2012 Concept v 0.5 AGIV 3/1/2012 Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van een Vlaamse Geografische Data-infrastructuur
2012
Concept v 0.5
AGIV
3/1/2012
Vlaanderen in kaart : een strategisch
programma voor de uitbouw van een
Vlaamse Geografische Data-infrastructuur
P a g i n a | 1
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Voorwoord
Dit programmadocument beschrijft een operationele strategie voor het uitbouwen van de GDI-
Vlaanderen als een model voor samenwerking en voor de implementatie van de Vlaamse GDI als
technische realisatie van het GDI-Vlaanderen model. Er wordt uitgegaan van de visie en de principes
die beschreven werden in het “Handboek GDI-Vlaanderen – Deel 1 : Kader voor de uitbouw van de
Vlaamse GDI” en het bestaande wetgevende kader voor GDI-Vlaanderen. De doelstellingen van het
GDI-Vlaanderenplan 2011-2015 werden meegenomen, net zoals de feedback verzameld via de AGIV-
enquêtes en de AGIV-Trefdag, de conclusies uit de Spatialist rapporten “Het GDI netwerk in
Vlaanderen” van 2009 en 2011 en de adviezen van de GDI-raad en de Staten-Generaal “Vlaanderen
Geoland”. Op deze manier sluiten de doelstellingen van het programma aan op de verwachtingen
van de GDI-Vlaanderen en de Geo-ICT gemeenschap. Met de ontwikkeling van het Geopunt
(www.geopunt.be) portaal als geoportaal voor de Vlaamse GDI wordt ook het brede publiek bereikt.
Het programma is opgedeeld in logische werkpakketten, elk gericht op de uitwerking van een
specifieke GDI-Vlaanderen component, waarvoor een takenpakket gedefinieerd wordt dat bijdraagt
aan de realisatie van de operationele strategie.
Dit document zal voorgelegd worden ter validatie aan de verschillende betrokken beleidsorganen en
moet resulteren in een globale aanpak die gedragen wordt door de GDI-Vlaanderen gemeenschap.
P a g i n a | 2
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Inhoud
Voorwoord .........................................................................................................................................1
Inleiding..............................................................................................................................................3
De GDI-Vlaanderen visie .....................................................................................................................5
Van visie naar strategie .......................................................................................................................7
Een programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI ........................................................................9
Programma samenvatting ............................................................................................................. 11
Werkpakketten ............................................................................................................................. 17
GDI-Vlaanderen, een netwerk van knooppunten gericht op samenwerking ............................... 17
De Informatie-infrastructuur ..................................................................................................... 20
De metadatacataloog ................................................................................................................ 25
Geopunt, het portaal van de Vlaamse Geografische Data-Infrastructuur ................................... 28
Onderzoek, ontwikkeling en vorming ........................................................................................ 36
Het wetgevende kader .............................................................................................................. 39
Financierings- en prijsmodellen ................................................................................................. 40
Op weg naar de Vlaamse GDI ........................................................................................................ 44
Het traject ................................................................................................................................. 44
Mijlpalen en planning................................................................................................................ 45
Informatie-infrastructuur
P a g i n a | 3
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Inleiding
Milieu, mobiliteit, ruimtelijke ordening, openbare orde en veiligheid, onderwijs, gezondheidszorg: in
vele maatschappelijke domeinen speelt locatie een belangrijke rol. Ook voor het bedrijfsleven neemt
het belang van plaatsgebonden informatie steeds meer toe: transport en logistiek, inplanten van
bedrijven, organisatie van verkoopsteams, landbouw, ... 80% van de informatie bij overheden en
bedrijven bevat één of andere verwijzing naar een locatie. Geografische informatie is
multifunctioneel en domeinoverschrijdend en kan ingezet worden in tal van toepassingen.
Vergeleken met andere gegevensbronnen, neemt het verzamelen en verwerken van geografische
gegevens veel tijd in beslag en vraagt het een gedegen kennis van zaken. Geografische gegevens
efficiënt en doelmatig inzamelen en optimaal inzetten binnen en tussen domeinen is dus een grote
uitdaging.
Een goed uitgebouwde infrastructuur voor geografische informatie vergroot de toepasbaarheid van
de gegevens, verbetert de actualiteit, betrouwbaarheid en volledigheid en maakt het mogelijk om
een waaier aan diensten op te zetten om gegevens met elkaar te combineren. Aan de basis van deze
geografische data-infrastructuur (GDI) liggen volgende principes: eenmalig verzamelen, meervoudig
gebruiken; eenvoudige en duurzame toegang tot de gegevens; een infrastructuur ingebed in een
groter geheel van regelgeving en afspraken. Deze principes worden vormgegeven via een samenspel
van regelgevende, technologische en organisatorische afspraken.
Op institutioneel niveau wordt een geografische data-infrastructuur ingebed in een regelgevend
kader. Het legt vast welke organisaties en belanghebbenden betrokken zijn bij de geografische data-
infrastructuur en hoe de coördinatie gebeurt. Via uitvoeringsbesluiten legt de regelgeving vast hoe
de verschillende componenten van de geografische data-infrastructuur worden gerealiseerd. Op
Europees niveau schept de INSPIRE-richtlijn, van kracht sinds 15 mei 2007, het kader voor de
Europese GDI. De Europese GDI heeft tot doel het gemeenschappelijk milieubeleid te ondersteunen.
Het GDI-decreet van 20 februari 2009 is de vervanger van het GIS-decreet en zet de INSPIRE-richtlijn
om naar Vlaamse regelgeving. Bij de omzetting werd ook rekening gehouden met de regelgeving
rond hergebruik van overheidsinformatie door derden, e-gov, de toegang van het publiek tot
bestuurlijke informatie en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Op organisatorisch en technologische niveau is een geografische data-infrastructuur de verzameling
van componenten om geografische gegevens op te slaan en te beheren, te ontsluiten en te
combineren met vele andere gegevens. De componenten bestaan uit metadata, dataharmonisatie,
geo-databanken, GIS-software, geografische netwerkdiensten, monitoren van de infrastructuur en
geodata-beleid.
De technologische aspecten worden bepaald door de GDI-architectuur, een service-georiënteerde
architectuur die bestaat uit netwerkdiensten die geografische gegevensbronnen ontsluiten volgens
open standaarden. Open standaarden zijn softwarespecificaties die zorgen voor interoperabiliteit:
softwaretoepassingen die aan deze standaarden voldoen, kunnen naadloos met elkaar
samenwerken.
De organisatorische aspecten omvatten afspraken omtrent de toegang tot en het gebruik van
geografische gegevens en diensten, de processen en procedures voor het monitoren van de
infrastructuur en de coördinatie ervan. De stuurgroep GDI-Vlaanderen bepaalt hoe de GDI in
Vlaanderen zal uitgebouwd en geëxploiteerd worden. De GDI-raad, met een vertegenwoordiging van
diverse maatschappelijke actoren, geeft strategisch advies aan de stuurgroep GDI-Vlaanderen. Het
AGIV staat in voor de operationele coördinatie en ondersteuning van de uitbouw van de GDI en
Vlaanderen in kaart
P a g i n a | 4
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
realiseert de gemeenschappelijke voorzieningen. De GDI-deelnemers, beheerders en gebruikers van
geografische informatie, zijn zelf verantwoordelijk voor de realisatie van de nodige GDI-
componenten.
Via de uitbouw van de geografische data-infrastructuur zullen organisaties het beheer en gebruik van
geografische gegevens verbeteren. Hierdoor optimaliseren ze hun operationele werking en financiële
inspanningen en verhogen ze hun dienstverlening aan burger en bedrijf. Met een gepast geodata-
beleid zullen bedrijven nieuwe toepassingen ontwikkelen in domeinen buiten de overheid en zo
nieuwe markten creëren. Kennisinstellingen en bedrijven kunnen met innovatieve oplossingen
bijdragen tot de uitbouw van de GDI-Vlaanderen.
De kosten van een geografische data-infrastructuur hebben te maken met het initiëren van de
infrastructuur, en de kosten om de infrastructuur operationeel te houden: aankoop van hardware en
software, onderhoud van de data, de dienstverlening voor het opzetten van de infrastructuur en
personeelskosten. In het kader van de INSPIRE-richtlijn werd berekend dat de kosten ruimschoots
gecompenseerd worden door de baten. Dit moet nog tastbaar op het terrein vastgesteld worden, de
baten zullen pas zichtbaar worden na een langere periode.
Eén van de fundamenten van een geografische data-infrastructuur is de decentrale opbouw, beheer
en ontsluiting van geografische gegevens. Deze decentrale werking is meteen ook een zwakte van de
geografische data-infrastructuur indien de coördinatie van alle deelnemende organisaties -
aanbieders en gebruikers - niet op punt staat. Daarom is een coördinerende organisatie als het AGIV
noodzakelijk om ieder op weg te zetten naar die Vlaamse GDI.
En last but not least is de mens de cruciale factor voor een succesvolle implementatie van een GDI:
opleiding, kennis en de bereidheid tot samenwerken zijn primordiaal.
P a g i n a | 5
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
16
ap
ril
201
0:
een
asw
olk
, a
fko
mst
ig v
an
een
uit
geba
rste
n v
ulk
aa
n in
Ijs
lan
d leg
t e
en
be
lan
gri
jk d
ee
l va
n h
et
vlie
gverk
ee
r in
Eu
rop
a lam
. D
eze
asw
olk
sto
pt
imm
ers
nie
t a
an
ee
n la
ndsg
rens.
Het
bela
ng
va
n d
e l
oca
tie
en d
e v
ers
pre
idin
g v
an
die
wo
lk z
ijn
cru
cia
al
vo
or
het
al
da
n n
iet
be
slis
sen
o
m lu
chth
aven
s te
rug
o
pe
n te
st
ellen
. V
ele
g
est
ran
de
re
izig
ers
w
ach
ten
in
de
on
zekerh
eid
. Lu
chtv
aa
rtorg
an
isa
tie
s zi
jn a
fha
nke
lijk
va
n g
oed
e e
n a
ctu
ele
ge
o-i
nfo
rma
tie
om
de
ve
ilig
he
id t
e g
ara
nd
ere
n.
Wa
t is
bo
ven
die
n d
e im
pa
ct v
oor
de
lu
chtk
wa
lite
it, h
et
milie
u, …
De GDI-Vlaanderen visie
Het voorbeeld hiernaast toont het belang van geo-informatie aan en van
harmonisatie van die geo-informatie. Ook de coördinatie en samenwerking
van tal van overheden en bedrijven is cruciaal.
Zo‘n voorvallen kunnen ons alleen inspireren om werk te maken van INSPIRE,
want zowel voor een moderne overheidswerking als in het bedrijfsleven
neemt het belang van goede locatiegebonden informatie steeds meer toe:
ruimtelijke ordening, veiligheid, milieu, mobiliteit, transport en logistiek,
geomarketing, vestigingsproblematiek, …
En met de komst van populaire internettoepassingen zoals Google Earth,
buienradar en navigatiesystemen als TomTom is ook de burger nu vertrouwd
met digitale kaarten.
Er is enorm veel geografische informatie beschikbaar. 80% van de informatie
bij overheden en bedrijven bevat een of andere verwijzing naar een locatie.
Toch wordt deze informatie niet ten volle benut. Het is moeilijk om te weten
te komen welke informatie werkelijk beschikbaar is. Het zoeken naar de
juiste informatie neemt tijd in beslag en bij gebrek aan kennis over hun
beschikbaarheid worden gegevens verschillende keren opnieuw ingezameld.
Geografische gegevens zijn niet altijd eenvoudig uitwisselbaar of niet goed op
elkaar afgesteld. Dat maakt het moeilijk om gegevens uit verschillende
bronnen te combineren. Ook het gebruik van geografische gegevens, vooral
voor het bedrijfsleven, is niet altijd goed geregeld. Kansen om nieuwe
diensten en producten te ontwikkelen, blijven zo onderbenut.
Kennisinstellingen en bedrijven kunnen via innovatieve oplossingen een
bijdrage leveren tot de uitbouw van de Vlaamse GDI.
De GDI-Vlaanderen visie
Een goed uitgebouwde infrastructuur voor geografische informatie vergroot de
toepasbaarheid van de gegevens, verbetert de actualiteit, betrouwbaarheid en
volledigheid en maakt het mogelijk om een waaier aan diensten op te zetten
om gegevens met elkaar te combineren. Aan de basis van deze geografische
data-infrastructuur (GDI) liggen volgende principes:
Eenmalig verzamelen, meervoudig gebruiken
Gegevens worden ingezameld op de plek waar dit het meest kosten-effectief
kan gebeuren. Inzamelen en actualiseren van geografische gegevens gebeurt
het best in de processen die het eerst geconfronteerd worden met een
wijziging. Authentieke gegevensbronnen garanderen kwaliteit. Meervoudig
gebruik voorkomt dubbel werk en administratieve overlast.
Eenvoudige en duurzame toegang tot de gegevens
Geharmoniseerde en kwaliteitsvolle gegevens, gestandaardiseerde diensten en
eenduidige gebruiksvoorwaarden maken het mogelijk om betrouwbare
toepassingen te maken.
P a g i n a | 6
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Aan het inrichten van de geografische data-infrastructuur zijn kosten gebonden. Die hebben in de
eerste plaats te maken met het harmoniseren van geografische gegevens en diensten en de
implementatie en het onderhoud van de technische infrastructuur. Ook het afstemmen van het
geodata-beleid en de coördinatie van het geheel zijn een kostenpost.
Bij de overheid worden de baten van de geografische data-infrastructuur gevonden in meer
kwaliteitsvolle en betrouwbare gegevens, een verbeterde operationele werking en dienstverlening,
en een effectievere beleidsvorming en beleidsevaluatie. Redenen waarom geografische informatie
als belangrijke grondstof voor een betere overheidswerking wordt beschouwd in het Vlaanderen in
Actieplan (VIA).
Ook bedrijven en burgers hebben voordelen bij een betere toegang tot geografische informatie. Een
betere en snellere publieke dienstverlening en meer transparantie in het overheidsbeleid zijn
belangrijke baten. Door bedrijfsgegevens met overheidsgegevens te combineren verbeteren
bedrijven hun interne organisatie. Zowel de private sector als de overheid heeft hier voordeel bij:
denk bijvoorbeeld aan een verbeterde planning bij het bestrijden of voorkomen van rampen. Ten
slotte zullen bedrijven op basis van de geografische diensten nieuwe producten en diensten van
toegevoegde waarde en nieuwe markten creëren, m.a.w. geo-informatie als katalysator voor
innovatie.
Een geografische data-infrastructuur combineert zowel
organisatorische, technologische als regelgevende elementen.
Deze elementen zijn op elkaar afgestemd. Zowel de Europese
INSPIRE-richtlijn als het GDI-decreet integreren deze aspecten
in hun regelgeving. Eerder dan een opgelegde maatregel, is
deze regelgeving dan ook een opportuniteit en een richtsnoer
om orde op zake te stellen en een moderne geografische data-
infrastructuur met een toekomstgerichte architectuur te
bouwen. Deze architectuur is gebaseerd op het principe van
authentieke gegevensbronnen, diensten en open standaarden.
Authentieke gegevensbronnen - zoals adressen, bedrijven,
percelen, topografie, ... - worden op een geharmoniseerde,
interoperable en operationele wijze ter beschikking gesteld en
bieden aan de gebruiker de garantie van actualiteit, kwaliteit
en beschikbaarheid. Open standaarden en diensten zorgen
voor een optimale wisselwerking en open oplossingen. Elke
zichzelf respecterende softwareproducent van geografische
informatiesystemen heeft intussen oplossingen die voldoen
aan deze open standaarden. Zowel commerciële pakketten als
open source software zijn beschikbaar en bieden een grote
keuze aan mogelijke implementaties.
De burger zoekt een nieuwe
woning. Wat is het
bestemmingsgebied? Kan hij de
woning verbouwen? Waar is de
dichtstbijzijnde school? Is er
openbaar vervoer? De notaris en
vastgoedmakelaar willen hun klant
zo goed mogelijk informeren. De
stedenbouwkundig ambtenaar wil
oordelen of hij een vergunning voor
een bouwaanvraag kan afleveren.
Een bedrijf zoekt een optimale
vestigingsplaats. Zijn de percelen
groot genoeg? Wat zijn de
transportaansluitingen? Hoe kan
het personeel op het werk geraken?
Is het toegelaten om gevaarlijke
producten op te slaan? Het
Agentschap Ondernemen en de
Kamer van Koophandel willen het
bedrijf zo goed mogelijk bijstaan.
