1 Vernieuwen en verjongen van je vereniging. Trefdag zelfzorg 2016 Welkom! #kwadraet
1
Vernieuwen en verjongen van
je vereniging.Trefdag zelfzorg 2016
Welkom!
#kwadraet
… ontwikkelt en begeleidt cocreatieve processen, veranderingsprocessen en leertrajecten.
…versterkt, ondersteunt en begeleidt mensen, organisaties en overheden in het omgaan met complexe uitdagingen en in hun zoektocht naar draagvlak en engagement.
kwadraet.be#kwadraet
• Hedendaags vrijwilligerswerk• Oplossingsgericht coachen• Versterken van de samenwerking• Conflicthantering• Zeker van jezelf
Inge Van [email protected]
3
inzichten over de vrijwilliger van vandaag, over het
engagement en de motieven.
Eigen succesverhalen met vernieuwen en verjongen
mogelijke stappen om in je eigen vereniging verder
te vernieuwen en te verjongen
De komende 2 uren hebben we het over …
4
● Wie ben je?
● Wat wil je in de wereld zetten? Wat is jullie kracht?
Kennismaking aan de tafel…
5
Hedendaags vrijwilligerswerk
● Back to basics
● Noteer woorden en uitspraken die iets vertellen over
tendensen in vrijwillige inzet en motieven van
vrijwilligers.
6
Wat is voor jou herkenbaar?
Wat is jouw succes met vernieuwen en verjongen?
Hedendaags vrijwilligerswerk
7
Maatschappelijke veranderingen: impact op
vrijwilligerswerk, uit Vrij en Gewillig, vrijwilligers werven, Laura van Selm voor ATK
´De vrijwilliger vergrijst, studeert, individualiseert en krijgt kleur.´ (Willem-Jan de Gast, 2012)
Er zijn enorm veel maatschappelijke trends de laatste decennia geanalyseerd en onderzocht. Het Nederlands Sociaal Cultureel
Planbureau (SCP) gaf in 2007 een overzicht van maatschappelijke ontwikkelingen die hun invloed hebben op het vrijwilligerswerk.
● Ontzuiling: levensbeschouwelijke groepen in de samenleving verliezen dwingende karakter
● Ontkerkelijking
● Groter vrijetijdsaanbod: groeiend aanbod in vrijetijdsbesteding, alles willen meemaken
● Individualisering: keuzes op basis van eigen interesse, competenties en behoeften
● Informatisering: sociale media, online community, online vrijwilligerswerk
● Intensivering: versnelling, plezier, behoefte aan variatie en verandering.
● Informalisering: informele, zichzelf organiserende verbanden, directe inspraak
● Internationalisering: globalisering
● Professionalisering: vrijwilligersbeleid, kwaliteitsbewaking, efficiëntere werkwijze
● Populariteit issues: mensen zetten zich in voor wat een ´hot´ item is.
● Stijging opleidingsniveau
● Vergrijzing
● Succesvolle emancipatie bevolkingsgroepen
● Verkleuring
(Socius.be geeft een overzichtelijke bespreking van de belangrijkste ontwikkelingen op hun site.)
8
Motieven voor vrijwillig
engagement?
● maatschappelijke motieven•een bijdrage leveren, meewerken aan een betere wereld
•mee realiseren van doelen van project, vereniging, organisatie
• wens om haastige samenleving in te ruilen voor socialere, zorgende samenleving
• zich nuttig maken voor de omgeving
• sociale motieven
• leermotieven
9
● maatschappelijke motieven
● sociale motieven•sociaal contact
•groepsgevoel (‘wij’)
•sociale erkenning krijgen
• iets kunnen betekenen voor het welzijn van anderen
•samen iets realiseren
• imago of status versterken
• eenzaamheid doorbreken
• kennis overdragen aan anderen
• inburgering in nieuwe wijk of gemeente
• een lief vinden
• iets bijverdienen
• leermotieven
Motieven voor vrijwillig engagement?
10
● maatschappelijke motieven
● sociale motieven
● leermotieven• iets bijleren
•zelfvertrouwen, persoonlijkheid versterken
•als werkzoekende competenties uitbreiden of blijven inzetten
•actief blijven als (brug-) gepensioneerde
• interesse waarmaken
• verrijking, o.a. via vorming
• herintegratie in samenleving
• experimenteren met competenties
• netwerk van mensen leren kennen
• zelfontplooiing
Motieven voor vrijwillig
engagement?
