Top Banner
O O S T - V L A A M S E Z A N T E N L X X V I 2 0 0 1 - 4 ZOEKEN EN NTEN VOETBRANDERSBENDE TE CAESTER, KERKHOVE, TIEGEM EN OMGEVING (CA. 1 630) Wil ly BRAEKMAN . Op 4 februari 1 634 werd door de schepenen van Zulzeke (Kwaremont) een zekere Joos vanden Cautere, "gheseij t Capiteyn", aan het scherp examen d.i . een foltering onderwor- pen. ( ' ) De bedoeling was hem de "compli- cen" die met hem een dievenbende hadden gevormd te doen "denomineren". (2) Na meer dan tien uur "in den ijseren halsbant" gezeten te hebben, bekent hij een groot aantal dief- stal len die h ij pleegde samen met vele ande- ren. Onder zijn "compl icen" vermelden we Joos vanden Meu1enbroecke "gheseijt den haene ende Godtsblock". Nog vóór het verhoor werd die te Brussel reeds ter dood veroor- deeld en geëxecuteerd. Verder maakte van de bende deel uit: Ph il ips vander Wee "in de wandelijnghe ghenaempt blancheval", Loys vanden Wee, zoon van de voorgaande, "som- tyts genaempt in bijnaemen poulain", Hansken Algoet van Avelghem, "qua lick si ende", een zekere Antone die boereknecht was geweest in Aul tryve op een hoeve dicht bij de herberg "Het Okerken ", Simoen . Cousin, eveneens van Aultrijve, de Coppenols van Amougies en veel anderen. Ze stalen kippen, varkens, klederen en dg l. Wanneer ze niet kregen wat ze vroegen, schrokken ze er evenmin voor terug de bewo- ners van het huis te folteren door hun voeten te verschroeien. Dit was het geval toen ze het huis van Jan Man boven Ronse wilden p lunderen. De NOTEN 1. RA Gent, Oudburg, nr. 2202 ( I ste stuk). 2. denomineren: noemen. benen van de boer werden verbrand. Joos vanden Cautere stond toen weliswaar op schildwacht, maar heef t toch "den voo. de Man ghebonden sien s it ten voor tvier" als hij door het huis naar de achterzijde g ing. Van diefstal en fol tering naar moord is slechts een kleine stap. Toen de bende in oktober 1 63 1 met wel vijftien of zestien leden naar Avenne bij Dooik trok, werd "eenen doot ghesmeten" bij het kerkhof van het dorp. Op Allerzielenavond 1 632 werd in Anserode een zekere George Ie Febiere de voeten "gebra- den". In het huis van Ph ilips Foret was de ondervraagde erbij " int braeden van sijne [d. i. Forets] voeten met alle de voo. sijne com- plicen". H ij heeft "bijghebrocht haudt omme deselve voeten te braeden, hebbende ghesien den voorn. Foret si t ten ghebonden opde eerde, met de handen te gader op den rugghe ende voeten bloot voor tvier". Als één van de bendeleden gekwetst werd en moeil ijk kon verplaatst worden, werd h ij zon- der genade ter plaatse door de anderen afge- maakt om te belet ten dat hij, eens gevangen, zijn spitsbroeders zou verraden. Dit wa het geval toen de bende op 19 of 20 november 1632 bij Ol iv ier Foucaert te Grarnmene pro- beerde in te breken. De boer verdedigde z i h en schoot één van de bendeleden in ij n bille, waerdeure hij met heieden ni t n conste vertrecken, waerdeure den gh qu t- sten by syne complicen doot gh m t n wiert" .
3

VOETBRANDERSBENDE TE CAESTER, KERKHOVE, TIEGEM EN …

Jan 01, 2022

Download

Documents

dariahiddleston
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: VOETBRANDERSBENDE TE CAESTER, KERKHOVE, TIEGEM EN …

O O S T - V L A A M S E Z A N T E N L X X V I 2 0 0 1 - 4

ZOEKEN EN ZANTEN

VOETBRANDERSBENDE TE CAESTER, KERKHOVE, TIEGEM EN OMGEVING (CA. 1 630)