De milieuambtenaar evalueert de
criteria voor een milieuvergunning.
Deze alledaagse voorbeelden tonen
aan dat om op deze pertinente
vragen te antwoorden, een grote
hoeveelheid aan geografische
informatie uit verschillende
gegevensbronnen moeten
geraadpleegd worden. Dit is
vandaag geen eenvoudige zaak.
P a g i n a | 7
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Van visie naar strategie
Er is een veelheid aan geografische en locatiegebonden informatie
aanwezig binnen de diensten van de Vlaamse overheid. Om de
verspreiding, uitwisseling en de ontsluiting van deze informatie in goede
banen te leiden, is er een directe nood aan coördinatie, samenwerking,
ondersteuning en technische infrastructuur. Het strategisch programma
voor het uitbouwen van de Vlaamse geografische data-infrastructuur
biedt een antwoord aan deze nood en stelt een platform ter beschikking
waarbinnen het gebruik en de ontsluiting van deze informatie
gefaciliteerd en gepromoot wordt. Ze richt zich zowel tot consumenten
als producenten van geografische informatie binnen de publieke als de
private sector. Door het creëren van een synergie tussen de publieke en
de private sector binnen de context van de Vlaamse GDI kunnen de
randvoorwaarden ingevuld worden voor de ontwikkeling van publieke
meerwaardediensten en een gericht innovatiebeleid, via een
gemeenschappelijk platform voor geografische informatie. Een
transparant en soepel databeleid inzake hergebruik en commercieel
hergebruik van geografische informatie zal hierbij een belangrijke rol
spelen.
Er wordt niet enkel ingezet op de realisatie van de vereisten van het GDI-
decreet en de vragen en behoeften die in Vlaanderen leven. Binnen een
ruimer Europees verhaal dienen ook de huidige en toekomstige
vereisten van de INSPIRE-richtlijn meegenomen te worden, waardoor de
Vlaamse GDI gepositioneerd kan worden binnen een ruimer Europees
netwerk van geografische informatieknooppunten. Dit zal bijdragen aan
een efficiëntere gegevensuitwisseling met andere overheden en
buurlanden.
Om de samenwerking tussen de verschillende spelers binnen de Vlaamse
GDI te bevorderen, dient er voldoende aandacht besteed te worden aan
het sensibiliseren, begeleiden en ondersteunen van producenten en
consumenten van geografische informatie. Enerzijds dient de
samenwerking uitgediept te worden met de instellingen en besturen die
al actief betrokken zijn. Anderzijds dient bijzondere aandacht besteed te
worden aan het sensibiliseren en het geo-vaardig maken van partners
voor wie geografische gegevens nog een grote onbekende zijn, zodat ze
de Vlaamse GDI kunnen inzetten als een instrument om hun processen
te optimaliseren.
Voor de brede doelgroep van het grote publiek dient het aanbod aan geografische informatie op een
gebruiksgerichte en laagdrempelige manier ontsloten te worden. Zowel de burger, beleidsmakers als
specifieke beroepsgroepen dienen via een gebruiksvriendelijk internetportaal toegang te krijgen tot
Van visie naar strategie
De strategie zou tegen 2017
moeten resulteren in :
Maatschappelijke
meerwaarde door het
versterken van de
samenwerking tussen
Vlaamse
overheidsinstellingen en het
verstrekken van gegevens
tegen een minimale kost.
Gekoppelde
informatiebronnen in een
netwerk die ontsloten
worden aan de hand van
gestandaardiseerde
diensten. De kwaliteit van de
informatie en de diensten is
beschreven en gekend, net
zoals het totale aanbod.
Een dienstenaanbod voor de
publieke sector, de private
sector en de Vlaamse burger
dat tegemoet komt aan
behoeften die leven op
lokaal, regionaal, nationaal
en Europees niveau.
Een dynamische
infrastructuur, bestand tegen
inhoudelijke en
technologische evoluties,
gedreven door een gezond en
gericht GDI-innovatiebeleid.
P a g i n a | 8
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
geografische overheidsgegevens en diensten die hen ondersteunen in hun professionele activiteiten
(recht van voorkoop, overstromingsgebieden, geocoderen van gegevens, …) of hen helpen bij het
zoeken naar antwoorden op specifieke vragen binnen maatschappelijke thema’s (leven, wonen,
milieu, economie, …).
Er dient aandacht besteed te worden aan onderzoek, ontwikkeling en opleiding om de dynamiek van
een operationele Vlaamse GDI gaande te houden. De structurele nood aan geschoold personeel, die
zowel door de private als de publieke GEO-ICT-sector gesignaleerd wordt, is een bijzonder
aandachtspunt. Om de doorstroom van geschoold GEO-ICT-personeel naar het werkveld te
bevorderen, dient de Vlaamse GDI, en meer specifiek het toegangsbeleid en de kennisoverdracht,
afgestemd te zijn op de noden van de onderwijs- en onderzoekgemeenschap. Kennisoverdracht moet
toelaten om concepten en theoretische inzichten van de geografische data-infrastructuur te
integreren in geo-gerelateerde opleidingspakketten. Een eenvoudige toegang tot de data en de
diensten van de Vlaamse GDI moet deze integratie ondersteunen en innovatie (onderzoek en
ontwikkeling) stimuleren.
Bij het uitvoeren van het strategisch programma moet uitgegaan worden van de al bestaande
infrastructuur en mag niet voorbijgegaan worden aan de GDI-Vlaanderen en de
gebruikersgemeenschap. Op basis van een vergelijking van de input van de GDI-Vlaanderen
gemeenschap met de SWOT-analyses gemaakt door Spatialist in 2009 en 2011 is de conclusie dat de
geïdentificeerde sterktes en zwaktes in dezelfde lijn liggen. De sterktes zijn grotendeels terug te
brengen tot het effect van een operationeel GDI-Vlaanderen samenwerkingsverband en een
gecentraliseerd aanbod van grotendeels gratis en uniforme data. Een beperkte actualisatiefrequentie
van data en bijgevolg een vermindering van de bruikbaarheid van deze data, samen met een te
weinig aan de vraag aangepast aanbod, typeren de zwaktes van de GDI-Vlaanderen anno 2011. In
onderstaande tabel worden de voornaamste zwaktes opgelijst zoals ze opgenomen werden in de
Spatialist-rapporten “Het GDI netwerk in Vlaanderen” van 2009 en 2011, samen met de
instrumenten die in het strategisch programma zullen ingezet worden om deze zwaktes te borgen.
Zwaktes en borging van deze zwaktes in het strategisch programma
2011 2009 Zwakte van de huidige GDI Instrumenten voor het borgen van deze zwakte in het
programma.
1 1 Actualisatie van data Decentraal beheer bij de bron; gemeenschappelijke
initiatieven met gedeelde financiering; eenmalige
aanmaak - meervoudig gebruik.
2 4 Beperkte toegang tot
geodata
Hergebruik regelen en stimuleren, diensten
beschikbaar stellen.
3 3 Nood aan aanpassingen
voor bepaalde datasets
Aanbod afstemmen op de vraag.
4 - Correctheid en
betrouwbaarheid van de
data
De actualisatiefrequentie verhogen, begeleiding,
kwalitatieve metadata; .
5 2 Gebrek aan afstemming
tussen betrokken partijen
Data harmonisatie; standaardisatie;
gemeenschappelijke doelen.
- 5 Gebrek aan capaciteit Vorming; innovatie; begeleiding.
P a g i n a | 9
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Een programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Om de strategie vorm te geven en de doelstellingen te realiseren, werden er zeven werkpakketten
geïdentificeerd, waarin de doelstellingen en de aanpak verder worden gedetailleerd:
Deze werkpakketten maken deel uit van het programma “Vlaanderen in kaart”, dat door het AGIV,
als coördinerend orgaan binnen de GDI-Vlaanderen, in 2012 opgestart en uitgevoerd zal worden. De
beleidslijnen, die het kader vastleggen waarbinnen de Vlaamse GDI kan worden uitgewerkt, worden
uitgezet door de GDI-Vlaanderen stuurgroep en het beleidsdomein DAR. De GDI-Vlaanderen
stuurgroep wordt geadviseerd door de GDI-raad bij het aansturen van het programma.
Het programma zal gebruikt worden om de doelstellingen van het GDI-Vlaanderen plan 2011 – 2015
te realiseren dat beoogt om de Vlaamse GDI uit te bouwen als een geografische kruispuntbank,
waarbij geografische informatie vlot bruikbaar wordt voor zowel overheid, burger als bedrijf. De drie
strategische doelstellingen in het GDI-Vlaanderen plan hebben bijgevolg betrekking op de
“dienstverlening aan burgers, bedrijven en organisaties”, de “intrabestuurlijke dienstverlening” en de
“interbestuurlijke dienstverlening”. De algemene filosofie achter het programma is: optimalisatie van
de dienstverlening door de integratie van geografische informatie en diensten in administratieve
processen. Dit vereist een proces-georiënteerde aanpak die gericht is op de processen van de
eindgebruikers.
Het programma kan opgedeeld worden in twee delen – het GDI-Vlaanderen model en de technische
realisatie ervan. Doorheen de tekst is er sprake van “GDI-Vlaanderen” en de “Vlaamse GDI”. Met
“GDI-Vlaanderen” wordt gerefereerd naar het samenwerkingsverband en taken die deel uitmaken
van het GDI-Vlaanderen model. “Vlaamse GDI” verwijst naar de infrastructuur en taken die deel
uitmaken van de technische realisatie van de GDI-Vlaanderen. Meestal bevat een werkpakket zowel
elementen en taken uit het GDI-Vlaanderen model als technische projecten die dit realiseren. Wat
1. GDI-Vlaanderen, een netwerk van knooppunten gericht op samenwerking
2. De informatie-infrastructuur
3. De metadatacataloog
4. Geopunt, het geo-portaal van de Vlaamse GDI
5. Onderzoek, ontwikkeling en opleiding
6. Het wettelijk kader
7. Financierings- en prijsmodellen
Een programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
P a g i n a | 10
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
betreft het GDI-Vlaanderen model, ligt de focus op het uitbouwen en onderhouden van de
samenwerking tussen de GDI-Vlaanderen deelnemers, de uitbouw van het wettelijk kader, de
organisatie en coördinatie van het samenwerkingsverband, het toevoegen van data aan de GDI-
Vlaanderen en het uitwerken van financierings- en prijsmodellen. Het GDI-Vlaanderen model richt
zich dus op het beschikbaar stellen van geodata in de breedste zin van de betekenis. Dit omvat
eveneens het afstemmen van het aanbod op de vraag, het wegnemen van hindernissen voor een
laagdrempelige ontsluiting en een duidelijk databeleid inzake toegang (licenties, prijzen, kosten). Om
het GDI-Vlaanderen model te laten functioneren moeten model en infrastructuur op elkaar
aansluiten. De realisatie van de technische infrastructuur omvat:
- de ontwikkeling van een Vlaams geo-portaal als centraal toegangspunt,
- het opzetten van een netwerk van knooppunten om data en diensten te ontsluiten
(overdrachtdiensten, raadpleegdiensten en eventueel transformatiediensten indien
opportuun),
- de ontwikkeling van een Vlaamse metadatacataloog en zoekdiensten om metadata te
beheren en het GDI-Vlaanderen aanbod gestructureerd te publiceren,
- en de ontwikkeling van generische diensten waaronder:
� een geolocator dienst op basis van indirecte geografische referenties (adres,
perceelsidentificatie, bekende plaatsen – Points of Interest), Lambert en
GPS-coördinaten;
� een geocodeertoepassing die de gebruiker toelaat om zijn data te
geocoderen;
� een multimodale routeplanner.
Gezien de maturiteit van het GDI-Vlaanderen samenwerkingsverband zijn sommige werkpakketten,
zoals “Het wettelijk kader”, het financieringsmodel en de organisatorische uitbouw van het GDI-
Vlaanderen samenwerkingsverband al grotendeels uitgewerkt. In de periode 2012 – 2015 zal
voornamelijk gewerkt worden aan de uitbouw van een technische infrastructuur voor de ontsluiting
en het gebruik van geografische informatie en diensten binnen Vlaanderen en Europa. INSPIRE-
noden, die niet afgedekt zijn door het GDI-decreet of gerelateerde beleidsdocumenten, worden in
het implementatietraject van het programma meegenomen.
P a g i n a | 11
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Programma samenvatting
GDI-Vlaanderen, een netwerk van knooppunten gericht op samenwerking
Organisatorisch is het GDI-Vlaanderen nog altijd vrij uniek. Een wettelijk verankerd geografisch
samenwerkingsverband is nog altijd meer uitzondering dan regel. Het al bestaan van dit operationele
samenwerkingsverband en de decreten (GDI, hergebruik, openbaarheid van bestuur) die de
continuïteit verzekeren, leggen een sterke basis voor het operationaliseren van de Vlaamse GDI.
De werking van het samenwerkingsverband GDI-Vlaanderen is verankerd in het decreet van 20
februari 2009 betreffende de Geografische Data-infrastructuur Vlaanderen (GDI-decreet), dat het
vroegere GIS-decreet vervangt. Het GDI-decreet vervult tevens de formele verplichting van
Vlaanderen om de kaderrichtlijn INSPIRE om te zetten in eigen regelgeving. Het is echter meer dan
enkel de omzetting van de INSPIRE-richtlijn. Het zorgt ook voor een aanpassing, verruiming en
actualisering van het samenwerkingsverband GIS-Vlaanderen, dat wordt omgedoopt tot GDI-
Vlaanderen. Zo zijn er meer deelnemers aan het samenwerkingsverband, worden verschillende
bepalingen in verband met geografische diensten opgenomen, wordt de toegangsdrempel tot
geodata nog meer verlaagd en wordt het concept authentieke geografische gegevensbronnen
ingevoerd.
Het GDI-decreet werd verder uitgewerkt door middel van een aantal uitvoeringsbesluiten, die onder
meer de nadere regels voor toegang tot de GDI bepalen, alsook de samenstelling van de stuurgroep
GDI-Vlaanderen en de GDI-raad vastleggen.
Naar analogie van de Europese GDI, die in het kader van de INSPIRE-richtlijn wordt opgezet, neemt
ook de Vlaamse GDI de vorm aan van een netwerk van knooppunten. In Vlaanderen bestaat dit
netwerk uit één hoofdknooppunt, medio-knooppunten en mini-knooppunten. De verschillende
knooppunten kunnen met elkaar verbonden worden en vormen samen de bouwstenen van de
Vlaamse GDI. De architectuur van de Vlaamse GDI is service-georiënteerd en bestaat uit
netwerkdiensten die geografische gegevensbronnen ontsluiten volgens open standaarden. Het zijn
net deze open standaarden die zorgen voor de interoperabiliteit die het mogelijk maakt dat de
diensten van de verschillende knooppunten met elkaar kunnen ‘praten’.
De keuze voor een decentrale opbouw biedt de mogelijkheid om op termijn naar een breed, actueel
en kwalitatief hoogstaand data- en metadata-aanbod te evolueren binnen een netwerk met
zelfredzame en geresponsabiliseerde leveranciers.
De informatie-infrastructuur
Om geografische informatie efficiënt te kunnen uitwisselen binnen de Vlaamse GDI, dient het
netwerk homogeen uitgebouwd worden op basis van uniforme beschrijvingen van informatie en
diensten.
Een kader van internationale standaarden en GDI-Vlaanderen voorschriften die de uniformiteit van
de datamodellen en de elektronische dienstverlening definiëren, moet de efficiëntie van de Vlaamse
GDI verhogen op volgende punten:
- Gebruik: het verzekeren en bevorderen van de interoperabiliteit inzake gebruik en integratie
van data en diensten.
P a g i n a | 12
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
- Uitwisseling: het verlagen van de weerstand voor de datastromen tussen de verschillende
knooppunten in het GDI-Vlaanderen netwerk.
Om het gemeenschappelijk (gegevens worden maar eenmaal verzameld en vervolgens meervoudig
gebruikt) en het gezamenlijk (gegevens uit verschillende bronnen worden samengevoegd) gebruik
van referentiegegevens te bevorderen, wordt een stelsel van authentieke bronnen opgezet.
De metadatacataloog
De centrale GDI-Vlaanderen zoekdienst moet de mogelijkheid bieden om zowel geografische
gegevensbronnen als diensten op te zoeken. De centrale zoekdienst maakt gebruik van de GDI-
Vlaanderen metadatacataloog waar zowel metadata van data als van diensten wordt opgeslagen. De
cataloog vormt het zwaartepunt van het geoportaal en biedt de mogelijkheid aan deelnemers om de
metadata van hun geografische gegevensbronnen en diensten te publiceren, waardoor
gedistribueerd zoeken van data en diensten kan gerealiseerd worden.
