftadige verdediging dertooneelpoezy, tamelijk fchamper den naam gevende van „Tertullus."

Eer wy van Wittewrongel affcheid nemen, wil ik nog vermelden,dat hy den 7 December 1662 in drie-en-vijftigjarigen ouderdom over-leed, en dat de rijmelaar H. F. Waterloos, in zijn byfchriften op d'af-beeldingen der rechtzinnige leeraars t'Arnfterdam, hem aldus bezong:

Zo leeft den Amfion des hemele, die de oorenVan 't woefte menfchendom kon .1?reelen en deurbooren.

De kleyne werelt hanght an zyn geleerde tong.Zo werdt door hem geen Theb', maar zulken flat getintmert,Daer 't niet van paerlen, maer van loutre Godheit fchimniert 2).

Ach dat zijn gouda luit dan noit in feukken 'prong.

Onder 's mans portret leest men:

Dit 's 't aenfchijn, dat de booze werelt gaat braveeren,En met zyn wenk en woord de Chriftenkerk regeeren.Des, ale hy dan zijn honigzoette tong laat hoorenZo wert de werelt jong en Chriftue kerk herbooren.

En nu, ten flotte, nog een der vaerzen, die tegen den „Lucifer" uit-kwamen, en 't welk tot bewijs kan ftrekken, hoe men in dat werk,zoo men er al een politieke ftrekking in ontdekte, die niet toepasteop den afval der Nederlanden, maar op dien der Engelfche Parle-mentsgezinden :

De heylige Ark van Gods verbondStaat op der Philifteenen grondin Dagons huys, nu Jooftene dichtDen throon van 't driemaal heyligh Licht,

a Waarachtig Godt, geen Jupiter,Beftreeden trots van Luger,Scoot in een Byrnkaft met gefpeel,Ontflooten op het boos Tooneel,Quanfuys tot ftichtelijke leer,

to Opdat hy England ga te keen

1) Aid. Deal 11, 'MOM 44.0 Voor achemert, fohlttert."

Page 378: vondel. - DBNL

342 VONDELS LEVEN. 1654

Soo, rraag dan niemant: waarom wortWeer Dagon niet omver geftort?Coda: vreefe ftraalt niet uyt dat boeckHoe fchoon bewunpelt met een doeck;

is Maar 't toont, hoe Vondels welluft woontWaer dat zich Lucifer vertoont.Vol lochs, omdat JO hemelval

De Schouburgh oock bekoopen fal.Die met dees groote godtloosheyd

20 Verdient in koolen neergeleyd,Wanfchapen lot een gloinde hdVoor Duyvel fpeelders in fulek fpel.Of wilt men fors den Hemel daer?Dat dan Godes kerk die plaets bewaer.

28 Of dat men aelmoesfe en recht Ilicht.Twee dekklein voor 't Toonneel verdicht.

Van geheel anderen aart dan de „Lucifer," offchoon mode vangeestelijke (trekking, waren eenige gedichtjens, welke Vondel in dit-zelfde jaar in 't licht gaf. Het eerfte daarvan, ter gelegenheid vande Vasten vervaardigd, heeft alien fchijn, een vertaling of omwerkingte zijn van een dier mystieke liederen nit vroegero dagen, hoedanigemen nu weder in de mode zoekt te brengen ; offchoon ik wat mybetreft er nimmer fmaak in heb leeren krijgen. Ook Vondel was teveel doortrokken van den geest der klasfieke oudheid, om op denduur behagen te fcheppen in dergelijke dnistere en gezochte aliego-riOn en vernuftfpelingen, en de voorbeelden, welke men daarvan on-der zijne werken vindt, zijn dan oak gelukkig uiterst zeldzaam. Hethier bedoelde, dat, in piano gedrukt, by Pieter Zachariasz. Harteveltte Hoorn verfcheen, en wellicht door Vondel voor zijn zuster of harekinderen gemaakt was, munt echter uit door een allerkunftigfte ver-fifikatie, en ook hem, wien de iuhond duister en verward toefchijnt,zal de worm behagen.

Page 379: vondel. - DBNL

1654 343

EENZAEME AENDACHTI/f

DE VASTEN.

Secura quies 4. nefcia fallere vita.

EN eenzaem KluizenaerNam zijn getijden waer,Daer 't beeckje fpiegelklaer

Lange 't kluisje vloeit,De klaverweide fchaeft,Zijn dorre lippen laeft,

Geboomt met vocht begaeft,En milt befimeit.

Hy docht om geen verdriet.io Dan zagh hy, in 't verfchiet,

By wijle een fpits, of set,Gelijck een kerck.

Zijn aendacht, ale een boogh,Gefpannen, voert zijn oogh

is En zinnen fail om hoogh,Ja boven 't zwerck;

Daer d'Engelen zingen,Krioelen, en klingen,En danffen, en fpringen

so Om Godt, hnn lot, hnn eenighfte wit.0 jenght, 8 vrenght, wat Leven is dit I

Dan zat, dan fprong hy wat.Dan badt, dan tong hy dat.Of fchreef, of las een bladt.

as Dan prees zijn tong,

Remora gates, cad.• d. II. „min versokerde rust, en een levenswandel, die nlet in Best is tot be-drog." De pleats Is ontleend san Visa. Georg II, 467.

is-ss Ott het vervolg bIUkt, dat de geftpende hornet, welken do klaizensar meende to sten, eensinsbedrog was, door den Boss verwekt.

Page 380: vondel. - DBNL

344 EENZAEME AENDACHT IN DE VASTEN. ]654

In aengename alit',Zijn' Godt, zijn hoop, zijn' !ChildDaer d'afgront vier op fpilt,

Die hem befprong.30 Toen fprack by onbevreeft:

Ghy zijt dat fpoock geweeft,De zelve tuimelgeeft,

Die met Godts SchriftHet afgevafte Woort,

35 Mljn' Kruisheer, klampt aen boort,Met Staet en eer bekoort,

En heliche drift:Maer hoe ghy dit mengelt,Uw doolhoven itrengelt,

40 Uw troni verengelt;Ghy zijt de Nijdt, de baerlijcke Droes.Hou ruft: my luft geen giftige Imes.

Ick ken uw nucken wel,Tooneel- en guighelfpel.

45 Uw hemel is een hel,Vol druck, vol wean.

Hoe fchoon ghy u vergult,En oefent mijn gedult,Schoon ieder braft, en fmult,

ao My luft geen fteen;Die koft is veel to raen.Al wort het lichaem flaeu,Ick leef by manne en daeu.

0 plompe vont!55 Ghy (pant vergeefs dit net.

Een kay is geen bancket;Maer locker aes ballet

En lockt den mont.Uw aenflagen ftincken.

Bo Loop elders rinkincken.Laet anderen hincken.

Godts knecht houdt recht, en fimpel, en flecht,Het padt naer ftadt, daer JESUS voor vecht.

Wat fmaeckt zoo zoet, als fpijs05 En vrucht van 't pradijs,

st 0Ap set dal fpooek geteeq/1- d I.: ,.gy, *sale vertooning van singende Engelen ens , zgt nlets denmisleiding "

as Hot tifgevafte Woort: „den afgevasten Motu& "si Dross „dttivel," als meermalonso My 1%11 gees fees: zinfpellng op Zeikel IV. 8.

Page 381: vondel. - DBNL

1654 EENZAEME AENDACHT IN DE VASTEN. 345

Genut met lof en prijsIDees voedt mijn ziel.

Dit heiligh hemelfch broot,Een troop in druck en noot,

70 Uit den genadefchootDes Vaders viel.

Geen winter fchent Godts palm.En waerom fpreuck en galmVan Boning Davids Pfalm

75 Dus loos misduit,Op dien verkeerden zin?Hier &Millen flangen in.Ick ftortme van geen tin,

Op zulck een fluit.so Mijn ooren verduren

Dat zoet tureluren.Zy kennen uw kuren.

Uw fpoock is roock, en nevel, en wint.Wie wijckt, en ftrijckt, is razende blillt.

es Al bietghe noch zoo veel,En toontme, op 't berghtooneel,

Pat in dat InftprieelDe zon befchijnt;

Ick luifter naer geen' eifchoo Van wnlpfch en weeligh vleifch,

Noch eer van 't aertfch palais,Die fnel verdwijnt.

Mijn welluft is mijn boeck,In een' vergeeten hoeck.

so Dees ftomme leert me kloeck,En fpreeckt met my.

Daer val ick Godt to voet.Zijn Geeft, het hooghfte goet,Mijn' geeft ontvonckt door gloet

too Van Pazy.Schuif toe uw vertooning.Mijn JESUS, mijn Boning,Is al mijn belooning.

Ick eer den Heer van 't kruis, in mijn kluis.too Dat zwaert vervaert het logengefpnis.

Is let !Sorbu van geen Ms: evonseer starling op Lukas IV.

Page 382: vondel. - DBNL

346 GETHSEMANE OF ENG ELETROOST. 1654

De twee volgende gedichten zijn minder mystiek, ja zy lijden —het eerfte althands — veeleer aan een tegenovergefteld gebrek, t. w.aan trivialiteit in de voorftelling.

GETHSEMANE

OY

ENGELET ROOST.

E Godtheit frock in 't lichaem van MARYE,Het lichaem aen, op datze lijden zon,

Tot 'smenfchdoms heil, wat wet en profecyeHad afgebeelt, en voorgefpelt zoo trou.

Dees our genaeckte, als JESUS, met verlangenNam: 't heilzaem Sruis, zijn lichaem en zijn

bloetHad nitgereickt, daer datickbaer met gezangen

Het twaleftal Godt looft voor 't hemelfch goet.De leerling had den meefter, hier in 't midden

to Ter Paefchfeefte, al op fnooden prijs gefchat:Nu gingenze nit met Godt, om Godt to bidden.

De bidtplaets was d'Olijfbergh, by de Stadt.htefftas fcheit zich of van alle d'anderen,

Op dat by zich nu wapen' met gebeen.Is Het treurtooneel zal draeien, en veranderen:

De bende komt, en Judas treet voorheen.D'aenftaende (chimp en (meet, de fmert van 't lijden

Ontvouwen zich voor zijn alwetende oogh:En fchoon de Zoon dit fins zagh met verblijden,

so Niet minder dan de Vader zelf om hoogh;De kranckheit der nature is niet gefcheien

Van 't lichaem, daer de geeft den ftrijt gevoelt,En duizent ween, noit uitgebeelt met fchreien;

Een' gloet van pijn, door tranen noit verkoelt.

IA froet voorheen: lees „treedt voorolt," of, met fplItang van bet tweede woord: „treedt voor heen."

Page 383: vondel. - DBNL

za Hy voelt alree de koorden, d'yfre vniften,En 't laftigh kruis. Hy hoort den fmaet, en fehimp,

Hy kent alree wat vyanden hem kruiften,Met fchijn van fchrift, en Farizeeufchen glimp.

Het bloetgelt ziet by zijn' fcholier ontfangen,ao En tegens Godt den Ouderling gekant;

Het purpren kleet om zijne fchouders hangen,Den rieten ftaf hem fteecken in de hant.

Hy voelt de fmart der doornekroone en roedenEn nagelen. Hy proeft, gefmacht van dorft,

33 De gal en eeck der tigerfche gemoeden.Hy voelt de fpeer, den moortfteeck in zijn borft.

Hy worpt zich neer wel driemael, fchijnt te zinckenIn 't graf des doots, en bidt in dit gefehil:

0 Vader, laet my dezen kelck niet drineken;to Doch Vaders wil fin boven mijnen wil.

Hy worftelt met de doot in zijn gebeden.Het dootzweet breeckt hem nit, zoo root ale bloet.

Het bloet, uit angft, komt vloeien, langs zijn ledenOp d'aerde, daer by neerftort, flaeu van moedt.

43 Den Vader komt dit moortgefchrey ter ooren,En zent ten trooft, uit 's hemels hooghften troon,

Een Engel neer aen zijnen eerftgeborenEn eenigen en troofteloozen Zoon.'

Hoewel de naem des troofters wort gezwegen,50 Het was mifl'chien d'Aertsengel Gabriel,

Die voortijts broght de bootfehap van Godts zegenA en Jofepbs bruit, in d'onbefmette eel.

Hy vint hem op zijn aenfchijn neergevallen,In ftof en bloet, dat van dit aenfchijn droop,

53 Daer Cherubijns om wenfchen met hun alien.Hy heft hem op, en heldert JESUS hoop.

Hy kit den hals en 't hooft, en ftreelt de kaeckenMet zijne hant, nosh zachter dan fluweel.

Hy kuft Godts moat, en fchijnt hem aen te blaecken,so En fterckt het hart, met geur uit Godts prieel.

14.40 Duo voorftelling, alsof de doodssngst, In Gethfemane door den Reiland ultgeftaan, moat toegefehreven words* can Tram veer amitaand, liohamelijk laden. Is al heel ongelnktig, en bewifst,welts materieele begrippen men slob in Vondels dagen nog van goestelUte oaken vormde.

es Mooregefgrev: wollicht een drukfont In do eorfprontelüke nitgave voor nootgefehrey, :1st biertooter puts.

es Ms seal seas Iran volgends do regale van den goeden sinsbonw niet afhangen van de* seder, 'twelt in dative limit: en de zniverheid der teal vorderde — wat wellicht in vondeis handfohriftFond — lip smut.

so Pried• bier veer: „Instplaats, tang verbliJL" BILDIRDIJIC vertlaart In sOn 0g/I 't woord met „bid-vertrelden." Zot in dat gavel eon famentretting moeten oiln van prie-dieu ofprig-dies, zoo alldit wooed ondtfids inkide. lb herinner my eehter Met, het in OUZO teal oolt in die beteekenisto hebben geyouden; althands reeds seer vroeg is het niet anders genomen den voor watbrastases,„overfohadnwd plelden," en it sot het daarom ear voor 't selfde ale pries semen.

1654 GETHSEMANE OF ENGELETROOST. 347

Page 384: vondel. - DBNL

Hy fpreeckt ten lefte: 0 eenige uitgekoren!0 erfgenaem van Godt en 't hemelfch Rijck

Wat is uw hooft een kroon om hoogh befchoren IWat is die kroon uw fchimpkroon ongelijck!

63 Hoe wil uw naem en tittel alle naemenVerdooven, als de hemel aerde en hel,

Voor u geknielt in JESUS Naem, te zamenZich buigen voor uw' troon, en voetfchabel I

De heemlen en elle Engelen verlangento Naer uwe komfte, en blijde hemelvaert.

Ons Paradijs luickt op van groot verlangen.Alle oogen zien, vol hoops, benedenwaert.

Al wortghe in 't aertfch Jeruzalem verfchoven,Ter poorte nit naer den Kruisbergh heen geleit;

is Een fchooner ftadt, Jeruzalem daer boven,Ontfluit voor n haer' glans en heerlijckheit.

De mantel, uw triomfkleet, wort gefchapen,Vol zonnen en vol ftarren rijck gezaeit,

Vol fenixen. Het krnis, nw heerlijck wapen,so Zal glinfiren, waer de zon haer oogen draeit.

Hoe kan 't geloey der Schriftgeleerde ftieren,Dat vloecken, dat verlaftren uwe Faem

Verdooven? geen gebnlck van tempelierenVerdooft de loftrompet van JEsus Naem.

85 Bloetdruppelen verkeeren in robijnen,In perlefnoer de tranen, hier geftort.

De zon en maen ftaen doof hoe fchoon zy fchijnen,Als ghy uw kleet met diamant omgort.

Dat tittelfchrift, ten fchimpfehrift van de waerheit,so Aen 't Kruis gehecht, eerlange der Hebreen

Schijnheiligheit, met goddelijcke klaerheit,Verwijten zal dien hoon, by n geleen;

Wanneerghe heerfcht door nitnmer eindende eenwen,In 't onbepaelt en eenwigh erfgebiet,

93 Ala Godts Gezalfde en Koning der HebreeuwenEn Onhebreen, waer 't licht zijn ftralen fchiet.

Verbergh nw' glans en Godtheit noch drie dagen,Een oogenblick by d'aenftaende eenwigheit;

Zoo ras de zon dan 's morgens ftijght te wagen,too Zal 't licht n zien geweckt met majefteit.

Dan zullen Doot noch graf n longer honden;Uw grafwacht, al verbaeft op dat gerucht,

90-00 Toolpeling op Irilippetlf. 1I• 10Verftlsovels voor „veraoht, ter ado pfteld," wasrvan nog verichovding.

ss Tenareltersts voor „tempoldlensare90 Eeriest* voor eerlang

348 GETHSEMANE OF ENOELETROOST. 1654

Page 385: vondel. - DBNL

I 1654 GETHSEMANE OF ENGELETROOST. 349

Zoo menige als op zichtbre maght betrouden,lilt fchaemte en angft, zich geven op de vlught.

los Ten fpiegel van de quaen, ten trooft der vrome,Zal Godt uw bloet hereifchen van hun hant;

Wanneer de wraeck en roode Roe van RomeHaer' ftandert bier op 'stempels puinhoop plant.

De Rechter, met de Wetgeleerde Vloecken,no Gedaghvaert voor uw' ftrengen rechterftoel,

Zal fchaduwen in moortfpeloncken zoecken,Op hoop of eens uw grimmigheit verkoel'.

Terwijlwe noch dat hooghfte Recht verbeien,En ghy alleen de wijripers treden moet,

115 Betrou dat wy uw fmeecken en uw fchreienDen Vader bign, en voeren te gemoet.

Ghy kent zijn hart en vaderlijcke liefde.Heeft hy van zelf het menfchdom zoo bemint,

Dat zijnen Zoon, zijn hart, zoo bitter griefde;120 Wat liefde draeght hy zijn gehoorzaem kint!

Gezegent hooft der Serafijnfche Geeften,Getrooft u dan dit worftlen voor Godts eer.

Om Godt, om uw triomfen en uw feeften,Aenvaert dien kelck, een' kruiskelck, dan geen' meer.

123 D'aertsengel wafcht het aenfchijn met zijn flippen,En Juus niet zoo dra dien kelck ontfong,

Met eenen kus van trooft voor mont en lippen,Of mift hem, als een blittem, op een' (prong.

tit WaarfchtinlVk bedoelt V. bier. „sal, self. In een moordfpelonk, itch nog velliger achten, of eenminder erg lot te wachten hebben, den hem nw toorn doet verbelden. • WellIcht fpeelde bierden diobter bet gesegde van Kristus voor den geest, Lakes XXI 21." Zia ook Lukas XXIII 80.

its Verdi. „wanner gy, ale reciter optredende, awe vyanden itraffen stilt" De nitdrnitkIng isBljbelseh en ontlittind aim law, I. 16 Vergelijk ook Opeeb. XIV. 19, 20, XIX 16.

193 Met seis flippen• V. [telt itch lifer den aartsengel voor gelijk die op fchilderyen of prenten isafgebeeld, met een kleed of mantel om 't Iljf. Den teekenaar Is soodsnige Ilse van voorftellingte vergeven, om de swarigheden, die 't elbeelden eener geestellike dour mode brengt, doch inden dlchter, die bet in an macht heeft, het ftoffelljke to vergeestalUken, Is bet Wet to Ter-fchonen, wanner by, ale dit geheele gedicht door gefchledt, in tegendeel het geestelijke, zooannelUk ale maar wezen ken, voorltelt. — Intuarchen, zoo V. nn leefde, by sod enders gefchre-yen hebben.

Page 386: vondel. - DBNL

350 1654

ECCE HOMO.

IEN brengt de grijze Rechter daerTen rechthuize uit in 't openbaerDoor zijnen hoffoldaet ten toon?Gekroont met eene doorne kroon;De koorde om d'armen ftijf en ftraf;Een riet, quanfuis de goude ftaf,

In zijne hant; het purpre kleetHangt om de rchouders. Wat een kreetVan (chimp ver.heft zich uit de wolck,

to En drang van 't opgehitfte volck,Het welck, vol wrock en helfchen haet,Om laegh hem aengrimt, van de ftraet ISchijnheiligheit van FarizeenNoch Schriftgeleerden hier beneen

13 Ontbreecken, ftont en trots van geeft.Wie fcherrep toeziet, (pelt en leeftDe wet van Mofes, in den boortVan hunnen mantel, met Godts woortBeftickt, zoo vol Hebreens gezaeit

20 Als deerlijck door hun tong verdraeit.D'een torft het wetboeck in den arm.Een ander terght een' zwarten zwarmVan horfelen, die al bereitZijn angels om d'Onnozelheit

23 Te quetfen, vinnigh fcherpt en flijpt.Het bloet dat door de dorens zijpt,

• Hongt• dewUl de w.woorden dle by de koorde en by het rtes behoorden, ale genoegzaam nit densin op to molten, sib weuelaten, had bawl evenseer kunnen wegblgven 't Luldt nu, ale hingesMet alleen bet kleet, maar ook de koorde en de ftaf

it Het welch dlt woord, waarvan de eerfte grasp geheel toonloos Is, ken in gem veers goduld wor-den, ten ag ale 't welsh.

sr-ss Lees „eon ander bitch eon smarten :worm sen van horfels, (akolyten, )engdige Tossers, aleb. • Seamus en desulken) die reeds vaardig Baas en bun angels (zwearden, of, fignurDik, fmaad-redenen) fcherpen en aansetten om de Onfchuld (Jeans) to grieven." Dat de :worm evert ge-noemd wordt slat weer op de Prodlkanten of Puriteinen. Zie Ptasterbtoent, blz.98.

is Zap:: „drupt," ale meermalen.

Page 387: vondel. - DBNL

1654 ECCE HOMO. 351

En langs den hale en boezem loopt;Dat aenfchijn, in zijn bloet gedoopt;De ftramen, in die zuivre borft;

so Zijn armen, root van bloet bemorft;Onnozel bloet, van top tot teen,Zoo root gevloeit door at zijn lek;Verzachten noch de helfcheit niet,Die dit elendigh fchoufpel ziet,

as En onverzoent, en onverzaet,Hierom alleen geen tranen laet,Maer vloeckt hem noch, door haet verblint;Daer 't Roomfch Gerecht geen fchult by vint,Wie magh dit zijn? wie anders, och,

40 Dan mums zelf, die geen bedroghNoch fmet, noch vleck, noeh misdaet kent.Aertsprielters, Wetgeleerden, fchentGhy dus uw handen aen Godts Lam,Aen 't heiligh bloet van Abraham,

ss En David? hoe verantwoort ghyDees dolheit? wet en profecyOp niemant oogen dan op hem.0 Koning van Jeruzatem,Hoe ftaetghe hier van glans berooft!

so 0 doornekroon, ghy drackt dat hooft,Om 't welck de glans der Godtheit ftraelt,En daer Godts Duif op nederdaelt.Is dit het ftralende aengezicht,Waer nit op Thabor 't hemelfch licht,

as Gelijck een zon op d' aerde fcheen?En heeft dees mont de zuivre fpeenDer MAEGHT gezogen, then de tongDer Englen Godts geboorte zong?Is dit het konincklijck geftalt,

so Waer voor het Ooften nedervalt,En offert wieroock mine en gout?Noch hoopt Pilatus, en betroutDat zulck een' fchoufpel 't wreet gefchalDen laftermont eens ftoppen zal:

es Maer al vergeefs. Helaes, de ItemIs: Kruift hem, kruift hem. Voort met hem.Al heeft by Lazarus geweckt,De weeuw en wees een kruck verftreckt,Den blinde een oogh, den lamme een voet;

so Geen weldaen, geen genoten goet

as Op *lemma pogo* dos op hoos• d. I „betiogen hem ellen."

Page 388: vondel. - DBNL

352 ECCE HOMO. 1654

Gedenckt d' ondanckbre, al ziende Mint.Alreede flaet men in den wintHoe zy Hozanne zongen, toen,De wegh beltroit, met pallemgroen

is En hunne kleedren, by de ftadt,Ala Boning, innereedt, en zatZachtzinnigh op zijn ezelin.Zoo veel vermagh die booze fpinDer Schriftgeleertheit, overtuight

so Van boosheit, als zy moortfap zuightUit roozeblaen, en heilzaem fchriftVan Godts Oraklen in vergiftVerkeert, en daer de honighbyHaer' dau uit treckt, en leckerny.

03 Pilabia, met zoo veel gefchreeusDes opgerockenden HebreeusEn der Rabijnen la(terkeelVerlegen op Godts fchimptooneel,Verwijft in 't ende Emanugl.

so Aenfchou hier Godt, els guighelfpel.

In het vierde der ftichtelijke gezangen, dit jaar door onzen dichteruitgegeven, koos by weder tot voorwerp van zijn lof die zelfde heilige,welke by ruim twintig jaar vroeger reeds bezongen had 1), de mar-telaresfe St. Agnes.

1) Zie Deal 11, Ms. 140.

Page 389: vondel. - DBNL

1654 353

LOFZANG

V A 32

S'INTE AGNES.

Op de Wyse van, 0 SCHOONE EUROPEA.

oz zaligh was de Maeght,Die Gode zoo behaeght,

Dat op haer zielHet oogh van JESUS viel,Die dees bedande row;Tot zijne bruit verkoos,

Zoo ras zijn lichtVerheughde haer gezicht

En zy hem opdroegh den morgenitontto Van 'sleven geuren

En kuop en kleuren;In 't hart gewont.

Sinte AGNES was dees bruit,Die oogh en ooren fluit

Is En hat en zinVoor 's weerelts meremin,Wiens honighzoete keelDe jeught naer 't luitprieel

Van Rome troont,20 En aenlockt, en vertoont

Wat rijdkdom adel en eer vermagh,Ben fleip van &ten,En onderzaten,

En fpel, en lach.

23 Dit fpeet Symfronius,Toen zy zoo fier den kus

s maim: relelnistlger ware bier, In verband met betgeen voorafgast en vole: behaapde.fe 's Weenies ISM,* t swans (Irene) Seat bier woos „TerlehlIng."of d04fivaire: ale Deet It, bls. 1St.

Di Willi= VAR S. VAR VOADZI. VI 23

Page 390: vondel. - DBNL

354 LOk'ZANG VAN SINTE AGNES. 1654

30

33

Van 's levens mayZijn' eedlen mont ontzey,Juweelen ring en fchatOp ftraet met voeten trat.

Hoe blaeckt de deughtVan hare fchoone jeught

Den Roomfchen jongeling, dagh en nacht.De vlam door 't weigrenBegint to fteigren

Met grooter kracht.

De vader van Symfroon,Beladen met den zoon,

De Schoone vrijt,40 En aenlockt, en beftrijt:

Maer AGNES, even trots,Houdt pant, gelijck een rots,

In dit gedruis,Getrou en rein en kuifch.

45 Zy weigert Vefta de wieroock-eerDoor hooger kennis,Acht fchant noch fchennis,

Hoe jongk en tear.

Maer d'Oppermajefteitso Bewaert haer zuiverheit,

Door 's hemels Geeft,Voor 't eeuwigh bruiloftsfeeft.Symfroon, ter door geplet,Verrijft, door haer gebedt,

as En looft de krachtVan 't krnis, dus lang veracht.

De Wraeck verwijft ten viere Godts bloet,Dat bluff, in 't middenDes brants, door bidden,

so Den rooden gloet.

Het ongefchonden Lam,Geredt door vier en viam,

Biet onvervaertDen hals het punt van 't zwaert,

Gs En erft de martelfaem.

is Ma' oodles owe roar „bent, eon' 'dolman."as Beladm iroor „bopso, bokommerd."or den facet flock Alma's Ivor „bat doh idot strohrIkkon door room row fohoodo othhoarita"so Das law to „tot op dies tlid."• Godts blare: ”Gods Mod."

Page 391: vondel. - DBNL

It; Ot LOFZANO VAN SIETE AGNES. 355

De daet beftemt den naem.Haer Geeft by nacht

Verfchijnt eer tang de wachtBy 't graf, daer d'ouders haer kout gebeent

1.1 En afch bewaecken,En Godt genaecken,

Niet onbeweent.

Zy blonck in eenen reyEn goddelijck geloy

to Van zuiverheen,Die op de wolckea treen.Een kroon, die 't licht verdooft,Beitraelt haer vrolijck hooft.

Een Lam by haer,so In 't midden van de fchaer.

Zy fprack ten lefte de moeder aen:Hon op van yzen:Neer deze prijzen

Heb ick geftaen.

83 Gekroonde Kruisheldin,In oude en teerheit min,

Doch meer in krachtEn wijsheit, waert gedacht;Die 't eglfte van uw tijt

so Den hemel had gewijt;Och, flit uw oogh

Uit 'shemels gouden boogh.Verbidt uw fpeelnoots in 't Englekoor,

Die bier benedenos Om Godt betreden

Uw zuiver fpoor.

• De rade: dlt woord Is bier Wet gelakkig geplastat: by 't lemon tech denkt men cent can eau„waeht van Moisten," by hear pat, even ate vroeger by dat van Kristus, gephatet; doch tweeregale verder ontdekt men, dat men doh bedroom been en dat door the mute hare ,,ouders'"ream worden, ,,dte 't vat bewaken."

Vs Sisivenimbs voor "solvers, gelouterde stolen."eras Is onde en MarAeD nen, Deels mem de kraeld Bos w(fakell lees. wander om Owen jengdigen en

teederen leettljd din om owe aelekraeht en wifehekt "use Verde. „bid, dat owe tgeelsoota ono. In 't Engelekoor worden opgenomen."

Page 392: vondel. - DBNL

356 LOFZANG VAN SINTE KI.ARA, 1654

In het vijfde lied bezong Vondel Sinte Klara. Noel' over haar,noch over den H. Franciskus, die haar orde ftichtte, zal ik bier nit-weiden. Wien 't lust, die kan by Bayle to recht komen, in wiensDictionnaire philofophique een menigte kurieuze byzonderheden be-treifende laatstgenoemden kerkbeilige zijn iamengebracht. Het gedichtluidt als volgt:

LOFZANGVAR

SINT}, KLARA.

Op de uujze: CUPID . ONLANCie OELEtti.

SSISIUZI verplichtEurope om 't kloofterlicht,

Dat int inter bet altaer der KlaerilTenGebonwt heeft en gefticht.De zwangre moeder hadViet ydel, toenze bads

Op de knien, al voorzien deze klaerheitVan haer geboorteitadt.

Dit voorfpel van de faemio Gaf KLARA haeren naem

Naer de daet en den ftaet van haer leven,Eer 't 's weerelts nacht befchaem'.Men zagh in d'eedle vrnchtGodtvruchtigheit en tucht,

Is Op de vont, nit Godts mont ingeblazen,Een zuivre drift en lncht.

. 461,1em eon fted to I liertogdom Spoleto, beroemd wegens do geboorte van S. Frandsen'Seraphim, die or in 1212 de Orde van Klara of der Meriden dictate.

a Dot wit hoer het after men lette bier en by elken derden en sevenden regal van leder konyletop do kunitig sangebrachte tnefebenrgmen.

Page 393: vondel. - DBNL

Haer tijt- en ftadtgenootFrancifcus, naeckt en bloot,

Niet van moedt, maer van goet, neemt behagen20 In znlek een kerckkleinoot.

Hy leertze 's weerelts lotVerfmaen, nit luit tot Godt,

En by wijdt haer verblijt met zijn handen,De weelde en pracht ten fpot.

25 De zufter Agnes wortDoor haer gebeen geport,

Naer Godts raet, eer en ftaet te verlaten,In 't haire kleet gegort.De heilge KLARA, naeckt

so En arm, van yver blaeckt.Zy regeert, due verneArt, ala Abdiffe,

En bidt, en vast, en waeckt.

Op 't voorbeelt dezer MaeghtHet duizenden behaeght

as Hooffche pracht en geflacht te verfmaeden,En luft, van elck bejaeght.Het zyze leek of bidt,Of opgetogen zit,

Boven 't volck, in een wolcke van ftraelen,40 Zy mickt op 't hooghlte wit.

In armoede is zy rijck,In nedrigheit gelijck

't Minfte kint, en gezint elck te dienen.Het outer is haer wijck.

43 Haer fpiegel, klaer en knifch,Is JESUS, en zijn kruis,

En de !tam, daer Godts Lam heeft gehangen.flier leght haer aendacht t'hnis.

Dees kloofter-Serafijnso Ontzagh geen Sarazijn,

Die geftoort muur en poort quam beftormen,

is Nee& ea Sleet deco woorden dean Mar gees geluttlge nitwerking, Toon!, omdat nit de rotgoads rejels bipkt, dat sy letteripic moeten worden opgevats an na blade „die man, die naakten bloot, maar toeh seer moedig is, en In dat kerkinweel (het kings melajen) behagen heeft,"een schwa ander beeld, dap de dlohter bedoeld heeft.

as De "Ur Agnes: bier behoorde is Aaan: „hoar sinter:" want nu bipkt er niet, of er Tan de seatervsa Klan of van die van Franelskus gefproken wordt.

se Ds heilge laors, amens al die fosatthedas maken bet gedicht Diet fraaler.4• Hof outer is loser week: Iterlamelng van we. 1177 van den „Gysbroght." Zle Deel III, bls 888.

Zia bet aangeteekende op „Gystr. v. Mattel," ter :elver pleatfe.

1654 LOFZANG VAN SINTE 'MARA. 357

Page 394: vondel. - DBNL

358 LONZANG VAN SINTE KLARA. 1654

Hoe kranck zy was van pijn.Zy fchut zijn fpiets en tromOp 't outerheilighdom.

as Hy verfcluint, maer verdwijnt voor haer oogenIn ftof, befchaemt, en atom.

Door 't merck van 't heilzaem KruisVerdreefze 't helfch gefpuis,

En belas en genas den bezeten,ao Verloft van dit gedruis.

Door kracht van Mier gebedtGenas zy fmet by fmet.

In geen fmarte is haer hart oit bezweecken,Al bleef zy ongeredt.

as Godts Moeder en haer ZoonBezoeckenze uit Godts troon,

Eerze fterft Zy verwerft door hun bedeDe lang beloofde kroon.In eene zelve kerck

TO By Sint Franciscus zerckWort dees Non, daze zon, oock begraven.

Hun bede ons zwackheit fterck'.

is Hoe &mat sy was sae Afis• flt goblet, dat dose reset bler alleen om 't rUm neat voorta bad byom der duldelgtheldswIlle achter vs. 49 behoord

is VINO see dit gee'retr: pleats dozen regal voor de drle voorgaande en lees dan• „m, van Mt(krljp)gedrulsch refloat, verdreer ens.

Page 395: vondel. - DBNL

Eindelijk nog bezong Vondel de verheffing tot Licentiaat in degodgeleerdheid van zekeren Gerard van Westreenen, uit het adehjkStichtsch geflacht van dien naam gefproten:

TER INWYDINGE

DEN E. HEERE,

GERARDUS VAN WESTRENEN.TOEN HEM HE RICHT VAN LICENTIATTSCHAP DER HEILIGY. GODTOZLEERTHEIT

TN LOVEN WIERT OPOILDRAOEN.

I ZANG.

LcK een is uiet zoo hoogh gefchapenDat by met adelijck gezagh,Op 't fpoor der Oudren, voeren magh

A cht grijze fchilden in zijn wapen;„Dat zijn geflachtboom toont aen 't licht

Geaijde en ongewijde mannen,Vierhondert jaeren fang, gefpannen

In 't eerhjek juck, ten dienft van 't Sticht;Beproeft in ooreloge, en vrede;

go Naembaftigh door hun brave blijck,In fchriften, brieven, en kronijck;

Bekent in kercke, op hof, in ftede.Indien men op deze eere ziet;WESTRENEN ftrijckt voor Jaeger niet.

Met added gesagh• d. i • oisar de regelen van 't blegoen, near rechte."• debt pollee ibbilden• ,,acht quartleren of wapenen van edele gegachten"

Ia 't eeridfek jacb• d t . ,,In goodwill; jak, ala vie wannest Web niet behoeven to fahamen,"teeenftellIng vans aen „flaatach ink."

le Rae brave Wed: it dart niet bedisfen of bier WO vv. genomen is, den wel als son afgekortmem moot befohonwd word's: kw brave WM (fast bier den voor. „de blUkon ran brastheld,yolks zy gismo hebben."

1654 TER INWYDINGE VAN G. VAN WEBTRENEN. 359

Page 396: vondel. - DBNL

860 TER INWYDINGE VAN G. VAN WESTRENEN. 1654

I TEGENZANG.

is Ay, fpan de fnaeren van uw vedelNiet ydel, Ay, wat is geflacht,Of veergehaelde wapenpracht?

Door 'sanders helm wort niemant edel.Men kroone de Godtvruchtigheit,

20 Op geenen eenen dagh te noemenMet Stam, en Adel. Al dat roemen

Is enckel roock. De Wijze vleitZich zelven met geen' glans, die, buiten

Zijn wezen, dwaezen is gemeen;25 Meer acht het wezentlijcke alleen,

En deughden, die in 't harte fpruiten,Bedaut van Godt, het hooghfte goet:Die fchi't veredelt zijn gemoedt.

U ZANG.

Laet vaeren dan geleende gunften.so GERARDUS wed van eedler luft

Aileen ontvonckt. Vat arbeit bluffZijn' zuivren treck tot vrye kunften I

Hy queet zich braef, in 't worftelperckDer Wijsheit, en haer letterwijzen.

as Dus rees hy, daer de trappen rijzen,En klom in Godtgeleertheits Kerck;

Deer kon zijn ooghmerck hem niet milfen,In 't heiligh licht, dat op 't altaerGodts waerheit toont. Toen zagh by klaer

4o Den gront der Kruisgeheimeniffen, -En wat zijn oogh verdraegen kon,Grehjck Godts arent in de zon.

U TEGENZANG.

Geworftelt door den drang der fchoolen,In Godtgeleertheit afgerecht,

ss Wert zijne zorge, by de Vecht,Sint Laurens kudde en koy bevolen;

Die, vijf paer jaeren achter een,Ging weiden in gerufte lommer

so Op peens* eenen dagk• geese* eenea is neck om den wine der welkidendhe1d *loch om dien derteal aan te prlizen voor „Met eenen "

ss Br de Vecht• name1101, to Weesp44 M. Lamm* bade en koy do kerkparochle, aan den H. Laurens gewp.

Page 397: vondel. - DBNL

1654 VONDELS LEVEN. 361

Van zijnen ftaf, bevrijt van kommer.so Wat Herder droegh zich zoo gemeen?

Geluckigh zijn d'onnoffe harten,Daer does getrouwe 't oogh op flaet:Z'ontbeeren weide, hulp, noch raet,

Noch trooft, in tegenfpoet, en fmarten.35 Men vint veel Leeraers overal,

Maer luttel Vaders in getal.

TOEZANG.

Laet Loven dan den lof trompettenVan dezen Heft, aen Godt verlooft,Hem Godtgeleertheitskroon opzetten,

so Die gout en diamant verdooft.De Maimaent wil 't eerwaerdigh hooft

Met haren gear en bloefem cieren.Helene komt zijn hair laurieren

Met Kruisloof, noit van groen berooft.as Een ander roeme op ftam, en wapen;

De Godtgeleertheit, die ten ftrijtWESTRENEN heden Ridder wijdt,

Ziet 'shemels kroon voor hem gefchapen.Dees kroon verduurt laurier, en qt.

. Wei kerdor droegh sick soo gsasesof dose woorden sonden In onse dagen nIet ale eon loftulgingklInken; msar de bedoeling I.: „by gedroeg Melt goo gmnomsaam," of wet. „wgdde steh see seertoe aan 't nut van 't olgessoae."

si,84 Loral, W. 'Woof2: 1 is hIer wider, notaran espellas, east63 Relow: de moeder van Konftantan, en, volgends de overleverIng, oindfter van bet krnIs.'•

Omtrent dezen Gerard van Westreenen meldt de Lat. Batavia Sacrafol. 151, dat by Pastoor te Weesp was en in 1669 overleed.

Ik lieb hierboven mijn vermoeden te kennen gegeven, dat Vondeleen der aldaar vermelde geestelijke liederen — misfchien meer —ten gevalle zijner zuster te Hoorn fchreef. Dat by zich to dezenjare in die ftad bevonden heeft is te meer aannemelijk, uithoofde byter harer eere het hier volgende gedicht vert'aardigde, 't welk ditjaartal draagt.

Page 398: vondel. - DBNL

OP

DE WIJDTVERMAERDE ZEESTADT

HOORN.

A E N

DE E. E. HUHN BURGEMEESTERS EN WETHOUDERS

DER ZELVE STEM

E zuider Triton heeft torzijn trompet gekorenDe Hooftftadt van zijn zee, den uitgelezen HOOREN,

Gezegent en gepropt, in een bedaude lucht,Met ooft en korenair en weelige ackervrucht.

Dees boezem Helden teelt, en maght van oorloghs-fchepen

En vloten, die den oegft des ae•dboems binnen flepen,Of wijder voeren dan d'Onendige OceaenOm alle ftranden wort befchenen van de maen.

Hier is de Zuivelwaegh, de Munt, en 't Hof der Statenin En zeevaert, op wiens trou d'inwooners zich verlaten.

Zy vondt het 'haringnet. Geen letterwijs vernuftNoch geeft van andre {teen haer telgen heeft verbluft.

Een l4ille burgery, oprecht van eigenfchappen.'k Geloof Rechtvaerdigheit liet hier haer lefte happen.

is Een Raethuis zonder fmet, de Vrijburgh van 't gemeen.Zoo draeght Weavrieflant moedt op d'eere van zijn flan.

1 De snider Triton voor „de Triton (of „seegod' ) van de Zuldersee," gel& blijkt nit den volgen-den regel.

so De dicbter sInfpeelde In de beide vorke regels op den loom voor „mnsOk-werktnIg," en indace twos op den ,.boorn des overvloeds."

it Ey voadi het harinonet • In 1416.rs Neer tine names• de bedoeling moge goad :On, de lof Is maar fchraal. Immers, India de Redd-

vaardIgheld to Hoorn hoar lelte itappal list, dan was sy er niet Langer gebleven.Is Be* Boothia. voor „mon Regeering."

De Trifburgh voor ,,do Toevineht "

362 1654

Page 399: vondel. - DBNL

Een ander gedicht fchreef Vondel omtrent dezen zelfden tijd totlof van Utrecht, naar aanleiding eener teekening, door Herman Zacht-leven, of Saftleven, vervaardigd. Deze fchilder, in 1609 te Rotter-dam geboren, was de jongere broeder van Cornelis Saftleven eneen leerling van den vermaarden landfchapfchilder Jan van Qoy.en.Meer nog dan deze meester had hem de natuur tot voorbeeld enleidsvrouw geftrekt, van wier oneindig afwisfelend fchoon by zichnimmer kon verzadigen, en die hem dan ook tot een der meest ge-vierde fchilders vormde onzer Hollandfche School. .Geen wonder,dat Vondel, zelf zulk een beminnaar en goed optnerker der natuur,behagen moest vinden in de werken van Saftleven, en ze dan qokmet warmte bezong. Het eerfte der bier volgende- gedighten .fchijutechter niet zoo zeer een efthetisch kunstgewro6ht te Belden, an weteen kaartafbeelding en doelt waarfchijnlijk op de kaart van Utrecht,door onzen teekenaar in koper geetst en wool , .welker vervaardigingby, van ftadswege, op den 25 J any 1648 een foelage van/150 hadontfangen 1 ). 1k vind my in ftaat gefteld, van dit .gediehe Set fac-fimile den lezer aan te bieden: daar het echter blijkbaar e'en eerfteklad is, waarfchijnlijk door den dichter zelf veranderd, heb ik gemeend,by den afdruk de gewone uitgave te moeten volgen.

a) SatUeven oaten( In 1669 veer eon dergelgke kaart van Utrecht, van de westsgde voorgelted,( 250 en In 't volgende Jeer / 74 voor de befehrgvIng, dear order aangebracht, terwIll hem de Statender ProvInele voor dezelfde haunt honderd dukatens badden v eeeee d Meer bysonderhaten dlenaan-',ands via& men opgeteekend in een brochure over Saftleven van den Beer Dr. J. J.P. WAr.

1654 VONDELS LEVEN. 363

Page 400: vondel. - DBNL

P

D'AFBEELDINGE

V•If

UTRECHT.

ORTERENT

D002

HERMAN ZACHTLEVEN.

ova leeftZAcamzvEN In zijn tekenkunftt'ontvonwen,En aen den ouden Rijn de Biffehopsftadt te bouwen,ifoedssnigh zy hier rijft uit haeren ouden grout,Dill door merktekens tnight hoe UITRECHT eertijts

ftontDen Roomfchen Keizeren ten dienft, en nit Brittanje

Den oddest; geplant op 't uiterft' van Germanje,Voorzagh van voorraet, hem van Katwijck tegens ftroomTe water -toegevoert, 's rija vyanden ten fchroom.De burgers van den Rijn trees' dna, als bontgenooten

to Des- Tibers eii zijn itadt, gefterkt met zeven floten.Meer hooger draeft hunne eer, als Willebrort nitheemsDoor laft van Rome, hen noch Heidenfch, van den TeemsKemt wiffehesi in de vont, en met den mijter kroonen.Do Wilde Heidens, die fpelonk en bofch bewoonen,

13 De Vraticken, Saxens, Dean, en Friefch, en Noortfch gefpuisBefpringen Ohriltus bruit, getekent met zijn kruis.

1,a-By de serfs lasing soi men messes, dat de dlohter genes w11, hoe Jettleven nog in sinteekeskunst leeS." De morning Is Ishtar, dat de knaltensar nog voortgaat, doer apa teekealn-gen. de RISehopaftad, Utrecht, vont te Relics en op te bouwen."

• Merilekess „omtrekken," of, els meermalen, ,,gedenkteekena."• Vain: „de Remelafehe besettIngen, bier aan de nfterfte gnats van Daltachland gelegerd."

se levee Aids: „de sews beavelen, waarop Rome geboawd la, en op leder wears's; Vondel ender-ftelt, dat ace Rot geNastaiWilkbrord rains. voor "de vreemdellng Wrnebrord." 't H. S. beeft offassach.

ta As sirs den miler crosses dit wIl Met seggen, dat al degene, dle gedoopt warden. ook tot Els-fchoppen warden aangeltold; mane dat, fn Willebrords doge., het Bledom te Utrecht opprIchtword, en by self dat aanvaardde.

1654

Page 401: vondel. - DBNL

~oj. ----

..

~-~yp.~~.~~~ (>~-,; ~o ;",~~ l.<l-) If. rfJ ~

U 'IT t~£ C'~\ -r ... ../

G~~j.-G OJ,~ 1-\-'->t.Z'''''-'~ "'-G,-,~ .~·1:-{::.rl~ ~ r

.'~~~ e.....fr1...CM)f-e.A~ ~ "1;1" bA~K.)-n-~l-VL'~ ~~ll~"'~~,

<:; ~~ ~-1) ~~~ ~r<' -~.r ~;f{\i ~'(~1.:~1: \:..l'- . ~ou.w .... ,"\!

~G~S-s' "3 ':) f/-rn """,(l: ~ \: ~,vt'i,.}:s <)~~ ~..)""-\:- /

-0 (~ -Q .:N 'x.. I\_ .• .",d( 6- R..r \~ \::U-\' ':f S 1- ~ v.;L \J 1 T ~ E C J-t -r ...k.'1.( i:-~ t~ (1:\)",- l-<"l\}

-0 ~ ~0 u'r'~f\-5' ~ -K,J-"\ :st-K.t"'} t J) -: \\ ~~'-(r- ( '-~ ~. \~y' +a,\~'v'-"QJ) c.'~~ se~x ( '3'<.t1f~t- ~ze ,\- .;. ..... J. 0~(l- 1 '1" .~ CfSk\-~ J--

1

V 0-:),,)~? ~~ '·\t.~)'<cAAd~, ( ~~I'h 't)<v, k(.(,\:-~\.s k\ f~v£ 0:l1:IXJ")

",;<.3- WVV\:.J\t ~~'"\t.~1-,' r I< "5t' '1n.~ ,,~--\ t-L.~ f\)l"'-~'h'-, -n J'- ~. "-vK~~ 6. I. \tA.'7 ~0) R-") t;> !: I.( ~-; - ~ u..-b ( ':"'£'6 ~'" 1-: g-~ ~ ~ ~

,', .. ' '. -~1 '3" -,. " .~ "-0 ~ A';-{;~\{b ~ r=-(~'t-( g~Ul( f!- ~ .. '-t- 3J--=t"J} t~~~.