Wi l l y B RAEKMAN

. Op 4 februari 1 634 werd door de schepenen van Zulzeke (Kwaremont) een zekere Joos vanden Cautere, "gheseijt Capiteyn", aan het scherp examen d. i . een fol tering onderwor­pen. ( ') De bedoel ing was hem de "compli­cen" die met hem een dievenbende hadden gevormd te doen "denomineren". (2) Na meer dan tien uur "in den ijseren halsbant" gezeten te hebben, bekent hij een groot aantal dief­stallen die h ij pleegde samen met vele ande­ren . Onder zijn "complicen" vermelden we Joos vanden Meu1enbroecke "gheseijt den haene ende Godtsblock". Nog vóór het verhoor werd die te Brussel reeds ter dood veroor­deeld en geëxecuteerd. Verder maakte van de bende deel uit: Philips vander Wee "in de wandel ij nghe ghenaempt blancheval", Loys vanden Wee, zoon van de voorgaande, "som­tyts genaempt in bijnaemen poulain", Hansken Algoet van Avelghem, "qualick si ende", een zekere Antone die boereknecht was geweest in Aultryve op een hoeve dicht bij de herberg "Het Okerken", S imoen

. Cousin, eveneens van Aultrijve, de Coppenols van Amougies en veel anderen. Ze stalen kippen, varkens, klederen en dgl . Wanneer ze niet kregen wat ze vroegen, schrokken ze er evenmin voor terug de bewo­ners van het huis te folteren door hun voeten te verschroeien. Dit was het geval toen ze het huis van Jan Man boven Ronse wilden plunderen. De

NOTEN

1 . RA Gent, Oudburg, nr. 2202 ( I ste stuk).

2 . denomineren: noemen.

benen van de boer werden verbrand. Joos vanden Cautere stond toen weliswaar op schildwacht, maar heeft toch "den voorn. de Man ghebonden sien sitten voor tvier" als hij door het huis naar de achterzijde ging. Van diefstal en foltering naar moord is slechts een kleine stap. Toen de bende in oktober 1 63 1 met wel vijftien of zestien leden naar Avenne bij Doornik trok, werd "eenen doot ghesmeten" bij het kerkhof van het dorp. Op Allerzielenavond 1 632 werd in Anserode een zekere George Ie Febiere de voeten "gebra­den". I n het huis van Philips Foret was de ondervraagde erbij "int braeden van sijne [d.i . Forets] voeten met alle de voorn. sijne com­plicen". Hij heeft "bijghebrocht haudt omme deselve voeten te braeden, hebbende ghesien den voorn. Foret s itten ghebonden opde eerde, met de handen te gader op den rugghe ende voeten bloot voor tvier". Als één van de bendeleden gekwetst werd en moeilijk kon verplaatst worden, werd hij zon­der genade ter plaatse door de anderen afge­maakt om te beletten dat hij, eens gevangen, zijn spitsbroeders zou verraden. Dit wa het geval toen de bende op 1 9 of 20 november 1 632 bij Olivier Foucaert te Grarnmene pro­beerde in te breken. De boer verdedigde zi h

en schoot één van de bendeleden • in ijn

bil le, waerdeure hij met hernJieden ni t n

conste vertrecken, waerdeure den gh qu t­

sten by syne complicen doot gh m t n

wiert" .

Page 2: VOETBRANDERSBENDE TE CAESTER, KERKHOVE, TIEGEM EN …

O O S T - V L A A M S E Z A N T E N L X X V I 2 0 0 1 - 4

EXECUTIE VAN ZELMOORDENAARS: LOCHRISTI EN VLADSLO

Wi l ly B RAEKMAN

Iemand die zich binnenshuis van het leven beroofde, werd op een bijzondere manier terechtgesteld. (I) Die werd als onterender beschouwd dan de gewone manier van opknoping aan de galg. Een tekst uit 1 408 zegt dat het "costume van den lande van Vlaenderen" is, bet l ichaam van een zelf­moordenaar onder de drempel van zijn huis weg te brengen. De bedoeling was dat men de drempel - een sacraal deel van het huis -niet mocht ontwijden: daarom moest het l ijk niet boven maar onder de drempel het huis verlaten. (2) Lochristi ( 1 590) Te Lochristi verhing zich op 1 7 september 1 590 een zekere Wil lem Gheevaert, fs Pieter. Dit gebeurde volgens het vonnis dat het Leenbof van St.-Baafs over deze zaak uit­sprak, e) "zonder eeneghe precedente oorza­ke ofte frenesie". De schepenen hebben drie dagen nadien den zeI ven Wil lem ghecondemniert . . . zyn l ichaem ghesleept te wordene van onder de zulle van zijnen huuse ende van danen up een hurde ter plaetse van justicie patibulaire (4) omrne . . . aldaer ghehanghen te worden in eenen spriet, confisquerende zijn goedt . . . sheeren van St . Baefs proffijte.