Metadata in de cataloog moet voldoen aan het technische GDI-Vlaanderen voorschrift voor
metadata. Dit voorschrift beschrijft de minimale vereisten waaraan de metadata moeten voldoen om
opgenomen te kunnen worden in de metadata cataloog. In het voorschrift werd rekening gehouden
met de bepalingen uit het GDI-decreet en de vereisten van de INSPIRE implementatierichtlijn voor
metadata. Daarnaast bevat het voorschrift ook een aanbeveling voor GDI-Vlaanderen deelnemers die
beschrijft hoe data die toegevoegd werd aan de GDI-Vlaanderen moet gedocumenteerd worden.
De metadatacataloog en de centrale zoekdienst worden opgezet conform OGC- en ISO-standaarden.
Omdat ISO metadata en Open Data dezelfde kern aan metadataelementen delen, is de GDI-
Vlaanderen klaar om het E-gov beleid van de Vlaamse overheid inzake Open Data ten volle te
ondersteunen. De GDI-Vlaanderen metadatacataloog zal een solide basis vormen voor de Vlaamse
overheid om met open data aan de slag te gaan.
Geopunt, het geoportaal van de Vlaamse GDI (www.geopunt.be)
Geopunt is het portaal van GDI-Vlaanderen en de toegangspoort tot de data en de elektronische
dienstverlening voor de verschillende doelgroepen. Om het beleid inzake toegang en gebruik van
GDI-Vlaanderen databronnen te kunnen implementeren ten aanzien van de verschillende
doelgroepen, wordt een e-commerce en een security (gebruiker- en toegangsbeheer) component
ontwikkeld die geïntegreerd worden in het geoportaal en de aangeboden diensten. Het
dienstenaanbod wordt ontwikkeld conform het GDI-decreet (en bij uitbreiding de INSPIRE-richtlijn),
maar wordt ruimer opgevat om tegemoet te komen aan de noden van de verschillende doelgroepen
(meerwaarde diensten, API’s, mobiele toepassingen). De diensten die worden uitgebouwd, vormen
samen met de gegevensbronnen de kern van het gebruik. Het geoportaal voorziet de noodzakelijke
grafische interfaces om de presentatie en het gebruik van deze diensten af te stemmen op de noden
van de doelgroep. Centraal binnen het geoportaal staat de dienstencatalogus, die de
portaalbezoeker toelaat te grasduinen binnen het aanbod van GDI-Vlaanderen naar de voor hem
relevante diensten en data. Deze dienstencatalogus wordt opgebouwd aan de hand van de
voorgeschreven ISO standaarden voor metadata, als dienst aangeboden conform de GDI- en INSPIRE-
voorschriften en gepresenteerd in het geoportaal in functie van de doelgroep.
P a g i n a | 13
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Gebruikers kunnen via het geoportaal data afkomstig van verschillende bronnen en knooppunten in
het GDI-netwerk zoeken, bekijken en downloaden. Het portaal ontsluit eveneens de dienstverlening
en de data die door het hoofdknooppunt (AGIV) worden aangeboden. Data, diensten en
toepassingen zijn in de mate van het mogelijke decentraal opgezet. De primaire opzet van het
geoportaal heeft tot doel een overzicht te geven van alle data, diensten en toepassingen die in de
Vlaamse GDI beschikbaar zijn.
Het portaal heeft verschillende ingangspoorten in functie van de doelgroepen. Er worden vier sub-
portalen voorzien die zich richten tot het grote publiek, de GDI-Vlaanderen gebruiker, de GEO-ICT-
sector en de mobiele gebruiker.
Onderzoek, ontwikkeling en opleiding
Er dient een actieplan opgesteld te worden voor onderzoek, ontwikkeling en opleiding dat de
structurele nood aan geschoold personeel aanpakt, de doorstroom van geschoold GEO-ICT-personeel
naar het geo-werkveld bevordert en innovatie (onderzoek en ontwikkeling) stimuleert.
In dit actieplan dient aandacht besteed te worden aan:
- een duidelijk overzicht van het aanbod in de publieke en de private sector van bestaande en
geplande innovatieprojecten;
- duidelijkheid inzake de verantwoordelijkheid voor de coördinatie van het geo-
innovatiebeleid;
- inzicht in de beschikbare middelen voor onderzoek en ontwikkeling ter ondersteuning van de
uitbouw van de Vlaamse GDI;
- de continuïteit en de verdere uitbouw van de GDI-Vlaanderen testomgeving (testbed);
- het stimuleren van GDI innovatie en ontwikkeling in de private sector;
- competenties en kennis ontwikkelen in functie van de geïdentificeerde noden;
- aandacht voor de theorie en de concepten van de geografische data-infrastructuur in de
relevante opleidingspakketten in het hoger en universitair onderwijs.
Het wettelijk kader
Het wettelijk kader wordt hoofdzakelijk bepaald door vier decreten:
- het GDI-decreet van 20 februari 2009;
- het decreet betreffende het hergebruik van overheidsinformatie van 27 april 2007;
- het decreet betreffende de openbaarheid van bestuur van 26 maart 2004;
- het GRB-decreet van 16 april 2004
met bijbehorende uitvoeringsbesluiten die de toegang en het gebruik regelen.
Momenteel wordt als laatste onderdeel van de omzetting van de INSPIRE-richtlijn in het GDI-decreet
een regeling uitgewerkt voor het toevoegen van data aan de GDI door derden. Deze regeling zal eind
2012 zijn neerslag vinden in een uitvoeringsbesluit. Hiermee beschikt het GDI-Vlaanderen over een
volwaardig wettelijk kader die de INSPIRE-richtlijn verankert in de Vlaamse wetgeving.
Financierings- en prijsmodellen
P a g i n a | 14
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Het samenwerkingsverband GDI-Vlaanderen streeft naar het optimaal gebruik van geo-informatie.
Hiervoor wordt een databeleid uitgewerkt dat een kosteloos gebruik binnen het
samenwerkingsverband, en een laagdrempelig gebruik voor derden mogelijk maakt. Dit streven werd
bevestigd met de omzetting van de INSPIRE-richtlijn in het GDI-decreet. Het prijsmodel voor de GDI-
Vlaanderen werd vastgelegd in dit GDI-Vlaanderen databeleid.
Om inzicht te verkrijgen in de details van het gewenste financieringsmodel voor de operationalisering
van de Vlaamse GDI, de uitbating van het geoportaal en het onderhoud van het data-aanbod door de
verschillende bronbeheerders, dient binnen het programma een kosten-batenanalyse uitgevoerd te
worden op basis van initiële ervaringen. Tegen eind 2013 zouden de reële kosten bij
bronbeheerders, medioknooppunten en het hoofdknooppunt moeten ingeschat kunnen worden.
Aan de batenzijde zal de economische meerwaarde van een operationele Vlaamse GDI, het effect dat
resulteert uit de nauwere samenwerking met de private sector en de maatschappelijke meerwaarde
t.g.v. de democratisering van geografische informatie in rekening gebracht worden. Tegen eind 2014
zal deze kosten-batenanalyse voorgesteld worden.
Trajecten
Zie “Mijlpalen en planning” voor het programma en het INSPIRE implementatietraject.
Impact van de uitvoering van het programma
De voornaamste gevolgen van de uitvoering van dit programma zijn :
• De vereisten van de INSPIRE-richtlijn worden gerealiseerd.
• Een nauwere samenwerking tussen publieke en private sector wordt aangemoedigd. Hierdoor kan
de private sector gerichter inspelen op de vraag en meerwaarde creëren. Dit houdt eveneens het
gericht opleiden en aanwerven van profielen in, waardoor het aanbod van menselijk potentieel om in
te spelen op de vraag verhoogd wordt. Door duidelijkheid te verschaffen over de vraagzijde en het
betrekken van beide sectoren bij innovatieprojecten, kan een pragmatisch innovatiebeleid uitgezet
worden dat bijdraagt aan de verdere uitbouw van de Vlaamse GDI.
• Er zal meer aandacht besteed worden aan de problematiek van security en privacy in functie van de
uitvoeringsbesluiten die de toegang en het gebruik regelen, maar tegelijkertijd zullen de
gedefinieerde toegangscriteria eveneens het toetsingskader vormen voor het aanbieden van
geografische informatie binnen het Open Data initiatief van het Vlaams E-gov beleid.
• De resultaten van het programma zullen bijdragen aan de ontwikkeling van een efficiënt Vlaams E-
gov beleid inzake metadata, wettelijk kader, security en ontsluiting.
• De uitvoering van de wetgeving en het programma zal invloed hebben op de verantwoordelijkheid
van de bronbeheerders voor het toevoegen van hun data aan de GDI-Vlaanderen en het garanderen
van de continuïteit en de beschikbaarheid van het bronbestand. Dit kan eventueel resulteren in
bijkomende kosten, indien de bronbeheerder eigen diensten wenst op te zetten.
• De rol van het AGIV als coördinerende organisatie binnen de GDI-Vlaanderen wordt bevestigd.
P a g i n a | 15
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
• De uitvoering van de wetgeving en het programma zal invloed hebben op het takenpakket van het
AGIV. Als hoofdknooppunt zal het AGIV instaan voor de centrale, door het GDI-decreet
gewaarborgde dienstverlening. Het opzetten en onderhouden van de centrale infrastructuur en
dienstverlening zal resulteren in bijkomende kosten.
• Een verhoging of reallocatie van middelen in functie van de wettelijk vastgelegde of opgenomen
verantwoordelijkheden kan nodig zijn om de Vlaamse GDI te operationaliseren en te onderhouden.
• Het aanbod aan geografische data en elektronische dienstverlening zal duidelijk en bekend zijn.
• Het AGIV neemt de rol als coördinerende organisatie binnen de GDI-Vlaanderen op en bouwt het
hoofdknooppunt uit.
• Het beschikbaar stellen van geografische overheidsinformatie op maat van het brede publiek zal
bijdragen aan de openbaarheid van bestuur en kan bijdragen aan de informatievoorziening in functie
van maatschappelijke vragen (wonen, werken, milieu, …).
• Op langere termijn zal de uitvoering van het programma leiden tot een dalende kost voor het
beschikbaar stellen van geografische informatie aan de Vlaamse samenleving.
• Geografische bronbeheerders zullen gewezen worden op hun verantwoordelijkheid. De managers
binnen de verschillende beleidsdomeinen van de Vlaamse overheid moeten het initiatief nemen om
de bestaande wetgeving in praktijk om te zetten.
• Het gebruik van geografische informatie in alle geledingen van de Vlaamse samenleving wordt
gestimuleerd.
Rollen en verantwoordelijkheden
GDI-Vlaanderen stuurgroep: De Stuurgroep GDI-Vlaanderen is het sturende orgaan van het
samenwerkingsverband GDI-Vlaanderen en wordt hierin ondersteund door het departement
Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid (DDAR) en het AGIV. De stuurgroep kan ten aanzien van
de bevoegde minister voorstellen formuleren i.v.m. de invoering van de INSPIRE-richtlijn en het GDI-
decreet. Via de stuurgroep kunnen de deelnemers samen vorm geven aan de Vlaamse GDI.
De Stuurgroep GDI-Vlaanderen is samengesteld uit vertegenwoordigers die deskundig zijn in
geografische informatie en overheidsaangelegenheden en afkomstig zijn uit de verschillende
geledingen van de Vlaamse overheid.
GDI-raad: De GDI-raad geeft op eigen initiatief of op verzoek van de minister strategisch advies over
de uitbouw van de GDI. De GDI-raad is samengesteld uit vertegenwoordigers van diverse
maatschappelijke actoren (wetenschappelijk experts, belanghebbenden uit het middenveld, de
private sector, etc.) en onafhankelijke experts.
DDAR: De Afdeling Stafdienst van de Vlaamse Regering (Geografische Informatie) binnen het
departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid (DDAR) biedt beleidsondersteuning aan
de minister die functioneel bevoegd is voor de uitbouw van de Geografische Data-Infrastructuur.
P a g i n a | 16
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Raad van Bestuur AGIV: De Raad van Bestuur is bevoegd voor onder andere het sluiten van de
beheerovereenkomst, het vaststellen van een ondernemingsplan en operationele plannen alsook de
opmaak en het ontwerp van de begroting. Initiatieven en investeringen ten behoeve van de uitbouw
van de Vlaamse GDI die op de middelen van het AGIV begroot worden, moeten door de Raad van
Bestuur goedgekeurd worden.
AGIV: Als uitvoerend orgaan binnen het samenwerkingsverband fungeert het AGIV als
aanspreekpunt voor en is het belast met de operationele coördinatie van de uitbouw en de
exploitatie van het GDI-netwerk. Dit houdt onder meer de ondersteuning en begeleiding in van de
verschillende deelnemers aan het samenwerkingsverband GDI-Vlaanderen, opdat hun
metagegevens, geo-informatie en diensten op een kwaliteitsvolle en klantvriendelijke wijze kunnen
worden opgenomen in en ontsloten via het GDI-netwerk. Vanuit dit opzicht is het AGIV eveneens
verantwoordelijk voor de exploitatie van het Vlaamse geoportaal.
GDI-Vlaanderen werkgroep: De GDI-Vlaanderen werkgroep adviseert de GDI-Vlaanderen stuurgroep
en bestaat uit een vertegenwoordiging van de deelnemers aan GDI-Vlaanderen. Momenteel is de
werkgroep voornamelijk belast met het uitwerken van technische GDI-Vlaanderen voorschriften en
opereert hij als klankbord bij het uitwerken van nieuwe ideeën.
Europese Commissie: De Europese Commissie volgt de uitvoering van de INSPIRE-richtlijn op en
vaardigt implementatierichtlijnen uit. Nieuwe voorstellen voor implementatie richtlijnen worden
voor advies voorgelegd aan een comité van vertegenwoordigers van de lidstaten (Comitologie). De
Europese Commissie staat zelf in voor de ontwikkeling van een geoportaal op Europees niveau.
Vlaanderen in kaart: Het strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI. Het
programma wordt gecoördineerd en uitgevoerd door het AGIV in samenwerking met de GDI-
Vlaanderen stuurgroep en het DDAR.
Opvolging
Er zal jaarlijks gerapporteerd worden over de voortgang van het programma. Het voortgangsrapport
zal uiterlijk in april voorgesteld worden aan de Stuurgroep GDI-Vlaanderen en het beleidsdomein
DAR dat bevoegd is voor het AGIV.
P a g i n a | 17
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Werkpakketten
GDI-Vlaanderen, een netwerk van knooppunten gericht op samenwerking
Doelstelling 2011 – 2015
Stand van zaken
Met het GDI-decreet van 20 februari 2009 werd het samenwerkingsverband GDI-Vlaanderen
opgericht als opvolger van het vroegere samenwerkingsverband GIS-Vlaanderen. Naast de vroegere
deelnemers (de departementen en agentschappen van de Vlaamse overheid, de provincies en de
gemeenten) worden nu ook andere Vlaamse instanties zoals de Vlaamse intergemeentelijke
samenwerkingsverbanden, lokale politie, OCMW’s en onderwijsinstellingen opgenomen. Hierdoor
wordt het potentieel draagvlak voor een optimaal gebruik van geografische informatie verbreed. De
deelnemers brengen nuttige datasets (met bijbehorende diensten en metadata) kosteloos in de
Vlaamse GDI in en krijgen in ruil ook kosteloos toegang tot andere data binnen de Vlaamse GDI.
Het AGIV is het uitvoerende orgaan van het samenwerkingsverband. Het AGIV treedt op als
coördinerende kracht en als centraal distributiecentrum voor het verkrijgen van geografische
gegevens in Vlaanderen. Hiervoor is het agentschap gemachtigd om zowel met deelnemers aan GDI-
Vlaanderen als met derden overeenkomsten af te sluiten voor de aanmaak, bijhouding, distributie en
financiering van geografische gegevens.
Om een kwaliteitsvolle aanmaak en ontsluiting mogelijk te maken, werd een wettelijk kader
gecreëerd waarbinnen de verantwoordelijkheden van de verschillende actoren en de belangrijkste
principes achter de GDI-Vlaanderen beschreven werden. Dit wettelijk kader biedt een stevige basis
voor de verdere uitbouw van het GDI-Vlaanderen model in samenwerking met partners in de
publieke en de private sector.
