ADVIES VOEDING & DIEET Dieetadvies na een gedeeltelijke maagresectie
ADVIES
VOEDING & DIEET
Dieetadvies na een gedeeltelijke maagresectie
2. situatie na gedeeltelijke maagresectie
De maag is een onderdeel van het spijsverteringskanaal. In de
maag vindt tijdelijke opslag en voorvertering van het voedsel
plaats. In de maag wordt het voedsel gekneed, vermengd met
het maagsap en daarna langzaam afgegeven aan de dunne
darm. Bij de operatie die u hebt ondergaan is een gedeelte
van de maag verwijderd. Meestal wordt het onderste deel
van de maag verwijderd en wordt ook de kringspier aan de
onderzijde van de maag (pylorus) weggenomen (afbeelding 1).
De restmaag wordt vervolgens aangesloten op de dunne darm
(afbeelding 2).
Dieetadvies na een gedeeltelijke maagresectie
1
1. gedeeltelijke maagresectie
Bron: KWF kankerbestrijding
2
De invloed van de opera-tie op uw voedselinname De operatie en de gevolgen ervan kunnen
invloed hebben op uw voedselinname. Zo
kunnen uw smaak en eetlust veranderen,
waardoor u minder gemakkelijk voedsel
inneemt. Ook pijn, angst, diarree, misselijk-
heid, braken en het gebruik van medicijnen
kunnen dit effect hebben.
Na een gedeeltelijke maagresectie kan er
minder voeding worden opgeslagen. Daar-
door ontstaan vaak voedingsproblemen
zoals snel een vol gevoel, geen honger-
gevoel en ‘dumpingklachten’. Soms kan
vitamine B12 niet of minder goed uit de
voeding worden opgenomen.
Dieetadviezen na de operatieEettempo Eet rustig en kauw goed. De voeding kan
dan zo goed mogelijk verteerd worden.
Vaker op een dag kleine maaltijden• Veel mensen met een gedeeltelijke
maagresectie kunnen minder eten en
drinken per keer en hebben sneller een
vol gevoel. Om toch voldoende voe-
dingsstoffen binnen te krijgen raden wij
aan om 6 tot 9 kleine maaltijden goed
verspreid over de dag te gebruiken.
• Uw lichaam geeft niet aan of u moet
eten. De meeste mensen hebben na een
gedeeltelijke maagresectie namelijk
geen of een sterk verminderd honger-
gevoel. Eet daarom met de klok. Dit be-
tekent dat u elke 1,5 tot 2 uur iets moet
eten of drinken.
Voorkomen van ondervoeding Bij ondervoeding door ziekte heeft uw li-
chaam een tekort aan:
• eiwitten;
• energie en/of
• voedingsstoffen als vitamines en mine-
ralen.
Enig gewichtsverlies na de operatie is
vrijwel onvermijdelijk. Het streven is dit
zoveel mogelijk te voorkomen. Verlies van
lichaamsgewicht tijdens de herstelfase be-
tekent namelijk niet alleen verlies van vet,
maar vooral afname van lichaamsweefsel
zoals spieren en een verminderde functie
van organen. Hierdoor is er een slechtere
wondgenezing en meer kans op infecties.
U herstelt minder snel en kunt zich minder
goed voelen.
Na de operatie is het belangrijk naast vol-
doende energie-inname ook veel eiwitten
te gebruiken. Eiwitten zijn de bouwstoffen
voor lichaamscellen. Deze bouwstoffen zijn
nodig voor de opbouw, het onderhoud en
het herstel van het lichaamsweefsel zoals
spieren en organen.
Dierlijke producten zoals vlees, vis, kip, ge-
vogelte, melk, karnemelk, yoghurt, vla, pap,
kwark, (smeer)kaas en ei zijn rijk aan eiwit-
ten. Maar ook tahoe, tempé, vegetarische
vleesvervangingen, noten en peulvruchten
(zoals witte en bruine bonen) bevatten veel
eiwitten.
Voldoende drinkvocht Het is belangrijk voldoende te drinken.
Vocht geeft snel een vol gevoel. Hierdoor
kan voldoende inname van drinkvocht in
3
het gedrang komen. Streef naar tenminste
1,5 tot 2 liter (12 tot 16 kopjes) drinkvocht
goed verspreid over de dag. Aan de hand
van de urine kunt u controleren of u vol-
doende drinkt. De urine moet lichtgeel van
kleur zijn.
