• M • DE MORGEN MAANDAG 4 MAART 2013 H et is dins- dag 19 uur, 4 °C. Met zijn achten staan we in lycrapakjes op de 400 meterbaan. Ik trek mijn mouwen over mijn handen en spring op en neer ter- wijl de trainer het programma uitlegt. Vanavond doen we inter- valtraining: zeven keer 600 meter snel met twee minuten rust tus- senin. Terwijl we aan de opwar- mingsrondes beginnen, denk ik aan mijn woonkamer waar het houtvuur knappert en mijn gezin nu aan het eten is. Mijn tanden klapperen zonder dat ik het kan tegenhouden. De vrouw die naast me loopt stoot me aan. “Waarom doen we dit toch?”, zegt ze. We lachen alletwee. Het is natuurlijk een retorische vraag. Dat het hardloopvirus me zo ste- vig te pakken zou krijgen had ik niet voorzien toen ik twee jaar geleden (ik was achtendertig) na zeven jaar zonder sport en drie bevallingen, begon te rennen om mijn conditie weer op te krikken. Ik liep een of twee keer per week. Het was makkelijk te organiseren. Ik hing niet af van een spelpartner, qua uitrusting had ik alleen aan- gepaste schoenen nodig en ik hoefde mijn voordeur maar uit te gaan om te beginnen. Na enkele maanden nam ik voor het plezier deel aan een stadsloop van 10 kilo- meter. Het enthousiasme van de andere lopers en de geweldige sfeer op de wedstrijd gaven me zin in meer groepslopen, en in sep- tember sloot ik me aan bij de lokale atletiekclub. Nu, anderhalf jaar later, ren ik vier tot zes keer per week, is mijn tijd op de 10 kilometer met acht minuten verbeterd, nam ik voor het eerst deel aan een halve mara- thon en heb ik me ingeschreven voor een marathon. Het virus heeft zelfs een weg naar mijn boe- kenkast gevonden. Boeken zoals Hardlopen van Jean Echenoz (een roman over de Tsjechoslowaakse wonderatleet Emil Zátopek) en Waarover ik praat als ik over hard- lopen praat van Haruki Murakami heb ik in één avond uitgelezen. Hardlopen is bij mij geen hobby, maar een gekte. Marathonhype Waarom doen we aan hardlo- pen? Waarom is de loopsport meer dan ooit in trek? Sinds 2009 is het dé favoriete sport van de Vlamingen. Waar in 1979 3,7 pro- cent van de sportieve volwasse- nenpopulatie aan hardlopen deed, was dat in 2009 29,9 pro- cent, een verachtvoudiging. Jeroen Scheerder, het hoofd van de onderzoeksgroep Sport en Bewegingsbeleid aan de KU Leuven, vertelt hoe het begonnen is: “De eerste loopsportgolf startte in Amerika aan het eind van de jaren zestig. Gezondheidsgoeroes zoals Kenneth Cooper hadden de positieve effecten bewezen van aerobe duurtraining, waaronder hardlopen. “In 1970 werd de New York City Marathon in het leven geroe- pen, in 1973 de Honolulu Marathon. Die evenementen ken- den onmiddellijk een groot suc- ces. Op het eind van de jaren zeventig waaide de loopsportgolf over naar Europa. Ook in Vlaanderen werd de loophype opgepikt. De 20 kilometer door Brussel en de ING Antwerp 10 Miles & Marathon, intussen klas- siekers, werden in de jaren tach- tig gestart.” Sinds het einde van de jaren negentig is een tweede loopsport- golf aan de gang. Scheerder ver- klaart die vanuit drie maatschap- pelijke trends. “Er is een medicalisering van de samenle- ving”, legt hij uit. “We willen onze gezondheid in de hand houden. Lopen en fitnesssporten komen die ten goede. Maar we willen ook ongebonden zijn. Lopen is makke- lijk. Je kunt er zo aan beginnen, wanneer en waar je wilt, en je hebt niet noodzakelijk een tegenstrever nodig. En er is de ‘verleuking’. We zoeken plezier op. De happening is belangrijker dan de inspanning. Grote evenementen zoals de 20 