~ -S~~ J~"~ .,~--..,.. s~ r o..;fj., ~~e~~ ,,':LD. . -~~~!~

1:)l~\{ ¥ ~ ~~ I $~ ""'''1 Hv-'\~~r-r r l)(M. -o"'~ ,.....~~''''' J~~~"," t~o.n~~ ~ '0J' '\i~",-kJ "\ )~'J~' "'~~K~~

~~~ -'~..)-~ E+-.n J~k ( ~ i..t- f ~()",-R oJ) ' ~"r ~ ~"~~ ~~". " .

. §~~~(Fb)~~~~fti~,~~~, fi5:~' ~'f<''''l-'? c )-1<(twf. ~l ( '3~!.-----IW,.1:- "'--40 1'3 ~ ~_

\"-1w\::~.>-fv \,(.,-1'.,)"( ~l c. , ~') ~n~e1 "'j'" 1,~ ~~ . ~ . (:1 5,~l-(\r-S~~~ ( W~r '3~(~,~k. ( 'h·iv--l-~-· ~~.~ ! ~'1 (~~~..r tJ-e~ ~'-~ ("\, ~ '$~~~ r5'ctM..~ ~'rS"-h<~h,

1:".., U.e b ~ .. :d:' \ ('f'-~ w ~ -tk ~ \; ~~ cJ.,;;. ~'--O"> ~,\. ~VI'\. t. .~~ ~ "l ""'" 1: ,

\t ~ \1--'C.J-;",~\~' " :"l,~ ~ ' L""",1-/"\~· I'V"~p·\.J-", ~\. \. P. ('.J- r.[ 4.. '- '( .... ~ ) I , . .,-:> '). , z ~ ~ <:'-r, t ~

t~.,s,-~i:- tV({~-'~'~' -f~t ~~ .. "~ . . 1 ~ .r) Vl.c:rJ" 'N t.\n~ " r ~~~. .

C3~'-C ,/~ -~'.J'-0 ~"rl~R \."'-.: ~ ,,, t-'\ ~-)-'~l('. ~", ::::~ C~1" ~J k I

C;~ ''''; ~ ' 5~"'~ ~¥'.v",-t-~ ,\, (. .... , ~ .......... -';) J; (l~".)-" .t? \,.~.~e.,~ ~"j'~

~+ K~J~ .. ~ I R ~\l .. ~(~~"''''~ ( "> ~~J'-el(0.. ~~) ( -of...., '-0 \~-q1::,<w~ rt--~f ~ ,,~,eR .. ~ \;'JV~fI( ~ ~"\~.

Page 402: vondel. - DBNL
Page 403: vondel. - DBNL

Wat haftze, Yeis op reis, by wiffeling van tijdenEn heerfchappyen, wreet gemartelt, niet te lijdenNoch fnheptze t'elkens aim, van hooger hant befchermt:

so En als het fpreekwoort luit dat zelden brant verarmt,Veritjftste na den brant veel fchooner nit baer affen,Becht als de fenix weer geteelt en opgewaffen:Gelijk de domskroon noch ten hemel innedringt,En nit het affront van den fteenen wal, omringt

23 Met kerken, kloofteren, en heerelijke hoven,Den Dichtren itof geeft zulk een wonderwerk te loven.De Koning Willem, groot van naem door 't Roomlbh sgezagh,Is moedigh dat by zich haer burger noemen magh.Men zonde een lange ry doorluchte ftammen noemen,

ao Die op het burgerrecht der ftede zich beroe- men,En rekenen een eer dat zy, ten dienft gereet,Van outs verbonden ftaen met een geftaefden eedt.Het heiligh rijk, zoo hoogh gevoert op arentspennen,Plagh in den breeden Raet de Biffchoppen te kennen

13 Voor zijne medeleen, en Vorften van het rijk.'t Gewijde Biffchopsrecht verftrekte een wiffe wijkVan onderdrukte, waer de boosheen t'zamenfpanden,Beheerichte oock Eems en Schelt, noch zeven Nederlanden,En hnn geburen, met den heerelijken ftaf,

40 Tot dat de tijdt een krak aen 't heiligh voorrecht gatEIet hnis van Adriaen den zeften-, nitgekorenTot Hooft der kerke, t=ight van zulk ee n' ingeboren,Die, om zijn deeghlijckheit, zoo wijt alom befaemt,Sint Peters ftoel geenzins ontluiftert noch bel'chaemt.lees itzdt, de hooftitadt van het Sticht, in top geftegenLeght in een vruchtbren fchoot van klaygront, it* van zegen.Hier zwelt de koorenair, deer &der vet van room.Ier ruff de herder in de fchadnw van den boom.Hier vloeien Vecht en Rijn door boomgaert en prieelen,

se NW szpseS • as Is axis, „se," of .,mtddelpant." Het wane haat doe veer: „de Matra dm hetmiddielpant."

sr De Zoning Maw de Booms-toning Willem II, Graaf van Holland.ss Belswybefs, ens.: In vorige matron beweerden do BIsfohoppen van Utrecht, dat de Graven van

Selland, ea ander° issehtlge Hamm in den omtrek, bun lesnmannen en hotbedlendea waren.By groadden dlt bewseina oil setae list, door Insfehop Adelbold, in den seaming der elide eenwOpgentaakt, dock die, soo sy al homer bells= heeft, mostldh gelleld boa warden een verbindendekraeht to hebben besets& tegenover de dasrop geplastite vorften. %le over die lijst iniondarbeldhet apageteekende dear VAN Bun op de Boteeta /Mere III, Ms. HZ

ss Hemearker hot tnethalY heat hsrdwiffbe, wet fehenbaar hefty, dooh in den growl minderjnisten diatom te read veranderd is. Het was geen bloot „herderlOk" gem*, dat Adelbold etchaaninatIgde, en waarin men wellieht bend had, het was, genic in de vorige moot (mead Is, een„landsheerlOk" epporbewind, en daartegen versettedin sick dan ook Graaf Dirk en sin =Me-anders.

a irenrna het H 8. heeft Swab47 Yet ems roan treater dan bet platte en ondiehterlake cal fag room, gel& In het H. S. Amt.40 riche ea Mat in het H. 8. *sat, voor soo Terre ik good lees, richt is Kurt. Dear het water

to sea year( Met Moen, tan 4 door den wind bewegea, of wanneer an dale wordt 08•1410201,is de verandering in Bye ,Fier gelnkkig.

I 1654 OP D9 A•BEELDINGE VAN IITRILCHT. 365

Page 404: vondel. - DBNL

SW OP HET KUNSTBOECIC VAN K. ZACHTLEVEN. 1654

se En heerenflooten been. flier locken bofchtooneelenDe tortels en het wilt. Daer zuight de honighby.Gins zingt de nachtegael en leeurick even blyEen liethjk veltmuzijk, dat noit het oor verveelde.Hoe noemt men Uitrecht dan ? Een Paradijs vol weelde.

u LOAM beter den Atert(fk, gel* in het N. S. Rut. Wet editor aldaar In photo van vsldnusfidgalezen moot worden, kan ik ntet onteyfe►an.

Het tweede gedicht doelt meer bepaald op teekeningen, naar denatuur gevolgd.

OP

HET KUNSTBOECK♦AS

HERMAN ZACHTLEVEN,

vstwARAT SCHILDER EN TBEENAER.

UST het iemant &MIT TE LEVEN,Lucht to fcheppen naer zijn' wil,Die hlijft fbuis, geruft en ftil:

Hy kan ftil den Rijn opftreven,Van out Uitrecht, en den Dom;

Tuffchen d oevers van de ftroomen,Tuffchen wijnbergh, botch, en boomen,

Zich verluftigen alom,Sloten, fteden, en landouwen,

to

Kudden, vee, en dolt), en vleck,,Ackers, en gebuurte, en heck,

Bron, en waterval aenfchouwen,In sign kamer, zoo by maer

Opfla deze kunftpapieren,is Zoo vol !evens, zoo vol zwieren,

Dat Natuar by wijlen doerStom ftaet, toornigh, en verbolgen,

Over dat, en over dit,

Page 405: vondel. - DBNL

Over zwert, en over wit,so Licht en fchaduw, fnel in 't volgen

Van haer wezen: kan de Kunft,Kan de hant van dezen treckerMy dos volgen tot den Necker?

Heeft hem Pallas met haer gnnft2., En genade dna befcheenen?

Zeker laet de vlugge FaemDan bras eeren met zijn' naem :

Laet hem dan zijn' naem vry leenenVan bet LEVEN: want hier leeft

so Wat by treckt met duim en vingeren,Los en levendigh in 't vingeren,

Dat de bladen leven geeft.Wie verdriet bet op dees blaren,Dos den Rijnftroom op te vaeren?

10,11 Bad is I yoke* Tan kaer teesen d L: „waarby de Natunr, zoo als sy sick vertoont, wordtnagevolgd."

as Treeker• In dit woord sit een dubbele feeling Trekker beteokent niet alleen „relsen," maarboons, Ms t Eng. to draw, „teekenen "

as Tot den Necker d. I „tot aan de pleats, wear de Nekker slob In den Rijn ftort."

Saftleven overleed te Utrecht den 5 January 1685. In eene derzalen van 't Stadhuis aldaar vindt men nog een verzameling geplaatstvan twintig zijner teekeningen, voorftellende de uitwerkfelen van dengeweldigen orkaan van 1674 op de Dom- en Sint Pieterskerk. Detytel dier verzameling is mede door Saftleven geteekend en luidt:„Tot Utrecht. De Ruijnne van de Kercke den Dom en St. Peter,Getekent van Herman Saftleven, anno 1674."

Het was in dit jaar, dat het laatfte deel van Hoofto Nederland-fehe Gefchiedenisfen, voor zoo verre die afgewerkt waren, in 't Lichtverfcheen door de zorg van zijn zoon Aernont Hellemans Hooft.Deze, wien, na zijns vaders dood, de orde van Sint Michiel, welkedoor den overledene gedragen wasz werd gefehonken, en die zich teLeyden in de rechtsgeleerdheid had geoefend, trad in 't huwelijkmet Maria van der Hoeve of van der Houve, dochter van den ver-dienftelijken geneesheer 1) Robbert van der Hoeve, to Leyden. Von-del bezong hnn echtvereeniging in het navolgende lied — een bewijs,dat de betrekking tusfchen de Hoofden en hem, althands van zijnezijde, niet ale verbroken werd aangemerkt.

I) Ook dickies', volgenda Von Me Deel V, bls. 592.

1654 VONDELN LEVEN. 367

Page 406: vondel. - DBNL

TER BRUILOFT

vas

DEN E. NEER

AERNOUT HELLEMANS HOOFT,Iglu ass It. Nithitl,

2 I

DE E. JOFFROUW

MARIA VAN DER HOUVE.

ELDEN kan Natuur ontveinzenBoren aert die noode lieght,

Al vermomtze haer gepeinaen,Schoonze loos een a ij1 bedrieght.

Sperwers teelen mus, noch fpreeuwen ;Woken geen onnozel lam.

Leeuweneften voeden leeuwen.Wilt van wilt en tam van tam.

Zoeck by d'ouden Bien& noel teeckento Van Ekes waerheitb loop niet wijt.

Blijf in Hollant, en die ftreeckenVan den onvervlogen tijt.

Die getuight u, hoe een jongeAGENT, van den Muider borgh,

s-s Dood eenvondige regale, die shit reel moor den eon banale wearbeld, Js, wil men, eon axiomsberatten; doeh soo los Out natturftik geithreven, dat ay sick ale tpreekwoorden in 1 gehengenprenten.

9.10 Verbs: behoeft bier goon bewiften of voorbeelden van to spoken by de Ondheid; sy liggenvon de hand."

NI Teo ohliJAsider borolst esa altdeitirking, wel gefehikt em my en endorse In de war Si brengen.Men soh or bykans nit opinaken, dat hernout Hoeft nit rrUen ging near Maria Van der Hoare,teen by nog by slin radar op 't dot woonde; wet ik niet wel Gan ken nemen, Our by by dendeed dime radon naanwilka muftis of seventien Jaren telde. Doch men bedenke, dat bier —me de volgeade veers= gefproken wordt ran eon nifshigat near vreenide leaden, en dat derap', waartoe de min don Jong= drag dreag, nog op gees bepaald voorwerp behoeft toegepsstto warden. Mt den geheelen famenbmig bliJkt, dat hernont, '5 sd by bet lemon slins radars,'t ay na diens dood — want do famine bleat nog eon of twee comers op 't kasteel — Meyden var.liet, en in mreemde leaden ging raises; terwlft by — ale vs. 42 — eerst na an terugkomet metMaria kennbe maakte. — Dat borg bier Y solids is ale burp „dot," behoeft wel niet gesegd to warden

1654

Page 407: vondel. - DBNL

1654 TER BRITILOFT VAN A. H. HOOFT EN M. VAN DER MINE 360

is Door de min tot roof gedrongen,Uitvloogh. Denck eens, in wat zorgh,

Werelooze duiven vliegen,Ala de vogel van Jupijn,

Op zijn vleugels, van der wiege,20 Volght zijn Vaders ftreeck en lijn.

Hy doorfnuffelt alle landen,En bezocht uitheemfche lucht,

Rijnftroom, boffchen en waranden.D'Alpes koften zijne vlucht

as Niet beletten, met haer kruinen:Hy ziet zee noch bergen aen,

Vlieten, wildernis, noch duinen:Po, noch Arno hout hem itaen,

Noch geen Tiber. Parthenope30 'Gogh hem drijven op zijn pluim:

Maer hy keerde zonder hopeDoor het hemelsblaeuwe ruim,

Naer de Loir en d'oude Seine,Van de Seine naer de Teems.

as Valt mijn Hollant dan te kleineSprack hy, dat ik dus uitheengch

Eeuwigh omdwael, door de woldeetf?Beter in mijp vaderlant

Buit gezocht, dan vreemde yelckettto Te befpieden. Aen den kapt,

Daer de Anftroom loopt ten ende,Zagh hy flux een kuifche duif

Zitten onder de bekenden,En bekoord door deze knit;

to Vlieght hy tienwerf om die HouvE,

is ran der wisp.: ongellftt elerlOker dan ,,van de wleg af," zoo ale men nu soft zeggen.si-se DoorfiaOren Oesoeht. , Wen , Met , hoot ..., mph Wsarom hler (1st verftwingen

van den t. w. op den onv.•verL tOd on tern& zonder dat rUm of mast er toe dwong? fiatbevordert de elerlUkheld Wet, on verrasdt schteloosheld by 't fehrUven.

Si D'Alpeo• opmerking verdlent, dat Vondel — enders zoo zorgvnldlg in het vertolken van elle nit-Moedae mimeo y1111 perfonen on ideation, een gewoonte, dle my dikwlfts In 't naanw brengt —den nun van dit gebergte doorgaands, ached onvertaald, met een s foltrUfL

57 Noah daises daze ftaan bier alleen om 't rUm; want een aread, dli over de Urges vloog — itsvs. 24 en 26 — beboefde itch wasrlilk om goon dads to bekommeren.

se Drees* op sew piens. men vergete nIet, dat de beeldfpraak voortdnrend wordt doorgeset. Evenale een arend In de lneht een poos op an wleken drill*, zoo vertoefde dread Hooft een tpd Megto Napalm. „Hy blest or hanges,"zonden wy nog, In 't gemeenzsam getprels, met een galas Medd-tprask sewn.

as To Heise voor te blebs, om 't rem, dooh niet na to volgen.use Beier in mils modernist Buit gum** doze idtdrukting geeft een opheldering van 't geen vs. 15

Wizen wordt. By vond den gewensehten roof niet bulten 'a lands, en kwam dlen alzoo in 'tvsderland soeken.

41 Deer de Bijejtroom loops tee ende „te Leyden." WaarfchUnIlk kreeg Aernout tennis nen Marla,Wen hy aldear Andeerde.

es Die Bouvet nit het rUm blakt, dat do on In dit woord, op gin Frauds, els cm moot warden zdt-gerproten

Da WIRD= DAD I. VAN YONDIL VI 24

Page 408: vondel. - DBNL

Endlijck valt hy uit de lucht,Grijpt d'onfchuldige, en de droeve,

Die van dootfchrick kermt en zucht.Och weer vind ick een behoeder?

o Helptme, och helptme nu, och, och,Helptme, Zufters, Speelnoots, Broeder,

Och de lucht is vol bedrogh.Maer geen A RENT part op 't kermen

Van een duive. Hy vlieght heen,ss En vertrooft haer, uit ontfermen:

Zijt gerult en wel te vregn,'t Is onnoodig dat men udder,

Daer geen onheil wort yen% acht.Geef u over aen den Ridder,

so Ali een vrucht van zijne jacht.Vrees geen A rents klaeu of pennen :

Dees verfcheurt de duiven niet,Kunt ghy flecks uw' aert gewennen

Naer zijn luft en Hoorr-gebiedt,05 En uw moeders HOOF vergeten,

Alle uw droefheit is gefleten.

14,51 Hy olieght heen, En verfroail haer verfts• „hy vliegt, met haar all 4n roof, been, en" ens.is Wort verwaeht voor „te wachten itsat."ss Dee Bidder. t. w. „van Sint Mollie' "ssos Wederom woordfpelingen, gel& die in dit gedlcht van 't begin tot un 't elnde voorkomen;

doch coo zy ergends op hare plots sljn, dan is het In een Troll* gelegenheldsitulden ale dit,en niemand zal ontkennen, dat zy met bevalligheld en fmaak On aangebracht en doorgezet

Op den 26 Juny van dit jaar deed de Koningin Kriftina van Zwe-den, warsch van de tegenftreving, welke zy in haar Rijk ontmoette,in 't geheim reeds overhellende tot het Roomfche geloof, en wellichtbeduclit voor het lot van Karel I van Engeland, afftand van de kroonten behoeve van haren neef Karel Guftaaf b), en begaf zich naarBrusfel, met het voornemen om van daar over Frankrijk naar Romete reizen. Voudel liet deze gelegenheid niet voorbygaan om den lofder doorluchte Vorftin, die hem blijken van welwillendheid gegevenhad, te bezingen.

I) Zie Deel IV, blz 409, 410.

370 VON DELS LEVEN. 1654

Page 409: vondel. - DBNL

1654 371

OP

DEN AFSTANT DER KROONE,EN

HET REIZEN

VAN

KONINGINNE CHRISTINE.

MMus, reclwlens mammas moriCesium, negattl tentat ster yid.

AT Noortftar Bunt ons nu haer licht,En voert, in voorhooft en gezicht,

Een' glans van wijze majefteit,Genade en goedertierenheit,

En ftralen van doorluchtigheen,Het wieroock waerdigh? Al verfcheen

De Deught, uit haeren hoogen troon,Zoo fier en onbefproken fchoon

Als d'allereelfte pen haer oitto Heeft afgetekent, en voltoit;

Zy zoude, in wezen nochte fchijn,Niet aengenaemer konnen zijn

Dan deze, die alle oogen treckt,En heimelijck de harten weckt,

is Om aen to bidden, op dit feel,Een Godtheit, die des menfchen geeft

In haer bejegent, en verruckt.Terwijl elck nedervalt, en buckt,

Virtue minden. net.: Zle HORAT , Cara. III, II 21. De sin is:Hem, die Set Allot moist oettlehonen,

Hal, stews basin doorgefpoed,De blanks Deugd des Hensel teases,

Alm pool e s y hem open date.

Page 410: vondel. - DBNL

372 OP DEN AFSTANT DER KROONE VAN KONINGINNE CHRISTINE. 1654

Door overtuighden phcht, en zucht,2o Verneemt men, uit d'omfcheene lucht,

Een aenfpraeck, die ons, onbewuftVan dees geheimnis, ftelt geruft:

Wat fpeltghe? twijfelt langer niet:Hot is CHRISTINE, die ghy ziet,

22 De glori van Guftavus Rijck,Die hondert duizent to gelijck,

Uit liefde tot den Duitfchen pais,Ontwapent heeft, in haer palais;

Zoo veel kortouwen met een woort30 De kopre keelen toegefmoort;

Ontelbre zwaerden in de fcheeGebonden door den bant van vree.

Dit is de trotfe, die, vol moedt,Het recht der kroouen, dat geen bloet

33 Noch maeghfchap kent, noch zielen fpaert,Durf afftaen, ruftigh en bedaert,

In 't allerbloeienft van haer tijt,Den ftoel der Wijsheit toegewijt.

is 't wonder dat dees trotfe daet40 De Vorften voor het voorhooft llaet,

En al wat Kroon en Scepter voertVerbaeftheit aenjaeght, en beroert?

Dat ganfch Europe ftaet verbluft?Geen aerdtfch geen fterfelijck vernuft

43 Begrijpt dees wondren, maer een zielAls zy, die 'shemels heirbaen hiel,

Van kreits in kreits, daer in 't verfchietbe weereltkloot in eenen Niet

Verdwijnt, en 't hemelfch hof vergroot,so Het welck met zijnen open fchoot

Haer wenfcht t'ontfangen op Godts troon.Daer is der Wijzen Rijck, en Kroon.

NM Vergeliik bier de loffpraken. In vroegere gedicbten door Vondel as Kristine getchonken wegenehet bevorderen van den vrede.

Page 411: vondel. - DBNL

Het overlijden van den wijzen Axel Oxenftierna, den raadsmanvan Gustaaf Adolf en van zijn dochter, werd door Vondel in 't vol-gende graf thrift herdacht:

OP

HET OVERL•IJDEN

VA {►ULIN ZIJN BECIIILLBSTIII

DEN GRAVE

AXEL OXENSTERN,

It &Iselin in Sum us latutin,

VADER DES VADERLANTS.

DE ftaf van Zwedebrijck, hanthaver van dry kroonen,En weereltwijze, daer geen nijt op vatten kan,

's Rijeka Sanfler OXENSTERN zagh uit naer hooger troonen.Nu deckt dit- graf het lijck van zulck een' grooten man.

s Kaisaer voor kan(ddkr: zoo ook In den „Zunehin," re 41.Ds grilse kantfier Us.

Op den 12 October van dit jaar leed de ftad Delft een beklagens-waardige ramp door het fpringen van een kruittoren, die des voor-middags to half elf ure met meer dan 80,000 pond buskruit in delucht vloog, zoo dat ter plaatfe, waar het gebouw geftaan had, nietsoverbleef dan een ftinkpoel met vijftien of zestien voet waters. Degandfche ftad en de omliggende dorpen daverden en dreunden: jatot op Texel, en verder nog, werd de flag gehoord. Het getal der

1654 OP HET OVERLIJDEN VAN AXEL OXENSTERN. 373

Page 412: vondel. - DBNL

374 OP HET ONWEDER VAN 'S LANTS BIISSEKRUIT TE DELFT. 1654

omgekomen menfchen werd tusfchen de vier- en vijfhonderd begroot:en van vijfhonderd huizen waren er tweehonderd geheel verwoest.Vondel bezong dit akelig voorval in het volgende cierhjke treurdicht :

OP

HET ONWEDER

lr A I

LANTS BUSSEKRUIT

TE DELFT.

PLEIRDIA MORTIS IMAGO.

ART DEN HERS

JOAN VAN MAERSEVEEN,Wider an It 311iriitl.

ET was, geleerde MAERSEVEEN,Geenfins Salmoneus, die voorheen

Zoo ftont, op 't fpeor van d'Allergrootfte,In Elis met zijn torts nabootfte

Den donderkloot en blizemftrael,En langs den brngh, nit klaer metael,

Van hoovaerdye om 't hooft gezwollen,Met kopre raden of quam rollen,

PLUSIMA morns nuoo: d. L. „de dead, slob op onderfeheiden wtize voordeende." De woordenkomen voor Am II, 869.Getter& Naerjerees de lifer bedoelde is Joan linydecoper, Beer van Maerfeveen. By was de mangeweest, wren de Begeering van Amiterdam, ter gelegenheid van den aanfla•op die ftad, tot GraafFrederik Willem had afgevaardigd. In 1651, en ook In dit Jaar 1654, en volgende, bekleedde bybet Burgemeesterfehap; terwal by bovendlen in mitlerfehelden belangilke ilastakommtall6n werdgebrulkt. Al. invloedrek en kraehtig lid der Itaatsgesinde party of zoogenaamde „LoevefteInfehefootle," kon by niet Anders den seer asngenaam sOn in Vends]s oogen.

s Saintomus de Boning van Ells, die Jupiter nicht na to bootfen, en over Irian nader, by gelegen-held van Vondels treurfpel, 't welt dien naam draagt en waaraan Vondel weilleht, teen by ditgedieht fchreef, reads besig was.

Page 413: vondel. - DBNL

1634 OP HET ONWEDER VAN 14 LANTE BUSSEERUIT TE DELFT. 375

Als een verbolgen Godt, en kracht,to Die hemel, aerde, en Plutoos nacht

Alleen braveeren durf, en plaegen,Op zijnen donderenden wagen;

Noit hadt Salmoneus zoo veel harts:Maer 't was de Denemercker, Zwarts,

13 Die, zwart van roock en fmoock en koolen,Natunr doorgronde, en alle holen

Van haeren boezem openbrack,En polite wat in 't harte (tack.

Hy menght falpeter, kool, en zwavel,so Dat fcheurt den afgront tot den navel

Van boven open, buldert, brant,En flingert aerde, en ingewant,

Kafteelen, floten, fteen te mortel.Dat ruckt den aerdtbotim van zijn wortel,

is Vermengelt levenden en dam,En fchijnt den hemel naer zijn kroon

Te fteecken, door gewelt te baeren,Dat al de helfche flangehairen,

Uit fchrick voor 't oorloghs-element,so Te berge ftaen, en overendt.

Uw jeught, in 't opgaen van haer ftarre,0 braeve Bidder, gingh zoo verre

Befpieglen, op Kampanjes kuft,Den Zwavelbergh, die, noit gebluft,

33 Maer eeuwigh vlammen braeckt en voncken,En Plinius gebeent noch fchoncken

Ons gunde, noch het minite merck,Om zijne dootbus met een' zerck

Te decken, voor den trouwen yverto En faem van dien Natuurbefchrijver:

Nu zaeghtghe, bier op Hollants gront,Vefuvius in zijnen mont,

Te Delf, daer tegens ftijl en orden,Ons kruit, 'slants vyandin geworden,

to Stadthuis ontziet, noch kerckgewelf,En delft eon burgergraf voor Delf,

In puin, en menfchevleefch, en golven.

14 Dc Deleentereker, /warts: volgends tommigen was Berthold Schwartz, de nitvinder van het bus-bruit, geboortig van Fryborg in Dultschland volgends anderen heette by eigentlSk KonftantijnAseklItzen walks naam wel wet Deeusch kliukt en was Berthold sUn neam als kloosterling,terw01 ilia liethebbery voor de alchymie, in die dagen ook wel „marts kunst" gcnoemd, hemzijn toenum SeMearts tan hebben doen verwerven.

44 Den Zwevelbergh: den „Vesuvius "so Maisie men west, dat de beroemde natnuronderzoeker by een ultberfting van den Vesuvius om

't leven kwam.as Deft—Dejf: bonds woorapeling.

Page 414: vondel. - DBNL

376 VONDELS LEVEN. 1654

Van gloeiende affche en glas gedolven.'Pie wort van bitter fchreien moe?

so De woefte hooftftadt huilt u toe,En gaept en ftinckt, in zoo veel wijcken,Gelijck een kerckhof, zadt van lijcken,

Geplet, geknot, gefcheurt, gezengt.Een Chaos, onder een gemengt.

as Een jongfte dagh, vol dootfche fchricken,En d'oogenblick der oogenblicken.

Verbouw een eeuw, en Krezus fchat:Een vonck, een blick verwoeft een ftadt.

is HoeItadt voor ,,ftemhebbende ftad "

Onder het voorzitterfchap van denzelfden Regent, aan wien hetbovenftaande gedicht was opgedragen, had, in dezelfde maand, eenfeestviering pla,ats, die aan Vondel ftof opleverde tot een gedicht vanvrolgken aart. Wy hebben gezien, hoe velen der beste fchilders zichbeyverden, Vondels gelaatstrekken of te beelden, en hoe zy omftrijd met hem in kennis zochten te komen. Een nieuw bewijs derhooge achting, waarin zy hem hielden, werd hem gefchonken opden 21 October, 1) toen het Sint Lukasfeest to Amfterdam in denSint Joris Doelen opgericht door M. Koetfer, B. van der Heist,N. van Heldt Stockade en J. Meurs, gevierd werd door een hon-derdtal minnaars en beOefenaars der kunften; terwijl, als reeds ge-zegd is, Joan Huydecoper, Heer van Maersfeveen, het eergeftoeltebekleedde. Op dit feest werd Vondel genoodigd en aan 't hoogerpinde van den disch geplaatst, waar, op het nagerecht, een der gas-ten, Apollo voorftellende, hem, onder toejuiching der Vergadering,

. een lauwerkrans op het hoofd zette, terwijl de jeugdige blijfpeldich-ter Thomas Asfelijn zich in deze woorden deed hooren:

I) Zle WAGMLAB, Amfierd. IL XVII, op t jaar 1654, Brandt kelt het feest op 't jaar 16b8, en toreeht, Ws my echter eerst to last, en toen de blades, wassin datjaar behandeld wordt, waren afge-drat, gebleken Js.

Page 415: vondel. - DBNL

1654 377

SONNET

AAA

JOOST VAN DEN VONDEL,

TOEN MN E. HET FEEBT VAN BT. LUCAS MET ZIJN

OEZELSCHAP VEREEEDE.

Toen 't groote Licht verfcheen op 't Feeft der Kunftenaaren,Was jder een verheugdt en zoo vernoegt en bly,Vat wie den Vader zagh, ontftack in poizy,

Nu dat de Kunfiegoddin /tier met Apol zod paaren.

Terwyl de Prieftiofchap, door Zang en fpel der fnaaren,.Begroeten due die son: 6 Altair van one Landt,Die 't gantfche Helicon doet luiftren naar uw trandt

En w#dt aan Oodt Jupjn uw kroon van grfze haaren,

Die JUN(/ zijn ontringt met heylge lauwerblaan,Wat vier sullen toy u voor deee weldaadt branckn?

Wie dankbaar is voor gunft, die beefs de gunfi voldaan.

WasOlankbaarheidi is weer ale duizendt offet:handen.Tie Vader my vernoegt, nu dat St. Lucas Frieriffoltenckt Apellee fchildt, Apollo het lauwrier.

Na dat .het bovenilaande klinkdicht, dat al de gebreken en al deverdieniten van 't werk eens nog jongen fchrijvers bezit, was voor-gedrsgen, zeide Lucas Meyer het navolgende gedicht op:

Page 416: vondel. - DBNL

LAUWERKRANS,11001TPOEET

JOOST VAN DEN VONDEL

DEN 20 OCTOBER 1654 OP HET HOOFT GEZET.

Gelijk eertijd. om deerDe wiegh van den oniterflijeken Ilomeer,

Den Vader van de Griekfehe dishier., ftredenNiet min dam seven wijdt vermaarde Aden,

Zoo tiviit nu 't Negen(alDer Zanggodinmn, wie dat van Attar sal

Den Fader van one Dic/itera preirtfeh bekranfenNet Louwerloof van onverioelkbre glanalen.

Een jder pooght door krae,htVan reen, met klaarte en bondigheydt doorwrocht,

Te toonen, hoe by hebb' de lekkernyenGhezoogen uit Naar bolt der Foesyen 1 )

zy hem hebb gedrenektMet hoevenat dat rijm en didatkunft fehenckt

• handt aan handt yetrocken tanga den drempelVan sack...kande tot in Wijeheidte Tempel.

Roogh zou die tongeftrijdtJa licht -te hoogh gereezen sqn: ten zy 't

Apol verhindert hadt en de geltoordenTer neer. ghezet met deem vonnis woorden:

Onbillijk waar dat byDie van u all. in zoetft der .Rymy7

Poorfuikert is, zou 't merk daarvan ontOangenVan eene alleen: ghy moet het all' hem langen.

.Pol 3) Kiel zyn monde en metZijra mondt de zuftertwi ft: een ieder wet

Haar zinnen fkehte om met een heerelijekenEn grootfehen praal hear leerling uit to firifken,

Dal tveyse Rooft, veroult

3) Lees: „hoe by de lekkornyen der Polisy(en) gesogen Melt nit bear beret."s) Het water nit de bron Hippokrene door den hoeftlag an Pegaks ontftaan.s) Pot: try ongewone en wet heel gemeensame verkorting van dpollo.

378 1654

Page 417: vondel. - DBNL

"X, E

'.g( 'A A ET )3( (0, Ir °X

, 0 pI rgr 16( (dC Co) (1 Oa Co) ‘i'd1)3( tiCI,j; I '',:qC Cot K 0 /6l

Page 418: vondel. - DBNL
Page 419: vondel. - DBNL

1654 ERN GEZA!GH AEN ZOO/3T VAN VONDEL. 379

Met konften, van haar alle dan onthultWordt, daar het is in 't mid der PuikpoitenEn rijkfte en machtigfte der ftadr gezeten.

Elck, achtbaarlijke kreukDie 't zet, beduidt een goude zinnefpreuk,

En elk grip hair bootst na de zwier van 't fpringenEn daaleu van zyn onnavolghbaar zingen.

Zoo brulde Seneka,Zoo blonck de /nelle zwaan van Mantua,

Zoo bromde Flakkus: als haar heylghe Kaaren 1 )lie zangkroon drukt van eeuwghe Lauwerblaaren.

Ghenoegla, een Fenix afchEn zoomer is tot zijn verrys: bier was

Van doen, om zukk een Fenixhoofd to baarenNiet wan dan cleze Drie en zoo veel jaaren.

i) Te weten de haven van Sanaa, Maro en Filakkus.

Arme Vondel I die deze opgefmukte rijmlary moest aanhooren, enaich nog dankbaar betoonen boven dien. Hy fchijnt dan eok de wijsteparty gekozen to lebben: immers, volgends rt verhaal, dronk by bierden hem gebrachten beker ledig, en luisterde vervolgends naar de-na-volgende trippelmaat van Asfelijn.

EEN GEZANGII

OP DOI BOROMMOON DIMITIES

J- 00ST VAN VONDELALB SUN Z. OP S. LUCAS VHEST DE WELICOMSTFLiIIT

HAD IIITOBDRONKEN.

Liefhebbers, die in dees zaal zijt gezeten,Zoo van 4pol ale Apellea Fenced,

114$ my begroden het Amyl der Paten,Least aan het Fluytjen u gorgel en keel.Viet* gy den Lauwer-krane hem om het hooft,Ks weet, scat zijn Veder u weder belooft.DSO u Fenced hens herleeven op 't doeck,Gy vindt u Eerdichten weer in zijn boeck.

Page 420: vondel. - DBNL

Laat zich het gild van S. Lucas verheugen,Nis Jooft van Vondel, op 't feeftlijck gety

De wellekomftviuit heeft geleigd in drie teugen,En vall in zijn hersfenen vol polizyEen Mete heeft ontworpen op at duerzaam PapierEn huwt het penceel aen de groene Laurier,Twee Eonften, zoo edel by kleyn en by grootGeacht, dat de Ateefter nog leeft na zip doodt.

Wat wil niet dit Huwelijk kinderen teelen I.Athenen Idol nu niet op keurig gedicht,

1Voch Rome op Giorgiones of Rafel8 penceelen;Hier worden hun beyde de voeten gelicht.Want Aenytel verheught draagt nu roem op dit Paer,En wil dat men dees dagh een dagh in het jaerSal vieren, foo wert het Naneeven vernuwtDat de Penceel met Laurier is gehuwt.

Nadat dit lied, 't welk, hoe ook vol fouten, niet zonder frischheiden zangerigheid is, was uitgebracht, liet ook Vondel zelf zich nietonbetuigd, maar droeg het navolgende dichtftuk voor:

INWIJDINGE

DNB

SCHILDERKUNSTE,

OP SINT LUKAS FEINT.

ELLICE de zonnebloem haer oogenUit mine draeit naer 'shemels bogen,

En volght met haer geziChtHet al verquickend licht,

De zon, die 't al zijn verwe geeft,En daer geboomte en plant by leeft;

Zoo volght de Schilderkunft,Uit aengebore gunk

Ontfteecken van een heiligh your,

380 INWLIDINGE DER SCHILDEREIINSTE. 1654

Page 421: vondel. - DBNL

1654 VONDELS LEVEN. 381

to De fchoonheit van Natuur,Met hare ftreecken en penfeelen;Geeft doode doecken en panneelen

Het ]even waerze zweeft, en zwiert;Verkloeckt de menfchen, en 't gediert.

13 0 eedle Schildermin,0 tiende Zanggodin,

Wy loopen u, met d'andre negenParnasgodinnen tegen;

Van zingen noch van fpeelen moe:20 Ontfang dees kroon : zy komt u toe.

Ongetwijfeld zal Vondel, al moest hy to dezer gelegenheid meerdan e6n middelmatig of prulvaers aanhooren, om de goede bedoe-ling het gebrekkige wel vergeven en een oprecht genoegen hebbengefmaakt in een gezelfcbap van mannen, die voor 't grootfte gedeeltewarme vereerders der kunst en 't allen van hem waren. Doch allenbehoorden tot een nieuw en opkomend geflacht, ten eenemale ver-fchillend van datgene in welks' omgang zich Vondel vroeger ver-heugde. Met een enkel woord dienen alzoo de feestvierders, voorzoo verre hun namen tot ons zijn overgekomen, by den lezer toworden ingeleid.

Onder de kunftenaars, die de betrekkin$ van bezorgers van hetfeest of ceremoniemeesters hadden op zich genomen, vinden wy ermaar twee, vrier namen reeds vroeger in dit work zijn voorgekomen,namelijk M. Bretzer 1) en Bartholomeus van der Heist 3). Dezenlaatfte =lien wy npg wel ontmoeten. Alleen flip ik aan, dat hy,in 1613 to Haarlem geboren, in 1648, by het flniten van den Mun-fterfchen vrede, zijn meusterftuk, den beroemden ),Schntters-maaltijd,"voltooid, en alzoo het zenith van zijn roem had bereikt. Onder alde groote fchilders, -toen in Amfterdam vereenigd, was er niet een,wiens talent door zijn tijdgenooten zoo op prijs word gefteld, en diezich met zijn penceel zulke belangrijke voordeelen wist to ver-werven.

Heldt Stockade, de derde onder de bezorgers van het feest, 8) wasin 1614 to Nymegen geboren, en een leerling van zijn fchoonvaderMarten Rykaert. Eerst fchilderde hy landfchappen, dock vond nader-hand meer linaak in het afbeelden van bijbelfche en mythologifcheonderwerpen, doorgaands met levensgroote beelden. Om zich in ditvak bekwaam to maken, bezocht by Rome en Venetien, waar hy

0 Zle Deel V, Ns 772s) Me Deal III, Ws. 299.s) Zie bla. 878

Page 422: vondel. - DBNL

382 DE KLELIA, OESCHILDERT DOOR STOCKADE. 1654

vele jaren verbleef. Door beftendige ftndie werd by een bekwaammeester, die goed teekende, een malsch penceel voerde en een grooterebevalligheid in zijn werken leerde ten toon fpreiden dan die er inheerschte voor zijn vertrek naar Italien. Op zijn terugreis onthieldby zich eenigen tbd te Parijs, waar hem zelfs de tytel van hoffchil-der werd opgedragen. Hy overleed in 1669. Een zijner fchilderyenftelde Klelia voor, die met andere Romeinfche vrouwen by Porfenna,den Boning van Hetrurien, door wien de (tad belegerd werd, ingyzeling NI as gefteld, doch te paard over den Tiber ontfnapte en teRome terug keerde. Aldaar aangehouden, werd zy weder naar Por-fenna gezonden, wien hare kloekheid zoo had behaagd, dat by aanhaar en aan hare gezellinnen de vrijheid fchonk, en tevens den Raadbewoog, haar een Itandbeeld op te rechten. Op deze fehildery, diezich in de woning beyond van den Heer van Hookenhuyfe, werddoor Vondel het navolgende byfchrift gemaakt:

DE K LELIA

VAN DEN NEER

HOGENHUIS,

GESCHILDERT DOOR STOCKADE.

DE Roomfche Klelia ontzwom met d'eedle maeghdenDe gijzeling: en 't oogh der fchiltwacht en de doot:Waerom zy zuix Porfenne en at den Raet behaeghden,Dat d' eerite, op 'a vyants eifch, een Ridders beelt genoot.

Jacob Menrs eindelijk, die de vierde onder de oprichters , van deSint-Lukas-vereeniging genoemd wordt, was een plaatfnijder, Amfter-dammer van geboorte, en van wiens bekwaamheid zijn platen by deLand- en Reisbefehrijvingen van Nieuhoff, Dapper, en anderen, ge-tuigen. In hoe verre by verwant was aan den fchoonfchrifver Hen-drik Meurs 1), heb ik niet knnnen ontdekken.

i) Zia Deel III, 159, 160.

Page 423: vondel. - DBNL

1654 VON DE Liil LE V EN4 383

Van de jengdige dichters, op het feest aanwezig, maakte Asfelijnzich zeer bekend door het Rental tooneelftukken, welke hy voor denSchouwburg vervaardigde. Van zijne treurfpelen is er niet een, datwaardig is der vergetelheid te worden ontrukt; doch zijn kluchtfpe-len, vooral zijn „Stiefmogr," en zip „Saartje Jansz." I), zijn verdien-ftelijk, zoo om bet vernuft, dat er in doorftraalt, als om de natuur-lijke wg-ze; waarop de zeden en gewoonten van zijn tied er in zijnvoorgefteld.

Van Lucas Meyer is my alleen bekend, dat hy Med. Dr. was, ge-Iijk zulks aehter zijn naain ftaat uitgedrukt in den „Bloemkrans derVernuften," waar eenige kleine rijmftukjens van hem in voorkomen.

Van de overige Amfterdamfche dichters mogen wy gisfen, datJoan Six, Jan Vos, Reinier Anflo, Jan Zoet, Joachim Oudaen, on-der de fchilders, dat Govert Flink, Filips de Koning, Nikolaas Vis-fcher, Ferdinand Bol, Kornelis Brizti, zich op dezen maaltijd bevon-den. Waarfchijnhjk ook Job. Lingelbach, Joh. Asfelijn en de minderbeteekenende Jacob van Loo en Corn. de Bie 9. —

Wat eindelijk Joan Huydecoper betreft, die voorzat aan den disch,en die federt 1651 het Burgemeesterfchap bekleedde, by is ons reedsbekend wegens zijn zending naar Graaf Willem Frederik in 1650 3),en zal ons nog nader voorkomen.

Aan het Plot van het lied, door Asfelijn gezongen, was het ver-langen uitgedrukt, dat deze verbroedering der fchoone kunften eonsin het jaar gevierd zoude worden, opdat de Naneven het zouden

i) Van daze klucht, die in vier atdeellngen is verdeeld , heeft de neer VAN VLOTIN one can fohetsgegeven in :On Yelelkosit, bls. 129

s) Rembrandt dud ik beweren dat er Diet was, offchoon de Hear W. J HOVIIIJK, in een drama-Utahe veorftelling walks hy van dit feast gegeven heeft (AMItellISM, aliNNONDERS Rumen, 1859),ham Met alleen daarby aanwezig doet sbn, mast hem selft eon hoofdrel geefi, en hem, niet Apollo,de lanwerkroon op Vondels hootd doet plastron. Hoe float van gedaehten en verlifikatie de voor-[telling, door nib gelehten vrlend gegeven, oak wesen moge, ik mag clot mistral er bier protestSegall aan te teekenen. Joist de genegenheid welke ik siin perfoon an de hoogaebtIng. welke 1k stintalent taedthag, does 3 my betrenren, dat by, die enders baler dan inland in den geest en 't levenvan 't voorgeflaeht is ingedrongen, en er :Leh soo meesterlift op verftaat, one Lang voorheen gebenrde:akin in hare bhltorifehe Wear sonibhouwelek te maken, sulk een volkomen onhistoriach, Ja an-alogs* tafereel van dit feast beeft opgehangen. Waarom de historifohe waarheld, gen* zy zich300 karakteristlek voordeed, verlooehend OR er een volkomen Sidle voor in de pleats gefteld ? —Waarem moisten de eat Amfterdamfolie, vroigke, Instige, drinkende an fmuilende fehilden anpakten worden verwisfeld thgen eenige Balesoirmers, die cools in Arofterdam, nosh in Holland, noeheigenlift ergends dan in 's Molders verbeelding *oft hebben beitaan of Yunnan thirteen? Waarommood de soo reeht eigenaardige ftgunr van den bieeenas-Hnydeeoper, wiens voorsitterfehap beftemdwas, on, sender de vrengd te bederven of selfe„te temperen, aan I blest een defter, ja een plash-tig maiden te seven, geheel wegvallen, en pleats oaken voor die van Rembrand, niet den ftroeven,ftnggen, menitheibbnwenden Rembrandt, gel& :On tadgenooten hem tendon an vermeden, maareen fintesy-Rembrandt, die slob, even als sUn knnstbroeders, In de taal nitdrnkt sans opgewondennegentiende-eimwers? Waarom moist aan dim Rembrandt de task worden opgedragen, op bet feastvervidd door dies pfendo-Apollo, wiens verfehgnIng aan 't banket soo geheel in de geest van dentijd was? an waarom eindelift moat, met ellen Apollo, het klasfielsme, dat tech by de toenmaligeMinders an poileten niet Olson, maar fn het geheele leven der ileitige filiation Cohering en 'Whigwas, geheel an al worden verbannen? Wel Melt de diehterliike waarheid enders (+lichen dan dehistorffebe waarheid, wel mag een felt geldealtheerd worden on met febooner klenren getoold, danhet In de werkellkheid beset, doch wanner de vooritelling dien ten prelim geheel enders wordtdan ay geweest is Wet alleen, maar dan ay ooft heeft Imanen zijn, dan wordt men In een denkbeel-dige waereld overgevoerd, waarin ook zelft gem diehterlIfte waarheid moor bertaat en men Wetwiden overbondt dan een ydel fpel der fantasy.

s) ZIG bls. 59.

Page 424: vondel. - DBNL

384 VONDELS LEVEN. 1654

weten „dat Penceel en Laurier gehuwd waren." En werkelijk werdhet befluit om zoodanig feest jaarlijks te houden, voor 't fcheidender kunftenaars en liefbebbers, die voortaan 44ne Broederfchap zou-den uitmaken, plechtig door hen genomen. Ongelukkig werd dit be-fluit — volgends het fchrijven van fommigen 1) door nijd en eigen-baat — verydeld, en liep de gandfche Broederfchap eerlang te niet 2).

lk heb er meermalen op gewezen, hoe Vondel voortdurend zijn 41had pogen te oefenen door het vertalen van fraaie brokken nit de oudefchrijvers. Zoo had hy onder anderen de Lierzangen van Horatiusin Nederdnitsch proza overgebracht, en nu gebeurde 't, dat iemand,die een affehrift van die vertaling had weten te bekomen, deze —in vele opzichten onrijpe — lettervrucht ter perfe bracht, zondertoeftemming des fchrijvers. Vondel zocht eerst den druk te verhin-deren; doch geen middel daartoe vindende, hield by er nog de handaan, en droeg die vertaling op aan de Kunstgenooten van Sint Lukaste Amfterdam, tot een blijk van de genegenheid, welke hy hun kunsttoedroeg, en van de erkentenis der gunst en eer op hun feest ge-noten.

) Zie o. a. HOUBTIAM, kleknowbutyils der Milder., HI Deal, bls. $29.s) Took word eon dergeltjke broederlUke vereeniging van kunftenaars, dkhters en voorftanders der

kunften, en tevens een herinnering van 't hter befoh feast, twee honderd Aar later, op 21October 1854, In het Odeon to Amfterdam gevierd, hoofdsakelific door Loden der Maatfchappy Arilet Arateiliae en der Redertikerskamer dehilke.

Page 425: vondel. - DBNL

385

Q. HORATIUS FLAKKUS

LIERZANGEN.

DICHTKUNST.

IN NET RLIIIELOOS VERTAELT

DOOR

J. V. VONDE L.

1654.

DS .RD[L] Wall J VAN VOND111. TI la

Page 426: vondel. - DBNL

_

_

Page 427: vondel. - DBNL

AEN

DE KUNSTGENOOTEN

TAN

C3.1U tfalkl$,T'AMSTERDAM,

SCHILDERS, BEELTHOUWERS, TEKENAERS,

NS

IIUNNE BEGUNSTIGERS.

OEWEL elcke Kunft haer eige bepalingen heeft,

nochtans worden zommige Kunften door eener-

handen bant van onderlinge geraeenfehap ver-

knocht, en gelijck vermaeghfchapt; hoeda-

nige zijn Potizy, Schilderkunft, Beelthouwery, en andere

Kunften, die, to gelijck op matt en getal gegront, de Wis-

387

Page 428: vondel. - DBNL

388 OPDRACHT AEN DE KIINBTGENOOTEN VAN SINT LUKAS.

kunft niet ontbeeren mogen: en zeker dit vermindert zoo

weinigh den luifter van deze Kunften, datze hierom te godde-

lijcker te achten zijn: want van Godt zelf, aller dingen Schep-

per, wort gezeit, by het Orakel der wijfheit, 1) dat Ily alle din-

gen, in mate, getal en getaighte,geordineert heeft. Van Plutarchus

heeft elck nu in den mont dat fchildery ftomme Poezy, de

Poezy fpreeckende fchildery is: want de Schilder beelt zijne

gedachten met ftreken en verwen, de Dichter zijne befpie-

gelingen met woorden uit, en hare muzijck zweeft,methooge,

middelbare en lage, droeve en blijde, ftatige en dertele

klancken, op de pennen des Dichters, en volght fcherp met

hare galmen zijnen geeft en vernuftige vonden, de ziel der

zangkunfte. De Poezy wederom, behalve datze doorgaens

een Gezang genoemt wort, heeft zich, van outs her, van

bommen 2), tamboeren, hiere, fnaren en fluiten, zingende en

danffende Rcien gedient. Horatius, in deze zijne Dichtkunfte,

paert menighmael de Poezy en Schilderkunft te zamen, ge-

lijckt d' een by d' andere, en begacftze beide even rijckelijck

met eene zelve overoude hantveft der vryheit van Idles wat

ter zaceke dienen kan te durven bybrengen. De Poezy,

Schilder- en Beeldekunft, hebben niet alleen van outs Ko-

ningklijcke en Vorftelijcke Hoven, maer zelfs Godts- taber-

nakel en tempel verheerlijckt, en hare Heiligen gehadt;

gelijck onder de godtvruchtige Hebreen, Mofes, Hiob, David,

1) By het Orakel der lettekettt V. doolt bier op eon pleats In het Beek der w(fsheit, XI. 21.s) Bohunen oinkelbommen, taint:106)4ns."

Page 429: vondel. - DBNL

en Salomon, met hunne lofzangen, en gedichten ; en 0Oliab,

en Bezeled, van Godt geroepen, en door zijnen Geeft be-

gaeft met wijfheit, en kenniffe, in allerhande kunft, en beel-

dewerek, om het Heilighdom te verfieren. Onder het Hei-

dendom hebben Homeer, Hefiodus, Orfeus, Kallimachus,

Pindarus, Nonnus, Virgilius, Ovidius, Horatins, en zoo veele

anderen, welcker naem en faem de weerelt verduren zal,

zuix uitgebloncken, dat zelf de Heilige Geeft, in Sint Pau-

wels brieven, met de fpreucken van Aratus, en Epimenides, 1)

tot grootachtbaerheit en onfterffijcken lof der Pogzye, de

goddelijeke waerheit beveftight. Sedert hebben de Grieckfche

en Latijnfche lofzangen het Chriftendom gefticht 1) De ge-

luckighfte kunft-eeuwen hadden voorhene moedt gedragen op

Apelles, Timantes, Zeuxis, en andere doorluchtige Schilder-

belden; oock op Praxiteles, den beelthouwer ; Fidias den

beeltfntder, en Lyzippus, den beeltgieter 1). Dewijl dan de

Bray, Schilder- en beeldekunft, van outs her, gelijek noch,

in onderlinge gemeenfchap verknocht waren, docht het my

niet ongerijmt uwe K op te dragen Horatius Flakkus Lier-

zangen, en Dichtkunfte, eenige jaren geleden, by my, tot

een eerlijck tijtverd4f en oefeninge, by winterfche avonden,

t) „Vales, ea fg*Itasidsar area sot seggen, dat dese redeneering niet salver loglach was, en dat menMet WM, hoe het ottbitmeas epee Hawser, ligfiodus mu. de asnielding kon ain, dat de H. Geeakftwen-am van Arafat en Episeentdes sanhaside. Dock V. bedoelde te seggen „door de febriften van Homeerens. knelt 4e poesy sulk sea smell verkregen, dat bare nitfprsken, ook self. door den H. Goma,&is geldeade argiunenten word= gebesird."

M Hat Oftretandost ggdicM V. wU semen: „hart sin er, tot Welding der KrIstenen, en tot ver-heerigking van- het Kristendom, Griekfthe en Latgufebe lefsangen gefehreven."

a) By het toekennen van verfehlUende Vials aan de drie knnftenaars, bier genoemd, fehgnt het,dat V. Prazititss meer nitftnitend voor eon bukiliouwer Meld, Adios voor eon beekVatider of „graven,"en 1pippos voor een boadgielsr, of die Min beeldea nit metalen vervaardigde. De onderfcheldingis eehter Willekenrig.

OPDRACHT ABN DE KUNSTGENOOTEN VAN SINT LUKAS. 389

Page 430: vondel. - DBNL

390 OPDRACHT AEN DE KUNIBTGENOOTEN VAN SINT LUKAS

in 't rijmeloos vertaelt, met hulpe van wijlen den Heere

DaniEl Moftert, Secretaris dezer ftede, en Joan Vechterfz.

of Victorijn, beide Rechtsgeleerden, en zonderlinge begunfti-

gers mijner Po6zye. Uwe T. ontfange 1) dan dit werck tot een

blijck van de goede genegenheit, die ik uwe edele kunfte

toedrage, terwiji ick blijf

Uwer oiler dieOwillige

J. V. VONDEL.

t' Amfierdam 1653

den 27 van Slaghtmaent.

,) ow,. Et heb my atgevraagd, of dit gem draktont Is en of Rein Met eiChiagen Igien meet,daar bier meer den eon perfoon wordt tomerproken. Doch 't vooraigaaide OW I ku even goedvoor Uwe &I Medea Sean: ale Uwe edelkeld an, d. 1.- „de odelheid, de edele cart van a Haden."

Page 431: vondel. - DBNL

HET EERSTE BOECK.

Ito MutualHET EERSTE GEZANG.

Andere futon neer wat tinders, Horatine fleet of fteeckt naer den naemvan lltehter, voornameluek van Lierdichter.

MECENAS! die nit Koninglijcke Vooronderen gefproten,mijn befchermer . en waerde roem zijt; zommigen fchep-pen hilt het Olympifche ftof met den wagen om hunneGoren te doen ftuiven, en den perckpael met barnendewielen te mijden, om door den edelen palm van lants-

heren tot Goden verheven te worden 1). Dezen, indien de fchare der

u ran smIskeres lot Goan wham le verde*: Deters „tot Goden, beheartchers der garde, tewords!' verheven."

Q. HORATIUS MARKUS LIERZANGEN. 891

Page 432: vondel. - DBNL

392 Q. LIORATIII8 FLARKU8 LIERZANGEN.

wifpeltuirige gemeente hem pooge to verheffen tot de hooghfte Eer-ampten ; dien, indien hy zoldert al het koren dat in Lybie gedorftwort, vermaeckt met zijne erfackers te bouwen, zoudtghe met al hetgoat van de weerelt 1) niet daer toe brengen, dat hy, beangft voorfchipbreuck, zich ter zee begeve 2). De Koopman, beducht voor denNQorden wint, die met de Ienifche baren worftelt, looft de ruff enhet lantleven, thane 8) geen kommer kunnende lijden, kalfatert zijnelecke kiel. Men vindt'er die geerne vernen wijn drincken, en daereenen halven dagh mede konnen doorbrengen; nu met uitgeftreckteleden onder een groene linde, dan het hooft zachtjens op den kantvan een ruifchende beeck leggende. Veele hebben zin in den oor-logh, en het gemengde geluit van trommels en trompetten, en dewapens, een gruwel voor een moeders hart. De Jager onthout zichonder den blauwen hemel, en denckt niet eens om zijn lieve vrou,het zy zijn trouwe honden een hinds op fpoor hebben; het zy hetwilde zwijn het gefpande net doorboore.

Het veil, een belooninge van geleerde harffenen zet my onderde Goden. Het koele woudt en de huppeleude reien van Nymfenen Saters fcheiden my van 't gemeene volck, overmits Euterp myop hare $uit, en Polymnia op hare luit fpelen laten 4). Indienghe myonder de Lyrifche Paten rekent, zoo zal ick met opgeheve kruinde barren ftooten 6).

0 Met al het goes cog de weer& V. is bier ongelijk 'Triter in 't vertalen den in sgn ovarsettb3genvan Vireline en OrIdlus Er float In 't Lat. eitialicis condiisonsbus d. ,,voor de condjNe, voor defehatfen, van Attalna."

• Dat hy.. . sick ter see beget. by Noratins (sat „dat by, beltngst, op een Cyprisoh fchip deIfyrtolfche zee (de Zee tusighen Attika, Elam en den Peloponnesus) deorklieve "

a) nags • ]lever, „links, Trederom " bet Lat mos geoft bier een tegenftelling to kennen. De troop.man, arm afgefebrikt door bet seegevaar, dat by geleden heel, prgat de nut; dock nu by gebrek

maakt by ftrake toebereldfelen om wederom in gee te gagn."a) ilpeint fates Hoogdnitfche woordfchlkking.a) De llama Oaten: wel gelds Napoleon. du fisblione au ridicule a ay a veto pat. In Lat. la de

nitdrnkking diahteraik verheven, en ay sot Olt ook in '5 ND blijven, fond sr: „zoo sal ik mgntrain tot tan 't ftergewelf verheffen," of leis dergeltiks. Zoo ale er nn ftaat is de Tangling, julatmidst sy letterlak is, beleehlUk, wanluidend en plat.

Page 433: vondel. - DBNL

Q. HORATIUS FLAKIEUE LIERZANOEN. 393

Int ltignotttg.

HET 11. GEZANG.

Veel onweera en Itormen nitgeltort over 1 Roomfche volck, tot wrake des vermoordenJ. Ceara. 'a ItLjcz eenige hope raft op de gozontheit van Angnftus.

UPIJN heeft nu lang genoegh tot een waerfehonwing 1)vervloeckte fneenw en bagel op one neergeftort, en metzijn gloeiende vuift de Roomfche floten befchietende, deStadt_ vervaert. Het verbaefde volck vreefde dat die be-naende tijd van Pyrrha 2), over nienwe gedroghten ker-

monde, wederom voor handen was; waer in Protens al zijn vee opde hooge bergen ter weide dreef, en de viffehen aen de hooge ol-men hangen bleven, waer in te voren de driven neftelden, en deblode daffen 3) over de verdroncken landen zwommen. Wy zagen denblonden Tiber, met krackt van den Hetrtuifehen oever te ragge ge-dreven, het Soningklijeke flot en de kercken van Veils overftnlpen ;terwijl by tegena de jammerende Ilia 4) iteft haer ongelijck te wil-

3, Pot dam waerfehouriag dose woorden heeft V., ale ter opheldering, bier ingevoegd. Zy Assn nietin • Lat. en badden gevoeglijk kunnen wegblUven, dear zy door bun prosalfehe tint do workingvan 't gehael boderven.

2)Da balite& f(fll eon Pyrrha. „de sondvloed."3)Ds Mode de(fas• Hover den met blade, 't yolk eon ingeboren elgenfchap aanduidt, sot 1k bier

paofdee vertalen met: „bet:mite, verfehrikte."4) No• de moeder van Romulus, die, volgends de overlevering, op last van den overweidiger

Amulins, levend by den Tiber begraven was; waarom sy door de dlchtere wordt voorgefteld alsmet den Tiber gehnwd.

_ _

Page 434: vondel. - DBNL

len wreecken : en die itroom, ter liefde zijner vrouwe, overlopende,bevloeit Stads flincke zijde, om dat Jupijn vertorent is. Het kleeneoverfchot der Jongelingen zal ter ooren komen dat de burgers tegenelckanderen den degen geflepen bebben, waer door 1) het nutter weerdat de Perfianen fneefden. Hun zal oink ter ooren komen, dat hunneouders oorzaeck waren van dit gevecht. Welcken Godt zal het volckaenroepen, om den vallenden ftaet des Rijcks te flatten? met watgebeden zullen de heilige Nonnen aenhouden by Vette, die naergeene lofzangen luiftert? door wien zal Jupgn dit fehelmftuck ver-zoenen ? Koom ghy dan eens, dat bidden wy u , 6 waerzeggendeApollo! wiens fehouders met een witte wolck behangen zijn: of lie-ver ghy, 6 lachende Venus! om wie fcharffende Minnegodekens 2)zweven: of indien ghy uw verwaerlooft geflacht 3) gade flaet, 6 Va-der Mars! die dit al te langdarige fpel wars zgt, en luft fchept inveldtgefchrey en gladde helmen, en in 't bade gezicht des Mauri-taenfchen Soldaets, tegens den bloedigen vyant. Of ghy, 6 gevlerckteGodt! zoon der koefterende Maja, die den naem van Ca3fars wreeckerwilt dragen, en des Jongelings 4) gedaente naboottl; veer fpader tenhemel, en verkeer langen tijdt vrolijck onder het Roomfche Volck,en laet een fnellen wint u, die over onze boofheit vergramt zijt,niet van ons wech nemen. Verluftigh u Bever bier in treffelgcketriomfen, en in vader en vorft genoemt te worden; en, 6 Casfar, ge-doogh niet dat de Medifche ruiterye, onder uwe veldtheerfchappye,ongewroken op onzen bodem kome draven.

1) Weer door• verbs, ,.door welken dem."s) fialuerfieede Monegodekens• Cr Itrat In 't Lat „de Seherts en de Managed."s) Ulf verssaeriooft Waal.... 45 Fader Mora. Rom word de vader van Romulus en alma de ftam-

heer des RomeInfehou yolks gelleht,4) Des Jongslispost van „Alain:Ms" Horatlus Agit hler Verkurlu voor, els, In do gedaante van

Augustus, wreak *emende over don moord, aan Cesar geploegd.

394 Q. HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN.

Page 435: vondel. - DBNL

Q. HORATIIIS FLAHKUS LIERZANGEN 395

Attl htt 4r4i3I.

BET III. GEZANG.

De Poi et wenfcht het Scheepken, waerin Virgilius naer Athenen vaert, behoude rein:voort haelt hy der monfeben vertnetenheit en ftoutheit dapper over.

CH bidde, 6 Schipl 't welck gezonden zUt to leverenVirgiel, die u toebetrout is, dat de Godin, die Cypresbeheerfcht, en de Gebroeders van Heleen 1), die blinc-kende geftarrenten, en de Windtvoogdt alle andre win-den gekluiftert houdende, behalve den Weftenwint, uzoo fture, dat ghy mijne halve ziele behoed, en hem be-

houden overvoert aen de Attifclie kuften. Hy was een hardvochtighen onvertfaeght man 5), die allereerft de broffe kiel de felle zee be-troude; en niet vreefde de hollende Zuider ftormen, die met de Noort-

I) De Gebreeders ram MIMS „Inkster en Pollux "s) by was etas hardeoelaigh en eavere/aeghe man • hoe kon bier V„ colt dlehter, behagen feheppen

can poltlfehe voorftelling in plat proza over to brengen , Waarom volgde hy bet oorfpronkelgke nletin odds met Hemline. „hem was de beret met elkefehors on driedubbel yzer omgord."

Page 436: vondel. - DBNL

fche buien worftelen, nochte de mottige Hyades 1), nochte de dol-licheit des Zuiden wints, boven wien geen storm meer gewelts heeftover de Adriatifche baren; het zy dat hyze beroeren of ftillen wil.Wat flagh van fterven heeft by gevreeft, die met drooge oogen dezwemmende gedroghten, de gezwolle zee, en de beruchte rotfen 2)van Albanie 8) aenfchoude? De voorzichtige Godt fcheide vergeefsde aerde van d'onbuurlijcke zee, indien evenwel renbkelooze kielenover de gevaerlijcke zanden heene vlooten. Het vermeten menfchel#ckgeflaeht, dies durvende beftaen, flaet den onwegh 4) in. De Route zoonvan Japeet heeft den menfchen het vier diefachtigh toegeitopt: nadat het vier den hemel ontdragen was, is de weerelt overvallen vantering, en eene bende van nieuwe koortfen; en de noodzaeckelijckedoot, die te yore lang aenquam, heeft zich federt verylt 6). Dedaelheeft d'ydele lucht doorfneden met wiecken, die den menfche on-eigen zijn. Herknles arbeitzaemheit doorboorde den afgront. Arletayak din menfchen te laftigh. flit verwaentheit beklimmenwe den hand.Once fehelmery gedooght mitt, dat Japri'a tine vergramde blixema uitda handen legge.

a) De inotike Hyades: d. 1.: „de drown, tranen Redonda Hyades." Mot* heed bier Met de betee-kepis van „pokdalIg," mean van: „den wog- of Itotregen nedergletende,"

s) Repko: Hovers „klippen."s) 4111mtiss 't Lat. heat bier dereterauseta, dat eon voorgebergte is van Epirus. De landitreek,

wearin Epirus galena: ft, verkreeg eent In lateren tad den naam van .411must4.*) Des esswegh: d. I.. „den verkeerden wag," wat men nog wel see voor. „'t verboden kwaad,"

plat bier 't Lat. heeft.s) Ilefft sigh faders egret d. i : „pleroft no tpoedlger to komen"

396 Q. HORATIUR PLAKKUS LIERZANGEN.

Page 437: vondel. - DBNL

ttu L. :iuting.

HET IV. GEZANG.

De ilefhlekbeit der lento befebreven en 'e limns algemeene brosbeit voorgeftelthebbende, vermaent by Sextius tot een wellahigh leven.

E felle winter ontdoit I), door d'aengename aenkomfteder lente en des wecklevens, en men windt de droogekielen uit de haven: het vee is de ftallen moe, en deboer den haert, en de weiden zijn niet meer wit vanrijp. De Cyterifche Venus heft alree met de nieuwe

maen de reien aen. De bevallige Gratien trippelen met de Nymfenhant aen hant dat het dreunt: terwijI de nyvere Vulkaen de logge

0 Oradea: bier one gebesigd.

Q. HORATIUS FLAMM LIERZANGEN 397

Page 438: vondel. - DBNL

398 Q. HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN

Reufefmis gloeiende maeckt. Nu is het tijt de blinckende pruick meteenen groenen myrt, of een bloom, die van d'ontlate landouwe 1 )voortgebroght wort, to bekranfen. Nu is het tijt datmen Pan 2) of-fere in de lommerige boffchagien; het zy by een lammeken ofeen bokfcken eifcht. 8 Zalige harfenen 3). De bleecke doodt klopt zoowet aen der Ironingen hoven, ale aen der armen hutten. 0 zalige Sex-tius, 's Leven oogenblick 4) leert ono het Lange levee miftrouwen. Ter-itont - zal u de nacht overvallen, en de logenachtige hel 6) en Plutoosflare huis, alwaer eens geraeckt wezende, zultghe daer met leckerenwijn gene gezontheden inftellen, nochte den teeren Jongeling 6) be-loncken, daer nu alle de jeught om blaeckt, en die korts de maegh-den zal ontfoncken.

t) kinglets Iambuses collates is het echte woord roor den toeftand, wanrin do grond verkeert,wanner de lentewarinte bet es wegfmelten en bet hal verdwenen duet, on In do natnur waderworking brengt.

s) Pan, Sonatina heett fauns.a) o &Up learfrees• dose woorden, reeds op rich :elven slot seer duldelek, leveren bier volttrekt

goon sin op, en fehenen noch met het goon voorafgaat sock met bet goon volgt, In eenig verbandto (tam )tiskhien hadden sy knreyt mem se:favor:in ten on behooren sy by den volgenden sin,ale eon appozitle Van het • scars &Was &Ass Is 1, dat of koplist of korrektor bier in de wargeweeet is.

4) 's !gees. oogsralick: never: „de kortitondigheId van het loves."s) De logenaddige Ad. er Seat in t Lat. Magee manes: wet betsekenen ken „de tabiliehtlge fehlm-

nme," en• „de fehiinmen der Libel (de fclilmmen, wear de overlevering van gewaagt)." lk sot biersat de Matte: vertaling de voorkenr preen; want hoeseer de kommentatoren achten, dot beide op't miltde lederkomen, see komt my voor, dat een faklasitige, dos „Wet beftaande" fbAtss ales seerveal ores* bekeett Gan to jagen.

s) Des Istres-Jeagslist 's oorfpr, noemt hem Lyeidas.

Page 439: vondel. - DBNL

Q. HORATIIIIS PLAKKU8 LIERZANGEN 399

.Pit Viittlil.

HET V. GEZANG.

Horatins de verlockingen van Pyrrha ale eon fehipbrenek ontfwommen, fchat:Write elIendigh, die in bare minne rerftrickt ziJn.

PYRRHA! wat raucke Jongeling, ftinckende van civeten mufkeljaet 1), omhelft u op geftroide roozen, in eengenoegelijck prieel? ghy pronckftertje, voor wien fnoert-ghe uwe blonde vlechten 1 6 hoe menighmael zal by be-fchreien uwe trouweloofheit en lichtvaerdige eeden, on

ale een onervaren zich verwonderen over de hal*buien van uwe norffe hevigheit, die uw blancketfel 2) nu te lichtge-loovigh liefkooft; die, niet kennende uwe bedriegelijcke gunit, alt4thoopt u eens alleen en vriendelijck te tinden. Ellendigh zijnze, dienghy onverzocht $) fchoon in 't oogh fchijnt. De kerckmuur getuightmet het gewyde tafereel dat ick mijne natte kleederen ter eere desmaghtigen Zeegodts opgehangen hebbe.

0 Roth.* gig civet is seav7;epaat: bier parodleert V het bewail*e perAfes llguidis odorants van.1foreilits: d. 1.• „met weirlekend eat overgoten." Zr is bier viol fprake noel: van/Hakes, web vanabet of imsehts.

a) ft blestekeffel: ook tilt is een nitvinding van V. — Maar wellicist febepte de ernalge Amfter-dammer er behagee in, de twee liefelgke beelden, die Horatins febilderde, In can peer welgeigkekariketaren to verenderen.

s) Omer:odd: d. I.: „solider dat gy van nw' kant wederkeerig bebagen in bent vine."

Page 440: vondel. - DBNL

400 Q. HORATIII8 MARKUS LIERZANOEN.

Itu

BET YL GEZANG.

De tretarfpeler Varies zal Agrippaes oorlogen singen. Horatins voolt Ida flecbtsbeqnsein tot belarbvinge van bancketten en minneworftelingen.

AGRIP! ghy manhaftige overwinner der vyanden, Va-rius zal befchrijven, met een hooghdravende dichters _pen, at wat de forffe foldaet te water en te lande, on-der uw beleit, bedreven heeft. Wy lage verftandenonderwinden ons niet zulcke treffelijcke zaecken te ver-halen, nochte de groote verbolgenheit van Achilles,

die niet te verzetten was, nochte het zwerven over zee van den dub-belen Ulyffes 1), nochte Pelops wraeckgierigheit 2); overmits fchaemteen de Zanggodin, alleen op de weerloze luit afgerecht, beletten uwen

1) Des &Abele* UV O'er Wet den „tweevondigen," molar den „diabeihertigen," of, in ganitigersin, den „ondoorgrondelliken" T./Ireful.

s) Ifoehle Pelops wraeekgierigheit: verkeerd: er Is fprake van de fano Pelvis dooms: d. ' ,betwreede gellacht vaa Pelops, de Polopiden, Atreus en Thyeftee."

Page 441: vondel. - DBNL

Q. HORATIII8 FLAKKIJ8 LIERZANGEN 401

en Cmfars voortreffelijcken lof, door vernutts gebreck, fontluifteren.Wie kan Mars met zijn diamanten harnas naer waerdye befchrijven?of Merion 1), van het Troyaenfche ftof bekrozen ? of Diomedes, doorhulp van Pallas, den Goden gelijck? wy ledigen 2) zingen bancketten,en ftoeyingen van vryfters tegens vryers dapper in de weer, metgekorte nagelen; het zy datwe koel zijn 3) of blaecken, niet lichtvaer-digh buiten gewoonte.

i) Norio's: lees Merlons by was de wagenmenner van Idomenens, 'coning van !frets, wonddePrisms soon Delfebns, on genoot, na zljn dood, goddellike sere by do Kretenzers.

s) Wy ledigen• Ilever• „wy, als wy MI hebben."s) Iroei sea: van keel stir fpreekt HOr. nlet

1

or wrnicr• TAE J. VAN VUNDEL TT 26

Page 442: vondel. - DBNL

4O Q HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN•

3u! Mutating 161aung.

IIET III. GEZANG.

Boven alle andere fteden en lantfehappom prijft hij Tibur, do geboorteplaetsvan Plancus, welken by vermaent met wijn de zorgen of to fpoelen.

NUMB zullen het doorluchtige Rhodes loven, of Myti-leen, of Efefus, of de veften van Korintus, van weder-zijde met zee befpoelt, of Tebes, door Bacchus, of Del-fis, door Apollo ve•maert, of de Teffalifche Tempe.Men vint 'er die al hun werck maecken itadigh met

vaerzen te verheffen de ftadt der ongerepte Pallas, en den olijfboven alle andere bomen te achten. Vele prijzen, Juno ter eere,Argos te paerde afgerecht, en het rijcke Mycenen. Ick hebbetot het geduldigh Lacedemon, nochte tot de vette weiden van La-rife, zulck eenen treck niet, als tot de woonftede der ruifchendeAlbunea 1), en den waterval Anio 2), en het wont van Tiburnns 8), ende boomgaerden, bewatert met ftroomende beecken. Gelijck de hel-dere Zuidenwint 4) dickwils de navels van den duifteren hemel afvaeght,on niet altijdt tot regen genegen is, zoo zijt, 6 Plancus, verdacht,wijfelijck uwe droefheit en 's levens moeielijckheden met een molligh

I, elltrimea een bona en bron by Tibtir.ii) Aldo een rivier, die sick in den Tiber ultitort en by Tibnr, thands Tivoli, den beroemden

waterval vormt. Thane hest sy Teverosses) Het mid van Morass: V meent het mar, on heeft seker lacer met loess verward.4) De Aeldere Zuideeswint In den sin van heidernsesketsd. 1 Let. heeft alter. Zoo unit men ook van

een vronw die alias holder hondt, dat sy „holder„ is Offehoon het woord in het dagelUkseh livenseldom op levenioue voorwerpen wordt toegeput in daze overdraehteliike beteekenis, kan het erbier wel door, omdat de Znidenwind — Hots, — by de Onden geperfonificeerd was.

Page 443: vondel. - DBNL

Q HORATIU8 FLARKU8 LIERZANGEN. 403

wijntje to verdrijven; het zy datghe u onthout in een Leger, dat vanwapens fchittert, of ruft onder het dichte lommer owes Tiburs 1).Hoewel Teucer Salamin en zunen vader ontweeck, nochtans zeght-men, dat hy, zijne harfens, zat van wijn, met eenen populierkransbevlechtende, zijne droevige vrienden aldus aenfprack: 0 mackersen fpitfbroeders, werwaert Fortuin, die ons gunftiger als vader 2)is, ons voeren zal, Baer zullenwe gaen. Onder Teucers beleit enraet hoevenwe niet to vrezen, want Apollo belooft ons zekerlijck eenander Salamin, in een nieuw landt. 0 ghy dappere mannen, diedickwils meer gevaers met my uitftont, verdrijft nu de zorgen metwijn, morgen zullenwe ons wader op de wilde zee begeven.

I) tires Mars: 2Ybur, no Tivoli, was een Sad In 't SabUnfche, beroemd door de bevalligheid deromItreken en de mIldheld der lneht.

s) Ala soder: lees. „als, of don vader ons geweest Is" Aan Tonesr was namelSk door zUn vaderTelamon het verbigf in Salamis ontsegd, omdat by den dood van zUn breeder Ajax clot gewroken had

Page 444: vondel. - DBNL

404 Q HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN.

iru

HET VIII. GEZANG.

Ily rofknmt den Jongeling Syborta, bedorven door do minne van Lydia,

en in welluften verfmolten.

LYDIA I ick bid u, om Godts wil, zeghme eens: waeromyltghe zoo om Sybaris, die op u verllingert is 1), to be-derven ? waerom fchuwt hy, die weder en wint verdu-ren kan, het worltelperck? waerom rijdt by niet ridder-lijck met zijns gelijcken? waerom temt by niet Franfchepaerden 2) met den muilprang? waerom durf by den

blonden Tiber niet genaecken ? waerom vliet by den worfteloli 2)omzichtiger als adderen-bloet? waerom draegbt hy niet zijne armenblaeuw van de wapenen, die dickvvils meefterlijck de fchijf en denworppieck voorby den merckpael geworpen heeft? waerom verberghtby zich, gelijck men zeght, dat de zoon der Zeegodinne Tetis voorde befchreielijcke uitvaert van Troje dede, op dat het mannelijckekleet hem niet mede zoude fieepen in de neerlaege der Frygiaen-fche benden ?

3) Die op is vetylitsport is: neon. amends. d. I „door nwe Ilefde "a) Frassfehe paerdets• „Gallirche" meant by, van Prottfelsoo wist men teen to Rome no wain* at.

Doch V. is moor gewoon, can onde volkeren en pleatfen namen nit lateren tud to geven.s) Dos worfteloli: t. w de olio, waarmede de worftelaars zich befmeerden om het bun warpartif

moeilijker to waken, vat aim ben to krUgen. Rio over het mann gefl., dat V bier aan dat woordtoekent, BILDIERDI►K, 00. 10 v.

Page 445: vondel. - DBNL

Q. HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN. 405

Arti taliarrIpt5. ')

IIET IX. GEZANG.

By =lent hem op tot eon luftigh winter leven.

HY ziet hoe blanck en dick Sorakte 2) van iheeu leit,en dat de boffchen nu fchier onder dien laft beAwijc-ken, en alle vlieten dicht toegevrozen zijn. Verdrijfde koude, en legh luftigh bout aen den haert, enfchenck, 6 Taliarch, ruftigh vernen wijn uit Sabyn-

fche kruicken. Beveel de reft den Goden, die zoo haeft zy de winden,in de barnende zee worftelende, geftilt hebben, zoo worden cypreffen

I) TALIARCIIII7/1 volgende fommlge nitleggere beteekent dit woord Cerenton(sweaters) &rake. eon berg in Italign, san Apollo geheillgd.

Page 446: vondel. - DBNL

406

Q HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN.

en oude olmen niet meer bewogen. Onderzoeek niet wat morgen ge-beuren zal; en reecken elcken dagh, die u Fortuin verleent, voor winfte;en terwijIghe jong zijt, fpeen u niet van zoete vryaedjen, en dan-fen, zoo tang ghy bloeiende van gemelijcke grijfheit vry zijt: laetnu bet worftelperck, en andere oeffenplaetfen weder verzocht 1), ende zachte fluisteringen ter gezette avont-ure hervat worden, en oockhet aengename lachen, meldende uit een fchuilhoeckje het verbor-gen meifken, en den armring tot pant van den arm, of eenen ringvan den quanfuis weigerenden vinger 2) afgeruckt.

1) Versoeht voor „bezocht," obi meermalens) Webierenden anger Hever „vosthondenden vinger "

Page 447: vondel. - DBNL

lett 311trituur.

HET X. GEZANG.

Dien by I erheR wegens zijne welfprekentlieit, afkomfte, worftelknnfte on

lindinge der here; oock om zijne loositeit in 't ftelen, en om

d' ampten die by bedient.

WELSPREECKENDE Merkuur, Atlas neef 1 ), die fchran-der door ewe item en het heerlijcke worftelfpel, de ze-den der eerfte menfchen befnoeide; u zal ick loven,die des grooten Jupijns, en der Goden gezant, en vin-der der ronde kite zijt, doortrapt om boertige diefte

naer uwen kit te heelen. Apollo eertijts 2), terwijl by u, in Jongf-kens geftalte, dreighde te quetfen, indienghe hem de geltole of-

3) Atlas meet Male, de dochter van Atlas, en sone der Pleladen, was de moeder van Merkuura) Apollo sergits Merkunr had nameltJk, op den dag geboorte, de oefen van Honing Admetus

aan Apollo, die zo bewaakte, heimelpk ontvoerd, en toen doze sick over den cliental beklaagde, hemnog bovendien zUn pljlkoker afhandig gemaakt.

Q. HORAT1U8 FLAKKU8 LIERZANGEN. 407

Page 448: vondel. - DBNL

408 Q. HORATIUS FLAME' LlERZANGEN.

fen niet wederleverde, molt lachen, om dat by zich van pijlkokerberooft vondt. De rijcke Priaem 1) oock, uit Ilium gaende, verfchalcktemede door uw beleit, de groote zonen van Atreus, en de Teffalifchefchiltwachten, en 's vyants leger voor Troje: en ghy, bemint vanGoden en Ongoden 2), zet de godtvruchtige zielen in vrolijcke ruft-plaetfen, en geleit de zwevende fchaer met uwe goude roede.

1) De rficke Prtaent dit float op het bezoek, door Primus, onder geleide van Merkurins, by Achillesgebracht, ter terng-bekoming van Hektors

Ooden en Ongoden men „by de goden des Hemels en der onderwaereld," Duper& deoram et,mss Men za gedscbtig, dat Merkurins zoo wel de boodfchappen der Hemelgoden deed ale de under-waereld met stolen bevolkte.

Page 449: vondel. - DBNL

LEUECONOO, onderzoeck niet eens (want 't is ongeoor-loft te weten) wat einde de Goden u of my befcho-ren hebben; ende en laet uwe planet niet lezen, opdatghe te beter leert verduren al wat u overkomenzal; het zy u 1) Jupiter meer jaren tueleght, of dat

deer winter de lefte zy, waerin de Tyrrenifche zee gebroken wortop de uitfteeckende rotfen. Laet den wijn vloeien. Laet vaeren delange hoop om eenen oogenblick levens. Al praetende verloopt 2)de nijdige tijt. Neem den huidigen dagh waer, minft betrouwendeden dagh van morgen.

0 Net sy us het Lat. tpieekt niet van tt, het seat, in 't algemeen „'t :(1 dat Jupiter nog veleJaren, of dit Jeer voor 't beat de Tyrrheenfehe see op de rotten sat doen breken "

si At preeksede verloopt seen salver Neardulteeh voor „tomtit wy prawn ^

to X turouut.

HET XI. GEZANG.

Hy verbiet .Lenconoe voor 't aenftaende to zorgen, gebiet haer vroluck to min,nemendo zljn bewds van de (nelheit en kortheit des levens.

Q. HORATIIIfit FLAKSIIS LIERZANGEN. 409

Page 450: vondel. - DBNL

410 Q. HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN

lttt Augustus.

HET XII. GEZANG.

De Goden, Heiden en doorluchtige mannen geprezen bebbende, treat byendelljek tot den lof van Anguilla.

HUG! welcken man of helt neemtghe voor op uweluit of fchelle fluit to loven? of welcken Godt, wiensnaem van den oubolligen weergalm 1) nagebaut wort,in het befchaduwde gewefte van Helikon. of op Pin-dus, of op den killen Hemus? van waer de boffchaed-

jen zelfs den zangerigen Orfeus navolghden, die met moeder-lijcke kunite 2) fnelle watervallen en vluggo winden Ituite, en alvleiende fcherpluifterende eicken, door zijne luidende fnaeren leide.

0 Dee oubotHgen weergaim: al widen wy het bovendlen Met, den sok one bet bealgen van hetwoord oubotitg, dot In 1654 reeds nagonoeg In onbrolk geraakt was, het bawl!' hveren, dot wy tilerto doen hebben met een arbeld nit VendaIs vroegeren leeftlId Hy deed echter wel, het door geenMenwerwettcher woord to vervangen

sl Met trattederttfeke knee: Orfens was de soon van °eager, of volgends fommigen, van Apollo eel-ven en Kalllope

Page 451: vondel. - DBNL

Q. fIORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN 411

drat zal ick belt eerft verhaelen, tot gewoonen lof des Vaders, dieden ftaet van menfchen en Goden, die zee en aerdtrijck, en de wee-relt door verfcheide Jaertijden beftiert? uit wien niet grooters ge-boren wort als by zelf, nochte niets bloeit dat hem gelijckt, of byhem haelen magh. Pallas evenwel is de naefte by hem in eere. Uzal ick oock niet verzwijgen, 8 Bacchus, die !tout ten oorlogh zijt,en u niet, 6 Maeght 1), die een vyandin der wilde dieren ztjt, nochteu, 8 Phebus, ontzichtelijck 2) door uwe fixe Alen. Ick zal oock vanAlcides fpreecken, en Ledaes kinderen, van weleken d'een een ver-maert meefter te paerde, d'ander in het kampvechten is: wier hel-dere ftarre, zoo ras zy den zeelieden verfchijnt, het gedreven vochtvan de klippen doet affchieten, de winden gaen leggen, en het zwerckdrijft wegh, en de dreigende golven, om dat het hun belieft, bedarenop zee. Ick twijffel of ick na dezen eerft Romulus of het gerufteRijck van Numa, of de trotfe bijlen van Tarquyn of Katoos door-luchtige doot 3) zal gedencken. Ick zal Regulus en de Skauren 4),en Paulus 5), die vermeeftert van den Peen 6), zijn groote ziel tenbefte gaf, en Fabricius danckbaerlijck ophaelen, in een hooghdra-vende gedicht. De bittere armoe, en het vaderlijck erf, met een be-knopte wooning teelden dezen man, en Kurius, ongehavent vanhair 7), en Kamil, alleen bequaem ten oorlogh. Marcels faem 6) groeit,als een boom ltilzwijgende met der tijdt op, en het geftarnte vanJulius glinftert onder alien, gehjck de maen onder de mindere lich-ten. 6 Vader en wachter des menfchelijcken geflachts, die van Sa-turnus gefproten zijt, het nootlot beveelt u de zorge van den grootenCtefar: Ctefar zal neffens u heerfchen, het zy hy de Parten, die La-tium op den hals leggen, als een verwinner in eene rechtvaerdigezegeftaetfie omvoert, of de Seres en Indianen, ingezetenen van 'tOoften, hy, zegh ick, zal minder als ghy de wijde weerelt rechtvaer-digh regeeren. Ghy zult den hemel doen daveren met uwen zwaerenwagen. Ghy zult den Blixem flingeren, die verbolgen is over de be-finette woudautaren.

s) O Mat& „Diana 's) Chaste/OWL ale meermalen, voor otazaehltfts) datoot doortothlige doot• t w die van M. Porcine Kato, die etch zelven ombracht, ten einde

de segepraal van Cesar over de republish niet te beleven4) D. /*awes onderfcheiden Romeinfcbe Edelen, die tot dit geflacht behoorden, wordon In de

gefcbledenia vermeld.a) Pawls a • t. w. Lucius Paulus, die den gag van Cannae tegen Hannibal verloora) Des Pees: d 1 „den Puniiir of Karthager," bier „Hannibal "7) Ongeltavont ran haft. d 1 „ongekamd ' Hammen en „kammen" is 't zelfde, deal 't mile woord

wordt moor gebezigd, wear bet paarden betrefts) Marcel. loom die vin den jengdigen Marceline, don soon can Augustus' raster Oktavla, int

zün naasten erfgenaam, nelke echter, ale wy gezien hebben, in den bloei züner jaren overleed.

Page 452: vondel. - DBNL

412

Q. HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN

Itu tOia.

HET MIL GEZANG.

Hy kan het niet verduwen, dat Telefue zijn made-fryer, van Lydiaboven hem geftelt wort.

LYDIA! wanneerghe Telefs roofverwigen neck, Telefswaffe armen looft, zeker dan zwilt mijne blaeckendelever van overloopende galle; dan ontftelt mijn breinen bloet; dan biggelen my de tranen fchielijck tangsde wangen; meldende, door hoe langfaem een vier ick

geheel verteer. Ick blaeck, het zy een vinnigh dronkemans gevechtuwe blancke fchouders gefchent, het zy die dolle jongeling een lid-teecken in uwe lippen gebeten hebbe. Indienghe naer my luifterenwilt, denck niet dat zijn liefde eeuwigh duren zal, die onbefchoft deliefelijcke kufkens fchendt, welcke Venus in het eelfte van haerenNektar gedoopt heeft. Drie en vierwerf geluckigh zijnze, die ver-knocht zijn door eenen onverbroken bant, en welcker liefde niet, ge-fcheurt door booze krackeelen, voor den fterfdagh eindight.

Page 453: vondel. - DBNL

HET XIV. GEZANG.

Op Brutus, zich toeruftende tot den burgerBjcken oorlogh.

SCRIP, een nien onweder zal n weder in zee jagen.Och, wat gaetghe aen ? hon met kracht de haven in.Zietghe niet datghe zonder riemen drijft? en de malt,door den fellen ftorm, eenen krack wegh heeft? ende raen 1) kraecken, en de kielen zonder taeckels nan-

lijcks het gewelt der zee verduren konnen ? Ghy hebt niet een zeilheel. Ghy hebt nit by de goden, dieghe, van noot geparft wezende,zondt mogen aenroepen. Hoewel ghy Pontifche pijnboom, dochter vanhet edele bofch, op uwe afkomfte en ydelen naem !loft. De bloodezeeman betront zich niet op gefchilderde jaghten 2). Zie voor u, indien-ghe den winden niet ten gnigelfpele wilt ftrecken: ghy die my onlangstot hartzeor 3) diende, en nu tot blijfchap en geen kleene zorge 4)gedijt. Schnw de barningen, die tuffchen uitfteeckende Cykladesftorten.

i) Roes• meery van ra; dock by de fehepelingen, die alt(id de * ale Term van 't m v. vettimenen bloke, boots, putting:, ens , due ook rags sadden, niet gebruikeigk.

2) De bloods seems betrout stall aid op gefolstklerde japhten• neen• „de seaman ftelt goon 'rev-tronwen meet in de gefehilderde godebeelden op den Raven afgebeeld."

s) Tot hart:Hr. lees „tot bekommernisa) Tot blefohap es gees kleate serge: dit is in wegtfpraak met Mande* lees ,,tot verlangen (near

n) en tot bezorgdheid:'

Q. HORATIIIS FLAKED'S LIERZANGEN 413

Page 454: vondel. - DBNL

.114 Q HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN

HET XV. GEZANG.

Nereus voorrpollinge van den ondergang %an Trap

OEN de trouwlooze harder 1), met Ideefche fchepenzijne huifwaerdin Heleen over zee medefleepte, heeftNereus de fnelle winden tegens hunnen danck inge-bonden, op dat by het wreede nootlot aldus zoudefpellen : Ter quader ure voert ghyze t'huis, die met

een machtigh heir wedergeeifcht zal worden van Griecken, hetwelck met eede verbonden is uwe bruiloft en het oude Iti .jckvan Priaem to Iteuren. Och I hoe zweten ruiters en knechten ? wathaeltghe den Dardanifchen volcke al neerlaegen op den hals? Pallasraft alree helm, beuckelaer en wagen toe, en geraeckt aen het woe-den. Vergeefs, op Venus hulp moedt draegende, -zultghe 'awe per-ruick kemmen, en fpelende op uwe weerlooze luit aengenaeme wij-zen voor de jofferen daer onder zingen: vergeefs in uwe kamervlieden de zwaere fpietfen, en de punten der Snoffifche pijlen 2), en

1) Toes de tromp:ooze harder t w „Parts" Vergeli(k de navolging van dezen Deming. Deel If,blz. 102.

s) KagAlche p(flea. of liever. „Gnoslifehe (Kretenfer) pglen "

Page 455: vondel. - DBNL

Q. HORATIIIII3 FLAKKIIS LIERZANGEN 415

het gedruifch van Ajax, die u kort op de hielen is. Maer helaes!ten !elle zultghe uw overfpeeligh hair met ftof begruizen. Zietgheniet om naer Ulyffes, den verdelger van uwen huize, nochte naerNeftor van Pylus? D'onverfaeghde Teucer van Salamin, en Stenelus,ten ftrijde afgerecht, en die, als het op 't paerdemennen aenkoomt,geen logh wagenaer is, zijn u op de hielen. Merion zultghe oockleeren kennen. Zie den furifen Diomedes, die zijnen vader overtrefr,raeft om u to vinden; voor wien ghy fuffert al hijgende vlughtenzult, gelijck een hart, dat ter zijde af, in het dal, den wolf' vernee-mende, zijn Brazen vergeet. Dit is 't niet, datghe uwe lieffte be-loofde. Achilles verbolgen vloot 1) zal Iliums belegh, en der Frygi-aenfche joffrouwen leven verlengen. Na zeeckere jaeren zal het Achai-fche vier de Trojaenfche huizen verbranden.

I) Achilles vette:gels oleo* voor „de verbolgenheid van Achilles, ten govolge wearvan sUn vloot(of z(in legerbende) nieta nitrIchtte "

Page 456: vondel. - DBNL

416 Q. HORATIII8 FLAKIEUE4 LIERZANGEN.

HET XV!. GEZANG.

Hy bide het meifken, door sip lafterdicht tweemael gequeft, om vergiffenis.

DOCHTER, fchooner dan uwe fchoone moeder, ghymooght met mijne laftervaerzen leven, zooghe wilt;het zy ghy luft hebt die te branden, of in de Adria-tifche zee te drencken. Cybele, noch de Pytifche Apollo,nochte oock Bacchus fchudden de papeharffens I) zoo

niet in ingewijde plaetfen. De Koribanten verdubbelen zoo hetgeklanck van hun luidende beckens niet, als droeve gramfchap,die niet fchrickt voor Norifche lemmers 2), nochte fchipbreeckendezee, nochte verteerende vier, nochte Jupijn zelf, die met eenenfidderenden donder van boven fchiet. Men zeght dat Prometheus ge-nootzaeckt was een ftuckfken alfins afgefneden 2), tot zijn eerfte klayte voegen, en de kracht eenes dullen leeuws in onzen boezem ge-fteecken heeft. De toorne heeft Tyeftes ten zwaeren val gebroght,en was hooftoorzaeck dat treffelijcke fteden in den groat verdelghtwierden, en het uitgelaeten leger den vyandelijcken ploegh door deveften liet gaen. Bedaer wat: d'oploopentheit der zmnen heeftme medein mijn zoete jeught verruckt, en uit dolheit tot reuckelooze vaer-zen vervoert. Nu zoeck ick die hardigheit te verzachten, mitt; ghyuwe fcheltwoorden in den hals halende, my weder vrientfchap toont,en moedt geeft.

I) De papeharjese voor „het brain hunner priesteren.'s) Nortfehe Tenetnere Noricum was een landitreek, by den Donau gelegen, die onder de regeering

van Augustus tot een wingewest word gemaakt door Melinaa) Eec fluck/kew Wee afgefeeden. 04Ase is bier. „van overal van damn gehaald " Prometheus n1

decide san het menfchenbeeld, dat by gevormd had, eon eigenfchap mode aan elk van de dierenontleend.

Page 457: vondel. - DBNL

Q. HORATIO:I FLAKA U8 LI ER ZA NG EN 417

!Ant iltittari.s.

BET XVII. GEZANG.

Hy noodightze op On hoeve by Lukretilis. I)

E gezwinde Faunus 2) verwiffelt dickwils den genoege-lijcken Lukretil om Lyceus 3), en befchut mijne geitenaltijt voor het fteecken der zonne en regenachtige buien.De verdwaelde wijfkens der itinckende mannekens 4)zoecken onbefchadight, door bet veilige wout, dichte lae-

ningen 4) en tijm: en de bocken fchroomen met meer groene flangen,en bijtende wolven, daer, o Tyndaer 4), dalen en gladde rotten van,

I) Lubvelles de Zara& was een berg in 'I SabtInfohe en nlet rem van de hoeve van HoratInsgelegen

s) Faustus: de berdarsgod, die, volgends den dIehter, befohermIng on eens tan den LutretIlis,dan wader aan den Lyttens verleende.

s) Loam. eon berg in ArtadIlln.4) Der jthtekende manaeketta • beter In 't enkelv.. „van den ftInkenden boks) Laestinges t Lat. heeft weirdos, „hasgappelboomen."s) o Tysdaer biter: o Tyadarts, Imam Tiadaer sot) een verkorting On van Teusdartse of van

Tpulara.

OW W %V V VONDNL Vi

Page 458: vondel. - DBNL

418 Q. HORATIIIS FLAKKII8 LIERZANGEN•

den levenden Uftika op de zoete fink wedergalmen. De Goden be-fchermen my. Mijn godtvruchtigheit en zanggodin gaet den Godenter harte. Van hier zal n vol op toevloeien, nit eenen milden hoorne,de rijcke vloet der ackerglori. Hier zultghe, in een afgefcheiden dal,de hitte der hontsdagen ontwijcken, en fpeelen op eene Teifche fnaer 1)van Peneloop, en de glazige Circe 2), beide, om eenen man 3), evenverlegen. Hier zultghe, in fchaduwe, een Licht wijntjen van Lefbiumleppen: en Tioneus 4), Semeles soon, sal met Mars niet vechten,en ghy zult bier, verdacht, niet hoeven to vreezen, dat de darteleCyrus 3) onbeichoft zijn baldadige handen flat ;en u, die zijns ge-lijck niet en zijt, en by den om het hooft gevlochten krans, en hetonnozele kleedt fcheure.

1? Rene Teich. fusser voor „een lonitche " Taos was een dad In lanian, en het vaderland vanAnalireon

s) De glasige Circe d. 1 „Circe, din een *Band in de doorfchUnende see bewoonde "s) On meets man d 1.: „om den selfden man (Divides)."s) Bones sr betel* Powwow: eon bynaam van Bacchus.s) De dartole Cyrus lees „de woeste Pers "

Page 459: vondel. - DBNL

Q HORATIII8 FLAKIEU8 LIERZANGEN 419

Artt (tuitttiling V ant O.

HET XVIII. GEZ AEG.

Het matigh gobruiek dos wijns vorhought don geost ; hot onmatigh drtnekenverwet kt krackeel.

VARE, plant voor alle boomen den heiligen wijnftock,op den zachten gront van Tybur, en by de veftenvan Katilus: want het !even valt nuchtere keelenzuur, en knaegende zorgen willen op gene anderewijze verfchoien 1) %Vie klaeght dat oorlogh of armoe

laitigh valt, wauneer by befchoncken is? wie fpreeckt niet lie-ver van u, o Vader Bacchus, en van u, o bevallige Venus? maerhet Centaurifche krackeel 2) met den Lapiten, door den wijn ont-

t) Vertbholes voor „wegtrekken " &hooka Is, ale wy meer gaiter' hebben, „loopen, es erven "

a) Het CeRtastrifeAs krackeel. lees. „het krakeel der Contauren "

Page 460: vondel. - DBNL

420

Q HORATIUS FLAKKUS I.IERZANGEN.

ftaen, vermaent ons de maet van drincken niet te buiten te gaen:dat vermaent ons oock Evius 1), niet weinig gefteurt op de Sitonen 2):toen zy, van geilheit blaeckende, luttel onderfcheits tuffchen eer enfchande maeckten. 0 blancke Baffareus, ick zal u niet tegens heughen meugh 3) inflorpen, nochte 't geheim, dat onder veelerley leet 4)fchuilt, aen den dagh brengen. Bedwing de dolle bommen, en denBerecintifchen hoorne; dien blinde eigeliefde navolght, en verwaent-heit, die (1j ydele kruin al te hoogh in de locht fteeckt; en trouwe,de geheimmeltfter, doorluchtiger dan glas.

1) Holes: eon bynaam van Bacchus.a) De Morten de „Thraelers "s) Tema hosgh en meugh een nog hedon ten dage seer gebruikeltike fpreekwilze, voor „tegen

(Mask on vermogen " Hew Is een in atkomst en beteekenis met behagea, en mew, van mope,wordt hior in den seltien sin genomen als wanneer men sags „tic may het nlet," voor „Ik heb ereen waig van, eon tegenzin In '

•) (Nader veekrley lea neon „ender velerlel loef'• — waarmedo semen* do beker omkranst was

Page 461: vondel. - DBNL

Van ettirtra.

HET XIX. GEZANG.

Hy klaeght dat by van hare ethane blaeckt.

E wreede moeder der minnegodekens, en de jongender Thebaenfche Semele 1 ), en dartele ongebondenheit,belaften my de verkoude vryaedjen wederom te ont-foncken. My blaeckt de luifter van Glyceer, zuiverderglinfterende als Parifchen marmer : my blaeckt aenge-

name dartelheit, en het aenrchijn, dat at te glibberigh in 't oogh is.Venus, my met gewelt op 't lijf vallende, heeft Cyprus verlaten, engedooght niet, dat ick dichte van Skyten, en Parten, moedigh op dei-zende paerden 2); en van het geen ter zaecke niet dienftigh is. 0jongers, brengt hier een groene zode: brengt offerkruit en wierroock,en eenen beecker met tweejaerigen wijn, na het flaghten der offer-.handen zalze leeniger worden. 3)

1) De lows der ?Adams/eke amok lees: „de soon" ens t. w. „Bacchus •s) Moodie, op deiseade pasrolea. vette: dlt van de gewoonte van hen paardovolk,

Ded is des sada sieh geswlsd meet om to keeres,One, wie 1 is 'teluglea eolgt, is 'i elegies sop le deems,

gelljk Willem van Holland het ultdrukt In den Adel ea Allaihilde ran Wefts.s) Sake leeniger ,eordes d. L. „sal sy (Venus) my gunatiger gin "

Q. EK)RATIIIS FLAMM LIERZANGEN. 421

1

Page 462: vondel. - DBNL

.nn Hintrtung.

HET XX. GEZANG.

Hy noodight help op een onkottelgek gaftmael.

HY zult uit kleene kroezen kleenen Sabijnfchen wijndrincken, dien ick in een Grieckfche kruick met pecktoegeftopt hebbe, toen, o waerde Maecenas, de fchou-burgh met een hantgeklap u zoo voor ridder uitriep,dat de oever des vaderlijeken vliets, en met eenen de

boertige nabauwer van den bergh V atikaen uwen )of weergalmden.Ghy zult Kampanifehen wijn drincken, en druiven, die to Kalenegeparft zijn. Tot mijnent drincktmen geenen wijn van Falernifchewijngaerden, nochte Formutenfehe heuvelen 2).

11 Meow* addiftejahes trifs Toot „goedicoopen, leer gewonan wan" in Fr. is de nitdrukkingpetit riff nog bawaard geworden

Formicary,Joke homeless: doze (trekkers sick in Latium aan de zeeade utt.

422 Q HORATIIIS FLAKKU8 LIERZANGEL

Page 463: vondel. - DBNL

urn Virtu, ru lfullu.

HET XXI. GEZANG.

Eenwdieht.

HY teere joffertjeq, zingt Diaen ; ghy jongelingen, zingtden ongefchoren Cyntius, en Latoon, daer d'opperfteJupijn zoo zeer op verflingert is Ghy vryfters, ver-heft met lofzangen inter, die vermaeck fchept in vlie-ten en bofchloof, 't welck uitpuilt op den killen

Algidus 1), of in de bruine wouden van Erymant, of groenenKraegh 2)., Ghy vryers, looft niet min Tempe, Delos, Apolloos ge-boorteplaets, en zijn fchouders, door zijnen pijlkoker en broederlijckeHer vermaert. Dees, door uwe gebeden bewogen, zal befchreielijckenoorlogh, erbarmelOcken honger en pelt, van den volcke en CEefarden vorft, den Perlianen en Britten toedrijven.

I) Akan. beter Alg(dens. een berg by Tastelum.s) 4f proems Eraegh lees Kroger, een berg In CilielBn

Q. HORATIUS FLARICUS LIERZANGEN. 423

Page 464: vondel. - DBNL

424 Q. HORATIUS FLAKKUS LIERZANOEN.

trn

HET XXII. GEZANG.

Ounozelhen en tronw tun over al veiligh.

PusKus, die oprecht van handel en wandel is, behoeftfchicht nochte boogh van Mooren, nochte koker,zwanger van vergiftige pijlen; het zy by doorreize deheete en zandige woeftijnen van Lybie of den ongaft-vryen Kaukafus, of de plaetfen, die geleckt worden

van den Hydafp, daermen veele fproockjes van verzieri: wantterwijl ick van mijne Lalage zing, en onbekommert omzwerve, bui-ten mijnen hoefflagh 1), zoo vlught in 't Sabynfche botch voor my,die weerloos ben, een wolf, hoedanigh een gedroght van het ftzijt-bare Daunia Diet in de wijde eeckelboffchen gevoedt wort: nochte

Butte' on(inas hodlogh. eon eat Nederdnitkbe nitdrukking veer. ,,bntten de grown van menlandgoed." Zie HUTDMO. Pr. D. I, bk. I.

Page 465: vondel. - DBNL

Q. HORATIII8 FLAKKIIS LIERZANOEN. 425

hoedanigh Jubaes landouwe 1), de dorre leeuwenvoefter, niet voort-brengt. Zetme daer geen boom op de dorre velden door een zomer-luchje verfrifcht wordt; welck geweft van nevels en quade luchtengeplaeght wordt: zetme in een onbewoont lant, onder de middellijn 2),

noch zal ick Lalage, dat lachebeekje, dat zoet praetftertje, beminnen.

0 Maas lasufortm• Xattritanilin of Barbaryen.0 Onder de ssiddeiNat een goede Mid:lacking voor eon sardakskandige of voor een [chipper op

de Oost, reser minder voor eon dlohter. Berating segt hetzelfde, maar met andere woorden. „wearone de zonnewagen 't naast over 't hoofd pelt."

Page 466: vondel. - DBNL

426 Q. HORATIII8 FLAMM LIERZANGEN-- _ -- -- -- ------

1 t it (IT 4 1 n t.

II E T XXIII. GEZANG.

Naerdienze hnwbaer is, heoftze geenon man te fanwen.

cHLoe, ghy vlughtme, als een hindeken dat zijn be-vende moeder zoeckt, op ongebaende bergen, nietzonder ydele vreeze van windekens en loof: want hetzy dat de bladen door de aenkomende lente trillen;het zy groene haeghdiffen door de bremhage booren,het hart jaeght en de beentjes knicken: en ick noch-

tans vervolgh u niet, als een wreede tiger, of Getulifch leeu, om ute verfchenren. Nu ghe eons huwbaer geworden zijt, laet of van moe-der na te loopen.

Page 467: vondel. - DBNL

Q. HORATIIIS FLAMED'S LIERZANGEN 427

lto Virgilitto.

HET XXIV. GEZANG.

Hy befehieit de doot an Quinetilius Vero.

MELPOMEN, godin der treurzangen, aen wie de wadereen liefelijcke item en cyter vereerde, leer ons wan-neer wy ophouden zullen 1) uit fchaemte te verlan-gen naer zoo waert eelt hooft. Zal dan een eeuwigeflaep Quinctilius 2) oogen luicken? wanneer zal

fchaemte en onomgekochte trou, een zufter van rechtvaerdigheit ennaeckte waerheit, iemant zips gelijek vinden ? by is gefneuvelt 2),

Wanaeer srp ophouden sullen ens Er East in 't Lat.. „wanneer sullen wy one fchamen of OD-honden het gemls te betrenren van zoo word een hoofd "

Quinehlius een one onbekend dichter ran die dagens) By is ge !heaven V fehgnt den man voor een krggeman to hebben gehonden Intusfehen bests*

by moor fiseuvelen voor „Yellen, Ewen '

Page 468: vondel. - DBNL

dat beklaeghlijck is voor veele vroomen: maer voor niemant be-klaeghlijcker, o Virgijl, als voor u. Helaes I vergeefs eifcht ghy dengodtvruchtigen Quinctilins van den goden, die maer geleent was. Alkontghe vleiender als de Tracifche (Wens fpeelen, op de fnaeren,daer de boomen naer luifterden; nochtans zou de ziel niet weder inbet ydele beelt keeren, het welck van Merkuur (door geene gebe-den vermorwt, om het noodlot to ontiluiten) eens, met zijne yffelijckeroede, by de zwarte fchaere gedreven is. Hardt valt het, doch watmenniet beteren kan valt lichter door gedult.

428 Q. HORATIUS FLARKU8 LIERZANGEN•

Page 469: vondel. - DBNL

Q. HORATHIS FLAK:HUE LIERZANGEN• 429

trn Ighin.

HET XXV. GEZANG.

Hy befehimpize, die nu out en afgefolt, wederoin van de jou&regimes wont.

ARTELE vryers kloppen zeldener 1) op de geflote ven-fters, en fteuren uwen flaep niet, en de deur is altijtdicht toe, die te yore den meeften tijt op de klinckftont: ghy hoort nu hoe langer hoe min: Slaeptghe, oLydia, den heelen nacht over, terwijl ick, uw lief, vastverloren ga? hier tegens zult ghy ritfe belt, in een een-

zaem flopje, om de verwaende overfpeelders, fchreien, terwijl hetTracifche onweder meer by donckere maen buldert; wanneer blaec-

i) SeIdeur voor ,Aeldsamer " Zia Deel III, biz M. — Wat daze Ode voor 1 °Torino Detroit,sy is vrg Witter, dots!) het onderwerp niet behagela genoeg, dat 1k reeling= son et mY in teverdlepen

Page 470: vondel. - DBNL

430 Q. EORATIU8 FLAKIEU8 LIERZANGEN•

kende minne en geilheit, die de merrien pleegh hengftigh to maec-ken, de verrotte lever zal koocken, niet zonder hartzeer, om dat devrolijcke jeught vermaeckt is, met den bloeienden veilkrans en donc-kergroenen myrt, en wijdt het dorre loof den Hebrus, een fpits-broeder van den winter, toe.

Page 471: vondel. - DBNL

Q. HORATIUS FLAKKII8 LIERZANGEN 431

'au elino tumid.

HET XXVI. GEZA X G.

Hy begeert Lasnin uit eon ruttish en laugh hart to prüzen.

ex, een vrient der Zanggodinnen, zal den onftuimigenwmden bevelen droefheit en vrees in de Kretenfer zeete torten, en my gants niet bekreunen wat Koningonder de kills Noorder as gevreeft wort: wat Tirida-tes 1) vervaert. 0 zoete Zanggodes, die in onbefmette

bronnen uwen luft fchept, vlecht befcheene bloemen 2): vlecht eenenkrans voor mijnen Lamia: mijn glori ifme zonder u ondienftigh. Netvoeght u en uwe zufteren dezen op nieuwe fnaeren, dezen met lier-dichten in te wyen.

s) /kraals*. eon Boning der Partben, die, In pleats van den verjeagden Prates plaid, wederomdoor dean verdreven en tot Augustus gevlucht was.

s) Viola bteltheese blames: een vreemde kombinatie van woorden, dooh hater dun door befakenes,sot V. 't wooed sprig:of bier verteald hebben ,,door do son ontloken," of eenvondlg : „uptake's."

Page 472: vondel. - DBNL

432 Q. HORATIIIS FLAMM% LIERZANOEN

Itu Out $fitobrutittro. 1 )

HET XXVII. GEZANG.

Hy verbietze, onder bet gelagb, met woorden of kroezen, ale barbarente krackeelen, of te vechten.

E Traciers zijn gewoon met kroezen te vechten, diealleen tot vrolijckheit gemaeckt zijn. Wegh met dienitheemfche wijze, en verweckt geen bloedigh krackeel,in een eerlijck gelagh. Hoe qualijck paffen Medifchefabel en gaftmaelen by elckanderen. 0 fpitsbroeders,

hilt dat godtloos gebulder, en blijft aen den difch. Wiltghe dat ickmede eens eenen kroes firengen Falernifchen wijn drincke? laet den

r) Ass s(hro Spitsbroedera • V. (chant teen by dose Odom vertaalde, veal swat gehad te hebben voor1 woord fpftabroeders • In de XXV Ode vertaalde by daarmede het Let. fodalis en bier /Males eon-Wow, dat In : „disehgenooten, gaetrrienden." In de dead beteetent het „Irefigamakters, mannen,die to (amen san de Jpits ran 't zelfde leger, van de:elide bends, itrijd voeren."

Page 473: vondel. - DBNL

broeder van Megille 1) van Lokris zeggen, door welcke wonde, doorwiens minnepiji hy ter goeder ure gefchoten is. Wil hy 't met zeg-gen ? ick zal enders niet drincken. Wat vryfter u quelt, zy blaecktu met geen minnevier, daerghe fchaemroot om hoeft te worden ; eiialtijt zetghe uwe zinnen op eene vrygeboorne. Zegh op hoe het daermede gelegen is, ghy mooght het my vry betrouwen: het zal byone beide blijnen. Ochl elendige jongeling, die hooger behoorde tezien, in hoe groot een gevaer fteecktghe? Wat kol, wat tovenaer,wat Godt kunnen u door Teffalifch vergif bevrijden 2)? Pegaes 8)zou u, die aen eene drievormige Chimeer gekoppelt zijt, naulickskonnen redden.

s) Des brawler oar. Mollie: wie daze Megille van Lokris, of van Opuntium — eon Sad in die land-Itreek, — of wie hoar brooder was, is my niet beitend

a) Door Tofiralifeh oerg(f beer(fden neen „van Tesfaliteh oergif," t w „van den minnedrank, diehem verltrekt Is," bevrliden.

a) Perms ens Belleroton, eon der grootfte hoiden nit de fabeleeuw, was namellIk op den gm len-golden Pegasus gezeten, toen by de Chimera, een affehnweiük morfter, dat In LycilIn halide, over-won. Het dier wordt hier drieoornag genoemd, om dat het van boven eon leenw, in 't midden eongen., en van onderen een ding gellik was

Q HORATIU8 FLAKKUS LIERZANGEN 433

PT IVZ11{1, 11 VIII J V.1 .1 •UXOYI VI

2$

Page 474: vondel. - DBNL

Irrhiltag.

HET XXVIII. GEZANG.

De Geeft van Archytas eenen zeeman aatwoordende, zeit dat elle menfchenfterkkk zun, en btdt dat men hem niet onbegraven late, maer :On

hchnem de aerde of het zant bevele.

ARCHYTA I), een gering loon van luttel ftofs befiuitu, die by den Matinifchen never 2), een meeker vanzee en ontelbaer lant en zant zijt; en het baet u nauwe doot niet, datghe in de ftarren keeckt, en uwgeeit den ronden hemel doorzweefde. Pelops vader,der Goden gait 5), is mede gefneeft, Titon in lucht

verdweenen 4), Minos in Jupijns geheimraet toegelaten, en Pluto beeftden zoon van Pantois 6), die eens ter belle uitgelaten was, weder inziju gewoudt 6): hoewel by met opgehangen beuckelaer aena ees,

1) Arehgta: Arebytas, de soon van Heathen van Tarente, was een Pythagorlst, on een greet wis-er& fterreknndige. Door gin toedoen ontkwsm Plato tilt de handen van den dwIngeland DIonyflusvan Syrakuse, om welt bedilf en om zen treffellIke boedanigheden by tot seven relzen beftuurdervan Toronto gekosen word, walk ambt men seders maar eenmaal bekleeden moeht. Onder neerkunstftukken vervaardlgde by een bootee duff, dle vllegen kon. Hy kwam in eon fehIpbrenk om.

s) Den Mattntlehen oever• de Manaus was een berg van ApullIns) Der Gods* dafi Never. „der goden dIsehgenoot." Tantalus, van when bier gefproken wordt, was

alet de past, moor de gastheer der goden, en dIschte bun sign soontjen Pelops op, waarvoor by Inden Tartarus ftraffe heed.

a) Mon to lucid verde:tenon. volgends de gewone overleverIng was by In een krekel veranderd.a) Den soon van Pastels ens : Pythagoras, de slelsverhulzIng predlkende, beweerde, dat by vroeger

ohs Euforbus, soon van Panthols, den oorlog van Troje bygewoond had en door Xenoliths go-dood was.

8) Gewoudt: d. I . „geweld."1) Ma op/shame* beseketaer. yarns. „door :On Iehild, dat out den wand hIng."

434 Q HORATIUS FLANKIIS LIERZANGEN•

Page 475: vondel. - DBNL

dat by ten tijde van Troje geleeft, en niet als huit en zenuwen dezwarte Doot ten befte gegeven had; naer uw oordeel geen onaer-digh doorfhuffelaer van natuur en waerheit. Maer een zelve nachthangtze alien over 't hooft, en het padt der doot moet eens betre-den zijn. De Razeryen geven zommigen den barffen krijgh ten fchou-fpele over De zee verflint de gierige zeeluiden. Der jongelingen enoulingen ') lijcken liggen door elckanderen opgehoopt. De felle Pro-ferpijn verfchoont niemants hook De gezwinde Zuidewint, mackervan den ondergaenden Orion, overftulpteme mede in de Ilyrifche ba-ren. Maer ghy, o zeeman, laet, uit boofaerdigheit, mijn gebeente enonbegraven rif geen aerde gebreck hebben. Laet alzoo, ghy behou-den wezende, de Venufijnfche boffchen boeten al het geene Eurusden Hefperifchen golven dreight. Een groot loon vloeie u toe vanden rechtvaerdigen Jupiter, die het vertnagh, en van Neptuin, denwachter van 't heilige Tarente. Verzuitntghe dat, zoo zultghe eenbedrogh begaen, het welck namaels uwen onfchuldigen nakomelin-gen nadeeligh zal wezen. Miffchien zal u zelf een verdiende ftraf weldapper to beurt vallen. Mijn gebeden zullen niet onverhoort, en ickniet ongewroken blijven, en geen zoenoffer zal u bevrijden. floe-welghe u haeft, gliy zult niet lange opgehouden worden. Ghy mooghtvry t'zeil gaen, indienghe maer drie fchoppen aerde op my worpt.

1) °slimes • eon echt Nederdultsch woord, offchoon self een otslinv geworden De Vlamlngen beAgenIn dozen Ma nog owderlusg, 't yolk by ons alleen Is ovorgebleven om een kerkeltlko waardigholdaan to dniden,

Q HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN 435

Page 476: vondel. - DBNL

436 Q. HORATIUS FLAKKUS LTERZANOEN

ittit 5tring.

HET XXIX. GEZAKG.

Het dunckt hew vrcemt dat Icents aijn boeeken en do fchoolgeleertheit aenwapens en oorlogh verwiffelt.

Imus, ghy vlamt nu op geluckighe Arabifche fchat-ten: ghy reedt eenen geftrengen oorlogh toe, tegensd' onverwonne koningen van Saba, en fmeet ketensvoor den yffelijcken Meed. Wat uitheemfche maeghtzal uw Nevin wezen, na haeren bruidegoms moort?

wat hooffche paedje, afgerecht, naer zijn vaderlands wijze, op Serifchepijlen I) to fehieten, zal met zijn welrieckende hair u voor difch-fchencker dienen? Wie kan lochenen dat vlieten, van hooge bergen

1) SerOrche ptilEn door de AkrOthe buulltreek ward by de Romelnen het Noordelp gedeelte vanSins, of SIneesch Tartaryen veeltean.

Page 477: vondel. - DBNL

Q. HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN. 437

afitortende, to rugge keeren, en de Tiber deizen kan? Dewij1 ghyalfins de vermaerde boecken van Panetins I) en het Sokratifche ge-zelfchap opgekocht hebbende, die pooght to verwifl'elen voor Spaen-fche pantfers, daerghe ons wat beters belooft had.

i) Paeeties dese was eon StoIcijn, van Rhodne, die, to Rome gatemen, de Icarmeester were vanden Jensen Scipio Africanus en de vriend van Wins. Cicero fchreft hem voortreffeigke werken toeover de uplichten," en beeft, in sjin &gest vertoog over dat onderwerp, daarvan party getrokken.

Page 478: vondel. - DBNL

438 Q HORATIUS /MARKUS LI ERZA NG EN.

1

Ito Vtutto.

HET XXX. GEZANG.

fly bids Venue datre rich gewaershge ter kappelle van Glytere to laten %widen.

VENUS, koningin van Knidus en Pafos, verlaet hetbeminde Cyprus, en vervaer 1) in de heerlijcke kappelvan Gliceer, die u veel wierroocks opoffert. Laet hetblaeckende jongfken, 2) en de Bevalligheden met on-gegorden gewaeden, en de nymfen, en de Godin der

Jeught, luttel in haer' fchick zonder u, en Merkuur zich herwaertfpoeden.

0 Tower: •ereares beeft bier don sin van „nit de eene pleats near de andere rare* of trek-ken." Even zoo hebben wy elders sangotroffen eerreisen

a) lief bieleekende Jong ken de „rolnnegod "

Page 479: vondel. - DBNL

HET XXXI. GEZANG.

De Thaw bidt Apollo met om rbckdom, macr een rufligh en laugh let en.

AT eifcht de poeet van den ingewyden Apollo ? waerombidt hy, die nieuwen wijn in de fchale giet, niet omhet vette gewas van 't vruchtbaere Sardinie; niet omaengename runders van het heete Kalabrie ; niet omIndiaenfch gout of yvoir; niet om ackers, die van

Liris, 1) dien geruften vliet, met eenen ftillen ftroom, gekabbelt wor-ded. Laet hun, w.ien Natuur met wijnftock begaefde, den wijn parffen,vile met een Kaleenfch fnoeimes 2) gefnedeu is, en laet de rijckekoctpman, die den Goden zelfs lieftalligh is, ala een die drie of vier-mael 'a jaers d' Atlantifche zee fchadeloos bevaert, uit vergulde gla-zen wijn drincken, die voor Syrifcho waeren vermangelt zijn. Laetolyven my voeden, cikoren 3) en lichte maluwe, en, o Latoe, 4) ickbidde verleenme dat ick, gezonts lijfs, en met vollen verftande, mijneigen gewas nuttige, en geenen oneerlijcken ouderdom bereicke, nochtemijn cyter derve.

a) Idris: een 'drier In KalabrIllna) Zen Zaletala fie:wines: Zak, rake of /relearns was oen ftad In Kampanldn, walker nabyheld

trod ken wgn voortbrachLa) Mores voor eikorei, „andyvio."a) Laker dat wIl In 't Let. zeggen. „noon van Latona.'

Q. HORATIU8 FLAKIEUS LIERZANGEN. 439

Page 480: vondel. - DBNL

440 Q. 110RATIU8 FLAKKU8 LIERZANGEN.

II E T XXXII. GEZAN G.

Fly pryt zijne her on Itertlielnon.

v verzoecken, indienwe in fchaduwe yet op u gefpeelthebben, dat het dit jeer en nocli veele jaeren leve.Wel op, zegh ons een Latijnfeh gedicht, o mijn Her,waer op de Lefbifche burger 9 eerft gefpeelt heeft;die geftreng ten oorlogh, bet zy onder de wapens,

het zy by zijn gefolt fchip aen den natten oever meerde, altyt zongvan Bacchus, en de Zanggodinnen, en Venus, en het wicht, dat aenharen riem hangt 2), en Lykus, 8) die fchoon is, door zijn bruine oogen,en zwart hair. Zijt gegroet, o luit, Apolloos glori, en aengenaem opbet bancket van den hooghften Jupiter. 0 zoete verzachtinge derzwarigheden, zoo menighmael ick u roep, daer het to pate, komt.

0 De belblfehe burger • t w , Maas ",, Bet wield, dal wen haren riots howl voor ,.het mInnowicht, dat haar zUde niot refloat."I) Lykes eon kusop, door Alcells bemlud

Page 481: vondel. - DBNL

SItu itlhing tihullus. 1)

HET MM. GEZ A N G.

Hy wil dat Album zich aid beige een jonger to zion boven hem in de pate

van Glyeere.

ÄLBIUS, bedroef u niet to zeer, door het gedencken aend' onvermorwelijcke 61) ceer, en zing geene jammer-klaghten, om dat een jonger by die trouwelooze, meerale ghy, gezien is. Cyrus minne ontvonckt Lykoor, diefchoon is, door haer laegh voorhooft. Cyrus heeft treck

tot die fpijtige Folog: maer eer zullen de geitkens paeren met Appuli-fche wolven, dan Folog zich zal verloopen met dien vuilen overfpeelder.

0 illbloss Mulles: aim Levens lierdichter, en boaaemvrland van Uoratius.

Q HORATIIIS MARKUS LIERZANGEN. 411

Page 482: vondel. - DBNL

Zoo belieft het Venus en den fellen minnegodt, die lull: fcheppenongelijcke gedaenten en gemoeden onder een yzeren juck to koppe-len. Toen een aerdiger vryfter naer my ftont, hielme de vrygelateMyrtale, die wreeder is als de Adriatifche zee, welcke den boghtvan Kalabrie affpoelt, vrywilligh geboeit.

442 Q. HORATIII8 FLAKKIIS LIERZANGEN•

Page 483: vondel. - DBNL

HET XXXIV. GE Z ANG.

Het borouwt hem dot hy, Epikeur volgende, de godtvruchtigheit verwaerloofde.

ERWIJI, ick, ervaeren in raezende wijfheit, en een koelkerckyveraer, 1) waft omdvt aele, zoo word ick nu geparftte rugh te zeilen, en den ouden koers aen te gaen:want Jupijn, die gemeenelijck met fchitterende vier doorde wolcken breeckt, dreef zijn donderende paerden en

vluggen wagen door den helderen hemel; waer door het logge aerd-rijck en ftroomende vlieten, waer door Styx en de yffelijcke zeteldes gehaeten afgrondts en de kaep van Atlas daverden. Godt kanhet onderfte boven keeren, en het duiftere voor den dagh haelende,verkleent de grooten. De horrende 2) Fortuin is vermaeckt met hierhet zeil in top te haelen, en daer te ftrijcken.

I) IA boat kerekiveraer: „traag in et dlenen van de Goden,' aegt Horatina.a) Herren& voor „ma., wegrliegende.'"t Grondwoord hi nog In gebrulk In ,,hy Is op de hor,"

voor „hy Is wog, hy fa sock."

Q. HORATIIII3 FLAMM LIERZANOEN 443

Page 484: vondel. - DBNL

ttn lir fortuil

HET %XXV. GEZANG.

Hy bids hoer deice Cedar, mit ten oorlogh tegens Britatde toeruftende,toch behoede.

(Rim, die het aengenaeme Antium ') beheerfcht,maghtigh zijt de fterflijcke menfchen, uit het ftof, in topte verheffen, of trotfe triomfen in Hjeken te veranderen,de arme lantman fmeeckt u zeer bekommert, en aliendie de Karpatifche zee met Bytynifche kielen kruiffen,