11
Motieven van vrijwilligers uit Vrij en Gewillig, vrijwilligers werven, Laura van
Selm voor ATK
Wat beweegt mensen om een deel van hun tijd te besteden aan vrijwilligerswerk, terwijl de druk van
betaald werk, sociale contacten, opvoeding kinderen, hulpbehoevende ouders en hobby´s al een flink beslag legt op beschikbare tijd? Inzicht in wat vrijwilligers motiveert, draagt bij aan het binden en
behouden van vrijwilligers. (Linda Bridges Karr, 2012)
Waarom doen mensen vrijwilligerswerk? Over het onderwerp vrijwilligerswerk wordt zeer weinig onderzoek verricht in en buiten Vlaanderen. Maar het onderzoek (veelal thesisonderzoek) dat wordt gedaan, gaat
verrassend vaak over de motivaties van vrijwilligers.
Welke motieven hebben vrijwilligers?
Een van de belangrijkste onderzoeken met betrekking tot motivaties bij vrijwilligers is dat van Clary en Snyder (1998). Hierbij zijn de functies die het vrijwilligerswerk heeft voor de vrijwilliger bepalend voor de
motivatie. Zij maakten een opdeling van 6 categorieën.
● 1. Normatieve motieven: iets waardevol doen, verantwoordelijkheid opnemen voor anderen of de
samenleving, nuttig zijn, anderen helpen
● 2. Carrière motieven: competenties ontwikkelen, netwerk uitbreiden, CV uitbreiden
● 3. Sociale motieven: mensen ontmoeten, ontspanning, erkend worden
● 4. Leermotieven: begrip vergroten, kennis uitbreiden, talenten ontwikkelen
● 5. Kwaliteitsmotieven: verhoogde levenskwaliteit, actief bezig zijn
● 6. Beschermingsmotieven: vrijwilligerswerk als plek om negatieve omstandigheden te vergeten, leren omgaan met tegenslag
Lesley Hustinx (Universiteit Gent, 2001)voegde hier aan toe:
● 7. Erkenning en gewaardeerd worden: trots kunnen zijn op jezelf, dingen kunnen doen waar je goed in
bent, ervaring en kennis doorgeven
12
Motieven van vrijwilligers uit Vrij en Gewillig, vrijwilligers werven, Laura van
Selm voor ATK
● Andere motieven die een rol kunnen spelen bij de keuze voor vrijwilligerswerk zijn: het leuk
vinden, een uniform dragen, met bekende mensen in contact komen,
gezondheidsredenen, bijverdienste, reismogelijkheden, taal leren, geloofsovertuiging, zich verplicht voelen, boosheid ervaren over een bepaald onderwerp, een nieuw lief?
● Onderzoek naar vrijwilligersmotieven overschouwend bekeken, komt het altruïstische,
normatieve motief steeds als belangrijkste motief om vrijwilligerswerk te doen uit de bus:
● Nichols en King (1999): ´the desire to help others is the most frequently cited reason amongst volunteers of all ages. Altruism must be the central motive where the reward is
intrinsic to the act of volunteering.´
● Vergelijkend motivatieonderzoek tussen verschillende landen wijst uit dat dit ook nu nog
zo is: ´The prevalence of a post-material value pattern did not represent a threat tofeelings of altruism. ´( o.a. Lesley Hustinx, data uit 1990 World Values Surveys, 2015)
13
Werven: inspelen op verschillende motieven
● Benoem wat iemand kan leren
● Benoem ook andere voordelen: je komt in een tof team terecht, we lunchen samen,
jaarlijkse uitstap
● Biedt variatie aan: verschillende taken, voor ieder wat. Organisaties met een gevarieerd
aanbod aan taken zullen beter in staat zijn om met verschillen en met de verschuivingen in motivatie om te gaan dan organisaties waar het aanbod beperkt is.