Gebruik van groente en fruit In een algemeen advies voor gezonde
voeding wordt aanbevolen dagelijks 2 ons
groente en 2 stuks fruit te eten. Tot enkele
maanden na de operatie zijn groente en
fruit minder belangrijk. De eiwitrijke pro-
ducten spelen dan de hoofdrol!
Vitamine B12 Vitamine B12 uit de voeding wordt in de
dunne darm opgenomen na binding met
een in de maag aangemaakte stof (intrinsic
factor). Na een gedeeltelijke maagresec-
tie wordt onvoldoende intrinsic factor
gevormd en kan vitamine B12 niet goed
worden opgenomen in het lichaam. Op ter-
mijn kan daardoor een vitamine B12 tekort
ontstaan. Vitamine B12 tekort kan op den
duur leiden tot bijvoorbeeld bloedarmoede
en stoornissen in de zenuwen van bijvoor-
beeld de benen. Vitamine B12 injecties zijn
nodig om een tekort aan te vullen en/of te
voorkomen. Bespreek dit met uw verpleeg-
kundig specialist.
Vitamines, mineralen en sporen- elementen De overige vitamines, mineralen en spo-
renelementen kunnen meestal wel goed
worden opgenomen in het lichaam. Maar
door andere voedingsgewoonten na de
operatie kan de voeding onvoldoende vita-
mines, mineralen en sporenelementen be-
vatten. Als u geen gebruik meer maakt van
drinkvoeding is het aan te raden gebruik te
maken van een multivitaminen- en mine-
ralenpreparaat om tekorten te voorkomen.
Uw diëtist kan u adviseren welk preparaat u
het beste kunt gebruiken.
Controleer uw gewicht Het is goed wekelijks uw lichaamsgewicht
te controleren op een vast moment op de
dag. Doe dit bij voorkeur voor het ontbijt,
op dezelfde weegschaal en in dezelfde kle-
ding. Bij gewichtsverlies is het verstandig
contact op te nemen met uw diëtist. Kijk
voor meer informatie onder de alinea ‘Ad-
viezen bij risico op ondervoeding’.
Voldoende lichaamsbeweging Alleen goede voeding kan het lichaam niet
laten herstellen. Ook voldoende lichaams-
beweging is belangrijk. Niet bewegen zorgt
ervoor dat de spieren in het lichaam in
omvang afnemen. Om uw spieren zoveel
mogelijk te behouden of te laten toene-
men is het wenselijk elke dag te bewegen.
Uiteraard pas als uw wonden genezen zijn
en u dit lichamelijk weer aan kunt. Denk bij
beweging aan het ondernemen van dage-
lijkse activiteiten zoals het zelf doen van
boodschappen en huishoudelijke taken,
wandelen en fietsen. Voor meer informatie
over specifieke training en revalidatie na
uw operatie kunt u contact opnemen met
uw huisarts of de verpleegkundig specialist
uit het ziekenhuis.
Aanvullende (voedings-)adviezen bij specifieke klachten Dumpingklachten Na een gedeeltelijke maagresectie wordt
meestal het onderste deel van de maag en
ook de kringspier aan de onderzijde van
de maag naar de darm weggehaald. Het
eten en drinken kan sneller en in grotere
hoeveelheden dan normaal in de dunne
darm terechtkomen. Dit wordt ‘dumping’
genoemd. Als u te grote porties in één keer
eet, te veel drinkt bij een maaltijd en/of te
snel eet, kunnen een of meer van onder-
staande klachten optreden:
• misselijkheid;
• buikpijn;
• darmkrampen;
• braken;
• diarree;
• hartkloppingen;
• zweten;
• neiging tot flauwvallen;
• beven/trillen;
• sterk hongergevoel.
We spreken van ‘vroege dumping’ als de
klachten binnen een ½ uur na de maaltijd
optreden. De verschijnselen ontstaan door-
dat voeding veel vocht in de darm aantrekt.
Dit vocht komt niet uit de darm, maar wordt
aan de bloedbaan onttrokken en voegt
zich bij de voedselbrij in de dunne darm.