bidden u, o Zeegodes, oock aen. Do ftrenge Dakus, 2) de omzwer-vende Skyten, en Peden, en volcken, en het forffe Latium, en demoeders der uitheemfche K oningen, en gepurperde dwingelandenontzien u. Schop met eenen nijdigen voet de ftaende zuil niet om

I) Anima eon zoeftad in Itatin, door Askautus geftieht en san de Fortuin geheiligd, wier beelder godfpraken got

a) Dakus Ices Dade,.

444 Q. IIGRATIUS FLAKKUS LIERZANGEN

Page 485: vondel. - DBNL

Q. HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN 445

verre. Laet het te zamenrottende volck de genen, die de wapensnedergeleit hebben, niet tot de wapens opruien, en het rijck ver-woeften. De felle foot ftapt voor u heene, draegende, in hare yzerehanden, bouten en beitels, en den wreeden klavier l) met het gefmol- .

ten loot. Hope en zeltfaeme trou, 2) met wit laken omhangen, eerenu, en weigeren u haer gedelfchap niet: hoe wel ghy een vyandingeworden zijnde, met verwiifelden kleede, de maghtige huizen ver-laet. Maer het trouwelooze graeu en de meineedige boel delft. Be-driegelijcke vrienden bezwijcken orn het juck te helpen draegen, zoohaeft de vaten op het hef lopen. 3) Behoe Cmfar, die naer de Britten,op het einde der weerelt, trecken zal; en den friffchen zwarm vanjongelingen, daer bet Oofterfch gewefte en de roode zee voor fchricktOch, ick fchaem my der lidtekenen en fchelmeryen en gefneuveldebroederen. Wy menfchen van eenen zuren tijt, wat ontzienwe ons?wat laeten wy heiloozen ongefchent? Waer heeft de jeught, uit godt-vruchtigheit, de handen afgehouden ? Wat autaeren heeft ze ver-fchoont? Och, ofghe uw ftomp lemmer, op een nieu anbeelt, tegensArabiers en Maffageten fmeede.

t) Mailer in de echte en onde beteekenle van dat woord voor , bask, omgebogen faker," 't Lat.MEW.

Hope es reltiaease tree bier sear de dengderrperfoonitik corden voorgefteld, ware beter ge-went. „de hoop en de tron," even als taco regele vroeger „de folio coot"

a) Zoo haeft de votes op het hey' topes d. f „ledlg loopon '

Page 486: vondel. - DBNL

446 Q. HORATIUS FLAKKU8 LIERZANGEN.

der art uau 1611111fIlUillg van Jiutuihit.

HET XXXVI. GEZANG.

By verheught etch om On wederkotat uit Numblie.

ET luftme met wierroock en fnaeren, en belooft kalver-bloet de Goden, behoeders van Pompoon, te paeijen;die nu behouden wedergekeert zijnde, van 't niterfte ge-weite van Spanje, veele knfkens aen zijne waerde mackersomdeelt; doch aen niemant weer als aen de zoete Lamia;

indachtigh datze, onder eenen meefter, haere kintfheit doorgebroghten tabbert verwiffelt hebben. Laet dezen blUden dagh niet ongete-kent. Laet de krdicken vol tappen. Laet de voeten trippelen gelirkde Priefters van Mars. De Tracifche Damalis, die veel wijns ftuwen.kan, Baffns, met, eenen fnirs 1) te drincken, niet overtreffen: en laetover het bancket geene roozen, nochte groene petercelie, nocht lichtverflenfte lelien gebreck zijn. Alle flaenze hunne puilende oogen opDamalis: maer Damalis, die weeldiger kringkelt dan dartel veil, zalvan haren nieuwen pol niet of te rucken zijn.

0 Met seises Arks voor nteng." Ms Deel III, ble. 280.

Page 487: vondel. - DBNL

Q HORATIIIS FLAKIEUS LIERZANGEN. 447

itu Ont hitohrothm.

BET %%XVII. GEZANG.

Datmen with verhenge over den aeeftrut en Aettafehen sage.

SPITSBROEDERS, 1) nu gedroncken: nu eens luftigh om-gefprongen : nu met priefterlijcke bancketten den difchder Goden aengerecht. Voor dezen was het ongeoor-loft Kampanifchen Yemen wijn to tappen; toen de to-ningin 2) het Kapitool 't uiterfte bederf, en den rijcke

een lijck toereede, met dien vuilen bezoedelden hoop, die alles dorftbeftaen, en door haeren voorfpoet droncken was: maer naulicks een(chip uit den brant geborgen, is haere dolligheit geftuit; en de harffens,door Mareotifchen wijn, aen 't hollen geraeckt, zijn tot bedaren ge-

1) Spitsbroedsv :le boven het XXVII Gescmg.e) De kosingin „Hleopatra."

Page 488: vondel. - DBNL

broght, door Ctefar, die haer, van Italie vliegende, met riemen nazette,gelijck een havick de teere duiven, of een gezwint jager den haes,op de velden van 't befneeude Amonie; 1) op dat by het lantbederf-fehjck gedroght sonde ketenen; het welck groothartiger zoeckendete iterven, niet wUfachtigh voor het lemmer gefchrickt, nocht metde gezwinde vlote sich naer heure kulten begeven heeft, om daerte fcbuilen; maer ay dug onbefchroomt, met een blygeeftigh gelaet,het vervallen hof bezichtigen, en de fella flangen aengrijpen; op datzehet awart vergift in het llif zonde drincken, forirer door een opge-zette doot; als die den fellen Liburnifchen fchepen benijde, dat zy,geen geringe vrou, gelijck eene flaetelooze in den trotfen triomfomgevoert zoude worden.

8) Affnurnie. deaeltde landttreek. dle later Tbestalliin geeoerad ward.

448 Q. HORATIUS FLARKIIS LIERZANGEN•

Page 489: vondel. - DBNL

Q 110RATIU8 FLAKKUS LIEKZANGEN 449 ,

to )ijurn Kum'.

IIET XXXVIII. G EZ AEG.

Dat by met weinigh toeftels heft gedient ts.

0 JONGELING, Perfiaenfche gerechten haet ick: liunne gevlochtekrauffen mifhaegen my. Onderzoeck niet waer de fpade roozen groeien.Ick bekommerme ernftigh datglie flechs myrten alleen weeft: wantnaerdienghe een dienaer zijt, zoo voeght u de myrt niet qualijck,nochte oock my, die in wijngarts fchaduwe drincke.

AtheeldIng van do pleats wear het landgoed van Eforatins heeft geftsan

DR VII I VAI VUX911 VI 29

Page 490: vondel. - DBNL

4t() Q HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN•

HET TWEE DE BOECK.

lea C. billing pain.

HET EERSTE GEZANG•

De liordichter wil dat Polito, met aim febrifien van den hurgerhicken oorlogb,zieb buiten geyser houde, on den tut aenzie.

Powo, 1) ghy befchrijft het burgerlijck oproer, vanMetellus burgemeelterfchap 2) af, en d'oirzaecken deskrijghs, en de gebreecken, en wijze, en het fpel derfortnine, en de fchadelijcke verwantfchap der Vorften,en de wapens dus lang met onverzoenden bloede ge-

verft; een werck van zeer gevaerlijcke kalif% ; en ghy ftapt overt) Polito Ma over dozen het swinge. Vice Herders: III, Deal V. blz. 18.s) Volgends °MMus wordt hier Q Caeciltua Moulins Color bodoold, die in 3 Jur SO v. C. ten-

th' ward.

Page 491: vondel. - DBNL

affche, die een fmeulend vier bedeckt. Dat uwe Zanggodin het ver-toonen van wreede treurfpelen liever een weinigh ftaecke: flus wan-neerghe het gemeen befte gered hebt, dan zult gby (een dappervoorvechter der bedruckte gevangenen, en van 't om raet verlegenhof, en wien de' laurier een eeuwige glori, door den Dalmatifchentriomf, 1) heeft toegebroght) dien treffelijcken arbeit, met Grieckfchebroofkens, hervatten. Alree tuiten mijn ooren van het dreigende ge-toet der kromhoornen. Alree wort de trompet gefteecken. Alree ver-Ilthrickt het fchitteren der wapenen de fchichtige paerden en hetaenzicht der ruiteren. Alree duncktme dat ick hoor de ;roots velt-overften, begruift van geen oneerluck ftof, en den gantfchen aerdt-bodem vermeeftert, behalve Catoos onbuigelijck hart. Juno en watGodt het oock zy, die den Afrikanen gunftiger was, moft ongewrokendat lant verlaeten, maer federt hebbenze de nakomelingen der over-winneren ten flaghtoffer aen Jugurta overgelevert. Wat velt, metLapjnfchen bloede gemeft, getaight niet met de graven de godloozenetIrlaegen, en het dreunen van den Hefperifchen val, 2) by de Medeageltoort? wat kolck of wat vlieten zijn onbewaft van den befchreie-lijcken oorlogh? wat Daunifche zee is niet van moort bevleckt?wat oort is vry van onzen bloede? Maer op dat ghy, dartele Zang-godin, de boerteryen verlatende, niet weder jammerklaghten aenheft,zoeck met my, in Venus fpeloncke, deuntjens van lichter ftoffe.

O'Dea Dalnagfelum !rime• de Dalmaten warden door Augustus eau de Romelnrche heerfehappyonderworpen

e) Dee ilefperifeheus vat noon. „don eat van Hesnerift"

Q HORATIU8 FLAKKU8 LIERZANGEN 451

Page 492: vondel. - DBNL

452 Q. HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN

Ant gialuotitto triovuo.

HET II. GEZANG.

fly pryft Prokulcius miltdaedigheit neffens zjno brooders, en rerhefize tot

Koningcn, die hun begeerluckheit en goutzucht intoomen.

KRISP SALUST, 1) vyant van plaeten, in d' aerde be-graven, het zilver van gierigaerts is zonder glans, 't enzy het blincke door een maetigh gebruick. Prokuleius, 2)vermaert door het toonen van zijn vaderlijck harte, overzijne broeders, zal eeu in eeu uit leven. De Faem zal

bem, na zijn doodt, op onbezweecke vleugels, omvoeren. Indiengheuwe geltzucht temt, zoo zultghe wilder heerfcben, dan ofghe Lybieen bet veergelegen Spanje aen een hechtte, en beide de Penen ondereen hooft broght. De vervloeckte waterzucht, den fchoot van haerenlull; vierende, groeit immer aen, en lefcht geenen dorft, 't en zyd'oirzaeck der zieckte d'aders, en het waterachtigh quijnen het bleeckelichaem verlaete. De 1)eught, die by 't graeu niet to vinden is, telt

I) Ertyp Sahe Kr.spus Sallustius was de znsterszoon des beroemden nefehledfchrOvere van (liennaam Even ale Meeenas, ging hy, offeboon van gene raadbheerlUke waardigheid voorzlen, vele hoog-geplaatfte perfonen in gezach en sanzien voorby

s) ProemIda, dean was een Romeinsth Ridder, en zeer gezien by Augustus Hy onderfcheidde slobdeer zUn genegenheid voor zUn brooders Scipio en Murano die in den burgeroorlog bun vermogenMadden verloren, en met welke hy bet zUne deelde, offchoon zy hun erfdeel reeds vroeger ontfan-gen hadden

Page 493: vondel. - DBNL

FraLtes 1) op Cyrus troon gezeten, 2) onder de geluckigen niet; enverleert het volck valfche finds te gebruicken ; en draeght alleenhet Rijck en den veiligen tulbant, en den daertoe paffende laurieraen hem op, die geweldige geltftapels met onbegeerlijcke oogenaenfchout.

t) Prates dose was de vierde koning van dien naam, die de Parthen beheerschte Door zanvader Orodea tot koning aangefteld, bracht by (Wen en On dertig breeders om het level, Hy over-won Antonin:, in den krijg, en dreef hem op de vlucht Zan dwingelandy had editor een opitandten gevolge ender eigen yolk, dat hem dwong nit het flak te waken en gin pleats in te niimenaan Tiridates Zie hierboven, bin. 481 Hy ward later door Augustus in sift, seta herfteld, dochkwam eerlang om door de banden van san bysit

s) Op Ogres groom gezetes. lees: hoyleld.

Q. HORATIU8 FLAKKUS LIERZANGEN. 453

Page 494: vondel. - DBNL

1 tu V t lilt o.

HET 111. GEZANG.

III %ermnent hem tot gelijekmoelligheis in ‘oor- en tegenfpoet, ten opaichte

van °nuor eller fterflucklant.

STERFLUCKE .Dt.litts, lion in voorfpoet en tegenfpoetmeenen zelven moedt, gemaetight van dartele vreughde;

het zy datghe altijt bedruckt hebt geleeft; het zy datgheop feeften, ter zijde af, u zelven gezegent hebt met denuitgemerckten wijn van Falerne, daerghe in het grab

leght; daer de hooge pijnboom en witte populier de gaftvrye fchaduweliefelijck met tacken paeren; daer het ftroomende water bezigh islangs den vochtigen oever te dobberen. Belaft hier wijn, balffem enal te haeft verwelckende geurige roozebladen te brengen, terwijlde ttjdt en uwe jaeren, en de zwarte draeden der drie gezufterendat gedoogen. Ghy zult toch verlaten uwe opgekochte boomgaerden,

454 Q 1101tA I IUS FLAKKUS LILRLAI■GEN.

Page 495: vondel. - DBNL

Q !IORATIU8 FLAKKUS LIERZANGEN. 455

hula, en hot het welck van den zandigen Tiber befpoelt wort Ghymoet'er af, en d'erfgenaem zal het genot van uwe hooge geltftapelsftrijcken. Niets fcheelt het, ofghe rijck gebooren van den oudenInachus, 1) of arm en van flechte afkomfte, onder den blaeuwenMemel fterft, als een offerhande van den onbarmhartigen Pluto. 2) Allewordenwe derwaert gedreven. Elcks lot leit in den korf, en wortgetrocken, het zy wat vroeger of fpader, en het zal one in den bootzetten, om naer een eeuwige ballingfchap to vaeren.

1) Gannon ran die widen hutches dear Inachns, de ftichter van Argos, de ondfte Ironing was vanwien de libel melding maakt, was hot een fpreekwoord geworden, iemand van seer onden adeleen ,.soon van Inachns ' to noemen

2) Ben offerhamde ice . Pluto mIsfehlen le ems een drukfout in de onde nItgave en moeten wybeen cum Immera zoo ale er nu &ant, soil het waxen of Pinto de offeraar geweest ware, en nit.thy, die hot offer ontiins Liefst soh ik bier ter pilafs eenvondlg lesen. „eon offer can den dood,"tot welke vertaling het oorfpronkelUke even seer gelegenheld geeft.

Page 496: vondel. - DBNL

456 Q. HORATIUS MARKUS LIERZANGEN.

ttu Xautia intruo.

HET IV. GEZANG.

Het 14 geen &hands) dat by %One thenftmaeght bensint: vele treffeldcke

mannen gingen hem voor.

XANTIA Foczue, fchaem u niet een dienftmaeght tobeminnen. Brifeis de flaevin ontftack met haere blanck-heit den kierchen Achilles. De fchoonheit der gevangeTeckmeffe ontftack Ajax, Telamons zoon, haren beer.De zoon van Atreus blaeckte midden in den triomf,

door een gefchaeckte maeght, na dat d'Aziaenfche benden gefneuveltwaren, door den Teffalirchen overwinner, en d'omgebroghte HektorTroje den vermoeiden Griecken overgelevert hadde, om dat ge-

I

Page 497: vondel. - DBNL

mackelijcker te verwoeften. 1) Ghy west niet of de geluckige ouders derblonde Fyllis u, als Inmnen zwager, 2) eeren. Zy betreurt gewis haerkoningklijck geflacht, en het ongelijek van haren huize. Geloof nietdatze voor n nit een oneerlijek maegbfchap verkoren zy; en dat zooeen trouhartige en afkeerige van fnoot gewin uit een oneerbaereweeder zou konnen geboren zip. Ick loof zonder argh armen, aen-zicht en langworpige fchinckels. 8) Heb Been achterdeneken van my,wiens oude vreeft in 't eenenveertighfte jeer te treden.

I) Verfta, want do OverzettIng is Tiler alles behalve holder: ,,en (na dat) de dood van HektorTrois aan de (reeds van het beleg) vermoeide Grleken had overgeleverd en hnn het verwoestendaarvan gemakkelUk had gemaakt.

s) Zweger bier voor Jchoonzoon" Vergelftk Deel H, blz 279.s) Laxessorptpe feltineketss 't is of bier fprake is, Met van een moos ftavinnotien,maar von eon oe

fieeft V. den hler, om bet teretes fares terng to geven, goon bevalliger kUnkende nifftrukkingkunnon kleeon 9

Q. HOBATIO9 FLAMM; LLERZANG EN. 457

Page 498: vondel. - DBNL

HET V. GEZANG.

Men moet zdnen zin niet zetten op een onlmarbare

AER hals kan noch het opgeleide jack niet draegen,nochte zy is den dienft van haere weerga maghtigh,nochte zou tegens den left van den fpringenden bulopmogen. Op de groene velden is het hart ewer vaerze,die nu de groote hitte in den vliet verkoelt, nu weder

toghtigh is, om in vochtige wilgen met kalveren to fpeelen. Speenuwen luft naer onrijpe druiven. De herfft, met veelerley purper ge-verft, wijft u alree blaeuwe troffen. Alree zalze u volgen. De forffeoude verloopt fnel, en zal haer de jaeren byzetten * dieze n be-neemt. Alree zal Lalage met dartele lonckjes n ten man aenzoecken;zy die zoo zeer bemint is, als Beene weigerige Folod, als geenoKiwis; en zoo met haere blancke fchouderen blinckt, gelijck de zui-vere maen by nacht in zee fchittert, en de Knidifche Gyges: wienskleen onderfcheit, 2) indienghe hem onder de maeghdereien verflaeckt,de doorfnuffelende gaften dapper zou bedriegen, door zijn loffe vlech-ten, en het twijfelachtigh aenfchijn.

I) De Jorge (nide llever. „de kischtIg sanwadende leeftild"s) Meese onderfeheid neon. &Pruners obfcawum, „verborgen onderfcheId"

458 Q. HORATIUS FLAKRUS LIERZANGEN

Page 499: vondel. - DBNL

Q. HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN 459

2tu $tii timing.

HET VI. GEZANG.

Hy prdft do vormaeckoldtke geweiten van Mt. en Taman.

EPTIMIIIS, die met my zult reizen naer Radix, 9 enden Spanjaert, onervaeren om ons jack te draegen, ende Libyfche zanden, daer de Mauritaenfche zee altijdtbruilat ; Och 1 of Tibur, van den Grieckfche'n acker-man gefticht, de noel en ruftplaets van mijnen ouder-

dom moght wezen, nu ick te water en te lande, en in den oorlogh benafgemat. Indien d' onrechtvaerdige Parken my hier uit keeren, zootreck ick naer den zoeten vliet Galefus, rijck van gewolde fchapen,en d' ackers, beheerfcht van den Lakonifchen Falantus 2). Die hoecklants behaegbtme boven al, daer de bonigh de Hymettiffe niet enwijckt, en de groene olijf de Venafriffe 3) tart: daer Jupijn een Langelente en Iaeuwe winters verleent, en de vriendelijcke Aulon 4) m eel-digh van wijngaert, allerminft de Falernifche druiven benijt. Dieplaets en zalige luftprieelen wenfchen u daer met my. Daer zultghede heete of the van den poeet, uwen vrient, met fchuldige 5) tranenbefprengen.

0 iradts• de onde ultgave had bier Halts, door walks dwue drukfont de Spaanfehe Rad Gerdesin de Preach. Calais verauderd en de reds van once beide Romeinen niet weinig verlengd word:

s) Palextus: een Lacedemonillr, die, can t hoofd der PartheniVrs of „basterts,' Sparte verliet ende Rad Tarentum bouwde.

s) De Veagfr(fe• Venafrum was een pleats in Kampanian, door hear algfboomen beroemde) dubs: eau berg van Balabrian, In de nabnnrfchap van Tarentum gelegen en beroemd wegens

sgn wgngaarden.s) Bekuldege verfta: „verfchuldigde," of (geltik een uitgave heeft) „botasolUke." Zoo see men

nog wel „het is eon deal van mUn felsukhgess plicht."

Page 500: vondel. - DBNL

den Voinfritto ram.

HET VII. GEZANG.

fly erwelkomt hem op zip wederkomftc.

POMPEJUE, mijn lieffte fpitsbroeder 1) die menighmaelmet my, onder de veltheerfchappye van Brutus, in 'tuiterfte gevaer geraeckt zijt; wie heeft u, als een Room-fchen burger, weder Chili!' en in Italien gebroght?Menighmael heb ick, bekranft, en begooten van Syrifchen

balffem, met u heele dagen lang in den wijn doorgebroght. Met uheb ick ook gefmaeckt den Filippifchen flagh en de fnelle vlught;

1) Assn lieffte 1pilsbroeder• bier wordt hat woord in sujn eats boteekeols, ale „kagsmakkor."gebealgd

460 Q. HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN

Page 501: vondel. - DBNL

Q. HORATIUS FLAKKU8 LIERZANGEN 461

mijnen fchilt niet eerlijck genoegh achterlatende; toen de dapperheitgeknenft wiert, en de ftoffers fchandelijck met den mont op de aerdevielen. Maer de gezwinde Merkuur voerdeme al bevende in een dickswolck, door den vyant heene. Slorpende water fleepte u, met holledeiningen, weder in den oorlogh. Betael dan Jupip bet beloofdebancket; en betrouw uw lichaem, dat van den langdurigen krijghvermoeit is, onder mijnen laurier, en fpaer het vat niet, dat your uten belle is. Drinck nit de bekers die van onbekommerden Mallifchenwijn glimmen. Giet balffem uit de vloocke parlemoere fchelpen. 1)Wie laet ons vochtige peterceli of myrtekranffen vlechten? Wie zalBoning getrocken worden? 2) Ick zal niet wijzer hollen als de Edo-nen. 8) Het krioelen 4) is zoet, nu ick mijnen vrient wedergekregenhebbe.

gi Mode . fehe4ngn oloock Rost bier ale imitating van carts, voor „veol bevattend " de ver-klaring door my Deel bls. 350 gegeven, was bldkbaar onjuIst.

s) We sal Zoning Faroe's& worden eon al seer vrife vertaling van 't Let. gum Penns arbitrum&sena, d I.. „wIen gal Venus tot fcheldsman In den redetwiet (wy zonden uggen, tot „Presidentvan de tafel," of tot „Ceremonlemeester") benoemen?" WaarfchanI(ik sag V bier op het voormaliggebrulk om door bet trekken senor boon to beflisfen, wle het vcoraltter• of konIngfchap sun tafelbelleeden soft.

s) De Edones• de ThracItirs warden Aldus genoemd near den berg Edon, wear de Amadeu vanBacchus gevierd werden

4) Hog *rwelea letteriiik „risen," dat bier, naar de bedoeling van Boratlus, zoo veal te kennengeeft ale „dartelend :kb verlustigen '

Page 502: vondel. - DBNL

462 Q. HORATIUS }MARKUS LIERZANGEN

(grgrus I arinr.

HET VIII. GEZANG.

Men moot beer meineedighett niet gelooven. De Goden ftraffen geenmeineedigheit van fchoone vronwen.

BARIJN, zooghe oit om meineedigheit geftraft waert;zooghe aen handen of tanden oit in 't ininfte getekentwaert; ick zou u gelooven : maer zoo ras ghy uwe zielverzworen hebt, blincktghe veel fchooner, en treet . oorden dagh, ala eene, op wie alle vryers verflingert zijn.

Het is u oirbaerlijck 1) moeders affche, en de ftille geftarnten, bynacht, met den ganfchen hemel en d' onfterflijcke Goden to bedrie-gen. Ick zegh Venus zelf lacht hierom: d' eenvuldige nymfen Lichen,en de wreede minnegodt, die zijn altijt blaeckende pijlen, op denbloedigen flijpfteen, wet: ja alle de jeught valt u toe: dienft wort uop een nieu aengeboden; en de vorigen, hoewel zy 't n dickwijldreighden. verlaeten het huis hunner lichtvaerdige Juffronwe niet.De moeders ontzien u, om haere zoonen; en de kaerige befteNaders,en d' arme maeghden, die eerft getrout zun, vreezen datghe haeremans met uwen adem zult ophouden.

a) Hee Is a oh baerlfjek d. I. „hot ftrokt n tot voordeel "

Page 503: vondel. - DBNL

Q. HORATIII8 FLAICKLIS LIERZANGEN. 463

tru Valgitto.

HET IX. GEZANG.

Hy vermaent met longer om den overleden Myftes to trearen.

IJN vrient Valgius, 1) de plasregens ftorten niet altijt uitde wolcken op beyzelde ackers; en onftuimige buienplaegen geftadigh niet de Kafpifche zee; en het loggeys leit door 't geheele jaer in Armenie niet; en d' eickeboffchen van Garganus 2) lijden doorgaens geenen laft

van den Noorden wint; en altijt valt het loof van den effcheboomenniet; doch ghy zingt eeuwigh klaeghlieden, over den overledenMyftes; 3) en met het vallen van den avont en het kriecken vanden dagh verlaet u de minne niet. Maer de beftevader, 4) die drieeeuwen overleefde, befchreide niet endeloos zijnen lieven Antilo-chus; 2) en d' ouders en de Frygiaenfche zufters beweenden niet ge-ftadigh den ongebaerden Troilus.') Staeck eens dat weeckhartigh ge-karm: zingenwe Bever de nieuwe zegevaenen van Cefar Auguft, endat de bevrozen Nifaet 2) en Medifche vliet, met de verwonne volckenverovert, kleener wielingen maecken ; en de Gelonen, 9) binnen ge-zette paelen, op hunnen eigen bodem draeven.

Valgius Valglus Rufus, die ook In de Hekeldtchten van Horatius genoemd worth., was seadichter, met hem en met TIbulins bevriend.

s) Gargasss een berg van Apulian.s) Wes Gen knaap, door Valgius bemind an betreurd -s) De bee:wader Nestors) Drfe 411111t0M. lees: „drie menfchengefiachten."s) Antikelsus. de soon van Nestor, die, met gin vader near Ti oje getrokken, door Memnon ward

gedood.7) Troilus een soon van Priames. — Vreemd klinkt In onze ooren de vergelijking tuafchen den

roues, dice Valens over het verlies van sljn fchandjongen draagt, en dien, welken de hier verdergenoemden over hen soon of breeder voerden, — doch de Romeinfche sedan waren, en zün nog,verfcluilend van de once

e) Ntraet eon Oyler van Armenian, die in den Tigris ftroomte) De Geloacte een Scythifche volkeftam Zie Vluo Lang,. II, Deal V, Ws 93.

Page 504: vondel. - DBNL

464 Q. IIORATIU8 FLAKKU8 LIERZANGEN

2rn

HET X. GEZA\G.

De middelmaot, en gelkjekmoedigheit in loor- en tegenfpoot wort geprezen.

LIci.Tw, 1 ) ghy zult gerufter !even, zooghe u niet altijdtto diep in zee begeeft, en te fchroomhartigh, 2) voor debuien yzende, al te dicht den ge%aerlijcken oever ge-naeckt. Wie de goude maetigheit bemint, ontbeert vei-lighlijck bet itof eener bouvallige hutte; en derft nuch-

teren 3) het benijde hof. De hooge pijnboom wort dickwils van denwinden gefchud; 4) en verheve torens Borten met eenen zwaerderenfmack ter neder; en de hooghfte bergen worden van de blixemsgeflagen. Een wel bereit gemoed hoopt in ramp, en vreeft in voor-fpoet op en voor veranderinge van lot. Jupijn fchept mottige winters:die zelve verdrijftze weder. Al gaet 't u nu niet wel, daerom zalhet namaels zoo niet gaen. Zomtijts weckt Apollo zijn zwijgendeZanggodin met de cyter; en (pant altijt den boogh niet. Hon n kloeck-hartigh in tegenfpoet: wederom wanghe voor windt zeilt, zoo binteen rif in.

Liettn vele Romeinen hebben den naam van Ideating gedragen. VermoedellIk was daze LL1einIns Murano

s) EYs te felsreesthartialt: beter, als In 't Lat „ao-lt to fehroomhartIg Er Is bier een tegen-Rolling.

s) Naehterea• llever ,,met weinIg to node."e) Van den leaden gefehetd• even zoo lezen wy In don voorgaanden Llerzang altijd vale he loof

van den estebenboomen niet. Zia over dozen abl vorm het aangeteekende, Deal I blz 62, III, 210

Page 505: vondel. - DBNL

Q. HORATIUS /MARKUS LIERZANGEN. 465

2 E n 41, f i gni tr.

HET XI. GEZANG.

Mon behoort sorgeloos en •rolijek te liven.

Quwar HERPIJN, onderzoeck niet wat de ftrijtbareKantaber, 1 ) en de Scyt, die van ons door d' Adriati-fche zee gefcheiden wort, voor heeft: en weeft niet ver-legen om 's levena geringen nootdruft. Lichthartige 'jeught en fchoonheit, die, door den dorren ouderdom

geile mitme en getnackelijcken flaep verjaegen, deizen te rugge. 5) Delenteb)oetnat &ten niet altijt even fchoon, en de blozende maen blinckt

1) De *Otero ganiabers Issitebrilin was eon deli van Span*i) Dit is latterlik wartael, ongetwilfeld matinee ten gavels° van weefpolling en verkeorde pleat-

ing der woorden. lie Ism "lielithartige Jsngd en folieenielt deism to rem, door de deers on-thrifts pile seem se geseakkoliken neap etrJoaft."

el MINIM MI J. WI VOIIIMIL VI

Page 506: vondel. - DBNL

466 Q HORATIIIS FLAKKUS LIERZANGEN•

niet ftadigh even helder. Wat queltghe uw kleen begrijp met derGoden raetflagen? 1Vaerom drinckenwe niet, onder den hoogen maft-houtenboom I) of dezen pijn, door elckanderen leggende, en • grijzehair, geurigh van roozen, en begoten met Affyrifchen balffem, terwijlhet ons gebeuren magh 2). Bacchus verdrijft de knaegende zorgen.Wat jongen zal gezwint de fchalen, vol van warmen Falernifchenwijn, met bronwater verkoelen? Wie zal Lyde, die achter of woont,ten huize uitlocken? Wel op, zegh haer, datze zich fpoede, met haerey% oire tier, en het hair, ala een Lacedemonifche vrou, uitgekemt enopgeknoopt.

1) Mafthoutenboom „plataan."s) Terrill het mut gebeares magh Is ()monism met „zoo lang het one vergnnd is " Zoo zee mon

nog dagelliks• „het moeht my Diet gebenren, it to sien." By het wordt dan t s oord plash verItaan.

Page 507: vondel. - DBNL

tru Mutual

HET EL GEZANG.

bat hooglidravende on trourfpelige ftof in goon liortlicht pan. Mecenassal self Augn(tun laden in prose befehro on, Homing alleen van

stju ft:bowie LyeinInio zingen.

EVEELME niet dat ick den langdurigen oorlogh van't folio Numantie, nochte dien vervloeckten Hannibal,nochte do Siciliaenfche zee, gepurpert van den Karta-gifchen bloede, 1) op mijne befelijcke cyter fpeele;nochte de wreede Lapiten, en Hyleus 2) in wiju ver-

sopen, on het aerde gebroetfel 5), 't welck van Herkules hant getenitwiert, weer door 4) het blinckende hula van den ouden Saturnus fid-der& van geyser. Ghy Mecenas zult treffelijcker, in rijmelooze hif-torien, vertellen Cefars veltflagen, en hoe de dreigende 5) Koningen,hangends hoofds, in triomf omgevoert wierden. 6) Mijtl Zanggodinbegeert dat ick verhaele het zoete gezang van mevrou Lycimnia, 7)

1.) raw dos Wariest/elms Med.: wader do elide vorm.8) Silos: son Centaur.a) Bet aerie gebroe(fet: do „Retmen," sonen van Tethts (de Aarde).4) !leer doer: t. w „door Ad aerde getoreettel, dat het Pane(ta* hats gas Salamis „den homer)

beftormde."s) Ds drelgends: verfta „de sorteds dretgesde"et Hoe... wierdea • de eerfte nItgave heeft, min Juba. „en de hoofden van drelgende Koningen,

In blond omgevoert,"1) Yam seems Zgetsuois• bet is thands by fchrOvers de gewoonte geworden, den tytel van Mevronw

Olsen to voegen by do unman van vronwen die In de laatfte twee eeuwen geleefd hebben en dies —op maids nItsonderingen Ds — wag to laten zoo dra het eon vronw geldt nit vroegerbn Aid. In dedageft van Vendsl handalde men doorgaanda juin enders-om. Zeer weinige vrons en nit an leeftUd°Manion den tytel van Movronw; doeh die ward daar-,u-tegen viola!, even ale Mr ter plaatfe,gobesigd om hot Lat. dotrifne to vertolken.

Q HORATIU8 FLAKELTS LIERZANGEN 467 I

Page 508: vondel. - DBNL

468 Q. IMAMS FLAKKII8 LIERZANGEN.

haere klaerblinckende oogen, en het hart, getrou in onderlinge liefde:aen wie het ten reie gaen niet qualijck voeghde, en bet boerten omitrijt, en onder het danffen aen de glinfterende maeghden de hantto geven, op den heiligen dagh der doorluchtige Diaene. Zoudghe defchatten, die de rijcke Achemenes 1) bezeten heeft, of de Mygdoni-fche rijckdommen 2) van 't verre Frygien, of de voile packhuizen desArabiers wel willen tegens Lycimniaes hair vermangelen, wanneerzehaeren neck naer uwe geurige kufkens draeit? of die met een ge-maeckte wreetheit yreigert? diet() liever zich van den pracher laetoutfteelen, en zomtijts met kuffen voor u gereet is 2).

I) dehemenest konlog van Perfigs, een der voorzaten van Cyrus den emote.a) De Mygdoisifelse r(lekdentesen De Mygdonigra, nit Macedon{lin berkomftig, badden In Fryman een

volkplanting geftieln, die door hear rtjkdommen beroemd werd.a) Wanteeer . pereet Es lk verfto bier den an aldba: „wannier zy den net san nw brandende

Masten bledt of se welgert met een gemaakte wreedheid, of Dever nog, die met geweld last pint-ken, ja meermalen die salve mutt."

Page 509: vondel. - DBNL

Q. HORATIU8 FLAKKUS LIERZCGEN. 469

0 tit it %nomWAER ONDER HY BYKANS VERPLET BLEEP.

HET XIl(. GEZANG.

Dat tie mach *Ammermaer weer wag ongeluck by befeknwen sal.De lof van Saffo, en Aleena.

BOOM, wie het was, die u eerft plante, ten bederveder nakomelingen, en ter fchande van het dorp, hy.heeft u, op eenen rampzaligen dagh, en met heiloozehanden, gedoopt. 1) IA geloof dat hy zijnen eigen swim;den neck brack, en zijn waerts flaepkamer by nacht

met bloet befprengde. fly moet met Kolchifch vergift, 2) en allerleiefchelmftucken, diemen immermeer bedencken kan, omgegaen hebben,

1) aidoope een klachtige vergisfing, dit woord in den mond van Hoiatlns to leggen! En tact'hoort men heden ten dage herhaaidelUk een dergeltik simile maken door lkden, die van dove:atepreken, wear ay mishoortebewps' bedoelen.s) Soleigick esrefi..,wergift, gelUk Medea, die van Kolehos was, het bereldde "

Page 510: vondel. - DBNL

die u, o droevigh en verrot bout op mijnen acker zette, om op hethooft des onfehuldigen heeren te vallen. Nimmermeer eet de menfchte vore waer hy t' eller ure zich voor hoeden moet. De KartagiCelle zeeman yft voor Bosforus, en behalve dat vreeft hy van eldersvoor geen onvoorzien ongeluck: de foldaet voor pijlen, en de ge-zwinde vlught der Parten: 1) de Part voor ketenen, en de maght vanItalie; maer het onvoorzien gewelt des soots heeft de menfchen wech-geruckt, en zalfe wechrucken. Hoe na zagenwe het rijck der be-roockte Proferpijne, 2) den rechter Eakus, de befcheide ruftplaetfender godtvruchtigen Saffi), klaegende met Eolifche fnaeren, over harefpeelnooten, en u, o Alceus, deftiger fpeelende, met eenen goudenftrijckftock, de harde rampen der zee, der ballingfchappen, en degoorloghs? De fchimmen verwonderen zich, dat zy beide zeggendingen, die men heilighlijck behoorde te verzwijgen: maer de oorendes gemeinen hoop van 't green, 3) joocken meer neer oorlogen,en het fchoppen der dwingelanden. %Vat wonder is het? naerdienbet honderthoofdige dier, verbaeft door de vaerzen, zijn zwarte oorenlaet hangen; en de ilangen, die in de perruiek der Razeryen per-wart zijn, deer vermaeck in feheppen; ja oock Protnetetus en Pelopsvader worden, door het zoete geluit der vaerfen, verleit; en Orionbekommert zich niet met leenwen of bloode Jaen to jaegen.

1) De genes& *bight der Parini: van dlt yolk tan men sewn wat Wanly' In an Adel anNathilda seggen lags van t Cirkasfifeh paardevolk, dat

is• sadel nut gessrind wed on te harm,Om, vie 't shoolsten volgl, M 't WashIns nog to deem.

s) Der berooekte Profnp(fise weder can ftsaltjen van de were, waarop Vondel on de Sweeten onderZen tUdgenooten sich de onderwaereld ale een middeleenwithe hel voorftelden, wear Mies evenTull en Meech moest wesen. tiler geeft by aan Proserpina, van wells Berating niet tinders segt dandat sy forms, d i.. „donker van niteleht," Is, hot nitdeht van can fehoorftmenveget.

s) Des gamine* hoop yes t grent• V geeft hi& al eon platte yodeling van het denhoasksmernmagus „'t breedgefebonderd gepeupel.' Vergelfik de treats neyolgIng van dose pleats door BILDWDIJK, in an heerlijken lierzang Sago en Akers.

470 Q HORATIIIS FLAKICUS LIERZAN'GEN.

Page 511: vondel. - DBNL

Q. HORATIII8 FLAMM LIERZANGEN. 471

den lhotitmuo.

HET XIV. GEZANG.

Datmen de doot niet vermijden kan.

POEITIIMUS Poftnmus, deur gaen de flippende jaren,en de godtvruchtigheit zal de rimpels en den aen-ftaenden ouderdom en d' onverbiddelijeke Doot nietkeeren: fehoon ghy dagh op dagh, mijn orient, metdriehondert ftieren, den onbewe:gelijeken Pluto paeide;

die den drielijvigen Geryon 1), en Tityns 2) in den jammervliet ringel,oort: dienwe alien, die by het gewas der aerde 'even, het zy wy Konin-ken of arme hniflieden zijn, overvaeren moeten. Te vergeefs fchu-wen wy den bloedigen oorlogh, en de gebroken baeren 8) der heefche

ti) Demos. een toning der Speanfehe eilanden, die dile Wen had en door Hertales gedood werd.s) Mims. sie Deel V, his 280.s) De gebroken Mew. „de brand.ng "

Page 512: vondel. - DBNL

472 Q. HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN.

Adriatifche zee: to vergeefs vreezen wy in den herfft voor den Zui-den wint, die den lichamen fchadelijck is. Wy moeten toch bezich-tigen den zwarten Kokytus, dwaelende met eenen traegen ftroom;en het eerlooze geffacht van Danlus, en Sifyfs, Eools zoon, ten lan-.gen arbeit verdoemt. Wy moeten huis, hof, en aengename vrou ver-laten ; ende geen van alle deze boomen, daerghe zin in hebt, 1) zaIu, die'er beer of zijt, en wiens levee kort is, volgen, behalve die ge-haete cypreffen. Een ruftiger erfgenaem zal den wijn, die met hondertfloten bewaert is, doorjaegen, en den koftelijcken vloer beplengenmet beteren moll, als op den paependifch gefchaft wort.

) Deer ge sin in tube. Raver: „diep met zorgende liefde opkweekt" t Woord eokre words hlordoor Horatfue silo dubbele beteekinle gebestgd.

Page 513: vondel. - DBNL

Q. 11:03LATIIIS PLAZA= LIZEZARGEN. 473

HET XV. GEZANG.

Tegens d' overdaet quer eenwe.

u zullen de koninglijcke gebonwen luttel lants voor denploegh laten, en alfins zalmen de vyvers wiper uitge-!tread zien ale het leck 1) van Lnkrijn, en d' ongehnwdemafthouteboomen zullen in getal de olmen overtreffen;en viola), en .myrten, en al de genrige overvloet door

vruchtbaere olOpierden bunnen reach in den nena des voorigen eige-naers fpreien: oock sad de -dichte loaner met zijne tacken het hoc-ken an de son aflame. Zoo la bet veerfchrift van Romulus enden ongefchoren Kato 2) niet, on de regal der voorouderen. Hunneeige middelen waxen kleen, de gemeene groot. Gemeene burgershadden Beene galeryen van tien voeten breedt, om Noorder koeltete fcheppen; en de wetten gedooghden niet datmen weigerde ergentsop een zode neer te zitten; bevelende Peden op gemeene koften, ende kercken der Goden met moppen 8) te vercieren.

0 Rd leek veer ,,het mair.'*t Is '1 Let iawar — of never, dit budge Is van led hottomftlga) Dos amtlahores Kato: 't Lat. Wog*, moat bier waarfehanlp moor in den :In gammen worden

van: „die Diet gotapt Is, Ile 4n hair en board natuarlat, onopgemaakt draagt." OrellIns goefthlerby de rolgende nests ,,Amso denims N. C. 414 ton/area i Itiailia sassruitt. Pau. Hist. Net VII,P." — Ken Mew bewifs hoe welnig geleerde lieden fomtilds doordenten Had Horatins er aan ge-flaeht, or het gewetan, dat er In Katoos tild nog geen tappers to Rome waren, don sot by hemftellig dat epitheton „angalthorea" nlet gegoven hebben, want dan ware Kato op dit punt In Wetsvan siln Itadgenooten onderfebeiden geweesL

s) Moppets: „„fteenen." V. dseht taker aan dozen naam dragende batfteenen Basun been betLOIN. Daar or van deeerare, „vereleree gerproken wordt, sot men, in den lateren nicl, aan marinerI:amen denten, In den vroegeren emitter, waarvan bier [prate Is, althands aan oenigen linger oventeen Latere edltle been WAIN/ vddr moppea Ingevoegd, ale in het tegenover gedrntte Latin novo.

Page 514: vondel. - DBNL

4 74 Q. HORATIII8 FLAKRUS LIERZAN(iEN

ittt trooftt .e.

BET XVI. GEZAXG.

-- - —

Daze Idle do geraftheit des gemoedts zoecken, die nict in njckdommen en eerebefmet, maer in het breidelen van 's menfchen begeerlUckheit.

GROSFUS, die in de wijde Egeefche zee benepen is,bid de Goden om ruff; zoo ras een zwarte wolck demien verbergbt, en de (chippers geene bekende Mar-ren zien blincken. Om ruft bid de Trax, die een dolkrijghfman is. De Meed, met zijnen pijlkoker verciert,

bid om ruff, die voor gout, purper nochte gefteenten veil is; wantfchatten nochte burgemeefters dienaers 1) Millen d' ellendige ont-fteltenis des gemoets niet, en de bekommeringen, die om gewelfdedaken zweven. Hy leeft wel in het kleen, 2) wiens geerfde zoutvatop zijn lichte tafel glimt, en wiens gernfte flaep van vreeze nochtefnooden laft gefteurt wort. Wat micken wy ftercken 3) in eenen kortentijdt op veele dingen? Wat verwiffelen wy de landen a die van een

I) Bergeseeiters dieitaer. een ongelukkive vertaling, die geen denkbeeld hoegenaamd goon. van dosank, walks flier wordt voorgefteld Het Let. aegt „pin fchatten, noch geen bondeibilldrager (ficloretnefislars) kungen de bekommernisfon van den geest of de :argon wegruimen," enz B) desa beeld-(praak slat men Ala 't ware den Vidor, voor den konfol nitgaande, en hem plants makende draysdoor den woelenden, maar op aline nadering re:hts en links tertigwekenden volkshoop Vceg erby, dat de bondelbillen het sinnebeeld waren van de hooge waardigheld en focve'reine mania, endat alzoo de woorden van Horatian terns to kennen seven „fchatten noch macht gin In Batt,de zorg to verdrilvon, die slob daaraan hecht."

sl HI leeft wed in het kleen reran „hY leeft to vrede met welnig."s) Ify Arches: letterliik; doch Met joist, wet den geest van 't oorfpronkelifke betreft. De bedoe-

ling Is: „wy, die ons Rork wanen," of. „also( wy Bert waren "

Page 515: vondel. - DBNL

Q 110RATIIht FLATEKUlif LIERZANGEN 475

1 andere zon befcheenen werden ? Wat balling s lants ontvlught (weltzich zelven ? De fnoode zorge beklautert groote fchepen, en zy ver-laet de ruiterbenden niet, gezwinder als de harten, en gezwinder alsden ooften wint, die de wolcken jaeght. Een gemoedt, met het tegen-woordige vernoeght, haet voor het overige te zorgen, en mengthet bitter met eenen zoeten lach Niets is'er in alien deelen volmaeckt.Een fnelle doot heeft den doorluchtigen Achilles weghgeruckt; eenhooge ouderdom Titon gefleten; en de tijt zal miffchien my verlee-nen het geenze u weigert. Hondert kudden, en hondert Siciliaenfchekoeien loeien rondom u; en de merri, die bequaem is om voor dekoets te fpannen, briefcht u toe. filly zijt bekleet met wolle, dietweemael in Afrikaenfch purper gedoopt is. Het onbedriegelijcknootlot heeftme gegeven luttel lants, en eon weinigh geefts van Grieck-Celle Poezy 1), en de boofaerdige gemeente 2) te verfmaden.

0 Zen weinigh gees oars °Heckle& Polar verge: „omen, stl het ook gotingen manias oat opGrlektehen trent te dlehten."

e) Gemeente• bier In den :In van memo. walks woorden V. wed weer met elkander verwhieltMen decks aan den- Teen regal van gin „Palmed.,"

Was 4orperheyd is dit, wilds gemeente?

____

Page 516: vondel. - DBNL

ttn 311trtung.TOEN HY KRANCK LAGH.

HET XVII. GEZANG.

Ey wenfeht hem niot te olerleven.

MEOZNAS, ghy treffelijcke glory en zuil van mijnenhet, waerom vermoortghe my met nwe klaghten? hetis den Goden nochte my aengenaem datghe eerft fterft.Och, zoo een rijper gewelt u, de helft mijner ziele,weghruckt, wat fammel ick de weerhelft langer, die

nocbte my zelven zoo lief ben als te voren, nochte geheel overfchiet?Nen fterfdagh zal ons beide ten val brtngen. Ick heb geenen valfchen

476 Q. HORATIIIS FLAMM LIERZANGEN

Page 517: vondel. - DBNL

Q. HORATIUS FLAW'S LIERZANGKN

eet gedaen. Het zy wanneerghe ∎ oorgaet, wy zullen, wy zullenvergezelfchapt gaen, bereit om de jongfte reife te aenvaerden: nochtede geeft eener vierbraeckende Chimeer, nocht de honderthandigeGras 1), zoo by al veirees, zalme van u affcheuren Aldus heeft demaghtige rechtvaerdigheit en het nootlot dat beftemt. Het zy deWeeghfchael, het zy het vreeffelijcke Scorpioen, een geweldiger deelvan d' are der geboorte, het zy de Steenbock, een dwinger derSpaenfche zee, my aenzie; beide onze ftarren ftemmen wonderlijckover een. Jupijns fchitterende vooghdy heeft u den heiloozen Satur-nus ontruckt, en de vleugels, van 't vlugge nootlot verlet; toen dedrang des volcks, in den fchouburgh, u driemael vrolijck toefcha-terde. Een ftam, op mijne harffens vallende, hadme om 't leven ge-broght, 't en NN aere Faunus, de wachter der geleerde Merkuriften, 2)den flagh, met zijnen arm, gefchut had. Hierom verzuim niet teofferen, en, gelijckghe belooft hebt, een kappel te wijden: wy zulleneen onnozel lammeken flaghten.

I) Opas eon der Titans.s) Parana, de yachter der gekterde Aferkurilten d I g „de boechgod, wakende rem hen, die Melt

um de kunst van Merkurius — den God der welfprekendheId — toewOden " — Romaine :hermithier wear op den omgevallen boom, waarvan bier boron, In het %Hide Gezang Is geiproken

Page 518: vondel. - DBNL

HET MIL GEZANG.

Dat by met aija goring lot to rrede is: :neer anderen pen meet ransom inbouwon, rapen en tampon, sender op hunnon fterfdagh to &Wm.

N mijnen huize blinckt ivoir nochte vergult gewelffel;gene pylaeren, gehouwen in het uiterfte gewefte vanAfrika, dragen bier balcken van Hymet; 1) en, als eononbekent erfgenaem, heb ick de fchatten van Attalus 2)

niet coder my geflagen. Eerlijcke gebuurvrouwen ') fpin-nen vow toy geen Lacedemonifch purper: maer mijn trou en ver-

nuftader verweelr.en my nutte gunit: en fchoon ick arm ben, nuchtanaI) Yea Newts, d, it,. .0a11 Pawnee, op den berg Hyntettna gebonwen."a) De Sabinfen Was *Mau den dsrdse boning van Pergansus van Men name. Overladen sender

masa** ate, Dee by by ulterflon wills elja aanzlanigke nalatenfchap sae I Romeinfehe volk.a) ONNarstrorwess: 't Lat. Welt elhafee, waarteer wy wel geen bepeald weard In once teal bob-

ben, evermIta ds sank salve by ens net boasat, maer dat tech julater cot lumen ultgedrukt wor-den doer: „do Trot:woe moor beinbensellagen," of lets dergeltIlui. HAMMe wil semen, dat by, alittot des sold botoweale, gees paper dram' an pea kIllaten heeft.

478 Q. 1101tATIUS FLAKKUS LIKRZANGEN

Page 519: vondel. - DBNL

Q. HORAT1118 FLAKKIIS LIERZANGEN. 479

worde ick gewilt by de rijcken. Om meer dingen val ick den Godenniet moejelijck : en wel vernoeght, met mijnen eenigen Sabynfchenacker, verzoeck ick niet wijders van *nen maghtigen vrient. D' eendagh jaeght den anderen, en de nieuwe maen neemt itadigh aen enaf. Ghy befteedt marmer te zaegen, daerghe met den eenen voet in't graf gaet; en bout huizen ofghe eeuwigh leven zout; en onver-noeght, met den vaften oever, pooghtghe zeewaert in te bouwen,daer de baren tegens over Baien bruiffen. Wat is dit, datghe defcheitpalen van uwes naeften acker uitruckt, en, als een gierigaert, I)over uwer geburen grout fpringt? Man en vrou, huisgoden enongehavende kiuders op den arm dragende, worden op den dijckgeiet. Een rijck heerfchap heeft nochtans Been zekere wooning teverwachten, als die hem in het einde, in den inhaelenden 2) afgrontbefchoren is. Wat begeertghe meer? de aerde ltaet zoo wel opge-dolven voor konings kinderen, als voor den armen: en Pintoes veer-man, 3) met gout omgekocht, heeft den vernuftigen Prometeus nietweder overgevoert. Dees 4) ringeloort den trotfen Tantalus en zijngeflacht. Dees geroepen of ongeroepen verlicht den .armen, die altijthaven mod.

0 Als ens gierigaert: de vertaling mega letterltk Ain; Ulmer sot ik bier lessen: „ale eon Ash-sariglys,'

a) Itshaeleisden. wy souden nu seggen• inkaligen.s) Mapes merman, ens.. lees bier. „en Platoon veerman beet itch door gees gond laten omkoo-

pen. em" ens.e.) Dew dit Oast op Pluto :elven, die In :On ouderwaereld Tantalus en stn geilacht Arai doet

ltden, en de armen van hun ilastchen arbeld veriest, 't zij men hem al of niet dearom hassle.

Page 520: vondel. - DBNL

Ato SartOno.

HET XIX. GEZAiNG.

Hot ftaet hem vry, van Bacchus Oodtheit hezeten, haer ter eereuit de bortt te zingen.

HY nakomelingen gelooft my dat ick Bacchus, terzijden of op de klippen, heb zien vaerzen leeren, 1) enNymfen, en fcharpe ooren van bockvoetige Satyrswerden van hem onderwezen. Evod, mijn hart beeftvan verfche vreeze, en 't gemoedt, van den 'heelen

Bacchus bezeten, wort van blijrchap beroert. Evoê, o Liber, dievreeffelijck zijt, door nwe zwaere wijngaertfpiets, gena, gena. Hetftaetme vry van d' ongebonde Thyades, 3) en de wijnbron, en devlieten, die van melck vloeien, te zingen, en weder op te halen den

raerses larres: Wren ftast !der In den sin van nonderwüsen."a) dilyedos: prleftereeten van Buchan.

480 Q. HORATIIIS FLAKSIMI LIERZANGEN.

Page 521: vondel. - DBNL

Q. WRATH:78 FLAKR178 LItRZANGEN. 481

honigh, die van holle ftruicken afloopt. Het ftaetme oock vry de.gloriuwer zalige gemalinne, die under de ftarren gezet is, en de daecken,van Penteus, 1) met geenen lichten fmack ter neer gefmeeten, enhet bederf van den Tracifchen Lykurgus te vermelden. 2) Ghy be-weeght de vlieten, en d' Indiaenfche zee. Ghy in wijn gedoopt, opafgefcheide heuvels, vertuit de vlechten der Bacchanten met eenenadderknoop, zonder datze n befchadigen. Toen de heilooze reuzerot 3)in de hooghte uw vaders rijck bekiom, hebt ghy Rekus 4) met leeus-klaenwen en een yffelijck backhuis, 5) van boven neergeftooten : hoe-wel men hiel datghe tot danifen, boerten en fpeelen bequaemer dantot oorlogen waert: maer ghy verftont u op vrede en oorlogh. Cer-berus zonder u leet te doen, zagh u met den gonden hooren ver-ciert, en zoetelijck quifpelftaertende, leckte, met zijnen drietongigenmail, in 't fcheiden, uwe voeten, en beenen.

0 De deeds MS Raskin • ken hier of voor „1 voritelP huts (geflacht) van Penthens," of veer„Penthens mar genomen women.

II) D011 ilve(pAmo Lylisrgss • den honing van Threcilin, reeds meermalen genoemd. Zia Deal IV,bls leg.

s) Risserot. yr. genomen, Me biz. 283.•) Rotas: Deter /thetas; dose was een rens, die, teen by Jupiter nit den hemel poogde neder to

hales, door Bacchus, die de gedaante van een lemur had aangenomen, werd gedood.s) des sorelfict Methods. fever „eon vervaarigke mull." De woorden Bean niet op Miss, maar

op Ikeda&

DI • CCCCC VAN 1 VIII VOIIIKL VI 31

Page 522: vondel. - DBNL

482

Q. HORATIII8 FLAKKIIS LIElIZANGEN•

2rn Mutual

HET XX. GEZANG.

I)at nijn naem en faem eeuwigh in eere mil blijeen.

ex tweevormigh dichter zal door d' ope lucht met geengemeene nochte zwacke veder gevoert worden, en niet!anger op aerde blijven, en, den Nijt te boven geraeckt,de fteden verlaten. Waerde Mecenas, ick, dienghe noemthet bloedt nit arme ouders. 1) gefproten, zal niet fterven,

nochte van den jammerpoel befloten worden. Alree worden mijnbeenen met ruige Yellen overtrocken, en bet bovenlijf in een wittezwaen verandert, en vingers en fchouders vlugh van pluimen. Nuzal ick, een zangerigh vogel, ale Ikarus, de zoon van Dedael, deBrander* van den fteenenden fiofforus bezichtigen, en de aetnlifcheplaeten 2) en Noortfche wilderniffen. Kolcker, en Dakus, 2) veinzendevoor geene Marfifche benden te vreezen, en de vergelege Gelonen 4)

0 UM arms coders' Horatian was de soon eons vregelstenens) IN &Wilda pit/dent dat siin• „de Afrikunfehe Syrten of klippen " De onde dna bad plaelao,

wat bier goon beteekenis boegenaamd Mto) Daum ale meermalen, Tow lbssidr."A) &tonna ale Doel V, big. N.

Page 523: vondel. - DBNL

zullen my leeren kennen: oock d' ervaren Spanjaert en Rodaendrinc-ker. 1) Wegh met die ydele lijckklaghten na mijne doot, en fchande-lijcken ron, en mifbaer: ftaeck dat kermen, en laet de noodeloozeItickftaetil achter.

1) Rodasadriacker: d 1 : „hy, di.: nit den Rodman drinkt, de oevera van den Rodman bewoont."

Digontia.

- -

Q HORATIU8 FLAKKUS LIBIZZANGEN• 483

Page 524: vondel. - DBNL

484 Q. HORATIUS FLAKKUS LIETIZANOEN.

HET DERDE BOECK.

HET EEBSTE CIEZANG•

Dal geese itelidossmen, Decide eer, neate itainen, reser een geruft gemoet,den menfeh in eenen gelneksaligen ftaet ftellen.

OK haet den onwetenden hoop, en fluitze bniten. Geeftgehoor. Ick, der Zanggodinnen priefter, zinge Vim vryersen vryfters noit gehoorde vaerzen. D' ontzichelijcke Ko-ningen hebben heerfcbappy over hnnne eige onderdae-nen, Jupijn over de Koningen zelfs, die doorinchtigh

is, door zijnen renzentriomf, en met eenen wenck alles beftiert.Ilet gebeurt dat d' een man meer lants dan d' ander met geboomte,op de rye, bepoot. Dees, naer het kuffen ftaende, laet zich voor het

Page 525: vondel. - DBNL

Q. HORATIUS MARKUS LIEltZANGEN. 485

raedthuis vinden. I) Dees, vroom 2) in Mandel en wandel, biedt'er oockeen bodt naer. Fen ander =) heeft meer voleks op zijne hant. Dedoot treat by lot hooge en lage zonder onderfcheit. In den rui-men kozf worden allerleie naemen omgehutfelt. Hem, boven wiensgodloos hooft een bloote fabel hangt, zal geen Siciliaenfch bancket 4)lecker fmaecken. Vogelezang nochte fnarenfpel wiegen hem niet inflaep. De gerufte flaep walght niet van der ackerluiden lage hutten,nochte van den befchaduwden oever, nochte van de Tempe, waerdoor de weften wint ritfelt. Wie zich met nootdruft 2) genoeght, wortniet ontruft van d' onftuimige zee; nochte het woefte gewelt desdaelenden .wagens, en ryzenden hocks 6); nochte door wijngaert, vanden bagel geflagen, nochte den acker, die bedriegelijck is, naerdiend' ooftboom nu over plasregens klaeght, dan over hitte, die het gewasverbrant, dan over quade winters. De vifch gevoelt dat de zee teenge wort, door de groote gebouwen, wier grontveften in de dieptegeleit worden. Hier laet d' aenneemer met zijnen knechten, en hetheerfchap, wars van 't lant, de grontfteenen zincken: maer vreezeen gevaer fteigeren daer het heerfchap kitmt ; en de zwaermoedig-heit verlaet de galey niet, en zit achter den miter. Indien danFrygiaenfche fteen, nochte 't gebruick van purper, fchooner als ftar-renluifter, nochte Falernifche wijnftock, en Perfiaenfche balffem geenedroefheit verzachten; waerom zal ick zalen, hoogh van verdieping,op de nieuwe manier, met nijt verweckende poften bouwen ? waeromzou ick mien Sabijnfche hoeve voor laftige rijckdommen verwiffelen ?

Lad elek veer Ace misdated* sinden• eat Amiterdiwarche voorttelling. Berating zegt, dot hy, dienear itaateambten dingt, in den Claneies, d 1. in t „veld van Mare Walt, met bet doel om doorsUn toelpreak ftem voor sich to verworven

I) Dees, groom, ens : de sin is: „een ander mededinger doet sieb op, die sUn betere zeden ongrooteren mem verheft."

z) Ran ander, ens. Verlta: „een dards zal het winnen, niet door grater welfprekendheid of meergeldige aanfpraken, maer owlet het seta sUner aanhangelingen greeter is."

4) aft/I SiealaenRA baneket• er is bier een toefpelirg op de gefehiedenis van Damokla, dieDionygns, den dwingeland van Syrian:en, bap hebbende. door desen voor eenen deg met dekoninkillke waardigheld bekleod en an den vorftelUken disch gepleatet word, eater met ad,, ont-bioot sweard, dat can een dunuen dread Meg, Doren 't head — tot sinnebeeld van bet beeblUkedo hoogen bewinds. Zia Deei I, biz. 502.

5) Net nooldegfi d. 1 s „met het noodige."s) Des daerenden wagens an ryzenden boas. d „wanner dreennts („de voerman van den grooten

beyr," zoo ale hem Vondel in spa „Palamodes" noemt) en de „Bok" of Ikeda, een der in betbald van Beata, oprOst en met het whfolen dier gefternten in t ajar bet weer pleogt te ver-=term'.

Page 526: vondel. - DBNL

486 Q. HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN.

1 t U lijur Vriruhtn.

HET H. GEZAN G.

Dittman do *gilt Tan jonge op moot- oeffenen in den wipenhandel, en in een

arbeitzeem lever'.

IJN vrienden, laet den jongeling, in den geftrengen oor-logh, hartvochtigh geworden, honger en kommer leerenlijden, en, ale een miter, ontzaglilijck door zijne fpeer,de forffe Parten plagen, en onder den blaeuwen hemelzijn leven wagen, daer het de noot vereifcht. Laet de

gemalin des ftrijtbaren dwingelants, en de volwaffe maeght, hemvan zijn vyants veften in 't gezicht krijgende, aldus over hem zuch-ten : och I dat de Koningklijcke bruidegom, onervaren in den ftrijt,niet en farre den fellen leeu, die van zijn bloedige verbolgentheit,midden door de neerlage, wort aengevoert. Het is zoet en eerlijckvoor 't vaderlant to fterven. De Doot vervolghtze oock, die bet op

. loopen aenzetten, en verlchoont de fchinckels der weerlooze jeughtnochte den blooden nigh Diet. De deught, die fchimp nochte finaet

Page 527: vondel. - DBNL

kan lijden, blinckt in onbezwalckte eere, en neemt geen amptenaen, noch flaetze af, naer het goetcluneken van 't wifpelturige volck.De denght, den hemel openende voor dien, die niet behoorden tofterven, ftreeft door ongebaende wegen, en verfmaet met een viuggeveder den gemeenen hoop, en de vochtige aerde. Het getrou zwij-gen wort oock beloont. Ick wil niet lijden dat een, die Ceres gehei-menis melt, met my ender een dark fchuile, en zich in mijn gezel-fchap op een zelve jaght ter zee begeve. D' onaengebeden Jnpijn 1)heeft dickwils den kuifchen als den onknifchen geftraft. D' uitgefteldeftraf 2) zit den voorvlughtigen fchelm altijdt op de hielen.

1) D' onsengebeden Juptfis• verita• „JunEn, wanneer men hem Mot behoorEEt aanbtdt."a) V uftpftelde ferqr: er wordt in 't Lat. van pan valfelle4 gdproken. Er daat: „de drat sal zelden

met hInkanten voet den voortvluchtlgen booswtcht laten ontglippon "

Q. BORATITIS FLAMM LIERZANGEN. 487

Page 528: vondel. - DBNL

1 08 Q HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN.

HET III. GEZANG.

Fen dapper en deughtzaem man hoeft forgone voor to Areezen.

E yver der burgoren 1 ) die op boosheit uit zijn, het aenge-zicht des doordringenden d%ingelants, nochte de zuidenwint, een onituimigh vooght der A driatifche zee, nochtede krachtige vuift des dondergodts verzetten het vanegemoedt des rechtvaerdigen mans niet van zijn beften-

digh voornemen: en of de hemel in duigen viel, by fchrickte voorden vat niet. Pollux en d' omzwervende Herkules, op deze deughtfteunende, zijn ten beftarnden hemel opgevaren; onder welckenAugnft, ter tafel aenzittende, de necktarfchael aen zijnen koralenmont zet. her door, o wader Bacchus, hebbende nwe tigers, hetjuck met hunnen hardleerigen neck treckende, u, die het verdiende,mede derwaert gevoert. Hier door is Quirijn den afgront met Mayorsroffen ontkomen; toen Juno, daer de Goden to rade zaten, aldus,tot hun tiller genoegen, 2) aenhief: De lantbederfelijcke en bloet-fchendige rechter 4), en een uitheemfche vrou hebben, federt Lace-demon 4) den Goden hunnen bedongen loon onthiel, Ilium in d' affchegeleit; Ilium, het welck van my en de knifche Minerve, met zijnvolck en bedriegehjeken vorft, veroordeelt was. Nu blinckt de eer-looze gait der Lacedemonifche echtbreecklter niet; en Priaems mein-eedigh huis verflaet met hulpe van Hecktor de ftrijtbare Achiven

11) De peer der burgerea• admen yarrow" meestal in eon flechten, ever daar-en-tegen In eon on-ftlgen sin genomen wordt, Relit echter dit woord bier ter Dismal) voor „dolls woede."

s) Tot has oiler genoepos• dat haat er niet, en t is ook nlet Joist; want de Goden waren 't longMet alien met Juno cons t GaL heeft eonflhoallbse diets: d. I ,,In de raadavergadering der Goden."

s) De lanthederfelif he .. rockier: „Paris," die reeht gefproken had tnafehen de drie Godinnen.N Lacedemon volgends den eerften drat, doeh by drukibut voor Laomedoa, zoo ale t Lat. hes&

Doze had Darnell* Neptunna in Apollo, dle Trqle voor hem geboewd hadden, van bun loon verftoken.

Page 529: vondel. - DBNL

Q. HORATIUS FLAKKUS LIKRZANGEN. 489

niet; en d' oorlogh, door ons oproer verlengt, is nu beflecht. Ickzal voortaen mijnen wrock en gehaten neef, geteelt by de Trojaen-fche Priefterin, 5) aen Mars opdraegen. ick zal gedoogen dat by tenhelderen hemel inga; neckterfap drincke, en onder de Goden gere-kent werde; zoo fleas de groote zee, tuffchen Rome en Ilium,bruizen blijve. Laet de ballingen alfins geluckighlijck heerfchen; zooflecks het vee op Priaems en Paris graf huppele, en de dieren daerongefteurt hunne jongen bergen. Laet dan het Kapitool vry ftaenblincken, en het forffe Rome den overwonnen Meden wetten voor-fchrijven. Laet de gevreefde Stadt haren naem wijt uitftrecken in d' ui-terfte geweften ; .daer de ftraet van Gibraltar') Europe van Afrikafcheit; daer d' overloopende Nip de ackers bevochtigt: dat Rome,het welck ruftiger afflaet het ongevonden gout, on dat nutter in deaerde verborgen leit, dan het al wat heiligh is, met roofgierige han-den, tot het gebruick der meufchen aenleit 4). Wat gewefto der wee-relt zich flier tegens 5) kant, laet Rome dat met wapens beftoocken ;haeckende om to bezichtigen in wat oort de zon op het heetfte fteeckt,en waer het meeft fneont en hagelt. Doch ick fpel don ftrijtbaren 5)Quiryner zijn geluck met dit boding, dat hy, door al to groot eenezucht tot zijn vaderlant, en op den Staet te veel betrouwende, zichniet onderwinde het oude Troje weder op te bouwen. Trojes fortuin,ter quader ure verrijzende, zal wederom jammerlijck verwoeft wor-den; dewijl ick, Jupijns gemalin on zufter, d' overwinnende fcharenzal aenvoeren. Indien de kopere veft, door Febns beftel, driemaelverrijze, zoo zalze, verdelght door mijne Griecken, driemael uitgeroeitworden; en de gevange vron zal driemael man en kinders befchreien.Doze dingen voegen mijne boertige lier niet. Waer heene, mijn Zang-godin ? ghy dartele, ftaeck Godentael to fpreecken, en deftige zaeckenmet lichte wijzen to verkleenen.

0 Door ens oproer: d. ,,door bet partyirekken, dat wy, Goden, in den oaring deden, en dendaarult ontitaam

1I) Do 21rejamsfelst Prf./brias „Rea Sylvia, de moeder van Romulus." Hon.mus noemt hut eon Tro-jaastehe, nithooMe van hear afkomst alt Emus.

s) Gibraltar: by Bor. nog slot bekend.4) Dam periods is niet seer vereaanbaar. VAN Wisysn vertaalt die eldus, van Rome (prebend..

1F(Ss mooed wrath,. grootach het good;'t le better, dal het etch is 't digit der sees osghonsf,

Das Ivor des stasth, Wens roofs** Web ostgaeg,Zen bros q effs am booed.

0 NW Wesel lees: „tegen Rome."▪ iltretbarms: In de sette ultgave maim& dit wooed, de vertallog van Wig/us.

Page 530: vondel. - DBNL

490 Q. HORATIUS FLARKUS LIERZANGEN• I

int a'Aloft.

HET IV. GEZANG.

By zeght dat hy, door de befehuttinge der Zanggodinnen, een groot gevaerontvlught fa, en hoopt door hare help altijt veiligh te levee.

KoNixon; Kallioop, wel aen, dael van den hemel, en(peel op uwe Suit een lang zoet liedeken ; het zy n luftmet een fchelle keel te zingen, of op Febus cyter enfnaren te fpelen. Hoortgheze niet? of beguicheltmeeen zoete razerny ? my dunckt dat ickze hoor door de

heilige wouden dwalen, waerin liefelijcke beecken en luchjes rui-fchen. Ringelduiven, waer van men veel vertelt, hebben my, in mijnekintfheit, vermoeit van flaep en fpel, met frifch loot bedeckt, op den

Page 531: vondel. - DBNL

Q. HORATIIIS 1I'LAKKUS LIERZANGEN• 491

Apulifchen Vultur, 1) buiten de grenzen van Apulie, mijne voetfter.Het fcheen wat wonders by een ieder, die het neft van 't hoogh-gelegen Acherontia 2), de Batijnfche boffchen, 8) en het vette lantvan Ferente 4) bewoont; hoe ick lagh en fliep, zonder dat tnijnlichaem van zwarte adders en beeren befchadight wiert; hoe ick,moedigh kint, niet zonder de hulp der Goden, met heiligen laurieren aengedraege myrtetacken, bedeckt wiert. 0 Zanggodinnen, hetzy ick in 't hooge Sabynen gevoert werde, bet zy my het koelePrenefte, het zy het fteile Tibur, bet zy de bewaterde Bajen my be-hagen ; ick ben en blijf uw eigen. De verloren veltflagh te Filippen 6),de vervloeckte boom, 6) nochte de baren der Siciliaenfche zee hebbenmy, uwer bronnen en rein vrient, niet omgebroght .Zoo lang alsghemy byblijft, zal ick vrywilligh zeeman 2) den raeienden Bofforus,en te lande het dorre zant der Affyrifehe ftranden bezoecken. Onge-fehent zal ick d' ongaftvrye Britten bezichtigen, en Konkanus 8), ver-maeckt met paerdebloet; oock de gepjjlkokerde Gelonen, en denScytifchen vliet. Glty verquickt den grooten Cefar, in de Pierifchefpeloncke, wanneer hy pooght van zijnen arbeit to ruften; zoo rasby zijne afgeftrede benden in bezettinge geleit heeft. Gby, koefte-rende Zanggodinnen, geeft goedertieren raet, en verblijt u daer in.Wy weten hoe hy, die de logge aerde, d' onftuimige zee, de droeverijcken en fleden breidelt, en alleen, met een rechtvaerdige heer-fchappye, over Goden en fterffelijcke menfchen, gezagh heeft, degodtlooze Reuzen, en den bloetdorftigen hoop, met blixemflagen uit-geroeit heeft. Die gruwelijcke jeught, op hare armen betrouwende,en die gebroeders, poogende Pelion op den befchaduwden Olympte ftapelen, hadden Jupijn eenen grooten fchrick aengejaeght. Maerwat vermoghten Tyfaeus, en de maghtige Mimes, 0) of Porfyrion,verfchrickelücker door zijn grootheit, of Retus 10), en Enceladus, eenflout fchutter, met hun uitgeruckte ftroncken tegens Pallas ramme-lenden beuckelaer, toenze ter neder ftorten ? De verteerende Vul-keen, mevrou Juno, en de Patareefche en Delfifche Apollo, die

Dew Apskehes Felber een berg, die de grans tusfehen Apnilln en LukanlIn nitmaakt, ennaves. welken Venusia, s tHehters geboortoplaats, gelegen was.

a) Aeherostio een gad, bo% en op eon berg in Apolilin gelegen, en dearom hef nest genoemd.s) De Notitofehe boreben• Ballots was een Had in Apullith.• d'ereate• made een ftsd in Aptililin.si De eerioreo veltdogb te Ftlippes• iloratius wil seggen, dat by geen geyser deeht, zoo lang :On

Muse hem hear befeherming verleent, die hem o. a. gebleken was, toen by nit den bloedigen volt-flag beholden Thula kwam

e) De rereloeette boom ale blerboven, biz 489.7) Vreteilityls inmost ja, in :(in verbeelding.s) gookanua lees: des Koakantde. Eon voIltsitam In Spuds, gean perfoon wordt bier bedoeld.5) Moen .. Moos ens.• alien OIganten of Titans.is) Delos. deseltde die In bet Elide Oesang van 't miss Boek (bin 4811 Reba genoemd word

Page 532: vondel. - DBNL

492 Q. HORATIII8 FLAKKIJE4 LIERZANOEN

nimmermeer den boogh van zijne fchouderen leit, zijn los hair inzuiveren Kaftalifchen dau doopt, en de kreupelboffchen en woudenzijner geboorte in Lycie bezit, hielden het met Jupijn. Radeloozemaght valt door haer eige zwaerte. De Goden vermeeren oock zelfseen gematighde maght, en haeten het gewelt dat allerleie fchellem-itucken brout De honderthandige Gyas, en Orion, de fchenner derongerepte Diane, ') van den maeghdelijcken pip doorfchoten, zijn ver-maerde getuigen van mien zeggen. De aerde, haer eige gedroghtenbeftulpt hebbende, klaeght en kermt dat haer gebroetfel in denafgront geftooten is 9): het gezwinde vier kan niet bijten door Etna,waer onder zy beftulpt leggen: de Bier, tot een wachter over deboofheit geftelt, verlaet de lever van den geilen Tityus niet: Piritous,de fnoeper 9), zit met driehondert ketenen geboeit.

I) De fehetuter der ongerepte Diane: de Mel — en ook Hoisting — vermeldt sheen, dat OrtonDiana ovoid poogde san to dam.

sj la den qfgront Woolen is. de Were (Attie hook vorbotord; „met den blizem in den atgrontgedreven le'

a) Do limper voor „de vrijor." Ph Molts had nainolijk Pro:mina pogen to verkrachten.

Page 533: vondel. - DBNL

luguot tt o lotHET V. GEZANG.

Markus Attilins Regulus Itantraftigheit, en zUn wederkeeren neer }Cartago.

T gelooven dat de Dondergodt in den hemel heerfcht:nu Britten en laftige Perfianen onder het rijck gebroghtzijn, zal Anguft voor eenen zichtbaeren 1) (iodt ge-houden worden. Heeft niet de foldaet van Brat us,door het uitheemfch huwelijck 2), fchandelijck het leven

behouden ? En zijn niet (och raet en verkeerde zeden 1) Marfers enApulers, 3) vergeetende hunne dapperheit, faem, waerdy, en eeuwi-gen . godtsdienft, terwifi Jupijn en Rome noch behouden waren, grijsgewerden, onder den Medifchen Boning, in de wapenen der vyanden,

t) Ernest oichtittorea beter: „oen (wider one) sanwesigen, gel(k ook in 't Lat. Beat De sin is:„Jupiter regeert in den hemel, Augustus op aarde."

I) Door het ItillsotoWs latoodeek• dig shit op de Romeinfebe foldaten, die, na de nederlasg vanKrades, slab met de Partin:: vermaagfebaptee, om daardoor bon 'even to bebouden.

a) Marlow en ApWero: bier VOOF : „Romeinfehe toldaten In t allinmenn." Do gamin Bast inoneffebeldeigk verband met de vorige, en de diefiter wil seggen. „hebben niet de Roman:Maekadaten, ha de nederiaag van Igrasihs, bun levensbehoud gekoeht door slob met de Petibn to rel.-swageren en onder °rode* to Radon?

Q. HORATIUS MARKUS LTERZANOEN. 493

Page 534: vondel. - DBNL

494 Q. HORATIUS FLAKKUS LIERZARGEN-

hunne fchoonvaderen ? Dit hadde de voorzichtigheit van Regulus I)verhoet, niet toeftemmende die fchandelticke voorwaerden, en hetvoorbeelt, dat de toekomende eeu in haer bederf flepen sonde,ten waer de gevange jeught solider deernis verging. Hy fprack : ickheb de ftandaerden en wapens, zonder bloetitorting den krijghfliedenontweldight, zien in de Punifche kercken ten toon gehangen. Vryeburgers heb ick gevleugelt gezien, en de poorten 2) ongefloten, ende ackers bouwen, die wel eer by onzen oorlogh geplondert waren.0 ja de foldaet, om gout geloft, zal moediger wederkeeren 2). Ghybehaelt fchade by fchande. Mifverfde wol krijght hare voorige zui-verheit niet weder, en de ware deught, eens geblufcht wezende,wil in veraerde menfchen niet weder tieren. Indien een hinde, diezich uit het dichte net geredt heeft, vecht, zoo zal dees oock dapperzijn, die zich den trouweloozen vyant vertrout heeft; en op eenenvoorfpoedigen toght de Penen vertreden, die verbluft, met gevleu-gelden armen, de bolpees gevoelt, en de doot gevreeft heeft. Deesniet weetende hoe hy zijn leven zoude bergen, heeft al vechtepdeom pais gebeden. 0 fchande I o groot Sartago I die heerlijcker zijt,door den fmadelijcken val van Italie. Men zeit dat hy, als een ver-vooghde, 4) zijn kuifche gemalin eenen kus afgeflagen, zijn kleenekinders van zich geweert, en nors het mannelijck gezicht ter aerdegellagen hebbe; tot dat hy self, als een raetsman, de twijfelmoedigeRaetsheeren beveitighde met eenen noit gehoorden raet, en, eon be-faemt balling onder zijn bedruckte vrienden wezende, fpoede to ver-trecken: hoewel by wel wilt wat de uitheemfche fcherprechter voorhem bereide; nochtans heeft dees zijne bloetverwanten, die hem tegen-hielden, en 't volck dat zijn wederkeeren belette, niet anders afge-wezen, dan of hy, na een geftreecken vonnis, de lange rechtshande-lingen zijner meefteren 2) verliet; tyende naer de ackers van Venafra 4)of het Lacedemonifche Tarente 7).

0 Repub. : hetgeen Kier volgt, vooral de toefpraak van Regulus, hie selb in I Wife, Met seerdaidelek on er In de evenetting Wet op 'sinter& — Men went, dat Regulus, na de Karthagersherhaddellik overwOnnes to hebben, by het belegeren banner Bad eon negriaag Iced en seven-gen genomen word, to walker gelegenbefd by, near Boma gesonden om over den node on denitwiefeling der serangenen to fpreken, den read gat, in seen dier beide Opziehten can Karthagoosverlangen to voldoen : en Coen hot befinit overeenkomitig Min reed genomen ass, near !Carthagosermtkearde om het eens gegeven woord goltand to doen: boewel hy whit, dat de marteldoodhem sides, to waghten Bond.

ej De 'vortex: t. w. „van Barthago."et Lees dozen sin, aka er fpotterdervrtize fraud: „red de fordaer ens.4) Alt *es eereeorkder d.i. „als lemand, die Min eigen meager Met was " Immers was MI op an

woord van eer near Rome gesonden, on hy moest etch dna als een (evensong van Karthago b15-ven befehonwen.

a) De rechtehoodthrigen :(Jeer eseefteres : eats proknrearsql roor „de reehtshandelingen :deerillifidess."

M giengfra: its Beek II, fieseng VI, biz W.8> a84 mmedemantrom Ibrente: els door Falai:the gebleht. Zie Book II, Gesang.VI, biz. 4141..

Page 535: vondel. - DBNL

Q. HORATIIIS FLARKUS LIERZANGEN. 495

Itu lit Ituntaintu.

HET VI. GEZANG.

Hy beftraft do bedone zedon zijner eenwe.

ROMER, onfchuldigh zultghe uwer voorouderen mif-daden boeten, tot datghe kerckon en vervalle kappel-len der Goden en de beroockte beelden herftelt hebt.Ghy heerfcht om datghe u den Goden onderworpt.Hier her is uw oirfprong, derwaert ftrecke uw einde.

Verwaerloofde Goden hebben het erbarmelijeke Italie veele rampentoegezonden. Monefis I) en Pakorus 2) heir heeft nu tweemael onzenongezegenden intoght vermorffelt; en grenickt dat het by zijn kleenehalsketens noch eenen buit verovert heeft. Dakus 3) en Moor 4) heb-ben de ftadt, van oproer bezeten, bykans uitgeroit; dees ontzaghlijckom zijne vloot; die op fchieten beter afgerecht. Eeuwen, vruchtbaervan boofheit, hebben eerft huwelijck, huis, en geflacht bezoedelt.Mt daze bran ontfprong de neerlaegh, die over volck en vaderlantyloeide. De huwbaere dochter fchept luft Jonifche danffen to leeren,en wort alreede met kunit onderwezen, en leit, van kintfbeen af,op bioetfchendige minne toe. Flus trachtze naer jonger overfpeeldersin hare bruiloft: en zy weet'er geenen keur in, wienze by duifter

0 Nandi: sea veidheer van ()rode', toning der Parthen.a) Asher's• de soon van ()rode., die sick wakker kweet In den lisp iegen de Romeinen, en hen

ilyrilla °Pinata. Et faenvelde in den itrijd Logan Ventidins Bastes.a) Davis lees o &Wina) Moors lees: "Ethlopilir."

Page 536: vondel. - DBNL

496 Q. 110RATIUS FLAKICUS LIEIMANGEN.

met der vaert een ongeoorloofde vrientfchap gunt: maer opentlijckDiet zonder haer mans kennis ontboden zijnde, rijftze op; het zyeen winckelknecht, het zy een zeeman, die op Spanje vaert, eenkoftelijck koopman van oneere, haer roept. De jeught, 1 ) van zulckeouderen gefproten, verfde de zee met Punifchen bloede niet; nochteverfloegh den grooten Pyrrus, Antiochus, en den vervloeckten Han-nibal 1) niet: maer de mannelijcke afkomft van het boeren leger,afgerecht om de klay met Sabellifche fpaden om te fpitten, en, ophet believen der ftrenge moeder, branthout te torffen; wanneer dezon der bergen fchaduwe veranderde, en den afgelloofden Wren hetjuck afnam, terwijlze den aengenamen nacht op haren weghvarendenwagen aenvoerde. Pat verllint 1) de fchadelijcke tijdt niet? Onzerouderen, flimmer dan onzer beftevaderen, eeu heeft ons noch boozervoortgebroght, die wel haeft noch een gebreckelijcker afkomft zullenvoortbrengen.

0 De fought ens.: lees kW: „geen jengd van sulks ouderen geiggitten, verdoeg Pyrrhus," en.; —„mar de inannelgke afkomst van bet boar:integer, dot" one

s) Des wareleeekka Boantbal: de yodeling Is bier te rechtvaardigen an ware het, B. II, (Iezang XII.oak geweest, Indian daar, gag* bier, Wet dams maar dawn had geltaaa.

s) Wet woad: men. „wat reminder& In gehalte."

Page 537: vondel. - DBNL

Q HORATIUS PLAKHUS LIRRZANGSH 497

at it 27J t6r1 t.

HET VII. GEZANG.

Hy trooftze, die ma liner mans nfwezen loodrnekt en bekommert in.

ASTERIS, wat befchreitghe Oryges, den getrouwenjongeling, die rijck van Bitynifche waeren, door denhelderen Weften wint, in 't begin der lente, u wedertoegevoert zal worden. fly, van den Noorden wintnaer Orikum 1) gedreven, en het onweer des Steen-

bocks uitgeftaen hebbende, brengt flapeloos de koude nachten, nietzonder veele tranen over. Maer een loos bode der bekommerde waer-

1) Oresa • can seeftad In Epirus.

as 10 WWI IVAN a •U. •010111. VI

$2

Page 538: vondel. - DBNL

dinne verzoeckt hem, op duizenterleie wijze, zeggende, dat d' ellen-dige Chloe in uwe minne blaeckt; en verhaelt hoe de trouweloozevrou den at te lichtgeloovigen Pretus 1 ), met valfche aenklaghten,daer toe gedreeven heeft, om den doot des kuifchen Bellerofons teverhaeften. Hy vertelt dat Peleus bykans ter helle get oert is, terwijldie eerliicke voor de Magnefifche Hippolyte 2) vlughte: en de be-drieger brengt te vergeefs gerchiedeniffen by, die tot overtredenraden : want uw oprechte man, onbeweeghlijcker clan de klippen derIkarifche zee, laet het zijn doove ooren hooren. Maer zie toe datuw gebuur Enipeus u niet boven behooren behage; hoewel op hetmarcktvelt nieinant gezien wort, die zoo wel een paert berijden, enfneller in den Tiber zwemmen kan als by. Sluit uwe deur tegensden nacht toe, en zie niet of op ftraet, terwijl men klaeghlijck opde flnit fpeelt; en of by u at dickwiil wreet noemt, bluf even hardt.

1) Prelus• de koning van Argos, die Bellerofon, door sifn huisvrouw Stenobea befchuldigd van eenaanfiag op hear knischheid, ter dood verwesen had De aanklacht — dB sit in t voorbygaan gesegd —was even logenachtig els die van bedra tegen Hippolytus of die van Pothers hulavronw tegesJosef.

s) be Alagnotiche Nil peyte dose, (got Aitydamis genoemd, was de dochter van Amyntoi, koningvan Orchomenilin, en de vrnnw tan Akastue, koning van niches Zy fpeelde tegenover Peieus, die byhear to gast was. deseitle rol, ale de vronwen, waarvan in de vorige aanteekening geiproken la,tegenover de jongelingen, die hear behaagden. Het bekwam hear echter Becht; want Pelona, doorAbatis &an de wilde dieren blootgefteld, en door Vulkaan, op bevel van Jupiter, gored, kwam metkrilasbenden het land overvalien, verdieef Akaftus en Bet Aitydamut om t leveu brengen.

498 Q. HORATTUS MARKUS LIERZANGEN•

Page 539: vondel. - DBNL

Q HORATIU8 FLAKKU8 LIERZANGEN 499

.tin Mutual

II ET VIII. GEZA N G.

Waerom hy, die ongehnwt leeft, evenwel op den eorften Hoeft offeit,

en baneketteert.

MECENAS, geleert in beide taelen 1), ghy verwondertu wat ick ongetroude op den eeriten dagh vanMaerte doe; wat de bloemen en bet voile wierroock-vat, en de kole, op de groene zoden geleit, be-duiden. Ick hadde, toen ick bykans van den flagb

des booms 1) om pals gebroght was, een zoet bancket en eenenwitten bock aen Bacchus belooft. Dees dagh, die altijt om het jaereens geviert wort, zal het bepeckte ftopfel nemen van de wijnkruick,

1) Is beide Auks: I. w. In 1 Grielmeh en in 't Lattjn de amigo Ellen, die, volgende de Romeinon,dice num vordienden.

sj ran den Jiagis des booms: Me hiorboven B II, Lien. XIII. HORAT11:18 komt meermalen op dicepennon boomtak terng.

Page 540: vondel. - DBNL

die van Tullus burgemeefterfchap 1) of heeft beginnen aen te zetten.Drinck, o Mecenas, hondert fchaelen op de gezontheit van uwen%tient, en drinckenw e den heelen nacht over. Alle geroep en gram-fchap zy verre van u. Laet ftadts bekommeringen vaeren. Het heirvan den Dacifchen Kotifon 2) is verflagen. De onderling gefteurdeAl eden 2) zkin droevigh tegens elckanderen in 't harnas. De Bifkaier, 4)een out vyant in 't Spaenfche gewefte, ten lefte geboeit, is dienft-baer. De Skyten hebben alree voor met ongefpannen boogh het veltte ruimen. Bekreun u niet, at mort het gelneene volck ergens over,en weeft niet at te zorghvuldigh. Gebruick vrolijck het gene u detegenwoordige tijt verleent, en ontila u zaecken van belang.

I) Van Tulles Bergemeejlerfehap de Romeinen waren gewoon, de gebeurtenisfen te dagteekenenvan den Kenna, gednrende wiens tild van beRuur zy hadden pleats gehad, nu is er eon L VolcatlusTulles Konfttl gaweest in den fare 65 voor J C ('t jeer 688 van Rome) en een In den Jare 711 vanRome, doch wserfchijniljk wordt bier de eorstgemelde door Horatius bedoeld

s) Kotifon deze koning der DeciSra was, ter gelegenheid dat zijn yolk een inval deed In Pannonian,door den veldheer van Augustus, Kornelius Lentulas, veraagen.

s) De onderling geltearde Medea men ken reeds moor hebben opgemerkt, dat Meden bier onver-fehillig voor „Perfen" gebezigd wordt 1k heb boron reeds verhaald, hoe FraKtes door Tiridates, endaze weder door Fraltes gen was

a) Do Alkaier: lees „de Kantabrilirs " Dose, reeds meer genoemdo, was de oorlogzuchtigfte yolks-Ram alt Spanje en onder Augustus bodwongen

500 Q. HORATIUS FLAKKU8 LIERZANOEN

Page 541: vondel. - DBNL

trn f

HET IX GEZLtNG.

Gerpreck inn( hen Horitilue en Lydia.

HORATIIN.no lang ick u in mijne jeught 1) beviel, en geen jonge-ling uwen blancken hals liefelijcker omarmde, leefdeick geluckiger dan de Koning van Perfen.

LYDIA.

Zoo lang ghy niemant vieriger bemincle, en Lydia niet om Chloemoft achterftaen, leefde ick, wijt vermaerde Lydia, doorluchtiger clande Roomfche Ilia.

HORATIUS.De Tracifche Chloe, meeftres in 't lieflijck zingen, en afgerecht

op de titer, beheerfcht my nu, voor wie ick niet zou fcliromen tefterven, indien de doot haer zieltje flechts fparen wou.

LYDIA.

Ick, en Kalais, de zoon van den Turijnfchen Omit, 2) blaecken inonderlinge minne; voor wien ick gaerne tweemael fterven zou, indiende doot zijn zieltje fparen woude.

I) 14 mese ought doze ftoplap Is nlot te Tindal' by lion tyre21 Deis hartWehen Ormi Wet van Tarifa, ale mon wellIcht z,, denken; maar van Miriam, eon

ftad van Kalabrten, ook wt.1 „Sybarfs gehoeten

Q. HORATIII8 FLAKKIIS LIERZANGEN. 501

Page 542: vondel. - DBNL

502 Q. HORATIII8 FLAKKU8 LIERZANG EN.

HORATIIIS.En of de eerie liefde wederkeerde, en ons, gefcheide gelieven,

onder een metaelen juck floegh? Indien de blonde Chia verftootenwort, en de deur weder voor de gefchopte Lydia openftaet.

LYDIA.

Alwaer by fchooner dan een star, ghy lichter dan de wint, enoploopender dan d' onftuimige zee, noch zou ick liever met u Levenen fterven.

Page 543: vondel. - DBNL

Q. HORATIII8 FLARKUS LIERZANGEN. 503

Of rilfr.

HET X. GEZANG.

Datze hare hardigheit nfleggende, cellighzths Atli uit medoogen over hem ontfurme.

LYCE, die aen eenen wreeden man getrout zijt, aldroncktgbe uit den veergelegen Tanais, 1 ) zoo zoude hetu nochtans moeien, datghe my, voor uw wrede deli-rem, in de bittere kou liet leggen. Ghy hoort hoe dedeur kraeckt, en bet geboomte, dat tuffchen de fchoone

huizen leit, van den wmt ruifcht, en Jupijn met een heldere luchthet fneeu bevrieft. Legli of de fierheit, die Venus mifhaeght, op dathet radt der fortuine niet en keere. Ghy zijt geene ftrenge Penelooptegens de vryers van uwen Tyrrenifchen Vader geboren 0 Lyce,hoewel giften, nochte gebeden, nochte de dootverf der pimpelpaerifevryers, 2) nochte uw man, gewont van die welzingende boel, u be-weegen ; en ghy niet buighzamer zijt, dan de harde eeckelboom,nochte zachtmoediger dan Mauritaenfche flangen ; verfchoonze die ubidden. Mijn lenden zal niet altijt dit leggen, voor uwen di empel,in weer en wint konnen uitharden.

1) 41 dronekighe eta doe seergelegen Tamar verfta ,.al woondet ge ender do wreede &papa."s) PaspeOaellit orpers eardige vertaling van het Macias viola pallor amaathan.

Page 544: vondel. - DBNL

504 Q. HORATIIIS PLATEICIIS LTERZANOEN.

ttu Pdtrititur.

HET XI. GEZANG.

Dat by hem zangon leore, om Lyde to t ermnrwen.

MERKITUR, m ant de leerzame A mfion heeft, toen ghyzijn meefter waert, door zijnen zaug, de fteenen bewoo-gen ; en ghy o luite, die geeftigh met zeven fnarenklinckt, eertijts ftom en onaengenaem, nu ter tafel derRijcken en ter kercke gewilt; fpeel ons liedekens, waer

naer Lydes hardtneckige ooren luifteren, die, als een driejarighemerrie, op het ruime velt at fpringende fpeelt, en noel' maeghtniet wil aengeroert worden, al to onrijp voor eenen dartelen man.Ghy kunt tigers en boirchen to zamen trecken, en fnelle vlietenfchutten. Cerber, de poortier van 't gruwzame hof, weeck voor u,toenghe hem vleide; hoewel zijn hooft van duizent flana9en krielt,en zijn giftige adem en vervuilt bloet ten drietongigen muil uit-vloeit: ja oock Izion en Tityus loegen tegens hunnen danck. Ter-wijlghe de dochters van Danaus, met een aengenaem liet, itreelde,ftont haer emmer een luttel ftil. Lyde aenhoore 1) dat fchelmftuck,en de bekende ftraffe der maeghden, en het bodemlooze vat, dat Beenwater hout, en de langzaeme Wraeck, die de mifdaden in denafgront oock hebben to verwachten. Want wat konden die wreedenerger bedrijven? Die wreeden hebben haer eige bruidegoms met een

1) Lyde aeahoore wy sondes nu rehrUcen hoot. . aan Da Viumingen fehrtiven nog zoo oh V leer

Page 545: vondel. - DBNL

Q. HORATIUS FLAKIEIR3 LIERZANGEN. 505

hardt lemmer kunnen doorftooten. Een van alien, 1) waerdigh gehnwtto zijn, was loflijck logenachtigh tegens haren meineedigen vader,en is eeuwigh een befaemde bruit 2) gebleven ; die tegens liaerennieuwen man fprack: op op, op datghe den langen flaep, daerghevoor vreeft, niet en flaept. Bedriegh uwen fchoonvader, en fehelm-fche zufters, die, helaes! yeder haren man verfcheuren, geluck leeuw-innen, die een kalf onder de klaenwen hebben. Ick, weeckhartigerdan zy, zal u niet dooden, nochte gefloten louden. Mun vader maghmewreedelijck ketenen, om dat ick genadigh mtjnen ellendigen mangefpaert hebbe; of by maghme over zee in het uiterfte van Num:diebannen. Ga daer uwe voeten en de winden u draegen kunnen; terwulVenus en de nacht u gunftigh is. Ga ter goeder ure, en hou totgedachtenis een klaeglidicht op mijn graf.

1) Eea ram alien „Hypermneftra ' Zie Deel IV, biz. 2241.) Rem befaemde bruit• befaamde wordt hier In een mtnitige beteekenie genomen.

Page 546: vondel. - DBNL

506 Q. HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN•

tli 31tnhult.

IIET XII. GEZANG.

Dame cerfltilgert op Ilebrus den jongeling, etch tot lute ledigheit

bcgovcn hobbe.

NEOBULE, het zijn elendige vrouwen, die in liefdegeenen luft fcheppen, en met zoeten wijn hare bekom-meringen niet dorven van 't harte fpoelen, of zich ont-zetten om haer ooms kyvaegie. Cypris gevleugelt wichtjeontdraeght u den breikorf. Het webbe en hantwerck

der bezige Minerve raeckt aen een zijde, door de fchoonheit vanden Liparifchen Hebrus, die beter ruiter is dan Bellerofon, en in

Page 547: vondel. - DBNL

Q. }WRATH:TA FLAILKUS LIERZANGEN. 507

loopen en worftelen noit overwonnen, zoo ras by zijn beolide fchou-ders in den Tiberftroom gewaffchen heeft; oock fix om gejaeghdebatten, door het vlacke velt, in eenen drommel I) rennende, te fchie-ten, en gezwint om het wilde zwijn, in een dicht ftruickelbofch, teverraffchen.

,) 14 men drown's': d 1. In een hoop."

Page 548: vondel. - DBNL

508 Q. HORATIIIS FLARKUS LIERZANGEN

Ito It iron nu Ilatihuoit. 1 )

II ET XIII. GE Z ANG.

Hy pruft hare ‘ermaerkeluekhett.

BLANDUSISCHE bron, die doorluchtiger dan glas, enzoeten wijn waerdigh zijt, ick zal u morgen met bloe-men eenen bock opofferen, wiens horens eerft ten ftern 2)beginnen uit te botten, en die vergeefs aenvangt geilen [loots te worden : Want het jongk der weelige kudde

zal uw kille beecken root van bloet verw en. De benaude hitte derhontfdagen kan u niet deeren. Ghy verfcbaft den afgeploeghden ftie-ren, en het weidende vee een aengenaeme koelte. Een vermaerdebron zultghe worden, naerdien ick van den eicken boom zinge, dieop holle rotfen groeit, daer uwe ruifchende wateren van afvlieten.

I) BLANDIIMA of Bandung een bron, aan de Sab(lnrche gremen, by Mandela, can landgoed vanHoratins, gelegen

a) Tea Aare. stern is t made ale fter of for et H 1) Slime) en beteekent „voorhoefd."

Page 549: vondel. - DBNL

Q. HORATIL78 FLAKKUS LIERZANGEN. 509

2.ttgughts Int

HET XIV. GEZANG.

VOLCK, Cefar, die onlangs gezeit wert, gelijck Her-kules, geftaen to hebben naer den hurler, die niet alsdoor doots gevaer kan gekocht worden, koomt triom-feerende wederom t' huis van de Spaenfche kuften.Laet de vrou, die met eenen man vernoeght, en bezigh

is met den rechtvaerdigen Goden te offeren, te voorfchijn komen,met de zufter des doorluchtigen veltoverften, en de moeders derdochteren, en onlangs geberghde jongelingen, met demoedige hair-banden verciert. 0 ghy nieugehouwde manners, en vrouwen, ftaecktonnutten trout. Dees dagh, my waerlijck een feeftdagh, zal alle zwaer-

Page 550: vondel. - DBNL

510 Q. HORATIIIS FLAMM LIERZANGEN•

moedigheit verdrijven. Zoo lang Cefar op de weerelt heerfcht, zalick voor geen oproer nochte geweldige doot vreezen. Ghy jongen,ga hael balffem, kranffen, en wijn, die van den Marfifchen oorloghheught ; indien men ergens een kruick voor den zwervenden Spar-takus heeft konnen verfchuilen. Zegh dat die fchrandere Nefera zichhaefte, om het blonde hair op to knopen. Indienghe door den nijdi-gen deurwachter verlet wort, ga door. Het grijze hair temt 't gemoedt,tot twift en dartel krackeel genegen. In het beetfte mijner jeught,onder Planckus burgemeefterfchap, 1) zoude ick het niet geledenliebben.

0 Onder Planets. burgenseeiterfelaap• in '1 Jam 4L voor J C (712 van Rome) waren M MullinsLepidna en Munatine Planeue Rentals Horattne telde toes drie in twintig jeer.

Page 551: vondel. - DBNL

(1) 31 eblorio.

HET XV. GEZIOG.

Datzc nn een nude belt geworden, ten nut f c eel% l itre 1 tnligl.eit en

gellhen nalute.

BY vrouwe van den armen Ibikus, fiel nu e geilheiten eerlooze ontncht eens mate. Staeck, nughe metuwen eenen voet in 't graf gaet, het fpeelen onderde vryfters, en de heldere ftarren, door nwen nevel,te verdnifteren. 0 Chloris, wat Foloe wel voeght, dat

voeght jnift u niet. Uw dochter magh beter het huis des vryers be-ftoocken: gefijck een paepin van Bacchus, gedreven door het ge-trommel der bomme. Notus minne prickelt haer, als een ritzige geit,te fpeelen. Wol fpinnen, by het vermaerde Lucerie 1 ), en niet hetcyterfpeelen, part u; de roode roozekrans, en het vaetje tot den bodemtoe nit to poien, Beene (mule beft.

1) !Accra!. eon lad van Apull5n, wait de besto wol gefponnen word

Q }WHAMS FLAKKUS LIERZANGEN

Page 552: vondel. - DBNL

I 512

Q. HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN

1tu Rirrgitao.

HET XVI. GEZANG.

Dat hy zilch in zune kleenigheit genoeght.

EN koperen toren, maffyve deuren 1), wreede fchiltwach-ten van waeckende honden verzekerden d' opgefloteDanaa genoegh voor de overfpeelders, die by naehtloopen; hadden Jupiter en Venus Akrifius den angit-valligen wachter der weghgefteecke maeght niet uitge-

lachen : want zy wift 2) dat de toegang vry en open ftont. voor denin gout veranderden Godt. Gout wil wel midden door de hellebaer-diers gaen, en krachtiger dan de blixem door de fteenen dringen.Het geflacht des Grieckfchen wichelaers 3) is ter near geftort, en omgewin in zijn bederf verzoncken. De Macedonifche helt heeft de poor-ten der fteden gekloven, en jeloerfche Koningen met fchenckadienoverftulpt. Schenkadien verftricken geftrenge Amiralen. Zorgh enhonger naer meer volght het aengroeiende gelt. 0 Mecenas, pronckder ridderen, met recht yze ick het hooft in de lucht te fteecken,om gezien te worden. Hoe yemant min van den Goden begeert, hoehy meer verkrijght. Beroit loop ick naer het leger der geenen, die

s) New deuren: solider to willen hechten aan eenig vel band tuerchen het woord masfief en datvan mae/a, veal min aan 't geen door BILDERDLIL in zlin (14111. op dit lastste o oord is aangetee-kend, moot ik doen opmerken, dat beiden by Rums" voorkomen, en alzoo door dew nlet alsbatertwoorden rchUnen to gin aangemerkt.

s) Zy WI neon: sy mutes, „Jupiter en Venus' nis) Des OrseekjeAens wichelaers Amtlerells, die, aangezocht door an wager Admetus, koning van

Argos, om Polyp'ss in diens aanflag tegen Thebe by to Asian en door gin wichelaarskunst voor-mien& dat by in dien Mild om eon komen, slots verborg, doch wiens fchuilplaats veiklapt warddoor stin vroaw Arityle, daartoe door Admetus omgekocht.

Page 553: vondel. - DBNL

Q IIORATIU8 FLAKKU8 LIERZANGEN 513

1

niets en begeeren; en als een overlooper haeck ick de zijde derrijcken te begeven; zijiide, door het verfmaden van middelen, eendoorinchtiger beer, dan of men zeide, dat ick imjne fchuren volhadde van alies, wat de neerftige Appuler ploeght; arm onder degroote rijckdommen. Een zuivere waterbeeck, weinige bunderen bouts,en de zekre hope Nan imp gen as, geluckiger clan de heerfchappyvan het vruchtbare Afrika, is hem onbekent, die door de Fortuinbralt : hoe% el geene Kalabrifche byes mijn korven met lionigh vul-len, en mijn wijn niet verilapt 1) in de Leftrigonifche kruicke, 2) enmijn vette fcbapen niet groeien op Franfche weiden. Kommerlijckearmoe ontbeer ick evenwel, en begeerde ick meer, ghy zoudme nietweigeren te geven. Den kleenen tol zal ick bete• met een ingetoomdebegeerlijckheit betalen, dan of ick het la van Alyatikus 3) aende Mygdonifelie velden 4 ) hechtte. Wie veel begeert, ontbeert veel.Het gaet hem wel, then Godt met een fpaerzaeme hant zoo veel be-ftelt, dat by genoegh heeft.

I) life wife mkt earflap*. door to verflappen wordt een wijn niet Deter, en het woord lammed*moat bier dna eon andere beteckenis hebben • waarfchijnlijk die van „saehter, fmakelgker wordt."

a) De befirspoeilehe knack.: de Leftrigonen waren de ondite van Sicilign, doch een deel van hen,door Lamm aangevoerd, ltichtte een volkplanting in Formign, by Bajeto, en 't la waarfcbanigk vanden aldaar geteelden vigil, dat !tier ter pleatfe wordt gefproken

a) Alyatikes „Bream,• de soon van Alyatne, toning van Lydign, beroemd om :On radoma) be Mypthesifells veldea: ale hierboven, biz. 468

DI 111111 VAX 3 VAX VUSIIii VI 33

Page 554: vondel. - DBNL

2tu Clitio Intuit's.

HET MIL GEZANG.

Ily look en noodight hem tot eon rufttgh en luftigh let en.

EDELE Elius 1) gefproten van den ouden Lamus, 2)(naerdien men zeit dat d' eerfte Lamien van hem hun-nen naem voeren, en al het gellacht zijner nakome-lingen, gelijck in de kronijcken blijckt, van hem eerftafgekomen zijn, die gezeit wort, ala een Vora, de

Formiiiiaenfche veften, en, als een wijt heerfchende Koning, Liris, 3)

0 Ri(au • doze •erd, onder Tiberius, Landvoogd van Syrian.s) Lames een soon van Neptunue en Koning der Lettrigonen Hy Itichtte Formilin. Ste den vorigen

Liersangs) Lints beter den LiMe; een rivier van 'Campanian.

514 Q HORATIUS FLAKKU8 LIERZANGEN•

Page 555: vondel. - DBNL

Q HORATIII8 FLAMM LIERZANGEN• 515

die zich looft op de itranden van Marika 1), bezeten to hebben.)Morgen zal een onweer, uit den Ooften, het wont met veele blade-ren, en den oever met veel onnut wier befpreien; 't en zy my deveeljarige kray, een zeewichelaer, bedrieght. Legh droogh hout aenden haert, terwijl het u gebeuren magh. Morgen, met uwen knech-ten heiligh avont hebbende, 2) zultghe uwen buick vol wijn drincken,en van een fpeenvarckentje eeten.

0 Maras• een nymf, can dew Lids wooncebtig, die aan Honing Palms Latina beards.a) Hesligh worse hebbsiede: een alias behave Lattinfehe fpreekwgze, om 't ondultfohe woord ratan&

nit to drnkken.

Page 556: vondel. - DBNL

516 Q. lunt %TILTS FLAKIKUS LIERLANGEN

1ru lauuttg.

II E I XVIII. G E Z AN G.

Diii by hem boguniiige.

FAUNA, wryer der vlugtige Ist3mfen, tree zach-telijck over mijn erf en ope velden, en ga heene,zonder imjn zuigende geitkens te befchadigen; wanteens om 't jaer fneeft 'er een bockfken voor u, I) ende beker, Venus macker, 2) is altijdt vol wijn: het

onde autaer roockt van veel wierroocks: al het vee huppelt, op hetgrazige velt: wanneer nw hooghtijt den vijfden van Wintermaentverjaert, viert het dog), dat tn en feeftdagh met den levendigen osin de beemden houdt: de wolf dwaelt onder de Route fchaepen:het botch itroit wilt loof u ter eere: de delver vermaeckt zich drie-mael 8) op de laftige aerde te trippelen.

1) &We 'er eels boarkei roar u• d I.: „wordt n ter sere een betaken gellacht."s) De beker, Verse wicker d I. „de wUn, die by bet minnefpel behoort"s) °Newel. de eerfte nitgave bad dit woord niet, twelk later nit 't Latin herfteld ward.

Page 557: vondel. - DBNL

Q. HORATIUS FLARKUS 1.11..RZANGEN. 5171

!Aril felting.

HET XIX. GEZANG.

Put by, bellommert met °tle gtf. Inellentfren to belt Ittusen, met verzttitne

%rulut k to lex ell.

AY befchnjft hoe veel verloop van tijt darer is, tuf-fchen Inachus en Kodr►ts, die niet vreefile voor 'tvaderlant t to fterven, en bet geflacht van Eakus, enden ooriogh, die voor bet heilige Troje gevoert is;en ghy zwught hoe dier wy een vat wijns van Chins

koopen: wie bet badt warmen, in wens huis en orn %sat uur ick deSamnijtfcbe koude verdrijven zal. Gby jongen, haeft u, en Beef onseenen avontroemer, of flaepdronck, ter eere van Mure•n, den w ielle-her. Schenck ons drie of negen middelmaetige roomers. Een be-fchoncken poeet, die oneve 1 ) Zanggodinnen bemint, laet driemael drie

1) Oxeye • de sera') editte, by drukfout, (mule.

Page 558: vondel. - DBNL

518 Q. HORATIUS FLAKKUS LIERZARGEN.

fchaelen eifchen. De Bevallijckheit, vergezelfchapt met hare naecktezufteren, voor krackeel bevreeft, laet niet toe dat men meer dandrie fchaelen drincke. Het lame dol to drincken. Waerom blaeftmen niet op de Berecijntifche pijpe ? Waerom hangt de fluit by deftomme Her? Ledige handen haet ick Stroy roozen. De nijdige Ly kushoore het dolle krioelen, en de geburin, die ongalijck is voor Lykus, 1)den ouden man. 0 Telefus, de tijdige Chlot roept 2) met den helderenavont u, 8) die met uw dick hair blinckt: my verteert de langdurige•minne van mijne 91ycere.

1) Ongal(fek war hytteet d I.• „kwalbk gepeard met Lykus. sun gads of gajing niet"5) De *lige Mod roept u Hever soft Ilt hier lezen• „KIWI roept u ter Reeder urea'a) Met des helderes egoist ontbreekt In de eerfte editte, later nit het Latbn heriteld.

Page 559: vondel. - DBNL

Q. }WRATH'S FLAKICITS LIERZARGEN. 519

Itu Virrtito.

HET XX. GEZANG.

-- - ----

Dat by Wet en poor den fthoonen knaep bet maegdeken te onttrecken.

PYRRtIS, mercktghe niet met wat gevaer ghy deGetu. lifche leeuwinne hare jongen pooght te ontrucken?Eerlang zultghe, als een bloo roover, den wreedenoorlogh ontvlieden; wanneerze heenegaet door de hin-derlijcke fcharen der jongelingen, 1) om Nearchus

weder te krijgen. Een groote ftrijt zal'er wezen, of ghy of zy dengrooten buit bekomen zal. Terwiji ghy de vlugge pijlen voor dendagh haelt, en zij hare vreefrelticke tanden wet, zeit men dat by,als fcheider van 't geveeht, de zege in zijn gewelt heeft, 2) en meteen zoet windeken de fchouders verkoelt, die met geurige vlechtenbefpreit zijn: hoedanigh Nireus, 3) of die op den bewaterden Idagefchaeckt is. 4)

,) Door de hiratertlfeke foliar.* der jospelutpea: verfts• ,,in fp(jt van de Cohere an jongelingen, diebaar in den wag (teat"

a) De sege fa sea peweli heel hot Lat. heeft „de aegepralen onder On blooten voet heeft'a) lams de koning van Naxos. de feboonfte van al de Grieken, die voor T■•oje gekomen warenkt Die op tits Imeaterden Ida gefeAaeekt a • „Gan) med es."

Page 560: vondel. - DBNL

2 t n it r 3t ruirk.

HET XXI. GEZANG.

Det by KOITIP8 hallo 011tiell nun opzottc.

VROLIJCKE ki nick, die met my geboren zijt, toenManlius burgemeefter was 1 ); het zy ghy klaghten ofboerten of krackeel en razende minne, of geinackelije-ken flaep we] ekt ; waerdigh op eenen feefidagh voorden dagli gehaelt te worden ; het zy in wiens naem

ghy van Maffirche puickwijn zwanger zijt; koom te voorfchijn, dewijlKorvijn 2) gebiet ouden wijn te tappen. Hoewel die man vol is vanSokratifche leeringen, nochtans zal by zoo afkeerigh van, u nietwezen. Men zeit dat de deftige oude Kato zich dickwils met wijnverheuglit bebbe. Door een zoet punigen verzetghe menighmael eenftraf gemoedt. Ghy ontdeckt dickwils, door boertigen wijn, 3) de be-

Toen Mantles burgesses/ter was alzoo In den Jars 64 voor J C ( t Jeer 689 van Rome)a) KoroUs Valerina Medea Cor.lnue, de vrtend van Cicero, van ftmtna en van Taunus, on die

ala de aeleerdfte en tevens mew be(ehaafde Romein van On Mid bekend assa) De eel t, °ditto heeft „Door n, 0 boertige wlin, ontdeektghe dickwils"

520 Q HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN.

Page 561: vondel. - DBNL

kommeringeu der wijzen, en den geheimen raet. Ghy fterckt en ver-quickt de benaeude herten met hope; en alfmen u in heeft, fteecktde beroide zijne horens op, die niet en vreeft voor de majeaeit dergefteurde Koningen, nochte de wapens der krighflieden. Bacchus,en indien'er de blijde Venus by is, en de noode gefcheide Bevallijck-heden, en de brandende lichten zullen u ophouden, tot dat de rucendezon de ftarren verjage.

Q. HORATIUS FLAKRUS LIERZANGEN 521

Page 562: vondel. - DBNL

Ain liana.

HET XXII. GEZANG.

,--41,---

Ily 0 udt litter den pubboom toe, the by zip hoe% 0 knot.

BEWAERSTER der bergen, en wontmaeght, driekop-pige ') Godin, the driemael aengeroepen, in arbeitgaende dochiers verhoort, en voor de doot bevrijt;ick wil dat de pijnboom, die over mijn hoeve hangt,11 toegewijt zy, dien ick jaerlijcks met den bloede 2)

eenes beers, toeleggende om ter zijden uit to bitten, u opoffere.

t) Driehoppige• d t „ender drie namen aangebeden " Even zoo noemt V. haar In an PalaswdesDryaessiehe Relate. ZIe Deel II biz 401

s) Mu des Needs: V. blUft in deco vertaling getronw by het gebrulk van den &W. achter betToors.supt.

522 Q. HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN•

Page 563: vondel. - DBNL

Q. HORATIIIR FLANKUS LIERZANGEN 523

2to filtilt.

IIET XXIII. GEZAN G.

Dania de Goden met advert) handen en cen gen& geweten care.

BOERSCHE Fidile, indienghe, by de nienwe maen, uwegevonwe handen ten hemel heft, indienghe uwe huif-goden, met wierroock, nieuw gewas, en een vraetigozenge, paeit, zoo zal uw vruchtbare wijnitock den be-derfelijeken Zuidewint, nochte uw gewas de dorheit,

nochte nwe zoete kinders eenen bedroefd'en ooftijdt gevoelen: wantbet beloofde offervee, het welck op den befneeuden Algidus, 1) tuf-

t) Welder ale biz 428.

Page 564: vondel. - DBNL

524 Q. 110ItATIUS FL►KKUS LIEULA•GEN

fchen eicken en eeckelboomen 1), weit, of in d' Albaenfche beemdengevoet wort, zal de priefterhjeke bijlen met zijnen neck verwen.Ghy, die de kleene Goden met roozenlarun en broffe myrten bekranft,behoeftze met het flaghten veeler fchaepen niet to verzoenen. In-dien ghy met onfchuldige handen het autaer aenroert, dat zal dehuisgoden, die u tegen zun, vermorwen, en niet min aengenaem zun,door godtvruchtige garft en fparckelend zout, 2) dan door een kof-telticke offerhande.

I) Eleken en eeekelboomen V vertealt doorgaands. ale ook hIer, 't Let. gloms met „elk," enilex („Reenelk") met ,,eekelboorn • Zle [Mel V, biz 58

s) Godioresehtege yard en 'parades(' soul d I . „getat, uIt vromon :In ten offer gobracht, en soul,dat knappend op hot °Myriam' feat.•

Page 565: vondel. - DBNL

rgru lir e itrigarrts.

HET XXIV. GEZAXG.

L waert dat ghy, magtiger dan d' onveroverde fchat-ten van Arabie, en het rijcke Indie, al de Tyrrenifcheen Pontifche zee met uwe gebouwen befloeght; enfchoon de vervloeckte noot diamante fitijkers in de hoogedaecken hechtte ; noch en zoudtghe uwen hals niet van

de ftricken des doots, nochte het gemoedt van vreeze bevryen. DeVeltnooren, 1) gewoon hunne huizen op wielen voort te trecken, ende ruwe Geeten, wier gemeene ackers vrye vruchten en koren voort-brengen, hebben een beter leven, en bouwen maer voor een jaer,en verlichten elckanderen by beurte van den ploegh. De zachte ftief-moeder is daer niet hardt over de voorkinders, en de rijcke vrouringeloort haren man niet, nochte betrout op haren poi. Der ou-deren deught is een groote bruitfchat, en de wail verbonde kuifcheit,ang 2) voor eenen anderen man: en het is ongeoorlooft zich te buitente gaen, of men moet het met den hals betaelen. 0 die zoude willengoddelooze dootflagen en burgerlijck oproer weghnemen, indien hybegeert datmen onder zijn pronckbeeldt fchrijve: Vader des Vader-lants: die moet het hart hebben dat hy d' ongetemde ongebonden-heit breidele, en hierom by de nakomelingen doorinchtigh werde.Zoo byfter als wy, nijdige menfchen, deugdelijcke mannen, o gruwellgedurende hun leven haten, zoo byfter roepen wy om hen, wan-neerze doot zijn. Waer toe droeve klaghten, indien de mifdaet onge-

1) De relhworm. acythae eamperes heeft Horatins dat Ain „de Nomadifehe of swervende Scythen."Waarom v. hen Noorea heat, is my niet duidelijk.

s) dag: als meermalen, is „angftig, beangst."

Q HORATIUS FLAKKU8 1.IKRZINGICN. h251

Page 566: vondel. - DBNL

526 Q. 110RATIUS FLAKKU8 LIERZANGEN

ftraft blijve ? Pat baten ydele wetten zonder zeden, mdien het ge-wefte, dat van butte braet, en bet uiterfte van 't Noorden, en hetaerdtrijck van fneeu bevrozen den koopman niet affchricken, end: ervaren zeeman op d' ylfelijcke zee niet en part? Armoede, degrootfte fchande, doet alles beltaen, en lijden, en verlaet den fteilenwegh der deught. Brengen we dan juweelen, gefteenten, en onnutgout, oirzaeck der grootfte ellende, op het Kapitool, daer ons hetprijzen en de gunft der gemeente toe roepen ; of in de naeftgelegezee. Indienwe waerachtigli berou van onze fchelmftucken hebben,zoo moetenwe de beginffelen der booze begeerten met den worteluitrucken, en al to teere gemoeden met ftrenge oefeningen hervor-men. Het edele hint, 1) onbedreven den toom te mennen, kan geenpaert berijden, en vreeft voor het jagen, als beter afgerecht opfpelen, het zy met den Grieckfchen tol, of den verboden terling:wanneer de trouweloze vader den vennoot en zijnen gaft uitftrijckt, 2)

en zich verhaeft om voor zijnen onwaerdigen erfgenaem fchatten tevergaderen: 0 ja, de godtlooze rijckdommeu groeien, en nochtansaltijt fchort'er ick west niet wat aen.

,) Net edele kW d. I.: „het kind van adelUke geboorte." De sInfnede hangt of van de volgendeen de badoeling is: „wannestr de vader sin vennoot en gait opiicht, sal de soon," ens.

a) Uktrefeki• d. i : „bedriegt, oplicht."

Page 567: vondel. - DBNL

Q HORATIUS FLAKKUS LI h RZATGEN 527

51rn tarthtio.

HET XIV. GEZANG.

Dat by van hoot gedreven ran Auguring nieuwe en noitgehoorde zaecken

wil ophalon.

BACCHUS, waer fleeptghe my, die van u vol ben,heene? In wat wouden en fpeloncken worde ick, be-zeten menfch, fnellijck heene gedreven? In wat holenzalmen my, die toelegh den eeuwigen lof des bravenCefars in de ftarren en Jupiters Raet te zetten, booren?

Ick zal wat nieus, wat treffelijcks, en dat noit te voren gefprokenis, verlialen. Gelijck de waeckende Evias 1) raeit, wanneerze Hebrusen Tracie, wit van fneeu, en Rodope, van uitheemfche voeten be-wandelt, aenfchouwt. Hoe lull het my, ter zijden af, over rotten en

U &Au eon Bacchante.

Page 568: vondel. - DBNL

ledige wouden my to verwonderen? 0 ghy vooght over Veltnymfenen ftercke 2) Bacchanten, die met hare Vanden fcheutige effcheboomenkonnen uitrucken, ick zal van geene geringe of iterffehjeke zaeckenmet eenen laegen ftijl fpreecken. 0 Leneus, het is gevaerhjck, dochzoet den Godt to volgen, die zijn hooftflaepen met groen wilngert-loof bekranft.

s) &eras nand Wet in de eerie edltle, later nit het Latijn herfteld

528 Q 110RATIUS FLAKKUS LIERZANGEN

Page 569: vondel. - DBNL

51tu Ventio.

IIET LXVI. GEZANG.

Hat by nu out en grill; zOn minnegeneer Venus wil opdragen.

NLANGS kon ick de meilkens paeien, en hebbe nietzonder eere gevochten : nu zal ick mijn wapens en af-geftrede her ophangen aen dezen wandt, die aen deflincke zijde ftaet van Venus, uit der zee geboren.Leght bier, leght bier uw brandende fackels, en koe-

voeten, en boomen, die toegellote deuren di eigen. 0 Godm, die, alseen Koningin, het vruchtbare Cyprus en Memfis, vry van Sytonifchfneeu, bezit, tref de verwaende Chloe eens met uwe opgeheve zweep.

Q. HORATIU8 FLAKKUS LIERZANGI.N. 5211

DI • IIZkR VAX I VAS VOSOSL VI $4

Page 570: vondel. - DBNL

530 Q HORATIUS FLAKKUS LIERZAEGEN

1tu @alnico,DIE REISVAERDIGH STAET.

HET MIL GEZANG.

Hy houtItzo op, voornamolijt k door het ioorbeelt van Europe.

ET teken van het zingende koningfke, en een teef metjongen, of roffe wolvin van den Lannvijnfchen acker 1)loopende, en een befpronge vos geleide den godtloozen;en eene Jiang behindere de voorgenome reize, indienze,gelijck een pij1 dwers voorby fchietende, de wagenpaer-

dekens verfcbrickt. Ick, voorzichtigh wichelaer, voor wien zonde ickvreezen ? Eer een goddelijck vogel der boven ons hooft hangende

I) Ten den LansuoUnichen dicker. Lases/um was eon :tad op sestlen ?MIMI] van Rome, in den Lan-rentlinfehen akker gelegen en beroemd door de kerkpleohtlabedeo van Juno, die or gevierd warden.

Page 571: vondel. - DBNL

531Q. HORATIIIS IPLAKKITS LIERZANGEN