● Spreek mensen aan op hun talenten, hun sterktes. Bijvoorbeeld: We zoeken mensen die met veranderingen in hun eigen leven hebben leren omgaan en goesting hebben om
deze ervaringen te delen met mensen die op dit moment niet mee kunnen in de
maatschappij. (Laura van Selm, 2015)
14
STERK VRIJWILLIGERSWERK
Mensen willen zich inzettenbron sci-traject socius
● In eigen buurt, directe leefomgeving
● Met/via eigen netwerk
● Belang van ontmoeting, persoonlijk contact
● Niet voor één organisatie (inzetten voor een idee, niet voor een organisatie); pluralisme; buiten de grenzen van een organisatie (succes 4e pijler); afgebakend; anywhere any time; combineren
● Voor thema's die ze zelf interessant vinden
● What's in it for me (ruilrelatie), waardering
● Geen stempel als 'vrijwilliger' (niet 'gesjost')
● Online
>> Individualisering, informalisering
15
STERK VRIJWILLIGERSWERK
Opdracht voor de ondersteunerbron: sci-traject sterk vrijwilligerswerk
● Faciliteren
● Mensen eigenaar maken: van bij begin samen mét de mensen (dus
niet aanbodgericht werken), van onderuit werken, cocreatie
● Perspectief van de organisatie loslaten ten voordele van perspectief
van de vrijwilliger, vooraf bepaalde verwachtingen/doelstellingen
durven loslaten
● Enten op natuurlijke, bestaande netwerken van mensen
● Verschillende, laagdrempelige, concrete vormen van
betrokkenheid/ vrijwillige inzet herkennen en mogelijk maken
● Ook buiten bestaande groepen (gesloten clubjes), naar 'buiten'
komen
● Aandacht voor de cultuur van de organisatie, ontmoeting,
persoonlijke en menselijke communicatie
● Persoonlijk aanspreken
16
STERK VRIJWILLIGERSWERK
Competenties van de ondersteuner(bron sci traject ‘sterk vrijwilligerswerk)
● Experimenteren, doen, wroeten, trial & error (= pionieren)
● Tussen mensen gaan staan, aanwezig zijn
● Netwerken, mensen verbinden
● Observeren, mogelijkheden zien
● Samenwerken met andere organisatie(s)(vormen)
>> Voorwaarden / context:
● Juist klimaat in de organisatie
● Niet vanuit concurrentie (t.a.v. andere organisaties)
● Bevlogenheid
17
● combineert inzet met persoonlijke zoektocht naar identiteit en zingeving vrijwilligerswerk als inspiratie voor de keuzes die hij/zij maakt
solidariteit en zelfontplooiing vallen samen
‘solidair individualisme’
inzet niet langer volledig belangeloos
● is kieskeurig activiteiten in verlengde van persoonlijke interesses en
ontplooiing, kosten-batenanalyse
De hedendaagse vrijwilliger (1)
18
● is kieskeurig, maar onzeker vrijwilligerswerk als plaats om te experimenteren met keuzes
● engageert zich ‘nomadisch’ ‘sedimentaire’, statische vrijwillige inzet wordt verlaten voor
dynamisch engagement
geen ‘bindingen’ meer met vaste structuren, bijeenkomsten en groepen
● is pragmatisch ingesteld tastbare/haalbare doeleinden i.p.v. idealisme
• “vrijwilligerswerk is persoonlijke constructie ‘op maat’ van de biografie” (L. Hustinx)
De hedendaagse vrijwilliger (2)
19
● De nieuwe levenspatronen en de keuze maatschappij
hebben gevolgen voor de beschikbaarheid en/of
bereidheid tot vrijwillige inzet
(L. Hustinx)
● Vrijwilligers willen authentiek zijn
authenticiteit is moreel ideaal achter de individualisering (C.
Taylor)
Veranderende maatschappij: invloed op
vrijwilligerswerk
20
Hoe benaderen we de hedendaagse
vrijwilliger?
Rekening houden met … vrijwillig engagement =
onderdeel van de persoonlijke levensloopbaan van mensen
ligt in het verlengde van persoonlijke interesses en ontplooiing.
De 4 sleutelbegrippen:
kritische zelfbevraging
doordachte rekrutering
inspraak
FLEXIVOL
21
Hoe kan mijn organisatie aantrekkelijk zijn voor
vrijwilligers?