kilometer door Brussel zijn voor veel mensen een reden om met hardlopen te beginnen.” Scheerder stelde een grafiek op met het aantal marathons dat wereldwijd per jaar wordt georga- niseerd sinds 1910 en het totaal aantal deelnemers dat de eind- streep haalde. Na de start van de tweede loopsportgolf schieten de curven de lucht in. In 2012 vonden er wereldwijd drieduizend mara- thons plaats met anderhalf mil- joen finishers ten opzichte van dui- zend marathons en 500.000 finishers in 1999. Handel loopt mee De handel surft mee op de loop- sportgolf. Speciaalzaken, zoals het Belgische Runners Service Lab (RSLab) dat in 1980 zijn eer- ste winkel opende, doen het steeds beter. “Sinds 2006 groeien we elk jaar met 20 procent”, zegt Koen Wilssens, de zaakvoerder van de hoofdvestiging in Zwijndrecht. “Op een zaterdag krijgen we hier honderd tot hon- derdvijftig hobbylopers over de vloer.” Bij RSLab lopen topatleten binnen zoals Paula Radcliffe, de Nooit eerder was lopen zo populair. In dertig jaar tijd verachtvoudigde het aantal hardlopers in Vlaanderen. Boekenrecensente Annick Vandorpe raakte zelf bezeten door de sport. Inspiratie vindt ze onder meer in het pas verschenen boek Eet en ren. Annick Vandorpe Geen hobby, maar een ‘Eet & ren’ is een inspirerend boek. Het deed een nieuwe wind waaien door mijn boodschappenlijst en gaf me zin om mijn loopschoenen aan te trekken, om alles te geven BRANDENDE KWESTIES Waarom raakt stilaan iedereen besmet met het hardloopvirus? In ‘Brandende kwesties’ zoekt M een antwoord op een maatschappelijk vraagstuk. ● Lopen in de winter: een beetje koude of sneeuw houdt de echte liefhebber niet tegen. Annick Vandorpe trekt vier tot zes keer per week de loopschoenen aan, weer of geen weer. © ERIC DE MILDT DE MORGEN • MAANDAG 4 MAART 2013 gekte wereldrecordhoudster op de marathon, maar 90 procent van de klandizie bestaat uit recrean- ten. Ook bij de Vlaamse Atletiekliga zijn meer dan de helft van de 45.000 leden hobby- lopers. “Veel recreanten begin- nen met een start to run-sessie en schrijven zich daarna bij ons in”, zegt voorzitter Eddy De Vogelaer. Hoe ziet het profiel van de loopsporter er dan uit? “Dé loop- sporter bestaat niet”, zegt profes- sor Scheerder. Hij onderscheidt vijf types: de individuele loop- sporter, de sociaal competitieve loopsporter, de prestatieloper, de sfeerloper en de gezondheids- freak. “We kunnen vaststellen dat de gemiddelde loopsnelheid op wedstrijden achteruitgaat”, zegt hij. “Ook dat is een indicatie dat de loopsport erin slaagt nieuwe segmenten aan te spreken, waar- onder heel duidelijk de sfeerloper en de gezondheidsloper.” Samen met het aantal loop- sporters is het aanbod verruimd. Behalve city runs en crosscoun- try runs, wedstrijden in teamver- band (zoals survival runs en duo runs) of races binnen een bepaalde doelgroep (bijvoor- beeld ladies runs) worden er ook specialere varianten georgani- seerd. De meest extreme loopwed- strijd is wel de ultramarathon, die loopt over een afstand die groter is dan de klassieke mara- thon. Wereldbekende races in die laatste categorie zijn de Badwater Ultramarathon (135 mijl door Dead Valley), de Griekse Spartathlon (153 mijl van Athene naar Sparta) en de Western States Endurance Run (100 mijl door de Sierra Nevada in California). Wilskracht De Amerikaan Scott Jurek (1973) won deze races verscheidene keren. Over zijn carrière als lan- geafstandsloper schreef hij het boek Eet & ren, waarin hij zijn keuze voor een veganistisch dieet motiveert. Het verhaal van Scott