plasregens weder naer de ftaende wateren vlieght, zal ick, met dendageraet, door gebeden de krafl'ende rave opwecken. 0 Galate, weeftgeluckigh, en onzes gedachtigh; het zy waerghe liefft zijt: en geenfpecht, langs de flincke zijde vliegende, of wufte kraey behindereuwe reis. Maer zietghe niet met wat een geraes de overleenendeOrion beeft? My is bekent wat in den troebelen Adriatifchen boezemfteeckt, en wat quaet de beldere Iapia 1) pleegh aen te rechten.Der vyanden vrouwen en kinders moeten gewaer worden het ver-holen gebnlder des opftaenden Zuidewints, en de ftorm der verbolgezee, en d' oevers, bevende van den flagh. Zoo heeft Euroop oockhare fileeuwitte leden aen den bedriegelijcken flier betrout; en deRoute beftorf om de zee, die van gedroghten krielt, en het bedrogh,daerze midden in stack; onlangs noch, in de bebloemde beemden,bezigh met eenen krans te vlechten, dieze de Nymfen fchuldigh was,zaghze, in den fchemerenden nacht, niet dan zee en ftarren; die zoohaeft zy lande in Kreten, voogdes over hondert fteden, al vervaertvan kranckzinnigheit, fprackze: o vader, waer is de naem van dochteren plicht gebleven? Van waer, en waer toe ben ick gekomen? Eendoot is te Belden ftraf voor bet verlies des maeghdoms? Befchreyick oock waeckende mijn fchandelijcke mifdaet? Of maeckt de ydelefchijn, die de droomen door d' ivoire peort uitlaet, my diets dat ickonfchuldigh ben? Was het beter midden door de zee to vaeren, offriffche bloemen te lezen? Indien yemant nu den eerloofen bul my,die vergramt ben, overleverde, zoo zoude ick poogen de hoorensvan den onlangs zeer beminden var met ltael, te fcheuren, en tebreecken. Onbefchaemt verliet ick de vaderlijcke huifgoden: onbe-fchaemt verwacht ick de doot. 0 zoo yemant van den Goden ditboort! och of ick naeckt onder de leeuwen dwaelde! Ick fchoonemaeght wenfch der tigeren fpijze te worden, eer een leelijcke mager-heit mijn fchoone kaeoken ontciere; eer het zogh van my, die eenteere roof ben, verdrooge. De vader der onteerde Europe raeft inhaer afwezen: waerom fterftghe niet? Ghy kunt aen dezen olmboomu by den neck ophangen aen den gordel, dienghe wel te pate medegenomen hebt; 't en waer het a lufte op klippen en fcherpe rottente fterven. Ga toe, worp u in d' ongeftuime baren, 't en waer ghy;koningklijck bloet, liever woudt uwer vrouwen wol fpinnen, en, alseen boel, onder een uitheemtche voogdeffe ftaen. De trouweloozeVenus lachende, in 't bywezen haeres zoons, die met ongefpannenboogh by de bedruckte ftont, fprack, na datze genoegh met liner

t) lapis een wind, van Apnlitin Mazatlan

Page 572: vondel. - DBNL

532 Q. HORATIUS IMAMS LIERZANOEN.

geboert hadde: hon op van gramfchap en hevigheit: want de ge-haete 1) ftier zal u zijn hoornen keten fcheuren. Weetghe u niet, alseen gemaelin des onverwinnelijcken Jupijns, aen to ftellen. Laet datnocken vaeren. Leer uw groot geluck maetigh draegen. D' afgefcheideweerelt zal naer uwen naem genoemt worden.

3) In de eerite editle, minder maid, vergramde.

Page 573: vondel. - DBNL

Q. HORATIUS FLAICKIIS L1ERZANGEN. 533

ttu P.

HET LIM. GEZANG.

Datmcu Ncptuins feeftdagh met blijfchap moet vieren.

AT zal ick belt op Neptuins feeftdagh aenrechten ?Ernftige Lyde, 1) tap ons van den opgeffoten wijn, 2)en overweldigh de gebolwerckte wijfheit. Ghy ziet datde dagh ten avont loopt, en gelijck of de gezwindetijt ftil ftont, ontzietghe uit uwe fchure voor den dagh

to halen de kruick, ditier van "libels burgemeefterfchap of geftaenheeft. Wy zullen by beurte van Neptuin en de groene perruickender Nereiden zingen. Ghy zult op de kromme her van Latoon, ende fchichten der fnelle Cyntia zingen, en met hooghdraevende vaer-zen oock haer, die Cnidos en de uitfteeckende Kyklades beheerfcht,en Pafos met gepaerde zwaenen bezichtight: oock zal men met eenbehoorlijck klaeghliet van den nacht zingen.

,) Ensitige 14de: beter: „wakkere, vlgtige" Lyda.a) Optic/Iota, serek• amass. Mud er by Ploratins, dat de nsam was saner ftad In SampanIiin, om

den voortreffeigken wtin beroemd, die or near genoemd was

Page 574: vondel. - DBNL

.Pit nirrtuno.

HET XXIX. GEZANG.

Hy noodight hem ten avontmael.

MECENAS, fpruite der Tyrrenifche Koningen, al over-lang heb ick voor u een Licht wijntje gefpaert, in eenkruicke, daer noit uit gefchoncken is, met roozen enbalffem uit dadelkernen voor uw hair geperft. Sammelniet: befchou niet altijt het vochtige Tibur, en de gloei-

ende ackers van Efula, I) en de bergen van Telegoon 2) den vader-moordenaer. Verlaet den walgenden overvloet, en uw gevaert, dat

0 Ffula een ftadtlen In de bergen, Weaken Tibur en Preneste.a) De ()ergo; van Tekgoos• Telegonns, de soon van Ulysibs en Circe, na by mesal slin radar om

't lemon gebracbt to hebben, hnwde diens wednwe Penelope, by welts by Rains verwette, die AMnasm gat aan Italian. Oot was by — algid volgende do overlevering — de Metter van Tlisemlnm.

534 Q HORATIUS FLAKRUS LIERZANGEN.

Page 575: vondel. - DBNL

Q.• HORATIU8 FLAKKUS LIERzANGEN. 535

de wolcken bereickt. Hon op te verwonderen over den roock, derijckdommen, en het gewoel van het weeldige Rome. Veranderingenzijn den rijcken veeltijts aengenaem, en d' onkoftelUcke maeltijdender armen, onder een laegh dack, zonder tapijten en purper, ont-rimpelen een bekommert voorhooft. Andromedaes heldere vader ')toont alree zijn verborgen vier. Procyon, 2) en de ftarre des dullerleeuws woeden alree, nu de zon met bange hitte blaeckt. De moedeharder zoeckt nu, met zijn hygende kudde, de fchaduwen, beecken,en heggen des ruigen Silvaens, en de ftille oever is vry van wuftewindekens. Ghy bezorght het geen tot het gemeenbefte dient, enzijt bekommert voor de ftadt, wat de Seres en Baktren, van Cyrusbeheerfcht, en de tweedragtige Tanais brouwen. De voorzichtige 3)Godt bedeckt met eenen duifteren nacht d' uitkoomfte der toeko-mende zaecken, en hy lacht'er om, zoo de fterfelijcke menfcli buitenbehooren fiddert. Befchick gelijckmoedigh het geen voor handen is:de reft vloeit voorby, als een ftroom, die nu ftillekens, met zijne kil,in de Hetrurifche zee loopt; nu uitgegete fteenen en uitgeruckteftroncken, vee en huizen te gelijck met zich wechfleept, niet zondergedreun van bergen, en het naburige bath, wanneer een hoogewatervloet de ftille vlieten ommeroert. Zich zelven magtigh en vro-lijck zal hy leven, die zeggen magh : ick heb tot op dezen daghgeleeft. Jupijn magh morgen fchoon of leelijck weder aen den hemelfcheppen; nochtans zal hy het geene voorby is niet tot niet maecken;nochte breecken het geen de verftreecken tijt eens voortgebroghtheeft. Fortuin, met wreede fchonlpeelen vermaeckt, en hardneckighin het fpeelen van ongewoon fpel, verandert de onzekre ftaeten, numy, nu eenen anderen gunftigh zijnde. Ick loofze, die {tent houdt.Ladienze haer fnelle wiecken klappende, wechvlieght, zoo geef ickhaer weder het geenze my gegeven heeft, en bekleede my met mijneige deught, en zoeck deugdelijcke armoede, zonder rijckdom. Wan-neer de groote malt van de Zuider ftormen kraeckt, dan tracht ickniet tot ellendige gebeden te loopen, om door bedeloften te bedin-gen, dat de Cyperfche en Tyrifche waeren de gierige zeen niet tot•ijekdommen gedyen: dan voertme een koeltje, en Pollux, de twee-ling, veiligh, met een roeifchnitje, door het geruifch der Egeefche tee.

1) Andrenwdaes keldere eader• Odell., of, never, het getternte van Men naam.a) Prows: de Wolin) hondfter.a) reorsiehtlge. Mar In den sin yaw „voorslenfse."

Page 576: vondel. - DBNL

536 Q 110RATIUS FLAKKUS LIERZ%NGEN.

11ET XXX. GEZANG.

DM zun rumen eeuwigh Leven sullen.

cx heb een gedachtenis l) voltoit, die koper verdurenzal, en hooger uitfteeckt dan het punt 2) der koningklijckenaelden. 3) De vraetige flaghregen, d' uitgelaten Noorden-wint, nochte d' ontelbare reecks der jaren, en het ver-loop der tijden zullenze niet konnen uitroien. Ick zal

niet geheel fterven. Mijn grootfte deel zal de Doot ontvlieden. Mijnlof zal hier na altijt even frifch aengroeien, zoo lang d' Aertsprieftermet de zwijgende maeght 4) het Kapitool opklimme. Ick, van lagenftaet opgekomen, zal geroemt worden d' eerfte to wezen, die een

0 &Melaka(' liever. gedetekleekea.s) Eel peat. sok „de punt" mean sgn 't Is Met k paid, mur la petiole. Zie van dit woord,

over welts gelMeht de taalgeleerden drat getwiet hebben: Hunmeozan Pr., Dee) II, bls. 83. H000-8TRATEN, Ltlel der seall. many. en BILDIRDIJK, GeJ11. is ir.

a) Der koningkl(feke saelden• „der Piramiden "4) d' derleprieller met de =Woad* =saki: „de Opperpriester van Vesta met do Veataaltche maagd,"

die, wanner zy ten tempel optrok, een soft swagen In acbt nam.

Page 577: vondel. - DBNL

Q. HORATIUS FL►KKUS LIERZANGEN 537

Latijnfche wijze op Eolifche vaerzen gezet 1 ) hebbe, daer de Aufidus 2)geweldigh bruift, en daer Daunus, 2) arm van water, over boerfchevolcken geheerfcht heeft. 0 Melpomen, treck uwe verdiende gloriaen, 4) en omring gewilligh mijn hair met Delfifchen Laurier.

0 Bets Lakfisiehe mitre op Eogfehe vaersen genet 41 1 ,,de voetmaten van Saffo en Alceus by hetmaken van LatijnIcha vaerzen gebruikt."

s) De Atgldus eon rlvier van Apulian, on Ofineto genaamd, In de Adrlatifrhe zee nitloopende, enberoemd om den flag van Cannae, die in :(jn nabyheid plaats had.

s) Daausise• de grootvader van 1%1ms Apulliin was arm van water en de dlchter brengt die eigen-(Chap van t land over op den koning, die 't beheerfcht

4) T•ee* mos serdiende glori aels• noch verfteanbaar, noch mist '1 Latiin fume fuperbiam quaelltammerilis, 101 zeggen „trek n den room &an, dien ik door verdieniten hob verworven."

Vicovaro.

Page 578: vondel. - DBNL

HET VIERDE BOECK.

Itn Pmuff.HET EERSTE GEZ AEG.

Dat by nu een oude bereickt bebbe, waer in siin gemoedt Mai van Venuebehoort to fpanen.

LANG gevierde 1) Venus, ghy roert alweer de trom-mel. Och, och, verfchoonme : ick ben nu zulck eenman in het velt niet, als then ick diende onder de goet-aerdige Cynara. 3) 0 ghy wreede moeder der zoeteminnegodekens, ftaeck my, die nu out en kout in het

vijftighfte jaer 3) ga, tot uwe lief koozeryen to buigen. Ga daer de1) &Wird*: de latere edit% heat, near het Latin verbeterd, onbesoehee. Let. lelermisfa.a) Toes tek diode ender de goefeerdige Oractra• sonderling nItgedrokt veer „toen de goads Cynara

my bebeersehte."s) Out ea Use in bet egfitikte Jeer: men velvets bier Wet, dat bet een Romeln is, die tpreekt. En

took plea ik, dot Hoisting plat meant wst by segt.

538 Q. HORATIUS FLAKKUS LIERZANOEN

Page 579: vondel. - DBNL

vleiende gebeden der jongelingen u noodigen. Uhy, die gezwint vanpurpere zwanen gevoert wort, zult ten huize van Paulus Maimusbeter onthaelt worden ; indienghe een bequaem hart zoeckt te ont-voncken : want een edel en fchoon jongeling, en welfpreeckende voorde bekommerde mifdaedigen, en in veelerleie kunften geleert, zaluwe oorloghsvaenen wijt laeten vliegen ; en wanneer hy lacht, om dathy meer by haer vermagh dan de medevryer, met zijn milde ge-fchencken, zal hy u, neffens het Albaenfche leek s 1) een marmorenbeeldt oprechten, in uwe cyprelFe kerck. Deer zultghe veel wier-roocks riecken, en u vermaecken met gezangen, vermengt met fpelvan Her, Berecyntifchen kromhoren, en finite. Hier zullen de jonge-lingen, met de tangere maegdekens, tweemael 's daeghs, uwe Godt-heft loven, en driemael trippelende met hare blancke voetjens deaerde doen daveren, gelijck de priefters van Mars. Ick fchep nugeenen luft in vrouwen, jongelingen, nochte lichtgeloovige hope vanweerliefde, nochte om ftrijt wiju te drincken, nochte de hooftflapenmet friffche bloemen te kranffen. Maer och, Ligurin och, waerombiggelen de tranen hangs mijne wangen? Waerom hapert mijn wel-fpreeckende tong, midden in mijn redo. My dunckt dat ick u 's nachtsin mijneu droom omhelze. 0 ghy harde, nu duncktme dat ick uvoorvlugtige volgh, over velden en vlietende ftroomen.

1) Lear „meir," ale meermalen.

Q. HORATIIIR FLA K KOS LI ERZ A NG EN . 539

Page 580: vondel. - DBNL

1tit 210'110110 5ulus. 1)

HET II. GEZANG.

Ily looft Pindarus, on seat dat het gernerlddt zy hem naor to ftroven.

.1.11',us, wie toeleit Pindarus naer zijn kroon tefteecken, die weeght zich op wale vleugels, op zijnDedaels, 2) om de glaze zee te vernoemen. 3) Pindarusbruift, gelijck een vliet ten bergh affchietende, diende plasregens op de vermaerde oevers hebben doen

aengroeien; en ftroomt en barnt met eenen diepen boezem; waer-digh om met Apolloos laurier vereert te worden, het zy hy nieuwewoorden door zijn trotfe vaerzen rolt, of op rijmelooze voeten treet;het zy hy van Goden zinge, of Koningen van goddelijcken bloede;

1) Ann ♦aromas JOLUS oh, de vertallng dozer Ode In dlohtsmat, Deal III, blz. 202.,a) Op 4*. Dedaele: Deter. „met behuip van Dadaism."a) Om de glass see te eermossems: verfts: ,,om het voorbeeld van Marne to volgen en eon zee, wear

men in !tort, near Min nasal to Dolmen."

540 Q. HORATIUS FLAICKUS LIERZANGEN

I

Page 581: vondel. - DBNL

Q. HORATIUS FLAMM LIERZANGEN. 541

weer door de Centauren rechtvaerdigh omgekomen zijn, en deyffelijcke vierbraeckende Chimeer fneefde; het zy hy ptijze die ver-godet, 1) met den palm by Ells verkregen, te huis komen ; of worfte-leer, of renftrijder, en befchencktze met een gave, die beter is danhondert pronckbeelden; het zy hy befchreie den bruidegom, dien debedruckte bruit ontfchaeckt is; en de krachten, en gemoeden, engoude zeden hemelhoogh verheffe, en haer den duifteren afgront be-nijde. De Tebaenfche zwaen vlieght hoogh in de lucht, zoo menigh-mael, o Antoni, als hy verheven door de wolcken ftreeft. Ick ge-ringer dichte mijn vaerze met moeite; gelijck de Matijnfche bie,lezende aengenamen ttjm, met veel arbeits, ontrent het wout en denoever van het vochtige Tivoli. Ghy poeet, zult met eenen hoogh-dravender 41 van Cefar zingen, wanneer hy, met den verdiendenlaurier verciert, de forfl'e Gelderfchen 2) in triomf naer het Kapitoolfleept; boven wien het nootlot en de goede Goden noit yet grootersof beters ter weerelt voortgebroght hebben, nochte voortbrengen zul-len, fchoon de goude eeuwen weder te voorfchijn quamen. Oockzultghe zingen de feeften en gemeene ftadts blijfchap, over de ver-krege wederkomfte van den dapperen Auguft; en de vierfchaer, dievan pleiten viert. Indien ick wat zeggen kan, dat hoorens waerdighis, zoo zullen mijne vaerzen mede daer by komen, en geluckigh doorhet wederkeeren van Cefar-zal ick zingen: o fchoone zon 1 o loflijcklicht I en terwijl de veltheer voortga, zullenwe dickwils zingen: J8triomfe I De heele ftadt zal Jo triomfe I roepen; en wy zullen dengenadigen Goden wierroock opofferen. Tien Itieren, en zoo veelekoeien zullen u van uwe bedeloften bevryen, my een teer gefpeentkalf, het welck in de ruime beemden groeit; dat met zijne Itar (waerinhet een fneeuwitte blaer voert, en .00rt ros over het heele Iijf is)het gehoornde licht der nieuwe mane nabootft.

0 Yergodei: de Gude worm, waarraor men no, door famentrekking, vergood senta) D. forp GolderftAess: reeds wear hebben wy likamber door „Geldersman" verteald gezlem

Page 582: vondel. - DBNL

542 Q. HORATIU8 FLAIMUS LIERZANGEN•

to Ritlpnintn.

HET Ili. GEZANG.

Dal hy door de dichtkunit omen onfterilUcken naem sal boreacken.

MELPORIEN, dienghe in Ain geboorte eens met gunf-tigen oogen toegelonckt hebt, die zal geen doorluch-tigh a orftelaer worden: geen gezwint paert zal hem,triomfeerende op den Grieekfehen renwagen, omvoe-ren: nochte de oorlogh zal hem, als veltoverfte, met

Delfifche laurieren verciert, niet aen bet Kapitoal toonen, om dat hyder Koningen opgeblaze dreigementen kneufde: maer de wateren,die door het vruchtbare Tivoli vloeien, en het dicke woudtlouf zullenhem edel maecken, door Eolifche vaerzen. Het volck an Rome, dehooftftadt der weerelt, kent my waerdigh onder de beminde reiender poeten gezet te warden: en nu ben ick den nijt te boven ge-raeckt. 0 Zanggodin, die liefelijek op (le gouda luite flaet: o ghydie, indien 't u lufte, oock de ftomme viffchen zoudt kunnen zingenleeren, als een zwaen, dat men in 't voorhy gaen- my met vingerennawijft: zie deer gaet de Roomfche lierfpeelder; dut heb ick alleendoor u: dat ick leef en gewilt worde, zoo ick gewilt worde, datmagh ick u dancken.

Page 583: vondel. - DBNL

Q. HORATIIIS FLAXXII8 LIERZANGEN• 543

13runto Inf.

BET IV. GEZANG.

Hy .iert over alp aege, op Graubunden en Zwaven bebaelt

OkDANIGH eenen vogel, fchiltknaep des blixems (wienJupiter, de Koning der Goden, heerfchappy over de

ufte vogels gat om dat by hem getrou bevondt, 'inhet fchaecken van den blonden Ganimedes) de vader-lijcke kracht en jeught eertijts, eer by vlugh was, uit

het neft joegen, de lentewinden, then de winter voorby was, hetvliegen, 't welck by ongewoon was, al bevende leerden; de levendige

Aehilibusep des Weems •oor „blizemdrager " De made drnk heeft bier, by drukfont,fchletteasp.w at den laser op do gedrehte sok brengen, dat de arend self den blIxem Moot of flIngerde.

Page 584: vondel. - DBNL

544 Q. HORATIUS FLAKKUS LTERZANGEN•

kracht fins, als eenen vyant, naer de fchaepfkoyen ftierde, en de tufttot aes en gevecht nu tegens de weerende draecken aendreef: ofhoedanigh een leeu, onlangs van zijn moeders rode fpeen afgeruckt,van het geitken, grazende op de weeldige weide, gereet om met deeerfte tanden verilonden te worden, gezien wert, zoodanigh zaegende Graubunders, en edele Zwaben l) Drufus beneden de Alpes oor-logen; van welcken ick niet wil onderzoecken, door wienze een bijltot geweer leerden bezigen, gelijck de Amazonen: oock is 't onmo-gelijck alles te weeten. Maer de wijt en ztjt overwinnende benden,door zijnen raet weder overwonnen, gevoelden wat geeft en vernuft,in een geluckigh hof wel opgevoedt, en wat Auguftns vaderlijckhart over de jonge Neronen 2) vermoghten. Vroomen worden vanvroomen, goeden van goeden geboren. In kalvers en veulens blijcktdes vaders deught, en here adelaers teelen geese weerlooze duif:maer leeringe drijft den ingeboren aert uit, 8) en goede opvoedingfterckt het gemoedt. Waer de zeden afneemen daer onteeren deondeugden de goede inborft. Wat ghy, o Rome, den Neronen fehul-digh zijt dat getnight de vliet Metaurus, 4) en de vroome Afdrubal, 2)en die heldere dagh, op wien de duifternis uit Latie verdreven is ;die allereerft ons toeloegh met eenen vruchtbaren zege, toen devervloeckte Afrikaen door d' Italiaenfche fteden vlugte, als eenvlam langs de fackels, of de Ooften wint over de Siciliaenfche zee.Hier na groeide de Roomfche jeught door voorfpoedige toghten altijtaen; en de kerckbeelden, door het goddeloos oproer der Penen, ver-woeft, raeckten weder over ent; en de meineedige Hannibal borftten lefte aldus nit: wy harten, een roof van verfcheurende wolven,volgen van zelfs hen, die, door ons om te leiden en t' ontvlughten,heerlijck triomferen. 2) Dit volck het welck kloeckhartigh, uit het ver-brande Troje, bet heilighdom, gefolt op de Tufkaenfche zee, kinders,en afgeleefde vaders binnen d' Aufonifche veften gedraegen heeft,is gelijck een galnotenboom, die met fcherpe bijlen afgeknot, opAlgidus, vruchtbaer van bruin loof, door het verlies en afhouwenzijner tacken, oock na bet fnoeien, meer bot, en uitfpruit. Hydra,')

U De Grariundere, en aide Zemke by Horatlus hesten zy RAM en Vendehei V. MINE ook bierwederom getronw min zUn liethebbery cm volkeren der ondheld met namen nit zUn tild te noemen.Zeker lag Augusta Versdelleerem, nu „Augsburg," in de landltreek, die later den num ran Zwabenverkreeg

a) De Neronea. Tiberius en Druzus, door Augustus opgeleida) De later* edltle. eenpeekta) De ,U.S Metaures: eon rider van Italilin, In welter nabyheld Hasdrobal, teen by Hannibal

hulp kwam brengen, door Klaudlus Nero verflagen words) De groom dadrebet waarfehilnlilt hash bier de dnikker croon* your vereenuten gelezensi Wg harten—trsomferess dit alias Mud nlet In de sera:: editle, is later nit het Latlin herfteld.7) Hydras lister: „de Hydra of Waterilang."

Page 585: vondel. - DBNL

Q 110RATILIE4 FLAKKUS LIERZANGEN. 543

door het orfthoofden. groeide niet ftercker aen, tegens den onver-winnelijcken Herkules: en Kolchis, nochte het Echionifche Teben 1)hebben geen grooter ondier gedempt. Dompelt het in zee, het zalfchooner worden: kampt ghy 'er tegens, het zal den overwinner, dienoch in zijn voile kracht is, met grooten lof ter aerde vellen, enoorlogen voeren, daer de vrouwen den mont vol of zullen hebben.Ick zal nu geen hoovaerdige gezanten naer Kartago mogen zenden.Alle onze hope en het geluck onzes naems leit'er toe, nu Afdrubalgefneuvelt is. Niets is'er dat der Klaudien armen 2) niet volvoerenkonnen, die van Jupijns goedertiere godtheit befchermt, en doorhunne doortrapte treken 8) in allerlei oorloghsgevaer gered worden.

11 Mee Sa(e*Vole Teems &hien was aen der mannen, die, nit de draketanden voortgefproten,Kaduna hielp om Thebe to ftlehtén

s) Der Menthes ernes Nero Knitting Drums, aan wien daze liergang Is toegewild, was de goonvan Tiberius Nero en Livia Drilling', en de brooder van Tiberius

Doortreyee ereken: men rafts daze ultdrokking bier In aen betaren sin op, den wear die thandsIn wordt verftaan.

DO gCOA VII• Z VAN VOZDIta 36

Page 586: vondel. - DBNL

546 Q HORATICTS FIAKIEUS LIERZANGEN

51ttt Augttfituff.

HET V. GEZANG.

Dat by zich naer Rome fpoede.

ALLERBESTE wachter van 't Romulifche volck, ge-fproten uit den goedertieren goden, to 'wig bhjfighewech. Doom weder, ghy die den heiligen Raet derVaderen een fpoedige NI ederkomfte belooft hebt. 0goede Vorft, verlicht het vaderlant met uwen glans:

want uner nw aenfchijn, als een lente, den volcke beftraelt, daer daeghthet liefelucker op, en de zon fchijnfer fchooner. Gelijck een moeder

Page 587: vondel. - DBNL

Q HORATIIIS FLAKIEU8 LIERZANGEN 547

altijdt het oogh naer den bogtigen oever heeft, en met bedeloften,gebeden, en geluckwenfchen om haeren zoon roept, die aen de over-slide der Karpatifche zee to lange vertoeft, naerdien hem Noortfchebuien met tegenwint over het jaer buitens lants ophouden; zoo ver-langt het vaderlant, aengeport door getrouwe begeerten, oock naerCefar: want dan gaet de os veiligh door de beemden weiden: Ceresen het vruchtbaere geluck voeden de velden: de zeeluiden krniffengeruftelgck de zee: de Trou is ang 1) voor lafter: het kuifche huiswort niet bevleckt door fchennis: gewoonte en wet hebben het fmet-telijck overfpel getemt: de kraemvrou wort door haer krooft gepre-fen: ftraf volght de mifdaet op de hielen. Wie vreeft voor den Parth?Wie voor den killen Skyth? %Vie voor het yffelijck Duitfche bloetnu Cefar noch leeft? Wie part op den oorlogh des fellen Spanjaerts?Elck brengt den dagh ten avont op zijne heuvels, en huwt den wijn-ftock aen den olm. Van daer gaet hy vrolijck ter maeltijt, en wan-neer het tweede gerecht opgezet is, drinckt hy ter eenen van u,zijnen Heiligh: voor u fort hy lange gebeden, en wijn, en ftelt uwegodheit onder zijne huifgoden; gelijck Griecken de gedachtenis vanKaftor en den grooten Herkules houdt. 0 goede vorft, och ofgheItalie eenen langdurigen vrede befchafte. Aldus fpreeckenwe nuch-teren vroegh morgens: aldns fpreeckenwe befchoncken zijnde, wan-neer de zon onder is.

a) Am year kw.

Page 588: vondel. - DBNL

!Du 51,110110 ru Piny.

HET VI. G EZ JUNG.

Ectiwgeditlit.

GODT, die Tityns den fchaeeker, 1) en Niobes ver-mete tong 2) aen haere kinders gewroken hebt; wienswraeck oock de Teffalifche Achilles gevoelde, die by-kans over inner van 't hooge Troje, en grooter dananderen, maer tegens u een ongelijck kamper was:

hoewel hy, een ltrijtbaer zoon der zeegodinne Tetis, de Dardanifchetorens met zijne drillende fpeer fchudde. Hy plofte ter aerde, gelijckeen pijnboom, van de fcharpe bijl getroffen; of cypres, van den Ooftenwint gedreven, en viel op zijnen mont in het Trojaenfche ftof. Hyzoude, befloten in den paerde, het welck Minerve geveinfdelijck toe..gebeilight was, de t' ontijdt vierende Trojanen, en Priams vrolijekdanffende hof met bedrogen hebben; maer op de verwonne menfchengebeten, voor de vnift, de zuigelingen, oock de vruchten, daer demoeders noch van zwanger waren, o gruwel, door het Grieckfchevier verteert hebben: 't en waere de vader der Goden, bewogen dooruwe en Venus aengename gebeden, Eneas zaecken begunftigende,beftemt hadde, dat de veften met een beter geluck zouden opgeboutworden. 0 Febus, ghy lierfpeelder, ghy leermeefter der fchrandereTalye, die nw hair in den vliet Xantns dompelt: 0 ongebaerde

0 Talmo don !chanter Zle Deal V, biz. 266s) Ntoboa oterntete tong yoor „de (noorrentCNIobe."

548 Q. HORATIUS FLAKKUS LUERZANGEN

Page 589: vondel. - DBNL

Q. HORATIUS FLAI(KUS LIERZANGEN. 549

Apollo, befcherm de eere der Latijnfche Zanggodinne. Febus heeftmeden geeft der dichtkanfte, en den naem van Poet gegeven. 0 ghypuick der maegden en jongelingen, uit doorluchtige waders gefpro-ten, die onder de befchuttinge der Delifche Diane ftaet, die doorharen boogh vlugtende loffchen en harten temt; bewaer de Lefbifchedichtmaet, en mijn vingerfpel, die naer gewoonte !oven Latonaeszoon, en de maen, op haren tijt wafFende, het welck 1) de vruchtenvoorfpoedigh doet groeien, en de rollende maenden gezwint voortrolt.Wanneerghe getrout zijt, zultghe zeggen : ick, die de maet van denPoet Horatius leerde, hebbe op de hondertjarige feeft een liet ge-zongen, dat den Goden aengenaem is.

I) Met meet. t. w. „het op gazette tUden wovfon der moan."

Page 590: vondel. - DBNL

2rtt t nrquntuo.

HET VII. GEZANG•

Na bet voorfullen van ti nenkomfte der lente, notligh, by hem tot eon

trolgek levee.

E fneeu is gefmolten: het reit krijght weder gras, en 'tgeboomte loof. De Landon is lerandert, en d' afloopendevlieten glyen langs de oevers. De Bevallijckheit met deNymfen en beide haere zufters heffen naeckt de reienaen. Het jaer en de unr, die met den koefterenden dagh

heeneglipt, vermanen n op Keene onftetflijckheit to hoopen Deweftewinden verzachten de koude: de zomer, die zoo haeft vergaetals d' oofttijt vrucht•n draeght, verdrijft de lente: en korts daer nakomt de logge winter weder: nochtans vergoeden de fnelle maendende fchade van het jaer: wy eery; nedergedaelt, by den godtvruchti-gen Eneas, den rijcken Wins, en Ankns, zijn ftof, en fchaduwe.

1 550 Q HORATIUS 'MARKUS LIERZARGEN

Page 591: vondel. - DBNL

Q HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN• 551

Wie weet of de Goden daer boven den dagh van morgen aen dendagh van huiden knoopen zullen. Alles watghe met een vriendebjckhart gegeven hebt, dat zal uw verlangende erfgenaem ontbeeren.Wanneerghe eens geftorven zijt, en Minos eens een deftigh vonnisover u gefproken heeft, dan zal, o Torquaet, uw geflacht, I) uwwelfpreeckentheit, uw godtvruchtigheit u het Leven niet wedergeven:want Diane zelf verloft haren kuifchen ilippnitjt uit de duifterniffedes afgronti niet, en Thefeus is niet magtigh zijnen %tient Pirithousvan de ketenen des Doots to verloifen.

1) Uw Niacin Manlius Torquatus was nit een der doorluchtlete geflachten van Rome getprotenen met de aanslenlijkite vermasufehapt.

Page 592: vondel. - DBNL

552 Q IIORATIUS FLAKKUS ',MHZ %NG EN.

Art! Martino (fruiariitt.

IIET UM GEZANG.

Niets krachtiger dan gedichten, om zunen nnem en them de sergetemffet' ontruckon.

1CENSORUN, 2) ick zoude gewilligh fchaelen fchencken,

en bekers, die mijnen fpitsbroederen aengenaem zijn;oock drievoetftoelen, een belooninge der dappere Grie-cken: en gby zoudt de allerflimfte gaeven niet genie-ten, waer ick, geftoffeert van kunft, door Parrafius 2)

gewrocht, of Scopes; 4) dees vernuftigh, om nu eenen menfch daneenen Godt in !teen te houwen; die, in 't fchilderen met vloeiendeverwen: maer ick hebbe die maght niet, en ghy maeckt'er geen werckaf, en uwe zinnelijckheit ltreckt tot die geeftigheit niet. Ghy zijtmet vaerzen vermaeckt; vaerzen kan ick u beftellen, en die giftewaerdeeren. Gene uitgehouwe marmeriteenen, van het gemeene-befte opgerecht, waer door vroome helden na hun doot herleven;geene gezwinde vlught, en Hannibals te rugh gedreve dreigemen-ten, nochte de brant van het godlooze Kartago, maecken den lofvan hem, die Afrika dwingende, 4) den bynaem van Afrikaner kreegh,niet doorluchtiger dan de Zanggodin van Kalabrie: nochte ghy zult

') Meier(&a C Marius Ceaforimis ward Konfnl In 't Aar 9 voor .7 C, 3 jeer 746 van Rome.1) Parraise eon beroemd fehlIder van Efezena) Scopes een beeldhonwer van Mum, van wlen o a con beroemd Venus-beeld to Rome be-

weird welda) Hose, die Afrika &amend. Scipio, den overwinnaar van Halnibal

Page 593: vondel. - DBNL

Q. HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN 553

geenen loon van uwe braeve daden genieten, indien de fehriftenzwijgen. Nat waer Mayors, en Iliaes zoon, 1) indien het nijdige ftil-zwijgen Romulus verdienften hinderlijek waer? Gunft, en deught,en de tong der magtige poeeten rucken Eakus uit den vergetel-poel, en dragen hem den El)fiaenfchen velden op. De Pogzylaet niet toe dat den lofwaerdigen man fterve. De Pazy verhefthem ten kernel. Zoo is de wackere Herkules aen Jupijns difch ge-zeten. De klare Tweelingftar ontruckt de diepe zee de lecke kielen.Bacchus, zijne hooftflaepen met groene wijngaertrancken bekranfthebbende, brengt de bedeloften tot een goet einde.

I) Man soon IlomnIns.

Page 594: vondel. - DBNL

554 Q HORATIUS FLAKKII8 LIERZANGEN•

Ant Tullius.)

HET IX. GEZA\G.

Dat aline :mate de vaerzen van awlere Pneten nitsnnermeerergaen sullen.

P datghe miffchien niet gelooft dat de woorden, waer-digh om onder de Her to zingen, die ick, geboren byden luitruifchenden Aufidus, door unit gehoorde kun-ften, fpreeck, vergaen zullen, hoewel de MeonifcheHomeer boven aen zit; nochtans leit de Pindarifche

en Ceefche Poesy,') nochte het dreigende gedicht van Alcens, en

,) Locum: Y. Loafs. was Konfal In 't Jaar 20 voor J. C. et jaar 788 van Items), voorte medgezelen eademeezter van Tiberius (Mattoon Keine Cezar

a) be CoeAA* polar de (itchier 81monides was van Cea geboortig

Page 595: vondel. - DBNL

Q. HORATIU8 FLAKKIIS LIERZANGEN• 555

het deftige van Stefichoor 1) niet achter de banck : en de tijt heeft nietuitgewifcht het geen Anakreon eertUts fpeelde. De minne fchept nochadem, en de blaeckende liefde, de fnaren der Eolifche jongkvrouwetoevertrout, is noch in 't let en. De Lacedemonifche Heleen blaeckteniet alleen door de getoide perruick des overfpeelers, en verwon-derile zich niet alleen over kleeders met gout geborduurt, en dekoningklijcke gowaeden, en zijoen ftoet. Teucer heeft oock niet eerftmet zunen q donifchen boogh gefchoten. Troje is niet maer eenmaelbefprongen. De groote Idomeneus, of Stenelus hebben niet alleeneen oorlogh gevoert, waerdigh om van Poêten gezongen te worden.De forffe 11 ektor, en dappere Deifobus zijn niet eerft gewont ge-weeft om hunne kuifche vrouw en kinders te befchutten. Veele groot-hartige mannen zijn 'er voor Agamemnon geweeft; maer zy wordenalle onbeweent en onbekent in eenen langdurigen nacht van verge-tenheit gedompelt, om dat het hun aen heilige poeten ontbrack. Deongepreze deught fcheelt luttel van een begrave vadzigheit. 0 Lollius,ick zal u in mijne fchriften niet onvereert laten, nocbte gedogen datde n3dige vergetenheit ondanckbaerlijck alle nwe braeve daden ver-mindere. (Thy zijt voorzichtigh in uwe zaecken, en evenmoedigh invoor- en tegenfpoet; een verfoejer van bedriegelijcke gierigheit, eneen vyant van het gelt, dat Riles naer zich fleipt; en geen Burge-meefter van een jaer, maer zoo menighmael ghy, als een goet engetrou rechter, het eerlijck boven het oirbare ftelde, en groothartighde gefchencken der medadigen N erfoeide, en als een triomfeerderde vaendels liet vliegen door de aendringende fchaeren. 2) Men maghmet recht hem niet geluckigh noemen, die veel bezit. Beter voertby den naem van geluckigh, die wijffelijck de gaven der Goden ge-bruicken, en bittere armoede dragen kan, en banger voor een fchelm-ftuck dan voor de doot is. Zulck een fchroomt niet voor zijn lie% evrienden en het vaderlant te fterven.

1) stetes00,•• Stellehorns was een Lyriseh dlebter nit Hinters, een Sad van SlelliNn Hy leefdeander den dwingeland Talarla en Met vole gedlehren na, w Aileen brokken :On bewaard ge-bleven

s) Op den lof, Kier door Iloratins man Lollins toegeswaeld ale =emelt en als krOgeoverite, :A vol-Fends VSLLF.JUS PATERCIILIIS II, 97, Vril wet Min of to dingen, Met alleen meet by eon doortraptebooswicht :On geweest, moor ook ale Land% oogd ward by door de Germanen, by Me by Mob hadgehaat gemaakt. met gehoel :On lager aan den Kiln geflsgen. Gedoogde Horatins dan Wet dat demildly* sergetenheit ■ mans daden verminderde, de nakomellngfehap ken van hem seggen ale Tonsilsvan Jefta

Het wear dies veldheer act pewees,.Wien hem 'I earthlik had "mynas.

Page 596: vondel. - DBNL

DIE dus lange wreet en krachtigh waert door Venusgaven, wanneer n hoovaerdige, eerghe het waert, debaert eerft zal uitbreecken, en het hair, dat nu omnwe fchouders waeit, nitgevallen is, en de verwe, dienu de roode rooze overtreft, Ligurius aenzicht in bor-

ftelen verandert hebben; dan znItghe zeggen, wanneerghe u zoo inden fpiegel verandert ziet: och hadde ick in mijne jeught dat ver-itant gehad, 't welck ick nu hebbe I of waerom krijgh ick die gladdekaecken niet weder, nu ick van zinnen verandert ben.

Int tiguriin.

HET X. GEZANG.

556 Q. HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN•

Page 597: vondel. - DBNL

Q. HORATIU8 FLAKKU8 LIERZANGEN. 557

Itn

HET XL GEZANG.

Ily noodightze ter maeltilt.

Fru" ick hebbe een vaetje vol Albaenfchen wijn,die over de negen jaren out is. In mijnen hof is peter-celie genoegh om kranffen te vlechten, en menightevan veil, om uw blinckende hair to omringen. Mijnhuh) blinckt van zilver. Het antaer, met kuifch yzer-

kruit bevlochten, verlangt om met den bloede eenes offerlams be-fprengt te worden. Alle handen reppen zich. Maeghdekens en knecht-

Page 598: vondel. - DBNL

jens onder een loopen herwaerts en derwaerts. De vlam, den vuilenroock boven uitwentelende, beeft vaft. Op datghe nochtans weer,tot wat blijfchap gby geroepen wort: de Iden 1) moetghe vieren,welcke dagh April, de maent der zeegodinne Venus, midden door-klooft; dien ick met recht alle jaren houde, en bykans heiliger achtdan mijnen eigen geboortedagh, om dat mijn Mecenas, van dezendagh af, zijne groejende jaren op eene rye telt. Een rijcke en dar-tele dochter heeft Telefus aen haer fnoer, daer ghy zelf naer het,een jongman niet naer uwen ftaet, en zy houdt hem met zijnenwille geboeit. De verbrande Fagton leert u yzen van uwe gierige 2)

hope. De vlugge Pegaes, die Bellerofon den zandruiter noode wouop hebben, ftreckt tot eenen deftigen fpiegel, op datghe altijt ftaetnaer het gene u paft; en achtende ongeoorlooft iet hoogers te hopendan u betaemt, u onthoudt van eene die u ongelijck is. Wel aendan, o einde mijner vryagie (want ick zal na dezen door geeneandere vrou ontvonckt worden) leer wijzen, om die liefelijck na tezingen: het zingen zal de zwaermoedigheit minderen.

0 Ds Ides: de las Aar maand..) Gierige: yeas: ,4p4Mi4e, bagearise."

558 Q. HORATIO'S FLAMED'S LIERZANGEN.

Page 599: vondel. - DBNL

Q HORATIUS FLARKUS LIERZANGEN. 559

•tu Virgilitto.

HET XII. GEZANG.

Hy Milder; d' aenkomfte der lente af.

F Tracifche wecklevens 1), lentegezellen, die de zee be-zadigen, drijven nu de zeilen voort. De beemden zijnnu niet bevrozen, en de hooge vlieten, van winterfneeugezwollen, ruifchen niet. De rampzalige vogel droevighItys befchreiende, en de eeuwige fchande van den Ce-

kropifchen huize, om dat het zijner Koningen undo luften qualijckgewroken heeft, bouwt zijnen nett. De harders der vette fchapenfpeelen in het teere gras, op hun fluitje, en vermaecken den godt,die hilt fchept in vee en de bruine heuvelen van Arkadie. 0 Virgijl,een dronck begint nu al te fmaken. Indien ghy, die een pagie deredele jongelingen zijt 2), druiven wilt drincken, die te Kalene 2) ge-perit zijn, by my kuntghe wijn voor nardus koopen. Voor een kleeupotteken nardus, kuntghe bekomen een vaetje wijns, 't welck nu'inGalbaes fchuren leit, en milt is om nieuwe hoop te verwecken, enmaghtigh om droeve bekommeringen te verdrijven. Indienghe naer

t) Do Traeifok weekkeens: dat gin: „de Ooftewinden." Weekkrom ftsat hler veer: „levenwekker,"als V enders wel segt.

s) IIit dose bewoordingen ken men *golden, dst dose Ode niet san den grooten dlehtermaar aan om even welken knaap, die dezen nasm droeg, gerieht word

a) Jfaless• Bala of Latinism was eon !tad in Kampanign.

Page 600: vondel. - DBNL

1560 Q. HORATIUS FLAKKUS LIERZANOEN.

ideze blyfchap haeckt, kootn haeftigh met iiwe waren. Ick meen u,

1

zooghe met ledige handen koomt, niet op to vullen, gelijck de rijckenin hunne huizen, deer het vol op is, gewoon zijn. Maer laet hetfammelen en uwe baetzucht varen: en, op het lijckvier denckende,terwijI het u gebeuren magh, meng uwe ernftige zaecken met eenkorte boerterye: het is zoet mallen, wanneer het pas geeft.

Page 601: vondel. - DBNL

ttgrno fur.

HET XIII. GEZANG.

By befehimpt Lye., die, nu eon onde bet•, on nod] even gen, van do jongaRued veracht Wort.

YCE, de Goden hebben verhoort, de Goden, Lyce, bet,.ben mijne bedeloften verhoort. Ghy wort een onde heft,en wilt nochtans fchoon fchijnen, en ghy fpeelt endrinckt onbefchaemt, en droncken zijnde, prickeltgheden verftorven minnegodt met een bevende keel. fly

hondt fcbiltwacht -op de fchoone kaecken van de bloeiende en zang-kundige Chia: want- wifpelturigh vlieght by over dorre sicken, enfchuwt n, om dat uwe flijmige tanden en grijze hairen n leelijck

Q. 110114011717 FILM= LINRZANGEN. 561

Di %%%%% WI

Page 602: vondel. - DBNL

562 Q. HORATIUS FLAKKUS LIERZANGEN

maeoken. Het purper van Koss, nochte de koftelijcke gefteenten=Hen n den veritreecken tijt niet wederom brengen, die van denvluggen dagh eens in Itadts kronijcken 1) gefchreven is. Weer isnwe fchoonheit gebleven? och waer is the fchoone verwe? waer nwewackerheit? wat folliet'er over van dat aeon, van dat fchoon, hetwelck . de liefde verweckte, en my bniten my zelven voerde? Datgeluckige, naeft Cynara; dat bekende en bekoorlijcke aenfchijn?Meer het noodlot nam Cynara ras wegh, willende Lyce zoo langefparen, als een oude kraey leven kan ; op dat de vierige jongelin-gen moghten; niet zonder veel lachens, den glans der fohoonheit zienin d' affchen gevailen.

a) Is 'fades kroageken or wordt by Horatins van goon fled gefOroken, on da nitdritkkIng, zoo aleV. dle basigt, fehtInt ook weer een fpreekwUze van zgn ttbl.

Page 603: vondel. - DBNL

Attl Ingtiotno.

HET XIV. GEZANG.

By sat dat de Rant en bet Roomtcbe volck Anguilla; geeno eer batmenupdragen, gelUck aline deaght en dapperheit vereifchen. Hy verheft de

trionfem by Augnftus ftleibonen, tegens verfcheide volcken gewonnew,ala i made to gellick aen 'a Keizers geluck en lof gehechr, naer-

(Sense alder siin gunk en beleit dese oorlogen volvoerden.ElideNei fluit by dat allerhande volcken, oock in de

verregelegenfte geweften des aerdtbodems geseten,ajfn heerfchappye kennen, en eeren.

AUGUST, wat vader of burgers sullen bezorgen datawe deughden met overvloedige eergiften door byfchrif-ten en kronijcken in eeuwige gedachtenis blijven ? 0allergrootfte Vorft van de Vorften der bewoonbareweerelt, de Zwaben, 1) de Roomfche wetten niet onder-

worpen, hebben onlangs geleert wat ghy in den oorlogh vermooght:-iv:ant de geftrenge Drufus heeft weer dan eens door uw heir deLetttbarden, 1.) een onverzoenelijck flagh van menfchen, en de ge-zwinde Brennen, 3) en de yffelijcke floten op de Alpes verdelght.Terftont daer na heefi d' ontfte der Neronen 4) eenen geweldigenthigh, geflagen, en verdreef, door eenen geluckigen toght de onmen-

0 De :wok*. ate den vlerden Miming van tilt ',lards Book.a) Lemiordes: of Leogelpordess: ,,Genannen" noemt hen Horatio..s) Da Brewer mode een yolk, dat ender de Alpen woonde, voor walk V. echter Been naam

DAUM spread= to hebben.• /Y os(fht dm; Peron's: aid den vierden Llersang.

HORATH1S FLAMM'S LIERZANGEN 563

Page 604: vondel. - DBNL

HORATIKS FLARKUS LIERZANGEN.

ichelijcke Graubunders; by die waerdigh was, dat men in den ftrijtzagh, met hoe groote neerlagen zijn volck afmatte de harten, diezich getrooften voor de vryheit te' fterven: bykans gelijck de Zui-denwint de wilde zee aen 't hollen helpt; wanneer de rey der Plei-aden het zwerek fcheurt: zoo plaeghde die wackere helt de bendender vyanden, en rende met zijn briefchende paert midden door hetvier. 0(1Na de gehoornde Aufilus 1) bruift, die door het gebiet vanden Apulifehen Daunus itroomt, wanner by woet, en de geploeghdeackers met eenen fehriekelijcken watervloet dreight; alzoo veldeMending, 3) met eenen woe:ten aenval, de yzere drommels der vy-anden; en, als een overwinner, de voorften en aehterften ter neermaeieude, bedeckte de aerde, zonder verlies der zijnen; naerdienghy uwe maght, raet en Goden deer toe befehafte: want op-denzelven dagh, toen de haven van Alexandrye u te voet viel, en hetledige hof opende, heeft do gunftige Fortuin, na vijftien jaren,,ueenen geluckigen uitgang des oorloghs en den prijs wedergegeven,en in 't einde der veltbeerfchappye 4 de gewenfehte tart mar-eigent. De uoit 'getemde Spanjaert, Need, liaises, en wilds Skythverwouderen slob over n, o tegenwoordige befehermer Val Nile,en het heerfohende Rome. Naer u luilteren de Niji, die zijnen oir-fprong verberght, de Ifter, de fnelle Tigris, d'Qeeaan vol gedrogh-ten, die d'afgefeheiden Britten befpoelt, de Vranken, onvervaertvoor de doot, en de harde Spanjaert; de Oelderfchen, 3) die hilt ipmoorden fcheppen, eeren u met neergeleide wapenen.

i) "Mow Me bls. 587. D. J. van Lennep was can dose pleats van Horatio', tndachtlgb toen byde serge trate fehreef Tan :en Llerseng op gametal.

s) 111ordins: KlandIns Nero, made In dien Llemang bedoeId• by was Traeger UMW In t Aar 12Toot. J. C. (t Isar 741 van Rome).

ay Re Geklerfchew by NoratIns de ,,Rikambren.' Zie Ws. 441.

t

Page 605: vondel. - DBNL

Augnotno ratIli? u. -01IZANG.

.,..11.0..w.■••■••■••■■•■

**wet' Apollo boas vas *Wotan hebbe alkefehriekt, nochtmla wil by indig gosling Anguttus lot ophaelen, voornantelUck om het herftellen an

den vrede, en de be Iorve soden, en wetenfehappen, waer door devoorouderu de Palen van het rtjck wider nitbreiden.

OEN ick op mijne liar vehilagen en veroverde Pedenwon fpelen, belette my Febus 1) dat ick met kleenezoiltjes oiet door de Tyrrenifche see son vaeran. 0Ceilir, uwe eenw verleent onze ackers overvloedigevruchten, en hangt in onzen Jupijns kercke weder het

wapentitigh= op, het welck wader der Parten hoovaerdige poften 2)&kW so Aka, it a sat: dot Wet fa titer to veal. — Wet voor I overlie betreft de bier

gebesigde booldfprimk, sy wit eenvondig to kennen geven• ,,Febus belette my, met swokke klub-ten, eon swaarwiChtbr lops* to ondernemen."

a) Der Porten lwamarage peek: d I • „son do denrposten (van do tempels of woningen) derPorting, die or mode braveorden.•

Q; MURAT-1M FLAKELE LIENZAN(IEN. 565

Page 606: vondel. - DBNL

ontruckt is; fluit Janus tempel to Ronle, van oorlogh ontlaft; toomten tuchtight de woefte ongebondenheit; verjaeght de boosheit, enhaelt weder de voorige deughden in, waer door de maght van Italiegroeide; en de majefteit en faem des rijcks bereicken °often enWeften. Odder Cefars beleit zal de dolle burgertwift, nochte geweltde ruff niet fteuren; nochte de gramfchap, die zwaerden frneet, ende fteden jammerhjck tegens een ophitft. Die den diepen Donaudrincken, geene Geten, geene Beres, geene trouweloofe Perfianen,geene, die by den vhet Tanais geboren zijn, zullen Auguftus plac-kaeten affeheuren; 1) en wy sullen op werck en beRige ditgen, nadatwe de Goden naer behooren aengebeden hebben, by den genoe-getijcken wijn, met onze vrouwen en kinderen, met zang en fpel,naer der voorvaderen wijze, de dappere veldoverften, Troje, Anchifes,en de afkomft der koefterende Venus verheffen.

rl Plackaeten qffArtsras; Is ultdrukkIng klInkt rrij seatiende-muwa. Er Meat by Montlos edictsreatonr: d. „icy Tarkenton Is ballmItm" wat sebtsr Men geed In letterIllken sin km wordsnopitevat, (Mk V. bier doet, ale In sedelpea sin.

Mandela.

566 Q. HORATI178 FLAKKUS LIERZANGEN.

Page 607: vondel. - DBNL

- --

TOEZANGEN,

.tn Ritt tun&

HET EEESTE GEZANG.

gy wit Mecenas, treckende naer den Actiafchen oorlogb, gelciden, tlietomnit stn tegenwoordigbeit eenig genot te trecken, rnaer om min

bekommeringe voor Ain bebondenis te hebben.

UN vrient Mecenas, ghy zult met een roeifchuitje, tuf-&hen de groote oorloghs fehepen, heenevaren, bereftal Corers gevaer met het uwe te wagon. Wat zullenwy 1) doen, wien 't Leven luft zoo lange ghy behoudenzijt, en u dervende verdrietigh valt? Zullen we op uw

bevel onze raft houden, die zonder u onluftigh is? Of zullenwedezen arbeit dragen, met zulek een gemoedt ale geenen teeren

ti Wat stales toy: Horstlaz rpreekt Mar, ale In 1 vervolg, in 1 meervond, van etch zelven.

Q HORATIII8 FLAKKUS TOEZAMIEN 567

Page 608: vondel. - DBNL

568 Q HORATIU8 FLAICKII8 TOEZANGEN.

mannen betaemt? ja wy, en wy - zulkut n-moedigh over d' Alpifchegiiherghten volgen, of over den ongastwen Kankafus, of tot denuiterften boezem van het %retell. Vreoghight wet mijn arbeit dennwen baeten zal, dewijI ick zoo zweck en weerloes ben? Ick zal inuwe tegenwoordigheit min dan in nw afwefen vreezenvgelijch eenvogel, die zijne ongevederde jongen broet, meer den aenval derflangen vreeft, wanner by van honck is: hoe wel by doer by weeendehun nit* meer helps sonde kunnen bewijzen. Ick wil gaerne dezenen al den oorlogh helm voeren, op hope van ewe niet opdat vitae effim might hebben, omse in den plongh ta fpannen;of dot inijn,vee de Lukaenfche voor de Kalabrifrhe weideverwiftele,esi dg bondfdagen komen; niet op dat mijne marmere beet* Bichaback* tat son de Token van bet image Tutkulunt, door den soonvan Ciroe ly gebonws; awn milekkedigheit beldam aen rijekdomgenoegh geholpen. Ick zal niet !teen naer het gene if*, gelijch degierige Chromes,') in der aerde begraeven, of alt ten ongebondenfpilpenning veyftempen sal.

'rpm non can amen „Magoon. ale Book III, GOzsbc XXIX.s) Okratest sea nom, door do Latinfebe blerpoldlobtora neolsd man grOsaarts gegen*.

Page 609: vondel. - DBNL

HET II. GEZANG.

By prijft het levee des ackermans, inzonderheit orn de matigheit,en geruftheit des gemoedts.

ELUCKIGH is hy, die verre van alle handeling gelijckde eerfte weerelt, 1) de vaderlijcke ackers met zijneigene offen ploeght, die vry van alien woecker is, enniet, als de foldaet, door de moorttrompet gewecktwort; die oock niet voor de verbolge zee yft; de vier-

fchaer en hoovaerdige poorten der rijcke fockeren fchuwt, den hoogenpopulier aen den volwaffen wijngaert huwt, en onnutte rancken metzijn fnoeimes affnijdende, vruchtbaerder enten daer op ent; of ineen boghtigh dal zijne loeiende koeien dwaelen ziet, of gepijnden

tl Gelijck de eerfte weerelt: verftaanbaai der en betel. ware: „gelijk de eerfte aardbewonerf."

Q. HORATIUS FLAKKUS TOEZANGEN• 569

Page 610: vondel. - DBNL

570

Q. HORATIUS FLAKKUS TOEZANGEN•

honigh in zuivere kruicken giet, of de teere fchapen fcheert; of wan-neer de herfft zijn hooft met rijpe appelen verciert, die uit den ackeropbeurt, zich verheught met ge-ente peeren te plucken, en druiven,die het purper tarten, waer mede by u, o Priaep, en u, o vaderSylvaen, befchermer der hoven, vereert. Nu tuft het hem onder eenenouden galnotenboom 1) te leggen, nu in het lange gras: terwijl hetwater van de fteile klippen affchiet. De vogels tierelieren, en debronnen ruifchen met vlietende beecken; waer door by gernackelijckin flaep valt. Maer wanneer de donderende Jupijn des winters bybeurte fneeuw, en regen afftort, dan jaeght hy hier en daer fellewilde zwijnen, met veele honden in de gefpanne netten, of hangt bieren daer ftricken om de hongerige lyfters te vangen, of vangt eenenblooden haes, of overzeefche kraey, die in zijne ftricken gevallen is,een genoegelijcke belooninge van zijnen arbeit. Wie vergeet bierdoor de booze minnezorgen niet? Indien dan een kuifche huifvrou,gelijck een Sabijnfche, of eene van de zon verbrande dochter eeneswackeren Apulers mede huis en zoete kinders gade fla, en drooglihout aen den gewyden haert leit, tegens de komfte van harenvermoeiden man, en het vrohj• ck vee met gevlochte horden afhei-nende, de gefpanne uiers melcke, en zoeten molt uit een verfch vattappende, ongekochte fpijze bereide, zoo zouden my geene Lukrijn-fche oefters, noch tarrebotten, noch fcharren, indienze het winterfcheonweer uit de Oofterfche baren in onze zee joegh, zoo wel fmaecken,en geen Afrikaenfche faifant zoo wel monden. Geen Jonifch patrijsfmaeckt zoeter dan een olijf van den verfchen tack gepluckt; of lie-felijcke furckel 2), die gaerne in de beemden groeit, en maluwe, ge-zont voor een kranck lichaem, of een lam, op de feeft des ackergodtsgeflagen, of een bockfken, den wolf ontjaeght. Hoe genoegelijck ishet onder deze leckernyen de zatte fchapen te zien naer huis fpoe-den; de vermoeide often den omgekeerden ploegh met hunnen be-zweeten hals nafleipen, en de ruftende flaven, eenen zwarm van denrijcken huize, rontom bet vier aen den haert zitten. Na dat Alfiusde Woeckeraer dit gefproocken hadde, heeft hy, als of by, date-lijck 3) een ackerman wilde worden, al zijn gelt ter halve maentingetrocken, en zoeckt het op den eerften dagh der nieuwe maent,weder uit to zetten.

i) Een galnotenboom: een „eikeboom," onder welks bladen galnoten groeien.2) Surekel: zuurkel, onze gewone „zuring."s) Al, of hy datelOck: deze woorden zag ik liever oumiddelijk volgende op het voorafgaande: ge-

fproocken hadde.

Page 611: vondel. - DBNL

311trtnno.

BET III. GEZANG.

Hy vervloockt den knooploock.

m eertijts, met eon godlooze hart, zijn (Alden vadershale brook, die eete loock, vergiftiger dan dole kervel.0 harde maeiers darmen! hoe woet dit venijn in hetingewantl of heeft dit adderendbloet, in kruiden ge-koockt, my bedrogen ? Of Kanidia 1) de fpUze mifhan-

deft? thiiVek Medea, die boven alle andere op den blancken Writ.0,eraintert was, Mon hier mede beftreeek, toen by de lieren onderhet onbekende jock made Ibsen khier mede door beitreecke gefchen-*en rneck nemende over zijne boel, ontvlootze met vliegendedrimoien. Zoo grout een hitte der hondfdagen heeft in het dorftige:apulie noit gebroeit: en de gifte -van Dianier ontitack de fchou-dets -des arbeitzamen Herkules noit krachtiger. Maer o boertigeMeteneg, indietghe iminermeer yet diergelijcks eet, laet het maegh-dske 8) de butt voor uwen kuffenden mont houden, en in den wandtleggen.

4,4tzeildlit sin twee.gazangen weirder.4 Id Me Win iliastior: het vergIitigde bleed dat eJ Berkulea gmenden had.a) Led Ad famegAdele, ens.: tees him ',zoo bid ik, dat uw maiden met de hand nwe knees

Weere en etch In t bed zoo Ter morilifk van a verwiidere."

Q. HORATIU8 FLANICUS TOZZANGEN

Page 612: vondel. - DBNL

IStfitno 33Atuni,DEN VRYGELATEN SLAEF VAN DEN GROOTEN POMPEJUS.

HET IV. GEZANG.

Hy bekelt eUn verworenthed met do veranderinge van sine gelegentieli.

MUMS n en my is zoo groot een haet, ars'er natuur-lijck tuffchen wolven en fcbapen is. 0- ghy, wiensrugge door Spaenfche bolpeezeit, en wiens fcheenendoor harde boeien gefchonden zijn; hoewel ghy moe-digh op uw gelt 144 goet verandert geen bloet. Ziet-

Ate mkt h,oe de voorbygaende luiden u de gnigh natteecken ennakijolten, wanneerghe met eenen fleependen tattbaert naer het Kepi--VW treet1 Does; die van 'de tuchttneefteren met zweepen vol firemengekeeftelt Is, zoo dat'er de provoolt af weight, laet duizent bunderentants bouwen, en rijdt in de kenos, en zit, ter ,fchandevtut ,Citto,) boven_ aen in den fchoubtugh, gelijck een groot ridder.Wet beet het zoo veer', zweerwiglAce garden, en eenen hoop flaeven,tsgens - de saeroorers, toe to rtfiten, wanner does vogel 2) kornerzel -weeenY-

*Iv Monde vas OW leers 'enet Van Winter; Jen teeing; rat Moot wee L. Roselle gthede Velkatribann, had de Wet Wefts% dat dr veertig Mien beaten, die In den Selionwenrg op bet•1*0111 yraar de ileatat sat, eitililteitd beltenid sondes sifn root de Bidder!, of veer de

40, sea vereinsin_boanten, aw dat acne Ridden; gellk."a) Dies wesekde fehtinpnaam evoyiel ii deer V. nitgedaekt.

571 Q.HORATIUS FLAKKU8 TOZZANGEN.

Page 613: vondel. - DBNL

Q. HORATIUS FLAKKUS TOEZANGEN. 573

((trgru.0 itt taurrtg 3ffitihirr. 1 )

HET V. GEZANG.

GODEN, wieghe zijt, die in den hemel het aertrijcken menfchelijck geflacht beheerfcht, wat wil dit ge-drang? en waerom zijn aller aengezichten tegens myalleen ontftelt? Ick bidde u, om uwen kinderen wil,indienghe oit kinders gebaert hebt; om deze ydele

purpere pracht, 2) om Jupijn, wien dit mifhaeght; waerom zietghe my1) KANIDIA. Omtrent de perfoon van Kanidia loopen de meeningen der uitleggers zeer uiteen.

Volgends fommigen zoa zy flechts een verzlerde perfonaadje gin; volgends anderen een beruchtegifmengfter en tooverheks, die to Napels woonde en minncdranken bereidde nit den lever vanknapen, die tot ftervens toe gemarteld werden; terwftl vele late' e fcholiasten van gevoelen zijn,dat Kanidia niets dan een fchimpnaam was voor „heks" in 't algemeen en de ware naam der bieren in het XVII Gezang van dit Boek bedoelde perfoon Gratidia, zy een Napelfche lichtekool, enHoratius op haar verflingerd was, die hear, omdat zy ziju liefde weigerde, nit wraak ale een toover-kol affebilderde. Dit laatite gevoelen heeft de waarfehljnlijkheid voor zich, omdat wy moeilijk kun-nen aannemen dat een dichter van gevoel en fmaak zich zoo fmoorlijk verliefd zofi aanftollen vaneen vreefelijke tooverkol, als Horatius het doet in de XVII Epode. Onze begaafde teekenaar, geenparty willende kiezen, heeft Kanidia boven dit Gezang als een heks, boven het 17e echter ale eenfehoon meisje voorgefteld.

2) Om deze ydele nurpere pracht: verfta: „by dezen met purper omzoomden tabbert, (113 my thandsiaiet tegen aanflagen beveiligt." De adelijke knapen droegen de toga praetexta met purperen rand.

Page 614: vondel. - DBNL

een, gelijck eene ftiefmoeder, of als een gefchoten dier? Na dat hetjongfken, zoo teder van lichaem, dat e'en godvergeten Tracifeh hartvermurwen zoude, aid= met. een bevende ftemme geklaeght heb-bende, ftaen bleef, berooft. van at zijn cieraet, zoo bevel Kanidia,korte adder's in he'ur hair en ongetoide vlechten gevlochten hebbende,met tovervier to verbranden wilde vijgebomen nit den kerckhovegeruckt, en doodfe cypreffen, en eiers van eenen beflijmden *vorfch,met bloet beftreecken, en veders van een vleermuis, en kruiden,gepluckt in Jolkos en. Iberia, vruchthaer van vergift, en gebeenten,die eenen nuchterei hoot ontjaeght ,zijn: en` de afgerecbte Sawn, 1)het geheele hula met helfch wywater befprengende, zoo rijit ,heurhair over ent, gelijck een zee-egel en de boritels van. een vlughtighwilt zwijn. Veia, door geen pwiffe argefchrickt wezende, groef alhygende met heure yzere fchop eene grop in der aerde; op dat hetbegraven kint door het aenfobriuwen der tree of driemael veran-derde !Kee, van langerhant might fterreni letwa- het met denmont boven de aerde nitftaok, gelijck een zwemmend liquiem metde kin' tit den water; op dat het uitgezogen mergh on de dorrelever een minnedituick moghten verftrecken; terwijl de oogen eeneop_ de verbode fpilze'ltarrende, uitteerden. s) Het ledige Nepels, entalks nabttrige Baden gelooven dat de Arminitimfche a) Folk, die heeteteef, daer oock by 'Tel; die met. Teffalifehe vierzen 4) de Barren be-tovert, .en de maen van den bon -el of doet ftijgen. De felle Kanidut,bite, op hare duimnagels bgtende, wat fprackze en wat fprackze niet?0 nacht, en Diaen, getrouwe getuigen mijner zaecken, die gebodthebt over de ftilte, wanner de geheime offerhanden gekhieden;weelt nu, weeft nu tegenwoordigh. ICeert nu nwe maght on gram-(chap .tegens de huizen der vyanden; terwtil de vervaerde dieren,door_ den zoeten fleep bevangen, in het bofch tchnilen. Laet de 1,0f8eenshonden, dab 'er elle om lachen, den ouden overfpeelder nalachen, diemet ;Pick eenen nardns beftreecken is, hoedanigh ich noit met mijnehanden gemerckt hebbe. Wat gebeurt'er? Waerom is roUn vervloecktvergift onkrachtiger den dat van d' nitheemfche Medea? waer doorzy zich over de hoovaerdige boo!, des grooten Kreons dechter, 6)gewroken hebbende, heenevloot; toen de mantel, een gefchenck in

U aqua. 19agams was vermeedeltjk een madebelpfter van Naaldta, Oft ook Vida en "Us, vanwelke verdar getprokon wordt

1) Big kind nnmellik let den bale toe insegraven, Mori yap honer, ender t Men der voorge-sotto fpüse en trials,

a) ArnallionVebn •• Tan drimigfilin," min sad in Ilmbrian.4) Tarfeipbhe 'ammo* de Thestalibra gaven voor, door bun besweringsvaerzen (layman en de set-

ran op aarde to tunes dun &Malan.s) Des greaten ineone dodger: ,,Irreika,' met yolks Jason verloofd was, na dat by Medea var.

Wen bad.

574 Q. HORATIII8 FLAKKIT8 TOEZANGEN•

Page 615: vondel. - DBNL

Q. HORATIIIS FLAWS TOEZANGEN. 575

vuilen bloede gedoopt, de niengetroude door den brant om het levenbroght. Ymmers heeftme kruit nochte wortel, die in rnige veldenfchuilt, niet onbekent geweeft. Hy, alle zijne boelen vergeten heb-bende, flaept in de beftreecke kamer. Och och, by treet daer heune,bevrijt door de vaerzen eener kundiger tovereffe. 0 Varus, wiennoch groote zwaerigheit, over het hooft hangt, ghy zult tot my komendoor ongewoone drancken, en het geroep der Marren zal u nietweder by uwe zinnen brengen. Ick zal wat iterckers toemaecken, enu eenen grooter, beker toefchencken, hoewel ghy 'er of weight: ende hemel zal eer lager dan de zee, en de aerde hooger dan de hemelwezen, eerghe niet zoo zeer in mijne minne blaeckt, gelijck de finits-kolen in _het zwarte vier. Onder ditfpreicken verzachte het jongf-ken nu niet de goddeloozen met zoete woorden, gelijck to vore;maer twijfelende wat het eerft zeggen zou, vloeckte het yffelijck:watghe doet of laet, geen vergift kan de menfchelijcke natnur ver-anderen. Ick zal u met vloecken plaegen. Een gruwelijcke vloeckwort met geenen offer verzoent. Wanneer ick door uw bedrijf mijnengeeft gegeven hebbe, zal ick u, als eon nachtfpoock, ontmoeten, enale een. fchim met kromme klaenwen u in 't aenzicht vliegen, weerin 't gewelt der geftorve zielen beftaet, en neftelende in uw onge-mit hate, zal ick door fchrick nwen ilaep fteuren. Het volek vanalien kanten zal u, ongefchickte besjes, 2) met fteenen worpende, ver-pletten. Daerna zullen de wolven en Efquilijnfche ravens uwe onbe-grave lichamen verfchenren; en mijne ouders, na mijne doot, weemijnsl zullen dit fchonfpel zien. $)

filtiwtios: sea Itallaantehe volksftern, waaronder velen het beroep van geeethezweerdere nit-oefenden, Zy hidden nit Men hoofde Min ethernet van Circe at

e) Omfolitelte beifes• koddige vertaling van obfroasas anise „beeetaehtige onde wgven."a) Leas dazes loath& gin „en mgne enders, my helaaai („of tot Min fmart”) overlevende, sullen

dit fehenwtpel shin."

Page 616: vondel. - DBNL

Q. HORATUTS FLAKKU8 TOEZANOEN.

HET TT. HEZANG.

Op Mains Herder, een' lafterachtigh Dichter.

HY Mont, waerom plaeghtghe d' onfehuldige gaften,daerghe bloode te_gens wolyen zijt? waerom drejght-ghe my Diet met vergeefs blaffen, indienghe de maghthebt, en rant my aen, die weder bijten kan? Wantiek aal, gelijck een Molos, of roffe Lacedemonifche

boot, *lens kracht den harderen dienstigh is, met opgelteecke oorenal het voorvlughtigh wilt door het diepe fneeu drijven. Wamnserghebet wont met een gevaerlijck gebuil vervult hebt, dan fnuffeltgbeglen eenen voorgeworpen brock. Zie toe, zie toe: want op de boozengebegenagnde,, fteeck ick mijn beide hoornen op: gelijck als deveraehte *wager tegeng den tronwloozen Lykambe; 1) of de bittrevyant tegens Bupal. 1) Zal ick ongewroken, ale een kint,-Ichreien,indien yemant my gebeeten hebbe?

Lsheark: Lykarabes bad gin dodder Ember; aan den Cater Archilochus verlootd, doeb latersmellier& bear am ham to seven; weans de Molitor hem zoo geweldig in een tobimpdlebt door-break, dat by en ilia decider etch van verdriet verbiage*.

a) Repair Moslem was me beeldbouwer van !Gammons, die slob inagelliks, nit IVO over de bekel-diehten, waaraan by ten doel dead, van t liven berootde.

Page 617: vondel. - DBNL

HET VII. GEZANG.

Op hot bergerlUek oorlogh, togging Brutus eh Minim gevoert.

AER heene? weer heene, ghy boofwichten? Waeromracktghe heimelijck den degen uit? Of is'er luttelRoomfch bloet te water en te lande vergooten? Nietop dat de Romain de trotfe floten van het nijdigeZartago sonde verbranden; of d' ongetemde Brit ge-

boeit veer het irapitool gefleipt worden; maer deze itadt moghtontinrgaen, doer bare eige hant, naer der Parten wenfch. Wolvenen leeuwen gebruickten noit deze gewoonte, dan tegens dieren vaneene anderen aert. Vervoert u blinde dolligheit, of eene hooger drift,of 1/$1/6 mifdaet? Antwoort my. Zy zwijgen en befterven in het ten-Mob, en ken verbaelk voor het hooft geflaegen. Zoo is 't. Hetbitters neodlot, en het feheimituck des broedermoorts drijven deRoomfche burgers voort, federt des onfchuldigen Remus bloet, totder nakomelingen vloeck, vergooten wort.

Het ftAebotfivet da hroederesoorh• „den dooddeg van tunas," volgends de overlevering, omdatby den toot dreet met het inaletjen, dat sae breeder Romulus om het aienwgebonwde Rome ge-trekken had, door deeen van liven berootd,

Q.• HORATIII8 FLAKKII8 TOEZANQEN. 577

DX WEDDED t\\ J VAN VONDEL 37

Page 618: vondel. - DBNL

Aril 31trtualf. 1)

HET IX. GEZANGM

GELIICKIGE Mecenas, wanneer zal ick met n in denhoogen hove wijn drincken, die tot heilige banckettengefpaert is; verhenght zijnde door Cefars overwinninge,die JupUn behaeght; fpeelende een veers op mijne her,onder de fluit, geftelt, deer op een nitheemfche, die op

een Grieckfche wijze ? Gelijck onlangs, teen d' Amirael 3) op zeegedreven, met branden4e fchepen vlughte, na dat de ftadt ge-dreight was, met de boeien van hem, dieze den meineedigen Haven,deer' by het mede hiel, ontruckt hadde. Een Romain (och nakome-lingen, ghy zult het niet gelooven) vervooght van een vrou, draeghtde palliffade, en, ale een foldaet, de wapens, en kan den verfchrom-pelden lubbelingen 4) ten dienft ltaen; en de zon aenfchout het Cohan-delijck vliegenet 3) onder de vaendels. De Gallen, die ftadigh Cefarroepen, zetten met twee dnizend briefchende paerden op hem aen. Defnelle zeilen fchuilen ter flincke zijde in de haven van 'a vyants lbhepen.

. 0 Asir llsonuos. bit lierdieht verheft den sage van Oktavianne op Antonini, en Bileopstra, byAlaimo.

a) HST IX ozziato Wid de sedan weten mil, wasrom het VIM Kier Met is opgenomen, die vrags3 as Win vriend en medenitiever H. Binger, en by sal hem antwoorden.

Het aehtite lierdieht in dem r(fIs liederlijk en vies,

Wy re-Maven • van Sit bled op sil.Het is gees swear Tellies;

Wle 't lases mil, bet itichtllik fink,Die less • in den onden druk

a) N Arnim*: • „Sesta' Ponipejus," die door Agrippa in de gleillaanfehe wateren verfiagen weed.Zoos van een vlootvolitd, noemde by rich Nephemiss dux, walk= num Hoisting hem fpottender-wpm. gait. By de vertaling is de aardigheld verloren geraatt.

4) Lubbthigem voor „gelubden, gefnedenen."s) Mel fedypeileittek oliegeme • dat Inman* boven 4e sitplaats van Antonini, was nitgefpreid.

578 Q HORATIII8 FLAMM& TOEZANGEN

Page 619: vondel. - DBNL

Jo triomfl ghy behindert de guide wagens, en ongerepte vaerzen. 1) Jotriomf! ghy voert nu geenen overfte, als in den oorlogh van Jugurta;nochte Afrikaen, wiens graf door de deught op Kartago gebout is.De vyant, te water en te lande verwonnen, heeft voor den purperenwapenrock eenen routabbert aengefchoten. Hy, zullende heenegaentegens den wint op, zoeckt Kreten, om zijne hondert fteden vermaert,of de zantplaeten, ctaer de Noortfche baeren op barnen, of drijft opder Goden genade. Jongen, breng hier grooter bekers, en wijnenvan Chios, of Lefbos; of fchenck ons Kampanifchen wijn, die hetwalgen der mage belet. Het luftme de zorgh en vrees voor Cefarszaecken met zoeten molt te verdrijven.

De vertaling is hier onverftaanbaar. Ken Due ale by VANId! Trim,Is: let Heel teen as 't segspraiskarLas de elprobeosen kor, met good eerderd, nog draolets,

Met ante *terse*, seat to 'a pleegetts Jet gebaeldtDe oferande aan Jupiter, waarmede de pleehtigbeld van den segeprasi befloten ward, beftond in

salver wide Mores, die nimmer ender 't juk waren geweest

Q HORATIII8 FLAKKIIS TOEZANGEN 579

Page 620: vondel. - DBNL

Itti Riffling.

HET X. GEZANG.

Hy wonfcht hero eenen seeftorm en fehipbrenek.

ET fchip, dat den ftinckenden Mevius in had, fteecktter quader nre af. 0 Zuidewint, pall tegens beide dezUden met yffelijcke baren aen to flaen, en de donckereOoftewint fmijte door d' onflnimige zee takels en riemenin ftucken. De Noordewint fteecke oock zoo heftigh op,

gelijck hy op het hoogh geberghte de bevende boomen ter aerdewelt; en geene trooftelijcke star verfchijne iu dien duifteren nacht,waer in de droevige Orion ondergaet; en hy werde met geenenMiler ftroom gedreven, dan de triomfeerende Grieckfche vloot, toenPallas hare gramfchap van het verbrande Troje wende tegens hetgodtlooze !Chip van Ajax. 1) 0 hoe zullen uwe fchippers moeten zwee-

580 Q. HORATIIIS FLARKUS TOEZANOEN.

I ►) He godtloose fehip ran *as voor „het [chip van den goddeloaen Ajax."1 1

Page 621: vondel. - DBNL

ten, en wat een dootverf zultghe zetten, en wat een wijfachtighmifbaer en gekarm aen den vergramden Jupijn zal men hooren,wanner de Jonifche zee, loeiende door den vochtigen zuidenwint,de kiel gebroken heeft ? dat indien ghy, ala een vette buit, op denboghtigen oever uitgeftreckt, de duickers meft, zoo zal'er een geilenbock en een lammeken aen het onweder 1) opgeoffert worden.

I) den ha ossaider: lees: ,taan de winden," ale Godheden aangemerit.

Q. HORATI118 FLAKKU8 TOZZARGEN. 58.1

Page 622: vondel. - DBNL

582 Q. HORATIUS FLAKII1J8 TOEZANGEN.

den ibttlino.

HET XI. GEZANG.

Hy met mince bevangen, kan zieb niet tot vaerzen beledigen.

PErrius, het luftme niet, gelijck eertijts, vaerzen todichten, nu ick met groote liefde bevangen ben; metliefde die my boven al om teere knechtjes en maegh-dekens doet blaken. Dees derde winter, federt Inachiamy niet meer ontvonckte, fchudt het loof van de boomen

af. Wee mijns? want ick fchaem my over zoo groot eene mifdaet:wat heb ick op de tong geloopen, door de geheele ftadt? en myverdriet dier maeltijden, 2) daer het quijnen, ftilzwijgen, en diep zuch-ten my meldden dat ick vryde: ick klaeghde u met fchreiende oogen,dat mijne oprechte inborftige armoede 2) niet opmoght tegens denrijcken; zoo haeft als d' onbefchaemde Godt 8) ontdeckt hadde het ge-

1) 14' verdria titer welted** Lath:lame voor „my verdrleten die maaltBden."a) Opredde iaborftige armoede• lees: ,.de oprechte inborst ems armen "s) d' OabOhaeindo Gediz Bacchus.

Page 623: vondel. - DBNL

heim van my, die door den heeten wijn verhit was. Indien de over-loopende gal om mijn hart ziedt, op datze deze itovingen, die debooze wonde niet verzachten, den winden ten buit geve; zoo zal defchaemte, aen d' eene zijde gezet, ophouden to kampen tegens hen,die my ongelijck zijn. Na dat ick voor u deze dingen ernftigh ge-prezen hadde, en ghy my belafte t' huis to gaen, broghten my mijnetwijffelachtige voeten by de onvriendelijcke pollen, en helaes hardedrempels, waer op ick hif en laden gebroken hebbe. Nu ben ick opLycifk verilingert, die zich roemt aller vrouwen dartelheit to over-treffen: waer uit my de trouhartige raeden der vrienden en hardefcheltwoorden niet kunnen redden; maer een andere minne van eenblank maeghdeken, of eenen fcheutigen jongeling, die zijne langelocken vlecht.

Q. HORATIII8 FLAICKII8 TOEZANGEN• 583

Page 624: vondel. - DBNL

584 Q. HORATIIIS FLANXII8 TORZARGEN.

1

Itu Out urituirm

HET 1111. GEZAHG. 1)

E hemel is betrocken, een grnwelijcke form Aeeckt'erop: regen en fneen vah nit de htcht: zee en woodenrnifchen van den Tracifchen Noordewint. 0 vrienden,laet ons de gelegenheit van dezen dagh waerneemen,terwijI het ons part, en wy noch wel te voet zijn. Laet

ons het voorhooft ontrimpelen. Schenck ghy wijn, die onder de bur-gemeefterfchap van Torquaet 2) geperft is. Laet andere praetjesvaeren. Miffchien zal Godt deze dingen genadigh te recht brengen.

I) KIT sin Gauze: Omtrent bet XII. geldt het zeltde wet omtrent het VIII. Is aangemerkkin Onder het Borgemeelterthhap elm Terris:set: van Manlius Torguatne, — over den liter bedoeklen

wlJn wordt seer in den XXI tiers van 't III Boek gefproken.

Page 625: vondel. - DBNL

Nu luft het my met Achemenifchen Nardus begoten te worden, enmet Cyllenifche fnaren het hart van benaude bekommeringen teverlichten; gelijck de edele Centaurus 1) den grootften voelterkindetoezong: Onverwonnen jongeling, fterfelijcke zoon der Godinne Tetis,het rijck van Affarakns, 't welck gedeelt wort door den vliet deskleenen Scamanders, en den glibberigen Simois, wacht op u; daerhet nootlot awe wederkomfte belet, door het zeker affnijden van dendraet awes !evens: en awe zeegroene moeder u niet weder zal kun-nen t'huis voeren. Vermht deer alie ramp* door zang en fpel eenliefelijcke vertrooftinge voor mifmaeckte zwaermoedigheit. 2)

o) De add* Ceralaeruar „Chiron," de voedftervader van Achilles.a) Aryneeekee steaermoedigheft. lees. „misitaande swaarmeedigheld."

Q. HOPATIIM FLAKE= TOICILANGEN. 585

Page 626: vondel. - DBNL

1tu 31trtuag.

HET IIV. GEZANG.

Dat de minne van Fryne hem binders de beloofde vaerzen to leveren.

PREOHTE Mecenas, ghy dootme met dickwils te vra-gen; waerom de there minne het diepfte mijner zinnenin zoo groot eene vergetenheit gedompelt heeft, als ofick met eene drooge keel den beker des dootflaepsnitgezopen hadde: want een Godt, een tilodt beletme

de begone jambifche vaerzen, een eertijts belooft gedicht, te vol-toles. Men zeght dat om den Samofchen Batyl de Teifche Anakreonaleveneens blaeckte; die dickwils op de kromme Her, met gezangen,niet naer de ktatit doorwrocht, zijne minne befchreide. Ghy zijt oockjammerlijck ontvonckt, indien geen fchooner vier het belegerde Trojein brant stack, genoegh n met uw lot. De vrygemaeckte Fryne,die met eenen niet to vrede is, doet my quijnen.

1j Dit L onverhaanbaar: van WINTZR heatGy, mode heeiglyk osteoskt,

Mad is we lot s slog verbiOdes,Dear ot est fehooser erotsw &float

Des de ooreaak der Trojaatlehe *Ude*.Horatio' plat shoo Terentla, de vronw van Macenaa, als fchooner dan Dedena.

586 Q HORATIIIS FLAKKII8 TOEZANGEN•

Page 627: vondel. - DBNL

Itu Isere. 1)HET IV. GEZANG.

Hy klaeght over hare tronwelooeheit.

ET was nacht, en de maen fcheen onder de mindereftarren helder aen den hemel, toen ghy, willende dergroote Goden maght fchenden, op den eet, dien ick nvoorItaefde, 1) zwoert, my met geflote armen omhelzende,vaiter dan een eikelboom 3) van het fchentige veil omvat

wort, dat wy elckandere onderling zouden beminnen, zoo lang ales dewolf op het fchaep gebeeten zal zijn, en Orion, een plaegh des zee-mansi d' ongeftuime zee omroeren; en een koeltje in Apolloos onge-fchore locken fpeelen zal. 0 Netera, mijn deught zal n noch (mar-ten; want zoo in Flakkus yet mannelijcks is, zal hy niet gedoogendatghe alle nachten zult flapen by eenen, dienghe Bever hebt; envergramt zal hy zijn gelijcken zoecken; en zijn itantvaftigheit zalniet wijcken voor uwe fchoonheit, die hem eens veriteurt heeft, wan-neer zijn wrack eens gezet is. Maer ghy, die nu geluckiger zijt, enom mijn ongeluck fier henetreet; hoewelghe rijck zijt van vee enlent, en Pactool in uw kantoor*) vloeit, en ghy de geheimenis vanden .herboren Pytagoras kent, en Nirens 3) in fchoonheit overtreft;helms ghy zult beklagen de liefde, die op een ander gezet is, endan zal ick wader lachen.

,) Naaar. De naam komt no eons voor in hot 14de Gomm van het Horde Bock. Hierboven, biz 510.a) roorflaaide • d I.. „vdOrswoer, vddrsel." V had korter kunnen seggen „toen gy my nazwoert"s) ithelbeen of oekelboos Is 't zelfde ale lik Zia Ku.. in o Hier worn er echter moor bepaaideldk

„een iteenelk," 5.x, made verftaan.a) In ow kastoor. t kllnkt wat vreemd, in once ooren, V. bier to hooren fpreken van een kasaoor,

waar van een Jong mehden fprake is. Hoch 't bewast, dat V. toen hy tilt fchreef, het woord suetppvatte in den sin, die er thands sum gegeven wordt, van „koopmans werkplaats," maar in dienvan „geldiade."

s) Nampa: soon van Charopos en Aglaia, en de fchoonite der Grieken die tegen Trois optrokken.

Q. HORATIUS FLAKIEUS TOEZANOEN 587

Page 628: vondel. - DBNL

588 Q. HORATIIIS FLANICIA3 TOEZANOEN.

1117 M GIZANG.

fir istaegbi dat 4e Itenteel5eice efleititee WPM ()wee.

V wort de tweede eeu 1) met burgerlijcken oorlogh gene-ten, en Rome wilt van self om zijn overwightigheit; hetweick van den aengrenzenden Marten niet kon vernieltworden; nochte door de Hetrurifehe maght van den drei-genden Porfenne; nochte door de dappeiheit van 1Capna;

dat osier de kroon flack;') nochte door den bitten Spartakus, nochtedoor den Savejart, 1) die trouweloos is in 't aenreehten van nieuwig-

A) De Swede see: lees: ,osso tweeie inourchangenseht."4 Doe fuser de drops Mei voor *,dot near de oppermaoht ltreefde." Zia Ltnue XXIII 6.s) Dew Ilgotojart. Ronal= Leo: dilobros: wean= by hem oehter den bynaam van „tronweloos"

gees, is Day onbekebd; bet ware`; Nat de Ajlobrogen, die, vertu van Rome to willen vernielen,de verraderIgke sondem van MIMI& Ian den Romelnfehen Read ontdekten.

Page 629: vondel. - DBNL

heden: en 't wide& cock het woofte Duitfehlant met tijne hisettooghdejenght, nookte Hannibal, der onderen vloeck, diet kotidert liftmen;dat sullen tvy goddeloozen van verwaeten blonde, verwoeften, enWilde dieren sullen weder het lant beflaen. Hole& een uitheentfeliovert/inner sal d affohe treden; en de niter zal door de ftadt metzijneri kllnckenden hoof rennet; en elm baldadige zal, een gruwelout to zien, gebeente, yen zon en lueht verlleken, in denWhit ftroien, bliffchien vraeghtghe Idle, of do beften (Rider wethet ontbeeren dier zwarigheden u baten eel? 1) Dit zy het beenbefluit: geilVck de Yervloeckte Aadt det Fneenfen ') vlughte, laetendeackers, eigene halfwit, en de kereken, hunner Goden woofifteden, denwilden zwVnen en grijpenden. wolven; to gaen deer de ytibfén itdragen, do woefte winden tt over nee drfjven zttlleli. Behaeghtdat? Of weet yemant wat beters by to brengen? Waerorn farninelenwe ter goeder tilt in den fchepe to treden? Maer laet ons zweeren,dat het vry zal ftaen weder to keeren, zoo ras de gezoncke iteenenweder boven komen drijven; en datwe weder naer huis zullen zeilen,wanner de Po de Matijifche toppen 3) gewachen sal liebben; ofde hooge Apenijn in zee loopen; en eene zeldfaeme minne het onge-dierte met eene nienwe geilheit paeren; zoo dat het hart den tigerbefpringe, en de kieckendief de duff betrede, en het lichtgeloovigevee Beene blonde leeuwen vreeze, en de gladde bock zich in desmite zee vermaecke. Wanneer de heele ftadt, of het befte deel derzelve, rt welck beter is dan al de onleerzame hoop;] dit, en al hetgeen once zoete wederkomfte noch zoude kunnen affnijden, gezworensal hebben, laet ons dim gaen, en de fuffer en hopelooze in hunvervloeckt nett blifven. Ghy, die deughtzaem zijt, laet varen hetvrouwelijck gekerm, en vlieght voorby den Tufkaenfchen oever. Degroote zee, die om de geheele weerelt loopt, ftaet voor ons open.Zeilenwe naer de landen, de geluckige landen, en rijcke eilanden;deer d' ongeploeghde laudou jaerlijcks koren voorbrengt, en d' onge-fneeide wOligaert altijt bloeit; en de altijt vruchtbaere olijftack uit-fpruit, en de braille vijgh haren Ram verciert; de honigh van denhoilen eick afdruipt; en het klare water, zachtelijck ruifchende,van hooge bergen affchiet. Daer komen de geiten ongelockt neerhet melckvat; en d' aengename kudde brengt gefpanne uiers t'huis;

3) Lees: „magi 17, wet or to does volt, of hoe t geheel of t bests deal die rainpen ontgaan :al."s) De sereleeekte /fade der Foaegfes• do inwoners van Feces in 101311n, Reeds ten prool can de

Persifche oorlogen, belloten hen Rad geheel to ”rlaten en, hear vervloekende, swoeren e7 dearsimmer in to sullen toregkeeren. Na reel emswerven In Gallitin geland, waren sy aldaar de Richter.van Mai:Alla (Marfellle)

s) be Jlat(fajede topper: de Matinee Mgt In Apelliin, ongeveer 200 milieu van de Po

HOSATI1118 PIAILIEU8 TOSZANGEN., 589

Page 630: vondel. - DBNL

590 Q. BORATE:RI FLAMM; TOEZANGEN•

en de beer gromt des avonts om de fchaepskoy niet; en de grontzwelt niet op door de adders: en geluckighlijck zullenwe ons overmeer dingen verwonderen; hoe de waterige Ooftewint d' ackers nietdoor menighte van ilaghregens fchaeft, en het vette zaet Diet in dedrooge klay verdort; dewip de Boning der hemellieden het beidematight. Hier lande het pijnhout met Argofche roeiers 1) niet; end'onkuifche Medea zette hier haeren voet noit. Sidonifche zeeliedenhebben hunne fprieten niet herwaert gewent, nochte Ulyll'es gefoldegezelfchap. Geene befmettinge befchadight het vee. Greene blakendehitte der hondtfdagen braet de kudde. Jupiter fcheide die kuften ofvoor godtvruchtige lieden, na dat by de goude eeuw door een koperebedorven hadde: daer na veranderde by de eeuwen in yzer; welckeeeuwen de vroomen met eenen voorwint zullen ontvlughten, indienzegeloovim het geen ick fpelle.

1) get pgfehosi NW Argo.Ake roefors voor ,,hot folifp Argo."

Page 631: vondel. - DBNL

Q. HOBATIUS FLAMM TOEZANGEN. 591

ttu laniltia.

HET XVII. GEZAEG.

Dot se sich solve eons genadigh sy.

u geef ick het u gewonnen met uwe krachtige weten-fehap; en fmeeeke u by Proferpijns rijek, en by Diaensonverbiddelijcke Godtheit, en by de toverboecken, waerdoor ghy de vane ftarren van den hemel kunt doen af-ftijgen, o Kanidia, fpaer eens uwe bezweeringen: helpme,

helpme haeikigh nit den toverkreits. Telef 1) heeft Nereus neef be-wogen, tegens wien by vermetelijek de Mvflfche benden hadde toege-

t) swot AVMs, Gen non van lierkules, word In den Troia's/Woken oorlog door Achilles gewond,dock ook wederom door diem tulip gehoold.

Page 632: vondel. - DBNL

raft, en op wien by met fcherpe pijlen mickte. De Trojaenfche moe-ders hebben den manflaghtigen Hektor, die den wilden vogelen enhonden ten aeze toegeeigent was, gebalffemt, na dat de Boning, zijneveften verlaten hebbende, den halftarrigen Achilles te voet gevallenwas. Ulyffes arbeitzame roeiers hebben, met Circes believen, hnnneborftelige hoiden uitgetogen; toen kregenze hun verftant en fpraecken eerie menfchelijcke gedaente weder. Al te veel ftrafs heb ickvan n geleden ; van n, die van maetroozen en kafflers 1) vierighbemint wort. Mijne jeught glipt heene, en de blozende verwe heefthet geraemte begeven, 't welck met eene doodfe huit overtrockenis. Het hair Is grijs door owe befmeeringen. Geene ruft verlicht myvan den arbeit. De nacht plaeght den dagh, en de dagh den nacht,en ick kan van benautheit geenen adem fcheppen. Ick ellendige wordedan geperft het ontkende te gelooven, dat de Sabynfche Kanidia methaere tovervaerzen het gemoedt ontitellen, en door Marfifche be-zweeringen het hooft fcheuren ken. Wat n iltghe meer? 0 hemel enaerde, ick brands meer dan Herkules, met Neffits zwart wondenbloetbeftreken; en Mac dan de heete vlam, die in den SiciliaenfchenEtna gloeit : en ghy, o fmiffe, barnt van Kolchifch vergift, tot datick in drooge affche ten guigelfpele der winden heeneftnive. Weteinde of wat loon heb ick te verwachten ? Zegh op, ick zal d'opge-leide ftraf getronwelijck lijden; bereit die te boeten, fchoon ofghehondert vaerzen eifchte; ofghe wan de logenachtige lier woudt ge-prezen worden: ghy kuifche, ghy denghtaaeme zult, als een gondengeftarnte, onder de ftarren gaen treden. Kaftor, om Heleens ongelijckgefteurt, en des grooten Kaitors broeder, hebben, door gobeden bewo-gen, den poeet 2) zijn berooft gezicht weder gegeven. Ghy dan (wanthet ftaet in owe maght) verlos my van mijne dollicheit. — — — — 8)

1) idlers: Hon:this heeft: inffifores, 'tgeen V. elders — ale Ns 498, rag 8 — beter met „win-kelkneehls" vertaalt.s) an pees Steslehorns, dle door Helens' breeders met bllndheld geflagen om een fohlmpdleht

op hear, wider door hen dearran genesen word, toen by ado fmasdredenen door eon lofdlcht ver-ge:Ade.

s) Het floe van dlt Huang Is onkleseh, en by Vandal, :elf. by Hon:this, onverftaanbaar.

b92 q ilOgATIIM FLAMM TOIMANGEN.

Page 633: vondel. - DBNL

Q. HORATIUS FLAKKUS TOEZANGEN• 593

Itinliti antwoort.

AT ftortghe gebeden uit voor mijne geftopte ooren?De winterfche zeeftorm beuckt met het grondeloozepekelfchuhn geene dovere rotfen 1 ) voor den naecktenzeelieden. Waentghe ongewroken de ontdeckte nacht-geheimenis, des wuften Kupidoos heilighdorn, te be-

fchimpen? en ongeftraft, als priefter, over de Efquilijnfche vergift-mengers mijnen naem door de geheele ftadt te dragen ? VVat baetbet u datghe de Sabijnfche kollen verrijckt, en dootlijck vergif ge-mengt hebt, indienghe langer leven moet dan ghy wenfcht? Ghyellendige zult een onruftigh leven leiden om altijt nieuwe fmart telijden. Tantael, Pelops trouwelooze vader, altijt nooddruftigh by "vol-heit van fpijfe, wenfcht om ruft: Prometeus, aen den vogel geketent,wenfcht 'er mede om. Sifyf wenfcht zijnen fteen op het opperfte desberghs te rollen, maer Jupijns wet is'er tegen. Nu zultghe willenvan den hooghften toren affpringen: dan weder een Norifch lemrnerin uwe borft ftooten, en vergeefs u willen verhangen, droevigh vanwalgende benautheit. Dan zal ick op mijn vyants fchouders rijden,en de aerde zal voor mijne baldadigheit wijcken. Zal ick die (ge-

0 Geene dovere roffen: verfta: , geen ro(fee, die too doof zijn voor de Bede van den zeernan, als ikvoor de owe."

DE AVENNEN VAN J VAN VONDEL. VI . 38

Page 634: vondel. - DBNL

594 Q. HORATIII8 FLAKKU8 TOEZANGEN.

lijck ghy op het naufte weet) waffe beelden I) buigen, de maen vanden hemel door mijne tovervamen trecken, de verbrande lijckenopwecken, en minnedrancken bereiden kan, my beklaegen, dat mijnekunft op u geen vatten heeft?

1) Waft &whim: door alle women been Malden de toovenaars en tooveresfen — an 'louden symisfehlen nog — er wastbn poppen op us van porfonen, over wier lot sy bekhlkken Tilden, In doovertulsing, dat at wat sy dlen poppen aandeden, ook aan de origineelen gobbled'. meat.

Rocca Giovano.

Page 635: vondel. - DBNL

EEUG ETYDE. 595

^P tt r ttib P. 1 )

Voo r den welftant des Roomfehen Rijeks.

FEBUS en Diaen, ghy woudtvooghdes, blinckende eeredes hemels, die ge-eert waert, en ge-eert zult blijven,verleent ons het geenwe bidden op het heilige feeft,waer op de vaerzen der Sibyllen belaften aen d'uitge-leze maeghden en kuifche jongelingen, den goden, die

luft fcheppen in de zeven heuvelen, een gedicht toe te zingen. 0koefterende zon, die op uwen blaeckenden wagen den dagh aen en

I) EEUGETIJDE: Koor van jongelingen en maeghden, geliik Van Winter er te recht achter voegt.Het werd op bevel van Augustus ter gelegenheid van Homes eeuwfeest, op 't veld van Mars, door54 edele jongelingen en jonkvrouwen beurtelings Apollo en Diana toegezongen.

Page 636: vondel. - DBNL

596 ZEITGETYDE.I

afvoert; en altijt een andre fchijnende de zelve blijft, nimmermeermoetghe yet grooters als Rome zien. 0 Ilitya, 1) of het zy datgheliever Lucijn of voortteelfter wilt genoemt worden; die gewoonzijt, op zijnen tijt eenen zachten arbeit te verleenen, befcherm demoeders. 0 Godin, breng de vrucht voort, en zegen der vaderenbefluit over het befteden der dochteren, en de huwelUckwet, diehet geflacht vermeert: dat na het verloop van hondert jaeren ge-zangen en fpelen, drie dagen en drie nachten lang, met grooten toe-loop zekerlijck vernieuwt werden: on ghy, o Parken,. die waerach-tigh in uw voorfpellen z ijt, laet het geene eenmael gezeit is eenenvaften voet grijpen, on fchakelt het volgende aen het voorige gelnck,en de landou, vruchtbaer van vee en vruchten, vlechte Ceres eenkroon van airen. Gezonde lucht en water moeten de zuigelingenvoeden. 0 Apollo, goedertiereu en genadigh uwe pijlen weghge-fteecken hebbende, verhoor de fmeeckende jougelingen. 0 gehoorndemaen, Koningin der ftarren, verhoor de maeghden. Indien Rome nwwerckftack is, en de Trojaenfche benden in Tufkanen gelant zijn;een fchare aen wie belaft was buis en hof, op toezegginge van be-houde reis, to verkiten: voor wie de kuifche Eneas, zijn vaderlantoverlevende, door het brandende Troje, zonder bedrogh, eenen vryenwegh gebaent heeft, om haer weer te geven dan ze verlaten had-den. 0 Goden, geeft de leerzaeme jeught goede zeden. 0 Goden,geeft den itillen ouderdom rufte. Geeft den Roomfchen volcke goet,kinders, en allerleie heerlijckheit: en Anchifes en Venus doorluch-tigh bloet, het welck u fneeuwitte oifen opoffert, heerfche triomfee-rondo in den oorlogh, en genadigh over de verwonne vyanden. DeMead ontziet airee, to water en to lande, hnnnen dapperen arm ende Albaenfche bijlen. De Scyten alree, en onlangs de hoovaerdigeIndianan komen om wetten to ontfangen. Alree durven vrede, onIron, on sere, en de oude eerbaerheit, on de verwaerloofde deughtwederkeeren; en de gelnckige overvloet verfchijnt met vollen vrucht-boron; en Febus de wichelaer, met zijnen blinckenden boogh ver-ciert, en aengenaem by de negen Zanggodinnen, die door heilzaemekunft de maghtelooze lichaemen verlicht. Indien hy de -Palatijnfche,floten gunitigh aenzie, zoo breide hy den Staet van Rome--en hetgeluckige Italie uit tot in eene andere en shift betere eeuwe: onDiaen, die den Aventijn en Algidus bezit, fie de gebeden der vijftienmanuen 2) gade, en neige hare goedertiere ooren neer de beloften

a) Ilitya: dezelfde als Juno Lucius en Diana.s) or ettnien maws: dose, near hnn aental zoo genoemd, waren de beasarders en %Mb:losers

der SMAIOntche Woken. 11 un was ook de zorg voor de Eenwfeesten toevertronwd.

L

Page 637: vondel. - DBNL

der jongelingen. Wy, een gezelfchap, afgerecht om Febus en Dia enslof to zingen, dragen een goede en zekere hope t'huis, dat Jnpijnen alle Goden dit beftemmen.

Some In On tgd van iloratIna.

BEIIGETYDE. 597

Page 638: vondel. - DBNL

Q. HORATIIIS FLAMM♦•1/ DI

DICHTKIINST.

AEN DE PIEIONEN. 1)

NDIEN de fchilder een menfchenhooft op een paertshale wonde zetten, en met veelerleie vederen fcha-keeren, en van allerhande leden to zamen voegen,zulx dat het bovenlijf een fchoone vron geleeck, enhet onderfte in eenen mifmaeckten vifch eindighde;

zonilltgbe, o vrieuden, dit ziende n van lachen kunnen onthonden?Ghy Pifonen gelooft dat nick een boeck, wiens ydele beelden, ge-

t) Da mann: de zonen van Lucius Pifo, aft eel doorluchtig Romelneeh gedaeht gefProten. Tanhen was ICaeins Kalpnrnina Pffo Rental In de wren It en 8 your J. C. (781 en 747 van Rome),Dada' Rilpornitta Pffo In 't jaw 14 vow J. C. (734 van Rome) ea lamina Xalpurnina Pifo In 'tMar van Motu' geboorte.

598 Q. MEATH:FES FLAKIEUS VAN DE DICHTIIIINST.

Page 639: vondel. - DBNL

Q. HORATIUS FLAKKU8 VAN DE DICHTKUAST. 599

lijck eenes krancken mans droom, gebootzeert werden, dat hoofsnochte voet tot een gedaente paffen, zodanigh een tafereel gelijckenzal. Schildera en poeten hadden altijt eene gelijcke maght van alleyto dnrven befteen. Dit wetenwe, en verzoecken oock doze vryheit,en vergunnenze u wederom. Maer niet in dier voegen dat hot hardeby het zachte gevoeght werde; nochte flangen met vogelen, en tigersmet lammeren zich mengen. Den meeften tijt wort een purpereniiroock of twee, die verre aflleken, op deftige beginffelen, en diegeweldige zaecken beloven, gezet; wanneer een wondt, en Diaensautaer, en d' ommeloop eenes waters, door genoegelijcke velden vhe-tende, of de ItUnitroom, of regenboogh befchreven worden. Maer nugeeft pen pas, earnalffehien kuntghe wel eenen cipreffen boommaien. 1) Wat -beduit dit, zoo hy, die am gelt van u uitgefchildertwort, hopeleos de fchipbrenck ontkome? Ghy hebt een groote krnickbeginnen to draeien; waerom komt het op een klein potteken uit?Endelijok een yeder werckituck zy flechts enckel, en eenwezigh. Wy,

meefte deel der podten, ghy vader, en, ghy jongelingen, die dienvader waardigh z4t, worden door fehijn van waerheit bedrogen. Icktrachte kart to zijn, en worde &After. Zenuwen an sin befwijckendimly die lichte zaecken volght. Die groote dingen voorheeft, is op-geblasen. Die al to veiligh wil gaen, en voor onweder vreeft,.kruiptlongs de aerde. Die don een zelve zaeck zoo byfter wil veranderen,doet eveneens of by Dolfynen in den woude, en Wilde zwijnen insee khilderde. Die het gebreck vermilt, vervalt in het gebreck, zoohet heal men de kunft ontbreecke. Een Hecht beelthouwer, benedenhet Entilifche fchermfchool 3) woonende, zal wel nagels uitbeelden,

hetrechte hair in koper nabootfen, maer.in het voltoien van hetwerek ongeluckigh zijn, om dat hy het geheel niet wel weet to Mellen.Indio ick iet woude maecken, 'k zou dozen niet moor willen gelijcken,do dat ick levee sonde, en gezien worden met eenen krombocheidea netts, zwarte oogen, en zwart hair. Ghy die fchrijven wilt,kiss ems Itof, die met ewe might overeenftemt, en legh to deegheover wat awe fchouders draegen kunnen of niet: die den *en ftofneer zijn,e might gekezen heeft, dien zal welfpreeckentheit nochteduidelijcke orden onthreecken. Indien het my niet on milt, zoo sal}der in de denght en fchoonheit des ordens beftaen, dat hy nu zegge

1) Deft*: bier in den sin van „hoogdravend."s) Outdid het omit gmete knelt Is eon elpres to teatimes. De fpreekwess been, segt men, hair

ontdaan to darken aan de vraag, door eon kladfshilder godson as. een armen seaman, die sgakhipbrenk op sea tepid wilds afgebeeld hebben om daarmede to pan bedelea, „of by er yencdpres op moat hebben."

s) art AAA& taimrsysiteas dis folummrpleats, door Martins Emilia. Stearns, des fehenammu vanSyne, goiticht. — Men lotto ep, dat V. bier JAM ons. beslgt, als Amanda voor „feboolgebauw."

Page 640: vondel. - DBNL

het gees gezeit moet zijn, en veele dingen, die to zeggen zijn, nit-itelle, en voor dien tijdt overfla. De heldendichter volge dit en vliededat; omzichtigh en fpaerzaem in zijne woorden. Het zal braef ge-zeit zijn, indien eon geeltiga to zamenftellinge een nieu woort be-kent maecke. Zoo het by gavel noedigh. zy der dingen geheimeniffeadoor nieuwe tekens een to wijaes4, =Item maim. seaway woordenverzieren, die de gegorde Cetegen 1) noit hoorden; en het sat u vryitaen, indienghe het flechts befcheidelijck doet: en de nieuwe enonlangs verzierde woorden zullen gangbaer worden, zooze, uit deGrieckfche bron vloeiende, weinigh gebogen worden. Doch wat salhet Roomfche volck aen Cecilins 4) en Plautus 4) toeftaen, het geenzein Virgijl en Varies niet en willen lijden? Waerom b.enijt men hetmy, indien ick eenige Latijnfche woorden kan vinden, naerdienKatoos en Ennins tong 'a lants tale verrijckt, en nieuwe namen derdingen voortgebroght heeft? Het was en zal altijt geoorlooft zijngelt van gangbare munte nit to geven. Gelijck de boirchen jaerlijcks'mune bladers veranderen, en de eerie afvallen, zoo vergaet oockde oude eeuw der woorden; en die onlangs opqnamen, groeien enbloeien, gelijek de jenght. Wy en ale onze wercken zijn den onder-gang onderworpen; het zy 't lent de zee inruimende, de vlootenvoor de Noorde-winden befchnt; dat een koningklijck werckftnck is:of dat een lang onvrnchtbaer moerafch, en bequaem voor de galeien,de nabnrige fteden voedt, en omgeploeght wort: het zy een vliet,eenen beteren wegh vindende, zijn kil, de yruchten nadeeligh, doorknnft verleit hebbe; al dit en wat menfchen gemaeckt hebben zalvergaen: hoe veel to min is de eere en levendige bevalligheit derwoorden gednurzaem.- Veele woorden, nu niet gangbaer, zullen inzwang kotnen, en die nu gangbaer zijn zullen flijten, indien het go-'Ionia, weer by het gefagh, Becht en regel van fpreecken beftaet,dat zoo believe. Homeer heeft aengewezen met wat eene maete derKoningen en Vorften daden en droevige oorlogen befchreven mogenworden. Voor eerft is de klaghte, in vaerzen met ongelijcke voetengepaert, befohreven; daer na oock vrolijcke zaecken, die naer wenfchgingen. Wat dichter nochtans de nederige klaghten eerft uitgaf,daerom twiften de letterkunftenaers, en de zaeck hangt nosh in 'tBecht. Ben dolheit wapende Archilochus met jamben, gelijck eigen. 4)

0 De monis Odeon: ten tads van den ',wooden Punifehen oorlog wet er Gen Soroolins althornKunfnl en of sips welfprekendheid beroemd.

• Ossinss: een Rather Mt de landOreek aan den root der Alpen plasm Hy had slob to Romenedergeset, wear by blytpelen fehreef, die Met tot one sdn gekomen, ea in welke by sick van volenienw &Mode woorden badlands.

a) Plautvir do beroemde blyfpeldichter.4) Aresbea, Meek edges: dat Jamben, geligend man de gemoodfteramIng, waarin by slob

beyond." Archilochus was de sera% segt men, die dose dichtfoort beslgde.

600 Q. 110RATIIIS FLAKED'S VAN DE DID/WEI:MST.

Page 641: vondel. - DBNL

Q. HORATIUS MARIUS VAN DZ DICHTKUNST• 601

Blyfpelen en hooghdraevende treurfpelen hebben dezen voet bequaemtot gefpreck, en om 't geraes des volcks te verdooven, en tot fpelengeboren, aengenomen. De Zanggodin leerde met Lyrifche vaerzenverhalen Goden en Godenkinders, en den kampvechter, en het paert,dat in den renftrijt triomfeerde, en der jongelingen bekommerin' -gen, en. vrye gelagen. Waerom geef ick my voor eenen poeetnik zoo iek mkt kw noel to weet alle deelen naer den eifch, en deveranderingen weer te neemen ? Waerom wil ick, my t'onrecht fcha-mende, Bever niet weeten dan leeren? Een blyfpel wil met Beenetrenrvaerzen beschreven worden. Tyeftes gaftmael wil mede niet metflechte vaerzen, en die bykans den blyfpele paffen, verhaelt worden.Elcke zaeck, voegelijck nitgekozen, laet behoorlijcke plaets hebbenneer. zijne ftof. En nochtans klinckt fomtijts het blyfpel deftigh; ende vergra,mde Chremes kijft met een' verheven 41; en de treur-fpeler klaeght veeltijts met gemeenen kont, Zullen Telef en Pelens,daerze- beide arm en balling zijn, eenen hoop opgeblaze en trotfewoorden nitworpen, indienze 't hart des aenfchonwers door honeklaghten willen beroeren? Het is niet genoegh dat gedichten fchoonzijn; ladse oock vriendelijck wezen, en 't gemoedt des toehoordersvoeren waerze willen. Het menfchelijck aenzicht weet, gelijck hetmet den lachenden lacht, ook met den weenenden te weenen. Wiltghehebben dat ick fchreie, zoo moetghe zelf eerft fchreien. 0 Telef, oPelens, dan treffen my nwe ongelucken. Indienghe nw rol quahjekfpeelt, zoo zal ick flaepen, of n nitlachen. Droeve woorden paffeneen bedrackt aenzicht; den verbolgen, woorden vol dreigementen;den fpelenden, dartele ; den defiigen een erthige reden: want Na-ttmr geeft ons inwendigh eene ploy van allerhande fortnin. Zy ver-wecckt ons tot blyfchap, of gramfohap; of zy benant ons, en fleetons door droefheit neder: deer na uitze de hartatoghten door detong, 'a gemoedts tolck. De Ridderfchap en het gemeene volck vanRome zullen lachen datze fchateren, indien de woorden met desfpreeckers ftaet niet overeen ftemmen. Peel fcheelt het of meefterof 'knecht fpreeckt; of een bedaegbt out man, of een die noch in dehitte zijner bloeiende jenght is; of eene vrou van fleet, of eene neer-ffige , Yeefter ; of een reizent koopman, of een ackerman; een Kolcher,of een Affyrier ; een Tebaen, of Argiver, of: de fchrijver zal het ge-rncht 2) volgen, of iet terzieren dat daer mede ftemt. Indienghe Achil-les verheerlijeken wilt, bootzeer hem weaker, verbolgen, onverbid-delijck, ftraf: hy lochene dat hy onder de wetten fta: hy fta door

.) aroma: eon performed% nit den Haustostineraffsesos, of „rmlitestader" van Twenties.a) eerie*: liter voor „overievering."

Page 642: vondel. - DBNL

602 Q HORATIUS FLAKKUS VAN DE DICHTKUNST

zijne wapens naer alles. Medea zy wreet, en onverzetbaer; Ina be-druckt; Ixion tronweloos; Jb omzwervende; Oreftes droef. Indienghewat ongomeens op bet toonneel brengt, en ghy een nienwe perfo-naedje wilt ten toon Mellen; die volhar4e ten einde toe, ale hy vanden beginne was; en zy altijt zich zelven gelijck. Zwaer valt het vangemeene zijne eige cling= te maecken. Beter sultghe van Trojedoen fpelen, dan ofghe onbekende en te yore noit gehoorde dingenaen den dagh zoudt brengen. Ghy mooght van gemeene Cloth weluw eigen maecken, indienghe niet tip blijft then op de flechte or-den, die vow elck sea open ftaet; en hen niet al to getron, vanwoort tot woort, zoeckt to vertaelen; en ale een navolger n in zulekeene engte begeeft, weer nit ghy n door fchaemte en de wet deswercks niet zult kunnen redden; nochte ghy suit zoo beginnen ge-lijek eertijts die omlooper:

Ick zal Prisms fortuin, en eedlen oorlogh zingen.Wat 23011 does Azar, t goon tot zoo greet eenen boha peke, voor

den.rtagh kunnen brengen? Bergen whim; baron, en deer koomt eenhelachelijck mnisken voor den dagh. Hoe Teel te bet& does, die nietongerijmts , veorneetut?

Verhaelme, o Zanggodin, den man, vol likigheden,Die na den Troifchen val zagh veeler lieden zeden,

En zinlijckheen, en keen.

By pooght niet roock nit glans, maer glans nit roock voort tobrengen, om glimpelija bier nit wonderen to laten fpruiten; name-lijck • Antifaet 3) en Scylla en Kyklops en Charybdis; en by begintDiomedes wederkomke niet van Meleager, omkomen; nochte denTrojaenfchen oorloogh van het peer moron: 3) altijt haeft hy naer hetelude, en verrnekt den toehoorder tot het middenite zijner vertel.liar; gelijck ofas bekent was; on last na die dingen, weer van hywanhoopt die eierlijek to kunnen nitbeelden; en lieght, en mengt weer-bait en loge► zoo onder een, dat het middenite van het eerie, enhet laetite van bet midden& niet verfcheelt. Boor ghy eens, hoe ikea bet ivolck het hobben willen. Wiltghe dat de tapijten hanger bljj-veal en de toehoorder zitte, tot dat de fpeeler roept: klapt in deWiden, soo moetghe op de zeden van ieders oude letten, en elckslicbt verancierlijcke natunr en jaeren hare eigenfchappen byzetten.

e sow orInteektily.",% Wooed m kihniumb°00001, “Mt SIs 't Gr. Poet% en In 't getwoensemagefprek nog In swang (Woven; offehoon 't meest poehoe of poehei wordt ultgefproken.

a) AN SON*: Antibes., keels( der Leartposee, taw de matters van Myths pressen, wear vanhy or een red:lend, on deed slIn fehepen vergaan.

1) BO peer eierwa• do Moron, does Leda gaed, en nit eon van welke Helens, de oorutalt van denocorlogt, ontfproot.

Page 643: vondel. - DBNL

Het kint, dat nu fpreecken kan, en alleen gaen, heeft eenen treckom met zijns gelijcken te fpelen: wort gram, en lichtelijk gepaeit, enverandert alle oogenblicken. Endelijck d'ongebaerde jongeling, bui-ten meefters bedwangh, is vermaeckt met paerden, en honden, enoffenplaetfe; 1) zoo buighzaem als watch tot ondeught; vyant vanonderwijs; een traegh kenner van zijn oirbaer; een fpilpenning, fier,begeerigh en wifpelturigh van zinnen. De mannelijcke oude, en betgemoedt, van oeffeninge veranderende, tracht naer rijckdominen, vrient-fchap, en eere; wacht zich te begaen het geen haeft moght berou-wen. Veel ongeval komt den ouderdom over, om dat by goedt zoeckt,en ellendigh zich van 't verkregen onthoudt, en vreeft het te ge-bruicken: of om dat by alles befchroomt en koeltjes bedient, eenuitfteller, groot van hope, een fuller, en begeerigh naar het toeko-mende, korzel, moeielijck, een prijzer van zijnen voorleden tijt, toenby een kint was, een beftraffer en bediller der minderjaerigen. Dewaffende jaren brengen veel gerVs mede, de afneemende beneemenhet. Op dat men eenen ouden man niet een jongmans rol laete fpe-len, en een kint een mans rol, zoo moet men altijt blijven in deeigenfchappen, die yeders oude pollen: of de zaeck wordt gefpeelt,of vertelt op -het toonneel, als gefchiet wezende. Het gehoorde raecktmin het gemoedt dan t' geene men met zijn oogen gezien heeft,en van den ziender zelf ingenomen wort: nochtans zultghe niet ophet toonneel brengen het geen binnen behoort te gefchieden; en veelezaecken zultghe voor den oogen verbergen, die fins van den tegen-woordigh fpreeckenden vertelt zullen worden. Medea vermoorde haretinders voor den volcke niet; nochte de fchendige Atreus koockehet menfehelijck ingewant niet in 't openbaer: nochte Progne werdein vogel, Kadmus in eene clang verandert. Al watghe my zoo ver-toont, dat haet ick, als een die het niet gelooft. Een fpel, dat aen-genaem zal zijn, en dickwils gefpeelt worden, zij korter nochte lon-ger dan vijf bedrijven: nochte mengt'er geenen Godt in, 't en zydat'er een knoop t' ontwarren is: nochte daer fpreecke geene vierdeperfonaedje. De Rey neeme den perfoon eenes fpeelers waer, en zydeftigh, en mannelijck: en zinge niet midden onder de bedrijven hetgeen ter zaecke niet diene, en niet bequaem daer op pail's. Hy be-gunftige den vromen, en rade de vrienden ten befte, en breidelede vergramden, en hebze lief, die fchuw voor gebreken zijn. Hyprijs korte maeltijden, heilzaeme rechtvaerdigheit, en den vrede metope poorten. Hy bedecke 't vertroude, en bidde, en fmeecke de Go-

Offenplaetfe: miefehlen een drukfout voor oefenplaetle: offehoon ook dit het aprici gramine campi,„het graan van eon zonrijk veld," idol terug geeft.

Q. HORATIUS FLAKKUS VAN DE DICHTKUNST• 603

Page 644: vondel. - DBNL

604 Q. HORAT1U8 FLAKKUS VAN 1)E DICHTKUN8T.

den dat het gelnck den ellendigen zijn aenfehijn biede, en den hoo-vaerdigen verlaete. De Suit was toen niet als nu met koper over-trocken, en geene nabciotfter der trompette, maer dun en enckel metweinige gaetjes, dienftigh om to blazen en de reien to helpen; enniet bequaem om de noch niet at te dicht bezette zitplaetfen metgelnit to vervnllen, daer het kuifche zuinige en ftemmige volck inzoo kleen een getal vergaderde, dat het telbaer was. Maer federthet, als overwinner, begon lant te winnen, en den kreits der veftenwilder nit te dringen, en den geeft op vierdagen onbeftraft by dagemet wijn to toeeven ; teen kregen vaerzen en gezangen weer vryheits.Want hoe son de ruwe boar, van zijnen arbeit ruftende, onder hetftedevolck, en d'oneerlijeke met den eerlijcken gemengt, zich kun-nen beftleren? Alzoo heeft de pijper gebaer en overdaet by de ondekunft gevoeght, en heene en weder zwierende zijn gewaet langs hettoonneel gefleipt. Alzoo oock de toonen met de deftige fnarenaengegroeit, en de vloeiende welfpreeekentheit heeft eene ongewoonetael voortgebroght, en het nntkundigh voorftel, 2) een vocirfpeller vantoekomende zaecken, verfeheelde niet van de Delfirche tledfiraeck.Die met treurzangen naer den prijs van eenen flechten boar !font,heeft korts deer na oock Wilde Saters naeckt op het* toonneel ge-broght, en die eerft hardt was heeft'er, behondens de deftigheit dertreurfpelen, boertery gezocht in to mengen; om dat de aenfehonwergeoffert en wel gedroncken hebbende, en nitgelaten zijnde, met aen-lockingen en aengenaeme nienwigheit molt opgehouden worden. Maermen moet de fchimpers en kakelachtige Saters zoo op het toonneelbrengen, en het ernitige met het boertige zoo mengen, dat niet, zoowat Godt of belt, met koninglljek gout en purper nitgeftreerken,earn te voorfchijn koome, geenen komenypraet fpreecke; of terwijiby fchnwt to gemeen to fpreecken niet den wint en roock voort-brenge. Het - treurfpel, dat geene flechte vaerzen nitworpen wil,sal fehaemachtigh onder de dartele Eaters verkeeren; gelijck eenftaetige vron, die op feeften tot danffen gedrongen wort. 0 Pifones,indien iek fchimpdichten won fchrijven, 'k son niet alleen ongebloemdeen oncierlijcke eige woorden gebruicken, nochte poogenzoo veel vande treurfpelige deftigheit te verfcheelen, defer geen onderibheit zyof Davas fpreecke; of de ftonte Pytias, die Simon') voor eenen talent ge-fnoten !weft; of Sileen, een dienaer en wachter van den alvoedendenGodt. Iok sal een fchimpgedicht verzieren van bekende zaecken, dat

V Des geed.... to tones: geed Is Met ,,be(ehenngeest" in ream, „onthalen, bevredlgen."8) Del modwildigh treendek wde vooritelling van sakes', die 't nuttig is, to Ireton."8) Dam, Platy, &snow perfonendlen nit bigigelen.

Page 645: vondel. - DBNL

Q. RORATIUS FLAMM VAN DE DICHTKIINBT. 605