Een helpend letterwoord: FLEXIVOL (Gaskin)
● Flexibility flexibiliteit
● Legitimacy legitimiteit, imago
● Ease of acces eenvoudig toegankelijk
● Xperiment experiment
● Incentives stimulansen, prikkels
● Variatie variatie
● Organisation organisatie is vlot
● Laughs lachen, ontspanning
22
Subgroepen
• Waar staan jullie nu in verhouding
tot al deze successen/
tendensen?
• Wat is een volgende stap die je
kan zetten?
Prikkel en bevraag mekaar.
23
18
Werven?Enkele vragen vooraf…
Waarom zou iemand vrijwilliger bij mijn organisatie willen worden?
Welke kwaliteiten vraag ik van de vrijwilliger? (leeftijd, opleiding, ervaring, beschikbaarheid, motivatie, continuïteit, stressbestendigheid, betrouwbaar, discreet…)
Waar wil ik vrijwilligers voor werven?
Past wat de vrijwilliger wil, bij wat de organisatie wilt?
Waar zitten de vrijwilligers? Via welke weg bereiken? Welke communicatiekanalen gebruiken?
Kunnen we met elkaar overweg? Klikt het?
24
Kerncijfers – onderzoek vanuit de KBS
bron: onderzoek KBS – studiedag VVSG – verwerking Socius
25
Vrijwilligerswerk in België
● Tot voor deze studie: geen of weinig solide
statistische data over het vrijwilligerswerk
beschikbaar
● 10.000 personen bevraagd - 15 en 76 jaar
Extrapolatie naar de Belgische bevolking
basis om nog veel meer te onderzoeken omtrent
vrijwilligerswerk (bv drempels, voordelen vrijwilligerswerk…)
26
Vrijwilligerswerk versus vrijwillige inzet
Vrijwillige inzet
● vrijwillige inzet = formele (in organisaties) EN informele inzet (buiten organisaties)
● 20% van de Vlamingen of dus ruim 1 miljoen Vlamingen zetten zich vrijwillig in
● voor België is dat 19,4% of dus ruim 1.800.000 Belgen
Vrijwilligerswerk
● 13,9% van de Vlamingen of ruim 750.000 Vlamingen doen aan vrijwilligerswerk
● voor België is dat 12,5% van de totale bevolking en voor Brussel 7,2%
Onderzoek focust op vrijwilligerswerk, voor heel België!
27
Omvang vrijwilligerswerk
• Goed voor 221,2 miljoen onbetaalde activiteiten
• Goed voor 130.000 FTE
• Grensoverschrijdend vrijwilligerswerk = zeer klein
=> Vrijwilligerswerk is een lokaal verhaal!
28
Omvang vrijwilligerswerk
• Meer dan de helft van de vrijwilligers (52%) verricht
maar 1 of slechts enkele vrijwillige activiteiten per jaar
• Wekelijks = 20%
• Maandelijks = 25%
• Dagelijks = 2%
• bijna 80% is maar in 1 enkele organisatie actief
• Gemiddeld bijna 4u per week per vrijwilliger of 190u per
jaar
• Schommelt per vrijwilliger van een aantal uren per
jaar tot meer dan 100 u per jaar
29
Omvang vrijwilligerswerk
-
Vier dominante sectoren:
sport, cultuur,
maatschappelijke
dienstverlening en
onderwijs.
Dat de gezondheidssector
minder vertegenwoordigd
is, is te wijten aan de
competenties die nodig zijn
en waar de vrijwilligers
doorgaans niet over
beschikken.
30
Wie is de vrijwilliger?
● Mannen en vrouwen nagenoeg even sterk vertegenwoordigd
● Verschil in taken: Mannen: leidinggevende functies, taken i.v.m. geschoold of semi-
geschoold werk
Vrouwen: meer dienstverlenende functies
● Verschil in sector: Mannen: sport
Vrouwen: onderwijs, vorming, onderzoek, religieuze organisaties
Geen verschil wat de sectoren gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening betreft!
31
Wie is de vrijwilliger?
● Alle leeftijden doen
aan vrijwilligerswerk
● 60+: t.o.v. de totale
Belgische bevolking
weinig
vertegenwoordigd,
binnen de groep
van vrijwilligers zelf =
1 op 4 ouder dan 60
32
Wie is de vrijwilliger?