De uitbouw van geopunt, het Vlaams geoportaal, en de onderliggende diensten benadrukt de
centrale toegang tot de Vlaamse GDI. Dit is het top-down-gebruikersverhaal. Even belangrijk voor de
GDI-Vlaanderen is het decentrale geodata producentverhaal. Dit is de bottom-up-benadering waarbij
een netwerk van verschillende GDI-Vlaanderen knooppunten de benodigde data, diensten en kennis
ter beschikking stelt voor een succesvolle uitbouw van de GDI-Vlaanderen. De taken en
verantwoordelijkheden van de verschillende knooppunten worden beschreven in een 10-
stappenplan in het “GDI-Vlaanderen handboek”.
De programma-onderdelen als werkpakketten
Het GDI-Vlaanderen netwerk is organisatorisch en technisch decentraal
uitgebouwd. Het biedt een breed, actueel en kwalitatief hoogstaand
diensten-, data- en metadata-aanbod binnen een netwerk met
zelfredzame en geresponsabiliseerde leveranciers. Organisaties buiten de
overheid participeren actief in het netwerk.
P a g i n a | 18
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Naar analogie van de Europese GDI, die in het kader van de INSPIRE-richtlijn wordt opgezet, neemt
dus ook de Vlaamse GDI de vorm aan van een netwerk van knooppunten. In Vlaanderen bestaat dit
netwerk uit één hoofdknooppunt, medioknooppunten en miniknooppunten. De verschillende
knooppunten kunnen met elkaar verbonden worden en vormen samen de bouwstenen van de
Vlaamse GDI. De technische architectuur van de Vlaamse GDI is service-georiënteerd en bestaat uit
netwerkdiensten die geografische gegevensbronnen ontsluiten volgens open standaarden. Dit
principe wordt geïllustreerd in bovenstaande figuur.
Geplande taken
Het GDI-Vlaanderen samenwerkingsverband heeft tot doel de aanmaak, het beheer, de uitwisseling,
het gebruik en het hergebruik van geografische informatie te optimaliseren. Om dit doel te
realiseren, moet zowel het GDI-Vlaanderen model als de technische infrastructuur uitgebouwd
worden. Beiden moeten op elkaar afgestemd zijn om een efficiënte aanmaak en ontsluiting van
geografische gegevens mogelijk te maken.
GDI-Vlaanderen actie- en communicatieplan
Om alle mogelijke deelnemers van GDI-Vlaanderen en mogelijke partners in de private sector te
betrekken bij het GDI-Vlaanderen samenwerkingsverband en de uitbouw van de Vlaamse GDI dient
een actie- en communicatieplan uitgewerkt te worden. Het sensibiliseren en engageren van
deelnemers om actief te participeren, vergroot het draagvlak van het samenwerkingsverband en
verhoogt de kwaliteit van de Vlaamse GDI door de verbreding van het aanbod en het gebruik. Het
plan zou tegen Q2 2013 moeten uitgewerkt zijn zodat de voortgang van de uitbouw van de Vlaamse
GDI en de meerwaarde hiervan voor potentiële consumenten en producenten kan gecommuniceerd
worden. De communicatie moet geruggesteund worden door een ondersteuningspakket, afgestemd
op de GDI-maturiteit van de deelnemer, dat de drempel voor actieve participatie in de Vlaamse GDI
verlaagt.
Publieke sector
De toenemende vraag naar efficiënte overheidsprocessen (inlichtingenformulier vastgoedinformatie,
digitale bouwaanvraag, recht van voorkoop) zullen leiden tot een toenemende vraag naar
samenwerking binnen de diensten en instellingen van de Vlaamse overheid. Ook de Europese
INSPIRE-richtlijn vereist een verregaande samenwerking inzake de uitwisseling van geografische
informatie tussen de verschillende overheidsinstellingen. Er zal moeten gewerkt worden aan de
activering van de beheerders van geografische informatie en bijzonder aan de activering van de
overheidsinstellingen die een informatieverantwoordelijkheid dragen naar aanleiding van de
INSPIRE-richtlijn. Van het management van deze organisaties is een sterk engagement nodig om de
competentie en de financiering beschikbaar te stellen die nodig is om deze informatievraag te
ondersteunen. Lokale en provinciale besturen Lokale en provinciale besturen spelen een belangrijke rol bij het aanmaken en bijhouden van
overheidsinformatie. Het gebruik van geografische informatie voor de optimalisatie van
P a g i n a | 19
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
administratieve processen is echter in veel gevallen beperkt. Er dient dus bijzondere aandacht
besteed te worden aan het sensibiliseren en begeleiden van de lokale besturen, zodat zij de
dienstverlening van de Vlaamse GDI optimaal kunnen aanwenden ten behoeve van hun eigen
werking. Door het effectief gebruiken van het GDI data- en dienstenaanbod zullen deze besturen
kunnen doorgroeien naar een actieve deelname aan GDI-Vlaanderen en kunnen bijdragen aan de
bijhouding van de beschikbare geodata.
Private sector Bedrijven uit de private sector kunnen een belangrijke rol spelen in het populariseren van de
Vlaamse GDI door nieuwe toepassingen en diensten te bouwen bovenop de Vlaamse GDI. Op deze
manier kunnen ze wezenlijk bijdragen aan GDI-innovatie en kunnen ze het aanbod en de kwaliteit
ervan bijsturen door de feedback van hun gebruikers. Er moet bekeken worden hoe deze bedrijven
op hun beurt baat kunnen halen uit de Vlaamse GDI. Om de samenwerking met de private sector te
bestendigen, dient op regelmatige basis overleg gepleegd te worden en moeten afgevaardigden van
deze sector actief kunnen betrokken worden bij de uitbouw van de Vlaamse GDI.
Technische infrastructuur
De technische architectuur van de Vlaamse GDI is service-georiënteerd en bestaat uit
netwerkdiensten die geografische gegevensbronnen ontsluiten volgens de voorschriften van de GDI-
Vlaanderen en de open standaarden ontwikkeld door ISO (International Organisation for
Standardisation), CEN (European Committee for Standardisation), OGC (Open Geospatial
Consortium) en W3C (The World Wide Web Consortium). Het zijn deze open standaarden die zorgen
voor de interoperabiliteit, die het mogelijk maakt dat de diensten van de verschillende knooppunten
met elkaar kunnen ‘praten’. Afhankelijk van de expertise en middelen waarover ze beschikken, kunnen knooppunten zelfstandig
een aantal diensten bouwen en aanbieden. Indien zij dat wensen , kunnen ze aankloppen bij het
hoofdknooppunt of een geschikt medioknooppunt om hun gegevens te ontsluiten. Het AGIV zal als
hoofdknooppunt de technische coördinatie van de Vlaamse GDI op zich nemen en een aantal
generieke diensten voor alle gebruikers aanbieden. Het hoofdknooppunt voorziet onder meer in een
portaal als toegang tot de diensten en data die beschikbaar zijn binnen de Vlaamse GDI en realiseert
de koppeling met het Europese INSPIRE en het nationaal knooppunt. Medio-knooppunten staan zelf
in voor het beheer van geografische gegevens, die zij met INSPIRE- en GDI-conforme diensten
ontsluiten. Mini-knooppunten stellen slechts beperkt gegevens via netwerkdiensten ter beschikking
(vb. enkel raadpleegdiensten), maar leveren wel data aan andere knooppunten aan. Dit principe
wordt in onderstaande figuur weergegeven.
P a g i n a | 20
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
De Informatie-infrastructuur
Doelstelling 2011 – 2015
Stand van zaken
Met het CRAB (Centraal Referentieadressenbestand) en het GRB (Grootschalig Referentiebestand)
werd al een aanzet gegeven tot het uitbouwen van een stelsel van mogelijks authentieke
geografische bronnen. Inmiddels werd het CRAB op 1 juni 2011 erkend als de eerste authentieke
geografische gegevensbron in Vlaanderen. De aanmaak van een stratenkaartregister (MRB –
Middenschalig Referentiebestand) en een gebouwenregister is in voorbereiding. Met deze
bijkomende geografische gegevensbronnen zal het stelsel van authentieke bronnen kunnen
vervolledigd worden.
Technische GDI-Vlaanderen voorschriften voor metadata en raadpleegdiensten (WMS) zijn
beschikbaar. Deze technische voorschriften zijn nog aan mogelijke wijzingen onderhevig.
Bestaande kerndatasets zullen in de loop van 2011-2012 opnieuw toegevoegd worden aan de
Vlaamse GDI. Hiervoor wordt een formulier beschikbaar gesteld, waarmee databeheerders hun
geodata aan de Vlaamse GDI kunnen toevoegen.
Het AGIV heeft de opvolging van de opbouw van dataspecificaties voor data die deel uitmaken van
de INSPIRE annexen I, II en III gecoördineerd in Vlaanderen en heeft actief bijgedragen in de
respectieve werkgroepen. Vanuit het project “KLIP – digitale fase” werd het IMKL (Informatiemodel
Kabels en Leidingen) model voorgedragen voor de modellering van kabels en leidingen binnen de
INSPIRE context. Het AGIV heeft ook experten afgevaardigd die België vertegenwoordigen in de IOC
TF (Initial Operating Capability Task Force) en heeft op die manier actief meegewerkt aan de
uitwerking van de technische voorschriften voor zoek-, raadpleeg- en overdrachtdiensten.
Geplande taken
Binnen het GDI-Vlaanderen netwerk stroomt geodata van producent naar consument en eventueel
terug naar producent in functie van een eventuele bijhoudings- of meldingsprocedure. Deze
datastroom kan enkel in goede banen geleid worden als er duidelijke afspraken gemaakt worden
over datamodellen, metadata, service-interfaces en gebruiksvoorwaarden.
Meta GDI
Het decentrale karakter van de GDI-Vlaanderen architectuur brengt een aantal uitdagingen met zich
met betrekking tot het ontwerp, beheer en “open” toegang van meta-informatie over geografische
informatie en alle aspecten die daaraan gerelateerd zijn zoals namespaces, identificators (van
resources, van organisaties, etc.), codelijsten, schema’s, registers, validatieregels, etc. Deze zaken
Om geografische informatie efficiënt te kunnen uitwisselen binnen de Vlaamse GDI is het
netwerk homogeen uitgebouwd op basis van uniforme beschrijvingen van informatie en
diensten. Een kader van internationale standaarden en GDI-Vlaanderen voorschriften is
vastgelegd die de datamodellen en de elektronische dienstverlening definiëren. De geodata en
de elektronische dienstverlening voldoen aan de vereisten inzake bruikbaarheid,
interoperabiliteit en kwaliteit.
P a g i n a | 21
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
vormen een essentieel onderdeel van de “informatie-infrastructuur” van GDI-Vlaanderen en hebben
ook een impact op de technische infrastructuur (t.o.v. keuze van technologieën en componenten).
De uitdaging voor de ontwikkeling van een meta-informatie governance voor GDI-Vlaanderen –
kortweg, Meta-GDI - omvat minstens het definiëren van een visie, een strategie voor realisatie en
een test via een referentie-implementatie, maar zou verder doorgetrokken moeten worden naar het
verifiëren van de conformiteit van implementaties.
Alle partijen in GDI-Vlaanderen die de rol van data-aanbieder hebben, zullen met deze problematiek
worden geconfronteerd. Het is in eerste instantie het AGIV die als operationele coördinator een
Meta-GDI-beleid moet ontwikkelen dat dan verder ondersteund dient te worden door de bredere
organisatie achter GDI-Vlaanderen.
Toevoegen aan de GDI
Momenteel worden geodata toegevoegd aan de Vlaamse GDI aan de hand van een invulformulier
dat op de website van het AGIV kan afgeladen worden. Het is de bedoeling dat deze procedure in de
loop van 2013 geautomatiseerd wordt en online aangeboden wordt via het Geopunt portaal. Om het
aanbod van data toegevoegd aan de GDI zichtbaar te maken, zal een cataloog beschikbaar gesteld
worden aan de Geopunt portaalgebruikers. De beschikbare kwaliteitstoetsen zullen geïntegreerd
worden in de procedure en de cataloog, zodat leveranciers en gebruikers op een eenvoudige manier
inzicht kunnen krijgen in de kwaliteit van de toegevoegde geodata, metadata, raadpleegdiensten en
overdrachtdiensten.
Dataharmonisatie
Naarmate de INSPIRE-dataspecificaties in 2012 beschikbaar komen, zal nagegaan worden in welke
mate werk gemaakt moet worden van de harmonisatie van GDI-Vlaanderen geodata met de
datamodellen die door INSPIRE opgelegd worden.
In Vlaanderen zal in eerste instantie werk gemaakt worden van de uitbouw van het stelsel van
authentieke bronnen (zie “Authentieke bronnen”). Hierbij zal bij de aanmaak aandacht besteed
worden aan de conformiteit met de relevante INSPIRE dataspecificaties.
Voor data toegevoegd aan de GDI die onder de INSPIRE-richtlijn vallen moeten volgende deadlines
gerespecteerd worden:
INSPIRE annex Nieuw aangemaakt geodata Bestaande geodata
Annex I 23 november 2012 23 november 2017
Annex II en III 1 oktober 2015 1 oktober 2020
Aangezien vooral bestaande geodata toegevoegd worden aan de GDI-Vlaanderen, kan ervan
uitgegaan worden dat het zwaartepunt van de inspanningen voor de harmonisatie voor INSPIRE-
geodata in 2016 zal liggen. Dit is buiten de scope van de huidige programma-definitie, die loopt van
2011-2015. Desalniettemin kunnen de nodige acties al voorzien worden om de dataharmonisatie
voor te bereiden. Het zal vooral het AGIV zijn die op basis van de geodata die toegevoegd wordt aan
de Vlaamse GDI, moet waken over de nood aan harmonisatie met de INSPIRE-dataspecificaties. Bij
het toevoegen aan de Vlaamse GDI zal het AGIV dan ook samen met de bronbeheerder de impact
van de dataharmonisatie documenteren. Deze taak behoort tot de dienstverlening van het AGIV aan
GDI-Vlaanderen databeheerders die INSPIRE-geodata inbrengen in de GDI-Vlaanderen.
Eenzelfde aanpak wordt gehanteerd bij het toevoegen van geodata aan de GDI-Vlaanderen die niet
onder de INSPIRE richtlijn vallen. Hier kan de oefening beperkt worden tot het valideren,
harmoniseren en documenteren van het datamodel, attributen en codelijsten.
P a g i n a | 22
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Kwaliteitstoetsen
Om de kwaliteit van de beschikbare geodata en de bijbehorende elektronische dienstverlening te
kunnen evalueren, dienen kwaliteitstoetsen beschreven en ontwikkeld te worden. Kwaliteitstoetsen
dragen bij tot:
• get nastreven van conformiteit met GDI-Vlaanderen aanbevelingen en/of specificaties;
• de ontwikkeling van interoperabele diensten en oplossingen binnen GDI-Vlaanderen bij
zowel publieke als private sector;
• het faciliteren van de integratie, de uitwisseling en het hergebruik van data, diensten en
software componenten;
• het stapsgewijs implementeren/operationaliseren van de Vlaamse GDI.
De basis voor de kwaliteitstoetsen zijn de technische GDI-Vlaanderen voorschriften, die zullen
opgesteld worden voor geodata, metadata, raadpleegdiensten, zoekdiensten en overdrachtdiensten.
Deze voorschriften zullen vertaald worden in testscenario’s die de regels beschrijven waaraan dient
te worden voldaan. Om de gebruikers en dataleveranciers toe te laten om deze testscenario’s op een
eenvoudige manier uit te voeren, zullen online kwaliteitstoetsen ontwikkeld worden.
In Q3 2012 zullen de eerste kwaliteitstoetsen beschikbaar zijn. In een eerste fase zal aandacht
besteed worden aan kwaliteitstoetsen voor GDI-conforme metadata en raadpleegdiensten.
Authentieke bronnen
De overheid beschikt over veel gegevens ten behoeve van haar werking, maar deze gegevens zijn als
geheel dikwijls onvoldoende accuraat en onvoldoende uitwisselbaar. Ook komen forse verschillen in
definities voor, waardoor dezelfde gegevens binnen de overheid op verschillende wijzen worden
vastgelegd. Dit alles heeft tot gevolg dat burgers of bedrijven nog te vaak dezelfde gegevens
doorgeven aan verschillende overheidsdiensten, ook al zijn deze gegevens beschikbaar of zelfs
ontstaan binnen een andere overheidsdienst. Wanneer deze gegevens wijzigen, worden deze
wijzigingen niet altijd automatisch doorgegeven aan alle betrokken diensten. Tot ergernis van
burgers en bedrijven bekomt men op die manier achterhaalde of foutieve gegevens. Ook voor
de ambtenaren is deze manier van werken omslachtig en inefficiënt. Het herhaaldelijk invoeren van
dezelfde gegevens is tijdrovend en vergroot de kans op fouten en vergissingen.