ieder hoept het zelfde te kunnen doen, en die het durf beftaen, deerover to veal zweete en te vergeefs arbeide. Zoo veel vermagh deorde en de t' zamenvoeginge. Zoo veel luifters krijgen de gemeenedingo& De Fannen, nit den boffchen op het toonneel gebroght, hoe.den lid, mijns oordeels, datze door al te doorwrochte vaerzen nietdartel zijn, ala ofze under hovelingen en grooten verkeert badden;ntedite vane of lafterlijcke woorden nitfmijten: want de Bidders, detreffeliickften, en rijckiten itooten zich hier aen: en zy hooren nietgaerne, en prijzen niet het geen de gemeene man prijft. Ben kortelettergreep voor eene lenge wort een jambes genoemt, een fnelvoet;weer van de jambifche vaerzen ook den naem van trimeter gekre-gen hebben, wanneerze zesvoetigh waren. Eerft waren de jambifchevaerzen van begin tot het einde al eveneens; onlaugha )kebbenzeooek voegelijek knnnen lijden, dat'er vafte fpondeen tufil3hen zijngevoeght; =la datze uit de tweeds of derde ruftplaets niet geftoo-ten werden, om wat langfamer en wat deftiger te klincken, In At-tikns edele trimetren worden de jamben zelden gebruickt, in detweede- of vierde ruftplaetfen; en het brantmerckt Ennius vaerzen,die met eenen grooten boha op het toonneel (lumen, datze al tohaeftigh of achteloos, of zonder kends van de knnft gennteckt zijn.Alio oordeelaers zien de feilen der va:erzen niet, ea de Romainenloopen'er al to ruigh over. Zal ick daerom in mijne dichten buitenhet spoor lbopen? of achten dat het my vry ftaet en wel afgenomenzal worden van alien die mijne feilen zullen zien? EndolUck ik hebwel mia4agen vermijt, 1) maer geenen prija behaelt. Doorfimffelt ghynacht en dagh de boecken der Griecken. Maer onze vooronders heb-bea ,, Platitne vaerzen en boerteryen zeer geprezen; al to jammerlijekop det ick niet zegge al to dwaes, zich over beide verwonderende;indien ick en ghy ratter kunnen een onbefchoft van een geoftighwood, onderfcheiden, en een goet gelnit, op onze vingers, en metden oneen oordeelen. Men zeit dat Tefpis het onbekende flagh vantreurfpelen eerft gevonden, en op wagens gevoert hebbe die gedich-ten, weleke gezongen en gefpeelt werden van perfonaedjen, wieraengezichten met wijnmoer beftreecken waren. Hier na heeft Efehi-lna, winder van grijns en heerlijcke kleedinge, een toonneel van fiehtebalcken gebont, en hooghdravende leeren fproken, en op broozentreden. Na dezen is het oude blyfpel met grooten lof opgekomen:maer de vryheit verviel tot misbrnick, en tot een gewoonte die menmet wetten toomen molt. De wet is aengenomen, en de .Rey wert

0 Versqfdi raor sermedear do vorm is onpwoon.

Page 646: vondel. - DBNL

606 Q. HORATIU8 FLAKKUS VAN DE DICHTKUNST•

Rom door verbodt van fchimpen. Ones Latijnfehe poeten, die treuren blyfpelen dichten, hebben niets onbesocht gelaten, en geenen klee-nen pita behaelt, um datze de voetftappen der Griecken dorlbenverlaten, en hunne eige daeden verheffeut en Italie sonde diet magh.tiger door ,zijne dapperheit en befaemde wapene werdest, Ids doorsVne welfpreeckentheit, indien den potten het V*41 befchavenvan Inm werck, en het wachten ran ultgeven Wet verdrost. Ghy-lieden van Pompiliaenfchen bloede beriftt de vaerzen, die niet langeonder handen en veal verbetert ee Steamed uitgefchraht zUtt ge-week. Om dat Demobs* gerteilds dat het rersoft meet , -value&dan de arm kilt, /serum heeit by de wijse roil* When den fin-like► 1gelloten. Zommige dichters willen bum sagas niet ]torten,mate den baervlaeten fcheeren. Zy zVn altijdt eenzaetn, en Mu-wen :de ball:titer= ; want zy sullen den titel en eaem vah poeet krij-gen, indienze not bet hoof, 't welk met gain nieskruit van drieAntigen 1) to genesan wasp van Li+ 1) bobbed WNW Moment enick ben dwaee, die mijne gel in de lento salvers, niettuntbatatendershater vaerzen dichten: mem dit is my de pyn *let initkrbviek sagniet fnedigh zijnda, sal din eon wetftsen veritrecken, het yserkan fcherpen. Niet fchrilvende, sal ink =miaow Icemen watse be.hooren to doen, die fchrtfven willent weer door men goeftwet omen poeet aenetteeeke, en .nderwijze: wet Weise of niet:weer fchoonheit en gob,* in belts. Wije wizen is de bran en oir-fpreng van het fchrttron.1111ofooffche boecken kutaterr n itof leve-ren, on de woorden *Om de zaeck van self 'elm, bU omen diegeleert heat wet kr den vaderlande en vrieuden febaldigh try; metwet liefde by .+e enders, broader en Wiry/sort meet heminnen;wet eettea Reedtelteeren en Rechters atm* ay; wet eons veltheerenpliekt in den oorlogh vereifche. Zulck eon west yoorwaer sick pert'fees neer behooren to dean fpreeoken. Ick wil den by, dies knnitelUck

naboetfen, lette op het voorbeelt van liven en seden, en deervan de tael entleene. Zomtijts sal eon enseedigh fpel, fchoon vanfprencken, en wel nitgebeek, en minder kunft en geeft, het volckmete vermaeeken, en langer oplionden den vaerzeu sender wijsheiten ratelende grolben. De Zanggodin beltelde den Griecken, -nergensneer ftsende dan neer eere, vernnft, en eon deftige nitfpraeck. DeReomfche jenght leert met lenge rodenen eon geheel in hondert

rj AldilireP4 Antleyss, ean had Grtekenland, beroemd door het nieskraid (felleborna), dat er✓eside on tot gebosing nen Ineskstnaigen werd gebezlgd. Van dear de fpreekwijae: „gy veart nearAntleyra," voor „gy sit mal."

a) Even ale Mande elken banter Figaro, soo neeinde men by de Itomeinen hem 'Actable, als debaardielmerder van Cesar, door dozen tot iteadakter verbena.

Page 647: vondel. - DBNL

Q. HORATIII8 PLAKK178 VAN DE DICHTIEUNST. 607

verdeelen. Last Albijns soon 1) zeggen, indien een van vijf genomenis, water overfchiet? Vier. Ja ghy suit nw goedt wel kunnen be-waren. Doet een by vijf, wat koomt'er nit? zes. Wanner gelt engoetzncht het hart eens ingenomen heeft, meenenwe dat'er onfterfe-lijcke vaerzen sullen kunnen gedicht worden. De poeeten willen notof vermaeck toebrengen; of te gelijck nutte en genoegelijcke din-gen zeggen. Al watghe voorfchrijft weeft deer kort in, op dat leer-same zinnen haeft begrijpen 't geen gezeit wort, en dat getronwelijckonthonden. Al wet overtolligh is, vloeit nit een voile borft. Laet hetverzierde om 't vermaeck bykans geloofwaerdigh wezen; en de la-bel juift, in al watze wil, geene waerheit fchijnen; on het verflondenkint niet weder levendigh nit Lamiaes bnick 2) trecken. De Beets-heeren walgen van vrnchtelooze dingen. De Roomfche jonge Biddersverfinaeden horde poesy. Wie den oirbaer met het genoegelijck mengelt,den loser vermaeckende, en te gelijck onderwqzende, die heeft hetrechte wit getroffen. Dit boeck wil aen den man: dit gaet over zee,en reckt de faem des vermaerden fchrijvers. Nochtans vint men fei-len die men over het hoofs mod zien: want altijt klinokt de fnaermkt zoo ikis ha bent en geboor hebben willen; en dickwils fehreenwtzete fijn, wanneer menze grof hebben wil: en men treft niet juilt al-tijt het wit, deer men met den boogh naer mickt: maer, weer hetmeeftedeel van een gedicht nitfteeckt, deer sal ick my eon .weinigeMien niat fkooten, die nit geen vervaim fpruiten, of die men van na-ture Diet verhoeden kon. Wat den? Gelijck een letterzetter, 2) zooby altijt in het zelfde mift, hoewel by berifpt isy niet kan verfchoontwordenf.en een cyterfpeeler befpot wort, die altijt op eene zelvigeSnore milk; zoo acht ick hem die dikwils mift, en by wort Oherilusipl#ek; over wien iek my al lachende verwonder, wanner by tweeof (Memel een goat veers dicht; en my jammert, wanneer de goedeUnneer eenen asisflagh begaet. Meer in een fang wank ken mensick .liehtel4ok vargrijpen. 'oozy moat wezen els fchildery, van de-weleke eenige IS meee vermaecken zal, indienghe dichte byftaet, onnudes, sloughs vim irony Itaet; daze wil in het doncker linen; demetre, die het_ foherp oordeel des kenners niet vreeit, wil 'tricht gezien woven.: daze wil !naer eons aenfchout, de andere den.mast ,met hat gesion worden. Hoewel ghy, o ontite brooder, van nwenvader to recht geftuurt wort, on van u zelven wijs genoegh zijt, zoo

4144fee Beau dame Albeit was een meek:mar.s) Olt Lanigan bake: beter: „ult den bulk senor Lands" Lamb bah Is Met zoo seer eon 'Igen

nem, ale met die senor foort ran gedreelden, den fehlkt aannemende ran Cahoon. Treason, deItinderas, vane de imapen, door ItafkosIngsa esalmalden en se vervolgends verdonden. In de,Arabbile.beebtsetteillageor stades wy as met den noun an ,,Ilak-op" (la 't Fr. pek)betyteld.

a) ans ktisrseear: seer gest; suer Itorattas fprak van sea koplIst.

Page 648: vondel. - DBNL

onthont nochtans dit: dat zekre dingen eenen middelwegh hebben,en let daer in te verdragen is. Een tamelijck rechtsgeleerde enwoorthoutler 1) verfcheelt wel van den welfpreeckenden Mefl'ala, 2) enwest zoo veel niet als Anins Kafcel; maer evenwel hontmen let vanhem. Middehuatigh in Po6zy te zijn laeten Goden, nochte menfchen,nocht fchouburgen 4) toe. Gelijck een ontitelde muzijck, op grootemaeltijden, dicke balffem, en mankop met Sardifchen honigh, onaen-genaem zijn; om dat men wel zonder die maeltijt !louden kan; zoowort oock de Poezy, die om het hart te vergnicken opgekomen engevonden is, indienze een weinigh van de volmaecktheit afwijcke,gent& niet geacht. Die niet kan fpeelen, onthonde zich van kamp-vechten ; die op den bal, wore en tolfpel niet is afgerecht, honde Aintuft, op dat de menighte der toezienderen hem niet met reden uit-lachen. Die geen verftant van dichten heeft, wil evenwel vaerzenmaecken. Waerom niet? Ink ben een vrye en welgebooren, byzon-der daermen my fchattende bevint dat kin Bidders goet hebbe, en'dement wat op my to zeggen heeft. Hebtghe natnnr niet te baet,onderwint n niet te zeggen nochte te dichten. Gh ly hebt het oordeelwel, en de voorzichtigheit. Indienghe nochtans voor dozen let gefchre-yen hebt, laet Melina uw vader en ick dat hooren, en daer. man oor-deelen, en hen uw fchriften negen jaren by n t'huis., Pat niet nit-gegeven is kan men t'elckens nitfchrabben. Een eons gefproken woortwil niet weder te rugge. De heilige Orfena, der Goden tokk, heeftdo woe& menfchen wan mood en het goddelooze leven afgefchrickt;hierom zeit men dat hy tigers en verilindende leenwen temde;Amfion, de bonwer van het Tebaenfche (lot, de iteenen met ;On lait-fpel en vleiende gebeden leide, waer hy Wilde. Dit was de wijfheitvan outs, het gerneen van 't eigen, het heilige van 't onheilige tefcheiden: te beletten dat men zonder onderfcheit niet by elckande,ren Ain): huwelijcitaregels voor to fchrijven: Peden to bouwen: wet,ten in to *ellen. Aldus sun de heilige poeten en vaerzen aen Internen foam geraeckt Hier na hebben de treffelVckften, Homeer, en Tyr-tens, de manhaftige _batten met hi:nue vaerzen ten oorlogh aenge-ftoockt. De orakels zijn door vaerzen nitgefproken, en zoo is de weghdes levees aengewesen: der Koningen gunft is dour dichtmaet ver-kregen: de tooneelfpelen gevonden, en de reft des langen arbeits ge-

Weertheuder: „die woord voor imam' rood," *en „pleitbesorger "Iftdbla: M. Valerie's Neffisla, bygenaamd edger of de swarte, was Kindel in 't jaw SO veer J. C.

(van Sines OM en eon voortreffellik redenaar.a) Arlue: Jruseellos deist wad een buroemd reeitter nit die dagen.•) Amide fekoseargen: 1 Lat. boort eeisatatte, wat „sullen, pilaren" beteekent. too dat Iloratins

zoo wool to& hebben wilien seggen, slat ,,seite de sullen kunnen pen utitidelmattge polisy verdra-gen." Op de :linen der gaanderyen pinta men muesli* de tytels der ender dens ukgelkaide boeken

Q. HORATITI8 FLAKKUS VAN DR DICHTKUNST.608

Page 649: vondel. - DBNL

vonden; op datghe n immers der Zanggodinne, op de Her nitgeleert,en om Apolloos gezangen niet behoeft to fchamen. Men heeft on-derzocht, of men door natuur of door kunft een goet veers dicht.Ick zie niet wat voordeel het ftaen naer de kunft zonder eene rijckeader, inbrenge; nochte oock niet wat nut een ongeflepen vernuftbare. Het een behoeft des enders hulp, en zy paffen wel te zamen.Wie tot zijn voorneemen wil komen, moet in zijne jongkheit veel lij-den; en doen; veele hitte en koude ;tighten ; van wijn en minnefpelzich outhonden. Die, in Pytifche fpelen, op de fluit fpeelde, leerdesera, en ontzagh zijnen meefter. Nu is het genoegh datmen zegge:ick dichte wonderNcke gedichten : de kramp veer hem in zijne knie,die de kite is: ick achte het fchande achter te blijven, en te beken-nen dat ick, het geen ick niet geleert hebbe, niet wete. Gelijck deftadts roeper de lieden om iet te koopen te zamen roept, zoo doetde poeet, die Iantrijck is, en veel gelts op woecker zet, de vleierstot het gewin loopen. Is het een die iemant wel toeven, en voor denliehtbewogen armen hals borgh blijven kan, en hem uit een verwertplait redden, het zal my wonder geven, zoo die zalige man eenenlogenachtigen, nit eenen waren vrient kan onderkennen. Ghy, betzy ghy iemant wat gegeven hebt, of geven wilt, laet die, vol vanvreught, tot uwe gedichte vaerzen niet gebroght worden; want hyzal fchreenwen : fchoon, fraey, braef: by zal'er om befterven, oocktranen nit zijne oogen itorten: hy zal opfpringen, met zijne voetenop de aerde ftampen; gelijck die gehnurt zijn om het lijck te be-lbhreien, meer misbaers bedrijven dan de van harte bedroefden ; al-zoo ontftelt zich de fchimper meer dan de waerachtige prijzer. Mensnit dat de Koningen met veel wijns opvullen, en tot drincken part-fen diense willen doorgronden of hy hunne vriendfchap waerdigh zy.Wiltghe vaerzen dichten, laet u met geen voffenvel bedriegen. Wan.-neerghe let voor Quinctilins lee% zoo fprack hy: ay lieve, verbetertizt en dat: indienghe zeide datghe niet beter kont, en te vergeefs$wee of driemael onderzocht had; dan bevel hy het nit to wiffchen,40 de qualijck gedichte vaerzen to herfmeden. Indienghe nw gebreckBever - woudt voorftaen dan verbeteren, zoo fprack hy niet een woortmeer, of dede geene verlore moeite, op datghe te min n en uw'evaerzen zonder naeryveraer alleen zondt liefkoozen. Een goet envoorzichtigh man zal knnftelooze vaerzen berifpen, de harde beftraffen,de oncierlijoke doorhalen, al to overdadige cieraden befnoeien : dieniet belaer genoegh zijn, zal hy eenen luifter geven: het twijfelach-

8) Qoinetilies een beltweam diehter en kritikus, wiens dood Horatius In den XXIVften Zang van't Mute Book befehrelde. Zia biz. 227.

Q. HORATIU8 MARKUS VAN DE DICHTKIINSr. 609 I

es WCIISII• •IN • tn V 0111121. VI 39

Page 650: vondel. - DBNL

tige wraecken: en het geen verandering eifcht aenwijzen. Een Ari-itarchus zal hy worden, en niet zeggen: waerom zal ick mijnen vrientom beuzelingen verfteuren? Deze benzelingen zullen den eenmaelbeichimpten en qualijck onthaelden tot groote gebreken vervoeren.Wijze lieden ontzien eenen dwazen poeet to genaecken, en vliedenvoor hem, als van eenen die met fchurft of geluwe, of zinneloosheit, ofbezetenheit geplaeght wort. De jongers jagen hem; en nefkebollen 1)

volgen van achter. Dees, terwip hy hooghdravende vaerzen uitrifpt,en dwaelt, valt, gelijck een vogelaer, die op merlen gaept, in put ofgraft. Hoewel by lange fchreeut: helpt burgers helpt I niemant wilhem uithelpen. Indien iemant hem wil helpers, en een ton nederla-ten, ick zal zeggen: wat weetghe of by al willens Kier ingefprongenis, en geholpen wil wezen? en ick zal u het omkomen des Siciliaen-fchen poeets vertellen. Terwijl Empedokles, 2) voor eenen onfterflijckenGodt, wil gehonden wezen, fpringt hy al kont in den brandendenEtna. Last de poeeten, lull het hun, fterven, en bederven. Wie iemanttegens zijnen danck behoudt, doet zoo veel of hy hem doot floegh;en by heeft het meer als eons gedaen: en of hy al nitgetrocken weer,by zai evenwel geen menfch weder worden, en de liefde eener fchan-delijke doot niet afleggen: en het blijckt niet genoegh waerom byvaerzen dicht: of hy in zijn vaders affchen gepift heeft: of byibhendigh eene bezoedelde plaets, van den blixem getroffen, omge-wroet heeft. ;) Zeker by raeft, en de moeielijcke opzegger van zijnevaerzen verjaeght geleerden en ongeleerden; gelUck de beer, die detralien van zijn kot gebroken heeft: maer dien by by de ilippen krijght,hondt hy, en vermoort hem met lezen, en als een bloetzuiger laetbet vel niet los, voor dat by droncken van den bloede is.

AtIkebolie• d I.: „onbedachtsamen, zwakhoofden," incautf.s) Eilpedokles: can wtjageer, gefebledfchrgver en dichter van Agrigentnm, die tot de fehool van

Pythagoras beboorde. Zgn dichtitnk over bet wesen der dingo° ward in groote waarde gehoudenen op de Olympifehe Goolea novena die van Moments en van Heziodus gezongen. Niet minder daaale Cater, ward Empedoklea ale mensch gencht; ten Wilke waarvan ftrekke, dat hem door zjinmedebnrgers het Eaatilbewind word opgedragen, 't welk by eohter aMoeg Men verhaalt, dat by,nafporingen decade op den Etna, door de brandende lava verrast en verteerd ward Anderen —gelgk bier Herodias — vertellen, dat by, rich des nachts heimellik van Min toehtgenooten verwgdeed hebbende, in den brandenden krater nederfprong om aan eon wonderbare verdwilning to doesgelooven en voor Gen God gebonden to worden; moor dat gin met yzer bellaan bergfchoenen, byeen nitbarking van den berg wader opgeworpen, bet geheim aan den dag braehten, Dios:sumLAUTI176 eohter, die 'amens liven opsetteltik befehreven heeft, verhaalt, dat by, In hoogen ender-

-dom, op een eeeee ia omkwam.a) homers soodanige pleats ward ale gewgd befchonwd en doorgaands met een iteenen ringmcur

omheind Of aldaar een tempel geboawd.

610 Q. HORATIUS FLAKKUS VAN DE DICHTKUNST.

Page 651: vondel. - DBNL

1654

VONAXLS LEvnb 611

Treurig was, federt het uitberften van den oorlog, de toetand ge-weest van ons Gemeenebest. De belemmering, die de handel, kortte voren nog zoo bloeiende, thands ondervond, had alom verval enellende te weeg gebracht. Te Amfterdam ftonden drie duizend hui-zen te huur en het gras gtoeide er op de ftraten: een handelaar infpeldewerk, die drie- a vierhonderd man aan 't werk plach te hou-den, had er nu drie: een handfchoenmaker, die met acht-en-veertigknechts gettrbeid had, moest zelf knecht worden. De Regeering derftad fchaamde zich zelfs, onder zoo treurige omftaqdigheden, voortto gaan met het doen der ontzettende uitgaven, welke de bouwvan het ftadhuis met zich bracht, en had reeds het befluit genomen,om het gebouw maar eene verdieping hoog te waken, toen er ge-Iukkig verandering in dezen toeftand kwam. De jeugdige ftaatsman,die, kort te voren, na den dood van Pauw, tot Raadpenfionaris vanHolland was benoemd, Jan de Witt, wilt de Staten van Holland tebewegen, vredesvoorflagen aan Engeland to doen en die te hernieu-wen by gelegenheid van Cromwells benoeming tot Protektor. Devrede werd dan ook op 27 Mei geteekend; doch, ala bekend is, on-der de vernederende voorwaarde, dat de Prinfen van Oranje vooraltijd van het ftadhouder- en kapitein-generaalfchap zouden zijn uit-gefieten, dat onze vlag voor de Britfche zoft geftreken worden, endai zne noch Karel 1I, noch iemand der zijneu, op omen herberg-semen pond ontfangen mocht.

Doch, was het land vernederd, het troostte zich in het terugkee-ren van den overvloed. Met zoo veel fpoeds herftelden zich de ver-achterde zaken en de welvaart van Amfterdam, dat er in den aan-yang van 't volgende jaar een keur moest gemaakt worden tegende overdaad op bruiloften en maaltijden. Ook de inkomften der ftadondergingen wederom een belangrijke vermeerdering en men keerde

Page 652: vondel. - DBNL

terug tot het eerfte ontwerp, om namelijk het ftadhnis twee verdie-pingen hoog to maken. De bonw werd nu met kracht doorgezet,en de vertrekken, voor zoo verre zy voltooid waren, met beeldwerken fchilderyen vercierd, als blijkt nit de navolgende lofdichten, daaropdoor Vondel, reeds in dit jaar, vervaardigd:

OP

BET UITDEELEN DER GRAENENDOOR

JOSEPH IN EGYPTEN.

GESOHILDERD

DOOR

NIKOLAES STOKKADE.

GEHEEL Egypte brengt den Rijavooght (chat en haveEn leeft nu zeven jaer by 't nitgereickte graen.

Het vrye voIck door noot wort 's Konings eigen Dave.Een mans voorzichtigheit kan duizenden verzaen.

Or Err arnmssaw, atm : dose fohildery bevindt Mob boven den fehoorfteen in het vertrek, thandstot thapkamer voor den Boning Ingeriebt, en bet bovendsande byfehrift ender aan de Igst derfeblidery. Wagensar vermeldt dat dose resells aan Vondel worden toegefebreven, fehoon by sein diens nftgogeven gediehten Met kon Madan. Ondertusfeben gun sy in de !to nits. DoyennesIn de Weeding LqAtiokiess op Ilehaderyni,

612 OP HET UITDEELEN DER GRAENEN. 1654

Page 653: vondel. - DBNL

1654 613

01'

DE ROMAINSCHE HLSTORLSCHILDERYEN,OPOEHANGEN IN DE BURGEMEESTERSKAMER,

EN HAER VERTREOK;

OESCHILDERT DOOR

JOAN LIEVENSZ., GOVAERT FLINCH, EN FERDINANDUS ROL.

8UNT III0 ETIAM SUA PRAEMIA LAUD!.

I.

DE Zoon van Fabius gebiet zijn' eigen VaderVan 't paert to ftijgen, voor Stadts eere en achtbaerheit,

Die kent Been bloet, en eifcht dat by eerbiedigh nader'.Dns eert een man den Staet in 't ampt, hem opgeleit.

Roscommon suirrosisommarsit goon „Romeinfehe fchilderyen ," moor. „febilderyen, de Remain-Ms MUM betreffende."Rana Tannic:: named. het suldwaarte van de bargemeesterakamer gelegen bargemeeaterever-trek.Bum IttO star[ MA, awe.: d. I : ,,den lofwaardige wordt Kier de pits, Men by verdlent, ge-falsettos." Lie dm I, 461.

t Ds teem mot Poke.: Quintus Fabius Maximus, soon van den beroemden Dtktator van diem naam,Loofa to Rome ands, ontmoette eons an wader, on Mode, dot dose goons beweging maakteem van 't pant to itken en hem to begroeten, liet by hem vragen, of by niet slat, wat eenNomad tookwatn• De valor, hteroP ageltegen, emarnole den soon, en settle bens, lateen to hebbenwhoa bosoms, of de Jongeling sijo mardigheld wiat op to Minden.

Il.

OP 's Burgermeefters wacht magh Rome veiligh flaepen,Als Markus Kurius, het aengeboden gout

Verlinatinde, zich genoeght met een gerecht van raepen.Zoo wort door Maetigheit en Tron de Stadt gebout.

a lanai: doze word, teen by Rental to Rome was, door de Ramnieten,.die hem in hun belongwensehten to winnen, aan tafel gevenden, sick met een eeeeee dig middagmaal van rapen verge-neegende, to welter gelegenheld by bun vroeg, of sy daohten, dat 'emend, die sick met sulkeen Moron Mach to erode ftelde, voor goad to winnen ware.

Page 654: vondel. - DBNL

614 OP HET ONTFANGEN VAN MOSES WET 1654

NEC SPE, NEC METE.

FABRICHIS hondt ftant, in Pyrrhus legertenten.Het gout verzet hem niet, door fchandelijcke zncht,

Noch elefants gebriefch, en felle dreigementen.Zoo zwicht geen man van Staet Ivor gaven, noch gerucht.

Noe SPI■ woo M1TV t d 1.s ,onoeh door hoop (op voordeel) Rich door urea (brregen)."i Fabriefus. Pyrrhus, koning van Epirus, met tea lager in Halide an toga de Nometnera dpgetrok-

ken sonde, poogde rabrielus, die door On hadgenooten ondankbaar behandeld was geworden, inson belong to winnen; maar nosh bet hem aangeboden gond noch de plotfelinge verfehaning vaneon olifant, met walk.. de Honing hem fehrik daeht aan to jam, hadden eenlgen invloed opden vaderlandsllevenden Remain.

OP HET ONTFANGEN

♦•11

MOSES WET,IN DE KAMER DER ERMINE SCEEPENNN.

HEBEEEVSCBE Mores heeft de wet van Godt ontfangen,Waermede by naer 't volck van boven wederkeert,

Dat hem eerbiedigh groet, en welkomt met verlangen.De vrye Staet luickt op, ala 't volck de wetten eert.

Page 655: vondel. - DBNL

OP

DE HISTORISCHILDERYEN

TER EERE VAN DE KEURVORSTINNE, DEN VORST VAN ANHALT,

EN ALLE NASSAUSCHE DEEREN EN VROUWEN, OP HE

STADTHIIIS 0ESCHILDERT

e 0 a

G. FLINCK.

'ER openbaert zich 't levenegroote levenVan Veronees, met kracht en majefteit,

Door vrou Natuur tot fchilderen gedrev en.De Batavier, en Kermerlander pleit

Hier voor het recht der vryheit met Romainen,Ontzien niet Rome in't harnas 't hooft to biên,

Te iluiten die hunn' bontgenoot verkleinen.Al wort Vitel de weerelt door ontzien :

Al Haven dry gedeelten van der aerdeio In zweet, en bloet, gefponnen onder 't jack,

Eon yfren jack, dat human hale bezwaerde :Beleit, en moedt braveeren 't aertfch geluck.

OP es unomeoeunsuna: De vervaardiging der bier bedoelde Historterchilderyen, welke deacht huhu en vier bogen van de gllanddryen der groote zeal mouton vercieren, word eerstlater en wet ondtreekS den jars 140, teen men de keurvorftin van Brandenburg, Louise van Ora*(de Deal V, Ws. 613 tolgg.) beaevens den vont van Labatt met zOn gemalin en de andere ladenvan het Buis van OMAN uttnoodlgde ma Amfterdam met eon besoek to ve eeeee n, aan GovertFlinch opgedragen Den fchilder was 't echter dechts vergend de modellen af te werken, die men

aan de hooge parte:median, Wen sy de groote seal besienUgden, wllde vertoonen,ma Ash wegene de kale vakken to torantwoordan; dock nadst Flinch in dump volgende jeeroverladen was, word spn teal door andere nieesters opgevat. Vito eeeee geeft in het Is Beekvan het III. Deal 'Veer Beeh•. ems Astft eon nitlegging flier fohilderwerken, well. rut VondelspoltWehe befehrliving genuses= overeenkomt. Noewel nn dit byfchrift eigenitlit op hetjahrD159diende gebraeht to worden, bob tk f echter raadsaMer geitcht het bier ter plaatfe Watcher* dooverige dtchtftuldens van geigken oortprong In to lasfehen.

• dermerkasier• gewone famentrekking voor Itestsenserkider.s Outran: bier aid het w,w. in de 3 p. van t ineerv., boozier reg. 4 plea in 't ant. ftond. Wins

bmiena last etch dose atwtlking rechtnardigen, soo omdat sy de welluidendheld — *tibia slitaoft ntot front klinken ale omdat sy de dnideillitheld bevordert. Verkiesigker ware bier echtereon ander woord geweest, omdat wy sag 't Hot van vs 8 weer ousien hebben

9 Dry Pededdiot Van der aerdo• op dose nitdrnkking valt aan to marken, 'moment, dat dry gedeellatvoor Dr drp pedeellest — er was Wen nog pen eterde bekend — eon min snivore ultdrukking is:ten anderen, dat ems der Garde hier sheen gefchreven fchlint om famenfmeiting voor to komen.Aar& (teat Wet in abl., man in unit. en 't moest due oan de dards AM

1654 615

Page 656: vondel. - DBNL

616 OP DE RISTORRIERECGDERYEN WEL DOOR G. FIANCE 104

De Leeuwen gaen het Wolveneft verftoorenVan Romulus, en Remus. In een' hoeck

ii Wort over Rijn de vryheit weer geborenMet verwen, in het velt van luttel doeck.

Het raethnis komt u levende openbaeren11'at Tacitus met letteren en int

U eer ontvonde in zijn beknopte blaeren.so Verzaet nw oogh at die den vrydom mint.

Ziet Burgerhart, een hantvol eedtverwanten,In fchaduw van een botch, op t bofchbancket,

Met eenen eedt zich tegens Rome kanten.Een Betnver ftelt Rome zelf de wet.

21 Arm Bermerlant verheft den Kermerlander,Heft Bruno trots ten hemel op een' fchilt.

Zy zweeren hem, en zijnen leeuweftander.Op zulk een hooft van onvermogen fpilt

Net Roomfche heir zoo veele regementen,so Die d' oevers van den Rijn, en Brittenlant

Bezetten, en in Mime legertentenVan dootfchen fchrick niet langer honden ain't.

Uit guile dnin en duingront, komt te weigerenDe vryburgh van de volcken, plat getre6n.

ss 't Gulhartigh volck dug Cefar halstol- weigeren.Het mat te hoop nit bofch, en boereveen.

Wat Cefar won loopt op een' fprongh verloren.De Veengront lijdt niet langer vreemde tae],

En draeght alleen den vryen ingeboren,40 Van zee af, tot aen d' oevers van de Wad,

Tot dat de pais met eere wort gefloten;Out Rome hen omhelft, als bontgenoten.

Ii

Is De Leftism de „Batavieren," die toes sehter nog islet, ale later hen graven, eon Lessee in bunwapen voerden.V *Weeny?' Romulus en Remus, aan wie de ftichthog van Rome wordt toegefeh , waren, vol-goads de myths, door eon wails' gesoogd. De ultdrukking Is hier eater wet lass; want de Ba-tavieren verdedigden wel bun have en haardftede, doe's gingen Rome slot swrftoorsis, ala nit densin soft moeten worden afgeleid; ten AI men door 't leobeasse niet „Rome," maar „de Remotionsolve," en hun nederzetting in 't land der „Ratavieren ' vertu.

Is Our Res: dat soft beteekenen .,au do oversUde van den RUn." De diehter felmint slob dna voorto *ellen, ale to Rome fprekende; want Iprak by to Amiterdam, den mood by integendeel zeg-gen• „sap due side van den kin," of. „tnafehen de RUnmonden "

Is der voor „vroeger, eertede."st Bergerhons „Claudius Chills."se Bruno: „Bruin," door de Romeinen Brissio geheeten.sr Sexes leesemeftemsdor • We vs. ILss-ss Gulls dein.... ptaluereigh void V Ipeelt hier met het woord gut In stin oorfprontellfts hetes-

kenis van• „week, rul," en in stin overdraohtige van „goedwillig, openhartig."ss Defer voor „den RonseInfeben kaiser "

Raisloi voor „gedwongen kilisdlenst."

Page 657: vondel. - DBNL

OP

DE BRIEVEN EN PAPIERENTA TREZORTE GINSCHILDERT

DOOR

KORNELIS BRIZE.

MEN riep, de drackkunft en de fchrijfkunft zal verwildren,Nu Hollandt ons verbiedt 't gebruick van Franfch papier.Ontfla u van dees zorgh, fprack Amftels Trezorier:

Briz4 beftelt papier, als hy zich zet tot 'children.3 Bezie dat tafereel: wat ziet ghy deer om hoogh?

Papieren, bul, en brief: of fchijn bedrieght ons oogh.Wel badman er drie Plakkaten van de Staten. Generaal, waarby, Demme= onderfoheidens _enderswaren, het Mullah papier wordt verboden en van welker nadeelige nitwerichig Amfterdam enDordrecht slob allermeest beklaseden; maar die Plakkaten zgn van 2 Nov. 1671, van 12 Fehr.HU en van 18 Ott. 1688, terwdi hot nit de Notnlen der Alg. Staten van 21 Aug 1871 en van2 on 21 Dee. 1688 blUkt dat Holland tot het names thee maatregelen van retards medewerkte;doch eon verbod van Men card, dat omItreeks den tdd der verveardiging van bovenfteandereplan dagteekent, la my onbekendDe fchildery fields Damen% son monigte brieven, papieren, rekeningen, foliation on endersftnkken voor, die aan son noteboomen Allot alin opgebangen: sen [Dort van boerebedrieger.

Van de fchilders, die de hier bezongen kunstwerken vervaardig-den, zijn Govert Flinck, Heldt Stockade en Lievensz. reeds aan denlesser bekend 1); Ferdinand Bol was in 1611 te Dordrecht geborenen- een leerling van Rembrandt, wien hy in vele opzichten op zijdeftreefde. Hy miiinverehter het geheim, 't welk den grooten meesterkenmerkte, om aan het vleesch die helderheid te geven, welke onsdoet warren, de natuur zelve te aanfchouwen: zijn tinten waren meestalte bruin; doch als historiefchilder was hp een der voortreffelijkftenen zijn kompozinIn zijn allergelukkigst. Zijn meesterituk, voor hetLeprozenbuis Amiterclam gefchilderd, doch federt de opheffingdiet inftelling near het Stadthuis overgebracht, ft** de RegentendaarvIn voor. Even als Van der Heist had Bol vele beitellingen'enflierf hy rijk en hooggetcht in 't jaar 1681.

Van Kornelis Brize is my sheen bekend, dat hy, als fchilder vanzoogenaamde Itil-levens, de wezenlijkheid op een bedriegelijke wijzemoist na te bootfen.

Een ander gedicht van Vondel, dat insgelijks een fchildery totI) Z'e Deel VI. 190-198, 876--882; V. 531-568, VI 68-53; VA.

1 1654 617

Page 658: vondel. - DBNL

E Wysheit houdt het roer des ftaets, en Godts be-ftieren

Geeft haer den fcepter der regeeringe in de hant,Om met voorzichtigheit de burgers te manieren,

En Leyden handhaeft trou de vryheit van het !ant,Zy wort bevestight met de hoogefchool grootinoedigh,

En met onfterfiljekheit gekroont. GerechtigheitOmhelft den Vre, dies vlien Bedrogh en Valscheit fpoedigh.

Het nieuwe Athene groeit, nu 't oude in d' affche leitblvd. affix omer.• d. I ,,rdk is Mimeo en beogst bedreren to ootieganniten." SIC des. I, 14.• Neekroor bier 1 Pr oneekr, dabletterlift beteekent: ,,behaild•len."

s Des. mei is to de gedrnkte nitgave &Ida, verheterd.ifs atom beheaded* old den fthatillaf, rifek ease laifier.

De gedrate Ilitiave !weft.&Wei* de Ti,, dies ea& het vesifeh Bedrock by a'ailter.

SW ell d* 1d1 van het *valeta air de lot, Ma de Heise School maven. MO.* op edn vtoe•men tut nit Vondel• diebtorlfike loopbaan te Irtisen. De Mate tennis van bet Jeer, waarop defehlidery vervaardigd werd, die ten desen besengen Is, soli hiertentrent Licht 'Lannon verfebatren

Eindelijk verfcheen nog in dit jaar van de hand onzes Dichters eenNoodigh Berecht over de nieuwe Nederdnitfche misfpellinge.

onderwerp had, beltemd voor een Raadhuis, doch waarvan my detijd en gelegenheid der vervaardiging onbekend zijn gebleven, vindebier gevoegelijk plaats:

1k geef het, gehjk het is overgefchreven naar bet oorfpronkelijkeHS. van Vondel, berustende by den Heer A. D. Schinkel te's Gravenhage:

OP

DE GELUCKIGE REGEERINGE

V• N

LEYDEN.

Drag 014M) STUDIISQUE ASPERRIMA BELLI.

618 OP DE GELIICKIGE REGEERINGE VAN LEYDEN. 1654

Page 659: vondel. - DBNL

1654 619

NOODIGH BER.ECHT

oy..

DE NIEUWE NEDERDIJITSCHE MISSPELLINGE.

EDzwr eenige jaren herwaert had NederduitfehIant hetgelnck dat vernuftige Schrift-ere en Letterkunftenaerslofiijck hnnnen yver befteedden in onze Spraeck te fchni-men, to zniveren, te verrijcken, en te regelen, door fchrif-ten, of letterkunitigh ondetivijo; waerover -try tegen-

woonIfgli niet Yoorneemen one ingeht, order verbeterhige van letter-wijaeti, to melden, don Aileen wat de inistpellinge belong!, hi hetverdubbelen der klinkletteren, by weinigen begonnen in te voeren;gelj3ck (om eon voorbeelt te itellen) voor Vader Vaader; voor Vrsde,Vreedo; voor Koning, Kooning, en diergelijke walgende verdubbelingenvon lainckletteren moor; Tim:lads om de langlilmit van den klanck40r fyllabe of lettergreepe nit to drucken, en niet to lezen Valid's,.1%di, Kollin a : wielcke verdtibbelinge ick, gelijck oock eertijta VIM

*glen den hooghgeleerden Boom Penis zelf, oordeele eon ganfehongerijmde en overtollige misfpellinge to wezen, tegens den voorgang/tan Bebreen, Griecken, Latijnen, Italianen, Spanjaerden, Pranfchen,lioeghdnitichen, en andere tongen: on fchoon men dozen voet vanverdajobelen al volghde, noch blijft evenwel de twijfelaehtigkeit dotlangkbeit of kortheit doe klancks der fyllabe of Iettergreep, in ernongelijck grooter getal van andere woorden, deer do klanek lang volt,op &ed.& of tweede of derde lettergreep, gelijck by deze voorbeel-den blijkt, namelijck op d'eerite, in dfgaen; op de tweede, in burin;op de derde in koopeaardz i : het welck ik noodigh vondt aen to wijzen,om den inbrenck van deze wilds woeitheit to ftuiten, de Nederlant-&he pennon Toot d'aenkookiijeke klippe dozer miffelijcke inisfpellingeto waerfchmven, en snick eon inkvlack nit onze beechen to wiffeben.

Page 660: vondel. - DBNL

620 VONDELS LEVEN. 1654

Onder het Berecht komen de bier volgende regels voor, zndeeen vertaling van het bekende gezegde des Romeinfchen Diehters,Epjftol 1, 6, 88.

Si quid novifti .rectina iftie,Candidue imperil: ji non, his Uteri" mecum.

HORATIO&

Leef lang: vaer wel, of flaet ghy beter gelt els dit,Zoo deel het ruftigh me: zoo niet, beftem mijn wit.

Wie met eenige aandacht de vaerzen gelezen heeft, welke ik myveroorloofd heb nu en dan aan te halen nit de gedichten van JanVos, zoft misfchien denken, dat Vondels terechtwijzing voornamelijktot dezen gericht was.

Dit is ethter het geval niet. Petrus Leupenius, „bedienaar des God-delijken woords te Amfterdam," had in zijn „Aanmerkingen op deNederduitfche taale," die in 1653 het Licht zagen, beweerd, dat mengelijke vokaalklanken met gelijke letteren moest fchrijven: alzoo taden tads, dwaalt en dwaalen; vaader, vreede, kooning, omdat de a klinktals in vaatwerk, de e als vreet, de o els in koon. Het was tegen deze„misfpelling", -gelijk by ze geliefde te noemen, dat Vondel opkwam.Maar dewijl men van ouds her in Nederland begrepen fchijnt tehebben, dat het -behoud des lieven vaderlands van de fpelling afhing,was het niet dan zeer natuurlijk, dat Petrus Leupenius zich dezete-recht-wijzing niet weinig aantrok. 't Was dan ook wat erg, tebeweeren, dat een Predikant zaft kunnen misfpellen en een Pvpfchekoufekooper gelyk hebben I Hy ftrafte hem dan ook voor zijn ver-metelen waan, in een werk, dat tot opfchrift had: „Naberecbt gedaanop J. van Vondelens noodigh berecht over de nieuwe Nederduit-fche misfpellinge door Petrum Leupenium, Bedienaar des GodlykenWoords t'Amfterdam, By Hendryk Donker, boeckverkooper in deNieuwebrugfteeg int Stnermans gereedfchap." Hoe de WelEerwaardeen Zeer Geleerde daarby aan Vondel zijn ongelijk bewees, behoefik maar door een paar ftaaltjens aan te toonen, die genoeg zullendoen zien, dat Vondel geflagen, verbrijzeld, ja vernietigd was, omnooit meer op te ftaan. „De Lucifer," zegt Leupenius, „bevat gru-welen, die Vondel niemand heeft in gefteeken dan Lucifer zijn meefter,

Page 661: vondel. - DBNL

1654 VONDELS LEVEN. 621

de vaader des lengenen, en niet te achten dan de onmeetelyke ver-draagfaamheyd Gods, dat niet de maaker, de fpeelders, te faamenmet de kykers van dat grnwelfpel, op ftaande voet by Lucifer inde belie fyn verfonken " — Hy befluit met de volgende woorden:„Het waste dan meer eer geweest, voor Vondelen, indien hy fynenLucifer in de helle hadde laaten blyven, dan dat hy fich foo laat-dunkende hadde gefteeken in dingen, daar by geen kennisfe vanheeft. Doch ik hoope, dat de fpookerye van Lucifers vall een voor-fpook is van fynen eigenen val, wanneer de menfchen, fiende Fyneydele vermeetelheid, een walginge van talk een ftinkend aas fallenkrygen. En God doe hem die genaade, dat hy, gevallen fynde, dooreen waare boetvaardigheyd mag opftaa.n. eer dat hy teene male ver-valle by fynen Lucifer in de onderite helle, in de vlamme van hetonnitblufchelyk vier."

Tot eerften Raad en Direkteur-Generaal van Neerlands Indian,als mede tot Opperbevelhebber over de krijgsmacht der OostindifcheMaatfchappy, zoo to water als to bride, was omtrent dezen tijd doorBewindhebberen benoemd Gerard Hulft, die in 1645 Sekretaris der!tad was geweest en den Staat in verfchillende betrekkingen, onderandere op de vloot tegen de Engelfchen, gediend had. Vondel, diemet den Amiraal, even als vroeger met Reael, fchijnt bekend ge-weest to zijn, fchreef by zijn afbeelding, door beider vriend, GovertFlink, vervaardigd, het navolgende:

Page 662: vondel. - DBNL

OP DE AFBEELDINGE

VAN

DEN B. HEERE

GER ARDUS HULFT,

OTACIIILDERT DOOR

G. FLINOK,

TORN RE STONE OP Wal VERTREOX NAER

LDUS leeft Hvairr tot eer der Haifafarm.Ons Raethuis viel zijn moedigheit te kleen:

Hy wou voor 't lent zich wagen op de barer,Daer Hollant en Britanje om 't zeerecht

ftreAn.Dat 's met genoegh: dees zeehelt zet ons palen

lioch verder dan de Street van Gibraltar,Op 't heerlijck fpoor der Hollantfche amiralen,

trit liefde tot de fchoone morgenitar ;Daer fluit zijn hoop een nieuwe weerelt open.

to Wat weer? al wat een edel hart durf hopen.

Ao4 *sr der Segrelaree: Iftilft was van moeders gide aan de Hasfelaren vermaagfehapt.Verde. „by wild. :deb mist te Trade Mellen, met op ftadkula een Mlle betrekking wear te nemen "

s,4 Ilit dese regeb► leeren wy, dat Ha1R, In walks hoedanigheld dan ook, in een der seegevechten,aan Engeland geleverd, keegt made gevoebten.

s let mu palms: lees bier ter vamping van are dtibbelsinnIgbeld. „verset :nue palen," d. I.:„breldt ens gabled alt."De isheetee sergeeller voor „Oostindign."

622 1654

Page 663: vondel. - DBNL

Voorts bezong by het vertrek van HuIft 1) in het navolgende ge-dicht:

1) Iir:lft vertrok met bet kith) de Poorle, gellik wy leeren nit bet frail gedleht van aekerenI S. V. C., In Moos Kraam voorkomende en tot optehrift hebbende ,, Toorwind 144a Wang BataviaAan bet fehlp di Paseo, voerende den Hear °BRAM) tIVIJT; nit hot Heeretaristehap der dad Am-derdam beroepen tot Hooge Raad van OostIndian."

OP HET VERTRECK

DEN E. HEERE

GEERAERT HULFT,

Ilialtiur itonal is It dostadint.

RAE TIBI ERUNT AETE8.

ANHAFTE HuIft, een ieder wort(Beftrafine, indien ick mis)

Een geeft van boven ingeftort,Die naeu verzetbaer is.

Elck heeft zijn treck en tegenbeit,Tot dit, van dit en dat.

Wie breidelt dees genegenheit,Did zy niet nit en fpat,

En uitbertt, d' eerie of d' andre tijt?lo Men onderdrucktze wel

Een pool, maer geenzins zonder ftrijt,En innerlijck gequel.

Natuurwet wanckelt niet zoo Licht,Hoe hardt zy wort gefchockt.

HAM TIN IRVET ANTIS. d 1 ,.dat sal aw kunst (nw toeteg) gla." Zia dos. VI M.6 DU saes versetbaer iv d. 1.: „die itch moeilllk last verilettan."s Tegasheit• of• „tegensin."

1655 UP BET VERTRECK VAN GEERAERT TWIST. 623

Page 664: vondel. - DBNL

624 OP HET VERTRECK VAN OBERAERT HIILFT. 1655

is Zy zet zich fchrap, en fluit zich dicht,En fleet, gelijek verftockt.

Lykurgns, die wel eer tot nutVan Lacedemon fchreef,

Door wet, die Staet en fteden ant,20 Dees nntte waerheit beef.

Wanneer de jongkheit aen de poortVan haeren leitsman quam,

Hy uit den aert van elks geboort'Een zeker teken nam

23 De nye keur haer vryheit hielIn 't kiezen onder veel,

Een oefentuigh, daer 't oogh op viel.Natuur gaf elck zijn deel.

Men greep, als in een oorloghsbnit,30 Dees feel, en die bedaert,

Een' ring, een pen, een vijl, een luit,Een boeck, een beelt, een zwaert:

En op het Been een ieder greep,Gedreven van zijn lot,

s's De kiezer dan zijn zinnen fleep,Gelijck een ampt, van Godt,

En vrou Natuur, hem opgeleit.' Vie hier aen twijfel flaet,

Die haele op Jakatra befcheit40 By n, den Eeriten Raet

Van ons Ooftindiaenfch gebiet,En fcheppe een blijck uit n,

Die ruim moeft weiden, anders niet,Van enge paelen fchuw.

45 Dies viel ons rnim en nieu StadthuisUw' ruimen geeft to kleen.

Het zitten op ons wapenkruisU ongemacklijck feheen,

mi. De sin is: „bekraelitigde daze nntte weerbeld, door het makes eener wet.• De bygevoegdewoorden: dal &set on /tad.* Ast spa bier m. I. overtollig en der daidelOkheld hinderIllic. humorssy gun op de wet (in 'I Bigamies), terwil hier van een by:enders wet gefproken wordt. ReddenAlm en mast nog veroorloofd to fehriven: „doer saw wet, die den Mast en IMMO Radon Artie,"de ultdrukking ware verdedigbeer geweest.

si is den de pool Vas hares Mimes: vernal „Munn de fehoolgoort.”as UN dm awl van elks gettoore t Met gelnkklg, voor „nit elks Ingeboren sari."*547 Oak bier °Mitt de sin verdnidelikt to worden. De diehter wit seggen. „leder (knaap) had

Trio ken:e nit do vele ostentation, die bier tentoongekeld waren. De eon greep onmiddelük,do ander met Genii *verbs of weiftlon, near. het voorwerp, wear sin nattutrlike analog hemop wets, due near eon ring, gene near eon pen, vii, ens on Madan word coder opgeleid omsine oeteningen to bepalen tat het beroep. 't welk de tense, door hem gedean, had aangewe-:en als met sin netuarliken analog overeenftemmende

as We rain swift mettles roar „die n In een ralmen werkkring bewegen snout"at Ow rain en aka Stedliestr• Terns: „Ws one mint 8tadhate," of „one nteaw 8tadhule, hoe

Tulin ook.' VergelUk bet hier vooratgaande gediebt blz. 822, vs 2

Page 665: vondel. - DBNL

1655 OP HET VERTRECK VAN GEERAEET EMIT. 625

50

Dat dreef n naer het zeegevecht;Een zorgehjeke kans,

Daer 't Britfch en Hollantfch waterrechtElckandere om den krans

In 't zeeperck floegen, en de brantDen Oceaen ontftack,

ss De lontftock, in nw rechte hant,Kartouwen, krack op krack,

Aen 't baeren holp, en ftael en fchrootEn ketens van metael

Ten befte gaf aen 'a vyants vloot,Go En zijnen Amirael.

Ghy ftreckte, in 't midden van 't gefchreeu,Van brant en gloet en vloet,

Een klaen aen Hollants waterleeu,Geverft in Engelfch bloet.

65 Nu dreef do zelve waterzuchtU naer d' opgaende zon,

Ter weerelt nit, in ruimer lncht,Zoo wijt men zeilen kon.

De hoop van Ridder MaerfeveenTO En omen Vryheer Graef

Verzekert ons, dat ghy 't GemeenZult voorftaen, ruim zoo braef

Ala oit een Amfterdammer zoonZich in het Ooften droegh.

Ts De Denght begeert geen nicker kroon:Deze is haer eer genoegh.

.. Venda het vorige gedieht, bh. 699711 Waisrsooht voor .A140114 DIM de gee,

Onder de gefchenken, welke nu en dan aan den nienwen Direk-tour werden toegezonden, behoorde een etenstafel van toetsfteen,waarop een krans of bloemflinger, nit paerlemoer vervaardigd, ende heerlijkfte figuren vertoonende, was ingelegd. De maker van ditkunstituk was zekere Dirk van Rijswijk, die in dat finch van mozatek,'t geen men thands fchier by nitfluiting in Italian weet to bewerken,een groote bedrevenheid fchijnt gehad to hebben. Vondel, 't zij doorBewindhebberen, of door zijn eigen fmaak voor fchoone bloemen, onsreeds herhaaldelijk gebleken 1), daartoe aangefpoord, bezong dat mees-terftuk in een fraai gedicht, 't welk ik hier den lezer aanbiede.

1) G. a. nit de Goboorfalook, Deal II, bh. 547, en nit bet gedlebt op liphors, Deel V, Ws. sm.

DV wins"' VAX 1 VAX MIDI& 11 40

Page 666: vondel. - DBNL

OP

DEN TAFELICRANS,VOOR DEN HEIM

GEERAERT IIULF T,

ilinitttax lanai in 1 tutittint,

MTh STIGH VAN PARLEMOER IN EEN TOETBSTEENE TAEFEL

DOOR

DIRCK VAN RIJSWIJCK

GEVLOCIITEPT.

MATERIAM SUPERABAT OPUS.

B dorm toetfteen, daer NatuurGreen plant in poot, noch bloemen zaeit,Ala 't licht zijn aenfchijn herwaert dram;Na 'a winters bnien, kont en guar;Die aeon= grout, dus net gepleeghtMet kunft, van Rijowijeks eels hart,

Ben lento baert, ale yruchtba,er !ant,Dat apnea b,ovenier vernoegbt.Hier blinekt de feboone regenboogb,

Jo Van bloemen, lofwerek en fef,toon,U1$ root en bison on geel en groenEn gout gemengelt, in ons oogb.

MATINIAII SUPISILABAT OPITO: d. 1. naar des d1chters bedoeling: „hoe kostbaar ook do hot ware,nit walks het work was tamengefteld, de kunst, son den erbeld to knits gelefd, vordiende poghoogeren pls." Zia Ovm Megan II, 11.

s-is Zen volkomen betchrOving van hetgeen men thands gewoon Is, Florentljnech mozalek to nos-men. Zoo bloelden toes In one klelne Land alle kuntten, ook die, waarvan wy ons federt langden roam geheel hebben laten ontnemen.

626 1655

Page 667: vondel. - DBNL

1655 OP DEN TAFELERAN8 VOOR 0 EERAERT DELFT. 627

Wie zon gelooven, fchoon men 't zwoer,Dat dit geen zomerlovers zijn,

13 Noch bloemen, enders dan de fchijn,En enders niet dan parlemoer?0 parlemoeder, uit der zeeGebooren ale de KoninginVan Cyprus, ghy ontvonekt de min

20 Van Holft to Jakatra alreelWat ziet by door den minnegloetAl fchoonheit in dien tafelkrans?Hoe gaet zijn geeft hier om ten dansIn danft dees fchoonheit te gemoet1

25 Hier geeft genoffel, fell, coos,Gemenght uit onderfcheiden kleur,Trots Indifch velt, een lucht en gem•.Hier praelt robijn, faffier, turkoos.Hier blinckt de gout- en zilvermijn.

90 Hier rijft de witte morgenftar.Zy voert den dagh of op haer kar,Ea bootfchapt ons den zoanefchijn.Hier waft de blaenwe korenbloem,En fpijlt de Baden aen den ditch.

33 Hier leeft de trosbloem, en melis,En wat ick naeuliz ken noch noem.Het onverwelckbre klimop klimt,Ala 't hart van Hulft, al even lilyVan groente, en vreeft geen winterty

40 In 't Ooften, daer geen fneeubeer grimt.Hier quetft de hulft, gelijck de maeght,Die zuiver is van hart en gront,Den wulpfchen wederftreeft, en wontDie haer set vergen ongevraeght.

43 De paenweitaert, de duivenhals,De fenix kan niet fchooner zijn;Ook geen nareis in kriftalijn.Noeb is de f'ehijn in 't water valfeh.Hier leght de fchilder gift' pallet

so En rijck penfeel nit zijne hant:De juwelier acht diamant,Noch dier gefteente, in gout gezet.Dees kunft fchept, nit een ruwe fchulp,Gefteente, en tulpen, knoppen, bitten,

a Anders dan de fist(in: resits. „dat het nlet enders Is don de nabootfing "as &morel: d. 1.: „nattelbloem."so De wale sorgereer. de aster of „Iterrebloam."sr In Wait* veer ,,1n water."48 Noels 4 de Mt* ft 't water vairah• d. 1.: ,,00k die nabootang Is de natnur Met ongellik."

Page 668: vondel. - DBNL

35 Gefiarnte, en Licht, en zon, en maen.Zy neemt vernis noch verf te hulp.De fchilderkunft verfchiet haer verf,Gelijck de' maeght haer frifl'che jeught:De tulpen zien haer waerde en vreught

oo Verwelckt, of fchricken voor bederf:De rijp, de nevel en de miltVerftickt de tulp: een felle stormVernielt de bloem, een bide wormVerflijt haer Leven, eer men 't gift:

65 De parlemoerbloem, op haer heel,Volght d' eeuwigheit, in duurzaemheit,En MO tot dat de weerelt fcheit.Waer bloeide oit eêler bloemprieel IDat een Japonner, of Chinees,

to Of Perfiaen, of eenigh HeerDen ditch met kunftgerecht !toffee?Zoo konincklijck, zoo rijck, als deer.Indien ons d' eer gebeuren maghDat Hulft, van blijfchap aengewinckt,

15 Hier aen op Hollants welvaert drinekt,Met zijnen Raet en Hofgezagh;Dan zal zijn difchkrans mijn gezangVercieren meet dan laawerier:Dan zing ick met een blijder zwier:

so Zoo leef by vrolijek jaeren lang.

so Ben Japoaner voor ,,eon inboorlIng Tan lapon of Japan." Zfe Na. 187. Than& zegt men go-woonigk• ,.een Japanese'

t Vas bigfahap aengewbeki voor ,,wanneer de creugde hem toewenkt," of, met enders woordeo:„by den genoegIgken clinch"

m Nolgesegh• „elslele en militalre toot," voor 't goon wy no „Buhr sondes noemen.MIS Petits: „don sal de ser, sgn gait to sgn, min fehoonite Weaning waxen '

Voorts zond by hem nog zijn eigen afbeeldfel met het volgendegedicht, te merkwaardiger, om dat het een letterlijke voorfpelling be-vat van het lot, dat den wakkeren held later treffen zoft.

628 OP DEN TAFELERAN8 YOOR GEN:RAERT HULFT. 1655

Page 669: vondel. - DBNL

1655 629 I

AEN

MIJNE AFBEELDINGE,

DOOR GOOVAERT FLINOK 0118CHILDERT,

TOENZE DEN HEER DIREKTEUR OENERAEL IN OOKINDIEN

TOEGEZONDEN WIERT.

HY fteeckt dan af, voor d' Amlterdamfche paelen,Om over zee te zweven, daer de dagh

Batavie vergult met d' eerfte ftraelen,En geuren brengt, uit ootmoedt en ontzagh:

Daer d' eilanden om ftrijt, van alle kanten,Aenhouden om gehoor, voor 't Hollantfch hof,

Door Koningen en fmeeckende gezanten,Met hunne kroon gebogen in het ftof.

Wanneer ghy koomt in 1 Ooften te belanden,to En d' eer geniet, dat litaxr tt wellekoomt,

Zoo kuft dien helt eerbiedighlijck de handen ;En melt hem, wat ick onlangs heb gedroomt.

De duiftre nacht bedeckte met haer vlogelenDe kamer, daer ick eenzaem lagh en fliep,

is Als HULPT, beluft op vangft van 't puick der vogelen,[Zoo 't fcheen] door 't rijck kanneelbofch jaegen liep.

Hy volghde in 't ende een Duif, wiens pennen blonckenEn flickerden van zilver, en fijn gout,

En purperverf, en fcheen van min t' ontvoncken,so Om zoo veel fchoons als baere pluim ontvout.

Eneas volghde aldus, door bofch en ftruicken,De vogels, hem geftuurt van 's moeders dack,

Op dat by hen, als leitsmans, moght gebruicken,Op 't heilzaem fpoor naer Junoos gouden tack.

25 De Bofchduif itreeck op een' kanneelboom neder.De Hollander, gedoocken onder 't loof,

a Met cr wife /trades: outdid Batavia, ale oostwaart van ons llggende, vroeger dan wy door de sonbefohenen wordt.

• Ilig ootntoedt ea ontsagla Sante beeldfpraak self. de „son" vernedert deb her voor de ,,Rom-Pagnkt."

111 -1• Zie Deal V, Dix. 266, 256.

Page 670: vondel. - DBNL

630 AEN MUNE AFBEELDINGE ENZ. 1655

Viel op een knie met zijne jaghtbus weder,Gelijck by plagh, en mickte op dezen roof.

Mijn geed verfchrickte, en, om hem in te toomen,so Sprack dus bedacht den jongen fchutter aen:

0 Jongeling, hoe wil u dit bekoomen?Het fchieten is u left niet wel vergaen,

Ghy jaeght, 't is waer, geen' draeck, noch Solchis ftieren,Noch everzwijn, noch tigers, wilt van aert:

33 Meer uwe jaght naer tamme en macke dieren,Is 't voorfpoock, dat my allermeeft vervaert.

Geen Duif noch fpreeu heeft vreeffelljeke kluiven,Noch moort geen menfch: maer echter hou u fchuw:

Verfteur geen vlucht van fpreeuwen noch van Duiven:40 Hoe meek zy zijn, die vogels dreigen u.

Het heught my hoe een fpreeu u had gebeeten,En meer gewont dan ftael en donderkloot,

Deer 't Britfch gefchut op zee van Wait bezeten,Toen ghy den Teeing braiterde met one vloot.

43 Due fprack ick maw, of 't vogelroer, gefprOftgen iGaf met Ain Plot den fchutter eeneti ilagh

Op zijne heup, dist hem, van pljn gedrongen,Het hart ontzonok, daer hy ter aerde lagh.

De droontgodt was op dozen nigh vervloogenso Naer zijn fpelonek. 'k OntWieekte itt bange bedt.

En fchoon ick my geluckigh vont bedrogen,Noch bleef mijn hart met fbhroomte en lbhrick bezet.

Nu wenfchte ick, dat hy geene Duiven LangerBelaeghde op tack en boom, nod' ih haer vlught,

83 Al gingen= ooek van een mulfehaetaoot zwanger,Of pijpkanneel: hy fchuw' die duivevlught,

Hy fchusve mede Ooltindifche harpyen,Een fnoot gebroet, bekent in d' nude tijt,

Het welok op ftrant een antlers gaiteryenGo Befmet, en noode een difchgenootfehap lijdt.

Het aenzicht fchijtit een maeght gelijck van wezen.Zy hongert van geen difchgerecht verzaet.

Haer kraeuwels, fcherp geflepen, itaen to vreezen.Zy fcheit met ftanck, en vloeckt at watze beet.

Gs Men moet haer neat met achterdoeht genaecken:Want ftaet men haer een voet te na in 't licht,

as Net !dieters is I411 Wet wet vergash oen fpreenw, welke Huift gefehoten had, bad hem in dehand gebeten Zle vs 41.

is Verson* de vorige gedfehten op Hulft, blz 822, vs. 8-4, en blz. 825, re. 49.as Sehroonate voor fehromn, ale meermalenis "ffehaethoots je waar 't in 't Sp. of Ital. voorkomt, verandert by one regelmatlg In Jbh • zoo

&um —„bofch," museado — „stuffehael."st OVIthakiche harrow zie over do Harpyen Deel W, blz. 809

Page 671: vondel. - DBNL

1665 AEN MIJNE AFBEELDINGE ENZ. 631

Zy zal een' vloet van dreigementen braecken:Of zwijghtze fill, zy moort met haer gezicht.

Nn zijt mijn bode, en melt dien helt mijn zorgen,to Als ghy belant in 't hof, daer .hy gekeert,

En uit gevaer, ter goeder tijt, geborgen,Het roer van nieuw Batavie regeert.

Men ziet uit dezen poeetifehen brief dat Vondel gedroomd had,hoe Built op de jacht een duif had achterrolgd, en hoe, toen by ophaar aanlegde, zijn roer hem in de hand gefprongen was en hem ge-troffen had: — nit welken droom de dichter aanleiding fchijnt tonemen, zijn vriend, die misfchien wat al to ontvlambaar voor defchoone fekfe was, to waarfchnwen tegen alle, vooral tegen Oost-indifche minnaryen. Maar wat gebeurde P Onze krijgsmacht in deOostindien was toen bezig, de Portugeezen aldaar nit alle hunne be-zittingen to verdrijven : reeds had dit onder anderen pleats gehad opCeylon: en de eenige itad, aldaar nog in hunne macht gebleven, wasColombo, welk woord, als men weet, „dnif" beteekent. Voor dezevesting Hoeg, in 1656, de wakkere HIM het beleg en werkelijk ver-meesterde by die, dock bezweek zelf aan de gevolgen eener by debeftorming ontfangen wonde. Jammer, dat Vondel niet by den droomde dagteekining vermeld heeft, waarop die plaats had: t zoil nog alknrieus zijn, to weten, of die dag overeenftemde met then, waaropde moedige bevelhebber fnenvelde: — van hoedanig famentreffenmeer voorbeelden beitaan. De vermeestering van Colombo en dedood van Hnlft werden — om dit onderwerp hier of to handelen,door Vondel herdacht in 't navolgende byfchrift:

Page 672: vondel. - DBNL

632 1655

OP

DEN EDELEN BEER

GEERAERT HULFT,

butts tut n Maltby Smut su ted-Ssides,

OPPERBEVELREBBER OVER DE KRUM:111MM, ZOO TR WATER

ALS TR LINDE, OEZONDEN NAZE CEYLON, EN DE

RUST VAN INDItN.

BE hooftbevelsheer HUM, om Lisbons maght to dwingen,Quam dus Kolnmbe, uit laft der Maetfchappy, befpringen ;

De zeeftadt zwichte in 't ende, en om het hart beknelt,Stont ademloos, en reede op 't punt van overgeven,Als hem een kogel trof, in 't opgaen van zijn leven.

3 Zoo ftorf die Veltheer, ftaende in 't harnas, als een helt.

Ook op de beeltenis van een ander beroemd bevelhebber onzermacht in de Indien, Rijklof van Goens, mede door Flinck vervaardigd,leverde Vondel een byfchrift:

L

Page 673: vondel. - DBNL

OP

DEN E. HEER

RIJCKLOF GOENSZ,lift 131 Ir tost-Sabim

ORSORILDIRT DOOR

G FLINGS,

TOEN HT OP MIN VERTRECK STONT.

00 leeft hy, die de kroon des Indiaenfchen Raets,Waer aen een perle ontbreeckt, to Jakatra zal flniten.

Het oirbaer van 't gemeen bewaert deze ope plaetsVoor GOENSZEN, daer de zon de winters weet to

ftniten.Ons nienw Batavie voor 't onde zaeit en maeit.

De gear des morgenftonts, zoo menigh jaer geroocken,Bekoort hem did hy weer het hooft ten ooften draeit,

En naer den dagh verlangt, die, krnidigh opgeloocken,Hem krachtigh derwaert treckt, ten dienft van 't vaderlant.

io Het roer des wackren Raets magh ilaepen op zijn hant.Tour ar or Mir TIRTIROZ non:: dat Mee van een tweeds refs near do Oost gefproken wordt,Melt alt vs. 7. Van Goons was 't eerst near de Oost geweest In 1651, toen hy aidaae verfeheidenvookleelen voor de Commute bedong. In de twee volgende Jaren was by President van de Woes-tamer en deed, all Hommtsfaris, eon refs near Perfgn. In 1656 was by Bevelhebber der retoer-vloot, doeh vertrok tort daarop wader van hier near Indite met den tytel van bultengewoonRead. Twee melon was by Gouverneur van Ceylon, ward In 1661 ordinaris Bead, In 1675 Direk-tear-Genet-sal, en In 1678 Gouverneur. In 1682 terng gekeerd, Wert by tort dawns to Amfter-dius. Van Garen lest sen Aeon, Sultan van Bantam, — ale Agos, IV BedrUf. — aides van hem*Woken:

Hans Iseersekssela (der Portugeesen), ffierigheid, weeds es barboarldie swede,Was 't dear oss Nateltaf, dear oss Vas Gass soar hoedde

De Nedertander toes seas maga, wee es vroom,Bs 't OM sag so gebted vernseerdres fonder farms.

De dood van Innocentins X had den panfelijken zetel opengela-ten. Tot zijn opvolger werd gekozen Fabius Chigi, die onder dennaam van Alexander VII zijn ambt aanvaardde en wiens inwijdingVondel in het navolgende gedicht bezong.

1655 683

Page 674: vondel. - DBNL

1-164 1655

OP HET INWIJDEN

VAN

ZIJNE NEILIGHEIT

ALEXANDER DEN VII.

TU MAXIMUS ILLE F.N.

imucK de Wijsheit zich een huisOp zeven pylers fticht,

Dat voor geen buldrend zeegedruifch,Noch regenbuien zwicht;

Zoo zienwe 't hof van VatikaenCiegrontveft fterck en vast,

Dat op geen brullenden OrkaenNoch donderilaegen paft.

De Deughden zijn wel lotgemeen,io By druppek uitgefpreit,

To SAXIIIIIII ILLS SS d I • ,,gy at die allergiootfte." Zie den. W, 846it Op seven "(Mrs de zeven Hoofdddigden, &Ismail de zeven henvelen, wear Boole op gebourd Is.o bowmen voor „near 't lot vat"lo By &mulls ultpOweit voor meerdere of mindere mato can de monfehen toebodeeld

Page 675: vondel. - DBNL

1655 OP HIT IN WIJDEN VAN ALEXANDER DEN VII. 635

Maer zelden vint maze al in een.Dit wort Nature ontzeit

Dat bleeck, toen d' opperfte Gena,De kracht van 's hemels Geeft,

15 Zich (torte zonder wederga,Op 't heiligh Pingiterfeeft;

Daer Godts Apofteldom, by eenVorgadetto ender 't dack,

Verlichte Griecken, en Hebreen,20 En al het volck ontftack.

Dat bleeck 'loch onlangs, toen de KeurTe Rome, een wijl verwacht,

(ielijck eon leiftar, entlijck deurDe nevels heettebrack,

23 En 't lot des hemels CmiiusVerhief op 't hooghfte altaer,

Met een' gemeenen vredekus,En wenfbh: dat menigh jeer

De Kruisftaf door zijn fleutelmaght30 Regeere in vrede, en paisa

Dat FARRIS siju grijs geflachtVerciere in 't Kerckpalais,

Als braeflte hoofttack van den (tam,Die, door zijn wijs beleit,

as Kartagoos toght den fcheut benam,En, Rome in veiligheit

Herftellende, met recht den naemVan Allergrootfte kreegh;

Een eer, bekent door d' oude Faem:40 Maer ALEXANDER fteegh

Noch hooger met de Myterkroon,Ge-eert door zulck een' heft,

Hanthaver van zijn voorzaets troon,Ten trots van 's Tureks gewelt,

45 Dat eeuwigh op Godts Kerckdeur bruit.Al dwongh de Macedoon

De weerelt; dees zal met gedult

!I De deur: de , verklosing van eon nieuwen Pans."ii attitra• Latftnfehe vervorming van Ohigt.st 206 0* gefseht. bet geffaeht mug wt. nit Media ifkoniftig en Vera eilddr de atbsiemilkfte

van Rome geteld. — Voor 't everts* fpeelt de diehter bier met den naam van Fabius, dietAlexander VII voor aim verheRng droeg, en Men van den Romeinfthen Venni, die Hannibal opAlb veldtbeht tegen Rome bet doordringen Matte, of, als V. vs. 116 sett, bees des jelteste imam.De voorftelling ee.hter, alsof de nienwe Pans nit den ftam der oude Fabinsfen ware voortgefpro-ten, is ten eene dude verlierd. By droeg diem naam onkel al* doopnaam, terwill die by denRental een gediehtenaam was

is dikrgroope: „Fabius Maximus," op wisp de als motto gebesigde regal van VirgUlne Rant.46 De Meteedoon „Alexander de Groote," wiens naam aan Vondel een nienwe aanleiding geeft om

vergelilkingon en toefpelingen to waken.

Page 676: vondel. - DBNL

En zijn' godtvruchten toonVan wijsheit en rechtmatigheit

so Veroveren, al watDe woeftheit van Godts wetten fcheit.

Zoo groeit Sint Peters Stadt;Terwij1 elck ftil te weide gaet,

Waer 't eickloof fchaduw geeftas Het volck, dat, op dien toeverlaet,

Geruft in vrede leeft;Zoo wijt d' Aertsherder, op de wacht,

De bergen Bade flaet,D' orakelrol zet in haer kracht,

so

Die dezen gulden StaetOna fpelde, jaeren lang vooruit;

e'en teecken dat dit lotZich voeght naer 't eeuwigh raetbefluit.

Das flout de Kerck, van Godtos Gewijt op bergen, voor 't gezicht

Van David, die haer zaghOntworpen in 't voorziende licht,

Op haeren fchoonften dagh.Daer gaet de zanger aen den rey,

vo Verruckt in haeren lof.Wat Keurfeeft hem noit ftof ontzey ;

Hier vint by rijcker ftof.

u Het eekk: beter ware: „aan het yolk," of „den yolke "se D' orcekelrol set he hoer &odd voor „de profetilln remit "IWO Toefpeling op Pfalm LXXVII: 8.

Eene der eerfte verrichtingen van Alexander VII was, aan denhier boven 1) door ons genoemden Abt Bartholdus Niehufius eenjaargeld toe te kennen en hem te verheffen tot Bisfchop in partibusvan Myzien, terwijl de Aartsbisfchop van Ments hem aanftelde totWijbisfchop van Erfurt. Zijn wijding ala Bisfchop had plaats to Mentsin de Maand Juny van dit jaar, ten overftaan van De la Torre,Bisfchop van Efezen en Panfelgke vikaris in de Nederlanden. 2)

Twee huwelijken van dochters uit aanzienlijke AmfterdamfcheRegenten-familien werden in den loop van dit jaar gefloten en doorVondel bezongen. Het eerfte was dat van Wendela Bicker, dochtervan Jacob Bicker Gerardszoon voor twee jaren in de krachtzijns levens overleden — en alzoo kleindochter van den Heer van

a) Zle biz. 194.Zle °Wham see Hennemerl. biz 289.

636 OP HET INWIJDEN VAN ALEXANDER DEN VII. 1655

Page 677: vondel. - DBNL

1655 VONDELS LEVEN. 637

Swieten. De Bruid telde achttien jaren en had reeds twee harerzusters op ongeveer gelijken leeftijd in 't huwelijk zien treden; deeene met Jacobus Trip, de andere met Jean Deutz, beiden vermo-gende en ondernemende handelaars: — terwijl hare beide jongftezusters nog ongehuwd waren. Meer nog echter dan de rijke en lief-tallige Bruid trok waarfchijnlijk, toen op den 16 February het jeug-dige paar uit de kerk terugkeerde naar het huis, dat de weduweBicker — zelve eene De Graeff — op de Heeregracht bewoonde,meer nog, zeg ik, dan de Bruid, trok de Bruidegom de aandachttot zich der verzamelde volksmenigte: en geen wonder! de Bruide-gom toch, met zijn fchrandere, doordringende oogen, met zijn don-kerbruine lokken, van weerskanten over de breede fchouders ntder-golvende, met zijn forsch en krachtvol gelaat, met zijn fmallen,fcherp gebogen neus, was de man, die, offchoon nog eerst op dertig-jarigen leeftijd, reeds nu als de Autokraat in Holland, als het °rake'der zeven Vereenigde Gewesten befchouwd kon worden, was deRaadpenfionaris van Holland, Mr. Joan de Witt.

De hierboven 1) vermelde keur tegen den overdaad op gast- enfeestmalen, door Dr. Tulp uitgelokt, was eerst weinige dagen vroe-ger — op 29 January — uitgevaardigd, en daarby onder anderenbepaald, dat by een bruiloftsmaal, op het tweede gerecht, geengentilleafes en geen gegoten fuiker mochten worden opgezet. Maarwaarfchijnlijk zal het met die keur gegaan zijn als met zoo veleandere (en in 't byzonder met de keur tegen het begraven byfakkellicht), die gemaakt waren om overtreden te worden; waaraanzieulgke luiden het een fchande zouden gerekend hebben zichaan te ftooren. Men volgde wat het gebruik of liever wat het fat-foen made bracht, men betaalde de geftelde boete voornit ' en menging ongeftoord zijn gang. Ter gelegenheid der verbintenis, waar-over wy thands handelen, en toen het nog niet eens de brniloft, maar*Been het aanteekenmaal gold, fchreef De Witt aan zijn aanftaandenzwager Deutz: „dewyl ik, by foute van experientie, zeer onkundigben van 't geen my in zoodanige gelegenheyd, inzonderheyd naarde manier, binnen de ftadt Amfterdam gebruyckelyck, ftaat to be-zorgen, zoo bidde ik by dezen zeer gedienftelijck, dat UEd. de moeitegelieve te nemen, van my daar van door een letterken te verwitti-gen, inzonderheyt ten reguarde van die zaken, die voor den folemanelen dag moeten gereet weefen, 't fij van wijn, van fuycker, vanhypocras, en generalyck van al 't geen by UEd onlangs in gelijckegelegenheyt beftelt is geworden." — Er zal dus hier op de bruiloftook wel niets hebben ontbroken, wat gefchikt kon zijn om den rijk-dom der gastvrouw to doen uitkomen en eere te doen aan de aan-zienlijke gasten, die zy ontfing: — en gewis zal onder die gasten,vooral onder de vrouwen, insgelijks een pracht zijn ten toon gefpreid,

I) Zis biz. 611

Page 678: vondel. - DBNL

638 VONDELS LEVEN. 1655

minder zwierig wellicht dan heden ten dage, doch niet minder dege-lijk van gehalte, Wat die gasten betreft, mijn geleerde vriend, deHoer D. Veegeno, heeft de namen van fommigen htmner opgegevenin een beveilig tafereel, voor ettelijke jaren door hem over WendelaBicker in 't Balt gezonden 1), en ik ken my het genoegen niet ont-zeggen, deervan eenige regels hier ter plaatfe uit to fchrijvcn. „Zoozaten bier," zegt hy, van de betrekkingen des Brnidegoms fprekende,„aan dezelfde tafel, een staatsman als Hieronymus van Beverningk,die den vrede met Engeland had helpen sluiten, en het tech nietbeneden zich achtte, speelnoot op de bruiloft van zijn vriend to zijn,en Den gemeen soldaat ender de ltifwacht der Heeren Staten, JonkerJan an Sypesteyn: — de Griffier van den Hoogen Read, Mr. JohanComes, en de Haagsehe Advokaat Van den Andel, aan wiens huisDe Witt zich drie jaren achtereen in de regtspraktijk had ge6e-fend: — leden van den Ond-raad to Dordrecht en — zonderlinggenoeg, de Auditeur van rekeninge 14 Z. H. den Prins van Oranje,Mr. Maarten Persijn. Niet de minst plukkigen ender de gastenwaren zeker de Advokaat Mr. Cornelis lamina en zijn gado, (liezelven **est weinige dagen te voren gelmwd, en dearom to meerzich verhengd.en, dat De Witt, aan wien zij beide zeer naanw ver-bonden Waren, het doel zijner wenschen had bereikt.

„Ongetwifeld liep de brnileft vrolijk ten einde, en tech wet wolkvan zwaarmoedigheid son neergedaaid zijn op het gelaat van demeesten der feestvierenden, als ,.,-- gelijk men zegt, dat eenmaal bijhet naken der Freiman) omweateling, in een klieg van vertronwdevolgelingen van Lodewgk XVI en zijne gemalin pleats greep .,-- bieriamand had kunnen bumenkomen, die met ernstigen blik, sender ietato verbloemen, ass enden en jongen verkondigde wet bun volgendlevenslot eon zijn. Wet ontzetting sou allen hebben aangegrepen, alitsulk een, van eon profetischen geest bezield, den brnidegom en zij,nen breeder in de verte gewezen had op het Greene Zoodtjen to'a Gravenhage, met al de .daaraan verknochte ijsselijkhedenl Missehiensea Joan de Witt zelf zieh nog bet minst engeloovig hebben vet.,toond; want Hoeg reeds was het hem voorspeld, flat hij zijn eigendeed niet sterven son: eene veorspelling, zamenhangende met hetvolkeveeroordeel van den bedachtsamen Hollander, dat het met hemniet geed eindigen kan, die al te zeer uitsteekt in gaven des geestesea daardoor Gene al to hooge vlucht neemt. Meer hoe son de ern,edge, ambers trader twijfelend het hoofd hebben geschud, ale hemware toegereepenc „(kij cult, als tachtigjarige grijzaart, den roan vanuw Wren, ewe beide zonen, smadelijk zien Yellen: gij cult zelf hetateerdgebral heeren der wreedaardige volksmenigte, die hen opoffertaan here toe...loom woede: gij snit self, te midden van den onder,gang der StaMaparaj, waarvoor gij gedurende eene lenge reeks van

I) In bet Holkiedech fiehilder- es Letterkstadig Album, by C. W. Nnu.nro, 1849.

Page 679: vondel. - DBNL

1655 VONDELS LEVEN. 689

jaren hebt geijverd, moeten vlugten en u schuil houden als eenmisdadiger, en toch zult gij blijven leven, denken en besef houdenvan hetgeen er met u gebeurt." Minder vreesselijk zou de voorzeg-ging geklonken hebben voor de andere gasten, en toch zon onderhen menigeen zijn geweest, die de waarheid voor dwaze spotternij ge-houden had. Of zou de glimlach des ongeloofs zich niet op het gelaatvan Van Beverningk hebben vertoond, als hem ware toegevoegd:gij, die pas den vrede met Engeland hebt helpen sluiten, die daarbijzoo veal in u was, hebt medegewerkt, om den eenigen Jelg van denOranje-stem voor altijd van de waardigheden zijper vnorondnrs ver-wijderd te houden, zult, lang voor uwe loopbaan ten einde is, tot deijverigste medestanders van dienzelfden Oranjevorst behooren en inzijne verheffing het heil van uw vaderland zien." Zon' niet aan Fan-nius, altijd zoo naanw met de De Witten bevriend, eene sidderingover 't lig zijn gegaan, als men hem voorspeld had, dat hij, tot Lidvan het Hof van Holland opgeklommen, slechts door een toeval ont-heven zou worden van den allerpijnlijksten plicht, om recht te spre-ken over den Ruwaard Cornelis de Witt, als daze zich tegen debeschnldiging van eenen aanslag tot vorstenmoord zou moeten verde-digen, en in tegenwoordigheid zijner recbters op de pijnbank zouworden uitgerekt? — Aan enkelen uit den kring zon zeker het hartvan vreugde hebben geklopt, als zij te weten gekomen waren, welkegulden dagen de toekomst voor hen in haren schoot verborgen hield.Met trotschen moed zon b. v, Jonker Jan van Sypefteyn rondomzich hebben gestaard, als hem de zekerheid was gegeve1, dat hij nietenkel tot veel hoogeren rang zou opklimmen, maar day en boveneenmaal eene der hier aanwezige Juffers Bicker, near viler bezit zoomenig ,Amstardamsch jongeling smachtte, zijn gade zou kunnen noe-men."

Tot dna verse de Heer Veegens: Laat ik er by voegen, dat devoorfpellende genius, wien by de bruilott binuenleidde, niet minderverbazing zoft verwekt hebben, wanneer by den gasten aangekondigdhad, dat de byna zeventigjarige dichter, over wiens bruilQftslied zyhun opgetogenhpid aan den dag leplen, de vervulling van al dievoorfpellingen beleven en zeventien Caren later aan den gruwzamendood des Brnidegoms nog eenige regels wijden zoti.

De heilbede van den onden Cats aan het jeusdige pear was ge-weest:

lk womb dat gy alkaor tot "enters moogt vorflijton.

Die van Vondel klonk als volgt:

Page 680: vondel. - DBNL

640 1655

TER BRUILOFT

VAN

DEN E DEER

JOAN DE WIT 9

*Id Vtaiimtaria nit tat tub ass Nallsd is ::tfillritilini,

EN

DE E. JOFFER

WENDELA BICKERS.

x 't Haeghfche bofch verfaijnt de Vrijheit van hetlant,

Die fiere en eedle Maeght. Zy voert in d' eene hantDe gonde fpeer, den hoet om hoogh op 't fpits ge-

fteecken,Der fteden hooftcieraet, dat triomfeerent teecken,

a En d'andre hant regeert den toom en 't montgebitVan haeren wackren Leen, waerop die braeve zit.Aldus bejegent zy de Moeder van het minnen.Die fpreeckt haer aen van zelf: 6 Maeght, wat voert nw zinnenIn 't bladelooze wondt, daer mirt noch eicke bloeit,

to Mijn bloem, in haeren bol gedoocken, blooit noch gloeit,De winter fchent het al. De Vorit der Noortfche buienIs vyant van de groente en levendige kruien,Begraeft al 't veltcieraet in hagel ys en fneen:En luft het n een lncht to fcheppen met den Leen?

is De Maeght begroetze heufch, en antwoort op dit vraegen:Godin der weerelt, laet mijn' tocht n niet mishaegen;Ick zocht en vinde n hier ter goeder tijt en unr,0 levenweckerin en voefter van natuur,By wie de weerelt INA en al wat fchijnt verloren

Mows vow' ,,Biekers dochter."

Page 681: vondel. - DBNL

1655 TER BRUILOFT VAN J. DE WIT EN W. BICKERS. 641

20 'Lich kleet in verfche verwe, en opiket, als herboren,Zoo ras de lentetijt nw vier en prickels voelt,Waerop gedierte en vee en vogelzang krioelt,De leenrick nit den danw, in vrolijcke landonwen,Met zang ten hemel vaert, om 't nienwe licht t' aenfchonwen;

ss Te groeten met den dagh, daer 't gras, dna tang verwelckt,Vaft aengroeit, dat het piept, en 't lantvolck koeien melckt:0 Moeder van de min, begnnftigh mijne beden.De welvaert van mijn' Staet beftaet alleen in ftedenEn macht van menfchen niet, maer oock in eerlijck bloet,

so Ter heerfchappy geteelt, gequeeckt, en aengevoedt.'a Lents adeldom beftaet alleen in fchilt noch wapen,Maer oock in 't vroom gemoedt, ten dienft des volcks gefchapen;En hierom heeft het lot DE WITT, mijn' tronwen helt,Op Katoos onden noel, aen 't roer des lants geftelt,

33 En juift ter goeder tijt; then d' eilanden der Ileeren,Die al den Oceaen. en weerelden regeeren,Geraeckten hantgemeen, en klampten boort aen boort,Van hier tot Indus knft, en purperden met moortDe velden van Neptnin, die op den helfohen donder

40 En bliaem den kortonw, met al zijn heir, van onder,Den zeeftroom roocken zagh, en branden, root van gloet,Het vreeflOck kraecken hoorde, en fchenren van den vloet,Het berften van 't metael, 't geknars 't gefchrey der mannen,Ala of de vrede was ter weerelt uitgebannen,

4s De grendel van de hel gefprongen nit zijn flot,Al 't naere fpoock ontboeit, de vyanden van GodtEn 't menfchelijck geflacht. In 't midden van die baeren,Dien zeebrant, ftont Da Wi', in 't opgaen van zijn jaeren tGelijck eon rots, aen 't roer van mijnen vrijen Staet,

so Rill Gesgrosa, dot Ad phut: pfgund ear loses wy opt by Gnsiorwoon, Poesy, bl. 111, en byVannosz, dont de 'Nook Act. U, fa. A Horezoorsa brengt dose voorbeelddh by In :On Pr. II,▪ Peet van I pispsfs dar Aosrea 'Awoken wordt. 't Eosin my eebter voor, Sat, flute:Ned gra,op itch self genomen, ge olorgwonkelgko beteekenis van pupa: deselele Is aim to pup in 'tt. w. van „doorkensep, lit homes kgken." Zoo fpreken de moeders, die bear mei:dens leerenbroke, nog raw „Iallelwin, °Maas, deorplopfss, of later pan." — Hier tor piastre besigt V.maker, 4g:bur, Y waord Ors In eon byparbolitelso betaokenis, even ale in./oasis. de Barges,B. III, Vssili&

Do ma Rut /tithes fagot, Aet pros greet, did hoe plop.Oink.* ap gelijks west vantamt men nog wel, Is semeenmani gurPrak, de niddrldabli:

„men kirtket gras pedal." — Hirt to iande klinkt soodanige ultdrukking wel wet heel km;*volt 4000* en lifoonregem Jimmy ten waarhold sgn. By de Dune ontirikkeling der greet-

. de Ratans, boort men, door do diebte bestehen eldest wandelende, gedurig ear sect■oortiminende nit de veruniging der op doh solve demure Walden, to weeg gebraeht

bet lailensppen der vesels, dear de sitbottende bladeren doorheen dringen.ps-dP Zate$ miss Moir door lobo mites! natunrigk V. bier noels eon der Bomelnfche !Moos,

soak Oats ntligliar," die goon von Widen in son guest Sondes, user Oldenbarneveldt: on doiteel is die vas:den „Advoksat" of „Itsadpentlonaris."

u oitandesz „Eastland en de Etilorlanden," dit Wafts, als door de Elasrmen en Zetawfolie&tonna twat en nit dies 400fde mode ale eon Mend befehouwd

ssx Do sin le: „toes de maaten, die, als lIngeland, Portugal, do Nederlanden, ens. ovemetehebunting:In hadden, in ocriog wares."

so di 'I more &sock war „al getpook, de gandrelso troop van Snivels."

DP WIWI TAN 7 TAXI DDDDDD 41

Page 682: vondel. - DBNL

642 TER BRUILOBT VAN .1. DE WIT EN W. BICKERS.—

in Bekoort door niemants gunft, verfchrickt voor niemants haet.Hy ftack, door zijn beleit, de zwaerden in de fcheede,En holp de zee en 't lant aen dien gewenfchten vrede,Waer by de bnrgery van weérzy zit ontlaft,De hulck den acker ploeght, daer gout en silver waft,

33 D'eilanden onderling elckandren heufch bejegenen,Gn minzaem, ala voorheen, met eere en liefde zegenen.Wat waer 't een jammer dat dees Staettelgh, zonder vrou,En afkomft, afgeflaeft, in 't endt verdorren soulHet is uw eigen ampt mine uitgelezen ftammen

so En Huizen onder een, door kracht van minnevlammen,Te When, en de deught to queecken in haer krooft.'0 Rants arbeit eifcht een ftut, en minnelijcken trooft.1Vanneer mijn wachter zit befchanft in zijn papieren,Of worftelt in den Raet, en nacht en dagh van ftieren

03 Vermoeit wort, kan een vrou door vriendelijck onthaelVerquicken 's mans gemoedt. Men ziet hoe iteen en ftaelEn diamanten zelfs, door een gedurig wryten,Verliezen en vergaen; en zou de borft niet flytenVan dezen Herkules, die voor den vrydom waeckt?

TO Ghy, die met uwe torts en minnevieren blaecktDe kilfte harten, die noit gloet van minne voelden,Of voelende, terftont door bezigheit verkoelden,Tre toe, ontvonck DE WITT, en WENDELE, zijn ga,Met uwe zuivre vlamme, op dat haer ongena

13 Verzachte, en zy dien Heft, haer trouwe toebefchooren,Omhelze, en wellekome. Ick zie den Helt herbooren,En al het vrye Lant in deze twee vereent.Zoo 04 de bruiloft in, op 't juichen der gemeent'.Zy zal hem afgeffaeft des middernachts verpoozen,

so Daer ghy de ledekant beftroit met geur van roozen,Die op haer kaecken reede ontluicken van de fchaemt,En 't fchaemroot, eene verf die zulck een Bruit betaemt.Ick zie twee_hooftfteen reede in deze beide paeren,De Merwe en Aemilelftroom, gelijck in echt, vergaeren,

23 Den Haegh en Amfterdam elkandre wel veritaen,Zoo wijt all; Bickers vlagh den grooten OoeaenBerchadawde, en doorfnee met rijck gelade fchepen,Die 's weerelts gouden oegft in HoBanta boezem flepen.

1655

eG gorses bier Ivor „hat boatmen."Wankle V. seat bier Weed& en niet Meade: wearfchOnlek om dat Wends's, sue go nlet moolsoft Minton.

76 Des Hen herbeeres: t. w. ..De Witt, in eon soon, 'On evenbeeld "ayes De fehawat. Re fekeenwoot voor „het Wooten van fchaamte.:'as 7.0 hooft/teesr Dordrecht ea Amftardam, beide ftemhebbende. en dna regeerende of hoofdfteden.sa,s1 Vergelgt bier Mtge.* de dichter van Amfterdam singt, Deel III, bls. 94.

War metre* words* Wei bercheduat tap Aaer seem

Page 683: vondel. - DBNL

Ik hoor den ouden Graef, in top van Amfterdam,oo Cit eene heldre wolck, met blijfchap zVnen ftam,

Begroeten in dees twee, die wy met wenfchen paerden,En vruchten gunden, die naer bey de Grootvaers aerden.Behaeght u dit, voltreck mijn be, tot Hollants heil,Zoo vierigh dat geen twist hnn minne fcheide en dell'.

o De Moeder van de min beftemde doze bede.De Leeu dis lasts, ontvonckt van minne,' fcheen dit madeTe itemmen. Venus zagh het vier in zijn gezicht,Dat eerft te branden fcheen van grimmigheit, gezwicht,Ale of by om DE WITT de Joffer fcheen te vryen.

loo De hemel zeegne hen en 't lant met guide tyen.

as Des order arse/. don grootvader der Brold.

Het mag eenige verwondering baron, dat Vondel, wiens gehecht-heid aan het Huis der Stuarts en wiens haat tegen Cromwell onsovervloedig gebleken zijn, zich in 't bovenftaande gedicht, vs. 51-56,verheugt over eon vrede, die, ale wy boven 1) hebben aangemerkt,op alles behalve vereerende voorwaarden gefloten was. Maar menbedenke, vooreerst, dat hy het niet in een opzettelijk daarop ver-vaardigden lofzang, maar in een byzonder gelegenheidsvaers en alsin 't voorbygaan doet: ten anderen, dat hy zich wacht, van Cromwellte gewagen, en alleen van de weerzijdfche „burgery" fpreekt: tenderde, dat de vrede het werk was van de Staatsgezinde party, diein de oogen van Vondel geen kwaad kon doen: en eindelijk tenvierde, dat onze dichter den oorlog tuirchen Kristenvolken bovenalles veraffchuwde en het felt zelf, dat de vrede gefloten was, hemalle bykomftige overwegingen ter zijde kon doen Mellen.

Om tot de bezongen Bruid te keeren, Wendela Bicker fchonk achtkinderen aan haren echtgenoot. Zy beleefde de dagen van zijn grootheiden voorfpoed: zy word gelukkig gefpaard voor het beleven van zijnval en rampzalig uiteinde; vermits zy op den 1 July 1668 overleed.

Het tweede huwelijk, in den loop dezes jaars in de aanzienlijkeA —telherd" aonfche kringen gevierd, was dat van Joan Six 3) met Mar-garet& Tuip, dochter van den beroemden Regent en geneesheer.Of dese44 dier gelegenheid tegen z ijn eigen keur gezondigd en pet-aled/1M opgedischt of geproefd hebbe, laat ik in 't midden. De brui-loft had pleats op den 28 Juny, en werd door Vondel bezongen in't riavolgende gedicht:

Zle bk. 611.a) ZIG over hem Deel V, biz. 767, 770, Deel VI, biz. U.

1655 TER BRUILOFT VAN J. DE WIT EN W BICKERS. 643

Page 684: vondel. - DBNL

644 1655

TER BRUILOFT

VAN DEN Z. HEIM

JOAN SIX, EN DE Z. JOITER

MARGARITE TULP.

CONCORDICEI ANIMAS.

sit kindren eer en dienit, htume onderen bewezen,Van outs by heiligh en onheiligh wart geprezen,En met den .titel van Godtvrnchtigheit,gekroont;Dewij1 by tegens Godt om hoogh zich danckbaer

toont,Die d' onders dient, en eert, als oirfprong van het

levenEn wezen, aen het kint door hen van Godt gegeven;Behalve 't geen de telgh van zijnen ilamme deelt

CoNooaDzil ANIXAZ: N. I.: „eons minds delea." Zie An VI, 828.

Page 685: vondel. - DBNL

1655 TER BRUILOPT VAN d SIX EN M TUI.P 645

Aen fap van deught en tncht, de fpruiten ingebeelt,En levende ingeplant, als Goddelijcke voncken,

to Van kintsbeen met de melek der moeder ingedroncken.Wat zaet van leeringen men dickwils vruchtloos ftroy;Dees hooftdeught zette in Six van zijne wiegh haer ploy,En blonck in hem, en in zijn eensgezinden broeder.Wat eer, wat dienftbaarheit oit kint zijn waerde moeder

is Van harte opdraegen kon, Ala een vereifchte fehnit,Die droegenze op aen haer, nit fehijn niet, noch vergultMet een geveinft gelaet, miter nit oprechte tronwe.Wat was het een vermaeck, voor d' oude weduwvrouwe,Zich dus te zien gedient, door haer gehoorzaem bloat!

20 De dagen uitgereckt, en zonder tegenfpoetVan wederfpannigheit de wednwlgeke jaeren,In 't keereft en in 't gaen, gelijck op twee pylaeren,Geltut to zien, een hell dat niet gevonden wortBy tortels, troofteloos op haeren tack verdort:

Ss Maer SA was 't niet genoegh de Moeder in haer levet:Te volgen; by had kik haer graf deze eer to geven,Na dat de Doot zoo ling haer' mont en oogen boock,En zy verdweenen was, gelijek een damp en roockOm hoogh aen Ineht verdwijnt. Hy overwoegh haer zorgen,

so In 't vallen van den dagh, in 't rijzen van den morgen,En hoeze in haeren tijdt, bekommert voor den noon,Uit duizent maeghden een zoo zedigh koos als fchoon,Een zuivre TEMP, het puick van allerhande bloemen;Toen oogh op deze viel, die wy de Park noemen,

311 In GrieckSch an out Latijn, en niet onduitfch noch vremt,Ale met de bloom gepaert, Mier' eigen naem beftemt,Met nitgelezenheit van zedigheit en waerde,Die van der Moedren aert, van weArzy, niet veraerde.Zy hing gedurighlijck aen haer Vrou Moeders zy,

do Gekent in 't zedigh krooft, de belle fchildery;Het zyze fpeelde of zong, op 't klincken van de fnaeren,Waer op de geeft van But ten heinel fcheen to vaeren,En met zgn moeders geeft to fpreecken van de Maeglat,Die hem, op haeren raet en zgn gezicht, behaeght;

ss Ala eene aen wie by hoopt zich zelven te verbinden,Chn to dat :lave bloat zija moeders ziel to vinden,Die by verloren heeft; en zgn vrou moeders naem

s 'eyebath. word Aerveldoe wordt thaw& mkt nun gebesigd dal els refiectiv net het prosreek on beteekent &Men s sea verkeerde voorltellieg makes." Daze min eigenlake sin iseehter door tijdeverloop tan 't woord gekeeht4 bier werdt het nog gownhon in zgn oorfprenke-Rite beteekenle van: „lapresten, IngIetee.”

se Spe waerde seeder: „Anna Wyman." over wie Deed V, biz. 170 gerproken Is.as De Parte Maelearigs, de name der Braid, beteekent in 2 LatUe "pastel" ense in 2 Hollandselt: Hmadeileljos:

Page 686: vondel. - DBNL

In een herboren ktanck te wecken, zoo by quaemOntmoeten zijn gelnek in deze MARGARITE.

so 0, zucht by menighmael, dat 's hemels zegen vlieteEn vloeje op mijnen wenfch, en ick den blijden daghBeleef, die Moeders wil geheel voltrecken magb,In mijnen trouring, lang dees Joffer toebefchoren,Gelijck mijn geeft getuight. 0 waer die dagh geboren!

53 De Liefde ontfteeckt aldus des jongelings gemoedt,Gelijck de vlam een torts. Al d' aders, al zijn bloetVeranderen in vier, dat, krachtigh van vermogen,Hem nitftraelt uit gebaer, en aengezicht, en oogon,En niet to bluffchen is, zoo lang het voedtfel vint.

so Waer twee vereenigen, daer ftrengelt en verbintDe Liefde tien aen een; want i.eder heeft zijn zinnen:Doch lichter zal die bant op deze harten winnen,En bechten, aengezien de wil in 't algemeenEen heilzaem wit beooght: dat wit fmilt veele in een.

65 Geftadigheit verwint. Zoo wort de draet volfponnen.Haer Broeder heeft aldas den hoogen BURGH gewonnen.Moskovifch ys noch fneeu verkoelden noit den gloatVan zijne ontkeecke borft, door 't afzijn aengevoedt,Doer na gewellekomt, en by de lieffte ontfangen,

TO Verqnickfter van het moede en afgeftrelta verlangen.De trouwe min van Six verdiende oock 't echte pantTe fchencken aen zijn Bruit, te trouwen met haer hantDie fchoone wederga, hem toegefchickt van boven,En fchooner door Baer denght. Op zulck een trou beloven

ti De ftarren hen te zien, aen onzen Aemftelftroom,In telgen nitgefpreit, gelijck een vruchtbre boom,Waerin de SIxEN en OUTSHOEENS weder bloejen,Waerin men VLLMINGEN en TULPEN aen ziet groejen,Ten dienft van onze ftadt en Hollants vryen Staet:

so Terwijl de Bruidegom zijn Bruit en toeverlaetOmhelft, en onderhondt met vriendelijcke togen,En dau en geur, nit tijm van Poezy gezogen;Daer hy, by wijlen, 't hart en zijn' verliefden geeftMet genren fterekt, en witte en roode roozen leek

m,ei De sin is: „wear twee trouwen, sOn er, (Mill elk van bidden sijn etif zinnen beet:, tiessanoen verbonden."

es Haer Brooder: de breeder der Braid, die met een juffrouw Burgh getrouwd was.77M dadshorefu, Vlamiages We Dee1•11, 679, 593, 671, 691, III, 88, 39. De moeder der Braid name-

ilk was Margaret& de Viewing, op welke JAN Voe dit gedicht verveardigde.Dam stet men Vlandaps kelt, moor hoar deemoedigheedes

Beleeftheidt, Mat es from OA moor gees aorta pealsel.De Maadualt toord mu stet dos fterfelijke bedsit,

Haar deugdt otre(d stet min dos heeme(fehe passed,Isfootes met drat W I can farces, die flags RamBet berldt der des& hos* fond al 't lip is 't gra/ sal Mates.

se Wide en rood* fumes leml. voor „hear blank vel en mule wangen knot"

646 TER BRUILOYT VAN J SIX EN M TUI.P. 1655

Page 687: vondel. - DBNL

1655 TER BRUILOFT VAN .1. SIX EN M TULP. 647

93 Op haere ontloocke wang; daer verf in verf verdreven,Hem 't ganfche jaer den May affchilderen naer 't leven.De deught, aldus gevat in nitgeleze not,Veredelt haer waerdy met onwaerdeerbren lof.Wat zocht de Bruigom 't oogh der fchoone te behaegen

so Door Parlefnoer, om aen den blancken hals te draegen,Om 't hooft, en om de hant? zijn parleviffcheryIs ydel: want de fchoonfte en eelfte Park is zy,Wiens deught geen toifel hoeft, noch ydele cieraedenVan baggen en gefteente of kraeckende gewaeden,

93 Vol 'widen geborduurt, en itilf van Indifch gout,Zy leent van bniten niet, die d' ydelheit miftrout.Geen ramp den bloeffem van dit huwehjek verniele,Een bruiloft, zonder endt, voor lichaem en voor ziele,Die, even onverzaet, vdrlangen naer het zoet,

loo Dat lijf en ziel vernoeght, door 't onbegreepen Goet.

so Door Parkisoer: yards „door gefchenken van paereitnooren.n

Dat de nienw getrouwde Heer van Ilillegom zich niet ongevoe-lig toonde voor de wenfchen, hem toegebracht, en den dichter nietvergat, bleek nit de toezending van eenig ooft en wildbraad, waar-voor hem Vondel op deze wijze dank wist:

Page 688: vondel. - DBNL

648 1655

DANCKOFFER•IN •

DEN E. DEER

JOAN SIX,VOOE ZIJN OMIT EN WILTBRAET MY MIT ZUNI HO/STELE TOEGEZONMEN.

GAZA LETIIS AGRESTI.

E gantfche weerelt woelt en raeft,En wort met ydelheit geaeft.

D' ontrufte Staetzncht kan niet flapen.Zy droomt van titels, treckt hour wapen

Al hooger, zet hear palen nit,Tot dat de fterckfte maght beer ftnit.

Wie kan den Chrilten en den HeidenIn 't bloedigh twiften onderfcheiden?

Hoe komt het, dat de Turck, gewecktio Door zulck een' twist, niet op en treckt?

De kruismaght leght van zelf hear vaenenToch near voor Mechaes halve Maenen.

Haer grens itaet open, en gereetTe draven onder 'a afgronts eedt.

13 Meer neen, by hoeft geen zwaert to trecken,Noch Chriltus gront met volck to decken,

In Afie en Euroop vergaert:Hy wreeckt zich door 't gedoopte zwaert.

Wat hoeft zijn heir Godts maght to vellen?20 De Chrilten zal 't voor hem beftellen.

De vont, die voortUts MahometBefchaemde, is nu een fchande, en fmet,

En d' uitgeruckte degen echter

GAZA LAIITIM Lamm: d. I.. „Bich verbIlIdende mot do koatbare voortbrangfelen van 't land."Eta des V. 40.

as &Ater voor „adder," bier In den Ma van „ten flotte, por Dot von Mooting."

Page 689: vondel. - DBNL

I 1655 DANCEOFFER LEN J. BM. 649

De billijckfte en oprechtfte rechter.as Dit wroet de Chrifte weerelt om.

Op Elftbroeck, binnen Hillegom,Zit Six, en ziet met mededoogenDit jammer aen, en trooft zijne oogen

Met ope lucht, en (kin, en meer,30 En beemt, en boom, en bloom, zoo veer

Zijn oogh de verf kan onderfcheiden,Daer Haerlem, 's Gravenhaegh, en Leiden

Verfchieten, ieder aen zijn zy,En zijn geboorteftadt, aen 't Y,

ss Becht voor hem rijft, de zee van achterBewaeckt wort van den grootften Wachter,

Die met zijn vingeren en hartDe zuid- en noort-as overfpant,

Uit zijnen troon van vrenght en vrede.40 Zoo ftil zijn hoof, en errefitede,

En have to bezitten, daerMen moedtwil nitbant, en gevaer,

Magh menigh duizent niet gebenren,Die midden in de 'miming trenren

a Van 't oorloghsonweer, zonder endt.Hier leeft by in zijn element,

Die luft fchept in het onderzoeckenVan knnft en uitgeleerde boecken:

En, als het lezen hem verdriet,so Het hart verquickt met zijn MARGRIET,

En leitze, die hem kon verleiden,Door boomgaert, hof, en duin, en weiden.

Terwijl de leetuick quinckeleert,By haer zijn veltgedicht vereert,

as Dat zy vergoet met fpel en zingen,Daer 't wilt in duin op fchijnt to fpringen,

Te hnppelen door velt en gran.By biedt dat montje zijn gewas,

En ooft, on drackt het aen de tippenso Der honighzoete en lieve lippen,

Zoo root als d' appel, die zoo kiefchDe jonge TEMP ter eere wies.

Kon Six zijn weelde en rijckdom vatten,Hy ruilde niet met Krezus fchatten

et BObroseit: een hafted°, aan 't dorp Hil)egem palende, en tot in t begin dozer eenw met hetHula to Hillegom de zetel van 1 gefacht van Joan Six.

47 Die hilt loupe, ens . een lust, nog na moor dan twee eenwen In dat geflacht niet nitgedooM.41 .05 tense, die Um hoe verleiden bevallige woordfpeling, oerkiden wordt hier natnur101t in een

goeden sin genomen.44 Yeltgedicht Six had self gedkhten gefehreven.

Page 690: vondel. - DBNL

650 DANOKOFFEE AEN J sm. 1655

83 Zijn hofftede, en geruften !blot.Hier fchijnt d' oranje dageraet

Veel vroeger en veel aengenaemer,Uit Tithons in zijn bruiloftskamer.

De zon gaet fpader Kier to wedt.to De vogel zingt rondom zijn bedt,

Verdrijft in 't kriecken van den morgen,Alle ydele en onnutte zorgen.

In 't volfte van dien overvloet,Kan hy alleen zijn ackergoet

73 Niet nuttigen, maer moet het reickenAen andren, tot een gunftigh teinken.

Geen edel hart is zonder blijck.Hoe wreeck ick bell dit ongehjek ?

't Valt zwaer met godthan to krackeelen:so En telgen, die zich mededeelen,

Betuigen waer heur aert van daelt.De hemel zette u dit betaelt.

Six word in 't volgende jaar door zijn fchoonvaders invloed totKommisfaris, van Huwlijkszaken bevorderd. In 1667 werd hy totSchepen, in 1679 tot Raad, en in 1691, op drie-en-zeventigjarigenouderdom tot Burgemeester gekozen, welke waardigheid by echtermaar eens bekleedde. Hy overleed den 18 Mei 1700. MargaretaTulp, die in 1634 geboren was, overleefde hem nog eenige jaren.Vondel vervaardigde op haar afbeeldfel het navolgende byfchrift.

Page 691: vondel. - DBNL

ANIMUM PICTURA PASCIT INANI.

ARGRITE zagh haer' !chitin in hare beeck,Geltjck een perle in 't klare water, leven,

Zoo heeft de kung haer nu met verve enftreeck

Den ommetreck naturelijck gegeven.Toen Six dit zagh, ontvonckte 't hart van min.

Hy zagh bekoort de fchaduwe aen voor 't wezenVan zijne TULP, en lieve Zanggodin.

Het bloet ontftack, en al zijne aders rezen.Hy knit(' 't beelt, en had het weer gekuft,

to De fchildery had zelf dien gloet gebluit.

Amex PIOTIII• 011W/ : d. 1.: „hy voedt an verbeeldIng met een ydele hesitant..." Zie den. I, 488.0 As had het weir obit?: verbs: „ea had de beameds heal sea has tens gegeven "

Van Tulp gewagende, zal het niet te onpasfe zijn, bier bet ge-dicht in te lasfchen, waarin Vondel 'a mans „Befpiegelingen derGeneeskunst" bezong:

1655 651

OP MEJOFFER

MARGRIETE TULP,

HIJAVIIOURII VAN DIN HMI

JOAN SIX,

DOOU GOVERT FLINCK GESOHILDEILT.

Page 692: vondel. - DBNL

OP DE

BESPIEGELINGEN DER, GENEESKUNSTE

VAN DEN E HaEa

DR. NIKOLAES TULP,

Surgrutrrsttr n tart nu 3nuttrrbant.

TOLLITUR ABTE MALUM.

ERGENS vint men waerder TULPDan die reeft am noit te fterven,En fchakeert de biotin, en verven

Naer den aert, tot 's menfchen hulp;Die, ten fteun van 't zwacke leven,

Alle bedden, waerze hetOpgeloocken, komt te beet,

En verquickt met raet te geven;Ala de bloemen, in haer koorta,

to Op de fteelen, ganfch verlegen,Quijnen, flaeu van mill, en regen,

Of verfmacht van 'a hemels toorts.Wie zich wil by tljts beraeden,

Bezige Aemftels Hippokraet,18 Die zich noch gebruicken laet,

In zijne onverwelckbre bladen.Menigh leert uit 'a meefters mont,

En een finders ooge, en ooren:Dit vernuft kon dieper booren,

20 Op ervarentheit gegront.Wie het leven aen wit queecken,

Toccata 11111711 NALIIII d I .de kwaal wordt weggoaomen door do kunst" Dy nolken fehrgverdoze woorden voorkomen is my mist bekend.

s AR. beddesg: :herding op do dubbele Weaken's van 't woord, a1s bleeps- ea atakbed.not Do :dist ,olla, kebab's In perfooa, ook nog door zIJn onfterfelgke tobriftan rand rerfchatt."

(352 1655

Page 693: vondel. - DBNL

1655 OP DE BESPIEGELINOBN DER GENEESICIINEITE. 653

Door de heilzaeme Artzeny,Leert nu veiligh, op een ry,

Onderkennen 's lilts gebreecken.25 Maer gelijck het lichaem hier

Wort geholpen, en genezen,Door het gadeflaen, en lezen

Van dit doorgeleert papier;Zoo begint ons Stadt to bloejen,

30 Door des Burgemeefters plicht,Die den laft des volcks verlicht,

Met zijn fchonders to vermoejen:Want de burgerlijcke Staet,

By een lichaem recht geleecken,31 Onderwaerigh aen gebreecken,

Wort geheelt door wijzen raet.Als'er ftrijt valt in de leden,

En 's !ants welvaert fteent en zwight,Om bet regelloos gewight

40 Der veraerde vochtigheden;Als de geele en zwarte gal,

Slijm en bloet van hitte woelen,Valt de lantkoorts zwaer to koelen,

Die het hart dreight boven al.4,5 Doch does lant-arts kan vermeeren

En vermindren met verftant,Dat de iteden en het lant

Door de Vryheit triomfeeren.'t Is de kunft, die neemt, en geeft,

so Elck kan ftillen en vernoegen.Wie zich due, ale Artzen, droegen,

flebben 't lent to kort geleeft.Zy verdienen lofgedichte.n:

Want, indien men 't gads flaet,as 't Is geen minder kunft een' Staet

Te behouden dan to itichten.

UM Yeast „die, door don last dor bosighedon In b yolks Wang op gins fehondaren to omen,le bows van dat yolk vormbidart."

N Oosisromaigh root "'admirals, onderworpan." Not woord is my isehts War by V. by Booneditor 110411111111•11 voorgekomen. Es 't MU. Wosratesb.

as Tomo* toehtigkediso veer „varanderds, bedOrvon &ppm."is Ds Us*carat .de geed van oprosrighoid," of „alb onrnst in den Stoat-

Page 694: vondel. - DBNL

654 VONDEL8 LEVEN. 1655

Wy mogen one niet van een man als Tulp afmaken, zonder ookvan hem een kort levensbericht te geven. Den 11 October 1593 teAmfterdam geboren, nit Pieter Dirckszoon, een vermogend koopman,en Geertruida Dircksdochter, werd hy naer Leydena Hoogefchool ge-zonden, wear hy het onderwijs genoot der Hoogleeraren Adolf enEverhard Van der Vorst of Voritius, en J. Van Horne of Heurnius,die hem inwijdden in de geheimen der geneeskunde. Deze weten-fchap beyond zich, then Tulp zip loopbaan betrad, in een vrij ver-warden toeftand. Een deel der toen beftaande artfen, afgefchrikt doorde dwaasheden, welke Paracelfus had verkondigd, floten ook deoogen voor het goede in zijne leer vervat, en voor het nut der ont-dekkingen, door hem gedaan: de zoodanigen weken geen hairbreedof van de oude regelen van Galenus, anderen, met de orde derRozekruifers verbonden, overdreven, onder het geleide van Thurn-eysfe, de bnitenfporigheden der Paracelfifche fekte: de verftandig-ften kozen de party der oude Eclectici, namen het goede nit beideleerwUzen, pasten dit op him tijdperk toe en voerden de fcheikunde,gelijk zy door Erastus en Liravias gezuiverd was, het gelded dergeneeskunde in. Van Helmont onderwierp deze aan zijn arokaeue,die, als onafhankelijk geestelijke werking, even als ooze levenskracht,met het ferment, dat dualismus, dien ftrijd, die tweedrachtvolle een-dracht in de natnur to weeg brengt. Hoe►el meer befchaafd danParacelfus, volgde hy hem in zijn pogingen om de geneeskunde aande fcheikunde ondergefchikt to waken en in het aanprijzen van fterkeen famengeftelde wondermiddelen, welke laatfte eerlang algemeendoor zijn talrijke navolgers werden ten gebruike gegeven. — Tegendit gebruik, of hover tegen dit miabruik, meende Tulp, toen hy op-trad, - te moeten waarfchnwen, en, offchoon niet in alien deele deParacelfifche leer verwerpende, vestigde hy vooral zijn roem op zijnyverige en gewetenavolle onderzoekingen der natnnr. Die onderzoe-kingen ftelden hem in ftaat, talrijke dwaalbegrippen, hoe ook inge-worteld, to keer to gaan. Zoo toonde by aan, hoe de zoogenoemdeyvoren horens, die, ale hoofdeigenfchappen aangemerkt van den een-hoorn, in de kabinetten van Vorften en natunrvorfchers werdenaangetroffen en aan welke een byzondere geneeskracht werd toege-fchreven, niet enders waren dan flagtanden des Narwala: en hoe deSatyrs der ouden zich oplosten in den Orang-Ontang: — zoo vooralmaakte hy de ontleedkunde dienstbaar aan de geneeskunde: on iederweer, hoe hy ook ale leeraar in die wetenfchap wordt voorgefteldin de beroemde fchildery, door Rembrandt in 1632 vervaardigd.Groot was het nut, 't welk hy aan zijne medebnrgers bewees doordeze lesfen, welke hy bleef geven tot in 1654, toen hy geroepenword om hnn, als Burgemeester, andere, niet min gewichtige dienftento bewijzen. Zijn anatomifche waarnemingen zullen dan ook, naer

Page 695: vondel. - DBNL

1655 VONDELS LEVEN. 655

de getuigenis der deskundigen, heeds behooren tot die grondzuilen,waarop men met gernstheid kan bouwen, en die, op de natuur zelvefteunende, alleen met deze kunnen te niet gaan. Even getrouw volgdehy deze geleidfter op het nog duistere pad der heelkunde: over-tuigd van den fchakel tusfchen de verfchillende takken, en van hetonaffcheidbaar verband tusfchen genees- en heelkunde, begreep hy,dat het ideaal der kunst eerst dan te bereiken zofi wezen, wanneerbeiden band aan hand het fteile pad der ondervinding betraden.

De betrekking van Schepen, welke by 't eerst in 1622, en laterherhaaldelijk had bekleed, had hem in de gelegenheid gefteld, toleeren doordringen binnen de fchnilhoeken van het menfchelijke harten lesfen en wenken te vergaderen, dienstbaar zoo voor de gerech-telijke als voor de zielsgeneeskunde. Hoe gelukkig hy deze laatftebehandelde, bewijst o. a. de genezing, welke twee krankzinnigen,waarvan de een zich verbeeldde aan blindheid, de ander aan been-verzwakking te lijden, aan zijn fcherpzinnigheid en geduld te dankenhadden. Ook de kruidkunde was het voorwerp zijner ftudign: ge-tronw aan zijn ftelling, dat overal de natuur voor den mensch waakt,ftelde hy vast, dat Been land zoo ftiefmoederlijk is bedeeld, of hetLevert inlandfche geneeskrniden voor inheemfche ziekten: en het iste betreuren, dat hy het werk, waarin hy deze ftelling uiteenzette,voor zijn dood heeft verbrand.

Maar ook de grondigfte theoretifche kennis soft niet geuoegzaamzijn geweest om voor Tulp het vertronwen zijner medeburgeren tedoen verwerven, had by daaraan niet gepaard den fnellen en wisfenblik, die het gevaar doorfchonwt, en de tegenwoordigheid van geest,die het wilt of te wenden, in een woord, dat ingenium practicum, dieby den Arts, om hem waarlijk groot te doen zijn, evenmin als byden Staatsman of by den Veldheer mogen ontbreken. Dat hy die inmime mate bezat, dit getuigen zijne tijdgenooten, dit getuigen zijnegefchriften, die de flotfom zijner waarnemingen behelzen. V oegt menhierby, dat hy, door zijn onbaatzuchtige menschlievendheid, zoo welde troost der zieken was als de toevIncht der armen, dan zal men,vertronw ik, kunnen geloof Ilium aan zijn verklaring, dat het getalder door hem geredden en geheelden ontelbaar was. Byna onbegrij-pelijlE is het, hoe by een zoo geftadig en yverig waarnemen der prak-tijk ea by het voortdurend geven van onderricht, hy den tijd nogkan gevonden hebben, op zoo veelzijdige wijze aan zijn vaderftadten diesfte te ftaan. En toch de ambten, door hem bekleed, reedsvoor zijn dertigfte jaar als Lid van den Read, later als Weesmeester,Kommisfaris van de Bank van Leening, en van Hnwelijkszaken, alsvoorzittend Schepen, en eindelijk als Burgemeester, zijn benoemingtot afgevaardigde, in 1650 aan Prins Willem II, in 1653 naar's Gravenhage om over den vrede met Engeland te handelen, zijnbetrekking als Knrator van het Athenaeum en als Voorzitter derKommisfie van Geneeskundig Toevoorzicht, zijn gedrag vooral in

Page 696: vondel. - DBNL

656 YONDELS LEVEN. 1655

1672, toen hy, de tachtigjarige grijzaart, met jongelingsvuur enmannemoed in de Staatavergadering van Holland den lafhartigenwederltond, die ons land aan den Franfchen geweldenaar zouden heb-ben overgeleverd, — dat alles geeft hem aanfpraken genoeg op deneerbied van tijdgenoot en nakomelingfchap: en, zonder grootfpraak,zonder eigenwaan, kon hy, die met opoffering van eigen tijd, geld,voordeel en krachten, zoo veal voor zijn medeburgeren deed, totzinnebeeld een brandende kaars voeren, met dit onderfehrift: aliieinferviendo confumor, d. i.: „door anderen ten dienfte te itaan, wordik zelf verteerd." 1)

Tulp overleed den 12 September 1674.

Offchoon minder by ons bekend dan Tulp, had Paulus Barbette,die mede te Amfterdam de geneeskunst beoefende, omtrent dezentijd niet weinig vermaardheid verkregen, als o. a. blijkt uit het by-fchrift, door Jan Vos by zijn afbeelding gegeven:

Due maalt de kunjl Barbet, die door de kracht van fappenDe doodt, die 't yolk beftormt, breyl terug doet gaan.

Ilet kruidt, met kunft gebruikt, heeft.keilzame eigenfekappen,Dit toont zyn fehrandre pen in zyn geleerde 11a4.*,

Die elk verpliebten om zifn keen lof to geeven.Fen die de Doodt bepaatt zal 't fterven overkeven.

Met de kennis der Geneeskunde vereenigde Barbette, als Tulp,die der Heelkunde 2), en fehreef _ over deze laatfte ook een werk,'t walk Vondel in het navolgende lofdicht preen:

s) WI. 'rider eaderrleht Deport aangaande de verdleaften van Tnlp, veers, als geneeskundlgebelthesnrd, lose de doorwroohte Verhandellng van H. F. Taman, mode In sgn tgd eon beroomdmediate to Andiardany welts inhabit is In het Sagest* ems N. O. res iromPon. peel III, Ids. SOL

s) SJ Ognanar, Poky, noel II, biz. 90, vindt men eon gedloht „op den letterartId der ontledingenvan Is Kamen Johan van Hoorne, Pasha Barbell. en Jr. Louis de Ells, overmaohtlgt van de water-mein van N. Zan," In IMO vervaardIgd.

Page 697: vondel. - DBNL

op

DE HEELKUNSTV• V

Du. PAULUS BARBETTE.

IER verfchijnt een heelzaem PAULUS,Niet gelljek een wreede Saulus,

Die met fcherpe klaeuwen grijpt,En de tanden wet en Ilijpt

Op doortrapte en helfche vondenVan geweer, om volck te wonden,

Te vernielen, en verwoetZich te baen in menfchenbloedt,

En den vetten buit te deelen:to Maer by komt gewonden heelen,

En geneezen door de gunftVan zijn meefterlijeke kunft.

Hulpeloozen, gaet ghy quijnen,Dol van weedommen en pijnen,

is Aen gekrompen Rer of zeen,Aen een breuck van arm of been,

Of gekneufde ledematen,Leghtghe in 't uiterfte verlaeten,

Door een diepe vleefchquetzunr;20 Schijnt de geeft van uur tot uur,

't Zwacke lichaem te begeven;Ban 't veraerde bloed het leven

Niet bewaeren; loopt om raetBy den Duitfchen Hippokraet,

zri By BARRETTE, die zijn' zegenUitgiet over den verlegen,

En den bant breeckt, die zoo (toutDe natuur geknevelt hout.

1 Heekesees roar „hellsaam• als meermalen de bier gebesigde vorm is met opzet gekozen om datby miler onmiddenik het denkbeeld aan 'a mans beroep met zielt brengt

is Zees voor „sennw," als meermalenas •t Firaerde Noel. „I bedorven bloed" Zie t mho gedlcht, vs 40.es Das ferleges voor des verkgeme (om hulp).

1655 657

la WSKM VII J VAN VUJIDICL VI 42

Page 698: vondel. - DBNL

Zijne heelkunft ongedwongen30 Komt ter zyden nitgefprongen,

Uit de voile medecijn,Ala een ader uit den Rijn,

En verquickt de dorre leden,In de Zeeftad alley fteden,

35 Dies zy hem deze eere geeft,Dat by voor een ander leeft.

Men was nu, in zeven jaren tijds, met den bonw van 't nieuweRaadhuis zoo verre gevorderd, dat de Regeering befloot, daarin, opDonderdag 29 July, voor 't eerst zitting te nemen. De plechtigheidwerd, overeenkomftig den vromen (of althands kerkelijken) zin onzervoorvaderen, voorafgegaan door twee predikatiën, de eene in de Oude,en de andere, om meer in de buurt te komen, in de Nieuwe Berk :by welke de gandfche Regeering en de meeste ambtenaren tegen-woordig waren. Daarna kwam de Wethonderrchap, in haar gewonevergaderplaats, op 't Prinfenhof, byeen, van waar zy zich, ten elfnre, in plechtigen optocht naar 't nieuwe gebonw begaf: de Schout,met de roede van Juftitie, vooruit, en voorts Burgemeesteren, Sche-penen, Oud Burgemeesteren, Thezatuiers, Weesmeesteren en Raden,gevolgd van de Stads-Sekretarisfen. 's Namiddags verfcheen de Schnt-tery op den Dam, daar wakker gevuurd werd ter eere der Wethou-derfchap, die elkander, onder 't geluid van allerlei fpeeltnig, op 'tRaadhuis onthaalde. 1)