● 57% van de vrijwilligers heeft een job
Opvallend: vrijwilligerswerk ligt vaak NIET in
het verlengde van de eigen job
● ook studenten doen beduidend meer
aan vrijwilligerswerk
33
Wie is de vrijwilliger?
● Opleiding: het percentage vrijwilligers
stijgt met het behaalde diploma (58%
heeft diploma hoger onderwijs)
Hoe hoger de opleiding: hoe meer men kiest
voor leidinggevende functie, intellectuele,
wetenschappelijke of artistieke activiteiten
of intermediaire functies met technisch
kader
-
34
Wie is de vrijwilliger?
● Intensiteit van het vrijwilligerswerk:
Jongeren 20-24 jaar: meeste tijd
Daalt tijdens gezins- en beroepsleven
Stijgt weer vanaf 55jaar
● Vooral weduwenaars of weduwes
participeren minder
● De grootste groep heeft geen
thuiswonende kinderen (geen kinderen of
reeds uit huis)
35
Enkele algemene conclusies
● Vrijwilligers zijn monogaam
80% is actief in één organisatie
● Vier uur per week
een gemiddelde waar grote verschillen achter zitten
● Vrouwen en mannen doen evenveel vrijwilligerswerk
● Ouderen engageren zich niet méér dan jongeren
● Opleiding en job hebben een positieve invloed
36
Doel● binnen de drie maanden
● telt de vrijwilligersploeg
● met de hulp van huidige vrijwilligers
● minstens 2 nieuwe vrijwilligers
Stappen1. namen zoeken en afspraken maken
2. iedereen spreekt minstens 2 mensen aan uit de
brede kennissenkring
3. nieuwe mensen verwelkomen
De « +2 methode »bedoeling en stappen
37
a. beantwoord de vraag ‘Zoeken we mensen voor welbepaalde taken? Zo ja, voor welke?’
b. iedereen noemt 2 tot 5 namen uit brede kennissenkring
• gepensioneerde kruidenier, loodgieter, loketbediende, familielid, buurvrouw, dokter, lid (vroegere) sportclub, enz. …
• nooit zeggen/denken ‘die gaat dat toch niet willen doen’
c. afspraken noteren op blad papier met titel « actieplan +2-methode »
• wie spreekt wie aan? tegen wanneer?
• dit blad aan alle bestuursleden bezorgen
De « +2 methode »stap 1: namen zoeken en afspraken
38
ieder bestuurslid spreekt de afgesproken personen
aan
● tips:
kies een goed moment
vertel dat je op zoek bent naar extra vrijwilligers
leg uit wat je initiatief allemaal doet
vertel waarom jij je engageert
zeg dat het absoluut niet moeilijk is om zich te
engageren
vraag ‘Wil je het eens voor een half jaar
proberen?’
beloof een goede verwelkoming
De « +2 methode »stap 2: kennissen aanspreken
39
40
tijdens vergadering de nieuwe vrijwilligers…
a. zeer hartelijk verwelkomen
b. vragen te vertellen wie ze zijn (naam, interesses…)
c. vertellen wie de andere vrijwilligers zijn
d. kort vertellen wat de afdeling het komende half
jaar zoal van plan is
e. documentatie en eventueel een bloemetje geven
direct na de eerste twee à drie bijeenkomsten…
a. individueel vragen ‘Hoe ervaar je het?
b. ingaan op hun antwoorden
De « +2 methode »stap 3: verwelkoming
41
- in beweging brengen
- mensen bewegen tot engagement
INZET EN BETROKKENHEID
= wat je ziet wanneer vrijwilligers gemotiveerd
zijn
Motiveren…
- Wat is dat eigenlijk?
42
duurzame motivatie: het 5 bouwstenen model
● 3 psychologische basisbehoeften
competentie
autonomie
verbondenheid
● intrinsiek: aspiraties en waarden
● de spil: waarderend samenwerken
Hoe en wanneer functioneren mensen enthousiast?
43
De 5 bouwstenen om een stimulerende
omgeving te creëren
Competentie: je talenten en krachten inzetten
Autonomie: op je eigen manier
Verbinding: je verbonden voelen
Met je eigen aspiraties en waarden
Je gewaardeerd voelen en zelf kunnen waarderen,
werken vanuit een positief toekomstbeeld