Thésée (Edwin Crossley-Mercer) en Stéphanie d’Oustrac (Phèdre) in het absolute hoogtepunt van Mijnssens enscenering. FOTO TONI SUTER TROUW MAANDAG 27 MEI 2019 van Mijnssen klopt alles Intelligente en tintelende Tolstoj THEATER Florian Myjer en Kim Karssen Oorlog en Vrede HHHHH Hoe moet je leven? In ‘Oorlog en Vrede’, dat dikke boek van de Rus Lev Tolstoj, zoeken de hoofdperso- nen voortdurend naar de zin van het leven. Soms vinden ze die in oorlog, dan weer in religie, liefde, huiselijk- heid of eenzaamheid. De twintigers Florian Myjer en Kim Karssen (pas in 2017 en 2018 van de toneelschool gekomen) worstelen ook met die vraag. Je bent jong, wel- gesteld, intelligent, mooi, gezond: hoe maak je dan iets van je leven? Ah, in Rusland, daar leven ze pas echt, verzuchten ze. Elke dag je mooiste jurk aan, kroonluchters, paardensledes met belletjes en de Slag bij Borodino. En dan raken ze verzeild in Tolstojs universum. In een kleine anderhalf uur vertolken ze heerlijk speels, ro- mantisch en absurdistisch hoe Pierre, Andrej, Natasja, Dolochov en al die andere karakters uit het boek worstelen met het leven. Als kleine kinderen met een verkleedkist, maar dan intelligent en met een tin- telende tekst. Florian Myjer is een getalenteerde theaterpersoonlijkheid. Een ver- fijnde, slanke dandy met een andro- gyn gezicht, die ondanks een klein negentiende-eeuws snorretje ge- makkelijk schakelt tussen mannen- en vrouwenrollen. Met een hand- gebaar of een korte blik roept hij ko- misch absurdisme of geheimzinnige droefheid op. Kim Karssen is zijn ideale tegenspeelster. Wat ongepo- lijster, maar net zo makkelijk scha- kelend tussen schutterig meisje en gevaarlijke Rus. Met een houten kast en bergen nep- sneeuw als decor toveren ze liefdes- en oorlogsscènes tevoorschijn. Ra- zendsnel schakelen ze van een he- dendaagse homobar naar een Rus- sisch bal, van een romantische lief- desscène in de sneeuw naar een tri- ootje met twee F16-piloten. Maar hoe grappig en luchtig ook, ze houden die levensvraag voor ogen en komen er telkens op terug. Groots en meeslepend leven à la Russe? Of middelmatig leven in een rijtjeshuis? Het maakt dat deze hila- rische voorstelling meer is dan een avondje lachen. Sandra Kooke Heerlijk speels, romantisch en absurdistisch meteen al raak. Stijf gezeten aan een ronde tafel zitten grootouders, ouders en kinderen gevangen in een door niemand gewenste constella- tie. In dat beeld dringt ineens een man binnen, die hartstochtelijk be- gint te zoenen met Thésée. Zonder dat iemand ingrijpt, wordt deze in- dringer vermoord door drie strenge, priester-achtige figuren in het zwart. De indringer blijkt Thésée’s strijdmakker Perithous te zijn. Thé- sée daalt af naar de onderwereld, vol afschrikwekkend prachtige vogelfi- guren, om te proberen zijn geliefde terug te halen. Die gepassioneerde liefdesrelatie is een gewaagde ingreep van Mijn- ssen, maar hij werkt fantastisch. En dat wij ons zo goed met al die my- thologische personages kunnen identificeren, ligt aan Mijnssens vermogen om diep door te dringen in hun gevoelswereld, dwars door alle weelderig-barokke kostuums heen. Met veelzeggende details, een bange blik hier, een ruwe duw daar, kleurt Mijnssen de karakters ook op stille momenten in. Aan het hof van Thésée (een prachtig draaiend decor vol zuilen en klassieke rondingen van Ben Baur) is de sfeer bepaald onaangenaam. Elk moment kunnen de vlammen oplaaien, en dat doen ze dan ook. Mijnssen bofte overi- gens met een stel geweldige zanger- acteurs, die haar wensen fantastisch zicht- en voelbaar maakten. De regie vesterkt de muziek in zo’n beetje elke maat. Emmanuelle Haïm haalt in de tot twee uur terug- gesneden partituur het maximale uit Rameau’s geniale muziek. Ze doet dat met een alert reagerend en ritmisch perfect Orchestra La Scin- tilla, het barokensemble van het operahuis. In het uitstekende koor van het operahuis zijn de alten prachtig vervangen door zes hautes- contres, het Franse equivalent van de countertenor. Divertissements De vaak zo lastig te realiseren diver- tissements zijn geweldig in de han- deling opgenomen, houden het ver- haal nooit op en krijgen van Haïm en Mijnssen een flitsende schop on- der de kont. Haïm is een dirigent die de kracht en de energie van Ra- meau’s muziek instinctief aanvoelt. Ronduit geweldig wat zij ermee voor elkaar kreeg. Dat geldt ook voor de zangers. Edwin Crossley-Mercer (Thésée) en Stéphanie d’Oustrac (Phèdre) zijn, geholpen door Haïm en Mijnssen, pijnlijk overtuigend in hun rollen. De kracht, verontwaardiging, woede en pijn van hun personages worden met grote stem en passie uitgezongen. Waarlijk grootse pres- taties. Cyrille Dubois (Hippolyte) is een wonder van een tenor, die in het schokkende duet met zijn stiefmoe- der grote indruk maakt. Mélissa Pe- tit (Aricie), Hamida Kristoffersen (Diane) en Wenwei Zhang (Nep- tune) zijn ook al zo goed. Evenals dat enge priestertrio (bij Rameau zijn het schikgodinnen) dat op ge- zag van Mijnssen steeds opduikt om de gebeurtenissen een negatieve, niet meer terug te draaien kant op te duwen. Hun terzet aan het eind van de tweede akte laat nog maar eens horen hoe duivels ver Rameau zijn tijd vooruit was. Wat zou het mooi zijn als deze in alle opzichten geslaagde ‘Hippolyte et Aricie’ een tweede leven zou kunnen krijgen in een ander – Ne- derlands – theater. Zo vaak komt het namelijk niet voor dat je een Rameau-opera in optima forma kunt bijwonen. In Zürich kan het nog eventjes. Te zien in Zürich t/m 14 juni. www.opernhaus.ch Huiveringwekkend mooi muziektheater is het, opera zoals opera bedoeld is De twee vrouwen werden bij elkaar gebracht door een derde, Sophie de Lint