Ten einde buitenlieden in de gelegenheid te &Hen, de plechtig-heid op hnn gemak by to wonen, en om tevens aan de ftad eenmeer vrolijk en feestlijk aanzien te geven, was deze reis, by keurevan 17 April, de kermis of jaarmarkt vervroegd, en de aanvangdaarvan, in plaats van in September, op 1 Augustus gefteld: welkeen en ander, gelijk men denken kan, een ontzettenden toeloop yolksnaar Amfterdam deed ftroomen. Dit dubbel feest werd door Vondelherdacht in het nitvoerig en fchitterend gedicht, hetwelk ik hierachter laat volgen. .

2) 1k olteer Mar Wagenaar; doeh ik veronderftel, dat het eThander onthaien wet sar hebben plansgehad op kosten van de geed. Gemeente, even ale het of yen en bet keelksig — En met reden, teende Wethonderithap etch Hitt ale vertegenwoordigfter der Gemeente, man ale Soeverein dör Oemeentebeichonde.

658 OP DE HEELKUNST VAN Ds P. BARBETTE. 1655

Page 699: vondel. - DBNL

659

INWYDINGE

VAN 'T

STADTHUIST'AMSTERDAM.

TOEGEBIGENT

DEN E. E. HERREN BURGERNEESTEREN EN REGEERDERENDER ZELVE STEDE.

1655.

Page 700: vondel. - DBNL

rectum augufium ingene.

[Een groot en deftig gebonw.]

Zie den VII 170.

1;60

Page 701: vondel. - DBNL

INWYDINGEVAN 'T

STADTHUIS T' AMSTERDAM.

ELMS nu d' ackerman de zeiften flaet in d' airen,En heenftreeft, door een zee van gout en goude

baren,Zoo weckt ons Amfterdam, door overvloet van

ftof,Om in den vruchtbren oegit van zijnen rijtken

lofa Te weiden met de penne, en vrolijck in to wyen

De hooghtijdt van 't Stadthuis en burgerheerfchappyen,Met een de jaermerckt, die, met haeren open fchoot,

1.41 Vats. „AmIterdam wekt ono, om, gel& een akkerman die de sateen ens." Zia verder over defamenftellIng van desemaln het sangeteekende by Surnsooran, Pr. I. 148

661

Page 702: vondel. - DBNL

662 INWYDINOE VAN IT STADTHUTS V AMSTERDAM.

Alle omgelege Been en bontgenooten noodtOp 't heerelijck bancket van allerhande gading,

lo Die 't nimmer zat gezicht genoegen en verzadingBelooft, door zoo veel &hat, gerief, verfcheidenheén,Als knnft en hantwerck hier nu ftapelen op een.Dat zoo veel duizenden, als fterck ter poorte indringen,Zich fpoeden naer den Dam, om 't wyfeeft in to zingen,

is In 't midden van ons vloen, den Amftel en het Y,Met al de burgerjeught van d' oude en nieuwe Zy,Op 't heldere geklanck der zilvere trompetten,Het dondren van kartonwe, en maetklanck van mufketten,Het vliegen van de vaene, en 'nit triomfgefchal;

20 Terwijl elck element van blijfchap juichen zal,De hemel huppelen, en alle RarretranffenIn 't ronde, als hant aen hant, rontom ons Raethuis danffen,De Bruit, daer 't al om danft, en die, zoo fier en rijck,Op haeren fchoonften dagh en 't kuiren, zit to prijck.

23 De Leen des hemels fchijnt de- hodtftadt van de landen,Wiens fchilt gehandhaeft wort van leenwen, tinder 't brandenTe zeegnen, met een lncht, nit zUne keel geftort,To maetigen zijn vier, om frifch en onverdort,De graftlaen en het loof der boomen to bewaeren.

so De ftraelen van zijn maene en glinfterende hairenEn oogen fteecken niet zoo vinnigh op ons hooft;Als had by dezen dagh en zijn triomf belooftEen koele lentezon: want dit geftarnt, by vlaegen,Den geeft verftickende, door 't gloen der heetfte dagen

as En weecken, koeftert nu den zangluft, en de Min,En Oegftmaent gaet met left, gelijck de Maymaent, in.

Ghy Heeren, die de Stadt, gelijck vier hooftpylaeren,Met raet en wijfbeit ftut, in 't rypfte van uw jaeren,Grootachtbre Vrijheer GRAEF, en Ridder MAERSEVEEN,

40 Oprechte telg van PoL, en SPIEGEL, die 't GemeenTen burgerfpiegel ftreckt, gewaerdight ons gezangen

. Bostgesootes• namel. „de sliders *Aden van den Bond of lisle."is Is Si gimes: een haat woord en even wettig ale „in to luiden."is Maw Wooden, „ltroomen."0 Geklassek: met het voorroegfel ge ale collect. voor den klank der geigmenigke trompetten. Dace

regale &en met bun klanknabootang een seer Mule ultwerk lug.as be Lees des howls: de son Bond In bet teeken van den Lemur.arm De sin deter regels konit bier op neer, dat er, offehoon men in de hondsdagen was, een aan-

genaam melkeeltien ,woet — altoos een melkoelgen van de 17e Scow — coo dat de feestvieren-den by • maUge weer bun lust en viengdebedrijvea niet hoofden to matigen.

as De gra/floes: Weill*, voor „de boomen, lenge de gracbt geplant "so Ames aft Is de julste benaming voor hetgeen men tegenwoordig veikeerdelijk manes noemt

De mods van een leenw of paard Is „do versameling sliver hairlokken.as Vryheer Gras, Cornelis de Greet, vrlJhecr van Zuldpolsbroek

Hoer levees Joan Haydoeoper, Bidder van Sint Iflebiel, Heer van Maarsfereenso Pol Joan van de Poll, soon van Harman Opt/seta: , &sad federt 1646, Burgemeester in 1658

Zia Deel Ili, bls. 294, 299.ifyieget Hendrik Dirks& Spleghel, Bawl federt 1632

Page 703: vondel. - DBNL

Te hooren, daer muzyck uw' intre zal ontfangenMet blijfchap op den noel, en 't eerlijck wapenkruis;Uw burgermeefterfchap het ingewyt Stehuis

45 Vercieren, meer dau kunft, befteet aen Witte mariners;En d' oude burgery haer hoofden en befchermersBegroeten, uit den drang, van overal vergaert.De burgervaders zijn met recht alle eere waert.

De zwackheit van den menfch behoeft geftut te wordenso Door loon, en ftraf, dit eifcht gezagh, en wettige orden:

Gezagh en orden melt terftont het onderfcheitVan volck en burgerye en 't ampt der Overheit:Het ampt vereifcbt een plaets, en huis, bier toe gekoren,Ten dienft der ftede; aldns wort hier 't Stehuis geboren,

ss Uit een noodwendigheit, tot heil van 's burgers Staet.Stadthuizen dienen dan alom ten toeverlaetEn vryborgh van het volck, dat, vry van alle zorgen,Geruft zijn' handel dryft, en heenflaept op die borgen,Het oogh der Vaderen, dat voor de kindren waeckt,

au En toeziet, eer de ftorm de poorte en wal genaeckt.Dui lydt het volck geen' left van fchipbreucke, in 't verheffenDer oorloghsbuien, die de burgerftaeten treffen,En !torten in den gront, ten zy 't de hemel fchutt',Die Heeren hanthaeft, en door zulcke pylers ftut

u Veel duizent huizen, als in een Stehuis gefloten,Het hart van at de fiadt en trouwe ftadtgenooten,Die 't hart bedancken, voor zijn' levendigen gloet;Terwijl het at de leen der burgerye voedt,In.'t leven onderhoudt, veel honderden van jaren.

to Zoo ftaet Venedigh pal, in 't midden van de baren,Alt; een metaele rots, na twalef eeuwen tijdts,Beftreden van de pelt, en dierte, en zoo veel ftrijts,Geftreden met den Turck, en 't huis der OttomannenEn Vorften, tegens 't Recht der vryheit ingefpannen.

is Zoo blinckt de itadt, mijn wiegh, gebouwt van Agrippijn,Gelijck elm halve maene, op d' oevers van den Rijn,Na zeftienhondert jeer, en toont haer lauwerieren,G;elitriekt in 't vreverbont met d' oude Batavieren.Aldus !tont Rbme vaft, fchier zes peer eenwen lang,

so Eer 't Noorden met zijn bijl, by haeren ondergang,In- 't ommewroeten groeide, en 't floopen der gebouwen,Gewortelt at te diep, te hardt om uit te houwen.Al handhaeft d' oppermaght, in oorloge, en gewelt,De fteden, eeu op eeu, haer paelen zijn geftelt,

is Haer oude ftuit in 't endt, gelijck des menfchen leven.

74 DU float op 'I verbood taEchen Civilie en de Agrippioenfoo (keulenaara) Omen de Romeinengemsakt. Zie TAOIT MIL lirs 66, 66

INWYDINGE VAN 2T STADTHIIIS T 2 AMSTERDAM. 663

Page 704: vondel. - DBNL

Wat menfchen bouwen, wort geene eeuwigheit gegeven.Wie iet geduurzaems zoeckt, die hell zijn hart omhoogh.Men kan niet zekers bier befclueten met ons oogh.

Hoe 't Baethuis by het hart met reden wort geleecken,oo Waernaer de vyanden der burgervryheit fteecken

Met heimelijck geweer, en laegen, en verraet,Of inbreuck van de poorte, nit openbaeren haet ;Dat bleeck, toen Benckels rot haer moedernaeckte waerheit,Het licht der logentaele, als een herbore klaerheit,

03 Won planten op den Dam, ten trots van 't wapenkruis;Gelijck de Schilderkunft, op 't afgebrant Stadthuis,Getuighde menigh jaer: dat bleeck, toen d' eerfte GallenNa 'et winnen van de Stadt, noch zochten t' overvallenHet Roomfche Kapitool, beletter van hun kans;

too Daer Manlius zoo braef, gewaerfchuwt van de gang,En haer verbaeft gefchal, het burgerrecht verweerde,Door 't overfchot des volcks, en Brennus heirkracht keerde,Die, zeven maenden langk, verrijckt door roof en relit,Molt flaecken zijnen roof, op 't Kapitool gefinit.

105 Gelijck Beer Gyfbrechts ftadt van viffchers is begonnen,Door haer gelegentheit, en na heeft aengewonnen,Zoo wert haer Baethuis oock tot driewerf weer verzet.Het eerfte ftont doer 't Y zich uitftreckt in zijn bedt,Met biezen riet en helm geboort, van wederzijde;

110 Daer d'Aemftelheer, van outs, de zeekapelle wijdde,Ter eere van Godts Helt, Sint Olof, die zijn' troonIn 't Noorden had gebout, en wien de martelkroonMet recht wert toegekeurt: want toen hy onder d'IerenTot kennis quam van Godt en Chriftus kruisbanieren,

Its En in Nieuw Megen fprack d'orakels van Godts mont,Liet by zich Kerftenen, en walfchen op de vont,Van 't heiloos Heidenfch flijm. dus zuiver, en herboren,Zocht hy Godts dienft en Kruis te planten by zijn Nooren,En, die een Koning was, verkondighde het licht,

Ian Waer voor de zon en maen en fteile Noortftar zwicht.De maght der afgo6n raeft, en, als een ftroom gedreven,Bejegent hem in 't velt, daer hy getrooft zijn levenEn kroon ten hefte fchenckt aen Chriftus Kruisaltaer,

ss Met ons oogh• verita• oast het menfebeliik neg."rs Benekets rot de Wederdoopers, die In 1555 de Rad poogden to overweldigen.sem Dlt Met op eemige febilderyen, op welke de aanfiag der Wederdoopers we. afgebeeld, en die

In den brand van 't aide Stadhuls verloren waren gegaan103 Na roar ,,naderhand "me Net eel* float, ens. Dit is een loutere gisfing, goo gees bepaalde cministheid. De kapel van Sint

Olof, no de Ondesilds Repel, was ongetwiffeld seer mid, en men beoft daartegenover aware over-wulfdo gevonden, waarin groote yaeren flagon of tralilin plachten te aim — IntusfehenIs bet Met waarfchlinlijk, dat er, in de dagen teen Amfterdam nog anders niet was den een Hoer-HitheId des Heoren van Aemftel, reeds een eigenlijk gezegd Read- of Stadbuls nod beitaan bebben.Van bet zoogenaamde „onde Stadbula op do Matte of Dam" west men, Ant bet reeds beftond In 1410.

664 INWYDINGE VAN 'T STA DTHUIS T' AMSTERDAM.

Page 705: vondel. - DBNL

INWYDINGB VAN 'T STADTRUIS T' AMSTERDAM. 665

Geheilight door het bloet van zuick een' martelaer.is Bet tweede Raethuis ftont, daer nu de kant geheeten

Wort van het waterrack, dat, naer den Dam geheeten,Allengs ten Zuiden, van het Y, te rugge fpringt,Tot daer de middenfluis en duicker 't water dwingt,Of weder uitgiet, als de ftercke wint van 't Zuien

too Den Aemftel viert den-toom, on afjaeght met zijn buien;Gelijck de ftroomen ftaen ten dienft van weer en wint,Naer dat der winden Vorft hem uitlaet, en ontbint.Men ugh de derde mael het Raethuis weer verrezen,Ala of Natuur den gront had met haer hant gewezen,

135 Daer Kalverltraet en Dijck noch uitzien naer den Dam,En reicken aen de merckt, daer 't Sticht ter merreckt quam,De Goier, Aemftelaer, de Veene- en- Waterlander.Zy ftaplen vrucht en vee en zuivel op elckander,Gevogelte, en gewas, en wat de nootdrnft eifcht,

140 Ter liefde van 't gewin, daer 't al om draeft, en reift,En vlet, en vaert, en woelt; terwijl de burgeryen,Van d' eene aen d' andre weeck, by deze merckt gedyen,En kelder en fchappra, met opgepropten fchoot,Bezorgen, als de mier haer hol, voor hongeranoot.

143 De Boning van de Stadt, wiens krnin 't gewelt sou tergen,Verkoos Tarpeius bergh alleen, nit zeven bergen,Omtrent den Tiberitroom, en zijne waterkolek,Om daer den adelaer en ftoel van 't ftrijtbre volck,Ala op den vryburgh van 't Gemeene belt, te planten,

*so Dat tegens at de maght der weerelt zich zon kanten.Dna roes het Kapitool, op dezen fteenen bult,Van Romulus met riot gedeckt, en na vergult,Gelijck een goude bergh, om, in het onderdaelenEn opftaen van de zon, de zon ten trots to praelen;

153 Een eer, waer voor de bergh den vader Numa danckt,Zoo tang 't Romainfch goblet, dat nimmer zackt, noch fchranckt,Maer op zijn wijze duurt, de weerelt zal verduren;Terw41 de Noortfehe hip en heirfchap Remus murenEn menigh trots gevaert, gelijck een fteenrotsduin,

too Noch noif begraven bon, in 't omgewroete puin.no De asereki• thands „de Botermarkt."14$ Ilan pre: iblopperado Is famangefteld nit Ahoy, dat „plank" beteekent, et Fr. *Awe) en raid

et Fr. rayon) Areal, ry." 1 Is also°. een „ry planken;' van dear. ,,een kaot met planken; eenOtenskut." Zie BILL WU. is v.

tu De dosing ems de Btadt, ens.: „Romulus, boning van Rome."um Stows boat van „rots, berg."iss Na voor „In later tgd."Ise Dal neneser sack', not* foleraaala• bier fpreekt de Roomsch Katholleke. Solorankes la „wankeben."117 Op stine .({se: d L. „ale geestelgke mogendheld."iss Bkonroisdufa min gelnkklge famenftelling. V. heart, als meermalen, daft voor „verhevenbeld

In 't algemeen" genomen en men hebbe dna to verftaan: „eon verheven fteenrots:" met welkebier de poem bedoeld wordt, wear de Batholleke Berk op gegrondvest Is. Do geheele Ms Iseater slot seer bolder.

___

Page 706: vondel. - DBNL

6ii6 INIVEDINGE VAN 'T 13TADTHUI8 T' AMSTERDAM.

De Raeden van de Stadt vier van hun leden zetten,Graef, Wavren, Maerfeveen, en Geelvinck, om te lettenOp 't voorgebeelde ontworp van 't Raethuis, wijs en rijpBeraetflaeght, en bepaelt in zijn vereifcht begrijp,

105 Befpiegelt door en door, in 't oogh der TrezoorierenEn Burgermeefteren, tot dat uit meer papierenDe waertfte tekeninge, en d' eelfte niet ontbrack,Waeraen de breede Raet in 't endt zijn zegel stack.

De Raet van Amfterdam verkoos, met rijpe reden,In) De plaeta van 't out Stadthuis, nu moede, en afgereden,

Van hoogen onderdom, en arbeit, zorge, en Taft;Ala 't midden van de ftadt, het hart in 't lichaem, paft,Geitnt van wederzy met heur vermaerde itroomen,Om of en aen in zee, of aen den Rijn te komen,

!Is En Schelt, en Wael, en Mites, burinnen van den Rijn,Verheerlijckt door de ftegn, weer van zy voefters zijn.Hier keert ons trots gevaert zijn aenfchijn naer het Ooften,Den opgang van de zon, die d' aerde komt Yertrooften,Verqnicken met Iter glans, weer neer elx oogh verlangt.

180 De flincke vlengel deckt de Noortzijde, en ontfangtDen offer uit der zee; de rechte deckt den zegenVan Beurze en vliet, van wien dees zeeftadt heeft gekregenHaer' naem, de weerelt door gevlogen, en bekent,Zoo wijt zy 's weerelta oegft op elle merckten zent,

tea En inhaelt uit der zee, met overlad• kielenGeftuurt van Watergo6n, en fnelle waterzielen,Die, fehnw van weide en ploegh, in zee te weide gaen,En danflen op den rugh van vader Oceaen.

Meer 't weifelende lot, dat noit zijn raft ken houwen,too Quam 't rnftigh raetsbefluit des Aemftels, onder 't bouwen,

Befptingen, flagh op flagh, niet enders of de Nijt,Die fchendige Harpy, nit wrevel, fchimp, en fpijt,Het nootwerck fchenren won, en met verwoede klaenwenDer Burgermeeftren gunft verbyftren, en verflaeuwen,

Ind En dwingen of to ftaen van dezen arrebeit,Zoo noodigh, en zoo nut, gevordert en beleitDoor opzicht en het oogh der meeftren, die bedrevonSteenhonweren hun maet en wet en regel geven;Dies 't uurwerck van dien bouw geftadigh fchijnt te gaen,

am Van hant tot hant, gelijck de wyzer, op zijn man,De ronde doet, en paft op klockeflagh en uren,Zoo net, gehjck de zon om hoogh inter' loop kan fturen.

la araef, Warren, Xturfeneess en Geeteinek :le Deal V, biz 776164.147 Verlta „tot dot men, ntt weer ingeleverde oatwerpen, datgene gekosen had, 't welk de meeste

waarde beast."ise Watergeds, en Aiello waterstelen voor attmrlieden en rappe varensgasten "

Page 707: vondel. - DBNL

Geftadigheit verwint. al draeit de wyzer kortDen dagh em, niemant merckt dat by bewogen wort.

205 De Nyitigheit zocht eery de poorten ftil t' ontgrendelen,En daeghde, uit eenen miff, voor ftadt op, met haer vendelen,Door Amfterdam betaelt, en van den haenekraey,Ontdeckt, eer 't nachtgedroght belande aen wal, en kaey,Dat van verbaeftheit zwichte, in fte van aen to vallen;

210 Toen al de burgery 't gefchut voerde op de wallen,En blanck in 't harnas blonck, gelijck een yfre rots,Die geenen aenftoot vreeft, den Oceaen ten trots.

Noch ruftze niet, maer ftreeft naer d' onbevrozene oorden,En hitft met voile kracht den blaefbalgh, nit den Noorden,

215 Op dijck en dammen aen, dat Hollant, fchnd, en yft.De zee verlaet haer bed. de fpringvloet waft, en rya,En overfchryt haer peil. de waeckende AerafterlandersAen 't zweeten, in dien noot, met fchnppe en zo8n, niet endersAla waren ze getrooft den fpringvloet van Neptuin

220 Het hooft to Bien, gelijck een itrantbeer van ardnin.Neptuin, hier tegens aen, wit toonen dat geen zodenVermogen zijne vorck en opgeprefte GodenTe ftuiten, op den toght; ontziet noch dijck, noch pael,Noch eicke planck, en komt u, boven Ontewael,

225 Geborften in de weide, en, bruizende op zijn riemen,Vaert voort, en zackt, en rijit, en valt in 't meer van Diemen,Zet hoffte0n, vee, en vrucht in 't water, dat wel eer,Zijns ondancks, ruimen molt den boezem van zijn meer,Deer d' Amfterdammers, die hier lucht en adem fchiepen,

sso Al morrende om 't ftehnis, nu hula en hof verliepen.Het open A emfterlant, de polder rontom heen, ,Al 't vlaoke velt lagh blanck, tot in het Sticht en 't VeenGeleeck eon bare zee. men kon het meer van LeidenEn Haerlem, ftroom noch foot noch wegen onderfcheiden.

ass De hoybergh berghde 't vee. de droeve huifman flack,Met vrouwe en kiiidren, 't hooft gedootverft uit het daek,In 't uitgemaelen meer. onwetenden aen 't fchelden,FA loitelijek ftehuis de lantfeha molt ontgelden

zulck een zeeftorm woelt het zeezieck Brittenlant.so De Faem gewaeght hoe dit de waterketen fpant,

Van Doever of aen 't hooft to 'Calls, en zijn krammen.

201-$10 Dit stet op den asnilag van Willem II op Amfterdam.moan DK slot op den'Mogen watervloed van t jaar 1651.ass i Ongemoelen. moor. Bernal. „de Diemermeerpolder," die ondergeloopen was

Onmegtodere amo 'g Maks • vertu „sulk °soh van Roden, als, dor sake onknndig, algid de fchnldmaar werpen op bet &Awn., weten doze over1trooming ook son de Stadaregeering."

sas-mo De oorlog met Roseland In t jaar 1652me Haiti, en din ,frames.*. de oorlogfchepen die t Kansa beset Walden, worden vergeloken met

eon tote*, over 't KanaAl gefpannen, en to Dover en to Calais, ale aen krammeo, vastgelegd.

INV/TDINGE VAN 'T STADIUMS T 9 AMSTERDAM. 667 I

Page 708: vondel. - DBNL

668 INWYDINGE VAN 'T STADTHUIS T' AMSTERDAM.

De hoop van Londen vifcht een net vol Amfterdammen.Karthage en Rome zien elckandre grimmigh aen,Ala leeu en tigerdier. alle oorloghsvenfters ftaen,

2&5 Ala Plutoos blicken, root van gloet en zwavelvlammen.Zy treen in 't waterperck, als ftrijtgezinde rammen,Of ftieren, dol van wraeck, en nimmer ftootens moe,Hervatten ftriit op ftrijt, en ftooten vreeflijck toe;Terwl hun fchnim en bloet ontloopt, en, in 't vertoornen,

250 De herders toezien, hoe zy, met gewelt van hoornen,Elckandre gaen te keere, en booren door de huidtIn 't vleefeh, en ingews.nt,,en menigh toeftoot ftnitOp ribben, en gebeent d' - een pooght, met d' aehtervoetenEn klaeuwen, ftof en zant in 's vyants oogh te wroeten,

2ss Van achteruit to flaen, to ftniven voor den wint:En d' ander flingert fel den ftaert om, en verblint't Gezicht des vyants waft, met heene en weer to zwaejen.Zy loejen fehrickelUck, en wenden zich, en draejen,Tot dat de worftelftrijt en dagh zijn ends beast,

200 En ieder wenfcbt om rnft, in zip= eigen leemtGedurende diet ftorm en ftrijt der worftelaeren,

Vernam men hoe om hoogh Saturnus quam gevaeren,Op bey zijn vlengels, fehier gefleeten van de Aught:En zwevende routom den ljam,, in ooze ineitt,

2135 Met zijne &harper zeta, waerme by cr tutuivensnattide,Het unrglas op zijn hooft, de grijzaert d' oogen draeideNaar afgeleeft kadthnis, oft eer zijn overfehot,Gereten, onderftut, verminckt, en half verrot,En evenurel, ter noot, 't verblijf der Amptenaeren,

no Om fehrift, gerief, en feint, en dienften to bewaerenWet, ben ick, zeght hy, dan mijn kracht en zickel quijt,Dat dit bonvalligh deck mijn' ouderdom verfltit,En wacht het noch gernft, als leggende op zijn fterven,Dat m.enfehenhanden voort het flechten, en bederven?

215 Ick wil een' korter gangk met dit geraemte gaen.Zoo fi►reeekt hy, en verzinckt in 't finitshol van Vulkaen,

Reveelt hem 's raiddernachts dien onden romp to &open.Vulkaen, toen 't nachtglas net ten halve was verloopen,[De wachters, van den flaep befchooten, ftom en fill,

2843 Vergaten hone weeht,] voltreckt Saturnus wil,Ontfteeckt het zolderveen van boron, met zijn voncken.Het veen geraeckt in brant, dat eertijts lagh verdroncken:Dns brant het vier den balek, den zolder, en het deck.

tea De hoop vas Loudon MAW me not eel Amgerdamsees: verge. „te Louden hoopt men Met to Iter-ate° door den bait, op Amitardant en andere seefteden behaald."

ms De brand swam aan ten twee are na middernaebt.set Vet*: „ontiteekt den turf die op solder lag."Pm Dot swipe tagh verdroseken. namel. „het lege veen."

Page 709: vondel. - DBNL

INWYDINGB VAN 'T STADTHUIS 11 AMSTERDAM. 669

De ganfche ftadt waeckt op. de vlam ging op, en flack285 Het torenbufkruit aen. nu rnften geene bedden..

De tronften lehieten toe, en reppen zich, en reddenDe brieven, boecken, gelt, trezoor, en banck en fchat;En berges in dien brant de ziel der ganfche ftadt;Terwijl de vlam in top blijft weiden, als een wonder,

200 Uit gunft, die 't vier ons droegh. dat AO gaf, om van onderTe redden have, en goet, ten oirbaer van 't Gemeen.Due list Vulkaen bier niets dan munrwerck, pain, en fteen,Waerna de Boukunft breet beer vlengels ging ontvonwen,De nieuwe fenixpluim en kroon van 'a lents gebonwen,

202 Ala ryzende nit den grave en d' affche en 't lijck van 't out,En een gednurzaemheidt van eeuwen toebetront.

Maer 't is aenmerckens waert hoe Godt zich openbaerde,In 't midden van die vlamme, en door zijn zorgh bewaerdeDe hooge fteigering, rontom 't begonnen werck,

soh Toen vlam en roode gloet den leffcher viel te fterck,Met zijne tong, voorwint, alive de marten leckte,En blaeckte, en eene wolck van fmoock het volck bedeckte,Deer Stalpaert, op zijn wacht, gelijck Brantmeefter, ftont,En zagh het gaepend vier, zijn' vyant, in den moat.

az Hy &mkt het tegenweer, dan onder, dan van boven.De ledren eemer blufcht al kiffende den ovenVan 't grimmigh element, dat fchricklUck kraeckt, en knerft,En niet een kant noch fteen van 't mien geftichte berft.Weer snick een heiloos ramp tot dit gevaert gellaegen,

No Het was om 's boners glans nit al zijn werck te vaegen,Den moedt der Overheit te knenzen van verdriet,Te fehenden 't aengezicht, daer al het lant op ziet.

Ben voerfpoock fcheen voorheene ons in to willen prentenDen opgang van dien brant, then heels regementen

sis Van rotten zich verbaeft begaven op de vlught,Drie dagen voor den noot, gelijck van eene zuchtTot haer behondenis al heimelijck gedreven,En, boven ons begrijp, dit ondier ingegeven,Dat, vroeger wacker, eer zijne ongevallen vat

sie Dan ons vernuft, dat traegh, tot koften van de ftadt,

as Ms rodfas paw bidden voor „nn blifft niemand mmHg op sün bad."see-am he brand wan list Dade Nails*. Ms bk. 113.as De wades: of „yalan" van don deign om '5 Meuse gobonw.ma fitatpaert: mot Van Campos, bourbons. van 't Winds.ass Al Weide: Wes is 1 plaid, 't welt mon boort by 1 Indcropelon van sbelonde Soften in bond

wider. Zoo Herfekopp VI B., vs. 838.yes kooekt ems dined we 't vier, men bract een deet aes 1 fpitHet vet sit, dad het Mt.

FLonumus, °MMus bin. 372 Het bloat clatter sit Abt hoofs Mop ?words men Won, glielOok ofmen ten yloeyend our is 8 water gkeltekes holds. Zio vendors voorbooldon by Homisoorsn,Pr. II, 278.

Page 710: vondel. - DBNL

670 INWYDINGE VAN 'T STADTHUIS T' AMSTERDAM.

Voor 't naeckende onweAr duickt. hoe onvaft ftaen dees gronden:'t Geluck der fteden is aen 't out ftehuis gebonden:Men vraege Schelt en Eems; zy hebben 't ons geleertHoe met den raethuisbon 't gelnck der iteden keert.

323 De boner van 't Stehuis wilt noch van geen verhnizen,Toen fchon de bonplaegh flux een' watervloet van mnizenOp Hollants knften aen. dit heir, in 't lang en 't bree,Gellingert ftaert aen ilnert, quam drijven over zee,Van 't Noorden, op ons ftrant. hier baet geen tegenfportelen.

330 zy knaegen hoy, en gras, en klaver, met hnn wortelenEn groente en fteelen, af. de Beef des beemts verdwijnt.De lantheer, by gebreck van voor en Mayer, quijnt.Men trooft hem dat de fcha der maize 't lant zal baeten,En zy een' gonden tent in volt en weide laeten;

335 Gelijck het naefte jaer de muizefcha vergoedt,Met driemael zoo veel winite, en weide in overvloet:Maer 't ryzend Raethuis wort met fmaet en hoon bejegent,En hondt eon zelve ftreeck, zoo hoogh als 't nu, gezegentVan al de "htuverye, een ceders oogh behaeght,

3.10 En d' eer van al de ftadt in 't ftaetigh voorhooft draeght.De Kerck van Sint Katrijn, gelijck menze innewijde,

En boude tot Godts eer, bekleet de flincke zyde,Zen rijck gebon, waeraen de Heer van Pnrmerent,Hoer Easert, by "t gefchrift voor bonheer noch gekent,

us Den eeriten grontiteen ley, dies wy zijn eedle ranckenGehonden zijn met lof, voor 's vaders denght, to dancken.Wie Amigns bezoeckt, dat by zijne oogen fla

»i-sse Vert*: „de hemming, aloof de voorfpoed senor tad san bet bateau van hot ends Stadhuisverknoeht was, Shunt op onnsten pond- — Antwerpen on limb(len hebben bowmen, dot hetplat senor tad joist golgken trod hondt met den aanbonw van eon nienw Rasdhids."

Sii Firtitissom namel. „nit Min work." Zie vs. 810.is: Ds rug do Omits eardiogat. Itilderdgt, die, in een aanteekening op vs. MO van den Tweeden

Zang van de Raft der (Wards*, boventaande befehrgving van de „mils:Weer mailman enemend, oppert den twgfel, of bier Met aan een drakfell to denten volt, en men voor gout toloses hobbit goat. De twgfel sot my vreemd voorkomen, indien 1k nlet in Dliderdgks „gellacht-NA- die lang na „de Mate der Geleerden" verfeheen, het woord gust vertlaard vond door :„dor of tableland." Shin in der dead gust het denkbeeld van „derheid" in, dam beheld de bieraangehealde regal van V. win; human, wet tan het eon bmind Alludes, wanner do ,,dorre,"de „doette" pond, daaralt „verdwgnt." — Haar, soo als 't my voorkomt, hebben wy liter sheenaen eon valiant van Bildordgk, on aan geen font van Vondels Me of van die des drnkkersto denten. Gust betimikett, glean& voor zoo verre my bewnst Is, goon „dor of held:Mind."Bilderdijk, hoe fraal, mean, hoe Midair by het btottailsoss ook besongen Dobbs, wag teen Wks-etas, en had relit mkt het minas gevoel voor de natnnr als :codas*. Anders sot by, teen byto Leyden woondo, wtl emu batten de poort gewandeld hebben, on slob dan overtnlgd, dat depond hi:dollen Oat- (of Dose) gust, Putout en lesdsgust volftrett goon „dorre" of „beigrond"is, en dat de naam van Wastergust („was or geest"), die the een wensoh near gout nitdrukt, sitegedaohte aan soodanige beteekenis nitfinit: wie tech sal near „dorren grond" wenfehenf — Neon,gust heeft hi de bier asagehaalde ouspOtta, :near bosh in elk geval in 't veers van Vondel,dezelfde beteetenis van „levenwekkende knelt," walks 't woord enders heeft, in 't bad bier,sender tehade voor den sin, met „der of met „paellas:Mt" verwisfeld Yunnan worden.

ass Verde: „maw tech del de bygeloovige inenigte in die mnisephag, even al in de vooraf ge-nosmde rampen, een bawls dat de voorgenomen bonw Gods ongevallig Is."

341 De lord sus Edit ICatr()s „de Nieuwe Bert."su-ssi De Nieuwe Berk word gebonwd op 1 voorbeeld van de Hoofdkerk van Amiens.

Page 711: vondel. - DBNL

INWYDINGE VAN 21. STADTHIIIS T' AMSTERDAM. 671

Op 't grootite kerckgefticht, de rechte wedergaVan Eggaerts arrebeit, en lette of ons pylaeren

sag Gewelf en kooren min den bouluft openbatirenIn Hollants Graeflijckheit, dan in het Konings Rijck,Den Gray.e in majefteit en maght al t' ongelijck.

Het heerlijck orgel noot geen dwaze zangverquifters,Maer Wijzen, op 't bancket van veertien paer regifters.

3M Vier orgeldeuren no8n alle oogen, door de gunftVan Bronckhorfts tekengeeft en fchoone fchilderkunft,Hem van Nature alleen miltdaedigh ingegeven.Men ziet hier geene verf, maer louter ziel, en leven,Doer Saul zit to paerde, en David voert het hooft

soo Van Goliath, den &us, gelijck hy wort gelooft,Om zulck een trotfe daet, en ingehaelt van reien.Die, zingende in triomf, den helt ter poorte inleien,En wetten Souls haet, en kroonzucht door dien zang,Bezuurt van Jeffes zoon, zoo veele jaeren lang.

sea Men ziet, doer Davids harp en fnaer den GodtvergetenEn dollen Saul ftreelt, hoe eerloos en vermetenDe Haet dien jongeling den fohicht toedrijven wil,TerwijI hy dien-ontduickt, en balling wort al Itil,Tot dat een flux foldaet hem bootfchapt, hier beneden,

370 Hoe Saul np den bergh, van wanhoop overftreden,Na zulck een nederlaegh, met zijn verwaete ziel,Op drie verilage zoons, in zijnen degen viel.

Op dat men het gevolgh aen deze keten fchakel',Vraeght David Godt om raet, daer Abjathar orakel

375 Zal fpellen, uit den glans van 't heiligh borftgefteent,Dat hem naer Hebron wft, die Souls doot keweent.

Waineer de dabble deur van 't orgel hangt geflooten,Wort David, deer hy knielt, gezalft, en overgootenTen Koning, over 't hula van Judo, toen die ftam

see To Hebron, met gejuich, op deze ftaetfi quam,Waerop d' eenftemmigheit van uitgeleze ,keelen,De joffers en de jeught, met zingen, dans, en fpeelen,

cyter, en tamboe1, en rinckeltuigh, en 'nit,Yerheffen haeren gaim, die aen den hemel ftuit.

sea Goof Willem, tot den ftoel des lants, van Godt gefchapen,Befoheackt, in 't Noorder glas, met hoer doorluchtigh wapen,Dees its*, waerover hy, ala wettigh Graef, regeert;

ass Alt otageleat: bier voor: „ongelVit greeter."are Brotsekhorfir kkespet• den van Bronkhorst, in 1608 to Utrecht geboren, °rands sigh sent in het

glesikhilderen, zoo bier to lands els is Atreeht, by Peter Kati* en to Peas by Chem'. Per-volgends in Units gekomen ands met Cornelis Poelenburgh, bekroop hem de last om sigh aledose een seem t• ashen in het tchilderen met olieverw. De orgeldestren zoo wel rig amigogluon der Nieuwe Serk On door hem befchilderd.

No t. e. ,,David. •moon voor „gopresen."

Page 712: vondel. - DBNL

672 INWYDINGE VAN 'T STADTHIIIS T' AMSTERDAM.

Waerna Maxmiliaen, Roomfch Koning, hoogh ge-eert,Haer wapenkruisfchilt kroont, met diamante ftraelen,

aoo En parlen van .zijn kroone, om eeuwighlijck te praelen,Als met een danckbaer merck van zijne majefteit,Your Bidder Boelens gout, en 'a belts grootdaedigheit,Ten dienfl van zijnen Heer, voor ieders oogh, gebleecken;Een eer, die blijft, en duurt, ala 't broffe glas zal breecken;

3o5 Gelijckze oock op de ktuin des Weftertorens blinckt,En blincken zal, zoo lang de zon verrijft, en zinckt.

In deze hooftkerck gaet de Batavier ten graveNaer Galen, die de Doot won kiezen, ear dan (laveTe worden op de zee, geboeit aen 't Britfch gebiedt,

400 Daer by op 't Midlantfch meer den brant in 't bufkruit fchietVan 's vyants zeekafteel, en leert hem, op de baren,In weerlicht roock en fmoock, in Plutoos hemel vaeren,En Ituiven, recht voor wint, um in dien waterbrant,Ala voorbo, naer den Teems, en 't vyantfch Brittenlant,

403 De tijdinge aen het hof van Withal zelf to draegen.Hetrurie en Livorne en 't zeeftrant zal gewaegen,Veele eeuwen na zijn doot, hoe float deer watervorftDen vyant boort aen boort groothartigh klampen dorit,Gelijck een oorloghshelt, nit !outer hart gefchapen,

410 Waerom de grafzerck noch gekroont hangt met zijn wapen,En ridderlijek geweer, en met de vaen bedeckt,TerwijI dit I4ck de denght der levenden verweckt.

De Waegh, aen deze zy voor 't Raethnis, weet den zegenVan 'a weerelts koopftadt net maer nimmer of to weegen,

415 Door toevloet van de vaert. zy voert met haer gewin,De ftede een' Potozy van da,eghlija zilver in,Door twee paer poorten, als om ftrijt, van vier geweften,Om Hollants vryen Leen to weeliger te meiten,In nitgemaelen meer, of duin, en poldergras.

420 her groeit het Hollantfch hart. hier zwelt de zuiveltafch,Van silver, en root gout, en vriendelijcke fchyven,Die, by gevaer en noot, onze oorloghszennw ftyven,En leeren dat men licht den Amfterdammer terght,Bitter zijn gedult den krijgh niet ongewroken verght,

us Zoo lang de fchiltwacht waeckt, en hier, langs fteene trappen,Gewapent nacht en dagh, de waeghtrap op zal ftappen,En nitzien, vroegh on fpa, en luiftren of 't StehnisGeen laegen wort geleght, ten (chimp van 't wapenkruis.

so Nide' Joeless: Seel Met Beelines , die herhaaldeltik Burgemeester was in delaatile helft dervUftlende maw. By on de laden veil sUn geflacht befehonken de kirk met onderfcheiden kapei-len en gluon. A sal gelegenheid hebben, op hem tem te komen.

am-sue Zie biz. 146.an Be Iraqi*: in 't begin dozer eenw weggebroken, om son LodewiJk Napoleon, die 't Stadhnis in

koninklijk paleis had omgefehapen, een calmer tiftsicht to verMhaffen.

Page 713: vondel. - DBNL

De Vifchmerckt woelt vooruit, en leeft van fpartelviffchen,Schaft ftroom- en- zeevifch, en bezorght de burgerdiffchenMet allerhande teelt van 't veehtige element,,Tot 's 'evens onderhoudt. het Gilt was hier gewentSint Peters feeft, van outs, met kroonen te vereeren,Te zingen, hant aen hant, naerdien 't zich moot geneeren,

433 Ala 't Galileefch geflacht, by 's hemels zegening,En 't uitgevo orpen net, dat 'a waters vruchten ving.

De Beurs [daer d'Amftel ftuit, en door vijf fteene bogen,Met waterpylen fchiet, ala van een pees gevlogen,Wanneer het water vet, en adem haelt in 't Y,]

410 Ontfangt den burgerzwarm van d' oude en nieuwe Gy,En al het uitheemfch bloet, dat 's middaghs hier te gaderIn eenen boezem vloeit, en nit zoo menige aderGevloten, leven geeft aen 't lichaem van 't Gemeen.Hier wort Merkuur gedient, geviert, en aengebeen,

443 Met zijnen flangeftock, en vleuglen aen de hielen.Hier zweet het koopmans brein, gepropt van vrachten, kielen,Papieren, wiffelkanffe, en munte, en beurskrackeel,En winninge, en verlies. elck grypt naer 't befte deel,In fchipbreuck, havery, verzekert kilt, en packen,

410 En berght zijn have en 't lijf op maften en op wracken.De weiflende Fortuin fmijt blindling 'a weerelts goetTe grabbel in den drang. de rijckdom ftUft den moedtDes koopmans, door het lot, zoo rijck hem toegevallen.Dan fteigeren om ftrijt de Bevels, poort, en wallen,

433 En torens hemelhoogh. de Staet en burgerdraghtGetuigen van 't geluck, door fchattingen, en pracht.Gewinzncht propt de breede en lange galeryen,Die brommen in 't vierkant, gelijck een korf, vol byen,En nitgelezen geur, gewonnen op het velt.

400 Dan roept de Benrs zich heefch: waerheen met al nw gelt,0 geltryck Amfterdam? myn niffen zien uw draeven,En miffen midlerwyl haer driemael twalef Graven,IJit klaren marmerfteen te klincken, tot een eerVan 't koopmans Kapitool. of magh my nimmermeer

SOS Gebeuren dit geluck, het welck mijn BeursgenootenVerdienden, die het gout met heele fchepen gooten,In wren open fchoot door kommer, zorgh, en zweet,Ten bon van uwen Staet, en 't vrye lant befteet?

Vijf hooftgebonwen, hier in 't ronde te bereicken,

413 be V(Ahnsereke: by 't bonwen der nienwe Benre verplastet.4n De Bawer de oude Benre, aan 't etude van 't Rok-In, en Men nog van den Dam door geen ge-

bonwen afgefchelden.ea Steer &Yawl *Wet Grans: d i . „de ees-en-dertig Raden." Gray/ Bast liter voor „re-

gender."

INWYDINGE VAN 'T STADTHUIS T' AMSTERDAM. 673

Di w&&&&7 TAW J VA] 43

Page 714: vondel. - DBNL

674 INWYDINGE VAN 'T STADIUM'S 1" AMSTERDAM.

470 Uit 's mercktvelts navelpunte, is geen onkenbaer teickenVan majefteit, en maght, die nu doorluchtigh blijckt,Naerdien de Dam in naem Sint Markus plaets niet lick;Noch zelf het velt van Mars, zoo wijt befaemt by d'ouden,Die Rome, in zijne kracht en middaghglans, aenfchouden,

473 Toen Cezars erfgenaem, August, in voile vre,Het heiligh Kapitool in zijn triomfe opree.

Hoe luchtigh kan men nu op 't mercktvelt adem fcheppen,En ieder 's mercktdaghs zich,_ op zulck een ruimte, reppen,In elle ftallingen, en inkoop, en verkoop;

480 Deer volck en burgerdrang en huifman, in den hoop,Vaft veilen, loven, bien, en afflaen, en befteden,Verkochte waeren laan, op burrien, en ffeden,Of torffen op den hals, of onder hunnen arm sOf kruien op het radt. geen 'wackre byenzwarm

985 Is drocker op het velt, en in de honighkorven,Wanneer de boeckweit bloeit, die doot lagh, en geftorven,In d' aerde, eer Mont en zon en dan haer leven fchenckt,En naer dien eedlen geur de honighznigers wenckt.Hier is de wandelftreeck van Amfterdamfche Heeren

400 Wethouderen en Raet bekommert met regeeren,En deftigh ftaetgefpreck. de koopmen luiftert hierNeer luchten nit der zee, en zamelt nit papierDen zin der letteren, van overal gefchreven.Dan valt, dan rylt de merckt. hier is een fchip gebleven,

495 En Binder een belant, dat met Tnrckyen floegh,De roofgalajen brande, of binnen Tunis joegh,En 't roofneft,, out Algiers, noit zat van fchepeplonderen.Dan hoort men hier van 't Y een' oorloghsman opdonderenOf vlooten uit de Staete, of van de Spaenfehe kuft:

zoo Dan groeit het koopmans hart, nu zeker, en geruft,In zijn bekommeringe, en danckt Godts wear en windenEn watren, die by storm zoo menigh fchip verffinden.De rijcke zee is nu niet rijcker els de man,Die met dees blyde maer zijn zolders laden kan,

aos Verquicken zijne hoef, en groene Gravelanden,En Beemfters, klaverrijck, vol vee, en vol waeranden.De Stadthuistoren ftelt zijn kunftigh klockwerck rackVan klanck. Hemoni fpeelt een hemelfch klockmuzijek,Zoo fuel, gelijck een ]nit, of Swelings orgelpijpen,

am En fnellen cimbeltoon, met vingeren to grijpen.

um Hier is de mandejltreeek ens. dat praten over 't nlenws van den dog, al wandelendo op denDam, Is, federt de opkomst der /Maass, machtlg verminderd.

501006 Grarelanden en BenWters • „Instoorden, gellik 's Oraveland of de Beemfter," bidden nienwbeplant.

mos Bessoni. Over dozen beroemden kunftenaar, die 't klokkapel op 't Stadbuls gentaakt bad, sallater sneer nItvoerlg worden gefproken.

Page 715: vondel. - DBNL

INWYDINGE VAN 'T STADTHITIS T' AMSTERDAM. 675

Hier blazen fchniftrompet en kromme en rechte fluitOrlandoos grooten geed: ter heerenvenftren uit,Ter eere van de Wet, en burgerwandelaeren,Verquickt door bly muzuck, in ongerufte maeren

515 Van oorloge of tempeeft. bier leeft men de gebo8nDer ondertrouden af, die op den zondaghstoonNaer hunne trouwboey tre8n, met onverzaet verlangen;Terwijl de drang des volcks en toeloop vast de wangenDer bloode bruiden verft, in 't op-en-nedergaen

san Van 't Raethuis, naer hun ftraet, beftroit met pallemblaen,En gonde loveren, door eene ftraet van menfchen,Die 't nieugetroude paer den fchoot vol zegen wenfchen ;Of weegen onderling de bruit, en bruidegom,Te rijck, te vreck, to lang, to kort, to wijs, te dom.

323 Hier leest men 's hints plackaet, of oude en nienwe keuren,Of vonniffen, wanneer de jongfte dagh het trenrenDes fterfdaghs inneluit, en 't fpiegelnnt fchavotDen fcherreprechter daeght, die 't hooft van 't lichaem knot,De keel de lucht verbiedt, en ftreept met taeje roeden

330 De ruggen, op 't gefchrey, en brantmercktze, onder 't bloeden,Met 'a Heeren wapenkrnis. hier treckt de ftadts foldaetOp trommelflagh ter wacht, naer 't wachthnis toe, en ftaet's Wachtmeefters oogh ten dienft: by zelf ontfangt de leuze,Het woort der nachtwacht, van des Burgermeefters keuze

us En orde, tot een merck en veiligheit der wacht,Om alle mifverftant to fchnwen in der nacht.De vlyt en bezigheit der burgeramptenaerenDie ieder hnnnen plicht bekleeden, en bewaeren,Vermeerdert hier den zwarm van 't Raethuis, af en aen.

no Hier waeckt de burgery. hier oefent zy haer vaen,De wapens, en 't geweer, zoo trots in harrenafl'enGegefpt, en nitgeruft, ale ofze waer gewaffenIn 't yzer, nit de wiege, en van haer moeders mam.Wie Amiterdammers dreight, die vint hier Amfterdam,

543 Gereet om toe to tree!), groothartigh nit to vallen,Het zwangere gefchut te voeren op de wallen,Tot voorftent van haer Recht, en vryheit, zoo verraetBaer poorten onderkruipt, of Mars de trommel flaet.

Het Damrack voert den Dam de vrachten toe met fchepen,sao Gemackehjcker dan veal duizent fleden flepen,

an-sis In die dagen, teen men nog game, althans goons oilleiliele dagbiaden had, warden nleteileen keuren en geboden, maar ook balangriike *Bogen van de put afgelezen, na dat voorafde aandacht der voorbygangers was opgewekt door muzyk, nit de vomiters geblazen

sic Orlando.* groolos geoft: de bier bedoelde Orlando is de groote muzykant Orlandus Loofas, vanBrugge, die in 1594 overload, en op whin men dB graffehilit vervaardigde.

Ma facet Woods' La4fin► qui retreat urban.an SOWN**t : „tsuttiq, op dat men sleh aan 't voorbeeld /pfegele."

Page 716: vondel. - DBNL

1;76 INWYDINGE VAN 'T STADTHUIS T' AMSTERDAM.

Veel wagens konnen Jaen. tien wegen, nimmer moeVan woelen, loopen drock naer 't vrye merckvelt toe,En kruiffen 't heene en weer, met menfchen, en met rofl'en,Van burghwal, ftraete, en graft. heeft Orfens eertijts boffPn

535 Verplant met zijne lien, Amfion met zijn fnaerDe fteenen oit verzaemt, om Thebe wonderbaerTe ftichten tot een ftadt; 't is t' Amfterdam gebleeckenIn waerheit, onverbloemt, en zonder dichters ftreecken.Het Noortfche maftbofch neemt het Raethuis op den rugh.

500 De rots van Benthem danft. de Wezerftroom wort vlugh.De Welter marmerklip den maetzang volght mall KampenEn Stalpaert, die bezweet noch arbeit vlien, noch rampen,Noch opfpraeck, nu en dan gefprongen voor hnn fcheen,Te vrede datze zich verbouwen voor 't Gemeen.

sos De mieren, in den bon, om nooddruft te vergaerenDes zomers, eer de kon des winters, zonder airenEn vrucht, haer overvall', zijn bezigh in het velt,Vervoeren ordentlijck de rijpe tarwe en fpeltMet Ever in het hol. d' een ffeept en torft het koren

aro Al zweetende op den neck. een ander geeft de fpoorenAen traegen, en beftuurtze, en drijftze op 't fmalle padt.Het is 'er alzins drock. d' een geeft, en d' ander vat.Zy byten 't zaet in d' aerde, eer.'t wortel koom' to fchieten.Voorzichtige arbeit zwicht voor laften, noch verdrieten.

svi De bon van 't Raethuis fchynt op dezen trant te gaen.Dus komt een regement ruighwerckers op de baen,En fchickt den baiert op van balcken fteen en maften.Steenzaegers, kanters, en polijfters, fluxe gaften,

as Het Neortjohe togfebolch; de paten, die 't gebonw dragon on van Noortfehe daimon gainsaidwaren.

see De YOU wan Be;stIsens &RR L. w. „op de golven."De Weserferoons wore ologla• d. 1.. „tal van yearling= satten den Weser at, om fteenen, ensvoor den bonw aan to voeren." Zie vs. 685.

sal De Weer starmerklip • het marmer voor 't *salads ward grootendeels nit Schotland aangebracht,gala my sulks, to Edinburg :bade, nit oude befcheiden gebleken is.

144 Dai se OA verboten's. tilt wil niet seggen „dat sy bokken fehleten by 't bonwen," ale mensot Yunnan denten, wears „dat sy sick (des floods) Oak of kapot bouwen:'

sea Ordessigek: men hoort tegenwoordig veelal (proton van orcidnft(fk, wat in den grond even vol.-tend is, ale dat men in navolging van 1 H D. levebadig voor konsday mild.. 't Is wear, dat reedsTIN Haan, Gron42. was gereg. of I. 5, na seer joist to hebben aangemerkt, dat de klemtoonop 't satellite deal des woords moat vallen, erkent, dat de regal wankelt met betrekking tothet woord ordessqlk. Intustchen vindt men, dat, in wedrwll van 1 gebrnik, alb goods fchrifversvoortdnrend ardessft(fh hebben gefchreven. Zoo liter en elders Vondel. Zoo HoOs2 in Yokes,act. II, to. I, vs. 8

By is mimeo es sal Mer hood yeses, weeDe Maar vas &tellies en Hewes boodegenootem

Hem were, ordentlük. 1 town morale.En ald. act. III, vs 81.

Wee ken ordentilik oerquakesZee Asell ter dealt foe kresct

Zoo BRANDT, Polo, biz 502.Het ordentljik befeteren

En eeodraghl van den Moat.ZIG vorder omtrent dit woord Swim., Pr II, bk. 849

Page 717: vondel. - DBNL

Een ieder paft zijn werck te fpoeden, even drock.no Men draeft er af en aen, op 't luiden van de klock.

Men voert p)lafters aen, en voedfel voor de muren.De bickfteen waft en groeit, om al de ftadt te fchuren,En d' afval van arduin, vertreden, en veracht,Als puin en ftof, betaelt den Trezoorier noch pacht.

583 Men ziet den Bentemer en Bremer gront gefleten,En vratigh ingeflickt, om bier een rots te meten,Tweehonderttachtigh breet, tweehondert voeten diep,Daer 't Raethuis het vernuft der eedle bouwkunft riepTot ftichtheer, om gerief en aenzien te bewaeren,

590 En een geduurzaemheit, de drie, die hier vergaeren,Als krachten van de ziel der bouwkunite, in 't gefticht,Dat eeuwigh tuigen kan van 'a bonwers tronwe en plicht,Aen zijue arbeitzaemheit en overlegh te mercken,Ten trots der gryze Faem van zeven Wonderwercken.

50a Wien namaels luften zal te toetfen 't recht befcheit,Wanneer, en oock van wien de grontfteen wiert geleit,Dat ' hy ter vierfchaer ga den itommen toetsfteen fpreecken,Daer Polsbroeck in Latijn, tot een gedenckbaer teecken,Uitheemfchen klaer berecht, en, door de gouda tong

ace Van 't boufchrift, elle kunne, en ftaet, en out en jongVernoeght, als hy gedenckt hoe 't wit der oorelogenGetroffen, en de pais in haeren krits voltogen,Den Aemftelraet bewoogh to vallen aen den bouVan 't Raethuis, toeverlaet van 's burgers denght en troll.

cos Graaf, Pankras, Valckonier, en Schaep men hier te zamenZiet glinftren in den toots, met hun doorluchte naemen,Ala Burgermeefters zoons en neven, in 't gemeen,(irontleggers van 't Stehuis, en *ten eerften fteen,In 't gulden vredejaer, en 't aenzien van hunn' Vaderen

ate En oomen, die hierop, omringt van 't volck, vergaderen,Het welck hun zegen wenfcht, tot dat de lefte fteenDen eerften volgen zal, daer zy den ftoel bekleen.

Een, die to naeu gezet, wat hy bedilt wil pluizen,Verfchoont self d' afbreuck van den terling burgerhuizen,

am Nu ruimte en ftadtgerief dees fchade ruim vergoedt.Geen dolle Nero heeft de ftadt hierom in gloetEn liohten brant gezet, beluft den nacht van TrojenTe fpeelen, en de boght der Wijcken af to rojen,

su-sac Vim' bet weghalen van dien stye], die Met enkel tot [autumn& maar ook o a tot denaanleg van kolf- of kegelbanen of van tuinpaden seer gefabikt kon gebezigd worden, ward letsaan Sleds ku betsald.

am De drie gerfqf (of ,,nnt"), Gawks (of „fehoonheld") en dutirsaantheid, still de drie vereisobtonvan elk gebonw

zee Polabroea• de burgemeester De Gruff van Polsbroeek. Zie Deel V, biz 575me /a den toets• t. w. „in den toetafteen, met gonden letteren "s.4 Des Ogling bums lauleen : wy tondeu seggent „bet vierkaut," of „het blok "

INWIJDINGE VAN IT STADTHUIS T' AMSTERDAM 677

Page 718: vondel. - DBNL

1;78 INWYDINGE VAN 'T STADTHUIS V AMSTERDAM.

Op lant- en- ftadtgefchrey. Geen Celer, geen Seveer020 Verfmolten fchat en ftadt, voor ooghluit van hunn' Heer,

Aen overdaet van kunft, die veel te dertel fteigert,Daer vrou Natunr, te zwack, de Boukunft grontveft weigert;De noot, de nutbaerheit, in 't dringen even ftijf,Vereifchten dack, en ruimte, en lucht, en veel gerijf

025 Van ampten, die beknopt by een zich t' zamen quijten,Ten dienft van Amfterdam, die d' eeuwen zal verflijten,Indien de Zeevaert haer getrou blijve, en de TwiftEn Tweedraght niet den Raet van Hollants fteden fplift,Door onderkruipingen, en baetzucht, van geen muren,

030 Zoo fterck als diamant, en yzer, te verduren.De boukunft, toenze in 't werck beooghde haeren wenfch,

Koos tot haer voorbeelt uit het Iichaem van den menfch,Zoo meeiterlijck volbout, van buiten en van binnen,Dat niets hieraen ontbreeckt, en d'allerfnelfte zinnen,

635 Die dit doorfnuffelen, van 't meefte aen 't minfte lidt,Bekennen moeten dat het allerminft mifzitWat hieraen wort herftelt. herftellen is misftellen.Wie dit hervormt, misvormt. laet overmeeten, tellen,En weegen, wien dit luft; het Iichaem fchroomt geen licht,

ow Geen klaere middaghzon, noch maet, getal, en wight.Zoo blijckt dit boufel dan van lit tot lit rechtvaerdighIn evenredenheit, en zulck een' bouheer waerdigh,Die ieder bouwer wijft, en, als Godts leerkint, trouIlet oogh leert flaen op hem, en zijnen fchoonften bon.

045 De bonwers van 't Stadthuis den eirch der wet voldeden,En volgden zula de Kunit, dat geen van all' de ledenIn zijnen ftant bezwyckt. Vitruvius trede aen,En zelf Appolodoor, bonmeefter van Trajaen,Wiens naelt noch heden praelt te Rome, voor onze oogen;

oso Zy vinden dit gebou door al zijn lean voltogen,Van boven tot beneen. geene outheit dit verdooft.Het heeft zijn middenlijf, zijne armen, voeten, hooft,En ichouders, elck om 't netft. het heeft zijn ingewanden,Elck lidt, elck ingewant zijn ampt, gebrnick, en Itanden.

655 Hier leeft en zweeft de ziel van ons Wethoudory,Gelijck een Godtheit, in, en ziet het zeilrijck YMet 's weerelts oegften en Ooftindien geladen.

619 Goon Oder, gee* Beveer: Oder en Sewer komen voor by TAorrus Aso. XIV, 42, ale bonwmeestersvan Neroos paleis. Zy hidden het genie of de ftontheld, to beproeven ow sells wit tegen donatuur Breed, door kunst to overwinnen en 's vorften (chatter dwaaslijk daaraan to verfpillenZoo b v. poogden sy het plan door to gotten, om eon beraarbaar kenos' to graven van bet meirAvernus near den Tybermond, door bet drooge sand on de bergen been. Nero ken' de het geed,offchoon het work byna onultroerIgk on het nut onbateekenend was.

nal Redstoaerdigh: prod.."646 Mx voor „op soodanige wise." ale meermalen647 Tritravius de beroemde bouwmeefter, die ten tads van Cesar en Angultus leelde on het

eenlge werk over bouwkunde fehreef, dat one van de Romeineu Is overgebleren

Page 719: vondel. - DBNL

De Zeven Widen zelfs ons Heeren en hun Raeden,Orakels van den Staet, bezoecken, reis op reis,

coo In tut van ooreloge en ongeftoorden pais,En leeren, beter dan by Griecken, en Romainen,Hoe zich de Grooten hier tot 's nabuurs dienft verkleinen.

Hier houdt het burgerhof de wateren in toom,Geplant op Aemftels gront, gelijek een hooge boom,

063 Die zijne wortels fchiet heel diep en taey in d' aerde,En, waftende in de lucht, zijn pit voor lucht bewaerde,Voor regen, hitte, en vorft, met fchorife, en fchelle, en bait.Geene overwightigheit in 't groejen hem vermaft.Hy geeft den hemel bofch, en loof, en groene bladen,

ow Den gront zijn fchaduwen, en hangt met ooft geladen.De waterftroomen voen de wortels, en Ain greenWort van den dan verquickt. al 't jaer is zijn faizoen.Men hoort de vogels fchel in zijne tacken zingen.Men ziet de melckbron verfch, rontom gednrigh fpringen,

673 En vloejen, tweemaels 's daeghs; wanneer de zon, gehultMet ftraelen, 's morgens rijft, en 's aerdtrija lijft vergult,Of 's *Inmate ons ontzinckt, en fchuil gaet achter duinen.De Noortfche blaesbalgh fchndt de boffchen, en bun krninen,Of knackt den eicken itam; maer dees, al even vide

Geo Gehanthaeft van om hoogh, ontziet noch leedt, noch laft.Men ziet, van bniten en van binnen, drie kolommen,

. Gekoren nit de vijf aelonde, knnftigh brommen,In bey de Radian, voor 't opgetogen oogh.De laeghfte nit twee gemengt, en d' ongemengde om hoogh.

683 D' Ionifehe, en Korintfche, als in een huwelijck, onder,Gefmolten ondereen, wort, tot een weereltfch wonder,Gedraegen van den voet, en draeght Korinthen weerUit Griecken t' Amfterdam om hoogh, tot Aemftels eer.Wie dees verknochtheit ziet en orden, zagh niet vafters

Goo Niet netters nitgewrocht. geftreepte muurpylafters,De hangende feftoen, of die zich zelve (pant,Het marmeren poortael, de vloer, gewelf, en pant,Het kroonwerck, zinrijck loof, rontom elcks innegangen,Naer eifch van ieders ampt, gevlochten en gehangen,

cos Geen ledige ydelheit, het beelt, dat draeght, of ciert,Geen woefte wildernis, maer alles gemaniert,De voet, de lange pijp, de kapiteel, de friezen,En lijften, elck om 't rijckft, by d' ouden niets verliezen.Doch eer wy noch gerijf en cieraet gadeflaen

goo Inwendigh, laet ons voor de beide gavels ftaen,En in elcks voorhooft eerft de beeldewercken eeren,Daer wy Quellijns vernuft en geeft zien triomfeeren.

ma De Zang* Op „de Mutt "

INWYDINGE VAN 'T STADTHIIIS T' AMSTERDAM. 679

Page 720: vondel. - DBNL

680 INWYDINGE VAN 'T STADTBUIS T' AMSTERDAM.

Het oofter voorhooft draeght bier moedt op Amfterdam,Een dochter, voortgeteelt nit A emftels grijzen ftam,

705 En endelijck gekroont, door 's Keizers gunft en handen,Met zulck een hooftcieraet, de zon der Dnitfche landen.De lees ftut haeren ftoel, en waeckt aen elcke zy,Daer d' Aemitelnymf haer kruick, de Stroomgodt van het YZijn water giet in zee, en ruften in hun biezen,

lie Die, al den zomer groen, by wintervorft bevriezen.De Watergoden flaen een ongelijck geluit,En blazen haeren lof op alle watren uit.De Zeegodinnen, nu geweckt door znlcke galmen,Vereeren haer met wier, en kratis, en mofch, en palmen.

715 De krokodil, de zwaen, de zeehont, reis op reis,Zich domplen, daerze heerfcht met haeren tack van pais.Ick boor de Tritons heefch trompetten, zie dolfijnen,En meereminnen, nat van vlechten, bier verfchijnenTer wijfeeft, Godt Neptuin gezeten, met zijn help

no En trouwe gemaelin, in zijne witgenfohulp.her woe* de waterjaght van ZeegoOn en Godinnen.Zoo kil een element kan noch de kool van 't minnenNiet bluffchen in den vloet, of Peleus, heet en warm,Neemt Thetis op den fchoot, en drucktze in zijnen arm.

125 En dunckt dit ,iemant vreemt? zy toeten op den horenDat Venus uit het fchuim en zeerchnim wert geboren.Al 't zeedom.leeft bier nu, in 't groejen van ons Stadt,Ala of het haer. gelnck om ftrijt gezworen hadt.Zy roepen, waer een vloot de baron door komt bruizen:

to Vaert heene: propt de Itadt, de zoldera, en de huizen,En kelders met uw vracht: wy fchencken u 't geley.De koey geeft Hollant melck, maer dit 'a de vetite wey,Waerby de koey gedyt. Wie twijfelt aen dit zeggen,Zal Gyfbrechts wallen noch aen Pampus nit zien leggen.

735 Geen koejenuier maeckt de Ile& en dorpen rijck:De Zeevaert boutze, en brengt emit zoden aen den dijck.

Indien 't geoorloft waer ter zijde eens of to treden,Om ieder hooftgebou der Koopftede aller ftedenTe gam befpiegelen; ick fleet den dagh en tijt,

no Die den ftehuisbouw nu alleen is toegewijt:Ick overvlocht het hooft van Amfterdam met kranffen,Of, als een Cybele, met heldre torentranffen,En fpitfen, op wier kruis de goude weerhaen draeit,Aenwijzende uit wat ftreeck de koopvloot overwaeit.

786 Dal Venus Nil het fehuim en seeded,* were geboren &alder gat V. betselfde denkbeeld in slingediebt op de Beatifies

Meld wry van Cyprie hoe sr Omen ,ton bekorem,Etch wed dal deer Godin nit seefehnim is geboren.

727 .41'S seedom voor „al wat de see bewoont."

Page 721: vondel. - DBNL

743 Lucy; deer 't weefhuis groeit, zich dagelijx verwondert,Als zy haer weezen telt, en opvoedt zevenhondert,Uit haeren milden ichoot. Sint Klaere ziet RaspijnBetemmen met zijn rafp het wilt, dat in de lijnHet Braziliaenfche bofch moet maelen en verfleepen,

150 En fiddren voor den knoop en 't klatren van de zweepenDer overitrenge Tacht. het Spinhuis raeght de fpin,Die loose netten (pant voor breidelooze Min.Het Dolhuis fluit en hilt ontzinde Razernyen,In Arne rchaduwen. Sint Peters Galeryen

zo3 Geleiden ons naer 't bedt van kranckeu man en vrou,Door Kofters kunft verquickt. de Bajert herberght trou,Drie naohten achtereen, verlege wandelgaften,Die, naeckt en geldeloos, vermaprt zien van vaften.Het nabuttrgafthuis trooft den onderdom in rou,

too Ontfangt den olden stock, en d' afgeleefde vrou.Het Amiraelshof dient den Zeeraet, fcherp gefleepenOp 't veiligen der zee, gekruift met oorloghsfchepen.Ontfanger Spiegel hier 't geleigelt wort betrout,Ten items der zenuw, die de zeekuit ploeght en bout.

toe Het ,ront Begijnhof berght de Maeght. in zjne mum.De Zuid- en- Noortkerck en de Weaker& haer gebnrenTen dienft Ibsen. Sint Niklaes wint aenzien, doer de kunitDes torens, net gedraeit, en Swelings Faem en gnnft,Wiens geeft door el' orgelkeel zoo hemelfch quern gedrongen,

no Dat Englen op den galm van Jeffes nooten zongen.De dubbele orgeldeur, een itichtigh tafereel,Verwackt nosh Heemikereks geeft ten grave uit, door 't penfeel,Dat David, die den Bens het hooft heett afgeflaegen,Op maeghdeplmen fchijnt tot aen de lucht te draegen.

tie De Kc7ningkhjeke harp, voor 't heiligh Kiftverbont,Zijn voeten gaende maeckt, die raecken nanlijx gront,Daer Michol, nit het hof, te blint vervoert, eilaci,

to Lucy: het vroegere Hint Lneleas klooster (waarna nog de NW Luck-Ike' hear num draagt,mutts pleats voor het nog beitunde Bargerweeshnis.

767 dkst het Tnehthnis word geitteht ter piastre wear vroeger het Klariefeu-klooster Head.amp*: do „tnektbeer," dose sal ens seder voorkomen.

70 Bet droskisekdeke Weiss het was bepasidelük tot hot raspen van rood Brasillaansch boat, datde Witt:Hinge" piadhten gebesigd to worden. ZIG WAssm.u.s, Ainft. III Deel, 1V Beek.

vsi height: men, waarvan rogmbel, is: „wegvagen.”us NW Paws Hesikroar het „Sint Platers Gastbnis."756 De &Vert: Me Woommum t. a p.Ise Het wakenrwastkois, bet „Dude Man- in Vronwehnis."70 Het destraetekefi het „Prinesah04" on „'t litadhuis.”767 O(/01W Opiegel• de Ontfanger der Amiralitelt, of van 't „seerecht."7s7 Best Mae.: do „Dade Hark "Ise Besaings Poem so yenta. Me het gedicht op Dirk fiseelinek, Deel V, Ws. 556, 657.

Heak/kereke veep do denren van het Nide oriel On 1724 yernienwd) waren, volgends Wagenaar,giefebilderd door Heater Maarten van Heemskerek, een der onclite Hollandfche fchilders, in 14118in het dorp van dien imam nit landlieden geboren Hy overload in 1454, na sigh een grootenimam to hebben gemaakt in een aansieniUk vermogen, van welt laatfte by by laterite wills opeen edelmoedIge vise befehikte.

INWYDINGE VAN PT STADTRUIS Tv AMSTERDAM. 681

Page 722: vondel. - DBNL

682 INWYDINGE VAN 'T STADTH UN T' AMSTERDAM.

Dien ommegang befchimpt, en godtsdans met zijn ftaetliDe Godskift, zevenmael gedraegen om den wal,

iso Dreight Jericho verbaeft met eenen zwaeren val.Maer 't heerlijek kerckglas, daer ons Lievevrous kapelleVan outs gefticht was, geeft getuighnis van het fnelleVernuft des fchildergeelts, die 't werck zoo fchicken kon,Dat 's Engels Groet, Godts Kribbe, en oude Simeon,

zed Daer Chriftus wort vertoont, de grootfte meelters leerenHun verwen maetigen, hartstoghten ordineeren,En bouwen naer de kunft; to fchildren een gewelfNatuurlijck, en gelijck de kerck in 't leven zelf.Ick zwijgh van 't koorglas, daer de kloeckften naer verlangen;

zoo Van Bidder Heemfkercks graf, met zijnen fchilt behangen.'t Gewelf, van Heiligheit in d' oude tijt befaemt,Op achtien pijlers ruft. Sint Agnes fchool betaemtDoor Baerle en Voflius de Koopftadt to ftoffeerenMet wijfheit, die de jeught t' Athene plagh to leeren.

705 De Scboaburgh licht de ftadt, gelijck een morgenftar,En fchuift tooneelen op, daer Engel LuciferUit, zijnen hemel ploft, en ftarrelichte ftoelen,In 't onuitblufehbre vier der helfche zwavelpoelen;Een treurfpel om een hart van diamant, als glas,

too Te brijzelen tot itof, to knelln, alit maeghdewas;Naerdien 't veranderen van hail in ongeluckenNoit grooter ommezwaey in 's trotfen brein kon drucken.De Schouburgh plant en ftampt de zeden in de jeught,Ontmomt de weerelt, leert welfpreeckentheit en deught,

cos En wijfheit, uitgebeelt door rol, en perfonaedje,Gelaerft, of lick gefchoeit, gevoert op hoer ftellaedje.De tooneeldichter zuight, gelijck de Me, zijn ftofEn geur, uit heiligh en onheiligh, om met lofT' onthaelen al de Wet en wijze Burgerheeren,

so) Die met bun achtbaerheit 't geltoelte hier vereeren.Sint Joris hof bezorght den onbezorghden koftZijn macke vooglen, van bekommering verloft.De Heerenherbergh ftaet voor alle Grooten open,

No Bidder lifsestekerekr pop bet graf van den Amino,' van Mon naam, die to Gibraltar fneuvelde.i.e Obit Agnes Moo' het Atheneum. Zia Gael III, biz 154.reeess Zelden of 'molt =aside etch Venda' eau selfverhelling kbuldig, self, bier laadt by aeon

den fabfla op slosh, sulks to doen, en ken men tot sllo verdediging eanvoeren, dat by niet zooseer de weee van behandeling verheft, ale hot ondetwerp self van het treurfpel, 't walk nuWangs can suite havige eanvallen had bloot geftaan.

s07 IM tooseeldiehhrs nergends hob ik, noch by Vondel, mach by eenig [shiver van agn ad, hetwoord loosed zoo go/Sesta gesien ale bier, wear de klemtoon onvermSdelilk op de Garbs peepmoat venom. Ik soft byna gelooven, dat men bier aan eon fehrljffont to denken hebbe on lesenmost• de treurijhdaeMer. Van „MS- en kinohtfpalen" ken took, ale nit den famenbang blijkt,bier seen Iprake :Su.

en SW Joris kr. een Provenierebnis, dat vroeger in de Kelverftraat Send over den Heiligen Weg,dash in 1579 near 't klooster der St. Paulus Broederen in de Spinhuleiteeg ward overgebracbt.

Es De Heereigerftrgh: bet „Oude-ZSda-Heeren-logement "

A.

Page 723: vondel. - DBNL

En zweet om 't vafte goat in 't veilen, en verkoopen.813 Het rijcke Ooftindifch huis verllaeft zich, mat en moe,

En rieckt ons met den geur van 't kruidigh Oosten toe.'t Weftindiaenfche wil noch eens den PortugiezenAfeifchen 't geenwe by de zeefortuin verliezen.Het Schrijnwercks pant beftelt ons tafel, en kantoor,

920 En glimt van fackerdaen, en ebben, en yvoor.De Vleefchhal fchaft ens vee, wiens keelen afgefteeckenNiet blaeten, daer voorheen Sint Peter plagh te preeckenVan d' oude viffcherkj. het dienftbaer Leenhuis plantZijn nutte leenbanck, daer het ingebroghte pant,

823 Den noot der armen ftut. 't Gefchuthuis fmilt aen vlietenVan koper root van gloet, om donders of te gieten,En blizems op haer' vorm. de Korenfchuur fchaft graen,Betoomt de vrecke merckt, en fpijft den onderdaen.Steenhouwery, Stetuin bezorgen ftadts gebouwen,

830 Daer zaegh en beitel knerft, in 't zaegen, en in 't houwen.D' Aelmoefenier bezorght den nootdruft in den noot,Door al het ronde jaer, en deelt uit zijnen fchootDer burgren fehaelgifte' uit. Huiszittevaders winnen,By winterdagh, het hart der naeckte hnisgezinnen,

833 Door armoede nitgeput. de Schermfchool treckt haer eerUit Aemftels fchutterye, en oefentze in 't geweer.

us Het rifete Oefhadifeh Hues: in de Hoogitrast.sir WeAtehetilahes later het Nienwe Zads-Heoren-Logement op de Heeremarkt, thands een

Weeshnis.as Het fiehrffielerehe pout of wICatenmakerspand," op den hoek van de Kalverkraat en °Haagen.

Bee&as Haekerdees: Short van kajaten-hoot. Zie BILD GILA in v. Even els by ebben wordt er has, by

verfteanan De Thefehhol• de greet* vbasehhal was overgebraeht in de Sint Platers Kapel in de Nes, longs

de Itivier-visehmarkt.su Re* dietebae• Leenhols• de Bank van Leaning.as 't Gefehtithsts: de Gerald- en klokgietery word in 't jeer 1614 gebonwd can t elude van de Kar-

thniaerftraat tan de Baangracht, tegenover do Zaagmolenspoort.at De Nerenfehosur, waarfchaniak wordt bier bet Korenmetershais bedoeld, op de N. Z. Kolk

kaande.as theesehoweery: de Studs-lteenhonwery fiend, in Vendeds tad, in de Staalitraat, by den Groenen

Burpral. togenover de Saal-hel. Zy wad later verlegd, sera near 't elude van do Heeregraehttegenover de Bestlinglaaat, en daunts near de Baangracht by de Leicifehe Gracht.BMWs: do Stads-timmertnin, eertads Ilegferie of „Sehaffey" gensamd, pitch to son gelegen tarpleads wear Mort het Onde-ZOds-Heeren -Logement geftleht L. sy ward later verlegd near deMem Doeleftraat in omareeks 1630 op Jan Pieter Aartfen Land W.f.:then de Aniellen- en doTninftreat. Horst ter gelogenheid der jonete rergrooting word sy overgebracht, wear my thandsnog list, can de saIdsOde der Onbekende Gracht, Watch= den Amitel en 't Weesperplein.

as D' kgsse/bnert bet Aelmoesniers- of, al. V. fchrjjft, Almosfeniershnis ward in 1613 gettleht opden angel, op can gedeelte van den pond van 't Klarlste -kloo.sler, ter piastre wear later deLatanibbe &Mole word overgebracht. Het nienwe Aalmoesfeniersbnis, carat in 1668 geltieht, wardIn ones loaned tot een PAM. van Juftltle verknoeld.

as Ihrieshtsvaders: het Onde-ESde-Hulesittenbula ward In den jaw 1654 op den pond van den tub)der LeprOsen gebonwd bet Nienwe-Zads-Huisattenbuis in 't jaar 1649 op de Prineegrseht byde Lellegracht.

us De Beherntfehook doze word vroeger gebonden In de Berk van 't Princenhof, 't voormalig Cec1113n-klooster; daarna boven 't flint Margaretenkerkjen In de Nee, later boron de Waag op den Daman in de Voetboogsdoele op den Chisel. In t jeer 1650 word er een pleats voor afgesonderd tanden binnenberm van den Stedewal, ten Muds van de Prinoegracht.

INWYDINGE VAN 'T STADTHUIS T' AMSTERDAM. 683

Page 724: vondel. - DBNL

684 IN WYDINGE VAN 'T STADTHUIS T' AMSTERDAM.

Zy monftert den foldaet, op haere monfterrollen,En helpt hem aen foldy, en munt, betaelt ten vollen.Van 't Pefthuis rep ick niet, dat buiten ons fteveft,

so De lncht der ftede vaeght van doodelijcke pelt;Noch oock van d' Offemerckt, daer vette en magere offenDe weide en Eiderfte van hunnen laft verloffen;De gladde klepper van ons Ridderjeught zoo vroomLeert luiftren, in den ring, naer roede, en fpoore, en toom.

so De, fcheepswerf bout een vloot, ten dienft der Amiraelen,En Bickers eilant fchept eilanden, um to dwaelenOp 't wijzen van 't kompas, en al de ruime zeeTe dwingen met gefchut, van d' eene aen d'andre ree.Het bezigh Werckhuis kan de luie koorts verjaegen,

eso Die voor den arbeit gruwt, ala 't hooft van alle plaegen.Nu zwijgh ick van de Wad, die zwart van fchepen krielt,En 't maltbofch om de ftadt, zoo levende en geztelt.De .ftadt verrijft, gelijck een weerelt, nit het weilant,Doorvloeit van aderen, bezaeit met menigh eilant,

835 Met fteetie bruggen, boogh by bough, aen een gehecht.Noch zwijgh ick van den ftoel, gewijt aen 't Waterrecht.De zegen van den bou der Zeevaert is gebleecken,Nu Amfterdam braveert, dna heerlijck nitgeftreecken,En haere bolwercken en wallen heft om hoogh,

eso Die, ftorm op storm getroolt, nit een heel ander ooghOp hunnen vyant zien; terwijl 't geluck, ons gunftigh,De ftadt door Haimens lterckt, zoo heerlijck als wifkunftigh.Maer deze wtfpanning dient het wijfeeft tot een kruis,Dies keer ick naer de pracht van 't fteigerend Stelinis.

Boa De gavel voert in top Voorzichtigheit, en Vrede.Rechtvaerdigheit bekleet, ter fliucke hant, haer ftede,

as 't Pelthuia• 'I Pestlenie of „Batten-gastbuls," aan den Overtoom.am d Onlionereki. dem, dle herhaaldelftk van plaits verwisfelde, beyond rich, teen Vend( I (lit

fobreef, op bet ftegallersplein. alsoo grensende sin de toenmalige Gansenmarkt. Zia WAOSNAAR,AO. IV Deel, I Beek, Ws. 81 en 89, vergel. met blz. 17.Vette en anger* Wens de rangers Osfemarkt ward in April, de vette in October en Novembergebonden.

842 Siderite • eider beteekent „gans, see-eend," wearvan nog de Engelfchen hnn eiderdown, „zwane-dons," 'labium. Sederjlee Is din „ganzemarkt."

NO Hee besiqk Werethwie• voor 't elude van 't Isar 1660 werden eenige pakhnizen der Westindifcheblaatfehappy, die, door het Tether; van Bristol, left ftonden, door de Vroedfchap gehunid, entot eon Arme-kInderen-werkhnis Ingericht, doch sedans ook gebezigd om er Weiser' en le6g-loopers in to plantfen en tot den arbeid to dwingen.

sae Am JIM, gewiet nen 't Wolerreokt: de Water-8nbititalt-Schout ward veer I sent in den Jere1641, ter gelegenheld der opriebting van de Kamer van Zeezaken, aangefteld.

ass Ikeirnans voor „embeiningen." Wear echter Vended bier moor bepaaldei5k op (Melt, is my nietMaar gebleken. It vind wel by WAGZIAAR, draft. Deel II, Beek XVII• dat omftreeks het jaar1666 de ingezetenen van Kattenburg aandrongen op verfterkIng van het eiland, doch bet wasserst later, dat san dose Oak gavel* ward gegeven t Kan echter zUn, dat V , die hie, dentegenw tljd bestgt, van lets, dat nog gebenren moest, gewsch maakt, ale hadde men or reedselm aanvang mede gemaakt.

so Vera*: „maar dit afwiiken van inlin onderwerp is lastig, en soli den feestzang bederven."us Omtrent de bier volgende kenrige an nitvoerige befehrtjvIng van het 8tadhuls, verwije it head-

sakela naar die van Wagenaar in zUn „Amfterdam."

Page 725: vondel. - DBNL

Regeert met haeren ftaf, en weeght een ieders Recht,Gelijck en ongelijck, door 's weeghfchaels tong beflecht.

De wefterzon verzinckt ortrent de weftkim zachter,szo Om zich te fpiegelen in 's gevels prael van achter,

Daer deze hooftftadt draeght den hoedt van Godt Merkuur,Den graetboogh en kompas en kaertboeck kaert en ftuurKanafter bael en kas ziet flingren voor haer voeten,Ale fchatten, die door winft al 'a koopmans zorgh verzoeten.

8/3 Vier weerelden, en elck uit een verfcheide luchtGenaecken do Godin, en offren haere vrucht,Uit rechte eerbiedigheit. het goutrijck Amerijeke,'t Wijdtheerfchende Afia, het leeuwenvoende Afrijcke,Het burgerlijck Europe ontvouwen door dien fchat

soo En gaven haere gunft, gedraegen deze Stadt,Die elle kuften kent, en omzeilt, en bewandelt,Met geele en zwarten Moor, en elle nitheemfchen handelt,Van deer het goude hooft des morgens ftraelt, en praelt,Of 's avonts in den fchoot van Thetis nederdaelt,

803 Of 's middaeghs blaeckt, of 's nachts, by 't grimmen van de Beeren,Geen ijs ontdojen kan, noch fneeu en fneeujaght deeren.Dna fchUnt de weerelt heel om Amfterdam getout,Gelijck menze, op haer' troon gezeten, bier aenfchout.

Drie beelden ftaen in top. de Sterckheit, grof van leden,soo Zich aen den pyler hoot. de breidel is de Reden

Met recite] toegeleght, en Athlas onderfchraeghtOp zijne fchouders fors den kernel, dien by draeght,Waerin al 4' aerdtkloot hangt, gedeelt aen aerde en baren,Om wien de zeeman durf neer alle kniten varen,

au Op 't wijzen van 't kompas en 't fchieten van den boogh,Die Vovackerfte vernuft van Tiflis noit bedroogh.

Toen Romulus begon zijn nieuwe ftadt te bouwen,Met kracht, op Palatijn, nit louter rots gehouwen,Omtrent den Tyberftroom, en met een fmalle gracht

000 Omtrocken voor gevaer; had iemant oit gedachtDat deze ftadt al d' aerde en zee zon wetten ftellen;Zoo menigh aertagewelt en Rijck ter nedervellen,Gelijck een Keizerin der weerelt, die het zwaertUit 's hemels troon ontfing, en niemants wrevel fpaert?

oar Toen Kennemaers, van outs, om 's Graven moort te wreecken,

117. De &Ms: Ainfterdam, ale een Kase of Godin afgebeeld.rn Het burger** Dorope • dit kan, In tegenkellIng met de eigenfehappen, aen de drie andere waereld-

deelen toagakend, beteekenen „Europa, dat alleen en by nitsondering getirdende burgermaat-fobappyonAeofk." of, eenvondlg, „het geetetttseerds Europa."

ass Met reek ye meatless Moor: de sulverheid der teal vorderde bier peeks.ass Hot geode horn: vreemde en geene navolging verdienende benamIng van de son.ese De Redeye of: „do Matigheld," gelljk ay by de Gefehiedfobrilvers genoemd wordt, bier, woor-

den eenerleier beteekenisme nib: de Anurman van 't (chip Argo. Zie Deal I, Ms. 141, 889..

INWYDINOE VAN 'T STADTHUIS T' AMSTERDAM. 685

Page 726: vondel. - DBNL

In Gyfbrechts houten muur den peckftock quamen fteecken,Zoo menigh rieten clack begraven in zijne afch,Wel tweewerf achtereen; had iemant op dit pasGelooft dat zulck een neft, nu andermael begraven,

olo Verrijzen zoude, om noch behantveft van 's !ants Graven,Ten toon te ftaen, zoo trots, gelijck een lantspylaer,En uitttaen zoo veel moot en lent- en- zeegevaer?

Toen Amfterdam herbout, omgort met Beene muren,En toornen half gebrant, zoo bitter molt bezuren

913 Den honger van het los verreuckelootae vier,Had iemant wel gedroomt dat deze in 't left dna fierHaer kroon verheffen zou, na 'et entloos ooreloogen,Met zulck een heerlijck deck en overwelfde boogen?Gelijck dit Raethuis nu geen Kapitoolen wijckt,

920 Dat, als een fchim den menfch, het out Stehuis gelijckt,En, onder 't branden van het oude, quam te waffenIIit ydel pain, en roock, en fmoock, en ftof, en affen;Gelijck de Fenix wort herboren nit de vlam,En 't vaderlijcke lijck: dies roept nu Amfterdam:

929 Laet Nijt, gevalt haer dit, zich by mijn koolen warmen;her ftaet het fpreeckwoort vaft, dat branden niet verarmenHet afgebrande huis: gelijck nu menighwerfDe brant tot viermael toe verheerlijckte mijn erfEn ftadt, en Stedehuis, weer by men klaer kan mercken

eso Hoe 't lot bebaegen neemt door fttijdigheen te wercken,Te zeegnen, onder fchijn van vloeck elende en ramp.Zoo blinckt de zon op 't fchoonft, die aenbreeckt nit den damp.Zoo lant de vloot, na itorm, geluckighft in de haven.De fcha van haverije en packen te begraven,

ins In 't onweer, wort met vreught door overwinft geboet,En zet het nick kantoor op eenen vafter voet.

't Gerief van binnen eifcht dat wy de boukunft loven,Op haeren ondergront. hier valt de dagh van woven,Door twee vierkanten, doch langworpigh, om het Licht

940 Te fcheppen nit de lucht, van binnen, voor 't gezicht,Ten dienfte van de breede en diepe galeryen,En alle dnifternis inwendigh te vermijen.Hier flaept het donderhol, de koker van 't metael,Het welck in arbeit gaet, bevrucht van yzer, ftael,

943 Salpeter, blixem, vier, gereet gewelt te baeren,

NIVO7 Hier bewtlet V. door van Opobreekts hostas moor en van de vision dates van de onde Itad tofpreken, dat hy In de dead wel water whit hoe AmSerdam or teen had Mtge:len, den hy saltsIn slIn Owbregla voorftelde.

no VermoodeUjk wordt Mee gedoeld op den brand, die op 24 Mel 1452 byna de halve ftad Inkolen la.

me Ale see fain den mestick : Never: „al* de men& een fehlm."ses Twos oftrftaision: de twee binnenplaatten.

686 INWYDINGE VAN 'T STADTHIIIS T' AMSTERDAM.

Page 727: vondel. - DBNL

INWYDINGE VAN 'T STADTHIIIS T' AMSTERDAM. 687

Ten fchriek van vyanden, en 's lanta geweldenaeren.De Noortfche kercker duickt in droeve fchemering,Noch dieper voor den hals, gedoemt ten ftroppe of kling.De gijzelkamers, die het Noorder licht ontfangen,

oso Zijn min met fchaduwen en fchemering behangen.De folterkamer met vertrecken is voorzien,Op datze het gerecht naer zijnen eifch bedien'.Hier herberght de cipier, gelijck rontom gegooten,Terwijl by kerckers fpijft, en toeziet op hnn ffoten.

933 De Pander woont in 't wefte: en 't zuiden, diep en langk,Ontfangt geheel Peru, op zijne wiffelbanck,En lichts genoegh van ftraet, befcheenen klaer en helder.Hier flaept een zilvermijn, in Krefus zilverkelder.Men toetft hier zilver, gout, gemunt, en ongemnnt.

000 De Wiffelheer vooraen den koopman toegang gunt;D' ontfanger, achter hem, ontfangt de ronde fchijven,Of keertze weder uit, om ieder te gerijven.De wiffelfchrijver houdt de boecken, dicht hier by,Bekleet den Wiffelheer, en hangt aen 's meefters zy.

963 De laege rechtbanck volght, en dan, van wederzijenDe Vierfchaer, waeckt de Wacht, het oogh der burgeryenAle Argus overal, op 't Raethuis, en den Dam.De Vierfchaer, als de wont van 't heiligh fcherprecht, namIn 't midden haeren noel, om den ter doot verwezen

970 Zijn vonnis, voor de ftraf, rechtvaerdigh voor te lezen:En wie de Vierfchaer ziet, en let op haeren itant,Gelooft dat Cteilfon met zijn vernuft de hantDen kloecken bonheer boodt, om deze t' ordineeren:Want wie de boukunft zoeckt, hier eenwigh nit zal leeren.

073 Nu roept de bovengront my boven naer de praelVan 't heerelijck gewelf, de groote bnrgerzael.Wat vloer betreet men hierl wat wil ons nu gemoeten 1her wort de hemelkloot en aerdtkloot met de voetenGetreden, en men ziet bier aerde, en Oceaen,

oso Twee weerelden, gevloert: de ftarren, zon, en maen,De twalef tekens me, waerdoor de zon haer rondenVoltreckt, van jaer tot jaer, gehoorzaemen de vondenVan 's bouwers fchrandren geeft, en ftraelen, nimmer moe,Den burger, van beneen, met haere glanffen toe:

993 Wat fchept mijn hart al lncht en zon, van wederzijen!

•40 'a Zones gesoldemereo • de saunas van Willem II fpookte V nog In 't hoofd.ass GeWet gemstone gegootear met deze niet seer (Widen*e ultdrukking wordt waarfabilnliik bedoeld,

dat de cipler midden ttuirchen gin gevangenen woont.•16 Geheel Peru to recht last V hier den nadrnk vallen op de tweeds greep, Wilk al de snidelijka

Ulan dien ook hebben.en OtWoo de bonwmeester van den tempel van Diana to &faun.en• Men slot Mer aerde, an avow onplukkig stin dose thanda met een tapat °vadat.

Page 728: vondel. - DBNL

Hoe weide ick in 't vierkant, door d' open galeryen,Waer langs men, flap op ftap, naer ieder Amptheer gaet,Die hier zijn ampt bekleet, en burgerlijcken Staet IDe groote zael des volcks is net in 't hart begreepen,

000 Om van het Ooften 't oogh te houden op den Schepen,Die zich in 't Weften zet, en daer elcks Recht bewaert.De pleitbezorger en 's Rechts voorfpraeck zijn vergagrtVan yore, aen elcke zijde, om op bun pleit te letten,De keuren, t Roomfche Recht, en Keizerlijcke wetten.

oos De Rekenkamer houdt hier by haer fchrijfkantoor,Ontfangt het gelt, en Quit het flot van 't rijck trezoor.De trooftelooze boel zucht midden in het Noorden,Terwijl de fchultheer zich niet paejen laet met woorden.Zijn oofterbuurzael zet de zeefcha net betaelt,

woo Beflecht verzekertwift, zoo lang Fortuin verdwaelt.En haeren koopheer folt, op wilde en woefte baren,Door ftorm, en rovery, en brant, en zoregevaeren.Het noortooft pauweljoen de Weezemeefters deckt,En 't zuidweft het trezoor voor al het lant verltreckt.

1003 Geheimnisfehrijvers ltaen ten dienft van volck en Heeren,Daer boeeken en papier de kamer dicht ftoffeeren,In 't midden naer de ftraet, van weer de middagh ftraelt.In 't zuidooft pauweljoen wort aen de ftadt betaeltDe rent, of burgerfchap of huifhuur, lang verltreeeken.

tom Hier komen amptenaers en ambachtsmeefters fpreeckenOm amptloon, en verfchot, by Aemftels trezoorier,En zijne rijcke kas betaelt den foldenier.De groote raetzael,, en de zesendertig Raeden,Aen 's vierfchaers flincke zijde, als burgerpylers, leaden

lots Den laft van ftadt en lant op hunnen ftercken neck.De Burgermeefters zael bekleet, met zijn vertreck,De vierfchaer van om hoogh. de both der hooge puienSteeckt midden nit, en melt 's Wethouders wil, op 't linenDer fchelle torenklock, door 's Heerenfchrijvers mont,

IMO En wat de Heer, tot heil des volcks, geraden vondt.Van hier wert, op 't gejuich der aengedronge ftede

,En elle de gemeent, den zeevaertnutten vrede,Gefloten tuffchen Brit en Batavier, gehoort,En 't volck verkuntfchapt hoe nu d' yzere oorloghspoort

1023 Ter zee gefloten was, en zoo veel kopre mondenVan 't gruwzaem zeegedroght, die fchip op fchip verflonden.Men zagh de fteigeringe en maften ganfch in 't

eee D' open gatemen: thane's, halaael mode door overplakte befehotten van de groote of middel-galery afgelloten.

,,i De troeftelowe boa „de Defolate-boodel-kamer."ono Verseberneifi „gefebIllen of versekerIng over (serums& "any De bor/t der boort pates: het voorultfpringende mIddenftek van 't gebonw.

688 INWYDINGE VAN 'T STADTHIIIS T' AMSTERDAM.

Page 729: vondel. - DBNL

En 't onvolbout ftebuis met loofwerck en feftoenBehangen in triomf, met hangende prieelen.

1030 De Dam ontvout hierop de pracht der fchoutooneelen.De waterzege fteeckt haer vreughdevieren aen,Die geven fchooner glans, by d' uitgeblufchte maen.De %redefaem fchept lucht op allerhande tongen,En zet de havens op, die teffens openfprongen,

ton Ale deuren nit haer flot. wat zeilvlugh is en reeLicht ancker voor den wint, en kieft de vrije zee.

De tweede ftaedje om hoogh [gewijt voor 't bloedigh outerVan vader Mars Bellone en 't ftreng gellacht, dat !touterIn 't harnas, op de trom en 't vliegen van de vaen,

1040 Gereet is naer den flagh, als naer zijn feeft, te gaen,.]Bewaert in haer gewelf, noch trotter dan Venedigh,De wapens, en 't geweer, dat, fpits, en fcberp, en fnedigh,En zwanger, op zijn .tijt, van Plutoos kruit en loot,De grootfte fchoonheit ztet in 't grimmen van de Doot;

1043 Indien de moot vereifcht te ftrijden op de veften;Of buiten, voor de poorte, ons dijcken vet te meften,Met heiloos bloet, en mergh; of op den Aemftelftroom,En 't Y, den vyant kort te honden by den toom;Of organs op de grens voor 't Vaderlant te waeckeu;

too Of op een vlacke hey, daer d' elementen kraecken,In pulverroock, en fmoock, en ftof, en vlamme, en vier,Te haelen nit den flagh, een' lofkrans van laurier,En zegenrijcken roof, nee 1 vyants nederlaegen,Gefpreit hinge 't open volt, verwonnen, en verflaegen.

tau Vie !nit heeft toe to treen in 't ridderhjek gefpan,Hier fchaft men wapentnigh, om vijftigh daizent manTe wapenen, van teen ten tanden toe, met helmen,En rctftingen ten fchrick van eervergete fchelmen,Tot vontitant van de mile en vryheit der gemeent',

woo Haer hantveft, goet, en bloet, en al wat Godt verleent,Tot 's 'evens anderhoudt, om maetigh to gebruicken,Daerze in de fchaduwen der Burgervadren duicken.

Nu 't ovrigh beeltcieraet van binnen aengemerckt,De Viertchaer eerft om laegh, die, naer den eifch beperckt,

toes Den rechterftoel bekleet met driederhande ftoffen

use De pradd der fehestooseeles: Vertooningen ter gelegenheid van den ,rode met Engeland oplast van Burgemeefteren, gegevea en vervasrdlgd door Jan Vos. Zie Vos, D. I, ble 601.

mar.abledie: 't selfde woord als 1 Fr. dinding..aftuf Ts wapensse, am fan lea toad.* toes dere DAM° vier woorden leveren wel een klanknabootling

via '4 wapengeknars; dock, babel,* dat die nabootfing niet welinidend is, soo is ook de nit-drnkking niet volkomen Joist. Men segt wel: „tot de lards:" — en ook: „van top tot lees es-tripasdi" maar, ant men, „dat iemand „tot de lands* gewapend is," dan Snit mon den fdardelnit, en daze inlet is het die door den ksbn, w in Innen adorn gefproken wordt, bedektMeet worden.

isss,toss Drioderhande Ayres Yes oordsslas: „drie onderwerpen, aan de 10fittalfelllke reektsplegingontleend,” sonden wy nu semen.

INWYDINGE VAN 'T STADTHUIS T' AMSTERDAM. 689 I

Di WIWI VAN a WAS VOADIBL Ti 41

Page 730: vondel. - DBNL

690 INWYDINGE VAN 'T STADTHUIS T' AMSTERDAM.

Van oordeelen, met knnft, ale op bet hooft getroffen.De wijze Salomon, in 't midden, fcheit, niet blint,Het duiftere gefchil om 't levendige kint,En weet den boezem van Natunr dus nit to putten,

ono Dat by zijn oordeel bout op onverwrickbre itutten;Naerdien by klaer, door 't bloote en fchitterende zwaert,Het waere moeders hart en 'a valfche moeders aertZoo levendigh ontdeckt, dat Beene haer gepeinzenVoor zijn doorzichtigh oogh kan decken, noch ontveinzen.

1013 Ter rechte zijde laet Seleucus zelf het licht1Jitbluffchen in zijn oogh, om 't halleve gezichtVan zijn' beklaeghden zoon te fpaeren, te verfchoonen,En onbefproken zich oprecht in 't Recht te toonen.

De ftraffe Brutus hondt geftreng de flincke hant,Iwo Eifcht halsrecht van zijn zoons, in heimelijck verftant

Getreden met Tarquijn, om Rome te verraeden:En fchoon de volgende een dit vonnis magh verfmaeden,Ala al te fcherp en wreet voor 1 yaderItck gemoedt;fly draeght, ten dienft des Staets, Olen kennis van zijn bloedt.

loss Godts oordeel, boven 't hooft der Rechteren t' aenfchouwen,Verfchrickt 's verwezens geeft, verquickt zijn flaen betrouwen,Naerdien genade en ftraf hem noodight, en ontitelt,Deer 't hemelfche penfeel het jongfte vonnis welt.

De Vierfchaer, daerze zit ten oordeele opgetoogen,1090 Twee znivre beelden ziet verfchtnen voor haere oogen,

't Rechtvaerdige Gerecht, met een Voorzichtigheit:Want alle vierfchaer doolt, die dit peer zuftren fcheit.

Acht marmerbeelden, daer men d' Ouden op magh nooden,De zeven Godtheen, en de Moeder van de Goden,

tow Vronw Cybele, om de knnft, van 's beeldehouwers hart,Naer 't leven, en vol ziels, tot bonwcieraet geplantOm hoogh, in d' enden van de lenge galeryen,Verdienen dat Athene en Rome bun benen.Fortnin won Amfterdam in 't bouwen gnnftigh zijn,

two Toen zy, ter goeder tijt, bier Fidias Quellijn,Van 't Schelt aen d' oevers van den Aemitel, nederzette,

tom &M ow de wetgever der Lolalire, meer gewoonlak Mauna genoemd. By had een wet mites-yaardlgd, waarby san hem, die op overfpel betrapt ward, de beide oogen wer4en nitgeRoken.Teen nn spa eigen goon doh aan dens first had blootgefteld, nam by, om van sgn kin-derplieht en aen de wet be voldoen, de heift der itraf op etch en list slab 'elven en sOn sooneen oog WM:Am Zie dit tafersei en de beide andere ultveerig befchreven by VIM DIME-LASS, to B. bin lb.

los Too oordook oppetooposs d. 1 : „ten setel geftegen om venni' to wezen."lee lifonselfaht psitharls namellk: „de Ain, die de Scat of belooning in 't Beek des Oordeels op-

Wheat."mu Aar stersterbeeftles: t. w. die van Cybele, Saturnus, Jupiter, Mars, Venus, Merkurins, Apollo

en Diana, die de gaanderyen vercleren.Deer men 4' Oudes op saga modems d. I.: „die men gerust mag vergelSken met de kanetwer-ken der allIondheid."

ties Mao Quaffs: sie Deol V, bin. 519; Deel VI, bin 140, en 't bytchrlft op QuelIgn Meraehter.

Page 731: vondel. - DBNL

Op dat by zijn vernuft op ons cieraeden wette;Toen Koningin Chriftine, in 't bloejenft van haer tijt,Hem, ale een perle, had haer kroone toegewijt,

1105 En noo dien helt ontfloegh, ten dierift der bontgenootenDe Tyber had voor hem de hooge fchool ontflooten.Hy ftaet voor Angeloos noch geen aelout vernuft,In zijn beelthouwerye of teeckenkunft, verbluft.Eifcht iemant van dien lof een blUck, en kenbaer teecken,

me Men vraege elck meefterftuck: de itommen zullen fpreecken,En pleiten voor den man, die zulck een kunft en fchat,Als Aertsbeelthouwer van de zegenrijckfte ftadt,Befteede aen 't Kapitool der Amfterdamfche Heeren,Die hun Stadthuis met kunft, gelijck met fchat, ftoffeeren;

tits Dus molt de Schilderkunft de Beeldehouwery,Verzelfchappen, als twee gezufters, zy aan zy.

De Schilderkunft zocht ftof by Grooten, niet by kleinen,Uit Godts gewijde blan, en d' outheit der Romainen,Bemaelde galery, fchoorfteenen, boogh by boogh,

1120 Naer eifch van ieders ampt, beneden, en om hoogh.Men ziet 'er Burgerhart, het hooft der Batavieren,Beftrijden d' adelaers, en Cezars krijghsbanieren,Tot voorftant van zijn Recht, met opgeheve kling.Men ziet 'er den triomf, en handel onderling.

Itas De Tyber leert de maght des Rijns beneden kennen,Omhelft dien bontgenoot, waerop de Faem haer pennenOntvout met eenen klanck, daer 't aerdrijck van gewaeght;Terwijl de Batavier geen juck van Rome draeght,Maer op de vrijheit praelt, verworven door zijn wapen.

use Aldus eert Tacitus dit bloet, ter deught gefchapen.Plutarch en Livius verleenen geeft en gunft,

In hun hiftorien, de rijcke teeckenkunft,Op 't Raethuis, overkleet met Roomfchen, en met Griecken.Der Burgermeeftren delight, zoo liefelijck te riecken,

ins Door hun trouwhartigheit, die Rome 't hooft ophoudt,[Daer dreigement, noch doot, noch eigenbaet, noch goutDeze ackermans beweeght in hunnen plicht te wancken,Weer voor de ftadt dat bloet niet ophoudt te bedancken,]Behondt haer verwe noch. Lykurgns, zonder vrees,

nor kgeleos NoCk pat aelast versufts lees. „het vermdt van Michel Angelo noel' dat der onde beeid-honwers."

lissome Verftm oPhitarchns en Livins leveren In helm! hlitorign Sof in overvioed voor de tee-kenkunit, die bet Itaadhas met vooritellingen Yen daden •vae Grleken en Somalilen rIlk ver-eierd beoft."

rue-liar Zie de gedlekten door V. op dese fehlideryen vervaardlgd, biz. 01331111 IrkerfOR: Lyknrins, de beroomde wetgever van Sparta, was :Seen brooder Poiydektes na

dien overftiden In 't bowled opgevolgd, sonder to weten, dat dien huisvronw swanger was.Toms by dit ontdekte, verklaarde by, de regeering niet voor sich :elven, moor veer het to Ter-wachten kind suns broeden nit to oefenen, en verwierp het aanbod saner fehoonsuster, die

INWYDINGE VAN 'T STADTHIIIS T' AMSTERDAM. 691

Page 732: vondel. - DBNL

1140 Befchermt het wettigh Becht der Koningklijcke wees.her fpreeckt de Poêzy, die Itom is, alle fpraecken.Medea wapent zelf den vlieshelt tegens draecken,En doodelijck vemjn. Kalipfo berght, uit nootVan fchipbreuck, noch den Grieck in haeren zachten fchoot:

1145 En om in 't heilighdom der letteren te treden;Men ziet 'er Jofefs maght geviert, en aengebeden,Deer hy Egypten ftut, gehjek een Konings 41,Den hongerigen buick verzadight aen den Nijl,Met voorraet van gewas, en opgeleide graenen,

1150 In eenen dorren tijt, bedaeut van ieders traenen.Men ziet hoe Amrams huis, tot weering van gewelt,Den volcke een wijze wet en vrome rechters Itelt;Hoe Salomon geknielt, na 'et bouwen van Godts drempel,De Wufheit bidt van Godt, in Godts gewijden tempel;

1135 Hoe Mofes elders met de wet ten berge atdaelt;En elders hoe men Gode en Cezar tol betaelt,Door laft van 't eeuwigh Woort, zoo lang in kracht geblevenTerwij1 het elck beveelt zijn fchuldigh recht te geven.Wat noch te maelen ftaet, zal blijcken, als 't penfeel

Imo De jongfte ftreeck voltreckt, op ons ftehuispanneel.De beeldehouwery zou zich met recht beklaegen,

Indien ick hem vergat, die, op den zegewagenGezeten, triomfeert, na dat hy ftadt en walBefchutte voor den arm en 't zwaert van Hannibal,

lion Door 's hefts beleit mifleit, en fchrander opgehouden;Toen al het morrend volck den heirtoght toebetrouden,Den grootften Fabius, belafte, zonder fchult.Zoo redde een man den Staet door wijfheit, en gedult.

Toen Stalpaert my de kunft aldus liet zien, en hooren,1170 Op 't Raethnis, fteegh mijn Tuft, daer Sint Katrijnes toren,

Wanneer hy dien volbout, in zijnen vollen krits,

hem voorltolde, dat sy Mel' een miskraam besorgen en hens buwen sot. Na do geboorte vanCharnel's — golf* bet kind genoemd word — bleed by ook het beat= ale diens voogd nit-oefenen

ties Dec WissheIL Jason.114$ 'tHedigltdont der fertsron • „de Heilige Schrift."tiss Godft drawl: drawls: teat hier voor 't gebonw self en V. bad even good bier impel, on in

den volgenden regal „op Godes gew(fden drempel" kunnen fchrUvenlies Hew Fabius, ale vs. 11611.ties-ties Verfta. „toen do morrende ftomeinen Fabius Maximus, Irian het beleid van den voldtocht

was toebetronwd, ten onrechte befchuldigden — t w. van traagheld "nos-me Vera.. „Toen Stalpaert (do bonwmeester) my de trade kunstgewrochten list Men die bet

Itaadhnis vercieren, fteeg mfti geest, verrukt door het genieten van sooveel fchoons, naar hoogerfreer dan do top van Sint Katrijnes tol en bereiken sal, wanneer hy dien cal volbonwd hebbon.Man west, dat, volgends hat oorfpronkellike ontwerp, de Nieuwe Berk soft voonien wardenmet Gen toren, booger dan do Dom to Utrecht. en werkelific Mot men dien In afbeeldingen vanden Dam in die Mtge°, o. a. by V. DoxasLaaa, als reeds afgebonwd voorgofteld. Nen lietechter het work !token, naar men voorgaf, om dat naast zoo hoog gevaarte het Stadbuls toMein sot Wen, dock moor waadchttaltik, om dat de grondftagen to sink of de kosten to hoogwarden bevonden.

1171 Xrall voor „Invite, omtrek "

692 INWYDINGE VAN 'T STA DTHUIS T' AMSTERDAM

Page 733: vondel. - DBNL

Noch hooger dan de Dom. van Uitrecht, met zijn fpitsDie lucht niet raecken zal, waerin mijn geeft ging weiden,In beelde- en- fchilderkunft verruckt, en afgefcheiden,

1 Its Verwondert dat het brein des menfchen zulck een' fchatVan beitel en penfeel beknopt te zamen vat,En onder 't eenigh dack, een ieder op zijne orden.Wie nu boumeefter, of een fcbildergeeft wil worden,Of Fidias in kunft en beeldehouwery,

use Die zal, nit ganfch Euroop, zich fpoeden naer het Y,En onzen trotzen Dam, met pehne, en verwe, en koole,Om in dit nien Stadthuis, als in de hooghfte fchooleVan Pallas, uit het brein van Jupiter geteelt,Te teeckenen al wat de leerluft hem beveelt

ties T' ontworpen op papier, en perckement, en doeeken.Zoo ging de Grieck van outs, de kunft te Memfis zoecken,De Roomfche jeught t' Athene, en elck by dien Romain.Nu toont u Amfterdam, beknopt by een, in 't klein,Wat Memfis wat Athene en Rome t' zatnenhaelden;

Imo Toen deze, als eigenaers, met al hnn leengoet praelden,En zwoeren, elck om it zwartft, met onbefchaemden mont,Dat dit Been leenkunit was, maer ieders eigen vont,Inzonderheit de Grieck, al kan by niet ontfchreenwenDat d' eerfte kunftbron vloeide nit d' ader der Chaldeeuwen.

1105 Maer naeugezetheit fchijnt zich om de prael en prachtEn 't rnim begryp des bous, te belgen, met dees klagbt:Waer is de zuinige aert van onzen AemiterlanderG'ebleven? enders gingt by d' ouden, toen EvanderEneas, den Trojaen, zoo gaftvrij, zijn gemack

two Ziet neemen in zijn hof, en onder 't fchamel dack,Dat Herkles, met .,zijn knodts en leenwenhuidt behangen,Wel eer geherberght had, gewelkomt, en ontfangen.De gait van Troje ziet het hart aen van dien Heer.Hy vleit zich op de hnidt van een beerinne neer.

1203 De groote Boning flaept op eene ftroje bulfter;Daer knnft noch overdaet fteenhonwfter noch verguliterVan poorte of welffel was, als namaels; daer yvoorNoch toets noch marmer blonck. op dat bekrompen fpoorZocht Rome in ackeren haer eerfte Staetgenooten.

1210 En hoe vergeet dees ftadt, nit viffcheren gefproten,Zich zelve aen zuick een pracht, by d' ouden ongewent IGeluckigh is de Staet, die zijnen oirfprong kent,De middelmaet bewaert, en omziet onder 't fturen.

nos Ossilthreeimes voor „ontkennen,' of Dever voor „door gefchreenw een waarheld verfrooren," —doch In de dud om 't rUm

moo Outer 1.'4~1 dare: de over dat Manua dah van Evander Virg in ~Um, Deel V, bla 301lieu Amoral, tick ows '1 ~rift dergelae nItdinkkIngen stun nog veer gebratelp ale men b v

dat by mart wordt; t I. swans logentaal," ens.

INWYDINGE VAN 91. STADTHUIS T' AMSTERDAM 693

Page 734: vondel. - DBNL

694 INWTDINGE VAN 'T STADTHIIIS T 2 AMSTERDAM.

Het wanckelbaer geluck kan zelden (teen verduren.1215 Gelijck de tempels ftaen den Godtsdienft toegewijt,

Die 's hemels eer bewaert, van 's afgronts fpoock benijt,Zoo paft het ons den Staet van 't burgerlijck regeeren,En 't Becht, dat heiligh is, en 'a Rechts geftoelte t' eeren,Naerdien hun achtbaerheit eerbiedigheit vereifcht,

12zo En 't oogh dit ziet in zwang, zoo wijt ons Zeevaert refit.Zijn 'a volcks regeerders hier ons mombers, anderde ouders;Zijn ftadts Wethouders zelfs Godts ftoel- en- ftedehouders;Wie weigert hun een hula; gelijck hun waerde voeght,Een onbekrompenheit, waeraen 't gebruick genoeght,

1225 De burger, en de Heer, en zoo veele amptenaeren,Al flaven der gemeente, en wit van gryze hairen,Geploeght met rimpelen in 't voorhooft, door den TaftDer koop- en- zeeftadt, vol uitheemfchen, en vermaftVan dit zwaermoedigh pack, door Atlas t' onderfchraegen,

wo Die bier op zijnen hals den weereltkloot moet draegen?Wie Bunt elck ampt geen plaets, en voegelijck befteck,En elcke kamer niet een eerlijck amptvertreck?Hoe zat de heerfchappy zoo jammerlijck bekrompen,In lnchten, die benaeut der zinnen the verftompen,

1293 Den dienaer volcke en Heer, hunn' dienft en plicht verbien;Beluiftert al te fcherp, of al te naeu bezien;Gefteurt door pleitkrackeel, gefmoort in hun papieren;Verkort aen kilt, en kas, en laden; zonder vieren,En haertiteen; koudt van vorft, of van het vier gezengt;

1240 De kamers en het volck, verdrongen en gemengt,En onderling veriert. de kerckers, naeuwe holen,Vol flijm en vochtigheit, die voile ftanckgioolenVergiftighden terftont, verftickten, ala een pelt,Het lichaem, dat gezont beklemt wert in dit nett.

1243 Het hair viel nit, ala of de wortel was vergeven.De dootkift berght een lijck, een lichaem zonder 'even:Dees dootkift zinckt te vroegh den levende in zijn graf,Eer 't vonnis leght gevelt, en d' overwoge ftrafIn 't recht gefloten is. om 't out ftadthuis te noemen

Iwo By zijnen rechten naem, en zonder te verbloemen

11111 Ander& eiders voor „tweeds enders." .dederde wordt by V. en andere fehrilvert van Men ttfdgebosigd voor aka, eaters voor sifts. Even zoo maakten zy eon bepaald Tartan tafehennisi en sakeld, dabbel en debbad. 1 Is te betrenren, dat once latere wetgevers in de teal tokorai:Mfg sOn gamest om dorgelRke avasees van beteekenis op to maim en daardoor, alein coo vele enders opaepten, de teal verarmd hebben.

ms Merkwaardlge regal, wearin V. het goddel5k reeht der Volta, — toes nog algemeen gofer-bledigd — op de iltads-Regeoring overbrengt.

use natal '4 gebrwfck genoeght: t is my Met seer dation* of ik bier veritaan moot „voor betgamin' voldoende," dan wel „gel& bet gebruik dit vordert."

ism De burger, en de Neer: lees bier, om 1 voorafgaande hun „den burger, its den Deer"use Der risme* fie • lettorElke Tattling van ingesK acumen: „feherpsinnigheld."less akonekgtoolen: ale over "footers hierboven bk. 885.

Page 735: vondel. - DBNL

INWYDINGE VAN 'T STADTHIIIS T' AMSTERDAM. 695

Die rotte vtgligbeit van 't afbreck, och, wat was 't?Een ijflijck rotten!}, zich zelf een overlaft.De fchrijver en de klerck verfchrickten voor de therm,Wanneerze menighmael de boecken en papieren

1235 By avont knaeghden, of, niet zonder meer gevaersVan brant, al brandende bet einde van de kaers,En lecker op dat aes, in hun deurboorde klovenVerfleepten, zonder fchroom, naer onder, en naer boven:Want een bonvalligheit, van zijn geval geftiert,

taco Verftreckt de legerplaets voor gruwzaem ongediert,En nachtgebroet: en quam het manck gebou to !torten,Al teffens, och wien zou, wien zou die val verkortenAileen met eenen flagh? wien anders dan de Stadt,De ganfche ftadt, en 't volck? geene eeu, Been aenwas had

1203 Dien zwaeren val geboet, die fchade kunnen keeren,Daer boecken, brieven, fchat, en volck, en burgerheeren,Al teffens in een graf begraeven, en vergaen,Den laltermont ten fchimp rechtvaerdigh zonden ftaen,Om d' onvoorzichtigheit, en vreckheit, en het floffen

1210 Van toe to zien, eer ramp hnn hoofden had getroffen.En waerom itoot men zich aen pyler, en gewelf,Bevrijt voor vier, en vlam? de brant van 't Eaethuis zelfOntfchnldight dit: want vonck en vlam en vier vint vattenAen balck, en zoldering, Melt boecken, brieven fchatten,

1273 Ter noot, on by gelnek geborgen ait den brant,In 't niterfte geyser. de hooghte ciert den itant,Is niet alleen in 't oogh ontzaghbaer, aengenaemer,Maer weert oock vochtigheit, om voor 'een wapenkamerTe dienen, in den noot: want of men gout vergaert,

1290 Het gout is, zonder &Lel en yzer, flecht bewaert,En een gereede roof voor wettelooze fnootheit.Geen Wijze kan zich dan verftooren om de grootheitVan 't overwelft gebou, daer 't noodigh eerlijck nutDe Stadt en burgery en welvaert onderftnt.

saes Men moat den wijzen Baet des Aemftels meer betrouwen.Wie wetten hanthaeft, kent zijn wet en maet in 't bouwen,En hondt zich aen de fchets, niet waft, en onbedacht.Geen rijpe raet miftront zijn voorgewoge kracht.

Latinos raethnis, daer Eneas sea quam vaeren,MO Verhief zich, als een kerck, op hondert hooftpylaren,

In 't hooghfte van de ftadt, aen 's Tybers onden ftroom,En itont rontom in botch, en fchaduwen, om fchroom

lasi 'i *Week veer ,,de a rook," ale men tegenwoordlg sot (chrljven 4Threk Is echter volkomenwettIg en van Wake yenning ale 't nog beltaande gebrek en 't verouderde tebrek (nu M-ersa) Zia TIM KAM Deel I, Ms. 134

lass Al breodersde bet diode ems de kaera voor „het elude van de kaars, terwIll bet nog brandde."mes Wks sets die vol wholes voor „op wlen soft dat alles nearkomea? Wie sett de fchade

dragon 1"

Page 736: vondel. - DBNL

696 INWYDINGE VAN IT STADTHUIS T, AMSTERDAM.

iOm ootmoet en ontzagh, in 't harte des aenfchouwers,Te wecken, als het wit des overkloecken bouwers.

1205 Hier wert het hoogh gezagh in zijne kracht gezet,Gewettight by den Raet der Vadren, en de Wet.Men zagh den voorzaet bier uit cedren bout gefneden.Saturnus, wit en grijs, en Janus, !tram van leden,Met dubble troniên, bewaeckten het poortael.

1300 Bellone en vader Mars de groote wapenzael,In 't ronde geitoffeert, langs wanden, en aen poften,Met zegenrijcken roof, en wapenen, op koftenVan burgerbloet gehaalt, tot heil van 't vaderlant,Op al wat voor de vuift met boofheit innefpant,

1305 Tot afbreuck van den Staet der moedige Lattjnen,By wie de Bataviers in 't ende onzaghbaer fchijnen.

Het burgerbjck gebiet, zoo fchuw van tiranny,En flaende op onzen aert, hier oock, naer zijn waerdy,Zijn' ftoel verheven heeft, Baer Gijfbrechts Burgerheeren,

1310 Als op den hoogen burgh der Vryheit, nu regeeren,En leiden de gemeent met eenen zachten toom.De Stadt, op hun gezagh, zal, als een cederboom,Voltrecken haere Kroon, en altijt hooger waffen.Zy zal op haer kleenoot, de guide Vryheit, paffen,

1315 Het wit, waerom zy 't zwaert getrooft op zijde bondt,En fchier een bloedige eeu in 't vier des oorloghs ltont.Wie deze grieft, met een de zegels van haer brieven,Die zal haer kroon, haer oogh, haer hart en harts& grieven:Want zy naeryverigh geen vleck lilt in haer kleet,

1320 Geen fchipbreuck twaerder acht dan 't fchenden van haer eedtEn eer, hoe reuckeloos hier andren mede fpeelen,Die min in 't erf van deught, en meet in 't ydel deelen:Waerom de hemel oock, in 't fchocken van al 't lant,Haer' Staet gehanthaeft heeft, en in een' vaster ftant,

1325 Ten fchimp van -zoo veel nijts erghliftigheén en laegen,Verzekert, en gelijck op zijne hant gedraegen.De bontgenooten en 's hints vyanden, die 't zien,Na d' overdrift van mitt en mifverftanden, BienHaer burgren alle gunft, en haeten, die haer haeten.

1930 Zy eerenze, als pylaer van Zeven vrije Staeten,En Ichatkift van den Staet, die zich verbonden houdtDoor eendraght, maghtiger dan ftael, en Indifch gout.Aldus is Rome in top van 't hOoftgebiet geklommen,Van waerze wetten gaf aen Rijcken, Voritendommen,

1335 En heerfchappyen, van den Ganges, met haer roe,Tot, achter groot Britanje, aen 't eilant Thule toe,

VW Poor de en(/1 „onvoorbereld, solider ling Woad "use D overde(ft. ,,bet overdreven "1as4 Md. Unbind

___---

Page 737: vondel. - DBNL

En van de zuider Kreeft aen d' overtheeude vlieten,Daer d' liter zijne kruick in Pontus nit komt gieten.Geheel Europe viel haer' ruimen geed; te kleen.

1340 Zy fmolt drie weerelden tot eenen klomp in een,En zette zich in top des aerdtkloots, als een wonder.Wat voor haer lagh in ftof, zag dees Godin, van onder,Met ootmoet en ontzagh en vreeze eerbiedigh aen,Ale 't grootfte dat oit wiert befcheenen van de maen,

1345 Die wiffelbaer haer licht dan ebben zagh, dan vloeien;Terwijl de Staet van Rome en 't Roomfch gebiet bleef groeien,Dies Cezars loftrompet haer noemt, gehjckze praelt,Het eeuvtigh hooftgezagh, van tijt noch grens bepaelt.

De Burgermeefter weet den breidel hier te vieren,1350 En aen te haelen; weet alle ampten te beftieren

In orde, en kan nu zacht dan weder ftrenger gaen,Naer eifch van elcks natuur en Staet; niets onberaenVerhaeften; wrevelen, die hooge en laegen hoonen,Betemmen; mifverftant verbloemen, en verfchoonen;

1355 De laften minderen, zoo veel de Staet dit hjdt,Eer 's koopmans koopkans keere, en winfte en welvaert flijt'.Uitheemfchen guilt by plaets, en welkomtze uit ontfarmen.Hy zorght doorgaends met lull voor Godts nootdruftige armen.'t Geweten, min of meer door onverftant verruckt,

Imo Befchut by. niemant wort in zijn gemoedt gedruckt,Noch in zijn billijck Recht verkort of opgehonden.Getronheit aen 't Gemeen wort rijckelijck vergouden.De deugden draven hoogh, op 't voortregn van den Heer.De boofheit fmilt allengs. geen gout giet boven eer.

1383 De kunften winnen velt de nutte wetenfchappenGeraecken op den troon. geene averechtze ftappenMifleiden nu de kiel in 't zogh van fnooden bait.Men koeftert pais en vre, tot daer de zeevaert ftuit,Horst ieder een ten orient, en acht de baetzucht fchande.

1870 Due bloeit d' olijftack bly to water, en te lande.De Zeven voleken, alle nit eenen Duitfchen ftam,Bekennen dat hun heil, van Godt en Amfterdam,Gelijck een morgendan en zegen, neér komt vallen.Zy eeren nu, om ftrijt, de Wijfheit, daer dees wallen

t335 Op waffen, in hun rondo, en itercken 'a lants gezagh.Zy wenfchen datze noit van 't Raethuis fcheiden magh,Maer kroonen dezen bon, met titelen en naemenVan Heeren, die hunn' ftoel en kuffen niet befchaemen.

I INWYDINGE VAN 'T STADTHUIS T' AMSTERDAM. 697

Page 738: vondel. - DBNL

698

KRITISCH OVERZICHT

V•■ DI

INWYDINGE VAN 'T STADTHUIS.

n inwijding van een nieuw Stadhuis, zelfe van het zoo kostbare en

prachtsge Stadhuis saner zoo machtige en beroemde ftad ale Am-

fterdam, is en blijft een soak van lokaal, niet van algemeen be-

lang. Een gedicht, ter vierin diet gebeartenis vervaardigd, fchUnt

due, nit den aart der sake, weinig gefclukt om de aandacht to

trekken van wie geen inwoner is van Amfterdsm, nosh tot die ftad eenige on-

middellijko betrekking hash. 't Is — &Mande near men onderftellen mag — een

gelegenheidsgedicht, nide moor. En Loch ook sells een gelegenheidsgedicht ken,

door bet nienwe en gerrasfende van beelden, gedachten of dlchterlUke wendingen,

by den laser eon belangftelling opwekken, gebeel onafhankelipc van bet bezongen

onderwerp, en daardoor eon algemeene, eon bltivende waarde verkrUgen. De fchoonfte

lierzangen van Horatitti, niet weinigen onder de fraaifte gediehten van Vondel, sUn