Om te kunnen voldoen aan de ambities van de overheid ten aanzien van een meer efficiënte en
effectieve dienstverlening en (handhaving van de) beleidsuitvoering, zijn diverse aanpassingen in de
gegevenshuishouding van de overheid noodzakelijk.
De bouwstenen hiervoor worden gevormd door binnen de overheid verplicht te gebruiken
authentieke gegevensbronnen. Dit zijn door de Vlaamse Regering erkende kwaliteitsvolle
gegevensbronnen, welke, met het oog op een eenmalige gegevensinwinning en een maximaal
gebruik, op het meest geschikte bestuursniveau worden aangemaakt, bijgehouden en beheerd. Het
motto hierbij luidt: ‘vraag niet wat je al weet’. Terwijl het algemene kader voor het beheer en het
gebruik van authentieke gegevensbronnen wordt gegeven door het decreet betreffende het
elektronisch bestuurlijke gegevensverkeer, biedt het GDI-decreet, met respect voor de specificiteit
van de geografische gegevensverzameling, het kader voor de aanmaak en het beheer van en de
toegang tot een set van authentieke geografische gegevensbronnen als bouwstenen van de
Geografische Data-Infrastructuur Vlaanderen. Opdat er daadwerkelijk sprake zou kunnen zijn van een
efficiënte en geïntegreerde overheidsdienstverlening, is het nodig dat alvast voor de gegevens die
het meest gebruikt worden binnen de overheid (de zogenaamde basisgegevens ‘persoon’, ‘bedrijf’,
‘perceel’, ‘adres’, ‘gebouw’ en ‘kaart’) kwaliteitsvolle authentieke (geografische) gegevensbronnen
beschikbaar zijn.
P a g i n a | 23
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Het vooralsnog ontbreken van authentieke geografische gegevensbronnen voor de geografische
gegevens ‘kaart’, ‘gebouw’ en ‘adres’, zorgt ervoor dat een aantal koppelingen binnen dit stelsel nog
niet optimaal verlopen. Met de aanmaak van het grootschalig referentiebestand (GRB) wordt alvast
volop gewerkt aan een voor Vlaanderen gebiedsdekkend bestand met grootschalige
referentiegegevens. Met het Centraal Referentieadressenbestand (CRAB) beschikt het
samenwerkingsverband GDI-Vlaanderen, vandaag reeds over een authentieke geografische
gegevensbron voor adressen.
Om het stelsel van authentieke geografische gegevensbronnen te vervolledigen, moet gestart
worden met de opbouw van een stratenkaartregister en een gebouwenregister. Dit zal de koppeling
van de authentieke gegevensbronnen verder mogelijk maken en de voordelen van het CRAB voor de
gebruikers verhogen. De aanmaak van een stratenkaartregister (MRB – Middenschalig
Referentiebestand) en een gebouwenregister is in voorbereiding. Met deze bijkomende geografische
gegevensbronnen zal het stelsel van authentieke bronnen kunnen vervolledigd worden.
Generiek meldingsplatform
Ook een authentieke gegevensbron is geen absoluut foutloze registratie, evenmin als de
afzonderlijke gegevensregistraties die door de beoogde gebruikers zelf worden bijgehouden. Aan
gegevens in een authentieke gegevensbron worden vanwege het overheidsbrede belang echter wel
hogere eisen gesteld, onder meer ten aanzien van de procedures voor signalering en correctie van
onjuiste gegevens.
Het brede gebruik van de authentieke gegevensbron draagt in zich reeds waarborgen dat de kwaliteit
van de gegevens beter is dan iedere afzonderlijke organisatie voor zich kan realiseren. Door het
brede gebruik zullen meer signalen van onjuistheden naar boven komen, waardoor een
zelfreinigende werking ontstaat. Om dit mechanisme te waarborgen bestaat er een meldingsplicht
voor de gebruikers. Als gebruikers twijfelen aan de juistheid van de gegevens in de authentieke
gegevensbron dan hebben zij de plicht dit te melden aan de bronbeheerder. De bronbeheerder heeft
ook de plicht de melding te onderzoeken en zo nodig correcties door te voeren. Dit mechanisme
werd door AGIV reeds uitgewerkt voor het CRAB en het GRB.
Omdat in de toekomst het aantal authentieke geografische gegevensbronnen zal toenemen dringt
zich de noodzaak aan een generiek meldingsplatform op. Dit meldingsplatform kan eveneens ingezet
worden voor geografische gegevensbronnen die vooralsnog niet erkend zijn als authentieke
gegevensbron. Het opzetten van een gecentraliseerd platform voor meldingen maakt het mogelijk
P a g i n a | 24
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
een geharmoniseerde procedure en een gestandaardiseerd model voor meldingen uit te werken.
Door de centrale verwerking kan het overzicht van de actuele meldingen per gegevensbron op kaart
gepubliceerd worden. Op deze manier krijgen de melders inzicht in de voortgang van de afhandeling
en worden dubbele meldingen voorkomen.
Historische geodata
Toegang tot accurate en actuele geodata is zeer belangrijk, maar in vele gevallen is het even
belangrijk om toegang te hebben tot versies van de geodata uit het verleden. Om dit mogelijk te
maken, zal het principe van tijdreeksen moeten voorzien worden in zowel de informatie-
infrastructuur, de technische infrastructuur, de metadatacataloog als het Geopunt portaal:
- de informatie-infrastructuur zal de definitie van een tijdreeks bij het toevoegen van de
geodata aan de GDI-Vlaanderen moeten ondersteunen;
- de technische infrastructuur zal een oplossing moeten bieden voor de efficiënte archivering,
ontsluiting en opslag van historische data;
- de metadatacataloog moet het principe van metadata voor datasetseries implementeren;
- en het Geopunt portaal zal in staat moeten zijn om tijdreeksen op een eenvoudige manier
aan de gebruiker aan te bieden en voor te stellen.
P a g i n a | 25
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
De metadatacataloog
Doelstelling 2011 – 2015
Stand van zaken
In 2011 werd het bestaande GDI-Vlaanderen metadataprofiel verder aangevuld volgens de INSPIRE-
richtlijn. Ook de ondersteuning voor metadata voor services werden opgenomen. Het
metadataprofiel is conform de ISO 19115:2003 + Technical Corrigendum 1 (metadata), ISO 19110
(object catalogus), ISO 19139 (metadata XML encoding) en ISO 19119:2005 + Addendum 1 (services).
Het technisch voorschrift voor metadata werd op 23 maart 2011 op de Stuurgroep GDI-Vlaanderen
goedgekeurd.
Gezien het belang van metadata bij:
• de verspreiding van artikelen;
• het aanbieden van GDI-Vlaanderen zoekdiensten;
• de opbouw van het geoportaal;
• het aanbieden van INSPIRE conforme metadata aan het Nationaal Geoportaal en het INSPIRE
geoportaal,
wordt ernaar gestreefd om een metadataviewer en editeertoepassing, die de aanmaak van INSPIRE
conforme metadata mogelijk maken, beschikbaar te stellen tegen ten laatste eind september 2012.
In 2011 werd een project opgestart voor het opzetten van een nieuw metadatabeheersysteem en
bijbehorende zoekdiensten voor het aanbieden van GDI-Vlaanderen en INSPIRE metadata. De meest
prioritaire doelstelling was het opzetten van een INSPIRE-conforme zoekdienst die INSPIRE-conforme
metadata beschikbaar stelt tegen 9 november 2011, de officiële INSPIRE deadline. Deze deadline
werd gehaald. Deze centrale zoekdienst biedt momenteel dataset- en servicemetadata aan de
Europese Commissie aan, afkomstig van het AGIV hoofdknooppunt en het DOV medioknooppunt.
Het project loopt verder tot halfweg 2012 en heeft als doel een volledige online
metadatabeheeromgeving op te zetten die voldoet aan de INSPIRE- en GDI-Vlaanderen-
voorschriften. Tijdens de doorloop van dit project werd het bestaande technisch GDI-Vlaanderen
voorschrift voor metadata v3.0 aan een evaluatie onderworpen en werd beslist om dit voorschrift
aan te passen op volgende punten:
- er werden nog een beperkt aantal onvolkomenheden opgelost;
- gezien het beperkt aantal bijkomende metadataelementen ten behoeve van GDI-Vlaanderen
ten opzichte van de verplichte INSPIRE metadataelementen, werd beslist om het GDI-
Vlaanderen profiel te definiëren als best practice eerder dan als verplichting;
- om de drempel voor aanmaak van metadata te verlagen, moet metadata van geodata die
niet onder de INSPIRE-richtlijn valt, enkel voldoen aan de vereisten van de ISO19115
metadata standaard; - voor metadata van geodata die toegevoegd is aan de GDI, wordt verwacht dat deze voldoen
aan de GDI-Vlaanderen best practice (die meteen ook INSPIRE-conform is).
Het AGIV is eveneens actief betrokken geweest in het nationaal metadata-overleg. Twee metadata-
experten werden door het AGIV afgevaardigd naar dit overleg en hebben Vlaanderen
Metadata voor geodata en services is beschikbaar. De beschikbare
metadata voldoet aan de geldende voorschriften en standaarden. De GDI-
Vlaanderen metadatabank en zoekdienst is de Vlaamse leverancier van
metadata voor geografische informatie en zijn geïntegreerd in het open
data netwerk van de Vlaamse overheid.
P a g i n a | 26
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
vertegenwoordigd bij het opstellen van een nationaal metadataprofiel en een visie voor de
decentrale aanmaak en de ontsluiting van metadata in functie van de INSPIRE-richtlijn.
Geplande taken
Metadataproject
Er wordt naar gestreefd om tegen eind september 2012 een INSPIRE conforme update van de
bestaande metadataviewer en editeertoepassing beschikbaar te stellen. Naast de al bestaande
INSPIRE zoekdienst, wordt ook een specifieke GDI-Vlaanderen zoekdienst opgezet. Het scheiden van
de GDI-Vlaanderen en de INSPIRE zoekdienst heeft een aantal voordelen. De INSPIRE zoekdienst
bevat enkel INSPIRE conforme metadata en kan afgestemd worden op de kwaliteitsvereisten
opgelegd door INSPIRE. Gezien het verwachte gebruik van de GDI-Vlaanderen node, ten gevolge van
de verregaande integratie met het geopunt GDI-Vlaanderen portaal, intensiever zal zijn dan deze van
de INSPIRE node, kan voor deze node de passende technische infrastructuur voorzien worden.
In het nieuwe metadatabeheersysteem zal ook ondersteuning voorzien zijn voor datasetseries. Dit
geeft de mogelijkheid om tijdseries te definiëren en historische datasetreeksen te beschrijven (vb. de
tijdsreeks van orthofoto-opnames). Het zal eveneens afgestemd zijn op de GDI-Vlaanderen
netwerkstructuur. Het centrale metadataknooppunt zal dagelijks de beschikbare metadata bij het
hoofdknooppunt en de medioknooppunten oogsten en zo alle GDI-Vlaanderen metadata ontsluiten
naar het nationaal en Europees metadataknooppunt. Deze decentrale opbouw realiseert volgende
principes:
- de eindgebruiker heeft een gecentraliseerde en performante toegang tot metadata (INSPIRE
conforme gecentraliseerde benadering voor zoekdiensten);
- op basis van de gevonden service metadata kan een gebruiker andere diensten lokaliseren
en consumeren die zich op een andere locatie bevinden (INSPIRE conforme client benadering
voor raadpleegdiensten);
- gebruikers documenteren of laden metadata op via het hoofdknooppunt of het GDI-
medioknooppunt dat zij beschouwen als relevant voor hun organisatie of hun domein. De
centrale GDI-Vlaanderen zoekdienst oogst dagelijks de metadata die in de GDI-knooppunten
beschikbaar is;
- op deze manier wordt de verantwoordelijkheid voor het beheer van de metadata, de data en
de diensten in handen gelaten van de bronbeheerder of de door hem gekozen dienstverlener
binnen het GDI-Vlaanderen netwerk. Tegen eind 2012 zou het metadatasysteem voor GDI-Vlaanderen volledig operationeel moeten zijn.
Open datacataloog
Het metadatabeheersysteem in opbouw zal voorzien zijn van een open data interface. De GDI-
Vlaanderen metadata bevat de essentiële metadataelementen die nodig zijn voor het beschrijven
van open data. Het open data metadataprofiel is gebaseerd op het minimale “Dublin Core” profiel
net zoals de GDI-Vlaanderen metadata. Dit betekent dus dat de GDI-Vlaanderen zoekdienst kan
ingeschakeld worden in een breder Vlaams initiatief rond open data zoals recent werd geïnitieerd
door minister Bourgeois aan de hand van een
conceptnota aan de Vlaamse Regering(VR
2011 2309 DOC.0959/1BIS).
Het wetgevende kader van GDI-Vlaanderen
bevat alle elementen die het aanbod en het
gebruik van open data regelen. De decreten
P a g i n a | 27
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
betreffende het hergebruik van overheidsinformatie en de openbaarheid van bestuur vinden hierin
samen met de bijbehorende uitvoeringsbesluiten die het gebruik en hergebruik regelen hun vertaling
naar het ontsluiten en het gebruik van geografische informatie. Het GDI-Vlaanderen wetgevend
kader biedt bijgevolg een solide basis voor een invulling van het voorgestelde initiatief. De GDI-
Vlaanderen metadatacataloog en zoekdienst zal naar voor geschoven worden als het aanspreekpunt
voor metadata van geodata binnen het Vlaams open datanetwerk.
P a g i n a | 28
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Geopunt, het portaal van de Vlaamse Geografische Data-Infrastructuur
Doelstelling 2011 – 2015
Stand van zaken
Momenteel wordt de GDI-Vlaanderen dienstverlening beschikbaar gesteld via de AGIV-website.
Sinds 2000 vormt de website “Geo-Vlaanderen” de invulling door het AGIV van het raadpleegluik van
het geoportaal van het samenwerkingsverband GDI-Vlaanderen. Met ontwikkelingen als de
publieksviewer en de GDI-viewer wordt de weg voorbereid voor een actualisatie van het Vlaamse
geoportaal, dit zowel op inhoudelijk vlak als in functie van nieuw beschikbare technologieën.
Data kunnen besteld worden via de AGIV-downloadtoepassing of via GIRAF. De toegang wordt
geregeld afhankelijk van het type product, de aard van de organisatie en de ontvangen rechten.
In 2011 werd door het AGIV een project opgestart om een infrastructuur op te zetten voor een
gebruiker- en toegangsbeheer dat de gebruikers en toepassingen van de klanten (intern en extern,
GDI-partners en anderen) op een veilige en transparante manier toegang verschaffen tot
toepassingen en diensten die door het AGIV aangeboden worden. Het systeem streeft naar een
efficiënt beheer van gebruikers met minimale impact voor het AGIV door het beheer van externe
gebruikers in handen te laten van de organisaties waartoe de gebruikers behoren. Inmiddels is dit
systeem operationeel en wordt het onder andere gebruikt door de Lara (Loket voor Authentieke
Registratie) toepassing voor het decentraal beheer van CRAB-adressen.
Het AGIV stelt zeven raadpleegdiensten ter beschikking, die 22 INSPIRE-datasets aanbieden,
gegroepeerd volgens INSPIRE Annex I & II thema’s.
Databank Ondergrond Vlaanderen (DOV) stelt een geologische raadpleegdienst ter beschikking, die
67 geologische datasets aanbiedt gegroepeerd volgens het INSPIRE Annex II “Geologie” thema.
Een moet een Vlaams geoportaal ontwikkeld worden als centrale toegangspoort tot
geografische overheidsinformatie. Het geoportaal is de façade bovenop de
technische infrastructuur die een laagdrempelig gebruik van geografische informatie
door zowel overheidsinstanties, burgers, organisaties als bedrijven mogelijk maken.
Maatschappelijk relevante geografische gegevens en diensten worden op een
slimme en gebruiksvriendelijke wijze bijeengebracht. Alle GDI-componenten
(metadatacataloog, downloadapplicatie, e-commerce-applicatie, data en
netwerkdiensten) worden rechtstreeks en desgevallend geïntegreerd (geoloketten,
wizards, zoek-, bestel- en leveringsketen, …) aangeboden. Gebruikers kunnen hun
gebruikservaringen delen, suggesties doen en waar nuttig ook bijdragen aan de
verbetering of de verrijking van de gegevens en de diensten.