Jurek zal veel mensen aanspreken, precies omdat hij een extreme loopsporter is. Het is het relaas van een man die een ongeluk- kige jeugd kende, als tiener een passie en een talent ontdekte en een kampioen werd, mede door zijn harde kindertijd. Eet & ren is een verhaal over wilskracht en het verleggen van grenzen, en het leest even vlot als een roman. Scott Jurek is nog heel klein als zijn moeder multiple sclerose krijgt. Van kinds af moet hij veel helpen in het huishouden, en op zijn tiende kookt hij al voor zijn jongere broer en zus. “Soms moet je de dingen gewoon doen!” is het motto van zijn strenge en norse vader. Hij heeft weinig vrienden op school en wordt gepest. Op de middelbare school sluit hij zich aan bij het langlaufteam. In de zomer moet hij een andere sport vinden om zijn conditie op peil te houden. Omdat hij weinig middelen heeft is hardlopen een evidente keuze. Tijdens een trainingskamp met het langlaufteam komt hij in contact met een dieet gebaseerd op groenten en vezels. Tot zijn verbazing vindt hij het lekker en bovendien voelt hij zich sterker dan ooit. Het langlaufen laat hij later varen, maar hij gaat verder met hardlopen en wordt eerst vegetariër en dan veganist. In eenentwintig hoofdstuk- ken vertelt Jurek hoe hij van een onzeker kind uitgroeit tot een topatleet, en hoe hij van een vleeseter en klant van McDonald’s een overtuigd vega- nist wordt. Elk hoofdstuk sluit hij af met een praktisch luik: een tip voor lopers en daarnaast ook een veganistisch recept, bijvoor- beeld van een smakelijke kaas- loze pizza of van Japanse rijst- balletjes (die als bron van koolhydraten, elektrolyten en zout een ideale opkikker zijn tij- dens een lange run). Eet & ren is een inspirerend boek. Het deed een nieuwe wind waaien door mijn wekelijkse boodschappenlijst en leidde tot experimenten in de keuken, maar bovenal gaf het me zin om mijn loopschoenen aan te trek- ken. Niet om aan een ultramara- thon te beginnen, wel om verder te gaan dan wat ik tot nu toe heb bereikt. Om alles te geven, ook op deze gure dinsdagavond die ik evengoed voor de haard zou kunnen doorbrengen. De intervaltraining is intus- sen bezig. De groep heeft zich opgesplitst in kleine pelotons. Ik gooi mijn benen telkens weer vooruit, tot ik bij de eindstreep kom waar de trainer mijn tijd van de chronometer afleest. Waarom loop ik? Omdat het een laagdrempelige sport is, omdat ik er fit van word, omdat ik me thuis voel in de lopersge- meenschap en omdat het vol- doening geeft om op mijn veer- tigste ergens fysiek in te verbeteren? Het zijn allemaal redenen, maar niet de voor- naamste. Hardlopen is een afspraak maken met mezelf, het is mijn beperkingen en mijn kracht leren kennen, mijn grenzen ver- leggen. In Waarover ik praat als ik over hardlopen praat schrijft Murakami treffend: “We lopen omdat we zo intens mogelijk willen leven.” Bestaat er een groter vrij- heidsgevoel? vraag ik me af ter- wijl ik met de anderen weer naar de startlijn loop. Boven mijn hoofd fonkelen de sterren. Ik hoor alleen mijn ademhaling en het roffelen van mijn zolen op het tartan. Op een teken van de trainer vertrekken we opnieuw voor zeshonderd meter snel. Mijn benen volgen de witte lijn, ze stuiven over die lijn in zo groot mogelijke passen, en elk onderdeel van mijn lichaam stuurt energie naar die benen, tot ik alleen nog benen ben. Eet & ren, Scott Jurek, Prometheus, 312 p., 19,95 euro. Hardlopen is een afspraak maken met mezelf, het is mijn beperkingen en mijn kracht leren kennen, mijn grenzen verleggen