gelegenheidsgedichten, doch sullen daarom niet to minder eenw nit mum in als

voorbeelden van echte poesy worden proomd en aangeheald. By soodani ge gedich-

ten is het one ip den gropd onverfchillig of do perfoon, die besongen word,-Mecenas

of Lydia, Dionys Vos of Katherina Buck heette; wy weten alleen, dot de dichter

in one hart Gen fnaar heeft doen trillen van verrnkking, van weemoed, van deernis,

van liefde, van milks andere gemoedsaandoening, on dat ons die trilling weldadig

was. — Maar gelegenheidsgedichten kenmerken rich doorgaands door de tweeledige

eigenfehap, dat ay kort sijn, en dat ay, offchoon hun oorfprong to danken hebbende

Page 739: vondel. - DBNL

KATYDIDS OVERZIORT VAN DE INWYDINGE VAN 'T STADTIIUIS. 699

aan een bysondere aanleiding, eehter, wat de toepasfing betreft, tot het verftand of

tot het hart van alien fpreken.

Maar grootere kunst moet dear befraan, wear bet gelegenheidsgedicht niet alleen

by de 1400 alexandrjnen lang is, maar borendien nergends, ook maar voor een

oogenblik niet, sick nitweidingen veroorlooft, die niet met bet bezongen onderwerp

in onaffeheidelbi verband Chian, an des-niet-te min den lezer, ook hem, wien de

bezongen sash onverfehillig is, van 't begin tot aan het einde weal to boeien, hem,

aan 't Dot gekomon, de bekontenis west of to perfen, dat de fcbrijver in den loop

van stin gedicht mete to veel, nets to weinig gesegd been, wear een volkomeo afge-

rond en volledig geheel geleverd heeft. Zoodanige kunst heeft Vondel aan den dag

gelegd by bet famenftellen van het diebtftuk, 't walk het onderwerp deser berchou.

wing nitmaakt, en waarmede by op bet gabled miser letterkunde sea niet minder

blUvend en verwonderlbk gedenkteeken heeft gefticht dan Van Kampen en Stalpert

op het Stads-gebied hadden doen rjzen. 1k hoop by de °needing van dat dieht-

flak dit mijn oordeel door genoegzame bewljsgronden to bunion Raven.

Te reeht had onze thebter begrepen, dm by eon gedicht, ter Tiering eener blijde

gebeurtenis beftemd, moan aanvangen met ellen, die deal aan 't feast konden nemen,

tot blijdfehap op to wekken en dasrdoor in do eerfte pleats sick %elven in eon vro-

ePte ftemming to brengen. fly doet dig eater niet als eon min oorfpronkelVk dichter

sot gateau hebben, door, op de onde en afgeflatene wijze, de hulp Otter Mass in

to roepen of in de 'edit to fchreenwen met een winderig: „Vold n, o =tin Her r

i,Barst los, gy vrangdetoonenr — Neen: hot is Oogstmaand, de tljd, dat de maaier

san work is om de rijpe korenairen of to maiden on de riike fchatten, die de

vrnehtbare sarde geleverd beef', to versamelen; en dasraan oaken! by zijn beeld.

Da akkerman (want zoo behoort de sin to worden gekonftrneerd) weidt in een

see van korea, en even zoo betaamt het my, daartoe door Amfterdam opgewekt,

to weiden in den oogst van Ain lof en het feast der inwtiding ens. to vieren." —

Kw Wet alleen dat feast lokt de buitenlieden naar Amfterdsm, ook de daarmede

vereehigde on daarom vervroegde jaarmarkt met hare aanlokfelen. Hoe an alias,

om disc dubbelen hoogiqd to genieten, naar de 'Mid ftroomt, de drukte, bet ge-

jopl, Bet gelled van fpeeltuig en getchut, bet vliegen van de vanen, in 't kort al

watt van vreugde ipreekt on tot vreagde welt, levert ftof voor de mita 24 regels,

on is Merin even frisch els levendig gefehilderd. Wy zien de vrolUke fcharen;wy

hooray hear blij gefehal: wy worden ale medepfleept in den algemeenen dans. —

En, 't is teat pnoeg, dat de sande sick verhengt, de vrengde wordt ook van boven

gezegend en de Zon, enders zoo versengend in dit jaargetijde, mstigt hare ftralen

en wekt tot sanglusi en minnekosery (vs. 25-36).

Na dese inleiding veriest de dichter den toon van dartele vreugde voor dien van

Page 740: vondel. - DBNL

700 KRITISCH OVERZICHT VAN DE INWYDINGE VAN 9T STADTHUIS.

den deftigen ernst, en verzoekt by de vier Burgemeesteren, ale voorgangers op 't

feast, eerbiedig gehoor '.00r sun gezangen (vs. 87-48): die toefpraak san de hoog-

fte Magistraten geeft hem ongezochte aanleiding over den oorfprong en het anibt

der Overheid to fpreken, en san to toonen, hoe deze haar plichten niet near eisch

vervullen kan zonder een behoorluk Stadhnis, en den asrt, bet gewicht, en de

vereischten van een zoodanig Stadhuis to befehruven, zich daarby ftounende op

voorbeelden nit de gefeluedenis, zoo van Amfterdam zelf ale van het handel-

drbvend Venetian, van aim vaderftad Keulen en van de waereldftad Rome geput

(vs. 49-104).

Zeer gapes& volgt no de vermelding der drie Stadhuizen, die son hot nu geftichte

zlin voorafgegaan. Van de betde eerfte geeft by, en met rodeo, moor kort befchetd

(vs. 105-132); doeh opmerking verchent het, hoe by 't verhaal zun toon, ale met

de gebonwen wear by van fpreekt, in zwier en omvang toeneemt en, wear by (vs.

183) aan de vermelding van 't derde gekomen is, op eons weer. die blijde levendig-

heid, die de inleiding kenmerkte, hernomen beefs: wy lien don Dam, en 't Sticht,

do Goier, Angieleer, Veene- on Waterlender met hen waren nter merreckt komen,"

en wy verklaren ono de aanleiding tot den bony, (vs, 133-144).

Men vergete met, dat in Puedels dagen geen fchooner lof san een handeling

of een veers kon worden toegekend, den door er een Grieksch of Romemsch

precedent van sun to voeren. Romulus en Noma hadden de pleats nitgezocht

wear 't Kapatool sot komen to ftaan (vs. 145-160), en even zoo de Amfterdam-

fele Bnrgerheereu die wear men 't nieuwe Stadhnis soil ftichten (vs. 161-188);

hoe ondankbaar ook een zoodanige fiof Mime ale een topogratifche aanduiding,

wy hebben reeds nit den aanhef van menig trenrfpel gezten, hoe V. by zoodantge

asnwbaingen needs aan ongeldkbre dtudelbkheul de hoogfte dichterlijkheid weet to

voegen, en ook bier flans by to dozen opiate wader even gelnkkig.

Mau van solve ward hem tot dichterlbke befebonwtngen ftof verleend door het

°plowmen der hinderpalen, die achtereenvolgends den sangevangen bow *ettraag-

den. Ns een korte inleiding (vs. 189-204) noemt by ale zoodanig den sanflag van

Drina Willem II op Amfterdam in 1650 (vs. 205-212): do overfirooming van 't

jeer 1651 (vs. 213-238): den oorlog, in 1652 met Engeland gevoerd (vs. 239-240):

den brand van 't wide Stadhnie, die de getimmerten van 't nienwe febier had aanger

taut (vs. 261-824): het bygeloof, dat een moizeplaag in Holland een teeken was van

Gods toorn over 1 begonnen *ark (vs. 325-836). Men ken nit doze done opgave

reeds befeffen, tot hoe geheel niteenloopende befehrovingen en tafereelen die onder-

ling zoo verfehillende rampen aanleiding moesten geven, on by de losing vindt men

:doh dan ook telkens door nienwe en hark kontrasteerende voorftellingen verrast.

De wstersnood, de brand, bet beftrUden daarvan, de vernieling, door de matron

Page 741: vondel. - DBNL

RRITISCH OVERZICHT VAN DE INWYDINGE VAN 'T STADTHIII8. 701

aangericbt, sues worth met even veel waarheid, kracht en levendigheid one voor

oogen gefteld.

Na iu drie ftatige regels (vs, 337-840) te hebben herinnerd, hoe de bonwhear

rich aan at die wederwaardtgbeden niet geftoord had, maar lustig met den bouw

was voortgegaan, begeeft by rich tot een nitvoerige aanwuzing der gebonwen, die

't meuwe Stadhuis omringen (vs. 841-868). Hy befchrilft in de eerfte plants d e

Nieuwe of Katharttne kerk (vs. 341-412). Ik sal my vergenoegen met de aanmer-

king, dat by sulks niet alleen met Mjn gewone kenrigheid doet, maar ook wederom

bldk geeft van art: innige bekendheid met de gerchiedenis der ftad, een bekendheid,

hoedanige men over 't algemeen nimmer sal opdoen, wanneer men rich vergenoe-

gen meet de kronijkfehrijvers na to flaan, en met de overleveringen, die ender de onde

familihn berusten, Diet vertronwd is. De belangrijke omftandigheid, dat Maximiliaan

de ftad met de kroon boven hear wapenfchild befehonk, om de dienst to vergelden,

welke hem de burgemeester Andries Beelens 1) had bewezen, door hem met &nazis:1-

'1*e geldfommen by to ftaan, sal men vruchteloos by Wagenaar soeken. En toch

had Wagenaar die bier kunnen lezen, en waarfchijnlijk ook gelezen. Maar men

:white het in dien ttjd nbeneden de waardigheid dor garchiedenie, by dichtors to

rade to gaan, of dichters (ten ware bet Homerns, Virgilitts of andere °tide Claeci

waren) als antoriteiten aan to halon. — Gelukkig is men thands wijzer, en feha-

men sick mannen als Macaulay on Motley niet, self, nit genzeliedekens en asch-

manaprenten lets wetemmtaardip op to fporen: en in bun gerchiedkundig weeffel

words niet zelden een gaping of rehear geheeld door eon lap, nit den vnilften pool

der pamtletrchrijvery gehaald, maar onder hunne banden gezniverd, ten einde mode to

werken om dat weeffel to vormen tot een fehitterend gewaad.

De Wang worth befehreven van vs. 418-428. Juister denkbeeld van den dienst

dien zy verrieht en van de welvaart der ftad kan byna niet gegevon worden dan

met de woorden:

De Waegh wee& den zegen

Van 's weerelts koopftadt net, maar nimmer of te wegen.

Niet moor dan acht- regels (van vs. 429-436) worden aan de befehrOving van

de Visehmarkt gewijd; maar nit die acht regels teem wy o. a. weder een histon-

fche bysonderheid, hoe Darnell* op Sint Peters feest het visfchersgild een kroon

placht op to fteken on liedereu to zingen: — waarvan de yverige Katholiek gems

onder 't fchrijven de affchaffing betreurt.

0 In de foot op vs . 391, Ma. 07218 rerkeerdellk Boil Darks& &miens genoemd, en — ik wasby 't neaten der proof ongetteld — door my remixed, sulks to verbeteren.

____

Page 742: vondel. - DBNL

Langer haat by, ale met to verwonderen is (is. 437-468) by de Hours 1111, een

onderwerp, meer door Item bezongen en telkena met aanwencling van nieuwe dich-

terlUke beelden. Men lette bier in 't voorbygaan op then ”Amfter, the door de vuf

fteenen bogen van de Bears

Met waterpulen fehiet, ale van een pees gevlogon,

Wanneer bet water valt, en adem fchept in 't Y.

Na aides de gebonwen in oogenfebonw genomen to hebben, die den Dam, of In-ver 't marktveld omgoven, befehriBt V. dat marktveld self (vs. 477-548). Gewie,

•nergends sal men een getrouwer, nattturlijket, hoarder en sevens bevalliger voor-

hailing 'laden van het gewone fehonwtooneel, 't well die plek in de zeventiende

eenw aanbood, dan bier geleverd worth. Men was toen meer dan beden ten dagegewoon, op ftraat to Leven en salon to doen, en het siln niet album de burgers en

boeren, koopers en verkoopers, seelieden, fleepers, waagdragers en kruiers, wier be-drijvig been en weer gaan V. fchildert, 't ziJn ook de pfprekken der op en neder

wandelende regeerings-leden, kuoplieden en readers. Op Diet min eigenaardigen trans

vermeldt by hat klokkefpel van den Stadhuistoren, de trompetten ens., by pleehtigegelegenhetd nit de Stadhtuaramen geblasen, de optoehten der breideparen, het do-

zen van de pm, het geneht honden, en bet optrekken der burgerwacht.

De befehrtiving van hot tooneel, waarasn het nieuvre Headhunt tot hoofd- of mid-delpunt (treks, words voltoold met een aanduiding (vs. 549-564) van het Damrak

en de andere negen ftraten die op 't Damplein uttloopen, en er nu al de mastbos-

Men en fteenen heenvoeren, tot den bouw beftemd.Den arbeid selves, aan dien bouw behind, en dien by (vs. 565-574) by dien

der mieren vergelükt, fehildert one V. in eenige volgende repls (vs. 575-584), en

begeeft rich aan de befchrUving van het gebouw self (vs. 585). Na de afmetingen

daarvan gegeven on verhaald to hebben, hoe, door wie en wanneor de eerhe (teen ge-

legd was, en bet billuke aangetoond to bobbin van het afbreken van eon blok burger-

hnisen om de noodige minds to winnen —eon lezeuswaardig panegyricsua van het reeht

tot onteipning herinnert hy, hoe eene on dezelfde hoofdgedachte, welke de

bonwknust in hare gewroehten heeds voor den geeat moot sweven, t. w. bet men-

febenbeeld, ale bet volkomenfte werk dat tut des Scheppers banden pkomen is, in

sifn evenredigheden na to ftreven, en betoogt by, dat de bonwmeesters van 't

fitadhuis aan dien cloth voldaan hebben, terwljl by, om de heehtheid van het werk

to febetfon, Bich bedient van een fraaie en in al bare byzonderheden heerluk vol-

gehouden vergelUking. Het Stadhuis is, volgenda hem, een hooge boom, die siju

wortels diep in de earth) beeft, op alle wAlsen door (chore en bast ens. tegen regen,

702 KRITIECH OVERZICHT VAN DE INWYDINGE VAN 'T STADTHUIS.

Page 743: vondel. - DBNL

1{RITI8CH OVERZICHT VAN RE INWYDINGE VAN 211' 8TADTHUIS. 703

hate en vorst behead is, en in alle faisoenen voortdurend lommer, vruchten en

befcherming biedt (vs. 663-680). De bonwfidl, zoo van buiten els van binnen,

worth vervolgends befchreven (vs. 681-702), dan de oostelidke gavel (vs 703-788), en meer bepaaldeluk de cieraden, door QueIlyn in 't frontefpiea aangebracht,

en zinfpelende op de zeevaart, die Amfterdam beeft groot gemaakt. Nu, op den

toren geklommen, °vomit's by van dear de voornaamfte gebonwen der had, het

Wees-, bet Tucht-, het Spin-, het Gasthuis, de Amiraliteiten, Begilnhof, de verfchil-

lende Berke!), de Doorluchte School, den Schonwburg, Heerelogement, de huizen der0. I. on W. I. Bompagnie, het Schrijnwerkerspand, de Vleeschhal, de Bank van

leaning, de Gefchntgietery, de Steenhouwery en Stadsttun, de Aalmoesfeniers- on

Buissittenhuisen, de Scheradchool, de Osfenmarkt, de Wervon, bet Werkhuis ens.,

(vs. 745-864), elk gebouw met eon korten, msar eigenaardigen pennetrek, en ale by

alleen dit dose kan, fchetfende. In de vier volgende regale de drie beelden genoemd

bebbende welke de voorgevel in top voert, gnat by tot de berchttving van den wes-

ter- of acbtergevel over (vs. 869-896). Hy ontvouwt de beteekenis der beelden,

bier in 't froutepies vertoond, en boo de soorftelling der vier waerelddeelen, bear

rijkdom uitftortende over Amfterdam, miter dan one bloote grootfpraak is. 't Was wear

wathy zeide: op dat tijdftipfebeen de weerelt heel om Amfterdam gebonwt.Hit deco gamine can Amfterdams tegenwoordige grootbeid, nog under aangeduid

do6r den Atlas en de andere twee beelden op den geveltop (vs. 889-897), neemt

do dichter aanleiding de geringe beginfelen to herdenken, waarait de nu goo mach-

tige had is voortgefproten (vs. 897-986): eon gepaste, korte en cierluke uitweiding.

Tot ego onderwerp terugkeerende, befchrijft V. (vs. 937-974) de onderfte ver-

dieping of „ondergrond" in al hear byzonderheden: vervolgends de eerfte verdieping

(vs. 975-1036), WIL11171111 by de befehrijvIng op swierigen trans beflutt met de her-

lamming, hoo van de pui kort to voren de en gefloten Trade afgekondigd en up

den Dam gevierd ward.Ns de wapenkamer op de tweeds verdieping (vs. 1087-1082) befchreven te bob-.

ben, keen by normals near de eerfte terug, om zieli tit verlastigen in eon moor

opzetteliike befchoawing der beeldcieraden en fchilderwerken, in bet gebouw to

Bien (vs. 1083-1194), waarmedo de berchniving voltooid words. Her by echter z#a

dichiltuk beliefs, aeht by het gepast, de Overheid to verdedigen tegen den bittern

van, nit ydelbeid, roekeloos de golden der had verfpild te hebben. Met oordeel

voert by cent de gemaakte tegenwerpinpn aan, en Trier, waarom men niet den

nederigen eenvond der onden, zoo fchoon o. a. in 't voorbeeld van Evander ge-

Mast, bad nagevolgd. Hierop antwoordende, wüst by can, hoe bet voegnasm en

billtik is, dat ay, die zich &Moven tot bet welzdn der burgery, ook eon beboor-

'like, mime en gemakkelijko werk- on vergaderplaats bezinen, en fchtldert op

Page 744: vondel. - DBNL

704 KRITISCH OVERZICHT VAN DE INWYDINGE VAN 'T STADTHUIS.

aanfchouwellike en echt geestige wipe al de ongemakken en nadeelen van het onde

Swains, en de wezenlOke fchade, bierdoor aan Stads belangen toegebracht. Ben

maw, groot en rum gebonw was niet alleen gepast, maar ook noodzakeluk, als hy

vervolgends op hetere gronden betoogt, tan die hy san het hooge paleis van Lati-

um; ontleent.

Na dit betoog, 't welk rnim een honderdtal regels beflaat (vs. 1194-1306), wend:

by zlin blik near de toekomst en geeft to kennen, wat de Stad en de vruheid van

den Staat to danken sullen hebben aan de befluiten, binnen de muren der menwe

fuchting to nernen en aan betgeen vorder aldaar haat verncht to worden (vs.

1307-1378). Met de hoop, dat ook de overage Steden en Geweston erkennen sullen,

hoe van God en Amfterdam do zegen op hen daalt, befltut by op deftige en wear-

dige wljzo zijo nadir gedicht.

Men ziet, dat, gel& ik in den stanhef to icemen gaf, Vondel by bet bezingen der

inviding van het Stadhuis ztin onderw.erp nimmer nit het oog verliest en hoe elke

befehonwing, elke fchbnbare nttweiding zelfs, daarmede in een onmiddelijk verband

ftaat. Het Stadhuis is bet middelpunt van zijn gedicht, de Zon, waarvan alle ftralen

ttitgaan, on waartoe zy terug keeren. Hierdoor voldoet „de Inwtftling" san de

hoofdvereischten welke men van eon dichtftuk vorderen kan: bet kenmerkt zieb

Daniel& door eenheid, aan de mesa mogeltjle, meest bonte, west dichterldke

verfcheidenheid gepaard: en daarom sal bet onder die poètifehe gewrochten een

Oasts bl:jven bekleeden, walks men fteeds met verhoogd gonoegen sal lezen en

nimmer onvoldaan nit de handen leggen.

Page 745: vondel. - DBNL
Page 746: vondel. - DBNL

Llt

k+

Em

nti

& B

mge

r H

aarl

em

Et31

111Z

7311

1■11

11G

OP E

C 11

1711

fIlDl

IFIC

WAI

F 01

1111

3311U

1E3

'EL

MIII

STIC

IRBD

.M.

(Blz

705.

)

Page 747: vondel. - DBNL

1655 OP DEN AMSTERDAMSEN GEDENCKPENNING. 705

Ter gelegenheid der ftatehjke in-bezit neming van 't nieuwe Stad-huis, waren onderfcheidene gedenkpenningen geflagen, van tweewaarvan ik hier de afbeelding nevens geef.

Op den eenen, die door den Penningmaker G. Pool was vervaardigd,ziet men den Handelsgod Merkuur boven het nieuw geftichte gebouwvliegende, houdende, onder het gekroonde wapen der clad, in de rech-terhand zijn flangeftaf, en in de flinke den vrijheidsheed, op wiensrand de fpreuk uit Virg;lius (Aeneid. X: 112): ()nimbus idem, „vooralien dezelfde," to lezen ftaat. Op den voorgrond zit Amfion, die,volgends de fabel, oudtijds de fteenen zich tot het opbouwen der mu-ren van Thebe deed famenvoegen. Op een daarnevens liggenden fteenziet men voorts de namen van JOHAN HUYDECOPER, KORNELIS DEGRAEF, JOHAN VAN DE POLL en HENDRIK DIRKSZOON SPIEGHEL,Burgemeesteren: gelijk mede van NIKLAAS TULP en KORNELIS VANDRONKELAAR, beiden fchatmeefters in dit jaar, en voorts tot rand-fchrift deze woorden van HORATIUS, de Arte podtica, vs. 396:

Fuit &tee fapientia quondam,d. i.: „dit was van ouds de wijsheid."

Op deze zijde van den penning paste Vondel het navolgende ge-dicht toe:

OP DEN

AMSTERDAMSEN GEDENCKPENNING.

MATIGE REGEERINGE.

IE leerzaem is, leen oogh, en oorAen maetzang en Amfions fnaeren.

De ruwe rotsfteen treet u voor,Vervormt in beeldwerck en pilaeren.

Hy fchikt zich rondt, vierkant, en tang,Trots Thebes ftercke wallen:

TerwijI Merkuur de dabble HangBetemt, en milt aen alien

14•21611• dlt woord sot thands geenszins ale eon lotiaraak klInken; dock 't east voor „gematigde."

OB weave} VAS I •4] VOV Dili VI 43

Page 748: vondel. - DBNL

Den gulden hoet der Vryheit fchenckt,m En d'Overheit naer 't Raethuis wenckt;

Wiens kloeck beleit haer onderzaetenZoo voeghzaem kit, en vint zoo trou,Dat yder gaerne aen 't veil gebon

Een grondfteen ftreckt, en ftut der Staeten,15 Naerdien dees Harpenaer ons leert;

Dat maet te !louden befit regeert.

Hor: Putt hoc Saptentsa quondam:

Aan de keerzijde ziet men de Amfterdamfche maagd, met de Kei-zerskroon op 't hoofd, in een tuin, tusk:hen twee leeuwen, die dewapenfchilden vasthouden der zes gemelde Heeren. Voor den ingangvan den tuin leest men, tusfchen het oude en nieuwe wapenfchildder ftad, op een rol dit opfchrift, ontleend aan bet heldendicht vanSILMS ITALICII8, de Bello Punico, vs. 597 en 598:

Salutem el don fervare potens,d. i.: „machtig om den welitand en de burgers te befcherrnen."Voorts zijn omhoog, boven de ftad Amfterdam, die in t verfchiet

van den Ykant gezien wordt, drie vliegende kindertjens afgebeeld,onder een helderftralend licht, waarin de naam JEHOVAH ftaat. Inden rand bevinden zich, in plaats van een opfchrift, de wapenfchil-den der zes-en-dertig raden in deze orde:

Antoni Oetgens van Waveren, — Dr. Nikolaas Tulp, — Dr. Ge-rard Schaep, — Johan Huydecoper, — Hendrik Spiegel, — Mr.Gerard Pieterszoon Schaep, — Aelbert Pater, — Mr. Joris Bac-ker, — Kornelis de Graef, — Roelof Bicker, — Dr. KornelisWitfen, — Jan van de Poll, — Mr. Gerrit Reynft, — BernardSchellinger, — Mr. Simon van Hoorn, — Mr. Pieter Kloeck, —Dr. Kornelis van Dronkelaer, — Mr Lambert Reynft, — Mr. Koen-raad Burg, — Niklaas Pancras, — Dr. Johan Blaeu, —. Jakob vanNeck, — Kornelis Geelvinck, — Gillis Valckenier, — Kornelis vanVlooswijck, — Niklaas van Loon, — Gerrit van Hellemont, — HansBontemantel, — Dr. Roetert Ernst, — M .r. Hendrik Hudde, —Gerrit Hasselaer, — Jacob van Stralen, — Dr. Jacob Bas Dirks-zoon, — Dr. Hendrik Hooft — en Johan Bicker.

Op deze keerzijde vervaardigde Vondel de navolgende regels:

706 OP DEN AMSTERDAMSEN GEDENCKPENNING. 1655

Page 749: vondel. - DBNL

MAGHTIGE NEERING.

LDUS fpant AmIterdam de kroon,Geruft in haeren wal gezeten,

En groeit, door zegen van Godts troon,In maght en rijckdom, ongemeten.

Yoor duizent fchepen te gelijckZet zy haet paelen open,

Om d'oegiten van zoo menigh rijckTe levren, en to koopen.

Geen parathjshof draeght meer vrucht,is Dan 't maftbofch in dees waterlucht,

Hetwelck, een wonder om 't aenfchouwen,Alle eer' en prijs te boys:: gaet.Hier leeft de ziel van Hollants Staet,

Om kloeck 's Lants welvaert op to bona en.IS De raedt der Heeren aen het Y,

Gedyt tot heil der burgery.Sil. Dal asficalwe falssless

Et ewes square ?dews

Coltallre Maim, cad. d. Li „beim= voor de veillgheld to :omen, en de burgers in nut teboudoir." Er Is, ale men Met, vein% verfebil toddies due lain en die, walks op de vorigebladslide voorkomt

De tweede penning is aan de eene zijde met de vorige gelijk, enheeft a= de keeraijde het khip Argo, van den tocht ter veroveringvan 't Gulden Vlies terug keerende. Op den achtergrond ziet mende !tad Amfterdam, en, tot randfchrift dezen regel van VALERIUSFLAMM SENTINUS Argonaut. Lib. I vs. 169:

Petagua guantos aperimus in quo:d. i.: „tot hoe groote voordeelen ontfluiten wy de zee."

Op deze keerzijde paste Vondel de navolgende regels toe:

1655 707 1!

Page 750: vondel. - DBNL

708 1655

OP

DEN ZELVEN GEDENCK PENNING.

MAGHTIGE NEERING.

IER landt het Grieckfche heldenfchipVoor windt, nit d'ongeftnime baeren,

Bevrijdt van barning, ftrandt, en klip,En ftieren, draeck en oorloghsfchaeren,

Die 't al te boven is geraeckt.Het Gulde Vlies te plucken

Zoo ver van honck, en Merck bewaeckt,Magh yder niet gelncken.

Men roemt van outs op de eerfte kiel,le Die zulck een (chat te beurte viel,

Zoo ons de dichters niet bedrogen:Maer d'Amfterdamfche kogh gewisVeel grooter koovaerdyfchip is,

Vol neering, rijckdom en vermogen.13 Men treck te water of te velt,

De ftadt van Amfterdam fchaft gelt.

Pelvis pastor gaunt. its ofC. VAL MAC. SENTINUS.

i Hes Crinkle** keklemlekip: bet (chip Argo, ais bltikt nit vs. S.

Vondels gedicht op het nienwe Raadhuis lokte onder andere lof-vaerzen het navolgende nit van den meer door my genoemdenDirck Fraudenins. ')

a) Zle hlerboven, blz 54

Page 751: vondel. - DBNL

Lob. v

Em

ail

Bin

ger

HA

arle

m

GIM

ITIE

TIC

HIn

fig O

P

IIFI

VIC

IMM

I TA

W? T

Y111

:910

YRO

TIE

AIL

IWYS

TELM

ILII

TE.

(Blz

707

)

Page 752: vondel. - DBNL
Page 753: vondel. - DBNL

1655

709

OP

DE IIITMUNTENDE POEZY

VAN DE BEES

JOOST VAN DEN VONDEL.

QUA-WWII LENTA SOLENT INTER VIBURNA CUPRESSL

De Duitiche Fenix queelt, en fpeelt, en fchud zijn wiekenA= 't Y: zijn keel braveert de luit van 't preutfehe Grieken

En dwingt de .Roomfche Zangh.heldinne, dat ze wijckt,En zeil en vlugh eerbiediq voor den Amftel firijckt.

5 Het /10 den grijzen R)nvorfi altijd hoog to draven;Hier ciert hy Brudoftbed en wiegh, daar 't graf der Braven:

Nu hitft hy 't krygavolk met trompet en trommel aan;Dan blaast hy d'aftocht weir en zwaait de vreede vaan.

Zijn levensgeeft geeft gear, en glans aan Treurtooneelen,in Daar tigers met de hoofden van monarchen fpeelen,

Daar 't mom van godsdienft woedt, daar 't Lucifer verkerft,Daar d'ontuclat 't lands verwoeft en in een bloetzee eerie.

't Kompaa en roer -van ftaat, de tabberdt, kling en myter,En al wat groot en fchoon is leeft in Justus cyther.

Is Al breeckt de winterdag min baardt en hairen wit,'t Vernuft bliffl zomergroen, het brein vol fap en pit.

Geen bergb vale VONDEL fled; hy Ityglat op 't prachtig wonder,Het nieuwe .Kapitool, dat blixem, ftorm, noch donder

Van lafterlongen ache, maar, fger en onbefchroomt,20 De Christ* weerelt tardt, en self. een weerelt toomt.

Daar fteekt hy d' eerbatuin ; en mogt zOn rugh de daft lain,By torfte 't fteepakis tot daar de ftarren vaft ftaan.

Godt hoede 't mad/suit, roept hy, dat ten roem gebout,25 Bet vrye Neirland flue met raadflag, moed, en goudt.

Zoo rifle de naam van Stade en Lands op Orpheus fnaaren,En praalt met 'a Burgers harp, en kroon van zilvre hairen.

QUANTITY MITA SOLSIIT, OAZT : 4. I.: aellik Crpresfen ri hoofd opiteken) boron hot imamsIIMenkrnit.' Zie Vino BeL I, 25.

is Wear dig by V. vertoond word, west 1k niet. men Met nit dozen regal, gelfjk oak nit ve. 3, 4,6 en 25 dat de diohter skit or niet aan ftoort, de foods van 1 veers midden in een woord tobrengen• 't gedicht is ander, niet van do minften.

Page 754: vondel. - DBNL

De Schouwburg preikt door miff en wolken ale een zon;Haar kruin verheft zich boven 't fpits van Belikon.

Apolloos wimpel waait op d' Amfterdamfche wallen,30 lk neem mqn zeden in en laat het anker vallen.

1k fc/aeemer-oog, ik buig my voor het Licht en Dicht,Dat Duiffch en Onduitfch trotft en Koningen verplicht.

Het gevierde inwijdingsfeest, het aandeel, daaraan door Kornelisde Graef genomen, en bovenal de erkentenis, die Vondel aan hetgeflacht van Bien naam verbond, 't welk zich heeds welwillendjegends hem betoond had en nog verder betoonen zofi, fpoorde hemaan, het toenmalig hoofd daarvan to vereeren met het dichtftuk,dat hier volgt:

OP

DE WAPENKROON VAN AMSTERDAM.

AZN DEN ED. ERIE

KORNELIS DE GRAEF,Sriiketr us lizibplikutrk,

BURGERMERSTER EN HART DER EELVE STEDE.

MICAT INTER OMNEIS.

NDIEN men uwen grijzen ftam,Ter heerfchappy des lants gefcbapen,

En die 's lants vryburgh AmfterdamGekroont heeft met de kroon van 't wapen,

Den laeuwer fchonck, die niet verdort,Noch fchoot de danckbaerheit o kort.

Xioan mime OENNIIN d 1 : .,zy fehRtert nit Dana Wien " Zie HozAT , Corns. I, XII, MIL1 /hp Amrfehoppy dm knots yelahapos: Met volkomen. Die graze ham had slab, even ale de Avenge

,,onde Omen" sitn aandeel In die heartahappy toegeNgend.

710 OP DE WAPENKROON VAN AMSTERDAM. 1655

Page 755: vondel. - DBNL

1655

OP DE WAPENKEOON VAN AMSTERDAM. 711

Had ANDRIES niet Stadts eer bewaert,En 's Keizers glori trou verdadight,

Anglia had met zip edel zwaertto Den Ridder fpader begenadight,

Wiens miltheit Ooftenrijck behaeght,Daer Aemftels fchilt de kroon of draeght.

De goude keten om den hale,'t Geweer den•Helt op zy gehangen,

is In zoo veel juichens en gefchalsDer ftede, daer by wiert ontfangen,

Op 's Keizers hoftrompet en faem,Verheft at d' afkomft in dien naem.

Hoe trots het hooge kerckglas praelt,20 Met Cezars hooftprael, one gefchoncken,

Daer Maximiliaen, beftraeltVan gout, en diamante voncken,

Drie Kruiffen heilight, voor altoos;Gedachtenis van glas is broos.

ss Maer dees geflachtboom bloeit, gekroontIn top met Bickeren en Graven,

Daer vryheit in hun fchaduw woont,En grootvakr BOELENS zoo veel braven

Gefproten ziet uit zijnen ftruick.so Zoo blinckt de goutmijn in 't gebruick.

De Elam, die voor 't Gemeene beltZich zelven uitdeelt, by zijn leven,

Wort noch, gelijek van outs, beveft,En in zUn tacken hoogh verheven:

35 Want fcboon 't gebeent ten grave vaert,De delight blijft eeuwigh en vermaert.

7 Amiss: duo Andric* de Orloff word door den Holzer In den adelftand verheven bet Is myDokter nog islet gsblekon i In wake opziekten by Auk eer keweerd en 's &Jeers 'brie verde-dirt heat.

to at keep keel:glen: dat name* in de Nlenwe Kerk, wear Nasimiliaan op is argeboold, de gadmet do kroon op 't woes befokenkende

se Dosses'. deselfde, over Irian hierboven, law. yea 1 Nadi., vs. 882, en deli Owe , biz 701 ge-(prison Is.

Eenige woorden over den man, aan wien het bovenftaande werdtoegezonden, znllen bier niet ongepast zijn.

Geboren den 15 October 1599 uit Jacob de Graeffl) en Annaa) 216 over hem Deel II, biz 671, Deel III, biz 468

Page 756: vondel. - DBNL

712 VONDEL8 LEVEN. 1655

Boelens, had hy, onder de leiding zijns uitmuntenden vaders, eenvoortreffelijke opvoeding genoten, en zich niet alleen de meeste le-vende, maar ook de Latunfehe, Griekfche, Hebreeuwfche, Syrifcheen Kaldeeuwfche talen eigen gemaakt. In 1626 had hy, naar de ge-woonte van die dagen, een buitenlandfche reis gemaakt en zich onderanderen een geruimen tud opgehouden te Parbs, waar hy dagelijk-fchen omgang had met Iluig de Groot. Na een tweejarige afwezig-heid terug gekeerd, verbond by zich op den 1 November 1633 inden edit met Geertrui Overlander, dochter van Volkert Overlander 1),Burgemeester van Amfterdam en II eer van Ilpendam. Slechts negenweken mocht by deze gade bezitten : hy hertrouwde den 14 Augustus1635 met Katharina Hooft, dochter van Pieter Hooft Jansz. 2) In 't vol-gende jaar werd by Bewindhebber der 0. I. Compagnie, in 1639Lid van den Raad, in 1640 Schepen, en in 1643 Burgemeester.Daarna tot Lid van Gekommitteerde Raden gekozen zujnde, had hy,by zun herhaald bezoek te 's Gravenhage, het voorrecht van de b, -zondere gunst van Frederik Hendrik te genieten.

Reeds heb ik verhaald, hoe, onder zijn beftuur, een zijner zonende eer genoot, den eerften !teen van het nieuwe Raadhuis te leg-gen 8).

Wy hebben gezien, 4) dat De Graeff onder hen behoorde, die, tergelegenheid van den twist tusfchen Willem II en Amfterdam, naarden Prins werden toegezonden om de gerezen gefchillen by te leg-gen. Hy aanvaardde de taak op het vertrouwelijk ingekomen bericht,dat bet den Prins aangenaam zott zijn, uit aanmerking van bet „fa-ciel en medegaand humeur des oud-Burgemeesters Cornelis de Graeff,"indien hy tot de Bezending behoorde. Het was dan ook aan zijnyver, beleid en menichekennis voornamelijk te danken, dat een bur-geroorlog voorkomen werd.

Na bet overlijden van dien Prins werd hem door de Staten vanHolland de eervolle teak opgedragen om, met eenige andere Ledender Vergadering, in Gelderland en Overysfel de noodige maatrege-len te beramen aangaande den vorm der Regeering. Hoezeer doorgeboorte en betrekkingen den belangen van de Staatsgezinde partytoegedaan, verloor hy echter die van den kort daarna geboren Wil-lem III niet nit bet oog. De Princes Royaal, wetende, hoe zeer byin gunst had geftaan by haar fchoonvader en gemaal, ontbood, kortna haar bevalling, hem by zich, en verzocht hem, hear te onder-fteunen in het beredderen der zaken van het fterfhnib en in de voogdyvan haar zoon, welk aanzoek de vorftin later herhaalde by den vol-genden brief:

4) Zie over hem Deel II, biz 5%, 696, 6812) Zie over dozen Deel II, biz 157; Dee] III, b12 38, 353) Zio Deel V b12 7814) Zie biz 59

Page 757: vondel. - DBNL

I l655 VONDELS LEV EN■ 713

„Monfieur de Graeff. Le Sienr de H eenvliet, 1) Surintendant de„ma maifon, m'a fait rapport de ce qu'il a propole de ma part, tou-„chant la tutelle du Prince, mon fils, et les affaires de la maifon„mortuaire, comme ausfi de la bonne dispofition qu'il a trouvee en„vous pour m'obliger fur ce fujet. J'ay de plus appris avec beaucoup„de joye que Mesfieurs les Bourgemaiftres approuvent que vous„m'y asfisti6s de vos bons avis et conleils, vous assurant que je ne„vous lea demanderay jamais fur aucun fujet qui regarde l'Eftat,„eftant refolue de ne m'en metier en aucune maniere, et de remet-„tre tout k Dieu et au temps”.

„Je fuis monfieur de Graeff, vtre bien bonne amye

„d' lionfelaerdyekce 1” Sept. 1851.

Nog later — in 1660 — noodigde zy De Graeff op gelijke wijzeuit, zich te belasten met het toezicht over de opvoeding van denjongen Prins en met de bevordering zijner belangen gedurende hareafwezigheid.

Niet minder gewichtig was de kommisfie, in 1654 aan De Graeffopgedragen, en loffelijk door hem ten uitvoer gelegd. By den aan-yang van dat jaar waren namelijk in de Provincie Overysfel hevigegerchillen ontftaan betreffende de aangelegenheden des Lands. Daarbyvoegden zich hooggaande oneenigheden ter sake der verkiezing vanRutger van Haerlolte tot Drost van Lingen. Een fcheuring tusfchendie Provincie en de overige Gewesten was daarvan het gevolg. InDeventer en andere fteden maakte men toerusting om zich gewapen-derhand tegen den Landdag en de daarmede eenftemmig handelendeSteden to verzetten. Wel werd de zaak gemaakt tot een onderwerpvan beraadnaging voor de Staten-Generaal; doch inmiddels de ftadDeventer door de Zwollenaars omcingeld en belegerd.

In dat hachlijk tijdsgewricht wist Holland, 't welk voortdurendden boventoon voerde, de twistende partijen te bewegen — of liever,to dwingen — het gefchil aan zijn uitfpraak te onderwerpen, envaardigde Kornelis de Graeff af, om, met Jan de Witt, een eindeaan de zaak to maken. De Gemachtigden kweten zich met beleidvan hun teak en voldeden aan de verwachting hunner lasthebbers:een toenadering tusfchen de ftrijdende partyen, door hen bewerkt,legde de grondflagen tot een gewenschte verzoening, en een vriend-fchappeltike maaltijd in de Doele te 's Gravenhage befloot de laatftebyeenkomst; terwijI menige feestdronk werd toegewijd aan de be-flechters van 't gefchil.

Ala Staatsman en Regent had zich Kornelis de Graeff de achtingwaardig gemaakt van tijdgenoot en nageflacht; maar ook ale mensch

0 Joan van de Kerekhove, tweed Poirander, Hoer van lieenvIlet, had over het huwelek derPrinces onderhandeld

Page 758: vondel. - DBNL

714 VONDELS LEVEN. 1655

en burger gaf hy by herhaalde gelegenheden blijken van zijn zucht omzijn natuurgenooten van dienst to wezen en krachtdadige hulp tebetoonen. Zoo liet hy o. a. de kerk te Sloterdijk, nadat zy gedeel-telijk door brand verwoest, gedeelteluk door ouderdom was verval-len, in den jare 1664 van den grond of te zijnen koste herbouwenen vergrooten, gelijk men zulks nog aldaar vermeld vindt in eenop(cluift boven den predikftnel.

.Nog een ander bewijs van hulde bracht Vondel in dit jaar aande familie De Graeff, door aan Pieter, den tweeden zoon van denman over wien zoo even gefproken is, een thands door hem voltooi-den arbeid op to dragon. Wy weten, en wy behoeven er de getui-genis niet van, welke wy zoo aanftonds nit 's dichters eigen mond=lien vernemen, hoe zeer Vondel was ingenomen met het helden-dicht van Virgilius, en vooral met den Tweeden Zang, die hem deitof voor zijn „Gyabreght van Aemftel" had gefchonken. Niet te vredemet den „Ondergang van Troje," daarin vervat, in zijn treurfpel tehebben nagevolgd, bekroop hem ook de lust, dien letterlijk in Ne-derduitsch dicht over to brengen. Doze vertaliug kwam nit by Tho-mas Fontein, voor de weduwe van Abraham de Woes, met denvolgenden tytel: „J. V. Vondels Ondergang van Troje, Virgilhis tweedsboech van Eneas, in Nederduitfoli gedieht," en met het motto urbscnstigua rnit.

Zy was vercierd met een vignet, de vlucht van Eneas met dezijnen nit het brandende Troje vooritellende. Hot werk was ver-gezeld van twee Opdraehten, aan Pieter flooft de Graelf, de eenein proza, de andere in dichtmaat, welke ik beide hier laat volgen:

Page 759: vondel. - DBNL

1655 715

DEN EDELEN HEERE

PETER HOOFT DE GRAEF,

SsugkOttrt sin Olikyulskrutrk.

E naernhaftige heer van Montaigne, Ridder van Sint Mi-chiel, zeght, dat dichten lichter valt dan van gedichtente oordeelen, en men de Poezy afmeet met eene zekerekorte maete van onderwijs en kunfte, maer de goede belleen goddelijcke Poezy hooger draeft dan de regels, en de

reden: dat elck een, die haere fchoonheit befpiegelt, de Poky nietmeer ziet dan het weérlicht en flickeren des blixems, aengezien zyons oordeel niet te wercke ftelt, maer dat verruckt, en wechruckt.Indien dit wijze en doorzichtige Kunftorakel de zaeck op het hoofttreft, en deze zet-rede 1) in eenige Poezye Rant grijpt, 2) dat blijcktallerklaerft in Virgilins wercken, waervan wy wenfchten waerdigh ge-noegh in de lofrede, voor het rijmelooze verduitfchen des zelven noitvolprezen dichters, gefproken to hebben: want gelijck de doorluch-tighite Arillarchen of gedichtwaerdeins 8) doorgaens bezigh zijn, omd' uitneementheit van zijnen Eneas to befpiegelen, zoo worftelenze

dot-reds „dolling, Mott" 't Woord is even good van famenitelling ab b r Jtel-repel, doebheed pen forint& gemaakt.

I) Brant grept: 4. 1.: „sfeb vestigt, voor goad aangenomen wordt." Zie INN Karg, D. II, bk.415, 417. Zoo frilekI .en nog van „een gewoonte, die Amid flumes Weft."

3) Godioldwaerdeins• „bedordeelaars, kenrdere van gediebten." Men sof oudtOds moserdon voort gee* men later, met aanlasektIng van eon Walfeben Rout, owerskeres nomads Zie TIN Kam,D II, bls. 519. De Overlieden van fommige GlIden, ale b. v. die van 't Lakenkooperegild, wardenook Iraerdetu of monk's. geseemd. MO VAN DONSILASI, D. IV, bk. 271

Page 760: vondel. - DBNL

716 OPDRACHT 'VAN VIRGILIUS TWEEDE BOECK AEN P. H. DE GRAEF. 1655

oock onderlinge in dit worftelperck, [ale of hun oordeel verruckt enwechgeruckt wort,] om uit het twaleftal van Eneas boecken [fchoonzealle den titel van goddelijck voeren,] het befte, en gelijck den fchoon-ften diamant uit d' andere thamanten, to kiezen. D' een verkieft hettweede, den jammerlijcken ondergang van Troje; d' ander het vierde,Koningin Didoos razende minne; een ander het zefte, Eneas naerehellevaert; een ander het twaleflte boeck, Eneas gezegent lijfgevecht,en Turnus rampzalige door. Aldus brengt elck zijne bewijsrede terbaene Wat my belangt, die miln inzicht gaerne Apolloos uitfpraeckeonderworpe, dit tweede boeck heeft in mijne gedachten altijt uitge-fcheenen, boven d' andere my menighmael verruckt, en noit mijnen

genoegh konnen verzadigen. Het 1cheen my oock geen wonder,dat de bloetdorftige Nero hieruit, volgens zijnen bedorven aert, luftfchepte den ondergang van Troje, als een filooder Sinon, binnen Rome,naer te fchilderen; niet met Maroos fenixftuck alleen, in zijn huis,op het treurtooneel, te kopieeren, en dat, met verwen van toefteltooneelgewaeden ftemmen en gebaer, nabootfende, zich met de fcha-duwe en den fchijn van zulck eene deerlijcke verwoeftinge te genoe-gen ; maer met deze jammerniffen, naer de Grieckfche kunftenaeryenen treken, volkomen in der daet en het leven uit•erckende, op dengrooten doeck van zijne groote Stadt te brengen; zijne eeuwe hetondergaende Troje in het brandende Rome, den bloedigen Xanthus inden gloejenden Tyber te laeten zien; een fchendigh en verwaten lafter-ftuck, daer d' eerfte en onnoozelfte Roomfche Kruisheiligen, gelijckeen vervloeckt overfchot en uitfchot, zoo deerlijck om to hjdenhadden; het werck bier alleen dient tot eene blijck hoe Virgilius af-beeldinge van der Trojaenen uiterfte nederlaege, van outs, in d' oogender Romainen en des Keizers, op de kunft der Pogzye verflingert,gebloncken heeft: want hoewel Maroos gemeen voorftel, 1) in hetvoorhooft van zijnen Eneas gedruckt,

ARMA VIRUMQUE CANO,

doorgaens in zijn heerlijck werck beveftight wort, nochtans Met zichdie hemelfche trompet Kier allerhelderft en zoodanigh hooren, datze,gelijck een horen van overvloet opgepropt, ons eenen vollen zegenvan natuurlijcke welfpreeckentheit kunften wetenfchappen zeden wee-reltfche en godtvruchtige voorbeelden en leeringen toegiet, ten oir-baer van opmerckende vernuften, in het algemeen, on in het byzon-der voor welgeboornen, opgetogen en gefchickt ten dienft van het

1) &MIMI voorfiel voor propOtio gesteralis, of, Hover „hootd-thema."

Page 761: vondel. - DBNL

1655 OPDRACHT VAN VIRGILIII8 TWEEDE BOECK AEN P. H. DE GRAEF. 717

Vaderlant, dat zich aen hunnen ftam en voorvaders niet luttel ver-bonden houdt. Den allergeluckighften Selzer Auguftus jammerde hetmet reden Troje anderwerf in Virgilius werck te verbranden, uitedelmoedigen luft en liefde tot dozen fchoonen en koftelucken brant,het allerfchoonfte en kofteluckfte, dat oit, met oogen van menfche-lijck begrijp, en ooren des verftants, gezien en gehoort wiert. Ophoop dan of de nederdnitiche vertaelinge van het wijt befaemde Tro-jaenfche treurfpel, vol hartroerende treurfpeelen, uwe Ed. eenighzins,ten minfte Virgilius ter liefde, moght behaegen; zoo offere ick uweopluickende jeught dit boeck, alb een proefftack van d' andere boecken.Aldus kopieert men aeloude marmere en metaele ftambeelden, 1) ge-denckpenningen, fchilderyen, en teeckeningen van uitfteeckende mee-iteren, om hunnen dapperen voortredt 9) in de kunfte, zoo veel hetmogelijck zy, al hygende in te volgen, en te leeren hoe veel weghsden nakomelingen, die iteil naer den top der volkomenheit opklim-men, noch of te leggen ftaet. Hoe verre mijn dichtluft en yver nuin deze renbaene achterblijft, of van de rechte ftreecke der Latijn-fche Hofzwaene afdwaelt, kan my niet ondienftigh aengewezen wor-den, terwift ick wenfche te blijven,

Edele en geftrenge HERR,

Vwe Ed. dienfiwillige

J. V. VONDEL.

fitasibmadat dat an de zoodenlge, ale by tiltitek verdlenen ale beelden van navolging teworden aangeprezen Maidard-torte, ale de Engelfchen zeggen. 't Kan echter ook sin, dat V. metflemsbeeki mimed* het/lemma der onden, door JOVZJILLIII o. a. In den aanhef van gin smite hekel-dlobt gebesigd, heeft willen nitdrukken

a) Voo•tredt• of „voorgang," gelOk V. self in bier achter volgende gedlcht ve 83 [chill&'t Woord is volkomeo wettig en bralkbear, wanneer men tooh blift Ipreken van „Ifeltlkan trodhonden," verhIndert nleta, du. tien iemand „den worked toekenne.' Op biz 891, vs. 1888, Audenwy in Witten :In woorirean gebesigd.

Page 762: vondel. - DBNL

718 1655 1

AEN

DEN ZELVEN HEER.

ELVCEIGH is de hulck, daer midden in de baerenEen ftuurman zit to roer, die zeewijs en ervaeren,De blinde Idippen kent, de gronden meet, en peilt,Op Zeekompas en kaert, en ftarrefchieten zeilt,En, door de barning keen, het uiterft weet to

fchuwen.Geluckigh is de kudde, [als welt en heide gruwen,Poor 't huilen van den wolf, die razende afgevaft,Het afgedwaelde fchaep bezijden 's weeghs verraft;]TerwijIze by der hant het voeder pluckt, Diet verder

io Dan daer de trouwe ftaf en 't oogh van haeren herderBan reicken in den noot, ten trooft en toeverlaet.Niet min geluckigh is de burgerlijcke ftaet,Daer ieder veiligh raft in fchaduwe van Heeren,Die ter behoudeniff' des volcks alleen regeeren:

is Want wat de ftuurman is op 't fchip, in zeegevaer,De herder op de heide, en by de fchaepskoy, daerDe wolf om fpoockt en huilt, dat ftrecken d' Overheden,In 't wettige gebiet van landen volck en fteden,Haer waeckende oogh, tot heil des onderzaets, betrout.

20 Op dezen gront is 't dat de hemel ftaeten bout.Op dezen voet zijn hun de titels aengebodenVan vadren, herderen, wetgevren, vooghden, Goden,Die, op den vorm van 't ampt der Overheit gepaft,Ons melden 't heilzaem wit van zulck een' zwaeren laft,

ss Noch grooter dan deze eer, waer toe zy zijn gekoren.Aldus zeght Plato wort geen menfch voor zich geborenAileen, maer oock, ten dienft van vrient en vaderlant.Hier ftaet de weerelt by, en zonder dezen bantMoet alles wetteloos verftrojen, en verwilderen,

so Noch woefter dan Nataur een wildernis kan fchilderen,

a Seem& voor „Thule op zee, bevaren."• Starrett'Metal van ends gebrnikeltjko ultdrekking voor. „bet waarnemen der hemellichamen "s BIst nuerft veer „bet g "

Page 763: vondel. - DBNL

Vol breideloos gedierte, en onraet, nacht en dagh.Zy leefden dan tot nut der menfchen, die 't gezagh,Ter liefde van den menlch, oit holpen onderftutten,En 't onderdruckte volck befchermen, en befchutten,

35 In zijn gerechtigheit. dit kon men nit kronijckEn boeck beveftigen, en ftercken met de blijckVan menigh voorbeelt, klaer nit Griecken en LatijnenTe fcheppen, waer de zon de weerelt komt befchijnen.Doch bier is 't noodeloos, naerdien ons Nederlant

40 Gereede fpiegels heeft van mannen by der hant:Waerom, o eedle telgh, geen meefter n set nadersKan toonen als uw' ftam, en loffelijcke vaders,In oorloge en in vre, door al het lant befaemt,Waer hun voorzichtigheit onwetenheit befchaemt.

45 Zy zelfs bezegelden, in zijne kracht en klaerheit,Het ftaetorakel van de goddelijcke waerheit,Dat geeu G emeene Belt gelnck noch heil ontbeert,Daer Tuft tot wijsheit bloeit, en ftadt en lant regeert.Zoo dickwijl dan nw luft Itaetkundigheit zal zoecken

so Te fcheppen, nit het licht van letteren en boecken,Kan 't voorfchrift van Inv ondt voorvaderlijck geflachtDees ftaetles met der daet n ftercken, waer hnn wachtDo wetten en het Recht bekrachtight, en verdaedight,En nwen leerluft voedt, en aengneeckt, en verzaedight:

55 Want !aeon een ftaetfcholier de fpreuck en regels merckt;Dit wort met voorbeelt en nitwercking belt geftercktMen leert nit kaerte en boeck de gronden, zeen en ftreecken;En knften: maer een ftorm kan 't moede roer verfteeckenVan zijn behoude reis, indien de vierbaeck niet

so Het duifter oogh verlicht, en voor den zeeman ziet,En toont wat ftreeck hem !het te houden, wat te mijden,Wat loef-wat libvaert leght, wat achter, wat bezijden,Wat oprijft voor den boegh; zoo loopt by op dat lichtMet vreught de haven in, het endt van zijnen plicht.

65 Doch hierom kan men n het opflaen van de blaedenEn levens der uitheemfche en vreemden niet ontraeden.Het erf der ftaetkunde is en wort elck een gegunt,Ge-eigent en betaelt met oude en nienwe mint

u Wow de sew de meerele teed befehOses: Sit Mkt een *yarning, stmlap, clods t moat gelesenworden In verband met betgeen voorafnest en velst. De sin h. „Dlt ken overal wear de sonnear faint, (by elk yolk) worden bewesen nit voorbeelden, by de onden gehaeld, miler wyNederlanden k 't aantoonen met voorbenden nit one alien land," ens.Besetkilsaolleets t woord klinkt suet treat In poltsy: — gelOk In 't apnoea lenge woorden, dieop bell unseen, fa Tureen behoeren veranda' te words'; doeb 't Is het woord, dat bier ge-vorderd words. Meagtende sot bier minder pagan, als beteekenende de „wetenfehap selves'

fleatkundigkeid ultdrakt: „bekendheld met die wetenfehap."et Ref en* ems Alan Odd: 41. 1.: „het elude van de task, welke bet sib pllebt le, be volbrenaell.”cos Het eel' der jteelkunde ... wort . Moat met °ode es isiewee eseal. d. L „men koopt de

kennle der fteatknnde door bet beandeeren van voorbeelden nit de °ads en 'down gefohledenie."

1655 AEN P. HOOF? DE GRAM'. 719

Page 764: vondel. - DBNL

720 AEN P. HOOPT DE GRIM 1655

De fchool der wijsheit ftaet gebont voor brave borlten.to Zy flacht ten goede 't paert van Troje, dat ons Voriten

En mannen levert, die wat mannelijcks beftaen,Op Pallas toeverlaet: dees wijft de wijsheit aen,Die met den flangefchilt gewapent, altijt flouterOp reden, haere zaeck en Recht befchut op 't outer.

Is De zaeck befpiegelen moet voor d' uitwercking treen.De meetters ftaen gereet. de leering flacht den fteen,Die ftael en yzer wet. zoo fcherpt de les de fnedeVan 't edele vernnft. de nntte en wijze redeWort van 't begeerige our gevat, gelijck de plant

so Den morgendan verzwelght, op dor en dorftigh lent.Hier derft uw jeught geen Licht om goet en quaet te fchiften:Zy erft den boeckfchat zelf nit waders kale en fchriften,Wiens daeghlijcks onderwijs en voorgang levend leertWaermede een erfgenaem an deught zijn brein ftoffeert,

83 En toernft tot het ampt, dat, voor de braven open,Geen traegen waerdigh acht op zulck een' prijs te hoopen.De braefften zelfs, de grootfte, in top van maght en StaetEn eere, hebben noit bet onderwijs verfmaet,Dat hun te fcheppen ftont nit fpreeckenden, en ftommen,

so De levendige ftemme en boecken, heiligdommenBy Keizers, Koningen, en Overften, gezintZich van der Wijzen raet, in weereltlYek bewint,Te dienen, naer beloop en eifeh van tijt en zaecken,Om veiligh tot hun wit en ooghmerck to geraecken.

ss De Keizer Nero, toen zijn oordeel noch gezontEn gaef was, neighde 't oor ganfch leerzaem naer den montVan zijnen Seneca. Trajaen, de goedertieren,Omhellt Plutarchus les, om zeden en manierenEn onderwijs van Staet te leeren, als by fprack.

100 Dees Scipio, die trots Kartagoos mnren brack,Gewende zich doorgaens, met onverzadighae ooren,Den afgerechten belt Polybius te hooren.De wijze Cicero bedanckte Poffidoon,

vs .A.01 lea rook pawl um d. L: „sy gelükt bet pearl van Trois% maar In goaden stn.want dat breett IneedRlekftre an moordenears, sy dear-en-tegen brave en wakkere Rodenvoort." De late:* nitgart de van flit gedlebt beeft:

/fp Aiken 'l gook peal,wit MOW, onsin ha

is i 04srooblan holt NWirs: Pellp111:111 to liegalopdlls fn Arkedlin geboren en door IfIlopemen1141111knnkt onderwesets, belthled telft op beldbaftige west: de Romelnea. dle in MeeedonINn

ifitf‘a gOvefen, 404 later, all krfgegovangen near Rome gevoerd, volgde bl Relplo near !Car-nage • btslp hem III Ihaft verseeseteren. Na Selploos dead keerde by near gIn vaderland terng,in braekt w shit elitkiptso so Rao lettareeleabgen door, de gefebledenI►fou befohnvende, walksvan den tweedole PIteitiltea aortae tat eon den vat van Perfes, den luta= Zoning van ReeedonlIn.warn voorgevallen. Qlt a. worst On him gefehrsven beaten, an or wear vOlovergebleven,Ms, 383113ate 8Y 3001lIf in verdtalibe pin, hot gelds dor ormige to weer loon betrettren.Pqtjklooss Pt:Montag was can *pear van Apamea, dle tee trade van Xareellas to Rome kwamon Cicero tot feedbag bad. Fly OW In 't jeer van Rome TOL Van de kenrIge werken, door hemgefebrevep, stIn :Weep fragmenten over

Page 765: vondel. - DBNL

1655 AEN P HOOPT DE GRAB'''. 721

Die hem den gouden 41 en Burgermeefters -coon,103 Ten dienft van Rome, leerde aendachtigh overweegen,

Waardoor by federt quam zoo hoogh in top geftegen.De zelve Tullius trompet des dichters eer,Door Alexanders mont, lauriert en kranft HomeerOp helt Achilles zerck, die 't lijck zoude overftulpen

tio Met een de faem, ten waer Homeer haer had gehulpen,En door zijn heldendicht gehanthaeft, waer die klanckGehoort wort ooft en weft, ontelbre jaeren langk.Filippus groote zoon, die 't Perflfch Rijck ontzeide,Zijn hooft op d' Ilias ter mite nederleide,

115 En flout in 't koffer van Darius zulck een' fchatVan letteren, verfchoonde in d' overwonne ftadtHet huis van Pindarus, op wiens doorluchte pennenDe Vorften worftelen, de heete wielen rennen,Daer geen oneerltjck ftof om 's renners ooren ftuift.

120 Ten lefte komt Auguft ten Kapitoole, fchuiftDe newels van het oogh, en toont het licht der lichten,En zet zich, als een Godt, in top, op Maroos dichten.Virgilius verftreckte een kopre zuil aen 't Rijck,Een Raetsheer van Auguft, en wacht op zijn gelijck,

tris Na zoo veele eeuwen tijts, terwijl men voor zijn ftraelenanderen dus tang hun hooft zagh onderhaelen.

Wy waeghden evenwel [de wil verfchoon de daet,]Een Nederdnitfche wijs op zijn Latijnfche maet,En hemelfehe klaroen, naer onze maght, te zetten,

420 Daer Troje op wapenklanck, gekerm, en krijghstrompetten,In mock en fmoock, in gloet en bloet en affche fmoort,Zoo jammerlijck als oit met ooren wiert gehoort,Met oogen wiert gezien. onze nitfpraeek is niet maghtighDien brant te fchilderen. dat vier is veel to krachtigb,

125 De verf te mock en doof; dit kan ons tafereelOntfchuldigen, by al de kenners van 't penfeel:En ghy, o jonge GRAEP, zult gaerne ons laege toonen,Waer maet en klanck bezwijckt, beleeft en henfeh verfchoonen,

Jams Verb: ,,deseltde Tullius (Cicero) verhaalt. hoe Alexander de Groot. de eer van Homers.ophief," ens.

Mille Verb: 'AMMO. sob onbekend in gen grit liggen, had Homer°. hem Met besongen." .t Is't denkbeelds doer HonAmus nitgedrakt, Cam IV; I1, 25.

Visa.* forks ante ApanuussonaMatti; m ovum titaarinsabats

thyttnair ignottinto lovailoeM, tyrant fata sate Acre.

u Dia Perfftbh root ontselde d. 1.: „die den oorlog verklaarde eon 't rek der Person "Hs Alexander had Gen exemplear der files coder Min bootdkusten.111,111 retythomids... B.t lads van Pisdarsr: nog Sorter: by verfehoonde dat hole annex, toen by

gebeel Thebe llet verwoesten.rot Id* tones Arena tat Zapitoole waartchenlek wordt fa dozen en de volgende regels gedoeldby de hoop Ingenomenbeid van Augustus met Virgilius en slin werken, en gewesen near betgetLieht, hierboven Deel V. Ms. 3$ eppnomen.

DU weenie TAN a 1%3 •ONDUL ye 56

Page 766: vondel. - DBNL

Naer uw Beer vaders aert, gelijck een erfgenaemIto Van Polsbroeck, en zijn' Staet, en deught, en letterfaem.

11w jeught, die, onder 't eedle en Ridderlijck geleideVan Bidder Maerfeveen, zoo wot, door bofch en heide,Hem volghde in Brandenburgh, op 't Keurdoorluchtigh hof,Belooft, op 's vaders fpoor, den dichter eenmael ftof

145 Te levren, daer 't gebeent der vadren, in hun ftoelenVan ruffle, met vermaeck den nadruck van zal voelen.Ontfang op dezen wenfch den weergalm van Virgiil,Wiens naem 't gebreck vergoet van mijnen ruwen ftijl.

taoss Menai bllJkt, dat Plater De Graaf, als „Bdelknaap," gelOk men teen aside, of els „Atlanta,"als men nu segt, linydecoper In Min gezantfehap near Brandenburg had vergeseld.

us • IfeardeortunAltalt la/. V. beslgt dose n1tdrukking voor „t Hof van Z Doorinehtigheid denKenrvorst,"

543,141 Stoeknt Van nee voor ,,gratfteden."

Het fchijnt, dat Vondel in het bovenftaande gedicht eenigzinsde manier van Horatins in diens Epistola ad Pifonea heeft willennavolgen. Wat daarvan zy, hy leverde daarmede een meesteritukvan podzy, niet enkel merkwaardig om den overfchoonen vorm,maar ook omdat daarin hy, de eenvoudige winkelier, aan den jeng-digen Patricier de meest gepaste lesfen geeft, hoe hy 't heeft aante leggen om eenmael als Staatsman met waardigheid en naar eischden hoogen rang te bereiken, waar zijn geboorte hem aanfpraakop geeft.

En nu de vertaling zelve ? 1k geloof, dat de lezer het in my billij-ken zal, zoo ik die hier niet pleats. Het vertalen van dit en anderebrokken uit Virgilius, gaf Vondel aanleiding, om langzamerhand atde werken des mans in Poezy over to brengen, en ik ftel alzoo hetopnemen van dezen Tweeden Zang uit tot dat ik de Enels in haargeheel zal geven: — terwijl ik ook op Pieter de Graeff nader in denloop van dit werk hoop terug te komen.

Onder de beroemde mannen, die bun bekwaamheid ten koste leg-den aan de verciering van het nieuw gebouwde Stadhuis, was zekerBeen der minften de reeds enkele malen door ons genoemde beeld-houwer Arthur Quellijn. Te Antwerpen ten jare 1609 geboren, washy, na onder de leiding van Francois du Quesnoy Relief) bezocht tohebben, een der grootfte, zoo niet de grootfte onder de beeldhouwersge%orden van zijn tijd. Aan hem vooral was dan ook uit dien hoofdeopgedragen het beitelen der beelden, basrelieven, ornamenten, enz.van het Stadhuis: en als een ftaaltjen van hetgeen hem voor zijn ar-beid betaald werd, lezen

voor dat de frontefpies van den achtergevel

hem werd aanbelteed voor f 9,500, met een toezegging van f 500bovendien, zoo hy het werk met den verlangden fpoed en near go-

722 AEN P. ROOF DE GRAEF. 1655

Page 767: vondel. - DBNL

noegen voltooide. Bebalve met de hem toegezegde belooningen, war-den zijne dienfteu nog met een gonden halsketen vergolden. Zip af-beelding, nevens die van Jacob van Kampen, in de tekstvercieringboven de „Inwijding van 't Stadthuis" (blz. 661) geplaatst, werddoor Vondel met dit byfchrift vereerd.

o r

DEN NEDERLANTSCHEN FIDIAS,

ARTUS QUELLYN,HET LICHT DER BEELTHODWERYE ONZER EEUWE,

hN

BEELTHOUWER TE AMSTERDAM,

OESCRILDERT DOOR STOCKADE.

STOCKADE maelde aldus de helft van 't zichtbre deelVan AETUS Fidias. waerom hem niet geheel,

Of teffens lijf en ziel, zijn kunft met al haer voncken?Zoo heeft QUELLYN zieh zelf in marmer nitgekloncken.

Merdoor meet niet veritaan worien, dat Quellan sga °igen beeltenis op die wUse in marmerheed vervaardigd, maar „dat stto geed shoo in sun marmeren knnetgewroehten biUft leven."

Onder de afbeeldingen, door Quellijn vervaardigd, was niet eender minst beroemde dat van den Burgemeester Huydecoper, 't welknog ten huize van 's mans nazaat to zien is. Vondel fchreef daaropdeze regels:

1655 OP ARM QUELLYN. 723

Page 768: vondel. - DBNL

724 1655

OP D'AFBEELDING

V•N DEN ED. HEERE

JOAN VAN MAERSEVEEN,

sifter, Neer an Earannu, axed irk fa Visinkal,

BURGERMEESTER EN RAET VAN AMSTERDAM.

US eert de Bidder MaerfeveenOp Gondefteyn zijn beer1Vckheen

En Aemftels Burgermeefterichappen,Wanneer by 't Raethnis op komt happen

En zet zich op ons wapenkrnis,Of helpt in 't rijok Ooft Indifch hubs

Den oegft van Indus herwaert voerenOf zoo Nasfoa de from dnrf roeren

En dreigen Hollants vryen ftaet,io Beleft., gemaghtight van den Raet

Om 't heir to weeren van ftadts vefte.Zoo ftut een helt 't gemeenebefte.

. GoodsItem hofftede, ender &Games gelegen, en wear Anydecoper Melt des comers onthleld.7,t Mae belde regale an by den drub aldne veranderd •

pea oorkle ea* lodge larraert SorenZoo sal de Ault den tilt verdnren,

tomtit de gebeele itaart, betrettende de verrIchtIngen van littydeeoper ter gelegenheld van denaside, op Amtterdam — ndelbblen wel op bet versoek van den voorslehthrep diplomaat selven —is weggelaten

Page 769: vondel. - DBNL

Nog op andere wijze behandelde Vondel 't zelfde onderwerp.

Op

HET MARMERBEELT

♦•N

DMZ MEL= EX emaTammOsm RIMS

JOAN HUY DE CODER,

'.rimier, Inn us SIstunut, Verkstk, rs litpaisl,

EIIRGERMEESTER EN RAET, EN BEWINTNEBBER DER 0013T-INDISCHEMANTSCHAME T'AMSTERDA1d. r)

40 vat de beitel van Qnellyn in looter marmerNaer 't leven wat ons oogh in HHYDEOOPER ziet,

Den bnrgervader en tronwhartigen befchermerDer koopftadt, daer de Nyt haer pijlen op verfchiet.

Chriftine heel dien belt het ridderzwaert gegeven.De Keurvorft welkomt hem, els Lantsgezant in

't ho£Zijn raet Rut Indian, zoo wijt ons zeilen zweven,

En Maerfeveen draeft hoogh en groeit op 's Ridden lof t

Het ink den burger hem in marmerfteen t' aenfchonwen:to Meer fehooner fiaet de man in 't hart des volx gehonwen.9 Jar tot vortpardhpte taopeltika son bytohrift op het borotboold von Buydecoper. Zia 'a - maps

Wichita, Dad I, Ws. SWa Zotteperost• In do godrakto allgaTo haat Staitt-powast

1655 OP HET MABMERBEELT VAN JOAN HUYDEOOPER• 725

Page 770: vondel. - DBNL

726 VORDELS LEVEL 1655

Reeds vroeger heb ik gefproken van Jacob Hinlopen Vermaes, eno. a. vermeld, hoe hy in dit jaar tot mederegent van het Tuchthuiswerd aangefteld 1). Men weet, dat dit gebouw, waarvan de beltem-ming thands eenigzins gewijzigd is, met een buitenpoortjen uitkomtop den Heiligen leg. Boven dat poortjen zag men vroeger nog eenigkunftig in hardfteen uitgehouwen beeldwerk, voorftellende den tucht-meester, zittende op een wagen, die met verfhout beladen was engetrokken werd door leeuwen, tygers en andere wilde dieren, welkehy met een geefel voortzweepte. Hierboven las men de woorden:

VIRTUTIS EST DOMARE QUAE CUNCTI PAVENT,

d. i , naar de v ertaling van Hooft 2),

Heigeen, daar alle man mar :tingeTe temmen, is manhaftheidte pligt.

Het frontefpies was vercierd met het beeld der Tnchtiging, in degedaante eener vrouw, hebbende een geboeid mansbeeld aan elkezijde, onder welke afbeelding men het woord eastigatio las. Al dievoorwerpen vermaakten my en anderen in onze jeugd zeer en zette-den, even als de levensgroote beelden op de tweede of binnenpoort,voorftellende twee mannen, die zich met het raven van verfhoutbezig hielden, niet weinig karakter by aan het gebouw. De heden-daagiche befchaving begreep echter, dat zoodanige voorftellingen toakelig waren, en dat, zoo men de boeven *loot, men zulks vooralmaskeeren moest: waarom zy dan ook al het beeldwerk onder eenhouten kast verborg, en, zeer vernuftig, op die kast een (federt wederweggenomen) lauwerkrans plaatfte.

Op die voorftelling nu, die in zijn tijd natuurlijk niemand ergerde,fchreef Vondel het navolgende, aan Hinlopen opgedragen gedicht :

a) Zia Mel Iv, Ms. 162.a) Brieven 204.

Page 771: vondel. - DBNL

OP D'AFBEELDINGE

A

DE TUCHT,

BOVRN DR TUCHTPOORT UITGEHOUW EN.

AIN DRlf HERR

JAKOB IIINLOPEN VERMAES.

VIRTUTIS EST DOMARE WAS CUNCTI PAVENT.

RASPIJN, de tuchtheer, temt met arbeit zweet en flagenWat Circa; kroes in fchijn van dieren heeft veraert.

Hy (pant hun onder 't jack van zijnen zwaeren wagen.Zijn zweep verfchrickt het wilt, dat ftadt en lant vervaert.

s Zoo wort de wanhoop bier voor 't halsgerecht bewaert.

RAW': eon door V. nitgedaehte naam, aan het raves van bout ontleend. Zia /100. &odavs. 747Obsess iroe4 sle over de Mel van Circe, die de tooktgenooten van Ulysfes, door hun een toover-drank in to oven, hervormde in wilde dieren, het Veertiende Hoek der Berft.liepp van (*Wm,en den Gulden Model, Deel I, bls. 447

4: De sin Is: „zoo words. sy, die enders door wanhoop sich sonde. laten yervoeren tot het plegenvan nog 'rooter misdaven, die met den hale geboet worden, voor sulk eon ulterite bewaard."

De aanftelling van een jeugdig geleerde tot Profesfor bij de HoogeSchool, onlangs to Duisburg opgericht, gaf aan Vondel ftof tot hetnavolgende gedicht, aan 't welk echter, zoo als het in de 4 0. uitgavevoorkomt, een regel ontbreekt, die er waarfchijillijk by den druk isnitgevallen, en welken ik my veroorloof, tot behoud van 't verband,naar gisfing in to vullen gelijk die hier achter in kurcyf gedrukt is.

1655 727

Page 772: vondel. - DBNL

728 1655

DEN

DOORLUCHTIGEN OVERGELEERDEN JONGELING

PAULUS TER HAER,YOORNAEMSTEX MORE:Moe ERR HISTOBIEN, EN LATIJESCIVE EN

ORLECESCBS WELSPEEZEICESTRIET

TER HOOGE 8CHOLE TE DITESBURGII.

QUALM GEMMA MICAT, FULVUM QUAE DIVIDIT- AIIEVM,

AL Dues-burgh wel zijn' zegen konnen vatten,Baer van 't geluck gegoten in den fchoot,

Met nwe kom1e, en teffens al de fchattenVan weetenfchap, als nit een rijcke vloot

En lading van uitheemfcAe en oude boeckenBy een gehaelt, en kemigh - opgezocht

Met oordeel, na wijtloopigh onderzoeckenDer volcken, en met moeite en lait gekocht?

Kan Duesburgh zijn geluck nu recht waerdeeren,Zoo fchat men het gelnckigh: want ekk zal

to Het OM TER HAER, als 't Grieckfche Delfts, eeren;Elck naer zijn les, gelijck naer hemelval,

Orakels van Apollo, komen hooren.Te Duesburgh wort out Delfis nu herbooren.

1417/Em EEEEL EIOAT, Gum: d. 1 : „pap eon odelgolteente bllokt, dot Is rood Bond Is gout."Ur Am X, 184.

Eindelijk nog verfcheen in dit jaar bet navolgende fraaie Iofdichtop Venetian:

Page 773: vondel. - DBNL

A E N

DE DOORLUCHTIGHSTE HEERSCHAPPYE

vex

VENETIAN.

DIVES OPUM STUDIISQUE ASPEEBIMA BELLI.

EHROONDE Zeeleeuwin, ghy bouwde uw heerlijckneft

In 't Adriatifch meer, befcbermae Antenors zoon enVoor Attila, den Hun, die gruwelijckfte peft.

Uw Stadt en Staet verduurt der Monarchyentroonen,

Slaet Mahomets gewelt met yfre klaeuwenTen dienft van Chriltus RUck, terwijI die groote Heilant

En zijn Euangelift, Sint Marck, uw' Hertoghs itafBewaecken, daer uw Raet vereenight menigh eilant.

Een Stadt, een eilant, zee en 't vane lant gebiet.to Vie noit Venedich zagh, zaglr 't Licht der Staeten niet.

Dim ovvig. whops I. 1.: urgh in fehatten en Moak In oorlogskuniten." Zte dm I. 14.s Agglenert seelsear volgends de overleverlali sondes de lnwonen vati Padua, (welke tad Mar

Nesbitt* to denten sot hebbea gehad eau den MIAMI Antenor en :On toehtgenooten), betegret de idlandtjens beset hebben, waarop naderhaad Venstinn roes.

I Atlas, des Hon ter gelegenheld dat dose, (sink 1k o a. by. 't toeliebten der Neephden, (bedbis. MO) beb doen opmerken, In Italian viol en o. a. Aquila* verwoestte, veriterkten

sash die van Padua op de Araks geneende ellanden, en baton alsoo de beginfolon der mach-Use seeded.

I Di? Balogh's Alf: mania „dies van den bogs."s Su en 'I site bag peal: 4. I. ,,seert gabled," of: uftrekt haat gelded nit, ter see en to lands."

By gelegenheid van de verheffing van Pans Alexander VII hadhet niet ontbsoken aan twistgefchriften, waarin de ongerechtighedenwerden aan welke zich onderfcheidene Paufen haddenfchuldig genutakt, en daaruit aanleiding genomen om het Pausdomen de KOWA* IrSAIrk in een hatel4k licht to ftellen. Vondel konsulks- natuurlijk dulden, en, wederom eens den roskam van denwand nemende, tastte by de beftrijders zijner Berk op de navol-gende wijze in een vinnig — met eon zijn laatfte — klinkdicht aan.

I 1655 729

Page 774: vondel. - DBNL

VOOR

BE KEURVAN ZIJNE REILIGIMIT

ALEXANDER DEN VII.

HYLAX IN LIMINE LATR AT.

IE rozen ftroit voor 't zwijn, beluft in itanck towroeten,

Verquift dien eedlen fleur, dat Chriftus zelf mis-haeght.

De noel die veertigh en tweehondert Herdersdraeght,

Molt zomtijts het gebreck van Godts Stadthouder boeten:

s Doch geen godtvruchtige aert den Bybel treet met voeten,Schoon David zit van moort en overfpel beklaeght,Zijn nazaet Godts altaer met boel en afgodt plaeght,

Sint Pieter Godt verzaeckt, doer dienftboltn hem gemoeten.

Schoon Paulus, beet en wreet, vervolghde Jefus fchaer,to En Sint Mathens itonck gelijck een tollenaer.

Dees fmet verdoofde nooit den luifter van lain pennen.

Wie geen gewettight ampt van misbruick onderfcheit,Onteert met een den Steel der weereltfche Overholt.

0 Midas, deck nw hoot, en chuck; men mocht u kennen.

at maize aarsev: d. „Myles blaft op den drempel." Zie Vise. Ea. VIII, 107.a Meer voor „gebloamte."a De fad. do Petah/Mike satin4 Hat 'Area: „do verkeerdboden, de oedemata's." — Hy wll 'own. ,,Op 240 Panfen treekt het

van self drat or an en dal een febavnit vie."t MON eased: delomo.

Doer dhoti/tiro& heal pessaidas voor „teganover eon dleastmaagd."Moos Pashas, ens : mis inlet: de vervolger boons „geniis." Death men loss bler• had w-ear!, *yea ale In den vorigen regel • had anwashi, en in den volgandee• had futtorikes.

aa,ra By anent. „els het Paeadosa minvalt, om dat or heater daden door Paulen bedrevenken even good het smell der waereldteke machten aanvallen, midst sy die se bekleedden, Ma-tti& hen gouda misbrulkten, et sedelijk Ueda waren "

14 Midas dross nameigk, volgends de fabel, eselsooren. — Op welken Midas V. bet eelater bier [m-yriad 'release heeft, is my niet gebleken.

730 1655

Page 775: vondel. - DBNL

Reeds in 't volgende jaar fchonk de Stad, hierboven (blz. 729) doorVondel geprezen, hem nieuwe ftof om hear lof te bezingen, in de glans-rijke overwinning, welke hear vloot, onder de aanvoering van Lauren-tins Marcello, op de Tnrken behaalde in de Dardanellen, en alzooin 't aanzicht van Konftantinopel. De zege werd echter gekocht methet bloed van den Vlootvoogd, die van een kanonskogel doorfchotenwerd. Zijn bloedverwant Johannes Marcello, die hem tot Lnitenantdiende, wilt zijn dood verborgen to honden en het gevecht door tezetten, zonder dat men eenige verandering befpenrde in de wijzevan het te beftnren. De gefneuvelde, die tot een der oudfte en eau•zienlijkfte gellachten zijner moederftad behoorde, en hear taillikedienften bewezen had, werd op de plechtigfte wijze ter aarde be-field; zijn brooder Hieronymus to dier gelegenheid Bidder van deGonden Stoel gemaakt, en een zijner andere broeders met een jaar-geld voor zich en zijne kinderen befchonken. Dat Vondel, altijd zoobevreesd voor de Turken, van harte deel nam in de algemeenevrengde over den behaalden zege, zal niemand bevreemden, en zijnblijdfchap gaf zich dan ook lucht in den navolgenden jabelzang :

OP

DEN ZEETRIOMFDER HBER11011•PPYI

V•

VENETIRN.

TUM DEMUM MOVET AEMA LEO.

1656 VONDELS LEvEN. 731

oca leeft de Zeeleeu van Sint Merck,En keert met afgernckte fnuiten

Van zeegalajen, fors, en fterck,Op trommelflagh, trompet, en fluiten,

Al brallende, nit het bloedigh perck.By komt, en heeft een' roof van fchepen

En monsters met zijne klaeu gegreepen.Tux DIME NOM AIWA LEO d. I.• ,,wederom voert de Leen* (die van VenetlIn n). Rio vs.1), de wapenen." Zie At* XII. 6.

voor uteheepstnebben."

Page 776: vondel. - DBNL

Hy keert op 'tjuichen en den groetVan duizenden verlofte Haven,

to En laet den zouten watervloetGedeckt met aes voor vifch en raven,

En root geverft van heiloos bloet.De knit van Kreten, alle waterenEn eilanden van blyfchap fchateren.

to Hoe ftofte 't hof, toen OttomanZich wapende met Barbaryen;

Toen out Karthage in een gefpanTe water gingk met ganfch Tnrckyen,

En wat de zee befchieten kan.20 Zoo quamenze uit de Dardanellen,

Om Chriftns Rijck de wet te Mellen.

De wint, hnn gunftigh, fpande 't zeil.De riemen repten zich als vlogels.

De hemel fcheen hnn niet to fteil.25 De wolcken fchrickten voor die vogels,

Erfvyanden van 's weerelts heil.De Turckfche maen durf zich belovenDe zon der Kruisvlagge nit to cloven:

Maer toen, na 'et oorloghsonwear, 't lichtso Van Godts Evangel fl aen 't ftraelen,

Byzantium, in zijn gezicht,De Maen van Mabomet zagh daelen,

Voor zijn kafteelen, al te dicht,En zijnen Hafts, by de flippen

u Gegreepen, pas den Doot ontglippen;

Hoe waentghe wiert het then to moo?Het zagh den wint en krijghskans keeren

Al teffens, en ons vier de roeDes Chriftendoms in gloat verteeren

to Tot roock, en fmoock, en affche toe,En 't overfchot van zijn bravadoVervoert, en ftaen tot ons genade.

Naeft Godt, den grooten zegenaer,

Is See ftqfie 'I he: t. w. de „Warrens Porto."(Nowa (teat bier voor ”T117k711." even 11111

17 Xerthage voor „de Barbaryfobe Staten."11 Wet d• see 841bhietels klutz „de landau, aan de MIddellandfebe Zoo gologon.'se Bedts Zranyelisl: ,,St. Markus." do Patroon van VenetiSo.as Oftlas Ikeis a „sgn vlootvoond."at &wade voor ,Ao loot, waarmede by bravirerde, (waarop by slob defends millet)."

732 OP DEN ZEETRIOMF VAN VENETIU. 1656

Page 777: vondel. - DBNL

1656 OP DEN ZEETRIOMP VAN VENETIEN. 733

Heeft zich de Batavier gequeeten•5 Met raet en daet, op 't zeealtaer

Van vader Mars, en Agars ketenGeruckt van Godts verdruckte fchaer:

Want Hollants Zeeleeu hanthaeft fnedighSint Marckus Leeu, en font noit ledigh.

so Al maetight nu Marcelloos lijckDen zeetriomf des Staets met rouwe;

Hy leeft by Godt en CluiftenrijekVerbonden aen zijn deught en trouwe,

In mot der vroomen burgh en wijck.u Auguftus neef, het licht der braven,

Wert met dees ftaetfi niet begraven.44 De Bataisitr: bier Do Itnyter, die tort te vomit in de Midliallandfche see sehttion Middle oor-

logfahapon mown of vernield en no bonderd Kristen Osman nit Agars telex verloat had.44 dears hetes voor „den keten der hrnallieten of Arabtoren, afftaanmelingen van Hagar."so Nareditoos *is slit het hierbeven vermelde.in singsgius seer ski Virg. in Oar , Deal V. bls. m.

Een gefchenk van wildbraad, door Vorst Joan Maurits van NassauRan de Regeering van Ainfterdam gezonden om te dienen op denjaarlijkfchen maaltijd, dien zy hield ter gelegenheid van de gewoneoptreding der nienwe Magiftraat op Vronwendag, gaf aan Vondelftof tot het navolgend gedicht.

Page 778: vondel. - DBNL

784 1656 .

JACHTZANG,ARK DUI DOOILLIJOIMMI TORO in NM

J. M A U R I T I U S,Vast tots X. lijtb, Vain tin Nuns, Stsidlimiter it itinf, h.

OYMB MIT WILTBMAWS, Zaill MOW KMIGIRJOIMPTIMMIN AN IVIITHOUDNIUM VANAMTNEDAIL, OP =X XNITNeXTIJOIS EN BUJ= XANLTIZT, VOEONZONDEN.

OMNIBUS 'DEM.

a koefterende zon, tot 's avonts van den morgenVoltreckt baer rondo, toont elck een haer aengezicht

En ftraelen, dagh op dagh, blijft nimmermeer ver-borgen.

En begenadight sick met warmt, en heilzaem licht.Zy fehiint rondos% den ringk des aerdtrija, neer ela

wenfchen,Zen ieder even na, een seder even fchoon,

Gewelckomt, en onthaelt by dieren, en by menfchen,En planten, waerze blinckt nit haeren gonden troon.

Haer luft is weldoen, en alle oogen to verquieken,is . Te koefteren al wit leeft, to bloeien in eh bloey,

En opganck: kruit, noch bloem, noch zaet to laeten fticken,Het leven aen to voen, to groeien in elx groey.

Zoo kan de Daitfehe 'Lon van Zonnenbergh niet levenNoch jaegen voor zich zelf naer fchnw en weeligh wilt;

Is Zy moot zich zelve noch ona ftadt ten beite geven,Of acht haer daghreis moeite en arrebeit gefpilt.

Zijne edelmoedigheit gewaerdight zich aen veelenGenadigh to befteen, nit aengeboren lttft:

Gelijck een bronaer fpringt, haer ader fplift aen deelen,OBEILIMA IDE": d. I. : NVOOT SHOE deseffde:" — de ainfproula van P. C. Hutt.

a Tof 's oasts um dos menu. due omkeering van de gewone orde van denkbeelden verdientgam navolging.

s DNS rauk des aersilrØss de equator.Is De DuWelis sea vas NoteassbertAt worst Joan Maurits, die to domswabsrp in 't Nasisnfehe so-

ber= was.17 Ma edelmosdighsts. Kier fpringt V. van bet gabled der beeldfpraak over op dat der wesenigk-

held, en verwirfalt daarom bet n., dat in de vertigo men gebulgd was, met bet mann.goineht.

Page 779: vondel. - DBNL

1656 JACRTZANO, AEN J. MAURITIUS. 735

so Landon en beemden laeft, en oevers, zonder rust.Toen Vorit Eneas quam te landen by Karthage

Uit zee, zoo fel beftormt van Junoos wrock en haet,Hy zeven harten fchoot, nit zijn bedeckte laege,

En fchonckze aen zijne vloot, en Frygiaenfchen Raet.ss De milde Dido 't wilt, dat d'Edelen verraften,

In 't rennen, daer zy paert en Hof hun krachten verght,Zent hondert zwijnen aen haer wellekome gaften,

En welckomt den Trojaen, aen Tyrns knit geberght.De jaght was d' oefening en 't ridderfpel der Grooten.

so Zy had van overouts haer Godtheit, als Diaen,En haeren jaghtfleip me, die hart en hinde fchooten.

Zy had altaer en kerck in bofch en wouden ftaen.De blijde jaeger plagh haer 't edits te vereeren,

En zijn gevangen roof te hang-en aen den knoop,as Den flotknoop van 't gewelf. De Koninglijcke Heeren

Verlieten nooit de jaght, het terghfel van hun hoop.Zy zochten 't weerlooze, of gewapende met klaenwen,

En fchuimende gebit. Adoon en Ganymeed,Twee Konings zoonen, in dees renbaen niet verfiaenwen,

40 Hoe wet het everzwijn den eenen dootrijok beet :De Sclultknaep van Jupijn den andren op dorft packen,

„En voeren in de Incht, terwijl de haztiwintDen hemel aenbaft, fchrick en angft den knaep verzwacken,

De grijze hjfwacht grijpt naer 't opgegreepen kint.ct Hippolytus, zijn jeught, de kuisheit opgedragen,

De jaght had toegewijt, en hart en sin gezetOp 't vhit in 't groene wondt en wildernis te jaegen,

Op zwijnfpriet, boogh, en pijl, en winthont, brack en net,D'Arkadifche Atalante is d' eerfte, die den jaeger

so De plaegh van Kalydon holp Tenon op het velt,En t zwijnshooft tot een' prijs ontfinck van Meleager,

Die op dees jaghtheldin zijn hart en zinnen ftelt.as-se Veneta Wry. Ss Oar., Deed V, big. 142, 142. 164m Ifeborph4 Too, „bobenden aaagsdand." 't Is reeds opgemerkt, dot V. tennis, gskryd, mental

be wear bnyisse genomen wordt In den sin van „beheads's, reddens" *n/, peksrgen dam-es-tem, wear hot woord seen eigenleken sin behondt.

ss-se to doss angels heerfeht verwarring van denkbeelden. Wel is hot war, dot de Ochs by doendow eon Mime godhead had, die els (d. I. tender den Imam van) Nem vereord word en eonfoodgfloop. oils. bad ; maar to semen dat de jacks eon jaels(aeop bad ens., Is, we) befehonwd,warted.

saes istr-Motop. Dm Afkamp ems k parelf: Met by de Grisham, wilt (*bowie gees lawn ofkoeyellennige Ashen hidden, on also* goon gewelfde salon

ss Bat forgive( *mho, keeps vestige beaming van de jseht, die in Is dead do hoop van haerbebefeneare tape.

WAS Vernet „ay meakten evenseer jaekt op wearies's* diem, gel* Whams hams ens., oils opdie met klasnwen gewayend seen. gelijk leenwen, maim, nag. of ken kreeht in de tendonhebben, gelijk wilds swgnen, ern."

es Do Beltilasoop sew .rapOss• de wend van Jupiter, die Glanymedee, des soon van Tress, op denberg Ida aangreey on wegrooMe.

oo *awe* t over dose sullen wy nadir berteht entfangen, als wy let de Horlatopp. van Ovid*agevorderd seen.

Page 780: vondel. - DBNL

De grooten volghden 't fpoor der dieren, om rechtfchapenDe zennw t' oeffenen, op datze niet verflapp',

as Vertraegh' door ledigheit, hen krijghsgeweer en wapenLeer' handlen, naer den eifch, met kunfte en wetenfchap.

De jaght leert Overften de vyanden belaegen,Of keeren op de grens, of flaen in 't vlacke velt,

Wanneer de hooge noot de Vorften nit komt daegen;so Gefchapen tegens Taft, tot nootweer voor gewelt:

Tot voorftant van den Staet der vryheit, en haer wetten.Zoo ftuit MAURITIUS, Prins Henricks rechte hant,

Den inbrenck van het heir, dat, om de Maes t' ontzetten,Quam bruifen, als een groom, op zijnen legerftant.

Zijn trotfe legerhoedt, doorhonwen, en doorfchooten,Getuight zijn znivre trop, en dappren oorloghsmoedt,

Getuight uit welck een' boom dees krijghstelgh is gefprooten,Uit Keizerlijcken ftamme, en 't Koninglijcke bloet:

Uit bloet, dat Lang de kroon aen Baltifche oevers fpande,TO En in 't Sarmaetfche RUck, ten trots van 't ongeloof.

's Heitz dapperheit, beproeft te water en te lande,Zet vrede en 's vollecks ruft in top voor wapenroof.

Zy haet de razerny, verhit op bloet vergieten:Maer zoo de hooge noot het rijck van Chriftus dreight,

TO De Tarter en de Tnrck de kruisgrens durf befchieten,Het &ewe Europe 't hooft ter flavernye night,

Dan zwicht zijn yver niet om hantgemeen te worden,Te vliegen op het fpits in d' Ottomanfche maen,

En zijn Grootmeefterfchap van Duitfchlants heilige Ordenso Groothartigh te bekleen, en als een poll te

Voor 't fchandigh leven kieft by vechtende te ftervenEen eerelijcke doot, te houwen op zijn' zerck

Den titel, die de blode en moedeloozen derven,Begraven met hunn' naem, en bniten 't heldeperck.

a Men zagh dien braven Helt de Braziliaenfche ReuzenVerfchricken met zijn knots, den Liffebonfchen Taegh

De horens en het hooft in d' andre weerelt knenzen,De menfcheneeters ftont verftooren in hnn laegh.

De wilds woeftheit, langs de knft, nit fchrick geweecken,so Gefchoolen in haer bofch en ruighten nit ontzagh,

so Oi/lekamas twat last, ens.: d I.: „die geboren, die op de waereld een, om den Stoat met dewapenen tegen overlaid te befebermen." ens.

am Met bier bedoede wapenfelt Mel voor op den 17 Augustus 1688, toen lege? der StaattebenNaastaiebt bield Ingegoten, en de Oostenrijkfohe Veldbeer Pappenbeim, die tot outset der Redwas aangsrukt, een aanval waagde op het kwartier van,81inaf Joan Maurits, doeh door desenward tern, geliagen.Logerilents „gnarlier, post."Ass Battilithe mere: Joan Maurits Mande van moeders sUde at van de koningen ran Denemarken

70 Hick .,Mongarye."7.••• Lie het deswegens vernielde, Dad III, big 2811 Deel v, bls.er 11r d cadre weerelt: natnel „Amerika," of meer bopsald „Brasillen."

786 .TACHTZANG, AEN J. MAURITIUS. 1656

Page 781: vondel. - DBNL

1656 JACHTZANG, AEN J. MAURITIUS. 737

Begon op zijn vertreck haer hooft weer op to fteecken,Te groejen, daer Olinde in puin begraven lagh.

Zoo ging 't na Herkules, zeeghaftigh weghgetogen,Spelonck, en bofch, en pool geveilight had van moort,

05 Van leen, en everzwijn, en flang, met knodfe, en bogen,En branttuigh, in hun bloet en bloedigh neft gefmoort.

Indien hem 't vrye lant niet weder naer ons ftrandenGewenckt had, om zijn wacht en toghten nit to ftaen,

Hy had in 't zuiden reeds ons onbekende landen,too Een vijfde weerelts deel gezegent opgedaen.

Nu ftoft het Kleeffche bofch op zijn doorluchte treden,Daer d' oude Hertogen, begruift van zweet en ftof,

Te paerde, met de zon des avonts, afgereden,Gelaen met verfchen roof, zich wenden naer hun Hof.

105 Nu groeit de Rijnftroom, als de Rijxvorft, langs zijn kanten,Komt draven, of hem neemt met blyfchap op den ragh,

En op- en nedervoert, langs 't wijt befaemde Santen,Daer Cefar reedt to paerde, op d' oude legerbragh:

Daer Burgerhart, na hem, de Roomiche Keurebendenlin Verneftelde in haer neft, en Rijn, en Maes en Wael

Duff fchuimen van dien aert, tot datze in 't einde kendenDen aert des Bataviers, gefpitft op uitheemfch ftael.

De Rijnftroom, daer de Lip hem tot geeft met haer eicken,Slaept veiligh en geruft op 'a Helts getrouwe wacht,

115 Wiens armen wyder dan de nieuwe weerelt reicken,Zoo hy ten fchutaheer dient voor 't menfchelijck geflacht.

Zijn plantluft wandelt ftil in fchaduw van zijn boomen,Om Wezels hoogen wal, en kroont de fchoone ftadt.

Zy levert fchaduwen aen bergh, en dal, en ftroomen,120 En koelte in zomerzon, gefchut op loof, en bladt.

Dat Wight de vrenghdenbergh, deer Klevenaers vergaren,En.itingen hant aen hant, rondom hem, aen den rey:

De rijcke hemel wil den Stedehouder fpaeren,En zegenen, gelijck den bloezem in den May.

No Oplednas voor opesmedaan, d. 1 • „ontdekt." 't Woord heat in jagentaal sths beteekenis nogbehonden s „Gen haws, een koppel hoenders opdoen" wordt nog gesegd voor een haws, ens. „ont-dekken" — en van dear heeft het woord de overdraohtelijke beteekenis bekomen van s „buttmakes, Tangos, verkrijgen," b v. in nitdrukkingen ale „dat melsjen heeft nog goon viler op-gotoast ;" „wy hebben by owe insameling weinig opgedaan ," „in die herberg :mit gy weleons ongedierte knnnen opdoen," ens

les De Bttneorft: „Joan Maurits," als Voret des H. Rijks.too Of hen neemt: volgends de meaning is het de RUnitroom, die den Rilltsvorst op 2011 mg neemt,

maar volgende de woordfohikking is het Joist omgekeerd. Bonus dormitaett Boners,no BuroerherS: „CAUL"in Dorf felonious WM dies sent voor „dont sniveren van dat gefpnis." — 't Prses. doe is hier

bspaaldelijk at to kettren• on voor pert had ik hier to Bever eon ander woord plena, om datin den volgenden regal wederom cent, doch in de beteekenis van „inborst" gelesen wordt.

In De Rijn by Wesel, alwaar de Lippe rich in horn nitftorLtt7 AM plaathsft wanden Ail voor „hy, die een liethebber is van to pianten, wandelt" ens. De

ultdrukking is gesoeht en die plootiort, die wandelt, en dat nog wel ender s(fis boom*, wilmy nim bevalien.

DB w44441 VAW I TAM VIZONOWL VI 47

Page 782: vondel. - DBNL

738

JACHTZANG, AEN J. MAURITIUS. 1(i56

125 Het Hof te Kleef getuight bouluft, die 't verwoeftenDer weerelt haet, en fchnwt, den burger reickt de hant

In 't bouwen, nu de vre de zwaerden laet verroeften,En zegeltze in de fcheede, in 't groeien van ons Lant.

Zoo lenge Vryburgh noch in 't Weft zip' naem zal dragen,130 Wil 't blijcken waer BrazijI dien Archimedes zagh.

Zijn huis in 's Gravenhaegh kan levendigh gewaegenHoe 't Vorftelijcke hart hier in te groeien plagh.

Gelijck by fteden bout en Princelijcke hovenVan mariner en arduin, zoo bout by een palais

133 Van harten, daer de vre verjaeght was en verfchoven,Herftelt d'eendraghtigheit door burgerlijcken pais.

Zoo blufcht by 't eeukrackeel, dat tuffchen Vorft en StendenVeel jaren broeit, en fmeult, eer 't vier al 't landt ontftack,

En nitiloegh, met een vlam van jammer en elenden,140 Gelijck een groote brant van 't een in 't ander dack.

Die vreedzaeme aert en tong gaf rijcke ftof yoorhenenTe dichten hoe de muur van Thebe wiert gebout

Door zangk en fnaerefpel, die d' ongelijcke iteenenVergaerde tot een ftadt, zoo wijdt befaemt ala out.

143 Het overzeldzaem lot van ieder to believen,Te winnen ieders hart, vial weinigen ten deel,

't Is verre mender kunft door dwang party te grieves,Dan tweedracht fcheiden, danck to haelen na 't krackeel.

De Grooten, die zich zelfs ten dienft des volcks verkleinen,me En konnen matigen, ontaien, en meer bemint,

Zijn dapperder dan d' ontfte en edelfte Romainen,Wie herten wint, befchaemt den belt, die fteden wint.

0 rechte keurhant, oogh van zeven vrye ftaeten,Men ziet een tut to moet, die alien dichtren ftof

iss Zal geven op Parnas, om geeftigh uitgelatenTe weiden in den beemt van uw verdienden

Dan groeien ih uwe eere at d'Amfterlantfche Heeren,En 't Raethuis, dat uw wil, gelijck uw hart, ontfing,

Daer op bun, keurgety, om uw fchenckaedje t' eeren,too De berckemeVer op uw' welitant ommeging.

In Dies drohissodst • V. slapeelt him op 'a Voriten verdIenften sls kstIgsbouirmeestorrsr 110 kW. is 's Gresesshaphr de hulstage, walks de Vorst to 1840 door Jacob yen Campen list

hidden.iss Op hen Moiety: op „Vrouwendag," ZIG hotgeen deserts hIerboven bls 783 Is remold

In dezelfde maand February werd het echtfeest gevierd tuafchenDr. Joan Huydecoper en Sofia Coymans. Vondel bezong deze ge-beurtenis in het navolgende gedicht:

Page 783: vondel. - DBNL

TER BE UIL OF T

17 A N

DEN E. REER

JOAN HUYDECOPER,

lib h t r,

JONGICHEER VAN MAERSEVEEN, SCHEPEN T' AMSTERDAM,

IC N

DE E. IOFFER

SOFIA COYMANS.

CONNUBIO JUNGAM STABILI.

EN ziet zomtijts de zon des avonts treurigh daelen,En, zonder vier en glans, bedruckt to water gaen,

Om 's morgens nit de kim, met levendiger ftraelenEn rijcker glans en vlam, in 't Ooften op te ftaen.

De fchade is menighmael om baet nit, om de fchadeMet aenwinft to vergoen. De minnaer, na verdriet,

Valt met een' heeter gloet in d' armen der genadeVan zijn verkore lief, die hy met ron. verliet.

Zoo ging het MAERSEVEEN, then hy met 'a lants karoffento Zijn' vader volgen molt, ten dienft van lant en Stadt,

IC aer It Kenrhof to BerlOn, door wilderuis, en boffen,En treurde op al dien toght, als hy to paerde zat.

De Minne dootverft bleeck zijn aengezicht, en wangen.De zon, die 't al verquickt, verquickt geenfms zijn hart

COIN111/0 JIIIRIAK STA= : d. 1.: „ik sal (hen) door een duurzamen eclat verbinden." Zie AsIV. 126.

sos Over dose refs van den Burgemeester Huydeooper near I Hot van Brandenburg, is reedsvroeger gefproken, o a. in de opdraebt van VIrglline II Book aan Pieter de Orme. Zle bls. 722vs. 141 volgg.

1656 739

Page 784: vondel. - DBNL

740 TEE BRITIL0Fr VAN J. RUYDECOPER EN S. COYMANS. 1656

is Zoo laet 't gewonde hart het hooft zwaermoedigh hangen,En draeght den Al met zich, een oirzaeck van zijn (mart.

Hoe dickmael ziet hy om naer onzen Weftertoren,• En miff, met dat gezicht van Aemitels wapenkroon,

De kroon van 's !evens lente, uit zijn gezicht verloren,so Een eeler hooftcieraet, en wenfchelijcker Schoon.

Hy komt, daer 't Keurhof rijft, de vrouwetimmers blakenVan gout, en diamant, en fchoonheit, zonder ga:

Maer 't Keurhof noch zijn weelde en pracht kan hem vermaken.Hy mijmert dagh . op dagh, en 's nachts, en 's avonts fpa.

25 De tuft tot dans en jaght en ridderlijeke fpelen,Hanteeren van geweer en waepen, noch tnuzijck,

Dat tigers in het woudt kan ketelen, en ftreelen,Bekoort zijn zinnen niet, in 't Vorftelijcke Rijck.

Vermoeit van wandelen in eenzaetuheit, langs padenso Met eicken loof beplant, z=it hy, van loof bedeckt,

Aen d' oevers van de Spree, daer zich twee zwanen baden,En domplen, d' een de pinim van d' andre pinift en net;

D een voorzwemt, d' andre zich in 't zogh der weerga mengelt,Haer trouwe gade volght, die, blakende van Tuft,

as By poozen hale om hals van d' allerlieffle ftrengelt,En kent ze voor de lieffte, en 't lieffte dat men kuft.

De droeve Ridder nicht, en, met de borft vol wonden,Spreeckt droevigh by zich zelf: 6 godtgezegendt paer,

Geluckiger dan ick hebt ghy uw lief gevonden.40 Gy koelt in dezen ftroom uw gloeden 't ganfche jaer:

Meer ick, rampzaligh menfch, rampzaliger dan zwanen,En ftommen, mis mijn lief en lieven Keizersvliet,

Daer mijn SOFIA ruft, dus lang door klaght noch tranenBewogen, fchoon ze kent mijn afgepijnt verdriet.

as Indien ick bier van ron veranderde in een eicken,'k Zon deze vogels noch befchaduwen, en zien

Hoe zy elkandre om ftrijt believen, tot een teickenVan onderlinge gunft, by niemant te verbien.

Nu zal mijn hart in arch door minnegloet verteeren,so Naerdien het d'ongena der Schoone dns behaeght:

Doch ntoet' er over my een fchoonheit triomfeeren,Zoo gun ick d' eere liefft aen deze alwaerde Maeght.

Terwill de Bidder hier zijn' noot klaeght aan de boom en,En 't water, ziet by neer in 't klaere kriftalijn,

at 't Ileurhol. dat van Brandenburg ni.Vrenwettesiners: orennoetionnte• wordt anders gewoonliik voor feral gebesigd• bier fehUnt V. bet,ale in 't H. D , voor „vronw' te gebrniken. Vgl voorts Deel IV, biz 899.

u Plegt is net: MUM is by V. en by alle goede fehrgvers• out maken," en niet „not maken,"waarvoor ik bet door latere &shiers wel eons bob Men gebrniken

o deiseravliet voor ”Selzeregracht." Hen :let, dat dit aefehreven ward in een tijd, toen de Am-fterdamfehe grachten nog in geen Mnkpoelen waren ontaard

ss des Odes voor „een efteboosn" of „een eft.•

Page 785: vondel. - DBNL

1656 TER BRULLOPT VAN J. HUYDECOPER EN S. COYMANS 741

in En zijn Sons blijde allengs ten oever komen:Of 't is zijn lieffte zelf, of haer gedaente, en fchijn

Het water fchijnt verlieft haer in den arm te vatten,T'ontvoncken door den fchijn des lichaems, fchoon van leeft.

Wat Stroomgodt in den ftroom bezit zoo veele fchattenoo Van fchoonheen, niet mifdeelt van gunfte, en ziele, en geeft

Haer oogen flonckeren in 't water, als twee fteenen,Op 't Indiaenfche (trent, door 't vloeiende kriftal.

Haer roode kaecken, als ontloocke roozen fchen n,Ala bloemen, in de bron van een gezegent dal.

as De goedertieren aert, de voegeltjeke zeden,En heufche eerbiedigheit zien haer ten oogen uit,

Die, enders dan ze plagh, nu fchijnt naer zijn gebedenTe luiftren, als de galm naer een geftelde Init.

Zy lonckt hem minzaem toe, en fchijnt met opene armento Te wenfchen dat hy haer bejegene, en gemoet',

Geweckt door zijne klaght, bewogen door zijn kermen.Hy ziet haer hooft bekranft met eenen rozenhoedt.

Hy rees, en ftont gereet zich in den ftroom te plompen,Wanneer de fchijn verdween, en nit zijne oogen doock'.

Ts Zijn hairen rezen, aer en zennwen verkrompenVan fchrick voor dit gezicht, dit vrolijck waterfpoock.

Hy valt op zijne knign, en roept met luider keele:0 Godtheit van den ftroom, ick neem het voorfpoock aen,

Een teecken van geltick. my viel het lot ten deele,so De Bruit, weer naer mijn trou zoo vierigh heeft geftaen.

Met deze hoope reift hy vrolijck naer de palenVan 't waerde Vaderlant, ontmoet een zoeter lucht,

Deer zy hem wellekomt met aengenaeme ftralen,En niet, gelijck ze plagh, voor 'a helts gebeden viught

as De blijde Bruiloftsgodt genaeckt met zijn genooten,Om dit gelnckigh peer to leiden naer 't prièel,

Dat eenwigh bloeit van myrte, en looten teelt by lootenEn (tam in itamme vlecht, naer els befcheiden deel.

De hemel zeegne en eer' dit lieve paer met ipruiten,so Die d' eere van de Stadt bewaeren op haer' tijt,

Zoo wtjt de wateren op itrant en duinen ftuiten:Zoo wljt ons zeevaert zeilt, gezegent, en bet*.

De zon, eer zy de zee paer teeckens heeft befcheenen,En %wattle jaer voltoit, zal, tot der oudren trooft.

95 De Coymans, op dien wenfch, en 't bloet der Maerfeveenen,Gedommelt onder een, zien leven in hun krooft.

ee Gedeesetell voor ,,vermengd," eon ultdrukkIng, een de teekenkunet ontleend.

Page 786: vondel. - DBNL

Drie maanden later vierde in 't vrolijke Meifaizoen de befcher-meling van den ftraks vermelden vorst Joan Maurits, de wakkereGovert Flink, zijn bruiloft met Sofia van der Hoeve of Houve. Ofzy vermaagfchapt was aan de echtgenoote van Aernout Hook vanwelke vroeger 1) gewaagd is, heb ik niet kunnen ontdekken.

De biografen van den beroemden fchilder bewaren niet alleendaaromtrent het ftilzwijgen, maar maken zelfs geen melding vandezen tweeden echt. Immers Flinck was reeds eenmaal gehnwdgeweest, gelijk wy lezen nit vs. 22 van het hier achter volgendegedicht, en nu in zijn twee- en- veertigfte levensjaar. Volgends het„Biografisch Woordenboek" van Van der 4a zoude die eerfte gade,tier naam niet genoemd, maar die gezegd wordt in 1649 overledente zijn, hem een zoon hebben nagelaten, Nikolaas Anthonie genoemd,die in 1730 overleed, en alzoo een hoogen ouderdom bereikte. 't Isechter niet onwaarschijnlijk dat die zoon, op wien in het Bruilofts-dicht door den altijd zoo naauwkeurigen Vondel niet wordt gezin-fpeelt, uit het tweede huwelijk fproot. Wij hebben geleerd de biogra-fien der fchilders, waarby men doorgaans den aartslogenaar Hon -braken heeft nagefchreven, te mistrouwen; en die, welke wy vanFlinck bezitten, fchijnt ook in meer dan een opzicht onnaanwken-rig, zeker onvolledig. 1k hoop by later gelegenheid op hem terugte komen, en dan misfchien in ftaat te zijn, nog het een en ander,dat niet bekend is, aangaande hem mede te deelen.

Dewijl in den hier volgenden huwlijkszang geen toefpelingen opde Kleeffche natuur voorkomen, mogen wy aannemen, dat Flinck,die nog altijd te Amfterdam bezig was aan het voltooien der fchil-deryen van 't Stadhuis, ook aldaar, in de woning zijner Brnid, zijnhuwelijk vierde.

11 Zie Ws 867

742 VONDELS LEVEN. 1656

Page 787: vondel. - DBNL

1656 743

TER BRUILOFTE

V th

DEN KUNSTEIJOK EN

GOVAERT FLINCK,

EN

DE E JONEKVItOUWE,

SOFIA VAN DER HOEVE N.

Ls de Min den geeft verwildertDan verdwaelt het blint penfeel.

Al wat FLINOIC dan treckt of fchildertZweemt, op doecken, en panneel,

Naer SOFIE, de beminde,Die in al zijne aedren leeft ;

't Zy hy, onder eick of linde,Zijn vrijaedje voedtfel geeft;

Of, op d'oevers van een beecke,in Neérgezeten haer bekout;

Of geleit in eene itreecke,Daer de leenrick zich onthoudt;

Of, op sijne fchilderkamer,Zich verbeeldt hoe zy hem groet,

is En bejegent, aengenaemer,Door den opgeweckten gloet,

Die voorheen haer fcheen t' ontvoncken,Eer de tijt geboren was,

Om, gelijck een Bruit, te proncken;

lo Haw Weld Did, dot Plink sin lieffte bekeywde, of belesausele i maar by onderhield hear metgin hoer (gelprek). Zie Ku.., en 055. Weordb. op Noon in e

is Ti preaches ,,te prom* of te }elle 'Men' en ;,de Braid sOn" waren in Vondels dagen ultdruk-Mogen van daselfde Weakest'. Vergaltik den eeriten regal in de lieitigkerf • Deel III, bls 470

Gelman" die to met sat, err to Air,

Page 788: vondel. - DBNL

744 TER BRUILOFTE VAN G. FLINCH EN S. VAN DER HOEVEN. 1656

40 Eer ze zijn quetfuur genas,Met beftemmen van zijn beden.

D'eerfte Min had haer faifoenNaer den eifch; nu zal ze treden

Int de jeught en 't zomergroenas In een' rijper tijdt, die ftaetigh

Met een' ingetoomden gloetAenftapt, heel bedaerd, en maetigh,

En van zedigheit gevoedt.Wie, in fchilderkunft bedreven,

30 leder beelt, naer tijt en aert,Dus zijn' omtreck weet to geven,

Verf en eigenfchap, bewaertBeft de regels en de wetten

Van de kunft, die nimmer weeck,so Noit de treden wou verzetten

Van Nature, en haere ftreeck.Hierin lichtte met zijn klaerheit

Ons de Brnigoms voorbeelt voor,Die het leven en de waerheit

40 Altijt, op Apelles fpoor,Volgde; 't zy by Maurits maelde,

In het blancke harrenas;Of met zijnen Ketirvorft praelde;

Of, vol yvers, bezigh wasso Om Stadthuis en Aemftelheeren

Door den Roomfchen CuriusZuinigheit en trou to leeren.

Zedigh geeft nu Amex aldusAen de zedige &WYE

so Zijnen trouring op dit feeft.In een fchooner fchilderye,

Vol van leven, vol van geeft,Zult ghy beide uwe ommetrecken

En uwe eige verwen nu55 Blijde en levend -zien verwecken.

Tre dan, fchaemroot nochte fchuw,Naer uw bruitsbedt, met nw hoeder,

Bloode Bruit. Wat hondt u hen?Volgh den voorgang van uw moeder.

so Laet de weerelt niet vergaen,

41 Marptis : Joan Maurits van }Taman.es Me! stines Xenroorft. de Searvorst van Brandenburg, die hem sipi afbeeldfel, met diamanten

ommt, had gesehonkenis Verreeken Kier In ladeliiken sin voor „verwekt worden, op nieuw In 1 leven geroepen wor-

den.' Zoo fpreekt HOOPT ook in :On Henrik de Or. van „condo kenren die vernekt worden "Verge'. HUTDS0011111, Pr III. H.

Page 789: vondel. - DBNL

1656 VONDRLIE3 LEVEN. 745

Door 't verzuim van haer te geven%Becht, waer by haer eer beftaet,

Zoo veele eeuwen dus gefteven.Uwe ga verftreekt uw raet,

OS Vooght, en vader, en befchutter,0 wat wint gy teffens hier!

moat is heilzamer en nutterDan dit vriendelijcke vier,

Dat twee harten finilt te zamen,70 En twee zielen giet in een!

Dus bewaert ghy beide uw naemen.Hymen roept u: ay ga heen.

ayes Lees: „'t recht, dat haar (der waereld) toekomt en dat haar gedurende zoovele eenwen heeftin land phonden."

71 Des bewaert gAy beide ow menus bewares East bier, zoo ale de Duittchers 't wooed nog gebrul-ken, voor „soaar waken " De Lin is alzoo . „dna toont gy, Bruidegom n, OWL gy beet, Ilia,en gy, Bella, nzelye, ale aw naam het medebrengt tar

Een ander Bruidegom, die in dit jaar feest hield, en even zeerdoor Vondel bezongen werd, was Peter Nooms, Baron des H. Rijksen Heer van Aarlanderveen. Deze Heerlijkheid, vroeger aan hetgeflacht van Oudtshoorn behoord hebbende, was in 1353 overgegaanaan Aernout van Ysfelftein, daarna aan 't geflacht van Raephorst,vervolgends aan dat van Kuilenburg, en eindelijk aan den Boningvan ' Spanje, ale Grad van Holland. Na de afzwering van Flipsdoor de Staten verbeurd verklaard zijnde, werd zy in 1593 ter leennitgegeven aan bun Veldmaarfchalk, Ernst van Mandesloo, in min-dering der achterftallen, welke hy te vorderen had Zijne erfgena-men verkochten die wederom, in 1619, aan vrouwe Margaretavan 'Mechelen, en deze weder, twee jaren later, aan Hugo Spie-ring. In 1627 kwam zy nogmaals in handen van de vrouwevan Mechelen, die haar naderhand weder verkocht aan den vadervan onzen Nooms of Nomes, gelijk hy ook geheeten werd. Na zooherhaaldelijk van eigenaar veranderd te zijn, was Aarlanderveeneindelijk eens in handen gekomen, die het bezit niet licht zoudenopgeven: althands tot in 1733, en dus ruim een eeuw bleef deHeerlijkheid onder de nakomelingen van onzen Bruidegom, en kwamtoen door inkoop aan Kornelis Aarsfens van Hoogenheide, Heervan Voshol. Over Peter Nooms en zijn geffacht heb ik geene by-zonderheden kunnen vinden, wat zich gedeeltelijk daaruit verklarenlaat, dat zy tot de Roomfche Berk behoorden, en alzoo geene re-geeringsposten konden bekleeden. Of hy zich nitfluitend in zijneHeerlijkheid ophield, dan of hy te Amfterdam een mooning had 1),

t) dzsmanxon THIJI1 doer, in an yodelling Op het Hof, „Laden van de aanzienlijke Roomfehefamilia Home" op het gastmaal verfcanen, na het vieren van 't Eenwgety gegeven.

Page 790: vondel. - DBNL

746 VONDEL8 LEVEN. 1656

durf ik niet beflisfen. In het laatfte geval laat zich de kennis, welkeVondel aan hem had, gemakkelijk verklaren; in het eerfte moetmen zich hier tot gisfingen bepalen. Wellieht was Vondel bekendmet Gysbert Bosnian, die to Aarlanderveen Paftoor en, volgendsVan Ilensfen, een „goed poeet" was 1). Nog waarfchijnlijker komthet my voor, dat Vondel, die meer dan eons de oevers van deLek bezocht had, aldaar de Bruid had leeren kennen. Wat harennaam betreft, die is hier to lande langer in wezen gebleven dandie van haar echtgenoot, offchoon de Heerlijkheid van Schalkwijkniet minder dikwijls van meester verwisfeld is dan die van Aarlan-derveen, als zijnde achtereenvolgends bezeten door de geffachtenvan Zuylen, Nyenrude, van der Haar, Merten van Abcoude, Dou-blet, Ram, Renesfe van Edum, van der Capelle, enz. De fchooneBeatrix, nit een adelijk Stichtsch geflacht gefproten, was, even als•haar Braidegom, aan het geloof harer vaderen getrouw gebleven,gelijk met dien tak van haar Huis tot in onze dagen het geval was.

En nu de vraag in 't midden latende betreffende de meerdereof mindere bekendfchap tusfchen Vondel en deze aanzienlijke per-fonaadjen, welke wy niet weer =Hen aantrefFen, laat ik hier hetbruiloftsdicht volgen.

U Oadhedea vas RhUnleud, biz 837.

Page 791: vondel. - DBNL

1656 747

TER BRUILOFT

IA V

DRK BODGED EDILU GISTRaDOBN 111115R

PETER NOOMS,

Um bra N. t gilds, iims ass IrtIguanas's,

R's

DE DOOGg EDELE i01/FUR

BEATRIX ADRIANA RAM VAN ISCHALCKWIJCK.

FELIOES ANIMAL

E reisluft, om te zien wat vreemt is en nitheemfeh,De zeden, en bet volck, en tongen t' onderfcheiden,

Had Noom gevoert aen 't Hof en d' oevers van(den Teems,

En daer de Seine vloeit door zegenrijcke weiden.Hy keerde in 't vaderlant, vernoegbt om 'tgeen

(hy zaghKu hoorde, en overwoegh by wdl zijn wedervaren,

Niet zonder hoop om eens, op eenen hoogen dagh,Zich wottigh met zijn ga voor 't hoogh altaer te paeren.

De hemel wift wat lot zijn jenght berchoren wasio Hy niet, en wenrehte dat zijn toelegh moght gelucken

Hy minde alreede in 't hart, gereet, als zuiver was,T'ontfangen :nick een beeldt als Godt hier in zou drucken.

Met die gedachten ipoeit by vierigh naer de kerck,

Irmo= ►NIXAZ: d. Ls „gelultldge zielen " Ma Jas. VI. ded.a Towers voor „tpraken, talen "

Page 792: vondel. - DBNL

748 TER BRITILOPT VAN P. NOOMB EN B. A. RAM VAN SCHALCKWIJCX 1656

En roept den hemel aen: 0 Godt, op uw behaegen13 Verwacht ik mijne Bruit te kennen door een merck,

Dat my gebiet mijn trou en jeught haer op te draegen.Indien my dit geluck gebeuren magh, 0 Godt,

'k Verbindt me aen uwen dienft, te kleen voor zulck een waerde,En wijde U d' eerfte fpruit, uit dank voor dit genot,

2o Den voorfmaeck van uw heil, een zaligheit op d' aerde.Zoo bidt hy, en ziet om, vol yvers, naer 't poortael,

Daer komt BEA.TRIX met haer moeder aengetreden,Gelijck een morgenftont, en voert den morgenftrael

In 't voorhooft, en een' glans van fchoonheit en van zeden.as Het blonde hair om 't hook de lely en de roos,

Vol levens, en vol geurs, op lippen, mont en kaecken,Getuigen hoe Natuur den morgenftont verkoos

Tot voorbeelt, om door deze een edel hart te blaecken.Zy hoeft geen tuifel, noch geene uiterlijcke pracht

30 Van rijck bordnurfel, noch gefteente, noch gewaeden:Dees fchoonheit, rijck genoegh, en in haer voile kracht,

Dit lichaem, fchoon van leeft, ontleent hier geen cieraeden.Maer als_zy voor 't altaer godtvruchtigh nederknielt,

Zich zegent met Godts Kruis, en toegevouwe handen,as [Isere oogen flaet op Godt, die al 't gefchapen zielt,

En d' oogen fchooner dan de zilvre lanipen branden;Dan fchijnt ze hem geen inenfch, maer eer een Serafijn,

Wiens gloet zijn hart ontvonckt. 0 fterfelijcke menfchen,1Vaer ben ick? wie verfchijnt my hier in dezen fchijn,

40 Gewis een Zaligheit op d' aerde, om na te wenfchen?Zoo fpreeckt hy, en een galm van 't heiligh kerckgewelf

Schijnt hem, album en ftil, te luifteren in d' ooren:Dat is uw halve ziel: dat is de lieffte zelf,

Uw Vryheerfchap door 't lot des hemels toebefchoren.43 Nu ftaet by, als verruckt, vereenight zijn gebeen

Met haer gebedt, en zangk, en edele manieren.Hy wieroockt Gode in 't harte, omdat hem dees verfcheen,

Die alle harten treckt en ketent aen haer zwieren.Zy rijft eerbiedighlijck ten lefte, aen 'a moeders zy,

so En fcheit van bier, en daelt vau d'ingewijde trapped,Vol aendachts, onverzaet van 't feeft en jaergety,

is Eli wfide u d' utile /Fad: d I.: „en breng mid.' ondfte kind op soar deli geesteldken Rand "ss-sr lounge berebrdring saner feboone jonkvronw Het febUnt met Rooms gagman to zijn ale met

Erombalek, die oak in de kerk kennis maakte met sijn melajen. Zie Deal II, Ms. 192u JOU voor „beziett."44 VW Vrilturiehap • dit woord dolt hies een vrU kluebtige nitwerking Dat Vondel self den Brni-

degom shins betytelt, kon or nog door offehoon het woord altoos in een brief meer op shepleats ware geweest dan In een gedieht; — dooh dat hy een onbekenden gains, d I. „eenitem nit den hoogen" — vergellik vs 14 en 47 - dna laat fpreken, is wat heel sonderling

es Hoar names voor „goads manieren;" want nam men het voor 't moor', van seer, „trek,dread, flinger," den sod 't joist goon kompliment sijn.

Page 793: vondel. - DBNL

1(56 TER BRITILOFT VAN P. ROOMS EN B. A. RAM VAN SCHALCKWIJCII. 749

Gevolght van 'a Rijeka Baron, op 't (poor van haere ftappen.Wat dienften vallen hem te laftigh, om haer gunft

Te winnen, dagh op dagh, en d'ouders te beweegen?as De wackre Min is kloeck, en afgerecht op kunft

Van vryen, doer men hoopt op dien gewenfchten zegen:Die valt hem in den fchoot, op 't itemmen van haer' wil

Met zijnen wil en wenrch:* en d' onverzierde HymenGeleit de bloode Bruit, nu root van fchaemte, en ftil,

ao Naer 't kuifche Bruiloftsbedde, op feeftmuzijck en rtjmen.De fpeelnoots zingen: Schep nn moedt, o fchoone Maeght:

Wy zien hoe d' Engelen uw ledekant beftrojen,Hoe 't hooge bruiloftsbedt de Rijcksbaronnen draeght,

Waervoor d' erfvyanden van 't Roomfche Rijck verfchojen.Gs Zoo mengen Schalckwijck zich, en Arelanderveen,

De Leek en oude Rijn, als trouwe nageburen,Oudtshoren, Egmont, Nooms, en Rammen ondereen.

Zoo kan de ftam en 't huis den grijzen tijt verduren.De Lente noopt uw Min, en lacht u weeligh toe,