Het geoportaal wordt het Vlaams knooppunt in een Europese geografische data-
infrastructuur en voldoet aan de vereisten van de Europese INSPIRE richtlijn.
P a g i n a | 29
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Nv De Scheepvaart stelt een River Information System Service (RIS) raadpleegdienst beschikbaar met
lagen die verband houden met INSPIRE Annex I thema Transportnetwerken, meer bepaald de
watertransportnetwerken.
Deze raadpleegdiensten zijn INSPIRE en GDI-Vlaanderen conform en zijn publiek beschikbaar. De
services bevinden zich op volgende locaties:
� Administratieve eenheden: http://wms.agiv.be/inspire/wms/administratieve_eenheden?
� Adressen: http://wms.agiv.be/inspire/wms/adressen?
� Beschermde gebieden: http://wms.agiv.be/inspire/wms/beschermde_gebieden?
� Bodemgebruik: http://wms.agiv.be/inspire/wms/bodemgebruik?
� Hydrografie: http://wms.agiv.be/inspire/wms/hydrografie?
� Orthobeeldvorming: http://wms.agiv.be/inspire/wms/orthobeeldvorming?
� Hoogte: http://wms.agiv.be/inspire/wms/hoogte?
� Databank Ondergrond Vlaanderen: https://www.dov.vlaanderen.be/geoserver/wms?
� River Information System: http://inspire.flaris.be/geoserver/wms?
Knooppunt INSPIRE Thema INSPIRE Annex
AGIV Administratieve eenheden I
AGIV Adressen I
AGIV Beschermde gebieden I
AGIV Bodemgebruik II
AGIV Hydrografie I
AGIV Orthobeeldvorming II
AGIV Hoogte II
DOV Geologie II
NV De Scheepvaart Transportnetwerken I
Overzicht van de beschikbare INSPIRE raadpleegdiensten
Naarmate de INSPIRE-dataspecificaties verder vorm krijgen, zullen bijkomende raadpleegdiensten
aangeboden voor datasets die onder annex III van de INSPIRE-richtlijn vallen. Veelgebruikte
referentielagen zullen eveneens aangeboden worden als tegel-gebaseerde diensten, zodat ook onder
hoge belasting aan de nodige prestatievereisten kan voldaan worden. Momenteel worden de
luchtopnames en het Grootschalig Referentiebestand (GRB) door het AGIV al aangeboden als WMTS
(OGC Web Map Tile Service) en TMS (OSGeo Tile Map Service).
Met de ontwikkeling van de “CRAB Geolocation” en de “CRAB Match” diensten, werd in 2011 een
aanzet gegeven voor de uitbouw van generieke meerwaardediensten die breed kunnen ingezet
worden. De diensten werden reeds in gebruik genomen door verschillende toepassingen (watertoets
instrument, Lara, panoramische viewer, …). Meer informatie over deze diensten is terug te vinden op
het GDI-Vlaanderen testbed:
� CRAB Geolocation: http://gditestbed.agiv.be/project/CRAB.aspx#geolocation;
� CRAB Match: http://gditestbed.agiv.be/project/CRAB.aspx#adresconfrontatie.
P a g i n a | 30
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Geplande taken
Geopunt is het portaal van GDI-Vlaanderen en de toegangspoort tot het doelgroepgericht aanbod
aan data en elektronische dienstverlening binnen het GDI-Vlaanderen netwerk. Het portaal biedt de
gebruiker de mogelijkheid om geografische informatie, die door de verschillende nodes in het
netwerk decentraal wordt aangeboden, te zoeken, te visualiseren en af te laden. Door de decentrale
benadering voor de ontsluiting van geografische informatie en de bijbehorende elektronische
dienstverlening zullen sommige onderdelen van de inhoud en de functionaliteit rechtstreeks
aangeboden worden door het portaal, terwijl andere onderdelen aangeboden worden door de
knooppunten in het GDI-Vlaanderen netwerk. Het hoofdknooppunt zal instaan voor de ontwikkeling
en het onderhoud van een belangrijk deel van de generieke en centrale functionaliteit (gebruiker- en
toegangsbeheer, metadata-infrastructuur, licentie- en contractbeheer, viewers, … ). De decentrale
knooppunten zullen bijdragen aan de ontsluiting van geografische informatie door het beschikbaar
stellen van raadpleeg-, aflaad- en zoekdiensten.
De ontwikkeling van de Geopunt portaalsite zal gefaseerd verlopen en uitgevoerd worden in
verschillende projecten:
� ontwikkeling van de Geopunt portaalsite;
� gebruiker- en toegangsbeheer;
� diensten;
� kaart toepassingen:
o map apps;
o geo-statistiek;
� servicedesk.
De onderstaande figuur geeft een algemeen overzicht van de componenten van de architectuur van
de Vlaamse GDI. De architectuur bestaat uit vier horizontale lagen die de infrastructuurcomponenten
weergeven en een verticale ondersteuningscomponent. In de bovenste laag, die rechtstreeks
zichtbaar is voor de eindgebruiker, vinden we het portaal terug. Daaronder bevindt zich de laag die
de toegang (toegangsrechten, licenties, contracten, …) tot de gegevens en de elektronische
dienstverlening regelt. Deze laag wordt geïntegreerd in het portaal. Om het toegangsbeleid effectief
uit te voeren, wordt een securitylaag voorzien (gebruiker- en toegangsbeheer) die de authenticatie
en autorisatie afhandelt. De functionaliteit van deze securitylaag kan ook gebruikt worden door
andere portalen en organisaties. Voor de Vlaamse overheid wordt de integratie met het gebruiker-
en toegangsbeheersysteem ACM/IDM voorzien. De bovenste drie lagen hebben tot doel toegang te
verlenen tot de vierde laag, de diensten.
P a g i n a | 31
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
De componenten van de Vlaamse GDI (to do : figuur vervangen door een zonder spellingscontrole streepjes)
Ontwikkeling van de Geopunt portaalsite
Voor de ontwikkeling van de portaalsite zal een beroep gedaan worden op bestaande
portaalsoftware om het Content Management Systeem, de communicatiekanalen (wiki, sociale
media, mail, nieuwsberichten, feeds) en het e-commerce luik uit te bouwen. Het gewenste e-
commercesysteem wordt in meer detail besproken in het werkpakket “Financierings- en
prijsmodellen”. De portaalsite zal via www.geopunt.be bereikbaar zijn. Er kan een onderscheid
gemaakt worden in volgende belangrijke klantengroepen: het grote publiek, publieke sector en
private sector. Over de klantengroepen heen kunnen volgende functionele doelgroepen
geïdentificeerd worden: professionele GIS gebruiker (gis-coördinator, studiebureau, GIS-expert,…),
professionele niet-GIS gebruiker (aannemer, notaris, nutsbedrijf, projectontwikkelaar, …),
beleidsmakers (kabinetten, adviesraden, bedrijfsleiders, …) en burgers. Het is de bedoeling om de
klanten- en doelgroepen (of de combinatie ervan) hun eigen venster op het aanbod te geven via het
portaal. Het portaal zal bestaan uit vier luiken die verschillende doelgroepen bedienen:
• geo.geopunt.be: Voor de professionele GIS-gebruiker zullen INSPIRE en GDI
conforme metadata en diensten aangeboden worden binnen een typische
geoportaalomgeving. Hij vindt er o.a. de GDI-catalogus en technische voorschriften
van de GDI en heeft toegang tot specifieke documenten via communities (VLAR-
werkgroepen, GDI-Vlaanderen stuurgroep, GDI-Vlaanderen werkgroep, …). Dit luik
P a g i n a | 32
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
wordt gepositioneerd als de toegang tot het hoofdknooppunt van de GDI-
Vlaanderen.
• maps.geopunt.be: o Voor de burger wordt een laagdrempelige, naar performantie
geoptimaliseerde kaartviewer geboden die hem toegang kan verschaffen tot
de dienstverlening die voor hem toepasselijk is (snelle links naar specifieke
data, location-based services, … ). o Voor de overheid, beleidsmakers en economische actoren worden
toepassingen aangeboden die hun activiteiten op het terrein geografisch
relateren zodat de maatschappelijke impact hiervan ingeschat en gestuurd
kan worden (vb. Recht van voorkoop). • pro.geopunt.be: Voor de professionele integratoren uit de publieke en private ICT en
GEO-ICT sector worden webdiensten die aan de basis liggen van toepassingen (vb.
LARA, GIPOD) en dienstverlening (vb. geolocator) als web based
softwarebibliotheken (webservice API’s) aangeboden. Deze softwarebibliotheken
kunnen geïntegreerd worden in de eigen producten voor de ondersteuning van de
administratieve workflows. Deze diensten en web-API’s worden gedocumenteerd in
de GDI dienstencatalogus en kunnen geraadpleegd worden aan de hand van een
specifiek voor deze doelgroep voorziene cataloog. In deze cataloog moeten ook de
beschikbare oplossingen voor toegepast gebruik in de publieke en de private sector
(aanbod dienstverleners), onderzoeksprojecten, aanbestedingen en andere
initiatieven in het geodomein (gebruikersnoden) kenbaar kunnen gemaakt worden.
Hierdoor kan een beter inzicht verkregen worden op het bestaande aanbod, wat kan
resulteren in kortere doorlooptijden voor GEO-ICT-projecten door hergebruik van
beschikbare diensten of software. Een centraal overzicht van de vraag naar
ondersteuning en onderzoek moet de GEO-ICT sector toelaten om gerichter in te
spelen op de innovatievraag en het aanbod van menselijk potentieel te verhogen.
Het GDI-Vlaanderen testbed wordt ondergebracht in dit luik om de sector de
mogelijkheid te geven ervaring op te doen met bestaande diensten, kennis uit te
wisselen en bij te dragen aan de uitbouw van de Vlaamse GDI.
• mobile.geopunt.be: Om de toegang tot de gegevens en de dienstverlening te
maximaliseren, wordt er ook een versie van het geoportaal voor mobiele apparaten
beschikbaar gesteld. Centrale componenten (kaartviewer, zoekdienst, specifieke
meerwaardediensten zoals navigatie en context voor een welbepaalde locatie )
zullen eveneens beschikbaar zijn op deze platformen.
Gebruiker- en toegangsbeheer
Het gebruiker- en toegangsbeheersysteem werd al door het AGIV opgezet en is inmiddels in gebruik.
Om een transparante toegang tot beschikbare diensten en toepassingen voor de ambtenaren van de
Vlaamse overheid en de lokale besturen mogelijk te maken, wordt dit systeem tegen het tweede
kwartaal van 2012 uitgebreid met ondersteuning voor de e-ID en geïntegreerd met ACM/IDM, het
gebruiker- en toegangsbeheer van de Vlaamse overheid. Het AGIV heeft hiervoor van het Sectoraal
comité van het Rijksregister de vereiste machtiging gekregen voor het gebruik van het
identificatienummer van het Rijksregister.
Daarnaast zullen testen opgezet worden voor het beveiligen van de INSPIRE- en GDI-dienstverlening.
Omdat de toegangsregeling voor het GRB en CRAB voorziet in een verplichte registratie zullen de
diensten voor deze databronnen gebruikt worden voor het opzetten van deze testen.
P a g i n a | 33
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Op basis van de resultaten van de inhoudelijke analyse van het e-commerce project (licentietypes,
contractbeheer) kan de integratie van de achterliggende concepten in het gebruiker- en
toegangsbeheer uitgevoerd worden.
Diensten
Er zullen elektronische diensten ontwikkeld worden die als webservice of geïntegreerd in het
geoportaal aan de klanten worden aangeboden. Naast de raadpleeg-, zoek- en overdrachtdiensten
die in het GDI-decreet en de INSPIRE-richtlijn opgenomen worden als verplichte dienstverlening,
worden ook software bibliotheken, mobiele toepassingen en meerwaardediensten aangeboden. De
diensten worden in het geoportaal aangeboden achter een interface die is afgestemd op zijn
doelgroep en kunnen door de klant of dienstverlener van de klant ook via hun open webinterface
rechtstreeks geïntegreerd worden in de klantprocessen. De diensten voor specifiek gebruik (vb.
GIPOD, LARA) worden binnen gebundelde applicatiebibliotheken als web-API’s ( Application
Programming Interface) aangeboden.
Essentiële diensten zoals zoekdiensten en raadpleegdiensten worden eveneens toegankelijk gemaakt
op mobiele platformen zodat de ruimtelijke gegevens optimaal kunnen ingezet worden in
operationele processen op het terrein. Het gebruik zal gestimuleerd worden door het beschikbaar
stellen van mobiele toepassingen voor de meest gangbare mobiele platformen.
De metadata van de diensten wordt gedocumenteerd in de GDI-catalogus die beschikt over de
vereiste machine en grafische interfaces zodat het bestaan en de herkomst van de diensten
eenvoudig achterhaald kan worden voor gebruik.
Naast de INSPIRE-raadpleegdiensten voor annex I en II die al beschikbaar zijn, zullen in Q2 van 2012
ook de GRB-basiskaart en de GRB-raadpleegdienst opengesteld worden voor het publiek. De GRB-
basiskaart zal in een eenvoudige cartografische viewer aangeboden worden samen met een
tegelgebaseerde (WMTS of TMS) raadpleegdienst van de luchtopnames. Hiermee worden twee GDI-
Vlaanderen referentielagen, geoptimaliseerd voor prestatie, aangeboden aan het grote publiek.
Tegen Q3 2012 dienen conform de INSPIRE-roadmap overdrachtdiensten beschikbaar gesteld te
worden. Deze diensten dienen geïntegreerd te worden met het gebruiker- en toegangsbeheer, het
contractbeheer en de e-commercecomponenten conform de voorwaarden van het databeleid. De
bestaande download toepassing (GDI-Vlaanderen deelnemers, GRB-heffingsplichtigen) en GIRAF (de
bestaande e-commercedienst) moet herwerkt en geïntegreerd worden in de e-
commercecomponent. Om de INSPIRE-deadline te kunnen halen zal deze opdracht gefaseerd
uitgevoerd worden en zal in eerste instantie aan de INSPIRE richtlijn voldaan worden door het
aanbieden van voorgedefinieerde datapakketten. Er zal eveneens gestart worden met de
ontwikkeling van diensten voor het rechtstreeks afladen van data (WFS).
Er zal bijzondere aandacht gegeven worden aan een specifiek type overdrachtdiensten, de geo-
synchronisatie diensten. Een studie zal uitgevoerd worden naar de wenselijkheid en de haalbaarheid
van geo-synchronisatiediensten in functie van use cases die door de GDI-Vlaanderen gemeenschap
worden aangedragen. Deze studie zal starten in Q2 2012 en afgerond worden Q4 2012. Een piloot
met het GRB en het CRAB zal uitgevoerd worden.
P a g i n a | 34
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Vanaf Q4 2012 tot en met Q3 2013 zullen bijkomende meerwaardediensten (navigatie, statistiek,
analyse, locatiegebonden thematische bevraging, …) ontwikkeld worden en zullen de eerste mobiele
toepassingen beschikbaar gesteld worden. Meerwaardediensten voegen, zoals de term benadrukt,
een meerwaarde toe aan bestaande geografische en niet-geografische informatie. Zo moet het
mogelijk zijn om een online of opgeladen lijst met adressen te geocoderen en cartografisch voor te
stellen op kaart. Zo kan bijvoorbeeld een KMO de lijst van zijn klanten laten geocoderen op basis van
de CRAB-databank en de spreiding van zijn klanten bestuderen in functie van een marktonderzoek of
kan hij zijn toelevering optimaliseren in functie van een optimale afleverroute. Een ander voorbeeld
van meerwaardediensten is de aggregatie van informatie op basis van een klik op de kaart. Een
gebruiker die bouwplannen heeft, kan de informatie van een perceel opvragen door op een locatie te
klikken. Op basis van de muisklik wordt relevante informatie verzameld op basis waarvan hij een
eerste evaluatie kan maken over de geschiktheid van het perceel. Hij krijgt een rapport met de
bestemming van het perceel, een indicatie of het perceel overstromingsgevoelig is, de
dichtstbijzijnde school en/of kinderopvang en statistische informatie over de statistische zone
waarbinnen het perceel gelegen is (prijzen bouwgronden, kwaliteit van de woningen, scholingsgraad,
inkomen, …).