Hierdoor ontstaat een nog voller gevoel,
darmkrampen en diarree. Omdat minder
vocht in de bloedvaten circuleert geeft
dit een daling van de bloeddruk. Het hart
probeert vervolgens met minder druk het
bloed toch rond te pompen waardoor de
pols sneller wordt en hartkloppingen, dui-
zeligheid, zwaktegevoel en sufheid kunnen
optreden. De klachten worden na verloop
van tijd, soms pas na enkele uren, door
aanpassing van het lichaam vanzelf minder
heftig. Om deze klachten tegen te gaan kan
het prettig zijn even te gaan liggen. Wan-
neer vergelijkbare klachten zo’n 1,5 tot 2
uur na de maaltijd optreden, is er sprake
van ‘late dumping’. Het voedsel kan door
de operatie niet meer worden opgeslagen
in de maag. Hierdoor verloopt de vertering
van het voedsel in de dunne darm sneller en
maakt de alvleesklier meer insuline in kor-
tere tijd. Insuline is een hormoon dat ervoor
zorgt dat het glucose vanuit de bloedbaan
in de lichaamscellen kan worden opgeno-
men. Deze overmatige insulineproductie
resulteert in een te snelle daling van de
bloedsuiker en dit geeft klachten die ver-
gelijkbaar zijn zoals beschreven bij vroege
dumping.
Tips bij dumpingklachten • Gebruik 6 tot 9 kleine maaltijden goed
verspreid over de dag.
• Eet rustig en kauw goed.
• Drink weinig bij de maaltijden, anders
spoelt het voedsel te snel naar de dunne
darm. Meestal geeft 1 klein glas of
kopje drinken bij het eten geen klach-
ten.
• Gebruik soep een uur voor de maaltijd
en het nagerecht een uur na de maaltijd.
Bij ernstige dumpingklachten kan het
helpen de maaltijden ‘droog’ te gebrui-
ken.
• Dumpingklachten kunnen ook optreden
na gebruik van te veel ‘snel opneem-
bare’ suikers zoals ‘gewone’ suiker en
4
vruchtensuiker. Wees daarom matig
met limonade, vruchtendranken (appel-
sap, druivensap, sinaasappelsap), fris-
dranken, snoep, koek en de hoeveelheid
suiker in koffie en thee.
• Suiker wordt ook verwerkt in voedings-
middelen als cake, ontbijtkoek, gebak,
koekjes en zoet beleg. Vermijd overma-
tig gebruik van deze producten.
• Melk bevat melksuiker (lactose), ook dit
is een snel opneembare suiker. Gebruik
van grote hoeveelheden melkproduc-
ten kan eveneens dumpingklachten
veroorzaken. Per dag wordt aanbevolen
2-3 melkproducten (300-450 ml) te
gebruiken. Gebruikt u meer melkpro-
ducten en heeft u klachten, verminder
de hoeveelheid melkproducten dan tot
de aanbevolen hoeveelheden. Houden
de klachten dan nog aan, probeer dan
eens (deels) zure melkproducten, zoals
karnemelk en yoghurt. Deze worden
meestal beter verdragen, omdat ze
minder lactose bevatten.
Diarree Diarree kan ontstaan als gevolg van dum-
ping, maar kan ook andere oorzaken heb-
ben. Als u ondanks de aanpassingen in uw
voedingspatroon diarree blijft houden,
bespreek dit dan met uw verpleegkundig
specialist. Uw verpleegkundig specialist kan
u eventueel medicijnen voorschrijven.
Reflux van galsap Omdat de kringspier aan de onderzijde van
de maag (pylorus) afwezig is kunnen
(’s nachts) als u ligt galsappen vanuit de
darm in de restmaag terugvloeien. Soms
leidt dit tot ochtendbraken. Tips om reflux
te voorkomen:
• Het terugvloeien van galsap tijdens de
nacht wordt soms voorkomen door 2-3
uur voor het slapen gaan niets meer te
eten of te drinken.
• Verhoog het hoofdeinde van uw bed.
Slapen in een hoek van ongeveer 30
graden kan een vermindering van re-
fluxklachten in de nacht geven.
• Als u regelmatig last hebt van het te-
rugvloeien/oprispen van galsap is het
wenselijk dit met uw verpleegkundig
specialist te bespreken.