Het is bekend dat men in de Middeleeuwen en de zestiende eeuw streng optrad tegen zelfmoordenaars: hun l ijk werd veroordeeld en geëxecuteerd, hun goederen werden ver­beurd verklaard en een kerkel ijke begrafenis kregen ze niet. (5) Een uitzondering op deze regel zijn de zelfmoordenaars van wie men kon bewijzen dat ze geestesgestoord waren en zich in een vlaag van waanzin van het leven hadden beroofd. Vandaar de vermel­ding in de bovenstaande tekst dat Wi llem

Gheeraert "zonder eeneghe . . . frenesie" gehandeld had. Daarom ook zijn de rechters "confisquerende zijn goedt". In het recht nam de geestesgestoorde een u it­zonderingspositie in . In het strafrecht is h ij niet toerekeningsvatbaar, in civiel recht n iet handelingsbekwaam. De bezittingen van een zelfmoordenaar wer­den niet door zijn nazaten geërfd. Ze werden door de overheid in beslag genomen, tenzij men de rechters ervan kon overtuigen dat de ongelukkige geestesziek was. Dat was natuurlijk niet steeds gemakkelijk en vergde van de rechtende instantie dikwij l s een onderzoek dat moeizaam en uitgebreid was. Men zag er dan ook graag van af, als men daartoe de kans had. Het was dan ook belangrijk voor de verwan­ten om een geesteszieke de juridische staat van "krankzinnige" te doen verkrijgen. Dit kon gemakkelijk gebeuren door hem te laten inschrijven in de registers van de waanzinge­nezers, zoals S int-Hermes te Ronse en Sinte­Dimpna te Geel . (6) De inschrijving van de pelgrims naar deze bedevaartsoorden in het "zottenboek", de zg. registratie, en de bad­brief. Door deze inschrijving werd een zelf­moordenaar in juridische zin krankzinnig: de zelfmoordenaar kan kerkelijk begraven wor­den, met zijn lijk wordt niet gesold, zijn goe­deren worden niet aangeslagen maar komen zijn nabestaanden ten goede. Van deze ui tzonderingsmaatregelen kon Wil lem Gheeraert echter niet genieten. Tegen hem en zUn l ijk trad de overheid met de haar gewone strengheid op.

Vladslo ( 1 7 1 3) Eeuwen later werd nog steeds op dezelfde wijze opgetreden, zoals het volgende voor­beeld duidelijk maakt.

Page 3: VOETBRANDERSBENDE TE CAESTER, KERKHOVE, TIEGEM EN …

O O S T - V L A A M S E Z A N T E N L X X V I 2 0 0 1 - 4

Monia De S midt, 30 jaar, geboren te Handzame en dienstmeid bij een l andbouwer te Vladslo, bracht op 1 2 april 1 7 1 3 haar pas­geboren kind om het leven. De ongehuwde moeder wurgde het met een witte kouseband en verborg het l ijkje onder haar hoofdkussen. Niemand had iets ongewoons aan haar gemerkt tot op de dag dat de ontaarde moeder zelf overleed. Het vonnis dat over haar l ijk door de plaatse-

NOTEN

lijke schepenbank wordt uitgesproken, luidt als volgt: (1) . . . door dhant vanden scherprichter met het aensicht nederwaerts, gheslipt te worden van onder de zil le van de plaetse daer het selve CS) is berustende, daerteijnden in gelijcke ghe­steltenisse (9) gheworpen te worden op een hurde, vervoert ter plaetse patibulaire ende aldaer gehangen te worden in een spriet.

I . Zie CANNAERT (J.B.), Bijdragen tot de Kennis van hel oude Strafrecht in Vla ende ren (Gent, 1 832), p. 28 1 en V[lAENE] (A.), "Gerecht van Desperatie te Kuurne 1 555", Biekmf 57 ( 1 956), 252-253 en mijn "Drie proce en te Vlierzele uil het begin van de XVe eeuw", Land van Aalsl 39 ( 1 987), 1 - 14 .

2. VAN CAENEGEM (R.C.), Geschiedenis van hel Strafrecht in Vlaanderen van de )(Je lol de XVle eeuw (Brus el. 1 954), p. 90.

3. RA Gent, Leenhof St.-Baafs, nr. 1 225.

4. plaetse van justicie palibulaire: executieplaats, galg.

5. DE BEEK (H.H.), De Waanzin van de Middeleeuwen (Antwerpen, 1 969), p. 1 63.

6. DE BEEK (H.H.), Op.cil. , p. 245-246.

7. RA Brugge, Brugse Vrije (Registers), nr. 1 7000, fols. 308-309.

8. het selve: het ljjk.

9. D.i. nog steeds met het gezicht naar de grond.