Naast de bovenstaande ontwikkeltrajecten zal in deze periode continu verder gewerkt worden aan
de opbouw van diensten voor de publicatie van data die toegevoegd werd aan de GDI en voor de
data die opgenomen is in de annex III van de INSPIRE-richtlijn.
Het beheer en het onderhoud van het bestaande dienstenaanbod wordt opgenomen door een
applicatiebeheerder en de dienstverlening wordt gegarandeerd, gemonitord en regelmatig
geëvalueerd (governance). Om inzicht te verschaffen in de toepassingsmogelijkheden en de kwaliteit
(Quality of Service) van de aangeboden diensten, zullen de statistieken en monitoringgegevens van
GDI-Vlaanderen diensten in de mate van het mogelijke online gepubliceerd worden en zal het GDI-
Vlaanderen testbed verder uitgebouwd worden.
Kaarttoepassingen
Kaart apps
Naast het publiceren van het beschikbare GDI-Vlaanderen aanbod aan de hand van een
metadatacataloog, is het aanbieden van kaarttoepassingen die het eenvoudig visualiseren en
bevragen van geografische informatie mogelijk maken een tweede essentiële pijler van het portaal.
Om tegemoet te komen aan de doelstellingen die de Vlaamse GDI met de ontsluiting van
geografische informatie nastreeft, zal een nieuwe omgeving opgezet worden. Om de
ontwikkelingskost en de onderhoudskost van nieuwe kaarttoepassingen te beperken, moet het met
de nieuwe omgeving mogelijk zijn om snel en op basis van configuratie nieuwe kaarttoepassingen te
ontwikkelen voor de verschillende doelgroepen van het portaal. De kaarttoepassingen moeten de
relevante OGC- (Open Geospatial Consortium) en INSPIRE-diensten (raadpleeg- en zoekdiensten)
ondersteunen en de grafische gebruikersinterface moet afgestemd zijn op de hedendaagse
gebruikersverwachtingen. De viewers van Google, Bing en Yahoo kunnen als voorbeeld genomen
worden bij het ontwerp van de gebruikersinterface. Het moet mogelijk zijn om vanuit een
kaarttoepassing de metadata op te vragen van de gebruikte geodata en raadpleegdiensten en indien
van toepassing, geodata te bestellen.
In 2011 werd al een Panoramische viewer voor Mobile Mapping data en een GDI-Viewer voor GDI-
Vlaanderen raadpleegdiensten ontwikkeld. In 2012 wordt een proefproject opgestart waarin de
P a g i n a | 35
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
gewenste functionaliteit geëvalueerd wordt en use cases rond kinderopvang en recht van voorkoop
uitgewerkt worden.
Geo-statistiek
Gezien de meerwaarde die geografische informatie voor statistische informatie betekent, en
omgekeerd, zou het een minpunt zijn voor de Vlaamse GDI mocht deze statistische informatie
ontbreken. Per definitie is een kaart een uitstekend medium voor de visualisatie van statistieken en
laat dit toe om meerdere reeksen tegelijkertijd op een bevattelijke manier voor te stellen. Daarnaast
kan statistische data een belangrijke meerwaarde bieden voor locatiegebonden toepassingen (vb.
binnen het thema wonen, kan voor een bepaalde locatie een indicatie gegeven worden van de
kwaliteit van de woningen). Vanuit deze meerwaarde zou statistische informatie een plaats krijgen
binnen het Vlaamse geoportaal (www.geopunt.be) dat in opbouw is. Binnen het portaal zou een luik
“geo-statistiek” voorzien worden voor de visualisatie van statische data en zou de statistische
informatie eveneens ontsloten kunnen worden als informatiebron bij locatiegebonden thematische
bevraging. De combinatie van statistische en geografische data is voor beide informatiebronnen een
verrijking.
Er zal in de tweede helft van 2012 een pilootproject opgestart worden om statistische informatie, die
beschikbaar is binnen de Vlaamse overheid, te integreren in het aanbod .
Servicedesk
Om de portaalgebruikers te ondersteunen bij het gebruik van alle componenten die in het portaal
opgenomen worden, wordt een servicedesk uitgebouwd die door het AGIV zal uitgebaat worden
Een gebruiker kan telefonisch of elektronisch contact opnemen met de service desk. Indien de
gebruiker niet onmiddellijk kan geholpen worden, ontvangt hij/zij een ticket en wordt zijn vraag of
probleem geëscaleerd. Een geregistreerde gebruiker wordt via zijn profiel op de hoogte gehouden
van de vorderingen.
Er wordt een eerstelijns servicedesk opgezet die tijdens de kantooruren beschikbaar is voor het
verlenen van assistentie aan de gebruikers. Indien de vraag of het probleem van de gebruikers de
bevoegdheid of de kennis van de eerstelijns servicedesk overstijgt, wordt er geëscaleerd naar de
eigenaar van de databron of de elektronische dienstverlening. De ondersteuning van publieke en
private ICT/GeoICT-integratoren zal voornamelijk gekanaliseerd worden via het professionele
dienstverleningsluik (pro.geopunt.be) van geopunt.
De servicedesk beschikt over een instrument dat toelaat een call te openen voor een probleem/vraag
en een ticket te verschaffen. Aan de hand van dit ticket kan de call opgevolgd worden door de service
desk en de gebruiker.
In het kader van het opzetten van deze servicedesk kan nagegaan worden of een externe eerstelijns
servicedesk opgezet moet worden die buiten de normale kantooruren (ma-vr : 7u-9u00, 16u-21u; za :
8u – 17u) de taken van de interne eerstelijns servicedesk overneemt.
P a g i n a | 36
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Onderzoek, ontwikkeling en vorming
Doelstelling 2011 – 2015
Stand van zaken
Er worden middelen ter beschikking gesteld via het programma “Innovatief Aanbesteden”, dat door
het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie wordt beheerd. Deze middelen
zouden kunnen aangewend worden voor innovatie in het kader van de uitbouw van de Vlaamse GDI.
Het project “Visueel Vlaanderen” werd door het AGIV naar voor geschoven met als doel de
beelddatabank van openbare wegen in Vlaanderen toegankelijk te maken als onderdeel van de
beeldverwerkingsketen GDI-Vlaanderen. Dit project bevindt zich momenteel aan het einde van de
eerste fase van het innovatief aanbesteden. Een innovatieplatform werd opgericht, waarbinnen
bedrijven, kennisinstellingen en de overheid samen op zoek gaan naar mogelijke oplossingen en de
nood evalueren aan een onderzoeks- en ontwikkelingstraject.
Het AGIV baat momenteel een testbed uit, waar GEO-ICT- en ICT-dienstverleners een platform
aangeboden krijgen om aan de slag te gaan met zoekdiensten, raadpleegdiensten en web-API’s.
Er worden door het AGIV op regelmatige basis infosessies en opleidingen georganiseerd met een
brede invalshoek en voor een breed publiek (AGIV-Trefdag, webservices voor beginners, GRB-
opleidingen, CRAB-opleidingen, INSPIRE, metadata aanmaken, … ).
Geplande taken
Actieplan onderwijs en arbeidsmarkt
Naar aanleiding van het advies van de GDI-raad over de afstemming tussen de vraag naar en het
aanbod van geschoold personeel in de GEO-ICT sector werd een structurele aanpak voorgesteld
waarbij de uitwerking van een goed onderbouwd plan van aanpak de basis moet vormen. Dit plan
moet in overleg met mensen uit de onderwijs- en bedrijfssector worden opgesteld. Hiervoor zal een
werkgroep worden opgericht van 6 à 8 personen. De Stafdienst Geografische Informatie van het
departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid neemt het initiatief om deze werkgroep
op te starten en een actieplan op te stellen.
Het doel van de werkgroep is het formuleren van beleidsvoorstellen met betrekking tot de
aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt op het vlak van geo-ICT. Bij het formuleren van deze
beleidsvoorstellen moet rekening gehouden worden met:
- korte- en langetermijnacties (kortetermijnacties moeten deze legislatuur gerealiseerd zijn;
langetermijnacties zijn legislatuuroverschrijdend en hebben een meer structureel karakter);. er
dient gestreefd te worden naar een goede verhouding van korte- en langetermijninitiatieven;
Er wordt een actieplan opgesteld voor onderzoek, ontwikkeling en
opleiding dat de structurele nood aan geschoold personeel aanpakt, de
doorstroom van geschoold GEO-ICT personeel naar het geo-werkveld
bevordert en innovatie (onderzoek en ontwikkeling) ten behoeve van de
Vlaamse GDI stimuleert. De integratie van de theorie, de principes en de
concepten van geografische data-infrastructuren in de relevante
opleidingspakketten van het hoger en het universitair onderwijs moeten
het competentieaanbod duurzaam verankeren.
P a g i n a | 37
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
- begroting van de kosten;
- haalbaarheid van de voorstellen;
- afstemming met andere initiatieven aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt;
Actieplan innovatie
De coördinatie van innovatie in het domein van geografische informatie is sterk versnipperd. Er zijn
de diverse initiatieven vanuit de Vlaamse overheid zoals IBBT (compententiepool), toegepast
wetenschappelijk onderzoek leefmilieu (TWOL), Milieu-Innovatie-Platform (MIP), de diverse fondsen
van het IWT (SBO, TETRA, IWT-beurzen, beleidsgericht onderzoek, collectief onderzoek,…) waar
verschillende projecten met een “geografische dimensie” worden gelanceerd.
Met een actieplan innovatie kan het fundament gelegd worden om te komen tot een
gemeenschappelijk Vlaams geo-innovatieprogramma ten behoeve van de Vlaamse GDI. Het actieplan
moet het kader creëren waarbinnen innovatie-initiatieven ontwikkeld en versterkt kunnen worden
door een gebundelde inzet van alle Vlaamse actoren (aanbestedende overheid, industrie,
sectororganisaties, kennisinstellingen, IWT, administraties, onderzoekscentra en universiteiten) die
actief zijn binnen het geo-domein.
Door het samenbrengen van de stakeholders in een innovatieplatform ‘geo-informatie’ kan er een
ontmoetings- en discussieforum ontstaan, dat meerwaarde creëert rond bepaalde geo-innovatie-
opportuniteiten. Daar geo-informatie beleidsdomeinoverschrijdend werkt kunnen tevens
innovatieplatformen van verschillende beleidsdomeinen (gezondheid, milieu, bouwen en wonen, ...)
worden benaderd. Binnen dit innovatieplatform kan verder invulling gegeven worden aan het
actieplan met de bestaande innovatie-instrumenten, in functie van de geïdentificeerde
innovatienoden.
GDI-Vlaanderen testbed
Het GDI-Vlaanderen testbed moet verder uitgebouwd worden binnen het pro.geopunt.be platform
als kennis- en informatieplatform voor GEO-ICT- en ICT-dienstverleners. Het onderwijs moet hierbij
P a g i n a | 38
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
betrokken worden door het testbed aan te bieden als leerplatform. Het testbed moet volgende
doelstellingen nastreven:
- nieuwe ontwikkelingen aanbieden in test zodat gebruikers en bedrijven de mogelijkheid
krijgen met deze ontwikkelingen aan de slag te gaan en ervaring op te doen;
- een communicatie platform beschikbaar stellen voor mensen die met dezelfde
problematiek/materie bezig zijn, om samen na te denken en feedback te geven zodat nieuwe
ontwikkelingen kunnen evolueren naar meer maturiteit;
- ontwikkelaars en geo-experten laten kennismaken met gestandaardiseerde services (W3C,
Oasis, ISO TC211, enz.) en GDI- en INSPIRE-implementaties;
- captatie van gebruikersbehoeften;
- input en feedback door de gebruikersgemeenschap bij het opstellen van de technische GDI-
Vlaanderen voorschriften.
Actief overleg
Om het maatschappelijk draagvlak voor het programma “Vlaanderen in kaart” te verbreden en het
engagement ten aanzien van het programma door de Geo-ICT sector en de onderwijsgemeenschap
te vergroten, dient ruimte gecreëerd te worden voor participatie in de GDI-Vlaanderen vanuit de
private en de academische sector. Hiervoor zal door de GDI-raad een sub-werkgroep opgericht
worden. Op deze manier kan een structureel overleg georganiseerd worden tussen actoren uit de
publieke, private en academische sectoren en kan de innovatievraag en het –aanbod beter
gedefinieerd worden. Het GDI-Vlaanderen testbed en het pro.geopunt.be platform moeten dit
overleg een instrument geven om hun ideeën verder uit te werken. Op basis van de geïdentificeerde
noden kan de onderwijssector hun onderwijsaanbod bijsturen, de private sector gerichter aanwerven
en personeel opleiden en wordt er een groter potentieel gecreëerd voor het uitvoeren van geo-
specifieke innovatie projecten. Binnen de overheid kunnen de beschikbare innovatiemiddelen beter
ingezet worden door het afstemmen van de onderlinge noden.
P a g i n a | 39
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Het wetgevende kader
Doelstelling 2011 – 2015
Stand van zaken
Momenteel wordt als laatste onderdeel van het GDI-decreet een regeling uitgewerkt voor het
toevoegen van data aan de GDI door derden. Deze regeling zal eind 2012 zijn neerslag vinden in een
uitvoeringsbesluit. Hiermee beschikt het GDI-Vlaanderen over een volwaardig wettelijk kader.
Geplande taken
Uitwerken van een regeling voor het toevoegen van data aan de Vlaamse GDI door derden zoals
gestipuleerd in artikel 28 GDI-decreet:
“Elke derde partij die geografische gegevensbronnen en geografische diensten beheert die voldoen
aan de vereisten inzake metagegevens, netwerkdiensten en interoperabiliteit die overeenkomstig dit
decreet zijn vastgesteld, kan die koppelen aan het netwerk, vermeld in artikel 26, op voorwaarde dat
ze het agentschap daarom verzoekt en de technische voorwaarden, vermeld in artikel 27, in acht
neemt.
Deze regeling wordt uitgewerkt door de Stafdienst Geografische Informatie van het departement
Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid in samenwerking met het AGIV. Ze zal voorgelegd
worden aan het bevoegde kabinet van de minister-president ter goedkeuring voordat ze als
uitvoeringsbesluit neergelegd wordt bij de Vlaamse Regering.
Het wettelijk kader moet klaarheid scheppen in de voorwaarden
waartegen geografische informatie kan uitgewisseld en gebruikt worden.
Het moet een uitgebalanceerde wetgeving zijn die het midden houdt
tussen de noden van de overheid, de dataproducenten en de gebruikers.
Openbaarheid van bestuur, het hergebruik van overheidsinformatie en de
gevoeligheid van de informatie (privacy, economisch en financiële
informatie) moeten tegen elkaar afgewogen worden bij het streven naar
een eenvoudige toegang tot geografische gegevens.
P a g i n a | 40
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Financierings- en prijsmodellen
Doelstelling 2011 – 2015
Stand van zaken
Het prijsmodel voor de GDI-Vlaanderen werd vastgelegd in het databeleid voor GDI-Vlaanderen. Het
wettelijk kader bekrachtigt het databeleid. Het databeleid werd opgesteld naar de geest van het GDI-
Vlaanderen samenwerkingsverband, dat streeft naar:
- een optimaal gebruik van geografische informatie;
- een kosteloos gebruik binnen het samenwerkingsverband;
- en een laagdrempelig gebruik naar derden toe.
Het wettelijk kader bekrachtigt het databeleid, dat zijn uitwerking vindt in diverse
uitvoeringsbesluiten:
- het databeleid voor GRB werd vastgelegd in een uitvoeringsbesluit en ministerieel besluit
van 30 oktober 2009;
- het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010 tot bepaling van de nadere
regels voor de toegang tot en het gebruik door de deelnemers aan GDI-Vlaanderen van de
geografische gegevensbronnen en geografische diensten, toegevoegd aan de GDI;
- het besluit van de Vlaamse Regering van 21 oktober 2011 tot bepaling van de nadere regels
voor de toegang tot en het gebruik door instanties die geen deelnemer zijn aan GDI-
Vlaanderen van de geografische gegevensbronnen en geografische diensten, toegevoegd aan
de GDI, en de vergoedingsregeling voor de publieke toegang;
- met het decreet van 27 april 2007 betreffende het hergebruik van overheidsinformatie
realiseerde de Vlaamse decreetgever de omzetting van richtlijn 2003/98/EG inzake het
hergebruik door natuurlijke of rechtspersonen van bestuursdocumenten (waaronder
geografische informatie) voor andere commerciële of niet-commerciële doeleinden dan het
oorspronkelijk doel binnen de publieke taak waarvoor de bestuursdocumenten zijn
geproduceerd.