Adviezen bij risico op ondervoedingAls het niet lukt om op gewicht te blijven en
u valt veel af, dan loopt u een risico onder-
voed te raken. Dit heeft negatieve gevolgen
voor uw herstel. Het is dan belangrijk meer
energie en eiwit uit de voeding binnen te
krijgen.
Hoe doet u dat?Probeer per dag minimaal 1,2 tot 1,5 gram
eiwitten per kilogram lichaamsgewicht te
eten.
Hebt u bijvoorbeeld een lichaamsgewicht
van 60 kg, dan heeft u 72 tot 90 gram eiwit
per dag nodig. Om uw dagelijkse eiwitin-
name te controleren, kunt u gebruikmaken
van het overzicht.
5
Overzicht met de meest eiwitrijke producten
Product: Per… Eiwit (gram) Bonen, bruine/witte, gekookt 1 lepel = 60 gram 5
Chocolademelk 1 beker = 250 ml 9
Ei 1 stuk = 50 gram 7
Huzarensalade 50 gram 3
Kaas Voor 1 snee = 20 gram 5
Kwark, naturel 1 schaaltje = 150 ml 15
Melk 1 beker = 250 ml 10
Noten en pinda’s 1 eetlepel = 20 gram 5
Pap 1 schaaltje = 150 ml 5
Vegetarische vleesvervanging 100 gram 16
Vis 100 gram 18
Vla 1 schaaltje = 150 ml 5
Vlees 100 gram 20
Vleeswaren Voor 1 snee = 20 gram 4
Yoghurt 1 schaaltje = 150 ml 6
Yoghurtdrank 1 beker = 250 ml 8
Drinkvoeding, afhankelijk van de soort Flesje 8-20
Tips om uw voeding energierijker te maken • Smeer boter of margarine dik op brood
en broodvervangingen (bijvoorbeeld
crackers).
• Beleg elke boterham ruim met volvette
kaas of niet te magere vleeswaren.
• Kies voor volle melk en melkproducten.
• Voeg geen water toe bij de bereiding
van jus of saus en gebruik een ruime
portie.
• Voeg (ongeklopte) slagroom toe aan
koffie, pap, vla, yoghurt, soep etc.
• Gebruik tussendoor een hartige of
zoete snack zoals een kroket, zalmsa-
lade, haring, gebakje, plak cake en plak
ontbijtkoek met boter of margarine.
• Voeg ruim suiker of honing toe aan kof-
fie, thee, pap, yoghurt etc.
• Kies voor energierijke dranken. Beperk
het gebruik van energiearme dranken
zoals (mineraal)water, bouillon, thee en
koffie zonder suiker/melk en light fris-
drank.
DrinkvoedingSoms is het na een gedeeltelijke maagre-
sectie moeilijk met alleen ‘gewone’ voe-
dingsmiddelen het gewicht op peil te hou-
den of alle noodzakelijke voedingsstoffen
binnen te krijgen. Dan kan het nodig zijn de
voeding aan te vullen met drinkvoeding. Dit
wordt geregeld via de diëtist. Een deel van
de mensen blijft na de operatie aanvullende
drinkvoeding gebruiken.
6
Vragen?Hebt u vragen? Bel ons dan tijdens het tele-
fonisch spreekuur: op werkdagen van 09.00
tot 09.30 uur op T 088 - 320 78 05.
Voor meer informatie verwijzen wij u naar:
• Koningin Wilhelmina Fonds (KWF) kan-
kerbestrijding
www.kwfkankerbestrijding.nl
KWF Kanker Infolijn 0800 - 022 66 22
• Stichting voor patiënten met kanker aan
het spijsverteringskanaal (SPKS)
www.spks.nl
Telefoon: 0800 022 66 22
• Maag Lever Darm Stichting (MLDS)
www.mlds.nl
Infolijn: 0900 – 202 56 25
De inhoud van deze brochure is samen-
gesteld op basis van informatie van de
werkgroep CHIODAZ (Chirurgie Overleg en
werkgroep Diëtisten Academische Zieken-
huizen).
7
St. Antonius Ziekenhuis T 088 - 320 30 00E patienteninformatie@antoniusziekenhuis.nlwww.antoniusziekenhuis.nl
Notities:
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
Meer weten?
Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl
Dit is een uitgave van het St. Antonius Ziekenhuis
DIE
44
/02
-’1
6