to Terwij1 ze 't jaer belooft met vrucht en ooft te kroonen.Uw liefde bloeje en groeje, en, nimmer kuffens moe,

Verbinde u met een' bant van dochteren en zoonen.

is gatolght can '8 Alas Baron. 'a Mks baron is letterlgk. „de Baron des Mks," gelqk 's R(1kskantelier „de kanfelier des mg,- '8 geeing: legineester „de hohneester des Boning.," Peterserigenocen „de erigenaam van Pieter," ens is, in al welts nitdrukkingen 't lidw. de de kreehtheeft van „de eenige. by nitilniting van anderen." Bach den soil by gevolg Noma de eenigeBaron geweest sijn, dies 't BUIL toes beset, wet niet wear, en ook geenssins Vondels Woe-ling was.

ss ffeneersierde Hymen• ,,een Kristelgt hurelijk," geen ..door heidenen versonnen hnwliPtsgod "so Verfehefen Toot* „wegituiven, heentaiven " Behooien en Menem sOn in den grand hetse1rde en

een fekeoier Is lemand, die lenge den weg „fehnift." Zia o a bet eangeteekende Deel I. biz195 op gehte-/stoop.

Waren de beide voorgaande gedichten aan de vreugde gewijd,een treuriger oorzaak had een ander, 't welk Vondel omtrent dezenzelfden tijd vervaardigde. Op den 2d00 Mei had een brand, in eenbakkers-woning ontftaan, en fpoedig in felheid toegenomen, deRijksiad Aken byna geheel in asch gelegd: zoodat er, volgendsde getuigenis o, a. van Aitzema, nooit van milk een brand gehoordwas. Vondel bezong dien aldnq:

Page 794: vondel. - DBNL

KLAGHTEOVER

DEN ONDEItGANOK

D X

RIJCKSTEDE ADEN.

PUTT ILIUM.

NaTErtruacKE afkomft van Pipijn,0 groote Karel, in wat fchijn

Aenfchout men binnen hare wallen,In d' arch de fehoone Stadt gevallen,

Die uw gebeente, en arch, en zwaert,En Keizerlijcke kroon bewaert?

Die duizent jaren opgeklommen,Door zulck een fchat van heiligdommen,

Ali zy godtvrnchtigh in haer' fchoot10 Geborgen houdt, in vier en noodt

Van brant, geen noothulp te vinden,Toen d' Opperfte met al zijn winden

De vlammen joegh van dack in deck,Van ftraet in ltraet, van rack in rack?

18 Waerom verweckt ghy haer geen troofter,Deer vraetigh vier kapel, noch kloofter,

Noch Kerck, noch uw gewijden domVerfchoont, en, zonder bus en from

En vyanden en oorloghsvaenen,20 De burgery, in ronwe en traenen

Gefmolten, al haer have en goet

sot: mm. d. 1: „Troje Is geweest." Zia den. 11a 0 rage Zara. men west, dat sich het grat van Karel den Oroote te Aken bevIndt4 IS d' sick Mater: is sees. Zeta ken seer goad is de each vallen minder enders khade den vuii

te worden; maw wet is of tee each mat, moat sent verbrsndas Bock is bier „wIjk, ltreek." Zle BILDERDIJL, Gejl In I,

750 1656

Page 795: vondel. - DBNL

1656 KLAGHTE OVER DEN ONDEROANOK DER RUCKSTEDE AKEN. 751

Verovren ziet van eene gloet,In roock en fmoock en ftof verteeren?En was dees neerlaegh niet te keeren,

25 Door zoo veel wieroocks van gebeen;Wen 't volck, rondom de mnren heen,

In 't velt en op 't geberght gevloden,Al fchreiende, en half doot, de dooden

Geluckigh achtte, die, bevrijt30 Van alle ellende, hunnen ftrijt

Volftreden, en geen nootdruft hoefden?Och, puinhoop, daer zoo veel bedroefden

Op fchreien, met een' vollen krop,Gelijck voorheen de naeckte Job!

33 Och ander Troje, weeldigh AKEN!Geen torts van Sinon flack uw daecken

En huizen aen, by maneichijn,In uw en droom. De Maes en Rijn,

Van 't licht der zonne klaer befcheenen,40 Vernaemen uit uw deerlijck fteenen,

En kermen, en verbaeft getier,Hoe droef ghy van uw eigen vier

Verbrande, en doocken in hun killen.Wie zal, 8 droeve, u weder tillen

43 En heffen op den gouden troon,Die 't ROck van Rome zijn gebo8n

Plagh voor te fchrtiven? kroon der fteden,En badtftoof, die ontelbre leden,

Geneeft en zalft, wie zalft u nu?so Wat troofter biedt de hant, om u

Te helpen, Koopitadt, koperoven,En ambachtswinokel, hof vol hoven,

Die midden in de bergen laeght,En Gode en menfchen zoo behaeght,

53 Wat leert ghy uwe nageburen?Betrout op burgerwacht, noch mnren,

Op ftercke toorens, noch gewelt:De hemel heeft n tilt geftelt.

Geen leger hoeft u t' overwinnen :oo Een vonck, uw vyant, fchuilt van binnen.

es Met ewe golfer krop: d. i „overkropt van droofheid."88 Weeldigh; d. Ls .,weelde, rekdom besittende," ale meerrnalen.88 NM*: tie Vim di Oar Deel V, biz. 163.44 'S ROCh sea Rome voor „t Roomfehe of DnitfehaKelserrek van Karel den Groot° en diem saute

opyolgera."as Xoperoeat• even ale om sen baden was toen reeds Akin om zen koperfabrieken bekend.is Behaeght om 't rem, Wet alleen oblate de teal behaagde; maar ook de reden , want due

onmIddellek na den brand kon Aken Met behaaglek meer sen

Page 796: vondel. - DBNL

752 VONDELS LEVEN. 1656

De oorlog tusfchen Frankrijk en Spa* duurde inmiddels voort,en de grenzen der Spaanfche Nederlanden werden bedreigd doorde Franfche troepen, toen koning Filips IV tot Landvoogd aldaar,in ftede van den A artshertcg Leopold overzond zijn onechten zoonDon Jan van Oostenrijk, door hem, zoo men beweerde, verwekt byde fchooue tooneelfpeelfter Donna Maria de Calderone, en op den7den April 1629 geboren. Reeds in zijn vroegfte jeugd had de jongevorat, even als voorheen zijn doorluchtige naamgenoot, blijken ge-geven van buitengewone veldheersbekwaamheden, zoo in Portugal,wear hy by Lungone had getriomfeerd, als te Nape's. welke ftadby in 1647, op achttienjarigen leeftijd, tot geboorzaamheid had ge-bracht. Ook nu, den 11 (len Mei te Brusfel aangekomen, deed hy inkorten tijd de zaken een gunftigen keen nemen; rukte tegen deFranfche legerbenden op, die Valencijn belegerd hadden, en wistdie, na twee vruchtelooze aanvallen, by een derden, met behulpvan een uitval, door de belegerden gedaan, ten eenemale te ver-flaan en te dwingen, zich. achter Quesnoy terug te trekken. Het wasover deze glansrijke overwinning, dat Vondel, wien de belangender Zuidelijke Nederlanden thane byna even naauw, en in fommigeopzichten, door geloofsverwantfchap, nog naauwer aan 't hart Bin-gen als die der Noordelijke, den navolgenden zegezang aanhief:

Page 797: vondel. - DBNL

1656 753

VERLOSSIN GE

VAN

VALENCIJN /

DOOR

ZUN $014111OKLIJCICE 11000REIT

D. JOAN VAN OOSTENRIJCK.

PUGAT NII11/18, SOLREQUE REDUCIT.

B Staet van's Koninge NederlandenOntftelt, zagh over 't hoof van 't volckOpkomen eene donckre wolck

Van oorloge, en 't bederf voorhanden.De legerfpringkhaen deckte 't velt,

Verflont den oeghft, en 't weeldigh koren,De lantzaet gaf den moedt verloren.

De Welvaert vlughte voor 't Gewelt.Trompetten, trammels, en kortonwen,

to Gebriefch van paerden, veltgefchreyHet krijghsvolck voerden aen den rey,

Om d' eedle Bruit van fienegouwen.De Stadt en lagers ftaen in brunt,

En roock, en fmoock, en buskruitnevels.Is De blisem itraelt op muur, en gevels,

En wal. Het weerlicht over 'Clant.

FIJOAT MUM 1101.111141111 itsimorr: d. Ls „hy verdrüft de wolken en voert de son terng.' Ziedm I. 147.

s De Werjyringthowsi *sal geatted voor „do phinderslee foldaten."a'1 Wireidert tem veer „'t Me toren." Me hetaelfdo woord In 't last* voorgsande gedieht.is resod= doe dos rey. dichterlijke ultdrnkking voor wet in de vended bibles sot: „tegonnen

den times."Is if gals Brea ea* Hessegemma: „de tad solve werdt bier bodoeld." Neersaalenwordtomi pleats

of andere belangifte soak, wefts sneer dan son mededinger poop in stun mold to vortragen,by ones (Outran met dlea seam vaa brwid betyteld.

TAN a TAD! VOIDEL TT 48

Page 798: vondel. - DBNL

De bodem davert van den donderDer elementen, die om ltrijtHier woritelen. Het aerdtrijck fplijt

ao Tot zijnen navel toe van onder.Het ltormende onweAr dunrt. De maght

Der Staetzucht, die de Vrede dompelt,De rust der weerelt overrompelt,

Stont tweewerf pal, en in haer kracht,25 Tot datze voelt den ltrijt hervatten

Met grooter moedt, de derde mad,Waerop, voor 't fchitterende ltael,

Haer benden van elckandre fintten.De Heft, na 's vyants nederlaegh,

so Gaet ftrijcken met de krijghsltandaerden,Gefchut, en roof, en wagenpaerden,

En vaeght veel fteden van does plaegh.Men zuchte eon ganfche maent, by duifter,

In die benaende lncht, om trooft,33 Tot dat de glans van 't helder

Ten lefte doorbrack met zijn It:MenToen Tiara de Zwaen van Valencijn,

Niet meer gefchut voor dam en finizen,Verhenght het bloedigh Schelt afbruizen,

40 Met '8 008TENBIJOBERS zonnefchijn;Terwiji in daze blijde ftraelen

Haer buren, Ryfeel, Samerijck,En 't Dude Doornick,, to gelijck

qaer adem en haer hart ophaelen.as roy zingt, daer zy den PRINS ontmoet,

En bniten d'ope poort bejegent:O 0orloghshelt van Godt gezegent,

Ry binnen, op 's verloften groat.Ry binnen, die aen 's Vaders kroone

so Twee per/en hechte, door beleitEn onverwonnen dapperheit,

Te Napels, en to Barcelone.Longone danckt u voor us. denght,

Herftelt in d' onde heerfchappye.u Voor nwen arm bezwijckt Turckye,

Dat op de zee n laegen leit.

n Dorydt. bast liter senvoudig soar dons (waarsan 1 het frequent. is), d. i.• „nitdooft." Te-genwoordig wordt dowel's Islet gebengd den net eon byvoeging, ales „hy dompelde de krnikender 't water," ,,by sit in ellende, in (Innen ronw gedompeld "

as De glass yes 1 holder Oeft Toot „Don Jan, de luster van Oostenriik." Vergelgt vs 40.sr De swan nu Valences: de dad voert aen mean In beer wepess...as Beer odes on hoer here ophalen Ton „frfatehen mood teheppen en Web verbeugen "as Imogene: eon pleats in Portugal, wear Don Jan getriomteerd bad.

754 VERL088INGE VAN VALENCIJN. 1656

Page 799: vondel. - DBNL

Het Neerlant bout zijn ruft en hoopeOp nwe vroomheit, na vael fmart,Onthaelt u met een danckbaer hart,

cp Opgaende Zon van 't droeve Europe!in Nit Nedriaosh ongewone, doch taalkundlg onberlapellIke ultdrukkIng. Haar V blUkt Mon:code

de gpaanfehe Nederlanden to bedoelen Vorgelljk vs 1 hterboven, vs 16 van 't volgonde by -fohrift en vs. 16 van de daarna volgende gikklaght, waarin by van het Roxissge Neerlant fpreekt

se Het beeld van NM (Zenker °swear, dot voor eon nit het Oostes opkomende Zen verdwljnt, 16in MI dlehtltak *feria volgehonden

Nog fchreef hy by de afbeelding van Don Jan deze regels :

OP

WIT KONINCKLIJOKE H00GI1EIT,

D. JOAN VAN OOSTENRUCK.

In zagh de Deught zoo heerlijck oit naer 't leven,Zoo vroegh dusrijp, zoo jongk in top van eer,Als deer ze komt met haer gevelde fpeer,

Voor Valencijn, door 's vyanta legers ftreven!Duo hanthaeft hy, vol moedts, zijn Vaders

kroonIn Nederlant, Longone, en out Sicilje,En Catalonje, en Nape's, daer Caftilje

Nu wafter zit en vreedtzaem op den troon.Wow 008TRADWOIE dus opdaeght, met zijn hoope,

to Deer vlught Oewelt en Oproer uit Europe.

• 1 Don Jan had OnderNMehiene bewüzen van AM kloakhold galena, on o. a. in 1647 het oproerto Napoli bigenalld en 1146 Ouch van Rai& admit' beveGIIVI. 1

Onder hen, die, by het ontzet van Valencijn, aan de Spaanfchezijde gevallen waren, behoorde ook Don Antonio de Gamarra, zoonvan Don Eftevan de Gamarra, Gezant des Konings van Spanje17 tie Staten. Deze zonden Huyghens by hem om den ronw tobektven, en Vondel deed dit laatite met het nevensgasnde gedicht:

....■.•••■■•

1656 OP D. JOAN VAN- OOSTENRIJCK. 755

Page 800: vondel. - DBNL

756 1656

LIJCICIEL ACHT

OVBX

D. ANTONIO DE GAMARRA,

KOLONEL VAN BEN BEGEMENT PAERMIN,

LOON VAN MN 7AXOELLENTID

D. ESTEVAN DE GAMARRA,

Rain an St. SAW' tau,

KRUGNERARY, EN ALGER:ERN VSLTREER VAN ZIJNE KATI10141010l

NAIRSTEIT, BLOYVOOGHT VAN GENT, EN GEZANT BY DE

HODGE MOGRNDI HERREN STAVIN DER

VZSEENIORDE NEDERLANDEN.

OSTENDENT TERMS BIJNO TANTUM FATA.

u leght ooze oorlogbabloemANTONIO, die brave, hedenVerwelckt, ontijdigb afgefneden

Van 'alcove= Amick. 0 roamEn ongewisfe fchijn van 't leven,

Geen eigendom, maer leen,Den gob en queen gemeen,

Terwijl de vroomften d' eerie &eventDit heoft van zoo veel volck,

OXTBIDINT !XXXII, oArt.: d. I.: ' ,hat noedlot sal desen :dot dan maw roar son korte Ill aan1 aardrIk yerronson." Ms Am VI, Me, wear 'I op Mareenas gent, on Thy. at ay., Dool Vbla. WA

o DO hoqit can too oat ooktt veer ,,dera bevelhobbar van soovole krUplieden." De nitdrnkkingIs oehter nosh dlchtorlfk, nosh goIntklg; daar no ear aan eon „be:ado:hood:I" (loot denim, danaan son ,,kolonel."

Page 801: vondel. - DBNL

1656 LIJCKKI.AOHT OVER D. ANTONIO DE GAMARRA. 757

to Een flaghpen aen den redden vlogelVan it maghtigh heir, zagh kling noch kogel,

Piftool, noel' (peer, noch dolck,Noch w.11en aen, noch krijghskornetten,

Om met zijn dappre hantI 3 I let Konings Nederlant,

Voor Valencijn, by nacht, fontzetten.Zoo komt de jonge leeu,

Voor zon, nit zijnen leger brullen,Woefttjn en wildernis vervullen

la Met zijnen nuchtren fchreeu.De voncken branden nit zijne oogen.

Het felfte tigerdierMoet zwichten voor dat vier,

En deizen, weer hy komt gevloogen.23 In zulck een' gloet en fchtjn

Verfcheurt hy vaenen en geledenDes vyants, die, dus of erftreden,

De zwangre karrabijnQuam op zijn' boezem los to drucken,

30 En fchoot hem d'arrempijp,Te vruegh ten oorlogh rijp,

In 't barnen van dien storm, aen ftucken.Zoo baent hy Ooftenrijck

Den wegh ter ftede in met ziju benden,35 Die over 's vyants neerlaegh renden.

GAMARRA, 13 vroomen wijck,Ghy fterft voor uwen ouden Vader

Te jong, die aen de KroonZijn eenigh pant, en zoon,

o En erfgenaem (wat raeckt hem nader I)Zoo milt ten beften geeft,

En fpreeckt, al fcbreit het lant om 't deerlijckft:„Dus offer ik mijn bloet op 't heerlijckft:

„Hy ftorf geenzins, maer leeft."o De brave Pallas quam Evander

Dus t'huis van zijnen toght,Eer Troje prijs bevocht,

En won met zegenrijcken hander:Maer dees Kornel verwon,

usit an Ilaglipes aen dos realms Wogs; Vas 't maglaigh heir: dose fraale on fchilderachtige un-dratting vergoedt dabbel wet de vorige to wenfeben overilet. De aanvoerder caner ruiterbendsby den redder Mengel ken in der dead een.flagpen aen Men views: genoemd worden.

Is liff dosing. Nederiaat voor „de Nederlanden, dle ender den Zoning (van Spanje) dean," in te•(entailing met. „bet vita Nederland."

is On alf*IM lager: logy wordt bier ni t mann gebesigd, als men by een oppervlakkige lasingdenten sot, maw teat In obi. Zoo b. y. met des swords, vas den paarde, ens.

m Panay: de soon van Evander. — Zie Virg la Oar., Deal V, bls. 301. 307, 337.

Page 802: vondel. - DBNL

758 1.IJCICKLACFIT OVER D. ANTONIO DE GANAREA. 1656

50 Zoo lang voor 't fterven en doots vlaegen,Zagh eerft de zege in 't yell opdaegen,

En rijzen met do zon.Och, had bet lot der ooreloogen

Dien trouwen Helt gefpaert,53

En, neer zijn vaders aert,In 's vaders ampten opgetoogen;

Wet vruchten had het RijckGenooten, noch een ry van jaeren IBeftroit met onverwelckbre blaeren

co Dit zegenwaerdigh lack.„Al wat ter weereit leeft is lterfelijck.

„Het lichaem fmilt, als was:„De zerck beftulpt onze afch:

„De Deught alleen is onbederfelijck."

Op den laatlten July van dit jaar was het een eenw geleden, datIgnatius de Lojola, Stichter 'van de orde der Jezniten, geltorvenwas, welke gebeurtenis in de kerken der Roomsgezinden, althandsvoor zoo verre die bediend werden door Priesters der Societeit,plechtig werd -herdacht. Vondel, als wy weten, seer aan die Ordegehecht, ken niet nalaten, een voor hem zoo belangrijk herinnerings-feest to bezingen, wat by in den navolgenden fraaien lierzang deed.

Page 803: vondel. - DBNL

OP

HET EEUGETYDE

V A N

DEN H. VADER

I GNATIUS DE LOIOL A.

MISSUS IN IMPERIUM MAGNUM.

u komt het vrolijek EeugetyVan belt IGNATIUS ons leerenDen ongelijcken ftrijt van Heeren

En knechten tegens hun party.Boort wacker toe, en flaet uwe oogen

Op dees flaghordens, die by fteltEn plant, een ieder in hun velt.

Hy geeft u keur van oorelogen.De Vorft der belle flaet de trom,

to De groote Vorft des hemels merle.I'Vie zich verbinden wil by eede:

Men geeft u keur van Heerendom.Verkieft de Maen, die licht verandert,

Het merck van 't heiloos helfch gefpuis:

Misers IN IMPERIUM MAGNUM: d. i.: „in een groot rijk gezonden." Zie Am. VI, 813.volgg.: De aanhef van dit gedicht float op Lojolaas vroeger dot by aon het ITof vanFerdinand den Katholielie in ydelheid en lichtzinnigheid doorbracht.

8,4 Heeren En knechten: to weten, die niet met, maar tegen elkander ftrijden, en alum over onweder elkanders party zijn. Dat door de Heeren bier „God en Kristus," door de knechten daar-en-tegen de ,,Maehten der Hel" verftaan worden, blijkt uit het vervolg, — zonder hetwelk ditbegin onverftaanbaar ware.

19 Heerendom: een vreemd luidend woord, maar even goed els „engelendom, jodendom." Overden uitgang dom en zijn beteekenis zie IlUIDECOPER, Pr., D. II, biz. 484.

13 De Maen: het veldteeken der „Turken," en due, in Vondels oogen, ook dat des „duivels."

1656 759

Page 804: vondel. - DBNL

760 OP HET EEUOETYDE VAN IGNATIUS DE LOIOLA. 1656

13 Of volght met yver 't heiligh Sruis,En Chriftus zegebrijeken ftandert.

De loon is ongelijck. De BootIs 's afgronts loon, na laftigh ftreven:Maer JESUS fchenckt het eeuwigh leven

20 Zijn' foudenier beproeft in noot.Hoe ydel quyten 's afgronts Haven,

Geketent van den duiftren nacht,Zich in dien oorlogh, op bun wacht,

Verblint door glimp van valfche gaven I23 Wie dus bedrogen, nicht en hoopt

Op 't hooghfte goet, wort met verlangen,In 's grooten Heilants dienft ontfangen,

Indien by ruftigh overloopt.Zoo vliet LOIOLE uit 's weerelts benden,

30 En wiffelt wijs den wapenrockEn 't flaghzwaert om een py, en ftock.

Hy gort een' zack om zijne lenden.Hy voert godtvruchtigheit en tucht

En letterwijsheit in de fteden,33 Verdrijft de woefte en wilde zeden,

En duifterniffen van de lucht.Nu ziet het Roomfehe Itijck Godts vaenen,

Op deze kercktrompet, zoo hooghGevloogen, als Been arent vloogh,

40 In Ooft en Weft, by d' Indiaenen.De kercken rijzen, nieu gebout,

Tot aen de lucht. Ontelbre zielenVerhongert voor het Manna knielen,

Dat eeuwigh haer in 't leven houdt.43 De zekerheit des heils, daer boven

Te fmaecken, buiten zielgevaer,Ontbeert by gaerne, om Godts altaer

Te bouwen, hier van elck verfchoven.Zoo wenfchte Mores tilt Godts boeck

so Gewifcht te zijn, en wettige orden.Zoo wenfchte Paulus zelf te worden,

Om Jakobs zegen, ieders vloeck.

It De ken: yr., als meermalen.u Wie dee bedrorece• d 1.. ode, na het ydele Tan 's wserelds good en beloften to hebben leeren

kennen.•40 volgg. Wendel kept him aim Lolola at de yordlenten toe, die sea orde slob later verworven

heeft. In sea eenwdIoht op hear Mater was dit den diehter dan ook wet nettled.*Ma Vats: „Om Gods sere to ♦ennearderen, sot Ignatius des needs Min often goluksaligheld

hebben opte5fferd." Het gosegde klinkt yreemd, selfs eentgaing prohan, doeh Mach sUn ophel-dering on rechtmurdiging In de yerrolgens aangehaalde woorden yam Hoses en Paulus.

ee Verfahowes voor „mutt," als meerwalen.gkes T. w. as de aanbtddlog an 't tendon lalt. ZIe Elrod XXXII. $2.11,11 Me Roes, IX 3.

Page 805: vondel. - DBNL

1656

OP HET ESINEETYDE TAN HINATITIS DE LOIOLA. 761

flainalsigli zagh hem PumpsloneGerdweten, en in 't hart gewont

as Van znivre liefde, um dus gezontTe dienen, onder 's hemels kroone;

Nu ftraelt hy nit de wolcken neerMet eenen glans van grooter waerdeDan Nerius dit hoof op d' aerde

se Van licht omfcheenen zagh wet eer.Ghy die ftantvaitigh hebt geftreden,

Waer 't godlijck heir de trammels roert,Dat Jaws naem in 't vaendel voert,

Befchut uw benden hier beneden.

as Pawlooser Loyola warden by het befog van Pampelona beide beenen swear gewond. Mt ydel-held net by hot sew been, dat stet good geed was, op deny broken om bet weer reed tobrim. Terve hy met dose tweed* beenbrenk to bed lag, kwam de gedaebte by hem op anbantam onder de armen to yardman, Adder der H. Kaagd to worden, en slosh verder aanweaken van banished to widen.

as Ihrbit illIppus van lied, eon Parentliner, die, to Repels tot den koophandel opgeleid, desen♦aarwel adds en deb op an add on dertafte Aar In den geostelOken boat begat BO ftlehtteto Remo de hangnails der PrIesteren van bet Oratorio, en alert op den Sakramentsdag van'tier MO, in toubtlijartien onderdom. In lin ward by gekanonbeerd door Pans Gregor's.XY. Les naarklibeld in het gebed was folder ongelooger, on by braeht forntOds ward' aeh-tersenvelmade um dada door. Ifisfeblen sal by eon deriders gelegenbeld de verrukkingbaba)* ends warden, wawa by Ignatius verfehOnen sag, 't lapel van light ongasald, tens Oat as ',Gordon or d' nerds moot= sanduiden, Sat by hem by an lever aides ontmootte.'t SIM intuabrhen era bier wederem, wet al bysonderbedal, walks men Wei of naanwlOks byfehrlfvers aantreft, sun V. bekend waren

Page 806: vondel. - DBNL
Page 807: vondel. - DBNL

NA LEZINGEN

AANTEEKENINGENOP HST

ZESDE DEEL.

Page 808: vondel. - DBNL
Page 809: vondel. - DBNL

NALEZING EN AANTEEKENINGEN.

Biz. 3 Hnsainrre DE BOURBONS ONTSTELDE GROOTWOEDIOBEIT. — Van dit gedicht, enhet volgende op blz. 5, verfcheen ook nog een tutgave in U 40.„ waarm echtereen vaersjen op de Konuagh-clooders vats Engelandt voorkomt, geheel verfchillendvan dat van Vondel op blz. 7 en aldns ltudende

Is dit de Godts-dienft, die de Soningh fcheen to weeren 9

Is dit de Snyverheydt 9 Is dit Independeress?Ghy kept de Halfen af, by Panfen maer betrapt,Dit is eon Rubicon, by tuemandt over-Rapt.

Eoodt van bet Heyligh Bloed, paint nyt Koninghs Aders,Haelt vry de Jooden in, ghy over-boeft hnn Faders,

Indepeadeats to zljn, dat is Anababtslis ,'t Welek looter is els 't Joods, en looter ale PaptIts

Thom fpeelt het fpel van Jan, het Mosiller-menfds van Leyden'K lie London =eh voor hem een Easy toe-bereyden.

'K fie Meq/ler Peters, d' Aep van Krupperdollusghs Pots,Is 't opfen Engels niet, haelt hangen op fijn Schots

B1 z. 8, reg. 4, v. b.Eintaphstun van Dr I Dorislaer, enz — De algemeene tytel van ditfchotfchrift bids ale volgt• Epitaphstan ofte Graffchrift van Doctor Ileac Dor:steer,jinnenfpreacks wife usgeflelt by de Seer Vraagh-al, ende beaniwoordt door denoverleden. In 't Jeer M.D C %LI% — Ter keerzyde van den tytel ftaet, hetmotto: As nefcis lenges Rsgsbus elb manta? (weet gy met dat Komngen lengeamen hebben 9)

B1 z 61, reg. 4, v. b. — Ale een knrienze bydrage tot de kenms van het karakter ende zeden diens tijds, last ik bier een hekeldicht volgen, dat niet van de onaar-diet in Am foort is, en m een verzamelmg tnsfehen andere gedichten vanVondel voorkomt. In ellen gevalle zal het verre wag den meesten miter lezersonbekend min

DX WIUDERN 'Al , TAI VOIDIRL 7, NAL= & AANT 1

Page 810: vondel. - DBNL

4 NALEZING EN AANTEEKENINGEN.

ONBESCHEIJT

OVER DE BELEGERING

VAN

AMSTERDAM.

De heele achterbnyrt die raeckten aen bet hollen,Voor Lunt's Puttens deur, dear befje fat met knollen,Biep Teunts Tewthren aen Ian-oom over !treat,Wat ben je eon Prince-man, of voor de Vrtie Jlaat?

IIck leaf en fterf voor 't Landt, fey d' ander buyrman, Tennis,Al wat de vader wmdt, to nunfte voor de fenn is:Het Spaanfe juk was ons to laltig op den nek,En llollandt is gewent, to fluyten Pelf het hekDes Vry-gevochten Tnyns. 't Belegeren wel veer BetVan Antflerdam, ik ken de Prins voor onfen Heer niet.By ftaat om Sonverain to ztjn, fprak Snout de SokDat's Crime Majefleyt) fey Flores in de klock,By wacht hem voor de gyp, ick vrees het fal hem beet zijn,Ick hoor fe t Arnfierdam ten oorlog klaar en rest zijn:Men mant het Mustier:1kt, men fchanft den Overtoom,Haar fehepen zun met yolk al kruyffend' op de ftroomMaar Maarte Tromp, fey Ioqll, leyd met hjn vloot op 't Pumps.Hoe nader hy de Stadt, hoe nader by fijn ramp is,Verftond SrifpOn van Aa(11. Maar lean Louys van Lusk,Ie croy, dit El, qua tromp, hang na is vent fijn hnyk,Malheur fait ennemsa, gelnk mask bonne vnendenAl gingt'er averechts, ick diende then ick diendeThep Stbert brand, de Gass. 0 Smte Maarten help,Ora pro nobis, och' wy krnypen in eon fchelp,Kreet Valenajn van Hu(Il De Staat begint to kraken,De Spaanfchen Ambaffaat, die het hem deur gaan maken.Sprak Robbert van de Vecht, och' och' verraat, verraat!Een yder wapen fich, al eer bet is to lastWel onbefchoften blood, wat vlaggen fon'me keeren,Orangte, of Borgoenst Wat's dit voor argeweeren 9

Sprak Trouwe Gilles. Leas' riep Teuntje van'er oriel,De Prins is Spaans gefint De drommel heal de fie!Die 't Naffonws bloedt beliegt; hy foekt het Land to ruymenVan die Lands-dieven, the 's Lands middelen befchnymen,Sey lop de Sleenaar lees en Aart van AmIlerdantOntkendent. Wouterbtair, den bakker in den Ram,Die ftreek fljn knevel op, 't is nn gem tildt van kijven,Want foome banden breekt, verlooren zijn de fchuvenWy krugen elck eon fchnlp, en Willem d' oegfter flat:'t Is op de Herders eerft, en dan op 't fehaap gemikt:

Page 811: vondel. - DBNL

NALEZING EN AANTEEKENINGEN. 5

't Vervloekte Lowe/ler befinyt alree de belle,Maar d ander hoeden wy en Hollands fterke Vaal,En brave bnrgery, Soo dwong men Barneeelt,Die tronwen Patriot, en fchiltwacht van 't gewelt0 jemy dat's gepraat, fey LainOes man, de Niel',Is 't Arnuaans gefpnys 9 foo boorenfe met vnjer,'t Is foome Neeltje Klaas noch gifteren vertrock,De Prins wil overal pan halm nyt den hock,Wie wpm twill berokt, wie 't Landt oyt heeft beltolen,Hy eyfcht inter rekening Wie heeft hem dat bevolen 9

Biep Klan* de keyper, neen, leyd op eon and're moor,De Prens heeft An,, ilerdans eon weynig maar voor fnoer,Om en hear vleugelen, en groodheyt wat to kortenDat fal hem nyt fijn Rod ter mute neder !torten,Verftond laas de Snit, och, och! en acht hy nietDat London noch bebloedt van Karel &lard Piet?'t Begin was niet too greet; och, ochl is 't hem geen fchrikken,Wanneer by Vrankryk fiet van inlanclfche oorlog bhkken'Dat gent de Prins met aan, fprak Gaut van Schravendeel,Hier heeft geen Keening met lip Parlatent krakeel;Hy voert fijn left maar nyt, gefonden van de Staten.By voert Ban lull maar nyt, te dwmgen met foldatenOne, die, met gelt en goedt, in oorlog en in Tree,Het Landt befemnwden, fey locluan. Wee, 8 wee'Biep anwe Poets Slaw, och, ocb! me maakt vaft 't voetpad,Om one in dente Tree te fatten in een bloedtbadt.Geen Spangiaart was too quaad, och dat iek dit beleef.Ochl 't is om one te doen, fey 00e, en fe keefSoo op de vrome Prins, dat Lannnerts-feun, den dreyer,Flux van de folder clam; hoe, feyd hy, dear me vayerSen leven voor verliet, het &angel van one Land,Wort die van dit gebroed, Ian kepi, nytgebrant;Om dat by hear begeert, die met de vyand henlen,En met den Portugees, Brefilie doen verfmenlen 9

Miljn blued is voor de Prins, en vnyften voor die leftSoo wierd den troop geffshenrt, en 't praat-fchool wet gefnft

Het gnaw dat meldt fijn hart, en hartelijk verlangen,De Burgery verfncht, met nat-bekrete wange.

Want Godfdienft, en 'a Lands Stoat,Goon fpotten toe en last.

Biz. 65, OP Mr TAPErnmvps, ens. — In een allegorifehe voorftelhng, door den Pfendo-dichter Govert Bidloo tot hulde aan Vondels nagedachtems vervaardigd, enwaarop 1k to zijner tijd sal terug komen, wordt gezegd, dat aan Vondel door verfcheidfsn Vorften giften verthenfedyk warden gefchonken, o

Van konnw Vorilinne Mediae,Van genie, Manta en Trier

Men ken limit &Belden, dat onze dichter voor 't veers op het Tafebulver, heteenige dat by aan den Bisfehoppel§ken Kenrvorst opdroeg, eon vereering ont-

Page 812: vondel. - DBNL

6 NALEZING EN AANTEEKENINGEN.

ling — Of dear echter op that was wy by Brandt lezen 1). „Zeeker geeltelgiKeurvorft, Bien ik my &team te noemen, befehonk hem, over 't opdraagen vaneen treffeluk gedicht, met arme vuthen of zestien guldens," dan wel of Brandteen der andere Kenrvorlien bedoelde, is my met bekend. Zeker was de giltmet verchetillelyk te noemen

B 1 z 67, reg 14, v o Cornelis Mulch — In een verzamehng, die de anthentteke druk-• ken van een menigte van Vondels gedichten bevat, vmdt men de beide navol-

gende fclumpdichten op den Grittier Rinsch, welke door den Verzamelaar wear-fchunluk voor het werk van onsen dichter gehouden werden Ik geef ze hier alleenom er den lezer mede in kennis te brengen, zonder my omtrent de herkomstaan eeing oordeel te wagen

i) Vondell Leven, blz 88

GRAF-SCHRIFT

AEN DEN GRIFFIER

M U S.

Mus was foo vol van Gout ale eenigh By vol snivel,Maer is op 't onvoorfienft gevaren voor den Duyvel

Wat beet nu gels of pet? Deer leyt bet nicks Beeft,En wacht na Thibouts ziel en Aertfens fwarte peltAl pet by naeekt op 't ye in defe winter-tddt,'II meen evenwel zip Biel in 't minit pen kon en ludt.Deer leyt het Hooren-beeft begraven in het zandt,Die levend was, en lturf den grootiten Dief van 't Lands

GRAF-TEYKEN

OVER DE DOODT

VAN

CORNELIS MUSCH ,

GRITTIER VAN HARE HOOG. MOG.

Wat wongders en was nienws, de Delvenaars met troepen,In d'ouwe Prince Berk, op Karfpar-Koenes roepen;

't Was welkom Ian de Snag, was heb je nienws van daag?Hoe, komje met de fchuyt van eenen nyt den Haag'

Page 813: vondel. - DBNL

De Grittier Mufch is doodt; was 't sntwoort• wet gantfch bjden,Is 't menglijok, by doodt 9 riep elk om feent, de tuden

Zbn vol van imenvngheyt: Doe fturf eon dieffche Mier,Geen Mach, maar Raven, ja Gnffoen, en goon GnMer,

Sprack onbefchofte Sees, die 't bloedt foog nyt de farmVan d' arreme Glemeent. Al fachjes, wilt bedaren,

Sey lakop met run mute, wie is eon llaaf om knit'En msyen in den oegft is ver de belie knnft:

De ftuyrIny ftaan sin hada, want leo eon hit to dragonHeeft vry run arreboydt, wie fonw goon loon behagen 9

Hy was to bbfter By, en molten 't al to bout,Men feydt, hy heed gefohraapt wel tachng tonne gout,

Sprak dart van Gelder. Maar Slams Weal ky, fe hob wel duneDear hour maar toehoor eon, wel hondert eyfch. verkurve

Wy 't foo, me king one op. Jon rotfak fnoarje bek,St* loon was mebeptielt, fay Iona van de Lek,

Hy vifchten op CO Ty. Bs, 't as kalumnieree,Sprak Gerrebrant de Klerk, dit framer derf elk bismeeren.

Gangs wongde by hegtet niet, gangs knit 't is al to wear,Men mag wel fegge an (bier .daldert knows freer)

De groote laatme los, on Hem (heves hangdine;De groote toovenaars sbn vry, de kleyne brangdme

Dat ere je eau hankroetiers madam in elks Steil,Maar die hour ook bedroog, geen fond dear am en deft.

J. left fey Maaliwt has, den Doken van de Snijers,Was hem eon Boer to gamy, want voor eon fak met Mors,

Gaf Erielbhe Schellingen, met rijers in de mmt.Si} had den brae dear van, by by 'ten was gees Mt,

Soo honbekhaamden Vent ems loftig nyt to artlken,Sprat Thomas van der Veer. Dan fouwje fine kbken,

Hit fpit in d' akk fewest, Iprooes geheel verbrot:lab me Nicht gebeurt, (fey Dirk in 't Hastekot)

oeder fija Komys al 't home ftondt to bemren,Dam war goon felt by kas (goat dear) fy ken% t met treuren

By eon dour-dope vel, dear maaktfe mee verding,Valk* een groote fom, on klf die yacht omitting

De ptmningen by hem, did° hear met recht was fchuldig.Bs julder sat to fot en redeloos verduldig:

wonder dat de Stoat, die ftukke duldt en lijdt.Zs Thomas, thy Replier, ty sijn hear vrydom quijt,

Men heed eon ksperfon hair op de none goon fatten.De wraak-luit fooht dear op de oorfaak to verpletten,

Dear fnoode knypery, dear anstibeht eider vircht,Elk is eon kreatnyr van d'een of dander, milt

De voortgang van dit wen*, men roost de Preniedien,Men roeyt Stads kitten me, en yder west remedies

Ten belie van de Semat; de blinde Ben nu hang:De donne-kraehisn 4. earmiftig: Anal en fteeg

Stoat overeyndt: men wil dat radii is mintemeren.Is dot niet plight en edit iv Pommels, lien met wren

Sian op bier deesedante en tinders prof*.Die fich met 't mkt beinoeyt, die raskt fbn reeht Rohs quijt,

Indian hy 't nicht suns mid. %Is fokbeyt in de vryheydtTe twiften om de wee. Wanner men leeit m blyheydt

Te reppen van krikeeL Wet mart one Sebrift of gem,

NALEZEtIG EN AANTEEKENINGEN. 7

Page 814: vondel. - DBNL

Ale idles groeyt en bloeyt, in onverwenfbre fleur.Wat my belangt byget, fey Roelant van Vyasett,'k Verfta die 't mnyt-vnyr ltookt, in itfile onderdanen,

Is waart to ztjn gebrandt. Neen, fey dart van den Brief,Schoolmeefter van de Stadt, %concept dat heeit een ziel,

Hier blUkt den Hemel one to wonderlijk befint heckSoo dat de parch. Staat oogfchunlijk voor de windt ftreeft

Siet and're Bijken aan, hoe NapeIs plait van bloedt,En 't vuyr by na noch fmeult in 't onrechtvaardig goedt,

the Heeren die vol trots in haren woecker blonken,Zbn Belt& !treat gefleept, en in hear bloedt verdroncken.

Bier is de man nn doodt, en alles blbft in iblt.Gleyn Ilaaps metfelaar fey, maar men hoorde mildt

Aan yder een rondom, die % toekomt, nyt to deelenMen woecker. wie fouw dan meer bitten too to fteelen?

/as Heys van .Rtilioijek, neen, 't was belt men 's Lands kantoorOpyulden met dat goedt. Maar Ty's, en Elam, en Floor,

Wech, wech, den brandt daarin, geftole goedt becfildt met,Voor eerft (Godt dank) genoeg is 't, dat men 't Landt bevrijdt fist,

Van dente menfehe-plaag. Soo wort de doode ifajbkGehekelt van 't gemeen, op fehnyt en wagen. This

Te rben op de tong, fouw yder doen verftelt Rijn.Die eerliJck 'even, van geen lafteraars gegnelt Rijn.

B I z. 68. Gammon:um or WM muscut. — Van dii hekeldichijen komt een enders lazingvoor in den Bloankrara tan Traria. ik bier lost volgen:

GRAFSCERIFT

P

EEN MUISCH,

WAARIN ICATIILLIPS, JOHANN= Swum% Bantams, Hoorn, Voiuma. Fac.EILONVOLOT.

Hier left de Hofwufch an en rot,Zy breeds fiangen in hear pot;Lticefter en , Duc d'Alb's gebroed:Zy (chest de vrtjheid op de hoed,De fchoonite Steden op het hoofd,Zij fehon en at al 't lekker ooft;Zij *ten, yonder far& of fc.hroom,De fehoonfte kerffen bp den boom,Zij vroeg na kluid-boog, klap, noch knip;Zjj kon de Moolek op een flip;Zij vloog de Meefter van de band,

8 NALEZING EN AANTERKENINGEN.

Page 815: vondel. - DBNL

• .

NALEZING EN AANTEEKENINGEN. 9

En fpeelde met de macht van 't Land;Zb bertha aan een SpinnekopDewul zu dronk, en fprak, Dit fopBekomt my zeker met to wel;De reft geeft Aarjen en Kapel

Men net dat teal en ftiil bier zoo zniver met zijn ale in den lateren drnkDe byvoeging van Vondels eigen naam by die der andere fchrbvers in het op-Mat, is in de 40. Uitgave ten onrechte weggelaten Zy kenfchetst inlet dengeestigen hekeldichter, die daardoor den fchont en zijn knechts het (poor bijeterWilde maken.

B1 z 72. DE Blame IN HARMER. — Dit ftnk zag het eerst bet licht in piano formaatOnderaan bevmden zich de byfehriften op de Marmerbeelden van de HeerenBickers, welke in dit Deel op biz 71 min geplaatat; de twee byfchriften op dealbeeldingen van de Bickers, het gedicht van Jeer Vos, getyteld Herfiellingvan de; E B Heeren Bickers, dat aen de Blockhuizen van limIlerdain, (biz 61),en de Byfebnfte,n op den Gedenckpenntng van den °vernal en Afval, (biz. 77),kwamen mede het eerst in piano nit, zonder naam van tutgever en jaartal

Blz 74. lisaism — Onder dit fpotdicht ftaan in den Bloemkrans van Verfch Ged. deletters P. L., dat Pro Libertate bedindt en een van Vondele anagrammen was.By hetaelfde itukien fchbnt nog bet tweeregehg rrijmpjen to behooren, dat er indenzehaen bundel viak ender geplastet is en aldus lmdt

Wet koft vond Hotter in 't ontleden van taus Kat?Dne dnivals, .Alencon, Leicefter en Due d'Alf

Met one SW wordt de jonggellorven Prins bedoeld, en door Koster de onebekende geneesheer en vriend van Vondel, die voorgefteld wordt ale houdendede Iiikkhonwing van den overledene.

Blz. 75. Ds biomass ONZER Eauvra. — Hiervan heeft men een intgave in langw folio,zonder naam van intgever en jaartal

Bla. 79. reg. 9, v o. — In den meermalen door my aangehaalden bundel, getyteld Ver-fcheyde Nederclugtfche gedichten, Amft., Lodewyck Spillebout, 1651, komen, on-der den algemeenen tytel van Op is lad,* tocht van Prins Willem, de navol-gende aukken voor:

De Moafiers onfer Ewan-Op d' oproericheit van Maxuniliaen Teebng.Blzilthap over de verloffing van AnyhrdamDe Bickers en MarinerBilblertyt op Auntie Marmerbeelden.Becky" op d' Afbeeldinge van den Heere Andrus Bicker, enz.Op dos Hoer Cornelis Bicker, enzHerfislling van is A' B Heeren BakersBrannen der BlockhamenAen is Blockhuizen van Antfierdans.Vertroaffinge over is Doodt van Ztjn HoogheetOnder walk hostile gedicht in een exemplaar van genoemden bundel in drnk-

letters gefchreven haat P. DR Gnocrr. Het fchijnt dna, dat een der vroegeresigenaars van het onde boekjen omtrent de herkomst van bet ftnk zeker ingehchtis geweest In een ander exemplaar, dat, near hid filmier aanteekening van een

Page 816: vondel. - DBNL

10 NALEZING EN AANTEEKENINGEN.

bibhograaf, in eigendom toebehoorde luta Roemer van Wefel, (we de aant opblz. 128 luerachter) en thands in het bent is van den Heer C M vanGogh to Amilerdam, vindt men onder verfcheidene anonyme gedichten de namender vervaardigers door Van Wefel eigenhandig gefchreven, en zoo ook (ben vanDe Groot onder de Vertroosting. Hierdoor vied ik my m mune beweering, dathet Auk onmogellok van Vondel kan zip, nog verherkt

B 1 z 88. ANTWOORT AEN DEN PAEPECIIEN POEET, ENE — Behalve tilt rijmpien kwamenor nog onderfcheidene gefehriften nit tegen Vondels hekeldichten op MaximthaanTeehnck en o. a eon getyteld • Defenzie ofte antwoort op alle de talterlycke, God-tools fehriften, en Pafgutllen , the dagelycs uyt komen, en onder de Genieynte ge-jtroyt werden• tegen goede Regenten, ends eerlyeke Predikanten, als in, nderheyt,tegen D. Lotins, D. Teehnck, D. Goethals en D. Sterremont Tot Rotterdam,Gedrnekt by Jacob van den Viver, Boeckverkooper m de Wageftraet, Anno1651 — Achteraan bevmdt gat bet navolgende Krenpeldicht tegen Vondel

MONDSTOPPINGE

ABN

DEN LEUGEN-LASTERAER

VAN

DEN FRILWARRDIGEN, GODISALTGEN ENDS BECHT TRZEDI,DIVRXDEN

MAXIMILIAEN TELING,

DESNA= MORT IN DE GEXEENTE TOT YIDDELBURG

Wm braakt dit Goddeloos gefehreenOp den vreed'lievend' vromen ZeenDoet dit de Paepfehen La/ter-Gem,Al! had dat fpook maar ha geweeft,Want iffer oit oproeriche►d?Van hear is d' eerfte peen geleitIs oit of Stad, of Vorft, of LandTer neer geworpen, en van kantGeholpen; iffer blood gequift,En Land en Steden opgehift?Het komt van 't Roomfeh gebroet,Die ook door Laing d' oproer voedt.Of komt het van den Arstimaan fWel wet wft die Gods Dienaer fmatn 9

De oproer is fijn belts work,In Land, of Stad, of in de Kerk.Van Prineen moord heeft by verftand,

Page 817: vondel. - DBNL

Al was het felfs Bpi Predikant 1)OR is het Menne)? die dit feit,Is hem vergeten 't MunftersOR Amfterdamfche naakt gefpuie•Hy gee op 't Amfterdamfch Stad-Hui,Hoe ook de oproer by hem woont,Dat heeft by onlangs wel getoont,Als hy then Vorft (die ruff by God)Met fchimp en latter heeft befpot,Dear doch foe fnoden Goden vloekWel klaar verbiedt Gods Heilig boek.Doch komt hcht van een Baftard-Chrift, 2)Of halve Iood, oft Atheift,Een Simet, die den David vloekt,Len monitor, the met enders foekt,En dear Bin befte werk van meakt,Dat hy ftjn gal op dien imbraakt,Die God, of Godes Rerk bemint,Een roede Gods, een Dowels Mat

Ut ex omnibus palam 0,11.

a) Slating.Vondel

Blz. 100. BISSOROPPELMEE STAETSI DER E HEERES KAROLDS EN ANDREAS, OEWIJTTOT BISSOIOPPEN VAN BRTIOOE EN Rozamom — Dit ftnk kwam het eerst nain gr foho zonder naam van mtgever. Waarfchijniuk waren deze en dergelijkeafzonderluke nagaven van gelegenheidsgedichten alleen beftemd om aan vnendenen kennisfen rondgedeeld, en met om algemeen verfpreid te worden

Blz. 114. OP HET VERBRANDEN VAN 'T STADIUMS VAN AMSTERDAM. — Van dit linkbeftaat een mtgave in piano, zonder naam van nitgever en jaartal.

Blz. 118. EDIPIIS OFTE TERONENTOLCIL VAN DEN L Him= ATRANASIIIS STECCHER.auk kwam het eerst nit in piano, zonder naam van wtgever en jaartal.

B le. 125, vs. 9 — Ormeiimrar Orlandus Lasfus, of beter Roel de Lattre, te Bergenin limiegonwen omftreeks het jaar 1520 geboren, toonde reeds vroeg een buiten-gewonen aanleg voor de mnzijk, en werd, na zich een tdd lang to hebben opge-honden in Sicilian en to Mikan, waarheen by Ferdinand Gonzaga gevolgd was,eerst te Napels, toen te Rome, ale Kapelmeester beroepen. Hy doorreisde laterFrankruk en Engeland, held zich een tijd lang op to Antwerpen, en werd toenaan 't Hof van Beyeren beroepen, wear by, by de Hertogen Aelbrecht enWillem, als Kapelmeester in dienst bleef tot aan zun dood, die in 1591 toMunchen pleats had. Hy Inireenigde theme met praktijk, en het een &mitawerken na over de mnzlik C'etost, zegt van hem Du VERDIER, le plus excellentinsaficien qua ast ttif avant ha, :1 fenthie avow feul &robe harmony des waxpour nova r$ouir fur la terns fisrpagfaist lea anciens, at fe montrant en foe matla mamas de notre tem.

Whe weer van hem verlangen to weten, verwijzen wy near het belangrukebericht hem betreffende, door M de Ring geplastat in den Mesfages des fewnesslastoriques at archives des arts de Belgique, 1850, blz. 161.

NALEZING EN AANTEEEENINGEN. 11

DS WWII= VAN J VAN •ONI'S& VI IALY a LAW, 2

Page 818: vondel. - DBNL

12 NALEZING EN AANTEEKENINGEN.

Zie ook hiervoren blz 675; vs 512

B 1 z 128 — Aangaande Roemer Vacher en zune dochters zbn my na het afdrukkenvan het bier vermelde nog de navolgende byzonderheden ter kennisfe gekomen.

In de eerfte pleats is my door mun geachten vnend, den Heer Mr. G. vanLeenwen, te Alkmaar, image gegeven van een berumden bnef onder hem be-rustende, waarby Roemer of Romans Boot van Wefel aan den bekenden Pre-dikant en Dicker Vollenhoven eemge nanchten geeft aangaande zune naaftebetrekkmgen De brief lmdt aldus.

AEN

DEN HEER

VOLLENHOVEN.

Vollenhoven,Die van boven

Al tott emir in de BronSilt doorso4ckt van Helicon;

't Gee* eck vindenVan nujn vnaden

Haer geboorts- mi ilervenstifdtSon, naer aengewende vkt,

Gad beer seven.Kan ick given

Noch lets waders daar tito Vriendt,En Gy reeds fijt gediendt:

Dat V liedenMaer gebieden

Die 't fed achten gist en eerNaer te komen vie begeer. Romani

R van Wefels 167927 January 1679 "

De nanchten zelve luiden ale volgt:„Roempr Visfcher, Amfterdammer, is geboren in den jeers 1547, aldaer ge-

ftorven ende begraven 1620.Bune ondtfte Dochter Anna Roemer Visfchers, tot Amfterdam geboren den

.... 1584.Getrouwt met de Heer Dominicus Boot van Wefel, op den 11 Feb. 1624

Overladen tot Alckmaer den 6 December 1651. Heeft naergelatenMr Roemer ofte Romanus van Wefel s. V L. en advkt, in den Rage,

geboren den 27 Feb. 1625.Tnutien Visfcher, geboren 1588, getronwd 29 Met 1609 met Claes van Bayl,

and 24 Jaren, wonende op het Water

Page 819: vondel. - DBNL

NALEZING EN AANTEEKENINGEN. 13

Maria Teffelfchade Roemer . Visfehers D. geboren den 25 Mann 1596, ge-tronwdt sen de Hr. Allan Crombalch 1623, wonende tot Alckmaer, neer haerekinder= Wed. tot Amfterdam, overleden den . . . Jany 1649

Men fonde tot Amfterdam noch naerder befcheydt desaengaende misfchienconnen nytvorfchen by Jnffr Elifabeth van Bnyl, wed van Sr Jennaen Vos-enyl, die een dochter is van Geertruydt Roomer Visfcher ende Nicolaes vanBnyl, m fijn leeven Subftitnyt Schout tot Amfterdam

„Dient tot onderneiting "Mt daze opgave vind ik bevestigd wat Deal II , blz. 192 en IV, blz 5 heb ge-

fteld, dat nameluk Roemer Visfcher Amfterdam met — dan welhcht tudeluk —met ter woon verlaten heeft, en aldaar geftorven Wei What, volgends nanchtvan den Heer Van Leenwen, to Alkmaar de overlevering, dat Roemer er zoftgewoond hebben, ja west men er zelfs het huts in de Langeftraat aan, dat hemtot verbluf zoft hebben gediend, terwul itch ook de kennismalung van de beidemusters Anna en Tesfelfchade met hear toekomftige echtgenooten daartut verkla-ren last; maar aan den anderen kant ftrekt de omftendigheid, dat Roemer metsilken to Amfterdam overleden is , maar dat ook zun dochters aldaar gevnjd engetronwd zun in het onderluke Inns, tot genoegzaam bewijs voor mane ftelhng,dat zun verbluf to Alkmaar met enders dan (als ik reeds zade) tudeluk is ge-weest.

Omtrent dat tronwen zuner dochters zun my door mun vnend Scheltema denavolgende nittrekfels mt de pmboeken verftrekt•

„Pniboek van AmfterdamNo, 9

01 November 1623 Compareerden voor Claes Pietersz en Cornelis Schellin-ger, Ailed Jansz. Krombalch van Alckmaer, geen waders hebbende, geasfilleertmet fun fwaager Dirck Jansz. Quitangh, woonende tot Atckmaar, alwaar degebooden mede pan, met Tesfelfchaa Visfehers, out 28 jaaren, pen ondershebbende, geastisteert met Trutt) Viafehers, hear faster, op de Gelderfe Kai

„(Get ) Allan Jansfoon TesfelfchaCrombalch.

• Roomers VisfchersHetzelfde Pmboek.

„12 Janwan 1624. Compareerden voor Cornelis Schelhnger en AdnaenBeep Dommicas van Wefel, out 88 jaaren, woonende op de Wienngerwaart,alwaar de gebooden meede pan, met Anna Roomers Visfchersdr , woonendeop de Gelderfe Kay, gessfifteert de brnygom met Jacob Bicker, en de bruytmet Trnytie Roamers, hear faster.

(Get.) D v. Wefell. Anna Roamers "1624

Ook daze ftnkken bevestigen hetgeen door my herhaaldeluk gezegd,dat de beide rasters het hors van hear vader op de Gelderfche Kaai zunbldven bewonen. Ook het briuloftsdicht van Hooft, de vaerzen the Hnyghensvoor en na die bnuloft aan Tesfelfchade fchreef, en het antwoord van Hooftdaarop (eon en ander opgenomen m man „Mumeringen over Anriterdam", tovmden in den Almanak „Holland", jaargang 1861) bevatten, nadere aan-wgzingen aangaande de pleats, wear dat bins gelegen was

Van eon anderen kant blukt, dat ik dwaalde, teen rk, Deel II, biz, 209,Anna Roamers voorftelde ale hear man near Dordrecht volgende DominionsBoot van Wefel was wel afkomitag nit eon Dordtfch gellacht, doch woondem den Wierangerwaard, wear zun oom van moeders nide, Dominions Boot,near wien by geheeten was, tot in 1619 het dukgraaffchap had bekleed Vande twee kinderen, welke sun vronw„ hem fchonk, bleef maar een in hetleven, die, by de Vaders Jezineten to Brnsfel opgevoed en de Roomfchegodsdienst beljdende, tot geen regeenngsambten benoembaar was, en daaromde loopbaan der rechtspraktuk verkoos

Page 820: vondel. - DBNL

14 NALEZING EN AANTEEKENINGEN.

Van Tesfelfchade beftaat eon fraaie. afbeelding, door Miereveld gefchilderd,en die een tud fang in eigendom behoord heeft aan wulen Jacobus Schel-tema. Hy was gewoon hear „zjjn doode vrijiter" to noemen, tot grooteergernis van tnoeke (zoo als by sun vronw heette), die eon wemig jaloerschwas nitgevallen

Ook bet buitentjen, waar Tesfelfchade op woonde, en dat door Barlaeusmet een fraai Latunfch gedicht bezongen werd, is nog in wezen Het is

initen Alkmaar, als men de Heiloer poort tutkomt, tegenover de groote Dreefgelegen, en draagt den naam van Bellevue.

B I z 133 ENGELEBURGH IN DEN ROUW OVER DEN E E HEER ANDRIES BICKER, ENZDit lijkdicht verfcheen in piano by Abraham de Wees

B 1 z 142. Vim ZEEVAERT, ONDER DE VLAGGE VAN DEN Documucirrinner ZEEHELDTMARTEN lIsitpiumez Thom?, ENZ — De eerfte uitgave van dit gedicht ge-fehiedde in gr. foho, by Abr de Wees.

B I z 147 SCHEEPSIEBOON, BEHAELT IN DEN SCHEEPSSTRLIT, BY LIVORNE, DOOR DENDoolituarrionn ZEEHELT, JOAN VAN GALEN, ENE — De oudfte druk hiervanis in 40 Amft Nikolaes van Raveftem

B 1 z 151 TER LLICHSTAETSIE VAN WM= DEN EDELEN HEERE JOAN VAN GALEN, ENZ. —Dit Gejltreck kwam het eerst mt in kl fo. by Abr de Wees Deze en de vol-gende lofdichten op Van Galen komen met en benevens eene menigte andereop denzelfden ook voor in Het Leven en Bedrat, van den Deorlueldigen ZeehekJohan van Gakts, Amnuraal der Hollandtfche Roots in de Middel-lanticke Zee,door Arnoldus Montanus. Amft Gerrit van Goedenbergh, 1653

Biz 154 — Ik mag bier den lezer wuzen op de „Suchten van 't vrye Nederlandt, ophet hjek van Marten Harpertsz. Tromp," door Jeremias de Decker.

B1 z. 168, reg 9 v. o. Jacob, Joan en Michael — Deze laatlte moot niet verward wor-den met eon anderen Michiel, die eon soon was van Tymen Hmlopen, on dezelfde,aan wion Vcmdel zun gedicht opdroeg over de Bias van de Medicis (me Deel IV,Ms. 149) Die reis near het bloetende Plorensfitn, waarvan in dit gedrcht gefpro-ken wordt, fchijnt den kunstzin van Michiel Tymenszoon met weimg to hebbenontwikkeld; immers by zip overldden, dat in 1709 voorviel, toen by den on-derdom van een-en-negentig jaren bereikt had, het by aan de ftad Amiterdamby tuterften wil eon knnstverzamehng na, beltaande nit de voornaamfte werkenvan Itahaanfche, Nederlandfche en Franfche meesters Deze verzamehng, to deertud geplaatst in eon afzonderluk vertrek, „het konstkabmet" genoemd, bedroegniet minder dan zevendinzend prenten, in 52 banden, en waarvan de inhond,die met de hand van Hinlopen op ieder nummer was opgeteekend, afzonderlukter Thefaurie word geboekt Na de weder-oprichting eener Stads-teekenfchoolwerd doze Verzamehng verrukt door gefchenken van de Heeren Ploos vanAmite], /Insley, Thus, en anderen, doch (ongelnkkig) naar 't gebottw (her fchoolin de ItaamItraat overgebracht, waar zy onder kwaluk opiacht ftond en-deerlukgeplunderd werd. Later verhuisd naar bet lokaal der Roninklbke Akadenue vanBeeldende Enniten boven de (voormahge) Benrs, ftond zy nog aan grooter fpo-hone ten prooi Haar beltaan zelfs was vergeten, althands nog voor eon pearwren onbekend aan de meeste Loden van den Road van Beftnur der Aka-demie, die, daarop indachtig gemaakt, onmiddelijk, op voordracht van zijnmedelid Eager, voor eon behoorluke bewaring en goede klasfificeenng daarvanzorg droeg

Page 821: vondel. - DBNL

NALEZING EN AANTEEKRNINGEN. 15

Blz. 171, vs. 31-84. — Van dew vriendfchap der Hagedis jegens den mensch vindenwy, behalve by de oude natuurbefcbripers„_ ook gewach gemaakt by &towns in'On Collopaum de Anuaka — Naar 't oude volksgeloof zon de Hagedis 'emend,die in &tap gevallen was, voor de Ilangen en adders waarfchnwen door hem zoolang over het aangezicht to loopen tot hy wakker werd van de konde. — Menweet dat de hagedisfen zeer koud zun.

Blz 176. DE BRIM:LOFT VAN DEN E. DEERE JAKOB HINLOPEN TIMENSE EN DE E. JOFFER,Unsims PAN Bosom — De ondfte uitgaaf van dit briuloftsdicht is in piano,Amft. by Nikolaes van Ravefteyn.

Biz. 201. Luarsaa — Er beftaat goon goring verfchil tusfchen de verfchillende uitgavenvan den „Lucifer," ook zelfs tusfchen die van 1654. Men wachte zich voor die,wear men op het tytelblad least Aaraham de Wees De rest is even flordiggedrukt als de voornaam des uagevers. De befte is die, wear onder het „putjen"het derde woord van 't motto BEVRT ut gefpeld en niet BEIIBT, en Loch inAbraham deb niet getxust wordt. Immers daze heed verre wog de bade interpunktie.

Ibid LUCIFER. - In het Arddv fib. neuere Sprachen, XXII, komt eon opftel voorvan Dr. Adolf Glaser nit Brunswijk, getyteld „Joost van den Vondel andsein Lucifer." Na eon Welding, warm hy zijn landgenooten over de wei-nige achtmg, die zy onzer moedertale toedragen, en bonne onbekendheolmet Cats en Vondel berispt, goat hy aldus voort „13eide haben ein uniting.bares Becht auf mare Achtung,, denn sie rind vollstandig sus dem Cha-railer der Nation als etwas Gauzes hervorgegangen, und Mogen dos kraftigeGepritge' einer ernsten FrOmmigkeit and strong sittlichen Lebensanschauung, wiesie Oxen grade in dem betriebsamen, bescheidenen und mnerlie.h kraftigen Basteecht germanischer Nationahtat in den Niederlanden unverandert sich be-wahrt haben.

„Man Magi so oft fiber die ma Dentschen eigene Sncht nach Fremdartigem,fiber die leidige Gewohnheit, des Nachstbegende and Heimische zn verkennen;will man die Deutsche Natur fret von dieser Bigenthttmlichkeat schktzenlernen, so muss man each mit dem mederdentschen Wesen vertraut machen,mid wenn die nahere Kenntniss desselben dann nicht die Achtnng des Be-sehanenden hervorrnft, so ist dies immer wieder nor ein Zeichen jenerEigenschaft, die des ureigenste und unverralscht Nationale goring schatzt midFremden gegenfiber missachtet."

Na vervolgends to hebben aangeftipt dat de bloeitud der NederlandfcheDichtkunst met die der Nederlandfche fchilderknnst famenvalt, en dat zy,hoe tdteenloopend de verfchifiende nchtingen van Nederlandfche knnst in diedagen ook waren, alle niettemm gemeenfchappeluk hare kracht ontleendennit de god.sdienItige en politeke bewegmg in ons vaderland, vervolgt by aldus:

Jene beide Richtungen, die religiose und pohtische, finden sich einzeln inverschiedenen der dramatischen Gedichte Vondel's vertreten. Veremigt tretensie in demjenigen Drama, welches die Hollander far des hochste Meisterwerkthree national dichterischen Genius batten. , in Lucifer, in wahrhaft stannenswer-ther Graaf° hervor, und die Wfircbging diesel dramatisehes Gedichtes kan,nurerhaht warden, wenn man bedenkt, days der Kampf der empfirter himmbscherHeerseharen gegen die gatthche Macht darin in ahnhcher ergreifender Weisegeschildert wird, wie es . der zwanzig Jahre nach Vondel geborne Milton inseinem- Weltberfihmten and in alien Sprachen lebenden gedichte „Das verloreneParadies" gethan hat

„Vergleicht man die Dentschen Dichtungen axis der Zeit Vondel's, namentlichdie dramatisehen Werke kurz nach Hans Sachs, wo der Herzog Julius vonBraunschweig and Jacob Ayrer zu Nfirnberg biblische Stoffe neben den Fast-

Page 822: vondel. - DBNL

nachtspielen far die Bfthne bearbeiteten, and geht dann auf die Gottsched'schenTragodien fiber, die ores blinded Jahre nach Vondel des Lamphcht erbhckten,so muss man um so mehr fiber den Muth des Hollindischen Aeschylos erstaunen,der wit kithner Hand die grossartigste religiose Mythe erfaast und thedwenein erbabener und begeisterter Weise bewaltmgt Allerdings fehlt dieser Tragodie,wie alien Arbeiten Waders, die inchnduelle Originskat der deutsche Reahstenjener Zen, dafiir abet ist die Entstehungs-geschichte mind die Histonsche Beden-tang theses, wie seiner Werke uberhanpt, von welt grosserer Wichtigkeit " n s. w

Nu geeft de S een zeer beknopte, maar tevens seer gebrekkige levensfchetsvan omen dichter, welke ten bewuze ftrekt dat hy Brandt wel gelezen, maarmet overal good verftaan had Aan het flot daarvan verhaalt hy, op welke tref-fende wuze de gedachtems van Vondel in bet hart suns yolks bluft leven Opelken Nieuwjaarsdag namelijk words sun vaderlandsch Treurfpel „Gysbrechtvan Aemftel" in den grooten fchonwburg to Amfterdam opgevoerd, waardoor hetvan geflacht tot geflacht Heeds eon even levendigen indruk bluft to weeg brengen

Deems gaat de S eerst tot eon moor opzetteluke befchonwmg van den Luciferover, na sun gevoelen omtrent de drufveeren, welke den dichter tot de vervaar-&ging van dot Treurfpel aanleichng gaven, to hebben uneengezet De kritiekvan den Duachen geleerde, die goon kennis blukt to dragon van den politteken

welke in het ftuk verborgen logs, is op inch solve seer fcherpzinnig en ininenig opacht not Vondels levensloop to rechtvaerdigen. ZUne berchouwingvan het karakter, waarm onze dichter den held van 't fink deed optreden,voor het overage seer juin. De laser oordeele zel£

„Um den Lucifer des Vondel recht an wfirchgen" — zoo heat het — „dadman each nicht vow Standpnnkt entfernen, den the Zenverhiltnisse bed sememEntstehen anweosen. Es findet sich darin nicht die skeptische Tide philosophischerJahrhunderts, nicht die echmerzhche Wollnst des Zweifels, noch der Hochmuthgabelnder Vernunft; doe gauze Gedicht steht auf positiv reloposer Grundlageund der Dichter hat in seinem funfimdsechzigsten Lebensjahre darm dieKampfe, die din von seiner Jugend an bewegten, denen er seine beaten graftswidmete, und ens welchen er zuletzt in den Schooss der Romischen Ruchezurtiekkehrte, begastert geschildert mind m poetscher Verklarung zusammenge-feast. Der Macht frommer Demuth steht dann der ans Selbstsucht nnd Miss-lessen erten& Trot: des Unglanbens entgegen. Lucifer tntt nicht als Gegen-satz our gottlichen Idee auf, er falls nicht ans eigenem Wollen, wed es ihmwiertraglich 1st, each geringer ale Gott an fuhlen, sondern well er durchgasser= Einfluss fin Vertrauen wankend gemacht, fur die Zukunft furchtetund der nnbedingten Hut,gebung an die gotthcbe Beschlusse entsagt "

Hlerop volgt eon overneht van het ftuk self, waarm de S — waarfchunlukmet sender ontsachehjke mfpanning — eon vending m rumlooze jamben heeft ge-lascht van den Be van Engelen son 't flot van het tweede Bedruf — blz 230 —welke op fommige plaatfen geheel wank gnat, en waarm mete van den verhevengeest van het oorfpronkeluke 1s overgebleven Refuge bladzuden verder erkentby self, dat het eon nuttelooze arbeid soft zun, de fchoonheden der teal, welkedot Auk verneren, to wiLlen doen tutkomen, vermids daze flechts door eon go-boron Hollander worden verftaan.

Hy andigt met de verklanng dat de tutgave van Hoogclintfche vertalingennit het Sineesch of Japansch op verre na gem zoo ondankbare arbed softwezen ale die van Vondels werken; maar dat het des met to nun eon gebiedendeplicht is, den naam des mans hoog to (chasten, die wegens zun dichterluk talenton zijn politiek karakter aanfpraak wag waken op elks onbeperkte achting

B 1 z. 225, vs. 101, 102. — By nader nizien valt er tegen de jtustheid der hoer gebengdebewoordmg theta m to brengen Eiositen word oudtuds ook eenvondlg voor „vru-kennen" gebruikt, geluk Hurnscorris 1n zun Proem, D II, blz. 547 eon voor-

16 NALEZING EN AANTEEKENINGEN.

Page 823: vondel. - DBNL

NALEZING EN AANTEEKENINGEN. 17

dbeeld daarvan aanhaalt nit het Prtvilegie van Hering Willem van Beyeren van18 Mei 1855, wean wy lezen „ende dat wyfe quyten (Wien van al fulekengbelde, ale fy voor one betaelt hebben, ende fy wetteluck betoogen moghen "

En zoo ook by MELts STOKE, B I, vs 533En quitet hem van parlementen (bevrudde hem van terechtzittingen). Wy

moeten den ran aldns enders opvatten en verftaan: „Had rich Apollton in sijnlast vrij gekend, of vru geweten, hy had enz "

B 1 s. 291. — Behalve de werken over den „Lucifer," van welke in dit Kntiseh Over-richt gewach wordt gemaakt, vermeld ik nog een befchonwing door wijlen W.H. WARNSINCIE Bz gegeven en in de Vaderl Letteroefetringen van October 1821,No XII en XIII, geplaatst onder den tytel „Iets over de Karakters der Hoofd-perfonen in den Lucifer van Vondel " Ook deze fchrijver is hoog ingenomenmet het treurfpel en Melt het mede boven al de ovenge dramatifche voortbreng-felen van onzen dichter; doch hy gaat by zune befchonwing wederom van eengeheel ander ltandpunt nit Van de allegone, die in bet Itch fchtnit, heel bynatunrbjk Wets befpeurd, wat o a. blijkt nit zijn zeggen, dat de dichter by devervaardiging van dit Trenrfpel „niet zoo seer WM GESOMEDICORDHIE DAADZA-

ZEN (! 1) gebonden" was Hy zwugt dan ook over de wbse, waarop de trenritofbehandeld is, en na een kort verflag van het link, pat by over tot het eigen-bike onderwerp !tuner Verhandehng, to weten „een artzwrinrimarien befehou-tang van de hoofdperfonen, in het onnzaritorzcm treurfpel ten tooneele gevoerd,"waarin by eerst 1111 ftaat by de „oproengen" en vervolgends by „derzelver tegen-ftanders." Wanneer wy nn het barbaarfehe Nederdnitsch, waarin het vertoogis ge(chreven, en dat to meer vergeefldk is omdat de fehnyver pen letterkun-dige opleiding genoten had en in den grond slob niet zoo veel flechter uitdrnktden de meeste recenfenten en verhandelaars van then ttjd, — wanner wy, zeg ik,den erbermelAjken ftijl over 't hoofd aim, dan moeten wy erkennen, dat de be-&lowing salve geheel met van verdieniten ontbloot is en bet bewbs levert,dat de fchrijver goad gelezen en vergeleken had Zun ondersoek beginnende met„Hebei," ziet by in dezen het type van den venizaart, en ftaaft dit zijn beweerenmet onderfeheidene plastron nit bet link, ale b. v. vs. 662-662; 678; 680, 681;904-912; 984-986. — „Apollion" is in zun oogen de eerzuchtige tdeier, aleblijkt zoo wel nit diens eigen woorden, vs 587-590; 604-608; ale nit de wipe,waarop Lucifer hem toefpreekt, vs 652-655; 660, 661, en hoe hy rich, ookten etude toe, door mjn eerzucht last beituren, ken men opmaken nit hetgeenUritil vkn hem verhaalt vs. 1827 en volgg., to weten, dat hy, zelfs na den valdes Stedehouders, nog met zijn benden ter bane komt — Uit „Behebnb" fpreekt,near het °ordeal van W , meer bepsald de afraid ; els voorbeelden daarvanhash by tan vs. 84-38; 804-309; 811-318; 1417-1421. In „Lucifer" =-deb*, Met W. de geveinsdhead, eerzucht en afgunst, die zijn drie medeftanderskenmerken, vereemgd, doch bovendien een alles overtrerffimden trots en bretdel-loase floss led. Det biervoor plaatfen genoeg nit het link kunnen worden aan-gehaald, zal niemand verwonderen; wet misfchien, dat W. in pleats van Luciferby nitliniting to onderfcheiden, ale type van den trotech-heerschzuchtsge (fie), hemthat liever beefs aangemerkt ale type van den hoognsoed. Het is toch de ondengd,onder dezen laatften =OBI bekend, die van onds meer bepaaldelijk is aange-merkt ale de oorzaak van den opftand der Engelen tegen God en ale die vanbun val, het is vooral de hoopteedige the door V. zoo nitftekend in sun „Lucifer"wordt gebezigd; en to vreemder is bet, dat het woord niet in de eerfte pleatssan W. voor den geest is gekomen, dear by later, ear dat by tot zijn befchon-wing der goads karakters overgaat, self zags, dat hooytnoed en afgunst de hoofd-karaktertrekken der wederfpannehngen tntmaken

In het tweede gedeelte Ryser befchonwing begmt W. met de opmerlwig, datde karakters van „Michael en de mjnen" minder jierk gekleurd sign dan die

Page 824: vondel. - DBNL

18 NALEZING EN AANTEEKENINGEN.

van Lucifer en zdn eedgenooten, en hy geeft hiervan de verklaringsEn metsun bewteren en met het bewus daarvan mogen wy vrede hebben, wanneer hetaankomt op de nitdrukking flerk gekleurd , maar onmogeluk kan ik toegeven,dat de individnahteit der vier goede Engelen, die in 't Auk optreden, met evendnideluk is bepaald all die der vier boze geesten, die tegen hen overltaan, endat, zoo de eerstgemelden alien daarin overeenkomen, dat zy de gehoorzamedienaren van Gods wil zun, rich daarom met eon groot, voortdurend volgehou-den en fcherp afgeteekend kontrast openbaart in 'inn byzondere karakters. —W. begint wederom van onderen op, met 1Jnel, then hy — near aanleidingvan de wipe waarop hy, vs. 1820, zun zege op Apolhon verhaalt — els eentoonbeeld van neclerigheul afmaalt Van Gabriel weet hy met veel tinders tozeggen, dan dat by ertung en eerbsedwaarckg is, waarvoor Rafael hem het typeder op:whiled .en Michael dat der greets swathed is. Hoezeer ik gaarne toegeef,dat werkeluk die hoedanigheden de bedoelde perfonen vercieren, en het nit thenhoofde noodeloos acht, de plaatfen aan to halen, door W. tot Raving van zunmooning bygebracht, zoo mag ik met onopgemerkt laten, dat ten doze de boomen,als men 't lutdrakt, hem hebben belet het beach to zien, en dat hy aan men-fcheltike karakters heeft gedacht, wear de dichter op 't oog had gocklelgke esgen-fehappen to fchilderen In Gabriel — het is reeds gezegd — fpreekt de eenwigwuze Wil der Godheid, Michael is de figiturluke intdrukking zuner Mack, enin Rafael openbaart zich Gods Liefde Had W. dit ingeinen, by soft mob metmet bet tweeds deel miner befchonwing eenigzins verlegen hebben gevonden, alsnu blukbaar bet geval is.

B 1 s 292. — Wear. ick gewaag van de overeenfteinming tustohen Vondels Lucifer enMilton Paradise lost, mag ik met nalaten eon gisfing aan to halen van denHoogleeraor B Ter Haar, ter verklarmg van die overeenftemmmg opgewor-pen Beide dichters nameldk, zoo wel als de Groot, (wiens Adamus Ex illinsgeluks eon opvoering der geestenwaereld bevat) zonden kennis gehad hebbenSan de voorftelling der Paraddsgefchiedems, door Alcimus &dicing Avitus, eondichter der vufde eenw, in Latunfche vaerzen gegevon, en aan dat dichtltukbun gronddenkbeeld ontleend hebben. In eon bydrage, geplaatst in de Kunst-kronuk van 1850, Ms 88, voert de Heer Ter Haar eenige plaatsen nit Avitusaan, die eenigzins ftrekken knnnen om sun paling to Raven. Ik wil toegeven,dat zy met van waarfchijnlukheid ontbloot is, en in alien gevalle hebben wyer eenige fraaie navolgingen in dichtmaat aan to danken, nit de kenrige penvan den Hear Ter Haar gevloeid; ik moat alleen doen opmetken, dat, by debehandelmg van eon en hetzelfde onderwerp, wear de onderscheidene lichtpuntenon fitnatien zich als van solve aan den dichter voordeden, er ook van selfpnnten van overeenitemming moesten onthaan, ja dat het eon bepaald wondersoil wenn, indien zy nergends werden fiangetroffen Die overeenftemmmg betreftdan ook alleen maar enkele byzonderheden. de behandeling en de gang vanhat geheel is by al de genoemde dichters ten eenemale verfchillend. Vondel isbovendien altud seer naanwkenrig in 't vermelden der bronnen, waaruit bygepnt heeft; heeft by Antis gekend, dan moat het ons bevreemden, dat,onder zoo vele fchrijvers, die hy in zyn „Berecht" als sdn wegwuzers erkent,(zie blz. 214), Avitus met eenmaal genoemd wordt.

B 1 z. 300, reg 4, v o — Het dikwerf geopperde vermoeden, dat Milton van VondelsTreurfpelen, waann de val der engelen en die van den mensch bebandeld wordt,gebruik heeft gemaakt by de vervaardiging van stjn Paradise Lost, is door deomftandigheid, dat de Engelfche dichter zich in het Neerdnitsch had geoefend, inden laatften tud seer verfterkt geworden. Omtrent de wuze waarop Milton metonse teal bekend word, vinden wy het navolgende in de Amenities of Literaturevan Disraeli, I, 41

Page 825: vondel. - DBNL

NALEZING EN AANTEEKENINGEN. 19

_ A recent discovery that Milton once was defiroas of reading Dutch may pos-Ably be alleged as an approach to the Rudy of the Saxon, but at that timeMilton was in office as „the Secretary for foreign tongues," and in a busyintercourse with the Hollanders. This curious literary information has beendhiclofed by Roger Williams, the founder of the State of Rhode Island, whowas despatched to England in 1651, to obtain the repeal of a charter grantedto mr Coddmgton I give this remarkable pasfage in the words of this Anglo-American: „It pleated the Lord to call me for Tome tune and with Tomeperfons to practife the Hebrew, the Greek, Latin, French and Dutch. Thefocretasy qf the council, Wil. Milton for the dutch I read him, read me many morelanguages." Memoirs of Roger Williams by James D. Knowles 1834 p. 264

De Eerw. Hoer J Guillaume Bronwers de Margraten, Profesfor to Roermond,heeft op den laatften dag van bet Kunstkongrea to Antwerpen, na bet houdeneener nitaiuntelide redevoering, wean by zone begrippen over bet fehoone enverbevene in de knnst ontwikkelde, omen grooten Vondel boven Milton ge-fteld, en medegedeeld dat hy na een zorgvuldig ondentoek tot de overtuigingwas gekomen, dat Milton mjn onderwerpen en feheonfte pliseiden aan Vondel todanken, en joist dear het zwakst is, wear hy zich bet vilest van wizen dichterverwijderd had De begaafde fpreker deelde voorts in dat by de bewuzenvan dit beweeren binnen kort zoft leveren m een werkjen, dat een vergelu-king tusfchen beide dichters behelsde.

Blz. 302, reg. 24, v. b — Behalve de voorbeelden, in het Snlisch Overztcht aangebaaldten bewijze der bedoeling, waarmede de „Lucifer" gefehreven word, last ik biernog de volgende aanhalingen volgen, ale

In zijne Opdracht:Blz. 204 „Des perfoons, die bier ten fpiegel van elle ondanckbaere fiaetzuch-

tigen zim treurtooneel, den hemel, bekleet."Ibid. „Op dit rampzalige voorbeelt van Lucifer, den Aertsengel, volghden fe-

dert, bykans silo eenwen door, de wederfpannige geweldenaers, waervan ondeen jonge hi/loran getuigen, en toonen hoe gewelt, doortraptheid en hfuge aen-Hagen der ongerechtigen, met glunp ea /dip van wetteghat vermomt, ydel enkrachteloos zun, zoo lang enz."

In het BerechtBlz. 210 Reuckelooze verweentheit en godtlooze kerckfchenderyen."In het Treurfpel zelf:

Vs 217.Al fchijnt het Geeftendom silo and're eovertreffen,Godt Hoot van ecuwigheit het Menfehdom to verheffen

Oock boven 't Engehdom en op to voeren totBen klaerheit en een Licht, dat met verfchilt van Godt

„Al wie," zegt Prof JONCILSGOET, „den alvermogenden invloed des Kardinsaiskent, zal de toefpeling hchteltjk vatten."

Vs. 421.Dat weer het erfrecht fchenden

Van 't alleroutfte knit en zun ftadthonderyOnthufteren

Konclen niet de vrienden van Oranje hem even zoo toevoegen ale Belzebubdoet? En ale zy er zegt Jonckbloet — dan byvoegen •

Naeft Godt is niemant groot ids ghy,1)e Godtheidt zette u eons in glorie een beer voeten,

DS WII/1111 TAN .1 Y&$ VONDIU. VI TIM & ALIT 3

Page 826: vondel. - DBNL

20 NALEZING EN AANTEEKENINGEN.

dan waart onze lerbeelding in die plechtige vergadering to Binsfel, waarinKeizer Karel afftand deed van zun heerfchappy over deze Gewesten, omgevenvan al de =jelled zuner hofhouding, en ftennende op zun beveling, die aanzun voeten had gezeten — Het antwoord van Lucifer, vs 428-445, past iol-komen in den geest van den Prins, zoo ids V. zich dien moest vooritellen

Op het gezegde van Lucifer, vs 522

De Majesteit van Godt en Godtheit wort verkleentIndien ze haer natunr met 's menfchen bloet N ereent,

Antwoordt Gabriel, vs 543

Ghy yvert krachtig voorDe glori van Godts naam, doch zonder t' overwegenDat Godt het punt, waar in zun hoogheit is gelegen,Veel beter kent dan wy, dus ftaeck uw onderzoek

Men vergeluke hiermede de verklaring, by het compromis door de Edelenafgelegd, quo nous n'entendons aulcunement entreprendre aur tune chose qui pour-roa turner au dishonneur de Dun, e la diminution de la grandeur du .Royou de fee Eflats , aina au contratre, quo mitre intention teen 'non de maintenirle Roy et Jon Eftat etc en dat „la Source procede dun faint zele et ouabledijir de tnatntentr la gloire ds Dieu, la Afajelli du Roy, et le repos publicans."

De woorden van Lucifer, vs 569.

Nu zweer ik by mun kroon het al op een to zettenTe heffen munen ftoel in aller Marren glans

en wat dear Tinder volgt, fchunen weinig in den mond des Aartsengels to pas-sen, die toch, op dat tbditip vooral — zie vs 619 en 625 — nog geen bedoehngkon hebben zich in Gods pleats to willen ftellen In den mond van den Prins,chen de tegenparty befchnldigde, naar de Sonvereme macht to ftreven, pasfenzy volmaakt Evenzeer ftemmen de mtdrukkingen vs 612.

Men kante hier met M one eigen raetllot tegen

en vs 6511.

.De treken, van vernuft en boosheit uitgebroet

seer wemig met bet Sex en hooghartig karakter, dat Vondel aan Lucifer toekent,zoo mm ids de weifeling, die hem later overvalt en zun herhaalde bettuging,dat hy zich niet dan gedwongen aan bet hoofd des oproers Ito*. Wat konbovendien twist of vemzery baton tegenover den Alwetende? — Maar een enander ltrookt volkomen met de handehngen van Oranje, zoo als Vondel zichhem voorftelde Deze toch onttrok zach langen tud van alle openbare hande-ling on beriep zich, toen hy de bamer tegen den Komng opftak, op' den aan-drang der gemeente.

„De Ierheffing van den mensch," zeggen de Luciferisten, vs 103.ontvonckt den Toren

En wraekzncht, om den menfch, nit een gerechten haetTe fmooren in zyn bloet, ear hy der Englen ftaetVerplette

Page 827: vondel. - DBNL

NALEZING EN AANTEEKENINGEN. 21

Ook dit heeft geen zin, voor wie bedenkt, dat de „dood" toen nog niet be-ftond, althands met by de Engelen bekend was Maar dezelfde regels wordengezonde taal, wanneer men ze toepast op het gebeurde in den Rand der Land-voogdes, toen Egmond zun dolk tegen den Kardinaal getrokken had

Eindeluk kunnen wy in den afgejaagden roof, door Michael ten toon ge-hangen, ti s 2003-2008 , Alvaas metalen ftandbeeld herkennen, tut de eros erdokanonnen gegoten, geluk in bet

Zwerven in de lucht en tuunelen en woelen

der overwonnen Lucifensten, de omdoohngen en woehngen der ungewekeneNederlanders

Dit zij genoeg, want men herleest Lucifer met, zonder telkens meuwe toe-fpelingen to ontdekken Wellicht vraagt men my, waarom ik, in pleats vande aanwuring daarvan in het Overzicht en de Nalezingen to verfpreiden, die nietBever onder den tekst van het ftuk zelf heb geplaatst, hetgeen den lezer hetgemak eener dadeluke vergehilung soft verfchaft hebben. Dit zoft het ongetwo-feld; maar ik zott dan wat nu in het Overzicht ftaat aangaande den allegon-fthen an van het treurfpel reeds vooraf, in een voorbencht, Ran den lezer hebbenrnoeten vertellen en hem daardoor, zoo wel als door de noten zelve, belet hebben,den Lucifer alleen ale dichtltuk en met nog onbevangen geest to gemeten

By de namen van hen die over den Lucifer gefchreven hebben, en van wiedoor my 't zu in den tekst 't zij in deze Nalezingen is gewach gemaakt, zou-den noch een aantal andere to voegen zun Ik vergenoeg my bier die to noe-men van Macquet, T. III, p. 41-109 aangehaald in de reeds vermelde Die-fertatie van Petrus Camper — en van den Hoogleeraar G Limits Belden — delaatstgemelde in een verhandeling, in 1822 to Brnsfel in het letterkundig Ge-nootfchap Concordia voorgedragen en later herdrukt in de Bydragen tot boeken-en menfchenkenms door Schell en van der Hoop — kennen hoogen lof aanbet Trenrfpel toe, en geven daarvan een vrij naauwkeung overzicht, doch datone geen menwe genchtspunten aanbiedt Voorts Ipreekt Marmier in doRevue des Deux Mondes van 1841. T. II van den Lucifer als van een grandeet belle oeuvre, qui sifffiratt a elle mule pour tirer la littirature Hollandaisede ririurseux oubli auquel nous Carona si longtemps condamnie," — en emdeluk,de geleerde Abt A Sullemans wudt is zun reeds aangehaald werkjen, getyteldVondel et Jon pain lea mystify) de Castel, Louvain 1860, met minder danviitzen bladzuden 33-48 aan een befchouwing van den Lucifer, van welk ftukhy de pohlache ftreklung, zoo met in hear byzonderheden, toch in 't algemeentoont de doorfehonwen, vooral verdient opmerkmg de wuze, waarop hy Vondelverdedigt tegen do befehuldiging, inzonderheid door Witfen Geysbeek tegenhem ingebrac.ht, als sonde het laatfte Bedruf van den Lucifer met dan eenonnutte lap zun, the de eenheid van het geheel bederft.

B1 z. 327. tfrrvAEar VAN ORFE38. — Dit hekeldicht kwam to geluk met den SPEEt-grnarr v.sis Arozi.o EN PAN (bl 334) het eerst nit in 40, by de Wed vanAbr. de Wees.

BI z 350. Eccn Homo — Dit gedicht kwam, even als de Romaine Aandacht, het eerstin piano nit to Hoorn, by Pieter Zachariare Hartevelt.

Bl z. 374 — Vergelijk bier het gedicht van Hendrik Bruno, ten tytel voerende „Op betopfpringen van het Hollants magazun tot Delf", voorkoinende o a in „Khooskraam", en waarin hotzelfde onderwerp bezongen wordt geluk made het ge-dicht, betyteld. „Het klagend Delft," van een ongenoemden fchruver in den HoltParnaa, I bl 422

Page 828: vondel. - DBNL

22 NALEZING EN AANTEEKENINGEN.

B I z. 376 in de moot — Wagenaar gispt Brandt, omdat by het St Lukasfeest op 1653ftelt, doch vermeldt er met by, op welke befehaden zijn beweermg lteunt dathet in 1654 gehonden werd. Vondels Opdracht van den „Borstals" aan de kunst-genooten van St Lukas draagt het jaartal 1653 — zie blade 390 — en nemenwy nu aan, dat zy ten bluk van 's dichters erkentelukheid voor de hem be-wezen onderfeheiding ftrekte, dan moat het feest bear zun voorafgegaan Ultdeze byzondorheid, in verband met de opgaaf van Brandt, the in alle gevalleneen tudgenoot was, bleek my, tot mun leedivezen to last, dat Wagenaar betmis heeft, en het kroomngsfeest op het jeer te voren had moeten gebrachtworden.

Blz 381. — De verzameling der gedichten, voor de gelegenheid van het St.Lukasfeestvergaderd, werd afzonderlijk nitgegeven. Zy komt order anderen geheel voorin den Hollantfehen Panics, of Verfehade Gedschten — verzameld door T v.Domfelaar, Bartle Deel, Amfterdam by Jacob Lefcadje, 1660, en aldaar vanblz 14-35.

De tytels dier gedichten linden ale volgt.1 Lauwerkrans, den Hoofdpoeet J v. Vondel op 't hoofd gezet, door L M2. Broederfchap der Schdderkunit, ingewijdt door Schilders, Beeldthouwers en

deszelfs BegunItigers; op den 21 van Wynmaent 1654, op S. Joris Doelen teAmfterdam

Opgericht door M. Kretfer, B van der Elft (fie), N. van Heldt Stockade,I. Meares (fic).

3. Inwydinge der fehdderkunfte door Vondel.4. Broederfchap der fchilderknnft (zunde een tafelfpel of driefpraak tusfehen

Pallas, Apollo en Mercurius, ongoveer 500 regels lang, waarfchunluk vanAsfelun).

5. Op de vereemging van Apelles en Apollo.6. Op 't feston van Dinfyck, toegewut aan Apollo.7. Op 't feston van 't Schilders gereedtfchap, nytbeeldende eenigheydt onder

hear Broederfchap.8. Op 't fefton van vreede.9. Op 't fefton van wapenen.10. Mercurius, lir last der goden, beveelt Mars en Hercules de knnft met

den Staat to befchermen.(De laatite regels van dit gedicht zdn vowel merkwaardig:

Last Boman dan op kunft en hear aalondheydt brallen,En Tivoli op al zjn groote waatervallen,

En Nepali; op het graf van Maro on hear graft,Hier is de inure, ea 't geld, en liefde tot de kunli)

H. Sonnet aan J. v. Vondel.(Al dine bathe gedichten Ain van Asfeldn)

Blz. 385. Q. Roxanne FLAKEIM LruitZAZIGEN EN DxcnrsulisT — De herdruk vandeze vertaling is bezorgd near de nitgave in klein 12 0., to Amft by LUidewuckSpillebont 1654. — Vondels overzetting der gezangen van Horatius moat inAin tijd een buitengewonen opgang hebben gemaakt; want reeds in 1656 ver-fcheen or een tweede druk van „vermeert en verbetert," en naderhand volgdede eene herdruk op den anderen.

Blz 611, reg. 12, v. o — Frasi is het klinkdicht, door J. Bopard, die — gelijk reedsmein is aangemerkt — gands niet van verdienften, althands met van geest wasontbloot, op den gelloten vrede:

Page 829: vondel. - DBNL

OP

HET EEUWIGH VERBONT,

GENAAKT TII8SCREN DE MACHTIGHSTE GEMEENEBESTE,

ENGELAND EN HOLLAND.

De goddelijke Vre# nit 's heemels vreedezaalenSprak beyd de Staaten aan• „Ik koom met mijne Hutt,(„Die 's weerelts heyl alleen in rnijnen arm bevat,)

„In nw Gemeenebest' op 't heerlukft nederdaalen.

„Mijn alvermoogend heht, mijn blOcle fonneltraalen„Verfrisfen Engellandts en Hollants ftaat en ftadt.„Wegh met nw waterkeyrs, van wljn en bloet befpat;

„Mk veatigh' bier mijn troon, en wil bier zege-praalen

„Waarom nw onden bandt van vrientfehap dock geknot,„II in 't geyser geftelt van 't weifiend oorlogslot,

„Gebroeders, die door my de weerelt zut ontfachluk 9

„I& heb nw handel in mijn heemel overleyt,:k Gebied' n, door den mondt der wbfte majefteyt,

„Yen' is n vreede belt, den oorlogh veel te baehhjek..

Blz. 612, reg. 3, v. b. — De byfchriften, die Jan Vos op de onderfcheidene fchilderyenm het Stadhms vervaardigde, sun te vinden in 's mans werken, D. I. blz. 526.

Bla. 634. OP mar INWYDEN VAN ZIJNE Hammen ALEXANDER VII — Van cht ,ftnkbeltaat een nitgave in piano, met bet portret van Alexander VII in koper ge-graveerd, hetwelk de woorden Jt4fhtia et Trentate ten onderfehnft heeft Hetjaartal en de namen der nitgevers zbn op dat bled met vermeld.

Bla 644. TER BRITILOPT VAN DEN E. HEERE JOAN Six EN DE E JOITTS 1LUIGARITETULP — De eerfte drnk van cht Brmloftshed is in piano, en draagt gem naamvan mtgever noch jaartal.

Jan Vos vervaardigde bet navolgenae Byfehnft voor een afbeelding van Tuip:

NALFZING EN AANTEEKENINGEN. 23

Page 830: vondel. - DBNL

24 NALEZ1NG EN AANTEEKENINGEN.

DEN ED HEERE

N I K O L A AS T U L P f

BURGEMEESTER,

RAADT TF ARSTFRDAM

Dus ziet men Tulp door kunst, die door zun kunst het leevenZoo dikwuls heeft befchermd voor 't woeden van de Doodt

Zoo heeft hy door zun tong het nachtheir weggedreeven,En redden Amfterdam voor 't nypen van de noodt.

Nu waakt hy door sun zorg voor burger, wens en weenwen.Zoo leeft men na zun doodt, want deugdt verduart alle eeuwen.

Blz 658 In de Refolntien van de Vroedfchap, berustende op 't Archief van Amfter-dam, least men betreffende de rawlplug van bet Stadhtus het navolgende.

Den 30 July Ao. 1655.

Na dat mun Heere de Schout, (voorgedragen wordende de Roede van Juftitie)ende de Heeren Bargermeefteren, Schepenen, ondt Burgermeefteren, Trefoneren,Weesmeefteren ends die van den Raedt, gevolght van de gemeene Secretansfen,op den 29stan July defea Jeers 1655, as 't aenhooren der Predicatie indeonde ends Nieuwe Berck in ordentlijeker procesfle, met acelamabe ende toeloopder goede Burgerye, omtrent ten 11 nyren van 't Princen Hoff waren over-gegaen op het Nieuwe Raedhuys, ende aldaer posfesfie hadden genomen, is opden aenvolgenden dagh des morgens ten 9 nyren, wefende den 30sten dittode Raedt aldaer vergadert ende by een genomen in 't vertreck der welgemeldeHeeren Burgermeelteren, ende heeft met de gewoonlucke eenigheyt ende beffe-Juke harmonic, genomen de aenvolgende Refolutien, enz enz

Blz 659 INWTDINGE VAN 'T &remains T' AMSTERDAM - By den herdrnk van ditgedicht is de eerfte kl. fol uitgave van de Wed Abraham de Wees gevolgdDe text wnemelt echter van fpelfonten, zoodat het veel moeite kostte met defpelling ceingzum fyftematisch to werk to pan, want Vondel zelf, al heeftby zich, in sun Neockgh berecht over de mews Nederdudfche nusfpelluage —zie hien oren blz 619 — ten aannen zijner begnppen omtrent de fpelling inenkele opzichten duideluk genoeg verklaard, was noehtans met vast op zuneigen regels, genuge de handfchnften die ons van hem zun overgeblet en, enwelke yank in een en denzelfden regel onregelmatigheid op dit ftuk aantoonen

Vooraan in den bovenvermelden onden druk bevindt zich Cep in koper ge-graveerde tytelplaat, vooritellende. de Bonwknnst, hear gereedfchsp in de hn-kerhand en bet model van 't ftadhtus in de rechter, zittende op een voetftal,wear nevens ter weerszijde de Aemitel- en de Ygod in een zeer onwelvoegelukehonding neder hnrkende, hone respectieve kamerpotten nitgieten. Van bovenrondom de ftellg gebouwde dame zweven eenige Kupidootjens met dinveltronien,

Page 831: vondel. - DBNL

NALEZING EN AANTEEHENINGEN. 25

bet eene met eon dubbele loftrompet, bet andere met eon blown, waarvan devlag van Amfterdam afwappert, bet derde met een hoorn van overvloed, enbet laatite, dat er iftziet als eon wanhopige bennbaas in effeeten, met een Mer-kunushoed en flangeltaf

Ibid Inwyding van 't Stadium — Vol verdienften is het gedicht, door an Vos, ophetzelfde onderwerp, en onder geluken tytel vervaardigd

B 1 z 672 vs. 392. Voor Bidder Boelens gout — Tegeif het bierop aangeteekende, blz701, reg. 12 en volgg. komt de Heer Ter Gouw op met de navolgende argn-menten; ik laat hem zelven fpreken

„10. Voor zoo veel ik heb knnnen nagaan, vindt men van die geldleeningof fchenking van Burgemr Boelens forgone lets als alleen by Vondel

„20 Een Burgemeester Boelen was er in 1489 (toen Maximiliaan 't pris l-isp° verloende) met, Andries Boelen Dirksz werd eerst Burgemeester in 1496„Een Bidder Boelen (abut er in 't geheel met geweest te zun; — althans ikvind nergens by zdn naam sulk eon titel vermeld.

„30. In 1497 kwam de Aartshertog Filipe to Amfterdam, om gebnldigd teworden. By deed op 't Stadbius den eed, en daarby Mond Burgemeester An-dries Boelen Dirkszoon v66r hem; want A B Dz was degeen, die den eedvoorlas of nitfprak

„By die gelegenheid bevestigde de Aartshertog alleen die privilegien, welkegegeven waren door zone voorzaten tot en met Karel den Stoute; — de latereprivillegien en daaronder duo ook dat aangaande de Kroon boven 't Wapenbevestigde liti mist, en die zonden due van genne kracht moor zijn.

„Ware nu die limn gegeven voor „Bidder Boelens gout," 'tgeen Flitsniet vergeten kon zijn, en terwiji dezelfde Boelens voor hem ftond — dan zondit tech wel van de zijde des Aartshertogs eene fnoode ondankbaarheid ge-waest zbno

„'t Kostte de Stad nog vrij wat moeite, om ten minste dat One privilegienog bevestigd to krijgen en 't fieraad boven hear wapen to mogen behonden

„fie. In 't, privilegie van bfaximaiaan !teat ook van die geldleening of fchen-king door Boelen mete. De Roomsch-Boning fpreekt van de dienften door de,lad hen bewezen, en bovendien van „fonderlinge feecken one deer toe por-rende," welke nitdrukking doorgaans beteekent, dat er penningen verftrekt zijnDe overlevering meldt, dat Maximiliaan om zestigduizend gulden verlegen was,en die hem door Amiterdam werden opgefchoten — waarvoor dan de kroon aleqmtantie son geftrekt hebben.

„P. Dr. Olfert Dapper — die eon tijdgenoot van Vondel was, en dna desoak even good kon weten als Vondel — by fohreef 1663 — zegt aangaandedaze verzen van Vondel: „int wat hook by dit gehaelt haft, dat mach den„hemel weten; doch men ken bet de poetze vrijheit toefchrbven. Pictonbus emm„atque Poetis omnia licent. Want enders, 't ftrijt regelrecht tegen 't Privilegie„van keizer Maximiliaan," enz.

„60. Zeer opmerkelijk is het, dat men in Domfelaer (1665) het 1ite vers vanVondel

Veer Bidder Boelens gout en 's helts grootdaedigheitTen dual! van ztinen Heer

reeds veranderd vindt in

Voor 's State bewezen help en bun milddadigheytTen desalt van baron Heer.

Page 832: vondel. - DBNL

26 NALEZING EN AANTEEKENINGEN.

„Wie de verandering heeft gemaakt, is my niet bekend, — 't jaartal echterbewijst, dat het onder Vendals oogen gefchied is, en daanut blukt, dat mentoen reeds goon geloof Hoeg aan dat gond van Bidder Boelens — en door 'tveranderen der verzen de Stad Wilde handhaven in de eer, die Naar toekwam.

„7o. 't Sprenkje aangaande Boelen behoort ook eigentlijk met by de kroonmaar by de Lumen. Een der Boelens (wie wordt met gezegd) zon die tenantsby 't wapen gekocht hebben.

„ „eemge willen van eon der Graven„ „andere feggen, van Keyser Karel de Vufde,"„de traditie zelf was du weifelende,„De heraldiek leert one, dat de fchildhonders weleer willekenrig, near eigen

goeddunken zbn aangenomen, eerst door de Heeren, later door de Steden, endat eon wapen solider tenants in ides minder to achten is dan eon wapen mettenants; — doch toen 't mooi word, wdde Amfterdam niet achterbldven, en namin 't midden der 16e eenw ook eon pear leenwen aan Het fprookje, dat Boe-len die gekocht son hebben, behoefde Wagenaar met meer to verwerpen, —tronwens by heralchsche kwestien beteekent Wagenaars gezag at seer Inning;by wilt dear met veel van; — 't fprenkje was allang nick hem verworpen

„Dapper gaf het fiechts ale „zeit men," en Domfelaer en Commehn twufeldenseer of „esmige van de onde Amfterdammers" geld sou hebben overgehad voormilk eon „ydele mire."

„ Verwerpms is echter al to gemakkelijk; —1 fprenkje meet toch ergens vandean gekomen zun; — en hoe komt die naam van Boelen dear joist by 9

„Ik geloof, 1 to knnnen oplosfen.„Henrik Paulturzoon Boelens gaf in 1561 drie duizend gulden tot het ftichten

van eon Dolhuis. Boven de poort van dat gefttcht (Klovemersbnrgwal) wardende wapens van H. P. B en inner vronw Stuns on daarboven wear 't Stads-wapen en wel met de Leeuwen geplastet DA was de ondfte afbeelding van 'tAmfterdamfche wapen met de leenwen aan eemg openbaar gebonw En dearno dit gebonw voor 't geld van B gefficht was, zal dit aanlesding hebben ge-geven tot de vertelhng, dat B de Lemma gekocht had

„Vondel sal 't eon dichterluke vrijheid hebben geoordeeld, het fprenkje vande Leenwen over to brengen op de kroon — vooral, dear 't hem gelegenheidgaf lets vleuends to zeggen aan de Heeren, die Boelen ale him grootvaderbefe.hottwden, zoo ale de Bickers en de Graven En van dergeluke aardighedenwas Vondel toch in 't geheel goon vuand "

Tot due verre de Hoer Ter Gonw. 't Is eon hacheluk geval, wear 't de ge-fclnedems van Amfterdam geldt, to worden eangevallen door den man, diemeer en beter dan iemand daarm ehnis is, en nog bezwaarlijker vat het,hem to beftnjden, die zone bewijsplaatsen met zoo veel fcherpzmnigheid weetto kiezen en lateen to zetten Nochthands ben 1k ten deze niet overtnigd dat ikof hover dat Vondel — opzetteluk of ter goeder tronw — soft gedwaald hebbenmet betrekking tot den tytel en de dead van Andnes Boelensz.. Mune sums-wijze wil- ik verdedigen by het achtereenvolgends opvatten der pnnten, doorden Heer Ter Gonw gefteld.

10. Even ale de Hoer Ter Gonw, heb ik het vermelde aangaande het deel datBoelens son gehad hebben aan het verleenen der kroon Kneen gevonden by Von-del; (loch by komt er, ale ik nader aan zal toonen, zoo herhaaldeluk en bysulks verfchdlende gelegenheden op terug, dat men al eon groote mate brutalitest,ik weet er goon beter woord voor, by hem son moeten onderftellen om hem tobefchuldigen de seek opzetteluk tut zun chum to hebben gezogen en er tegenbeter weten aan by to min bluven volharden. — Hy kan kenms gedragenhebben van eon omftandigheid, die aan anderen met bekend was, en due metdoor bun vermeld kon worden.

20. Dat Andries Boelensz. goon Burgemeester was in 1489, maar 't eerst

Page 833: vondel. - DBNL

NALEZING EN AANTEEKENINGEN. 27

it 1498, ma later nog verfcheidene melon werd, was my bekend; en zoo ikhem op Ms. 701 lien tytel heb toegekend, was het ',Una, om dat die de voor-neon& was Men by by sdn leven droeg. Evenzoo soft 1k b v. fehrbven, datHoning Willem II in 1816 met de Grootvorftin van lindand gehnwd was, of-fehoon by toen nog goon Honing was.

Maar dat er geen Redder Boelensz soft geweest zdn, om dat sljn imam tier-gende met lien tytel vermeld ltaat, ziedaar eon argument, dat ik niet kan toe-geven. Ik wild op de .Aiulterdamfehe Repenngslusten soo van voor ale na1578, by Wagenaar voorkomende, chen tytel alleen vermeld by Jacob Bail en byArnold Heileman Hook, offehoon er en voor en na ditjaartal onderfcheidenenwaren, die er aanf►rask op konden msken. Bode= ken bovendien sun redenengehad hebben, wasrom by by sdn medebnrgers met lien tytel niet blnfte.

se. De Aartehertog Fllips soft volgends den Hoer Ter Gonw al seer vergeet-aehtig en ondankbaar geweest sun, door tegenover Boehm Mande, het be-sweeten to weigeren van eon pnvilegie, verleend uit erkentenis van dienftendoor dozen bewesen. Maar, daergelaten, dat dankbaarheid en eon good gehen-pn Met idtdd behoord hebben tot de dengden, die Venial kenmerkten — mendenke b. • maar eons man het gedrag door den wader van Filips gehondentegen over den armen nips van Kleef, die by de Vlamingen borg voor hemgebleven was. — En of an het good nit Stadskas, of nit die van Boelenszgekomen was, innate dit de wagering meet of minder tot eon ondankbearbeid 9

In tegendeel komt hat my voor, dat, wanneer men aenneemt, dat het geld mis-Mien js in imam door de 6nd, maar in de dead door Boelensz was verftrekt, enden daarvoor de ndderlijke weardighead bekomen had, Ffflps des to endervan ()ordeal kon zijn, dat by tegen over den eipnlijken geldiehieter rune wasen Mai tops over de Stad du met behoefde to geneeren.

40. Dat er van de fchenking, door Boalenss gedaan, niets in 't privilegievermeld is, bewdst Mete, en 't verzwdgen daarvan fprsk bovendien van self.In 't fink worn, els de Heer Ter Goner self herinnert, bedektelljk op eongeldveritrekking gewesen. De vraag ken elleen elm, nit wiens sok de forakwam. Evenmin sal men by eemg histonefehrdver de namen lezen van ben,die in 1831 en volgende jaren man Honing Willem I aantienldke foramen ver-fieekten om hem tot volharding in Ant to kellai, en die dasrvoor meteon pleats in de Berke Kamer of met een kommandenre-kruis befebonkenwarden; maar daarom blUven de ftunille-overleveringen die saken en hear on-darling verbend toch bewares, en het nagefiaeht heeft gee. reeht se to ontken-nen om dat bet se siet „geboekt" vindt. Hennes mike feken in craze dapnvan openbearbeid en dagbladen geheim bldven, hoe reel to meet Ion de mat-tes:held verfnmoord warden is de lftiende en seminude eenw.

fie. ea 6°. De tivbfel van Dapper en het bederven van Vondels vaerzen doorDamfelser, bewdzen alleen, dat beide Heeren met de overlevermg Met bekendwaren. 't Is wear, IT leefden en fehreven ten Aide van Vondele leven; eaby heeft hen Wet weirfproken; — main 'r is --da meg of by hnn werkenpkeen had. Ik voor my beken openhartig, op Terre na niet elks gelezen toIniteen, wet ter bekeddmg van gevoelens, door my -bier of dear geuit, in 'tNein verfthenen is; meermaIen ook, em dat ik salts van het bateau der beard-ding oilmen* was.

70. Do oplosfing, bier gegeven, is vernnftig; man sy betreft eigern4 eonender it en sy is niet voldoende om Vondels &nip astern. ale logen-sehlig to verwerpen De man mop fomtdds *Mete beriehten overnemen, idsb. v. Glyeisreghts ran near ,;'t vette lent vex Prayerful," ik heb hem merges&Wrap op opsetteldke venlichttng, en, wear by eon felt bybreagt, heeft by ersok eon sntoriteit veer. Wet Boelensz betreft, by fpreekt van hem, behalve inEs bier aingelutaide regale, in 1 vitas Gan Kornai, is Graeff, Ms. 711.

WA VHS= VAN a Tax velour. vt. 1814111 a A►IT 4

Page 834: vondel. - DBNL

28 NALEZING EN AANTEEKENINGEN.

Had Andrew) met Stads eer bewaertEn 's Sewers glorie trim oerdadsght

en tot aan de woorden

Zoo blinks de goutmijn in 't gebrusek

1k heb in de aanteekening op vs 7 verkeerdeltik het bier gezegde toegepastop Andries do Graeff, die — men lase o. a. 's mans levensfchets door P H.Witkamp in 't „Nederlandsch Magazun" van 1860, bin 74 — eerst op 19 July1677 van Keiser Leopold sun adehjk diploma ontfing 1k had nit het geheeleftuk moeten opmaken, dat bier alleen fprake kon sun van Andries Boelensz, enken When to 'muner verfchonuig sanvoeren, dat de aanteekeningen op velegedichtep, en zoo ook op dit, reeds lang gefehreven waren, voor dat iknog geleerd bad se door vergelukmg met andere overal even good to verftaanWear my, door het hcht, nit zoodanige vergehjking of van elders geput, mijnmusvatting later bleak, bob ik heeds mini aanteekeningen, of op de kopy, ofop de proof, veranderd of gewijzigd; her heb ik dit versstumd, waarfchunlukten gevolge der ongefteldheid, die my godurende het drukken van dat en fom-mi,ge voorafgaande en volgende vellen to bedde held en my noch genoegzamehelderheid van hoofd het om began fouten to ontdekken, noch genoegzamekracht tot mauve nafponngen. — Om tot het gedicht terug to komen, Vondelfchrijft bier ten dnideluklte aan Andries Boelensz de eer toe van 't verkrijgender kroon boven 't wapen Men lese flechts de volgende parafrags van simnvaerzen.

„Indian Andries Boelensz niet voor de Stad ware opgekomen en hear eerzoo web als die des Keizers had gored, des ware by met, nog in de krachttuns 'evens, door hem tot Bidder gefiagen, by, die door zip mildheid Maximi-Haan had bewogen, de kroon aan het Stadswapen to fchenken. — Die ndder-lijke waardigheid, kenbaar aan gonden keten en atjdgeweer en gevierd door ztjnluisterrUken intocht binnen de Stad, verheerltjkt sun gefiacht en wordt op hetbefchilderd glee in de Nieuwe Kerk nog vereeuwigd. En al breaks dat brazegilts, dan nog bluft sijn gedachtems leven in de Bickers en Graeven, nit hem1144roten. — Dit alien set de kroon op het edel gebruik, dat by van sun goadheeft gemaakt'"

Op niet min ftellige, fchoon min mtvoerige wipe, sinfpeelt Vondel op Boe-lanes' , verdienften in twee dier byfcbriften welke by in den jars 1658 ver-vaardigde op de „Afbeeldingen der ftamheeren en zommige telgen van de Graven,Boelenfen ens. tocgewljt aen... Andries de GraefE" Zoo vangt dat op SchepeisCornelis Boelens aan:

Men net in d' afkon411 liter den Bidder &MINS keenWien Amfterdam nosh dankt voor bare wapenkroon.

en in dat op Andries do Graeff en rtjn hniavronw Elizabeth Bicker.

QUM Bidder Bonzes en door eine zere.k opdresegen.

En nu, ik herhaal miln vraag, zott het in omen dichter geen verregaandeonbefcbaamdheid sun geweest, aan het dozen deftige Amfterdammers, dat dosebyfchriften onder de oogen kreeg, eon opzetteluk verdichtfel aangaande buniteinheer onder de oogen to damn brengen? Dat by de Amlterdamfche Over-beideperfonen en hnn dames nu en dan wet meer vleide dan ay misechien ver-diodes, sot ik den Heer Ter Gonw knnnen toegeven, mar ik hemmer hem tevens,dat men poratilbhe uitdrukkingen niet zoo lettecluk heeft op to nemen ale die

Page 835: vondel. - DBNL

'

NALEZING EN AANTEEKENINGEN. 29r

walks in -nnchter proza voorkomen; — dat by hen vleide ten koste en metmoedwillige verkrachtmg der histonfche waarheid, geef ik hem aid toe AanCornelis Boelens to fchruven, dat dens overgrootvader de ridderluke waar-digheid bekleed, en an Amlierdam de kroon boven 't wapen bezorgd bad,gewis, by had het met in zun hoofd gekregen, indien er geen grond voor diebyzonderhedeu bean had, indien Boelens zelf niet van de waarheid (larvaovertmgd ware geweest Naar mun overtiugmg moet Vondel die byzonderheden,war of verdicht, van de Boelensfen of de Bickers zelve vernomen, vermoede-bjk wel in hen gellachtregister gelegen hebben, en daardoor kennel verkregenvan een overlevering, die san de Dappers en Domfelaers, all minder met de be-doelde Patriciers vertronwd, onbekend bleef Beftond_ het kerkglas m de NienweKerk nog, waarop de fchenlung der kroon werd voorgesteld, wy zonden dasropwaarfehunluk Andnes Boelensz met golden keten en de degen op nude hebbenzien afgebeeld, en dentin een meow hemp gevonden, zoo niet van de waarheidvan 't verhaal, dan tech van Vondels waarheidsliefde by 't vermelden van feiten.

Dat in de befproken overlevering lets onwasechuniuks zoo gelegen zun,ial tack niemand in mast beweeren Dat Maximilian door den oorlog, eerstmet de Vlaamfche Steden, later met de Hoekfellen ender Jonker Frans,deerlijk verarmd was, en gelladig geld noodig had, is bekend. Nn lezen wywel, dat Amfterdam hem in 1488 over de f 10000 gefdioten had, mar voorde renten van die fom waren aan de Stad dan ook reeds eenige, hoe welmet geheel aereskende panden verftrekt: en bet ontbrekende was niet vandat belang, dat daarvoor een zoo gewichtig voovreeht alit de kroon op 't wapensot gefehonken zijn geweest. Mast om Maximilian nit de verlegenheid tohelpen was de gemoemde fore by lenge na niet aidoende, en 't last zich min-den dat by nogmaals aanklopte Nu mocht Amfterdam reeds in aanzien envamogen de andere Hollandfche Peden boven 't hoofd sljn gewasfen, ja in1485 de •fchulden in de vier vonge jaren gemaakt hebben knnnen aflosfen, 'twas hiertoe niet gekomen din door verhooging van den accijns; het had awareonkosten gehad door zip medewerkmg aan bet dempen van den binnenland-fallen krijg en het zal zich ongaarne in de noodzakelukheid hebben zien bran-gen om, ten gevalle van den Vorst, of de belastingen verhoogen, of geld opbezwerende voorwaarden op to nemen. Is er nu iota onwaarfchunluks in degilding, dat een rijk en aanzienlijk koopman, nit zucht om sun vaderltadto believen, en misfaien daarby, om zich en by hear en by den Vorst ver-dienfteluk to maken en zich op die wipe den wag tot hooger eere to banen,de fom nit eigen middelen voorfchoot, misfchien geheel of gedeelteldk aan deStad all vrijwillige gift verftrekte, en hear daardoor in teat ftelde, Macimiliaan togeneven, Dat de kroon met gegeven werd silken voor 't zenden van hnlpben-den ter bemachtiging van Rotterdam, is duideluk ; dat hadden ook andereladen gedaan, die geen dergeluk bintengewoon voorrecht erlangden. En watwas nu natuurlljker, dan dat Maximdiaan, de Stad beloonende door eengift die hem niet verarmde, op even goedkoope wdze den dienst van Boe-lens erkende, door hem tot Bidder to verheffen. De Stad erkende die —offehoon eenigzins trager — door hem, die reeds federt 1483 de waardtg-kid van Schepen bekleedde, in 1496 tot die van Burgomaster te .verheffen,en mmlbhien had die verhelling juist pleats, om dat men eerstdaags eensbozoekvan den .Aartehertog verwachtte, en van oordeel was, eensdeels, dat het dozenangensam sot sun, begroet to worden door den man, die door zijn vader wasbegun/ kit geweest, en ten anderen, dat, in gevalle de Vorst zwarigheid maakte,het privilegie, door zijn vader verleend, to bekrachtigen, niemand beter infast sod • AM hem tot andere gedachten to brengen dan juist Boelensz, sanseisms tijdige tustchenkomst men het to danken had En werkelifk, men hadgoad gezien; ha gelukte hem, nog in 't zelfde jsar 1497, waarin 's Vor-den bezoek had plats gebad, de Lievaitigmg van het verlangde voorrecht to

Page 836: vondel. - DBNL

30 NALEZING EN AANTEEKENINGEN. 1

bekomen : — en de Stad toonde aid} niet ondankbaar; want reeds in 1499 verhiefzy hem op nienw tot bet Bnrgemeesterfcbap, 't welk by vervolgends niet min-der dan nog twaalf meal bekleedde. — Waarluk, aan eon man, die gednrendevier-en-dertig jaren, van 1483 tot 1517, sulk eon aannenluke rol fpeelt inStade regeering, tarp men nit bloote airdigheid goon tytel toe, die* hy nun-mer bezeten, Been dead toe, die by nimmer verricht zoo hebben.

B lz. 675, vs. 511 — flier blazer fchtaftrompet en kromme en rechte RustOrlandoos grooten geest ter heerenvailler tat

Ter eere van de Wet, en burgerwandelaerenVerquickt door bly muzyck

By het aangeteekende op doze vaerzen voege men nog de navolgende mode-deelingen van Melchior Fokkens, die in 1662, op biz. 146 van zün werk, hetnavolgende fchreef.

„Alle dagen tusfchen elf of twalef unren worth nyt de venfter na de Marktdoor zes Stads-Dinfikanten verfcheyde Mnfikale ltnkken gefpeeldt op fclunftrom-pet of baznyn, kornet of kromhoren, tot vermaak der wandelende koophedenen andere mwoonders en vreemdelingen, dat heel nytnemend vermakeluk isom air to hooreni"

131 z. 684, vs. 841 — d'Osfensnarkt, doer vette en etagere WenDe wade en laderfle van Autumn last verloyin.

Ik hob in mun aanteekenmg, met het oog op de toenmalige topografie en opde beteekenis van 't wooed Eider, Roder.* door „gauzemarkt" verklaard. DeHoer Ter Gonw !felt my eater de navolgende, vru aannemeluke, in elk gevalvernufiage, verklaring voor :

„Eider.* ken, dunkt my, niet Anders beteekenen dan „de Deenfohe hertog-dommen, die ter wederzijden van den Eider liggen " De vette osfes, kwamennit de wade, de stagers nit de Eider* (Denemarken).

BI z. 688, vs. 997-1002. — Op die bnurfchap van de Dezolate-boedelkamer en de As-furantiekamer paste Jan Vos het navolgende Punklicht•

Verdeelen van 't Stadthuis ken n met wel vernoegen.Hier sun twee /camera die niet beeter zijn to voegen.

Vraagt gy hoe deeze twee zoo by elkander itaan°Om dat men veel nit d' eon in d' ander komt to gam

Ibid vs. 1015. — Op Burgemeesters boner vervaardigde Jan Yoe (lit Funtdicht:

Wet yder kamer ken, kin dit vertrek alleen.Het Itaadthins is eon ring: maar doze plane de !teen

BIL 729 ANN Da Doonvennonno Hornisatornn von VExcrix. — Hiervan kwamde eerfte druk nit DI kl. fo. by de Wed. van Abr. de Wees.

Blz. 734 JAOHTZLNG ANN DEN DOONLIIONTIOUSTEN WRIST EN limas J MAtouTrus,Enz. —De eerfte idtgaaf van dit gedicht is in 4o. by de Wed. van Abr. de Wees

Blz 789. TER BEITILONT VAN DEN E. HEE= JOAN HIIIDEJLOOPEA ax DE E JOFFERSono Contons. — Dit Bruiloftsdicht kwam in piano nit met het wapen derHuidecopers er boven — Eon seer nitvoerig dichtftuk maakte Jan Vos op de-zelfde gelegenheid Zie Vos, D I., biz. 668.

Page 837: vondel. - DBNL

NALEZING EN AANTEEKENINGEN. 31

Biz. 748, vs. 13, v. b. — Waarfchijnlijk -wag 'Searle de dochter van Admen Ram,Hoer van Sebalckwyck, die op 29 Jah 1651 door den Hove van Utrecht ver-oordeeld is geworden, omdat by op den hnize van Schalkwbk, tegen de heer-fcheade verbodsbepalmgen in, kerkelljke vergadermgen van Roomsgezinden hadgehouden, zich tegen de Overheid, die ze niteen kvram drbven, gewelddadigverzet, en de bewoners in den omtrek tot oproer had doen opnuen. — Ben af-drnk van bet vonms vindt men in de verzamehng van Pohtieke traktaten, welke,onder den mum van „de witte Kollektie", ter Koninkl Bibl to 'a Rage voor-handen is, op het jaartaal 1651.

B 1 z. 125. Met stin Margolies ea Orlandess — In de aanteekenmg op dozen regel hobik gemeld, dat ik niet bad kunnen ontdekken, wie Vondel met harem; bedoeldeIk had echter ervaren mnnekhefhebbers geraadpleegd en die ik in de geschie-denis van het vak ervaren achtte Beret na het afdrukken van eon deel dozerNalezmgen, doch gelnkkig nog aidig genoeg om m dit deel to knnnen geplaatstworden, gewordt my de volgende opheldenng, door nujn vnend Alberdmgk Thum,wren rk dozer dagen over de seat gefproken had, getrokken nit Fans, Biegro-phis miser's& des Muficiens, VI. 270-272, wiens artikel over de bedoeldeperfoon by in eenige regels had femengeperst.

„Luca Marenzio, geb. to Conagha, by Brescia, van arme ceders, omtrent1550 Zljne opleidmg in Christelgke dengden en letterknndige wetenschappenheeft by to danken gehad can den Aartspriester van het oord Eimer geboorte,Andrea Mezetto. Om zbne achoone stem word by ter beoefenmg der toonknnstaaa den Kapelmeester van Brescia, Giovanni Contim, toevertzonwd. Achtervol-gends ward hy Kapelmeester van den 'Coning van Polen, van den Kardmaald' Bete en van den 'Caramel Aldobrandmi Beschermd door Pans Clemens VIII,ward hy in 1595 aangenomen in het kollegie der zangers van de Panselllkekapel, overleed 22 Ang. 1599 en ward begraven in de kapel San Lorenzo inLucius.

Marenzio, dichter en maims, heeft zich vooral beroemd gemaakt door zonemeerstemmige madrigalen. lib had den William van el doles sign. De teerheiden beartelingsche gratis on weemoed zljner texten, gevoegd bu zekere stontheidin de samenstelling zijner harmonien, maken zone hoofdverdiensten nit. In deehromatifche richting is by de wegbereider van Monteverde geweest

In 1593 veracheen in Antwerpen reeds eon volledige herdrnk der X boekenminer Madrigals:"

Page 838: vondel. - DBNL
Page 839: vondel. - DBNL
Page 840: vondel. - DBNL