De stuurgroep kan conform het decreet van hergebruik van overheidsinformatie, de
hergebruiksvoorwaarden vaststellen voor geografische informatie van het samenwerkingsverband.
Volgende hergebruikprincipes worden onderscheiden: commercieel en niet-commercieel hergebruik.
Gezien openbaarheid van bestuur en niet-commercieel hergebruik vrij nauw samengaan, worden ze
onder dezelfde categorie gevat.
Er moet gestreefd worden naar een duurzame financiering van de Vlaamse
GDI, de databronnen en de diensten. Flexibele prijsmodellen die rekening
houden met het type gebruik en gebruiker moeten een breed gebruik
stimuleren. De kostprijs van geografische informatie zou geen drempel
voor gebruik mogen vormen.
P a g i n a | 41
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Openbaarheid van bestuur/
Niet-commercieel hergebruik
Commercieel hergebruik
Geen gebruiksvoorwaarden. Beperkt aantal gebruiksvoorwaarden.
Marginale verstrekkingskosten of kosteloos.
(kosteloos verplicht voor zoek- en
raadpleegdiensten)
Hogere vergoedingen niet mogelijk.
Wederkerigheid niet mogelijk.
Verstrekkingskosten (mits uitzonderingen).
Hogere vergoeding, kosteloosheid of
wederkerigheid is in bepaalde gevallen
mogelijk.
Beperkte dienstverlening.
(geen garanties rond beschikbaarheid, geen
updates,…)
Uitgebreidere dienstverlening mogelijk.
(garanties rond beschikbaarheid, updates
en berichtgeving,…)
Openbaarheid van bestuur/
Niet-commercieel hergebruik
Commercieel hergebruik
Eénmalige of occasionele bevragingen Bulkbevraging
Eénmalige of beperkte toegangsduur Duurzame toegang (frequente opvraging(en))
Testgebruik valt hieronder
Als kostenmodel wordt principieel een marginale verstrekkingskost gehanteerd. Dit weliswaar met
uitzonderingen: kosteloos voor bepaalde datasets of tegen een hogere vergoeding voor
commercieel hergebruik (zoals bv. voor het GRB).
Klasse A: Klasse B: Klasse C: Klasse D:
Kosteloos Marginale
verstrekkingskost
Kostengeoriënteerde
verstrekkingskost
Aanmaakkosten
Er werd eveneens een regeling uitgewerkt voor niet-deelnemers aan GDI-Vlaanderen (federale
overheidsinstellingen, buitenlandse overheden, EC, …) voor taken van algemeen belang.
Voor geografische datasets die in de GDI-Vlaanderen zijn opgenomen, maar die in eigendom zijn van
derden, gelden specifieke regelingen inzake toegang en gebruik.
In 2011 werd een analyse uitgevoerd voor het opzetten van een e-commerce component die ingezet
kan worden bij het verlenen van toegang tot data en diensten voor de verschillende soorten gebruik:
taken van algemeen belang, niet-commercieel gebruik (test, onderzoek, intern, crisismanagement …),
commercieel gebruik, publicatie, reproductierecht, herverdeler, EU- gebruik (INSPIRE modellicentie).
P a g i n a | 42
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Het analysedocument werd in 2011 opgeleverd en zal als leidraad gebruikt worden bij de technische
analyse die zal uitgevoerd worden in Q2 2012.
Geplande taken
Kosten-batenanalyse
Om inzicht te verkrijgen in de details van het gewenste financieringsmodel voor de operationalisering
van de Vlaamse GDI, de uitbating van het geoportaal en het onderhoud van het data-aanbod door de
verschillende bronbeheerders, dient binnen het programma een kosten-baten analyse uitgevoerd te
worden op basis van initiële ervaringen. Tegen eind 2013 zouden de reële kosten bij
bronbeheerders, medioknooppunten en het hoofdknooppunt moeten ingeschat kunnen worden.
Aan de batenzijde zal de economische en de maatschappelijke meerwaarde van een operationele
Vlaamse GDI t.g.v. de democratisering van geografische informatie in rekening gebracht worden.
Tegen eind 2014 zal een eerste versie van deze kosten-batenanalyse voorgesteld worden, waarna
jaarlijks een update volgt.
Op basis van de inkomsten- en kostenstructuur van de verschillenden knooppunten in het GDI-
Vlaanderen netwerk (inclusief het AGIV als hoofdknooppunt) moet in tweede orde nagegaan worden
wat de graad van duurzaamheid is van de Vlaamse GDI en welk businessmodel moet gehanteerd
worden om deze duurzaamheid te garanderen of te verbeteren. In functie van de maatschappelijke
en/of economische meerwaarde van de Vlaamse GDI kunnen verschillende financieringsmodellen
overwogen worden (overheidsmiddelen, betaalde dienstverlening, kostprijs geografische gegevens,
cofinanciering in een Publiek-Private samenwerking, …).
E-commerce
De meeste geografische gegevens worden momenteel ofwel gratis ofwel tegen marginale kostprijs
ter beschikking gesteld aan GDI-Vlaanderen deelnemers. Onder impuls van de INSPIRE-richtlijn en
het e-government-decreet wordt er verder gestreefd naar kosteloos gebruik van data en diensten
voor diegenen die taken van algemeen belang uitvoeren. Wanneer men de geodata en diensten
wenst te gebruiken voor taken die niet vallen onder ‘algemeen belang’, dit kan zowel commercieel
als niet-commercieel gebruik impliceren, voorziet het GDI-decreet in specifieke toegangs- en
gebruiksvoorwaarden. Het GDI-decreet stelt dat als er vergoedingen gevraagd worden voor het
gebruik van geodata of diensten, er verplicht gebruik dient gemaakt van e-commerce-diensten.
Binnen GDI-Vlaanderen bestaan er verschillende, met de tijd gegroeide, licentieovereenkomsten en
prijsmodellen voor datasets in eigen beheer of afkomstig van deelnemers of afkomstig van derden
(privé of federale instellingen). Ook voor het GRB werd een specifiek prijsmodel vooropgesteld en
geconcretiseerd in een uitvoeringsbesluit.
Om gebruikers toegang te geven tot data en diensten binnen de Vlaamse GDI conform de
gedefinieerde toegangs- en gebruiksvoorwaarden en prijsmodellen wordt een e-commercedienst
ontwikkeld, die ook door anderen kan aangesproken worden om hun data en diensten te
vermarkten. Zowel eenvoudige kliklicenties als een meer contractuele afhandeling dienen bekeken te
worden. Zowel de bestelling als de betaling moeten elektronisch afgehandeld kunnen worden.
Bij het opzetten van het e-commercesysteem dienen volgende vereisten afgewogen te worden:
- vergoedingen kunnen afhankelijk zijn van het type gebruik, van de categorie gebruiker, van
het soort datasets, het soort dienst (WMS, WFS), het aantal hits, per eenheid van
oppervlakte, per megabyte;
- abonnementsformules, forfaitpakketten en updatepakketten kunnen worden opgesteld;
- een gecentraliseerd artikelbeheer, afgestemd op het metadatabeheer en de
productcatalogus;
P a g i n a | 43
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
- een gecentraliseerd licentiebeheer, geïntegreerd met het artikelbeheer en het
toegangsbeheer. Om het licentiebeheer herkenbaar en transparant te maken, kunnen
licenties gebaseerd worden op de principes van het “Creative Commons”-model. De portaalgebruiker verwerft niet langer een artikel, maar de licentie op een artikel. Deze licentie kan
verschillende artikelvormen omvatten (document, data, dienst) en wordt aan zijn account
(privélicentie) of zijn organisatie (bedrijfslicentie) gekoppeld. Hij kan zijn aankopen bekijken en
beheren in zijn profiel en krijgt transparant (dankzij de integratie met het toegangsbeheer) toegang
tot zijn documenten, data en diensten. De aankoop van een licentie wordt als contract opgeslagen
dat door het toegangsbeheersysteem kan geraadpleegd worden om de licentiehouder toegang te
verschaffen tot de desbetreffende resource.
P a g i n a | 44
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Op weg naar de Vlaamse GDI
Het traject
Om het implementatietraject te beheren en in goede banen te leiden, zal een programmabeheer
voor de uitbouw van de Vlaamse GDI opgezet worden. Er dienen verschillende
implementatieprojecten en begeleidingstrajecten tegelijkertijd opgestart te worden. Om de
samenhang en de afhankelijkheden tussen deze verschillende projecten en de strategische en
operationele doelstellingen van de Vlaamse GDI te bewaken, zullen de geplande taken als projecten
in het programma “Vlaanderen in kaart” opgenomen worden.
Door het definiëren van een programma worden de strategische doelstellingen verankerd in de
resultaten van de individuele projecten, waardoor de resultaten uit de verschillende projecten
complementair bijdragen aan de voortgang van het bredere GDI-programma. Deze geïntegreerde
aanpak laat eveneens toe om de afhankelijkheden tussen de projecten in kaart brengen,
integratieproblemen voortijdig op te sporen, het globale budget transparanter te beheren en de
juiste prioriteiten te stellen.
De verschillende projecten worden centraal aangestuurd. Door een gestroomlijnde communicatie en
gemeenschappelijke projectmethodologie kunnen de doelstellingen, het budget, de deadlines en de
scope van elk individueel project beter beheerd worden ten aanzien van hun bijdrage aan de
realisatie van de Vlaamse GDI. De projectmanagers en -eigenaars van de verschillende projecten
worden aangestuurd door de GDI-programmabeheerder die, als centraal aanspreekpunt, de visie en
de doelstellingen van het programma uitzet tegen de organisatorische langetermijndoelstellingen die
opgenomen werden in het GDI-plan 2011-2015 en de AGIV-beheersovereenkomst.
Het programma wordt ter validatie voorgelegd aan de Raad van Bestuur van het AGIV, de Stuurgroep
GDI-Vlaanderen, de Stafdienst Geografische Informatie van het departement Diensten voor het
Algemeen Regeringsbeleid en het kabinet van de minister-president, die bevoegd is voor het AGIV.
Jaarlijks worden deze organen geïnformeerd over de stand van zaken van de uitvoering van het
programma door middel van een voortgangsrapportage.
De GDI-Vlaanderen werkgroep adviseert de GDI-Vlaanderen stuurgroep en bestaat uit een
vertegenwoordiging van de deelnemers aan GDI-Vlaanderen. Momenteel is de werkgroep
voornamelijk belast met het uitwerken van technische GDI-Vlaanderen voorschriften en opereert hij
als klankbord bij het uitwerken van nieuwe ideeën. In het licht van de uitvoering van het programma
“Vlaanderen in kaart” dient de scope en het actieterrein van deze werkgroep uitgebreid te worden
met het opvolgen van dit programma. Om het maatschappelijk draagvlak van het programma te
verbreden en het engagement ten aanzien van het programma door de GEO-ICT-sector en de
onderwijsgemeenschap te vergroten, dient ruimte gecreëerd te worden voor participatie in de
werkgroep vanuit de private en de academische sector.
Op weg naar de Vlaamse GDI, de roadmap
P a g i n a | 45
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
Mijlpalen en planning
INSPIRE planning (versie februari 2012)
Deze tabel beschrijft de mijlpalen en de planning voor de implementatie van de INSPIRE richtlijn.
OMSCHRIJVING IMPLEMENTATIETAAK ANNEX I ANNEX II ANNEX III
METADATA
Metadata beschikbaar voor data en diensten 3 december 2010 3 december 2010 3 december 2013
MONITORING EN RAPPORTERING
Monitoring van INSPIRE implementatie 15 mei 2010 - jaarlijks 15 mei 2010 - jaarlijks 15 mei 2010 -
jaarlijks
Rapporteren van INSPIRE implementatie 15 mei 2010 -
driejaarlijks
15 mei 2010 -
driejaarlijks
15 mei 2010 -
driejaarlijks
TOEGANGSREGELING VOOR GEBRUIK DOOR DE
EU
Regelingen treffen mbt toegang voor de EU tot
data en diensten, indien nog geen regeling
bestond
19 oktober 2011 19 oktober 2011 19 oktober 2011
Regelingen treffen mbt toegang voor de EU tot
data en diensten, indien al een regeling bestaat 19 april 2013 19 april 2013 19 april 2013
ONTSLUITEN VIA NETWERKDIENSTEN
Zoek- en raadpleegdiensten operationeel met IOC* 9 mei 2011 9 mei 2011 3 december 2013
Zoek- en raadpleegdiensten operationeel 9 november 2011 9 november 2011 3 december 2013
Overdracht- en verwerkingsdiensten operationeel
met IOC* 28 juni 2012 28 juni 2012 3 december 2013
Overdracht- en verwerkingsdiensten operationeel 28 december 2012 28 december 2012 3 december 2013
Diensten die het mogelijk maken diensten m.b.t.
ruimtelijke gegevens op te roepen met IOC* 1 juni 2016 1 juni 2016 1 juni 2016
Diensten die het mogelijk maken diensten m.b.t.
ruimtelijke gegevens op te roepen 1 december 2016 1 december 2016 1 december 2016
DATASPECIFICATIES
Nieuw verzamelde en uitgebreid
geherstructureerde ruimtelijke data en diensten
zijn afgestemd op de uitvoeringsbepaling
interoperabiliteit
23 november 2012 1 oktober 2015 1 oktober 2015
Andere ruimtelijke data en diensten
corresponderend zijn afgestemd op de
uitvoeringsbepaling interoperabiliteit
23 november 2017 1 oktober 2020 1 oktober 2020
De geel gemarkeerde data: Art 11§1 van de INSPIRE-richtlijn stelt dat netwerkdiensten betrekking
hebben op data en diensten waarvoor metadata werd opgesteld. Aangezien de deadline voor het
aanmaken van metadata voor data en diensten van annex III op 3 december 2013 valt, moeten deze
data strikt genomen ook pas uiterlijk dan ontsluiten worden via netwerkdiensten.
P a g i n a | 46
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
De blauw gemarkeerde data zijn geschatte data. De juiste datum zal pas gekend zijn wanneer de
uitvoeringsbepaling van kracht is.
*IOC = initiële operationele capaciteit
Programma planning
De onderstaande tabel geeft de mijlpalen voor het programma “Vlaanderen in kaart” weer.
Roadmap "Vlaanderen in kaart"
2011 2012 2013 2014 2015
Werkpakketten en taken Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
GDI-Vlaanderen, een netwerk van knooppunten gericht op samenwerking
GDI-Vlaanderen actie- en communicatieplan: Q2 2012 – Q2 2013
Technische infrastructuur: Q3 2011 – Q4 2013
De Informatie-infrastructuur
Meta GDI: Q3 2012 – Q3 2013
Toevoegen aan de GDI: Q4 2012 – Q3 2013
Data harmonisatie: Q1 2015 – Q4 2015
Kwaliteitstoetsen: Q3 2012 – Q3 2013
Authentieke bronnen: Q1 2012 – Q4 2015
Generiek meldingsplatform: Q3 2012 – Q1 2014
Historische geodata: Q3 2012 – Q3 2013
De metadata cataloog
Metadata project: Q3 2011 – Q3 2012
Open data cataloog: Q2 2012 – Q3 2012
Geopunt, het portaal van de Vlaamse Geografische Data Infrastructuur
Ontwikkeling van de Geopunt portaalsite: Q2 2012 – Q2 2014
Gebruiker- en toegangsbeheer: Q1 2011 – Q2 2012
Diensten: Q1 2011 – Q2 2014
Kaarttoepassingen
Kaart apps: Q2 2012 – Q2 2014
Geo-statistiek: Q2 2012 – Q2 2014
Servicedesk: Q3 2012 – Q2 2013
Onderzoek, ontwikkeling en vorming
Actieplan onderwijs en arbeidsmarkt: Q3 2012 – Q2 2013
Actieplan innovatie: Q2 2012 – Q4 2013
GDI-Vlaanderen testbed (integratie Geopunt): Q3 2013 – Q2 2014
Actief overleg (initiëren): Q2 2012 – Q3 2012
Het wetgevend kader
Regeling toevoegen door derden: Q1 2012 – Q4 2012
Financierings- en prijsmodellen
Kosten-baten analyse: Q4 2013 – Q4 2014
E-commerce: Q2 2012 – Q3 2013
P a g i n a | 47
Vlaanderen in kaart : een strategisch programma voor de uitbouw van de Vlaamse GDI
www.geopunt.be
mail : [email protected]