This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Drie ontwikkelingslijnen in hoe leraren hun identiteit vorm geven
1. Verpersoonlijking van de beroepsrol
2. Meerstemmige identiteit in dialoog
3. Zichzelf situerend in grotere gehelen
Leraar-zijn is naast competentie vooral ook vormgeven hoe je jezelf bent en wordt in het lesgeven. Je bent geen ambtenaar die een opdracht uitvoert, maar een kunstenaar die zichzelf ontwikkelt doorheen het werk.
Wie ben je nu eigenlijk? Ben je je vakgebied? Of ben je pedagoog? Coach? Onderzoeker? Ben je moeder voor de leerlingen? Bén je ook die leerlingen? En hoe ben jij aanwezig in de identiteit van de leerling?
Leraren zoeken zinvolheid. Ze willen zich thuis voelen in het team, de school. Ze willen het gevoel hebben daar een zinvolle bijdrage aan te leveren. Lukt die koppeling niet, dan vervlakt men (uit zelfzorg)…of loopt men vast (burn-out)...
Meer aandacht voor de persoon van de leraar gebeurt nu vooral door passie te activeren, op zoek te gaan naar kwaliteiten (kernkwadrant van Ofman), talenten benoemen, enz.
Het is naar binnenkijken, alsof een persoon een container is met inhouden. Deze benadering mag behouden blijven, maar het is niet wat nu het meest nodig is in het groter geheel van onze samenleving. Er is al genoeg individualisme en navelstaren.
Relationele kijk op identiteitTheorie van het Dialogische Zelf (Hermans).
Uitgangspunt: identiteit is een levenslange constructie en reconstructie van hoe je jezelf positioneert naar anderen en naar jezelf.
De basis van identiteitsconstructie is het narratief definiëren van jezelf aan de hand van verhoudingen.
Doorheen je verhoudingen met alles rondom je bouw je je identiteit op, bouw je op wie je wil zijn.
Voorbeelden: ‘Ik voel me thuis bij deze werkvorm’.‘Ik BEN in hart en nieren bioloog’.‘Ik voel me eenzaam als ik voor de klas sta; dat ben ik niet’.‘Ik doe wel mijn comfortzone als ik lekker achter de tafel sta, maar eigenlijk geniet ik het meeste als ik een babbel heb met leerlingen’‘Ik zie mezelf eerder als een trainer, dan als een leraar’.‘ICT is vreemd voor mij, maar ik wil wel nagaan hoe ik daarin mezelf kan zijn’.‘Dit voelt niet aan als ‘mijn’ school; ik kom hier lesgeven’.
Toepassing van identiteisconstructie bij leerlingen
Leraren dragen bij aan de constructie van identiteit van leerlingen door:
1.Te laten zien hoe ze leven in hun vakgebied of interesse; dat werkt zo aanstekelijk dat leerlingen in hun dialogisch zelf de leraar als model internaliseren. Ze nemen de leraar en zijn interesse mee naar huis en het wordt een stuk van hun identiteit (‘zo wil ik zijn, dat is zo mooi’)
2.Leerlingen te coachen in wat ze voelen bij bepaalde leerstof of leeractiviteiten. Wat trekt je aan? Waar herken je jezelf in?
3.Leerlingen in groep te laten uitwisselen hoe ze verschillen in hoe ze zich verhouden met bepaalde vakken (‘Wat! Vind jij Frans leuk!’ Hoe zo?’) Leerlingen steken elkaar aan of maken keuzes bewust.
1. Waar haal je je zelfvertrouwen uit?2. Voel je van jezelf ‘ik BEN een leraar in hart en nieren’?3. Welk beeld heb je van leraar-zijn?4. Welke werkvorm past bij je?5. Dit vak, bén je dat?6. Wat is je fun-activiteit die geen inspanning vraagt?7. Voel je je geborgen bij collega’s en in de school?8. Wat wil je zeker niet zijn? 9. Wat ervaar je als je hoger doel waar je je werk aan ‘ophangt’?10. Wat is je persoonlijke stijl van lesgeven?11. Wat wil ik er uithalen? Hoe word ik gevoed? Wat ontvang ik?12. Wat is gedrag van je comfortzone en bén je dat?
Kernproces voor startende leraar is de vraag ‘waarin vind ik mijn zelfvertrouwen?’ Meestal gebeurt dit via ‘ik ken mijn stof, ik voel me expert’ en een trial and error leerproces van competent worden om alle actoren tevreden te stellen. Het is een proces waarin men in versneld tempo eigen interesses en keuzes opzij zet ten einde ‘het goed te doen’… ofwel terug uit het beroep stapt als dat niet lukt.
Kernproces is het ontwikkelen van een eigen stijl. Men ontwikkelt een comfortzone waarin men zoekt hoe men het tof kan maken voor zichzelf. Kritisch element: zichzelf plafoneren, geen patronen durven doorbreken; geen oorspronkelijke stijl ontwikkelen.
Kernproces is hoe men ‘levend’ kan blijven en de eigen stijl van lesgeven moedwillig kan doorbreken – ‘reinventing yourself’.